Mededelingen van de Stichting Vissenbescherming 2006/2007
Mei 2007
Inhoudsopgave
Stapsgewijs
pagina
1
Visstroperij bij Brouwersdam
2
Vissenkom
3
De zware impact van een hobby
4
Wetgeving
6
Gevolgen hengelsportleed
6
Vis eten met geweten
6
Verhaal van een site-bezoeker
12
Onderzoek naar bedwelmen en doden van vis vordert gestaag
12
Levende vissen als voedsel aangeboden in dierenspeciaalzaken
16
Palingvangen niet langer kermistraditie
17
Meldpunt vissterfte
18
Nieuwe website
19
Belangerijke adressen
Stapsgewijs
Natuurlijk hebben wij liever dat er helemaal niet gehengeld wordt, en daar blijven wij ons voor inzetten. Maar we kunnen niet blijven volstaan met het eindeloos herhalen van deze wens zonder dat dat enig merkbaar resultaat heeft. Daarom proberen wij ook de stap voor stap benadering in praktijk te brengen, waarbij we ons richten op realiseerbare verbeteringen. Daarbij speelt ook de overweging een rol dat mensen, die geleidelijk meer rekening moeten gaan houden met het welzijn van de dieren, tevens toegankelijker worden voor de verdere verbeteringen.
Hoewel vissen door mensen nog steeds zeer ruw behandeld worden, hoewel mensen doorgaans nog veel te weinig beseffen dat vissen pijn, angst en stress kunnen ervaren, wordt er toch steeds minder lacherig gedaan als het welzijn van vissen ter sprake komt. Onlangs werd in de gemeente Castricum een dierenwelzijnsnota behandeld. Ook de hengelsport kwam daarbij ter sprake. De gemeenteraad vond het unaniem een goede zaak om er bij de hengelsporters op aan te dringen om in de toekomst weerhaakloze haken te gebruiken. Ook in de aangrenzende gemeente Heemskerk wil het gemeentebestuur dat er ‘diervriendelijker’ gevist wordt. In een gesprek dat wij namens de Dierenbescherming met de sportvissers voerden bleek een van de bestuurders van de hengelsportvereniging altijd de weerhaak plat te slaan om verwondingen te voorkomen. Een andere bestuurder beklaagde zich erover dat hij al sinds enkele jaren niet meer op de Pier in IJmuiden komt uit walging over wat er daar met de gevangen vissen gebeurt. Die liggen daar op de grond of in een plastic zak te spartelen tot ze dood zijn. De vissers aldaar blijken er niet op aanspreekbaar te zijn. (Wij hebben vervolgens de Landelijke Inspectie Dienst van de Dierenbescherming dringend verzocht om daar te controleren en zonodig te verbaliseren).
vissenbescherming
De stapsgewijze methode is wat het dierenwelzijn betreft in feite ook de enige reële benadering bij de zeevisserij. Zelfs bij wat de vissers “duurzame visserij” noemen, wordt met het welzijn van de vissen nauwelijks rekening gehouden: duurzame visserij tracht in feit overbevissing en bijvangsten tegen te gaan. Het keurmerk van Marine Stewardship Council (MSC), dat door het WNF wordt gepromoot, geeft tot nu toe alleen een beperkte garantie, namelijk dat de betreffende vissoort niet overbevist wordt en dat de visser zijn best gedaan heeft om bijvangsten te voorkomen. Ook bij de kleinschalige vangst van harders in de Waddenzee, die onder de naam Waddengoud wordt vermarkt en door Vogelbescherming en Waddenvereniging wordt gepromoot, is aanvankelijk geen aandacht besteed aan het dierenwelzijn. Op initiatief van de Vissenbescherming
1
tweeduizendzeven
en de Dierenbescherming is onlangs door Wageningse studenten een rapport over de hierbij toegepaste vangst- en dodingmethoden samengesteld en nu is bij Waddengoud de belangstelling voor het vissenwelzijn wel groeiende. Op dezelfde, stapsgewijze manier zijn we nu ook bezig bij de viskwekers meer te bereiken voor dierenwelzijn door in overleg te gaan met hun organisatie, de NEVEVI, en met de visverwerkende industrie over de snelle invoering van betere dodingmethoden van vis.
de publiciteit te brengen zodra zich hiervoor een gelegenheid biedt. Het een versterkt het ander. Ton Dekker
In 2007 einde aan extreme jarenlange vissenmishandeling bij Brouwersdam?
In dit perspectief past ook onze constante benadering van bedrijven en instellingen die er een kleine goudviskom op nahouden. We hebben bewust hiervoor gekozen omdat het tal van mensen aan het denken zet over de behandeling van vissen in hun directe omgeving. Zo probeert de redactie van Sesamstraat sinds onze brief van twee jaar geleden de goudvissen in hun programma zoveel mogelijk in een groot vierkant aquarium te huisvesten. Ze moet echter ook items overnemen uit de Verenigde Staten, waar nog wel een goudviskom wordt gebruikt, en heeft daarom de makers ervan op de hoogte gesteld van onze brief. De Amerikaanse producenten van Sesame Street hebben teruggeschreven dat ze onze bezwaren tegen de kom in overweging zullen nemen en voor het volgende seizoen ‘creatieve aanpassingen’ zullen proberen aan te brengen.
Bij de sluizen in de Brouwersdam, die de eilanden Goeree Overflakke en Schouwen Duivenland met elkaar verbindt, worden op een stuitende wijze vissen gevangen. Afhankelijk van het tij is de stroming bij de sluis zeer sterk en met deze stroming komen vaak grote aantallen vis mee. Vooral zomerdag staan veel “vissers” op de sluizen. Aan een lijn laten zij een soort klein anker met een aantal haken in het water zakken. Hiermee slaan zij de vissen dan naar boven. De vissen worden daarbij in het lijf geslagen en belanden zwaar gewond op de kant. De vissen die wel worden geraakt maar toch in het water weten te blijven, raken eveneens zwaar gewond en sterven een pijnlijke dood. Om te proberen hier een einde aan te maken heeft de Vissenbescherming contact opgenomen met de Algemene Inspectiedienst (AID) van het Ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit en met Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat heeft aangegeven dat zij verschillende maatrege-
Naast deze kleine stappen methode is het natuurlijk zaak om voortdurend er op bedacht te zijn om de thema’s ook breed in vissenbescherming
2
tweeduizendzeven
Foto: de heer J. van Es
Bedrijfsleider Johan van den Bosch slaat de laatste vissenkom stuk in aanwezigheid van de Dierenbescherming afdeling Zoetermeer en de Vissenbescherming.
len heeft genomen om de stroperij tegen te gaan. Hun ervaring is echter dat met structurele handhaving meer bereikt kan worden dan met het aanbrengen van ontmoedigingsmaatregelen. Rijkswaterstaat schreef ons op 4 december 2006 dat ze de regiopolitie, de AID en de Locale Contactgroep Milieu Oosterschelde regelmatig benaderd heeft om handhavend op te treden. Vooralsnog heeft dit niet tot het gewenste resultaat geleid, doch uit ervaring blijkt dat indien er structureel gehandhaafd wordt (het aanpakken bij de bron) meer resultaat wordt bereikt. Echter, het ontbreekt de handhaver aan tijd/capaciteit en/of het krijgt onvoldoende prioriteit.
dreigt voortdurend het zuurstofgehalte van het water te laag te worden. Stichting Vissenbescherming informeert het publiek over deze nadelen van de vissenkom want in de eerste plaats is de huisdierenbezitter verantwoordelijk voor het welzijn van zijn vissen. Verder heeft de dierenhandel hier een grote verantwoordelijkheid. Veel mensen denken dat een goudvissenkom een juiste behuizing biedt aangezien ze in de dierenspeciaalzaken te koop worden aangeboden.
De AID heeft ons toegezegd dat er in 2007 meer gecontroleerd zal worden. Wij zullen de AID controleren. Gevallen van visstroperij kunt u melden bij het meldpunt visstroperij van de AID: 045-5466230. Nog steeds worden goudvissen in vissenkommen gehouden, terwijl uit onderzoek
Tuincentrum GroenRijk Zoetermeer en een vestiging van Faunaland in Amsterdam hebben om deze reden het besluit genomen om te stoppen met de verkoop van goudviskommen en hebben het laatste exemplaar kapot geslagen. Stichting Vissenbescherming was op 1 september 2006 hiervoor in Zoetermeer aanwezig en roept dierenspeciaalzaken op om dit voorbeeld te volgen en de vissenkom uit het assortiment te verwijderen, zoals steeds vaker al gebeurt.
De vissenkom reeds is gebleken dat deze huisvesting zeer ongeschikt is. Eén van de problemen is onder andere dat de kleine hoeveelheid water in een vissenkom niet alleen snel kan vervuilen, maar dat het ook snel van temperatuur kan wisselen. Een ander nadeel van de vissenkom is dat door de komvorm het wateroppervlak dat direct met de lucht in contact komt, veel te klein is. Daardoor vissenbescherming
3
tweeduizendzeven
De zware impact van een hobby In het november en december-nummer 2006 van Eos-magazine (populair-wetenschappelijk maandblad) schreef de heer R. Sauviller artikelen over de impact van de sportvisserij op de zeevisbestanden en op de zoetwatervissen.
Er wordt gesteld dat het wetenschappelijk is aangetoond dat de commerciële visserij het leven in de zeeën en oceanen beïnvloedt en bedreigt, maar dat vrijetijds- of sportvisserij op zee het imago blijft houden van een onschuldig tijdverdrijf. Niet helemaal terecht, merkt de wetenschap: de impact van het vrijetijdsvissen op de zeevisbestanden is veel groter dan gedacht. Een baanbrekende studie over dit onderwerp werd in 2004 gepubliceerd in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift Science onder de naam The Impact of United States Recreational Fisheries on Marine Fish Populations (De impact van de sportvisserij in de VS op de mariene visbestanden). Met deze studie werd voor het eerst serieus aangetoond dat de druk die de vele miljoenen vissende amateurs op de mariene vispopulaties zetten niet te verwaarlozen is en dat die soms zelfs heel groot is. In Amerika bijvoorbeeld waren in 2002
Foto: mevrouw Sarojini Lewis
vissenbescherming
4
tweeduizendzeven
sportvissers verantwoordelijk voor meer dan 23 procent van de vangsten van overbeviste vissoorten.
Om de druk van de sportvissers op de bestanden te verlichten is nu de catch-andrelease methode ingevoerd waarbij gezonde vissen na het vangen onmiddellijk weer worden vrijgelaten. Dat is nu de algemeen geldende regel in Schotland en van elke hengelaar wordt verwacht dat hij zich eraan houdt, ook al wordt hij daardoor gedwongen zijn visstijl aan te passen: ongetande, enkelvoudige haken gebruiken en zeer voorzichtig met de vis omgaan.
De sportvisser en de commerciële visser zijn beide verantwoordelijk voor veranderingen in de structuur, functie en productiviteit van een aantal ecosystemen in de zeeën en oceanen. Om duurzame visbestanden te creëren, moeten zowel de commerciële visserij als het sportvissen op zee aan strikte regels worden onderworpen. Want een vis vangen voor je plezier is geen onschuldige bezigheid meer.
In Vlaanderen zijn in 2006 60.000 visvergunningen uitgereikt aan vrijetijdsvissers voor zoet water. Wegens de extreme watervervuiling in Vlaanderen wordt vermoed dat de hengelsport steeds minder wordt beoefend. Maar de 60.000 vissers zijn toch niet onaanzienlijk. Deze vissers kunnen een behoorlijke impact op de visbestanden hebben, die totaal onbekend is want het wordt niet onderzocht.
De hengel aan de haak De explosief groeiende groep zeesportvissers weegt zwaar op de visbestanden en de biodiversitiet in zeeën en oceanen. En hoe zit dat met vrijetijdsvissers op zoet water? Eos bekeek de situatie in Schotland en Vlaanderen.
(gebaseerd op: december/november-nummers 2006 Eos-magazine, R. Sauviller)
Op de Schotse rivieren is de druk van vrijetijdsvissers goed voelbaar. Uit de cijfers blijkt bijvoorbeeld dat de beroepsvisserij in zoet water vorig jaar in Schotland 6.071 zeeforellen heeft gevangen. De snel toenemende groep vistoeristen haalde er 10.499 boven. In Schotland zijn de vrijetijdshengelaars de grootste “zoetwaterpredators” geworden en oefenen wel degelijk druk uit op de Schotse visbestanden, veel meer nog dan de professionele riviervisserij.
vissenbescherming
5
tweeduizendzeven
Foto: de heer Arnoud B van den Berg
Wettelijk bescherming vissen in gevaar De Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd) biedt via artikel 36 vissen en andere dieren in Nederland een bepaalde mate van bescherming tegen mishandeling en verwaarlozing. In 2006 wilde Minister Veerman de Gwwd laten opgaan in een algemene wet “Dieren en Dierlijke producten”. Het gevaar is groot dat de overheid van deze operatie gebruik maakt om de belangrijkste beschermende onderdelen van de Gwwd te schrappen. Als reactie daarop is de Coalitie “Red De Dierenwelzijnswet” opgericht. Deze Coalitie bestond eind 2006 uit 18 dierenbeschermingsorganisaties, waaronder de Vissenbescherming. Mede dankzij de inzet van de Coalitie heeft het Ministerie besloten om de plannen uit te stellen en het is nu de bedoeling dat het nieuwe kabinet gaat beslissen wat er verder met de plannen gaat gebeuren. Uiteraard blijft de Vissenbescherming de ontwikkelingen kritisch volgen en partner van de Coalitie Red De Dierenwelzijnswet. De Coalitie heeft op 22 maart 2007 haar doelstelling verbreed en haar naam veranderd in Coalitie Dierenbeschermingsorganisaties Nederland (CDON). 21 Dierenbeschermingso rganisaties hebben zich er bij aangesloten. De Coalitie treedt namens de aangesloten verenigingen op in kwesties die van belang zijn voor de dierenbescherming in het algemeen zoals nationale en internationale wetgeving, en ondersteunt initiatieven van de afzonderlijke aangesloten verenigingen. vissenbescherming
Hengelsport en dierenleed Niet alleen vissen worden het slachtoffer van de hengelsport, in 2005 en 2006 zijn ook weer ontelbare vogels indirect door de pleziervisserij gedood. Op de foto is een Aalscholver te zien die een haak met lijn heeft ingeslikt en vervolgens met zijn poten in de lijn verstrikt is geraakt. Hierdoor kon hij niet meer rechtop zwemmen en had hij zijn door de haak doorboorde slokdarm en maag naar buiten getrokken. Helaas zat de vogel ver buiten het bereik van de fotograaf en was er geen mogelijkheid om het dier te redden. Uiteindelijk is de vogel verdronken.
Vis eten? Kan dat met een goed geweten? Recente ontwikkelingen in de visserijwereld Er is in Nederland, maar ook elders in de wereld een groeiende kritiek op de praktijken van de visserij. Meestal gaat dat over de overbevissing. Er wordt dan gewezen op de dreigende ondergang van bepaalde vissoorten, de grootschalige beschadiging van de zeebodem, de enorme bijvangsten, die vaak weer overboord worden gezet, en de vogels en zeezoogdieren die in de netten verdrinken. Recent trok een artikel in Science de aandacht, waarin een aantal biologen stel-
6
tweeduizendzeven
Bijvangst
len dat als er niet snel iets verandert, de zee binnen vijftig jaar vrijwel zal zijn leeggeroofd.
en daarbij goed worden voorgelicht. Maar is het eten van die vis daarmee verantwoord en deze vorm van visserij duurzaam?
Lange tijd ontkende de visserijwereld al deze problemen, maar sinds kort is daar opvallend veel in beweging. Dat komt in de eerste plaats omdat er grote economische problemen zijn, maar men slaat nu wel nieuwe wegen in. Zo wordt alom het etiket ‘duurzaam’ gebruikt, maar de visserij lijkt zich nog niet te realiseren wat er nodig is om duurzaam genoemd te mogen worden en gebruikt het vooral als verkoopargument. En in de dagelijkse praktijk functioneert deze sector voor een groot deel nog op de oude, niet duurzame manier. Maar er zijn ook ontwikkelingen die echt de goede kant opgaan. Met name in de kleinschalige visserij wordt geprobeerd om te vissen zonder grote bijvangsten en zonder het ecosysteem te beschadigen. Verder worden er nu keurmerken op de markt gebracht om consumenten de gelegenheid te geven vis te kopen, die gevangen is zonder de bovengenoemde vreselijke bijeffecten. Het bekendste keurmerk is dat van de Marine Stewardship Council (MSC), een initiatief van Unilever en het Wereld Natuur Fonds. Ook zijn er nu viswinkels die zich richten op deze ‘verantwoorde vis’. In ‘De Goede Visgids’ en de ‘viswijzer’ van Stichting De Noordzee wordt de consument voorgelicht welke vis hij/zij beter niet kan eten omdat die soort door overbevissing in zijn bestaan bedreigd wordt. Wij vinden dat een positieve stap. Het is belangrijk dat mensen die vis willen eten, die afweging kunnen maken vissenbescherming
In de voorlichting van MSC en Stichting De Noordzee ontbreekt een heel belangrijk aspect: dierenwelzijn. Geen enkel product verdient het duurzaam genoemd te worden als er geen rekening gehouden is met dierenwelzijn. Een essentiële vraag is hier: hoe is de vis die op het bord van de viseter belandt, aan zijn einde gekomen? Voor elk individueel dier is het vreselijk dat hij of zij moet sterven omdat een ander levend wezen hem of haar wil opeten. Voor veel mensen is dat een belangrijk argument om helemaal geen dier en dus ook geen vis te willen eten. Anderen maken andere afwegingen. Het sterven om gegeten te worden is natuurlijk iets wat in de natuur steeds weer gebeurt en het gebeurt ook voor menselijke consumptie. De afgelopen decennia is in Nederland en in Europa het besef sterk gegroeid dat dieren niet onnodig mogen lijden, als ze worden gedood voor consumptie. Dat heeft geleid tot strenge nationale en Europese regels voor het doden van dieren. Een cruciale eis hierbij, in Nederland vastgelegd in de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren, is dat de dieren binnen één seconde bedwelmd of gedood moeten zijn. Helaas is deze wet nooit van toepassing verklaard op vissen, zoals veel vaker vissen worden overgeslagen bij regelgeving voor dierenwelzijn.
7
tweeduizendzeven
Vissen hebben dikwijls heel veel te lijden als ze worden gevangen. Meestal samengeperst in enorme netten worden ze gehesen uit het water, hun natuurlijk milieu, en in grote aantallen aan boord van een schip gedeponeerd. Daar wordt niet zorgvuldig met deze dieren omgegaan. Ze krijgen het heel benauwd omdat ze met hun kieuwen in de lucht onvoldoende zuurstof binnen kunnen en een lang en angstig stervensproces begint, dat vaak tientallen minuten duurt en soms zelfs uren. Terwijl ze nog leven, worden veel vissen worden aan boord van het schip gestript, dat wil zeggen opengesneden om de ingewanden te verwijderen. Andere vissen zitten vele uren en soms zelfs dagen vast in staande netten, voor ze opgehaald worden, en verwonden zich vaak om te kunnen ontsnappen. Het is dus niet voor niets dat uit een enquete van Stichting Wakker Dier twee jaar geleden onder 18 dierenwelzijnsdeskundigen het doden van vissen door verstikking, strippen of door een zoutbad er als grootste dierenwelzijnsprobleem uitkwam. Het is dus hoog nodig dat hier snel wat aan gebeurt en dat betere vangst- en dodingsmethoden worden ontwikkeld. Helaas doet visserijsector in Nederland en internationaal hier beter weinig aan. Gelukkig zijn ze bij het onderzoeksinstituut IMARES in IJmuiden (het voormalige RIVO) hier wel mee bezig. In een volgend stuk ‘Onderzoek naar bedwelmen en doden van vis vordert gestaag’ vindt u wat een aantal gesprekken die wij daar gevoerd hebben, hebben opgeleverd. Als bepaalde vis het bovengenoemde MSCvissenbescherming
keurmerk krijgt, zegt dat weinig over hoeveel die vis geleden heeft voordat hij stierf, want dit keurmerk stelt geen eisen aan de bedwelmings- of dodingsmethoden. Van de vangstmethoden wordt alleen verlangd dat ze selectief zijn, zodat jongere en kleinere vis kan ontsnappen, dat ze de kans op bijvangsten beperken en dat ze het ecosysteem inclusief de zeebodem ontzien. Voor diverse vissoorten is het zeker een verbetering als er meer gevist wordt volgens de regels van het MSC-keurmerk. Dat betekent dat er minder op bedreigde vissoorten gevist wordt, meer jonge vis het overleeft, minder vissen zinloos sterven omdat ze als bijvangst overboord gekieperd worden en de zeebodem minder overhoop wordt gehaald. Maar de vis die door mensen gegeten wordt, heeft daar niets aan gehad. Die is waarschijnlijk op een ellendige manier aan zijn eind gekomen. Er is in Nederland nu een klein aantal vissers dat probeert het anders te doen. Zo is sinds ruim een jaar in natuurvoedingswinkels harder te koop van het streekmerk ‘Waddengoud’. Deze vissen worden op de Waddenzee gevangen in staande netten. Alleen de oudere, grote exemplaren blijven daarin steken. De harders worden voorzichtig uit het net gehaald, want Waddengoud wil mooie vissen in de winkel brengen. Deze manier van vissen levert minder dierenleed op, want er zijn nauwelijks bijvangsten en de vissen worden niet samengeperst in een sleepnet. Volgens de mensen van ‘Waddengoud’ is dit vis die je met een goed
8
tweeduizendzeven
geweten kunt eten. Maar deze vissen zitten wel een tijd, en dat kan soms urenlang zijn, vast in dat net en eenmaal aan boord is hun stervensproces lang en pijnlijk. Kun je, als je dat weet, volhouden dat deze vis met een goed geweten te nuttigen is? En in natuurvoedingswinkels zouden toch eigenlijk geen producten verkocht mogen worden, waar zoveel dierenleed aan gekoppeld is.
in de kleinschalige visserij er snel komt en om dat te bereiken voeren we ook gesprekken met het Ministerie van LNV, met vissers en met de Nederlandse Vissersbond. Als die methoden ontwikkeld zijn, en wij denken dat dat op korte termijn kan, dan vinden wij dat Waddengoud en andere kleinschalige visprojecten die zo snel mogelijk moeten invoeren. Wij hopen natuurlijk dat als het Waddengoud-project en andere kleinschalige vissers deze stappen zetten, dat vervolgens een voorbeeldwerking zal hebben voor de rest van de visserij. Maar voordat de traditionele, grootschalige visserij met fatsoenlijke vangst-, bedwelmings- en dodingsmethoden gaat werken, zal er nog heel veel druk en strijd nodig zijn en daarbij is de inbreng van kritische consumenten van groot belang. Zolang de visserijsector met haar huidige methoden nog zoveel vissenleed veroorzaakt, gebruikt zij de term ‘duurzaam’ volstrekt ten onrechte.
Toch willen wij als Vissenbescherming deze kleinschalige vorm van visserij niet bij voorbaat afwijzen. Veranderingen in de wereld van de visserij waarbij meer rekening wordt gehouden met vissenwelzijn, gaan uitermate moeizaam en wij zien in dit initiatief een stap in de goede richting. Maar wij vinden wel dat de vangst-, bedwelmingsen dodingsmethoden van Waddengoud en andere kleinschalige visserijprojecten snel moeten verbeteren. Wij hebben daarom als Vissenbescherming in samenwerking met de Dierenbescherming, naast onze al eerder genoemde contacten met IMARES, nog een aantal initiatieven genomen. Zo heeft een aantal Wageningse studenten in opdracht van ons en de Dierenbescherming in het kader van hun studie vorig jaar een rapport opgesteld: ‘(H)eerlijk vissen vangen. Een welzijnsbepaling van de kleinschalige hardervangst in de Waddenzee.’ (zie het volgende stuk). Gestimuleerd door de resultaten van dit onderzoek proberen we nu samen met de Dierenbescherming te regelen dat het benodigde (vervolg)onderzoek voor goede vangst-, bedwelmings- en dodingsmethoden vissenbescherming
Aan ons wordt vaak gevraagd of vis uit de aquacultuur of te wel viskwekerijen geen goed alternatief is qua dierenwelzijn voor de vis die nu op zee wordt gevangen. Dat is een vraag waarop niet zo makkelijk een antwoord te geven is. Want ook in de aquacultuur bestaan grote dierenwelzijnsproblemen. De vissen die er gehouden worden moeten vaak met te grote aantallen in te kleine bakken leven en worden niet in staat gesteld om hun natuurlijk gedrag te ontplooien. Veelal is gewoon onbekend wat deze vissen echt nodig hebben om er een ‘viswaardig leven’
9
tweeduizendzeven
te kunnen leiden, daarvoor zou veel onderzoek gedaan moeten naar het gedrag van allerlei vissoorten. Daarnaast worden veel kweekvissen gevoerd met vismeel, waarvoor weer andere vissen gedood worden, dus dat schiet niets op. Voor wat betreft de bedwelmings- en dodingsmethoden is het nog niet best, maar we hopen binnenkort in overleg te kunnen met de NEVEVI, de organisatie van viskwekers, en de visverwerkers over een snelle invoering van de goede techniek die IMARES heeft ontwikkeld (zie ‘Onderzoek naar bedwelmen en doden van vis vordert gestaag’). De Nederlandse viskwekers willen geen nieuwe vorm van bioindustrie zijn, maar wat ons betreft lijkt het er nog te veel op om kweekvis te kunnen aanbevelen boven vis uit zee. Om dat te kunnen doen zijn er in deze sector nog heel veel verbeteringen nodig.
Er is dus in Nederland nu alleen nog maar vis te koop, die voor zijn sterven vrijwel zeker veel geleden heeft. Iemand die vis wil eten en nadenkt over wat die vis te lijden heeft gehad, ontkomt volgens mij niet aan zekere gewetensbezwaren, want vis die niet of nauwelijks geleden heeft, is in Nederland nog niet te koop. We hopen wel dat over enige tijd bijvoorbeeld vis van Waddengoud en andere kleinschalige visserij-initiatieven die mogelijkheid zullen gaan bieden. Paul Denekamp Bestuurslid van de Vissenbescherming
vissenbescherming
Een rapport van Wageningse studenten over de vangst van harders in de Waddenzee Een van de afsluitende onderdelen van een Master of Science-opleidingen aan Wageningen Universiteit is het Academic Master Cluster (AMC). Een van de dingen die studenten moeten doen voor dit AMC is het uitvoeren van een project voor een externe opdrachtgever. Samen met de Dierenbescherming hebben wij een projectaanvraag ingediend. We hadden voor de studenten de volgende vragen: Wat zijn de effecten voor het dierenwelzijn van de harders die gevangen worden en sterven om in natuurvoedingswinkels verkocht te worden onder de naam Waddengoud? Zijn er vangst- en dodingsmethoden te bedenken die het welzijn van de harder minder aantasten en hoe zien die er uit? Is het met kleinschalige visserij mogelijk om vissen, zoals bijvoorbeeld harders, op de markt te brengen, die zodanig gevangen en gedood zijn dat de daaronder niet of nauwelijks hebben geleden. In september 2006 zijn Kyra Hoevenaars, Jochem Hop, Fleur Sterk, Ellen van Weeghel en Machiel van Wijngaarden met deze opdracht aan de slag gegaan. Ze hebben uitgebreid litteratuuronderzoek verricht en verschillende betrokkenen en deskundigen geïnterviewd. Op 14 december presenteerden ze hun uitvoerige rapport ‘(H)eerlijk vissen vangen. Een welzijnsbepa-
10
tweeduizendzeven
ling van de kleinschalige Hardervangst in de Waddenzee.’ Heel nuttig was na afloop van deze presentatie de door de studenten georganiseerde nabespreking met een aantal mensen die bij de totstandkoming van het rapport betrokken waren. Die bijeenkomst was verhelderend omdat daar de diverse standpunten nog eens duidelijk naast elkaar werden gezet. Het rapport van de studenten begint met een uitvoerige analyse of vissen pijn, angst en stress kunnen ervaren. Die analyse mondt uit in een conclusie dat vissenleed bestaat en dat dus vermijdbaar leed voorkomen moet worden. Daarna volgt een uitvoerige beschrijving van de methode waarmee nu harders worden gevangen en van de diverse alternatieve vangstmethoden en bedwelmings- en dodingsmethoden. De slotconclusie van de studenten was dat voor welzijnsverbetering ‘de meeste potentie zit in het verkorten van de tijd die de vis in het net doorbrengt. Pas als die voldoende gereduceerd is, zijn alternatieve dodingsmethoden relevant.’ Voor Vissen- en Dierenbescherming was dit rapport een grote stimulans om verder te gaan met onze zoektocht naar betere vangst-, bedwelmings- en dodingsmethoden. We gaan meer aandacht besteden aan vangstmethoden. Maar dat is nog een weinig ontgonnen terrein. Zo is er nauwelijks onderzoek gedaan naar hoe netten minder het welzijn van vissen kunnen aantasten. Maar samen met Bob van Marlen, de specialist van IMARES op dit gebied, worden nu wel de eerste stappen gezet. In tegenstelling vissenbescherming
tot de studenten zien wij, net als IMARES, wel mogelijkheden goede, snelle bedwelmingsdodingsmethoden ook op de kleine schepen van de kleinschalige visserij en wij zijn nu bezig om daarvoor onderzoek van de grond te krijgen. Paul Denekamp P.S. Voor geïnteresseerden is dit rapport van de Wageningse studenten te bestellen bij ons secretariaat.
11
tweeduizendzeven
Verhaal van een vissenliefhebber Via ons mailadres ontvingen wij het verhaal van een eigenaar van enkele goudvissen. De omgang met deze vissen heeft de eigenaar ervan overtuigd dat vissen wel degelijk pijn en stress kunnen ervaren: “In mijn tuin is een niet al te grote vijver, met daarin een paar goudvissen. Ze zijn erg gedomesticeerd, in die zin dat ze reageren op het geluid dat veroorzaakt wordt door het schudden met een plastic emmertje met viskorrels. Ze komen onmiddellijk naar de oppervlakte en naar de plaats waar het voer meestal in de vijver wordt gegooid. Tot er op een bepaald moment geen vis meer te bekennen was, wat ik ook deed. Ik nam aan dat ze door een of ander beest waren opgegeten. Pas na twee maanden kwamen ze (minus 1 vis) schrikachtig en voorzichtig naar boven, om daarna weer snel weg te duiken. Langzamerhand werd het beter. Om een lang verhaal kort te maken: ik ben er vrij zeker van dat 1 vis door een reiger uit vijver is gepikt. Die reiger zat n.l. vlak voor de verdwijning steeds op de vijverrand. Dit heeft zo’n schrikreactie veroorzaakt bij de anderen, dat je gerust kunt spreken van post traumatische stresstoornis, Het is voor mij evident dat vissen pijn cq stress kunnen ervaren. Nu, met een net over de vijver, is de situatie weer genormaliseerd”
vissenbescherming
Onderzoek naar bedwelmen en doden van vis vordert gestaag Algemeen wordt er van uitgegaan dat het bedwelmen of doden van voor de consumptie bestemde dieren snel, binnen één seconde, dient te geschieden. Bedwelmen kan overigens ook langzaam gebeuren, maar dan moet het zonder vermijdbare stress gaan. Bij vissen was, veel meer dan bij landbouwhuisdieren, dat doden of bedwelmen tot nu toe een groot probleem. Vissen die met netten aan boord van een schip werden gehesen, stierven veelal een ellendige en langzame dood waarbij ze uiteindelijk stikten aan de lucht. Het bedwelmen van vissen stond tien jaar geleden nog in de kinderschoenen. Er wordt daarom al vele jaren onderzoek gedaan naar meer acceptabele en in de praktijk hanteerbare manieren om de vissen te bedwelmen of te doden. Een voorname rol hierin spelen het onderzoeksinstituut IMARES in IJmuiden, voorheen RIVO geheten, en de Animal Sciences Group (ASG) van Wageningen Universiteit. Het bestuur van de Vissenbescherming heeft op 28 maart 2006 een bezoek aan IMARES gebracht om zich op de hoogte te stellen van de vorderingen en problemen. Onderzoeker Hans van de Vis vertelde ons dat er belangrijke resultaten zijn geboekt.
12
tweeduizendzeven
Foto links: Harvest boot Foto rechts: Vis wordt uit de kooi gehaald (foto’s: IMARES) Het onderzoek begon in 1993 met vragen over het doden van paling en meerval. Een workshop van de Dierenbescherming in 1994 leidde tot het rapport Doden van vissen uit 1996, dat liet zien dat de huidige dodingsmethoden veel dierenleed veroorzaken. Thans vindt in het kader van een EU-Craft-project StunFishFirst, dat wordt geleid door IMARES, onderzoek plaats naar het bedwelmen van paling, tilapia, zeebaars en tarbot. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met dr. Bert Lambooij van de ASG in Lelystad. Doel is om prototype apparatuur voor deze vissoorten te ontwikkelen en bij bedrijven te testen, opdat na afloop van het project commerciële apparatuur beschikbaar komt, waarmee de dieren binnen één seconde worden bedwelmd. Dit wordt gestaafd met EEG metingen van de hersenactiviteit in combinatie met gedragsobservaties. Voorafgaand aan het huidige onderzoek hebben IMARES en de ASG onderzoek gedaan naar het mechanisch en elektrisch bedwelmen van paling en meerval. Ze voerden dit onderzoek uit in het kader van een EU-project en een project van het ministerie van LNV (projectleider IMARES voor beide projecten). In beide projecten is er vergelijkend onderzoek gedaan naar elektrisch bedwelmen en mechanisch bedwelmen (met hoge druk lucht in de kop persen) en onderkoelen. Met de twee eerste methoden
vissenbescherming
is het mogelijk om paling en meerval binnen één seconde te bedwelmen. Bij onderkoeling zie je in tegenstelling daarmee ontsnappingsgedrag en veranderingen in de elektrische activiteit van het hart, hetgeen wijst op stress bij de paling en meerval tijdens het onderkoelen. Ook het gebruik van kruidnagelolie is een mogelijkheid voor het bedwelmen. Kruidnagelolie leidde bij paling niet tot de gewenste diepe bewusteloosheid en voor de viseter is het goed om te weten dat er een smaakafwijking in het vlees optrad. Dergelijke chemische middelen zijn niet eens toegelaten voor het doden van vissen in de praktijk, ondanks het feit dat kruidnagelolie veilig is om te gebruiken. Om deze redenen is dit onderdeel van het onderzoek in een vroegtijdig stadium gestopt. Uitgangspunt voor het bedwelmen van vissen is het opwekken van de bewusteloosheid en gevoelloosheid, zonder vermijdbaar lijden. Dieren moeten gevoelloos zijn omdat ze tijdens het doden niet mogen bijkomen. Ze worden immers na bedwelming door een steek in een slagader of door het doorsnijden van de kieuwbogen verbloed. Ook worden de organen uitgesneden. Uit recent onderzoek van ASG en IMARES blijkt dat een aanzienlijk aantal elektrisch bedwelmde vissen na het doorsnijden van de kieuwbogen toch weer kan bijkomen. De oorzaak is waarschijnlijk dat het hart niet kan worden gestopt met stroom. Bovendien is er bij paling en mogelijk andere vissen sprake van ademhaling via de huid, waardoor bij een tijdelijk ontregeld hart (zolang er stroom door
13
tweeduizendzeven
het dier wordt gevoerd) de zuurstofvoorziening naar de hersenen mogelijk doorgaat. Daarom moet elektrische bedwelming gevolgd worden door een dodingsmethode, die per vissoort kan verschillen. Uit het onderzoek blijkt dat stroom gevolgd door onderkoelen, het plaatsen in een warme zoutoplossing of verbloeden door ontkoppen geschikt kan zijn om onmiddellijk vissen te bedwelmen en te vermijden dat ze weer bijkomen. Van de Vis benadrukte dat bij gebruik van stroom het noodzakelijk is om voldoende sterke stroom door de hersenen van het dier te voeren (in een tank met water moet de stroomdichtheid hoog genoeg zijn), omdat de dieren anders niet onmiddellijk bewusteloos en gevoelloos worden waardoor het gebruik van stroom pijnlijk kan zijn. Om op betrouwbare wijze vast te stellen dat vissen op een juiste wijze worden bedwelmd zijn EEG-metingen in combinatie met gedragsobservaties noodzakelijk. Hoe noodzakelijk dat is bleek in de praktijk: in de Duitse wetgeving schrijft de wetgever een te lage stroomdichtheid voor. Hierdoor worden de bewusteloosheid en gevoelloosheid niet onmiddellijk opgewekt. De condities zijn hier niet vastgesteld op basis van EEGmetingen. Op basis van alleen gedrag kunnen onjuiste conclusies worden getrokken, bijvoorbeeld omdat de dieren verlamd raken zonder dat er sprake is van bewusteloosheid en gevoelloosheid. In samenwerking met de ASG worden hersenfilms gemaakt die informatie geven over het intreden van bewusteloosheid en gevoelloosheid. vissenbescherming
Net wordt in bedwelmingstank geplaatst en vis wordt binnen 1 seconde bedwelmd . (foto: IMARES) Inmiddels zijn er praktijktesten met elektrische bedwelmingsapparatuur gedaan voor de paling, tilapia en zeebaars. Daarbij is gebleken dat het mogelijk is om vissen aan boord van een schip elektrisch te bedwelmen met behulp van accu’s. Deze testen laten zien dat het mogelijk is om vissen onmiddellijk te bedwelmen en hierbij de door de industrie gewenste snelheid van het doden van vissen te behalen. Het gaat hier nog slechts om nog voor de praktijk verder te ontwikkelen prototypen. Het ontwikkelen van commerciële apparatuur zal 1 tot 2 jaar vergen. Dit laatste zal niet plaatsvinden binnen het huidig lopend onderzoek. Het geheel overziend, wordt de `trage` voortgang volgens Van de Vis veroorzaakt door de tijd die nodig is om kennis te vergaren in verband met de moeilijke materie, de tijdrovende onderzoeken en evaluaties, maar ook door de tijdrovende acquisitie van gelden, waardoor het onderzoek wel eens twee jaar op een lager pitje staat. Het onderzoek gebeurt vaak in internationale samenwerkingsverbanden en in die samenwerkingsverbanden heeft hij, in samenwerking met Bert Lambooij, een belangrijke coördinerende functie. In het welzijnsonderzoek gaat het behalve om het bedwelmen en transport van vissen ook om het opstellen van goede indicatoren om vissenwelzijn te meten onder houderijomstandigheden
14
tweeduizendzeven
De bedwelmde vis wordt gedood door de vis in ijs te plaatsen. De dieren komen niet meer bij. (foto: IMARES) (Operational Welfare Indicators) en om hoe in de praktijk veranderingen te realiseren. Welzijnscriteria voor het houden van vissen in de aquacultuur zijn er nagenoeg niet. In de visserijwereld groeit het naar consensus over het belang van duurzaamheid. Maar omdat vissenwelzijn daarbij nog een ondergeschikte rol speelt, is dit voor ons geen echte duurzaamheid. De Europese Unie wil onnodig lijden van vissen voorkomen en meldde onlangs dat er regelgeving ten aanzien van het bedwelmen van kweekvissen in voorbereiding is. In de aquacultuur zijn er tal van onderzoeksprojecten, zeker in vergelijking met de wildvisserij, rond welzijn en gezondheid van vis. Er zijn aanwijzingen dat een vis, net zoals warmbloedige dieren, een verrijkte omgeving nodig heeft. Bij palingen worden rustnetten in de tanks opgehangen. Criteria voor welke vis wel of niet gehouden kunnen worden in de aquacultuur zijn er nog niet. Daarvoor is er in het algemeen nog te weinig kennis beschikbaar over criteria met betrekking tot welzijn en het houden van vissen. Over de welzijnsproblematiek in de wildvisserij is wel iets gepubliceerd, maar het is nog weinig. Er is nog geen begin gemaakt met het onderzoek naar goede bedwelmingsmethoden voor platvis, zoals tien jaar geleden gevraagd door de Raad voor Dierenaangelegenheden. vissenbescherming
Wat betreft de mogelijkheden om betere vangst- en bedwelmingsmethoden te ontwikkelen kan Van de Vis het bedwelmen van vissen door het geven van een klap op de kop niet aanbevelen. De reden is dat het intreden van de bewusteloosheid te lang duurt. Voor zowel karper (Lambooy ea., Paper submitted to Agriculture Engineering) als zalm (Robb e.a., 2000, gepubliceerd in Veterinary Record) is dat gebleken. Voor beide vissoorten is een speciaal instrument gebruikt dat veel nauwkeuriger een vis een klap op de kop geeft dan als dat gebeurt door het geven van een klap met een knuppel. Bij het slaan met een knuppel moeten de vissen vaak herhaaldelijk geslagen worden, hetgeen onacceptabel is. Bovendien kan het bij de mensen die het doen, leiden tot RSI-achtige verschijnselen. Maar ook het speciale instrument om vissen een klap op de kop te geven, is nog onvoldoende onderzocht om te concluderen onder welke condities de bewusteloosheid en gevoelloosheid onmiddellijk worden opgewekt. Cruciaal is dat de apparatuur niet alleen effectief is, maar ook aangepast wordt aan de wensen (grootte, slachtsnelheid enz.) van de gebruiker en aan veiligheidseisen voldoet. Op 2 maart waren een aantal bestuursleden van de Vissenbescherming opnieuw op bezoek bij IMARES, ditmaal vergezeld door vertegenwoordigers van de Dierenbescherming en Rechten voor al wat leeft. Omdat de onderzoeksfase van hun project voor betere dodingsmethoden was
15
tweeduizendzeven
afgerond gaven Hans van de Vis en Bert Lambooij een uitvoerige presentatie van de resultaten die zij bereikt hadden. Voor paling, tilapia, zeebaars en tarbot is nu een prototype ontwikkeld van een elektrisch apparaat dat deze dieren binnen enkele seconden bedwelmt, waarna ze bij de juiste vervolgbehandeling niet meer bijkomen. Het prototype moet nu verder ontwikkeld worden tot apparaten die in de praktijk in de aquacultuur gebruikt kunnen worden. De ontwerpen moeten nog wat specifieker worden uitgewerkt voor de diverse vissoorten en er moet in de praktijk uitvoerig mee worden getest. Daarvoor is volgens deze onderzoekers naar schatting nog ongeveer twee jaar nodig. Paul Denekamp
Levende vissen als voedsel aangeboden in dierenspeciaalzaken Bij de Stichting Vissenbescherming zijn reeds meerdere meldingen binnen gekomen omtrent het aanbieden van levende vissen als voedsel in dierenspeciaalzaken. De vissen worden hierbij aangeboden aan bijvoorbeeld waterschildpadden of aan piranha’s die in de speciaalzaak te koop zijn. De vissen die hiervoor worden gebruikt, zijn vaak goudvissen die eveneens voor de verkoop bestemd zijn maar die in een mindere conditie verkeren en daardoor niet snel worden verkocht. Bij Tuincentrum Ranzijn in Alkmaar bijvoorbeeld is waargenomen dat een levende goudvis werd aangeboden aan de waterschildpadden. Dit wordt door Ranzijn als een natuurlijke oplossing gezien aangezien waterschildpadden in de natuur ook vissen eten. Er is echter niets natuurlijks aan een goudvis in een klein aquarium waar nauwelijks verstopplaatsen en vluchtmogelijkheden aanwezig zijn. Door het oog in oog staan met hun belager die zij niet kunnen ontvluchten, ondervinden de vissen vaak langdurige stress. Er bestaan voldoende alternatieven om waterschildpadden mee te kunnen voederen. Ook bij Dierenhandel Exotica in Amsterdam worden levende goudvissen aangeboden aan piranha’s. Als argument geeft de dierenhandel aan dat de piranha’s alleen levend
vissenbescherming
16
tweeduizendzeven
voedsel zouden eten. Dit is echter niet juist. Piranha’s kunnen bijvoorbeeld ook worden gevoed met ingevroren vis. Het als voedsel aanbieden van levende goudvissen is onnodig en veroorzaakt veel dierenleed. Stichting Vissenbescherming heeft beide dierenspeciaalzaken aangeschreven met het verzoek om deze wijze van voederen te beëindigen. Verder zijn beide winkels tevens bezocht door een districtsinspecteur van de Dierenbescherming waarbij zij nogmaals dringend zijn verzocht om deze werkwijze te beëindigen.
Palingvangen niet langer kermistraditie Nog in enkele plaatsen wordt het palingvangen tijdens kermissen als een vermakelijke traditie gezien. Ook tijdens de kermis in Uitgeest was het gebruikelijk om een aantal palingen los te laten in een klein zwembad, waarna een groepje kermisbezoekers het water in mocht om op de opgesloten palingen te gaan jagen. Degene die het eerst een paling met de hand gevangen had en in een emmer had gedeponeerd was de winnaar. Het is niet acceptabel om dieren op deze manier ter vermaak van het publiek te gebruiken.
te laten vinden. Naar aanleiding hiervan heeft de gemeente de organisator ernstig in overweging gegeven om een ander evenement te organiseren en is hij tot de volgende oplossing gekomen: Bij de start van het festijn dook een man met een soort vissenmasker uit het water op en er werd een vuilniszak met ijsblokjes in plaats van palingen in het water geleegd. Vanachter de microfoon maakte de organisator duidelijk dat het palingvangen niet door ging want “we zijn nu eenmaal geen dierenbeulen”. Geen van de bezoekers leek de palingen echt te missen. Voor de organisatoren van het palingvangen tijdens andere kermissen, zoals in Akersloot bleek dit echter nog geen aanleiding te zijn om het palingvangen eveneens te annuleren. Hier vond dit jaar de activiteit dan ook gewoon plaats. Voor de Dierenbescherming en de Vissenbescherming aanleiding om ook komend jaar hier weer de aandacht op te vestigen.
De Dierenbescherming heeft in 2006 zowel bij de organisator als de gemeente aangedrongen om dit evenement niet langer plaats vissenbescherming
17
tweeduizendzeven
Meldpunten vissterfte/ verontreiniging oppervlakte water In iedere provincie bestaan calamiteitennummers die gebeld kunnen worden door burgers indien zij constateren dat vissen ernstig in de problemen komen. Door bagger- en maaiwerkzaamheden kunnen sloten, vaarten en kanalen dusdanig troebel worden dat de vissen met zuurstofgebrek te maken krijgen. Zodra vissen massaal aan het wateroppervlak verschijnen om naar lucht te happen dienen burgers onmiddellijk het calamiteitennummer te bellen. Zodra er dode vissen in het water drijven moeten deze zo snel mogelijk worden verwijderd om verspreiding van ziektekiemen tegen te gaan. Hieronder volgen de meldnummers van de waterschappen in verschillende delen van de provincies. Verder is het belangrijk om ook altijd uw gemeente en de brandweer te bellen. De brandweer kan direct hulp bieden door zuurstofrijk vers water in te brengen. Provincie Noord-Brabant Gebied: Noordoost Brabant, 160.000 hectare van de grens met Limburg tot aan Waalwijk Waterschap Aa en Maas 073-6156666 Gebied: Het deel van de provincie NoordBrabant dat ligt ten westen van de lijn Waalwijk/Baarle-Nassau en ten zuiden van het Hollandsch Diep, de Amer en de Bergsche Maas Waterschap Brabantse Delta 076-5413155
vissenbescherming
Gebied: Midden van de provincie NoordBrabant Waterschap de Dommel 0411-618618 (buiten kantoortijden 073- 6136695) Provincie Drente Gebied: Noordoost-Drenthe Waterschap Hunze en Aa’s 0900 - 3366990 Gebied: kop van Drenthe Waterschap Noorderzijlvest 050-3048911 Gebied: Zuidwest - en Midden-Drenthe Waterschap Reest en Wieden 0522-276767 Provincie Flevoland Gebied: Gehele provincie Flevoland Waterschap Zuiderzeeland 0320-274911 Provincie Friesland Gebied: Friese deel van het Lauwersmeergebied Waterschap Noorderzijlvest 050-3048911 Gebied: Overig deel van Friesland Milieu-alarmnummer Fryslân 058–2122422 Gelderland Gebied: Oost-Gelderland Waterschap Rijn en IJssel 0314-369369 Gebied: Veluwe Waterschap Veluwe 055- 5272272 Gebied:Gelders rivierengebied Waterschap Rivierenland 0344-649090 Provincie Groningen Gebied: Oost-Groningen Waterschap Hunze en Aa’s 0900 - 3366990 Gebied: Noorden en westen van de provincie Groningen
18
tweeduizendzeven
Waterschap Noorderzijlvest 050-3048911 Provincie Limburg Gebied: Gehele provincie Limburg Vuilwaterwacht 0800-0341 Provincie Noord-Holland Gebied: Noord-Holland boven het Noordzeekanaal Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 0800-1430 Amsterdam: Het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) 0900-9394 Gebied: Onder het Noordzeekanaal Hoogheemraadschap van Rijnland 071-3063535 (buiten kantoortijden 071-3063063)
Provincie Zuid-Holland Gebied: Zuidelijke deel van Zuid-Holland Hoogheemraadschap van Delfland 0152608108 Gebied: Noordelijke deel van Zuid-Holland Hoogheemraadschap van Rijnland 071-3063535 (buiten kantoortijden 071-3063063) Gebied: Zuid-Holland Zuid (eilanden) Waterschap Hollandse Delta 0900-2005005 Gebied: tussen Rotterdam, Schoonhoven en Zoetermeer Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 010-4537356
Nieuwe website
Provincie Overijssel Gebied: Westelijke deel van de provincie Waterschap Groot Salland 038-4557200 (buiten kantoortijden 038-4963087)
Enige tijd geleden is de nieuwe site van de Vissenbescherming gelanceerd. Hierop is allerlei wetenschappelijk
Gebied: Noordwest-Overijssel Waterschap Reest en Wieden 0522-276767
onderbouwde informatie te vinden over onder andere het bewustzijn, het gedrag
Gebied: Het zuiden van Overijssel Waterschap Rijn en IJssel 0314-369369
en de pijnbeleving van vissen en worden de laatste belangrijke nieuwsfeiten op dit
Gebied: Twente Waterschap Regge en Dinkel 0546-832525
gebied vermeld. Ook is er informatie te
Provincie Utrecht Gebied: Provincie Utrecht Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden 030-6345700
dieren zoals schaal- en schelpdieren. De
Provincie Zeeland Gebied: Zeeuwse eilanden Waterschap Zeeuwse Eilanden 0118-621000
scherming.nl
vissenbescherming
vinden over andere in het water levende site is nu in een nieuw jasje gegoten en is te bekijken op HYPERLINK “http://www. vissenbescherming.nl” www.vissenbe-
19
tweeduizendzeven
Standwerk ... ook iets voor u? De Vissenbescherming is regelmatig met de informatiestand ergens in het land te vinden. Via de stand kunnen mensen worden geïnformeerd over de welzijnsproblematiek rond vissen, over de standpunten van de Vissenbescherming en over de werkzaamheden die door de Vissenbescherming worden uitgevoerd. Ook kunnen mensen worden benaderd om donateur te worden of om als vrijwilliger te helpen met bijvoorbeeld het verspreiden van folders. Dit draagt tenslotte allemaal bij aan het succesvol uitvoeren van onze werkzaamheden! Lijkt het u ook leuk om veel contact met mensen te hebben? En spreekt het u aan om actief een bijdrage te leveren aan het werk van de Vissenbescherming? Meldt u dan aan als vrijwilliger voor het standwerk! U kunt hiervoor contact opnemen met Marijke Santen via 023-5287574 of via HYPERLINK “mailto:
[email protected]”
[email protected] Voor de vele activiteiten die onze stichting uitvoert zijn financiële middelen onontbeerlijk. Men kan ons hierin op verschillende manieren ondersteunen.
vissenbescherming
Hoe kan u het werk van de stichting financieel steunen? Men kan donateur van de Stichting Vissenbescherming worden voor minimaal 12 euro per jaar: giro 5350292 t.n.v. Vissenbescherming, Postbus 26, 2100 AA Heemstede. Donateurs ontvangen jaarlijks het informatieblad/jaarverslag van de Stichting. Men kan het werk van de stichting steunen door middel van een gift, die aftrekbaar is voor de inkomstenbelasting. Men kan de stichting ook in zijn testament opnemen. De Vissenbescherming is gerangschikt als algemeen nut beogende instelling in de zin van artikel lid 24 lid 4 van de Successiewet 1956. Dat betekent dat er minder successierechten hoeven te worden betaald. Voor meer informatie: Marijke Santen, 0235287574jke adressen
20
tweeduizendzeven
Belangrijke adressen In vissen gespecialiseerde dierenartsen Dhr. drs. M.J. van Beek Rijksweg Zuid 11 6662 KA ELST Tel: 0481 - 372787 Fax: 0481 - 374045 Dhr. drs. P.J. Werkman Asschatterweg 11 3831 JJ LEUSDEN Tel: 033 - 4943142 Fax: 033 - 4724125 Mevr. Drs. M.A.F. Carati Wadensteinsesteeg 1 4171 LD Herwijnen Tel: 0626 - 354520 Mevr. drs. M.H. Dorrestein - van der Hage Obrechtlaan 59 3723 KB BILTHOVEN Tel: 030 - 2291626 Fax: 030 - 2290478 Dhr. drs. A.F.J. Bogaerts C. Huygenslaan 10 5707 TR HELMOND Tel: 0492 - 523882 Fax: 0492 - 550644
Contactpersoon dierenartsenwerkgroep Koi Karpers: Dhr. drs. R.G.A. Schuurmans Laan van Fasna 16 8171 KH VAASSEN Tel: 0578 - 574427 Fax: 0578 - 571243 Anrokoi Vishospitaal Dionneplantsoen 10 1701 BE Heerhugowaard Tel. 072-5127694 www.anrokoi.nl
[email protected] Secretariaat Platform Verantwoord Huisdierenbezit (biedt informatie over de verzorging van vissen) Karin Schipper Postbus 64 3770 AB Barneveld Bezoekersadres: Wesselseweg 32 Tel. 0342-406 550 Fax 0342-406 501 www.huisdieren.nu )
[email protected]
www.vissenbescherming.nl
Stichting Vissenbescherming Postbus 26 - 2100 AA Heemstede Tel. 023-528 75 74
[email protected] Giro 5350292