Kennisplatform
Niet op barcode schrijven!!
Gemeente Bergen op Zoom OsiJ
r
Contactpersoon
Bea Muilwijk
Datum
28 januari 2008
Ons kenmerk
08.009/WT/bm
Onderwerp
&x\
w
Reg. Datum: Eenheid:
Doorkiesnummer Bijlage(n)
108-004973 13/02/2008 GRIFF 1.58
O l O - 2 8 2 5OOO 6
(Jiv kenmerk
KpVV-berichten
Ceachte heer, mevrouw, Dit is een bijzondere serie KpVV-berichten. Het thema duurzame mobiliteit is een van de drie prioritaire onderwerpen, naast het beleidsproces en ruimte en mobiliteit, van het KpVV voor de komende jaren. Duurzame mobiliteit heeft natuurlijk betrekking op de lucht-, geluid- en klimaatproblematiek, maar evenzeer op 'robuuste' investeringen en de integratie van duurzaamheid in allerlei vormen van beleid in de verkeers- en vervoersector. Dat duurzame mobiliteit een breed spectrum heeft willen wij met deze set KpVV-berichten illustreren. Het is 00k een eerste poging van onze kant om het onderwerp in concrete termen te beschrijven voor onze klanten. We doen dat op de u bekende wijze; kort, helder en bondig in een set van zes berichten. Beleid, planprocessen, de ontwikkelingen rond de olieprijs en -voorraden, waterstof als energiebron, transportbesparing en de stormachtige ontwikkelingen rond de regionale trein; het zijn allemaal onderwerpen die naar onze mening relevant zijn voor duurzame mobiliteit. We zijn natuurlijk niet het enige instituut dat zich met duurzame mobiliteit bezighoudt. Onze invalshoek is dat we het onderwerp onder de aandacht van de decentrale verkeers- en vervoerwereld willen brengen en we hebben de berichten daar specifiek op gericht. Het onderwerp duurzame mobiliteit gaan we de komende maanden verder inhoud geven. Ik hoop dat deze set KpVV-berichten u prikkelt tot een reactie, die wij dan weer kunnen gebruiken voor de invulling van duurzame mobiliteit in ons werkprogramma. Met vriendelijke groet,
Wim van Tilburg Directeur KpVV
Bezoekadres Boompjes 200, 3011 XD Rotterdam • Postadres Postbus 1031, 3000 BA Rotterdam TEL o i o 282 50 00 • FAX 5023 • EMAIL
[email protected] • INTERNET www.kpvv.nl
Kennisplatform Verkeer en Vervoer
HH
ummer 55 \wari 2008
Duurzaam beleid
Duurzaam beleid werpt vruchten af
'Coedkoop is duurkoop', 'koopjes kosten geld-
Wat is duurzaam?
hoopjes' en 'alle waar naar zijn geld'. Als het om ons eigen geld gaat weten we wat Duurzaam wil zeggen dat iets lang meeduurzaamheid is. Mensen kopen niet graag een gaat. Het is degelijk gemaakt en wordt
maatschappelijke winst te betrekken. Tot slot passen bij duurzaam beleid de principes 'de vervuiler betaalt' en 'preventie loont'.
kat in de zak. Als het om het klimaat gaat, om goed onderhouden. Duurzaam betekent de wereld, het milieu en de welvaart dan ligt het 00k dat iets wordt gedaan op een manier complexer. De aarde warmt op en de zeespiegel die rekening houdt met toekomstige ge-
Waarom duurzame mobiliteit?
stijgt. De files nemen toe, de olie wordt duurder nerates. Bijvoorbeeld: duurzame energie en is een keer op (zie KpW bericht 'Stijgende is energie die zo wordt opgewekt dat er
De hoogste doelen voor een duurzame samenleving staan boven al het beleid dat of steenkool zijn niet duurzaam, zonnewordt gemaakt. Een stap concreter kunenergie en windenergie wel. Een algemeen nen de doelen voor de sector verkeer worerkende definitie van duurzaamheid in het den gericht op de volgende problemen: Brundtland-rapport luidt vrij vertaald: "Duurzame ontwikkeling is een ontwikMondiaal keling waarbij de huidige generatie in - Het klimaat verandert vooral door de haar behoeften wordt voorzien zonder de toename van CO2. Waar de uitstoot van komende generaties deze mogelijkheid te CO2 in andere beleidsectoren daalde is onthouden" dit niet gelukt voor het verkeer. Van alle
olieprijs noopt tot meer duurzame mobiliteit'). geen schade of uitputting ontstaat. Olie Om te voorkomen dat de samenlevine een kat in de zak koopt voor haar kinderen, is duurzamer beleid nodig. Maar wat betekent duurzaam beleid voor de sector verkeer? Deze reeks KpW berichten gaat over duurzame mobiliteit. Dit bericht staat stil bij de betekenis.
De andere KpW berichten in deze reeks over duurzaam beleid behandelen achtereenvolgens: - Stijgende olieprijs noopt tot meer duurzame mobiliteit (Nummer 56) - Duurzaamheid van het planproces is 00k een uitdaging (Nummer 57) - Regionale trein is een blijvertje (Nummer 58) - Waterstof, de toekomstige energiebron voor voertuigen (Nummer 59) - Transportbesparing, duurzaam en beter voor de economie (Nummer 60)
KpW Bet
broeikasgassen wordt nu 20 procent Duurzame ontwikkeling wordt vaak voorgesteld door de drie P's (triple P): people (mensen en samenleving), planet (planeet en natuur) en prosperity (welvaart en economie) die staan voor respectievelijk de sociale, ecologische en economische dimensies. Bij duurzame ontwikkeling is het streven deze drie P's in harmonie te brengen. Oorspronkelijk stond de derde P voor 'profit'. Voor de Wereldtop over duurzame ontwikkeling in Johannesburg (2002) werd dit veranderd in 'prosperity' (welvaart) om naast economische winst de
geproduceerd door het verkeer. Zonder overheidsmaatregelen neemt dit aandeel flink toe. - Fossiele brandstoffen zorgen voor CO2 uitstoot (olie en gas) en raken op (zie bericht 'Stijgende olieprijs noopt tot meer duurzame mobiliteit'); die zijn dus niet duurzaam. Lokaal: - Fijn stof is schadelijk voor de gezondheid. In stadscentra waar mensen dicht op elkaar leven en dicht langs het verkeer lopen past geen vuil verkeer. Gevoelige bestemmingen als scholen en verzorgingstehuizen kunnen beter 00k niet langs wegen met veel emissie komen te staan. Deze 'black spots' zijn dus niet duurzaam. Overheden werken samen aan lokale, nationale en mondiale maatregelen. Om mobiliteit te voorkomen en het gebruik van schonere voertuigen te stimuleren. Zo organiseren Rijk en gemeenten samen milieuzones, gericht op schone voertuigen in de stadscentra. Lokale maatregelen die de hoeveelheid verkeer verminderen, beperken de omvang van broeikasgassen op mondiaal niveau.
van de tegenstanders. Hij wil dat Europa het voorbeeld stelt en de waterstofeconomie snel opzet.
Strategische Milieu Beoordeling), een Provinciaal Ontwikkelingsplan en het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport, maar 00k binnen strucEen transitie overstijgt beleid, maar 00k tuurvisies en mobiliteitsplannen. Ook afdelingen verkeer van gemeenten kunnen in de duurzaamheidsverkenningen van deze transitie ondersteunen (zie KpVV het Milieu- en Natuurplanbureau staat bericht 'Waterstof de toekomstige energieDuurzame mobiliteit op versamenwerking tussen sectoren centraal. bron voor voertuigen'). schillende schaalniveaus • Maak het beleidvormend proces duurVerkeersbeleid kan verder strategisch, zaam (zie ook KpVV-bericht 'Tien missies Het water stijgt en de olievoorraad droogt tactisch en operationeel duurzaam zijn: voor duurzame planning'). Hierbij passen op. Bovendien zijn we afhankelijk van • Geef evenwichtig aandacht aan de robuuste investeringen, bijvoorbeeld door olieproducerende landen. Het is vijf voor drie P's. Hierin past het afstemmen beheerskosten mee te nemen in besluittwaalf en er moeten nieuwe energiesyste- van plannen en begrotingen tussen de vormingen bij aanbesteding. men komen. Zo'n ombouw heet een tran- verschillende sectoren. Dit gebeurt al bij • Introduceer nieuwe maatregelen voor sitie, bijvoorbeeld naar een waterstofeco- de plan-Milieu Effect Rapportage (00k wel duurzame mobiliteit, zoals vulstations nomie. Het platform Duurzame Mobiliteit van SenterNovem werkt aan een transitie naar duurzame mobiliteit. Naast dit platform zijn er bedrijven die zich op transitie richten, zoals Energy Valley. Hierin werken de NAM, Gasunie en Rijksuniversiteit Groningen aan 'nieuwe' energievormen zoals aardgas, biogas en waterstof. En er zijn 00k individuele kruistochten, zoals die van Jeremy Rifkin. Deze Amerikaanse econoom, schrijver en publiek spreker is president van de Foundation on Economic Trends (FOET). Een goeroe voor de voorstanders, een anti-intellectueel in de ogen
KpVV Bericht
voor waterstof (zie KpW bericht 'Waterstof de toekomstige energiebron voor voertuigen'), aardgasvulstations, snellaadstations, en een servicepunt voor het milieuvriendelijk bevoorraden van winkels. Kies voor duurzame maatregelen, zoals stille banden, zuinige verlichting, slimme, zuinige en compacte logistiek (zie KpW bericht Transportbesparing ook beter voor de economie'). Voor dit iaatste is onlangs het platform Duurzame Logistiek opgericht. Bij duurzame uitvoering kan je ook denken aan het duurzaam veilig en leefbaar vormgeven van woonomgevingen infrastructuur. Op al deze niveaus werken overheden, bedrijfsleven, kennisinstituten, ideele instellingen en burgers aan initiatieven die toekomstvast zijn en goed voor natuur, mens, economie en milieu.
Duurzame mobiliteit in de praktijk In de sector verkeer is duurzaamheid geen nieuw begrip. Zoeken op het woord 'duurzaam' op www.kpvv.nl levert veel hits op. Veelbelovend was een Verkeers- en Vervoerplan met het woord 'duurzaam' in de titel. Maar het bleek window dressing: het plan gebruikt het woord 'duurzaam' als bijvoeglijk naamwoord. Maar nergens wordt uitgelegd wat duurzaam beleid is. In sommige plannen wordt duurzaamheid wel toegelicht. Bijvoorbeeld in het PWP van Noord-Brabant uit 2006. Dat schrijft over duurzame bereikbaarheid :
kwaliteit van de leefomgeving, betere sociale veiligheid en bereikbaarheid in het landelijk gebied. Ecologische kwaliteit heeft betrekking op ruimtelijk beleid dat mobiliteitsproblemen voorkomt, bescherming, ontwikkeling en ontsnippering van natuur en landschap, minder uitstoot en gebruik van energie en grondstoffen door het verkeer. Voor de provincie is het evenwicht in de duurzaamheidspijlers (maatschappelijk rendement) belangrijk bij integrale afwegingen. Duurzaamheid is een criterium bij de keuze uit verschillende maatregelen. Dit criterium is te vertalen als 'de matewaarin maatregelen bijdragen aan de drie P's'. In Noord-Brabant zouden maatregelen aan alle items moeten bijdragen.
Klimaatakkoord gemeenten en Rijk 2007-2011
Bij hun duurzaam beleid kunnen gemeenten zich gesteund voelen doorde Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Rijk die in november 2007 een klimaatakkoord sloten. Gemeenten gaan helpen om de '20-20-20-doelen' van de regering en Europa te realiseren. In 2020 willen VNG en Rijk 30% minder broeikasgassen dan in 1990, 20 procent hernieuwbare energiebronnen en 2 procent energiebesparing per jaar. Het akkoord bevat zes thema's waaronder 'schone en zuinige mobiliteit'. Voor de sector verkeer bevat dit akkoord interessante onderdelen: - maatregelen als milieuzones en aardgasbussen - minimaal tien nieuwe proeven met Diverse gemeenten werken momenteel schone, stille en zuinige wagenparken of aan duurzaam beleid. Veel zoeken nieuwe wagenparken op alternatieve brandstofaansprekende initiatieven en vragen zich fen af hoe de financiering rond te krijgen. - schoner openbaar vervoer, meerverVooral ambitieuze doelstellingen als 'x voermanagement en fiets procent minder CO2' blijken makkelij- een taskforce voor energiezuinige ker geformuleerd dan gefinancierd en verlichting uitgevoerd.
"Binnen duurzame bereikbaarheid wordt een balans gezocht met ecologische en sociale waarden. Die balans tussen economie, ecologie en sociaal-culturele ontwikkeling is overigens kenmerkend voor het totale provinciate beleid." Met economische kwaliteit denkt de provincie aan een beter vestigingsklimaat door betrouwbare bereikbaarheid, goed functionerende infrastructuur, ruimte voor nieuwe infrastructuur en lagere transportkosten. Sociale kwaliteit betreft betere sociale bereikbaarheid, betere
KpW Bericht
pwHwr
- alternatieve brandstoffen op tankstations - kennisoverdracht voor CO2 afvangen en opslaan - invloed op energiemaatschappijen aanwenden om duurzame energie te gebruiken - een nieuw Platform Duurzame Overheden - € 262 miljoen euro extra van het Rijk voor 2007-2011 - een subsidieregeling voor gemeentelijke initiatieven rond duurzaam klimaatbeleid - gemeenten streven ernaar 75 procent duurzaam in te kopen in 2010 en in 2015 100 procent.
KpW program ma 'duurzaam beleid werpt vruchten af' KpW steekt in 2008 extra energie in duurzame mobiliteit. KpVVwil decentrale overheden helpen bij het handen en voeten geven aan het begrip: wat betekent duurzaamheid voor openbaar vervoer en
mobiliteitsmanagement? Welke oplossingen zijn er en hoe voer je die in? Over de hele wereld werken mensen aan duurzaamheid. KpW verzamelt ideeen en voorbeelden uit andere landen en houdt u op de hoogte. Verder verkent KpW de mogelijkheden om met de VNG het Platform Duurzame Overheden vorm te geven. Als u zelf interessante beleidsdocumenten, ervaringen of ideeen heeft die u met collega's wilt delen, horen we dat graag.
de faculteit sociale wetenschappen van de Erasmus Universiteit wil dit jaar een duurzaamheidsplatform oprichten. - www.energyvalley.nl Platform waarin partijen in Noord-Nederland samenwerken om de economie en werkgelegenheid te versterken door de energieactiviteiten optimaal te benutten. - www.kpvv.nl/files_content/ kennisbank/Nieuwsbrief%2005b.pdf De Europaverkenner van januari 2008 (nummer 5), bevat veel beleid, evenementen en subsidieregelingen op het gebied van duurzame mobiliteit
Meer informatie Meer informatie is te vinden op de volgende internetsites: - www.kpvv.nl/milieu - www.senternovem.nl/energietransitiedm Platform duurzame mobiliteit van SenterNovem werkt aan een transitie naar duurzame mobiliteit. - www.duurzamelogistiek.nl Platform duurzame logistiek is een innovatieprogramma van Verkeer en Waterstaat. - www.drift.eur.nl Het Dutch Research Institute For Transitions (DRIFT) van
wmmlm KpW Bericht
jm
^ • s s i , vetvoerm
Kennisplatform Verkeer en Vervoer
ummer 56 uari 2008
Duurzaam beleid
Stijgende olieprijs noopt tot meer duurzame mobiliteit De stijging van de olieprijs is de laatste tijd steeds vaker in het nieuws. Zonder olie rijden er nog maar weinig auto's. Hoeveel olie is er nog? En waar gaan de scenario's van uit? Hoe robuust en duurzaam is ons beleid eigenlijk? Olie zorgt voor materiele welvaart en mobiliteit. Mensen worden rijkeren geven makkelijkergeld uit voor verplaatsingen. De welvaart neemt toe en daarmee het aantal gereden kilometers. Als gevolg hiervan staan het milieu en het klimaat onder druk. Er is daardoor een groeiende behoefte aan duurzame mobiliteit. Tegelijkertijd is een tegengestelde ontwikkeling te zien die nog niet goed in de toekomstbeelden is verwerkt: er is steeds minder olie. Wat zijn hier de mogelijke gevolgen van en hoe kun je hier rekening mee houden? In dit bericht lichten we de ontwikkelingen toe.
Olie en gas raken op
In de nieuwe "Outlook 2007" geeft het IEA drie scenario's. Het 'reference' scenario gaat ervan uit dat het huidige beleid Toekomstscenario's worden ingehaald wordt voorgezet. De basisprijs van olie door de ontwikkelingen. Zo zijn de is volgens dit scenario in 2030 62 dolverschillende toekomstscenario's van de lar per vat. Volgens het IEA zijn hiervoor planbureaus in het samenwerkingsverinvesteringen nodig in de productiecapaband Welvaart en Leefomgeving (WLO) citeit. Als die uitblijven kan het gat tussen gebaseerd op achterhaalde cijfers van de vraag en aanbod tegen 2015 oplopen tot International Energy Agency (IEA). Deze scenario's zijn 00k gebruikt in onder meer 12,5 miljoen vaten per dag, met extreem de Landelijke Markt- en Capaciteitsanaly- hoge prijzen tot gevolg. Het 'alternative' ses. De olieprijs is momenteel bijna twee scenario gaat ervan uit dat men zich wemaal hoger dan het WLO scenario met de reldwijd vol inzet op reductie van uitstoot van CO2. Hiervoor zijn 1500 ingrijpende hoogste olieprijs (zie figuur 1). Voor een maatregelen nodig, zoals het sluiten van deel verporzaakt de dollarkoers de prijs, maar 00k in euro's is de ontwikkeling nog kolencentrales en CO2 afvangen van nieuwe centrales. Na 2012 mogen nieuwe steeds aanzienlijk hoger dan verwacht. energiecentrales geen CO2 meer uitstoten. Het 'high growth' scenario gaat uit van hoge economische groei in India en China. Volgens dit scenario komt de dollarprijs in 2030 op 87 dollar. De prijsontwikkeling wordt veroorzaakt door de productie van olie. Die neemt sinds enkele jaren nog maar mondjesmaat toe. Daardoor kan niet aan de wereldwijde vraaggroei van olie worden voldaan. Is dit een voorteken dat de olie opraakt? Dat weet niemand zeker. Voor 66n oliebron is dit wel goed te berekenen. Bij een nieuwe oliebron spuit de olie emit.
Figuur 1 -olieprijs, ontwikkeling en prognoses; bron: MNP/CPB/RPB, Stichting PeakOil, EIA en IEA
KpVV Bericht
Nadat ongeveer de helft is gewonnen, wordt het steeds lastiger de olie te winnen doordat de ondergrondse druk fors daalt. De productie daalt vanaf dat punt elk jaar met vele procenten. Een groot gedeelte van de olie blijft in de grond achter. Dit omslagpunt zal ook voor de wereldproductie plaatsvinden doordat ook de som van alle olievelden die curve volgt. Het moment dat dit gebeurt wordt Peak Oil genoemd. Dat we daar niet zo heel ver vanaf zitten blijkt uit het feit het aantal nieuw ontdekte bronnen sinds halverwege de jaren '60 daalt. Sinds 1984 wordt wereldwijd meer olie geconsumeerd dan nieuw ontdekt. In veel gebieden buiten de OPEC (Organisatie van Olie Exporterende Landen) is de productie al aan het dalen door een gebrek aan nieuwe ontdekkingen. Ook de productie van onder meer de VS, Mexico en Australie is over haar piek heen. Daarom zegt Shell dat het tijdperk van gemakkelijke olie over is. Zo is de winning van olie uit de zandlagen in Canada aanzienlijkduurder. En terwijl het aanbod aan olie niet meer stijgt en duurder wordt, neemt de vraag toe, vooral door groeiende economieen als China en India.
Dit soort informatie is onder andere te vinden bij de Stichting PeakOil Nederland. Dit is de Nederlandse tak van een internationaal non-profit netwerk van experts verenigd onder de naam ASPO (Association for the Study of PeakOil & Gas). Zij evalueren de wereldvoorraad van olie en gas, bestuderen de uitputting hiervan en werken aan het bewustzijn over de gevolgen van fossiele uitputting voor de maatschappij. De Stichting schat dat de olieproductie tussen 2012 en 2017 piekt. Ook buiten deze stichting zijn de meeste deskundigen ervan overtuigd dat de Peak Oil in elk geval voor 2030 gaat plaatsvinden.
argument voor het betrekken van de afdeling economie bij het vormgeven van duurzame mobiliteit (zie ook KpVV bericht 'Duurzaam beleid werpt vruchten af).
Meer informatie - www.kpvv.nl/milieu - www.peakoil.nl/ voor informatie van de stiching Peakoil - www.energyvalley.nl/index.php?id=i 688 voor informatie over de voorraad aardgas.
Tijd voor duurzaam beleid Als de olie onbetaalbaar wordt ontstaat ereen welvaartsprobleem. Investeren in alternatieven voor benzine en diesel is dus niet alleen belangrijk voor het milieu en het klimaat, maar ook voor de econom i c Bijvoorbeeld elektrische voertuigen die hun elektriciteit in accu's of waterstof opslaan.
Wetenschappers in de VS hebben berekend dat, om van de totale energiebehoefEen goede prognose van de Peak Oil is te 35 procent uit zonne-energie te halen, lastig te maken. De OPEC geeft wel inzage de VS de komende dertig jaar 420 miljard in de olievoorraad, maar de cijfers roepen dollar moeten investeren. Dit is volvragen op. Zo vertoont de boekhouding doende om alle voertuigen in de VS van een onverklaarde verhoging in de jaren stroom te voorzien indien overgeschakeld tachtig waardoor de wereldvoorraad wordt op plugin-hybrides. Dat betekent 'toenam' met 25 procent. Ook nemen de dat bij een olieprijs van 60 dollar per vat voorraden volgens opgave niet af, terwijl er tegen 2050 jaarlijks 300 miljard dollar er toch heel wat olie wordt verbruikt: 30 uitgespaard wordt aan olie-import. Een miljard vaten per jaar. De OPEC hebben business case die een Amerikaan moeilijk belang bij een hoge voorraad. Hoe meer kan laten liggen. voorraad zij opgeven, hoe meer zij mogen produceren. lets soortgelijks geldt voor de In het KpVV bericht 'Waterstof de toeoliemaatschappijen. Hoe meer hun voor- komstige energiebron van voertuigen' raad waard is, hoe hoger de beurswaarde. staan mogelijkheden. Daarnaast rijden de Bekend is dat Shell in 2004 30 procent meeste treinen en trams op elektriciteit. van zijn reserves uit de boeken moest Naast investeringen in duurzame alternaschrappen. Ook de voorraad aardgas lijkt tieven loont het om te investeren in maatvoor 2020 al tot tekorten te leiden. De regelen die verplaatsingen voorkomen, landen die veel gas bezitten willen meer zoals telewerken. gas bewaren voor later in plaats van de exportkraan wijd open te zetten om aan Dat duurzame alternatieven ook van de groeiende behoeftes te voldoen. belang zijn voor de economie is een extra
KpVV Bericht
•V.'
BA Rotterdam o i o 282 5000 o i o 2S2 5023
[email protected]
m-p
ftiasi
Kennisplatform Verkeer en Vervoer
ummer57 uari 2008
Duurzaam beleid
Duurzaamheid van het planproces is 00k een uitdaging Vraag vijf beleidsmensen naar het begrip duur-
Waarom SUTP
Hoe SUTP
zaam en ze hebben er vijf verschillende beelden bij. Bijvoorbeeld: duurzaam veilig, betere lucht- Integraal beleid is lastig, want mobiliteits-
Het verschil met de traditionele aanpak zit bij SUTP in drie dingen: het doel, de sociaal en cultured gebied. Het blijkt niet onderwerpen en de kenmerken van het eenvoudigom mensen met verschillende planningsproces. achtergronden om de tafel te krijgen. En SUTP streeft naar duurzaam vervoer. de problemen zijn complex, vooral in Daarvoor is aandacht nodig voor beter steden. Om lokale problemen aan te kuntoegankelijk vervoer, minder negatieve nen pakken heeft de Europese Commissie gevolgen voor gezondheid en veiligheid, een nieuwe aanpak voor stadsplanning en minder luchtvervuiling en energieconstedelijk vervoer ingezet (zie KpW-bericht sumptie, grotere kosteneffectiviteit van 53 'Naar een nieuwe mobiliteitscultuur'). het vervoer (inclusief externe kosten) enHiervoor is integraal beleid nodig: verkeer betere attractiviteit en kwaliteit van de en vervoer is geen eiland. Naast aandacht stedelijke omgeving. voor het verplaatsen van mensen en goeSUTP besteedt aandacht aan alle vormen deren moet er aandacht zijn voor milieu, van vervoer: particulieren openbaar; persoinfrastructuur, financien en (reis)informatie. nen en goederen; gemotoriseerd of niet; en aan rijdende en stilstaande voertuigen. SUTP wil lokale en regionale overheden helpen bij het formuleren van mobiliteits- Belangrijke kenmerken van SUTP: beleid dat de problemen van nu en straks Samenwerking, door burgers en andere aan kan. SUTP is een strategische en inte- belanghebbenden te betrekken bij de g r a l benadering. SUTP heeft de ambitie besluitvorming, invoering en evaluatie vervoerproblemen effectiever op te lossen bouw je lokaal kennis op om complexe met een efficiente werkwijze voor het planningsopgaven aan te kunnen; formuleren en uitvoeren van beleid. Het Duurzaamheid, evenwicht zoeken tusmaakt gebruik van bestaande bronnen en sen rechtvaardigheid, milieukwaliteit en budgetten, capaciteit, kennis en technolo- economische ontwikkeling. Deze begripgie. Het zet aan tot samenwerking. Omdat pen komen overeen met de 3 p's: people, de problemen in steden het grootst zijn, planet, en prosperity; is de aandacht daarop gericht. De aanpak Samenhang, tussen praktijk en beleid, tusis universeel, 00k toe te passen in minder sen verschillende vervoerwijzen, tussen verstedelijkte gebieden. >»
kwaliteit of asfalt met een lange levensduur. beleid heeft 00k invloed op economisch, Minder antwoorden zijn er op de vraag of het ingezette beleid 00k lang genoeg vol te houden is, of er voldoende samenhang is in het beleid, of verschillende aspecten in het beleid de aandacht krijgen die ze verdienen en of resultaten van beleid wel goed voor het voetlicht komen. In opdracht van de Europese Commissie is omschreven hoe duurzaamheid in het planproces te brengen is. Dit heet Sustainable Urban Transport Planning (SUTP) en is ontwikkeld onder de vlag van het Europese project PILOT (The future of policy making for urban mobility). In dit KpW-Bericht het hoe en waarom van SUTP.
KpVV Bericht
beleidsterreinen (ruimte, milieu, economie, sociale zaken, gezondheidszorg, veiligheid), tussen overheid en markt, tussen overheden, zowel horizontaal als verticaal, op basis van bestaande procedures en documenten. Meetbare doelen, afgeleid van korte termijn doelen, met een visie op verkeer en vervoer, passend binnen een strategic voor duurzame ontwikkeling. Met andere woorden: SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden). Kostenbewust, kosten en opbrengsten van verkeer in vervoer in de brede context. Beleidscyclus, beleid en invoering opgedeeld in vijf taken: analyse stand van zaken; ontwikkelen scenario's; definieren visie, doelen en streefcijfers; kiezen en ontwerpen van beleid en maatstaven; toedelen van bronnen en verantwoordelijkheden; monitoren en evalueren. Over deze vijf taken is via www.kpvv.nl/ beleid veel informatie te vinden. Hieruit blijkt ook dat aandacht voor integraal beleid niet nieuw is.
Lancahire met 135.000 inwoners) is een van de steden waar SUTP is ontwikkeld en uitgeprobeerd. Stad en regio besteden veel aandacht aan alternatieve vervoerwijzen om de verslechtering van de bereikbaarheid van het historische hart van Lancaster te stoppen.
Lancaster (aan de Engelse westkust met 45.000 inwoners, gelegen in het district
Meer informatie
Een presentatie en het SUTP-handboek In de figuur 'SUTP framework' is te zien zijn te vinden op www.kpvv.nl. Meer indat de lange-termijnvisie aandacht beformatie over duurzame planning en over steedt aan veel beleidsterreinen (detailopenbaar vervoer in Lancaster is te vinden handel en werkgelegenheid, onderwijs, op www.lancashire.gov.uk/environment/ toerisme en recreatie, verkeer en vervoer). Itp/index.asp. Deze visie wordt gevoed door en afgestemd met verschillende bronnen en partijen: door publieke en private partners, door korte-termijnplannen en acties en De tien SUTP-missies aangevuld met de SUTP methode. 1. Afstemming van het planproces 2. Strategische coordinate en samenwerking
De visie voor de langere termijn is uitgewerkt en de lange-termijndoelen zijn vertaald naar acties op korte en middellange termijn. Daarbij is ingezoomd van een brede visie naar de visie op verkeer en vervoer. Het vooruitkijken was tegelijk ookterugkijken op het bestaande beleid. Ook zijn de verantwoordelijkheden van partners (opnieuw) helder gemaakt. Ter voorbereiding van de regionale verkeersDe tien SUTP-missies en vervoervisie en het gemeentelijk Wel nieuw in SUTP zijn de tien missies (zie verkeers- en vervoerplan zijn bruikbare bronnen en documenten, kwesties en kader). Deze missies geven de ruimte knelpunten in kaart gebracht. Daarnaast voor innovatief beleid. Elke overheid kan SUTP toepassen via een self-assessment. zijn zoveel mogelijk oplossingsrichtingen Hiervoor zijn de taken en missies samen- ontwikkeld die de regio en de gemeente gevat in twee overzichten. Een voor de vijf kunnen inzetten. taken (niet opgenomen in dit bericht) en een voor de tien missies. Per onderdeel Op dit moment worden kansrijke oploswordt aangegeven of dit 'niet', 'enigszins', singen doorgerekend met eenvoudige 'redelijk' of'volledig' van toepassing is. kosten- batenanalyses. Er worden realisHet invullen van deze overzichten helpt tische doelen gesteld bij de maatregelen sterktes en zwaktes van het beleid in en ze worden toegedeeld aan partners kaart te brengen en geeft aan welke acties en beslissers. De maatregelen krijgen nog nodig zijn. Het biedt zo overzicht en prioriteit als ze bijdragen aan doelen op structuur in het complexe verkeers- en korte, middellange en lange termijn. De vervoerbeleid. Het is het de moeite waard bedoeling is dat er na vaststelling van de om de SUTP self-assessment uit te voeverkeers- en vervoervisie vervolgstappen ren. Feitelijk gaat het om kwaliteitszorg in komen volgens de SUTP methode. Incluverkeer en vervoer. sief invoering, monitoring en evaluatie.
SUTP in Lancaster
vaststellen van realistische doelen van maatregelen. En vervolgens monitoren en evalueren.
Op het eerste gezicht heeft dit alles een hoog open deurgehalte. Toch zit hier misschien wel de grootste uitdaging in voor stedelijke verkeers- en vervoerplannen: het bepalen van totaaldoelen en het
KpVV Bericht
3. Verantwoordelijkheid en ruimtelijke dekking 4. Participatie en inspraak 5. Invloed van betrokken instances 6. Beleidsintegratie 7. Participatie en (sekse) gelijkheid. 8. Informatievoorziening en communicatie 9. Vaardigheden 10.Management en organisatie
x<
1'* ^'l
1
1
t "
1 1 , J*
•
A
Kennisplatform Verkeer en Vervoer
Nummer58 muari 2008
?!*;{p.-je,. vervoer '..•ir.'ts:
Duurzaam beleid
Regionale trein is een blijvertje
In decernber 2007 zijn de treindiensten Zwolle
153 stations
- Emmen en Hoek van Holland - Rotterdam gedecentraliseerd naar de provincies Overijs- Vroeger stonden ze bekend als onrendasel en Drenthe respectievelijk de Stadsregio bele lijnen, lijnen waar NS bij de verzelfRotterdam. Het zijn de laatste van 23 lijnen standiging van af wilde. Vervolgens hield waarvan het Rijk de verantwoordelijkheid over- het Rijk ze onder de naam contractsecdroeg aan regionale overheden. Hiermee is een torlijnen boven water. En inmiddels is de proces van tien jaar geeindigd. Met de aanstu- verantwoordelijkheid gedecentraliseerd ring door provincies en stadsregio's hebben de naar de provincies en stadsregio's en regionale lijnen nieuwe levenskracht gekregen. worden ze regionale lijnen genoemd. Ze Waar vroeger nog werd gesproken over het sta- worden in hun opdracht bereden door ken van een treindienst, gaat de discussie nu Arriva, Connexxion, NS, Syntus en Veolia. over investeren in nieuwe treinen en inhaalspo- Sinds de jaarwisseling rijden er regionale ren. Er zijn weliswaar nog problemen met de treinen op 822 kilometer van het Nederbeschikbaarheid van het spoor en met gehuurd landse spoorwegnet (bijna eenderde van materieel. En nieuw materieel kent soms kin- het totaal) en stoppen ze op 153 stations
regionale kleuren en soms met de namen van regionale coryfeeen op de trein. En met marketingacties en regionale tarieven (inclusief de strippenkaart). Verder is hier en daar een visgraatmodel ingevoerd: parallelle buslijnen werden opgeheven en overal feedert de bus op de trein. De trein als schakel in het streekvervoer. De regionale trein is nu "onze trein" geworden, met "ons personeel". En erzijn op regionaal initiatief nieuwe stations bijgekomen: Winterwijk Oost, Caanderen, Voorst-Empe, Apeldoorn De Maten, Groningen Europapark, Heerlen De Kissel en Eygelshoven Markt. Vele andere staan nog op stapel.
derziektes. Maar het publiek stroomt toe. Hoe (meer dan eenderde van het totaal). Deze komt dat, wat zijn de succesfactoren?
cijfers zijn exclusief de Zoetermeerlijn en de Hofpleinlijn, die aan het nationale spoorwegnet onttrokken zijn.
Meer treinen
De belangrijkste succesfactor is de frequentieverhoging. Het begon al in Regionale uitstraling de Achterhoek met een halfuurdienst in plaats van een uurdienst (behalve zonDe decentralisatie bracht met zich mee dag). En dit werd nagevolgd op de lijnen dat niet langer het NS-hoofdkantoor in Almelo - Marienberg, Zutphen - Hengelo, Utrecht een regionaal lijntje uitbaat in Tiel - Arnhem, Amersfoort - Ede - Wazijn maximale bijdrage aan het nationale geningen, Geldermalsen - Gorinchem spoorvervoer, maar een ov-autoriteit een en Maastricht - Heerlen. Ook hier is de spoorlijn een onverbrekelijk onderdeel laat frequentie verdubbeld. Tussen Zutphen zijn van het regionaal openbaar vervoer. en Apeldoorn rijdt nu ook op zondag elk De vervoerders pakken dit prima op. Met half uur een trein. Tussen Leeuwarden een eigen uitstraling van het materieel: in en Groningen verdubbelde het aantal
KpVV Bericht
sneltreinen, met een grote toeloop aan reizigers als gevolg. Verder kwamen er 14 treinritten per richting bij tussen Leeuwarden en Sneek. Tussen Groningen en Zuidbroek rijden op werkdagen drie treinen per uur. En op Hengelo Oost, Klarenbeek, Zwaagwesteinde en Deinum stoppen nu alle treinen. Na de oplevering van enkele spoorverdubbelingen tussen Gorinchem en Dordrecht rijdt er vanaf 2009 overdag elk kwartier een trein. Tussen Cuijk en Nijmegen rijden in de ochtendspits extra treinen. Vaak rijden er nu t o t ' s avond laat nog treinen. De meeste uitbreidingen zijn overigens een gevolg van de aanbestedingen; er zijn er tot nu toe zeven geweest.
Valentijnpartners en tijdens de Nationale Bokbierdag in Zutphen. 5. Op sommige lijnen kun je koffie krijgen. Zonder slagroom overigens.
Reizigersgroei
Na de decentralisatie zijn veel nieuwe reizigers geteld, vooral na frequentieverhogingen en na de komst van nieuw materieel. Sinds de overdracht van de treindienst Tiel - Arnhem naar de regio vervoert de nieuwe vervoerder Syntus 27 procent meer reizigers, 2500 op een gemiddelde werkdag. Almelo - Marienberg ging van 700 naar 1200 reizigers; alleen al het laatste jaar was de stijging meer dan een kwart. De drie treindiensten van Kwaliteit Arriva in Friesland gingen van 5,6 miljoen reizigers in 2004 naar bijna 6,3 miljoen En dan is er nog de slagroom op de koffie, in 2006, een groei van n procent. Het eerste voile jaar na decentralisatie van de de 'X-factor'. i. Het materieel: bijna overal kwamen of lijn Apeldoorn - Zutphen boekte RegioNS komen er nieuwe, energiezuinige treinen. een reizigersgroei van 6 procent. Zutphen Ze zijn een frisse, kleurige verschijning en - Winterswijk kende in 2005 15 procent hebben soms verrassingen in petto. In de meer reizigers dan in 2000. Protostreinen op de Valleilijn zijn er naast stiltecoupes dance valley coupes met binnenkort MTV-clips op beeldschermen. Stadsgewestelijke treinen 2. Verschillende vervoerders introduceren de gelijkvloerse instap - prettig voor Bijna alle regionale lijnen liggen in landerolstoelers en ouderen - en bieden ruimte lijk gebied. Gelet op hun succesverhaal voor het (gratis) meenemen van fietsen. ligt het voor de hand 00k in stadsgewes3. In de zomermaanden rijden er Inten treindiensten in aanmerkingte laten selnziige van Duitsland naar Harlingen komen voor decentralisatie. De verkeersHaven, waar de aansluitende boot vertrekt en vervoerproblemen zijn daar immers naar Terschelling en Vlieland. het grootst, vooral in de Randstad. Samen met metro-, sneltram- en HOV-buslijnen 4. Geregeld zijn er voordeelacties op het zouden ze er de ruggengraat vormen van regionale spoor: tijdens schoolvakanties het openbaar vervoer. Als je het succesvergeldt op de trajecten Leeuwarden - Stahaal van de regio projecteert op Stedenvoren en Leeuwarden - Harlingen een tarief van vijf euro per retour; soms zijn er baan (Leiden - Dordrecht en Den Haag - Gouda), RandstadSpoor (Woerden - Gelgratis reisdagen, zoals bijvoorbeeld voor
KpW Bericht
dermalsen /Tiel, Utrecht - Amersfoort Vathorst en Breukelen - Houten ) en RegioNet (bijv. Almere- Schiphol, Uitgeest - Breukelen, en Haarlem - Hilversum) en de lijnen rond Arnhem-Nijmegen zou dit een flinke impuls kunnen betekenen voor de stedelijke bereikbaarheid.
Tot slot De regionale trein is een blijvertje. De provincies, de stadsregio's en niet in de laatste plaats de regionale vervoerders doen hun werk met verve. Verschillende lijnen die ten dode waren opgeschreven zijn opgebloeid. Alleen al in dat opzicht is de decentralisatie een duurzame oplossing. Bovendien wordt door de integratie in het streeknet en de komst van nieuw, energiezuiniger materieel een groeiend aantal reizigers milieuvriendelijker vervoerd. Dat smaakt naar meer. Vooral in de stadsgewesten. Alleen is verdere decentralisatie waarschijnlijk pas weer mogelijk vanaf 2015, als NS de concessie voor het hoofdrailnet heeft uitgediend.
Kennisplatform Verkeer en Vervoer
,i. J(iii,. vervoeroq
Nummer 59 \nuari 2008
Duurzaam beleid
Waterstof, de toekomstige energiebron voor voertuigen Het gaat niet vaak samen, maar bij waterstof wel: het dient zowel milieu, mobiiiteit ats de economic Olie is vuil, raakt op en wordt duurder. De brandstofcel is het duurzaamste alternatief voor voertuigen. Wat is het eigenlijk en wat kunnen overheden bijdragen?
cel niets. Daardoor is hij veel efficienter en levert geen vieze bijproducten op, maar alleen water. Ook is de eel stil, in tegenOlie levert brandstof voor voertuigen. En daarmee niet alleen een forse bijdrage aan stelling tot verbrandingsmotoren. Bovende economie, maar ook aan de milieu- en dien zijn we voor het maken van waterstof niet of minder afhankelijk van instabiele klimaatproblemen. Daarnaast raakt de landen. Een brandstofcel maakt elektriolie op (zie KpW bericht 56). Olie is dus citeit door een chemische reactie tussen allerminst duurzaam. Aardgas lijkt er waterstof en zuurstof. Een voertuig met nog iets meerte zijn en is iets schoner, maar raakt ook een keer op. De Europese een brandstofcel rijdt dus op een elektrische motor en niet op een verbrandingsUnie en het Rijk stoppen veel energie in motor. De werking van de brandstofcel, biobrandstof. Biobrandstof kent nadelen als stijgende voedselprijzen, grootschalige een omgekeerde elektrolyse, werd al in 1839 uitgevonden. Omdat waterstof zeer kap van oerwouden en grote hoeveelhelicht is en de brandstofcel zeer efficient den benodigd water (rond de 3000 liter (zo'n 2,5 maal effkienter dan een benzineper liter biobrandstof). Biobrandstof uit motor) werd voor de eerste ruimtevlucht 'restafval' zou duurzamer zijn, maar de een brandstofcel gebruikt. Tegenwoordig vraag is of dit er genoeg is. Duurzaam opgewekte elektriciteit lijkt het enige echte wordt de brandstofcel ook gebruikt voor duurzame alternatief. Wind, water, zon en auto's, bussen en fietsen. warmte leveren duurzame energie voor vele generaties na ons. Deze energie kan je winnen en opslaan in accu's of waterstof. Accu als voorloper van De meeste deskundigen zetten in op water- waterstof stof. Ook waterstof kan net als LPG in een verbrandingsmotorworden gebruikt maar Er is geen natuurlijke bron van waterstof. dan wel met schadelijke uitstoot. DuurzaWaterstof moet je maken. Dit wordt al mer en effkienter is de brandstofcel. tientallen jaren gedaan met behulp van DlllirzaiTie energie
Waterstof en brandstofcel In tegenstelling tot de 'ouderwetse' verbrandingsmotor, verbrandt de brandstof-
KpW Bericht
aardgas, onder andere om olie te bewerken. Dit levert relatief weinig CO2 uitstoot. Voor een duurzame waterstofeconomie is een duurzame bron voor energie nodig. Bijvoorbeeld met duurzaam opgewekte
bron. Diverse projecten financieren meer energie water splitsen in waterstof en dan 200 voertuigen in Europa, China en zuurstof (elektrolyse). Australie. Zo rijden in Amsterdam al enige Waterstof is een energiedrager die je kan jaren drie bussen op waterstof. Omdat vergelijken met een accu. In plaats van Amsterdam het belangrijk vindt dat dit waterstof kunnen auto's natuurlijk ook rij- een duurzame vorm van energie is, maakt den op een accu. Deze zijn zwaar, kennen de gemeente zelf waterstof met behulp een lange oplaadtijd en een beperkte en van schone elektriciteit van windmolens. onzekere actieradius. Ook accu's worden Bij pakjesbezorger UPS rijden bestelbusechter steeds efficienter. Zo claimt www. sen op waterstof. teslamotors.com dat hun auto in 3,5 uur is op te laden en dan 245 mijl kan afleggen. De gemeente Rotterdam zet eerst in De motor is net als bij een brandstofcel op biobrandstoffen, dan op elektrische elektrisch en zou ook door een brandstof- voertuigen en op termijn op waterstof. cel in plaats van een accu kunnen worden De energieleverancier Eneco is in Rotaangedreven. Zolang de waterstofecoterdam de proef NRCSPOT begonnen nomie nog niet volwaardig is, vormt de (oplaadpunt voor elektrisch vervoer) elektrische auto dus een goede voorloper gestart. Dit het voorjaar plaatst Eneco van de brandstofcelauto. twee NRGSPOTS die binnen 30 minuten elektrische scooters opladen (met een normaal stopcontact duurt dit uren). Deze scooters zijn uitgerust met lithium-ion De rol van de overheden snellaadtechnologie. Het worden openbare oplaadstations waar iedereen tegen De elektrische sportauto's van Tesla waren in 2007 uitverkocht. Ook de grotere betaling normaal of snel kan opladen. Eneco is ook in gesprek met postbeautomerken komen binnen enkelejaren drijf TNT voor een snellaadstation voor met elektrische auto's. De eerste waterhet elektrische wagenpark van TNT. De stofauto's gaan waarschijnlijk dit jaar in productie. Voordat de consument massaal gemeente heeft het project opgenomen in het Rotterdam Climate Initiative. Hoewel op deze alternatieven overstapt moeten Rotterdam zich nog niet op waterstof diverse hobbels worden genomen. Zo richt, ligttussen Hoekvan Holland en zijn deze auto's nu nog kostbaar omdat Zwijndrecht al een waterstof pijpleidingende techniek nieuw is, nog verder wordt net voor industriele doeleinden. ontwikkeld en de productie laag is. Ook zijn de benodigde waterstof en elektriciteit moeilijkte krijgen. Hoewel de waterstofeconomie nog even op zich laat wachten vinden de ECN en het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie dat overheden nu al actie moeten nemen, vooral voor de benodigde infrastructuur. Consumenten stappen pas over op een andere brandstof als deze op 20 tot 30 procent van de tankstations te krijgen is. In Nederland zouden dat ongeveer 1000 tankstations zijn. Het Rijk stelt brandstofcelauto's vrij van aanschafbelasting (BPM) en motorrijtuigenbelasting. De Europese Commissie investeert veel geld om betere waterstoftechnieken te beproeven en de commercieel aantrekkelijk te maken. Samen met bedrijfsleven trekt de EC miljarden euro's uit voor onderzoek naar waterstof als energie-
California heeft inmiddels 14 waterstof tankstations aangelegd en nog eens 17 in de planning. Doel is een netwerk van 170 stations in 2010; i station op elke 32 kilometer. Ook in Duitsland is besloten tot de aanleg van een waterstofsnelweg. Een 1800 kilometer lange keten van waterstofstations tussen Berlijn, Hannover, Keulen, Stuttgart en Miinchen. De Duitse regering heeft geld toegezegd. Inmiddels is bij tientallen tankstations in Duitsland waterstof te koop. Noorwegen werkt in het project Hynor aan een 'waterstofweg' tussen Oslo en Stavanger. Er zijn nu al enkele stations, de opening van de hele waterstofweg staat gepland voor mei 2009. Het project voorziet ook in 30 a 40 Mazda's met een wate rstofve rbrandingsm oto r.
KpVV Bericht
New Delhi is vanwege de slechte luchtkwaliteit massaal overgestapt op aardgas. Momenteel wordt aardgas hier bijgemengd met 20 procent waterstof. Bij de laatste twee projecten wordt waterstof als brandstof gebruikt en niet voor de chemische reactie in een brandstofcel. Dit kan echter net als de accu als tussenstap worden gezien naar de efficientere en schonere brandstofcel. De tankstations zijn er immers alvast.
Meer informatie www.ecn.nl/h2sf/ www.fuelcells.org/info/charts/ h2fuelingstati0ns.pdf voor een actueel en wereldwijd overzicht van waterstofvulstations www.mygreenwheels.com/ev-comparisonguide/ voor een overzicht van elektrische auto's www.airproducts.com/Products/ MerchantCases/Hydrogen EnergyFuelCells/default.htm www.lindegasbenelux.com/international/ web/lg/nl/likelghlnl30.nsf/docbyalias/waterstoLtankstation
:n Vervoer onder-
Kennisplatform Verkeer en Vervoer
JNummer 60 i/iuari
2008
Duurzaam beie'td
Transportbesparing, duurzaam en beter voor de economie Bij duurzame mobiliteit gaat het vaak over schonere motoren en alternatieve brandstoffen. Maar een niet gereden autokilometer is nog altijd schoner dan een wel verreden kilometer, hoe schoon die auto ook is! Voor deze besparing bestaan veel mogelijkheden, vooral in het goederenvervoer. Want de aandacht van verladers (aanbieders van vracht) is nauwelijks gericht op transportefficientie, omdat de kosten van transport vrijwel te verwaarlozen zijn in het totale kostenplaatje van marktproducten. Vanuit de optiek van duurzaamheid is de prijs van transport eigenlijk te iaag. Dit bericht gaat over de besparingsmogelijkheden in het goederenvervoer.
Transportmarkt Efficienter en dus goedkoper transport op bijvoorbeeld een andertijdstip blijkt vaak niet te realiseren. Bij de logistiek van een bedrijf (intern en extern) hoort vaak een tijdstip waarop een lading de fabriek moet verlaten. Dan moet de vervoerder bij de poort klaar staan om de lading mee te nemen. Een prijsvoordeel is dan nauwelijks relevant, omdat het hele bedrijfsproces aangepastzou moeten worden. Vervoerders concurreren bovendien niet met transportefficientie of duurzaam transport. Vrijwel het enige waarop zij concurreren is de prijs per transport en het voldoen aan de wensen van de verlader.
Transportverspilling Verschil in productiekosten tussen locaties veroorzaakt veel 'onnodige' transport e r Zo worden Nederlandse garnalen in Marokko gepeld en weer naar Nederland terugvervoerd. Het verschil in arbeidskosten weegt ruimschoots op tegen tweemaal 2000 kilometer transport. Een ander voorbeeld van 'transportverspilling' zijn de transportstromen van een yoghurtfabriek in Zuid-Duitsland, waarbij bijna elke grondstof honderden kilometers aflegt.
KpVV Bericht
De melk komt uit Sleeswijk-Holstein, de aardbeien uit Polen. Natuurlijk groeien er prima aardbeien in Zuid-Duitsland, maar de productiekosten in Polen zijn zoveel lager dat ze de extra transportkosten ruimschoots compenseren. De (kosten van de) lokale en globale milieuschade (inclusief. broeikaseffect) worden niet verdisconteerd in de transportkosten.
Transportbesparing Er is dus veel winst te halen met transportbesparing. De belangenorganisaties voor vervoerders en verladers EVO en TLN hebben met het ministerie van Verkeer en Waterstaat afgesproken om hierin duidelijk vooruitgangte boeken. Deze afspraak is gemaakt in het kader van de zorgplicht uit de Wet milieubeheer. Die bepaalt dat 'inrichtingen' (bedrijfs- en andere vestigingen) de uitstoot doortransporten van en naar hun vestigingen zoveel mogelijk beperken. De stijgende transportkosten vormen een steeds groter deel van de totale kosten. Overheden en bedrijfsleven kunnen hierop inspelen met maatregelen voor transportbesparing. Hierenkele voorbeelden.
vrachtwagens langs: nu eens met een paar kiezen voor de vervoerder die past bij zijn pallets deurklinken, dan weer met schroegewenste duurzaamheidsimago. ven en scharnieren of computerpapier. Dit In combinatie met intelligente transportHogere beladingsgraad vervoer zou efficienter kunnen als je vanuit systemen is een grote slagte maken. In Nederlandse vrachtwagens en schepen ver- een depot zou werken, zeker voor materiEuropees verband wordt een project opgevoeren veel lucht, transporten die vol heen aal dat meer bedrijven op een bedrijventer- start om het Londense systeem te vertalen en leegteruggaan of halfvolle transporten. reinen gebruiken. naar andere gebieden. Dit project is nog op Het combineren van deelladingen via disBij bouwprojecten kan de 'just in time' zoek naar Nederlandse partners. tributiecentra, zoals in het GOVERA-project vertraging opleveren, als op smalle wegen Flownet (GOVERA staat voor Goederen vrachtwagens elkaar in de weg rijden. Met Transportbesparing betekent niet alleen Vervoer Randstad) biedt (financiele) voor- een groot bouwdepot voor alle bouwmate- winst voor het milieu maar ook voor de delen. Vervoerders en verladers moeten rialen is veel efficientiewinstte bereiken. economie: minder vrachtwagens op de weg dan wel inzicht hebben in elkaars ladingen In beide situaties kunnen gemeenten een betekent minder files. en dus in sommige bedrijfsgegevens. De stimulerende en regelende rol spelen. bedrijven die hiertoe bereid blijken boeken een aardig kostenvoordeel en de anoniMeer informatie miteit blijkt voldoende te waarborgen, Stedelijke distributie waardoor het Flownet-concept een bredere - www.stedelijkedistributie.nl toepassingzou kunnen krijgen. Met een Steeds meer steden stellen milieuzones - www.govera.nl dergelijk concept kan ook de containervaart in, waardoor grote en vervuilende vrachttransportstromen stroomopwaarts en wagens er niet meer in mogen. Hier is ook stroomafwaarts combineren. Alleen orgaefficientiewinst te halen, door bijvoorbeeld nisaties, waarin decentrale overheden en niet een vrachtwagen met drie fietsen van bedrijfsleven samenwerken, zoals GOVERA een leverancier naar de fietsenwinkel te in de Randstad en Incodelta in Zuid-Neder- laten rijden, maar die fietsen aan de rand land blijken in staat dergelijke initiatieven van de stad naar een distributiepunt te van de grond te krijgen. brengen. Daar kun je die fietsen dan com-
Minder 'just in time' Vaak gaan ook kleine ladingen naar een bepaalde plek, omdat afnemers zo min mogelijk voorraden willen. Een meubelfabriek bijvoorbeeld krijgt elke dag veel
bineren met fietsen van andere leveranciers of met spullen voor andere winkels. Zie ook het KpW-bericht 47: Toegang tot een leefbare stad met stedelijke distributie en milieuzones.
Vrijwillige aanpak De ervaringen met een vrijwillige aanpak in het buitenland bieden weinig hoop. Vaak zijn met grote vervoerders nog wel afspraken te maken, maar de helft van de transporten is in handen van kleine vervoerders, die nauwelijks voor afspraken te porren zijn, ook niet door TLN of EVO.
schonerc »«<**
Iconit met «itdeheW«
Duurzaamheidslabels voor transporters
Mleen seint iracltiiaiiisii debinnenstao
In London is een veelbelovende aanpak getest, waarbij transporteurs een duurzaamheidslabel krijgen. Brons, voor het minimumniveau als er een wet van kracht zou zijn, zilver voor een hoger niveau en goud voor een bedrijf dat (vrijwel) alle best practices invoert. Een verlader kan dan
KpVV Bericht
•••••