WERKBOEK SNUFFELSTAGE 2012/2013 grote praktische opdracht loopbaan oriëntatie
WERENFRIDUS MAVO LEERJAAR 3 11 T/M 15 FEBRUARI 2013
NAAM: …………………………… KLAS: ……………………………. BEOORDELING: 0 ONVOLDOENDE 0 VOLDOENDE 0 GOED
PARAAF MENTOR: 1
INHOUDSOPGAVE
pag. 3
Algemene gegevens
pag. 4
Voorwoord
pag. 5
Opdrachten vóór de stage pag. 6 pag. 8 pag. 10 pag. 18 pag. 19
opdracht 1: Jouw ideale stageplaats opdracht 2: Gevonden! opdracht 3: De sollicitatiebrief en de cv opdracht 4: Tips en opmerkingen opdracht 5: Pak de telefoon!
pag. 20
Instructies
pag. 21
Arbeidsbesluit jeugdigen
pag. 22
Stageovereenkomst
pag. 24
Opdrachten tijdens de stage
pag. 25 pag. 26 pag. 27 pag. 29 pag. 31 pag. 32 pag. 37 pag. 40 pag. 42 pag. 44 pag. 46 pag. 49
opdracht 1: opdracht 2 opdracht 3: opdracht 4: opdracht 5: opdracht 6: opdracht 7: opdracht 8: opdracht 9: opdracht 10: opdracht 11:
weekprogramma afspraak interview logboek eerste dag maandag 11 februari De arbeidsorganisatie logboek dinsdag 12 februari Interview met een “collega” logboek woensdag 13 februari logboek donderdag 14 februari logboek vrijdag 15 februari en evaluatie zelfbeoordelingsformulier beoordeling door de stagebegeleider
Ruimte voor aantekeningen en extra materiaal
2
ALGEMENE GEGEVENS
Klas 3 Mavo
Gegevens van de leerling Naam
: ..........................................................................................
Adres
: ..........................................................................................
Postc./woonplaats : .......................................................................................... Tel. nummer
: ..........................................................................................
Gegevens van de school: Naam van de school
: Scholengemeenschap Tabor, locatie Werenfridus
Adres
: De Keyzerstraat 1
Postcode en plaats
: 1624 BX Hoorn
Tel. nummer
: 0229-285828
Decaan
: Mevr. I. Vlaar
Stagecoördinator
: mevr. M. Glandorff
Mentor
: ..........................................................................................
Gegevens over het stageadres: Naam
: ..........................................................................................
Adres
: ..........................................................................................
Postcode en plaats : .......................................................................................... Tel. nummer : .......................................................................................... E-mail
: ………………………………………………………………….
Stagebegeleider
: ..........................................................................................
3
VOORWOORD Hier is jouw stage werkboekje. De stage die je in de week van 11 t/m 15 februari gaat lopen, is een vorm van buitenschools leren met als doel de praktijk van alle dag in een bedrijf/instelling te ervaren. Ik wil dat je stage een succes wordt. Per slot van rekening moet jij met deze stage een stukje ervaring opdoen, die je later goed kunt gebruiken. Voor sommigen van jullie zal deze snuffelstage de eerste echte kennismaking met de beroepenwereld zijn, anderen hebben allang een baantje voor de broodnodige euro’s. Het gevaar bestaat dat je aan het eind van de snuffelstage helemaal overspoeld bent met informatie. Om dat te voorkomen, is dit werkboek gemaakt. Hierin vind je een logboek, dat je gedurende deze week moet bijhouden. Het is de bedoeling dat je voor het beantwoorden van de vragen gebruik maakt van wat je gezien en gehoord hebt. Je neemt ook een interview af met één of meer collega’s of de begeleider op de werkplek. Je oefent je sollicitatiebrief bij Nederland. Ook lees je in dit werkboek hoe jij je het beste kan presenteren bij het bedrijf/instelling waarbij je gaat stagelopen. Om je voor te bereiden op je stage ga je het eerste gedeelte van je werkboek maken. Het is erg belangrijk dat het stageverslag er goed uitziet. Dit kan je doen d.m.v. tekeningen, foto’s, folders e.d. toe te voegen, zodat het een mooi, interessant en kleurrijk geheel wordt. De aandacht die je aan de lay-out besteedt, telt ook mee in de beoordeling. Tijdens jouw stageweek wordt jouw stagebegeleider gebeld of er wordt een bezoekje gebracht op jouw stageplek door een leerkracht van school. Dit om te kijken of alles goed gaat op jouw stageplek. Als laatste opmerking; het gaat om jou en de ervaring die je met deze stage kan opdoen. Gebruik de stage dus zo goed mogelijk. Probeer zoveel mogelijk op te steken en dingen van anderen te leren. Sta dus open voor op- en aanmerkingen. Ik wens jullie prettige en leerzame dagen toe! Mieke Glandorff Stagecoördinator Mavo 3 Werenfridus
4
OPDRACHTEN VóóR DE STAGE
5
OPDRACHT 1.
Jouw ideale stageplaats
Geef hieronder in vijf punten aan hoe jouw ideale bedrijf eruit ziet. Denk dan bijvoorbeeld aan: • Hoeveel mensen werken er? • Maak je dingen? • Werk je met mensen? • Wordt er met moderne technologie gewerkt? • Moet je creatief zijn? • Werk je binnen of buiten? • ……..
1. _______________________________________________________________ 2. _______________________________________________________________ 3. _______________________________________________________________ 4. _______________________________________________________________ 5. _______________________________________________________________
Wat je hierboven hebt opgeschreven vind je belangrijk. Daar moet je rekening mee houden als je een stageplaats zoekt. In werkelijkheid zal het moeilijk zijn om zo’n ideaal stageadres te vinden. Er is altijd wel iets dat je minder leuk vindt. Maar dat is ook zo als je later gaat werken. Op Werenfridus moet je in eerste instantie zelf (met je ouders) in je kennissenkring een adres zoeken. Hoe ga je je verzoek verwoorden? Bespreek in tweetallen onderstaande vragen. •
Wat voor stage is het?
•
Wat moet je precies doen van school?
•
Wanneer is het?
•
Wat wil je leren? Waarom wil je bij ons stage lopen?
6
7
OPDRACHT 2.
Gevonden!
Het is gelukt! Je hebt een plaats gevonden. Nu kun je op zoek naar informatie over je stageplaats. Zorg dat je veel over je stageplaats weet. Dan voel je je sneller op je gemak. Zoek je stagebedrijf op in de Gouden Gids of het bedrijvengedeelte van het telefoonboek. Onder welke rubriek staat het bedrijf?
Zoek informatie over je stagebedrijf op internet. Schrijf het kort op of print het uit en plak het op.
Plak op deze en de volgende bladzijde het logo van jouw bedrijf en plaatjes die met jouw stageplek te maken hebben (internet, tijdschrift, krant)
8
9
OPDRACHT 3.
De sollicitatiebrief en de cv
Schrijf tijdens de les Nederlands op de computer een sollicitatiebrief naar het stageadres, waar je inmiddels mondelinge toestemming hebt gekregen. Schrijf daarna ook de envelop. (naam bedrijf, t.a.v. naam contactpersoon, adres en plaats) Plak de envelop niet dicht! De brief wordt nog even gecontroleerd voordat het op de post gaat. Geef de envelop aan je mentor.
Zie voor de indeling van je brief de volgende bladzijden! In de inleiding (eerste alinea) stel je jezelf voor (naam. leeftijd) en vermeld je de reden van het schrijven van deze brief: Werenfridus organiseert voor de derde klassen vmbo tl een snuffelstage van 20 t/m 25 februari 2012. Je hebt inmiddels mondelinge toestemming gehad en deze brief is een officiële bevestiging.
In het middenstuk (tweede en eventueel een derde alinea) neem je de volgende onderdelen op: - waarom je graag daar stage wilt lopen - welke interesses je hebt (sector, sectorvakken, beroep, vervolgopleiding) - iets over jezelf (baantje, hobby’s) - dat je daar verschillende opdrachten moet maken die je van school meekrijgt (bv. de organisatie in kaart brengen), maar dat je vooral graag in het bedrijf wilt meehelpen - welke werkzaamheden je graag zou willen doen - wat je wilt leren In de slotalinea schrijf je dat je binnenkort telefonisch contact zal opnemen om af te spreken waar en wanneer je de eerste dag moet beginnen. Je hoopt dat het een leuke en leerzame week voor je gaat worden. Je bedankt de contactpersoon alvast hartelijk voor de medewerking. Sluit je brief af met een gepaste groet. Houd daarna ruimte over voor je handtekening en vermeld daaronder je naam, adres, woonplaats, tel.nr en eventueel je e-mailadres. Onderaan de brief schrijf je: Bijlage: curriculum vitae 10
SOLLICITATIEBRIEF
1. (Naam bedrijf t.a.v. naam contactpersoon Straat en nummer Postcode en woonplaats) 2. Betreft: (onderwerp) 3. (Plaats, datum)
4. Geachte heer of mevrouw, (zo mogelijk naam) 5. (Inleiding)
6. (Middenstuk)
7.
(Slot)
8. Hoogachtend, (Met vriendelijke groet,) 9. (Handtekening)
10. (Naam sollicitant Straat en nummer Postcode en woonplaats Tel.nr E-mailadres)
11. Bijlage: lijst met persoonlijke gegevens / curriculum vitae
11
TOELICHTING OP HET SCHEMA 1.
Schrijf naam, straat en plaatsnaam met een hoofdletter. Je mag er geen punten of komma’s achter zetten. Er staat altijd iets voor of achter de naam: de heer, mevrouw, J.P bijvoorbeeld: Transportbedrijf Van Loon & Zoon t.a.v. de heer J. van Loon Snelweg 116 1624 XX Berkhout Hierna sla je een regel over
2.
Betreft: formuleer kort het onderwerp van je brief. Achter deze vermelding zet je geen punt. Je slaat weer een regel over.
3.
Schrijf de plaatsnaam met een hoofdletter. Deze plaats is de plaats waar je de brief schrijft. Achter de plaatsnaam zet je een komma. De naam van de maand schrijf je met een kleine letter. Schrijf plaatsnaam en datum altijd voluit, bijvoorbeeld: Hoorn, 18 januari 2013 Na het jaartal komt geen punt! Hierna sla je een regel over.
4.
Schrijf zo mogelijk gericht op naam. Bv. Geachte heer Van Loon, Na de aanhef volgt altijd een komma. Hierna sla je één regel over.
5.
Inleiding. Hierna één regel overslaan.
6.
Middenstuk. Dit kan ook meerdere alinea’s beslaan. Wederom één regel overslaan.
7.
Slot
8.
De afsluiting luidt meestal Hoogachtend, of Met vriendelijke groet,
9.
Onder de ondertekening sla je drie regels over voor je handtekening.
10.
Noteer jouw gegevens.
11.
Als je iets meestuurt met je brief (bij een sollicitatiebrief is dat meestal een levensbeschrijving, dan vermeld je dat onderaan de bladzijde: Bijlage: Curriculum Vitae
12
VOORBEELDBRIEF Makelaardij Remax t.a.v. dhr. P. Veenstra Snelweg 14 1624 XX Berkhout Betreft: snuffelstage Hoorn, 18 januari 2013
Geachte heer Veenstra, Scholengemeenschap Tabor, locatie Werenfridus organiseert voor de derde klassen vmbo tl een snuffelstage in week 7 (van 20 t/m 25 februari 2012). Ik zit ook in de derde klas van het vmbo en vind het erg fijn dat ik bij uw bedrijf stage mag lopen. Mijn naam is Pieter Veenstra, ik ben 14 jaar oud en ik woon in Hoorn. Ik wil graag stage lopen bij uw bedrijf, omdat ik later zelf ook makelaar wil worden. Als sector heb ik dan ook gekozen voor economie en mijn sectorvakken zijn: economie, Frans, wiskunde en aardrijkskunde. Van school krijgen we verschillende opdrachten mee die we moeten maken tijdens de stage, maar ik wil vooral een weekje meehelpen in het bedrijf. Ik zou graag meegaan als u een huis moet taxeren of bezichtigen. Ook lijkt het me leuk om foto’s te maken met een digitale camera van een nieuw huis dat verkocht moet worden. Ik wil graag leren wat het beroep makelaar inhoudt en welke werkzaamheden er bij komen kijken. Wij gaan ervan uit dat alles hierbij definitief is geregeld voor de stage. Als er nog vragen zijn, dan kunt u contact opnemen met mevrouw Glandorff, Stagecoordinator van de afdeling. Ik zal in februari telefonisch contact met u opnemen om de laatste dingen door te spreken. Ik heb er nu al erg veel zin in!
Met vriendelijke groet,
Pieter Veenstra Bakelstraat 45 1752 KL Hoorn Telefoon: 0229-783627 e-mailadres:
[email protected]
Bijlage: curriculum vitae
13
De curriculum vitae (levensbeschrijving) De curriculum vitae is een vel papier dat je met je sollicitatiebrief meestuurt. Het woord betekent levensbeschrijving. In zo’n curriculum vitae komen alle belangrijke gegevens van jou op een rijtje te staan. In dit overzicht vermeld je: -
je persoonlijke gegevens zoals naam, adres, etc. de opleiding(en) die je hebt gevolgd en andere relevante cursussen welke werkervaring je hebt (jaartal, functie, naam bedrijf en plaatsnaam) je referenties: dit zijn mensen die door het bedrijf gebeld kunnen worden voor informatie over jou wat je verder nog belangrijk vindt
Op de volgende bladzijde zie je hoe zo’n levensbeschrijving er ongeveer uit moet zien. Maak nu jouw eigen curriculum vitae.
Print je brief en je c.v. tweemaal uit en plaats steeds je handtekening. Controleer of de envelop juist geschreven is en doe jouw brief, je c.v. en de brief van school erin. Je tweede exemplaren plak je in dit werkboek.
________ 14
Voorbeeld curriculum vitae
Curriculum Vitae persoonlijke gegevens: naam voornamen roepnaam adres woonplaats telefoon geboortedatum geboorteplaats nationaliteit burgerlijke staat
: Den Braber : Petronella Johanna : Petra : Kreekweg 33 : 1648 KC De Goorn : 0229-533557 : 22 mei 1996 : Hoorn : Nederlandse : ongehuwd
opleiding
: Mavo sector: Zorg & Welzijn vakkenpakket: Nederlands Engels biologie economie aardrijkskunde wiskunde
werkervaring : In de zomervakanties heb ik als keukenhulp gewerkt op de afdeling huishoudelijke dienst van verzorgingshuis ‘Avondrust’. Referentie:
- Mevr G. de Jong (hoofd huishoudelijke dienst ‘Avondrust’ te Hoorn) tel. 0229-288997 - Mevr A. Lens (lerares wiskunde) tel. 072-4196422
”
15
Plak op deze bladzijde je sollicitatiebrief.
16
Plak op deze bladzijde je curriculum vitae.
17
OPDRACHT 4.
Tips en opmerkingen
Je gaat je oriënteren op een beroep uit de door jou gekozen sector. Het is een voorbereiding op je latere beroepskeuze. Je doet ervaringen op in de arbeids- en beroepenwereld. Het is voor jou een kans te ervaren hoe het is om te werken en met collega's om te gaan. We kunnen er op school wel over praten maar het zelf ervaren blijft de beste manier. We zijn de bedrijven en instellingen daarom ook heel dankbaar dat zij een gedeelte van hun tijd willen besteden aan het wegwijs maken van jongeren. Omdat we de komende jaren graag met de snuffelstage door willen gaan, is het belangrijk dat deze prima verloopt. Voor een groot deel ben jij daar verantwoordelijk voor. Bespreek daarom samen de onderstaande tips:
-
Kom op tijd en kleed je netjes aan, aangepast aan je stageadres,
-
Groet bij binnenkomst en vertrek en stel jezelf voor aan de mensen met wie je spreekt,
-
Blijf altijd correct en beleefd, ook al ben je het niet eens met de gang van zaken,
-
Houd er rekening mee dat de werknemers het meestal druk hebben, dus wees vriendelijk voor de mensen die tijd voor je nemen. Bedank ze daarvoor,
-
Pas je aan aan de geldende werktijden/pauzes enz.,
-
Je bent je aan het orinteren; je verdient dus geen geld,
-
Neem een actieve werkhouding aan en probeer veel te leren,
-
Geef duidelijk aan wanneer je iets niet kan, niet durft of gewoon hulp nodig hebt. Vragen staat vrij!
-
Vergeet niet je begeleid(st)er aan het eind van de stage te bedanken voor zijn/haar inzet (je kunt bv. na afloop een aardigheidje geven),
-
Mocht je door omstandigheden (ziekte bijvoorbeeld) niet op je stage-adres kunnen verschijnen, bel dan je contactpersoon op je werkadres èn de school,
-
Heb je vragen of problemen, ga dan naar je contactpersoon toe. Bel op naar school of kom langs als er iets ernstigs aan de hand is.
18
OPDRACHT 5.
PAK DE TELEFOON!
Het is bijna zover: je hebt een paar weken geleden je brief geschreven waarin stond dat je binnenkort zou bellen. Hoog tijd dus om in februari nader contact te leggen. Bereid jezelf even voor als je gaat bellen: -
-
-
Neem pen en papier bij de hand Bel op een voor jou rustig moment Bel op een rustige plaats Je krijgt meestal eerst de administratie van het bedrijf aan de lijn Stel jezelf voor en zeg dat je belt i.v.m. de stage van je school Werenfridus Vraag naar de contactpersoon. Is die persoon niet aanwezig, vraag dan op welk moment je het beste kunt terugbellen. Als je je contactpersoon aan de lijn hebt, stel je jezelf weer voor en je vraagt of de sollicitatiebrief bij hem/haar aangekomen is. Zoniet, dan zeg je dat je hem wel verstuurd hebt, maar dat je hem nog een keer zal verzenden. (Misschien mag je hem dan via de mail verzenden?) Als je brief binnen is gekomen, dan kun je verwijzen naar de opmerking dat je graag wilt afspreken hoe laat en waar je je de eerste dag op je stageadres moet melden. Veel bedrijven vinden het prettig als je even persoonlijk komt kennismaken voordat je stage start, dus dat kun je ook vragen Noteer je afspraken en herhaal voor de telefoon wat jullie afspreken Stel gewoon een vraag als iets je niet helemaal duidelijk is Sluit het gesprek af met een bedankje en een vriendelijke groet: bv. “Hartelijk bedankt voor uw tijd en tot ziens op de 15e februari!”
HOE GING JE GESPREK? Hoe voelde je je? Hoe werd er op je gereageerd? Welke afspraken heb je kunnen maken? ______________________________________________ ______________________________________________ ______________________________________________ ______________________________________________ ______________________________________________ _____________________________________________
19
INSTRUCTIES Vóór de stage Voorafgaand aan je stage zijn de volgende opdrachten uitgevoerd: 1.
Je hebt een sollicitatiebrief en c.v. geschreven en verstuurd. Een kopie plak je in dit werkboek.
2.
Je hebt telefonisch of persoonlijk kennis gemaakt met de contactpersoon van het bedrijf of instelling waar je gaat werken en je hebt een afspraak gemaakt over de tijd en plaats van je eerste dag.
3.
Als je technisch werk gaat doen, dan moet je voor je eigen veiligheid vooraf het Arbeidsbesluit laten ondertekenen.
4.
Je hebt je stageovereenkomst door de volgende partijen laten ondertekenen: je mentor, je stagebegeleider, je ouders en jijzelf. Als je iets overkomt, dan heb je deze nodig (verzekering)
Tijdens de stage Je bepaalt zelf (in overleg met je begeleider) op welk moment tijdens je stage je de schriftelijke opdrachten maakt. 1. Zorg dat je alle opdrachten netjes maakt. Tip: Maak het eerst met potlood. 2. Maak met de mensen die je daarvoor nodig hebt (je stagebegeleider of collega) op tijd een afspraak om de opdrachten in te kunnen vullen. 3. Heb je zelf nog opmerkingen of vragen, noteer die dan op het aantekeningenblad achterin. 4. Je stagebegeleider geeft je op de laatste dag een beoordeling en vult deze in achterin je werkboek Ná de stage 1. Besteed bij het uitwerken van de vragen zowel aandacht aan de inhoud, als aan de verzorging van je werkboek (goed leesbaar, goed taalgebruik, geen doorhalingen).Zinvol illustratiemateriaal zoals bijv. foto's, folders of voorlichtingsmateriaal kunnen je werkboek verlevendigen. Gebruik je creativiteit om er iets moois van te maken! 2. Je werkboek moet maandag 11 maart klaar zijn. (Noteer dit alvast in je agenda) Je levert hem in bij je mentor. 3. Je werkboek wordt beoordeeld door de mentor en telt mee als een handelingsdeel. Is het werk niet voldoende/goed, dan moet het overgedaan/verbeterd worden. Bij je diploma ontvang je een getuigschrift.
20
ARBEIDSBESLUIT JEUGDIGEN Tijdens de stage is het Arbeidsbesluit Jeugdigen van kracht. Dit bepaalt ondermeer het volgende: De leerling mag niet: -
-
-
werken met schadelijke of giftige stoffen; blootstaan aan een zodanig geluid of trillingen dat er gevaar bestaat voor schade aan het gehoororgaan of andere lichaamsorganen; lopende-bandwerkzaamheden en zwaar hef of draagwerk verrichten; arbeid verrichten in nabijheid van machines welke gevaarlijk zijn i.v.m. bewegende delen; machines aanzetten welke bij het in beweging komen gevaar opleveren; hijskranen, goederenbouwliften, stapelaars, motorisch aangedreven takels, heftrucks of mechanische schoppen bedienen; wissels bedienen of het aan- of afkoppelen van spoorwegmateriaal en aanhangwagens e.d.; arbeid verrichten met val- of bedelvingsgevaar; - hei- en sloopwerkzaamheden verrichten; ondersteuningsmateriaal aanbrengen of verwijderen; grondverzetmachines en trekkers besturen; zware bomen, buizen, balken of andere zware lasten verplaatsen indien gevaar bestaat dat deze voorwerpen kunnen gaan schuiven, rollen e.d.; gevaarlijke wilde dieren verzorgen of geleiden; in silo's, tanks, of andere ruimten die door hun afgeslotenheid moeilijk toegankelijk zijn voor hulp, werken; werken in de nabijheid van elektrische installaties met ongeïsoleerde onderdelen waarop een wisselspanning > 110 Volt staat, behalve wanneer de ongeïsoleerde delen aan aanraking zijn onttrokken of wanneer aanraking niet schadelijk is. Tevens uitgezonderd zijn schrikdraden en elektrische las- of snijapparatuur; arbeid verrichten waarbij brand- of explosie gevaar aanwezig is;
De brochure met de letterlijke tekst kan worden aangevraagd bij: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Afdeling Publieksvoorlichting, Anna van Hannoverstraat 4, 2595 BJ Den Haag, o.v.v. het "Arbeidsbesluit Jeugdigen". Het kan ook telefonisch, telefoonnummer: 070-3334455.
Handtekening contactpersoon/stagebegeleider: ……………………………………….
21
STAGE-OVEREENKOMST STAGEPERIODE 2012-2013
1.
2.
3.
STAGEVERLENER Naam bedrijf
:
Adres
:
Postcode + plaats
:
Telefoon
:
Contactpersoon
:
STAGEVRAGER Naam School
:
Scholengemeenschap Tabor, locatie Werenfridus
Adres
:
De Keyzerstraat 1
Postcode + plaats
:
1624 BX Hoorn
Telefoon
:
0229-285828
Coördinator
:
Mieke Glandorff (
[email protected])
STAGIAIR(E) Naam leerling
:
Adres
:
Postcode + plaats
:
Geboortedatum
:
Telefoonnummer
:
Afdeling
:
vmbo tl
Klas
:
M3..
4.
STAGE-PERIODE
:
11 t/m 15 februari 2013
5.
VERZEKERING
:
Lippman verzekeringsmaatschappij leerlingen vallen onder de Standaard verzekering (aansprakelijkheid en ongevallen) 22
6.
REGELS EN VERANTWOORDELIJKHEDEN. De Stagiair(e). a. b. c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
7.
De stagiair(e) blijft tijdens de stage volledig leerling van de school. Er is geen leer-/ arbeidsovereenkomst. De stagiair(e) is via de school verzekerd voor Wettelijke Aansprakelijkheid en ongevallenrisico. De stagiair(e) houdt zich aan de regels en de bepalingen die op de stageplaatsen gelden ten aanzien van orde, veiligheid, geheimhouding en gezondheid In geval van ziekte of verhindering meldt de stagiair(e) dit tussen half negen en negen uur, zowel aan de administratie van school als aan de praktijkbegeleider op het bedrijf. De stagiair(e) volgt op de stageplaats de aanwijzingen van de praktijkbegeleider op. Wanneer er onverhoopt problemen mochten rijzen tussen de stageverlener en de stagiair(e), zal er direct contact opgenomen worden met de stagebegeleider(s) op school. De stageverlener. De stageverlener stelt de stagiair(e) in staat de activiteiten in het kader van de arbeidsweek te verrichten. De stageverlener neemt hierbij de regelingen krachtens het Arbeidsbesluit Jeugdigen in acht. De praktijkbegeleider. De stageverlener stelt uit zijn personeelsleden een praktijkbegeleider aan, die zorgt voor de introductie in het bedrijf/instelling en de stagiair(e) helpt in het omgaan met andere volwassenen in de werksituatie. Hij/zij begeleidt de stagiair(e) bij de uitvoering van het stageprogramma en ziet er op toe dat de gestelde doelen zo goed mogelijk bereikt kunnen worden. Indien een stagiair(e) niet aanwezig is, meldt de praktijkbegeleider dit zo spoedig mogelijk tel. 0229-285828 De stagecoördinator. De coördinator verzorgt het grootste deel van het binnenschoolse programma. Hij/zij is vanuit de school belast met de voorbereiding, begeleiding en verwerking van de stage; houdt contact met de praktijkbegeleider over vorderingen tijdens de overeengekomen periode. Afsluiting. Een afsluitende beoordeling kan worden gegeven door de praktijkbegeleider. Geen der partijen zal zonder overleg een stage voortijdig afbreken.
VOOR AKKOORD: De stageverlener:
naam ______________________________
handtekening ______________________________
De stagevrager:
naam Werenfridus, Mieke Glandorff
handtekening ______________________________ De stagiair:
naam ______________________________ handtekening ______________________________
De ouder/verzorger: naam ______________________________ handtekening ______________________________
23
OPDRACHTEN TIJDENS DE STAGE
24
OPDRACHTEN SNUFFELSTAGE Maandag 11 februari De eerste dag begint met de kennismaking. Hiermee wordt niet alleen de kennismaking tussen jou en je stagebegeleider mee bedoeld, maar eveneens de kennismaking met het bedrijf zelf, de collega's die er werken en met het programma van de snuffelstage. Programmapunten voor vandaag kunnen zijn: * een kennismaking met de stagebegeleider. De bedoeling is dat je in dit gesprek samen een programma voor de rest van de stage opstelt en de bladzijden 18 t/m 23 laat ondertekenen. *
een rondleiding door het bedrijf zelf. Je kunt dan kennismaken met de overige collega's en een eerste globale indruk krijgen van hoe het werk georganiseerd is en welke beroepen in dit bedrijf voorkomen.
OPDRACHT 1 Met je stagebegeleider maak je een weekprogramma van 30-32 uur. (Houd wel rekening met de opdrachten.) Mijn programma ziet er als volgt uit: Maandag:
___________________________________________________
Dinsdag:
___________________________________________________
Woensdag: ___________________________________________________ Donderdag: ___________________________________________________ Vrijdag:
___________________________________________________
Eindgesprek met de stagebegeleider: _______________________________
25
OPDRACHT 2 Noteer minimaal 4 beroepen die in het bedrijf/ de instelling voorkomen en beschrijf kort wat deze mensen doen. 1.
____________________________________________________________
2.
____________________________________________________________
3.
____________________________________________________________
4.
____________________________________________________________
OPDRACHT 3.
Afspraak voor het interview
Kies een beroep of functie waarvoor je belangstelling hebt en waarin je je graag verder zou willen verdiepen. Maak een afspraak met de persoon die dat beroep heeft voor een interview.
26
OPDRACHT 4.
Logboek eerste dag
Mijn mening over deze eerste dag:
Ik vond deze dag_______________,omdat_________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
Beschrijf hoe je het vervoer geregeld hebt naar je stageadres, hoe de kennismaking verliep, wat je werktijden zijn, hoe je werkplek eruit ziet, hoe je jezelf voelde en wat jouw eerste indrukken zijn over het bedrijf, de collega’s en het soort werk. ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
27
Wat ga je morgen anders doen? ___________________________________________________________________
28
DINSDAG 12 februari
Opdracht 5.
De arbeidsorganisatie
Deze opdracht vestigt je aandacht vooral op de arbeidsorganisatie. Het woord zegt het al, hoe is het werk georganiseerd? In ieder bedrijf is er een taakverdeling, de één doet dit en de ander doet dat. Probeer voor jezelf een indruk te krijgen van de volgende onderwerpen en vul deze gegevens vervolgens hierop in. Eventueel kun je de hulp inroepen van de afdeling Personeelszaken De grootte van het bedrijf Hoeveel mensen werken hier? aantal mannen:______ aantal vrouwen:______ Doel en nut van het bedrijf Welke produkten worden er gemaakt, welke gegevens worden er verwerkt of welke diensten worden er aan de mensen verleend? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Voor wie zijn deze produkten, gegevens of diensten bedoeld? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
Wat zou er gebeuren als dit werk plotseling niet meer zou worden uitgeoefend? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
De samenwerking Werken de collega’s samen of alleen? Als zij samenwerken, hoe is het werk dan verdeeld? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Wie heeft de leiding en wie organiseert het werk? (noem de naam van dat beroep). ___________________________________________________________________
29
Oefent iemand controle uit op het gedane werk? (zo ja, noem de naam van dat beroep en beschrijf kort waar hij/zij vooral op let). ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Worden er personeelsfeesten georganiseerd? Zo ja, wat voor feesten en waarom? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ De werktijden Hoe zijn de werktijden geregeld (bv. wordt er gewerkt in onregelmatige dienst, ploegendienst of weekenddienst?). Noteer de begin- en eindtijden. ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Hoeveel vakantiedagen krijgt een medewerker? ___________________________________________________________________ Wat is jou opgevallen m.b.t. de arbeidsorganisatie? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
Wat is jouw mening over hoe het werk in dit bedrijf is georganiseerd. ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
Wat zou jij prettig vinden of onprettig vinden als jij hier zou werken? ___________________________________________________________________
30
OPDRACHT 6.
Logboek dinsdag 12 februari
Schrijf hieronder een verslag over deze dag waarin je volgende onderdelen verwerkt: • • • • • • •
je dagindeling wat voor werk je gedaan hebt wat je makkelijk of moeilijk vond wat je leuk of vervelend vond hoe de samenwerking verliep of er nog bijzondere dingen gebeurd zijn ……..
__________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________
31
WOENSDAG 13 februari Opdracht 7.
Interview met een collega
Zoals je al hebt gelezen, krijg je de opdracht je verder te verdiepen in een beroep, dat in dit bedrijf jouw interesse heeft. Je kunt daarbij gebruik maken van onderstaande vragenlijst. Belangrijker echter is dat je ook voor jezelf afweegt wat jij over dit beroep wilt weten. Je mag zelf vragen vervangen en erbij maken.
Opdracht:
Interview
Naam van het beroep:
_________________
Naam geïnterviewde
_________________
De keuze van het beroep Hebt u bewust voor dit beroep gekozen of bent u er toevallig in terecht gekomen? ___________________________________________________________________ Als u er bewust voor gekozen heeft, kunt u mij dan vertellen wat voor u zo aantrekkelijk was in dit beroep? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
Heeft die keuze ook iets te maken met enige sterke of zwakke kanten vroeger op school? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Als u toevallig in dit beroep terecht bent gekomen, hoe is dat dan gegaan? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
32
De studie / scholing van het beroep Welke vooropleiding heeft u gehad of welke cursussen heeft u gevolgd? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ En welke school/scholen heeft u daarna gevolgd of welke bijscholing? ___________________________________________________________________ Worden er eisen gesteld aan het vakkenpakket? Welke vakken zijn belangrijk? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Worden er door de school nog andere eisen gesteld? (bijv.: leeftijd, nationaliteit, gezondheid/lichaamsbouw)? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Hoe zijn de vooruitzichten voor dit beroep? Zijn er teveel / te weinig of voldoende leerlingen, die dit beroep kiezen? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ De werkinhoud Werkt u vooral met mensen, met gereedschappen en materialen of vooral met gegevens? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
Kunt u vertellen hoe uw dagtaak er normaal gesproken uitziet? Wat zijn de werkzaamheden die u in uw beroep moet doen? 33
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Werkt u alleen of samen met anderen? ___________________________________________________________________ Hoe zijn uw werktijden geregeld? ___________________________________________________________________
Werkbeleving Zou u uw werk kunnen missen? Waarom wel / niet? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Wat vindt u de vervelendste en de leukste kanten van uw werk? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Hoe vindt u de werksfeer hier? Wat bevalt u het beste in de werksfeer? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Zouden er zaken zijn die veranderd kunnen worden, waardoor het werk plezieriger wordt? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Is contact met collega's erg belangrijk voor u? Waarom? ___________________________________________________________________ 34
___________________________________________________________________ Hebt u ook inspraak in uw werk? Kunt u een voorbeeld geven? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Bent u tevreden over uw beloning voor het werk dat u doet? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
Arbeidsomstandigheden Werkt u vooral binnen of buiten, op één plaats of op meerdere plaatsen? Waar vooral? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
Moet u speciale werkkleding dragen? Waarom wel / niet? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ In welke houding werkt u meestal (staand, zittend, lopend, gebukt, knielend)? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Kent uw beroep een typische beroepsziekte? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
35
(vul hier een eigen vraag in: ) ___________________________________________
___________________________________________________________________
(eigen vraag:)________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
(Bedank de geïnterviewde voor zijn/ haar moeite en tijd)
Je eigen mening Geef in het kort je mening over dit beroep. Wat lijken jou de aantrekkelijke kanten en de minder aantrekkelijke kanten ervan? Heb je iets geleerd over dit beroep wat je van tevoren nog niet wist? Heb je nu meer / minder belangstelling voor dit beroep? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
36
OPDRACHT 8.
Logboek woensdag 13 februari
Schrijf hieronder een verslag over deze dag, waarin je de volgende zaken bespreekt: • • • • • •
hoe je de werktijden ervaart Wat je vandaag gedaan hebt Wat je geleerd hebt Je eigen functioneren, kun je de werkzaamheden uitvoeren die je gevraagd worden Een compliment aan jezelf voor… Wat je anders had willen doen
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
37
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
38
Extra materiaal (folder, illustraties, foto’s, werkopdracht, enz)
39
DONDERDAG 14 februari OPDRACHT 9.
Logboek donderdag 14 februari
Schrijf hieronder een verslag over deze donderdag waarin je de volgende onderdelen verwerkt: • je werkzaamheden • je eigen functioneren • met wie je hebt samengewerkt (als je vandaag niet hebt samengewerkt, dan neem je een voorbeeld van eerder deze week) • beschrijf of je wel of niet graag samenwerkt en waar dat van af hangt • heb je gemerkt of je het makkelijk of moeilijk vindt om iets te vragen, om in de pauze met iemand te praten, om collega’s/ gasten/ klanten/ bewoners aan te spreken • beschrijf welke sociale vaardigheden jij in deze werkomgeving vooral nodig hebt (luisteren, uitleggen, vragen, bespreken, corrigeren, helpen, etc.) _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 40
_________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
41
VRIJDAG 15 februari
OPDRACHT 10.
Logboek vrijdag en evaluatie
De laatste dag….. Maak een verslag van deze dag en kijk terug op deze week. Verwerk de volgende onderdelen erin: • • • • • • • • • • •
je werkzaamheden op vrijdag wat er vandaag goed en minder ging of het werk dat je tot nu toe gedaan hebt zo goed is bevallen dat je er je beroep van zou willen maken of deze stage je voldoende inzicht heeft gegeven in het werk in deze sector of er zaken zijn die met werken te maken hebben, waar je nu heel anders over denkt dan voor je stage wat je geleerd hebt gedurende deze week hoe je zelf gefunctioneerd hebt: wat vond je goed/ slecht van jezelf hoe het was om te werken in plaats van naar school te gaan van welke mensen je vandaag afscheid hebt genomen hoe je je stagebegeleider hebt bedankt een goede tip voor iemand die na jou op deze plek komt stagelopen
_____________________________________________ _____________________________________________ _____________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
42
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
43
OPDRACHT 11.
ZELFBEOORDELINGSFORMULIER
Bij het invullen een kruisje zetten in het rondje dat van toepassing is. Bij twijfel mag je ook meerdere rondjes invullen. Op het lijntje mag je zelf een mogelijkheid die misschien vergeten is neerzetten. 1
Het werk dat me werd opgedragen heb ik .......... gedaan. O goed O redelijk goed O matig O ....................
2
Ik had bij het uitvoeren van de opdrachten .......... hulp nodig O veel O weinig O geen O ....................
3
Het werk heb ik met .......... gedaan O veel plezier O met weinig plezier
O O
met plezier ....................
Ik vind zelf dat ik .......... O veel initiatief getoond heb O weinig initiatief getoond heb
O O
soms wel initiatief getoond heb ......................
4
5
6
7
8
9
Ik deed mijn werk in een .......... tempo. O hoog O O langzaam O
normaal ......................
Ik was .......... O keurig op tijd O twee keer te laat
O O
een keer te laat ...............
Ik heb mijn werk .......... O keurig netjes uitgevoerd O een beetje slordig uitgevoerd
O O
netjes uitgevoerd ...................
Ik zag er iedere dag .......... O keurig netjes uit O soms wat slordig uit
O O
netjes uit ....................
Verzuim: O geen O vaak
O O
gering ....................
10 Ik vond dat ik .......... O vanaf het begin heel goed meedraaide in het bedrijf O gaandeweg steeds beter ging meedraaien O eigenlijk niet leuk meedraaide in het bedrijf O ....................
44
11
Met mijn collega's kon ik .......... O heel goed opschieten O O niet zo best opschieten O
wel aardig opschieten ....................
12
Met het leidinggevend personeel kon ik .......... O heel goed opschieten O wel aardig opschieten O niet zo best opschieten O ....................
13
Als er problemen waren dan werd ik .......... door mijn collega's opgevangen. O O
prima niet goed
O O
goed ....................
14
Ik vind dat ik deze week .......... O een goed beeld heb gekregen van wat me later te wachten staat O nog geen goed beeld heb gekregen van wat me later te wachten staat O helemaal geen goed beeld heb gekregen van wat me later te wachten staat O ....................
15
Ik vind dat de school volgend jaar misschien meer aandacht moet besteden aan:
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
45
Beoordeling door je stagebegeleider Je bent alweer aan het eind van je snuffelstage gekomen, dus tijd om een aantal zaken op een rijtje te zetten. Vraag je stagebegeleider het beoordelingsformulier in te vullen! BEOORDELINGSFORMULIER Ingevuld door stagebegeleider: _____________________________________ Bij het beoordelen: - aankruisen wat van toepassing is. - meerdere antwoorden zijn mogelijk. - eventueel aanvullen met korte omschrijving. A 1
Uitvoeren van en houding ten opzichte van het werk. De leerling voert het opgedragen werk ......... uit. O goed O redelijk goed O matig O ....................
2
Wat betreft de uitvoering van de taken geldt: O de leerling werkt redelijk zelfstandig O de leerling heeft veel begeleiding nodig O de leerling kan het opgedragen werk niet aan O ..........
3
De leerling verricht de werkzaamheden O met veel plezier O met plezier O met gering plezier O ....................
4
De leerling toont O veel initiatief O weinig initiatief
O soms initiatief O ....................
Werktempo: O hoog O langzaam
O normaal O ……………..
Stiptheid: O keurig op tijd O twee dagen te laat
O een dag te laat O ....................
Netheid: O keurig O wisselend
O slordig O ....................
Uiterlijke verzorging: O voldoet O voldoet níet
O voldoet redelijk O ....................
5
6
7
8
46
9
Verzuim: O geen O vaak
O gering O....................
10 Andere opmerkingen m.b.t. uitvoering van en houding t.o.v. het werk: ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
B 1
Persoonlijk functioneren en omgang met anderen De leerling .......... O functioneerde van het begin af aan goed O is gaandeweg beter gaan functioneren O is nauwelijks beter gaan functioneren O ....................
2
Instructies werden door de leerling in het algemeen .......... O goed verwerkt O door het stellen van vragen goed verwerkt O niet goed begrepen O ....................
3
Interesse (bijvoorbeeld door vragen te stellen en informatie te vragen over opdrachten uit het werkboek): O de leerling geeft vaak blijk van interesse O de leerling geeft soms blijk van interesse O de leerling geeft nauwelijks blijk van interesse
4
Met betrekking tot het leidinggevend personeel weet de leerling O zijn / haar houding wel te bepalen O zijn / haar houding niet zo goed te bepalen O zijn / haar houding niet te bepalen O ....................
5
Met betrekking tot collega's/medewerkers weet de leerling O zijn / haar houding wel te bepalen O zijn / haar houding niet zo goed te bepalen O zijn / haar houding niet te bepalen O ....................
47
6
Andere opmerkingen met betrekking tot het persoonlijk functioneren en de omgang met anderen:
C
Conclusies/ suggesties n.a.v. de snuffelstage
1
Heeft de leerling voldoende werkzaamheden kunnen uitvoeren, meemaken of zien, om een reëel beeld te krijgen van dit werk/ deze arbeidssituatie? O ja O enigszins O nauwelijks O ....................
2
Heeft de leerling volgens u voldoende gelegenheid gehad om zich middels vragen en opdrachten uit het werkboek te oriënteren op dit werk/ deze arbeidssituatie? O ja, zeer zeker O nee want ___________________________________________________________ _________________________________________________________ O
twijfelachtig,omdat
___________________________________________________________ ___________________________________________________________ Eindbeoordeling door de stagebegeleider: Uw beoordeling wordt mede verwerkt in de eindbeoordeling door de mentor. Welk cijfer wilt u uw stagiair geven voor de wijze waarop hij / zij de arbeidsoriëntatie heeft gedaan? Cijfer:.......... Bent u bereid zich weer beschikbaar te stellen voor het volgende schooljaar? O ja O nee O weet niet Algemene op- en aanmerkingen ten aanzien van de stage in de sector: ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
48
AANTEKENINGEN
49
EXTRA MATERIAAL (illustraties, folders, e.d)
50
51