Bevorderingsregels schooljaar 2014/2015 (Vastgesteld in de MR-vergadering van 21112011, aangevuld in MR-vergadering 22102012, aangevuld in MR-vergadering 22092014)
Inhoudsopgave Bevorderingsregels 1. Algemeen onderbouw
pagina 2
2. Leerjaar 1
pagina 2
3. Leerjaar 2 Vmbo-t
pagina 5
4. Leerjaar 2 Havo
pagina 6
5. Havo/Vwo 2
pagina 6
6. Leerjaar 2 Vwo
pagina 8
7. Leerjaar 3 Vmbo-t
pagina 8
8. Leerjaar 3 Havo
pagina 10
9. Leerjaar 3 Vwo
pagina 12
10. Leerjaren 2e fase
pagina 14
Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 1
1. Algemeen onderbouw Eventuele verliespunten moeten gecompenseerd worden door compensatiepunten. In de onderbouw geldt een gesommeerde verlies- en een gesommeerde compensatiepuntenregeling. Een 5,8 bijvoorbeeld is 0,2 verliespunt en een 6,4 bijvoorbeeld is 0,4 compensatiepunt.
2. Normen voor overgang van leerjaar 1 naar leerjaar 2
Om voor bevordering in aanmerking te komen, moeten alle relevante opdrachten uitgevoerd zijn die horen bij de verschillende onderdelen van het programma van dit leerjaar. Voor de vakken Ne, Fa, En, gs, ak, wi, bi, lv, tn wordt in de T/H brugklassen en in de H/V brugklassen op 2 niveaus gecijferd. Bij de beoordeling van het rapport wordt dan ook in eerste instantie gekeken naar het hoge niveau. Als de leerling hierbij niet bevorderd kan worden of in de bespreking kan komen, wordt vervolgens gekeken naar de cijfers op het lage niveau. Voor de beoordeling van het hoogste niveau in de T/H en de H/V brugklassen geldt de volgende norm: 1. Sommeer de onafgeronde cijfers voor de vakken Ne, Fa, En, gs, ak, wi, bi, lv, tn Is de som van de cijfers 58,0 of meer dan is de leerling bevorderd naar het hoogste niveau Is de som van de cijfers lager dan 58,0, maar 53,0 of hoger dan wordt de leerling besproken Is de som van de cijfers 52,9 of minder dan is de leerling niet bevorderd. 2. Is het aantal verliespunten in deze vakken meer dan 2,01 dan valt de leerling in de bespreekmarge. 3. Is het aantal verliespunten bij de vakken Ne, En, wi 1,1 of meer, dan valt de leerling ook in de bespreekmarge. 4. Is het aantal verliespunten in de vakken mu, te, ha, lo, if meer dan 1,0 dan valt de leerling eveneens in de bespreekmarge.
De uitkomst van een leerling in de bespreekmarge kan zijn dat de leerling bevorderd wordt ofwel dat de leerling doorstroomt naar een lager niveau.
Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 2
Voor de vwo-brugklassen en de Vmbo-t brugklassen en voor de beoordeling van het laagste niveau in de T/H en H/V brugklassen geldt de volgende norm: Voor de vakken Ne, Fa, En, gs, ak, wi, bi, lv, tn geldt dat tegenover elk verliespunt een compensatiepunt moet staan (de lijst moet gemiddeld dus 6,0 zijn) een leerling bevorderd is (voor de T/H en de H/V brugklassen geldt dan bevordering naar het laagste niveau) indien het aantal verliespunten maximaal 2,0 bedraagt een leerling valt in de bespreekmarge wanneer hij: a. 2,1 t/m 4,0 verliespunten heeft. b. Is het aantal verliespunten bij de vakken Ne, En, wi 1,1 of meer, dan valt de leerling in de bespreekmarge. c.
Is het aantal verliespunten in de vakken mu, te, ha, lo, if meer dan 1,0 dan valt de leerling eveneens in de bespreekmarge.
De uitkomst van een leerling in de bespreekmarge kan zijn dat de leerling bevorderd wordt ofwel dat de leerling doorstroomt naar een lager niveau.
Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 3
In aanvulling op de beschreven overgangsnormen wordt voor de tto-leerlingen in leerjaar 1, 2, 3 de volgende rubric gehanteerd: Rubric Bilingual Attitude Points:
0
1
2
3
4
A:
Speaks too little
Speaks English
Mostly speaks
Always speaks
Always speaks
Private
to be assessed.
when asked to,
English to the
English to the
to the teacher in
interaction with
but otherwise
teacher, but not
teacher in class,
English, both in
teacher
Dutch.
outside the
mostly outside the
and outside the
class.
class.
class.
B:
Speaks too little
Finds it hard to
Tries to speak in
Student only
Consistently and
Questions and
to be assessed.
speak English in
English, but isn’t
occasionally
confidently
answers during
public.
very confident in
lapses into Dutch,
speaks English.
lesson
Announces in
doing that.
but speaks
English when
Switches to
English
switching to
Dutch for some
confidently.
Dutch.
words while answering in English.
C:
Speaks too little
Speaks English
Makes an effort
Mostly speaks
Consistently and
Group work and
to be assessed.
when asked to.
to speak English
English.
confidently
social
Switches to
but does need
Encourages and
speaks English.
interaction with
English when
occasional
assists others to
Encourages and
classmates
teacher
reminding.
speak English, for
assists others to
approaches.
Answers in the
example by
speak English,
Consistently slips
language of the
always answering
for example by
back to speaking
question.
in English.
always
Dutch.
answering in English.
Mark:
Goed (G)
Voldoende (V)
Onvoldoende (O)
Year 1
9 – 12 points
5 – 8 points
< 5 points
Year 2
10 – 12 points
8 – 9 points
< 8 points
Year 3
11 – 12 points
9 – 10 points
< 9 points
Bij 3 vakken onvoldoende:
leerling valt in de bespreekmarge voor verdere deelname aan tto
Bij 4 of meer vakken onvoldoende :
uitgesloten van verdere deelname aan tto
Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 4
3. Normen voor overgang van leerjaar 2 Vmbo-t naar 3 Vmbo-t Om voor bevordering in aanmerking te komen, moeten alle relevante opdrachten uitgevoerd zijn die horen bij de verschillende onderdelen van het programma van dit leerjaar. Handelingsdeel LOB: de leerling dient voldaan te hebben aan de vereisten betreffende het aanleggen en uitvoeren van handelingen in het kader van het LOB-portfolio. Op de vakken Ne – Fa – Du – En – gs – ak – wi – na – bi – ec – lv - tn wordt de volgende norm toegepast: tegenover elk verliespunt moet een compensatiepunt staan (de lijst moet gemiddeld dus 6,0 zijn) een leerling is bevorderd indien het aantal verliespunten maximaal 2,0 bedraagt een leerling valt in de bespreekmarge wanneer hij a
2,1 t/m 4,0 verliespunten heeft, waarbij de uitkomst kan zijn dat de leerling bevorderd wordt, ofwel dat de leerling moet doubleren ofwel dat de leerling doorstroomt naar een lager niveau.
of b
4,1 t/m 5,0 verliespunten: waarbij de inzet is: doubleren of doorstromen naar een lager niveau tenzij er argumenten zijn om anders te beslissen
of c
1,1 of meer verliespunten bij de vakken Ne, En, wi heeft
of d
2,0 of meer verliespunten heeft voor de vakken te – ha - mu – lo
In alle andere gevallen is de leerling afgewezen en beslist de vergadering of de leerling doorstroomt naar een lager niveau of dat de leerling doubleert
Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 5
4. Normen voor overgang van leerjaar 2 Havo naar 3 Havo Om voor bevordering in aanmerking te komen, moeten alle relevante opdrachten uitgevoerd zijn die horen bij de verschillende onderdelen van het programma van dit leerjaar.
Op de vakken Ne – Fa – Du – En – gs – ak - wi – na – bi – tn - lv wordt de volgende norm toegepast: tegenover elk verliespunt moet een compensatiepunt staan (de lijst moet gemiddeld dus 6,0 zijn) een leerling is bevorderd indien het aantal verliespunten maximaal 2,0 bedraagt een leerling valt in de bespreekmarge wanneer hij a. 2,1 t/m 4,0 verliespunten heeft, waarbij de uitkomst kan zijn dat de leerling bevorderd wordt, ofwel dat de leerling moet doubleren ofwel dat de leerling doorstroomt naar een lager niveau. of b. het aantal verliespunten bij de vakken Ne, En, wi 1,1 t/m 2,0 bedraagt, of c.
2,0 of meer verliespunten heeft voor de vakken te – ha - mu – lo.
5. Normen voor overgang van brugklas Havo/Vwo 2 naar Vwo 3 en Havo 3
Voor de vakken Ne, Fa, Du, En, gs, ak, wi, na, bi, lv, tn wordt op 2 niveaus gecijferd. Bij de beoordeling van het rapport wordt dan ook in eerste instantie gekeken naar het hoge (Vwo) niveau. Als de leerling hierbij niet bevorderd kan worden of in de bespreking kan komen, wordt vervolgens gekeken naar de cijfers op het lage (Havo) niveau. Voor de beoordeling van het hoge niveau geldt de volgende norm: 5. Tel de onafgeronde cijfers voor de vakken Ne, Fa, Du, En, gs, ak, wi, na, bi, lv, tn op. Bij leerlingen die klassieke talen hebben vervalt tn en komt kt er voor in de plaats. Is de som der cijfers 71,0 of meer dan is de leerling bevorderd
Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 6
Is de som der cijfers lager dan 71,0, maar 66,0 of hoger dan wordt de leerling besproken Is de som der cijfers 65,9 of minder dan is de leerling niet bevorderd 6. Is het aantal verliespunten in deze vakken meer dan 2,0 dan wordt de leerling in bespreking gebracht. Leerlingen met klassieke talen worden bij meer dan 3,0 verliespunten in bespreking gebracht. 7. Is het aantal verliespunten bij de vakken Ne, En, wi 1,0 of meer, dan wordt de leerling ook in bespreking gebracht. 8. Is het aantal verliespunten in de vakken mu, te, ha, lo, meer dan 1,0 wordt de leerling eveneens in bespreking gebracht.
Voor de beoordeling van het lage niveau geldt de volgende norm: Voor de vakken Ne, Fa, Du, En, gs, ak, wi, na, bi, lv, tn geldt dat 1. tegenover elk verliespunt een compensatiepunt moet staan (de lijst moet gemiddeld dus 6,0 zijn); 2. een leerling bevorderd is indien het aantal verliespunten maximaal 2,0 bedraagt; 3. een leerling wordt besproken wanneer hij d. 2,1 t/m 4,0 verliespunten heeft, waarbij de uitkomst kan zijn dat de leerling bevorderd wordt ofwel dat de leerling doorstroomt naar een lager niveau ofwel dat de leerling doubleert. e. Is het aantal verliespunten bij de vakken Ne, En, wi 1,0 of meer, dan wordt de leerling ook in bespreking gebracht. f.
Is het aantal verliespunten in de vakken mu, te, ha, lo, meer dan 1,0 wordt de leerling eveneens in bespreking gebracht.
Voor beide niveaus geldt dat leerlingen ook moeten voldoen aan de TTO attitude rubric en de daarbij geldende normen. In alle andere gevallen is de leerling afgewezen en beslist de vergadering of de leerling doorstroomt naar een lager niveau of dat de leerling mag doubleren.
Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 7
6. Normen voor overgang van leerjaar 2 Vwo naar 3 Vwo Om voor bevordering in aanmerking te komen, moeten alle relevante opdrachten uitgevoerd zijn die horen bij de verschillende onderdelen van het programma van dit leerjaar.
Op de vakken Ne – Fa – Du – En – gs – ak - wi – na – bi – lv – tn – kt (indien van toepassing) tegenover elk verliespunt moet een compensatiepunt staan (de lijst moet gemiddeld dus 6,0 zijn) een leerling is bevorderd indien het aantal verliespunten maximaal 2,0 bedraagt een leerling valt in de bespreekmarge wanneer hij a. 2,1 t/m 4,0 verliespunten heeft, waarbij de uitkomst kan zijn dat de leerling bevorderd wordt, ofwel dat de leerling moet doubleren ofwel dat de leerling doorstroomt naar een lager niveau. of b. het aantal verliespunten bij de vakken Ne, En, wi 1,1 t/m 2,0 bedraagt, of c.
2,0 of meer verliespunten heeft voor de vakken te – ha - mu – lo.
In alle andere gevallen is de leerling afgewezen en beslist de vergadering of de leerling doorstroomt naar een lager niveau of dat de leerling mag of moet doubleren.
NB De leerling die de klassieke talen volgt, mag een verliespunt (0,1 t/m 1,0) meer hebben (tenzij dit extra verliespunt bij de vakken Ne, En, wi voorkomt, dan komt deze leerling alsnog in bespreking).
7. Normen voor overgang van Vmbo-t 3 naar Vmbo-t 4 Om voor bevordering in aanmerking te komen moeten onderdelen van het schoolexamen afgerond zijn en/of moeten voor voldaan in aanmerking komen en/of voldoende zijn beoordeeld. Eerst kijken we naar: A. De rapportcijfers Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 8
Op de vakken Ne – Fa – Du – En – gs – ak – wi - nask1 - nask2 – bi – ec - lv wordt de volgende norm toegepast: tegenover elk verliespunt moet een compensatiepunt staan (de lijst moet gemiddeld dus 6,0 zijn) . De leerling moet een voldoende hebben voor:
ckv
Bedrijfsstages
Handelingsdeel LOB: de leerling dient voldaan te hebben aan de vereisten betreffende het aanleggen en uitvoeren van handelingen in het kader van het LOB-portfolio.
een leerling is bevorderd indien het aantal verliespunten maximaal 2,0 bedraagt een leerling valt in de bespreekmarge wanneer hij a. 2,1 t/m 4,0 verliespunten heeft of b. 4,1 t/m 5,0 verliespunten: waarbij de inzet is: doubleren tenzij er argumenten zijn om anders te beslissen of c.
1,1 of meer verliespunten bij de vakken Ne, En, wi heeft
of d. indien het aantal verliespunten in de niet examenvakken (expressievakken en lo) meer dan 1,0 bedraagt. In alle andere gevallen is de leerling afgewezen Wanneer de leerling aan de onder a. gestelde normen heeft voldaan dan is het volgende van toepassing:
Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 9
B. Schoolexamencijfers a. Het se-0 cijfer van de eindexamenvakken die de leerling in zijn pakket opneemt moet gemiddeld ≥ 5,5 zijn b. Examennorm bij de eindexamenvakken die de leerling in zijn pakket opneemt: Bevorderd:
maximaal één 5 en de andere vakken ≥ 6.
Bespreking:
maximaal één 4 óf twee vijven en minstens één compensatiepunt.
Niet bevorderd:
in alle andere gevallen.
N.B.1 Indien een leerling aan één van beide criteria a en b niet voldoet, dan wordt gekeken of de leerling door een andere sectorkeuze alsnog bevorderd kan worden. N.B.2 Een leerling mag alleen 7 vakken kiezen als in die 7 vakken maximaal één vijf voorkomt en verder geen cijfers lager dan 5.
8. Normen voor overgang van Havo 3 naar Havo 4 Om voor bevordering in aanmerking te komen, moeten alle relevante opdrachten uitgevoerd zijn die horen bij de verschillende onderdelen van het programma van dit leerjaar. A
Op de onafgeronde cijfers voor de vakken Ne – Fa – Du – En – gs – ak – wi – na – sk – ec – lv wordt de volgende norm toegepast
tegenover elk verliespunt moet een compensatiepunt staan
een leerling is bevorderd indien hij ten hoogste 2,0 verliespunten heeft en deze niet voorkomen bij de (combinatie van de) vakken Ne, En en wi.
een leerling valt in de bespreekmarge bij 1,1 t/m 2,0 verliespunten voor de (combinatie van de) vakken Ne, En en wi of 2,1 t/m 4,0 verliespunten tenzij deze 2,0 t/m 4,0 verliespunten voorkomen bij de (combinatie van de) vakken Ne, En en wi (in dat geval is de leerling niet bevorderbaar), of
Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 10
4,1 t/m 5,0 verliespunten: waarbij de inzet is: doubleren of doorstromen naar een lager niveau tenzij er argumenten zijn om anders te beslissen en/of 2,0 of meer verliespunten heeft voor de vakken te – ha – lo.
In alle andere gevallen is de leerling afgewezen en ontvangt hij/zij een besluit of een advies m.b.t. het vervolg. De docentenvergadering beslist of een leerling mag of moet doubleren of dat de leerling doorstroomt naar een lager niveau. Als de leerling aan de onder A gestelde norm heeft voldaan dan is het volgende van toepassing: B
Voor elk van de 4 profielen geldt, dat ze slechts dan gekozen kunnen worden, indien het gemiddelde van de profielvakken en Ne en En en wi (dit laatste vak indien van toepassing) 6,0 of hoger is. Daarnaast geldt dat de leerling voor de profielvakken maximaal 1 onvoldoende (cijfer lager dan 6,0) heeft, niet lager dan 5,0. Een leerling die 1 onvoldoende in een gewenst profielvak heeft tussen 4,5 en 5,0, valt in de bespreekmarge.
C
Daarnaast worden met betrekking tot de profielkeuze de volgende eisen gesteld:
Aan de hand van uitgebreide advisering verdienen leerlingen in de loop van het derde leerjaar het recht op doorstromen naar bepaalde profielen. Dit recht komt tot stand op basis van de adviezen van elk van de vakdocenten en wordt uiteindelijk vastgesteld door de docenten van de te kiezen vakken in ieder profiel. Een leerling die voor de gekozen vakken de combinatie onvoldoende en twijfel, dan wel twee maal twijfel krijgt, komt in bespreking. De overgangsvergadering besluit of deze leerling het betreffende profiel mag volgen. Procedure: 1. In december: eerste advies 2. In maart/april: definitieve advies In uitzonderingsgevallen kan het voorkomen dat een advies nog bijgesteld wordt aan het einde van het schooljaar, voorafgaand aan de overgangsvergadering.
Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 11
D
Handelingsdeel LOB: de leerling dient voldaan te hebben aan de vereisten betreffende het
aanleggen en uitvoeren van handelingen in het kader van het LOB-portfolio.
E
Leerlingen die wiskunde B in hun pakket wensen, dienen in periode 4 van het derde leerjaar de wiskunde B-variant te hebben gevolgd. Bij hen telt het wiskunde B cijfer voor de overgang. Mocht een leerling niet bevorderd kunnen worden op grond van dit cijfer, dan wordt het wiskunde A-cijfer toegepast. Het is dan echter niet mogelijk om wiskunde B in Havo 4 te volgen. Leerlingen die in periode 4 van het derde leerjaar de wiskunde A variant volgen zijn
uitgesloten voor het volgen van wiskunde B in Havo 4. F
Voor de bevordering van leerlingen van tweetalig Havo 3 naar tweetalig Havo 4 gelden twee
additionele normen: a. de leerling dient in het derde leerjaar het B2-niveau Engels te hebben gehaald (zoals vastgesteld door middel van een externe toets; deze toets mag worden herkanst); b. de leerling dient voldaan te hebben aan de kwalificaties van het vak global perspectives in Havo 3.
9. Normen voor overgang van Vwo 3 naar Vwo 4 Om voor bevordering in aanmerking te komen, moeten alle relevante opdrachten uitgevoerd zijn die horen bij de verschillende onderdelen van het programma van dit leerjaar. A.
Op de onafgeronde cijfers voor vakken Ne – Gr - La - Fa – Du – En – gs – ak – wi – na – sk – ec – lv wordt de volgende norm toegepast
tegenover elk verliespunt moet een compensatiepunt staan
een leerling is bevorderd indien hij ten hoogste 2,0 verliespunten heeft en deze niet voorkomen bij de (combinatie van de) vakken Nederlands, Engels en wiskunde.
een leerling valt in de bespreekmarge bij 1,1 t/m 2,0 verliespunten voor de (combinatie van de) vakken Ne, En en wi en/of
2,0 t/m 4,0 verliespunten
tenzij deze 2,0 t/m 4,0 verliespunten voorkomen bij de (combinatie van de) vakken Ne, En en wi (in dat geval is de leerling niet bevorderbaar),
4,1 t/m 5,0 verliespunten:
waarbij de inzet is: doubleren of doorstromen naar een lager niveau tenzij er argumenten zijn om anders te beslissen Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 12
en/of 2,0 of meer verliespunten heeft voor de vakken te – lo. In alle andere gevallen is de leerling afgewezen en krijgt een besluit of een advies m.b.t. het vervolg. De docentenvergadering beslist of een leerling mag of moet doubleren of dat de leerling doorstroomt naar een lager niveau.
De leerling die de Klassieke Talen volgt, mag 1,0 verliespunt extra hebben, tenzij deze 0,1 t/m 1,0 verliespunt bij de vakken Ne, En, wi voorkomt. Indien de leerling op grond van hetgeen onder A is gesteld in aanmerking komt voor bevordering, wordt gekeken naar de profielkeuze. Daarbij hanteren we de volgende regels:
B
Voor elk van de 4 profielen geldt, dat ze slechts dan gekozen kunnen worden, indien het gemiddelde van de profielvakken en Ne, En, wi 6,0 of hoger is. Daarnaast geldt dat de leerling voor deze vakken maximaal 1 onvoldoende (cijfer lager dan 6,0) heeft niet lager dan 5,0. Een leerling die 1 onvoldoende voor een gewenst profielvak heeft tussen 4,5 en 5,0, valt in de bespreekmarge.
C
Daarnaast worden met betrekking tot de profielkeuze de volgende eisen gesteld:
Aan de hand van uitgebreide advisering verdienen leerlingen in de loop van het derde leerjaar het recht op doorstromen naar bepaalde profielen. Dit recht komt tot stand op basis van de adviezen van elk der vakdocenten en wordt uiteindelijk vastgesteld door de docenten van de te kiezenvakken in ieder profiel. Een leerling die voor de gekozen vakken de combinatie onvoldoende en twijfel, dan wel twee maal twijfel krijgt, komt in bespreking. De overgangsvergadering besluit of deze leerling het betreffende profiel mag volgen. Procedure: 1. In december: eerste advies 2. In maart/april: definitieve advies In uitzonderingsgevallen kan het voorkomen dat een advies nog bijgesteld wordt aan het einde van het schooljaar, voorafgaand aan de overgangsvergadering.
D
Handelingsdeel LOB: de leerling dient voldaan te hebben aan de vereisten betreffende het
aanleggen en uitvoeren van handelingen in het kader van het LOB-portfolio. Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 13
E
Leerlingen die wiskunde B in hun pakket wensen, dienen in periode 4 van het derde leerjaar de wiskunde B-variant te hebben gevolgd. Bij hen telt het wiskunde B cijfer voor de overgang. Mocht een niet bevorderd kunnen worden op grond van dit cijfer, dan wordt het wiskunde Acijfer toegepast. Het is dan echter niet mogelijk om wiskunde B in Vwo 4 te volgen. Leerlingen die in periode 4 van het derde leerjaar de wiskunde A variant volgen zijn
uitgesloten voor het volgen van wiskunde B in Vwo 4. F
Voor de bevordering van leerlingen van tweetalig Vwo 3 naar tweetalig Vwo 4 geldt een
additionele norm: - de leerling dient in het derde leerjaar het B2-niveau Engels te hebben gehaald (zoals vastgesteld door middel van een externe toets; deze toets mag worden herkanst).
10. Bevordering vanuit het vierde leerjaar Havo, het vierde en vijfde leerjaar Vwo Algemeen Voor de leerlingen uit Havo 4, Vwo 4 en Vwo 5 geldt een bevorderingsnorm die afgeleid is van de “slaag/zaknorm” van het eindexamen. De bevorderingsnorm wordt toegepast op de cijfers zoals deze op het rapport aan het einde van het schooljaar voorkomen. Om voor bevordering in aanmerking te komen moet het examendossier aan het einde van het schooljaar compleet zijn, dan wel moeten alle opdrachten zijn afgerond en ingeleverd.
Het combinatiecijfer De cijfers van vakken die deel uitmaken van het combinatiecijfer, komen ook als apart cijfer op het rapport. Bij de bepaling van de uitslag (bevorderd/niet bevorderd) wordt gerekend met het combinatiecijfer. Het combinatiecijfer wordt voor het Vwo samengesteld uit de cijfers van de vakken anw, lv en ml, door de afgeronde cijfers te middelen. Voor het havo in het vierde leerjaar zijn lv en ml onderdeel van het combinatiecijfer. Voor bevordering geldt, zoals de wet ook voorschrijft bij de “slaag/zaknorm”, het eindcijfer 4 als de ondergrens van afzonderlijke vakken.
Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 14
De vakken waarop de bevorderingsnorm wordt toegepast zijn De vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, de vakken van het profieldeel van één van de profielen, en tenminste één vak van het vrije deel van elk profiel.
Bevorderingsnorm Havo 4, Vwo 4 en Vwo 5: De leerling is bevorderd indien voor al zijn vakken:
het cijfer 6 of hoger is behaald;
maximaal één 5 is behaald en voor de overige vakken het cijfer 6 of hoger;
maximaal één 4 is behaald en voor de overige vakken het cijfer 6 of hoger, en het gemiddelde van alle cijfers tenminste 6,0 is;
maximaal twee keer 5, dan wel één keer 4 en één keer 5 is behaald en voor de overige vakken het cijfer 6 of hoger, en het gemiddelde van alle cijfers tenminste 6,0 is;
Bovendien kan een leerling pas bevorderd worden, indien:
voor de vakken ckv en lo “voldoende” of “goed” is behaald;
voor geen van de vakken het cijfer lager is dan 4. Dit geldt ook voor de afzonderlijke vakken
én
die samen het combinatiecijfer vormen. én
slechts voor één van de vakken Ne, En en wi (indien van toepassing) een onvoldoende cijfer behaald is, niet lager dan een 5.
én
Handelingsdeel LOB: de leerling dient voldaan te hebben aan de vereisten betreffende het aanleggen en uitvoeren van handelingen in het kader van het LOB-portfolio.
De leerling is in alle andere gevallen niet bevorderd, tenzij zijn/haar cijferlijst binnen de bespreekmarge valt én er vervolgens tijdens de leerlingenbespreking voldoende argumenten zijn om deze leerling alsnog te bevorderen.
Bespreekmarge: Een leerling die niet aan de slaag/zaknorm voldoet valt in de bespreekmarge indien de leerling op zijn/haar cijferlijst: Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 15
-
één verliespunt teveel heeft; óf
-
één compensatiepunt te weinig heeft; óf
-
een ‘onvoldoende’ als beoordeling heeft voor ckv of lo of de MaS.
Bevorderingsnormen schooljaar 2014/2015, pagina 16