OPLEIDINGSONDERDELEN
2013/2014
Professionele bachelor Biomedische laboratoriumtechnologie MODELTRAJECT 1 Chemie 1 Deze cursus behandelt de veiligheid in het chemisch labo en een aantal chemische basisbegrippen zoals concentratietermen, de anorganische stofklassen, chemische bindingen, chemisch evenwicht, redoxreacties,… Het basispakket Fysica behandelt de verschillende aggregatietoestanden waarin een stof zich kan voordoen en hun overgangen, alsook de specifieke eigenschappen van vloeistoffen en gassen en hun toepassingen. Er wordt ook een beetje elementaire mechanica besproken, zodat je op een veilige en juiste manier met een centrifuge te kunnen werken. Meten is weten In het opleidingsonderdeel Meten is weten krijg je de noodzakelijke wiskundige en statistische basis. Tijdens Chemisch rekenen oefen je rekentechnieken in die je doorheen je opleiding en in de latere praktijk nodig zal hebben. Metingen in een lab zijn onderhevig aan meetfouten. Welke? Hoe gaan we daarmee om? Je leert metingen en berekeningen met metingen weergeven met een gepast aantal beduidende cijfers. Als een experiment is uitgevoerd en je over een reeks meetresultaten beschikt, dan is je werk als biomedisch analist nog niet af. Je moet deze resultaten kunnen beoordelen naar juistheid en precisie van de analysemethode toe. Statistiek helpt om meetresultaten te plaatsen tegenover meetfouten en zo interpretatiefouten te vermijden. Tijdens Meetvariatie ligt de nadruk volledig op het praktijkgericht toepassen van de statistiek: alle voorbeelden en oefeningen komen uit het lab en we proberen zoveel mogelijk de computer voor de berekeningen in te schakelen. In dit eerste blok statistiek van de opleiding komen de beschrijvende technieken, kansrekenen en de statistiek van de ijklijn aan bod. Biologie De wetenschap van de biologie is de wetenschap van het leven. De cel wordt beschouwd als de kleinste eenheid van het leven en vormt de bouwsteen van elk levend organisme. In zijn eenvoudigste vorm kan één cel alle taken vervullen om zichzelf in stand te houden en zich te vermenigvuldigen. Tijdens de cursus Celbiologie brengen we inzicht hoe de opbouw, functie, groei en differentiatie, net zoals het transport in de cel, instaan voor de goede werking ervan. Een cel fungeert in een meercellig organisme echter nooit alleen. Ze werken als losse cellen samen of zijn georganiseerd in weefsels en organen. Microbiologie is de wetenschap die micro-organismen bestudeert. Ze kunnen alleen bekeken worden met de microscoop en vormen een grote, diverse groep van organismen die bestaan als één enkele cel of als een groep van cellen. De bouw en vermeerdering van verschillende micro-organismen (bacteriën, protozoa, gisten, schimmels en virussen) komen aan bod evenals de factoren (temperatuur, pH, ontsmetting,…) die de groei beïnvloeden of afremmen. Micro-organismen spelen een belangrijke rol in het dagelijkse leven en hun invloed kan zowel negatief als positief zijn. Labcluster Chemie 1 Tijdens de labcluster Chemie krijg je labopdrachten in verband met analytisch werken, het bereiden van oplossingen, titraties , eenvoudige buffers en tot slot een korte kennismaking met ‘analytische kenmerken’. Labcluster Biologie In een microbiologisch laboratorium wordt gewerkt met levende micro-organismen wat potentiële gevaren met zich meebrengt. Uiteraard kan je het risico op besmetting sterk beperken door het nemen van de gepaste voorzorgsmaatregelen. In het practicum Microbiologie leer je over de gevaren die er bestaan en welke de voorzorgsmaatregelen zijn die kunnen genomen worden. Je leert cultuurmedia en hun eigenschappen kennen en hun invloed op de groei van micro-organismen. Je leert alles over gramkleuring en biochemische fingerprint. Tijdens de labsessies Celbiologie wordt de cel als kleinste eenheid van het leven en als bouwsteen van een organisme bekeken. Cellen zijn niet zichtbaar met het blote oog en kunnen bekeken worden via een optisch instrument: de microscoop. Op deze manier worden typische karakteristieken van verschillende cellen bestudeerd. Bio-organische chemie Bijna alle verbindingen die in biologische processen een rol spelen, zijn voor een aanzienlijk deel uit koolstof opgebouwd. Bio-organische chemie wil de brug slaan tussen organische chemie en biochemie. De veranderingen die koolstofverbindingen ondergaan in de levende cel zijn in wezen dezelfde als de reacties uitgevoerd in een laboratorium. Biologische verbindingen zijn weliswaar groter en complexer van structuur dan de meeste organische verbindingen. Maar het gedeelte dat
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2013/2014
tijdens een biologisch proces de werkelijk chemische veranderingen ondergaat is slechts beperkt en op zich niet ingewikkelder van structuur dan de meeste kleine, organische moleculen. Deze lessenreeks handelt over de belangrijke onderdelen van verschillende bioorganische moleculen. Verder wordt het reactiepatroon van een organische verbinding onder de loep genomen. Dit is onder te brengen in een aantal algemeen geldende basisprincipes. Wanneer er eenmaal voldoende kennis van deze basisprincipes is verworven kunnen deze gebruikt worden om biochemische reacties te bekijken. Instrumentele analyse 1 In Instrumentele Analyse wordt eerst de absorptie van het licht besproken. De groep (spectro-)fotometrische methoden kan men verdelen in twee groepen: de absorptiespectrometrie, waarbij het licht door het monster geabsorbeerd wordt en de emissiespectrometrie, waarbij het monster zelf licht uitzendt. In dit opleidingsonderdeel wordt enkel de absorptie van licht bestudeerd (colorimetrie, spectrofotometrie, turbidimetrie en AAS). Vervolgens leer je alles over de verschillende chromatografische technieken. Chromatografie is als scheidingsmethode van groot belang om allerlei storende stoffen te verwijderen. Ook voor de gelijktijdige bepaling van meer dan één stof in een complex mengsel wordt van chromatografie gebruik gemaakt. Zowel de basis van chromatografie wordt besproken, als de indeling van de chromatografische technieken. Biochemie 1 Het menselijk lichaam is een organisme dat bestaat uit samenwerkende orgaanstelsels. In dit anatomisch overzicht wordt de ligging van de verschillende organen belicht en de kenmerken en functie van de verschillende weefsels bekeken. De biochemische vertering is mogelijk door de inwerking van enzymen, die op verschillende plaatsen in ons spijsverteringskanaal worden geproduceerd. Het endocrien stelsel bestaat uit een aantal endocriene organen die verspreid liggen in het lichaam. De verschillende endocriene klieren worden anatomisch, morfologisch en fysiologisch besproken. Afwijkingen aan de verschillende endocriene organen leiden tot pathologische processen. Biochemie is de wetenschappelijke discipline die probeert het fenomeen ‘leven’ te verklaren op moleculair vlak. Men maakt er gebruik van de methodieken en de terminologie van de scheikunde om verschillende aspecten van cellen en levende organismen te beschrijven en te begrijpen. In deze cursus zullen we een stuk van de biochemische basis bekijken, die nodig is voor het begrijpen van andere biochemische en biotechnologische disciplines. We beginnen met het bespreken van een aantal belangrijke soorten biomoleculen, zoals de eiwitten, de enzymen en de hormonen. Labcluster Instrumentele analyse In het labcluster Instrumentele analyse worden de onderwerpen behandeld in het hoorcollege Instrumentele analyse in de praktijk toegpast. Eenvoudige elektrische schakelingen, elektrolyse, het gebruik van een multimeter, conductometer, polarimeter en andere, de, kalibratie van semi-automatische pipetten, elekroforese en, het inoefenen van wetenschappelijke grafieken. In deel twee worden analysemethoden zoals colorimetire, spectrofotometrie, DLC en kolomchromatografie bekeken. Labcluster Klinische biologie 1 In de practica worden de verschillende basishandelingen, de bepaling van de bloedgroepen en het herkennen van cellen in bloeduitstrijkjes aangeleerd. Hematologie 1 Hematologie is de leer van het bloed, meer bepaald van de bloedcellen. We noemen dit deel van de hematologie de cytologie. Daarnaast speelt bloed een belangrijke rol in de bloedstolling of hemostase. Bloedplaatjes en stollingseiwitten zijn hier essentiële componenten. De immuunhematologie is een derde belangrijk onderdeel van de hematologie: hier zijn de op de bloedcellen aanwezige antigenen en hun respectievelijke antistoffen de belangrijkste spelers. In werkcolleges zal de aandacht gaan naar bloedafname, referentiewaarden, eenvoudige berekeningen in de hematologie en oefeningen op bloedgroepinterpretaties en bloedgroepencompatibiliteit. Samen met hematologie wordt de lessenreeks Anatomie en fysiologie 2 gegeven. Tijdens deze lessen komen aan bod: de bouw en werking van de bloedsomloop bij de mens, aanmaak van de bloedcellen, bouw en de werking van het lymfevatenstelsel en de samenhang van het bloedvatenstelsel met het urinestelsel. Professionele skills en POP Tijdens Professional skills en POP worden de verschillende communicatie en gesprekstechnieken aangeleerd. Je leert het belang van waarnemen en interpreteren, non-verbaal gedrag, actief luisteren en vragen stellen. Verder komen
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2013/2014
vergadertechnieken en de verschillende aspecten van groepsdynamiek aan bod. Je krijgt een introductie tot presenteren, waarbij je alle factoren die een rol spelen bij een goede presentatie begrijpt en deze zelf optimaal en efficiënt kan aanwenden. Tenslotte verwerf je algemene schrijfstrategieën waardoor je een duidelijk, correct en goed beargumenteerd verslag leert maken in Algemeen Nederlands met aandacht voor spelling en zinsstructuur. De studenten moeten tijdens hun studie Biomedische Laboratoriumtechnologie een POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan) opstellen. Het gebruik ervan is een zeer verspreide techniek in de bedrijfswereld en we willen onze studenten hierop voorbereiden. In de eerste twee jaren worden de studenten aangeleerd hoe ze aan de hand van hun studie en resultaten via zelfreflectie tot een beter inzicht in zichzelf komen. Hierdoor komen ze op de arbeidsmarkt, niet alleen met een uitgebreide technische kennis en technische vaardigheden maar zijn ze ook in staat om een betere planning te maken van hun latere loopbaan. De studenten worden op die manier aangespoord de tijd te nemen om na te denken over hun persoonlijke ontwikkeling.
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2013/2014
MODELTRAJECT 2: Afstudeerrichting Medische laboratoriumtechnologie Biochemie 2 In het opleidingsonderdeel Biochemie 2 behandelen we in detail de biomoleculen. We bestuderen de structuur, eigenschappen en belangrijkste chemische reacties van de heterocyclische en aromatische verbindingen, koolhydraten, lipiden en lipoproteïnen, biomembranen, nucleotiden en nucleïnezuren. Daarnaast bestuderen we hoe de biomoleculen worden omgezet in andere moleculen en de energetische gevolgen hiervan. In de lessenreeks Werken met enzymen worden de factoren die de enzymactiviteit bepalen (temperatuur, substraat, activatoren en inhibitoren) behandeld. Daarna komt een aantal klinisch relevante enzymen aan bod. Tijdens laboratoriumoefeningen leer je enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren waarbij de invloed van verschillende factoren op de enzymatische reactie wordt nagegaan. Instrumentele analyse 2 Moderne laboratoria maken veel gebruik van geautomatiseerde instrumentele methoden. Voldoende inzicht in het principe van de methode en de inwendige opbouw van het apparaat zijn daarbij noodzakelijk. In dit opleidingsonderdeel krijg je een uitbreiding van Instrumentele analyse uit het eerste modeltraject. Hematologie 2 In het opleidingsonderdeel Hematologie 2 wordt de rol van het bloedvat in hemostase besproken. Er wordt stilgestaan bij de mechanismen van de verschillende stollingsprocessen en de fibrinolyse. Moleculaire genetica In het opleidingsonderdeel Moleculaire genetica wordt logischerwijze begonnen met hoe de erfelijke informatie wordt doorgegeven aan de volgende generaties cellen. Eerst wordt dieper ingegaan op de manier waarop cellen delen, de Mendeliaanse genetica komt aan bod en wordt er een verband gelegd met de chromosomale basis van erfelijkheid. We graven nog dieper in het genoom en bekijken hoe de genen alle processen in de cel controleren. De weg van gen naar eiwit komt hier aan bod. De genetische code wordt gekraakt en de eiwitsynthese wordt uitgelegd. Afwijkingen in het genetisch materiaal liggen aan de basis van erfelijke aandoeningen. Er wordt kennis gemaakt met de technologie om deze afwijkingen op te sporen. De basistechnologieën als PCR, hybridisatie, sequentieanalyse en recente ontwikkelingen als microarrays en gentherapie komen aan bod. Immunologie In de cursus Immunologie krijg je een inleiding tot het immuunverweer. Welke cellen en moleculen spelen een rol? Je leert alles over de indeling in het nietspecifiek verweer en het specifiek verweer met antigenen en antilichamen. Het ontstaan en de evolutie van de immunologische reactie na contact van ons lichaam met een antigeen wordt toegelicht. Veel aandacht wordt besteed aan de productie van monoklonale antilichamen en hun toepassingen. In de lessenreeks Microscopische anatomie leer je de finesses van het maken en interpreteren van histologische preparaten. De histologische technieken zoals biopsie, fixatie, inbedden en snijden van het weefsel, kleuren en monteren van het weefsel worden besproken. Preparaten van verschillende weefsels en organen worden microscopisch bestudeerd. Statistiek Statistiek is een onmisbaar opleidingsonderdeel in een bacheloropleiding biomedische laboratoriumtechnologie. Statistische technieken beschrijven variaties: toevallige variaties (meetfouten, kwaliteitscontrole van een procesparameter), gecontroleerde variaties (optimale instellingen van een toestel of analyseprocedure) en biologische variaties. In dit vervolg op meetvariatie gaan we dieper in op de analyse van de meetfouten en bekijken we technieken waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om onderzoeksvragen te beantwoorden. We passen kansrekenen toe op populatieniveau: inschatten van gezondheidsrisico’s (epidemiologie). We gaan ook dieper in op de gevolgen van biologische variatie binnen een populatie bij het stellen van een diagnose op basis van individuele labuitslagen. We passen de statistiek ook toe bij enkele technieken uit interne en externe kwaliteitscontoles. De voorbeelden en oefeningen komen zoveel mogelijk uit de praktijk: je leert om aan de hand van een formuleboekje in elke situatie de meest geschikte methode op te zoeken en uit te voeren. Labcluster Instrumentele analyse 2 Dit zijn de praktijksessies van Instrumentele analyse 2. De toepassingen die je inoefent zijn: absorptie en emissiemetingen, chromatografie, elektroforese en potentiometrie.
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2013/2014
Labcluster Klinische biologie In het practicum worden de onderwerpen die aan bod kwamen tijdens Hematologie 2 en tijdens Medische microbiologie ingeoefend. Je leert bijvoorbeeld verschillende bepalingstechnieken aan, over de rhesus- en ondergroepbepalingen van bloedgroepen. Medische microbiologie In de cursus Medische microbiologie worden micro-organismen besproken welke bij de mens infecties kunnen veroorzaken. Hierbij wordt aandacht geschonken aan het natuurlijk voorkomen van de micro-organismen, welke type infecties ze kunnen veroorzaken en op welke wijze ze in het klinisch laboratorium worden geïndentificeerd. Serologische basistechnieken voor het aantonen van antigenen en antilichamen zullen in een werkvelddag in praktijk worden omgezet. Ook een gevoeligheidsbepaling of antibiogram wordt uitgevoerd in het labo, een techniek die toelaat in vitro te voorspellen hoe een bacterie zich in vivo zal gedragen tegenover een antibioticum. Werkveldoriëntatie De werkveldoriëntatie bestaat uit twee projecten en kadert in de beroepsvoorbereidende vaardigheden waarmee je vertrouwd wordt gemaakt. Pop 2 Verderzetting van het Persoonlijk Ontwikkelingsplan uit Modeltraject 1.
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2013/2014
MODELTRAJECT 2: Afstudeerrichting Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie Biochemie 2 In het opleidingsonderdeel Biochemie worden de biomoleculen in detail behandeld.We bestuderen de structuur, eigenschappen en belangrijkste chemische reacties van de heterocyclische en aromatische verbindingen, koolhydraten, lipiden en lipoproteïnen, biomembranen, nucleotiden en nucleïnezuren. Daarnaast bestuderen we hoe de biomoleculen worden omgezet in andere moleculen en de energetische gevolgen hiervan. In de lessenreeks Werken met enzymen worden de factoren die de enzymactiviteit bepalen (temperatuur, substraat, activatoren en inhibitoren) behandeld. Daarna komt een aantal klinisch relevante enzymen aan bod. Tijdens laboratoriumoefeningen leer je enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren waarbij de invloed van verschillende factoren op de enzymatische reactie wordt nagegaan. Chemie 2 In Chemie 2 komen aspecten zoals representatieve staalname, homogene monsters, ontsluiting, onteiwitten en ontvetten van voedingsmiddelen en verdunning van het staal aan bod. De toegepaste analysetechnieken zijn gravimetrie en volumetrie. De neerslagtitraties en gravimetrie worden in hoorcolleges theoretisch benaderd. Er wordt geleerd een titratiecurve te berekenen en de invloed van zijreacties en verdunning op het verloop van de titratiecurve en de ligging van het equivalentiepunt na te gaan. Tijdens de vraagstukkensessies leert de student berekeningen maken uitgaande van de resultaten uit fictieve analyses. Het uitschrijven van reacties, het opstellen van stelsels en het omrekenen van de resultaten uit de bepaling naar de gewenste uitdrukkingsvorm is hier belangrijk. Microbiologie 2 In het opleidingsonderdeel Microbiologie 2 wordt het gamma aan microorganismen, met hun variabele eigenschappen en toepassingen, overlopen. Via praktijksessies worden de basismanipulaties voor de omgang met micro-organismen geoefend. Je zal ervaren dat er in de microbiologie twee belangrijke intenties zijn: identificatie en kwantificatie. Welke bacterie zit daar en wil ik ze? Hoeveel zijn het er en tot hoeveel is toelaatbaar? Op basis hiervan kan men beslissen: vermijden of gebruiken, voedsel accepteren of verwerpen. Dat is in essentie de microbiële kwaliteitscontrole. Zuiver (steriel) en veilig (aseptisch en niet-contaminerend) werken zijn vereisten. Moleculaire genetica In het opleidingsonderdeel Moleculaire genetica wordt logischerwijze begonnen met hoe de erfelijke informatie wordt doorgegeven aan de volgende generaties cellen. Eerst wordt dieper ingegaan op welke manier cellen delen, de Mendeliaanse genetica komt aan bod en wordt er een verband gelegd met de chromosomale basis van erfelijkheid. We graven nog dieper in het genoom en bekijken hoe de genen alle processen in de cel controleren. De weg van gen naar eiwit komt hier aan bod. De genetische code wordt gekraakt en de eiwitsynthese wordt uitgelegd. Afwijkingen in het genetisch materiaal liggen aan de basis van erfelijke aandoeningen. Er wordt kennis gemaakt met de technologie om deze afwijkingen op te sporen. De basistechnologieën als PCR, hybridisatie, sequentieanalyse en recente ontwikkelingen als microarrays en gentherapie komen aan bod Immunologie In de cursus Immunologie krijg je een inleiding tot het immuunverweer. Welke cellen en moleculen spelen een rol? Je leert alles over de indeling in het nietspecifiek verweer en het specifiek verweer met antigenen en antilichamen. Het ontstaan en de evolutie van de immunologische reactie na contact van ons lichaam met een antigeen wordt toegelicht. Veel aandacht wordt besteed aan de productie van monoklonale antilichamen en hun toepassingen. In de lessenreeks Microscopische anatomie leer je de finesses van het maken en interpreteren van histologische preparaten. De histologische technieken zoals biopsie afname, fixatie, inbedden en snijden van het weefsel, kleuren en monteren van het weefsel worden besproken. Preparaten van verschillende weefsels en organen worden microscopisch bestudeerd. Statistiek Statistiek is een onmisbaar opleidingsonderdeel in een bacheloropleiding biomedische laboratoriumtechnologie. Statistische technieken beschrijven variaties: toevallige variaties (meetfouten, kwaliteitscontrole van een procesparameter), gecontroleerde variaties (optimale instellingen van een toestel of analyseprocedure) en biologische variaties. In dit vervolg op meetvariatie gaan we dieper in op de analyse van
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2013/2014
de meetfouten en bekijken we technieken waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om onderzoeksvragen te beantwoorden. We passen kansrekenen toe op populatieniveau: inschatten van gezondheidsrisico’s (epidemiologie). We gaan ook dieper in op de gevolgen van biologische variatie binnen een populatie bij het stellen van een diagnose op basis van individuele labuitslagen. We passen de statistiek ook toe bij enkele technieken uit interne en externe kwaliteitscontoles. De voorbeelden en oefeningen komen zoveel mogelijk uit de praktijk: je leert aan de hand van een formuleboekje in elke situatie de meest geschikte methode op te zoeken en uit te voeren. Farmaceutische wetenschappen 1 In dit opleidingsonderdeel wordt de link gelegd worden tussen de bio-organische chemie uit vorige periodes en het geneesmiddel. In een eerste algemeen deel word je vertrouwd gemaakt met de basisbegrippen van de farmacoen toxicokinetiek en de farmaco- en toxicodynamiek. We gaan eerst na hoe een geneesmiddel in het lichaam opgenomen wordt, waar het terecht komt en hoe het afgebroken en uitgescheiden wordt. Daarna worden de grote therapeutische klassen van geneesmiddelen besproken. De effecten van blootstelling aan toxica zoals metalen, solventen, gassen, e.a. worden besproken. Ook de toxicologische evaluatie en de ongewenste effecten van kandidaat-geneesmiddelen komen aan bod. Proefdierkunde Dierproeven zijn alleen geoorloofd wanneer aan een aantal strikte voorwaarden is voldaan. Personeel dat meewerkt aan dierenproeven moet hier correct voor worden opgeleid, conform met het KB betreffende de opleiding voor personen die actief meewerken aan proefdierexperimenten. Je verwerft inzicht en kennis in de proefdierkunde, zodat je op een zorgvuldige en verantwoorde manier kan werken met proefdieren in biomedisch onderzoek. Je krijgt een algemene inleiding tot proefdierkunde en anatomie en fysiologie specifiek voor kleine proefdieren, bespreking van de voornaamste pathologieën en de verschillende fasen van het proefdierkundig onderzoek. Naast de theoretische uiteenzetting worden enkele relevante praktische vaardigheden aangeleerd, zoals manipulatie van de meest voorkomende proefdieren, steriel werken, dissectie- en hechtingstechnieken. Instrumentele analyse 2 Moderne laboratoria maken veel gebruik van geautomatiseerde instrumentele methoden. Voldoende inzicht in het principe van de methode en de inwendige opbouw van het apparaat zijn daarbij noodzakelijk. In dit facet krijg je een uitbreiding van Instrumentele analyse uit het eerste modeltraject. Labcluster Instrumentele analyse 2 Dit zijn de praktijksessies van Instrumentele analyse 2. De toepassingen die je inoefent zijn: absorptie en emissiemetingen, chromatografie, elektroforese en potentiometrie. Werkveldoriëntatie De werkveldoriëntatie bestaat uit twee projecten en kadert in de beroepsvoorbereidende vaardigheden waarmee je vertrouwd wordt gemaakt. Pop 2 Verderzetting van het Persoonlijk Ontwikkelingsplan uit Modeltraject 1.
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2013/2014
MODELTRAJECT 3: Afstudeerrichting Medische laboratoriumtechnologie Bacteriologie en serologie Het opleidingsonderdeel Bacteriologie en serologie behandelt in het theoretisch gedeelte klinisch belangrijke bacteriën, microbiologisch onderzoek van klinische stalen, antibiotica en resistentie en klinisch belangrijke virussen. In het praktisch gedeelte zal je het onderscheid leren tussen normale en pathologische stalen. De identificatie van pathogene kiemen en de gevoeligheid van kiemen aan bepaalde antibiotica en ook serologische testen worden bekeken. Hematologie 3 In het theoretische gedeelte van Hematologie worden de cytologie en de hemostase besproken. Enkele hematologische aandoeningen worden van dichtbij bekeken zoals anemie, hemochromatose en dergelijke. Een bedrijfsbezoek inclusief opdrachten rondt dit geheel af. Immunopathologie Het opleidingsonderdeel Immunopathologie behandelt de afwijkingen van het immuunsysteem, de immuunbetrokkenheid, immuundiagnostiek, gendiagnostiek in immuunafwijkingen en kanker. En tot slot wordt de gentherapie bij immuunafwijkingen besproken. Labcluster Klinische biologie In Parasitologie krijg je eerst algemene informatie over parasieten. Nadien bestudeer je de parasitaire ziekten bij de mens. Ook de laboratoriumtechnieken die nodig zijn voor het opsporen van deze ziekteverwekkers worden besproken. Een bezoek aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde staat op het programma aan het einde van de cursus. Mycologie geeft eerst algemene informatie over schimmels, daarna wordt de classificatie, nomenclatuur, systematiek, morfologie en reproductie behandeld. Je krijgt een duidelijk beeld van de link tussen schimmels met de ziekten bij de mens. In het praktijkgedeelte hematologie worden de normale en de abnormale uitstrijkjes naast elkaar gelegd en besproken. Tijdens de practica bacteriologie leer je bacteriologische stalen verwerken en voer je serologische testen uit. Je zoekt naar antigenen en antilichamen van micro-organismen in lichaamsvocht. Validatie Kwaliteitszorg (KZ) is niet meer weg te denken uit het lab. Daarom wordt in de cursus Toegepaste statistiek in het opleidingsonderdeel Validatie de basisprincipes van KZ (kwaliteitssystemen, quality tools, normen, accreditatie, kwaliteitshandboek en standaardwerkinstructies) bekeken. De statistiek uit de vorige programmajaren wordt toegepast bij validatie van methoden en toestellen en vormt de basis voor de interne en de externe kwaliteitscontroles. Voor de cursus Instrumentele analyse 3 moet je de theorie van instrumentele analyse I en II en statistiek van het eerste en tweede jaar terug bekijken om de praktische toepassing van methodevalidatie en instrumentvalidatie tot een goed einde te kunnen brengen. Kijkstage en Stage Het eerste semester wordt afgesloten met een integratief lab en een kijkstage. Deze laatste heeft tot doel je te laten kennismaken met het steeds breder wordende veld van diagnostiek. Er wordt buiten de klassieke gebieden van de klinische biologie gekeken. Zo’n kijkstage kan doorgaan in een fertiliteitslab, kan gericht worden op anatomiepathologie, oncologie, moleculaire biologie,… Aan het eind van semester twee in modeltraject drie ga je gedurende veertien weken, vijf dagen per week op stage in een ziekenhuis of een privélaboratorium. Daar leer je je latere beroep van heel nabij kennen omdat je ingeschakeld wordt in de dagelijkse activiteiten van het labo. Je doet op die manier veel ervaring op in het gebied van klinische biochemie, hematologie en microbiologie. Tijdens de stageperiode maak je ook een klein eindwerk, dat je op het einde van het semester mondeling verdedigt. Na je stageperiode leg je nog een laatste examen af voor een jury van verschillende lectoren. Dat is het afstudeerexamen, waar een reeks van vragen met betrekking tot biochemie, hematologie en microbiologie gesteld worden. Dit examen heeft als doel na te gaan in hoeverre een afstudeerstudent Medische laboratoriumtechnologie zicht heeft gekregen op de toepasbaarheid van de bovenvermelde vakken in een medisch laboratorium na het doorlopen van de stageperiode.
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2013/2014
MODELTRAJECT 3: Afstudeerrichting Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie Biochemische laboratoriumtechnieken De rode draad doorheen het opleidingsonderdeel Biochemische laboratoriumtechnieken is De weg van gen tot eiwit en sluit hierdoor zeer nauw aan bij het opleidingsonderdeel Gentechnologie. Hier worden de methoden besproken om cellen en weefsels te homogeniseren. Je bekijkt de werking van verschillende detergenten en de mogelijke strategie voor nucleïnezuur- en eiwitzuivering. Alle technieken die hierbij aan bod komen (fractionatie, concentratiebepaling, bufferwissel, concentrering, enz…) worden in theorie gezien en in het opleidingsonderdeel Labcluster toegepast. Nadruk wordt hierbij gelegd op de voorzorgen die nodig zijn om bijvoorbeeld denaturatie te voorkomen. Verder komen de verschillende chromatografische en elektroforetische scheidingstechnieken aan bod en de toepassingen die ze in de praktijk hebben. Farmaceutische wetenschappen 2 Zowel in de farmaceutische industrie als in de officina-apotheek nemen de galenica en de farmaceutische technologie een belangrijke plaats in. Het verwerken van een geneesmiddel in een voor de patiënt geschikte vorm, is niet alleen een wetenschap die een uitgebreide theoretische achtergrond vereist. In deze cursus worden de verschillende toedieningsvormen die voor geneesmiddelen bestaan besproken. Deze variëren van de klassieke vormen, zoals oplossingen en capsules, tot de nieuwe technologische ontwikkelingen zoals drug targeting en gereguleerde afgifte. Tijdens de werkvelddagen leer je ook alles over de farmaceutische wetgeving, nanotechnologie en bezoek je een farmaceutisch bedrijf. Kwaliteitszorg en projectmanagement Kwaliteitszorg (KZ) is niet meer weg te denken uit het lab. In het onderdeel Toegepaste statistiek bekijken we de basisprincipes van KZ (kwaliteitssystemen, quality tools, normen, accreditatie, kwaliteitshandboek en standaardwerkinstructies). De statistiek uit de vorige programmajaren wordt toegepast bij validatie van methoden en toestellen en vormt de basis voor de interne en de externe kwaliteitscontroles. Verbeterprojecten maken een belangrijk onderdeel uit van kwaliteitszorg. Projecten kunnen definiëren, plannen, begroten, organiseren, opvolgen en evalueren, behoort steeds meer tot de kerntaken. Om projecten meer slaagkans te geven en efficiënt te laten verlopen, worden systemen en technieken gehanteerd en hoort de projectleider zijn team daarin te coachen. Precies omdat werken in een team en het kunnen uitvoeren van projecten een absolute must zijn, werd in het curriculum ‘Projectmanagement’ ingevoerd. Je krijgt een realistisch verbeterproject uit het werkveld voorgeschoteld. De bedoeling is dat je hierbij alle stappen van Projectmanagement doorloopt om tot een juiste eindconclusie te komen. Gentechnologie Dit opleidingsonderdeel biedt je een inleiding tot de gentechnologie. De basistechnieken zoals DNA-isolatie, electroforese en hybridisatie worden behandeld. Je wordt ook geïntroduceerd in de wereld van moleculaire klonering: je leert alles over de vereisten en verschillende stappen in het kloneringsproces en over alternatieve methoden. Je leert hoe de productie en de screening van DNA-bibliotheken in zijn werk gaat. Tenslotte bekijk je gene silencing op drie niveaus: geninactivering, inactivering van RNA en eiwitinactivering. Labcluster 3FBT In het geïntegreerd lab Biochemische labtechnieken komen verschillende aspecten uit de biochemie, biotechnologie en celbiologie aan bod. Je krijgt de kans de kennis en vaardigheden die je gedurende de afgelopen drie jaren hebt verworden, toe te passen en in te oefenen. Groepswerk en enkele Engelstalige labopdrachten bereiden je voor op het werken in een multiculturele en internationale omgeving. Gedurende dit lab wordt ook tijd uitgetrokken voor een project rond het thema De weg van gen naar eiwit, waarin de kennis aangeleerd tijdens de theorie en tijdens dit geïntegreerd practicum kan toegepast worden in een reëel biotechnologisch experiment. In het praktische deel van de cursus Galenica zullen een aantal toedieningsvormen door de studenten zelf bereid worden. Je vertrekt hierbij van een formule, zoekt zelf de functie en eigenschappen van de grondstoffen op, bepaalt een geschikte bereidingswijze en maakt de bereiding. Nadien controleer je of de kwaliteit van je bereiding voldoet aan de eisen van de Europese wetgeving. Op deze manier krijg je een inzicht in de complexiteit van de samenstelling en bereiding van geneesmiddelen.
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2013/2014
Stage en eindwerk Gedurende het hele laatste semester (veertien weken, vijf dagen per week) ga je op stage in een researchlab van een onderzoeksinstelling of een bedrijf. Daar leer je je latere beroep van heel nabij kennen, omdat je ingeschakeld wordt in de dagelijkse activiteiten van het labo. Tijdens de stageperiode maak je ook een eindwerk, dat je op het einde van het semester (tweede helft van juni) mondeling verdedigt. Soms is het eindwerk het verslag van het onderzoek dat je deed, maar het kan ook een deelaspect van de volledige stageactiviteit in de kijker plaatsen.
WWW.AP.BE