338
Criminaliteit en rechtshandhaving 2013
Tabellen bij hoofdstuk 3
Tabel 3.5 Slachtofferschap en door burgers ondervonden delicten naar delictsoort, volgens de VMa 2012b
2013b
(% één of meer keer slachtoffer) Totaal
2012b
2013b
(aantal delicten per 100 inwoners)
19,8
19,8
35,8
35,9
Geweldsdelicten
2,6
2,4
3,9
3,7
mishandeling
0,9
0,8
1,3
1,0
bedreiging
1,6
1,5
2,4
2,4
geweld met seksuele bedoelingen
0,1
0,1
0,1
0,2
13,2
13,7
20,2
21,2
(poging tot) inbraak
2,9
3,1
3,9
4,1
poging tot inbraak
1,7
1,8
2,4
2,5
inbraak
1,2
1,3
1,5
1,6
fietsdiefstal
3,7
3,8
5,0
5,5
autodiefstal (18+)
0,2
0,2
0,2
0,2
diefstal uit of vanaf auto (18+)
2,6
2,5
3,6
3,4
diefstal andere voertuigen (18+)
0,7
0,8
0,8
1,0
(poging tot) zakkenrollerij, beroving
2,3
2,4
2,1
2,3
poging tot zakkenrollerij
0,4
0,5
0,4
0,6
zakkenrollerij
1,6
1,6
1,5
1,5
poging tot beroving
0,1
0,1
0,1
0,1
beroving
0,1
0,1
0,1
0,1
3,8
3,9
4,5
4,7
7,7
7,1
11,7
11,1
vernielingen aan voertuigen
4,9
4,4
7,5
6,9
overige vernielingen
2,8
2,7
4,1
4,1
77.989
145.277
Vermogensdelicten
overige diefstal Vandalismedelicten
(abs.) Aantal respondenten a
77.989
(abs.) 145.277
Met de VM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de VM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van de IVM en VMR. De indeling van subcategorieën van delicten wijkt af van die van de IVM en VMR. b Waarnemingsperiode augustus t/m november. Bron: Veiligheidsmonitor
Bijlage 4
Tabel 3.6 Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens VMR, IVM, VMa VMR 2005b
2006b
IVM
VM
2007b
2008c
2009c
2010c
2011c
2012d
2013d
(index 2005=100) Totaal
100
94,6
89,7
77,5
79,8
75,5
74,0
72,1
71,8
geweldsdelicten
100
88,2
91,4
79,8
84,0
82,2
77,5
78,8
73,2
vermogensdelicten
100
95,3
85,7
69,9
70,5
66,3
68,4
67,9
70,6
vandalismedelicten
100
92,5
89,8
80,0
83,7
74,4
72,1
68,9
64,1
a
Slachtoffers van een of meerdere delicten. De cijfers voor 2005-2007 zijn gebaseerd op de VMR, de cijfers voor 2008-2011 zijn gebaseerd op de IVM en de cijfers voor 2012 en 2013 zijn gebaseerd op de VM. Door verschillen in onderzoeksopzet en vraagstellingen zijn de uitkomsten van deze enquêtes niet zonder meer vergelijkbaar. De indexcijfers zijn gebaseerd op gecorrigeerde uitkomsten waardoor de cijfers van de VMR en IVM vergelijkbaar zijn met die van de VM. Voor meer informatie zie hoofdstuk 3 en bijlage 4 in Veiligheidsmonitor 2012. b Waarnemingsperiode 1e kwartaal. c Waarnemingsperiode 4e kwartaal. d Waarnemingsperiode augustus t/m november. Bron: Veiligheidsmonitor Rijk; Integrale Veiligheidsmonitor; Veiligheidsmonitor
Tabel 3.7
Slachtofferschap en door burgers ondervonden delicten cybercrime naar delictsoort, volgens de VM 2012a
2013a
(% één of meer keer slachtoffer) Totaal
2012a
2013a
(aantal delicten per 100 inwoners)
12,1
12,6
19,7
20,8
1,5
1,3
1,6
1,3
skimmen
1,1
0,8
1,1
0,8
phishing en pharming
0,4
0,4
0,5
0,5
Koop- en verkoopfraude
2,9
3,3
3,4
3,9
koop
2,7
3,1
3,2
3,9
verkoop
0,2
0,2
0,2
0,2
6,0
6,2
8,8
9,3
computer
1,0
1,0
1,5
1,5
e-mailaccount
2,7
2,4
3,9
3,5
website
1,4
1,7
2,2
2,5
anders
2,2
1,6
3,3
2,7
3,1
3,3
5,9
6,3
laster
1,0
1,1
1,8
2,0
chantage
0,3
0,2
1,6
1,5
stalken
0,7
0,7
0,5
0,3
bedreiging
0,6
0,6
1,0
1,1
anders
1,1
1,2
2,2
2,3
77.989
145.277
77.989
145.277
Identiteitsfraude
Hacken
Cyberpesten
(abs.) Aantal respondenten
a Waarnemingsperiode augustus t/m november. Bron: Veiligheidsmonitor
339
340
Criminaliteit en rechtshandhaving 2013
Tabel 3.10 Door burgers ondervonden delicten naar delictsoort, volgens VMR, IVM, VMa VMR 2005b
IVM
2006b
VM
2007b
2008c
2009c
2010c
2011c
2012d
2013d
(index 2005=100) Totaald
100
90,4
85,5
69,4
73,2
65,6
66,2
64,4
64,6
geweldsdelicten
100
83,8
88,1
73,1
75,2
71,1
70,1
71,3
67,3
vermogensdelicten
100
94,0
81,7
62,0
64,6
58,6
61,4
60,0
62,7
vandalismedelicten
100
90,3
87,2
73,3
79,1
68,4
67,7
64,1
60,8
a
Aantal in Nederland ondervonden delicten. De cijfers voor 2005-2007 zijn gebaseerd op de VMR, de cijfers voor 2008-2011 zijn gebaseerd op de IVM en de cijfers voor 2012 en 2013 zijn gebaseerd op de VM. Door verschillen in onderzoeksopzet en vraagstellingen zijn de uitkomsten van deze enquêtes niet zonder meer vergelijkbaar. De indexcijfers zijn gebaseerd op gecorrigeerde uitkomsten waardoor de cijfers van de VMR en IVM vergelijkbaar zijn met die van de VM. Voor meer informatie zie hoofdstuk 3 en bijlage 4 in Veiligheidsmonitor 2012. b Waarnemingsperiode 1e kwartaal. c Waarnemingsperiode 4e kwartaal. d Waarnemingsperiode augustus t/m november. Bron: Veiligheidsmonitor Rijk; Integrale Veiligheidsmonitor
Tabel 3.11 Slachtofferschap onder burgers naar leeftijd en geslacht, 2013a Totaal
mannen
vrouwen
(% één of meer keer slachtoffer) Totaal
19,8
20,0
(% één of meer keer slachtoffer) Leeftijd beknopt
15-24 jaar
25,9
25,0
26,9
25-44 jaar
22,2
22,3
22,1
45-64 jaar
19,2
19,6
18,7
65 jaar en ouder
12,2
12,7
11,8
Leeftijd uitgebreid
a
19,5
15-17 jaar
21,8
20,1
23,8
18-24 jaar
27,7
27,3
28,1
25-34 jaar
23,7
23,8
23,6
35-44 jaar
20,8
20,9
20,7
45-54 jaar
20,8
20,7
20,8
55-64 jaar
17,3
18,3
16,3
65-74 jaar
13,3
14,2
12,4
75 jaar en ouder
10,5
10,0
10,9
Per (leeftijds)groep is het aandeel weergegeven dat binnen een periode van 12 maanden eenmaal of vaker slachtoffer is geweest. Bron: Veiligheidsmonitor
Bijlage 4
Tabel 3.12 Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort en geslacht, 2013a Totaal
mannen
vrouwen
(% één of meer keer slachtoffer) Totaal
19,8
20,0
19,5
Geweldsdelicten
2,4
2,9
1,9
mishandeling
0,8
0,9
0,6
bedreiging
1,5
1,8
1,2
geweld met seksuele bedoelingen
0,1
0,1
0,1
13,7
13,5
13,9
(poging tot) inbraak
3,1
3,1
3,1
fietsdiefstal
3,8
3,9
3,8
autodiefstal
0,2
0,2
0,2
diefstal uit of vanaf auto
2,5
2,8
2,1
diefstal andere voertuigen
0,8
0,7
0,8
(poging tot) zakkenrollerij, beroving
2,4
2,0
2,7
overige diefstal
3,9
3,7
4,1
7,1
7,7
6,6
vernielingen aan voertuigen
4,4
5,0
3,9
overige vernielingen
2,7
2,6
2,7
Vermogensdelicten
Vandalismedelicten
a
Per afzonderlijk soort delict of per groep van delicten is het aandeel van de bevolking van 15 jaar en ouder weergegeven dat binnen een periode van 12 maanden eenmaal of vaker slachtoffer is geweest. De som van de afzonderlijke slachtofferpercentages van meerdere afzonderlijke delictsoorten kan daardoor hoger zijn dan het percentage voor de groep van deze delicten als geheel. Bron: Veiligheidsmonitor
341
342
Criminaliteit en rechtshandhaving 2013
Tabel 3.13 Slachtofferschap cybercrime onder burgers naar leeftijd, geslacht en stedelijkheid woongemeente, 2013a Cybercrime totaal
identiteitsfraude
koop- en verkoopfraude
hacken
cyberpesten
1,3
3,3
6,2
3,3
(% één of meer keer slachtoffer) Totaal Leeftijd
12,6
15-24 jaar
20,0
0,7
5,4
8,0
8,8
25-44 jaar
15,3
1,6
4,6
7,6
3,3
45-64 jaar
11,0
1,4
2,7
5,7
2,2
5,8
0,9
0,6
3,6
1,1
65 jaar en ouder
Geslacht
man
13,4
1,3
3,5
7,0
3,1
vrouw
11,9
1,2
3,0
5,5
3,6
Stedelijkheid
zeer sterk stedelijk
12,9
1,2
3,1
6,6
3,6
sterk stedelijk
13,1
1,4
3,3
6,5
3,5
matig stedelijk
12,7
1,4
3,3
6,2
3,4
weinig stedelijk
12,5
1,2
3,5
6,1
3,1
niet stedelijk
11,0
1,0
3,1
5,2
2,9
a Per groep is het aandeel weergegeven dat binnen een periode van 12 maanden eenmaal of vaker slachtoffer is geweest. Bron: Veiligheidsmonitor
Tabel 3.14 Slachtofferschap onder burgers naar delictgroep en stedelijkheid woongemeente, 2013a Zeer sterk stedelijk
Sterk stedelijk
Matig stedelijk
Weinig stedelijk
Niet stedelijk
(% één of meer keer slachtoffer) Totaal
21,3
18,7
15,1
14,3
3,0
2,8
2,3
1,9
1,7
vermogensdelicten
19,4
14,7
12,7
10,1
9,6
vandalismedelicten
9,2
7,9
7,0
5,4
5,0
w.o. geweldsdelicten
a
26,4
Per afzonderlijk soort delict of per groep van delicten is het aandeel van de bevolking van 15 jaar en ouder weergegeven dat binnen een periode van 12 maanden eenmaal of vaker slachtoffer is geweest. De som van de afzonderlijke slachtofferpercentages van meerdere afzonderlijke delictsoorten kan daardoor hoger zijn dan het percentage voor de groep van deze delicten als geheel. Bron: Veiligheidsmonitor
Bijlage 4
Tabel 3.15 Slachtofferschap onder burgers naar politiedistrict, a, volgens de VM, b 2013c (% één of meer keer slachtoffer)
a
(% één of meer keer slachtoffer)
Totaal
19,8
Fryslân
16,1 18,3
Zoetermeer - Leidschendam/ Voorburg
20,0
Groningen Drenthe
15,1
Westland - Delft
21,4
IJsselland
16,0
Leiden - Bollenstreek
20,1
Twente
17,5
Alphen aan den Rijn - Gouda
17,9
Noord en Oost Gelderland
14,2
Rijnmond Noord
19,9
Gelderland Midden
19,3
Rotterdam Stad
28,7
Gelderland Zuid
21,4
Rijnmond Oost
22,7
Gooi en Vechtstreek
21,5
Rotterdam Zuid
23,5
Flevoland
20,9
Rijnmond Zuid-West
17,2
Oost Utrecht
19,4
Zuid-Holland-Zuid
16,0
Utrecht Stad
28,7
Zeeland
14,8
West Utrecht
17,1
De Markiezaten
17,2
Noord Holland Noord
19,7
De Baronie
20,0
Zaanstreek Waterland
19,9
Hart van Brabant
24,3
Kennemerland
21,1
’s-Hertogenbosch
17,5
Amsterdam Noord
34,1
Eindhoven
21,2
Amsterdam Oost
27,0
Helmond
17,0
Amsterdam Zuid
26,7
Noord en Midden Limburg
17,5
Amsterdam West
32,5
Parkstad-Limburg
22,1
Den Haag Centrum
32,2
Zuid-West-Limburg
Den Haag West
20,5
Den Haag Zuid
25,3
19,5 (abs.)
Aantal respondenten
145.277
De indeling in politiedistricten is ingevoerd per 1 januari 2013 en berust op de Politiewet 2012. Nederland telt 43 politiedistricten. b Met de VM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de VM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van de IVM en VMR. c Waarnemingsperiode augustus t/m november. Bron: Veiligheidsmonitor
343
344
Criminaliteit en rechtshandhaving 2013
Tabel 3.20 Melding en aangifte van door burgers ondervonden delicten, volgens VMa Melding 2012b
Aangifte 2013b
2012b
(in % ondervonden delicten)
2013b
(in % ondervonden delicten)
Totaal
38,4
37,9
28,7
28,1
Geweldsdelicten
44,6
45,1
25,5
21,8
mishandeling
56,6
56,3
38,9
36,3
bedreiging
39,0
39,9
18,6
15,3
.
.
.
geweld met seksuele bedoelingen Vermogensdelicten
.
46,2
45,1
36,9
36,3
(poging tot) inbraak
67,2
67,9
51,0
52,0
poging tot inbraak
52,8
54,3
32,7
34,7
inbraak
89,5
89,0
79,3
78,6
fietsdiefstal
38,0
36,5
32,5
30,7
autodiefstal (18+)
58,3
60,9
47,5
49,7
diefstal uit of vanaf auto (18+)
55,1
51,9
45,1
43,7
diefstal andere voertuigen (18+)
40,4
41,3
32,7
35,1
(poging tot) zakkenrollerij, beroving
51,8
49,6
43,0
40,2
.
16,6
.
.
59,0
60,6
50,1
51,9
poging tot zakkenrollerij zakkenrollerij poging tot beroving
.
.
.
.
beroving
.
77,5
.
67,5
27,8
28,6
20,7
21,9
23,0
21,6
15,4
14,7
vernielingen aan voertuigen
20,1
19,6
16,0
14,7
overige vernielingen
28,1
25,1
14,3
14,5
77.989
145.277
77.989
145.277
overige diefstal Vandalismedelicten
(abs.) Aantal respondenten a
Met de VM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de VM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van de IVM en VMR. b Waarnemingsperiode augustus t/m november. Bron: Veiligheidsmonitor
Bijlage 4
Tabel 3.21 Melding en aangifte van door burgers ondervonden delicten, volgens VMR, IVM, VMa VMR 2005b
2006b
IVM
VM
2007b
2008c
2009c
2010c
2011c
2012d
2013d
(index 2005=100) Gemeld
100
102,8
101,4
96,2
96,2
95,5
94,8
89,0
87,7
Aangegeven
100
101,3
105,5
91,6
93,0
87,1
91,5
82,8
81,3
a
Melding en aangifte in percentage van het aantal ondervonden delicten. De cijfers voor 2005-2007 zijn gebaseerd op de VMR, de cijfers voor 2008-2011 zijn gebaseerd op de IVM en de cijfers voor 2012 en 2013 zijn gebaseerd op de VM. Door verschillen in onderzoeksopzet en vraagstellingen zijn de uitkomsten van deze enquêtes niet zonder meer vergelijkbaar. De indexcijfers zijn gebaseerd op gecorrigeerde uitkomsten waardoor de cijfers van de VMR en IVM vergelijkbaar zijn met die van de VM. Voor meer informatie zie hoofdstuk 3 en bijlage 4 in Veiligheidsmonitor 2012. b Waarnemingsperiode 1e kwartaal. c Waarnemingsperiode 4e kwartaal. d Waarnemingsperiode augustus t/m november. Bron: Veiligheidsmonitor Rijk; Integrale Veiligheidsmonitor; Veiligheidsmonitor
Tabel 3.22 Hulpverlening door Slachtofferhulp Nederland (aangemelde zaken en verleende diensten) 2009
2010
2011
2012
2013
145.528
162.062
193.887
220.342
226.067
127.042
133.709
165.122
190.233
180.790
14.377
23.629
24.384
25.674
27.180
4.109
4.724
4.381
4.435
18.097
Totaal verleende diensten
126.351
107.847
155.196
166.604
155.597
gestructureerde opvang
1.151
.
.
.
.
38.309
.
.
.
Totaal aangemelde zaken aangemeld door de politie eigen initiatief cliënt aangemeld door externe partij
andere emotionele ondersteuning hulp bij verhalen van schade via
.
voegen
7.774
8.346
10.124
12.130
12.962
fondsen
3.361
4.187
4.426
4.734
3.885
verzekering tegenpartij
1.155
959
924
1.213
1.339
begeleiding bij strafproces
3.370
4.204
7.225
7.627
10.441
opstellen schriftelijke slachtofferverklaring (SSV) en begeleiden spreekrecht
4.194
4.157
4.317
4.077
4.392
slachtoffer-dadergesprek
86
112
141
192
247
praktische ondersteuning
19.691
24.653
28.095
28.437
31.280
doorverwijzen naar externe partij
4.028
5.688
5.711
5.265
5.368
opvang bij crisissituatie
1.022
1.089
2
.
.
27
28
-
.
.
42.220
42.018
63.701
72.598
49.666
.
12.246
30.770
30.005
36.215
opvang bij rampen/calamiteiten brief door administratie ondersteunende gesprekken
Bron: CBS/StatLine: Bureau Slachtofferhulp; aangemelde zaken en verleende diensten
345
346
Criminaliteit en rechtshandhaving 2013
Tabel 3.27 Maatregelen door burgers tegen criminaliteit, volgens de VMa 2012b
2013b
(% thuis aanwezig) Technische maatregelen
extra veiligheidssloten/grendels op buitendeuren
67,5
66,8
(rol)luiken voor ramen/deuren
18,7
18,7
buitenverlichting
77,3
76,4
alarminstallatie in huis
13,0
12,8
(% (bijna) altijd) Overige maatregelen
’s avonds licht laten branden bij afwezigheid
41,1
41,4
fiets in bewaakte fietsenstalling
34,7
35,1
waardevolle spullen meenemen uit auto
70,1
69,9
waardevolle spullen thuis laten om diefstal/beroving op straat te voorkomen
33,4
34,4
77.989
145.277
(abs.) Aantal respondenten a
Met de VM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de VM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van de IVM en VMR. b Waarnemingsperiode augustus t/m november. Bron: Veiligheidsmonitor
Bijlage 4
Tabel 3.28 Aanwezigheid preventieve voorzieningen in/rond de woning naar politiedistrict, a volgens de VM, b 2013c (somscore)d
a
(somscore)d
Totaal
1,7
Fryslân
1,6
Zoetermeer - Leidschendam/
Groningen
1,5
Voorburg
Drenthe
1,8
Westland - Delft
1,7
IJsselland
1,7
Leiden - Bollenstreek
1,6
Twente
1,8
Alphen aan den Rijn - Gouda
1,8
Noord en Oost Gelderland
1,8
Rijnmond Noord
1,7
Gelderland Midden
1,8
Rotterdam Stad
1,2
Gelderland Zuid
1,9
Rijnmond Oost
1,6
Gooi en Vechtstreek
1,8
Rotterdam Zuid
1,4
Flevoland
1,8
Rijnmond Zuid-West
1,9
Oost Utrecht
1,8
Zuid-Holland-Zuid
1,8
Utrecht Stad
1,3
Zeeland
1,9
West Utrecht
1,8
De Markiezaten
2,1
Noord Holland Noord
1,7
De Baronie
1,9
Zaanstreek Waterland
1,8
Hart van Brabant
1,9
Kennemerland
1,6
’s-Hertogenbosch
1,9
Amsterdam Noord
1,2
Eindhoven
1,8
Amsterdam Oost
1,3
Helmond
2,0
Amsterdam Zuid
1,3
Noord en Midden Limburg
2,2
Amsterdam West
1,1
Parkstad-Limburg
2,2
Den Haag Centrum
1,3
Zuid-West-Limburg
Den Haag West
1,5
Den Haag Zuid
1,5
1,8
2,0 (abs.)
Aantal respondenten
145.277
De indeling in politiedistricten is ingevoerd per 1 januari 2013 en berust op de Politiewet 2012. Nederland telt 43 politiedistricten. b Met de VM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de VM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van de IVM en VMR. c Waarnemingsperiode augustus t/m november. d De somscore geeft het gemiddeld aantal voorzieningen weer die bij de woning zijn aangebracht. Hoe hoger de score des te meer preventieve voorzieningen er aanwezig zijn. Aangezien de aanwezigheid van vier voorzieningen is onderzocht (buitenverlichting, veiligheidssloten, luiken, alarminstallatie) loopt de somscore van 0 (geen van deze voorzieningen aanwezig) tot vier (alle vier de voorzieningen aanwezig). Bron: Veiligheidsmonitor
347
348
Criminaliteit en rechtshandhaving 2013
Tabel 3.32 Onveiligheidsgevoelens, volgens de VMa Totaal
2012b
2013b
36,6
36,7
1,8
1,9
(%)
voelt zich wel eens onveilig voelt zich vaak onveilig
(% ‘komt vaak voor’) doet ’s avonds en ’s nachts niet open vanwege onveiligheid
8,1
8,7
rijdt of loopt om om onveilige plekken te mijden
2,6
2,6
voelt zich ’s avonds op straat in de buurt onveilig
3,7
3,6
voelt zich ’s avonds alleen thuis niet op zijn gemak
2,6
2,6
28,1
28,2
1,2
1,4
Mannen
(%)
voelt zich wel eens onveilig voelt zich vaak onveilig
(% ‘komt vaak voor’) doet ’s avonds en ’s nachts niet open vanwege onveiligheid
4,7
5,2
rijdt of loopt om om onveilige plekken te mijden
1,5
1,6
voelt zich ’s avonds op straat in de buurt onveilig
2,0
2,1
voelt zich ’s avonds alleen thuis niet op zijn gemak
1,3
1,4
45,0
45,0
2,3
2,4
Vrouwen
(%)
voelt zich wel eens onveilig voelt zich vaak onveilig
(% ‘komt vaak voor’) doet ’s avonds en ’s nachts niet open vanwege onveiligheid
11,5
12
rijdt of loopt om om onveilige plekken te mijden
3,7
3,5
voelt zich ’s avonds op straat in de buurt onveilig
5,4
5,1
voelt zich ’s avonds alleen thuis niet op zijn gemak
3,7
3,7
77.989
145.277
(abs.) Aantal respondenten a
Met de VM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de VM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van de IVM en VMR. Gegevens hebben betrekking op inwoners van 15 jaar en ouder. b Waarnemingsperiode augustus t/m november. Bron: Veiligheidsmonitor
Bijlage 4
Tabel 3.33 Onveiligheidsgevoelens, volgens VMR, IVM, VMa VMR 2005b
2006b
IVM
VM
2007b
2008c
2009c
2010c
2011c
2012d
2013d
80,8
78,1
79,2
80,8
77,5
75,8
76,0
(index 2005=100) Voelt zich wel eens onveilig
100
87,8
a
Aandeel burgers van 15 jaar en ouder dat zich wel eens onveilig voelt. De cijfers voor 2005-2007 zijn gebaseerd op de VMR, de cijfers voor 2008-2011 zijn gebaseerd op de IVM en de cijfers voor 2012 en 2013 zijn gebaseerd op de VM. Door verschillen in onderzoeksopzet en vraagstellingen zijn de uitkomsten van deze enquêtes niet zonder meer vergelijkbaar. De indexcijfers zijn gebaseerd op gecorrigeerde uitkomsten waardoor de cijfers van de VMR en IVM vergelijkbaar zijn met die van de VM. Voor meer informatie zie hoofdstuk 3 en bijlage 4 in Veiligheidsmonitor 2012. b Waarnemingsperiode 1e kwartaal. c Waarnemingsperiode 4e kwartaal. d Waarnemingsperiode augustus t/m november. Bron: Veiligheidsmonitor Rijk; Integrale Veiligheidsmonitor; Veiligheidsmonitor
Tabel 3.34 Onveiligheidsgevoelens naar leeftijd en geslacht, 2013 Totaal
mannen
vrouwen
28,2
45,0
(% voelt zich wel eens onveilig) Totaal
36,7 (% voelt zich wel eens onveilig)
Leeftijd beknopt
15-24 jaar
44,5
31,3
58,1
25-44 jaar
41,3
31,4
51,3
45-64 jaar
34,4
27,2
41,6
65 jaar en ouder
27,7
22,2
32,3
Leeftijd uitgebreid
15-17 jaar
40,6
29,4
53,5
18-24 jaar
46,2
32,2
59,9
25-34 jaar
44,2
32,1
56,4
35-44 jaar
38,8
30,7
46,9
45-54 jaar
35,2
27,4
43,0
55-64 jaar
33,4
27,0
39,9
65-74 jaar
28,5
23,3
33,0
75 jaar en ouder
26,4
20,3
31,2
Bron: Veiligheidsmonitor
349
350
Criminaliteit en rechtshandhaving 2013
Tabel 3.35 Onveiligheidsgevoelens naar stedelijkheid woongemeente, 2013 Voelt zich wel eens onveilig
Voelt zich vaak onveilig
(%) Totaal
36,7
1,9
zeer sterk stedelijk
44,4
3,2
sterk stedelijk
39,5
2,1
matig stedelijk
36,1
1,6
weinig stedelijk
31,1
1,2
niet stedelijk
27,8
0,9
Bron: Veiligheidsmonitor
Tabel 3.36 Onveiligheidsgevoelens naar politiedistrict, a volgens de VMb, 2013c (% voelt zich wel eens onveilig)
a
(% voelt zich wel eens onveilig)
Totaal
36,7
Fryslân
28,1
Zoetermeer - Leidschendam/
Groningen
34,9
Voorburg
Drenthe
28,8
Westland - Delft
39,9
IJsselland
32,9
Leiden - Bollenstreek
36,9
Twente
33,6
Alphen aan den Rijn - Gouda
35,3
Noord en Oost Gelderland
31,6
Rijnmond Noord
38,8
Gelderland Midden
37,1
Rotterdam Stad
48,1
Gelderland Zuid
37,5
Rijnmond Oost
41,3
Gooi en Vechtstreek
38,3
Rotterdam Zuid
45,6
Flevoland
41,6
Rijnmond Zuid-West
35,0
Oost Utrecht
38,2
Zuid-Holland-Zuid
32,7
Utrecht Stad
45,6
Zeeland
31,5
West Utrecht
38,3
De Markiezaten
37,5
Noord Holland Noord
32,5
De Baronie
37,0
Zaanstreek Waterland
33,7
Hart van Brabant
41,5
Kennemerland
34,6
’s-Hertogenbosch
33,5
Amsterdam Noord
43,5
Eindhoven
38,8
Amsterdam Oost
45,9
Helmond
34,7
Amsterdam Zuid
37,7
Noord en Midden Limburg
37,5
Amsterdam West
46,7
Parkstad-Limburg
42,2
Den Haag Centrum
53,8
Zuid-West-Limburg
Den Haag West
40,3
Den Haag Zuid
49,2
39,5
40,2 (abs.)
Aantal respondenten
145.277
De indeling in politiedistricten is ingevoerd per 1 januari 2013 en berust op de Politiewet 2012. Nederland telt 43 politiedistricten. b Met de VM start een nieuwe reeks; de uitkomsten van de VM zijn dan ook niet zonder meer vergelijkbaar met die van de IVM en VMR. c Waarnemingsperiode augustus t/m november. Bron: Veiligheidsmonitor