Schoolgids 2014/2015
Voorwoord Hierbij bieden we u de schoolgids van basisschool De Fonkelsteen aan. Met deze gids willen we u een zo duidelijk mogelijk beeld geven van onze school; over onze uitgangspunten; over onze visie en werkwijze. Wij zijn een kleine basisschool in de wijk Stadsweiden. Sinds twee jaar zitten wij aan de Vollenhovemeen. Onze naam, OBS De Fonkelsteen, is ontstaan uit ons concept. De steen staat voor de basis van het leren; rekenen, lezen en taal. Het fonkelen staat voor het zoeken naar talent, waardoor ieder kind zich optimaal ontwikkelt en ontplooit. Kinderen leren vanuit belevenissen. Dat wat je beleeft vergeet je niet! In deze gids staat veel informatie over de Fonkelsteen. Daarom is het belangrijk om de gids goed door te nemen en te bewaren. Als u nog meer informatie wilt over onze school dan kunt u altijd op onze website kijken: www.obsdefonkelsteen.nl of contact opnemen via
[email protected]
Aangeboden door: Vastgesteld door:
het team van de Fonkelsteen MR van de Fonkelsteen Juli 2014
2
Inhoudsopgave Schoolgids OBS de Fonkelsteen 2014-2015 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Inleiding Pag. 6 De Fonkelsteen: uitgangspunten - Missie - Visie - Kernwaarden
pag. pag. pag. pag.
7 7 7 7
Visie De Fonkelsteen - Beleven - Talenten - Hoge verwachtingen - Interactief leren o Sociaal leren o Betekenisvol leren o Strategisch leren
pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.
8 8 8 9 9 9 9 9
De organisatie van het onderwijs - Aanmelding - Persoonsgebonden nummer (PGN) of onderwijsnummer - Vier jaar en dan… - Hoeveel kleuterjaren krijgt mijn kind dan? - Zindelijkheid - De groepen 1-2 - De groepen 3 t/m 8 - De vakgebieden o Sociaal-emotionele ontwikkeling - Pestprotocol en antipest programma - Signaleren en analyseren van stagnatie in de gedragsmatige ontwikkeling en welke interventies wij plegen. - Rekenen en wiskunde - Taalleesonderwijs - Schrijfonderwijs - Wereldoriëntatie - Engels - Expressie-activiteiten - Bewegingsonderwijs (en zwemmen) - Medisch handelen en medicijnverstrekking - Aansprakelijkheid - Privacyprotocol en foto’s - Internetgebruik en sociale media - Sponsoring - Huiswerk
pag. 10 pag. 10 pag. 10 pag. 10 pag. 10 pag. 11 pag. 11 pag. 11/12 pag. 12 pag. 12/13 pag. 13
De kwaliteit van ons onderwijs - Strategisch beleidsplan 2013-2018 - Schoolplan 2011-2015 - Jaarplan 2013-2014
pag. 14 pag. 14 pag. 14/15 pag. 15 pag. 16 pag. 16 pag. 16 pag. 16 pag. 16/17 pag. 17 pag. 17/18 pag. 18 pag. 18 pag. 19/20 pag. 21 pag. 21 pag. 21 pag. 21
3
Bestuur - Vervanging van methoden - Kwaliteitszorg - Eindopbrengsten groep 8 - De kinderen van onze school bezoeken dit schooljaar de volgende typen onderwijs - Uitstroom naar het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs
pag. 22 pag. 22 pag. 22 pag. 22/23
De zorg voor de kinderen - Weer samen naar school - Uitgangspunten leerlingenzorg - Expertise op het gebied van kinderen met extra behoeften - HGW (Handelingsgericht werken) - OGW (Opbrengstgericht werken) - Schakelklas - Het jonge kind - Doubleren - Differentiatie - Individuele leerlijn - Groepsoverdracht - Overdracht naar VO - Kenniscentrum Stichting Proo - Zorg Advies Team - Leerlingen met een arrangement (het oude ‘Rugzakje’- LGF) - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld - Besmettelijke ziekten en hoofdluis - GGD - Klachtenregeling - Passend onderwijs - Zorgplicht
pag. 24 pag. 24 pag. 24 pag. 24 pag. 25 pag. 25 pag. 25 pag. 25/26 pag. 26 pag. 26 pag. 26 pag. 26 pag. 26/27 pag. 27 pag. 27 pag. 27/28 pag. 28 pag. 28 pag. 28/29 pag. 29/30 pag. 30/31 pag. 31
pag. 23 pag. 23
De resultaten van het onderwijs - De manier van volgen - Het toetsen van de ontwikkeling - Inspectie van het Onderwijs - Digitale plusklassen
pag. 32 pag. 32 pag. 32/33 pag. 33 pag. 33/34
Het onderwijs en de voorzieningen - Pauzes - Schoolverzuim en verlof - Toelating, schorsing en verwijdering - Kinderopvangmogelijkheden - Overblijven - Kleding
pag. 35 pag. 35 pag. 35 pag. 35/36 pag. 36/37 pag. 37 pag. 37
Het team - Personeel - Vervanging - Bereikbaarheid
pag. 38 pag. 38 pag. 38 pag. 38
4
De ouders - Contacten - Informatieavonden - Herfstgesprekken - Rapportgesprekken - Adviesgesprekken VO - Naar de nieuwe groep - Weekbrieven - Schoolgids - Medezeggenschapsraad - Ouderraad - Informatieverstrekking aan (gescheiden) ouders en derden
pag. 39 pag. 39 pag. 39 pag. 39 pag. 39 pag. 39 pag. 39 pag. 39 pag. 39 pag. 39 pag. 40 pag. 40/41
Overige activiteiten - Sinterklaasfeest - Kerstfeest - Verkleedfeest - Pasen - Sporttoernooien - Schoolreizen/schoolkamp - Excursies - Verjaardagen - Verkeersexamen - Kinderpostzegels - Schoolfotograaf
pag. 42 pag. 42 pag. 42 pag. 42 pag. 42 pag. 42 pag. 42 pag. 42 pag. 42 pag. 42 pag. 43 pag. 43
Namen en adressen
pag. 44
Verantwoording
pag. 45
5
Inleiding De Fonkelsteen is een kleine basisschool met 3 basisgroepen; op de ochtenden zijn er 4 groepen. Doordat wij een kleine school zijn kennen wij alle leerlingen en is er veel ruimte voor individuele aandacht. Dit heeft zich vertaald in de hoge eindopbrengsten van de afgelopen jaren en daar zijn wij trots op. De Fonkelsteen is een gezellige school, waar kinderen, leerkrachten en ouders nauw met elkaar samen werken. Onderwijs maak je samen en ouders zijn daarbij heel belangrijk. Ouders worden dit jaar regelmatig uitgenodigd op school, er zal een opa- en oma dag zijn en we richten een ouderklankbord op, waarin we praten met ouders over het onderwijs. In deze schoolgids beschrijven wij ons nieuwe profiel. Tevens geven wij informatie over de verschillende aspecten van onze school en ons onderwijs. U kunt onze school nog beter leren kennen door een bezoek aan de school te brengen, u te laten rondleiden en vragen te laten beantwoorden. U zult dan merken dat “de Fonkelsteen” een school is die een goede basis aan kinderen meegeeft en waar onderwijs “beleven” is. Met deze schoolgids willen wij u helpen bij het maken van uw keuze. Wij vertellen hoe we onderwijs vorm gegeven. De gids is ook bedoeld voor ouders die reeds kinderen op onze school hebben zitten. Met deze gids willen wij bereiken dat u goed op de hoogte bent van de ontwikkelingen. Veel plezier met het lezen van deze schoolgids. Hebt u naar aanleiding van deze schoolgids nog vragen of suggesties, neemt u dan contact met mij op. Inge Versluis (Locatieleider) De schoolgids is op de website www.obsdefonkelsteen.nl ,onder het kopje “Onze School” te vinden.
6
De Fonkelsteen: uitgangspunten
Missie We geven ons onderwijs optimaal vorm door onze missie waar te maken:
‘De Fonkelsteen voor leren, ontdekken en beleven’. Dit realiseren wij door: Uit te gaan van onderwijsbehoeftes van kinderen Veel aandacht en tijd aan taal, lezen en rekenen te besteden Opbrengstgericht te werken met realistische en ambitieuze doelen De talenten van ieder kind te ontwikkelen Belevenisgericht onderwijs in thema’s aan te bieden; muziek, natuur, wetenschap, kunst en cultuur, toneel en dans, techniek en ICT en sport komen dan verdiepend aan de orde Waarnemen, ontdekken en beleven leidend te laten zijn Met buitenschoolse partners en instellingen samen te werken zoals Peuterspeelzaal Het Rommelpotje, het centrum voor jeugd en gezin, de bibliotheek, Dierenweide, het Klooster, de Hortus, het ziekenhuis, musea, toneel- of zanggroep, Theater Harderwijk. Hoogtepunten in ons programma op te nemen die voor kinderen, ouders en belangstellenden onvergetelijke momenten zijn Ouders op verschillende manieren en momenten bij onze school te betrekken: in de ouderraad, de medezeggenschapsraad en bij de verschillende schoolactiviteiten Leerkrachten die zich continu ontwikkelen in hun professionaliteit door het volgen van trainingen, opleidingen en studiedagen
Visie Kernwoorden: beleven, talenten, hoge verwachtingen, interactief leren
Kernwaarden Respect, welbevinden, professioneel, betrokken, vernieuwend, samen, vertrouwen.
7
Visie De Fonkelsteen Op basisschool De Fonkelsteen werken we met een visie die we in kernwoorden hebben weergegeven. In dit hoofdstuk beschrijven we de visie en geven we aan op welke manier we dit concretiseren. Beleven Kinderen worden gestimuleerd om al hun zintuigen te gebruiken om het leren te ontwikkelen. Dat wat je raakt, waar je ‘gevoel’ bij hebt blijft je lang bij. Daarom werken wij op onze school met thema’s. Tijdens de thema’s komen wereld oriënterende onderwerpen aan de orde, maar ook de creatieve vakken. De kinderen komen in aanraking met tal van ‘disciplines’ en kunnen zo ontdekken waar hun talenten en interesses liggen. Alle thema’s sluiten we feestelijk en gezamenlijk af. Kinderen kunnen aan betrokkenen vertellen, laten zien en laten beleven wat zij hebben geleerd (beleefd). De school en omgeving worden ingericht als een rijke, ontdekkende en onderzoekende omgeving met ontdekhoeken, een moestuin, een sporthoek, een binnen- en buitenpodium, een muziekmuur, enz. Talenten Ieder kind heeft talenten. Als een kind deze talenten op school kan inzetten en andere talenten kan ontwikkelen voelt een kind zich competent (“ik kan het”). Een kind wil ook “gezien worden”: “kijk wat ik kan”. Dit komt tot uiting in een goed pedagogisch klimaat met duidelijke omgangsvormen en omgangsregels die door leerkrachten, samen met de kinderen worden opgesteld. Ook wordt in verschillende situaties gewerkt aan het ontwikkelen en borgen van een goed pedagogisch klimaat waardoor respect voor elkaar ontstaat. De basis hiervoor ontstaat uit een goede relatie. Kinderen moeten met plezier naar school gaan; dit bevordert de motivatie en zo ook de prestatie.
8
Hoge verwachtingen Wij hebben hoge verwachtingen van kinderen. Wij halen eruit wat er in zit. Dat doen wij door ambitieuze, maar wel realistische doelen te stellen. Wij stellen voor de kinderen doelen voor taal, lezen en rekenen. Deze doelen geven aan wat zij moeten gaan leren en aan welke normen zij moeten voldoen. Ons dagelijks onderwijs is daar op gericht. Wij spreken periodiek over deze doelen en of wij op koers zitten om deze doelen te bereiken. Aan een goede basis werken is essentieel. Interactief leren Sociaal leren Houdt in dat kinderen van en met elkaar leren, dat er sprake is van veel sociale interactie en waarbij de leerkracht en de leerlingen verschillende en wisselende rollen op zich kunnen nemen. Wanneer kinderen leren door actief samen te werken spreken we van sociaal leren. Zij leren van elkaar, maar ook in de interactie met de leerkracht. Als kinderen met elkaar samenwerken, leren zij meer dan wanneer zij alleen leren. Het ene kind weet immers altijd wel iets dat het andere kind niet weet. De rol van de leerkracht is die van begeleider, coach. Maar ook van inspirator en model. Bijvoorbeeld bij een schrijfopdracht doet de leerkracht het schrijven veelvuldig voor en denkt daarbij hardop. Ook het organiseren van de activiteiten is een belangrijke rol voor de leerkracht. Sociaal leren geven wij vorm tijdens het coöperatief leren. Betekenisvol leren Duidt op de mate waarin het onderwijs de kinderen “raakt” en het functioneel is, waardoor de kinderen er gemotiveerd mee aan de slag mee willen gaan. Wij geven dat vooral vorm in de thema’s. We zorgen er dan voor dat kinderen zoveel mogelijk in aanraking komen met ‘echte’ situaties. Bij het thema muziek wordt hen niet alleen verteld over de muziek, maar zij gaan zelf muziek maken en uitvoeren, zij komen in aanraking met muzikanten, de school is als muziekschool ingericht, er zijn excursies. Allemaal functionele activiteiten waar zij zelf betekenis aan kunnen geven. Strategisch leren Strategisch leren houdt in dat kinderen strategieën leren voor de planning, uitvoering en controle van (taal) leerprocessen zoals bijvoorbeeld 'hoe schrijf ik een brief aan oma om te bedanken voor het logeren', 'hoe leer ik woorden'. Het is één van de drie uitgangspunten van interactief taalonderwijs. Leerkrachten kunnen strategisch leren bevorderen door coöperatief leren toe te passen en door zelf model te staan en hardop denkend voor te doen hoe kinderen bepaalde activiteiten het beste kunnen aanpakken. Vooral het leren reflecteren op en controleren van eigen taalleerprocessen is van cruciaal belang voor de verdere taalontwikkeling van kinderen. Portfolio's kunnen bij het reflecteren op eigen leerprocessen een geschikt middel zijn. Hierdoor worden kinderen in hun ontwikkeling steeds minder afhankelijk van anderen en leren ze hun kennis en strategieën te gebruiken in situaties die ze nog niet eerder zijn tegengekomen. 9
De organisatie van het onderwijs Aanmelding Bij aanmelding worden ouders uitgenodigd voor een gesprek en een rondleiding met de locatieleider. Voorafgaand aan het gesprek wordt de schoolgids aangereikt of opgestuurd. Naar aanleiding van de ontvangen informatie kunnen ouders een beslissing nemen of zij hun kind bij ons willen aanmelden. Na ontvangst van het inschrijfformulier krijgen de ouders een bevestigingsbrief thuis en wordt het kind bij ons op school ingeschreven en op de wachtlijst geplaatst tot het kind daadwerkelijk naar school toe kan. Persoonsgebonden nummer (PGN) of onderwijsnummer Bij de inschrijving op school moet u het BSN van uw kind opgeven. Iedereen die in zijn woonplaats wordt ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA), heeft een BSN. U moet als bewijs bijvoorbeeld het geboortebewijs van uw kind meenemen, een paspoort of identiteitsbewijs. Voor kinderen die van school veranderen, kunt u het uitschrijvingsbewijs van de vorige school meenemen. In het onderwijs wordt het BSN ook wel persoonsgebonden nummer (PGN) of onderwijs nummer genoemd. De scholen gebruiken de nummers om aan de overheid op te geven welke leerlingen bij hen op school zitten. Als blijkt dat uw kind geen BSN heeft en niet in de GBA is opgenomen, dan krijgt uw kind een onderwijsnummer. Zo ontvangt de school toch geld voor deze leerling. Dit onderwijsnummer is niet te onderscheiden van een gewoon BSN. Met andere woorden: kinderen zonder BSN zijn niet anders dan kinderen die wel een BSN hebben. De Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) geldt ook voor de informatie die de school over uw kind verzamelt. De informatie over leerlingen wordt dus goed beschermd. Ons privacyreglement ligt op school ter inzage Vier jaar en dan… Vanaf 4 jaar mogen kinderen naar school. De eerste schooldag na de 4e verjaardag is tevens eerste dag dat de kinderen op school worden verwacht. De vierjarigen krijgen de gelegenheid om eerst enkele dagdelen (maximaal 5) kennis te maken met de groep, zodat ze in alle rust kunnen wennen. Deze momenten worden gepland in overleg met de ouders. Een uitzondering geldt voor de maanden mei t/m juli. Afhankelijk van groepsgrootte en begin van de grote vakantie wordt bekeken of een leerling geplaatst wordt of moet wachten tot na de vakantie. Hoeveel kleuterjaren krijgt mijn kind dan? De regel is nu dat elk kind dat 4 jaar wordt tussen 1 augustus en 31 december het jaar daarop naar groep 2 gaat. Kinderen die tussen 1 januari en 31 juli 4 jaar worden, blijven na 1 augustus nog 1 jaar in groep 1. Je mag als school hier van afwijken, mits je dat goed kunt onderbouwen. Ons beleid is dat we kijken naar de ontwikkeling en vorderingen van het kind en niet alleen naar een datum. We doen dit aan de hand van observaties en toetsen. Leerlingen gaan over naar een volgende groep als ze er aan toe zijn. Het kan dus voorkomen dat een leerling, jarig in december, na 2,5 jaar naar groep 3 gaat, terwijl een ander, jarig in januari, na 1,5 jaar al die stap zet. 10
Zindelijkheid Wanneer kinderen naar school gaan verwachten we wel dat ze zindelijk zijn. Uiteraard kan het voorkomen dat een kind af en toe nog eens een ongelukje heeft, maar als zindelijkheid op 4-jarige leeftijd een structureel probleem is, dan willen we graag met ouders in gesprek om hiervoor een oplossing te bedenken. De groepen 1-2 In de groepen 1 en 2 zitten leerlingen in de leeftijd van 4 t/m 6 jaar. Deze groepen werken met een heterogene samenstelling zodat jongere kinderen van oudere kinderen kunnen leren en oudere kinderen jongere kinderen kunnen helpen. In de kleutergroepen wordt de basis gelegd voor de schoolloopbaan. Deze basis vormt het fundament voor de verdere ontplooiing van de diverse ontwikkelingsgebieden. Vanuit spelactiviteiten doen de kinderen ervaringen op die aansluiten bij de persoonlijke ontwikkeling. In de loop van de kleuterperiode komen naast het spel steeds meer leeractiviteiten aan bod. Bij de jongste kinderen beginnen we reeds met vormen van zelfstandig werken. Kleuters leren al doende, tijdens hun werk- en spelmomenten. De leerkrachten spelen daarop in door ervoor te zorgen dat er een rijke leeromgeving is, die uitdaagt en stimuleert tot leren. Spelend en werkend rond aansprekende thema’s worden zoveel mogelijk situaties gecreëerd waarin kleuters worden uitgenodigd te luisteren, te verwoorden en te beleven. Dat is belangrijk als voorbereiding voor het latere lees- en taalonderwijs. In de kleutergroep hangt een planbord op een centrale plaats. Op het planbord staan de activiteiten genoteerd voor de werkmomenten. Veel aandacht wordt besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling, het (samen) spelen en werken, de creatieve vorming, de ontwikkeling van de grove en de fijne motoriek en het voorbereidend lezen, schrijven en rekenen. De groepen 3 t/m 8 Een solide basis aan kinderen meegeven is al jaren onze kracht. Door veel tijd aan de basisvaardigheden rekenen, taal en lezen te besteden en thematisch te werken hebben wij een sterk onderwijsconcept dat uw kind(eren) optimaal op de toekomst voorbereidt. Wat betekent dat dan? In de groepen 3 t/m 8 werken we in de ochtenden aan de basisvaardigheden, waarbij voor ieder leerjaar minimumdoelen zijn gesteld. De leerkracht geeft instructie aan de hele klas. We werken op drie niveaus. De eerste groep is de groep die weinig instructie nodig heeft, dan hebben we de groep die de basisinstructie volgt en als laatste hebben we een groep die extra instructie nodig heeft. Deze groepen staan beschreven in het groepsplan. Omdat we in de middagen thematisch werken kan het zijn dat we datgene dat we in de ochtend hebben geleerd, kunnen toepassen op de middagen. Ook zullen we lessen wereldoriëntatie zoveel als mogelijk, verwerken in de thema’s. Dat betekent dat we bijvoorbeeld tijdens het thema “Natuur” meerdere lessen zullen 11
geven uit de natuurmethode en dat we ons tijdens het thema “Kunst en Cultuur” meer richten op de geschiedenis. In de bovenbouw, groep 7 en 8, worden de kinderen steeds meer voorbereid op het voortgezet onderwijs. De vakgebieden Sociaal-emotionele ontwikkeling Op De Fonkelsteen wordt veel aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. De belangrijkste voorwaarde om te komen tot leren is veiligheid. Ieder kind moet zich bij ons op school veilig voelen. Een kind dat zich goed voelt is tot meer in staat en dat bevordert de leerprestaties. We bevorderen dit welbevinden in een veilige omgeving door de vaste schoolregels, de groepsregels en een pestprotocol. Op De Fonkelsteen werken we met de methode “Beter omgaan met jezelf en de ander”. De methode gaat uit van de relaties tussen en de functies van de volgende begrippen: 1. Sociale competentie en zelfbeeld 2. Interactiecomponent 3. Sociale ondersteuning Kinderen ontwikkelen zich overal. Op school zijn de individuele leerkrachten - het team - de eerste verantwoordelijken om sociale ondersteuning te realiseren. Er is respect voor de leerlingen. We nemen de leerlingen serieus als individuen. Kinderen moeten op onze school de gelegenheid krijgen zich tot zelfstandige, zelfbewuste en mondige individuen te ontwikkelen, zodat zij met een dosis zelfvertrouwen en zelfkennis de maatschappij tegemoet kunnen treden. Dat is belangrijk omdat kinderen ook door derden (bedrijven, organisaties, media) op steeds jongere leeftijd als zelfstandige individuen (“consumenten”) worden benaderd. Daarnaast moeten de leerlingen leren zich aan bepaalde regels te houden en respect te hebben voor hun medemens en hun leefomgeving. Wij leren kinderen omgaan met de grote verschillen in de maatschappij: arm en rijk, begaafd en minder begaafd, gezond en minder gezond, lief en leed. Kinderen moeten leren omgaan met en leren accepteren van andere meningen, culturen, gedragsregels en normen. We hebben daarbij een visie over het omgaan met kinderen. Elementen van deze visie zijn: Uitgaan van het positieve. Veiligheid bieden aan elk individu. Ieder kind wordt gerespecteerd om wie en wat het is. Het bijbrengen van eigenwaarde. We waarderen de kinderen op hun persoonlijke prestaties en individuele ontwikkeling. Kinderen met problemen bieden we zoveel mogelijk hulp binnen de groep. We maken afspraken over ordelijkheid en discipline. In dit geheel is het van belang dat wij als team afspraken hebben over straffen en belonen. Het uitgangspunt is dat wij positief gedrag belonen en ervoor zorgen dat negatief gedrag niet gestimuleerd wordt. Wij treden corrigerend op als kinderen de grenzen overschrijden. Het waarderen van leerlingen is bij ons op school niet alleen afhankelijk van leerprestaties. Kinderen dienen ook waardering te krijgen voor hun inzet en omgang met anderen. In de groepen gelden de schoolafspraken en krijgen ze door de inbreng van de leerkracht een persoonlijke kleur: 12
• • • •
We proberen tijd te hebben voor ieder kind. We maken afspraken met de groep en evalueren deze. We betrekken ieder kind bij het groepsgebeuren. We geven kinderen de ruimte om zichzelf te zijn.
Pestprotocol en antipest programma Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken. Daartoe hebben we een Pestprotocol opgesteld. Hierin staat beschreven hoe wij met pesten op school omgaan. Door regels en afspraken zichtbaar te maken, kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Bij overtreding van deze regels vindt eerst een gesprek plaats tussen leerkracht en kind. Heeft dit niet het gewenste effect, dan worden maatregelen getroffen om het gedrag te corrigeren. We stellen het op prijs dat u contact met ons opneemt als u thuis van uw kind verneemt dat er op school gepest wordt, zodat wij het stappenplan in gang kunnen zetten Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we alle kinderen in de gelegenheid om veilig en met veel plezier naar school te gaan. Ook tijdens de lessen komt pesten aan de orde. Het Pestprotocol is op school aanwezig is ter inzage voor ouders. Scholen worden bij wet verplicht om op effectieve wijze pesten tegen te gaan. Gepeste kinderen en hun ouders die op school geen gehoor vinden, kunnen in het uiterste geval terecht bij de Kinderombudsman, http://www.dekinderombudsman.nl/22/kinderen/
13
Signaleren en analyseren van stagnatie in de gedragsmatige ontwikkeling en welke interventies wij plegen. Voor het signaleren en analyseren van de sociaal-emotionele ontwikkeling maken wij gebruik van het leerlingvolgsysteem ‘Zien’, onderdeel van Parnassys. N.a.v. de gegevens die hier uit komen plegen we interventies, om verdere stagnatie te voorkomen. Rekenen en wiskunde In de groepen 1/2 wordt voor het aanvankelijk rekenen thematisch gewerkt. Ook besteden we veel aandacht aan beginnende gecijferdheid en wiskundige oriëntatie. Verder wordt er gerichte aandacht besteed aan tellen en getalbegrip. In de groepen 3 t/m 8 wordt de methode “Wis en Reken” gebruikt. In de groepen 3 wordt in eerste instantie veel aandacht besteed aan het optellen en aftrekken tot 10 (groep 3) en ze oriënteren zich op de telrij tot 100. In groep 4 wordt het optellen en aftrekken tot 20 geautomatiseerd en daarna het optellen en aftrekken tot 100. In groep 5 wordt de aandacht voor de telrij uitgebreid naar de 1000. Het vermenigvuldigen wordt geïntroduceerd en tafels tot 10 zijn geautomatiseerd. In de groepen 6 t/m 8 worden het aangeleerde in groep 3-4-5 onderhouden. In deze groepen komen de breuken, kommagetallen, verhoudingen en procenten aan de orde. Taalleesonderwijs De taalontwikkeling in groep 1-2 betreft verschillende activiteiten. Voor het ontwikkelen van de beginnende geletterdheid is veel voorlezen belangrijk; dit gebeurt met ruimte voor inbreng van de kinderen (interactief). Ook wordt er gericht aandacht besteed aan het aanleren van letters en de klanken die bij die letters horen. De mondelinge taal komt aan de orde in de diverse spelactiviteiten en tijdens het voeren van verschillende gesprekjes (duo’s, groepjes, kleine kring, grote kring). De ontwikkeling van de woordenschat is een activiteit die gericht en structureel aan de orde komt. Het woordenschatonderwijs hebben wij diepgaand ontwikkeld. Ook tijdens het buiten spelen wordt er veel aandacht aan mondelinge taal en woordenschat besteed. De ontwikkeling van het taalleesonderwijs wordt gestimuleerd en ondersteund door verschillende materialen. Na al deze voorbereidende activiteiten in groep 1-2 is er een naadloze overgang naar het aanvankelijk lezen in groep 3. De school gebruikt de effectieve methode van “Veilig Leren Lezen”. Om effectief leesonderwijs in groep 3 te kunnen verzorgen is letterkennis de basis. Het lezen van woorden (met een opbouw in moeilijkheid) is een dagelijks terugkerende activiteit. Letters worden tot woorden samengevoegd en letters worden uit woorden gehaald. Veel wordt er ook geoefend met het lezen van woorden, zinnen en teksten. Voorlezen is ook in groep 3 een belangrijke activiteit. Vanaf groep 4 is komt het volgende lezen aan de orde: Voortgezet technisch lezen Begrijpend lezen Studerend lezen 14
In groep 4 gaat het lezen t/m groep 8 verder als voortgezet technisch lezen. Lezen is “leeskilometers maken”. Op het rooster staat tijd ingeroosterd voor stillezen, duo-lezen (2 kinderen van hetzelfde niveau lezen hardop), tutorlezen (2 kinderen van verschillend niveau lezen). Ook hier is de instructie van de leerkracht essentieel. Het begrijpend lezen leert kinderen de volgende vaardigheden aan: begrijpen van geschreven teksten, interpreteren van geschreven teksten, reflecteren op geschreven teksten. Deze vaardigheden verlopen volgens stappenplannen die de kinderen worden aangeleerd. Hiervoor gebruiken we de methode “Tekstverwerken”. Het studerend lezen leert kinderen het vergelijken van informatie en meningen en aan opzoekvaardigheden. Het taalonderwijs wordt vanaf groep 4 t/m groep 8 door het gebruik van de methode: “Taal Journaal” vorm gegeven. Aan de orde komen de volgende gebieden: Schrijven Spreken/luisteren Woordenschat Spellen Bij het schrijven leren de kinderen verschillende tekstsoorten en genres schrijven. Dit doen zij in een schrift en op de computer. Ze leren hun eigen teksten kritisch te bekijken en te herschrijven. Je schrijft om het door anderen te laten lezen. Kinderen laten hun producten door andere leerlingen lezen, maar lezen ook zelf voor wat zij zelf hebben geschreven. Bij het spreken/luisteren leren de leerlingen om zich goed uit te drukken. Dat oefenen zij door te presenteren, te discussiëren, met elkaar een gesprek te voeren en andere gespreksvormen. Aan het spreken is het (goed) luisteren nauw verbonden. De communicatie met lichaamstaal en wanneer communiceer je op welke manier zijn ook vaardigheden die worden aangeleerd. Het woordenschatonderwijs leert kinderen op een grondige en systematische wijze woorden en begrippen aan. De kinderen leren strategieën om de woorden beter te onthouden. Ook leren zij strategieën om onbekende woorden in teksten een betekenis te geven. Het spellingonderwijs leert kinderen het zuiver schrijven van de onveranderlijke woorden aan (bijv. tafel) en veranderlijke woorden (werkwoorden zoals lopen). Het leren van de woorden wordt op verschillende manieren bijna dagelijks aangepakt. Dictees worden gebruikt om te bepalen waar kinderen nog hiaten vertonen. Schrijfonderwijs In de groepen 1/2 wordt door het gebruiken van de methode “Schrijfdans” op een spelende manier het schrijven voorbereid. Dit is een doorgaande lijn van grofmotorisch naar fijnmotorisch. Er wordt door de kinderen veel bewogen, van links naar rechts, van boven naar beneden, met je hele lijf naar 2 handen, enzovoorts. Tot het moment dat de letters en cijfers spelenderwijs aan bod komen. Vanaf groep 3 gebruiken we de methode “Pennenstreken”. Hier leren de kinderen de juiste lettervormen en de verbindingen tussen de letters. Ook de juiste penvoering en schrijfhouding komen aan de orde.
15
Wereldoriëntatie In groep 1-2 wordt thematisch gewerkt. Uitgangspunt is daarbij de eigen belevingswereld, de ervaringen en de waarneming van de kleuters. Door hier aan te sluiten bij de kleuters en helder hebben wat de kinderen in deze groepen dienen te leren is er een evenwichtig leerstofaanbod. In de groepen 3 t/m 5 wordt deze oriëntatie verder uitgebreid. De kinderen in de groepen 5 t/m 8 gebruiken voor de vakken geschiedenis, aardrijkskunde en natuur een methode. Tijdens onze 6 thema’s in het schooljaar is één van de doelen de “oriëntatie op mens en wereld”. In hoofdstuk 2.1 is daar meer info over te lezen. Engels Alleen in de groepen 7 en 8 wordt momenteel Engels gegeven. Dat doen we met een methode. Expressie-activiteiten 1. Muziek 2. Dans & drama 3. Beeldende vorming (handvaardigheid en tekenen) We werken met de methode “Moet je Doen”. Deze methode gebruiken we als bronnenboek. Daarnaast ontstaan er vanuit onze thema’s vele activiteiten die we inzetten voor expressieve activiteiten. Bewegingsonderwijs (en zwemmen) De gymlessen worden altijd ‘s morgens gegeven. Een sportof gympakje is verplicht. Ook sportschoenen zijn verplicht, i.v.m. de veiligheid. In de kleedkamers kunnen de kinderen zich omkleden. Om na de les weer lekker fris te zijn, wordt er na de les gedoucht, dus handdoek mee! De kinderen uit groep 5/6 krijgen zwemles in het gemeentelijk zwembad “de Sypel”. Vervoer gaat per bus. Zwemkleding en handdoek mee! Alle groepen krijgen twee keer per week gymles inde gymzaal. Alleen groep 5/6 gymt 1 keer, omdat ze ook 1 keer zwemmen. Voor gym- en zwemrooster: zie de Jaarkalender.
Medisch handelen en medicijnverstrekking Het kan voorkomen dat uw kind gezond naar school gaat en tijdens de schooluren ziek wordt, zich verwondt, door een insect wordt geprikt of iets dergelijks. In zo’n geval neemt de school altijd contact met u op om te overleggen wat er moet gebeuren. Wij krijgen ook te maken met verzoeken van ouders om door een arts voorgeschreven medicijnen te verstrekken of om werkelijk medische handelingen te verrichten. Met het oog op de gezondheid van de kinderen, maar ook in verband met de aansprakelijkheid is het van belang dat er in dergelijke situaties zorgvuldig gehandeld wordt door ouders en het onderwijzend personeel. 16
U blijft als ouder verantwoordelijk voor de (medische situatie van) uw kind. Gebruikt uw kind medicijnen of zijn er andere medische handelingen noodzakelijk onder schooltijd, dan moet u daarvoor een verklaring ondertekenen, waarin duidelijke afspraken over de verantwoordelijkheid en het toedienen van één en ander worden omschreven. De verklaring is op school verkrijgbaar. Voor de individuele leraar geldt dat hij/zij mag weigeren handelingen uit te voeren waarvoor hij/zij zich niet bekwaam acht. In voorkomende situaties zal conform het protocol medicijnverstrekking en medische handelingen, dat door de GGD is vastgesteld, worden gehandeld. Het protocol is te verkrijgen op school of te downloaden op http://www.ggdnog.nl/ExtraMenu/Scholen/Medicijnverstrekking-en-medisch-handelen-opscholen/Protocol-medicijnverstrekking-en-medisch-handelen Aansprakelijkheid Stichting Proo heeft bij AON Verzekeringen een reisverzekering voor leerlingen en begeleiders die van kracht is tijdens school- en groepsreizen, excursies en uitstapjes in schoolverband. Tevens is een collectieve ongevallen verzekering aanwezig voor personeel, vrijwilligers, leerlingen en stagiaires. Bij vervoer met auto's (van ouders, leerkrachten of derden) zal een afdoende inzittendenverzekering moeten zijn afgesloten door betrokkenen. Indien een leerling schade toebrengt aan een andere leerling, een leerkracht, het schoolgebouw met toebehoren of de schoolinventaris, dan zijn de ouders/ verzorgers wettelijk aansprakelijk. Wij raden alle ouders daarom aan een WA verzekering af te sluiten voor hun kind(eren). Ouders / verzorgers hebben de mogelijkheid om bij AON Verzekeringen een Eigendommen- en ongevallen verzekering voor uw kind(eren) af te sluiten. Deze verzekering dekt de schade van ongevallen tijdens de schooluren, activiteiten in schoolverband, stagewerkzaamheden en het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd. Ook andere risico's zoals diefstal en materiële schade aan kleding en andere eigendommen van uw kind tijdens het verblijf op school worden gedekt. Deze verzekering kunt u al voor € 26,- afsluiten. Voor meer informatie en het afsluiten van deze verzekering voor uw kind(eren) verwijzen wij u naar www.leerlingenverzekeringen.nl. De school aanvaardt op geen enkele wijze aansprakelijkheid voor het zoekraken of beschadigd raken van eigendommen van kinderen. Privacyprotocol en foto’s Onze school verzamelt in het kader van het onderwijs gegevens van de bij haar ingeschreven leerlingen. Wij gaan zeer zorgvuldig om met de verwerking van persoonsgegevens. Deze gegevens worden gebruikt voor o.a. begeleiding, het voldoen aan wettelijke verplichtingen etc. Op de verwerking van persoonsgegevens is de wet bescherming persoonsgegevens van kracht. Wij hanteren het model privacyreglement primair en voortgezet onderwijs, dit document is in te zien bij de directie. Met betrekking tot het verstrekken of ter beschikking stellen van leermiddelen wordt gebruik gemaakt van digitale leermiddelen van Zwijssen. Voor de toegang tot deze leermiddelen wordt gebruik gemaakt van Basispoort. Op school worden regelmatig foto’s gemaakt, een deel hiervan wordt op onze website gepubliceerd. Indien u bezwaar heeft tegen het fotograferen van uw kind dan kunt u dat bij de directie aangeven. Elk jaar komt de schoolfotograaf langs. Enkele dagen voordat de fotograaf komt, krijgt u hierover bericht. 17
Daarnaast wordt er in de groepen soms gefilmd. Deze films worden alleen intern gebruikt bij de coaching van leerkrachten. Internetgebruik en sociale media Op onze school mogen kinderen gebruik maken van internet. Ze gebruiken het internet als bron en voor educatieve doeleinden. Misbruik wordt gestraft. Bij misbruik nemen wij contact op met ouders en dan zullen wij samen bespreken welke maatregelen nodig zijn. Ieder geval wordt apart bekeken. Sociale media, zoals Hyves, Facebook, You Tube en Twitter kunnen een nuttige en positieve rol hebben in en om de school. Om de scholen, leerlingen, ouders en medewerkers te beschermen tegen mogelijke negatieve gevolgen van het gebruik van sociale media, heeft Proo een protocol vastgesteld. Uitgangspunt van dit protocol is dat gebruikers respect voor elkaar en voor de school hebben en iedereen in zijn waarde laten. In het protocol is onder meer afgesproken dat leerlingen en medewerkers tijdens de les alleen actief zijn op de sociale media, als de schoolleiding daar toestemming voor geeft. Er wordt geen vertrouwelijke informatie van anderen gedeeld. Alleen met toestemming is het toegestaan om foto-, film- en geluidsopnamen van schoolgerelateerde situaties op sociale media te zetten. Het is medewerkers niet toegestaan ‘vrienden’ te worden met leerlingen op sociale media. In het protocol staan de richtlijnen precies omschreven. Het protocol Internet en Social Media is te vinden op de website www.stichtingproo.nl Sponsoring Op onze school willen we op een verantwoorde en zorgvuldige wijze omgaan met sponsoring. Door middel van sponsoring kan een school extra middelen verkrijgen om activiteiten op school te organiseren of materialen aan te schaffen. Bij het aangaan van sponsorcontracten houden wij ons aan het landelijke convenant sponsoring in het onderwijs. Het convenant ligt op de school en bij stichting Proo ter inzage. De belangrijkste gedragsregels daaruit zijn: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Het mag geen schade berokkenen aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Het moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. Het mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. Voor beslissingen over sponsoring moet draagvlak zijn binnen de schoolorganisatie en bij de ouders. De oudergeleding van de MR heeft instemmingsrecht over beslissingen inzake sponsoring. Bij sponsoring kan gedacht worden aan: Sponsoring van activiteiten Advertenties in bijvoorbeeld de schoolkrant of de schoolgids Uitdelen van producten Sponsoring van gebouw / inrichting / computerapparatuur Shirtreclame
18
Huiswerk Op onze school hanteren wij huiswerkbeleid. Op de informatieavond aan het begin van het schooljaar wordt met de ouders dit huiswerkbeleid doorgenomen. Hieronder staan in een overzicht de huiswerkactiviteiten voor de verschillende groepen.
Groep 1-2
Invulling door leerkrachten groep 1-2
Groep 3
Ik-tas, een spreekbeurt over jezelf. Iedere week. Woorddictee 10 woordjes per week op letterdoos, na december in schrift Woordenschat: Per leerling in het weekend twee woorden opzoeken die je tegenkomt en op maandag uitleggen aan de klas. Ophangen op het woordenbord Iedere week: Dictee: woordpakket aanbieden aanbieden op maandag (dinsdagmiddag mee naar huis, vrijdagmorgen dictee op school). Mixtoets. Woordenschat: Per leerling in het weekend twee woorden opzoeken die je tegenkomt en op maandag uitleggen aan de klas. Ophangen op het woordenbord 1x per 2 weken 1 tafel op school aanleren en thuis inoefenen. t/m 10 1x per schooljaar: Boekbespreking Iedere week: Dictee: woordpakket aanbieden aanbieden op maandag (dinsdagmiddag mee naar huis, vrijdagmorgen dictee op school). Mixtoets. Woordenschat: Per leerling in het weekend twee woorden opzoeken die je tegenkomt en op maandag uitleggen aan de klas. Ophangen op het woordenbord Tafels (aanleren, herhalen en automatiseren). t/m 20 1 x per schooljaar: Spreekbeurt Boekbespreking Iedere week: Dictee: woordpakket aanbieden aanbieden op maandag (dinsdagmiddag mee naar huis, vrijdagmorgen dictee op school). Mixtoets. Woordenschat: Per leerling in het weekend twee woorden opzoeken die je tegenkomt en op maandag uitleggen aan de klas. Ophangen op het woordenbord Tafels herhalen en automatiseren Taal: 1 les per 2 weken, blokboeken 1x per 2 weken: Topo “Nederland” (per provincie max. 10 plaatsen/wateren) 1x per schooljaar: Spreekbeurt Boekbespreking Krantenkring Iedere week: Dictee: woordpakket aanbieden (vrijdag auditief dictee op school) Mixtoets 20 woorden via woordenschat Woordenschat: Per leerling in het weekend twee woorden opzoeken die je tegenkomt en op maandag uitleggen aan de klas. Ophangen op het woordenbord Taal: 1 les per 2 weken, blokboeken Rekenen: Herhalingsbladen uit de methode Begrijpend lezen: webpad, actuele lessen, SamSam Engels: Leren voor de toets Verkeersexamen: 1 les maken 1x per 2 weken:
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 7
19
Groep 8
-Topo “Europa”(1 land met ong. 10 namen/plaatsen) (inoefenen) 1x per schooljaar: Spreekbeurt met PowerPointpresentatie Boekbespreking 1x per schooljaar: Werkstuk met PowerPointpresentatie Iedere week: Dictee: woordpakket aanbieden (vrijdag auditief dictee op school), Mixtoets, woordpakket Woordenschat: Per leerling in het weekend twee woorden opzoeken die je tegenkomt en op maandag uitleggen aan de klas. Ophangen op het woordenbord Taal: 1 les per 2 weken, blokboeken Begrijpend lezen: webpad, actuele lessen, SamSam Rekenen: herhalingsbladen, redactiesommen Engels: leren voor de toets 1x per 2 weken: -Topo “Werelddelen” 1x per schooljaar: Spreekbeurt met PowerPointpresentatie Boekbespreking 1x per schooljaar: Werkstuk met PowerPointpresentatie
20
De kwaliteit van ons onderwijs Strategisch beleidsplan 2013-2018 In dit strategisch beleidsplan is het beleid van de Stichting Proo voor de periode 2013 – 2018 geformuleerd. Dit beleid is gericht op het realiseren van de hoogst haalbare opbrengsten bij leerlingen, vooral op het gebied van de basisvaardigheden; taal, lezen en rekenen. Voor wat betreft de medewerkers neemt de professionalisering, in relatie tot de effecten op de leeropbrengsten, een belangrijke plaats in. Daarbij geldt dat er bij het werken aan de opbrengsten aandacht is voor het welbevinden van zowel de leerling als de medewerker. Het beleid van Stichting Proo concentreert zich rond de kernwaarden: professioneel, betrokken en vernieuwend. Daarnaast staan de begrippen opbrengstgerichtheid en vakmanschap centraal. De komende jaren zetten we stevig in op het bereiken van optimale prestaties van onze leerlingen, vooral op het gebied van de basisvaardigheden, taal, lezen en rekenen en op de professionalisering van de hele organisatie. Welbevinden van alle betrokkenen, leerlingen, ouders en personeel neemt daarbij een belangrijke plaats in. In dit plan maken we de ambitie van Stichting Proo concreet in doelstellingen en resultaten die we de komende zes jaar willen behalen. Alles wat we doen vindt plaats vanuit de principes van duurzame organisatieontwikkeling. Schoolplan 2011-2015 De school heeft in 2011 een schoolplan opgesteld en vastgesteld. Dit schoolplan beschrijft vooral de beleidsterreinen die onze school de komende 4 schooljaren gaat verbeteren/ontwikkelen en de beleidsterreinen waarvan de school de kwaliteit wil vasthouden. Het schoolplan ligt op school ter inzage. Jaarplan 2013 - 2014 In dit opgestelde jaarplan voor 2013-2014 hebben wij voor de volgende beleidsterreinen Onderwijs, Communicatie, Bestuur en Organisatie de onderstaande verbeterpunten als opsomming bij de beleidsterreinen vastgesteld. Deze verbeterpunten hebben een relatie met ons strategisch beleidsplan en met ons schoolplan. Bestuur en Organisatie Professionele leergemeenschap Onderwijs: Opbrengstgericht werken Handelingsgericht werken Betekenisvol leren Communicatie: PR & Marketing
21
Bestuur Het bestuur van onze school wordt gevormd door de stichting Proo Noord-Veluwe (primair openbaar onderwijs Noord-Veluwe). Stichting Proo vormt het bestuur van de openbare basisscholen in de gemeenten Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf leden met een toezichthoudende rol. De bestuurlijke taken worden uitgevoerd door het College van Bestuur (CvB). De voorzitter van het CvB is dhr. Berend Redder. Het College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor het beleid van de stichting, legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht en wordt ondersteund door medewerkers van het bestuurskantoor. Het bestuurskantoor is gevestigd in Harderwijk. De kwaliteit van het onderwijs en de zorg voor uw kind zijn een taak voor de directie van onze school, zijnde de meerscholendirecteur en de locatieleider. De directie van de school is dan ook het eerste aanspreekpunt voor ouders en tevens ook contactpersoon naar medezeggenschapsraad en ouderraad. Vervanging van methoden Dit schooljaar is geen aanvraag voor de vervanging van een methode ingediend. Kwaliteitszorg Als school willen we graag de goede dingen doen en deze ook goed doen zodat de kwaliteitszorg van ons onderwijs op school blijft groeien. Om de kwaliteit van ons onderwijs te meten en te komen tot verbeterpunten, maken we gebruik van de uitkomsten van verschillende evaluatie instrumenten: -
de uitslagen van de methode gebonden toetsen
-
de uitslagen van de Cito niet-methode gebonden toetsen: 2 x per jaar maken we vanuit het Cito leerlingvolgsysteem trendanalyses en dwarsdoorsnedes.
-
de vragenlijsten:
periodiek de zelfevaluatievragenlijst t.b.v. de schoolontwikkeling en de teamontwikkeling 1 x per 2 jaar hebben we een personeelstevredenheidspeiling (PTP) en 1 x per 4 jaar een oudertevredenheidspeiling (OTP) en een leerlingentevredenheidspeiling (LTP) voor leerlingen vanaf groep 5. Veranderingen en verbeteringen worden beschreven in het schoolplan, het huidige schoolplan is van 2011-2015. Vanuit het schoolplan wordt ieder jaar een jaarplan gemaakt, in het jaarplan staat een evaluatie van het voorgaande schooljaar en worden de doelen voor het komende schooljaar gesteld. Bij de doelen worden bijbehorende activiteiten beschreven en ook staat er beschreven welke nascholing we als team of leerkracht dat jaar gaan volgen. Zowel het schoolplan als het jaarplan wordt ter instemming aan de MR aangeboden. Eindopbrengsten groep 8 De Cito-eindtoets is in de eerste plaats bedoeld om vast te stellen wat een leerling aan het eind van de basisschool weet en niet om de kwaliteit van de scholen te meten. Ongeveer 80% van alle scholen laat de leerlingen van groep 8 in het voorjaar meedoen aan de jaarlijkse toets. De kinderen beantwoorden multiplechoicevragen over de verplichte onderdelen taal, rekenen, informatieverwerking en op de meeste scholen ook over wereldoriëntatie. Elke leerling krijgt een score, die ligt ergens tussen 501 en 550 punten.
Op basis van de score van alle leerlingen van de school rekent het Cito ook de score uit voor de school. Dat gebeurt door alle uitslagen bij elkaar op te tellen en te delen door het aantal leerlingen. Ook daar rolt een score van tussen de 501 en 550 uit. Dat is de schoolscore. 22
Het Cito biedt de scholen ook de mogelijkheid om te zien hoe zij presteren in vergelijking met scholen die aan ongeveer dezelfde soort leerlingen lesgeven, of de school presteert op basis van wat men van de school mag verwachten. Hoewel de Cito-eindtoets niet bedoeld is om de kwaliteit van de scholen te toetsen, zegt de schoolscore uiteraard wel iets over de school, mits er geen grote tussentijdse wisselingen van leerlingen zijn geweest.
Iedere school heeft wel eens een jaar met opvallend goed of minder goed presterende leerlingen, maar de gemiddelde prestaties van de leerlingen geven een redelijke indicatie of de school erin slaagt kinderen de kennis en vaardigheden bij te brengen die in het voortgezet onderwijs onmisbaar zijn. Onze school heeft het afgelopen jaar een gemiddelde CITO score gehaald van 533,8. De ouders mogen van ons verwachten dat we proberen het beste uit de kinderen te halen. Alle kinderen gaan na groep 8 naar die school voor voortgezet onderwijs die het beste bij hun persoonlijke ontwikkeling past. Als de kinderen de school verlaten, willen we dat ze:
•
zoveel mogelijk geestelijke bagage meenemen, als ze kunnen dragen. over voldoende zelfkennis en zelfvertrouwen beschikken. respect hebben voor anderen en andere leefwijzen en zichzelf gerespecteerd voelen terug kunnen kijken op een plezierige schooltijd.
De kinderen van onze school bezoeken dit schooljaar de volgende typen onderwijs VMBO GL 1 leerling VMBO BL t/m KL 1 leerling VMBO-TL/Havo 2 leerlingen HAVO / VWO 1 leerling VWO 1 leerling Uitstroom naar het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs. In het schooljaar 2013-2014 hebben wij 0 leerlingen naar het speciaal onderwijs verwezen. In het schooljaar 2013-2014 hebben wij 1 leerling naar het speciaal basisonderwijs verwezen.
23
De zorg voor de kinderen Weer samen naar school Basisscholen hebben de opdracht zoveel mogelijk kinderen met leer - en /of gedragsproblemen binnen de eigen school op te vangen. Alleen in uiterste gevallen mogen / kunnen kinderen naar een speciale school voor basisonderwijs worden verwezen. Iedere basisschool maakt deel uit van een samenwerkingsverband met andere basisscholen en een speciale school voor basisonderwijs met als doel de zorg voor kinderen te vergroten. Basisscholen kunnen hierbij gebruik maken van de kennis en ervaring van de speciale school. De Onderwijszorgkoepel Noord Veluwe (OZK NV) is een samenwerkingsverband waarbinnen de aangesloten partijen afspraken maken om de onderwijszorg en jeugdzorg voor kinderen en jeugdigen van 4 t/m 20 jaar zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. De afspraken hebben tot doel de kinderen en jeugdigen een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen laten volgen en voor hen passend onderwijs mogelijk te maken als dat nodig is. Passend Onderwijs betekent dat alle leerlingen naar school gaan en dat zij een passend onderwijs- en zo nodig ook een adequaat zorgaanbod krijgen. Er zijn grenzen zijn aan het onderwijs-zorgaanbod. Daarbij denken we aan leerlingen met zeer ernstige leer- en gedragsstoornissen die vaak in instellingen verpleegd worden. De zorgkoepel doet er alles aan om het onderwijs-zorgaanbod thuisnabij te realiseren. Regionaal gaan ze voor een continuüm van onderwijsvoorzieningen met doorgaande leerlijnen van voorschoolse voorzieningen via PO naar VO en MBO, met waar nodig ook doorgaande leer- en begeleidingslijnen naar het (voortgezet) speciaal onderwijs [(V)SO]. Hiertoe bieden zij verschillende arrangementen aan tussen aan de ene kant van het spectrum het regulier onderwijs en aan de andere kant van het spectrum (voortgezet) speciaal onderwijs. Uitgangspunten leerlingenzorg Niet iedereen is hetzelfde, dit geldt niet alleen voor uiterlijk en opvattingen, maar ook voor de ontwikkeling van een kind. We streven er daarom ook naar zoveel mogelijk 'onderwijs op maat' aan te bieden. Dit kan variëren van extra hulp voor kinderen met problemen, tot verdiepingsstof voor kinderen die meer kunnen. Leerlingen die door de groepsleerkracht gesignaleerd worden, omdat ze op een leergebied niet voldoende presteren: - krijgen in eerste instantie extra ondersteuning door de eigen leerkracht. - is er te weinig vooruitgang, dan wordt de hulp van de interne begeleider ingeroepen en indien noodzakelijk van de leerling begeleidster van het Kenniscentrum. - ouders worden vanaf het eerste moment –het signaleren van problemen- over de gang van zaken op de hoogte gebracht en kunnen eventueel ingeschakeld worden bij de ondersteuning van hun kind. Expertise op het gebied van kinderen met extra onderwijsbehoeften 1. Meer aanwezig dan omschreven in de basis ondersteuning OZK zijn spraak- taalproblemen en anderstaligen (toelichting: Ervaring en kennis). 2. Voor kinderen met de volgende kenmerken staan wij in principe voor open, tenzij uit aanvullend onderzoek blijkt dat deze kinderen onze zorgbreedte en/of zorgzwaarte te boven gaan: Dyslexie, gedragsproblemen, Jong risico kind en ADHD. Hoe wij dit ´onderwijs op maat´ kunnen bieden, hebben wij beschreven in ons zorg ondersteuningsprofiel (SOP).
24
HGW (Handelingsgericht werken) Op onze school zetten wij HGW in. Voor alle kinderen worden voor alle leergebieden de onderwijsbehoeften op een overzicht geplaatst. Daarna wordt een groepsplan opgesteld. In dit plan wordt cyclisch gewerkt aan het verbeteren van de leerresultaten van alle kinderen. In het groepsplan staan ook die kinderen opgenomen die extra zorg nodig hebben. In de volgende delen leest u over de stappen die wij dan nemen. Betreffende de zorg voor kinderen op onze school is het hele team betrokken; een ieder met zijn eigen taak en verantwoordelijkheid. Op het moment dat ouders, leerkracht of leerling aangeeft zorg te hebben over de gewenste ontwikkeling, krijgt de leerling in eerste instantie extra ondersteuning door de eigen leerkracht Als de interventies van de groepsleerkrachten niet het gewenste resultaat hebben, bespreekt de leerkracht het kind met de IB' er. Er worden nieuwe interventies bepaald; hier wordt een handelingsplan voor gemaakt. De ouders worden vanaf het eerste moment - van het signaleren van problemen - over de gang van zaken op de hoogte gebracht en kunnen eventueel ingeschakeld worden bij de ondersteuning van hun kind. OGW (Opbrengst gericht werken) Regelmatig worden de leerlingen op school-, groeps- en leerling niveau besproken. Hier bespreekt het team o.l.v. de locatieleider de opbrengsten. De interne begeleider heeft hierbij een adviserende rol. Interne begeleiders zijn speciaal opgeleide leerkrachten die in staat zijn de aard van het probleem te herkennen en specifieke hulp te bieden. Zij bewaken en sturen het proces. Zij zorgen voor de afstemming van de toetsing en het in teamverband bespreken van leerlingen. We beschikken op school over een orthotheek met ondersteunend materiaal en toetsen om de kinderen een aangepast programma te kunnen bieden. Onze orthotheek biedt ook specialistisch materiaal gericht op de Nederlandse taal verwerving voor zij-instromers. Regelmatig lenen wij deze uit aan collega scholen. Schakelklas Voor de schakelklas komen leerlingen in aanmerking die uitvallen op de ontwikkeling van taal. In een schakelklas krijgt leerlingen intensief taalonderwijs in een kleine groep om hun achterstanden in te halen. De keuze voor de groep is aan de school. Wij hebben gekozen voor onze groep 1 /2. In groep 1-2 wordt gewerkt volgens 'Basisontwikkeling'. Er is al heel wat ervaring opgedaan en de werkwijze in de schakelklas is dan ook steeds meer een voortzetting en ‘verfijning’ van de manier van werken van de afgelopen jaren. De schakelklassen in Harderwijk worden gevolgd en begeleid door het CED in opdracht van de gemeente Harderwijk. Het jonge kind De regel is nu dat elk kind dat 4 jaar wordt tussen 1 augustus en 31 december het jaar daarop naar groep 2 gaat. Kinderen die tussen 1 januari en 31 juli 4 jaar worden, blijven na 1 augustus nog 1 jaar in groep 1. Je mag als school hier van afwijken, mits je dat goed kunt onderbouwen. Ons beleid is dat we kijken naar de ontwikkeling en vorderingen van het kind en niet alleen naar een datum. We doen dit aan de hand van observaties en toetsen. Leerlingen gaan over naar een volgende groep als ze er
25
aan toe zijn. Het kan dus voorkomen dat een leerling, jarig in december, na 2,5 jaar naar groep 3 gaat, terwijl een ander, jarig in januari, na 1,5 jaar al die stap zet. Doubleren School heeft een beleid gericht op doubleren. Dit is op te vragen bij de directie.
Differentiatie Wij proberen tegemoet te komen aan de verschillen tussen kinderen. Om te komen tot een optimale ontwikkeling van de mogelijkheden is het van belang dat leerlingen waardering ontvangen en successen ervaren. Dat geven we in de dagelijkse praktijk vorm door:
het takensysteem: basisstof, herhalingsstof (voor kinderen die moeten herhalen of extra moeten oefenen) en verdiepingsstof (voor leerlingen die meer kunnen dan de basisstof); gebruik te maken van verschillende aanbiedingsvormen en verwerkingsvormen; rekening te houden met het niveau van het kind, het tempo en de interesse;
Individuele leerlijn Als een kind, volgens allerlei extra hulp, niet in staat is het reguliere programma te volgen, werkt het met een aparte leerlijn. Hij werkt dan niet meer op het niveau van zijn jaargroep voor een bepaald vak; bijvoorbeeld rekenen of spelling. Vanaf groep 6 krijgt de leerling hiervoor een OPP (ontwikkelingsperspectief). Hierin staan de resultaten, de doelen, de aanpak en het verwachte uiteindelijke uitstroom niveau van de leerling beschreven. Het OPP wordt met de ouders besproken. Voor kinderen met een hoge begaafdheid, die is vastgesteld n.a.v. een intelligentie onderzoek, wordt een ook een tweede leerweg aangeboden. Dit houdt in dat er verbredende en verrijkende taken op verantwoorde wijze worden aangeboden. Er wordt een passende didactiek toegepast. Groepsoverdracht Aan het eind van het schooljaar vindt er een groepsoverdracht door de groepsleerkrachten plaats: Alle activiteiten, coöperatieve werkvormen en thema's; De laatste groepsplannen van alle leergebieden; Bespreken van elk kind individueel, inclusief eventueel de handelingsplannen. Overdracht naar VO De leerkracht van groep 8 schrijft van elke leerling een onderwijskundig rapport welke doorgeven wordt aan het VO. Daarbij kent Harderwijk de zogenaamde 'warme overdracht'. Leerkrachten van de groepen 8 ontmoeten de brugklasmentoren van alle Voortgezet Onderwijsscholen en dragen hun leerlingen 'warm' over. Kenniscentrum Stichting Proo Stichting Proo heeft een eigen Kenniscentrum. In het Kenniscentrum van stichting Proo is de expertise gebundeld die nodig is om aan de verschillende leerbehoeftes van de kinderen op de basisscholen tegemoet te komen. Het Kenniscentrum zit bij het bestuurskantoor in Harderwijk en er werken 4 orthopedagogen/ psychologen en een administratieve kracht. De orthopedagogen en psychologen ondersteunen de scholen van de stichting Proo bij het begeleiden van leerlingen die extra zorg en aandacht nodig hebben. Dit kan zijn vanwege hun manier van leren (door bijvoorbeeld 26
beperkte begaafdheid, (hoog)begaafdheid of een leerstoornis, zoals bijvoorbeeld dyslexie), vanwege hun gedrag of vanwege emotionele problemen. Als de extra hulp op onze school te weinig effect heeft, kan een onderzoek worden aangevraagd bij het Kenniscentrum. De orthopedagoge van het Kenniscentrum onderzoekt uw kind door middel van observaties en testen. Daarnaast bestudeert zij de informatie die u als ouder levert over uw kind en samen met de informatie van de leerkracht ontstaat een duidelijk beeld van de ondersteuningsbehoefte. In gesprek met elkaar, ouders, leerkracht, intern begeleider en orthopedagoge wordt vervolgens een plan van aanpak gemaakt. Het mag duidelijk zijn dat, voordat de extra hulp van het Kenniscentrum wordt ingeschakeld voor uw kind, de ouder(s) hiervan op de hoogte worden gesteld. Zorg Advies Team Wij willen onze leerlingen zo goed mogelijk begeleiden. Daarvoor is er, naast de aandacht voor het verwerven van kennis, ook zorg voor de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen. Als het met een kind iets minder goed gaat, proberen wij extra zorg te geven of zo goed mogelijk te helpen door de juiste zorg te vinden. De gemeente Harderwijk en de scholen hebben gezamenlijk vorm gegeven aan extra ondersteuningsmogelijkheden voor het basisonderwijs bij sociaal emotionele problemen van kinderen. In Harderwijk kunnen scholen gebruik maken van het schoolmaatschappelijk werk en het zorg advies team (ZAT). Het ZAT is een team van hulpverleners, dat gespecialiseerd is in de hulp aan kinderen en hun ouders/verzorgers. De taak van het ZAT is om onze school te adviseren over hulp aan deze kinderen. Dit hoeft niet altijd een ernstige hulpvraag te zijn maar wel een hulpvraag waarbij het nuttig is er samen met een deskundige naar te kijken. Het team geeft niet zelf hulp maar adviseert en houdt in de gaten of de geadviseerde aanpak ook het gewenste effect heeft. De aanmelding van een kind voor bespreking in het ZAT wordt na overleg met de ouders/verzorgers door de school gedaan. Als ouders/verzorgers geen toestemming geven, kan de school het kind aanmelden voor anonieme bespreking. De school kan zich bij de voorbereiding laten helpen door de schoolmaatschappelijk werker. Leerlingen met een arrangement (het oude 'Rugzakje' – LGF) Op onze school zijn ook kinderen welkom met een beperking. Bij de aanmelding van een leerling met een beperking wordt een vast intakeprocedure doorlopen. Indien ouders van een kind overwegen hun zoon of dochter op onze school aan te melden, worden ze uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gesprek willen we inzicht krijgen in de motivering van de eventuele aanmelding op onze school, van de ideeën en verwachtingen die bij de ouders leven. Ook worden de specifieke hulpvragen van het kind doorgenomen. Vervolgens wordt aan de hand van deze vragen en verder verzamelde informatie bezien of de school in staat is de leerling, nu en/of in de nabije toekomst, de gevraagde hulp te bieden. Centraal in die beantwoording staan, naast het belang van het kind, de mogelijkheden van onze school om het ontwikkelingsproces van het kind op een goede wijze te ondersteunen (zie SOP). Leidraad bij het gesprek is het toelatingsprotocol dat voor leerlingen met een arrangement wordt gehanteerd binnen onze Stichting. De directeur neemt de uiteindelijke beslissing of onze school overgaat tot toelating of weigering. We gaan er immers van uit dat, bij toelating, de leerling voor een langere periode welkom is binnen onze school. Het kind krijgt in samenspraak met ouders en de ambulante begeleidingsdienst een zorg arrangement. 27
Indien onze school besluit een leerling niet toe te laten, wordt deze beslissing gemotiveerd aan de ouders / verzorgers kenbaar gemaakt. Samen met de ouders en de ambulante begeleiding wordt er gezocht naar alternatieven. De ouders hebben altijd de mogelijkheid om tegen een afwijzing bezwaar aan te tekenen. Het vastgestelde beleidsplan en het toelatingsprotocol voor leerlingen met een arrangement van ons schoolbestuur zijn te verkrijgen bij de directie en het bestuurskantoor:
[email protected]. Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld Vanaf 1 juli 2013 geldt de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld, het betreft een wettelijke verplichting. Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan handelen wij zoals beschreven staat in de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van Stichting Proo. Deze legt aan de school verplichtingen op om in situaties van zorgen over de opvoedingssituatie tijdig met ouders in gesprek te gaan en/of zorgen te melden bij het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK). In deze meldcode is onder meer geregeld dat contactpersonen in de school (meestal de intern begeleider) worden getraind en dat er voorlichting aan teams plaatsvindt. Al het personeel van de scholen van Proo volgen de online cursus voor de meldcode. De meldcode ligt ter inzage op de school. Verwijsindex als onderdeel van de meldcode Soms ondervindt een kind problemen tijdens het opgroeien en zijn er verschillende organisaties die zich bezig houden met een kind en/of een gezin. Het is belangrijk dat de hulpverleners daarvan weten. De hulp kan in samenwerking met elkaar veel beter verlopen. Met het Verino (verwijsindex Noord-Veluwe) signaleringssysteem wordt bijgehouden of meerder instanties hulp bieden aan hetzelfde kind. Als meerdere instanties in het systeem een melding doen over een kind vindt er een ‘match’ plaats. De instanties komen met elkaar in contact en de ouders worden hiervan op de hoogte gesteld per brief. Besmettelijke ziekten en hoofdluis Indien uw kind een besmettelijke ziekte heeft, verzoeken wij u uw kind thuis te houden tot het besmettingsgevaar over is. Stelt u ons daar direct van op de hoogte. Wij kunnen de nodige maatregelen op school treffen of contact opnemen met de GGD. Hoofdluis is toch nog een regelmatig terugkerend ongemak bij kinderen. Mocht u bij uw kind luis ontdekken, laat het dan ons gelijk even weten. Wij gaan in dat geval kijken of nog meer kinderen in de klas zijn besmet. In dat geval krijgen alle kinderen informatie mee hoe de ouders moeten handelen. Wij willen benadrukken dat elk kind hoofdluis kan krijgen en dat een goede hygiëne geen garantie is dat kinderen geen hoofdluis krijgen. GGD Een gezonde jeugd: de jeugdgezondheidszorg helpt Kinderen ontwikkelen zich voortdurend. De een sneller dan de ander. Soms soepel, soms met vragen of zorgen. Ouders en school staan er tijdens deze periode niet alleen voor. U kunt terecht bij de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van GGD Noord- en Oost-Gelderland. De JGZ volgt de groei, gezondheid en ontwikkeling van kinderen en jongeren tussen de 4 en 19 jaar. Samen met u en de school zorgt de JGZ er voor dat kinderen en jongeren zich zo gezond en goed mogelijk ontwikkelen. En als dat nodig is, de juiste zorg krijgen. 28
De JGZ werkt in teams die bestaan uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistente jeugdgezondheidszorg en een logopedist. Deze medewerkers hebben op verschillende momenten en op verschillende manieren contact met u of de kinderen. Bijvoorbeeld tijdens een individueel gezondheidsonderzoek of tijdens een inloopspreekuur. Maar ook tijdens een groepsvoorlichting of tijdens een gesprek ter ondersteuning of verwijzing. De JGZ of de GGD kan ouders en scholen adviseren over verschillende onderwerpen. Bijvoorbeeld over infectieziekten, hygiëne en veiligheid op school, chronisch zieke kinderen of kinderen met een handicap. Meer informatie hierover vindt u op onze website: ggdnog.nl GGD Noord- en Oost-Gelderland is kernpartner van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en werkt samen met ondersteunende en hulpverlenende organisaties. Heeft u vragen? U kunt de JGZ bereiken op telefoonnummer 088 – 443 30 00 (voor algemene vragen) of op 088 – 443 31 00 (alleen voor verzetten van afspraken en alleen tussen 8.00 en 12.00 uur) of per e-mail:
[email protected]. Jongeren kunnen direct met alle vragen over gezondheid mailen, chatten of twitteren met een jeugdarts. Meer informatie hierover vindt u op de website: jouwggd.nl
Klachtenregeling Overal waar gewerkt wordt ontstaan wel eens misverstanden of worden af en toe fouten gemaakt. Dat kan bij ons op school ook gebeuren. Veelal berusten klachten op miscommunicatie tussen betrokkenen. En van elke klacht kun je leren. Daarom raden wij u aan om in geval van klachten zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de groepsleerkracht en haar/hem het probleem voorleggen. In negen van de tien gevallen kan het probleem meteen worden opgelost. In andere gevallen wordt er samen gezocht naar een oplossing/aanpak. Als er na verloop van tijd geen verbetering optreedt, weer contact opnemen met de leerkracht Wij nemen u en uw kind serieus en proberen om met elkaar de beste oplossing te vinden. Mocht dit niet lukken of heeft u het idee dat u uw klacht niet met de leerkracht kunt bespreken, dan kunt u de zaak bespreken met de directie. Het kan noodzakelijk zijn dat er een gesprek komt tussen u, de locatieleider of directeur en de groepsleerkracht om samen verder te zoeken naar een oplossing Treedt er geen verbetering op dan weer contact opnemen met de directeur. Hebt u een klacht die niet specifiek groep gebonden is, dan kunt u direct naar de directie stappen. U kunt ook contact opnemen met de schoolcontactpersoon. Deze laatste is door het bestuur van de school aangesteld luistert dan naar de klacht en doet suggesties om de klacht op te lossen of brengt de partijen bij elkaar om er over te praten. De schoolcontactpersoon van onze school is: juf Marjoleine Stol. Elke ouder of elke leerling kan een beroep op hen doen. Zij zijn er voor problemen van welke aard dan ook. Problemen waar u of uw kind niet met iedereen of met de klassenleerkracht over durven of willen praten. Het gesprek wordt vertrouwelijk behandeld en er worden geen stappen gezet zonder uw toestemming of die van uw kind. Zeker als het gaat om machtsmisbruik is het van belang met de schoolcontactpersoon hierover te praten. Wij spreken van machtsmisbruik wanneer het gaat over zaken als pesten, mishandeling, intimidatie, discriminatie, onheuse bejegening, fysiek geweld, inbreuk op de privacy, maar ook als het gaat om de didactische, pedagogische of organisatorische 29
aanpak van uw kind of de groep waarin uw kind zit. In overleg met de schoolcontactpersoon wordt bekeken wat er gedaan kan worden of wie kan worden ingeschakeld om tot de best mogelijke oplossing te komen. Geeft dit, naar uw idee, geen bevredigend resultaat dan kunt u uw klacht, bij voorkeur schriftelijk en ondertekend, melden bij de contactpersoon van Stichting Proo, mevr. I. Kreulen (beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit), Oosteinde 17, Harderwijk. tel. 0341-466370,
[email protected]. N.B.: Anonieme (klachten) brieven kunnen niet in behandeling worden genomen. Wanneer klachten niet tot tevredenheid kunnen worden opgelost, kan een klacht worden voorgelegd aan de directeur bestuurder van Stichting Proo. Klachten met betrekking tot lichamelijke of seksuele intimidatie die zich binnen de school zouden voordoen mogen noch door leerkrachten, noch door directie worden afgehandeld. Wij zijn wettelijk verplicht, zodra wij een klacht krijgen die seksuele intimidatie ten opzichte van minderjarigen betreft of zelfs een redelijk vermoeden daarvan, het bevoegd gezag daarvan in kennis te stellen. Het bevoegd gezag op haar beurt moet aangifte doen. Mocht u dergelijke zaken in vertrouwen willen melden, dan verwijzen wij u naar de contactpersonen. Klachten over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld, kunt u ook melden via het meldpunt vertrouwensinspecteurs tel. 0900-1113111. Wanneer u zich zorgen maakt over kinderen in uw omgeving en u denkt aan kindermishandeling, kunt u contact opnemen met: Advies- en meldpunt Kindermishandeling, tel. 0900-1231230. Voor kinderen zelf is er de Kindertelefoon: tel. 0800-0432 (gratis). De inspectie van het onderwijs kunt u bereiken via de website www.onderwijsinspectie.nl. Vragen over het onderwijs kunt u stellen Aan Postbus 51 via het tel. 0800-8051 (gratis). Als het nodig mocht zijn, wordt een klacht doorverwezen naar de externe vertrouwenspersoon en, indien nodig, naar de onafhankelijke landelijke klachtencommissie. Ook is het mogelijk dat u of uw kind zich rechtstreeks wenden tot de externe vertrouwenspersoon. Ons bestuur heeft de heer Herman Riphagen van de schoolbegeleidingsdienst IJsselgroep, aangesteld als externe vertrouwenspersoon, tel. 038 - 4539943. e-mail:
[email protected]. Geef, als u hem belt of mailt, aan dat u een beroep op hem doet in zijn rol als vertrouwenspersoon voor de Stichting Proo Noord-Veluwe. De klachtenregeling van ons bestuur en het reglement van de landelijke klachtencommissie zijn te verkrijgen bij de directie, de schoolcontactpersoon en het bestuurskantoor:
[email protected]. Tenslotte is het mogelijk dat u of uw kind rechtstreeks een klacht indient bij de landelijke klachtencommissie (LKC). De LKC is te bereiken bij Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD UTRECHT, telefoon 030-2809590, fax 030-2809591. U kunt ook de website raadplegen www.onderwijsgeschillen.nl of een e-mail sturen naar
[email protected] Passend onderwijs Vanaf 1 augustus 2014 hebben alle basisscholen de wettelijke taak om passend onderwijs te geven. Omdat scholen dit niet alleen kunnen, zijn alle scholen aangesloten bij een regionaal samenwerkingsverband. Binnen een samenwerkingsverband werken alle basisscholen samen met scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs in de regio. Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Onderwijszorgkoepel Noord-Veluwe samen met de scholen uit Nijkerk, Putten, Ermelo, Harderwijk, Zeewolde, Nunspeet, Elburg en Epe Deze regionale indeling is door de minister vastgesteld. Het samenwerkingsverband Onderwijszorgkoepel Noord-Veluwe omvat de scholen in Nijkerk, Putten, Ermelo, Harderwijk, Zeewolde, Nunspeet, Elburg en Epe. 30
Het samenwerkingsverband de Stroming omvat de openbare scholen in en rond Zwolle en de Jenaplanschool en Vrije School in Zwolle. Alleen de scholen van de stichting Proo in de gemeenten Heerde en Oldebroek vallen onder het samenwerkingsverband de Stroming. Zorgplicht Het kernbegrip bij passend onderwijs is zorgplicht. Zorgplicht betekent dat de school de verantwoordelijkheid heeft om in goed overleg met de ouders de passende ondersteuning te bieden. Liefst zoveel mogelijk thuisnabij in de eigen school. Als blijkt dat dit niet mogelijk is op de school van aanmelding, heeft de school de opdracht om naar de best passende plaats te zoeken. De school overlegt met u welke school het best passend is voor uw kind. Dat kan zijn op een andere school binnen het samenwerkingsverband of op een school voor speciaal (basis) onderwijs. Als u het niet eens bent met het aanbod van de school, dan kunt u dit aankaarten bij de school, het samenwerkingsverband of om ondersteuning vragen door een onderwijsconsulent of het voorleggen aan een landelijke geschillencommissie. Meer informatie vindt u op de website Passend onderwijs: http://passendonderwijs.nl/ouders-leerlingenproblemen-tussen-ouders-en-school/ Om de zorgplicht zorgvuldig te kunnen uitvoeren, vragen wij van ouders hun kind tijdig aan te melden en hierbij aan te geven of zij verwachten dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft. Het aanmelden van uw kind doet u schriftelijk, bij voorkeur ten minste 10 weken voor de gewenste startdatum voor uw kind op school. U bepaalt zelf bij hoeveel scholen u uw kind wilt aanmelden. Als u uw kind bij meer dan één school tegelijk aanmeldt, dan bent u verplicht om op het aanmeldformulier aan te geven bij welke scholen u uw kind nog meer heeft aangemeld.
31
De resultaten van het onderwijs Op onze school werken wij er samen hard aan om alles uit het kind te halen wat er inzit. Wij willen optimale resultaten (opbrengsten) bereiken, op zowel leer- als sociaal- emotioneel gebied. De resultaten op leergebieden worden op verschillende manieren getoetst en gevolgd. Uitvallers en kinderen die meer aan kunnen worden daardoor tijdig worden gesignaleerd en geholpen. Resultaten op emotioneel gebied zijn moeilijk te toetsen. Door observaties proberen we een juist inzicht te krijgen in de ontwikkelingen van uw kind. De manier van volgen Observaties; Methode gebonden toetsen zoals controle dictee, rekentoetsen uit het rekenboek, enz.; Verwerking en schriftelijk werk, nagekeken door de leerkracht; Werkjes van kinderen, zoals werken documentatiecentrum, spreekbeurten, thuiswerkstukken enz.; Landelijk genormeerde CITO toetsen Het toetsen van de ontwikkeling Kennis is meetbaar. Vaardigheden en gedrag van kinderen zijn zichtbaar maar moeilijk in getallen uit te drukken. Voor ons is ieder mens anders, iedereen heeft sterke en zwakke kanten. Iedereen heeft een ander ritme en tijd nodig. Wij vinden het van belang dat kinderen zich op sociaal-emotioneel en creatief gebied goed ontwikkelen. Ondanks dat we dit niet direct kunnen meten volgen wij dat uiteraard, in overleg met de ouders/verzorgers, zo goed mogelijk. Toetsen die informatie verschaffen over de ontwikkeling van de kinderen. De ontwikkelingen worden vergeleken met de landelijke norm. Groep 1-2: Cito Rekenen voor kleuters Cito Taal voor kleuters TAK toets (woordenschat voor NT2 kinderen) OVM (ontwikkeling volgmodel) Groep 3: Herfst- en wintersignalering Groep 3 t/m 8: Zien (volgsysteem sociaal-emotionele ontwikkeling) Groep 3 t/m 8: DMT (drie – minuten – toets, lezen) AVI toets (technisch lezen) CITO spelling CITO Begrijpend lezen CITO Woordenschat CITO Rekenen en Wiskunde Tempo Toets Rekenen Groep 8: CITO eindtoets 32
De gegevens van toetsen en/of onderzoeken worden vooral gebruikt voor evaluatie en kwaliteitsverbetering van ons onderwijs. Ouders/verzorgers kunnen de gegevens van hun eigen kind opvragen en bespreken met de leerkracht. Leerlingen die op meer dan 1 leergebied onder de norm scoren, krijgen bij het reguliere rapport (jan. en juni) een zorgrapport met de CITO scores. Inspectie van het Onderwijs De Inspectie van het Onderwijs toetst de kwaliteit van de scholen. De Inspectie heeft in januari 2014 voor onze school het basisarrangement vastgesteld. Dit betekent dat de Inspectie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs bij onze school. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse op grond van de eindopbrengsten (Cito Eindtoets van groep 8) die met het onderwijs op onze school behaald worden. Het vastgestelde arrangement is openbaar en opgenomen in de Toezichtkaart op de website van de Inspectie. Het basisarrangement is geldig voor één jaar. Op de site van de Onderwijsinspectie kunnen ouders lezen hoe de Inspectie de kwaliteit van scholen beoordeelt (www.onderwijsinspectie.nl). In 2008 heeft de Inspectie onze school bezocht in het kader van het vierjaarlijks schoolonderzoek op basis van de Wet Onderwijstoezicht (WOT). Tijdens het onderzoek heeft de Inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld op de resultaten en ontwikkeling van leerlingen, op de zorg en begeleiding en op de kwaliteitszorg. Tevens is standaard gecontroleerd of de school voldoet aan bepaalde wettelijke voorschriften, waaronder de onderwijstijd. De Inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op onze school op orde is en dat de school de wettelijke voorschriften naleeft. Digitale plusklassen Binnen stichting Proo zijn voor de meer- en hoogbegaafde leerlingen twee bovenschoolse digitale plusklassen operationeel vanuit De Schakel in Nunspeet. Er wordt digitaal plusklasonderwijs geboden aan maximaal 28 leerlingen uit de groepen 6, 7 en 8. Incidenteel worden ook zeer zelfstandige leerlingen uit groep 5 toegelaten. De groepen worden begeleid door een digiklas-leerkracht, Monique Fiks. Eén keer per maand ontmoeten leerlingen en leerlingen elkaar fysiek op De Schakel. Op deze terugkomdag staat o.a. strategisch spel, filosofie, ‘Vooruitwerklab’-opdrachten, instructie en sociaal-emotionele vorming op het programma. Tenminste één keer per jaar is er een excursie. Op de overige ochtenden zitten de leerlingen op hun eigen school achter de computer. Er wordt gewerkt met een digitale weektaak. Door gebruik van het programma ‘Lync’ en het gebruik van headsets en webcams, worden instructiemomenten (groepssessies) en onderlinge samenwerking tussen leerlingen van verschillende scholen mogelijk gemaakt. De leerlingen hebben een eigen webmailadres en maken gebruik van de Elektronische Leeromgeving van Edmodo.com. Op de overige schooldagen krijgen de leerlingen van hun eigen groepsleerkracht tenminste een half uur tijd om aan hun digitale weektaak te werken; deze tijd wordt bijvoorbeeld vrijgemaakt door het compacten van reguliere leerstof. In de digitale plusklas wordt projectmatig gewerkt. Digiklassers mogen een eigen onderwerp kiezen en dit uitwerken met behulp van de website ( www.mijneigenproject.nl) of ze kunnen kiezen voor het werken met ‘Topklassers’ (bijvoorbeeld: Wiskunde, Cultuur, vreemde talen en zaakvakken voor hoogbegaafde leerlingen) of gedeeltelijk voorgestructureerde producten voor hoogbegaafde leerlingen van Minka Dumont. De projecten worden afgesloten met een presentatie in de digitale plusklas. Hierbij zijn digiklassers, ouders en belangstellenden aanwezig. Daarnaast werken de kinderen o.a. aan opdrachten van de website www.acadin.nl en aan lessen ‘Leren leren’.
33
Er wordt doelmatig gewerkt binnen de digitale plusklas. Hiervoor worden kinddoelen (SLO) gebruikt, die na het doorlopen van 36 feedback (leerling, ouders, groepsleerkrachten) bepaald worden. Deze doelen worden door de leerlingen geschaald met groepsgenoten of de digiplusleerkracht. Gebieden waarop de leerdoelen betrekking hebben zijn: leren leren, leren denken over leren, leren voor het leven(sociaal en emotioneel). Voor elke digiklasser wordt een individueel handelingsplan ingevoerd om het lesaanbod op de scholen en de digitale plusklas beter op elkaar af te stemmen. Dit plan beschrijft het aangepaste onderwijsaanbod op de eigen school en het specifieke aanbod uit de digiklas. Dit plan wordt door de groepsleerkracht besproken met de ouders en er vinden voortgangsgesprekken plaats tussen ouders, leerling en digiklasleerkracht waarin o.a. het rapport van de digiklasser besproken wordt. Per schooljaar vinden er twee ouderavonden en twee middagen voor betrokken groepsleerkrachten plaats. Informatie over de digitale plusklas is te vinden op de website van Proo. Via Monique (
[email protected]) is een informatiefolder te verkrijgen. De screening voor toelating start eind juni. Kennismakingsgesprekken met potentiële nieuwe digiklassers en ouders vinden – zo mogelijk- plaats voor de zomervakantie. Interne begeleiders melden leerlingen aan die voldoen aan de selectiecriteria. Leerlingen worden individueel aangemeld; niet in combinatie met andere leerlingen. Plaatsing in de digitale plusklas is pas definitief nadat dit gecommuniceerd is met de betrokken scholen. Leerlingen die wel voldoen aan de criteria, maar waarvoor geen plaats is, worden op een wachtlijst geplaatst.
34
Het onderwijs en de voorzieningen Schooltijdenrooster
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Groep 1 t/m 4 ochtend 08.30-12.00 08.30-12.00 08.30-12.15 08.30-12.00 08.30-12.00
middag 13.15-15.15 13.15-15.15 13.15-15.15 vrij
Groep 5 t/m 8 ochtend 08.30-12.00 08.30-12.00 08.30-12.15 08.30-12.00 08.30-12.00
middag 13.15-15.15 13.15-15.15 13.15-15.15 13.15-15.15
Pauzes Tussen de ochtendlessen hebben de kinderen vanaf groep 3 een pauze van 15 minuten van 10.00 uur tot 10.15 uur. Tijdens de pauzes lopen alle leerkrachten buiten. Schoolverzuim en verlof Leerlingen hebben recht op extra verlof bij gewichtige omstandigheden: • Verhuizing. • Huwelijk bloed- en aanverwanten. • Overlijden bloed- en aanverwanten. • Huwelijks- en ambtsjubilea van ouders of grootouders. • Plichten voortvloeiende uit godsdienst en levensovertuiging. • Andere belangrijke redenen (GEEN vakantie verlof). Verlof moet schriftelijk worden aangevraagd. Het aanvraagformulier is op school te verkrijgen. Voor verlof bij gewichtige omstandigheden van 10 schooldagen of minder beslist de directeur van de school. Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden voor meer dan 10 dagen per schooljaar, dient via de directeur aan de leerplichtambtenaar van de gemeente te worden voorgelegd. De enige reden voor het verlenen van extra vakantieverlof is, wanneer door de specifieke aard van het beroep van één der ouders, het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan (maximum van 10 dagen). Dit verlof verlenen we niet voor de eerste weken van het nieuwe schooljaar. Toelating, schorsing en verwijdering Aanmelding nieuwe leerlingen Alle kinderen zijn welkom op onze school. Wanneer u uw kind op onze school aan wilt melden, maken we een afspraak om u informatie over de school te geven en gelegenheid te bieden al uw vragen te stellen. Bij inschrijving vragen wij u een aanmeldformulier en een informatieformulier in te vullen. Het aanmeldformulier is opgebouwd uit 3 ontwikkelingsgebieden (- sociaal emotionele ontwikkeling, zelfredzaamheid, speel/werkgedrag, - taalontwikkeling, - motorische ontwikkeling) en overige gegevens. Voor het inschrijven is het noodzakelijk dat u uw paspoort en het polisnummer van de ziektekostenverzekering van uw kind bij zich heeft. Vanzelfsprekend moeten wij het onderwijs kunnen bieden dat uw kind nodig heeft. Mochten wij van mening zijn dat wij dat niet kunnen bieden, dan geven wij dat zo tijdig mogelijk en beargumenteerd aan. Verder gaan we ervan uit dat de kinderen op het moment dat ze de school gaan bezoeken zindelijk zijn. 35
Aanmelden leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte Voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte bestaat een speciale procedure, hiervoor is te lezen in het hoofdstuk over passend onderwijs. Aanmelding leerlingen hogere groepen en/of van andere basisschool Bij verhuizing uit andere plaatsen of bij leerlingen afkomstig van andere basisscholen wordt er gekeken of er plaats is in de gevraagde groep. Definitieve plaatsing is pas mogelijk na het inwinnen van inlichtingen bij de "huidige" school en na de ontvangst van het onderwijskundige rapport. Wij verzoeken u in voorkomende gevallen, met de directie contact op te nemen om een afspraak te maken. Uitschrijving Wanneer een kind van school gaat veranderen moet u als ouder uw kind laten uitschrijven. Dit kan bij de directie. Zonder uitschrijfformulier kan uw kind niet worden ingeschreven op een andere school. Er wordt altijd contact gelegd met de nieuwe school. Verwijderingbeleid Wij hechten eraan, dat de school een prettige en veilige omgeving biedt aan alle leerlingen. Er wordt in alle groepen gewerkt aan een positief gedrag van de kinderen. Met de kinderen maken we in de groepen afspraken met betrekking tot de gedragsregels om ze gezamenlijk mede verantwoordelijk te maken voor een fijne sfeer in de groep en op school. Wij verwachten van kinderen dat zij zich respectvol gedragen ten opzichte van elkaar, en wij verwachten van ouders dat zij ons hierbij ook ondersteunen. In geval van ernstige overtreding (schelden, pesten, schoppen/slaan) ten opzichte van zowel medeleerlingen als personeel van de school en andere volwassenen met wie de kinderen te maken krijgen, zoals overblijfassistenten etc., hanteren wij een afgesproken protocol. Onderdeel daarvan is dat ouders direct op de hoogte worden gesteld, en een notitie wordt gemaakt in het leerlingvolgsysteem. Ook is in het protocol beschreven dat bij herhaling een schorsing of verwijdering kan plaatsvinden. Schorsing en verwijdering van een leerling op grond van gedrag vinden slechts plaats indien door het gedrag van de leerling of de ouder(s) van de leerling(en) de veiligheid van medeleerlingen, andere ouders en/of personeel wordt geschaad, dan wel het geven van goed onderwijs aan andere leerlingen wordt belemmerd. Het besluit tot een schorsing neemt het College van Bestuur, de MSD en de ouders gehoord hebbende. Indien het laakbare gedrag voortduurt, zal verwijdering plaatsvinden. Het bevoegd gezag beslist op basis van een voorstel van de directie. Vanzelfsprekend is sprake van een voortraject, waarbij ook de ouders van een leerling nauw worden betrokken. Het protocol toelating, schorsing en verwijdering dat door stichting Proo is vastgesteld is te vinden op de website van stichting Proo. Hierin zijn alle gronden voor toelating en verwijdering opgenomen.
Kinderopvangmogelijkheden Met ingang van 3 september 2007 verzorgt Kinderopvang Prokino de voorschoolse en buitenschoolse opvang in school. Ook is er een kinderdagverblijf voor 0 tot 4 jarigen. Een brochure met informatie is op school verkrijgbaar. Voor meer informatie kunnen ouders ook terecht op onderstaand adres: Kinderopvang Prokino Kruithuis 2A 3840 AG Harderwijk Tel: 0341-427249 E-mail:
[email protected] 36
Sinds augustus 2010 is er in onze school ook een peuterspeelzaal gevestigd. Het betreft hier peuterspeelzaal “Het Rommelpotje”. Overblijven Op school is een overblijfdienst die helemaal geregeld wordt door een aantal ouders. leder kind kan van deze overblijfdienst gebruik maken van 12.00 uur tot 13.00 uur. Er kunnen kaarten voor structureel overblijven gekocht worden (25x) en voor incidenteel (5x). De kaarten zijn verkrijgbaar bij de overblijfouders. Er wordt gewerkt volgens een overblijfreglement. Dit reglement is op school verkrijgbaar. Een aantal regels voor het overblijven: • Kinderen blijven alleen over als het nodig is. • Er wordt gezamenlijk gegeten aan tafel. • De kinderen krijgen tijdens het overblijven thee en/of melk. • De ouders moeten zelf voor een lunchpakket zorgen. • De kinderen houden zich aan de geldende schoolregels. • Om 13.00 uur gaan de kinderen vanaf groep 3 naar buiten, de kleuters worden naar hun klas gebracht. • Overblijvende kinderen mogen niet van het schoolplein af, ook niet om gauw even iets (van huis) te halen. Kleding Iedereen dient fatsoenlijk gekleed te gaan. Broeken moeten op of boven de heupen gedragen worden. Bikini’s en badpakken zijn verboden. Ook is het dragen van een hoofddeksel (pet, hoed, capuchon o.i.d.) verboden. Ook is het niet toegestaan om gesluierd op school te komen. Een bandana is wel toegestaan.
37
Het team Personeel Op onze school hebben wij een locatieleider met lesgevende taken, 6 leerkrachten en een intern begeleider. De leerkrachten verzorgen het onderwijs en de intern begeleider is verantwoordelijk voor de leerlingenzorg en zorgt tevens voor ondersteuning van de leerkrachten bij deze zorg. Directie Naast een meerscholen directeur heeft onze school een locatieleider. De locatieleider is eerste aanspreekpunt en is het gezicht van de school. Vervanging De kinderen krijgen zoveel mogelijk les van vaste leerkrachten. Mocht een leerkracht ziek zijn, dan hanteren wij de volgende procedure: er wordt gezocht naar vaste invallers. Is er geen invaller beschikbaar, dan wordt de duo-leerkracht gevraagd; mocht deze niet beschikbaar zijn, dan worden de eigen parttime leerkrachten gevraagd. Als er niemand beschikbaar is, kunnen wij genoodzaakt zijn tot het opdelen van een groep. In het uiterste geval (als er meerdere leerkrachten ziek zijn en er geen vervangers zijn) kan het voorkomen dat wij een groep (bij toerbeurt) naar huis moeten sturen. Indien er een kleuterleerkracht ziek is kan het zijn dat een leerkracht van groep 3 t/m 8 de kleuterleerkracht vervangt. De groep van die betreffende leerkracht wordt dan opgedeeld. Bereikbaarheid Inloopdagen. Indien u de directie wilt spreken dan kan dat op maandag en dinsdag. U kunt dan zo binnen lopen. Op de overige dagen kunt u bellen tussen 12.15 uur en 13.00 uur. Voor het maken van een afspraak kunt u altijd mailen met:
[email protected] of bellen met 0341 422184
38
De ouders Contacten We vinden een goed contact met de ouders belangrijk. Dat doen wij op onze school op verschillende manieren. In het onderstaande overzicht de manieren waarop wij het contact met de ouders vorm geven. Informatieavonden Aan het begin van het schooljaar hebben we een algemene informatieavond voor alle ouders. Op deze avond vertelt iedere leerkracht over het reilen en zeilen in de groep. Herfstgesprekken In november vinden de eerste gesprekken plaats. De kinderen hebben dan nog geen rapport gekregen, maar we vinden het wel belangrijk om met ouders te spreken over de voortgang van uw kind. Rapportgesprekken In alle groepen krijgen de kinderen twee keer per jaar een rapport. N.a.v. dit rapport houden we 10minutengesprekken. Bij het eerste rapport worden alle ouders uitgenodigd. Na het tweede rapport mogen ouders zelf kiezen of ze met de leerkracht in gesprek willen. Een aantal ouders wordt wel uitgenodigd. Adviesgesprekken VO De leerkracht van groep 8 maakt afspraken met de ouders na de CITO toets voor een adviesgesprek voor het voortgezet onderwijs. Naar de nieuwe groep Aan het einde van ieder schooljaar gaan de kinderen 1 keer wisselen van groep om alvast een kijkje te nemen in de groep van het jaar daarop. Ook zullen de leerkrachten van die groep bekend zijn, zodat de kinderen kennis kunnen maken met de nieuwe leerkracht. Weekbrieven Iedere week krijgt u van ons een weekbrief met daarin veel informatie van activiteiten die nog komen en ook van activiteiten die geweest zijn. Alla actuele informatie krijgt u van ons via de weekbrief. Het is dus belangrijk dat u de weekbrief leest. Schoolgids Ieder jaar zijn er onderdelen die veranderen. Jaarlijks krijgen alle gezinnen een jaarkalender. In de jaarkalender treft u deze veranderingen aan. Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) is een overlegorgaan tussen enerzijds het bevoegd gezag (bestuur) en anderzijds de ouders en de leerkrachten. De taken van de MR zijn: het onderhouden van contact met het schoolbestuur; het bespreken van het gevoerde en het te voeren beleid in de school; het doorlichten van de formatieregeling, de schoolgids en het schoolplan; het alert volgen van ontwikkelingen binnen het basisonderwijs. De MR van de Fonkelsteen bestaat door de fusie met de Delta en het Talent uit geledingen van alle drie de locaties. Het betreft hier dan ouders en leerkrachten. De verkiezing van de MR-leden geschiedt volgens het MR-reglement van de Stichting Proo. 39
Ouderraad De leden van de OR bevorderen de belangstelling voor de school bij ouders. Ze organiseren samen met de leerkrachten allerlei feestelijke- en sportieve activiteiten en dragen zorg voor een verantwoorde besteding van de ouderbijdragen. De OR kent een vastgesteld huishoudelijk reglement. De leden worden gekozen tijdens de algemene ouderavond, uit en door de ouders. Informatieverstrekking aan (gescheiden) ouders en derden Ouders die beiden het ouderlijke gezag hebben, hebben allebei recht op alle informatie over het kind. Er is automatisch sprake van gezag wanneer ouders getrouwd zijn, samenwonen, een geregistreerd partnerschap hebben of als het door de rechter bepaald is. Wanneer ouders gescheiden zijn, behouden zij allebei het ouderlijk gezag, tenzij door de rechter anders is bepaald. We gaan er van uit dat ouders elkaar op de hoogte houden. Dit is zelfs een verplichting voor de ouder die belast is met het ouderlijk gezag. Hij of zij moet de andere ouder op de hoogte houden van gewichtige aangelegenheden die het kind betreffen ( artikel 1: 377 b Burgerlijk Wetboek). Gegevens over de schoolloopbaan van het kind moeten dus door de met het gezag belaste ouder doorgegeven worden. Helaas is dit niet altijd mogelijk. Om er als school voor te zorgen dat beide ouders voorzien worden van informatie over hun kind bestaat de mogelijkheid voor extra informatievoorziening. In een dergelijk geval kan de betreffende ouder het beste aan het begin van het schooljaar, of zo snel mogelijk na een scheidingsuitspraak, contact opnemen met de school om afspraken te maken over de informatieverstrekking. De schriftelijke informatie kan dan toegestuurd worden. Ook op de website van onze school is natuurlijk veel informatie te vinden (schoolgids, nieuwsbrieven e.d.) Daar waar het gaat om rapportgesprekken of gesprekken die voortvloeien uit speciale zorg voor het kind, gaan we er van uit dat er één gesprek plaats vindt met de beide ouders samen: het gaat om het kind. Op deze manier is er een waarborg dat dezelfde informatie op dezelfde manier gegeven wordt. Zo voorkomen we misverstanden. Hiervan kan alleen incidenteel, bij zwaarwegende omstandigheden van worden afgeweken om objectiviteit van informatie te kunnen waarborgen. In uitzonderlijke gevallen, denk hierbij bijvoorbeeld aan veiligheid, kan een school besluiten de gesprekken in aanwezigheid van de directeur te laten plaatsvinden of geen gesprekken te voeren met (één van de) ouder(s). Als een ouder geen ouderlijk gezag heeft, moet de school die ouder, als hij daarom verzoekt, informeren over belangrijke feiten en omstandigheden die betrekking hebben op het kind of zijn verzorging en opvoeding. (artikel 1:377c BW). Het gaat dan om (schriftelijke) informatie over schoolvorderingen en eventueel sociaalpedagogische ontwikkelingen op school. Hieronder vallen niet een uitnodiging voor een ouderavond of andere activiteiten op school. Alleen als de vader het kind niet heeft erkend, heeft hij geen enkel recht op wat voor informatie dan ook (wel staat dan de weg van artikel 8 EVRM open). Een verzoek om informatie kan ook geweigerd worden. Bijvoorbeeld als de rechter dit heeft gezegd. En ook als de informatie in het belang van het kind ook niet aan de ouder die met het gezag is belast, gegeven zou worden. 40
Daar waar de school gegevens over het kind door moet geven aan derden, voor bijvoorbeeld het aanvragen van nader onderzoek in het belang van de schoolloopbaan van het kind, wordt aan beide ouders toestemming gevraagd (indien er gezag is en de vader het kind heeft erkend). De verzorgende ouder wordt belast met het verkrijgen van toestemming van de niet-verzorgende ouder voor de bemoeienis van een derde. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen aan school, als er bijvoorbeeld sprake is van wijzingen betreffende gezag, omgangsregeling, informatieverstrekking of adresgegevens. Zij moeten de school hiervan uit zichzelf op de hoogte stellen. Verlofaanvragen kunnen worden gedaan door de ouder bij wie het kind in huis woont. Ouders bij wie het kind niet in huis woont, kunnen alleen een verlofaanvraag indienen met schriftelijke toestemming van de andere ouder. In geval van co-ouderschap houdt dit in dat de ouders alleen verlof kunnen aanvragen voor de dagen dat het kind bij de betreffende ouder in huis woont. Voor de andere dagen kan alleen verlof aangevraagd worden met schriftelijke toestemming van de andere ouder. Ouders die geen ouderlijk gezag hebben kunnen geen verlof aanvragen. Aan opa’s, oma’s, tantes, ooms, broers, zussen en buren die de kinderen komen ophalen, zal geen inhoudelijke informatie verstrekt worden, behalve wanneer het voor het kind noodzakelijk is dat de informatie verstrekt wordt. (Bijvoorbeeld als het kind pijn heeft gehad, of als het kind verdrietig is geweest). NB.: Elders in deze schoolgids vindt u de namen van de schoolcontactpersoon als ook van de vertrouwenspersoon en de contactpersoon van de Stichting, waar u terecht kunt in geval u een klacht heeft over de informatieverstrekking door de school. Tevens treft u het adres van de Landelijke Klachtencommissie aan. De beleidsnotitie “Informatieverstrekking aan ouders” ligt ter inzage op de school of bij stichting Proo. In uitzonderlijke gevallen kan van het beleid worden afgeweken.
41
Overige activiteiten Vieringen en buitenschoolse activiteiten Sinterklaasfeest De Sint komt altijd met zijn Pieten op of rondom 5 december in alle groepen. De kinderen uit de groepen 1 t/m 4 krijgen een presentje van hem. De kinderen uit de hoogste 4 groepen maken een surprise voor elkaar. Kerstfeest Na het vertrek van Sinterklaas wordt de school in kerstsfeer gebracht; in alle lokalen en in de gemeenschapsruimte zijn er kerstbomen. Omdat wij een openbare school zijn is kerstfeest op onze school een sfeerfeest. Een openbare school is immers een school voor alle kinderen, dus ook voor kinderen die kerstfeest niet in godsdienstige zin vieren. Gezelligheid en sfeer staan dan voorop. Op één van de laatste avonden voor de kerstvakantie is er in elke groep een kerstmaaltijd. Verkleedfeest In het voorjaar (omstreeks de voorjaarsvakantie) mogen de kinderen van de groepen 1 t/m 4 verkleed op school komen. We maken er een gezellige middag van en eten pannenkoeken in de klas. Pasen De kinderen van groep 1 t/m 4 gaan rond Pasen eieren zoeken. Sporttoernooien Als school doen we aan verschillende evenementen mee: • Damtoernooi. • Schoolvoetbal. • Korfbal. Schoolreizen/schoolkamp Elk jaar is er een schoolreisje voor de kinderen uit de groepen 1 t/m 7. Dit is per jaar wisselend: het ene jaar een bos-/kampdag, het andere jaar met de bus naar een bepaalde attractie. Groep 8 gaat elk jaar drie dagen op schoolkamp, meestal naar Vierhouten.
Naast al deze activiteiten gaan we komend jaar ook nog een aantal thema gerelateerde activiteiten organiseren. Excursies Excursies kunnen in het kader van een bepaald project zijn opgenomen. Verder gaan we regelmatig met bepaalde groepen naar de bibliotheek, kinderboerderij en scholen voor voortgezet onderwijs. Verjaardagen Alle kinderen mogen hun verjaardag vieren op school. Ze mogen trakteren in de eigen klas. Daarnaast mogen ze de klassen rond. Ze krijgen een kaart mee waarop de leerkrachten iets kunnen schrijven.
42
Verkeersexamen In groep 7 doen de kinderen mee met het landelijk verkeersexamen Kinderpostzegels De leerlingen van groep7 en 8 verkopen ieder jaar kinderpostzegels. Schoolfotograaf Eén keer per jaar komt de schoolfotograaf langs voor het maken van schoolfoto’s. Dit is geheel vrijblijvend.
43
Namen en adressen Leden Raad van Toezicht: Mevrouw Frida Hengeveld - voorzitter De heer Eduard de Bruijn De heer Wil Ellenbroek Mevrouw Liesbeth ten Have De heer Reint Scholten College van Bestuur: De heer Berend Redder - voorzitter Adres Stichting Proo: Bezoekadres: Oosteinde 17 3842 DR Harderwijk Postadres: Postbus 1194 3840 BD Harderwijk Tel: 0341 466370 Email:
[email protected] Website: www.stichtingproo.nl Kenniscentrum Bezoekadres: Oosteinde 17,Harderwijk Postbus 1195,3840BH, Harderwijk -
[email protected] Kinderopvang Prokino Kruithuis 2A 3840 AG Harderwijk Tel: 0341-427249 E-mail:
[email protected] De overige namen en adressen kunt u vinden in onze jaarlijkse bijlage.
44
Verantwoording De schoolgids is geschreven door de directie en goedgekeurd door de MR. Bij aanmelding van een leerling ontvangen de betreffende ouders/verzorgers een schoolgids. Een jaarlijkse bijlage van de gids wordt aan het begin van het nieuwe schooljaar aan alle ouders/verzorgers verstrekt. Belangstellenden kunnen de schoolgids bij de directie of bij de locatieleiders opvragen. De schoolgids is ook te downloaden via de website van De Fonkelsteen. De Fonkelsteen, juli 2014.
45