Fenavian Newsletter – 21/04/2015 Inhoudstafel 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Fenavian: hulp bij export ! Staatssecretaris Tommelein Bestrijding Sociale Fraude Update COOL Vettaks nog niet voor morgen Meesterlyck als keurmerk voor ham EU legislation on use of additives in meat preparations Etikettering van oorsprong: vers vlees Consumenteninformatie over en etikettering van vlees dat afkomstig is van rituele slachting 9. Uitnodiging Studiedag Kilometerheffing, Mobiliteit en Logistiek binnen de voedingsindustrie 10. Dierenartsen vragen verbod op onverdoofd slachten 11. International Course in Dry Cured Meat Products to Belgium meat companies 12. Pigmeat Market Situation 13. Classification of salted meat - application of Regulation 14. Intertaste acquireert kruiden en specerijen business van Caldic België N.V. 15. Belgian pork firms target global growth with merger 16. Solina Group acquires Paulig flavours divison 17. Vleesverwerker Willy Selten krijgt tweeënhalf jaar cel 18. Ons geloof in de Vlaamse varkenshouderij staat buiten kijf
1. Fenavian: hulp bij export ! Van 24 tot 31 oktober vindt er een nieuwe prinselijke handelsmissie plaats naar de Westkust van Canada. Heeft u interesse in deelname, of wil u meer informatie over welke normen uw producten moeten voldoen voor de export naar Canada ? Stuur een mailtje naar Anneleen (
[email protected]) en we bezorgen u alle voorwaarden en juiste contactpersonen bij de betrokken diensten. De volgende prinselijke handelsmissie gaat naar Indonesië – in de eerste helft van 2016. We houden u op de hoogte. Ook voor andere landen, problemen, vragen, opmerkingen,… aarzel niet om ons te contacteren ! Naast de technisch-wetenschappelijke werkgroep heeft Fenavian ook een werkgroep export opgericht. Mocht u hieraan willen deelnemen, bent u van harte welkom op 13/5 om 14 u. Graag een mailtje naar Melissa op
[email protected]
2. Staatssecretaris Tommelein Bestrijding Sociale Fraude We hebben gevraagd om uitvoering te geven aan het protocol dat in 2012 werd ondertekend. De door de vorige staatssecretaris ingevoerde wetgeving inzake hoofdelijke aansprakelijkheid dient te worden verduidelijkt en aangepast in functie van de specificiteit van de vleessector. Het huidig systeem is volledig gekopieerd vanuit de bouwsector, omslachtig en moeilijk toepasbaar. Slotstuk van een goed systeem is tenslotte een stelsel van dagelijkse aanwezigheidsregistratie, een vraag die we tenslotte ook nog eens herhaald hebben en waar men zeker oor naar had. Wordt vervolgd !
3. Update COOL Origin labelling for meat used as an ingredient in foods is a multi-faceted topic that may have far-reaching impacts. As established in the Commission’s report regarding the mandatory indication of the country of
origin or place of provenance for meat used as an ingredient, despite a strong consumer interest in origin labelling for meat ingredients (90% of consumers), the consumers’ 'willingness to pay’ the cost of such information is weak. The Commission takes note of the request of the European Parliament for mandatory origin labelling in processed meat and is currently reflecting on the way forward. The external study, which underpins the Commission’s report, has also investigated the role of new technologies (in particular radio-frequency identification (RFID) tools and isotope analysis) to mitigate costs, should mandatory origin labelling for meat as an ingredient be introduced. According to the industry, RFID tools have been tested by a number of meat processing companies in a range of different meat products and have not proven cost-effective. National competent authorities remain unconvinced that isotope analysis can provide a cost-effective solution for wider implementation of origin verification controls, as both the costs of this testing are high and the available test methods have not been widely tested yet. It is the duty of the Commission to ensure a process of evidence-based decision-making on the issue of mandatory origin labelling. In addition, any future decision of the Commission on the way forward will take into account the principle of proportionality, and in that context the cost-effectiveness of new technologies, as well as the objective of simplification of Union legislation. Source: Clitravi
4. Vettaks nog niet voor morgen
De Vlaamse Werkgroep Voeding en Beweging raadt de overheid aan om voorlopig nog geen vettaks in te voeren. Er moet eerst meer onderzoek komen, luidt het donderdag in De Morgen. De werkgroep, die zich op vraag van Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) over de mogelijkheid van een voedseltaks had gebogen, stelt in zijn verslag dat er te weinig bewijs is dat een vettaks werkt. Volgens de werkgroep is er vooral meer nood aan bijkomend onderzoek, maar dat is een federale bevoegdheid. ‘Wij hebben onze bevindingen aan het kabinet van de minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) overgemaakt. Nu is het aan hen. Wij denken wel degelijk dat zo’n taks waardevol kan zijn, maar op dit moment heeft het geen zin om zoiets klakkeloos over te nemen’, zegt woordvoerster Marleen Van Dyck. Op het kabinet van De Block zijn er voorlopig geen plannen om de pro’s en contra’s van een vettaks verder uit te pluizen. ‘Daar is momenteel nog niets over beslist’, klinkt het. Bron: Het Nieuwsblad Fenavian pleit actief voor alternatieven – een vettaks is de oplossing niet voor het obesitasprobleem. We werken constructief samen om een andere oplossing te vinden.
5. Meesterlyck als keurmerk voor ham
Er staan duidelijk een aantal fouten in deze tekst, we bezorgen het Nieuwsblad dan ook informatief een aantal opmerkingen
6. EU legislation on use of additives in meat preparations Als bijlage kan u het guidance document terugvinden.
7. Etikettering van oorsprong: vers vlees Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 1337/2013 Van toepassing met ingang van 1 april 2015. Zij is niet van toepassing op vlees dat vóór 1 april 2015 legaal op de markt van de EU is gebracht, totdat de desbetreffende voorraden zijn uitgeput. Toepassingsgebied Land van oorsprong voor vers, gekoeld of bevroren vlees van varkens, schapen, geiten en pluimvee Vermelding van het land van oorsprong op het etiket van vers, gekoeld of bevroren vlees van varkens, schapen, geiten en pluimvee dat onder de codes van de Gecombineerde Nomenclatuur valt die in bijlage XI bij Verordening (EU) nr. 1169/2011 zijn vermeld en dat bestemd is om aan de eindverbruiker of aan grootcateraars te leveren.
Etikettering van vlees Vlees dat bestemd is om aan de eindverbruiker of aan grootcateraars te leveren bevat de volgende vermeldingen: A. „Gehouden in: (naam van de lidstaat of het derde land waar de dieren zijn gehouden)” overeenkomstig de volgende criteria: •
1. voor varkens:
Geslacht dier > 6 zes maanden: de lidstaat of het derde land waar de laatste houderijperiode van ten minste vier maanden plaatsvond. Geslacht dier < 6 maanden met een levend gewicht > 80kg: de lidstaat of het derde land waar de houderijperiode plaatsvond nadat het dier 30 kg woog. Geslacht dier < 6 maanden met een levend gewicht < 80kg: de lidstaat of het derde land waar de hele houderijperiode plaatsvond. •
2. voor schapen en geiten:
De lidstaat of het derde land waar de laatste houderijperiode van ten minste zes maanden plaatsvond of, wanneer het dier op een leeftijd van minder dan zes maanden wordt geslacht, de lidstaat of het derde land waar de hele houderijperiode plaatsvond. •
3. voor pluimvee:
De lidstaat of het derde land waar de laatste houderijperiode van ten minste één maand plaatsvond of, wanneer het dier op een leeftijd van minder dan één maand wordt geslacht, de lidstaat of het derde land waar de hele houderijperiode, nadat het dier in de mesterij werd geplaatst, plaatsvond. Wanneer de houderijperiode in geen enkele lidstaat of derde land waar het dier werd gehouden, wordt bereikt, wordt de vermelding vervangen door “Gehouden in: verschillende EU-lidstaten” Wanneer het vlees of de dieren in de Unie zijn ingevoerd: „Gehouden in: verschillende niet-EU-lidstaten” of „Gehouden in: verschillende EU-lidstaten en niet-EU-lidstaten”. Wanneer de houderijperiode in geen van de lidstaten of derde landen waar het dier werd gehouden, wordt bereikt, kan de vermelding worden vervangen door: „Gehouden in: (lijst van lidstaten of derde landen waar het dier werd gehouden)” indien de exploitant van een levensmiddelenbedrijf tot genoegen van de bevoegde autoriteit aantoont dat het dier in die lidstaten of derde landen werd gehouden. B. „Geslacht in: (naam van de lidstaat of het derde land waar de slacht plaatsvond)”. C. De partijcode aan de hand waarvan het vlees dat aan de consument of de grootcateraar wordt geleverd. “Gehouden in” en Geslacht in” kan worden vervangen door de vermelding: „Oorsprong: (naam van de lidstaat of van het derde land)” indien de exploitant van een levensmiddelenbedrijf tot genoegen van de bevoegde autoriteit aantoont dat vlees is verkregen van dieren die in één enkele lidstaat of één enkel derde land zijn geboren, gehouden en geslacht. De term „oorsprong” moet worden gereserveerd voor vlees dat is verkregen van dieren die in EEN enkele lidstaat of in één enkel derde land zijn geboren, gehouden en geslacht, en derhalve geheel zijn verkregen.
Afwijkingen voor vlees van derde landen Vlees dat is ingevoerd om in de Unie op de markt te worden gebracht, en waarvoor de nodige informatie niet beschikbaar is, de vermelding: „Gehouden in: niet-EU” en „Geslacht in: (naam van het derde land waar het dier is geslacht)”.
Afwijkingen voor gehakt vlees en afsnijdsels a. „Oorsprong: EU”: wanneer het gehakt vlees of de afsnijdsels uitsluitend wordt/worden geproduceerd van vlees dat is verkregen van dieren die in verschillende lidstaten zijn geboren, gehouden en geslacht. b. „Gehouden en geslacht in: EU”, wanneer het gehakt vlees of de afsnijdsels uitsluitend wordt/worden geproduceerd van vlees van dieren die in verschillende lidstaten zijn gehouden en geslacht. c. „Gehouden en geslacht in: niet-EU”, wanneer het gehakt vlees of de afsnijdsels uitsluitend wordt/worden geproduceerd van vlees dat in de Unie is geïmporteerd. d. „Gehouden in: niet-EU” en „Geslacht in: EU” wanneer gehakt vlees of afsnijdsels uitsluitend wordt/worden geproduceerd van vlees dat verkregen is van dieren die in de Unie zijn ingevoerd met het oog op de slacht en die in één of verschillende lidstaten zijn geslacht. e.„Gehouden en geslacht in: EU en niet-EU”, wanneer gehakt vlees of afsnijdsels is/zijn geproduceerd van:
I. vlees verkregen van dieren die zijn gehouden en geslacht in één of verschillende lidstaten en van in de Unie ingevoerd vlees of II. vlees verkregen van dieren die in de Unie zijn ingevoerd en in één of verschillende lidstaten zijn geslacht.
FAQ • Oorsprongsetikettering op vlees als ingrediënt niet de bedoeling (uitvoeringswetgeving nodig). Nog steeds discussies aan de gang. • Oorsprongsetikettering op vlees van andere diersoorten niet de bedoeling (uitvoeringswetgeving nodig). Nog steeds discussies aan de gang. • Orgaanvlees, separatorvlees en vleesbereidingen (gekoeld of diepgevroren), bijvoorbeeld braadworst, burgers, gyros, brochette, … vallen niet onder toepassing van V. 1337/2013. • Een oorsprongsaanduiding op de omverpakking is onvoldoende. Voor iedere individuele verpakking die aan de consument wordt aangeboden moet de oorsprong of herkomst duidelijk op die individuele verpakking voorkomen. • In een B2B-omgeving waar er wordt gewerkt met pallets, containers … kan de herkomstinformatie meegeleverd worden via een begeleidende handelsdocument zolang iedere verpakking die aan de eindconsument wordt aangeboden dan wél de oorsprongsaanduiding bevat. • Het land moet in alle gevalllen volledig uitgeschreven worden aangeduiden, ISO-codes zijn niet toegestaan. • Oorsprongsetikettering op vlees bestemd naar derde landen (buiten EU) niet de bedoeling. De FIC bepalingen hoeven niet gerespecteerd te worden indien etikettering conform is aan de wetgeving van het land van bestemming (buiten EU). • b.v.:
Voor vlees van dieren gehouden in diverse lidstaten, kan de herkomst als volgt vermeldt worden
o
"Gehouden in : België, Frankrijk, Nederland"
o
"Geslacht in : Belgïe"
Gehakt vlees rund/varkens of varkens/rund (NIEUWE INTERPRETATIE COMMISSIE!!!) : Indien meer dan 50% rundvlees => produten vallen onder CN codes 0201/0202, dus onder V. 1760/2000 => De oorsprong of rundvlees moet vermeldt (geboren, gehouden en geslacht) Indien meer dan 50% varkensvlees => produten vallen onder CN codes 0203, dus onder V. 1337/2013 => De oorsprong of varkensvlees moet vermeldt (gehouden en geslacht) Vleesbereidingen vallen niet onder de scope van deze verordeningen. De omvang van de groep dieren wordt bepaald door:
• het aantal karkassen dat samen is versneden en dat één partij vormt voor de betrokken uitsnijderij in het geval van het versnijden van karkassen; • het aantal karkassen waarvan het vlees één partij vormt voor de betrokken uitsnijderij of gehaktproducent in het geval van het verder versnijden of hakken van het vlees. •
De omvang van de partij bedraagt niet meer dan de pro¬ ductie van één dag in één enkele inrichting.
Behalve voor gehakt en afsnijdsels, zorgen de inrichtingen waar het vlees wordt versneden of gehakt er bij de samenstelling van de partijen voor dat alle karkassen in een partij overeenkomen met dieren op het vlees waarvan identieke vermeldingen op het etiket van toepassing zijn. Bron: FEBEV
8. Consumenteninformatie over en etikettering van vlees dat afkomstig is van rituele slachting De terugkerende schandalen in de voedingsmiddelenindustrie, zowel in Frankrijk als in sommige andere lidstaten, geven blijk van ernstige tekortkomingen ten aanzien van de traceerbaarheid van producten en de leesbaarheid van de etikettering voor de consumenten. Deze gebreken zijn een realiteit in de vleessector, met het probleem van de afzet van ritueel geslachte dieren die via de traditionele kanalen zonder bijzondere etikettering verkocht worden. De Commissie heeft onlangs erkend dat het aantal ritueel geslachte dieren de behoeften van de religieuze minderheden ruimschoots overtreft. Paragraaf 49 van de resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2012 over de strategie van de Europese Unie voor de bescherming en het welzijn van dieren 2012-2015 wijst op de ongerustheid van de Europese burgers in verband met dit onderwerp: "... dat de kwestie van consumenten die niet te weten komen of het vlees dat zij kopen al dan niet afkomstig is van dieren die zonder verdoving werden geslacht een kwestie is van groot algemeen belang om redenen van transparantie en dierenleed...". 1. Hoe zit het met het evaluatieverslag inzake de etikettering van vlees dat afkomstig is van dieren die zonder verdoving geslacht zijn, dat de Commissie voor 2013 zou uitbrengen? 2. Is de Commissie van plan een betrouwbaar en duidelijk etiketteringssysteem in te stellen voor vlees dat ritueel geslacht is? Bron: European Parlement
9. Uitnodiging Studiedag Kilometerheffing, Mobiliteit en Logistiek binnen de voedingsindustrie Voeding is het belangrijkste product dat over onze wegen wordt getransporteerd. Een efficiënte logistieke keten over onze wegen, binnenwateren en spoorwegen is dan ook van het grootste belang voor élk voedingsbedrijf. Hoe kan uw bedrijf haar logistiek verbeteren? Wat is de impact van de kilometerheffing op de voedingsindustrie? Welke opportuniteiten biedt het nieuwe mobiliteitsbeleid voor de voedingsindustrie? Welke organisaties kunnen uw bedrijf helpen om haar logistiek te optimaliseren? Op al deze vragen krijgt u een uitgebreid antwoord op 12 mei: dan organiseert FEVIA Vlaanderen haar eerste grote studiedag over mobiliteit, logistiek en de kilometerheffing. Een niet te missen event voor elke vooruitziende CEO en logistieke verantwoordelijke in de voedingsindustrie. De studiedag zal plaatsvinden op 12 mei om 9u30 in Gosset Hotel in Groot-Bijgaarden. Deze studiedag bestaat uit een Nederlandstalig gedeelte (voormiddag) en een Franstalig gedeelte (namiddag). Er is geen vertaling voorzien. U kan uiteraard ook de hele dag volgen. Voor meer informatie gelieve Melissa Augello te contacteren
[email protected] Bron: FEVIA
10. Dierenartsen vragen verbod op onverdoofd slachten De Vlaamse dierenartsen hebben zich in een open brief aan beleidsmakers, consumenten en andere belanghebbenden uitgesproken voor een verbod op onverdoofd slachten. “Hoewel onverdoofd slachten van dieren in onze maatschappij niet langer moreel aanvaardbaar is, hangt er tegelijk een soort taboesfeer rond het thema, waarbij het recht op vrijheid van godsdienstbeleving maar al te gemakkelijk wordt ingeroepen om het basisprincipe van de wetgeving inzake dierenwelzijn telkens weer te negeren”, klinkt het. In het najaar van 2014 verklaarde Vlaams minister voor Dierenwelzijn, Ben Weyts, dat vanaf 2015 de Europese regelgeving over het onverdoofd slachten streng zal bewaakt worden, wat impliceert dat slachten zonder verdoving nog enkel en alleen in een erkend slachthuis kan gebeuren en niet langer meer op tijdelijke slachtvloeren. Met de open brief willen de Vlaamse dierenartsen hun steun betuigen voor het beleid van de nieuwe minister voor Dierenwelzijn. De dierenarts speelt beroepshalve een centrale rol in het toezicht op diergezondheid, dierenwelzijn en volksgezondheid, staat te lezen in de brief. “Dat plaatst ons in een ambigue en moeilijke positie bij het toezicht op het onverdoofd slachten omdat het principe daarvan tegenstrijdig is met de basisbeginselen van het dierenwelzijn”, luidt het. In 2002 stelde de Federatie van Europese Dierenartsen in een officieel
standpunt dat het slachten van dieren zonder voorafgaande bedwelming onder geen enkele voorwaarde aanvaardbaar is. “Wij onderschrijven dit standpunt.” De Vlaamse dierenartsen hopen dat de politieke wereld, de publieke opinie, de commercieel belanghebbenden en de verschillende religies het debat over dit thema durven aangaan. “We beseffen dat dit een moeilijke en delicate discussie is want rond het onverdoofd slachten hangt een soort van taboesfeer, waarbij het recht op godsdienstbeleving maar al te gemakkelijk wordt ingeroepen”, schrijven ze in hun open brief. Zolang het onverdoofd slachten niet volledig is afgeschaft, vragen de dierenartsen dat een aantal minimumvereisten worden nageleefd. “Ons belangrijkste uitgangspunt daarbij is ervoor te zorgen dat dieren tijdens de rituele slacht niet onnodig lijden”, klinkt het. Zo vragen zij onder meer dat onverdoofd slachten enkel gebeurt in officieel erkende slachthuizen, dat het kelen van het dier enkel gebeurt door een slachter die beschikt over een vakbekwaamheidsattest en dat er steeds permanent toezicht is van een dierenarts tijdens het slachthuis. Tegelijk willen ze ook dat er duidelijkheid komt voor producent en consument. “De boer moet inspraak hebben over het lot van de door hem gekweekte dieren. Vlees afkomstig van dieren die onverdoofd geslacht werden, moet door middel van verplichte etikettering als dusdanig herkenbaar zijn. Dit moet gelden zowel voor vlees geproduceerd in eigen land als voor ingevoerd vlees”, zeggen de dierenartsen die vertegenwoordigd zijn door de Nederlandstalige Gewestelijke Raad van de Orde der Dierenartsen (NGROD), VDB dierenartsenbelangen, de Vlaamse Dierartsenvereniging (VDV) en de Small Animal Veterinary Association Belgium (SAVAB). Bron: Vilt
11. International Course in Dry Cured Meat Products to Belgium meat companies
12. Pigmeat Market Situation Op onze website (ledenpagina) kan u een interessante presentatie terugvinden over de marktsituatie van de varkens.
13. Classification of salted meat - application of Regulation As a preliminary remark, we would like to note that the scope/product coverage of Regulation (EU) No 1337/2013 for the purposes of mandatory origin labelling is defined by Article 26(2)(b) of Regulation (EU) No 1169/2011 on the provision of food information to consumers (FIC Regulation) read together with Annex XI thereto. Therefore, Regulation (EU) No 1337/2013 applies to all foods that fall within the following CN codes, as referred to Annex XI to the FIC Regulation: 0203: meat of swine, fresh, chilled or frozen 0204: meat of sheep or goats, fresh, chilled or frozen Ex 0207: meat of the poultry of heading 0105, fresh chilled or frozen. As such, the definitions of meat, meat preparations, meat products, etc. mentioned in the FIC Regulation and which refer to the definitions provided in Regulation (EC) No 853/2004 on the hygiene of foodstuffs of animal origin are not relevant for the determination of the product coverage of Regulation (EU) No 1337/2013. To make the appropriate classification, one should instead look closely to Commission Implementing Regulation (EU) No 1101/2014 amending Annex I to Council Regulation (EEEC) No 2658/87 on the tariff and statistical nomenclature and on the Common Customs Tariff (Combined Nomenclature). If the products concerned fall within the applicable CN codes, mentioned in Annex XI to the FIC Regulation, in accordance with Commission Implementing Regulation (EU) No 1101/2014, then they fall within the scope of Regulation 1337/2013 and origin labelling is mandatory.
I.
Classification of salted meat
The Swedish authorities refer to a specific example of fresh pigs meat and frozen poultry meat have been injected with water, dextrose or maltodextrin, a small amount of salt and one or more food additives, before being put on the market. On the issue of additives or where the meat is injected with dextrose or maltodextrin, we cannot take a position as we need to know more before a classification is being made. We will therefore focus on the issue of salt. In that respect, we would like to note the following:
The presence of salt covers both the salt naturally present as well as the added salt.
Salted swine is covered by subheadings 0210 11 to 0210 19. Similarly, salted sheep and goat is covered by subheading 0210 99. In that respect, additional note 7 to Chapter 2 of the Combined Nomenclature provides as follows: "[f]or the purposes of subheadings 0210 11 to 0210 93, the term ‘meat and edible meat offal, salted or in brine’ means meat and edible meat offal deeply and homogeneously impregnated with salt in all parts and having a total salt content by weight of 1,2 % or more, provided that it is the salting which ensures the long-term preservation. For the purposes of subheading 0210 99, the term ‘meat and edible meat offal, salted or in brine’ means meat and edible meat offal deeply and homogeneously impregnated with salt in all parts and having a total salt content by weight of 1,2 % or more." Therefore, meat of swine, sheep and goat is deeply and homogeneously impregnated with salt in all parts and has a total salt (naturally
present or added) content by weight of 1.2% or more falls outside the scope of CN codes 0203 and 0204 and therefore origin is not mandatory pursuant to Regulation 1337/2013. Similarly, poultry deeply and homogeneously impregnated with salt in all parts and having a total salt (naturally present or added) content by weight of 1.2% or more would fall within the CN code 0210 99 and therefore origin would not be mandatory pursuant to Regulation 1337/2013. Finally, meat of swine, sheep/goat and poultry injected with water would also fall within the CN codes 0203, 0204 and ex 0207 respectively and as such it would be subject to mandatory origin labelling pursuant to Regulation 1337/2013.
In a nutshell: The sole criteria for considering what falls within the scope of Regulation 1337/2013 are the criteria of the Combined Nomenclature. Salted meat falls outside the scope of Reg 1337/2013 when (a) total salt content (naturally present or added) is equal or more to 1.2 % and (b) the meat concerned is deeply and homogeneously impregnated with salt in all parts.
II.
Classification of meat offal
The Swedish authorities have also raised the issue of the classification of meat offal and whether meat offal is covered by Regulation 1337/2013. In that respect, we would like to note the following: Edible offals of swine, sheep and goats fall within the scope of CN 0206, and therefore outside the scope of Regulation 1337/2013. In such a case, origin is not mandatory. Edible offals of poultry are covered by CN code 0207. However, given that Annex XI to the FIC Regulation refers to ex 0207 and clarifies that it only covers meat of the poultry of heading 0105, fresh, chilled or frozen, without mentioning offal, offal of poultry falls outside the scope of Annex XI to the FIC Regulation and Regulation 1337/2013. Consequently, origin is not mandatory. # In a nutshell: Offal falls outside the scope of Regualtion 1337/2013 (and therefore, no mandatory origin to foie gras, for example). Source: European Commission
14. Intertaste acquireert kruiden en specerijen business van Caldic België N.V. Intertaste en Caldic maken vandaag de acquisitie van Caldic’s activiteiten in kruiden, specerijen, gedroogde groente en seasonings in België bekend. De van Caldic overgenomen activiteiten zijn een welkome uitbreiding op het klanten- en ingrediëntenportfolio van Intertaste. Met deze acquisitie versterkt Intertaste haar positie op de Belgische, Franse en Nederlandse markt. De activiteiten die worden overgenomen sluiten tevens naadloos aan op de reeds door Intertaste verwerkte pure kwaliteitsingrediënten. De officiële transactie datum van de overname is 20 april 2015. Intertaste en Caldic verzekeren hierbij dat de continuïteit en servicelevels aan hun klanten gewaarborgd blijft. Alle partners worden in de komende periode nader geïnformeerd over de verdere details van het proces. De desinvestering van de kruiden en specerijen business, met haar eigen marktdynamiek, stelt Caldic in staat om zich te richten op haar sterk groeiende voedingsingrediëntenactiviteiten. Caldic heeft als doel de groei te versnellen door een focus op verdere ontwikkeling van productconcepten, de verkoop van innovatieve ingrediënten en functionele oplossingen in de vorm van op-maat geproduceerde blends. Over Intertaste Food Ingredients Intertaste Food Ingredients is actief op het gebied van kruiden, specerijen en groente, en smaakoplossingen gebaseerd op deze ingrediënten. Intertaste heeft een sterke focus op puurheid, mogelijk gemaakt door inhouse processing in Nederland. Intertaste Food Ingredients levert enkelvoudige grondstoffen, seasonings voor de belangrijkste voedingsapplicaties – van snacks tot noodles. In de vers-markt leveren zij smaakoplossingen aan retail- en convenience segmenten. De aangekondigde acquisitie past naadloos bij de expansie plannen van Intertaste – zowel geografisch als op het gebied van applicatie segmenten. Over CALDIC Caldic is een internationale distributeur en producent van ingrediënten, producten en totaaloplossingen voeding, chemische en technische industrie. Met vestigingen in Europa, Noord Amerika en Azië levert Caldic een breed assortiment kwaliteitsproducten en aanverwante diensten aan vele industrieën, inclusief innovatieve voedingsingrediënten, natuurlijke producten en functionele oplossingen voor alle segmenten in de voedingsmarkt. Verdere waarde wordt toegevoegd door gepersonaliseerde diensten op het gebied van supply chain, productie en applicaties. Caldic is een full service distributeur voor hun partners in de wereldwijde voedingsindustrie.
15. Belgian pork firms target global growth with merger Consolidation in the European pigmeat sector continues apace with two of Belgium’s leading pork companies announcing plans to merge just weeks after a similar deal in Denmark. Westvlees and Covalis said they would combine their pigmeat operations to form the Belgian Pork Group under a framework agreement signed by major shareholders on March 31. In a statement, Westvlees said the deal with Covalis would make it possible to strengthen their position on the domestic market, while also building a “lasting future on the European and global markets”. Belgium saw pigmeat exports fall back slightly last year, although this was almost entirely due to Russia’s ban on EU pigmeat in place since the start of February 2014. In volume terms, shipments for the year were down just 1.7% at 750,688 tonnes. Lower export prices meant the value of sales fell more steeply however – dropping 9% to €1.48 billion. New markets found The closure of the Russian market saw exporters lose out on sales of around 12,000t when compared to 2013. Exports to Ukraine also collapsed – from 4,575t in 2013 to less than a thousand tonnes last year. But alternative buyers were found both in the EU and in other parts of the world – with Poland (+13%), Romania (+40%), South Korea (+58%) and China (+59%) among those taking significantly more Belgian pigmeat last year. op non-EU buyers of Belgian pigmeat*
Source: Eurostat *excluding offal
Remarkably, volume sales of pig offal were almost unchanged on year as the loss of sales to Russia was offset by a doubling of exports to China, along with increased exports to the Philippines, Thailand and a number of African markets. Again, earnings were down however as a result of lower average export prices. Westvlees is a family-owned business, processing around two million pigs a year. Exports account for around 45% of company turnover. The group was the first Belgian company authorised to ship pork directly to mainland China. Covalis processes around 2.2 million pigs annually at its plants, which rely on the group’s Covavee cooperative pig farmers to supply 85% of the animals sent to slaughter. About 60% of Covalis turnover is currently generated by overseas sales. News of the Belgian merger comes just weeks after a similar agreement was reached by Denmark’s two leading pigmeat co-operatives , Danish Crown and Tican. The Westvlees-Covalis merger is subject to approval from Belgian competition authorities
16. Solina Group acquires Paulig flavours divison
Source: Foodnavigator
17. Vleesverwerker Willy Selten krijgt tweeënhalf jaar cel Internationaal vleeshandelaar Willy Selten (45) is vandaag door de rechtbank in Den Bosch veroordeeld tot tweeënhalf jaar celstraf voor fraude met paardenvlees. De vleesgroothandel van Selten in Oss verkocht relatief goedkoop paardenvlees als rundvlees. Willy Selten heeft zich volgens de rechter daarbij schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte, onder andere omdat pakbonnen en facturen werden vervalst. Bewerkt door: Redactie7 april 2015, 13:30 Bron: ANP De rechter gelooft niet dat het paardenvlees per ongeluk tussen het rundvlees is terechtgekomen, zoals Willy Selten heeft beweerd. 'Afnemers en consumenten zijn misleid', aldus de rechtbank. Het Openbaar Ministerie had vijf jaar cel geëist. Selten was tijdens de uitspraak niet aanwezig in de rechtbank in Den Bosch. Voor zover bekend is bij Willy Selten tenminste 336.000 kilo paard verwerkt. Selten boekte dit in als rund of rundervet.
Misleid Exterieur van vleesverwerker Willy Selten.© ANP 'Selten was een ware meester in misleiding. Hij misleidde iedereen. Zijn personeel, de toezichthouder en de consument.' Officier van justitie Tijdens de inhoudelijke behandeling van de rechtszaak twee weken geleden werd onder andere bekend dat Willy Selten paardenvlees leverde aan een snackfabrikant in Oss terwijl rundvlees was besteld. Op vervalste facturen werd de diersoort niet vermeld en volgens de aanklager verhuld. Bovendien maakte Selten voor argwanende klanten verklaringen waarin hij beloofde dat hij geen paardenvlees verwerkte. 'Afnemers werden misleid en opgelicht', aldus officier van justitie Ingeborg Koopmans. Willy Selten erkende dat er fouten zijn gemaakt maar ontkende dat er bewust is gesjoemeld met het paardenvlees om meer geld te verdienen. De officier van justitie geloofde dat niet. Zij zei dat de paarden bewust uit de administratie werden gehouden. 'Willy Selten zag kans om veel geld te verdienen. De kans diende zich aan en hij is daar bewust ingestapt. De zwarte stroom paardenvlees werd verhuld en dat was de bedoeling.' Tijdens controles en bedrijfsbezoeken werd het bedrijf netjes opgeruimd om de verwerking van paardenkarkassen te vervullen. 'Selten was een ware meester in misleiding. Hij misleidde iedereen. Zijn personeel, de toezichthouder en de consument. Het vertrouwen van de consument is op grove wijze geschonden en de reputatie van de Nederlandse vleesindustrie is geschaad.'
Hoe zat het ook alweer? Gebakken paardenbiefstuk op een bord. Het verschil tussen paardenvlees en rundvlees is voor gewone consumenten nauwelijks te zien.© ANP
Vleeshandelaar Willy Selten werd verdacht van valsheid in geschrifte en oplichting omdat hij met zijn gelijknamige bedrijf paardenvlees als rundvlees zou hebben verkocht. De vleesverwerker in Oss zou in 2011 en 2012 circa 300.000 kilo paardenvlees uit Nederland, Engeland en Ierland hebben ontvangen. Uit onderzoek is gebleken dat dit paardenvlees als rundvlees is verwerkt in de administratie. Het bedrijf verkocht volgens de administratie vervolgens alleen rundvlees, stelt het OM. Bovendien was bij een paardenkarkas de verboden pijnstiller fenylbutazon gevonden. 'Heel veel commotie over misschien één paard', reageerde Brabander Selten in een eerste instantie. Onbekend Over het bedrijf van Selten was niet veel bekend. Veel grotere branchegenoten zeiden hem niet te kennen, of alleen uit de media. Sommigen wisten wie hij was 'uit de vleeswereld', maar niemand zei zaken met hem te hebben gedaan. Wat wel bekend was, is dat de uitbener Willy Selten zich in 1998 in Oss vestigde, waar hij zijn bedrijf uitbouwde tot een onderneming met ruim honderd medewerkers. Faillissement Op 22 maart 2013 kwam naar buiten dat Willy Selten afstevende op een faillissement. De Rabobank wilde het bedrijf niet meer financieren en haalde het bedrijf dat weekend nog leeg. Vanaf dat moment lag de productie stil. Selten zou zelf een faillissement aanvragen, zodat de werknemers een werkloosheidsuitkering konden aanvragen, maar deed dat niet. Uiteindelijk vroeg de FNV samen met drie werknemers om een bankroet. 'Het interesseert hem kennelijk geen fuck dat die mensen al zes weken geen loon hebben gehad', zei FNVbestuurder John Klijn toentertijd. Onderbetaling Van de ruim 100 medewerkers die hij had, waren de ongeveer 85 Poolse medewerkers eind februari al de laan uit gestuurd. 'De vleessector is een waardeloze sector', meende Klijn. 'Het werk is er enorm zwaar.' De FNV ontving enkele jaren geleden klachten over onderbetaling bij het bedrijf, maar kon toen geen wanpraktijken vaststellen. Eind februari namen de Polen die ontslagen waren contact met hem op. 'Hij had ook gelijk hun camping opgezegd', aldus Klijn. De Poolse krachten werkten er vaak al jaren, met nulurencontracten. 'Terwijl dat juridisch eigenlijk niet kan.' Poolse medewerkers zochten hun heil bij de FNV nadat Willy Selten hen eind februari pardoes de laan uit had gestuurd. Bron : Volkskrant
18. Ons geloof in de Vlaamse varkenshouderij staat buiten kijf Waar de varkensmarkt in onze buurlanden al jaren beheerst wordt door grote slachterijgroepen, lijkt nu ook in ons land een ware consolidatiebeweging aan de gang. Niet alleen is er de recente aankondiging van Covalis en Westvlees om samen te fusioneren in de Belgian Pork Group, eerder al besloten agrovoedingsgroep Vanden Avenne en slachthuis Noordvlees Van Gool om hun slachterijactiviteiten te bundelen. Hun voornemen om in de Antwerpse Kempen een groot nieuw varkensslachthuis te bouwen, bewijst dat ze – ondanks de crisis – een toekomst zien voor de varkenshouderij in Vlaanderen. “Ons geloof in de sector staat buiten kijf. Vlaanderen is nog steeds een regio met een goed werkende supply chain en met zeer performante en professionele varkenshouders die kwalitatieve varkens afleveren”, zeggen Patrick Vanden Avenne, gedelegeerd bestuurder van Vanden Avenne uit Ooigem en Dirk Nelen, CEO van slachthuis Noordvlees Van Gool uit Kalmthout. “We zijn er dan ook van overtuigd dat dit slachthuis zal zorgen voor een betere marktpositie, wat zich hoe dan ook gaat vertalen in een betere prijs voor de producent.” Vanden Avenne en Noordvlees Van Gool die samen een slachthuis opstarten. Dat verdient een woordje uitleg. Patrick Vanden Avenne: Een tijdje geleden stuitten zowel wijzelf als Noordvlees Van Gool op een gebrek aan uitbreiding van de slachtcapaciteit op onze huidige locatie. De Lokery, het slachthuis in Lokeren dat wij in 2010 overnamen van Dobbels Quality, bevindt zich in de dorpskern en kreeg geen vergunning voor uitbreiding. Noordvlees Van Gool had hetzelfde probleem in Kalmthout. We kenden elkaar uiteraard voordien al, maar na de eerste gesprekken werd snel duidelijk dat een nieuw gezamenlijk slachthuis een win-win betekende voor beide groepen. In Oevel, waar ons dochterbedrijf Bens gelegen is, vonden we de ideale terreinen voor het slachthuis dat de naam Sus Campiniae zal dragen. Dat is Latijn voor Kempens varken. Dirk Nelen: Van concurrentie is geen sprake. Wij werken perfect complementair en onze strategieën zijn niet concurrerend. Noordvlees verkoopt varkenskarkassen en Bens, onderdeel van Vanden Avenne, verwerkt karkassen tot halffabricaten. Door samen te werken kunnen we onze droom realiseren: een nieuw slachthuis dat onmiddellijk de schaalgrootte heeft om in de Europese liga van de groten mee te spelen. Wanneer moet het nieuwe slachthuis operationeel zijn? Vanden Avenne: De plannen zijn klaar en de aannemers wachten op ons signaal om aan de bouw te beginnen.
Ze hebben ons verzekerd dat het slachthuis er op één jaar zal staan: van de eerste spadesteek tot ingebruikname. Momenteel voorzien we midden 2016 operationeel te zijn, maar alles hangt af van hoe snel we onze milieuvergunning krijgen. De deputatie gaf onlangs groen licht, maar ondertussen is er weer beroep aangetekend. We hebben net zoals op onze huidige locaties af te rekenen met buurtprotest. Heeft de niet al te beste reputatie van onder meer slachthuis De Lokery daar iets mee te maken? Recent waren er veroordelingen voor inbreuken op de milieuvergunning en voor fraude. Vanden Avenne: Die ‘niet al te beste reputatie’ wil ik even nuanceren. De inbreuken op de milieuvergunning dateren allemaal van voor onze overname in 2010, toen De Lokery nog in handen was van de groep Dobbels. Zij kunnen dus moeilijk op ons conto geschreven worden. En dat zogenaamde fraudedossier gaat helemaal niet over fraude. De leveranciers van de varkens werden steeds correct betaald en geen enkele leverancier heeft zich burgerlijke partij gesteld in deze zaak of een schadevergoeding geëist. De
veroordeling is bovendien nog niet definitief, want de zaak moet nog in beroep voorkomen. De reputatie van het slachthuis en van Bens is in deze onberispelijk. Het buurtprotest bij de uitbreidingsplannen had dus niks te maken met deze zaken, maar alles met het fameuze ‘Not In My Backyard’-syndroom’. Hoewel gelegen op industriegrond, is het slachthuis omsloten door een woonwijk. Bij de overname van het slachthuis hebben wij onze groeiplannen duidelijk gecommuniceerd naar het stadsbestuur. Dat was meteen zeer enthousiast, maar na de verkiezingen van 2012 veranderde die houding onder druk van een beperkte groep omwonenden. Het was een strijd die we niet konden winnen, vandaar dat we onze plannen nu in Oevel willen realiseren. Waarom kiezen jullie voor Oevel? In Duitsland of andere Oost-Europese landen ligt de loonkost toch een stuk lager? Vanden Avenne: Wij blijven ook geloven in onze thuismarkt. Vlaanderen is nog steeds een regio met zeer performante en professionele varkenshouders die kwalitatieve varkens afleveren. In een straal van 300 km rond het bedrijf ligt een afzetmarkt die koopkrachtig is en naar kwaliteit vraagt. Bovendien werd de versnijderij van Bens pas in 1999 hier in Oevel gebouwd. Als we het slachthuis naast onze huidige site kunnen realiseren, sparen we heel wat transportkosten uit. Daarnaast heeft de site nog voordelen: een goede ontsluiting via de E313 met een afrit vlakbij en via het Albertkanaal en geen bebouwing in de nabije omgeving. Nelen: Voor ons is de ligging ideaal voor de export naar Duitsland en Polen. Uiteraard blijft loonkost een belangrijk gegeven, maar het nieuwe slachthuis zal de laagste arbeidstijd per geslacht varken realiseren in Europa. Loonkost wordt dus een relatief begrip in dit dossier. Al staat wel vast dat de loonkostenhandicap een blijvend nadeel is voor de Belgische vleesindustrie. De invoering van het minimumloon in Duitsland heeft dit probleem niet opgelost. De arbeidskost ligt er nog altijd de helft lager dan in ons land. Met dit slachthuis nemen jullie een plaats in de top tien van Europa in. Gaan jullie daardoor een betere prijs kunnen afdwingen op de markt? Nelen: Daar gaan we van uit. Enerzijds spelen er kostprijsvoordelen en anderzijds zorgt deze schaalgrootte voor een betere marktpositie. Dat moet zich uiteindelijk vertalen in een betere prijs voor de producent. Als we niet zouden geloven in een duurzame toekomst voor de varkenshouderij, zouden we met dit project nooit van start gaan. Jullie zien de varkensprijs dus positief evolueren? Vanden Avenne: Inderdaad. Ook op korte termijn lijkt een hogere varkensprijs geen utopie. Voor 2015 verwachten we een basisprijs Westvlees van 1,05 euro per kilo levend gewicht. Als we niet zouden geloven in een duurzame toekomst van de varkenshouderij in Vlaanderen, dan zouden wij nooit met dit project van start gaan. Ondanks de handicap van hogere mestafzetkosten blijft de Vlaamse varkenshouder kwalitatief en kostprijsmatig tot de Europese top behoren. Het zijn ook de gebieden met veel varkens in Europa – zoals Duitsland, België, Denemarken, Nederland en Spanje – waar geïnvesteerd wordt in de sector, dat de toekomst ligt. Neem nu Frankrijk waar de investeringen door de crisis de jongste jaren op een zeer laag pitje staan: dat land is aan het wegglijden tot een importland voor varkensvlees, stel je voor. Nelen: Wij kruisen wel onze vingers opdat het PED-virus de komende periode geen roet in het eten gooit. Als die ziekte leidt tot heel wat sterfgevallen op de bedrijven, dan zou het wel eens kunnen dat alle spelregels van vraag en aanbod tijdelijk oververhit geraken. Voor de rest verwachten we wel een gunstig effect van de stijging van de dollar op de afzetmogelijkheden voor ons vlees. En de export naar Rusland kan er alleen maar op vooruitgaan. Al blijft het een grote vraag wanneer die kan hernemen. Vanden Avenne: De importstop van Rusland die voor varkensvlees al eind januari vorig jaar inging (als
gevolg van de Afrikaanse varkenspest, nvdr), heeft ons inventief gemaakt. Voor de boycot was Bens de grootste Belgische leverancier in Rusland. Ondertussen hebben we voor het volume dat we verloren door sluiting van de Russische markt al nieuwe afzet gevonden in onder meer Korea en de Filippijnen. Dus eens Rusland opnieuw opengaat voor varkensvlees, zal de vraag plots de hoogte ingaan, met positieve gevolgen voor de prijs. Een lichter varken is een minder economisch varken dat bovendien niet marktconform is. In tussentijd moeten de varkenshouders het verder uitzweten. Hoe komt het dat voorstellen als een prijsindex of aanbodbeheersing geen ingang vinden in de sector? Nelen: Wij willen elke maatregel overwegen, maar het moet haalbaar zijn. Wij produceren nu eenmaal in een Europese context, want meer dan twee op drie varkenskarkassen worden uitgevoerd. Als je weet dat er in Duitsland jaarlijks 60 miljoen varkensslachtingen zijn tegenover 11 miljoen in België, dan hoeft het niet te verwonderen dat de Duitse spelers de prijs bepalen. Als er dus maatregelen getroffen worden, moet dit op Europees niveau gebeuren. Aan aanbodbeheersing door middel van het slachten van varkens met een lager gewicht, kunnen wij enkel meedoen als dit Europees geregeld wordt. Maar besef wel dat de slachtkost per kilo vlees stijgt wanneer een varken sneller geslacht wordt. Voor de varkenshouder weegt de biggenprijs veel zwaarder door bij een varken met minder gewicht. En naast een minder economisch varken hebben we ook een varken dat niet marktconform is. Onze klanten zijn immers geen vragende partij voor lichtere varkens. Vanden Avenne: De prijsindex is een maatregel die werkt voor de rundveesector omdat ons land geen netto-exporteur is voor rundvlees. Op vandaag wordt de prijs van het varken bepaald in Duitsland. Zo’n index zal daar niets aan veranderen. De schuldenlast stapelt zich op heel wat varkensbedrijven steeds verder op. Vooral bij veevoederfirma’s zouden heel wat varkenshouders uitstaande schulden hebben. Klopt dat, meneer Vanden Avenne? Vanden Avenne: Laat mij eerst en vooral benadrukken dat de grote meerderheid van de varkensbedrijven wél de afgesproken betalingstermijnen stipt blijft nakomen. Maar dat neemt niet weg dat de schuldenlast van sommige bedrijven ook voor mij een zorg is. Een veevoederfirma beschouwen als een bankier zonder waarborgen, is niet gezond. Voor ons niet en voor de varkenshouder niet. Vandaar dat we proberen om in samenspraak met de varkenshouder de gepaste maatregel te nemen van zodra zich betalingsproblemen voordoen. We stellen kredietlimieten in die rekening houden met de bedrijfsgrootte en de door ons maximaal toegestane termijn. Van zodra die limiet wordt overschreden, wordt niet meer geleverd. Ik weet dat er verhalen de ronde doen dat veevoederfirma’s grond van varkenshouders in beslag laten nemen om hun schulden af te lossen, maar dat zijn fabeltjes. Wij zijn geen grootgrondbezitters geworden. Bovendien is grond dood geld voor ons. We kunnen daar bedrijfsmatig niet mee weg. Ik vermoed dat de rechtstreekse integratie via de veevoederfabrikant rond de 25 procent ligt. Een ander verhaal dat je hoort, is dat van de integratie. Door de malaise in de sector zouden steeds meer varkensbedrijven in handen van integratoren komen? Vanden Avenne: Met integratie is niets mis. Zoals in vele andere takken van de landbouw – denk maar aan de industriegroenten – staat het de producent vrij om over zijn producten contractuele afspraken te maken. Soms zijn banken zelfs vragende partij voor afdekking via contracten bij grote investeringen. Een vleesvarkenshouder kan contractuele afspraken maken met een slachterij of met de leverancier van biggen of voeder. Ik vermoed dat de rechtstreekse integratie via de veevoederfabrikant rond de 25 procent ligt. Ik benadruk wel dat het om een aanvoelen gaat, correcte cijfers heb ik daar niet over. Voor onze groep kan ik wel concrete cijfers voorleggen: Bens wordt voor acht procent beleverd met varkens uit de Vanden Avenne-
integratie en voor ruim 30 procent uit de integratie van zeugenbedrijven. Het aantal vleesvarkensbedrijven dat onder contract ligt van Vlaamse of Nederlandse zeugen- of halfgesloten bedrijven is de laatste jaren wel fors opgelopen. Het lijkt mij ook een gezonde, toekomstgerichte vorm van produceren. Een zeugenbedrijf als kern met een aantal satelliet-vleesvarkensbedrijven is een goed model naar kwaliteit en efficiënt management. Die vorm van integratie waarbij je een soort van gesloten bedrijf maakt gespreid over verschillende locaties, zal nog groeien. Heeft de lage varkensprijs van de laatste jaren impact op jullie bedrijfsvoering? Vanden Avenne: Geef ons maar hoge varkensprijzen. Die situatie is veel gezonder, want de marges zijn veel zwakker bij lage dan bij hoge prijzen. Die laatste wijzen immers op schaarste en dan ben je als verkoper aan zet. Nelen: Neem nu de eerste drie weken van dit jaar. Die waren voor de slachthuizen barslecht. We hebben de dalende verkoopprijzen niet of niet volledig doorgerekend aan de producent en hebben dus behoorlijk wat verlies moeten slikken. Ook voor ons is de actuele trend van stijgende prijzen een goede zaak omdat de marges zo kunnen normaliseren.
Xavier Gellynck, professor aan de UGent, zei eerder in een interview met VILT dat het gebrek aan waardecreatie het grootste probleem is van onze landbouw. Varkens als karkas of in deelstukken exporteren levert inderdaad weinig toegevoegde waarde op. Nelen: Het verhaal is toch iets genuanceerder dan dat. De toegevoegde waarde van het varken heeft zich verplaatst naar het vijfde kwartier. Vooral de Aziaten zijn dol op wat bij ons als slachtafval wordt beschouwd. De edele delen worden relatief minder gevaloriseerd. Maar ook voor de karkasverkoop zijn er nog nieuwe markten met toegevoegde waarde te vinden, alleen liggen ze iets verder van huis. Om toegevoegde waarde te creëren, heb je bovendien niet alleen de opbrengstzijde. Ook aan de kostenzijde kan je werken, bijvoorbeeld door in een efficiënter slachthuis te investeren. Het ontbreekt ons vaak aan politieke druk om nieuwe markten open te krijgen. Kweken we wel het juiste varken? Kunnen we met “onze hoogwaardige bulkproductie” concurreren met de wereldmarkt? Patrick Vanden Avenne: Marcel Laeremans, CEO van Bens, zegt soms voor de grap dat hij het liefst varkens met twee koppen en acht poten zou hebben (lacht). We zien wel dat er op onze thuismarkt een beweging op gang komt om een meer gedifferentieerd aanbod van een ‘beter’ varken te krijgen, met varkensvlees dat gezonder, duurzamer en smakelijker is. Dat is een opportuniteit waar onze sector moet op inspelen. Maar we moeten daar eerlijk in zijn, zoiets blijft een niche. In de lokale markt zit ook geen groei. Nelen: De uitdaging blijft dus om met onze hoogwaardige bulkproductie een wereldspeler te blijven. We zijn daar helemaal niet kansloos, integendeel. We hebben een goed vermarktbaar varken. We moeten als Vlamingen dus geen minderwaardigheidscomplex hebben. Maar het ontbreekt ons vaak aan politieke druk om markten open te krijgen voor Belgische producten. België wordt op vlak van voedselveiligheid en traceerbaarheid als top beschouwd, maar toch levert ons dat te weinig toegang op tot nieuwe markten. Je zal zien, eens de Russische markten een opening vertonen voor Europees varkensvlees zullen de Nederlanders en de Duitsers de eersten zijn om de export te vervatten. Wij zullen weer achterop hinken. In dat kader zijn handelsmissies en diplomatieke onderhandelingen onontbeerlijk.
De varkenskolom heeft veel potentieel op vlak van rendabiliteit, voor alle schakels. Hoe ziet de varkenskolom er volgens jullie over pakweg 20 jaar uit? Vanden Avenne: Ik verwacht dat we tot een geprofessionaliseerd samenspel tussen de verschillende schakels in de varkenskolom zullen komen. De schaalvergroting zal zich in heel de keten verder zetten. Zowel het aantal varkenshouders, het aantal toeleveranciers als het aantal afnemers van varkens zal dalen en de professionalisering zal toenemen. De recent aangekondigde fusie tussen Covalis en Westvlees ligt dan ook in de lijn van de verwachtingen. Bedrijven hebben voldoende schaal nodig om competitief te zijn op Europees en wereldniveau. Dat was ook onze logica toen we tot samenwerking besloten. Daarnaast verwacht ik ook in de vleeswarenproductie nog een kleine aardverschuiving. Heel wat kleinere spelers zullen stoppen. Maar ik wil wel één ding duidelijk stellen: minder varkenshouders betekent niet minder varkens. Meer nog, over 20 jaar zie ik ons per zeugenplaats meer kilo’s varkensvlees realiseren. Nelen: De overblijvers in de keten zullen op een meer gelijkwaardige manier met elkaar in contact treden. Daarmee bedoel ik niet dat integratie de toekomst is, maar wel een model van contractuele afspraken tussen onafhankelijke schakels in de varkenskolom waarbij iedere schakel aan zijn trekken komt omdat hij onmisbaar en groot genoeg is om respect af te dwingen van de partners in de kolom. De varkenskolom heeft veel potentieel op vlak van rendabiliteit, voor alle schakels. En de concentratiebewegingen zullen er ook voor zorgen dat de opening van nieuwe markten sneller wordt gerealiseerd. Vanden Avenne: Consolidatie en schaalvergroting hoeft dus geen slecht nieuws te zijn voor de varkenshouders. Uiteraard zullen er minder afnemers van hun varkens zijn, maar het zullen wel degelijke bedrijven zijn die kunnen overleven in een mondiale markt. En het zijn nog altijd Belgische kopers, dat is onmiskenbaar beter dan afhankelijk te zijn van Duitse, Nederlandse of Deense spelers. Bron: Vlaams infocentrum land-en tuinbouw