[2010]
A Digital Revolution De invloed van weblogs op de communicatie van politieke standpunten van Iraanse jongeren
[Anna Nikbakht Nooshin 0600369 Master Thesis Media Entertainment en Populaire Cultuur Communicatiewetenschap Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Begeleider: Koos Zwaan] [27 augustus 2010]
VOORWOORD
“Waar kom je vandaan?” Dit is de vraag die mij gedurende de 16 jaar dat ik in Nederland woon het meeste is gesteld. Hoewel het antwoord voor de hand lijkt te liggen, moet ik er vaak lang over nadenken. Want waar kom ik inderdaad vandaan?
Ik kom uit een land met veel tegenstrijdigheden. Een land met vele gezichten: Iran. Maar ik kom ook uit een land waarin normaal heel gewoon is. Waarin mensen boterhammen eten en waarin de zon niet veel schijnt: Nederland. Deze twee landen hebben me gevormd tot de persoon die ik vandaag de dag ben en hebben veel invloed gehad op de keuze van mijn masterscriptie.
Graag wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om mijn dank te uiten aan een aantal mensen. Mijn familie, in het bijzonder mijn moeder en zusje, wil ik bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun. Mijn tante in Iran voor haar hulp bij het zoeken naar bloggers. Mijn vriend voor het brengen van de nodige verlichting wanneer ik het even niet meer zag zitten. Daarnaast mijn scriptiebegeleider Koos Zwaan voor zijn kritische blik en fijne begeleiding. Door al deze mensen voelde het schrijven van mijn laatste scriptie niet als een verplichting, maar als een perfecte afronding van vier jaar hard studeren.
Mijn speciale dank gaat uit naar alle bloggers die ik heb mogen interviewen voor deze scriptie. Jullie eerlijkheid, behulpzaamheid en moed hebben mij enorm geïnspireerd. Ik waardeer jullie kracht en hoop dat ik hiermee een klein beetje kan helpen in de strijd voor een democratie. Ik ben trots op jullie doorzettingsvermogen en weet dat jullie deze strijd op den duur zullen winnen. Ik weet nu dat het maakt niet uit waar we vandaan komen, we zijn allen één. Mijn steun in bij jullie.
1
ABSTRACT
Op 12 juni 2009 vonden in Iran voor de tiende maal de presidentiële verkiezingen plaats. De omstreden uitslag leidde tot enorme protesten en journalisten werden beperkt verslag uit te brengen van de gebeurtenissen. Iraanse jongeren wereldwijd leken informatie, kritiek en politieke standpunten te verschaffen en te uiten op hun weblogs. Door middel van diepte-interviews met deze jongeren in de Iraanse diaspora en in Iran, is gekeken naar de invloed van weblogs op de communicatie van politieke standpunten. Uit de resultaten kwam naar voren dat weblogs vooral een culturele invloed hebben gehad op de politieke standpunten van Iraanse jongeren en Iran hebben klaargestoomd voor een democratie. Deze generatie heeft online leren schrijven, leren luisteren naar elkaar en leren discussiëren. Weblogs hebben Iraanse bloggers van over de hele wereld een stem gegeven waarmee een globaal publiek wordt aangesproken en de controle van het Islamitische regime stap voor stap wordt ondermijnd. Trefwoorden: Iran • Nieuwe Media • Weblogs • Digitale Democratie • Publieke Sfeer
2
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding 1.1 Relevantie 2. Theorie 2.1 Iran: Toen en nu 2.1.1 Culturele Paradoxen 2.1.2 De nieuwe generatie 2.2 Iran: Internet revolutie 2.2.1 Fenomeen internet: Grand Dichotomy 2.2.2 Democratie en de publieke sfeer 2.2.3 Macht 2.2.4 Omgaan met censuur 2.3 Iran: Weblog revolutie 2.3.1 Fenomeen weblog 2.3.2 Identiteit: Jonge Iraanse bloggers 3. Methode 3.1 Methodologische strategieën 3.2 Methode van data-verzameling 3.2.1 Literatuuronderzoek 3.2.2 Diepte-interviews 3.2.3 Respondenten 3.3 Methode van data-analyse 4. Resultaten 4.1 Respondenten en internet 4.1.1 Demografische kenmerken 4.1.2 Internetgebruik 4.1.3 Kansen internet 4.1.4 Bedreigingen internet 4.2 Weblogs 4.2.1 Aanpak schrijven 4.2.2 Onderwerpen 4.2.3 Taal 4.2.4 Macht 4.3 Motieven 4.3.1 Uitlaatklep 4.3.2 Beïnvloeden 4.3.3 Journalistieke aspiraties 4.3.4 Betekenisgeving 4.3.5 Overige motieven Iraanse diaspora 4.3.6 Stoppen 4.4 Censuur en zelfcensuur 4.4.1 Filters 4.4.2 Proxies en VPN 4.4.3 Zelfcensuur 4.4.4 Paradoxen en metaforen 4.5 Zelfexpressie en identiteit 4.5.1 Nieuwsverstrekking 4.5.2 Facebook
6 9 11 11 11 13 14 14 17 19 21 22 22 23 26 26 27 28 28 31 33 36 36 36 37 38 42 44 45 48 51 52 54 54 55 57 58 60 61 63 63 65 68 71 73 73 75 3
4.5.3 Facebook versus weblogs 4.6 Verschillen Iraanse diaspora en Iran 4.6.1 Politieke participatie 4.6.2 Verbondenheid 4.7 Toekomst 4.7.1 Hoop 4.7.2 Jongeren en de Groene Beweging 5. Conclusie en Discussie 5.1 Limitaties 5.2 Inhoudelijk webloggebruik 5.2.1 Aanpak 5.2.2 Motieven en betekenis 5.2.3 Verschillen diaspora en Iran 5.3 Politiek en publieke ruimte 5.3.1 Publiek debat 5.3.2 Verandering
77 78 78 81 84 84 85 88 88 90 91 92 94 96 96 98
Literatuurlijst Appendix I: Topic List Appendix II: Begeleidende brief Appendix III: Overzicht respondenten Appendix IV: Overzicht weblogs
102 110 112 113 115
4
In onze strijd hebben wij slechts één doel: een vrij Iran. Een Iran die net als haar eeuwenoude en glorieus verleden een voorbeeld kan zijn van beschaving en inspiratie voor de hele wereld. Een Iran waar bedreiging van buurlanden plaats maakt voor vriendschap, vrede en voorspoed voor zichzelf en de hele wereld. Een Iran waar vrouwen gelijke rechten hebben als mannen. Een Iran waarin een andersgelovige en/of ongelovige, gelijkwaardig is aan een vrome moslim. Een Iran voor alle Iraniërs. Voor Neda's, Sohrab's, voor u en voor mij. Dat is de reden waarom de groene beweging die niet behoort tot links of rechts, republikein of monarchist, seculier of islamitisch, reformistisch of revolutionair, maar een beweging is die alles omvat, ons dus allen kan vertegenwoordigen. Alle kleuren, alle geuren en alle ideeën. Een volksbeweging die niet alleen vredig van aard is, gerechtvaardigheid erkend en van eigen pluriformiteit bewust is, maar vooral een beweging die vastbesloten is om de tirannie van Islamitisch Republiek Iran te vervangen in een voorspoedig Democratisch Iran. Dat is waarom we hier staan en dat zullen we blijven doen. Naast onze kameraden in de steden van Iran. (Redefined, 11 februari 2010)
5
1. INLEIDING
In 2001 begon de jonge Iraanse journalist Hossein Derakhsan, die naar Canada was verhuisd, zijn eigen weblog in het Farsi (Alavi, 2005). Als een reactie op de vele vragen die hij kreeg van zijn lezers, besloot hij een simpele handleiding in Farsi te schrijven voor het maken van weblogs. Zijn bescheiden poging om andere Iraniërs een stem te geven, leidde tot de ‘bevrijding’ van een gehele gemeenschap. Precies acht jaar later, op 12 juni 2009, trokken Iraniërs voor de tiende maal sinds de Islamitische Revolutie in Iran naar de stembus om een nieuwe president te kiezen. De verkiezingsstrijd werd gevoerd tussen de zittende president Ahmadinejad en de hervormingsgezinde kandidaat Moussavi. Toen Ahmadinejad voor de tweede maal tot winnaar werd uitgeroepen, ontstond argwaan bij de oppositie en werd gesproken van verkiezingsfraude. Moussavi riep zijn aanhangers op tot vreedzame protesten en oppositiegroepen gebruikten weblogs en hervormingsgezinde websites om aanhangers te mobiliseren. De enorme burgerprotesten die hierop volgden kostten tientallen jonge Iraniërs het leven (Addis, 2009). Dat deze burgerprotesten nog steeds aanhouden en nu ook de aandacht van het Westen krijgen, werd onlangs duidelijk. Op 1 juli 2010 vond in het Europees Parlement in Brussel de conferentie “ The new political role of Internet and mobile phone: Example Iran” plaats (The Greens & European Free Alliance, 2010). Westerse politieke sleutelfiguren, belangrijke Iraanse journalisten en vooraanstaande Iraanse bloggers spraken hier over de rol die de nieuwe media hebben gespeeld in tijden van het verkiezingsconflict en hoe deze de wereld hebben voorzien van een publieke bron van informatie, beelden en interpretaties met betrekking tot de situatie. Hierbij werd speciale aandacht gegeven aan weblogs en bloggers in Iran en de Iraanse diaspora. Dit is tevens de focus van deze studie.
Tijdens deze conferentie kwam naar voren dat het afgelopen jaar het voornamelijk amateuristische opnamen en burgerjournalistiek waren die inzicht hebben kunnen geven in de Iraanse situatie. Bloggers in Iran die de protesten en politieke oproer van dichtbij meemaken, bieden informatie uit de eerste hand. Daarnaast maken bloggers in de Iraanse diaspora het mogelijk dat via videobeelden en foto’s van de protesten, het
6
geweld en de dagelijkse chaos kunnen worden verspreid (The Greens & European Free Alliance, 2010). De massale steun in de digitale wereld biedt de Iraanse bevolking hoop en doet ze beseffen dat ze er niet alleen voor staan.
Tegenwoordig is het voor onafhankelijke journalisten steeds moeilijker om Iran binnen te komen en verslag te kunnen doen van de huidige politieke situatie (Hamedani, 2009). Steeds meer nieuwsorganisaties beschouwen weblogs daarom als informatiebron en steunen hierop om berichten uit Iran binnen te krijgen. Zo kunnen weblogs dienen als informatiebron voor mensen over de hele wereld.
Bloggen is in Iran dan ook erg populair, met name onder de jeugd. Weblogs in Farsi behoorden in 2007 tot de top vijf meest populaire talen op de globale blogosphere (Khiabany & Sreberny, 2007). Zo zijn er meer Iraanse weblogs op het internet te vinden dan Spaanse, Chinese of Russische weblogs. Volgens de NITLE Blog Census1 bestonden in 2004 meer dan 64.000 actieve weblogs in Farsi (Alavi, 2007). Dit getal is verbazingwekkend hoog wanneer het vergeleken wordt met buurland Irak, waar toentertijd slechts vijftig bloggers actief waren (Alavi, 2005). Volgens Alavi (2005) is bloggen in Iran zo populair omdat het, in tegenstelling tot gedrukte staatsmedia, voorziet in de behoeften van de nieuwe generatie Iraanse internetgebruikers. De censuur die de Iraanse overheid dagelijks toepast op mediagebied leidt tot een grote mate van angst onder de bevolking om oppositionele ideeën te verspreiden. De blogosphere dient als een veilige haven waar mensen hun opinies en gedachten over verschillende onderwerpen wel vrijuit kunnen delen. Deze onderwerpen kunnen variëren van luchtig en alledaags tot serieuze politieke uitingen. Daarnaast schept de mogelijkheid tot anonimiteit voor de bloggers een gevoel van veiligheid waardoor sneller geprotesteerd kan worden tegen de streng opgelegde politieke opinies van de overheid (Golkar, 2005). Daar waar Iraanse bloggers de mogelijkheid krijgen om ook andere internationale culturen te verkennen, krijgen omgekeerd buitenlandse lezers van Iraanse weblogs de unieke mogelijkheid om de Iraanse cultuur van binnenuit te leren kennen en zo een kijkje te kunnen nemen in een anders ‘gesloten’ gemeenschap (Rahimi, 2003).
1
Een programma dat door middel van statistische analyses weblogs in diverse talen identificeert.
7
De populariteit van weblogs is de strenge Iraanse overheid niet ontgaan. In april 2003 ondernam Iran actie tegen bloggers, wat resulteerde in de opsluiting van Sina Motallebi, de blogger achter een van Irans meest populaire weblogs (www.rooznegar.com) (Alavi, 2005). Sindsdien zijn vele bloggers en online journalisten gearresteerd, omdat zij oppositionele ideeën zouden verspreiden. De Iraanse overheid probeert tot op de dag van vandaag de toename van weblogs te verhinderen door forse maatregelen te treffen. Onder het mom van ‘bescherming van het volk’ heeft zij strenge regels opgesteld om het internet te controleren en de vrijheid van meningsuiting tegen te gaan (Kalathil, 2003). Hierbij kan gedacht worden aan het filteren van de inhoud van webpagina’s, de beperking van toegang tot pagina’s als Facebook en Twitter en lage internetsnelheden. Deze maatregelen hebben ertoe geleid dat Iran gekenmerkt kan worden als het land waar de meeste internetcensuur ter wereld wordt uitgeoefend (Ghanavizi, 2009). Eén van de grootste paradoxen in de Iraanse gemeenschap is dat ondanks deze strenge internetcensuur, het aantal Iraanse weblogs de afgelopen jaren is blijven stijgen (Khiabany & Sreberny, 2007). Iraanse internetgebruikers lijken niet bang te zijn voor de vele mogelijke gevaren van het bloggen, maar beschouwen het als een unieke en efficiënte kans om te kunnen communiceren met elkaar (Abdo, 2003). Vooral voor de nieuwe generatie Iraanse jongeren dienen weblogs als een manier om hun stem op democratische en individualistische manier aan de wereld te laten horen (Doostdar, 2004). Bloggen is voor hen een uitkomst om een krachtige en vaak poëtische politieke stem te ontwikkelen, om nationale en internationale kwesties te adresseren en aan de wereld kenbaar te maken (Johari, 2001). Op deze manier heeft het internet niet alleen de manier waarop Iraniërs met elkaar, maar ook met de buitenwereld communiceren, fundamenteel veranderd. Door de opmerkelijke populariteit van bloggen in Iran hebben meerdere auteurs aandacht besteedt aan dit fenomeen. Eerdere studies naar Iraanse weblogs waren voornamelijk gericht op de demografische aspecten van bloggers en bloglezers (Alexanian, 2006), de invloed van weblogs op de Iraanse maatschappij (Berkeley, 2006; Doostdar, 2004) en de invloed van internetcensuur op weblogs en bloggers (Jensen, 2004). Iran is echter een land met veel tegenstrijdigheden en bloggen beperkt zich niet tot de landsgrenzen. Ook Iraniërs die niet langer in Iran verblijven dragen
8
hun steentje bij en dus worden zowel binnen als buiten de landsgrenzen van Iran digitale middelen aangewend in de strijd voor vrijheid en democratie (Alavi, 2007). Het doel van deze scriptie is om deze onderzoeksvelden bij elkaar te brengen en inzicht te verlenen in de wijze waarop Iraanse jongeren in zowel de Iraanse diaspora als in Iran zelf weblogs gebruiken om hun politieke stem hoorbaar te maken aan de rest van de wereld. Hierbij is ook gekeken naar de motieven die Iraanse jongeren hebben om weblogs te gebruiken en de wijze waarop zij betekenis geven aan het gebruik ervan. Bij die betekenisgeving staat de rol van macht en politieke identiteit centraal. Deze studie tracht daarom een antwoord te geven op de volgende onderzoeksvraag en deelvragen: “Wat is de invloed van weblogs op de communicatie van politieke standpunten van Iraanse jongeren?” a. Hoe gebruiken Iraanse jongeren weblogs om politieke standpunten te communiceren? b. Waarom gebruiken Iraanse jongeren weblogs om politieke standpunten te communiceren? c. Hoe geven Iraanse jongeren betekenis aan het gebruik van weblogs? d. In hoeverre verschillen weblogs van Iraanse jongeren die in Iran wonen van weblogs van Iraanse jongeren buiten Iran?
1.1 Relevantie Berichtgevingen over Iran, afkomstig uit zowel de academische wereld als de populaire media, kunnen veelal worden verdeeld in twee categorieën. Enerzijds wordt Iran gekenmerkt als een streng, onrechtvaardig en Islamitisch land waarin democratie ongekend is en censuur aan de orde van de dag is. Anderzijds proberen studies aan te tonen dat het allemaal wel meevalt, dat Iran wel degelijk modern is en dat de Iraanse cultuur niet zo achterhaald is als in het Westen wordt gedacht. De bestaande empirische studies naar Iraanse bloggers vallen in één van deze twee categorieën en zijn uitgevoerd door middel van kwantitatieve inhoudsanalyses van populaire weblogs, literatuurstudies of surveys onder een aantal Iraanse bloggers (Alexanian, 2006;
9
Doostdar, 2004; Mobasser, 2006). In deze studies komen weinig Iraanse bloggers zelf aan het woord, waardoor het vaak onduidelijk blijft in hoeverre de theoretische bevindingen overeenkomen met de werkelijke ideeën en gevoelens van Iraanse bloggers. Doordat Iraanse bloggers in zowel de Iraanse diaspora als Iran in deze studie centraal staan en zelf aan het woord komen, hoop ik met de resultaten een middenweg te kunnen vinden tussen het donkere, danwel rooskleurige beeld dat in zowel de media als de academische wereld over Iran wordt geschetst. Hiermee hoop ik de complexe Iraanse cultuur meer inzichtelijk te kunnen maken zodat deze resultaten kunnen dienen als uitgangspunt voor vervolgstudies. Dit onderzoek is naast wetenschappelijk relevant ook maatschappelijk relevant. Al eerder werd gewezen op mogelijke risico’s van bloggen, zeker wanneer gebruikers deze benutten om oppositionele ideeën uit te spreken (Zuckermann, 2008). Toch is bloggen voor Iraanse jongeren vaak het enige middel om aan de wereld kenbaar te maken dat ook zij klaar zijn voor een verandering, voor een digitale revolutie. Als iemand die zelf behoort tot de nieuwe generatie Iraanse jongeren, heb ik het geluk gehad op jonge leeftijd te verhuizen naar een land waar democratie heel gewoon is. Veel Iraanse jongeren hebben deze kansen echter niet en zijn afhankelijk van anderen om gezien en gehoord te worden. Door middel van onderzoek naar de wijze waarop deze jongeren weblogs gebruiken om hun politieke standpunten te communiceren, hoop ik inzicht te kunnen bieden in de mogelijkheid die bloggen met zich meedraagt voor de bevordering van vrijheid en democratie in Iran in tijden van strenge censuur. De kracht en vastberadenheid van de jonge Iraanse bloggers die ik heb mogen spreken voor deze scriptie hebben mij ontzettend geïnspireerd. Deze jongeren benutten dagelijks hun woorden als wapens om te strijden voor een vrije toekomst. De manier waarop jongeren in Iran en jongeren in de Iraanse diaspora samenwerken om hetzelfde doel te kunnen bewerkstelligen, vind ik bijzonder bewonderenswaardig. Ik hoop dan ook met deze studie zowel de academische wereld als ieder ander de andere kant te laten zien van Iran. Tevens hoop ik de Iraanse jongeren die overal ter wereld strijden voor een vrij Iran een stem te kunnen geven.
10
2. THEORIE
Om de invloed en het belang van weblogs op de communicatie van Iraanse jongeren volledig te kunnen begrijpen, is het zinvol om achtereenvolgens stil te staan bij de geschiedenis van de Iraanse cultuur, de opkomst van het internet en de opkomst van weblogs. In dit hoofdstuk wordt daarom eerst kort ingegaan op de bredere Iraanse geschiedenis en wordt stil gestaan bij de wijze waarop Iraanse jongeren hun religieuze opinies proberen te vermengen met hun moderne denkwijzen. De complexiteit van de Iraanse maatschappij staat hierbij centraal, waarbij vooral wordt ingegaan op het sterke contrast tussen de religieuze overheid en Islamitische tradities en de wensen en dromen van de Iraanse jeugd. Vervolgens wordt stil gestaan bij de impact van de komst van het internet op de Iraanse cultuur. Hierbij staan theorieën centraal die de discussie aangaande de utopische of dystopische impact van het internet belichten. Daarnaast worden machtsverschuivingen geadresseerd die door het internet zijn mogelijk gemaakt en gepaard gaan met internetcensuur van de Iraanse overheid. Tot slot staat de kwestie van identiteit centraal. Hier wordt de opkomst van weblogs besproken en wordt ingegaan op de wijze waarop deze weblogs niet alleen de constructie van een eigen identiteit mogelijk hebben gemaakt, maar tevens belangrijk zijn geweest in het proces van vrijheid van meningsuiting van de huidige generatie Iraanse jongeren.
2.1 Iran: Toen en nu 2.1.1 Culturele paradoxen De geschiedenis van Iran lijkt al lange tijd gepaard te gaan met ontevredenheid van het volk over de heersers van het land (Abrahamian, 2008). Deze ontevredenheid begon al vroeg, tijdens de regeringsperiode van de Shah (1925-1941) en later zijn zoon Reza Pahlavi (1941-1979) (Hiro, 2005). Olieopbrengsten werden door de Shah voornamelijk besteedt aan zijn eigen gezin, in plaats van aan de economie en het Iraanse volk. Hierdoor werd de kloof tussen Iraanse lage- en middenklasse steeds groter, wat resulteerde in de toename van macht bij de conservatieve lagere middenklasse en de opkomst van de Islam.
11
Uit de literatuur blijkt dat de wortels van het moderne Iran liggen bij de Islamitische Revolutie in 1979 (Abrahamian, 2008; Hiro, 2005; Keddie, 2003). Na vele jaren leidden de economische, sociale en politieke ontevredenheden van het volk tot een opstand tegen de Shah. Tot die tijd was de regering van Pahlavi bezig geweest met de modernisatie van Iran. Dit uitte zich onder andere in een vergroting van de moderne middenklasse. De snelle modernisering en toename van Westerse denkwijzen van enkel de hoge- en middenklasse van Iran leidden echter tot de opstand van de lagere klassen en het begin van een splitsing van de Iraanse cultuur (Keddie, 2003). De kloof tussen arm en rijk werd hiermee steeds groter en daarmee ook de kloof tussen de moderne aspiraties van de hogere klassen en de Islamitische aspiraties van de lagere klassen. De belangen van de lagere klassen leken te overwinnen. De leider van de Islamitische Revolutie, Ayatollah Khomeini, verklaarde Iran op 1 februari 1979 namelijk officieel tot de Islamitische Republiek van Iran. Een van de eerste paradoxen van de Iraanse cultuur is het feit dat in tegenstelling tot andere landen in het Midden-Oosten, zoals Saudi-Arabië, het Iraanse volk in het begin van de Islamitische Revolutie een zekere mate van democratie leek te leren kennen (Jahanbegloo, 2004). Zo ontstonden presidentiële verkiezingen en een parlementair rechtssysteem. Toch bleek deze democratie al snel grenzen te kennen en meer een show te zijn dan een manier om het volk een stem te geven. De echte macht lag namelijk niet bij de gekozen president of het volk, maar bij de Islamitische leider Khomeini. Terwijl de Revolutie ooit als een pro-democratische beweging was begonnen om een einde te maken aan het onderdrukkende regime van de Shah, bleek na slechts twee jaar dat Iran was veranderd in een land met een zo mogelijk nog strenger regime, dat gedreven werd door Islamitische wetten en maatregelen (Khosrokhavar, 2002). Volgens Cartlidge (2002) is een ander groot paradox van de Iraanse cultuur de uiting van de Iraanse identiteit. De Iraanse nationale identiteit leek een complexe mengeling te zijn van traditionele Islamitische waarden en moderne denkwijzen. De vele zichtbare naslepen van de revolutie, zoals de verplichte Islamitische kleding voor zowel mannen en vrouwen, het teruggrijpen naar de Islamitische Sharia wetten en ongelijke behandelingen van vrouwen en homoseksuelen, zijn nog steeds terug te zien in het Iran van nu. Dit Iran wordt gekenmerkt als een mengeling van opgedrongen
12
traditionele Islamitische waarden en de opkomst van moderne, Westerse waarden (Pollack, 2004). 2.1.2 De nieuwe generatie De wijze waarop de nieuwe generatie Iraanse jongeren omgaat met de genoemde culturele paradoxen van de Iraanse cultuur vertoont overeenkomsten met de theorieën van Goffman, die betrekking hebben op publieke en private ruimtes. Volgens Goffman (1963) dragen individuen te allen tijde een masker wanneer zij zich begeven in publieke ruimtes. Er is dan ook een verschil tussen authentiek gedrag (de ware aard van een individu) en niet-authentiek gedrag (het optreden van een individu dat afhankelijk is van sociale regels). Hoewel het volgens deze visie in geen enkele maatschappij mogelijk is om zonder masker publieke ruimtes te betreden, is er wel degelijk verschil tussen de achterliggende waarden waar de sociale regels van de publieke ruimte op zijn gebaseerd. Terwijl in het Westen sociale regels bepalend zijn voor bijvoorbeeld ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ gedrag, worden publieke ruimtes in Iran sterk gereguleerd door de Islamitische overheid en tradities. Deze tradities laten in Iran, meer nog dan in het Westen, weinig ruimte voor het vinden van een eigen identiteit en maken het nog moeilijker om authentiek gedrag te kunnen vertonen (Lynch, 2000). Individuen zijn altijd gedwongen om vooraf vastgestelde sociale rollen op zich te nemen die gebaseerd zijn op traditionele Islamitische normen en waarden, waardoor het vertonen van ‘losbandig’ gedrag sneller kan ontstaan. Ondanks de vele verboden die in Iran gelden, zoals het verbod op alcohol, uitgaan, ‘losbandige’ relaties tussen mannen en vrouwen en homoseksualiteit, betekent dit niet dat deze activiteiten niet plaatsvinden in de private ruimte van (jonge) Iraniërs (Beeman, 2001). De inwoners van Iran hebben na de revolutie geleerd om zich aan te passen aan de opgelegde regels van de Islamitische Republiek. Dit geldt ook voor de nieuwe generatie Iraniërs, die vooral na de revolutie besloten te emigreren en nu wereldwijd verspreid zijn. Graham en Khoshravi (2002) spreken in dit opzicht van een diaspora. Zij omschrijven een diaspora als een gevolg van de globalisatie van de wereld, waardoor jonge generaties van een bepaald land elders opgroeien maar bekend zijn met de regels, normen en waarden van hun geboorteland of het geboorteland van hun ouders.
13
Zeventig procent van de totale bevolking van Iran is dertig jaar of jonger (Alavi, 2005). Ondanks dat deze nieuwe generatie heeft leren omgaan met culturele paradoxen en de Islamitische normen en waarden, is de roep om verandering en modernisering aan de overheid groot (Alavi, 2005; 2007). Een paradox die hiermee gepaard gaat is die van educatie. Terwijl de Iraanse overheid veel investeert in gratis onderwijs en het bouwen van vrouwenuniversiteiten, blijft het land wetten steunen die het voor vrouwen vrijwel onmogelijk maken om na hun studie gelijkwaardige banen te kunnen vinden (Read & Oselin, 2008). Dit resulteert in steeds meer jonge Iraniërs die na het afstuderen het land verlaten in de hoop elders op de wereld een carrière te kunnen opbouwen. Daarnaast leidt deze paradox tot de toename van steeds meer politiek actieve jongeren, die steeds vaker openlijk kritiek uiten tegen het Iraanse regime (Varzi, 2006). Deze protesten gaan gepaard met arrestaties en opsluitingen van jonge Iraanse journalisten en studenten. Terwijl de Iraanse overheid pleit voor gelijke educatie voor iedereen, wordt vrijheid van meningsuiting rigoureus verboden (Heradstveit & Bonham, 2007), wat enkel het paradox van educatie bevestigd. De aanwezigheid van zoveel culturele paradoxen in Iran en de scheiding van gedragingen tussen publieke en private ruimtes leiden ertoe dat Iraanse jongeren steeds meer gebruik maken van het internet om zich te uiten, om anderen te ontmoeten en om hun ‘echte’ zelf te laten zien in een digitale publieke ruimte (Zuckerman, 2008). Deze internet revolutie staat centraal in de volgende paragraaf.
2.2 Iran: Internet revolutie 2.2.1 Fenomeen internet: Grand Dichotomy De komst van nieuwe media heeft een enorme impact gehad op veel maatschappijen (Enyedi & Kádár, 2008). Zo biedt het medium internet mensen de kans om op een snelle, eenvoudige en interactieve wijze te communiceren. Daarnaast heeft het internet gezorgd voor een herdefinitie van klassieke journalistiek (Alexanian, 2006). Nieuwe technologieën maken het vandaag de dag gemakkelijker voor individuen en burgers om een journalistieke rol op zich te nemen. Rahimi (2008) omschrijft het internet als een fluïde constructie, die gepaard gaat met snelle veranderingen. Deze snelle veranderingen maken de formatie van verschillende groepen mogelijk en leiden tot het ontstaan van interactie of feedback van deze groepen op elkaars opinies.
14
De reikwijdte van het internet kent weinig grenzen. Zelfs in landen waar het gebruik van internet sterk door de overheid wordt gereguleerd, biedt het kansen om meningen te uiten, om het ‘zelf’ aan de wereld te presenteren en tegen de onderdrukkende orde in te gaan (Berkeley, 2005).
In 1992 doet internet zijn intrede in het Iraanse medialandschap. Internet voorziet de bevolking van een hele reeks aan nieuwe mogelijkheden op het gebied van informatie en openbare communicatie. Het internetgebruik in Iran is sinds het jaar 2000 sterker toegenomen dan enig ander land in het Midden-Oosten (Alavi, 2005). Het internet is een zeer belangrijk medium geworden dat in vergelijking met andere media onafhankelijk nieuws biedt aan de inwoners van een land waarin tot voor kort nieuws, journalistiek en censuur nauw met elkaar waren verbonden. Ondanks de vele technische beperkingen van internettoegang beschouwen veel Iraniërs het internet als een arena waar ruimte is voor politieke discussies (Reporters Without Borders, 2010).
Hoewel de invloed van internettoegang moeilijk te meten is, stelt Doostdar (2004) dat de invloed van het internet op de Iraanse cultuur groot is. Niet alleen hebben Iraanse internetgebruikers toegang tot alternatieve nieuwsbronnen die niet door de overheid gereguleerd zijn, zij kunnen daarnaast internationale culturen observeren en zich begeven in een publieke sociale ruimte waar zowel mannen als vrouwen gelijkwaardig actief zijn. In het alledaagse Iraanse leven is dit ondenkbaar, maar van grote waarde voor de jonge generatie Iraniërs, die veelal dromen van een democratisch, vrij en ongecensureerd Iran (Alavi, 2007). Voordat de invloed van internet op de Iraanse cultuur echter kan worden besproken, moet allereerst stil worden gestaan bij algemene theorieën aangaande deze invloed. Veel studies naar de huidige cyberspace zijn onder te verdelen in theorieën aangaande de utopische en dystopische mogelijkheden die het internet te bieden heeft (Graham & Khosravi, 2002). Wat voor velen voorop staat is het feit dat het internet de betekenis van de termen publiek en privaat heeft veranderd (Weintraub & Kumar, 1997). In de wereld van cyberspace zorgen deze twee termen voor een mate van classificeren. Hiermee kunnen de (gedwongen) rol van mensen en ideeën op het web in kaart worden gebracht. Bovendien helpt die mate van classificering om machtsrelaties,
15
ongelijkheden en sociale buitensluiting vast te stellen. Het verschil tussen publiek en privaat wordt door Weintraub en Kumar (1997) dan ook aangekaart als een grand dichotomy. Onder deze term valt een wijd scala van termen, zoals de maatschappij versus het individu, man versus vrouw en de staat versus het publiek. In de literatuur bestaat onenigheid over de vraag welke gevolgen de herziening van de grenzen tussen publiek en privaat in cyberspace heeft gehad voor verschillende groepen in Iran (Graham & Khosravi, 2002). Volgens aanhangers van de liberale cyberutopia zorgt de vervaging van de grens tussen publiek en privaat voor een vrij veld waar ieders mening geuit kan worden. Een veld waar ruimte is voor allerlei meningen, ideeën en idealen waardoor het sociale aspect van cyberspace wordt vergroot. De tegenhangers van deze visie geloven echter dat binnen cyberspace een clustering is ontstaan van overheersende ideeën en globaal kapitalisme. Hierdoor wordt sociale terugtrekking opgelegd bij groepen die buiten deze clustering vallen. Zo zouden Iraanse internetgebruikers elektronische interactie uiteindelijk prefereren boven alledaagse en ‘echte’ interactie. Ondanks een verschil in mening zijn beide visies gebaseerd op een ruimtelijk model van ofwel vrije of gedwongen expressie welke plaatsvindt rondom noties van toegankelijkheid (publiek) en ontoegankelijkheid (privaat). Aanvankelijk verwelkomt de Iraanse overheid de internetgroei, omdat het zou bijdragen aan wetenschappelijke en technologische vooruitgang in Iran (Jordan, 1999). Dit enthousiasme slaat echter snel om in argwaan, naarmate het internet zich steeds verder verspreidt naar de private ruimte van de Iraanse burgers en de controle ervan steeds moeilijker wordt. De Iraanse overheid begint zich steeds meer te realiseren dat het internet een open platform is voor informatie en communicatie dat gemakkelijk bij kan dragen aan het verspreiden van oppositionele ideeën (Baumann, 2009). Voor de Iraanse jeugd biedt het internet eindeloze mogelijkheden. Het internet geeft deze jongeren de kans om met het andere geslacht te communiceren, om nieuws van over de hele wereld te ontvangen, om andere culturen te leren kennen en om politieke opinies vrijuit te communiceren. Zo kan verzet worden geboden tegen de opgelegde regels van de Islamitische Republiek, al dan niet op anonieme wijze (Johnston, 2008).
16
Om de internetrevolutie tegen te kunnen gaan, begint de Iraanse overheid in 2001 met de invoering van actieve maatregelen tegen ‘onwettige’ online activiteiten door onder andere het monitoren van serviceproviders, het filteren van de inhoud van webpagina’s en het verlagen van toegangssnelheden. Deze maatregelen beïnvloeden de internetmachtskwestie in Iran en spelen een rol in de invloed van het internet op de Iraanse cultuur. 2.2.2 Democratie en de publieke sfeer Net als over de invloed van het internet op maatschappijen, bestaat ook over de rol die macht kan spelen in cyberspace onenigheid onder academici. De democratiserende mogelijkheden van dit medium spelen daarbij een rol. Volgens Dewey (1903) is een democratie een wijze van samenleving, een gezamenlijk gecommuniceerde ervaring. Binnen een democratie moet volgens hem ruimte zijn voor tolerantie en voor onenigheid en moeten de beginselen eerlijkheid en gelijkheid zorgen voor een gevoel van gedeeld burgerschap en verantwoordelijkheid. Daarnaast is volgens deze visie een belangrijke eigenschap van een volwaardige democratie een betrokkenheid van burgers bij het politieke proces. Deze betrokkenheid kan plaatsvinden door actieve participatie van burgers aan het maatschappelijk debat. Het openlijk uiten van meningen, het luisteren naar en het evalueren van deze meningen zouden ertoe leiden dat burgers goed overwogen standpunten innemen over de maatschappij en zo politiek kunnen participeren (Frazer, 1990). Ook Habermas (1962) erkent een publiek debat als een voorwaarde voor democratie. Volgens hem geeft een goed werkend publiek debat de overheid namelijk de mogelijkheid om de wil van de burgers te volgen. De overheid kan vervolgens beslissingen maken die door de meerderheid van de bevolking worden ondersteund. Habermas (1989) noemt de plek waar dit publieke debat moet plaatsvinden de publieke sfeer. Idealiter is de publieke sfeer een plaats waar ruimte is voor rationele en open discussies buiten de controle van de staat om. Habermas (1989) stelt dat de publieke sfeer tussen de 16e en 18e eeuw op gang kwam in West-Europa als resultaat van verschillende maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder de opkomst van handelskapitalisme en de bourgeoisie als nieuwe invloedrijke burgergroep. Handel was voor deze burgergroep een inkomst en stelde
17
hen in staat onafhankelijk van de staat te opereren. Daarnaast kwam deze groep in openbare ruimten bij elkaar om te discussiëren over maatschappelijke kwesties en de overheid. Volgens Habermas (1989) diende deze publieke sfeer als bemiddelaar tussen de individuele leefwereld van mensen en de sfeer van de overheid. Volgens Habermas (1989) kon de publieke sfeer alleen goed functioneren wanneer aan twee voorwaarden was voldaan. Zo moesten mensen allereerst samenkomen en een onafhankelijk debat voeren dat gebaseerd was op rationele overwegingen. Vervolgens kon overeenstemming worden bereikt door de kracht van het beste argument. Ten tweede moest sprake zijn van een garantie dat het debat voor iedereen toegankelijk was en dat er gelijkheid heerste onder de deelnemers. Volgens Habermas hebben vooral de massamedia deze voorwaarden onmogelijk gemaakt, omdat zij het eens kritische publiek zouden hebben veranderd in passieve consumenten. In deze optiek zouden de overheersende ideeën en massameningen ertoe geleid hebben dat in cyberspace weinig rationeel debat kan plaatsvinden en dat individuen alle informatie die zij tegen komen passief tot zich nemen. Niet iedereen is het echter met Habermas (1989) eens en zijn ideeën van de publieke sfeer kregen in de loop der tijd veel kritiek. Luhmann (1986) was bijvoorbeeld van mening dat besluitvorming binnen een maatschappij nooit gebaseerd kon worden op rationaliteit en dat macht hierin de beslissende factor was. Daarnaast stelt Doostdar (2004) dat de groei van het internet in sommige opzichten een uitlaatklep is geweest voor de opinies van groepen die anders waren uitgesloten van het publieke domein. Bezien vanuit dit perspectief is cyberspace wel degelijk een plaats waar rationeel debat kan plaatsvinden en waar politieke discussies mogelijk zijn. Habermas lijkt dan ook voorbij te gaan aan de notie dat consumenten en individuen ook actief kunnen zijn. Daarnaast is het een plaats waar de grens vervaagt tussen producenten en consumenten (Doostdar, 2004). Het is niet langer noodzakelijk om enkel als consument de ideeën van de heersende opinie te bezien: de mogelijkheid bestaat om zelf als producent eigen ideeën cyberspace in te sturen. Volgens Hetherington (1997) biedt cyberspace daarnaast verschillende manieren om sociale levens te ordenen. Om cyberspace goed te kunnen begrijpen moet het dan ook gezien worden als een plaats waar alternatieve ordeningen bij elkaar komen en niet alleen maar als een chaotische ruimte, waar talloze verschillende meningen en opinies
18
naast elkaar bestaan. In dit opzicht komt cyberspace overeen met eerdere ideeën van Focault (1986) over een heterotopia: een plaats waar andere ideeën dan de heersende ideeën toegestaan zijn. Habermas heeft door de jaren heen zijn zienswijze enigszins bijgesteld en de kritieken van zijn tegenstanders in acht genomen. Hij omschrijft de publieke sfeer nu als een ideaalbeeld van een democratiseringsproces dat mogelijk kan worden gemaakt door middel van menselijke communicatie en wederzijds begrip (Habermas, 2006). Habermas erkent daarnaast dat in moderne Westerse maatschappijen de massamedia de taak als centrale arena voor de publieke sfeer op zich hebben genomen. Hij stelt hierbij dat hoewel de media zich in hun communicatie niet geheel kunnen baseren op de voorwaarde dat het debat gebaseerd moet zijn op rationele overwegingen, zij wel kunnen dienen als een platform waar maatschappelijke kwesties worden geopenbaard en gedefinieerd. Hierdoor kunnen media input leveren die noodzakelijk is voor rationele besluitvorming binnen een democratie en zijn daarom essentieel voor een goed functionerende publieke sfeer. Wel voegt Habermas (2006) hieraan toe dat de media hun taak kritisch, neutraal en onafhankelijk moeten vervullen om deze publieke sfeer mogelijk te maken. Hierbij kenmerkt hij een diversiteit aan informatiebronnen als cruciaal voor een goede democratie. 2.2.3 Macht De kwestie van toegang tot diverse informatiebronnen is goed zichtbaar in de Iraanse cyberspace. Zoals Habermas (2006) al stelde is een goed functionerende publieke sfeer onafhankelijk van staatsinterventies. Na de Islamitische Revolutie werden de massamedia in Iran echter vooral ingezet voor de propaganda van religieuze beginselen en Islamitische cultuur. Daarnaast werd media met Westerse content verboden omdat het kritiek zou uiten ten opzichte van de Islamitische Republiek (Alexanian, 2006). Door deze beperkingen werd het voor de Iraanse bevolking steeds moeilijker om onafhankelijke informatiebronnen te raadplegen. Toch heeft het internet verschillende generaties Iraanse internetgebruikers over de hele wereld met elkaar in contact gebracht. Omdat zo nieuwe ideeën en opinies worden gecommuniceerd tussen niet alleen Iraanse internetgebruikers onderling, maar ook tussen Iraanse en niet-Iraanse internetgebruikers, ontstaat de mogelijkheid van
19
nieuwe vormen van machtsrelaties. Ondanks de mogelijke toegangsbarrières die door vele critici worden aangekaart, hebben ook Iraanse groepen die anders vaak worden buitengesloten van deelname aan de publieke sfeer, zoals homoseksuelen en vrouwen, door internet de mogelijkheid om te participeren in de publieke discussie (Khiabany & Sreberny, 2007). Wanneer gekeken wordt naar wie onder de Iraanse bevolking toegang heeft tot het internet en naar hoe zij in staat zijn het internet te gebruiken, moet tevens worden stil gestaan bij de vraag welke typen macht bestaan in cyberspace (Jordan, 1999). Volgens Jordan (1999) kan macht binnen cyberspace in verschillende vormen voorkomen. Zo is de toegang tot bepaalde bronnen een vorm van macht, maar ook het gebruik van geweld of de ontzegging van informatie en de buitensluiting van oppositionele opinies kunnen een groep macht verlenen. Al deze machtsvormen zijn aanwezig op het internet. Jordan (1999) stelt echter dat voor Iraanse internetgebruikers en de Iraanse diaspora controle over het internet en de toegang tot informatie de basis vormen van macht. Wanneer internetgebruikers ongestoord toegang hebben tot informatie die niet door de overheid is gereguleerd, kan aan andere vormen van macht worden voldaan. Er kan namelijk een rationeel standpunt over kwesties worden gevormd. De toepassing van geweld kan worden verminderd, de ontzegging van informatie kan worden hersteld en iedereen kan vrijuit zijn/haar mening uiten over politieke kwesties. De Iraanse regering ondervond al snel dat deze basisvormen van macht, namelijk controle en toegang, moesten worden gereguleerd om de invloed van het internet op democratisering te beperken. Het internet wordt door conservatieve autoriteiten dan ook al jaren gekenmerkt als een serieuze politieke dreiging, die met harde maatregelen moet worden aangepakt. Momenteel heeft de Iraanse overheid de toegang tot internet gelimiteerd, een zwarte lijst opgesteld van verboden websites (Flickr, Youtube, Facebook) en software geïmplementeerd om via steekwoorden de inhoud van websites te kunnen filteren (Beilock & Dimitrova, 2003). Lage internetsnelheden vormen tevens grote hindernissen voor internetgebruikers om toegang te krijgen tot informatie en om data te versturen (Houissa, 2000). Het internetgebruik van Iraniërs wordt daarnaast actief gevolgd en oppositionele zelfexpressie wordt gestraft met arrestaties, opsluitingen en in sommige gevallen marteling (Rahimi, 2003).
20
Naast de actieve controle op internettoegang, adviseert de Iraanse overheid internetgebruikers ook om zelfcensuur toe te passen om zo arrestaties te voorkomen (Sussman, 2000). Op deze manier worden individuen geïntimideerd en ontmoedigd om ‘verboden’ informatie actief op te zoeken (Nordlinger, 2010). Hoewel Iraanse internetgebruikers al deze maatregelen en vormen van censuur proberen te omzeilen (Tuinstra, 2009), zorgen de maatregelen en censuur er wel voor dat de macht van de Iraanse overheid op gebied van internet relatief groot blijft. 2.2.4 Omgaan met censuur De opsomming van alle maatregelen tegen een vrije internetcultuur in Iran lijkt erop te wijzen dat de Iraanse overheid de macht over het internet in handen heeft. Toch ontdekken internetgebruikers steeds opnieuw manieren om deze censuur te ondermijnen, waardoor ze een kleine mate van macht terug kunnen winnen (Chen & Wang, 2010). Een voorbeeld hiervan is de micro-blog Twitter, die in juni 2009 in Iran door veel jongeren werd gebruikt om de voortgang van de bloedige verkiezingsprotesten te vermelden. Hoewel de Iraanse overheid de website direct blokkeerde, bleek de architectuur van Twitter bestand te zijn tegen de blokkeringen en konden Iraanse internetgebruikers doorgaan met het toevoegen van content via andere toegangspunten (Faris & Zittrain, 2009). Het gebruik van proxy servers2 die de locatie van internetgebruikers verbergen, directe connecties met IP adressen en het gebruik van kopieën van websites (ook wel mirror sites)3, zijn voor Iraanse internetgebruikers veel voorkomende voorbeelden van omgaan met censuur (Hamilton, 2002). De hoop voor meer en beter contact met de buitenwereld lijkt Iraanse jongeren moed te geven om door te gaan en een sterke, virtuele gemeenschap met elkaar te vormen. In deze virtuele gemeenschap is de constructie van een eigen identiteit steeds belangrijker geworden. Deze identiteit staat centraal in de volgende paragraaf.
2
Een proxy server is een server die zich bevindt tussen de computer van een gebruiker en de computer waarop de door de gebruiker gewenste informatie staat. Op deze manier kan informatie op een andere computer verkregen worden, zonder dat dit rechtstreeks gebeurd. Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Proxyserver 3 Bij een mirror site is sprake van een exacte kopie van een internet pagina. Het gebruik van een dergelijke website kan informatie die anderzijds gecensureerd zou zijn geweest, toegankelijk maken, zonder dat daarbij naar de originele website wordt verwezen. Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Mirror_(computing)
21
2.3 Iran: Weblog revolutie 2.3.1 Fenomeen weblog In het begin van de twintigste eeuw komen weblogs op als een wereldwijde internetactiviteit. Trammell, Tarkowski, Hofmokl en Sapp (2006) omschrijven weblogs als websites waarvan de inhoud actueel wordt gehouden door regelmatig nieuwe updates te publiceren, die op chronologische volgorde worden weergegeven. Lezers van weblogs hebben vaak de mogelijkheid om op individuele posts te reageren en deze te linken aan andere websites of weblogs. Op deze manier kan een cluster ontstaan van diverse aaneensluitende teksten, beter bekend als de blogosphere (Schmidt, 2007). Het publieke debat kan ook in de blogosphere gevoerd worden. Het gemak waarmee een weblog kan worden aangemaakt en bijgehouden wordt in veel studies gekenmerkt als een van de meest democratiserende karakteristieken van weblogs (Coleman, 2008; Kargar, Ramli & Azimzadeh, 2008; Trammel et al., 2006). Dit gemak heeft er namelijk voor gezorgd dat iedere individu de rol van uitgever op zich kan nemen en dat de grenzen tussen producenten en consumenten zijn vervaagd (Kargar et al., 2008). Kierkegaard (2006) omschrijft de kracht van weblogs als een ruimte waar plaats is voor kennisdeling, informatie uitwisseling en sociale discussies. Alle individuen met toegang tot internet kunnen actieve deelnemers worden van het debat en kunnen zo actieve producenten worden van politiek relevante informatie. De populariteit van weblogs is de afgelopen jaren dan ook zeer sterk toegenomen in Iran. Iraanse webloglezers kunnen door de komst van weblogs in contact komen met alternatieve nieuwsbronnen die niet onder controle staan van de Islamitische Republiek. Iraanse bloggers kunnen content nu zelf genereren, het internet afzoeken naar andere bloggers met dezelfde ideeën en weblogs met elkaar linken, waardoor de informatie ook beschikbaar wordt voor andere lezers. Vooral voor Iraanse vrouwen en geschoolde jongeren is het weblog fenomeen een grote stap vooruit in het democratiseringsproces. De meeste populaire Iraanse bloggers zijn jonge journalisten, schrijvers en artiesten, die zonder hulp van een weblog de Iraanse overheid nooit zouden kunnen bekritiseren (Hevern, 2004). Uit onderzoek van Golkar (2005) bleek meer dan 91% van de Iraanse weblogs afkomstig
22
te zijn van de jeugd tussen de dertien en dertig jaar. Deze jeugd gaf aan een grote drang te hebben zichzelf en hun politieke en culturele ontevredenheid te uiten. De opkomst van de blogtrend in Iran kan naast de beschikbaarheid van de nieuwe technologie en democratiseringsmogelijkheden ook toegekend worden aan de mogelijkheid om ofwel anoniem of onder een pseudoniem een weblog bij te houden. Voor velen is deze anonimiteit een motief om ondanks de politieke gevaren een eigen weblog te beginnen en diverse onderwerpen te bespreken die in de werkelijke openbare ruimte niet worden toegestaan (Alexanian, 2008). Diverse studies hebben getracht te achterhalen welke motieven bloggers hebben om een weblog te beginnen. Nardi, Schiano en Gumbrecht (2004) onderscheiden vier hoofdmotivaties voor het beginnen en bijhouden van een weblog. Deze zijn achtereenvolgens: anderen te willen informeren over eigen activiteiten; opinies en ideeën te willen uitdrukken om anderen te beïnvloeden; meningen en feedback van anderen te willen achterhalen en om emotionele spanning te willen loslaten.
Ook zelfexpressie is een belangrijk motief om een weblog te beginnen. Deze zelfexpressie kan zich uiten in mediaproductie en draagt bij aan de constructie van een eigen identiteit. Trammel et al. (2006) veronderstellen dat een blog een ideaal platform is om vorm te geven aan de behoefte van zelfexpressie. Door het schrijven van een blog kunnen individuen zichzelf aan de wereld tonen en laten zien wat hun expertise is. Daarnaast kan een blog zorgen voor een mate van controle over de indrukken die andere mensen van een individu kunnen krijgen (Shao, 2009). 2.3.2 Identiteit: Jonge Iraanse bloggers Een van de meest belangrijke factoren van deelname aan de sociale maatschappij is volgens Sunstein (2007) de creatie van een eigen identiteit. Deze identiteit geeft individuen de mogelijkheid om gehoor te kunnen geven aan hun opvattingen en ideeën over zowel politieke als maatschappelijke kwesties. Voor veel Iraanse internetgebruikers dient een weblog als een plaats waar over de Iraanse identiteiten kan worden gecommuniceerd. Weblogs maken het voor Iraanse internetgebruikers mogelijk om een eigen identiteit te creëren en opinies te herzien en deze met andere generaties te delen (Graham & Khosravi, 2002). In tegenstelling tot de theorie van
23
Habermas (1989) laat dit zien dat gebruikers van het internet niet altijd het publieke domein betreden met een stellige en vastgeroeste identiteit, maar dat deze identiteit veranderbaar en vormbaar is door interactie met andere internetgebruikers. Een veel voorkomende trend onder Iraanse internetgebruikers is een grote nadruk op het benadrukken van de eigen identiteit (Golkar, 2005). Hierbij kan gedacht worden aan het delen van persoonlijke opinies en zelfs autobiografische verhalen, iets dat zeer in strijd is met traditionele Iraanse waarden. De traditionele Iraanse cultuur is gebaseerd op een publiekelijk optreden wanneer men zich bevindt in een sociale omgeving (Lynch, 2000). Een voorbeeld daarvan is ta’arof. Ta’arof is een complex systeem van beleefdheden en rituelen die door de Iraanse inwoners wordt toegepast. Een aanbod van geld voor een service wordt bijvoorbeeld vaak eerst afgeslagen om later weer te worden geaccepteerd. Dit systeem is ingewikkeld en wordt meestal alleen begrepen door Iraniërs zelf en door Iraniërs in de diaspora. Toch blijken veel jonge Iraanse internetgebruikers deze traditionele waarden te willen opgeven. Zij hebben steeds meer behoefte aan de creatie van een eigen identiteit en willen deze identiteit delen met de rest van de wereld (Hevern, 2004). De groei van de Iraanse bloggemeenschap kan enigszins verklaard worden door de aanwezigheid van zoveel jongeren in de maatschappij (Alavi, 2005). De motieven van deze jonge Iraanse bloggers kunnen volgens Alavi (2007) gevonden worden in de mogelijkheden die weblogs bieden om het strenge regime te kunnen omzeilen. Zelfexpressie speelt hierbij een belangrijke rol, omdat de jongeren een eigen publieke sfeer kunnen creëren, hun persoonlijke ervaringen en meningen kunnen uiten en zo een eigen identiteit kunnen ontwikkelen. Daarnaast kunnen jongeren in de Iraanse diaspora in contact komen met jongeren die in Iran wonen en andersom. Zuckerman (2008) wijst op de manier waarop weblogs Iraanse internetgebruikers de mogelijkheid bieden om nationale en transnationale processen, ideeën en opinies gelijktijdig te bezien. Zo worden wereldwijde naast lokale en publieke naast private ideeën aan elkaar gepresenteerd, die gezamenlijk de identiteit vormen van Iraanse internetgebruikers. Ook op sociaal en seksueel gebied hebben weblogs bij jonge Iraanse bloggers gezorgd voor het ontstaan van een nieuw discours die tegen het Islamitische regime ingaat. Mahdavi (2007) stelt dat het internet jonge Iraanse bloggers op drie manieren in staat
24
stelt om tegen het Iraanse regime in te kunnen gaan. Allereerst dient het internet als een platform waar verboden kunst, films, muziek en informatie kan worden gevonden. Ten tweede is op het internet een zogenaamde Weblogestan4 (Doostdar, 2004; Mahdavi, 2007) ontstaan, waar jongeren een seksuele identiteit kunnen ontwikkelen en deze naar de buitenwereld kunnen uiten. Tot slot bieden internet en weblogs jongeren de kans om online potentiële partners te ontmoeten en met elkaar af te spreken. Vooral voor homoseksuele jongeren is dit een ongekende vorm van de vrijheid van meningsuiting. Tot slot is politiek een grote motivatie voor jonge Iraanse bloggers om een weblog te beginnen (Alavi, 2005). Weblogs dienen voor deze jongeren niet alleen als een vorm van entertainment, maar ook als een ontsnapping aan de dagelijkse onderdrukking en de mogelijkheid om nieuws te verspreiden. Al eerder werd het voorbeeld genoemd van micro-blog Twitter, die voor veel jonge Iraanse inwoners een van de weinige manieren bleek om het onrecht tijdens de presidentiële verkiezingen vanuit hun perspectief aan de wereld te tonen. Golkar (2005) omschrijft het onder de aandacht brengen van politieke onderdrukkingen en arrestaties als een van de grootste motieven van Iraanse jongeren om actief met weblogs bezig te zijn. Ondanks de genoemde voordelen en de toename van de populariteit van weblogs, stelt Doostdar (2004) dat de invloed van weblogs op de Iraanse cultuur moeilijk te meten is. Dit is vooral te wijten aan het feit dat slechts een relatief klein gedeelte van de bevolking toegang heeft tot het internet. Daarnaast is dit deel van de bevolking vaak afkomstig uit de midden- of hoge klasse en is meestal hoger opgeleid. Diverse studies kenmerken de Iraanse bloggemeenschap als een relatief kleine en uitzonderlijke groep jongeren met een hoge opleiding, waardoor moeilijk gegeneraliseerd kan worden naar de gehele Iraanse cultuur (Alavi, 2005; Jensen, 2004). Waar echter weinig verschil van mening over bestaat, is de unieke wijze waarop Iraanse bloggers aan de wereld kenbaar maken hoe zij omgaan met politieke onderdrukking en dat ze toe zijn aan een verandering (Alavi, 2007).
4
Weblogestan komt overeen met de Iraanse benaming van blogosphere.
25
3. METHODE
Daar waar het vorige hoofdstuk vooral dient als een beschrijving van de context van deze studie, dient dit hoofdstuk als een toelichting op de onderzoeksopzet en methode. Deze zijn grotendeels gevormd in het verlengde van de beschreven theorie. Allereerst worden methodologische strategieën beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op de data-verzameling en interview topics, waarna wordt afgesloten met een beschrijving van de analyse van de onderzoeksgegevens.
3.1 Methodologische strategieën In hoofdstuk twee zijn theorieën besproken die ingaan op de motivaties van bloggers. Tevens is aandacht besteedt aan de theorie van publieke en private ruimtes en de invloed die weblogs hebben gehad op de uiting van een eigen identiteit in digitale publieke ruimtes. Deze theoretische achtergronden hebben belangrijke gevolgen voor de methodologische strategieën voor de opzet van dit onderzoek. Allereerst staat namelijk de invloed van weblogs op de communicatie van jonge Iraanse bloggers centraal. Om deze invloed te kunnen begrijpen, moet terug worden gegaan naar de individuele gevoelens en opinies van verschillende Iraanse bloggers. Hiervoor is direct contact nodig tussen de onderzoeker en de bloggers, omdat anders niet vastgesteld kan worden in hoeverre de besproken theorieën overeenkomen met de werkelijke opinies van deze groep. Daarnaast moet het onderzoek worden uitgevoerd met een open blik. Dit houdt in dat de nadruk vooral wordt gelegd bij de bloggers en de antwoorden die zij geven op de gestelde vragen. Vanwege deze twee belangrijke voorwaarden is voor het onderzoek van deze studie gekozen voor een kwalitatieve onderzoeksmethode, namelijk diepte-interviews. Daar waar kwantitatieve onderzoeksmethoden geschikt zijn voor het testen van wetenschappelijke modellen en theorieën, bieden kwalitatieve onderzoeksmethoden de mogelijkheid om vaste modellen los te laten en theorie te construeren door de nadruk te leggen op de interpretaties van de sociale realiteit (’t Hart, Boeije & Hox, 2005).
26
De focus bij kwalitatieve onderzoeksmethoden ligt op de interpretatie van betekenissen of gedragingen die voortkomen uit de data, waarbij de nadruk van de ontwikkeling van theorie meer ligt op woorden dan op statistische trends (Strauss & Corbin, 1990). Deze methodologische strategie betekent ook dat de methoden die gebruikt zijn om data te verzamelen en te analyseren gekoppeld zijn aan het onderzoeksobject, in dit geval met de Iraanse bloggers. In tegenstelling tot kwantitatieve onderzoeksmethoden worden in deze studie dan ook geen vastgestelde variabelen gebruikt om de Iraanse bloggers te ondervragen of te meten, maar dient de besproken theorie als een leidraad te worden gebruikt voor het onderzoek. Volgens Patton (2004) kunnen kwalitatieve onderzoeksmethoden in veel gevallen een diepere betekenis geven van sociale gebeurtenissen die voorkomen onder kleinere groepen dan kwantitatieve onderzoeksmethoden. Dit komt omdat kwalitatieve onderzoeksmethoden meer flexibel zijn en een meer contextgebaseerde methodologische opzet hebben, waardoor opkomende vragen en issues direct kunnen worden onderzocht. Tegelijkertijd zorgt deze mate van subjectiviteit ervoor dat resultaten minder generaliseerbaar zijn dan bij kwantitatief onderzoek het geval is. Over de betrouwbaarheid van kwalitatieve onderzoeksmethoden bestaat in de literatuur veel kritiek. Vaak worden vraagtekens geplaatst bij de termen betrouwbaarheid, repliceerbaarheid en validiteit, omdat kwalitatief onderzoek zo sterk afhankelijk is van de interpretatie van de onderzoeker (’t Hart, Boeije & Hox, 2005). Morse, Barrett, Mayan, Olsen en Spiers (2002) stellen dat de aanwezigheid van verschillende interpretatiemogelijkheden geen belemmering hoeft te zijn voor de betrouwbaarheid van het onderzoek. Het gaat er bij kwalitatief onderzoek vooral om te onderzoeken of de gevonden resultaten subjectief gezien consistent zijn en om tegelijkertijd te beseffen dat er verschillende andere interpretaties mogelijk zouden kunnen zijn.
3.2 Methode van data-verzameling Het doel van deze studie is om te onderzoeken welke invloed weblogs hebben gehad op de communicatie van politieke standpunten van jonge Iraanse bloggers. Om dit doel te kunnen verwezenlijken is een methode gebruikt die de interviewkandidaten de mogelijkheid biedt om hun ideeën, opinies en standpunten op een vrije manier uit te
27
drukken, namelijk de toepassing van diepte-interviews. Voordat in wordt gegaan op deze methode van data-verzameling, wordt kort stil gestaan bij de uitvoering van het literatuuronderzoek dat nodig is geweest om tot de besproken theorieën in hoofdstuk twee te kunnen komen. 3.2.1 Literatuuronderzoek Voorafgaand aan de data-verzameling is een literatuuronderzoek uitgevoerd. Het doel hierbij was het vergaren van kennis over het onderzoeksobject de Iraanse bloggers, het beschrijven van gevestigde theorieën over dit onderzoeksobject en het nagaan van de in de wetenschappelijke literatuur bekende onderzoeksresultaten omrent het onderzoeksobject. Het afgelopen jaar is Iran veel in het nieuws geweest, waarbij een opvallende nadruk is gelegd op de opkomst van Iraanse weblogs en de strenge internetcensuur. Dit is ook sterk terug te zien in de aanwezigheid van zowel digitale als gedrukte artikelen die ingaan op specifieke Iraanse gevallen waarbij internetcensuur heeft geleid tot protesten, arrestaties en opsluitingen (CNN, 2010; BBC, 2009). Deze tendens geeft een goed beeld van de toename van wetenschappelijke artikelen over Iraanse bloggers. Hoewel het aantal artikelen nog steeds gering is in vergelijking met andere internetonderzoeksvelden, zijn de afgelopen jaren steeds meer artikelen verschenen over Iraanse bloggers. Door middel van zoektermen zoals Iran, internet, weblogs, censuur, youth en culture, is gezocht naar relevante boeken, wetenschappelijke artikelen en rapporten voor deze studie. Aan de hand van de bevindingen van deze literatuur is een theoretisch kader opgesteld zoals beschreven in hoofdstuk twee en dat de basis heeft gevormd voor het samenstellen van de topic list. 3.2.2 Diepte-interviews De methode die is toegepast om onderzoeksgegevens te kunnen verzamelen is het diepte-interview. De interviews werden afgenomen van jonge Iraanse bloggers in zowel de diaspora als in Iran. De diepte-interviews zijn gehouden volgens het constructivistisch perspectief (Bryman, 2004). Dit betekent dat de nadruk van het interview komt te liggen op de beleving van mensen en de betekenis die zij vanuit hun eigen referentiekader aan hun ervaringen geven. Er wordt vanuit gegaan dat er geen sprake is van slechts één realiteit, maar dat zowel de onderzoeker als de respondent 28
een bepaalde versie van de sociale realiteit kennen. In deze studie zal er daarom vanuit worden gegaan dat zowel de interviewer als de respondent invloed hebben op het verloop van het interview en de ‘werkelijkheid’ tijdens het interview wederzijds creëren. ’t Hart, Boeije en Hox (2005) spreken van twee soorten diepte-interviews, namelijk het open interview en het semi-gestructureerde interview. Voor deze studie is gekozen om semi-gestructureerde interviews af te nemen. Al eerder is gesteld dat de resultaten van een kwalitatief onderzoek onderhevig zijn aan interpretatie van de onderzoeker. Semi-gestructureerde interviews worden dan ook vaak toegepast bij interpretatieve onderzoeken, omdat ze de mogelijkheid bieden tot de vergelijking van antwoorden van verschillende respondenten. Bij een semi-gestructureerd interview zijn de vragen gebaseerd op een topic list die vooraf door de onderzoeker is vastgesteld. In deze lijst zijn vragen opgenomen die de orde van het interview aangeven en vaak in secties zijn verdeeld. De topic list die voor deze studie is gebruikt wordt hieronder besproken; de volledige topic list met exacte formuleringen van de vragen is opgenomen in appendix I (p. 110). In tegenstelling tot een vragenlijst bij een kwantitatief onderzoek, is bij een semigestructureerd interview geen sprake van beperkingen van de lengte of hoeveelheid mogelijke antwoorden. De respondenten kregen alle benodigde tijd om de vragen te beantwoorden. Tijdens het afnemen van de interviews werd daarnaast zoveel mogelijk doorgevraagd, om meer inzicht te krijgen in specifieke onderwerpen of antwoorden. Zo werd vaak gevraagd naar waarom een respondent iets antwoordde en wat de respondent er precies mee bedoelde. Sommige interviews namen hierdoor een andere wending omdat respondenten besloten langer stil te staan bij bepaalde onderwerpen of vragen. Dit draagt mede bij aan het open karakter van dit onderzoek, een punt dat eerder werd gemaakt in dit hoofdstuk. De vragen in de topic list zijn verdeeld in verschillende secties en bevatten elk een ander thema. Deze thema’s representeren de meest belangrijke aspecten die gevonden zijn tijdens de literatuurstudie. De interviews begonnen met een algemene introductie waarin ik mijzelf voorstelde als interviewer en het doel van het onderzoek uitlegde. Daarnaast kregen de respondenten de mogelijkheid zichzelf aan mij voor te stellen.
29
Dit gedeelte fungeerde tevens als ijsbreker en als een manier om de respondenten op hun gemak te stellen. Gezien de persoonlijke aard van het onderwerp van deze studie, was het belangrijk dat de respondenten zich volledig op hun gemak voelden en mij als interviewer vertrouwden. Door eerst te proberen dit vertrouwen op te bouwen, zouden ze later mogelijk meer over het onderwerp durven los te laten. Het eerste thema ging over het internet en het internetgebruik van de respondenten. Hierbij konden zij aangeven welke mogelijke kansen of bedreigingen zij het internet toekenden met betrekking tot Iraanse jongeren. Het tweede thema ging over de weblogs van de respondenten. Hier werden vragen gesteld over hoe lang de respondenten een weblog hadden, waar deze over ging, voor welk publiek zij schreven en in welke taal zij dit deden. De respondenten werd gevraagd naar de relatie van weblogs en macht, met name of zij van mening zijn dat weblogs Iraanse jongeren macht konden verlenen. In het derde thema werd hen gevraagd naar de motieven om een weblog te beginnen. Daarbij werd de respondenten gevraagd hoe zij betekenis creëerden in hun weblog en wat de rode draad daarbij was. Het vierde en vijfde thema waren gekoppeld aan het derde thema en besloegen achtereenvolgens (zelf)censuur en zelfexpressie en identiteit. Bij het thema (zelf)censuur stond niet alleen de censuur van het Iraanse regime centraal, maar ook vragen naar of, en zo ja, hoe respondenten deze censuur probeerden te omzeilen. Het thema zelfexpressie en identiteit ging tot slot in het bijzonder over de vraag of, en zo ja, hoe de respondenten een eigen identiteit creëerden op hun weblog. Ook werd hierin gevraagd naar verschillen tussen Iraanse bloggers in de diaspora en Iraanse bloggers in Iran. Tijdens de afsluiting konden respondenten algemene opmerkingen plaatsen over het onderwerp of het onderzoek of eventuele aanvullingen geven. Zoals vermeld diende de topic list tijdens het onderzoek slechts als ondersteuning voor de interviewer en is deze vooral als leidraad gebruikt om het interview inhoudelijk te sturen. De structuur van het interview werd zo open en flexibel mogelijk gehouden. Daarnaast is er tijdens de interviews ruimte geweest voor opmerkingen, vragen of suggesties, evenals aan het einde van de interviews. Wel bleek de gebruikte topic list tijdens het interview de meeste belangrijke aspecten te omvatten. Door het open karakter van dit onderzoek verschilden de interviews van lengte, met een gemiddelde van 83,2 minuten. Om de analyse gemakkelijker te maken,
30
is voorafgaand aan alle interviews toestemming gevraagd aan de respondenten om het interview op te nemen. Geen van de respondenten had hier bezwaar tegen. Na de afronding van de interviews zijn alle interviews geheel uitgeschreven tot een letterlijk vertaald transcript. Voordat over kan worden gegaan op de analysemethode van deze interviews, moet tot slot stil worden gestaan bij de selectie van respondenten. 3.2.3 Respondenten Om een veelzijdig beeld te krijgen van zowel de Iraanse gemeenschap in de diaspora als de Iraanse gemeenschap in Iran, zijn interviews afgenomen met respondenten in beide gebieden. Het voordeel hierbij was dat ik zelf van Iraanse afkomst ben en hierdoor de Perzische taal zowel kan lezen als schrijven. Dit bleek vooral bij de werving van respondenten in Iran een groot voordeel te zijn, omdat het een mate van vertrouwen schepte. De politieke gevoeligheid van het onderwerp leidde er wel toe dat het vinden van respondenten in Iran moeizaam ging en langzaam op gang kwam. Daarnaast moest voor de veiligheid van deze respondenten zeer voorzichtig om worden gegaan met e-mail conversaties en moest de anonimiteit van de respondenten hoog in acht worden genomen. De werving van de respondenten in de diaspora heeft voornamelijk plaatsgevonden door middel van persoonlijke contacten. Na het werven van een respondent werd gevraagd of deze andere contacten had binnen de Iraanse gemeenschap. Hierdoor was het mogelijk om naast respondenten in Nederland ook respondenten in Londen en Parijs te interviewen. Dit wordt ook wel de sneeuwbalmethode genoemd (’t Hart, Boeije & Hox, 2005). Op het moment dat respondenten werden aangedragen, zijn deze benaderd via e-mail, telefoon of Facebook om een fysieke afspraak te maken voor een interview. De fysieke interviews hebben vervolgens plaatsgevonden op een locatie die door de respondenten werd uitgekozen. Dit was veelal bij plaatselijke cafés in de woonplaats van de respondent of op het kantoor waar de respondent werkte. Met twee respondenten in de diaspora bleek het niet mogelijk om een fysiek interview te houden, omdat deze in Parijs en Londen woonden. De interviewvragen zijn per e-mail naar deze twee respondenten verzonden.
31
De werving van de respondenten in Iran was zoals vermeld moeilijker en heeft lang geduurd. Onder deze respondenten heerst nu nog steeds een grote mate van angst en argwaan om mee te doen aan wetenschappelijke studies. Via de zoekmachine Google is gezocht naar weblogs in Iran. Daarnaast is op de opinie website Iranian.com een oproep geplaatst voor Iraanse bloggers. Ook op diverse politieke Facebook pagina’s zijn oproepen gedaan en tot slot is de hulp ingeschakeld van mijn familie die in Iran woont. In totaal zijn tachtig e-mails verzonden naar potentiële respondenten in Iran. De meeste respondenten zijn echter binnengekomen via de hulp van mijn familie in Iran, die in de persoonlijke kringen hebben gezocht naar Iraanse bloggers. Wanneer een respondent aangaf mee te willen werken, zijn de interviewvragen per e-mail naar deze respondent verzonden. Deze vragen gingen gepaard met een begeleidende brief, waarin ik mijzelf voorstelde, het doel van het onderzoek uitgelegd werd en werd benadrukt dat de respondenten anoniem konden blijven indien zij dit wensten. Dit begeleidend schrijven is te lezen in appendix II (p. 112). De respondenten kregen het verzoek de interviewvragen binnen een week terug te sturen, maar bij de meesten duurde het zo’n twee tot drie weken voordat de interviewvragen werden geretourneerd. Het nadeel aan deze interviewmethode is dat de interviewer geen kans heeft om bij onduidelijkheden door te vragen. Het interview neemt daardoor meer de structuur aan van kwantitatieve vragenlijsten. Toch werd deze groep in Iran als dusdanig belangrijk geacht voor de resultaten van deze studie, dat om de genoemde praktische redenen is besloten voor deze manier van interviewen te kiezen. De interviews zijn gehouden in de periode van mei tot juli 2010. In totaal zijn er twaalf interviews afgenomen met respondenten in de diaspora en elf interviews met respondenten in Iran. Uit de literatuurstudie bleek al dat Iran een land is met verschillende gezichten en dat ook de Iraanse bloggers verschillende motieven hebben om een weblog te beginnen. Daarnaast kan onderscheid gemaakt worden in actieve en minder actieve bloggers. Om vertekening rondom alleen actieve bloggers te voorkomen, zijn ook respondenten geïnterviewd die ooit een weblog hadden gehad, maar hier inmiddels mee zijn gestopt. Na de eerste interviews is nagegaan welke informatie nog ontbrak en welke overige relevante informatie nog van belang zou zijn voor het onderzoek. De daaropvolgende interviews hebben vervolgens met een grotere focus op die onderwerpen plaatsgevonden. Wegens tijdgebrek is na het ontvangen van de 23 interviews de dataverzameling voldoende geacht. Goed
32
kwalitatief onderzoek wordt namelijk niet zozeer bepaald door de hoeveelheid interviews, maar in het bijzonder door de waarde en diepgang van de verzamelde data (den Boer, Bouwman, Frissen & Houben, 1994). De interviewtranscripten zijn gebruikt voor de analyse van de resultaten.
3.3 Methode van data-analyse De verzamelde data kan beschouwd worden als de betekenissen en waarheden die beide groepen respondenten hebben gecreëerd over hun wereld en de nieuwe technologieën. De volgende stap was om deze data om te zetten naar resultaten en de interpretaties van de realiteit van deze groepen te reconstrueren. Om dit doel te bereiken is gebruik gemaakt van een Discourse Analysis. Deze methode is ontwikkeld om taal in verschillende settingen te kunnen analyseren. Hieraan ten grondslag ligt een onderliggende gedachte over taal. Wetherell en Potter (1987) wijzen hierbij op twee algemene manieren waarop naar taal gekeken kan worden. In de eerste visie, genaamd de ‘ouderwetse’ visie, wordt taal als reflectief beschouwd. De aanname dat taal een neutraal en transparant medium is staat hierbij centraal. Volgens deze visie zouden de ‘inner’ wereld van emoties en attitudes van mensen verbaal naar ‘buiten’ worden gereflecteerd. In de tweede visie wordt taal als niet-reflectief beschouwd, maar als constructief en functioneel. Hierbij heerst de aanname dat zowel de ‘inner’ als de ‘buiten’ wereld worden geconstrueerd in taal waardoor deze niet reflectief kan zijn. Daarnaast wordt aangenomen dat men taal met een bewust doel gebruikt. Dit impliceert dat de betekenis van uitingen niet rechtdoorzee is, maar afhankelijk van de bredere discursieve systemen waarin de uitspraak verborgen ligt (Wetherell & Porter, 1987). Het probleem met discourse analysis is dat, hoewel de achterliggende theoretische visie van deze benadering duidelijk is, er weinig richtlijnen zijn voor de precieze werking van deze methode en hoe de functies van verschillende uitlatingen zouden moeten worden gemeten of geïdentificeerd. Om dit probleem enigszins te kunnen omzeilen, is daarom gebruik gemaakt van de verklaring van Strauss en Corbin (1990), die een voortdurende vergelijking en systematische structurering van de tekstuele data benoemen. Hierbij ligt de focus van de analyse eerst op de kleinste gedeelten van een tekst, zoals een woord of concept. Vervolgens verschuift deze focus naar een analyse van de relaties tussen deze concepten en de algehele betekenis waarvan zij deel
33
zouden kunnen uitmaken. In de praktijk betekent dit dat begonnen is met de codering van de transcripten van de 23 interviews. Hierbij was sprake van drie fasen van codering, namelijk open coding, axial coding en selective coding. Tijdens de eerste fase, open coding, zijn alle belangrijke concepten en hoofdthema’s in de teksten gedefinieerd. Dat wil zeggen dat alle opvallende uitspraken en verschijnselen per interview zijn gecodeerd. Codes zijn ofwel direct uit de tekst opgenomen, of zelf bedacht. Codes die zodoende ontstonden waren bijvoorbeeld ‘politiek actief’ of ‘Groene Beweging’. In de tweede fase, axial coding, zijn de gevonden concepten uitgewerkt. De codes zijn in overkoepelende categorieën geplaatst waarbij geprobeerd is te identificeren op welke wijze deze thema’s met elkaar samenhangen. Zo werden de codes ‘politiek actief’ en ‘Groene Beweging’ onder de categorie ‘Politieke participatie’ geplaatst. Alle onderdelen van het interview zijn op deze wijze geordend. Hierdoor konden al voorzichtig verbanden en verwachtingen worden genoteerd. Bij de laatste fase, selective coding, zijn de categorieën teruggebracht tot een aantal kernconcepten en zijn gevonden verbanden gespecificeerd. Door alleen de verbanden en categorieën mee te nemen die relevant werden geacht voor de hoofdconcepten, werd hierdoor een overzicht gecreëerd van de betekenis die door de groepen naar voren was gebracht en kon een antwoord worden geformuleerd op de hoofdvraag. Twee laatste kanttekeningen moeten worden geplaatst bij het gebruik van een discourse analysis. Omdat sprake is geweest van een ondersteunende topic list kan niet gesproken worden van een geheel open analyse. Door kenmerken van de publieke sfeer en technologische mogelijkheden als theoretisch uitgangspunt te hebben gebruikt, is het onderzoek al enigszins een richting opgestuurd. Om deze tekortkoming tegen te gaan, zijn tijdens de interviews geen bestaande operationalisaties van theorieën of aannamen benoemd of getoetst. Na de analyse van de tekstuele data is bovendien nogmaals bekeken of de gevonden resultaten de theorieën uit het theoretisch kader bevestigen, ontkrachten of aanvullen. De tweede kanttekening heeft te maken met de beleving van de verschillende respondenten. Vanzelfsprekend hebben de respondenten in de diaspora en Iran allen hun eigen meningen die vaak met elkaar kunnen contrasteren. De respondenten fungeren weliswaar als woordvoerders voor hun groep, maar creëren daarnaast hun
34
persoonlijke discours waarin zij hun interpretatie van de werkelijkheid differentiëren van de rest van hun groep. Deze verschillen in meningen en betekenissen vormen daarom ook een deel van de analyse en zijn opgenomen in de resultatensectie. Door quotes uit de verschillende interviews te gebruiken wordt aangetoond op welke wijze taal door de respondenten wordt gebruikt en wordt getracht zoveel mogelijk inzicht te verlenen in de verschillende betekenissen die bestaan bij verschillende respondenten. In dit hoofdstuk stond de beschrijving en verklaring van de keuzes centraal die gemaakt zijn om tot een antwoord op de hoofdvraag van deze studie te kunnen komen. Daarnaast zijn de methoden van data-verzameling en data-anlyse omschreven. In het volgende hoofdstuk worden de resultaten van de analyse gepresenteerd.
35
4.RESULTATEN
Dit hoofdstuk beschrijft in detail de uitkomsten van de interviews gerangschikt rond de kernthema’s. De kernthema’s met de daarbij behorende categorieën zijn gebaseerd op de topic list van de interviews. De onderdelen worden vanuit de beleving van de respondenten weergegeven. Eerst wordt kort stil gestaan bij de manier waarop de respondenten gebruik maken van het internet. Hierbij worden de demografische kenmerken van de respondenten besproken, wordt ingegaan op hun internetgebruik en wordt beschreven welke kansen en bedreigingen zij koppelen aan internetgebruik. Vervolgens wordt het weblog gebruik van de respondenten besproken. Hierbij wordt ingegaan op de aanpak van het schrijven, de onderwerpen van weblogs, de taal waarin zij schrijven en de vraag in hoeverre zij weblogs als machtsobject voor Iraanse jongeren ervaren. In de derde paragraaf worden motieven van de respondenten besproken om te bloggen. De vierde en vijfde paragraaf gaan respectievelijk over censuur en zelf-censuur en zelfexpressie en identiteit. Daarna wordt ingegaan op de verschillen tussen webloggebruik van respondenten in de diaspora en in Iran zelf en wordt afgesloten met de toekomstvisie van de respondenten over Iran.
De resultaten worden ondersteund met passages uit de interviews die kenmerkend zijn voor de gevonden resultaten. Achter elk citaat staat het nummer van de respondent, geslacht en leeftijd. Voor het nummer staat een letter, waarbij ‘D’ staat voor respondenten in de diaspora en ‘I’ voor respondenten woonachtig in Iran. Een gedetailleerd overzicht van de respondenten kan worden gevonden in appendix III (p. 113)
4.1 Respondenten en internet 4.1.1 Demografische kenmerken
In totaal zijn voor deze studie 23 interviews afgenomen met twaalf mannen en elf vrouwen die allen van Iraanse afkomst zijn. Hiervan wonen twaalf respondenten in de diaspora en elf in Iran. Tien van deze interviews zijn face to face afgenomen met respondenten die in Nederland wonen. Deze interviews duurden gemiddeld 83,2 minuten, waarbij het kortste interview 38 minuten duurde en het langste interview 123
36
minuten. Twee respondenten in de diaspora wonen niet in Nederland maar in Parijs en Londen. Deze interviews zijn per e-mail afgenomen. Alle interviews met de respondenten die in Iran wonen zijn tevens per e-mail afgenomen. Van de twaalf respondenten die in de diaspora wonen gaven er vier aan anoniem te willen blijven tijdens het interview. Bij de elf respondenten die in Iran wonen gaven er negen aan anoniem te willen blijven tijdens het interview.
De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28,2 jaar, waarbij de jongste 22 jaar was en de oudste 40 jaar. Het merendeel van de respondenten had een universitaire opleiding afgerond of is daarmee bezig. Slechts twee respondenten hadden geen universitaire opleiding: één respondent had een MBO opleiding, de andere een HBO opleiding. Twee van de respondenten zijn inmiddels volledig gestopt met bloggen. Alle respondenten die in Nederland wonen waren in Iran geboren en hadden nog familie in Iran wonen. De respondenten in Nederland konden allen de taal spreken. Zes van hen konden daarnaast ook nog vloeiend Farsi lezen en schrijven. De overige zes in Nederland konden dit niet of slecht. 4.1.2 Internetgebruik
Voordat in kan worden gegaan op het weblog gebruik van de respondenten, moet kort stil worden gestaan bij hun internetgebruik. Zowel de respondenten in de diaspora als in Iran gaven aan sinds het ontstaan van het internet hiervan gebruik te maken. Dit werd gedaan voor verschillende doeleinden, variërend van alledaagse bezigheden zoals het bijhouden en verzenden van e-mails, studie en werk tot het in contact komen met andere Iraniërs van over de hele wereld. Allemaal gaven ze aan het internet dagelijks te gebruiken en een aantal gaf zelfs aan verslaafd te zijn aan het internet. “En eigenlijk ben ik ook wel een beetje verslaafd aan het internet, ik denk dat dat ook wel een beetje bij iedereen is. Maar een dag waarop ik geen internet heb is een rusteloze dag voor mij. Dan ben ik gewoon de hele tijd zoekende.” (D6, V, 40) “ Now I use Internet the whole day! I`m online either via my Laptop or via my cell phone. I use it for all my activities as well as to keep in touch with my family and friends elsewhere.” (I7, V, 22)
37
Op één respondent in Iran na hadden alle respondenten thuis toegang tot het internet en werden lage internetsnelheden niet als barrière ervaren om het internet optimaal te gebruiken. Hieruit kan worden opgemaakt dat het internet vrijwel onmisbaar is geworden in de Iraanse cultuur en dat in tegenstelling tot eerdere bevindingen uit de literatuur, deze groep weinig technische beperkingen ondervindt (Reporters Without Borders, 2010). 4.1.3 Kansen internet Op de vraag wat de gedachten van de respondenten waren over mogelijke kansen van het internet voor Iraanse jongeren, werd door veel respondenten enthousiast gereageerd. Meerderen erkenden het teweegbrengen van een culturele verandering als de grootste kans van het internet. Zowel respondenten in de diaspora als in Iran gaven aan dat het Iraanse volk niet goed wist hoe ze moesten discussiëren zonder elkaar daarbij direct aan te vallen. De opkomst van het internet heeft volgens hen ertoe geleid dat Iraniërs nu beter naar elkaar luisteren en hierdoor open staan voor nieuwe ideeën en debatvoering. “ In Iran draaien discussies toch vaak om het aankaarten van de eigen mening, mensen luisteren niet naar elkaar. Door mijn weblog ben ik gaan inzien dat naast mijn mening er ook talloze andere meningen kunnen bestaan. Door woorden te gebruiken om een standpunt te verduidelijken in plaats van het gebruik van geweld, kan een mens tot hele andere inzichten komen.” (D10, M, 28) “ In a closed society with so many restricted relations, suddenly appears internet and cyber life. Iranian youth since then began to express themselves in the way they were online. They began to know each other and feel each other and to encounter each other’s thoughts.” (I7, V, 22)
Bovenstaande uitspraken komen overeen met de theorie van Habermas (1962) over de publieke sfeer. Kenmerkend hiervoor is dat de respondenten aangaven elkaar te willen bestrijden met woorden in plaats van met wapens. Volgens Habermas is de publieke sfeer een plaats waar openlijk discussies moeten kunnen plaatsvinden en alle respondenten noemden deze mogelijkheid tot discussie het begin van een culturele verandering.
38
Naast het teweegbrengen en stimuleren van discussies waren meerdere respondenten van mening dat het internet de Iraanse bevolking heeft voorzien van richtlijnen over belangrijke maatschappelijke kwesties, zoals seksuele voorlichting. In essentie zijn dergelijke richtlijnen volgens de respondenten een taak van de overheid, maar in Iran is dit volgens velen onmogelijk door de beperkingen van het Iraanse regime. Zo gaf een van de respondenten aan dat de aanwezigheid van dergelijke richtlijnen nog belangrijker is dan de aanwezigheid van politieke activiteiten, omdat het kan zorgen voor een culturele verandering in Iran. Dit komt overeen met bevindingen van Alexanian (2008), waarin wordt gesteld dat een van de grootste kansen van het internet de aanwezigheid van richtlijnen is die mensen kunnen helpen rationeler na te denken over onderwerpen die anders niet bespreekbaar zouden zijn in de publieke ruimte. “ That’s why internet and blogs are helping the people with this, because they tell people guidelines that the state and the governments should do. The internet can help push the cultural issues and make it better, then the people will decide themselves what is right and wrong for them.” (D5, M, 32)
Uit de interviews bleek daarnaast dat de mogelijkheid tot discussie en de aanwezigheid van richtlijnen uiteindelijk het Iraanse volk hebben klaargestoomd voor een democratie. Het woord democratie werd door zowel de respondenten in de diaspora als in Iran meerdere malen gebruikt. Zij wezen veelal op de democratische mogelijkheden van het internet en kaartten deze aan als een van de belangrijkste kansen voor het Iraanse volk om in de toekomst vrijer te kunnen leven. “Ik geloof dat het internet en weblogs de Iraanse samenleving hebben klaargestoomd voor een democratie, voor tolerantie en voor het echte leven. Dit was voor de periode van het internet ondenkbaar, de Iraanse samenleving weet gewoon niet hoe ze moeten leven in een democratie en dat kun je ze ook niet kwalijk nemen. Ze leren nu langzamerhand dat er naast hun eigen mening, ook andere meningen denkbaar zijn. Ze leren dat ze kunnen discussiëren, zonder dat ze daarbij geweld hoeven toe te passen. Ze leren om te comprimeren. Al deze vooruitgangen zorgen voor verandering.” (D10, M, 28) “ Iran is a vast country, including people with different views and different believes of information from different areas. The influence of internet is positive in a way that it teaches young Iranians on a cultural level, to come across different ways of thinking and different kinds of people. This cultural
39
influence can prepare young Iranians for a democracy and understanding how to respect other opinions than the ones you and your friend have.” (I8, M, 28)
De kenmerken van een democratie die door Dewey (1903) zijn benoemd, komen goed terug in bovenstaande uitspraken. Volgens de respondenten heeft het internet de Iraanse samenleving geleerd andere meningen te accepteren en gezamenlijk te communiceren, waardoor actiever geparticipeerd kan worden in de Iraanse samenleving. Naast de voorbereiding voor een democratie en een culturele verandering, werden nieuwsverspreiding en informatievergaring als belangrijke kansen van het internet beschouwd. Hierbij achtten de respondenten het vooral van belang dat Iraanse internetgebruikers voor eigen journalist kunnen spelen, dat zij onafhankelijke informatiebronnen kunnen raadplegen en de rest van de wereld kunnen informeren over de werkelijke gang van zaken in Iran. Vooral dit laatste was voor velen een belangrijk punt, omdat de veronderstelling bestaat dat de wereld Iran alleen kent door het negatieve nieuws afkomstig van officiële Westerse nieuwskanalen. De respondenten gaven aan het belangrijk te vinden dat de wereld Iran ook leert kennen vanuit het perspectief van de jongeren die dagelijks met de beperkingen van het Iraanse regime worden geconfronteerd. “ I believe it’s a strong tool from the two sides of story; not only for the opportunity of freely speaking but also for being the free and vibrant source of information. It is not only important that the youth is able to express themselves, but also that people outside of Iran can have the first hand experience that the youth has.” (D12, V, 30) “ It’s necessary for Iranian youth; we can’t really live without it anymore. We need it to be able to let the world hear what we have to say, even if that is about matters that are not political. We need it to be able to be ourselves, which is impossible in everyday life in Iran.” (I11, V, 26)
Tot slot gaven de respondenten aan dat het internet Iraanse jongeren een stem heeft gegeven. De mogelijkheid om zichzelf te kunnen uiten werd door allen aangekaart als een waardevolle kans. In een maatschappij waar de bevolking dagelijks onderdrukking ervaart, voelt de kleinste kans van het uiten van een mening als vrijheid.
40
“ Another important effect of internet is the shaping of networks, the building of friendships and the chance to speak out (…) It has created a network that allows Iranians to spread their ideas and no longer have to hold their ideas in their heads. This has a big effect on the public opinions in Iran and freedom of speech.” (D11, M, 28) “ Although internet has not given them freedom of speech; internet has given them the opportunity to express themselves and be heard by a larger network of people.” (I2, V, 29) “ Maybe a better way to put this is to talk of freedom of press as oppose to freedom of speech, for one can say what they like yet if nobody is listening then it matters not what one says. I am free in Iran to discuss sensitive topics with a taxi driver but am not at liberty to publish and distribute this within Iran. Iranians now have the opportunity, should they wish, to reflect upon the local media with sources with alternative bias. Not only this, they are relatively free to participate in making the media albeit with a need to retain details that might lead to reprimand by developed establishment.” (I5, M, 32)
Hoewel bovenstaande uitspraken goed illustreren dat het internet Iraanse jongeren een stem heeft gegeven, kenmerken deze ook de onderlinge verschillen over de rol die deze stem speelt in de toename van vrijheid van meningsuiting. Terwijl respondent D11 van mening is dat het internet ook de vrijheid van meningsuiting heeft bevorderd, geven respondenten I2 en I5 aan het hier niet mee eens te zijn en kennen zij de vrijheden vooral toe aan de mogelijkheden tot zelfexpressie en persvrijheid.
Samenvattend kan worden gesteld dat de respondenten vijf belangrijke kansen van het internet aankaarten, namelijk: de mogelijkheid tot debat, de aanwezigheid van richtlijnen voor maatschappelijke kwesties, het klaarstomen voor een democratie, vrije toegang tot informatie en het bieden van een stem aan Iraanse jongeren. De antwoorden tonen aan dat ook in Iran het internet de betekenis van de termen publiek en privaat heeft veranderd, door Weintraub en Kumar (1997) ook wel aangekaart als een grand dichotomy. Hierdoor is een veld ontstaan waar ruimte is voor diverse meningen en ideeën van zowel respondenten in de Iraanse diaspora als in Iran.
41
4.1.4 Bedreigingen internet Uit de interviews bleek dat naast de vele kansen van het internet, deze helaas ook een bedreiging kan vormen voor Iraanse jongeren. Repressie in Iran vindt op verschillende niveaus plaats. Omdat de staat vrijwel volledige controle heeft op het dagelijkse leven van mensen die in Iran wonen, voelen veel respondenten zich bekeken, zowel online als offline, op politiek, religieus, sociaal, economisch en cultureel opzicht. Op deze manier zou het Iraanse regime een land hebben gecreëerd waar angst de boventoon voert. “ I was afraid that my identity would be disclosed and that I could end up arrested, so I would be very careful with my online activities.” (I8, M, 28) “ De bedreigingen zijn tweezijdig, enerzijds van het internet zelf en anderzijds afkomstig van de Iraanse overheid. De bedreigingen vanuit de overheid zijn heel groot, ik weet ook dat zij niks moeten weten van het internet en het niet goedkeuren. Zo is het natuurlijk altijd met een totalitair regime, zij willen alles in de hand houden en alles controleren en regulieren.” (D10, M, 28)
De genoemde angst bleek niet bij iedereen voor te komen. Veel respondenten gaven aan dat de onderdrukkingen in Iran leiden tot verkeerd internetgebruik bij veel Iraanse jongeren. Zowel respondenten in de diaspora als in Iran kenmerkten het bezoeken van pornografische websites op zeer jonge leeftijd als een bedreiging van het internet. Omdat pornografie in Iran een groot taboe is, zou dit bij jongeren kunnen leiden tot verkeerde opvattingen over seks en losbandig gedrag. “ Unfortunately, internet is misused by many. Searching for porn material, spending excessive time for chatting with the opposite sex (though this may be because chances to interact with the opposite sex in physical environment may sometimes cause trouble), plagiarism due to easy access to academic content on the web (this is for educated youth of course) are some of the problems I can remember.” (I6, M, 28) “ There are so many cultural incompetences in Iran; what you learn at school as accepted social values, is drastically different in comparison to what you get through the virtual world. There is always a great misunderstanding, bewilderment and excesses and wastage that threatens Iran youth…particularly when you can’t discuss about these conflicts at home or at school/university.” (I7, V, 22)
42
Bovenstaande uitspraken staan in contrast met bevindingen uit de literatuur, waar bedreigingen van het internet voor de Iraanse samenleving in het bijzonder worden gekoppeld aan streng internetcensuur (Beilock & Dimitrova, 2003) en gevaar voor arrestaties, opsluitingen en zelf marteling (Rahimi, 2003). Wel kunnen de uitspraken worden gekoppeld aan de theorie van Goffman (1963) aangaande de wijze waarop Iraanse jongeren omgaan met culturele paradoxen in de Iraanse cultuur. De uitspraken tonen aan dat de streng opgelegde Islamitische normen en waarden de visie van de Iraanse respondenten over seks en taboeonderwerpen dusdanig hebben gevormd, dat dit als eerste bij hen opkomt wanneer wordt gevraagd naar bedreigingen van het internet. Daarnaast blijkt uit de uitspraak van I6 dat het verkeerde internetgebruik veelal wordt toegekend aan anderen, maar niet aan zichzelf. Hieruit kan worden opgemaakt dat het masker dat de Iraanse respondenten in de publieke ruimte dragen er voor zorgt dat ook zij niet zouden erkennen zelf wellicht ook naar ‘verkeerde’ informatie op het web te zoeken. Daarnaast was het opvallend dat ondanks de bedreigingen die door de respondenten werden aangekaart en de heersende angst die bij hen nog voelbaar was, velen de bedreigingen als minder belangrijk ervaren dan de kansen van het internet voor Iran. De respondenten gaven aan dat ze zich goed realiseren dat actieve politieke internetgebruikers meer gevaar lopen dan internetgebruikers die minder politiek actief zijn. Twee respondenten in Iran gaven zelfs aan dat de bedreigingen van het internet heel erg meevallen als je een ‘gewone’ internetgebruiker bent, maar ook als je een ‘bekende’ activist bent. Zolang voorzichtig met informatie wordt omgegaan, bleek het gevaar niet heel groot. “ I have to be honest and say that if you are not a very famous internet user and don’t use your real name; there is not much threat. I believe that being a famous activist with a nickname, like me, has its own limitations as well (…) But as long as you are very careful and don’t show your true identity, I don’t believe there are many threats.” (I8, M, 28)
In bovenstaande uitspraak zit tevens een paradox. Hoewel respondent I8 namelijk aangeeft dat er geen bedreigingen van het internet waar te nemen zijn, merkt hij wel op dat je als internetgebruiker in Iran zeer voorzichtig moet omgaan met je identiteit. In eerste instantie zou het gebrek aan bedreigingen kunnen worden gekoppeld aan een
43
mate van vrijheid, maar dit wordt direct weersproken door de maatregelen die genomen moeten worden om deze ‘vrijheid’ te kunnen beoefenen. Deze paradoxale uitspraak werd eerder genoemd door Pollack (2004) die aankaartte dat de uiting van Iraanse identiteiten altijd een mengeling is van moderne aspiraties (internetgebruik en weblogs) en traditionele culturele waarden (het niet uiten van de ware identiteit van de schrijver).
Tot slot wees een aantal respondenten op een vertrouwenskwestie die vaak een rol speelt bij internetgebruik. Naast het feit dat het volgens deze respondenten belangrijk is om online niet iedereen te vertrouwen, wijzen zij er ook op dat de kansen veel te belangrijk zijn om hierdoor online niet actief te zijn. “ Het is ook een belangrijke kwestie, je moet altijd goed oppassen wie je toelaat in je leven en wie je niet toelaat. Vooral als activist. Ik ben echter van mening dat ik me niet kan laten leiden door angst, daarvoor zijn de kansen van het internet te groot.” (D10, M, 28)
Gebleken is dat de respondenten de bedreigingen van het internet vooral toekennen aan de aanwezigheid van een kleine mate van angst door overheidscontroles, verkeerd internetgebruik door anderen zoals het zoeken naar pornografie en niet weten wie zij online moeten vertrouwen. De respondenten tonen hiermee aan dat de paradoxale Iraanse cultuur goed waarneembaar is in hun visie van gevaar, een punt dat eerder werd gemaakt door Pollack (2004).
4.2 Weblogs Vrijwel alle respondenten waren op het moment van schrijven in het bezit van een of meerdere weblogs, die zij regelmatig bijhielden. De meesten zijn hun weblog in de afgelopen vier jaar begonnen. Één respondent in Iran gaf aan al vanaf 2001 een eigen weblog bij te houden. Slechts twee respondenten die in Nederland wonen gaven aan ooit een weblog te hebben gehad, maar deze reeds te hebben gesloten. Hoe de respondenten hun weblog gebruiken en welke aanpak zij hierbij hanteren, wordt hieronder beschreven.
44
4.2.1 Aanpak schrijven De respondenten waren het meeste gepassioneerd wanneer zij over hun eigen weblogs konden praten. Vrijwel alle respondenten haalden meerdere malen aan dat Iran tot de top bloggende landen ter wereld behoort en waren hier trots op. Zij vertelden dat wanneer ze van het bestaan van weblogs hoorden, dit de deuren naar een heel nieuwe wereld met nieuwe mogelijkheden voor hen opende. Vooral voor de respondenten die in Iran wonen, was het een plaats waar de persoonlijke gedachten konden worden uitgedrukt, zonder bang te hoeven zijn voor journalistieke beperkingen. “ It is a unique medium, which allows people to directly communicate with each other. A weblogger doesn’t have to go through the editorial process to get qualified to be published. It’s very democratic, which is something I like.” (I3, M, 32)
Hoewel de respondenten allen een andere aanpak hadden wanneer het aankwam op het schrijven op hun weblog, kwamen meerdere strategieën met elkaar overeen. De meest voorkomende aanpak was het schrijven vanuit kennis over een bepaald onderwerp. De respondenten gaven aan dat onderzoek doen naar schrijfonderwerpen en het lezen van andere weblogs bijdroegen aan het generen van deze benodigde kennis. Velen vonden daarnaast dat het waarborgen van de kwaliteit van een weblog afhankelijk is van de mate van kennis van de auteur. Vooral ‘knip en plak werk’ werd door een aantal respondenten als absoluut verboden ervaren. “ I choose my content either in reaction to a news, or if I stumble across something uniquely inspiring and beautiful. I do not copy-paste the entire content; and if I do, I try to add commentary and opinions to make the post mine! ” (I2, V, 29) “ Ik vind dat je moet weten waar je over praat. Niet knippen en plakken dus. Ik lees dan liever iets van iemand die zelf wat te melden heeft en eigen opinies heeft dan iemand die zomaar iets van internet plukt en dan post.” (D1, M, 25)
Gepaard met deze kennis ging volgens een aantal respondenten het vermelden van gebruikte bronnen. Bronnen maken een tekst niet alleen sterker, maar ook geloofwaardiger. Daarnaast kom je als schrijver professioneler en serieuzer over,
45
omdat je laat zien dat je uitgebreid onderzoek hebt gedaan naar het onderwerp waarover je schrijft. “ So what I do when I put something on my blog I really looked for the source, at a very scientific way and always make sure that there are debate questions in the end of it. To see the different ideas, to get very deep inside peoples minds and not try to change them but to try to open their minds.” (D5, M, 32) “ Ik schrijf vooral over de dingen die ik leuk vind (…) om te delen. Maar dan moet ik wel bekennen dat het altijd gekoppeld is aan een soort bron wat ik om me heen heb gezien. Ik doe niet altijd onderzoek voor een blogpost, het is veel mijn eigen kennis wat ik heb vergaard.” (D7, V, 24)
Een vergelijking van bovenstaande uitspraken laat zien dat hoewel bronvermelding een belangrijke aanpak van schrijven is, het schrijven zelf niet altijd als een wetenschappelijk proces wordt erkend. Terwijl respondent D5 het schrijven op zijn weblog op een wetenschappelijke en meer journalistieke wijze benadert, doet respondent D7 dit vooral uit een passie voor het schrijven zelf. Dit verschil in benadering hangt ook samen met de verdeelde meningen over de rol van interactie met lezers op een weblog. Zo gaf een deel aan de interactie met lezers nodig te hebben om te kunnen voldoen aan de informatiebehoefte van deze lezers. Daarnaast werd de interactie met lezers beschouwd als een middel om een culturele verandering teweeg te kunnen brengen en om bijvoorbeeld politieke acties te kunnen organiseren. “ It is important, because I can find new people; I can communicate with different societies. When I started to talk with different cultures, I would write up an article on my blog. I guess that interaction blogging will be a new way of blogs to also create a cultural change.” (D5, M, 32) “ Ik vind de interactie vooral heel belangrijk als er demonstraties zijn en als ik wil dat anderen over die demonstraties te weten komen, dan hoop ik dat veel mensen met me willen communiceren zodat ik kan aangeven dat ze die berichten aan elkaar moeten verspreiden.” (D9, M, 30)
Anderzijds waren een aantal respondenten van mening dat hoewel een weblog de aangewezen plek is om met elkaar in interactie te treden, zij het als een eigen dagboek beschouwden waar geen ruimte was voor de mening van andere lezers. Ook gaf een respondent aan in het verleden nare ervaringen te hebben gehad met lezers, waardoor de behoefte aan interactie op dit moment minder is dan voorheen.
46
“ Ja het klinkt gek want de bedoeling van een weblog is misschien interactie maar ik zie het wel zo. (…) Het gaat erom wat ik zeg en wat ik vind en niet wat iemand daarop reageert. Als iemand een reactie heeft en als het echt zo belangrijk is, dan kunnen mensen mij gewoon mailen.” (D3, M, 28) “ Ik vrees gewoon voor persoonlijke aanvallen en voor de devaluatie van mijn weblog daardoor. Maar als ik zeker zou weten dat het commentaar zal gaan over de inhoud van mijn stukken, dan had ik het heel erg graag open gehouden om ook, zeg maar, een interactie te hebben met mijn lezers. Want internet is zo’n perfect middel om anderen te leren kennen en met je medelotgenoten te communiceren.” (D2, V, 29)
Bovenstaande uitspraken laten goed zien hoe divers de Iraanse bloggers zijn in hun denkwijze over interactie. Wederom speelt hierbij de Iraanse cultuur een grote rol. Hoewel respondenten D5 en D2 het niet met elkaar eens zijn over de rol van interactie op hun weblog, verwijzen zij hierbij indirect naar de beperkingen van de Iraanse cultuur om op rationele wijze een debat te kunnen voeren. Ook uit de bevindingen van Khosrokhavar (2002) kan worden opgemaakt dat het jarenlang regeren van het strenge Islamitische regime in Iran ertoe heeft geleid dat niet iedereen weet hoe zij op democratische wijze een discussie moet voeren. Tot slot waren allen het erover eens dat bij het updaten van een weblog de kwaliteit belangrijker is dan de kwantiteit. Weblogs die dagelijks nieuwe content weten te genereren trekken weliswaar meer lezers, maar werden niet door alle respondenten als oprecht of origineel ervaren. De meesten schrijven alleen wanneer ze zich geïnspireerd voelen of wanneer zij belangrijk nieuws willen aankaarten. Dit kan variëren van eens per week tot eens in de zoveel maanden. De meesten vonden het belangrijk dat het schrijven niet geforceerd werd, omdat ze anders het plezier erin zouden kwijtraken. “ The updating frequency depends on whether I am inspired by anything happening in Iran or not. Currently, (one year after the election) the political pool is too murky. Opportunism is very much on the rise. I have recently noticed that the contents of my blog are used without permission, by people who make commercial or political gain, sometimes by decontextualization of my content. Therefore, I am being a bit more cautious.” (I2, V, 29)
Bovenstaande uitspraak illustreert dat de presidentiële verkiezingen van 2009 de visie van een aantal bloggers heeft veranderd. De meeste respondenten gaven aan sinds de verkiezingen voorzichtiger om te gaan met hun weblog en daardoor ook niet veel
47
meer te posten. Slechts één respondent gaf aan zo politiek actief te zijn, dat hij iedere dag berichten over Iran op zijn weblog plaatst. Deze berichten waren vaak kort en bondig en moesten mensen van zowel Iraanse als niet-Iraanse afkomst een idee geven van de actuele politieke gebeurtenissen in Iran. Ook gebruikte hij veel van deze berichten op zijn weblog om politieke bewustzijn te creëren voor demonstraties, verkiezingen en executies in Iran. Deze respondent is echter woonachtig in Nederland, waardoor het moeilijk is een goede vergelijking te maken tussen hem en respondent I2, die wel in Iran woont. “ Per dag post ik nu soms wel 30 korte berichtjes. Als er demonstraties zijn in Nederland of in andere landen, post ik soms wel 100 berichten op een dag.” (D9, M, 30)
De aanpak van schrijven op een weblog is samenvattend gebaseerd op het schrijven vanuit kennis over een bepaald onderwerp, bronvermelding en dat kwaliteit boven kwantiteit gaat. Er zijn wel grote verschillen waarneembaar op het gebied van de interactie met lezers en de wetenschappelijke/ journalistieke wijze waarop sommige respondenten hun weblog benaderen. Deze verschillen zijn in het bijzonder terug te voeren tot de culturele verschillen. Terwijl respondenten in de diaspora een wat meer wetenschappelijke benadering hebben van het schrijfproces op een weblog, zijn respondenten in Iran hiermee wat voorzichtiger geworden sinds de verkiezingen van 2009.
4.2.2 Onderwerpen Op de vraag waar de weblog van de respondenten hoofdzakelijk over ging, werd verschillend geantwoord. Het merendeel omschreef zijn/haar weblog als een plaats waar dagelijkse bezigheden werden vastgelegd. Deze bezigheden konden betrekking hebben tot een eigen bedrijf, reisverhalen, muziek of een studie. Een van de respondenten, die Brits-Iraans is en sinds kort in Iran woont, omschreef zijn weblog als een ontdekking van Iran. Een ander omschreef het simpelweg als een platform voor optimisme en de mooie kanten van Iran. “ My personal blog concerns my discovery of Iran. I document the everyday as I see it, with my complete ignorance of the nation.” (I5, M, 32)
48
“ My blog is about the full half of Iran’s cup.” (I2, V, 29)
Naast de vastlegging van dagelijkse bezigheden werden de onderwerpen poëzie en politiek meerdere keren aangehaald door de respondenten. Velen omschreven Iran als een land waar veel intellectueel en creativiteit schuil ingaat, dat dolgraag naar buiten gebracht wil worden. Bij een aantal uitte deze creativiteit zich in een weblog waarin gedichten over de liefde en het leven kon worden vastgelegd. “ My blog includes my poems and of course I have poems about my country, some of them include some of my political and social views.” (I10, V, 28)
Door een aantal respondenten werden de onderwerpen poëzie en politiek samen gebruikt als de rode draad door hun weblog. Deze respondenten zorgden ervoor dat alle posts op directe of indirecte wijze te maken hadden met ofwel politiek, ofwel poëzie. Hierdoor creëerden zij een lezersbasis en vormden ze hun eigen identiteit. “ My blog is about everything that I face in my life…Politics is my life and my life is politics.. I don’t write about different political parties, they are not my interests. I write about true politics.. Politics in the streets, politics of people…when they try to get power back…In this way I have to write about philosophy, arts, society and culture, but I see all these through my own vision , experiences.” (I7, V, 22)
Bovenstaande uitspraken illustreren hoe de respondenten hun poëzie gebruiken om op metaforische wijze te spreken over de politieke situatie in Iran. Ook laten deze goed zien dat de paradoxale Iraanse cultuur ervoor zorgt dat zelfs de kleinste dagelijkse bezigheden kunnen worden teruggevoerd tot politiek. Terwijl de traditionele Iraanse cultuur gebaseerd is op een publiek optreden en het vermijden van taboe-onderwerpen, is poëzie een manier om hier toch over te kunnen spreken (Golkar, 2005). Ondanks dat de meesten het prettig vonden om een rode draad door hun weblog te hebben, lieten weinigen weten te schrijven voor een bepaalde doelgroep. De respondenten schreven over het algemeen voor iedereen die geïnteresseerd was in Iran. Zij vonden het hierbij belangrijk dat mensen die Iran niet kenden, door hun weblog een verse blik konden werpen op een gecompliceerd land vol tegenstrijdigheden.
49
“ Readers in the English-speaking world, to known their understanding from Iran should not be bound by partisan media, and the real Iran is quite different.” (I6, M, 28)
Toch gaf een aantal aan wel degelijk een bepaalde doelgroep voor ogen te hebben bij het schrijven van een eigen weblog. Twee respondenten schreven bewust enkel voor Iraanse lezers, omdat ze hierdoor makkelijker het contact met hun lotgenoten konden onderhouden. Twee andere respondenten gaven aan alleen te schrijven voor Iraanse jongeren in de diaspora, zodat deze de ontwikkelingen in hun voormalig thuisland konden volgen. Twee respondenten in Iran hadden tot slot zelfs specifieke eisen met betrekking tot de intelligentie en klasse van hun lezers. “ People who are able to read Persian and having the IQ between 110 & 130 (+/- 10).” (I4, M, 28) “ Middle class people. Maybe slightly higher than ordinary people. Those people who read the news and read newspapers and use the Internet.” (I8, M, 28)
Bovenstaande uitspraken kunnen gekoppeld worden aan de Iraanse internetcultuur en de bevindingen dat internetgebruikers in Iran veelal hoog opgeleid zijn en uit de hogere klassen komen (Keddie, 2003). Wanneer respondenten aangeven dat zij zulke hoge eisen stellen aan hun lezers, laat dit goed zien dat een groot deel van de Iraanse gemeenschap hier buiten valt. Bezien vanuit een dergelijk optiek zou het internet niet alleen positieve mogelijkheden bieden voor Iran, maar zou het kunnen leiden tot de sociale terugtrekking van minder hoogopgeleiden en lagere klassen. Dit punt werd tevens eerder gemaakt door Graham en Khosravi (2002).
De onderwerpen en doelgroep van de respondenten blijken verschillend en afhankelijk te zijn van de persoonlijke normen en waarden. Wel kan worden vastgesteld dat de vele paradoxen in de Iraanse cultuur ertoe leiden dat een groot deel van de respondenten metaforen en poëzie gebruiken om over taboe-onderwerpen te kunnen spreken en dat de respondenten in Iran hun doelgroep vooral baseren op de klasse en intelligentie van hun lezers. Het gebruik van het internet als een platform om kunst te uiten werd door Mahdavi (2007) al eerder gekenmerkt als een manier om tegen het Iraanse regime in te gaan.
50
4.2.3 Taal
De taalkeuze bij het schrijven van een weblog bleek voor veel respondenten een belangrijke kwestie. Deze beïnvloedt namelijk voor een groot deel de lezersbasis en het bereik van een weblog. De respondenten in de diaspora schreven in het Engels, in een mix van Engels en Nederlands, in Farsi5, in Nederlands of in Engels/Farsi. Een aantal respondenten in de diaspora gaf aan het jammer te vinden dat weblogs van Iraanse jongeren in Iran vaak in het Farsi zijn geschreven. Door deze taalbarrière werd het scheppen van een band en het op de hoogte blijven van actuele gebeurtenissen via weblogs moeilijker. “ Maar ik denk dat als ze het in het Engels zouden aanpakken (…) een Iraanse weblog meer gelezen wordt. Nu speelt die taalbarrière voor mij gewoon een te grote rol en dat vind ik wel heel jammer.” (D1, M, 25)
De respondenten in Iran schreven in het Engels, Farsi of een combinatie van beiden. Ongeveer de helft van de respondenten in Iran gaf aan het moeilijk te vinden zich goed te kunnen uiten in het Engels, maar dit wel te ambiëren voor de toekomst. Ook zij realiseerden zich dat het schrijven in Farsi de kloof tussen Iraanse jongeren en Iran alleen maar vergroot. De andere helft van de respondenten in Iran gaf tot slot aan trots te zijn op het feit dat zij in het Engels schreven. “ English. I want people from all over the world to understand me; only Iranians are not my audience. I like to listen to their stories and translate it for second generation Iranians who cannot read Persian or non-Iranians who deserve more original content than afforded by CNN’s poster boys.” (I2, V, 29)
Al met al was het voor veel respondenten, vooral in Iran, van groot belang om niet alleen Iraanse lezers te bereiken, maar ook de rest van de wereld. Wederom herhaalden een aantal respondenten dat de media een verkeerd beeld van Iran heeft geschept en dat zij dit beeld door hun weblog hopen te kunnen corrigeren.
5
Farsi is de officiele benaming van de Iraanse taal, maar wordt door veel respondenten aangekaart als Perzich. Deze termen worden als gelijk beschouwd.
51
4.2.4 Macht
Vrijwel alle respondenten begonnen uit zichzelf over de machtskwestie die gepaard gaat met het bijhouden van een weblog, terwijl dit ook een van de interviewvragen was. Op twee respondenten na gaf iedereen aan dat het bijhouden van een eigen weblog Iraanse jongeren een mate van macht kan verlenen. De twee respondenten die het hier niet mee eens waren, woonden beiden in Nederland en gaven beiden aan zelf niet heel politiek actief te zijn. Zij waren van mening dat een weblog alléén geen politieke verandering teweeg kan brengen in Iran en de jongeren daar ook geen macht kan geven. “ Ik denk niet dat ze er heel veel mee bereiken, ik weet niet of dat pessimistisch is om te zeggen. Op het moment dat er echt iets moet veranderen, dan moeten mensen die het niet met jou eens zijn ook je blog lezen. En ik ben van mening dat je met een weblog die mensen niet goed kunt bereiken, of niet goed genoeg althans. Dus juist die groep die onwetend is, meestal mis je dat publiek.” (D8, V, 22)
Veel respondenten gaven aan dat macht niet zozeer iets fysieks hoeft te zijn. Het feit alleen al dat Iraniërs van over de hele wereld met elkaar in contact kunnen komen en hun mening kunnen delen, is voor velen al een teken van macht. “ In a way yes, because blogs give them the possibility to express their opinions and that generally comes from real people. I think a form of power is also showing the world that the Iranian government is not what they pretend to be. If the youth and the Iranian nations is afraid to express opinions and even on the internet have to apply self-censorship, then only the slightest freedom of the internet can be viewed as power.” (I8, M, 28) “ Completely. Many people define power in terms of achievement or what you can physically change. In my opinion, power doesn’t always mean that you are able to change a situation right away. Power means that you have a choice and a freedom to express that choice. That is the beauty about weblogs; they give writers a chance to say whatever they want about whoever they want. Of course the reach of weblogs in Iran is not always big and it’s impossible to think that one weblog can bring democracy to Iran. But for me, weblogs give Iranian youth power because they give them a form of digital freedom. And for a country as Iran, even digital freedom is better than no freedom at all.” (I11, V, 26)
52
De manier waarop respondent I11 haar definitie van macht verwoord, staat lijnrecht tegenover de mening van respondent D8. Deze is namelijk van mening dat er alleen sprake is van macht, wanneer er fysieke veranderingen plaats kunnen vinden en wanneer een grote groep verschillende lezers een weblog zou lezen. Respondent I11 vindt echter dat er ook sprake kan zijn van macht op een andere manier, namelijk als een virtuele macht. Ook Jordan (1999) erkent de toegang tot bepaalde bronnen en het openlijk uiten van een mening als een vorm van macht en bezien vanuit een dergelijk perspectief zou macht inderdaad niet altijd fysiek hoeven te zijn. Wel wees een aantal respondenten uit Iran op de beperking van het bereik van weblogs, wat tevens goed terug te zien is in de bovenstaande uitspraak van D8. De kloof tussen arm en rijk is in Iran sterk waarneembaar en de aanwezigheid van internet is lang niet overal even goed. Alleen de inwoners in grote steden hebben toegang tot een goede internetverbinding en weten van het bestaan van weblogs. Zo zou de middenklasse steeds meer macht ervaren en meer intellectuele kennis opdoen, terwijl de lagere klassen zouden kampen met de alledaagse problemen en armoede. “ But nevertheless the point should be considered that blogging is still not widespread in the country of Iran and that the ones who have access to weblogs are mostly the educated class. So the higher classes are more up to date and this sometimes makes it look like we can have a good future after all. But the less informed audiences in Iran have to keep up with this development” (I8, M, 28)
De kenniskloof tussen arm en rijk in Iran wordt ook door diverse auteurs aangekaart als zorgelijk. Zowel Doostdar (2004) als Alavi (2005) wezen eerder op het feit dat de Iraanse bloggemeenschap relatief klein is en vaak hoogopgeleid, waardoor moeilijk gegeneraliseerd kan worden naar de gehele Iraanse bevolking. Ondanks de beperking van het bereik van weblogs in Iran, laten ook respondenten D8 en D11 weten dat het politieke klimaat vandaag de dag heel anders geweest zou zijn zonder de aanwezigheid van weblogs. Veel respondenten gaven aan dat een verandering toch vooral moet beginnen in de grote steden in Iran en vandaar uit moet doortrekken naar kleinere dorpen. De rol van macht is een complex onderwerp gebleken in de Iraanse blogosphere. Jordan (1999) stelde al eerder dat voor Iraanse internetgebruikers controle over het internet en de toegang tot informatie de basisvormen van macht zijn. Gebaseerd op de 53
uitspraken van vrijwel alle respondenten, kan worden geconcludeerd dat dit type macht inderdaad van groot belang is voor de Iraanse bloggers. De beperkingen van het bereik van weblogs en het internet naar lagere klassen en laagopgeleiden wordt door de respondenten erkend, maar slechts door één respondent ervaren als de daadwerkelijke reden voor de afwezigheid van macht.
4.3 Motieven De motieven om een weblog te beginnen waren net zo divers als de respondenten zelf. Daar waar de een meer waarde hechtte aan het uiten van emoties, wilde de ander lezers voorzien van informatie over Iran. Bij deze motieven wordt in deze paragraaf stilgestaan. 4.3.1 Uitlaatklep De motivatie die het meeste werd genoemd, was de mogelijkheid om gevoelens van zich af te schrijven. Het besef dat een weblog dit mogelijk maakte, was voor velen een motief om een eigen weblog op te starten. De meeste respondenten beschouwden hun weblog als een online dagboek, waar ze alles over zichzelf kwijt konden. “Mijn weblog zie ik, nog steeds ook, als een online dagboek. En een archief, maar tegelijkertijd ook een statement die ik wil maken. En als je mij goed ook wilt leren kennen dan zou je eigenlijk mijn weblog moeten lezen.” (D3, M, 28)
Daarnaast was een weblog voor sommige respondenten in Iran een manier om te ontsnappen aan het dagelijkse leven door emotionele spanning van zich af te schrijven. “ I think it is such an interesting phenomena (…) It is my way to escape the daily life of being a mother at home.” (I1, V, 31) “ I wanted to release emotional tension and tell about my life and thoughts to everyone that was willing to read it.” (I11, V, 26)
54
De mogelijkheid om zichzelf te kunnen uiten werd door een aantal respondenten in de diaspora omschreven als een therapeutische werking. Zij gaven aan soms dingen op hun weblog te schrijven die ze nog niet eerder aan anderen hadden verteld. Velen konden door het opschrijven van hun emoties en de feedback van lezers hun verdriet sneller en beter verwerken. Dit gold voor hen tevens als een motivatie om met hun weblog door te gaan en zichzelf steeds meer te ontwikkelen. “ Ik zat in een persoonlijk moeilijke periode en het schrijven van een blog raad ik ook iedereen aan die in zo’n situatie zit. Ik denk dat je door het schrijven heel veel emoties en gevoelens kan reflecteren naar jezelf. Dus in die zin is het heel erg een perfect middel om ergens doorheen te komen.” (D3, M, 28)
Dat een weblog kan dienen als een uitlaatklep en een manier om aan de realiteit te ontsnappen, is terug te vinden in de literatuur. Zo omschreven Trammel et al. (2006) een weblog als een ideale uitlaatklep waar individuen hun gevoelens van zich konden afschrijven. Deze behoefte is terug te zien in de interviews. 4.3.2 Beïnvloeden Naast een uitlaatklep gaf meer dan de helft van de respondenten in zowel de diaspora als Iran aan een weblog te zijn begonnen om anderen te kunnen beïnvloeden. Vooral de respondenten in Iran wezen erop dat ze hun lezers wilden beïnvloeden over de positieve kanten van Iran die normaal niet in de officiële Westerse nieuwskanalen aan bod komen. “ I try my absolute best to influence others as much as I can. I want to show the rest of the world a true image of Iran. Not one with many bad and negative points, but also not one with only positive and happy points. I want to influence others to take a second look at my country, which is very hard and full of contradictions. My influence only goes that far, I am not interested in trying to influence people to take over my political or religious beliefs, that is not my goal at all. I want to influence them to be objective and seek different forms of information before they make up their mind about Iran.” (I8, M, 28)
“ I'm not sure I think of my blogging as propaganda for propaganda's sake, although naturally there is an amount of influence exerted in any communication. Maybe I hope to dislodge other forms of influence, maybe perspective projected by established media in the so-called West. I'm not suggesting that I'm above this, more that I'm offering an alternative view I guess.” (I5, M, 32)
55
Het waren vooral de respondenten in de diaspora die lezers wilden beïnvloeden over politiek en/of religie. Zo wilde een van de Nederlandse respondenten Moslims overhalen om van het geloof af te vallen. “ Er zijn heel veel mensen die dat denken, dat de religie toch wel een bepaalde remming is die mensen weerhoudt van immorele dingen. En in een discussie verwijs ik dus naar een bepaald interview of opiniestuk in mijn weblog. En dan vraag ik of ze dat willen lezen en op basis daarvan kunnen we dan verder praten.” (D3, M, 28)
Naast een beïnvloeding op religieus vlak, hopen een aantal respondenten in de diaspora om lezers te kunnen beïnvloeden op politiek vlak. Vrijwel alle respondenten in de diaspora gaven aan tegen de verkozen president en het huidige regime in Iran te zijn. Zij deelden ook de overtuiging dat in Iran op grote schaal verkiezingsfraude zou zijn gepleegd om de huidige president Ahmadinejad aan te houden. Één respondent in Nederland gaf aan niet overtuigd te zijn van de verkiezingsfraude, omdat er onvoldoende bewijs zou zijn om een definitieve uitspraak over deze zaak te kunnen doen. De andere respondenten deden de verkiezingen af als een leugen gebaseerd op vriendjespolitiek. Een aantal van deze respondenten hoopte door middel van een weblog ook de rest van de wereld te kunnen overtuigen van deze politieke gedachte, of in ieder geval de rest van de wereld hierover tot denken te kunnen zetten. “Later on I got to understand that if you use a blog the right way, you can influence many and make them hear your point of view on the political situation in Iran and change false assumptions.” (D12, V, 30)
Een vergelijking van bovenstaande uitspraken laat zien dat respondenten in Iran een andere opvatting hebben over beïnvloeding dan respondenten in de diaspora. Terwijl respondenten in Iran op een meer poëtische manier de beeldvorming rondom Iran willen veranderen, willen respondenten in de diaspora hun mening over politiek of religie veel meer opdringen aan hun lezers. Deze manier van beïnvloeding werd eerder aangekaart door Nardi et al. (2004) als een van de hoofdmotieven om een weblog te beginnen.
56
4.3.3 Journalistieke aspiraties Velen omschreven de drang om informatie te willen delen met de rest van de wereld als een van de kenmerken die bloggers met elkaar gemeen hebben. Deze drang is volgens een aantal zo groot, dat het zorgt voor een innerlijke twist en niet anders kan dan te worden uitgesproken op een weblog. De informatie hoeft niet alleen te gaan over serieuze politieke zaken, maar heeft volgens de respondenten vooral betrekking op het vertellen van hun verhaal. “ Ja, het heeft te maken met een intrinsieke motivatie. Ik denk dat bloggers over het algemeen mensen zijn die een innerlijke twist of strijd voelen en die veel meer hebben dan alleen maar een mening over bepaalde zaken. En die dus vanuit verschillende dimensies naar hun omgeving kijken en het niet kunnen inhouden en daardoor het uitspreken op een medium dat tegenwoordig aangeboden wordt en een platform is. Het is ook een beetje natuurkundige formule he? Op het moment dat je heel veel acties tot jezelf neemt dan komt er een bepaalde reactie uit en die reactie is dat je iets op een blog zet op het moment dat je het kwijt moet.” (D3, M, 28)
Opnieuw gaven de respondenten in Iran hierbij aan vooral een drang te hebben om informatie over Iran te delen met mensen die Iran niet of alleen via de Westerse media kennen. Zo gaf een van de vrouwelijke respondenten die in Iran woont aan het mediabeeld rondom ‘hulpeloze’ Iraanse vrouwen zat te zijn. Zij wilde door het vertellen van eigen verhalen op haar weblog de wereld een ander beeld tonen van de Iraanse vrouw: “ I want others who do not live in Iran to get a first hand experience and try to see what life is like there. I want to share my thoughts with others and let them see the other side of the coin. I want to keep doing it because that is how people will see that not all Iranian women are oppressed and need help.” (I2, V, 29)
Naast het delen van informatie bleek ook nieuwsverstrekking een motief te zijn om een weblog te starten. Meer dan de helft van de respondenten in zowel de diaspora als Iran bezoekt vaker weblogs dan officiële nieuwskanalen om een beeld te krijgen van actuele gebeurtenissen in Iran. Hoewel later in deze studie uitgebreider wordt stilgestaan bij nieuwsverstrekking (p. 72), bleek dit een belangrijk motief te zijn om zelf een weblog te beginnen. Bovenstaande uitspraak illustreert het belang voor
57
respondenten in Iran om de wereld te voorzien van een evenwichtiger en correct beeld van Iran.
Al snel werd duidelijk dat ook het verbeteren van journalistieke vaardigheden een motief was om een weblog te beginnen. Dit motief gaat gepaard met nieuwsverstrekking, omdat de respondenten van mening zijn dat het belangrijk is om goede artikelen over Iran op hun weblog te kunnen schrijven. Het schrijven van mooie en heldere artikelen van een hoog journalistiek gehalte zou de posts op een weblog veel sterker maken. Het merendeel van de respondenten in Iran gaf aan het verbeteren van journalistieke vaardigheden als zeer belangrijk te ervaren. “As time went by I found that blogging was a means to be able to contend with projected perspectives from other more established English reporting on Iran. This would almost be taken care of inadvertently by me simply writing that which I see.” (I5, M, 32) “ For me it’s journalistic motivations, expression of creativity, as I said, to change the mindset of foreign people on Iran and to show them the real Iran is much different from what the media picture.” (I6, M, 28) “ I wanted to write and let others criticize me! (…) I Continue writing because words are my journalistic weapon… I spread it again and again!” (I7, V, 22)
De journalistieke aspiraties van de respondenten komen overeen met de notie van de vervaging van de grens tussen producenten en consumenten op het internet (Alavi, 2005). De respondenten in Iran zijn niet afhankelijk van officiële nieuwsbronnen, maar kunnen nu zelf voor journalist spelen en hun eigen content produceren. Daarnaast kunnen zowel respondenten in de diaspora als respondenten in Iran een kijkje nemen in elkaars wereld, die anders gesloten zou zijn gebleven voor beide partijen (Rahimi, 2003). 4.3.4 Betekenisgeving Uit de interviews bleek het creëren van een zeker mate van betekenis niet alleen een belangrijk motief te zijn om met een weblog te beginnen, maar ook om hiermee verder te gaan. Met betekenisgeving doelden veel respondenten op een rode draad die een weblog bijzonder, authentiek en ‘eigen’ maakt. Betekenisgeving zou daarnaast 58
niet alleen essentieel zijn voor het aantrekken en behouden van een vaste lezersbasis, maar ook voor het aantrekken van nieuwe lezers en het verspreiden van nieuws. De respondenten gaven aan op verschillende manieren deze betekenis te creëren op hun weblog. Authenticiteit werd hierbij het meeste genoemd. De betekenis van authenticiteit kon variëren van trouw blijven aan jezelf, aan de eigen interesses en het schrijven over niet-commerciële onderwerpen tot het luisteren naar de informatiebehoefte van lezers. Onderstaande uitspraken illustreren dat het trouw blijven aan zichzelf voor de respondenten vooral van belang is bij de creatie van authenticiteit. “ Very simple, by just using common talking and common language. I don’t want to pretend to be different than I am. I think my readers like that.” (I1, V, 31) “ With 2 very simple rules: a) maintaining my intellectual integrity and b) avoid hypocricy.” (I4, M, 28)
Naast authenticiteit bleek ook het bieden van relevante content belangrijk bij het creëren van een mate van betekenis. De helft van de respondenten waren het erover eens dat de content van een weblog waardevol moest zijn voor de lezers. “ I try to hold the middle ground at the meaning of my blog and sway around the topic to create positive motive in my audience to stimulate new ideas in him/her and let him/her to interact with me on the same subject. It’s like dancing together.” (I3, M, 32) “ I normally open a discussion among my readers on a topic which is interesting for me e.g. a society related issue. I like to see my readers interact with me as well as with each other, it gives me a sense of pleasure watching everyone come together and talk online.” (D12, V, 30)
Uit de reactie van de respondenten kon worden opgemaakt dat bij de creatie van betekenis in de eigen weblog, de feedback van de lezers belangrijk is. Dit hangt enerzijds samen met het journalistieke motief om lezers te voorzien in een constante kwaliteit van informatie en anderzijds hangt het samen met het aanbieden van onderwerpen die lezers uitnodigden om met elkaar in discussie te gaan.
59
4.3.5 Overige motieven Iraanse diaspora Over de motieven uitlaatklep, beïnvloeding, journalistieke aspiraties en betekenisgeving was een groot deel van de respondenten het met elkaar eens. Deze motieven kunnen dan ook worden gekenmerkt als de hoofdredenen om een weblog te beginnen. Toch gaf een aantal respondenten in de diaspora aan naast bovengenoemde motieven, ook andere redenen te hebben gehad een weblog te beginnen. Deze motieven konden achtereenvolgens worden verdeeld in persoonlijke motieven (iets voor ‘jezelf’ doen) en maatschappelijke motieven (iets voor ‘anderen’ doen). Onder persoonlijke motieven vielen onder meer het gemak waarmee een weblog bijgehouden kan worden, de mogelijkheid om een netwerk op te bouwen en de mogelijkheid om naamsbekendheid te kunnen genereren voor een eigen bedrijf of boek. Hierbij kan tevens een link worden gelegd met het motief journalistieke aspiraties, omdat de respondenten met een specifiek doel in gedachten schrijven en hopen zich zodoende in de toekomst beroepsmatiger breder te kunnen ontwikkelen. “ Ik denk dat in de 21ste eeuw het netwerken het belangrijkste kapitaal is wat iemand kan hebben. Omdat de verbinding tussen mensen, zowel fysiek, logistiek als kwalitatief veel makkelijker en sneller wordt. Je kunt veel makkelijker verbanden leggen en veel makkelijker contacten leggen. Dus connectie is heel makkelijk.” (D3, M, 28) “ Bij mij was het ook een beetje een strategische keuze, omdat het binnenkort ook goed zal staan op mijn CV en wellicht zou het me kunnen helpen bij het vinden van een stage. Dus het is een beetje een combinatie geweest. Ik vind het heel erg leuk om mijn kennis en passie te delen met anderen, maar ik vind het ook belangrijk dat ik er in een later stadium wat uit zou kunnen halen voor mijn werk of mijn toekomstige carriére.” (D7, V, 24)
Hoewel bovenstaande motieven behoren tot persoonlijke motieven en veelal dienen als een manier om zelf van een weblog profijt te hebben, gaven twee respondenten aan een weblog te zijn begonnen om maatschappelijke motieven, namelijk om het Iraanse volk een hart onder de riem te steken. Zij waren van mening dat het belangrijk is om te laten zien dat wij als Iraanse Nederlanders aan de mensen in Iran denken en het beste met ze voor hebben. Op de vraag waarom dit motief zo belangrijk is voor jongeren die in de diaspora wonen, antwoordde een van de respondenten als volgt:
60
“ Mijn volk. Zij geven hun leven letterlijk, zij sterven voor hun idealen of besteden hun leven in een verrotte gevangenis ergens omdat ze vechten voor vrijheid. En dan denk ik dat 3 uur per dag actief met de situatie bezig zijn het minste is wat ik kan doen om mijn steentje bij te dragen” (D9, M, 30)
De volgende hoofdmotieven blijken van belang te zijn om een weblog te beginnen en te onderhouden: de mogelijkheden van een uitlaatklep, de mogelijkheid tot beïnvloeding, journalistieke aspiraties en betekenisgeving. Wel zijn hierbij duidelijke verschillen waarneembaar tussen de motieven van respondenten in de diaspora en in Iran. Voor de respondenten in de diaspora is het vooral belangrijk om anderen te kunnen beïnvloeden over religie en politiek, terwijl respondenten in Iran meer bewustwording willen creëren bij de lezers buiten Iran over de Iraanse cultuur gezien vanuit hun perspectief. Daarnaast hechten respondenten in Iran meer belang aan het verbeteren van hun journalistieke vaardigheden om hiermee betekenis te kunnen geven aan de artikelen op hun weblog. Voor de respondenten in de diaspora is het vooral belangrijk dat ze hun journalistieke vaardigheden verbeteren om in de toekomst zelf iets uit hun carrière te kunnen halen. 4.3.6 Stoppen Zoals vermeld waren twee respondenten in de diaspora op het moment van schrijven gestopt met hun weblog. Gelet op het totale aantal respondenten (23) is dit relatief laag en kan gezegd worden dat het overgrote deel van de respondenten nog steeds actief is in de blogosphere. Toch gaf ongeveer de helft van de respondenten aan sinds de verkiezingen in 2009 ofwel minder, ofwel op een andere manier te bloggen. Voor de twee respondenten die zijn gestopt met hun weblog, was het ontbreken van genoeg kennis en een mate van angst de reden om uiteindelijk geheel te stoppen met hun weblog. “ Eigenlijk toen ik ermee bezig was toen had ik opeens het gevoel van wat ben ik aan het doen? Is het wel aan mij om dit soort dingen op mijn blog te zetten en te gaan voor zitten schrijven hoe de situatie anders zou moeten in Iran? En dat vond ik niet.” (D4, M, 27)
Daarnaast was voor een van de respondenten in Iran angst de reden om op een andere manier te bloggen. Na de verkiezingen zouden weblogs en het internet in Iran nog
61
meer worden gecontroleerd dan voorheen, waardoor deze respondent het gevoel kreeg niet meer over gevoelige onderwerpen op zijn weblog te kunnen spreken. “ Following the elections of last year it was difficult for me to continue the day-to-day observations without getting into topics that I feared would affect my safety and security. Following the elections my perspective on Iran changed dramatically for which any writing I would have wanted to do would not have followed in style with the generally style of the writing. Before the elections I was more a curious unbiased observer, but the events following the election invested me in a way that I could not write without anger, fear and sadness.” (I5, M, 32)
Twee respondenten in de diaspora en de helft van de respondenten in Iran wees tot slot op de rol die de beschikbare tijd heeft gespeeld bij het verminderen van het aantal updates van een weblog. Een weblog bijhouden zou volgens hen een intensieve bezigheid zijn en daarom niet goed passen in het snelle nieuwsklimaat waarin Iran zich het afgelopen jaar heeft bevonden. De opkomst van andere social media, in het bijzonder Facebook en Twitter, werden genoemd als alternatieve manieren om anderen op een snelle en interactieve manier op de hoogte te houden van de gebeurtenissen in Iran. Bij de impact van Facebook en Twitter wordt verderop in deze studie uitgebreid stilgestaan (p. 74). “ Zo zie je hoe snel het gaat, het verspreiden van nieuws. En tja, het is niet mijn keuze geweest hoor om een beetje te stoppen met bloggen. Het is iets dat je wordt opgelegd door de maatschappij. De wensen van de maatschappij dwingen me om te voldoen aan hun eisen door te kiezen voor interactie en snelheid, in plaats van mooie verhalen op mijn weblog.” (D10, M, 28)
De uitspraken van de respondenten over de impact van de presidentiële verkiezingen in 2009 en de opkomst van Facebook en Twitter komen overeen met bevindingen van Faris en Zittrain (2009). Zij stelden eerder dat dergelijke micro-blogs beter resistent zijn tegen het blokkeren van het Iraanse regime en dit steeds vaker worden gebruikt door Iraanse bloggers om verslag te doen van de hedendaagse gebeurtenissen. Daarnaast kan de uitspraak van respondent D10 worden gekoppeld aan de theorie van Goffman (1963) aangaande sociale restricties in de publieke ruimte. Hieruit kan worden opgemaakt dat zelfs respondenten die in Nederland wonen, de druk van sociale restricties in Iran voelen en hun blogstijl hierop aanpassen.
62
4.4 Censuur en zelfcensuur De vele democratiserende mogelijkheden van het internet zijn ook het Iraanse regime niet ontgaan. Vooral de respondenten in Iran stelden dat staatscensuur op gebied van media en internet sinds de verkiezingen van 2009 alleen maar scherper is geworden. Het Iraanse regime zou erachter zijn gekomen dat een kritisch publiek debat niet goed plaats kan vinden als er sprake is van staatscensuur of propaganda. Door de toepassing van censuur op alle mogelijke manieren zou het regime proberen om informatie naar de buitenwereld toe te vervormen en te manipuleren. Welke vormen deze censuur aanneemt en hoe de respondenten hiermee omgaan, wordt besproken in deze paragraaf. 4.4.1 Filters Het gebruik van filters blijkt een van de meest toegepaste en veelvoorkomende vormen van censuur te zijn in Iran. De vrijheid van de Iraanse bevolking om elkaar online op te zoeken en de vrijheid om op zoek te gaan naar onafhankelijke informatie op het web, zouden zelfs hebben bijgedragen aan de creatie van een Iraanse cyber army, die de op een na grootste ter wereld is na de nummer 1 China (CNN, 2009). Vijf respondenten in de diaspora en vijf respondenten in Iran gaven aan zelf het slachtoffer te zijn geworden van filtering en hun weblog hierdoor kwijt te zijn geraakt. Wanneer een weblog eenmaal gefilterd is door het Iraanse regime, ben je als schrijver al je tekst kwijt en is er weinig tot geen mogelijkheid om deze terug te halen. De respondenten wezen op het grote verdriet dat zij voelden toen de filters van het regime ook hen hadden geraakt. “ When my blog started to get big, they shut it down. The Iranian government started to realise that blogs were dangerous for them, so they started to stop blogs and shutting down blogs time by time. And because of the difficulties to write blogs in Farsi at that time6, because it was a governmental blog system they could very easily shut down everything. I lost lots of articles, I lost everything.” (D5, M, 32)
6
Met moeilijkheden om in het Farsi te schrijven doelt deze respondent op de begin jaren negentig, waarin een gebrek was aan Westerse weblog providers die de mogelijkheid boden om in Arabische karakters te schrijven. Tegenwoordig bieden ook Westerse weblog providers de mogelijkheid om in andere tekens dan de Europese te kunnen schrijven.
63
“ Doordat ik de Engelse taal niet genoeg beheerste was ik gedwongen om via Iraanse weblog providers te schrijven. Het nadeel daarvan is dat het regime heel makkelijk iedereen kan controleren en heel snel kan zien wat zich allemaal online afspeelt. Het regime kon zelfs bepaalde weblogs blokkeren als ze het niet zouden vertrouwen. En dat is mij ook gebeurd. In een klap waren al mijn herinneringen en al mijn posts verdwenen. Dat heeft me toen ontzettend geraakt, ik werd daar echt verdrietig van. Ik had het gevoel dat ik mijn vrienden was verloren.” (D10, M, 28) “ We can write everything but the government will filter us regardless. So even though we have a freedom of writing what we want, the chance that it will be published is very small because of the governmental control.” (I1, V, 31)
De respondenten in Iran bestempelden de staatscensuur als een stuk agressiever sinds de verkiezingen van 2009. Het regime had in de beginjaren van het ontstaan van weblogs niet in de gaten welke invloed deze zouden kunnen hebben op de democratisering van de Iraanse samenleving. Pas tijdens de verkiezingen begon het regime in te zien dat weblogs in grote mate nieuws aan het verspreiden waren en besloot toen grootschalig in te grijpen. “ Internet censorship has gotten much worse in the past year during the elections. I can safely say that it is close to closing pretty much every website out there. Every single website that is foreign and every single weblog is being filtered now before they can hit the Iranian web.” (I11, V, 26) “ I have to say that the Internet censorship in Iran has become much worse since the 2009 elections. A black list has been introduced and many bloggers are on that list now. These days, nearly all Internet websites in Iran are being filtered first and have to be approved by the Iranian government.” (I8, M, 28)
Volgens Jordan (1999) is een van de manieren om macht van een groep af te nemen het ontzeggen van informatie en het gebruiken van geweld. De filtering van het Iraanse regime komt hiermee overeen, omdat het de Iraanse internetgebruikers de kans ontneemt om zichzelf volledig te kunnen uiten zonder gevaar voor afsluiting van hun weblogs. Een van de respondenten heeft Iran zelfs moeten ontvluchten wegens zijn vele politieke online activiteiten. Tijdens het afnemen van het interview gaf deze respondent aan zich als vluchteling in Turkije te bevinden. Hij verklaarde dat zijn weblog was gecensureerd in Iran en dat hij wegens zijn politieke online activiteiten was veroordeeld tot executie:
64
“ I am still awaiting my trial and am currently a refugee. Because of the many activities that the Islamic Republic of Iran has set out against activists in Iran, I was forced to leave my country on July 12th, 2009. That is the price you have to pay to fight for freedom in Iran.” (I8, M, 28)
Een aantal respondenten bekritiseerden en oordeelden hard over de werkzaamheden van Westerse organisaties, die apparatuur en materialen aan de Iraanse overheid verkopen om de monitoring- of filteractiteiten te ondersteunen. Verschillende respondenten namen hierbij het telecommunicatiebedrijf Nokia/Siemens onder vuur. Dit bedrijf zou geavanceerde netwerkapparatuur hebben verkocht aan Iran om mobiele telefoongesprekken te kunnen aftappen en internetactiviteiten nauwkeurig te kunnen monitoren. De respondenten waren van mening dat Nokia/Siemens door deze verkoop had bijgedragen aan het opsporen en gevangen zetten van Iraanse dissidenten. Deze respondenten hebben het bedrijf dan ook inmiddels geboycot. “ Je mag ethisch gezien best wel stellen van wacht eens even Nokia, waar heb je het over, mag je zoiets wel doen als er zoveel vrijheid op het spel staat? En daar heeft Nokia uiteindelijk ook wel een klap van gekregen en ik heb ook op hun blog wel vrij hard uitgehaald naar ze hoor. Wel anoniem, maar ik heb letterlijk gezegd dat het een hypocriet klotebedrijf is, want ik kan hun gewoon niet meer vertrouwen.” (D4, M, 27)
Tot slot voerden de respondenten aan dat naast het filteren van weblogs, ook intellectuele websites van buitenlandse komaf niet veilig waren voor de censuur van het regime. Hieronder zouden onder andere de websites CNN en BBC vallen, maar ook de website YouTube. Deze filtering zou het voor ‘normale’ internetgebruikers die niet ervaren zijn met het omzeilen van censuur, moeilijk maken om nog aan onafhankelijke informatie te kunnen komen op het web. Alle respondenten in Iran gaven dan ook aan weleens moeilijkheden te hebben ervaren met het betreden van buitenlandse weblogs of websites. 4.4.2 Proxies en VPN
De toepassing van internetcensuur heeft het meeste invloed gehad op de respondenten die in Iran wonen. Zowel deze respondenten als respondenten in de diaspora praatten graag over manieren om de censuur te omzeilen en leken te weigeren zich zomaar neer te leggen bij de allesomvattende effectieve controle van het regime. In veel
65
gevallen gaven de respondenten elkaar en andere Iraanse internetgebruikers diverse tips om de filteractiviteiten van het regime te omzeilen. Zogenaamde proxy servers of VPN connecties kunnen hiervoor zorgen. Een proxy server bevindt zich tussen de computer van een gebruiker en de computer waarop de door de gebruiker gewenste informatie staat. Op deze manier kan via een omleiding toch de gewenste informatie bekeken worden. Een respondent in Iran vertelde hierover: “ Proxy sites may be the most common way to filter through. It comes with the necessary problems, like the government beating the bloggers to it or some proxy servers that don’t work temporally. Proxy software used to be only for the trained internet users, but because of the events last year many regular internet users have turned into active internet users with more skills about proxy software. It’s more common to use it now and more easily available.” (I8, M, 28)
Een VPN connectie werd door respondenten aangekaart als een alternatieve manier om censuur te omzeilen met behoud van vertrouwelijkheid over een bestaande verbinding. Ook bij een VPN connectie kunnen gebruikers via een omleiding op een netwerk komen dat anders gesloten of gefilterd zou zijn door censuur. Ook van deze mogelijkheid werd door de respondenten in Iran gebruik gemaakt, al werd deze wel als ingewikkelder omschreven dan het gebruik van proxies: “ The use of VPN software is a little more difficult, because it is more expensive and you have to have professional knowledge of installing the software and using it properly. Before the elections many companies sold VPN software publicly, but after the elections this has been more under the radar, because it would be characterised as too American. The Islamic Republic would not work with VPN vendors after the elections. VPN systems work in a way that you can connect to a computer in another country cluster, and browse the internet from the computer you are connected to. Due to the lack of the availability of VPN in Iran, users who use VPN to help friends who are abroad are providing this service. Overall I believe that the filtering of information and censorship in Iran is a very serious obstacle for many Iranians.” (I8, M, 28)
Verschillende respondenten noemden al deze omzeilingen echter een ‘kat en muisspel’. Met de komst van nieuwe technologieën zou niet alleen de Iraanse internetgebruiker slimmer zijn geworden in het omzeilen van censuur, maar ook het Iraanse regime gewiekster zijn geworden in het omzeilen van proxies. Beide partijen zouden telkens weer nieuwe manieren vinden om de ander te verhinderen in het bereiken van zijn/haar doel. Er heerst een groot saamhorigheidsgevoel onder de
66
respondenten in de diaspora en Iran, waarbij de respondenten in de diaspora aangaven graag te willen helpen bij het aanbieden van proxies. “ En wat ik ook doe is proxy servers uit Amerika die dan daar gemaakt worden, die zet ik ook op Facebook zodat mensen uit Iran die kunnen gebruiken om op bepaalde websites te kunnen komen. Maar het probleem is dat je vaak niet kunt zien of een proxy dan een virus is die door het regime erop is gezet of niet. Dus ik zet meestal de enige erop die ik echt vertrouw. Dan worden die weer geblokkeerd, maar dan vinden zij weer nieuwe proxy servers die dat andere konden omzeilen. Dus het is echt een soort kat en muisspel.” (D9, M, 30)
Vrijwel alle respondenten in de diaspora en Iran gaven echter hoopvol aan dat de Iraanse internetgebruikers de strijd om censuur uiteindelijk van het regime zullen winnen. Een van de respondenten noemde de filteractiviteiten van het regime ‘dweilen met de kraan open’. Het zou een kwestie van tijd zijn dat het regime de controle over censuur zou verliezen en de Iraanse bevolking vrij over het internet zou kunnen beschikken. “ I believe that any censorship is a call for breaking the walls, I did the same like so many others. I broke their filtering through so many software programs and there are still so many creative solutions in interfacing filtering in Iran (…) It shows that we need a global support and a global solidarity to fight censorship and I find it great!” (I7, V, 22) “ Omdat de geschiedenis ons dat leert, elke geschiedenis. Een dictatoriaal regime zal uiteindelijk vallen. In Iran zijn ze elke dag met censuur bezig, daar kunnen ze er niet zomaar voor weglopen. Ze kunnen niet normaal functioneren in de maatschappij, vrouwen worden onderdrukt, ze kunnen niet zeggen wat ze willen, bepaalde mensen worden voorgetrokken, jongeren kunnen niet normaal naar universiteiten. Ik denk niet dat mensen in Iran dat zomaar zullen accepteren.” (D10, M, 28)
De wil van de respondenten om de internetcensuur van het Iraanse regime actief te willen omzeilen, komt sterk overeen komt met de bevindingen van Coleman en DyerWitheford (2007). Zij spreken over de opkomst van een nieuwe groep internetgebruikers, waarbij de grens tussen producenten en consumenten nog meer dan voorheen vervaagt en internetgebruikers een multi-dimensionaal karakter krijgen. Dit multi-dimensionale karakter uit zich bij de respondenten in een wil om telkens nieuwe manieren te vinden om het censuur van de overheid te omzeilen en om nieuwe content te kunnen produceren, ofwel vrije informatie. Daarnaast kan uit bovenstaande
67
uitspraken worden opgemaakt dat actieve internetgebruikers steeds meer kennis tot zich nemen en door deze technische kennis bevrijd worden van de dagelijkse onderdrukkingen. Vooral voor vrouwen, minderheidsgroeperingen in de samenleving en geschoolde jongeren zal deze kennis helpen om meer vrijheid te verkrijgen (Golkar, 2005). 4.4.3 Zelfcensuur
Uit angst voor de gevolgen van hun online activiteiten, passen respondenten in zowel de diaspora als in Iran voor de zekerheid zelfcensuur toe. Naast de controle en censuur van het Iraanse regime vinden er namelijk ook intimidatie en bedreigingen plaats in de digitale wereld. Zeven respondenten in de diaspora en vier respondenten in Iran gaven aan weleens bedreigingen op hun weblog te hebben ontvangen. Deze bedreigingen waren afkomstig van ofwel bezoekers van de weblog, ofwel leden van het Iraanse regime zelf. Deze bedreigingen zorgen niet voor angst bij de respondenten, maar zijn eerder onaangenaam en worden meestal direct verwijderd. “There were some threats. Mostly in the comment section they would say that they would stop my blog and they would punish me, but I always deleted those comments, I didn’t want them to be there. But mostly I thought it was nonsense. I believe that when you are going to do such a job with political danger, you know that there is always some threats and danger there so you accept it.” (D5, M, 32) “ There was a time Kayhan newspaper republished one of my posts and threatened me. It lasted for a month and kayhan published some articles and asked the intelligence force to arrest me. Nothing happened, but it could have. It’s just a choice that you make when you start blogging in a country like Iran. I take the risks, as long as I can try to make a change.” (D11, M, 28)
Bovenstaande uitspraken geven aan dat de respondenten in de diaspora bereid zijn om met online bedreigingen te worden geconfronteerd, zolang ze het gevoel hebben dat ze met het bloggen anderen kunnen helpen. Het was opvallend dat meer dan de helft van de respondenten in Iran aangaf geen bedreigingen op de eigen weblog te hebben ervaren. Volgens velen kwam dit door dat Iraanse bloggers er meestal voor kiezen anoniem te blijven, zodat het moeilijk is om achter hun identiteit te komen. “ Not personally, because I used a pseudonym to stay out of trouble. I have to keep myself from doing a lot of things I would like to do though, like give interviews to television channels and so on. But the
68
good part is that due to that, nobody can ever physically threaten me because they don’t know who I am!” (I8, M, 28)
Van de 23 respondenten gaf slechts één respondent uit Nederland aan zijn eigen naam te gebruiken op zijn weblog. Alle overige respondenten zeiden online ofwel een pseudoniem te gebruiken, ofwel geheel anoniem te blijven. Voor velen was angst de drijfveer om hiertoe te besluiten. De respondenten wilden vooral hun families en vrienden niet in gevaar brengen en besloten daarom om hun weblog niet onder hun eigen naam te publiceren. Velen vonden het daarnaast onbelangrijk of iemand online een echte naam gebruikt of niet. In de wereld van weblogs gaat het er juist om wat iemand te vermelden heeft en niet of iemand zijn of haar echte naam gebruikt. “ Not on my personal blog. I use the pseudonym of "ddmmyyyy" which is my initials put in the format of the British date format, referring to time passing. I don't think it's important what name appears on the blog. I still don't know "Pedestrian's" name at sidewalklyrics.com or whether "Naj" at iranfacts.blogspot.com is actually Naj. It's an online thing, you can be a character of your choice and not necessarily your birth given name. ddmmyyyy was a perfect fit for the project.” (I5, M, 32)
De mogelijkheid om als Iraniër anoniem een weblog bij te houden werd door vrijwel alle respondenten als belangrijk ervaren voor het uiten van politieke opinies. Anonimiteit geeft bloggers een mate van vrijheid en maakt het mogelijk om gedachten die als taboe worden beschouwd te kunnen uiten. “ Weblogs geven Iraanse jongeren de vrijheid om zichzelf te blijven, maar tegelijkertijd geeft het ze ook bescherming. Dus alle frustraties en alle gedachten konden ze erop zetten. Het is echt dubbel, vrijheid en bescherming tegelijk. En dat is ook heel belangrijk voor de situatie in Iran, het is een soort taboebreker. Dat ze gewoon makkelijker, ook al kennen beide partijen elkaar, openlijker met elkaar kunnen communiceren. Dat vond ik echt merkwaardig.” (D6, V, 40)
Het paradoxale aan bovenstaande uitspraak is dat hoewel de Iraanse internetcultuur niet open is, omdat gebruik wordt gemaakt van anonimiteit en pseudoniemen, men het gevoel heeft openlijker met elkaar te kunnen communiceren. Alexanian (2008) verklaart dit door te wijzen op de Iraanse cultuur. Omdat tegenwoordig nog steeds veel onderwerpen taboe zijn, biedt anonimiteit Iraanse internetgebruikers een kans om onderwerpen te bespreken die in de fysieke publieke ruimte niet bespreekbaar zouden zijn.
69
Zelfcensuur werd tot slot ook toegepast door bepaalde onderwerpen bewust te vermijden op een weblog. Zowel respondenten in de diaspora als die in Iran vermijden persoonlijke informatie op hun weblog. Hoewel dit voor sommigen ook te maken heeft met angst voor eventuele consequenties, is het voor velen meer een kwestie van karakter. Te veel persoonlijke informatie op een weblog werd ervaren als ongepast. Bovendien zou het afbreuk kunnen doen aan de kwaliteit van een weblog. “I do publish personal information but not in the form of contact detail. I try to transform my personal stories into fiction and write it down as a way to clear my head.” (I9, V, 22) “ Ik probeer meestal op politiek vlak te blijven en problemen aan te kaarten die juist over de huidige problemen in Iran gaan. Ik ga geen persoonlijke dingen erop zetten of dingen die er helemaal niks mee te maken hebben. Want als ik zulke dingen erop zou zetten, dan kan ik wel 24 uur per dag met mijn blog bezig zijn.” (D9, M, 30)
Respondenten in de diaspora vermeden naast persoonlijke informatie ook het afkraken of beledigen en het noemen van namen van derden op hun weblog. Anderen afkraken of beledigen werd onder andere afgedaan als opportunistisch en onfatsoenlijk. Namen van derden noemen zou daarnaast fatale consequenties kunnen hebben voor de persoon in kwestie, in het bijzonder wanneer deze persoon in Iran zou wonen.
Tot slot vermeden respondenten in Iran het uiten van zware politieke meningen op hun weblog. De reden hiervoor was dat de angst om opgepakt te worden te groot was. Slechts één respondent in Iran gaf aan simpelweg niet om politiek te geven en er daarom niet over te schrijven. De overige respondenten hadden er graag over geschreven, maar achtten het risico te groot. “ Politics, it has two reasons. The first reason is because of security and lack of freedom. It is too dangerous to write about politics these days. The second reason is that I prefer to write about my personal life in my own blog. Like I said, power in weblogs does not have to mean that you can necessarily change politics. It means also this; that I am capable of writing about my personal life.” (I11, V, 26)
Gesteld kan worden dat de respondenten verschillende vormen van zelfcensuur toepassen om zichzelf tegen de strenge maatregelen van het Iraanse regime te beschermen. Deze zelfcensuur uit zich in anonimiteit of schrijven onder een
70
pseudoniem, het vermijden van persoonlijke informatie, het vermijden van namen van derden en het vermijden van expliciete politieke opinies. In tegenstelling tot bevindingen van Golkar (2005), spelen traditionele Iraanse culturele waarden nog steeds een rol bij de publicatie van een online identiteit. Hoewel de Iraanse respondenten aangeven zichzelf online te willen uitdrukken, doen zij dit niet door persoonlijke informatie te publiceren. Hieruit blijkt dat het in de Iraanse cultuur nog steeds niet gepast is om in de publieke ruimte veel van de eigen persoonlijkheid vrij te geven (Lynch, 2000). De respondenten in de diaspora conformeren zich aan Westerse etiquetten, door bijvoorbeeld niet openlijk derden af te kraken of te beledigen. Cultuur speelt in beide gevallen nog steeds een grote rol en vormt de visie op wat wel en niet gepast is om te publiceren. 4.4.4 Paradoxen en metaforen
Bij de bespreking van het onderwerp (zelf)censuur werd Iran door verscheidene respondenten ook wel paradoxaal genoemd. Hiermee worden tegenstrijdigheden binnen het land geïmpliceerd, ofwel botsingen tussen vooruitstrevende en traditionele waarden. Deze tegenstrijdigheid uit zich in het leven in extremen binnen het land als gevolg van de vele onderdrukkingen. Vooral voor de respondenten in de diaspora is Iran een land met twee gezichten. Een voorbeeld van tegenstrijdigheid binnen Iran, die veel werd genoemd, is de seksuele apartheid die het regime dagelijks propagandeert. Vrouwen worden ervan weerhouden zich alleen in openbare ruimten te vertonen en mogen bijvoorbeeld niet alleen reizen. Aan de andere kant ontmoeten jongens en meisjes elkaar dagelijks in taxi’s, op illegale feestjes of zelfs in openbare toiletten waar zij overmatig alcohol en drugs nuttigen. Volgens de respondenten in de diaspora zou de onderdrukking in Iran zorgen voor opstandigheid en zelfs losbandig gedrag onder veel jongeren. “ In Iran leven mensen echt een extreem dubbelleven. Dus, datgene wat er op straat gebeurt, daar zie je gewoon een heel gesloten maatschappij, omdat het gewoonweg niet mag. Maar zodra je naar binnen stapt, dan is het een heel andere wereld waarin mensen veel meer vrijheden, of waar mensen zichzelf veel meer vrijheden toedichten dan eigenlijk zou moeten, wat dan eigenlijk moreel zou mogen zeg maar.” (D2, V, 29)
71
Bovenstaande uitspraak toont nogmaals de twee gezichten die de Iraanse cultuur heeft aan en hoe dit afhankelijk is van de publieke en private setting. Terwijl de publieke wereld wordt gekenmerkt door opgedrongen Islamitische waarden wordt de private wereld gekenmerkt door extreem en ‘modern’ gedrag (Pollack, 2004).
Vrijwel alle respondenten in de diaspora en twee respondenten in Iran spraken naast de vele paradoxen in Iran over het veelvuldige gebruik van metaforen en codetaal om toch gevaarlijke onderwerpen online te kunnen uiten. Een manier om dit te doen was door een persoonlijk verhaal in de vorm van fictie te vertellen en hierin een politieke boodschap te verwerken. Vaak werd de zin “Alles is politiek in Iran” gebruikt om aan de duiden dat zelfs dagelijkse bezigheden teruggekoppeld kunnen worden aan politiek.
Volgens de respondenten in de diaspora heeft de Iraanse samenleving tot slot leren omgaan met de censuur en onderdrukking door hun mening altijd met een ‘twist’ te brengen. Ook zou de Iraanse samenleving een leercurve hebben doorgemaakt daar waar het aankomt op schrijven over het eigen leven. Een aantal respondenten in de diaspora die nog tot voor kort in Iran woonden, vertelden over de vele culturele tradities van Iran waarbij het niet gepast is om in het openbaar te spreken over je persoonlijke levensverhalen. Nog steeds zouden dan ook veel metaforen worden gebruikt om een persoonlijk verhaal te vertellen op een weblog. Volgens velen zou deze vorm van zelfcensuur de reden zijn waarom bloggers in Iran het regime steeds vaker te slim af zijn. “ In the end, the government can try all they want, but they have not managed to stop all the bloggers in Iran from keeping up their weblogs. They cannot destroy them. One of the reasons that the government has failed to destroy the weblogs, is that many of their blogs are written in such a way that you cannot directly see the political statements. Many Iranian bloggers use metaphors and poems to shout out a hidden political message; very little bloggers just randomly scream their message out loud and clear. As a reader, you have to put the puzzle pieces together and find the hidden message. These non political websites and weblogs have played a very vital role in spreading the ideas of the new generation.” (D11, M, 28)
“ Kijk, het is ook tweezijdig. Alles wat we nu bespreken is ook niet politiek gerelateerd. Veel dingen hebben in Iran ook te maken met het gevoel en de culturele tradities die er heersen. Politiek is een dagelijks terugkerende kwestie in het leven van Iraniërs, maar het is niet het enige dat verboden is om
72
openbaar over te spreken. Daarom gebruiken we mooie schrijftaal, mooie metaforen en andere geheime manieren om toch onze mening te kunnen uiten. Het hoort bij Iran.” (D10, M, 28)
Iran wordt door alle respondenten gekenmerkt als een paradoxaal land. Het gebruik van metaforen om een politiek of sociaal gevoelig onderwerp te kunnen uiten, hangt wederom samen met de Iraanse culturele traditie van schrijfstijl. Iran staat bekend als een land met een rijke dicht- en schrijfkunst en het gebruik van metaforen om ware gevoelens te uiten is voor veel Iraniërs een eeuwenoude gewoonte (Alavi, 2005). Deze gewoonte blijkt ook bij de jongere generatie nog steeds te bestaan.
4.5 Zelfexpressie en identiteit Omdat jongeren in Iran door de onderdrukking van het regime ervan worden weerhouden hun eigen identiteit openlijk uit te drukken, gebeurt dit des te meer online. Een weblog gunt lezers een blik in het leven van de schrijver en de schrijver kan ervoor kiezen zelf een identiteit aan te nemen die bij hem of haar past. Dit geldt niet alleen voor bloggers in Iran. Ook bloggers in de diaspora kunnen zichzelf online uiten zoals zij dat willen en hierdoor een eigen identiteit creëren. Hoe deze identiteit wordt gecreëerd en uitgedrukt staat centraal in deze paragraaf. Een aantal respondenten omschreef weblogs zelfs als van levensbelang zijnde bij de creatie van een eigen identiteit. 4.5.1 Nieuwsverstrekking
Al eerder kwam in deze studie naar voren dat nieuwsverstrekking een belangrijk motief was voor veel respondenten om een weblog te beginnen. Vrijwel alle respondenten gaven daarnaast aan dat ze hun online identiteit verlenen aan de mogelijkheid om als eigen journalist nieuws over Iran naar buiten te brengen, wat gelinkt werd aan het motief journalistieke aspiraties. De respondenten omschreven de invloed van weblogs op de distributie van politieke opinies als ontzettend groot. Het merendeel van de respondenten publiceerden nieuws die lezers dichterbij de waarheden van Iran kon brengen. “ Because the only way to access news when you don’t live in Iran and you want to know the real Iran, is by reading blogs from Iranian bloggers. I feel like the news that is published on Iranian blogs is much more often correct than official news stations.” (I, V, 22)
73
Daarnaast werd aangegeven dat ten tijde van de verkiezingen in Iran, de samenwerking tussen Iraanse jongeren en de Iraanse gemeenschap buiten Iran bepalend is geweest voor de nieuwsverspreiding van actuele gebeurtenissen. De Iraanse gemeenschap buiten Iran zou met behulp van de Westerse vrijheden kunnen bijdragen aan het democratiseringsproces in Iran. Door het gebruik van het internet en weblogs zou zo een samenwerking tot stand kunnen komen die niet langer gebonden is aan tijd of landsgrenzen. Aan de ene kant kunnen Iraniërs binnen Iran de gebeurtenissen filmen op straat. Iraniërs buiten Iran kunnen op hun beurt helpen deze beelden en informatie naar buiten te brengen naar een groter publiek zonder veel risico te lopen. Zo kan in de Westerse wereld de bewustwording worden versterkt van de vele sociale en culturele kwesties die in Iran spelen. “ I always enjoy considering the impact that blogging has had on the established media both in providing content and contending content. I have many friends in Iran that are journalists for international publications and in each case they often refer to blogs or at least take lead on articles based on blogged content.” (I5, M, 32)
“ People inside had a major role in informing those who are outside the country. I believe that during the elections of last year, it were mostly the people inside Iran who provided the world with the best news. It was tough and real and represented the situation like it was.” (D12, V, 30)
Bovenstaande uitspraken illustreren het belang van burgerjournalistiek gekoppeld aan de eigen identiteit. Ook Hamedani (2009) stelt dat sinds de verkiezingen in 2009 Iraanse weblogs een grote rol spelen in het publiek maken van de wanpraktijken in Iran. Slechts één respondent in de diaspora en twee respondenten in Iran zeiden hun identiteit niet te ontlenen aan burgerjournalistiek. Deze gaven aan dat hoewel nieuwsverstrekking een belangrijke vorm van zelfexpressie is, de invloed hiervan op de distributie van politiek ideeën in Iran minder groot is dan door velen wordt beweerd. Een respondent in Iran gaf hiervoor de volgende verklaring: “ I feel like the impact is being exaggerated sometimes. If elsewhere, perhaps the effect would have been large but in Iran the media is so controlled. The closure of many newspapers led bloggers to use their blogs as a way to release news to the outside world. But these bloggers used no comments and no analysis, so in my opinion were not very objective. It is much easier distributing news through sources such as Twitter and Facebook, than it is through weblogs.”
74
Deze verklaring was overigens niet de eerste keer dat de social media websites Facebook en Twitter werden genoemd als vormen van zelfexpressie. Veel respondenten gaven aan dat deze twee websites en Facebook in het bijzonder, een grote inhaalslag in Iran hebben gemaakt sinds de verkiezingen in 2009. 4.5.2 Facebook
Opvallend genoeg zeiden vrijwel alle respondenten steeds minder gebruik te maken van hun persoonlijke weblogs en steeds meer tijd door te brengen op de social media website Facebook. Facebook wordt door de respondenten als communicatiemiddel gebruikt voor zowel persoonlijke, sociale als politieke doeleinden. Facebook kwam onder de respondenten naast weblogs naar voren als de grootste informatieverstrekker in relatie tot de actuele gebeurtenissen en de afgelopen verkiezingen. De respondenten gaven ook aan zelf veel gebruik te maken van Facebook om op de hoogte te blijven van het nieuws in Iran. Een aantal respondenten zei zichzelf meer bloot durven te geven op een Facebook pagina, omdat deze minder makkelijk voor het regime op te sporen was. Over het algemeen werd Facebook door respondenten in Iran als veiliger en vrijer van censuur ervaren dan een persoonlijke weblog. “ In Facebook I share political news to inform others. I feel like Facebook is a little saver for me to do so.” (I11, V, 26) “ Hoe ik mezelf eigenlijk een beetje op de hoogte heb gehouden is vooral via Facebook, waar een aantal hele actieve Iraniërs het nieuws erop zetten. En dat nieuws was dan afkomstig van zowel Westerse media, als Twitter, als eigen reportages en dat vond ik een fijne afwisseling. Ik denk dat je zoveel mogelijk bronnen moet raadplegen om een compleet beeld te krijgen. Het is allemaal belangrijk: de stem van iemand die het meemaakt is belangrijk en hoe dat gerapporteerd wordt en wordt beschreven in de media is belangrijk. Het heeft allemaal een waarheid en deels onwaarheid.” (D8, V, 22)
Bovenstaande uitspraken bevestigen de bevindingen van Dreher (2009), die Facebook en Twitter kenmerkt als microblogs. Microblogs zijn websites waarop korte berichten kunnen worden geplaatst in de vorm van tekst of video. Deze blogs worden gekenmerkt door het real-time aspect, waardoor op een microblog berichten geplaatst kunnen worden die gaan over gebeurtenissen die zich op datzelfde moment afspelen,
75
waar ook ter wereld. Hierdoor kunnen respondenten in Iran de gebeurtenissen snel het web opsturen, zodat de respondenten in de diaspora deze kunnen oppakken en vrijwel direct op hun Facebook kunnen zetten.
Andere voordelen van Facebook waren volgens de respondenten de snelheid, het gemak en het bereik ervan. Vooral de respondenten in de diaspora gaven aan dat het schrijven op een weblog te veel tijd kost en niet past in het snelle straatbeeld van Iran. Facebook zou echter de mogelijkheid geven om door middel van korte posts veel lezers tegelijk te kunnen bereiken. Daarnaast kan het als netwerk worden gebruikt om verschillende mensen samen te brengen en een discussie te starten. Doordat lezers die elkaar niet kennen op andermans pagina informatie kunnen vinden over Iran, kan er op meerdere manieren een dialoog plaatsvinden tussen mensen met verschillende achtergronden en opinies. Deze discussies zijn bovendien niet gelimiteerd door tijd of landsgrenzen en zijn moeilijker te stoppen voor het Iraanse regime. Daarnaast is Facebook, in tegenstelling tot bloggen, volgens een aantal respondenten niet gebonden zijn aan klasse of opleiding. “ And everyday a new issue would pop up and you just don’t have the time to put all of it in your blog. So I became a Facebook bloggers somehow (…) The advantage of it is that it’s very fast and easy.” (D5, M, 32) “ It might be argued that blogging has decreased in favour of such a happening. What I mean is that the quick content and referred content such as status updates on Facebook gets observations out more rapidly and directly. Why blog in your own cave when you can refer to an article and have your comment placed above it - a sort of inverted blogging.” (I5, M, 32)
Deze uitspraken tonen aan dat het op een microblog zoals Facebook makkelijker is om een groot publiek te bereiken. Daarnaast gaven respondenten aan dat Facebook lezers kan mobiliseren. Vooral respondenten in de diaspora gebruikten Facebook om evenementen en demonstraties te organiseren. “ Daarom zei ik aan het begin ook dat ik mentaal in Iran woon en fysiek in Nederland. Als ik als activist contact wil blijven houden met mijn volk, met mijn mensen in Iran, dan moet ik dagelijks via het internet met ze bezig zijn. Ik heb geen andere keus. Snap je? Dus of ik het wil of niet, we zijn allemaal afhankelijk van het internet en Facebook. Het is mooi dat ik via Facebook acties kan organiseren om mijn volk zo te helpen.” (D10, M, 28)
76
Samengevat kan worden dat de microblog Facebook voor het merendeel van de respondenten dermate veel voordelen heeft, zoals snelheid en bereik, dat zij zich steeds vaker wenden tot het gebruik van deze microblogs. 4.5.3 Facebook versus weblogs
De meningen waren verdeeld onder de respondenten over de vraag of Facebook uiteindelijk de reden zou zijn dat het gebruik van weblogs zou kunnen stoppen. Ongeveer de helft van de respondenten was van mening dat het gebruik van weblogs uiteindelijk zou verdwijnen door Facebook. Zowel een gebrek aan tijd, moeilijke filtering als de vele mogelijkheden van Facebook zouden hier debet aan zijn. “ Facebook geeft me momenteel meer mogelijkheden die mijn weblog me niet kan geven. Op mijn blog kan ik schrijven, maar via mijn Facebook kan ik veel meer tegelijk. Ik kan schrijven, foto’s uploaden, met mijn lezers chatten en tegelijkertijd een vriendenkring opbouwen met mensen die dezelfde passie als mij delen.” (D10, M, 28) “ Nowadays, having a Facebook page in Iran is very ordinary and more and more bloggers are trading weblogs for Facebook. It is much harder for the government to filter Facebook, because there are so many profiles that they can never find all of them. Many advocates and opponents of the Iranian regime are on Facebook, as well as media personnel inside and outside of the country.” (I8, M, 28)
Toch wees een kwart van de respondenten ook op de tekortkomingen van Facebook. Omdat een persoon op Facebook eerst een netwerk moet opbouwen om boodschappen te kunnen verspreiden, zouden niet enorme hoeveelheden willekeurige mensen binnen korte tijd en in één keer kunnen worden bereikt. Facebook biedt daarnaast weinig mogelijkheden om een mooi verhaal te schrijven en dit zou volgens een aantal respondenten de reden zijn dat weblogs nooit helemaal zullen verdwijnen. “ Weblogs zijn plaatsen waar hele diepe en emotionele discussies kunnen ontstaan. Op Facebook zijn de discussies vaak oppervlakkig (…) omdat het heel publiekelijk is. Je kunt op weblogs diepere relaties opbouwen met je lezers, dat zijn toch voordelen van weblogs. Facebook en weblogs kunnen elkaars plek niet innemen, daarvoor zijn ze te verschillend.” (D10, M, 28)
77
De meningen van de respondenten zijn al met al verdeeld over de vraag of weblogs ooit zullen verdwijnen. Een deel van de respondenten erkent de mogelijkheden van Facebook als dusdanig groot, dat de behoefte aan het bijhouden van een weblog minder is. Het andere deel van de respondenten is echter van mening dat Facebook en weblogs makkelijk naast elkaar kunnen bestaan, omdat zij op verschillende manieren bijdragen tot het stimuleren en bewerkstelligen van veranderingen in Iran en de bevordering van democratie en vrijheid. Volgens deze groep kunnen gedachten en ervaringen uitgebreid worden opgeschreven in een weblog en zo uitgewisseld worden op Facebook, waardoor langzamerhand een groeiend netwerk van mensen kan ontstaan.
4.6 Verschillen Iraanse diaspora en Iran In de voorgaande paragrafen zijn vooral de overeenkomsten tussen de respondenten in de diaspora en respondenten in Iran besproken. Toch bleek ook een aantal belangrijke verschillen waarneembaar in de wijze waarop beide groepen gebruik maken van weblogs en het internet. Deze verschillen vinden in het bijzonder plaats op politiek vlak en vormen grotendeels de beeldvorming rondom de toekomst van Iran. Een uiteenzetting van deze verschillen staat centraal in deze paragraaf. 4.6.1 Politieke participatie Uit de interviews kon worden opgemaakt dat er een duidelijke scheiding is binnen respondenten in de diaspora en Iran tussen mensen die zeer actief betrokken zijn bij Iran en mensen die minder tot niet actief betrokken zijn. In totaal gaven vier respondenten in de diaspora en twee respondent in Iran aan minder of niet actief betrokken te zijn bij de Iraanse politieke situatie. De redenen die de respondenten in de diaspora hiervoor aanvoeren, waren het ontbreken van kennis en interesse over de situatie. Zij waren bovendien van mening dat het niet aan hen was om zich met de politieke situatie in Iran te bemoeien. “ Ik denk dat het niet mijn plek is om te bepalen voor Iraniërs in Iran hoe zij hun leven daar moeten gaan vormen. Ik denk dat ik me dan precies schuldig maak aan waar ik me af en toe zelf aan erger, en dat is die Westerse doctrine. Dus ik bemoei me niet zo met het politieke aspect ervan.” (D4, M, 27)
78
De twee respondenten in Iran zeiden door de jarenlange onderdrukking een aversie te hebben gekregen tegen politiek. “ NEVER. I hate politics, so for me it is not important. I have politics in my life everyday already; I don’t want it on my blog also. And also I don’t want to go to jail!!” (I1, V, 31) “ No. I don’t like it very much and I’m not politically active. Even on Facebook I don’t express that many political opinions of my own, just informational pieces.” (I11, V, 26)
De aversie tegen politiek die in bovenstaande uitspraken terug te lezen is, komt niet overeen met bevindingen van Golkar (2005), die het onder de aandacht brengen van politieke misstanden in Iran kenmerkt als een van de grootste motieven om een weblog bij te houden. Daarnaast kan de aversie verklaard worden uit de angst voor de eigen veiligheid, dat eerder is besproken in de paragraaf met betrekking tot censuur (p. 61). Deze groep niet-politiek actieve respondenten beschouwde het bijhouden van een weblog zelfs als zinloos wanneer het aankomt op het veranderen van de politieke situatie in Iran. Vooral de respondenten in de diaspora gaven aan dat weblogs als medium tekort schieten en niet krachtig genoeg zijn om een democratie op te kunnen zetten. Daarnaast waren zij van mening dat een echte verandering van binnenuit moest plaatsvinden en dus in Iran moest beginnen. Wel gaven zij aan dat het bijhouden van een weblog het volk een riem onder de hart kan steken en eventueel meer inzicht kan verlenen in hoe een democratie in het Westen werkt. “ Ik heb de protesten en demonstraties even gezien, en nou ja, life goes on (…) Op een gegeven moment denk je van is het aan mij of is het aan de jongeren in Iran om het te veranderen? Nee dat is niet aan mij. Het is echt aan de mensen daar om het land te hervormen waar ze in wonen.” (D4, M, 27) “ Niet door wat ik do met mijn blog. Een echte verandering moet in Iran gebeuren, daar kan ik helaas niet zoveel aan doen en daar heb ik weinig invloed op. Maar misschien kan ik ze helpen door op deze manier steun bij te dragen en te laten zien dat ik solidair ben met mijn volk.” (D9, M, 30)
Zes respondenten in de diaspora en alle overige negen respondenten in Iran gaven aan politiek actief te zijn en kenmerkten hun eigen weblog in de eerste plaats als een politieke weblog. Vooral de respondenten in Iran wezen op het belang van een weblog en waren van mening dat het bijhouden van een weblog zeker niet zinloos is en op
79
den duur een verandering in de samenleving teweeg kan brengen. De respondenten waren het er over eens dat politiek een essentieel onderdeel is van het Iraniër zijn. “ Politics is life in Iran. There is no way of getting around it. Very important. Because it is a subject of interest for me and also an important issue for all other Iranians. Like I said, it is an essential part of Iranian life.” (I4, M, 28) “ I guess that naturally I will have a political disposition and that is likely to show itself in the content I place online. Maybe I contend political opinions more than express them - either way, this is expression I guess. It is important for me to be able to contend political opinion (…) It is important for me to avoid the limiting of ideas, to dispute false information or to avoid the failings of history. With this ability the distribution of power is disseminated and the chances of fascist rule is restricted.” (I5, M, 32)
Van de actieve respondenten in de diaspora gaven ook deze aan dat bloggen absoluut niet zinloos is om verandering in de Iraanse maatschappij teweeg te brengen. Wel waren de meesten van mening dat deze verandering geleidelijk aan plaats zou moeten vinden en dat de rol van de weblogs vooral het bijbrengen van democratie zou zijn. “ Maar we kunnen onze ervaringen van een democratie delen met Iran. We kunnen ze vertellen hoe wij het hebben ervaren hier in Nederland en hoe het ook anders kan. En we hoeven daarbij niet het Nederlandse systeem en het Westerse systeem te verheerlijken, maar ook niet het verzwarten. En daarnaast moeten we gewoon er voor hen zijn, meedoen aan iedere demonstratie, dat vind ik heel erg belangrijk voor iedere Iraniër. En uiteindelijk zullen al die stappen leiden tot een verandering in Iran, dat weet ik zeker.” (D6, V, 40)
Hoewel de respondenten verschillen in hun mate van politieke participatie, blijkt het merendeel van de respondenten zich nog steeds betrokken te voelen bij de politieke situatie in Iran. Deze meerderheid strijdt met woorden op een weblog voor een vrij en democratisch Iran en het belang van democratie voor de Iraanse gemeenschap staat bij deze groep centraal. Deze groep is van mening dat de publieke sfeer in Iran geleidelijk ruimte zal maken voor verandering en rationele discussies, hetgeen op den duur zal leiden tot een democratie. Dat een rationele discussie de basis zou zijn voor een volwaardige democratie, is een punt dat door Habermas (1962) werd gemaakt.
80
4.6.2 Verbondenheid Verschillen waren ook waarneembaar in de mate waarin de respondenten in de diaspora zich verbonden voelden met de respondenten in Iran en andersom. Slechts drie respondenten in de diaspora gaven aan nog steeds een verbondenheid te voelen met de jeugd in Iran. Deze drie respondenten woonden overigens ofwel nog niet zo lang in Nederland, of waren op latere leeftijd naar Nederland verhuisd. Voor hen was het nog steeds moeilijk om Iran los te laten en het contact met Iraanse jongeren via het internet en hun weblogs was voor hen van essentieel belang in hun dagelijkse leven. “ Omdat ik nog maar kort geleden uit Iran ben vertrokken, merk ik dat Iran nog steeds een grote rol speelt in mijn dagelijkse leven en veel invloed op me heeft. Ik ben erg begaan met Iran, met het lot van de Iraanse bevolking en de toekomst van Iran. Ik heb Iran moeten verlaten als een vluchteling, waardoor het altijd moeilijk is om een nieuw bestaan op te moeten bouwen in Nederland. Fysiek ben ik hier, maar mentaal ben ik altijd in Iran.” (D10, M, 28)
De overige respondenten in de diaspora gaven allemaal aan het moeilijk te vinden om goed verbonden te zijn met de Iraanse jeugd. Dit zou onder andere komen door te grote verschillen in normen en waarden, een mate van ‘verwestering’ en weinig onderling contact met andere Iraniërs in de diaspora. Daarbij gaven de respondenten in de diaspora aan het vooral ‘Met de jeugd daar te doen te hebben’. De vele jaren in het Westen lijken echter een kloof te hebben gecreëerd tussen hun voormalige geboorteland en het dagelijkse leven in de diaspora en lijken soms zelfs te hebben geleid tot een vervreemding van zowel de Westerse, als de Iraanse cultuur. “ Ik twijfel erover. Want, als ik mensen ontmoet die uit Iran komen, dan voel ik me vervreemd. Als ik mezelf vergelijk met Iraniërs hier, dan heb ik het over van dezelfde leeftijd als jij en ik, dan voel ik me vervreemd. Als ik mezelf vergelijk met de gemiddelde leeftijdsgenoten in Nederland, dan voel ik me vervreemd. Ik weet niet zo goed waar ik dan wel bij zou moeten horen.” (D3, M, 28)
Het gevoel van vervreemding was overigens niet alleen waarneembaar bij de respondenten in de diaspora, maar ook bij de respondenten in Iran. Beide groepen gaven aan dat de jongeren in de diaspora makkelijk praten hadden en veel minder hadden te vrezen wanneer het aankomt op het uiten van politieke meningen dan de jongeren in Iran. De respondenten in de diaspora hadden het gevoel dat de jongeren in
81
Iran hen ‘kwalijk’ namen dat zij zich vanuit hun Westerse blik probeerden in te mengen in de politieke situatie in Iran. “ But the point is that sometimes the most people in Iran believe that because we are on the outside, we have no idea about what is going on in Iran. They are not mad, but I always have to explain them that I think about Iran everyday. And internet makes the world small so it doesn’t matter that I am not physically there, I am also living these issues with you guys. I can’t just sit here and do nothing.” (D5, M, 32)
Bovenstaande vermoedens van de respondenten in de diaspora over de gevoelens van de respondenten in Iran lijken te worden bevestigd in de interviews. Alle elf respondenten uit Iran geven aan dat weblogs die geschreven worden ‘binnen’ Iran een stuk echter zijn dan weblogs die door Iraniërs in de diaspora worden geschreven. Ook wisten zij te vermelden dat de focus van weblogs in Iran anders was dan de focus van weblogs van Iraniërs in de diaspora. “ This is an interesting question. There are noticeably different perspectives provided from both inside and outside Iran. I think this relates to reasons by which Iranians left and its effect on their view of Iran. For example, the Californian Iranian, those from "Tehrangeles" are noticeably detached or even disillusioned from the life of the Iranian residing in Iran. I find that the stage in which they left Iran becomes their continued view of how things are in Iran, like they are in stasis and the often harsh reasons by which they left cloud their view of Iran. This is then perpetuated by the externally developed media broadcast into Iran via satellite.” (I5, M, 32) “ Issues such as feminism, homosexuality, market economy etc. are considered more by the Iranian Diaspora bloggers than Iranians inside the country. Diaspora Iranians are more influenced by Western thoughts in analysis of developments whether in Iran or global in my opinion. And they adopt that view in their analyses of Iran’s political developments, sometimes erroneously in a way that shows they’ve been detached from Iran’s realities. I do seriously believe that immigration dispenses one from the reality inside the country.” (I6, M, 28) “ Bloggers living inside Iran have a better chance to be more realistic in their views. After all, they have direct access to Iran’s society and situation. Bloggers outside of Iran have the tendency to exaggerate the situation more, because they think that it may help the situation. I don’t believe in exaggerating, we should always try to remain objective about the political climate in Iran.” (I4, M, 28)
82
Hoewel uit bovenstaande uitspraken blijkt dat de respondenten in Iran graag realistisch willen blijven over de stand van zaken in Iran, is de vraag in hoeverre het mogelijk is om objectief dergelijke politieke misstanden aan te kaarten. Zo wees een aantal respondenten in Iran erop dat bloggers in de diaspora minder te verliezen hebben dan de bloggers in Iran. Opnieuw kwam het onderwerp angst bij veel respondenten ter sprake: “ Iranians outside Iran can live comfortable without being filtered. They don’t feel suffocated like we do.” (I9, V, 22) “ Yes, all the Iranian outside of Iran can access the information and news freely and they can share their opinions without fear. But in Iran the bloggers should be worried about everything they want to say. Also they cannot access everything they need for writing and after writing they cannot share it freely. That is a huge difference.” (I10, V, 26)
Desalniettemin wezen vrijwel alle respondenten in Iran er wel op dat ze de steun van Iraniërs in de diaspora hard nodig hebben om gehoord te worden. Zij benadrukten het belang van samenwerking om de actuele gebeurtenissen in Iran naar buiten te brengen. Zij vermeldden hierbij tevens dat de genoemde verschillen tussen Iraniërs ‘buiten’ en Iraniërs ‘binnen’ absoluut geen kritiek is, maar een observatie. “ In general and on the shell, bloggers living in Iran have a first hand idea of problems but don’t have a good access to unrestricted mediums. On the other hand, bloggers who live outside of Iran have the medium but don’t have the first hand experience about the problems happening in Iran. So we need both groups to be able to get a complete idea of what is going on in Iran. We need both groups to be able to fight for a free Iran and win this fight.” (I3, M, 32)
De verbondenheidkwestie tussen de respondenten in de diaspora en de respondenten in Iran is onderhevig aan de culturele normen en waarden waar beide groepen mee zijn opgegroeid. Respondenten in de diaspora die al lange tijd Iran hebben verlaten, blijken toch Westerse normen en waarden te hebben overgenomen, waardoor verbondenheid met de Iraanse cultuur moeilijk is. Respondenten in Iran daarentegen beschouwen de diaspora als een aparte groep die niet meer goed op de hoogte is van de politieke en maatschappelijke kwesties in Iran. Mcauliffe (2007) erkent de fysieke en mentale afstand tussen de jongeren in de diaspora en Iran als een limitatie van de mogelijkheid tot echte binding tussen beide groepen. Toch kan op basis van de 83
beschrijvingen van de respondenten worden vastgesteld dat deze beperking van verbondenheid niet betekent dat beide groepen niet strijden voor hetzelfde doel, namelijk een vrij en democratisch Iran. De groepen zeggen elkaar nodig te hebben om dit doel te kunnen verwezenlijken.
4.7 Toekomst In deze laatste paragraaf wordt stil gestaan bij hoe de respondenten denken over de toekomst van Iran. Allen hebben hier een sterke mening over die in tegenstelling met de besproken verschillen hierboven, alleen maar hoopvol blijkt te zijn. 4.7.1 Hoop De respondenten hadden allen een duidelijk toekomstbeeld van Iran voor ogen. Vrijwel alle respondenten hoopten op een democratisering van het Iraanse staatsstelsel. Een democratie zou de Iraanse samenleving vrijheid bieden en keuzes geven. Een democratie zou bijdragen tot persvrijheid en vrijheid van meningsuiting en zou het Iraanse volk de verantwoordelijkheid geven over het eigen leven. Ook maakte een aantal respondenten een vergelijking met de Westerse landen die ook niet altijd in vrijheid hebben geleefd. Net zoals zich in deze landen ooit een veranderingsproces heeft voltrokken, zou dit op den duur ook in Iran moeten gebeuren. “ Wanneer een maatschappij in zulke grote mate een dictatuur is en gedwongen zoveel controle wil uitoefenen op haar bevolking, dan is het onvermijdelijk dat er ooit iets gaat gebeuren. Het hoeft in mijn ogen ook niet meteen een grote gebeurtenis te zijn. Alleen al het feit dat de Iraanse jeugd nu volop gebruik maakt van de mogelijkheden van het internet en zich niet laat weerhouden door het regime, dat is al een kleine revolutie. De toekomst van Iran is alles voor mij. Ik geloof ook echt dat de grondpoten van het totalitaire regime in Iran op stelten staan en dat de verandering stap voor stap zal plaats vinden. Hopelijk, als we elkaar over een paar jaar weer spreken, kunnen we vaststellen dat het een vrij en democratisch land is. Dat is toch wel mijn droom en ik geloof dat het zal gebeuren.” (D10, M, 28)
Respondenten in Iran uitten hun hoop voor een democratisering ook door te wijzen op de grote culturele veranderingen die de afgelopen jaren in Iran hebben plaatsgevonden. Nogmaals voerden zij het argument aan dat het in de Iraanse maatschappij steeds gemakkelijker is om een discussie en publiekelijk debat te starten. Dit publieke debat
84
zal Iran volgens deze respondenten stap voor stap dichterbij een democratie brengen, omdat er steeds meer discussies mogelijk zullen zijn over voorheen controversiële onderwerpen. “ Blogging had the influence that the young generation had learned to write and discuss online by having access to resources and I find this wave of blogs are making a new culture in the society that really challenges traditional and superstition beliefs! A form of this kind of public debate will bring us closer to democracy.” (I7, V, 22) “ The impact is definitely there in a democratic way. In my opinion, weblogs have left a deep mark on the distribution of news in Iran and the creation of debate. For instance, if you look at women’s rights, the fact that women can now use a weblog to write down their thoughts is a huge accomplishment in Iran. Think about a few decades ago, when women were not even allowed to go to University because of their gender. This is just an example when it comes to women, because they have a very weak position still in Iranian society. But it can also be said about youth, homosexuals and other groups in Iran that use weblogs.” (I11, V, 26)
Bovenstaande uitspraken komen in relatie tot hoop overeen met de bevindingen van Golkar (2005) die de grootste verandering van democratisering herkent voor vrouwen en homoseksuelen in Iran. Naast deze hoop op een democratisch Iran gaven de respondenten aan ook een idee te hebben wie voor deze verandering zou moeten zorgen, namelijk jongeren en de Groene Beweging. 4.7.2 Jongeren en de Groene Beweging Verscheidene respondenten in zowel de diaspora als Iran gaven aan dat Iran een land is met een relatief jonge bevolking. Zo’n zeventig procent van de Iraanse bevolking is onder de dertig jaar en hunkert naar verandering (Alavi, 2005). De respondenten wezen meerdere malen op de passie van deze jongeren en droegen aan dat de jongeren de sterkste potentie hebben om de binnenlandse kracht te zijn en te vechten voor een democratie. Dit zou onder andere komen doordat zij in toenemende mate nieuwe technologieën tot hun beschikking hebben, die hen in aanraking brengt met andere denkbeelden en levensstijlen, die ze anders niet hadden gekend. De respondenten hopen dat de jongeren zich steeds meer bewust zullen worden van de onjuiste en immorele onderdrukkingen binnen Iran en zo nog meer in opstand zullen treden.
85
“ It's really influent in youth layer of society, students and educated people because these people are using internet more than the others. In the absent of relatively free press in Iran, it has provided them with a powerful medium. And they are using it for sharing news and information. These are the people who will help Iran become a free and better country. ” (I10, V, 28)
Dat de jongeren in Iran klaar zijn voor een strijd en verandering, is goed waarneembaar wanneer gekeken wordt naar de opkomst van de Groene Beweging. Na de verkiezingen hebben Iraanse jongeren zich in grote getale verenigd onder de vlag van de zogenaamde Green Movement. Deze beweging representeert diverse groepen en belangen en vecht voor erkenning en representatie van verschillende maatschappelijke normen en waarden. Deze beweging wil Iran niet met geweld of terreur veranderen, maar hoopt door middel van een vreedzaam en liefdevol proces een verandering te bewerkstelligen. De hoop op een democratiseringsproces binnen Iran berust volgens beide groepen respondenten op de schouders van deze politiek actieve jongeren. “ De toename van hoop is het afgelopen jaar juist vermeerderd. Ik denk zelfs dat het hek nu van de dam is en het regime deze revolutie niet meer kan stoppen. Natuurlijk zal het gaan met vallen en opstaan, niets gaat heel gemakkelijk en zeker een revolutie niet. Maar de werkelijkheid is dat ze de Iraanse maatschappij niet meer kunnen stoppen, deze mensen zijn toe aan een verandering. Als je alleen al kijkt naar de Groene Beweging, dat is nu de kracht van ons volk. Zij zullen strijden met woorden in plaats van met vuisten en uiteindelijk overwinnen.” (D10, M, 28) “ Nowadays I'm one of the millions in Iran that support Green Movement. Because at this moment it's the only way to democracy and freedom. We are thinking differently but we have to be integrated.” (I10, V, 28)
Het is duidelijk dat de hoop van de respondenten op een vrij en democratisch Iran veelal ligt bij deze kleine groep. Gehoopt wordt dat de Groene Beweging eerst een bewustwordingsproces in beweging kan zetten binnen Iran en ook conservatieve denkers kan aanzetten tot democratisering. De Iraanse problematiek zou vervolgens in het buitenland in kaart moeten worden gebracht, zodat er zowel van binnen als buiten Iran druk uitgeoefend kan worden op Iran. Veel respondenten gaven aan dat hoewel het een lange strijd zal worden, zij bereid zijn te helpen bij deze strijd. Angst kan volgens hen er niet toeleiden dat de Groene Beweging stopt met haar activiteiten en haar strijd. De liefde, passie en felheid van zowel de respondenten in de diaspora als
86
in Iran doen geloven, dat deze nieuwe generatie vreedzaam doch daadkrachtig zal strijden voor een betekenisvolle vrijheid, waarbij politiek en religie van elkaar gescheiden zijn en iedereen een kans heeft om vrijuit te leven en eigen keuzes te maken: “ Vrijheid. Het doel is uiteindelijk om vrijheid voor de maatschappij te bereiken, maar vrijheid op alle gebieden is voor hen een motief. Vrijheid om zichzelf te kunnen uiten, vrijheid om te kunnen horen en zien wat ze zelf willen, vrijheid om te kunnen leven zoals ze zelf willen. En Weet je? Ik weet gewoon dat uiteindelijk de rechtvaardigheid zal overwinnen. Als ik dat gevoel zou verliezen, dan verlies ik mijn wil om te leven. Zo denk ik over mijn strijd voor een vrij Iran.” (D9, M, 30)
Geconcludeerd kan worden dat alle respondenten de toekomst voor Iran hoopvol inzien. Deze hoop wordt door hen vooral toegekend aan de culturele verandering die Iran de afgelopen jaren al heeft ondergaan. Deze culturele verandering heeft ertoe geleid dat de Iraanse maatschappij naar elkaar heeft leren luisteren en heeft de publieke ruimte zichtbaar veranderd. De massamedia hebben in dit opzicht de taak van centrale arena voor de publieke sfeer op zich genomen en ruimte geschapen voor discussies tussen verschillende groepen (Habermas, 2006). Hoewel niet iedereen in Iran in gelijke mate toegang heeft tot de mogelijkheden van het internet, hopen de respondenten dat de verandering bij de Iraanse jongeren zal beginnen en op den duur zal doorzetten naar de gehele Iraanse bevolking.
Door middel van een uiteenzetting van interviews met Iraanse respondenten in de diaspora in Iran is geprobeerd een beeld te schetsen van de invloed van weblogs op de communicatie van politieke standpunten van Iraanse jongeren.
87
5. CONCLUSIE EN DISCUSSIE
Het vorige hoofdstuk diende als beschrijving van de gevonden interviewresultaten. In dit hoofdstuk worden deze resultaten gekoppeld aan de behandelde theorieën, waarbij de geformuleerde onderzoeksvraag wordt beantwoord. Allereerst wordt hierbij een kritische blik geworpen op het onderzoek en worden aanbevelingen gedaan voor vervolgstudies. In deze studie werd de onderzoeksvraag ondersteund door vier deelvragen. Vervolgens worden daarom deze deelvragen behandeld die vooral ingaan op het inhoudelijke webloggebruik van de Iraanse jongeren. Achtereenvolgens wordt hierbij stilgestaan bij de vragen hoe en waarom zij dit doen, hoe zij betekenis geven aan webloggebruik en welke verschillen hierin waarneembaar zijn tussen de jongeren in de Iraanse diaspora en jongeren in Iran. Tot slot wordt de centrale onderzoeksvraag beantwoord en wordt stilgestaan bij de invloed van weblogs op de communicatie van politieke standpunten van Iraanse jongeren.
5.1 Limitaties Voordat de centrale onderzoeksvraag kan worden beantwoord, moet kort stil worden gestaan bij de limitaties van deze studie. Allereerst hebben praktische redenen ertoe geleid dat het niet mogelijk was om de bloggers in Iran en de twee bloggers in Parijs en Londen face to face te interviewen. In eerste instantie zouden deze interviews via het programma Skype worden afgenomen, maar door zowel privacygevaar als de trage internetverbinding in Iran moest van dit idee worden afgezien. Omdat de interviews met deze bloggers via de e-mail zijn afgenomen, kon niet verder worden gevraagd wanneer eventuele antwoorden onduidelijk of juist interessant waren. De interviews met de bloggers in Iran waren hierdoor in sommige gevallen minder diepgaand dan de interviews met bloggers in de diaspora.
Daarnaast is de analyse van de data slechts door één onderzoeker uitgevoerd. Om in te staan voor de validiteit van het onderzoek had een tweede onderzoeker de gegevens moeten analyseren. Omdat dit echter niet gebruikelijk is bij kwalitatief onderzoek en vooral wordt uitgegaan van het kritische vermogen van de onderzoeker, is dit een kleine kanttekening. Wel kan het gebruik van de sneeuwbalmethode hebben geleid tot
88
de homogeniteit van de groepen, waardoor minder variatie in typen bloggers is gevonden. Dit is goed terug te zien in het feit dat vrijwel alle respondenten hoogopgeleid waren. Daarnaast zijn de antwoorden van de respondenten in Iran niet goed te vergelijken met die van de diaspora, omdat niet kon worden doorgevraagd. Omdat het bij deze studie echter gaat om een zeer maatschappelijk gevoelig onderwerp, is het aannemelijk dat iedere respondent een eigen persoonlijke visie op de gebeurtenissen heeft, waardoor ook het gevolg van deze limitatie hopelijk beperkt is gebleven.
De keuze voor kwalitatief onderzoek is goed geweest. Ook het feit dat ik als onderzoeker van Iraanse afkomst ben en de taal beheers, bleek goed van pas te komen bij het afnemen en analyseren van de interviews. Omdat ik dezelfde angsten en ervaringen heb gekend als de meeste bloggers, kon er gemakkelijker over emotionele onderwerpen worden gesproken. Daarnaast bleek de helft van de bloggers zich beter te kunnen uiten in het Farsi, waardoor veel interviews vertaald moesten worden. Langer en Beckman (2005) toonden eerder met een netnografisch7 onderzoek aan dat kwalitatieve studies beter in staat zijn gevoelige onderwerpen bespreekbaar te maken dan kwantitatieve studies.
Het nadeel van kwalitatief onderzoek blijkt de interpretatieve aard ervan en de positie van de onderzoeker, waardoor vertekening kan optreden. Mijn Iraanse achtergrond heeft er enerzijds toeleiden dat ik de culturele paradoxen beter begrijp, maar maakte het anderzijds moeilijk om voldoende afstand te nemen van de onderzoeksgroep en om kritisch te blijven. Het zou daarom interessant zijn om bij dergelijke gevoelige kwesties een combinatie toe te passen van kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Hierbij zouden, naast het afnemen van kwalitatieve interviews, ook inhoudsanalyses kunnen worden uitgevoerd en meerdere (online) enquêtes kunnen worden afgenomen. Op deze manier zou een grotere groep kunnen worden onderzocht en zou een completer inzicht kunnen worden verkregen van de belevingswereld van de Iraanse bloggers. De resultaten die uit een combinatie van deze onderzoeken zouden blijken, zouden meer representatief zijn voor de grote Iraanse bevolking. 7
Netnografie is een kwalitatieve onderzoeksmethode om gevoelige onderwerpen te kunnen bestuderen. Hiermee kunnen attitudes, percepties en gevoelens van consumenten dieper en meer inzichtelijk in kaart worden gebracht. Daarnaast kan gekeken worden naar de virtuele gemeenschap die consumenten vormen om macht te kunnen uitdrukken (Langer & Beckman, 2005).
89
Daarnaast zou het zeer interessant zijn om de daadwerkelijke rol die Facebook heeft gespeeld ten tijden van de verkiezingen in Iran en de nasleep hiervan, verder uit te diepen. Het was opvallend hoeveel bloggers in zowel de Iraanse diaspora als in Iran Facebook als groot informatieverstrekker zagen en het als middel gebruikten om demonstraties te organiseren en grote groepen te bereiken. Het verschil tussen deze microblog en gewone weblogs was vooral de snelheid waarmee een microblog kon worden geüpdate en het bereik die een microblog heeft. Het zou interessant zijn te onderzoeken wat de invloed van Facebook is geweest op de communicatie van politieke standpunten van Iraanse jongeren en of, en zo ja, in hoeverre deze invloed verschilt voor jongeren in de Iraanse diaspora en jongeren in Iran.
Tot slot zou het niet alleen interessant, maar ook zeer praktisch zijn om te onderzoeken in hoeverre de methoden van censuuromzeiling, zoals proxy servers en VPN connecties, daadwerkelijk effectief zijn en Iraanse internetgebruikers kunnen helpen bij hun strijd tegen censuur. Een technische uiteenzetting van methoden van censuuromzeiling zou Iraanse bloggers meer kennis kunnen verlenen over dit onderwerp. Een uiteenzetting van hoe deze methoden van censuuromzeiling in de praktijk worden ervaren door Iraanse bloggers zou daarnaast op psychologisch gebied de bloggers een hart onder de riem kunnen steken. Dergelijk onderzoeken zouden een fundamentele aanvulling kunnen zijn op huidige onderzoeken en zouden een meer inzichtelijke analyse kunnen bieden op de wijze waarop Iraniërs omgaan met censuur. Hiermee kan ook de wetenschap stap voor stap bijdragen aan de tot standkoming van een vrij en democratisch Iran.
5.2 Inhoudelijk webloggebruik Iran: het land met de vele gezichten. Het land met een rijke, oude cultuur, een warme bevolking, eeuwenoude dichtkunst en vele tradities. Maar ook het land met een voortslepende interne machtsstrijd tussen de conservatieven en hervormingsgezinden. Een land waar democratie ver te zoeken is en de bevolking dagelijks wordt geconfronteerd met onderdrukking. Als de respondenten het over een ding eens waren, dan was het wel dat dit land vele paradoxen kent.
90
Uit de interviews kwam duidelijk naar voren dat het internet voor zowel jongeren in de Iraanse diaspora als voor jongeren in Iran een manier is om met deze paradoxen om te gaan. De kansen van het internet werden dan ook als veel groter ervaren dan de bedreigingen van het internet. Internetgebruik in Iran zou in het bijzonder hebben geleid tot de totstandkoming van een culturele kans voor de Iraanse bevolking. Door het internet te gebruiken kunnen Iraanse jongeren in contact komen met diverse meningen, waardoor zij beter naar elkaar leren luisteren en met elkaar kunnen communiceren. De impact van het internet op de Iraanse samenleving is groot geweest en zal volgens de bloggers alleen nog maar groter worden naarmate de tijd verstrijkt.
Normaliter spelen de media een belangrijke rol in het verschaffen van publieke informatie. In tijden van conflict zouden deze inzicht moeten verschaffen in de situatie aan zowel betrokken partijen als aan de rest van de wereld. In Iran is deze informatievoorzienig echter volledig in handen van de staatsmedia, die zelden de werkelijke beelden aan de wereld vertonen. Het internet en met name weblogs bieden de Iraanse internetgebruikers een manier om toch de sociale misstanden in Iran aan te kunnen kaarten en om hun situatie aan de wereld kenbaar te maken. Uit de interviews is gebleken dat zowel de bloggers in de Iraanse diaspora als in Iran naar aanleiding van de verkiezingen in 2009 steeds meer politiek geïnteresseerd werden. Weblogs maakten het voor deze groepen mogelijk om hun frustraties en angsten te uiten en om binding bij elkaar te zoeken, waar dan ook ter wereld. Dit kon plaatsvinden binnen een medium dat zich niet makkelijk laat beperken door staatsregulering. De inhoudelijke aspecten van dit webloggebruik door zowel jongeren in de Iraanse diaspora als in Iran staan daarom centraal in deze paragraaf. 5.2.1 Aanpak
Hoe de bloggers weblogs gebruiken om politieke standpunten te communiceren bleek uit de interviews afhankelijk te zijn van drie aspecten, namelijk de aanpak voor schrijven, de keuze van onderwerpen en de keuze van taal. Voor de Iraanse jongeren blijkt het belangrijk te zijn dat ze kennis hebben van de onderwerpen waar zij over schrijven en gaat kwaliteit altijd boven kwantiteit. De onderwerpen kunnen variëren van het vastleggen van dagelijkse bezigheden tot de combinatie van politiek en poëzie, 91
wat een manier is om de culturele paradoxen in Iran aan te kaarten en kenbaar te maken aan de wereld. De taal waarin de bloggers schreven was vaak afhankelijk van de eigen competentie en de doelgroep die zij voor ogen hadden. Indien mogelijk gaven bloggers in Iran aan in het Engels te schrijven, omdat ze op deze manier meer lezers konden bereiken en de wereld een ander beeld konden tonen dan het standaard (Westerse) mediabeeld.
Hoewel velen aangaven voor een brede doelgroep te schrijven, hadden een paar bloggers een duidelijke visie voor ogen met betrekking tot hun doelgroep, namelijk dat het lezers met een bepaald opleidingsniveau of een hoger dan gemiddeld IQ moesten zijn. Deze visie gecombineerd met het feit dat vrijwel alle bloggers (op twee na) een universitaire opleiding hadden, correspondeert met de bevindingen van Alavi (2005). Zij stelt dat weblogs in Iran nog steeds door een relatief klein gedeelte van de bevolking worden gebruikt dat vaak afkomstig is uit de midden- of hoge klassen en hoog opgeleid is.
Volgens Mahdavi (2007) kunnen Iraanse jongeren op drie manieren tegen het strenge Iraanse regime ingaan. Zij kunnen weblogs gebruiken als een platform om hun kunst, gedichten en muziek op te publiceren. Zij kunnen een seksuele identiteit ontwikkelen en deze naar de buitenwereld uiten en daarnaast kunnen zij lotgenoten en zelfs potentiële partners ontmoeten. Al deze manieren kwamen in meer of mindere mate terug in de interviews. Dit resulteert in een groot veranderingspotentieel van de traditionele Iraanse culturele waarden en laat zien dat de Iraanse jongeren in zowel de diaspora als Iran stap voor stap bezig zijn met het gebruiken van woorden als een wapen om het Iraanse regime te bestrijden. 5.2.2 Motieven en betekenis De motieven om een weblog te beginnen en te onderhouden bleken zeer divers. Uit de interviews bleek vooral dat weblogs als een uitlaatklep dienen om gevoelens van zich af te schrijven en emotionele spanning los te laten. Daarnaast bleken weblogs voor een aantal bloggers in de diaspora een therapeutische werking te hebben. Voor de respondenten in de Iraanse diaspora was beïnvloeding van religie en politiek een belangrijk aspect, terwijl respondenten in Iran meer bewustzijn wilden creëren bij 92
lezers over de Iraanse cultuur. De hoofdmotieven die door Nardi et al. (2004) worden aangekaart om te bloggen, namelijk informeren, beïnvloeden, feedback zoeken en het loslaten van emotionele spanning bleken slechts gedeeltelijk bij de respondenten van belang. Het waren vooral journalistieke aspiraties en een mate van betekenisgeving die de bloggers motiveerden om een weblog te starten en hiermee door te gaan.
De motieven van bloggers om een weblog te beginnen bleek samen te hangen met de vraag, hoe betekenis kan worden gegeven aan het gebruik van weblogs. De staatscensuur van het Iraanse regime werd door de respondenten als een stuk agressiever ervaren sinds de verkiezingen van 2009. Het onder de aandacht brengen van de politieke situatie bleek nog meer dan ooit een reden om de weblogs meer betekenisvol te maken. Een manier om dit te doen was door het bieden van relevante (journalistieke) content, die de rode draad vormde van de weblogs. Bloggers in Iran schreven nu nog steeds over hun dagelijkse bezigheden, maar koppelden dit wel aan de huidige politieke situatie. Bloggers in de Iraanse diaspora pakten deze berichten op en verspreidden deze naar de Westerse mediakanalen. Op die manier ontstond een samenwerking die ertoe heeft geleid dat veel misstanden, die anders onopgemerkt zouden zijn gebleven, aan het licht kwamen bij Westerse hulporganisaties.
Hoewel het bloggen uit de interviews nog steeds een zeer actieve bezigheid bleek onder Iraniërs, kan wel worden geconstateerd dat het bloggen andere vormen heeft aangenomen. Het merendeel van de bloggers gaf aan steeds vaker gebruik te maken van microblogs, zoals Facebook en Twitter. Vooral Facebook werd door bloggers in zowel de Iraanse diaspora als in Iran gebruikt om het bereik van de doelgroep te vergroten en sneller kortere updates te kunnen aanbieden omtrent de Iraanse politieke situatie. Vooral voor de bloggers in Iran bood Facebook een veilig platform om openlijk politieke meningen te kunnen uiten en bleek deze beter resistent tegen staatscensuur dan weblogs. Facebook werd om deze technische gemakken echter als een welkome aanvulling gezien van het bloggen, in plaats van directe vervanger. Ook Faris & Zittrain (2009) wezen op de voordelen van microblogs in tijden van strenge internetcensuur, omdat deze platformen kunnen helpen om de wereld toch op de hoogte te kunnen stellen van politieke misstanden.
93
De mogelijkheden van het internet zijn echter niet beperkt tot de burgers. Mogelijkheden die internet de burgers biedt, biedt het ook de Iraanse staat. De bloggers gaven allen aan dat het Iraanse regime sinds de verkiezingen van 2009 het internetgebruik van de Iraanse bevolking zo mogelijk nog strenger volgt. Bovendien blokkeert het regime de toegang tot diverse websites en vertraagt het de internetsnelheid. Toch geven de bloggers aan dat zij denken dat het Iraanse regime de strijd om internetcensuur op den duur zal verliezen. De bloggers bedenken steeds efficiëntere en meer geraffineerde manieren om de censuur te omzeilen, waaronder het gebruik van proxy servers en VPN connecties (Hamilton, 2002). Hoewel bloggen nog steeds een gevaarlijke bezigheid is in Iran, weerhouden de regels en sancties van de staat veel bloggers er niet van om te bloggen. Uit de interviews is op te maken dat zowel de bloggers in de Iraanse diaspora als de bloggers in Iran bereid zijn te strijden voor een democratisch land en dat willen doen met woorden in plaats van met vuisten.
Wel is de meerderheid van de bloggers voorzichtig met het uiten van de eigen identiteit op een weblog. Hoewel de creatie van een eigen identiteit voor de bloggers belangrijk is, spelen culturele waarden nog steeds een rol bij de uiting daarvan. De bloggers geven aan geen persoonlijke informatie op hun weblogs te publiceren omdat dit niet past bij de stijl van hun weblog. De meerderheid van de bloggers is dan ook geheel tot gedeeltelijk anoniem. Op deze manier kunnen zij moeilijker geïdentificeerd worden. Het paradoxale van anonimiteit is dat hoewel de respondenten niet open zijn in het prijsgeven van hun identiteit, zij wel door deze identiteit openlijk hun mening uiten over persoonlijke en maatschappelijke kwesties, al dan niet verwerkt in hypothetische verhalen. Cartlidge (2002) benoemde de uiting van de Iraanse identiteit als een van de grootste paradoxen van de Iraanse cultuur, omdat hierin een mengeling schuil gaat van traditionele waarden en moderne denkwijzen. Deze mengeling is goed terug te zien bij de Iraanse bloggers in zowel de diaspora als in Iran. 5.2.3 Verschillen diaspora en Iran De politieke spanningen die de afgelopen decennia binnen Iran hebben plaatsgevonden, hebben de emigratie vanuit Iran enorm doen toenemen. Hierdoor woont een grote groep Iraniërs in de Iraanse diaspora en is deze groep opgegroeid met vaak Westerse normen en waarden. De vele culturele verschillen tussen het Westen en 94
Iran maken het voor veel bloggers moeilijk om zich nog met elkaar verbonden te voelen. Uit de interviews kwam dan ook duidelijk naar voren dat een onderscheid kon worden gemaakt tussen Iraniërs die nauwelijks tot niet actief betrokken waren bij de politieke situatie in Iran en Iraniërs die zeer actief bij deze situatie betrokken waren. De grote politieke restricties en vele beperkingen in Iran zorgden ervoor dat dit niet alleen het geval was bij bloggers in de Iraanse diaspora, maar ook bij bloggers in Iran, hoewel in mindere mate. In totaal gaven zes bloggers in de Iraanse diaspora en twee bloggers in Iran aan niet politiek actief te zijn. De politiek actieve bloggers in zowel de Iraanse diaspora als in Iran gaven aan dat zij sinds de verkiezingen van 2009 zoveel mogelijk proberen bij te dragen aan de bewustwording van de politieke misstanden in Iran. Dit doen zij door met behulp van digitale media nieuws van binnen Iran door te sturen naar een groot publiek buiten Iran. Daarnaast werden de weblogs en Facebook profielen ingezet in de Iraanse diaspora om lezers op te roepen om mee te doen aan demonstraties en acties voor een vrij Iran.
Naast een verschil in politieke betrokkenheid verschilden de bloggers in de Iraanse diaspora en Iran ook in inhoudelijk aspect met elkaar. De meerderheid van de bloggers in Iran gaf aan dat bloggers in de diaspora de neiging hadden om de situatie in Iran te overdrijven en meer te schrijven over ‘Westerse’ sociale problemen, zoals vrouwenrechten en homoseksualiteit. Hoewel deze onderwerpen voor de bloggers in Iran ook belangrijk waren, achtten zij het veel meer van belang om de alledaagse politieke situatie in Iran te belichten zoals deze werkelijk was. Daarnaast gaven de bloggers in Iran aan dat hoewel zij de internationale steun van bloggers in de Iraanse diaspora waarderen, zij de situatie niet altijd goed kunnen begrijpen. Wel geven de bloggers in Iran aan dat zij de Iraanse gemeenschap die buiten Iran actief is zeer belangrijk vinden voor verandering en deze groep ook nodig hebben. Door samenwerking van bloggers in de Iraanse diaspora met bloggers in Iran hopen de respondenten met behulp van de Westerse vrijheden te kunnen bijdragen aan het democratiseringsproces in Iran. Hoe dit democratiseringsproces tot stand zou moeten komen, staat centraal in de volgende paragraaf.
Geconcludeerd kan worden dat hoewel bloggers verschillende aanpakken en motieven hebben om een weblog te starten, de inhoud van weblogs in de nasleep van de verkiezingen in Iran onmisbaar waren voor de nieuwsvoorziening over de politieke 95
gebeurtenissen in het land. Voor de bloggers in zowel de Iraanse diaspora als in Iran was het van groot belang dat de wereld een andere kant van Iran leerde kennen dan werd gepresenteerd in traditionele (Westerse) media. Door samen te werken elkaar hebben de bloggers zaken aan het licht kunnen brengen die normaliter niet door de ‘gewone’ mainstream media zouden zijn opgepakt.
5.3 Politiek en publieke ruimte 5.3.1 Publiek debat De discussie- en interactiemogelijkheden van weblogs werden veelvuldig genoemd door de bloggers in zowel de Iraanse diaspora als Iran zelf. Vooral de mogelijkheid tot discussie zou geschikt zijn voor burgers om politiek actief te zijn en kritische politieke debatten te voeren. Volgens Habermas (1962) is het ook een belangrijke eigenschap van een volwaardige democratie dat burgers actief deelnemen aan een maatschappelijk debat. Aan het idee van Habermas over de publieke sfeer kleefden twee voorwaarden. Allereerst moesten verschillende mensen uit de maatschappij samenkomen om een onafhankelijk publiek debat te voeren dat gebaseerd is op rationele overwegingen. Daarnaast moest het debat voor iedereen toegankelijk zijn en diende er gelijkheid te heersen onder de deelnemers. Uit de interviews is gebleken dat mensen in de Iraanse blogosphere inderdaad samen komen en met elkaar in discussie treden. De bloggers gaven te kennen dat zij graag met anderen in discussie gingen. Daarnaast werd aangegeven dat de aanwezigheid van verschillende meningen en gedachten op het internet zeer gewaardeerd werd, omdat hierdoor de eigen wereld werd verbreed. In deze optiek is ook de grand dichotomy van Weintraub en Kumar (1997) zichtbaar, omdat de grens tussen publieke en private discussies vervaagt en verschillende ideeën bij elkaar komen.
Uit de interviews is echter ook gebleken dat de weblogs niet totaal onafhankelijk zijn van staatsinterventies. Vooral bloggers in Iran gaven aan in meer of mindere te maken hebben gehad met filtering vanuit de Iraanse overheid en in enkele gevallen zelfs de sluiting van een weblog. Het voldoen aan de voorwaarde van Habermas (1962) dat het
96
publiek debat gebaseerd moet zijn op rationele overwegingen, blijkt dan ook echter moeilijk. Het is voor veel bloggers vrijwel onmogelijk om puur rationele uitspraken te doen omdat de onderwerpen over de verkiezingen en zijn nasleep te emotioneel beladen zijn. Maar ook de angst voor vervolging verhinderen een puur rationeel debat. Ook voor bloggers in de Iraanse diaspora was het moeilijk om enkel rationeel debat te uiten, omdat velen zich betrokken voelden bij het lot van hun voormalige landgenoten en hierdoor geen wonden wilden openhalen.
Participatie aan het publieke debat kon in veel gevallen ook plaatsvinden door te reageren op informatie die door derden werd gepubliceerd. Hoewel interactie niet door alle bloggers van even groot belang werd geacht, speelde deze wel een grote rol voor de bloggers in Iran om in te kunnen spelen op de nieuwsbehoefte van lezers. Doordat lezers en bloggers steeds meer met elkaar in discussie treden, wordt hun wereld groter en beseffen zij dat andere meningen ook gelijkwaardig zijn aan de eigen mening.
Wat betreft de voorwaarde voor vrije toegang tot informatie is het zo dat de bloggers in de Iraanse diaspora inderdaad gemakkelijk toegang hadden tot verschillende vormen van informatie. Voor bloggers in Iran bleek dit lastig, omdat veel buitenlandse websites en weblogs door het Iraanse regime worden gecensureerd. Het werd duidelijk dat de bloggers in de diaspora, de bloggers in Iran zoveel mogelijk wilden helpen met het omzeilen van de staatscensuur door middel van het gebruik van proxy servers en VPN connecties. Ondanks deze omzeilingen blijft het een feit dat de meerderheid van de Iraanse bevolking geen of slechte internettoegang heeft. De toegankelijkheid van het internet zou om deze reden beperkt zijn tot de jonge generatie van hoogopgeleide Iraanse elite in de grote steden. Hierdoor is dus geen sprake van een vrije toegang tot informatie voor de gehele Iraanse samenleving en evenmin van een representatie van de gehele Iraanse maatschappij in de Iraanse blogosphere.
Daarnaast wordt de openheid van het publieke debat enerzijds verhinderd door de anonimiteit van de bloggers in zowel de Iraanse diaspora als in Iran. Anderzijds heeft de mogelijkheid om anoniem te kunnen bloggen, diverse bloggers de mogelijkheid gegeven om culturele tradities enigszins naast zich neer te leggen en toch openlijk een 97
persoonlijke mening te uiten. Daarnaast durven ook groepen met een minder gedeelde mening door anonimiteit deel te nemen aan het publieke debat.
Met het oog op bovenstaande kan geconcludeerd worden dat hoewel de Iraanse blogosphere niet geheel voldoet aan de eisen van Habermas (1962), dit volgens hemzelf ook moeilijk realiseerbaar is. Vooral in een autoritair land als Iran kan de toetredingsdrempel voor politieke participatie echter wel door het bloggen verlaagd worden. Mensen worden bij elkaar gebracht en leren met elkaar in discussie te treden. Hierdoor kan wederzijds begrip worden bevorderd en kan bijgedragen worden aan het bevorderen van een publiek debat. In dat opzicht komt de Iraanse blogosphere meer overeen met stellingen van Luhmann (1986), die van mening is dat discussie en besluitvorming in een maatschappij nooit volledig kan worden gebaseerd op rationaliteit, omdat de macht van een staat altijd als beslissende factor zal fungeren. 5.3.2 Verandering Naast de invloed van weblogs op het publiek debat, gaven alle bloggers aan dat de grootste invloed van weblogs op de communicatie van politieke standpunten is geweest, dat een weg is vrijgemaakt voor democratie. Dit werd door de bloggers gekenmerkt als een culturele verandering. Gebaseerd op de definitie van Dewey (1903) is een democratie een wijze van samenleving en een gezamenlijk gecommuniceerde ervaring. Binnen een democratie moet volgens hem ruimte zijn voor tolerantie en voor verschil van mening en moeten de beginselen van eerlijkheid en gelijkwaardigheid zorgen voor een gevoel van gedeeld burgerschap en verantwoordelijkheid.
Uit de interviews is gebleken dat deze gezamenlijk gecommuniceerde ervaring sterk voelbaar is bij zowel de bloggers in de Iraanse diaspora als de bloggers in Iran. Weblogs hebben de weg geopend voor discussie in een land waar discussie voeren tot voor kort niet bestond. De respondenten erkennen dat bloggen als activiteit geen democratie zal vormen, maar zien het zeker als aanzet tot democratie. Er heerst dan ook bij iedereen een positief beeld met betrekking tot de toekomst van Iran. De hoop wordt in handen gelegd van de Green Movement, een organisatie van Iraanse jongeren die zonder geweld maar met woorden wilt strijden voor een vrij en democratisch Iran. Hoewel deze beweging opkwam uit boosheid tijdens de verkiezingen van 2009, strijdt 98
zij inmiddels voor een wijd spectrum aan politieke, religieuze, sociale, economische en culturele veranderingen. De bloggers geloven dat zonder de hulp van weblogs de ideeën van deze beweging zich nooit zo sterk hadden kunnen verspreiden.
De bloggers geloven sterk in de kracht van weblogs en microblogs zoals Facebook en Twitter om een groeiende diversiteit aan informatie en interactiemogelijkheden beschikbaar te maken. Hierbij wijzen zij nogmaals op de samenwerking tussen de bloggers in de Iraanse diaspora en bloggers in Iran, omdat hierdoor interactie kan plaatsvinden met mensen ver buiten de Iraanse landsgrenzen. Op deze manier kan van de Westerse vrijheden worden geprofiteerd. Daarnaast kan de informatie die door middel van weblogs vrijkomt mensen in Iran en het Westen meer politiek bewust maken. Hierdoor kan kritisch worden geëvalueerd over de politieke situatie in Iran.
Het doel van deze studie was om inzicht te verlenen in de wijze waarop Iraanse jongeren weblogs gebruiken om hun politieke stem kenbaar te maken aan de rest van de wereld. Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat weblogs vooral een culturele invloed hebben gehad op de communicatie van politieke standpunten van Iraanse jongeren. Hoewel weblogs als nieuwe technologie niet zozeer een revolutionaire weg zijn naar een democratie, zijn deze wel één van de belangrijkste hulpmiddelen geweest voor het stimuleren van effectieve politieke participatie, bewustwording en de creatie van een publiek debat. In een samenleving waar tot voor kort debat en democratie niet bestonden, wordt langzamerhand een pad vrijgemaakt om stap voor stap deze menselijke rechten te kunnen beoefenen. De bloggers geloven er dan ook sterk in dat de totalitaire macht in Iran op den duur zal worden aangetast ten gunste van democratische elementen en fundamentele vrijheden.
De resultaten van deze studie komen op een aantal punten overeen met bevindingen van eerdere auteurs. Zo blijkt het internet in Iran inderdaad slechts een klein gedeelte van de bevolking te bereiken dat vaak hoogopgeleid is, een punt dat werd gemaakt door Alavi (2005). Voor Iraniërs die wel toegang tot het internet hebben, biedt deze een veld waar ruimte is voor diverse opinies en denkwijzen. De aanwezigheid en uiting van deze opinies heeft voor Iraanse internetgebruikers de termen publiek en privaat veranderd. Dit werd door Weintraub en Kumar (1997) gekenmerkt als een grand dichotomy. 99
Het grootste verschil tussen de resultaten van deze studie en bevindingen van eerdere auteurs kan echter gevonden worden in de uiting van de eigen identiteit. De onderzoeksresultaten tonen aan dat de Iraanse culturele waarden nog steeds een grote rol spelen bij de uiting van een online identiteit. Hoewel Iraanse internetgebruikers hun politieke standpunten wel degelijk online willen uitdrukken, doen zij dit niet door persoonlijke informatie te publiceren. Zij kiezen er vaker voor om anoniem te blijven of te schrijven onder een pseudoniem. Deze keuze is echter niet zo eenzijdig als door sommige auteurs wordt beweerd. Zo stelde Golkar (2005) dat de Iraanse staatscensuur en de angst voor vervolging bij veel Iraanse bloggers leidt tot de keuze om online anoniem te blijven. Uit de resultaten van deze studie kan geconcludeerd worden dat de keuze voor anonimiteit veel meer diverse verklaringen heeft en teruggaat tot niet alleen de Iraanse cultuur, maar ook de persoonlijke normen en waarden van bloggers. Hiermee wordt het complexe karakter van Iran benadrukt. Daarnaast wordt aangetoond hoe belangrijk het is om rekening te houden met de vele gezichten van Iraanse jongeren, die ondanks hun verschillen allen strijden voor democratie.
De culturele invloed van weblogs op de politieke standpunten van Iraanse jongeren heeft deze jonge generatie klaargestoomd voor een democratie. Deze generatie heeft online leren schrijven, leren luisteren naar elkaar en leren discussiëren. Deze culturele invloed dient daarnaast als een motivatie voor bloggers in de diaspora om bloggers in Iran te blijven voorzien van middelen om de strenge internetcensuur te omzeilen en de toegang tot informatie te vergroten. Traditionele culturele Iraanse waarden worden hierdoor langzamerhand veranderd en er wordt ruimte gemaakt voor een vorm van publiek debat dat de Iraanse gemeenschap dichterbij een democratie brengt. Weblogs hebben Iraanse bloggers van over de hele wereld een stem gegeven waarmee een globaal publiek kan worden aangesproken en de controle van het Islamitische regime wordt ondermijnd. Deze stem heeft geleid tot de creatie van een digitale revolutie binnen een revolutie die pas zal doven wanneer sprake is van een vrij en democratisch Iran.
100
This is the Iran that will not crush under sanctions; that will not disappear under bombs. This is the Iran that will not succumb to fascists; that will not become a country of consuming cadavers. This is the Iran that grandmother left for us. This is the Iran that we will leave for our grandchildren. This is the country of wind, water, fire and dust. This is where people dance to Rumi and sing with Khayam; where they stare into stars with Biruni and into earth with Avecinna; where they settle with Hafiz and travel with Sa'di; where they dive into the past with Ferdowsi and fly onto the future with Attar. Iran defies all imagination. Democracy will come. We will never stop fighting. (Neo-Resistance, 18 december 2009)
101
LITERATUUR
Abdo, G. (2003). Media and information; The case of Iran. Social Research, 70(3), 877-886. Abrahamian, E. (2008) A history of modern Iran. Cambridge: Cambridge University Press. Addis, C. L. (2009). Iran’s 2009 Presidential Elections. Congressional Research Service. Opgehaald 30 juli 2010, van http://www.dtic.mil/cgi bin/GetTRDoc?Location=U2&doc=GetTRDoc.pdf&AD=ADA501347 Alavi, N. (2005). We are Iran; The Persian blogs. Brooklyn NY: Soft Skull Press. Alavi, N. (2007). The fourth generation. New Internationalist, 398, 17-19. Alexanian, J. (2006). Publicly intimate online; Iranian weblogs in Southern California. Comparative Studies of South Asia, Africa and the Middle East, 26(1), 134 145. Alexanian, J. (2008). Poetry and polemics; Iranian literary expression in the digital age. Multi Ethnic Literature of the United States, 33(2), 129-152. Baumann, M. (2009). A political revolution goes viral; not so fast. Information Today, 26(9), 52. BBC (2009, 19 Februari). Iran’s internet dilemma. Opgehaald 25 april, 2010, van http://www.bbc.co.uk/blogs/technology/2009/06/irans_internet_dilemma.html. Beeman, W.O. (2001). Emotion and sincerity in Persian discourse; Accomplishing the representation of inner states. Journal of the Sociology of Language, 148, 31 57. Beilock, R., & Dimitrova, D.V. (2003). An explanatory model of inter-country internet diffusion. Telecommunications Policy, 27, 237-252.
102
Berkeley, B. (2006). Bloggers vs. Mullahs; How the Internet roils Iran. World Policy Journal, 71-78. Boer, D. den., Bouwman, H., Frissen, V., & Houben, M. (1994). Methodologie en statistiek. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum. Bryman, A. (2004). Social research methods. Oxford: University Press. Cartlidge, C. (2002). Iran; Modern nations of the world series. San Diego: Lucent Books. Chen, T.M., & Wang, V. (2010, March). Web filtering and censoring. Computer Society, 43(3), 94-97. Coleman, S. (2008). Blogs and the new politics of listening. Political Quarterly, 76(2), 272- 280. Coleman, S., & Dyer-Witheford, N. (2007). Playing on the digital commons; Collectivities, capital and contestation in videogame culture. Media Culture & Society, 29(6), 934-953. CNN (2009, 18 December), Twitter hackers appear to be Shiite group. Opgehaald 15 augustus, 2010, van http://edition.cnn.com/2009/TECH/12/18/twitter.hacked/index.html CNN (2010, 19 Februari). Cashing in on internet censorship. Opgehaald 25 april, 2010, van http://edition.cnn.com/2010/TECH/02/18/internet.censorship.business/index. ml. Dewey, J. (1903). Democracy in education. The Elementary School Teacher, 4(4), 193-204. Doostdar, A. (2004). The vulgar spirit of blogging; On language, culture, and power in persian Weblogestan. American Anthropologist, 106(4), 651-662.
103
Dreher, H.M. (2009) Twittering about anything, everything, and even health. Holistic Nursing Practice, 23(4), 217-221. Enyedi, B.S., & Kádár, M. (2008). The fascinating world of Web 2.0. Journal of Media Research, 2, 73-83. Faris, R., & Zittrain, J. (2009). Web tactics. Index on Censorship, 38, 90-96. Focault, M. (1986). Of other spaces. Diacritics, 16(1), 22-27. Frazer, N. (1990). Rethinking the public sphere: A contribution to the critique of actually existing democracy. Social Text, 25, 56-80. Ghanavizi, N. (2009). Self-expression and the exchange of ideas; Iranians, the internet and blogging. Antithesis, 19, 133-147. Goffman, E. (1963). Behavior in public places; notes on the social organization of gatherings. New York: Free Press. Golkar, S. (2005). Politics in weblogs; A safe space for protest. Iran Analysis Quarterly, 2(3), 49-59. Graham, M., & Khosravi, S. (2002). Recording public and private in Iranian Cyberspace Identities, politics and mobilization. Identities, 9(2), 219-246. Habermas, J. (1962). Social structures of the public sphere. In J. Habermas (Ed.). The structural transformation of the public sphere. An inquiry into a category of bourgeois society (pp. 27-42). Cambridge: Polity Press. Habermas, J. (1989). The structural transformation of the public sphere; An inquiry into a category of Bourgeois society. Cambridge: MA: MIT Press. Habermas, J. (2006). Political communication in media society: Does democracy still enjoy an epistemic dimension? The impact of normative theory on empirical research. Communication Theory, 16, 411–426.
104
Hamedani , N. (2009, augustus). “The world is watching”…a blurry picture in Iran [Elektronische versie]. Washington Report on Middle East Affairs, 16, 11-13. Hamilton, S. (2002). Internet accessible information and censorship, intellectual freedom and libraries; A global overview. International Federation of Library and Associations and Institutions, 28(4), 190-197. ’t Hart, H., Boeije, H., & Hox, J. (2005). Onderzoeksmethoden (7e druk). Amsterdam: Boom. Hevern, V.W. (2004). Threaded identity in cyberspace; Weblogs and positioning in the dialogical self. Identity, 4(4), 321-335. Heradsveit, K., & Bonham, G.M. (2007). What the axis of evil metaphor did to Iran. Middle East Journal, 61(3), 421-440. Hetherington, K. (1997). The badlands of modernity; Heterotopias and social ordering. Londen: Routledge. Hiro, D. (2005). Iran Today. London: Politico. Houissa, A. (2000). The internet predicament in the Middle East and North Africa; connectivity, access and censorship. Journal of Librarianship and Information Science, 32(2), 56-63. Jahanbegloo, R. (2004). Iran; Between tradition and modernity. New York: Lexington Books. Jensen, M. (2004). Internet filtering and its effects on intellectual freedom. PNLA Quarterly, 68(4), 13-15. Johari, A. (2001). Internet use in Iran; Access, social, and educational issues. International Review, 81-84. Johnston, S. (2008). Persian rap; The voice of modern Iran’s youth. Journal of Persianate Studies, 1, 102-119.
105
Jordan, T. (1999). Cyberpower; The culture and politics of cyberspace and the internet. Londen: Routledge. Kalathil, S. (2003). Dot.Com for dictators. Foreign Policy, 135, 42-49. Kargar, M. J., Ramli, A. R., Ibrahim, H., & Azimzadeh, F. (2008). Formulating priory of information quality criteria on the Blog. World Applied Sciences Journal, 4(4), 586- 593. Keddie, N. (2003). Modern Iran; Roots and results of revolution. Connecticut: Yale University. Khiabany, G., & Sreberny, A. (2007). The politics of/in blogging in Iran Comparative Studies of South Asia, Africa and the Middle East, 27(3), 563-619. Khosrokhavar, F. (2002). Postrevolutionary Iran and the new social movements; Year of Islamic Revolution. Syracuse: Syracuse University Press. Kierkegaard, S.M. (2006). Blogs, lies and the doocing; The next hotbed of litigation. Computer Law and Security Report, 22, 127-136. Langer, R., & Beckman, S.C. (2005). Sensitive research topics; Netnography revisited. Qualitative market research, An international journal, 8(2), 189-203. Luhmann, N. (1986). Ecological communication. Cambridge: Polity. Lynch, M. (2000). The dialogue of civilisations and international public spheres. Journal of International Studies, 29, 307-330. Mahdavi, P. (2007). Meeting, mating, and cheating online in Iran. ISIM Review, 19. Opgehaald 12 april, 2010 , van http://74.125.77.132/search?q=cache:h0GjpXf2AtsJ:www.isim.nl/files/Revi w_19/Rview_1918.pdf+meeting,+mating,+and+cheating+online+in+iran&cd =2&hl=nl&ct=cnk&gl=nl
106
Mcauliffe, C. (2007). A home far away? Religious identity and transnational relations in the Iranian diaspora. Global Networks, 7(3), 307-327. Mobasser, N. (2006). A war of words. Index on Censorship, 35(3), 124-131. Morse, J.M., Barrett, M., Mayan, M., Olsen, K., & Spiers, J. (2002). Verification strategies for establishing reliability and validity in qualitative research. International Journal of Qualitative Methods, 1(2), 1-19. Nardi, B. A., Schiano, D. J., Gumbrecht, M., & Swartz, L. (2004). Why we blog. Communications of the ACM, 47(12), 41-46. Nardi, B. A., Schiano, D. J. & Gumbrecht, M. (2004). Blogging as social activity, or, would you let 900 million people read your diary? Computer Supported Cooperative Work, 6(3), 222-231. Nordlinger, J. (2010, 22 februari). A very important subject; Internet freedom and a widespread restlessness. National Reviews, 28-29. Patton, M. (2002). Qualitative Research and Evaluation Methods. London: Sage Publications. Pollack, K.M. (2004). The Persian puzzle. New York: Random House. Rahimi, B. (2003). Cyberdissent; The internet in Revolutionary Iran. Middle East Review of International Affairs, 7(3). Opgehaald 12 april, 2010, van http://meria.idc.ac.il/journal/2003/issue3/jv7n3a7.html#Babak. Rahimi, B. (2008). The politics of the Internet in Iran. In M. Semati (ed). Media, culture and society in Iran: Living with globalization and the Islamic state. London: Routledge.
107
Read, J.G., & Oselin, S. (2008). Gender and the education-paradox in ethnic and religious contexts; The case of Arab Americans. American Sociological Review, 73, 296-313. Reporters Without Borders (Februari, 2010). Connections severed or slowed and Google Mail blocked in latest anti-internet offensive. Opgehaald 12 april, 2010, van http://en.rsf.org/iran-connections-severed-or-slowed-and-11-02 2010,36434.html. Schmidt, J. (2007). Blogging practices; An analytical framework. Journal of Computer-Mediated Communication, 12, 1409-1427. Shao, G. (2009). Understanding the appeal of user-generated media; A uses and gratification perspective. Internet Research, 19(1), 7-25. Strauss, A., & Corbin, J.M. (1990). Basics of qualitative research; Grounded theory procedures and techniques. Thousand Oaks, CA: Sage Publications. Sunstein, C.R. (2007). Republic.com 2.0. Princeton: Princeton University Press. Sussman, L.R. (2000). Censor dot gov; The internet and press freedom 2000. Journal of Government Information, 27, 537-545. The Greens & European Free Alliance. The new political role of Internet and mobile phone; Example Iran. Opgehaald 1 juli, 2010, van http://greenmediabox.eu/live/iran/ Trammell, K. D., Tarkowski, A., Hofmokl, J., & Sapp, A. M. (2006). Rzeczpospolita blogo´w [Republic of blog]; Examining Polish bloggers through content analysis. Journal Computer-Mediated Communication, 11, 702-722.
108
Tuinstra, F. (2009, fall). Internet censorship; The myth, oft told, and the reality. Nieman Reports, 51-53. Varzi, R. (2006). Warring Souls; Youth, media and martyrdom in post-revolution Iran. London: Duke University Press. Weintraub, J., & Kumar, K. (eds.) (1997). Public and private in thought and practice Perspectives on a grand dichotomy. Chicago: University of Chicago Press. Wetherell, M., & Potter, J. (1987). Discourse and Social Psychology; Beyond Attitudes and Behaviour. London: Sage. Zuckerman, E. (2008). Meet the bridgebloggers. Public Choice, 134, 47-65.
109
APPENDIX I: TOPIC LIST
Part 1: Introduction 1. Introduce myself 2. Explain purpose and design of my study 3. Tell me about yourself. How old are you; where do you live (optional, important for comparison with Diaspora); what is your nationality (idem)? 4. What is your occupation? Have you ever gone to university? 5. Would you like to stay anonymous during this interview?
Part 2: Internet and Bloggers 1. How long have you been using the internet? 2. How often do you use it? 3. Do you have home access to the internet? 4. What are your thoughts on the opportunities that the internet has given Iranian youth in terms of free speech? 5. What are your thoughts on the threats that internet usage has for Iranian youth? 6. What are your thoughts on internet censorship in Iran? How do you deal with it? Are there ways of getting around it, and if so, would you mind sharing them?
Part 3: Bloggers and weblogs 1. When and how did you first learn about the existence of weblogs? 2. What was your first reaction? 3. How long have you had your blog? How many blogs do you have? Do you still update it and if so, how often? 4. What is your blog about? (Possible subjects could be politics, society and culture, life, relationships, science and philosophy, technology, iran, art, aport, religion. 5. Who is your target audience? 6. What other blogs do you read? Why? 7. Do you blog in English/ Persian or both? Elaborate. 8. Do you think that blogs give the Iranian youth power?
110
Part 4: Bloggers and motivations 1. Why did you start blogging? (Motivations could be update others on activities, express opinions to influence others, seek others’ opinions and feedback, inform others or release emotional tension.) 2. Why did you continue or stop to blog? 3. How do you create meaning in your blog? (constructing discouse)
Part 5: Bloggers and (self) censorship 1. What subjects, if any, do you avoid blogging about? Why? 2. Have you ever been asked to remove all or some of the contents of your blog or to close down your blog? By whom and what did you do? 3. Have you ever experienced difficulties in accessing other blogs? Why? 4. Do you publish any personal information online such as your name or contact details? Do you use a pseudonym or do you stay anonymous? Why? 5. Have you ever experienced threatening or abusive behaviour due to the contents of your blog? Can you give examples?
Part 6: Bloggers, politics, self-expression and identity 1. What kind of impact do you think that blogging has had on the distribution of news or political discourse in Iran? 2. How influential do you think blogging is amongst Iranian youth? Why? 3. Do you use your blog to influence others? 4. Do you use your blog to express political opinions? 5. How important is it for you to express political opinions? Why? 6. Is there a difference between Iranian bloggers living within Iran and outside of Iran? Why?
Part 7: Closing 1. Do you think I forgot to ask you something? 2. Do you have any further comments to make about blogging or the Iranian blogosphere?
111
APPENDIX II: BEGELEIDENDE BRIEF
Dear participant,
First, I would like to thank you very much for your cooperation in answering the following interview questions. Please let me introduce myself first and tell you a little about the purpose and design of my study.
As I already told you, my name is Anna Nikbakht Nooshin and I am a student at the University of Amsterdam in my final year. Currently, I am writing my masters thesis about Persian bloggers. The purpose of my study is to find out what the influence of weblogs have been on the communication of (political) opinions of (young) Persian bloggers from all over the world.
The interview is divided in seven short sections. Please take your time in answering all the questions and do not hesitate to give your true opinion. There are no right or wrong answers; I am purely interested in your thoughts on the motivations for blogging and what blogging means to you.
Anonymity is key to my research. All the participants will remain anonymous, unless they clearly state otherwise. If you need any references or additional information on certain questions, please do not hesitate to ask me.
Your help means a lot to me. Thank you again and good luck answering the questions.
112
APPENDIX III: OVERZICHT RESPONDENTEN
Code
M/V
Naam
Leeftijd
Woonplaats
Opleiding
Blogger
Duur
sinds
interview in minuten
D1
M
Poyan
25
Amsterdam
MBO
2008
47
29
Den Haag
MA
2006
94
2004
123
2009 (na 2
118
Rahimzadeh D2
V
Tina Ehrami
Universiteit D3
M
Damon Golriz
28
Den Haag
Ma Universiteit
D4
M
Sam (Anoniem)
27
Amsterdam
HBO
maanden gestopt D5
M
Ahura Qavami
32
Leiden
Tehrani D6
V
Nafiss Nia
MA
1998
115
2007
93
Universiteit 40
Amsterdam
Ma Universiteit
D7
V
Shima
24
Amsterdam
HBO
2010
38
22
Amsterdam
MA
2009
51
Universiteit
(reeds
Soltanipoor D8
V
Maryam (Anoniem)
gestopt) D9
M
Amir Azadi
30
Leiden
MA
2009
63
2004
90
2006
Nvt, via
Universiteit D10
M
Ali (Anoniem)
28
Leiden
Ma Universiteit
D11
M
Saeed
28
Parijs
Ghasseminejad D12
V
Toktam
Universiteit 30
Londen
(Anoniem) I1
I2
V
V
Atash (Anoniem)
Naj (Anoniem)
MA
PHD
email 2005
Universiteit 31
29
Teheran,
BA
Iran
Universiteit
Iran
PHD
email 2009
M
Mir M. (Anoniem)
32
Iran
PHD Universiteit
Nvt, via email
2005
Universiteit I3
Nvt, via
Nvt, via email
2008
Nvt, via email
113
I4
M
Bamdadi
28
Iran
(Anoniem) I5
I6
M
M
David Yaghoobi
Tehran Post
V
Mitra
32
28
22
Teheran,
MA
Iran
Universiteit
Teheran,
MA
Iran
Universiteit
Iran
BA
Yousefimashhour I8
M
Vahid Online
28
V
M. Alipour
22
Teheran,
BA
Iran
Universiteit
Karaj, Iran
Universiteit
2005
I11
V
V
Hebi (Anoniem)
Nina (Anoniem)
Nvt, via email
2001
Nvt, via email
2005
Nvt, via email
2007
Nvt, via email
2005
(Anoniem) I10
Nvt, via email
Universiteit
(Anoniem) I9
2002
Universiteit
(Anoniem) I7
MA
Nvt, via email
28
26
Teheran,
MA
Iran
Universiteit
Rasht, Iran
BA Universiteit
2004
Nvt, via email
2006
Nvt, via email
114
APPENDIX IV: OVERZICHT WEBLOGS
Naam weblog
URL
Envelope Clothing
http://www.envelopeclothingco.com
The world according to Tina Ehrami
http://www.tinaehrami.com/
Redefined
http://dgolriz.blogspot.com/
Ahura
http://ahuraqavami.wordpress.com/
Nafiss Nia
http://nafissnia.blogspot.com/
Miacoth’s Blog
http://miacoth.wordpress.com/
Amir Azadi
http://www.facebook.com/Khoramdin
Koosha
http://koosha.blogfa.com/ (gefilterd)
Radical Liberalism
http://www.radical-liberalism.blogfa.com/ (gefilterd)
Atash Gardoon
http://atashgardoon.blogfa.com/
Neo-Resistance
http://iranfacts.blogspot.com/
Bamdadi
http://bamdadi.com/
DDMMYYYY
http://www.ddmmyyyy.org
Tehran Post
http://ord-per.blogspot.com/
Comingday
http://comingday.blogspot.com/
Farda
http://nextdays.blogspot.com/
Vahid Online
http://vahid-online.net/
115