Biologie Bachelorgids 2006/2007
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.2.1 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.6 1.6.1 1.6.2 1.6.3 1.7 1.7.1 1.7.2 1.7.3 1.7.4 1.7.5 1.8 1.8.1 1.8.2 1.8.3 1.9 1.9.1 1.10 1.10.1 1.10.2 1.10.3 1.10.4 1.10.5 1.10.6 1.10.7 1.10.8 1.10.9 1.10.10 1.10.11 1.10.12 1.10.13 1.11
Biologie (BSc) Inleiding Toelatingsvoorwaarden Vooropleidingseisen en colloquium doctum Doelstelling, eindtermen en examen Doelstelling Eindtermen Examen van de opleiding Programmabeschrijving, algemeen Opbouw van de opleiding en studielast Jaarindeling onderwijs en herkansingen Onderwijsvormen, zelfstudie en toetsing Brede academische vorming Eerste jaar Eindtermen eerste jaar Functies eerste jaar Programmabeschrijving eerste jaar Tweede jaar Functie van het tweede jaar Toelating tot het tweede jaar Programmabeschrijving tweede jaar Derde jaar Functie van het derde jaar Toelating tot het derde jaar Programma beschrijving derde jaar Bachelorstage Vrije keuze Rooster Roosters Roosterwijzigingen Vakanties en herkansingen Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Praktische regels ten aanzien van aanmelding Regelingen met betrekking tot onderwijs en tentamens Onderwijs- en examenregeling (OER) Aan- en afmelding Mondeling tentamen Maximaal aantal pogingen Aanpassing gehandicapte studenten Orde tijdens tentamen Deeltoetsen Fraude Uitslagen Vrijstellingen Stage- en Scriptieregeling Bachelorstagehandleiding Veiligheids- en milieuvoorschriften Studiebegeleiding en studievoortgang Inhoudsopgave
9 9 9 9 10 10 10 11 11 11 11 12 13 13 13 13 14 15 15 15 15 16 16 17 17 19 19 20 20 21 21 21 21 23 23 23 23 23 24 24 24 24 25 26 26 26 29 29 5
1.11.1 1.11.2 1.11.3 1.12 1.12.1 1.12.2 1.12.3 1.12.4 1.12.5 1.12.6 1.12.7 1.12.8 1.12.9 1.12.10 1.13 1.13.1 1.13.2 1.13.3 1.13.4 1.13.5 1.14 1.14.1 1.14.2 1.14.3 1.14.4 1.14.5 1.14.6 1.14.7 1.15 1.15.1 1.15.2 1.15.3
Studieadviseur Studentendecanen en studentenpsychologen Studievoortgang Studentenvoorzieningen Studiesecretariaat Levenswetenschappen Onderwijsruimten en studiezalen Computerfaciliteiten Blackboard Boek- en syllabusverkoop Bibliotheek Studiekosten Uitwisseling en internationalisering Informatievoorziening en voorlichting Studentenorganisaties Onderwijsinstituut, opleidingscommissie en examencommissie Onderwijsinstituut Examencommissie Recht van beroep Opleidingscommissies Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Praktische regelingen ten aanzien van het bachelorexamen Bachelorexamen Goedkeuring vakkenpakket Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Diploma uitreiking Examendatum Dossierverklaring Inschrijving in een masteropleiding Studie en loopbaanperspectief Studie en loopbaan Arbeidsmarkt en werkgelegenheid Masteropleidingen
29 30 30 31 31 31 31 32 33 33 33 34 34 36 37 37 37 38 38 39 39 39 40 40 41 41 41 41 42 42 42 43
2
Examenonderdelen
45
3
Literatuur Biologie (BSc) Omvang van de opleiding Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar
97 97 97 97 98 99
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4
4 4.1 4.2
Adressen en gebouwen Adressen Gebouwen
Inhoudsopgave
103 103 108
Inhoudsopgave
7
8
Biologie
1
1.1
Biologie (BSc)
Inleiding De bacheloropleiding Biologie is een van de opleidingen op het terrein der Levenswetenschappen die is ondergebracht in een aparte School of Life Sciences binnen de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen. Het onderwijs binnen de opleidingen wordt georganiseerd en verzorgd door afdelingen van de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen.
1.2 1.2.1
Toelatingsvoorwaarden Vooropleidingseisen en colloquium doctum Vooropleidingseis De vooropleidingseis voor de bacheloropleiding Biologie is een vwo-diploma met een van de volgende profielen: • Natuur en Techniek (N+T) aangevuld met biologie 1 en 2 • Natuur en Gezondheid (N+G) zonder aanvullende eisen Studenten met een vwo-diploma Economie en Maatschappij (E+M) en Cultuur en Maatschappij (C+M) hebben uitsluitend instroomrechten tot de opleiding als zij beschikken over voldoende eindexamen in de vakken: biologie 1 en 2, wiskunde B1 of A1 en A2 en scheikunde 1. Dit betekent dat het E+M profiel moet zijn aangevuld met biologie 1 en 2 en scheikunde 1, en het C+M profiel moet zijn aangevuld met biologie 1 en 2, scheikunde 1 en wiskunde B1 of A1 en 2. Vrijstelling van de vooropleidingseis op grond van andere diploma’s Onder, in de Onderwijs- en examenregeling, bepaalde voorwaarden kan de examencommissie besluiten om houders van andere diploma's toe te laten tot de opleiding. Het betreft de volgende diploma's: • vwo-getuigschrift oude stijl • wo-getuigschrift propedeutisch examen • wo-getuigschrift doctoraalexamen • hbo-getuigschrift propedeutisch examen • hbo-getuigschrift afsluitend examen • Open Universiteit -getuigschrift propedeutisch examen • Open Universiteit -getuigschrift doctoraalexamen Voor bezitters van genoemde diploma’s geldt dat zij over voldoende kennis van biologie, scheikunde, wiskunde, Engels en algemene natuurwetenschappen dienen te beschikken (zie OER). Wanneer iemand een diploma bezit zonder de juiste vakkencombinatie, is er formeel sprake van een deficiëntie. Bij andere toelatende diploma’s dan een vwo-diploma zal de examencommissie beoordelen of de genoten vooropleiding tot voldoende voorkennis heeft geleid. Een deficiëntie moet zijn opgeheven voordat aan de opleiding kan worden begonnen. Toelatingsonderzoek Voor hen die niet voldoen aan één van de hierboven gestelde eisen én 21 jaar of ouder zijn, bestaat de mogelijkheid een universitair toelatingsonderzoek, het zogeheten colloquium doctum, te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Biologie (BSc)
9
Studentendecanen of via de website http://www.vu.nl/aankomende_studenten > Bacheloropleidingen > aanmelding en toelating > Colloquium doctum.
1.3
10
Doelstelling, eindtermen en examen
1.3.1
Doelstelling De opleiding Biologie richt zich op de bestudering van alle verschijningsvormen van leven en natuur en de processen die zich daarbinnen afspelen, op het doen van wetenschappelijk onderzoek hiernaar en op de toepassing van de zo verworven kennis. De opleiding wordt gekenmerkt door het aanbieden van algemene kennis op alle in de biologie te onderscheiden organisatieniveaus (van molecuul tot ecosysteem) en daaropvolgend een specialisatie in één der subdisciplines van de biologie: moleculaire biologie, ontwikkelingsbiologie, neurobiologie, ecologie, bioinformatica, wetenschapscommunicatie, en beleid, management en ondernemen. Studenten volgen eerst een brede bacheloropleiding van drie jaar, daarna stromen ze door naar een meer gespecialiseerde masteropleiding. Met de opleiding wordt beoogd zodanige kennis, vaardigheid en inzicht bij te brengen op het gebied van de Biologie dat de afgestudeerde in aanmerking kan komen voor een algemene, brede of specialistische masteropleiding in de Biologie. Dit kan een onderzoeksrichting zijn, maar ook een opleiding op het gebied van Communicatie en Educatie of een meer maatschappijgerichte opleiding. Belangrijke aspecten hierbij zijn het leren samenwerken en communiceren met collega’s van diverse disciplines en vakgebieden. Eveneens is het essentieel dat de afgestudeerde zich bekwaamd heeft in het verantwoord kiezen in wetenschappelijke problematieken. Om deze doelstellingen te bereiken is in de eerste plaats een brede biologische basisopleiding nodig met daarin ook aandacht voor algemene academische vorming. Daarnaast is het noodzakelijk dat de student gedurende enige tijd actief deelneemt aan het biologisch onderzoek.
1.3.2
Eindtermen De bachelor heeft biologische basiskennis op de terreinen biochemie en celbiologie (inzicht in moleculaire en cellulaire processen in planten- en dierenrijk), genetica (inclusief de ontwikkeling van organismen), evolutiebiologie (ontstaan en ontwikkeling van leven, processen van soortvorming, verwantschap tussen en binnen taxa, bouwplannen van de belangrijkste groepen), microbiologie, ecologie (inzicht de ecosystemen, de ecologische processen die daar binnen een rol spelen en de onderlinge samenhang van die processen) en dier- en plantenfysiologie (het functioneren op supracellulair niveau, inzicht in de bouw en functie van de belangrijkste weefsels, organen en orgaansystemen en de regulatie van hun werking). De bachelor beheerst het desbetreffende vocabulair en heeft kennis van de belangrijkste theorieën op deze gebieden. De bachelor beschikt over een academische attitude en academische vaardigheden, dat wil zeggen dat de bachelor in staat is tot: • zelfstandig verwerven van informatie op biologisch terrein, het analyseren en kritisch evalueren van deze informatie; • zelfstandig en efficiënt verwerven van kennis en inzicht aangaande voor hem of haar nieuwe biologische vraagstukken; • het selecteren en ordenen van informatie, het onderscheiden van hoofd- en bijzaken, en het leggen van verbanden; Biologie
•
multidisciplinair denken, en inzicht hebben in disciplines die van belang zijn voor het eigen specialisme; • het op hoofdlijnen analyseren van onderzoek, zowel met betrekking tot de opzet en uitvoering van het onderzoek als de resultaten daarvan; • het onder begeleiding opstellen van een onderzoeksplan, waarin opzet, uitvoering en analyse van het onderzoek beschreven worden; • schriftelijke verslaggeving in het Nederlands en mondelinge presentatie van onderzoek in het Nederlands; • inhoudelijk bijdragen aan wetenschappelijke discussies met betrekking tot de plannen van onderzoek of het bespreken van onderzoeksresultaten; • evaluatie van het eigen functioneren, zowel door zelfreflectie als in gesprek met anderen; • nadenken over ethische aspecten van onderzoek of de toepassing daarvan en het betrekken van deze overwegingen in besluitvorming. De bachelor beheerst laboratoriumvaardigheden die nodig zijn voor moleculair, cellulair, fysiologisch en ecologisch onderzoek. De bachelor heeft kennis van en inzicht in de wijze waarop biologische vraagstukken van belang zijn voor de maatschappij, welke instanties daarbij een rol spelen, hoe de informatiestromen hierover lopen en wat de maatschappelijke en ethische implicaties van deze vraagstukken zijn. Anderzijds is de bachelor in staat om maatschappelijke problemen te vertalen naar biologisch onderzoek. 1.3.3
1.4
Examen van de opleiding In de bacheloropleiding Biologie kan het examen Bachelor of Science (BSc) in Biologie worden afgelegd. Aan de eisen van het bachelorexamen wordt voldaan wanneer alle examenonderdelen zijn afgelegd met voldoende resultaat. De examenonderdelen staan vermeld in de Onderwijs- en Examenregeling (OER), maar ook in de paragrafen betreffende de programmabeschrijving van elk studiejaar (par. 5, 6 en 7 van dit hoofdstuk). Meer informatie over de OER is te vinden in paragraaf 10, meer informatie over het aanvragen van het getuigschrift is te vinden in paragraaf 14.
Programmabeschrijving, algemeen
1.4.1
Opbouw van de opleiding en studielast De omvang van de bacheloropleiding bedraagt 180 studiepunten verdeeld over drie studiejaren (60 studiepunten per jaar). Eén studiepunt (conform ECTS, European Credit Transfer System) staat voor 28 uur studiebelasting en bestaat uit het volgen van colleges en practica, het voorbereiden en uitwerken van de collegestof (zelfstudie), het studeren voor tentamens, het maken van werkstukken en het verrichten van veldwerk. Een voltijds cursus van vier weken heeft een studielast van 6 studiepunten. Bij de beschrijvingen van de studieonderdelen zijn de studiepunten per onderdeel vermeld.
1.4.2
Jaarindeling onderwijs en herkansingen Het reguliere onderwijs start op maandag 4 september 2006, week 36. In de tabel staan de onderwijsperioden, vakanties, perioden van herkansingen en de data van de sluiting van de gebouwen.
Biologie (BSc)
11
Jaaroverzicht planning onderwijs, vakanties en herkansingen
Weeknr. 36-43 (2006) 44-51 (2006) 52 (2006)-1 (2007)
2-5 (2007) 6-14 (2007)
15-22 (2007)
23-26 (2007) 27-35 (2007)
Periode VU-gebouw sluiting Onderwijsperiode 1 Onderwijsperiode 2 Kerstvakantie en herkansingen 25 december t/m 1 januari in week 1 van vakken gegeven (Kerst en Nieuwjaar) in week 36-43 Onderwijsperiode 3 Onderwijsperiode 4 6 april (Goede Vrijdag) In week 10 voorjaarsvakantie en herkansingen van vakken gegeven in week 44-51 Onderwijsperiode 5 9 april (2de Paasdag) 30 april, (Koninginnedag), 5 mei (bevrijdingsdag), 17 mei (Hemelvaartsdag) en 28 mei (2e Pinksterdag) Onderwijsperiode 6 Zomervakantie en herkansingen (de laatste twee weken van augustus) van vakken gegeven in week 2-26
Het reguliere onderwijs bestaat uit cursussen die in verschillende onderwijsperioden zijn gepland. In de meeste gevallen worden de cursussen in blokvorm gegeven. Dit betekent dat gedurende een bepaalde periode maar één cursus tegelijkertijd wordt gegeven. Er zijn echter ook enkele perioden waar meerdere cursussen tegelijkertijd gegeven worden, waarbij colleges en/of practica en werkgroepen van de verschillende cursussen door elkaar heen lopen. Als dit meerdere verplichte cursussen binnen één studiejaar betreft, zal de roostering van de cursussen uiteraard onderling worden afgestemd. Cursussen beginnen meestal op maandag, maar er zijn uitzonderingen. Cursussen met een studiebelasting die afwijkt van 6 studiepunten beginnen en/of eindigen soms op een andere werkdag, bij parallelle programmering beginnen cursussen vaak daags na elkaar. Het is dus verstandig tijdig het cursusrooster te raadplegen. De eind- en deeltentamens zijn op verschillende momenten gepland; ook hiervoor is het raadzaam tijdig het cursus- of tentamenrooster te raadplegen. 1.4.3
12
Onderwijsvormen, zelfstudie en toetsing Het bachelorprogramma bestaat uit een reeks van vakken die er vooral op gericht zijn kennis, inzicht en vaardigheden bij te brengen en deze te leren toepassen. Vaardigheden zijn vooral academisch vaardigheden, zoals het verwerken van wetenschappelijke kennis, het kunnen overdragen (schriftelijk en mondeling) van resultaten van onderzoek e.d. Daarom bestaat de opleiding uit een mix van activiteiten waaronder individuele studie, het bijwonen van hoor- en responsiecolleges, het maken van werkstukken en deelnemen aan groepsprojecten zoals practica, Computer Ondersteund Onderwijs (COO), of Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) en een stage. Naast de verplichte onderwijsactiviteiten is er voldoende tijd over voor zelfstudie en voor het maken van opgaven en werkstukken. In veel gevallen wordt samenwerken met medestudenten uitdrukkelijk aanbevolen. De toetsing volgt doorgaans direct na
Biologie
afloop van de lesperiode van het betreffende vak en soms is er tussentijds een deeltoets. Vaak bestaat het laatste deel van de cursus uit tentamenstudie (thuis of op de studiezaal), maar deze tijd op zich is vaak niet voldoende om voor het hele eindtentamen te studeren. Daarom zijn er gedurende de cursus vaak tussentijdse zelfstudiedagen. Het bijhouden van de stof tijdens de cursusperiode is van groot belang voor een succesvolle studievoortgang. 1.4.4
1.5
Brede academische vorming Door het basisprogramma heen is er aandacht voor brede academische vorming, zoals inzicht in de samenhang der wetenschappen, de maatschappelijke betekenis van de eigen discipline en de geschiedenis daarvan, en voor het verwerven van academische vaardigheden zoals het op niveau presenteren van eigen of groepswerk, zowel mondeling als schriftelijk. Deze aspecten zijn met name gelokaliseerd in de onderdelen Inleiding in de biologie, Cellulaire biologie Wijsbegeerte en wetenschap, Levensgemeenschapsbiologie (onderzoeksproject), Levensvragen en wetenschap, Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij en de Bachelorstage.
Eerste jaar
1.5.1
Eindtermen eerste jaar De student heeft na voltooiing van het eerste BSc-jaar: • Een breed overzicht van het vakgebied der biologie; • Basiskennis op de terreinen: biochemie en celbiologie (inzicht in moleculaire en cellulaire processen in planten- en dierenrijk), wiskunde (modelbouw en statistiek), genetica (inclusief de ontwikkeling van organismen), evolutiebiologie en biodiversiteit (ontstaan en ontwikkeling van leven, processen van soortvorming, verwantschap tussen en binnen taxa, bouwplannen van de belangrijkste groepen, basale kennis van flora en fauna), microbiologie, ecologie (inzicht in de ecosystemen, de ecologische processen die daarbinnen een rol spelen en de onderlinge samenhang van die processen), dier- en plantenfysiologie (het functioneren op supracellulair niveau, inzicht in de bouw en functie van de belangrijkste weefsels en organen en orgaansystemen en de regulatie van hun werking). De bachelor beheerst het desbetreffende vocabulair en heeft kennis van de belangrijkste theorieën op deze gebieden; • Beheersing van de elementaire laboratoriumvaardigheden; • Beheersing van algemene computerprogramma’s zoals Word en Excel; • Beheersing van algemene informatievaardigheden, i.c. het vinden van literatuur in een wetenschappelijke bibliotheek en van (wetenschappelijke) informatie op het internet; • Beheersing van sociale vaardigheden om in een groep te kunnen samenwerken, discussiëren en overleggen; • Zicht op de wetenschappelijke methodiek en de plaats van de wetenschapper in de samenleving.
1.5.2
Functies eerste jaar Het eerste jaar van de bachelor heeft een oriënterende en selecterende functie. De student kan zich tijdens het eerste studiejaar oriënteren op de gekozen opleiding, dat wil zeggen: voldoet de opleiding aan de verwachting en is men er geschikt voor. Het programma van het eerste jaar geeft een eerste overzicht van de opleiding en geeft een verbreding van de biologische kennis.
Biologie (BSc)
13
De selecterende functie komt vooral tot uiting in de studieresultaten. De studieresultaten worden gevolgd door de studieadviseur. Als het nodig is worden studenten opgeroepen voor een gesprek. Op grond van de cijfers wordt aan het eind van het eerste jaar aan elke eerstejaars een (niet-bindend) schriftelijk studieadvies gestuurd. 1.5.3
Programmabeschrijving eerste jaar In het eerste jaar zijn alle vakken verplicht, er zijn geen keuzevakken. Het programma in het eerste jaar vormt een basis; het geeft een eerste overzicht van de Biologie en is bedoeld als een verbreding van de kennis op diverse terreinen en bevat een aantal ondersteunende vakken zoals Wiskunde en Biologische chemie. Later in het programma zal de kennis uit deze vakken worden gebruikt. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de cursusprogrammering voor het studiejaar 2006-2007, met daarbij per cursus de studiebelasting uitgedrukt in studiepunten (stp). Programma eerste jaar bachelor Biologie
weeknr. cursus 36-39 Inleiding in de biologie Wiskunde 40-43 Biologische chemie vervolg Wiskunde 44-47 Cellulaire biologie 48-51 Genetica (B/BMW) 52-1 vakantie en herkansingen 2-5 Ecologie 6-9 Evolutiebiologie 10 onderwijsvrij en herkansingen 11-14 Plantenfysiologie 15-18 Dierfysiologie 19-22 Wijsbegeerte en wetenschap 23-26 Biodiversiteit en ecologisch veldwerk 27-35 vakantie en herkansingen totaal
vakcode 470140 470152 470002 470152 470013 470723
stp 5 1 (totaal 2) 5 1 (totaal 2) 6 6
470009 470063
6 6
470163 470164 470160 470019
6 6 6 6 60
Het onderdeel Wiskunde loopt parallel aan vakken in de weken 36 t/m 43. Bij parallelle roostering worden de rooster van de verschillende vakken op elkaar afgestemd. De overige vakken worden als enkel blok aangeboden, zonder dat er nog ander onderwijs doorheen is geprogrammeerd. In die periode volg je dus maar één vak. Een aantal cursussen wordt samen met studenten uit de opleiding Bio-medische wetenschappen gevolgd. Studenten dienen er rekening mee te houden dat bij een aantal cursussen een of meer verplichte excursies zijn opgenomen in het programma. Zo is er in de cursus 'Biodiversiteit en ecologisch veldwerk' een week veldwerk in Nijmegen opgenomen. De meeste cursussen worden afgesloten met een schriftelijk tentamen, een enkele met een verslag, soms beide. Meer informatie over de inhoud van de cursussen is te
14
Biologie
vinden bij de cursusbeschrijvingen achterin deze studiegids (hoofdstuk ‘Examenonderdelen’). Studenten moeten zich voor de cursussen en de bijbehorende tentamens, opgeven via TIS. Meer over TIS en de termijn voor aanmelding staat verderop in dit hoofdstuk.
1.6
Tweede jaar
1.6.1
Functie van het tweede jaar Het tweede jaar van de bacheloropleiding is een verdere oriëntatie binnen de biologie. Daarnaast wordt beoogd een verdieping van kennis, inzicht en vaardigheden op deelgebieden van de biologie tot stand te brengen. Dit vormt de basis voor de differentiatie in het derde jaar.
1.6.2
Toelating tot het tweede jaar Studenten die in 2005 zijn begonnen met de studie krijgen in september 2006 toegang tot het tweedejaars onderwijs als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan: • Studenten worden toegelaten tot het tweede studiejaar wanneer zij voor alle examenonderdelen uit het eerste studiejaar zijn geslaagd. Hierbij geldt het examenprogramma volgens de OER uit het jaar van aanvang van de studie. • De examencommissie laat de tweedejaars student voorlopig toe tot het volgen van onderdelen in het tweede studiejaar wanneer hij/zij minimaal 48 studiepunten uit het eerste jaar heeft behaald. Wanneer minder dan 48, maar meer dan 24 studiepunten uit het eerste jaar zijn behaald geldt een beperkte toelating: toelating geldt alleen voor die tweedejaarsonderdelen die niet samenvallen met nog af te leggen onderdelen uit het eerste jaar. Deze studenten wordt aangeraden samen met de studieadviseur een studieplan voor het tweede jaar op te stellen. Tweedejaarsstudenten die 24 studiepunten of minder hebben behaald uit het eerste studiejaar worden niet toegelaten tot tweedejaars onderdelen. • De voorlopige toelating tot het onderwijs in het tweede studiejaar geldt voor maximaal één jaar. Daarna mag een student alleen nog van eerstejaars vakken onderwijs volgen en tentamens doen. • Wanneer een student na twee jaar inschrijving, of meer, de onderdelen van het eerste en/of tweede studiejaar niet heeft behaald, dient hij/zij aan de dan geldende eisen voor het eerste en/of tweede jaar te voldoen. Dit kan betekenen dat de student verplicht wordt andere vakken te doen in plaats van eerder gevolgde vakken die niet meer worden aangeboden. Met ingang van studiejaar 2007-2008 zullen de regels voor toelating tot tweede- en derdejaars onderwijs worden aangepast. Studenten moeten er rekening mee houden dat er volgend studiejaar strengere regels gelden, waardoor zij worden geblokkeerd voor deelname aan onderwijs in hogere jaren. Voor meer informatie wordt verwezen naar de Onderwijs- en examenregeling.
1.6.3
Programmabeschrijving tweede jaar In het tweede jaar zijn alle vakken tot en met week 18 (2007)verplicht. Daarna, in de blokken van week 19-22 en 23-26, kunnen studenten twee maal kiezen uit steeds drie cursussen. De tabel geeft een overzicht van de cursusprogrammering voor het studiejaar 2006-2007, met daarbij per cursus de studiebelasting uitgedrukt in studiepunten (stp). Het programma geldt voor studenten die gestart zijn met de bacheloropleiding in 2005.
Biologie (BSc)
15
Programma tweede jaar bachelor Biologie
weeknr. 36-39 40-43 44-47 48-51 52-1 2-5 6-12 13-14 15-18 19-22
23-26
27-35
verplichte cursus Methodologie en statistiek 1 Biologie, beleid en (kennis)management Biochemie Neurobiologie vakantie en herkansingen Plantenwetenschappen Levensgemeenschapsbiologie (week 10 onderwijsvrij en herkansingen) Veldwerk: flora en fauna van vulkaaneilanden Voortplantingsbiologie keuze cursussen (steeds keuze uit 3): Moleculaire ontwikkelingsbiologie of Ontwikkeling en gedrag of Trends in Plantenbiologie Evolutionaire ecologie en gedrag of Neurofysiologie of Infectieziekten vakantie en herkansingen totaal
vakcode 470165 470021 470071 470039
stp 6 6 6 6
470073 470143
6 9
470166
3
470031
6
470038 400083 470153 470074 470078 471024
6 6 6 6 6 6 60
Alle vakken worden als enkel blok aangeboden, zonder dat er nog ander onderwijs doorheen is geprogrammeerd. In die periode volg je dus maar één vak. Een aantal cursussen wordt samen met studenten uit de opleiding Bio-medische wetenschappen gevolgd. Bij een aantal cursussen zijn een of meer verplichte excursies opgenomen in het programma. Het onderdeel 'Veldwerk: Flora en Fauna van Vulkaaneilanden' wordt deels gegeven op Madeira. Studenten dienen er rekening mee te houden dat zij zich voor deze cursus op tijd (minimaal acht weken van tevoren) opgeven in verband met de planning van de reis en het verblijf. De meeste cursussen worden afgesloten met een schriftelijk tentamen een enkele met een verslag, soms beide. Meer informatie over de inhoud van de cursussen is te vinden bij de cursusbeschrijvingen achterin deze studiegids (hoofdstuk ‘Examenonderdelen’). Studenten moeten zich voor de cursussen en de bijbehorende tentamens, opgeven via TIS. Meer over TIS en de termijn voor aanmelding staat verderop in dit hoofdstuk.
1.7 1.7.1
16
Derde jaar Functie van het derde jaar Het derde jaar vormt samen met het tweede jaar de tweede fase van de bacheloropleiding. In deze tweede fase is er ruimte voor een verdieping van kennis, inzicht en vaardigheden op deelgebieden. In het derde jaar kiezen studenten voor een groot deel hun eigen programma. Daarbij wordt ook tijd besteed aan oriëntatie op de verschillende richtingen die de masteropleiding biedt, zodat studenten aan het eind
Biologie
van het derde jaar een verantwoorde keuze maken uit verschillende differentiaties in de vervolg masteropleiding. Belangrijk onderdeel van het derde jaar is de bachelorstage. 1.7.2
Toelating tot het derde jaar Studenten die vóór 2004 met hun studie zijn begonnen en alle eerstejaars en tweedejaars vakken hebben gehaald worden toegelaten tot derdejaars onderwijs en tentamens.Studenten die vóór 2004 zijn begonnen, maar nog niet alle eerstejaars vakken hebben gehaald, mogen alleen nog deelnemen aan onderwijs en tentamens van eerstejaars vakken. Studenten die vóór 2004 zijn begonnen en wel alle eerstejaars vakken, maar nog niet alle tweedejaars vakken hebben gehaald, mogen alleen nog deelnemen aan onderwijs en tentamens van tweedejaars vakken. Studenten die in 2004 zijn begonnen met de studie, het eerst jaar succesvol hebben afgerond en in 2005 het tweede jaar hebben gevolgd, krijgen in september 2006 toegang tot het derdejaars onderwijs als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan: • Studenten worden toegelaten tot het derde studiejaar wanneer zij voor alle examenonderdelen uit het eerste en tweede studiejaar zijn geslaagd. Hierbij geldt het examenprogramma volgens de OER uit tweede jaar van de studie. • De examencommissie laat de derdejaarsstudent voorlopig toe tot het volgen van onderdelen in het derde studiejaar wanneer hij/zij: 1) voor alle examenonderdelen uit het eerste jaar geslaagd is en 2) minimaal 48 studiepunten uit het tweede jaar heeft behaald. Wanneer minder dan 48, maar meer dan 24 studiepunten uit het tweede jaar zijn behaald geldt een beperkte toelating: toelating geldt alleen voor die derdejaarsonderdelen die niet samenvallen met nog af te leggen onderdelen uit het tweede jaar. Derdejaarsstudenten die 24 studiepunten of minder hebben behaald uit het tweede studiejaar worden niet toegelaten tot derdejaars onderdelen. • Er is geen toelating tot derdejaars onderwijs als er nog eerstejaars onderdelen niet zijn gehaald. • De voorlopige toelating tot het onderwijs in het derde studiejaar geldt voor maximaal één jaar. Met ingang van studiejaar 2007-2008 zullen de regels voor toelating tot tweede- en derdejaars onderwijs worden aangepast. Studenten moeten er rekening mee houden dat er volgend studiejaar strengere regels gelden, waardoor zij worden geblokkeerd voor deelname aan onderwijs in hogere jaren. Voor meer informatie wordt verwezen naar de Onderwijs- en examenregeling.
1.7.3
Programma beschrijving derde jaar Het derde studiejaar is opgebouwd uit een aantal verplichte vakken, daarnaast zijn er voornamelijk keuzecursussen. De tabel geeft een overzicht van de cursusprogrammering voor het studiejaar 2006-2007, met daarbij per cursus de studiebelasting uitgedrukt in studiepunten (stp). Het programma geldt voor studenten die gestart zijn met de bacheloropleiding in 2004. Programma derde jaar bachelor Biologie
weeknr. cursus 36-26 Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij 36-39 Genomics of Systeemecologie Biologie (BSc)
v/k v
vakcode 470098
stp 1
k k
470076 470044
6 6 17
40-43
44-47
48-51 52-1 2-18
19-22
23-26
27-35
Evolutie van de mens of Structuurbiologie of Oriëntatie op Communicatie en Educatie 1 Ecotoxicologie of Moleculaire neurobiologie of Molecular microbiology Methodologie en statistiek 2 vakantie en herkansingen Bachelorstage, M of O (23 stp) of Oriëntatie op Educatie 2 (6 stp) en Bachelorstage, kort (17stp) week 10 onderwijsvrij (muv deelnemers aan Oriëntatie op E2) en herkansingen Toegepaste ecologie of Levensvragen en wetenschap of Ontwikkeling en gedrag of Moleculaire ontwikkelingsbiologie of Trends in plantenbiologie of Bioinformatica Moleculaire celbiologie Evolutionaire genetica Evolutionaire ecologie en gedrag Neurofysiologie Infectieziekten vakantie en herkansingen totaal afkortingen: v=verplicht; k=keuze; vk=verplichte keuze uit 2 mogelijkheden (zie tekst)
k k k k k k v
470055 470056 990005 470047 470049 470610 470062
6 6 6 6 6 6 6
vk vk vk
470060 990007 470061
23 6 17
k k k k k k k k k k k
470045 470151 470083 470038 470153 470172 470079 470053 470074 470078 471024
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 60
Een paar onderdelen zijn verplicht, namelijk Methodologie en statistiek 2, Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij en de Bachelorstage. Tijdens de bachelorstage wordt naast het doen van onderzoek veel aandacht gegeven aan de algemene vaardigheden van de student. Hieraan gekoppeld is het schrijven van een thesis. Het onderdeel Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij bestaat uit een aantal bijeenkomsten gedurende het gehele jaar. Bij de roostering van de keuzevakken is daar rekening mee gehouden zodat studenten in staat zijn om het verplichte onderdeel te volgen naast de keuzeonderdelen. De overige vakken worden als enkel blok aangeboden, zonder dat er nog ander onderwijs doorheen is geprogrammeerd. Per periode kan slechts 1 keuzevak gevolgd worden, omdat de keuzevakken voltijds zijn ingeroosterd en de roostering van de keuzevakken niet op elkaar is afgestemd. Een student kan kiezen voor een brede oriëntatie binnen de verschillende vakgebieden of voor een specialisatie door te kiezen voor cursussen binnen een zelfde richting. Bijvoorbeeld in de richting van de neurobiologie, genetica, gedrag of de moleculaire biologie. Raadpleeg voordat de keuze wordt gemaakt de vakbeschrijvingen achter in de gids. Sommige cursussen zijn verplicht om in te mogen stromen in een vervolg masteropleiding en/of specialisatie.
18
Biologie
Studenten die een bachelorstage in de richting ecologie doen, gaan tijdens hun stage mee op de veldwerk week van de cursus 'Veldexcursie ecosystemen Ardennen'. Omdat de werkweek een geïntegreerd onderdeel is van hun stage; wordt er geen eindcijfer voor dit onderdeel gegeven; de beoordeling hiervoor is onderdeel van het eindcijfer voor de bachelorstage. De bachelorstage is verplicht, maar studenten kiezen zelf in welke richting en op welke afdeling zij de stage volgen. Voorts kunnen studenten kiezen uit • een bachelorstage van 23 stp, of • de cursus Oriëntatie op E 2 van 6 stp en een kortere bachelorstage van 17 stp. Om de cursus Oriëntatie op E 2 te kunnen volgen moet wel eerst Oriëntatie op CE 1 zijn gedaan. De meeste cursussen worden afgesloten met een schriftelijk tentamen een enkele met een verslag, soms beide. Meer informatie over de inhoud van de cursussen is te vinden bij de cursusbeschrijvingen achterin deze studiegids (hoofdstuk ‘Examenonderdelen’). Studenten moeten zich voor de cursussen en de bijbehorende tentamens, opgeven via TIS. Meer over TIS en de termijn voor aanmelding staat verderop in dit hoofdstuk. 1.7.4
Bachelorstage Tijdens de cursus Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij krijgen de studenten voorlichting over de bachelorstage. Het doel van de stage is verdieping van de onderzoeksvaardigheden met als product een onderzoeksverslag. Tijdens de stage bewijst de student dat hij een probleem op wetenschappelijke wijze kan aanpakken, oplossen en beschrijven en het is tevens een eerste oriëntatie op een toekomstig beroep. Onderzoeksstages vinden bij voorkeur plaats binnen de participerende afdelingen van de eigen faculteit (FALW), maar kunnen bijvoorbeeld ook bij het VUmc of de faculteiten Psychologie en Pedagogiek, Exacte Wetenschappen of Bewegingswetenschappen gedaan worden. De studenten worden door de coördinator van de bachelorstages geholpen bij het zoeken naar onderwerpen en plaatsen voor een stage, studenten mogen zelf ook onderwerpen ter goedkeuring aanbrengen. Uitgebreide informatie over het onderzoek van de verschillende afdelingen is te vinden op de facultaire website http://www.falw.vu.nl > Onderzoeksinstituten of Onderzoekscentra. Tevens is een aparte site ingericht waar afdelingen stageplaatsen en stageonderwerpen kunnen plaatsen, te vinden onder Studenten> Bachelor (of master)opleidingen >Info alle opleidingen. Meer informatie over de gang van zaken bij een bachelorstage is te vinden in de paragraaf 'Bachelorstagehandleiding'.
1.7.5
Vrije keuze De mogelijkheid bestaat om in plaats van 2 aangeboden keuzecursussen, in totaal dus voor maximaal 12 studiepunten, een alternatief programma te kiezen. Dit alternatief kan bestaan uit onderwijs uit een andere universitaire opleiding of keuzevakken die door een andere faculteit worden aangeboden (zoals bv. het interfacultair keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken). De cursussen moeten dus wel op academisch niveau zijn en moeten worden gegeven aan een erkende universiteit. De studenten moet vóóraf toestemming aanvragen bij de examencommissie. Hiervoor dienen studenten een schriftelijk verzoek in te dienen bij de examencommissie. Het verzoek kan worden gericht aan de ambtelijk secretaris van de examencommissie Biologie, mw.
Biologie (BSc)
19
dr. P.A.C.M. de Boer, Onderwijsbureau, Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, De Boelelaan 1087, 1081 HV Amsterdam (e-mail
[email protected]). In het verzoek dient vermeld te worden: • gegevens student (zoals studentnummer en hoe ver de studie inmiddels is gevorderd) • de naam en aantal studiepunten van het vak dat de student wil volgen • de instelling waar het vak gegeven wordt • de reden waarom de student dat vak in het examenprogramma wil opnemen • een beschrijving van het vak Geadviseerd wordt om eerst bij de studieadviseur informatie in te winnen over de eventuele haalbaarheid van het verzoek. Als het verzoek is toegekend zal het cijfer voor dat vak bij het studiesecretariaat ALW worden geregistreerd wanneer hiervoor een getekend bewijs (cijferbriefje) wordt ingeleverd van de instelling waar het vak is gevolgd.
1.8 1.8.1
Rooster Roosters Jaarrooster Een onderwijsrooster met daarin alle cursusonderdelen voor het hele studiejaar (jaarrooster) is te downloaden via de studentenpagina van de facultaire website (http://www.falw.vu.nl > Studenten > Roosters). Cursusrooster De roosters van de cursussen zijn vanaf begin augustus te vinden op de website http://www.falw.vu.nl >Studenten. Dit betreft alleen de roosters van cursussen in de komende maanden. Er wordt in eerste instantie vaak een voorlopig rooster geplaatst (er staat dan 'voorlopig' in de link). Er kunnen echter in deze roosters nog wijzigingen optreden i.v.m. het niet beschikbaar zijn van de juiste zalen op het juiste moment. Vooral voor tentamens en herkansingen geldt dat de planning daarvan op centraal niveau gedaan wordt en het dus niet mogelijk is in een zeer vroeg stadium aan te geven wanneer het precieze tijdstip is. Definitieve roosters zijn uiterlijk 14 dagen voor de aanvang van de desbetreffende cursus in zodanige vorm beschikbaar dat de deelnemers daarin kunnen lezen op welke tijden en locaties zij aanwezig moeten zijn. Studenten moeten bij voorbaat uitgaan van een 40-urige cursusweek, met onderwijs tussen 8:30 en 17:30 uur. De definitieve cursusroosters kunnen worden gedownload vanaf de website en/of Blackboard (het elektronische cursusinformatiesysteem). Tentamenrooster Tweemaal per jaar, in januari en augustus, wordt een rooster voor het komende half jaar van de schriftelijke tentamens en de herkansingen met tijd en plaats gepubliceerd op de facultaire website (http://www. falw.vu.nl > Studenten). De data zijn tevens beschikbaar via TIS. TIS is het elektronische informatiesysteem waarmee studenten hun studieresultaten kunnen raadplegen en zich kunnen aanmelden voor tentamens en cursussen. Aanmelding voor cursussen, tentamens en herkansingen kan uitsluitend via TIS. Meer informatie over TIS en de procedures voor het opgeven via TIS zijn te vinden in de paragraaf 'Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens '.
20
Biologie
Studenten moeten de roosters zelf ophalen of downloaden. Andere examenonderdelen, zoals stages en scripties, hebben geen rooster. 1.8.2
Roosterwijzigingen Door omstandigheden is het soms onvermijdelijk dat er, nadat een rooster in alle details is vastgelegd en bekend gemaakt, roosterwijzigingen worden doorgevoerd. Roosterwijzigingen worden doorgaans meegedeeld via een mededeling op het eerste college, op Blackboard of via de e-mail.
1.8.3
Vakanties en herkansingen De studenten dienen er rekening mee te houden dat ze in principe de volle werktijd (8.30-17.30 uur) reserveren voor het volgen van de onderdelen. Er zullen problemen ontstaan wanneer een deel van een cursus wordt gemist, bijvoorbeeld wegens ziekte of een extra vakantie. Teveel tijd missen leidt er gemakkelijk toe dat een cursus een volgend jaar moet worden over gedaan. Er zijn per studiejaar twee mogelijkheden voor schriftelijke tentamens per jaar: een maal volgend op het onderwijs en een maal in de herkansingsperiode. Gedurende het jaar zijn er in principe drie onderwijsvrije perioden waarin herkansingen zijn gepland: de eerste week van januari, in het voorjaar (week 10), en de laatste twee weken van augustus. Studenten die niet aan herkansingen hoeven deel te nemen kunnen in deze periode vakantie opnemen. Studenten die een tentamen moeten herkansen kunnen dit niet, want er is binnen 1 studiejaar geen extra herkansingsmogelijkheid.
1.9 1.9.1
Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Praktische regels ten aanzien van aanmelding Voor het aan- en afmelden van cursussen en tentamens binnen de opleidingen Levenswetenschappen wordt gebruik gemaakt van TIS. Hierbij gelden de volgende regels. Bachelorfase Alle studenten dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TIS. Uitzonderingen hierop zijn de reguliere eerstejaars studenten. Zij zijn van september t/m oktober automatisch ingeschreven bij de betreffende studieonderdelen van het eerste jaar. Tijdens het eerste studieonderdeel zullen deze studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Vanaf november gelden voor de reguliere eerstejaars dezelfde regels als voor alle andere studenten. Premasterfase Studenten die voorafgaande aan hun masteropleiding een premasterfase volgen dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TIS. Zij zijn van september t/m oktober automatisch ingeschreven voor de betreffende, met hen afgesproken, studieonderdelen. Tijdens de eerste cursus zullen deze studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Daarna gelden voor hen dezelfde regels als voor alle andere studenten.
Biologie (BSc)
21
Inschrijftermijnen Voor alle studenten geldt dat inschrijving via TIS plaats kan vinden vanaf de maand juli voorafgaande aan het studiejaar voor de cursussen tot en met de Kerst en vanaf de maand oktober in een lopend studiejaar voor de cursussen na de Kerst. Inschrijven kan tot uiterlijk 4 weken voor de aanvang van een cursus en tot uiterlijk 1 week voor een tentamen. Een uitzondering hierop zijn een aantal onderdelen met veldwerken en excursies. Bij deze onderdelen moeten studenten zich eerder opgeven. Dit geldt ook voor een (zeer beperkt) aantal cursussen waarvoor een maximum aantal deelnemers geldt. Bij de cursusbeschrijvingen achter in de studiegids staat aangegeven of er een afwijkende aanmeldtermijn geldt voor het onderdeel. Wanneer, bijvoorbeeld door technische problemen, inschrijving of afmelding via TIS niet mogelijk is dient de student dit kenbaar te maken bij het studiesecretariaat. Hiervoor gelden echter dezelfde termijnen als bij elektronische opgave. Herkansers die niet aan een cursus deelnemen maar wel aan het bijbehorende tentamen geven zich alleen via TIS voor dat tentamen op, ook tot 1 week voor de tentamendatum. Gecombineerde aanmelding cursus en bijbehorend tentamen Aanmelding van een cursus is gekoppeld aan aanmelding voor het bijbehorende tentamen aan het einde van de cursus. Omgekeerd is die koppeling er niet. Dus wanneer een student zich opgeeft voor een cursus is er tegelijkertijd een aanmelding gedaan voor het bijbehorende tentamen aan het einde van de cursus. Wanneer een student alleen de cursus willen doen, moet hij/zij zich apart afmelden voor het tentamen aan het einde van de cursus. Wanneer een student alleen het tentamen wil doen (bijvoorbeeld in geval van recidivisten) dan moet de student zich alleen apart aanmelden voor het tentamen. Afmelden Afmelden voor een cursus kan uitsluitend via TIS tot 4 weken voor aanvang van de cursus, dan wel tot 1 week voor aanvang van een tentamen. Uitzondering hierop zijn de nieuw ingeschreven eerstejaars en (pre)master studenten die zich in de periode september t/m oktober uitsluitend via het studiesecretariaat kunnen afmelden. Vanaf november gelden voor hen dezelfde regels als voor de andere studenten. Sancties Wanneer een student niet is ingeschreven via TIS wordt hij of zij alleen toegelaten tot de betreffende cursus of tentamen wanneer de faciliteiten dat toestaan. Bij een cursus met practicum of werkgroepen zal dat veelal niet mogelijk zijn omdat op basis van opgegeven aantallen groepsindelingen zijn gemaakt, student-assistenten zijn aangesteld en practicum materiaal is besteld. Toelating tot een cursus of tentamen nadat de inschrijftermijn is verlopen is ter beoordeling van het hoofd Onderwijsbureau, mevr. dr. A.M. Wagner. Wanneer deelname in principe nog wel mogelijk is wordt 15 euro administratiekosten bij de student in rekening gebracht. Wanneer een student inmiddels al aan een tentamen heeft deelgenomen wordt het cijfer pas bekend gemaakt en geadministreerd als de administratiekosten zijn betaald. Wanneer een student zich wel voor een cursus heeft opgegeven, maar niet op die cursus verschijnt, kan de faculteit administratiekosten en de kosten voor een syllabus in rekening brengen. Als een student die staat 22
Biologie
ingeschreven voor een tentamen niet deelneemt aan dit tentamen zonder zich te hebben afgemeld wordt het eindcijfer 1 ingevoerd. Uitgebreide informatie over de TIS-procedure en de sancties bij niet naleven van de regels zijn te vinden op de facultaire website http://www.vu.nl > Studenten > Reglementen en kwaliteit. Overtekening en loting Bij een beperkt aantal keuzecursussen is een maximaal aantal deelnemers vermeld (zie de beschrijvingen van de examenonderdelen achter in de studiegids). Bij overtekening wordt geloot. Deze loting vindt plaats tot 8 weken voor aanvang van de cursus. Het is van belang om op tijd in te schrijven voor een cursus waarbij geloot zal worden. De termijn van lotingscursussen is anders dan die van niet-lotingscursussen om studenten die niet zijn ingeloot de kans te geven zich voor een andere cursus op te geven. Om aan de loting te kunnen meedoen, moet uiteraard aan de ingangseisen van de betreffende cursus zijn voldaan. Minimaal aantal deelnemers Bij een beperkt aantal keuzecursussen is een minimaal aantal deelnemers vermeld (zie de beschrijvingen van de examenonderdelen achter in de studiegids). Wanneer het minimum aantal deelnemers niet wordt gehaald zal de cursus geen doorgang vinden.
1.10
Regelingen met betrekking tot onderwijs en tentamens
1.10.1
Onderwijs- en examenregeling (OER) Voor elke opleiding binnen de faculteit bestaat een Onderwijs- en Examenregeling (OER) waarin formeel het onderwijsprogramma en de regelingen over het onderwijs en de examens zijn vastgelegd. Via het internet (http://www.falw.vu.nl > studenten > Reglementen > Onderwijs- en examenregelingen) de OER van elke opleiding te raadplegen en te downloaden. Indien er verschillen zouden bestaan tussen de OER en deze studiegids, geldt de regelgeving zoals beschreven in de OER.
1.10.2
Aan- en afmelding Voor het aan- en afmelden van tentamens binnen de opleidingen Levenswetenschappen wordt gebruik gemaakt van TIS. Zie de richtlijnen onder paragraaf 10 'Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens'.
1.10.3
Mondeling tentamen Het tentamen kan in sommige gevallen ook mondeling worden afgenomen, bijvoorbeeld wanneer er maar een beperkt aantal studenten aan een onderdeel deelneemt. De student en docent maken samen een afspraak over tijd en plaats, de datum ligt altijd rond de datum van het geplande schriftelijke tentamen.
1.10.4
Maximaal aantal pogingen Elk tentamen mag zonder voorafgaande toestemming van de examencommissie ten hoogste vier maal worden afgelegd. Wanneer het maximum van vier tentamens is bereikt, zonder dat het examenonderdeel met succes is afgerond, beoordeelt de examencommissie of en onder welke voorwaarden de kandidaat toelating krijgt tot een toekomstig tentamen. Een gemotiveerd verzoek tot toelating moet schriftelijk worden ingediend bij de examencommissie. Wanneer persoonlijke redenen ten grondslag liggen aan het verzoek wordt geadviseerd eerst langs de studieadviseur te
Biologie (BSc)
23
gaan. De studieadviseur kan de situatie beoordelen en het verzoek eventueel laten vergezellen van een advies.
24
1.10.5
Aanpassing gehandicapte studenten Voor gehandicapte studenten wordt, op hun verzoek, gezocht naar mogelijkheden om de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun handicap aangepaste wijze af te leggen. Contactpersonen hiervoor is de studieadviseur.
1.10.6
Orde tijdens tentamen • De docent laat bij het tentamen de deelnemerslijst door de student paraferen; • De surveillant is gerechtigd de collegekaart te controleren; • Het is verplicht vóór de aanvang van het tentamen tassen, boeken, dictaten, elektronische communicatieapparatuur (zoals zaktelefoons) en dergelijke in een afgesloten tas te plaatsen in de gangpaden van de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen, met uitzondering van die onderwijsmaterialen waarvan expliciet gemeld staat dat ze gebruikt mogen worden bij dat betreffende tentamen; • Het is niet toegestaan na aanvang van het officieel vastgelegde tijdstip de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen te betreden. Kandidaten die te laat komen kunnen door de examinator of surveillant worden uitgesloten van deelname; • Tijdens het tentamen is het dragen van kleding welke het gehele of het grootste deel van het gezicht bedekt niet toegestaan; • Tijdens het tentamen is het nuttigen van drank en etenswaren in de regel niet toegestaan; • Aanwijzingen van de examencommissie of examinator, die voor het begin van het examen of tentamen zijn gepubliceerd, en ook aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan gegeven worden, dienen door de examinandus te worden opgevolgd; • Na afloop dienen zowel het tentamen als alle andere verstrekte papieren te worden ingeleverd.
1.10.7
Deeltoetsen Tentamengelegenheden staan aangegeven in het lesrooster. De examinator kan een tentamen splitsen in deeltoetsen. Deeltoetsen hebben geen formele status. Een docent kan m.b.t. deeltoetsen dus specifieke regels hanteren, maar dient deze tevoren duidelijk aan de studenten te hebben gecommuniceerd. Tijdens een herkansing wordt altijd de gelegenheid gegeven om het hele tentamen te doen. Dit betekent dat er voor deeltoetsen geen aparte tentamenmogelijkheid wordt gegeven en dat deeltoetsen van één vak altijd op hetzelfde toetsmoment samenvallen. Wel is het zo dat een docent kan bepalen dat er maar een van beide deeltoetsen herkanst hoeft te worden.
1.10.8
Fraude Fraude is een serieuze zaak. Er zijn verschillende vormen van fraude. Bij een tentamen spreken we van fraude bijvoorbeeld bij: spieken, overleg tussen deelnemers tijdens het tentamen, ongeoorloofd opzoeken van antwoorden (bijvoorbeeld via telefoon, spiekbriefjes, boek, etc.). Daarnaast is plagiaat is ook een vorm van fraude. Onder plagiaat valt bijvoorbeeld het overnemen van andermans schriftelijke teksten zonder bronvermelding of zonder duidelijk aan te geven welk deel zelf is geschreven en welk deel is gekopieerd. Een laatste voorbeeld van fraude is het vervalsen van documenten (diploma, getuigschrift, beoordelingformulier, etc.).
Biologie
Wanneer fraude wordt geconstateerd, wordt dit gemeld bij de examencommissie. De examencommissie onderzoekt de zaak en kan: • het tentamen laten vervallen; • de opdracht ongeldig verklaren • de betrokken student maximaal een jaar het recht ontnemen een of meer aan te wijzen tentamens of examens aan de universiteit af te leggen; • eventuele aanvullende sancties opleggen. 1.10.9
Uitslagen Een examenonderdeel is met voldoende resultaat afgelegd als het door de betreffende examinator op een schaal van 1,0 tot 10,0 is beoordeeld met een cijfer 6,0 of hoger. Eindbeoordelingen in het bereik van 5,0 en 6,0 zijn niet toegestaan en worden door de examinator in gehele punten vastgesteld. Wanneer een student een tentamen meer dan éénmaal aflegt, geldt het hoogste cijfer. Bekendmaking van uitslagen van schriftelijke tentamens Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 21 dagen na afloop van een schriftelijk tentamen, wordt de uitslag vastgesteld door de examencommissie c.q. examinator. Het studiesecretariaat verwerkt de uitslagen tot een uitslagenlijst zonder persoonskenmerken (alleen studentnummers) en hangt deze lijst op het mededelingenbord in de C-1- gang bij het studiesecretariaat. Na verwerking worden de cijfers ook bekendgemaakt via TIS. Er worden geen aparte tentamenbriefjes per student verstrekt. Bekendmaking van uitslagen van mondelinge tentamens De uitslag van mondelinge tentamens is direct na afloop van het tentamen bekend. De docent vult het tentamenbriefje in dat de student heeft meegenomen en houdt zelf een doorslag. De student levert het briefje vervolgens in bij het studiesecretariaat en houdt ook zelf een doorslag. Cijfers stages en scripties Bij afronding van stages en scripties wordt het onderdeel beoordeeld conform het beoordelingsformulier. De formulieren zijn te vinden in de infotheek en te downloaden van de facultaire website (http://www.vu.nl > Studenten > Reglementen en kwaliteit > Stage- en scriptieregelingen ). Alleen wanneer het beoordelingsformulier volledig is ingevuld en getekend en met een kopie van het verslag wordt ingeleverd, wordt het cijfer geregistreerd. Inzagerecht De student wordt na het bekend worden van de tentamenuitslag inzage gegeven in het beoordeelde werk en in de gestelde vragen c.q. de gegeven opdrachten. Sommige docenten stellen daarvoor een spreekuur in. Andere organiseren daarvoor een speciale (centrale) bijeenkomst, deze wordt aangekondigd via de uitslagenlijst of via de Blackboardsite van de cursus. Voor meer informatie over regelingen met betrekking tot uitslagen wordt verwezen naar de Onderwijs- en examenregeling.
Biologie (BSc)
25
1.10.10
Vrijstellingen Studenten die menen wegens een eerdere opleiding in aanmerking te komen voor een vrijstelling van een verplicht vak, kunnen zich schriftelijk met een gemotiveerd verzoek wenden tot de examencommissie. De aanvragers dienen informatie te kunnen overhandigen over de inhoud, studielast en het niveau van het vak op grond waarvan vrijstelling wordt gevraagd en over de instelling waar dit vak is bestudeerd. Studenten wordt met klem geadviseerd eerst langs de studieadviseur te gaan. De studieadviseur kan bekijken of de aanvraag reëel is en de aanvraag vergezellen van een advies. De examencommissie zal zelf advies inwinnen bij de contactdocent. Zie voor adressen en contactpersonen van de verschillende examencommissies, de paragraaf ‘Examencommissies’
1.10.11
Stage- en Scriptieregeling In het derde jaar van de bachelor doen studenten een bachelorstage. De stage moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moeten er twee docenten zijn die de student begeleiden, het onderwerp moet passen binnen de opleiding, de stage moet een vastgestelde lengte hebben, etc. Alle voorwaarden zijn opgenomen in de 'Stage- en Scriptieregeling' die betrekking heeft op alle stages en scripties van de bachelor- en masteropleidingen binnen de Levenswetenschappen. De bachelorstage moet worden aangemeld en uiteindelijk beoordeeld via speciale formulieren Deze formulieren zijn samen met de stage- en scriptieregeling te downloaden via www.falw.vu.nl > Studenten> Reglementen en kwaliteit > Stage- en scriptieregelingen . Ingevulde formulieren moeten worden ingeleverd bij de stagecoördinator. Voor studenten is er ook een bachelorstagehandleiding opgezet. In de bachelorstagehandleiding staat een samenvatting van de regels en de gang van zaken deze stage. De bachelorstagehandleiding staat in de volgende paragraaf.
1.10.12
Bachelorstagehandleiding Gang van zaken Docenten en studenten moeten zorgdragen voor de volgende handelingen: • de stage wordt in overleg met de coördinator van de bachelorstage bepaald • het aanmeldingsformulier wordt ingevuld vóór aanvang van de stage • binnen 4 weken vindt een voortgangsevaluatie plaats • het beoordelingsformulier wordt ingevuld aan het einde van de stage • het ingevulde en ondertekende beoordelingsformulier wordt, vergezeld van een kopie van het verslag, afgegeven aan de stagecoördinator De genoemde formulieren worden uitgereikt aan de betrokken studenten in het eerste deel van het derde studiejaar en zijn ook te downloaden via www.falw.vu.nl > Studenten> Reglementen en kwaliteit > Stage- en scriptieregelingen. Begeleidende docenten Bij interne stages is een VU-docent de verantwoordelijke docent. Deze kan tevens dagelijks begeleider zijn. De dagelijkse begeleiding kan ook gedelegeerd worden aan een AIO, postdoc of tijdelijke onderzoeksmedewerker van de verantwoordelijke docent. De stage coördinator is verantwoordelijk voor de bewaking van het stagetraject. Bij externe stages is een stafmedewerker van het stageverlenende instituut verantwoordelijk voor de begeleiding van de stages, eventueel deels gedelegeerd aan een dagelijks begeleider zonder staffunctie. Daarnaast is een VU-docent de tweede
26
Biologie
verantwoordelijke docent. Deze tweede docent heeft ook een rol bij het voortgangsgesprek dat na uiterlijk 4 weken plaatsvindt. De stage coördinator is verantwoordelijk voor de bewaking van het stagetraject. Afspraken Vóór het begin van de stage wordt op het aanmeldingsformulier ook een afsprakenlijst ingevuld. Afspraken worden o.a. gemaakt over: • begin- en einddatum (inclusief verslag en beoordeling) • overleg met de dagelijks begeleider (minimaal één maal per week). De mogelijkheid tot dagelijks contact wordt in principe verondersteld. • bij externe stages is overleg tussen stagebegeleider en VU-begeleider gewenst i.v.m. de beoordeling (indien bij een interne stage de begeleider onervaren is (AIO of OIO) wordt ook regelmatig overleg met diens begeleider of het afdelingshoofd (1 à 2 keer per maand) verwacht) Beschikbare faciliteiten In principe worden alle voorzieningen voor de stage (apparatuur, werkplek, materialen, reizen t.b.v. de stage, kosten presentaties en verslag) door de afdeling waar de student stage loopt verstrekt. Projectvoorstel Vóór de start van de stage maakt de student een projectvoorstel dat met de verantwoordelijke docent wordt besproken en aan de stagecoördinator wordt voorgelegd. Hierin wordt minimaal opgenomen: • naam en e-mail van de student • titel van het stageonderwerp • naam van de dagelijkse begeleider en naam en adres van de afdeling • doelstelling van de stage; de vraagstelling/hypothese/probleemstelling • de subvragen/concretisering van de vraagstelling • de technieken, methodes en werkwijzen die gebruikt gaan worden • het publiek waarvoor het verslag is bedoeld; • tijdsplanning van de stage Normstelling van de stage Van een student mag worden verwacht dat deze tijdens een stage leert onder goede begeleiding zelfstandig onderzoek te doen over een tevoren duidelijk aangegeven probleem- en vraagstelling. Een stage dient voldoende ruimte te bieden voor het zelfstandig uitvoeren van onderzoek; een stagestudent mag niet alleen worden ingezet voor routinematige handelingen. Anderzijds dient er voldoende duidelijkheid te zijn over de wijze waarop het onderzoek kan worden uitgevoerd in de vorm van een globale fasering en planning van de activiteiten. Onder het uitvoeren van het onderzoek wordt mede begrepen de theoretische voorbereiding, het literatuuronderzoek, het schrijven van een verslag, het houden van een werkbespreking en het participeren in de wetenschappelijke activiteiten van de afdeling. De werktijden zijn de normale 8-urige werktijden zoals die worden gehanteerd op de betrokken afdeling, bijv. van 9.00-17.30 uur.
Biologie (BSc)
27
De terugkomdagen In het kader van de stage zijn er drie terugkomdagen op de VU waar de studenten elkaar informeren over de voortgang: • na 4 weken wordt de achtergrond (context en organisatie) en de onderzoeksvraag gepresenteerd • na 8 weken wordt de voortgang, de problemen en de voorlopige resultaten gepresenteerd • na 16 weken worden de resultaten gepresenteerd door middel van een plenaire posterpresentatie De terugkomdagen zijn voor alle studenten verplicht. Verslag en presentatie Het stageverslag heeft de opbouw van een wetenschappelijke publicatie zoals deze gebruikelijk is in het vakgebied van de stage en wordt geschreven in het Nederlands. Bij externe stages met een meer beleidsmatige probleemstelling kan het verslag ook het karakter van een beleids- of discussienota krijgen. Er dienen afspraken gemaakt te worden over de wijze van becommentariëren en beoordelen en het uiterlijke tijdstip van inleveren. Er wordt een concept aan de begeleider voorgelegd. De begeleider hoort een concept binnen enkele dagen na te kijken, het commentaar is schriftelijk met een mondelinge toelichting. Er wordt uitgegaan van één correctieronde. Het onderzoek met verslag is het intellectuele eigendom van de stage-organisatie. De student is medeauteur bij publicatie van de resultaten indien de omvang en de kwaliteit dit rechtvaardigen. Een stageverslag wordt in Word of een ander gangbaar tekstverwerkingsprogramma gemaakt en minimaal in tweevoud geprint bij de afdeling ingeleverd. Daarnaast moet er 1 kopie worden ingeleverd bij de stagecoördinator. De mondelinge presentatie en de posterpresentatie van de resultaten voor de onderzoeksgroep is in het Nederlands maar kan eventueel ook in het Engels. Voorwaarde voor een presentatie in het Engels is dat zowel student als docenten daar expliciet samen voor kiezen, het mag niet worden opgelegd. Beoordelingsformulier Het beoordelingsformulier wordt door de verantwoordelijke docent(en) ingevuld. Voor elk onderdeel wordt een deelcijfer toegekend. Het totaalcijfer wordt berekend aan de hand van een vooraf vastgestelde verdeelsleutel. Tussentijds vindt er eveneens een beoordeling plaats aan de hand van dit formulier, zodat de student weet hoe zij/ hij er voor staat en dit eventueel kan verbeteren. De eindbeoordeling vindt plaats in aanwezigheid van dagelijks begeleider, verantwoordelijk docent en student. Bij de eindbeoordeling wordt ook de tussentijdse beoordeling meegenomen ter vergelijking. Het eindresultaat wordt middels het ingevulde en ondertekende beoordelingsformulier doorgegeven aan de stagecoördinator. Proefperiode en welslagen van de stage Zo snel mogelijk, uiterlijk binnen vier weken na de aanvang van iedere stage, moet tijdens een gesprek tussen student, dagelijks begeleider en de tweede begeleider worden beoordeeld of de stage redelijkerwijs tot een goed einde kan worden gebracht. Hier wordt expliciet een beslissing over genomen. Indien er geen uitzicht is op een positief resultaat, dan meldt de docent dit onmiddellijk aan de coördinator van de bachelorstage. Deze neemt hierover contact 28
Biologie
op met de student en begeleider en bemiddelt over een eventuele voortzetting of plaatsing elders. Wanneer met instemming van beide partijen de stage wordt voortgezet, is er sprake van een leercontract waarbij de student met voldoende inzet en het nakomen van de gemaakte afspraken mag rekenen op een voldoende. Bij problemen met de beoordeling, bijvoorbeeld bij wanprestatie van student of begeleider, bemiddelt de coördinator van de bachelorstage. Als de student het niet eens is met de uitkomst van de bemiddeling kan als hij/zij in beroep gaan bij de examencommissie. Het bereiken van wetenschappelijke resultaten is geen criterium voor het welslagen van de stage, het bereiken van een academisch denkniveau daarentegen wel; uiteraard dienen het verslag en de presentatie daarbij van voldoende kwaliteit te zijn. Het verslag beslaat een werkperiode, geen afgerond onderzoeksproject. Tijdsduur De stageduur is vastgelegd. Een bachelorstage is 16 of 12 weken. Als regel wordt voor stageverslag en presentatie ca. 4 weken uitgetrokken. Het schrijven van het verslag valt geheel binnen de stagetijd. Aanvullende bepalingen De werkzaamheden van een stagiair kunnen niet dienen als vervanging van de werkzaamheden van een werknemer van de stagegever. De stagegever dient aansprakelijkheid te aanvaarden voor letsel, ongeval of schade welke de stagiair oploopt tijdens of in verband met zijn aanwezigheid bij de stageinstelling dan wel bij de uitvoering van zijn werkzaamheden in zoverre dit letsel, ongeval of deze schade valt onder de wettelijke aansprakelijkheid van de stageinstelling of zijn medewerkers. De stagiair dient een particuliere WA-verzekering afgesloten te hebben, ter dekking van de eventuele kosten voortvloeiend uit een gebeurtenis waarvoor hij/zij wettelijk aansprakelijk wordt geacht. De Vrije Universiteit aanvaardt geen enkele wettelijke aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door toedoen van de stagiair. 1.10.13
1.11 1.11.1
Veiligheids- en milieuvoorschriften In verband met de veiligheid is het verplicht om tijdens practica een witte jas en, in een aantal gevallen, een veiligheidsbril te dragen. Informatie over veiligheid is te vinden op http://www.falw.vu.nl >Studenten>Bacheloropleiding>Info alle opleidingen. Hier staan onder andere de veiligheids- en milieuvoorschriften voor practica. Daarnaast is er een handboek afvalstoffen opgesteld voor alle medewerkers en studenten. Via een stoffenlijst, afvalinformatiebladen en een overzicht van locaties wordt de beoogde afvalinzameling inzichtelijk gemaakt. De digitale versie kan geraadpleegd worden op het internet: http://www.vu.nl/arbo-enmilieu/pdfen/HandboekAfvalstoffen.pdf. De veiligheid op laboratoria wordt nauwlettend in de gaten gehouden door de facultaire Commissie voor Veiligheid en Milieu.
Studiebegeleiding en studievoortgang Studieadviseur De studieadviseur verstrekt nadere informatie over de diverse studieprogramma’s binnen de opleiding, individuele vrijstellingsregelingen en speciale studieregelingen,
Biologie (BSc)
29
geeft loopbaanvoorlichting, helpt studenten bij het opstellen van studieplannen en de keuze van vakkencombinaties. De studieadviseur adviseert de examencommissie over de studieprogramma's van individuele studenten. Daarnaast biedt de studieadviseur hulp bij studieproblemen en studievertraging. Zo nodig wordt doorverwezen naar andere instanties binnen de VU, zoals studentendecanen, studentenpsychologen of naar cursussen van het Onderwijscentrum-VU of het Opleidingscentrum Studie en Loopbaan. De studieadviseur voor de bachelor- en masterstudenten Biologie (inclusief hboinstromers) is drs. H. Eenhoorn, kamer C-148a, tel. (020) 444 7012, e-mail
[email protected]. Hij heeft spreekuur op dinsdag en donderdag van 12:0014:00. Buiten deze tijden uitsluitend volgens afspraak. 1.11.2
Studentendecanen en studentenpsychologen De studieadviseur kan helpen bij studieproblemen of adviseren bij studievertraging. Zo nodig verwijst de studieadviseur naar andere instanties, zoals de afdeling Studentendecanen of de afdeling Studentenpsychologen aan de VU. Drs. H. Boswijk, tel. (020) 598 5020, e-mail:
[email protected] is de studentendecaan voor de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
1.11.3
Studievoortgang Met behulp van TIS is het voor iedere student mogelijk om gedurende het gehele jaar zelf de studievoortgang te controleren. Overzichten op papier worden om die reden niet langer automatisch door de faculteit via de reguliere post naar de studieadressen verstuurd. Het is raadzaam met enige regelmaat te controleren hoe je studieregistratie er voor staat, of er mogelijk fouten zijn opgetreden in de cijferregistratie, of cijfers niet zijn geregistreerd, omdat je bijvoorbeeld nog niet 15 Euro betaald hebt na te laat of verzuimd aanmelden voor tentamens. Indien je vermoedt dat er dingen niet kloppen, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met het studiesecretariaat. De examencommissie stelt zich met enige regelmaat van de studievoortgang op de hoogte, bijvoorbeeld in geval van controle op toelatingseisen met betrekking tot veldwerken of andere studieonderdelen, toelating tot tweedejaars of derdejaars bacheloronderwijs, of toelating tot masteronderwijs. Daarnaast houdt ook de studieadviseur de studievoortgang van studenten in de gaten. Namens het college van bestuur en de examencommissie geeft de studieadviseur aan het eind van het studiejaar een (niet)bindend studieadvies aan de eerstejaars. Dit advies is gebaseerd op de studievoortgang. De student heeft ook een eigen verantwoordelijkheid in bijhouden van zijn voortgang en het ondernemen van actie wanneer vertraging dreigt op te treden. Bijvoorbeeld als dit betekent dat er een wijziging van een examenprogramma nodig is. Studieadvies in het eerste jaar In december worden alle eerstejaars studenten opgeroepen voor een gesprek over de studievoortgang. Daarnaast stuurt de studieadviseur in het eerste jaar een schriftelijk studieadvies. Dit advies wordt uitgegeven omstreeks juni. De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, iedere student die voor het eerste jaar staat ingeschreven voor een voltijdse bacheloropleiding in het hoger onderwijs, vóór 1 juli van dat jaar advies uit over het al dan niet voortzetten van zijn/haar studie binnen of buiten de opleiding.
30
Biologie
De studieadviseur stuurt dit advies namens de examencommissie door en roept degenen met slechte studieresultaten op voor een gesprek.
1.12 1.12.1
Studentenvoorzieningen Studiesecretariaat Levenswetenschappen Het studiesecretariaat Levenswetenschappen is een onderdeel van het Onderwijsbureau FALW. De studiesecretaresses zijn mw. A.E. Jansen en mw. A. Kist. Adres: De Boelelaan 1085, 1081 HV Amsterdam, kamer C-118b, tel. (020) 598 47010 of (020) 598 6939, e-mail:
[email protected] Het studiesecretariaat is geopend op maandag t/m donderdag van 11:00 - 13:00 uur. Vrijdags is het studiesecretariaat gesloten. Alleen tijdens openingstijden kunnen studenten terecht voor examenaanvragen, vragen omtrent hun resultaten en diploma’s en adreswijzigingen. Voor het afgeven van cijferbriefjes en verslagen kan ook gebruik gemaakt worden van de postbus naast de ingang van het studiesecretariaat. Om studenten adequaat van op hun persoon afgestemde informatie te kunnen voorzien maakt het studiesecretariaat gebruik van de persoonlijke informatie in het VU studentenadministratiesysteem. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van de juiste persoonlijke informatie. Adreswijziging, verandering in de burgerlijke staat, verandering of beëindiging van de inschrijving, langdurige studieonderbreking en dergelijke moeten studenten zo snel mogelijk doorgeven aan de afdeling Studentenadministratie en Studentenbalie in het VU hoofdgebouw. Het studiesecretariaat stuurt studenten met enige regelmaat belangrijke informatie omtrent de studie. Dit wordt verzonden via de e-mailadressen welke door de faculteit aan de studenten zijn gegeven. Om deze reden is het belangrijk dat studenten regelmatig hun post op hun facultaire e-mail account checken.
1.12.2
Onderwijsruimten en studiezalen De onderwijsruimten die worden gebruikt bevinden zich deels in het bètagebouw en deels bij andere faculteiten. In drukke perioden is het soms noodzakelijk om uit te wijken naar andere gebouwen. De grote collegezalen in het bètagebouw voor de meeste eerste- en tweedejaarscursussen zijn: D-107 en KC-159. Kleinere collegezalen zijn onder andere C-121 en C-147. Daarnaast wordt veel onderwijs gegeven in werkgroepzalen zoals de zalen op de P-0 gang, de R-2 gang en de C-2 gang, of elders. De practicumzalen zijn C-022, O-026, O-027 en O-049. De computerpractica worden gegeven in de computerzalen die zich in de T-4 gang bevinden. Deze zijn toegankelijk voor de individuele studenten buiten voor de practica gereserveerde tijden. Grote studiezalen zijn te vinden in de bibliotheken. Daarnaast kan in het W&N gebouw als studieruimte onder meer de zitgelegenheid in de G-nul gang naar de kantine en de M-ruimte naast de receptie worden gebruikt.
1.12.3
Computerfaciliteiten De faculteit stelt computervoorzieningen ter beschikking aan studenten. Een groot aantal cursussen kent een onderdeel waarin de computer wordt gebruikt als aanvulling op het lesmateriaal. Derhalve is een groot deel van de computers tijdens cursussen in gebruik. De overigen kunnen vrij door de studenten gebruikt worden. Studenten worden aan het begin en tijdens hun studie voorgelicht over RSI preventie.
Biologie (BSc)
31
Account voor toegang op het facultaire netwerk en e-mailadres Alle studenten krijgen bij de aanvang van de studie een gebruikersaccount met een persoonlijk e-mailadres van de faculteit. Dit wordt verzorgd door de Computergroep, kamer F-122. Studenten ondertekenen bij het ontvangen van het gebruikersaccount een verklaring dat zij zich zullen houden aan de bij de faculteit geldende gedragscode voor computergebruik. Het account is actief gedurende de tijd dat de student aan de faculteit is verbonden en geeft op de VU kosteloos toegang tot het netwerk van computers en maakt het mogelijk van buitenaf in te bellen en in te loggen. Ieder jaar ontvangen de studenten een kosteloos printbudget van 800 punten. Het printen van een zwart/wit pagina kost één punt, het printen van een kleurenpagina kost 10 punten. Studenten kunnen voor 15 euro 250 punten bijkopen. Computer thuis Een eigen computer thuis is essentieel omdat de facultaire computers ook worden ingezet voor cursorisch onderwijs. De faculteit heeft haar eigen inbelpunt in Amsterdam; het nummer daarvan krijgen de studenten tijdens hun eerste cursus. Hiermee zijn alle faciliteiten inclusief e-mail en internet ook thuis te gebruiken. Alleen telefoonkosten zijn voor eigen rekening. Meer informatie is te vinden op de website http://www.falw.vu/helpdesk/ > E-mail > E-mail thuis Computerservice Voor vragen over het gebruik van computers en in geval van urgente problemen kunnen studenten de Helpdesk van de Computerdienst bereiken via het e-mailadres
[email protected]. De Helpdesk bevindt zich in kamer F-222, tel. (020) 598 7040. De website van de Helpdesk is te bereiken via de facultaire website: http://www.falw.vu/helpdesk. Op de website zijn diverse handleidingen en instructies te vinden. 1.12.4
32
Blackboard De faculteit maakt gebruik van de digitale leeromgeving ‘Blackboard’. Een digitale leeromgeving is een programma waarmee de docent een website aanmaakt ter ondersteuning van zijn/haar onderwijs. Het gebruik van Blackboard is eenvoudig: om een cursuswebsite te bezoeken heeft een student slechts een internetaansluiting en een browser nodig. De student kan dan op elk tijdstip en vanaf elke plaats via internet werken met Blackboard, op de VU in de computerzaal maar ook thuis. Blackboard biedt studenten de mogelijkheid om met elkaar te communiceren en samen te werken aan opdrachten. Ook het inleveren van opdrachten kan online gebeuren. Andere toepassingen zijn informatie over de cursus, actuele mededelingen, college sheets, discussiegroepen, links naar relevante websites, opdrachten die naar de docent gestuurd moeten worden, die ze vervolgens nakijkt en van commentaar voorziet. Welke elementen van Blackboard worden gebruikt hangt af van de betreffende cursus. De docenten van de cursus beheren de cursussite in Blackboard. De docent is de eerste contactpersoon bij problemen met de cursuswebsite. Informatie en uitleg over Blackboard staat op http://www.falw.vu.nl >Studenten>Bacheloropleiding>Info alle opleidingen
Biologie
1.12.5
Boek- en syllabusverkoop De studieboeken en syllabi die nodig zijn voor het volgen van cursussen staan vermeld bij de cursusbeschrijvingen en in de literatuurlijst. Voor de cursussen binnen de Levenswetenschappen worden de gemeenschappelijke boekbestellingen geregeld door de Boekencommissie van de faculteitsvereniging Gyrinus natans. Zij kunnen studenten de studieboeken met korting (tot 10%) verkopen. Voor informatie over bestellingen kan men terecht bij de vereniging (e-mail:
[email protected] ). De boekencommissie neemt zelf contact op met de groepen die boeken nodig hebben, onder meer via de studenten mailinglist (e-mail aan alle studenten). Er wordt eens in de paar maanden een boekverkoop georganiseerd. Studenten kunnen ook zelf hun boeken kopen bij de boekhandel, maar zij krijgen dan geen korting. VU Boekhandel in het hoofdgebouw: (020) 6444355 e-mail:
[email protected]. Openingstijden van de boekhandel: maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 19.00 uur en zaterdag van 10.00 tot 15.30 uur. Syllabi worden bij aanvang van het desbetreffende onderwijs verkocht in de VUboekhandel (soms ook in de college- of practicumzaal). In het cursusrooster of op de blackboardsite van de cursus zal worden aangegeven wanneer en waar syllabi worden verkocht.
1.12.6
Bibliotheek Binnen de universiteit zijn verschillende bibliotheken gehuisvest. De Bètabibliotheek bevindt zich op de zesde verdieping van het gebouw Wiskunde en Natuurwetenschappen, ingang De Boelelaan 1083. In de Bètabibliotheek vindt men de boeken- en tijdschriftencollecties Aardwetenschappen, Biologie, Milieuwetenschappen (IVM), Algemene Vorming, Natuur-en Sterrenkunde, Scheikunde, Informatica en Wiskunde. De collecties staan in open opstelling en kunnen voor het grootste gedeelte zonder tussenkomst van het bibliotheekpersoneel worden geraadpleegd. Boeken en kaarten kan men lenen op vertoon van de studentenchipkaart. Tijdschriften worden niet uitgeleend, maar kunnen in de bibliotheek gekopieerd worden. Het zoeken naar een boek of (gedrukt) tijdschrift gebeurt m.b.v. de online publiekscatalogus (opc). In dit systeem kan worden gezocht op titel, auteur, trefwoord of systematische code (Library of Congress Classification en National Library of Medicine Classification). Op de UBVU-website kunnen tijdschriftartikelen worden gevonden m.b.v. elektronische bibliografieën zoals Web of Science en PubMed. Vakreferenten: dhr. M.G. Gerzon (
[email protected]) en mw. A.A. de Maesschalck (
[email protected]) kamer P-620, tel. (020) 5985238. Zie voor uitgebreide informatie over o.a. het lenen, het bibliotheekreglement, de overige bibliotheken van de VU, de studiezalen, enz. de UBVU-website (http://www.ubvu.vu.nl).
1.12.7
Studiekosten De inschrijving aan de VU is niet afhankelijk van enige andere financiële bijdrage dan het collegegeld of het examengeld. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, materialen en practicumbenodigdheden ten behoeve van het onderwijs en de tentamens van de opleiding zijn voor rekening van de student of de extraneus. Deze studiekosten bedragen jaarlijks ongeveer 500 euro: • boeken en/of syllabi (verplichte en aanbevolen);
Biologie (BSc)
33
• handleidingen e.d.; • witte jas; • snijsetje (alleen voor de opleidingen Biologie en Biomedische wetenschappen); • WA- en ongevallenverzekering. Voor de materiële zaken geldt dat ze pas na informatie door de betreffende docenten of de boekencommissie moeten worden aangeschaft om miskopen te voorkomen. Meestal is er een gezamenlijke inkoop met aanmerkelijke prijsvoordelen via de boekencommissie van de studentenvereniging Gyrinus natans. Een eigen computer is onmisbaar, zeker voor het schrijven van verslagen. Een microscoop hoeft niet te worden aangeschaft. Excursies en stages De algemene richtlijnen betreffende subsidie voor studenten die zijn ingeschreven voor verplichte veldwerken en/of excursies aan de VU zijn als volgt: De reiskosten worden gesubsidieerd tot maximaal 50% van de kosten (soms tot maximaal 70%). De verblijfkosten worden voor 50% gesubsidieerd tot een maximum van Euro 9,- per dag. Reis- en verblijfkosten in het kader van stages binnen de faculteiten Aard- en Levenswetenschappen en Geneeskunde worden door de desbetreffende afdeling of vakgroep vergoed. Reis- en verblijfkosten ten behoeve van geheel externe stages worden niet vergoed.
34
1.12.8
Uitwisseling en internationalisering Studeren in het buitenland is aantrekkelijk. Om te beginnen zal het je curriculum vitae sieren en de kansen op de arbeidsmarkt ongetwijfeld vergroten. De kennismaking met een ander land en met een andere cultuur, een ander studentenleven en een ander onderwijssysteem zal je een andere invalshoek aanreiken op de Nederlandse gewoonten. Voor veel studenten betekent een buitenlands verblijf ook een persoonlijke groei: je moet op eigen kracht varen in een vreemd land en alles wat je wilt maar geregeld zien te krijgen. Wanneer je hebt besloten een gedeelte van je studie aan een buitenlandse onderwijsinstelling of organisatie door te brengen, kun je gebruik maken van de bestaande uitwisselingprogramma’s, zoals het SocratesErasmus voor verblijf binnen Europa, GLOBE voor buiten Europa, of het ISEP programma voor de V.S. De ervaring leert dat je minimaal een jaar van tevoren met de voorbereidingen voor een buitenlands studieverblijf moet starten. Informatie over beurzen, programma’s en andere zaken waarop je moet letten, zoals goedkeuring van de examencommissie voor de onderdelen die je in het buitenland gaat volgen, wordt gegeven door de contactpersoon internationalisering van de faculteit, mw. drs. E. Salomé-Munnik. Zij is bereikbaar per e-mail:
[email protected] voor informatie of voor het maken van een afspraak. Je kunt dan ook een overzicht krijgen van alle universiteiten waarmee FALW uitwisselingsovereenkomsten heeft en hoeveel studentenplaatsen er voor VU studenten beschikbaar zijn. Daarnaast wordt informatie verstrekt door het Centrum voor Studie en Loopbaan naast de grote balie in het hoofdgebouw van de VU en via de VU website www.vu.nl, studenten, internationaal.
1.12.9
Informatievoorziening en voorlichting Infotheek In de Infotheek (C-148) kunnen studenten allerlei informatie verzamelen. Studiegidsen van een aantal andere faculteiten kunnen hier worden ingezien. Er staan
Biologie
computers om informatie te zoeken op het internet en om via TIS aanmeldingen te doen voor cursussen en tentamens of om studieresultaten te bekijken. Informatiemedia • Studenten e-mail: Alle studenten krijgen een internetaccount bij de faculteit. Via de e-mail wordt geselecteerde informatie toegezonden. Het is belangrijk voor studenten om hun e-mail regelmatig te checken voor individuele of algemene studie-informatie. Algemene informatie wordt meestal via de mailinglist naar de studenten gestuurd. • Website: De facultaire website http://www.falw.vu.nl geeft veel informatie over alles wat er in de faculteit gebeurt. Specifieke informatie voor studenten is te vinden onder de link 'studenten'. Ook deze studiegids is er geactualiseerd te raadplegen. • Correcties en mededelingen: Mededelingen over aanvullingen en/of wijzigingen van de gegevens in deze studiegids en correcties op college- en/of tentamenroosters worden via zoveel mogelijk kanalen bekendgemaakt: via een mailing naar alle facultaire studenten e-mail adressen, de facultaire internetsite en de blackboardsite van de cursus. Studentenvoorlichting Op verschillende momenten tijdens de opleiding worden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd door de studiebegeleiders en master- en programmacoördinatoren. Tijdens deze bijeenkomsten wordt informatie gegeven over onderwerpen die op dat moment van belang zijn voor de student. De bijeenkomsten worden aangekondigd via het publicatiebord in de C-1- gang bij het studiesecretariaat en via de cursusroosters. Daarnaast wordt de voor studenten relevante informatie via de e-mail onder de aandacht gebracht. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de vaste voorlichtingsbijeenkomsten. De definitieve data worden in overleg met de cursusleider gepland en zullen zo veel mogelijk aansluitend zijn op het lopende onderwijs.
Biologie (BSc)
35
Voorlichtingsagenda
september
december
april/mei
mei/juni
mei/juni
mei/juni
1.12.10
Kennismaking studieadviseur Voorlichting alle studenten omtrent de taken van de studieadviseur en aandacht voor de actoren op facultair en centraal niveau, waar de student terecht kan voor hulp, begeleiding of vragen. Studievoortgang Voorlichting eerstejaars bachelorstudenten over het pre-advies en beëindigen van studie vóór 1 februari. Mastervoorlichting Voorlichting voor derdejaars bachelorstudenten over de masteropleidingen en differentiaties. Studieadvies en informatie tweede jaar Voorlichting eerstejaars bachelor studenten over het (nietbindende) studieadvies en het curriculum van het tweede studiejaar. Keuzevakken en bachelorstage derde jaar Voorlichting tweedejaars bachelor studenten omtrent de keuzevakken en bachelorstage in het derde jaar. Masteropleidingen Voorlichting aan derdejaars bachelor studenten omtrent de procedures rond inschrijving in de masteropleidingen.
Studentenorganisaties Gyrinus natans Gyrinus natans, de studievereniging van de opleidingen Levenswetenschappen, is in 1953 opgericht om elkaar te helpen studeren, studenten voor te bereiden op de arbeidsmarkt waarin zij na hun afstuderen terecht zullen komen en natuurlijk niet te vergeten voor de gezelligheid tijdens en na de studieperiode. Gyrinus natans is een vereniging die bestaat uit studenten en medewerkers. De vereniging kent 11 commissies. Het Alcoholaat verzorgt samen met de Stellingcie twee keer per week, op woensdag (met maaltijd) en vrijdag, een borrel in ons eigen café 'De Tegenstelling' en borrels voor afgestudeerden en gepromoveerden. Bovendien wordt er regelmatig een thema borrel gehouden in de Stelling. De Feestcie organiseert meerdere feesten binnen en buiten de VU, soms in samenwerking met andere verenigingen. Ook zijn er meerdere kampen per jaar, verzorgd door de Kampcie. Verder zijn er jaarlijks terugkerende activiteiten zoals de Filmnacht, Mosselmaaltijd en de boekverkopen waarmee leden tegen korting studieboeken kunnen aanschaffen. Verder is er nog de Excurcie die leuke uitjes organiseert. Gyrinus biedt door het gevarieerde aanbod van activiteiten aan iedereen de ruimte en zorgt er zo voor dat een bonte verzameling van mensen samenwerkt en één en hetzelfde doel nastreeft: gezelligheid. Meer hierover is te lezen op de webpagina: http://www.gyrinus.nl/. Het lidmaatschap dat korting geeft op Gyrinusactiviteiten, bedraagt slechts EUR 5,-. Voor inlichtingen, e-mail (
[email protected]) of kom langs in de Gyrinuskamer, C-153. Studentenvereniging Gezondheidswetenschappen (in oprichting) In de loop van 2006 zal een nieuwe studentenvereniging voor Gezondheidswetenschappen worden opgericht. Meer informatie over deze vereniging zal op de facultaire website zijn te vinden.
36
Biologie
GeoVUsie GeoVUsie, de studievereniging voor alle studenten Aardwetenschappen en Geoarcheologie telt zo'n 250 leden. De contributie voor leden bedraagt EUR 30 voor de gehele studietijd. Iedereen kan donateur worden. voor meer informatie, kijk op www.geovusie.nl Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen Het Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen, kortweg SOAL, bestaat uit studenten aardwetenschappen, biologie, biomedische wetenschappen en gezondheidswetenschappen. De studenten uit de verschillende opleidingen zetten zich samen in voor verbetering van het onderwijs en de gang van zaken in de diverse studierichtingen aan de faculteit. Middels commissies als Opleidingscommissies en de Computergebruikersgroep zetten ze zich in voor verbetering van onderwijs en alles wat hierbij komt kijken. Ze adviseren over nieuwe onderwijsprogramma's en evalueren de diverse vakken. Het SOAL heeft een postvakje in de nis op de F1-gang (studentenraad). E-mailen kan naar
[email protected]. Meer informatie is te vinden op de facultaire website www.falw.vu.nl > Studenten> Studentenorganisaties> Soal. Facultaire Studentenraad Het SOAL wordt voorgezeten door de Facultaire Studenraad Aard- en Levenswetenschappen, kortweg FSR. Ook de FSR is er voor en door studenten en is een belangrijk inspraakorgaan van onze faculteit. Zij hebben direct contact met instanties als het faculteitsbestuur en de examencommissies. De FSR heeft als doel het behartigen van de belangen van de student. Je kunt de FSR vinden in M-112 of op internet op www.falw.vu.nl > Studenten > Studentenorganisaties > FSR. E-mailen kan ook naar
[email protected]
1.13 1.13.1
Onderwijsinstituut, opleidingscommissie en examencommissie Onderwijsinstituut De faculteit heeft een onderwijsinstituut waarbinnen twee scholen zijn ondergebracht: • School of Life Sciences • School for Earth and Environmental Sciences Het onderwijsinstituut staat onder leiding van de onderwijsdirecteur, dr. K.S. Kits. De onderwijsdirecteur adviseert het faculteitsbestuur omtrent het te voeren onderwijsbeleid, de onderwijsorganisatie en de benodigde onderwijsvoorzieningen, en houdt toezicht op de uitvoering van de onderwijs- en examenregelingen en de evaluatie hiervan. Daarnaast is hij belast met toezicht op de verdeling van onderwijstaken, het bevorderen van de onderwijskwaliteit en de onderwijsvoorlichting.
1.13.2
Examencommissie Het faculteitsbestuur heeft voor de opleidingen een examencommissie ingesteld. De examencommissie: • wijst examinatoren aan en kan aan hen richtlijnen geven m.b.t. de beoordeling van tentamens; • stelt de regels vast m.b.t. de goede gang van zaken bij tentamens en examens; • stelt de uitslag van de examens vast;
Biologie (BSc)
37
•
beoordeelt examenprogramma’s van studenten die om welke reden dan ook afwijken van de examenprogramma’s zoals die zijn opgenomen in de OERen; • beoordeelt aanvragen voor vrijstellingen, deelname aan onderwijs en tentamens; • onderzoekt meldingen van fraude en legt indien nodig sancties op. Alvorens een besluit te nemen wint de examencommissie veelal informatie en advies in bij de studieadviseur, mastercoördinatoren, programmacoördinatoren, docenten en studentendecanen. Studenten wordt geadviseerd om voordat zij een verzoek indienen bij de examencommissie eerst de studieadviseur, de mastercoördinator of programmacoördinator te consulteren om te bezien of hun aanvraag kans van slagen heeft en/of hun aanvraag te kunnen onderbouwen met een studieplan. Correspondentie naar de examencommissie kan gericht worden aan de ambtelijk secretaris. De commissies vergaderen gemiddeld eens in de 4-6 weken. Voor meer informatie over de verschillende procedures bij aanvragen voor de examencommissie wordt verwezen naar de paragrafen 'Regelingen met betrekking tot het onderwijs en de tentamens' (paragraaf 10) en 'Praktische regelingen ten aanzien van het bachelorexamen' (paragraaf 14). De examencommissies voor de bachelor- en masteropleiding Biologie en de masteropleiding Ecologie heeft de volgende samenstelling: • prof. dr. N.M. van Straalen • prof. dr. H. Lill • dr. ir. B. de Boer • prof.dr. J. Rozema Het correspondentie adres voor de examencommissie is: Examencommissie Biologie en Ecologie, Faculteit ALW, Vrije Universiteit, T.a.v. dr. P.A.C.M. de Boer, ambtelijk secretaris, De Boelelaan 1083, 1081 HV Amsterdam, e-mail:
[email protected]. Het wordt studenten aangeraden om eerst bij de studieadviseur informatie in te winnen over de eventuele haalbaarheid van het verzoek aan de examencommissie.
38
1.13.3
Recht van beroep Tegen de beslissingen van de examencommissie of examinatoren of tegen behandeling tijdens het afleggen van tentamens, waardoor men in zijn belang meent te zijn getroffen, is tot dertig dagen na bekendmaking van de uitslag schriftelijk beroep mogelijk bij het College van Beroep voor de Examens, c/o College van Bestuur, Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, 1081 HV, Amsterdam. Verder wordt verwezen naar het Studentenstatuut VU, meer informatie hierover is te verkrijgen bij het Centrum voor Studie en Loopbaan.
1.13.4
Opleidingscommissies Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. In de opleidingscommissie zitten een gelijk aantal stafleden en studentleden; in beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in de opleidingscommissie van die opleiding. De opleidingscommissie heeft tot taak: • Adviseren over het onderwijs, waaronder de Onderwijs- en Examenregeling; • Het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de Onderwijs- en Examenregeling;
Biologie
•
Het desgevraagd of uit eigen beweging uitbrengen van advies over alle aangelegenheden betreffende onderwijs in de desbetreffende opleiding. De opleidingscommissie van de bachelor Biologie heeft de volgende samenstelling:: Docentleden prof. dr. H. Verhoef dr. L.D.J. Kuijper prof. dr. R. Koes Studentleden A. Brouwer L. Verheijen A. van der Flier J. Ravenek 1.13.5
1.14 1.14.1
Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Ten behoeve van de interne kwaliteitszorg gebruikt de faculteit de volgende factoren en instrumenten: • De opleidingscommissie adviseert de onderwijsdirectie m.b.t. de inhoud van het programma en de afstemming van de diverse onderdelen. De onderwijscoördinatoren en studieadviseurs adviseren deze commissie m.b.t. de studeerbaarheid van het programma; • De opleidingscommissie bewaakt de uitvoering van de OER met betrekking tot de kwaliteit en de organisatie van het onderwijs en adviseert de onderwijsdirectie m.b.t. onderwijsaangelegenheden; • De examencommissie bewaakt de uitvoering van de OER met betrekking tot tentamens en examens. Studenten hebben een belangrijke rol in de beoordeling van de onderwijskwaliteit. Zij geven op onderdeelniveau een oordeel over het door hen gevolgde onderwijs middels standaard evaluatieformulieren van het VU Onderwijscentrum. Deze evaluaties vinden regelmatig plaats. De evaluatierapporten van het Onderwijscentrum hebben een strikt vertrouwelijk karakter; zij worden toegezonden aan het hoofd van de School of Life Sciences. Het hoofd ziet erop toe dat deze rapporten worden toegezonden aan de betreffende cursusleider, diens leidinggevende en de leden van de opleidingscommissies. Indien de schriftelijke evaluatie daar aanleiding toe geeft, bespreekt het hoofd de uitkomsten van de cursusevaluatie(s) met de betreffende docent(en) en afdelingshoofd(en) en betrekt daarbij ook de resultaten van de behandeling in de opleidingscommissie(s). Naast bovenstaande voert de onderwijsdirecteur regelmatig overleg met jaarvertegenwoordigers. Dit zijn studenten uit de verschillende studiejaren van de opleiding die de opleidingsdirecteur informeren over de onderwijskwaliteit in hun studiejaar.
Praktische regelingen ten aanzien van het bachelorexamen Bachelorexamen De opleidingen worden afgesloten met het examen. Het examenprogramma wordt per studiejaar beschreven in de studiegids en is officieel vastgelegd in de OER. Om te slagen voor het bachelorexamen moeten alle examenonderdelen met succes zijn afgerond. Het bachelorexamen kan een aantal malen per jaar worden afgelegd. Met het afleggen van het examen wordt bedoeld: het door de examencommissie laten vaststellen dat
Biologie (BSc)
39
voldaan is aan alle exameneisen (alle vakken gehaald). De examendata zijn de data van de vergaderingen van de examencommissie. De buluitreiking volgt altijd later. 1.14.2
Goedkeuring vakkenpakket Uiterlijk twee maanden voor de gewenste examendatum dient de student een aanvraag tot goedkeuring van het vakkenpakket in. De procedure hiervoor verloopt aldus: • De student haalt bij het studiesecretariaat een officiële uitdraai van zijn/haar cijferlijst • De student levert de officiële uitdraai van de cijferlijst en een overzicht van zijn/haar (volgens de OER) vastgestelde vakkenpakket, ter goedkeuring in bij de studieadviseur. • De studieadviseur controleert of de aanvraag voldoet naar inhoud en naar vorm. Vakkenpakketten conform OER worden goedgekeurd. In geval van afwijkingen van de OER, wordt door de studieadviseur het dossier gecheckt op eerdere besluiten van de examencommissie daaromtrent. Als er geen eerdere besluiten zijn genomen moet de student de aanvraag als discussiestuk aanbieden ter vergadering van de examencommissie en wordt de aanvraag al dan niet door de examencommissie goedgekeurd. • De studieadviseur, retourneert het (goedgekeurde of afgekeurde) vakkenpakket aan de student. • Indien het vakkenpakket door de studieadviseur is afgekeurd, kan de student het vakkenpakket ter goedkeuring voorleggen aan de examencommissie.
1.14.3
Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Als alle tot het (goedgekeurde) examen behorende onderdelen zijn afgelegd (en alle cijfers dus geregistreerd), kan het examen schriftelijk worden aangevraagd. Hiervoor gaat de student naar het studiesecretariaat en vult daar het formulier 'Aanvraag getuigschrift' in. Gelijktijdig met het invullen van het formulier moet de student zijn (door de studieadviseur of eventueel door examencommissie) goedgekeurde vakkenpakket inleveren en een kopie van zijn/haar paspoort. Het examen moet uiterlijk drie weken voor de gewenste examendatum aangevraagd worden. Als examendatum geldt de vergaderdatum van de examencommissie. Op het moment van aanvraag moeten alle onderdelen voor het examen zijn behaald. Het verdient aanbeveling al enkele weken voor het indienen van het verzoek tot afgifte van het getuigschrift op een totaaloverzicht van geregistreerde studieresultaten te controleren of alle afgelegde tentamens/studieonderdelen daadwerkelijk geregistreerd staan. Een verzoek tot afgifte van een getuigschrift (de bachelor- of masterbul) kan alleen worden ingediend als de examinandus op de aanvraagdatum bij de centrale studentenadministratie staat ingeschreven als student of extraneus voor de opleiding waarvoor het diploma wordt aangevraagd en als het collegegeld is betaald. Het studiesecretariaat verwerkt de aanvragen en legt ze voor aan de examencommissie. De examencommissie bepaalt of de examinandus al dan niet is geslaagd in overeenstemming met de OER en kent het judicium toe. Examens worden gedateerd op de datum waarop de examencommissie vaststelt dat aan alle eisen voor
40
Biologie
het examen is voldaan. Deze datum wordt aan de student medegedeeld en op de bul vermeld. Wanneer de geëxamineerde tijdens het afleggen van het afsluitend examen blijk heeft gegeven van bijzondere bekwaamheid, kan dit op het getuigschrift worden vermeld met de woorden 'cum laude'. Voor het toekennen van het judicium 'cum laude' aan het bachelorexamen gelden de volgende voorwaarden: • het gemiddelde van alle examenonderdelen bedraagt ten minste 8,0; • geen van de examenonderdelen heeft een cijfer lager dan een 7,0. Indien aan een student vrijstelling is verleend op 1 of meer onderdelen bepaalt de examencommissie of dit een ‘cum laude’ rechtvaardigt. 1.14.4
Diploma uitreiking De kandidaten ontvangen ongeveer een a twee weken van tevoren een uitnodiging voor de diploma uitreiking. De diploma uitreiking volgt op de goedkeuring van het examen door de examencommissie en ligt ongeveer vier tot zes weken na de examendatum. De diploma uitreiking vindt plaatst in een (college)zaal, waarbij een aantal examenkandidaten tegelijkertijd in dezelfde sessie bijeenkomt. Wanneer veel studenten afstuderen, in de maanden augustus en september, zijn er meerdere sessies. De studenten kunnen een beperkt aantal familieleden of kennissen meebrengen naar de uitreiking. Elke examenkandidaat wordt kort toegesproken. Tijdens de sessies met weinig kandidaten kan de toespraak worden verzorgd door een spreker naar keuze van de kandidaat (zoals een stagebegeleider), tijdens de grote sessie is dat helaas niet mogelijk.
1.14.5
Examendatum Elke maand is er gelegenheid tot het afleggen van het examen, voor de uitreiking geldt dat deze om de twee maanden plaatsvindt. De data worden aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt door het studiesecretariaat.
1.14.6
Dossierverklaring Bij beëindiging van de studie vóór het halen van het examen, is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de examencommissie, als ten minste twee studieonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen die met goed gevolg zijn afgerond vermeld.
1.14.7
Inschrijving in een masteropleiding Studenten die doorstuderen aan een masteropleiding binnen de School of Life Sciences kunnen met het formulier Aanvraag Getuigschrift tevens aanvraag tot toelating tot en inschrijving in één van de masteropleidingen doen. De betreffende examencommissie van de gewenste masteropleiding besluit over toelating tot de opleiding (en specialisatie indien van toepassing). Over doorstroom naar en toelatingseisen tot de masteropleidingen van de School of Life Sciences is meer informatie te vinden in de volgende paragraaf onder Studie- en loopbaanperspectief en in de master guide en de OERen.
Biologie (BSc)
41
1.15
Studie en loopbaanperspectief
1.15.1
Studie en loopbaan In het derde jaar van de bacheloropleiding wordt het vak Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij gegeven. Er wordt onder meer gewerkt aan een competentieanalyse van jezelf, een oriëntatie op de arbeidsmarkt en er wordt aandacht besteed aan het gemotiveerd kiezen van een vervolg(master)opleiding. Een uitgebreide beschrijving van het vak is te vinden in de lijst met vakomschrijvingen in deze gids. Meer informatie over studie en loopbaan is te vinden bij het Centrum voor Studie en Loopbaan op de algemene website www.vu.nl > studenten > tijdens je studie > informatiecentrum.
1.15.2
Arbeidsmarkt en werkgelegenheid Overzicht arbeidsmarkt Veel afgestudeerden (ongeveer 50%) worden wetenschappelijk onderzoeker in de gekozen specialisatierichting. Daarbij komt men onder meer als wetenschappelijk biologisch onderzoeker te werken bij een van de instellingen: • Universiteit • Instituut voor toegepast wetenschappelijk onderzoek (TNO, RIVM, NIOZ, e.d.) • (Farmaceutisch) bedrijf • Adviesbureau Daarnaast zijn er diverse andere beroepsrichtingen mogelijk. Globaal gezien komt 30% van de afgestudeerden in de sector beleid en management terecht en 20% in voorlichting en educatie. Het betreft onder meer: • Commerciële- of managementfuncties • Redacties van tijdschriften, kranten en andere periodieken • Een eigen bedrijf • Leraar in het middelbaar onderwijs • Natuur- of milieubeleid bij de overheid of een natuurbeherende organisatie • Voorlichting en educatie op het gebied van biologie of milieu (bijvoorbeeld uitgeverijen, museale sector, omroep) • Werken in het buitenland, bijvoorbeeld ontwikkelingssamenwerking • Beleidsfunctie bij nationale of lokale overheden of particuliere organisaties Werkgelegenheid Tijdens de studie wordt regelmatig aandacht besteed aan het werkgelegenheidsperspectief. Al in het eerste jaar wordt hieraan tijdens de cursus 'Inleiding in de biologie' en bij het onderdeel 'Wetenschap als proces' aandacht besteedt. In het derde jaar is er loopbaanoriëntatie en arbeidsmarktverkenning tijdens het onderdeel 'Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij' voorafgaand aan en tijdens de bachelorstage. Daarnaast zijn er cursussen zoals 'Biologie, beleid en kennismanagement', 'Oriëntatie op communicatie en educatie', waarin studenten op de beroepsmogelijkheden worden gewezen. De faculteit ondersteunt de bedrijvendagen en beroepenmarkten die ieder voorjaar worden gehouden. De bekende landelijke dag van het Nederlands Instituut voor Biologie (NiBi) wordt jaarlijks in een andere universiteitsstad gehouden. De Amsterdamse bètabedrijvendag is afwisselend bij de VU of de UvA. Voor een goede loopbaanvoorbereiding is het bezoeken van dergelijke dagen beslist noodzakelijk. De
42
Biologie
faculteit wil studenten ruime keuzemogelijkheden aanbieden binnen de studie en hun goed voorlichten over de mogelijkheden na de studie, zodat een optimale voorbereiding op de arbeidsmarkt kan plaatsvinden. Biologen, biomedici en milieuwetenschappers blijken breed inzetbaar te zijn als natuurwetenschappelijk geschoolde academici met veel praktische en communicatieve vaardigheden. De VU participeert in het landelijk onderzoek van het NiBi naar werkgelegenheid onder afgestudeerden. De resultaten worden gepubliceerd in BIOnieuws. De afgelopen jaren heeft gemiddeld ongeveer 90% van de afgestudeerden werk gevonden binnen een jaar. Daarvan is ongeveer 10% buiten de biologie actief, veelal op algemeen academisch of hbo-niveau. Meer informatie over de arbeidsmarkt is te vinden op de NiBi website: www.nibi.nl . Op centraal niveau biedt het Opleidingscentrum voor Studie en Loopbaan diverse activiteiten in het kader van studie-en loopbaanoriëntatie. Voor meer informatie over de activiteiten en mogelijkheden op VU-niveau wordt verwezen naar de betreffende pagina op de algemene VU website (http://www.vu.nl > Studenten> Na je studie). Daar staan onder meer cursussen vermeld over solliciteren en zelfpresentatie. De Stichting Bèta Bedrijvencontactdag Amsterdam (SBBA) organiseert ieder jaar een bedrijvencontactdag bestemd voor bètastudenten van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. De bedrijvencontactdag wordt jaarlijks gehouden op de eerste donderdag van april, afwisselend in de gebouwen van de VU of de UvA. De bedrijvendag zal vooralsnog met name gericht zijn op masterstudenten en promovendi. Deze krijgen in de loop van maart een uitnodiging en het programmaboekje met het inschrijfformulier. Op de bètabedrijvencontactdag is een informatiemarkt aanwezig waar bedrijven zich presenteren. Tevens zijn er verschillende lezingenrondes waarin enkele bedrijven de kans krijgen om het publiek te informeren over de arbeidsmogelijkheden die er voor bèta's zijn binnen dat bedrijf. Een persoonlijk gesprek met een bedrijf naar keuze kan aangevraagd worden door een ingevuld c.v. in te leveren, dat verstrekt wordt met het inschrijfformulier. Naar aanleiding van deze c.v.’s worden studenten uitgenodigd voor de gesprekkendagen die enige tijd na de bedrijvendag plaatsvinden, meestal in mei. De SBBA bestaat uit studenten van de VU en de UvA. Meer informatie over de SBBA of de bèta bedrijvencontactdag kan verkregen worden via de website http://www.sbba.nl. 1.15.3
Masteropleidingen Toelating tot een vervolgmasteropleiding Het BSc diploma Biologie van de VU, of het afronden van een premaster Biologie aan de VU geeft toegang tot een vervolg masteropleiding aan de VU. Na voltooiing van de bacheloropleiding bestaat de mogelijkheid direct door te stromen naar een van de onderstaande masteropleidingen van de faculteit: • Ecology • Management, Policy-Analysis and Entrepreneurship in Health and Life Sciences • Biomolecular Sciences, variant Molecular Cell Biology • Biologie, specialisaties: Plantenwetenschappen, Ecologie, Cell Biology, Brain and behavior, Communicatie, Management, Educatie Daarnaast is het ook mogelijk om in te stromen in de masteropleidingen: • Neurosciences • Biomolecular Sciences, variant Systems Biology
Biologie (BSc)
43
Echter voor deze masteropleidingen gelden aanvullende ingangseisen, zoals hoge cijfers in de vooropleiding. Voor uitgebreidere informatie over de masteropleidingen wordt verwezen naar de studiegids voor de masteropleidingen.Op de facultaire website staat meer informatie over de betreffende opleidingen en differentiaties (http://www.falw.vu.nl/student > Master's programmes). Studenten krijgen in hun derde studiejaar voorlichting over de genoemde masteropleidingen. Er bestaat ook de mogelijkheid om een masteropleiding aan een andere faculteit of universiteit te volgen. Hiervoor gelden veelal aanvullende toelatingseisen. Binnen de VU staat de volgende masteropleiding open voor studenten met een BSc Biologie: • Master Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied Voorbeelden van verwante masteropleidingen aan andere Nederlandse universiteiten zijn Biologie (universiteiten Nijmegen, Groningen, Leiden, Utrecht, Wageningen en UvA), Behavioral and Cognitive Neurosciences (Groningen), Moleculaire Wetenschappen en Animal Science (Wageningen). Meer informatie over de opleiding en toelatingseisen is te vinden op de websites van de betreffende universiteiten. Toelating tot masteronderwijs zonder BSc of afgeronde premaster Wanneer een BSc student of een pre-master student zijn programma nog niet succesvol heeft afgerond, kan de student onder beperkte voorwaarden voorlopig toegang krijgen tot het onderwijs van de master. De student volgt dan alvast masteronderwijs, terwijl hij nog niet is ingeschreven voor de masteropleiding. De voorwaarden om te worden toegelaten tot masteronderwijs zijn de volgende. Een bachelorstudent Biologie aan de VU wordt tijdelijk toegelaten tot het masteronderwijs wanneer: • Alle vakken uit het eerste en tweede jaar van de bacheloropleiding zijn behaald; • Er in totaal minimaal 168 studiepunten in de bacheloropleiding zijn gehaald. Een pre-master student wordt toegelaten tot het masteronderwijs wanneer in totaal minimaal 48 studiepunten van het programma zijn gehaald, en daarnaast de eventueel daarvoor aangemerkte vakken. De beperkte toelating geldt ten hoogste voor één jaar. Als de student dan nog niet het BSc diploma heeft gehaald, of het pre-mastertraject heeft voltooid, krijgt dan geen toegang meer tot masteronderwijs. Voor studiejaar 2007-2008 zullen de regels voor voorlopige toelating tot het masteronderwijs worden aangescherpt. Deze nieuwe regels zullen aan het begin van studiejaar 2006-2007 bekend zijn. Studenten dienen er rekening mee te houden dat eventuele strengere regels kunnen leiden tot blokkade van het volgen van onderwijs. Het tijdig, succesvol, afronden van een bacheloropleiding of premastertraject is noodzakelijk om een blokkade te voorkomen.
44
Biologie
2
Examenonderdelen
naam code docent studiepunten periode inhoud
Bachelorstage C/E 470061 dr. A.M. Wagner (coordinator) 17 08.01.2007 - 02.03.2007, 09.04.2007 - 04.05.2007 De bachelorstage C/E is bestemd voor studenten die willen deelnemen aan de cursus Oriëntatie op Educatie 2 in maart. Doelen, eindtermen,werkwijze en toetsing van de bachelorstage C/E zijn verder gelijk aan die van het onderdeel Bachelorstage M of O (470060). De stage valt in twee delen uiteen, een praktisch gedeelte voor de cursus Oriëntatie op Educatie 2 en een deel waarin de afronding en verslaglegging plaatsvindt, na de cursus Oriëntatie op Educatie 2
naam code docent studiepunten periode doel
Bachelorstage M of O 470060 dr. A.M. Wagner (coördinator) 23 08.01.2007 - 04.05.2007 Naast het verkrijgen van vakinhoudelijke kennis en het aanleren van praktische vaardigheden, nodig om in het betreffende vakgebied adequaat werkzaam te kunnen zijn, heeft de stage in alle gevallen de volgende einddoelen: • De student weet of de door hem/haar gekozen richting brengt wat er van verwacht wordt en of dit een richting is die verder aangehouden wordt in de masterfase; • De student heeft brede academische vaardigheden aangeleerd die nodig zijn voor het met succes doorlopen van de gekozen masteropleiding. Eindtermen: Vakspecifiek: • De student kan onder goede begeleiding zelfstandig onderzoek doen in het gekozen vakgebied en beschikt over praktische vaardigheden die hem daartoe in staat stellen. Met betrekking tot algemene academische vaardigheden: • De student is in staat de wetenschappelijke literatuur m.b.t een nieuw onderwerp te ontsluiten en in korte tijd aan de hand van relevante artikelen kennis te nemen van de belangrijkste ontwikkelingen in het betreffende vakgebied; • De student is in staat een projectvoorstel voor het eigen onderzoek te schrijven; • De student heeft geleerd de voortgang tijdens de stage op een overzichtelijke wijze vast te leggen in een journaal; • De student is in staat om over de door hem/haar behaalde wetenschappelijke resultaten tijdens de stage op een heldere wijze schriftelijk en mondeling te rapporteren, daarbij adequaat gebruik makend van diverse audiovisuele hulpmiddelen. Niveau: specialisatie
Examenonderdelen
45
inhoud De bachelorstage vormt een belangrijk onderdeel van de bacheloropleiding. Tijdens deze stage specialiseert de student zich in een door hem/haar gekozen richting. De stage wordt afgesloten met het schrijven van een bachelorthesis. Tevens biedt de bachelorstage de student de gelegenheid zich te oriënteren op de keuzes die in het begin van het vierde jaar gemaakt moeten worden voor een masteropleiding en - binnen die opleiding- voor een keuze voor een onderzoekers- of maatschappij gerichte variant, of een afstudeertraject in de richting van communicatie en educatie werkwijze De student loopt stage op een wetenschappelijke afdeling. literatuur Onderwerpafhankelijk en documenten op de Blackboard site toetsing Het eindcijfer bestaat uit het cijfer van de stage, te bepalen door de stagebegeleiders. doelgroep Verplicht voor derdejaars bachelorstudenten Biologie en Bio-medische wetenschappen. opmerkingen Meer informatie over de gang van zaken tijdens de bachelorstage is te vinden in de Stage- en scriptieregelingen van de faculteit (te vinden op http://www.falw.vu.nl > Studenten > Reglementen en kwaliteit. naam Biochemie code 470071 docenten prof. H. Lill; dr. H.S. van Walraven (cursusleider); dr. B.M. Bakker; dr. I.M. van Die studiepunten 6 periode 30.10.2006-24.11.2006 doel Begrip van hoe de macromoleculen in de levende cel in netwerken functioneren en hoe ze daarin samenwerken om de belangrijke levensprocessen uit te voeren. Bijzondere aandacht ligt op de cellulaire energiehuishouding, en op de samenhang en regulatie van metabole routes in de mens. Het practicum omvat voornamelijk proeven uit dit gebied. Eindtermen De student kan: • de ordenende en chaotische krachten die het leven bepalen benoemen; • de centrale rol van ATP in cellulaire systemen beschrijven; • aan de hand van voorbeelden in grote lijnen beschrijven welke mechanismen voor de productie van ATP gebruikt worden; • verschillen tussen chemische en chemiosmotische productie van ATP opnoemen en beschrijven; • mechanismen en drijvende krachten van elektronen transport ketens beschrijven; • de efficiëntie van Gibbs-energietransductie en Gibbs-energiedissipatie in oxidatieve fosforylering, ademhalingsketens, actieve transportprocessen en fotosynthese berekenen; • de paradox tussen de 2de hoofdwet en de ordening van levende organismen oplossen; • beschrijven hoe d.m.v koppeling bergafwaartse processen bergopwaartse processen drijven. • het onderlinge verband uitleggen tussen verschillende metabole routes in de mens, en hoe dat op cellulair nivo georganiseerd is 46
Biologie
•
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep voorkennis opmerkingen
naam code docenten studiepunten periode
beschrijven wat de rol van de lever is in de glucose- en vethuishouding, en hoe de pancreas hormonen daarbij een essentiele rol spelen • beschrijven hoe glycoconjugaten zijn opgebouwd, hoe hun synthese verloopt in ER en Golgi-systeem • definieren wat lectinen zijn en beschrijven hoe koolhydraat-lectine interacties inter-cellulaire interacties en communicatie processen bewerkstelligen De student kent: • in grote lijnen de reacties en regulatie van glycolyse en fermentaties; • de glycogeen opbouwende en afbrekende reacties en hun regulatie; • in grote lijnen de reacties en regulatie van de citroenzuurcyclus • structuren en compartimenten in cellen, waar verschillende metabole reacties plaats vinden; • de principes van controle en regulatie; • opbouw en onderdelen van elektronen transportketens; • experimenten om deze reacties te onderzoeken. • -in grote lijnen de biosynthese van N- en O-gebonden glycanen aan eiweitten • -de belangrijkste functies die glycoconjugaten vervullen bij o.a. fertilisatie, embryogenese, infectie en afweerreacties • - de voornaamste metabole routes in de mens en hun onderlinge samenhang De colleges behandelen het samenwerken van reacties en enzymen in biochemische paden en reactieketen. Reacties en principes betrokken bij de cellulaire productie van ATP staan centraal. Thermodynamische grondslagen voor deze reacties worden besproken en vervolgens gebruikt om de resultaten van practicumproeven te bewerken.Tevens zal worden behandeld hoe biologische functies van eiwitten worden gereguleerd via posttranslationele modificaties Zie ook: http://www.bio.vu.nl/vakgroepen/structbiol/teach.html Hoorcolleges (32 uur); werkcolleges (4 dagdelen); practicum (12 dagdelen).Deelname aan practica inclusief voor en nabespreking en werkcolleges is verplicht. Deelname aan hoorcolleges wordt sterk aanbevolen (i.v.m. tentamen). Voet, Voet & Pratt, " Fundamentals of Biochemistry", Wiley, ISBN 0-47158650-1, ca. 50 euro, Handleiding practica en Syllabus totaal ca. 10 euro. Schriftelijk tentamen, met vragen over collegestof en werkcolleges. Verslag over het practicum. Verplicht voor tweedejaars studenten Biologie en Biomedische Wetenschappen. De inhoud van de eerstejaarscursus "Biologische chemie" wordt als bekend verondersteld. Bij het experimentele gedeelte is het dragen van een laboratoriumjas verplicht. Biodiversiteit en ecologisch veldwerk 470019 dr. M.P. Berg (cursusleider); dr. J.H.C. Cornelissen; Gastdocenten 6 04.06.2007 - 29.06.2007
Examenonderdelen
47
doel De samenhang tussen de geomorfologie, bodem en microklimaat van het landschap en het voorkomen van planten en dieren staat centraal. Onderliggend doel is de opbouw van soortenkennis door i) het determineren van planten en dieren, ii) het toepassen van bemonsteringtechnieken om de diversiteit in het veld vast te stellen en iii) de organismen te plaatsen in het landschap. Eindtermen A. Kennisleerdoelen: Na de cursus kun je: • de samenhang tussen geologie, klimaat, bodemtype en het voorkomen van soorten omschrijven; • duinvorming omschrijven en de invloed van duingeomorfologie op het voorkomen van planten en dieren beschrijven; • hoog- en laagveenvorming omschrijven en kensoorten voor veentypen noemen; • het begrip indicatorsoort omschrijven en voorbeelden van indicatorsoorten uit de groep van planten, libellen, sprinkhanen en vogels noemen; • Nederlandse plant- en diergeografische districten omschrijven en hun bijbehorende kensoorten noemen; • monitormethoden selecteren die een beschrijving van diversiteit geven. B. Vaardigheidsleerdoelen: Na de cursus kun je: • de belangrijkste plantenfamilies en Arthropoda- groepen in het veld herkennen; • met een determinatiegids planten en dieren op naam brengen; • inventarisatietechnieken en methoden toepassen; • zelfstandig waterkwaliteit beoordelen aan de hand van macrofaunabemonstering; • vegetatieopnamen maken en geleidsbaarheidmetingen uitvoeren; • mondeling de resultaten uit veldonderzoek overbrengen en toelichten. niveau: 1 inhoud De cursus geeft een inleiding op de ontstaansgeschiedenis van de duinen, het veenweidegebied en de pleistocene dekzanden. Verdere toelichting vindt plaats aan de hand van excursies naar deze landschappen. De nadruk ligt op planten en dieren die kenmerkend zijn voor het landschap. Door het hanteren van kwalitatieve of kwantitatieve veldtechnieken die een indruk geven van locale diversiteit wordt de soortenkennis verder uitgebouwd. De aangeboden theorie omvat de volgende elementen • Floristiek en faunistiek van Nederland; • Ontstaansgeschiedenis van het duin en duinvegataties; • Organismen in de getijdenzone; • Veen en veenvormende vegetaties; • Dekzanden, boven/laat pleniglaciaal; • Plant / dierrelaties en indicatorsoorten; Het practicum en de veldweek omvat de volgende elementen: • Determineren van planten en Arthropoda; • Herkenning van 10 plantenfamilies en 60 kensoorten; • Herkenning van 60 Arthropoda families en orden; • Toepassen bemonsteringsmethoden (gradiënt, transect, looproute, territoriumkartering, potval, steekboor, zeef, smeer, kwikdamplamp, 48
Biologie
vleermuisdetector, malaiseval, vegetatieopname). werkwijze Hoorcolleges en gastdocenten:10 uur; Opdrachten (verplicht): 10 uur ; Practica (verplicht): 18 uur; Excursies (verplicht): 20 uur, 3 1/2 dag ; Veldwerkweek Rijk van Nijmegen (verplicht): 40 uur, 6 dagen; Zelfstudie: 62 uur; Tentamen (opdrachten, presentatie, praktijktentamen). literatuur • Studiehandleiding Biodiversiteit: (ongeveer 12 euro); • R. van der Meijden, 1996. Heukels' Flora van Nederland. WoltersNoordhoff (23e druk) (ongeveer 70 euro); • M. Chinery, 2004. Nieuwe Insectengids Tirion (5e druk) (40 Euro). toetsing Opdrachten en presentatie: • Opdracht veldwerk (30 punten), benoemen plant / dier (dia's, 30 punten), relatie landschap / organismen (essayvragen, 20 punten). • Vaardigheidstoets: determineren plant / dier (20 punten). Eindcijfer is het rekenkundig gemiddelde van de toetsonderdelen. entreevoorwaarden Voor studenten Aardwetenschappen (richting III) gelden de toelatingseisen: a) voldoendes voor Veldwerk eerste jaar (450039) en voor Veldwerkverslag eerste jaar (450020) en b) minimaal een totaal van 72 studiepunten uit de opleiding (richting III). Per 15 april 2007 controleert de examencommissie of aan deze eisen is voldaan. doelgroep Verplicht voor eerstejaars bachelorstudenten Biologie. Verplicht voor tweedejaars studenten Aardwetenschappen met differentiatie Milieuwetenschappen (richting III). opmerkingen Aanschaf loupe (15x) is noodzakelijk. naam code docenten studiepunten periode doel
Bioinformatica 470172 dr.ir. B.W. Kooi (cursusleider); dr. A. van Ooijen 6 07.05.2007-01.06.2007 Het nieuwe, interdisciplinaire vakgebied Bioinformatica gebruikt mathematische/computer modellen en geavanceerde statistische analyse methoden om inzicht te krijgen in complexe biologische processen op alle niveaus van organisatie, van molecuul tot organisme tot populatie. Bioinformatica is tegenwoordig een onmisbaar onderdeel geworden van bijna alle gebieden binnen de biologische en biomedische wetenschappen. De moderne (medische) biologie bestudeert zulke complexe processen, en produceert zoveel data, bijvoorbeeld in de moleculaire biologie (expressie en activiteit van genen en proteinen), neurowetenschappen (activiteit van neuronen en neuronale netwerken) en ecologie (biodiversiteit), dat die alleen met behulp van een bioinformatische benadering te onderzoeken en analyseren zijn. Deze cursus geeft een inleiding tot de bioinformatica en de methoden die binnen de bioinformatica gehanteerd worden. inhoud De onderwerpen en specifieke doelen van de cursus zijn: • Leren opstellen van mathematische modellen voor biologische processen, van molecuul tot populatie; • Leren analyseren van modellen met behulp van numeriek wiskundige methoden; • Leren omgaan met de computer en het schrijven van eenvoudige computer programma's; • Leren omgaan met databases, bijvoorbeeld van gen en proteine
Examenonderdelen
49
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep
sequenties; • Kennismaken met modellen voor neuronen en met neurale netwerk modellen voor leren en geheugen; • Kennismaken met modellen voor moleculaire en cellulaire processen, bijvoorbeeld van gen en proteine netwerken en biochemische interacties; • Kennismaken met ecologische en populatie modellen, bijvoorbeeld van predator-prooi interacties, verspreiding van ziektes, en tumorgroei. • Leren analyseren van neuronale activiteit, genexpressie, en gen sequentie data, met behulp van methoden zoals cluster analyse, fourier analyse en principale component analyse; Hoorcolleges, zelfstudie en werkstuk. Een belangrijk onderdeel van de cursus zijn de computerpractica (waarbij MATLAB gebruikt wordt) met betrekking tot modelleren en data analyse. Syllabus en practicumhandleiding, prijs samen ongeveer EUR12. Computeropgaven en schriftelijk tentamen Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten Biologie en Biomedische wetenschappen. De cursus wordt zeer aanbevolen voor studenten in de neurowetenschappen, moleculaire en celbiologie, en ecologie.
naam code docenten studiepunten periode doel
Biologie, beleid en kennismanagement 470021 prof.dr. J.T. de Cock Buning (cursusleider); drs. F. Kupper (cursusleider) 6 02.10.2006- 27.10.2006 • Kennismaking met de beleidswetenschappen; met name met beleidsprocessen, beleidstheorie en beleidsanalyse. • Inzicht in verschillende ideeën over de manier waarop wetenschap en beleid met elkaar kunnen samenwerken. • Kennismaking met managementprocessen, en -theorieën, met specifieke aandacht voor kennismanagement en projectmanagement. • In de praktijk oefenen met het analyseren van beleid en het identificeren van beleidsopties. • Ervaring opdoen met projectmatig werken in teamverband. • Kunnen toepassen van enkele praktische vaardigheden, zoals onderzoeksopzet maken, literatuurstudie, kritisch analyseren, argumenteren, en schriftelijk en mondeling presenteren. • Oriëntatie op de M-variant, dan wel de masters Management, PolicyAnalysis and Entrepreneurship inhoud Beleid speelt op vele manieren en niveaus een rol in onze samenleving. Ook als bioloog heb je eigenlijk altijd met beleid te maken. Enerzijds speelt beleid een rol bij het stimuleren en/of reguleren van wetenschappelijk onderzoek. Anderzijds worden biologen ingezet om beleid rondom een maatschappelijk probleem te ondersteunen of te adviseren. Ook management is iets waar je als bioloog mee te maken krijgt. Zo wordt wetenschappelijk onderzoek -direct of indirect- aangestuurd door 'het management'. Of je gaat als bioloog zelf werken in het management van een farmaceutisch of biotechnologisch bedrijf. Beleid en management lijken soms wel ad hoc vorm gegeven te worden. Toch zijn er structurele processen en ordenende principes aan te wijzen.
50
Biologie
werkwijze literatuur toetsing
doelgroep naam code docenten studiepunten periode doel
Inzicht in deze processen en principes maakt dat je begrijpt waarom bepaalde keuzes gemaakt worden en waarom beleid er op een bepaalde manier uitziet. In het eerste deel van deze cursus krijg je colleges over diverse beleids- en managementaspecten geïllustreerd aan de hand van casussen uit de biologie. Dit deel wordt afgesloten met een tentamen. Het tweede deel van de cursus bestaat uit een projectopdracht waarin de analyse van een actueel, maatschappelijk-biologisch vraagstuk in relatie tot (overheids)beleid centraal staat. Voorbeelden zijn vogelgriep, klonen of bioterrorisme, onderwerpen die al tijdens het eerste deel van de cursus aan de hand van mediabronnen (bijv. kranten) worden gekozen. Wij willen daarmee een leersituatie creëren die nauw aansluit bij de praktijk van beleidsmatig onderzoek en projectmatig werken. De problematiek en de verschillende beleidsopties rond dit vraagstuk worden kritisch geanalyseerd. De resultaten, conclusies en aanbevelingen worden weergegeven in een beleidsadviesrapport dat aan het eind van de cursus mondeling gepresenteerd wordt. De eerste helft van de cursus zal bestaan uit (werk)colleges, de tweede helft uit het uitvoeren van een projectopdracht in teamverband. Syllabus. Aan te schaffen in de boekhandel. Prijs ca. 15 euro. Individuele toetsing bestaat uit: (1) tentamen, en (2) projectopdracht. Individuele beoordeling van de projectopdracht vindt plaats op basis van individuele producten, het functioneren in de projectgroep en de beoordeling van groepsproducten. Verplicht voor tweedejaars bachelorstudenten Biologie. Biologische chemie 470002 prof. H. Lill (cursusleider); dr. H.S. van Walraven; dr. K. Krab 5 02.10.2006 - 27.10.2006 Kennis maken met de bouwstenen van biochemisch relevante macromoleculen. Inzicht in structurele opbouw en functie van eiwitten en membranen, alsook mechanismen, kinetiek en regulatie van enzymen. Kennis en toepassing van methoden gebruikelijk in het biochemisch onderzoek. De student kan: • de centrale rol van water in biologische systemen beschrijven; • bouwstenen van macromoleculen herkennen; • de structurele aspecten van eiwitten opnoemen; • de krachten opnoemen die de vorm en structuur van eiwitten bepalen; • structurele eiwitten opnoemen en hun rol in cellen omschrijven; • aan de hand van voorbeelden in grote lijnen beschrijven met welke mechanismen enzymen werken; • begrippen gebruikelijk in enzym-kinetiek, -thermodynamica, en regulatie opnoemen, omschrijven en praktisch toepassen; • begrippen gebruikelijk in enzym regulatie opnoemen, omschrijven en praktisch toepassen; • de opbouw en rol van biologische membranen beschrijven; • functies van integrale membraaneiwitten opnoemen; • mechanismen en drijvende krachten van transport over membranen
Examenonderdelen
51
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen
beschrijven; • met courante computer applicaties (MS Excel, Chart) gegevens opnemen en verwerken; • verscheidene biochemische en biofysische technieken praktisch toepassen (gelfiltratie, centrifugatie, gelelektroforese, spectrofotometrie); • maatregels m.b.t. biologische veiligheid opnoemen en toepassen. De student kent: • de opbouw en definiërende eigenschappen van koolhydraten, aminozuren, nucleïnezuren en lipiden • de algemene structuur en structurele elementen van eiwitten en de interacties die deze structuren bepalen • de 1ste en de 2de hoofdwet van de thermodynamica • de betekenis van de toestandsfuncties energie, enthalpie, entropie, Gibbsenergie en elektrochemisch potentiaal verschil. De colleges behandelen eerst structuur en functie van biologisch relevante moleculen. Dan ligt bijzondere aandacht op structuur en functie van enzymen. Ten slotte worden biologische membranen behandeld. Bij het practicum worden enkele biochemische en biofysische technieken behandeld en toegepast. In werkcolleges wordt de theorie verduidelijkt en op biologische en biochemische vraagstukken toegepast. Zie ook: http://www.bio.vu.nl/vakgroepen/structbiol/teach.html Hoorcolleges (30 uur), werkcolleges (5 dagdelen), practicum (10 dagdelen). Deelname aan practica inclusief voor en nabespreking en werkcolleges is verplicht. Deelname aan hoorcolleges wordt (i.v.m. tentamen) sterk aanbevolen. Verplicht : Voet, Voet & Pratt, " Fundamentals of Biochemistry", Wiley, ISBN 0-47158650-1, ca. 50 euro. Handleiding practicum, ca. 5 euro. Schriftelijk tentamen, met vragen over de collegestof. Practicumtoets. Verplicht voor eerstejaars studenten Biologie en Biomedische Wetenschappen. Bij het experimentele gedeelte is het dragen van een laboratoriumjas verplicht.
naam Cellulaire biologie code 470013 docenten prof.dr. A.B. Smit (cursusleider, contact via mevr. Borgman, e-mail
[email protected]); dr. S. Luirink; dr. J. van Minnen; prof.dr. M. Verhage studiepunten 6 periode 30.10.2006-24.11.2006 doel Kennis en inzicht verkrijgen in de structuur en het functioneren van de cel, alsmede in de rol van de verschillende celorganellen en de processen die zich daar afspelen in biomedische context. inhoud De cursus Cellulaire biologie richt zich op de opbouw, de structuur en het functioneren van cellen en de onderlinge samenhang hiervan. Het gaat daarbij om de volgende onderwerpen: • Functionele celmorfologie, 52
Biologie
•
Synthese van eiwitten en sorteringsprocessen Signaaltransductie, transport en verwerking van informatie • Cytoskelet • Cel-Cel interacties en tumorcellen • Celdeling Cellulaire biologie en ziekteprocessen Hoorcolleges en werkcolleges (verplicht); contacturen: 18 halve dagen; literatuurstudie: 20 halve dagen. Verplicht boek: Alberts, Essential Cell Biology 2nd edition, Garland, ISBN 0-8153-3481-8 Paperback Schriftelijk(e) tentamen(s). Tentamenstof: nader op te geven, delen uit Alberts; collegestof. Verplicht voor eerstejaars studenten bachelor Biologie en Biomedische wetenschappen. Cursus in het kader van de brede academische vorming. Contactpersoon voor de cursus: Mw Brigitte Borgman,
[email protected] •
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Dierfysiologie 470164 dr. R.F. Jansen (cursusleider
[email protected]) 6 09.04.2007-04.05.2007 Het verwerven van inzicht in een aantal basisprincipes van endocrinologie en dierfysiologie. Niveau 1 Onderwerpen die aan de orde komen en een aanduiding van de aan te brengen kennis: • Ademhaling: gaswetten en het proces van gaswisseling (kieuwen, longen tracheeen); • Hart en bloedsomloop: de samenstellende delen van de bloedsomloop, doorbloeding en bloeddruk (Poiseuille, Reynold's getal, Energie van vloeistoffen), regulatie van cardiac output, bloedpigmenten, Root- en Bohr-effect, tegenstroomprincipe; • Temperatuur: fysiologische processen van temperatuur (Q10, Arrheniusvergelijking), eigenschappen van enzymen; • Metabolisme: omzetting van voedsel in energie, energiebesteding aan levensprocessen en de evolutionaire implicaties hiervan; • Osmoregulatie: de manieren waarop dieren 'afvalstoffen' uit het lichaam kunnen verwijderen; • Spierfysiologie: de ontwikkeling van kracht door spieren op basis van de 'sliding filament-hypothese', excitatie-contractie koppeling, contractieproces, verschillende typen spieren; • Endocrinologie: aard en werking van hormonen; Colleges, COO Nader te bepalen Schriftelijk tentamen, bestaande uit essayvragen
naam Ecologie code 470009 docenten prof.dr. M.A.P.A. Aerts (cursusleider); prof.dr. H.A. Verhoef;
Examenonderdelen
53
prof.dr. J. Ellers studiepunten 6 periode 08.01.2007 - 02.02.2007 doel Doelen: • Het actief kunnen omgaan met biologische processen op alle biologische integratie-niveaus; • Het verwerven van kennis en inzichten in algemeen ecologische processen en het functioneren van individuen, populaties en ecosystemen; • Kennisnemen van de beginselen van de populatiedynamica en de populatiegenetica; • Kennisnemen van theorievorming op het niveau van populaties en levensgemeenschappen; • Het leren integreren van processen en structuren op het niveau van cel, orgaan, individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem en bioom; • Het verwerven van inzicht in de ecologische processen die de evolutie van eigenschappen en soorten beïnvloeden; • Het leren opzetten, uitvoeren en rapporteren over eenvoudige ecologische experimenten. Eindtermen: De student kan: • Ecologische processen op verschillende schaalniveaus met elkaar verbinden; • Grafieken interpreteren waarin ecologische processen zijn weergegeven; • Beschrijven welke factoren de aantallen en de verspreiding van organismen bepalen; • Beschrijven hoe interacties tussen soorten de struktuur en soortensamenstelling van levensgemeenschappen bepalen; • Beschrijven hoe veranderingen in het milieu ecologische processen patronen bepalen • Massa- en energieflux diagrammen opstellen en analyseren; • De verworven kennis gebruiken om toegepaste vraagstukken op het gebied van de ecologie te beantwoorden; • M.b.v. het internet ecologische vraagstellingen beantwoorden; • M.b.v. computermodellen populatiedynamische en populatiegenetische processen analyseren; • Zelfstandig een experiment uitvoeren en daarover rapporteren; • Omschrijven welke factoren het ontstaan en behoud van genetische variatie bepalen; • Berekenen hoe genfrequenties veranderen; • Verschillende vormen van soortvorming vergelijken. Niveau-aanduiding: 1 inhoud Het boek Essentials of Ecology (zie Literatuur) wordt in zijn geheel behandeld tijdens de cursus, aangevuld met de populatiegenetische delen van 'Evolution'. Aan de orde komen: • Algemene inleiding op de ecologie; • De relatie tussen ecologie en evolutiebiologie; • Het milieu (conditions en resources); • De verschillende integratieniveaus binnen de ecologie (individuen, soorten, populaties, levensgemeenschappen, ecosystemen); 54
Biologie
•
Populatiedynamica; Populatiegenetica; • Fluxen van energie en materie; • Duurzaamheid; • Vervuiling; • Natuurbeheer. Hoorcolleges (30 uur) en bijbehorende zelfstudie; Het maken van opdrachten en web research questions ; Excursie naar de Oostvaardersplassen (verplicht); (Computer)practica populatiedynamica en populatiegenetica en het uitvoeren van ecologische experimenten (10 dagdelen; verplicht!) . C.R. Townsend, M. Begon &J.L. Harper. Essentials of Ecology, Blackwell Science Publishers, Oxford. 2003 (2nd edition). ISBN 1-40510-328-0 (prijs ±45 euro). Strickberger, M.W., Evolution, 3rd edition, Jones & Bartlett Publishers. 2000. (prijs ± 37 euro; dit boek is verplicht voor Evolutiebiologie, maar al bij dit blok wordt er een beperkt deel uit behandeld). Handleiding Evolution Lab. 7 euro (verkrijgbaar tijdens de cursus) Schriftelijk tentamen (essayvragen); tentamen telt voor 70% mee voor eindcijfer, de Web Research Questions voor 10% en de (computer)practica (incl. de verplichte verslagen) voor de resterende 20%. Het praktische deel van de cursus kan alleen herkanst worden in de cursus in het volgende studiejaar. De Web Research Questions kunnen niet herkanst worden. Verplicht voor eerstejaars bachelorstudenten Biologie en voor tweedejaars Aardwetenschappen met differentiatie Milieuwetenschappen. •
werkwijze
literatuur
toetsing
doelgroep
naam Ecotoxicologie code 470047 docenten dr.ir. C.A.M. van Gestel (cursusleider, Afdeling Dierecologie, De Boelelaan 1085, kamer H-150, tel. 5987079; e-mail:
[email protected]); dr. H. Schat (Afdeling Genetica, De Boelelaan 1085, kamer A-213, tel. 5987052, e-mail:
[email protected]) studiepunten 6 periode 30.10.2006- 24.11.2006 doel Kennismaken met de basisprincipes van de ecotoxicologie en in het bijzonder verwerven van inzicht in: • de bronnen en eigenschappen van potentieel toxische stoffen; • de lotgevallen van potentieel toxische stoffen in het milieu; • de werkingsmechanismen van toxische stoffen; • de reaktie van levende organismen op potentieel toxische stoffen; • de effecten van potentieel toxische stoffen op het niveau van individu, populatie en levensgemeenschap; • de toepassing van ecotoxicologische kennis in de risicobeoordeling van stoffen. Niveau van de cursus: Niveau 2 inhoud De cursus geeft een inleiding in de herkenning, analyse en voorspelling van milieuproblemen door potentieel toxische stoffen. De nadruk ligt op de relatie tussen het werkingsmechanisme van de stof en de effecten op populaties, inclusief de ontwikkeling van resistentie. In de cursus worden milieuchemische, toxicologische en ecologische aspecten geïntegreerd. Ten slotte komt de toepassing van ecotoxicologische gegevens in de
Examenonderdelen
55
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden
doelgroep
milieunormstelling aan de orde. De aangeboden theorie omvat de volgende elementen: • Overzicht milieugevaarlijke stoffen; • Verspreiding en mobiliteit; • Biologische beschikbaarheid en opname-/eliminatie-kinetiek; • Dosis-effect-relaties; • Werkingsmechanismen; • Structuur-werkingsrelaties; • Mengseltoxiciteit; • Resistentieontwikkeling; • Effecten op populaties en ecosystemen; • Diagnosemethoden; • Modellen voor stofgehalten en effecten; • Normen in de milieuwetgeving. Hoorcolleges (± 26 uur); werkcolleges (± 12 uur); responsiecolleges (± 4 uur); zelfstudie (± 115 uur); tentamen (3 uur). Syllabus Ecotoxicology, verkrijgbaar bij cursuscoördinator. Prijs ongeveer 15 euro. Schriftelijk tentamen. De bachelorcursus Ecologie voor studenten Biologie of de bachelorcursus Gezondheid en Milieu voor studenten Bio-medische wetenschappen en Gezondheidswetenschappen. Keuzevak voor derdejaars bachelorstudenten Biologie. De cursus staat open voor belangstellenden vanuit andere opleidingen. Studenten uit andere opleidingen moeten vooraf contact opnemen met de docent en goedkeuring vragen bij de examencommissie van hun eigen opleiding.
naam Evolutie van de mens code 470055 docenten prof.dr. N.M. van Straalen (cursusleider); prof.dr. G.J. Boekschoten; Gastdocenten studiepunten 6 periode 02.10.2006 - 27.10.2006 doel Kennismaking met de discussies over de reconstructie van de humane evolutie. Verwerven van inzicht in de argumenten die vanuit verschillende disciplines gebruikt worden om zulke reconstructies te onderbouwen. Eindtermen De student is in staat: • de huidige stand van zaken met betrekking tot de afstammingsgeschiedenis van Homo sapiens en andere homininen uiteen te zetten; • bewijsmateriaal voor humane evolutie vanuit de moleculaire genetica, de palaeontologie en de vergelijkende ethologie op hun waarde te schatten; • zich een oordeel te vormen over recente artikelen in Nature en Science waarin nieuwe palaeontologische vondsten en genetische gegevens gepresenteerd worden. Niveau 2. inhoud In de cursus worden de principes van de evolutieleer en de fylogenetische 56
Biologie
werkwijze
literatuur
toetsing doelgroep
voorkennis
analyse geïllustreerd, gevolgd door een analyse van fossiele en genetische gegevens en hun belang voor de reconstructie van de homininen-subfamilie. Achtereenvolgens komen aan de orde: • Historische visies op de evolutie van mensen; • Dateringsmethodes en tafonomie; • Fylogenetische reconstructies; • Bouwplannen van de primaten; • Sociale structuren en seksueel gedrag bij apen en mensen; • Anatomische overeenkomsten tussen mensapen en mensen; • De oorsprong van de homininen; • Evolutionaire verklaringen voor bipedalisme; • De Australopithecus-soorten; • Homo habilis en Homo erectus; • Verschillende culturen van stenen werktuigen; • Het raadsel van de neanderthalers; • De oorsprong van Homo sapiens: in Afrika?; • Evolutie van de hersenen, zelfbewustzijn en taal; • Migraties van Homo sapiens; • De landbouwrevolutie. Responsiecolleges (8 uur); hoorcolleges (17 uur); osteologisch practicum met humane botten en modellen van fossiele schedels (8 uur); excursie naar een neanderthaleropgraving (Scladina); onbegeleide zelfstudie (120 uur); tentamen (3 uur). Verplicht studieboek: R. Lewin & R.A. Foley, Principles of Human Evolution, 2nd edition, Blackwell Science, Malden, ISBN 0 632 04704 6. Prijs ongeveer 50 euro. Tevens is een syllabus nodig, prijs ongeveer 15 euro, waarin tevens de toegang tot de grot van Sclayn en vervoer vanaf Maastricht begrepen is. Schriftelijk tentamen en een essay over een recent artikel. Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten Biologie en Biomedische wetenschappen. De cursus staat open voor belangstellenden vanuit andere opleidingen. Studenten uit andere studierichtingen moeten vooraf contact opnemen met de docent en goedkeuring vragen bij de examencommissie van hun eigen opleiding. Basiskennis van evolutiebiologie op het niveau van de eerstejaars cursus voor biologen (470063) of biomedische wetenschappers (470068) wordt sterk aanbevolen.
naam Evolutiebiologie code 470063 docenten prof.dr. N.M. van Straalen (cursusleider); dr. J.H.C. Cornelissen; dr. D. Roelofs studiepunten 6 periode 05.02.2007 -02.03.2007 doel Kennismaking met de principes van de evolutieleer, verwerven van inzicht in de mechanismen van soortvorming, de diversiteit en onderlinge samenhang van bouwplannen van planten en dieren. Niveau 1. EindtermenDe student is in staat:
Examenonderdelen
57
•
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen
naam code docenten studiepunten periode doel
58
de belangrijkste bewijzen voor evolutie te omschrijven; • de hoofdtijdperken in de evolutionaire geschiedenis aan te geven; • de mechanismen van soortvorming te omschrijven; • zelf een fylogenetische reconstructie te kunnen maken; • de hoofdgroepen van het planten- en dierenrijk te benoemen; • de bouwplannen van algen, mossen, varens en zaadplanten te beschrijven; • de bouwplannen van de hoofdgroepen van het dierenrijk te beschrijven; • de evolutionaire lijnen binnen de gewervelde dieren aan te geven; • de evolutie van de primaten en de mens te omschrijven; • met behulp van microscoop en eenvoudig snijmateriaal de externe morfologie van planten te achterhalen; • met behulp van microscoop en snijmateriaal de bouwplannen van de hoofdgroepen van het dierenrijk te achterhalen. In de cursus worden de principes van de evolutieleer geïllustreerd, met name de organische aspecten (ontstaan van bouwplannen, onderlinge samenhang en diversiteit binnen het plantenrijk en het dierenrijk). De stof omvat de volgende onderwerpen: • Evidentie voor evolutie; • Mechanismen van soortvorming; • Invloed van geologische gebeurtenissen op evolutie; • Classificatie en systematiek; • Fylogenie; • Diversiteit van algen, mossen, varens en zaadplanten; • Diversiteit van ongewervelde dieren; • Bouwplannen van gewervelde dieren, incl. primaten; • Evolutie van de mens; Hoorcolleges (38 uur); computerpractica (8 uur, aanwezigheid verplicht); voorcolleges (8 uur, aanwezigheid verplicht); snijpractica (32 uur, aanwezigheid verplicht); computer-ondersteund leren (20 uur); excursies (12 uur, verplichte deelname); tentamen (2 uur); onbegeleide zelfstudie (40 uur). M.W. Strickberger, Evolution, 3rd Ed., 2000. ISBN 0-7637-1066-0, prijs ongeveer 45 euro en een syllabus, prijs ongeveer 20 euro, inclusief toegang tot het museum Naturalis en Artis. Schriftelijk tentamen en verslag over de plantkunde-, dierkunde- en computerpractica en de excursies. Verplicht voor eerstejaars bachelorstudenten Biologie. Een laboratoriumjas tijdens de snijpractica is verplicht. Snijmaterialen kunnen aangeschaft worden bij het eerste practicum (ongeveer 25 euro). Evolutionaire ecologie en gedrag 470074 prof.dr. J. Ellers (cursusleider); dr. G.J.J. Driessen 6 04.06.2007 - 29.06.2007 Kennis en inzicht verwerven in de principes en de onderliggende mechanismen van de evolutionaire ecologie en de gedragsecologie. Niveau 2 Eindtermen Biologie
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep voorkennis
naam code docenten studiepunten periode doel
De student kan: • de verschillen tussen een proximate en een ultimate benadering van ecologische vragen benoemen; • optimaliteitstheorie en kosten-baten analyses toepassen bij ecologische vraagstukken; • de principes van de ideaal vrije verdeling uitleggen • een vergelijking maken tussen verschillende typen paarsystemen en hun ecologische vereisten; • alternatieve reproduktieve strategieën benoemen en hun voorkomen verklaren; • de evolutionaire consequenties van seksuele selectie omschrijven; • een voorbeeld geven van co-evolutie en de onderliggende mechanismen identificeren ; • uitleggen wat evolutionair stabiele strategieën zijn; ecologische vragen, voortkomend uit bovenstaande benaderingen, omzetten in oplosbare deelproblemen en (veld)-experimenten ontwerpen om de geformuleerde deelproblemen te beantwoorden. De cursus besteedt aandacht aan evolutionaire verklaringen voor ecologische patronen. De centrale vraag in deze cursus is hoe strategieën of gedragingen van een individu kunnen bijdragen aan de overleving of reproductie van dat individu. Onderwerpen die aan de orde komen zijn oa.: • Natuurlijke selectie, ecologie en gedrag • Economische beslissingen in indivdiuen; • Concurrentie om resources; • Coevolutie en wapenwedlopen • Leven in groepen; • Evolutionair stabiele strategieen • Seksueel conflict en seksuele selectie; • Paarsystemen en ouderlijke zorg • Alternatieve reproduktiestrategieen • Communicatie en evolutie van signalen; Het eerste deel van de cursus bestaat uit hoorcolleges over de theorie. In het tweede deel zullen de studenten in kleine groepjes zelf experimenteel (veld)werk verrichten. De veldwerkweek wordt op Schiermonnikoog uitgevoerd. An introduction to Behavioural Ecology. J.R. Krebs & N.B. Davies (3rd ed.). Schriftelijk tentamen over de theorie (50%) Mondelinge en schriftelijke rapportage van het onderzoek (50%). Keuzecursus voor tweede- en derdejaars bachelorstudenten Biologie. De inhoud van de cursus "Ecologie" uit het eerste jaar wordt als bekend verondersteld. Evolutionaire genetica 470053 dr. J.M. Kooter (cursusleider); dr. H. Schat; dr. D. Roelofs 6 4.06.2007-29.06.2007 Verwerven van kennis en inzicht in : • dynamische karakter van genetisch materiaal en genetische variatie • oorzaken genetische variatie op nucleotide, gen, en chromosoom-niveau
Examenonderdelen
59
•
genoomevolutie bij pro- en eukaryoten • vergelijkende genomics • evolutionaire gevolgen van sex • ecologische en moleculaire oorzaken van soortvorming • horizontale DNA overdracht • gebruik van genomische databanken bij evolutiestudies • modellen van de moleculaire oorsprong van leven op aarde • reconstructie van fylogenetische bomen met behulp van het computerprogramma PAUP • verschillende vormen van selectie en theoretische onderbouwing • manieren waarbij genetische variatie wordt gebruikt om oorzaken van stochastische en deterministische processen af te leiden • toepassing van wiskundige regels die bestaan voor het gedrag van allelen van één of twee loci in ideale populaties, en voor genen met een kwantitatief effect • de relatie tussen ziekte en evolutie • moleculaire evolutie van pathogenen (bacterien, virussen, protozoa) inhoud De cursus behandelt: - Genetische concepten die de basis vormen voor het begrijpen van de evolutietheorie, waaronder moleculaire evolutie, ontstaan van nieuwe genen en functies, genoom organisatie, vergelijkende genomics, soortvorming, humane genoom evolutie, relatie ontwikkeling en evolutie, en hypothesen over het ontstaan van `leven¿, - Theoretische principes van de populatie genetica, waaronder verschillende vormen van selectie, quantitatieve genetica, drift, en hun toepassingen bij het bestuderen van variatie en evolutie in natuurlijke populaties. - Fylogenetische reconstructies op basis van DNA sequenties met behulp van een cladistisch computerprogramma - Toepassing van evolutiebiologie bij analyse en bestrijding van ziekten bij mens, dier, en plant. werkwijze • Hoorcolleges (40 uur) • Werkcolleges (verplicht, 20 uur) • Literatuurbespreking (verplicht, 9 uur) • Computer Practicum (verplicht, 9 uur) • Lab. Practicum (verplicht, 8 uur) • Zelfstudie • Ondersteuning via Blackboard •
Studieboek: 'Evolutionary Analysis', Scott Freeman and Jon C. Herron, Third Edition, 2004, Pearson, Prentice Hall • Syllabus met Onderzoeks- en Reviewartikelen over onderwerpen die niet in het boek worden behandeld toetsing Schriftelijk tentamen (0.8) en een literatuurbespreking (0.2). Beide moeten voldoende zijn. doelgroep Keuzevak voor derdejaars bachelorstudenten Biologie en Bio-medische Wetenschappen. voorkennis Alle vakken uit het eerste jaar en Moleculaire Ontwikkelingsbiologie uit het twee jaar (470038). literatuur
60
Biologie
opmerkingen De cursus wordt gegeven door de afdelingen Genetica, Ecologie en Fysiologie van planten, en Dierecologie. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep voorkennis
Genetica (B/BMW) 470723 dr. A.R. Stuitje (cursusleider); dr. J.M. Kooter 6 27.11.2006-22.12.2006 Verkrijgen van inzicht in: • Klassieke mutagenese en overerving; • Structuur en functie van chromosomen; • DNA replicatie, repair en recombinatie; • Expressie van genen; • Regulatie van genexpressie; Cloneren en sequencen van DNA; • Transgenese; • De impact van genetica op de maatschappij. Tijdens deze cursus dienen een vijftal experimenten als uitgangspunt voor het formuleren van de leerdoelen en het herkennen van hiaten in de achtergrondkennis. Deze leerdoelen zullen tijdens een "Brainstorm sessie" in studiegroepjes van 10-14 personen olv een mentor (c.q. prakticum begeleider), aan de hand van praktisch vraagstellingen worden vastgesteld. Tijdens het bestuderen van de leerstof (ingeroosterde studiepauzes) kan mbv quizzes op "Blackboard", de opgedane kennis worden getest (zelftoetsing). Tijdens de rapportage sessie na afloop van de korte studiepauzes worden deeltoetsen afgenomen waarvan het cijfer een onderdeel vormt van het eindcijfer (zie toetsing). Tijdens de cursus zullen tevens een aantal werkcolleges worden ingeroosterd waarbij evt vragen van studenten mbt de leerstof zullen worden behandeld. De experimenten die na afloop van de betreffende deeltoetsen zullen plaatsvinden hebben betrekking op: 1. Genotypische karakterisering van het geslacht mbv de polymerase ketting reactie (PCR-analyse); 2. Het lezen van een genetische code aan de hand van een DNA basenvolgorde; 3. Het testen van potentieel mutagene stoffen mbv een moleculair genetische benadering; 4. Isolatie van plasmied DNA en restrictie enzym analyse; 5. Het analyseren van interacties tussen genen mbv klassieke Mendeliaanse genetica. Hoorcolleges/werkcolleges (±15 uur); Verplichte werkgroepsessies (12-18 uur); Verplicht practicum (20-30 uur); Zelfstudie (80-90 uur); Tentamen training (±10 uur). Verplicht: R.H. Tamarin, "Principles of Genetics" McGraw-Hill ISBN 0-07233419-3, ca. 50 euro ; Prakticum handleiding, ca. 8 euro. Schriftelijk tentamen (70%), practicumtoets (30%). Verplicht voor eerstejaars bachelorstudenten Biologie en Bio-medische wetenschappen Genetica op het niveau van VWO.
naam Genomics code 470076
Examenonderdelen
61
docenten dr. J.M. Kooter; prof.dr. M. Verhage (cursusleider,
[email protected]); dr A.S. Groffen; prof dr P. Heutink; prof.dr. A.B. Smit; dr. R.J.M. van Spanning studiepunten 6 periode 04.09.2006-29.09.2006 doel (A) De hoofddoelen zijn: • het verkrijgen van inzicht in de samenstelling en organisatie van het genoom en de benaderingen om dat te analyseren. • het analyseren van verschillen en overeenkomsten binnen het genoom en tussen genomen van verschillende individuen of species en het inzichtelijk maken hoe die verschillen en overeenkomsten de basis vormen voor verschillen en overeenkomsten in het funktioneren van cellen en het gedrag van organismen en in het ontstaan van ziekte • het verkrijgen van inzicht in hoe genoom-elementen bijdragen tot complexe biologische funkties of het ontstaan van ziektes. (B) Voor deze hoofddoelen worden de volgende vaardigheden bijgebracht: • het gebruiken van de bioinformatica in genoomanalyse, bij het vinden en gebruiken van de verschillende databases voor DNA sequenties, transcriptomics profielen, proteomics en metabolomics en het vergelijken van deze verschillende genoomsequenties, • het identificeren van genetische diversiteit en variaties die bijdragen tot het onstaan van ziekte of de kwetsbaarheid hiervoor. • het vergelijken van de funktie van orthologe genen in verschillende organismen (C) Ten slotte heeft de cursus het doel de student te laten kennismaken met een aantal belangrijkse toepassingen en afgeleiden van genoomanalyse: • de transcriptomics, de proteomics en de metabolomics, ook voor diagnostische doeleinden • methodes om in model organismen in te grijpen in hun genoom, om daarmee de basis van fysiologisch, biotechnologisch en pathologisch functioneren te onderzoeken (tuneable promoters, transgenese, knock-out technologie, RNA-interferentie) • de genetische basis van gedrag en gedragsafwijkingen • medische toepassingen van genomics (vergelijken zieke en gezonde weefsels, diagnose; uitzicht op therapie, pharmacogenomics) • biotechnologische toepassingen van genomics • ecologische toepassingen van genomics • ethische aspecten aan genomics en genetische modificatie inhoud De cursus bestaat uit twee kort 'opfris' colleges afgerond met een toets om een goed ingangsniveau te garanderen. Het hoofdbestanddeel van de cursus zijn 14 modules die elk bestaan uit hoorcolleges en een computerpracticum. Tenslotte is er tijd voor het afronden van opdrachten en voorbereiden van het tentamen. werkwijze Hoorcolleges, (computer)werkcolleges, zelfstudie literatuur syllabus Genomics toetsing Tentamen en ingeleverde werkopdrachten. Het eindcijfer wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van de scores voor het tentamen (60%) en de werkopdrachten (samen 40%) Studenten kunnen alleen slagen nadat zij alle computerpraktica hebben volbracht. 62
Biologie
doelgroep Verplicht voor derdejaars bachelorstudenten Biomedische wetenschappen. Keuze voor derdejaars bachelorstudenten Biologie. De cursus staat open voor belangstellenden uit andere opleidingen. Studenten uit andere studierichtingen moeten vooraf contact opnemen met de docent en goedkeuring vragen bij de examencommissie van hun eigen opleiding. naam code studiepunten contacturen periode coördinator periode doel inhoud
literatuur
toetsing
opmerkingen
IKO / Interfacultair keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken 60000010 6 28 (28 hoorcollege) in de basiscursus 1, 2, 3 en 4 drs. J.J.F. Heins (e.a.) • 1e en 2e periode -basiscursus op de donderdagmorgen • 3e en 4e periode -vervolgtraject, het dagdeel varieert Vanuit verschillende disciplines informatie bieden op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken. Dit interfacultaire keuzevak bestaat uit een basiscursus en een vervolgtraject. De basiscursus (voor 6 ects) omvat een serie van 12 hoorcolleges, waarin vanuit verschillende disciplines informatie geboden wordt over ontwikkelingsvraagstukken en het thema Kennis, informatie en innovatie. Sleutels voor mondiale ontwikkeling? De eerste 6 colleges bieden basisinformatie, terwijl in de laatste 8 bijeenkomsten het thema meer centraal zal staan. Het vervolgtraject (3 tot 12 ects) kan ingevuld worden met een studiereis naar Suriname (onder voorbehoud), het deelnemen aan het simulatiespel Africulture over rurale ontwikkeling in Afrika, of met het schrijven van een werkstuk over een onderwerp naar keuze. • Potter, R.B., R. Binns, J.A. Elliott & D. Smith, Geographies of Development. 2e druk, Harlow, UK: Pearson Education/Prentice Hall, 2004, et uitzondering van de hoofdstukken 5 & 8, resp. pp. 181-227 & 319-367 • Heins, J.J.F. & B.G. Keuper (red.) Rozen in de woestijn, voorbeelden van succesvolle ontwikkeling. 2003, themabundel Ontwikkelingsproblematiek nr. 13, Vrije Universiteit Amsterdam • Websiteartikelen bij de hoorcolleges schriftelijk tentamen 75 % essay 25 % Een informatieboekje met nadere beschrijving van basiscursus en vervolgtraject is aan te vragen bij: Mw. G.E. Heemskerk, Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde (FEWEB), Afd. Algemene en Ontwikkelingseconomie (AOE), De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam, kamer 4A-33, tel. 020-5986140, e-mail:
[email protected]. Zie ook de website:
naam Infectieziekten code 471024 docenten dr. B.R. Otto (cursusleider e-mail: [email protected]); dr. M. Campos Ponce; dr. B.M. Bakker; drs. B. Bissumbhar; dr. W. Bitter;
Examenonderdelen
63
studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing doelgroep
voorkennis
opmerkingen
64
C.M. Roosendaal 6 04.06.2007-29.06.2007 Het doel van deze cursus is de student inzicht te verschaffen in de pathogenese van microbiële, parasitaire en virale infecties. De student wordt vertrouwd gemaakt met de strategieën die bacteriën, virussen en parasieten gebruiken om de gastheer te koloniseren en te infecteren. Thema¿s die aan de orde komen zijn toxines, aanhechting, invasie, intracellulaire overleving, interacties met het immuun systeem, secretie van virulentiefactoren, ijzeropname en regulatie van virulentiefactoren. Bij het onderwijs wordt ook aandacht besteed aan vaccins en antibiotica, zoals de ontwikkeling, werking en toepassing van deze therapeutica. Tot slot moet de student een aantal microbiologische methoden kunnen toepassen om zo pathogene eigenschappen van micro-organismen te kunnen bestuderen. Eindtermen Aan het eind van de cursus kan de student: • aangeven wat de overeenkomsten en verschillen zijn in de strategieën die bacteriën, virussen en parasieten gebruiken om de gastheer te koloniseren en te infecteren. • aangeven hoe op moleculair niveau vaccins en antibiotica werken. • aangeven hoe vaccins en antibiotica worden ontwikkeld. • het belang aangeven van een grondige kennis over de virulentiefactoren van bacteriën, virussen en parasieten ter voorkoming en bestrijding van infecties. Niveau 1 De cursus bestaat uit 5 onderdelen: microbiologie, parasitologie, virologie, vaccinologie en antibiotica. Al deze onderdelen zijn nodig om een goed begrip te kunnen krijgen van infectieziekten en hoe deze te voorkomen of te bestrijden zijn. Aan de samenhang van bovengenoemde onderdelen zal dan ook de nodige aandacht besteed worden. Hoorcolleges (20 uur); practicum verplicht (40 uur); zelfstudie (50 uur). • Het boek Medical Microbiology, 3th-ed., 2004. C. Mimms, HM Dockrell, RV Goering, I Roitt, D Wakelin en M Zuckerman. Uitgever Elsevier Science. Prijs ongeveer 50 euro. • Practicumhandleiding, prijs ongeveer 5 euro. • Powerpoint files van collegestof, gratis te downloaden van Blackboard. Schriftelijk tentamen (essayvragen). Het eindcijfer wordt als volgt samengesteld: het tentamen telt voor 80% en het practicum voor 20%. Keuzecursus voor tweede- en derdejaars bachelorstudenten Bio-medische Wetenschappen en Gezondheidswetenschappen. De cursus wordt ten zeerste aanbevolen voor studenten die het masterprogramma "Infectious Diseases" in de 2-jarige MSc BMW of het programma Infectieziekte en Volksgezondheid in de 1-jarige MSc GW willen gaan volgen. Voor studenten biomedische wetenschappen (BMW) wordt de inhoud van de eerstejaarscursussen Microbiologie en Immunologie als bekend verondersteld. Voor de Gezondheidswetenschappers (GZW) moet de tweedejaarscursus Immunologie succesvol afgerond zijn. Een laboratoriumjas is verplicht en is meteen op de eerste practicumdag nodig. Als communicatiemiddel zal zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van Black Board. Biologie
naam Inleiding in de biologie code 470140 docenten dr.ir. C.A.M. van Gestel (cursusleider, e-mail: [email protected]); dr. F.C. Boogerd; dr. F.M. Quattrocchio studiepunten 5 periode 04.09.2006-29.09.2006 doel Tijdens de cursus maak je kennis met een nieuwe studieomgeving. De bedoeling is dat je (een begin van) een sociaal netwerk opbouwt, kennismaakt met belangrijke aspecten van het studielandschap (computerzaal, bibliotheek, practicumzalen), en inhoudelijk een idee krijgt van de breedte van de studierichting Biologie. Eindtermen: De student kan: • via de digitale leeromgeving Blackboard informatie over de cursus vinden; • communiceren via e-mail; • Word gebruiken, bijv. om een verslag te maken; • data invoeren in Excel, eenvoudige berekeningen uitvoeren, figuren maken; • de Online PublieksCatalogus gebruiken; • eenvoudige laboratorium-handelingen uitvoeren, zoals pipetteren, werken met een spectrofotometer en een microscoop; • een verslag schrijven over een eenvoudig experiment; • informatie halen uit Engelstalige literatuur; • uitleggen wat wordt verstaan onder genetische, taxonomische en geografische biodiversiteit; • uitleggen wat het verschil is tussen fenotypische en genotypische diversiteit; • aangeven welke factoren geografische verschillen in biodiversiteit kunnen veroorzaken; • de belangrijkste taxonomische groepen van organismen benoemen; • het kunnen aangeven van de maatschappelijke relevantie van het behoud van biodiversiteit. Niveau van de cursus: Niveau 1. inhoud Het centrale thema van de cursus is Biodiversiteit. Dit thema wordt benaderd vanuit verschillende deeldisciplines van de biologie. Naast aandacht voor de inhoud van de studie Biologie, wordt aandacht gegeven aan verschillende praktische aspecten van de studie: leren samenwerken, leren studeren, het gebruik van de computer in de studie, het zoeken van vakliteratuur in de bibliotheek, en het oefenen van laboratoriumvaardigheden. werkwijze Tijdens de cursus wordt gewerkt in werkgroepen van ongeveer 12 studenten, die elk begeleid worden door een docent. De cursus omvat een aantal taken rond het thema Biodiversiteit. Iedere taak wordt geintroduceerd in een hoorcollege. De taken worden vervolgens verder uitgewerkt in de werkgroepen. In de werkgroepen is de werkvorm opdracht-gestuurd onderwijs, waarbij de student zelf uit de aangeboden vakliteratuur of via zoeksystemen in de (digitale) bibliotheek informatie moet verzamelen. Aan de cursus is een practicum verbonden, waarin een aan het centrale thema
Examenonderdelen
65
literatuur
toetsing
doelgroep opmerkingen
gerelateerd onderwerp door middel van een experiment wordt onderzocht • Syllabus, prijs ongeveer 15,- Euro • Lawrence et al. Hendersons Dictionary of Biological Terms 12e editie, Prentice Hall, 2000. Prijs ongeveer 20,- Euro • Gaston, K.J. and Spicer, J.I. Biodiversity: an introduction. Second Edition. Blackwell Publishing, 2004. Prijs ongeveer 35,- euro. Voor een voldoende beoordeling is actieve deelname aan alle cursusonderdelen verplicht. De beoordeling is gebaseerd op één of twee verslagen en een schriftelijk tentamen. Verplicht voor eerstejaars bachelorstudenten Biologie. Bij het practicumonderdeel is het dragen van een laboratoriumjas verplicht. Tijdens de cursus kun je een labjas kopen.
naam Levensgemeenschapsbiologie code 470143 docenten dr.ir. M.G.A. van der Heijden; dr. W.F.M. Roling; dr.ir. B.W. Kooi; prof.dr. H.A. Verhoef (cursusleider) studiepunten 9 periode 05.02.2007- 02.03.2007 en 12.03.2007-23.03.2007 (in week 5.3 t/m 9.3 herkansingen voor andere vakken) doel Doelen: • Kennismaking met de theorie omtrent de identificatie en classificatie van levensgemeenschappen en de patronen en processen in levensgemeenschappen; • Kennismaking met wiskundige modellen die worden toegepast in de levensgemeenschapsbiologie; • Kennismaking met de experimentele methoden om de veranderingen in de samenstelling van een levensgemeenschap in de tijd te analyseren (successie), om mutualistische interacties te analyseren en om de rol van de soortensamenstelling in bodemprocessen vast te stellen • Kennismaking met de statistische methoden die worden gebruikt bij het uitwerken van de resultaten; • Kennismaking met de algemene methodologie van het opzetten van onderzoek, inclusief het formuleren van toetsbare hypothesen en het opstellen van onderzoekprotocollen. • Inleiding in de modelbouw. Leren om biologische problemen te vertalen naar wiskundige formules en weer terug • Zelfstandig mondeling en schriftelijk rapporteren van onderzoeksresultaten. Zelfstandig onderzoek uitvoeren. Eindtermen De student kan: • beschrijven welke factoren en patronen van belang zijn bij het differentiëren tussen verschillende levensgemeenschappen; • m.b.v. wiskundige modellen processen in levensgemeenschappen analyseren (inclusief modelbouw); • belangrijke vertegenwoordigers van de bodemorganismen karakteriseren; • begrippen als successie, decompositie en mineralisatie omschrijven; • omgaan met de spectrofotometer, GC, centrifuge, pipetten, etc; • omgaan met methodes als Tullgrenextractie, infraroodgasanalyse en 66
Biologie
doelgroep opmerkingen
autoanalyse van bodemoplossingen; onderzoekvoorstellen opzetten aan de hand van literatuuronderzoek; • toetsbare hypothesen formuleren en onderzoek zelfstandig uitvoeren; • statistiek toepassen op databestanden en eigen onderzoek; • samenwerken in groter verband, en onderzoeksresultaten schriftelijk weergeven en presenteren. (Niveau 2) Het boek "Community Ecology" (zie verplichte literatuur) wordt in zijn geheel behandeld tijdens deze cursus. Deze cursus bouwt voort op de cursus "Ecologie" in het eerste jaar en "Methodologie en Statistiek" in het twee jaar. De volgende aspecten van levensgemeenschapsbiologie komen tijdens deze cursus aan de orde: • Levensgemeenschappen en hun soortensamenstelling. Eigenschappen van levensgemeenschappen (o.a. soortsdiversiteit, dominante soorten); • Interspecifieke interacties (o.a. predatie, concurrentie, mutualisme). Voorbeelden van biologische controle op stofstromen. Mechanistische concurrentie-modellen; • Predatiemodellen in simpele levensgemeenschappen. Effecten van predatoren op levensgemeenschapsdiversiteit, van herbivoren op plantendiversiteit en van antropogene verstoringen op microbiële diversiteit; • Patronen, stabiliteit en instabiliteit in voedselwebben. Mutualisme (de rol van mycorrhiza en N-fixatie). Interspecifieke interacties in heterogene habitats (meta-populatiedynamica); • Effecten van biodiversiteit op ecosysteemfunctioneren. Herstel van levensgemeenschapssamenstelling en functie. Practicum: In het eerste deel van het practicum wordt de nadruk gelegd op het identificeren van organismen en het leren van de onderzoekstechnieken en de statistische verwerking van data-bestanden (o.a. variantie-analyse). In het tweede deel wordt per koppel studenten een onderzoeksproject ontworpen, uitgevoerd en geanalyseerd, binnen de kaders van de opgedane kennis rond de discipline Levensgemeenschapsbiologie. • Hoorcolleges, 40 uur; • Veldexcursie (Spanderswoud) (verplicht); • Practicum, 60 uur. "Community Ecology" 1999, P.J.Morin, Blackwell Science Ltd. Prijs: 60 euro. Practicumhandleiding. • Schriftelijk tentamen (inclusief modelbouw); • Onderzoeksvoorstel • Onderzoekverslag; • Mondelinge presentatie. Verplicht voor tweedejaars bachelorstudenten Biologie. Laboratoriumjas verplicht.
naam code docenten studiepunten periode
Levensvragen en wetenschap 470151 drs. F. Kupper (contact); prof.dr. J.T. de Cock Buning 6 07.05.2007-0.06.2007
•
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
Examenonderdelen
67
doel Inzicht verwerven in: • verschillende filosofische ideeën over het menselijk bestaan • de manieren waarop deze ideeën worden beïnvloed door nieuwe ontwikkelingen in de levenswetenschappen Vaardigheden ontwikkelen in: 1. het kritisch analyseren van filosofische en wetenschappelijke teksten; 2. het voeren van analyserende discussies; en 3. het verwoorden van sterke argumentatielijnen in een essay. inhoud Deze cursus gaat over filosofie: nadenken over jezelf als mens en de wereld om je heen. Filosofie is wikken en wegen, zoeken en vragen stellen. Tijdens de cursus 'Levensvragen en wetenschap' onderzoek je het menselijk bestaan in het licht van zowel filosofische theorieën als de huidige stand van zaken in de levenswetenschappen. Vragen als 'wie ben ik', 'hoe kan ik de wereld kennen' en 'wat doe ik hier eigenlijk' staan daarbij centraal. Deze vragen hebben in de loop der eeuwen verschillende antwoorden gekregen van filosofen, geestelijken en wetenschappers. In deze cursus bestudeer je wat die antwoorden zoal zijn geweest aan de hand van de originele teksten en ga je bovenal op onderzoek uit naar jouw antwoord als wetenschapper anno 2007. Ontwikkelingen in de levenswetenschappen hebben in de twintigste eeuw gezorgd voor een enorme toename in de wetenschappelijke kennis over de mens en zijn omgeving. We denken steeds beter te weten wie wij zijn, maar is dat wel zo vanzelfsprekend? Zijn wij machines met gevoel of toch iets wezenlijk anders? Hoe weten we zeker dat wat we om ons heen zien werkelijk bestaat? En hoe moeten we kiezen voor 'het goede leven'? Volgens Wittgenstein zijn deze vragen van wezenlijk belang, maar kunnen ze nooit zinvol rationeel geanalyseerd worden. Hoe komen we dan aan antwoorden? Is elk antwoord mogelijk zoals de post-modernisten beweren? Op welke manier zijn de moderne psychologische en neurobiologische inzichten behulpzaam bij deze vragen? We vergelijken steeds antwoorden van de oude meesters met de nieuwste inzichten. De thema's die onder andere aan de orde zullen komen, zijn: 4. Wat is er echt? Een thema over wat bestaat en wat niet. Over de tegenstelling tussen realisme en idealisme, over feiten en hun hardheid. 5. Wie ben ik? Een thema over mensbeelden. Aan de orde komen onder meer het lichaam-geest dualisme van Descartes, het behaviourisme en het idee dat het menselijk brein werkt als een computer. Waartoe ben ik hier? Een thema over de biologische reden van het mens-zijn (evolutie, Dawkins 'selfisch genes') en verschillende Westerse en nietWesterse visies op de vraag 'waartoe zijn wij op aard'. werkwijze De cursus bestaat uit 4 weken waarin er regelmatig contact is met de docenten in werkcolleges. Veel tijd zal besteed worden aan het individueel lezen van teksten en het voorbereiden in tweetallen van discussies. Verder wordt er door jullie wekelijks over de thema¿s gediscussïeerd op het blackboard forum. literatuur Syllabus met samengestelde teksten. toetsing De toetsing bestaat uit drie onderdelen. 1) je actieve participatie in de werkgroepen. 2) je bijdrage aan de groepsdiscussie op blackboard. 3) een afsluitend essay waarin je een zelfgekozen onderwerp analyseert in relatie tot een van de thema¿s. 68
Biologie
doelgroep Keuzevak bestemd voor derdejaars bachelorstudenten Biologie en Biomedische wetenschappen (de cursus staat ook open voor gezondheidswetenschappers en filosofen). opmerkingen Keuze cursus. De cursus wordt in het Nederlands gegeven. Minimaal 8 deelnemers, maximaal 20 deelnemers. naam code docenten studiepunten periode doel
Methodologie en statistiek 1 470165 dr. C. Zonneveld (cursusleider); dr. L. Kuijper; dr. K. Krab; H.R. Zoomer 6 04.09.2006-29.09.2006 Kennismaking met de theorie van proefopzetten, en met elementaire statistische methoden voor enkele veel voorkomende proefopzetten in de biologische en biomedische wetenschappen. In de cursus benadrukken we de praktische aspecten van de statistische analyse door het gebruik van Excel. Niveau-aanduiding: niveau 1 EindtermenDe student kan uitleggen wat • de rol van modellen in de statistiek is • de relatie is tussen proefopzet en statistiek • de sterke en zwakke punten van statistiek zijn • we verstaan onder een statistische populatie • de relatie is tussen steekproef en populatie • een toevalssteekproef is • wat een toets is • wat de rol is die modellen in een toets spelen • wat een toetsingsgrootheid is • welke fouten je kunt maken bij toetsen • de overeenkomsten en verschillen zijn van type I en type II fout • nul- en alternatieve hypothese geven bij een gegeven probleemstelling • we verstaan onder de termen 'acceptatiegebied' en 'kritiek gebied' • we verstaan onder éénzijdige en tweezijdige toetsing • de termen 'significantie', 'significantieniveau', en 'P-waarde' betekenen, en hoe ze aan elkaar gerelateerd zijn. • het verschil is tussen parametrische en non-parametrische toetsen • de power van een toets inhoud • de relaties zijn tussen type I en II fout, power, effect size en steekproefomvang De student kan • de vetgedrukte begrippen uit Ruxton & Colegrave (zie literatuur) omschrijven, en aangeven wat hun onderlinge samenhang is. • een indeling geven van verschillende type gegevens • de indelingscriteria noemen en toepassen • bepalen of een bepaalde procedure een toevalssteekproef oplevert • uitleggen wat locatie- en spreidingsmaten zijn • drie locatie- en spreidingsmaten maten noemen, en aangeven op welk type gegevens ze van toepassing zijn • een stem-leaf plot maken • een box-whisker plot maken en interpreteren • een passende grafische weergave kiezen voor de presentatie van de
Examenonderdelen
69
inhoud werkwijze literatuur
toetsing doelgroep voorkennis opmerkingen
verschillende soorten meetgegevens • grafische weergaven van gegevens interpreteren • uit gegevens van een steekproef schattingen voor verwachting en variantie bepalen • 95% en 99% betrouwbaarheidsintervallen bepalen voor de verwachting van een verdeling, en voor de parameter van de alternatieve verdeling • uitleggen op welke manier je de centrale limietstelling gebruikt wanneer je een betrouwbaarheidsinterval bepaald • aangeven op welke manier je een betrouwbaarheidsinterval zou kunnen verkleinen • aangeven bij de behandelde toetsen welke proefopzet erbij hoort • gegeven een proefopzet de juiste toets kiezen • gegeven de vergelijking van de toetsingsgrootheid de behandelde toetsen zelf uitvoeren • op grond van de waarde van de toetsingsgrootheid bepalen welke toetsingsgrootheid het zou kunnen betreffen • noemen welke verdeling een bepaalde toetsingsgrootheid heeft • de tabellen voor de behandelde toetsen gebruiken • de modellen noemen die de behandelde toetsen veronderstellen • voor een gegeven dataset een passende grafische weergave vinden en in Excel toepassen • eenvoudige statistische berekeningen in Excel uitvoeren • histogrammen en box-whisker plots maken in Excel • de behandelde toetsen in Excel uitvoeren • Theorie van proefopzetten; • Statistische Theorie en toepassing daarvan. Hoorcolleges ; werkcolleges ; computerpracticum; zelfstudie Ruxton & Colegrave. 2006. Experimental Design for the Life Sciences, 2nd ed. LeBlanc. 2004. Statistics: Concepts and Applications for Science. Schriftelijk tentamen, en practicumtoets Excel. Verplicht voor tweedejaars bachelorstudenten Biologie en Biomedische wetenschappen. Cursus Wiskunde Een voldoende cijfer voor deze cursus is ingangseis voor deelname aan de cursus Methodologie en statistiek 2 (470062) in het derde studiejaar.
naam Methodologie en statistiek 2 code 470062 docenten dr.ir. P.M. van Bodegom; H.R. Zoomer; dr. L. Kuijper; dr. C. Zonneveld (cursusleider) studiepunten 6 periode 27.11.2006-22.12.2006 doel Herhaling en opfrissing van de onderwerpen statistiek behandeld in Methodologie & Statistiek I; kennismaking met statistische methoden voor enkele meer complexe proefopzetten in de biologische en biomedische wetenschappen, zoals variantie-analyse en regressie-analyse. Het accent in deze cursus ligt op verdieping van de stof aangeboden in de cursus Methodologie & Statistiek I. Ten dele betreft het een verdieping van de 70
Biologie
theorie (bijv. het onderwerp power). Daarnaast zullen we aandacht besteden aan het interpreteren van statistische resultaten zoals die in de primaire literatuur worden gepresenteerd. In de cursus benadrukken we de praktische aspecten van de statistische analyse door het gebruik van Excel. In een aantal korte projecten zal de praktische implementatie van statistische analyses aan de orde komen. Tot slot besteden we aandacht aan de structuur van wetenschappelijke redeneringen. Niveau-aanduiding: niveau 2 Eindtermen De student kan • kritisch analyseren hoe metingen tot stand zijn gekomen, en welke consequenties dat heeft voor een statistische analyse van de gegevens. • nagaan of een gegeven dataset voldoet aan de vooronderstellingen van een bepaalde statistische analyse • de volgende analyses zelf uitvoeren, de resultaten interpreteren, en de gegevens grafisch weergeven: t-toets, ANOVA (one-way en two-way), correlatie- en regressie-analyse, chikwadraattoetsen, e.a. • herkennen wanneer een non-parametrische techniek gebruikt moet worden; • de relatie tussen een statistische hypothese en een wetenschappelijke theorie verklaren; • basale begrippen uit 'experimental design' toepassen; • een geschikte toets kiezen gegeven een experimental design dat in de cursus behandeld is; • middels simulaties in Excel de kansverdeling van toetsingsgrootheden zelf genereren • met simulaties in Excel powerberekeningen doen • de power bepalen van enkele veel voorkomende eenvoudige toetsen mbv Excel • statistische resultaten zoals die in de literatuur gepresenteerd worden interpreteren en beoordelen; • wetenschappelijke redeneringen reconstrueren en analyseren. De student moet alle hierboven genoemde toetsen kunnen uitvoeren met Excel. inhoud • Variantieanalyse (one-way en two-way); • Regressieanalyse; • Analysis of Categorical Data, Matched pairs designs; • Experimental Design; • Argumentatietheorie; • Simulaties werkwijze Hoorcolleges; werkcolleges; Excelpracticum; zelfstudie; onderzoeksprojecten, waarin zelfstandig of in kleine groepjes gegevens worden verzameld en geanalyseerd; één project wordt afgesloten met een verslag, het tweede met een presentatie. literatuur D. LeBlanc. 2004. Statistics: Concepts and Applications for Science. Jones & Bartlett. Ruxton & Colegrave. 2006. Experimental Design for the Life Sciences, 2nd ed. (N.B: Deze boeken worden ook gebruikt in de cursus Methodologie & Statistiek I, en hoeven dus niet special aangeschaft te worden.)
Examenonderdelen
71
toetsing
entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
Diverse artikelen; deze worden tijdens de cursus ter beschikking gesteld. Schriftelijk tentamen (60% van het eindcijfer); verslag over project (20% van het eindcijfer); presentatie over project (20% van het eindcijfer). Zowel tentamen als toaal eindcijfer moeten voldoende zijn. De cursus Methodologie en statistiek 1, code 470142 of 470165, moet met een voldoende zijn afgerond. Verplicht voor derdejaars bachelorstudenten Biologie en Bio-medische wetenschappen. Deze cursus geldt als ingangseis voor het volgen van vervolg masteronderwijs (onder voorbehoud).
naam code docenten studiepunten periode doel
Moleculaire celbiologie 470079 dr. R.J.M. van Spanning; prof.dr. H.V. Westerhoff; dr. K. Krab (cursusleider) 6 04.06.2007-29.06.2007 Het verkrijgen van inzicht in het functioneren van cellen en het kennis maken met methodes om dat in de levende cel en erbuiten te bestuderen. Eindtermen: • Het kunnen ontwerpen en uitvoeren van eenvoudige genexpressie-, signaaltransductie- en metabole experimenten • Het kunnen maken en interpreteren van 'live' opnamen van wat er in levende cellen gebeurt met betrekking tot energiehuishouding, zuurstofschade, apoptose, DNA structuur, en signaaltransductie. inhoud • Organisatie, functie en regulering van de cellulaire ademhaling en productie van ATP, in relatie tot verstoringen van celfunctie zoals die optreden bij diabetes en kankercelvorming; • Regulatie van genexpressie tijdens nitrificatie en denitrificatie in microorganismen; • Kwantitatieve beschrijving van de controle van cellulaire processen, met nadruk op het verband tussen de eigenschappen van individuele reacties en de eigenschappen van het netwerk waar die reacties deel van uitmaken (systeem biologie). • Demonstratie van de bovenstaande principes aan de hand van de rol van MAP kinase signaaltransductie in kankercellen en de rol van glycolyse in de Trypanosomen (slaapziekteverwekkers).
werkwijze Hoorcolleges; practicum op de afdeling Moleculaire Celfysiologie; computer practicum. literatuur Syllabus, prijs ongeveer 5 euro. toetsing Schriftelijk tentamen over collegestof en practicum, eindpresentatie. doelgroep Keuzevak derdejaars bachelorstudenten Biologie en Biomedische wetenschappen. voorkennis Microbiologie en Biochemiecursussen of equivalent. opmerkingen Een laboratoriumjas is verplicht. Na afloop van het practicum wordt de labjas gesteriliseerd.
72
Biologie
naam code docenten studiepunten periode doel
opmerkingen
Moleculaire neurobiologie 470049 dr. K.W. Li (cursusleider); prof.dr. M. Verhage; prof.dr. A.B. Smit 6 30.10.2006-24.11.2006 Het verkrijgen van basiskennis van moleculaire en cellulaire technieken en methodieken welke toegepast worden in het neurobiologisch onderzoek. Eindtermen: • Het op de hoogte zijn moderne proteomics en genomics technieken; • Het op de hoogte zijn van moderne imaging methoden; • Het zelfstandig kunnen verwerken van neurobiologische vak literatuur; Het zelfstandig uitvoeren van eiwit chemische en moleculair biologische experimenten. Colleges zullen de achtergrond van een drietal disciplines in de neurobiologie belichten, te weten de moleculaire biologie, de eiwitchemie en moderne moleculaire visualisatie technieken. De volgende onderdelen zullen aan de orde komen: • Moleculaire biologie: een selectie van een aantal algemene moleculairbiologische technieken voor de kwalitatieve en kwantitatieve metingen van genexpressie; clonering in expressievectoren, mutagenese en localizatie- en functie-analyse van genen en eiwitten. • Eiwitchemie: functional proteomics technieken met betrekking tot kwalitatieve en kwantitatieve metingen van eiwit expressie en fosforylatie met behulp van één en tweedimensionale gelelektroforese, (tandem)massa spectrometrie, Western blotting, etc • Immunocytochemie: localisatie van eiwitten en eiwitcomplexen in zenuwcellen en de hersenen • In situ hybridisatie: localisatie van genen en hun splice varianten in de hersenen • Elektronenmicroscopie: het analyseren van ultrastructurele veranderingen als gevolg van veranderde genexpressie en mutagenese. Life imaging mbv confocale laserscan microscopie: het volgen van eiwitten en eiwitcomplexen in levende zenuwcellen dmv fluorescente fusie-eiwitten Gemiddeld 1 uur college of werkgroep per dag, gevolgd door praktisch werk. Studenten kiezen op welke van de bovengenoemde terreinen zij praktisch werkzaam zullen zijn. Dit geschiedt in de vorm van een klein wetenschappelijk onderzoek op neurobiologisch gebied. Over dit onderzoek wordt een verslag gemaakt en de resultaten worden mondeling gepresenteerd. Individuele beoordeling op grond van inzet tijdens de praktische experimenten, alsmede beoordeling verslag en presentatie. Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten Biologie en Bio-medische wetenschappen. Aantal studenten: maximaal 20.
naam code docent studiepunten periode
Moleculaire ontwikkelingsbiologie 470038 prof.dr. R.E. Koes 6 07.05.2007-01.06.2007
inhoud
werkwijze
toetsing doelgroep
Examenonderdelen
73
doel Het doel van de cursus is inzicht te geven in de moleculaire mechanismen die de ontwikkeling van eukaryotne sturen van eicel tot volgroeid individu op basisniveau (niveau 1). Speciale nadruk daarbij ligt bij de rol die regulatie van genexpressie speelt in het vastleggen van de opbouw van embryo's, de differentiatie van cellen, en de regulatie van de cel cyclus. Tevens wordt aandacht besteed aan methodes en technieken om de onderliggende mechanismen op te kunnen helderen. Met name op het practicum zal aandacht worden besteed aan de interpretatie van experimentele resultaten. Eindtermen Regulatie van genexpressie in eukaryoten: • Mechanismen kunnen benoemen en omschrijven welke genexpressie in eukaryoten reguleren op DNA, RNA en eiwitniveau; • Het kunnen omschrijven en theoretisch toepassen van technieken en experimenten om (gereguleerde) genexpressie te meten en het kunnen interpreteren van experimentele resultaten; • Het kunnen omschrijven van de werking van transcriptiefactoren en hun rol in embryogenese, celdifferentiatie, organogenese, biologische klokken en regulatie van de celcyclus; • Het kunnen omschrijven van de rol van chromatine structuur, en DNA imprinting in stabiele gene expressie ("cell memory") tijdens ontwikkeling van een organisme; • Het kunnen benoemen en omschrijven van mechanismes van posttrancriptionele genregulatie. De synthese van antilichamen in zoogdieren • Het kunnen beschrijven van de "clonal selection" theorie van lymphocyten; • Het kunnen beschrijven van de opbouw van antilichaam moleculen; • Het kunnen uitleggen hoe functionele immunoglobuline (Ig) genen worden geconstrueerd in de vroege (pre-antigen) fase van B lymphocyt ontwikkeling (mobiel DNA) en hoe B cellen "switchen" naar synthese verschillende Ig varianten i latere (postantigen) stadia Regulatie van de cel cyclus • Het kunnen beschrijven van de cel cyclus en de rol van "checkpoints" in regulatie van de cyclus; • Het kunnen beschrijven van de rol van eiwitkinases, proteolyse, en transcriptieregulatie tijdens de controle op verschillende "checkpoints". Ontwikkeling van een multicellulaire organisme uit een enkele cel • Het kunnen omschrijven van universele mechanismes die een rol spelen in ontwikkeling van plant en dier ("mastergenes", morphogens, patroonvorming); • De embryogenese van Drosophila in het kort kunnen beschrijven en het verschil kunnen uitleggen tussen "maternal genes" en "zygotic genes" op moleculair nivo; • Het kunnen omschrijven hoe op moleculair niveau de lichaaamsassen worden vastgelegd in de zygote en vervolgens worden onderverdeeld in specifieke regios middels, gap, pair-rule en segmentation genes; • De organisatie van homotische genen en hun rol in ontwikkeling van vliegen en zoogdieren kunnen beschrijven en vergelijken; • De ontwikkeling van planten in het kort te kunnen beschrijven en de 74
Biologie
verschillen en overeenkomsten met dieren te kunnen benoemen; inhoud De cursus omvat hoorcolleges, werkcolleges en een "nat" practicum waarin we een aantal verschillende aspecten en moleculair mechanismen behandelen die ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van hogere eukaryote organismes (zie eindtermen). De ontdekking van deze mechanismes, -en het onderwijs-, is weliswaar gebaseerd op onderzoek aan modelorganismen (gist, fruitvlieg, worm, etc), maar de verkregen kennis is zeer algemeen en ook geldig voor bijv zoogdieren. Tijdens het practicum zal de rol van het gen AN1 worden bestudeerd in de differentiatie van epidermale plantencellen. Je maakt daarbij o.a. kennis met de rol die mutanten spelen in ontwikkelingsbiologisch onderzoek, methodes om de structuur en expressie van genen te bepalen, en om experimentele resultaten te interpreteren. Tevens zullen een aantal wetenschappelijke artikelen worden besproken die direct aan de practicumproeven zijn gerelateerd. werkwijze Hoorcolleges (20 uur); werkcolleges (8 uur); practicum (circa 40 uur); zelfstudie (80 uur). literatuur • Handboek: B. Alberts, A Johnson, J. Lewis, M. Raff, K Roberts, & P. Walter. Molecular Biology of the Cell (4edruk), Garland Science Publishing. • Uittreksels (powerpoint files) van collegestof (gratis te downloaden van Blackboard); • Practicumhandleiding (ongeveer 7 euro) • Computerfiles (pdf) van artikelen gebruikt bij het practicum (gratis te downloaden via Blackboard). toetsing De benodigde voorkennis en de inleidende practicumtheorie wordt schriftelijk getoetst bij aanvang van de 2e cursusweek (10% van eindcijfer) Het practicum wordt beoordeeld aan de hand van een schriftelijke toets aan het eind van de 5e cursusweek (40% van eindcijfer) De collegestof wordt schriftelijk getentamineerd aan het eind van de 7e week (50% eindcijfer). doelgroep Keuzevak derdejaars bachelorstudenten Biologie en Biomedische wetenschappen. subject Molecular Microbiology code 470610 lecturers guest lecturers (dr. Luirink, dr. Otto, dr. Harms, Prof. dr. Lill, Prof. dr. Westerhoff, dr. Van Spanning); prof.dr. B. Oudega (course co-ordinator) credits 6 period 30.10.2006-24.11.2006 aim Goals: • To teach the students, theory and practical approaches, and to generate insight into the complex molecular processes in the cell, especially in the bacterial cell. The emphasis is on structure of the cell enevelope, protein transport and regulation. At the end, the students should be able to understand and know: • fundamental molecular processes that are important for growth and pathogenicity of micro-organisms, regulation of physiological processes as a function of environmental conditions. • practical approches in the molecular microbiology area, immunology, bacterial DNA technology etc.
Examenonderdelen
75
content Theory: • Lectures on: functional aspects of the bacterial cell envelope, structure and function of membrane components, chaperones and protein folding processes, stress-response, biogenesis of membrane proteins, protein secretion routes, biogenesis and function of fimbriae, iron uptake mechanisms, virulence factors, regulation of gene expresion and DNA structure Practical: • for some students laboratory work with several different molecular genetic and molecular microbiology techniques and methods • for other students, when appropriate, literature study and essay-writing form of tuition • Lectures • Tutorials/discussions of book material, lecture notes • Laboratory work: students work in small groups (2-3 persons) • Literature study, writing essay • Presentations literature Reader (ca. 10 Euro) mode of assessment Written exam target audience Optional course for third year BSc students Biology, Biomedical Sciences and Biochemistry, as well as masterstudents in molecular cell biology / immunology / infection /biomolecular sciences, with a deficiency in the field of molecular microbiology. remarks The course is taught in the English language, and involves much direct contact with the professors and associate professors. naam code docenten studiepunten periode doel
Neurobiologie 470039 prof.dr. A.B. Brussaard (cursusleider); dr. P. Voorn 6 27.11.2006-22.12.2006 Het bestuderen van het functioneren van het zenuwstelsel op alle onderscheiden niveaus van complexiteit, te weten, moleculair, cellulair, op netwerk niveau, op neuraal systeem en op gedragsniveau. De cursus is bedoeld als algemene inleiding op een neurowetenschappelijke specialisatie in de bachelors en mastersfase. De relaties tussen de behandelde onderwerpen en de onderzoeksthema's binnen het Interfacultair Onderzoekinstituut Neurowetenschappen VU (ION-VU) en het recent opgerichte Centrum voor Neurogenomics en Cognitie Research (CNCRVUA) zullen worden aangegeven. inhoud Neurowetenschappelijk onderzoek is gericht op de biologische basis van hoe wij onze omgeving waarnemen en erop reargeren, hoe herinneringen ontstaan, wat bewustzijn is en hoe emoties tot stand komen. Neurowetenschap op het raakvlak van biologie en medicijnen wil daarnaast ook begrijpen hoe bepaalde neurologische en psychiatrische ziekten tot stand komen. Historisch gezien werden deze complexe problemen bestudeerd via twee gescheiden benaderingen, ofwel via moleculair en cellulair onderzoek ofwel door de hersenen als systemisch geheel (zogenaamde systeem-niveau benadering) te bestuderen, middels analyse van sensorische en motorische
76
Biologie
werkwijze
literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen
naam code docenten studiepunten periode doel
activiteit van het zenuwstelsel, brain imaging, EEG studies en/of gedragsanalyse. De moleculaire en cellulaire neurobiologie analyseert vooral de elementaire componenten van het zenuwstelsel door de moleculen, de zenuwcellen of de geïsoleerde neuronal netwerken te bestuderen. De systeem-niveau benadering richt de aandacht vooral op de hersen als geheel en op functies daarvan in levende mensen en dieren. Hoewel beide benaderingen succesvol zijn, moet vastgesteld worden dat een dergelijke gescheiden benadering van het zenuwstelsel niet ideaal is, wil men tenslotte een holistisch beeld kunnen vormen van de hersenen en de daarmee samenhangende regulatie van ons bewustzijn, onze emoties en ons gedrag. Tijdens deze cursus wordt een begin gemaakt met een meer geïntegreerde aanpak van de bestudering van ons zenuwstelsel, door op alle vijf niveaus van neuronale organisatie stil te staan en verbanden te leggen. Deze vijf niveaus zijn: (i) het moleculaire, (ii) het cellulaire en (iii) het elementaire neuronal netwerk niveau, (iv) de neuronale systemen (d.w.z. connecties tussen verschillende hersengebieden) en tenslotte (v) het gedrag. Men kan deze niveaus besturen vanaf het moleculaire niveau naar het gedrag, de zogenaamde functioneel genomische benadering. Een omgekeerde benadering is ook mogelijk, namelijk beginnende bij het gedrag, en vandaar via de verschillende niveaus terug naar het functioneren van genen. Onderwerpen die tijdens de cursus zullen worden behandeld zijn: functioneren van neuronale netwerken vanaf het moleculaire, synaptische en cellulaire niveau, de structuur van en de verbanden binnen het zenuwstelsel (anatomie), de belangrijkste sensorische en motorische systemen, en de relatie tussen hersen-activiteit en gedrag. • Hoorcolleges 44 x; • PGO: 2 dagdelen; • Practica: 4 dagdelen; • Zelfstudie en responsie college: ongeveer 10 dagdelen. De stof zal worden gedoceerd aan de hand van een syllabus en een boek. Aanschaf van het boek Neuroscience (third edition, Editor Purves en anderen Sinauer Associates, Inc. Sunderland, Massachusetts, USA) is verplicht. Schriftelijk: 3 deeltoetsen Verplicht voor tweedejaars bachelorstudenten Biologie en Biomedische wetenschappen. Deelname aan PGO, practica en is verplicht. Syllabus wordt verkocht aan begin van cursus. Neurofysiologie 470078 dr. H.D. Mansvelder (cursusleider); prof.dr. A.B. Brussaard 6 04.06.2007-29.06.2007 Onze hersenen, en die van andere zoogdieren, zijn in staat zeer geavanceerde cognitieve functies uit te voeren, en tegelijk besturen ze een enorm repertoire aan lichaamsfuncties. Deze vermogens komen voort uit het functioneren van verschillende netwerken van neuronen die een grote mate van onderlinge verbondenheid hebben door middel van synaptische contacten. Ieder van deze netwerken is gespecialiseerd in het uitvoeren van specifieke functies,
Examenonderdelen
77
maar heeft het vermogen behouden te veranderen in respons op omgevingsfactoren. Het doel van deze cursus is om inzicht te scheppen in het functioneren van neuronen en synapsen in neuronale netwerken. De relatie tussen synaps functie, opbouw van neuronale netwerken, en functioneren van verschillende hersengebieden wordt belicht. Plasticiteit van het zenuwstelsel en de onderliggende moleculaire, synaptische en netwerk mechanismen komen uitgebreid aan bod. Eindtermen Aan de hand van de bespreking van alle hoofdtypen van synaptische transmissie, regulatie en plasticiteit, de fysiologische rol van synaptische transmissie in neuronale netwerken kunnen benoemen. Kunnen aangeven hoe neuronale netwerken in verschillende hersengebieden verschillen, en waarom dat belangrijk is voor hun functie. Zowel wat betreft de elektrische eigenschappen van neuronen, als wat betreft de intra- en intercellulaire communicatie zal een basis kennis aanwezig moeten zijn om eenvoudige research problemen te kunnen analyseren. Nadruk zal daarbij liggen op het kunnen begrijpen van methodieken van experimenteeel neurofysologisch onderzoek, de koppeling tussen cellulair neurofysiologisch onderzoek en functionele genoom-analyse kunnen aangeven en het functioneren van zenuwcellen in neuronale netwerken kunnen beredeneren. Resultaten van neurofysiologische experimenten, die op dat moment in de literatuur verschijnen kunnen analyseren, om zodoende de rol van synaptische plasticiteit (en onderliggende moleculaire mechanism) bij leren en geheugen, maar ook bij pathologie (angst, depressie, attentie stoornissen) te kunnen aangeven. inhoud • Neurobiologie; • Experimentele Neurofysiologie; • Biofysica; • Structuur-functie relaties van ionkanalen; • Synaptische activiteit metingen; • Synaptische plasticiteit; • Neuronale netwerken; • Optische technieken. Synapsfysiologie: • Neuronaal plasticiteitsonderzoek; • Functional imaging. Experimentele analyse: • Elektrofysiologische metingen (current clamp, patch clamp, whole cell voltage clamp) • Neurofysiologische experimenten in het lab. werkwijze Theorie: • Colleges aan de hand van boek. • Werkcolleges: artikelbesprekingen Practicum: • Neurofysiologische experimenten in het lab • Schriftelijke verslaglegging van resultaten • Powerpoint presentaties van resultaten literatuur • Primair wetenschappelijke artikelen • Boek: The Synaptic Organization of the Brain. 5th edition, 2004. Gordon 78
Biologie
M. Shepherd (Ed). Oxford University Press. ISBN 0-19-515956-X Tentamen: schriftelijk open vragen • Verslag in artikelvorm • Eindpresentatie doelgroep Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten Biologie en Biomedische wetenschappen. voorkennis Bachelorstudenten Biologie en Biomedische wetenschappen dienen de tweedejaars cursus Neurobiologie met een voldoende te hebben afgesloten. Studenten die een andere studierichting volgen en niet aan deze ingangseis voldoen, maar wel de cursus willen volgen, wordt verzocht contact op te nemen met de cursusleider. toetsing
•
naam code docenten studiepunten periode doel
Ontwikkeling en gedrag 470083 dr. R.F. Jansen; dr. R.O. Stiedl (cursusleider) 6 07.05.2007 - 01.06.2007 Het begrijpen van fysiologische processen die een rol spelen bij de totstandkoming van gedrag van dieren. Niveau 2. inhoud Het gedrag van dieren kunnen we onderzoeken door te kijken naar evolutionaire verklaringen van het gedrag of naar de fysiologische mechanismen die aan het gedrag ten grondslag liggen. In het eerste geval stellen we de vraag waarom een gedrag plaats vindt, in het tweede geval stellen we de vraag hoe een gedrag tot stand komt. In deze cursus zullen we de laatste benadering kiezen. Vragen die aan de orde zullen komen zijn onder andere: - welke neuronale en hormonale processen een spelen een rol bij de verschillende vormen van leergedrag. - hoe zijn dieren in staat zich op een globale schaal (trekvogels) en locale schaal (bijen, woestijnmieren) te orienteren. - hoe komen ritmische gedragingen zoals lopen en ademhalen tot stand. - hoe kunnen omgevingsfactoren het zenuwstelsel en het gedrag permanent veranderen (imprinting). - welke neuronale mechanismen zijn belangrijk bij het totstandkomen van communicatie tussen dieren.
werkwijze Colleges (gedeeltelijk in het engels), presentaties door studenten. Maximum aantal deelnemers is 20.
literatuur Geselecteerde hoofdstukken uit handboeken, overzichtsartikelen. toetsing Schriftelijk tentamen, bestaande uit essayvragen. doelgroep Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten Biologie en Biomedische wetenschappen. naam Oriëntatie op communicatie en educatie 1: oriëntatie op het beroep van leraar en communicatiespecialist code 990005 studiepunten 6 coördinator drs. J. Veldhuis docent Diverse docenten (De cursus wordt verzorgd door docenten van FALW, Examenonderdelen
79
periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep
opmerkingen
naam code studiepunten coördinator 80
FEW en het Onderwijscentrum VU.) oktober 2006 (Levenswetenschappen); februari 2007 (Aardwetenschappen en FEW) Doel van de cursus is: • Het oriënteren op de opleiding tot bèta communicatiespecialist / educatief medewerker / leraar • Het ontwikkelen van een visie op wetenschapscommunicatie en voortgezet onderwijs • Het ontwikkelen van vaardigheden in wetenschapscommunicatie en educatie De cursus is bedoeld om studenten met belangstelling voor een loopbaan als leraar of communicatiespecialist in staat te stellen een doordachte keuze te maken: Ben je geschikt voor het beroep van leraar, voorlichter, (gezondheids/wetenschaps)journalist, museummedewerker, (medisch) redacteur of communicatiespecialist? Ben je voldoende gemotiveerd om het communicatie- of educatie-traject te kiezen? Deze cursus is een mix van educatie (E) en communicatie (C). De E-onderdelen omvatten werkcolleges over lesvoorbereiding, lesuitvoering en kenmerken van leerlingen. Er worden vaardigheden geoefend die je nodig hebt om in de klas met de leerlingen te werken. Daarnaast is er een korte stage op een school voor voortgezet onderwijs. In de C-onderdelen komen onder meer communicatiewetenschap, museologie (excursie), populair-wetenschappelijk schrijven, relatie woord en beeld, multimedia (audiovisuele presentatie) aan bod. We besteden hierbij veel aandacht aan praktijksituaties (excursies en gastsprekers). Voor deze cursus wordt uitgegaan van een voltijdsprogramma met hoor- en werkcolleges, excursie en stage. Reader wordt bij aanvang cursus aangeschaft, evt. aanvullende literatuur via Blackboard. Beoordeling geschiedt op basis van het portfolio, het logboek, de opdrachten van zowel C als E en de eindpresentatie. Deelname aan de cursus staat open voor derdejaars bachelorstudenten van de faculteiten Exacte Wetenschappen en Aard- en Levenswetenschappen. De cursus wordt sterk aangeraden voor studenten die de lerarenopleiding (Eprofiel in de masteropleiding) willen volgen. • Aanmelding via TIS (zoek bij 'aanmelden cursus' onder 'IDO') én Blackboard uiterlijk vier weken voor het begin van de cursus. • Meer informatie is verkrijgbaar bij Jolanda Veldhuis: [email protected], tel. (020) 59 85583 en bij het Onderwijscentrum VU: www.onderwijscentrum.vu.nl. • Voor verdere voorbereiding op de lerarenopleiding (het E-profiel in de masteropleiding) is er een vervolgcursus: "Oriëntatie op educatie 2" (vakcode 990007). Oriëntatie op educatie 2: oriëntatie op het beroep van leraar 990007 6 drs. M.N.S. Vossen Biologie
docent Diverse docenten (De cursus wordt verzorgd door docenten van het Onderwijscentrum VU.) periode maart 2007 doel De student maakt intensief kennis met het beroep van eerstegraads docent in het voortgezet onderwijs. Na afloop beschikt de student over voldoende informatie over het voorgezet onderwijs en de eigen geschiktheid voor het beroep van leraar om een afgewogen keuze te maken voor het volgen van de lerarenopleiding (het E-profiel in de masteropleiding). inhoud De cursus bestaat uit werkcolleges waarin thema's uit de vakdidactiek en algemene didactiek / pedagogiek aan bod komen. Een begeleide stage op een school voor voortgezet onderwijs maakt onderdeel uit van de cursus. werkwijze Voor deze cursus wordt uitgegaan van een voltijdsprogramma met werkcolleges en stage. literatuur Reader wordt bij aanvang van de cursus aangeschaft, eventueel aanvullende literatuur via Blackboard. toetsing beoordeling van portfolio, stage en eindgesprek entreevoorwaarden de cursus "Oriëntatie op communicatie en educatie 1: oriëntatie op het beroep van leraar" (vakcode 990005) doelgroep derdejaars bachelorstudenten bij de faculteiten Aard- en Levenswetenschappen en Exacte Wetenschappen opmerkingen • Aanmelding via TIS (zoek bij 'aanmelden cursus' onder 'IDO') én Blackboard uiterlijk vier weken voor het begin van de cursus. • De cursus geeft toegang tot de universitaire lerarenopleiding. • Voor meer informatie: www.onderwijscentrum.vu.nl, tel. (020) 59 89222. naam code docenten studiepunten periode doel
Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij 470098 dr. A.M. Wagner (coördinator); Diverse docenten 1 05.09.2006 - 29.06.2007 Het onderdeel Oriëntatie op Studie, Loopbaan en Maatschappij heeft tot doel de student na te laten denken over de keuzes die met het afsluiten van de bachelor gemaakt moeten worden. Dat betreft vooral keuzes voor het al dan niet vervolgen van de studie met een masteropleiding, maar, in het verlengde daarvan, ook al keuzes die uiteindelijk gemaakt worden voor een werkkring. Daarbij is het van belang voor de student er achter te komen welke interesses en vaardigheden hij/zij bezit, maar ook welke wensen er bestaan ten aanzien van de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Eindtermen: Op basis van het door de student gemaakte persoonlijk profiel en de individuele en groepsgewijze oriëntatie op de arbeidsmarkt kan de student gemotiveerd kiezen voor een • Onderwerp voor de bachelorstage • Masteropleiding • Specialisatiegebied Niveau: verdieping inhoud In kleine werkgroepen wordt met de studenten nagedacht over de vragen: Welke richting moet er gekozen worden in de masterfase? Wat zijn de wensen ten aanzien van het toekomstig beroep? Middels een persoonlijke competentieanalyse, een advertentieanalyse en een netwerkinterview
Examenonderdelen
81
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
oriënteert de student zich individueel en in een kleine groep op het voor hem of haar meest wenselijke en geschikte vervolgtraject in de masterfase en uiteindelijk op de door hem/haar geambieerde plaats in de maatschappij. Plenair introductiecollege (begin september) Dit college wordt gevolgd door een aantal werkgroepbijeenkomsten in september, die vooral gericht zijn op de keuze voor het vakgebied en onderwerp van de bachelorstage. Tijdens de bachelorstage vindt een terugkombijeenkomst plaats, gericht op het uitwisselen van ervaringen bij de stage. In mei en juni zijn drie bijeenkomsten waarin de student zich via o.a. een advertentieanalyse en een netwerkinterview oriënteert op de arbeidsmarkt. Tevens wordt een gemotiveerde keuze voor een masteropleiding geschreven. Opdrachten en achtergrondinformatie via de Blackboard site Aanwezigheid bij de werkgroepen is verplicht en aan de bij het onderdeel horende opdrachten moet voldaan zijn. Derdejaars bachelorstudenten Biologie, Biomedische Wetenschappen en Algemene Gezondheidswetenschappen. Verplichte cursus.
naam code docent studiepunten periode doel
Plantenfysiologie 470163 dr.ir. A.H. de Boer (cursusleider) 6 12.03.2007-06.04.2007 Het doel van de cursus Plantenfysiologie is de studenten middels theorie en praktijk inzicht te geven in de processen die de groei van de hogere plant beinvloeden. Speciale nadruk daarbij ligt op de water- en ionenhuishouding, fotosynthese, secundaire metabolieten en afweer en de werking van plantenhormonen en licht. Het practicum heeft als doel studenten een gevarieerd aantal technieken, die gebruikt worden bij plantenfysiologisch onderzoek, aan te leren. De studenten leert zelfstandig over de proefopzet en de uitwerking na te denken en moet aan het eind van de cursus in staat zijn om de resultaten van een aantal proeven helder en bondig in een verslag vast te leggen. inhoud De cursus is opgebouwd uit een aantal thema¿s die ondersteund worden door hoofdstukken uit Plant Physiology van Taiz & Zeiger. De thema's zijn: i) Water- en ionenhuishouding, ii) Koolstof- en Stikstofopname/verwerking, productie van secondaire metabolieten/het plantenafweersysteem; iii) Groei en ontwikkeling en de invloed van licht hierop em vi) De werking van een aantal essentiele plantenhormonen. Naast de fysiologie van de gehele plant en zijn onderdelen (wortel, stengel, knoppen, blad), gaan we ook uitgebreid in op processen die zich op (sub)cellulair niveau afspelen. Voorbeelden van de werking van externe signalen zijn: de sturing van de ontwikkeling van de plant door licht (rood/verrood/blauw) en de reactie van de plant op zwaartekracht, nutrienten aanbod en kooldioxide (CO2) concentraties in de atmosfeer. Van de talrijke interne signalen behandelen we met name de hormonen auxine, gibberelline en cytokinine, alsmede ook elektrische en hydraulische signalen. Het practicum omvat 6 experimenten die betrekking hebben op
82
Biologie
bovengenoemde onderwerpen. werkwijze Er zijn verschillende soorten activiteiten tijdens de cursus: • Elk thema (= aantal hoofdstukken uit het boek Taiz & Zeiger) wordt in de vorm van een aantal hoorcolleges behandeld. • Vervolgens is er tijd voor zelfstudie en het maken van een toets over de stof op Blackboard. • Tijdens de cursus worden 6 experimenten gedaan, varierend in lengte van 3 weken tot 1 dag. Van een aantal experimenten moet een schriftelijk verslag worden gemaakt. • De 'Journal-Club'; Studenten bestuderen en presenteren in groepjes van twee een onderzoeksartikel die betrekking heeft op de collegestof. • Deelname aan practica inclusief voor- en nabespreking en journal-club is verplicht. literatuur Taiz, L., Zeiger, E. Plant Physiology 3rd edition (2002). Sinauer Associates (verplicht); prijs ongeveer 60 euro. toetsing Een schriftelijke toets (multiple choice in combinatie met assayvragen) over college en practicum stof en beoordeling van praktikumverslag en presentatie artikel. doelgroep Verplichte cursus voor eerstejaars bachelorstudenten Biologie. opmerkingen Bij het experimentele gedeelte is het dragen van een laboratoriumjas verplicht. naam code docent studiepunten periode doel
Plantenwetenschappen 470073 dr.ir. A.H. de Boer (cursusleider, e-mail [email protected]) 6 08.01.2007-02.02.2007 Het doel van de cursus Plantenwetenschappen is de studenten middels theorie en praktijk inzicht te geven in de processen die de groei van de hogere plant beinvloeden. Speciale nadruk daarbij ligt op de rol van minerale voeding, plantenhormonen en licht. Het practicum heeft tevens als doel studenten een gevarieerd aantal technieken, die gebruikt worden bij plantenfysiologisch onderzoek, aan te leren. Tevens krijgt de student inzicht in de problemen, met name in relatie tot natuurlijke variatie, die het doen van experimenten aan hele planten met zich meebrengt. inhoud De cursus is opgebouwd uit een aantal thema¿s die ondersteund worden door hoofdstukken uit Plant Physiology van Taiz & Zeiger. De thema's zijn: i) Koolstof- en Stikstofopname/verwerking, productie van secondaire metabolieten en het plantenafweersysteem (H8, 9, 12, 13); ii) Groei en ontwikkeling en de invloed van licht hierop (H15, 16, 17, 18 & 24); iii) De werking van een aantal essentiele plantenhormonen (H19, 20 en 21). Naast de fysiologie van de gehele plant en zijn onderdelen (wortel, stengel, knoppen, blad), gaan we ook uitgebreid in op processen die zich op (sub)cellulair niveau afspelen. Voorbeelden van de werking van externe signalen zijn: de sturing van de ontwikkeling van de plant door licht (rood/verrood/blauw) en de reactie van de plant op zwaartekracht, nutrienten aanbod en kooldioxide (CO2) concentraties in de atmosfeer. Van de talrijke interne signalen behandelen we met name de hormonen auxine, gibberelline en cytokinine, alsmede ook elektrische en hydraulische signalen.
Examenonderdelen
83
werkwijze
literatuur toetsing
doelgroep opmerkingen
Het practicum omvat 6 experimenten die betrekking hebben op bovengenoemde onderwerpen. Er zijn verschillende soorten activiteiten tijdens de cursus: • Elk thema (= aantal hoofdstukken uit het boek Taiz & Zeiger) wordt in de vorm van een aantal hoorcolleges behandeld. • Vervolgens is er tijd voor zelfstudie en het maken van een toets over de stof op Blackboard. • Tijdens de cursus worden 6 experimenten gedaan, varierend in lengte van 3 weken tot 1 dag. Van elke proef moet een schriftelijk verslag worden gemaakt. • De 'Journal-Club'; Studenten bestuderen en presenteren in groepjes van twee een onderzoeksartikel die betrekking heeft op de collegestof. • Deelname aan practica inclusief voor- en nabespreking en journal-club is verplicht. Taiz, L., Zeiger, E. Plant Physiology 3rd edition (2002). Sinauer Associates (verplicht); prijs ongeveer 60 euro. Een schriftelijke toets (multiple choice in combinatie met assayvragen) over college en practicum stof en beoordeling van praktikumverslag plus presentatie artikel. Verplichte cursus voor tweedejaars bachelorstudenten Biologie. Bij het experimentele gedeelte is het dragen van een laboratoriumjas verplicht.
naam code docenten studiepunten periode doel
Structuurbiologie 470056 dr. D. Bald (cursusleider); P. Voeller 6 02.10.2006 - 27.10.2006 Kennis van structuur, functie en remming van eiwitten, met name methodes waarmee je deze eigenschappen kunt bestuderen. Je kunt deze kennis later gebruiken als je b.v. het moleculaire mechanisme van een ziekte (eiwit misfunctie) of de werkwijze van medicijnen (remming van een eiwit) wilt verhelderen, maar ook voor biotechnische toepassingen of voor fundamenteel onderzoek. Eindtermen De student kent: • Grondslagen/toepassingen van eiwit expressie, zuivering, structuur functie eiwit-eiwit of eiwit-remmer interactie. De student kan: • eiwit structuren met computer-applicaties opzoeken en analyseren; • eiwit-biochemische methodes toepassen (affiniteits-chromatografie, spectrofotometrie, fluorescentie, eiwit-labelling methodes, gelelectroforese, activiteitbepalingen). inhoud Wij beginnen met een repetitie/overzicht van eiwit structuur en functie. Vervolgens gaan wij met practica aangevuld door colleges, computer sessies en zelfstudie aan de slag en behandelen beginselen/methodes/technieken die je voor welk eiwit dan ook kunt gebruiken zoals: • Hoe kan je een eiwit met behulp van bacterien produceren? • Hoe kan je een eiwit zuiveren?
84
Biologie
•
Hoe kan je structuur en functie van een eiwit onderzoeken? Hoe kan je de structuur met computer software bekijken en hierop? • gebaseerd een experiment plannen? • Hoe kan een medicijn aan een eiwit binden en dus remmen? • Hoe kan je het target eiwit van een antibioticum bepalen? • Hoe kan je eiwit-eiwit, eiwit-remmer of eiwit-oppervlakte interactie? • meten of voor een biomedisch/biotechnisch doel gebruiken? • Welke rol spelen andere eiwit eigenschappen (b.v. stabiliteit)? • Welke factoren zijn belangrijk voor het slagen van mijn experiment? • Hoe kan ik een experimentele strategie plannen? Je doet zelf experimenten in kleine groepen (2-4 studenten) op het Structuurbiologie lab samen met begeleider (50 uur), aangevuld door hoorcolleges (15 uur), computersessies en zelfstudie. In groepjes schrijf je een verslag en houd je een praatje over de experimenten. CD met collegestof en practicumhandleiding Verslag (50 %), voordracht (50 %). Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten Biologie en Biomedische wetenschappen. De cursus staat open voor studenten van andere opleidingen en wordt aanbevolen voor masterstudenten Biomolecular Science en andere masterstudenten die praktische waardigheden willen bijspijkeren. Cursussen Biologische chemie en Biochemie. Bij het experimentele gedeelte is het dragen van een laboratoriumjas verplicht. Maximum aantal deelnemers 40. •
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep
voorkennis opmerkingen
naam Systeemecologie code 470044 docenten ing. L. Leewis; drs. A.C. de Vos; prof.dr. J. Rozema (cursusleider); prof.dr. M.A.P.A. Aerts studiepunten 6 periode 04-09-2005- 29-09-2005 doel Inzicht verkrijgen in de structuur van en processen in ecosystemen,stofkringlopen en global change in het heden en verleden. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de invloed van atmosferische CO2 verrijking (broeikasprobleem), de opwarming van de aarde, toename van UV-B straling (gat in de ozonlaag) en natuurherstel en natuurbeheer. De huidige antropogene opwarming van de aarde wordt vergeleken met klimaatveranderingen sinds de laatste ijstijd, zoals die van de Kleine IJstijd (1430-1850). Dit gebeurt aan de hand van vegetatiesuccessie in een laagveenecosysteem en die van de arctische toendra van Spitsbergen over een periode van honderden tot duizenden jaren geleden. In een veldpraktikum wordt onderzoek verricht aan aanpassingen van duinvalleiplanten en kustplanten. Leerdoelen zijn verder: het leren kennen van planten en vegetaties van laagveen en natte duinvalleien. Het leren verrichten van experimenteel en beschrijvend veldecologisch onderzoek, in het bijzonder naar opname en gebruik van voedingstoffen, en de aanpassingen van planten aan abiotische (o.a. klimatologische) omstandigheden, zoals temperatuur, CO2 , PAR en UV-B. Het leren analyseren van veldecologische resultaten en het rapporteren hierover. Hierbij wordt kennisgemaakt met grafische weergave van metingen en statistische analyse en interpretatie hiervan.
Examenonderdelen
85
Eindtermen: Theorie De student kent: • De leerstof in hetleerboek over de onderwerpen : ecosysteemconcept; het klimaatsysteem aarde; geologie en bodem; stralingsbalans, en waterbalans van ecosystemen; de koolstofbalans; primaire productie; decompositie; nutriëntengebruik; nutrientenkringlopen; trofische relaties, successie; globale biogeochemische kringlopen en natuur- en milieubeheer • In de handleiding wordt aangegeven welke stof dient te worden bestudeerd voor het veld- en laboratoriumonderzoek. Verder worden voorbeeld tentamenvraag gegeven. De student heeft inzicht in de samenhang tussen behandelde structuren (zoals atmosfeer, bodem en biosfeer) en processen (zoals de verschillende stofkringlopen). De student is in staat onderzoeksgegevens in Tabel en Grafiekvorm te interpreteren en te beoordelen. De student kan: • op basis van de leerstof en projectinformatie eenduidige en toetsbare hypotheses en onderzoeksvragen formuleren en deze uitwerken in een proefopzet voor het veldpraktikum; • zelfstandig en in teamverband veldonderzoek uitvoeren zoals het verrichten van metingen van pH, redoxpotentiaal, het voorbereiden, nemen en verwerken van bodem- en vegetatiemonsters; • zelfstandig en systematisch registreren van verzamelde metingen en monsters; • verzamelde gegevens en monsters in het laboratorium uitwerken. Hieronder vallen chemische analyses met in achtneming van laboratoriumveiligheidregels; • het grafisch en statistisch uitwerken van metingen en bepalingen. Gegevens samenvatten zoals het weergeven van gemiddelde en standaardfout (Excel) en het deze in grafiekvorm weergeven; • schriftelijk rapporteren over het uitgevoerde onderzoek met gebruikmaking van grafische en statistische resultaten. De student is in staat theorie uit het leerboek te verbinden met de ecosysteemstructuren en processen die in het veldpraktikum worden onderzocht. inhoud Theorie (ochtenden week 1 en 2): Behandeling van leerstof uit Leerboek Principles of Terrestrial Ecosystem Ecology door middel van hoorcolleges en een handleiding. Onderwerpen: Het ecosysteemconcept, het systeem klimaat aarde, geologie en bodem, water in terrestrische ecosystemen en de energiebalans, koolstofbalans van terrestrische ecosystemen, primaire productie, decompositie, nutriëntengebruik, kringlopen van voedingsstoffen, globale stofkringlopen, trofische relaties, ecosyteemdynamica in ruimte en tijd, en beheer van natuurgebieden. Veldpraktikum (middagen week 1 en 2, week 3): Verrichten van veldecologisch en laboratoriumonderzoeknaar de gevolgen van opwarming van ecosystemen van duinvalleien en van de arctische 86
Biologie
toendra; onderzoek over aanpassingen van kustplanten werkwijze Hoor- en werkcolleges leerboek (ochtenden week 1 en 2); veld- en laboratoriumonderzoek middagen week 1 en 2, week 3; verslaglegging en studiepauze week 4. Hoorcolleges over leerboek Principles of Terrestrial Ecosystem Ecology. literatuur F.Stuart Chapin III, P.A.Matson en H.A.Mooney. 2002. Principles of Terrestrial Ecosystem Ecology. Springer. Euro 64.00 en een cursushandleiding 7,50 euro. toetsing Tentamen over de theorie behorende bij colleges (2/3), veldpraktikumverslag (1/3). Deelname aan het veldpraktikum is verplicht en zonder het op tijd voltooien van het veldpraktikum verslag wordt geen eindcijfer gegeven doelgroep Keuzevak voor derdejaars bachelorstudenten Biologie en Milieuwetenschappen. voorkennis Alle voorgaande oecologische cursussen. opmerkingen De excursieweek Ecosystemen Ardennen vindt plaats tijdens de Bachelorstageperiode in het derde jaar. Men wordt naar deze plaats in de studiegids verwezen voor verdere informatie over deze excursieweek. Bij het werken in het laboratorium van de Afdeling Systeemecologie is het dragen van een labjas verplicht. naam Toegepaste ecologie code 470045 docenten prof.dr. J. Rozema (cursuscoördinator); prof.dr. M.A.P.A. Aerts; Gastdocenten (de gastdocenten zijn werkzaam bij verschillende ministeries, instituten en bedrijven) studiepunten 6 periode 07.05.2007-01.06.2007 doel Oriëntatie op en verdieping in het het brede veld van toepassingen van de ecologie, mede als ondersteuning bij de keuze van studenten voor MSc stagemogelijkheden. Training in het opzetten en opstellen van een rapport. Verder vergroot de cursus het perspectief van beroepsmogelijkheden van de afgestudeerde oecoloog. De toegepaste ecoloog werkt vaak in multidisciplinaire samenwerkingsverbanden. Er wordt inzicht verkregen in de vraag hoe ecologisch onderzoek bijdraagt aan het oplossen van milieuproblemen en hoe milieubeleid tot stand komt. Natuurbeheer vormt een belangrijk onderdeel van het veld van de toegepaste ecologie. Eindtermen: De student: • kent de aangeboden leerstof en collegestof over hoe ecologische principes milieuproblemen kunnen helpen oplossen, zoals de Ecologische Hoofd Structuur, en het sluiten van kringlopen; • kent de principes die ten grondslag liggen aan natuurbeheer en milieubeheer en weet deze in de praktijk te brengen; • heeft inzicht in de samenhang van milieuproblematiek en milieubeleid en de relatie met ecologisch onderzoek; • heeft een overzicht van de brede beroepsmogelijkheden van de afgestudeerde ecoloog; • heeft kennisgemaakt met multidisciplinaire samenwerking; • is in staat in korte tijd een vraagstelling en een plan van aanpak m.b.t. een
Examenonderdelen
87
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
doelgroep
naam code docent studiepunten periode doel
88
milieuprobleem te formuleren en uit te werken tot een rapport. Kennismaking met de omgeving van de beroepspraktijk van de afgestudeerde ecoloog. Vaak spelen milieuproblemen en milieubeleid hierbij een grote rol, en wordt van oecologen een brede inzetbaarheid gevraagd. Hieraan wordt in een 15-tal hoor- en interactieve colleges aandacht besteed. Daarnaast schrijft en presenteert de cursist een rapport (werkstuk) over een project naar eigen keuze en met een zelf geformuleerde vraag- of doelstelling. In de cursus komen de volgende onderwerpen aan de orde: Natuurbeheer Natuurbeheer en onderzoek in het Noord-Hollands duinreservaat; vernatting van duinvalleien; toegepast ecologisch onderzoek in de Zeeuwse delta: De ontwikkeling van oevervegetatie in het Volkerak- Zoommeer; ecological engineering, natuurtechniek en waterstaatswerken. Milieubeheer en milieubeleid Vermesting, biodiversiteit en bodemecosystemen; inrichting van het Waddengebied; het RIVM en normen voor toxiciteit in de bodem; advisering bij bodembeschermingsbeleid; bestrijdingsmiddelen, landbouw en milieu; onderzoek naar bestrijding van parasitaire onkruiden; duurzame landbouw op brakke en zoute grond; Mondiaal milieu en klimaatverandering Emissie van broeikasgassen in wetlands; ecologisch onderzoek en advisering klimaatverandering- gevolgen voor van het gat in de ozonlaag en broeikaseffect voor ecosystemen. Gevolgen van opwarming van de aarde nationaal en internationaal (o.a. Noord- en Zuidpool) In de ochtenden of middagen van week 1, 2 en 3 interactieve werkcolleges door (gast)docenten over de beroepspraktijk van de toegepaste ecoloog. Tijdens het andere dagdeel wordt door de cursist aan de het rapport (werkstuk) gewerkt. Leerboek Toegepaste Oecologie. J.Rozema en H.A. Verhoef. Bijdragen van de toegepaste oeocologie in de analyse en het oplossen van milieuproblemen. 1997. VU Uitgeverij, Amsterdam. Collegestof door (gast)docenten. Tentamen over de leerstof en behandelde collegestof (1/2), mondelinge presentatie (1/4) van werkstuk (1/4). Zonder voltooiïng van deze laatste twee onderdelen kan geen eindcijfer worden verkregen. Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten Biologie en Milieuwetenschappen. Trends in Plantenbiologie 470153 dr.ir. A.H. de Boer (cursusleider, e-mail: [email protected]) 6 07.05.2007-01.06.2007 Deze cursus is er op gericht om de studenten kennis te laten maken met moderne ontwikkelingen in de plantenbiologie. Naast een verdieping van een aantal geselecteerde theoretische onderwerpen, ligt de nadruk ook op technische ontwikkelingen. Niet alleen wordt de achtergrond van de Biologie
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing doelgroep voorkennis opmerkingen
technieken toegelicht, maar ook zal er veel ruimte zijn om een aantal technieken zelf uit te voeren in het laboratorium. Belangrijk in deze cursus is dat de student de theorie leert te koppelen aan experimentele vaardigheden. Aan het eind van de cursus heeft de student een overzicht van wat momenteel hot-spots in het plantenonderzoek zijn. Tevens is hij/zij in staat om zelf een aantal geavanceerde technieken toe te passen en op hun waarde te beoordelen. De cursus omvat (werk)colleges en practica in de laboratoria van de diverse plantengroepen. Er zal een selectie gemaakt worden uit de nieuwste theoretische inzichten. Voorbeelden hiervan zijn: • plantenreceptoren, uniek voor planten? • gene targeting, is homologe recombinatie in planten nabij? • plant VOC (volatile organic carbon) emissions • toepassingen in de plantenbiotechnologie • planten modelsystemen • targeting van membraaneiwitten • nitric oxide (NO), het nieuwe signaal molecuul • hoe kleurt een bloem? • hoe afhankelijk is de circadiaanse klok van Ca++? • hydrotropisme. Voorbeelden van methodes/technieken die aan de orde komen: • transiente expressie systemen, hoe werkt het en wat kun je ermee • hoe gaat een transformatie met Agrobacterium in de praktijk? • hoe kun je een transgen in een gewas volgen • de AFLP techniek • electrofysiologische technieken om iontransport te meten • toepassing van green fluorescent protein • hoe gaat een mutanten screen in de praktijk? • analyse van eiwit complexen met 'pull-down', TAP-tag expressie of yeast two-hybrid • hoe werkt de analyse van quantitative trait loci (QTL)? • laser assisted microdissection van planten cellen. Ten tijde van de cursus zal een definitieve selectie worden gemaakt. Geselecteerde onderwerpen worden in hoor- en werkcolleges aan de hand van recente reviews en research artikelen toegelicht en geanalyseerd. Sommige colleges zullen door gastdocenten worden gegeven. Het boek Taiz & Zeiger dient als naslagwerk. Voor het practische gedeelte werken de studenten in tweetallen aan twee of drie experimenten. Eigen inbreng en initiatief bij de opzet en uitvoering van de experimenten zal voorop staan. Resultaten worden gepresenteerd en in een verslag uitgewerkt. Deelname aan de practica inclusief voor- en nabespreking is verplicht. Deelname aan de (werk)colleges wordt sterk aanbevolen. Geselecteerde artikelen, powerpoint presentaties, en het boek Taiz, L. & Zeiger, E. Plant Physiology 3nd edition (2002) uit het 1e en 2e jaar als naslagboek. Een schriftelijke toets over college en practicum stof. De presentaties en het verslag over de uitgevoerde proeven . Keuze cursus voor biologen Eerste en tweede jaarscursus Plantenwetenschappen Om kennis te maken met de mogelijke toekomstige werkkring van
Examenonderdelen
89
plantenbiologen zal er een excursie worden georganiseerd naar een zaad- of biotechbedrijf. Bij het experimentele gedeelte is het dragen van een laboratoriumjas verplicht. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing doelgroep
90
Veldexcursie ecosystemen Ardennen 450286 prof.dr. J. Rozema; dr. N.D. de With; dr. H. Hillebrand; dr. A.M. Wagner 2 5 • Kennismaking met planten en diersoorten van Midden Europese ecosystemen: bossen op kalkbodem, bronbossen, hoogvenen, kalkgraslanden, puinhellingen, zware metaalweiden en snelstromende wateren. • Kennis van flora en fauna van ecosystemen, ook in relatie tot biogeografie. • Het leren gebruiken van Flora van Heukels en andere determinatiewerken • Het leren maken van vegetatieopnamen en het berekenen van een diversiteitsindex. • Het leren karakteriseren van belangrijke abiotische en biotische omstandigheden: pH bodemwater, bodemprofiel, moedermateriaal • Inzicht in de samenhang van onderdelen van ecosystemen: samenhang door trofische structuur, en de daarmee verbonden stofkringlopen. • Inzicht in factoren die de biodiversiteit van ecosystemen beinvloeden. • Inzicht in het beheer van bezochte ecosystemen. Aanwijzingen hiervoor (karakterisering, samenhang, biodiversiteit, beheer) worden met een vragen en opdrachtlijst gegeven. Excursieduur van 1 week: Nederlandse en Latijnse Plantennamen. Nederlandse en Latijnse Dierennamen. Kenmerkende eigenschappen van bezochte ecosystemen: hoogveen, kalkloofbos, moerasbos, kalkgrasland, puinhelling, zware metaalweide, snelstromende rivier. Vegetatieopnamen en het berekenen van diversiteitsindex. Karakteriseren van belangrijke abiotische omstandigheden: pH bodemwater, bodemprofiel, moedermateriaal. Voorcollege flora en fauna excursiegebieden Ecosystemen Ardennen. Dia's flora en fauna ecosystemen Ardennen Excursies naar: hoogveen, kalkloofbos, kalkgrasland, puinhelling, zware metaalweide, snelstromende rivier. Uitvoeren van opdracht: metingen aan abiotische factoren, bodemprofiel, moedermateriaal, maken vegetatieopname, determinaties planten en diergroepen. Maken van een verslag over de uitgevoerde opdracht. Handleiding excursiehandleiding Ardennen. Prijs Euro 5.65 Heukels Flora van Nederland, Wolters Noordhoff, laatste editie Natuurgidsen voor herkenning diersoorten. Het maken van een excursieverslag, en ingevulde vragen en opdrachtenlijst. De excursie is onderdeelt van de bachelorstage voor Biologie-studenten. Zij krijgen geen apart eindcijfer voor de cursus, maar de beoordeling wordt verwerkt in het eindcijfer voor de stage. Biologie
Daarnaast wordt de cursus als keuzecursus aangeboden aan studenten in de bacheloropleiding Aardwetenschappen. opmerkingen De eigenbijdrage voor de reis- en verblijfskosten voor deze excursieweek bedraagt per student ongeveer Euro 100.00. Je verblijft met een aantal medecursisten in een huisje. Aan het eind van elke excursiedag wordt bij een Delhaize supermarkt gestopt om eten in te kopen. Dit komt voor rekening van de studenten. Naast genoemde literatuur is ook een goede loep (15x, ca. Euro 25) nodig. Vroegtijdige opgave is noodzakelijk in verband met de reservering van huisvesting in de Ardennen. Verdere informatie en opgave bij [email protected] naam Veldwerk: Flora en fauna van vulkaaneilanden code 470166 docenten dr. H. Schat (cursusleider, kamer A-213, 8052, [email protected]); dr. M.P. Berg studiepunten 3 periode 26.03.2007-06.04.2007 doel Doel van de cursus is de samenhang te laten zien tussen de geomorfologie van het landschap, de bodem, het klimaat en het voorkomen van plant en dier. Onderliggend doel is het opbouwen van soortenkennis door de organismen te plaatsen in het landschap. Eindtermen A. Kennisleerdoelen: Na de cursus kun je... • de vorming van een vulkaaneiland en de invloed van de vulkaangeomorfologie op het voorkomen van planten en dieren beschrijven • de samenhang tussen geologie, klimaat, bodemtype en het voorkomen van soorten • omschrijven • het begrip eilandtheorie omschrijven en de relatie tussen eilandgrootte, isolatie en diversiteit uitleggen • de getijdenwerking omschrijven en de indeling van getijdenzones op basis van het voorkomen van soorten beschrijven B. Vaardigheidsleerdoelen: Na de cursus kun je.... • de belangrijkste mediterraan-atlantische plantenfamilies in het veld herkennen • met een determinatiegids planten en dieren op naam brengen • een transect uitzetten, beschrijven en de kensoorten van de zones herkennen • mondeling de resultaten van veldonderzoek overbrengen en toelichten inhoud De cursus geeft een theoretische inleiding op het ontstaan en de geomorfologie van vulkaaneilanden en op de ontwikkeling van de biodiversiteit volgens de eilandtheorie. Belangrijke aspecten worden toegelicht aan de hand van excursies met eigen experimenten. De ontstaansgeschiedenis van het Atlantische vulkaaneiland Madeira wordt uitgelegd. Verdere toelichting vindt in het veld plaats aan de hand van excursies naar de belangrijkste landschappen op dit eiland. Bij de opbouw van soortenkennis van plant en dier ligt de nadruk op soorten die kenmerkend zijn voor de specifieke landschappen. Door het hanteren van
Examenonderdelen
91
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep
voorkennis opmerkingen
naam code docenten studiepunten periode doel
92
veldtechnieken, met name transectopnames over karakteristieke milieugradiënten, wordt een kwalitatieve of kwantitatieve indruk verkregen van locale diversiteit. De aangeboden theorie omvat de volgende elementen: • Ontstaansgeschiedenis van vulkaaneilanden • Eilandtheorie • Organismen in de getijdenzone • Droge en natte rotsvegetaties • Plant / dierrelaties De veldweken omvatten de volgende elementen: • Determineren van planten en Arthropoda • Herkenning van 10 systeemspecifieke plantenfamilies en 60 kensoorten, inclusief levensvormen • Herkenning van 40 systeemspecifieke Arthropoda families en orden, met name van de mariene groepen • Toepassen van bemonsteringsmethoden (met name gradiënt en transect) Hoorcolleges(6 uur); Opdrachten en zelfstudie (12 uur), verplicht; Excursie Madeira (56 uur: 7 dagen), verplicht. Studiehandleiding: (ong.10,- Euro); Tirion insektengids. Tirion (1e druk); (35,- Euro) Schriftelijke opdracht veldwerk (65 punten), benoemen plant / dier (dia's, 35 punten), Eindcijfer is de som / 10 van de toetsonderdelen. Verplicht voor tweedejaars bachelorstudenten Biologie. Overige studenten die aan deze cursus willen deelnemen moeten eerst contact opnemen met de cursusleider. Het is wenselijk om de cursus Biodiversiteit en Ecologisch Veldwerk te hebben gevolgd waar deze cursus op aansluit. Aanschaf loupe (15x) is noodzakelijk. De eigen bijdrage van studenten is 250,- Euro. Studenten zullen gedurende een week verblijven op Madeira. De exacte locatie wordt gedurende het studiejaar bekend gemaakt. Omdat voor deze cursus meer voorbereidingstijd nodig is moeten studenten zich 8 weken van tevoren opgeven in TIS (dus langer van tevoren dan bij reguliere cursussen)! Voortplantingsbiologie 470031 prof.dr. J. Ellers (cursusleider); dr. J.M. Koene 6 09.04.2007 - 04.05.2007 Het verkrijgen van inzicht in de principes en mechanismen die de basis vormen voor voortplanting. Niveau 2 Eindtermen • Overzicht van verschillende voortplantingswijzen • Inzicht in fysiologie van voortplanting • Inzicht in de consequenties van seksuele selectie • Inzicht in het ontstaan van seks • Experiment ontwerpen en uitvoeren Biologie
Onderzoeksresultaten interpreteren en hierbij onderscheid maken tussen proximate en ultimate mechanismen inhoud Een integratieve kijk op voortplanting. In de cursus komen zowel proximate aspecten, zoals fysiologie en ontwikkeling, alsmede ultimate aspecten, zoals functie en evolutie, aan bod. • Voortplantingsstelsels • Reproductie strategieën • Hormonale/neuroendocriene regulatie • Gametogenese en bevruchting • Genetische incompatibiliteit • Evolutie van seks • Seks determinatie • Seksuele selectie • Sperma competitie • Seksueel conflict • Coöperatieve broedzorg • Voortplanting in planten werkwijze Hoorcolleges en gastcolleges Experimenteel onderzoek (1 week) Schriftelijk en mondeling verslag van de onderzoeksresultaten. literatuur Wordt nader bekend gemaakt toetsing Schriftelijk tentamen over de theorie (70%) Schriftelijk en mondeling verslag van het onderzoek (30%) doelgroep Verplicht voor tweedejaars bachelorstudenten Biologie. naam code docenten studiepunten periode doel
Wijsbegeerte en wetenschap 470160 drs E. Koster (cursusleider); dr. C. Zonneveld 6 07.05.2007-01.06.2007 Het algemene doel van deze basiscursus (niveau 1) is de verdieping van je inzicht in wetenschap en wetenschappelijke kennisvorming. Meer specifiek betekent dat: • Kennismaken met een aantal verschillende filosofische visies op wetenschap en wetenschappelijke kennisvorming; • Inzicht krijgen in de rol van theorieën bij observatie, verklaring en experiment; • Inzicht krijgen in het sociale en culturele karakter van wetenschappelijke kennisvorming; • Expliciteren van de eigen opvattingen over wetenschap en wetenschappelijkheid; • Toepassen van deze visies op een concreet debat: de wetenschappelijkheid van homeopathie; • Toepassen van deze visies door de wording van een wetenschappelijk feit te onderzoeken. • Toetsen van deze visies aan de praktijk van wetenschappelijk onderzoek inhoud Tijdens deze cursus verdiep je je inzicht in de werkwijze en de waarde van wetenschap en wetenschappelijke kennis, mede op basis van filosofische en sociaalwetenschappelijke ideeën. Wanneer noemen we iets 'wetenschap'?
Examenonderdelen
93
werkwijze
literatuur toetsing
doelgroep opmerkingen naam code docent studiepunten periode doel
94
Wie bepalen dat eigenlijk en op grond waarvan? Je gaat de algemene en soms abstracte ideeën van filosofen en sociale wetenschappers toepassen op een concreet issue: moet homeopathie als pseudo-wetenschap van de hand worden gewezen zoals veel wetenschappers doen of niet? (Blok 1) Daarnaast voer je een klein onderzoek uit waarin je probeert te achterhalen waarom een bepaald biologisch feit als 'waarheid' in één van je leerboeken terecht is gekomen. Daarvoor duik je de archieven in (onder andere internet en de bibliotheek) om te achterhalen wat er allemaal aan die schijnbaar simpele en tijdloze zinnetjes in je leerboek vooraf is gegaan. (Blok 2) Tenslotte besteed je aandacht aan de vraag naar de alledaagse prakrijk van wetenschap: hoe werkt wetenschap nu echt? Je gaat onder meer na wat een realistisch model is voor de acceptatie van wetenschappelijke kennis en welke rollen de onderzoeker en de wetenschappelijke gemeenschap spelen bij de totstandkoming van wetenschappelijke kennis. Tenslotte verdiep je je inzicht in de wisselwerking tussen wetenschap, maatschappij en cultuur. (Blok 3) Hoorcollege; Literatuurstudie aan de hand van opdrachten; Onderzoek naar de oorsprong en ontwikkeling van een 'wetenschappelijk feit'; Presentaties; Referering; Voor de cursus is een reader beschikbaar, waarin de literatuur is opgenomen. Het gebruik van deze reader is verplicht. Blok 1: Verslag van opdrachten en schriftelijk tentamen Blok 2: Onderzoeksverslag en refereerapport Blok 3: Opdrachten en schriftelijk tentamen Verplicht voor eerstejaars bachelorstudenten in de bacheloropleiding Biologie en Bio-medische wetenschappen. De studiehandleiding is ruim voor aanvang van de cursus beschikbaar. Wiskunde 470152 dr. K. Krab 2 04.09.2006-27.10.2006 • Opfrissen en activeren van middelbare-schoolwiskunde; • Verkleinen van verschillen in wiskundige achtergrond van studenten; • Wiskundige basis aanleggen voor modelbouw en statistiek; • Kennismaken met Excel als geavanceerd rekenapparaat. Eindtermen: De student kan: • Alle functies differentiëren met behulp van product-, quotiënt- en kettingregel; • Polynoomfuncties primitiveren, alsook eenvoudige exponentiële, logaritmische en goniometrische functies; • Eenvoudige integralen uitrekenen; • Rekenkundige en meetkundige rijen herkennen en somformules hierop toepassen; • Differentiaalvergelijkingen classificeren; • Oplossingen van differentiaalvergelijkingen controleren via substitutie; • Eerste-orde lineaire differentiaalvergelijkingen oplossen; Biologie
•
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep
Logistische differentiaalvergelijking herkennen en oplossen; Functies, inverse functies: e-machten, parabolen, hyperbolen; • Rekenkundige en meetkundige rijen; • Differentiëren en primitiveren; • Integralen en primitieven; • Toepassingen: kleinste kwadratenprincipe, gemiddelde van een functie, oppervlaktes, lokale benaderingen; • Differentiaalvergelijkingen Hoorcolleges, werkcolleges, computer practicum, zelfstudie. Aanschaf van syllabus en opgaven (prijs ca. 10 euro) verplicht. Schriftelijk tentamen Alle eerstejaars Biologie / Biologisch Medische Wetenschappen. •
Examenonderdelen
95
96
Biologie
3
3.1
Literatuur
Biologie (BSc)
3.1.1
Omvang van de opleiding
3.1.2
Eerste jaar 470002: Biologische chemie Verplicht : Voet, Voet & Pratt, " Fundamentals of Biochemistry", Wiley, ISBN 0-471-58650-1, ca. 50 euro. Handleiding practicum, ca. 5 euro. 470009: Ecologie C.R. Townsend, M. Begon &J.L. Harper. Essentials of Ecology, Blackwell Science Publishers, Oxford. 2003 (2nd edition). ISBN 1-40510-328-0 (prijs ±45 euro). Strickberger, M.W., Evolution, 3rd edition, Jones & Bartlett Publishers. 2000. (prijs ± 37 euro; dit boek is verplicht voor Evolutiebiologie, maar al bij dit blok wordt er een beperkt deel uit behandeld). Handleiding Evolution Lab. 7 euro (verkrijgbaar tijdens de cursus) 470013: Cellulaire biologie Verplicht boek: Alberts, Essential Cell Biology 2nd edition, Garland, ISBN 0-81533481-8 Paperback 470019: Biodiversiteit en ecologisch veldwerk • Studiehandleiding Biodiversiteit: (ongeveer 12 euro); • R. van der Meijden, 1996. Heukels' Flora van Nederland. Wolters-Noordhoff (23e druk) (ongeveer 70 euro); • M. Chinery, 2004. Nieuwe Insectengids Tirion (5e druk) (40 Euro). 470063: Evolutiebiologie M.W. Strickberger, Evolution, 3rd Ed., 2000. ISBN 0-7637-1066-0, prijs ongeveer 45 euro en een syllabus, prijs ongeveer 20 euro, inclusief toegang tot het museum Naturalis en Artis. 470140: Inleiding in de biologie • Syllabus, prijs ongeveer 15,- Euro • Lawrence et al. Hendersons Dictionary of Biological Terms 12e editie, Prentice Hall, 2000. Prijs ongeveer 20,- Euro • Gaston, K.J. and Spicer, J.I. Biodiversity: an introduction. Second Edition. Blackwell Publishing, 2004. Prijs ongeveer 35,- euro. 470152: Wiskunde Aanschaf van syllabus en opgaven (prijs ca. 10 euro) verplicht. 470160: Wijsbegeerte en wetenschap Voor de cursus is een reader beschikbaar, waarin de literatuur is opgenomen. Het gebruik van deze reader is verplicht. 470163: Plantenfysiologie
Literatuur
97
Taiz, L., Zeiger, E. Plant Physiology 3rd edition (2002). Sinauer Associates (verplicht); prijs ongeveer 60 euro. 470164: Dierfysiologie Nader te bepalen 470723: Genetica (B/BMW) Verplicht: R.H. Tamarin, "Principles of Genetics" McGraw-Hill ISBN 0-07-2334193, ca. 50 euro ; Prakticum handleiding, ca. 8 euro. 3.1.3
Tweede jaar 470021: Biologie, beleid en kennismanagement Syllabus. Aan te schaffen in de boekhandel. Prijs ca. 15 euro. 470031: Voortplantingsbiologie Wordt nader bekend gemaakt 470038: Moleculaire ontwikkelingsbiologie • Handboek: B. Alberts, A Johnson, J. Lewis, M. Raff, K Roberts, & P. Walter. Molecular Biology of the Cell (4edruk), Garland Science Publishing. • Uittreksels (powerpoint files) van collegestof (gratis te downloaden van Blackboard); • Practicumhandleiding (ongeveer 7 euro) • Computerfiles (pdf) van artikelen gebruikt bij het practicum (gratis te downloaden via Blackboard). 470039: Neurobiologie De stof zal worden gedoceerd aan de hand van een syllabus en een boek. Aanschaf van het boek Neuroscience (third edition, Editor Purves en anderen Sinauer Associates, Inc. Sunderland, Massachusetts, USA) is verplicht. 470071: Biochemie Voet, Voet & Pratt, " Fundamentals of Biochemistry", Wiley, ISBN 0-471-58650-1, ca. 50 euro, Handleiding practica en Syllabus totaal ca. 10 euro. 470073: Plantenwetenschappen Taiz, L., Zeiger, E. Plant Physiology 3rd edition (2002). Sinauer Associates (verplicht); prijs ongeveer 60 euro. 470074: Evolutionaire ecologie en gedrag An introduction to Behavioural Ecology. J.R. Krebs & N.B. Davies (3rd ed.). 470078: Neurofysiologie • Primair wetenschappelijke artikelen • Boek: The Synaptic Organization of the Brain. 5th edition, 2004. Gordon M. Shepherd (Ed). Oxford University Press. ISBN 0-19-515956-X 470083: Ontwikkeling en gedrag Geselecteerde hoofdstukken uit handboeken, overzichtsartikelen. 470143: Levensgemeenschapsbiologie "Community Ecology" 1999, P.J.Morin, Blackwell Science Ltd. Prijs: 60 euro. Practicumhandleiding. 470153: Trends in Plantenbiologie
98
Biologie
Geselecteerde artikelen, powerpoint presentaties, en het boek Taiz, L. & Zeiger, E. Plant Physiology 3nd edition (2002) uit het 1e en 2e jaar als naslagboek. 470165: Methodologie en Statistiek 1 Ruxton & Colegrave. 2006. Experimental Design for the Life Sciences, 2nd ed. LeBlanc. 2004. Statistics: Concepts and Applications for Science. 470166: Veldwerk: Flora en fauna van vulkaaneilanden Studiehandleiding: (ong.10,- Euro); Tirion insektengids. Tirion (1e druk); (35,- Euro) 471024: Infectieziekten • Het boek Medical Microbiology, 3th-ed., 2004. C. Mimms, HM Dockrell, RV Goering, I Roitt, D Wakelin en M Zuckerman. Uitgever Elsevier Science. Prijs ongeveer 50 euro. • Practicumhandleiding, prijs ongeveer 5 euro. • Powerpoint files van collegestof, gratis te downloaden van Blackboard. 3.1.4
Derde jaar 450286: Veldexcursie ecosystemen Ardennen Handleiding excursiehandleiding Ardennen. Prijs Euro 5.65 Heukels Flora van Nederland, Wolters Noordhoff, laatste editie Natuurgidsen voor herkenning diersoorten. 470038: Moleculaire ontwikkelingsbiologie • Handboek: B. Alberts, A Johnson, J. Lewis, M. Raff, K Roberts, & P. Walter. Molecular Biology of the Cell (4edruk), Garland Science Publishing. • Uittreksels (powerpoint files) van collegestof (gratis te downloaden van Blackboard); • Practicumhandleiding (ongeveer 7 euro) • Computerfiles (pdf) van artikelen gebruikt bij het practicum (gratis te downloaden via Blackboard). 470044: Systeemecologie F.Stuart Chapin III, P.A.Matson en H.A.Mooney. 2002. Principles of Terrestrial Ecosystem Ecology. Springer. Euro 64.00 en een cursushandleiding 7,50 euro. 470045: Toegepaste ecologie Leerboek Toegepaste Oecologie. J.Rozema en H.A. Verhoef. Bijdragen van de toegepaste oeocologie in de analyse en het oplossen van milieuproblemen. 1997. VU Uitgeverij, Amsterdam. Collegestof door (gast)docenten. 470047: Ecotoxicologie Syllabus Ecotoxicology, verkrijgbaar bij cursuscoördinator. Prijs ongeveer 15 euro. 470053: Evolutionaire genetica • Studieboek: 'Evolutionary Analysis', Scott Freeman and Jon C. Herron, Third Edition, 2004, Pearson, Prentice Hall • Syllabus met Onderzoeks- en Reviewartikelen over onderwerpen die niet in het boek worden behandeld 470055: Evolutie van de mens Verplicht studieboek: R. Lewin & R.A. Foley, Principles of Human Evolution, 2nd edition, Blackwell Science, Malden, ISBN 0 632 04704 6. Prijs ongeveer 50 euro.
Literatuur
99
Tevens is een syllabus nodig, prijs ongeveer 15 euro, waarin tevens de toegang tot de grot van Sclayn en vervoer vanaf Maastricht begrepen is. 470056: Structuurbiologie CD met collegestof en practicumhandleiding 470060: Bachelorstage M of O Onderwerpafhankelijk en documenten op de Blackboard site 470062: Methodologie en statistiek 2 D. LeBlanc. 2004. Statistics: Concepts and Applications for Science. Jones & Bartlett. Ruxton & Colegrave. 2006. Experimental Design for the Life Sciences, 2nd ed. (N.B: Deze boeken worden ook gebruikt in de cursus Methodologie & Statistiek I, en hoeven dus niet special aangeschaft te worden.) Diverse artikelen; deze worden tijdens de cursus ter beschikking gesteld. 470074: Evolutionaire ecologie en gedrag An introduction to Behavioural Ecology. J.R. Krebs & N.B. Davies (3rd ed.). 470076: Genomics syllabus Genomics 470078: Neurofysiologie • Primair wetenschappelijke artikelen • Boek: The Synaptic Organization of the Brain. 5th edition, 2004. Gordon M. Shepherd (Ed). Oxford University Press. ISBN 0-19-515956-X 470079: Moleculaire celbiologie Syllabus, prijs ongeveer 5 euro. 470083: Ontwikkeling en gedrag Geselecteerde hoofdstukken uit handboeken, overzichtsartikelen. 470098: Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij Opdrachten en achtergrondinformatie via de Blackboard site 470151: Levensvragen en wetenschap Syllabus met samengestelde teksten. 470153: Trends in Plantenbiologie Geselecteerde artikelen, powerpoint presentaties, en het boek Taiz, L. & Zeiger, E. Plant Physiology 3nd edition (2002) uit het 1e en 2e jaar als naslagboek. 470172: Bioinformatica Syllabus en practicumhandleiding, prijs samen ongeveer EUR12. 470610: Molecular Microbiology Reader (ca. 10 Euro) 471024: Infectieziekten • Het boek Medical Microbiology, 3th-ed., 2004. C. Mimms, HM Dockrell, RV Goering, I Roitt, D Wakelin en M Zuckerman. Uitgever Elsevier Science. Prijs ongeveer 50 euro. • Practicumhandleiding, prijs ongeveer 5 euro. • Powerpoint files van collegestof, gratis te downloaden van Blackboard.
100
Biologie
•
990005: Oriëntatie op communicatie en educatie 1: oriëntatie op het beroep van leraar en communicatiespecialist Reader wordt bij aanvang cursus aangeschaft, evt. aanvullende literatuur via Blackboard. 990007: Oriëntatie op educatie 2: oriëntatie op het beroep van leraar Reader wordt bij aanvang van de cursus aangeschaft, eventueel aanvullende literatuur via Blackboard. Vrije keuzeruimte 60000010: IKO / Interfacultair keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken • Potter, R.B., R. Binns, J.A. Elliott & D. Smith, Geographies of Development. 2e druk, Harlow, UK: Pearson Education/Prentice Hall, 2004, et uitzondering van de hoofdstukken 5 & 8, resp. pp. 181-227 & 319-367 • Heins, J.J.F. & B.G. Keuper (red.) Rozen in de woestijn, voorbeelden van succesvolle ontwikkeling. 2003, themabundel Ontwikkelingsproblematiek nr. 13, Vrije Universiteit Amsterdam • Websiteartikelen bij de hoorcolleges
Literatuur
101
102
Biologie
4
4.1
Adressen en gebouwen
Adressen naam
gebouw
kamer
telefoon
Adriaanse, dr. M.
WN
O 541
5989946
Aerts, prof. dr. M.A.P.A.
WN
A154
5987211
Appelmelk, dr. B.J. Arwert, dr. F. Baal, dr. G.C.M. van Bakker, dr. B.M.
MF MF TR WN
B 348 J 377 1F 42 M 228
4448297 4448272 5988802 5987196
Bald, dr. D. Beelen, dr. R.H.J. Berg, dr. M.P.
WN MF WN
H 219 J 288 H 159
5986991 4448055 5987077
Berg, drs. M. van den Berg, dr. S.M. van den
MF TR
C 573 1F-66
4449644 5988824
Bezemer, dr. ir. P.D. BGD Bibliotheek Bissumbhar, drs. B.
MF BS1 WN WN
D 429 Od 10 P6 U 529
4448164 5989008 5985233 5987029
Bitter, dr. W. Blokker, dr. P.
MF WN
B 356 A 151
4448319 5987060
Bodegom, dr. P.
WN
A 186
5986964
Boekhandel VU Boekschoten, prof. dr. G.J.
HG WN
BG E 337
5989410 5987322
Boelen, dr. P.
WN
A 153
5987048
Boer, dr. C. Boer, dr. ir. A.H. de Boer, dr. M.R. de
MF WN WN
B 136 H 057a U 420
4448113 5987162 5982517
Boer, dr. P. A. C. M. de
WN
C 124
5987011
Bollen, ir. Y.J.M. Boogerd, dr. F.C. Boomsma, prof. dr. D.I. Borgsteede, drs. S.D. Bos, drs. M.J.W. Bosmans, drs. J.E.
WN WN TR MF WN WN
H 234 G 226e 1F 50 B 563 S 522 U 446
5989019 5987194 5988789 4449684 5987495 5982520
Bout, drs. H.J. Brink, dr. M. van den
WN MF
D 546
4448169
Broerse, dr. J.E.W.
WN
U 537
5987028
Brouwer, prof. dr. A.
WN
C 529
5989530
Bruggeman, dr. F.
WN
M 262
5986966
Adressen en gebouwen
e-mail [email protected] u.nl rien.aerts@ecology. falw.vu.nl [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]. nl [email protected] [email protected] matty.berg@ecology. falw.vu.nl [email protected] [email protected]. nl [email protected]
balram.bissumbhar@falw. vu.nl [email protected] [email protected] lw.vu.nl peter.van.bodegom@ ecology.falw.vu.nl [email protected] u.nl peter.boelen@ ecology.falw.vu.nl [email protected] [email protected] [email protected]. nl pamela.de.boer@ falw.vu.nl [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]. nl [email protected] m.vandenbrink@ vumc.nl jacqueline.broerse@ falw.vu.nl [email protected]. vu.nl frank.bruggeman@
103
104
Bruin, drs. A.P. Brussaard, prof. dr. A.B.
MF WN
D 645 C 440
5988466 5987098
Bunders-Aelen, prof. dr. J.F.G. Burnashev, prof. dr. N.
WN
U 552
5987030
WN
B 330
5986986
Campos Ponce, Mw. dr. M.
WN
O 543
5981754
Caron-Flinterman, drs. F.
WN
U 535
5987028
Claassen, prof. dr. E.H.J.H.M. Cock Buning, prof. dr. J.T. de Companje, dr. K.P.
WN
U 543
5986994
WN
U 545
5986994
MF
D 331
4448219
Cornelissen, dr. J.H.C.
WN
A 162
5986962
Cornel, mw. prof. dr. M.C. Dam, dr. A.M.W. van Dam, dr. ir. R. van Deeg, prof.dr. D.J.H Delemarre-van de Waal, prof.dr. H.A. Die, dr. A.M.W. Dijk, drs. J. van
VUMC MF WN MP VUMC
3 A 18 B 446b O 551 Z 534 9 D 16
4440051 4448095 5986948 4446767 4440896
MF WN
B 258 A168
4448157 5987038
Dijk, prof.dr. W. van Dijkman, drs. M. Dittrich, dr. F. Doak, dr. C.M. Dongen, prof.dr. G.A.M.S van Donker, dr. M.
MF MF WN WN VUMC
4448159 4448108 5980896 5989946 4440953
WN
C270 H 034 B 238 O 542 2 NBU 54 O 550
Drukarch, dr. B. Eenhoorn, drs. H.
VUMC WN
B 449 B 148
4448107 5987012
Eggermont, drs. L.H.P. Eijsackers, prof. dr. H.J.P.
TR WN
1D 22 B 0115
5988961 5987078
Ellers, dr. J.
WN
H 128
5987076
Elteren-Jansen, dr. M. van Finkenauer, dr. C. Frederiks, dr. B Fodor, dr. M.
MF TR MF VUMC
4448264 5988857 4445695 4440898
FSR Gerrits, dr. H.L. Gestel, dr. C.A.M. van
WN MF WN
C 576 1 B 37 A 530 1NBI 119 M 112 D 651 H 150
5987239 4448592 5987079
Geus, prof. dr. J.C.N. de Govers, dr. R. Grint, drs. E.J.M. van de
TR WN WN
1B 57 A 445 F 114
5988813 5986929 5986938
Groffen, dr. S.
WN
A 427
5986928
Biologie
5986943
falw.vu.nl [email protected] [email protected]. nl [email protected] [email protected] l maiza.campos.ponce@fal w.vu.nl francisca.caron.flinterman @falw.vu.nl ciska.heuvelman@ falw.vu.nl tjard.de.cock.buning@fal w.vu.nl kp.companje@vumc. nl hans.cornelissen@ ecology.falw.vu.nl [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] jerry.van.dijk@ ecology.falw.vu.nl [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] gams.vandongen@ vumc.nl marianne.donker@ falw.vu.nl [email protected] hugo.eenhoorn@falw. vu.nl [email protected] herman.eijsackers@ ecology.falw.vu.nl jacintha.ellers@ ecology.falw.vu.nl [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] kees.van.gestel@ ecology.falw.vu.nl [email protected] [email protected] liesbeth.van.de.grint@fal w.vu.nl [email protected]
Grondelle, prof. dr. R. van Gruijl, dr. T.D. de Gyrinus natans Hamers, dr. T.
WN VUMC WN WN
S 162 2 E 44 C 153 A 667
5987930 4444063 5987216 5989529
Harms, dr. N. Heijden, dr. Ir. M.GA van der
WN WN
M 536 A 11 I
5987176 5987046
Helpdesk Computergroep Hengeveld, prof. dr. R.
WN WN
F 222 B 0116
5987040 5987077
Henneman, dr. L. Heringa, prof. dr. J. Heutink Heymans, dr. M.W. Hirasing, prof. dr. L.A.
MF WN WN VUMC
4447077 5987196 5989962 4448298
Hoo, prof.dr.ing. S.C. de
WN
C 574 M 228 A 345 B 557 GG&G D F 547
5989905
Hoogendijk Hooijberg, dr. E. Hoorn, dr. J.F. Hoozemans, dr. M.J.M. Hornberg, drs. J.J.
MF WN MF WN
2 D 114 T 302b G604c M 214
4442632 5987614 5988561 5987248
Houdijk, dr, J.H.P. Houwaart, prof.dr. E.S. Jansen, A.E.
MF MF WN
D 646 D 330 C 118b
4448469 4448217 5987010
Jansen, dr. R.F. Janssen, dr. T.W.J. Kapteijn, drs. J.M. Keblusek, dr. P. Keizer, drs. C. Kellner, dr. E.C. Kemenade, dr. F. van Kerkhof, dr. P. Kesteren, dr. R.E. van
WN MF HG MF MF WN VUMC WN WN
A 043 A 614 0G 28 3 E 39 C 570 H 219 OE7 N 340 C 356
5987094 4448586 5989209 4444054 4448267 5986991 4444004 5986815 5986815
Kist, A. Kits, dr. K.S. Knipscheer, prof.dr. C.P.M.
WN WN MP
C 118b T 634 Z 405
5986939 5987096 5986783
Knol, dr. D.L. Koene, dr. J.M. Koes, dr. R.E. Kooi, dr. ir. B.W. Kooijman, prof. dr. S.A.L.M. Koolstra, dr. C.M. Kooter, dr. J.M. Kooyk, prof. dr. Y. van Koster. dr. E. Krab, dr. K. Kruizenga
MF WN WN WN WN
D 544 B 255 P 30 T 542 B 121
4448167 5987095 5987201 5987129 5987130
WN WN MF HG WN WN
N 337 P 554 J 284 13 A 23 G 226f O 541
5986817 5987197 4448084 5986677 5987168 5989946
Kuijper, dr. L.D.J. Kuik, dr. D. Kupper, drs. J.F.H.
WN MF WN
O 535 D 416 U 543
5987702 4448162 5986161
Adressen en gebouwen
[email protected] [email protected] Gyrinus natans [email protected] u.nl [email protected] marcel.van.der.heijden@e cology.falw. vu.nl [email protected] [email protected] alw.vu.nl [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] l [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] l [email protected] [email protected] [email protected]. nl [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] ronald.van.kesteren@falw .vu.nl [email protected] [email protected] [email protected]. nl [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]. nl [email protected] [email protected] [email protected]
105
106
Kwaak, drs. A.H. van der Lafeber, prof.dr. H.N. Lakeman, dr. P. Lambalgen, dr. A.A. Lange. dr. E.S.M. de Lankelma, prof.dr. J. Leerdam, drs. F.J.M. van Leeuwen, prof.dr. E. van
MF VUMC MF MF MF WN MF VUMC
C 576 8 D 53 3 A 22 B 134 D 546 M 214 H 065 Zuid D 33 A 151
4448264 4440800 4441342 4448120 4448169 5982603 4449696 4442764
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Leewis, ing. L, MSc Legemaate, dr. J.
WN
5982737
C 348 H 226 C 576 M 514 O WBI 28 F 539 B 323
5987107 5987164 4448264 5987175 4440745
[email protected] [email protected] l [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Li, dr. K.W. Lill, prof. dr. H. Logghe, drs. K.L.R. Luirink, dr. S. Madan, mw.dr. K.
WN WN MF WN VUMC
Masurel, prof.dr. E. Mansvelder, dr. H.D.
WN WN
Mebius, dr. R.
VUMC
4448076
MF TR
0 WBI 28 J 287 3 B 80
Mechelen, prof. dr. W. van Meerum Terwogt, dr. M.
4448410 5988741
Meijer, drs. J.K.A.
HG
9 A 39
5986556
Meijman, prof. dr. F.J.
MF
D 335
4448287
Minnen, dr. J. van
WN
C 348
5987107
Molendijk, drs. M. A.
WN
A 621
5989508
Mortier, dr. K. Mulder, dr. E.J.C.M. Musters, dr. R. Neter, ir. J.E. Oderwald, dr. A.K. Olthof, Phd. M.
TR TR MF WN MF WN
1B 29 1B 61 B 136 O 535 D 336 O 553
5988846 5988815 4448113 5987702 4448215 5982522
Otto, dr. B.R. Ooyen, dr. A. van
WN WN
M 538 C 454
5987036 5987090
Oudega, prof. dr. B. Pattij, dr. T. Pauw, drs. I. Peters, prof. dr. G.J. Philipsen, dr. B. Plass, dr. A.M.C. Plomp, dr. H.N. Portrait, dr. F.R.M.
WN MF HG MF MF VUMC MF WN
M 548 A 437 OG 19 Br 228 C 511 3 A 21 C 582a U 451
5987177 4448089 5989215 4442633 4448385 4442690 4448263 5982545
Posthuma, dr. D. Pronk, dr.ir. J.C. Quattrocchio, dr. F.M.
TR MF WN
1B 61 J 379 P 522
5988814 4448292 5987202
Regeer, drs. B.J.
WN
U 536
5986443
Biologie
5985602 5987097
[email protected] huibert.mansvelder@falw .vu.nl [email protected] [email protected] m.meerum.terwogt@psy. vu.nl judith.meijer@ taalcentrum.vu.nl fj.meijman.metamedica@ med.vu.nl jan.van.minnen@falw. vu.nl mathilde.molendijk@ivm. falw.vu.nl [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] margreet.olthof@falw. vu.nl [email protected] [email protected]. nl [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] l [email protected] [email protected] francesca.quattrocchio@f alw.vu.nl [email protected] l
Renders, dr. C.M. Rijsselt, Dr. R.J.T. van Roelofs, dr. D.
MF WN WN
H 065 Z 433 H 147
4441706 5986784 5987078
Roling, dr. W.F.M. Roosendaal, dr. C.M. Rozema, prof.dr. J.
WN MF WN
M 262
5986966 4440481 5987055
Ruitenberg, prof. dr. E.J.
WN
Ruivenkamp, prof.dr.G.T.P
WN
U 551
5986947
Salomé-Munnik, drs. E. Schat, dr. H.
WN WN
F 122 A 213
5987301 5987052
Scheltens, prof. dr. Ph.
VUMC
4443222
Scheper, prof.dr. R.J. Scherder, prof. dr. E.J.A. Schoffelmeer, prof.dr. A.N.M. Scholten, prof. dr. H.J.
MF TR MF
0 OBU 20 3 E 42.1 A 145 A 428
HG
Seidell, prof. dr. ir. J.C. Semin, prof. dr. G.R. Smeets, dr. W.J.A.J. Smit, prof.dr. A.B. Snijder, dr.ir. M.B.
A 145
5986994
4444031 5988761 4448104
WN TR MF WN WN
HG 4A26 O 552 1B 47 G 118 C 340 O 534
5986142 5986995 5988870 4448039 5987121 5989951
Snoep, dr. J.L. SOAL Souer, dr. ing. E.J.
WN WN WN
M 236a M 112 M 556
5987228 5987239 5987139
Spanning, dr. R.J.M. van
WN
M 230
5987179
Speet, drs. B. Stam, prof. dr. C.J.
MF VUMC
4448477 4440727
Stamhuis, dr. I.H. Straalen, prof. dr. N.M. van
WN WN
B 654 -1OBU 08 T 054a H 141
Stiedl, dr. O. Steenhuis, dr. I.H.M
WN WN
A 062 O 541
5987089 5986948
Stuitje, dr. A.R. Suurmond, dr. J. Tasseron, drs. A.
WN MF WN
M 554 C 576 C 124
5987138 4448264 5987011
Theeuwes, dr. J.L.
TR
5987983 5987070
[email protected] [email protected] [email protected] w.vu.nl [email protected] [email protected] jelte.rozema@ecology. falw.vu.nl [email protected]. nl [email protected] u.nl [email protected] henk.schat@ecology. falw.vu.nl [email protected] [email protected] [email protected] anm.schoffelmeer@vumc. nl [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] marieke.snijder@falw. vu.nl [email protected] [email protected] [email protected]. vu.nl [email protected] u.nl [email protected] [email protected]
5988790
[email protected] nico.van.straalen@ ecology.falw.vu.nl [email protected] [email protected]. nl [email protected] j,[email protected] annemarie.tasseron@falw .vu.nl [email protected]
4448091
[email protected]
4448358
drm.timmermans@ vumc.nl remko.van.der.togt@ivm. falw.vu.nl [email protected]
E 11 Tilders, prof.dr. F.J.H.
MF 454
Timmermans, dr. D.R.M.
MF 509
Togt, drs. R. van der
WN
5989575 503
Toonen, dr. R.F.G. Tulder, dr. M. van
Adressen en gebouwen
WN WN
5989446 427 U-437
5986587
maurits.van.tulder@falw. vu.nl
107
4.2
Twisk, dr. J. Vanderschuren, dr. L.J.M.J.
MF MF
D 547 C 457
4448409 4448089
Veer, dr. G.C. van der
WN
T 314
5987764
Veldhuis, drs. J.
WN
S 522
5985583
Vellinga, prof. dr. ir. P. Verhage, prof. dr. M. Verhagen, dr. E. Verhoef, prof. dr. H.A.
WN WN VUMC WN
F 148 A 435 H 063 H 120
5989515 5986936 4448415 5987074
Vermaat, dr. ir. J.E.
WN
A 543
5989596
Vermeulen, prof. dr. N.P.E. Verweij, prof. dr. C.L. Vies, prof. dr. S.M. van der
WN MF WN
P 222
5987590
KB 258
5987548
Visscher, dr. T.L.S.
WN
O 551
5986948
Visser, dr.ir. M.
WN
O 452
5989282
Visser, prof. dr. A.J.W.G. Visser, dr. M. Voorn, dr. P. Vries, dr. T.J. de Vries, drs. O.J. Waardt, dr. J.H.M. de Wagner, dr. A.M.
WN WN MF MF VUMC VUMC WN
H 225 G 128 B453 4 B 117 E 119
5987165 4447421 4448051 4448101 4443617 4446381 5987167
Wal, prof.dr. G. van der Walraven, dr. H.S. van
MF WN
C 505 H 225
4448386 5987165
Wegman, prof. dr. A.C.M.
MF
D 531
4448439
Westerhoff, prof. dr. H.V.
WN
M 236
5987230
Wilgenburg, drs. R. van Willems, dr. J.T.J.M. Windt, dr. W. van der
HG WN MF
4 A 23 S 522 D 543
5986099 5987034 4448354
Wit, dr. H. de Wolffers, prof. dr. I.N. Zloch, drs. H. Zonneveld, dr. C. Zoomer, H.R. Zweekhorst, drs. M.B.M.
WN MF HG WN WN WN
A 468 C 570 OG 25 U 438 U 438 A 059
5986931 4448266 5986958 5986958 5986958 5987033
Gebouwen Gebouw HG BV SG BL TR
108
Biologie
Adres Hoofdgebouw/Filosofenhof/Agora-zalen, De Boelelaan 1105 BelleVue, De Boelelaan 1091 Veldlab.Schiermonnikoog, Kooiweg 1 Schiermonnikoog Gebouw BL859, De Boelelaan 859 Transitorium en Kantoorombouw, v.d. Boechorststr. 1-3
[email protected] ljmj.vanderschuren@vum c.nl [email protected] l [email protected] .nl [email protected] [email protected] [email protected] herman.verhoef@ ecology.falw.vu.nl [email protected] .nl [email protected] [email protected] [email protected]. nl [email protected]. nl [email protected]. nl [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]. nl [email protected] rieky.van.walraven@falw. vu.nl [email protected] .nl [email protected]. nl [email protected] [email protected] dawm.vanderwindt@vum c.nl [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] marjolein.zweekhorst@fal w.vu.nl
EC HT MF MP RN CU VE ZG SP GF OV OZW KL KD VUMC WN
Energiebedrijf,v.d.Boechorststr. 5, en Steg gebouw Hortus Botanicus, v.d.Boechorststraat 8 Gebouw MF, v.d.Boechorststraat 7-9 Metropolitan, Buitenveldertselaan 3 - 7 Radionuclidencentrum, De Boelelaan 1083 Combinatiegebouw, A'veen Uilenstede 108 D-SOSPA (stud.pastoraat), v.Eeghenstraat 90 Zuurstofopslag, De Boelelaan Campus Sportcentrum, A'veen Uilenstede 100 Gasflessendepot,De Boelelaan Campus Overschie, Overschiestraat 180 Opl.Zorg en Welzijn, De Boelelaan De Karspel-PI, Duivendrecht Kinderdagverblijf 't Olifantje De Boelelaan 1117 Gebouw W&N, De Boelelaan 1081-1087
Adressen en gebouwen
109
110
Biologie
Index Bachelorexamen, 39 Bachelorstage, 19 Beoordelingsformulier, 26 Diploma, 40 E-mailadres, 31 Examencommissie, 19 Fraude, 24 FSR, 36 Gyrinus natans, 35 Maximum van vier tentamens, 23 OER, 15 Opleidingscommissie, 38 Roosters, 20 SOAL, 36 Studieadvies, 30 Studieadviseur, 29 Studievoortgang, 30 Uitslagen, 25 Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens, 21 Vrijstelling, 25
Index
111