2013 te 19:30 uur

2500 – Lier, 23 december 2013

Vergadering van de gemeenteraad dd. 16/12/2013 te 19:30 uur Aanwezig:

Van den Plas Christel voorzitter Boogaerts Frank, burgemeester Grootaers Walter, Verwaest Rik, Herijgers Lucien, Wollants Bert, Andries Ivo, Pets Rik, De Wit Anja, Vanderpoorten Marleen, schepenen Mortelmans Jan, Peeters Ludo, Van Eester Gert, Breugelmans Koen, Callaerts Freddy, Van Damme Jenny, Tersago Patrick, Hermans Jan, Taelman Marcel, Van Weert Els, Taspinar Öztürk, Cornelis Ella, Leyzen Sabine, Van der Wee Jef, Cinar Memet, Goris Annemie, Buelens Kristof, Wagner Christina, De Koninck Hilde, Degirmenci Yahya, Vanhove Katrien, raadsleden Janssens Katleen, secretaris Cazaerck Werner, korpschef

Verontschuldigd:

Verheyden Kelly,

raadslid

Openbare zitting

O.1.

IZ - A (prior) agendapunten eerst te behandelen Regeling der werkzaamheden

Besluit:

O.2.

Mondelinge vragen Mondelinge vraag 1: van Kristof Buelens (N-VA) ivm aanvullende personenbelasting Recent werden door de FOD Financiën nieuwe ramingen meegedeeld betreffende de doorstorting van de aanvullende personenbelasting voor het lopende boekjaar 2013. Voor de Vlaamse gemeenten had de regering Di Rupo een onaangenaam cadeau in petto. De Vlaamse gemeenten moeten rekening houden met een tijdelijke onverwachte minderinkomst van zo'n 200 miljoen euro. Hierdoor zullen verschillende gemeenten op korte termijn extra moeten gaan lenen om deze laattijdige doorstorting op te vangen. Verschillende gemeenten, die al met de rug tegen de muur staan, delen dus opnieuw in de klappen. In dat verband had ik volgende vragen met betrekking tot de mogelijke financiële gevolgen voor onze gemeente: 1) In welke mate wijkt deze tweede herraming van oktober 2013 af van de eerste herraming van juli 2013 en van de initiële raming van oktober 2012?

P. 2 verslag gemeenteraad 20131216

Kortom, zijn er onverwachte minderinkomsten voor 2013 en om hoeveel gaat het? 2) Op welke manier zal de gemeente deze onverwachte tijdelijke minderinkomsten opvangen? 3) Wat zijn de concrete financiële gevolgen hiervan voor onze gemeente voor boekjaar 2013? Mondelinge vraag 2: van Marcel Taelman (Vlaams Belang) ivm terras nieuw café Sint Gommer Voor het nieuw café Sint Gommer aan de grote kerk is een nieuw terras vloer aangelegd. Voor het vroegere jenever café is het terras weggebroken en nieuwe asfalt gelegd. Graag had ik een antwoord op de volgende vragen: • Wat hebben deze werken gekost? • Wat gaat de opbrengst zijn per jaar aan terrasbelasting? • Waarom wordt er niet gewacht tot tegen de lente dat het terras kan gebruikt worden. • Weet er al iemand wat er in de plaats komt van het jenever lokaal en wat gaat er gebeuren als er een nieuwe zaak komt en ook een terras aanvraagt? Mondelinge vraag 3: van Marcel Taelman (Vlaams Belang) ivm Lyra Schepen Grootaers is in loondienst bij Lierse, hetgeen volgens mij niet verstandig is. Belangenvermenging zou hier mogelijk kunnen zijn en dit uitsluiten had veel verstandiger geweest. Daarom had ik graag een antwoord gehad op een nota dat in de pers verscheen en de Heer Grootaers het volgende zou verklaard hebben: Het dossier van de Hoge Velden zit in het slop. Wij hebben de knoop doorgehakt en besloten om niet op Lyra te blijven wachten. De werkzaamheden starten volgend jaar. Wat wordt er bedoeld met: wij blijven niet wachten op Lyra.

Mondelinge vraag 4: van Jenny Van Damme (N-VA) ivm het voetbalveldje “de Caje” Graag vernam ik wat er gaat gebeuren met “de Caje”, het voetbalveldje dat gelegen is aan de Sionsvest. Wanneer wordt de nieuwe locatie gekozen? Waar wordt die geïnstalleerd?

Besluit:

O.3.

IZ – A (prior) agendapunten eerst te behandelen Verslag gemeenteraad 25 november 2013 - GOEDKEURING


Unaniem besluit

De gemeenteraad keurt het verslag van de gemeenteraad van 25 november 2013 goed.

O.4.

FIN - Begroting Stad Lier. Meerjarenplanning 2014-2019 en budget 214 - indeling van beleidsdomeinen, strategische en beleidsdoelstellingen. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Bart Luyckx

Voorgeschiedenis 25/06/2010: goedkeuring ‘Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC) van de gemeenten, de provincies en de OCMW’s met invoering vanaf 1/1/2014 17/11/2010: omzendbrief van het Agentschap Binnenlands Bestuur betreffende de inwerkingtreding van het besluit m.b.t. de BBC aan de lokale en provinciale besturen met de vraag om voor 15/12/2010 te beslissen over eventuele vervroegde toetreding 14/12/2010: principiële beslissing CBS om als pilootproject vervroegd toe te treden tot de BBC op 1/1/2012 27/6/2011: beslissing gemeenteraad om toe te treden tot BBC op 1/1/2012

Feiten en context De Vlaamse Regering heeft in 2012 enkele wijzigingen aangebracht aan de structuur van de beleidsvelden, waardoor de koppeling van de beleidsvelden aan de beleidsdomeinen enkele kleine wijzigingen heeft ondergaan. De raad dient deze wijzigingen goed te keuren. Rekening houdend met de nieuwe bestuursperiode en het nieuwe meerjarenplan worden er enkele wijzigingen aangebracht aan de structuur van de beleidsdoelstellingen. Bovendien kunnen de prioritaire doelstellingen opnieuw worden vastgelegd, rekening houdend met de beleidsaccenten die het nieuwe bestuur wenst te leggen. Hiermee rekening houdend worden volgende prioritaire doelstellingen voorgesteld voor de volgende legislatuurperiode 2014-2019: Lier faciliteert een evenwichtige realisatie van diverse economische activiteiten in de regio (Economie en Ondernemen). Lier werkt aan een kwaliteitsvol en bereikbaar openbaar domein met aandacht voor behoud, onderhoud, gebruikszekerheid, functionaliteit en veiligheid (Ruimtelijke organisatie) De levenslange sportparticipatie van de burger is verhoogd (Vrije Tijd) Lier zet zich in om de kansarmoede bij de bevolking te verlagen en de toegankelijkheid tot de sociale dienstverlening voor kansengroepen te verhogen (Welzijn).


Het budget 2014 en het meerjarenplan 2014-2019 werden afgerond. De noodzakelijke maatregelen werden getroffen teneinde zowel op korte termijn als op lange termijn het financiële evenwicht te herstellen. In de begeleidende documenten wordt omstandig de nodige toelichting verschaft. Bij de bespreking van het meerjarenplan worden eveneens de adviezen van de verschillende stedelijke adviesraden mee in overweging genomen. Juridische grond Besluit van de Vlaamse Regering van 25/6/2010 betreffende de beleids-en beheerscyclus

Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Nee

Besluit : Met 16 stemmen voor - 14 stemmen tegen Art. 1 : De gemeenteraad keurt de voorgestelde indeling van beleidsdomeinen, strategische en beleidsdoelstellingen goed, evenals de voorgestelde koppeling van beleidsvelden aan beleidsdomeinen. Daarnaast wordt ook de selectie van prioritaire beleidsdoelstellingen goedgekeurd.


O.5.

Stad Lier. Meerjarenplan 2014-2019. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Bart Luyckx

Voorgeschiedenis 25/06/2010: goedkeuring ‘Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC) van de gemeenten, de provincies en de OCMW’s met invoering vanaf 1/1/2014 17/11/2010: omzendbrief van het Agentschap Binnenlands Bestuur betreffende de inwerkingtreding van het besluit m.b.t. de BBC aan de lokale en provinciale besturen met de vraag om voor 15/12/2010 te beslissen over eventuele vervroegde toetreding 14/12/2010: principiële beslissing CBS om als pilootproject vervroegd toe te treden tot de BBC op 1/1/2012 27/6/2011: beslissing gemeenteraad om toe te treden tot BBC op 1/1/2012

Feiten en context De Vlaamse Regering heeft in 2012 enkele wijzigingen aangebracht aan de structuur van de beleidsvelden, waardoor de koppeling van de beleidsvelden aan de beleidsdomeinen enkele kleine wijzigingen heeft ondergaan. De raad dient deze wijzigingen goed te keuren. Rekening houdend met de nieuwe bestuursperiode en het nieuwe meerjarenplan worden er enkele wijzigingen aangebracht aan de structuur van de beleidsdoelstellingen. Bovendien kunnen de prioritaire doelstellingen opnieuw worden vastgelegd, rekening houdend met de beleidsaccenten die het nieuwe bestuur wenst te leggen. Hiermee rekening houdend worden volgende prioritaire doelstellingen voorgesteld voor de volgende legislatuurperiode 2014-2019: Lier faciliteert een evenwichtige realisatie van diverse economische activiteiten in de regio (Economie en Ondernemen). Lier werkt aan een kwaliteitsvol en bereikbaar openbaar domein met aandacht voor behoud, onderhoud, gebruikszekerheid, functionaliteit en veiligheid (Ruimtelijke organisatie) De levenslange sportparticipatie van de burger is verhoogd (Vrije Tijd) Lier zet zich in om de kansarmoede bij de bevolking te verlagen en de toegankelijkheid tot de sociale dienstverlening voor kansengroepen te verhogen (Welzijn). Het budget 2014 en het meerjarenplan 2014-2019 werden afgerond. De noodzakelijke maatregelen werden getroffen teneinde zowel op korte termijn als op lange termijn het financiële evenwicht te herstellen. In de begeleidende documenten wordt omstandig de nodige toelichting verschaft. Bij de bespreking van het meerjarenplan worden eveneens de adviezen van de verschillende stedelijke adviesraden mee in overweging genomen. Juridische grond


Besluit van de Vlaamse Regering van 25/6/2010 betreffende de beleids-en beheerscyclus



Besluit : Met 16 stemmen voor - 14 stemmen tegen Art. 1 : De gemeenteraad bespreekt de meerjarenplanning 2014-2019 van de stad Lier en keurt deze goed.

O.6.

Stad Lier. Budget 2014. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Bart Luyckx

Voorgeschiedenis 25/06/2010: goedkeuring ‘Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC) van de gemeenten, de provincies en de OCMW’s met invoering vanaf 1/1/2014


17/11/2010: omzendbrief van het Agentschap Binnenlands Bestuur betreffende de inwerkingtreding van het besluit m.b.t. de BBC aan de lokale en provinciale besturen met de vraag om voor 15/12/2010 te beslissen over eventuele vervroegde toetreding 14/12/2010: principiële beslissing CBS om als pilootproject vervroegd toe te treden tot de BBC op 1/1/2012 27/6/2011: beslissing gemeenteraad om toe te treden tot BBC op 1/1/2012

Feiten en context De Vlaamse Regering heeft in 2012 enkele wijzigingen aangebracht aan de structuur van de beleidsvelden, waardoor de koppeling van de beleidsvelden aan de beleidsdomeinen enkele kleine wijzigingen heeft ondergaan. De raad dient deze wijzigingen goed te keuren. Rekening houdend met de nieuwe bestuursperiode en het nieuwe meerjarenplan worden er enkele wijzigingen aangebracht aan de structuur van de beleidsdoelstellingen. Bovendien kunnen de prioritaire doelstellingen opnieuw worden vastgelegd, rekening houdend met de beleidsaccenten die het nieuwe bestuur wenst te leggen. Hiermee rekening houdend worden volgende prioritaire doelstellingen voorgesteld voor de volgende legislatuurperiode 2014-2019: Lier faciliteert een evenwichtige realisatie van diverse economische activiteiten in de regio (Economie en Ondernemen). Lier werkt aan een kwaliteitsvol en bereikbaar openbaar domein met aandacht voor behoud, onderhoud, gebruikszekerheid, functionaliteit en veiligheid (Ruimtelijke organisatie) De levenslange sportparticipatie van de burger is verhoogd (Vrije Tijd) Lier zet zich in om de kansarmoede bij de bevolking te verlagen en de toegankelijkheid tot de sociale dienstverlening voor kansengroepen te verhogen (Welzijn). Het budget 2014 en het meerjarenplan 2014-2019 werden afgerond. De noodzakelijke maatregelen werden getroffen teneinde zowel op korte termijn als op lange termijn het financiële evenwicht te herstellen. In de begeleidende documenten wordt omstandig de nodige toelichting verschaft. Bij de bespreking van het meerjarenplan worden eveneens de adviezen van de verschillende stedelijke adviesraden mee in overweging genomen. Juridische grond Besluit van de Vlaamse Regering van 25/6/2010 betreffende de beleids-en beheerscyclus

Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja


De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Onthouding Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Nee

Besluit : Met 16 stemmen voor - 13 stemmen tegen - 1 onthouding Art. 1 : De gemeenteraad bespreekt het budget 2014 van de stad Lier en keurt deze goed.

O.7.

FIN - Politie Begrotingswijzigingen nr.1 gewone dienst en nr.2 buitengewone dienst voor het dienstjaar 2013 van de lokale politie Lier en advies van de begrotingscommissie. GOEDKEURING. Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen

Juridische grond Ministeriële omzendbrief PLP49 van 27 november 2012 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting 2013. KB van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie gewijzigd door het KB van 5 juli 2010. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert

Ja Ja Ja Ja Ja


Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Ja Onthouding Nee Nee Nee Onthouding Ja Nee Ja Nee Onthouding Onthouding Onthouding Onthouding Ja Onthouding Onthouding Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 5 stemmen tegen - 9 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad neemt kennis van het advies van de begrotingscommissie. Art 2 : De gemeenteraad keurt de begrotingswijzigingen nr.1 gewone dienst en nr.2 buitengewone dienst voor het dienstjaar 2013 van de lokale politie goed. Art 3 : Samenvatting van de totalen van de economische groepen ziet er als volgt uit : Begrotingswijziging 1 : gewone dienst Groep 70 : personeelskosten : 7.639.625,00 eur Groep 71 : werkingskosten : 1.482.670,00 Groep 72 : overdrachten : 6.250,00 Groep 73 : Totaal : 9.128.545,00 Groep 60 : prestaties : Groep 61 : overdrachten : Groep 62 : schuld : Groep 63 : Totaal :

20.000,00 9.147.935,00 4.999,00 9.172.934,00


Begrotingswijziging 2 : buitengewone dienst Groep 91 : investeringen : 248.000,00 eur Groep 93 : Totaal : 248.000,00 Groep 80 : overdrachten : Groep 83 : Totaal :

O.8.

198.000,00 eur 198.000,00

Begroting voor het dienstjaar 2014 van de lokale politie Lier kennisname van het advies van de begrotingscommissie en bespreking van de begroting. GOEDKEURING. Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Juridische grond Ministeriële omzendbrief PLP 51 van 31 oktober 2013 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting 2014. KB van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie gewijzigd door het KB van 5 juli 2010. Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Onthouding Nee Nee Nee Onthouding Ja Nee Ja Onthouding Onthouding Onthouding Onthouding Onthouding Ja Onthouding Onthouding Ja Ja afwezig Ja


De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 10 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad neemt kennis van het advies van de begrotingscommissie. Art 2 : De gemeenteraad keurt de begroting voor het dienstjaar 2014 van de lokale politie Lier goed. Art 3 : Samenvatting van de totalen van de economische groepen ziet er als volgt uit : Begroting 2014 : gewone dienst Groep 70 : personeelskosten : Groep 71 : werkingskosten : Groep 72 : overdrachten : Groep 73 : Totaal Groep 60 : prestaties : Groep 61 : overdrachten : Groep 62 : schuld : Groep 63 : Totaal

7.641.189,00 eur 1.540.552,00 6.000,00 9.187.741,00 24.500,00 9.542.091,00 5.077,00 9.571.668,00

Begroting 2014 : buitengewone dienst Groep 91 : investeringen : 238.000,00 eur Groep 93 : Totaal : 238.000,00 Groep 80 : overdrachten : Groep 83 : Totaal :

O.9.

238.000,00 238.000,00

BZ - Allerlei Belastingreglement op het ontgraven of verplaatsen van stoffelijke resten of asurne om te begraven, bijzetten in het columbarium of urnenveld, te verstrooien op strooiweide of te bewaren op een andere plaats dan de begraafplaats – GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Joke Verelst Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op het ontgraven of verplaatsen van stoffelijke resten of asurne om te begraven, bijzetten in het columbarium of urnenveld, te verstrooien op strooiweide of te bewaren op een andere plaats dan de begraafplaats werd goedgekeurd in de gemeenteraad dd. 26 november 2012 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013. Feiten en context


Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te vernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om de tarieven aan te passen aan de gestegen levensduurte. Huidig artikel 2: De belasting bedraagt per : a) ontgraving van stoffelijke resten uit een graf: 750 EUR b) verplaatsing van stoffelijke resten uit het columbarium: 125 EUR c) begraving, bijzetting in columbarium of asseverstrooiing op strooiweide, vermeld sub artikel 1, b : 250 EUR Nieuw artikel 2: De belasting bedraagt per : a) ontgraving van stoffelijke resten uit een graf: 862,50 EUR b) verplaatsing van stoffelijke resten uit het columbarium: 143,75 EUR c) begraving, bijzetting in columbarium of asseverstrooiing op strooiweide, vermeld sub artikel 1, b : 287,50 EUR Juridische grond Gemeentedecreet, artikel 42. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee


Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist het volgende reglement goed te keuren. Art. 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op: a) het ontgraven of verplaatsen van stoffelijke resten; b) het begraven, bijzetten in columbarium of asse-verstrooiing op de strooiweide van personen die niet op het grondgebied van de gemeente overleden zijn en bovendien niet zijn ingeschreven in de bevolkingsboeken van de Stad Lier. Art. 2: De belasting bedraagt per : a) ontgraving van stoffelijke resten uit een graf: 862,50 EUR b) verplaatsing van stoffelijke resten uit het columbarium: 143,75 EUR c) begraving, bijzetting in columbarium of asseverstrooiing op strooiweide, vermeld sub artikel 1, b : 287,50 EUR Art. 3: De belasting is verschuldigd door de persoon die de ontgraving of verplaatsing van stoffelijke resten, respectievelijk de begraving, verstrooiing of de bijzetting in een columbarium aanvraagt. Art. 4: Vrijstelling van de belasting wordt verleend voor : a. ontgraving of overplaatsing van stoffelijke resten: 1. verplicht door de gerechterlijke overheid teneinde een gerechterlijk dossier aan te vullen, uitgezonderd wanneer een partij eiser, als aanhanger en/of verweerder in zake is, welke in staat is de kosten te betalen; 2. van oorlogsslachtoffers of personen gestorven in dienst van het vaderland; 3. genoodzaakt door het, bij bestuurlijke maatregel, overbrengen van lijken of stoffelijke resten van een oude naar een nieuwe begraafplaats;


b. begravingen, bijzettingen in columbarium of asseverstrooiing op strooiweide : 1. van oorlogsslachtoffers of personen gestorven in dienst van het vaderland; 2. de personen door het O.C.M.W. van Lier geplaatst in een instelling gelegen op het grondgebied van een andere gemeente, of om reden van verzorging buiten Lier verblijvend. 3. de personen die op één van de gemeentelijke begraafplaatsen reeds een concessie bezitten. Art. 5: De belasting moet contant worden betaald, op het ogenblik van de aanvraag. Bij gebrek aan contante betaling, wordt de belasting van ambtswege ingekohierd op basis van de gegevens waarover het bestuur beschikt. Art. 6: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art. 7: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.10.

Belastingsreglement op de afgifte van de administratieve stukken. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Ann Van Meensel Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op de afgifte van administratieve stukken werd gestemd in de gemeenteraad dd. 25 februari 2013 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013. Feiten en context Gelet op de financiële toestand van de stad is het aangewezen dit reglement te vernieuwen voor de periode van 01 januari 2014 tot en met 31 december 2019. De bedragen zijn nog actueel en daarom wordt voorgesteld deze te behouden. Anderzijds is gebleken dat bij hoogdringendheid soms in het weekend de afgifte wordt gevraagd van administratieve stukken vb. reispas of E-ID ophalen voor vertrek in het weekend, een dringende aangifte van overlijden voor repatriëring naar buitenland, edm. Dit is buiten de openings- en werkuren van de medewerker, zodat de stad hiervoor een verstoringstoelage (= 4 uren x brutoloon/uur) toekent aan de betrokken medewerker. Het is aangewezen om hiervoor een belasting te heffen t.b.v. 300 euro. Dit heeft ook een ontradend effect, zodat de burger hiervan enkel bij hoogdringendheid gebruiken kan en zal maken. Hiervoor wordt hieronder in het reglement een nieuw subartikel toegevoegd aan artikel 2: i)op de afgifte van een administratief stuk, die hoogdringendheid is, en plaatsvindt buiten de openingsuren en in het weekend:


300,00 EUR

Juridische grond Gemeentedecreet, artikel 42. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad keurt volgend belastingsreglement goed. BELASTINGREGLEMENT Art. 1: Voor een termijn ingaand vanaf 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier onder de navolgende voorwaarden


een belasting geheven op de afgifte van getuigschriften of andere administratieve stukken. De belasting valt ten laste van de personen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt. Art. 2: Het bedrag van de belasting wordt bepaald als volgt : a) op de afgifte van de elektronische identiteitskaart voor Belgen, kortweg eID: - 0 EUR: voor elke eerste aflevering van een e-ID voor de 12-jarigen, vermeerderd met de aangerekende kosten door de FOD Binnenlandse Zaken en/of de kosten aangerekend voor het transport door Group 4 in het geval wordt gekozen voor een dringende of een zeer dringende procedure; - 2 EUR : voor elke volgende aflevering van een e-ID, vermeerderd met de aangerekende kosten door de FOD Binnenlandse Zaken en/of de kosten aangerekend voor het transport door Group 4 in het geval wordt gekozen voor een dringende of een zeer dringende procedure; b) op de afgifte van niet-elektronische identiteits- of verblijfsdocumenten voor vreemdelingen : 8,00 EUR: voor elke eerste aflevering van een niet-elektronisch identiteits- of verblijfsdocument voor vreemdelingen , inbegrepen latere vernieuwingen of verlengingen ; 10,00 EUR: voor elke volgende aflevering van een niet-elektronisch identiteits- of verblijfsdocument voor vreemdelingen; 3,00 EUR : voor elke aankomstverklaring c) op de afgifte van reispassen : - 6,00 EUR voor de gewone procedure - 15,00 EUR voor de spoedprocedure - gratis voor kinderen die de leeftijd van 18 jaar niet bereikt hebben op de datum van de aanvraag van de reispas. Afgezien van de consulaire zegels en het afleveringsrecht, voorzien in de bepalingen van de wet houdende het tarief der consulaire rechten en kanselarijrechten en in de bijhorende wijzigingen. d) op de afgifte van een trouwboekje : - 18,50 EUR voor de luxe uitvoering - 7,50 EUR voor de gewone uitvoering e) voor het afleggen van een verklaring van éénzijdige beëindiging van de wettelijke samenwoning: - 135 EUR voor betekening door de gerechtsdeurwaarder in Lier - 140 EUR voor betekening door de gerechtsdeurwaarder in arrondissement Mechelen (buiten Lier) en voor kennisgeving met aangetekende brief aan ambtenaar van burgerlijke stand van de gemeente waar andere partner woont (buiten Lier) - 150 EUR voor betekening door de gerechtsdeurwaarder buiten arrondissement Mechelen en voor kennisgeving met aangetekende brief aan ambtenaar van burgerlijke stand van de gemeente waar andere partner woont (buiten Lier)


f) Op de afgifte van elektronische identiteitskaarten voor vreemdelingen, kortweg e-VK : - 0 EUR: voor elke eerste aflevering van een e-VK, vermeerderd met de aangerekende kosten door de FOD Binnenlandse Zaken en/of de kosten aangerekend voor het transport door Group 4 in het geval wordt gekozen voor een dringende of een zeer dringende procedure; - 2 EUR : voor elke volgende aflevering van een e-VK, vermeerderd met de aangerekende kosten door de FOD Binnenlandse Zaken en/of de kosten aangerekend voor het transport door Group 4 in het geval wordt gekozen voor een dringende of een zeer dringende procedure; g) Op de afgifte van elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de 12 jaar , kortweg kids-ID: - 0 EUR: voor elke eerste aflevering van een kids-ID , vermeerderd met de aangerekende kosten door de FOD Binnenlandse Zaken en/of de kosten aangerekend voor het transport door Group 4 in het geval wordt gekozen voor een dringende of een zeer dringende procedure; - 2 EUR : voor elke volgende aflevering van een kids-ID, vermeerderd met de aangerekende kosten door de FOD Binnenlandse Zaken en/of de kosten aangerekend voor het transport door Group 4 in het geval wordt gekozen voor een dringende of een zeer dringende procedure; h) Op de afgifte van een digitaal rijbewijs en een digitaal voorlopig rijbewijs: 5,00 EUR: voor de aflevering van een digitaal rijbewijs en voorlopig rijbewijs, vermeerderd met de aangerekende kosten door de FOD Mobiliteit en vervoer. i) op de afgifte van een administratief stuk, die bij hoogdringendheid gevraagd en plaatsvindt buiten de openingsuren en in het weekend: 300,00 EUR Art. 3: Bij aanvraag tot het bekomen van een stuk dient de belastingplichtige een bedrag gelijk aan de vermoedelijke belasting in bewaring te geven tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Het in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als een verworven contant-betaling worden geboekt bij afgifte van het belastbaar stuk. Art. 4: Zijn van de belasting vrijgesteld : a) de stukken welke krachtens een wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgeleverd, alsook deze ambtshalve aangevraagd of in elk geval bestemd voor een instelling met een sociaal doel; b) nieuwe identiteitskaarten uitgereikt aan gehandicapten , die niet in staat zijn hun handtekening te plaatsen, en waarop de vermelding "vrijgesteld" staat. Art. 5:


De belasting is niet toepasselijk op de afgifte van stukken welke krachtens een wet, een koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen en waarvan sprake in de tarieven gevoegd bij de wet op de consulaire- en kanselarijrechten . Art. 6: Dit reglement wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.11.

FISC - Belastings- en retributiereglementen Belastingreglement op verlichte uithangborden en lichtreclames. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op verlichte uithangborden en lichtreclames werd gestemd in de gemeenteraad dd. 19/05/2008 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om de tarieven in artikel 3 te wijzigen en om de eerste 2 vierkante meter vrij te stellen : Huidig artikel 3: De belasting wordt vastgesteld op 12,50 EUR per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter verlicht uithangbord of lichtreclame. De meetkundige eenheden zijn ondeelbaar voor de berekening van de aanslag. Het minimumbedrag van elke aanslag bedraagt 25,00 EUR. Nieuw artikel 3: De belasting wordt vastgesteld op 25,00 EUR per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter verlicht uithangbord of lichtreclame. De eerste 2 vierkante meters zijn vrijgesteld. De meetkundige eenheden zijn ondeelbaar voor de berekening van de aanslag. Het minimumbedrag van elke aanslag bedraagt 30,00 EUR. Juridische grond Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd.




Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Art. 1: Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een jaarlijkse belasting geheven op de lichtreclames en verlichte uithangborden. Art. 2: Worden als verlichte uithangborden en lichtreclames beschouwd en belastbaar gesteld : alle borden, tekeningen, figuren, opschriften ook op papier geschilderd, aangebracht aan of rond de inrichting teneinde het publiek bekend te maken met een ter plaatse bestaande handel, nijverheid, ambacht, vrij beroep, dienst of met alle andere werkzaamheden die ter plaatse geschieden, en die direct of indirect verlicht zijn. Art. 3:


De belasting wordt vastgesteld op 25,00 EUR per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter verlicht uithangbord of lichtreclame. De eerste 2 vierkante meters zijn vrijgesteld. De meetkundige eenheden zijn ondeelbaar voor de berekening van de aanslag. Het minimumbedrag van elke aanslag bedraagt 30,00 EUR. Art. 4: De berekening van de belastbare oppervlakte geschiedt als volgt: 1. voor de verlichte uithangborden en lichtreclames, volledig vervat in een armatuur, is de belastbare oppervlakte gelijk aan deze van de armatuur; 2. voor de verlichte uithangborden en lichtreclames zonder armatuur of waarvan de elementen buiten de armatuur strekken, is de belastbare oppervlakte gelijk aan deze van de rechte vierhoek binnen wiens grenzen het verlichte uithangbord of de lichtreclame vervat is; 3. voor de verlichte uithangborden of lichtreclames met meerdere zijden, als dusdanig aangegeven en zichtbaar, is de belastbare oppervlakte gelijk aan deze van de totale oppervlakte van alle vlakken of zijden; 4. indien twee of meer verlichte uithangborden of lichtreclames onderling één geheel vormen, is de belastbare oppervlakte gelijk aan deze van het geheel. Art. 5: De belasting is verschuldigd door elke gebruiker van het verlichte uithangbord of lichtreclame, houder en/of exploitant van de inrichting aan dewelke het verlichte uithangbord of de lichtreclame is aangebracht en niet door de firma in wier naam de reclame wordt gevoerd en, in bijkomende orde, als de gebruiker niet gekend is, door de eigenaar van de inrichting, grond, gebouw of muur, waarop de lichtreclame en/of het verlichte uithangbord is aangebracht . Art. 6: De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor elke periode van een kalenderjaar, ongeacht de datum van plaatsing, aanwending of ingebruikneming van het verlichte uithangbord of de lichtreclame. Indien de plaatsing gebeurt na 30 november van het aanslagjaar wordt de belasting slechts eisbaar vanaf de eerste januari daaropvolgend. Art.7: Het onbruik van de verlichte uithangborden of de lichtreclames geeft geen aanleiding tot vrijstelling of vermindering van de belasting. Art. 8: De vermindering van de belastbare oppervlakte geeft slechts aanleiding tot evenredige aanpassing van de belasting vanaf de eerste januari volgend op het neerleggen van een gedetailleerde aangifte bij het gemeentebestuur. Art. 9:


De overdracht van gebruik van een belastbaar voorwerp op een nieuwe gebruiker in de loop van het aanslagjaar, geeft geen aanleiding tot een nieuwe heffing. In dit geval is de betaling van de belasting solidairlijk verschuldigd door alle opeenvolgende gebruikers tijdens het kalenderjaar. Art. 10: De belastbare elementen worden vastgesteld door de diensten van het gemeentebestuur. Art. 11: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Art. 12: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art. 13: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.12.

Belastingreglement op de motorbrandstofverdelingsapparaten. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op de motorbrandstofverdelingsapparaten werd goedgekeurd in de gemeenteraad dd. 17 december 2007 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om de belasting aan te passen aan de gestegen levensduurte van 200,00 eur per brandstofslang naar 230,00 eur per brandstofslang. Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert

Ja Ja Ja Ja Ja



Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Art.1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op de olie-, benzine-, mazout-, propaangasen andere motorbrandstofverdelingsapparaten, al dan niet op privéterrein opgesteld, en welke gebruikt worden tot bevoorrading van motorvoertuigen met uitzondering van deze apparaten welke uitsluitend mogen worden gebruikt ter bevoorrading van de voertuigen die eigendom zijn van de exploitant, van het bij hen in dienst zijnde personeel of van personen die in zijn opdracht werken en hetgeen moet blijken uit een door de exploitant voorafgaandelijk aan de Afdeling Financiën afgeleverd attest. Art.2: De belasting wordt vastgesteld als volgt : 230,00 EUR per brandstofslang gekoppeld aan een verdelingsapparaat. Art.3: De belasting is ondeelbaar voor een geheel kalenderjaar en verschuldigd door diegene die, op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het toestel.


Art.4: De belastingplichtige is gehouden binnen de 14 dagen na de ingebruikname van de toestellen aangifte te doen van de in gebruik zijnde brandstofslangen verdelingsapparaten bij het college van burgemeester en schepenen. Art.5: De belastbare elementen worden vastgesteld door de diensten van het gemeentebestuur. Dit formulier wordt, op basis van de gekende gegevens, tijdig door het gemeentebestuur aan de belastingplichtige overgemaakt. Betrokkenen die geen formulier zouden ontvangen hebben zijn niettemin verplicht spontaan aan het gemeentebestuur de elementen te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van de belasting en dit overeenkomstig de bepalingen en binnen de termijn in art. 4 gesteld. Art.6: Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar of beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het gemeentebestuur aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de 3de werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken. Art.7: De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25, 50, 100 of 200 % wanneer het respectievelijk om een eerste, tweede, derde of vierde overtreding gaat, elke volgende overtreding wordt met 200 % verhoogd, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Art.8: De beëdigde aangestelden van de stad Lier zijn gemachtigd alle inbreuken op onderhavige verordening vast te stellen. Art.9: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Art.10: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art. 11:


Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.13.

Belastingreglement op motoren. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op motoren werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december 2008 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt aan het reglement niets te wijzigen. Juridische grond Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Onthouding Onthouding Onthouding Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja


Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 6 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Art. 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op de motoren indien deze worden gebruikt voor de exploitatie van een nijverheids, handels- of landbouwbedrijf of dezer bijgebouwen. De belasting bedraagt 11 EUR per kilowatt ongeacht de krachtbron waarmee de motoren voortbewogen worden. Ze wordt berekend op de toestand die bevonden werd gedurende het jaar dat onmiddellijk aan het betrokken aanslagjaar voorafgaat. De minimumaanslag bedraagt 25 EUR. Dienen als bijgebouwen van een inrichting beschouwd, elke instelling of onderneming en elke werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken periode van minstens drie maanden op het grondgebied van de gemeente gevestigd is. De belasting is niet verschuldigd aan de gemeente, zetel van de inrichting, voor de motoren gebruikt in hierboven bedoelde bijgebouwen, in de verhouding waarin die motoren kunnen belast worden door de gemeente waar het bijgebouw gelegen is. Wanneer hetzij een inrichting, hetzij een hierboven bedoeld bijgebouw, geregeld en duurzaam een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met één of meer bijgebouwen of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting verschuldigd in de gemeente, waar hetzij de inrichting, hetzij het hoofdgebouw gevestigd is. In afwijking van artikel 1, 1ste lid, zal bij begin van bedrijfsuitbating in de loop van het belastingsjaar, alsmede in geval van aanwending van drijfkrachtvermogen in de bij artikel 1, 1ste lid bedoelde bijgebouwen, de belasting berekend worden volgens de duur van de ingebruikneming van de motoren in de loop van het aanslagjaar, naar rato van 1/12 van het jaartarief per maand. Elke begonnen kalendermaand wordt als een volle maand aangerekend. Bij een eerste inwerkingstelling van een bedrijf wordt de aanslag voorlopig berekend op basis van het bij toepassing van onderhavig reglement in aanmerking te nemen motorvermogen dat in gebruik is op het ogenblik van het opstarten. Indien echter op het einde van het aanslagjaar blijkt dat het in de loop van het jaar aangewend belastbaar vermogen hoger is, zal op grond hiervan een herberekening gebeuren van de totale verschuldigde belasting. Art.2: De belasting wordt gevestigd op navermelde grondslagen:


a) omvat de inrichting slechts één motor, dan wordt de belasting gevestigd volgens de kracht opgegeven in het besluit waarbij de vergunning tot het plaatsen van een motor verleend wordt, of akte genomen wordt van de plaatsing; b) omvat de inrichting verschillende motoren dan wordt de belastbare kracht vastgesteld door de krachten, opgegeven in het besluit waarbij de vergunning tot het plaatsen van motoren verleend of akte van die plaatsing genomen wordt, op te tellen, en deze som te voorzien van een simultaanfactor veranderd volgens het aantal motoren. Deze factor gelijk aan de eenheid van één motor, wordt tot en met 30 motoren met 1/100ste van de eenheid per bijkomende motor verminderd, en blijft daarna onveranderd en gelijk aan 0,70 voor 31 motoren en meer. Art. 3: Zijn belastingvrij: 1) de motoren die gans het kalenderjaar voorafgaand aan het aanslagjaar stilliggen. Het ononderbroken stilliggen voor een duur gelijk aan of langer dan een maand in bedoeld kalenderjaar geeft aanleiding tot belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden gedurende dewelke de motoren stilgelegd werden, de verplichte vakantieperiode niet in aanmerking genomen. Voor de berekening van de vermindering wordt rekening gehouden met de simultaanfactor welke op de inrichting van toepassing is. Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt gelijkgesteld de activiteit die beperkt is tot één dag werk op vier weken in de bedrijven die met de R.V.A. een akkoord hebben aangegaan inzake de activiteitsvermindering om een massaal ontslag van personeel te voorkomen. Met een inactiviteit voor de duur van één maand wordt eveneens gelijkgesteld de inactiviteit gedurende een periode van vier weken, gevolgd door een activiteitsperiode van één week, als het gebrek aan werk te wijten is aan economische oorzaken. Geen belastingvermindering kan verleend worden, tenzij op ter post aangetekende of tegen ontvangstbewijs afgegeven berichten waarbij de datum van het stilleggen en de datum van het weder in gang stellen van de motor bekendgemaakt werd aan het gemeentebestuur. Voor de berekening van de belastingvermindering gaat de stillegging eerst in na ontvangst van het eerste bericht. Bij afwijking van de in de twee laatste zinnen voorziene procedure zal de vrijstelling ten voordele van de bouwondernemingen die verplaatsbare motoren gebruiken, volgens de hierna bepaalde regelen kunnen bekomen worden. Deze ondernemingen zullen, voor iedere aan de belasting onderworpen machine, een boekje moeten bijhouden waarin de dagen worden vermeld gedurende dewelke de machine in gebruik is en de werf waar zij is opgesteld. Aan het einde van het jaar zal de ondernemer zijn aangifte invullen aan de hand van de in elk boekje voorkomende gegevens, met dien verstande dat er over de gegrondheid van de in de boekjes ingeschreven gegevens steeds fiscaal toezicht kan worden uitgeoefend. Deze procedure is echter voorbehouden voor de bouwondernemingen die een geregelde boekhouding voeren, die een schriftelijke aanvraag tot het College van Burgemeester en Schepenen zullen richten en de toelating van het College zullen bekomen hebben;


2) De voertuigen waarop de staatsverkeersbelasting toepasselijk is, alsmede deze welke speciaal van die belasting zijn vrijgesteld door een bepaling van de desbetreffende samengeordende wetten; 3) De motoren welke tractoren, voertuigen-werktuigmachines, die speciaal ontworpen zijn voor de landbouw, en de aanhangwagens aandrijven, wanneer zij uitsluitend worden gebruikt om landbouwnijverheid te verrichten; 4) De motor die een elektrische generator aandrijft, voor een gedeelte van het vermogen dat gebruikt wordt voor het aandrijven van de generator; 5) De door perslucht aangedreven motor; 6) De motoren gebruikt voor het verwijderen van overtollig water, alsmede deze gebruikt voor ventilatie en verluchtingstoestellen; 7) De motoren der draagbare toestellen; 8) De reservemotor, dit is deze waarvan de werking niet onmisbaar is voor de goede gang van zaken en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen voor zover zijn inwerkingstelling niet voor gevolg heeft dat de produktie verhoogd wordt; 9) De wisselmotor, dit is deze die uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als een andere, welke hij tijdelijk moet vervangen; 10) De eerste 50 belastbare kW; 11) De motoren die in de stations worden gebruikt om de compressoren aan te drijven welke instaan voor het drukregime in de vervoerleidingen; 12) De motoren van de overheidsbesturen en -diensten, zoals de staat, gewest, provincie, gemeenten, O.C.M.W.'s enz., alsmede deze gebruikt voor het aandrijven van een voertuig dienende voor gemeenschappelijk vervoer, geconcendeerd door de openbare diensten, op voorwaarde dat zij geen handels- of winstgevende verrichtingen doen zoals privé-vennootschappen of - maatschappijen; 13) De bromfiets met een maximale cylinderinhoud van 50 kubieke centimeter. De reserve- en wisselmotoren kunnen aangewend worden om terzelfdertijd te werken als deze die normaal gebruikt worden gedurende de nodige tijd om de voortzetting van de productie te verzekeren. Art. 4: Levert een onlangs geplaatste motor niet dadelijk het normaal rendement omdat de ermee aan te drijven installaties onvolledig zijn, dan wordt de niet gebruikte kracht aanzien als reservekracht, in zover zij 20 % van de in het vergunningsbesluit opgegeven kracht overtreft. Deze kracht wordt voorzien van de simultaanfactor die op de inrichting van toepassing is. In dat geval is de aangegeven kracht slechts geldig voor drie maanden, en moet de aangifte om het kwartaal vernieuwd worden zolang deze uitzonderingstoestand duurt.


Onder onlangs geplaatste motoren worden verstaan deze waarvan de ingebruikstelling dateert van het voorafgaande of van het voorlaatste jaar. Art. 5: De motoren die van de belasting vrijgesteld zijn, alsmede deze welke stilliggen worden niet in aanmerking genomen voor het bepalen van de simultaanfactor. Art. 6: Wanneer de motoren uit de oorzaak van een ongeval niet meer in staat zijn om meer dan 80 % van de geleverde kracht te verbruiken, wordt de belasting berekend op de verbruikte kracht, op voorwaarde dat de gedeeltelijke activiteit minstens drie maanden duurt en dat de beschikbare kracht niet voor andere doeleinden gebruikt wordt. De gedeeltelijke buitengebruikstelling moet binnen de acht dagen bericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen bij aangetekend schrijven of schriftelijk tegen ontvangstbewijs. Art. 7: Wanneer de installaties van een nijverheidsbedrijf voorzien zijn van meetapparaten voor het maximumkwartuurvermogen, waarvan de opnemingen maandelijks door de leverancier van elektrische energie worden gedaan met het oog op het factureren ervan en bijaldien dat bedrijf belast werd op grond van het bepaalde in de artikels 1 tot 6 gedurende een periode van tenminste twee jaar, wordt het bedrag der belastingen betreffende de volgende dienstjaren, op verzoek van de exploitant, vastgesteld op basis van een belastbaar vermogen, bepaald in functie van de variatie, van het ene tot het andere jaar, van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximumkwartuurvermogens. Daartoe berekent het bestuur de verhouding tussen het vermogen, dat voor het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar op grond van het bepaalde in de artikelen 1 tot 6 aangeslagen werd en het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximimkwartuurvermogens opgenomen tijdens datzelfde jaar, deze verhouding wordt "verhoudingsfactor" genoemd. Vervolgens wordt het belastbaar vermogen elk jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maximumkwartuurvermogens van het jaar met de verhoudingsfactor. De waarde van de verhoudingsfactor wordt niet gewijzigd zolang het rekenkundig gemiddelde van de maximumkwartuurvermogens van één jaar niet meer dan 20 % verschilt van die van het refertejaar d.i. van het jaar dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van de verhoudingsfactor. Bedraagt het verschil méér dan 20%, dan telt het gemeentebestuur de belastbare elementen teneinde een nieuwe verhoudingsfactor te berekenen. Om het voordeel van de bepalingen van dit artikel te genieten, moet de exploitant voor 31 januari van het jaar dat onmiddellijk het betrokken aanslagjaar voorafgaat een schriftelijke aanvraag bij het College van Burgemeester en Schepenen indienen met de opgave van de maandelijkse waarden van het maximumkwartuurvermogen, welke in zijn installaties


werden opgenomen tijdens het jaar, voorafgaande aan dat met ingang waarvan hij om de toepassing van deze bepalingen verzoekt. Hij moet er zich voorts toe verbinden bij zijn jaarlijkse aangifte de opgave der maandelijkse waarden van het maximumkwartuurvermogen van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar te voegen en het bestuur toe te laten ten allen tijde de in zijn installatie gedane metingen van het maximumkwartuurvermogen, vermeld op de facturen voor levering van elektrische energie te controleren. De exploitant die deze wijze van aangifte, controle en aanslag kiest, verbindt zich door zijn keuze voor een tijdvak van vijf jaar. Behoudens verzet van de exploitant of van het bestuur bij het verstrijken na het optietijdvak, wordt dit stilzwijgend verlengd voor een nieuw tijdvak van vijf jaar. Art. 8: De belastbare elementen worden vastgesteld door het gemeentebestuur. Het ontvangt van de betrokkenen een getekende verklaring volgens het model en binnen de termijn vastgesteld door het bestuur. Dit formulier wordt op basis van de gekende gegevens, tijdig door het gemeentebestuur aan de belastingplichtige overgemaakt. De betrokkenen die geen formulier zouden ontvangen hebben, zijn niettemin verplicht spontaan aan het gemeentebestuur de elementen te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van de belasting en dit ten laatste één maand na de ingebruikstelling van de motoren. De belastingplichtige is ertoe gehouden eventuele verandering of verplaatsingen van motoren in de loop van het jaar aan het gemeentebestuur bekend te maken binnen de maand na de wijziging, behoudens wanneer hij op geldige wijze de regeling bedoeld bij artikel 7 heeft gekozen. Art. 9: Bij gebrek van een aangifte binnen de gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het gemeentebestuur aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de 3de werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken. Art.10: De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25, 50, 100 of 200 % wanneer het respectievelijk om een eerste, tweede, derde, vierde overtreding gaat, elke volgende overtreding wordt met 200 % verhoogd, met


dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Art. 11: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art. 12: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld wordt door het College van Burgemeester en Schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt. Art. 13: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.14.

Belastingreglement "algemene gemeentebelasting". GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement “Algemene Gemeentebelasting” werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 19 mei 2008 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt aan het reglement niets te wijzigen. Juridische grond Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja


Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Nee Onthouding Onthouding Onthouding Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 6 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Artikel 1 : Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Lier jaarlijks een algemene gemeentebelasting geheven. Artikel 2: De belasting is verschuldigd door: • de leden van ieder gezin als zodanig ingeschreven in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister van de stad , • elke beoefenaar van een vrij beroep, • elke handelaar, • elke zelfstandige dienstenof zorgenverstrekker, • elke handels-, nijverheids-, tuin- of landbouwonderneming, behoudens deze die reeds de jaarlijkse belasting op de stapelplaatsen voor buitengebruik gestelde voertuigen of onderdelen of op het exploiteren van vergunningplichtige ondernemingen van de eerste klasse betalen, • elke vennootschap, vereniging, inrichting of instelling gericht op een winstgevende activiteit die in een gebouw gevestigd is.


Een maatschappelijke zetel wordt beschouwd als een vestiging. Artikel 3: Door gezin wordt verstaan een enkelvoudige of collectieve eenheid, bestaande hetzij uit één persoon die alleen woont, hetzij uit de vereniging van twee of meer personen, al dan niet door huwelijks- of familiebanden met elkaar verbonden, die gewoonlijk één of dezelfde woongelegenheid betrekken en er over een gemeenschappelijke keuken beschikken. Artikel 4: De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd. De belastbare toestand is deze per 1 januari van het aanslagjaar. Voor de gezinnen treft ze de gezinsleden in volgorde van inschrijving in de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister van de stad Lier. Artikel 5: Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt: • 40 EUR per jaar voor alleenwonenden; • 62 EUR per jaar voor gezinnen van 2 of meer personen; • 110 EUR per jaar voor vrije beroepen, middenstanders, bedrijven niet onderworpen aan het VLAREM en bedrijven van klasse 3 overeenkomstig het VLAREM; • 185 EUR per jaar voor hinderlijke bedrijven van klasse 2, overeenkomstig het VLAREM. Artikel 6: Zijn van deze belasting vrijgesteld: − gerechtigden op het leefloon en personen die steun ontvangen van een OCMW die geheel of gedeeltelijk ten laste wordt genomen door de federale staat overeenkomstig art. 37, §19, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering; − gerechtigden op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of diegenen die het recht op de rentebijslag behouden overeenkomstig art. 37, §19, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering: − de vergunningsplichtige inrichtingen van klasse II en III, overeenkomstig het VLAREM en latere wijzigingen die reeds belast worden volgens het belastingreglement op de aanvragen vergunnings- en meldingsplichtige inrichtingen. Artikel 7: De belastbare elementen worden vastgesteld door het gemeentebestuur. Artikel 8: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 9:


De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Artikel 10: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.15.

Belastingreglement op het exploiteren van vergunningsplichtige ondernemingen van 1ste klasse. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op het exploiteren van vergunningsplichtige ondernemingen van 1ste klasse werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 19 mei 2008 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om de tarieven vermeld in artikel 3 aan te passen aan de gestegen levensduurte. Huidig artikel 3: Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt: a) voor land- en tuinbouwbedrijven (behalve de industriële vetmesterij en fokkerijen, welke onder artikel 3.b) vallen): 2,50 EUR per are bedrijfsvloeroppervlakte met een minimum van 250 EUR. Elk gedeelte van een are wordt als één eenheid beschouwd. Worden echter van deze regeling uitgesloten de industriële vetmesterijen en fokkerijen; b) voor de andere bedrijven: 0,07 EUR per m² bedrijfsvloeroppervlakte van de vergunningsplichtige inrichting. Indien de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 50.000 m² (= 5 ha) zal de belasting op basis van 0,07 EUR per m² berekend worden voor de eerste 5 ha en à rato van 0,02 EUR per m² voor de schijf van de bedrijfsvloeroppervlakte boven de 5 ha. In ieder geval bedraagt de maximumbelasting 6.200 EUR per inplanting. Als bedrijfsvloeroppervlakte komt in aanmerking de oppervlakte van de verschillende niveau's van het gebouw of de gebouwen dienstig voor de uitbating van het bedrijf, alsmede van het aanliggende terrein met inbegrip van alle aanhorigheden die met de exploitatie ervan een functionele band hebben, met uitsluiting van de weilanden en openluchtteelten, de woeste gronden of braakliggende industriegronden, de beboste terreinen en nietopgelegde groene zones (voor de opgelegde groene zones zie vergunningsbesluit), de sportterreinen, de plantsoenen en de woning van de bedrijfsbeheerder of toezichter. De minimum aanslag bedraagt 250 EUR per inplanting.


Nieuw artikel 3: Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt: a) voor land- en tuinbouwbedrijven (behalve de industriële vetmesterij en fokkerijen, welke onder artikel 3.b) vallen): 2,88 EUR per are bedrijfsvloeroppervlakte met een minimum van 287,50 EUR. Elk gedeelte van een are wordt als één eenheid beschouwd. Worden echter van deze regeling uitgesloten de industriële vetmesterijen en fokkerijen; b) voor de andere bedrijven: 0,08 EUR per m² bedrijfsvloeroppervlakte van de vergunningsplichtige inrichting. Indien de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 50.000 m² (= 5 ha) zal de belasting op basis van 0,08 EUR per m² berekend worden voor de eerste 5 ha en à rato van 0,02 EUR per m² voor de schijf van de bedrijfsvloeroppervlakte boven de 5 ha. In ieder geval bedraagt de maximumbelasting 7.130 EUR per inplanting. Als bedrijfsvloeroppervlakte komt in aanmerking de oppervlakte van de verschillende niveau's van het gebouw of de gebouwen dienstig voor de uitbating van het bedrijf, alsmede van het aanliggende terrein met inbegrip van alle aanhorigheden die met de exploitatie ervan een functionele band hebben, met uitsluiting van de weilanden en openluchtteelten, de woeste gronden of braakliggende industriegronden, de beboste terreinen en nietopgelegde groene zones (voor de opgelegde groene zones zie vergunningsbesluit), de sportterreinen, de plantsoenen en de woning van de bedrijfsbeheerder of toezichter. De minimum aanslag bedraagt 287,50 EUR per inplanting. Juridische grond Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding


Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Art. 1: Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Lier een jaarlijkse belasting geheven op de handels-, nijverheids- en landbouwondernemingen die een vergunningplichtige inrichting van eerste klas exploiteren overeenkomstig de modaliteiten van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (VLAREM) en latere wijzigingen. Art. 2: De belasting is verschuldigd door de exploitant op 1 januari van het aanslagjaar van het betreffende vergunningsplichtige bedrijf; ze wordt gevestigd per afzonderlijke inplanting op het grondgebied van de gemeente gelegen. Art. 3: Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt: a) voor land- en tuinbouwbedrijven (behalve de industriële vetmesterij en fokkerijen, welke onder artikel 3.b) vallen): 2,88 EUR per are bedrijfsvloeroppervlakte met een minimum van 287,50 EUR. Elk gedeelte van een are wordt als één eenheid beschouwd. Worden echter van deze regeling uitgesloten de industriële vetmesterijen en fokkerijen; b) voor de andere bedrijven: 0,08 EUR per m² bedrijfsvloeroppervlakte van de vergunningsplichtige inrichting. Indien de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 50.000 m² (= 5 ha) zal de belasting op basis van 0,08 EUR per m² berekend worden voor de eerste 5 ha en à rato van 0,02 EUR per m² voor de schijf van de bedrijfsvloeroppervlakte boven de 5 ha. In ieder geval bedraagt de maximumbelasting 7.130 EUR per inplanting. Als bedrijfsvloeroppervlakte komt in aanmerking de oppervlakte van de verschillende niveau's van het gebouw of de gebouwen dienstig voor de uitbating van het bedrijf, alsmede van het aanliggende terrein met inbegrip van alle aanhorigheden die met de exploitatie ervan een functionele band hebben, met uitsluiting van de weilanden en openluchtteelten, de woeste


gronden of braakliggende industriegronden, de beboste terreinen en nietopgelegde groene zones (voor de opgelegde groene zones zie vergunningsbesluit), de sportterreinen, de plantsoenen en de woning van de bedrijfsbeheerder of toezichter. De minimum aanslag bedraagt 287,50 EUR per inplanting.

Art. 4: Voor de bestaande vergunningsplichtige bedrijven 1e klasse op 1 januari van het aanslagjaar wordt de belasting berekend op grond van de maximale toestand tijdens het onmiddellijk voorafgaand jaar. De ondernemingen die buiten werking geweest zijn gedurende het jaar dat het aanslagjaar voorafgaat, kunnen aanspraak maken op een proportionele vermindering van de belasting. Voor iedere volle maand inactiviteit zal een vermindering van 1/12 van het jaartarief toegestaan worden, op voorwaarde dat de data van de buitengebruikstelling en de wederingangstelling van het bedrijf bij aangetekend schrijven bericht werden aan de gemeente. In afwijking van het eerste lid van onderhavig artikel zal, bij begin van een bedrijfsuitbating met 1e klasse-vergunningsplicht in de loop van het aanslagjaar, de belasting worden berekend volgens de duur van de exploitatie naar rato van 1/12 van het jaartarief per maand; elke begonnen kalendermaand zal als volle maand worden aangerekend.

Art. 5: De belasting is niet verschuldigd voor inrichtingen die het eerste jaar belast worden volgens het belastingreglement op de aanvragen vergunnings- en meldingsplichtige inrichtingen. Art. 6: In geval van definitieve stopzetting van de bedrijfsactiviteiten in de gemeente moet hiervan binnen de maand aangifte worden gedaan bij aangetekend schrijven. Deze stopzetting geeft geen aanleiding tot enige teruggave van de belasting. Art. 7: De belastingplichtige is gehouden aangifte te doen van de belastbare bedrijfsvloeroppervlakte en dit voor 31 mei van het aanslagjaar. Art. 8: Bij gebrek van een aangifte binnen de gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het gemeentebestuur aan de belastingplichtige, per aangetekend


schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de 3de werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken. Art. 9: De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25, 50, 100 of 200 % wanneer het respectievelijk om een eerste, tweede, derde of vierde overtreding gaat. Elke volgende overtreding wordt met 200 % verhoogd. Met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt. Het bedrag voor deze verhoging wordt ingekohierd. Art. 10: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art. 11: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.16.

Belastingreglement op vervoer van personen die overlast veroorzaken. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen

Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op vervoer van personen die overlast veroorzaken werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 26 maart 2012 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om het tarief in artikel 2 aan te passen aan de gestegen levensduurte van 100 euro naar 115 euro. Tevens wordt er voorgesteld om het huidige reglement uit te breiden : Personen die bestuurlijk opgesloten worden voor openbare ordeverstoringen of in het kader van de drugwet worden momenteel niet beboet, alhoewel er toch sprake is van ernstige overlast voor de buurt . We merken dat in deze gevallen stilaan een gevoel van straffeloosheid ontstaat. De combitaks zou best uitgebreid worden en naast gevallen van openbare dronkenschap ook toepasbaar moeten zijn voor bestuurlijke aanhoudingen op basis van artikel 31 en/of 22 Wet op het Politieambt, net als op basis van


artikel 9ter van de drugwet van 24/02/1921. Het gaat hier voornamelijk om openbare ordeverstoringen of gevallen waarbij iemand onder invloed van drugs op een openbare plaats kabaal maakt en bovendien een gevaar voor zichzelf of anderen uitmaakt en daarom bestuurlijk aangehouden moet worden. Het is uiteindelijk de officier van bestuurlijke politie die deze aanhouding moet bevestigen en waakt over o.a. opportuniteit en wettelijkheid. In feite is deze uitbreiding een optimalisatie van de huidige ‘combitaks’. Terecht werd vorig jaar op de gemeenteraad gesteld dat de combitaks niet van toepassing mag zijn op ‘overlast’ in het algemeen en dat voor de bestrijding van overlast beter het politiereglement kan gebruikt worden. Het is daarentegen perfect mogelijk dat iemand de openbare orde verstoort maar geen inbreuk maakt op het huidige politiereglement. Momenteel worden deze personen niet ‘belast’ door een combitaks en niet op een andere manier beboet waardoor dus een gevoel van straffeloosheid ontstaat. In een stapsgewijze benadering (deëscalerend verbaal bemiddelen – bevelen politieambtenaar opvolgen – bestuurlijke aanhouding) vormt de combitaks het sluitstuk en daarom een essentiële vereiste. Het kan enkel de rust van bijvoorbeeld buurtbewoners ten goede komen. Juridische grond Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Onthouding Ja Ja Ja Onthouding Ja Nee Onthouding Ja Ja Onthouding Onthouding Ja


Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja afwezig Ja Ja Ja Nee

Besluit : Met 20 stemmen voor - 5 stemmen tegen - 5 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Artikel 1 Met ingang vanaf 01 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019, wordt door het stadsbestuur een indirecte belasting gevestigd op het vervoer van personen met een politievoertuig op grond van art. 1 §2 van de Besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap, op grond van art. 22 en/of 31 van de Wet op het Politieambt van 05/08/1992 of op grond van artikel 9ter van de Drugwet van 24 februari 1921. Artikel 2 De belasting wordt vastgesteld op een forfaitair bedrag van 115,00 euro per rit en per vervoerd persoon. Artikel 3 Als rit dient verstaan te worden het traject dat wordt afgelegd vanaf het uitrukken van het politievoertuig tot op het ogenblik dat de betrokkene op zijn eindbestemming is gebracht. Artikel 4 De belasting valt ten laste van de vervoerde persoon of van de voor hem burgerrechtelijke verantwoordelijke persoon. Zij is verschuldigd vanaf het ogenblik dat de vervoerde persoon zijn eindbestemming bereikt heeft. Artikel 5 De belasting wordt contant betaald, tegen afgifte van een ontvangstbewijs, in handen van de financieel beheerder of zijn afgevaardigde. Als dan zal het in bewaring gegeven bedrag van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt. Bij gebrek aan een contantbelasting of indien het in bewaring gegeven bedrag niet in overeenstemming is met de reële belastingschuld, zal van ambtswege tot inkohiering van de gehele of gedeeltelijke belasting worden overgegaan. Artikel 6


De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Artikel 7 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

O.17.

Belastingreglement voor het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein door gelegenheidsinrichtingen. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement voor het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein door gelegenehidsinrichtingen werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 24 januari 2011 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om het tarief als volgt aan te passen aan de gestegen levensduurte waarbij de minimumbelasting verdubbeld wordt : 0,12 eur per dag of gedeelte v/e dag gebruik en per m² of gedeelte v/e m² van de bezette standplaats met een minimum van 10,00 eur wordt 0,14 eur met een minimum van 20,00 eur. Juridische grond Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja


Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Art. 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven voor elk privaat gebruik van het gemeentelijk openbaar domein door circussen, danstenten, barakken, foorinstellingen, openluchtvoorstellingen en andere gelijkaardige inrichtingen waar vertoningen of vermakelijkheden gegeven worden, met uitzondering van: 1) het verkeer en het stationeren van voertuigen op de openbare weg of op parkeerpleinen; 2) de gevallen van gebruik op het openbaar domein die reeds aanleiding geven tot het heffen van een andere belasting of retributie ten voordele van de gemeente, evenals wanneer de standplaats toegewezen wordt bij openbare aanbestedingen, verpachting of krachtens een concessiecontract. 3) manifestaties met bovengemeentelijke uitstraling waaraan de stad gratis haar materiële medewerking verleent. 4) reglementering novemberfoor en kermissen 5) straatfeesten, wijkfeesten, braderijen toegelaten door het schepencollege Art. 2: Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 0,14 EUR per dag of gedeelte van een dag gebruik en per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter van de bezette standplaats met een minimum van 20,00 EUR.


Als belastbare oppervlakte wordt beschouwd de oppervlakte ingenomen door constructies en wagens die tot de normale werking van de instelling behoren zoals dierenwagens, toestellen voor het opwekken van energie, materiaalwagens die in de nabije omgeving van de instelling dienen opgesteld e.a. Woonwagens en wooncaravans op het terrein van de novemberfoor : 25 EUR. Worden niet in aanmerking genomen: woonwagens en wooncaravans op een andere plaats. Art. 3: De belasting is verschuldigd door de personen die overeenkomstig het geldend politiereglement in het bezit dienen te zijn van een machtiging voor gebruik van het openbaar domein. De machtigingsaanvraag vermeldt alle elementen die noodzakelijk zijn voor de berekening van de belasting. De belasting is verschuldigd zolang het ophouden van het gebruik aan het gemeentebestuur niet betekend werd, behalve indien er in de machtiging een termijn bepaald werd. Art. 4: De belasting is eveneens verschuldigd bij wederrechtelijke inneming van het openbaar domein en de verwijdering van de belastbare elementen wegens het ontbreken van machtiging of bij intrekking van de toelating bij politiemaatregel wegens een fout van de betrokkene of het afzien van deze laatste van het genot van de gegeven toelating. Zo de machtiging ingetrokken wordt door het stadsbestuur om redenen onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige, zal de belasting terugbetaald worden à rato van de nog resterende dagen in de machtiging opgenomen. Art. 5: Het betalen van de belasting geeft aan de belastingplichtige geen enkele aanspraak op recht van concessie of erfdienstbaarheid op het betrokken domein. Hij is er in tegendeel toe gehouden op het eerste verzoek van de overheid het gebruik van het openbaar domein te staken of te beperken zonder enige schadevergoeding te kunnen vorderen, tenzij een eventuele gedeeltelijke terugbetaling zoals in art. 4 voorzien. De betaling van de belasting brengt voor de gemeente geen enkele speciale toezichtstaak mee. Het privaat gebruik van het openbaar domein gebeurt op eigen risico van de begunstigde van de machtiging en onder zijn verantwoordelijkheid. Art. 6: Door het aanvaarden van de toelating en het betalen van de verschuldigde belasting verbindt de vergunninghouder er zich toe, op eerste verzoek van het bestuur de schade te vergoeden voor elke beschadiging aan het openbaar


domein of aanhorigheden door de houder van de toelating (of één van hun aangestelden) aangebracht door of naar aanleiding van het vergund gebruik van het openbaar domein. Deze vergoeding wordt vastgesteld op basis van het loon, het gebruikte materiaal en de vervoerkosten. Art. 7: Voor de berekening van de belasting is de oppervlakte, welke dient in aanmerking genomen te worden, die van de rechthoek welke fictief rond het voorwerp of de groep voorwerpen die het openbaar domein bezetten, kan getrokken worden. Art. 8: De beëdigde aangestelden van de stad Lier zijn gemachtigd alle inbreuken op onderhavige verordening vast te stellen. Art. 9: De belastingplichtigen moeten voorafgaandelijke machtiging bekomen van het gemeentebestuur overeenkomstig het geldend politiereglement en binnen de acht dagen na het betekenen van de machtiging een bedrag gelijk aan de helft van de vermoedelijke belasting in bewaring geven tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Het saldo van de vermoedelijke belasting dient onder gelijkaardige procedure in bewaring gegeven ten laatste de dag vóór het eerste gebruik van de standplaats. De ontvangstbewijzen dienen op elk verzoek van de met toezicht belaste ambtenaren of agenten te worden getoond. De in bewaring gegeven bedragen zullen van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt indien geen tegenbericht van de belastingplichtige bij het gemeentebestuur toekomt uiterlijk de dag voor deze waarop het belastbaar feit zich zal voltrekken. Art. 10: Bij gebrek aan contante betaling, wordt de belasting van ambtswege ingekohierd op basis van de gegevens waarover het bestuur beschikt. Art. 11: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art. 12: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.18.

Belastingreglement op dansgelegenheden. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen


Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op dansgelegenheden werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 2 mei 2011 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om de tarieven aan te passen aan de gestegen levensduurte: De belastingtarieven worden vastgesteld als volgt : • Voor inrichtingen met een oppervlakte tussen de 200 m² en 300 m² : 600 euro per maand wordt 690 euro per maand • Voor inrichtingen met een oppervlakte tussen de 301 m² en 400 m² : 900 euro per maand wordt 1.035 euro per maand • Voor inrichtingen met een oppervlakte tussen de 401 m² en 500 m² : 1350 euro per maand wordt 1.552,50 euro per maand • Voor inrichtingen met een oppervlakte van meer dan 500 m² : 1950 euro per maand, wordt 2.242,50 euro per maand De belastingplichtige kan evenwel verzoeken om het tarief per openingsavond toe te passen. In dit geval worden de tarieven als volgt vastgesteld : • Voor inrichtingen met een oppervlakte tussen de 200 m² en 300 m² : 40 euro per openingsavond, wordt 46 euro per openingsavond • Voor inrichtingen met een oppervlakte tussen de 301 m² en 400 m² : 60 euro per openingsavond, wordt 69 euro per openingsavond • Voor inrichtingen met een oppervlakte tussen de 401 m² en 500 m² : 90 euro per openingsavond, wordt 103,50 euro per openingsavond • Voor inrichtingen met een oppervlakte van meer dan 500 m² : 130 euro per openingsavond, wordt 149,50 euro per openingsavond Bovendien wordt voorgesteld om een artikel toe te voegen mbt belastingverhoging in geval van niet-aangifte. Nieuw artikel De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25, 50, 100 of 200 % wanneer het respectievelijk om een eerste, tweede, derde of vierde overtreding gaat, elke volgende overtreding wordt met 200 % verhoogd, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

Juridische grond Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank

Ja


Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Art 1 : Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op de dansgelegenheden. Art. 2: De belasting is verschuldigd voor inrichtingen op het grondgebied van de stad Lier waar regelmatig, d.w.z. quasi wekelijks, bals of danspartijen worden georganiseerd welke rechtstreeks aanleiding geven tot inning van gelden. Deze belasting is verschuldigd, ongeacht het openbaar of privaat karakter van het aangewend lokaal en ongeacht het bal of de danspartij toegankelijk gesteld wordt voor het publiek of voorbehouden blijft aan de leden of genodigden van de inrichtende instantie. Art. 3:


Wordt als inning van gelden aanzien, elke invordering uit hoofde van inkom, verbruik, bewaargeving van voorwerpen of verkoop van programma's en elke betaling van verplichte nummering of andere dienstverstrekkingen welke aan de bezoekers of deelnemers wordt opgelegd door de organisator of uitbater. Art. 4: De belasting is verschuldigd door elke uitbater en subsidiair door al diegenen die een inning verrichten ten laste van de personen die de bals en danspartijen bijwonen of eraan deelnemen. Beiden zijn hoofdelijk de betaling van de belasting verschuldigd. De eigenaar van de inrichting waar de bals en danspartijen worden ingericht, evenals de organisator van deze bals of danspartijen zijn mede aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Art. 5: De belastingtarieven worden vastgesteld als volgt : • Voor inrichtingen met een oppervlakte tussen de 200 m² en 300 m² : 690 euro per maand • Voor inrichtingen met een oppervlakte tussen de 301 m² en 400 m² : 1.035 euro per maand • Voor inrichtingen met een oppervlakte tussen de 401 m² en 500 m² : 1.552,50 euro per maand • Voor inrichtingen met een oppervlakte van meer dan 500 m² : 2.242,50 euro per maand De belastingplichtige kan evenwel verzoeken om het tarief per openingsavond toe te passen. In dit geval worden de tarieven als volgt vastgesteld : • Voor inrichtingen met een oppervlakte tussen de 200 m² en 300 m² : 46 euro per openingsavond • Voor inrichtingen met een oppervlakte tussen de 301 m² en 400 m² : 69 euro per openingsavond • Voor inrichtingen met een oppervlakte tussen de 401 m² en 500 m² : 103,50 euro per openingsavond • Voor inrichtingen met een oppervlakte van meer dan 500 m² : 149,50 euro per openingsavond Er wordt vrijstelling verleend voor occasionele bals die 1 x per jaar doorgaan en die een sociaal, cultureel of politiek doel hebben. Art. 7: Elke inrichter van bals of danspartijen of uitbater van inrichtingen waar meer dan 1 x per jaar gedanst wordt, is gehouden hiervan aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen minstens acht dagen op voorhand. De aangifte dient schriftelijk gedaan te worden met nauwkeurige aanduiding van de verantwoordelijke persoon en met vermelding van plaats, dag, uur en aard van de in te richten bals en danspartijen. Het college van burgemeester en schepenen is gerechtigd de bestaande aangifte voor geldig te houden tot aan de opzegging ervan. Art. 8:


De inrichters van bals en danspartijen en de uitbater van het lokaal of de inrichting waarin deze worden gehouden, zijn verplicht gratis toegang te verlenen aan de afgevaardigden van het gemeentebestuur die met het toezicht zijn belast. Art. 9: De beëdigde aangestelden van de stad Lier zijn gemachtigd alle inbreuken op onderhavige verordening vast te stellen. Art. 10: Bij gebrek van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar of beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het gemeentebestuur aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de 3de werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken. Art. 11: De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25, 50, 100 of 200 % wanneer het respectievelijk om een eerste, tweede, derde of vierde overtreding gaat, elke volgende overtreding wordt met 200 % verhoogd, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

Art. 12: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art. 13: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. O.19.

Hernieuwing belastingreglement Aanvullende GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen

Personenbelasting.

Voorgeschiedenis De huidige belastingverordening Aanvullende Personenbelasting werd gestemd in de openbare zitting van de gemeenteraad dd. 28/01/2013 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013. Feiten en context


Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2014. Voorgesteld wordt aan dit reglement niets te wijzigen. Juridische grond • het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de inkomstenbelastinge Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Onthouding Onthouding Onthouding Onthouding Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Onthouding Nee Ja Onthouding Onthouding Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 10 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Art. 1 Voor het aanslagjaar 2014 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.


Art. 2 De belasting wordt vastgesteld op 7,9% van het volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Art 3 : De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

Art 4 : Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.

O.20.

Hernieuwing belastingreglement Opcentiemen op de onroerende voorheffing. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis De huidige belastingverordening Opcentiemen op de onroerende voorheffing werd gestemd in de openbare zitting van de gemeenteraad dd. 28/01/2013 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2014. Voorgesteld wordt aan het reglement niets te wijzigen. Juridische grond • het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikels 249 tot 260 en 264 Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Onthouding Onthouding Onthouding Onthouding Ja Nee


Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Onthouding Nee Onthouding Onthouding Nee Ja Onthouding Onthouding Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 10 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Art. 1 : Voor het dienstjaar 2014 worden de gemeenteopcentiemen op de onroerende voorheffing vastgesteld op 1250 opcentiemen. Art. 2 : Deze opcentiemen worden ingevorderd door het Vlaams Gewest overeenkomstig de regels bepaald voor de heffing van de gewestbelasting waar zij bijkomen. Art 3 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.21.

Belastingreglement op stapelplaatsen voor buiten gebruik gestelde voertuigen of onderdelen. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op stapelplaatsen voor buiten gebruik gestelde voertuigen of onderdelen werd gestemd in de gemeenteraad dd. 17 december 2007 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019.


Voorgesteld wordt om de tarieven van artikel 3 aan te passen aan de gestegen levensduurte en met invoering van een minimumbelasting. : Huidig artikel 3 De belasting bedraagt 1 EUR per m2 van de belastbare terreinoppervlakte van de stapelplaats. Nieuw artikel 3 De belasting bedraagt 1,15 eur per m² van de belastbare terreinoppervlakte van de stapelplaats. De minimumaanslag bedraagt 50,00 eur.

Juridische grond Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Besluit :



Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Art. 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Lier een jaarlijkse belasting geheven op stapelplaatsen van: 1) allerhande voertuigen en aanhangwagens buiten gebruik, wat o.m. kan blijken uit het ontbreken van geldige nummerplaten, ongeacht of ze onbruikbaar zijn, nog bruikbaar kunnen gemaakt worden of enkel dienstig zijn als bron van onderdelen; 2) allerhande voorwerpen in onmiddellijk verband met de voorwerpen onder 1), zoals wisselstukken en nog bruikbare onderdelen van vaar- en/of voertuigen; voor zover ze in open lucht gelegen zijn, ongeacht de hoeveelheid opgestapeld materiaal, wanneer men, staande op om het even welk punt van een openbare weg, kenmerken van de stapelplaats kan onderscheiden. Art. 2: Komt in aanmerking voor de berekening van de belasting, de tijdens het beschouwde aanslagjaar, tot op het ogenblik van de aangifte vermeld onder artikel 7, maximale oppervlakte van elke opslagplaats, met uitzondering van de oppervlakte der dienstgebouwen, wegen e.d. binnen het terrein van de stapelplaats gelegen en die dienstig zijn voor de exploitatie. Art. 3: De belasting bedraagt 1,15 EUR per m2 van de belastbare terreinoppervlakte van de stapelplaats. De minimumaanslag bedraagt 50,00 EUR. Art. 4: De belasting is verschuldigd door diegene die een in artikel 1 bedoelde stapelplaats, onder welke vorm ook, aanlegt, uitbaat of in gebruik heeft, hetzij als hoofdberoep, neven- of bijberoep of slechts toevallig. De eigenaar van het goed waarop de stapelplaats is gelegen is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Art. 5: De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd, welke ook de datum is waarop de exploitatie of het gebruik ervan aanvangt of eindigt, tenzij de aanvangsdatum valt na 30 november van het aanslagjaar, in welk geval voor het lopende aanslagjaar geen belasting wordt toegepast. Art. 6: De belastingplichtige is gehouden, binnen de 14 dagen na de inbruikname van de stapelplaats voor materieel en voertuigen hiervan aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen. Deze aangifte blijft gelden tot zolang de belastingplichtige het college van burgemeester en schepenen in kennis stelt van een gewijzigde toestand.


Art. 7: De belastbare elementen worden vastgesteld door de diensten van het gemeentebestuur. Onverminderd de overeenkomstig het vorig artikel blijvende geldigheid van de gekende elementen tot vestiging van de belasting, ontvangt het Bestuur van de belastingplichtige jaarlijks een getekende verklaring volgens het model en binnen de termijn door het gemeentebestuur vastgesteld. Dit formulier wordt, op basis van de gekende gegevens, tijdig door het gemeentebestuur aan de belastingplichtige overgemaakt. Betrokkenen die geen formulier zouden ontvangen hebben zijn niettemin verplicht spontaan aan het gemeentebestuur de elementen te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van de belasting en dit overeenkomstig de bepalingen en binnen de termijn in art. 6 gesteld. Art. 8: Bij gebrek van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar of beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het gemeentebestuur aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de 3de werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken. Art. 9: De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25, 50, 100 of 200 % wanneer het respectievelijk om een eerste, tweede, derde, vierde overtreding gaat, elke volgende overtreding wordt met 200 % verhoogd,met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Art. 10: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art. 11: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Art. 12: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.


O.22.

Belastingreglement op huis-aan-huis verspreiden van nietgeadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten en sampling. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op huis-aan-huis verspreiden van nietgeadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 28/01/2013 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Huis-aan-huisverspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten: Reclamebedeling heeft een vervuilend effect en veroorzaakt last voor de stad. De belasting dient ertoe om een deel van de kosten te recupereren. Huidig artikel 4: De belasting wordt vastgesteld op 0,03 EUR per exemplaar met een minimum van 100 EUR per bedeling. Publicaties kleiner of gelijk aan A4 met maximum 2 bladzijden worden belast aan een tarief van 0,01 EUR per exemplaar met een minimum van 40 EUR per bedeling. Nieuw artikel 4: De belasting wordt vastgesteld op 0,01 EUR per exemplaar met een minimum van 40 EUR per bedeling voor publicaties kleiner of gelijk aan A4 met maximum 2 bladzijden; De belasting wordt vastgesteld op 0,02 EUR per exemplaar met een minimum van 75 EUR per bedeling voor publicaties vanaf 3 t.e.m. 10 bladzijden; De belasting wordt vastgesteld op 0,04 EUR per exemplaar met een minimum van 150 EUR per bedeling voor publicaties van meer dan 10 bladzijden. Sampling Het college nam ook een principebesluit i.v.m. een visie voor sampling: 10/06/2013: Principiele goedkeuring CBS – visie sampling en flyeren Sampling is reclame maken door middel van het gratis uitdelen van voorwerpen met commerciële doeleinden (drank, snoep, cosmetica, verzorgingsproducten,…) op het openbaar domein . Voorstel is om de belasting die de stad Lier int voor het gebruik van het openbaar domein voor samplingdoeleinden van commerciële reclame vast te stellen op 200 euro per dag. Verdeling in dagdelen is niet mogelijk.


Juridische grond Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien


Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Art 1: Met ingang van 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op het huis-aan-huis verspreiden van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten en op sampling. Art. 2:


Onder reclamedrukwerk wordt verstaan elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen en die er op gericht is een potentieel cliënteel er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder. Onder gelijkgestelde producten wordt verstaan de stalen of reclamedragers van gelijk welke aard die aanzetten tot gebruik van het aangeprezen product of de aangeboden dienst die worden verdeeld via de brievenbussen. Onder huis-aan-huis verspreiding wordt verstaan het systematisch achterlaten van het drukwerk en de gelijkgestelde producten in de brievenbussen van woningen, zonder dat de bestemmeling hiervoor enig initiatief heeft betoond. Onder sampling wordt verstaan het maken van reclame door het gratis uitdelen van goederen met commerciële doeleinden (drank, snoep, cosmetica, verzorgingsproducten,…) op het openbaar domein. Dit kan door gebruik te maken van mensen die uitdelen vanop het openbaar domein, vanuit een voertuig en/of aanhangwagen. Art. 3: De belasting op huis-aan-huis verspreiden van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten is verschuldigd telkenmale er een huis-aan-huis verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk of een daarmee gelijkgesteld product plaatsvindt. Art. 4: De belasting op het huis-aan-huis verspreiden van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten wordt vastgesteld op : - 0,01 EUR per exemplaar met een minimum van 40 EUR per bedeling voor publicaties kleiner of gelijk aan A4 met maximum 2 bladzijden; - 0,02 EUR per exemplaar met een minimum van 75 EUR per bedeling voor publicaties vanaf 3 t.e.m. 10 bladzijden; - 0,04 EUR per exemplaar met een minimum van 150 EUR per bedeling voor publicaties van meer dan 10 bladzijden. Gratis bedeelde kranten met een redactionele inhoud van minimaal 40%, verzorgd door journalistieke medewerkers zijn van de belasting vrijgesteld mits cumulatief aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: - de wekelijkse nieuwsberichten van de stad wordt kosteloos opgenomen in een vast redactioneel gedeelte; - de krant verschijnt minimaal 48 keer per jaar. De publicaties van publiekrechtelijke personen en socio-culturele en sportverenigingen die niet aan de bovengenoemde periodieke verschijning voldoen worden van de belasting vrijgesteld op voorwaarde dat maximum 60% is ingevuld met reclame van minimaal 2 adverteerders.


Verder is er nog een vrijstelling van belasting voor: 1. wanneer de in artikel 2 bedoelde opdracht tot drukken of produceren uitgaat van politieke partijen die een lijst indienden voor de Europese, de federale, de gewestelijke, provinciale of gemeentelijke verkiezingen, of van kandidaten die op een dergelijke lijst voorkomen, en dit voor zover de drukwerken of gelijkgestelde producten verspreid worden in de periode tussen de in de betreffende kieswetgeving vastgestelde datum van terhandstelling van de voordrachten van de kandidaten en de dag van de verkiezing; 2. wanneer de verspreide drukwerken of gelijkgestelde producten hoofdzakelijk verband houden met een gemeentelijke volksraadpleging, en dit voor zover de drukwerken of producten verspreid worden in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in art. 206 van het gemeentedecreet en de beslissing van de gemeenteraad (of de districtsraad) om op een dergelijk verzoek niet in te gaan, of in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in art. 206 van het gemeentedecreet en de dag van de volksraadpleging of in de periode tussen de beslissing van de gemeenteraad (of: districtsraad) op eigen initiatief en de dag van de volksraadpleging. Art. 5: Het bedrag van de belasting op sampling bedraagt voor het gebruik van het openbaar domein voor doeleinden van commerciële reclame : 200,00 EUR per dag. Verdeling in dagdelen is niet mogelijk. Art. 6: De belasting op huis-aan-huis verspreiden van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten is verschuldigd door de uitgever of, indien die niet gekend is de verspreider of, indien die ook niet gekend is, door diegene onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de reclame wordt gevoerd. De belasting op sampling is verschuldigd door diegene die de aanvraag indient of verantwoordelijk is voor de inname of het gebruik van het openbaar domein voor sampling. Art. 7: De belastingplichtigen zijn er toe gehouden aangifte te doen van de belastbare elementen 3 dagen voor de datum waarop de verspreiding wordt aangevangen van het niet-geadresseerd reclamedrukwerk of daarmee gelijkgesteld product dat het voorwerp uitmaakt van de aanslag. De aangifte zal vergezeld zijn van een specimen van het te verspreiden drukwerk of daarmee gelijkgesteld product. Het distributieprogramma van een periode (bijv. kwartaal, maand) kan op voorhand worden aangegeven. In dit geval dient de specimen 2 dagen na de verspreiding aan het gemeentebestuur te worden overgemaakt. De belastingplichtigen zijn er toe gehouden aangifte te doen van de belastbare elementen 14 dagen voor de datum waarop de sampling op het openbaar domein plaatsvindt.


Art.8: Bij gebrek van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar of beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het gemeentebestuur aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de 3de werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken. Art. 9: Indien de belastingplichtige het huis-aan-huis verspreiden van nietgeadresseerd reclamedrukwerk of daarmee gelijk gesteld product niet spontaan aangeeft en de stad ambtshalve de belasting moet inkohieren, wordt deze belasting verhoogd met 25%. Indien de belastingplichtige het samplen op het openbaar domein niet spontaan aangeeft en de stad ambtshalve de belasting moet inkohieren, wordt deze belasting verhoogd met 25%. Art.10: De beëdigde aangestelde van de stad Lier zijn gemachtigd alle inbreuken op onderhavige verordening vast te stellen. Art.11: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Art.12: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art.13: Het reglement zal worden aangekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. Afschrift van het besluit wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.

O.23.

Belastingreglement op valse alarmmeldingen GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis

bij

de

politie.


Het huidig belastingreglement op valse alarmmeldingen bij de politie werd gestemd in de gemeenteraad van 17/12/2007 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om het tarief in artikel 3 aan te passen aan de gestegen levensduurte van 125 EUR per nodeloos alarm naar 143,75 EUR per nodeloos alarm. Juridische grond Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd.




Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Art. 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op ieder nodeloos alarmeren van de politie via een alarminstallatie die zich in of aan de gevel van een gebouw bevindt. Onder nodeloos alarmeren wordt verstaan “elke alarmmeldingen die niet het gevolg is van een binnendringing die een misdrijf tegen personen of goederen beoogt”. Art. 2: De belasting is verschuldigd door de gebruiker van de alarminstallatie. Art. 3: De belasting wordt vastgesteld op 143,75 EUR per nodeloos alarm. Zij is contant betaalbaar tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebrek aan contante betaling wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Art. 4: De in artikel 2 bedoelde gebruiker wordt van deze belasting vrijgesteld indien alle volgende voorwaarden tegelijkertijd vervuld zijn: 1) het bestaan van de alarminstallatie moet bekend zijn bij de politie en volledig voldoen aan de bepalingen van het KB. De aangifte hiervan gebeurt op het commissariaat door middel van een geëigend formulier; 2) het vals alarm moet uitzonderlijk zijn, dit wil zeggen maximum één nodeloze alarmmelding per periode van 12 maanden ; 3) maximum 30 minuten nadat de alarmoproep bij de politie is gemeld, moet een verantwoordelijke ter plaatse zijn. Art. 5: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art. 6: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.24.

Belastingreglement op het weghalen van sluikstorten. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op het weghalen van sluikstorten werd gestemd in de gemeenteraad van 17/12/2007 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013.


Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om de tarieven aan te passen aan de gestegen levensduurte. Bestaand Art. 2: De belasting wordt als volgt vastgesteld: - 5,21 EUR per kilometer transport door de gemeente; - 29,75 EUR per uur per ingezet gemeentepersoneelslid; - 51,44 EUR per uur per ingezet voertuig van de gemeente; - 111,55 EUR per ton stortkosten. Iedere begonnen eenheid telt voor vol Deze bedragen worden gecumuleerd. De minimumbelasting bedraagt 250 EUR Voorstel art. 2: De belasting wordt als volgt vastgesteld: - 6 EUR per kilometer transport door de gemeente; - 34,25 EUR per uur per ingezet gemeentepersoneelslid; - 59 EUR per uur per ingezet voertuig van de gemeente; - 128,30 EUR per ton stortkosten. Iedere begonnen eenheid telt voor vol Deze bedragen worden gecumuleerd. De minimumbelasting bedraagt 287,5 EUR

Juridische grond Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Onthouding Ja Ja Ja Onthouding


Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Nee Ja Onthouding Nee Ja Onthouding Onthouding Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Ja

Besluit : Met 19 stemmen voor - 6 stemmen tegen - 5 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement ter goed te keuren. Art. 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten bate van de stad Lier een belasting geheven op het weghalen van in strijd met de bestaande reglementering gestort afval, vuilnis of om het eender welk ander voorwerp. Art. 2: De belasting wordt als volgt vastgesteld: - 6 EUR per kilometer transport door de gemeente; - 34,25 EUR per uur per ingezet gemeentepersoneelslid; - 59 EUR per uur per ingezet voertuig van de gemeente; - 128,30 EUR per ton stortkosten. Iedere begonnen eenheid telt voor vol Desgevallend worden ook de eventuele kosten van de ingehuurde gespecialiseerde firma teruggevorderd. Deze bedragen worden gecumuleerd. De minimumbelasting bedraagt 287,5 EUR Art. 3: De belasting is verschuldigd door de sluikstorter of zijn rechtverkrijgenden. Eventueel is de belasting verschuldigd door de voor hem burgerlijk verantwoordelijke persoon. Art. 4: De betaling van de belasting wordt gevorderd onverminderd gerechtelijke vervolging tegen de personen bedoeld in artikel 3. De belasting moet contant worden betaald tegen afgifte van een kwijting. De belasting is verschuldigd vanaf het ogenblik dat het belastbaar feit zich voltrekt. Bij gebrek aan contante betaling of indien deze niet gelijk is aan de reële belastingschuld, berekend op basis van de gegevens waarover het gemeentebestuur


beschikt, zal van ambtswege worden overgegaan tot inkohiering, respectievelijk terugbetaling van het verschil. In voorkomend geval is de ingekohierde belasting onmiddellijk eisbaar. Art. 5: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art. 6: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.25.

Belastingreglement op aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden werd gestemd in de gemeenteraad van 19/05/2008 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om de tarieven in artikel 4 te wijzigen aan de gestegen levensduurte. Huidig artikel 4: De aanslagvoet van de belasting wordt vastgesteld op 25,00 EUR per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter. Nieuw artikel 4: De aanslagvoet van de belasting wordt vastgesteld op 28,75 EUR per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter. De belasting wordt verdubbeld voor de reclame die bestaat uit elkaar opvolgende beelden, figuren en/of teksten met betrekking tot eenzelfde product of dienst. De belasting wordt berekend in veelvoud van het aantal reclames wanneer één communicatiemiddel opeenvolgende reclames vertoont. Juridische grond Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd.




Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Art. 1: Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een jaarlijkse belasting geheven op de aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden. Art. 2: Onder aanplakbord wordt verstaan elke constructie in onverschillig welk materiaal, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door gelijk welk ander middel, met inbegrip van muren of gedeelten van muren en omheiningen die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen. Art. 3:


Voor de berekening van de belasting wordt de nuttige oppervlakte van het bord in aanmerking genomen, met uitzondering van de omlijsting. Voor de muren is alleen dat gedeelte van de muur belastbaar dat werkelijk voor reclame wordt gebruikt. Hierbij dient de bedekte totale oppervlakte beschouwd te worden als een bord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen. Art. 4: De aanslagvoet van de belasting wordt vastgesteld op 28,75 EUR per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter. De belasting wordt verdubbeld voor de reclame die bestaat uit elkaar opvolgende beelden, figuren en/of tekst met betrekking tot eenzelfde product of dienst. De belasting wordt berekend in veelvoud van het aantal reclames wanneer één communicatiemiddel opeenvolgende reclames vertoont. Art. 5: De belasting is verschuldigd voor gans het jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het aanslagjaar waarop het betrokken bord wordt geplaatst of weggenomen, met uitzondering van hetgeen wordt beschikt in het volgend artikel 6a en 6h. Art. 6: De belasting is niet verschuldigd voor: a) de borden die opgericht worden na 30 november van het aanslagjaar ; b) de borden geplaatst door openbare besturen, openbare instellingen of instellingen van openbaar nut, voor zover geen winstgevend doel wordt nagestreefd ; c) de borden die alleen worden gebruikt voor notariële aankondigingen, bij middel van de bij de wet voorgeschreven aanplakbrieven ; d) de borden die alleen worden gebruikt ter gelegenheid van wettelijke voorziene verkiezingen, dit vanaf de 60ste dag vóór deze verkiezingen ; e) de borden, alhoewel zichtbaar vanaf de openbare weg, geplaatst op sportterreinen en gericht naar de plaats van de sportbeoefening; f) de borden die alleen gebruikt worden voor aankondiging van de eigen firmanaam op de plaats waar de bedrijfsuitbating gevestigd is; g) de borden geplaatst door politieke, culturele, sport, sociale of godsdienstige organisaties, wanneer het gaat om aankondigingen van hun eigen activiteiten op politiek, cultureel, sport, sociaal of godsdienstig vlak, op voorwaarde dat die borden niet langer dan één maand voor de aankondiging van hun activiteit worden aangewend en voor zover zij geen winstgevend doel nastreven ; h) de borden die voor minder dan één week geplaatst worden, mits voorafgaande aanvraag ;


i) de borden die enkel dienen voor aankondigingen en tegelijk voldoen aan alle volgende voorwaarden: - enkel de vermelding dragen ‘te koop', ‘te huur’ of een soortgelijke vermelding, de naam en het telefoonnummer van de makelaar; - maximum 1/3 m² groot zijn; - aangebracht zijn op het betreffende pand zelf; - gedurende maximum 3 weken. j) vlaggen voor zover ze 3 loshangende zijden hebben. Art. 7: De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over het recht om gebruik te maken van het aanplakbord en, in bijkomende orde, als de gebruiker niet gekend is, door de eigenaar van de grond, de muur of de omheining, waarop zich het bord bevindt of de reclame is aangebracht. Art. 8: De belastingplichtige is gehouden tot aangifte bij het gemeentebestuur van de op 1 januari van het aanslagjaar in gebruik zijnde aanplakborden, en dit uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar. De borden geplaatst in de loop van het aanslagjaar worden aangegeven binnen de veertien dagen na ingebruikname. De aangifte blijft gelden tot de belastingsplichtige het gemeentebestuur op de hoogte stelt van de gewijzigde toestand. Art. 9: De belastbare elementen worden vastgesteld door de diensten van het gemeentebestuur. Onverminderd de overeenkomstig het vorige artikel blijvende geldigheid van de gekende elementen tot vestiging van de belasting, ontvangt het bestuur van de belastingplichtige jaarlijks een getekende verklaring volgens het model en binnen de termijn door het gemeentebestuur vastgesteld. Dit formulier wordt, op basis van de gekende gegevens, tijdig door het gemeentebestuur aan de belastingplichtige overgemaakt. Betrokkenen die geen formulier zouden ontvangen hebben zijn niettemin verplicht spontaan aan het gemeentebestuur de elementen te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van de belasting en dit overeenkomstig de bepalingen en binnen de termijn in het vorige artikel gesteld. Art.10: Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar of beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het gemeentebestuur aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de


elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de 3de werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken. Art.11: De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25, 50, 100 of 200 % wanneer het respectievelijk om een eerste, tweede, derde of vierde overtreding gaat, elke volgende overtreding wordt met 200 % verhoogd met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Art.12: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Art.13: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art 14: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.26.

Belastingreglement op het reinigen van GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen

de

openbare

weg.

Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op het reinigen van de openbare weg werd gestemd in de gemeenteraad van 17/12/2007 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om de tarieven aan te passen aan de gestegen levensduurte. Bestaand artikel 3 De belasting bedraagt:


1) per geval bedoeld onder artikel 2, 1): 25 EUR per tussenkomst van stedelijke openbare reinigingsdienst; 2) per geval bedoeld onder artikel 2, 2): 62 EUR indien een buitengewone prestatie van de stedelijke openbare reinigingsdienst vereist is. Onder buitengewone prestatie wordt verstaan een ophaling en verwijdering, los van de normale huisvuilophaalbeurt. Voorstel nieuw artikel 3 De belasting bedraagt: 1) per geval bedoeld onder artikel 2, 1): 28,75 EUR per tussenkomst van stedelijke openbare reinigingsdienst; 2) per geval bedoeld onder artikel 2, 2): 71,5 EUR indien een buitengewone prestatie van de stedelijke openbare reinigingsdienst vereist is. Onder buitengewone prestatie wordt verstaan een ophaling en verwijdering, los van de normale huisvuilophaalbeurt.

Juridische grond Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja


Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingreglement goed te keuren. Art. 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten bate van de stad Lier een belasting geheven op het reinigen van de openbare weg door de gemeente. Art. 2: De belasting is verschuldigd door de persoon die de openbare weg bevuilt door: 1) het achterlaten van hondenpoep, flessen, glas, blik, sigarettenpeuken, papier, kleine verpakkingen enz; 2) te vroeg aangeboden of niet reglementair verpakt huisvuil in een totaal volume tot 1/4 kubieke meter per geval. Wanneer het volume 1/4 kubieke meter overtreft is het belastingreglement op het sluikstorten van toepassing. Eventueel is de belasting verschuldigd door de persoon die voor de vervuiler burgerlijk verantwoordelijk is. Art. 3: De belasting bedraagt: 1) per geval bedoeld onder artikel 2, 1): 28,75 EUR per tussenkomst van stedelijke openbare reinigingsdienst; 2) per geval bedoeld onder artikel 2, 2): 71,5 EUR indien een buitengewone prestatie van de stedelijke openbare reinigingsdienst vereist is. Onder buitengewone prestatie wordt verstaan een ophaling en verwijdering, los van de normale huisvuilophaalbeurt. Art. 4: De belastingschuld ontstaat op het ogenblik van het weghalen en verwijderen van de afvalstoffen. De betaling van de belasting wordt gevorderd onverminderd gerechtelijke vervolging tegen de personen bedoeld in artikel 2. Art. 5: De belasting moet contant worden betaald tegen afgifte van een kwijting. De belasting is verschuldigd vanaf het ogenblik dat het belastbaar feit zich voltrekt. Bij gebrek aan contante betaling of indien deze niet gelijk is aan de reële belastingschuld, berekend op basis van de gegevens waarover het


gemeentebestuur beschikt, zal van ambtswege worden overgegaan tot inkohiering, respectievelijk terugbetaling van het verschil. Art. 6: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art. 7: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.27.

LOK - EC -- Middenstand/KMO Belastingreglement op nachtwinkels. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Hannelore Vermassen Voorgeschiedenis Het huidige belastingreglement op nachtwinkels werd goedgekeurd in de gemeenteraad, in zitting van 17 december 2007, wijzigingen goedgekeurd in de gemeenteraad van 19 mei 2008. De werkingstermijn van voornoemd belastingreglement trad in op 1 januari 2008 en eindigt op 31 december 2013. Feiten en context Gelet op de financiële toestand van de stad is het wenselijk om het belastingreglement op nachtwinkels te hernieuwen en om zowel de openingsbelasting als de jaarlijkse belasting geheven op nachtwinkels aan te passen conform de aanbevelingen van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (omzendbrief BB 2011/01). Huidig artikel 3: De openingsbelasting is vastgesteld op 5.000,00 EUR en verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel. De openingsbelasting is een éénmalige belasting en verschuldigd bij elke opening van een nachtwinkel zoals gedefinieerd in artikel 2 van huidig reglement. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit. De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting is vastgesteld op 1.200,00 EUR per nachtwinkel. Voorstel aangepast artikel 3: De openingsbelasting is vastgesteld op 6.000,00 EUR en verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel. De openingsbelasting is een éénmalige belasting en verschuldigd bij elke opening van een nachtwinkel zoals gedefinieerd in artikel 2 van huidig reglement.


Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit. De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting is vastgesteld op 1.500,00 EUR per nachtwinkel. Voorgesteld wordt om een artikel toe te voegen mbt belastingverhoging in geval van niet aangifte : Nieuw artikel De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25, 50, 100 of 200 % wanneer het respectievelijk om een eerste, tweede, derde of vierde overtreding gaat, elke volgende overtreding wordt met 200 % verhoogd, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Adviezen Cel economie: zoals ook het Agentschap Binnenlands Bestuur aangeeft betreffende deze specifieke gemeentebelasting op nachtwinkels, is de heffing van een openingsbelasting en een jaarlijkse belasting verantwoord, gezien het openhouden van nachtwinkels dikwijls gepaard gaat met overlast. Juridische grond Artikel 42 van het Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in de handel, ambacht en dienstverlening. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Ja Onthouding Nee


Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 19 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 3 onthoudingen De gemeenteraad beslist om volgend belastingreglement goed te keuren: Art 1 : Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt er zowel een openingsbelasting als een jaarlijkse belasting geheven op nachtwinkels gelegen op het grondgebied van Lier. Art 2 : Voor de toepassing van het reglement, moet er onder nachtwinkels verstaan worden, elke winkel die in algemene voedingswaren en huishoudartikelen handelt en tussen 18u en 7u open is, zoals bedoeld in artikel 6c van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening, en ongeacht of alle verplichtingen en beperkingen voortvloeiend uit die wet door de nachtwinkel gerespecteerd zijn. Art 3 : De openingsbelasting is vastgesteld op 6.000,00 EUR en verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel. De openingsbelasting is een éénmalige belasting en verschuldigd bij elke opening van een nachtwinkel zoals gedefinieerd in artikel 2 van huidig reglement. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit. De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting is vastgesteld op 1.500,00 EUR per nachtwinkel. De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar. Zij zijn verschuldigd voor het ganse jaar, welke ook de aanvangs- of stopzettingsdatum van de economische activiteit of de wijziging van uitbating in het jaar weze. De jaarlijkse belasting gaat in volgend op het jaar van inkohiering van de openingsbelasting, of bij gebreke hiervan vanaf de inwerkingtreding van huidig belastingreglement.


Er wordt geen korting of teruggave van de belasting gedaan om welke reden dan ook. Art. 4 : De belasting is solidair en ondeelbaar verschuldigd door de eigenaar van de handelszaak, de uitbater ervan en de eigenaar van het pand waar de economische activiteit wordt gehouden. Art. 5 : De eigenaar van de handelszaak, de uitbater ervan alsmede de eigenaar van het pand zijn ertoe gehouden voorafgaandelijk aan elke economische activiteit aangifte hiervan te doen bij het stadsbestuur. Ze zijn verplicht alle nodige documenten en vergunningen voor te leggen op eerste verzoek van het stadsbestuur. Ze worden eraan gehouden de eventuele controle van hun verklaring mogelijk te maken. Teneinde de belasting te heffen, stuurt het stadsbestuur naar alle nachtwinkels in uitbating een aangifteformulier dat binnen de door het stadsbestuur vastgestelde periode behoorlijk dient ingevuld, ondertekend en teruggestuurd te worden. Bij gebreke van aangifte of bij onvolledigheid hiervan wordt van ambtswege een proces-verbaal van vaststelling van economische activiteit opgesteld. De vaststelling van economische activiteit zal geschieden door een beëdigd ambtenaar doe daartoe een proces-verbaal opstelt. Dit proces-verbaal van vaststelling van economische activiteit wordt gelijkgesteld met vaststelling van opening van een nachtwinkel. Indien, om welke reden ook, de belastingplichtigen geen aangifteformulier ontvangen hebben, zijn deze jaarlijks ertoe gehouden vóór 1 september van het aanslagjaar op eigen initiatief het stadsbestuur te informeren. Art. 6: In geval van tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de zaak omwille van een sanctie opgelegd door daartoe bevoegde overheden, kunnen de belastingplichtigen op geen enkele schadeloosstelling aanspraak maken. Art. 7: Elke wijziging of stopzetting van economische activiteit dient onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtigen onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden meegedeeld aan het stadsbestuur. Art. 8: Onderhavige belasting zal via een kohier ingevorderd worden. Bij gebreke van aangifte of bij onvolledigheid hiervan wordt van ambtswege een belasting geheven op basis van elementen waarover het stadsbestuur beschikt.


Art. 9: De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25, 50, 100 of 200 % wanneer het respectievelijk om een eerste, tweede, derde of vierde overtreding gaat, elke volgende overtreding wordt met 200 % verhoogd, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd Art. 10: De beëdigde aangestelden van het stadsbestuur zijn gemachtigd alle inbreuken op deze verordening vast te stellen. Art. 11: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art. 12: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.28.

Belastingreglement op de terrassen en de andere uitstallingen op de openbare weg. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Hannelore Vermassen/Katia Delen Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op de uitstallingen op de openbare weg werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 15/12/2008 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013. Feiten en context Dit reglement is niet van toepassing op situaties die in het retributiereglement op standplaatsen op openbare markten gehouden op het openbaar domein van de stad reeds opgenomen zijn. Voor de bepaling van de tarieven van de terrassen wordt de stad ingedeeld in 2 zones. Zone 1 bevat de volgende straten : Grote Markt, Eikelstraat, Zimmerplein, F. Timmermansplein, Schapenkoppenstraat, Begijnhofstraat & Koning Albertstraat tot en met huisnr. 3 en 10. Zone 2 is de rest van het grondgebied. In Zone 1 is er meer passage dan in Zone 2 omwille van de centrale ligging wat een handelsbevorderend effect heeft. Voor de bepaling van de tarieven van de andere uitstallingen op het openbaar domein wordt de stad ook ingedeeld in 2 Zones. Zone 1 behelst hier alle andere uitstallingen op het openbaar domein die binnen de Vesten gebeurt. Zone 2 is alles buiten de Vesten. Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019.


Verder wordt voorgesteld volgende te wijzigen: 1. De huidige tarieven bedragen: Zone 1 (Grote Markt, Eikelstraat, Zimmerplein, F.Timmermansplein, Schapekoppenstraat): voor een inname van minder dan 5 m²: € 12,50/m² met een minimumaanslag van € 25; voor een inname van 5 m² of meer: € 25/m²; voor een gesloten terras, zijnde een rechtstreekse uitbreiding van de instelling, welke uitgerust is om het ganse jaar te blijven staan, ook al kan zij verwijderd worden: € 50/m². zone 2 (de rest van het grondgebied van de gemeente): € 12,50/m² met een minimumaanslag van € 25; voor een gesloten terras: € 25/m². De tarieven dienen aangepast te worden aan de gestegen levensduurte. Verder wordt er geadviseerd om de ingekohierde belasting te verhogen met 10, 20 of 50% bij niet correct indienen van de aangifte wanneer het respectievelijk om een eerste, tweede, derde overtreding gaat . Juridische grond Artikel 42 van het Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee


Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen De gemeenteraad beslist onderstaand belastingreglement goed te keuren: Art 1 : Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een jaarlijkse belasting geheven op het innemen van een deel van het openbaar domein, om deze te benutten voor handelsdoeleinden door het plaatsen van tafels, stoelen, banken, terrassen, stoepborden, uitstallingen, … Het uitstallen van koopwaren of andere voorwerpen, het aanbrengen van uitstallingen op vensters- en deurdorpels en het aanbrengen van uitstallingen en toestellen, vastgemaakt aan de gevels, wordt gelijkgesteld met het innemen van het openbaar domein, indien de uitgestalde waren of de aangebrachte toestellen een uitsprong maken over het openbaar domein en dit op een hoogte die minder is dan 2,5m. Art 2 : De belasting wordt vastgesteld als volgt: Terrassen Zone 1: Grote Markt, Eikelstraat, Zimmerplein, F. Timmermansplein, Schapenkoppenstraat, Begijnhofstraat & Kon. Albertstraat tot en met huisnr. 3 en 10 - voor een open terras : * voor een inname van minder dan 5 m²: € 14,50/m² met een minimumaanslag van € 28,75; * voor een inname van 5 m² of meer: € 28,75/m²; voor een gesloten terras, zijnde een rechtstreekse uitbreiding van de instelling, welke uitgerust is om het ganse jaar te blijven staan, ook al kan zij verwijderd worden: € 57,50/m². Zone 2: rest van het grondgebied € 14/m² met een minimumaanslag van € 28,75 voor een open terras voor een gesloten terras, zijnde een rechtstreekse uitbreiding van de instelling, welke uitgerust is om het ganse jaar te blijven staan, ook al kan zij verwijderd worden: € 28,75/m² Andere Uitstallingen op het openbaar domein(stoepborden, koopwaar, …) Zone 1: binnen de stadsvesten € 14/m² met een minimumaanslag van € 28


Zone 2: buiten de stadsvesten € 7/m² met een minimumaanslag van € 14 Art 3 : De berekening van de belastbare oppervlakte geschiedt als volgt: 1. Voor de terrassen met windschermen of andere afsluitingen is de belastbare oppervlakte gelijk aan deze van de vierhoek binnen wiens grenzen het terras en de afsluiting en/of windschermen vervat zijn. Indien de ingang van de instelling zich in het terras bevindt, geeft dit aanleiding tot een vrijstelling van 1 meter, voor zover deze strook ook werkelijk vrij gehouden wordt. 2. Voor de andere belastbare innemingen van het openbaar domein is de belastbare oppervlakte gelijk aan de oppervlakte van de vierhoek waarin de uitstalling of het toestel zich boven het openbaar domein uitstrekt. Het gedeelte van een vierkante meter wordt afgerond naar de hogere eenheid. Art 4 : De belasting is verschuldigd door diegene die het openbaar domein inneemt. Art 5 : De belasting is eveneens verschuldigd bij wederrechtelijke inneming van openbaar domein onverminderd de verwijdering van de belastbare elementen wegens het ontbreken van toelating zoals voorzien bij politieverordening of bij intrekking van de toelating bij politiemaatregel wegens een fout van de belastingplichtige. Art.6: De belastingplichtige is gehouden tot aangifte bij het gemeentebestuur van het door hem benutte openbaar domein. Deze aangifte moet gedaan worden voor de ingebruikname. Art.7 : Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige,door aangetekend schrijven de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de 3de werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken.

Art.8: De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 10, 20, of 50 % wanneer het respectievelijk om een eerste, tweede, derde, overtreding gaat, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende aanslagjaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt.


Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Art 9 : Indien de toelating om uit te stallen op de openbare weg ingetrokken wordt door het gemeentebestuur om redenen onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige zal een gedeelte van de belasting terugbetaald worden à rato van de nog niet verstreken maanden van het lopende aanslagjaar. Een begonnen maand wordt als niet verstreken beschouwd. Art 10 : Het betalen van de belasting geeft aan de belastingplichtige geen enkele aanspraak op enig recht van concessie of erfdienstbaarheid op het betrokken openbaar domein. Hij is er integendeel toe gehouden op het eerste verzoek van de overheid het gebruik van het openbaar domein te staken of te beperken, zonder enige schadevergoeding te kunnen vorderen, uitgezonderd hetgeen gesteld in artikel 9. Art 11 : De belasting is ondeelbaar en telkens verschuldigd voor de periode van één kalenderjaar, uitgezonderd wat voorzien is in artikel 9. Art.12: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art 13 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.29.

LOK - EC -- taxivergunningen Belastingreglement op taxi's en VVB's (verhuur van voertuigen met bestuurder. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Katia Delen Voorgeschiedenis Belastingreglement op ondernemingen van vervoer met taxi's, goedgekeurd in gemeenteraad van 17 december 2007. De werkingstermijn van voornoemd belastingreglement trad in op 1 januari 2008 en eindigt op 31 december 2013. Decreet van 20 april 2001 bepaalt dat de houders van een vergunning voor de exploitatie van een taxidienst onderworpen kunnen worden aan een jaarlijkse belasting. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad. De maximumtarieven voor taxi’s, vermeld in het decreet van 20 april 2001, worden reeds vanaf 1 januari 2008 aangerekend.


Taxi’s: € 250 per jaar per voertuig € 450 indien het voertuig gebruik maakt van de openbare standplaatsen + € 75 voor voertuigen voorzien van radiotelefonie VVB’s: (verhuur van voertuigen met bestuurder) € 250 per jaar per voertuig. Taxi wordt ook gebruikt als VVB voertuig: € 500 per jaar per voertuig 2. Artikel 36 § 6 van het decreet van 20 april 2001 bepaalt dat de bedragen jaarlijks dienen te worden aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door toepassing van volgende coëfficiënt = indexcijfer van de maand dec. van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar het indexcijfer van de maand december 2000 Deze toepassing werd tot op heden niet uitgevoerd.

Adviezen Cel economie: De gemeente heeft geen keuzevrijheid om de belasting al of niet te vestigen. Ze moet de belasting dus toepassen tegen de tarieven bepaald in voormeld decreet. Artikelen 36 § 6 (taxi’s) en 49 § 5 (VVB’s) bepalen tevens dat de bedragen dienen te worden aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2000. Het is aangewezen om deze toepassing in ons belastingreglement op te nemen. Juridische grond Artikel 42 van het Gemeentedecreet Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Decreet van 20 april 2001 bepaalt dat de houders van een vergunning voor de exploitatie van een taxidienst en/of VVB’s onderworpen kunnen worden aan een jaarlijkse belasting. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee


Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen De gemeenteraad beslist onderstaand belastingreglement goed te keuren: Art 1 : Met ingang vanaf 01 januari 2014, voor een termijn eindigend op 31 december 2019, wordt een jaarlijkse directe belasting geheven op de voertuigen bestemd tot het exploiteren van een taxidienst en/of VVB’s. Art 2 : De belasting is ten laste van de houder van de vergunning op 01 januari van het aanslagjaar of op het moment van de afgifte van de vergunning. De belasting is jaarlijks verschuldigd en voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning werd afgegeven. De vermindering van het aantal voertuigen geeft geen aanleiding tot belastingteruggave, evenmin als de opschorting of intrekking van de vergunning of het buiten werking stellen van één of meer voertuigen om welke reden dan ook. Art 3 : De belastingplichtige moet, uiterlijk op 01 maart van het aanslagjaar, bij een per post aangetekend schrijven aangifte doen bij het college van burgemeester en schepenen van de belastbare voertuigen volgens de toestand op 01 januari van het aanslagjaar. Art 4 : De beëdigde aangestelden van het stadsbestuur zijn gemachtigd alle inbreuken op deze verordening vast te stellen.


Art 5 : Bij gebrek van een aangifte en bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting ambtshalve vastgesteld volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Art 6 : De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art 7 : Zoals bepaald in de gecoördineerde omzendbrief gemeentefiscaliteit BA2004/03 van 14 juli 2004 wordt ten informatieven titel in dit reglement opgenomen dat het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen de modaliteiten en de tarieven van de belasting voor de exploitatie van taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder als volgt heeft bepaald. Taxidiensten: 250 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig 450 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig die gebruik maakt van openbare taxistandplaatsen er wordt een bijkomende belasting geheven van 75 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig zonder gebruik te maken van openbare taxistandplaatsen maar uitgerust met radiotelefonie. Verhuur van voertuigen met bestuurder (VVB): 250 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig. Indien het voertuig zowel als taxi en VVB gebruikt wordt bedraagt de belasting 500 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig. Art 8 : De belasting wordt gevestigd en ingevorderd door middel van een kohier. Art 9 : Artikel 36 § 6 van het decreet van 20 april 2001 bepaalt dat de bedragen jaarlijks worden aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door toepassing van volgende coëfficiënt = indexcijfer van de maand dec. van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar het indexcijfer van de maand december 2000 Art 10 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.


O.30.

MILIEU - Afvalbeheer Contantbelasting op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen - GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Bart Verreth Voorgeschiedenis Gelet op de gemeentelijke politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen; Gelet op de beheersoverdracht die de gemeente heeft verleend aan de intergemeentelijke vereniging voor duurzaam afvalbeheer regio Mechelen (IVAREM). Feiten en context Overwegende dat er een aanvaardingsplicht bestaat voor de volgende afvalstoffen, zoals gedefinieerd in VLAREMA: drukwerkafvalstoffen, afvalbatterijen en afvalloodstartbatterijen, oude en vervallen geneesmiddelen, afvalbanden, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), afgewerkte olie, plantaardige en dierlijke afvalvetten en oliën, afvalfotochemicaliën, huishoudelijke en niet-huishoudelijke verlichtingsapparatuur en lampen, afgedankte voertuigen, zaklampen,…; Overwegende dat bij de invulling van de aanvaardingsplichten gestreefd wordt naar een internalisering van de afvalkost; Overwegende dat er een terugnameplicht bestaat voor huishoudelijk verpakkingsafval; dat minstens papier en karton, hol glas en PMD-afval selectief moeten worden ingezameld; Overwegende dat huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval huis-aan-huis worden ingezameld door middel van containers, verzamelcontainers en piekzakken; Overwegende dat grofvuil huis-aan-huis wordt ingezameld op afroep; Overwegende dat papier en karton selectief huis-aan-huis wordt ingezameld op vaste tijdstippen; Overwegende dat snoeihout huis-aan-huis wordt ingezameld op afroep; Overwegende dat plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons selectief (PMD-afval) huis-aan-huis worden ingezameld op vaste tijdstippen door middel van blauwe zakken en verzamelcontainers; Overwegende dat herbruikbare goederen ter beschikking van de kringloopwinkel kunnen worden gesteld; Overwegende dat papier en karton, hol glas, PMD-afval, steenpuin, niet recycleerbaar bouwafval, asbest (hechtgebonden), textiel en lederwaren, oude metalen, groenafval, houtafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten, KGA, grofvuil, autobanden, batterijen en accu’s, frituurolie en – vet, gasontladingslampen, grond, herbruikbare voorwerpen, incontinentiemateriaal, kaarsvet, motorolie, piepschuim(EPS), plastics, snoeihout en kleine boomstronken, toners en cartridges, rookmelders en vlak glas selectief worden ingezameld op het containerpark; Overwegende dat holglas selectief wordt ingezameld in glascontainers die op verschillende plaatsen in de gemeente staan opgesteld; Overwegende dat textiel en lederwaren selectief wordt ingezameld in textielcontainers die op verschillende plaatsen in de gemeente staan opgesteld;


Overwegende dat de door of op vraag van de gemeente ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen in opdracht van de gemeente gerecycleerd, nuttig toegepast of verwijderd worden; Overwegende dat het teneinde de scheiding aan de bron aan te moedigen niet aangewezen is de inzamelings- en verwerkingskosten voor de selectieve fracties volledig in functie van het aanbod door te rekenen aan de aanbieders; Overwegende dat de gemeente ingevolge de haar opgelegde verplichtingen vaste kosten heeft voor afvalbeheer; zoals: Het bevorderen van afvalpreventie en scheiding aan de bron door communicatie, informatie, educatie en sensibilisatie. Het gratis inzamelen en verwerken van KGA. Het gratis aanvaarden en verwerken van asbestcementafval (tot 1 m³ per gezin per jaar). De selectieve inzameling aan huis of via in de gemeente opgestelde containers van selectieve afvalfracties. De exploitatie van een of meerdere containerparken. Overwegende dat het teneinde de bevolking bewust te maken van de afvalbeheerskosten voor het huishoudelijk afval aangewezen is de vaste kosten en de niet variabel aanrekenbare kosten voor de selectieve fracties middels een vast bedrag en op een zichtbare wijze door te rekenen aan de bevolking; Gelet op het lokaal pact dat een beperking van het vast bedrag inhoudt tot 55 euro niet overschreden is door het vast belastingsbedrag van maximum van 54 euro; Overwegende dat de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen zwaar doorwegen op de gemeentelijke financiën; Overwegende dat de gemeentelijke inkomsten en uitgaven in evenwicht dienen te zijn; Overwegende dat de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen verhaald worden op de aanbieders via een gedifferentieerde contantbelasting; Gelet op de tariefzetting van de variabele kosten van deze gedifferentieerde contantbelasting werden afgetoetst met OVAM en conform zijn de opgelegde min- en max tarieven; Overwegende dat de invoering van een gedifferentieerde contantbelasting de gemeente toelaat het principe “de vervuiler betaalt” toe te passen, waarbij prioriteit verleend wordt aan afvalvoorkoming, slechts in tweede instantie aan hergebruik en tenslotte recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafval-stoffen wordt gestimuleerd; Overwegende dat ernaar gestreefd wordt om de contantbelasting op het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen; Overwegende dat artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen


toelaat dat de gemeente het intergemeentelijk samenwerkingsverband/de verzelfstandigde entiteit machtigt de kosten voor het beheer van huishoudelijk afval te innen; Overwegende dat het innen van een belasting gedefinieerd wordt als het in ontvangst nemen van de schuld; Juridische grond Grondwet, inzonderheid artikel 170, §4; Gemeentedecreet, inzonderheid artikelen 42 en 43.§2.15°; Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid artikel 26, en latere wijzigingen; Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), en latere wijzigingen; Besluit van de Vlaamse Regering van 7 januari 2008 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen (en van 28 januari 2000 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Gescheiden Inzameling Bedrijfsafval van Kleine Ondernemingen). Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Nee


Besluit : Met 16 stemmen voor - 13 stemmen tegen - 1 onthouding Art 1 : De gemeenteraad beslist het contantbelastingsreglement op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen als volgt vast te stellen: Artikel 1 Met ingang van 01 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een contantbelasting geheven op de ingezamelde afvalfracties van huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong. Voor de toepassing van deze contantbelasting wordt verstaan: - onder container: “de aan een aansluitpunt ter beschikking gestelde en verplicht te gebruiken recipiënt voor de inzameling van huisvuil en de vergelijkbare restfractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval voorzien van een identificatiechip waardoor de identiteit van de aanbieder en het aantal aanbiedingen als de aangeboden hoeveelheid afval via een geautomatiseerd systeem kunnen worden geregistreerd” - onder tijdelijke container: “de aan een inrichter van een evenement ter beschikking gestelde container(s) voor maximaal 1 maand voor het inzamelen en verwerken van huisvuil dat op het evenement ontstaat” - onder verzamelcontainer: “het permanent of tijdelijk voorziene ondergrondse of bovengrondse brengsysteem dat door meerdere aansluitpunten verplicht of aanvullend wordt gebruikt voor de inzameling van huisvuil en de vergelijkbare restfractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval of PMD door middel van een aanmeldkaart” - onder piekzak: “een recipiënt, zijnde een plastic afvalzak met een inhoudsvermogen van 60 liter, dat door aansluitpunten aanvullend met de aanbieding van de inzamelcontainer(s), wordt gebruikt voor de aanbieding van het huisvuil of de vergelijkbare restfractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval, indien ingevolge unieke en bijzondere omstandigheden de ter beschikking gestelde inzamelcontainer niet volstaat voor het aanbieden van de voormelde restafvalstoffen” - onder aansluitpunt: “iedere entiteit (gebouw, constructie, appartement, woongelegenheid, infrastructuur ,domein, openbaar gebouw en andere) op het grondgebied van de gemeente die geïnitialiseerd is als ophaalpunt en die per ophaalpunt van afvalstoffen als dusdanig gekend is als afvalproducent en gebruik maakt van de (inter)gemeentelijke dienstverlening inzake het inzamelen van afvalfracties” - onder aanmeldkaart: “een digitale kaart met onbepaalde geldigheidsduur die ter beschikking wordt gesteld van een aansluitpunt en die de houder van de kaart toegang verleent tot een verzamelcontainer” - onder toegangskaart: “een digitale kaart met onbepaalde geldigheidsduur die ter beschikking wordt gesteld aan een aansluitpunt en die de houder van de kaart toegang verleent tot het containerpark” - onder maandkaart: “een digitale kaart die gedurende 31 kalenderdagen toegang verleent tot het containerpark en die ter beschikking wordt gesteld aan een gebruiker bij verlies of beschadiging van de eID”


- onder gezin: “dezelfde betekenis als in de bepaling van de laatste algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkings- en vreemdelingenregisters” Artikel 2 De hieronder vermelde contantbelasting is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de (inter)gemeentelijke dienstverlening inzake de inzameling aan-huis van volgende afvalfracties: Fractie

Contantbelasting

a) Huisvuil - containers

0,22 euro/kg vermeerderd met een aanbiedingskost (0,50 € aansporingsbijdrage en 0,005€/liter) van 0,7 euro / 40 liter container 1,2 euro / 140 liter container 1,7 euro / 240 liter container 2,3 euro / 360 liter container 4,35 euro / 770 liter container 6 euro / 1100 liter container

-

verzamelcontainers 0,9 euro / 20 liter vulsluis 2,7 euro / 60 liter vulsluis

-

piekzak 3 euro / zak (max. 15 kg per zak)

- plaatsingstarieven tijdelijke containers

voor

- vervanging of bijkomende aanmeldkaart naast container

12 euro per container van 140 liter of 240 liter 25 euro per container van 1100 liter 12 euro per aanmeldkaart

-

slot

-

omruiling container

plaatsen van een slot 40 euro Verwijderen van een slot 15 euro

- vervanging of herstelling 12 euro (eerste omruiling gratis) containers (incl chip en interventie) 46,00 euro / 40 liter container 46,00 euro / 140liter container 53,00 euro / 240 liter container 145,00 euro / 770 liter container 235,00 euro / 1100 liter container Vervanging van enkel chip 15,00 euro b) Grofvuil - per ophaaladres + gewicht 20 euro / ophaaladres + 0,39 euro /kg c)PMD-afval - blauwe PMD zakken

-

verzamelcontainers

0,25 euro / 60 liter zak 0,50 euro / 120 liter zak 0,08 euro / 20 liter vulsluis


0,25 euro / 60 liter vulsluis d) Snoeihout - per volume

14 euro / m³

Artikel 3 De hieronder vermelde contantbelasting is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de intergemeentelijke dienstverlening inzake het inzamelen van volgende afvalfracties op het containerpark: Fractie

Contantbelasting

a) Grofvuil - zetels en zitbanken

10 euro per zitplaats

- ander grofvuil (per volume) 10 euro per begonnen ¼ m³ b) Betalende zone asbest, grond, houtafval, vlak glas, steenpuin, niet recycleerbaar bouwafval, treinbielzen 7,5 euro per begonnen m³ - toegang tot de betalende zone met asbest is gratis tot 1 m³ / jaar per de wagen via slagboom gezin - toegang tot de betalende zone te voet via draaikruis/tourniquet c) Gratis zone papier en karton, hol glas, KGA, textiel, oude metalen, groenafval, AEEA, herbruikbare voorwerpen, piepschuim, harde kunststoffen, snoeihout en kleine boomstronken, autobanden PMD Gemengde plastics Incontinentie materiaal

d) Gemengde plastics - ter beschikking stellen van roze zak e) Incontinentie materiaal - ter beschikking stellen van inco zak f) Andere artikelen/diensten - ter beschikking stelling van naaldcontainer

1 x gratis per bezoek en per gezin

gratis

aan te leveren in blauwe zakken van IVAREM aan te leveren in roze zakken van IVAREM aan te leveren in inco zakken van IVAREM 2,5 euro per rol van 10 zakken 7,5 euro per rol van 10 zakken Gratis 5 euro / bezoek

- extra toegang bovenop de basis toegekende 28 gratis beurten per jaar 10 euro per toegangskaart -

toegangskaart per aansluitpunt

-

maandkaart per aansluitpunt

5 euro per maandkaart


Artikel 4 Er wordt een vaste belasting van 4,5 euro per maand aangerekend. Het vast belastingsbedrag is verschuldigd door de referentiepersoon van elk gezin als zodanig ingeschreven in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op de eerst dag van de maand en is onverdeelbaar verschuldigd voor de volledige maand. De betaling van de belasting is hoofdelijk verschuldigd door elk lid van het gezin. Artikel 5 § 1. Diegene die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven zakken voor inzameling aan huis zijn de in artikel 2 vermelde contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). Deze recipiënten zijn uitsluitend te verkrijgen in voorverpakte hoeveelheden van 10 of 25 stuks, naargelang de beschikbaarheid. § 2. Diegene die voor de aanbreng van afvalstoffen gebruik maken van het containerpark zijn de in artikel 3 vermelde contantbelasting verschuldigd. § 3. Diegene die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers zijn de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht/volume van het meegegeven afval door de ophaalwagen worden geregistreerd. De contantbelasting wordt in mindering gebracht van de vooraf betaalde provisie. Indien geen gewicht kon worden geregistreerd, wordt een bedrag voor de aangeboden kilograms aangerekend van 0,66 euro (3kg) bij 40 liter, 2,31 euro (10,5 kg) bij 140 liter, 3,96 euro (18kg) bij 240 liter, 5,94 euro (27 kg) bij 360 liter, 12,76 euro (58kg) bij 770 liter en 18,15 euro (82,5kg) bij 1100 liter containers. § 4. Diegene die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven aanmeldkaart voor een verzamelcontainer zijn de contantbelasting verschuldigd bij de sluiting van de vulsluis van de verzamelcontainer. De contantbelasting wordt in mindering gebracht van de provisie. § 5. Diegene die gebruik maken van inzameling huis-aan-huis op afroep van grofvuil en snoeihout zijn de contantbelasting verschuldigd bij het inzamelen van de aangeboden afvalstoffen. De contantbelasting wordt in mindering gebracht van de provisie. § 6. De contantbelasting voor vervanging of herstelling van containers en/of chip die door toedoen van de containergebruiker onbruikbaar zijn geworden, wordt aangerekend bij de vervanging. De contantbelasting wordt in mindering gebracht van de provisie. Deze contantbelasting is niet verschuldigd wanneer de containerhouder het bewijs levert dat het verlies of de beschadiging van de container niet werd veroorzaakt door of het resultaat is van enige nalatigheid van zijnentwege. § 7. De contantbelasting voor het plaatsen van tijdelijke containers wordt aangerekend bij de levering. De contantbelasting wordt in mindering gebracht van de provisie. Indien de containers bij ophaling vuil zijn wordt een contantbelasting aangerekend van 12 euro per container van 140 liter of 240 liter en 25 euro per container van 1100 liter.


§ 8. De contantbelasting bij vervanging wegens verlies, beschadiging of vernietiging van een aanmeldkaart wordt in mindering gebracht van de provisie bij levering of vervanging van de aanmeldkaart. Deze contantbelasting is niet verschuldigd wanneer de houder van de aanmeldkaart het bewijs levert dat het verlies of de beschadiging van de aanmeldkaart niet werd veroorzaakt door of het resultaat is van enige nalatigheid van zijnentwege. § 9. De contantbelasting voor een bijkomende aanmeldkaart die aanvullend kan gebruikt worden naast het gebruik van de container wordt in mindering gebracht van de provisie bij levering van de aanmeldkaart. § 10. De contantbelasting bij omruiling van een container op vraag van de containerhouder, wordt in mindering gebracht van de provisie bij omruiling van de container. Bij een nieuwe containerhouder zal (zullen), bij wijze van overgangsmaatregel, de container(s) op verzoek éénmalig gratis worden omgeruild. § 11. De contantbelasting voor het plaatsen van een slot op de container op verzoek van de containerhouder, wordt in mindering gebracht van de provisie. Artikel 6 § 1. Bij een eerste betalingsuitnodiging voor de vooraf te betalen provisie wordt 60,00 euro aangerekend dat binnen een termijn van twee weken vanaf ontvangst van de betalingsuitnodiging op het vermelde rekeningnummer gestort moet worden. § 2. Van zodra het drempelbedrag van 15 euro is bereikt, wordt een bijvulling van de provisie verwacht. De provisie wordt aangevuld volgens het geraamde gebruik voor het volgende jaar gebaseerd op de historiek van het aansluitpunt van de afgelopen 3 maanden. Indien de historiek korter is dan 3 maanden, dan is het bedrag van de nieuwe betalingsuitnodiging vastgesteld op 60 euro. De gebruiker stort dit bedrag binnen een termijn van twee weken vanaf de ontvangst van de betalingsuitnodiging op het vermelde rekeningnummer. De provisie bedraagt maximaal 150 euro per aansluitpunt. § 3. De container wordt geledigd zolang de provisie niet lager is dan 0 euro. De verzamelcontainers en containerparken blijven toegankelijk zolang de provisie de 0 euro niet bereikt. Artikel 7 Bij verhuis buiten het werkingsgebied van IVAREM of overlijden van de alleenwonende wordt het nog beschikbare bedrag van de voorafbetaalde provisie door IVAREM teruggestort op rekeningnummer van de begunstigde. De containers, aanmeldkaarten en toegangskaarten worden voor verder gebruik geblokkeerd. Artikel 8 De containers zijn eigendom van IVAREM. De container bevat een ingebouwde elektronische gegevensdrager waardoor de identiteit van de gebruiker is gekend. De containers behoren toe aan de fysische locatie (gebouw, infrastructuur of domein) van het aansluitpunt.


Bij gezinnen zijn de volgende toekenningsregels voor de containers van toepassing per aansluitpunt: Het standaard volume voor de container is 140 liter Containers van 40 liter tot een maximum van drie bij: o appartement, studio, aaneensluitende bebouwing, serviceflats zonder mogelijke berging o woning verder dan 50 meter gelegen van de openbare weg die bediend wordt tijdens de reguliere inzameling Containers van 240 liter bij: o gezinnen met 5 of meer gezinsleden o medische redenen en met bewijs via attest van mutualiteit of doktersafschrift o onthaalouders mits attest van Kind & Gezin of de gemeente Artikel 9 De toegang tot de containerparken verloopt via de eID op basis van de inschrijving in het bevolkingsregister en in het vreemdelingenregister. Particulieren die verblijven in de gemeente of er een (tweede) verblijf/woning hebben, maar er niet zijn ingeschreven, kunnen ook toegang verkrijgen tot het containerpark na aankoop van een toegangskaart, betaling van 5 euro per bezoek en het voorleggen van een document dat het verblijf in de gemeente aantoont. Personen die hun eID verloren hebben of waarvan de eID stuk of gestolen is, moeten een maandkaart aankopen om toegang te verkrijgen tot het containerpark. De maandkaart moet worden aangevraagd op het containerpark en kost 5 euro. De maandkaart vervalt automatisch na 31 kalenderdagen. Het containerpark is uitsluitend toegankelijk voor particulieren die in het bezit zijn van een eID, een toegangskaart of een maandkaart. Rechtspersonen (scholen, verenigingen, openbare diensten en andere) kunnen het containerpark betreden met behulp van een toegangskaart. Voor bepaalde fracties wordt een contantbelasting aangerekend. Hiervoor is het containerpark opgedeeld in een niet-betalende zone en een betalende zone. Elk gezin heeft recht op 28 gratis toegangsbeurten per jaar en kan per dag maximaal 2 m³ afval naar het containerpark brengen, verdeeld over maximaal 2 bezoeken per dag. Artikel 10 De in artikelen 2, 3 en 4 vermelde contantbelastingen worden geïnd door het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVAREM. Bij ontstentenis van betaling wordt de belasting een kohierbelasting. Artikel 11 De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar op afgiftebewijs indienen tegen deze contantbelasting bij het college van burgemeester en schepenen.


Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding gestuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan. Artikel 12 Deze belasting zal definitief zijn indien geen bezwaren ingediend worden gedurende het onderzoek de commodo et incommodo. Artikel 13 Dit reglement heft elk voorgaande ten deze op. Artikel 14 Een afschrift van deze belastingverordening wordt toegezonden aan de gouverneur van de Provincie Antwerpen. Ter kennisgeving zal eveneens een afschrift worden toegezonden aan de OVAM, het Bestuur Milieuinspectie (LNE) en de intergemeentelijke vereniging voor duurzaam afvalbeheer regio Mechelen (IVAREM).

O.31.

Reglement houdende de toekenning van een toelage betreffende de belasting op het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Bart Verreth Voorgeschiedenis De raad besliste in zitting van 29 juni 2009 om een sociale toelage toe te kennen aan personen ingeschreven in de gemeente omwille van medische of sociale redenen, ziekte, invaliditeit, de aanwezigheid van zeer jonge kinderen of zorgbehoevende ouderen. Feiten en context De raad besliste om het reglement te evalueren na een periode van drie jaar na inwerkingtreding. Op basis van het voorstel van IVAREM kunnen gezinnen met gerechtigden op een verhoogde tegemoetkoming van de ziekteverzekering een vermindering krijgen van 24 euro per jaar en kunnen gezinnen met gezinsleden met medische problemen die leiden tot en hogere afvalproductie eveneens een vermindering van 24 euro krijgen mits voorleggen van de nodige attesten. Argumentatie Het nieuwe toelagereglement richt zich naar verscheidene categorieën van sociaal kwetsbare personen. Sociale correcties zullen voorkomen dat de zwakste schouders te zwaar belast zullen worden. Financiële weerslag

Actienummer Omschrijving actie 005.003.001.021 Sociale correcties inzameling huishoudelijke afvalstoffen



Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Onthouding Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Onthouding Nee Ja Onthouding Onthouding Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 7 stemmen tegen - 7 onthoudingen De gemeenteraad beslist om het reglement inzake de toekenning van een sociale toelage betreffende de belasting op het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen vast te stellen als volgt.

Artikel 1 1. Het jaarlijks toekennen van een premie van 24 euro aan de referentiepersoon van het gezin ingeschreven in de gemeente op waarvan ten minste 1 of meerdere gezinsleden, voldoen aan één van volgende voorwaarden: a. lijden aan incontinentie waarbij:


I. Hij/zij voldoet aan de medische voorwaarden met een score 3 of 4, voor het criterium Incontinentie, van het afhankelijkheidsrooster vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 2 juni 1998 tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor het incontinentiemateriaal. De toelage wordt toegekend op voorlegging van een attest van het ziekenfonds. II. Hij/zij ontvangt, voor de aankoop van incontinentiemateriaal, een tegemoetkoming van het Vlaams Agentschap voor personen met een handicap. (Voorheen Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een handicap, genoemd). De toelage wordt toegekend op voorlegging van de beslissing, van het Vlaams Agentschap voor personen met een handicap, tot betaling van incontinentiemateriaal. b. om een medische reden (vb. nierdialyse thuis, stomapatiënten, een huidziekte met blaarvorming en loslating opperhuid,…) andere dan bedoeld in artikel 1.a, dat extra afval veroorzaakt na voorlegging van een attest van de arts waarin bevestigd wordt dat betrokkene extra verzorgingsmateriaal gebruikt. 2. Het jaarlijks toekennen van een premie van 24 euro aan de referentiepersoon van het gezin ingeschreven in de gemeente waarvan ten minste 1 of meerdere gezinsleden op 1 januari van het betreffende dienstjaar genieten van de verhoogde tegemoetkoming van de zorgverzekering volgens de Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 - artikel 37

Artikel 2 De toelage bedoeld in artikel 1 zal toegekend worden als uit de bevolkingsgegevens blijkt hij/zij in het subsidiejaar op 1 januari in de gemeente woont en bij artikel 1 punt 1 na voorlegging van het attest (ziekenfond, Vlaams Agentschap of arts) bij het gemeentebestuur bij artikel 1 punt 2 volgens de gegevens die door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid werden verstrekt

Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014 en heft elk voorgaande ten deze op.

Artikel 4 De sociale betoelaging wordt in één deel uitbetaald. Het bedrag wordt op de DIFTAR-provisie rekening van de begunstigde overgemaakt.

Artikel 5


Deze beslissing zal ter kennis worden gebracht van de gouverneur via de overzichtslijst zoals bedoeld in art 252 van het gemeentedecreet betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten alsook aan IVAREM die belast is met de inning van de vaste kost

Artikel 6 Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de verdere uitvoering van deze beslissing. De financiële gevolgen zijn: Actienummer 005.003.001.021 Budgetsleutel 0300/64920100

O.32.

Omschrijving budgetsleutel Voorzien van middelen voor het betalen van sociale correcties diftar

MILIEU - Milieuvergunningen Belastingsreglement op de vergunningsinrichtingen. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Katrien De Wel

Bedrag Saldo krediet 81.504 Te voorzien in euro 2014

en

meldingplichtige

Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op de vergunnings- en meldingsplichtige inrichtingen werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2007 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om de tarieven aan te passen aan de gestegen levensduurte :

Inrichtingen 1ste klasse Tijdelijke inrichting 1 ste klasse Inrichting 2de klasse Tijdelijke inrichting 2de klasse Aktename van een overname Aktename van een verandering Wijziging van de voorwaarden Inrichting klasse 3 Juridische grond Gemeentedecreet

Huidig tarief 300 euro 125 euro 300 euro 120 euro 120 euro 120 euro 120 euro 150 euro

Nieuw tarief 345,00 euro 143,75 euro 345,00 euro 138,00 euro 138,00 euro 138,00 euro 138,00 euro 172,50 euro


Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien


Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend belastingsreglement goed te keuren: Belastingsreglement op de vergunnings- en meldingplichtige inrichtingen Artikel 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting gevestigd op de aanvragen tot het openen, exploiteren of veranderen van een door het VLAREM als vergunnings- of meldingsplichtig beschouwde inrichting in het kader van een handels-, nijverheids- of landbouwonderneming. Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de exploitant.


De belasting treft eveneens de aanvragen van exploitanten van de inrichting die voor de inwerkingtreding van het VLAREM niet vergunningsplichtig waren maar op het ogenblik van de inwerkingtreding van bedoelde reglementering reeds in bedrijf is gesteld en overeenkomstig de bepalingen ervan meldingsof vergunningsplichtig wordt. Artikel 3: De belasting bedraagt: A. voor de inrichting van 1° klasse conform artikel 5 van het VLAREM I en bijlage 1 van VLAREM I: voor nieuwe exploitatie, hernieuwing, verandering door wijziging, uitbreiding en/of toevoeging: 345,00 euro vermeerderd met de kostprijs van alle aangetekende zendingen in het kader van de aanvraag conform art.5 van VLAREM I. 143,75 euro.

de exploitatie voor een tijdelijke inrichting:

B. voor de inrichting van 2° klasse conform artikel 5 van het VLAREM I en bijlage 1 van VLAREM I: voor nieuwe exploitatie, hernieuwing, verandering door wijziging, uitbreiding en/of toevoeging conform artikel 1,7° van VLAREM I: 345,00 euro vermeerderd met de kostprijs van alle aangetekende zendingen in het kader van de aanvraag conform art.5 van VLAREM I. een exploitatieaanvraag voor een tijdelijke inrichting conform artikel 1, 8° van VLAREM I en ar tikel 15 MVD: 138,00 euro een akteneming conform artikel 42 van VLAREM I: 138,00 euro

van

een

overname

een verandering door aktename conform artikel 27 MVD en artikel 6 bis van VLAREM I: 138,00 euro een wijziging van voorwaarden conform artikel 45 van VLAREM I: 138,00 euro C. voor de inrichting van 3° klasse (VLAREM): 172,5 0 euro Indien een onderneming wordt geopend derwijze dat daarop gelijktijdig meer dan één indelingsrubriek van het VLAREM van toepassing is dan is enkel de belasting voor de hoogste klasse van hinderlijkheid verschuldigd. Artikel 4: De belasting moet contant worden betaald, op het ogenblik van de aanvraag. Bij gebrek aan contante betaling of indien deze niet gelijk is aan de reële belastingschuld, berekend op basis van de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, zal van ambtswege worden overgegaan tot inkohiering, respectievelijk terugbetaling van het verschil.


Artikel 5: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Artikel 6: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.33.

VERKEER - Allerlei Belastingreglement op het tijdelijk afzetten of innemen van de openbare wegenis ter gelegenheid van bouwen of verbouwen. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Steven De Preter Voorgeschiedenis Het huidige belastingreglement op het tijdelijk afzetten of innemen van de openbare wegenis ter gelegenheid van bouwen of verbouwen werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 oktober 2010 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente en met de mogelijke overlast van dergelijke innames op het openbaar domein is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. Juridische grond Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 42. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, herhaaldelijk gewijzigd. Adviezen Cel mobiliteit: Tarief kan behouden worden. Voorstel is wel om het maximumtarief van 200€ dat voorzien is bij het afsluiten van een straat te schrappen. Argumentatie Gezien deze belasting bijdraagt aan de vlotte mobiliteit op het openbaar domein is het aangewezen het belastingreglement te hernieuwen als volgt: Art. 2 huidig: a) De belasting bedraagt 0,50 euro per vierkante meter en per kalenderdag zolang de inname van de oppervlakte van het openbaar domein blijft bestaan. b) De minimumbelasting bedraagt 10 euro. c) Wanneer een straat wordt afgesloten, dient de aanvrager voor de 1e dag van afsluiting een belasting van 50 € te betalen. Per volgende dag wordt een surplus van 25 € gerekend, met plafond tot 200 €. De aanvraag voor het


afsluiten van een straat dient, of schriftelijk, of mondeling, minimum 7 dagen op voorhand te gebeuren. Voorgesteld wordt om het tarief van 0,50 € per vierkante meter per dag te behouden. Ook de minimumaanslag van 10 € kan behouden worden. Wanneer het minimumbedrag zou vermeerderen, is er een reële mogelijkheid dat er geen vergunning meer zou worden aangevraagd voor die innames die 1 of 2 dagen duren. Wel wordt voorgesteld om het maximumtarief van 200 € voor het afsluiten van de straat niet te behouden. Het voorstel is hier om een kost van 50 € aan te rekenen voor de eerste dag van afsluiting en per volgende dag 25 €, zonder maximum. Op deze manier wordt de aanvrager aangemoedigd om het afsluiten van een straat te beperken in de tijd. Met het huidige maximumtarief kan men voor dezelfde kost een straat meer dan 1 week afsluiten. Art.2 voorstel: a) De belasting bedraagt 0,50 euro per vierkante meter en per kalenderdag zolang de inname van de oppervlakte van het openbaar domein blijft bestaan. Een begonnen vierkante meter wordt aanzien als een volledige vierkante meter. Een begonnen kalenderdag wordt aanzien als een volledige kalenderdag. b) De minimumbelasting bedraagt 10 euro. c) Wanneer een straat wordt afgesloten, dient de aanvrager voor de 1e dag van afsluiting een belasting van 50 € te betalen. Per volgende dag wordt een surplus van 25 € gerekend. Art. 6 huidig: Zijn van de belasting vrijgesteld: de schutsels, stellingen, werkketen, containers, bouwmaterialen, werktuigen en alle voertuigen ten behoeve van het bouwen of verbouwen: 1) in geval de bouwen/of verbouwingswerken worden uitgevoerd voor rekening van openbare besturen; 2) geplaatst ter gelegenheid van werken uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of van haar plaatselijke bouwmaatschappijen; 3) geplaatst door nutsmaatschappijen. Om voor de vrijstelling in aanmerking te komen, dient de uitvoerder voorafgaandelijk aan de werfinrichting een plan ter goedkeuring voor te leggen aan de stad. Deze vrijstelling geldt niet voor het bekomen van de toelating op zich. Voorstel is om in het reglement een vrijstelling van betaling te voorzien wanneer het openbaar domein gebruikt wordt voor woningen die hersteld dienen te worden ten gevolge van een natuurramp of brand. Art. 6 voorstel: Zijn van de belasting vrijgesteld: de schutsels, stellingen, werkketen, containers, bouwmaterialen, werktuigen en alle voertuigen ten behoeve van het bouwen of verbouwen: 1) in geval de bouwen/of verbouwingswerken worden uitgevoerd voor rekening van openbare besturen;


2) geplaatst ter gelegenheid van werken uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of van haar plaatselijke bouwmaatschappijen; 3) geplaatst door nutsmaatschappijen; 4) wanneer het openbaar domein in gebruik wordt genomen voor het herstellen van gebouwen n.a.v. een erkende natuurramp of een brand. Om voor de vrijstelling in aanmerking te komen, dient de uitvoerder voorafgaandelijk aan de werfinrichting een plan ter goedkeuring voor te leggen aan de stad. Deze vrijstelling geldt niet voor het bekomen van de toelating op zich. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Onthouding Onthouding Onthouding Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 6 onthoudingen De gemeenteraad beslist het volgende reglement goed te keuren. Art 1 : Voor een termijn ingaande vanaf 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op het tijdelijk innemen van het openbaar domein door het plaatsen van


schutsels, stellingen, werkketen, containers, bouwmaterialen, werktuigen en voertuigen ter gelegenheid van bouwen of verbouwen (inclusief schilderwerken en/of gevelreiniging) van onroerende goederen. Art 2 : De belasting bedraagt 0,50 euro per vierkante meter en per kalenderdag zolang de inname van de oppervlakte van het openbaar domein blijft bestaan. Een begonnen vierkante meter wordt aanzien als een volledige vierkante meter. Een begonnen kalenderdag wordt eveneens aanzien als een volledige kalenderdag. De minimumaanslag bedraagt evenwel 10 euro. Wanneer een straat wordt afgesloten, dient de aanvrager voor de 1e dag van afsluiting een bijkomende belasting van 50 € te betalen. Per volgende kalenderdag bedraagt de bijkomende belasting 25 €. Art 3 : Alvorens tot de inname mag overgegaan worden, dient hiervoor de toelating verkregen bij het gemeentebestuur. Art 4 : De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het openbaar domein in gebruik neemt. De opdrachtgever voor wiens rekening het werk wordt uitgevoerd is medeverantwoordelijk voor de volledige betaling van de belasting. Art. 5: Indien de inname van het openbaar domein vroeger eindigt dan werd medegedeeld of wanneer de gevraagde inname niet meer gewenst is, dient de aanvrager de stadsdiensten hiervan minimum 1 werkdag voor de stopzetting van de inname in kennis te stellen, zodat nazicht mogelijk is. Enkel in die gevallen kan de belasting geheel of gedeeltelijk terugbetaald worden en dit in verhouding met het aantal dagen effectieve inname. Art 6 : Worden van de belasting vrijgesteld: 1) in geval de bouwen verbouwingswerken worden uitgevoerd voor rekening van openbare besturen; 2) geplaatst ter gelegenheid van werken uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of van haar plaatselijke bouwmaatschappijen; 3) geplaatst door nutsmaatschappijen; 4) wanneer het openbaar domein in gebruik wordt genomen voor het herstellen van gebouwen n.a.v. een natuurramp of een brand. Om voor de vrijstelling in aanmerking te komen, dient de uitvoerder voorafgaandelijk aan de werfinrichting een plan ter goedkeuring voor te leggen aan de stad. Deze vrijstelling geldt niet voor het bekomen van de toelating op zich.

Art. 7:


Op het ogenblik van de aanvraag van de inname wordt het bedrag van de belasting contant in bewaring gegeven in handen van de financieel beheerder of zijn afgevaardigde, tegen afgifte van ontvangstbewijs. Op het moment van de inname wordt het in bewaring gegeven bedrag van ambtswege als een verworven contantbelasting geboekt. Bij gebrek aan een contantbelasting of indien het in bewaring gegeven bedrag niet in overeenstemming is met de reële belastingschuld, zal van ambstwege tot inkohiering van de gehele of gedeelte belasting worden overgegaan. De periode van niet- aangifte of onjuiste aangifte, dienende tot het berekenen van de aanslag, wordt ambtshalve vastgesteld op verslag van een beëdigde aangestelde van de stad. Art. 8: Indien de inname van het openbaar domein plaats vindt op parkeerplaatsen waar het regime van betalend parkeren geldt of van de blauwe zone geldt, is de aanvrager vrijgesteld van het nemen van een parkeerticket of het plaatsen van een parkeerschijf zolang men beschikt over een toelating inname openbaar domein. Art. 9: De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd. Art. 10: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.34.

WOONBELEID - wonen Belastingsreglement leegstaande gebouwen GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Sam Lievens

en

woningen.

Voorgeschiedenis Het huidige belastingsreglement op leegstaande woningen en gebouwen werd goedgekeurd door de Gemeenteraad in zitting van 28 november 2011 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Op 18 maart 2009 is het nieuw decreet Grond- en Pandenbeleid goedgekeurd. Dit decreet moet met name betaalbaar wonen beter mogelijk maken. Het decreet verlangt onder meer dat de lokale besturen aantoonbare initiatieven nemen om het aanbod aan sociale huur-, koopwoningen en


sociale kavels te verhogen, onder meer door de eigen gronden daarvoor te gebruiken en het – in bepaalde gevallen – verplicht opleggen van sociale lasten (cfr. Bindend sociaal objectief). Het decreet verplicht tevens elke gemeente om een register van leegstaande gebouwen en woningen (zgn. leegstandsregister) bij te houden (art. 2.2.6). Situatie voor 01/01/10 Heffingsdecreet van 22/12/1995 (HD) – Gewestelijke heffing op leegstand, verwaarlozing en Ongeschikt/Onbewoonbaar – Beheer door Vlaams Gewest of gemeente (Lier was als één van de weinige gemeenten inventarisbeheerder) – Gemeente kan opcentiemen heffen Leegstand: heffing Slechts betalen na drie jaar op inventaris bedrag KI met een minimum van 990 € + 150 opcentiemen Situatie vanaf 01/01/2010 Grond en pandendecreet in werking vanaf 01/09/2009: Artikel 2.2.6. verplicht de gemeenten om een leegstandsregister op te maken vanaf 01/01/2010. Een monitoringinstrument om lokale activeringsmogelijkheden in kaart te brengen Jaarlijks het register overmaken aan Wonen-Vlaanderen en dit uiterlijk op 30/04. Voor 2010 is er een overgangsmaatregel voorzien: 31/08. Wat is verplicht? Opmaak gemeentelijk reglement - Verwijzing naar GPD, art 2.2.6, 2.2.7 en 2.2.8 - Opsomming indicaties van leegstand. Zie besluit Vlaamse Regering waar een niet limitatieve lijst opgenomen is - Gemeente kan eigen indicaties toevoegen. Dit kan gecombineerd worden met heffingsreglement Twee inventarislijsten Inventaris leegstaande woningen Inventaris leegstaande gebouwen Situatie vanaf 28/06/2010 Een eerste belastingsreglement werd goedgekeurd op 28 juni 2010. De bestaande dossiers werden overgezet op de gemeentelijke inventaris. Voor het beheer werd een softwarepakket aangekocht. De belastingplichtigen kregen in 2010 een heffing toegestuurd. Een vernieuwd belastingsreglement werd goedgekeurd op 28 november 2011 omdat enkele noodzakelijke wijzigingen zich opdrongen. Een gefaseerde aanpak werd uitgewerkt en de binnenstad werd volledig gescreend in 2012. Er werden een 40-tal nieuwe dossiers geïnventariseerd.


2014-2019 De cel wonen adviseert volgende wijzigingen met het huidige reglement: Art 1 Definities Toevoeging: Integratiedecreet: decreet van 1/08/2013 houdende de wijziging van diverse decreten betreffende woonkwaliteitsbewaking. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen :een aangetekend schrijven, een afgifte tegen ontvangstbewijs of elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld. Wijziging: Kamer: Oud: een woning waarin één of meer van volgende voorzieningen ontbreken: wc, bad, douche, kookgelegenheid en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt. Nieuw: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt. Art 2 Belastbare grondslag Toevoeging: Art 2 §4. Bij overdracht van het zakelijk recht op het gebouw of de woning wordt het aantal termijnen van 12 maanden tot nul herleid. Wijziging: Oud: De belasting is ineens voor 12 maanden verschuldigd. Nieuw: Dus de belasting is de eerste maal verschuldigd na een periode van 6 maanden en vanaf de 2de maal na een periode van 12 maanden. Art 3 Belastingsplichtige Geen wijzigingen Art 4 Vaststelling leegstand Schrapping: Art 4 §4. Het vermoeden van het gebruik van een woonentiteit als domiciliewoning (zal worden doorgegeven vanuit de cel wonen aan de cel bevolking voor opvolging aldaar)


Toevoeging: Art 4 §7. Alternatieve verblijfsvormen erkend door hun bevoegde overheid zoals rust-en verzorgingstehuizen, internaten, asielcentra en gevangenissen zijn niet onderhevig aan de stedelijke leegstandsregelgeving. Art 5 Bedrag van de heffing Geen wijzigingen Art 6 Vrijstellingen Schrapping: Art 6 §12 Vrijstelling voor gebouwen met handelsfunctie die op het gelijkvloers een economische activiteit uitoefenen en waar geen afzonderlijke toegang voorzien is. (Deze vrijstelling is in onbruik geraakt en problematiek zal met andere verordeningen opgelost worden) Art 7 Invordering Geen wijzigingen Art 8 Betalingstermijn Geen wijzigingen Art 9 Bezwaarschriften Toevoeging: Er zal ook bezwaar kunnen ingediend worden tegen de weigering van toekenning van een vrijstellingsaanvraag. Adviezen Positief advies cel wonen Juridische grond Het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteitsnormen- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, hierna Kamerdecreet genoemd, met latere wijzigingen; Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, met latere wijzigingen; Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, met latere wijzigingen; Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het gronden pandenbeleid, hierna Decreet gronden pandenbeleid genoemd, met latere wijzigingen; Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen;


De beslissing van de gemeenteraad van 19 mei 2008 waarin de gemeente besloot om toe te treden tot het lokaal pact met de Vlaamse regering zoals dat door de Vlaamse regering definitief werd uitgetekend bij beslissing van 1 februari 2008. In dit pact verbond de gemeente zich tot het invoeren van een leegstandsbelasting ter vervanging van de Vlaamse leegstandsheffing Argumentatie Het advies van de cel wonen kan gevolgd worden, het hierna vermelde belastingsreglement voor leegstaande woningen en gebouwen kan in zijn geheel goedgekeurd worden en doorgestuurd worden naar de Gemeenteraad. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Onthouding Onthouding Onthouding Onthouding Onthouding Ja Ja Ja Onthouding Onthouding Onthouding Onthouding Onthouding Ja Onthouding Onthouding Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding


Besluit : Met 17 stemmen voor - 13 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist onderstaand belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen in zijn geheel goed te keuren.

Gemeentebelasting op leegstaande gebouwen en woningen: versie 20142019 Artikel 1 definities De definities hieronder zijn overgenomen uit de geldende regelgeving, meer bepaald uit het gronden pandendecreet d.d. 27/03/2009 en uit het besluit houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister d.d. 10/07/2009. De definities gelden voorzover zij overeenstemmen met de laatste versie van de betreffende wetgeving. Op 01/09/2013 zijn de definities als volgt. Grond- en pandendecreet: decreet van 27/03/2009 betreffende het gronden pandenbeleid en latere wijzigingen. Besluit houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister: besluit van de Vlaamse regering van 10/07/2009 houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister en houdende wijzingen van het besluit van de Vlaamse regering van 2/04/1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen en/of kamers en latere wijzigingen. Kamerdecreet: decreet van 04/02/1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers Integratiedecreet: decreet van 1/08/2013 houdende de wijziging van diverse decreten betreffende woonkwaliteitsbewaking. Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande met inbegrip van kamers. Het begrip "woning" wordt gebruikt als koepelbegrip voor zowel zelfstandige als niet-zelfstandige woningen (= kamers). Kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt. Studentenkamer: elke individuele kamer in een studentenhuis of studentengemeenschapshuis. Gebouw: elk bebouwd onroerend goed dat zowel hoofdgebouw als deelgebouwen bevat dat niet beantwoordt aan de definitie van de woning en niet valt onder het decreet van 19/04/1995 en latere wijzigingen houdende


maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. Leegstaande woning: een woning wordt beschouwd als leegstaand indien de woning gedurende ten minste 12 opeenvolgende maanden niet effectief wordt gebruikt in overeenstemming met hetzij de woonfunctie, hetzij elke andere door de Vlaamse regering omschreven functie die een effectief en niet occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt. Leegstaand gebouw: een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van tenminste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of een gedeelte daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen, milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28/06/1985 betreffende de milieuvergunning en latere wijziging. Bij een gebouw waarvan geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand zoals dat blijkt uit aangifte, akten of bescheiden. Renovatienota: een nota die bestaat uit de volgende bewijsstukken: een gedetailleerd overzicht van welke niet stedenbouwkundig vergunningsplichtige werken worden uitgevoerd, Een gedetailleerd tijdsschema waarin de fasering van de werken wordt toegelicht, Een gedetailleerd bestek van een geregistreerde aannemer of van de belastingplichtige indien hij de werken zelf zal uitvoeren, Een fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen en, Indien van toepassing: een akkoord van de mede-eigenaars. Zakelijk gerechtigde: de houder van een van volgende zakelijke rechten: - de volle eigendom - het recht van opstal of van erfpacht; - het vruchtgebruik - de naakte eigenaar Eerste inventarisatiedatum: de datum waarop de woning en/of gebouw voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt opgenomen. Sociale woonorganisatie: de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, de erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, de erkende sociale verhuurkantoren vermeld in het decreet van 15/7/1997 houdende de Vlaamse Wooncode en het Vlaams Woningfonds. beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: een aangetekend schrijven, een afgifte tegen ontvangstbewijs of elke andere


door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld. Artikel 2 Belastbare grondslag § 1. Voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 wordt een belasting gevestigd op woningen en gebouwen die zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandregister. § 2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende zes opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Dus de belasting is de eerste maal verschuldigd na een periode van 6 maanden en vanaf de 2de maal na een periode van 12 maanden. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. De schrapping gebeurt volgens artikel 2.2.8 van het gronden pandendecreet. §3. De procedure opname in de inventaris en indiening bezwaar is geregeld in het besluit houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister en artikel 2.2.6 en 2.2.7 van het decreet gronden pandenbeleid §4. Bij overdracht van het zakelijk recht op het gebouw of de woning wordt het aantal termijnen van 12 maanden tot nul herleid. Artikel 3 Belastingplichtige § 1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. § 2. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden in onverdeeldheid zijn, wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd. De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de leden van de onverdeeldheid. § 3. Degene die een zakelijk recht overdraagt, moet de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van het zakelijk recht via en beveiligde zending in kennis stellen van de opname van de woning en/of het gebouw op de inventaris. Deze kennisgeving kan vervangen worden door een vermelding in de notariële akte. §4. Degene die het zakelijk recht overdraagt, is tevens verplicht binnen de maand na het verlijden van de notariële akte per beveiligde zending aan het college mee te delen: naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel, datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw


§5. Bij ontstentenis van de kennisgeving uit art 3 §4. blijft de overdrager van het zakelijk recht beschouwd als belastingplichtige voor de volgende heffingen die na de overdracht van het zakelijk recht worden geheven en dit tot op het moment dat de overdracht door de overdrager wordt gemeld aan het college van burgemeester en schepenen. Artikel 4 Vaststelling leegstand §1. De stadsadministratie stelt een inventaris leegstand op, op basis van twee afzonderlijke lijsten: -

een lijst met leegstaande gebouwen een lijst met leegstaande woningen

§2. De stadsadministratie is bevoegd om de leegstand van een woning en / of gebouw op te sporen en in een administratieve akte vast te stellen overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet gronden pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. §3. Onverminderd de toepassing van art. 6 van het wetboek van strafvordering en overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, hebben de ambtenaren toegang tot de gebouwen en/of woningen om alle voor de inventarisatie noodzakelijke opsporingen en vaststellingen te verrichten wanneer het vermoeden bestaat dat een gebouw en/of woning leegstaat. §4. Het vermoeden van leegstand van de geheel leegstaande woning, de geheel of gedeeltelijk leegstaande gebouwen als de geheel leegstaande woningen en/of kamers in gebouwen kan mede gebeuren op basis van minstens twee of meerdere van onderstaande indicaties: het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning De onmogelijkheid om het gebouw normaal te betreden, bv. door een geblokkeerde ingang, … Het aanbieden als “te huur” of “te koop” Het ontbreken van aansluitingen voor nutsvoorzieningen of het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan uitgesloten worden tenzij de houder van het zakelijk recht hiervoor een verantwoording kan geven gesteund op zijn toestand. De vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het wetboek van de inkomstenbelasting van 1992. Sporen die wijzen op langdurig niet-gebruik, zoals een uitpuilende brievenbus, geblindeerde ramen, afval of onkruid, … Bestuurlijk verslag van de wijkagent Getuigenissen van omwonenden Proces-verbaal van de GAS-ambtenaar Andere indicaties die ter plaatse kunnen worden vastgesteld zoals opgesomd in het verslag dat bij de akte wordt gevoegd.


§5. Een ander gebruik van een woning dan effectieve bewoning wordt niet aanvaard als zijnde gebruik van de woning, tenzij het gaat om een door de Vlaamse regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt, overeenkomstig de bepalingen in het artikel 2.2.6 § 3 van het decreet gronden- en pandenbeleid. §6. De procedures betreffende: opmaak van het leegstandsregister kennisgeving tot opname in het leegstandsregister beroep tegen opname effectieve opname in het leegstandregister schrapping uit het leegstandsregister staan beschreven in artikel 2.2.6, 2.2.7 en 2.2.8 van het decreet Grond- en pandenbeleid en Hoofdstuk 2, 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 10/07/2009 houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister. §7. Alternatieve verblijfsvormen erkend door hun bevoegde overheid zoals rust-en verzorgingstehuizen, internaten, asielcentra en gevangenissen zijn niet onderhevig aan de stedelijke leegstandsregelgeving. Artikel 5 Bedrag van de heffing §1. De belasting bedraagt: - 2.500 euro voor een volledig gebouw of woning - 750 euro voor individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in het kamerdecreet §2. De belasting wordt vermeerderd met 100% per bijkomende termijn van 12 maanden dat het gebouw of de woning op het leegstandsregister staat, met een maximale vermeerdering van 400%. §3. Bij overdracht van het zakelijk recht op het gebouw of de woning wordt het aantal termijnen van 12 maanden tot nul herleid. Artikel 6 Vrijstellingen Enkel de in dit reglement opgenomen vrijstellingen worden toegepast. § 1. Vrijstelling voor verblijf in een instelling. Van de leegstandsheffing wordt vrijgesteld: de belastingplichtige die als natuurlijk persoon de laatste bewoner is van de leegstaande woning én die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling. Het bewijs hiervan wordt afgeleverd door de ouderenvoorziening of psychiatrische instelling. Deze vrijstelling geldt voor een periode van 4 jaar vanaf inventarisatiedatum. § 2. Vrijstelling voor handelingsonbekwame. Van de leegstandsheffing wordt vrijgesteld: de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke


beslissing. Het bewijs hiervan wordt geleverd door het voorleggen van de betreffende gerechtelijke uitspraak. Deze vrijstelling geldt voor een periode van 2 jaar vanaf inventarisatiedatum van de woning en/of het gebouw. § 3. Vrijstelling voor nieuwe zakelijk gerechtigde. Van de leegstandsheffing wordt vrijgesteld: de belastingplichtige die sinds minder dan twee jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning. Deze vrijstelling geldt tot twee jaar na de datum van het verlijden van de notariële akte van overdracht van het zakelijke recht. Deze vrijstelling geldt echter niet bij overdracht aan vennootschappen of natuurlijke personen waarin de vroegere of nieuwe houder van het zakelijk recht participeert, rechtsreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10% van het aandeelhouderschap. §4. Vrijstelling wegens indienen van een volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning. 1.De belastingplichtige legt een schriftelijke bevestiging van een volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor afgeleverd door de bevoegde stedelijke dienst. 2. De vrijstelling eindigt op het moment dat er een beslissing is omtrent de aanvraag. 3. Als de vergunningsaanvraag niet wordt goedgekeurd, vervalt de vrijstelling en moet de houder van het zakelijk recht alsnog de heffing betalen. 4. Als de vergunningsaanvraag wordt goedgekeurd, kan de belastingplichtige aansluitend de vrijstelling zoals beschreven in artikel 6 §5 aanvragen. § 5. Vrijstelling voor renovatie. 1. Er wordt in een periode van 10 jaar aan de belastingplichtige éénmaal een vrijstelling van maximaal 3 jaar gegeven voor de renovatie van de woning en/of het gebouw, waarbij de problematische situatie ten gronde wordt aangepakt. 2. De geplande renovatiewerken dienen aangetoond te worden aan de hand van ofwel een niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning voor vergunningsplichtige werken, ofwel een renovatienota voor niet vergunningsplichtige werken. De stedenbouwkundige vergunning moet aangevuld worden met een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de werken wordt toegelicht. Uit deze documenten moet duidelijk blijken dat de problematische situatie ten gronde zal worden aangepakt. 3. De vrijstelling wordt verleend op voorwaarde dat de werken ook effectief worden uitgevoerd. Daarom wordt de vrijstelling verleend in schijven van één jaar.


4. De eerste schijf gaat in op datum van ontvangst op de administratie van ofwel de stedenbouwkundige vergunning en het gedetailleerd tijdschema, ofwel de volledige renovatienota. 5. De aanvraag van de tweede en de derde schijf moet gebeuren via een schriftelijke en gemotiveerde vraag aan de administratie. In deze gemotiveerde vraag wordt onder andere een gedetailleerde stand van zaken van de werken opgenomen. Deze stand van zaken wordt onder andere aangetoond aan de hand van foto’s. 6. De aanvraag voor de tweede schijf moet ingediend worden uiterlijk een maand voor de eerste schijf verstrijkt. Om voor de tweede schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken gestart zijn. De toekenning van de tweede schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek aan de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken nog niet zijn gestart, dan wordt de tweede schijf geweigerd. 7. De aanvraag van de derde schijf moet ingediend worden uiterlijk één maand voor de tweede schijf verstrijkt. Om voor een derde schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken uitgevoerd worden zoals gepland in de renovatienota of het gedetailleerd tijdschema. De toekenning van de derde schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken niet uitgevoerd worden zoals gepland in de renovatienota of in het gedetailleerd tijdschema, dan wordt de toekenning van de derde schijf geweigerd. 8. Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot de woning en/of het gebouw, dan wordt de toekenning van een tweede of derde schijf automatisch geweigerd.

§ 6. Vrijstelling wegens vernieling of beschadiging door een plotse ramp. De woning en/of het gebouw is vernield of beschadigd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging. Een ramp is een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade zo groot is dat het normaal gebruik onmogelijk is, bv. brand, ontploffing, verzakking, overstroming, storm, …. § 7. Vrijstelling wegens verzegeling of expertise. De woning en/of het gebouw kan onmogelijk daadwerkelijk gebruikt worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure met dien verstande dat deze vrijstelling geldt van het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot 2 jaar na het einde van die onmogelijkheid.


§ 8. Vrijstelling inzake renovatieovereenkomst in het kader van de Vlaamse Wooncode. De woning en/of het gebouw voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18 § 2 van de Vlaamse Wooncode. § 9. Vrijstelling inzake sociaal beheersrecht in het kader van de Vlaamse Wooncode. De woning en/of het gebouw voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW, autonoom gemeentebedrijf of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode. § 10. Vrijstelling bij verhuur aan een erkend sociaal verhuurkantoor. De woning wordt verhuurd aan een erkend sociaal verhuurkantoor waarbij de datum van ondertekening van het huurcontract valt voor de houder van het zakelijk recht belastingplichtig wordt. Het huurcontract loopt voor 9 jaar en mag de eerste drie jaar niet opgezegd worden door de verhuurder. § 11. Vrijstelling voor woningen en/of gebouwen binnen een onteigeningsplan Er wordt een vrijstelling verleend indien de woning en/of het gebouw gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd voorlopig of definitief onteigeningsplan. § 12. Vrijstelling voor sociale huisvestingmaatschappij, het OCMW, de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf. Er wordt een vrijstelling van 3 jaar verleend aan de sociale huisvestingsmaatschappij, het OCMW, de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf op voorwaarde dat ze kunnen aantonen dat ze ofwel: - een woonproject hebben aangemeld bij de VMSW - een volledig renovatiedossier en/of aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor renovatiewerken hebben ingediend bij de bevoegde overheid. - een attest van de cel Erfgoed kunnen voorleggen waaruit blijkt dat er een haalbaarheidsonderzoek loopt voor een renovatieproject Deze vrijstelling geldt voor een periode van 3 jaar en gaat in op datum van ontvangst van de bewijsstukken. Indien na 3 jaar de procedure nog niet werd afgerond, kan men een verlenging aanvragen voor de periode van een jaar. De aanvraag wordt ingediend uiterlijk één maand voor het verstrijken van de 3-jarige periode en dient vergezeld te zijn van een verklaring van de bevoegde overheid. Deze periode kan telkens verlengd worden met een jaar. Aansluitend kan de belastingplichtige, indien van toepassing vrijstelling §4. of §5. aanvragen. § 13. Vrijstelling voor woningen en/of gebouwen erkend als monument Deze vrijstelling geldt indien de zakelijk gerechtigde een attest voorlegt van de cel Erfgoed waaruit blijkt dat ofwel een restauratiepremiedossier werd aangevraagd voor de renovatie van een woning en/of gebouw dat beschermd is als monument krachtens het decreet tot bescherming van


monumenten en stads- en dorpsgezichten ofwel waaruit blijkt dat er een haalbaarheidsonderzoek loopt voor een renovatieproject. De vrijstelling geldt tot de goedkeuring van de premie of het renovatieproject. Aansluitend kan de belastingplichtige, indien van toepassing, vrijstelling §4. of §5. aanvragen. § 14. Aanvraag vrijstelling De vrijstelling van belasting wordt schriftelijk aangevraagd. De vrijstelling gaat in vanaf de belasting de eerste keer verschuldigd is, zoals bepaald in artikel 2. Artikel 7 Invordering De kohieren worden door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard, uiterlijk op de laatste dag van elk kwartaal, volgend op de eerste inventarisatie of het verstrijken van een periode van 12 opeenvolgende maanden nadat de belasting verschuldigd is. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt. Artikel 8 Betalingstermijn De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 9 Bezwaarschriften De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting of bij weigering van aangevraagde vrijstelling bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. Het bezwaarschrift kan ook worden ingediend via het e-loket www.lier.be binnen de termijn en onder de voorwaarden vermeld in het voorgaande lid. Art 2 : Kopieën: Aantal Bestemmeling 4 Financiële dienst, administratief -juridische dienst, Wonen-Antwerpen, Toezichthouder

O.35.

BZ - Dienstaangelegenheden Retributiereglement op huwelijksplechtigheden. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Joke Verelst Voorgeschiedenis


Het huidig retributiereglement op huwelijksplechtigheden werd op 20/10/2008 goedgekeurd door de gemeenteraad en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Een aantal wijzigingen aan het bestaande retributiereglement op de huwelijksplechtigheden, goedgekeurd in de gemeenteraad van oktober 2008, zijn nodig en worden hierna artikelsgewijs besproken. Het huidige artikel 1 luidt als volgt: Art. 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2009 en eindigend op 31 december 2013, wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op huwelijksplechtigheden: 45,00 EUR voor een huwelijk op vrijdag 135,00 EUR voor een huwelijk op zaterdag Reden van wijziging: Het is aangewezen om de retributies op de huwelijksplechtigheden aan te passen aan de gestegen levensduurte. Volgende retributies worden voorgesteld: huwelijksplechtigheid op vrijdag: 51,75 EUR, huwelijksplechtigheid op zaterdag: 155,25 EUR. Daarnaast dient er opgenomen te worden in het reglement dat wanneer een uitzondering wordt gevraagd op de dagen en uren, een retributie is verschuldigd van 250 EUR.

Het nieuwe artikel 1 luidt als volgt: Art. 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op huwelijksplechtigheden: 51,75 EUR voor een huwelijk op vrijdag 155,25 EUR voor een huwelijk op zaterdag 250,00 EUR voor een huwelijk waarvoor een afwijking door het college van burgemeester en schepenen is goedgekeurd voor wat betreft dag en uur zoals vastgesteld in het geldende reglement huwelijksplechtigheden. Deze bedragen worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Het huidige artikel 2 luidt als volgt: Art. 2: De retributie is verschuldigd door de persoon, die een huwelijksaangifte doet en dient betaald te worden alvorens het huwelijk wordt voltrokken. Reden van wijziging:


Het is aangewezen duidelijk te vermelden dat de retributie dient betaald te worden bij de huwelijksaangifte. Het nieuwe artikel 2 luidt als volgt: Art. 2: De retributie is verschuldigd door de persoon, die een huwelijksaangifte doet en dient betaald te worden bij de huwelijksaangifte. Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag ingevorderd worden conform artikel 94 van het gemeentedecreet. Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien


Besluit : Met 16 stemmen voor - 13 stemmen tegen - 1 onthouding Artikel 1 : De gemeenteraad beslist het hierna vermelde retributiereglement op huwelijksplechtigheden goed te keuren.


Retributiereglement op huwelijksplechtigheden: Art. 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op huwelijksplechtigheden: 51,75 EUR voor een huwelijk op vrijdag 155,25 EUR voor een huwelijk op zaterdag 250,00 EUR voor een huwelijk waarvoor een afwijking door het college van burgemeester en schepenen is goedgekeurd voor wat betreft dag en uur zoals vastgesteld in het geldende reglement huwelijksplechtigheden.

Art. 2: De tarieven vermeld in artikel 1 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij I R = tarief zoals vastgesteld in artikel 1 I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004) Art. 3: De retributie is verschuldigd door de persoon, die een huwelijksaangifte doet en dient betaald te worden bij de huwelijksaangifte. Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag ingevorderd worden conform artikel 94 van het gemeentedecreet. Art. 4: Een afschrift van dit besluit aan de toezichthoudende overheid over te maken. Het reglement zal afgekondigd en bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.36.

Retributiereglement op begraafplaatsen GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Joke Verelst

en

afscheidscentrum.

Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement op begraafplaatsen en afscheidscentrum werd op 26/11/2012 goedgekeurd door de gemeenteraad en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019.


Een aantal wijzigingen aan het bestaande retributiereglement op de begraafplaatsen en het afscheidscentrum Kloosterheide, goedgekeurd in de gemeenteraad van november 2012, zijn nodig en worden hierna artikelsgewijs besproken. Het huidige artikel 1 luidt als volgt: “Artikel 1: De retributies op de concessies op de stedelijke begraafplaatsen worden als volgt vastgelegd: voor een concessie van 25 jaar: 500 EUR – per graf of per nis voor een concessie van 50 jaar: 1.000 EUR – per graf of per nis voor een hernieuwing van 10 jaar: 300 EUR – per graf of per nis voor een hernieuwing van 25 jaar in de zin van art.7 van het stedelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen: het tarief wordt proportioneel berekend volgens de formule: X/25 x 500 EUR – waarbij X het aantal jaren omvat die de vervaldatum van de lopende concessie overschrijden. Voor een hernieuwing van 50 jaar in de zin van art. 7 van het stedelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen: het tarief wordt proportioneel berekend volgens de formule: X/50 x 1000 EUR – waarbij X het aantal jaren omvat die de vervaldatum van de lopende concessie overschrijden. b. voor een hernieuwing van 2 jaar in de zin van art. 9 en 9 bis van het stedelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen: 60 EUR” Reden van wijziging: Gezien de begraafplaats Kloosterheide wordt omgevormd in het kader van pesticidenreductie, goedgekeurd in het college van 1 juli 2013, is in artikel 24 § 4 van het politiereglement op de begraafplaatsen opgenomen dat het niet toegelaten is om een kuil te maken voor het graf voor het plaatsen van een bloempot met Allerheiligen. Wegens uniformiteit zal de Stad bloempothouders te koop aanbieden. Het college dient hiervoor een bedrag te bepalen in het huidige reglement. Voorstel is 5 euro per houder. Er kunnen vb. 3000 houders aangekocht worden. Dit geeft 15 000 euro aan inkomsten voor de stad onder aftrek van de nog te bepalen aankoopprijs. De aankoop van de houders kan gebeuren via de centrale aankoopdienst van de stad. Het is aangewezen om artikel 1 uit te breiden zodat de retributie voor de bloempothouder wordt vermeld. Gezien de retributies op de concessies bij gemeenteraadsbesluit van 19 september 2011 aangepast zijn en de tarieven toen verdubbeld zijn, is het aangewezen om de concessies nu niet te verhogen. Een jaarlijkse indexering van de concessies is evenmin aangewezen gezien een concessie 1 jaar op voorhand kan vernieuwd worden. De hernieuwing gaat echter in op het ogenblik dat de concessie vervalt. Dit kan voor onduidelijkheden zorgen en daarom wordt voorgesteld om geen jaarlijkse indexering te doen. Het nieuwe artikel luidt als volgt: Artikel 2: De retributies op de concessies op de stedelijke begraafplaatsen worden als volgt vastgelegd: voor een concessie van 25 jaar: 500 EUR – per graf of per nis voor een concessie van 50 jaar: 1.000 EUR – per graf of per nis


voor een hernieuwing van 10 jaar: 300 EUR – per graf of per nis voor een hernieuwing van 25 jaar in de zin van art.7 van het stedelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen: het tarief wordt proportioneel berekend volgens de formule: X/25 x 500 EUR – waarbij X het aantal jaren omvat die de vervaldatum van de lopende concessie overschrijden. Voor een hernieuwing van 50 jaar in de zin van art. 7 van het stedelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen: het tarief wordt proportioneel berekend volgens de formule: X/50 x 1000 EUR – waarbij X het aantal jaren omvat die de vervaldatum van de lopende concessie overschrijden. voor een hernieuwing van 2 jaar in de zin van art. 9 en 9 bis van het stedelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen: 60 EUR De retributie voor de bloempothouders op de stedelijke begraafplaatsen wordt als volgt vastgelegd: 5 EUR per houder.

Het huidige artikel 5 luidt als volgt: “Artikel 5: Voor het gebruik van de groetruimten en/of ceremonieruimte in het afscheidscentrum Kloosterheide worden de retributies als volgt vastgelegd: groetruimten binnen en/of buiten: gratis ceremonieruimte voor een plechtigheid voor een overledene, die inwoner was van de stad én die in Lier wordt begraven: 150 EUR/plechtigheid (incl. BTW) ceremonieruimte voor een plechtigheid voor een overledene, die inwoner was van de stad én die niet in Lier wordt begraven: 150 EUR/plechtigheid (incl. BTW) ceremonieruimte voor een plechtigheid van een overledene, die geen inwoner was van de stad én die in Lier wordt begraven: 200 EUR/plechtigheid (incl. BTW) ceremonieruimte voor een plechtigheid voor een overledene, die geen inwoner was van de stad én die niet in Lier wordt begraven: 250 EUR/plechtigheid (incl. BTW)” Reden van wijziging: Het is aangewezen om de retributies voor het gebruik van de ceremonieruimte in het afscheidscentrum Kloosterheide aan te passen aan de gestegen levensduurte en deze voortaan jaarlijks te indexeren aan de gezondheidsindex (basis 2004) : groetruimten binnen en/of buiten: gratis ceremonieruimte voor een plechtigheid voor een overledene, die inwoner was van de stad én die in Lier wordt begraven: 160 EUR/plechtigheid (incl. BTW) ceremonieruimte voor een plechtigheid voor een overledene, die inwoner was van de stad én die niet in Lier wordt begraven: 160 EUR/plechtigheid (incl. BTW) ceremonieruimte voor een plechtigheid van een overledene, die geen inwoner was van de stad én die in Lier wordt begraven: 210 EUR/plechtigheid (incl. BTW)


ceremonieruimte voor een plechtigheid voor een overledene, die geen inwoner was van de stad én die niet in Lier wordt begraven: 270 EUR/plechtigheid (incl. BTW) Deze bedragen worden jaarlijks aangepast aan gezondheidsindex. Het nieuwe artikel luidt als volgt: “Artikel 6: Voor het gebruik van de groetruimten en/of ceremonieruimte in het afscheidscentrum Kloosterheide worden de retributies als volgt vastgelegd: groetruimten binnen en/of buiten: gratis ceremonieruimte voor een plechtigheid voor een overledene, die inwoner was van de stad én die in Lier wordt begraven: 160 EUR/plechtigheid (incl. BTW) ceremonieruimte voor een plechtigheid voor een overledene, die inwoner was van de stad én die niet in Lier wordt begraven: 160 EUR/plechtigheid (incl. BTW) ceremonieruimte voor een plechtigheid van een overledene, die geen inwoner was van de stad én die in Lier wordt begraven: 210 EUR/plechtigheid (incl. BTW) ceremonieruimte voor een plechtigheid voor een overledene, die geen inwoner was van de stad én die niet in Lier wordt begraven: 270 EUR/plechtigheid (incl. BTW) Deze bedragen worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).” Het huidige artikel 6 luidt als volgt: “Artikel 6: De retributies dienen op volgend tijdstip te worden betaald, telkenmale door de aanvrager: - De retributie op de concessies voor graven en nissen dient te worden betaald op het ogenblik dat het afschrift van de concessie ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager. Bij niet-betaling van de verschuldigde retributie en na aanmaning van de concessiehouder tot betaling, wordt in de bestaande concessie geen bijzettingen (bijbegravingen) meer toegestaan tot betaling van het volledige bedrag. De retributie voor een naamplaatje dient uiterlijk bij de aangifte van het overlijden van betrokkene te worden betaald. De retributie voor een tegeltje dient uiterlijk 15 kalenderdagen na de geboortedatum van het kindje te worden betaald. De retributies voor het gebruik van de ceremonieruimte in het afscheidscentrum, aangevraagd door begrafenisondernemers, worden maandelijks gefactureerd. De factuur dient te worden betaald binnen de 30 dagen na ontvangst. Bij niet-betaling worden er geen reservaties door de begrafenisondernemer meer toegelaten. De retributie voor het gebruik van de ceremonieruimte in het afscheidscentrum, aangevraagd door particulieren, dient uiterlijk bij de aangifte van het overlijden van betrokkene en/of ondertekenen van het contract te worden betaald. De plechtigheid vindt niet plaats indien er niet voorafgaand betaald is.”


Reden van wijziging: Uit het huidige artikel kan men afleiden dat bij niet-betaling de aanvrager tien jaar tijd heeft om de concessie of hernieuwing alsnog te betalen. In de praktijk is dit echter niet de bedoeling. Daarom is het aangewezen in dit artikel te vermelden dat na herhaaldelijke aanmaningen en bij uiteindelijke niet-betaling, het college van burgemeester en schepenen zal beslissen om de toegekende concessie of hernieuwing teniet te doen. De concessie wordt dan geacht nooit te hebben bestaan. Door de niet-betaling van de hernieuwing wordt de oorspronkelijke concessie beëindigd. Dit betekent dat het grafteken eigendom wordt van de stad en ook wordt weggenomen. Daarnaast dient in dit artikel te worden opgenomen wanneer de bloempothouder moet betaald worden. Het nieuwe artikel luidt als volgt: “Artikel 7: De retributies dienen op volgend tijdstip te worden betaald, telkenmale door de aanvrager: De retributie op de concessies voor graven en nissen dient te worden betaald op het ogenblik dat het afschrift van de concessie ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager. Bij niet-betaling van de verschuldigde retributie en na herhaaldelijke aanmaningen van de concessiehouder tot betaling, kan het College van burgemeester en schepenen beslissen om de toegekende concessie teniet te doen. De concessie wordt geacht nooit te hebben bestaan. Bij niet-betaling van de verschuldigde retributie en na herhaaldelijke aanmaningen van de aanvrager tot betaling van de hernieuwing van een concessie, kan het College van burgemeester en schepenen beslissen om de hernieuwing de concessie teniet te doen. Bijgevolg is de oorspronkelijke concessie beëindigd. Het grafteken wordt eigendom van de stad en zal door de stad worden weggenomen. Het College van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van deze graftekens. De retributie voor een naamplaatje dient uiterlijk bij de aangifte van het overlijden van betrokkene te worden betaald. De retributie voor een tegeltje dient uiterlijk 15 kalenderdagen na de geboortedatum van het kindje te worden betaald. De retributies voor het gebruik van de ceremonieruimte in het afscheidscentrum, aangevraagd door begrafenisondernemers, worden maandelijks gefactureerd. De factuur dient te worden betaald binnen de 30 dagen na ontvangst. Bij niet-betaling worden er geen reservaties door de begrafenisondernemer meer toegelaten. De retributie voor het gebruik van de ceremonieruimte in het afscheidscentrum, aangevraagd door particulieren, dient uiterlijk bij de aangifte van het overlijden van betrokkene en/of ondertekenen van het contract te worden betaald. De plechtigheid vindt niet plaats indien er niet voorafgaand betaald is. De retributie voor de bloempothouder dient uiterlijk betaald te worden bij het bestellen van de houder. Dit kan enkel in het afscheidscentrum.”

Juridische grond


Decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging, en latere wijzigingen Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien


Besluit : Met 16 stemmen voor - 13 stemmen tegen - 1 onthouding Art 1 : De gemeenteraad beslist het hierna vermelde retributiereglement op de begraafplaatsen en het afscheidscentrum goed te keuren. Artikel 1: Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op de begraafplaatsen en het afscheidscentrum. Artikel 2: De retributies op de concessies op de stedelijke begraafplaatsen worden als volgt vastgelegd: voor een concessie van 25 jaar: 500 EUR – per graf of per nis voor een concessie van 50 jaar: 1.000 EUR – per graf of per nis


voor een hernieuwing van 10 jaar: 300 EUR – per graf of per nis voor een hernieuwing van 25 jaar in de zin van art.7 van het stedelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen: het tarief wordt proportioneel berekend volgens de formule: X/25 x 500 EUR – waarbij X het aantal jaren omvat die de vervaldatum van de lopende concessie overschrijden. Voor een hernieuwing van 50 jaar in de zin van art. 7 van het stedelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen: het tarief wordt proportioneel berekend volgens de formule: X/50 x 1000 EUR – waarbij X het aantal jaren omvat die de vervaldatum van de lopende concessie overschrijden. voor een hernieuwing van 2 jaar in de zin van art. 9 en 9 bis van het stedelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen: 60 EUR De retributie voor de bloempothouders op de stedelijke begraafplaatsen wordt als volgt vastgelegd: 5 EUR per houder. Artikel 3: Zijn vrijgesteld van de retributie, vermeld in artikel 1: De bestaande concessies voor de graven van de oudstrijders, die stierven op het veld van eer en die zich niet in de ereperken bevinden. Zijn vrijgesteld van de retributie, vermeld in artikel 1a: de concessies bestemd voor personen onder de leeftijd van 18 jaar. Artikel 4: De retributie voor een naamplaatje op de gedenkzuil aan de strooiweide op de stedelijke begraafplaatsen wordt vastgesteld op 25 EUR. De retributie voor de verlenging van een naamplaatje bedraagt 25 EUR voor 10 jaar. Artikel 5: De retributie voor een tegeltje op de vlinderheuvel op de stedelijke begraafplaatsen wordt vastgesteld op 50 EUR. Artikel 6: Voor het gebruik van de groetruimten en/of ceremonieruimte in het afscheidscentrum Kloosterheide worden de retributies als volgt vastgelegd: groetruimten binnen en/of buiten: gratis ceremonieruimte voor een plechtigheid voor een overledene, die inwoner was van de stad én die in Lier wordt begraven: 160 EUR/plechtigheid (incl. BTW) ceremonieruimte voor een plechtigheid voor een overledene, die inwoner was van de stad én die niet in Lier wordt begraven: 160 EUR/plechtigheid (incl. BTW) ceremonieruimte voor een plechtigheid van een overledene, die geen inwoner was van de stad én die in Lier wordt begraven: 210 EUR/plechtigheid (incl. BTW) ceremonieruimte voor een plechtigheid voor een overledene, die geen inwoner was van de stad én die niet in Lier wordt begraven: 270 EUR/plechtigheid (incl. BTW) De bedragen in artikel 6 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij i


R = tarief zoals vastgesteld in artikel 6 I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004)

Artikel 7: De retributies dienen op volgend tijdstip te worden betaald, telkenmale door de aanvrager: De retributie op de concessies voor graven en nissen dient te worden betaald op het ogenblik dat het afschrift van de concessie ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager. Bij niet-betaling van de verschuldigde retributie en na herhaaldelijke aanmaningen van de concessiehouder tot betaling, zal het College van burgemeester en schepenen beslissen om de toegekende concessie teniet te doen. De concessie wordt geacht nooit te hebben bestaan. Bij niet-betaling van de verschuldigde retributie en na herhaaldelijke aanmaningen van de aanvrager tot betaling van de hernieuwing van een concessie, zal het College van burgemeester en schepenen beslissen om de hernieuwing van de concessie teniet te doen. Bijgevolg is de oorspronkelijke concessie beëindigd. Het grafteken wordt eigendom van de stad en zal door de stad worden weggenomen. Het College van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van deze graftekens. De retributie voor een naamplaatje dient uiterlijk bij de aangifte van het overlijden van betrokkene te worden betaald. De retributie voor een tegeltje dient uiterlijk 15 kalenderdagen na de geboortedatum van het kindje te worden betaald. De retributies voor het gebruik van de ceremonieruimte in het afscheidscentrum, aangevraagd door begrafenisondernemers, worden maandelijks gefactureerd. De factuur dient te worden betaald binnen de 30 dagen na ontvangst. Bij niet-betaling worden er geen reservaties door de begrafenisondernemer meer toegelaten. De retributie voor het gebruik van de ceremonieruimte in het afscheidscentrum, aangevraagd door particulieren, dient uiterlijk bij de aangifte van het overlijden van betrokkene en/of ondertekenen van het contract te worden betaald. De plechtigheid vindt niet plaats indien er niet voorafgaand betaald is. De retributie voor de bloempothouder dient uiterlijk betaald te worden bij het bestellen van de houder. Dit kan enkel in het afscheidscentrum.

Artikel 8: Bij gebreke aan betaling in der minne kan het bedrag ingevorderd worden conform artikel 94 gemeentedecreet. Artikel 9: Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. Artikel 10: Afschrift van dit besluit aan de toezichthoudende overheid over te maken.


O.37.

CULT - Novemberfoor en kermissen Retributiereglement Novemberfoor en kermissen - GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Bob Theeuws Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement op de Novemberfoor en de kermissen werd op 05/03/2012 goedgekeurd door de gemeenteraad en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdende met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. In het retributiereglement gold voor de parking Gasthuisvest een vermindering van het standgeld met 25 procent voor de houders van een abonnement. Sinds 2005 neemt de Novemberfoor er standplaatsen in. De Novemberfoor heeft er ondertussen zijn eigen weg gemaakt en het succes is veel groter dan in de eerste jaren. Met de foormensen werd, bij de staking van 2005, afgesproken dat het standgeld op dat plein stilaan zou opgetrokken worden tot het niveau van de Grote Markt. De huidige abonnementen lopen gedurende vijf jaar van 2013 tot en met 2017. Het is zodoende noodzakelijk dat in het retributiereglement wordt opgenomen dat vanaf 2018 het standgeld en dus ook de abonnementen worden opgetrokken zonder de huidige toegestane korting van 25 procent. Door het in gebruik nemen van de parking Gasthuisvest voor de Novemberfoor wordt de mogelijkheid geboden om in de zogenaamde blauwe zone, waar dus geen abonnementen staan, jaarlijks vernieuwing te brengen. Op dat plein bestaat de mogelijkheid echt grote instellingen te plaatsen. Omdat het standgeld voor die grote instellingen overdreven groot wordt en de kosten voor het opstellen en afbreken vaak enorm zijn door het gebruiken van kranen en dergelijke, kan er voorgesteld worden om daarvoor een aparte berekening van het standgeld te voorzien. Voorgesteld wordt voor de instellingen vanaf 35 meter voorgevel te voorzien in een standgeld van de optelsom van de lengte van de voorgevel en de diepte van de instelling en gedeeld door twee. Op die som kan dan het standgeld van 90,00 euro per lopende meter toegepast worden. Voor het overige kan het reglement behouden blijven. Juridische grond - Het reglement is gebaseerd op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van de ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd door de wetten van 4 juli 2005 en 20 juli 2006, het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie en de vigerende decreten. - gemeentedecreet Argumentatie De voorgestelde wijziging heeft tot doel het standgeld stilaan te verhogen met een logische indexaanpassing omdat het telkens over een duurtijd van 5


jaren van de abonnementen gaat en zonder wijziging het standgeld gedurende tien jaren hetzelfde zou blijven. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien


Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de aanpassing van het retributiereglement op de Novemberfoor en de kermissen, ingaande op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, : Reglement m.b.t. de Novemberfoor en de kermissen AFDELING 1 Organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen Dit reglement is gebaseerd op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd door de wetten van 4 juli 2005 en 20 juli 2006, het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van


kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie en de vigerende decreten. Artikel 1: Toepassingsgebied (wet art. 1, 5°, art. 2 §2) Als kermis wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen. Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie. Dit reglement is niet van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties. Artikel 2: Gegevens van openbare kermissen (wet art. 8 §2) De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare kermissen in: Winterkermis Koningsplein-De Laag 1ste zondag na 16 januari Koningshooikt Lier-Kermis Schapenkoppenstraat 2de zondag na Pinksteren Zomerkermis De Laag 1ste zondag na 16 juni Koningshooikt Schipkenskermis Schapenkoppenstraat 1ste zondag na 5 augustus Sint-Bernarduskermis F. Peltzerstraat1ste zondag na 20 Lispersteenweg augustus Novemberfoor Grote Markt, Zimmerplein, 1ste zondag na Gasthuisvest, F. Allerheiligen Timmermansplein De Novemberfoor en de wijkkermissen starten de vrijdag voor de hiervoor genoemde zondag. De Novemberfoor duurt drie weekends en eindigt de 3de zondag. Gebak- en confiseriekramen en lunaparken mogen open blijven tot de dinsdag na de 3de zondag. Voor de Novemberfoor geldt een verplichte opening van de instellingen tussen 16 en 20 uur. De wijkkermissen duren twee opeenvolgende weekends en eindigen telkens de zondag van het tweede weekend. De dag en het uur van opstellen van de kermiskramen voor zowel de Novemberfoor als voor de wijkkermissen wordt door het college van burgemeester en schepenen bepaald. Met het oog op het afbreken van de kermiskramen en het ontruimen van het kermisplein mogen de voertuigen van de foorkramers het terrein niet oprijden voor middernacht van de laatste kermisdag.


Geen enkele kermisinstelling of kermiswagen mag het kermisplein oprijden zonder voorafgaande toelating van de bevoegde stadsambtenaar of in voorkomend geval de politie. De foorkramen mogen tijdens de weekdagen slechts tot middernacht geopend zijn en tijdens de nacht van vrijdag op zaterdag, van zaterdag op zondag en van zondag op maandag tot 1 uur ‘s nachts. Ook de avond van 10 november mogen de foorkramen tot 1 uur ’s nachts op 11 november geopend zijn. De gemeenteraad geeft volmacht aan het college van burgemeester en schepenen om de data, indien nodig, te wijzigen voor de kermissen. De standplaatsen ingenomen ter gelegenheid van voornoemde kermissen mogen niet langer bezet worden dan gedurende de in dit artikel vermelde periodes. De gemeenteraad duidt de plaatsen (pleinen en straten ) aan waar de verschillende kermissen en de Novemberfoor georganiseerd worden. Het college van burgemeester en schepenen krijgt de volmacht van de gemeenteraad voor het opmaken van het kermisplan met de standplaatsen en hun specialisaties en technische specificaties van de Novemberfoor en de kermissen. Artikel 3: Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8§2, art. 10 § 1 en KB art. 4 §2 en art. 10) De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen: §1 Voor kermisattracties en vestigingen van kermisgastronomie met bediening aan tafel: - aan de houders van een “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor eigen rekening - aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” Bijkomende voorwaarden: uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s wanneer het een kermisattractie met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-menselijke energiebron betreft, de attractie voldoet aan de bepalingen van artikel 10 van het KB van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen het bewijs dat de uitbating van de kermisattractie met dieren voldoet aan de reglementaire voorschriften betreffende deze materie het bewijs dat de vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid §2 Voor vestigingen van kermisgastronomie zonder bediening aan tafel: - houder zijn van een “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten” voor eigen rekening - aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”


Bijkomende voorwaarden: uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s het bewijs dat de vestiging en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid. Op de Novemberfoor worden niet meer dan 8 lunaparken (automatische spelen) toegelaten. Meer instellingen met automatische spelen (lunaparken of andere) worden niet toegelaten. Aan dezelfde natuurlijke of rechtspersoon kunnen maximaal 3 standplaatsen toegewezen worden. Artikel 4: Verhouding abonnement – losse plaatsen (KB art. 8, 9 § 1) De standplaatsen op de openbare kermissen worden toegewezen hetzij voor de duur van de kermis, hetzij per abonnement. Het abonnement is de regel. De toewijzing voor de duur van de kermis is mogelijk: - in geval van absolute noodzaak; - wanneer de verplichtingen onafscheidelijk zijn verbonden aan de hernieuwing van de kermis (bijvoorbeeld introductie van nieuwe attracties). De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats op een abonnementsplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren. Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname. De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats. Artikel 5: Toewijzingsregels voor standplaatsen op de openbare kermissen (KB art. 13) 5.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats (KB art. 13 en 14) Wanneer een standplaats vrijkomt, zal het college van burgemeester en schepenen deze vacature bekend maken door publicatie van een kennisgeving. Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht aangeplakt aan het gemeentelijk infobord of via de website (www.lier.be) of via de lokale pers of via de vakbladen van de foorreizigers. De kandidaturen worden ingediend volgens de voorschriften (art. 14, eerste lid van het KB van 24.09.2006) en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden. 5.2. Onderzoek van de kandidaturen (KB art. 15)


Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt het college van burgemeester en schepenen of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing vermeld in artikel 3 van dit reglement. De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria: a) de aard van de attractie of van de vestiging; b) de technische specificaties van de attractie of van de vestiging; c) de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging; d) de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging; e) de deskundigheid van de uitbater, van de « aangestelde verantwoordelijken » en van het tewerkgesteld personeel; f) desgevallend, de nuttige ervaring; g) de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat. Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal. 5.3. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaats (KB art. 15 § 5) Het college van burgemeester en schepenen deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg als aan elke niet weerhouden kandidaat de beslissing die hem aanbelangt mee: - hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding, - hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, - hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding Artikel 6: Het register of plan van de toegewezen standplaatsen (KB art. 16) Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats vermeld staat: a) de situering van de standplaats; b) de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats; c) de duur van het gebruiksrecht of het abonnement; d) de naam, voornaam, adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats toegewezen werd; e) desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegewezen werd en het adres van haar maatschappelijke zetel; f) het ondernemingsnummer; g) de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten is; h) de prijs van de standplaats behalve wanneer deze uniform werd vastgesteld; i) desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de overdracht. Artikel 7: Spoedprocedure (KB artikel 17) Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, de standplaatsen vacant blijven,


hetzij omdat zij niet konden worden toegewezen na afloop van de gewone procedure (cf. artikel 5 van dit reglement), hetzij omdat ze dit in die tussentijd zijn geworden, hetzij tengevolge van hun niet-bezetting resulterend uit de afwezigheid van hun houder, kan er worden voorzien in een spoedprocedure die als volgt is bepaald: 1° het college van burgemeester en schepenen raadpl eegt de door hem gekozen kandidaten. Hij richt zich, in de mate van het mogelijke, tot verscheidene kandidaten per voorziene standplaats; 2° de kandidaturen worden ingediend hetzij per duur zame drager tegen ontvangstbewijs, hetzij schriftelijk tegen ontvangstbewijs; 3° het college van burgemeester en schepenen gaat o ver tot de toewijzing van de standplaatsen; 4° het stelt een proces-verbaal op dat per vacature of onbezette standplaats de kandidaten vermeldt die hun kandidatuur hebben ingediend; 5° indien meerdere kandidaten naar eenzelfde standp laats dingen, geeft het in het proces-verbaal de motivatie van zijn keuze aan; 6° het deelt aan iedere kandidaat, hetzij bij ter p ost aangetekend schrijven met ontvangstmelding, hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager (bijv. fax of e-mail) met ontvangstmelding, de beslissing mede die hem aanbelangt. Het plaatsen van uitbaters van kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werd toegewezen op basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen aan het plan van de kermis, voor zover deze beperkt blijven en nauwkeurig worden gemotiveerd door de technische noodzakelijkheden van de toevoeging van de nieuwkomers op het kermisterrein. De aanpassingen zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van de eerstvolgende gemeenteraad of college van burgemeester en schepenen, al naargelang het geval. Artikel 8: Duur abonnement (KB Art. 12, §1 en 2) 1° Het abonnement heeft een duur van vijf jaar. Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd behalve in de gevallen bedoeld bij het opschorten (cf. artikel 9 van dit reglement) of het afstand doen van het abonnement (cf. artikel 10 van dit reglement). 2° De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur verkrijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de loopbaan. Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt ze af van de beoordeling van het college van burgemeester en schepenen. Artikel 9: Opschorten abonnement (KB art. 12 § 3) De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer: 1° hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit u it te oefenen:


- door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest, - door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond. De tijdelijke ongeschiktheid moet schriftelijk, desgevallend vergezeld van nodige medische attesten, bekend gemaakt worden ten laatste kalenderdagen na de kennisname van de ongeschiktheid en ten laatste dag van het innemen van de standplaats. De opschorting gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van ongeschiktheid en houdt op het einde van de kermis op.

de 7 de de

Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens dertig dagen voor het begin van de kermis hernieuwd worden. 2° hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaats heeft. De opschorting moet worden bekend gemaakt tenminste drie maanden voor de begindatum van de kermis. Zij mag geen drie opeenvolgende jaren overschrijden. De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voortkomen. De vraag tot opschorting dient te gebeuren: hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding, hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding Artikel 10: Afstand van het abonnement (KB art. 12 §4) De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen: - bij de vervaldag van het abonnement, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden; - bij de stopzetting van zijn activiteiten, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden. - indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 9, 1° van dit reglement. De opzegging gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid. - De houder kan een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aanvragen voor andere motieven. De beslissing om gevolg aan deze aanvraag te geven hangt af van de beoordeling van het college van burgemeester en schepenen. - De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was. Artikel 11: Intrekking en opschorting van het abonnement (KB art. 12 § 6) Het college van burgemeester en schepenen kan het abonnement intrekken of opschorten:


1° hetzij omdat de titularis van de standplaats nie t langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging, 2° hetzij omdat de titularis weigert zich te gedrag en naar de onderrichtingen die hem door de afgevaardigde van de stad worden gegeven; 3° hetzij omdat de titularis geen gevolg geeft aan alle bijkomende onderrichtingen en voorschriften die het college van burgemeester en schepenen nodig acht te geven, hetzij schriftelijk, hetzij ter plaatse door de aangestelde ambtenaar; 4° hetzij bij afwezigheid zonder geldige reden; 5° hetzij bij het niet tijdig betalen van het stand geld; 6° hetzij dat de gemeente de standplaatsen niet ter beschikking kan stellen bij bv. Wegenwerken, e.a.; 7° hetzij bij het niet naleven van de verplichte op eningsuren; 8° hetzij bij het plaatsen van de kermisattracties op het openbaar domein buiten de toegelaten opstellingsperiode; 9° hetzij bij het plaatsen van een andere attractie dan aangevraagd werd of waarvoor een abonnement toegekend werd; 10° hetzij bij het aannemen van een houding door de foorreiziger die aanstoot geeft; 11° hetzij bij het niet naleven van dit reglement. De beslissing tot schorsing of opzegging van het abonnement wordt bekend gemaakt: hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding, hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding Artikel 12: Tijdelijke of blijvende uitsluiting Het college van burgemeester en schepenen kan elke titularis van een standplaats tijdelijk of blijvend van deelname aan de Novemberfoor of een of meerdere kermissen uitsluiten om de redenen vermeld in artikel 11. De beslissing tot uitsluiting wordt bekend gemaakt: - hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding, - hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, - hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding

Artikel 13: Overdracht standplaats (KB artikel 18) De overdracht van een standplaats is toegelaten wanneer: 1) De houder van een standplaats op een openbare kermis de uitbating van zijn attractie(s) of zijn vestiging(en) stopzet; 2) de houder van een standplaats overlijdt. Zijn rechthebbenden kunnen zijn standplaats overlaten. In beide gevallen is overdracht slechts mogelijk op voorwaarde dat - de overnemer(s) de attractie(s) of vestiging(en) uitgebaat op de overgedragen standplaatsen overneemt;


- de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot het toewijzen van een standplaats op de kermis (cf. artikel 3 van dit reglement). - het college van burgemeester en schepenen vastgesteld heeft dat de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot overdracht. Artikel 14: Inname standplaatsen (KB art. 11) 14.1. De standplaatsen kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door: 1) de persoon aan wie standplaats toegewezen is (cf. art. 3 van dit reglement), houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” 2) de verantwoordelijke van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” 3) de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening 4) de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening 5) de personen die beschikken over de “machtiging als aangesteldeverantwoordelijke in kermisactiviteiten” die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoeld in 1) tot en met 4) 5) aangestelden die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoeld in 1) tot en met 4) onder het gezag en in aanwezigheid van deze of van een persoon bedoeld in 5) De personen bedoeld in 2) tot en met 5) kunnen deze standplaatsen innemen voor zover hun machtiging geldig is voor de attractie of vestiging die erop uitgebaat worden. Zij kunnen deze standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen. 14.2. De standplaatsen voor een ambulante activiteit in kermisgastronomie zonder bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door: 1) de persoon aan wie de standplaats toegewezen is (cf. art. 3 van dit reglement), houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten” 2) de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”


3) de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening; 4) de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening; 5) door de personen die beschikken over de “machtiging als aangestelde A” of de “machtiging als aangestelde B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in 1) tot en met 4) 6) door de personen vrijgesteld van de machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten in een vestiging kermisgastronomie zonder bediening aan tafel, in aanwezigheid en onder het gezag van de houder van de “machtiging ambulante activiteiten als werkgever” of van de houder van de “machtiging ambulante activiteiten als aangestelde A of B” De personen opgesomd in 2) tot en met 5) kunnen de standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen. Artikel 15: Standplaatsvergoeding Novemberfoor Voor de Novemberfoor geldt een standplaatsvergoeding van 60,00 euro per lopende meter voor de grootste afmeting van de inrichting. Voor de grote instellingen vanaf 12 meter, de lunaparken en de automatische spelen wordt de standplaatsvergoeding bepaald op 90,00 euro per lopende meter voor de grootste afmeting van de inrichting. De standplaatsvergoeding telt vanaf elke begonnen meter. Er wordt niet gerekend per centimeter of halve meter. Voor de foorinstellingen op de parking Gasthuisvest geldt een standplaatsvermindering van 25 procent voor de instellingen met een abonnement. Vanaf 2018 geldt er op de parking Gasthuisvest geen standplaatsvermindering meer, ook niet voor de houders van een abonnement. Voor de vrije plaatsen op de parking Gasthuisvest, die kunnen toegekend worden volgens onderhavig reglement, geldt geen korting. De foorinstellingen vanaf 35 meter voorgevel worden gerekend door de lengte van de voorgevel en deze van de diepte samen te tellen en te delen door twee. Er geldt in elk geval een minimum van 35 meter standgeld indien de berekening een lager getal dan 35 oplevert. Op dat gemiddeld getal wordt het standgeld van 90,00 euro per lopende meter toegepast.

Woonwagens en caravans kunnen, indien de mogelijkheid zich voordoet, op het foorterrein geplaatst worden. Daarvoor wordt een standplaatsvergoeding van 25,00 euro aangerekend.

Wijkkermissen


Voor de wijkkermissen geldt een standplaatsvergoeding van 5,00 euro per lopende meter voor de grootste afmeting van de inrichting. De standplaatsvergoeding telt vanaf elke begonnen meter. Er wordt niet gerekend per centimeter of halve meter. De hierboven vermelde standgelden zijn gekoppeld aan de gezondheidsindex (basis 2004). De indexatie gebeurt eenmaal per jaar op de verjaardag van de overeenkomst.

Basishuurprijs (=........................) x nieuwe index (= ..............) = aanvangsindex (= .........)

.........

Aanvangsindex = index van de maand voorafgaand aan de afsluiting van de overeenkomst Nieuwe index = index van van de maand voorafgaand aan de verjaardag van de overeenkomst De standplaatsvergoedingen moeten betaald worden voor een door het college van burgemeester en schepenen te bepalen datum. De kosten voor het gebruik van de elektriciteit, tv-distributie en waterleiding worden via een apart reglement geregeld.

AFDELING 2 Organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten openbare kermissen Artikel 1: Toepassingsgebied (KB art. 19 en 20) 1.1. Op aanvraag van een kermisuitbater of een privé persoon Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein buiten de openbare kermissen om een kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel uit te baten dient dit voorafgaand aan te vragen bij de gemeente. Deze aanvraag dient te gebeuren via een standaardformulier (cf. bijlage). 1.2. Van uit de gemeente Wanneer de gemeente een standplaats op het openbaar domein wenst toe te kennen, wordt de procedure zoals omschreven in artikel 5 van Afdeling 1 van dit reglement gevolgd. Tijdens de uren en de dagen van een kermis of Novemberfoor is op het grondgebied van Lier-Koningshooikt geen enkele kermis of geen enkele kermisinstelling toegestaan op het openbaar domein. Artikel 2: Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen (KB art. 21)


Enkel de personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. supra Afdeling 1 artikel 3) en innemen van de standplaatsen op de openbare kermis (cf. supra Afdeling 1 artikel 14) kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen. Artikel 3: Duur machtiging (KB art. 22) De machtiging wordt door het college van burgemeester en schepenen de burgemeester toegekend hetzij voor een bepaalde periode hetzij per abonnement Een abonnement kan toegekend worden van zodra de kermisuitbater een zelfde standplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren. Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname. De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats. Artikel 4 De bepalingen van de artikelen 9, 10, 11, 12 en 13 van Afdeling 1 van onderhavig reglement zijn mutatis mutandis van toepassing op deze afdeling. Artikel 5: Standplaatsvergoeding De standplaatsvergoeding voor kermisattracties op openbaar domein buiten de openbare kermissen wordt bepaald door de gemeenteraad aan de hand van een retributie- of belastingreglement voor de inname van standplaatsen op het openbaar domein.

AFDELING 3 Bepalingen van toepassing op afdeling 2 en afdeling 3 van onderhavig reglement Artikel 1: Opstelling en openhouden kermisinrichtingen Elke foorkramer beschikt enkel over zijn, in voorkomend geval op de grond aangeduide, toegewezen standplaats. Het is niet toegelaten de maximum afmetingen te overschrijden. Het college van burgemeester en schepenen beschikt vrij over elke standplaats die de foorkramer overgedragen heeft aan derden of een dag voor de opening van de kermis niet in gebruik genomen heeft. In dit geval blijft het standgeld volledig verschuldigd en kan de foorkramer geen schadeloosstelling van het stadsbestuur eisen. Bij beschadiging van het openbaar domein (groenstructuren, voetpaden, stoepbanden,…) dient de in gebreke gestelde foorkramer een bedrag te betalen gebaseerd op de kostprijs van het herstelwerk, berekend op basis van het loon van de gepresteerde werkuren, het gebruikte materiaal en de


vervoerskosten, indien het klaarblijkelijk bewezen is dat de beschadiging te wijten is aan een fout of tekortkoming van de foornijveraar. Het stadsbestuur komt niet tussen in de kosten voor schade aan derden. De aansluitingen op nutsvoorzieningen voor gas, water, elektriciteit en kabeldistributie gebeuren volgens de mogelijkheden en voorwaarden van de bevoegde toeleveringsmaatschappijen. In geval van onderbreking van elektrische stroom wegens beperking van het stroomverbruik of defect aan de leiding, is het stadsbestuur niet aansprakelijk. Bij het opstellen van de kermiskramen moeten laadwagens, zodra ze afgeladen zijn, onmiddellijk het kermisterrein verlaten, wandelwegen en doorgangen inbegrepen, en geplaatst worden op een terrein dat daartoe door het stadsbestuur wordt aangewezen. De zonder toelating op het kermisterrein geplaatste wagens en kermiskramen worden ambtshalve verwijderd op risico van de foorkramer en de kosten worden op hem/haar verhaald. De foorkramers moeten volgende wetgevingen naleven: het koninklijk besluit van 24.02.1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen en latere wijzigingen. Enkel tijdens de openingsuren is het maken van muziek toegelaten; de politiereglementen van de stad Lier Artikel 2: Voorwaarden inzake veiligheid Brandveiligheid a. Ieder kermiskraam moet over eigen blusmiddelen beschikken. Per kermiskraam moet minstens één snelblustoestel ABC-type (poeder of waterig schuim) van 1 bluseenheid (conform de norm NBN S21-014) opgesteld worden. In functie van het risico kan de brandweer bijkomende blusmiddelen opleggen. De blusmiddelen moeten bedrijfsklaar zijn, op een goed zichtbare en gemakkelijk bereikbare plaats opgesteld worden en duidelijk worden gesignaleerd d.m.v. de juiste pictogrammen. De medewerkers die een taak hebben in of nabij de tijdelijke inrichting moeten de blusmiddelen kunnen gebruiken en moeten ingrijpen bij het minste gevaar. De organisator moet op eenvoudige vraag een bewijs van nazicht van de blusmiddelen kunnen voorleggen dat niet ouder is dan 12 maanden. b. Toestellen werkend met vloeibaar gemaakt gas moeten voorzien zijn van de nodige afsluitkranen en de toevoerleiding moet geschikt zijn voor het gebruikte gas. De hele installatie moet voldoen aan de geldende reglementeringen en aan de regels van goed vakmanschap. D houders (flessen) voor vloeibaar gemaakt gas en het gebruik ervan dienen in overeenstemming te zijn met het KB van 7 december 1999 betreffende het vullen, de distributie en de etikettering van flessen met vloeibaar gemaakt petroleumgas. Zowel de aangesloten houders als de voorraad van houders moeten uit de buurt van warmtebronnen en afgeschermd van het publiek en direct zonlicht worden opgesteld in open lucht, zonder dat zij de vrije doorgang


of de vluchtwegen belemmeren, of kunnen worden omgestoten. Deze opstelplaatsen moeten vlot bereikbaar zijn voor de brandweer. c. De verwarmingsinstallaties en de afvoerleidingen van de verbrandingsgassen moeten voldoende veilig uitgevoerd zijn. Bij de installaties, inrichtingen en kramen waar butaan- of propaanflessen worden gebruikt, dient een toelating bekomen te worden van het college van burgemeester en schepenen wanneer de gezamenlijke inhoud van de aanwezige flessen meer dan 300 liter bedraagt. De burgemeester kan steeds bijkomende maatregelen opleggen.

Beveiliging tegen risico’s a. Kermiskramen met uithangborden, uitspringende en openslaande luiken of zeilen mogen geen hinder veroorzaken voor het verkeer of anderen. De hinderende delen moeten verwijderd worden. b. Zwaaimolens of dergelijke moeten voorzien zijn van een afsluiting ter bescherming van de omstanders. c. Het stadsbestuur is niet verantwoordelijk voor om het even welke schade of ongeval veroorzaakt door de kermiskramen, hun uitbaters of hun personeel, zowel binnen de inrichtingen als op de openbare weg. d. De foorkramers zijn verplicht zich te verzekeren voor burgerlijke aansprakelijkheid inzake ongevallen en risico’s van brand en burenverhaal. e. Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden bij conflicten tussen de foorkramers. f. Het stadsbestuur neemt geen bewaking op zich van kermiskramen en wagens die op het kermis- of parkeerterrein staan. Het stadsbestuur is evenmin verantwoordelijk voor beschadiging, verlies, diefstal van de in de wagens of kermiskramen geborgen of tentoongestelde zaken. g. De foorkramers moeten de openingsdag van de foor of de kermis in hun instelling aanwezig zijn om de stadsafgevaardigden, gelast met het toezicht, te ontvangen en hun alle inlichtingen over de inrichting te kunnen verschaffen. De foorkramers moeten in orde zijn met alle veiligheidsvoorschriften en de betrokken attesten hiervan op het eerste verzoek voorleggen. Door het feit van de opstelling van de inrichting geeft hij de verzekering in orde te zijn. Indien de attesten niet kunnen voorgelegd worden, dan kan door de burgemeester een exploitatieverbod opgelegd worden. h. De foorkramer of zijn aangestelden moeten onmiddellijk de politie verwittigen van elk ongeval dat voorvalt op zijn standplaats. In de kassa van elke foorinstelling moet een Nederlandstalige noodprocedure aanwezig zijn zodat bij eventuele mankementen direct kan ingegrepen worden. De stopzetting van de exploitatie van een kermiskraam, na een ongeval, kan bevolen worden door de bevoegde overheid als veiligheidsmaatregel of voor om het even welke andere reden.

Artikel 3: Voorwaarden inzake milieu a. De geluidsniveaus afkomstig van geluidsbronnen, o.a. muziekinstallaties, sirenes, claxons, spreken en zingen via geluidsversterking en andere storende toestellen, mogen de wettelijke normen houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen niet overschrijden. Voorts moet voldaan worden aan de stedelijke politieverordening ter voorkoming en bestrijding van de geluidshinder.


Stroomaggregaten moeten voldoen aan alle bij wet voorziene technische specificaties inzake geluid en uitwasemingen. Een keuringsattest moet in de onderneming aanwezig zijn. b. Op het kermisterrein worden geen woonwagens en/of slaapwagens toegelaten die niet voorzien zijn van chemische toiletten of andere, die niet als volstrekt hygiënisch door het stadsbestuur kunnen aanvaard worden.

Artikel 4: Voorwaarden inzake aanduiding der tarieven a. Bij elke kermisattractie dient het tarief in het Nederlands aangeduid te worden. Deze tariefaanduiding moet duidelijk zichtbaar en ondubbelzinnig te zijn. Zij moet op een goed zichtbare plaats aangebracht worden en door het publiek van op een redelijke afstand gelezen kunnen worden. De tarieven mogen in de loop van de desbetreffende kermis niet gewijzigd worden. De aangegeven tarieven zijn deze die gedurende de hele duur van de kermis of de Novemberfoor gevraagd mogen worden. Artikel 5 (KB art. 24) De personen belast met de praktische organisatie van de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein, hiertoe aangesteld door het college van burgemeester en schepenen zijn gemachtigd om de documenten vermeld in Afdeling 1, artikel 3 van dit reglement te controleren. Artikel 6 Alle gevallen die niet voorzien zijn in onderhavig reglement zullen het voorwerp uitmaken van bijzondere beslissingen van het college van burgemeester en schepenen.

O.38.

Retributiereglement op de elektriciteitsvoorziening van kermisattracties en circussen - GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Bob Theeuws Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement op de elektriciteitsvoorziening van kermisattracties en circussen werd op 15/09/2008 goedgekeurd door de gemeenteraad en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om de tarieven aan te passen aan de gestegen levensduurte en om voortaan de tarieven jaarlijks aan te passen aan de gezondheidsindex. Huidig : Artikel 3 De retributie voor de aansluiting inclusief elektriciteitsverbruik wordt als volgt vastgesteld: een aansluiting van 20 A, 220 V, monofasig: 6,00 euro per dag


-

een aansluiting van 32 A, 220 V, monofasig: 7,50 euro per dag een aansluiting van 32 A, 380 V, driefasig: 15,00 euro per dag een aansluiting van 63 A, 380 V, driefasig: 30,00 euro per dag.

Voorstel : Artikel 3 De retributie voor de aansluiting inclusief elektriciteitsverbruik wordt als volgt vastgesteld: een aansluiting van 16 A, 220 V, monofasig: 7,00 euro per dag een aansluiting van 32 A, 220 V, monofasig: 8,50 euro per dag een aansluiting van 32 A, 380 V, driefasig: 17,50 euro per dag een aansluiting van 63 A, 380 V, driefasig: 35,00 euro per dag.

In het vigerende reglement staat dat de elektriciteitskosten voor de kermis of Novemberfoor moet betaald zijn. In de praktijk wordt dit niet toegepast omdat niet altijd alle elektriciteit kan geleverd worden en tijdens de kermis of Novemberfoor moet blijken welke instellingen welk soort elektriciteit gedurende welke dagen bekomen heeft. Bij het betalen vooraf zou dan achteraf vaak blijken dat de stad geld moet terugstorten nadat vaak een andere berekening moest gebeuren. Dit vergt onnodige kosten. Bovendien kunnen de foorreizigers pas een standplaats bij een volgende kermis innemen als de kosten (standgeld, elektriciteit, vuilnis, enz.) voor de vorige betaald zijn. Huidig artikel 5 : De retributie dient voor de aanvang van de aansluiting betaald te worden. Voorstel artikel 5 : De retributie wordt betaald na het opmaken van een factuur door het stadsbestuur.

Voor de continuïteit van de Novemberfoor en de kermissen is het noodzakelijk dat dit reglement opnieuw door de gemeenteraad wordt gestemd. Juridische grond Gemeentedecreet, art. 9 Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny





Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist akkoord te gaan volgend retributiereglement op de elektriciteitsvoorziening van kermisattracties en circussen, ingaande op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, . Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie gevestigd voor een aansluiting en verbruik op de elektriciteitsvoorziening van de stad voor kermisattracties en circussen. Artikel 2 De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de aansluiting. Artikel 3 De retributie voor de aansluiting inclusief elektriciteitsverbruik wordt als volgt vastgesteld: een aansluiting van 16 A, 220 V, monofasig: 7,00 euro per dag een aansluiting van 32 A, 220 V, monofasig: 8,50 euro per dag een aansluiting van 32 A, 380 V, driefasig: 17,50 euro per dag een aansluiting van 63 A, 380 V, driefasig: 35,00 euro per dag. Artikel 4 De aanvraag dient te gebeuren via een door de stad ter beschikking gesteld formulier. De aanvrager moet een geldig keuringsbewijs van de elektrische installatie van de betrokken attractie voorleggen. Artikel 5 De retributie wordt betaald na het opmaken van een factuur door het stadsbestuur. Artikel 6


Het college van burgemeester en schepenen zal de aansluiting weigeren of weghalen van de aanvragers indien die niet hebben voldaan aan de artikelen 4 en 5 of die in het verleden niet geregeld betaalden. Artikel 7 De retributie wordt gestort op de rekening van het stadsbestuur. Artikel 8 Bij gebreke aan betaling kan het bedrag ingevorderd worden conform artikel 94 van het gemeentedecreet. Artikel 9 De tarieven vermeld in dit reglement worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : RxI waarbij i R = tarief zoals vastgesteld in dit reglement I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004)

Artikel 10 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid gezonden. Het reglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.39.

FISC - Belastings- en retributiereglementen Retributiereglement voor het uitvoeren van werken voor derden op de publieke ruimte en de financiële waarborg als voorwaarde bij de stedenbouwkundige vergunning. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Gino Verbiest Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement voor het uitvoeren van werken voor derden op de openbare wegenis werd op 17/09/2007 door de gemeenteraad goedgekeurd en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. De gemeenteraad heeft in zitting van 29/6/2009 het reglement van de financiële waarborg als voorwaarde bij de stedenbouwkundige vergunning goedgekeurd. Feiten en context Doel van de retributie Bepaalde werkzaamheden worden op vraag van de inwoners op het openbare domein uitgevoerd. Het handelt meerbepaald over: aansluiten van de private regenwater- en afvalwaterriolering op het openbare rioleringsnet;


aanleg van een oprit als toegang tot private terreinen; ontstoppen van de openbare riolering waardoor de particulier zijn afvalwater niet kan lozen. Daarnaast kunnen gebruikers van de publieke ruimte schade aan de bestrating aanbrengen naar aanleiding van bouwwerken of andere activiteiten. Om de kosten van herstelling te kunnen aanrekenen, is een retributiereglement noodzakelijk. Om in het kader van bouwwerken de bouwheer aan te sporen de openbare ruimte van schade te vrijwaren, werd reeds een financiële waarborg ingesteld onder de vorm van een voetpadwaarborg. Indien de bouwheer schade veroorzaakt, zal de waarborg gedeeltelijk of niet teruggestort worden. Voor de herstellingen moeten tarieven vastgelegd worden. In het kader van artikel 5 en 6 van het politiereglement voor het overwelven van baangrachten, dienen de tarieven bepaald te worden voor de aanpassings,- afbraak of uitbraakwerken, en dit wanneer de overwelving niet volgens de bepalingen werd gebouwd of verwijderd moet worden indien er geen machtiging werd verleend. In het straatbeeld duiken ook steeds meer peilbuisdeksels op, die naar aanleiding van bodemonderzoeken op de publieke ruimte worden geplaatst. Bodemsaneringsdeskundigen plaatsen deze peilbuizen wanneer verontreinigingen op private terrein zich tot de publieke ruimte verspreiden. Eens het onderzoek is afgerond, blijven deze peilbuisdeksels aanwezig en kunnen deze op termijn verzakken of beschadigd raken. Herstelling of verwijdering is dan noodzakelijk.

Termijn van de retributie Het retributiereglement voor het uitvoeren van werken voor derden op de openbare wegenis van 17-9-2007 en het reglement van de financiële waarborg als voorwaarde bij de stedenbouwkundige vergunning werd vastgelegd tot 31 december 2013. Het nieuwe retributiereglement zal aanvangen vanaf 1 januari 2014 en lopen tot 31 december 2019. Argumentatie Aangezien beide reglementen tarieven vastleggen voor werkzaamheden op de publieke ruimte, is het aangewezen om hiervoor één retributiereglement op te maken. Het is aangewezen om de huidige tarieven aan te passen aan de gestegen levensduurte en deze voortaan jaarlijks te indexeren. Voor de forfaittarieven worden worden de tarieven niet aangepast aan de gestegen levensduurte, maar wordt het tarief aanzienlijk verhoogd om een ontradend effect van het veroorzaken van schade te creëren. Met betrekking tot de voetpadwaarborgen, wordt vastgesteld dat straatkolken geregeld door bouwwerken verstopt geraken. Deze moeten dan ontstopt


worden of ontdaan van betonresten. In sommige gevallen moet een nieuwe kolk geplaatst worden. Om dit probleem aan te pakken, zal in het kader van de voetpadwaarborg, de plaatsbeschrijving moeten uitgebreid worden met een omschrijving van de staat van de kolken en de afvoergoot. Voor waarborgen van meer dan 10.000 EUR zal er een clausule voorzien worden dat ook met een bankgarantie kan gewerkt worden. Bij bouwwerken wordt eveneens het voetpad beschadigd wanneer bij bouwwerken, voertuigen of materialen geplaatst worden op het voetpad van de buren. Het is noodzakelijk de plaatsbeschrijving te verruimen naar een zone van 15 m voorbij de huidige breedte van het perceel waarop de bouwwerken worden uitgevoerd. In het kader van de plaatsing van peilbuizen door bodemsaneringsdeskundigen, voorziet de procedure dat de plaatser van de peilbuis deze dient te verwijderen of te herstellen op vraag van het stadsbestuur. Indien de bodemsaneringsdeskundige hieraan geen gevolg geeft, dan zal de stad de herstellings- of verwijderingskosten aanrekenen. Een tarief wordt hiervoor vastgelegd. Een aantal bijkomende tarieven i.v.m. ambtshalve werken, die in het verleden niet bepaald waren, moeten eveneens vastgelegd worden. Om hoger omschreven noden op te vangen, zal het reglement als volgt aangevuld en aangepast worden:

Huidig artikel Art 1 Onderstaand reglement is van toepassing voor de termijn ingaand op 1/9/2009 en eindigend op 31/12/2013. Wijziging Art 1 Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven voor het uitvoeren van werken voor derden op de publieke ruimte en de financiële waarborg als voorwaarde bij de stedenbouwkundige vergunning.

Huidig artikel Art 2 Na het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning en/of vóór de aanvang van de werken, dient de persoon – hetzij een natuurlijke, hetzij een rechtspersoon een waarborg te stellen tot dekking van eventuele schade berokkend aan voet – en/of fietspaden en groenstroken bij de uitvoering van bouwwerken.

wijziging


Art 2 Na het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning en/of vóór de aanvang van de werken, dient de persoon – hetzij een natuurlijke, hetzij een rechtspersoon een waarborg te stellen tot dekking van eventuele schade berokkend aan voet- en/of fietspaden, afvoergoten, straatkolken en groenstroken bij de uitvoering van bouwwerken. In het kader van de retributie zal deze waarborg “voetpadwaarborg” genoemd worden.

Huidig artikel wordt geschrapt Art. 3 Deze waarborg dient betaald te worden aan de stad bij uitvoering van volgende bouwwerken : • oprichting en verbouwing van eengezinswoningen en bijgebouwen. Met bijgebouwen wordt bedoeld die gebouwen die niet voor huisvesting bestemd zijn, zoals bergplaatsen, garages, magazijnen, stallen, … . • Oprichting en verbouwing van handelszaken, meergezinswoningen groter dan twee woningen en andere woonprojecten. Bij bouwwerken vrijgesteld van architect dient deze waarborg niet gesteld te worden

Nieuw artikel wordt bijgevoegd Art. 3 Een retributie is verschuldigd werkzaamheden;

door

de

aanvrager

van

volgende

aansluiten van de private regenwater en afvalwaterriolering op het openbare rioleringsnet; aanleg van een oprit als toegang tot private terreinen; herstellingen of ontstoppingen van de riolering van het openbare rioleringnet, tenzij de aanvrager kan aantonen dat schade of verstopping niet te wijten is aan een tekortkoming van de aanvrager.

Een retributie is verschuldigd voor diegene die: zonder toelating een overwelving van een baangracht uitvoert of deze niet volgens de opgelegde constructieplannen uitvoert; schade toebrengt aan voet- en/of fietspaden, afvoergoten en straatkolken.

Nieuw artikel wordt bijgevoegd Art. 4 De voetpadwaarborg dient betaald te worden aan het stadsbestuur voor werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning met architect vereist is.


Huidig artikel Art. 4 Tarief A : Voor de oprichting en verbouwing van eengezinswoningen en bijgebouwen wordt een forfaitaire waarborg van 500 € aangerekend. Tarief B : Voor de oprichting en verbouwing van handelszaken, meergezinswoningen groter dan twee woningen en andere woonprojecten wordt het bedrag van de waarborg bepaald door het aantal m² van het voet- en/of fietspad en eventuele groenstroken te vermenigvuldigen met 100 €/m² voor volgende straten : - Antwerpsestraat - Grote Markt - Florent van Cauwenberghstraat - Kolveniersvest - Eikelstraat - Papegaaistraat - Lantaarnstraat - Zimmerplein - Schapenkoppestraat - Felix Timmermansplein Voor de overige straten wordt de waarborg bepaald door het aantal m² van het voet- en/of fietspad en eventuele groenstroken te vermenigvuldigen met 40 €/m².

Wijziging artikel Art. 5 Tarief A : Voor de oprichting en verbouwing van eengezinswoningen en bijgebouwen wordt een forfaitaire waarborg van 750 € aangerekend. Tarief B : Voor de oprichting en verbouwing van handelszaken, meergezinswoningen groter dan twee woningen en andere woonprojecten wordt het bedrag van de waarborg bepaald door het aantal m² van het voet- en/of fietspad en eventuele groenstroken te vermenigvuldigen met 115 €/m² voor volgende straten: -

Antwerpsestraat; Grote Markt; Florent van Cauwenberghstraat; Kolverniersvest; Eikelstraat; Papegaaistraat; Lantaarnstraat; Zimmerplein; Schapenkoppestraat; Felix Timmermansplein; Kapucijnevest.


Voor de overige straten wordt de waarborg bepaald door het aantal m² van het voet- en/of fietspad en eventuele groenstroken te vermenigvuldigen met 46 €/m². Huidig artikel Art. 6 Een plaatsbeschrijving dient opgemaakt én ondertekend te worden door de architect of de bouwheer en overgemaakt te worden aan de stadsdiensten, bedrijfseenheid wegen en water minstens 20 kalenderdagen vóór de aanvang van de werken. Deze plaatsbeschrijving moet bestaan uit een gedetailleerde beschrijving van het voet- en of fietspad en eventuele groenstroken van het eigen perceel en de aanpalende percelen vóór aanvang van de werken. Deze gedetailleerde beschrijving moet aangevuld worden met minstens vijf duidelijke foto’s die de totaliteit van het perceel en de aanpalende percelen moet omvatten. Deze plaatsbeschrijving dient geverifieerd te worden door de stadsdiensten, bedrijfseenheid wegen en water. Indien de Stad zich niet akkoord verklaart met de afgeleverde plaatsbeschrijving, zullen zij contact opnemen met de bouwheer of de architect om tot een gezamenlijk aanvaardbare plaatsbeschrijving te komen en dit binnen de twintig kalenderdagen na het indienen van de plaatsbeschrijving. Indien geen gedetailleerde beschrijving en foto’s ingediend worden, wordt ervan uitgegaan dat het voet-en/of fietspad en de eventuele groenstroken zich in perfecte staat bevinden.

Wijziging artikel Art. 7 Een plaatsbeschrijving dient opgemaakt én ondertekend te worden door de architect of de bouwheer en overgemaakt te worden aan de stadsdiensten, departement aanvragen en afleveringen, minstens 20 kalenderdagen vóór de aanvang van de werken. Deze plaatsbeschrijving moet bestaan uit een gedetailleerde beschrijving vóór aanvang van de werken van: - het voet- en of fietspad, - de afvoergoten en straatkolken; - de eventuele groenstroken. De plaatsbeschrijving gebeurt over de breedte van het eigen perceel en de aanpalende percelen tot over een breedte van 15 m. Deze gedetailleerde beschrijving moet aangevuld worden met minstens vijf duidelijke foto’s die de totaliteit van het perceel en de aanpalende percelen moet omvatten.


Deze plaatsbeschrijving wordt geverifieerd door het departement aanvragen en afleveringen. Indien het stadsbestuur zich niet akkoord verklaart met de afgeleverde plaatsbeschrijving, zullen zij contact opnemen met de bouwheer of de architect om tot een gezamenlijk aanvaardbare plaatsbeschrijving te komen en dit binnen de twintig kalenderdagen na het indienen van de plaatsbeschrijving. Indien geen gedetailleerde beschrijving en foto’s ingediend worden, wordt ervan uitgegaan dat het voet-en/of fietspad, afvoergoot, rioolkolken en de eventuele groenstroken zich in perfecte staat bevinden. Huidig artikel Art. 8 De voetpadwaarborg dient gestort te worden op rekening van het stadsbestuur op rekeningnummer 096-1112940-80 mét vermelding van factuurnummer en dit vóór aanvang van de werken Wijziging artikel Art. 8 De voetpadwaarborg dient gestort te worden op rekening van het stadsbestuur op rekeningnummer 096-1112940-80 mét vermelding van factuurnummer en dit vóór aanvang van de werken. Voor waarborgen groter dan 10.000 EUR kan de waarborg eveneens via bankwaarborg worden voldaan.

Huidig artikel Art.9 De stadsdiensten, bedrijfseenheid wegen en water zullen aan de hand van een plaatsbeschrijving de staat van het voet- en/of fietspad en eventuele groenstroken na de werken vergelijken met de opgemaakte plaatsbeschrijving vóór de werken. Wijziging artikel Art.10 Het departement stadsinfrastructuur zal aan de hand van een plaatsbeschrijving de staat van het voet- en/of fietspad, afvoergoten, straatkolken en eventuele groenstroken na de werken vergelijken met de opgemaakte plaatsbeschrijving vóór de werken.

Huidig artikel Art.10 Ingeval van schade zullen de stadsdiensten, bedrijfseenheid wegen en water, aan de hand van een gedetailleerde meetstaat, de kostprijs berekenen van deze beschadigingen. Wijziging artikel Art.11 Ingeval van schade zal het departement stadsinfrastructuur aan de hand van een gedetailleerde meetstaat, de kostprijs van deze beschadigingen en


noodzakelijke werkuren eenheidstarieven.

berekenen

op

basis

van

de

vastgestelde

Huidig artikel Art.12 Indien het voetpad voor de aanpalende percelen beschadigd wordt door toedoen van de bouwwerken worden ook deze beschadigingen of waardeverminderingen aangerekend op de gestelde waarborg.

Wijziging artikel Art.13 Indien het voetpad, fietspad, afvoergoten, straatkolken en eventuele groenstroken voor de aanpalende percelen beschadigd wordt door toedoen van de bouwwerken worden ook deze beschadigingen of waardeverminderingen aangerekend op de gestelde waarborg. Huidig artikel wordt geschrapt Art. 13 Indien groenstroken voor de aanpalende percelen beschadigd worden door toedoen van de bouwwerken worden ook deze beschadigingen of waardeverminderingen aangerekend op de gestelde waarborg.

Nieuw artikel Art. 17 Volgende tarieven voor werkzaamheden op de publieke ruimte worden vastgelegd: aanvraag werkzaamheden bedrag aansluitingen van de private regen- en 345 € voor een aansluiting in een afvalwaterriolering voor een woning of voetpad; ander gebouw op het openbare rioleringsnet: 1 265 € voor een aansluiting in de weg. de aanleg van een oprit

46 € per vierkante meter met een minimum van 345 EUR voor een oprit met een straatlengte van 3 meter; 520 € voor een oprit met een straatlengte van 6 meter.

ontstopping van de riolering

werkzaamheden i.v.m. herstellingen Herleggen van voetpaden en opritten uitbraak bestrating uitbraak boordsteen herleggen fundering herleggen bestrating herleggen boordsteen

overeenkomstig de tarieven arbeidsuren

bedrag 8 €/m² 4 €/lopende meter 17,5 €/m² 37 €/m² 25 €/m²


aanleggen nieuwe bestrating aanleggen nieuwe boordsteen aanleggen bestrating in natuursteen stut voor boordsteen herstellen of verwijderen peilbuizen

13 €/m² 9 €/m² 33 €/m² 4,5 €/m 200 €/peilbuis

Herstellen of vernieuwen straatkolken uitbreken straatkolk plaatsen nieuwe straatkolk aansluiten straatkolk

50 €/stuk 390 €/stuk 100 €/stuk

Bouw, herstellen en ambtshalve werken i.v.m. overwelvingen plaatsen kopmuren plaatsen goot plaatsen kolk plaatsen buis slopen buis slopen kopmuur uitruimen gracht

550 €/stuk 30 €/m 390 €/stuk 80 €/m 25 €/m 45 €/kopmuur 20 €/m

Tarieven arbeidsuren eigen personeel personeel derden inzet kraan inzet vrachtwagen afvalverwerking sloopkosten

35 €/arbeider/u 42 €/arbeider/u 62€/kraan/u 62 €/vrachtwagen/u

tarief van toepassing bij aflevering van de afvalstof aan het erkend verwerkingscentrum

Nieuw artikel Art. 18 De tarieven van dit retributiereglement worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny





Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Artikel 1 : De raad beslist volgend retributiereglement goed te keuren: Retributiereglement voor het uitvoeren van werken voor derden op de publieke ruimte en de financiële waarborg als voorwaarde bij de stedenbouwkundige vergunning

Art 1 Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven voor het uitvoeren van werken voor derden op de publieke ruimte en de financiële waarborg als voorwaarde bij de stedenbouwkundige vergunning. Art 2 Na het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning en/of vóór de aanvang van de werken, dient de persoon – hetzij een natuurlijke, hetzij een rechtspersoon een waarborg te stellen tot dekking van eventuele schade berokkend aan voet- en/of fietspaden, afvoergoten, straatkolken en groenstroken bij de uitvoering van bouwwerken. In het kader van de retributie zal deze waarborg “voetpadwaarborg” genoemd worden. Art. 3 Een retributie is werkzaamheden;

verschuldigd

door

de

aanvrager

van

volgende

aansluiten van de private regenwater en afvalwaterriolering op het openbare rioleringsnet; aanleg van een oprit als toegang tot private terreinen; herstellingen of ontstoppingen van de riolering van het openbare rioleringnet, tenzij de aanvrager kan aantonen dat schade of verstopping niet te wijten is aan een tekortkoming van de aanvrager.


Een retributie is verschuldigd voor diegene die: zonder toelating een overwelving van een baangracht uitvoert of deze niet volgens de opgelegde constructieplannen uitvoert; schade toebrengt aan voet- en/of fietspaden, afvoergoten en straatkolken. Art. 4 De voetpadwaarborg dient betaald te worden aan het stadsbestuur voor werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning met architect vereist is. Art. 5 Tarief A : Voor de oprichting en verbouwing van eengezinswoningen en bijgebouwen wordt een forfaitaire waarborg van 750 € aangerekend. Tarief B : Voor de oprichting en verbouwing van handelszaken, meergezinswoningen groter dan twee woningen en andere woonprojecten wordt het bedrag van de waarborg bepaald door het aantal m² van het voet- en/of fietspad en eventuele groenstroken te vermenigvuldigen met 115 €/m² voor volgende straten: -

Antwerpsestraat; Grote Markt; Florent van Cauwenberghstraat; Kolveniersvest; Eikelstraat; Papegaaistraat; Lantaarnstraat; Zimmerplein; Schapenkoppestraat; Felix Timmermansplein; Kapucijnevest.

Voor de overige straten wordt de waarborg bepaald door het aantal m² van het voet- en/of fietspad en eventuele groenstroken te vermenigvuldigen met 46 €/m². Art. 6 Voor de berekening van de waarborg van tarief B wordt gebruik gemaakt van volgende formule : Breedte van het perceel gemeten op de rooilijn x diepte gemeten tussen de rooilijn en de uiterste rand van het beschouwde fiets- en/of voetpad en groenstroken x het bedrag x. Indien er geen rooilijn is wordt de perceelsgrens als berekeningsbasis genomen.


Voor de berekening van de waarborg van tarief B voor hoekpercelen wordt eveneens de breedte van de zijgevel in rekening gebracht. Ieder gedeelte van een vierkante meter wordt naar een hogere eenheid afgerond. Art. 7 Een plaatsbeschrijving dient opgemaakt én ondertekend te worden door de architect of de bouwheer en overgemaakt te worden aan de stadsdiensten, departement aanvragen en afleveringen, minstens 20 kalenderdagen vóór de aanvang van de werken. Deze plaatsbeschrijving moet bestaan uit een gedetailleerde beschrijving vóór aanvang van de werken van: - het voet- en of fietspad, - de afvoergoten en straatkolken; - de eventuele groenstroken. De plaatsbeschrijving gebeurt over de breedte van het eigen perceel en de aanpalende percelen tot over een breedte van 15 m. Deze gedetailleerde beschrijving moet aangevuld worden met minstens vijf duidelijke foto’s die de totaliteit van het perceel en de aanpalende percelen moet omvatten. Deze plaatsbeschrijving wordt geverifieerd door het departement aanvragen en afleveringen. Indien het stadsbestuur zich niet akkoord verklaart met de afgeleverde plaatsbeschrijving, zullen zij contact opnemen met de bouwheer of de architect om tot een gezamenlijk aanvaardbare plaatsbeschrijving te komen en dit binnen de twintig kalenderdagen na het indienen van de plaatsbeschrijving. Indien geen gedetailleerde beschrijving en foto’s ingediend worden, wordt ervan uitgegaan dat het voet-en/of fietspad, afvoergoot, rioolkolken en de eventuele groenstroken zich in perfecte staat bevinden. Art. 8 De voetpadwaarborg dient gestort te worden op rekening van het stadsbestuur op rekeningnummer 096-1112940-80 mét vermelding van factuurnummer en dit vóór aanvang van de werken. Voor waarborgen groter dan 10.000 EUR kan de waarborg eveneens via bankwaarborg worden voldaan.

Art.9 Na uitvoering van de werken dient de bouwheer het stadsbestuur, departement aanvragen en afleveringen in kennis te stellen van het einde der werken. Volgende werken dienen minstens voltooid te zijn : ruwbouw (winddicht)


-

chapewerken; bezettingswerken binnen en buiten; plaatsing van de nutsleidingen; technieken (elektriciteit – verwarming - sanitair); montagekranen en heftoestellen dient van de werf verwijderd te zijn.

Art.10 Het departement stadsinfrastructuur zal aan de hand van een plaatsbeschrijving de staat van het voet- en/of fietspad, afvoergoten, straatkolken en eventuele groenstroken na de werken vergelijken met de opgemaakte plaatsbeschrijving vóór de werken. Art.11 Ingeval van schade zal het departement stadsinfrastructuur aan de hand van een gedetailleerde meetstaat, de kostprijs van deze beschadigingen en noodzakelijke werkuren berekenen op basis van de vastgestelde eenheidstarieven. Art.12 Eventuele herstellingswerken zullen uitgevoerd worden door de stadsdiensten of door een door haar aangeduide aannemer en zullen van de gestelde waarborg in mindering gebracht worden. Art.13 Indien het voetpad, fietspad, afvoergoten, straatkolken en eventuele groenstroken voor de aanpalende percelen beschadigd wordt door toedoen van de bouwwerken worden ook deze beschadigingen of waardeverminderingen aangerekend op de gestelde waarborg. Art. 14 Kleine beschadigingen zoals verfplekken, krassen, kleine mortelplekken, … zullen aangerekend worden wegens de minderwaarde van het voetpad en zullen in mindering gebracht worden op de gestelde waarborg. Kleine beschadigingen kunnen hersteld worden afhankelijk van de ernst. Art.15 De vrijgave van de waarborgsom gebeurt, geheel of gedeeltelijk binnen de 30 kalenderdagen, na controle van de plaatsbeschrijvingen én na berekening en verrekening van de eventuele beschadigingen Indien de voetpadwaarborg niet volstaat zullen de supplementaire kosten voor herstel aangerekend worden aan de bouwheer. Een vervroegde terugbetaling van de waarborg is niet mogelijk. Art.16 Met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen kan de financieel beheerder een dwangbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Een dergelijk dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot, conform art. 94 van het gemeentedecreet. Art. 17


Volgende tarieven voor werkzaamheden op de publieke ruimte worden vastgelegd: aangevraagde werkzaamheden bedrag aansluitingen van de private regen- en 345 € voor een aansluiting in een afvalwaterriolering voor een woning of voetpad; ander gebouw op het openbare rioleringsnet: 1 265 € voor een aansluiting in de weg. de aanleg van een oprit

46 € per vierkante meter met een minimum van 345 EUR voor een oprit met een straatlengte van 3 meter; 520 € voor een oprit met een straatlengte van 6 meter.

ontstopping van de riolering

werkzaamheden i.v.m. herstellingen Herleggen van voetpaden en opritten uitbraak bestrating uitbraak boordsteen herleggen fundering herleggen bestrating herleggen boordsteen aanleggen nieuwe bestrating aanleggen nieuwe boordsteen aanleggen bestrating in natuursteen stut voor boordsteen herstellen of verwijderen peilbuizen Herstellen of vernieuwen straatkolken uitbreken straatkolk plaatsen nieuwe straatkolk aansluiten straatkolk herstellen of verwijderen peilbuizen Bouw, herstellen en ambtshalve werken i.v.m. overwelvingen plaatsen kopmuren plaatsen goot plaatsen kolk plaatsen buis slopen buis slopen kopmuur uitruimen gracht arbeidsuren eigen personeel personeel derden

overeenkomstig tarieven arbeidsuren

bedrag 8 €/m² 4 €/lopende meter 17,5 €/m² 37 €/m² 25 €/m² 13 €/m² 9 €/m² 33 €/m² 4,5 €/m 200 €/peilbuis 50 €/stuk 390 €/stuk 100 €/stuk 200 €/peilbuis

550 €/stuk 30 €/m 390 €/stuk 80 €/m 25 €/m 45 €/kopmuur 20 €/m

35 €/arbeider/u 42 €/arbeider/u


inzet kraan inzet vrachtwagen

62€/kraan/u 62 €/vrachtwagen/u

afvalverwerking sloopkosten

tarief van toepassing bij aflevering van de afvalstof aan het erkend verwerkingscentrum

Art. 18 De tarieven vermeld in dit reglement worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij: i

R = tarief zoals vastgesteld in dit reglement I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004)

O.40.

Retributiereglement op het aanbieden van compostvaten en wormenbakken.GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen

compostbakken,

Voorgeschiedenis Het huidige retributiereglement op het aanbieden van compostbakken, compostvaten en wormenbakken werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 28/11/2011 en houdt op uitwerking te hebben 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Er wordt tevens voorgesteld om de tarieven te wijzigen aan de gestegen levensduurte en om deze voortaan jaarlijks te indexeren in januari (gezondheidsindex).

Compostbak Compostvat Wormenbak Beluchtingsstok

Huidig tarief 15,00 eur 15,00 eur 10,00 eur 4,00 eur

Nieuw tarief 17,25 eur 17,25 eur 11,50 eur 4,60 eur

Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert

Ja Ja Ja Ja Ja



Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Nee

Besluit : Met 16 stemmen voor - 13 stemmen tegen - 1 onthouding Artikel 1 : De gemeenteraad beslist volgend retributiereglement goed te keuren: Art 1 : Voor een termijn ingaand vanaf 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie gevestigd op het leveren van compostbakken, compostvaten, wormenbakken en beluchtingsstokken. Art. 2: De retributie bedraagt 17,25 euro voor een compostbak, 17,25 euro voor een compostvat, 11,50 euro voor een wormenbak en 4,60 euro voor een beluchtingsstok. Art. 3: De tarieven vermeld in artikel 2 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij i R = tarief zoals vastgesteld in artikel 2 I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004)


Art. 4: De vastgestelde retributie dient betaald te worden aan de financieel beheerder of zijn afgevaardigde. In geval van niet minnelijke betaling kan het bedrag ingevorderd worden conform art. 94 van het gemeente decreet. Art. 5: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Art. 6: Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.41.

Retributieverordening voor sommige GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen

brandweerprestaties.

Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement voor tussenkomsten die niet voorzien zijn in de algemene taken van de brandweer of in niet-beschermde gemeenten gestemd in de gemeenteraad van 25 februari 2008 houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Het is aangewezen om het huidig retributiereglement te hernieuwen en aan te passen rekening houdend met de budgettaire toestand van de stad en met het KB van 25 april 2007 tot vaststelling van de opdrachten van de hulpdiensten die kunnen verhaald worden en diegene die gratis zijn. Artikel 2 van het KB van 25 april 2007 bepaalt de interventies die gratis moeten worden uitgevoerd : 1° de interventies betreffende de bestrijding van b rand en ontploffing; 2° de technische hulpverleningswerkzaamheden, op vo orwaarde dat het gaat om een noodoproep om mensen te beschermen of te redden; 3° bestrijding van rampspoedige gebeurtenissen en c atastrofen; 4° de coördinatie van de hulpverleningsoperaties; 5° de internationale opdrachten van civiele bescher ming, uitgezonderd de opdrachten inzake de bestrijding tegen vervuiling; 6° de drinkwaterbevoorrading rechtstreeks aan de bu rger, in geval van een vrij ernstig watertekort of van een watertekort dat een omvangrijk gebied treft; 7° de waarschuwing aan de bevolking; 8° de interventie naar aanleiding van een loos alar m. Artikel 3 van het KB van 25 april 2007 bepaalt dat alle kosten veroorzaakt door de opdrachten die niet opgesomd zijn in artikel 2 van het desbetreffende KB en de interventies naar aanleiding van een falend technisch alarm kunnen verhaald worden ten laste van de begunstigde van de prestaties. Juridische grond Gemeentedecreet De wet betreffende de civiele bescherming.


Het KB van 25 april 2007 tot vaststelling van de opdrachten van de hulpdiensten die kunnen verhaald worden en diegene die gratis zijn. Argumentatie De wet betreffende de civiele bescherming en het KB van 25 april 2007 verplicht de gemeentelijke brandweerdienst de gemaakte kosten voor bepaalde interventies te verhalen. Om te kunnen voldoen aan die verplichting moet de gemeentelijke brandweerdienst zich kunnen baseren op een door de gemeenteraad goedgekeurde retributieverordening. Wanneer de brandweerdienst tijdens een interventie die voor verhaal in aanmerking komt, bepaalde producten levert (zand, absorberende korrels, schuim, enz …) dan recupereert de stad Lier de voor die producten betaalde aankoopprijs, verhoogd met 20 procent. Deze verhoging met 20 procent dient ter vergoeding van het feit dat de stad Lier kosten heeft moeten maken voor de prefinanciering, het transport en de opslag van deze goederen. Wanneer de brandweerdienst naar aanleiding van een interventie die voor verhaal in aanmerking komt, de diensten inroept van een derde instantie (bijvoorbeeld: huur van een kraan, huur van een bulldozer …) dan recupereert de stad Lier de voor die diensten betaalde prijs, verhoogd met 10 procent. Deze verhoging met 10 procent dient ter vergoeding van het feit dat de stad Lier kosten heeft moeten maken voor de prefinanciering van deze diensten. Er wordt tevens voorgesteld om de tarieven te wijzigen aan de gestegen levensduurte en om deze voortaan jaarlijks te indexeren in januari Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee




Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend retributiereglement goed te keuren. Art 1 : Retributie Voor een termijn ingaand vanaf 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten bate van de stad Lier een retributie gevestigd tot recuperatie van de kosten voor interventies en prestaties van de stedelijke brandweerdienst. Art. 2: Kosteloze tussenkomsten Volgende interventies worden gratis uitgevoerd: 1° de interventies betreffende de bestrijding van b rand en ontploffing 2° de technische hulpverleningswerkzaamheden, op vo orwaarde dat het gaat om een noodoproep om mensen te beschermen of te redden; inzonderheid betreft dit bevrijdingen van geknelde personen na een verkeersongeval, bevrijden van een in een machine geknelde persoon, personen bedolven onder puin, drenkelingen, hulpverlening bij elektrocutie, assistentie bij een medische evacuatie,… 3° bestrijding van rampspoedige gebeurtenissen en c atastrofen; inzonderheid betreft dit overstromingen, orkaan of extreem hoge windsnelheden, interventie n.a.v. spoorwegongeval, dijkbreuk,… 4° de coördinatie van de hulpverleningsoperaties; 5° de internationale opdrachten van civiele bescher ming, uitgezonderd de opdrachten inzake de bestrijding tegen vervuiling; 6° de drinkwaterbevoorrading rechtstreeks aan de bu rger, in geval van een vrij ernstig watertekort of van een watertekort dat een omvangrijk gebied treft; 7° de waarschuwing aan de bevolking; 8° de interventie naar aanleiding van een loos alar m; inzonderheid betreft dit een loos bomalarm of gasalarm Art. 3: Te verhalen tussenkomsten Voor volgende interventies en prestaties wordt een retributie geheven: 1° het betreft kwaadwillig en/of misleidend oproepe n van de brandweer 2° de bestrijding van wateroverlast en het ledigen van kelders e.d. uitgezonderd indien deze wateroverlast een gevolg is van een overstroming ten gevolge van zware regenval, een dijkbreuk, of ingevolge een breuk in het waterleidingsnet waarop de waterbedelingsmaatschappij toezicht heeft (d.w.z. voor de watermeter) 3° redden van dieren 4° vervuiling zoals bedoeld in artikel 2bis, §1, 5° van de wet betreffende de civiele bescherming 5° tussenkomsten naar aanleiding van een falend tec hnisch alarm


6° andere individuele dienstverleningen zoals: a) stilleggen van een alarm en andere sirenes b) beschermen persoonlijke goederen naar aanleiding van braak, ongeval of vandalisme c) openen van deuren van woningen of andere gebouwen 7° brandwachten of andere bewakings- of uitvoerings opdrachten 8° wegnemen of beveiligen van een antenne, dakgoot, boom, pannen, afsluiting enz. die op de openbare weg dreigen te vallen of gevaar opleveren voor derden wegens gebrek aan verzorging of onderhoud 9° brandpreventieopdrachten zijnde alle schriftelij ke adviesverleningen en controlebezoeken inzake brandvoorkoming 10° alle andere opdrachten die niet in dit retribut iereglement zijn opgenomen en die overeenkomstig het KB van 25 april 2007 niet als kostenloze uit te voeren tussenkomsten werden vermeld Met uitzondering van de opdrachten bepaald in artikel 5 en 6, worden de bovenvermelde opdrachten verhaald overeenkomstig de tarieven vastgelegd in artikel 4 Art. 4 : Voor de te verhalen tussenkomsten wordt de retributie als volgt berekend : 1. uurloon voor het optreden van brandweerpersoneel : Uurloon: 25,00 euro/uur per persoon Voor zondag, wettelijke feestdagen, zaterdag en nachtprestaties gelden volgende supplementen: Zondag: Wettelijke feestdagen: Zaterdag: Nacht:

van uur van uur van uur van uur

00:00 uur tot 24:00 uurloon 50% 00:00 uur tot 24:00 uurloon 50% 00:00 uur tot 24:00 uurloon 30% 22:00 uur tot 06:00 uurloon 30%

verhoogd

met

verhoogd

met

verhoogd

met

verhoogd

met

De uurlonen worden berekend per persoon en per uur. De duur van de getarifeerde prestatie wordt berekend vanaf het vertrek uit de brandweerkazerne tot aan de terugkeer in de kazerne. Elk begonnen uur wordt aangerekend als een vol uur. 2. gebruik van materieel Voor wagens met cilinderinhoud kleiner 20,00 euro per uur dan of gelijk aan 2.000 cc Voor wagens met cilinderinhoud groter 30,00 euro per uur dan 2.000 cc en kleiner dan of gelijk aan 4.500 cc Voor wagens met cilinderinhoud groter 50,00 euro per uur


dan 4.500 cc De tijdens een interventie gebruikte producten, met uitzondering van brandstof en smeermiddelen, wordt bijkomend in rekening gebracht aan aankoopprijs, verhoogd met 20 procent. Art. 5 : Verhaal op forfaitaire basis Volgende opdrachten worden verhaald op forfaitaire basis: • vernietigen van wespennesten en onschadelijk maken van bijenzwermen in zoverre het niet gaat om een noodoproep met het oog op het redden of beschermen van personen: 60 euro • technisch falend alarm: 350 euro • brandwacht: 350 euro • stilleggen van een alarmsignaal: 120 euro Art. 6 : Verhaal voor brandpreventieopdrachten De retributie wordt als volgt berekend: 1. administratieve kosten voor een dossier: 25,00 euro 2. uurloon: 75,00 euro/uur per persoon Ieder begonnen uur wordt aangerekend als een vol uur. De tijd besteed aan de voorbesprekingen, vergaderingen, verplaatsingen, de studie van plannen en/of dossiers en het afwerken van het advies wordt mee aangerekend. Art. 7 : De stadsdiensten van Lier en de gemeentediensten van Ranst (beschermde gemeente) zijn vrijgesteld van deze retributie. Art.8 : De vastgestelde retributie wordt ten laste gelegd van : -de eigenaars of exploitanten van de gewraakte producten, zoals bedoeld in artikel 2 bis 2, §2, van de wet betreffende de civiele bescherming -de natuurlijke of rechtspersonen, begunstigden van de geleverde prestaties voor de gevallen zoals bedoeld in artikel 2 bis1,§1 van de wet betreffende de civiele bescherming In geval van twee of meer begunstigden zijn deze solidair en ondeelbaar tot betaling gehouden. De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen ten gunste van wie de tussenkomst van de brandweer in verband met brandpreventie heeft plaats gevonden. Art. 9 : Interventies uitgevoerd door derden De kosten, voortvloeiend uit de interventies die door derden uitgevoerd worden op vraag van de brandweer, worden bijkomend in rekening gebracht nl. de voor de diensten betaalde prijs, verhoogd met 10 procent. Art. 10 : De tarieven vermeld in dit reglement worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij i


R = tarief zoals vastgesteld in artikel 2 I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004) Art. 11 : De verschuldigde retributie is betaalbaar binnen de dertig dagen na de toezending van de factuur. Art. 12 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. Kopie van dit reglement wordt gestuurd, voor kennisname aan het gemeentebestuur van Ranst.

O.42.

Retributiereglement op inlichtingen en kopies. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement op inlichtingen en kopies werd op 19/10/2009 goedgekeurd door de gemeenteraad en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2014. Er wordt tevens voorgesteld om de tarieven te wijzigen aan de gestegen levensduurte en om deze voortaan jaarlijks te indexeren in januari (gezondheidsindex). Het maken van fotokopies op A3-formaat kan technisch gezien niet langer aan de infobalie van het stadskantoor. Het beschikbare toestel kopieert uitsluitend A4. De dienstverlening om op A3-formaat te kopiëren wordt daarom stopgezet en dus geschrapt uit het retributiereglement. Het is echter steeds mogelijk om een A3 in twee delen te kopiëren als twee A4’s. Het maken van fotokopies voor de agenda van de gemeenteraad is de voorbije jaren nooit gevraagd. Dit luik wordt daarom geschrapt uit het retributiereglement. Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert

Ja Ja Ja Ja Ja



Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Artikel 1 : De gemeenteraad beslist volgend retributiereglement goed te keuren: Art. 1: Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op het verstrekken van inlichtingen uit de registers van de burgerlijke stand en bevolking en uit de archieven, evenals op het afleveren van fotokopieën van administratieve stukken en documenten. Art. 2: De tarieven worden als volgt vastgesteld: a) voor inlichtingen welke opzoekingswerk vergen in de archieven: 40 EUR per uur. Dit zijn inlichtingen die schriftelijk verstrekt worden door de gemeentelijke diensten en die niet louter het laten zien van, het uitleg geven over en een afschrift afleveren van bestuursdocumenten betreffen maar ruim opzoekingswerk (meer dan 1 uur) en het samenstellen van een dossier vereisen betreffende specifieke zaken of eigendommen; b) voor het maken van fotokopies, voor op voorhand gedrukte of gekopieerde documenten, voor beleidsdocumenten (dit zijn documenten die ter goedkeuring of ter kennisgave aan de gemeenteraad worden voorgelegd):


zwart/wit 0,10 EUR per fotokopie, 1 bladzijde, A4 formaat kleuren 0,50 EUR per fotokopie, 1 bladzijde, A4 formaat c) voor het maken van plots van gedigitaliseerde documenten op A0 formaat : 30,00 eur per plot, A0-formaat Art.3: De tarieven vermeld in artikel 2 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij i R = tarief zoals vastgesteld in artikel 2 I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004) Art.4: De retributie valt ten laste van de personen of instellingen op wiens verzoek deze inlichtingen of kopieën door de gemeente worden verstrekt. Ze dient betaald te worden alvorens de stukken worden overhandigd. Art. 5: De retributie wordt niet geïnd voor opzoekingen en stukken: a) bestemd voor gerechtelijke overheden, openbare besturen en instellingen voor sociaal en openbaar nut. b) die volgens de wetsvoorschriften kosteloos moeten verstrekt worden. c) ten behoeve van personen en instellingen die werken in opdracht van de stad. Art. 6: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.43.

Retributiereglement op de verkoop van producten in het kader van citymarketing. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement op de verkoop van producten in het kader van citymarketing werd op 28/11/2011 goedgekeurd door de gemeenteraad en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019.


Naast de retributie op de verkoop van allerhande kleine producten met promotioneel logo ‘Lier. Plezier op kop’ of een variant van dit logo en dit in het kader van citymarketing, worden aan dit retributiereglement toegevoegd: alle nieuwe verkoopsproducten ontwikkeld in eigen beheer door Toerisme Lier (team beeldende kunst en erfgoed) zoals bijvoorbeeld brochures over wandelroutes. Vallen niet binnen dit reglement: producten die door Toerisme Lier in eigen beheer ontwikkeld worden zoals bezoeken, inkomtickets, vouchers voor bv. cycling dinner, deelname aan wandelingen, … Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien


Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend retributiereglement goed te keuren:

Artikel 1 :


Voor een termijn ingaand op 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op de verkoop van allerhande kleine producten met promotioneel logo ‘Lier. Plezier op kop’, een variant van dit logo, producten in eigen beheer ontwikkeld door Toerisme Lier, en dit in het kader van citymarketing en toeristische uitstraling Artikel 2 : Het gamma te koop aangeboden producten is beperkt en het gaat steeds om producten van beperkte omvang en prijs. Het aanbod wordt regelmatig gewijzigd. Met de verkoop wenst de stad Lier een service te verlenen aan bewoners en bezoekers ter promotie van de identiteit van de stad. Er worden geen commerciële doeleinden nagestreefd. De verkoopprijs van de producten bedraagt de volledige directe kosten (aankoopprijs of aanmaakkosten) van het product, verhoogd met een toeslag tussen 35% voor de indirecte kosten (administratieve verwerking, stockage, uitval,…). De producten worden verkocht aan afgeronde prijzen. Artikel 3 : Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd om op voorstel van het departement communicatie en burgerparticipatie en conform de wetgeving op de overheidsopdrachten, de aankopen van de producten goed te keuren en de verkoopprijs ervan, conform de bepalingen in artikel 2, te bepalen. Artikel 4 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.44.

Retributiereglement op de verkoop van toeristische producten. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Toerisme Lier verleent diensten aan klanten en verkoop diverse toeristische producten. Hiertoe behoren o.a. groepsarrangementen, wandelkaarten, fietskaarten, autoroutes, boeken, gidsen, cd’s, dvd’s, postkaarten, souvenirs, tickets voor voorstellingen, citygames, … Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement in te voeren voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik

Ja Ja Ja


Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend retributiereglement goed te keuren:

Retributie op de verkoop van toeristische producten met ingang van 1 januari 2014 Artikel 1 Toerisme Lier verleent diensten aan klanten en verkoopt diverse toeristische producten. Hiertoe behoren o.a.: groepsarrangementen, wandelkaarten, fietskaarten, autoroutes, boeken, gidsen, cd’s, dvd’s, postkaarten, postkaarten, souvenirs, tickets voor voorstellingen, citygames…. Artikel 2 Met ingang van 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt een retributiereglement ingevoerd voor de verkoop van toeristische producten en verlenen van diensten. Artikel 3 Door de verkoop van toeristische producten en tickets wenst de stad Lier een service te leveren aan bezoekers, toeristen en bewoners. De stad streeft


geen commerciële doeleinden na. De verkoopprijs van de producten bedraagt de volledige directe kosten (aankoopprijs of aanmaakkosten), verhoogd met een toeslag van 35% voor indirecte kosten (administratieve verwerking, stockeren, ….). Er wordt verkocht in afgeronde prijzen. Voor een groepsboeking van meer dan drie activiteiten wordt een meerkost van 1 euro per persoon aangerekend. Voor een culinair arrangement wordt per persoon een toeslag tussen 1 en 6 euro aangerekend. Voor het leveren van diensten aan groepen (administratie, reserveren gidsen, hotel, restaurant,…. ) wordt per dossier een administratieve kost van 10 euro aangerekend. Een groep die eenzelfde programma boekt op verschillende data betaalt telkens 10 euro voor een nieuwe datum (= nieuw dossier). Bij annulering van de activiteit kan de administratieve kost van 10 euro niet worden teruggevorderd. Artikel 4 Toerisme Lier kan in het kader van toeristische samenwerkingsverbanden aan derden de mogelijkheid bieden om hun producten te verkopen. Bij ticketverkoop in consignatie voor niet-stedelijke diensten wordt een vergoeding van 7% op de gerealiseerde omzet genomen voor de indirecte kosten. Voor het verzenden van tickets (of andere documenten) wordt aan de klant een kost van 1,5 euro per transactie aangerekend of een kost afhankelijk van de grootte en gewicht volgens de geldende prijzen van De Post. Voor de verkoop van verkoopsartikelen in consignatie voor niet-stedelijke diensten is verkoop enkel mogelijk mits een toeslag van minimum 25% op de aankoopprijs. Artikel 5 Overzicht van de toeristische producten en hun tarieven: waarvoor?

soort

prijs

Documenten website Fotokopie

print info evenementen A4: toeristische info extra

€2

Toeristische producten

wandel - en fietskaarten, autoroutes, … bezoek musea, kerk,, stadhuis, Zimmertoren, …

Groepsboekingen activiteiten

Culinair arrangement Diensten dossiers

restaurantbezoek

Tickets derden

tickets voor deelname aan concerten,

administratiekost

voorwaarden / opmerkingen

€ 0,10 per zwart/wit kopie € 0,50 per kleuren kopie Aankoopprijs + 35%

€ 1 extra per persoon

Tussen € 1 en € 6 extra per persoon € 10 per dossier 7% op gerealiseerde omzet

Bij meer dan drie geboekte activiteiten ‘à la carte’

Bij groepsboekingen Niet-stedelijke diensten


Verzenden tickets /documenten

voorstelling , evenementen portkosten

Producten derden

producten in consignatie gegeven

Toegang stadhuis

toegangsgelden

€ 1,5 of kost afhankelijk van de grootte en gewicht , volgens de geldende prijzen van De Post Aankoopprijs + 35%

€ 0,5 per persoon

Niet- stedelijke diensten

Deelnemers groepsbezoek onder begeleiding van gids.

Artikel 6 Het tarief voor de fotokopies vermeld in artikel 5 wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule: R x I waarbij i R = tarief zoals vastgesteld in artikel 5 I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004) Artikel 7 Alle aan de balie gekochte producten worden contant ter plaatse betaald. Indien een verkoop per mail wordt aangevraagd, wordt de bestelling pas na betaling van het product + de portkosten opgestuurd. Groepsbezoeken en tickets kunnen op voorhand geboekt worden en betaald bij overschrijving. De transactie wordt als afgerond beschouwd vanaf het moment dat het saldo op de rekening van de stad Lier werd gestort. Bij gebrek aan betaling en vereffening in der minne zal het bedrag worden ingevorderd conform artikel 94 van het gemeentedecreet. Artikel 8 Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.45.

Toegangsprijzen voor de stedelijke musea. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig reglement op de toegangsprijzen voor de stedelijke musea werd op 28/03/2011 goedgekeurd door de gemeenteraad en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013.


Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien


Besluit : Met 16 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 6 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist onderstaand reglement toegangsprijzen voor de stedelijke musea goed te keuren: Artikel 1 Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven voor de toegang tot de stedelijke musea : Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen en Baron Caroly en Timmermans-Opsomerhuis.


Artikel 2.1 Toegang tot het Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen en Baron Caroly: • € 4: gewoon tarief; • € 3: tarief voor houders van een studentenkaart, groepen vanaf 10 personen, Knack Club, 60 +, inwoners van Lier, houders van de kaart Openbaar Kunstbezit Vlaanderen, andersvaliden, toerismepas Lier, NMBStreinticket formule ‘Voordelen in steden’; • € 1: bezoekers van 19 tot en met 25 jaar. Artikel 2.2 Er wordt gratis toegang verleend in het Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen en Baron Caroly aan: < 18 jarigen; schoolgroepen. Er wordt ten persoonlijken titel gratis toegang verleend tot de stedelijke musea op vertoon van een: lerarenkaart; lidkaart van de Vlaamse Museumvereniging; lidkaart van de International Council of Museums; kaart van gemeenteraadslid Lier, OCMW-raadslid Lier, stadspersoneel Lier, personeel Politie Lier en OCMW-personeel Lier; perskaart; kaart van de Lierse Stedelijke Academie voor Schone Kunsten; gidsenkaart; Gomor-pas; lidkaart van de Vrienden van de Lierse Musea vzw; lidkaart van de Vrienden van het KMSKA. Artikel 3.1 Toegang tot het Timmermans-Opsomerhuis: • Gewoon tarief: € 2; • Verminderingstarief: € 1. Genieten van het verminderingstarief: bezoekers van 19 tot en met 25 jaar; inwoners van Lier; 60-plussers; groepen vanaf 10 personen; houders van de kaart Openbaar Kunstbezit Vlaanderen en Knack Club; andersvaliden; houders van een studentenkaart; toerismepas Lier; NMBS-treinticket formule ‘Voordelen in steden’. Artikel 3.2 Er wordt gratis toegang in het Timmermans-Opsomerhuis verleend aan: < 18 jarigen; schoolgroepen. Er wordt ten persoonlijken titel gratis toegang verleend tot de stedelijke musea op vertoon van een:


lerarenkaart; lidkaart van de Vlaamse Museumvereniging; lidkaart van de International Council of Museums; kaart van gemeenteraadslid Lier, OCMW-raadslid Lier, stadspersoneel Lier, personeel Politie Lier en OCMW-personeel Lier; perskaart; kaart van de Lierse Stedelijke Academie voor Schone Kunsten; gidsenkaart; Gomor-pas; lidkaart van de Vrienden van de Lierse Musea vzw lidkaart van de Vrienden van het KMSKA. Artikel 4 Toegang tot het Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen en Baron Caroly en het Timmermans-Opsomerhuis is gratis op Erfgoeddag bij deelname eraan en de openingsdag van het toeristisch seizoen. Artikel 5 De toegangsgelden dienen contant, ter plaatse op het moment van het bezoek betaald te worden. Groepsbezoeken gereserveerd bij de dienst Toerisme worden bij deze dienst betaald. Bij gebrek aan betaling en vereffening in der minne kan het bedrag worden ingevorderd conform artikel 94 van het gemeentedecreet. Artikel 6 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 van het gemeentedecreet. De gemeenteraad geeft opdracht aan: Dienst Taak

O.46.

Retributiereglement bibliotheek. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement bibliotheek werd op 14/05/2012 goedgekeurd door de gemeenteraad en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Er wordt voorgesteld om de huidige tarieven te behouden. Juridische grond Gemeentedecreet




Besluit : Met 16 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 6 onthoudingen De gemeenteraad beslist volgend retributiereglement goed te keuren. Artikel 1: Voor een termijn ingaand vanaf 1 januari 2014 en eindigend op 31december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op de terbeschikkingstelling van materialen en diensten van de openbare bibliotheek Lier. Artikel 2: De retributie wordt als volgt vastgesteld: Lidgeld (12 maanden) 18 jaar of ouder 5,00 euro Houder Gomorpas (*) gratis Retributie / Bijkomende retributie per Retributie dag bij overschrijding van de leenduur

Bijkomende retributie per dag bij overschrijding van de leenduur


Boeken / luisterboeken boeken/tijdschriften Sprinters Cd’s Dvd’s speelfilm Dvd’s informatief / muziek Taalcursussen Daisy-lezer Telaatbrieven en –mails 1ste herinneringsbrief of –mail 2de herinneringsbrief Aangetekend schrijven Diensten Gebruik internetcomputers

/

Daisy- gratis gratis 0,50 euro / doosje 2,00 euro 1,00 euro gratis gratis

0,05 euro 0,50 euro 0,05 euro 0,50 euro 0,50 euro 0,05 euro 0,05 euro Portkosten softwarekosten 0,70 euro 0,70 euro 6,00 euro

en

Gratis (1 uur / dag) voor leden 1 euro /gestart uur voor niet-leden Na het 1ste uur: 1 euro/gestart uur voor leden en niet-leden 0,80 euro

Reserveren van materiaal Lenen van materialen bij andere bibliotheken IBL bij een andere openbare bibliotheek 2,00 euro IBL bij een andere instelling 1,00 euro + prijs aangerekend door die instelling Internetprints en fotokopieën (zwart / 0,05 euro wit) Internetprints en fotokopieën (kleur) 0,20 euro Vergoedingen bij schade, verlies of diefstal Nieuwe lenerspas 2,50 euro Beschadiging of verwijderen RFID-tag 2,50 euro Vervanging dvd-doosje 2,50 euro Vervanging cd-doosje 1,25 euro Vervanging multi cd-doosje 2,50 euro Lichte beschadiging 20 % van de kostprijs Verlies, beschadiging of diefstal Kostprijs + 5,00 euro verwerkingskosten (*) een gomorpas kan aangevraagd worden door inwoners van Lier of Koningshooikt met een klein of bescheiden inkomen Artikel 3: De retributie valt ten laste van de persoon op wiens naam de bibliotheekmaterialen werden uitgeleend/aan wie de bibliotheekdiensten werden verleend.

Artikel 4: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overhoud toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.47.

Retributie op het visrecht rondom het fort van Lier. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen


Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement op het visrecht rondom het fort van Lier werd door de gemeenteraad goedgekeurd op 17/12/2007 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Er wordt tevens voorgesteld om de tarieven te wijzigen aan de gestegen levensduurte en om deze voortaan jaarlijks te indexeren in januari (gezondheidsindex). Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien


Besluit : Met 16 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 6 onthoudingen


De gemeenteraad beslist volgend retributiereglement goed te keuren. Art. 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op het uitreiken van visverloven voor het vissen op het water rondom het fort van Lier. Art. 2: De tarieven worden per kalenderjaar als volgt vastgesteld: - een handlijn 11,50 EUR - twee handlijnen 17,25 EUR Art. 3 De tarieven vermeld in artikel 2 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij i R = tarief zoals vastgesteld in artikel 2 I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004) Art. 4: Het visverlof kan te allen tijde hetzij voor een gedeelte, hetzij voor de geheelheid der waters, bestendig of tijdelijk worden ingetrokken zonder vergoeding noch gehele of gedeeltelijke terugbetaling. Art. 5: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.48.

Tariefreglement van de stedelijke sportinfrastructuur. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig tariefreglement van de stedelijke sportinfrastructuur werd door de gemeenteraad van 21/02/2011 goedgekeurd. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk om dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Er wordt tevens voorgesteld om de tarieven te wijzigen aan de gestegen levensduurte en om deze jaarlijks te indexeren in januari (gezondheidsindex).


De gewijzigde tarieven zijn de volgende: 1. Sporthal “De Komeet” Verdeling grote zaal

− organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) volwassenen (+16j.) − organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) jongeren (-16j.) − organisaties door niet erkende sportverenigingen (EUR/u) − gebruik sporthal door Lierse scholen tijdens de schooluren (EUR/u)

Hele zaal € 15,00 € 17,50

1/2 zaal € 7,50 € 8,25

1/3 zaal € 5,00 € 6,00

€ 12,00 € 14,00 € 24,00 € 28,00 € 12,00 € 14,00

€ 6,00 € 7,00 € 12,00 € 14,00 € 6,00 € 7,00

€ 4,00 € 5,00 € 8,00 € 9,5 € 4,00 € 5,00

Specifiek sportterrein

−

badmintonterrein (EUR/u)

Tarief € 6,00 € 7,00

2. Turnzaal De Komeet, turnzaal Koningshooikt en zalen oefenschool

organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) volwassenen (+16j.) − organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) jongeren (-16j.) − organisaties door niet erkende sportverenigingen (EUR/u) −

−

Lierse scholen tijdens schooluren (EUR/u)

Tarief € 5,00 € 6,00 € 4,00 € 5,00 € 6,00 € 7,00 € 4,00 € 5,00

3. Sporthal K.T.A. Hele zaal − organisaties door erkende Lierse sportverenigingen € 10,00 € 11,50 (EUR/u) volwassenen (+16j.) − organisaties door erkende Lierse sportverenigingen € 8,00 € 9,50 (EUR/u) jongeren (-16j.) − organisaties door niet erkende sportverenigingen (EUR/u) € 16,00 € 18,50 − gebruik sporthal door Lierse scholen tijdens de € 8,00 € 9,50 schooluren (EUR/u)

4. Turnzaal K.T.A.

1/2 zaal € 5,00 € 6,00 € 4,00 € 5,00 € 8,00 € 9,50 € 4,00 € 5,00


Hele zaal −

organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) volwassenen (+16j.)

€ 8,00 € 9,50

organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) jongeren (-16j.)

€ 6,00 € 7,00

−

−

organisaties door niet erkende sportverenigingen (EUR/u)

−


€ 10,00 € 11,50 € 6,00 € 7,00

Groo t deel € 6,00 € 7,00 € 4,00 € 5,00 € 7,00 € 8,00 € 4,00 € 5,00

Klein deel € 4,00 € 5,00 € 3,00 € 3,50 € 5,00 € 6,00 € 3,00 € 3,50

5. Cafetaria K.T.A. −

gebruik cafetaria (EUR/u)

€ 5,00 € 6,00

6. Sportvelden – minigolf (na vergelijking met andere gemeenten meer % gestegen) −

terrein kinderspelen

−

basketbal-, volleybal-, voetbalterrein

−

tennisterreinen, per uur, per veld

−

tennisterreinen, per uur, per veld met GOMOR-pas

−

kleedkamers en stortbaden

−

abonnement tennis (12 beurten)

−

abonnement tennis (6 beurten)

−

minigolf:

o

Volwassenen

o

Jongeren (-16j)

o

12 beurtenkaart volwassenen

o

12 beurtenkaart jongeren

Gratis Gratis Gratis Gratis € 3,50 € 4,00 € 2,00 € 2,50 € 1,00 € 1,50 € 35,00 Valt weg € 17,50 € 20,00 € 1,50 € 2,50 € 1,00 € 2,00 € 15,00 Valt weg € 10,00 Valt weg


o

Scholen per leerling

o

Met GOMOR-pas

€ 0,50 € 1,00 Gratis € 1,00

7. Atletiekpiste

-gebruik door erkende Lierse atletiekclubs (jaartarief) -scholen + erkende Lierse sportverenigingen (tarief per uur) − gebruik door niet erkende Lierse sportverenigingen (tarief per uur) − gebruik piste met licht: 4 5 euro extra per uur − gebruik piste met cafetaria: 5 6 euro extra per uur Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien


€ 2000,00 € 2300,00 € 5,00 € 6,00 € 7,00 € 8,00


Besluit : Met 16 stemmen voor - 14 stemmen tegen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend retributiereglement goed te keuren.

Tariefreglement van de stedelijke sportinfrastructuur Artikel 1 : Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op gebruik van stedelijke sportinfrastructuur. Artikel 2 : De retributie wordt als volgt bepaald: 1. Sporthal “De Komeet” Verdeling grote zaal

− organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) volwassenen (+16j.) − organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) jongeren (-16j.) − organisaties door niet erkende sportverenigingen (EUR/u) − gebruik sporthal door Lierse scholen tijdens de schooluren (EUR/u)

Hele zaal € 17,50

1/2 zaal € 8,25

1/3 zaal € 6,00

€ 14,00

€ 7,00

€ 5,00

€ 28,00

€ 14,00

€ 9,5

€ 14,00

€ 7,00

€ 5,00

Specifiek sportterrein

−

Tarief € 7,00

badmintonterrein (EUR/u)

2. Turnzaal De Komeet, turnzaal Koningshooikt en zalen oefenschool

organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) volwassenen (+16j.) − organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) jongeren (-16j.) − organisaties door niet erkende sportverenigingen (EUR/u) − Lierse scholen tijdens schooluren (EUR/u) −

Tarief € 6,00 € 5,00 € 7,00 € 5,00

3. Sporthal K.T.A. Hele zaal

1/2 zaal


organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) volwassenen (+16j.) − organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) jongeren (-16j.) − organisaties door niet erkende sportverenigingen (EUR/u) − gebruik sporthal door Lierse scholen tijdens de schooluren (EUR/u) −

€ 11,50

€ 6,00

€ 9,50

€ 5,00

€ 18,50 € 9,50

€ 9,50 € 5,00

4. Turnzaal K.T.A. Hele zaal organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) volwassenen (+16j.) − organisaties door erkende Lierse sportverenigingen (EUR/u) jongeren (-16j.) − organisaties door niet erkende sportverenigingen (EUR/u) −

−


Groo t deel € 9,50 € 7,00 € 7,00 € 5,00 € € 11,50 8,00 € 7,00 € 5,00

Klein deel € 5,00 € 3,50 € 6,00 € 3,50

5. Cafetaria K.T.A. −

gebruik cafetaria (EUR/u)

€ 6,00

6. Sportvelden – minigolf − − − − − − −

o o

o o

terrein kinderspelen basketbal-, volleybal-, voetbalterrein tennisterreinen, per uur, per veld tennisterreinen, per uur, per veld met GOMOR-pas kleedkamers en stortbaden

Gratis Gratis € 4,00 € 2,50 € 1,50

abonnement tennis (6 beurten) minigolf: Volwassenen Jongeren (-16j)

€ 20,00

Scholen per leerling Met GOMOR-pas

€ 2,50 € 2,00

€ 1,00 € 1,00

7. Atletiekpiste -gebruik door erkende Lierse atletiekclubs (jaartarief) -scholen + erkende Lierse sportverenigingen (tarief per uur) − gebruik door niet erkende Lierse sportverenigingen (tarief per uur) − gebruik piste met licht: 5 euro extra per uur − gebruik piste met cafetaria: 6 euro extra per uur

€ 2300,00 € 6,00 € 8,00


Artikel 3 : De tarieven vermeld in artikel 2 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij i R = tarief zoals vastgesteld in artikel 2 I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004) Artikel 4 : Voor activiteiten of sportpromotie initiatieven georganiseerd door het stadsbestuur (sportdienst) en/of een door het stadsbestuur erkende adviesraad (sportraad) is bovenstaande tariefregeling niet van toepassing. Artikel 5 : De verschuldigde sommen moeten betaald worden bij de financieel beheerder of zijn afgevaardigde. Bij gebreke aan betaling in der minne kan het bedrag ingevorderd worden conform artikel 94 van het gemeentedecreet. Artikel 6 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.49.

Tarieven voor in bruikleen geven van muziekinstrumenten Uitleenreglement instrumenten. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen

/

Voorgeschiedenis Het huidig reglement “tarieven voor in bruikleen geven van muziekinstrumenten” werd goedgekeurd in de gemeenteraad op 19/05/2008 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Er wordt tevens voorgesteld om de tarieven te wijzigen aan de gestegen levensduurte en om deze voortaan jaarlijks te indexeren in januari (gezondheidsindex). Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter

Ja Ja


Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend reglement “tarieven in bruikleen geven van muziekinstrumenten” goed te keuren, zoals hieronder vermeld. Art 2 : De gemeenteraad beslist volgend reglement “Uitleenreglement instrumenten” goed te keuren, zoals hieronder vermeld.

Bijlagen: Bijlage 1: Tarieven in bruikleen geven van muziekinstrumenten Art 1 : De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring, met ingang vanaf 01 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31-12-2019, aan het in bijlage vermelde reglement. Art 2 :


De tarieven zijn in te vorderen als retributie. De verschuldigde sommen dienen betaald te worden bij de stadsontvanger of zijn afgevaardigde. Jaarlijks wordt een retributie van 29,00 EUR (instrumenten met een waarde van max. 500,00 EUR) of 58,00 EUR (instrumenten met een waarde van max. 1.000,00 EUR) of 86,00 EUR (instrumenten met een waarde van max. 1.500,00 EUR) of 115,00 EUR (instrumenten met een waarde van meer dan 1.500,00 EUR) aangerekend. Deze som dient contant vereffend te worden bij de eerste terbeschikkingstelling van het instrument en bij elke hernieuwing van de ter beschikking stelling. Bij vroegtijdige beëindiging van de ter beschikking stelling, zal een evenredig bedrag van de retributie terugbetaald worden. Art. 3 De tarieven vermeld in artikel 2 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij i R = tarief zoals vastgesteld in artikel 2 I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004) Art. 4 Bij gebreke aan betaling in der minne kan het bedrag ingevorderd worden conform artikel 94 van het gemeentedecreet. Art 5 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

Bijlage 2: Uitleenreglement instrumenten Art. 1 De instrumenten zijn eigendom van de stedelijke academie voor muziek, woord en dans. Zij mogen aan de leerlingen slechts in bruikleen gegeven worden onder de navolgende voorwaarden. Art. 2 Het instrument wordt in degelijke staat aan de leerling afgeleverd. Het mag uitsluitend door de belanghebbende student gebruikt worden. Art. 3 De ontlener is verplicht zorg te dragen voor het hem toevertrouwde instrument en de raadgevingen te volgen die hem, voor het onderhoud ervan, door de leerkracht verstrekt worden. Art. 4 De leerling (of in het geval van minderjarigheid het gezinshoofd) is verantwoordelijk voor de eventuele schade aan het instrument toegebracht. De directeur, gemachtigd door het Stadsbestuur, zal desgevallend de nodige herstellingen doen uitvoeren voor rekening van de leerling die het instrument in bruikleen had. In geen geval mag de houder van het instrument dit laatste


op eigen gezag in herstelling geven. Bij ongeval of niet-opzettelijk toegebrachte beschadiging zal het College van Burgemeester en Schepenen, op advies van de directeur van de academie, beslissen of de betrokken leerling geheel of gedeeltelijk in de kosten dient tussen te komen. Art. 5 De leerkracht heeft het recht en de plicht erover te waken dat het instrument met de nodige zorg bewaard en behandeld wordt. Art. 6 Het Stadsbestuur heeft het recht het instrument, op advies van de directeur, onmiddellijk terug te vorderen en het in goede staat te doen afleveren. Art. 7 Bij het ter beschikking stellen van het instrument dient een waarborg van 25,00 EUR (instrumenten met een waarde van max. 500,00 EUR) of 50,00 EUR (instrumenten met een waarde van max. 1.000,00 EUR) of 75,00 EUR (instrumenten met een waarde van max. 1.500,00 EUR) of 100,00 EUR (instrumenten met een waarde van meer dan 1.500,00 EUR) betaald te worden die, bij de teruggave in dezelfde staat als bij de ingebruikname, terugbetaald wordt. Bij eventuele beschadiging wordt deze waarborgsom in beslag genomen tot de herstellingskosten door de ontlener betaald zijn. Art. 8 De instrumenten uit het schoolverhuurcircuit worden slechts gedurende één schooljaar ter beschikking gesteld aan dezelfde student, uitgezonderd de groei-instrumenten (vb.1/4-, 1/2- en 3/4-viool, -cello enz.) en uitgezonderd de instrumenten waarvoor geen vraag om nieuwe ontlening komt.

O.50.

Retributiereglement van de BKO. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement van de BKO werd op 17/12/2007 goedgekeurd door de gemeenteraad en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Er wordt tevens voorgesteld om de tarieven te wijzigen aan de gestegen levensduurte en om deze voortaan jaarlijks te indexeren in januari (gezondheidsindex) zover dit toegelaten wordt door de hogere wetgeving inzake minimum- en maximumtarieven voor BKO.

Juridische grond Gemeentedecreet Besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001 houdende erkenningsen subsidiëringsvoorwaarden van initiatieven voor BKO, en de besluiten van


25 januari 2002, 10 oktober 2003, 20 maart 2004 en 29 juni 2007 die dit besluit wijzigden. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien


Besluit : Met 16 stemmen voor - 13 stemmen tegen - 1 onthouding Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend retributiereglement goed te keuren: Artikel 1 : Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op BKO. Artikel 2 : De retributie wordt als volgt bepaald: De ouderbijdrage wordt berekend conform de bepalingen in het besluit van de Vlaamse Regering voor de IBO’s dd 23 februari 2001, gewijzigd op 25 januari 2002, 10 oktober 2003, 26 maart 2004 en 29 juni 2007.


Het tarief voor de voor- en naschoolse opvang en woensdagnamiddag: - per begonnen half uur 1,15 EUR Het tarief voor schoolvrije dagen en vakantiedagen: - dagopvang minder dan 3 uur: 4,60 EUR - dagopvang van 3 tot 6 uur: 6,90 EUR - dagopvang van meer dan 6 uur: 12,65 EUR Er is een toegestane korting: - Als er bij eenzelfde gezin meer kinderen op hetzelfde moment ingeschreven zijn én opgevangen worden, wordt 25% korting verleend op het totale opvangtarief. Deze vermindering is cumuleerbaar met het sociale tarief. - Als de financiële situatie van de ouder(s) daartoe aanleiding geeft, kan een sociaal tarief gehanteerd worden. Dit sociaal tarief bedraagt 50% van de ouderbijdrage. De voorwaarden voor het sociaal tarief kunnen in het jeugdcentrum bij de lokale coördinator verkregen worden. Het gaat om ouders, die voldoen aan één van de volgende voorwaarden : -voor een alleenstaande: netto gezinsinkomen dient lager te zijn dan ‘bedrag van leefloon alleenstaande x 1,75’ -voor een samenwonende: netto gezinsinkomen dient lager te zijn dan ‘bedrag van leefloon samenwonende x 1,75’ -voor een alleenstaande met kinderen ten laste: netto gezinsinkomen dient lager te zijn dan ‘bedrag van leefloon alleenstaande met aantal kinderen ten laste x 1,75’ -elkeen, die in het bezit is van een GOMOR-pas Elk kind dat na sluitingsuur wordt opgehaald wordt een bijkomende retributie van 11,50 EUR per 10 minuten aangerekend op de eerstvolgende factuur. Ook na verwittiging van laattijdig ophalen zullen wij de bijkomende retributie aanrekenen. De gereserveerde dagen van de vakantieperiodes en de schoolvrije dagen worden ook aangerekend bij afwezigheid van het kind, tenzij op voorhand (ten laatste 2 dagen voor de ingeschreven dag) schriftelijk geannuleerd wordt. Artikel 3 : De tarieven vermeld in artikel 2 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij i R = tarief zoals vastgesteld in artikel 2 I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004) Echter, de bekomen tarieven na de jaarlijkse indexering mogen niet meer bedragen dan de maximumtarieven die vastgelegd worden volgens de modaliteiten in het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende erkenning- en subsidiëringvoorwaarden van initiatieven voor buitenschoolse opvang.


Artikel 4 : De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de aanvraag doet. Maandelijks wordt een afrekening opgestuurd. De betaling gebeurt binnen 30 kalenderdagen via domiciliëring of overschrijving op rekeningnummer 097-1112900-19 van stadsbestuur Lier met vermelding BKO+factuurnummer. Door de administratie van Kinderopvang Kadee wordt jaarlijks na betaling van alle facturen aan de ouders een fiscaal attest bezorgd in verband met de uitgaven voor kinderopvang tot de leeftijd van 12 jaar. Artikel 5 : Bij gebreke aan betaling kan het bedrag ingevorderd worden conform artikel 94 van het gemeentedecreet. Artikel 6 : Niet naleving van dit retributiereglement kan uitsluiting tot gevolg hebben. Alle wijzigingen aan bovenstaand reglement dienen goedgekeurd te worden door de gemeenteraad. Artikel 7 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.51.

Voorwaarden en tarieven voor de reproductie van kunstwerken in stedelijk bezit. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig voorwaarden- en tarievenreglement voor de reproductie van kunstwerken in stedelijk bezit werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 17/12/2007 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Er wordt tevens voorgesteld om de tarieven te wijzigen aan de gestegen levensduurte en om deze voortaan jaarlijks te indexeren in januari (gezondheidsindex). Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik

Ja Ja Ja


Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen De gemeenteraad beslist onderstaand reglement goed te keuren: Art. 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt een reproductierecht ingevoerd voor de reproductie van kunstvoorwerpen in stedelijk bezit. Het college van burgemeester en schepenen verleent de toelating voor de fotografie en de reproductie van de betrokken kunstvoorwerpen. Art. 2: Het vervaardigen van fotomateriaal van een kunstvoorwerp in het stedelijk bezit gebeurt voor rekening van de aanvrager en door een fotograaf naar zijn of haar keuze. Voor een kunstwerk en de fotografie ervan onderworpen aan de auteurswet is de aanvrager verantwoordelijk voor het naleven van de bepalingen van deze wet. Het college van burgemeester en schepenen wijst hierin elke verantwoordelijkheid af. Art. 3: Iedere tentoonstelling of publicatie is onderworpen aan een vast bedrag ter bekoming van een reproductierecht. Dit reproductierecht moet, per


tentoonstelling of per publicatie in een boek of tijdschrift en per taal waarin het uitgegeven wordt, worden aangevraagd en opnieuw betaald worden. a. Voor wetenschappelijke publicaties en tentoonstellingen : foto zwart wit: 15,00 EUR foto kleur: 29,00 EUR) dia of ektachroom: 58,00 EUR b. voor reproducties van commerciële doeleinden (publicatie, publiciteit, postkaarten, kalenders, enz...): foto zwart wit: 29,00 EUR foto kleur: 58,00 EUR dia of ektachroom: 115,00 EUR c. Het college van burgemeester en schepenen kan vrijstelling verlenen voor publicaties en tentoonstellingen die de promotie van de Stad en haar Musea tot doel hebben of educatieve doeleinden of educatieve elementen. Art. 4: De toelating tot het uitvoeren van de fotografie wordt slechts gegeven na betaling van het reproductierecht. Bij gebreke aan betaling in der minne kan het bedrag ingevorderd worden conform artikel 94 van het gemeentedecreet. Art. 5 De tarieven vermeld in artikel 3 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij i R = tarief zoals vastgesteld in artikel 2 I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004) Art. 6: De aanvrager verbindt zich ertoe een gratis exemplaar van de publicatie waarin het kunstwerk uit stedelijk bezit is gereproduceerd over te maken aan de dienstbibliotheek van de Lierse Stedelijke Musea, ten laatste één maand na de verschijningsdatum. Art. 7: De reproductie van kunstvoorwerpen in stedelijk bezit dient in bijtekst het volgende te vermelden: Lier of Lier (Koningshooikt), naam van de bewaarplaats (bv. Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen en Baron Caroly, Timmermans-Opsomerhuis, Stadhuis, ...), het inventarisnummer, de naam van de kunstenaar, de titel en de datering van het kunstvoorwerp. Art. 8: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.


O.52.

Retributiereglement voor het ontlenen GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen

van

stadsmaterialen.

Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement voor het ontlenen van stadsmaterialen werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 26 april 2010 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Voorgesteld wordt om de tarieven aan te passen aan de gestegen levensduurte en om voortaan een jaarlijkse indexverhoging toe te passen. 1)huidige materialen en tarieven Voor raad Podiumelementen 2x1m hoogte 0,50m 57 Podiumelementen 2x1m hoogte 1,00m 52 Podiumelementen 2x1m metaal verstelbaar 64 (touartube) Trap voor podium in hout 0,80m breedte 2 Trap voor podium in hout 1,00m breedte 4 hoogte =0,50 m Trap voor podium in hout 1,00m breedte 3 hoogte =1,00 m Trap voor podium in hout 1,00m breedte 1 hoogte =0,75 m Trap voor metalen podium, verstelbaar (40- 1 50-60) Tafelbladen met schragen 2,55x0,70 m 35 Opklapbare biertafels model Woodstock 70 2,20x0,67 m met banken (10 sets per transportkar) Plooitafels 1,80x0,80 m (per 20 op 80 transportkar) Stoelen stapelbaar 150 Klapstoelen (per 50 op transportkar) 550 Spreekgestoelte 1 Feestverlichting (prikkabel) 50 lm Vlaggenmasten alu 15 Vlaggenmasten polyester + 5,00m 14 Vlaggenmasten hout ca. 4 m 8 Nadar 2,50 m 92 Nadar 2,20 m (op aanhangwagen per +/- 249 100 lm) Tentoonstellingspanelen 1,20x1,20 20 Tentoonstellingspanelen 1,20x0,60 6 Materiaal

Tarief B 1,75 1,75 2,00

C 3,50 3,50 4,00

0,50 0,50

1,00 1,00

0,50

1,00

0,50

1,00

1,00

2,00

0,75 8,00

1,50 15,00

4,00

8,00

0,50 0,50 1,00 3,00 1,00 1,00 0,75 1,00 0,75

1,00 1,00 2,00 5,00 2,00 2,00 1,50 2,00 1,50

0,75 0,75

1,50 1,50


Tentoonstellingskasten 0,60x0,60x0,30 Tentoonstellingskasten 0,60x0,60x0,60 Tentoonstellingkasten 1,20x0,60x0,60 Tentoonstellingkasten 1,20x0,60x0,30 Wimpels Rood wit Kiosk diameter 8m, inclusief plaatsing De hoeveelheden op deze lijst zijn gevolge van schade aan materiaal)

6 10 10 10 22 1 indicatief

2,50 5,00 2,50 5,00 2,50 5,00 2,50 5,00 1,00 2,00 120* 240* en kunnen wijzigen (bv. ten

* Deze ontlening (kiosk) kan slechts tegen dit tarief mits levering en plaatsing tijdens de diensturen. Voor levering, plaatsing of terug ophalen buiten de diensturen wordt het vermelde tarief verdubbeld.

2)overzicht nieuwe materialen en tarieven Materiaal Podiumelementen 2x1m hoogte 0,50m Podiumelementen 2x1m hoogte 1,00m Podiumelementen 2x1m metaal verstelbaar (touartube) Trap voor podium in hout 0,80m breedte Trap voor podium in hout 1,00m breedte hoogte =0,50 m Trap voor podium in hout 1,00m breedte hoogte =1,00 m Trap voor podium in hout 1,00m breedte hoogte =0,75 m Trap voor metalen podium, verstelbaar (4050-60) Tafelbladen met schragen 2,55x0,70 m Opklapbare biertafels model Woodstock 2,20x0,67 m met banken (10 sets per transportkar) Plooitafels 1,80x0,80 m (per 20 op transportkar) Stoelen stapelbaar Klapstoelen (per 50 op transportkar) Spreekgestoelte Vlaggenmasten alu Vlaggenmasten polyester + 5,00m Nadar 2,50 m Nadar 2,20 m (op aanhangwagen per +/100 lm) Tentoonstellingspanelen 1,20x1,20 Tentoonstellingspanelen 1,20x0,60 Tentoonstellingkasten 1,20x0,60x0,30

50 48 63

Tarief B 2,01 2,01 2,30

C 4,03 4,03 4,60

2 4

0,58 0,58

1,15 1,15

3

0,58

1,15

1

0,58

1,15

1

1,15

2,30

45 70

0,86 9,20

1,73 17,25

80

4,60

9,20

130 550 2 18 14 60 250

0,58 0,58 1,15 1,15 1,15 1,15 0,86

1,15 1,15 2,30 2,30 2,30 2,30 1,73

20 6 9

0,86 0,86 2,88

1,73 1,73 5,75

Voor raad


Wimpels Rood wit Kiosk diameter 8m, inclusief plaatsing

15 1

1,15 138*

2,30 276*

De hoeveelheden op deze lijst zijn indicatief en kunnen wijzigen (bv. ten gevolge van schade aan materiaal) * Deze ontlening (kiosk) kan slechts tegen dit tarief mits levering en plaatsing tijdens de diensturen. Voor levering, plaatsing of terug ophalen buiten de diensturen wordt het vermelde tarief verdubbeld. Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien


Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen De gemeenteraad beslist volgend retributiereglement goed te keuren. Artikel 1 Toepassingsperiode


Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op het gebruik van stadsmaterialen. Artikel 2 Omstandigheden De stadsmaterialen die ontleend worden moeten dienen voor publieke manifestaties te Lier, of andere gemeentebesturen. Artikel 3 Reserveringen A.) Reservering dient te gebeuren uiterlijk 4 weken voor het tijdstip van de activiteit, voor materialen die geleverd moeten worden. Materialen kunnen ten vroegste 15 maanden voor het tijdstip van de activiteit worden gereserveerd. Tot 12 maanden voor de activiteit kan er geen zekerheid worden gegeven over de beschikbaarheid van de materialen, omwille van gebeurlijke gemeentelijke activiteiten. Het stadsbestuur behoudt zich tevens het recht om een deel van de materialen niet te reserveren, wegens potentieel eigen gebruik. De behandeling van de aanvraag kan tot 15 werkdagen in beslag nemen. B.) De reservering dient aangevraagd, aan de hand van het online invulformulier op www.uitinlier.be. Uit in Lier behandelt uw aanvraag en verzamelt de nodige adviezen. Artikel 4 Tariefcategorieën Voor de ontlening van stadsmaterialen hanteert het stadsbestuur Lier drie tariefcategorieën: Tariefcategorie A De gebruikers in deze categorie zijn: Het stadsbestuur van Lier, de stedelijke diensten, SOLag, OCMW, de Lierse Huisvestingsmaatschappij, de erkende adviesraden van de Stad Lier en de Lokale Politie Lier. Andere gemeentebesturen, mits het aanvragende bestuur voor de Stad Lier ook het nultarief toepast, uitgezonderd voor de kiosk. Jubilarissen (enkel voor vlaggen, vlaggenmasten en nadar) Organisaties met een humanitair doel, aldus aanvaard door het college van burgemeester en schepenen. tariefcategorie B De gebruikers in deze categorie zijn: Lierse scholen en hun oudercomités Erkende Lierse verenigingen. Verenigingen en organisaties voor mindervaliden, welzijnsvoorzieningen en derde leeftijd. Lierse politieke partijen Door de dienst wijkwerking als wijkinitiatief goedgekeurde organisaties Tariefcategorie C De gebruikers in deze categorie zijn: Gemeentebesturen, die geen nultarief hanteren voor het stadsbestuur Lier. Overige aanvragers, voor zover niet strijdig met artikel 2 en de ontlening niet zuiver dienstig is voor commerciële doeleinden


Artikel 5 Overzicht van het uitleenbaar stadsmateriaal en het toepasselijk tarief Voor categorie A is ontlening kosteloos, voor categorie B en C wordt een afzonderlijk tarief gehanteerd. Materiaal Podiumelementen 2x1m hoogte 0,50m Podiumelementen 2x1m hoogte 1,00m Podiumelementen 2x1m metaal verstelbaar (touartube) Trap voor podium in hout 0,80m breedte Trap voor podium in hout 1,00m breedte hoogte =0,50 m Trap voor podium in hout 1,00m breedte hoogte =1,00 m Trap voor podium in hout 1,00m breedte hoogte =0,75 m Trap voor metalen podium, verstelbaar (4050-60) Tafelbladen met schragen 2,55x0,70 m Opklapbare biertafels model Woodstock 2,20x0,67 m met banken (10 sets per transportkar) Plooitafels 1,80x0,80 m (per 20 op transportkar) Stoelen stapelbaar Klapstoelen (per 50 op transportkar) Spreekgestoelte Vlaggenmasten alu Vlaggenmasten polyester + 5,00m Nadar 2,50 m Nadar 2,20 m (op aanhangwagen per +/100 lm) Tentoonstellingspanelen 1,20x1,20 Tentoonstellingspanelen 1,20x0,60 Tentoonstellingkasten 1,20x0,60x0,30 Wimpels Rood wit Kiosk diameter 8m, inclusief plaatsing

50 48 63

Tarief B 2,01 2,01 2,30

C 4,03 4,03 4,60

2 4

0,58 0,58

1,15 1,15

3

0,58

1,15

1

0,58

1,15

1

1,15

2,30

45 70

0,86 9,20

1,73 17,25

80

4,60

9,20

130 550 2 18 14 60 250

0,58 0,58 1,15 1,15 1,15 1,15 0,86

1,15 1,15 2,30 2,30 2,30 2,30 1,73

20 6 9 15 1

0,86 0,86 2,88 1,15 138*

1,73 1,73 5,75 2,30 276*

Voor raad

De hoeveelheden op deze lijst zijn indicatief en kunnen wijzigen (bv. ten gevolge van schade aan materiaal) * Deze ontlening (kiosk) kan slechts tegen dit tarief mits levering en plaatsing tijdens de diensturen. Voor levering, plaatsing of terug ophalen buiten de diensturen wordt het vermelde tarief verdubbeld.


Artikel 6 indexering De tarieven vermeld in artikel 5 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij i R = tarief zoals vastgesteld in artikel 2 I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004) Artikel 7 Gebruiksduur De ontlening gebeurt steeds voor de duur van de activiteit, met een maximum van 7 opeenvolgende kalenderdagen. Bij langer gebruik wordt de extra duur aangerekend met een minimum van een periode van 7 kalenderdagen en tevens wordt er een toeslag aangerekend van 20% op de huurprijs. De maximale periode voor de ontlening van dezelfde materialen wordt beperkt tot 1 maand. Artikel 8 Transport De levering en/of ophaling van materiaal kan tijdens de diensturen gebeuren door de stadsdiensten, mits betaling van 20% van de ontleenwaarde van het materiaal, met een minimum van 20 euro zowel per levering als per ophaling. Uiteraard kan de gebruiker het materiaal ook zelf afhalen en terugbrengen. Voor de gebruikers voorzien in categorie A wordt er geen transportvergoeding aangerekend. Artikel 9 Betalingen Bij gebreke aan betaling in der minne kan het bedrag ingevorderd worden conform artikel 94 van het gemeentedecreet. Artikel 10 Afkondiging De verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenstemming met art.186 van het gemeentedecreet.

O.53.

in

Retributie voor het verzenden van aanmaningen, laatste berichten en aangetekende zendingen. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Chris Van Goylen Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement voor het verzenden van aanmaningen, laatste berichten en aangetekende zendingen werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 juni 2012 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te verlengen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019.


Voorgesteld wordt om het tarief voor een aangetekende zending te verhogen van 6 naar 7 eur, dit gelet op de stijgende posttarieven. Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 14 stemmen voor - 13 stemmen tegen - 3 onthoudingen De gemeenteraad beslist volgende retributiereglement goed te keuren. Art 1 : Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2014 en eindigend op 31/12/2019 worden de kosten voor het verzenden van aanmaningen, laatste berichten en aangetekende zendingen verhaald op diegenen die laattijdig de door hun verschuldigde sommen betalen zoals retributies, huurgelden en facturen. Tevens worden er ook in hunnen hoofde verwijlinteresten aangerekend. Art. 2 : De kosten worden vastgesteld als volgt: - 1ste gewone aanmaning : kosteloos


- één aangetekende zending : 7,00 EUR Art. 3: Bij niet-betaling na de aangetekende aanmaning wordt het dossier doorgestuurd ter invordering naar de gerechtsdeurwaarder. De gemaakte kosten van de gerechtsdeurwaarder vallen ten laste van diegenen die laattijdig de door hen verschuldigde sommen betalen zoals retributies, huurgelden of facturen. Art. 4 : De wettige nalatigheidsinteresten zullen als naar recht aangerekend worden. Art. 5 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.54.

Retributiereglement op het aanbieden van laadkaarten voor laadeiland elektrische voertuigen. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Danny Dewelde

Feiten en context Het college van burgemeester en schepenen besliste op 18 november 2013 om laadkaarten voor het laadeiland elektrische voertuigen aan te kopen en het tarief voor het aanbieden van deze laadkaarten op € 7,50 vast te stellen. Dit dient in een retributiereglement te worden vastgelegd. Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee


Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist volgend retributiereglement goed te keuren: Retributiereglement op het aanbieden van laadpassen voor laadeiland elektrische voertuigen Art 1 : Voor een termijn ingaand vanaf 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie gevestigd op het aanbieden van laadpassen voor het laadeiland elektrische voertuigen. Art. 2: De retributie bedraagt 7,50 euro voor een laadpas voor het laadeiland elektrische voertuigen. Art. 3: De vastgestelde retributie dient betaald te worden aan de financieel beheerder of zijn afgevaardigde. In geval van niet minnelijke betaling kan het bedrag ingevorderd worden conform art. 94 van het gemeentedecreet. Art. 4: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Art. 5: Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.55.

LOK - EC -- Middenstand/KMO Retributiereglement op plaatsrechten markten en elektriciteitsvoorziening voor marktkramers en andere gebruikers. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Hannelore Vermassen/Katia Delen Voorgeschiedenis Het huidig belastingreglement op plaatsrechten markten werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 17/12/2007 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013.


Het huidig retributiereglement op elektriciteitsvoorziening voor marktkramers en andere gebruikers werd goedgekeurd in gemeenteraad van 19/05/2008 en houdt op uitwerking te hebben op 31/12/2013. Feiten en context • Voorgesteld wordt om beide reglementen samen te voegen in 1 retributiereglement. • Sommige tarieven dienen aangepast te worden aan de gestegen levensduurte. Voortaan zullen de tarieven ook jaarlijks aangepast worden aan de gezondheidsindex. De huidige tarieven bedragen: • Vaste standplaatsen - kwartaal tarief a) op de wekelijkse zaterdagmarkt: 7,25 EUR per strekkende meter; b) op een andere plaats van het openbaar domein voor 1 inneming per week: 7,25 EUR per strekkende meter. • Tijdelijke standplaatsen - dagtarieven a) op de wekelijkse zaterdagmarkt: 1 EUR per vierkante meter; b) op een andere plaats van het openbaar domein: 2,50 EUR per vierkante meter. • Standplaatsen voor verkoop van bloemen aan de kerkhoven ter gelegenheid van Allerheiligen (tarief voor 5 dagen): kerkhof Kloosterheide: 11 EUR per strekkende meter kerkhof Mechelpoort: 6 EUR per strekkende meter kerkhof Beekstraat: 6 EUR per strekkende meter • Standplaatsen op de duivenmarkt: 1 EUR voor de eerste vijf duiven en 0,2 EUR per bijkomende duif • Standplaatsen op de groentemarkt Per ingenomen parkeerplaats: 3 EUR • De retributie op de elektriciteitsvoorziening op het openbaar domein voor marktkramers en andere gebruikers wordt vastgesteld als volgt: voor de marktkramers met vast abonnement of met losse standplaats : a) een aansluiting van 16 A, 220 V, monofasig: € 3/dag b) een aansluiting van 20 A, 220 V, monofasig: € 3/dag c) een aansluiting van 32 A, 220 V, monofasig: € 3/dag d) een aansluiting van 32 A, 220 V, driefasig: € 10/dag •

Rekening houdend met de financiële toestand van de stad.

Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee


Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen De gemeenteraad beslist volgend retributiereglement goed te keuren. Art 1 : Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Lier, een retributie gevestigd op standplaatsen op openbare markten gehouden op het openbaar domein van de stad alsmede een retributie op elektriciteitsvoorziening voor marktkramers en andere gebruikers. Art 2 : De retributietarieven gevestigd op de standplaatsen van de openbare markten gehouden op het openbaar domein zijn vastgesteld als volgt: • Vaste standplaatsen - kwartaal tarief : € 8,25 per strekkende meter; • Tijdelijke standplaatsen - dagtarieven a) op de wekelijkse zaterdagmarkt: € 1,15 per vierkante meter; b) op de duivenmarkt : € 1,15 voor de eerste vijf duiven en € 0,2 per bijkomende duif per standplaats c) op de groentemarkt : € 1 per strekkende meter met een minimum van 3 € d) op een andere plaats van het openbaar domein: € 2,87 per vierkante meter. • Standplaatsen voor verkoop van bloemen aan de kerkhoven ter gelegenheid van Allerheiligen (tarief voor 5 dagen): - kerkhof Kloosterheide: € 12,50 per strekkende meter - kerkhof Mechelpoort: € 6,5 per strekkende meter


- kerkhof Beekstraat: € 6,5 per strekkende meter Voor de tijdelijke dagen staanplaatsen per vierkante meter ingenomen ruimte, met dien verstande dat elke begonnen vierkante meter naar de hogere eenheid wordt afgerond. Voor de vaste kwartaalstandplaatsen per strekkende meter ingenomen breedte, met een maximum diepte van 3 meter, met dien verstande dat elke begonnen meter naar de hogere eenheid wordt afgerond en dat, zo de diepte de 3 meter overschrijdt, het aantal strekkende meter met een zelfde lengte wordt verhoogd. Art 3 : Voor de vestiging van de retributie gelden volgende forfaitaire minima voor innemingen: a. eierkorven: 1 strekkende meter of 1 vierkante meter b. standwerkers: 3 strekkende meter of 6 vierkante meter. Art 4 : De opmeting van de ingenomen oppervlakten of lengten geschiedt door de daartoe aangestelde marktmeester. Bij betwisting zal het college van burgemeester en schepenen een beslissing treffen. Art 5 : De retributie op de elektriciteitsvoorziening op het openbaar domein voor marktkramers en andere gebruikers is verschuldigd door de aanvrager van de aansluiting. Art 6 : De retributie op de elektriciteitsvoorziening op het openbaar domein voor marktkramers en andere gebruikers wordt vastgesteld als volgt: • voor de marktkramers met vast abonnement of met losse standplaats : a) een aansluiting van 16 A, 220 V, monofasig: € 3,5/dag b) een aansluiting van 32 A, 220 V, monofasig: € 4,5/dag c) een aansluiting van 32 A, 220 V, driefasig: € 11,5/dag In deze tarieven zijn de kosten voor de aansluiting, voor het plaatsen van de kasten en voor de administratie inbegrepen. • voor andere gebruikers van de elektriciteitsvoorziening : het werkelijk elektriciteitsverbruik verhoogd met 50,00 euro voor aansluiting op de verdeelkasten. Aansluitingen voor vermogens boven de 32 A worden niet voorzien. Art 7 : De retributie op de ingenomen standplaatsen van de openbare markten is verschuldigd van zodra de standplaats op de markt ingenomen is. Deze retributie wordt geïnd door een daartoe aangestelde marktmeester en dient contant betaald tegen afgifte van een kwijting. Deze kwijting moet op


het eerste verzoek van een aangestelde van het stadsbestuur steeds kunnen vertoond worden. De retributie voor een vaste standplaats is verplichtend per trimester vooruit te betalen. De retributie voor een tijdelijke standplaats dient onmiddellijk betaald te worden bij inname van de standplaats. De betaling van het plaatsrecht geeft aan de gebruiker voor gans de duur van de markt de persoonlijke beschikking over de plaats, waarvoor het recht gevorderd werd. Art 8 : De retributie op de elektriciteitsvoorziening is verschuldigd door de aanvrager van de aansluiting. De afrekening van de retributie gebeurt als volgt: • voor de marktkramers met vast abonnement: maandelijkse kwijting en jaarlijkse factuur • voor de marktkramers met losse standplaatsen: onmiddellijke betaling bij inname van de standplaats • voor de andere gebruikers: na de ingebruikname. De marktkramers met vast abonnement en losse standplaatsen en andere gebruikers dienen via een ter beschikking gesteld formulier een verzoek te doen bij de stad Lier. Bij het verzoek voegen zij een keuringsverslag van de aansluiting toe. Art 9 : Het college van burgemeester en schepenen kan de aansluiting weigeren of weghalen indien niet voldaan is aan artikel 8 of aan aanvragers die een betaalachterstand hebben. Art 10 : Bij gebreke aan betaling in der minne kan het bedrag ingevorderd worden conform artikel 94 van het gemeentedecreet. Art 11 : De tarieven vermeld in dit reglement worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule: R x I waarbij i R = tarief zoals vastgesteld in dit reglement I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004) Art 12 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.


O.56.

MILIEU - Allerlei Retributiereglement op administratieve gegevens inzake onroerende goederen. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Katrien De Wel Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement op administratieve gegevens inzake onroerende goederen werd op 28/06/2010 goedgekeurd door de gemeenteraad en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdende met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode 01 januari 2014 – 31 december 2019. Er wordt tevens voorgesteld om de tarieven te wijzigen aan de gestegen levensduurte en om deze voortaan jaarlijks te indexeren in januari (gezondheidsindex).

Deel 1 a: uitreksel uit het plannenregister Deel 1 b: uitreksel uit het vergunningenregister Deel 1 a + b Deel 2 aanvullende vastgoedinformatie Deel 3 milieu en natuur

Huidig tarief 25 euro 25 euro 50 euro 15 euro 10 euro

Juridische grond Gemeentedecreet, art. 94 Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee

Nieuw tarief 26,75 euro 26,75 euro 53,50 euro 16,05 euro 10,70 euro


Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien

Nee Ja Ja afwezig Ja Ja Ja Onthouding

Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen Artikel 1 : De gemeenteraad beslist volgend retributiereglement goed te keuren: Retributiereglement goederen

op

administratieve

gegevens

inzake

onroerende

Art. 1 Voor een termijn ingaand vanaf 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op het verstrekken van administratieve gegevens inzake onroerende goederen waarvoor opzoekingswerk vereist is, o.m. inzake vervreemding van onroerende goederen. Art. 2 De retributie wordt als volgt bepaald: - voor deel 1 a: uittreksel uit het plannenregister: 26,75 euro - voor deel 1 b: uittreksel uit het vergunningenregister: 26,75 euro Voor deel 1 a+ b bedraagt de retributie 53,50 euro. - voor deel 2: aanvullende vastgoedinformatie (ruimtelijke ordening, huisvesting en economie, bescherming onroerende erfgoed, andere erfdienstbaarheden van openbaar nut, belastingen): 16,05 euro. - voor deel 3: milieu en natuur: 10,70 euro Voor een aanvraag van een stedenbouwkundig uittreksel dient enkel deel 1 opgemaakt en betaald te worden. Wanneer men stedenbouwkundige inlichtingen + een stedenbouwkundig uittreksel wenst dient deel 1,2 en 3 opgemaakt en betaald te worden.

Art. 3 De tarieven vermeld in artikel 2 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij i R = tarief zoals vastgesteld in artikel 2 I = index van de maand december van het voorgaande jaar


i = index van de maand december 2013 (basis 2004)

Art. 4 De retributie valt ten laste van de personen of instellingen op wiens verzoek deze inlichtingen door de stad worden verstrekt. De betaling van de retributie dient te gebeuren op rekening van het stadsbestuur binnen 30 dagen na verzending van de factuur. Art. 5 Worden van de retributie vrijgesteld: Informatie die in uitvoering van een wet of decreetdoor het stadsbestuur kosteloos moeten worden afgeleverd aan een administratieve of gerechtelijke overheid of openbare instelling; Gerechtsdeurwaarders als ze optreden in een strafrechtspleging, in sociale of fiscale aangelegenheden; Ten behoeve van personen en instellingen die werken in opdracht van de stad. Art. 6 De retributie wordt onder geen enkele voorwaarde terugbetaald. Art. 7 Bij gebreke aan betaling in der minne kan het bedrag ingevorderd worden conform artikel 94 van het gemeentedecreet. Art. 7 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.57.

VERKEER - Allerlei Retributiereglement op het tijdelijk ter beschikking stellen van verkeerssignalisatie. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Steven De Preter Voorgeschiedenis Het huidige retributiereglement op het tijdelijk ter beschikking stellen van verkeerssignalisatie werd gestemd in de gemeenteraad van 23 november 2009 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk dit reglement te hernieuwen voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. Juridische grond Gemeentedecreet Adviezen Cel mobiliteit:


Voorstel om deze retributie te behouden als een contante retributie. Wanneer men verkeerssignalisatie wenst te ontlenen, dient men dit bij de aanvraag te betalen. Wanneer er niet betaald wordt, kan er ook geen toelating opgemaakt worden. Het opnemen van een tariefverhoging bij een niet-aanvraag is in dit reglement dan ook niet nodig. Voorstel om het tarief aan te passen naar 17,25 € per set per week i.p.v. de nu voorziene 15€. Argumentatie Het is aangewezen het retributiereglement te vernieuwen als volgt: Art.3 huidig: Het bedrag van deze retributie wordt per ondeelbare periode van één week (7 kalenderdagen) vastgesteld als volgt: 15 euro per week voor het ter beschikking stellen van verkeerstekens en/ of verkeerssignalisatie per set van 2 borden. Art.3 voorstel: Het bedrag van deze retributie wordt per ondeelbare periode van één week (7 kalenderdagen) vastgesteld als volgt: 17,25 euro per week voor het ter beschikking stellen van verkeerstekens en/ of verkeerssignalisatie per set van 2 borden. Hierin zit zowel het huren, ter plaatse brengen en afhalen van de signalisatie vervat. De retributie zal jaarlijks per 1 januari geïndexeerd worden volgens de gezondheidsindex (basis 2004). Art.6 huidig: De retributie wordt niet geïnd bij terbeschikkingstelling van verkeerssignalisatie: a) voor rekening van openbare besturen; b) voor rekening van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of van haar plaatselijke bouwmaatschappijen c) voor werken aan beschermde monumenten en/of stadsgezichten. Reden van wijziging: In het college van 15 maart 2011 werd beslist om een bijkomende vrijstelling te verlenen voor ceremoniewagens bij huwelijken in de Van Boeckelzaal. De vrijstelling geldt voor maximum 4 voertuigen. Er wordt voorgesteld om de vrijstelling van betaling voor werken aan stadsgezichten en monumenten te schrappen en te vervangen door een vrijstelling van betaling voor woningen die hersteld dienen te worden wegens een natuurramp of brand. Dit jaar werd nog geen enkele aanvraag gedaan om verkeerssignalisatie te ontlenen voor het uitvoeren van werken aan stadsgezichten en monumenten. Voor werkzaamheden aan woningen, die hersteld dienen te worden door een brand, werd dit al wel gedaan. In het verleden gebeurde dit ook naar aanleiding van de stormschade, bijvoorbeeld in de Kapelstraat. Art.6 voorstel:


De retributie wordt niet geïnd bij terbeschikkingstelling van verkeerssignalisatie: a) voor rekening van openbare besturen; b) voor rekening van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of van haar plaatselijke bouwmaatschappijen; c) voor werken aan woningen die hersteld worden naar aanleiding van natuurrampen of naar aanleiding van een brand. d) voor ceremoniewagens bij huwelijken in de Van Boeckelzaal in het Timmermans-Opsomerhuis en dit voor maximum 4 voertuigen.



Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen De gemeenteraad beslist het volgende reglement goed te keuren: Art 1 : Voor een termijn ingaande vanaf 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op het tijdelijk ter beschikking stellen van verkeerssignalisatie.


Art 2 : De retributie valt ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon aan wie bedoelde signalisatie ter beschikking wordt gesteld. Art 3 : Het bedrag van deze retributie wordt per ondeelbare periode van één week (7 kalenderdagen) vastgesteld als volgt: 17,25 euro per week voor het ter beschikking stellen van verkeerstekens en/ of verkeerssignalisatie per set van 2 borden. Hierin zit zowel het huren, ter plaatse brengen en afhalen van de signalisatie vervat. Art 4 : Het tarief vermeld in artikel 3 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij i R = tarief zoals vastgesteld in artikel 3 I = index van de maand december van het voorgaande jaar i = index van de maand december 2013 (basis 2004) Art 5: In geen geval brengt de retributie enig recht mee tot toe-eigening van het gebruikte materiaal. Art 6: Op het ogenblik van de aanvraag van de verkeerssignalisatie wordt een bedrag gelijk aan die van de vermoedelijke retributie in bewaring gegeven bij de financieel beheerder of zijn afgevaardigde, tegen afgifte van ontvangstbewijs. Art 7: De retributie wordt niet geïnd bij terbeschikkingstelling van verkeerssignalisatie: a) voor rekening van openbare besturen; b) voor rekening van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of van haar plaatselijke bouwmaatschappijen c) voor werken aan woningen die hersteld worden naar aanleiding van natuurrampen of naar aanleiding van een brand. d) voor ceremoniewagens bij huwelijken in de Van Boeckelzaal in het Timmermans-Opsomerhuis en dit voor maximum 4 voertuigen. Art 8: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.58.

Retributiereglement - betalend parkeren. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Karin Van Asch


Voorgeschiedenis In het CBS van 10 juni 2013 werden de algemene principes vastgelegd voor de hernieuwing en aanpassingen van de retributiereglementen. Feiten en context Het retributiereglement werd recent aangepast, cbs dd. 02/09/2013, zodat nu enkel de geldigheidsduur dient aangepast te worden. Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk om dit reglement te vernieuwen voor de periode 01 januari 2014 tot 31december 2019. Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet Goris Annemie Buelens Kristof Verheyden Kelly Wagner Christina De Koninck Hilde Degirmenci Yahya Vanhove Katrien


Besluit : Met 16 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 3 onthoudingen De gemeenteraad beslist het onderhavig retributiereglement op het parkeren goed te keuren: Art 1: Voor een periode ingaand vanaf 01/01/2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie


geheven op het parkeren van motorvoertuigen op de plaatsen waar zulks enkel toegelaten is mits bij regelmatig gebruik van een parkeermeter, sms parkeren, parkeerautomaat of parkeerbiljet afgeleverd door de concessionaris. De plaatsen met een dusdanige parkeerbeperking worden door het stadsbestuur aangeduid. Art 2: De retributie is verschuldigd door de houder van de nummerplaat. Art 3: Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : parkeerticket : het ticket dat door de parkeerautomaat wordt afgeleverd ( tarief 1) sms-parkeren : de betaling gebeurt via het overmaken van een smsbericht (tarief 1) parkeerbiljet : het biljet dat door een parkeerwachter, samen met het te gebruiken overschrijvingsformulier, op het voertuig wordt aangebracht (tarief 2) Art 4 : De retributie wordt als volgt vastgesteld : Tarief 1 Zone 1 (rode) 2 (oranje) 3 (gele) 4 (paarse)

Aantal minuten 60 60 60 60

Tarief 1,20 euro 1,20 euro 0,80 euro 0,60 euro

Max. duur 1 uur 2 uur 4 uur 4 uur

Tarief 2 19 euro per halve dag van 09u00 tot 14u00 of van 14u00 tot 19u00 voor zone 1,2,3 en 4. Zo op de voertuigen geen geldig parkeerticket zal de parkeerwachter hieruit concluderen dat de bestuurder heeft geopteerd voor tarief 2. Er zal alsdan een parkeerbiljet op het voertuig worden aangebracht, samen met een overschrijvingsformulier dat bij de betaling dient te worden gebruikt. Bijzondere tarieven: Bewoners in het bezit van een geldige residentiële kaart zijn de retributie niet verschuldigd voor het parkeren in zone 3 en zone 4, mits zij hun residentiële kaart zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig, of, als er geen vooruit is op het voorste gedeelte van het voertuig. Het tarief van een residentiële kaart bedraagt : 1ste kaart gratis, 2de kaart 70 euro/jaar, 3de kaart 95 euro/jaar. Medische zorgverstrekkers kunnen 30 minuten gratis parkeren per zorgverstrekking. Hiertoe dienen zij gebruik te maken van hun zorgverstekkingskaart in combinatie met een parkeerschijf. In geval van verplaatsing per moto is er een volledige vrijstellingen van betaling.


Een werkweekabonnement op parking Gasthuisvest, parking KTA, Parking Renaat Veremansplein , Rederijkerslei en Ernest Staaslei bedraagt 45 euro per 3 maanden. Gratis kwartier (mits gebruik van de hiertoe door de concessionaris afgeleverde schijf) in de volledige betalende zone en is niet combineerbaar met een regulier parkeerticket. Dagticket aan 4,50 euro in de volledige zone 3 (gele zone) en zone 4 (paarse zone). Gratis 20 min. in ondergrondse parking. Zone 1: Florent Van Cauwenberghstraat, Lisperstraat (vanaf Grote Markt tot Kammenstraat), Vismarkt, Werf Zone 2: Antwerpsestraat, Kartuizersvest, Kolveniersvest, Koning Albertstraat, Rechtestraat, Heilige Geeststraat, Kardinaal Mercierplein, Berlaarsestraat, Berlarij, Schapenkoppenstraat, Van Brandtpoort. Zone 3: Leopoldplein, Anton Bergmannlaan (deel), Rederijkerslei, Kruisbogenhofstraat, Ernest Staaslei, Kantstraat, Parelstraat, Lisperstraat (vanaf Kammenstraat tot einde), Wijngaardstraat, Huibrechtstraat, Vredebergstraat, Mosdijk, Sint-Gummarusstraat, Mechelsestraat, Kapucijnenvest, Begijnhofstraat, Kanunnik Davidlaan, Deensestraat, Netelaan, Leopold III-laan, Arthur Vanderpoortenlaan, Gasthuisvest, Ros Beiaardstraat, Leuvensevest van Berlarij tot Woudstraat, Abtsherbergstraat, Blokstraat, Frederik Peltzerstraat, Groenstraat, Predikherenlaan, Spuilei, Waterpoortstraat, Hazenstraat, De Heyderstraat, Gebroeders Doxplein, Keldermansstraat, Kardinaal Cardijnstraat, Koepoortstraat, Lindenstraat, Lookstraat, Oever, parking Sion 1, Sionsvest, Sionsplein, Koningin Astridlaan, Molenstraat, Pettendonk, Woudstraat, Van Boeckellaan, Baron Opsomerlaan, Boomlaarstraat (tot voorbij versmalling), Hofstraat, Vredelaan, Ogezlaan, Tramweglei, Renaat Veremansplein, Kluizestraat. Zone 4: parking KTA Art 5: De retributie volgens Tarief 1 kan worden voldaan bij voorafbetaling hetzij : door het invoeren van een voldoende aantal muntstukken in de parkeermeter of parkeerautomaat op de wijze aangeduid op dit toestel, zodra de parkeerplaats wordt ingenomen. De maximum parkeerduur bij gebruik van Tarief 1 is 1 uur in zone 1 (rode) en 2 uur in zone 2 (oranje) en 4 uur in zone 3 (gele) en zone 4 (paarse). Het tarief dient betaald te worden voor de periode van 9u tot 19 uur voor zone 1, 2 , 3, en 4. De parkeerplaats kan ook betaald worden door gebruik te maken van het sms parkeren via P-MOBILE. de retributie volgens Tarief 2 kan worden voldaan door betaling binnen de 5 dagen overeenkomstig de richtlijnen vermeld op dit biljet. Er zal alsdan een parkeerbiljet op het voertuig worden aangebracht, samen met een overschrijvingsformulier dat bij de betaling dient gebruikt. Art 6: Het parkeerticket afgeleverd door de parkeerautomaat, moet door de bestuurder zichtbaar achter de voorruit van het voertuig worden aangebracht of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig


Art 7: De gebruiker zal geen bezwaar kunnen indienen wanneer hij, niettegenstaande het betalen van de retributie, toch niet kan parkeren om redenen vreemd aan de wil van het bestuur of ingeval van evacuatie van het voertuig bij politiebevel. Art 8: De gebruiker kan geen verhaal uitoefenen tegen het stadsbestuur ingeval van slechte werking van het apparaat. In geval van defect dient de parkeerschijf te worden gebruikt. Art 9: De zon- en wettelijke feestdagen en op 11 juli is geen retributie verschuldigd. Art 10: Personen met een handicap zijn van de betaling van deze retributie vrijgesteld wanneer de speciale kaart voor personen met een handicap, afgeleverd door het bevoegd organisme aangeduid door het Ministerie van Verkeerswezen zichtbaar achter de voorruit is aangebracht. Art 11: Wanneer de retributie niet betwist en niet vereffend wordt volgens de bepalingen van dit reglement ontvangt de houder van de nummerplaat een eerste schriftelijke waarschuwing met aanrekening van de aanmaningskosten voor een bedrag van 3 euro. Wanneer hierop geen betaling volgt, wordt een tweede waarschuwing met aanrekening opgestuurd na een periode van minimum 3 weken na versturen van de eerste brief en bedragen de aanmaningskosten 11 euro. In geval van niet-betaling na aanmaning wordt overgegaan tot gerechtelijke invordering van de retributies. Art 12: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

O.59.

Retributiereglement op het parkeren in blauwe zone - aanpassing van geldigheidsduur. GOEDKEURING Dossierverantwoordelijke: Karin Van Asch Voorgeschiedenis Het huidig retributiereglement op parkeren in blauwe zone werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 23 september 2013 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2013. Feiten en context Het retributiereglement werd recent aangepast, zodat nu enkel de geldigheidsduur dient aangepast te worden.


Rekening houdend met de financiële toestand van de stad is het noodzakelijk om dit reglement te vernieuwen voor de periode 01 januari 2014 tot 31december 2019.



Besluit : Met 16 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 6 onthoudingen De gemeenteraad beslist het volgende reglement goed te keuren: Artikel 1: Voor een termijn ingaand op 01/01/2014 en eindigend op 31/12/2019 wordt een gemeentelijke retributie gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg, waar dat parkeren toegelaten is én waar een blauwe zonereglementering van toepassing is. Artikel 2 : De retributie wordt als volgt vastgesteld: • Gratis voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden


• Een forfaitair bedrag van € 19 per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is voor de blauwe zone. De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het K.B. van 01.12.1975. Deze reglementering is niet van toepassing op de bewoners die de door de gemeente uitgereikte officiële bewonerskaart, overeenkomstig het M.B. van 18 december 1991 zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig. Zorgverstrekkers kunnen, samen met de kaart voor zorgverstrekkers, achter de vooruit geplaatst en ingesteld op het uur van aankomst. Op deze wijze kan de zorgverstrekker gebruik maken van de hem gratis toegekende parkeertijd. Het parkeren van voertuigen gebruikt door mensen met een handicap is gratis. Het statuut van “personen met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het M.B. van 29 juli 1991. Artikel 3 : De retributie is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden. Artikel 4 : Als de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig is geplaatst of in geval de gebruiker de pijl niet op het streepje plaatst dat volgt op het tijdstip van aankomst of indien de gebruiker de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 2 bedoelde forfaitaire tarief. Bij toepassing van het hierboven vermelde forfait, brengt de aangestelde van de gemeente een uitnodiging om de retributie binnen de vijf dagen te betalen aan op de voorruit van het voertuig.

O.60.

WE & WA - Infrastructuurwerken nutsleidingen Gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein - verlenging vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2016. GOEDKEURING. Dossierverantwoordelijke: Monica Gerits Voorgeschiedenis Sedert 2005 kunnen de Iveka-gemeenten aan de distributienetbeheerder een retributie aanrekenen voor de hinder op het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan de nutsvoorzieningen elektriciteit en gas. Feiten en context Het huidige retributiereglement dat in de gemeenteraad werd goedgekeurd, vervalt per 31 december 2013. Gezien de financiële toestand van de stad is het belangrijk om dit reglement te vernieuwen.


Het typereglement is universeel en toepasbaar op alle maatschappijen die werken op gemeentelijk domein uitvoeren. De effectieve uitwerking (betaling) is afhankelijk van het feit of deze maatschappijen op basis van statuten, decretale- of wettelijke bepalingen al dan niet vrijgesteld zijn van heffingen door de gemeenten. De gemeente en burgers voortdurend geconfronteerd worden met de plaatsing en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied. Deze nutsvoorzieningen werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein. De gemeente keurde de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen goed, die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden. Deze code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeente, de Vlaamse Administratie van Wegen en Verkeer en van Binnenlandse Aangelegenheden. Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening. Daarnaast zijn een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein. Juridische grond Gemeentedecreet Boogaerts Frank Grootaers Walter Verwaest Rik Herijgers Lucien Wollants Bert Andries Ivo Pets Rik De Wit Anja Mortelmans Jan Peeters Ludo Van Eester Gert Breugelmans Koen Callaerts Freddy Van Damme Jenny Tersago Patrick Van den Plas Christel Hermans Jan Taelman Marcel Van Weert Els Taspinar Öztürk Cornelis Ella Leyzen Sabine Van der Wee Jef Cinar Memet

Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Onthouding Onthouding Onthouding Nee Ja Nee Ja Onthouding Nee Onthouding Nee Nee Ja Nee Nee




Besluit : Met 16 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 6 onthoudingen Art 1 : De gemeenteraad beslist om het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen goed te keuren, zoals hieronder vermeld.

Retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein. Artikel 1 - Algemeen Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gewestwegen. Permanente nutsvoorzieningen zijn: alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof; telecommunicatie radiodistributie en kabeltelevisie; de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privégebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden, alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens voorzien als nutsvoorzieningen. De retributie is niet verschuldigd indien werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- en rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente. Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2014 voor een termijn eindigend op 31 december 2016. Artikel 2 - retributie naar aanleiding van sleufwerken De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 2,0 euro, voor werken in voetpaden 1,5 euro en voor werken in aardewegen 0,9 euro.


Wanneer in dezelfde sleuf gelijktijdig werken uitgevoerd worden voor twee of meer nutsvoorzieningen bedraagt voormelde retributie voor de eigenaar van elke nutsvoorziening 60% van hogervermeld(e) bedrag(en). Een begonnen dag geldt voor een volledige dag. Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht. Artikel 3 - retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen kleine onderhoudswerken. Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt. Deze retributie is verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente. Artikel 4 - Inning De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen. De inning van deze retributie gebeurt desnoods overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de burgerlijke procedure. Artikel 5 - Definitief karakter Indien geen bezwaren worden ingediend gedurende het openbaar onderzoek zal deze verordening als definitief worden aanzien en aan een de hogere overheid worden toegezonden voor toepassing van het algemeen toezicht.

Art 2 : Kopieën: Aantal Bestemmeling 1 Technisch bureau

O.61.

TOEGEVOEGDE PUNTEN Interpellaties

Besluit:

O.62.

Toegevoegde punten

Besluit:

2013 te 19:30 uur

Recommend Documents