Handleiding Studieloopbaanbegeleiding ECMA Commerciële Economie International Business and Languages
Jaar 1 2014/2015
1
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ............................................................................................................................... 3
2.
Studieloopbaanbegeleiding ................................................................................................ 4
2.1 De competentie ‘zelfsturing ........................................................................................ 4 2.2 Doelen slb leerjaar 1 ................................................................................................... 4 2.3 De studieloopbaanbegeleider ..................................................................................... 5 2.4 De studieadviseur ........................................................................................................ 5 2.5 De decaan .................................................................................................................... 5 3. Jaaroverzicht studieloopbaanbegeleiding jaar 1 ................................................................ 7 3.1 Periode 1: ‘Informeren en motiveren’......................................................................... 7 3.2 Periode 2: ‘Oriënteren en ontwikkelen’ ...................................................................... 7 4. Toetsing slb jaar 1 ............................................................................................................... 9 5.
Het voortgangsplan ........................................................................................................... 10
6.
Het portfolio...................................................................................................................... 11
7.
Het assessment ................................................................................................................. 12
Bijlage 1 Het leerlijnenmodel en competenties ...................................................................... 13 Bijlage 2 Zelfsturende competentie ........................................................................................ 15 Bijlage 3 Beoordelingsformulier portfolio ............................................................................... 16 Bijlage 4 Inhoud (minimaal) portfolio ..................................................................................... 17 Bijlage 5 Inhoud slb-gesprekken.............................................................................................. 26 Bijlage 6 Beoordelingsformulier assessment .......................................................................... 27 Bijlage 7 Feedbackformulier slb-gesprek ................................................................................. 28
2
1. Inleiding Voor je ligt de handleiding voor studieloopbaanbegeleiding van jaar 1. Binnen elke opleiding zijn er verschillende keuzes die je de komende jaren moet maken: past deze opleiding bij mij, welke kant wil ik uiteindelijk op, waar wil ik stagelopen, welke minoren kies ik? Wat vind ik leuk en wat past goed bij mij? Wat zijn mijn talenten? Dit zijn enkele vragen die thuishoren bij studieloopbaanbegeleiding (slb).Daarnaast wordt er ook gekeken naar zaken die wellicht wat dichter bij huis zijn: hoe kan ik het studeren aanpakken of hoe kan ik beter mijn studie plannen? Deze onderdelen worden onder andere besproken tijdens de lessen slb en in gesprekken met jouw persoonlijke studieloopbaanbegeleider (slb’er). In deze handleiding kun je antwoorden vinden op de vragen wat studieloopbaanbegeleiding precies inhoudt, wat de rol is van jouw studieloopbaanbegeleider en wat er dit jaar van jou wordt verwacht bij studieloopbaanbegeleiding. In de bijlagen wordt uitgelegd hoe studieloopbaanbegeleiding past in het onderwijssysteem van de NHL Hogeschool en welke competenties bij jouw opleiding horen. Daarnaast vind je een lijst met slb’ers van jouw opleiding en de beoordelingsformulieren van het portfolio en het assessment. De lessen studieloopbaanbegeleiding zijn verplicht, mocht je onverhoopt niet aanwezig kunnen zijn dan dien je van te voren contact op te nemen met je studieloopbaanbegeleider. Naast deze handleiding en de blackboardcourse van jaar 1 heb je het boek Talentenwijzer nodig, auteur Djoerd Hiemstra (ISBN 9789059317444) Mocht je na het lezen van deze handleiding nog vragen hebben, dan kun je contact opnemen met je slb’er. Voor nu wensen wij je heel veel succes en plezier toe met je studie!
De studieloopbaanbegeleiders
3
2. Studieloopbaanbegeleiding De docenten van de opleidingen van het instituut ECMA vinden het belangrijk dat jij zelf de regie over jouw studie in handen neemt. We verwachten van je dat je je tijdens de studie een steeds duidelijker beeld gaat vormen van het beroep dat je zou willen uitoefenen en dat je gemotiveerd bent om echt goed te worden in je toekomstige beroep. Daarbij hoort investeren in je eigen ontwikkeling. 2.1 De competentie ‘zelfsturing Bij slb staat de zelfsturende competentie centraal. Deze is als volgt geformuleerd: “De student is in staat als professional te handelen”. De uitwerking op drie niveaus vind je op Bb. Aan het eind van het schooljaar toon je aan dat je de competentie zelfsturing op niveau 1 hebt gehaald. Niveau 1 staat voor: De student neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen studie en heeft een goede studiehouding. Hierbij horen de volgende indicatoren: de student: • ontwikkelt een helder beroepsbeeld • maakt gemotiveerde studiekeuzes • reflecteert op behaalde en niet-behaalde leerdoelen • bezit studievaardigheden, organiseert en plant zijn studie • is zelfbewust en ontwikkelt een realistisch zelfbeeld In jaar 2 toon je aan dat je de zelfsturende competentie op niveau 2 hebt behaald en in jaar 3 en 4 staat niveau 3 centraal. 2.2 Doelen slb leerjaar 1 Tijdens het eerste leerjaar volg je lessen en maak je een portfolio. Zelfsturing is daarbij de rode draad. De doelen van slb leerjaar 1 zijn: 1. Ik heb goed contact met mijn slb’er (ik zie hem als vraagbaak en begeleider) 2. Ik heb goed zicht op de opleiding, de competenties en mijn resultaten 3. Ik heb een realistisch beeld van mogelijke toekomstige beroepen 4. Ik heb zicht op mijn talenten en weet wat mij motiveert 5. Ik weet hoe ik moet plannen en studeren 6. Ik weet of de opleiding wel of niet bij me past Het doel van het systeem van studieloopbaanbegeleiding gaat dus verder dan alleen begeleiding van de studievoortgang. Studieloopbaanbegeleiding richt zich op: Ontwikkeling van een aantal persoonlijk professionele competenties, waarbij talentontwikkeling en zelfsturing belangrijke elementen zijn. Het begeleiden van studenten bij het leren op HBO-bachelorniveau waarin zelfsturing en zelfstandig leren belangrijke aspecten zijn;
4
De opleiding geeft de studiebegeleiding vorm via een systeem van studieloopbaanbegeleiding, studieadviseurschap (afdelingsniveau) en decanaat (instituutsniveau). Bij de begeleiding hebben de studieloopbaanbegeleider, de studieadviseur en de decaan verschillende rollen. Deze zullen hieronder verder worden toegelicht.
2.3 De studieloopbaanbegeleider Aan het begin van je studie krijg je een studieloopbaanbegeleider toegewezen en die behoud je, voor zover mogelijk, tijdens de hele studie. Met je studieloopbaanbegeleider heb je meerdere malen per jaar een individueel gesprek waarin wordt gekeken naar de bovenstaande punten. Het voeren van studieloopbaangesprekken levert een belangrijke bijdrage aan het krijgen van een scherp zelfbeeld, het benoemen van je sterktes en zwaktes en daarmee aan je persoonlijke ontwikkeldoelen. Daarnaast kun je ook bij je studieloopbaanbegeleider terecht voor vragen over je studievoortgang, problemen door ziekte, persoonlijke omstandigheden en dergelijke. Mocht je buiten de vaste contactmomenten vragen hebben of iets met de studieloopbaanbegeleider willen bespreken, dan kun je hiervoor altijd een afspraak met hem of haar maken. Naast de studieloopbaanbegeleider, die je begeleidt bij de ‘dagelijkse studiegerelateerde zaken’, heeft de afdeling ook een studieadviseur en een decaan.
2.4 De studieadviseur Een studieadviseur kan je van dienst zijn als er speciale problemen zijn met je studie, zeg maar met de meer formele kant van de studie. Denk aan studievertraging, bijvoorbeeld door ziekte of andere persoonlijke omstandigheden, speciale regelingen, bijvoorbeeld de topsportregeling, overstappen naar een andere studie of bijvoorbeeld verkorte trajecten etc.
2.5 De decaan Als je te maken hebt met persoonlijke (psychische) problemen of vragen hebt over studeren met een functiebeperking, kun je een beroep doen op het decanaat. Met iemand praten over je problemen helpt soms al. Daarnaast kan de decaan je helpen om meer structuur in je studie te brengen. Het decanaat biedt ondersteuning en coaching, ook over een langere periode. Verder kan de decaan met je meedenken over aanpassingen die wenselijk zijn of je helpen bij een verzoek aan de examencommissie. Ook kun je samen met de decaan bekijken op welke manier je je studievertraging tot het minimum kunt beperken. De decaan heeft binnen de hogeschool een adviserende rol bij beslissingen rondom het negatief bindend studieadvies (nbsa). Wanneer je studievertraging oploopt door bijzondere omstandigheden en langer dan vier jaar over je studie doet, bestaan er mogelijkheden voor extra financiële ondersteuning. De 5
aanvragen voor extra financiële ondersteuning verlopen via de decaan. Het is dus belangrijk dat deze op de hoogte is van je situatie! Voor meer informatie over het decanaat kun je kijken op de pagina www.mijnnhl/decanaat. Het decanaat biedt jaarlijks een aantal trainingen aan. Studie- en beroepskeuzetest Stoppen met uitstellen Studeren met dyslexie Assertiviteit Faalangst en studiestress De trainingen worden aangeboden via het Learning Centre. Je kunt een afspraak maken met een decaan via het Informatiecentrum van de NHL (tel.: 058-2511888) Voor meer informatie zie mijnnhl, groep: ‘Decanaat’
6
3. Jaaroverzicht studieloopbaanbegeleiding jaar 1 3.1 Periode 1: ‘Informeren en motiveren’ In periode 1 is er programma voor studieloopbaanbegeleiding voor twee lessen. Deze periode zal er vooral worden gekeken naar de opleiding en het beroep: Past het beroep bij mij en past de opleiding bij mij? Door middel van opdrachten en activiteiten ben je aan het einde van deze lessen in staat om deze vragen te beantwoorden. De uitwerking van de opdrachten en de beantwoording van de vragen vormen de eerste aanzet tot je portfolio, dus bewaar deze goed! Er zijn deze periode twee lessen en individuele gesprekken. De slbdocent maakt hiervoor een rooster. Heb je behoefte aan meer gesprekken dan kun je hiervoor altijd een extra afspraak maken met je slb’er. Hierover moet je dan wel zelf even contact opnemen met hem of haar. Week 1.1 Week 1.2 Week 1.3 Week 1.4 Week 1.5 Week 1.6 Week 1.7
Les studieloopbaanbegeleiding Geen les, wel ingeroosterd voor kennismakingsgesprekken Geen les, wel ingeroosterd voor kennismakingsgesprekken Les studieloopbaanbegeleiding Geen les, wel ingeroosterd voor kennismakingsgesprekken Geen les, wel ingeroosterd voor kennismakingsgesprekken Geen les, wel ingeroosterd voor kennismakingsgesprekken
3.2 Periode 2: ‘Oriënteren en ontwikkelen’ Deze periode gaat ook weer van start met een klassikale bijeenkom. Het thema is ‘talenten’. De kernvragen zijn: Wat zijn mijn talenten? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in mijn opleiding? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in mijn beroep? Tijdens deze les en het daaropvolgend verplichte gesprek breng je je eigen talenten in kaart . Je gaat kijken hoe je deze talenten kunt gebruiken in je opleiding en hoe je deze later in het werkveld kunt benutten. Naast de talenten is er aandacht voor leervaardigheden. In week 2.3 t/m week 2.7 zullen er individuele gesprekken plaatsvinden met je studieloopbaanbegeleider. Hiervoor word je door je slb’er uitgenodigd. Dit gesprek bereid je ook voor: je maakt aan de hand van de opdrachten uit periode 1 en 2 een portfolio en deze lever je minimaal 2 werkdagen voor het slb-gesprek bij je studieloopbaanbegeleider in. In deze handleiding kun je terugvinden uit welke onderdelen dit portfolio dient te bestaan. De uitwerking van deze opdrachten zullen de basis van het eerste gesprek vormen. Mocht je vragen hebben voor je slb’er, neem deze dan vooral mee naar het gesprek.
7
Week 2.1 of 2.2 Week 2.3 Week 2.4 Week 2.5 Week 2.6 Week 2.7
Les studieloopbaanbegeleiding talenten en leervaardigheden
Individueel gesprek met de slb’er over je portfolio
3.3 Periode 3: ‘Ontdekken en doorgaan’ In periode 3 zijn er twee klassikale lessen voor studieloopbaanbegeleiding op de planning. Dit keer wordt er gekeken naar het maken van een voortgangsplan en het reflecteren op de opleidingscompetenties Daarnaast krijg je informatie over het eindassessment. De kernvragen zijn : Leiden mijn leervaardigheden tot een hbo-leer-/denkniveau? Waar sta ik? Lig ik op schema? Wat doe ik als het tegenzit? In week 3.3 t/m week 3.8 zullen er individuele gesprekken plaatsvinden met je studieloopbaanbegeleider. Hiervoor word je door je slb’er uitgenodigd. Je levert van tevoren de uitgewerkte opdrachten van periode 3 in. Week 3.1 Week 3.2 Week 3.3 Week 3.4 Week 3.5 Week 3.6 Week 3.7
Les studieloopbaanbegeleiding Les studieloopbaanbegeleiding Individueel gesprek met de slb’er
3.4 Periode 4: ‘Aantonen en vooruitkijken’ Periode 4 gaat van start met 1 bijeenkomst om je voor te bereiden op het assessment. Hierin komen onder andere het portfolio, het assessment en de beoordeling van het assessment aan bod. Vanaf week 4.4 zullen de assessments worden ingeroosterd. Je levert minimaal 1 week voor het assessment je portfolio in bij je studieloopbaanbegeleider. Je mag pas deelnemen aan het assessment als je portfolio met een voldoende is beoordeeld. Meer informatie over het portfolio en assessment vind je in hoofdstuk vijf en zes. Week 4.1 of 4.2 Week 4.3 Week 4.4 Week 4.5 Week 4.6 Week 4.7
Les studieloopbaanbegeleiding
Assessments
8
4. Toetsing slb jaar 1 Voor studieloopbaanbegeleiding krijg je in het eerste studiejaar 2 ec’s, elk semester 1. Deze worden behaald door de opdrachten uit te voeren en actief deel te nemen aan de lessen van studieloopbaanbegeleiding, de studieloopbaangesprekken en het assessment. Voor de lessen geldt een aanwezigheidsplicht van 100%. Mocht je een keer niet aanwezig kunnen zijn, dan meld je je van tevoren af bij de docent. Uiteraard is dit alleen mogelijk met een geldige reden. In periode 1 vindt het eerste verplichte gesprek plaats. Dit is een kennismakingsgesprek. In periode 2 voer je het tweede gesprek. Van tevoren heb je je portfolio ingeleverd. In periode 3 volgt het derde verplichte gesprek met je slb’er. In periode 4 sluit je het eerste jaar slb af met een assessment.
Je krijgt 1 ec in semester 1 als: - je voldaan hebt aan de aanwezigheidsplicht van 100 % in periode 1 en periode 2; - je portfolio met de opdrachten van p1 en p2 met minimaal een V is beoordeeld - je twee gesprekken (p1 en p2) hebt gevoerd met je slb’er Je krijgt 1 ec in semester 2 als je minimaal een voldoende voor het assessment hebt gehaald. Je mag aan dit assessment deelnemen als je aan de volgende voorwaarden hebt voldaan: • je hebt voldaan aan de aanwezigheidsplicht van 100 %; • je hebt in periode 2 je portfolio ingeleverd en in p1 en p2 een gesprek gevoerd; • je hebt in periode 3 de opdrachten ingeleverd en een gesprek gevoerd; • je in periode 4 ingeleverde portfolio is beoordeeld met minimaal een voldoende. Als je alles hebt afgerond met minimaal een voldoende dan ga je in jaar 2 verder met de ontwikkeling van je talenten. Heb je slb niet gehaald dan bepaal je samen met je slb’er wanneer je gaat herkansen en wat je daarvoor moet doen.
9
5. Het voortgangsplan Een voortgangsplan maken is noodzakelijk om een goed overzicht te krijgen van je studie en je doelen en het traject dat je moet doorlopen om je doelen te bereiken. Hoe schrijf je een voortgangsplan? In dit hoofdstuk vind je uitleg over het schrijven van een voortgangsplan. Zorg er wel voor dat je elke nieuwe versie van je voortgangsplan goed bewaart, zodat je deze later nog weer kunt terugvinden als je een portfolio gaat samenstellen. Een voortgangsplan bestaat uit vier onderdelen: 1. Een terugblik op de afgelopen periodes 2. Een blik op het heden 3. Een vooruitblik op de periodes die nog gaan komen 4. Een ‘plan van aanpak’ Ad 1: Daar stond ik. In de terugblik beschrijf je waar je bent begonnen en hoe je afgelopen periode(n) hebt ervaren: - Wat vond je leuk? - Wat vond je minder leuk? - Wat ging er goed? - Wat ging er minder goed? Leg hierbij vooral uit waarom je iets vindt, dus geef ook aan wat de reden is waarom je iets als wel of niet leuk hebt ervaren. Probeer hierbij zo eerlijk mogelijk te zijn. Gebruik de STARmethode Ad 2: Hier sta ik. Waar ben je goed in, waar krijg je energie van? Ad 3: Waar ga ik naar toe? In de vooruitblik ga je kijken naar de modules/ projecten of trainingen die je net bent gaan volgen of die je op korte termijn gaat volgen. Wat zijn je verwachtingen van deze modules/projecten/trainingen en waarom verwacht je dat? Wat ga je verbeteren/ wat is je ontwikkeldoel? Probeer ook hier goed uit te leggen waarom je iets vindt. Ad 4: Ten slotte schrijf je een soort ‘plan van aanpak’: hierbij ga je vooral in op de punten die in de afgelopen periode(n) minder goed zijn verlopen en je ontwikkeldoelen. Bovendien kijk je naar de modules/ projecten die je binnenkort gaat volgen. Hoe ga je ervoor zorgen dat je deze onderdelen en daarmee de competenties – behaalt? Beschrijf hier hoe je dit, zo concreet mogelijk, wil gaan aanpakken. Geef dus niet alleen aan dat je bijvoorbeeld ‘meer wilt gaan leren’, maar probeer hierbij echt aan te geven hoe je dit wilt gaan doen: ‘ik ga een planning voor mezelf maken en ik zorg ervoor dat ik minimaal twee weken van tevoren de eerste hoofdstukken uit het boek heb doorgelezen’. Het is belangrijk dat je een goed voortgangsplan schrijft, waarin je persoonlijke ontwikkeling duidelijk naar voren komt. Dit betekent niet dat je hierin ‘perfect’ hoeft te zijn, het gaat puur om je eigen ontwikkeling. Voeg je voortgangsplan toe aan je portfolio. 10
6. Het portfolio Hoewel docenten altijd voor je klaar staan om je te helpen bij je studie en het nemen van de hobbels die je daarin tegenkomt, zul je uiteindelijk zelf aannemelijk moeten maken dat je je ontwikkelt. Je moet op vaste momenten tijdens je opleiding aantonen dat je je hebt ontwikkeld tot professional. Je bewijst met je portfolio dat je aan de competentie zelfsturing voldoet en je geeft antwoord op de kernvragen per periode. Het is hierbij een onmisbaar hulpmiddel. Je kunt je studieloopbaanbegeleider (maar ook andere docenten en je medestudenten) vragen je bij het opbouwen en vullen van je portfolio te ondersteunen. Je hebt de term portfolio vast wel eens horen vallen. Het portfolio is een digitaal document dat je vult met een beschrijving van voor jou relevante ervaringen. Je legt er overzichtelijk in vast welke kennis (K), vaardigheden (V) en persoonlijke kwaliteiten (P) je hebt verworven die je voor je latere beroep nodig hebt. Vanzelfsprekend kun je niet slechts volstaan met een lijstje waarop je de verworven KVP’s noteert. Je moet namelijk bewijzen dat je deze hebt verworven. Daarom bewaar je in je portfolio ook bewijsstukken waaruit blijkt dat je daadwerkelijk beschikt over de bekwaamheden waarover je zegt te beschikken. Vaak bevat een portfolio ook nog een plan voor jouw verdere opleiding en scholing, een zogenaamd voortgangsplan. Leg een portfolio aan. Het portfolio moet aan een aantal eisen voldoen. In de bijlage kun je vinden welke onderdelen er in je portfolio horen te zitten en op welke manier je portfolio beoordeeld gaat worden. Besteed voldoende aandacht aan de indeling, de opbouw en het Nederlands. Tijdens de slb-bijeenkomsten kun je over de inhoud van het portfolio met je medestudenten en je studieloopbaanbegeleider van gedachten te wisselen. Zoals eerder vermeld, wordt er in de les in periode 4 dieper ingegaan op het portfolio en het assessment. NB: wanneer het portfolio wordt gemaakt binnen een wikispace dan geef je dat de volgende naam: jaar van start studie + voornaam+ achternaam+. Voorbeeld: 20142015JantineBouma
11
7. Het assessment In het assessment toon je aan dat je de studieloopbaancompetenties op voldoende niveau hebt behaald. Voorwaarde voor deelname aan het assesment: Je portfolio is compleet aangeleverd: het bewijs daarvoor is een door jou ondertekend formulier “ checklist portfolio” waarin je aangeeft dat het portfolio compleet is . Dat betekent dat je portfolio volledig en overzichtelijk is, met zorg is samengesteld, een persoonlijke stijl heeft en een goed beeld geeft van je ontwikkeling. Het assessment bestaat uit twee onderdelen: 1. een presentatie (10 minuten) 2. een gesprek naar aanleiding van die presentatie (10 minuten) Bij de presentatie mag je gebruikmaken van PowerPoint, film of wat je maar wilt. Het doel van het assessment is dat jij laat zien dat je voldoet aan de volgende eisen: 1. Je kunt antwoord geven op de kernvragen per periode: o P1: Past de opleiding bij mij en past het beroep bij mij? (of juist niet); o P2: Wat zijn mijn talenten? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in de opleiding? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in het beroep? o P3: Leiden mijn leervaardigheden tot een hbo-leer-/denkniveau? Wat doe ik als het tegenzit? 2. Je kunt aangeven wat je hebt bereikt, wat je behaalde successen zijn en welke ontwikkelpunten je nog hebt (voortgangsplannen). 3. Je kunt in het assessment bij de competentie Zelfsturing aantonen hoe en waarom je hieraan voldoet. Competenties en leerdoelen zijn meestal op een abstract niveau beschreven. Om aan te kunnen tonen dat je ze beheerst, worden ze geoperationaliseerd in zogenoemde indicatoren, zie het beoordelingsformulier ‘Beoordeling Assessment slb jaar 1’ Met het behalen van dit assessment verdien je 1 EC. In bijlage 8 kun je het beoordelingsformulier voor het assessment vinden. Mocht je assessment met een onvoldoende worden beoordeeld, dan heb je recht op een herkansing. Bij de herkansing laat je zien wat je verbeterd/veranderd hebt.
12
Bijlage 1 Het leerlijnenmodel en competenties Hieronder wordt toegelicht met welke onderwijsvisie er gewerkt wordt binnen ECMA, daarna volgt informatie over competentiegericht leren. Het leerlijnenmodel Binnen bijna alle hogescholen in Nederland wordt gewerkt met het Leerlijnenmodel. Het instituut ECMA (Economie en Management) van de NHL Hogeschool heeft in 2004 gekozen voor het zogenaamde Amsterdamse Leerlijnen model. Het instituut ECMA gaat in haar onderwijsvisie uit van competentiegericht onderwijs op sociaal-constructivistische grondslag. Daarbij gaat het om samenwerkend, betekenisvol, actief-reflectief en authentiek leren. De student zal dan weliswaar gebonden zijn aan bepaalde competentievereisten, maar zal ook steeds meer zijn eigen leertraject uit moeten zetten, met toenemende zelfsturing. De keuze voor een minor of module buiten de opleiding behoort tot de mogelijkheden. Het begeleiden van de student bij het maken van de juiste keuzes zal daarmee een intensiever proces worden.
Leerlijn Integrale Leerlijn
Conceptuele leerlijn Vaardighedenlijn
Studieloopbaanlijn
Gerichtheid In de Integrale Leerlijn staat het werken aan competenties centraal. De student voert beroepstaken uit die leiden tot een resultaat en/of een concreet beroepsproduct. De student past de daarvoor benodigde kennis en vaardigheden toe. In de Conceptuele Leerlijn staat het verwerven van relevante kennis centraal. Het gaat daarbij ook om kennis die nodig is om de beroepstaken uit te voeren. In de Vaardighedenlijn staat het verwerven van relevante vaardigheden centraal. Het gaat daarbij ook om die vaardigheden die nodig zijn om de beroepstaken uit te voeren. In de Studieloopbaanlijn staat de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student centraal. Plannen en reflecteren hebben betrekking op alle leerlijnen.
Elke leerlijn karakteriseert zich door een specifieke leerdynamiek, een bepaalde gerichtheid en door typerende toets- en beoordelingsvormen. Een centrale rol hierin is weg gelegd voor competenties. Competenties In het werkveld wordt vaak gebruik gemaakt van de beoordelingscyclus om werknemers verder te ontwikkelen en resultaten eventueel bij te sturen. Hierin hebben competenties een centrale rol. Ook voor studenten is het van belang om kritisch te kunnen kijken naar de eigen vaardigheden en deze op bepaalde gebieden verder te ontwikkelen. Hierin speelt ook
13
het zelf maken van keuzes in de ontwikkeling een belangrijke rol. Competenties zijn dan ook een rode draad binnen het gehele Studieloopbaantraject. Bij competentiegericht onderwijs staat de ontwikkeling van de student centraal. Een competentie is een combinatie van kennis, vaardigheden, persoonskenmerken en houding. De student krijgt inzicht in zichzelf, dus inzicht in zijn sterke en zwakke punten. Door dat inzicht kan hij – met een plan van aanpak – systematisch en doelgericht aan de ontwikkeling van de benodigde competenties werken. De competenties voor jouw opleiding kun je terugvinden in bijlage3. Aan deze competenties zul je de komende jaren tijdens je studie, maar wellicht ook daarbuiten, gaan werken. Verder zijn deze competenties opgebouwd uit drie verschillende niveaus: het basic-niveau, het intermediate-niveau en het advanced-niveau. Het basic-niveau houdt in het kort in dat je kennis hebt van op het gebied van een bepaalde competentie, op het intermediate-niveau leer je deze kennis toe te passen onder begeleiding en op het advanced-niveau kun je zelfstandig taken met betrekking tot deze competentie uitvoeren. Deze competenties zijn in de modules/ projecten van de opleiding verweven. Door middel van opdrachten en tentamens behaal je dus de competenties. Voor jaar 1 liggen de onderdelen die je daarvoor volgt vast, maar verderop in je studie heb je ook zelf de ruimte om te bepalen hoe je bepaalde competenties wilt gaan behalen. De hele 4-jarige opleiding bestaat uit 240 EC (dit staat voor European Credit, ook wel een studiepunt genoemd). Elk jaar van je opleiding bestaat dus uit 60 EC. Het eerste jaar van je studie wordt ook wel de propedeuse genoemd. Aan het einde van ieder schooljaar wordt bepaald of de eerste- en tweedejaars studenten voldoende studiepunten hebben behaald om door te mogen gaan met de opleiding. Als je te weinig studiepunten hebt behaald, kun je een negatief bindend studieadvies krijgen (ook wel een nbsa genoemd). Dit houdt in dat je met je opleiding moet stoppen. Aan het einde van je eerste jaar moet je minimaal 45 EC van de 60 EC uit je propedeuse hebben behaald om door te mogen gaan met de opleiding. Verder geldt ook dat je aan het einde van het tweede jaar de volledige 60 EC van je propedeuse moet hebben gehaald. Als je al deze 60 propedeusepunten binnen hebt, krijg je een propedeusediploma.
14
Bijlage 2 Zelfsturende competentie Competentie Zelfsturende competentie : De student is in staat als een professional te handelen.
Competentieniveau (NHL)
Indicatoren: De student: o
Niveau 1: De student neemt verantwoordelijkheid voor zijn studie en heeft een goede studiehouding.
o o o o o
o Niveau 2: De student is zelfbewust, reflecteert op eigen gedrag en neemt verantwoording voor eigen handelen.
o o
Niveau 3: De student verhoogt zijn persoonlijke effectiviteit en professionalisering van het beroep, wat zich uit in het zich bewustzijn van culturele aspecten, het hebben van respect voor anderen en het handelen op basis van beroepscodes en ethische principes voor professioneel handelen.
o o o o
o o o o
o o o o o o
o
Competentie Zelfsturing
Niveaus in kernbegrippen 1: Verantwoordelijkheid en zelfkennis 2: Zelfbewustzijn 3: Professioneel gedrag
oriënteert zich op het beroep en maakt gemotiveerde studiekeuzes. reflecteert op behaalde en niet-behaalde leerdoelen. kan omgaan met feedback. (h)erkent de eigen leerstijl en die van anderen. bezit studievaardigheden, organiseert en plant zijn studie. ontwikkelt een realistisch zelfbeeld. bouwt aan een zakelijk netwerk. geeft actief vorm aan eigen (studie)loopbaan. reflecteert op eigen gedrag en formuleert op basis daarvan verbeterpunten en leerdoelen. vraagt om feedback. neemt een standpunt in. bouwt aan een zakelijk netwerk en bezoekt af en toe relevante bijeenkomsten en congressen. ontwikkelt een helder beroepsbeeld. is zelfbewust, denkt en handelt autonoom. neemt leiding en verantwoordelijkheid. reflecteert op eigen gedrag en formuleert op basis daarvan verbeterpunten en leerdoelen en handelt er naar. onderhoudt en verbetert/ verbreedt/ verdiept zijn netwerk. benut de inbreng en feedback van anderen. bouwt aan een zakelijk netwerk en bezoekt relevante bijeenkomsten en congressen. handelt in overeenstemming met beroepscodes. herkent ethische vragen en kan zijn moreel oordeel toelichten.
Voorbeelden van een mogelijk beroepsproduct Leerdoelen opstellen, portfolio aanleggen, zelfanalyse uitvoeren, studieplanning maken, reflecteren portfolio beheren en gebruiken Leiding geven, netwerken, een bijdrage leveren aan een bijeenkomst, zichzelf profileren (met cv: pop en portfolio spelen grote rol), (bijdrage leveren aan) gedragscode, advies bij moreel dilemma
Bron: overzicht domeincompetenties BA, NHL Hogeschool
15
Bijlage 3 Beoordelingsformulier portfolio Jaar 1
Naam: …………………
Onderwerp Volledigheid Verzorging/ taal
onvoldoende
voldoende
goed
uitstekend
opmerkingen Voorwaarde Voorwaarde
Lay out
Een onoverzichtelijk portfolio;
Het portfolio is enigszins overzichtelijk:
Redelijk goed georganiseerd portfolio;
Perfect georganiseerd en overzichtelijk portfolio;
Een persoonlijke stijl is niet herkenbaar
Een persoonlijke stijl is herkenbaar
Er is duidelijk sprake van een persoonlijke stijl
0
Laat enige pogingen tot een persoonlijke stijl zien 10
15
20
Incompleet ten aanzien van verplichte onderdelen;
De verplichte onderdelen zijn aanwezig in het portfolio;
De verplichte onderdelen zijn aanwezig in het portfolio;
De verplichte onderdelen zijn aanwezig in het portfolio;
De persoonlijke bewijsstukken geven een mager beeld van de ontwikkeling van de student
De persoonlijke bewijsstukken zijn voornamelijk of alleen maar binnen de opleiding verzameld;
De persoonlijke bewijsstukken zijn zowel binnen als buiten de opleiding verzameld (50/50);
De persoonlijke bewijsstukken zijn met name buiten de opleiding verzameld en zijn gevarieerd en verrassend;
Het materiaal geeft een goed/duidelijk beeld van de ontwikkeling van de student
De grote variatie in bewijsstukken geeft een bijzonder goed beeld van de ontwikkeling van de student
30 Alle opdrachten zijn met aandacht uitgevoerd . Diepgang is wisselend, maar grotendeels in orde
40 Alle opdrachten zijn met aandacht uitgevoerd en de student kan de resultaten voor zichzelf goed op een Eindscore= rij zetten.
Resultaat
Verzameld bewijs
Uitvoering opdrachten
0 Opdrachten zijn uitgevoerd met minimale inzet
Er staan te veel taalfouten in
0
De verzamelde bewijsstukken geven een voldoende beeld van de ontwikkeling van de student 25 Alle opdrachten zijn uitgevoerd, diepgang is wisselend, grootste deel niet overtuigend. Het aantal taalfouten is acceptabel 20
Er staan weinig tot Er staan geen geen taalfouten in taalfouten in
30
40
cesuur: 5,5 = voldoende 16
Bijlage 4 Inhoud (minimaal) portfolio Inhoud portfolio jaar 1 slb
Periode 1: Past de opleiding bij mij? In periode 1 speelt het kennismaken met de klas en de kennismaking met je slb’er een belangrijke rol. Daarnaast staan de volgende vragen centraal: past de opleiding bij mij en past het beroep bij mij. Geef antwoord op deze vragen. De onderstaande opdrachten helpen je hierbij Opdracht 1 Brief aan de slb’er + curriculum vitae Schrijf voor je eerste slb-gesprek een brief aan je slb’er. Stel jezelf voor aan je slb’er. Wat is belangrijk om te weten? Je kunt hierbij denken aan: gezinssituatie, karaktereigenschappen, eventuele (persoonlijke) omstandigheden die van belang kunnen zijn. Zijn er aanpassingen of speciale voorzieningen nodig om je opleiding met succes te volgen. Welke hobby’s heb je en wat vind je daar zo leuk aan? Heb je een bijbaantje. Wat is je motivatie om aan deze studie te beginnen, hoe heb je je studiekeuze gemaakt, wat is tot dusverre je beeld van het beroepenveld dat bij je opleiding hoort? Wat zijn je sterke en zwakke eigenschappen in relatie tot je toekomstige beroep? Wat verwacht je van studieloopbaanbegeleiding en je slb’er. Etc. Voeg je cv toe en neem dit op in je portfolio. Curriculum vitae Een cv is een curriculum vitae. Letterlijk betekent dat een (korte) beschrijving van je levensloop. Op overzichtelijke wijze presenteer je in je cv relevante persoonlijke gegevens. Bekijk je cv als een visitekaartje, waarmee je je kwaliteiten laat zien. Hieronder vind je een aantal aandachtspunten voor het opstellen van je eigen cv Je vermeldt altijd: 1. Personalia: Naam: Voornamen: Adres en woonplaats: Geboortedatum en –plaats: Burgerlijke staat: Telefoon: E-mail: 2. Opleidingen: Begin- en eindjaar (meest recente opleiding bovenaan): Schooltype: (basisschool niet vermelden) Gekozen vakken/profiel: Diploma (ja/nee, datum):
17
Eventuele cursussen: 3. Stages 4. Relevante werkervaring: Begin- en einddatum (meest recente werkervaring bovenaan): Werkgever: Functie en taken: 5. Overige informatie: Nevenactiviteiten (bijv. lidmaatschap clubs, bestuurlijke ervaring): Kwaliteiten, competenties, vaardigheden: ……………………………… 6. Referenties Opdracht 2 Uitslag diagnostische addt-toetsen LC Engels en Nederlands Resultaten + actieplan: Neem de uitslagen van de addt-toetsen op in je portfolio. Als je onvoldoendes hebt gekregen, geef dan aan hoe je ervoor gaat zorgen dat je op het juiste niveau komt voor periode 3 van dit schooljaar Opdracht 3 Belbintest Maak de Belbintest, zoals deze op BB staat aangegeven Opdracht 4: Eigen invulling In P1 geef je aan wat je gaat doen om de vraag: Past de opleiding bij mij te beantwoorden Bedenk zelf wat je kunt doen om een beter beeld van de opleiding te krijgen. Hieronder zie je een aantal mogelijkheden: kies 2 opdrachten uit de onderstaande rij (A tot en met I) of bedenk zelf een geschikte invulling in overleg met je slb’er. Eigen invulling, maak 2 van de onderstaande opdrachten A. Interview een ouderejaars. Maak een verslag van dat gesprek. Het voldoet inhoudelijk aan de eisen en bevat geen taalfouten. Bijvoorbeeld: BKM/HRM opdracht project WIPO. Gebruik dit interviews om een beeld van de opleiding te krijgen. Vergelijk de informatie die je uit de interviews hebt gekregen en zet op een rij wat voor jou de aantrekkelijke en minder aantrekkelijke aspecten van de opleiding en de beroepsperspectieven zijn.
B. Maak een enquête die je afneemt aan minimaal 10 ouderejaars. Verwerk de gegevens zet op een rij wat voor jou de aantrekkelijke en minder aantrekkelijke aspecten van de opleiding en de beroepsperspectieven zijn. C. Lid van de opleidingscommissie, iets voor jou? Wil je je opleiding door en door leren kennen en wil je inspraak over hetgeen er binnen jouw opleiding gebeurt? Misschien zou je dan lid van de opleidingscommissie kunnen worden De Opleidingscommissie brengt advies uit over alles wat met jullie onderwijs te maken heeft.
18
Het lidmaatschap kun je binnen slb inzetten om aan te tonen dat je (deels) voldoet aan de communicatieve competentie en de zelfsturende competentie. Schrijf een reflectieverslag over je leerervaringen. Pas hierbij de STARRT-methode toe. Heb je belangstelling? Meld je dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 15 september) aan bij je slb’er. Er is per leerjaar plek voor 1 student D. Mijn opleiding Hoe zie jij jouw opleiding? Laat het zien door middel van foto’s, afbeeldingen, een virtuele rondleiding etc. E. De overstap De stap van havo/vwo of van mbo naar hbo kan op bepaalde punten groot zijn. Geef aan welke verschillen jij ervaart tussen jouw vooropleiding en het hbo. Geef per verschilpunt aan wat jij kunt doen om de overstap makkelijker te maken. Dus waar moet jij aan werken en hoe pak je dit aan? F. Vergelijkend warenonderzoek De opleidingen Commerciele Economie en International Business and Languages worden ook aangeboden door de HanzeHogeschool in Groningen, Windesheim in Zwolle. Welke verschillen heb jij opgemerkt tussen de opleiding van jouw keuze bij de NHL Hogeschool en deze andere hogescholen? Zet deze verschillen op een rij. Op basis van welke pluspunten/minpunten heb jij je beslissing genomen?
G. Competenties Bekijk het competentieoverzicht van jouw opleiding. Het competentieoverzicht vind je op de Blackboardcourse van slb. Het overzicht geeft een beschrijving van de competenties en de producten/indicatoren die daarbij horen. Noem minimaal twee competenties van deze opleiding die je goed liggen (kijk daarvoor ook bij de indicatoren/producten). Welke ervaring heb je hier al mee?
19
Aan welke competenties zul je hard moeten gaan werken en waarom?
H. Studeren in het buitenland Een half jaar in het buitenland studeren, vaardig(er) worden in de Engelse, Duitse, Franse of Spaanse taal, vakken aan andere universiteiten volgen, studenten ontmoeten uit andere landen, een andere cultuur proeven en een land bekijken? Jouw opleiding biedt je de mogelijkheid om in de eerste of tweede helft van het derde jaar een half jaar in het buitenland te studeren en begeleidt en ondersteunt je hierbij volledig. Om je bewust te worden van de mogelijkheden ga je het volgende doen: Ga naar www.mijnnhl.nl en klik op alle groepen. Zoek de groep ‘International office’ en geef aan welke informatie voor jou van belang is. Wat wil je weten? Tips: Uit de lijst met partners kies je drie universiteiten en je bezoekt de websites van deze universiteiten. Beschrijf bij elk van de drie universiteiten tenminste drie dingen die jou in positieve zin opvallen. Zoek ook vakken die zij aanbieden die je interessant lijken om te volgen. Wat is de procedure die je moet volgen? Geef tenslotte aan of je wel of geen interesse hebt voor een studie in het buitenland en verklaar je keuze.
I. Netwerken Een sociaal netwerk kan een hele goede ondersteuning voor je zijn. De mensen in je netwerk kunnen je op verschillende manieren helpen. Je zult geregeld zelf naar een bedrijf/organisatie op zoek moeten om je opdrachten voor school te kunnen maken. Maak een lijst van groepen mensen om je heen. Deze groepen kunnen bestaan uit familieleden, vrienden, mensen die je kent van je sportclub, je bijbaan, de kroeg etc. Noem minimaal 5 groepen en noteer per groep de 3 voor jou belangrijkste personen. Geef aan wat deze mensen voor jou kunnen betekenen. Wat is het nut en de functie van de relatie? Welke mensen hebben een relatie met bedrijven die voor jou interessant zouden kunnen zijn in verband met het maken van opdrachten voor je opleiding? Zo’n netwerklijst kan er als volgt uitzien: Groep
Naam
Betekenis/functie van de relatie
Familie
Vrienden 20
Bedrijf
Periode1 Past het beroep bij mij? Opdracht 5 Gastlezingen Bezoek in P1 minimaal 1 gastlezing en schrijf een kort verslag ,zie hieronder. Keuze uit gastlessen, nhl-lezingen , lunchlezingen etc. Wat leer je hierover m.b.t. je toekomstig beroep. (Totaal 5 verslagen opnemen eind P4).
Klas/groep
Doel: e Met de informatie krijgt de 1 -jaarsstudent een goed beeld van beroep en opleiding.
Oriëntatie
de verstrekte informatie is een hulpmiddel bij de oriëntatie op beroep en opleiding.
Conclusie: Deze presentatie gaf mij een …………………… beeld van mijn opleiding en/of het toekomstige beroep.
Mij spraken de volgende dingen aan:
Ik had graag nog meer willen weten over:
21
Zeer goed
Presentator
goed
Jaar observant
matig
Datum
voldoende
Naam observant
slecht
Presentatie
onvoldoende
Opdracht Beoordeling Gastlezingen
Deze informatie ga ik op de volgende manier verzamelen:
Opdracht 6 Bedrijfsbezoeken Bezoek in P1 minimaal 1 bedrijf en maak een verslag van dit bezoek, zie hieronder. Het mag een bezoek zijn dat via school geregeld is. Je mag natuurlijk ook zelf een bedrijfsbezoek organiseren. Totaal 3 verslagen opnemen eind P4
Beoordeling bedrijfsbezoek Naam student .......................................................... Naam bedrijf........................................... Datum .....................................................................
Schrijf een verslag van maximaal 1A4. Ga in ieder geval in op de onderstaande punten. 1.Het bedrijfsbezoek gaf mij een …………………… beeld van mijn opleiding en/of het toekomstige beroep. Licht dit toe 2.Wat sprak je aan?: 3.Wat had je nog meer willen weten? 4.Hoe ga je deze informatie verzamelen? 5.Zou je stage willen lopen bij dit bedrijf? Motiveer. 6.Welk cijfer geef je dit bedrijfsbezoek?
Opdracht 7 Antwoord op de kernvragen P1: Toelichting op de kernvragen: Past de opleiding bij mij en past het beroep bij mij. Op welke wijze hebben de opdrachten beeld van het beroep en de opleiding daartoe bijgedragen? Wat heb je nog nodig om een beter beeld te krijgen en hoe ga je dat aanpakken ?
Periode 2: Wat zijn mijn talenten? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in mijn opleiding? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in mijn beroep? Opdracht 8 Talentenwijzer Maak oefening 2 + 5+ 6 uit de Talentenwijze + 1 oefening naar keuze uit deel 2 en 1 oefening naar keuze uit deel 3 van de Talentenwijzer Opdracht 9: Geef antwoord op de kernvragen: Wat zijn mijn talenten? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in mijn opleiding? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in mijn beroep? 22
Periode 3 Ontdekken en doorgaan Opdracht 10 Wat ga je doen om de kernvragen te beantwoorden? De vorm is vrij. De kernvragen zijn: Leiden mijn leervaardigheden tot een hbo-leer-/denkniveau? Waar sta ik? Lig ik op schema? Wat doe ik als het tegenzit? Opdracht 11 Voeg je cijferlijst toe (educator) Opdracht 12: Maak een voortgangsplan, zie handleiding Opdracht 13: Antwoord op de kernvragen P3 Leiden mijn leervaardigheden tot een hbo-leer-/denkniveau? Waar sta ik? Lig ik op schema? Wat doe ik als het tegenzit?
Periode 4: Aantonen en vooruitkijken Opdracht 14 Maak een eindverslag jaar 1 Het einde van je eerste studiejaar is in zicht. Schrijf een jaarverslag (2 A-4) waarin je reflecteert op je studie, je beroepsbeeld en je persoonlijke ontwikkeling gedurende dit jaar. Aandachtspunten: -
Beschrijf je ontwikkeling t.a.v. de eerder gegeven antwoorden op de kernvragen Reflecteer op je voortgangsplan. Beschrijf in hoeverre je je plan van aanpak uit je voortgangsplan hebt gerealiseerd. Betrek daarbij welke competenties je op niveau 1 hebt behaald en op welke wijze je dat hebt gedaan. Leg daarbij een link met de projecten en de vakken. Welk resultaat stop je het liefst als bijlage bij dit verslag in je portfolio? Welk resultaat zou je het liefst weggooien?
-
In welk opzicht ben je persoonlijk veranderd, welke ontwikkeling heb je doorgemaakt? Betrek ook een groepsoordeel (Belbin) hierbij.
-
In het laatste gedeelte van je verslag geef je aan welke voornemens je hebt ten aanzien van het volgend studiejaar (o.a. minor, studeren buitenland) en hoe je een nog beter beeld van je toekomstige beroep kunt verkrijgen. Daarnaast geef je aan welke voornemens je hebt ten aanzien van jezelf. Deze voornemens kun je volgend studiejaar uitwerken in je voortgangsplan .
23
Checklist portfolio jaar 1 2014-2015 naam student: studieloopbaanbegeleider: Algemene indruk:
opleiding: datum:
Informeren en motiveren
Kernvragen P1
Past de opleiding bij mij en past het beroep bij mij.
1 Brief aan slb’er + cv
Zie opdracht 1
2 Uitslag diagnostische Resultaten + actieplan: Neem de uitslagen van de toetsen op addt-toetsen LC Engels in je portfolio. Als je onvoldoendes hebt gekregen, geef dan en Nederlands aan hoe je ervoor gaat zorgen dat je op het juiste niveau komt voor periode 3 van dit schooljaar 3 Belbintest Zie opdracht BB Lectoraat Uitslag Belbintest + reflectie t.a.v. samenwerken 4 Beeld van de Eigen invulling: bijvoorbeeld: verslag gesprek met opleiding: eigen ouderejaars. Het voldoet inhoudelijk aan de eisen en bevat invulling geen taalfouten. 5 Beeld van het beroep: Zie opdracht 2 Minimaal 1 in P1 (keuze uit gastlessen, nhlVerslag gastlezingen lezingen , lunchlezingen etc.) relatie met toekomstig beroep. (Totaal 5 verslagen opnemen eind P4) 6 Beeld van het beroep: Minimaal 1 verslag bedrijfsbezoek in P1 Verslag bedrijfsbezoek Totaal 3 verslagen opnemen eind P4 7 Antwoord kernvragen P1
Toelichting op de kernvragen: Past de opleiding bij mij en past het beroep bij mij. Op welke wijze hebben de opdrachten beeld van het beroep en de opleiding daartoe bijgedragen? Wat heb je nog nodig om een beter beeld te krijgen en hoe ga je dat aanpakken ?
Periode 2
Oriënteren en ontwikkelen
Kernvragen
Wat zijn mijn talenten? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in mijn opleiding? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in mijn beroep? Volledig en goed uitgewerkt: Oefening2+5+ 6 en 1 oefening naar keuze uit deel 2 en 1 oefening naar keuze uit deel 3 van de Talentenwijzer Wat zijn mijn talenten? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in mijn opleiding? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in mijn beroep?
8 Opdrachten P2: oefeningen uit de Talentenwijzer 9 Antwoord kernvragen P2 Eind periode 1en 2
Paraaf voor toekennen 1 ec: studieloopbaanbegeleider
24
opmerkingen
aanwezig
Periode 1
Periode 3
Ontdekken en doorgaan
Kernvragen
Leiden mijn leervaardigheden tot een hbo-leer-/denkniveau? Waar sta ik? Lig ik op schema? Wat doe ik als het tegenzit? Eigen invulling: hoe sta je ervoor, wat heb je nodig? B.V: Uitslag prestatie/motivatietest : http://www.123test.nl/prestatiemotivatie/
10 Hoe ga je de kernvragen beantwoorden?
11 Cijferlijst 12 Voortgangsplan
Zie handleiding H 5 voor inhoud voortgangsplan
13 Antwoord kernvragen P3
Leiden mijn leervaardigheden tot een hbo-leer-/denkniveau? Waar sta ik? Lig ik op schema? Wat doe ik als het tegenzit? Aantonen en vooruitkijken
Periode 4
14 Eindverslag jaar 1 Zie handleiding portfolio Bijlagen: a. Verslagen slba. Minimaal 1 gesprek in P1, P2 en P3. gesprekken b. In totaal moeten in het portfolio minimaal 5 verslagen b. Verslagen van 5 verschillende gastlessen/ lezingen opgenomen overig zijn. In totaal moeten in het portfolio minimaal 3 gastlessen/ verslagen van bedrijfsbezoeken opgenomen zijn. lezingen c. Verslagen bedrijfsbezoeke n Eind periode 4 Paraaf student voor volledigheid Paraaf voor toekennen 1 ec: studieloopbaanbegeleider
25
Bijlage 5 Inhoud slb-gesprekken
Gesprek periode 1 Inhoud gesprek P1: kennismaken n.a.v. de brief aan de slb’er
Gesprek periode 2 Inhoud gesprek P2: - Portfolio doorkijken (is het volledig? Zie de checklist P1 en P2) - Antwoorden op de kernvragen doorspreken: o wat kun je met je talenten in je studie en beroep? o Hoe zou je nog meer uit je talenten kunnen halen? - Voortgang studie - Eigen onderwerpen
Gesprek periode 3 Inhoud gesprek P3 -
-
Antwoorden op de kernvragen doorspreken: o Leiden mijn leervaardigheden tot een hbo-leer-/denkniveau? o Wat doe ik als het tegenzit? Hoe sta je ervoor? Opdrachten periode 3 Voortgangsplan (zie bijlage voor een toelichting) Eigen onderwerpen
26
Bijlage 6 Beoordelingsformulier assessment Student Studieloopbaanbegeleider Datum gesprek Resultaat
: : : : O / V/ G/ U
Voorwaarden: 1. Portfolio is minimaal voldoende 2. Competentie zelfsturing op niveau 1: minimaal 5 indicatoren voldoende (1/7) 3. Kernvragen en reflectie op voortgangsplan moeten beide voldoende zijn (8/9) Beoordeling competentie Zelfsturing onvoldoende
voldoende
goed
uitstekend
Zelfsturing Niveau 1: De student neemt verantwoordelijkheid voor zijn studie en heeft een goede studiehouding. Onvoldoende
Voldoende
Goed
uitstekend
Niet gezien
indicatoren 1.De student oriënteert zich op het beroep en maakt gemotiveerde studiekeuzes 2. De student reflecteert op behaalde en niet-behaalde leerdoelen 3. De student kan omgaan met feedback 4.De student bezit studievaardigheden, organiseert en plant zijn studie 5.De student ontwikkelt een realistisch zelfbeeld 6.De student (h)erkent zijn eigen leerstijl en die van anderen 7.De student bouwt aan een zakelijk netwerk 8.Je kunt antwoord geven op de kernvragen per periode * 9.Je kunt aangeven wat je hebt bereikt, wat je behaalde successen zijn en welke ontwikkelpunten je nog hebt (voortgangsplannen) * P1Past de opleiding bij mij en past het beroep bij mij? (of juist niet); P2: Wat zijn mijn talenten? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in de opleiding? Hoe gebruik ik mijn talenten effectief in het beroep? P3: Leiden mijn leervaardigheden tot een hbo-leer-/denkniveau? Wat doe ik als het tegenzit?
27
Bijlage 7 Feedbackformulier slb-gesprek Feedback formulier Slb-gesprek Jaar 1 Naam: …………………
Onderwerp
onvoldoende
Slb-gesprek
voldoende
goed
uitstekend
De student De student staat accepteert geen of enigszins open staat niet open voor feedback; voor feedback;
De student accepteert feedback en reflecteert hier enigszins op;
De student krijgt graag feedback en laat zien dat hij/zij in staat is hierop te reflecteren;
Is niet of nauwelijks bereid om slbonderwerpen te bespreken;
Is bereid om slbonderwerpen te bespreken;
Staat volledig open voor het bespreken van slb-onderwerpen;
Neemt initiatief in het gesprek bij het bespreken van slbonderwerpen;
Neemt geen verantwoordelijkheid voor de uitkomsten van het gesprek; komt alleen naar het gesprek vanwege de verplichting
Neemt enige verantwoordelijk -heid voor de uitkomsten van het gesprek
Neemt verantwoordelijkheid voor de uitkomsten van het gesprek en doet hier daadwerkelijk iets mee
Neemt actief verantwoordelijkheid en toont initiatief ten aanzien van de uitkomsten van het gesprek
28
Bijlage 8 STARRT-formulier STAR (RT) Het is vaak lastig de verschillende ervaringen die je hebt opgedaan en de dingen die je hebt geleerd te beschrijven en te bepalen wat zij betekenen voor je competentieontwikkeling. De STAR (RT)-methodiek kan je hierbij helpen. Deze methode onderscheidt vier (of vijf of zes) vragen die alle aan de orde moeten komen om een goed beeld te krijgen van hoe je iets hebt gedaan in een bepaalde situatie. De vragen zijn: Situatie: kun je een situatie beschrijven waarin je competentie x hebt ingezet? Taak: wat was precies je taak in die situatie? Actie: welke acties heb je ondernomen? Resultaat: wat was het resultaat van je acties? Om je reflectie compleet te maken, voeg je nog één of twee vragen toe: Reflectie: welke conclusies verbind je aan je handelen? Transfer: wat doe je een volgende keer in een vergelijkbare situatie?
29
S
STARRT Situatie
Vragen Wat was de situatie? Wat was er precies aan de hand? Wanneer vond het plaats?
Antwoorden van Simone Voor het vak Managementvaardigheden moest iemand de taak van persvoorlichter op zich nemen bij een gesimuleerde persconferentie. Ik speelde de rol van voorlichter bij de gemeente. Op basis van de informatie ik van de vakdocent kreeg, heb ik een presentatie voorbereid en gehouden voor een tiental journalisten (mijn klasgenoten).
Hoe lang heeft het geduurd?
T
Taak
Wie waren erbij betrokken? Wat waren jouw taken? Wat waren jouw verantwoordelijkheden? Wat waren je bevoegdheden?
A
Actie
Hoe heb je het aangepakt? Waarom heb je het zo gedaan? Welke problemen kwam je tegen?
R
Resultaat
Wat leverde het op?
Ik moest de pers voorlichten over de plannen van de gemeente, maar ik moest tegelijkertijd ervoor zorgen dat de negatieve reacties die dit beleid opriep, bijgesteld werden. Vragen die direct betrekking hadden op de presentatie mocht ik beantwoorden. Voor andere vragen moest ik verwijzen naar de wethouder (dit was verder geen rol in de simulatie). Ik heb een persconferentie belegd waarin ik precies heb uitgelegd wat de argumenten van de gemeente waren en hoe het project eruit zou gaan zien. Ik heb in de voorbereiding op de simulatie ook voorgesteld om voorafgaand aan de bijeenkomst nog met een hele kritische journalist (rol van Edwin) zou spreken. Zo had ik meer tijd om op zijn argumenten in te gaan. Dat werkte goed.
Het resultaat was dat er een hoop duidelijkheid is gekomen. Voor mij was het voldoende dat de pers geen vragen meer had.
Hoe liep het af?
R
T
Reflectie
Transfer
Kun je resultaten/cijfers/uitkomsten noemen? Wat vind je van je handelen? Wat vonden anderen van je handelen? Wat zou je de volgende keer anders doen?
Ik was in het begin wat zenuwachtig, waardoor ik misschien wat terughoudend was. Toen ik eenmaal op gang was, ging het erg goed. Mijn klasgenoten vonden dat ik het prima had gedaan en gaven mij veel positieve feedback. Wel moest ik proberen wat luider te spreken. Ik heb geleerd dat je jezelf goed en duidelijk moet verwoorden en presenteren. Dit zijn zaken die ook in het echt spelen. Ik zou een volgende keer een oefensessie houden om voorbereid te zijn op alle vragen.
30