Beste lezer 2009 was een jaar vol uitdagingen. Nog nooit deden zoveel Gentse gezinnen een beroep op één of meerdere diensten van het OCMW. En dat was, jammer genoeg, niet het enige record dat sneuvelde. Ook het aantal leefloners, het aantal aanvragen voor een sociale woning, het aantal cliënten met schulden en het aantal cliënten zonder werk, was nog nooit zo hoog. De economische crisis sloeg duidelijk extra hard toe voor mensen die het niet breed hebben. OCMW Gent ziet ‘groei’ als hét antwoord op de crisis. Eerst en vooral wil het OCMW groeien als klantvriendelijke organisatie met een ruim aanbod van diensten voor alle Gentenaars. Daarnaast investeert het OCMW ook om een goede werkgever te zijn voor haar personeel. Daarom kreeg het jaaroverzicht 2009 als titel ‘Verder groeien – Met een hart voor Gent en zorg voor elkaar’. De vele tabellen en grafieken zetten het thema ‘groei’ extra in de verf. Tijden van crisis sporen aan om de eigen dienstverlening te evalueren op vlak van efficiëntie, bij te sturen waar nodig en nieuwe initiatieven te ontwikkelen. In het eerste deel ‘Verder groeien – Met een hart voor Gent’ kunt u lezen hoe OCMW Gent ernaar streeft om hulp op maat te bieden aan iedereen die een beroep doet op onze organisatie. Of het nu gaat om het zoeken van een sociale woning, begeleiding naar een nieuwe job of bemiddeling bij schulden, het doel blijft hetzelfde: het welzijn garanderen van elke Gentenaar. In het tweede deel ‘Verder groeien – Met zorg voor elkaar’ staan de inspanningen opgesomd die het OCMW onderneemt om te groeien als aantrekkelijke werkgever die oog heeft voor het welzijn van haar personeel. In 2009 werd verder geïnvesteerd in mogelijkheden tot interne en externe vormingen, bijscholingen, loopbaanbegeleiding en een duurzame en veilige werkomgeving. Met al deze inspanningen probeert het OCMW ervoor te zorgen dat onze werknemers alle kansen krijgen om hun ambities waar te maken in de beste omstandigheden binnen een aantrekkelijke, collegiale werksfeer. Dat komt uiteindelijk ook de kwaliteit van onze dienstverlening ten goede. Want alleen tevreden personeel maakt tevreden klanten. Luc Kupers secretaris
Geert Versnick
voorzitter
3
1
Verder Groeien met een hart voor Gent
Activering Leefloon en levensminimum Hulp voor jongeren en studenten Psychologische hulp Zorg en wonen voor senioren Wonen voor kansarmen en thuislozen Energie en duurzaamheid Aandacht voor andere culturen Juridische hulp Vrije tijd
2
6 20 29 32 38 52 61 66 70 74
Verder Groeien met zorg voor elkaar
Bestuur en beleid Talent en diversiteit Tevreden personeel Kwaliteit centraal Communicatie en imago Automatisering en digitalisering Financiën
78 80 86 92 96 99 102
1
Verder Groeien met een hart voor Gent
Activering Iedereen heeft recht op een basisinkomen, een degelijk onderdak en rechtshulp. De beste manier om voor jezelf die basisrechten te garanderen, is een job. Daarom investeert het OCMW voortdurend in het verbeteren van de bestaande dienstverlening en het zoeken naar nieuwe methodieken om cliënten sociaal en professioneel te activeren. Het OCMW Gent onderscheidt vijf niveaus van activering op de activeringsladder. Elke cliënt wordt op een bepaalde trede geplaatst. Doel is de cliënt laten doorstromen naar het voor hem/haar hoogst haalbare traject op de ladder. Daarbij heeft elke trap een specifieke aanpak, met instrumenten op maat van de cliënt. Reguliere arbeid Arbeidstoeleiding Arbeidsactivering Sociale activering Zorg en hulpverlening
• leefloon en
levensminimum
• Projecten
Maatschappelijke Integratie Basiswerking Wegwijzerwerking Receptiewerking Voorzet
• • • •
Via screening naar werk oriënteringsprogramma’s ervaringsbewijzen
• •
• nazorg
• infomomenten • Jobwerkbank Werkwinkel • Lokale • Actieplan Werk
Via opleiding naar werk technische vormingsmodules taalopleidingen Nederlands Werkt IKOOK
• • •
Via werkervaring naar werk werkervaringsprojecten artikel 60 arbeidszorgprojecten
• • •
Dienstoverschrijdende aanpak van activering De activering van cliënten is niet de opdracht van één enkele dienst apart, maar van verschillende diensten samen: het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum, de Psychologische dienst, de Juridische dienst… Om een optimale samenwerking te garanderen, wordt het thema activering centraal aangestuurd, over de verschillende diensten heen.
Draaiboek activering In 2009 stelde de werkgroep Activering een draaiboek ‘Activering’ op voor alle betrokkenen in het activeringsproces van cliënten; wijkwerkers, trajectbegeleiders, groepswerkers van sociale activeringsprojecten… Het draaiboek vertrekt vanuit het model van de activeringsladder en legt ieders rol vast op elke trap van die ladder. De visie en uitgangspunten achter het activeringsverhaal werden vastgelegd en uitgewerkt; positief motiveren, legitiem confronteren en passend sanctioneren.
Project ‘Nieuwe Kansen’ Binnen het project ‘Nieuwe Kansen’ (NIKA) willen OCMW, VDAB en een aantal vzw’s samen nagaan en uittesten hoe er beter samengewerkt kan worden rond werkzoekenden met een welzijnsproblematiek. Dit is een doelgroep waarvoor de klassieke arbeidsbegeleiding en –bemiddeling vaak niet volstaat. Dit leidt tot concrete experimenten van begeleidingstrajecten die afwijken van het klassieke aanbod. Cliënten krijgen bijvoorbeeld intensieve begeleiding naar de VDAB na hun artikel 60-job of de verschillende partners werken samen om bij gemeenschappelijke dossiers een traject op maat van de cliënt op te stellen. Een stafmedewerker van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum en een psychologe zorgen ervoor dat de resultaten van het project binnen de diensten van het OCMW geïmplementeerd worden.
6
Zorg en hulpverlening – leefloon en levensminimum Mensen die niet over voldoende middelen beschikken, kunnen bij het OCMW terecht voor een leefloon. Maar financiële hulp is nooit vrijblijvend. Het OCMW begeleidt leefloners op vlak van opleiding en werk om de kansen op tewerkstelling te vergroten. Voor wie echter nog niet klaar is voor de arbeidsmarkt is er het opstapje van sociale activering. Daarbij verzekert het OCMW door middel van projecten de maatschappelijke integratie van de cliënt, met het oog op werk, als dat haalbaar is. Toch is zelfs sociale activering voor sommige cliënten te hoog gegrepen, wegens psychologische of mentale problemen. Het is de opdracht van het OCMW om die mensen niet aan hun lot over te laten en ook voor hen een menswaardig bestaan te verzekeren. Een leefloon is in dit geval dan het belangrijkste instrument. Eventueel worden ook een aantal basisvoorwaarden gesteld, zoals het nakomen van afspraken of meewerken aan een hulpverleningsplan. Vreemdelingen die een asielaanvraag ingediend hebben of ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister, ontvangen geen leefloon maar wel een levensminimum. De bedragen van dat levensminimum zijn dezelfde als die van het leefloon. Meer informatie over financiële steun aan cliënten staat in het volgende hoofdstuk ‘Leefloon en levensminimum – cijfers en tendensen’.
7
Sociale activering Een job zorgt naast financiële onafhankelijkheid ook voor een zinvolle invulling van de dag. Mensen zonder werk hebben vaak niets om handen, voelen zich sneller nutteloos en hebben minder sociale contacten. Voor hen dreigt sociaal isolement en ‘het zwarte gat’. Maar niet iedereen kan geactiveerd worden via een job. Voor sommige mensen is tewerkstelling niet onmiddellijk haalbaar, omdat ze door een kluwen van problemen niet kunnen voldoen aan de verwachtingen en eisen op de arbeidsmarkt. Het OCMW wil ook voor die mensen deelname aan het maatschappelijk leven garanderen. We doen dit door tal van projecten aan te bieden die maatschappelijk zinvol zijn en die de competenties van de cliënt helpen ontplooien. Sociale activering kan een opstap naar werk zijn, maar voor sommigen betekent het ook een eindpunt.
Projecten maatschappelijke integratie Met leefloners jonger dan 25 jaar sluit het OCMW contracten ‘geïndividualiseerde projecten maatschappelijke integratie’ (GPMI’s) af. Zo is er het GPMI studenten speciaal voor studenten die een leefloon ontvangen. De bedoeling is de maatschappelijke integratie van cliënten te bevorderen In het contract worden een aantal duidelijke afspraken gemaakt waaraan de verschillende partijen zich moeten houden. Bij het GPMI voor studenten verbindt de student zich bijvoorbeeld ertoe om de opleiding met succes te voltooien en een vakantiejob te doen. Het OCMW engageert zich op zijn beurt tot begeleiding en financiële steun. Elk contract is een contract op maat, aangepast aan de individuele situatie van de cliënt, met als einddoel een aangepaste tewerkstelling.
• In 2009 kregen gemiddeld 503 studenten per maand een leefloon. Dat is ongeveer 11 procent van het gemiddeld aantal steungerechtigden per maand (4.503). In totaal werden er vorig jaar 2.530 GPMI’s (inclusief GPMI studenten) hernieuwd of aangevat.
Basiswerking (figuur 1) De Basiswerking is een wijkgerichte groepswerking waarbij cliënten uit dezelfde buurt op vaste tijdstippen samenkomen. De thema's van de groepswerkingen worden vanuit de noden en ervaringen van de deelnemers gekozen. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat er een uitstap georganiseerd wordt, maar het kan ook gaan over het leren klaarmaken van een voedzame en gezonde maaltijd of het leren omgaan met een beperkt budget bij de aankopen in de supermarkt. Op die manier leren de cliënten sociale vaardigheden aan en worden ze gesterkt in hun eigenwaarde. Er zijn basiswerkingen in Gentbrugge-Ledeberg, Bloemekenswijk, Gent Noord-Macharius, Gent Zuid en Sint-Amandsberg-Muide. figuur
1: sociale activering - basiswerking
4OTAAL DOORSTROMINGEN
4OTAAL DOORSTROMINGEN
4OTAAL BIJEENKOMSTEN
!CTIEVE CLIpNTEN
4OTAAL BIJEENKOMSTEN
!CTIEVE CLIpNTEN
"LOEMEKENS 'ENT .OORD WIJK -ACHARIUSWIJK
,EDEBERG
3INT !MANDSBERG -UIDE
'ENT :UID
De Basiswerking telde 107 actieve leden in 2009, tegenover 53 actieve leden in 2008. De Basiswerking Sint-Amandsberg/Muide werd wel pas in 2009 opgericht.
8
In 2009 werd er vooral gefocust op de instroom van nieuwe cliënten, nadat in 2008 heel wat cliënten doorstroomden naar bestaande initiatieven, zoals vrijwilligerswerk, activiteiten in het Buurtcentrum… Voor deze nieuwe cliënten was doorstroming in 2009 zelf nog niet mogelijk. Daarom lag het aantal doorstromingen in 2009 (29) gevoelig lager dan in 2008 (51).
Wegwijzerwerking De Wegwijzerwerking brengt mensen die ervaring hebben met de hulpverlening van het OCMW samen om na te denken hoe die hulpverlening nog beter kan. Enerzijds is er de Dialooggroep, die werkt rond thema’s in de hulpverlening en meewerkt aan vormingen voor hulpverleners. In 2009 werd er met 19 cliënten vooral nagedacht en gepraat over de OCMW-hulpverlening, en lag de klemtoon minder op doorstroming en activering. Daarnaast is er de Brochurewerking, die bestaande of nieuwe documenten, brieven, folders en brochures helpt begrijpbaar maken. Omwille van minder personeel bleef deze werking in 2009 beperkt.
Receptiewerking
Eind 2009 startte de Receptiewerking ook met het bereiden van verse broodjes voor de vormingsdienst.
De Receptiewerking is een project waarbij cliënten de catering verzorgen voor OCMW-diensten, stads- en provincie diensten en sociale organisaties. Ze bereiden hapjes, warme maaltijden, koude buffetten en belegde broodjes. Daarnaast bedienen de cliënten ook zelf tijdens recepties en maaltijden. Naast groepswerk voorziet het arbeidszorgproject in de individuele ondersteuning van de groepsleden en biedt het vormingen aan. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de mogelijkheden en interesses van de cliënt.
• In 2009 telde de Receptiewerking 26 actieve groepsleden. Ze voerden 73 recepties uit, serveerden 3.621 maaltijden in het Buurtcentrum De Vaart en leverden 25 maaltijden (bijvoorbeeld koude buffetten) voor OCMW- en stadsdiensten.
9
Voorzet Voorzet is een uniek project in Vlaanderen waarbij een eersteklasse voetbalclub samenwerkt met jongeren om ze via voetbal bepaalde competenties en vaardigheden bij te brengen. Het uitgangspunt van Voorzet is eenvoudig. De vaardigheden die nodig zijn op het voetbalveld, zijn ook de vaardigheden die jongeren vooruit helpen in het leven. Daarom krijgen de deelnemers aan het project de kans om binnen KAA Gent een voetbalploeg te vormen. Door trainingen te volgen, leren ze samenwerken, omgaan met kritiek en door te zetten.
• In 2009 bestond de groep uit 17 deelnemers. 2 cliënten stroomden door naar de reguliere arbeidsmarkt, twee naar
jobcoaching, twee naar een voltijdse opleiding, drie naar een artikel 60-job, 1 persoon volgde een opleiding aan de VDAB en 3 mensen werden verder opgevolgd binnen het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum van het OCMW.
Gent Blue en Gent White in Belgian Homeless Cup 2009 In 2009 vaardigde België voor de tweede keer een team af voor de Homeless World Cup. Om te bepalen wie ons land zou vertegenwoordigen in Milaan, werd een Belgian Homeless Cup georganiseerd. OCMW Gent, het CAW en het Straathoekwerk sloegen de handen in elkaar en stelden twee teams samen, Gent White en Gent Blue. Het OCMWvoetbalproject Voorzet zorgde voor de nodige ondersteuning. Voetbal als instrument Het idee achter de Homeless Cup is dat voetbal een krachtig instrument is om daklozen weer te integreren in de maatschappij. Het geeft thuislozen weer een doel in het leven, iets Gent Blue eindigde als derde op het tornooi in Kortrijk, na de teams van Lierse en Kortrijk. zeer concreet waar ze zich voor kunnen inzetten en waarvoor ze zelfs bereid zijn om hun leven om te gooien. Op die manier wordt er geleidelijk weer meer structuur in het leven van de daklozen gebracht en krijgen ze meer zelfvertrouwen. Gent Blue en Gent White werkten zich onder begeleiding van het OTC-project Voorzet maandenlang in het zweet om zover mogelijk in de selectie te geraken. Op zaterdag 27 juni 2009 werd tijdens een slottornooi in het Koning Boudewijnstadion beslist wie er het ticket voor Milaan mee naar huis mocht nemen. Gent White kwam er het dichtst bij, het team eindigde op de derde plaats. Het verhaal stopte echter niet daar. Alle deelnemers werden verder opgevolgd door het netwerk aan hulpverleners die actief bij het project betrokken waren.
• Homeless Gent bereikte 50 deelnemers. Twaalf cliënten stroomden intussen door naar (werk)projecten binnen OCMW Gent, zoals Voorzet, Perspectief of artikel 60.
10
Arbeidsactivering Het OCMW Gent ziet activering naar werk als dé manier om mensen aan financiële onafhankelijkheid en maatschappelijke contacten te helpen (figuur 2). De belangrijkste actor bij de sociaal-professionele activering van werkzoekende OCMW-cliënten is het Opleidingsen Tewerkstellingscentrum (OTC). Cliënten die zonder werk zitten, worden door de welzijnsbureaus naar het OTC doorverwezen. Daar wordt voor hen, na evaluatie van hun vaardigheden, een passende opleiding of (sociale) tewerkstelling gezocht binnen het OCMW of bij andere instanties. Trajectbegeleiders volgen de cliënten op en sturen bij waar nodig. figuur
2: cliëntenprofiel van het opleidings- en tewerkstellingscentrum (otc)
Totaal cliënten in trajectbegeleiding
2009
2008
2007
1.256 (100 %)
926 (100 %)
725 (100 %)
Afkomst Belgen van Belgische afkomst Belgen van allochtone afkomst Allochtone afkomst met een niet-Belgische nationaliteit
55 %
46,8 %
16,3 %
12 %
16,5 %
36,0 %
33 %
36,7 %
61,4 %
60,5 %
57,4 %
Vrouwen
38,6 %
39,5 %:
42,6 %
Geslacht Mannen Leeftijd
47,7 %
<25j
36,2 %
41 %
35 %
Tussen 25 en 34 jaar
30,7 %
28 %
28 %
Tussen 35 en 44 jaar
21,5 %
19 %
21 %
> 45jaar
11,7 %
12 %
16 %
6,0 %
7 %
9 %
Max. Lager onderwijs
40,4 %
42 %
35 %
Max. Lager secundair onderwijs
24,0 %
29 %
27 %
Hoger secundair of hoger
16,4 %
11 %
16 %
13,1 %
10 %
13 %
Scholing Geen
Buitenlands diploma
Via screening naar werk (figuur 3) Tijdens intake- en oriënteringsgesprekken maken medewerkers van het OTC een persoonsprofiel van de cliënt op en bepalen ze wat zijn vaardigheden zijn. Met deze diagnose kan de maatschappelijk werker, samen met de cliënt, gericht op zoek gaan naar een gepaste job op de arbeidsmarkt. Maar in veel gevallen volstaat enkel een screening van de capaciteiten niet om cliënten op weg te helpen naar werk in het reguliere circuit. Daarom biedt het OTC ook opleidingen aan en laat ze cliënten werkervaring opdoen binnen het OCMW of bij andere instanties. figuur
3: screenings otc
4OTAAL
3CALA
4ECHNISCHE SCREENING
!DMINISTRATIEVE SCREENING
)NDIVIDUELE VERVOLGSCREENING
%RVARINGSBEWIJS
4OTAAL
De grote stijging van het aantal screenings is te verklaren door de stijging van het aantal leefloners in het OCMW en de sterke focus op het activeren van deze doelgroep naar werk.
11
Oriënteringsprogramma’s Het OTC heeft vier oriënteringsprogramma’s om te achterhalen wat de competenties en beroepsmogelijkheden van een cliënt zijn: ‘Scala’, ‘Technische screening’, ‘Administratieve Screening’ en ‘Individuele vervolgscreening’. De programma’s zijn uniek in Vlaanderen omdat ze specifiek gericht zijn naar kortgeschoolden. Het programma ‘Scala’ is een tweedaagse basisscreening die de brede inzetbare competenties in beeld brengt. De ‘technische screening’ test gedurende twee dagen de handvaardigheid en de technische aanleg via opdrachten binnen de bouw- en renovatiesector. De administratieve vaardigheden staan dan weer centraal tijdens de ‘administratieve screening’. De ‘individuele vervolgscreening’ tenslotte is een screening op maat en probeert een totaalbeeld van de cliënt weer te geven.
Het testcentrum verhuizer/inpakker opende in 2008 al haar deuren.
Ervaringsbewijzen Veel mensen doen tijdens een job bepaalde nieuwe vaardigheden op. Andere mensen zijn tijdens hun vrije tijd actief met iets bezig waardoor ze nieuwe competenties verwerven. Als ze dan op zoek gaan naar een job waar ze deze nieuwe vaardigheden en competenties kunnen toepassen, hebben ze wel de nodige ervaring, maar niet de juiste diploma’s of attesten. De Vlaamse overheid geeft deze mensen de kans om hun vaardigheden voor bepaalde beroepen toch op papier te laten vastleggen. Als ze met succes een gesprek en een praktische proef doorstaan in een testcentrum, krijgen ze een ervaringsbewijs, een officieel bewijs van bekwaamheid. Dat attest toont aan dat iemand goed is in wat hij doet, wat natuurlijk kan uitgespeeld worden op de arbeidsmarkt. Het OTC was voorheen al door de Vlaamse overheid erkend als testcentrum voor het beroep verhuizer/inpakker. In 2009 kwamen daar nog 2 testcentra bij: voor de beroepen monitor/begeleider in de beschutte en sociale werkplaatsen en keukenmedewerker. Het nieuwe testcentrum keukenmedewerker bevindt zich in welzijnsbureau Gent-Noord en is een samenwerking met de vzw Vlaams Centrum voor de Vorming en Vervolmaking in de Horeca en de VDAB. Het is het enige testcentrum keukenmedewerker in Oost-Vlaanderen.
• In 2009 namen 47 mensen deel aan een examen voor een ervaringsbewijs (2008: 29 deelnames). Er slaagden 5
deelnemers voor het ervaringsbewijs verhuizer/inpakker, 6 deelnemers voor het ervaringsbewijs monitor/begeleider en 7 deelnemers voor het ervaringsbewijs keukenmedewerker.
12
Via opleiding naar werk Er is een mismatch op de arbeidsmarkt tussen het aanbod van de profielen en de capaciteiten die werkgevers vragen. Daarnaast zijn er veel mensen die door omstandigheden niet aan de slag kunnen. Het OTC speelt op deze tegenstelling in en probeert door opleiding op maat cliënten naar de arbeidsmarkt te laten doorstromen.
Technische vormingsmodules Het OTC organiseerde de voorbije jaren zelf technische vormingen in een aantal disciplines zoals schrijnwerk, elektriciteit en behangen en schilderen. Sinds 2008 wordt voor de laatste 2 modules een beroep gedaan op CVO Leerdorp. De vormingen staan open voor OCMW-steungerechtigden en werklozen van andere organisaties.
Taalopleidingen ‘Nederlands werkt’ Wie weinig of geen Nederlands spreekt, ondervindt zeker een nadeel in de zoektocht naar werk. Anderstaligen die toch een job vinden, hebben het op de werkvloer evenmin makkelijk en krijgen meestal niet dezelfde doorgroeimoeilijkheden. Cliënten moeten over een basiskennis Nederlands beschikken voor de wijkwerker ze naar het OTC kan doorverwijzen. Sinds 2008 ligt deze basiskennis vast op het taalniveau Europese Richtgraad 1.1. Als de cliënt de richtgraad bereikt, kan die terecht bij het team ‘Nederlands werkt’. Dit team specialiseert zich binnen het OTC in het begeleiden van anderstaligen in een traject naar werk. Daarbij wordt via taalprojecten aandacht besteed aan de verdere ontwikkeling van Nederlandse taalkennis.
• Het Voortraject Integratie Anderstaligen (VIA) is een combinatie van taalopleiding en screening, waarbij de
cliënten vooral het mondeling Nederlands oefenen aan de hand van een aantal activiteiten. Dit project loopt over twee maanden en een half en werd drie maal aangeboden in 2009 voor een totaal van 41 deelnemers (2008: 15 deelnemers). • JOB-INTRA is een voortraject dat anderstaligen specifiek voorbereidt op een artikel 60-tewerkstelling. Het project werd drie keer georganiseerd in 2009 en duurde telkens zes maanden. Er startten 77 cliënten in dit project (2008: 42 deelnemers). ‘Nederlands werkt’ geeft sinds eind 2008 ook extra taalcoaching aan cliënten die de Europese richtgraad 1.2 wel al bereiken, maar die door onvoldoende kennis van de Nederlandse (spreek)taal moeite hebben om goed op de OTCwerkvloer te functioneren. De anderstalige cliënt krijgt individuele begeleiding (aanleren van technische termen en uitdrukkingen) en opleiding in groep (inoefenen van woordenschat in werkgerelateerde situaties). Doel is de doorstromingskansen naar werk verhogen, bijdragen tot de sociale integratie en bevorderen van de ‘taal’ zelfredzaamheid in het algemeen. In 2009 waren er 35 cliënten in de groepscoaching actief.
IKOOK
Het project IKOOK speelt in op de nood op de arbeidsmarkt naar meer hulpkoks en zaalmedewerkers.
Het project IKOOK is een opleidingsproject tot hulpkok en zaalmedewerker gericht op laaggeschoolde werkzoekenden. Het project werd in 2008 opgericht en is het resultaat van een samenwerking tussen Horeca Vlaanderen, Gent, stad in werking, VDAB, OCMW Gent en het Centrum voor Volwassenenonderwijs.
13
De opleiding bestaat uit 25 weken les, 4 weken stage in een horecazaak en een examen. Geslaagde kandidaten krijgen een getuigschrift van de VDAB en het certificaat van hulpkok van het CVO, het Centrum voor Volwassenenonderwijs. Op die manier kunnen ze doorstromen naar een baan of opleiding binnen de horeca.
• Na een strenge selectie stapten 12 kandidaten in IKOOK (2008: 12 kandidaten): 6 cursisten met leefloon (toegeleid
door het OCMW) en 6 met een werkloosheidsuitkering (toegeleid door de VDAB). Samen bereidden ze 1.564 maaltijden, voor personeelsleden van het OCMW en van de partners in het project. Hoogtepunten waren de feestelijke kerst- en Valentijnsmenu’s.
• Net als in 2008 haalden vorig jaar 9 cursisten de eindstreep van de opleiding en ontvingen hun getuigschrift. Eind 2009 waren 6 cursisten nog steeds aan het werk in de horeca en één persoon in een andere sector.
Via werkervaring naar werk Sommige cliënten hebben nood aan een eerste werkervaring als voorbereiding op de reguliere arbeidsmarkt. Voor hen heeft het OCMW Gent een aanbod van een aantal werkprojecten. Er wordt altijd gezocht naar de job die het best bij de vaardigheden en interesses van de cliënt past.
Werkervaringsproject (Wepplus) Het OTC vormt samen met het Lokaal Werkgelegenheidsbureau (LWB) een leerwerkbedrijf: LeerWerk Gent. In dit kader kan het OTC 15 langdurig werklozen voor één jaar tewerkstellen binnen de eigen diensten van het OCMW of enkele vzw’s. Tijdens deze tewerkstelling moeten ze een aantal verplichte vormingen volgen en krijgen ze intensieve begeleiding. Door deze combinatie van werkervaring met intensieve begeleiding kan de ‘Webplusser’ weer makkelijker aansluiting vinden tot de arbeidsmarkt.
Aan de slag met artikel 60§7 (figuur 4) Artikel 60§7 van de OCMW-wet geeft het OCMW de mogelijkheid werk aan te bieden aan personen zodat zij werkervaring opdoen of recht krijgen op een werkloosheidsuitkering. De cliënt krijgt dan een job binnen het OCMW Gent of bij één van de 234 werkervaringsplaatsen die plaatsen vrijhouden voor artikel 60-cliënten. De duur van een contract ligt tussen één en twee jaar. Voor, tijdens en na een artikel 60-tewerkstelling krijgen cliënten intensieve begeleiding. Dat is noodzakelijk voor een goed verloop van het werktraject en om doorstroming naar de arbeidsmarkt te bevorderen. Deelname aan de verschillende infomomenten is voor iedereen verplicht. figuur
4: aantal starters artikel 60 2009 253
Leeftijd
253
100 %
213
100 %
237
100 %
82
32,4 %
44
21 %
57
24 %
25-34 jaar
85
33,6 %
64
30 %
79
33 %
35-44 jaar
55
21,7 %
59
28 %
52
22 %
45-54 jaar
23
9,1 %
39
18 %
40
17 %
8
3,2 %
7
3 %
9
4 %
162
64 %
117
55 %
132
57 %
91
36 %
96
45 %
105
43 %
Belg
146
58 %
108
51 %
135
57 %
Niet- Belg
107
42 %
105
49 %
102
43 %
Man Vrouw
Nationaliteit
2007
< 25jaar
> 55 jaar Geslacht
2008
Iedereen die voor een art. 60-tewerkstelling in aanmerking komt, maar daar om bepaalde redenen nog niet klaar voor is, kan eerst een maand werkstage volgen. Zo kunnen de cursist en de werkplaats elkaar wat beter kennen. Als de juiste klik er niet is, kan probleemloos uitgekeken worden naar een meer geschikte werkplek. In 2009 kregen 178 mensen de kans voor een werkstage.
14
OCMW Gent pionier in competentiecoaching Ook in 2009 waren 3 competentiecoaches belast met het coachen van instructeurs die leiding geven aan artikel 60-werknemers. Doel is om de instructeurs zoveel mogelijk te ondersteunen in hun opdracht om artikel 60-werknemers in hun mogelijkheden te versterken. Het coachen verloopt zowel in groep als individueel. Het Gentse OCMW is hiermee de pionier op het vlak van ondersteuning van instructeurs via coaches. De job als competentiecoach groeide vanuit de vaststelling dat instructeurs wel een technische, maar vaak geen agogische vooropleiding volgden. Dat terwijl competenties zoals individueel begeleiden of conflicthantering voor een instructeur essentieel zijn. De gecoachte instructeurs evalueerden de aanpak positief tijdens een rondvraag in 2009. In 2009 werd de competentiegerichte aanpak toegepast op 26 werkvloeren en werd een nieuwe groep van 43 instructeurs gecoacht. De KarWIJdienst is een werkervaringsproject van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum waar cursisten aan de slag zijn met een artikel 60-contract. De deelnemers verrichten kleine renovatiewerkzaamheden zoals schilderen, behangen, vloeren, elektriciteitswerken en tuinonderhoud.
• In 2009 bestond de KarWIJdienst uit 5 ploegen cursisten artikel 60 en andere contractuelen (vast, sociaal activa, wep+, sine) onder leiding van 5 technische begeleiders. De hele groep bestond uit een veertigtal personen.
De KarWIJdienst voert kleine renovatiewerken uit bij Gentse particulieren met een laag inkomen, woningen verbonden aan het OCMW en een aantal vzw’s.
15
Cursisten van project de Schuitschaaf krijgen een technische vorming in houtbewerking, meubels maken, meubels schilderen en restauratietechnieken. De aangeleerde technieken worden meteen in de praktijk toegepast. In 2009 maakten de cursisten en het technisch personeel van de Schuitschaaf onder andere 4 kijkkasten voor het Designmuseum Vlaanderen vzw, informatieborden, decors voor de OCMW-Vakantiewerking, fotolijsten, een carnavalswagen… Daarnaast repareerden ze meer dan 600 stukken meubilair, 20 volksspelen en 3 marqueteriestukken voor het Designmuseum Gent Restauratie. Op 14 maart organiseerde de Schuitschaaf een openbare verkoop van gerestaureerde meubels en variastukken. De kijkdagen lokten meer dan 200 geïnteresseerden. Er werden 160 loten te koop aangeboden, waarvan er 128 effectief verkocht werden.
• In 2009 waren er gemiddeld 18 cursisten per maand actief in de Schuitschaaf. 3 begeleiders leidden alles in goede banen.
Nog een ander werkervaringsproject van het OTC is de Laadbrug. Deelnemers aan het project verzorgen de materiële dienstverlening, zoals de levering van meubilair, ontruimingen en verhuizingen, aan OCMW-cliënten.
• In 2009 waren er gemiddeld 10 cursisten per maand en 2 begeleiders actief in de Laadbrug. • In 2009 deden 312 personen een beroep op de dienstverlening van de Laadbrug. De cursisten verrichtten onder andere 151 verhuizingen, 112 leveringen, 140 schenkingen en 20 ontruimingen.
Arbeidszorg Sommige leefloners kunnen door persoons- en/of maatschappijgebonden redenen niet (meer) aan de slag in het reguliere of beschermende arbeidscircuit. Arbeidszorg wil ook voor deze mensen het recht op arbeid waarborgen. De arbeidszorg biedt hen arbeidsmatige activiteiten aan in een werkomgeving die ofwel op productie ofwel op dienstverlening is gericht, en ondersteunt hen daarbij. Het gaat om vrijwillig onbetaald werk onder begeleiding. Intussen behoudt de cliënt wel zijn/haar uitkering.
• In 2009 subsidieerde het OCMW 8 vzw’s om extra tewerkstellingsplaatsen te creëren voor artikel-60ers met
een laag profiel en cliënten in arbeidszorg. In 2009 startten vanuit het OTC 56 cliënten in arbeidszorg (2008: 45 starters).
Arbeidstoeleiding en nazorg Ook cliënten die klaar zijn voor de arbeidsmarkt en die misschien al een specifieke job voor ogen hebben, kunnen bij het OCMW terecht. Het OTC begeleidt hen, vaak in samenwerking met partnerorganisaties, bij hun zoektocht naar een job. De begeleiding stopt echter niet wanneer de cliënt een contract ondertekent. Ook bij de start van een tewerkstelling volgt het OTC de cliënt verder op.
Vormingsmomenten artikel 60 Artikel 60-werknemers moeten verplicht 2 vormingen volgen voor hun contract ten einde loopt: ‘Delta’ (3 maanden voor het einde) en ‘Wat na art. 60?’ (1 maand voor het einde). Tijdens deze vormingen krijgen de cursisten informatie over wat hun doorstroommogelijkheden zijn. Daarbij worden ze ook aangespoord al stappen te zetten naar opleiding en/of tewerkstelling om het ‘zwarte gat’ te vermijden.
• In 2009 namen elke maand gemiddeld 10 mensen deel aan de infosessie ‘Wat na artikel 60’. Delta telde 85 deelnemers.
Jobwerkbank De Jobwerkbank richt zich tot steungerechtigden, mensen met een artikel 60-contract en personen in nazorg. Het doel is die mensen te helpen bij hun zoektocht naar een vaste job. Dit gebeurt via allerlei concrete initiatieven zoals het schrijven van sollicitatiebrieven, telefoons naar werkgevers en begeleiding bij sollicitatiegesprekken. Wie dat nodig heeft, krijgt extra begeleiding van de bedrijfsconsulent.
• In 2009 begeleidde de Jobwerkbank 130 cliënten (2008: 132 cliënten). Voor 74 cliënten (57 procent) was een actieve begeleiding mogelijk, 56 cliënten daagden nooit op (43 procent).
• 58 van de 74 cliënten sloten het jobwerkbanktraject af in 2009 (2008: 51 afgesloten dossiers). Daarvan hadden
eind 2009 23 cliënten een job en 5 cliënten een opleiding gevonden. Dat is een doorstromingspercentage van 48,5 procent. • In 2008 bedroeg het doorstromingspercentage 88 procent. De daling is vermoedelijk te wijten aan de economische crisis. Hierdoor zijn er veel minder vacatures voor deze doelgroep van werknemers.
16
De Jobwerkbank richt zich tot steungerechtigden, mensen met een artikel 60-contract en personen in nazorg.
Lokale Werkwinkel Een OTC-trajectbegeleider is sinds juni 2007 voltijds in de Lokale Werkwinkel actief. De bedoeling is om de samenwerking tussen het OCMW, de Gentse partners en de VDAB te optimaliseren. Op die manier kunnen ook cliënten die hun artikel 60-tewerkstelling hebben beëindigd, efficiënt begeleid worden zodat ze niet in de werkloosheid terechtkomen. De trajectbegeleider begeleidt de cliënten bij sollicitaties. Ze leren sollicitatiebrieven schrijven, gesprekken voeren en worden vertrouwd gemaakt met de verschillende communicatiekanalen.
• De Lokale Werkwinkel begeleidde 38 cliënten na hun artikel 60-job. Daarvan gingen 5 cliënten aan de slag. • Daarnaast begeleidde de Lokale Werkwinkel 83 cliënten die doorverwezen werden uit de wijk (mensen met een werkloosheidsuitkering met OCMW-begeleiding of kort geschorsten). 14 personen gingen aan het werk.
Actieplan Werk In april 2009 startten het OCMW Gent, de stad Gent en de VDAB het project ‘Actieplan Werk’ op. Het project heeft als doel mensen die door de economische crisis werkloos werden, intensief te begeleiden naar een job. De begeleiding gebeurt door 6 trajectbegeleiders, 5 in de VDAB en 1 in het OCMW. Het OCMW richt zich naar werklozen die een leefloon/levensminimum of voorschotten op de werkloosheidsuitkering aanvragen. In tegenstelling tot de trajectbegeleiders van de VDAB, screent de trajectbegeleider van het OCMW ook de welzijnsproblematiek van de cliënt en stelt daarna een intensief hulpverleningsplan op.
• De trajectbegeleider van het OCMW nodigde 71 personen uit in 2009. Intussen vonden 28 cliënten een nieuwe job en volgen 6 cliënten een opleiding.
17
De weg na het OTC (figuur 5 en 6) Cliënten worden tijdens hun activeringstraject regelmatig geëvalueerd. De weg stopt wanneer het dossier van de cliënt wordt afgesloten. Bij voorkeur gebeurt dit als de cliënt een job op de arbeidsmarkt heeft gevonden en zijn/haar situatie voldoende stabiel is geworden. Maar ook andere redenen liggen aan de basis, zoals geen interesse, psychosociale en medische problemen, of uitstroom naar een werkloosheidsuitkering. figuur
5: doorstroom en uitstroom cliënten otc na afsluiten dossier
5ITSTROOM WEGENS ANDERE REDENEN OVERLIJDEN DETINERING VERHUIS
5ITSTROOM DOOR PSYCHOSOCIALE OF MEDISCHE PROBLEMEN
$OORSTROOM NAAR OPLEIDING
$OORSTROOM NAAR ARBEIDSMARKT
4OTAAL 5ITSTROOM WEGENS GEEN INTERESSE OF TE LAAG PROFIEL
5ITSTROOM NAAR WERKLOOSHEIDSUITKERING
Het aantal afgesloten arbeidscontracten daalde in 2009 aanzienlijk in vergelijking met voorgaande jaren. De economische crisis is hiervan de belangrijkste oorzaak.
Figuur 6: doorstroom cliënten na afsluiten dossier in detail (werk + opleiding) 2009
2008
2007
2006
124
172
151
105
38
66
48
28
Contracten activa
5
12
29
20
Contracten WEP+
13
14
9
15
Contracten SINE
3
3
2
3
10
7
8
15
Zelfstandige activiteit
9
8
6
12
Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA)
1
0
0
1
Interne Beroepsopleiding (IBO)
0
2
1
1
Startbaan
0
0
0
1
Vrijwilligerswerk
0
0
0
1
53
32
28
28
256
316
282
230
Contract in loondienst Interim contract
Contracten dienstencheques
Opleiding Totaal
18
Activering in cijfers Sociale activering
Arbeidsactivering
• 2.503 geïntegreerde projecten maatschappelijke
• Het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC) beintegratie (GPMI’s) werden afgesloten met steungegeleidde in totaal 1.256 cliënten met als doel hen naar rechtigden jonger dan 25 jaar; een job op de reguliere arbeidsmarkt te helpen. • daarvan waren er gemiddeld 503 studenten per Via screening naar werk maand die een GPMI voor studenten afsloten; • 374 cliënten werden gescreend op competenties en • de wijkgerichte Basiswerking werkte met 107 cliënten vaardigheden; aan sociale activering; • 47 cliënten probeerden een ervaringsbewijs in één van • 19 cliënten kwamen samen om over de OCMWde drie testcentra te behalen, 18 cliënten slaagden. dienstverlening te praten in de Wegwijzerwerking; Via opleiding naar werk • de Receptiewerking telde 26 actieve groepsleden, die • 118 anderstalige cliënten namen deel aan één van de samen 3.621 maaltijden serveerden in Buurtcentrum twee taalprojecten VIA en JOB-INTRA; De Vaart; 35 cliënten kregen taalcoaching tijdens hun artikel-60 • 17 cliënten namen deel aan het voetbalproject Voor- • tewerkstelling; zet in samenwerking met KAA Gent; • 9 cursisten behaalden een getuigschrift van hulpkok • de Gent Homeless Cup bereikte 50 deelnemers. en zaalmedewerker na het volgen van het opleidings project IKOOK. Via werkervaring naar werk
• 15 langdurig werklozen werden binnen het OCMW
tewerkgesteld in het kader van het Werkervaringsproject (Wepplus); • gemiddeld per maand waren er 253 cliënten met een artikel 60-contract actief; • 178 cliënten volgden een werkstage als voorbereiding op artikel 60; • 56 cliënten startten vanuit het OTC in arbeidszorg.
Arbeidstoeleiding
• er namen elke maand gemiddeld 10 mensen deel
aan het infomoment ‘Wat na artikel 60?’, 85 cliënten volgden de vorming Delta; • 74 cliënten kregen in de Jobwerkbank actieve begeleiding naar een job; • de Lokale Werkwinkel begeleidde 121 cliënten met als doel een job op de reguliere arbeidsmarkt; • Actieplan Werk nodigde 71 personen uit die werkloos werden door de financiële crisis.
Reguliere arbeid
• 204 cliënten stroomden vanuit het OTC door naar de arbeidsmarkt;
• 23 cliënten vonden werk en 5 cliënten een opleiding na begeleiding door de Jobwerkbank;
• 19 cliënten stroomden door naar de arbeidsmarkt na begeleiding door de Lokale Werkwinkel;
• 28 cliënten vonden een nieuwe job en 6 cliënten volgden een opleiding na begeleiding in het kader van het Actieplan Werk.
Wat kost het?
Het OCMW Gent kreeg ruim 9,2 miljoen aan subsidies van de Vlaamse en Federale Overheid voor de financiering van de tewerkstellingsprojecten (2008: 8,8 miljoen aan subsidies). Deze subsidies maken het mogelijk om bestaande projecten verder uit te bouwen en nieuwe initiatieven op te starten.
19
Leefloon en levensminimum Cijfers en tendensen
In 2009 steeg het uniek aantal cliënten dat een leefloon of levensminimum kreeg met bijna 9 procent ten opzichte van 2008, naar een totaal van 7.872 steungerechtigden. Ongeveer 30 procent van het aantal steungerechtigden was jonger dan 25 jaar. En 11 procent van het gemiddeld aantal leefloners per maand was student. Deze financiële hulp is echter niet vrijblijvend. Het OCMW begeleidt leefloners actief op vlak van opleiding en werk om de kansen op tewerkstelling te vergroten. Een job betekent financiële onafhankelijkheid. En dat is nog altijd de beste manier om voor jezelf basisrechten te garanderen zoals een degelijk onderdak, basisgezondheidszorg en rechtshulp… Leefloners jonger dan 25 jaar en leefloonstudenten zijn speciale aandachtsgroepen. Het OCMW doet extra inspanningen om hen te begeleiden naar een gepaste opleiding of job.
20
Een open deur dichtbij Elke Gentenaar die hulp of advies wil of gewoon een vraag heeft over de OCMW-dienstverlening kan terecht in een welzijnsbureau in zijn/haar buurt. Het is het eerste aanspreekpunt. In totaal liggen er 9 welzijnsbureaus verspreid in de verschillende Gentse wijken. De welzijnsbureaus willen een open huis voor iedereen zijn, waar mensen terecht kunnen met vragen van sociale, administratieve, financiële, psychologische of juridische aard. Ze zijn dus zoveel meer dan enkel loketten voor de uitbetaling van steun (figuur 7).
• In 2009 ontving het centraal onthaal 2.663 personen. 712 personen werden doorverwezen naar een interne dienst met als gevolg de opening van een dossier. Aan 1.951 personen gaf het Onthaal louter informatie of advies.
Sociaal huis Bovendien bieden sommige welzijnsbureaus ook toegang tot andere diensten zoals Kind en Gezin, de stedelijke Buurtwerking of het wijkrestaurant. Dat past binnen het streven van de stad Gent en het OCMW om een ‘sociaal huis’ op te richten. Dit houdt in dat de burger voor (informatie over) alle sociale dienstverlening op één en dezelfde plaats terecht kan. Het OCMW hield in 2009 verschillende overlegmomenten met de stedelijke Buurtwerking om het concept van de welzijnsbureaus verder aan te passen aan de actuele visie en noden van een sociaal huis. figuur
7: hulpvragen vanuit de 9 welzijnsbureau’s
(UISHOUDENS IN BEGELEIDING
.IEUWE AANVRAGEN
In 2009 werden 6.984 huishoudens opgevolgd vanuit de welzijnsbureaus. Dit is een stijging van 5,2 procent ten opzichte van 2008. 18 procent van deze huishoudens waren éénoudergezinnen.
21
Cel Armoedebestrijding In de schoot van het Gentse Lokaal Sociaal Beleid werd begin 2009 de cel Armoedebestrijding opgericht. Armoede op de agenda De cel Armoedebestrijding heeft eerst en vooral als taak het thema armoede(bestrijding) verder op de beleidsagenda van alle diensten van stad en OCMW te zetten. Met dit doel werd een overlegplatform Armoede opgericht dat bespreekt rond welke thema’s er in Gent moet gewerkt worden. Mensen in armoede krijgen zelf een stem in dit verhaal. Zo zijn er regelmatig overlegmomenten met de ‘Verenigingen waar Armen het Woord nemen’, waarin belangrijke beleidsbeslissingen afgetoetst worden aan de doelgroep. Een tweede opdracht van de cel is om cultuur, sport en jeugdwerk toegankelijker te maken voor mensen die het financieel moeilijk hebben. De cel neemt een belangrijke rol op binnen het Netwerk Vrijetijdsparticipatie. Dit netwerk werd opgericht met als doel de participatie van mensen in armoede aan cultuur, sport en vrije tijd te verhogen. Ten slotte verzamelt de cel Armoedebestrijding cijfers om armoede nog beter in kaart te brengen. Het indicatorenrapport ‘armoede 2009’ bevat cijfermateriaal rond onder andere demografie, inkomen, onderwijs en nachtopvang van daklozen. Dit is belangrijke informatie wil het beleid afgestemd geraken op de noden die er leven. In 2010 staat de actualisering en verfijning van de kansarmoedeatlas, die dateert van 2002, op het programma. Dag van de armoede De cel Armoedebestrijding wil de thema’s armoede en armoedebestrijding meer zichtbaar en bespreekbaar maken. Daarom riep de cel de week voorafgaand aan 17 oktober 2009 (de werelddag van verzet tegen extreme armoede) in Gent uit tot ‘Week tegen armoede’. Gentse organisaties werden opgeroepen om in die week het thema armoede centraal te stellen. Ook OCMW Gent nam deel aan de ‘Week tegen armoede’ met tal van acties. Er vonden in samenwerking met partners tal van voordrachten, workshops, vormingen, lunchgesprekken en infoavonden plaats. Die behandelden uiteenlopende thema’s met armoede als centraal aanknopingspunt. Daarnaast werd een kookboekje ‘Koken met weinig geld’ gelanceerd, in lokaal dienstencentrum Ten Hove voerden bezoekers een modeshow op met tweedehandskledij en er werden honderden ballonnen met een boodschap over armoede losgelaten. Tenslotte voerde sociaalartistiek forum Victoria Deluxe samen met OCMW-cliënten het theaterstuk ‘Vidi Vici’ op. Dit stuk onderzocht hoe de politici zich vandaag verhouden tot de beslommeringen en noden van de kleine man. Ontmoeting en uitwisseling Op 6 maart 2009 organiseerde de cel Armoedebestrijding een grote ontmoetings- en uitwisselingsdag. Op deze dag informeerde de cel een 300-tal intermediairen over bepaalde relevante thema’s, en nieuwe ideeën. De aanwezigen deden inspiratie op, discussieerden over en werkten aan bepaalde acties… De Sociale Trefdag was een motor voor netwerking, discussie én verbetering. Om alle betrokken actoren en de burger blijvend te informeren over het Lokaal Sociaal Beleid en hun projecten, werd de website www.lokaalsociaalbeleidgent.be opgericht.
22
Het leefloon in detail – cijfers en tendensen Wie op eigen benen staat en geen of bijna geen inkomen heeft, kan een leefloon vragen bij het OCMW. Dat is een basisinkomen dat mensen de kans geeft op een menswaardig leven. Vreemdelingen die een asielaanvraag ingediend hebben of ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister, kunnen geen leefloon ontvangen maar wel een levensminimum. De bedragen van dat levensminimum zijn dezelfde als die van het leefloon. Bedragen leefloon in d(maandbasis) samenwonenden
alleenstaande
persoon die samenwoont met een gezin ten laste
1 september 08
474,37
711,56
948,74
1 juni 09
483,86
725,79
967,72
Bedragen leefloon, volgens de gezinssituatie.
Aantal steungerechtigden (figuur 8 en 9) De totale groep leefloners en levensminimumgerechtigden steeg in 2009 met bijna 9 procent ten opzichte van 2008. Dat komt vooral door de grote instroom van nieuwe cliënten die een leefloon kregen. Maand na maand steeg het aantal leefloners. In januari waren er 4.197 leefloners, in december was het maandcijfer gestegen tot 4.820 leefloners (+15 procent). Uiteindelijk kregen gemiddeld 4.503 cliënten per maand een leefloon. Dat is een stijging van 14 procent ten opzichte van 2008, toen het gemiddeld aantal leefloners per maand 3.953 cliënten bedroeg. In 2009 steeg het aantal maandelijkse levensminimumgerechtigden voornamelijk in de tweede helft van het jaar. Gespreid over 2009 kregen gemiddeld 736 cliënten per maand een levensminimum (2008: 728 cliënten). figuur
8: uniek aantal leefloners en levensminimumgerechtigden
5NIEKE PERSONEN
,EEFLOON
,EVENSMINIMUM
Levensminimumgerechtigden kunnen leefloongerechtigd worden wanneer zij hun inschrijving in het bevolkingsregister bekomen. Om deze reden kunnen zij in een en hetzelfde jaar zowel cliënt leefloon als cliënt levensminimum zijn.
23
figuur
9: aantal steungerechtigden per 1000 inwoners
Op 31 december 2009 waren er 22,8 leefloners en levensminimumgerechtigden per 1000 Gentse inwoners. Op 31 december 2008 waren dat er 19,3 per 1000 Gentse inwoners.
Uitsplitsing van de steungerechtigden (figuur 10 en 11) OCMW Gent probeert leefloners op allerlei manieren aan een job op de reguliere arbeidsmarkt te helpen. Via sociale tewerkstelling kunnen cliënten werkervaring opdoen. Cliënten die nog niet klaar zijn voor werk, kunnen deelnemen aan tal van maatschappelijk zinvolle projecten die hun competenties helpen ontplooien. Of er wordt samen naar een goede opleiding gezocht. Met leefloners jonger dan 25 sluit het OCMW ‘geïndividualiseerde projecten maatschappelijke integratie’ af’.
• In 2009 was maandelijks ongeveer 6 procent van de leefloners aan het werk binnen een sociale tewerkstellings-
maatregel. • Gemiddeld kregen 503 studenten per maand een leefloon, tegenover 481 studenten gemiddeld per maand in 2008. Dat is ongeveer 11 procent van het gemiddeld aantal steungerechtigden per maand. • Het aantal afgesloten of hernieuwde GPMI’s is sinds 2006 in stijgende lijn. In 2009 werden 2.530 GPMI’s hernieuwd of aangevat. Hierin zitten ook de GPMI’s voor studenten vervat. figuur
10: uitsplitsing leefloners 2009 (gemiddeldes per maand)
'EMIDDELD AANTAL LEEFLONERSMAAND
3TUDENTEN LEEFLOON
3OCIALE TEWERKSTELLING OA ART
%X DAKLOZEN
!NDERE
Het gemiddeld aantal leefloners per maand steeg van 3.953 cliënten in 2008 naar 4.503 cliënten in 2009. Dat is een stijging van 14 procent.
24
figuur
11: uitsplitsing leefloners - evolutie
*AARTOTAAL '-0)´S INCLUSIEF STUDENTEN
'EMIDDELD AANTAL LEEFLOONSTUDENTENMAAND
'EMIDDELD AANTAL LEEFLONERSMAAND
'EMIDDELD AANTAL LEEFLONERS IN SOCIALE TEWERKSTELLINGMAAND
In 2006 en 2007 waren nog geen gegevens voor handen over het gemiddeld aantal leefloonstudenten en leefloners in sociale tewerkstelling per maand.
Wie zijn de steungerechtigden? Wat betreft de profielen van de steungerechtigden (sekse, leeftijd en nationaliteit) blijven de trends van de voorbije jaren ook in 2009 gehandhaafd.
Sekse In 2009 was er opnieuw een evenwicht tussen het percentage mannen (49,56 procent) en vrouwen (50,44 procent).
Leeftijd Het aantal steungerechtigden tussen 18 en 24 jaar blijft stijgen (figuur 12). Deze jongeren zijn de meest kwetsbare groep van steungerechtigden. Ze hebben geen diploma op zak, hebben geen werkervaring (en dus geen toegang tot een werkloosheidsuitkering) en kunnen niet rekenen op de steun van familie. Daarom besteedt de organisatie speciale aandacht aan deze doelgroep. OCMW Gent ondersteunt jonge steungerechtigden niet alleen financieel. De organisatie neemt vooral ook initiatieven om hen aan een job te helpen, zoals sociale tewerkstelling, geïntegreerde projecten maatschappelijke integratie, opleidingen… Daarbij worden ze intensief begeleid op vlak van hun thuissituatie. Een stabiele omgeving is noodzakelijk als deze jongeren op termijn op eigen benen willen staan. figuur
12: aandeel van de verschillende leeftijdscategorieën ( in %) 2006
<18
2007
2008
2009
0,20
0,10
0,12
0,18
18-24
29,20
28,40
28,73
29,93
25-29
14,33
14,18
14,62
14,66
30-34
11,01
11,14
10,98
11,37
35-39
10,08
10,31
10,18
9,32
40-44
8,89
8,90
9,25
8,73
45-49
7,73
7,78
7,34
7,47
50-54
6,28
6,13
5,85
6,06
55-59
5,48
5,31
5,33
5,20
60-64
4,42
4,93
4,76
4,20
65+
2,38
2,82
2,84
2,88
100,00
100,00
100,00
100,00
Totaal
25
Afkomst Ten slotte blijft het aandeel van het aantal niet-Belgen ook in 2009 stijgen. Bijna 62 procent van de cliënten die een leefloon of levensminimum ontvingen, is niet in België geboren (figuur 13a en 13b). Sinds 2009 is het mogelijk steungerechtigden te catalogiseren op basis van hun geboorteland, terwijl vroeger alleen naar nationaliteit werd gekeken. Dat betekent dat mensen die in een ander land dan Belgie geboren zijn, maar toch de Belgische nationaliteit hebben, onder de categorie ‘allochten’ vallen. De groep ‘geboren in België’ bevat dan weer cliënten die wel in België geboren zijn, maar waarvan de (groot)ouders allochtoon waren. EU-burgers die een wettelijke verblijfplaats in België of een verblijfsrecht van meer dan drie maanden hebben, komen in aanmerking voor een levensminimum als ze aan de voorwaarden van het leefloon voldoen. Het aandeel van de nieuwe EU-burgers dat steun krijgt, is met bijna 5 procent gestegen ten opzichte van 2008 (figuur 13b). De reden hiervoor is dat sinds september 2009 het OCMW steun (levensminimum gekoppeld aan het volgen van inburgering) geeft aan EU-burgers met bijlage 19. Dat zijn EU-burgers die een legaal verblijf in België hebben om redenen als (het zoeken naar) werk, studie en familiehereniging.
13a : opsplitsing steungerechtigden op basis van geboorteland ( in % en aantal)
figuur
CL
CL
CL CL
GEBOREN IN EEN ANDER LAND
GEBOREN IN "ELGIp
CL
CL
CL
CL
figuur
13b : opsplitsing steungerechtigden volgens geboorteland – detail ( in %) 2006
2007
2008
2009
Totaal
100,00
100,00
100,00
100,00
Belgie
45,18
43,6
41,54
38,48
Azië en Midden Oosten
12,65
14,79
14,97
15,29
Afrika
15,06
15,21
15,94
14,99
Europees grondgebied, geen EU-lidstaat
13,38
13,62
13,71
13,3
Eu12+ (nieuwe lidstaten)
6,48
6,14
8,5
13,28
Ander
4,59
3,84
2,8
2,53
EU 15
2,66
2,8
2,54
2,13
26
Stopzetting leefloon (figuur 14) Sinds augustus 2009 kan het OCMW automatisch opvragen wat de verschillende redenen zijn waarom iemand geen steun meer krijgt. Dit is heel erg interessant omdat dit mogelijk maakt te onderscheiden of iemand geen steun meer ontvangt omdat hij/zij niet wil werken of net omdat hij/zij juist wel de weg naar werk heeft gevonden. Bij 18 procent van het aantal stopzettingen werd het leefloon of levensminimum ingetrokken omdat de betrokkene of zijn/haar partner werk heeft gevonden. In 23 procent van de gevallen van stopzetting is het gezinsinkomen van de cliënt voldoende hoog geworden, zodat de steun van het OCMW niet meer nodig is. figuur
14: redenen stopzetting steun in 2009 aug
sept
okt
nov
dec
464
467
416
288
240
%
betrokkene/samenwonende heeft werk gevonden
95
90
75
41
38
18,08
voldoende gezinsinkomsten: werkloosheidsvergoeding (=WLVG)
45
58
52
32
42
12,21
cliënt biedt zich niet meer aan
40
41
36
26
22
8,80
betrokkene heeft de gemeente verlaten
40
24
36
30
33
8,69
voldoende gezinsinkomen andere dan WLVG
27
32
34
28
29
8,00
andere rechten moeten eerst uitgeput worden
43
38
27
23
16
7,84
partner heeft voldoende inkomsten
15
25
11
12
11
3,95
mogelijkheid van toereikende bestaansmiddelen
38
18
4
3
1
3,41
17
19
15
5
2
3,09
7
10
8
11
4
2,13
12
11
2
2
3
1,60
niet voldoen aan voorwaarden werkbereidheid
2
7
8
2
3
1,17
geen normaal studieverloop
2
6
9
2
0
1,01
geen aangifte wijzigingen in verblijfs-, financiële of gezinstoestand
7
4
3
1
1
0,85
74
84
96
70
35
19,15
Totaal
onvoldoende medewerking aan sociaal onderzoek gedetineerd niet nakomen GPMI
andere
Gemiddeld
27
Leefloon en levensminimum in cijfers Leefloon in cijfers Aantallen
• 6.770 unieke cliënten kregen een leefloon; • dat is een stijging van 9,5 procent ten opzichte van
2008 (6.181 unieke cliënten); • gemiddeld per maand ontvingen 4.503 cliënten een leefloon; • dat is 14 procent meer dan in 2008 (3.953 leefloners gemiddeld per maand); • van die 4.503 leefloners waren er gemiddeld 4.268 gekende cliënten (2008: 3.749 gekende cliënten) en gemiddeld 235 nieuwe cliënten (2008: 204 nieuwe cliënten); • in 2009 kregen per 1000 Gentse inwoners 22,8 mensen een leefloon of levensminimum (= 2,3 procent), ten opzichte van 19,3 mensen in 2008.
Uitsplitsing leefloners
• gemiddeld per maand ontvingen 503 studenten een
leefloon, dat is 11 procent van het gemiddeld aantal leefloners per maand; • in totaal waren er 820 unieke leefloonstudenten in 2009; • gemiddeld waren 251 leefloners per maand actief in een sociale tewerkstelling, waaronder artikel 60 (= 5,6 procent van het gemiddeld aantal leefloners per maand); • er werden 2.530 geïntegreerde projecten maatschappelijke integratie afgesloten, dat is maar liefst een stijging van 26,7 procent ten opzichte van 2008 (1.997 GPMI’s).
Levensminimum in cijfers Aantallen
• 1.224 unieke cliënten ontvingen een levensminimum; • dat zijn 19 cliënten minder dan in 2008 (1.243); • het gemiddeld aantal levensminimumgerechtigden
per maand bedroeg 736 (tegenover 728 in 2008); • van die 736 levensminimumgerechtigden waren er gemiddeld 688 cliënten gekend (2008: 688 gekende cliënten) en gemiddeld 48 cliënten nieuw (2008: 40).
Uitsplitsing levensminimumgerechtigden
• gemiddeld was 5 procent (= 37 cliënten) van de levensminimumgerechtigden actief in een sociale tewerkstelling, waaronder artikel 60 (2008: 43 cliënten).
Profiel steungerechtigden (leefloon + levensminimum)
• 49,56
procent van de steungerechtigden was een man, 50,44 procent een vrouw; • 45 procent van de cliënten die steun ontvingen was jonger dan 30 jaar; 35 procent was ouder dan 40; • 38 procent van de steungerechtigden was Belg (2008: 41,5 procent), 62 procent was niet-Belg (2008: 58,5 procent).
Wat kost het? In 2009 kregen 10.480 mensen één of andere vorm van financiële steun van het OCMW (2008: 10.114 mensen). Dat is 4,37 procent van de Gentse bevolking. Het totale bedrag aan financiële steun (leefloon, stookoliepremie, medische kosten…) bedroeg 53.849.990 euro (2008: 47.192.592 euro). Het leefloon (34.737.735 euro) maakte hier het grootste deel van uit. 13.252.293 euro was voor rekening van het OCMW (2008: 12.094.391 euro). De overige kosten werden gerecupereerd via subsidies (35.198.694 euro) en cliënten (5.399.003 euro).
28
Hulp voor jongeren en studenten Het aantal jongeren dat het niet redt in de samenleving stijgt elk jaar. 30 procent van alle leefloners is jonger dan 25 jaar. En het maandelijks gemiddelde aantal leefloonstudenten, 503 in totaal, is met bijna 75 procent gestegen ten opzichte van 2003. Wil het OCMW deze jongeren en studenten een kans geven op een toekomst, moet de organisatie initiatieven nemen op maat van de doelgroep.
Jongeren en welzijn De financiële crisis is extra hard voor jongeren. Ze vinden geen job omdat ze geen ervaring hebben of geen diploma op zak hebben en hebben daardoor ook geen recht op een werkloosheidsuitkering. Ze kunnen niet altijd rekenen op steun van vrienden en familie. Schaarste op de arbeidsmarkt gecombineerd met eventuele psychosociale en familiale problemen leiden ertoe dat het OCMW voor die jongeren het laatste vangnet in de samenleving betekent. Net zoals iedereen kunnen jongeren voor alle soorten hulp in de verschillende welzijnsbureaus terecht. Maar het OCMW heeft ook nog een aparte cel Jongerenwerking, die zich richt tot de meest kwetsbare jongeren. De cel begeleidt alleenstaande minderjarigen en jongeren tussen 18 tot 25 jaar die woononstabiel zijn of een recente tussenkomst kregen van bijzondere jeugdbijstand (maximum één jaar geleden). De Jongerenwerking bestaat uit 7 gespecialiseerde medewerkers die werken vanuit de welzijnsbureaus Gent Noord en Gent Zuid.
• Op 31 december 2009 waren er 197 dossiers in begeleiding bij de Jongerenwerking: 76 actieve dossiers in Gent Zuid en 121 in Gent Noord.
Jongeren de kans geven om te studeren en een eigen toekomst uit te bouwen, is één van de speerpunten van het OCMW-beleid.
29
Jongeren en leefloon Leefloners jonger dan 25 jaar en leefloonstudenten zijn speciale aandachtsgroepen binnen de leefloners. Met hen sluit het OCMW ‘geïndividualiseerde projecten maatschappelijke integratie’ (GPMI) af. Dat is een schriftelijk contract met allerlei afspraken waaraan het OCMW en de cliënt zich moeten houden. In het GPMI voor studenten verbindt de student zich bijvoorbeeld om een vakantiejob te doen, het OCMW belooft dan op zijn beurt om een leefloon uit te keren. Voorwaarden die in een GPMI voor leefloners jonger dan 25 jaar kunnen staan, zijn bijvoorbeeld het volgen van arbeidsbegeleiding, zoeken van een vaste woning of deelname aan schuldbemiddeling (figuur 15).
• 2009 werden 2.530 GPMI’s hernieuwd of aangevat. Hierin zitten ook de GPMI’s voor studenten vervat. Initiatief ‘Gent, Stad in Werking’
In 2009 boog een werkgroep van ‘Gent, Stad in Werking’ zich over de toenemende structurele werkloosheid van jongeren die zonder kwalificatie het secundair onderwijs verlaten. Deze werkgroep kwam tot de vaststelling dat een groot deel van deze jongeren niet (onmiddellijk) toeleidbaar is naar de arbeidsmarkt door welzijnsproblemen. Omdat het OCMW een antwoord kan bieden op de noden van deze specifieke doelgroep, werd onze organisatie gevraagd een trekkersrol op te nemen. In 2010 neemt het OCMW hier een verder engagement in. figuur
15: geïndividualiseerde projecten maatschappelijke integratie
'0-)´S
Het aantal afgesloten of hernieuwde GPMI’s is sinds 2006 in stijgende lijn. Ten opzichte van 2008 zijn er in 2009 26,7 procent meer GPMI’s afgesloten.
Studenten en leefloon Studeren is de beste investering voor de toekomst. Wie een diploma op zak heeft, vindt makkelijker een goede job. En wie een goede job heeft, staat sterker in het leven. Maar deze investering kost geld. Eerst en vooral is er het inschrijvingsgeld dat moet worden betaald, zo om en bij de 500 euro. Daarbij komt dan nog de prijs voor het studiemateriaal, dat aan de universiteit tussen 300 en 450 euro per academiejaar schommelt. Maar dat is nog niet alles. Kotstudenten betalen gemiddeld 240 euro per maand voor een kot, voor pendelstudenten worden bus- en treintickets alsmaar duurder. Studenten die zelf geen inkomen hebben en die niet door hun ouders financieel worden gesteund, kunnen bij het OCMW terecht voor een leefloon. Op die manier krijgen ook die studenten kansen om hun talenten te ontwikkelen.
• Maandelijks keerde het OCMW Gent gemiddeld 503 leeflonen uit aan studenten. Dat is een stijging van maar liefst 75 procent ten opzichte van 2003. In vergelijking met 2008 kwamen er gemiddeld 22 leefloonstudenten per maand bij.
30
Hulp voor jongeren en studenten in cijfers Hulp aan jongeren
Hulp aan studenten
• 30 procent van de cliënten die een leefloon of levens- • het OCMW keerde maandelijks gemiddeld aan 503 minimum ontvingen, was jonger dan 25 jaar;
studenten een leefloon uit;
• OCMW Gent sloot in totaal 2.530 geïntegreerde pro- • dat is 11 procent van het gemiddeld aantal leefloners jecten maatschappelijke integratie (GPMI’s) af met leefloners jonger dan 25 jaar; • dat is een stijging van bijna 27 procent ten opzichte van 2008 (1.997 GPMI’s) • de Methodische cel Jongerenwerking begeleidde in 2009 197 alleenstaande minderjarigen en jongeren tussen 18 tot 25 jaar die woononstabiel zijn of een recente tussenkomst kregen van bijzondere jeugdbijstand.
per maand, dat 4.503 cliënten bedroeg; • ten opzichte van 2008 steeg het gemiddeld aantal leefloonstudenten per maand met 22; ten opzichte van 2003 steeg het gemiddeld aantal leefloonstudenten met bijna 75 procent.
Wat kost het? In 2009 keerde het OCMW 2.894.439 euro aan leefloon voor studenten uit. Op die manier kunnen studenten die het minder breed hebben een opleiding volgen, wat hun kansen op de arbeidsmarkt sterk vergroot.
31
Psychologische hulp Cliënten die bij het OCMW aankloppen, hebben vaak een gecompliceerd verhaal, waarbij armoede zowel oorzaak als gevolg is van verslaving, fysieke en/of psychische problemen. Deze problemen werken op elkaar in en veroorzaken een negatieve spiraal met vaak sociaal isolement als eindpunt. Psychologen kunnen het (onderliggende) kluwen van problemen in kaart brengen en in z’n geheel aanpakken. Daarom spelen ze een essentiële rol vóór, tijdens en na het proces van activering van cliënten naar maatschappelijke integratie en werk.
De psychologen legden ook in 2009 de klemtoon op activering als instrument om cliënten te helpen.
Laagdrempelige hulp De drempel naar psychologische hulp, is meestal erg hoog. Daarom zoeken de OCMW-psychologen zelf cliënten op die hulp nodig hebben. Ze organiseren wekelijkse zitdagen in welzijnsbureaus en verschillende diensten. Indien nodig, brengen de psychologen zelfs bezoeken aan huis. Zo proberen ze problemen aan te pakken voor ze escaleren en onomkeerbaar zijn (figuur 16). Tijdens de wekelijkse zitdagen kunnen maatschappelijk werkers en trajectbegeleiders bij de psychologen terecht voor advies over de activeringsmogelijkheden van mensen met verslavingsproblemen, mentale, psychische en/of psychiatrische problemen. Indien nodig, krijgen cliënten intensieve begeleiding. Daarbij werken de psychologen nauw samen met de maatschappelijk werkers. Voor één op de drie cliënten worden ook externe diensten betrokken, zoals huisartsen, psychiaters en wijkgezondheidscentra. Op die manier wordt verzekerd dat de cliënt een aangepaste en omvattende hulpverlening krijgt. De psychologen doen ook heel wat inspanningen om eigen medewerkers te leren omgaan met cliënten die (psychologische) problemen hebben. Alle hoofdmaatschappelijk werkers krijgen vorming, intervisie- en overlegmogelijkheden. De baliemedewerkers van welzijnsbureau Gent Noord kregen in 2009 voor het eerst een opleiding over het leren omgaan met moeilijke cliënten, cliënten met psychische problemen en agressieve cliënten. En op eigen vraag werd voor de (hoofd)maatschappelijk werkers de vorming ‘Depressie, niet kunnen of niet willen’ twee keer georganiseerd. Het goede werk van de psychologen werd in 2009 beloond met het kwaliteitslabel van het Europees Sociaal Fonds.
32
figuur
16: psychologische dienst - behandelde cliënten en gesprekken
!ANTAL GESPREKKEN MINSTENS UUR !ANTAL BEHANDELDE CLIpNTEN
Bij 55 procent van de begeleidingen in 2009 was activering (samen zoeken naar mogelijkheden op vlak van hobby’s, opleiding, werk…) het centrale thema. Bij 1 op 5 cliënten (23 procent ) werden de doelstellingen van de therapie behaald.
Klemtoon op activering Wie iets om handen heeft, zoals werk, een studie of een hobby, voelt zich vaak beter. Daarom legden de psychologen ook in 2009 de klemtoon op activering als instrument om cliënten te helpen. In samenspraak met de cliënt zoeken ze naar de best passende sociale en professionele activering. Tegelijkertijd pakken de psychologen de problemen aan die maatschappelijke participatie en/of werk belemmeren, zoals depressie, psychose, partnerproblemen, verslaving… De psychologen plaatsten elke cliënt op een trap van de activeringsladder en bepaalden welke trap de cliënt zou kunnen bereiken na psychologische begeleiding (figuur 17). figuur
17: activering cliënten psychologische dienst (UIDIGE VERDELING
3TREEFCIJFER
:ORG EN HULPVERLENING
3OCIALE ACTIVERING
!RBEIDS ACTIVERING
!RBEIDS TOELEIDING
2EGULIERE ARBEID
Activering van cliënten is ook het aandachtspunt van de Psychologische dienst. Door middel van begeleiding willen de psychologen 37 procent van hun cliënten naar reguliere arbeid toe leiden. Momenteel werkt slechts 17 procent.
33
Gespecialiseerde hulp op maat Sinds 2008 zijn Integrale Gezinsbegeleiding, project Perspectief en de Jongerenwerking ondergebracht in drie Methodische cellen. De cellen bundelen gespecialiseerde hulpverlening voor respectievelijk multiprobleemgezinnen, (ex-)drugverslaafden en randgroepjongeren. De maatschappelijk werkers binnen de cellen werken decentraal vanuit de welzijnsbureaus, dicht bij de cliënten, maar worden centraal aangestuurd en ondersteund. Ze hebben als doel intensief met de cliënten samen te werken en problemen in de wortel aan te pakken. Samenwerken, zowel intern als extern met andere organisaties die zich richten tot dezelfde doelgroepen, is essentieel binnen de Methodische cellen. Een goede samenwerking zorgt voor extra kennis en expertise, wat een betere begeleiding van de cliënten mogelijk maakt. Het grote voordeel van de nieuwe werkwijze is dat cliënten te maken krijgen met hulpverleners die, door intensieve vorming, inhoudelijk gespecialiseerd zijn in hun bepaalde problematiek. Bovendien hebben de medewerkers van de Methodische cellen meer tijd en ruimte om met cliënten samen te werken. Een intensieve begeleiding komt de cliënten natuurlijk ten goede. Ten slotte stimuleren de Methodische cellen kennis- en methodiekoverdracht. Niet alleen binnen de cel(len) zelf, maar ook over de cellen heen naar andere ploegen en diensten toe. Zo vinden geregeld briefings en overlegmomenten plaats met de (hoofd)maatschappelijk werkers van de welzijnsbureaus en verschillende diensten. Daarin worden relevante informatie en specifieke methodieken uitgewisseld. Op die manier kunnen alle maatschappelijke werkers bijleren en hebben op termijn alle OCMW-cliënten baat bij de nieuwe werking. Maatschappelijk werkers verwijzen cliënten door naar de Psychologische dienst indien nodig.
Integrale Gezinsbegeleiding In sommige gezinnen met kinderen spelen meerdere problemen tegelijk. Deze problemen kunnen van financiële aard of opvoedkundige aard zijn of hebben te maken met huisvesting of gezondheid. Hierdoor is er geen rust of structuur binnen het gezin en krijgen gezinsleden het gevoel dat ze geen greep hebben op hun eigen leven. Sinds enkele jaren kent gezinsbegeleiding een gestage groei binnen de hulpverlening gericht op kinderen in noodsituaties. Deze hulpverlening benadrukt het belang om de mens, met in het bijzonder het kind, als een deel van het gezin te zien. Dat is ook de visie van Integrale Gezinsbegeleiding. Door middel van een intensieve en specifieke begeleiding worden de meest kwetsbare Gentse gezinnen met problemen op verschillende levensdomeinen geholpen. Integrale Gezinsbegeleiding bestaat uit 10 gespecialiseerde maatschappelijk werkers die aangestuurd worden door 2 OCMW-psychologen.
• In 2009 begeleidden de medewerkers van Integrale Gezinsbegeleiding 98 gezinnen (2008: 106 gezinnen). In meer
dan de helft van de dossiers (61 procent) werd opvoedingsondersteuning op vraag van de ouders geboden (2008: 35 procent).
Gezinstherapie aan huis In 2009 liep het project ‘multidisciplinaire gezinstherapie aan huis’. Het Ministerie van Welzijn subsidieerde dit project in het kader van de armoedebestrijding. Een psychologe kreeg tijd en ruimte om thuisobservaties te doen bij 23 gezinnen met vragen rond opvoeding en met een nood aan extra ondersteuning. Zij gebruikte deze observaties heel gericht met het gezin en met de kinderen in haar behandeling. Dit project bood een belangrijke inhoudelijke ondersteuning aan de maatschappelijk werkers en leverde interessante resultaten op die in de werking van Integrale Gezinsbegeleiding zullen worden opgenomen.
34
Perspectief (figuur 18) Druggebruikers worden meestal aangesproken op hun druggebruik. Alles staat in het teken van het drugprobleem. Eerst dat zien kwijt te geraken, daarna volgt de rest. Niet zo bij OCMW Gent. Project Perspectief integreert mensen met een (ex-)drugprobleem in de maatschappij via een traject naar werk. Het unieke project vertrekt dus niet vanuit het probleem van de cliënt, maar vanuit zijn mogelijkheden, om zo dat probleem aan te pakken. Perspectief is een samenwerking van het OCMW en De Sleutel, een organisatie gespecialiseerd in drughulpverlening. In 2008 engageerden 14 maatschappelijk werkers zich halftijds voor Perspectief, 10 wijkwerkers en 4 trajectbegeleiders naar werk. Ze trachten via observatie een zo grondig mogelijk beeld van de cliënt te verkrijgen op alle levensdomeinen. Daarbij brengen ze de vaardigheden en interesses op vlak van werk zo goed mogelijk in kaart. Via individuele begeleiding wordt dan naar een passende job toe gewerkt. figuur
18: perspectief - activeringstraject van cliënten met een (ex) drugsprobleem
4OTAAL CLIpNTEN
4EWERK STELLING
3OCIALE /PSTART EN (ULP ACTIVERING SCREENING VERLENING
:ORG +ORTDURENDE DOSSIERS DETENTIE
In 2009 oversteeg het aantal cliënten dat effectief in één of andere vorm van tewerkstelling zat (Normaal Economisch Circuit, art. 60, Wep+ en arbeidszorg) voor het eerst het aantal cliënten dat zich op het niveau van hulpverlening bevonden. De Methodische cellen worden aangestuurd door 2 psychologen: Sandra Verhauwert en Kevin Vancaillie.
35
Jongerenwerking De Methodische cel voor Jongerenwerking begeleidt alleenstaande minderjarigen en jongeren tussen 18 tot 25 jaar die woononstabiel zijn of een recente tussenkomst kregen van bijzondere jeugdbijstand (maximum één jaar geleden). Minderjarigen worden in eerste instantie doorverwezen naar het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. Deze dienst biedt niet altijd een oplossing door het soort aanmelding (bijvoorbeeld een pure financiële hulpvraag) of de bestaande wachtlijsten. Indien geen alternatieven mogelijk zijn in deze situaties biedt het OCMW aan de minderjarigen financiële hulp (barema leefloon) en begeleiding om het zelfstandig wonen mogelijk te maken. De Jongerenwerking bestaat uit 7 gespecialiseerde medewerkers die werken vanuit de welzijnsbureaus Gent Noord en Gent Zuid.
• Op 31 december 2009 waren er 197 dossiers in begeleiding bij de Jongerenwerking: 76 actieve dossiers in Gent Zuid en 121 in Gent Noord.
Doorbreken van generatiearmoede Armoede kan niet herleid worden tot louter een inkomensprobleem. Armoede in onze samenleving is een samenhang van vele elementen, vaak tegelijk aanwezig bij arme gezinnen: moeilijkheden in het onderwijs, slechte tewerkstellingskansen, een te klein inkomen, ongezonde huisvesting, moeilijke thuissituaties... Deze samenhangende problemen werken op elkaar in, wat ervoor zorgt dat gezinnen de armoede niet uitgeraken. Bovendien worden deze problemen veelal als het ware doorgegeven van vader op zoon, van de ene generatie op de andere. Daarom spreekt men ook van generatiearmoede. Psychologische begeleiding OCMW Gent wil deze harde kern van armoede aanpakken. De OCMW-psychologen spelen hierbij een essentiële rol. Door middel van psychologische begeleiding proberen ze de negatieve spiraal van generatiearmoede te doorbreken. Gezinnen, kinderen en jongeren krijgen speciale aandacht. De Psychologische dienst is partner in het project ‘Bruggen na(ar) 18’, een samenwerking met onder andere het Lokaal Sociaal Beleid, Integrale Jeugdhulp en de diensten Begeleid Wonen. Dit proefproject wil de brug slaan tussen de hulpverlening aan minderjarigen en deze aan volwassenen. Jongeren worden beter en vlugger opgevolgd wanneer ze meerderjarig worden, om te vermijden dat ze de soms noodzakelijke hulpverlening de rug toekeren. Dit project maakt het mogelijk om generatiearmoede te bestrijden en preventieve acties hiervoor te onderzoeken. Rode draad in hulpverlening Bovendien stelden de psychologen in 2009 een actieplan op om in 2010 een groepstherapie te organiseren voor ouders en kinderen. Door de weerbaarheid van ouders en kinderen te verhogen via opvoedingstraining willen de psychologen kansarme kinderen meer kansen geven op integratie in de maatschappij en generatiearmoede helpen doorbreken. Kinder- en generatiearmoede wordt in de volgende jaren, naast activering, de rode draad in de psychologische hulpverlening.
36
Psychologische hulp in cijfers Psychologische hulp Profiel cliënten
• de psychologen voerden 1.769 gesprekken van min-
stens één uur met cliënten; • de psychologen behandelden in totaal 716 cliënten, 135 cliënten meer dan in 2008; • uit deze groep meldden 455 (63,5 procent) nieuwe cliënten zich aan en waren 261 (36,5 procent) cliënten van vorige jaren gekend; • de verhouding man – vrouw bedroeg respectievelijk 329 (46 procent) – 387 (54 procent); • kinderen en jongeren tot 25 jaar maakten 21 procent uit van het totaal aantal begeleide cliënten; • 28 procent (200 cliënten) van het totaal aantal behandelde cliënten had een andere etnischculturele achtergrond (in 2008 was dit 21 procent).
Hulpvragen
• bij 55 procent van de behandelingen werd samen met de cliënt naar een passende sociale of professionele activering gezocht; • daarnaast werkten de psychologen rond thema’s als sociale vaardigheden (30 procent van de cliënten), zelfbeeld (38 procent), emotieregulering (38 procent)… • de psychologen willen 37 procent van de behandelde cliënten naar reguliere arbeid toe leiden, momenteel werkt slechts 17 procent van hun cliënten; • bij 1 op 3 cliënten (36 procent) werd samengewerkt met externe diensten; • bij 1 op 5 cliënten (23 procent) werden de doelstellingen van de therapie behaald.
Psychologische ondersteuning (Methodische cellen)
• De psychologen stuurden de drie Methodische cellen aan: Integrale Gezinsbegeleiding, Perspectief en de Jongerenwerking.
Integrale gezinsbegeleiding
• de medewerkers van Integrale Gezinsbegeleiding begeleidden 98 gezinnen;
• bij 60 gezinnen werd opvoedingsondersteuning geboden op vraag van de ouders;
• daarnaast waakten de medewerkers van de cel ook
over de veiligheid van de kinderen (23 gezinnen), traden ze op als casemanager (26 gezinnen)…; • een psychologe deed in het kader van het project ‘Gezinstherapie aan huis’ gerichte observaties rond opvoeding bij 23 gezinnen thuis.
Perspectief
• in 2009 begeleidde Perspectief 96 (ex-)drugsverslaaf-
den met als doel een job op de arbeidsmarkt; • 35 dossiers werden in de loop van 2009 afgesloten; • van de 61 overblijvende cliënten waren 18 cliënten effectief aan het werk, 12 cliënten namen deel aan een sociaal activeringsproject.
Jongerenwerking
• de medewerkers van de Jongerenwerking begeleidde
197 alleenstaande minderjarigen en jongeren tussen 18 tot 25 jaar die woononstabiel zijn of een recente tussenkomst kregen van de bijzondere jeugdbijstand; • 76 dossiers werden opgevolgd in welzijnsbureau Gent Zuid, in welzijnsbureau Gent Noord waren 121 dossiers actief.
37
Zorg en wonen voor senioren De zorgsector staat voor heel wat uitdagingen: toenemende vergrijzing, nieuwe specifieke en veranderende noden van ouderen, personeelstekort en beperkte financiële middelen. Wil het OCMW Gent een passend antwoord hebben op deze uitdagingen, moet het blijven investeren in kwaliteitsvolle zorg en dienstverlening en nog meer opvangmogelijkheden voor senioren. Bovendien blijven senioren steeds langer actief. Dat is een schitterende evolutie. Na het pensioen rest er nog een zee van tijd voor familie en vrienden, een hobby uit te oefenen en te reizen. Maar niet alle senioren hebben de tijd van hun leven. Vereenzaming, problemen met de gezondheid en geen aangepaste huisvesting zijn vaak voorkomende problemen die de levenskwaliteit voor een groot stuk in de weg kunnen staan. Het OCMW kan een rol van betekenis spelen in alle levensfases van de Gentse senior. Actieve en zelfstandige senioren kunnen terecht in het lokaal dienstencentrum voor informatie, spetterende activiteiten en zorg. Wie niet meer zo goed te been is, kan terecht in één van onze aangepaste woonvormen. En voor de senioren die niet langer zelfstandig kunnen leven, zijn er de vier woonzorgcentra.
De 9 lokale dienstencentra hebben als doel ervoor te zorgen dat de Gentse senioren langer actief kunnen blijven.
9 lokale dienstencentra – voor kwaliteitsvol thuis wonen Senioren riskeren makkelijker dan andere bevolkingsgroepen in de kantlijn van de maatschappij te verzeilen. Het werk valt weg, sterfgevallen in naaste kring komen vaker voor en iets ondernemen wordt moeilijker. Het OCMW wil de Gentse senioren helpen sociale contacten te onderhouden en hun leven zinvol in te vullen. Een sleutelrol hierin is weggelegd voor de negen lokale dienstencentra, die verspreid liggen over Gent (figuur 19). De lokale dienstencentra hebben namelijk als doel de buurtbewoners – vooral senioren – meer kansen te geven om zo lang mogelijk kwaliteitsvol thuis te wonen. Dit doel vervullen ze op een drieledige manier. Eerst en vooral kunnen senioren er terecht voor informatie over hulp- en dienstverlening. Daarnaast zijn ze ook ontmoetingsplaatsen waar heel wat activiteiten en cursussen plaats vinden. Dat stimuleert de sociale contacten tussen senioren in de buurt. En tenslotte wordt er in of vanuit het dienstencentrum zorg op maat aangeboden. Naast deze basiswerking organiseren de lokale dienstencentra speciale projecten en activiteiten om bezoekers aan te trekken die anders de weg naar de centra niet zouden vinden. Speciale aandacht gaat naar eenzame senioren (tachtigplussers), senioren met psychische problemen en allochtone senioren.
38
De lokale dienstencentra doen zoveel mogelijk een beroep op vrijwilligers. Ze ondersteunen mee de werking, houden de cafetaria open, helpen met de maaltijden, bij uitstappen… Het totaal aantal vrijwilligers neemt sinds 2007 steeds toe. In 2009 hielpen er 748 vrijwilligers mee, tegenover 669 vrijwilligers in 2008 en 622 vrijwilligers in 2007. figuur
19: gebruikersaantallen per ldc 2008 en 2009
4OTAAL
4OTAAL
$E -UIDE
$E 2EGEN BOOG
4EN (OVE
$E 4HUIS HAVEN
$E "OEI 3PELTINCX
$E $E 7IBIER (ORIZON 6LASCHAARD
In 2009 kregen de lokale dienstencentra in totaal 9.285 bezoekers over de vloer. Dat is een lichte daling van 78 bezoekers ten opzichte van 2008 (9.363 bezoekers). Het aantal nieuwe bezoekers steeg echter met 383 naar een totaal van 2.287 bezoekers in 2009.
Informatie en advies (figuur 20) Een eerste functie van een lokaal dienstencentrum is de rol van aanspreekpunt. Elke lokaal dienstencentrum moet een verplicht aantal informatieve activiteiten organiseren. Alle centra voldeden in 2009 aan deze eis. figuur
20: infosessies/voordrachten lokale dienstencentra in 2009
!ANTAL DEELNEMERS
!ANTAL KEER GEORGANISEERD
$E -UIDE
$E 2EGEN BOOG
4EN (OVE
$E 4HUIS HAVEN
$E "OEI 3PELTINCX
$E $E 7IBIER (ORIZON 6LASCHAARD
In 2009 werden er 151 infosessies en voordrachten georganiseerd (2008: 136). Daarvoor werden er 2.018 deelnames geregistreerd (2008: 1.807 deelnames).
39
Recreatieve en vormingsactiviteiten (figuur 21 en 22) Een lokaal dienstencentrum moet ook verplicht minstens 75 recreatieve groepsactiviteiten en 100 vormingsactiviteiten organiseren. Ook aan deze vereiste komen de centra ruimschoots tegemoet. figuur
21: recreatieve activiteiten lokale dienstencentra in 2009
!ANTAL DEELNEMERS !ANTAL KEER GEORGANISEERD
$E -UIDE
$E 2EGEN BOOG
4EN (OVE
$E 4HUIS HAVEN
$E "OEI 3PELTINCX
$E $E 7IBIER (ORIZON 6LASCHAARD
In 2009 organiseerden de centra 12.443 recreatieve activiteiten (2008: 11.911 activiteiten). Daarvoor werden in totaal 184.686 deelnames geregistreerd (2008: 168.415 deelnames).
figuur
22: vormingsactiviteiten lokale dienstencentra in 2009
!ANTAL DEELNEMERS
!ANTAL KEER GEORGANISEERD
$E -UIDE
$E 2EGEN BOOG
4EN (OVE
$E 4HUIS HAVEN
$E "OEI 3PELTINCX
$E $E 7IBIER (ORIZON 6LASCHAARD
In 2009 werden 5.185 vormingsactiviteiten georganiseerd (2008: 5.269 activiteiten). Daarvoor werden 36.117 deelnames geregistreerd (2008: 37.195).
40
Dienstverlening (figuur 23) Tenslotte kunnen senioren ook in het lokaal dienstencentrum terecht voor dienstverlening als pedicure, manicure, haar- en gelaatverzorging, warme maaltijden, hulp bij boodschappen, huishoudelijke hulp, vervoer… Voor mensen die niet meer zo gemakkelijk in het lokaal dienstencentrum geraken, worden er speciale thuiszitteractiviteiten georganiseerd. Dit zijn aangepaste activiteiten die heel laagdrempelig zijn. Maatschappelijk werkers en vrijwilligers halen de thuiszitters voor de activiteit thuis op. figuur
23: dienstverlening lokale dienstencentra in 2009
!ANTAL DEELNEMERS
!ANTAL PRESTATIES
0EDICURE
-ANICURE
(AAR EN GELAATS VERZORGING
(ULP BIJ BOOD SCHAPPEN
6ERVOER
4HUISZITTERS ACTIVITEITEN
Bovendien serveerden de lokale dienstencentra ook 30.922 warme maaltijden voor bezoekers. 362 bezoekers deden een beroep op huishoudelijke hulp aan huis, wat goed was voor 8.235 uren aan hulp.
Senioren die niet meer zo goed te been zijn, kunnen vervoer aanvragen van en naar het lokaal dienstencentrum.
41
Toeleiding aandachtsgroepen De lokale dienstencentra werken laagdrempelig. Ze zijn ingebed in de buurt en doen inspanningen om de activiteiten en dienstverlening zo toegankelijk mogelijk te maken. Deze toegankelijkheid ligt zowel op fysiek, cultureel, financieel, psychologisch als op sociaal vlak. Toch zijn er senioren die de weg naar het lokaal dienstencentrum niet vinden. Voor hen worden er speciale projecten en activiteiten georganiseerd met als doel hen toch nog naar de centra toe te leiden.
Project ‘Eenzaamheid’ Ongeveer twintig procent van de senioren kampt met ernstige eenzaamheidsgevoelens en veertig procent heeft het gevoel niet meer mee te tellen in de maatschappij. Deze cijfers zullen, met de toenemende vergrijzing, alleen maar groter worden. Senioren dreigen makkelijker in een sociale isolatie te verzeilen. Verschillende oorzaken kunnen hieraan ten grondslag liggen, zoals het verlies van de partner, een beperkter sociaal netwerk, een gebrekkige mentale of fysieke gezondheid die niet toelaat om vlot aan het maatschappelijk leven deel te nemen, of het wegvallen van de werksituatie. Gentse senioren uit hun sociale isolatie halen is één van de speerpunten van het OCMW-beleid. In het kader daarvan werd in 2008 het project ‘Eenzaamheid’ opgericht. Doel van het project is tussen 2008 en 2013 ongeveer 5000 tachtigplussers thuis te bezoeken om eenzame senioren te detecteren en uit hun isolement te helpen. Medewerkers van de lokale dienstencentra en 2 extra projectmedewerkers staan in voor de huisbezoeken.
• In 2009 werden 1.181 huisbezoeken bij tachtigplussers uitgevoerd (2008: 595 huisbezoeken). 327 senioren werden verder opgevolgd (2008: 203 senioren).
Project ‘Samen gaan we ervoor’ Eind 2008 werd het project ‘Samen gaan we ervoor’ opgestart in lokale dienstencentra De Muide en De Boei. Bedoeling is om vanuit de 2 lokale dienstencentra senioren met psychische problemen beter te detecteren en te begeleiden. Zo wordt vermeden dat de senioren verder verglijden in depressies en sociaal isolement. De detectie gebeurt door de medewerkers van de lokale dienstencentra, een psychologe volgt de senioren verder op. Andere lokale dienstencentra kunnen ook altijd een beroep doen op haar expertise. In 2009 namen medewerkers van verschillende lokale dienstencentra deel aan een vormingsmoment ‘Depressie herkennen en hoe ermee omgaan’ en een voordracht ‘Depressie bij senioren’. Voor de vrijwilligers van de centra werd de vorming ‘Hoe omgaan met depressie bij mensen waarmee je via vrijwilligerswerk in contact komt’ georganiseerd.
• In 2009 volgde de psychologe verbonden aan het project ‘Samen gaan we ervoor’ 417 senioren met psychische problemen op.
Project ‘Toeleiden van allochtone senioren’ Allochtone senioren vinden de weg naar de reguliere zorgsector veel moeilijker. Onvoldoende kennis van het Nederlands, taboes en een gebrek aan kennis over de bestaande dienstverlening zijn hier meestal de verklaring voor. De lokale dienstencentra investeren daarom extra in een laagdrempelige dienstverlening met speciale aandacht voor multiculturaliteit en diversiteit. Het project ‘Toeleiden van allochtone senioren’ heeft als doel allochtone senioren beter te bereiken en naar de zorg toe te leiden. Hiertoe werken de lokale dienstencentra nauw samen, onderling én met lokale netwerken en sleutelfiguren. Zo vonden in het begin van 2009 vier rondetafelgesprekken plaats in de vier erkende Turkse moskeeën van Gent. In totaal werden 164 allochtone senioren bereikt, waarvan er 27 een aanvraag tot thuiszorg deden. Daarnaast werden er heel wat flyers in de Turkse gemeenschap verspreid, werden relevante Turkse sleutelfiguren en organisaties betrokken en kwam er een artikel in de Turkse krant Zaman. In maart volgde personeel van de 9 lokale dienstencentra de vorming ‘Diversiteit in het LDC’. En ten slotte stelden lokale dienstencentra De Horizon en De Thuishaven een documentatiemap op waarin zij alle methodieken bundelden die zij door de jaren heen rond het thema interculturalisering hebben toegepast. De lokale dienstencentra organiseren heel wat initiatieven om ook allochtone senioren aan te trekken.
42
Zelfstandig thuis wonen OCMW Gent wil tegen 2013 ongeveer 4.000 extra senioren ondersteunen bij het zelfstandig thuis wonen. Daarvoor is de organisatie voortdurend op zoek naar vernieuwende ideeën die een aanvulling kunnen betekenen op de bestaande hulp- en dienstverlening van de LDC. In 2009 werd verder gewerkt aan de uitbouw van het project ‘Ergo@ huis’ en de realisatie van een woonzorgzone in Ledeberg.
Ergo@huis Ouder worden gaat dikwijls gepaard met allerlei fysieke ongemakken die zelfstandig en kwaliteitsvol wonen bemoeilijken. Praktische tips, advies en wat kleine aanpassingen kunnen het leven al heel wat makkelijker maken. Als aanvulling op het ergotherapeutisch advies vanuit de lokale dienstencentra werd het project ‘ergotherapie aan huis’ opgericht. De ergotherapeuten gaan proactief bij de mensen thuis langs, of krijgen doorverwijzingen vanuit de lokale dienstencentra of door externe partners. Ze geven advies van allerlei aard: zowel informatie over en inoefenen van methodeverandering, adviseren en laten uitproberen van hulpmiddelen, adviseren en opvolgen van woningaanpassingen, advies aan mantelzorgers en tips over valpreventie… Doel is de Gentse 50-plussers op die manier zo lang mogelijk zelfstandig en veilig thuis te laten wonen. In 2009 deed het team ergotherapeuten vooral inspanningen om het project meer bekend te maken intern en bij externe partners. Ze verspreidden promomateriaal en gaven verschillende voordrachten.
• De ergotherapeuten deden het voorbije jaar 922 interventies bij 438 verschillende cliënten en gaven 38 voordrachten aan 433 mensen (2008: 386 interventies bij 252 verschillende cliënten).
Ergotherapeutisch advies kan het leven voor heel wat senioren makkelijker maken.
Woonzorgzone Ledeberg In 2009 werd verder gewerkt aan de uitbouw van een woonzorgzone in Ledeberg. Een woonzorgzone is een duidelijk afgebakend gebied met speciale woonvormen voor senioren, waarbinnen die senioren een beroep kunnen doen op allerlei diensten op maat. Dit kan gaan van een boodschappendienst, thuiszorg, maaltijden, vervoer, … tot poets- en strijkhulp. Andere voorwaarden om tot een woonzorgzone te komen zijn een veilige omgeving, een 24-uurs zorgcentrum in de buurt en een gezonde mix van inwoners. Het project wordt gedragen door een maatschappelijk werker en een ergotherapeute. In 2009 werden heel wat inspanningen geleverd om het project meer bekend te maken. De maatschappelijk werker en de ergotherapeute voerden systematisch huisbezoeken uit bij alle 55+-ers binnen de zone, van oud naar jong. Ze maakten kennis met de inwoners, stelden het project voor en peilden naar eventuele moeilijkheden bij zelfstandig thuis wonen. Op die manier brachten ze de noden, behoeften en het risico op sociaal isolement snel in kaart. Daarnaast stelden de medewerkers het project ook voor bij verschillende interne en externe diensten en organisaties. Er werden folders en visitekaartjes verspreid en er verschenen verschillende artikels over het thema in lokale kranten en het Stadsmagazine.
43
Eind juni startte de één-loket-functie “WoonZorg”. Dit loket wordt afwisselend bemand door de verschillende partners in het project: de dienst Wonen van de stad Gent, maatschappelijk werkers van OCMW Gent, en de vzw’s REGent en Samenlevingsopbouw. Het loket registreert, analyseert, beantwoordt en evalueert alle woon- en zorgvragen van de senioren. Hiervoor werken de projectmedewerkers nauw samen met andere organisaties die op het thema wonen inzetten. Om samenwerking te bevorderen, werd een e-room ontwikkeld. Deze database bevat de gegevens van de inwoners van Ledeberg alsook de interventies die door de verschillende partners al ondernomen werden. Sinds 1 december 2009 is er speciale opvang voor senioren die geen beroep kunnen doen op een personenalarmsysteem (PAS) wegens onvoldoende of geen mantelzorgers. Het OCMW riep een PAS-woonzorgzone in het leven in samenwerking met diverse thuiszorgdiensten en diensten die PAS-contracten afsluiten en beheren. Binnen die PAS-woonzorgzone kunnen senioren die voor het project in aanmerking komen via hun personenalarm de klok rond hulp aanvragen. De OCMW-maatschappelijk werker van de woonzorgzone behandelt de aanvragen en verzorgt de intake, coördinatie en nazorg.
De lokale dienstencentra proberen aan de hand van activiteiten de band tussen verschillende generaties te verstevigen.
De lokale dienstencentra in een vogelvlucht De Gentse lokale dienstencentra bruisen van het leven. In 2009 stapten er maar liefst 9.285 mensen minstens één keer een lokaal dienstencentrum binnen voor advies, dienstverlening of om deel te nemen aan een activiteit. In een vogelvlucht overlopen we per lokaal dienstencentrum de meest opmerkelijke projecten, acties of evenementen. In LDC Ten Hove werd in september 2009 het project ‘Peter-Meterschap’ opgericht in samenwerking met basisschool De Muze. Het project heeft als doelstelling het sociaal isolement bij senioren te doorbreken door hen te koppelen aan een klas kinderen van de lagere school. De senior wordt dan een meter of peter van de klas. Vanuit de klas engageren de leerlingen zich om een briefje te schrijven, een bezoekje te brengen, een dagje op uitstap te gaan… LDC Speltincx besteedde in 2009 veel aandacht aan netwerken en samenwerken met als doel zichtbaarder te zijn in de buurt. Zo werd in oktober 2009 het project ‘Moet er nog zout zijn’ opgestart. Stad Gent leverde het zout en vrijwilligers gingen bij vriesweer zout strooien op de trottoirs bij minder mobiele senioren. Daarnaast gingen de vrijwilligers ook langs bij het zesde leerjaar van een buurtschool. Ze gaven er uitleg over het dienstencentrum in het algemeen en over onze petanque-activiteit in het bijzonder. Daarna kwam het zesde leerjaar in het centrum langs voor een tornooi ‘jong en oud’.
44
LDC De Thuishaven stak dan weer veel energie in de interculturalisering van de dienstverlening. LDC De Thuishaven is gelegen in de wijk Tolhuis-Sluizeken-Ham, een wijk waar traditioneel veel allochtonen wonen, ook senioren. In 2009 werden voorbereidingen getroffen voor het project ‘Allochtone senioren, ouderen van bij ons’, dat vanaf 2010 pas echt van start gaat. Doel is om via systematische huisbezoeken de Turkse en Marokkaanse senioren in buurt te informeren over de thuiszorgmogelijkheden en tegelijkertijd ook te luisteren naar hun behoeftes. De Thuishaven organiseerde in 2009 samen met LDC De Horizon ook een studiedag ‘Interculturalisatie voor de LDC’, waar zowel andere dienstencentra als partnerorganisaties aan deelnamen. Als basis voor deze studiedag werd een inventaris samengesteld van alle praktijkvoorbeelden en acties die ze ondernamen in het kader van het interculturalisatieproces van hun diensten. In LDC De Muide stond alles in het teken van de nakende verhuizing naar het nieuw lokaal dienstencentrum De Waterspiegel. Er werden enquêtes opgestuurd naar buurtbewoners tussen 55 en 65 jaar oud om na te gaan welke behoeften en noden er bij hen leven wat betreft activiteiten. Deze groep is momenteel niet goed gekend in het centrum. Ook werden er 5 nieuwe secretariaatvrijwilligers en drie nieuwe onthaalvrijwilligers aangetrokken. LDC Wibier bouwde in 2009 vooral de dagelijkse werking uit en investeerde veel in bekendmaking in de buurt. 2009 was namelijk het eerste volledige werkjaar van het centrum dat in 2008 zijn deuren opende. Door goed naar de noden en behoeftes van bezoekers en vrijwilligers te luisteren, werd gestaag gewerkt aan een gevarieerd aanbod van activiteiten en dienstverlening. Het personeelsbestand en de vrijwilligerswerking werden uitgebreid. Om meer bekendheid te verwerven, organiseerde Wibier mini-opendeurdagen en een kerstfeest. AVS filmde het kerstfeest en er volgde een bijdrage in de stadstelevisie rond 1 jaar Wibier in december. Verder werden er onder meer nog afspraken gemaakt met het Sint-Janscollege rond het project ‘SAVA’ waarbij jongeren van het 5e en 6e jaar ASO binnen het vak seminarie klussen uitvoeren bij oudere buurtbewoners of een handje toesteken op feesten. LDC De Horizon bestond in 2009 vijfentwintig jaar. Dit werd 3 dagen lang gevierd tijdens een groots feestweekend. Op vrijdagavond 21 juni vonden er een culinaire receptie en een panelgesprek plaats met oudcentrumleidsters, personeelsleden en vrijwilligers. Lies Martens, vroeger presentatrice bij de VRT, leidde dit gesprek in goede banen. En op zaterdag 22 en zondag 23 juni was er doorlopend cafetaria met buitenterras, een fototentoonstelling met tijdsband, een tombola, infostands en een animatiewedstrijd. Tenslotte konden de aanwezigen een blik op de toekomst van het LDC werpen. Het LDC De Regenboog kan sinds 12 september 2009 weer volle gas vooruit. Op die dag werd het centrum symbolisch feestelijk heropend nadat het lange tijd hinder had ondervonden van werken. De werkzaamheden aan de voorkant van het gebouw waren nodig om een lift te installeren, de ingang te verplaatsen en ruimtes anders in te delen. Automatische deuren zorgen er nu voor dat bezoekers het centrum makkelijker binnen kunnen stappen. Een lift brengt ook minder mobiele senioren moeiteloos tot op elke verdieping. En wat betreft de ruimtes is de aanwezigheid van een extra polyvalente zaal een grote troef. In die zaal kunnen voortaan allerlei bewegings- en ontmoetingsactiviteiten georganiseerd worden. LDC De Vlaschaard levert al jaren speciale inspanningen om de meest kwetsbare buurtbewoners te detecteren en te ondersteunen. In 2009 was dit niet anders. Er werden een viertal nieuwe ‘huisbezoek-vrijwilligers’ aangeworven bovenop de 2 vrijwilligers die al actief waren. Deze vrijwilligers houden regelmatig contact met één of twee vereenzaamde buurtbewoners. Daarnaast worden kwetsbare buurtbewoners vanuit het lokaal dienstencentrum opgebeld om na te gaan of er boodschappen moeten gedaan worden, of dat er andere vormen van hulp noodzakelijk zijn. Dit vooral tijdens periodes van extreme wintercondities of tijdens een hittegolf. Ten slotte is er nog de telefooncirkel. Dit is een project waarbij een aantal huisgebonden senioren elkaar elke dag bellen (7 dagen op 7), onder begeleiding van een vrijwilliger, om te kijken of alles goed gaat. Deze telefooncirkel loopt al 20 jaar in de Vlaschaard, zonder één dag onderbreking. Ook feest in LDC De Boei. Het centrum vierde in 2009 zijn 30-jarig bestaan met een feestnamiddag, een receptie en opendeurdagen. Maar er was nog meer te beleven. Op vrijdag 16 oktober 2009 organiseerde De Boei een Rwandese dag in het kader van Belmundo. Belmundo is een actie die ernaar streeft Gent als solidaire stad in de kijker te zetten, waarbij de verhouding tussen Noord en Zuid centraal staat. Op de vooravond van de Rwandese dag vonden er drie kookworkshops plaats en werd er een heus Rwandees buffet voorbereid. De dag zelf konden mensen een tentoonstelling bezoeken die ingericht was met foto’s, traditionele schilderijen en informatie over Rwandese tradities en gebruiken. De Intore dansers van Rwanda zetten de theorie om in de praktijk en zetten hun beste beentje voor op ritmische tonen uit Afrika. De Boei werd voor dit project samen met vier andere kandidaten genomineerd voor de Noord-Zuidprijs. Het centrum haalde de prijs niet binnen, maar dat deed niets af van het succes van de actie.
45
3 aangepaste woonvormen – voor aangepast zelfstandig wonen Trappen, drempels, losliggende tapijten en hoekige meubels. Voor senioren zijn dit obstakels die ze elke dag opnieuw moeten overwinnen. Ouderen zijn soms nog wel in staat zelfstandig te wonen, maar het huis is te groot geworden en is niet aangepast aan de lichamelijke behoeftes.
Woningcomplex Wibier richt zich uitsluitend naar koppels waarvan één van de partners hulpbehoevend is.
OCMW Gent heeft een aantal specifieke woongelegenheden voor ouderen die nog voldoende zelfstandig zijn. In totaal zijn er 120 woongelegenheden in de vorm van serviceflats en aangepaste seniorenwoningen (figuur 24).
• Serviceflats Antoniushof heeft 48 flats voor alleenstaanden, 34 flats voor echtparen en 6 flats voor mindervaliden. • Woningcomplex Wibier bestaat uit 20 woningen en richt zich uitsluitend naar koppels waarvan één van de partners hulpbehoevend is. Senioren van wie de partner overleden is, mogen alleen verder blijven wonen in Wibier.
• Seniorenflats Ter Pielvaecx voorziet 12 flats voor senioren die in grote mate nog zelfstandig zijn. Uniek is het solidariteitsprincipe. Bewoners moeten bereid zijn elkaar te helpen en te ondersteunen.
figuur
24: verdeling koppels - alleenstaanden in drie alternatieve woonvormen !ANTAL ALLEENSTAANDEN
!NTONIUSHOF
7IBIER
!ANTAL KOPPELS
4ER 0IELVAECX
In 2009 verbleven 151 senioren in één van de drie serviceflats.
46
4 woonzorgcentra – voor begeleid wonen Senioren die wat extra hulp kunnen gebruiken, kunnen terecht in 1 van de 4 OCMW-woonzorgcentra. Ze verschaffen een grote keuze aan hedendaagse woonvormen met de meest aangepaste zorg- en dienstverlening. Op die manier willen de woonzorgcentra een aangename en kwalitatief hoogstaande woon-, leef-, zorg- en zingevende omgeving zijn voor de ouder wordende inwoners van Gent. De vier OCMW-woonzorgcentra verlenen niet alleen zorg aan senioren die langdurig zijn opgenomen. Samen beschikken ze ook over 16 plaatsen voor kortverblijf. In de campus Het Heiveld is er daarnaast nog een dagverzorgingscentrum met plaats voor 15 mensen. Woonzorgcentra De Vijvers en Zonnebloem bieden sinds 2006 zelfs elk een woning voor nachtopvang aan. Nachtopvang is een vorm van mantelzorg. Partners of familieleden die overdag voor iemand zorgen, kunnen op die manier op beide oren slapen, omdat ze weten dat hun partner of familielid ’s nachts in goede handen is (figuur 25). figuur
25: aanvragen voor ocmw-woonzorgcentra
+ORTVERBLIJF EN NACHTOPVANG 7OONZORGCENTRA
Het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst beslist of de aanvraag wordt goedgekeurd of niet. Wie in aanmerking komt, wordt op een wachtlijst geplaatst tot er een plaatsje vrijkomt. Zwaar zorgbehoevenden krijgen voorrang, zij krijgen gemiddeld drie maanden na toestemming van het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst een plaats.
Meer dan u denkt! Veel mensen hebben nog steeds een beeld van een woonzorgcentrum als een verzorgingstehuis waar senioren in eenzaamheid de rest van hun dagen slijten. Dat beeld klopt al lang niet meer met de werkelijkheid. De centra doen er alles aan om een tweede thuis te zijn voor de senioren, waar ze hun dagen zinvol kunnen invullen. Dit uit zich in alle aspecten van het verblijf. Senioren mogen zelf de kleur van hun kamer kiezen en mogen die naar wens met eigen meubels inrichten. Het personeel organiseert tal van aangepaste recreatieve en vormingsactiviteiten waar iedereen kan aan deelnemen. Bewoners kunnen ook de activiteiten die ze thuis zo graag deden gewoon voortzetten. Lezen, muziek beluisteren, knutselen en zelfs koken en tuinieren, voor alles is er plaats. Naast dit dagelijks aanbod organiseren de woonzorgcentra tal van projecten, activiteiten en evenementen, dikwijls in samenwerking met buurtbewoners, scholen, verenigingen… Deze projecten dienen veelal een dubbel doel: het leven van de bewoners aangenamer maken en het imago van het woonzorgcentrum in de buitenwereld verbeteren. Intergenerationele projecten nemen een belangrijke plaats in dit aanbod van activiteiten in. Dit zijn projecten waarbij jongeren en senioren samengebracht worden om elkaars leefwereld wat beter te leren kennen. Doel is het wederzijds respect en de sociale samenhang tussen verschillende generaties te bevorderen.
47
Project 'De Digitale Brug' van woonzorgcentrum De Vijvers in Gent wint eerste Ouderenzorg Award Het project ‘De Digitale Brug’ van het woonzorgcentrum De Vijvers won in 2009 de allereerste Ouderenzorg Award. Met deze nieuwe award willen Vlerick Leuven Gent Management School en Flanders DC creatieve en innovatieve initiatieven in de Vlaamse ouderenzorgsector stimuleren en in de kijker zetten. De award werd overhandigd tijdens de Vlerick Healthcare Management Day op woensdag 13 mei in De Montil in Affligem. Met de Digitale Brug wilde het OCMW Gent tegemoet komen aan de vraag van zijn residenten om met computers en het internet te leren omgaan en zo nieuwe ervaringen op te doen. Het project loopt ook met succes in woonzorgcentrum Het Heiveld. De Digitale Brug wordt gesponsord door de organisatie Soroptimist International en Belgacom.
Het project ‘de Digitale Brug’ brengt jong en oud samen voor de computer.
Brug tussen generaties In 2008 kregen woonzorgcentra Het Heiveld en De Vijvers elk een eigen cyberruimte met computers. Het initiatief kreeg de naam ‘de Digitale Brug’, verwijzend naar de digitale kloof die de senioren moeten overbruggen. Intussen kent de digitale wereld geen geheimen meer voor de senioren, die niet meer van de computer weg te slaan zijn.
Met het project wordt echter niet alleen de digitale kloof overbrugd. Naast de bewoners, hun familie en bezoekers, krijgen namelijk ook de kinderen van de Vakantiewerking toegang tot de computers. Zij mogen naar hartenlust chatten of e-mails versturen, in ruil helpen ze de senioren een handje die nog niet zo vlot met de pc’s overweg kunnen. Twee vliegen in één klap dus: senioren hebben soms wel het geld voor maar niet de kennis van computers, en jongeren hebben soms wel de kennis maar niet het geld. Op deze manier slaat het project ook figuurlijk een brug tussen generaties. Lovende jury De professionele jury loofde het project om diverse redenen. Eerst en vooral stimuleert ‘de Digitale Brug’ het levenslang leren. Het project bevordert ook de sociale contacten van de senioren, aangezien ze, ondanks hun beperkte mobiliteit, makkelijker contact kunnen onderhouden met (klein)kinderen en familie via e-mail, chat, blog… En tenslotte stimuleert ‘de Digitale Brug’ de maatschappelijke integratie in de buurt (tijdens specifieke uren mogen buurtbewoners de PC’s gratis gebruiken) en slaat het, door deelname van de OCMW-jongerenwerking, een brug tussen generaties. Dit was echter niet de eerste prijs die De Vijvers in de wacht sleepte. Ook in 2008 mocht het woonzorgcentrum al twee innovatieprijzen op haar naam schrijven voor de wedstrijd 'Innovation 2 Care' (I2C).
48
Woonzorgcentrum Het Heiveld pakt uit met eerste professioneel Gents kookboek voor en door bewoners Woonzorgcentrum Het Heiveld slaagde er nog maar eens met verve in om het negatieve beeld van een ‘rusthuis’ de kop in te drukken. In 2009 kwamen ze op de proppen met een heus kookboek, het resultaat van maanden werken met bewoners. Op 4 mei 2009 stelden personeel en bewoners van Het Heiveld trots hun eerste kookboek zelf voor.
Op 4 mei 2009 pakte woonzorgcentrum Het Heiveld trots uit met het eerste Gents kookboek voor en door bewoners: ‘Van de lochting tot in de kasrolle’.
Het Heiveld probeert voor iedere bewoner zoveel mogelijk een tweede thuis te zijn. In het kader daarvan organiseert het woonzorgcentrum projecten en activiteiten die het thuisgevoel stimuleren. Kookactiviteiten, en alles wat daarbij komt kijken, zijn daar één voorbeeld van.
Thuis in het rusthuis Het project past in het project ‘een thuis in het rusthuis’ van de Koning Boudewijnstichting. WZC Het Heiveld diende het dossier ‘huiselijkheid door koken’ in en kreeg daarvoor subsidies. Het kookboek was hiervan het derde en laatste luik. Eind 2008 al werden er tuinierbakken op schoothoogte en een splinternieuw kookeiland plechtig ingehuldigd. Dit laatste project won in 2009 de publieksprijs in de Innovation 2 Carewedstrijd. Het kookboek is eerst en vooral een receptengids voor iedereen die op zoek is naar smakelijke gerechten en ideeën. Het geheel is doorspekt met heel wat eigen beeldmateriaal uit het woonzorgcentrum. Maar het boek is daarenboven ook een mooi voorbeeld dat leven in een woonzorgcentrum best boeiend en leuk kan zijn.
Woonzorgcentrum De Liberteyt overspoeld door ‘knuffelwave’ Op 30 oktober kreeg woonzorgcentrum De Liberteyt bezoek van de Gentse kleuter- en lagere school ‘De Regenboog’. In het kader van de internationale knuffeldag deden 125 bewoners van De Liberteyt een 'knuffelwave' met 180 schoolkinderen van ‘De Regenboog’. De knuffelwave bracht jong en oud dus zowel letterlijk als figuurlijk een beetje dichter bij elkaar. Voor de knuffelwave van start ging, lieten alle aanwezigen een ballon op met de boodschap
De knuffeldag wordt jaarlijks ‘Wie knuffelt, leeft langer’. georganiseerd. Niet om een speciale reden, maar gewoon omdat iemand goed vastpakken deugd kan doen. Zowel voor wie de knuffel krijgt, als voor wie hem geeft. Omdat het eenvoudigweg veel te weinig gebeurt. Dit jaar namen burgemeester van Kruibeke Antoine Denert en weervrouw Sabine Hagedoren het peter- en meterschap van de campagne op. Wie knuffelt, leeft langer Het innige knuffelmoment was niet het enige dat die dag gepland stond. Alle aanwezigen lieten ook een ballon op met de leuze van de dag eraan ‘Wie knuffelt, leeft langer’. Op het einde van de dag was duidelijk bewezen dat het knuffelgehalte van jonge en oude Gentenaars wel degelijk hoog is.
49
Prinses Mathilde overhandigde de prijs die naar haar genoemd is eigenhandig aan een afvaardiging van OCMW Gent.
Woonzorgcentrum Zonnebloem wint Prinses Mathildeprijs 2009 Op 1 december 2009 werd WZC Zonnebloem met het project ‘Vogels over de Vloer’ uitgeroepen tot laureaat van de Prinses Mathildeprijs 2009. Deze prijs (ter waarde van 10.000 euro) wordt elk jaar toegekend aan een initiatief dat de positie versterkt van personen of groepen die om wat voor reden ook kwetsbaar staan in de Belgische samenleving. Vertegenwoordigers van het woonzorgcentrum mochten de prijs persoonlijk uit handen van prinses Mathilde ontvangen op het koninklijk paleis. In 2009 was het thema van de wedstrijd ‘De band van de jongeren met het leven herstellen’. 92 kandidaten dienden een voorstel in. Daaruit selecteerde een jury van experts 4 projecten. Een jongerenjury vond uiteindelijk ‘Vogels over de vloer’ het beste van die 4 projecten. De juryleden gaven aan dat ze onder de indruk waren van de uitwerking van de verbondenheid die via ‘Vogels over de Vloer’ tussen jong en oud wordt gecreëerd. Band tussen jong en oud Hoofddoel van het project was jongeren en ouderen met elkaar verbinden via de liefde voor de natuur/ vogels. Uit die gedachte ontsproten allerlei verschillende acties en evenementen. De jongeren van het Bert Carlier instituut timmerden 500 nestkastjes. Deze werden uitgehangen in het woonzorgcentrum of uitgedeeld bij eenzame tachtigplussers in Zwijnaarde. Via een webcam kunnen jongeren en senioren tijdens de lente samen het leven in de nestkastjes van dichtbij volgen op de computer in het woonzorgcentrum. Daarnaast kwamen jong en oud nog geregeld samen voor een natuurwandeling, om te luisteren naar verhalen van vroeger over vogels, om vogels te tekenen en eieren te schilderen… Apotheose van het project is een grootse tentoonstelling met als thema ‘Vogels’. De expo wordt op 20 maart geopend door niemand minder dan curator Jan Hoet en zal meer dan 100 deelnemende kunstenaars en 200 kunstwerken tellen. Als ik kon toveren Het project ‘Vogels over de Vloer’ was niet de enige gelegenheid waarbij de bewoners van Zonnebloem het bezoek kregen van jongeren. De senioren zetten samen met de kinderen van de vrije basisschool SintVincentius in Zwijnaarde en de vzw Picolini een circusvoorstelling ‘Als ik kon toveren’ op poten. De kinderen en senioren studeerden enkele maanden lang hun nummers in. Maar daar bleef het niet bij. Op vrijdag 13 en zaterdag 14 februari 2009 mochten ze in een echte circustent op de weide van WZC hun kunsten aan het grote publiek tonen. Als klap op de vuurpijl werd de intergenerationele samenwerking gefilmd en in Zwijnaarde aan alle inwoners en buurtbewoners getoond. Voor het project ontving het woonzorgcentrum financiële steun van de Koning Boudewijnstichting in het kader van de oproep ‘De veroudering van de bevolking en de verhoudingen tussen de generaties’.
50
Zorg voor senioren in cijfers 9 lokale dienstencentra
4 woonzorgcentra
Bezoekers
Verblijf
over de vloer, waarvan 2287 nieuwe bezoekers; • 71 procent van de bezoekers is een vrouw; • 40 procent van de bezoekers is tussen de 70 en 79 jaar oud; • 746 vrijwilligers hielpen een handje mee (2008: 669 vrijwilligers).
plaatsen voor langdurig verblijf en 16 plaatsen voor kortverblijf (dagverzorgingscentrum en nachtopvang); • de gemiddelde bezetting lag op 97,6 percent voor de woonzorgcentra, en op 92,4 percent voor het kortverblijf; • 73 procent van de bewoners is een vrouw; • 56 procent van de bewoners is tussen 80 en 90 jaar oud; • bewoners verblijven gemiddeld tussen 2,8 en 3,7 jaar in het woonzorgcentrum; • 192 vrijwilligers ondersteunden mee de werking van de vier woonzorgcentra.
3 aangepaste woonvormen Verblijf
• de centra kregen 9.285 bezoekers • de vier centra bieden 603 erkende • OCMW Gent biedt 120 woningen
Informatie
• er werden 151 infosessies en voordrachten georganiseerd, waaraan 2.018 bezoekers aan deelnamen.
Activiteiten
• er
waren 184.686 inschrijvingen voor 12.443 verschillende recreatieve en bewegingsactiviteiten; • de centra organiseerden 5.185 vormingsactiviteiten (taal, computer…) waarvoor er 5.185 inschrijvinAanvragen gen waren; • 545 mensen namen deel aan één • er waren 949 aanvragen (504 goedkeuringen) voor langdurige of meerdere van de 421 thuiszitopname en 620 aanvragen (140 tersactiviteiten. Dienstverlening goedkeuringen) voor kortverblijf; • er werd aan 1061 mensen 4.220 • het totaal aantal aanvragen steeg maal een voetverzorging vermet 15 procent tegenover 2007 en strekt; met 35 procent tegenover 2006. • 43 mensen kregen in totaal 153 manicures; • 196 bezoekers maakten in totaal Wat kost het? 885 keer gebruik van een haar- en 75 procent van de bewoners staat gelaatsverzorging; zelf in voor de kosten van hun ver• er werden 30.922 warme maaltij- blijf. den geserveerd; Het OCMW voorzag een financiële • 652 bezoekers kregen in totaal tussenkomst voor 712 senioren in 4.798 keer hulp bij boodschappen; en privé tehuizen, voor een to• 163 bezoekers maakten 7.718 te- eigen taal bedrag van ongeveer 1,8 miljoen lefoontjes naar elkaar om te coneuro (2008: 716 senioren/1,5 miljoen troleren of alles goed ging in het euro). kader van de telefoonster; bewoner in een woonzorgcen• 509 bezoekers maakten gebruik Een van de mogelijkheid om vervoer te trum kost per dag ongeveer 150 euro. krijgen vanuit het lokaal diensten- De bewoner zelf betaalt daarvan 42 centrum, goed voor een totaal van euro, de ziekteverzekering 48 euro. Na verrekening van subsidies blijft 9.113 ritten. van de 150 euro nog zo’n 34 euro Wat kost het? (2008: 30 euro) over voor rekening De opbrengsten van recreatieve, van het OCMW. informatieve, vormende en hygi- Dit toont aan dat het financieel beënische activiteiten in de lokale heer van de woonzorgcentra een dienstencentra en woonzorgcen- evenwichtsoefening is tussen een tra bedroegen 1.354.725 euro (2008: betaalbare en laagdrempelige op1.487.232 euro). Dit laat de centra toe vang enerzijds en een financieel gezond beheer. om deze activiteiten in belangrijke Ongeveer 100 euro van de 150 euro mate zelf te financieren en geeft hen die een bewoner kost per ligdag, de vrijheid om nieuwe initiatieven gaat naar personeelskosten. Volop te starten. doende en gevarieerd personeel is noodzakelijk voor een goede begeleiding van de bewoners.
en flats voor senioren aan;
• 151 senioren verbleven in één van
de seniorenwoningen, waarvan 31 koppels en 89 alleenstaanden; • 70 procent van de bewoners is een vrouw; • de gemiddelde leeftijd van alle bewoners bedraagt 79 jaar; • de gemiddelde verblijfsduur in de woningen en flats bedraagt 6,2 jaar.
Wat kost het?
Alle bewoners van Wibier en Ter Pielvaecx staan zelf in voor hun kosten. In Antoniushof is slechts 4 procent niet zelfbetalend.
51
Wonen voor kansarmen en thuislozen De nood aan goede, betaalbare huurwoningen voor mensen die het niet zo breed hebben, stijgt jaarlijks. Wil het OCMW een antwoord bieden op deze druk van de huisvestingsmarkt, moet de organisatie het aanbod aan huurwoningen van het Sociaal Verhuurkantoor uitbreiden. In 2009 groeide het aantal huurwoningen voor kansarmen van 72 naar 82. Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Dit betekent dat iedereen moet kunnen beschikken over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving en tegen een betaalbare prijs. Zo staat het te lezen in de Vlaamse Wooncode. Dit grondwettelijke recht op degelijke huisvesting blijkt in de praktijk echter niet zo eenvoudig. De afgelopen jaren zijn de huurprijzen sterk gestegen. Een fatsoenlijke, maar betaalbare woning vinden in een toffe buurt wordt dan ook steeds moeilijker. Dat geldt voor iedereen, maar in het bijzonder rijzen er problemen bij huisvesting voor kansarmen en lage inkomensgroepen. De dienst Wonen probeert net die mensen met het laagste inkomen en de slechtste woonsituaties aan een behoorlijk onderdak te helpen. Een uiterst belangrijke taak, want wonen is niet zomaar een basisbehoefte. Het is ook een belangrijke voorwaarde om andere rechten te kunnen uitoefenen. Wie zich goed voelt thuis, is gemotiveerd om een actief leven te leiden, op het werk en in de maatschappij. Mensen met een woonprobleem dreigen in een vicieuze cirkel te verzeilen, ze raken sneller geïsoleerd waardoor een uitweg naar een betere situatie steeds moeilijker wordt. Een degelijk onderdak is de eerste stap naar autonomie, eigen initiatief en sociale integratie.
In 2009 verhuurde het Sociaal Verhuurkantoor van OCMW Gent 82 woningen.
52
Wonen voor kansarmen Sociale huisvestingsmaatschappij vs. sociaal verhuurkantoor De sociale huisvestingsmaatschappijen (of kortweg SHM’s) bouwen sociale huur- en koopwoningen. Ze verhuren deze met een langlopend contract en met een huurprijs gekoppeld aan het inkomen. Ook de sociale verhuurkantoren (of kortweg SVK’s) bieden huurwoningen aan. Ze bouwen echter niet, maar huren woningen en appartementen van een eigenaarverhuurder en verhuren die dan door aan OCMW-cliënteel. Het SVK biedt deze eigenaar een aantal stevige garanties, zoals op tijd betalen van de huur, deftige staat van de woning… Het aantal woningen dat het sociaal verhuurkantoor van het OCMW Gent op de private woningmarkt huurde, steeg in 2009 van 72 naar 82. Er konden dus 10 cliënten meer in een woning van het Sociaal Verhuurkantoor van het OCMW terecht.
Bestaande kandidaat-huurders SVK: update gegevens (figuur 26) Niet iedereen komt in aanmerking voor een woning, verhuurd door het Sociaal Verhuurkantoor. Om een woning toe te kunnen wijzen aan de cliënten die daar het meeste nood aan hebben, actualiseerde de dienst Wonen de gegevens van alle kandidaat-huurders. 1.043 kandidaat-huurders werden aangeschreven met de vraag hun recente gegevens over te maken over hun huisvestingssituatie, gezinssamenstelling, aanslagbiljet inkomsten 2006 en inkomsten van de laatste 6 maanden. De kandidaat-huurders kregen anderhalve maand de tijd om de gevraagde gegevens per post te bezorgen. Ze konden hiervoor een beroep doen op een maatschappelijk werker. figuur
26: analyse 1.043 bestaande kandidaat-huurders voor sociale woning
4OTAAL GESCHRAPT
+ANDIDAAT HUURDERS GESELECTEERD 'ESCHRAPT WEGENS GEEN REACTIE 'ESCHRAPT WEGENS NIET TE BEREIKEN 'ESCHRAPT OP VRAAG VAN CLIpNT
'ESCHRAPT WEGENS INKOMEN TE HOOG 'ESCHRAPT WEGENS OVERLIJDEN CLIpNT
34 procent van de bestaande kandidaat-huurders werd geselecteerd na controle van hun gegevens.
53
Nieuwe kandidaat-huurders SVK (figuur 27) Elke cliënt die informatie wil over (een inschrijving voor) het sociaal verhuurkantoor, kan terecht bij het Onthaal van de dienst Wonen. Het Onthaal verleent gerichte informatie en helpt de cliënt om de juiste gegevens en bewijsstukken te verzamelen die noodzakelijk zijn om zich in te schrijven. Het Woonteam verzorgt op zijn beurt de effectieve inschrijvingen. Samen met de kandidaat-huurder worden de inschrijvings- en toewijsprocedure nogmaals overlopen. Het team kijkt ten slotte alle documenten na op correctheid, waarna de kandidaat-huurder onmiddellijk bevestiging krijgt van zijn/haar inschrijving. figuur
27: nieuwe kandidaat-huuders voor een sociale woning
"EZOEKERS MET EEN VRAAG NAAR EEN SOCIALE WONING
4OTAAL AANTAL NIEUWE INSCHRIJVINGEN VOOR EEN SOCIALE WONING
4OTAAL AANTAL BEZOEKERS VOOR HET /NTHAAL
In 2009 ontving het Onthaal 756 bezoekers meer ten opzichte van 2008. Dat is een stijging van meer dan 45 procent. Meer dan de helft van de bezoeken ging over een vraag naar een woning.
Begeleiding en bemiddeling Nieuwe huurders van een woning van het Sociaal Verhuurkantoor van het OCMW en huurders van wie de huurovereenkomst wordt verlengd, krijgen woonbegeleiding. De woonbegeleider helpt hen om afspraken met de verhuurder na te komen, de woning te onderhouden (bijvoorbeeld hoe om te gaan met afval), goede contacten met de buren te behouden (zoals geen lawaaihinder te veroorzaken)… Ook maatschappelijk werkers en de sociale verhuurmaatschappijen kunnen woonbegeleiding voor hun cliënten aanvragen. De begeleiding loopt de volledige tijd van de huurovereenkomst. Cliënten die extra begeleiding nodig hebben, worden doorverwezen naar het project ‘Intensieve begeleiding daklozen’. Doel van de woonbegeleiding is de huurders voor te bereiden op de overstap van een sociale woning bij het OCMW naar een woning bij een sociale huisvestingsmaatschappij.
• In 2009 namen 18 nieuwe huurders hun intrek in één van de 82 woningen van het Sociaal Verhuurkantoor van het
OCMW. • 51 cliënten kregen woonbegeleiding als gevolg van een nieuw contract of op vraag van de maatschappelijk werker of sociale verhuurmaatschappij. De dienst Wonen is het centraal aanspreekpunt voor de vijf Gentse sociale huisvestingsmaatschappijen als hun huurders 2 maanden huurachterstand hebben. Het OCMW gaat dan op zoek naar een oplossing om de huurachterstand zo rap mogelijk af te betalen. Indien de persoon die de huur niet meer kan betalen een actief dossier bij het OCMW heeft, wordt daarbij de wijkwerker ingeschakeld. Op die manier probeert het OCMW procedures tot huisuitzetting zoveel mogelijk te vermijden.
54
• De 5 Gentse huisvestingsmaatschappijen verwittigden het OCMW over 646 personen met een huurachterstand
van 2 maanden (2008: 671). • Voor 348 meldingen ging het om een persoon met een actief dossier bij het OCMW en werden de wijkwerker en de huurder aangeschreven om samen een oplossing te vinden (2008: 208 gekende cliënten). Als een huurprobleem toch dreigt te escaleren, en wanneer er een gerechtelijke procedure tot uitzetting wordt opgestart, bemiddelt de dienst Wonen tussen alle betrokkenen om een huisuitzetting te vermijden.
• Het aantal procedures gerechtelijke uitzetting door wanbetaling steeg in 2009 van 741 naar 862 ten opzichte van het jaar 2008. De economische crisis is de belangrijkste reden voor het groter aantal wanbetalingen. Van de 862 dossiers volgde het wijkwerk 298 personen op (2008: 248), de overige dossiers worden opgevolgd door de dienst Wonen.
Maatschappelijk werkers houden mee de woonkwaliteit van cliënten in het oog.
55
Wonen voor dak- en thuislozen Iedere dakloze kan bij OCMW Gent terecht voor hulpverlening. Naast een leefloon kunnen daklozen ook nog andere financiële hulp krijgen zoals een huurwaarborg, een ziekenfondsbijdrage, een tussenkomst in ziekenhuisfacturen, kledij, schoolkosten voor kinderen, huur… OCMW Gent geeft echter niet enkel financiële hulp, maar streeft vooral ook naar structurele maatregelen om de situatie van daklozen te verbeteren. De dienst Thuislozenzorg doet inspanningen om thuisloze hulpvragers terug aansluiting te doen krijgen bij allerhande diensten zoals mutualiteiten, RVA en VDAB. Daarnaast wordt getracht de thuislozen toe te leiden naar een woonst en werk.
Op zoek naar daklozen De hulpvragen voor daklozen die het OCMW ontvangt, komen vooral uit onthaaltehuizen en andere organisaties of eigen OCMW-diensten. Zelf vinden daklozen, gewild of ongewild, de weg naar het OCMW niet genoeg. Daarom gaan maatschappelijk werkers van de dienst Thuislozenzorg zelf in de straten op zoek naar daklozen die hulp kunnen gebruiken. Speciale aandacht gaat naar de ‘zorgwekkende zorgvermijders’, de harde kern die het meest hulp nodig heeft. Alle hulpaanvragen voor daklozen komen bij de dienst Thuislozenzorg van het OCMW terecht. De dienst probeert in samenwerking met alle hulpverleners op het terrein een omvattende oplossing te vinden. De maatschappelijk werker van Thuislozenzorg fungeert vaak als spilfiguur bij het overleg tussen de verschillende actoren (figuur 28). Meestal wordt er naar hulp gevraagd op vlak van financiële middelen en huisvesting. Het achterliggende probleem is vaak een combinatie van psychische/psychiatrische problemen, schulden en verslaving, wat vaak ook de oorzaak van dakloosheid is. Door deze problemen samen aan te pakken, wil Thuislozenzorg ervoor zorgen dat daklozen terug uit de neerwaartse spiraal kunnen klimmen. figuur
28: nieuwe hulpaanvragen voor thuislozen
.IEUWE HULPAANVRAGEN
Het aantal hulpvragen aan het OCMW voor thuislozen steeg de afgelopen 4 jaar. Meestal gaat de vraag over financiële hulp of een woning, maar moeten er vooral eerst achterliggende problemen aangepakt worden zoals verslaving, schulden, psychische problemen…
56
Nachtopvang daklozen bewijst zijn dienst OCMW Gent wil vooral investeren in structurele oplossingen voor het daklozenprobleem. Daklozen krijgen persoonlijke begeleiding op domeinen zoals het zoeken naar werk, opnieuw contacten leggen met familie of vrienden en het in orde brengen van administratie. Maar daarnaast organiseert het OCMW, in samenwerking met partnerorganisaties, ook acute noodoplossingen, zoals winteropvang voor daklozen. Hoeveel daklozen de stad Gent telt, staat niet vast. Wel is zeker dat de tijdelijke winteropvang voor daklozen in Gent zijn dienst heeft bewezen. Sinds december 2009 beschikte Gent over 86 plaatsen voor acute nachtopvang. De eerste drie maanden maakten meer dan 600 mensen gebruik van deze opvang. Ook tientallen kinderen vonden er onderdak. Via het centraal reserveringssysteem voor daklozen werden meer dan 5.400 nachten geboekt. OCMW geeft per jaar ongeveer 1 miljoen euro uit aan de daklozenproblematiek. Daarvan gaat ongeveer 700.000 euro naar het CAW Artevelde, dat 25 bedden heeft staan voor de nachtopvang van daklozen. De overige 300.000 euro gaat vooral naar de inzet van OCMW-personeel.
Een woning voor daklozen (figuur 29) In 2008 ondertekenden het OCMW Gent, de stad Gent en de Gentse huisvestingsactoren een Samenwerkingsprotocol Daklozen. Met dit protocol verbinden de 10 ondertekenaars zich ertoe om een aantal huurcontracten speciaal te reserveren voor daklozen. Op die manier kunnen daklozen sneller aan een woning worden geholpen. Voor 2009 lag het aantal huurcontracten voor daklozen vast op 45. figuur
29: versnelde toewijs van woningen aan daklozen
4OTAAL AANTAL AANVRAGEN ONTVANGEN VANUIT WELZIJNSBUREAUS /#-7 DIENSTEN
!ANVRAGEN DOORVERWEZEN NAAR SOCIALE HUISVESTINGACTOREN
!ANTAL WONINGEN BEZET
In 2008 was het Samenwerkingsprotocol Daklozen nog niet in werking en lag het aantal huurcontracten voor daklozen vast op 30 in plaats van op 45. De bezettingsgraad in 2008 was dus 100 procent tegenover 82 procent in 2009.
Woonbegeleiding daklozen Voor wat hoort wat. Het OCMW belooft aan de sociale huisvestingsmaatschappijen die huurcontracten voor daklozen vrijhouden om nieuwe huurders intensief te begeleiden. De daklozen die een woning toegewezen krijgen, komen namelijk in een volledig nieuwe situatie terecht. Hen bij deze ingrijpende verandering begeleiden, is van groot belang om klachten over wangedrag of wanbetaling te vermijden. Vijf OCMW-medewerkers van het project ‘Intensieve woonbegeleiding daklozen’ volgen daklozen die een huurcontract ondertekenen minimum 6 maanden lang op. Deze intensieve begeleiding gaat van ondersteuning bij het inschrijven bij de sociale huisvestingsmaatschappij en advies tijdens het bezichtigen van de woning tot het aanleren van huishoudelijke vaardigheden en aanmoediging tot deelname in de samenleving. Wanneer de cliënt voldoende zelfstandig is, wordt de begeleiding stopgezet, maar wordt de woonsituatie nog regelmatig geëvalueerd.
• De 30 ex-daklozen die al in 2008 een woning kregen toegewezen en intensieve begeleiding kregen, werden in 2009 geëvalueerd. Bij 22 personen werd de begeleiding stopgezet omdat de huurder voldoende zelfstandig was geworden en was de eindevaluatie positief.
57
Pensionwonen ‘De Baai’ Alleenstaande volwassenen boven de 45 jaar, die het al lange tijd niet meer lukt om een vaste woonst te behouden, kunnen definitief terecht in ‘De Baai’. In 2009 woonden er 19 personen in het pension. De toelatingsvoorwaarden en –procedures voor De Baai zijn streng. Een goede inschatting van de kandidaat-bewoner is erg belangrijk om de stabiliteit van de bewonersgroep te garanderen. Het gaat immers om een permanente woonvorm. Sinds de oprichting in 1998 ontving De Baai 187 aanvragen vanuit onthaaltehuizen, psychiatrische centra, ziekenhuizen… In 2009 ontving De Baai er 17, wat een stijging betekent ten opzichte van 2008 (11 doorverwijzingen). Geen enkele aanvraag werd goedgekeurd, omdat de kandidaten niet beantwoordden aan het vooropgestelde bewonersprofiel.
Begeleiding, inspraak en participatie
De bewoners van pension De Baai maakten onder andere een daguitstap naar Brussel.
De bewoners van De Baai zijn lange tijd dakloos geweest en moeten dus opnieuw greep krijgen op hun eigen situatie en omgeving. Daartoe krijgen ze individuele begeleiding, hebben ze de kans om mee te doen met activiteiten en worden ze gestimuleerd om deel te nemen aan het dagelijks bestuur van De Baai.
Een maatschappelijk werker en enkele bewonersbegeleiders staan in voor de individuele begeleiding van bewoners. Zij werken als een tandem samen om een zo optimaal mogelijke begeleiding op maat te bieden, waarbij problemen in hun geheel worden aangepakt. De activiteiten die De Baai organiseert, hebben als doel de sociale vaardigheden van de bewoners en hun integratie in de samenleving te bevorderen. De bewoners maakten daguitstappen naar Brussel en Blankenberge, gingen voor enkele dagen op reis naar Rochefort, namen deel aan een biljarttornooi… Naast deze losse activiteiten organiseerde De Baai ook enkele vaste activiteiten. Het project ‘De hete patat’ is een maandelijkse kookclub waarbij bewoners samen maaltijden bereiden. Zo leren ze opnieuw samenwerken en zelf beslissingen nemen, zoals het opstellen van de menu’s, inkopen van de ingrediënten… Dit versterkt het vertrouwen van de bewoners en stimuleert hun deelname aan het maatschappelijk leven.
58
Ten slotte is het ook belangrijk dat de bewoners zelf bijdragen aan een gezonde sfeer in het Pension. Daarom worden ze zoveel mogelijk gestimuleerd om deel te nemen aan het dagelijks ‘bestuur’ van De Baai. Tijdens de maandelijkse bewonersvergaderingen kunnen de bewoners hun behoeften, opmerkingen en standpunten meedelen over de dagelijkse werking. Uit de gesprekken, zowel individueel als tijdens de bewonersvergaderingen, bleek dat de bewoners het ook belangrijk vinden om meer inspraak te hebben in beslissingen over de bewonersgroep, de leefruimte… Om bewoners de kans te geven om over deze onderwerpen te praten, richtte De Baai in april 2009 de praatgroep ‘De Groep’ op. De bewonersgroep stelt zelf een bepaald thema voor en daar wordt dan tijdens verschillende praatsessies rond gewerkt.
Wonen bij nood In geval van nood, zoals bij een ontploffing of een brand, kunnen bewoners van Gent voor vier maanden terecht in 1 van de 29 noodwoningen van het OCMW. In die tijd gaat de dienst Wonen samen met de getroffenen op zoek naar een nieuwe woning.
• In 2009 verbleven 68 gezinnen in een noodwoning. De meest voorkomende redenen waarom mensen een beroep
deden op een noodwoning waren; brand, acties huisjesmelkerij, onbewoonbaarverklaring en waterschade. • Voor 48 gezinnen werd in 2009 zelf nog een oplossing gevonden, 20 gezinnen verblijven nog steeds in een noodwoning.
59
Wonen voor kansarmen en thuislozen in cijfers Wonen voor kansarmen
Sociaal Verhuurkantoor
• het
Wonen voor dak- en thuislozen
Samenwerkingsprotocol
Woonbegeleiding en bemiddeling
Begeleiding
Sociaal Verhuurkantoor van daklozen • 102 huurders van een sociale woOCMW Gent verhuurde 82 wonin- • het OCMW ontving 266 algemene ning kregen intensieve woonbegen aan kansarmen (2008: 72); geleiding; hulpvragen (financiële hulp, wo• 1.043 bestaande kandidaat-huur- ning, verslaving,…) voor daklozen • 81 begeleidingen waren in het vanuit de onthaalcentra of eigen ders werden geëvalueerd, 352 kader van intensieve woonbegeOCMW-diensten (2008: 248); kandidaat-huurders werden geseleiding voor daklozen, 51 begeleilecteerd; • in het kader van het Samenwer- dingen waren op vraag van de • het Onthaal van de dienst Wonen kingsprotocol Daklozen verbonden maatschappelijk werker of sociale verhuurmaatschappijen; de Gentse huisvestingsactoren kreeg 1.617 bezoekers over de vloer, zich ertoe om 45 huurcontracten • 51 woonbegeleidingen werden dat is een stijging van meer dan via een versnelde procedure aan 45 procent ten opzichte van 2008; geëvalueerd: 13 werden stopgezet wegens verhuis, detentie… 15 • 872 bezoekers had een vraag naar daklozen toe te wijzen; personen verleenden geen medeeen sociale woning, wat resulteer- • de dienst Wonen ontving 104 aanwerking, 2 personen stierven en de in 480 nieuwe inschrijvingen; vragen voor een versnelde toewijs • dat zijn 36 procent meer inschrij- van een woning voor daklozen, bij 21 personen werd een volledig stabiele situatie bereikt. waarvan er 43 werden doorverwevingen dan in 2008, toen er 353 zen naar de sociale huisvestingsinschrijvingen waren; Bemiddeling • op 31 december 2009 had het So- actoren; de 5 Gentse huisvestingsmaatciaal Verhuurkantoor 800 kandi- • in totaal verbleven 37 ex-daklozen • schappijen verwittigden het daat-huurders. in één van de 45 woningen voorOCMW over 646 personen met behouden voor daklozen. een huurachterstand van 2 maanWonen in nood den (2008: 621); Woonbegeleiding daklozen voor 348 meldingen betrof het een 30 ex-daklozen die in 2008 inten• OCMW Gent heeft 29 noodwonin- • sieve woonbegeleiding kregen, • persoon met een actief dossier bij gen voor mensen die hun woning werden in 2009 geëvalueerd; het OCMW en werden de huurder verloren door brand, waterschade, bij 22 personen werd de woonbeen wijkwerker aangeschreven om • onbewoonbaarverklaring…; samen een oplossing te vinden; geleiding stopgezet omdat de cli• 68 gezinnen verbleven in 2009 in ënt voldoende zelfstandig was; • het aantal procedures gerechteeen noodwoning; bij 6 personen werd een huurachlijke uitzetting bedroeg 862 (2008: • voor 48 gezinnen werd al een op- • terstand of overlast vastgesteld en 741); lossing gevonden, 20 gezinnen 2 personen werden uit de woning • het wijkwerk volgde hiervan 298 verbleven eind 2009 nog steeds in gezet. personen actief op (2008: 208). de noodwoning.
Pensionwonen De Baai
• pension De Baai ontving 17 aanvra-
gen (2008: 11 aanvragen) voor opname, waarvan geen enkele werd goedgekeurd wegens de strenge voorwaarden; • in 2009 verbleven 19 personen in De Baai.
60
Energie en duurzaamheid Een financiële crisis gecombineerd met een strenge winter laat vermoeden dat in 2009 een recordaantal mensen met zware energieschulden bij het OCMW aanklopte. Niets is minder waar. Het aantal cliënten met energieschulden ten laste steeg wel van 146 in 2008 naar 151 in 2009, maar het totaal bedrag van de ten laste genomen schulden daalde met 62.745 euro. Dat bewijst dat de aanpak van OCMW Gent werkt. De organisatie moet blijven investeren in preventieve (duurzame) maatregelen om cliënten uit de schulden te houden en intensieve begeleiding van cliënten die al schulden hebben.
Energie en schulden Wie energieschulden heeft, kan bij het OCMW aankloppen, het OCMW neemt de schulden dan ten laste. Deze hulp is echter niet vrijblijvend. De aanvrager moet een verbintenis ondertekenen waarin hij/zij zich ertoe verbindt toekomstige energiefacturen op tijd te betalen en een actieve (langdurige) begeleiding van de Energiecel te aanvaarden. Daarbij streeft de Energiecel naar een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de dienst en de cliënt (figuur 30). figuur
30: energieschulden ten laste
%NERGIESCHULDEN TEN LASTE
#LIpNTEN MET ENERGIESCHULDEN TEN LASTE
Het aantal cliënten met energieschulden ten laste steeg in 2009 wel, maar het bedrag van de ten laste genomen schulden daalde met 62.745 euro. Dat bewijst dat de inspanningen die het OCMW doet om energieschulden preventief aan te pakken werken.
61
Lokale Adviescommissie (figuur 31) Iedereen heeft recht op een minimale levering van water, gas en elektriciteit voor huishoudelijk gebruik. Daartoe is in iedere Vlaamse gemeente een Lokale Adviescommissie opgericht waarin afgevaardigden van het OCMW en de verschillende energieleveranciers samen zetelen. De energieleverancier kan enkel overgaan tot afsluiting van de voorziening nadat de Lokale Adviescommissie dit heeft geadviseerd. Het OCMW verdedigt in de commissie de belangen van de cliënt. Wanneer de energieleverancier de minimale levering van energie wil stoppen, voert de Energiecel een onafhankelijk sociaal en financieel onderzoek uit en doet huisbezoeken om uit te maken of de abonnee niet wil of niet kan betalen en of er hulp kan en moet geboden worden. Alleen als de cliënt niet wil betalen en geen enkele hulp aanvaardt, wordt alle energie afgesloten (behalve tijdens de winter).
• In 2009 werd bij 104 personen de gastoevoer stopgezet, 13 personen ontvingen niet langer elektriciteit. Watermaatschappij TMVW voerde geen enkele afsluiting van water uit.
In 2009 werkte de Energiecel nauwer met Eandis samen. De energieleverancier gaf de gegevens door van de mensen bij wie het gas of de elektriciteit werd afgesloten. Zo kon de Energiecel deze mensen op de hoogte brengen van het bestaande aanbod van hulpverlening. figuur
31: dossiers behandeld voor lac’s
"EHANDELDE DOSSIERS VOOR ,!# %ANDIS GAS EN ELEKTRICITEIT
"EHANDELDE DOSSIERS VOOR ,!# 4-67 WATER
De LAC TMVW werd pas in de loop van 2008 opgericht, vandaar het grote verschil in het aantal behandelde dossiers ten opzichte van 2009. Het aantal LAC Eandis dossiers daalde in 2009 met 10 procent ten opzichte van 2008. Dit is dankzij een betere uitvoering van het sociaal onderzoek en een kortere opvolging van de doelgroep.
Budgetmeter Wie wordt afgesloten van gas of elektriciteit zit niet noodzakelijk zonder stroom. Via de budgetmeters elektriciteit, en sinds 2009 ook voor gas, kan voor een bepaald bedrag nieuwe stroom of gas opgeladen worden. Voor water bestond er in 2009 nog geen budgetmeter. Het budget van cliënten die hun gas via de budgetmeter betalen, laat niet altijd toe om het gasverbruik van de wintermaanden te financieren. Daarom ging de Energiecel op zoek naar een manier om gastoevoer tijdens de koude wintermaanden te verzekeren. Sinds 2009 kunnen cliënten die aan bepaalde voorwaarden voldoen een tussenkomst van 600 euro aanvragen. De tussenkomst wordt verspreid over 12 maandelijkse opladingen van 50 euro. Zo wordt vermeden dat cliënten het volledige bedrag in één keer opsouperen.
• Het aantal opladingen in 2009 bedroeg voor gas 1.021 en voor elektriciteit 17.943. In totaal dus 18.964 opladingen. Dit is een aanzienlijke stijging in vergelijking met de 12.929 opladingen in 2008.
• Eind 2009 ontvingen een tiental personen een tussenkomst van 600 euro voor hun budgetmeter aardgas.
62
Tussenkomst bij stookolie- en brandstofkosten Huishoudens met een verhoogd recht op de ziekteverzekering, huishoudens met een laag inkomen en personen met een formele schuldenlast komen voor een stookoliepremie van het OCMW in aanmerking. Cliënten kunnen sinds 2008 voor hun aanvraag terecht bij 2 maatschappelijk werkers die vaste zitdagen houden in de welzijnsbureaus, buurtcentra en dienstencentra in Gent en randgemeenten. Deze werkwijze bevordert een gelijke aanpak voor iedereen en stimuleert een inspanning van de aanvragers zelf.
• In 2009 ontving het OCMW 1.108 aanvragen voor een stookoliepremie (2008: 784). Aan 895 cliënten werd effectief een premie verleend, voor een totaal bedrag van 68.475,91 euro.
Het OCMW kwam in 2009 ook tussen in brandstofkosten. Opnieuw hangt de financiële hulp samen met een verbintenis. Het OCMW neemt de kosten van 1000 liter brandstof enkel op zich als de cliënt belooft om de voorafbetalingen voor een volgende levering maandelijks correct uit te voeren. Als deze afspraak niet wordt nageleefd, moet het overgenomen bedrag terugbetaald worden aan de Energiecel.
• 11 cliënten ontvingen een tussenkomst voor 1000 liter brandstof. Samen met de 11 lopende dossiers uit 2008, verrichten in 2009 dus in totaal 22 personen voorafbetalingen op hun rekening budgetbeheer.
Samen duurzaam Het OCMW neemt energieschulden ten laste en verleent financiële tussenkomsten bij stookolie- en brandstofkosten. De beste manier echter om te verhinderen dat cliënten met hun energiefactuur in de problemen raken, is hen stimuleren duurzaam om te springen met energie. Alleen al door een paar kleine handelingen kan de energie- en waterfactuur gedrukt worden.
De KarWIJdienst van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum voert energiebesparende maatregelen uit bij OCMW-cliënten thuis.
63
Met deze gedachte voor ogen richtten Stad Gent, OCMW Gent en enkele andere partners eind 2007 vzw REGent op. Deze stedelijke vzw stelde zich als doel om tegen begin 2010 2.235 Gentse huizen door te lichten op zuinig energiegebruik. Bedoeling is het energie- en waterverbruik van de Gentenaars naar beneden te krijgen. De nadruk ligt daarbij op OCMW-cliënten en senioren. Zij wonen vaak in huizen die niet zijn aangepast om energie te besparen. OCMW Gent is actief betrokken bij het project. Binnen het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC) werd een vijftal mensen opgeleid tot energiesnoeier. Een snoeier is iemand die samen op pad gaat met een scanner van REGent om woningen te controleren op energieverbruik. De scanner onderwerpt de woning aan een onderzoek, kijkt welke maatregelen de bewoner kan nemen om zuiniger te leven, zoals dubbele beglazing, isolatie… en schrijft een finaal advies. De energiesnoeier gaat intussen aan de slag met een gratis pakket van Eandis. Hij/zij plaatst spaarlampen, hangt radiatorfolie en installeert een spaardouchekop. Na een energiescan bij een OCMW-cliënt thuis, stuurt de Energiecel het verslag van de energiescan door naar de maatschappelijk werker en krijgt de cliënt een brief met verbetermogelijkheden voor zijn/haar woning. Cliënten die op basis van deze brief een energiezuinige maatregel willen laten uitvoeren, kunnen sinds eind 2008 daarvoor een financiële tussenkomst van maximum 500 euro aanvragen bij het OCMW. De financiële tussenkomst bedraagt maximum 500 euro en wordt gehaald uit het eigen OCMW-budget en uit het sociaal fonds voor gas en elektriciteit.
• In 2009 lieten 512 OCMW-cliënten een energiescan uitvoeren in hun woning (2008: 790). • 177 cliënten vroegen daarna een financiële tussenkomst voor een energiezuinige maatregel aan (2008: 25). In 137
van deze dossiers werd het geld besteed aan de aankoop van een nieuw energiezuinig toestel (bijvoorbeeld koelkast of wasmachine). Voor de overige 40 dossiers ging het over een tussenkomst via de KarWIJdienst van het OTC (bijvoorbeeld om dakisolatie of kleine energiebesparende maatregelen uit te voeren, in samenwerking met vzw REGent). • 24 OCMW-cliënten maakten in de periode 2008-2009 gebruik van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). Het fonds kent renteloze leningen toe aan OCMW-cliënten om energiebesparende maatregelen in hun woningen te financieren.
Duurzaamheid binnen OCMW Gent OCMW Gent spoort zijn cliënten aan om op een verantwoorde manier met energie om te springen. Maar de organisatie wil ook zelf het goede voorbeeld geven en streeft daarom naar een duurzaam beleid. Alle diensten krijgen de kans om zelf acties rond duurzaamheid uit te werken. De werkgroep Duurzaamheid, die vertegenwoordigers van verschillende diensten bevat, promoot nieuwe initiatieven en ondersteunt de diensten bij de uitwerking van hun acties. Voor de sensibilisering van het personeel maakt de werkgroep Duurzaamheid vaak gebruik van de initiatieven van de Vlaamse Overheid, zoals de Dikketruiendag. Het idee achter die dag is dat iedereen door een aantal eenvoudige acties, zoals de verwarming één graad lager te zetten, energie kan besparen. Heel wat diensten namen deel en zetten de verwarming op een lager pitje. Ze compenseerden de lagere temperaturen met warm makende activiteiten als danssessies, soepbedeling… In oktober, de maand van de energie, werd een postercampagne gelanceerd met de boodschappen ‘Doe de lichten uit’ en ‘Doof uw scherm’. De campagne had als doel bij het personeel meer bewustzijn te creëren over energieverbruik en –verspilling. Ten slotte hecht de organisatie veel belang aan de duurzaamheid van materialen en producten. De gebouwen van het OCMW worden voorzien van 100 procent groene energie. 72 procent van de dranken (wijn, koffie, fruitsap) die in de lokale dienstencentra worden geserveerd is fairtrade. En al het papier en omslagen dat wordt aangekocht is 100 procent milieuvriendelijk en draagt het ‘Nordic Swan Label’, dat garant staat voor een ecologisch product.
64
Energie en duurzaamheid in cijfers Energie Energieschulden • het OCMW nam de energieschulden ten laste van 151 cliënten voor een totaalbedrag van 164.741 euro; • het aantal cliënten ten laste steeg met 5 ten opzichte van 2008, maar het bedrag van de ten laste genomen schulden daalde wel met 62.745 euro. Lokale Adviescommissie • het OCMW behandelde 2.727 dossiers van cliënten voor de Lokale Adviescommissie Eandis (2008: 3.030 dossiers) en 320 dossiers van cliënten voor de Lokale Adviescommissie TMVW (2008: 83); • bij 104 cliënten werd de gastoevoer stopgezet, 13 personen ontvingen niet langer elektriciteit, bij geen enkele cliënt werd het water afgesloten. Budgetmeter • er waren 18.964 opladingen voor de budgetmeters gas en elektriciteit, tegenover 12.929 opladingen in 2008; • het aantal opladingen voor de budgetmeter gas bedroeg 1.021 en voor elektriciteit 17.943; • een twintigtal personen kregen een tussenkomst van 600 euro voor hun budgetmeter gas. Tussenkomsten in stookolieen brandstofkosten • het OCMW ontving 1.108 aanvragen voor een stookoliepremie (2008: 784); • aan 895 cliënten werd effectief een premie verleend, voor een totaal bedrag van 68.475,91 euro; • 11 cliënten ontvingen een tussenkomst voor 1000 liter brandstof; • samen met 11 cliënten uit 2008 verrichten in totaal 22 voorafbetalingen voor een volgende levering.
Duurzaamheid
• 512 OCMW-cliënten lieten een energiescan uitvoeren door vzw REGent (2008: 790);
• 177 cliënten vroegen na de scan een financiële tus-
senkomst voor energiezuinige maatregelen aan van maximum 500 euro; • in 137 gevallen werd het geld besteed aan de aankoop van een energiezuinig toestel, de overige 40 dossiers betrof een tussenkomst van de KarWIJdienst van het OTC (dakisolatie, spaardouchekop…); • 24 OCMW-cliënten maakten gebruik van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost, dat renteloze leningen toekent aan OCMW-cliënten om energiebesparende maatregelen uit te voeren • de OCMW-gebouwen worden van 100 procent groene stroom voorzien; • al het aangekochte papier en omslagen is 100 procent milieuvriendelijk.
Wat kost het?
De steun voor energiekosten in 2009 bedroeg 517.822 euro, tegenover 662.353 euro in 2008. De daling van 22 procent is te verklaren doordat een categorie aan cliënten (‘categorie 4’) hun tegemoetkomingen voor stookolie rechtstreeks krijgen van de FOD en niet meer van het OCMW.
65
Aandacht voor andere culturen Bijna 62 procent van de cliënten die een leefloon of levensminimum ontvingen, is niet in België geboren. Enerzijds is het essentieel dat de organisatie een multicultureel perspectief in de bestaande dienstverlening integreert. Sensibilisering en vorming van medewerkers is hierbij noodzakelijk. Anderzijds verlangen de specifieke (zorg)vragen van allochtone cliënten vaak ook nieuwe initiatieven op maat van de doelgroep. Zo blijven deze cliënten niet geïsoleerd met hun problemen, maar krijgen ze de kans om volwaardig deel te nemen aan de samenleving.
Ondersteuning van medewerkers Werken voor cliënten uit andere culturen vraagt een andere aanpak. Medewerkers moeten zich bewust worden van de eigen culturele bril en leren omgaan met andere normen en waarden.
Interculturalisering (figuur 32) OCMW-medewerkers en cliënten moeten nauw samenwerken. Deze samenwerking dreigt echter in het water te vallen als er tussen hen een cultuurkloof én een taalbarrière ligt. Een goede dialoog is noodzakelijk voor efficiënte dienstverlening. Alle maatschappelijk werkers kunnen, zowel op aanvraag als tijdens vaste consultatiemomenten, altijd een beroep doen op 5 intercultureel medewerkers (ICM’ers) en 2 intercultureel bemiddelaars (ICB’ers). Zij vervullen een brugfunctie in de hulpverlening aan cliënten van Turkse afkomst (5 medewerkers), Russisch/Oekraïense afkomst en Slowaakse/Tsjechische afkomst (telkens 1 medewerker). De ICM’ers staan in voor het tolken en het cultureel duiden. Ze voelen in de interactie met de allochtone cliënt vlugger 'de niet uitgesproken zijde' van een verhaal aan en plaatsen bepaalde misverstanden beter in hun context. De ICB’ers zijn maatschappelijk werkers die naast het tolken, cultureel duiden, bemiddelen, ook hulpverleningstaken opnemen, al dan niet in samenwerking met een collega hulpverlener van het OCMW. figuur
32: opdrachten interculturalisering 2009
4ELEFONISCH TOLKEN "UREELGESPREKKEN (UISBEZOEKEN
4OLKOPDRACHT HOORZITTINGEN
!NDERE BERICHT DOORGEVEN TEKST VERTALEN¨
In 2009 deden de intercultureel medewerkers en bemiddelaars 3.527 interventies ten behoeve van de maatschappelijk werkers. De reden voor de sterke stijging tegenover 2008 (2.426 interventies) is vooral een betere bekendheid van de dienst, onder andere door vormingen aan de maatschappelijk werkers en promotiecampagnes in de welzijnsbureaus.
66
Helpdesk Vreemdelingen Alle interne diensten van het OCMW kunnen sinds januari 2009 met hun vragen over de ingewikkelde verblijfsprocedures voor niet-Belgen terecht bij de Helpdesk Vreemdelingen. Een juriste ontvangt de cliënten en beantwoordt hun vragen. Bij afwezigheid verzorgt een (hoofd)maatschappelijk werker de permanentie van de Helpdesk. Daarnaast ondersteunt de juriste ook de maatschappelijk werkers van het Onthaal Vreemdelingen en volgt ze nieuwe wetten en reglementeringen op om ze concreet te implementeren binnen OCMW Gent.
Hulp op maat van allochtonen OCMW Gent ontwikkelt speciale initiatieven op maat van allochtone cliënten. Op die manier biedt de organisatie een antwoord op de specifieke (zorg)vragen die deze doelgroep heeft.
Onthaal Vreemdelingen Het Onthaal van de dienst Vreemdelingen verleent informatie en advies aan allochtone cliënten met specifieke vragen, zoals rond verblijfsrecht (678 contacten), en helpt cliënten met bepaalde administratie (270 contacten). Anderzijds nemen de onthaalmedewerkers ook de aanvragen op van allochtone cliënten met financiële hulpvragen (584 contacten). Deze hulpvragen worden verwerkt in een intakefiche, waarna de cliënt wordt doorverwezen naar het betrokken welzijnsbureau of naar de themawerking Vreemdelingen.
Medische kaart legalen Het aantal cliënten dat vanuit de illegaliteit een aanvraag indiende tot regularisatie omwille van medische redenen steeg. Deze cliënten kregen binnen een termijn van drie tot zes maanden na hun aanvraag een verblijfsdocument dat driemaandelijks werd verlengd. Deze regularisatie gaf echter geen recht op sociale zekerheid of toelating om te werken. Dit betekende dat deze cliënten geen aansluiting bekwamen bij de mutualiteit, maar vaak wel veel medische kosten hadden. Opdat ook zij medische hulp zouden krijgen, werd in 2009 een medische kaart voor legalen ontworpen. Het OCMW Gent nam deze gevrijwaarde medische kosten ten laste en het fictief aandeel werd teruggevorderd van de cliënt.
• In 2009 leverde het OCMW 120 medische kaarten voor legalen af.
De dienst Vreemdelingen behandelt de dossiers van cliënten met een onzekere verblijfssituatie en van nieuwe EU-burgers.
67
Hulp aan illegalen en asielzoekers Mensen die illegaal in het land verblijven, hebben geen recht op volledige maatschappelijke dienstverlening, maar enkel op dringende medische hulp. Het recht op gezondheidszorg is een basisrecht voor iedereen. Het is de opdracht van alle OCMW’s om dringende medische hulp te verzekeren voor mensen zonder wettig verblijf.
Dringende medische hulp Elke aanvraag voor dringende medische hulp wordt opgevolgd door een sociaal-financieel onderzoek. Maatschappelijk werkers van de themawerking Gezondheidszorg nemen deze taak op zich. Mensen zonder wettelijk verblijf die voldoen aan de voorwaarden krijgen een medische kaart waarmee zij voor medische zorgen terecht kunnen bij de Gentse zorgverstrekkers. Het OCMW neemt de kosten op zich.
• OCMW Gent leverde 8.275 tijdelijke en verlengbare medische kaarten voor illegalen af, tegenover 6.604 kaarten in 2008.
• Er werden 15.221 medische prestaties voor illegalen aangevraagd (2008: 11.033 aanvragen). Opvang Door de overbezetting van het reguliere opvangnetwerk Fedasil in het laatste kwartaal van 2009 kregen sommige asielzoekers en illegale families met minderjarige kinderen geen toegang (meer) tot de opvangstructuur. Dit betekende dat deze mensen geen aanspraak (meer) maakten op materiële opvang. Zij konden terecht bij het OCMW voor financiële bijstand (leefloon, huurwaarborg…). In 2009 werden zo 17 nieuwe dossiers geopend.
Regularisatie Het OCMW helpt illegalen met hun dossiers tot regularisatie. Dat kon in 2009 zowel vanuit de mogelijkheden vanuit hun EU-burgerschap (werknemer, werkzoekende…) als vanuit de regularisatiecampagne die liep tussen 15 september en 15 december 2009. Gedurende die 3 maanden kregen mensen zonder papieren de kans om hun regularisatiedossier in te dienen in de gemeente waar ze verbleven. Mensen zonder wettig verblijf die voor één van deze mogelijkheden in aanmerking kwamen, verwees het OCMW actief door naar de betrokken stadsdiensten voor hun aanvraag tot vestiging of regularisatie. Of indien nodig, werden de cliënten doorverwezen naar organisaties die hun mogelijkheden konden helpen onderzoeken en uitputten (bijvoorbeeld het Transithuis).
68
Aandacht voor andere culturen in cijfers Aandacht voor andere culturen
• maatschappelijk werkers kunnen altijd een beroep doen op 5 intercultureel medewerkers en 2 intercultureel bemiddelaars om het werken met allochtone cliënten te vergemakkelijken;
• de intercultureel medewerkers en bemiddelaars deden 3.527 interventies, tegenover 2.426 interventies in 2008; • 1.472 interventies waren bureelgesprekken, 574 keer werd telefonisch getolkt, er werden 494 huisbezoeken
gedaan en 62 keer werd assistentie verleend tijdens een hoorzitting; • het Onthaal van de dienst Vreemdelingen beantwoordde de vragen van allochtone cliënten rond verblijfsrecht (678 cliënten), hielp met bepaalde administratie (270 cliënten) en verwerkte financiële hulpvragen (584 cliënten); • OCMW Gent leverde 8.275 tijdelijke en verlengbare medische kaarten voor illegalen af; tegenover 6.604 kaarten in 2008; • er werden 15.221 medische prestaties voor illegalen aangevraagd, tegenover 11.033 prestaties in 2008.
Wat kost het?
OCMW Gent nam de kosten op zich voor dringende medische hulp aan illegalen voor een totaalbedrag van 1.931.574 euro, tegenover 1.819.451 euro in 2008. Dat is een stijging van 6 procent.
Culturele diversiteit in de kijker op antidiscriminatiedag Op 19 maart 2009 nam OCMW Gent voor de derde keer deel aan de antidiscriminatiedag in het kader van de Gentse week tegen racisme. Dit jaar werd het personeel via de maag warm gemaakt voor diversiteit en multiculturaliteit. OCMW Gent heeft cliënten van allerlei verschillende afkomst. Maar ook binnen de organisatie is diversiteit geen loos woord. In het OCMW werken mensen van 41 verschillende nationaliteiten uit 59 verschillende landen. Tal van projecten en werkingen werden opgestart om personeelsleden met culturele verschillen te leren omgaan, op de werkvloer en tijdens de dienstverlening. Tilapia en baklava De antidiscriminatiedag was de ideale gelegenheid om al deze initiatieven extra in de kijker te stellen. In samenwerking met IKOOK, het OCMW-opleidingsproject tot hulpkok en zaalmedewerker, werd er gekozen om de personeelsleden te verwennen met een multicultureel menu. Als voorgerecht konden bezoekers kiezen uit een soepje uit Egypte of een yam met tilapia uit Ghana. Het hoofdgerecht was couscous met kip uit Marokko of een vegetarische tagliatelle uit Italië. Ten slotte kreeg het personeel een baklava uit Turkije als dessert voorgeschoteld. Er werd bovendien een informatiestand opgericht en een religieuze-multiculturele kalender werd uitgedeeld. Alle lopende acties werden mondeling toegelicht aan de bezoekers.
69
Juridische hulp Het recht regelt de gehele maatschappij. De situaties waarbij juridische hulp zich opdringt, kunnen dan ook erg verscheiden en complex zijn. Een echtscheiding, een dagvaarding, een deurwaarder die je meubelen in beslag wil nemen, of een huurwoning waar het binnen regent. Om je rechten hier te laten gelden, moet je wel de regels kennen. Met juridisch advies sta je dan in ieder geval al een stuk verder. Elk jaar kloppen meer en meer mensen aan bij het OCMW voor juridische hulp. In 2009 steeg vooral het aantal aanvragen voor een collectieve schuldenregeling. In 2009 behandelden de juristen 444 dossiers, tegenover 356 in 2008 en 332 in 2007. Dit laat zich vooral verklaren door de economische crisis.
De juristen volgden voor de Arbeidsrechtbank 142 gewone beroepszaken (2008: 143) en 250 politieke vluchtelingendossiers op (2008:246).
Rechtshulp en juridisch advies Elke Gentenaar is bij het OCMW welkom voor juridisch advies en juridische bemiddeling tussen betrokken partijen. Wie rechtshulp wil, kan een bezoekje brengen aan de dienst zelf, of kan op de zitdag terecht in het welzijnsbureau in de buurt.
• In 2009 opende de Juridische Dienst 452 dossiers, tegenover 414 dossiers in 2008 en 386 dossiers in 2007.
De Juridische dienst geeft niet alleen juridisch advies aan cliënten. De juristen volgen ook de juridische dossiers op van cliënten en geven advies aan de instanties die deze dossiers opstarten. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om procedures over echtscheiding en onderhoudsgeld, dossiers van de Dienst voor Alimentatievorderingen (DAVO), procedures voor de Arbeidsrechtbank of dossiers met een probleem van andere juridische aard.
• In 2009 bekeken de juristen 673 dossiers van cliënten, tegenover 458 dossier in 2008.
De juristen lezen ook alle sociale verslagen van maatschappelijk werkers en verslagen van de welzijnsbureaus na. Dat is vooral belangrijk in het kader van de ‘lijnbewaking’. Dit betekent dat elke aanvraag van een cliënt op dezelfde wijze wordt behandeld. Als een cliënt niet akkoord gaat met een beslissing van het OCMW kan de cliënt beroep aantekenen bij de Arbeidsrechtbank. De Juridische Dienst volgt het dossier dan verder op.
70
Het is echter niet enkel de bedoeling van de Juridische dienst om de maatschappelijk werkers in individuele dossiers te ondersteunen. De dienst werkt ook anticiperend en tekent daarom concrete algemene lijnen uit die een houvast zijn voor de maatschappelijk werkers. Ten slotte geven de juristen ook juridisch advies over cliënten aan OCMW-bestuursorganen zoals de Raad, het Vast Bureau of het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst. Op die manier kan het bestuur gegronde beslissingen nemen.
Bijstand bij schulden Je financiën op een gezonde manier beheren, is niet altijd makkelijk. Zeker niet in tijden van financiële crisis. Voor veel mensen is rondkomen met het budget dan ook een moeilijke evenwichtsoefening. Eens er toch schulden zijn, dreigt een spiraal naar beneden die moeilijk te onderbreken is. Het OCMW Gent biedt schuldhulpverlening op maat die erop gericht is zo snel mogelijk tussenbeide te komen. Een kleine schuldenput is veel sneller weer gedempt. Natuurlijk wordt er ook voor cliënten met grote schulden naar gepaste oplossingen gezocht. De Juridische Dienst is het aanspreekpunt binnen het OCMW voor alles wat met schuldhulpverlening te maken heeft. Voor een nog betere ondersteuning organiseren de juristen van de helpdesk Schuldbemiddeling zitdagen in de verschillende welzijnsbureaus waar ze dan advies aan cliënten en/of maatschappelijk werkers leveren.
Schuldbemiddeling Bij schuldproblemen onderzoekt de maatschappelijk werker in eerste instantie de financiële situatie van de cliënt. Daarna wordt samen een haalbaar afbetalingsplan opgesteld. De maatschappelijk werker bemiddelt daarbij met de schuldeiser. Als erkende schuldbemiddelaar betaalt het OCMW wel nooit zelf schulden af en leent geen geld.
Budgetbeheer en –begeleiding De hulp die het OCMW biedt, gaat van een éénmalige bemiddeling voor een schuld, tot een intensieve begeleiding naar een gezonde portefeuille. Daarbij heeft de cliënt de keuze tussen budgetbegeleiding en budgetbeheer. Bij begeleiding blijft de cliënt zelf alle betalingen uitvoeren, terwijl bij budgetbeheer de maatschappelijk werker hiertoe een volmacht krijgt. De persoon met een schuld heeft dan natuurlijk wel nog voldoende inspraak.
In 2009 volgden de maatschappelijk werkers 1.212 budgetbeheren en 2.420 budgetbegeleidingen op. Vooral het aantal budgetbeheren steeg, vooral door de financiële crisis, sterk (met gemiddeld 28 procent) ten opzichte van de voorbije jaren: 958 in 2008 en 930 in 2007.
71
Collectieve schuldenregeling (figuur 33 en 34) Als de schulden zo hoog zijn opgelopen dat er geen haalbaar afbetalingsplan mogelijk is, stuurt de maatschappelijk werker aan op een collectieve schuldenregeling. Dat is een regeling voor de rechtbank waarbij de inkomsten van de cliënt volledig worden beheerd door een schuldbemiddelaar. De schuldenregeling heeft als voordeel dat het leefgeld van de cliënt wordt verzekerd en dat schuldeisers geen extra stappen meer kunnen ondernemen. figuur
33: totaal aantal aanvragen /infovragen schuldenregeling t.o.v. aantal verzoekschriften dat daaruit resulteert
!ANTAL INFOVRAGENAANVRAGEN SCHULDENREGELING VAN CLIpNTEN AAN /#-7
!ANTAL VERZOEKSCHRIFTEN /#-7 AAN !RBEIDSRECHTBANK VOOR OPSTART SCHULDENREGELING
Zowel het aantal vragen over en aanvragen tot schuldenregeling als het aantal verzoekschriften tot de Arbeidsrechtbank dat hieruit resulteert, is in 2009 fors gestegen. De economische crisis is de belangrijkste oorzaak.
figuur
34: afgesloten dossiers collectieve schuldenregeling voor de arbeidsrechtbank
3CHULDENREGELING VOLLEDIG NAGELEEFD 3TOPZETTING OP VRAAG /#-7
/VERLIJDEN SCHULDENAAR
!ANSTELLING ANDERE SCHULDBEMIDDELAAR 3CHULDKWIJTSCHELDING DOOR RECHTBANK
In 2009 was het OCMW in 154 dossiers als schuldbemiddelaar actief (2008: 146 / 2007:162). Daarvan konden er in de loop van het jaar 34 dossiers afgesloten worden (2008:38 / 2007:22).
72
Juridische hulp in cijfers Rechtshulp en juridisch advies
Bijstand bij schulden
Budgetbeheer en budgetbegeleiding • de juristen registreerden 673 dossiers (2008: 458); • in 452 dossiers werd rechtshulp geboden (2008: 414 • de maatschappelijk werkers volgden 1.212 budgetbedossiers);
heren en 2.420 budgetbegeleidingen op; het aantal budgetbeheren steeg sterk (met gemiddeld 28 procent) ten opzichte van de voorbije jaren: 958 in 2008 en 930 in 2007.
• er werden 62 nota’s Bijzonder Comité van de Sociale • vooral
Dienst (2008: 69) en 41 nota’s Vast Bureau (2008: 42) opgemaakt; • er waren 142 gewone beroepszaken (2008: 143) han- Collectieve schuldenregeling gende voor de Arbeidsrechtbank, waarvan 29 (2008: • het OCMW was in 2009 in 154 dossiers als schuldbe27) nieuw werden ingeleid in 2009; middelaar actief; • er waren 250 politieke vluchtelingendossiers (2008: • in 39 dossiers werd het OCMW in 2009 als schuldbe246) hangende voor de Arbeidsrechtbank, waarvan 14 middelaar aangesteld; (2008:14) nieuw werden ingeleid in 2009; 34 dossiers collectieve schuldenregeling werden afge• de juristen legden één klacht bij de Arbeidsauditeur • sloten, waarvan 23 omdat de schuldenregeling volleneer (2008: 7); dig werd nageleefd; • de juristen verstuurden 564 uitnodigingen voor de • de overige 9 dossiers werden afgesloten door overhoorzitting (2008: 499). lijden, schuldkwijtschelding of herroeping van het OCMW als schuldbemiddelaar; • de juristen behandelden 444 dossiers (2008: 356 dossiers) van cliënten die informatie vroegen over (het opstarten van) een procedure collectieve schuldenregeling; • in 164 van de 444 behandelde dossiers werd effectief een verzoekschrift opgesteld tot het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling.
73
Vrije tijd Vrije tijd is iets waar iedereen recht op heeft, ongeacht afkomst of financiële situatie. Toch hebben kansarmen maar moeilijk toegang tot ontspanning. Een avondje naar de film of zich inschrijven bij een voetbalclub kunnen een dure zaak zijn. Sommige cliënten hebben zelfs angst om aan sociale activiteit deel te nemen uit schaamte voor hun situatie, waardoor ze dreigen in een sociaal isolement te verzeilen. Het OCMW Gent wil de drempel naar cultuur en vrije tijd verlagen voor gezinnen die het minder breed hebben. Daarom bouwt de organisatie een gevarieerd aanbod aan cultuur en ontspanning uit en neemt deel aan speciale initiatieven die sport, cultuur en jeugdactiviteiten voor kansarmen toegankelijk maken. Dat werkt aan 2 kanten. Cultuur verzet de zinnen, maar draagt ook bij tot persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie.
De Pagadder Kinderen in armoede verdienen om dezelfde kansen en een gelijke behandeling te krijgen als hun leeftijdsgenootjes. Zeker op vlak van ontspanning, want een kind is geen kind als het niet kan spelen. De kinderen van ouders die een beroep doen op het OCMW vinden vaak de weg niet naar het bestaande jeugdwerk. Voor hen biedt de OCMW-vakantiewerking De Pagadder een alternatief. Tijdens de schoolvakanties organiseert de werking voor kinderen van 3 tot 15 jaar een vakantieopvang met allerlei spetterende activiteiten En in de zomervakantie gaan de Pagadders naar jaarlijkse traditie op kamp. Ook kinderen van personeelsleden van OCMW Gent en AZ Jan Palfijn zijn op alle activiteiten welkom.
• In 2009 kwamen er gemiddeld 64 kinderen per dag naar de vakantieopvang (2008: 60 kinderen per dag). Deze kinderen kwamen uit 259 verschillende gezinnen (2008: 280 gezinnen).
Van 3 tot en met 12 augustus 2009 gingen 88 kinderen van vijf tot en met elf jaar mee op kamp naar De Fiertel in Ronse (2008: 99 kinderen).
74
Voetbalweek met KAA Gent De OCMW Gent Vakantiewerking en voetbalclub KAA Gent sloegen het voorbije jaar opnieuw de handen in elkaar voor de organisatie van een uniek voetbalkamp. Het kamp richtte zich vooral naar die kinderen van de Vakantiewerking die gefascineerd zijn door voetbal, maar om één of andere reden niet bij een club zijn aangesloten. 40 jongens en meisjes tussen 7 en 15 jaar beleefden de derde week van augustus de tijd van hun leven. Niet alleen kregen de Pagadders de kans om in een gekregen professionele uitrusting op de grasmat van KAA Gent zelf een balletje te trappen, ze konden ook enkele van hun idolen in levende lijve ontmoeten. Andere hoogtepunten waren onder andere een rondleiding door het Gentse Ottenstadion, een bezoekje van de Buffaloman en een uitwisseling met RS Waasland. De voetbalweek was in de eerste plaats een onvergetelijke ervaring voor alle deelnemers. Toch was het alleen niet de bedoeling om zomaar een weekje voetbal te organiseren, maar ook om een project met meerwaarde neer te zetten. Deze meerwaarde werd eerst en vooral gecreëerd door een professionele voetbalweek aan te bieden aan kinderen die normaal gezien de kans niet hebben om aan zoiets deel te nemen. Daarnaast werd het project ook als een mogelijkheid gezien om via de aantrekkingsfactor KAA Gent een beter contact met de ouders te verkrijgen.
Financiële ondersteuning Lid zijn van een sportclub of een andere vereniging bevordert de ontwikkeling, vermijdt uitsluiting en stimuleert integratie. Dit geldt in het bijzonder voor kansarmen. Daarom kunnen cliënten en hun gezinsleden bij het OCMW Gent een financiële tussenkomst krijgen voor activiteiten die de socioculturele participatie versterken. Het OCMW betaalt 90 procent terug van het lidgeld van een culturele- of sportvereniging, het inschrijvingsgeld voor een jeugdbeweging, een kunstacademie, een pc- of andere vrijetijdscursus, het toegangsgeld voor een toneelvoorstelling, een bioscoopuitstap…
• In 2009 verleende het OCMW aan 1.305 cliënten een financiële tussenkomst voor een deelname aan een socioculturele activiteit (sport, jeugdbeweging, toneel, cursus…).
Bovendien fungeerde het OCMW ook in 2009 als centraal aanspreekpunt voor het Steunpunt Vakantieparticipatie van Toerisme Vlaanderen. Dit initiatief geeft mensen in armoede de kans om aan een sociaal tarief daguitstappen en meerdaagse vakanties te maken. Medewerkers van het OCMW ondersteunen de cliënten van het OCMW bij het indienen van hun aanvraag tot reservatie.
• In 2009 reserveerden 120 cliënten van het OCMW een daguitstap met het steunpunt Vakantieparticipatie. 16 cliënten boekten een vakantieverblijf via het steunpunt.
Netwerk Vrijetijdsparticipatie In 2009 werkten de stad Gent, OCMW Gent en andere Gentse sociale organisaties verder het Netwerk Vrijetijdsparticipatie Gent uit. Dit netwerk werd opgericht met als doel de participatie van mensen in armoede aan cultuur, sport en vrije tijd te verhogen. Het Netwerk Vrijetijdsparticipatie richtte in 2009 het 'stedelijk reglement 80/20’ op. Dit reglement geeft de kans aan organisaties die activiteiten (cultuur, sport, jeugdwerk) aanbieden hoofdzakelijk aan Gentenaars in armoede om subsidies aan te vragen. Het Netwerk Vrijetijdsparticipatie betaalt tot maximum 80 procent van de deelnamekosten aan de organisatie, de deelnemer moet dan nog slechts de rest zelf bijpassen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om toegangsgeld, jeugd- en sportkampen, babysit via Kind en Gezin… De subsidie is ook mogelijk voor groepen. Eind 2009 kende het Netwerk Vrijetijdsparticipatie aan een 20-tal organisaties subsidies toe en aan enkele diensten van de stad en het OCMW Gent. Daarmee werden vooral projecten gefinancierd die, met de focus op diverse drempels, de vrijetijdsparticipatie bij mensen in armoede wilden verhogen.
75
Cultuur aan één euro Verschillende socioculturele organisaties bieden het OCMW Gent gratis tickets aan voor voorstellingen of evenementen. De cel Communicatie beheert dit aanbod en maakt het via folders, brochures of mailings bekend aan OCMW-cliënten, die zich inschreven in een zogenaamde ‘evenementendatabase’. Wie geïnteresseerd is, kan een ticketje kopen voor de symbolische prijs van één euro.
•
Het OCMW kreeg van verschillende organisaties in totaal 6.680 tickets voor evenementen zoals het Festival van Vlaanderen, het Filmfestival Gent, de openluchtschaatspiste… Dat is een stijging van 51 procent ten opzichte van 2008 (3.280 tickets). 4.409 tickets aan één euro werden effectief verkocht aan cliënten. Ongeveer 2.200 tickets bleven liggen, vooral door de ongunstige tijdstippen waarop de evenementen plaats vonden (bijvoorbeeld maandagmiddag). Deelname aan cultuur bevordert de sociale integratie van cliënten in de maatschappij.
Vrije tijd in cijfers OCMW Vakantiewerking
Financiële tussenkomsten voor vrije tijd
60 vakantiedagen bij de OCMW Vakantiewerking terecht (in 2008: 65 dagen); • in totaal waren er 3.848 aanwezigheden (in 2008: 3918 aanwezigheden); • dit betekende een gemiddelde van 64 kinderen per dag (in 2008: 60 kinderen per dag); • deze kinderen kwamen uit 259 verschillende gezinnen (in 2008: 123 gezinnen); • er gingen 88 kinderen van vijf tot en met elf jaar mee op kamp naar De Fiertel in Ronse (in 2008: 99 kinderen); • 40 kinderen van 7 tot en met 15 jaar namen deel aan de grote voetbalweek tijdens de zomervakantie.
ële tussenkomst voor een deelname aan een socioculturele activiteit (sport, jeugdbeweging, toneel, cursus…); • 120 cliënten reserveerden via het steunpunt Vakantieparticipatie een daguitstap, 16 cliënten boekten via het steunpunt een vakantieverblijf; • het Netwerk Vrijetijdsparticipatie kende een 20-tal subsidies toe aan organisaties die vrijetijdsactiviteiten organiseren voor kansarmen; • 1.383 cliënten (= 15 procent van het totaal aantal cliënten in hulpverlening) schreven zich in de database voor evenementen aan 1 euro in, tegenover 970 cliënten in 2008; • het OCMW kreeg van verschillende organisaties in totaal 6.680 tickets voor evenementen aan 1 euro; • dat is een stijging van 51 procent ten opzichte van 2008 (3.280 tickets); • 4.409 tickets aan één euro werden effectief verkocht aan cliënten.
• de kinderen van cliënten en personeelsleden konden • het OCMW verleende aan 1.305 cliënten een financi-
Wat kost het?
In 2009 kregen 1.305 gezinnen een financiële tussenkomst om te kunnen deelnemen aan een socioculturele activiteit (2008: 1.136 gezinnen). In totaal maakte het OCMW Gent daarvoor 226.280 euro vrij (2008: 155.778 euro).
76
2
Verder Groeien met zorg voor elkaar
Bestuur en beleid Om groei mogelijk te maken en om de toekomst met vertrouwen tegemoet te gaan, stippelt het bestuur een visie en een strategie uit, met daaraan gekoppeld de juiste strategische en concrete doelstellingen. Medewerkers worden daarbij betrokken zodat ze zich achter deze doelstellingen kunnen scharen. Het OCMW van Gent wordt bestuurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn die bestaat uit 15 raadsleden. Ze zijn verkozen door de gemeenteraad en vertegenwoordigen een politieke fractie. De Raad stippelt het beleid uit dat het OCMW in de volgende jaren zal volgen en neemt alle grote beslissingen in verband met de werking. Aan het hoofd staat de voorzitter die de maandelijkse OCMW-Raad leidt en de raadsleden bijeen kan roepen wanneer hij dat nodig vindt. In 2009 kwam de Raad 14 keer samen. VERSNICK Geert
Open VLD
Voorzitter
REYNEBEAU Guy tot 14 april 2009
SP.A
Lid Ondervoorzitter Vast Bureau
PATAER Paul
Groen!
Lid
SYSMANS Chantal
CD&V
Lid
INGHELRAM Anna
Vlaams Belang
Lid
LAMPAERT Erwin
SP.A
Lid Ondervoorzitter Vast Bureau
BOTTEQUIN Anne
Open VLD
Lid
HOLEMANS Dirk
Groen!
Lid
VANDAELE Ingrid
SP.A
Lid
BAUWENS Christian
Vlaams Belang
Lid
BOCKSTAELE Jurgen
SP.A
Lid
VERSCHOOTEN Cedric
Open VLD
Lid
MAES Aline
SP.A
Lid
LEMAITRE Jeroen
N-VA
Lid
OSMANAGAOGLU Kaan tot 2 oktober 2009
Open VLD
Lid
VERBEKE Pascal vanaf 14 april 2009
SP.A
Lid
WIJNAKKER Frank vanaf 2 oktober 2009
Open VLD
Lid
78
Om de dagelijkse werking van het OCMW te bevorderen, heeft de Raad voor Maatschappelijk Welzijn uit haar midden het Vast Bureau opgericht, dat wekelijks samen komt. Naast de bevoegdheid om te beslissen over zaken van dagelijks bestuur geeft het Vast Bureau vooral ook advies aan de OCMW-Raad. Daarnaast richtte de Raad van het OCMW ook enkele Bijzondere Comités op waaraan ze duidelijke bevoegdheden toekent:
• Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst; • Bijzonder Comité voor Campus Het Heiveld; • Bijzonder Comité voor Campus De Vijvers; • Bijzonder Comité voor Campus Zonnebloem; • Bijzonder Comité voor Campus De Liberteyt; • Bijzonder Comité Lokale Dienstencentra en Serviceflats (opgeheven op 7 juli.2009); • Bijzonder Comité Ouderen- en thuiszorgbeleid; • Bijzonder Comité Patrimonium en Bouwprojecten; • Bijzonder Comité Woonbeleid.
79
Talent en diversiteit Wil het OCMW blijven groeien als organisatie en blijven inspelen op de steeds sneller wijzigende zorgvragen, moet het investeren in een modern HR-beleid dat creativiteit bij zijn werknemers aanmoedigt en nieuw talent aantrekt. Met ongeveer 1600 werknemers op 24 locaties verspreid over heel Gent is het OCMW Gent een belangrijke werkgever in een bruisende grootstad. We hebben maatschappelijk werkers, juristen, verpleegkundigen, ergotherapeuten, kinesisten en psychologen in dienst, maar ook administratief en technisch personeel, schoonmaaksters en koks. Het OCMW herbergt echter niet alleen een grote diversiteit aan profielen. Aangezien we altijd de juiste persoon voor de juiste job proberen aan te werven, ongeacht leeftijd, handicap, ras of religie, zijn alle leeftijdsgroepen, religies en nationaliteiten binnen onze organisatie vertegenwoordigd (figuur 35 en 36).
De dossierbeheerders zijn het aanspreekpunt voor personeelsleden met vragen over werk, ziekte en verlof.
80
figuur
35: overzicht personeelsbezetting
#ONTRACTUEEL 3TATUTAIR
4OTAAL
De dalende trend (3 procent) bij het statutair aangesteld personeel blijft, net als vorige jaren, ook in 2009 merkbaar.
Een nieuwe rechtspositieregeling Op 1 januari 2009 trad de nieuwe rechtspositieregeling (RPR) in werking binnen het OCMW Gent. De RPR regelt alles in verband met aanwerving, bevordering, verloning, anciënniteit, verlof, afwezigheden,... en geldt voor zowel het personeel van de stad Gent als het OCMW Gent (met uitzondering van personeel in de woonzorgcentra en artikel 60-werknemers). Eén van de belangrijkste doelstellingen van de RPR is om contractuele en statutaire personeelsleden zoveel mogelijk op gelijke voet te behandelen. Alle personeelsleden kregen een handige informatiebrochure waarin ze in één oogopslag de belangrijkste punten van de RPR kunnen terugvinden. Leidinggevenden, diensthoofden die deelnemen aan selectiegesprekken en contactpersonen personeel konden daarbovenop deelnemen aan tal van informatiesessies. Ook de wijzigingen die de RPR sinds januari 2009 onderging werden nauw opgevolgd, geïmplementeerd en gecommuniceerd. figuur
36: overzicht personeel volgens functiegroep in 2009
4OTAAL PERSONEELSLEDEN
,EIDINGGEVEND PERSONEEL
!DMINISTRATIEF PERSONEEL
-AATSCHAPPELIJK WERKERS
4ECHNISCH PERSONEEL
0ARAMEDISCH PERSONEEL
6ERPLEGEND EN VERZORGEND PERSONEEL
/NDERHOUD EN KEUKENPERSONEEL
81
Nieuw talent Het OCMW Gent is een interessante werkgever, zeker in tijden van financiële crisis. Personeelsleden verdienen een aantrekkelijk loon, genieten van extralegale voordelen en krijgen de kans om vormingen te volgen en zich bij te scholen. Maar vooral biedt het OCMW haar werknemers de kans om een perfecte balans te houden tussen hun job en hun vrienden, families of hobby’s. Toch vinden sollicitanten niet altijd de weg naar het OCMW. Zeker de vacatures voor verpleegkundigen worden steeds moeilijker ingevuld. Daarom werd in 2009 een imagocampagne op maat van sollicitanten opgestart. De campagne werpt een licht op het OCMW als aantrekkelijke werkgever, met als doel om meer sollicitanten aan te trekken (figuur 37). Er werd gekozen voor een slogan ‘Een hart voor Gent, een hart voor je job’, met daarbij een passend beeld. Het beeld en de slogan vatten op een heldere manier de missie van het OCMW Gent als werkgever samen en werden consequent uitgedragen op vacature-advertenties, sollicitatieformulieren, beursstanden en brochures.
Het OCMW doet extra inspanningen om moeilijk invulbare functies als verplegend en verzorgend personeel aan te trekken.
figuur
37: aantal kandidaten volgens het resultaat van de selectiegesprekken
4OTAAL 'ESCHIKT SELECTIEGESPREKKEN
-INDER GESCHIKT
.IET GESCHIKT
6ERZAAKT
Er namen 632 sollicitanten deel aan een selectiegesprek, 42 procent werd geschikt bevonden.
82
Diversiteit op alle niveaus Op goed werk staat geen leeftijd. Goed werk heeft geen kleur en kent geen beperkingen. Dat is ook de basis van ons personeelsbeleid. We proberen altijd de juiste persoon voor de juiste job aan te werven, ongeacht leeftijd, handicap, ras of religie. De maatschappij wordt steeds diverser, een evolutie die zich ook doorzet naar de arbeidsmarkt. Het OCMW streeft er namelijk naar dat de diversiteit in de hedendaagse samenleving wordt weerspiegeld in onze kleine OCMW-wereld. Daarom willen we volgende groepen zoveel mogelijk stimuleren om te solliciteren voor een job bij het OCMW: personen van allochtone origine, 50-plussers, personen met een handicap en kort geschoolden. Het is belangrijk dat het personeel leert omgaan met diversiteit met het oog op effectieve dienstverlening. Opleidingen en vormingen spelen hierbij een belangrijke rol.
Diversiteit bij selectie Groei vraagt om nieuwe medewerkers. Daarvoor moeten sollicitatiegesprekken gevoerd worden en dat eist een en ander van de interviewers. Het is belangrijk dat de interviews juist die informatie opleveren waarmee een goede inschatting van de geschiktheid van de kandidaat gemaakt kan worden. Daarbij moet rekening gehouden worden met de eigenheid van de sollicitant. Een betere beoordeling van de kandidaat maakt de selectiebeslissingen effectiever en verbetert zodoende het rendement voor de organisatie aanzienlijk. De arbeidspsychologen gaven twee opleidingen over het selectiegesprek en interculturele competentie aan OCMWjuryleden. Tijdens de opleiding leerden de juryleden hoe ze de competenties van kandidaten beter kunnen achterhalen. Daarbij kregen ze praktische tips voor de selectie van multicultureel personeel. Bijvoorbeeld, mondigheid wordt tijdens het selectiegesprek meestal als een positieve eigenschap beschouwd, terwijl in andere culturen mondigheid een teken is van disrespect. Als een kandidaat uit een andere cultuur zich tijdens het gesprek terughoudend opstelt, betekent dit helemaal niet dat hij of zij een minder goede werknemer zou zijn. OCMW streeft er naar de juiste persoon op de juiste plaats te werk te stellen.
83
Diversiteit op de werkvloer In samenwerking met de Integratiedienst van de stad Gent werd de opleiding ‘Hoe omgaan met diversiteit’ met focus op allochtonen aangeboden als vorming voor OCMW-personeelsleden. De vorming leerde de deelnemers omgaan met de etnisch-culturele diversiteit aan nationaliteiten en culturen op de OCMW-werkvloer. Baliemedewerkers konden dan weer de vorming 'Hoe omgaan met een persoon met een fysieke en/of mentale beperking?’ volgen. De opleiding had als doel baliemedewerkers te ondersteunen in het onthaal van personen met een fysieke en/of mentale beperking. Diversiteit kan echter ook heel praktische vormen aannemen. In het OCMW wordt namelijk heel wat gedaan om de gebouwen toegankelijk te maken voor mensen met een fysieke of mentale beperking. Voor een slechtziende is het niet eenvoudig om een bord te lezen, een rolstoelgebruiker heeft voldoende ruimte nodig en iemand met een mentale beperking moet eenvoudige en duidelijke informatie krijgen. Samen met de vzw Adviesbureau Toegankelijke Omgeving (ATO) werden verschillende OCMW-gebouwen onder de loep genomen. Op basis van de resultaten van de gebouwenstudie voerde het OCMW in 2009 enkele aanpassingen uit. In lokaal dienstencentrum de Vlasschaard werd de druk van de sluitingspomp van de deuren kleiner gemaakt. Zo kunnen mensen met minder kracht in de armen de deuren toch gemakkelijk openen. Er kwam aan de ingang een vloermat die beter geschikt is om rolstoelgebruikers door te laten. Infostanden aan inkom en in gangen werden herschikt om een vlottere doorgang mogelijk te maken. En in welzijnsbureau Gent Noord kregen de toiletten optrekbeugels voor mindervalide bezoekers. De signalisatie in het gebouw werd ook voor slechtzienden leesbaar gemaakt.
84
Talent en diversiteit in cijfers Talent
Diversiteit
• het OCMW telde 1.594 werknemers in 2009 (2008: • 13 procent van de OCMW-werknemers is van alloch1.524), waarvan 975 contractuele en 619 statutaire personeelsleden; • 90 werknemers verlieten het OCMW, 160 mensen kwamen erbij (artikel 60-werknemers niet inbegrepen); • 632 sollicitanten namen deel aan een selectiegesprek, 265 kandidaten (41,9 procent) werden geschikt bevonden; 114 kandidaten (18,1 procent) minder geschikt, 143 kandidaten (22.6 procent) niet geschikt en 110 kandidaten (17.4 procent) verzaakten; • van de 265 geschikte kandidaten waren er 53 mannelijke kandidaten (20 procent) en 212 vrouwelijke kandidaten (80 procent); • van de 265 kandidaten die geschikt werden bevonden, waren er 30 kandidaten (11,3 procent) van niveau A, 93 kandidaten (35 procent) van niveau B, 63 kandidaten (23,7 procent) van niveau C en 79 kandidaten (29,8 procent) van niveau D-E.
tone afkomst;
• 16 procent van alle sollicitanten was van allochtone afkomst;
• er namen 24 juryleden deel aan een opleiding over het selectiegesprek en interculturele competentie;
• 19 baliemedewerkers volgden de opleiding ‘Hoe om-
gaan met een persoon met een fysieke en/of mentale beperking?’; • de vorming ‘Hoe omgaan met diversiteit’ in samenwerking met de Integratiedienst van de stad Gent telde 33 deelnemers.
Wat kost het?
De personeelskosten bedroegen vorig jaar 75.762.665 euro (2008: 70.420.094 euro). Dat is zo’n 49 procent van de totaalkosten, terwijl 35 procent (53,8 miljoen) ging naar steun zoals leefloon, levensminimum, tussenkomsten in energiekosten….Dit past binnen de visie van het OCMW om cliënten vooral op een structurele manier te helpen. Financiële steun is een tijdelijke oplossing, een tussenstap naar zelfredzaamheid. Om de vele cliënten begeleiding op maat te kunnen aanbieden, is dan ook bekwaam personeel nodig.
85
Tevreden personeel Groei van onze organisatie betekent ook dat we er steeds naar streven een betere werkgever voor ons personeel te zijn. Onze werknemers zijn het gezicht van onze organisatie, want het zijn zij die dagelijks cliënten met raad en daad bijstaan. De reputatie die het OCMW Gent bij de Gentenaren geniet, staat of valt dus met de kwaliteit van onze dienstverlening. Daarom draagt het OCMW het welzijn van haar werknemers hoog in het vaandel. We gaan er namelijk van uit dat enkel tevreden personeel ook tevreden cliënten kan maken. Daarom deed het OCMW het voorbije jaar extra inspanningen om te groeien als aantrekkelijke werkgever die oog heeft voor het welzijn van haar personeel. Dit uitte zich in nog meer mogelijkheden tot interne en externe vormingen en bijscholingen. Daarnaast werd in maart 2009 de dienst Loopbaanbegeleiding opgericht. Deze dienst geeft individueel advies over loopbaankeuzes aan medewerkers die iets willen bijsturen in hun huidige job of het eens over een andere boeg willen gooien. Ten slotte bleef het OCMW verder investeren in een duurzame en veilige werkomgeving met aangepaste gebouwen en geschikt materiaal. Om de banden tussen werknemers te versterken, werden opnieuw tal van ontspanningsactiviteiten georganiseerd zoals uitstappen, sportevenementen… waar het personeel vrijwillig kon aan deelnemen. Met al deze inspanningen proberen we ervoor te zorgen dat onze werknemers alle kansen krijgen om hun ambities waar te maken in de beste omstandigheden binnen een aantrekkelijke, collegiale werksfeer.
Tevreden personeel is een blijvend streefdoel.
86
Vorming en Loopbaanbegeleiding – plaats voor opleiding en ambitie OCMW Gent is een werkgever die grote aandacht besteedt aan de groei en ontwikkeling van zijn personeel. Dat is een investering die voor iedereen opbrengt. Onze werknemers krijgen de kans om hun carrière zelf uit te stippelen en hun ambities te verwezenlijken. Het OCMW kan dan weer vertrouwen op goed opgeleid en bekwaam personeel. Ten slotte zorgt de interessante werkomgeving er ook voor dat medewerkers gemotiveerd blijven en dat we nieuw talent kunnen aantrekken. Op die manier blijft kwalitatieve dienstverlening ook in de toekomst verzekerd.
Vorming – opgeleid en bekwaam personeel (figuur 38) De dienst Vorming engageerde zich ook in 2009 om naast het aanbod van externe vormingen nog meer interne vormingen op maat te (helpen) organiseren. Daarbij werd niet enkel een beroep gedaan op externe docenten, maar ook op lesgevers uit de eigen organisatie. Er is namelijk heel wat vormingstalent in het OCMW voor handen. Vorming en training door eigen personeelsleden sluit vaak veel gerichter aan bij de eigenheid en actuele noden van de plaatselijke werking en bij de opleidingsbehoeften die in de groep leven. figuur
38: aantal unieke vormingen
%XTERNE VORMINGEN )NTERNE VORMINGEN MET INTERNE DOCENT
4OTAAL VORMINGEN
)NTERNE VORMINGEN MET EXTERNE DOCENT
87
Loopbaanbegeleiding – een nieuwe carrière binnen het OCMW (figuur 39) Deel uitmaken van een grote organisatie als OCMW Gent geeft natuurlijk veel kansen en mogelijkheden. Jezelf bijscholen en doorgroeien in je job, het eens op een andere dienst proberen of het zelfs over een volledig andere boeg gooien, het kan allemaal. Dat maakt dat er heel wat carrièrekansen zijn voor het personeel. Iedereen die vragen heeft over persoonlijke ontwikkeling en loopbaankeuze kan bij de dienst Loopbaanbegeleiding terecht. De dienst verleent deskundig advies, organiseert vormingssessies en geeft individuele begeleiding op maat met als doel de OCMW-werknemers de kansen te geven die ze verdienen.
• In 2009 kwamen in totaal 56 medewerkers in Loopbaanbegeleiding. Dat betekent dat in totaal 3,5 procent van het OCMW personeel in 2009 de stap naar Loopbaanbegeleiding zette.
Wie het eens over een ander boeg wil gooien, kan terecht bij de dienst Loopbaanbegeleiding.
figuur
39: initiële aanleiding voor loopbaanbegeleiding 2009
4OTAAL MEDEWERKERS
7ERKEN ROND COMPETENTIES
$OORGROEIEN NAAR ANDERE FUNCTIE
.AAR AANLEIDING VAN FUNCTIONERINGS OF EVALUTATIEGESPREK
!LGEMENE INFOVRAAG
.AAR AANLEIDING VAN EEN CONFLICT
.AAR AANLEIDING MEDISCHE KLACHT
!NDERE
De initiële aanleiding is de reden waarom iemand in de eerste plaats een beroep wil doen op Loopbaanbegeleiding.
88
Extra ondersteuning voor maatschappelijk werkers Op 31 december 2009 volgden de maatschappelijk werkers 6.984 huishoudens op vanuit de welzijnsbureaus. Dit is een stijging van 5,2 procent ten opzichte van een jaar eerder. De werklast van de maatschappelijk werkers steeg dus wezenlijk. In 2009 werden 2 initiatieven geïntroduceerd om de maatschappelijk werkers voldoende tijd te geven voor het begeleiden en het maatschappelijk integreren van hun cliënten. Vliegende ploeg Wanneer een collega langdurig afwezig is wegens ziekte en er geen vervanging is, kan de werkdruk soms zodanig oplopen dat de kwaliteit van de dienstverlening moet inboeten. In 2009 werd hiervoor een ‘Vliegende ploeg’ van 3 maatschappelijk werkers opgericht. Bij afwezigheden van langer dan 3 weken en korter dan 3 maanden anders dan verlof, springen de maatschappelijk werkers van de vervangingsploeg bij. De vervangingsploeg is ook inzetbaar wanneer de dienst overbevraagd is of wanneer nieuwe medewerkers in opleiding zijn. Extra administratieve ondersteuning In 3 teams werd het pilootproject ‘Extra administratieve ondersteuning’ opgestart. In elk van die teams nam een administratief medewerker maximaal administratief werk over van de maatschappelijk werkers. Op die manier konden de maatschappelijk werkers zich concentreren op een goede dienstverlening voor de cliënten. Zowel de maatschappelijk werkers, de administratief medewerkers en hun leidinggevenden evalueerden de extra administratieve ondersteuning positief. In de toekomst, wanneer daar voldoende middelen voor zijn, wordt geprobeerd om administratieve ondersteuning voor maatschappelijk werkers in de hele organisatie te integreren.
Sodico – welzijn op de eerste plaats Het welzijn van alle OCMW-werknemers verzekeren. Dat is de uitdagende opdracht die de sociale dienst voor het personeel (Sodico) zich als doel stelt. Eerst en vooral biedt Sodico personeelsleden materiële en psychosociale hulp bij financiële, persoonlijke of familiale moeilijkheden. In 2009 behandelde de maatschappelijk werker van Sodico 69 dossiers waarbij zich een dergelijke problematiek stelde. Daarbij versterkt de sociale dienst voor het personeel de banden tussen de (gepensioneerde) werknemers van OCMW Gent en het ziekenhuis Jan Palfijn door tal van ontspanningsactiviteiten te organiseren. Deze activiteiten bevorderen de collegialiteit tussen werknemers en samenwerking op de werkvloer.
• Sodico telde 3.102 leden waarvan 2.908 leden die een bijdrage betaalden en 194 leden die geen bijdrage betaalden; • In totaal namen 1.209 leden deel aan een project dat werd georganiseerd door Sodico.
Eerste personeelsfeest groot succes Op 25 april 2009 organiseerde OCMW Gent voor de eerste keer een feest voor al haar werknemers en hun partner. Het personeelsfeest vond plaats in het Gentse Internationaal Congres Centrum en had als thema ‘Couleur Locale’. 1160 feestvierders leefden zich een hele avond volop uit. Er was voor elk wat wils. Fuifbeesten konden zich volledig laten gaan op de muziek van Coco Jr. en Truephonic, Brahim en Buscemi. Wie de benen even wou laten rusten, kon zich intussen aan een nieuw Afrikaans kapsel wagen of een hennatattoo laten plaatsen. De mensen die het dan weer liever bij een gezellige babbel hielden, konden aangenaam verpozen in de lounge. Ook de smulpapen kwamen aan hun trekken bij de eet- en drinkstandjes. Ook voor de permanentiediensten in de woonzorgcentra werd een attentie voorzien. Zij kregen een klein privé-optreden en catering ter plaatse.
Faciliteiten – comfort en veiligheid als uitgangspunt Werknemers brengen dagelijks een groot deel van de tijd op het werk door. Het OCMW Gent gaat er dan ook van uit dat werknemers hun job op een zo comfortabele en veilige manier mogelijk kunnen uitoefenen. De dienst Facility Management (FM) voerde in 2009 verschillende kleine en grote studies en werkzaamheden uit, al dan niet in samenwerking met externe partners, om voor alle diensten een aangepaste structuur te verzekeren. Zo volgde de dienst in 2009 onder meer de werkzaamheden op aan de nieuwbouw aan het Henry Storyplein, die in 2008 al van start gingen. Het splinternieuwe gebouw zal vanaf midden 2010 onderdak kunnen bieden aan de kinderen, jongeren en monitoren van de OCMW-Vakantiewerking voor allerlei spetterende activiteiten. Daarnaast bouwde FM een dak over de petanquebaan in lokaal dienstencentrum De Regenboog, plaatste een kippenren en een tuinhuis in woonzorgcentrum in het Heiveld, hielp verschillende diensten verhuizen… De dienst Aankoop en Logistiek is belast met het lokalenbeheer en het onderhoud van de OCMWgebouwen. Hij zorgt er ook voor dat personeelsleden over het juiste materiaal beschikken om hun job op een goede manier te kunnen uitvoeren.
• Aankoop en Logistiek kocht ongeveer 30.000 ver-
schillende producten aan, voor een totaal bedrag van 4.139.576 euro.
De veiligheid van alle werknemers garanderen en het aantal arbeidsongevallen tot een minimum beperken is dan weer het streefdoel van de dienst Veiligheid. Werknemers moeten hun job in een veilige en aangepaste infrastructuur kunnen uitoefenen.
• In 2009 gebeurden er 94 arbeidsongevallen (2008: 92), waarvan 64 op het werk en 30 op de weg van en naar het werk.
• De arbeidsongevallen gaven aanleiding tot 2.052 dagen arbeidsverlet (2008: 1.971 dagen). Stadsontwikkelingsbedrijf neemt beheer patrimonium OCMW over Sinds 1 januari 2009 gebeurt het beheer van het onroerend patrimonium van het OCMW niet langer door de dienst Patrimonium. Er werd gekozen om het beheer van onroerend patrimonium over te dragen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkelingsbedrijf Gent (AG SOB). Dit vanwege de expertise en jarenlange ervaring die het AG SOB op vlak van het patrimoniumbeheer bezit. Meer specifiek gaat het over het onroerend patrimonium in België dat niet in gebruik is door het OCMW zelf. Hieronder valt ook het beheer van huurcontracten van panden die het OCMW verhuurt aan particulieren. Eigen OCMW-gebouwen, contracten van panden die het OCMW huurt van derden om te gebruiken als OCMW-kantoren en patrimonium in Nederland vallen sinds 1 januari onder de dienst Facility Management van het OCMW. Het verdwijnen van de dienst Patrimonium had geen ontslagen tot gevolg. Medewerkers van de dienst maakten de overstap naar het AG SOB of namen een andere functie op binnen het OCMW.
90
Tevreden personeel in cijfers Vorming en Loopbaanbegeleiding
Vorming
• het personeel kon deelnemen aan
533 unieke vormingen (2008: 496): 67 interne vormingen met een interne docent, 65 interne vormingen met externe docent en 401 externe vormingen; • er namen 1.425 personeelsleden deel aan één of meerdere vormingen (2008: 1.360); • in totaal werden 7.145 deelnames geregistreerd (2008: 7.682).
Loopbaanbegeleiding
• 56
medewerkers volgden loopbaanbegeleiding, waarvan 30 contractuele en 26 statutaire personeelsleden; • van de 56 medewerkers die loopbaanbegeleiding volgden, waren er 11 mannen en 45 vrouwen; • van de 56 medewerkers waren er 3 (5 procent) op niveau A tewerkgesteld, 16 (29 procent) op niveau B of BV, 19 (34 procent) op niveau C, 14 (25 procent) op niveau D en 4 (7 procent) op niveau E; • 4 personen wilden werken rond competenties, 15 medewerkers wilden naar een andere functie doorgroeien, 11 personen kwamen n.a.v. een evaluatiegesprek, 10 personen n.a.v. een medische klacht, 7 n.a.v. een conflict, 6 personen hadden een infovraag, en 3 personen hadden nog een andere reden.
Sociale Dienst voor het Personeel (Sodico vzw)
Veiligheid
• Sodico telde 3.102 leden waarvan • er werden in totaal 94 ongevallen 2.908 leden die een bijdrage betaalden en 194 leden die geen bijdrage betaalden; • er kwamen 285 nieuwe leden bij; • van alle leden zijn 1.569 personen tewerkgesteld in het OCMW Gent, 753 in het ziekenhuis Jan Palfijn en 780 leden zijn op rust; • er namen 1.209 mensen deel aan één of meerdere ontspanningsactiviteiten georganiseerd door Sodico, zoals de vierdaagse Beaujolais reis, uitstappen naar Ronse en Maastricht, de winteruitstap naar Plopsaland…; • 550 kinderen en volwassenen namen deel aan het sinterklaasfeest; • Sodico verkocht exact 1.400 tickets voor pretparken; • Sodico-leden genoten in 58 winkels een korting van 5 tot 30 procent; • 225 gepensioneerden namen deel aan de jaarlijkse reünie voor de gepensioneerden.
erkend als arbeidsongeval (2008: 92), waarvan er 64 op het werk gebeurden en 30 op de weg van en naar het werk; • de arbeidsongevallen gaven aanleiding tot 2.052 dagen arbeidsverlet (2008: 1.971 dagen); • hiervan zijn 1.371 dagen het gevolg van ongevallen op het werk en 680 dagen het gevolg van woonwerkverkeer; • er waren 23 gevallen van agressie (2008: 50) op het werk, 5 keer was tussenkomst van de politie nodig (2008: 15).
91
Kwaliteit centraal Kwalitatief groeien, dat betekent voortdurende inspanningen leveren om de interne werking te verbeteren, met als doel de dienstverlening voor onze cliënten te optimaliseren. Samenwerking intern binnen OCMW Gent als extern met andere organisaties, in het kader van het Lokaal Sociaal Beleid, is daarbij essentieel.
Kwaliteit De tijd dat de privésector en de overheid 2 totaal verschillende werkwerelden waren, met een totaal andere visie op dienstverlening, ligt voorgoed in het verleden. Meer en meer verankeren overheidsinstellingen principes als ‘prestatiegericht handelen’, ‘interne controle’ en ‘klanttevredenheid’ in hun werking, waardoor de kloof tussen overheid en bedrijfswereld steeds kleiner wordt. De burger wordt als een volwaardige klant gezien die op een snelle en efficiënte manier moet worden geholpen. Dat komt de burger-consument natuurlijk alleen maar ten goede. Het OCMW Gent onderging dezelfde evolutie. In de voorbije jaren werden een aantal managementinstrumenten zoals stuurkaarten, ken- en stuurgetallen, boordtabellen… op de werkvloer geïntroduceerd. Zij zorgen ervoor dat het OCMW Gent anno 2009 zich beslist mag meten met om het even welk privébedrijf.
Stuurkaarten en Gantt Charts Elke dienst binnen het OCMW moet enkele doelstellingen vooropstellen. Daarbij moet meteen ook worden bepaald wie verantwoordelijk is voor de resultaten, welke acties worden ondernomen om de doelstellingen te bereiken, wat de timing is en hoe de resultaten gemeten kunnen worden. Een stuurkaart is een praktisch meet- en rapporteringssysteem dat al deze elementen in kaart brengt en het mogelijk maakt om de resultaten tussentijds te evalueren. Op die manier kan nagegaan worden in welke mate de diensten de vooropgestelde doelstellingen behaald zijn. Dat alles bevordert het resultaatgericht handelen binnen de organisatie. De stuurkaarten werden al enkele jaren geleden voor de OCMW-diensten ingevoerd, maar in 2009 werd een extra luik indicatoren toegevoegd. Dit luik laat toe cijfers bij te houden die een richting aangeven over de resultaten van de dienst. Omdat deze nieuwe werkwijze een zekere toelichting vroeg, werd in het voorjaar van 2009 een vorming georganiseerd voor alle diensthoofden. Verder werd in 2009 een aantal ‘themastuurkaarten’ opgemaakt. De thema’s ‘activering’, ‘kwaliteit’, ‘duurzaamheid’, ‘diversiteit’ en ‘veiligheid’ kregen een aparte stuurkaart om de projecten goed te kunnen opvolgen en bijsturen. Ten slotte werd in 2009 ook van start gegaan met de opmaak van een ‘Gantt Chart’. Dit is een soort stappenplan dat elke dienst moet opmaken om de OCMW-beleidsnota uit te voeren.
Interne controle Het nieuwe OCMW-decreet van 2008 stelde het OCMW voor een nieuwe uitdaging: interne controle implementeren in de dagelijkse werking. Interne controle of organisatiebeheersing is een proces dat door het bestuur én het personeel ondernomen wordt om er zeker van te zijn dat de doelstellingen van de organisatie gerealiseerd worden. Eenvoudig gezegd, een goede interne controle houdt in dat de organisatie weet waar ze naartoe wil, beseft wat hierbij de hinderpalen zijn en acties onderneemt om deze hinderpalen te beheersen. In 2009 werd de basis gelegd om in 2010 met interne controle van start te gaan.
92
Klachtenprocedure ‘Niet akkoord? U wordt gehoord!’
Ida Walgraef (links) en Ann Van Dijck wonnen respectievelijk de tweede en de eerste prijs met hun slogans ‘Klachten? Niet te lang wachten!’ en ‘Niet akkoord? U wordt gehoord!’.
In 2010 gaat OCMW Gent definitief van start met een klachtenprocedure. De nieuwe procedure heeft als doel onze cliënten de mogelijkheid te geven om opmerkingen over onze werking kenbaar te maken zodat het OCMW kan bijsturen. Dat bevordert de inspraak van de cliënt, wat het vertrouwen in het OCMW alleen maar ten goede komt. Anderzijds is de klachtenprocedure een belangrijk instrument om knelpunten te signaleren, de kwaliteit van onze dienstverlening te meten en deze verder te verbeteren. Mensen kunnen hun meldingen, suggesties of klachten op verschillende manieren aan het OCMW laten weten. Zo hangen er bijvoorbeeld op alle plaatsen waar cliënten komen, zoals de welzijnsbureaus, lokale dienstencentra, woonzorgcentra… meldingsbussen waar mensen een meldingskaart kunnen insteken. Cliënten kunnen de kaart ook gewoon per post naar de dienst Kwaliteit opsturen. Ten slotte kan de klacht ook doorgestuurd worden zonder meldingskaart, via brief, e-mail, fax of de website. In 2009 werden heel wat acties ondernomen om het personeel op de komst van de klachtenprocedure voor te bereiden. Zo’n 120 personen, vooral leidinggevenden, namen deel aan een opleiding over de procedure en de technische applicaties van het klachtensysteem. Daarnaast werd er ook een wedstrijd onder het personeel uitgeschreven. De medewerkers konden een prijs winnen als ze een sprekende slogan konden bedenken voor het klachtensysteem. De werkgroep Klachten koos uit alle inzendingen de slogan uit “Niet akkoord? U wordt gehoord!”. Deze slagzin werd gebruikt op de flyers en posters die onder de cliënten en het personeel werden verspreid. Ten slotte maakte het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum de meldingsbussen die overal worden opgehangen. Door iedereen in de klachtenprocedure te betrekken, werd een breder draagvlak gecreëerd voor de invoering ervan.
93
Handboeken en enquêtes OCMW Gent wil de kwaliteit van de zorg en de dienstverlening voortdurend bewaken en optimaliseren. Kwaliteitshandboeken en enquêtes spelen hierin een vooraanstaande rol.
Handboeken Kwaliteitshandboeken zijn documenten waarin alle afspraken, procedures en formulieren terug te vinden zijn die de organisatie of instelling helpen om transparant, betrouwbaar, efficiënt en effectief te werken. Verder bieden ze een goed uitgangspunt om de hulp- en dienstverlening te beoordelen en te verbeteren. Ze vormen zo een onmisbare basis om kwaliteitsvol en eenduidig te werken. Op 17 oktober 2003 werd het decreet over de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen van kracht. Dit decreet verplicht iedere zorgvoorziening om een kwaliteitshandboek te hebben. Zo kregen de vier woonzorgcentra, het dagverzorgingscentrum, het centrum voor kortverblijf en de aangepaste woonvormen elk hun eigen kwaliteitshandboek. In 2009 werden de kwaliteitshandboeken van de 4 woonzorgcentra volledig aangepast en geactualiseerd. Ondanks het feit dat de wettelijke verplichting tot een kwaliteitshandboek alleen voor zorgvoorzieningen geldt, hebben ook de lokale dienstencentra er één. Ze beschrijven de missie en visie van het lokaal dienstencentrum, bepalen de inspraakkanalen van de gebruikers en leggen procedures vast om de eigen dienstverlening en medewerkers te evalueren. Ten slotte is er ook nog het ‘Draaiboek’, dat als het kwaliteitshandboek voor de maatschappelijk werkers beschouwd wordt. Het Draaiboek bevat enerzijds alle relevante wetgeving die maatschappelijk werkers moeten kennen. Anderzijds beschrijft het alle mogelijke scenario’s die zich kunnen afspelen bij de dienstverlening en reikt daarbij concrete antwoorden aan van wat er moet gebeuren, door wie en met welke middelen.
Enquêtes
Tijdens het ‘familiecafé’ konden bewoners van Zonnebloem en hun familieleden hun mening kwijt over de werking van het woonzorgcentrum.
Alle woonzorgcentra moeten ervoor zorgen dat bewoners de kans tot inspraak krijgen. Daarom nemen ze om de 4 jaar een enquête af waarbij ze naar de tevredenheid van alle bewoners en hun familie peilen. Dit jaar was het de beurt aan woonzorgcentrum Zonnebloem.
94
Na de enquête organiseerde het woonzorgcentrum op zaterdag 28 november 2009 een familiecafé. Tijdens een kopje koffie werd dieper ingegaan op de noden en behoeftes die uit de enquête naar voren kwamen. Op basis van de resultaten van de enquête en de suggesties van het familiecafé werd een actieplan opgesteld. Het plan bepaalt enerzijds de tevredenheid van de bewoners op allerlei vlakken zoals infrastructuur, animatie, verpleging… Anderzijds somt het grote en kleine verbeterpunten op zoals de vraag naar meer aangepaste activiteiten, meer variatie in de maaltijden en de nood naar meer overleg met de verpleging. Het actieplan werd verspreid onder het personeel en de bewoners en zal in de loop van 2010 uitgevoerd en opgevolgd worden.
• 91 procent van de bewoners van Zonnebloem gaf in de tevredenheidsenquête aan tevreden tot zeer tevreden te zijn over hun verblijf in het woonzorgcentrum (2006: 90 procent).
Initiatieven vanuit de welzijnsbureaus Het OCMW investeert voortdurend in betere hulpverleningsmethodieken voor cliënten, met speciale aandacht voor moeilijke doelgroepen. Daarbij waakt het OCMW er ook over dat elke cliënt behandeld wordt, ongeacht in welk welzijnsbureau hij/zij aanklopt.
Gelijke behandeling Vertegenwoordigers vanuit de verschillende welzijnsbureaus evalueren op een continue en kritische wijze de bestaande financiële en materiële hulpverlening. Er wordt nagedacht over de veranderende tendensen in de samenleving. Is de bestaande hulpverlening hierop afgestemd? In 2009 werd nagedacht over bijvoorbeeld kostendelend samenwonen, lage werkloosheid- en ziektevergoedingen… De werkgroep ‘Aanvullende Bijstand’ legde al de eerste krijtlijnen van een nieuw beleid vast. Het OCMW houdt bij dit alles in het oog dat ieder welzijnsbureau waar de burger zich aanmeldt, een gelijke hulpverlening aanbiedt. Deze absolute voorwaarde garandeert het OCMW aan elke burger. Hiervoor bestaan er verschillende instrumenten: de lijnbewaking in het Beleidsteam, het draaiboek, algemene beleidsbeslissingen van BCSD Algemene Zaken, geijkte modules…
95
Communicatie en imago Iedere organisatie die een modern beleid wil voeren, moet investeren in goede interne en externe communicatie. Goed ingelichte burgers vinden de weg naar het OCMW makkelijker, en alleen enthousiaste en goed geïnformeerde medewerkers kunnen onze cliënten optimaal ten dienste staan. Interne communicatie heeft als doel alle werknemers van het OCMW tijdig op de hoogte te brengen van alle informatie die noodzakelijk is om goed binnen de organisatie te functioneren. Goede interne communicatie werkt dus als olie tussen raderen en versoepelt de samenwerking binnen het OCMW: het houdt medewerkers betrokken, draagt bij tot de aanvaarding van beslissingen, schept helderheid en creëert door dit alles een positieve sfeer op de werkvloer. Externe communicatie moet er dan weer voor zorgen dat de burger geïnformeerd wordt over het ruime aanbod van dienst- en hulpverlening. Daarbij wil het OCMW zich profileren als een open, moderne en dynamische organisatie die er is voor elke Gentenaar. Deze positieve imagovorming heeft als doel de drempel te verlagen voor wie het OCMW wil binnen stappen.
Naar een beter imago De tijd van het OCMW als oubollige overheidsorganisatie ligt voorgoed in het verleden. De organisatie doet veel inspanningen om een moderne, dynamische en klantvriendelijke organisatie te zijn, zowel voor haar personeel als haar cliënten. Toch leeft in de buitenwereld nog vaak een verkeerd beeld over het OCMW. Er worden heel wat acties ondernomen om het imago van het OCMW bij te schaven. Een goede reputatie is belangrijk voor zowel cliënten als werknemers. Cliënten voelen minder schroom om een beroep te doen op OCMW-diensten en werknemers kunnen trots zijn op hun job binnen het OCMW.
Goede communicatie draagt bij tot een positief imago voor het OCMW.
96
Externe communicatie Externe communicatie heeft tot doel het imago van het OCMW bij te sturen zodat de burger het OCMW leert kennen als een dynamische organisatie met een ruim aanbod aan hulp- en dienstverlening. Dit verlaagt de drempel voor de burger om het OCMW binnen te stappen. Bovendien moet het OCMW ook inspelen op nieuwe maatschappelijk trends waarbij het vinden van opgeleid personeel verplegend en verzorgend personeel voor de woonzorgcentra een uitdaging wordt. Externe communicatie draagt hier in belangrijke mate bij om dit te realiseren. De dienst Communicatie werkt hiervoor samen met de betrokken diensten. Zo werd bijvoorbeeld samen met Selectie en Examens een imagocampagne voor het OCMW als interessante werkgever uitgewerkt en werd samen een brochure voor sollicitanten opgemaakt.
Veelvoud aan kanalen OCMW Gent is er voor alle Gentenaren: kinderen, senioren, vreemdelingen, werklozen, mensen met psychologische problemen… Deze diverse doelgroep zo efficiënt mogelijk informeren over de hulp- en dienstverlening die het OCMW aanbiedt, vraagt dan ook een ruime variatie aan communicatiekanalen. Folders, affiches, brochures en infoboekjes zijn er om de burger op de hoogte te brengen van de dagelijkse werking van het OCMW en om projecten in de kijker te zetten. Voor officiële openingen, eerste steenleggingen, vieringen of projecten die extra onder de aandacht moeten worden gebracht, verstuurt het OCMW persberichten en organiseert persconferenties. De OCMW-website wordt aangewend om naast algemene informatie ook specifieke evenementen op korte tijd naar de Gentenaar te communiceren.
• In 2009 werden er 7 persconferenties georganiseerd, tegenover 19 in 2008 en 11 in 2007. • In 2009 verscheen het OCMW Gent 84 keer met diverse artikels in de kranten waaronder Het Laatste Nieuws, de Gentenaar, de Gazet van Antwerpen en De Morgen (2008: 43 keer).
Huisstijl en vorming Brochures opmaken, ontwerpen, schrijven en vorm geven is een vak op zich. Verschillende mensen in de organisatie zijn er mee bezig, vaak ook vrijwilligers die verbonden zijn aan de lokale dienstencentra. Alles centraliseren om te professionaliseren zou een verkeerd signaal zijn. We kiezen er dan ook voor om medewerkers maximaal te ondersteunen en op te leiden. Op die manier krijgen zij de beginselen van het opmaken van een goede folder onder de knie. Het eindpunt moet zijn dat iedereen die in de organisatie bezig is met ontwerpen en schrijven van folders en brochures, mits een beperkte ondersteuning vanuit Communicatie, dit in de toekomst volledig zelf professioneel en deskundig kan uitvoeren. Alle externe publicaties worden in OCMW Gent door de informatie- en communicatieambtenaren nagelezen op klantvriendelijkheid, eenvormigheid en duidelijk taalgebruik. Zo wordt erover gewaakt dat alles redactioneel en naar vormgeving toe voldoet aan de opgelegde huisstijl- en taalkundige normen. Dit is een belangrijke stap vooruit om de kwaliteit van publicaties te verbeteren en ook de medewerkers inzicht te geven in hoe zij hun publicaties beter kunnen schrijven. In 2009 werden alle dienstlogo’s afgeschaft en schaarden alle diensten zich éénzijdig achter het OCMW-logo met de groene bol. Op die manier treedt het OCMW naar buiten als één samenhangende organisatie met een veelvoud aan verschillende diensten op maat van de burger. Voor de Vakantiewerking, de OCMW-vakantieopvang voor kinderen van 3 tot 15 jaar, werd een uitzondering gemaakt, wegens de kwetsbaarheid van de doelgroep. Alle medewerkers die zich vaak inzetten om folders en brochures op te maken, volgden in 2009 de opleiding Publisher. Ze kregen vaste regels en procedures mee voor de opmaak van publicaties en leerden hoe ze met de huisstijlsjablonen moeten werken. Dit bevordert de uniformiteit en professionaliteit van interne en externe publicaties. Niet alleen de vorm van publicaties telt, het is vooral ook de inhoud die belangrijk is. Ambtenaren staan bekend om hun omslachtig en archaïsch taalgebruik. Daarom werd in 2009 de vorming ‘Klantvriendelijk schrijven’ georganiseerd voor alle werknemers die een computer hebben. Tijdens de opleiding kregen de werknemers zowel de bestaande huisstijlregels op vlak van taal mee als praktische richtlijnen om een goede, verstaanbare tekst te schrijven.
97
Interne communicatie – informatie en betrokkenheid Om alle medewerkers op de hoogte te houden van beslissingen, projecten en evenementen binnen het OCMW wenden de cel Communicatie en de informatieambtenaren verschillende kanalen aan. Na elke raadszitting wordt een nieuwsbrief ‘Gebriefd’ verstuurd, zowel elektronisch als op papier, met thema’s uit de Raad, nieuwe projecten en andere OCMW Gent gerelateerde thema’s. De doelstelling van de nieuwsbrief is medewerkers meer betrokken te maken bij de beleidsbeslissingen en ook de kennis van elkaars werking en diensten te vergroten. Via de Nieuwsflits worden wekelijks op vrijdag interne mededelingen aan alle personeelsleden verstuurd. De bedoeling is het mailverkeer te reduceren en te vermijden dat medewerkers op onregelmatige tijdstippen met alle soorten informatie vanuit de verschillende diensten worden overstelpt. Tenslotte worden ook alle medewerkers van het departement Algemeen Maatschappelijke dienstverlening éénduidig op de hoogte gehouden van interne beleidsbeslissingen en externe informatie via een aparte nieuwsbrief.
In september 2009 verscheen het eerste nummer van het personeelsmagazine ‘OCMWerkt’.
In oktober 2009 verscheen het eerste nummer van een personeelsmagazine voor alle medewerkers van de organisatie met als titel ‘OCMWerkt’. In het personeelsmagazine kunnen personeelsleden een kijkje nemen over de muren van hun eigen dienst heen van wat er in de organisatie leeft, wat de betrokkenheid tussen diensten stimuleert. Het personeelsmagazine verschijnt vier keer per jaar.
Communicatie en imago in cijfers Communicatie
• het OCMW verstuurde 39 persberichten in 2009 via mail naar de redacties van radio, regionale televisie en kranten (2008: 37);
• in 2009 werden er 7 persconferenties georganiseerd, tegenover 19 in 2008; • het OCMW Gent verscheen 84 keer met diverse artikels in de kranten waaronder Het Laatste Nieuws, de Gentenaar, de Gazet van Antwerpen en De Morgen (2008: 43 keer);
• er stond 3 keer een publicatie in het Stadsmagazine over het OCMW, tegenover 9 keer in 2008; • er werden 38 Nieuwsflitsen en 11 Gebriefds verstuurd; • er verschenen 50 nieuwsbrieven voor de medewerkers van het departement Algemeen Maatschappelijke Dienstverlening;
• er werden 47 publicaties herwerkt en in de huisstijl gezet; • 24 medewerkers volgden de basisopleiding (1 dag) Publisher, aan de gevorderde opleiding (2,5 dagen) namen 33 cursisten deel;
• het OCMW verspreidde 5.000 exemplaren van het jaaroverzicht ‘Innovatie – in wie we zijn en wat we doen’ aan alle personeelsleden van OCMW Gent, sollicitanten, alle Vlaamse OCMW’s en verschillende externe partners.
98
Automatisering en digitalisering Een organisatie die mee wil zijn met haar tijd, moet investeren in automatisering en digitalisering. Door efficiënt gebruik te maken van wat de informatietechnologie te bieden heeft, kan de organisatie namelijk heel wat kosten en tijd besparen, vooral op vlak van administratie. De tijd en kosten die vrijkomen, kan de organisatie steken in wat echt belangrijk is: een betere dienstverlening. Er wordt gesproken van automatisering wanneer machines of computers taken uitvoeren die voorheen door mensenhanden gedaan moesten worden. Digitalisering is dan weer het omzetten van data van een analoog naar een digitaal medium, bijvoorbeeld een boek dat op het internet geplaatst wordt.
Automatisering van de besluitvorming Wanneer de Raad of het Vast Bureau van het OCMW een besluit goedkeuren, is daar al een lange procedure aan vooraf gegaan. Nota’s moeten worden aangemaakt en nagezien, agenda’s moeten worden samengesteld. Na de zittingen moeten de besluiten worden gepubliceerd en opgevolgd. Dit proces gebeurt nog voor een groot deel handmatig, wat erg arbeidsintensief is en bovendien kan leiden tot fouten. Eind 2008 startte OCMW Gent samen met de steden Gent en Antwerpen en softwareleverancier Green Valley het project e-Besluitvorming op. Opzet van het project is te komen tot een gebruiksvriendelijke toepassing die ervoor zorgt dat de verschillende stappen in het besluitvormingsproces automatisch worden uitgevoerd, en niet langer manueel. Wanneer bijvoorbeeld iemand in het systeem een nota opmaakt, wordt die automatisch op de agenda geplaatst. Dat reduceert de administratieve belasting, bevordert snellere besluitvorming en laat geen ruimte toe voor fouten. Het systeem draagt ook bij tot de uniformiteit en leesbaarheid van nota’s en besluiten, want die moeten via een vast sjabloon worden aangemaakt. Ten slotte heeft werken vanuit digitale documenten het voordeel dat deze documenten in de verschillende fases van het proces niet langer moeten worden uitgeprint. Dat heeft natuurlijk een grote positieve invloed op het papierverbruik.
Elektronische besluitvorming is efficiënter, milieuvriendelijker en laat geen ruimte toe voor fouten.
99
Opzetten Business Intelligence Cijfers zijn van onschatbare waarde om objectief te bepalen of het OCMW de juiste koers vaart of niet. Op basis van die cijfers kan het OCMW meteen ook bijsturen en beslissingen voor de toekomst nemen. Cijfers verzamelen kan echter een tijdrovende bezigheid zijn. Daarom investeerde het OCMW in 2009 in een Business Intelligence (BI) softwaresysteem. Het systeem maakt het mogelijk om op elk moment in een handomdraai de exacte cijfers te kennen over bijvoorbeeld de begeleidingsduur van cliënten, het aantal nieuwe cliënten of de gemiddelde leeftijd van de werkloze cliënten. Intensief zoekwerk achter cijfers en cijfers die niet ‘kloppen’ omdat iedereen iets anders heeft, wordt op die manier vermeden.
Digitalisering van het archief De dienst Archief stroomlijnt en ondersteunt het archief- en bibliotheekbeheer binnen het OCMW. Het archief van het OCMW van Gent werkte in 2009 actief mee aan overlegfora over archief- en documentbeheer met het Gents Archievenoverleg (GAO) en de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen (VVBAD). Bewaren en verzorgen van het OCMW-erfgoed is één zaak, het bekend maken aan de burger dat dit bestaat is een andere zaak die ook deel uitmaakt van de opdracht. Er worden dan ook inspanningen gedaan om de bekendheid en zichtbaarheid van het Archief te vergroten. Het Archief zoekt hierbij voortdurend naar nieuwe technieken om de schat aan informatie zo goed mogelijk te bewaren. Elektronische ontsluiting speelt hierbij een steeds belangrijkere rol. Zo worden documenten zoveel mogelijk gescand en digitaal bewaard. Een eerste groot voordeel hierbij is natuurlijk de grote plaatswinst, want een éénmalige scanning vermijdt jarenlange fysieke opslag. Daarnaast zijn de gewenste documenten ook 24 uur per dag beschikbaar en zijn ze veel sneller terug te vinden door te zoeken op bijvoorbeeld titel, datum of nummer. Een andere mogelijkheid van digitale archivering is het ontsluiten van een collectie die van oorsprong niet digitaal is. OCMW Gent is lid van het MovE-project van de Provincie Oost-Vlaanderen. Dit is een project waarbij alle OostVlaamse musea samen werken aan een digitale collectieregistratie en -ontsluiting. Het is de bedoeling om te komen tot een gezamenlijke catalogus van het museumbezit in Oost-Vlaanderen. Via het Move-project is de catalogus toegankelijk via internet en zo wordt de collectie veel toegankelijker bij een breed publiek. Eind 2009 zijn in totaal 1466 voorwerpen volledig beschreven en vrijgegeven voor publicatie op www.museuminzicht.be.
Digitale Kloof Bepaalde bevolkingsgroepen zijn niet of minder vertrouwd met de nieuwe technologische informatie- en communicatiemiddelen. Vooral mensen met een laag inkomen, werklozen, senioren, mensen van allochtone afkomst en mensen met een handicap dreigen achterop te geraken. Daarom startten de stad Gent, het OCMW en hun ICT-partner het programma ‘Digitale Kloof’. Dit programma wil de digitale informatie- en communicatiemiddelen toegankelijker en bekender maken bij deze specifieke doelgroepen. Het project ‘de Digitale Kloof’ laat bepaalde doelgroepen, zoals senioren, kennis maken met nieuwe informatie- en communicatiemiddelen.
100
Het Archief in cijfers Het Archief
• de omvang van het archief bedraagt 3.014,65 meter, dat is gelijk aan 20.302 gevulde verhuisdozen; • in 2009 kreeg het Archief 636,63 strekkende meter documenten van de OCMW-diensten om te archiveren; • hierdoor bedroeg de omvang van het archief op 31 december 2009 3.014,65 meter; • er werden 2.431 dossiers en stukken ontleend of gekopieerd uit het Archief; • het Archief kocht voor 161.219 euro documentatie aan zoals tijdschriften en boeken voor de OCMW-diensten; • de leeszaal van de archiefdienst registreerde 106 werkbezoeken, meestal in het kader van seminarie oefeningen en onderzoeken; • de archiefdienst kreeg 87 schriftelijke of mondelinge vragen; • eind 2009 zijn in totaal 1.466 voorwerpen volledig beschreven en vrijgegeven voor publicatie op www.museuminzicht.be; • het Archief gestart beschreef 370 foto’s in de fotocollectie.
Erfgoeddag 2009: ‘Mama waar ben je?’ Het Archief van het OCMW Gent en twee studentes Pedagogische Wetenschappen van de universiteit Gent sloegen in 2009 de handen in elkaar voor een tentoonstelling over het leven van vondelingen en verlaten kinderen in het begin van de twintigste eeuw. De tentoonstelling vond plaats van 3 maart tot 30 april en was toegankelijk voor klassen van de derde graad in het lager onderwijs. Op Erfgoeddag, zondag 26 april, opende de expositie ook voor het grote publiek haar deuren. Erfgoeddag is een jaarlijks evenement dat Vlaamse archieven, musea en andere erfgoedverenigingen de gelegenheid biedt om een breed publiek aan te spreken en zo bekendheid te verwerven. In 2009 was het centrale thema “Vriendschap”. Brandend actueel Studenten Pedagogische Wetenschappen richting pedagogiek en onderwijskunde van de UGent moeten in het kader van hun opleiding een pedagogisch pakket ontwerpen rond een eigen gekozen thema. Het OCMW Archief stelde twee masterstudentes voor om hun project te bouwen rond het rijke materiaal dat het Archief bezit over het thema vondelingen en verlaten kinderen. Een gevoelig thema dat trouwens nog steeds brandend actueel is. De vereniging Moeders voor Moeders in Borgerhout heeft tot op vandaag nog een vondelingenschuif in werking. Levende poppen De tentoonstelling nodigde de bezoekers uit om op interactieve manier bij te leren over het leven van vondelingen en verlaten kinderen in het begin van de vorige eeuw. Eerst werd kennis gemaakt met vondelinge Sophia Borduere. Elke stap van haar korte leven, van het moment dat ze te vondeling gelegd werd in de vondelingenschuif tot haar vroegtijdige dood, werd op een sprekende manier uitgebeeld. Het tweede deel van de tentoonstelling vertelde het meeslepende verhaal van drie verlaten kinderen. Elk verhaal verwees naar een actueel thema dat kinderen aanbelangt, zoals school, kinderarbeid en gezondheid. Dat nodigde de bezoekers uit om zelf eens stil te staan bij het verleden en de vergelijking te maken met het heden.
101
Financiën OCMW Gent is geen privé bedrijf, waar succes wordt afgemeten in termen van winst en opbrengst. Als overheidsorganisatie staat in de eerste plaats een laagdrempelige en efficiënte dienstverlening voor de burger helemaal voorop. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat het OCMW haar centen niet goed moet spenderen. Integendeel zelfs. Aangezien de inkomsten voor een heel groot deel uit belastingen gehaald worden, moet het OCMW meer nog dan private bedrijven zijn geld op een weldoordachte manier besteden. Belastinggeld goed besteden is een plicht, en zelfs een ethische norm. Alle Gentenaren hebben er recht op dat het OCMW een zuinig, transparant en gezond financieel beleid ontwikkelt.
Een inkijk op de inkomsten (figuur 40 en 41) OCMW Gent heeft net als iedere organisatie geld nodig om goed te kunnen functioneren. In 2009 bedroegen de inkomsten 105.243.538 euro (2008: 95.651.073 euro). Het grootste deel daarvan, ongeveer 71 miljoen euro, haalt het OCMW uit ‘andere opbrengsten’. Dit omvat vooral subsidies van de federale, Vlaamse en gemeentelijke overheden (70,3 miljoen) en een klein deeltje gerecupereerde kosten van de verzekeringen. figuur
40: subsidie-inkomsten ocmw ( in euro ) 2009
2008
OCMW-aandeel in Gemeentefonds
20,2 milljoen
19,6 miljoen
Toelagen federale overheid (leefloon en ‘wet 65’)
35,2 miljoen
30,3 miljoen
Toelagen voor tewerkstellingsprojecten
9,2 miljoen
8,8 miljoen
De federale overheid betaalt het OCMW dus een aanzienlijk deel terug van de financiële steun die wordt uitgekeerd aan cliënten. Daarnaast kan het OCMW ongeveer een kwart van de inkomsten, zo’n 25,5 miljoen euro, uit de eigen werking recupereren (2008: 24 miljoen euro). Dat geld komt onder andere van de verhuur van OCMW-woningen, opbrengsten van activiteiten en aangerekende medische kosten… figuur
41: opbrengsten per soort 2009 ( in euro ) 4OTALE OPBRENGSTEN MILJOEN
7ERKINGSOPBRENGSTEN
MILJOEN
5ITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN
MILJOEN
2ECUPERATIE STEUN
MILJOEN
&INANCIpLE