Hoorcollege Directe Belastingen DB II
Collegejaar 2014/2015
Waarom een VBI of een FBI? De VBI en de FBI zijn faciliteiten die collectief belleggen faciliteren. Fiscaal bezien kan je – ruwweg - (collectief) beleggen op twee manieren vormgeven. Een belastingplichtige kan rechtstreeks beleggen in een product (via een transparante entiteit). Een belastingplichtige kan ook beleggen door een non transparante entiteit te gebruiken. Hieronder volgen twee voorbeelden om dit te verduidelijken.
Hier zie je een groep belastingplichtigen rechtstreeks beleggen in een product. Elk individu wordt dan ook rechtstreeks in de heffing betrokken tegen een forfaitair rendement van 4% met een tarief van 30% effectief is dat 1,2%.
1
Hoorcollege Directe Belastingen DB II
Collegejaar 2014/2015
Deze groep belastingplichtigen kunnen ook beleggen middels een non transparante entiteit.
De belastingplichtigen kunnen bijvoorbeeld de beleggingen stopen in een BV en de BV laten beleggen. Door de beleggingen via een BV te laten lopen creëert men eigenlijk een tweede belasting laag (extra heffingsmogelijkheid). Om toch in box drie te vallen mag geen van de beleggers meer dan 5% aandelen hebben in de BV. Je ziet dat het niet loont om collectief via een non transparante entiteit te beleggen. De voordelen die de BV met de beleggingen behaald worden belast tegen een maximaal tarief van 25%. De BV keert dit voordeel uit in de vorm van dividend aan de aandeelhouders.
2
Hoorcollege Directe Belastingen DB II
Collegejaar 2014/2015
Deze aandeelhouders worden belast in box drie. Door deze te constructie te hanteren creëert men dus een extra belasting laag. De wetgever wilde het collectief beleggen fiscaal mogelijk maken om uitstroom van kapitaal tegen te gaan. Om collectief beleggen te faciliteren heeft de wetgever de VBI en FBI bedacht. Voordat we verder ingaan op de werking van deze entiteiten moeten we duidelijk hebben dat de VBI en de FBI geen aparte rechtsvormen zijn. Deze staan ook niet als zodanig opgesomd in art 2 lid 1 wet Vpb. Je kan dus een NV hebben met een VBI of een FBI status. Wel is het zo dat de VBI niet via een BV kan lopen. Dit komt later aan de orde. Fiscale facilitering van collectief beleggen Om het collectief beleggen via een non transparante entiteit mogelijk te maken heeft de wetgever de VBI en de FBI in het leven geroepen. We hebben eerder gezien dat je zonder deze faciliteiten een extra heffingslaag creëert op het niveau van de entiteit. De wetgever heeft deze extra heffing op het niveau van de entiteit willen elimineren. Daarom is de VBI vrijgesteld van Vpb. De FBI is weliswaar belastingplichtig voor de Vpb, maar tegen een tarief van 0%. VBI De VBI is dus niet belastingplichtig voor de Vpb. De VBI hoeft dus ook geen aangifte te doen voor de Vpb. een VBI is dus een entiteit (lichaam) die de status van VBI draagt. In deze entiteit participeren verschillende beleggers. Om heffing op het niveau van de beleggers te waarborgen heeft de wetgever enkele bepalingen geïntroduceerd. Op het niveau van de VBI vindt immers geen heffing plaats. -
Box drie beleggers: deze worden gewoon belast in box drie tegen een effectief tarief van 1,2%. Box twee beleggers (ab-houder): hier heeft de wetgever gezien dat men zijn belegging in de VBI kan oppotten. In box drie wordt je immers fictief belast, daar waar je in box twee feitelijk belast wordt ten aanzien van het voordeel dat je geniet. Men zou dus zonder ingrijpen belastingheffing kunnen uitstellen. De wetgever heeft dit niet wenselijk geacht. De wetgever heeft daarom een forfaitaire heffing in box twee bedacht. Ingevolge art 4.12 jo. 4.13 IB jo wordt men in box twee belast tegen een forfaitair rendement van 4% tegen een tarief van 25% effectief is de heffing 1%. 3
Hoorcollege Directe Belastingen DB II
-
Collegejaar 2014/2015
En tot slot hebben we de ondernemer die collectief belegt en dit tot zijn ondernemingsvermogen moet rekenen. Heffing vindt plaats in box 1. Maar ook hier zie je dat de ondernemer zonder nadere regelgeving belastinguitstel kan genereren. De wetgever heeft daarom bedacht dat deze ondernemer zijn beleggingen in een VBI jaarlijks moet herwaarderen en het voordeel hieruit tot zijn ondernemingswinst moet toerekenen (art 3.29a IB).
Je ziet steeds dat de wetgever heffing heeft willen garanderen. Dit is met name voor beleggers in box 2 en box 1 bedoeld. Als de wetgever dit niet zou doen dan kan men via een voor de Vpb vrijgestelde entiteit voor altijd belastinguitstel genereren (oppotten van vermogen).
4
Hoorcollege Directe Belastingen DB II
Collegejaar 2014/2015
FBI De FBI is ander dan de VBI wel Vpb plichtig, maar wel tegen een tarief van 0%. Daarnaast heeft de FBI een uitdelingsverplichting. Hier kan men dus geen belastinguitstel genereren als bij de VBI. De wetgever hoeft hier geen bepalingen te creëren op het niveau van de belegger om het oppotten van vermogen in de FBI tegen te gaan.
Doel VBI De VBI moest voorkomen dat er een uittocht van kapitaal zou plaats vinden naar landen als Luxenburg. Nederland wil met de VBI het vestigingsklimaat in Nederland bevorderen. De VBI is aantrekkelijker ten opzichte van de FBI omdat de VBI geen uitdelingsverplichting heeft. Daarnaast is de VBI uitermate geschikt voor de DGA. Dit laatste komt verderop aan de orde.
5
Hoorcollege Directe Belastingen DB II
Collegejaar 2014/2015
Artikel 6a Wet Vpb De VBI is geregeld in art 6a wet vpb: -
-
-
In lid 1 lees je dat men een verzoek moet indienen bij de fiscus om als VBI te worden aangemerkt. In lid 1 lees je ook dat het doel en de feitelijke werkzaamheden moeten bestaan uit beleggingen van gelden of andere goederen. Deze voorwaarde is opgenomen om te bewerkstellingen dat belastingplichtige in zijn statuten opneemt dat het doel van belastingplichtige beleggen is terwijl men feitelijk ook aan het ondernemen is. De inspecteur kan dus nagaan of de werkzaamheden van een VBI ook feitelijk uit beleggingen bestaan. Indien er ook ondernemingsactiviteiten plaats vinden dan kan de inspecteur de VBI status opheffen, hiermee wordt men met terugwerkende kracht aangemerkt als belastingplichtige voor de Vbp. Ook het product waarin belegd moet worden is geregeld in de Vpb. De VBI moet uitsluitend beleggen in financiële instrumenten hier wordt men eigenlijk verwezen naar art 1:1 Wet op het financieel toezicht herin tref je een hele lijst aan met financiële instrumenten waaronder Opties Futures en Swaps. De wetgever heeft de beleggingen dus beperkt tot financiële instrumenten om zo ondernemingsactiviteiten te elimineren. Beginsel van risicospreiding: de wetgever heeft hiermee o.a. hedgefondsen willen voorkomen. In de laatste volzin in lid 1 tref je het open karakter aan van de VBI. De wetgever heeft de verhandelbaarheid van de participatie in een VBI cruciaal geacht. Een aandeel in een VBI moet zonder toestemming van andere participanten vervreemd kunnen worden aan derden.
Lid 2: voor een VBI mag je alleen een NV gebruiken of een open fonds voor gemene rekening. Lid 3: in dit lid treft men de definitie van een VBI: Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een beleggingsinstelling verstaan een lichaam waarin ter collectieve belegging gevraagde of verkregen gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen teneinde de deelnemers in de opbrengst van de beleggingen te doen delen. Kenmerken VBI Zoals eerder opgemerkt is de VBI vrijgesteld van Vpb. Verder dient men met minimaal twee aandeelhouder deel te nemen in een VBI. De VBI kent geen uitdelingsvereiste, de wetgever heeft de achterliggende heffing gewaarborgd door op het niveau van de aandeelhouders belastingheffing te garanderen. Hiervoor hebben we gezien dat aandeelhouders in box 1
6
Hoorcollege Directe Belastingen DB II
Collegejaar 2014/2015
verplicht zijn diens aandeel in de VBI te herwaarderen en tot de winst te rekenen. In box 2 en 3 wordt er forfaitair geheven. De VBI heeft recht op verdragsbescherming. Om gebruik te maken van een verdrag moet men immers onderworpen zijn aan belastingheffing. Nu de VBI vrijgesteld is van Vpb vindt er geen heffing plaats en kan er dus geen beroep worden gedaan op verdragsbescherming. In beginsel vindt er geen toepassing van de deelnemingsvrijstelling ten aanzien van een belang in een VBI. Het oogmerk hier is beleggen, ingevolge de oogmerktoets voldoet men niet aan de eisen die voor de deelnemingsvrijstelling gelden. Ook de reële heffingstoets pakt slecht uit voor de VBI. De VBI is immers vrijgesteld voor de Vpb. Via de bezittingentoets kan het in een enkel geval goed uitpakken voor een VBI, maar meestal gaat het ook hier fout en kan men geen aanspraak maken op de deelnemingsvrijstelling. de bezittingen van een VBI zij veelal beleggingen en deze zijn per definitie fout op de toerekenings-balans.1 De deelnemingsvrijstelling heeft als doel het voorkomen van economische dubbele heffing bij de VBI speelt dit probleem niet. Fiscale eenheid: je kan een NV die alle aandelen in een VBI heeft niet in een fiscale eenheid stoppen. Om gebruik te maken van de fiscale eenheid moeten alle maatschappijen ingevolge art 15 lid 3 onderdeel b wet Vpb voldoen aan dezelfde winstbepalingen. Wel kan je een VBI samen met een VBI in een fiscale eenheid stoppen zij zijn immers allebei onderworpen aan dezelfde winstbepaling. Fiscale positie belegger Box I belegger: het aandeel in de VBI moet jaarlijks gewaardeerd worden (art 3.29a IB ). Heffing over de winstaangroei (max 52%). Box II belegger (DGA): aandeel in VBI moet jaarlijks gewaardeerd worden, over winstaangroei forfaitair rendementsheffing 4% tegen 25% (art 4.13 IB). Forfaitair rendementsheffing verhoogt ingevolge art 4.27 IB de verkrijgingsprijs. Box III belegger: Vermogensrendementsheffing 1,2% Lichamen in de VPB: art 4.13 jo. 4.27 IB zijn via de schakelbepaling in art. 8 wet Vpb ook van toepassing op Vpb lichamen. Ook hier dient men zijn aandeel in een VBI te waarderen naar WEV. Over winstaangroei forfaitair rendementsheffing 4% tegen 25% (art 4.13 IB). de deelnemingsvrijstelling is bijna nooit van toepassing op deze winstaangroei.
1
De VBI kan wel gebruik maken van de deelnemingsvrijstelling als zij alleen maar aandelenbelangen heeft van 5% of meer. Maar dit komt niet zo vaak voor.
7
Hoorcollege Directe Belastingen DB II
Collegejaar 2014/2015
FBI Het doel van de FBI is het stimuleren van collectief beleggen door particulieren. Maar ook vastgoed- en pensioenfondsen maken gebruik van de FBI. Daarnaast mag de FBI ook beleggen on onroerend goed. Art 28 wet Vpb (belangrijke onderdelen) In art 28 wet Vpb kan je lezen welke entiteiten de status van FBI mogen dragen: aangemerkt naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en de open fondsen voor gemene rekening. In de laatste volzin van lid 2 lees je, net als bij de VBI, de eis van de om niet alleen statutair beleggen tot doel te hebben, maar ook feitelijk moet de FBI beleggen. In lid 2 onderdeel b tref je de uitdelingsverplichting. Uiterlijk in de achtste maand na het sluiten van het boekjaar moet de uitdeling hebben plaatsgevonden. Lid 2 onderdeel d geeft nadere eisen ten aanzien van niet beursgenoteerde FBI. In lid 2 onderdeel d ten eerste staat dat een natuurlijke persoon geen aanmerkelijk belang mag hebben in een FBI. in lid 3 zie je dat het beleggen in vastgoed is toegestaan. dit is anders bij de VBI. Kenmerken van FBI FBI is wel Vpb plichtig, het tarief is 0% dit betekend dat er een verplichting bestaat tot het doen van Vpb aangifte. De FBI heeft toegang tot belastingverdragen, de FBI wordt gezien als inwoner en is wel subjectief belastingplichtig. Net als bij de VBI kan de FBI niet in een fiscale eenheid participeren, ook hier zie je dat het fiscale regime van de FBI niet samen gaat met het fiscale regime voor bijvoorbeeld de BV. art 13 lid 8 wet vpb: op het niveau van de FBI geldt de deelnemingsvrijstelling niet. Een FBI die een belang heeft in een BV kan 8
Hoorcollege Directe Belastingen DB II
Collegejaar 2014/2015
geen aanspraak doen op de deelnemingsvrijstelling. Doordat de FBI verplicht is een winstuitdeling te doen kan zij geen aanspraak maken op de deelnemingsvrijstelling. indien de FBI wel aanspraak zou kunnen doen op de deelnemingsvrijstelling zou de winst buiten de winstsfeer geplaatst worden. De uitdelingsplicht geldt alleen voor winst die de FBI behaald, als de FBI de winst buiten de winstsfeer kan houden dan zou er geen winstuitdeling plaats kunnen vinden ten aanzien van een belang waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is. Dat de FBI geen aanspraak kan maken op de deelnemingsvrijstelling is ook logisch, de deelnemingsvrijstelling voorkomt economische dubbele heffing. Op de FBI is een tarief van 0% van toepassing hierdoor is er per saldo geen sprake van dubbele heffing. Alle voordelen die de FBI haalt zijn immers tegen 0% belast.
9