Jaarverslag KOBO 2014/2015
- 1-
KENNIS – EN NDERWIJSCENTRUM BODEM EN ONDERGROND (KOBO) Jaarverslag KOBO-HO beschrijving activiteiten tot september INTRODUCTIE
Het voorliggend jaarverslag betreft de vierde fase van het KOBO- project. Een project dat vorm en inhoud geeft aan het verspreiden van, in en met de praktijk ontwikkelde, nieuwe kennis inzake de bodem en de ondergrond. Een kennisdomein dat zowel in de praktijk van het werkveld als het onderwijs ernstige vormen van achterstallig onderhoud blijft kennen. In het voorliggende verslag zullen hier en daar passages uit het jaarverslag 2011-2012 en 20132014 overgenomen worden (cursief). Dit om de niet eerder geïnformeerde lezer op de actuele informatiestand te brengen Om verandering te brengen in de kennisachterstand is op initiatief van aanvankelijk drie samenwerkende hogescholen, Saxion Hogescholen, de Hogeschool Utrecht en Hogeschool Rotterdam1, met co-sponsoring van de zijde van het Agentschap NL/Bodem+, SKB en SIKB, alle verzameld in de regiegroep ENBO, een project van start gegaan onder de naam KOBO.
1Saxion
Het KOBO is institutioneel ondergebracht bij de Saxion Hogeschool Deventer als ontwikkelactiviteit van de Kenniskring Duurzame leefomgeving van de toenmalige Academie voor Ruimtelijke Ontwikkeling en Bouw van de Saxion Hogeschool. Bij Saxion zijn 7 opleidingen bij het KOBO betrokken. Daarnaast kent het KOBOinitiatief als founding partners ook de opleidingen in ruimtelijke relevante disciplines van de Hogeschool Utrecht met 6 opleidingen en Hogeschool Rotterdam met ten minste 2 opleidingen. Gedurende de derde fase van dit project (20132014) is het aantal samenwerkende hogescholen, met de HAS, Den Bosch (meerdere opleidingen) en Hogeschool Windesheim, Zwolle met meerdere ruimtelijk relevante opleidingen, uitgegroeid tot vijf. Beide nieuwe deelnemers leveren een aandeel in ontwikkeling en uitvoering van het project. De derde fase van het KOBO- project betreft die van de ontwikkeling en uitvoering van een Minor Bodem & Ondergrond (B&O) voor derde- en vierdejaars HBO studenten.
In dit KOBO-jaarverslag 2014-2015 geven we een, voornamelijk cijfermatige, terugblik op de inzet van de KOBO-onderwijsmodulen in de eerste studiejaren van het HBO-onderwijs, bespreken we de Minor Bodem en Ondergrond (B&O), de ontwikkelingen in en rond het B&O onderwijs die het afgelopen studiejaar hebben plaatsgevonden en blikken we vooruit naar plezierige, noodzakelijke vooral onderwijsversterkende activiteiten die in meer of mindere mate al ingezet zijn.
met de opleidingen: Archeologie, Ruimtelijke Ordening en Planologie, Milieukunde, Stedenbouwkundig Ontwerpen, Bouwkunde Civiele Techniek en Vastgoed Makelaardij Hogeschool Utrecht met de opleidingen Bouwkunde, Bouwtechnische bedrijfskunde Civiele Techniek, Geodesie, Milieukunde, Ruimtelijke Ordening en Planologie Hogeschool Rotterdam met de opleidingen Watermanagement en Civiele Techniek HAS Den Bosch - 1Hogeschool Windesheim
Eerstejaars KOBOmodulen
Om technisch-organisatorische redenen is gekozen de minor Bodem & Ondergrond in de eerste pilot fase, onder te brengen bij de reeds bestaande minor Regie Stedelijke Vernieuwing. Deze minor bestaat uit drie onderdelen nl: Integrale gebiedsontwikkeling (stedelijk gebied); Toekomst Landelijk Gebied en Bodem & Ondergrond.
Hieronder vindt u een kort overzicht van de inzet van de, in 2012/2013, ontwikkelde onderwijsmodulen bij de vijf deelnemende hogescholen, in de bijlage treft u uitgebreid cijfermateriaal aan en de analyse daarvan.
De minor B&O is ontwikkeld conform het projectvoorstel van 31-05-2013.
--Bij de hgs Rotterdam hebben vijf studenten het onderdeel Bodem en Ondergrond van de cursus Ondergronds Bouwen gevolgd en met succes behaald. --Bij de hgs Utrecht hebben een kleine 100 studenten de module Bodem en Ondergrond gevolgd binnen de lessen van Milieukunde, Ruimtelijke Ordening en Civiele Techniek. --Bij Saxion werkt men aan een herinrichting van het curriculum, de modulen Bodem en Ondergrond zijn opgenomen binnen de cluster Urban Studies en zijn in het afgelopen jaar niet gegeven, maar komen volgend jaar in het lesplan aan bod, waarin ze structureel een plaats gaan innemen. Bij de HAS en in Windesheim zijn onderdelen van de lessenserie gebruikt, deze zijn meegeteld met de ‘hits’ op de KOBO-website
In de minor vervult het werkveld een prominente rol. Studenten gaan, gedurende 20 uur per week, 30 weken) in interdisciplinaire teams met praktijkopdrachten aan de slag. De overige tijd zal worden besteed aan inhoudelijke kennisoverdracht en ondersteunende colleges. De onderwijssetting is vanuit dit perspectief ingezet langs drie lijnen:
De praktijkvraag De kennisvraag De competentie
De praktijkvraag (1) wordt ingebracht door externe partijen. Om deze vraag te kunnen beantwoorden zal kennis nodig zijn (2) die studenten zich eigen moeten maken en of hen zal helpen deze te ontwikkelen. Dit type vragen noemen we in de setting van de minor, kennis gerelateerde vragen. In het kader van de opdracht krijgen de studenten de gelegenheid om in interdisciplinaire teams te werken aan voor hen belangrijke competenties (3). Die benoemen ze aan de voorkant van de opdracht. Aan het eind van de minor leveren studenten een oplossing voor de opdrachtgever, hebben ze kennis ontwikkeld om die praktijkvraag te kunnen beantwoorden en zijn ze gegroeid in competenties. Aldus zijn de drie lijnen gestalte gegeven. Zie figuur.
De uitvoering van de Minor Bodem en Ondergrond
De minor Bodem en Ondergrond is een onderwijsonderdeel van 30 ECT’s (een studiebelasting van een half jaar !) tijdens het derde of vierde HBO-studiejaar. Studenten zijn vrij om voor de invulling van deze minor uit het landelijk aanbod van minoren te kiezen en zo hun studie te verbreden dan wel te verdiepen. Met uitzondering van HAS Den Bosch, kennen alle, in het ontwikkelteam KOBO vertegenwoordigde hogescholen de minor als programmaonderdeel. HAS Den Bosch gaat, waarschijnlijk in studiejaar 2014/15 minoren aanbieden. - 2-
middels de eerstejaars modules, met de verwachting dat dit een goede aanzet zal zijn voor belangstelling voor het kennisdomein van de bodem en ondergrond zeker als er een grote kans mee verbonden wordt op een baan in deze sector Figuur Vereenvoudigd didactisch onderwijsmodel
De Minor Bodem en Ondergrond 2015/2016
Evenals bij de eerste fase van het KOBO-project het geval is geweest, is gedurende dit ontwikkeltraject minor B&O actief de inbreng van het adviserend en uitvoerend bedrijfsleven gezocht, evenals die van het ENBO, voor zowel inbreng van, kennis en voorbeelden/casuïstiek, praktijkopdrachten evenals inbreng voor het toetsing aan eisen vanuit de praktijk.
Op dit moment hebben zich 27 studenten aangemeld en hier komen er waarschijnlijk nog enkele bij. Besloten is aan alle 27 studenten het volledige inhoudelijke programma Regie Stedelijke Vernieuwing aan te bieden inclusief Bodem en Ondergrond. Alle studenten zijn vrij om te kiezen voor B&O georiënteerde opdrachten. Alleen de B&O studenten worden inhoudelijk getoetst op deze materie. Wat de inhoud van de minor betreft, door veel gastsprekers zijn inhoudelijke bijdragen in de vorm van gastcolleges, geleverd. Nagegaan wordt of deze presentaties ook op de website (open deel) gepubliceerd mogen worden.
Het bedrijfsleven is in het ontwikkelteam vertegenwoordigd door vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat, Anteagroep Oisterwijk en Grontmij, terwijl Witteveen&Bos, Deventer belangstellend op de achtergrond de ontwikkelingen volgt.
In bijlage 2 kijkt Bauke de Vries (coördinator minor B&O terug op de eerste minor ‘Regie Stedelijke Vernieuwing- Bodem en Ondergrond’. Hieronder een samenvatting. Doordat weinig studenten zich rechtstreeks hebben aangemeld voor de deelminor B&O werd besloten het B&O-onderdeel aan alle 20 studenten Integrale gebiedsontwikkeling aan te bieden, sterk aan Bodem en Ondergrond gerelateerde opdrachten ook voor alle minor-studenten beschikbaar te hebben en de KOBO-studenten apart te toetsen op kennis over B&O. De beperkte belangstelling voor de minor moet worden gezien tegen de achtergrond van het gegeven dat dit cohort studenten nog niet kennis heeft gemaakt met de eerstejaars modules. Dat geldt deels ook voor het aankomend jaar Onze aanvankelijke opzet is geweest om eerst een basis te verschaffen
Verbetering en gebruik KOBO-HO website
Rond de jaarwisseling is de website KOBO-HO onder de loep genomen en is de toegankelijkheid van de site verbeterd, evenals de mogelijkheid tot registratie van de herkomst van bezoekers. Het gebruik van de site is vergeleken met 2013-2014 stabiel, wel is er een verschuiving in populaire pagina’s n.l. van inhoudelijke pagina’s naar de pagina’s met kennispartners en opdrachten. (zie bijlage 1) Zoekmachines zoals Google “waarderen” websites hoger naarmate er ook regelmatig - 3-
nieuwe content zoals actualiteiten en nieuwsberichten wordt toegevoegd .Ook doorverwijzingen via andere websites (bedrijven of instanties) tellen in belangrijke mate mee in de getoonde rangorde van zoekresultaten. Op de KOBO-HO website vindt actualisatie van bijvoorbeeld nieuwsberichten slechts beperkt plaats. Ook het onderdeel met het actuele aanbod van stage en afstudeeropdrachten zou wel flink meer dynamiek mogen krijgen. Via de website is een aantal studenten geholpen aan een opdracht, maar dit element kan nog versterkt worden.
minorenmarkten. Studenten lijken sterk ‘docent-gerelateerd’ te kiezen voor een minor. Versterking van draagvlak binnen de hogescholen is derhalve van groot belang, maar ook zeer concreet wervingsmateriaal voor de minormarkten (factsheets met opdrachten) zijn dringend gewenst. (ontwikkeling materiaal september 2015.) Voor de financiering van de activiteiten van het ontwikkelteam d.w.z. de actualisering van de eerstejaars modulen en de versterking van draagvlak en naamsbekendheid, is financiering aangevraagd in het kader van het Uitvoerings Programma Convenant Bodem.
Actualisering van de eerstejaars modulen.
Uitbreiding samenwerkende hogescholen
In 2015-2016 dient de inhoud van de eerstejaars modulen kritisch bekeken en zeker geactualiseerd te worden (o.a.Struktuurvisie Bodem en Ondergrond). In september 2015 zal daarvoor een bijeenkomst met het ontwikkelteam worden belegd.
Tijdens de laatste bijeenkomst van het KOBOontwikkelteam, schoof mevrouw Linda Nol aan, teamleider toegepaste biologie aan de Christelijke Agrarische Hogeschool Almere en voorzitter van de Nederlandse Bodemkundige Vereniging. (NBV). Nadere samenwerking wordt onderzocht.
Draagvlak en naamsbekendheid
WO-JONG Strong
Door de institutionalisering van Bodem en Ondergrond in Deventer (Saxion) (Minor, lektoraat, administratieve organisatie) is het nodig het draagvlak onder docenten en daarmee het gebruik van de ontwikkelde modulen, in de aangesloten hogescholen te blijven versterken . In 2015-2016 zal het KOBO-ontwikkelteam uitgebreid worden met docenten van alle samenwerkende hogescholen . Ook zullen er, op basis van het geactualiseerde onderwijsmateriaal, masterclasses gegeven worden in de aangesloten hogescholen. Een belangrijk aandachtspunt blijft de werving van minorstudenten via de
In deze periode heeft de samenwerking met JONG-Strong en de uitbreiding van het HBOonderwijsveld met het WO-onderwijsveld verder gestalte gekregen. JONG Strong heeft in samenspraak met het Ministerie van I&M, op de, samen met het KOBO ontwikkelde website, een groot aantal onderzoeksvragen geplaatst. Het KOBOontwikkelteam zet deze onderzoeksvragen uit in het regulier HBO-onderwijs (Saxion 3de en 4de studiejaar en CAH, 4de studiejaar). Het aantal kennispartners is verder toegenomen en ook aan de bibliotheek wordt gestaag nieuwe informatie toegevoegd. Zie lijst kennispartners. - 4-
Traineeship
Rijkswaterstaat heeft het KOBO gevraagd een traineeship te willen ontwikkelen voor B&O. Afgestudeerden krijgen in dienst van RWS, driemaal een half jaar de mogelijkheid alle ins en ouds te verkennen bij een overheidsorganisatie, een uitvoerend bedrijf en een adviesbureau. De Grontmij (uitvoerend en adviserend) en Anteagroup (uitvoerend en adviserend) hebben belangstelling om hieraan deel te nemen. Een eerste contact met ingenieursbureau Aveco de Bondt moet nog nader verkend. Dit lijkt een baangarantie te gaan inhouden voor studenten, ruimtelijke vakken die B&O in hun pakket opnemen. In 2015-2016 zal een ontwikkelgroep dit traineeship nader vormgeven (voorwaarden, inhoudelijke eindtermen, toetsing, begeleiding etc)
Lektoraad
Inmiddels is Geert Roovers, benoemd als lector B&O. Hij is afkomstig van de Anteagroup en wordt ook door deze organisatie gefinancierd. Zijn standplaats wordt Saxion, Deventer. Zijn takenpakket moet in de komende maanden nader worden vastgesteld maar zal zeker bestaan uit het bevorderen van onderwijs en onderzoek in Bodem en Ondergrond en het versterken van de contacten tussen onderwijs en werkveld.
- 5-
Kennispartners
- 6-
Bijlage 1: Overzicht gebruik eerstejaarsmodulen -analyse van het websitebezoek
Eenmaal op de website worden de meeste lesmodules (Powerpoint) gevonden en gedownload. Maar ook het jaarverslag over 20132014 is blijkbaar populair. Zie hieronder het overzicht met de Top 10 in de periode jan 2015juni 2015. Downloads Top 10 periode jan 2015-juni2015
- 7-
Bijlage 2:
vanuit de HAS Den Bosch meegedaan aan de Minor Regie Stedelijke Vernieuwing (maar niet aan de variant Bodem en Ondergrond), en hebben 2 studenten van Saxion (1 Milieukunde en 1 Ruimtelijke Ordening) zich aangemeld voor de variant Bodem en Ondergrond. Het totaal aantal aanmeldingen voor de Minor Regie Stedelijke Vernieuwing bedroeg 18. Herkomst:
Terugblik Minor Bodem en Ondergrond 2014-2015 Werving / aanmeldingen Voor de Minor Bodem en Ondergrond is afzonderlijk publiciteitsmateriaal ontwikkeld, vanuit de ontwikkelgroep van de Minor. Minorenmarkten zijn bezocht bij Saxion (Deventer en Enschede), HAS Den Bosch, Hogeschool Rotterdam (?) en Hogeschool Utrecht. Daarbij was steeds een HBO-docent aanwezig en een vertegenwoordiger vanuit het bedrijfsleven.
Ruimtelijke Ordening en Planologie Stedenbouwkundig ontwerpen Milieukunde Vastgoed en Makelaardij Facility Management Bouwkunde Bestuurskunde HAS Den Bosch, Milieukunde
Op www.kiesopmaat.nl was een korte aanvullende tekst over de Minor Bodem en Ondergrond geplaatst onder de beschrijving van de Minor Regie Stedelijke Vernieuwing. Dit is het gevolg van het feit dat de Minor Bodem en Ondergrond geen zelfstandige minor is. De aanvullende tekst is pas zichtbaar als de tekst van de Minor RSV wordt opengeklikt. Zonder open klikken is alleen onderstaande tekst zichtbaar.
8 1 1 3 2 1 1 1
Programma, samenwerking.
Regie Stedelijke Vernieuwing
De Minor Bodem en Ondergrond is aangeboden als een specialisatie binnen de Minor Regie Stedelijke Vernieuwing. Deze Minor werkte al intensief samen met de Minor Landelijk Gebied van de Toekomst. De samenwerking was als volgt beoogd:
Stedelijke vernieuwing is een hot item in Nederland. Zowel publieke als private partijen zijn vanuit diverse belangen en invalshoeken (fysiek, sociaal, economisch) van mening dat er iets moet gebeuren om de kwaliteit van probleemwijken, verouderde bedrijventerreinen, en vita…
De drie minoren hebben een gezamenlijke collegereeks over Integrale Gebiedsontwikkeling. Deze reeks bestaat uit 4 bijeenkomsten van ieder drie lesuren (= 3 x 45 minuten = 2 uur 15 minuten). De collegereeks wordt deels verzorgd door gastdocenten, deels door docenten vanuit Saxion zelf. Ieder van de drie minoren heeft een eigen collegereeks met inhoudelijke verdieping over het eigen onderwerp. Ook hier wordt
Een uitgebreide beschrijving van de minor was te vinden op http://www.koboho.nl/minor-bo. Op de minorenmarkten toonden redelijk wat studenten belangstelling, vooral vanuit de HAS Den Bosch. Uiteindelijk heeft 1 student - 8-
deels met gastdocenten gewerkt, deels met docenten vanuit Saxion zelf. Er wordt een tentamen aangeboden over de collegereeks Integrale Gebiedsontwikkeling, en over de drie verdiepingsreeksen. Studenten doen tentamen over de verdiepingsreeks waarvoor ze zich hadden aangemeld. Er worden afzonderlijke praktijkopdrachten geworven voor de drie verschillende minoren. Dus enkele opdrachten vanuit het thema Landelijk Gebied, enkele vanuit het thema Regie Stedelijke Vernieuwing en enkele vanuit het thema Bodem en Ondergrond. Studenten verzorgen een referaat op basis van literatuuronderzoek, hierbij worden de studenten van Bodem en Ondergrond en Regie Stedelijke Vernieuwing gecombineerd, en zijn de studenten van Landelijk Gebied apart. Er worden thema’s voor de referaten aangereikt vanuit de drie invalshoeken.
Stedelijke Vernieuwing inclusief Bodem en Ondergrond, en een tweede set praktijkopdrachten voor Landelijk Gebied van de Toekomst. De collegereeks Integrale Gebiedsontwikkeling bestond uit de volgende colleges: Integrale gebiedsontwikkeling: begripsbepaling, fasering (André Bus, Saxion) Duurzame gebiedsontwikkeling (Henk Puylaert, H2Ruimte) Ruimtelijke kwaliteit in gebiedsontwikkeling (Bert Groot, Saxion) Planningsconcepten en gebiedsontwikkeling (Jeroen Kuyper, Saxion) De collegereeks Bodem en Ondergrond bestond uit de volgende colleges: Ruimtelijke Ordening en Ondergrond, de ‘ondergrondse praktijk’ (Ron Nap, gemeente Apeldoorn) Beleid en wet- en regelgeving in de ondergrond (Nicole Hardon, Ministerie van I&M) Waarden en functies van bodem en ondergrond, TEEB Groen in de stad, Triple O (Bauke de Vries, Saxion) Bodemecologie (Bauke de Vries, Saxion) Stedelijk grondwaterbeheer, inhoudelijke, juridische en beleidsmatige aspecten (Peter de Putter, Sterk Consulting).
Vanwege het beperkte aantal studenten dat zich specifiek had aangemeld voor Bodem en Ondergrond, is een iets andere aanpak gekozen, namelijk de volgende: Alle studenten wonen de colleges Integrale Gebiedsontwikkeling bij (zoals van te voren gepland) Alle studenten RSV zijn welkom bij de colleges Bodem en Ondergrond (maar kunnen daartoe niet worden verplicht, en hoeven ook geen tentamen te doen over de aangeboden stof). Alleen de twee studenten die zich hadden aangemeld voor Bodem en Ondergrond, maken het tentamen Bodem en Ondergrond. De verdeling van de studenten over de praktijkopdrachten wordt niet alleen bepaald op basis van de variant waarvoor ze zich hadden aangemeld, maar op basis van hun gehele achtergrond en motivatie. Er komt één set praktijkopdrachten voor Regie
Verder was een excursie beoogd naar de gemeente Apeldoorn (Gebiedsgericht Grondwaterbeheer) en de herontwikkeling van de Utrechtse binnenstad (Biowasmachine). Deze is komen te vervallen vanwege persoonlijke omstandigheden bij één van de betrokken docenten, die leidden tot teveel tijdgebrek om de excursie nog te kunnen organiseren. - 9-
ontwikkelen op landbouwkundig gebruik vanuit de principes van de Amerikaanse biologische boer Joel Salatin.
Praktijkopdrachten Twee van de praktijkopdrachten in de minor RSV / Bodem en Ondergrond waren afkomstig uit de bureaus die betrokken waren bij de ontwikkeling van de minor Bodem en Ondergrond. Dit waren de volgende opdrachten:
Lessen / onderwijsmateriaal De ontwikkelde presentaties zijn voor een belangrijk deel gebruikt in het onderwijs. Gastdocenten hebben eigen presentaties gebruikt voor hun gastlessen. Er is aanvullende documentatie verzameld en ontsloten voor de studenten, maar die is niet actief gebruikt bij de toetsing van de minor.
Vanuit Grontmij: uitvoeren van stakeholderanalyse voor de Nedereindse Plas, als input voor het ontwikkelen van business cases voor de herontwikkeling van het gebied.
Studentenevaluatie Studenten waren in grote lijnen tevreden over de inhoud en organisatie van het programma, en de uitvoering van de praktijkopdrachten. Met betrekking tot de nieuwe elementen vanuit Bodem en Ondergrond valt het volgende te zeggen: er was veel waardering voor de collegereeks integrale gebiedsontwikkeling. De collegereeks over Bodem en Ondergrond werd ook door de RSV studenten goed gewaardeerd, voor zover de onderwerpen een duidelijk raakvlak hadden met gebiedsontwikkeling. De les over bodemecologie werd expliciet genoemd als minder relevant voor deze studenten.
Vanuit Antea Group: verkenning van het thema ‘zelfvoorzienende wijk’, met het oog op mogelijke business cases voor Antea Group. De twee studenten die zich hadden aangemeld voor de Minor Bodem en Ondergrond deden mee aan deze opdracht. Daarnaast hadden nog twee van de andere opdrachten aanvankelijk een duidelijke ‘Bodem en Ondergrond’ component: Vanuit het Oversticht : uitkomsten van archeologsich/cultuurhistorisch onderzoek terug laten komen, drager laten zijn van de identiteit van een te ontwikkelen bedrijventerrein, om zo archeologie en cultuurhistorie beter zichtbaar en beleefbaar te maken in het gebied (gedurende het project heeft de opdrachtgever zich teruggetrokken en is de opdracht overgenomen door de archeoloog van de gemeente Deventer. Het opdrachtgebied is daardoor ook gewijzigd van het bedrijventerrein naar het centrum van Deventer).
Evaluatie door opdrachtgevers praktijkopdrachten Opdrachtgevers van de praktijkopdrachten zijn in grote lijnen tevreden over het werk dat door studenten geleverd is en de samenwerking met Saxion. Hier en daar zien we wel mogelijkheden om het praktijkproject strakker te organiseren en als docententeam meer de regie te nemen in de communicatie met de opdrachtgevers. Het uitgangspunt dat de studenten zelf zo veel mogelijk verantwoordelijkheid krijgen in de
Vanuit de Stichting IJssellandschap: verkenning van de mogelijkheden om voor het Linderveld bij Deventer een visie te - 10-
communicatie met hun opdrachtgever pakt vaak goed uit maar niet altijd. Ook willen we meer helderheid verschaffen over beoordeling door de verschillende partijen gedurende het traject. Dat betekent dat we vanuit beoordelingsformulieren die we nu in de opleiding o.a. voor stages en afstudeerprojecten gebruiken ook varianten ontwikkelen die passen bij het specifieke karakter van de minor.
opleidingen hun studenten dwingen of sterk stimuleren om verdiepende minoren te doen (die dus exclusief voor de eigen opleiding zijn en weinig aandacht besteden aan verbreding en integraal werken). Het valt daarom ook niet te verwachten dat harde technische kennis in grote mate voorhanden zal zijn binnen de studentengroep van de minor. De vindbaarheid van de informatie over de Minor Bodem en Ondergrond via de gebruikelijke kanalen (vooral Kiesopmaat) is beperkt, doordat de Minor geen zelfstandige minor is maar onderdeel van de Minor Regie Stedelijke Vernieuwing. Als je zoekt op de trefwoorden Bodem of Ondergrond, komt de Minor wel tevoorschijn, maar zoals gezegd is in de dan zichtbare tekst niets
Conclusies en vooruitblik naar volgend jaar Conclusies Acties Het aantal studenten dat zich aangemeld heeft voor de Minor Bodem en Ondergrond viel tegen. Aanvankelijk leken (veel) meer studenten belangstelling te hebben. Belangstellenden vanuit andere hogescholen hebben zich teruggetrokken o.a. vanwege praktische bezwaren (reistijd en –afstand). De Minor heeft geen studenten uit ‘harde’ technische opleidingen aangetrokken (civiele techniek e.d.). De algemene ervaring binnen Saxion is dat technische
Opdrachten vooral zoeken op het snijvlak van bodem/ ondergrond en gebiedsontwikkelin g; sterk technisch getinte opdrachten kunnen naar verwachting niet - 11-
worden weggezet.
Minor Bodem en Ondergrond zichtbaar maken in de eerste paar zinnen van de Kiesopmaat-tekst van RSV, en ook in de onderliggende tekst duidelijker terug te laten komen. Kiesopmaat is een belangrijk medium voor studenten voor het bepalen van de keuze van hun minor.
zichtbaar over de inhoud van de variant Bodem en Ondergrond. Het is nu niet mogelijk om de Minor Bodem en Ondergrond zelfstandig in de markt te zetten. Het ontwikkeltraject van de Minor Bodem en Ondergrond heeft er aan bijgedragen dat voor alle deelnemende studenten de collegereeks Integrale Gebiedsontwikkelin g is verbeterd en geactualiseerd. De collegereeks Bodem en Ondergrond is bijgewoond door de meeste studenten van de Minor RSV, en heeft er zo aan bijgedragen dat ook zij een beter beeld hebben van het belang van bodem en ondergrond bij gebiedsontwikkelin g. De studenten Bodem en Ondergrond hebben beide de Bodembreed dagen
bijgewoond en waren hier erg enthousiast over De collegereeksen bieden een goed overzicht van relevante informatie, maar hebben door de aard van de informatiedrager (mondelinge presentatie / discussie + power point) maar een beperkte informatiedichtheid . De gastdocenten vormden een waardevol onderdeel van de collegereeksen. Saxion biedt zeer beperkte mogelijkheden voor het honoreren van gastdocenten, in principe is alleen een fles wijn + vergoeding van reiskosten toegestaan. Een boekenbon of een financiële vergoeding voor het geven van een gastdocent zijn alleen bij hoge uitzondering mogelijk. Vanuit de contacten binnen de Minor Bodem en Ondergrond is
Collegereeksen in grote lijnen handhaven, op details waar nodig verbeteren of actualiseren. Gastdocenten blijven inschakelen. Evt nog zoeken naar TED talks / ingeblikte colleges en presentaties die het mogelijk maken om de kennis van de buitenwereld makkelijk binnen te halen.
Handhaven; opnemen in de publiciteit van de Minor; evt verder benutten. - 12-
Voor het bereiken van meer diepgang is het goed om aanvullend aan de colleges ook extra documentatie aan te bieden / voor te schrijven (artikelen, rapporten, boeken).
Hopen dat gastdocenten onder deze condities toch bereid zijn om te komen. Zoeken naar andere vormen van ‘tegenprestaties’ vanuit Saxion / win – win situaties voor beide betrokken partijen.
ook een gastles verzorgd door Paul Oude Boerrigter voor de vierdejaars studenten Planologie en Milieukunde (ca 70 studenten), over Triple O / integrale gebiedsontwikkelin g. De samenwerking met de adviesbureaus bij het aanbieden en uitvoeren van de praktijkopdrachten vormde een waardevol onderdeel van het programma.
Graag continueren, zowel binnen de Minor als op andere plekken in het onderwijs (stages, afstudeerprojecten, Stadslab Urban Studies bij Saxion). Praktijkopdrachten tijdig formuleren (in de komende maanden dus)
Bauke de Vries, Andre Bus, Maart 2015
- 13-