2014 Jaaroverzicht
B
1
01.
HET JAAR IN CIJFERS
KENNIS EN EXPERTISE DELEN
01
07
PAGINA 06
PAGINA 46
KWALITEIT ZICHTBAAR MAKEN EN VERBETEREN
NIEUW IN HET ZORGAANBOD
02
WETENSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN
PAGINA 28
PAGINA 30
04
05
EEN LEVEN LANG LEREN
06
PAGINA 42
2
PAGINA 50
09
PAGINA 52
PAGINA 20
INVESTEREN IN INFRASTRUCTUUR
08
KLANTVRIENDELIJK ZIEKENHUIS
03
PAGINA 08
DE CAMPUS VERNIEUWT
IN DE PRIJZEN
10
PAGINA 56
BESTUUR
11
PAGINA 58
3
Voorwoord De kwaliteit van de patiëntenzorg in het UZ Gent ligt hoog. Dat wordt bevestigd uit onverdachte hoek. Ons ziekenhuis haalde hoge tevredenheidsscores in de Vlaamse patiëntenpeiling van maart en oktober 2014. Ons chirurgisch zorgtraject werd geïnspecteerd en goed bevonden. En de Borstkliniek scoort uitstekend op de nieuwe kwaliteitsindicatoren voor diagnose, behandeling en overleving bij borstkankerpatiënten. We hebben dit jaar veel inspanningen geleverd om de kwaliteit van onze zorg beter zichtbaar te maken en ook de komende jaren staat dit hoog op de agenda. Ook aan de omkadering voor onze patiënten blijven we voort timmeren, al dwingen budgettair krappe tijden ons om keuzes te maken. De poliklinieken worden vernieuwd, het Revalidatiecentrum krijgt een therapeutische tuin en het ziekenhuis wordt beter ontsloten door de aanleg van een tramlijn tot op het hart van de campus.
“We leverden veel inspanningen om de kwaliteit van onze zorg beter zichtbaar te maken.” Prof. dr. Eric Mortier Afgevaardigd bestuurder UZ Gent 4
Het UZ Gent blijft een pioniersrol vervullen op medisch en wetenschappelijk vlak. Elke dag zijn zo’n 6.000 medewerkers in de weer om onze missie waar te maken. Hun welzijn is een prioriteit. Dit jaar werden we opnieuw uitgeroepen tot Top Employer. Initiatieven om het welzijn van onze medewerkers nog te verbeteren moeten er voor zorgen dat we die titel ook de komende jaren met trots kunnen dragen. 5
01
Medewerkers: 5.996
Het jaar in cijfers
Totaal opnames: 109.247 35.934 meerdaagse opnames
4.434 1.562
Transplantaties: 140 81
51.890* dagopnames
49
21.423* ambulante spoedopnames 10
Ligdagen: 276.767** Operaties: 34.299 6
7
10
vrouwen mannen
422
nieuwe medewerkers in 2014
(incl. 129 artsen-specialisten in opleiding)
1.075 artsen 2.575 verpleegkundigen 574 paramedici 880
administratieve medewerkers
892
andere medewerkers
Partnerziekenhuizen: 19
10 harttransplantaties 49 levertransplantaties
(waarvan 7 van levende donoren)
81 niertransplantaties
*Als gevolg van de introductie van nieuwe software voor tarifering en facturatie van patiëntgebonden zorgverstrekkingen werden een aantal definities herzien en is vergelijking met 2013 niet mogelijk. **Als gevolg van nieuwe wetgeving is vergelijking met 2013 niet mogelijk.
(waarvan 10 van levende donoren)
7
02
Nieuw in het zorgaanbod
Het UZ Gent voert de Niet-Invasieve Prenatale Test (NIPT) nu ook zelf uit De NIPT – de Niet-Invasieve Prenatale Test – is een bloedtest bij zwangere vrouwen die wordt gebruikt om prenataal te screenen op chromosoomafwijkingen. De test wordt in het UZ Gent aangeboden sinds de zomer van 2013. Sinds 1 september 2014 gebeurt de analyse in het ziekenhuis zelf, door het Centrum voor Medische Genetica.
“De toekomstige ouders krijgen grondige informatie zodat ze geïnformeerde beslissingen kunnen nemen.”
Counseling Toekomstige ouders staan er niet altijd bij stil dat de resultaten van prenatale screeningstests ongunstig kunnen uitvallen. Daarom worden prenatale tests in de Vrouwenkliniek van het UZ Gent ingebed in counseling-gesprekken. De toekomstige ouders krijgen grondige informatie, ook over de eventuele implicaties, zodat ze geïnformeerde beslissingen kunnen nemen. Wie naar het UZ Gent komt voor een prenatale genetische test, krijgt een afspraak met een gynaecoloog voor de echo. Een vroedvrouw die een specifieke vorming kreeg in prenatale counseling, screening en diagnostiek voert het counseling-gesprek. Ze licht de NIPT toe, vertelt hoe en wanneer de resultaten worden meegedeeld en bespreekt de voordelen, maar ook de beperkingen. Zo is de NIPT bij vrouwen met obesitas niet altijd mogelijk en wordt hij afgeraden bij tweelingzwangerschap.
Voordeel: veel minder invasieve procedures Tot nu toe: invasieve tests De prenatale screening op downsydroom (trisomie 21) en andere chromosoomafwijkingen (trisomie 13 en 18) verloopt getrapt. De eerste stap is een combinatietest – een risicoschattende test die bestaat uit het meten van bepaalde stoffen in een bloedstaal van de moeder en een echografische nekplooimeting. Door die gegevens te combineren met onder meer de leeftijd van de moeder kan men het risico op een kind met trisomie 21 berekenen.
“Het grote voordeel van de NIPT is dat hij het aantal nodeloze invasieve procedures doet dalen.”
8
De combinatietest is een screeningsonderzoek met een gevoeligheid van ongeveer 85 procent. Blijkt daaruit een hoger risico, dan wordt een vruchtwaterpunctie of een vlokkentest aangeboden. Dat zijn invasieve tests die een – weliswaar miniem – risico op een miskraam of andere complicaties inhouden.
NIPT, dankzij nieuwe sequeneringtechnieken De jongste jaren is een nieuwe techniek ontwikkeld om bij een foetus trisomieën op te sporen. De Niet-Invasieve Prenatale Test (NIPT) maakt gebruik van DNA van de foetus dat aanwezig is in het bloed van de moeder. Daarin zweven namelijk ook kleine fracties DNA van de foetus rond. Als dat DNA bijvoorbeeld drie kopijen van het chromosoom 21 bevat, vallen die tussen het maternale DNA nauwelijks op en kunnen we die met klassieke technieken heel moeilijk opsporen. Met de nieuwe sequeneringtechnieken kan dat wel.
De NIPT heeft een gevoeligheid van meer dan 99 procent. Hij is dus veel gevoeliger dan de huidige combinatietest, maar hij volstaat nog niet om een definitieve diagnose te stellen. Als de test negatief is, hoeft de vrouw geen vruchtwaterpunctie of vlokkentest meer te ondergaan. Dat is wel nog nodig bij een positief resultaat. Het grote voordeel van de NIPT is dat hij het aantal nodeloze invasieve procedures doet dalen.
Analyse in eigen labo In het UZ Gent wordt de NIPT aangeboden sinds september 2013. Dat gebeurt bij vrouwen die een verhoogd risico hebben op een kind met het downsyndroom, of op uitdrukkelijke vraag van de patiënte zelf. Aanvankelijk werden de bloedstalen geanalyseerd in een extern labo. Sinds 1 september 2014 gebeurt dat in het UZ Gent zelf, door het Centrum voor Medische Genetica. Dat heeft het voordeel dat de resultaten sneller beschikbaar zijn. In de loop van 2014 werden in het UZ Gent 400 NIPT’s gedaan. 9
Een ziekenhuisbreed pijnbeleid in de steigers Het comfort van de patiënt verhogen en voorkomen dat acute pijn chronisch wordt: dat zijn doelstellingen van het pijnbeleid in het UZ Gent. Dat wordt ziekenhuisbreed aangepakt.
‘We weten dat een efficiënt pijnbeleid het comfort van de patiënt verhoogt’, zegt prof. dr. Jacques Devulder, diensthoofd Pijnkliniek UZ Gent. ‘Een pijnbeleid kan complicaties voorkomen, het herstel bevorderen en de duur van de ziekenhuisopname bekorten.’ Daarvoor is een ziekenhuisbrede aanpak nodig. Als een patiënt naar een andere ziekenhuisafdeling wordt overgebracht, moet die heel precies weten welke pijnschalen werden gehanteerd en welke behandeling werd toegepast. Dat is cruciaal voor de zorgcontinuïteit. Daarom ontwikkelt het UZ Gent gemeenschappelijke protocollen, pijnschalen, behandelplannen en medicatieschema’s. Die komen terecht in een documentenbeheersysteem, zodat alle zorgverleners altijd de recentste goedgekeurde versie van een protocol kunnen vinden.
Om verpleegkundigen vertrouwd te maken met de protocollen en procedures werden onder meer e-learningsessies georganiseerd. Ook beschikt elke afdeling over een pijnreferentieverpleegkundige. ‘Pijn wordt bovendien een kwaliteitsindicator’, zegt prof. dr. Devulder. ‘Door gegevens over pijnscores en pijnregistraties te analyseren, ontdekken we wat en waar we nog kunnen bijspijkeren.’ 10
Het Pijnkenniscentrum dat in het UZ Gent wordt opgebouwd steunt op vier pijlers.
Het Multidisciplinair Algologisch Team werkt een ziekenhuisbreed pijnbeleid uit. Het sensibiliseert, ontwikkelt procedures en organiseert opleidingen en bijscholing, zowel voor de netwerkziekenhuizen als voor andere collega’s. Het algologisch team wordt aangestuurd door het Pijnplatform. Dat bestaat uit een vijftigtal zorgverstrekkers uit alle afdelingen die met pijn in aanraking komen.
Het UZ Gent is erkend als een van de 13 centra voor de multidisciplinaire aanpak van pijn bij kinderen. Dat centrum zet een netwerk op met andere gespecialiseerde centra en maakt ook deel uit van het Pijnplatform.
Zorgcontinuïteit garanderen
Pijn als kwaliteitsindicator
Vier pijlers
“Door gegevens over pijnscores en pijnregistraties te analyseren, ontdekken we wat en waar we nog kunnen bijspijkeren.”
Het Multidisciplinair Pijncentrum – de Pijnkliniek – bestaat uit vier pijnartsen, een psycholoog, een kinesitherapeut en een fysiotherapeut die samenwerken met een ergotherapeut, een sociaal verpleegkundige en een psychiater. De Pijnkliniek is een van de 35 erkende multidisciplinaire pijncentra.
In het onderzoeksconsortium werken het UZ Gent en de Universiteit Gent samen voor klinisch en wetenschappelijk onderzoek. Het Pijnkenniscentrum Gent heeft daarnaast ook een netwerk van een tiental ziekenhuizen, waarin opleiding en samenwerking hand in hand gaan.
“Een pijnbeleid kan complicaties voorkomen, het herstel bevorderen en de duur van de ziekenhuisopname bekorten.” 11
Toolbox Jong en Kanker In Vlaanderen krijgen elk jaar gemiddeld zo’n 200 adolescenten en jongvolwassenen (AYA’s) tussen 15 en 25 jaar te horen dat ze kanker hebben. Deze diagnose is in allerlei opzichten erg confronterend. Hoewel ze hun ziekte met veel optimisme bevechten, staan AYA’s in de loop van hun traject vaak voor heel wat bijkomende uitdagingen. Onderzoek en praktijk tonen aan dat deze populatie specifieke psychosociale behoeften en noden ervaart.
Belevingsgerichte informatiebox Om deze adolescenten en jongvolwassenen beter te ondersteunen en de zorg voor en rond hen te optimaliseren, werd aan het UZ Gent een toolbox ontwikkeld. Deze belevingsgerichte informatiebox is een uniek instrument voor AYA’s om met de ziekte, de behandeling en de follow-up om te gaan. De box kan door de jongere individueel worden gebruikt, maar is vooral bedoeld om in een sociale of hulpverleningsrelatie te worden ingezet. Naast een informatief en belevingsgericht boekje voor de jongere bevat hij ook concrete instrumenten die zowel ondersteunend als emancipatorisch kunnen werken. Zo bevat hij een scheurblokje met een lastmeter, kaartjes om met ouders, vrienden en hulpverleners te communiceren, een deurhanger, een ‘tag’ om zich kenbaar te maken in het ziekenhuis, herbruikbare stickers om emoties over te dragen en enkele tips en interessante links.
“Onderzoek en praktijk tonen aan dat adolescenten en jongvolwassenen met kanker specifieke psychosociale behoeften ervaren.”
De toolbox vloeit voort uit een kwalitatief onderzoek van het UZ Gent bij 23 jongeren naar de beleving en de noden van adolescenten en jongvolwassenen met kanker. Het onderzoek en de box kwamen tot stand met de steun van de Vlaamse Liga tegen Kanker en het Universitair Centrum voor Verpleegkunde en Vroedkunde van de UGent.
12
13
Robotgeassisteerde chirurgie ook voor blaasverwijdering
Transitie met een hart Patiënten met aangeboren hartafwijkingen worden opgevolgd door de kindercardiologen van het UZ Gent, tot ze 16 à 18 jaar oud zijn. Dan stappen ze over naar de afdeling voor volwassen cardiologie. Rond die leeftijd rijzen – naast specifieke medische problemen – ook nieuwe vragen, bijvoorbeeld rond beroepskeuze, anticonceptie, zwangerschap en verzekeringen.
Sinds 2013 zet de dienst Urologie de operatierobot in voor minimaal invasieve cystectomie (wegname van de blaas). Ook het aanleggen van een urinaire derivatie – stoma of vervangblaas – gebeurt intracorporeel en dus minimaal invasief.
Preciezer manoeuvreren Robotgeassisteerde chirurgie wordt in het UZ Gent ingezet voor innovatieve chirurgische ingrepen, meestal binnen de oncologie: prostaatwegname, het wegnemen van de baarmoeder, gedeeltelijke nierverwijdering enz. Doordat de operatie-instrumenten via heel kleine incisies in de buik van de patiënt worden gebracht, verloopt de ingreep minimaal invasief. De robot stelt de chirurg in staat heel precies te manoeuvreren en het omgevende weefsel maximaal te sparen.
Zorgprogramma Om daar beter op in te spelen en om de transitie naar de volwassencardiologie zo vlot mogelijk te laten verlopen, is het zorgprogramma ‘Transitie met een hart’ ontwikkeld. Dat bereidt de patiënten en hun ouders en verzorgers stap voor stap op de transitie voor. Die voorbereiding begint al een paar jaar voor de effectieve overstap. Geleidelijk aan moeten de jonge patiënten leren om zelfstandig beslissingen te nemen over hun gezondheid. De ouders moeten dan weer worden aangemoedigd om hun kinderen in dat zelfmanagement te ondersteunen. Het zorgprogramma heeft de transitie gestandaardiseerd, met beter op elkaar afgestemde referentie-onderzoeken en met meer aandacht voor het kennisniveau van de patiënt en voor hoe hij zijn levenskwaliteit percipieert.
Transitiepoli Een onderdeel van het zorgprogramma is de transitiepoli. Dat is een gemeenschappelijke consultatie waarop de patiënten zowel de kindercardioloog als de cardioloog voor volwassenen te zien krijgen. Dat geeft vertrouwen: de jonge patiënten en hun omgeving voelen dat beide artsen het dossier kennen en dezelfde filosofie hanteren, zodat de zorgcontinuïteit gewaarborgd blijft. 14
Volledig intracorporeel De dienst Urologie past de techniek sinds juni 2013 ook toe om bij blaascarcinomen de blaas weg te nemen, ter vervanging van de klassieke open cystectomie. Opmerkelijk is dat ook de aanvullende urinaire reconstructie – het aanleggen van een stoma of vervangblaas – volledig intracorporeel verloopt, zonder grote incisie in de buik.
“Geleidelijk aan moeten de jonge hartpatiënten leren om zelfstandig beslissingen te nemen over hun gezondheid.”
Robotgeassisteerde cystectomie blijft technisch zeer uitdagend, zeker als ze ook een volledig intracorporele reconstructie omvat. Daarom hoort ze thuis in supergespecialiseerde centra zoals het UZ Gent, dat veel cystectomieën uitvoert en over ervaren robotchirurgen beschikt. Bij de introductie van de nieuwe techniek heeft de dienst Urologie van het UZ Gent nauw samengewerkt met de dienst Urologie van het Karolinska Institutet, Stockholm, wereldwijd een van de topcentra op het gebied van robotcystectomie.
Positieve ervaringen Vergelijkingen tussen robotcystectomie en de klassieke open operatietechniek zijn momenteel volop in onderzoek. Volgens een recente Amerikaanse gerandomiseerde studie zouden beide technieken gelijkwaardig zijn. Het is wel zo dat die studie beginnende robotchirurgen vergeleek met ervaren ‘open’ chirurgen. Bovendien verliep de urinaire derivatie na de robotcystectomie in het onderzoek wel nog via een open operatie. De dienst Urologie heeft de laatste 50 open operaties vergeleken met de eerste 50 robotoperaties. Daaruit blijken duidelijke voordelen: bij robotcystectomie zijn er minder ernstige complicaties, is er minder bloedverlies en minder nood aan postoperatieve pijnstilling. De darmfunctie herstelt zich sneller en patiënten kunnen hun normale voeding en hun gewone activiteiten sneller hervatten, zodat de patiënt gemiddeld vier dagen minder lang in het ziekenhuis moet blijven.
Verpleegkundig team De goede resultaten die aan het UZ Gent met robotcystectomie worden gerealiseerd, zijn onder meer ook te danken aan de zorgvuldige preoperatieve counseling van de patiënt, de anesthesie en de nazorg, en aan de zeer vooruitstrevende, gemotiveerde en geëngageerde verpleegkundige equipe, die ervoor zorgen dat de robotgeassisteerde ingreep in perfecte omstandigheden verloopt. 15
Geavanceerde maxillofaciale behandelingen Het UZ Gent bouwt een volwaardige maxillofaciale dienstverlening uit. De basistechnieken werden helemaal opnieuw op de kaart gezet. Daarnaast wordt ook gewerkt met meer geavanceerde technieken.
Ook belangrijk voor tandheelkunde Maxillofaciale heelkunde is een chirurgische specialiteit die zich bezighoudt met aandoeningen en pathologieën van de aangezichtsschedel (kaakbeenderen) en de weke weefsels van gezicht en hals. Ook tandgerelateerde problemen vallen binnen het bereik. ‘Dat laatste aspect is belangrijk’, zegt prof. dr. Hubert Vermeersch, diensthoofd Hoofd, Hals en Maxillofaciale Heelkunde. ‘Ook onze uitstekende tandheelkundige opleiding heeft baat bij een sterk uitgebouwde maxillofaciale dienstverlening.’
Osteotomiën Tot het basisarsenaal van een goed opgeleide maxillofaciaal chirurg behoort het modelleren van de kaakbeenderen door zaagsneden aan te leggen doorheen het bot. Meestal gaat het dan om ingrepen die de mond- en kaakstand moeten verbeteren, om esthetische of dentale redenen. “In het UZ Gent wenden we deze osteotomiën ook aan in deelgebieden die een multidisciplinaire diagnostische aanpak vragen. Daartoe behoren oncologische heelkunde in hoofd en hals, de feminisatie van het gezicht (binnen het Genderteam van het UZ Gent) en kaakverplaatsende ingrepen die kunnen helpen bij de behandeling van slaapstoornissen (slaapapneu).
“Ook onze uitstekende tandheelkundige opleiding heeft baat bij een sterk uitgebouwde maxillofaciale dienstverlening.” 16
Meerwaarde voor oncologische chirurgie Deze osteotomiën stellen ons ook in staat om beenderige structuren tijdelijk uit het operatieve veld weg te houden, zodat tumoren op anatomisch moeilijk te bereiken plaatsen gemakkelijker en vollediger kunnen worden verwijderd.”
Behandeling van ingewikkelde fracturen Kaakbreuken kunnen heel complex zijn, zeker als die dicht bij het kaakgewricht liggen. In dat geval zijn ze technisch moeilijk met plaatjes te stabiliseren: door de nabijheid van de aangezichtszenuw (nervus facialis) in het operatiegebied bestaat het risico op aangezichtsverlamming. Toch valt het stabiliseren van de breuk met plaatjes voor het eindresultaat te verkiezen boven de meer gangbare techniek, waarin de kaken – door de tanden vast op te elkaar te plaatsen – gedurende meerdere weken met beugels worden geïmmobiliseerd. De maxillofaciale chirurg gaat doorheen de oorspeekselklier, legt voorzichtig de takken van de nervus facialis bloot en brengt – terwijl hij tussen de zenuwen door werkt – een plaatje aan op de fractuur. Het voordeel van die techniek – de transparotische benadering van subcondylaire fracturen – is dat de patiënt sneller revalideert, met een postoperatief resultaat dat functioneel beter is. 17
Reisraadpleging: ook voor ‘post-travel’ De poli Reisraadpleging van het UZ Gent heeft haar capaciteit vergroot. Voortaan kunnen ook terugkerende reizigers met gezondheidsklachten snel worden gescreend en behandeld.
Korte wachttijden
Procedures gestroomlijnd
Voor medisch reisadvies, inentingen en malariaprofylaxe kunnen reizigers al langer terecht bij de Reisraadpleging van het UZ Gent, ook wel bekend als de Reiskliniek of de Travel Clinic. Steeds meer mensen willen verder weg of wagen zich aan een primitieve of extreme vakantie, ook in gebieden waar meer risico bestaat op tropische aandoeningen. Om daar alerter op in te spelen, heeft de poli Reisraadpleging haar capaciteit uitgebreid: voortaan kan de poli per jaar 6500 tot 8000 patiënten aan, terwijl de wachttijden heel kort blijven. Patiënten kunnen een consult voortaan ook online boeken.
Daarnaast werden de adviezen gestroomlijnd, zodat artsen in gelijkaardige situaties dezelfde vaccinaties voorschrijven. Daarvoor staan heldere en eenvormige procedures borg. Ook terugkerende – ‘post-travel’ – reizigers kunnen in de poli terecht, net zoals migranten die regelmatig naar hun land van herkomst reizen, de zogenoemde ‘visiting friends and relatives’. De poli beschikt over ervaren artsen die gespecialiseerd zijn in reisgeneeskunde en werkt nauw samen met de Wetenschappelijke Expertengroep voor Reisgeneeskunde.
“De poli kan voortaan per jaar 6500 tot 8000 patiënten aan, terwijl de wachttijden heel kort blijven.” 18
19
03
84% geeft minstens 8 op 10 Aan de Vlaamse Patiëntenpeiling van maart 2014 namen in het UZ Gent 715 patiënten deel. In oktober werden 538 patiënten bevraagd. Over het algemeen krijgt het UZ Gent zeer hoge tevredenheidscores. Gevraagd Welk cijfer zou u dit ziekenhuis geven? geeft – zowel in maart als in oktober – meer dan 84 procent van de bevraagde patiënten het UZ Gent minstens 8 op 10. Op de vraag Zou u dit ziekenhuis aanbevelen aan vrienden en familie? antwoorden respectievelijk 74 procent (maart) en 73 procent (oktober) dat ze het UZ Gent ‘zeker wel’ zouden aanbevelen. Nog eens 24 procent (maart) en 23 procent (oktober) geeft aan dat ze het ziekenhuis ‘waarschijnlijk wel’ zouden aanbevelen.
Kwaliteit zichtbaar maken en verbeteren
“De indicatoren geven ons aanknopingspunten om de kwaliteit en efficiëntie van onze zorgverlening nog te verbeteren.”
Vlaamse Patiëntenpeiling: tevredenheid ligt zeer hoog Het UZ Gent haalt zeer hoge tevredenheidsscores in de Vlaamse Patiëntenpeiling van maart en oktober 2014. De Patiëntenpeiling brengt ziekenhuisbreed de tevredenheid en de ervaringen van patiënten in kaart.
20
Naast die twee globale indicatoren bevat de Patiëntenpeiling nog 26 detailindicatoren. Die gaan over de planning, de opname, het verblijf en het ontslag. Ook voor die detailindicatoren scoort het UZ Gent hoog. Tegelijk geven ze ons aanknopingspunten om de kwaliteit en efficiëntie van onze zorgverlening nog te verbeteren. De belangrijkste verbeterpunten: geef meer aangepaste informatie over onderzoeken en behandelingen, meer bepaald over de oorzaken, gevolgen, argumenten, keuzes en factuurgegevens, en zorg ervoor dat medewerkers zich altijd voorstellen met naam en functie.
Onderdeel van VIP2 De Vlaamse Patiëntenpeiling maakt deel uit van het overkoepelend Vlaams Indicatoren Project (VIP2). Dat project wil de kwaliteit van de zorg in de Vlaamse algemene ziekenhuizen verbeteren en transparanter maken. Naast pathologiespecifieke indicatoren – bijvoorbeeld over borstkanker – onderzoekt VIP2 ook een aantal ziekenhuisbrede indicatoren. Een ervan is de patiëntentevredenheid. Het onderzoek gebeurt aan de hand van een uniforme, gevalideerde en op patiëntervaringen gebaseerde vragenlijst die is opgesteld in nauwe samenwerking met het Vlaams Patiëntenplatform. 21
Op koers voor de accreditering In 2016 wil het UZ Gent een ziekenhuisbrede accreditering behalen. We willen de zorg nog beter organiseren en de kwaliteit van die zorg aantoonbaar maken. De accreditering geeft patiënten, bezoekers en verwijzers een krachtig signaal dat het UZ Gent een veilige en goed georganiseerde zorginstelling is.
‘Pilot audit’ eind 2015 Het UZ Gent bereidt zich sinds 2012 op de accreditering voor. In 2013 besloot het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ) – dat het UZ Gent zal toetsen – te gaan werken met het internationale accreditatieprogramma Qmentum. Dat leverde een nieuwe norm op: NIAZ 3.0 Qmentum. Eind 2015 zullen externe auditors het UZ Gent aan die norm toetsen. Dat gebeurt tijdens een externe ‘pilot audit’. In 2016 volgt dan de definitieve audit.
Afdelingsaudits en zelfevaluatie De voorbije jaren werd een solide kwaliteitsstructuur opgezet om de nieuwe norm op te volgen, intern te toetsen en te implementeren. Zo werd werk gemaakt van interne kwaliteitsaudits. Artsen en medewerkers kregen een opleiding als kwaliteitsauditor en toetsten afdelingen aan vooraf afgesproken normen. Dat leverde verbeterpunten en leervoorbeelden op die ze vastlegden in een auditrapport, zodat de afdeling verbeterpunten gestructureerd kon aanpakken. Medio 2014 werd een ziekenhuisbreed ‘self assessment’ uitgevoerd: een grootschalige zelfevaluatie, die tegelijk een breed draagvlak oplevert voor de verbeteracties die eruit voortvloeien.
Tracer audits Die interne afdelingsaudits worden nu aangevuld met ‘tracer audits’. Daarin staat het traject dat de patiënt in het ziekenhuis doorloopt centraal. De audit maakt inzichtelijk waar de patiënt is geweest, welke processen zijn doorlopen en hoe deze processen op elkaar aansluiten. Vanuit het perspectief van de patiënt worden mogelijke verbeteringen in het zorgproces opgespoord. Tegelijk ligt de klemtoon op de samenwerking tussen diensten en ziekenhuisafdelingen, bijvoorbeeld bij de overdracht van patiënten.
Factsheets Intussen beschikt het UZ Gent al over een elektronisch documentbeheersysteem dat alle procedures en andere documenten ontsluit. Het systeem waarborgt ook dat de zorgverleners altijd over de recentst goedgekeurde versie beschikken. Elke afdeling heeft bovendien factsheets over kwaliteit en veiligheid. Daarin staat informatie uit beleidsdocumenten, procedures en procesflows overzichtelijk en beknopt bij elkaar.
Ambassadeurs Elk accreditatietraject staat of valt met de betrokkenheid van alle medewerkers. Daarom gaat veel aandacht naar opleiding – e-learningpakketten, demosessies, vormingspakketten – en communicatie via intranet en nieuwsbrieven. Ziekenhuisbreed zijn een 800-tal ambassadeurs actief: zij dragen de badge ‘Kwaliteit zichtbaar maken’ en zetten zich in om het charter Kwaliteit en Veiligheid na te leven en anderen daartoe aan te moedigen.
“De accreditering geeft patiënten, bezoekers en verwijzers een krachtig signaal dat het UZ Gent een veilige en goed georganiseerde zorginstelling is.” 22
Chirurgisch zorgtraject geïnspecteerd en goed bevonden Het UZ Gent heeft een onaangekondigde inspectie van het chirurgisch zorgtraject met succes doorstaan. De Zorginspectie van de Vlaamse overheid wees nergens ‘rode knipperlichten’ – ernstige zorgrisico’s – aan. Wel legde ze de vinger op enkele aandachtspunten. Die neemt het UZ Gent mee in de verbeteracties die het ziekenhuis regelmatig opzet, onder meer met het oog op de accreditering.
Eisenkader getoetst Op 11 juni 2013 kreeg het UZ Gent onaangekondigd bezoek van de Zorginspectie (Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin). Die inspectie paste in het vernieuwde inspectiemodel van de Vlaamse overheid, dat zich voortaan toelegt op het nalevingstoezicht. De zorginspectie toetst de zorgpraktijk in de ziekenhuizen aan de hand van een eisenkader, dat gebaseerd is op relevante wetgeving, algemeen geldende richtlijnen en ‘evidence based’ praktijken. De eerste inspectieronde (2013-2014) concentreerde zich op het traject van de chirurgische patiënt in het ziekenhuis. De inspectie spitste zich daarom toe op het operatiekwartier en de recovery, de centrale sterilisatieafdeling, het chirurgisch dagziekenhuis, de heelkundige afdelingen en de toediening van bloed en bloedproducten.
Verbeteradviezen Het rapport van de Zorginspectie was zeer positief. Nergens werd de vinger gelegd op ernstige risico’s die een tweede inspectie nodig zouden maken. De inspecteurs reikten wel een aantal adviezen aan om het chirurgisch zorgtraject nog te verbeteren, onder meer in verband met handhygiëne en kledijvoorschriften, preventief onderhoud van toestellen en patiënteninformatie. Die verbeteradviezen werden intussen meegenomen in verbeteracties met het oog op de accreditering.
23
Borstkliniek UZ Gent scoort erg goed Patiënten met borstkanker blijven in het UZ Gent in heel goede handen. Dat blijkt uit de nieuwe kwaliteitsindicatoren voor de diagnose, behandeling en overleving bij borstkankerpatiënten die begin 2015 werden bekendgemaakt.
Zorgkwaliteit vergelijken De indicatoren vloeien voort uit het Vlaams Indicatoren Project VIP², dat kwaliteitsindicatoren zichtbaar maakt waarmee ziekenhuizen hun zorgkwaliteit kunnen meten en vergelijken. De eerste reeks borstkankerindicatoren was al in 2013 openbaar gemaakt. Ook toen scoorde het UZ Gent erg goed. De cijfers waarop het onderzoek gebaseerd is, komen uit de periode 20092011. Dat zijn de meest recente gegevens. In de onderzochte periode bevindt het UZ Gent zich voor bijna alle kwaliteitsindicatoren in de bovenste kwartielen.
“De uitstekende overlevingspercentages zijn opvallend voor een ziekenhuis met een derdelijnsfunctie.”
Hoge vijfjaarsoverleving Opvallend voor een ziekenhuis met een derdelijnsfunctie zijn de uitstekende overlevingspercentages. Dat is bijvoorbeeld het geval voor de relatieve vijfjaarsoverleving. Voor deze indicator worden andere mogelijke doodsoorzaken buiten beschouwing gelaten: hij laat dus de feitelijke overleving van borstkanker zien. In het UZ Gent bedraagt de overlevingskans vijf jaar na het vaststellen van borstkanker 94,4 procent. Geen enkel ander Vlaams ziekenhuis doet beter. Toch hebben de patiënten van het UZ Gent doorgaans een hoger risicoprofiel. Als derdelijnscentrum ontvangt de Borstkliniek vaak patiënten die werden doorverwezen met een agressievere vorm en een relatief ongunstige prognose.Dat hoger risicoprofiel heeft een weerslag op de resultaten, die toch uitstekend zijn.
“De techniek van borstreconstructie is zeer goed ontwikkeld in het UZ Gent.”
Borstreconstructie goed ontwikkeld Ook voor andere kwaliteitsindicatoren doet het UZ Gent het zeer goed. Zo zijn bij meer dan 99 procent van de patiënten de parameters bekend die nodig zijn om over een optimale adjuvante behandeling te beslissen. Bij 95 procent is de aard van het gezwel bekend voor de chirurgische ingreep. Ook kreeg 99,3 procent van de patiënten binnen drie maanden voor de operatie beeldvorming door middel van een mammo- of echografie, indien nodig aangevuld met MRI. Dat is nuttig om de uitbreiding van het gezwel te evalueren en te adviseren bij de keuze tussen borstsparende chirurgie of borstamputatie. Bij meer dan 59 procent van onze patiënten wordt borstsparende chirurgie uitgevoerd. Dit ligt binnen de verwachte norm, maar is niet uitzonderlijk goed. Dat komt doordat de techniek van borstreconstructie zeer goed ontwikkeld is in het UZ Gent: relatief veel patiënten kiezen daarom voor mammectomie en borstreconstructie.
Vrucht van multidisciplinair werken Prof. Veronique Cocquyt, coördinator van het Zorgprogramma Oncologie in het UZ Gent: ‘Dat we veel patiënten met een hoog risicoprofiel behandelen en toch uitstekende resultaten behalen, toont dat onze multidisciplinaire samenwerking zijn vruchten afwerpt. Ondertussen hebben we onze werkwijzen en technieken nog verfijnd. We blijven op hetzelfde elan verder werken, om de patiënt de meest geavanceerde en kwaliteitsvolle zorg te kunnen bieden.’
24
25
26
27
04
Investeren in infrastructuur
Videoconferenties met multidisciplinaire teams en andere ziekenhuizen In de nieuwe mediazaal van het UZ Gent kunnen artsen alle echografieën, bloeduitslagen en andere medische beelden van een patiënt handig naast elkaar bekijken. De dienst Cardiologie en andere diensten gebruiken de zaal voor videoconferenties met medewerkers van hun multidisciplinaire teams, met andere ziekenhuizen en op termijn ook met huisartsen.
28
Digitaal opereren Acht operatiezalen zijn van vloer tot plafond uitgerust met digitale beeldverwerkingstechnologie. Onder meer de mobiele LED-schermen zijn handiger en ergonomischer voor de chirurg. Dankzij het Blue Light hoeft de ruimte bij endoscopische ingrepen niet meer volledig verduisterd te worden.
AYA-lounge op medische oncologie In een gezellige ruimte kunnen jonge kankerpatiënten – AYA staat voor Adolescents and Young Adults – verpozen met hun vrienden, familie en lotgenoten. De jongeren laten er het ziekenhuisgevoel even achter om op de laptop te werken, een dvd te kijken of op de Wii Fit te spelen. De ontmoetingsplaats kwam er dankzij een gift van een jonge patiënt die eerder op de dienst behandeld werd.
29
05
Wetenschappelijke ontwikkelingen
Sinds 2009 voert het UZ Gent een wetenschappelijk speerpuntenbeleid. Samen met de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van de Universiteit Gent werden vier onderzoeksdomeinen geselecteerd die extra financiële middelen krijgen om hun positie verder uit te bouwen: genetica, oncologie, immunologie en neurowetenschappen.
Het speerpuntonderzoek in de oncologie focust op meer geïndividualiseerde behandelingen, onder meer voor patiënten met prostaat- of borstkanker. Dat moet doelgerichtere kankerbehandelingen opleveren, die patiënten niet nodeloos blootstellen aan behandelingen die geen effect maar wel nevenwerkingen hebben.
Speerpunt Medische Genetica Het Centrum voor Medische Genetica doet met het speerpuntgeld vooral onderzoek naar drie groepen van aandoeningen: kanker (bloedkanker, neuroblastoom en erfelijke kankersyndromen), erfelijke retinale aan-doeningen en erfelijke bindweefselziekten.
Nieuw borstkankergen ontdekt: PALB2 Onderzoekers van het Centrum voor Medische Genetica werkten mee aan een internationale studie die de rol heeft aangetoond van PALB2-mutaties in de erfelijkheid van borstkanker. De resultaten verschenen in het toonaangevende tijdschrift New England Journal of Medicine. Ongeveer 5 procent van alle borstkankerpatiëntes is erfelijk belast. Het is erg belangrijk om die erfelijkheid te kunnen aantonen: vrouwen met een verhoogd risico worden namelijk het best intensief opgevolgd of komen in aanmerking voor een preventieve borstamputatie met reconstructie. Zowat twintig jaar geleden werd ontdekt dat BRCA1 en BRCA2 geassocieerd zijn met een sterk verhoogd risico op borstkanker. In sommige families kon echter geen afwijkingen in beide genen worden aangetoond, hoewel toch erfelijkheid werd vermoed. Daarom wordt intensief gespeurd naar andere borstkankergenen. Dat heeft alvast geleid tot de identificatie van PALB2. Genetische afwijkingen in PALB2 kunnen worden aangetoond in ongeveer 1 procent van de families waarin erfelijkheid wordt vermoed en BRCA1- en BRCA2-mutaties werden uitgesloten. Deze studie heeft ook belangrijke implicaties voor de genetische diagnostiek: sinds oktober 2014 wordt in het Centrum voor Medische Genetica standaard ook PALB2 gescreend, naast BRCA1 en BRCA2.
30
Speerpunt Oncologie
Moleculair Diagnostisch Platform Borstkanker: peritumoraal vetweefsel mogelijk van start aangrijpingspunt voor doelgerichte therapie In 2014 werd een nieuw Moleculair Diagnostisch Platform (MDG) opgericht. Dat moet het mogelijk maken om sneller en voor meer patiënten genetische mutaties in tumoren te identificeren. Door de tumor vlotter en nauwkeuriger in kaart te brengen, kan meteen ook de meest geschikte behandeling worden gekozen. Doordat het MDG-platform verschillende expertises bundelt, kan het ook heel efficiënt nieuwe moleculaire tests ontwikkelen. Het MDG werd opgericht door het Centrum voor Medische Genetica, samen met het Labo Klinische Biologie en de dienst Pathologische Anatomie. De samenwerking binnen het nieuwe platform werd in 2014 opgestart. Op korte termijn zal het platform geaccrediteerd zijn om deze genetische tests uit te voeren. De technieken om genetische mutaties op te sporen werden vereenvoudigd. Bij de analyses gebruiken we de nieuwste generatie sequeneringstechnologieën. Daarmee kunnen we tests kostenefficiënt en flexibel uitvoeren – zelfs voor pas ontdekte genen en mutaties waarvoor nog geen commerciële test bestaat. Door sterk in automatisering te investeren, kunnen de analysekosten nog sterker worden gereduceerd.
Het multidisciplinair team van borstkankeronderzoekers heeft een mechanisme ontdekt dat mee de invasieve groei van borstkankercellen bepaalt. De ontdekking biedt perspectieven voor nieuwe behandelingen en correctere diagnoses. Het onderzoek is gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift Cancer Research. Borstkanker is wereldwijd de meest voorkomende kanker. In België worden jaarlijks ongeveer 9.600 diagnoses gesteld. De overlevingskansen worden bepaald door de lokale infiltratieve tumorgroei en door uitzaaiingen in andere weefsels. Beide fenomenen spelen zich af in een ecosysteem waar continu en dynamisch informatie wordt uitgewisseld. Als gevolg van kritische mutaties zijn borstkankercellen in staat om zich te vermenigvuldigen, te invaderen en te metastaseren. Of ze dat ook doen, hangt mee af van de weerstand en de collaboratie van het vetweefsel rond de tumor. In dat peritumorale vetweefsel zijn massaal geactiveerde macrofagen geïnfiltreerd, die actief mee collaboreren met de kankercellen. Die macrofagen geven Oncostatine M (kortweg OSM) vrij, dat een specifieke antenne (STAT3) in de kankercel activeert, zodat de kankercellen beweeglijker en invasiever worden. Proefdierexperimenten tonen aan dat OSM de bloedvatvoorziening in het peritumorale vetweefsel stimuleert. Bovendien voorspelt een hoge aanwezigheid van geactiveerde STAT3 in infiltrerende borsttumoren een slechtere prognose. De conclusies van het onderzoek kunnen belangrijke gevolgen hebben voor de behandeling en prognose van borsttumoren. Vetweefsel lijkt geen neutrale toeschouwer te zijn. Daarom werkt het onderzoeksteam momenteel samen met een Europees consortium van systeembiologen: ze onderzoeken of het risico op borstkanker samenhangt met dieetgeïnduceerde veranderingen in het vetweefsel.
31
Urineanalyse spoort prostaatkanker op
“We hebben een nieuwe test ontwikkeld die is gebaseerd op veranderingen op prostaateiwitten in de urine van de patiënt.”
In 2012 werden in België 8288 nieuwe gevallen van prostaatkanker ontdekt. Daarmee is prostaatkanker de meest voorkomende kanker bij mannen. De diagnose is gebaseerd op klinische en biochemische analyses: een rectaal onderzoek door de uroloog en het bepalen van de concentratie van het prostaatspecifiek antigeen (PSA) in het bloed. Het PSA is een eiwit dat bijna uitsluitend door de prostaat wordt aangemaakt. Verhoogde PSA-concentraties kunnen wijzen op prostaatkanker, maar ook op een goedaardige prostaatvergroting. Door die diagnostisch grijze zone moeten patiënten met verhoogde PSA-waarden pijnlijke – en vaak nutteloze – biopsieën ondergaan. Daartoe heeft de dienst Medische Oncologie in samenwerking met de diensten Urologie en Klinische Chemie een nieuwe test ontwikkeld. Die is gebaseerd op veranderingen op prostaateiwitten in de urine van de patiënt. De test onderzoekt veranderingen in het ‘glycosylatiepatroon’: een verzameling van suikereenheden die worden aangetroffen op elk prostaateiwit in de urine. Door dat glycosylatiepatroon te bepalen, konden patiënten met prostaatkanker worden onderscheiden van gezonde vrijwilligers en patiënten met goedaardige prostaatvergroting. De nieuwe test vervangt de gebruikelijke PSA-concentratietest niet. Wel kan hij samen met de PSA-test worden gebruikt om te bepalen welke patiënten effectief een prostaatbiopsie moeten ondergaan. 32
Lokale behandeling bij gemetastaseerde prostaatkanker De afgelopen decennia is het sterftecijfer als gevolg van prostaatkanker met meer dan 40 procent gedaald. Dat is vooral te danken aan een verbeterde vroegdetectie en effectievere behandeling. Helaas blijken de overlevingskansen niet substantieel te zijn toegenomen bij patiënten bij wie een al gemetastaseerde prostaatkanker wordt vastgesteld. Dat onderstreept nog eens het belang van ‘stage migration’ door middel van PSA-screening voor de daling van de sterftecijfers. Bij de groep van patiënten bij wie ‘de novo’ de diagnose gemetastaseerde prostaatkanker wordt gesteld, bestaat de standaardbehandeling meestal uit palliatieve antihormonale behandeling en lokaal ingrijpen bij tumorgerelateerde klachten. De dienst Urologie onderzoekt momenteel de lokale behandeling van de primaire tumor: heeft ze een cytoreductief effect en kan ze complicaties bij verdere (lokale) ziekteprogressie voorkomen? 33
Speerpunt Immunologie Het UZ Gent, de Universiteit Gent en het VIB hebben een sterke traditie in immunologisch onderzoek. De expertise zit verspreid over verschillende laboratoria en diensten. Dankzij het speerpuntenbeleid worden de krachten gebundeld ten dienste van de patiëntenzorg, in de vorm van een platform voor immunotherapie en immunodiagnostiek.
Kwaliteitslabel voor Centrum voor Primaire Immuunstoornissen Dankzij het speerpuntbeleid kon het UZ Gent enkele jaren geleden initiatieven nemen om de diagnostiek van primaire immuundeficiënties te optimaliseren. Daarvoor worden vaak zeer dure en gespecialiseerde immunologische testen gebruikt, aangevuld met genetische diagnostiek. Om voor primaire immuundeficiënties (PID) een gestroomlijnd zorgpad op te zetten, werd het Centrum voor Primaire Immuunstoornissen opgericht. Dat centrum bundelt de expertise van verschillende medische diensten en laboratoria van het UZ Gent die gespecialiseerd zijn in de klinische immunologie. De meeste patiënten worden klinisch gezien door dr. Filomeen Haerynck (afdeling Kinderlongziekten). Zij coördineerde ook de erkenning in 2014 van het Centrum voor Primaire Immuunstoornissen door de Jeffrey Modell Foundation. Dat is een wereldwijde non-profit organisatie voor patiënten die aan primaire immuunstoornissen (PI) lijden en hun familieleden. De stichting reikt onder meer een internationaal kwaliteitslabel uit voor centra die gespecialiseerd zijn in primaire immuunstoornissen. 34
Experiments of Nature Wanneer patiënten zich presenteren in de kliniek volgt eerst een multidisciplinair overleg. Daarbij stippelt dr. Melissa Dullaers de niet-conventionele immunodiagnostiek uit die moet worden gevolgd. Vaak moeten per individuele patiënt nieuwe tests worden uitgevoerd. Dat maatwerk is duidelijk een voorbeeld van gepersonaliseerde geneeskunde. Volgens prof. dr. Bart Lambrecht (UZ Gent, UGent en VIB) loont het wel degelijk om daarin te investeren: ‘Door deze zeldzame patiënten grondig te onderzoeken, kunnen we veel leren over de werking van het immuunsysteem. Zo konden we al enkele mutaties opsporen die nooit eerder waren gelinkt aan immuunstoornissen.’
Ontstaan van allergie en astma ontrafeld Voor zijn onderzoek naar de werking van het afweersysteem kreeg prof. dr. Bart Lambrecht in 2014 de prestigieuze Franqui Prijs, de hoogste wetenschappelijke onderscheiding in België. Professor Lambrecht werd vooral bekroond voor zijn baanbrekende onderzoek naar de ontstaansmechanismen van allergie en astma. Hij ontdekte dat allergieën het gevolg zijn van herkenning van allergenen door dendritische cellen. Dat zijn ‘alarmcellen’: zij detecteren lichaamsvreemde stoffen en zorgen er samen met de slijmvliescellen voor dat een allergie in gang wordt gezet. Professor Lambrecht toonde aan dat sommige dendritische cellen in staat zijn om een allergische reactie af te remmen. Hij onderzoekt ook de rol van genetische risicofactoren en omgevingsfactoren: zo kunnen sigarettenrook, virale infecties en luchtvervuiling met fijn stof ervoor zorgen dat iemand een allergie of astma ontwikkelt.
“We konden al enkele mutaties opsporen die nooit eerder waren gelinkt aan immuunstoornissen.” Voedselallergie na levertransplantatie Na een levertransplantatie ontwikkelt circa 27 procent van de kinderen voedselallergie. Om de oorzaken daarvan te ontrafelen, onderzocht kinderleverspecialiste dr. Ruth De Bruyne (afdeling Pediatrische Gastro-Enterologie) een cohorte patiënten na levertransplantatie, samen met prof. dr. Philippe Gevaert van het Allergie-netwerk van het UZ Gent. Ze ontdekten dat een verstoorde balans in het immuunsysteem aan de basis ligt. Die wordt mede veroorzaakt door het gebruik van immunosuppressiva.
35
Speerpunt Neurowetenschappen Het speerpunt Neurowetenschappen focust op onderzoek naar neuromodulatie aan het Institute for Neuroscience. Dat is een partnerschap tussen twee toonaangevende neurowetenschappelijke initiatieven in Vlaanderen: het Multidisciplinary Research Platform (MRP) van de UGent en het Neuromodulation Research Theme van het UZ Gent.
Vier onderzoeksprojecten worden medio 2015 afgerond. Ze hebben intussen al diverse publicaties en abstracts opgeleverd.
Stemmingsstoornissen
Kennisbasis opbouwen
Een tweede project zoekt biomerkers voor neuromodulatie – door middel van transcraniële magnetische stimulatie (TMS) – bij mensen die aan ernstige stemmingsstoornissen lijden. Intussen is aangetoond dat transcraniële stimulatie bij die patiënten tot merkbare verbetering leidt, zonder de bijwerkingen van antidepressiva of elektroconvulsietherapie. TMS blijkt met name een veelbelovende acute interventie voor suïcidaliteit bij therapieresistente depressieve patiënten.
Een overzichtelijke kennisbasis over veilige geneesmiddelen en hun toedieningsmodaliteiten ontbreekt momenteel. Die lacune willen het UZ Gent, de UGent, de KU Leuven en de Vrije Universiteit Brussel opvullen. Samen willen ze een solide kennisbasis opbouwen om op middellange termijn veilige pediatrische klinische onderzoeken te kunnen opzetten.
Spraak- en taalstoornissen Het derde project focust op de spraak- en taalstoornissen bij patiënten met de ziekte van Parkinson of niet-aangeboren hersenaandoeningen. Diepe hersenstimulatie blijkt niet alleen klachten als beven en gebrek aan beweeglijkheid te kunnen verhelpen: ze heeft ook een duidelijk effect op symptomen als traag en hortend spreken. Het onderzoek heeft intussen wel aangetoond dat diepe hersenstimulatie de spontane taalproductie negatief kan beïnvloeden bij patiënten die zich in een vergevorderd stadium van de ziekte van Parkinson bevinden.
Epilepsie en depressie
Cochleaire implantaten Het eerste project onderzoekt de centraal auditieve verwerking bij bimodale patiënten. Bimodale patiënten combineren elektrisch horen via een cochleair implantaat (CI) met akoestisch horen via restgehoor in het niet-geïmplanteerde oor. De resultaten van bimodale stimulatie kunnen echter sterk variëren. Die variatie kan grotendeels worden toegeschreven aan het individuele vermogen om elektrische en akoestische signalen centraal te integreren. Het project heeft ondertussen geleid tot de ontwikkeling van een elektrofysiologische testbatterij die de toegevoegde waarde van het akoestisch restgehoor objectiveert. 36
Geneesmiddelen voor kinderen veiliger maken Kinderen reageren anders op geneesmiddelen dan volwassenen. Dat maakt geneesmiddelenonderzoek bij de kinderen zélf noodzakelijk. De Europese regelgeving schrijft dat ook voor: nieuwe geneesmiddelen, nieuwe indicaties en nieuwe toedieningsvormen moeten eerst worden getest via een gedetailleerd onderzoeksplan dat is aangepast aan de pediatrische noden. Dat gebeurt meestal niet: omdat de pediatrische markt veel kleiner is dan de markt voor volwassenen is de incentive voor pediatrisch onderzoek te klein. Geneesmiddelen worden vaak getest in een ‘volwassen’ studiedesign, voor de volwassen indicatie, zonder langetermijnsopvolging, met onvoldoende aandacht voor de pediatrische indicaties en bijwerkingen.
Aanbevelingen Hoofdpromotor van het initiatief – Safepedrug gedoopt – is prof. dr. Johan Vande Walle (Dienst Pediatrie, UZ Gent): ‘Het consortium moet de – vaak nog versnipperde – expertise voor het pediatrisch geneesmiddelenonderzoek samenbrengen en vergroten en de onderlinge samenwerking versterken.’ Op termijn wil het consortium ook aanbevelingen formuleren aan nationale en internationale regelgevers om pediatrische klinische proeven te optimaliseren, aangepast aan de noden van het kind.
Het vierde en laatste project onderzoekt de antidepressieve effecten van nervusvagusstimulatie (NVS) bij patiënten met refractaire epilepsie. Bij deze techniek wordt ter hoogte van het sleutelbeen of in de okselholte een stimulator ingeplant die verbonden is met de linker nervus vagus. Die loopt door de hals en is een van de belangrijkste hersenzenuwen. Dat nervusvagusstimulatie het aantal epilepsieaanvallen kan reduceren, was al eerder aangetoond. Uit proefdierenonderzoek blijkt dat NVS ook een gunstig effect heeft op de stemmingsstoornissen waaraan veel epilepsiepatiënten lijden. De resultaten van dat onderzoek tonen aan dat noradrenaline een zeer belangrijke rol speelt in het mechanisme dat zorgt voor de positieve effecten van nervusvagusstimulatie bij refractaire depressie. 37
Uniek Oost-Vlaams Meerlingenregister bestaat 50 jaar Het Oost-Vlaams Meerlingenregister vierde in 2014 zijn 50ste verjaardag. Het register is wereldwijd uniek en is uitgegroeid tot een goudmijn voor onderzoek naar de effecten van omgeving en genetische aanleg – dankzij de medewerking van materniteiten, gynaecologen, vroedvrouwen en huisartsen.
Placentaonderzoek In juli 1964 namen prof. dr. Robert Derom en prof. dr. Michel Thiery – beiden als gynaecoloog verbonden aan het UZ Gent en de UGent – het initiatief om systematisch alle meerlinggeboortes in Oost-Vlaanderen te registeren. Sindsdien werken bijna alle materniteiten in Oost-Vlaanderen mee aan de registratie. Na de geboorte van een meerling worden de placenta’s systematisch opgehaald. Ze worden onderzocht in het UZ Gent, waar ook een stuk weefsel wordt bewaard. Het placentaonderzoek helpt om het type tweeling en – bij eeneiige tweelingen – ook het subtype vast te stellen. Het moment waarop de bevruchte eicel zich splitst – vroeg, intermediair of laat – bepaalt of eeneiige tweelingen al dan niet een eigen amnion en chorion hebben. Dat is belangrijk, omdat uit onderzoek blijkt dat verschillende subtypes een andere ontwikkeling kennen.
“Tweelingen zijn een uniek vergrootglas op de nature-nurtureproblematiek.”
Onderzoek naar protontherapie Protontherapie – radiotherapie met protonstralenbundels – is de voorbije jaren erg succesvol gebleken, vooral in de strijd tegen kanker bij kinderen en tegen tumoren in het centrale zenuwstelsel. In vergelijking met de radiotherapie is bestraling met protonen nog preciezer: de dosisafgifte is zeer nauwkeurig en wordt scherp begrensd, zodat het omringende gezonde weefsel en de rest van het lichaam maximaal gevrijwaard blijven. Het UZ Gent, de KULeuven en de Université Catholique de Louvain bereiden samen de oprichting van een Protoncentrum voor. In het nieuwe centrum zullen onderzoekers uit de drie ziekenhuizen de protonbehandelingen verder verfijnen.
Prospectief en populatiegebaseerd Intussen bevat het Meerlingenregister informatie over meer dan 9.000 meerlingen (18.000 individuen). In de wetenschappelijke vakliteratuur staat het bekend als East Flanders Prospective Twin Survey (EPTS). Dat nagenoeg alle meerlinggeboortes worden geregistreerd, maakt het Oost-Vlaamse register zo uniek: het is geen steekproef, maar een prospectief en populatiegebaseerd register. Dat maakt het erg interessant voor wetenschappelijk onderzoek. Tweelingen zijn immers een uniek vergrootglas op de nature-nurtureproblematiek. Onderzoeken waarvoor het EPTS wordt aangeboord bestrijken een brede waaier: IQ-onderzoek, de interactie tussen aanleg en omgeving bij schizofrenie, de impact van fijnstof enzovoort.
Twins vzw Het register is operationeel vanuit het UZ Gent. Het wordt beheerd en aangestuurd door Twins vzw, een joint venture tussen de Universiteiten van Gent, Leuven en Maastricht. De vzw organiseert ook informatieavonden voor tweelingen en hun ouders en sensibiliseert hen om te blijven meewerken aan wetenschappelijk onderzoek. 38
Ambulance van de toekomst?
KOF-beurzen stimuleren klinisch onderzoek Tot de kerntaken van het UZ Gent behoren – naast basiszorg en topreferente derdelijnszorg – ook de opleiding van artsen-specialisten en wetenschappelijk onderzoek. Die combinatie biedt het ziekenhuis unieke kansen: de nieuwste onderzoeksresultaten kunnen naadloos worden vertaald in klinische toepassingen die de zorg naar een hoger niveau tillen. Het Klinisch Onderzoeksfonds (KOF) werd in 2008 opgericht om dat klinisch onderzoek te bevorderen. Het stelt beloftevolle jonge stafleden van het UZ Gent halftijds vrij om vier jaar lang klinisch onderzoek te doen. Hun onderzoek moet dan wel uitmonden in een doctoraat.
Hoge succesratio Van 2008 tot en met 2013 financierde het KOF het onderzoek van 28 jonge stafleden, voor een bedrag van 3,45 miljoen euro. Van de onderzoeksmandaten die al minstens vier jaar liepen, haalden 9 op de 12 binnen vier jaar een doctoraat, terwijl 2 andere onderzoekers hun doctoraat later verdedigden. Dat komt neer op een succesratio van 91 procent. In 2014 kregen drie nieuwe onderzoekers een beurs van het Klinisch Onderzoeksfonds. Zij verrichten onderzoek in verband met orgaantransplantaties, hematologische patiënten met sepsis en mondzorg bij ouderen.
De TU Delft heeft samen met het innovatieplatform Living Tomorrow – waar ook het UZ Gent deel van uitmaakt – een prototype ontwikkeld van een ambulancedrone: een supersnel, autonoom navigerend vliegtuigje dat een ingebouwde defibrillator snel ter plekke kan brengen. Het UZ Gent en de TU Delft bekijken nu of die drone verder kan worden verfijnd en of het toestel in de toekomst kan worden ingezet voor de urgentiegeneeskunde. Een netwerk van zulke drones zou de overlevingskans na een hartstilstand aanzienlijk kunnen vergroten. 39
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen in 2014: 79 doctoraten 1.088 A1-publicaties
40
41
06
Een leven lang leren
Opleiding verpleegkundigen beter afgestemd op de praktijk
Het onderwijs en de beroepspraktijk van verpleegkundigen beter op elkaar afstemmen: om dat waar te maken, hebben het UZ Gent en andere Gentse ziekenhuizen in 2014 de handen in elkaar geslagen met de Gentse onderwijsinstellingen voor verpleegkunde.
Behoeften werkveld Samen werkten de partners elf gemeenschappelijke procedures uit. Die moeten ervoor zorgen dat studenten verpleegkundige vaardigheden op een uniforme en transparante manier aanleren, in overeenstemming met de behoeften van het werkveld. Ze ontwikkelden ook een uniform begeleidingsdocument voor alle studenten die op stage gaan in de ziekenhuizen en andere zorgvoorzieningen. Dat begeleidingsdocument optimaliseert tegelijk ook de leer- en groeikansen van de studenten.
Op alle stageplaatsen Op 12 mei 2014 – de Dag van de Verpleegkunde – hebben alle partners de elf procedures ondertekend in het Huis van de Economie in Gent.De partners zijn het UZ Gent, AZ Maria Middelares, AZ Jan Palfijn en AZ Sint-Lucas en vijf onderwijsinstellingen: HoGent, Arteveldehogeschool, BenedictusPoort, IVV Sint-Vincentius en Vesaliusinstituut. Sinds september 2014 gebruiken alle Gentse onderwijsinstellingen die een verpleegkundeopleiding aanbieden op alle stageplaatsen de procedures en het begeleidingsdocument. 42
43
Vorming voor het personeel
Studenten op de campus
• 111.252 uur vorming
Opleiding van studenten behoort tot de kerntaken van het UZ Gent. Artsen-specialisten in opleiding en tandartsen krijgen in het ziekenhuis een hoogstaande en sterk praktijkgerichte opleiding.
• 5.818 inschrijvingen voor externe vormingen
Ook de studenten van de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen krijgen hun opleiding geheel of gedeeltelijk op de UZ-campus, in verschillende basisrichtingen.
• 17.105 inschrijvingen voor interne vormingen • 4.820 medewerkers volgden minstens 1 uur les • 8.573,55 uur vorming in het kader van jaaropleidingen (Masters, BaNaBa,…) Nieuwe e-learningsmodules op UZ-leerplatform Leerlink, o.a. op vraag van specifieke diensten: labo, Intensieve Zorg, Spoedgevallendienst, Kinderziekenhuis...
7.370 studenten in de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen: 5.848 studenten in tien basisrichtingen: geneeskunde, tandheelkunde, logopedie en audiologie, biomedische wetenschappen, lichamelijke opvoeding, revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, verpleeg- en vroedkunde, management en beleid, gezondheidsvoorlichting en –bevordering en ergotherapie. 1.522 studenten in 41 MaNaMa’s (master na master). 102 artsen en tandartsen behaalden hun erkenning tot specialist.
44
45
07
Kennis en expertise delen
Associatie Cardiologie is win-winverhaal
OncoPoint brengt kankeronderzoekers samen
Eind 2013 werd de Associatie Cardiologie opgericht, een samenwerkingsverband tussen de hartcentra van het UZ Gent, AZ Sint-Lucas (Gent) en AZ Nikolaas (Sint-Niklaas). In 2014 werd de samenwerking in het geïntegreerde zorgmodel verder gestroomlijnd. De drie centra werken een toegankelijk, complementair aanbod uit, volgens dezelfde hoge standaard van kwaliteitsrichtlijnen, procedures en behandelingsprotocollen.
Aan de UGent en in het UZ Gent zijn diverse wetenschappers met kankeronderzoek bezig. Die zitten her en der verspreid in vakgroepen en ziekenhuisafdelingen. Als gevolg van de doorgedreven specialisering weten ze niet altijd van elkaar waar ze mee bezig zijn. OncoPoint wil van die eilandjes een archipel maken, zodat onderzoekers vlotter met elkaar kunnen communiceren.
Doorverwijzing Nieuwe federale en Vlaamse regelgeving bepaalt dat ziekenhuizen een hartcentrum mogen opstarten voor diagnostische en interventionele procedures (B1-B2), op voorwaarde dat ze zich associëren met een hartcentrum dat ook chirurgie aanbiedt (B3). Het UZ Gent heeft zo’n hartcentrum. Doordat AZ Sint-Lucas en AZ Nikolaas zich als partner bij het UZ Gent aansluiten, kunnen ze voortaan zelf ook hartkatheterisaties uitvoeren en stents plaatsen. Patiënten die in aanmerking komen voor hartchirurgie verwijzen beide ziekenhuizen preferentieel door naar het Hartcentrum in het UZ Gent. Als gevolg daarvan nam het aantal ingrepen in het UZ Gent in 2014 met 20 procent toe.
Schaalvoordelen Diensthoofd van de nieuwe Associatie is prof. dr. Katrien François (diensthoofd Cardiochirurgie UZ Gent). ‘Patiënten met een acuut coronair syndroom kunnen voortaan zo dicht mogelijk bij hun woonplaats worden behandeld’, zegt ze. ‘Ook andere ziekenhuizen in de regio worden in het netwerk van de Associatie betrokken. Met de Associatie beschikken we over een uitgebreid en zeer deskundig team van specialisten. We kunnen elke patiënt multidisciplinair benaderen en door onderling overleg een geoptimaliseerd traject op maat uitwerken.’ De samenwerking biedt daarnaast ook schaalvoordelen voor investeringen in apparatuur en technologie.
Het KCGG vernieuwt en verhuist In april 2014 opende het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg Gent (KCGG) zijn deuren, op een nieuwe locatie op de UZ-campus. Het KCGG is de faculteitsbibliotheek voor de faculteiten Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen en de Farmaceutische Wetenschappen van de UGent. Die faculteitsbibliotheek bestaat al sinds 1991, als een gemeenschappelijk initiatief van de UGent en het UZ Gent. De afgelopen jaren evolueert het KCGG van een klassieke bibliotheek naar een leercentrum. De verhuis naar een nieuwe locatie zet die evolutie kracht bij. Het KCGG profileert er zich als een laagdrempelige en informele werk- en studeerplek. Gebruikers vinden er onder meer een informatiebalie, een pc-zone met individuele werkplekken, een kopieer-, print- en scanruimte, een zone voor tablets en smartphones, een stille studieruimte met 80 zitplaatsen en open en afgesloten groepsruimtes.
Vooral jonge onderzoekers OncoPoint is eendaags symposium voor iedereen die aan de UGent en in het UZ Gent bezig is met kankeronderzoek. Vooral jonge onderzoekers krijgen er de kans om hun project in de kijker te zetten: ofwel houden ze een presentatie van 15 minuten, ofwel een korte ‘stormsessie’ van 2 of 3 minuten. Het is de bedoeling dat wetenschappers elkaar beter leren kennen, wat tot vruchtbare samenwerkingen kan leiden. In 2014 vond de tweede editie van OncoPoint plaats. Voortaan wordt het symposium jaarlijks georganiseerd. Naast fundamenteel onderzoek komen ook klinisch en technisch onderzoek aan bod.
Expertise delen De drie partners van de Associatie delen via intranet hetzelfde multidisciplinaire kwaliteitshandboek, met protocollen voor de diverse behandelingen van acute cardiale pathologieën. Ook wisselen ze kennis en expertise uit. Prof. dr. François: ‘Elke week gaan twee consulenten hartchirurgie van het UZ Gent naar AZ Sint-Lucas en AZ Nikolaas. Daar kunnen patiënten pre- of postoperatief op poliklinisch consult komen. Onze stafvergaderingen breiden we via videoconferencing uit naar de twee andere centra. Daarnaast hebben we natuurlijk informeel telefonisch overleg, waarbij we bijvoorbeeld beelden van de patiënt meteen op de computer kunnen bekijken.’ 46
47
Gezondheidsinformatie voor het grote publiek
Volledige en tijdig verstuurde ontslagbrieven
Het UZ Gent stelt zijn medische en wetenschappelijke expertise ten dienste van de gemeenschap. Zo deelt het ziekenhuis gezondheidsinformatie met het grote publiek, via de website, Twitter en Facebook maar ook op infoavonden waar iedereen welkom is. In 2014 kwamen meer dan 1.000 mensen hun licht opsteken over actuele medische thema’s.
Het UZ Gent maakt werk van degelijke informatie aan de patiënt en de verwijzers. Volledige, heldere en tijdige ontslagbrieven zijn daar een essentieel onderdeel van. Een verbeterproject van de Medische Raad leverde een beleidsvisie met duidelijke procedures op.
Humanitaire missies in het buitenland
Patiëntveiligheid en zorgcontinuïteit Snelle en inhoudelijk sterke ontslagbrieven zijn cruciaal om de patiëntveiligheid en de zorgcontinuïteit te garanderen en de klinische uitkomsten te verbeteren. Daarom gaf de werkgroep ‘Communicatie met verwijzers’ binnen de Medische Raad de aanzet om een beleidsvisie met heldere procedures uit te werken. De procedures passen in het streven van het UZ Gent om de kwaliteit van de geleverde zorg zichtbaar te maken en aantoonbaar te verbeteren. Ze zijn in overeenstemming met de regelgeving, de eisenkaders van de Zorginspectie van de Vlaamse overheid en de accrediteringsnorm NIAZ-Qmentum.
Inhoudelijk sterke ontslagbrieven De procedures beschrijven de minimale inhoud van de ontslagbrief: alle relevante anamnestische gegevens, resultaten van uitgevoerde onderzoeken, overzicht van ingrepen, behandelingen en zorgen, een lijst van geneesmiddelen, een samenvatting van het zorgplan. Erg belangrijk voor de verwijzers is natuurlijk de informatie over de nodige nazorg: daarom moet de ontslagbrief informatie bevatten over de toestand van de patiënt, naast ontslaginstructies voor medicatie en opvolging. Ten slotte bevat de ontslagbrief een medicatieschema, met voor elk geneesmiddel naam, dosis en posologie en toedieningsvorm.
Snelheid primeert Ook over het moment waarop de ontslagbrieven moeten worden verstuurd, staan in de procedures duidelijke afspraken. Het leidende principe is dat de snelheid primeert boven de volledigheid. Daarom krijgt de patiënt na ziekenhuisopname of na een behandeling in het dagziekenhuis een voorlopige ontslagbrief mee. De definitieve brief volgt dan zo snel mogelijk. Bij langdurige ziekenhuisopnames wordt uiterlijk na 30 dagen een ontslagbrief verstuurd. Ambulante patiënten krijgen een brief mee als het om een eenmalige consultatie gaat of als dat belangrijk is voor de zorgcontinuïteit. 48
Het engagement van de UZ-medewerkers reikt tot ver buiten de grenzen van het ziekenhuis. Op verschillende continenten zetten zorgverleners hun medische en verpleegkundige expertise in om de plaatselijke bevolking te helpen. In maart 2014 trok een UZ-team naar Kigali in Rwanda voor een missie in samenwerking met Keten van de Hoop – Chaîne de l’Espoir. Twee artsen, een perfusionist en vier verpleegkundigen deden er interventionele en chirurgische behandelingen van kinderen met een aangeboren hartafwijking. In januari 2015 nam een ander UZ-team deel aan een missie van de NGO Keten van de Hoop – Chaîne de l’Espoir, deze keer naar Nicaragua. Het team behandelde, samen met medewerkers van de UCL, 19 kinderen met een aangeboren hartafwijking in La Mascota Hospital Infantil in Managua. Deze missie kadert in een langetermijnproject. Het is de bedoeling om een onafhankelijk centrum voor aangeboren hartafwijkingen te creëren waar een goed getraind lokaal team van artsen, verpleegkundigen en paramedici de meeste aangeboren hartafwijkingen interventioneel of chirurgisch kan behandelen.
23 april 2014:
‘Plannen van de zorg aan het einde van het leven:
ligt u er ook wakker van?’
24 september 2014:
‘Een blik achter de schermen van Intensieve Zorg’
26 november 2014:
‘Van gezonde geslachtscel tot gezond kind’
10 december 2014:
‘Hepatitis C aan banden gelegd’
Tien jaar samenwerking met ZorgSaam In juni 2014 werd het tienjarig jubileum gevierd van het samenwerkingsverband dat het UZ Gent met ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen heeft gesloten. ZorgSaam biedt geïntegreerde en patiëntgestuurde zorg in de regio Zeeuws-Vlaanderen en daarbuiten. Het aanbod omvat ziekenhuiszorg, ambulancezorg, thuiszorg en ouderenzorg.
Topklinische zorg beschikbaar maken De intensieve samenwerking tussen het UZ Gent en ZorgSaam bestond al langer, maar werd in 2004 formeel bekrachtigd. De afgelopen tien jaar heeft de samenwerking zich verder ontwikkeld tot een waar partnerschap, waarbij het UZ Gent de derde- en vierdelijnsgeneeskunde ter beschikking stelt. Dat complementaire zorgaanbod garandeert uiteraard het respect voor de vrije keuze van de patiënt en de soevereiniteit van de individuele beroepsbeoefenaar. Het partnerschap speelt zich af op drie niveaus: de patiëntenmobiliteit, de mobiliteit van zorgverleners en de uitwisseling van kennis, expertise en protocollen, onder andere door opleiding en gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek. De grensoverschrijdende samenwerking met het UZ Gent maakt topklinische zorg op academisch niveau beschikbaar voor de inwoners van ZeeuwsVlaanderen (en de rest van Zeeland). Dat geldt vooral voor de oncologische zorg, met inbegrip van complexe thoracale en gastro-intestinale chirurgie, maar ook voor intensieve zorgen en specialismen als cardiologie, kindernefrologie, kaak-chirurgie, neurologie en neurochirurgie, genetica en kindercardiologie. 49
08
De campus vernieuwt
Ziekenhuisschool krijgt nieuwe klaslokalen
Extra onderzoeksruimte
De UZ-vestiging van de Ziekenhuisschool Stad Gent kreeg nieuwe klaslokalen in het Revalidatiecentrum. De leerkrachten van de ziekenhuisschool geven les aan opgenomen kinderen tot 18 jaar. Ze streven ernaar om de kinderen en jongeren na hun ziekenhuisopname opnieuw te laten instromen in hun thuisschool. Het afgelopen schooljaar waren er gemiddeld meer dan 60 leerlingen per dag.
MRB2 is een nieuw medisch onderzoeksgebouw op de UZ-campus. Het geeft wetenschappers van de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen meer ruimte om hun onderzoek uit te voeren. Het gebouw is een alternatief voor onderzoeksgroepen die voorheen op andere locaties gehuisvest waren en biedt ruimte voor nieuwe onderzoeksinitiatieven.
Dagziekenhuis interventionele cardiologie Op de vijfde verdieping van gebouw K12 werd een dagziekenhuis geopend voor patiënten van de afdeling Interventionele Cardiologie. De zaal heeft acht posities en een oproepsysteem. Patiënten hebben er meer comfort en privacy.
Revalideren in therapeutische tuin
Groen terras voor de Palliatieve Eenheid
In september 2014 startte de aanleg van een therapeutische tuin voor het Revalidatiecentrum. Voor de patiënten die vaak maandenlang in het centrum verblijven, is het een welkome afwisseling om buiten te sporten, tuinieren en revalideren. Het oefenparcours voor rolstoelgebruikers en de petanquebaan zijn al in gebruik. De tuin krijgt ook nog een moestuin, een rolstoeltoegankelijk tuinhuis, verhoogde plantenbakken, een kippenweide en een sportveld. Maar het wordt ook gewoon een aangename plek waar patiënten tijd kunnen doorbrengen met vrienden en familie.
Het terras van de Palliatieve Eenheid onderging een metamorfose dankzij de vzw OIGO. Op mooie dagen kunnen de patiënten en hun bezoekers voortaan genieten van de zon en het groen om hen heen. Bedden en rolstoelen kunnen vlot vanuit de kamer buiten gerold worden en bloembakken bakenen voor elke kamer een eigen hoekje af. Er groeien planten en bloemen die in elk seizoen kleur geven en mooi tuinmeubilair nodigt uit om buiten te gaan zitten. Voor bezoekers die graag een praatje slaan, is er een grote, gemeenschappelijke tafel ter hoogte van de keuken.
50
51
09 Klant-
Modernisering van de bedrijfsprocessen
vriendelijk ziekenhuis
Nieuwe software voor patiëntenadministratie en tarifering Het UZ Gent heeft nieuwe software in gebruik genomen voor patiëntenadministratie en tarifering. Die bevat een module die opname, transfer en ontslag in het geheel van de ziekenhuisadministratieprocessen integreert. Die combinatie is uniek in België met de software Oazis. Voor zowel de Centrale Inningsdienst als het Onthaal geeft de nieuwe software minder manueel werk en meer controlemogelijkheden, o.a. van de verzekerbaarheid van ambulante en verblijvende patiënten. De omschakeling naar de nieuwe software was complex en genereerde een tijdelijke en onvermijdelijke facturatieachterstand. Die werd intussen weggewerkt.
Parkeerorganisatie herzien Er zijn bijna 6.000 medewerkers actief in het UZ Gent. Jaarlijks zijn er 500.000 patiëntencontacten. Tel daar elke dag nog een grote groep bezoekers, studenten en academici bij en het is duidelijk dat de mobiliteit op de campus een complexe zaak is. Om het verkeer in goede banen te leiden, werd de parkeerorganisatie in mei 2014 herzien. Het centrale parkeergebouw wordt voortaan grotendeels voorbehouden voor patiënten en bezoekers. Voorbij het parkeergebouw is de doorgang met de auto voor patiënten en bezoekers beperkt en exclusief voorbehouden voor minder mobiele mensen die door een begeleider gebracht worden of die een parkeerkaart voor rolstoelgebruikers hebben. Ter hoogte van de kliniekingangen werden kiss&ride-zones en parkeerplaatsen voor rolstoelgebruikers aangelegd. Medewerkers parkeren op de decentrale parkings verspreid over de campus.
Portaal 2.0 Na de lancering van de nieuwe website www.uzgent.be eind 2013 volgde in 2014 de uitrol van een nieuw intranet, met een uitgebreide wie-is-wie. Het nieuwe platform bevordert niet enkel de informatiedoorstroming maar biedt diensten en projectgroepen in de toekomst ook de mogelijkheid om documenten te delen en online samen te werken.
52
In 2014 werd veel werk verzet voor de integratie van de aankoop- en logistieke processen in het ERP-systeem dat het ziekenhuis in 2012 invoerde. Elke aankoop zal worden aangevraagd en opgevolgd via de nieuwe tool. Dat heeft als voordeel dat de diensten elektronisch kunnen bestellen en de goedkeuringsprocedure en status van hun bestelling op de voet kunnen volgen. De Aankoopdienst op haar beurt heeft meer transparantie en kan de aanvragen sneller verwerken. In het magazijn worden de goederenbewegingen via een scanner geregistreerd zodat alles elektronisch opgevolgd wordt. De integratie van aankoop en magazijnbeheer in het ERP-systeem is een belangrijke stap in de modernisering van de bedrijfsprocessen.
Een duurzame en zorgzame toekomst voor het UZ Gent Met het meerjarenproject ‘Duurzame toekomst UZ Gent’ wil de directie sinds 2013 de betrokkenheid van de medewerkers duurzaam versterken en zo een organisatie creëren die gebaseerd is op het sterkste van wat we al in huis hebben. Zorgzaamheid voor elkaar en het werk van alle medewerkers is daarbij de kern. Concreet worden getuigenissen van medewerkers en teams gepubliceerd over hoe ze elke dag het beste van zichzelf geven. Die verhalen over zorgzame ideeën en praktijken inspireren collega’s. En er werden zorgzaamheidsteams in het leven geroepen: tientallen enthousiaste medewerkers legden samen de fundamenten voor de uitbouw van een K-fee, een plek waar collega’s op een informele manier en over functies heen met elkaar in gesprek kunnen gaan, en joboverschrijdende inleefinitiatieven die medewerkers leren om begrip te hebben en respect te tonen voor elkaars werk.
Tien jaar vrijwilligerswerking Terwijl professionele zorgverleners vaak de handen vol hebben met de zorg, zijn vrijwilligers door hun extra emotionele of logistieke steun van onschatbare waarde voor het ziekenhuis. Vandaag zijn zo’n 70-tal vrijwilligers actief: ze spelen met de patiëntjes in het Kinderziekenhuis, bieden een luisterend oor op Geriatrie, delen ervaringen met brandwondenpatiënten, begeleiden patiënten bij interne transporten, … De vrijwilligerswerking wordt al tien jaar professioneel georganiseerd. Er zijn schriftelijke afspraken op het vlak van bescherming, verzekering en taakomschrijving. De vrijwilligers moeten zich houden aan hun takenpakket en bepaalde gedragsregels in acht nemen, zoals respect voor de patiënt en zijn privacy. Ze werken in team met de personeelsleden van de afdeling waar ze actief zijn. 53
54
55
10
56
In de prijzen
Prof. dr. Renaat Peleman, hoofdarts UZ Gent, ontving een honorary award van de Europese zorgdenktank PRoF. Prof. Peleman ontving de award voor zijn deelname aan het project PRoF 4.0. (patient recovery room of the future), een nieuwe visie op hospitalisatie in de toekomst.
De Francqui-prijs 2014 werd toegekend aan prof. dr. Bart Lambrecht, longarts in het UZ Gent en onderzoeker van het VIB en de UGent. Prof. Lambrecht is een wereldautoriteit op het vlak van onderzoek naar astma en allergieën. Zijn baanbrekende onderzoek over de onstaansmechanismen van allergie en astma is cruciaal voor de preventie, behandeling en genezing van deze aandoeningen. Bart Lambrecht ontving de prijs ter waarde van 250.000 euro uit de handen van Koning Filip.
De patiëntenverenigingen voor zeldzame ziekten kenden hun jaarlijkse Edelweissaward toe aan het Multidisciplinair Expertisecentrum voor patiënten met Marfansyndroom en aanverwante aandoeningen van de aorta.
Een internationale vakjury bekroonde het kinderchirurgisch team van het UZ Gent voor de multidisciplinaire en laparoscopisch geassisteerde behandeling van een prematuur geboren meisje met gigantisch sacrococcygeaal teratoom. Deze zeldzame tumoren zijn soms zeer groot waardoor levensbedreigende hemodynamische complicaties ontstaan.
Apr. Pieter De Cock ontving de jaarlijkse prijs van de firma Amgen voor wetenschappelijk onderzoek in de ziekenhuisapotheek. Pieter De Cock onderzocht de farmacokinetiek van penicillineantibiotica bij kritiek zieke kinderen, in samenwerking met het Heymans Instituut voor Farmacologie, de afdeling Intensieve Zorg Pediatrie en het Labo voor Klinische Biologie.
Het UZ Gent is voor het zesde jaar op rij uitgeroepen tot Top Employer na een onafhankelijke audit door het Top Employers Institute. De audit toont aan dat het UZ Gent zijn medewerkers zeer goede opleiding en carrièremogelijkheden biedt.
Het HRM-team won de Stimulearning Award van Antwerp Management School voor hun project Introductiebeleid voor startende leidinggevenden.
Dr. Veerle De Herdt, dienst Neurologie, is verkozen tot lid van de Jonge Academie, een autonoom werkende vereniging van jonge toponderzoekers, voor de periode 2014-2018.
Prof. dr. Jean-Marc Kaufman, dienst Endocrinologie, mocht op het wereldcongres voor osteoporose in Sevilla de ESCEO - IOF Herbert Fleischmedaille in ontvangst nemen. Hij kreeg deze prestigieuze award voor zijn baanbrekend onderzoek op het vlak van osteoporose.
Dr. Miet De Letter, diensten Audiologie en Neurologie, kreeg een prijs ter waarde van 25.000€ van de Vlaamse Parkinson Liga voor de uitwerking van het project ‘Transmurale interdisciplinaire zorg voor personen met de ziekte van Parkinson’.
Prof. dr. Alain Verstraete, dienst Klinische Biologie, is een van de zes laureaten van het Fonds Forton van de Koning
Boudewijnstichting. Samen met vijf andere wetenschappers van verschillende Belgische universiteiten ontving hij 720.000 euro steun voor onderzoek naar mucoviscidose.
Prof. dr. Guy Joos, dienst Longziekten, werd op het ERS (European Respiratory Society) congres in München verkozen tot inkomend voorzitter.
Dr. Sandrine Aspeslagh, laatstejaars assistent-specialist in opleiding in de medische oncologie, kreeg op het ESMO (European Society for Medical Oncology) congres in Madrid de prijs Georges Mathé. Met deze prijs kan dr. Aspeslagh in Parijs een jaar onderzoek doen naar immuno-oncologie.
Prof. dr. Dirk Elewaut, dienst Reumatologie, is genomineerd voor de Robert Inman Lecturer Award, aan de University of Toronto, Canada. Daarnaast werd hij verkozen tot Chairman of the Abstract Selection Committee van het Annual Congress of Rheumatology, het grootste internationale reumatologiecongres, dat in juni 2015 in Rome plaatsvindt.
57
11
Raad van Bestuur Voorzitter Prof. dr. Anne De Paepe, rector UGent
Leden
Bestuur
De decaan van de faculteit geneeskunde van de UGent Prof. dr. Guy Vanderstraeten
Drie leden verkozen door de Raad van Bestuur van de UGent Prof. dr. Petra De Sutter Mevr. Mieke Dolphens Dhr. Alexander Vercamer
Twee leden verkozen door de hoofdarts en door de artsen-diensthoofden Prof. dr. Johan Decruyenaere Prof. dr. Simon Van Belle
Directiecomité Voorzitter Prof. dr. Eric Mortier, afgevaardigd bestuurder
Twee leden verkozen door de artsen die geen diensthoofd zijn en die minimaal een halftijdse opdracht vervullen Prof. dr. Luc Vanden Bossche Dr. Nadia Den Blauwen
De afgevaardigd bestuurder Prof. dr. Eric Mortier
Leden Prof. dr. Renaat Peleman, hoofdarts Prof. dr. Koenraad Vandewoude, directeur Externe Relaties en Dienstverlening Prof. dr. Rik Verhaeghe, directeur Verpleging Mevr. Chantal Haeck, directeur - voorzitter van de Bedrijfsondersteunende sector
Controleorganen Dhr. Yannick De Clercq, regeringscommissaris bij de UGent en het UZ Gent
Dhr. William Van Malderen Dhr. Ivo Van Vaerenbergh
Controleorganen Dhr. Yannick De Clercq, regeringscommissaris bij de UGent en het UZ Gent Dhr. Daniël Ketels, gemachtigde van Financiën
Secretaris
Dhr. Daniël Ketels, gemachtigde van Financiën
Mevr. Sabine De Smyter, secretaris Raad van Bestuur en Directiecomité
Secretaris
Wonen de vergadering bij op uitnodiging
Mevr. Sabine De Smyter, secretaris Raad van Bestuur en Directiecomité 58
Twee leden door bovenstaande leden en de voorzitter gecoöpteerd op basis van hun bevoegdheid op het vlak van het beheer
De mandaten van de voorzitter en van de bestuurders zijn onbezoldigd, met uitzondering van de twee gecoöpteerde externe bestuurders. Zij ontvangen een vaste vergoeding van 2.871 euro op jaarbasis en 278 euro presentiegeld per vergadering, evenals een vergoeding voor reiskosten die verbonden zijn aan de uitvoering van hun mandaat. De bedragen zijn conform de regeling die voor “categorie 1”-voorzieningen is opgenomen in het Besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007 tot regeling van de vergoedingen van de bestuurders van de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid. Bovenvermelde bedragen worden geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex van januari 2012 (basis 2004). De beide externe bestuurders ontvingen in 2014 een vaste vergoeding van 2.914,76 euro en een variabele vergoeding van 3.497,64 euro.
Prof. dr. Freddy Mortier, vice-rector (met stemrecht als de voorzitter afwezig is) Prof. dr. Renaat Peleman, hoofdarts 59
Colofon Verantwoordelijke uitgever / Prof. dr. Eric Mortier, afgevaardigd bestuurder Redactie en coördinatie / Jansen & Janssen Creative Content en dienst Communicatie & Evenementen UZ Gent Fotografie / Christophe Vander Eecken Vormgeving / De Blauwe Peer Mei 2015
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185 - 9000 GENT +32 (0)9 332 21 11 -
[email protected] www.uzgent.be Volg ons op