PLECHTIGE ZITTING HOF VAN BEROEP ANTWERPEN 03/09/2012 EEDAFLEGGING ADVOCATEN-STAGIAIRS TOESPRAAK EERSTE VOORZITTER M. ROZIE
VAN MASTER TOT MEESTER
Enkele maanden geleden behaalde u het diploma van “Master in de rechten“. Met de zopas afgelegde eed heeft u een noodzakelijke voorwaarde vervuld om u binnenkort, na inschrijving op de lijst van de stagiairs, met “meester” te laten aanspreken. De master zal dan ook meester zijn geworden : een volwaardig advocaat die, zoals artikel 444, 1ste lid Gerechtelijk Wetboek het bepaalt, vrij zijn ambt zal kunnen uitoefenen ter verdediging van het recht en van de waarheid. Een jarenlange inzet, het met succes afleggen van vele examens en de masterproef, waren de noodzakelijke vereisten om aanspraak te kunnen maken op de titel van “Master in de rechten”. Meester zal u worden na de belofte dat u zich zal gedragen naar de voorwaarden die in artikel 429 Gerechtelijk Wetboek worden bepaald en na inschrijving op de lijst van de stagiairs. De titel van Meester wordt u dan ook verleend zonder dat u op professioneel gebied iets hoeft te bewijzen. Het is een blijk van groot vertrouwen vanwege de balie. Aan u om te bewijzen dat u dat vertrouwen waardig bent.
1
Vooraleer u de eerste stappen zet in het professionele leven past het even te verwijlen bij de kerntaak en de kernwaarden van het door u gekozen beroep van advocaat.
Veranderingen in de samenleving hebben geleid tot mondige en op vele terreinen actieve burgers, die steeds meer juridische relaties aangaan en zich opstellen als kritische consumenten. De positie van de advocaat is die van een zakelijke dienstverlener geworden die door de burger met de ogen van een kritische consument wordt bekeken.
Kerntaak van de advocaat is het waarborgen van de rechtsbescherming van de cliënt. Deze kerntaak bestaat uit twee hoofdonderdelen : het geven van juridisch advies evenals het vertegenwoordigen en het bijstaan van de cliënt in juridische procedures. De advocaat is de schakel tussen de rechter en de cliënt. Daarmee heeft de advocatuur een belangrijke medeverantwoordelijkheid voor de effectuering van het recht. Goede rechtspleging en een eerlijk proces vereisen dat een zaak op juiste wijze aanhangig wordt gemaakt en dat de standpunten van partijen behoorlijk aan de rechter worden gepresenteerd.
Procederen, afgeleid van het Latijnse werkwoord “proceděre” betekent zoveel als voortgaan, voortschrijden. Procederen moet er dan ook op gericht zijn een zaak af te handelen binnen een redelijke termijn en niet om de rechtsgang te stremmen en te verhinderen dat de rechtbank zou toekomen aan het inhoudelijke debat. Uitzonderlijke procedures, zoals wraking en gewettigde verdenking, moeten uitzonderlijk blijven : ze raken de kern van het rechtspreken en kunnen niet bedoeld zijn om een proces te gijzelen.
2
Voor een adequate verdediging is het van groot belang dat een advocaat alles onbelemmerd naar voren kan brengen dat hem in het belang van zijn cliënt geboden voorkomt. Maar bij de vervulling van zijn taak en het gebruik van zijn uitingsvrijheid gelden wel juridische grenzen.
Zo mag, volgens de rechtspraak van het E.H.R.M., kritiek op de justitiële autoriteiten niet onnodig grievend zijn. Wanneer kritiek via de media wordt geuit treedt vaak een escalatie van de polarisatie op die de sfeer tussen de betrokken beroepsgroepen behoorlijk kan verzieken. Dit moet te allen prijzen worden vermeden omdat anders een zware hypotheek wordt gelegd op de sereniteit die onontbeerlijk is voor de afhandeling van een zaak in de rechtszaal.
De kernwaarden van de advocatuur zijn de professionele standaard en vormen de richtlijnen bij het optreden van de advocaat. Ze zijn de gemeenschappelijke
basis
voor
de
beroepsuitoefening,
ondanks
de
verscheidenheid binnen de advocatuur.
De kernwaarden geven zowel uitdrukking aan de verantwoordelijkheid van de advocaat, als aan het waarborgen van een goede rechtsbedeling. Het beschikbaar zijn van onafhankelijke, partijdige, deskundige, integere en vertrouwelijke rechtsbijstand is immers noodzakelijk voor een goed functionerende rechtsbedeling.
Onafhankelijkheid is een wezenskenmerk van de advocatuur. Het is een essentiële voorwaarde voor een correcte uitoefening van het beroep. De advocaat behoort niet alleen onafhankelijk te zijn t.o.v. de cliënt, de overheid, de rechter en de anderen, maar ook tegenover de zaak die hij of zij 3
behandelt. Een zaak moet steeds onbevangen, onbevooroordeeld en met de nodige afstand worden benaderd.
Persoonlijke belangen van de advocaat mogen hierbij geen rol spelen. De advocaat moet op kritische wijze de belangen van zijn cliënt dienen en oog hebben voor de context van die belangen evenals voor de belangen van andere betrokkenen, zoals de tegenpartij of derden. Deze onafhankelijkheid laat toe de cliënt, zo nodig, van kritisch advies te dienen, een cliënt te weigeren, een zaak te weigeren of om te besluiten niet langer de belangen van een cliënt te behartigen. In dat verband kan worden gewezen op de relatie met één van de onderdelen van de door u zopas afgelegde eed waarin bepaald wordt geen zaak aan te raden of te verdedigen die u naar eer en geweten niet gelooft rechtvaardig te zijn.
Dat de advocaat bij zijn beroepsuitoefening een partijdige positie inneemt, lijkt op het eerste gezicht op gespannen voet te staan met het vereiste van onafhankelijkheid.
Partijdige belangenbehartiging en onafhankelijkheid zijn echter complementair aan elkaar. De hier bedoelde kernwaarde betekent dat de advocaat het partijbelang van de cliënt naar best vermogen tot uitdrukking brengt in een zaak en dat van niemand anders opdrachten worden ontvangen dan van de cliënt. Belangenverstrengeling moet voorkomen worden. Het is immers de cliënt die de bijstand van de advocaat heeft ingeroepen. De advocaat moet dan ook naar best vermogen het belang van zijn cliënt dienen en niet de belangen van anderen of zijn persoonlijk belang. Om dit belang naar behoren te kunnen dienen, licht de advocaat de cliënt zo compleet mogelijk voor over diens zaak, over de kansen en de risico’s, wordt advies gegeven over de te 4
volgen strategie en over de wijze van omgaan met de gerechtvaardigde belangen van de tegenpartij en van derden. Hierbij dient de cliënt, wanneer het aanspannen van een procedure wordt overwogen, zo volledig mogelijk geïnformeerd te worden over de eraan verbonden kosten en de omvang van de
eventueel
verschuldigde
belangenbehartiging
is
een
rechtsplegingsvergoeding.
noodzakelijk
element
voor
Partijdige een
goede
rechtsbedeling in een procedure waarbij meerdere partijen in rechte tegenover elkaar staan en draagt bij tot een evenwichtige waarheidsvinding door de rechter.
De partijdigheid van de advocaat is immers de prik die de tegenprik van de andere uitlokt, de impuls die de reactie van de tegenspreker opwekt, zodat de rechter bij wijze van spreken na een reeks slingerbewegingen tussen twee uitersten op het evenwichtspunt de juiste beslissing kan vinden.
Dat de advocaat uitsluitend instructies mag ontvangen van de cliënt betekent echter niet dat hij of zij zonder meer gehouden is om al hetgeen te doen dat door de cliënt wordt opgedragen. De advocaat behoort zich, gelet op het vereiste van onafhankelijkheid, niet met de cliënt te vereenzelvigen. Een partijdige belangenbehartiging brengt bovendien niet mee dat de advocaat bewust onwaarheden zou mogen spreken of in strijd met een goede procesorde of rechtsbedeling zou mogen handelen. Belangenbehartiging van cliënten mag dan ook alleen met rechtmatige middelen worden nagestreefd.
De advocaat moet de gids zijn in de jungle van het recht. Hij is een onmisbare figuur in de rechtstaat. De rechtstaat kan niet aan haar eigen principes van rechtsbescherming beantwoorden als er geen gids is die de burger daarbij helpt. Vanuit deze belangrijke functie dient de advocaat ook in 5
staat te zijn die rol te vervullen. Dat vraagt in de eerste plaats om deskundigheid.
De inhoudelijke en procesrechtelijke kant van een zaak moet op basis van actuele juridische kennis beoordeeld kunnen worden.
Goede juridische bijstand vergt dat blijvend aandacht wordt besteed aan het zich eigen maken van kennis en vaardigheden die ten goede komen aan een juiste invulling van het beroep en het constant op peil houden van de vakinhoudelijke deskundigheid. Met deze kernwaarde wordt het belang van niet alleen de opleiding tot jurist, maar ook van de permanente vorming onderstreept. Voldoende kennis en deskundigheid bij advocaten is van belang om te kunnen voldoen aan de eisen die op grond van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden worden gesteld aan rechtsbijstand.
Integere beroepsuitoefening is essentieel om de bijzondere positie van de advocaat te legitimeren en het vertrouwen in de beroepsgroep te waarborgen. Integer betekent dat de advocaat boven de zaak staat, belangenverstrengeling tegengaat en zich kan verantwoorden voor gemaakte keuzes. Cliënten moeten erop kunnen vertrouwen dat de advocaat zich op hun belang richt, zij het binnen de grenzen van het recht. Ook de rechter moet daarop kunnen vertrouwen in het belang van een eerlijk proces en een goede procesorde. De advocaat is één van de hoofdrolspelers in de rechtsbedeling en zijn of haar handeling heeft daardoor ook effect op het vertrouwen dat de samenleving in de rechtspleging moet kunnen stellen.
De advocatuur behoort tot de vertrouwensberoepen. Voor het goed kunnen 6
uitoefenen van het beroep is het van wezenlijk belang dat cliënten in vertrouwen alles in volle openhartigheid kunnen wisselen met hun advocaat. De positie van vertrouwenspersoon ligt aan de basis van de relatie tussen advocaat en cliënt. Zonder vertrouwelijkheid zouden adequate rechtshulpverlening en een goede rechtsbedeling in het gedrang kunnen komen.
Tot zover enkele beschouwingen over de kerntaak en de kernwaarden van de advocatuur.
Vandaag zet u de eerste stappen in die advocatuur. Belangrijke hervormingen zijn gerealiseerd zoals de bij sommige moeilijk liggende wet op de verruiming van de minnelijke schikking en de Salduz-wet die wellicht de voorbode is van een diepgaande hervorming van het strafprocesrecht. Andere hervormingen, die ook voor de balie gevolgen zullen hebben, zijn nakend : de hertekening van het gerechtelijk landschap - waardoor in het rechtsgebied van dit hof slechts twee gerechtelijke arrondissementen zullen overblijven -, de mobiliteit van magistraten en zaken. Die laatste hervormingen zullen, naar alle waarschijnlijkheid, reeds tijdens uw stageperiode het aanschijn van justitie grondig veranderen. Ook de balie zal zich moeten aanpassen om het hoofd te bieden aan deze nieuwe uitdagingen. Ik twijfel er niet aan dat u als volwaardige advocaten mee zal bouwen aan het welslagen van de belangrijke transformaties die justitie zal ondergaan. Ik twijfel er evenmin aan dat u al de u toevertrouwde taken correct en loyaal zal uitvoeren.
In mijn persoonlijke naam en als tolk van alle magistraten van dit hof wens ik u van harte proficiat met deze eerste stap naar een hopelijk succesvolle carrière aan één van de balies in het ressort.
7
Vooraleer het woord te verlenen aan Stafhouder K. Van den Berghen wens ik, ter overweging, nog volgend citaat mee te geven. Het komt uit het boek “Lof van de rechter”, geschreven door de Italiaanse advocaat Piero Calamandrei :
“De beste advocaat is hij van wie de rechter zich na afloop van het debat niet meer de gebaren, het gezicht en de naam kan herinneren, maar wel nog heel precies de argumenten die, te voorschijn gekomen uit die toga zonder naam, de zaak voor de cliënt zullen winnen.”. Einde citaat.
Ik verleen nu het woord aan Stafhouder K. Van den Berghen. Na zijn toespraak zal de zitting worden geschorst en worden hernomen om 15.30 uur.
Antwerpen, 03.09.2012 M. ROZIE
8