Aarde en economie Bachelorgids 2006/2007
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.3 1.4 1.5 1.5.1 1.5.2 1.6 1.6.1 1.6.2 1.6.3 1.7 1.7.1 1.7.2 1.7.3 1.7.4 1.7.5 1.7.6 1.7.7 1.7.8 1.7.9 1.8 1.8.1 1.8.2 1.8.3 1.9 1.9.1 1.9.2 1.10 1.11 1.11.1 1.11.2 1.12 1.12.1 1.12.2 1.12.3 1.12.4 1.12.5 1.13
School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie Welke informatie in welke studiegids? FALW-opleidingen in de Aard- en milieuwetenschappen Bachelor Aarde en economie Bachelor Aardwetenschappen; richtingen I, II en III Bachelor Geoarcheologie Master Earth Sciences Master Geosciences of Basins and Lithosphere Master Hydrology Master Environment and Resource Management Programma en vakken Toelatingsvoorwaarden Aarde en economie Doelstelling en eindtermen Aarde en economie Doelstellingen van de opleiding Eindtermen bacheloropleiding Jaarindeling, roosters en studiebelasting Jaarindeling en roosters Studielast per periode, per jaar, per opleiding Roosterwijzigingen Studentenvoorzieningen Studiesecretariaat en -coördinatie Studieinformatie en -communicatie Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Onderwijsruimten Bibliotheek Studieboeken en syllabi Computerfaciliteiten Studentenorganisaties en -medezeggenschap Uitwisseling en internationalisering Studiebegeleiding en studievoortgang Studiebegeleiding Studieplanning en studievertraging Studievoortgangscontrole en studieadviezen Opleidings- en examencommissie Opleidingscommissie Examencommissie Onderwijs- en examenregeling Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Aanmelding voor cursussen, veldwerken, e.a. Aanmelding tentamens Tentamens, regels en richtlijnen Voorschriften voor deelnemers aan tentamens Deeltentamens Hertentamens Tentamenuitslagen en -administratie Vrijstellingen Toelating tot cursussen, veldwerken en masteronderwijs
9 9 10 10 11 11 12 14 15 15 15 16 16 16 17 18 18 19 19 19 19 20 21 21 21 22 22 23 24 25 25 25 26 27 27 27 27 28 28 29 29 29 29 30 30 31 31 5
1.13.1 1.14 1.14.1 1.14.2 1.14.3 1.15 1.15.1 1.15.2 1.16 1.16.1 1.16.2 1.16.3 1.16.4 1.16.5 1.16.6 1.17 1.17.1 1.17.2 1.17.3 1.18
Toelating studieonderdelen (veldwerken, bachelorthesis) en volgorde van afleggen van examenonderdelen Veldwerken; veiligheid, subsidie en reisverzekering Veiligheid en vaccinaties Subsidiering van verplichte veldwerken en excursies Reisverzekering Stage en scripties Stage- en scriptieregeling Richtlijnen voor de scriptie Afstuderen Bachelorexamen Goedkeuring van het vakkenpakket Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Beëindiging van inschrijving Dossierverklaring Inschrijving in een masteropleiding Studie- en loopbaanperspectief Studie en loopbaan Loopbaanoriëntatie en arbeidsmarkt Doorstroom naar een masteropleiding Instituten en onderzoeksafdelingen
31 32 32 32 34 34 34 35 35 35 36 36 37 37 37 37 37 38 38 42
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Programmabeschrijving Aarde en economie Opbouw van de opleiding Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar
45 45 45 45 46
3
Examenonderdelen
47
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.2 4.2.1
Bijlagen Docenten Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen Andere faculteiten Literatuur Bacheloropleiding, eerste jaar
57 57 57 59 59 59
Inhoudsopgave
7
8
Aarde en economie
1
1.1
School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
Welke informatie in welke studiegids? Deze studiegids Aarde en economie bevat informatie over het driejarige bachelorprogramma dat in 2006 start als variant van de opleiding Aardwetenschappen. De opleiding voorziet in kennis van economie, aardwetenschappen, beleid en bestuurskunde. De studie verdiept zich in deze vakken, maar de nadruk ligt niet op de specialisatie erin. Die specialisatie ligt juist in het raakvlak. Studenten worden opgeleid om in staat te zijn multidisciplinair te denken en om duurzame oplossingen voor economisch-maatschappelijke problemen te ontwikkelen die specialisten uit de afzonderlijke disciplines niet hadden kunnen bedenken. De werking van ‘het systeem Aarde’ is dynamisch en boeiend, maar we willen wel graag veilig wonen, werken en op vakantie gaan. Ook straks, als de invloed van de klimaatverandering nog groter wordt. Maatregelen tegen bedreigende aardwetenschappelijke processen kosten natuurlijk geld, maar kunnen ook heel goed geld opleveren. · Aarde en economie houdt zich bezig met vraagstukken als: · Hoe houden we overstromingen in het riviergebied in de hand? · Wanneer is het veilig en verantwoord om een luchthaven in zee aan te leggen? · Hoe lang kunnen we nog in de Randstad wonen? · Hoe ga je om met de verwoestende werking van tsunami’s en orkanen? · Wanneer kunnen we niet meer op dijken alleen vertrouwen? Het Aarde en economie-programma start in september 2006 voor het eerst. In deze gids is wel een overzicht van studieonderdelen voor de gehele 3-jarige opleiding opgenomen, maar gedetailleerde vakomschrijvingen worden alleen voor het eerste bachelorjaar gepubliceerd. De komende jaren zullen de vakomschrijvingen van het tweede en derde jaar uiteraard volgen. Informatie over de overige varianten van de bacheloropleiding Aardwetenschappen is te vinden in een aparte bachelorgids Aardwetenschappen en geoarcheologie. Informatie over de masteropleidingen die worden verzorgd door de School for Earth and Environmental Sciences zijn terug te vinden in de Master Guide Earth Sciences, Environmental Sciences, and Geoarchaeology. Hierin opgenomen zijn de opleidingen: · Earth Sciences (inclusief Geoarchaeology) · Environment and Resource Management · Geosciences of Basins and Lithosphere · Hydrology De informatie uit alle gidsen kan ook via de facultaire website worden geraadpleegd.
School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
9
1.2 1.2.1
FALW-opleidingen in de Aard- en milieuwetenschappen Bachelor Aarde en economie Aarde en economie is een multidisciplinaire opleiding op het raakvlak van Aardwetenschappen en Economie. Studenten leren redeneren vanuit beide oogpunten en creatieve oplossingen ontwikkelen die duurzaam zijn voor het landschap en voor economie en samenleving. Dergelijke oplossingen zijn nodig, omdat bijvoorbeeld de gevolgen van grondstofgebruik en klimaatverandering steeds meer invloed krijgen op de economie en onze leefomgeving. Denk aan energiegebruik, overstromingen, bosbranden, onregelmatige rivierafvoer, intensivering van orkanen en zeespiegelstijging. Aardwetenschappers weten hoe deze ‘global change’ functioneert en economen weten wat de sociaal-economische gevolgen ervan zijn. Het probleem is dat hun manier van denken niet altijd even goed bij elkaar past. Bij Aarde en economie leer je denken als aardwetenschapper, maar ook als econoom en leidinggevend beleidsmaker. Het centrale leerdoel van de opleiding is dat de student relevante basisbegrippen, inzichten, methoden en technieken uit de fysische aardwetenschappen en de ruimtelijke economie en besluitvormingsprocessen leert beheersen en toepassen binnen het aardwetenschappelijke werkveld. De opleiding is opgezet als een bètagammaopleiding. Het programma bestaat uit (1) verplichte cursorische studieonderdelen, (2) profileringruimte in minors opgebouwd uit samenhangende keuzepakketten met een meer aardwetenschappelijke of economische inhoud en (3) een bacheloronderzoek. Naast speciaal voor de Aarde en economie-opleiding ontwikkelde vakken, worden cursussen gevolgd samen met studenten Aardwetenschappen, of juist met studenten Economie. Het eerste jaar is gericht op een introductie in het wetenschappelijke domein van de opleiding. In het studieonderdeel ‘Aarde en economie’ wordt een aantal thema’s van de opleiding behandeld aan de hand van te bestuderen case studies. Daarnaast zijn er vakken in de basisprincipes van de economie, van de natuurwetenschappen en van de aardwetenschappen. Kennis wordt direct toegepast in de praktijk: door middel van excursies, veldoefeningen en tijdens veldwerk in Limburg. Het tweede jaar concentreert zich op het thema ‘ruimtelijke analyse en beleid’ (onderdelen als regionale economie, besluitvormingsprocessen, statistiek en digitale ruimtelijke data) en het thema ‘bodem, natuurbeheer en water’ (vakken als natuurbeheer, -beleid en -ontwikkeling; hydrologie, Kwartairgeologie, bodemkunde, remote sensing en GIS en milieuwetenschappen). Ook dit jaar wordt afgesloten met een praktische onderzoekstraining, ditmaal in Twente. Het derde jaar bestaat naast de verplichte onderdelen als ‘Algemene vorming’, ‘Wijsgerige vorming' en ‘Studie en loopbaan’, uit profileringruimte die de student de gelegenheid geeft verdiepende accenten aan te brengen(minor) en die deels oriënterend zijn op het vervolgtraject (masteropleiding) van de studie. De
10
Aarde en economie
bacheloropleiding wordt afgesloten met een onderzoeksopdracht inclusief verslaglegging (bachelorthesis). 1.2.2
Bachelor Aardwetenschappen; richtingen I, II en III Binnen de bachelor Aardwetenschappen is de Aarde het studieobject. Tijdens de opleiding leer je hoe de Aarde als dynamisch systeem functioneert. Je leert gesteenten herkennen en krijgt colleges Global change, die onder meer gaan over de interactie van het aardoppervlak en de atmosfeer. Processen van sedimentatie komen aan de orde en je leert veel over de opeenvolging van gesteentelagen en hun ouderdom en vormingswijze in het studieonderdeel Stratigrafie en sedimentologie. Binnen de colleges Tektoniek worden processen van gebergtevorming en de vorming van sedimentatiebekkens behandeld. In de colleges Paleontologie komt het leven in al zijn vormen in de geologische geschiedenis aan de orde. Ook leer je werken met kaarten en verticale profielen door de aardkorst. Tijdens het eerste jaar wordt die kennis ook in praktijk gebracht tijdens een drietal veldwerken. In het najaar ga je naar de Ardennen, waar je basale veldtechnieken leert en onderzoek doet naar de relatie tussen de geologische opbouw en structuur van de aardkorst en de vormgeving van het landschap (geomorfologie). In het voorjaar houd je je bezig met heel jonge sedimenten tijdens een twee weken durend veldwerk in West Brabant. In de zomer, ten slotte, wordt tijdens een drie weken durende geologische en geomorfologische kartering alle kennis die je in het eerste jaar hebt opgedaan toegepast in een veldwerk van 3 weken in Zuid-Spanje. Aardwetenschappen is een bètastudie die haar basis heeft in de exacte vakken. In het eerste jaar, en ook later tijdens de studie, wordt dan ook ruim aandacht besteed aan wiskunde, scheikunde, natuurkunde, informatica en ecologie. Het vakgebied van de aardwetenschappen is sterk toepassingsgericht. Naast wetenschappelijke vragen over vulkanisme, landschapsontwikkeling, gebergtevorming, sedimentatieprocessen, klimaat, water en milieu zijn er belangrijke en maatschappelijk relevante zaken te bestuderen. Waar bevinden zich fossiele brandstoffen of watervoorraden? Is het mogelijk deze ter beschikking te krijgen en hoe doen we dat? Welke effecten heeft dit en op welke manier zijn de nadelige gevolgen te voorkomen of acceptabel te maken? Bij deze laatste vraagstelling bevinden we ons op milieuterrein.
1.2.3
Bachelor Geoarcheologie Aardwetenschappen en Archeologie hebben veel met elkaar te maken. Het grootste deel van het archeologisch materiaal zit tenslotte in de bodem en daar houden aardwetenschappers zich mee bezig. Zij beschikken over veel methoden en technieken om de opbouw van de bodem te bestuderen. Daarmee zijn dus ook archeologische vindplaatsen op te sporen en te onderzoeken. Als student van de studierichting Geoarcheologie moet je een aantal belangrijke principes uit de aardwetenschappen begrijpen en die vervolgens toe kunnen passen in verschillende onderdelen van het archeologisch werkveld. Het onderwijsprogramma voor de bacheloropleiding bestaat dan ook wat betreft de theoretische vakken uit een pakket aardwetenschappelijk georiënteerde cursussen, die je samen met de aardwetenschappers volgt en een pakket archeologisch georiënteerde cursussen. Uiteraard krijg je ook een aantal specifieke geoarcheologische vakken. Excursies, veldwerken en stages in binnen- en buitenland maken een wezenlijk onderdeel uit van de studie. Je wordt opgeleid om in een wetenschappelijke, of een meer praktijkgerichte loopbaan in de archeologie aan de slag te kunnen.
School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
11
1.2.4
Master Earth Sciences De brede masteropleiding Earth Sciences biedt onderdak aan verschillende specialisaties. Een aantal daarvan biedt een vergelijkbare basisopleiding als die van een specialistische onderzoekmaster, maar onderscheidt zich daarvan doordat er meer ruimte is voor eigen invulling van het masterprogramma. Vergelijk b.v. Solid Earth met de specialistische master Geosciences of Basins and Lithosphere. Daarnaast kent de brede master een aantal richtingen die niet vertegenwoordigd zijn in aparte specialistische masters, waaronder Archaeometry, Landscape Archaeology, Science Communication en Education. Paleoclimate and Geo-ecosystems De tweejarige masterspecialisatie Paleoclimate and Geo-ecosystems is opgezet met als doel de processen te begrijpen die het moderne klimaat-geo-ecosysteem bepalen en die in het verleden hebben plaatsgevonden. Naast een inleidende cursus over basisprincipes van de werking van het moderne klimaatsysteem, zal de nadruk worden gelegd op terrestrische en marine geoecosystemen en de factoren die het vastleggen van milieuveranderingen bepalen (cursus Sedimentary Environments: Dynamics and Climate Change Recorders). Daarna zal een drietal cursussen in detail ingaan op de wisselwerkingen tussen klimaatsvariaties en de effecten op de verschillende geo-ecosystemen. Aan het begin staan extreme gebeurtenissen (bijvoorbeeld meteorietinslagen) en orbitaal aangestuurde milieuveranderingen centraal. Vervolgens zullen de cursussen inzoomen op snelle klimaatschommelingen op tijdsschalen van millennia tot seizoenen. De cursusopbouw van de eerste vier maanden van de opleiding is dusdanig opgezet om een goed begrip te kweken voor de interacties tussen klimaat en geoecosystemen. Tevens worden extreme situaties uit de geschiedenis van de Aarde beschreven die behulpzaam zijn bij het voorspellen van toekomstige scenarios. In hoeverre kunnen bijvoorbeeld tijden met extreem hoge CO2-gehaltes gebruikt worden om de gevolgen van antropogene CO2-verhoging in te schatten? Wat zijn de gevolgen van veranderingen van de zeespiegel voor de geo-ecosystemen aan de kust en voor rivierafvoerpatronen? Een serie vervolgcursussen zal bepaalde aspecten van deze problematiek nader toelichten. In de cursus “Climate Modeling” zal de werkwijze van verschillende computermodellen worden besproken en met behulp van praktische oefeningen worden geïllustreerd. De grote stofkringlopen, zoals de koolstofcyclus, en hun betekenis voor het aardse klimaat en de gevolgen voor terrestrische en marine geoecosystemen staan centraal in de cursus “Modern en Past Global Biogeochemical Cycles”. De effecten van variaties in het klimaat-geo-ecosysteem op de ontwikkeling van de mens en andersom zijn thema in de cursus “Man and Climate: from Hominids to Modern Civilisation”. De cursus “Climate and Policy” belicht de gevolgen en implicaties van milieuvariaties voor politiek beleid en sluit de serie van verplichte cursussen af. Het tweede jaar biedt een scala aan keuzevakken, inclusief cursussen die worden aangeboden door verwante buitenlandse instituten (bijvoorbeeld in Londen, Gif sur Yvette, of Bremen) en de mogelijkheid tot het volgen van stages in de industrie of bij instituten. De laatste fase van de opleiding bestaat uit het uitvoeren van een Research Project en het schrijven van een Master’s Thesis. Studenten die de opleiding succesvol afronden zullen:
12
Aarde en economie
• In alle opzichten een goed overzicht hebben van het Paleo-klimatologisch en geo-ecologisch onderzoek; • In staat zijn verschillende methodes toe te passen met betrekking tot klimaat en milieureconstructie; • Een actueel beeld hebben van de wetenschappelijke literatuur en in staat zijn deze kritisch te beoordelen; • In staat zijn de verworven wetenschappelijke kennis binnen een beperkte tijd mondeling en schriftelijk te presenteren en te verdedigen tegenover een professioneel publiek; • Geleerd hebben hoe ze hun eigen onderzoeksdoelen kunnen formuleren; • In staat zijn te functioneren en samen te werken binnen een groep. De opleiding zal de student in staat stellen: • Een PhD-thesis uit te voeren in paleoklimatologie, paleo-oceanografie, geomorfologie, Kwartairgeologie, of verwante onderzoeksvelden; • Te werken bij een bedrijf of bureau dat onderzoeks- of beleidsgericht is, aangezien de student de grondslagen van het wetenschappelijk denken, werken en de verslaglegging geleerd heeft. Solid Earth Solid Earth richt zich op de studie van diepere lagen van de aardkorst en de lithosfeer alsmede op de oorsprong, opvulling en deformatie van sedimentatiebekkens. Vanuit de disciplines tektoniek, petrologie, geofysica, en (isotopen-)geochemie wordt inzicht verkregen in processen als subductie, korstdeformatie, vulkanisme, metamorfose en continentale botsingen, met als gevolg opheffing, daling en erosie. De disciplines structurele geologie en sedimentologie richten zich op het begrijpen van structuren waarin olie en gas gevonden kunnen worden, en op de relaties tussen processen op grote diepte en resulterende deformatie aan het aardoppervlak, inclusief de sedimentaire stratigrafie. Het basisdeel van deze specialisatie is identiek met het basisdeel van de onderzoeksmaster Geosciences of Basins and Lithosphere. Er zijn twee masterrichtingen in de geoarcheologie, te weten Archaeometry en Landscape Archaeology. Archaeometry is gericht op de chemische en fysische kant van vindplaatsen en de gevonden voorwerpen: hoe oud is het, waar komt het vandaan, hoe is het gemaakt, waar kunnen we wat vinden? Binnen de specialisatie maak je ook kennis met de bio-archaeology, die moderne technieken in bio-materiaalstudies behandelt. Landscape Archaeology is georiënteerd op het (archeologisch) landschap en is dus vooral gericht op het aardoppervlak. Deze richting bestaat in belangrijke mate uit geomorfologische onderdelen. De variant Education heeft als doel je op te leiden als eerstegraads bevoegd docent Aardrijkskunde en bestaat uit 1 jaar mastervakken in bij Aardwetenschappen en 1 jaar lerarenopleiding bij het Onderwijscentrum. Het aardwetenschappelijk pakket is voor een belangrijk deel vrij in te vullen. Verplicht zijn in ieder geval een Research Project en het vak Sociale geografie II. Verder is het, gezien de inhoud van het schoolvak Aardrijkskunde in het middelbaar onderwijs, raadzaam in ieder geval voldoende achtergrondkennis in voornamelijk sociaal en fysisch geografische onderwerpen op te bouwen.
School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
13
De lerarenopleiding bestaat uit vijf onderdelen: het opdoen van werkervaring in het onderwijs via een stage of baan (30 stp.), vakdidactiek (9 stp.), algemene didactiek/pedagogiek (9 stp.), onderzoek van onderwijs (8 stp.) en een keuzeprogramma (4 stp.). Aangezien de opleiding zeer praktijkgericht is, vormt het opdoen van werkervaring een belangrijk onderdeel. Science Communication is een bèta-breed georganiseerd programma waarbij je in staat gesteld wordt een goede communicator te worden op je eigen wetenschapsgebied, bijvoorbeeld in de journalistiek, als educatief medewerker, of in een museum. Hiervoor geldt dat 1 jaar bij Aardwetenschappen wordt opgevuld en 1 jaar bestaat uit vakken bij de afdeling Wetenschapscommunicatie. 1.2.5
Master Geosciences of Basins and Lithosphere De onderzoeksmaster Geosciences of Basins and Lithosphere (GBL) is een 2-jarige opleiding gericht op sedimentaire bekkens en de diepere lithosfeer. De opleiding heeft tot doel studenten op te leiden tot specialisten die inzicht hebben in de vorming van sedimentaire bekkens en de processen die hier direct of indirect mee samenhangen. Het programma is onderverdeeld in drie specialisatierichtingen, te weten ‘Sedimentary basins, architecture and evolution’, ‘Continental lithosphere, composition and rates of processes’ en ‘Petroleum Systems, development and regional geology’. Deze onderzoeksmaster is gericht op het verbreden en verdiepen van kennis, maar vooral ook op de toepassing ervan in verschillende contexten en het leggen van verbanden tussen verschillende vakgebieden binnen de Aardwetenschappen. Het meest bijzondere aan deze onderzoeksmaster is het internationale karakter ervan: een deel van het curriculum kan gevolgd worden aan 1 (of meer) van de gelieerde buitenlandse instituten, die allemaal hun eigen specialisaties in cursusvorm voor dit programma beschikbaar stellen. Bovendien rust de onderzoeksmaster op een hechte samenwerking met het bedrijfsleven, bijvoorbeeld in de vorm van stageplaatsen. Momenteel is actieve participatie geregeld met Shell, Norsk-Hydro, Total, GFZ, IFP en TNO. Het netwerk van de 8 deelnemende universiteiten bestaat naast de Vrije Universiteit uit de 'Université Pierre et Marie Curie' uit Parijs, ‘Université de Rennes’ uit Rennes, de ‘Eötvös Lorand University’ uit Boedapest, de Universiteit van Gent, University of Bergen, de Norwegian University of Science and Technology uit Trondheim en de Technische Universiteit (RWTH) uit Aken. Toekomstmogelijkheden voor afgestudeerden liggen onmiskenbaar in het wetenschappelijk onderzoek en het bedrijfsleven, maar tevens in beleidsfuncties of onderzoeksfuncties bij overheden. Denk hierbij onder andere aan toepassing van opgedane kennis ten bate van het gebruik van sedimentaire bekkens als 1) bron voor voorraden van water, geothermische energie, gas en olie, 2) opslagplaats voor bijvoorbeeld water, aardgas, afval (inclusief radioactief afval) en CO2-afscheiding. De onderzoeksmaster kent specifieke toelatingseisen. Zie voor meer informatie de website: http://www.basinmaster.vu/
14
Aarde en economie
1.2.6
Master Hydrology De hydrologie houdt zich bezig met het voorkomen, de beweging en de chemische samenstelling van grond- en oppervlaktewater. Het is een sterk toegepaste natuurwetenschappelijke discipline met een groot maatschappelijk belang. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder andere: de beschikbaarheid van schoon drinkwater, een duurzame benadering tot het gebruik van grond- en oppervlaktewatervoorraden en de relaties tussen veranderingen in de waterkringlopen en die in ecosystemen en het klimaat. Het masterprogramma Hydrology kent twee specialisatierichtingen. In de Hydrogeology-specialisatie ligt de nadruk op regionale grondwaterstroming in relatie tot de geologie en de interactie van water met mineralen en bacteriën in de onverzadigde en verzadigde zones. In de Ecohydrologyspecialisatie ligt de nadruk meer op het combineren van hydrologische concepten met bodem-, vegetatie- en atmosfeeruitwisseling van water en andere stoffen. Hiermee wordt een nauwe relatie gelegd met de ecologie en de masterspecialisatie Paleoclimate and Geo-ecosystems van de master Earth Sciences. Beide specialisaties hebben een theoretische component, veldwerken, excursies en computersimulatieoefeningen in het programma.
1.2.7
Master Environment and Resource Management De masteropleiding Environment and Resource Management heeft een 1-jarig programma. De opleiding concentreert zich op de wetenschappelijke concepten en methoden die nodig zijn om de oorzaak van veranderingen in het milieu te begrijpen en om milieuproblematiek te helpen oplossen. Een belangrijk deel van het programma houdt zich bezig met thema’s en methoden die hun oorsprong hebben in de milieueconomie, met name om te bepalen wat de effectiviteit en efficiency van bepaalde oplossingen voor milieuproblemen is. Milieuproblemen worden hier gedefinieerd als een antropogene verstoring in de relatie tussen milieu en maatschappij, zoals deze wordt ervaren door groepen individuen, organisaties, of instituten. Daarom zijn milieuproblemen vooraleerst maatschappelijke problemen. Het hoofddoel van de opleiding is het opleiden van studenten tot experts in het management van natuurlijke hulpbronnen en het milieu, opdat ze concepten, technieken en methoden kunnen toepassen in het verkrijgen van inzicht in milieuproblematiek en kunnen bijdragen aan het oplossen daarvan. “Resource management” slaat hier specifiek op het gebruik van ruimte en natuurgebieden. De opleiding probeert een gemeenschappelijke taal te creëren onder experts van verschillende relevante disciplines, zodat zij op een effectieve manier en in een multidisciplinaire omgeving kunnen werken aan milieuproblematiek. Daarnaast wordt een multidisciplinaire “gereedschapskist” aangereikt, in de zin van praktische toepassing van methoden en technieken.
1.3
Programma en vakken Het studieprogramma van Aarde en economie en de daarbij behorende vakomschrijvingen zijn te vinden in de respectievelijke hoofdstukken 2 en 3 van de papieren Bachelorgids, maar ook online op www.studiegids.vu.nl> Aarde en economie (BSc). Het opleidingprogramma van iedere opleiding is formeel vastgelegd in de Onderwijsen Examenregeling (OER). Daarin kun je altijd terugzoeken hoe je vakkenpakket opgebouwd moet zijn om te kunnen afstuderen. Omdat in de loop der jaren veranderingen worden doorgevoerd in de samenstelling van de opleiding, en er dus School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
15
ieder jaar nieuwe OERen worden gemaakt, kun je via de facultaire website altijd nog een OER raadplegen van het jaar waarin jij begon met de studie.
1.4
Toelatingsvoorwaarden Aarde en economie Vooropleidingseisen De toelatingseis voor de bachelorvariant Aarde en economie is een vwo-diploma met profiel: Economie en Maatschappij, Natuur en Techniek, of Natuur en Gezondheid. Studenten met een vwo-profiel Cultuur en Maatschappij hebben uitsluitend instroomrechten tot de opleiding als zij beschikken over een voldoende eindexamen voor Wiskunde 1 of 2. Voor iedereen geldt daarnaast dat Nederlands en Engels op vwo-niveau verplicht zijn gesteld. Vrijstelling van de vooropleidingseis op grond van andere diploma’s Een (propedeutisch) diploma hbo geeft toegang tot de bacheloropleiding Aarde en economie. De faculteit stelt hierbij dezelfde eisen voor wiskundekennis als bij het vwo-diploma. Ook de Engelse taal zal op vwo-niveau beheerst dienen te worden. Aankomende studenten zullen hun eventuele deficiënties ingehaald moeten hebben vóór ze aan een opleiding aan een universiteit mogen beginnen. Verdere informatie over toelating met een andere vooropleiding (onder andere colloquium doctum) staat vermeld in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding, of wordt verstrekt door de afdeling Studentendecanen, tel. 598 5020. Zie ook www.vu.nl > studenten > Reglementen > Onderwijs- en examenregelingen. Toelatingsonderzoek/Colloquium doctum Voor hen die niet voldoen aan één van de hierboven gestelde eisen, bestaat de mogelijkheid, wanneer de leeftijd van 21 jaar of ouder is bereikt, een universitair toelatingsonderzoek, colloquium doctum, te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Studentendecanen.
1.5 1.5.1
Doelstelling en eindtermen Aarde en economie Doelstellingen van de opleiding De afgestudeerde bachelor wordt geacht met succes een aansluitende masteropleiding te kunnen volgen binnen het gedefinieerde domein van de opleiding. Daartoe zijn de volgende primaire doelstellingen gedefinieerd: ·
·
·
16
De afgestudeerde bachelor heeft voldoende theoretische kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van relevante delen van de fysische aardwetenschappen (met name gericht op het aardoppervlak); De afgestudeerde bachelor heeft voldoende theoretische kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van de ruimtelijke economie en bestuurlijke besluitvormingsprocessen en regelgeving met name op het gebied van inrichting, beheer en duurzaam gebruik van de Aarde; De afgestudeerde bachelor is in staat een (beperkte) integrale aardkundige en economische analyse uit te voeren voor een gebied (regio) op basis van kennis van en inzicht in geologie, hydrologie, cultuurhistorie, natuurbeleid, inrichting en
Aarde en economie
·
·
1.5.2
infrastructuur en regionale economische ontwikkeling en op basis van die analyse een visie te geven over het huidige en toekomstige ontwikkelingsbeleid; De afgestudeerde bachelor heeft een eerste ervaring met wetenschappelijk onderzoek, die gaandeweg wordt opgedaan door gerichte onderzoekstrainingen en vervolgens door deelname aan een begeleid wetenschappelijk onderzoeksproject op bachelorniveau; De afgestudeerde bachelor bezit academische vaardigheden waaronder zelfstandigheid en onafhankelijkheid, communicatief gedrag en samenwerking en een kritische attitude en bewustzijn met betrekking tot de morele en ethische dimensies van wetenschappelijk onderzoek en de toepassing daarvan.
Eindtermen bacheloropleiding Eindtermen theoretische kennis, inzicht en vaardigheden m.b.t fysische aardwetenschappen · De bachelor heeft kennis van en inzicht in de eigenschappen en structuur van de Aarde en van de werking van het Systeem Aarde als systeem van lagen (sferen): lithosfeer, hydrosfeer, biosfeer en atmosfeer), kringlopen van materie, endogene en exogene dynamische processen; · De bachelor heeft kennis van en inzicht in de elementaire processen van erosie, transport en sedimentatie, die het aardoppervlak beïnvloeden en vorm geven; · De bachelor heeft kennis van en inzicht in de belangrijkste hydrologische processen, waaronder de kringloop van het water: neerslag, verdamping, infiltratie, stroming van het water in de onverzadigde en verzadigde zones, waterafvoer, oppervlaktewater en grondwater; · De bachelor heeft kennis van en inzicht in de interactie van bodem, water en atmosfeer en het daarmee samenhangende ecosysteem; · De bachelor heeft basale kennis van en inzicht in de relevante bètadisciplines (wis- en natuurkunde, scheikunde en biologie), tot een niveau dat noodzakelijk is voor een begrip van natuurlijke processen, die het door de mens benutte aardoppervlak betreffen. Eindtermen theoretische kennis, inzicht en vaardigheden m.b.t ruimtelijke economie, besluitvormingsprocessen en regelgeving · De afgestudeerde bachelor heeft kennis van en inzicht in de essentiële economische basisprincipes die van belang zijn voor vragen over gedrag van consumenten, producenten en de rol van de overheid in het economische proces; · De afgestudeerde bachelor heeft kennis van en inzicht in de relatie tussen ruimte en economie, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan locatiebeslissingen, regionale economische ontwikkeling, handel, de werking van de grondmarkt en ruimtelijk ordeningsbeleid; · De afgestudeerde bachelor heeft inzicht in de gevolgen van de inrichting van het landschap voor water, natuur, werken, wonen, recreatie en transport (o.a. milieueffectrapportages en risicoanalyses); · De bachelor heeft een brede kennis van en inzicht in politieke en maatschappelijke planologische besluitvormingsprocessen; · De bachelor heeft brede kennis van de relevante interacties tussen verkeer en vervoer, ruimtelijke ontwikkeling, en milieu vanuit een positief en normatief economisch perspectief.
School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
17
Eindtermen integrale aardkundige analyse en economische analyse · De bachelor kan vraagstukken op het gebied van de inrichting van het landschap ten behoeve van wonen, werken, natuurbeheer, recreatie en transport analyseren en met de opgedane multidisciplinaire kennis voorstellen formuleren om deze op te lossen (vaardigheden in probleemoplossing); · De bachelor kan multidisciplinair denken en verbanden leggen tussen aardwetenschappelijke en economische informatie-inhouden; · De bachelor is in staat om vakliteratuur en rapporten op aardwetenschappelijk en economisch gebied met betrekking tot gebruik van aardse hulpbronnen en inrichting van de ruimte te lezen, te begrijpen en kritisch te beoordelen. Eindtermen ervaring met wetenschappelijk onderzoek · De afgestudeerde bachelor kan op systematische wijze zelfstandig informatie verwerven op basis van (een beperkte) beleidsgerichte aardwetenschappelijk/economische vraagstelling; · De afgestudeerde bachelor kan deze informatie selecteren en structureren en in onderlinge samenhang brengen en interpreteren; · De afgestudeerde bachelor kan eigen onderzoeksresultaten en die van anderen schriftelijk en mondeling op heldere wijze presenteren. Eindtermen academische vaardigheden · De afgestudeerde bachelor heeft inzicht in de rol van de Aardwetenschappen en de Economie in wetenschap, samenleving en beroepspraktijk; · De afgestudeerde bachelor heeft inzicht in het belang, de reikwijdte, toepassing en verantwoordelijkheden van wetenschappelijk onderzoek, het wetenschapsgebied en het bestaan en de betekenis van naastliggende vakgebieden; · De afgestudeerde bachelor kan in zijn/haar vak op academisch werk- en denkniveau functioneren en verder leren; · De afgestudeerde bachelor kan zich een oordeel vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische aspecten; · De afgestudeerde bachelor bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan; · De afgestudeerde bachelor is in staat een weloverwogen keuze te maken voor nadere specialisatie in het vervolgtraject van de studie (masteropleiding), dan wel voor het functioneren op de arbeidsmarkt; · De student leert vakliteratuur in de Nederlandse en Engelse taal zelfstandig te bestuderen.
1.6 1.6.1
18
Jaarindeling, roosters en studiebelasting Jaarindeling en roosters De bachelorprogramma's binnen de School for Earth and Environmental Sciences zijn opgezet volgens de academische kalender van de VU. De kalender is onderverdeeld in zes periodes.
Aarde en economie
Voor 2006-2007 geldt: Periode 1, week 36 t/m 43, september en oktober 2006; Periode 2, week 44 t/m 51, november en december 2006 Periode 3, week 2 t/m 5, januari 2007 Periode 4, week 6 t/m 13, februari en maart 2007 Periode 5, week 14 t/m 22, april en mei 2007 Periode 6, week 23 t/m 26, juni 2007 In enkele gevallen worden cursussen gespreid over opeenvolgende periodes, terwijl in het late voorjaar en vroege zomer door excursies en veldwerken van de uniforme kalender wordt afgeweken. De laatste week van een periode is gewoonlijk een tentamenweek. De gedetailleerde uitgewerkte roosters voor alle studieonderdelen zijn terug te vinden op het roosterbord in de F-1 gang en zijn te raadplegen via internet http:/www.falw.vu.nl > studenten > bacheloropleidingen > Aardwetenschappen en Geoarcheologie > roosters. Of Aarde en Economie > roosters. De gedetailleerde roosters voor de periode tot de Kerst worden doorgaans in de zomer (juli) vastgesteld en bekend gemaakt. Voor het onderwijs van januari t/m juli/augustus zijn de roosters medio november klaar. Een jaarlijks uitgegeven roosterschema waarin gehele studiejaren in schema worden weergegeven is eveneens te downloaden van het net. 1.6.2
Studielast per periode, per jaar, per opleiding Binnen iedere periode van acht weken wordt onderwijs gegeven met een gemiddelde studielast van 12 stp. Een studiejaar bestaat uit 60 studiepunten (volgens het European Credit Transfer System), wat overeenkomt met 1680 studiebelastingsuren per jaar. Een studiepunt komt dus overeen met 28 uur studietijd. Een week voltijds studie bedraagt ongeveer 1,4 stp. De studielast van de gehele bacheloropleiding bedraagt 180 stp.
1.6.3
Roosterwijzigingen Door omstandigheden is het onvermijdelijk dat er, nadat een rooster in alle details is vastgelegd en bekend gemaakt, soms roosterwijzigingen worden doorgevoerd. Belangrijke roosterwijzigingen worden doorgaans ruim van te voren aangekondigd. Als dit al voor het starten van de cursus bekend is, zullen de studenten die zijn aangemeld via TIS hiervan veelal via e-mail op de hoogte worden gesteld. Ook via de facultaire website worden via de Onderwijsmededelingen onder het thema Studenten, belangrijke mededelingen gepubliceerd. Bij kleine wijzigingen volstaat soms een mededeling op het eerste college, of op Blackboard.
1.7 1.7.1
Studentenvoorzieningen Studiesecretariaat en -coördinatie Op het studiesecretariaat kan men terecht voor algemene inlichtingen over de studie, het aanvragen van examens en getuigschriften, overzichten van studieresultaten en het doorgeven van een wijziging. Elke student is verplicht om adreswijziging, wijziging of beëindiging van studie, dan wel langdurige studieonderbreking, direct door te geven aan het studiesecretariaat. Voor het eerst ingeschreven studenten moeten zich bij het begin van de opleiding melden op het studiesecretariaat voor de registratie van administratieve gegevens (met pasfoto).
School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
19
Aardwetenschappen Studiesecretariaat: mw. Anouk Kist, kamer C-118a, tel. 598 7350. Openingstijden: maandag t/m donderdag van 11.00-13.00 uur. Vrijdag gesloten. Mail:
[email protected] Onderwijscoördinatie De onderwijscoördinator en bachelorcoördinatoren zijn belast met onderwijszaken als de uitvoering van het onderwijsbeleid, kwaliteitszorg, de roosters en de redactie van de studiegids. Onderwijscoördinatie: dr. ir. M. Bergwerff , kamer C-124, tel. 598 7401; e-mail
[email protected] (aanwezig van maandag t/m donderdag). Bachelorcoördinator Aarde en economie: mw. drs. M. Molendijk, kamer A-621, tel. 598 9508; e-mail:
[email protected] Bachelorcoördinator Aardwetenschappen: mw. dr. B.P. Zoetemeijer, kamer E-154, tel. 598 7382; e-mail:
[email protected] 1.7.2
Studieinformatie en -communicatie Informatie met betrekking tot de studie wordt via een veelheid aan kanalen aan de studenten aangeboden. Er is een studiegids (papier en online), blackboard, facultaire website, TIS, etc. Vanaf september 2006 zal via een centrale 'portal' toegang te krijgen zijn tot de verschillende digitale systemen en hoeft daarvoor nog maar een maal ingelogd te worden. Voor de duidelijkheid even de volgende indicatie omtrent welke studieinformatie waar wordt aangeboden: Blackboard: gedetailleerde informatie op cursusniveau aangeboden door de docenten. Studiegids (papier en online via de facultaire website): algemene informatie over de faculteit, de School en de opleiding: o.m. regelingen, voorzieningen, studieprogramma's, vakomschrijvingen, etc. TIS: aanmelding voor cursussen en tentamens, inzage in studieresultaten. Facultaire website: informatie op facultair en opleidingsniveau; o.m. roosters, online studiegidsen, reglementen, studiebegeleiding, veldwerksubsidies, facultaire voorzieningen, onderzoeksafdelingen, nieuws, etc. VU-website: algemene informatie op universiteitsniveau; w.o. inschrijving, studiefinanciering, advies en begeleiding, inspraak en reglementen, voorzieningen en digitale services, etc. Nieuws m.b.t. onderwijs Nieuws op het gebied van onderwijs aan de faculteit wordt gepubliceerd op de facultaire website (onder het thema Studenten > Onderwijsmededelingen/ School announcements). Ook GeoVUsie zal soms over gaan tot het opnemen van onderwijsmededelingen in het tweewekelijks blad, NogSteeds. E-mail Het is verder belangrijk dat alle studenten regelmatig het facultaire e-mailaccount controleren dat zij hebben toegewezen gekregen bij de aanvang van de opleiding (@falw.vu.nl). Dit is het enige mailadres dat de faculteit (w.o. ook Onderwijsbureau, studiesecretariaat, examencommissie, e.a.) zal gebruiken om via e-mail te communiceren. Andere mailadressen zijn niet bekend bij de onderwijsadministratie,
20
Aarde en economie
ook niet wanneer deze door de student zijn ingevoerd in digitale systemen als b.v. blackboard, of TIS. 1.7.3
Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Studieonderdelen worden periodiek schriftelijk geëvalueerd. Bij de evaluaties wordt een vragenlijst van het VU Onderwijscentrum gebruikt. Dit centrum zorgt ook voor de uitwerking van de evaluaties. De evaluatierapporten van het Onderwijscentrum hebben een strikt vertrouwelijk karakter; zij worden toegezonden aan de leden van de opleidingscommissies. Indien de schriftelijke evaluatie daar aanleiding toe geeft, worden de uitkomsten van de cursusevaluatie(s) met de betreffende docent(en) en afdelingshoofd(en) besproken. Tevens wordt een samenvatting gemaakt door het Onderwijscentrum van geëvalueerde studieonderdelen binnen bepaalde fasen van de opleidingen. De opleidingscommissie adviseert het faculteitsbestuur gevraagd en ongevraagd over de kwaliteit van het onderwijs in de opleiding als geheel en in afzonderlijke studieonderdelen op basis van de evaluatieresultaten. Individuele docenten kunnen ook buiten de vaste evaluatierondes om hun onderwijs laten evalueren door middel van de vragenlijsten van het Onderwijscentrum. Tevens kunnen studenten door tussenkomst van de opleidingscommissie verzoeken om bepaalde onderdelen te laten evalueren.
1.7.4
Onderwijsruimten De onderwijsruimten die door de opleidingen in de Aardwetenschappen worden gebruikt, bevinden zich in het bètagebouw, aan De Boelelaan 1085. De middelgrote collegezalen waarin veel van de eerste- en tweedejaarscolleges worden gegeven, zijn F-123, C-147, F-153 en S-201. Practica spelen zich voornamelijk af in F-401 (computerpractica), F-253 (paleontologie- en stenencollectie) en F-201 (microscopiezaal). Tevens worden de kleine zalen F 301, F-453 en C-638 gebruikt. Een voor studenten algemeen toegankelijke computerruimte bevindt zich op F-229. Voor werkzaamheden in de masterfase zijn afdelingsgebonden werkruimtes aanwezig met computerfaciliteiten. Computerondersteund onderwijs wordt gegeven in F-401, soms in de kleinere zalen in de T-vleugel op de vierde verdieping. Zie ook de informatie onder computerfaciliteiten.
1.7.5
Bibliotheek In de Bètabibliotheek vindt men de boeken- en tijdschriftencollecties Aardwetenschappen, Biologie, Milieuwetenschappen (IVM), Algemene Vorming, Natuur- en Sterrenkunde, Scheikunde, Informatica en Wiskunde. Ook is er een grote collectie aardwetenschappelijke kaarten. De collecties staan in open opstelling en kunnen voor het grootste gedeelte, zonder tussenkomst van het bibliotheekpersoneel, worden geraadpleegd. Boeken en kaarten kan men lenen op vertoon van een bibliotheekpas of een studentenchipkaart. Van boeken, die verplicht zijn voor bepaalde tentamens, is in ieder geval één exemplaar aanwezig. Tijdschriften worden niet uitgeleend, maar kunnen in de bibliotheek gekopieerd worden. Het zoeken naar een boek of (gedrukt) tijdschrift gebeurt m.b.v. de online publiekscatalogus (opc) In dit systeem kan worden gezocht op titel, auteur, trefwoord of systematische code (Library of Congress Classification) Kaarten kan men opzoeken in een Inventarismap, die o.a. bij de balie staat. De meeste tijdschriften zijn online beschikbaar via de UBVU-website (http://www.ubvu.vu.nl). Om buiten de campus toegang te krijgen tot de digitale School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
21
collectie heb je een VU-net-id nodig. Meer informatie op de UBVU-website > Digitale diensten. Zie ook voor nadere informatie over het lenen, het bibliotheekreglement, de overige bibliotheken van de VU, de studiezalen, webcursussen informatievaardigheden, enz. de UBVU-website. Vakreferenten: drs. Sandra de Maesschalck (
[email protected]) voor o.a. Aardwetenschappen en Algemene Vorming en drs. Ralph de Vries (
[email protected]) voor Milieukunde; kamer P620, tel. (020) 598 5238. De Bètabibliotheek bevindt zich op de zesde verdieping van het gebouw Wiskunde en Natuurwetenschappen, ingang De Boelelaan 1083. Openingstijden: maandag t/m donderdag van 9.00-18.00 uur en vrijdag van 9.0017.00 uur. Telefoon balie: (020) 598 5230. De Bibliotheek Economie bevindt zich in de B-vleugel van het hoofdgebouw op de derde en vierde verdieping (ingang bij 3B-01). Openingstijden, maandag t/m vrijdag: Uitleenbalie; 9.00 tot 16.45 uur; Studiezalen; 9.00 tot 17.00 uur. 1.7.6
Studieboeken en syllabi Studieboeken zijn onder meer verkrijgbaar bij de VU Boekhandel, hoofdgebouw, tel. 020 644 4355, www.vuboekhandel.nl. Syllabi worden meestal tegen vergoeding verstrekt door de docenten. Veel studiemateriaal wordt tegenwoordig online via Blackboard aangeboden. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, syllabi en practicummaterialen, etc., zijn voor rekening van de student. De faculteitsvereniging GeoVUsie (zie ook later) zorgt voor gezamenlijke boekenaanschaf met korting.
1.7.7
Computerfaciliteiten Studenten die zich inschrijven bij de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen worden op dat ogenblik geregistreerd als gebruiker van het facultaire computernetwerk, waardoor ook een persoonlijk e-mailadres en toegang tot internet verkregen wordt. Van het netwerk is gebruik te maken via de binnen de faculteit opgestelde computers, bijvoorbeeld in zaal F-229b. Daarnaast is het toegestaan gebruik te maken van onderwijszalen met computers (F401 en de zalen op T4), maar ALLEEN op de tijdstippen dat daarin geen onderwijsactiviteiten zijn geroosterd. Deze roostering wordt kenbaar gemaakt bij de ingang van de zaal. Een docent is te allen tijde bevoegd studenten te verzoeken de zaal te verlaten, wanneer deze voor onderwijsactiviteiten nodig is. Printbeleid Alle FALW-studenten krijgen ieder jaar in begin september een printbudget van 800 'printpunten'. Deze punten worden afgeschreven van het tegoed volgens de puntenlijst: · A4 ZW 1 punt · A4 kleur 10 punten (aanvragen bij de zaalhulp) · A3 kleur 20 punten (aanvragen bij de zaalhulp) Verhogen van het printbudget kan met 250 printpunten (15 euro) bij GeoVUsie, iedere woensdag van 13.00 tot 16.00 uur. Restitutie, of meenemen van punten naar
22
Aarde en economie
een nieuw studiejaar, is niet mogelijk. Meer informatie over het printen is beschikbaar op de facultaire website. Daarop kun je ook je resterende printbudget checken. De internetpagina van de facultaire helpdesk bevat een grote hoeveelheid informatie over het netwerk, pc's en software: http://www.falw.vu/helpdesk/ 1.7.8
Studentenorganisaties en -medezeggenschap GeoVUsie GeoVUsie, de studievereniging voor alle studenten Aardwetenschappen, Geoarcheologie en Aarde en economie, telt zo'n 250 leden. De contributie voor leden bedraagt EUR 30 voor de gehele studietijd. Iedereen kan donateur worden. De activiteiten van GeoVUsie concentreren zich rond een aantal commissies: · Geoflex b.v. b.v., organisator van aardwetenschappelijke excursies: elk jaar een meerdaagse excursie naar het buitenland en één of meerdere binnenlandexcursies. Ook organiseert Geoflex wekelijks een aardwetenschappelijke lezing door een staflid of iemand van buiten de universiteit, of een film; · Feestcommissie, verantwoordelijk voor de organisatie van feesten en de wekelijkse borrel voor studenten en medewerkers op donderdag in de studentenkamer F-045 (de donderdorst); · SI-commissie, die ieder jaar opnieuw de Sociale Introductie van de eerstejaars op zich neemt, zowel tijdens de IDEE-week in augustus als tijdens het altijd gezellige introductieweekend in het laatste weekend van september. Een tweede taak is het helpen op open dagen; · Sportcommissie, organiseert sportieve evenementen van allerlei aard, zoals het zeilweekend en het van Alebeek toernooi; · Geocult, zorgt voor de culturele activiteiten binnen de studievereniging, zoals de jaarlijkse filmnacht en vele andere rare dingen; · VIP-commissie (Vinger-in-de-Papcommissie), deze bestaat uit oude GeoVUsierotten die altijd bereid zijn om (soms ongevraagde) adviezen te geven en waar nodig een helpende hand toe te steken. · GAT-cie (Geluid, Apparatuur en Techniekcommissie), levert de technische ondersteuning bij vele GeoVUsie activiteiten. · GeoVizier, produceert ieder jaar een gids met onmisbare tips en handige informatie voor het eerstejaars Spanje-veldwerk. Daarnaast zorgt de GeoVizier voor het tentamen archief en een alternatieve studiegids met informatie over vakken, docenten, studenten en de faculteit; · GeoWeb-cie, onderhoudt de website; · Jaarboekcommissie, produceert ieder jaar (in samenwerking met alle stukjesschrijvende-mensen) een prachtig jaarboek met een overzicht van alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in het afgelopen verenigingsjaar. Als de gelegenheid zich voordoet, organiseert GeoVUsie symposia en congressen. GeoVUsie koopt voor alle leden de benodigde studieboeken, alsmede geologenhamers, kompassen, loepen etc. die je als lid met korting kunt kopen. Voor meer informatie, kijk op www.geovusie.nl GeoVUsie is bereikbaar via
[email protected] en is te vinden in kamer M-138.
School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
23
Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen en de Facultaire Studentenraad Het Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen, kortweg SOAL, bestaat uit studenten aardwetenschappen, biologie, biomedische wetenschappen en gezondheidswetenschappen. De studenten uit de verschillende opleidingen zetten zich samen in voor verbetering van het onderwijs en de gang van zaken in de diverse studierichtingen aan de faculteit. Middels commissies als Opleidingscommissies en de Computergebruikersgroep zetten ze zich in voor verbetering van onderwijs en alles wat hierbij komt kijken. Ze beslissen mee over nieuwe onderwijsprogramma's en evalueren de diverse vakken. Het SOAL heeft een postvakje in de nis op de F1-gang (studentenraad). E-mailen kan naar:
[email protected]. Het SOAL wordt voorgezeten door de Facultaire Studentenraad Aard- en Levenswetenschappen, kortweg FSR. Ook de FSR is er voor en door studenten en is een belangrijk inspraakorgaan van onze faculteit. De FSR heeft direct contact met onder andere het faculteitsbestuur en de examencommissies. Juist de studenten weten als geen ander wat er speelt en wat er verbeterd kan worden binnen het onderwijs. De FSR heeft als doel het behartigen van de belangen van de student en daar kun jij bij helpen! Laat je horen als je problemen signaleert, oplossingen bedenkt, of informatie wilt ontvangen over de nieuwsbrief, zitting nemen in de FSR, of andere onderwijsgerelateerde zaken. Je kunt de FSR vinden in M-112, of op internet op www.falw.vu.nl > studenten > studentenorganisaties > FSR. E-mailen kan ook naar:
[email protected] 1.7.9
24
Uitwisseling en internationalisering Studeren in het buitenland is aantrekkelijk. Om te beginnen zal het je curriculum vitae sieren en de kansen op de arbeidsmarkt ongetwijfeld vergroten. De kennismaking met een ander land en met een andere cultuur, een ander studentenleven en een ander onderwijssysteem zal je een andere invalshoek aanreiken op de Nederlandse gewoonten. Voor veel studenten betekent een buitenlands verblijf ook een persoonlijke groei: je moet op eigen kracht varen in een vreemd land en alles wat je wilt maar geregeld zien te krijgen. Wanneer je hebt besloten een gedeelte van je studie aan een buitenlandse onderwijsinstelling of organisatie door te brengen, kun je gebruik maken van de bestaande uitwisselingprogramma’s, zoals het SocratesErasmus voor verblijf binnen Europa, GLOBE voor buiten Europa, of het ISEP programma voor de V.S. De ervaring leert dat je minimaal een jaar van tevoren met de voorbereidingen voor een buitenlands studieverblijf moet starten. Informatie over beurzen, programma’s en andere zaken waarop je moet letten, zoals goedkeuring van de examencommissie voor de onderdelen die je in het buitenland gaat volgen, wordt gegeven door de contactpersoon internationalisering van de faculteit, mw. drs. E. Salomé-Munnik. Zij is bereikbaar per e-mail:
[email protected] voor informatie of voor het maken van een afspraak. Je kunt dan ook een overzicht krijgen van alle universiteiten waarmee FALW uitwisselingsovereenkomsten heeft en hoeveel studentenplaatsen er voor VU studenten beschikbaar zijn. Daarnaast wordt informatie verstrekt door het Centrum voor Studie en Loopbaan naast de grote balie in het hoofdgebouw van de VU en via de VU website www.vu.nl, studenten, internationaal.
Aarde en economie
1.8 1.8.1
Studiebegeleiding en studievoortgang Studiebegeleiding De studiebegeleiding binnen de School for Earth and Environmental Sciences kent verschillende structuren in de bachelor- en de masteropleiding. Gedurende de gehele bacheloropleiding heeft ieder cohort (studiejaar) een vaste begeleider. De studiebegeleiders houden individuele gesprekken en groepsgesprekken met studenten, geven studieadviezen en zorgen voor de voorlichting over keuzemogelijkheden binnen de studie. De studiebegeleider voor cohort 2006/2007 van de bachelorvariant Aarde en economie is: mw. drs. M. Molendijk, kamer A-621, tel. 020- 598 9508; e-mail:
[email protected] De studiebegeleiders voor de bacheloropleiding Aardwetenschappen zijn: Cohort 2006/2007: dr. Simon R. Troelstra, kamer E-319, tel: 020- 598 7292, e-mail:
[email protected] Cohort 2005/2006: dr. Ernst Willingshofer, kamer E-153, tel 020- 598 7353, e-mail:
[email protected] Cohort 2004/2005: dr. Marlies ter Voorde, kamer H-352, tel: 020- 598 7843, e-mail:
[email protected] Cohort 2003/2004: dr. Simon R. Troelstra, kamer E-319, tel: 020- 598 7292, e-mail:
[email protected] Alle studenten in de richting Geoarcheologie worden begeleid door Prof. dr. Henk Kars, kamer O-439, tel: 020 598 7381, e-mail:
[email protected] Zodra een student de overstap maakt naar een masteropleiding wordt de studiebegeleiding overgenomen door de daartoe aangestelde mastercoördinator van de betreffende opleiding. In de Master Guide Earth Sciences, Environmental Sciences, and Geoarchaeology, of op de facultaire website is te vinden wie de mastercoördinatoren van de verschillende opleidingen zijn. De studiebegeleider kan helpen bij studieproblemen of adviseren bij studievertraging. Zo nodig verwijst de studiebegeleider naar andere instanties, zoals de afdeling Studentendecanen of de afdeling Studentenpsychologen aan de VU. Drs. H. Boswijk, tel. (020) 598 5020, e-mail:
[email protected] is de studentendecaan voor de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen.
1.8.2
Studieplanning en studievertraging Vooral in het eerste jaar van de studie is het oplopen van studieachterstand niet ongebruikelijk. Daarvoor zijn vele redenen aan te wijzen. Eén van de belangrijkste is een onjuiste studieplanning. Inzicht in de tijdstructuur van het onderwijs en van de tentamens is een eerste vereiste om een vlot studieverloop te realiseren. In de laatste week van december of eerste week van januari vinden hertentamens plaats van die onderdelen uit periode 1. De volgende herkansingsperiode valt in de tweede helft van augustus, dus tegen het einde van de zomervakantieperiode. Dan is het mogelijk de overige tentamens te herkansen. Hertentamens worden altijd zo geroosterd dat ze niet interfereren met ander onderwijs, vandaar dat ze veelal in School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
25
vakantieperiodes worden georganiseerd. Meer herkansingsmogelijkheden zijn er vervolgens weer op de tentamen- en hertentamendata van het volgende jaar. Veldwerken worden slechts één maal per jaar georganiseerd. Schroom niet om bij je studiebegeleider aan te kloppen voor hulp bij het maken van een juiste studieplanning en voor andere zaken die van invloed zijn op je studieverloop. 1.8.3
Studievoortgangscontrole en studieadviezen Met behulp van TIS is het voor iedere student mogelijk om gedurende het gehele jaar zelf de studievoortgang te controleren. Het is raadzaam met enige regelmaat te controleren hoe je studieregistratie er voor staat, of er mogelijk fouten zijn opgetreden in de cijferregistratie, of studiepunten nog niet zijn toegekend omdat je bijvoorbeeld nog niet EUR 15 betaald hebt na te laat of verzuimd aanmelden voor tentamens/cursussen (zie ook later onder 'Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens). Indien je vermoedt dat er dingen niet kloppen, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met het studiesecretariaat. De examencommissie stelt zich regelmatig van de studievoortgang op de hoogte, bijvoorbeeld in geval van controle op toelatingseisen met betrekking tot veldwerken of andere studieonderdelen, of toelating tot masteronderwijs. Préadvies in het eerste jaar Eerstejaars studenten die medio januari minder dan 50% van het op dat moment maximum aantal te behalen studiepunten hebben behaald, ontvangen een zogenaamd préadvies van de examencommissie. Het préadvies wordt eveneens ter kennis gebracht van de studiebegeleider die de studenten in kwestie zal uitnodigen voor een gesprek. Het préadvies wordt onder meer afgegeven in verband met de mogelijkheid voor 1 februari de studiefinanciering stop te zetten, waarbij de ontvangen maanden prestatiebeurs een gift worden. Studieadvies in het eerste jaar Vóór 1 juli krijgen alle eerstejaars bachelorstudenten schriftelijk een wettelijk studieadvies van de examencommissie. Bij het advies wordt een overzicht gegeven van de behaalde studiepunten. Hierbij worden drie adviezen onderscheiden: Advies A (42-60 stp. behaald): doorgaan De student kan, als hij/zij in dit tempo doorstudeert, binnen 6 jaar de studie (bachelor + master) voltooien. De student wordt geadviseerd de studie voort te zetten. Advies B (25-41 stp. behaald): waarschuwing De student loopt bij ongewijzigd studietempo gevaar de studie niet te kunnen voltooien binnen 6 jaar. De student wordt opgeroepen voor een gesprek over de verdere studievoortgang. Advies C (0-24 stp. behaald): herbezinning De studievoortgang van de student biedt weinig uitzicht dat de studie binnen 6 jaar voltooid kan worden. De student moet zich ernstig afvragen of de studiekeuze wel juist is geweest en of het niet beter is de studie te staken. De student wordt door de studiebegeleider opgeroepen voor een gesprek om hierover te praten. Bij een C-advies wordt eventueel een verwijzing naar de studentendecanen gegeven. Een negatief studieadvies is niet bindend.
26
Aarde en economie
1.9 1.9.1
Opleidings- en examencommissie Opleidingscommissie Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. In de opleidingscommissie zit een gelijk aantal stafleden en studentleden. In beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in de opleidingscommissie van die opleiding. De opleidingscommissie heeft tot taak: · adviseren over het onderwijs, waaronder de Onderwijs- en Examenregeling; · het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de Onderwijs- en Examenregeling; · het desgevraagd, of uit eigen beweging uitbrengen van advies over alle aangelegenheden betreffende onderwijs in de desbetreffende opleiding. De opleidingscommissie voor (alle varianten van) de bacheloropleiding Aardwetenschappen bestaat uit stafleden; drs. F.F. Beunk (voorzitter), dr. C. Kasse, dr. J. van Huissteden en dr. H.B.Vonhof. En studentleden: R.D. Groen, N. Huwald, I.R. Pit en I.T.E. Verhagen.
1.9.2
Examencommissie De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken bij tentamens, controleert op naleving van toelatingseisen en stelt de uitslag van de examens vast. Verder wijst zij examinatoren aan en kan hen richtlijnen geven met betrekking tot de beoordeling van tentamens. Er bestaat één gezamenlijke examencommissie voor de opleidingen Aardwetenschappen (BSc), Earth Sciences (MSc), Hydrology (MSc) en Geosciences of Basins en Lithosphere (MSc). Deze commissie zal voorlopig ook zaken met betrekking tot de bacheloropleiding Aarde en economie behandelen. De commissie bestaat uit: prof. dr. J. Smit (voorzitter), dr. B.P. Zoetemeijer (secretaris), dr. M.J. Waterloo en dr. S.J.P. Bohncke. Correspondentie naar de examencommissie kan gericht worden aan de ambtelijk secretaris; dr.ir. M. Bergwerff, kamer C-124, De Boelelaan 1085, 1081 HV AMSTERDAM,
[email protected]. De commissie vergadert iedere tweede woensdag van de maand, m.u.v. van de maand juli. In augustus wordt op de laatste woensdag van de maand vergaderd. In de regel worden vergaderstukken (w.o. brieven) een week voorafgaand aan de vergadering verspreid onder de commissieleden. Tijdig inzenden van brieven aan de commissie is dus belangrijk.
1.10
Onderwijs- en examenregeling Voor elke opleiding binnen de faculteit bestaat een Onderwijs- en Examenregeling (OER) waarin formeel het onderwijsprogramma en de regelingen over het onderwijs en de examens zijn vastgelegd. Via het internet (http://www.falw.vu.nl > studenten > Reglementen > Onderwijs- en examenregelingen) is de OER van elke opleiding te raadplegen en te downloaden. Indien er verschillen zouden bestaan tussen de OER en deze studiegids, geldt de regelgeving zoals beschreven in de OER.
School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
27
1.11 1.11.1
Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Aanmelding voor cursussen, veldwerken, e.a. Binnen de opleidingen aan de School for Earth and Environmental Sciences bestaat een aanmeldingsverplichting voor alle cursussen en tentamens. Aanmelding vindt plaats via het programma TIS (Tentamen Informatie Systeem VU). Inschrijving via TIS kan vanaf de computer thuis, of op de faculteit. Toegang tot TIS verloopt via de internetpagina http://tisvu.vu.nl waarop met behulp van het VU-net ID kan worden ingelogd. Aan het begin van de studie worden alle studenten goed geïnformeerd over de werking van TIS en de regelgeving rondom de aanmelding voor cursussen en tentamens. De eerstejaars studenten zijn voor de eerste onderwijsperiode in september en oktober automatisch ingeschreven bij de betreffende studieonderdelen van het eerste jaar. De rest van hun studie dienen zij zelf zorg te dragen voor aanmelding. In enkele gevallen zullen docenten je ook verzoeken je aan te melden via Blackboard, of directe e-mail aan het adres van de docent. Zorg er in die gevallen voor ook altijd via TIS aangemeld te zijn! Inschrijven voor een reguliere cursus kan tot uiterlijk 4 weken voor aanvang. N.B. voor veldpractica, excursies en veldwerken zal de periode van inschrijving veel eerder sluiten, gezien de vaak langdurige voorbereiding van deze vormen van onderwijs. Om ICT-technische redenen zijn deze onderdelen in TIS ondergebracht onder "Aanmelden Diversen". De inschrijvingstermijnen voor deze studie- of cursusonderdelen zijn aangegeven in TIS, worden vaak vermeld bij de beschrijvingen van de examenonderdelen in de studiegids, of worden anderszins tijdig kenbaar gemaakt. Het spreekt voor zich dat je jezelf ook op tijd afmeldt als je op een later stadium alsnog besluit af te zien van deelname aan een cursus. Let er ook op dat je jezelf in de zomer aanmeldt voor de cursussen die starten in september. Zodra je bent heringeschreven voor het nieuwe jaar, kun je weer op TIS terecht voor de cursussen van periode 1 van het komende jaar. De vakken staan in TIS weergegeven onder de studentenadministratie die 'penvoerder' is van een bepaald vak. Vakcodes beginnend met 45 en 46 zijn terug te vinden onder FALW-Aardwetenschappen; 47 bij FALW-Levenswetenschappen; 50 bij Letteren, 60 bij Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde en 99 bij het Onderwijscentrum VU. Studenten die vakken willen volgen bij andere faculteiten wordt aangeraden zich op de betreffende studiesecretariaten (of middels internet/studiegidsen) te informeren over de daar geldende regelingen rondom aanmelding voor vakken en tentamens. Aanmelding via TIS is nagenoeg overal verplicht! Sancties Wanneer je niet bent ingeschreven via TIS, word je alleen toegelaten tot een cursus/ cursusonderdeel wanneer de faciliteiten dat toestaan. Bij cursussen met practica of veldexcursies kan dat om logistieke redenen soms niet meer mogelijk zijn. Toelating zonder vooraf ingeschreven te zijn via TIS kan alleen worden toegezegd door het Onderwijsbureau, niet door de docent in kwestie. Indien je alsnog wordt toegelaten zal een bedrag van EUR 15 in rekening worden gebracht.
28
Aarde en economie
Problemen Het VU-net-ID en paswoord worden aan iedere student schriftelijk door de centrale Studentenbalie VU verstrekt. Problemen die zich voordoen met het gebruik van TIS, of het inloggen, dienen eveneens bij de Studentenbalie in het hoofdgebouw te worden voorgelegd (
[email protected]). Het studiesecretariaat van de faculteit kan hierin helaas niets betekenen. Veel informatie en vaak gestelde vragen zijn ook terug te vinden op: www.digidesk.vu.nl 1.11.2
1.12
Aanmelding tentamens Wanneer je jezelf aanmeldt voor een cursus, word je per 2006 ook automatisch aangemeld voor het afsluitende tentamen dat bij die cursus hoort. Herkansers die niet aan een cursus deelnemen, maar wel aan het bijbehorende tentamen, geven zich alleen via TIS voor dat tentamen op. Aan- of afmelden kan tot 1 week voorafgaand aan het tentamen. Deelname aan het tentamen zonder toegelaten te zijn door het Onderwijsbureau betekent dat het resultaat in TIS zal verschijnen als 'not registered'. Pas wanneer aan de betaling van EUR 15 is voldaan, worden de bijbehorende studiepunten vrijgegeven. Vergeten af te melden voor een tentamen betekent dat het cijfer 1 wordt geregistreerd.
Tentamens, regels en richtlijnen
1.12.1
Voorschriften voor deelnemers aan tentamens · De collegekaart behoort zichtbaar op tafel te liggen ter controle. · Mobiele telefoons zijn tijdens het tentamen uitgeschakeld. · Boeken, dictaten, uittreksels, enzovoort, mogen niet worden gebruikt of aanwezig zijn tenzij uitdrukkelijk door de examinator gebruik van een boek en/of ander materiaal wordt toegestaan. · Schrijfpapier wordt verstrekt. Gebruik van eigen blocnote of schrijfpapier is niet toegestaan. · Nadat de eerste tentamenopgave is uitgereikt, mag er niet meer worden gesproken. · Na afloop van het tentamen dient het gemaakte werk te worden ingeleverd. In geval van fraude kan de examinator/surveillant de examinandus uitsluiten van verdere deelname aan het desbetreffende tentamen. De examinator rapporteert dit terstond schriftelijk aan de examencommissie, die vervolgens aanvullende sancties kan opleggen.
1.12.2
Deeltentamens Tentamens staan aangegeven in het rooster. De examinator kan een tentamen splitsen in deeltentamens. Het tentamencijfer wordt in dat geval bepaald door het gewogen gemiddelde van de resultaten van de afzonderlijke deeltentamens. Daarom moet het resultaat van elk deeltentamen, ook als dat betrekking heeft op veldactiviteiten, worden bepaald door toekenning van een cijfer. De student wordt, op diens verzoek, ten minste één maal per jaar in de gelegenheid gesteld om tentamen af te leggen over het gehele betrokken examenonderdeel, uitgezonderd daarvan deel uitmakende veldactiviteiten en practica waarvoor een afzonderlijk deeltentamen is voorzien. Deeltoetsen kennen in tegenstelling tot deeltentamens geen formele status. Een docent kan m.b.t. deeltoetsen dus andere regels hanteren, maar dient deze tevoren duidelijk aan de studenten te hebben gecommuniceerd. School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
29
1.12.3
Hertentamens Na hertentaminering van een (deel)tentamen geldt het hoogst behaalde cijfer als het resultaat van het desbetreffende (deel van het) examenonderdeel. Op verzoek van de student kan een tweede hertentamen door twee leden van het wetenschappelijk personeel worden afgenomen. Studenten die ook na herhaalde tentamens geen voldoende resultaat hebben behaald, kunnen door de examencommissie nader worden beoordeeld. Binnen het examenprogramma mogen niet meer dan drie tentamens worden herkanst die eerder met een voldoende resultaat werden afgesloten. De geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde examenonderdelen is onbeperkt. De Onderwijs- en Examenregeling (OER) en de Regels en Richtlijnen voor de Examens bevatten de regelingen met betrekking tot de tentamens. De examenonderdelen (behalve veldwerk en excursie) van het bachelorprogramma worden in ieder geval twee maal per jaar getentamineerd. De eerste keer kort na beëindiging van het onderwijs van het onderdeel, een tweede keer direct voor of na de Kerstvakantie en/of in de tweede helft van augustus, dan wel een andere nader vast te stellen periode. De data van de hertentamens zijn eveneens terug te vinden in het rooster. Een tweede hertentamen kan in het volgende jaar worden afgelegd, op de reguliere data die in het rooster zijn aangegeven. Veldwerk en excursies kunnen pas het volgend studiejaar opnieuw worden gedaan. Studenten die zich voorbereiden op het bachelorexamen worden desgewenst gedurende vier aaneensluitende studiejaren na de aanvang van hun studie in de gelegenheid gesteld de examenonderdelen af te leggen conform het studieprogramma dat gold bij het begin van hun bachelorstudie. Als die termijn is verlopen en bepaalde vakken inmiddels niet meer worden gegeven, moeten zij in overleg treden met de examencommissie om aanpassing van hun programma te laten goedkeuren.
1.12.4
Tentamenuitslagen en -administratie Van iedere student wordt een dossier met studieresultaten bijgehouden door het studiesecretariaat. Studenten kunnen zelf gedurende het gehele jaar hun studieresultaten inzien via TIS. Onjuistheden in door TIS gepresenteerde gegevens moeten direct worden bericht aan het studiesecretariaat. Registratie van een regulier tentamen geschiedt op een door het studiesecretariaat vervaardigde lijst van studenten. Studenten die zich via TIS voor het tentamen hebben aangemeld, staan automatisch op deze lijst vermeld. De docent zorgt ervoor dat de lijst met namen voorzien van cijfers, door het studiesecretariaat wordt geregistreerd. Registratie van een individueel afgelegd tentamen gebeurt door middel van een tentamenbriefje dat door de student wordt ingevuld (studentnummer, vakcode, enzovoort) en door de docent wordt voorzien van cijfer en handtekening. Tentamenbriefjes zijn af te halen op het studiesecretariaat, of in de infotheek (C-148). De docent overhandigt ter bewijs de student een kopie en levert het tentamenbriefje in bij het studiesecretariaat, dat voor registratie zorgdraagt. Tentamenresultaten van mondeling afgelegde examenonderdelen worden direct bekendgemaakt. De resultaten van schriftelijk afgelegde examenonderdelen worden binnen dertig dagen na het afleggen van het tentamen bekend gemaakt op het bord
30
Aarde en economie
‘Tentamenuitslagen Aardwetenschappen’ in de C1-gang en in TIS. De uitslag van veldwerkverslagen wordt binnen zes weken na de inleverdatum bekendgemaakt. Ingevoerde cijfers worden via een automatisch mailbericht aan de student doorgegeven. De student wordt, op diens verzoek, binnen een termijn van dertig dagen na het bekend worden van de tentamenuitslag inzage gegeven in het beoordeelde werk en in de gestelde vragen c.q. de gegeven opdrachten. 1.12.5
1.13 1.13.1
Vrijstellingen Vrijstellingen voor studieonderdelen kunnen alleen door de examencommissie verleend worden. Een verzoek tot vrijstelling wordt door de student schriftelijk ingediend, vergezeld van nauwkeurige documentatie op grond waarvan hij/zij veronderstelt in aanmerking te komen voor vrijstelling. Het kan dan gaan om inhoud en omvang van reeds eerder met goed gevolg afgelegde tentamens, dan wel anderszins (bijvoorbeeld in de beroepspraktijk) opgedane kennis en vaardigheden die relevant zijn voor het studieonderdeel. De examencommissie verleent vrijstelling mede op advies van de docent. Verzoeken om vrijstelling kunnen worden ingediend bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie; dr.ir. M. Bergwerff, tel. 598 7401, kamer C-124 (postvak Onderwijsbureau).
Toelating tot cursussen, veldwerken en masteronderwijs Toelating studieonderdelen (veldwerken, bachelorthesis) en volgorde van afleggen van examenonderdelen In een aantal gevallen kan pas worden deelgenomen aan studieonderdelen als aan bepaalde toelatingseisen is voldaan. Dit is onder meer het geval bij de verplichte veldwerken aan het einde van het eerste en het tweede jaar en de Bachelorthesis aan het einde van de bacheloropleiding. De eisen hebben betrekking op een minimum aantal behaalde studiepunten en/of de afronding van de verslaglegging van het veldwerk van het jaar daarvoor. Details omtrent toelatingseisen zijn onder andere terug te vinden bij de vakomschrijvingen van de betreffende studieonderdelen en in de OER. De OER is bepalend in dezen. Toelating wordt vastgesteld door de examencommissie, die hiertoe in de regel de peildatum van 15 april hanteert voor de eerste- en tweedejaars veldwerken en 1 maart voor de Bachelorthesis. Studenten die niet voldaan hebben aan de toelatingseisen krijgen hiervan schriftelijk bericht. Daarnaast worden voor een aantal studieonderdelen voorkennisadviezen gegeven. Bij deze studieonderdelen wordt de student niet uitgesloten van deelname aan het studieonderdeel; wel wordt verwacht dat men over de noodzakelijke voorkennis beschikt om het studieonderdeel met succes te volgen. De voorkennisadviezen staan eveneens vermeld bij de vakomschrijvingen in de studiegids. Het is, onder strikte voorwaarden, toegestaan deel te nemen aan een bepaalde onderdelen van de masteropleiding nog voordat het bachelorexamen is afgelegd. De regelingen tot toelating tot de masteropleiding staan vermeld onder het kopje Studieen loopbaanperspectief, of in de master guide en de OER.
School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
31
1.14 1.14.1
Veldwerken; veiligheid, subsidie en reisverzekering Veiligheid en vaccinaties De School for Earth and Environmental Sciences voert beleid om veldactiviteiten veilig en zonder gevaar voor de gezondheid uit te voeren. Hiertoe heeft de faculteit de notitie ‘Veiligheid rond Veldwerk’ opgesteld. Als onderdeel van deze notitie moet voor elke veldactiviteit door de verantwoordelijke docent een specifieke risicoevaluatie worden opgesteld. Deze is bedoeld om deelnemers aan de veldwerken en excursies meer bewust te maken van mogelijke gevaren voor de gezondheid. Deze risico-evaluatie moet tijdens de inleiding op het veldwerk worden besproken met de deelnemers. Deelnemers aan een veldwerk of excursie moeten ook een verklaring ondertekenen dat zij kennis hebben genomen van de nota ‘Veiligheid rond Veldwerk’ en de specifieke veiligheidsrisico’s. Deze verklaring bevat tevens een aantal regels die betrekking hebben op de persoonlijke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de deelnemers. Op de webpagina van de faculteit is alle informatie te vinden over “veiligheid rond veldwerk”. http://www.falw.vu.nl > studenten > bacheloropleidingen > info alle opleidingen > veiligheid Vaccinaties Studenten die voor studie of stage naar het buitenland gaan, kunnen hun vaccinaties gratis halen bij de Bedrijfs Geneeskundige Dienst (BGD) van de VU, telefoonnummer 020-5989015. Je kunt een afspraak maken tussen 9:00 en 9:30 uur. Neem ter bevestiging een brief van de faculteit mee als bewijs dat je inderdaad weggaat. Deze is te verkrijgen bij M. Bergwerff (kamer C-124,
[email protected]). Alleen de vaccinaties waarover de BGD beschikt zijn gratis. Voor overige kun je je wenden tot de plaatselijke GGD.
1.14.2
Subsidiering van verplichte veldwerken en excursies Voor verplichte veldwerken en excursies binnen een door de examencommissie goedgekeurd studieprogramma wordt door de faculteit subsidie verleend. Zowel voor een collectief als voor een individueel georganiseerde veldactiviteit krijgen studenten subsidie op basis van een door de verantwoordelijk docent opgestelde en door de bachelorcoördinator goedgekeurde begroting. Studenten komen in aanmerking voor een subsidie van de faculteit onder de volgende voorwaarden: · De student is ingeschreven aan de Vrije Universiteit, · De veldactiviteit maakt onderdeel uit van een programma van een bachelor- of masteropleiding van de School for Earth and Environmental Sciences, · De veldactiviteit betreft (of maakt deel uit van) een studieonderdeel dat behoort tot het door de examencommissie goedgekeurde examenprogramma van de student, · De student voldoet aan de toelatingseisen voor het betreffende studieonderdeel. Te allen tijde geldt dat ten onrechte ontvangen subsidie zal worden teruggevorderd.
32
Aarde en economie
Om de subsidie daadwerkelijk te kunnen ontvangen moet de student zijn/haar bankgegevens hebben doorgegeven aan de Financiële Administratie. Indien je dat nog niet hebt gedaan, neem dan contact op met de Financiële Administratie om te horen welke gegevens men nodig heeft en hoe die aangeleverd moeten worden. Collectief georganiseerde veldwerken/excursies · Bij verplichte excursies en veldwerken waarvoor reis en verblijf collectief worden georganiseerd en afgerekend door de VU (verantwoordelijk docent) betalen de studenten een ‘eigen bijdrage’. Deze ‘eigen bijdrage’ is: 30% van de reiskosten + 50% van de verblijfkosten. De subsidie aan de student wordt verrekend met de kosten volgens het model: subsidie = totale kostendeel studenten – eigen bijdrage. · Het subsidiebedrag voor de heen- en terugreis is gemaximeerd op EUR 350. De totale veldwerksubsidie voor een studieonderdeel kan per student niet meer bedragen dan EUR 900 Studenten betalen de eigen bijdrage op basis van een factuur, die zij ontvangen van de Financiële Administratie. Zolang de factuur niet is voldaan komt de student niet in aanmerking voor subsidie voor volgende excursies/veldwerken. Individueel georganiseerde veldwerken Bij verplichte veldwerken waarbij het aan de studenten individueel wordt overgelaten reis en het verblijf te organiseren en af te rekenen wordt aan studenten een subsidie uitgekeerd conform de hier onderstaande regels: · De studenten krijgen 70% van de reiskosten vergoed (vliegtuig, trein) op basis van de reiskosten, zoals vastgesteld in de goedgekeurde begroting. Het subsidiebedrag voor de heen- en terugreis is gemaximeerd op EUR 350. · Voor verblijfkosten wordt een standaardbedrag van EUR 15 uitgekeerd waarvoor geen verantwoording verschuldigd is. Deze bijdrage in de verblijfkosten betreft overnachting, maaltijden, consumpties, telefoneren, onvoorzien etc. en kan volledig naar eigen inzicht worden gebruikt. · Reiskosten voor lokaal vervoer kunnen uitsluitend worden gesubsidieerd indien het veldwerk onderdeel is van de bachelorafsluiting of de research projecten in de masteropleidingen. Deze kosten dienen gemotiveerd en gespecificeerd door de verantwoordelijk docent te zijn opgenomen in de begroting. Subsidie voor ‘reiskosten lokaal vervoer’ bedragen maximaal EUR 7,50 per persoon/per dag tot een maximum van 28 dagen (EUR 210). · De totale veldwerksubsidie voor een studieonderdeel kan per student niet meer bedragen dan EUR 900. Veldwerkbegroting De veldwerkbegroting moet minimaal een maand voor aanvang van het veldwerk/excursie door de verantwoordelijk docent worden ingediend bij de bachelorcoördinator. In de begroting dient specifiek te worden aangegeven: · verantwoordelijke docent, deelnemende docenten en studenten, · de code van het studieonderdeel (zie studiegids), · of het een collectief, dan wel door de student individueel af te rekenen veldwerk betreft, · de exacte data waarop het veldwerk zich afspeelt, School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
33
· · · ·
·
waar het veldwerk plaatsvindt, hoe het vervoer van en naar het veldwerkgebied plaatsvindt, hoe lokaal vervoer voor studenten geregeld is (autohuur of eigen auto e.d.), de kosten, gespecificeerd onder de rubrieken reiskosten (vliegtuig, huurbusjes, brandstof etc.), verblijfkosten (hotels, maaltijden), additionele kosten en verzekering, inkomsten van derden (bijdrage van bedrijven of fondsen).
Na afloop van de excursie/veldwerk dient de verantwoordelijke docent bij de Financiële Administratie een lijst in van de studenten die daadwerkelijk aan de excursie of het veldwerk hebben deelgenomen. Hierop dient ook te worden aangegeven of studenten een veldwerk vroegtijdig verlaten en wat de datum van vertrek is. Studenten die een veldwerk voortijdig verlaten dienen de subsidie voor de niet bestede veldperiode terug te betalen. Nadere informatie Bovenstaande tekst over subsidiering van veldwerk en excursies is een samenvatting van de ‘Regeling subsidiering van verplichte veldwerken en excursies Aardwetenschappen’. Deze regeling is te vinden op de facultaire website: www.falw.vu.nl onder: studenten > bacheloropleidingen > Aardwetenschappen en Geoarcheologie > subsidieregeling excursie en veldwerk 1.14.3
1.15 1.15.1
34
Reisverzekering Voor deelnemers aan verplichte veldwerken en excursies wordt een collectieve reisverzekering afgesloten door de faculteit. Voorafgaande aan het veldwerk wordt informatie verstrekt over de polisvoorwaarden van de collectieve verzekering. De polisvoorwaarden zijn tevens op te vragen bij de Financiële Administratie. Indien studenten de veldwerkperiode onderbreken (bijvoorbeeld voor vakantie), dan wel eerder dan noodzakelijk naar het veldwerkgebied vertrekken of langer blijven, dan moeten zij zich voor de betreffende periode op eigen kosten bijverzekeren. Het initiatief daartoe ligt nadrukkelijk bij de student zelf. Gedurende een stageperiode is de student de eerste twee maanden kosteloos verzekerd via de Faculteit Aard- en Levenswetenschappen. Daarna kan de student zich bij de faculteit bijverzekeren. Informatie hierover is verkrijgbaar bij de financiële administratie, maar zal meestal pas nodig zijn in de masterfase.
Stage en scripties Stage- en scriptieregeling De faculteit kent een stage- en scriptieregeling die betrekking heeft op die studieonderdelen waarin de student min of meer zelfstandig onderzoek verricht en die worden afgesloten met een schriftelijke rapportage. Iedere student dient goed kennis te nemen van deze regeling VOORDAT gestart wordt aan een daaronder gerekend studieonderdeel. De regeling staat vermeld op het internet: http://www.falw.vu.nl > studenten > Reglementen > Stage- en scriptieregeling. Op deze webpagina staat tevens een lijst met studieonderdelen vermeld die vallen onder de stage- en scriptieregeling. Voor de bacheloropleidingen betreft dit alleen de Bachelorthesis. Bij dit derdejaars onderdeel moeten van tevoren schriftelijke afspraken worden gemaakt tussen student en docent(en). Een invulformulier met Aarde en economie
afspraken over stages en scripties is te downloaden via de bovenstaande webpagina, of te verkrijgen op het studiesecretariaat/infotheek. Het studiesecretariaat registreert het cijfer van het betreffende studieonderdeel vallend onder de Stage- en Scriptieregeling pas indien aan onderstaande condities is voldaan: De student levert twee exemplaren van het verslag in bij dr. ir. M. Bergwerff, kamer C-124, tel. 598 7401 (aanwezig van maandag t/m donderdag). Eén van deze verslagen is bedoeld voor de examencommissie en wordt ingeleverd samen met: · een stage-evaluatieformulier (verkrijgbaar op het studiesecretariaat, of de infotheek) · een Engelstalig abstract (zowel uitgeprint als digitaal). Het tweede exemplaar van het verslag is bestemd voor openbare inzage. Dit exemplaar wordt opgeslagen in de bibliotheek. Wanneer de totale kosten van prints/fotokopieën voor twee exemplaren meer dan EUR 10 bedragen, bestaat de mogelijkheid tot onkostenvergoeding. Het gedeelte van het bedrag dat boven de EUR 10 uitkomt, wordt in dit geval vergoed. Declaratieformulieren en bonnen kunnen worden ingevuld en ingeleverd bij dr. ir. M. Bergwerff , kamer C-124, tel. 598 7401 (aanwezig van maandag t/m donderdag). 1.15.2
Richtlijnen voor de scriptie Over het algemeen dient in eerste instantie een concept van het verslag te worden overlegd aan de docent alvorens over te gaan tot een definitieve versie. Bij de planning van de inleverdatum van zowel de voorlopige als de definitieve versie van een verslag dient vooral goed rekening te worden gehouden met de mogelijke afwezigheid van docenten, vooral in de zomer en de daaraan voorafgaande tijd. De docent zal in die periode vaak vanwege zijn overige werkzaamheden niet in staat zijn op korte termijn het werkstuk te corrigeren en/of te beoordelen. Op het titelblad van de scriptie wordt in ieder geval melding gemaakt van: 1. Titel van het verslag. 2. Auteur en datum van publicatie. 3. Opdrachtgever indien sprake is van een externe stage. 4. Naam van de begeleider vanwege de opleiding; indien afwijkend eveneens naam van de examinator. 5. Naam van de begeleider vanwege de instelling waar de stage werd uitgevoerd indien dit niet de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen VU betreft. 6. Vakcode(s) van het(de) studieonderdeel(en) waarvoor de werkzaamheden werden uitgevoerd, met bijbehorende studiepunten. Voor meer informatie wordt verwezen naar de Stage- en Scriptieregeling zelf.
1.16 1.16.1
Afstuderen Bachelorexamen Het bachelorexamen bestaat uit een aantal onderdelen, zoals tentamens, practica, veldwerk en excursies en het schrijven van een scriptie, die op verschillende tijdstippen worden afgelegd. Om te slagen voor het bachelorexamen gelden de volgende regelingen: De student slaagt voor het bachelorexamen op de voorwaarden dat: School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
35
· · ·
geen van de examenonderdelen is beoordeeld met een cijfer lager dan 5.0, niet meer dan één examenonderdeel met cijfer 5.0 beoordeeld is, het naar studielast gewogen gemiddelde van alle examenonderdelen ten minste 6.0 bedraagt.
Het bachelorexamen kan iedere maand (m.u.v. juli) worden afgelegd. Met het afleggen van het examen wordt bedoeld: het door de examencommissie laten vaststellen dat voldaan is aan alle exameneisen (alle vakken gehaald). De buluitreiking volgt altijd later. De uitreiking van de bachelorgetuigschriften vindt vijf maal per jaar plaats tijdens openbare zittingen van de examencommissie, te weten in de maanden september, november, februari, mei en augustus. Bachelorgetuigschriften worden veelal aan kleine groepen studenten tegelijk uitgereikt. 1.16.2
Goedkeuring van het vakkenpakket Uiterlijk drie maanden voor de gewenste examendatum dient het vakkenpakket van de bacheloropleiding te worden ingediend ter goedkeuring door de examencommissie. Het studiesecretariaat verstrekt daartoe een elektronische versie van het formulier ‘Aanvraag goedkeuring vakkenpakket’ op een zelf meegebrachte diskette of USB-stick, of via e-mail. Goedkeuring gebeurt op basis van de programma’s zoals vastgelegd in de OER(en). Na goedkeuring door de examencommissie krijgt de student hiervan schriftelijk bericht. Als er nadien nog wijzigingen optreden in de samenstelling van het programma (b.v. keuzevakken), dient voor het aanvragen van het examen eerst weer het gewijzigde vakkenpakket te worden goedgekeurd.
1.16.3
Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Als het (goedgekeurde) examenpakket nagenoeg volledig is afgelegd (en de cijfers dus geregistreerd), kan het examen schriftelijk worden aangevraagd door middel van een aanvraagformulier. Dit formulier is verkrijgbaar op het studiesecretariaat. Gelijktijdig wordt hiermee een verzoek tot afgifte van het getuigschrift ingediend. Het examen moet uiterlijk vier weken voor de gewenste examendatum aangevraagd worden. Het verdient aanbeveling al enkele weken voor het indienen van het verzoek tot afgifte van het getuigschrift op een totaaloverzicht van geregistreerde studieresultaten te controleren of alle afgelegde tentamens/studieonderdelen daadwerkelijk geregistreerd staan. Een verzoek tot afgifte van een getuigschrift (de bachelor- of masterbul) kan alleen worden ingediend als de examinandus op de aanvraagdatum staat ingeschreven als student of extraneus en als het collegegeld is betaald. Het verzoek om afgifte van het getuigschrift moet ingediend worden bij het studiesecretariaat. De examencommissie bepaalt aan de hand van de resultaten van de onderdelen of de examinandus al dan niet is geslaagd (in overeenstemming met de OER), bekijkt of de kandidaat de juiste vooropleiding heeft en kent het judicium toe. Daartoe vergadert de examencommissie ten minste éénmaal per maand, met uitzondering van de maand
36
Aarde en economie
juli. De datum waarop de examencommissie vaststelt dat aan alle eisen voor het examen is voldaan, wordt aan de student medegedeeld en op de bul vermeld. Voor het toekennen van de judicia hanteert de examencommissie de volgende voorwaarden, waarbij het naar studielast gewogen gemiddelde geldt: cum laude ³ 8,0; met veel genoegen ³ 7,5; met genoegen ³ 7,0. Voor toekenning van het judicium ‘cum laude’ geldt nog een aantal beperkende voorwaarden ten aanzien van de studietijd en cijferverdeling. Voor deze verdere regels wordt verwezen naar de ‘Regels en Richtlijnen voor de examens’. Deze zijn bijgevoegd bij de Onderwijs en Examenregelingen. Tegen beslissingen van de examencommissie staat beroep open bij het College van Beroep voor de examens. Zie voor de beroepsmogelijkheden het instellingsspecifieke deel van het studentenstatuut, of kijk op http://www.vu.nl > studenten > inspraak/reglementen. 1.16.4
Beëindiging van inschrijving Een student die de VU verlaat, omdat bijvoorbeeld het examen met goed gevolg is afgelegd, moet zelf de inschrijving als student beëindigen door middel van een schriftelijk verzoek. Het formulier daarvoor is verkrijgbaar op het studiesecretariaat en dient ingeleverd te worden gelijktijdig met het verzoek tot afgifte van een getuigschrift. De inschrijving wordt dan beëindigd in de maand volgend op die waarin het examen is afgelegd, behoudens in de maanden juli en augustus.
1.16.5
Dossierverklaring Bij beëindiging van de studie vóór het halen van het examen is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de examencommissie, als ten minste twee studieonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen vermeld die met goed gevolg zijn afgerond, inclusief studiebelasting en studieresultaat.
1.16.6
Inschrijving in een masteropleiding Studenten die doorstuderen aan een masteropleiding aan de Vrije Universiteit kunnen met het formulier Aanvraag Getuigschrift tevens aanvraag tot toelating tot en inschrijving in één van de masteropleidingen doen. Gelijktijdig met het vaststellen van het bachelorexamen besluit de examencommissie over toelating tot de aangegeven masteropleiding (en -specialisatie indien van toepassing). Over doorstroom naar en toelatingseisen tot de masteropleidingen van de School for Earth and Environmental Sciences is meer informatie te vinden in het volgende hoofdstuk onder Studie- en loopbaanperspectief en in de master guide en de OERen.
1.17 1.17.1
Studie- en loopbaanperspectief Studie en loopbaan In het derde jaar van de bacheloropleiding wordt het vak Studie en loopbaan gegeven. Dit vak wordt verzorgd in een samenwerking tussen de faculteit en het Centrum voor Studie en Loopbaan. Er wordt onder meer gewerkt aan een competentieanalyse van jezelf, een oriëntatie op de arbeidsmarkt en er wordt aandacht besteed aan het gemotiveerd kiezen van een vervolg(master)opleiding. Een uitgebreide beschrijving van het vak is te vinden in de lijst met vakomschrijvingen in deze gids. Meer informatie over het Centrum voor Studie en Loopbaan is te vinden op de algemene
School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
37
website www.vu.nl > studenten > advies en begeleiding > studie- en loopbaanbegeleiding. 1.17.2
Loopbaanoriëntatie en arbeidsmarkt De Nederlandse werkgevers zijn nog niet ingesteld op het creëren van functies voor afgestudeerden met een academische bachelorgraad. In tegenstelling tot sommige andere landen is bij ons de bachelor-masterstructuur pas kort geleden ingevoerd en heeft nog een beperkt aantal mensen een bachelorbul aan het Nederlands Wetenschappelijk Onderwijs behaald. Veelal zullen studenten kiezen voor een vervolgopleiding en het behalen van een mastergraad. Veel informatie over de carrièremogelijkheden met een bachelorbul kan hier helaas dus nog niet gegeven worden. Ter oriëntatie op de arbeidsmarkt is het nuttig om een stage te lopen buiten de instellingen van wetenschappelijk onderwijs. In de bacheloropleiding is alleen binnen het studieonderdeel Bachelorsthesis een beperkte mogelijkheid om eens buiten de VU te kijken. Binnen de masteropleidingen zal daartoe veel meer ruimte zijn. Loopbaanoriëntatie vindt ook plaats op de door GeoVUsie georganiseerde bedrijvendagen, de Landelijke Loopbaandag op 9 februari 2007, of via het bijwonen van voordrachten die met grote regelmaat op de faculteit worden gehouden door personen uit het bedrijfsleven (o.a. Geoflex-lezingen op donderdagmiddagen). De Stichting Bèta Bedrijvencontactdag Amsterdam (SBBA) organiseert ieder jaar een bedrijvencontactdag bestemd voor bètastudenten van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. De bedrijvencontactdag wordt jaarlijks gehouden in de eerste week van april, afwisselend in de gebouwen van de VU of de UvA. De bedrijvendag is met name gericht op laatste jaar bachelorstudenten, masterstudenten en promovendi. Deze krijgen in de loop van maart een uitnodiging en het programmaboekje met het inschrijfformulier. Op de bètabedrijvencontactdag is een informatiemarkt aanwezig waar bedrijven zich presenteren. Tevens zijn er verschillende lezingenrondes waarin enkele bedrijven de kans krijgen om het publiek te informeren over de arbeidsmogelijkheden die er voor bèta's zijn binnen dat bedrijf. Een persoonlijk gesprek met een bedrijf naar keuze kan aangevraagd worden door een ingevuld c.v. in te leveren, dat verstrekt wordt met het inschrijfformulier. Naar aanleiding van deze c.v.’s worden studenten uitgenodigd voor de gesprekkendagen die enige tijd na de bedrijvendag plaatsvinden, meestal in mei. De SBBA bestaat uit studenten van de VU en de UvA. Meer informatie over de SBBA of de bèta bedrijvencontactdag kan verkregen worden via de website http://www.sbba.nl.
1.17.3
38
Doorstroom naar een masteropleiding De meest voor de hand liggende keuze voor studenten in de afrondende fase van hun bacheloropleiding zal zijn zich te beraden op een doorstroom naar een masteropleiding. De masteropleiding kan gevolgd worden aan een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit, of wordt logischerwijs voortgezet binnen de faculteit zelf.
Aarde en economie
De School for Earth and Environmental Sciences van de faculteit Aard- en Levenswetenschappen van de Vrije Universiteit kent de volgende masteropleidingen A. Earth Sciences (waarbinnen zes specialisatierichtingen zijn ondergebracht); · Paleoclimate and Geo-ecosystems · Solid Earth · Archaeometry · Landscape Archaeology · Education (lerarenopleiding) · Science Communication B. Geosciences of Basins and Lithosphere (onderverdeeld in drie richtingen) · Sedimentary basins; architecture and evolution · Continental lithosphere; composition and rates of processes · Petroleum systems; development and regional geology C. Hydrology (onderverdeeld in twee richtingen); · Hydrogeology · Ecohydrology D. Environment and Resource Management (onderverdeeld in twee richtingen); · Environmental Studies · Energy Studies Binnen de specialisaties hebben de studenten de keuze tot het volgen van een tweetal profielen: · maatschappijgericht (M); · onderzoeksgericht (O) De profielkeuze zal in de praktijk met name tot uitdrukking komen in de uitvoering van een beleidsmatige of bedrijfsstage in het kader van de Master Thesis (M), dan wel een meer onderzoeksgerichte Master Thesis aan universiteit of onderzoeksinstituut (O). De masteropleidingen hebben een omvang van respectievelijk 120 stp. (Earth Sciences, Geosciences of Basins and Lithosphere, Hydrology) en 60 stp. (Environment and Research Management). Toelating tot de masteropleidingen Toestemming tot het volgen van masteronderdelen zonder bachelordiploma Om de doorstroom van een bacheloropleiding naar een masteropleiding van de School of Earth and Environmental Sciences iets te versoepelen, is het onder bepaalde voorwaarden toegestaan reeds deel te nemen aan een deel van het cursorisch onderwijs van de masteropleiding zonder dat het daartoe benodigde bacherlordiploma is behaald (zie later). Studenten met een geringe achterstand in de bacheloropleiding kunnen op deze wijze tijdens het afronden van de bacheloropleiding reeds beginnen met de masteropleiding. De voorwaarden voor deelname zijn als volgt: · Deelname is alleen toegestaan aan de daartoe speciaal in de OER vermelde studieonderdelen van de masteropleiding, wanneer de student minimaal 168
School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
39
·
studiepunten heeft behaald in de bachelorrichting die toegang verschaft tot de betreffende masteropleiding of masterspecialisatie. De periode waarbinnen de student zonder bachelordiploma kan deelnemen aan onderdelen van de masteropleidingen bedraagt maximaal 12 maanden, gerekend vanaf het begin van het cursusjaar.
N.B. Officiële inschrijving in de masteropleiding kan pas plaatsvinden na het behalen van het bachelordiploma! Toelating met BSc Aardwetenschappen, Richting I Studenten, die binnen het bachelorexamen Aardwetenschappen het programma van de bachelorvariant Richting I hebben gevolgd, hebben rechtstreeks toegang tot: A. de volgende specialisaties van de masteropleiding Earth Sciences: · Paleoclimate and Geo-ecosystems • Solid Earth • Education (lerarenopleiding, E-variant) • Science Communication (C-variant) B. de volgende specialisaties van de masteropleiding Hydrology: • Hydrogeology • Ecohydrology C. de volgende specialisaties van de masteropleiding Environment and Resource Management · Environmental Studies · Energy Studies Geologiestudenten (richting I) die willen worden toegelaten tot de masteropleiding Geosciences of Basins and Lithosphere moeten voldoen aan algemene instroomeisen waarover informatie te vinden is op www.basinmaster.vu, in de OER, of via mastercoördinator dr. Reini Zoetemeijer (
[email protected], tel. (020) 598 7382). Deze master bestaat uit de volgende specialisaties: • Sedimentary basins; architecture and evolution • Continental lithosphere; composition and rates of processes • Petroleum systems; development and regional geology Toelating met bachelorvariant Richting II Studenten, die binnen het bachelorexamen Aardwetenschappen het programma van de bachelorvariant Richting II hebben gevolgd, hebben rechtstreeks toegang tot: A. de volgende differentiaties van de masteropleiding Earth Sciences: · Paleoclimate and Geo-ecosystems · Education (lerarenopleiding, E-variant) · Science Communication (C-variant) B. de volgende differentiaties van de masteropleiding Hydrology: · Hydrogeology · Ecohydrology C. de volgende specialisaties van de masteropleiding Environment and Resource Management · Environmental Studies · Energy Studies
40
Aarde en economie
Toelating met BSc Aardwetenschappen, Richting III Studenten, die binnen het bachelorexamen Aardwetenschappen het programma van de bachelorvariant Richting III hebben gevolgd, hebben rechtstreeks toegang tot: A. de volgende differentiatie van de masteropleiding Earth Sciences: · Paleoclimate and Geo-ecosystems · Education (lerarenopleiding, E-variant) · Science Communication (C-variant) B. de volgende differentiaties van de masteropleiding Hydrology: · Hydrogeology · Ecohydrology C. de volgende specialisaties van de masteropleiding Environment and Resource Management · Environmental Studies · Energy Studies Toelating met bachelorvariant Geoarcheologie Studenten die binnen het bachelorexamen Aardwetenschappen de variant Geoarcheologie hebben gevolgd, hebben rechtstreeks toegang tot: A. de volgende differentiaties van de masteropleiding Earth Sciences: · Landscape Archaeology · Archaeometry · Education (lerarenopleiding, E-variant) · Science Communication (C-variant) B. de volgende specialisaties van de masteropleiding Environment and Resource Management · Environmental Studies · Energy Studies Toelating met BSc Aarde en economie Studenten met een bachelordiploma Aarde en economie zijn er voorlopig nog niet, maar tegen de tijd dat studenten afstuderen kunnen zij onder meer rekenen op doorstroommogelijkheden naar masteropleidingen als Environment and Research Management, Earth Sciences en mogelijk Hydrology. Toelating met afwijkende bachelorvarianten Studenten die op basis van hun bachelorvariant aan de Vrije Universiteit niet rechtstreeks toegang hebben tot een bepaalde masterspecialisatie binnen een masteropleiding, kunnen alsnog worden toegelaten tot die masterspecialisatie op basis van een daartoe strekkend besluit van de Examencommissie van die masteropleiding. De Examencommissie geeft daarbij aan voor welke differentiatie binnen de masteropleiding de toelating geldt. De Examencommissie kan aanvullende eisen stellen alvorens de student wordt toegelaten. Toelating masterspecialisaties Science Communication en Education Binnen de brede masteropleiding Earth Sciences bestaat de mogelijkheid tot het volgen van een Communicatie, of een Educatie-(lerarenopleiding)variant. Voor het volgen van de richting Science Communication gelden geen specifieke toelatingseisen. Het is echter wel raadzaam tijdens de bacheloropleiding het vak Oriëntatie op communicatie en educatie 1 (990005) op te nemen in je vrije keuzepakket. School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
41
Wil je toegelaten worden tot de Educatievariant, dan is het verplicht Sociale geografie I (450099) in je bachelorpakket te hebben. Daarnaast wordt sterk aangeraden de vakken Oriëntatie op communicatie en educatie 1 (990005) en Oriëntatie op educatie 2 (990007) tijdens je bacheloropleiding te volgen. Master Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied De faculteit der Wijsbegeerte organiseert een 2-jarige masteropleiding Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied, voor studenten die geïnteresseerd zijn in de invloed die de wetenschap uitoefent op ons mens- en wereldbeeld, de drijvende kracht van de wetenschap in onze maatschappij en cultuur en de drastische veranderingen die onze wereld ondergaat onder invloed van (natuur)wetenschappen en technologie. Studenten met een bachelordiploma Aardwetenschappen, of Aarde en economie kunnen worden toegelaten tot deze opleiding en volgen in het eerste jaar een filosofisch basisprogramma, waaronder een aantal vakken uit de bacheloropleiding Wijsbegeerte. In het tweede jaar wordt met algemene verdiepingscolleges en seminars over wisselende actuele keuzeonderwerpen verder vorm gegeven aan de opleiding die eindigt in een afstudeerfase (voornamelijk literatuuronderzoek en scriptie) waarin je eigen wetenschapsgebied alle aandacht kan krijgen. Voor meer informatie: M. Schoonebeek, studieadviseur Wijsbegeerte, Faculteit der Wijsbegeerte, hoofdgebouw, kamer 13A-06. Tel. (020)-598 6607, e-mail:
[email protected]
1.18
Instituten en onderzoeksafdelingen De volgende afdelingen van verschillende instituten van de faculteit der Aard- en Levenswetenschappen zijn relevant voor de opleidingen in de Aard- en Milieuwetenschappen, Geoarcheologie en Aarde en economie. Stafmedewerkers van deze afdelingen verzorgen de verschillende onderdelen van het bachelor- en masteronderwijs. De afdelingen verzorgen ook kort- en langdurende projecten die als afsluitende leeronderzoeken in zowel bachelor- als masteropleidingen worden aangeboden. Meer informatie over de afdelingen en hun onderzoek vind je op de facultaire website. Instituut voor Aardwetenschappen (zie www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IAW- Earth Sciences) · Hydrologie en Geo-milieuwetenschappen · Isotopengeochemie · Paleoklimatologie en Geomorfologie · Petrologie · Sedimentologie · Tektoniek Instituut voor Milieuvraagstukken (zie www.ivm.falw.vu.nl > organisation > departments) · Chemie en Biologie · Economie en Technologie · Milieubeleidsanalyse · Ruimtelijke Analyse en Beleid
42
Aarde en economie
Instituut voor Geo- en Bioarcheologie (zie www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IGBA - Geo- and Bioarchaeology) · Geoarcheologie Instituut voor Ecologische Wetenschappen (zie www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IEW- Ecological Science) · Dieroecologie · Ecologie en Ecofysiologie van Planten · Systeemecologie Athena Instituut (zie www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > Athena Institute) · Wetenschapscommunicatie Voor afdelingen van andere faculteiten (b.v. Archeologie en prehistorie (Faculteit der Letteren), of Ruimtelijke economie (Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde)) wordt verwezen naar de websites van die faculteiten.
School for Earth and Environmental Sciences, bachelorprogramma Aarde en Economie
43
44
Aarde en economie
2
2.1
Programmabeschrijving Aarde en economie
Opbouw van de opleiding Het bachelorprogramma Aarde en economie omvat: 1) Een verplicht pakket studieonderdelen met een omvang van 150 stp., waaronder alle vakken uit het eerste en tweede jaar en 30 stp. uit het derde jaar. 2) Een derdejaars minor Aardwetenschappen, of een minor Economie (met een omvang van 18 stp). 3) Een derdejaars vrije keuzepakket met een omvang van 12 stp.
2.2
Eerste jaar Alle onderstaande vakken van het eerste jaar zijn verplicht. Vakcode 450206 450231 450212 450007 450214 450215 450207 450208 60131080 450067 450210 450230 450216
2.3
Vaknaam Aarde en economie Algemene vaardigheden en encyclopedie Dynamiek van het historische landschap Global change Inleiding economie Inleiding wiskunde en computergebruik Natuur, leven en techniek 1 Natuur, leven en techniek 2 Ruimtelijke economie 1.4 (Transport- en milieueconomie) Systeem Aarde Veldoefening Aarde en economie Veldwerk Aardwetenschappen Verslag veldoefening Aarde en economie
Stp. 6 5 6 3 6 6 3 3 3 6 7 3 3
Periode 1 en 2 1, 2, 4 en 5 4 2 2 en 3 1 en 2 3 4 4 1 5 en 6 5 6
Tweede jaar De (verplichte) onderdelen van het tweede jaar van de bacheloropleiding Aarde en economie zijn (onder voorbehoud): Basiscursus milieukunde I (6 stp.) Besluitvormingsprocessen (3 stp.) Bodemkunde (3 stp.) Digitale ruimtelijke data (5 stp.) Inleiding hydrologie (5 stp.) Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland, inclusief veldpracticum (6 stp.) Natuurbeheer, beleid en ontwikkeling (6 stp.) Regionale economie (6 stp.) Ruimtelijke analyse en beleid (5 stp.) Ruimtelijke analyse onderzoekstraining (6 stp.) Statistiek en data-analyse (6 stp.)
Programmabeschrijving Aarde en economieEconomie
45
2.4
Derde jaar 1) De (verplichte) onderdelen van het derde jaar van de bacheloropleiding Aarde en economie zijn (onder voorbehoud): Bachelorthesis Aarde en economie (18 stp.) Studie en loopbaan (2 stp.) Uitwerking onderzoekstraining ruimtelijke analyse (4 stp.) Wetenschapsgeschiedenis voor aard-, levens- en milieuwetenschappen (3 stp.) Wijsgerige vorming: aardwetenschappen, filosofie en ethiek (3 stp.) 2) De minor Aardwetenschappen bestaat uit ten minste 18 stp. keuze uit onderstaande onderdelen: Bodem en milieu (6 stp.) Geomorfologie, inclusief veldpracticum (6 stp.) Grondslagen van meteorologie and klimatologie (6 stp.) Hydrologie van Nederland (6 stp.) Inleiding paleoklimatologie en paleo-oceanografie (6 stp.) Mathematisch modelleren (6 stp.) Terrestrische milieus (6 stp.) 3) De minor Economie bestaat uit ten minste 18 stp. keuze uit onderstaande onderdelen: Economics of policy evaluation (6 stp.) Economie van onroerend goed (6 stp.) Milieu-economie en management (6 stp.) Stedelijke economie (6 stp.) Transport en netwerkeconomie (6 stp.) 4) De keuzeruimte omvat 18 stp. punten, die moet worden ingevuld met een keuze uit de hieronder genoemde studieonderdelen. Literatuuronderzoek Aarde en economie (6 stp.) Natural hazards, vulnerability and risk assessment (6 stp.) Oriëntatie op communicatie en educatie 1 (6 stp.) Oriëntatie op educatie 2 (6 stp.) Sociale geografie I (6 stp.) De student kan de vrije keuzeruimte ook deels of geheel invullen met nog niet gevolgde studieonderdelen van de bacheloropleiding Aardwetenschappen, of de bacheloropleiding Economie.
46
Aarde en economie
3 naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Examenonderdelen Aarde en economie 450206 prof.dr. G.J. Borger; dr. F.R. Bruinsma (en gastdocenten) 6 1 en 2 De studenten verwerven een basaal inzicht in de wisselwerking tussen aardwetenschappelijke en economische uitgangspunten in de besluitvorming inzake veranderingen in de inrichting en het gebruik van de ruimte in Nederland. Tijdens de excursie wordt deze wisselwerking aan de hand van praktijksituaties toegelicht, in de colleges wordt daarop een theoretische toelichting gegeven en in het afsluitende werkstuk wordt deze wisselwerking in een zelf te kiezen regio verder uitgediept. Gedurende de eerste vier weken wordt in de hoorcolleges een toelichting gegeven op de regio's en thema's die ter discussie zullen staan tijdens de excursie in week 40. Tijdens die excursieweek zal het Groene Hart worden doorkruist van de Heuvelrug tot aan de Maasvlakte en Noord-Holland van IJburg naar het Wieringerrandmeer. Verder zal worden kennisgemaakt met de plannen voor het Knooppunt Arnhem-Nijmegen, de problematiek rond de Noord-Zuidlijn en de Zuidas in Amsterdam en met de drinkwatervoorziening en waterzuivering in Amsterdam. Met betrekking tot het waterthema wordt daarnaast aandacht geschonken aan de veiligheid en het waterkwaliteit- en waterkwaliteitsbeleid. Andere thema's die tijdens de excursie aan de orde komen, betreffen het ruimtelijk beleid met betrekking tot de stedelijke netwerken en economische kerngebieden, de mobiliteit en infrastructuur en de mainports in Nederland. Na de excursieweek worden deze thema's verder uitgediept in de hoorcolleges en wordt in de werkcolleges een begin gemaakt met de verkenning van de wisselwerking tussen aardwetenschappelijke en economische uitgangspunten in een door de studenten zelf te kiezen regio. Dit werkstuk wordt in groepjes van twee voorbereid en gepresenteerd aan de medestudenten. Ter afsluiting wordt het werkstuk met de begeleiders besproken. Hoorcolleges, dagexcursies, werkcolleges, werkstuk, presentatie. nog nader te bepalen. schriftelijk tentamen en beoordeling werkstuk.
naam code docenten studiepunten periode doel
Algemene vaardigheden en encyclopedie 450231 prof.dr. G.J. Borger; dr. M.A. van Drunen; dr. B.P. Zoetemeijer 5 1, 2, 4 en 5 Na deze cursus heeft de student algemene vaardigheden aangeleerd in het verrichten van een literatuuronderzoek, het schrijven van werkstukken en het houden van een mondelinge presentatie. De student is tevens bekend met het computer-, netwerk- en bibliotheekgebruik. Daarnaast heeft de student inzicht in de diverse perspectieven die wetenschappers vanuit verschillende disciplines hanteren om naar eenzelfde probleem te kijken inhoud De cursus bestaat uit twee delen: Algemene Vaardigheden (ALVA) en
Examenonderdelen
47
Encyclopedie. Het eerste deel hangt nauw samen met het vak 'Aarde en economie'. Het ALVA werkstuk en de mondelinge presentatie zijn inhoudelijk gebaseerd op onderdelen uit de 'Aarde en economie'-cursus. Encyclopedie (dr. M.A. van Drunen): Voor de opleiding Aarde en economie is het belangrijk inzicht te krijgen in de methoden en theorieën die in de verschillende wetenschappelijke disciplines gebruikt worden. In het encyclopediedeel van de cursus zullen drie wetenschappers een lezing houden over het onderwerp 'energie', belicht vanuit verschillende perspectieven: vanuit de economie, de aardwetenschappen en vanuit de politicologie. De studenten krijgen een opdracht mee om deze bijeenkomst voor te bereiden, waaronder een literatuurstudie. Na afloop hiervan schrijven studenten in groepjes een paper over een deelonderwerp, waarin de verschillende wetenschappelijke invalshoeken duidelijk naast elkaar en bij elkaar worden gezet. Algemene vaardigheden: Introductie bibliotheek en literatuur zoeken, het lezen en samenvatten van artikelen, basisprincipes schriftelijk en mondeling rapporteren, mediagebruik.Ter voorbereiding van de excursies van het vak 'Aarde en economie' wordt in groepjes een literatuurstudie gedaan naar een bepaald probleem op het raakvlak van aardwetenschappen en economie. Over het literatuuronderzoek en de excursie wordt een verslag geschreven. Er wordt een mondelinge presentatie gehouden over het werkstuk dat voor de cursus 'Aarde en economie' geschreven wordt. werkwijze Colleges (inleidingen, bibliotheekgebruik, schriftelijk rapporteren, mondelinge presentaties en mediagebruik), werkcolleges, literatuurstudie, lezingen, schriftelijk werkstuk over Aarde en economie excursies, schriftelijk werkstuk voor encyclopediedeel. literatuur Nog nader te bepalen. toetsing Mondelinge en schriftelijke rapportages. naam code docent studiepunten periode doel
Dynamiek van het historische landschap 450212 prof.dr. G.J. Borger 6 4 Studenten verkrijgen de basale kennis over de historische geografie van Nederland. Doelstelling is ook het verkrijgen van kennis en inzicht in ons cultureel erfgoed en in hoe processen van besluitvorming in het verleden nog steeds invloed hebben op het huidige landschap en ons leefmilieu. inhoud Tijdens de cursus worden de belangrijkste landschaptypes in Nederland besproken en de interactie tussen mens en natuur op een tijdschaal van ongeveer 1000 jaar. Hoe zijn deze landschappen voortdurend veranderd en wat zijn de belangrijkste factoren die dit proces van transformatie sturen? Hiervoor is kennis nodig van de belangrijkste sociale, politieke en economische systemen die gedomineerd hebben tijdens het laatste millennium. Hiervoor is ook kennis nodig van de natuurlijke processen in dit tijdvak, zoals zeespiegelstijging t.o.v. het landwinning-/watermanagement en kustbeheer, klimaatveranderingen versus landbouwproductie en -systemen. Tijdens de cursus worden ook de belangrijkste methoden en instrumenten
48
Aarde en economie
besproken die door historisch geografen worden gebruikt, zoals geschreven bronnen en oude kaarten. werkwijze Hoorcolleges, practica. literatuur Barends, S., e.a. (eds.) (2000) Het Nederlandse landschap. Een historischgeografische benadering. 8ste herziene druk. Matrijs, Utrecht. toetsing Schriftelijk tentamen naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Global change 450007 dr. M.J. Waterloo; prof.dr. A.J. Dolman 3 2 De Global Change cursus verschaft de student inzicht in de oorzaken van historische en recente veranderingen in het aardse klimaat en de terrestrische en oceanische milieus aan de hand van kennis over fysische, chemische en biologische processen die hierin een cruciale rol spelen. De cursus begint met een inleidend college over wat er onder global change verstaan wordt en welke rol de mens hierin vervuld heeft sinds de industriële revolutie. Dit college wordt gevolgd door colleges over de opbouw van de atmosfeer en de processen die ons weer en klimaat bepalen. De invloed van astronomische, geografische en atmospherische factoren op het klimaat is in dit opzicht erg belangrijk. De interactie tussen atmospherische, oceanische en terrestrische (biosfeer) systemen, en de tijdschalen waarop de processen in deze systemen werken, worden uitgebreid behandeld. Tot slot wordt aandacht besteed aan de mogelijkheden om negatieve effecten van menselijk ingrijpen op het klimaat en het milieu te beperken via internationale verdragen (Montreal, Kyoto protocol) en de daaruit voortvloeiende milieumaatregelen. In de werkcolleges wordt aan de hand van relevante artikelen de invloed van menselijk ingrijpen op het milieu in aride gebieden (verwoestijning), arctische gebieden (permafrost) en in de vochtige tropen (ontbossing) behandeld. Hoorcolleges en zelfstudie John Houghton, Global Warming, The Complete Briefing 3rd edition. 2004. Overige literatuur wordt verstrekt via Blackboard. Afsluitend schriftelijk tentamen Deze cursus sluit aan op de cursus Systeem Aarde (450067).
naam code docenten studiepunten periode doel
Inleiding economie 450214 dr. H.L.F. de Groot; dr. A.J.H. Pels; drs. G.J.M. Linders 6 2 en 3 Dit vak beoogt de essentiële economische basisprincipes te verschaffen die van belang zijn voor vragen omtrent gedrag van consumenten, producenten en de rol van de overheid in het economisch proces. Deze kennis vormt de basis voor latere toepassingen op bijvoorbeeld het gebied van kosten-baten analyses, waarderingsstudies, studies naar de effectiviteit en efficiëntie van prijsbeleid en regulering, etc. inhoud In deze cursus komen de micro-economische fundamenten van het gedrag van consumenten, producenten en de overheid aan bod. De vraag naar en het
Examenonderdelen
49
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen naam code docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing
aanbod van consumptiegoederen en productiefactoren (kapitaal en arbeid) wordt beschreven. Daarbij wordt ingegaan op het belang van de marktvorm waarin de onderneming opereert, de vorming van evenwichtsprijzen die ervoor zorgen dat markten ruimen, en situaties waarin de markt niet tot maatschappelijk wenselijke uitkomsten leidt en ingrijpen door de overheid wenselijk is. Tijdens de hoorcolleges wordt door de docent op een interactieve wijze de stof besproken. Het van tevoren voorbereid hebben van de stof is zeer aan te bevelen. Tijdens de werkcolleges zal aan de hand van vooraf te maken opgaven uitgebreid met de stof geoefend worden. Varian, Intermediate Microeconomics, Norton (6e editie). Schriftelijk tentamen Contacturen: gedurende zes weken twee hoorcolleges per week en een werkcollege per week Inleiding wiskunde en computergebruik 450215 dr. J. Juez Larre; dr. K.T. Rebel 6 1 en 2 Na de cursus kan de student de wiskunde toepassen ten bate van het oplossen van eenvoudige economische en aardwetenschappelijke problemen. Kort opfrisoverzicht van de vwo-wiskunde (exponentiële, logaritmische en goniometrische functies, differentiëren), integreren en primitiveren, extrema, optimaliseren, inleiding functies met meerdere variabelen. Tijdens de cursus zal de computer worden gebruikt om het begrip voor de wiskunde te verdiepen. College en (computer)practicum. · Basisboek Wiskunde door Jan van de Craats en Rob Bosch. ISBN: 90430-1156-8 Pearson Education, Amsterdam. · Syllabus Schriftelijk tentamen, computeropgaven.
naam code docent studiepunten periode doel
Natuur, leven en techniek 1 450207 prof.dr. P.A.M. Andriessen 3 3 Het doel van de cursus is: · het inzichtelijk maken dat bepaalde elementaire kennis op het gebied van scheikunde en natuurkunde noodzakelijk is; · het verkrijgen van gerichte elementaire kennis, basisprincipes en wetmatigheden, die dienen als basis voor andere cursussen. inhoud Voor de opleiding Aarde en economie is een minimale basiskennis van scheikunde en natuurkunde nodig. In het vak Natuur, leven en techniek 1 komen de volgende onderwerpen voor scheikunde aan bod: Atoombouw, Zouten, Organische verbindingen, Chemisch rekenen, Water, Reactiesnelheden, Zuren en Basen. De opzet van deze cursus is dat de student zich de theorie eigen maakt door
50
Aarde en economie
het maken van oefenopgaven tijdens de cursus. Bovendien zullen er voorbeelden worden behandeld, waarbij de student kennis maakt waarom een bepaalde basis kennis in scheikunde nodig is. Te denken valt aan bijvoorbeeld de groei van urbanisatie en industrie in een bepaalde regio en de impact van afvalstoffen op de chemische kwaliteit van zoetwaterreservoirs, zoals de verandering in het bestaand ecologisch evenwicht. Welke maatregelen zijn dan te treffen om de kwaliteit van het zoetwater te herstellen en wat houdt dat in voor de economische groei. Andere voorbeelden zijn situaties omtrent grondstoffen, energie, etc. werkwijze Colleges, werkcolleges en oefenopgaven. literatuur Syllabus. Blackboard wordt benut voor studiemateriaal en oefeningen. toetsing Schriftelijk tentamen. naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Natuur, leven en techniek 2 450208 prof.dr. P.A.M. Andriessen 3 4 Het doel van de cursus is: · het inzichtelijk maken dat bepaalde elementaire kennis op het gebied van scheikunde en natuurkunde noodzakelijk is; · het verkrijgen van gerichte elementaire kennis, basisprincipes en wetmatigheden, die dient als basis voor andere cursussen. Voor de opleiding Aarde en economie is een minimale basiskennis van scheikunde en natuurkunde nodig. In het vak Natuur, leven en techniek 2 komen de volgende onderwerpen voor natuurkunde aan bod: Elektriciteit en Magnetisme, Mechanica, Warmteleer, Golven en Straling. De opzet van deze cursus is dat de student zich de theorie eigen maakt door het maken van oefenopgaven tijdens de cursus. Bovendien zullen er voorbeelden worden behandeld, waarbij de student leert waarom een bepaalde basiskennis in natuurkunde nodig is. De oefenopgaven hebben bijvoorbeeld te maken met de rol van energie in de maatschappij, de impact op de economie en de energiebronnen. Colleges, werkcolleges en zelfstudie Syllabus. Informatie zal op Blackboard te vinden zijn. Afsluitend schriftelijk tentamen.
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Ruimtelijke economie 1.4 (Transport- en milieueconomie) 60131080 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 4 prof.dr. J.C.J.M. van den Bergh; prof.dr. E.T. Verhoef De student kan de relatie tussen de markt en de overheid benoemen vanuit een economisch perspectief in het algemeen, en voor de toepassingen externe effecten (verkeerscongestie, milieuvervuiling), natuurlijk monopolie (railverkeer) en oligopolie (luchtvaart) in het bijzonder. inhoud Dit vak behandelt marktfalen zoals externe effecten en marktmacht. Bekende voorbeelden van externe effecten zijn files in het wegverkeer en milieuvervuiling. De centrale vraag is: hoe kan men de schadelijke gevolgen
Examenonderdelen
51
van marktfalen, voor het efficiënt functioneren van markten, bestrijden? Bij de bestrijding van externe effecten en het tegengaan van marktmacht speelt de overheid een belangrijke rol. Zo kan zij bijv. een stelsel van milieuheffingen of congestieheffingen opstellen. Voor het tegengaan van misbruik van marktmacht bestaan verschillende reguleringsmogelijkheden. Er zal worden stilgestaan bij de voor- en nadelen van de verschillende beleidsopties. De volgende onderwerpen komen aan de orde: · Externe effecten in het verkeer: files, congestieheffingen, second-best beleid · Natuurlijk monopolie: railverkeer (diverse schaalvoordelen), regulering en deregulering, privatisering natuurlijke monopolies · Oligopolie en strategische bedrijfsvoering: luchtvaart, allianties luchtvaartmaatschappijen, regulering en deregulering. · Externe effecten en milieubeleid · Vernieuwbare hulpbronnen: visserij · Macroeconomische en internationale dimensies van milieubeleid literatuur · Kahn, J.R., The Economic Approach to Environmental and Natural Resources, 3rd edition. The Dryden Press. · E.T. Verhoef, Markets and Governments: Transport Economic Applications, Free University Amsterdam, Syllabus, gratis downloaden van Blackboard toetsing schriftelijk tentamen naam code docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing
52
Systeem Aarde 450067 drs. F.F. Beunk; dr. O. van de Plassche 6 1 Eerste kennismaking met de aardwetenschappen, in het bijzonder de processen die in het inwendige en aan het oppervlak van de Aarde werkzaam zijn en hun onderlinge afhankelijkheid. · Inleiding ontstaan en levensloop van het heelal en het zonnestelsel; ontstaan van de chemische elementen (nucleosynthese). · Bouw van de Aarde. · Gesteenten en bodems. · Exogene en endogene deelsystemen en hun energiebronnen. · Kringlopen: gesteentecycli, endogeen en exogeen; hydrologische kringloop; (bio)geochemische: koolstof (CO2-thermostaat), stikstof, fosfor, enkele oceanische deelcycli. · De factor tijd: tijdmeting, geologische tijdschaal. Responsiecolleges verbonden aan schrijfopdrachten, afgewisseld met hoorcolleges. B.J. Skinner, S.C. Porter & J. Park, 2004. Dynamic Earth - An introduction to physical geology. 5th Ed. J. Wiley & Sons. Syllabus bij 'endogene deelsystemen'. Schriftelijk essay-tentamen. Beoordeling van de dagelijkse schrijf-opdrachten telt mee in het tentamencijfer. Herkansingsresultaten worden geheel op het schriftelijk tentamen gebaseerd.
Aarde en economie
naam Veldoefening Aarde en economie code 450210 docenten drs. M.P. Bokhorst; dr. F.R. Bruinsma; drs. M.A. Molendijk; dr. S.J.A. Jung (en promovendi) studiepunten 7 periode 5 en 6 doel Het doel van het veldwerk is een integrale aardkundige en economische visie op een gebied te ontwikkelen. Als voorbeeld wordt Zuid-Limburg gekozen. · De basis van het leren onderzoeken van Aarde-en-economische kwesties in de praktijk; · Ervaring opdoen met gebruikelijke technieken van een basale landschapsen stakeholderanalyse (enquete- en interviewtechnieken); · Onderzoeksgegevens leren rapporteren en presenteren. inhoud Studenten ontwikkelen een totaalbeeld van de landschappelijke problematiek van de mergelwinning van de ENCI bij Maastricht. Er wordt inzicht verkregen in het 'systeemlandschap' van Zuid Limburg en vervolgens hoe verschillende stakeholders beïnvloed worden door de ingreep in dat landschap door de ENCI. Een landschapsanalyse, interviews en enquêtes onder stakeholders wordt verslag gedaan, worden verwerkt ten behoeve van de verslaglegging. werkwijze In een voorbereidingstraject van drie weken krijgen de studenten inleidende colleges over het gebied, ENCI-problematiek en in het samenstellen, afnemen en verwerken van vragenlijsten voor enquêtes en interviews. Daarnaast krijgt men college in basale landschapsecologie en technieken en inleidende hoorcolleges over het maken van een economische effectenstudie. In het tweede deel van het voorbereidingstraject worden groepen van twee samengesteld en wordt per groep een stakeholder uit een beschikbare lijst gekozen. Men bereidt zich voor met rapporten en beschikbaar kaartmateriaal. Er wordt een onderzoeksopzet en de basis van het verslag gemaakt (inleiding, doelstelling, werkwijze). Vragenlijsten worden opgesteld en men maakt afspraken met instanties/personen die men men wil spreken gedurende het bezoek aan Zuid Limburg (in de tweede week van het veldwerk). Tijdens het veldbezoek van twee weken wordt eerst kennisgemaakt met het gebied middels excursies. Alle stakeholders/landschapsgebruikende sectoren komen aan bod tijdens de excursies, evenals een overzicht van de aardwetenschappelijke structuur van het landschap. Vervolgens wordt in twee veldopnamedagen (1 dag Geuldal, 1 dag hellingen en plateaus) middels boringen en landschapsecologische opnames inzicht verkregen in de samenhang van de geofactoren in het landschap van Zuid-Limburg. Deze gegevens worden uitgewerkt in profielen (doorsnedes) en schema's waaruit de relaties naar voren komen. De tweede week is bedoeld om interviews af te nemen en enquêtes te houden, en de verzamelde gegevens te verwerken. De gegevens worden verwerkt tot resultaten in de avonduren en tijdens de uitwerkdag. De laatste ochtend vinden de evaluerende gesprekken plaats. literatuur Relevante beleids- en onderzoeksrapporten, kaarten en luchtfoto's. toetsing De student wordt beoordeeld op de inhoudelijke aspecten van verzamelde en verwerkte gegevens, en inzet. In een eindgesprek wordt een oordeel over het voorbereidend en veldonderdeel van deze cursus gegeven.
Examenonderdelen
53
entreevoorwaarden Deelname aan de 1e jaars veldoefening (en voorbereiding) is alleen mogelijk indien de student voor 15 april van het jaar van inschrijving 12 stp. heeft gehaald uit de tot dan geprogrammeerde studieonderdelen. Deze toelatingseis wordt getoetst door de Examencommissie. opmerkingen Inschrijving via TISVU. Een eerste voorlichting over het veldwerk wordt gegeven tijdens de 1e-jaars voorlichtingsbijeenkomst in januari. Zie voor uitgebreide informatie de Blackboard-site. naam code studiepunten periode docenten doel
literatuur toetsing
Veldwerk Aardwetenschappen 450230 3 5 dr. O. van de Plassche; dr. H.B. Vonhof; dr. C. Kasse; drs. M.P. Bokhorst · De ongeconsolideerde afzettingen die typerend zijn voor Nederland benoemen en beschrijven en koppelen aan een ontstaansmilieu; · Kennismaken met stratigrafische methoden in ongeconsolideerde sedimenten; · Basaal inzicht in de relatie landschap - ondergrond in Nederland; · Inzicht in de relatie stratigrafie - landschapsontwikkeling Op drie locaties in Nederland wordt klassikaal een beeld verkregen van de sedimenten die in de Nederlandse ondergrond ondiep voorkomen, hun stratigrafische opbouw, het landschap en de relatie daartussen. Deze locaties zijn: de overgang Utrechtse Heuvelrug - Hollandse veengebieden, Rivierengebied laag-Nederland en de overgang Brabantse wal zeekleipolders (met drie overnachtingen). Alle afzettingsmilieus van de aangeboorde sedimenten worden in actuo-situaties elders bezocht in de vorm van excursies. Daarnaast wordt een bezoek gebracht aan een drinkwaterwinningsbedrijf. In enige hoorcolleges worden de basale inhoud, principes en methoden van stratigrafisch en fysisch geografisch (met name geomofologisch en hydrologisch) onderzoek behandeld. Op de hierboven genoemde drie locaties wordt in één boordag (per locatie) klassikaal een raai gemaakt. In groepen van 3 worden op deze dagen boringen gezet, welke gezamenlijk op de VU of op locatie uitgewerkt worden tot een dwarssectie. Tijdens drie excursiedagen worden de actieve afzettingsmilieus bezocht, onder andere het Verdronken Land van Saeftinghe. Uit deze combinatie van gegevens wordt klassikaal afgeleid wat de Pleistocene en Holocene landschappelijke ontwikkeling van de boorlocaties is geweest en hoe men de aanwezigheid van bepaalde afzettingen landschappelijk kan herkennen. Tevens wordt een link gelegd tussen de aardwetenschappelijke en de historisch geografische en economische ontwikkeling op die locaties. Syllabus, kaarten, luchtfoto's. Uitwerking van de veldgegevens.
naam code docenten studiepunten periode
Verslag veldoefening Aarde en economie 450216 drs. M.P. Bokhorst; dr. F.R. Bruinsma; drs. M.A. Molendijk (en promovendi) 3 6
inhoud
werkwijze
54
Aarde en economie
doel Het maken van een economische effectenstudie en geïntegreerde schriftelijke verslaglegging van de Veldoefening Aarde en economie en deze effectenstudie. inhoud Verslaglegging en het maken van een economische effectenstudie over de Veldoefening Aarde en economie. werkwijze In werkcolleges wordt een een economische effectenstudie over de Veldoefening Aarde en economie geproduceerd. In de tweede week wordt dit samengebracht met de resultaten van het veldwerk zelf en verwerkt tot een verslag. Aan het einde van de periode worden de resultaten per groepje gepresenteerd en plenair bediscussieerd. Na inlevering wordt het verslag nagekeken en van commentaar voorzien, waarna het met de studenten per groepje wordt besproken. Vervolgens leveren de studenten een definitieve versie in, die wordt beoordeeld. Het definitieve verslag (1 per veldgroepje van 2) moet worden ingeleverd voor aanvang van het tweede studiejaar. literatuur Syllabus. toetsing Beoordeling van het schriftelijk verslag en de presentaties. opmerkingen Deelname aan de werkcolleges is verplicht. Zie voor uitgebreide informatie: Blackboard-site Verslag veldoefening Aarde en economie.
Examenonderdelen
55
56
Aarde en economie
4
Bijlagen
4.1
Docenten
4.1.1
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen telefoon
naam
e-mail (@falw.vu.nl)
kamer
87340 87324 89801 87357 87288 87371 87260 87348 87265 87495 87393 87335 87294 87341 87329 87358 89806 87265 87369 87330 87354 87321 87395 87424 87364 87381 87355 87283 86328 87261 87264 87397 87321 88697 87419 87380 87402 87327 87334 86681
prof.dr. P.A.M. Andriessen dr. R.T. van Balen dr. W.W.W. Beekman dr. C.J. Beets dr. G. Bertotti drs. F.F. Beunk dr. C. Biermann dr. S.J.P. Bohncke drs. M.P. Bokhorst drs. M.J.W. Bos dr. B.M. van Breukelen dr. F.M. Brouwer dr. L.A. Bruijnzeel prof.dr. S.A.P.L. Cloetingh prof.dr. G.R. Davies prof.dr. A.J. Dolman prof.dr. H. Doust drs. S. Engels dr. G.M. Ganssen dr. J. Groen dr. J. van Huissteden dr. R.A.M de Jeu dr. J. Juez Larre dr. S.J.A. Jung prof.dr. H. Kars dr. C. Kasse dr. S.J. Kluiving dr. H. Kooi dr. A.M.J. de Kraker prof.dr. D. Kroon dr. A.C. Lankreijer drs. S. Merten dr.ir. M.K. van der Molen drs.ing. S. Oonk dr. F.J.C. Peeters dr. O. van de Plassche dr. V.E.A. Post dr. M.A. Prins dr.K.T. Rebel drs. B.J. Regeer
paul.andriessen ronald.van.balen fred.beekman kay.beets giovanni.bertotti frank.beunk cees.biermann sjoerd.bohncke mark.bokhorst mark.bos boris.van.breukelen fraukje.brouwer sampurno.bruijnzeel sierd.cloetingh gareth.davies han.dolman harry.doust stefan.engels gerald.ganssen
[email protected] ko.van.huissteden richard.de.jeu
[email protected] simon.jung henk.kars kees.kasse sjoerd.kluiving henk.kooi adriaan.de.kraker dick.kroon anco.lankreijer sandra.merten michiel.van.der.molen stijn.oonk frank.peeters orson.van.de.plassche vincent.post maarten.prins karin.rebel barbara.regeer
H-325 F-430 C-220 F-438 E-251 F-348 E-152 M-428 C-154 B-021 O-449 F-038 M-446 E-160 F-032 M-438 E-154 C-420 E-327 F-454 F-456 H-320 H-334 E-353 O-439 F-432 O-450 C-424 M-120 E-359 F-346 H-350 H-320 OG-19 E-346 E-351 C-416 E-322 F-446 A-062
Bijlagen
57
87376 87192 87384 87273 87262 87347 87968 87292 87368 87366 87343 87404 87319 87412 87279 87296 87034 87353 87327 87382 telefoon 89528 89545 89525 89524 89959 89545 89577 89532 89534 89591 89521 89548 89546 89594 89559 89512 89547 89567 89596 89542
58
hans.renssen dr. H. Renssen wilfred.roling dr. W.F.M. Roling jan.smit prof.dr. J. Smit paul.smit drs. P.M.H. Smit harry.stel dr. H. Stel randell.stephenson dr. R.A. Stephenson pieter.stuyfzand prof.dr. P.J. Stuyfzand simon.troelstra dr. S.R. Troelstra prof.dr. J.F. Vandenberghe jef.vandenberghe hubert.vonhof dr. H.B. Vonhof marlies.ter.voorde dr. M. ter Voorde pieter.vroon dr. P.Z. Vroon maarten.waterloo dr. M. Waterloo tjeerd.van.weering prof.dr. T.C.E. van Weering wim.van.westrenen dr. W. van Westrenen jan.wijbrans dr. J.R. Wijbrans jaap.willems prof.dr. J.T.J.M. Willems ernst.willingshofer dr. E. Willingshofer jens.zinke dr. J. Zinke reini.zoetemeijer dr. B.P. Zoetemeijer e-mail naam (@ivm.falw.vu.nl) dr. J.C.J.H. Aerts prof.dr. J. van den Bergh prof.dr. F.G.H. Berkhout dr. P.J.H. van Beukering prof.dr. F.H.B. Biermann prof.dr. J.J. Boersema dr. H.S.J. Cesar dr. A.M. van Dommelen dr. M.A. van Drunen dr. M.A. Eleveld drs. A.J. Gilbert prof. dr. J. Gupta dr. A.G.M. van Hattum dr. M. van Herwijnen dr. D. Huitema dr. R. Janssen dr. S.W.M. Peters dr. M. Tromp-Meesters dr.ir. J.E. Vermaat dr. P.E. van der Werff
Aarde en economie
jeroen.aerts jeroen.van.den.bergh frans.berkhout pieter.van.beukering frank.biermann jan.boersema herman.cesar ad.van.dommelen michiel.van.drunen marieke.eleveld alison.gilbert joyeeta.gupta bert.van.hattum marjan.van.herwijnen dave.huitema ron.janssen steef.peters mieke.tromp.meesters jan.vermaat peter.van.der.werff
C-408 M-220 E-238 O-442 E-127 E-137 C-424 E-319 F-414 E-330 H-352 M452 O-420 E-343 F-040 H-357 B-029 E-153 E-322 E-154 kamer A-544 C-523 C-554 A-670 C-522 A-668 A-670 A-553 A-654 A-535 A-554 A-538 A-545 A-645 A-660 A-570 A-546 A-529 A-543 A-646
telefoon
naam
e-mail@ecology. falw.vu.nl
kamer
87211 87077 86962 87076 87070
prof.dr. M.A.P.A. Aerts dr. M.P. Berg dr. J.H.C. Cornelissen prof.dr. J. Ellers prof.dr. N.M. van Straalen prof.dr. H.A. Verhoef
rien.aerts matty.berg hans.cornelissen jacintha.ellers nico.van.straalen
A-154 H-159 A-162 H-128 H-141
herman.verhoef
H-120
87074
4.1.2
Andere faculteiten telefoon 86096 89072 86168 89228 86198 87979 86092 86681 89213
4.2 4.2.1
naam
e-mail
kamer
prof.dr. G.J. Borger dr. F.R. Bruinsma prof.dr. M. Collins dr. W.R.S. Critchley dr. H.L.F. de Groot drs. J.J.F. Heins dr. G.J.M. Linders prof.dr. F. van Lunteren prof.dr. C. Passchier dr. A.J.H. Pels dr.ir. J. van der Plicht dr. H.W. de Regt dr. J.A. van der Schee
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
4A-31 2G-12 4A-30 A-108
[email protected] [email protected] 050-3634760
[email protected] [email protected]
T036b 4A-32
telefoon
naam
e-mail (@let.vu.nl)
kamer
86369 86371 86438 86373 86369 86375
drs. J.G. Aarts dr. G.J.L.M. Burgers dr. A.M.J. Derks dr. J.C.A. Kolen prof.dr. N. Roymans prof.dr. D.G. Yntema
j.g.aarts gjl.burgers amj.derks jca.kolen ngam.roymans dg.yntema
08A/21 08A/23 08A/36 08A/26 08A/21 08A/28
13a/35 0G-12
Literatuur Bacheloropleiding, eerste jaar · Barends, S. e.a. (2000). Het Nederlandse landschap. Een historisch geografische benadering. 8ste herziene druk. Matrijs, Utrecht.
Bijlagen
59
· · · · · · ·
60
Caats, J. de en Bosch, R. Basisboek Wiskunde; Pearson Education, Amsterdam.ISBN: 90-430-1156-8 Houghton, J. (2004). Global Warming, The Complete Briefing, 3rd edition. Kahn, J.R., The Economic Approach to Environmental and Natural Resources, 3rd edition. The Dryden Press. Peters, E.K., No stone unturned, Freeman New York, ISBN-0-71672953-9. Skinner, B.J., Porter, S.C. & Park, J., (2004). Dynamic Earth - An introduction to physical geology. 5th Ed. J. Wiley & Sons. Varian, Intermediate Microeconomics, Norton (6e editie) Verhoef, E.T. Markets and Governments: Transport Economic Applications, Vrije University Amsterdam
Aarde en economie
Index Aanmelding, 28 Afstuderen, 35 Arbeidsmarkt, 38 Archaeometry, 13 Bachelorexamen, 35 Bibliotheek, 21 Blackboard, 20 Bul, 37 Cijfers, 30 College van beroep, 37 Computerfaciliteiten, 22 Deeltentamens, 29 Doorstroom naar een masteropleiding, 38 Earth Sciences, 12 Education, 13 Eindtermen bacheloropleiding, 17 Examen, 36 Examencommissie, 27 FSR, 24 Geosciences of Basins and Lithosphere, 14 GeoVUsie, 23 Getuigschrift, 36 Goedkeuring vakkenpakket, 36 Hertentamens, 30 Hydrology, 15 Jaarindeling, 18 Judicium, 37 Landscape Archaeology, 13 Loopbaanoriëntatie, 38 Master Environment and Resource Management, 15 Medezeggenschap, 23 OER, 27 Onderwijscoördinatie, 20 Opleidingen, 10 Opleidingscommissie, 27 Paleoclimate and Geo-ecosystems, 12 Regels en richtlijnen voor de examens, 37 Reisverzekering, 34 Roosters, 18 Science Communication, 14 Scriptie, 35 SOAL, 24 Solid Earth, 13 Stage- en Scriptieregeling, 34 Studie en loopbaan, 37 Studieachterstand, 25 Studieadvies, 26 Studiebegeleiding, 25 Index
61
Studieinformatie en -communicatie, 20 Studielast, 19 Studiesecretariaat, 19 Tentamens, 30 Tentamenuitslagen, 30 TIS, 28 Toelating tot de masteropleidingen, 39 Uitwisseling en internationalisering, 24 Vakkenpakket, 36 Veiligheid, 32 Veldwerken en excursies, 32 Vrijstellingen, 31
62
Aarde en economie