Bedrijfswetenschappen Studiegids 2006/2007
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.2.9 1.2.10 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.2.1 3.2.2
Algemene informatie voor bachelorstudenten Algemeen Voorzieningen voor studenten Informatievoorziening Blackboard Computervoorzieningen Studieadviseur Bibliotheek Speciale examenfaciliteiten Uitwisseling en internationalisering Facultaire studentenverenigingen Facultaire studentenraad Overige studieverenigingen De faculteit Onderzoek Onderwijs Commissies Alumni Onderwijs- en Examenregeling Studieadvies in het eerste jaar Studievoortgangscontrole Toelatingsvoorwaarden Meer informatie
9 9 9 9 10 10 10 11 14 14 15 17 17 18 18 19 21 21 22 27 27 27 27
Additionele informatie voor studenten Bedrijfswetenschappen in Zwolle Algemeen Computervoorzieningen Bibliotheek Audio-visuele middelen en mogelijkheden Studieadviseur Studentenruimte Facultaire studentenvereniging Studiesecretariaat, Studentenbalie, Studie-Informatiecentrum, Gemeenschappelijke studentenadministratie Studiesecretariaat Studentenbalie Vrije Universiteit Gemeenschappelijk Studentenadministratie Windesheim Studie-Informatiecentrum (SIC) van Windesheim Algemene voorzieningen
29 29 29 29 30 30 31 31
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen Algemeen Inleiding Jaarplanning De opleiding Programmabeschrijving Doelstellingen en eindtermen
37 37 37 37 38 38 39
Inhoudsopgave
31 31 31 32 32 33
5
3.2.3 3.2.4 3.3 3.3.1 3.4 3.4.1 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.5.5 3.5.6 3.5.7 3.5.8 3.5.9 3.5.10 3.5.11 3.6 3.6.1 3.6.2 3.7
Werkvormen Toetsing Programma eerste jaar Korte omschrijving perioden eerste jaar Programma tweede jaar Korte omschrijving perioden tweede jaar Programma derde jaar Jaarindeling derde jaar Voorbeeldtrajecten Keuzevakken derde jaar Inschrijven vakken derde jaar Bachelorscriptie Stage De specialisaties Finance, Banking and Insurance (FBI) E-Business and IT-Industry (EB) Consultancy Industry (CI) Transport, Distribution and Logistics (TDL) Masteropleidingen Doorstroming bachelor-masteropleidingen Voorwaardelijke toelating tot de master Post-masteropleidingen
41 42 42 43 44 45 46 48 48 49 52 52 53 53 53 55 56 57 59 59 60 61
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Overgangsregelingen Overgangsregeling Bedrijfswetenschappen Overgangsregeling doctoraal naar bachelor-masterstructuur Overgangsregeling Economie Overgangsregeling Econometrie & OR
63 63 63 64 68
5
Examenonderdelen
71
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
7
8
Bedrijfswetenschappen
1
1.1
Algemene informatie voor bachelorstudenten
Algemeen Adresgegevens Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam 020-598 6000 Faculteitsbestuur Prof. dr. H. Verbruggen, decaan Prof. dr. J.W. Gunning, portefeuillehouder onderzoek Drs. P. Sneep, portefeuillehouder onderwijs Dhr. R. Zandvliet, studentlid Directeur bedrijfsvoering Drs. F.A.M. Snijders
1.2 1.2.1
Voorzieningen voor studenten Informatievoorziening Vrijwel alle informatie vind je in deze studiegids en op de website van de faculteit: www.feweb.vu.nl. Voor zaken waar deze geen informatie over geven, kun je terecht bij het studiesecretariaat op de tweede verdieping. Bij de studentenbalie van dit secretariaat kun je terecht met algemene vragen over je studie. Verder wordt informatie verstrekt over inschrijven voor colleges of tentamens, aanvragen van examens, et cetera. Op de publicatieborden en monitoren bij het secretariaat vind je college- en tentamenroosters, roosterwijzingen en andere zaken van belang voor je studie. Raadpleeg deze dus regelmatig! Daarnaast wordt belangrijke informatie over wijzigingen in het programma, deadlines, inschrijvingen en dergelijke verstuurd per e-mail. Elke student krijgt van de faculteit een eigen e-mailadres. Informatie wordt alleen naar dit adres gestuurd. Elke student wordt geacht dit account regelmatig te raadplegen en goed te onderhouden. Specifieke informatie over vakken en colleges kun je vinden in digitale leeromgeving Blackboard. Informatie wordt ook gepubliceerd in Ad Valvas, het universiteitsblad van de Vrije Universiteit. Onder de rubriek Faculteiten staat informatie over inschrijvingen, vermelding van wijzigingen in het collegerooster, advertenties voor het werven van student-assistenten, etc. Elke student wordt geacht deze informatie te lezen.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
9
1.2.2
Blackboard Blackboard is de digitale leeromgeving van de faculteit. Een groot deel van het onderwijs wordt hierdoor ondersteund. Met Blackboard worden opdrachten verspreid en ingeleverd, kunnen studenten werk uitwisselen en van commentaar voorzien en kunnen docenten correcties aanbrengen. Ook literatuurlijsten, collegesheets en antwoordmodellen worden met behulp van dit programma verspreid. Op de Faculteit wordt kennis van het programma als bekend verondersteld.
1.2.3
Computervoorzieningen De faculteit heeft de beschikking over tien computerzalen met in het totaal 200 pc’s. Deze bevinden zich op de derde verdieping, in 1A-19 en in 1B-04/14. Alle studenten van de faculteit kunnen met hun facultaire inlognaam gebruik maken van deze pc’s. Naast collegespecifieke software kan in de zalen gebruik worden gemaakt van standaard software als Word, Excel, PowerPoint, Access, diverse programmeertalen, grafische software en vele statistische pakketten. Alle computers zijn aangesloten op het Internet. Studenten hebben de beschikking over opslagruimte op het netwerk, een e-mailadres en een persoonlijke webpagina. Tegen een kleine vergoeding kun je gebruik maken van een groot aantal (kleuren)laserprinters die in de computerzalen staan. Studenten kunnen kosteloos gebruikmaken van de scanners. Kijk voor een overzicht van alle voorzieningen op www.feweb.vu.nl/ict. Als de zalen niet gebruikt worden voor onderwijs, kunnen studenten hier zelfstandig werken. Tijdens de collegeperiodes zijn de computerzalen open van maandag t/m donderdag van 9.00 tot 21.45, vrijdag van 9.00 tot 21.00 en op zaterdag van 10.00 15.00 uur. Buiten de collegeperiodes zijn de zalen open op maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 en op zaterdag van 10.00 tot 15.00 uur. Met vragen of problemen, het opladen van je printtegoed, het aanschaffen van diskettes, het raadplegen van handleidingen en meer kun je terecht bij de helpdesk op kamer 3A-16. Je kunt vragen of problemen ook melden via e-mail:
[email protected]. Studenten Econometrie en Operationele Research kunnen voor hun studie tevens gebruik maken van de computerzalen van de wiskundeopleiding in de Faculteit Exacte Wetenschappen Universitaire ICT-services Naast je facultaire inlognaam krijg je ook een VU-net-ID. Deze inlognaam moet je gebruiken voor de algemene IT voorzieningen van de universiteit zoals: Blackboard (digitale leeromgeving), TIS (Tentamen Informatie Systeem), de algemene werkplekken en het draadloze netwerk. Zie verder: www.digidesk.vu.nl.
1.2.4
10
Studieadviseur Aan de faculteit werken vijf studieadviseurs. Zij houden zich bezig met het geven van voorlichting, informatie, raad en hulp aan studenten. Zij geven onder andere informatie over vakken, planning, samenstelling van een afstudeerproject et cetera. Ook bieden zij hulp als door bijzondere persoonlijke omstandigheden studievertraging ontstaat. De studieadviseurs bewaken ook de studievoortgang. Als er reden voor is, roepen zij studenten op voor een gesprek. Alle studenten ontvangen in
Bedrijfswetenschappen
ieder geval tijdens het eerste jaar een oproep voor een persoonlijk gesprek met een van de studieadviseurs. De studieadviseurs voor Economie en Bedrijfseconomie en Bedrijfswetenschappen zijn: • Mevr. drs. Karin Loos • Mevr. drs. Ella Noordhoek • vacature E-mail:
[email protected]. Spreekuur: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 13.00 -14.00 uur in 2A-22/24 of volgens afspraak. Telefonisch spreekuur op dezelfde dagen van 12.00 - 13.00 uur 020-59 86116 De studieadviseur voor de opleiding Bedrijfswetenschappen in Zwolle is • Dhr. drs. J. Neijzen; e-mail:
[email protected] De studieadviseur voor Econometrie en Operationele Research is • Dhr. dr. R. Nobel; e-mail:
[email protected], spreekuur volgens afspraak. Voorts worden de econometriestudenten begeleid door cohortbegeleiders, die elk een jaarlaag onder hun hoede nemen. 1.2.5
Bibliotheek De Universiteitsbibliotheek Het vinden en raadplegen van wetenschappelijke literatuur is essentieel voor je studie en de Universiteitsbibliotheek wil je daarbij graag helpen. De collectie bestaat uit meer dan een miljoen gedrukte boeken en tijdschriften en een zeer omvangrijk digitaal informatieaanbod van ruim 670 databases (e-Resources) en 15.000 digitale tijdschriften (e-Journals). Daarnaast biedt de Universiteitsbibliotheek diverse diensten zoals cursussen, nieuwsbrieven en studiefaciliteiten. Hieronder vind je een overzicht van de algemene bibliotheekvoorzieningen en de voor jouw studie relevante bibliotheekafdeling. Meer of aanvullende informatie vind je op www.ubvu.vu.nl. Algemene bibliotheekvoorzieningen Literatuur vinden De interactieve Webcursussen Informatievaardigheden maken je wegwijs in het vinden van de juiste literatuur. De cursus bestaat uit twee niveaus: • Zoek je een bepaald artikel, boek of tijdschrift? > kies Niveau A. • Zoek je literatuur over een bepaald onderwerp? > kies Niveau B. Je vindt de cursussen op: www.ubvu.vu.nl > Webcursussen en online handleidingen Er zijn van beide cursussen varianten gemaakt voor de verschillende vakgebieden. Kijk daarom of er een variant van je vakgebied bij staat of kies voor de optie ‘overige studierichtingen’. De Universiteitsbibliotheek biedt ook mondelinge workshops. Voor meer informatie hierover ga je naar: www.ubvu.vu.nl > Digitale diensten > Workshops Documenten lenen of bestellen Literatuur lenen kun je met je VU-chipkaart, zie: www.ubvu.vu.nl > Algemene informatie > Lenen bij de UBVU.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
11
Documenten die niet bij de Universiteitsbibliotheek van de VU te raadplegen zijn kun je bestellen via het interbibliothecair leenverkeer (IBL). Hoe dit precies werkt wordt uitgelegd op: www.ubvu.vu.nl > Artikelen/publicaties elders aanvragen via IBL. Maar je kunt de andere bibliotheken ook bezoeken. Op vertoon van je collegekaart en identiteitsbewijs kun je gratis lid worden van andere universiteitsbibliotheken in Nederland. Overige faciliteiten De universiteitsibliotheek biedt 1500 studieplekken. Daarnaast zijn er ook kopieer-, print- en computerfaciliteiten. Waar deze zich bevinden vind je via: www.ubvu.vu.nl > Algemene informatie > Studiezaal en SITS computerzalen. Thuis werken De digitale bibliotheek kun je 24-uur-per-dag raadplegen. Om buiten de campus toegang te krijgen tot deze digitale collectie, heb je een VU-net-id nodig. Hoe je toegang krijgt tot de digitale collectie wordt uitgelegd op: www.ubvu.vu.nl > Digitale diensten > Thuis werken. Heb je problemen met je VU-net-id? Ga dan naar: www.digidesk.vu.nl Informatiebalie Vragen over de Universiteitsbibliotheek kun je stellen aan de informatiebalie (kamer 1A-01 in het Hoofdgebouw). Ook de uitgifte van lenerspassen en AdamNet-passen wordt hier verzorgd. Ga voor meer informatie naar: www.ubvu.vu.nl > Algemene informatie > Informatiebalie. Nieuwsbrief BEEP Vier maal per jaar geeft de bibliotheek de nieuwsbrief BEEP uit (Bibliotheek Elektronisch En Papier) met handige tips. Meer informatie hierover vind je op: www.ubvu.vu.nl > Digitale diensten > BEEP. Vakbibliotheek Economie en Bedrijfseconomie en Bedrijfswetenschappen Als onderdeel van de Universiteitsbibliotheek is je vakbibliotheek de plek waar je de literatuur en literatuurexpertise voor jouw studie aantreft. Je kunt er niet alleen terecht met algemene maar ook met inhoudelijke vragen. Bezoekadres Hoofdgebouw Vrije Universiteit De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam 3e Verdieping Openingstijden balie: ma t/m vrij 9.00-16.45 uur Studiezaal: ma t/m vrij 9.00-17.00 uur Faciliteiten: 140 studieplekken Publieks-pc’s met bibliotheekapplicaties: 17 Telefoon 020-598 5160 E-mail
[email protected] www.ubvu.vu.nl > Vakgebieden > Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde
12
Bedrijfswetenschappen
De collectie De bibliotheek bezit collecties op het gebied van economie en bedrijfseconomie, econometrie en bedrijfskunde. Daarbij gaat het o.a. om boeken, tijdschriften, jaarverslagen van bedrijven en een collectie Internationale organisaties en Statistieken. Van elke titel uit de verplichte literatuur wordt tenminste één exemplaar in de collectie opgenomen. Daarnaast kent de bibliotheek een samenwerkingsverband met de Bibliotheek Rechten in de vorm van een Europees Documentatie Centrum (EDC). Het EDC voorziet in belangrijke publicaties van de Europese Unie. Het grootste deel van de collectie wordt in digitale vorm aangeboden. Je kunt elektronische bestanden en tijdschriften raadplegen in de bibliotheek, op de faculteit en thuis via Internet. De volgende vakspecifieke bestanden en themapagina’s worden veel geraadpleegd: Economie en Bedrijfseconomie • Econlit: bibliografisch bestand op het vlak van economie • ABI/Inform Global: full text tijdschriften op het vlak van bedrijfskunde en economie • Voor macro-economische tijdreeksen kun je terecht op de themapagina “Economische statistieken” op: www.ubvu.vu.nl > Vakgebieden > Economische wetenschappen en Bedrijfskunde > e-resources Bedrijfswetenschappen • ABI/Inform Global: full text tijdschriften op het vlak van bedrijfskunde en economie • PsycInfo: bibliografisch bestand op het vlak van psychologie • Voor financiële gegevens van bedrijven kun je terecht op de themapagina “Bedrijven en markten” op: www.ubvu.vu.nl > Vakgebieden > Economische wetenschappen en Bedrijfskunde > e-resources Cursussen & instructies Bibliotheekinstructies voor studenten zijn opgenomen in het studieprogramma. Extra instructiemomenten staan vermeld in op het website. Daarnaast kun je via de website op eigen gelegenheid de onderstaande webcursussen te doorlopen: • • • • •
Webcursus Informatievaardigheden Niveau A Webcursus Informatievaardigheden Niveau B – Bedrijfswetenschappen Webcursus Informatievaardigheden Niveau B – Economie en Bedrijfseconomie Webcourse Information Literacy – Level A Webcourse Information Literacy – Level B – Business Administration
Tot slot kun je in de bibliotheek terecht voor individuele instructies voor Datastream op afspraak. Nieuwsbrief De bibliotheek verzorgt nieuwsberichten over de collectie in elke Nieuwsflits. Daarnaast worden deze berichten per e-mail verzonden naar alle medewerkers en studenten van FEWEB.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
13
Vragen Voor diepgaande vragen over de collectie en voor aanschafsuggesties kun je contact opnemen met de informatiespecialist Economie en Bedrijfseconomie / Bedrijfswetenschappen, mw drs. Imke A.M. Limpens, e-mail:
[email protected], tel: 020-598 5167. 1.2.6
Speciale examenfaciliteiten In sommige gevallen is het mogelijk om een half uur extra tentamentijd te krijgen. Wanneer je tot één van de volgende groepen behoort, kun je hiervoor contact opnemen met de studieadviseurs: •
•
Studenten die dyslectisch zijn: Ben je op de middelbare school (of daarna) op dyslexie getest? Wanneer je een verklaring van bijvoorbeeld een schoolbegeleidingsdienst kunt laten zien, kun je in aanmerking komen voor een half uur extra tentamentijd. Studenten die een buitenlandse vooropleiding of VASVU hebben. Studenten met een buitenlandse vooropleiding of studenten die hebben deelgenomen aan het voorbereidend jaar van het VASVU kunnen voor een beperkte termijn in aanmerking komen voor extra tentamentijd.
Procedure • Iedere keer wanneer je je inschrijft voor tentamens, moet je de extra tentamentijd aanvragen bij een van de studieadviseurs. Je naam wordt bij honorering van je verzoek vermeld op een lijst en doorgegeven aan het studiesecretariaat. • Op de dag van het tentamen zelf moet je je 40 minuten voordat het tentamen begint bij het studiesecretariaat aanmelden. 1.2.7
14
Uitwisseling en internationalisering Het is mogelijk om een gedeelte van de studie te verrichten in het buitenland. De faculteit heeft uitwisselingsovereenkomsten met veel universiteiten binnen en buiten Europa. Zo participeert zij in Europese netwerken met universiteiten in GrootBrittannië, Ierland, Duitsland, België, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Oostenrijk, Zweden, Denemarken, Finland, Hongarije, Polen en Turkije. Daarnaast zijn er samenwerkingsverbanden buiten Europa. Zo bestaan er vaste uitwisselingsmogelijkheden met: • University of Utah, Salt Lake City, University of Notre Dame, Berry College, allen in de Verenigde Staten • Universiteit van Stellenbosch, Nelson Mandela Metropolitan University en University of Pretoria, allen in Zuid-Afrika • ITAM & ITESM, beide in Mexico • Kansai Gaidai University in Japan • University of Western Australia en Monash University in Australië • Universidad de San Andrés in Argentinië • Sung Kyun Kwan University in Korea • Chulalongkorn University in Thailand • Universidade de São Paulo in Brazilië
Bedrijfswetenschappen
Studenten die een tijdje in het buitenland willen studeren, kunnen voor informatie terecht op de website of de brochure ‘Studeren in het buitenland’ raadplegen. Voor vragen die daar niet beantwoord worden, kunnen zij terecht bij de medewerker Internationalisering van het onderwijsbureau. Behalve informatie over welke studiemogelijkheden er zijn, en hoe de activiteiten in het examenprogramma kunnen worden ingepast, geeft deze advies over talrijke praktische zaken zoals visa, verzekeringen, subsidieaanvragen etc. Daarnaast worden er elk voorjaar voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten wordt informatie gegeven over uitwisselingsprogramma's, beurzen, studiepunten etc. Het is ook mogelijk dat studenten zelf buitenlandse studieplannen maken, bijvoorbeeld om een stage of scriptie in het buitenland te doen. Begin dan wel minimaal één jaar van tevoren met voorbereiden en neem ruim van te voren contact op met de docent die de stage of scriptie gaat begeleiden. Studenten kunnen zich bij de medewerker Internationalisering aanmelden voor een studieperiode buitenland. Er wordt op basis van motivatie en studievoortgang geselecteerd. Als je geselecteerd bent, zul je tot aan je vertrek naar het buitenland begeleid worden bij alle voorbereidingen. Meer informatie is verkrijgbaar op de website: www.feweb.vu.nl > studenten > buitenland. Voor informatie die je daar niet kunt vinden kun je terecht bij mevr. Lara Hager, BA (Hons), medewerker Internationalisering, kamer 2E-68, e-mail:
[email protected]., spreekuur: maandag t/m donderdag van 13.00-14.00 uur. 1.2.8
Facultaire studentenverenigingen Aureus Aureus is de faculteitsvereniging van de opleidingen Economie en Bedrijfseconomie, Bedrijfswetenschappen en IBA en is de spil in het contact tussen studenten, het bedrijfsleven en de faculteit. Het doel van Aureus is om alle FEWEB studenten een meerwaarde te bieden gedurende hun studie door gereedschappen en kortingen aan te reiken die de studie ondersteunen en interessante extra curriculaire activiteiten te organiseren. Studieondersteuning In de winkel van Aureus (2A-11) worden uittreksels, collegedictaten en studieboeken verkocht. Leden krijgen flinke kortingen op deze producten; zo wordt er minimaal 10% korting gegeven op de studieboeken. Ook is Aureus in het bezit van een Intranet. Alle leden hebben een account op basis van hun studentnummer. Op het Intranet vindt je stages en oude tentamens, het is dé plek waar je je in kan schrijven voor activiteiten van Aureus en je interessegebieden voor bedrijvenmailings aan kan geven. Op basis van deze gegevens verzorgt Aureus gerichte mailings in opdracht van haar bedrijfscontacten. Activiteiten De grootste zorg van Aureus gaat uit naar de extra curriculaire activiteiten die speciaal voor alle FEWEB studenten worden georganiseerd. Door deze activiteiten wil Aureus de FEWEB studenten de mogelijkheid geven het bedrijfsleven te leren kennen en zich op een praktische manier voor te bereiden op de eisen die het
Algemene informatie voor bachelorstudenten
15
bedrijfsleven aan toekomstige werknemers stelt. Zo organiseert Aureus: Academische activiteiten (Congres, Masterclasses), Internationale activiteiten (European Study Trip, International Research Project) en carrière gerelateerde activiteiten (Finance Tour, Marketing dag, Amsterdamse Carrière Dagen). Hiernaast geeft Aureus zesmaal per jaar het Magazine Avenir uit in samenwerking met de faculteit. Actief lid Naast gewoon (passief) lidmaatschap is het ook mogelijk om actief te zijn binnen de vereniging en je bezig te houden met het organiseren van bovengenoemde activiteiten. Als actief lid kan je veel ervaring opdoen op het gebieden van organiseren, samenwerken, overtuigen, projectmanagement etc. Voor alle actieve leden worden er regelmatig borrels en andere sociale activiteiten georganiseerd zoals het Actieve-Leden-Weekend. Adres: Aureus, De Boelelaan 1105, kamer 2A-11, 1081 HV Amsterdam, tel 020 59 86135, e-mail:
[email protected]; website: www.aureus-vu.nl. Kraket Kraket is de vereniging van en voor studenten Econometrie en Operationele Research aan de Vrije Universiteit. Kraket staat voor Kritische Aktuarissen en Econometristen en is opgericht op 14 juli 1972. De Aktuarissen zijn er inmiddels niet meer maar omdat de naam Kraket een begrip is geworden, is besloten deze zo te houden. Bijna alle econometriestudenten zijn lid van Kraket en daartoe is dan ook alle reden. Kraket geeft niet alleen korting op econometrieboeken en brengt tentamenbundels uit, Kraket is veel meer! Kraket zorgt ook voor een heleboel ontspanning, sportiviteit en vooral veel gezelligheid met activiteiten als borrels, feesten en sporttoernooien. Om degenen die niet deelnemen aan deze activiteiten toch van alles op de hoogte te houden, wordt ieder kwartaal het blad Ecotribune uitgegeven, waarin iedereen zijn/haar verhaal kwijt kan. Naast de Ecotribune geeft Kraket voor de serieuzere lezer samen met de Vereniging voor Studenten Actuariaat, Econometrie & Operationele Research van de UvA het econometrisch magazine Aenorm uit. Hierin schrijven docenten, aio's, studenten en afgestuurde econometristen uit het bedrijfsleven over allerlei onderwerpen, zodat een goed beeld ontstaat van wat er allemaal mogelijk is met de studie Econometrie. Ook worden er regelmatig excursies naar bedrijven en borrellezingen georganiseerd. Zo zijn er bezoeken geweest aan Price Waterhouse Coopers, ING, Mercer, Optiver, het CBS, KLM, Ortec en vele andere grote en kleine bedrijven waar econometristen werken. Op de jaarlijkse Kraket Bedrijvendag krijg je de hele dag de kans met verschillende bedrijven kennis te maken door middel van cases, lezingen en een informele afsluiting. Ook wordt eens in de twee jaar een studiereis naar het buitenland georganiseerd. In 1995 ging deze reis naar Japan, 1997 Israël, 1999 Zuid-Afrika, 2001 India en in 2003 naar Brazilië. In 2007 zal de studiereis ons voeren naar het bruisende Hong Kong. Kraket participeert in het Landelijk Orgaan Econometrische Studieverenigingen. Dit is een samenwerkingsverband van alle zes econometrische studieverenigingen van het land. LOES organiseert bijvoorbeeld de landelijke econometristendag, die ieder jaar 16
Bedrijfswetenschappen
in een andere stad wordt georganiseerd. Dit is een bedrijvendag voor studenten uit het hele land en wordt afgesloten met een diner en een spetterend feest. Als hoogtepunt van het jaar organiseert het bestuur ieder jaar het Kraketweekend, waarvan de zeer afgelegen bestemming tot het einde toe geheim blijft. Dit weekend wordt gevuld met feesten en originele, (meestal) sportieve activiteiten. Wil je meer weten over Kraket, of heb je leuke ideeën, dan staat het bestuur altijd voor je klaar. De Kraketkamer is kamer 1A-13 in het hoofdgebouw van de VU. Er is daar meestal wel iemand aanwezig, zeker tijdens het Kraketuur, iedere dag van 12.45 - 13.30 uur. Hier kunnen de leden van Kraket ook de econometrieboeken kopen tegen een korting van 10%. Geen enkele reden dus om niet lid te worden! En ook studenten die zelf actief willen worden binnen Kraket zijn altijd welkom! Adres: Kraket, De Boelelaan 1105, kamer 1A-13, 1081 HV Amsterdam, tel. 59 86015, website: www.kraket.nl, e-mail:
[email protected] 1.2.9
Facultaire studentenraad De facultaire studentenraad behartigt de belangen van studenten in alle opleidingen van de faculteit. Deze raad stelt kandidaten voor aan het faculteitsbestuur voor de verschillende commissies in de faculteit met studentleden. De facultaire studentenraad bestaat uit vijf leden die ieder jaar via verkiezingen gekozen worden. De Facultaire studentenraad neemt – samen met de personeelsgeleding - deel aan de Gemeenschappelijke Vergadering. Deze heeft advies- en instemmingsrecht bij de meeste besluiten van het faculteitsbestuur. Zij benoemt ook een studentlid welke als adviseur de vergaderingen van het faculteitsbestuur bijwoont.
1.2.10
Overige studieverenigingen Marketing Associatie Amsterdam De Marketing Associatie Amsterdam (MAA) is dé studievereniging voor alle in marketing geïnteresseerde studenten van beide Amsterdamse universiteiten (VU en UvA). De doelstelling van de MAA is intermediair te zijn tussen studenten, het bedrijfsleven en de beide Amsterdamse universiteiten. Adres: Marketing Associatie Amsterdam, Kamer E0.05, Roetersstraat 11, 1018 WB Amsterdam, tel.: 020-52 54154, fax: 020-52 54182, e-mail:
[email protected]/ www.maa.to Financiële Studievereniging Amsterdam De FSA is dé studievereniging voor financieel georiënteerde studenten aan de economische faculteiten van de Universiteit van Amsterdam en Vrije Universiteit te Amsterdam. De FSA slaat een brug tussen studenten en bedrijven door middel van het organiseren van verschillende projecten. Als lid van de FSA ontvang je vier keer per jaar het vakspecialistisch magazine Fiducie en het verenigingsblad FSA & Beyond. Verder word je natuurlijk op de hoogte gehouden van al onze projecten. Wil jij actief worden naast je studie? Wil jij organisatorische ervaring opdoen bij de meest professionele studievereniging van Nederland? Word dan actief lid bij de FSA. Wij zijn altijd op zoek naar enthousiaste, gemotiveerde leden. Meer informatie staat op onze website: www.fsa.nl. Mailen of bellen kan ook:
[email protected] of 020-52 56512.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
17
De website van de faculteit geeft verder een uitgebreid overzicht van alle studie- en studentenverenigingen voor studenten van de Vrije Universiteit.
1.3
De faculteit De Faculteit der Economische wetenschappen en Bedrijfskunde is opgericht in 1948 en heeft zich sindsdien ontwikkeld tot middelgrote faculteit met een breed aanbod aan opleidingen. Zij geniet zowel nationaal als internationaal een uitstekende reputatie. Veel oud-studenten zijn inmiddels uitgegroeid tot toonaangevende personen in politiek of bedrijfsleven. In 1987 is de faculteit uitgebreid met de opleiding Econometrie, die vanaf 1962 in een eigen interfaculteit verzorgd werd. In september 2000 is de faculteit gestart met de nieuwe opleiding Bedrijfswetenschappen. Deze richt zich met name op de zakelijke dienstverlening en is daarmee uniek in Nederland. De faculteit blijft zich ontwikkelen: in 2003 is de faculteit als eerste in Nederland een universitaire opleiding aan een hogeschool gestart. Studenten kunnen nu ook de universitaire studie bedrijfswetenschappen volgen aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle. In 2005 is de bacheloropleiding International Business Administration van start gegaan. Verder is de faculteit momenteel bezig met het perfectioneren van de masteropleidingen. De faculteit wordt geleid door het faculteitsbestuur. Dit bestaat uit de decaan (voorzitter), een portefeuillehouder onderwijs en een portefeuillehouder onderzoek. Het faculteitsbestuur is verantwoordelijk voor het onderwijs en onderzoek dat aan de faculteit plaatsvindt. Vergaderingen van het faculteitsbestuur worden bijgewoond door een adviserend student-lid. Het wetenschappelijk personeel van de faculteit is ondergebracht in afdelingen. Deze afdelingen verzorgen het onderwijs en onderzoek van de faculteit. Elke afdeling staat onder leiding van een hoogleraar, die belast is met de organisatie en coördinatie van de werkzaamheden van de afdeling. De hoofden van de afdelingen overleggen regelmatig met het faculteitsbestuur. De faculteit kent de volgende afdelingen: • • • • • • • •
1.3.1
18
Algemene economie en Ontwikkelingseconomie Accounting Financiering en Bedrijfskunde van de Financiële Sector Informatiekunde en Logistiek Management en Organisatiekunde Marketing Ruimtelijke economie Econometrie
Onderzoek De faculteit heeft haar onderzoek verder binnen de afdelingen ondergebracht in zestien onderzoeksprogramma’s. Informatie hierover is te vinden op de website van de faculteit, de webpagina’s van de afdelingen en de stafmedewerker onderzoek van de faculteit. Voorts zijn er vier onderzoeksinstituten aan de faculteit verbonden:
Bedrijfswetenschappen
Tinbergen Instituut Het Tinbergen Instituut (TI) is de onderzoeksschool en het onderzoeksinstituut van de drie economische faculteiten van de Erasmus Universiteit Rotterdam, Universiteit van Amsterdam en Vrije Universiteit Amsterdam. De onderzoeksopleiding bestaat uit een tweejarige research master (M.Phil. in Economics), idealiter vervolgd door een driejarig promotietraject (Ph.D.) bij een van de drie economische faculteiten. De hoge kwaliteit van de opleiding wordt gegarandeerd door het aantrekken van de docenten onder de beste onderzoekers van deze faculteiten. De opleiding is met name geschikt voor studenten die een carrière ambiëren in het wetenschappelijk onderzoek, binnen of buiten de universiteit. Het is een zeer intensief programma met een strenge selectieprocedure (zie www.tinbergen.nl > Graduate School). Jaarlijks worden er maximaal 30 studenten toegelaten. Een aanzienlijk deel van de studenten komt uit het buitenland. Het TI is geaccrediteerd door de KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen). Adres: Tinbergen Instituut Amsterdam, Roetersstraat 31, 1018 WB Amsterdam, tel.020-55 13500, website: www.tinbergen.nl. Centre for World Food Studies (SOW-VU) Het SOW-VU is een onderzoeksinstituut gericht op het ontwikkelen van beleidsinstrumenten ten aanzien van voedsel en agrarisch beleid en armoedereductie. Het SOW-VU voert zowel kwantitatief als toegepast onderzoek uit, en werkt nauw samen met wetenschappers en beleidsmakers in ontwikkelingslanden. Adres: Centre for World Food Studies (SOW-VU), De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam. Telefoon: 0 (31) 20 – 59 89321, E-mail:
[email protected]; website: www.sow.vu.nl Amsterdam Business and Economic Research (Stiching AMBER) AMBER is de organisatie binnen de faculteit waar contractonderzoek wordt ondersteund. Dit onderzoek, in opdracht van bedrijven, overheidsorganisaties en subsidiegevers, wordt door de afdelingen van de faculteit uitgevoerd. Secretariaat AMBER: Vrije Universiteit Amsterdam, kamer 4A-14, tel.: 020-59 86080, fax: 020-59 86127, e-mail:
[email protected] Research Center in Accounting (ARCA) ARCA is een samenwerkingsverband tussen de postdoctorale opleidingen tot controller, de postdoctorale accountantsopleiding en de afdeling accounting. ARCA voert onderzoek uit op het gebied van financial accounting, management accounting en auditing. ARCA organiseert lunchseminars en participeert in de organisatie van aio-cursussen binnen het Landelijk Netwerk Bedrijfseconomie. Secretariaat ARCA; Vrije Universiteit Amsterdam, kamer 2E-72, tel. 020-59 86040, fax 020-59 89870 email:
[email protected], internet www.feweb.vu.nl/arca/. 1.3.2
Onderwijs De faculteit biedt vier bacheloropleidingen, zeven full-time masters, twee part-time masters en dertien postmasterprogramma's aan. De full-time masters worden in het Engels gegeven. Daarnaast zijn er pre-masterprogramma's: speciale instroomprogramma's voor hbo-afgestudeerden. Bachelorprogramma's (Nederlandstalig) • BSc Economie en Bedrijfseconomie
Algemene informatie voor bachelorstudenten
19
• •
BSc Econometrie en Operationele Research BSc Bedrijfswetenschappen (wordt tevens verzorgd aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle)
Bachelorprogramma (Engelstalig) • International Business Administration Masterprogramma's full-time (Engelstalig) • MSc in Accounting and Control • MSc in Business Administration • MSc in Econometrics and Operations Research • MSc in Economics • MSc in Economics: Spatial and Transport Economics • MSc in Finance (zowel regulier als met Honours track Quantitative Finance) • MSc in Marketing • MPhil in Economics, Econometrics of Finance (tweejarige onderzoeksmaster) Masterprogramma's part-time (Nederlandstalig) • MSc in Accounting and Control (in combinatie met post-masteropleiding Accountancy) • MSc in Business Administration Pre-masterprogramma’s voor hbo-afgestudeerden (Nederlandstalig) • Pre-master Accounting and Control • Pre-master Bedrijfswetenschappen • Pre-master Finance • Pre-master Marketing Na afronding van een doctoraal- of masteropleiding is het mogelijk deze te vervolgen met een post-masteropleiding. In een post-masteropleiding vindt verdere specialisatie plaats en word je opgeleid voor een bepaald beroep. De toelating tot een postmasteropleiding is afhankelijk van de gevolgde masteropleiding of de afstudeerrichting van het doctoraalexamen. Ook werkervaring kan mede een criterium zijn voor toelating. Post-masteropleidingen (Nederlandstalig) • Registeraccountant • Registercontroller • Controller in de publieke en non-profitsector • Certified Management Accountant • Certified Financial Manager • Chartered Financial Analist • Register EDP-Auditor • Management Consultant • Verandermanagement • Treasury Management • Financieel en Beleggingsanalist • Opleiding tot onderzoeker • Universitaire lerarenopleiding 20
Bedrijfswetenschappen
De opleidingen Certified Management Accountant, Certified Financial Manager en Chartered Financial Analist zijn ook toegankelijk met een afgeronde Bacheloropleiding Economie en Bedrijfseconomie of Bedrijfswetenschappen. 1.3.3
Commissies Binnen de faculteit functioneert een aantal commissies – vaak met studentleden - dat het faculteitsbestuur adviseert. De faculteit hecht veel waarde aan medezeggenschap door studenten. Elke student die een studie aan de faculteit volgt, kan in aanmerking komen voor deelname aan een commissie. Veelal gebeurt dit op voorspraak van de facultaire studentenraad. Voor studenten zijn de volgende commissies van belang: Opleidingscommissie Deze commissies adviseren het faculteitsbestuur over zaken die betrekking hebben op het onderwijs, zoals de opzet van het programma, het onderwijs- en examenreglement en knelpunten in het onderwijs. Een opleidingscommissie bestaat uit leden van het wetenschappelijk personeel en uit studenten. Elke opleiding heeft een eigen opleidingscommissie. Examencommissie De examencommissie is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken bij het afnemen van examens en tentamens en het vaststellen van de uitslag van examens. De examencommissie beslist over vrijstellingen en verleent goedkeuring voor het opnemen van buitenfacultaire keuzevakken in het examenprogramma. Verder kan zij afwijkingen toestaan op grond van bijzondere omstandigheden. De examencommissie bestaat uit leden van de wetenschappelijke staf. Studenten kunnen de examencommissie bereiken via
[email protected]. Bibliotheekcommissie De bibliotheekcommissie bestaat uit vier leden benoemd uit het wetenschappelijk personeel en één student benoemd op voordracht van de facultaire studentenraad. Deze heeft tot taak advies uit te brengen over de documentaire informatievoorziening, voor zover deze betrekking heeft op het onderwijs en onderzoek van de faculteit en over de besteding van de voor de faculteit beschikbare gelden voor collectievorming.
1.3.4
Alumni Alle alumini van de faculteit ontvangen tweemaal per jaar het relatiemagazine van de faculteit Vuurwerk en tevens tweemaal per jaar het VU alumniblad Gewoon Bijzonder. Daarnaast worden met regelmaat activiteiten voor alumni georganiseerd om ook op die manier het onderlinge contact in stand te houden.Om alumni te kunnen blijven bereiken, is het belangrijk dat wij over je adresgegevens beschikken. Wil je op de hoogte blijven, stuur dan verhuisberichten ook naar: Vrije Universiteit Amsterdam; Alumnibureau; tav Charlotte Vroon kamer 1H-62, De Boelelaan 1091, 1081 HV Amsterdam Alumnivereniging Econometrie De Alumnivereniging Econometrie aan de Vrije Universiteit Amsterdam is opgericht in 1997 om is de banden tussen de afgestudeerden onderling en tussen de afgestudeerden en de afdeling Econometrie te bewaren. Naast het uitgeven van het alumniblad Econometristen in Actie, organiseert de vereniging jaarlijks een reünie
Algemene informatie voor bachelorstudenten
21
waarbij vele afgestudeerden weer kunnen bijpraten. Verder wordt er een lijst van afgestudeerden uitgegeven waarin alle alumni bijvoorbeeld kunnen zien wat hun jaargenoten zijn gaan doen en waar ze terecht zijn gekomen.
1.4
Onderwijs- en Examenregeling In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) staan alle formele regels met betrekking tot het onderwijs en de examens van deze bacheloropleiding vermeld. Zo zijn in deze OER onder andere opgenomen: het doel van de opleiding, de samenstelling van de onderwijsprogramma’s en de regels met betrekking tot de tentamens. Deze laatste regels staan verder uitgewerkt in de Regels en richtlijnen voor tentamens en examens (R&R). Beide regelingen (OER en R&R) kun je raadplegen op de facultaire website (www.feweb.vu.nl) . De belangrijkste punten van de OER en R&R worden hierna vermeld. 1. Aanmelding voor tentamens Elke deelname aan een schriftelijk tentamen moet uiterlijk acht kalenderdagen voor de desbetreffende tentamendatum worden aangevraagd via het geautomatiseerde Tentamen Informatie Systeem (TIS). Je kunt je inschrijven via de website http://tis.vu.nl. Als je je niet op tijd hebt ingeschreven kun je in principe niet deelnemen aan het tentamen. Hierop kan een uitzondering gemaakt worden als er voldoende ruimte in de tentamenzaal is en er voldoende opgaven zijn. In dat geval kun je de uitslag alleen krijgen als je een boete hebt betaald. Bij hoge uitzondering kan de examencommissie op verzoek van een belanghebbende student afwijken van deze tentamenaanmeldingsregeling. Aanmelden tentamens bij Wiskunde Voor tentamens bij W&I geldt het volgende: voor elk schriftelijk tentamen dient men zich tot uiterlijk zeven dagen vóór het desbetreffende tentamen aan te melden via TIS( http://tis.vu.nl ). Deze regel wordt streng nageleefd. Dit betekent dat men bij een te late inschrijving van het desbetreffende tentamen kan worden uitgesloten. Bij deelname aan een tentamen ben je verplicht een geldige collegekaart te tonen; zonder deze kaart wordt men uitgesloten van het tentamen. De gecorrigeerde tentamens zijn tot 30 dagen na de bekendmaking van de uitslag bij het Onderwijsbureau (studentenbalie S3.11) in te zien. Een mondeling tentamen vraag je aan via een speciaal formulier. Je vult dit in volgens de instructies die daarop vermeld staan (ook de gewenste tentamendatum) en levert het gehele formulier in. Een dergelijk formulier is verkrijgbaar bij het Onderwijsbureau W&I (studentenbalie S3.11). Na vaststelling van de tentamendatum wordt het formulier je toegestuurd als oproep voor het tentamen. Deze oproep moet je meenemen naar het tentamen. Na afloop ontvang je deel 2 (roze), voorzien van een cijfer en een paraaf van de docent. 2. Tentamenrooster Het tentamenrooster wordt ruim van te voren bekend gemaakt bij de studenten. Dit gebeurt via de website www.feweb.vu.nl en via het studiesecretariaat. Bij het opstellen van het tentamen- en examenrooster kan de examencommissie slechts
22
Bedrijfswetenschappen
rekening houden met feestdagen en overige vrije dagen die als zodanig door het bestuur van de Vrije Universiteit zijn aangewezen. 3. Aanvangstijden en zalen De aanvangstijden en zaalindeling staan op de dag van het tentamen vermeld op de monitoren of mededelingenborden in de hal bij het studiesecretariaat. De berichtgeving van de monitoren is ook via de wbsite te bekijken. 4. Tentamencode • Je dient je tijdens het tentamen te legitimeren met een geldig legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs, gemeentelijk identiteitsbewijs, studentenchipkaart, OVjaarkaart) • Er is in de tentamenzaal geen vrije plaatskeuze • De enig toegestane attributen bij het afleggen van een tentamen zijn potlood, pen, gum, puntenslijper, lineaal en calculator. Bij sommige vakken is het gebruik van een grafische rekenmachine toegestaan. Dit wordt door de docent meegedeeld • Als je na het aanvangstijdstip van het tentamen arriveert, heb je in principe geen recht op deelname • Je mag de tentamenzaal niet binnen één uur na het aanvangstijdstip verlaten • Je moet na afloop van het tentamen op je plaats blijven zitten tot de toezichthouder alle tentamens heeft opgehaal • Je bent verplicht het te beoordelen werk aan de toezichthouder te overhandigen alvorens de tentamenzaal te verlaten 5. Fraude In het geval van fraude kent de examencommissie aan de desbetreffende student het cijfer 0 toe; tevens kan de examencommissie de student voor een periode van maximaal een jaar uitsluiten van deelname aan een of meer toekomstige tentamens van de opleiding. 6. Tentamen ook over collegedictaat Voorzover in een examenonderdeel onderwijs wordt verzorgd, behoort de collegestof uit het meest recente studiejaar tot de bronnen waaruit vragen mogen worden gesteld. 7. Tentamens, correctie en inzage De uitslag van een schriftelijk tentamen moet na 10 werkdagen zijn vastgesteld. Vervolgens heb je recht op inzage in het beoordeelde werk. De inzage vindt meestal plaats op één of meer vaste tijdstippen. Deze worden bekend gemaakt door de examinator. Tijdens de inzage kun je kennisnemen van de vragen en opgaven, de standaarduitwerkingen en de normering. 8. Becijfering a. Becijfering Bedrijfswetenschappen jaar één en twee Alle vakken moeten met een voldoende worden afgesloten. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Het eindcijfer voor een vak wordt veelal gevormd door het deelcijfer van een schriftelijk tentamen en het deelcijfer voor de casecolleges of practica. Hierbij geldt dat het deelcijfer voor het schriftelijk tentamen telt voor 60%, dat van het casecollege voor 40%. Voor deze deeltentamens geldt een drempelwaarde. Dit houdt in dat voor zowel het schriftelijk deeltentamen alsmede de
Algemene informatie voor bachelorstudenten
23
cases/practicum minimaal het cijfer 5,0 moet worden behaald. De studiepunten worden pas toegekend wanneer het eindcijfer voor het betreffende vak voldoende is. Deelresultaten worden vastgesteld voor: • een schriftelijk tentamen (cijfer op schaal 0,1-10 met één decimaal) • uitwerking en presentatie van een case/practicum (cijfer op schaal 0,1-10 met één decimaal) • alleen in de eerste twee perioden: deelname aan discussiecolleges (voldoende/onvoldoende) Becijfering Bedrijfswetenschappen jaar drie Alle vakken moeten met een voldoende worden afgesloten. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Het eindcijfer van een vak kan tot stand komen door het middelen van diverse apart getoetste onderdelen. Hiervoor worden in het derde jaar geen deelcijfers vastgesteld, alleen het eindcijfer voor het complete tentamen wordt geregistreerd. b. Becijfering Econometrie & Operationele Research Voor een tentamen wordt een geheel cijfer uit de verzameling 1,2,…,10 vastgesteld of de kwalificatie ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ gegeven. Deelcijfers worden vastgesteld met één cijfer achter de komma. In speciale gevallen - bijvoorbeeld fraude - kan het cijfer 0 worden toegekend. Een tentamen is voldoende als het cijfer ten minste een 6 bedraagt of de kwalificatie ‘voldoende’ is verkregen dan wel een vrijstelling is toegekend door de examencommissie EOR. Een deelresultaat is voldoende indien het cijfer 5,5 of hoger is. c. Becijfering Economie en Bedrijfseconomie jaar één en twee Alle examenonderdelen moeten met een voldoende worden afgesloten. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Gedurende de activerende werkvormen kun je een bonuspunt van maximaal één cijferpunt behalen. Dit kan alleen als je aan de aanwezigheidsplicht en de participatieplicht hebt voldaan. Wanneer je één van de drie keer afwezig bent geweest of wanneer één van de opdrachten niet in orde was, dan heb je recht op een halve bonuspunt. Als je meer dan één keer afwezig bent of als meerdere opdrachten niet in orde zijn, vervalt je recht op een bonuspunt. Als een vak geen drie maar zes keer een activerende werkvorm telt, dan geldt dat je tenminste vijf/zes opdrachten voldoende moet hebben voor één bonuspunt en drie/vier opdrachten voldoende vooreen halve bonuspunt. Minder dan drie opdrachten voldoende levert geen enkel bonuspunt op. Let op: voldoende betekent dus ook dat je aanwezig moet zijn! De docent behoudt het recht je de bonus te ontnemen, indien je tijdens een ‘beurt’ in je werkgroep niet voldoet aan in alle redelijkheid te stellen eisen. De bonus wordt alleen toegekend bij de eerste tentamengelegenheid van het betreffende vak en de herkansing die daar onmiddellijk op volgt. Daarna vervalt de bonuspunt. Voor een vak van drie ects wordt één schriftelijk tentamen gegeven en dus één cijfer behaald. De case/opdracht vormt - voor zover dat van toepassing is - een integraal onderdeel van dit schriftelijk tentamen. De themaopdrachten, cursussen, vakken die in 24
Bedrijfswetenschappen
een practicumperiode worden aangeboden, worden in de desbetreffende periode beoordeeld. Becijfering Economie en Bedrijfseconomie jaar drie Alle vakken moeten met een voldoende worden afgesloten. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Het eindcijfer van een vak kan tot stand komen door het middelen van diverse apart getoetste onderdelen. Hiervoor worden in het derde jaar geen deelcijfers vastgesteld, alleen het eindcijfer voor het complete tentamen wordt geregistreerd. 9. Meerdere malen afleggen van een tentamen Als een tentamen voor een vak meerdere malen wordt afgelegd, telt het laatst behaalde resultaat. 10. Geldigheidsduur Behaalde bachelor examenonderdelen uit het eerste jaar zijn geldig tot het einde van het tweede inschrijvingsjaar (31 augustus). Als je bijvoorbeeld bent gestart in september 2006 en je hebt in oktober 2006 een voldoende voor micro-economie (periode 1.1) gehaald, dan is dit resultaat geldig tot en met 31 augustus 2008. Een volledig afgerond eerstejaarsprogramma is geldig tot het einde van het vijfde inschrijvingsjaar. Om het voorbeeld van hierboven te gebruiken: als je alle vakken van het eerste jaar hebt gehaald binnen de termijn van twee jaar, dan zijn alle vakken geldig tot en met 31 augustus 2011. Voor de resultaten van de vakken uit het tweede en derde jaar geldt eveneens een geldigheidstermijn tot het einde van het vijfde inschrijvingsjaar. Kort samengevat betekent dit dat je twee jaar mag doen over het eerste jaar van de bacheloropleiding, en vijf jaar over de gehele bacheloropleiding. Afwijkende geldigheidsduur Bedrijfswetenschappen Voor studenten die vóór 1 september 2002 met hun studie bedrijfswetenschappen zijn begonnen, geldt een afwijkende geldigheidsduur. Deze is afhankelijk van het moment van instroom: voor studenten die op 1 september 2001 zijn gestart met de bacheloropleiding De eindresultaten en de deelresultaten van de casecolleges en discussiecolleges uit het eerste programmajaar zijn drie jaar geldig. • De eindresultaten en de deelresultaten van de vakken uit het tweede en derde programmajaar zijn zes jaar geldig • Het derde jaar kent geen deelresultaten. Wanneer het vak bestaat uit een aantal apart getoetste onderdelen, betekent dit dat je alle onderdelen van dit vak opnieuw moet doen als je het niet gehaald hebt voor studenten die op 1 september 2000 zijn gestart met de doctoraalopleiding • De eindresultaten van de vakken uit het eerste programmajaar zijn drie jaar geldig • De deelresultaten van de casecolleges en discussiecolleges uit het jaar 2000-2001 zijn uitsluitend geldig gedurende het cursusjaar 2000-2001
Algemene informatie voor bachelorstudenten
25
• •
De eindresultaten en de deelresultaten van de vakken uit het tweede, derde en vierde programmajaar zijn zes jaar geldig Het derde en vierde jaar kennen geen deelresultaten. Wanneer het vak bestaat uit een aantal apart getoetste onderdelen, betekent dit dat je alle onderdelen van dit vak opnieuw moet doen als je het niet gehaald hebt
11. Ongeldigheid tentamenresultaten Er zijn gevallen waarin een tentamen slechts met uitdrukkelijke toestemming van de examencommissie mag worden afgelegd, op straffe van ongeldigheid van het tentamenresultaat. Dat is onder meer het geval indien je een extra tentamengelegenheid wenst, een tentamen op andere wijze dan regulier wenst af te leggen (bijvoorbeeld mondeling in plaats van schriftelijk) of je niet voldaan hebt aan de aanmeldingsverplichting voor tentamens. Het is docenten (examinatoren) niet toegestaan in deze gevallen tentamen af te nemen c.q. de uitslag van een tentamen bekend te maken dan na uitdrukkelijke toestemming van de examencommissie. Indien een examinator in voorkomende gevallen zonder toestemming van de examencommissie toch een resultaat bekendmaakt, kun je je als student daarop niet beroepen tegenover de examencommissie teneinde geldigheid van het tentamenresultaat te bepleiten. 12. Toegang tot onderdelen van het tweede en derde bachelorjaar Je mag pas deelnemen aan tentamens, cases, practica etc. van het tweede- en derdejaarsprogramma als je gedurende je eerste studiejaar tenminste 39 ects hebt behaald. Aan het eind van je tweede inschrijvingsjaar moet je je eerste jaar hebben behaald om verder te kunnen studeren. 13. Besluiten van de examencommissie Een student die een verzoek aan de examencommissie richt, kan daags na de vergadering mondeling uitsluitsel vragen bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie; een schriftelijk antwoord wordt zo spoedig mogelijk opgestuurd. Besluiten van de examencommissie met een meer algemene strekking worden gepubliceerd in het universitaire informatieblad Ad Valvas, alsmede op de facultaire homepage. 14. Het bachelorexamen Je bent voor het bachelorexamen geslaagd als je voor alle examenonderdelen een voldoende hebt behaald. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Je moet je bachelorexamen zelf aanvragen bij het studiesecretariaat. De examencommissie controleert of je aan alle examenvereisten hebt voldaan en stelt de uitslag van je bachelorexamen officieel vast. Het getuigschrift wordt gedateerd op de laatste dag van de maand waarin je je getuigschrift aanvraagt. De getuigschriften worden tweemaal per jaar uitgereikt. Je kunt je getuigschrift pas in ontvangst nemen als je ter plekke een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs) kunt overleggen. 15. Recht van beroep Als je het oneens bent met een beslissing van een examinator of een commissie neem dan zo spoedig mogelijk nadat de desbetreffende beslissing kenbaar is gemaakt contact op met de studieadviseur. Deze kan je informeren over de 26
Bedrijfswetenschappen
beroepsmogelijkheden en –procedures. Zie voor de beroepsmogelijkheden ook hetgeen hierover is vermeld in het instellingsspecifieke deel van het studentenstatuut. 1.4.1
Studieadvies in het eerste jaar Gedurende het eerste studiejaar krijg je van de examencommissie voor 1 juli van dat jaar een niet-bindend studieadvies over het al dan niet voortzetten van je studie.
1.4.2
Studievoortgangscontrole Voldoende behaalde examenonderdelen leveren studiepunten op. Hierbij wordt het European Credit Transfer Systeem (ects) gebruikt. Bij dit systeem bestaat één cursusjaar uit 60 ects. Deze 60 ects staan voor een studiebelasting van 1680 uur. Voor 1 ects moet je dus ongeveer 28 uur studeren. Je studievoortgang wordt gemeten in behaalde ects punten. Elk jaar omstreeks maart en voor 1 oktober krijg je van de examencommissie een overzicht van je studievoortgang. Als je de norm, die is vastgelegd in de Wet op de studiefinanciering, niet haalt dan wordt je naam voor 1 november doorgegeven aan de Informatie Beheer Groep (IBG). De Dienst Studentzaken van de VU informeert je in dat geval tijdig -voor 1 november- over de gevolgen en je beroepsmogelijkheden.
1.4.3
Toelatingsvoorwaarden Voor Economie en Bedrijfseconomie en Bedrijfswetenschappen: een VWO-diploma met tenminste Wiskunde A1,2 en Economie 1 (tweede fase) of Wiskunde A of B (oude stijl). Voor Econometrie en Operationele Research: een VWO-diploma met tenminste Wiskunde B1 en Economie 1 (tweede fase) of Wiskunde A of B (oude stijl). Tot de bacheloropleidingen worden tevens toegelaten degenen met een propedeutisch getuigschrift (HBO en WO). Bij een dergelijk diploma beoordeelt de examencommissie of de bezitter voldoende wiskundevoorkennis heeft. Het opheffen van een deficiëntie in wiskunde Als je wiskunde niet in je examenpakket hebt, is er sprake van een deficiëntie. Deze moet zijn opgeheven voordat inschrijving bij de opleiding plaatsvindt. Je kunt een wiskundedeficiëntie kun je opheffen door elders een certificaat te behalen dat gelijkwaardig is aan het vwo-vak Wiskunde A1,2 of B1. Voor instroom in de opleiding economie of bedrijfswetenschappen kun je tweemaal per jaar deelnemen aan een toets wiskunde A1,2 die door de Faculteit wordt afgenomen. Neem hiervoor contact op met één van de studieadviseurs (020 – 59 86116). Colloquium doctum Voldoe je niet aan de hiervoor vermelde toelatingsvoorwaarden en heb je de leeftijd van 21 jaar bereikt dan bestaat de mogelijkheid een toelatingsonderzoek -colloquium doctum- te ondergaan. Nadere informatie kun je verkrijgen bij de Afdeling Studentendecanen van de Dienst Studentzaken: www.vu.nl/diensten/studentenzaken.
1.4.4
Meer informatie Meer informatie en de oorspronkelijke regelingen zijn te vinden in: • WHW, artikel 7.12 vierde lid, 7.13 • Statuut VU, hoofdstuk II • Faculteitsreglement Algemene informatie voor bachelorstudenten
27
• • •
28
Onderwijs- en examenregeling (OER) Regels en richtlijnen voor tentamens en examens (R&R) En op de website van de faculteit: www.feweb.vu.nl.
Bedrijfswetenschappen
2
2.1
Additionele informatie voor studenten Bedrijfswetenschappen in Zwolle
Algemeen Naast de informatie in het vorige hoofdstuk, is voor studenten Bedrijfswetenschappen in Zwolle ook de informatie in dit hoofdstuk van belang. Voor hen geldt een aantal extra voorzieningen. Lees dus beide hoofdstukken zorgvuldig.
2.1.1
Computervoorzieningen De VU studenten in Zwolle hebben de beschikking over een eigen computerzaal. Met behulp van je inlognaam en password kun je gebruik maken van de computers. Elke student heeft opslagruimte op het netwerk van VU-Windesheim en krijgt een emailadres. Naast collegespecifieke software kan in de zalen gebruik worden gemaakt van standaard software als Word, Excel, PowerPoint, Access, diverse programmeertalen, grafische software en statistische pakketten. Ook bieden de computers toegang tot elektronische bestanden en tijdschriften, een lijst van bedrijfsjaarverslagen en een lijst met verplichte literatuur. De computers zijn aangesloten op het Internet en middels het tentameninformatiesysteem kun je je studieresultaten inzien. Tegen een kleine vergoeding kun je gebruik maken van een laserprinter, het gebruik van de scanner is gratis. Als de computerzaal niet gebruikt wordt voor onderwijs, kunnen studenten hier terecht. Tijdens collegeperiodes zijn de computerzalen op maandag t/m vrijdag open van 8.30 -17.00 uur. Met vragen of problemen, het aanschaffen van diskettes/cdrom’s en het raadplegen van handleidingen kun je terecht bij ICT-helpdesk, kamer T213, tweede verdieping van het T-gebouw. Openingstijden: van maandag t/m vrijdag van 8.15 - 17.15 uur en op vrijdag van 9.00 - 17.00 uur. E-mail:
[email protected]. De campus van Windesheim heeft een draadloos netwerk, dit betekent dat je op elke gewenste plek met je laptop kunt inloggen op het netwerk. Via dit systeem kun je echter niet bij de speciale programma’s en databases waar je als VU-student vanaf de computerruimte toegang toe hebt.
2.1.2
Bibliotheek In het Mediacentrum vind je een ruime collectie boeken en tijdschriften op het gebied van Bedrijfskunde en Economie. Daarnaast heb je dia´s, videobanden, audiocassettes, diskettes, folders, cd-rom’s en een aantal landelijke dagbladen tot je beschikking. Je hebt er toegang tot het Internet en tot verschillende databanken. In het Mediacentrum kun je ook videobanden en cd-rom’s bekijken. Het mediacentrum heeft een eigen website op het intranet voor studenten en medewerkers. Op deze site krijg je een overzicht van alle informatiebronnen binnen Windesheim. Studenten Bedrijfswetenschappen kunnen met hun Windesheimpas boeken lenen bij het Mediacentrum.
Additionele informatie voor studenten Bedrijfswetenschappen in Zwolle
29
Vubis, de bibliotheekcatalogus Vubis, de bibliotheekcatalogus van Windesheim, kun je raadplegen via de computers in het Mediacentrum of via het intranet. Hierin vind je de complete collectie die via het Mediacentrum beschikbaar is. Picarta Om het totale bezit van de bibliotheken van de Nederlandse Universiteiten en hogescholen alsmede de Koninklijke Bibliotheek te doorzoeken kun je het zoekprogramma Picarta raadplegen. Als je vanuit huis in Picarta wilt zoeken, kun je contact opnemen met het Mediacentrum via onderstaand mailadres. Attenderingsbulletins, literatuuronderzoek en cursussen Aan de hand van een persoonlijk interesseprofiel kun je je door het Mediacentrum laten attenderen op voor jou relevante informatie. Ook kunnen informatiebemiddelaars een literatuuronderzoek voor je uitvoeren. Wil je leren effectief en efficiënt informatie te verzamelen, beoordelen en bewerken? Dan kun je via het Mediacentrum een korte cursus volgen op dit gebied. Het Mediacentrum bevindt zich op de begane grond van gebouw B. Openingstijden: van maandag tot en met donderdag van 8.00 - 19.30 uur en op vrijdag van 8.00 17.00 uur. Telefoon 038 - 469 9217, e-mail:
[email protected]. 2.1.3
Audio-visuele middelen en mogelijkheden Studenten van VU-Windesheim kunnen gebruik maken van diverse audiovisuele apparaten en computers, zoals fotoapparatuur, overhead en filmprojectoren, camcorders, geluidsapparatuur en laptops. De apparaten zijn, na toestemming van de opleiding, te leen bij de Audiovisuele (AV) uitleenbalie op de begane grond van het C-gebouw naast de kantoorboekhandel. Voor zelfstudie op het gebied van talen leren is er een modern digitaal laboratorium (Digilab, D-291). Studenten kunnen zich hier, eventueel onder begeleiding van een docent, een vreemde taal eigen maken.
2.1.4
Studieadviseur De studieadviseur in Zwolle is dhr. Drs. J.A. Neijzen. Hij houdt zich bezig met het geven van voorlichting, informatie en hulp aan studenten. Hij geeft onder andere informatie over vakken, planning, buitenland, et cetera. Ook biedt hij hulp als door bijzondere persoonlijke omstandigheden studievertraging ontstaat. De studieadviseur bewaakt ook de studievoortgang. Als er reden voor is, roept hij studenten op voor een gesprek. Dhr. Neijzen heeft spreekuur op vaste dagen. Je kunt zonder afspraak naar het spreekuur komen. Je kunt ook een afspraak maken voor een gesprek via het studiesecretariaat (
[email protected]; tel.038 - 468 8893). De studieadviseur is gehuisvest in kamer F-105, Campus 2 – 6, 8017 CA Zwolle, tel. 038 - 469 9662, email:
[email protected].
30
Bedrijfswetenschappen
2.1.5
Studentenruimte Studenten van de Vrije Universiteit in Zwolle hebben een eigen ruimte met zitplaatsen en een leestafel, waar ze voor of na de colleges terecht kunnen. Deze ruimte bevindt zich naast de computerruimte op F-1.
2.1.6
Facultaire studentenvereniging Zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven, is Aureus de faculteitsvereniging van de opleidingen Economie en Bedrijfseconomie en Bedrijfswetenschappen in Amsterdam. In Zwolle is in 2004 door de eerste- en tweedejaarsstudenten een start gemaakt met het opzetten van een eigen faculteitsvereniging, B!Z. Het succes van B!Z is mede afhankelijk van jouw eigen inzet! Wil je actief meedenken en helpen om de vereniging in Zwolle verder op te zetten? Meld je dan zo snel mogelijk aan bij de studieadviseur in Zwolle.
2.2
2.2.1
Studiesecretariaat, Studentenbalie, Studie-Informatiecentrum, Gemeenschappelijke studentenadministratie Studiesecretariaat Het studiesecretariaat is het centrale punt voor een student. De medewerkers van het studiesecretariaat kunnen vragen beantwoorden over verschillende zaken met betrekking tot het onderwijs. Bij het studiesecretariaat kun je terecht voor de volgende zaken: · rooster · inschrijven en afmelden voor tentamens · uitslagen tentamens · vragen over TISVU · aanvragen getuigschriften · aanvragen vrijstellingen · aanvragen toestemming in te schrijven voor de masteropleiding · Ad Valvas · maken van een afspraak met de studieadviseur Het studiesecretariaat is gehuisvest in kamer F-101, Campus 2 – 6, 8017 CA Zwolle, tel. 038 - 468 8893. Openingstijden: dinsdag t/m vrijdag van 09.00 – 12.00 uur en van 13.00 – 17.00 uur.
2.2.2
Studentenbalie Vrije Universiteit Studenten Bedrijfswetenschappen in Zwolle staan officieel ingeschreven bij de VU in Amsterdam. Bij de volgende zaken moet je contact opnemen met de studentenbalie in Amsterdam. · inschrijving · uitschrijving · betalen collegegeld · aanvragen bewijs betaald collegegeld · informatie over colloquium doctum · wijzigen van adres- en persoonsgegevens Dit kan via de website van de studentenbalie (www.vu.nl). Hier kun je ook de benodigde formulieren vinden.
Additionele informatie voor studenten Bedrijfswetenschappen in Zwolle
31
Adres: Studentenbalie Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, Servicecentrum, 0A-11, 1081 HV Amsterdam, tel. 020 - 59 85020. Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 10.00 - 17.00 uur. 2.2.3
Gemeenschappelijk Studentenadministratie Windesheim Je adresgegevens worden ook verstrekt aan de Gemeenschappelijke Studentenadministratie van Windesheim. Deze verzorgt hiermee o.a. je inlogaccount van Windesheim, waarmee je gebruik kunt maken van de mediatheek en het computernetwerk. GSA, kamer C085, telefoon 038 - 469 9120. Openingstijden: dinsdag t/m vrijdag van 10.00-16.00 uur.
2.2.4
Studie-Informatiecentrum (SIC) van Windesheim In het Studie-Informatiecentrum kun je informatie vinden over studeren en alles wat daarmee samenhangt. Bij bepaalde informatievragen verwijst het StudieInformatiecentrum door naar een decaan, een studie- en beroepskeuzeadviseur of een voorlichter. Bij het Studie-Informatiecentrum is informatie te krijgen over: Opleidingen De brochures van opleidingen (landelijk); studiegidsen van Windesheim opleidingen; naslagwerken over 'onderwijsland'. Er zijn ook computerprogramma’s beschikbaar die kunnen helpen bij het maken van een studie- en beroepskeuze. Internationalisering Informatie voor Nederlandse studenten die naar het buitenland willen: beurzen, taalreizen, studie, stage. Er zijn computerprogramma’s beschikbaar die kunnen helpen bij het vinden van fondsen voor buitenlandse stages. Arbeidsmarkt en beroep Informatiemateriaal over verschillende beroepssectoren, brochures over 'werk en loopbaan' en het vacatureoverzicht: een weekblad met alle vacatures uit landelijke en regionale bladen en kranten. Studentenvoorzieningen Informatie over: sport, studentenpastoraat, studeren met een handicap, wonen (huisvesting), studentenvakbond en de stad Zwolle. Wet- en regelgeving Informatie over: belastingen, sociale zekerheid en onderwijs. Het Studie-Informatiecentrum is op werkdagen geopend van 10.00 tot 16.00 uur. tel. 038 - 469 9699 van 8.30 tot 17.00 uur, gebouw C, kamer 075, e-mail:
[email protected].
32
Bedrijfswetenschappen
2.3
Algemene voorzieningen In het onderstaande hoofdstuk vind je een korte opsomming van de meest gevraagde voorzieningen en bezochte diensten en de manier waarop deze bereikbaar zijn. Uitgebreide informatie vind je op de website van Windesheim: www.windesheim.nl > studeren bij Windesheim > voorzieningen.
ADVIES EN BEGELEIDING Studentendecanen Bij de studentendecanen kun je terecht met algemene vragen over en problemen met studie, onenigheid over uitslagen van tentamens, conflicten met docenten of over financiën. De vaste studentendecaan van Bedrijfswetenschappen in Zwolle is Magda Lokhorst, kamer C-141, tel. 038 - 469 9207,
[email protected]. Studentenpsychologen De studentenpsychologen van Windesheim zijn Marielle van der Wees, Geert Griemink en Anouk Faber: gebouw G, kamer G240 en G242 (achter de tentamenzaal G-220), tel. 038 - 469 9246. Vertrouwenspersonen Mw. W.J.M. Vos-van Kolck, Mw. C. Goosen en de heer R. Hermans, kamer G205/203, tel. 038 - 469 9900,
[email protected] Ombudsman Dhr. drs. B.M.J. Hermans, kamer 0E-66, De Boelelaan 1105, kamer 0E-66 (bg, gang linksom na het Servicecentrum) tel. 020 - 59 85313, e-mail:
[email protected]. Vermeld in het e-mailbericht je telefoonnummer en je e-mailadres. Een uitnodiging voor een gesprek volgt dan zo spoedig mogelijk. Kijk ook op: www.vu.nl/studenten INSCHRIJVEN EN FINANCIËN Studentenbalie Vrije Universiteit www.vu.nl/student Studiefinanciering Alle folders en formulieren van de Informatie Beheer Groep met betrekking tot studiefinanciering zijn te vinden bij het Studie-Informatiecentrum. Met vragen over de tempobeurs en de prestatiebeurs kun je terecht bij de studentendecaan. Je kunt ook rechtstreeks bij de IB-groep terecht. Adres: Regiokantoor IB-groep Zwolle, Hanzelaan 280, 8017 JJ Zwolle, tel. 050 599 7755. NAAST JE STUDIE Studieloopbaancentrum Heb je twijfels over je studiekeuze? Twijfel je tussen studeren of werken? Het studieloopbaancentrum is het studiekeuze- en loopbaanadviescentrum van de hogeschool en garandeert onafhankelijke keuzebegeleiding. In het eerste oriënterend Additionele informatie voor studenten Bedrijfswetenschappen in Zwolle
33
gesprek wordt bekeken wat er in jouw geval nodig is. Aan gesprekken, trainingen en testen zijn kosten verbonden. Adres: Informatiecentrum van Windesheim en vraag naar Studieloopbaancentrumbegeleiding. Tel. 038 - 469 9100, e-mail:
[email protected]., openingstijden 9.00 -17.00 uur Sport Respoc organiseert instuifactiviteiten, sportcursussen en sporttoernooien en evenementen. Je kunt hierbij gebruik maken van verschillende sportzalen, een fitnesscentrum, een overdekt zwembad, atletiekbanen en een klimmuur. De instuifavonden zijn vrijblijvend te bezoeken met een geldige Respoc-sportpas. Een sportcursus bestaat uit 8 lessen. Hiervoor wordt soms een extra bijdrage gevraagd afhankelijk van de gekozen cursus. Je kunt je inschrijven bij de balie van het fitnesscentrum, tevens kantoor van de Respoc (A-071). Meenemen voor inschrijving: een recente pasfoto of goede kopie daarvan, een kopie van je collegekaart en je pinpas. Servicejobs Servicejobs Windesheim is het banenbemiddelingsbureau en centrum voor arbeidsbemiddeling en loopbaanadvisering op Windesheim. Servicejobs bemiddelt en begeleidt (bijna) gediplomeerden die op zoek zijn naar een passende baan en langerafgestudeerden die aan een nieuwe uitdaging toe zijn. Adres: Servicejobs Windesheim, kantoor C-063, tel. 038 - 466 9524, fax: 038 - 466 9289, e-mail:
[email protected], www.servicejobs.nl Studentenpastoraat Bij het studentenpastoraat kun je terecht als je je verder wilt ontwikkelen op het gebied van geloof en beroep, leven of cultuur. Je kunt deelnemen aan gespreksgroepen en thema-avonden van het studentenpastoraat. Elke derde zondag van de maand is er een oecumenische kerkdienst speciaal voor en met medewerking van studenten. Ook kun je een individueel gesprek hebben met de studentenpredikant. Deelname aan activiteiten staat open voor iedereen, ongeacht kerkelijke achtergrond of kerkelijke betrokkenheid. Het studentenpastoraat is geen vereniging waar je lid van kunt worden, maar een voorziening waar je per activiteit aan kunt deelnemen. Tel: 038 - 469 9225. Stiltecentrum Het Stiltecentrum is bedoeld voor een moment van rust. Je kunt deze ruimte gebruiken voor meditatie, voor een gebed, om even rustig te lezen, tot jezelf te komen of om een gesprek met een kleine groep te houden. Elke dag wordt er in het Stiltecentrum een korte tekst voorgelezen gevolgd door een moment van stilte. De tekst is bedoeld als gedachte voor de dag. Het geheel duurt zeven minuten (12.53 13.00 uur). Je vindt het Stiltecentrum in C-003, bij de kantine in het C-gebouw. Restaurants De Campus telt een aantal restaurants en kantines in gebouw A, B, D, en T. In de hoofdkantine in gebouw C kun je ´s avonds voor circa 4 euro een warme maaltijd krijgen. Cateraar Team Spirit verzorgt soep, broodjes, maaltijden en snacks. In alle gebouwen staan koffie- thee- frisdrank- en snackautomaten. Openingstijde: kantine
34
Bedrijfswetenschappen
C-gebouw van 8.00 - 20.00 uur (warme maaltijd van 16.30 - 19.00 uur). Overige kantines (T/D en A) van 10.00 - 14.00 uur Boekhandel Westerhof Op de hoek van gebouw G zit Boekhandel Westerhof. In de boekhandel kun je terecht voor studieboeken, kranten, tijdschriften en kaarten. Maandagmorgen en tussen de middag gesloten. Tel. 038 - 460 0853. Kantoorboekhandel In de kantoorboekhandel in gebouw C zijn studiematerialen, readers, kaarten en kantoorbenodigdheden te koop. Tel. 038 - 469 9203. Openingstijden: 9.00 – 17.00 uur. Kopieerapparaten en repro Op Windesheim zijn verschillende kopieerfaciliteiten beschikbaar. Je kunt kopiëren bij de kopieermachines die je vindt in de verschillende gebouwen. Hiervoor kun je je studentenchipkaart opladen bij de oplaadautomaten. Voor grotere hoeveelheden kopieerwerk, kleurenkopieën of inbindwerk kun je gebruik maken van het kopieercentrum dat op de begane grond van het C-gebouw gevestigd is. Openingstijden: 9.00 – 17.00 uur. Tel. 038 - 469 9283. Openingstijden gebouwen De gebouwen zijn van maandag t/m donderdag van 7.00 - 22.00 uur, op vrijdag van 7.00 - 21.00 en op zaterdag van 8.30 - 16.30 uur geopend.
Additionele informatie voor studenten Bedrijfswetenschappen in Zwolle
35
36
Bedrijfswetenschappen
3
3.1 3.1.1
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
Algemeen Inleiding De studie Bedrijfswetenschappen is opgezet volgens de bachelor-masterstructuur. Dit stelsel is ingevoerd om de universitaire opleidingen in Europa beter op elkaar af te stemmen en onderling vergelijkbaar te maken. Dit houdt in dat er een driejarige bacheloropleiding en een éénjarige masteropleiding wordt aangeboden. De opleiding Bedrijfswetenschappen geeft je een gedegen theoretische opleiding in de bedrijfskunde. Tegelijkertijd wordt er veel aandacht besteed aan het toepassen van deze theorie op concrete problemen. Hierbij komen ook academische vaardigheden als rapporteren en presenteren aan de orde. In deze gids vind je uitgebreide informatie over de bacheloropleiding. Alle zaken die van belang zijn voor je studie zijn hier beschreven. Ook het doorstromen naar de masteropleidingen van de faculteit wordt beschreven. Voor de masterprogramma's zelf verwijzen we naar de studiegids Master Programmes. Vooral het hoofdstuk Praktische Regels ten aanzien van de studie is belangrijk. Hierin staan als het ware de spelregels bij de studie. Spelregels zijn belangrijk, maar houd er rekening mee dat zij in de tijd kunnen veranderen. Aan de informatie in deze studiegids kun je dan ook geen rechten ontlenen. De meest actuele informatie tref je aan op de facultaire website (www.feweb.vu.nl), op Blackboard en op de mededelingenborden bij het studiesecretariaat. Je krijgt ook wijzigingen en informatie op het e-mailadres dat je van de faculteit krijgt. Raadpleeg dit dus regelmatig!
3.1.2
Jaarplanning De jaarplanning voor collegejaar 2006-2007 is als volgt 04.09.06 – 13.10.06 college periode 1 16.10.06 – 20.10.06 zelfstudie 23.10.06 – 27.10.06 tentamens periode 1 30.10.06 – 08.12.06 college periode 2 11.12.06 – 15.12.06 zelfstudie en hertentamens periode 1 18.12.06 – 22.12.06 tentamens periode 2 08.01.07 – 02.02.07 practicum I (periode 3) 05.02.07 – 16.03.07 colleges periode 4 19.03.07 – 23.03.07 zelfstudie en hertentamens periode 2 en periode 3 26.03.06 – 30.03.07 tentamens periode 3 en 4 02.04.07 – 14.05.07 colleges periode 5 15.05.07 – 23.05.07 zelfstudie en hertentamens periode 3 en 4 24.05.07 – 01.06.07 tentamens periode 5
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
37
04.06.07 – 29.06.07 practicum II (periode 6) 02.07.07 – 06.07.07 (her)tentamens periode 5 en 6 20-08-07 - 24-08-07 hertentamens periode 6 De volgende dagen zijn college- en tentamenvrij: 25 december 2006 - 5 januari 2007: Kerstvakantie vrijdag 6 april: Goede Vrijdag maandag 9 april: Pasen maandag 30 april: Koninginnedag donderdag 17 en vrijdag 18 mei: Hemelvaart maandag 28 mei: Pinksteren 15 juli - 3 september: Zomervakantie
3.2 3.2.1
De opleiding Programmabeschrijving De studie Bedrijfswetenschappen aan de Vrije Universiteit richt zich op de zakelijke dienstverlening. In deze studie staan bedrijfsprocessen van zakelijke dienstverleners centraal. Voorbeelden hiervan zijn banken en verzekeraars, distributeurs en transportbedrijven, adviesbureaus, automatiseerders en internetondernemingen. Maar ook bij producenten vinden dienstverlenende processen plaats. Voorbeelden hiervan zijn interne adviesdiensten, een automatiseringsafdeling en een distributiecentrum. In de dienstverlening is sprake van een andere situatie dan in een productie- of handelsonderneming. Er worden geen tastbare producten geleverd, maar niet-tastbare diensten, er is intensief contact met de klant, vaak is de dienst speciaal afgestemd op de klant en de menselijke aspecten spelen een cruciale rol in het dienstverleningsproces. Dienstverlening impliceert maatwerk en brengt de noodzaak met zich mee om niet alleen de ‘harde’ kanten van de organisatie, zoals de structuur, de processen en de financiën, maar ook de ‘zachte’ kant, de mensen en de cultuur, goed te kennen. Om die reden leer je bedrijfskundige problemen bezien vanuit vier gezichtspunten: • •
• •
de economische wetenschappen, waarin de economische en financiële achtergrond van de bedrijfsvoering centraal staan de technologie, zowel in haar ondersteunende rol bij bestaande bedrijfsprocessen en informatiesysteem, als in haar vernieuwende rol bij de (her)inrichting van dienstverlenende processen de sociale wetenschappen, waarin het menselijk gedrag in organisaties aan de orde komt algemene bedrijfskunde, waarin strategie en organisatie, centraal staan. In deze discipline wordt ook integratie van de bovenstaande drie disciplines nagestreefd
De studie kent vier specialisaties die zich richten op verschillende sectoren binnen de zakelijke dienstverlening: • Finance, Banking and Insurance
38
Bedrijfswetenschappen
• • •
Electronic Business and IT-Industry Consultancy Industry Transport, Distribution and Logistics
Iedere richting bestaat uit een aantal verplichte vakken en een aantal keuzevakken. De bacheloropleiding wordt afgerond met een scriptie, waarna de studie met een officieel diploma zal worden afgesloten. Je mag dan de internationaal erkende titel Bachelor of Science in Business Administration (BSc in BA) voeren. Een goede bedrijfskundige is in staat zijn brede kennis te gebruiken om vraagstukken die zich in de praktijk voordoen op te lossen. De studie Bedrijfswetenschappen is een intensieve studie. Een groot deel van het onderwijs vindt plaats in interactieve vorm. Je moet theorie bestuderen en vragen daarover voorbereiden, cases uitwerken, werkstukken maken en je werk presenteren aan je groep. Elk jaar heeft een studielast van 60 ects (European Credit Transfer System) punten. De eerste twee cursusjaren bestaan elk uit vier perioden van acht weken en twee perioden van vier weken waarin integratieprojecten en aanvullende vakken worden gegeven. Aan het einde van de periode vindt het tentamen plaats. De herkansingen volgen vrij snel op de eerste tentamengelegenheid. Tijdens de collegecyclus moeten veel opdrachten worden uitgewerkt. Je kunt met behulp van die opdrachten de stof bijhouden. Bij een groot deel van de vakken wordt de beoordeling van deze opdrachten meegewogen in de eindbeoordeling. Dit betekent dat succesvol studeren tijd kost. Je moet rekenen op een werkweek van veertig uur. Het is niet mogelijk om een omvangrijke bijbaan naast je studie te hebben, mede omdat je veel in groepjes op de universiteit aan opdrachten werkt. 3.2.2
Doelstellingen en eindtermen Academische doelstellingen De opleiding Bedrijfswetenschappen heeft tot doel bedrijfskundigen op te leiden die in staat zijn geavanceerde multidisciplinaire kennis toe te passen en die toepassing in een specifieke situatie te beoordelen. Het accent van deze wetenschappelijke opleiding ligt op kritische reflectie. Centraal staat het produceren of ontwikkelen van kennis en het toepassen van kennis. Deze kennisproductie en kennistoepassing dienen te voldoen aan een aantal criteria, zoals objectiviteit, steekhoudende argumentatie en kritische analyse. Professionele doelstellingen De doelstelling van de studie Bedrijfswetenschappen is om academisch gevormde bedrijfskundigen met een bijzondere expertise op het terrein van de zakelijke dienstverlening op te leiden. De opleiding voorziet in het aandragen van gefundeerde kennis waardoor de afgestudeerden in staat zijn om praktijkproblemen aan de hand van relevante theorie te analyseren, in een multidisciplinair teamverband oplossingen te ontwikkelen en over te dragen aan de afnemer(s) waarbij rekening gehouden wordt met de implementatie-aspecten.
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
39
Beoogd profiel van de afgestudeerde De opleiding Bedrijfswetenschappen leidt op voor management- en adviesfuncties in de dienstverlenende context. Dit kan zijn binnen de dienstverlenende organisaties (zoals bank- en verzekeringswezen, adviesbureaus, internetbedrijven), maar ook binnen de dienstverlenende afdelingen van grote industriële ondernemingen. Vanuit een brede deskundigheid kan de student in een specifieke beroepsrol als manager, consultant, ondernemer of onderzoeker functioneren binnen vier reeds genoemde sectoren (Finance, Banking and Insurance; Electronic Business and IT-Industry; Transport, Distribution and Logistics en Consultancy Industry). Afgestudeerden dienen bijvoorbeeld inzetbaar te zijn bij projecten zoals: • • • • • •
de werkplastplanning bij een verzekeringsmaatschappij of distributiecentrum de invoering van nieuwe technologie en het innovatiebeleid het organiseren van het aanbod van nieuwe producten het vormgeven van organisatieveranderingen als gevolg van fusies, overnames of afsplitsing van activiteiten het opzetten van financieringsconstructies het invoeren van een personeelsbeoordelingssysteem
Operationalisering van de doelstellingen in eindtermen Inzicht in wetenschapsdiscipline(s) De student heeft inzicht in het theoretische en methodologische kennisdomein van de bedrijfskundige wetenschapsdiscipline in samenhang met de wetenschapsdisciplines van de economie, de sociale wetenschappen en de technologie. Na deze opleiding heeft de student voldoende basis om bedrijfskundige vraagstukken te analyseren en oplossingen te ontwikkelen met behulp van bedrijfskundige methoden en technieken om gegevens te verzamelen en te analyseren. Tevens heeft de student ervaring met het wetenschappelijk verantwoord opzetten, uitvoeren en rapporteren van een onderzoeksproject. Toegang tot wetenschappelijke kennis De afgestudeerde student is in staat wetenschappelijke artikelen en vakpublicaties op te sporen die nodig zijn in de eigen (wetenschappelijke of maatschappelijke) beroepspraktijk en is in staat deze publicaties kritisch te beoordelen. Na de bacheloropleiding kan de afgestudeerde student wetenschappelijke vraagstukken en theoretische kaders weergeven en van deskundig commentaar voorzien. Ook heeft de afgestudeerde bachelor die expertise ontwikkeld op het gebied van de zakelijke dienstverlening in de gekozen specialisatie waarmee hij specifieke bedrijfskundige vraagstukken kan aanpakken. Wetenschappelijke attitude De afgestudeerde bachelor: • heeft inzicht in de aard van wetenschappelijke kennis en de wijze waarop deze tot stand komt • kan op een wetenschappelijk verantwoorde wijze bedrijfskundige vraagstukken beschrijven en verklaren
40
Bedrijfswetenschappen
•
•
•
heeft een open oog voor wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen en heeft de attitude en vaardigheden die nodig zijn voor levenslang leren en professionele groei is in staat op heldere wijze schriftelijk te rapporteren en mondeling te presenteren, afgestemd op een gegeven forum en kan zich zowel mondeling als schriftelijk goed uitdrukken in de Nederlandse taal beschikt over de denk- en redeneervaardigheden die nodig zijn voor adequate wetenschapsbeoefening en -toepassing.
Praktische vaardigheden De afgestudeerde bachelor is in staat projecten planmatig op te zetten en uit te voeren, hij kan werken in teamverband en hij bezit de communicatieve en sociale vaardigheden die nodig zijn voor het functioneren in arbeidsorganisaties, voor het samenwerken met anderen en voor de omgang met opdrachtgevers, cliënten en tegenspelers. Na de bachelorfase kan de student de veel voorkomende knelpunten en valkuilen in implementatietrajecten beschrijven en kan hierbij oplossingen aandragen op het vlak van organisatie, mensen (acceptatie) en systemen (zowel de productiesystemen als de informatiesystemen). Professionele vaardigheden Na de bacheloropleiding kan de student vanuit zijn brede deskundigheid op verschillende terreinen (Finance, Banking and Insurance; Electronic Business and IT-Industry; Consultancy Industry; Transport, Distribution and Logistics) werkzaam zijn. De afgestudeerde bachelor heeft een kwaliteitsbewuste habitus; rekening houdend met de gegeven randvoorwaarden levert hij producten en diensten van professioneel kwaliteitsniveau. De afgestudeerde bachelor onderkent in welke omstandigheden het belangrijk is onafhankelijk, rationeel en gedisciplineerd te denken en heeft de durf en de kracht om zijn vermogens dan in te zetten. Door de internationale oriëntatie van de opleiding is de afgestudeerde bachelor in staat in een internationale context te opereren. Na deze opleiding benadert de afgestudeerde student bedrijfskundige vraagstukken integraal vanuit de perspectieven van economie, technologische wetenschappen, sociale- en algemene bedrijfswetenschappen. 3.2.3
Werkvormen De werkvormen zijn afgestemd op de eindtermen. Hierin staat centraal dat niet alleen kennis verworven moet worden, maar ook inzicht om de bruikbaarheid van de kennis te beoordelen en de vaardigheid om deze toe te passen. Om die reden wordt het accent gelegd op interactieve werkvormen, zoals discussiecolleges, casecolleges en projecten. Door te werken met theorieën en modellen ontstaat inzicht in de mogelijkheden en onmogelijkheden van deze theorieën en modellen. Door het gebruik van cases en werkstukken kun je oefenen met de toepassing ervan. De meeste colleges vinden plaats als practica, waarin een grote inzet van je gevergd wordt. Er
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
41
wordt per vak slechts in beperkte mate (ongeveer éénderde tot de helft van de contacturen) hoorcollege gegeven. In deze hoorcolleges wordt een inleiding op de theorie gegeven. In het eerste en tweede jaar worden hoorcolleges, discussiecolleges, casecolleges en practica gegeven. De discussiecolleges, casecolleges en practica vinden plaats in werkgroepen van 20 tot 25 studenten; hoorcolleges worden gegeven aan grotere groepen studenten. • •
•
•
Tijdens een hoorcollege geeft de docent een inleiding over de theorie. Gemiddeld moet je rekenen op twee tot drie hoorcolleges van twee uur per week. Daarnaast worden discussiecolleges gegeven. In discussiecolleges komt een werkgroep bij elkaar en wordt onder leiding van een docent de literatuur kritisch besproken en bediscussieerd. Vaak worden hierbij korte opdrachten verstrekt die je moet voorbereiden.. In casecolleges wordt het geleerde toegepast in aan de praktijk ontleende cases. Je zult meestal in teams van twee à drie studenten een case uitwerken. Bij de caseuitwerking moet je het probleem goed definiëren, vaststellen op welke wijze een oplossing voor het probleem ontwikkeld zal worden, en dit vervolgens uitwerken en op schrift stellen. Tijdens het casecollege worden door teams uitwerkingen gepresenteerd, die vervolgens door de groep bediscussieerd worden. De praktijkopdrachten en cases hebben vooral als doel inzicht te bevorderen en te leren hoe iets toegepast moet worden. Voor deze colleges geldt in vrijwel alle gevallen een aanwezigheidsplicht. Practica, waarin uitwerkingen van opgaven worden besproken. Ook hier geldt dat voor deze colleges in het algemeen een aanwezigheidsplicht geldt.
In het derde jaar kennen vakken een grotere diversiteit aan werkvormen dan in jaar één en twee. De meeste vakken zullen gedoceerd worden via hoorcolleges. Verder zal in kleine groepjes of individueel aan een essay of paper worden gewerkt. Het onderwijs van de professionele vaardigheden zal een sterk interactief karakter hebben. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de werkvormen wordt verwezen naar de vakomschrijvingen. 3.2.4
3.3
Toetsing De stof die behandeld is in de colleges, wordt schriftelijk getentamineerd. De tentamens kunnen uit zowel open vragen als meerkeuzevragen bestaan. Voor informatie over de becijfering zie het hoofdstuk Algemene informatie voor bachelorstudenten.
Programma eerste jaar 1 Het eerste jaar bestaat uit tweemal twee perioden van acht weken en tweemaal een periode van vier weken. In elke periode van acht weken krijg je twee vakken van elk 6 ects. De eerste zes weken zijn collegeweken, de achtste week is de tentamenweek. De twee perioden van vier weken kennen elk een studielast van totaal 6 ects en zijn bedoeld voor integratieprojecten en overige vakken. 1
42
Dit programma geldt voor 2006-2007. M.i.v. 2007-2008 zal dit gewijzigd worden.
Bedrijfswetenschappen
Aan het begin van elke periode is er op Blackboard een studiewijzer beschikbaar. Hierin vind je uitgebreide informatie over de doelstellingen, werkwijze en inhoud van elk programmaonderdeel. De beschrijvingen van de vakken zelf vind je achterin deze gids. We vatten de indeling van het eerste studiejaar in een schema samen. Aansluitend wordt van elke periode een beschrijving gegeven. Periode 1 (sept-okt) Periode 2 (nov-dec) Periode 3 (januari) Periode 4 (febr-mrt) Periode 5 (apr-mei) Periode 6 (juni)
3.3.1
Introduction to Business Administration Business Administration in the Service Industry Structuring Organisations Introductieactiviteiten Logistics and Accounting Financial Accounting and Bookkeeping Logistics and Operations Research Integration and Research Methods Business Research Methods Internal and External Analysis Organisation and Statistics Organizational Behaviour Statistics I Finance and ICT Business Information Technology Finance and Financial Arithmetic Integration and Economics Business Game Economics
6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 3 ects 3 ects 6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 3 ects 3 ects
Korte omschrijving perioden eerste jaar Periode 1: Introduction to Business Administration In de eerste periode wordt een inleiding gegeven op bedrijfskunde en het bedrijfskundige model dat in de opleiding gehanteerd wordt. Het eerste vak heet Business Administration in the Service Industry. Hierin maak je kennis met bedrijven die verbetering behoeven. Je leert het bestaande bedrijf analyseren en een verbeterplan op te stellen. Om een bedrijf naar een betere positie te begeleiden heeft een bedrijfskundige een aantal tools ter beschikking. Je leert welke dat zijn en welke je in welke situatie kunt inzetten. Het tweede vak van deze periode is Structuring Organizations. Hierin maak je kennis met het functioneren van organisaties in hun omgeving vanuit een algemeen bedrijfskundige invalshoek. In de eerste periode wordt ook aandacht besteed aan kennismaken met de studie en aan vaardigheden die je nodig hebt tijdens je studie, zowel studievaardigheden als professionele en academische vaardigheden. In de eerste werkcolleges van deze periode wordt een start gemaakt met academische vaardigheden zoals het schrijven van teksten, het doen van onderzoek, het verzamelen van gegevens, interviewen en het werken in projecten en teams. Uiteraard worden deze vaardigheden gedurende de rest van de opleiding verder uitgebreid.
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
43
Daarnaast wordt in de eerste week een start gemaakt met vaardigheidsonderwijs. Je kunt vaststellen of je de vereiste elementaire computervaardigheden bezit en komen presentatievaardigheden en raadplegen bibliotheekgebruik aan de orde. Deze vaardigheden heb je tijdens je hele studie nodig. In de eerste periode ga je al presentaties geven en de universiteitsbibliotheek gebruiken. Veelal wordt aandacht aan deze vaardigheden besteed in de werkgroep waar je deel van uitmaakt. Deze werkgroepen blijven het hele jaar gelijk, zodat je de medestudenten in je groep goed leert kennen. Periode 2: Logistics and Accounting In de tweede periode wordt de organisatie beschouwd vanuit een logistiek en financieel perspectief. Periode 3: Integration and Research Methods Deze periode van vier weken wordt besteed aan een integratieproject behorende bij vakken die daarvoor gegeven zijn. Tevens wordt ingegaan op de methodische aspecten van bedrijfswetenschappelijk onderzoek met het vak Business Research Methods. Periode 4: Organisation and Statistics In de vierde periode wordt een inleiding gegeven in het functioneren van organisaties in hun omgeving vanuit een gedragswetenschappelijke invalshoek. Voorts wordt kennis gemaakt met statistiek als instrument ter ondersteuning van bedrijfswetenschappelijk onderzoek. Periode 5: Finance and ICT In de vijfde periode wordt een vervolg gegeven aan het bestuderen van organisaties vanuit economisch en technologisch perspectief. Naast aspecten van financiering wordt de toenemende rol van informatietechnologie in het functioneren van organisaties bestudeerd. Periode 6: Integration and Economics In deze periode van vier weken wordt aandacht besteed aan het vak Economics. Daarnaast wordt een bedrijfsspel gespeeld, waarin de stof uit de voorgaande perioden geïntegreerd wordt.
3.4
Programma tweede jaar2 Het tweede jaar bestaat eveneens uit tweemaal twee perioden van acht weken en tweemaal twee perioden van vier weken. In elke periode van acht weken krijg je twee vakken van elk 6 ects. De twee perioden van vier weken kennen elk een studielast van totaal 6 ects en zijn bedoeld voor integratieprojecten en overige vakken.
2
44
Dit programma geldt tot 30 augustus 2008, daarna wordt dit programma gewijzigd.
Bedrijfswetenschappen
Periode 1 (sept-okt) Periode 2 (nov-dec) Periode 3: (januari) Periode 4 (febr-mrt)
Periode 5 (apr-mei) Periode 6 (juni)
3.4.1
Information Systems and Law Business Law Information Systems Human Resources Management and Marketing Human Resources Management Marketing Integration and Statistics Marketing, Planning and Information Systems Statistics II Financial Management and Quantitiative Business Analysis Financial Management Management Accounting Quantitative Business Analysis Strategy and Marketing Strategy Development, Implementation and Evaluation Services Marketing Integration and Philosophy Business Plan Philosophy I
6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 6 ects
6 ects 6 ects 3 ects 3 ects
Korte omschrijving perioden tweede jaar Periode 1: Information Systems and Law In de eerste periode staan het opslaan en ontsluiten van grote hoeveelheden gegevens middels informatiesystemen centraal. Daarnaast wordt de bedrijfsjurische invalshoek besproken. Periode 2: Human Resources Management and Marketing Deze periode is geheel gewijd aan personeelsmanagement en aan consumentenmarketing. Periode 3: Integration and Statistics Deze periode beslaat vier weken waarin het tweede vak Statistics wordt behandeld en de leerstof uit de vorige perioden geïntegreerd wordt met behulp van het vak Marketing, Planning and Information Systems Periode 4: Financial Management and Quantitative Business Analysis In deze periode gaat het om de beheersing cq. besturing van bedrijfsprocessen. Hierbij ligt het accent op de financiële kant van de onderneming. Je krijgt hierin drie vakken, namelijk Financial Management en Management Accounting die elk tellen voor 3 ects en Quantitative Business Analysis dat telt voor 6 ects. Periode 5: Strategy and Marketing Strategy and Marketing behandelt de strategische besluitvormingsprocessen in organisaties en de marketing van diensten van de organisatie richting klantengroepen. Het doel is studenten inzicht te verschaffen in strategieën van dienstverlenende organisaties in relatie tot hun omgeving en de marketing van diensten aan klantengroepen.
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
45
Periode 6: Integration and Philosophy Naast het volgen van het vak Philosophy I, moet je in deze periode een Businessplan schrijven, waarin de leerstof uit de vorige perioden geïntegreerd aan de orde komt.
3.5
Programma derde jaar 3 Het derde jaar van de opleiding Bedrijfswetenschappen is enerzijds gericht op afronding en integratie en anderszijds is het een introductie van de specialisaties van het masterjaar, te weten Finance, Banking and Insurance; E-business and ITIndustry; Consultancy Industry en Transport, Distribution and Logistics. Voor een uitgebreide beschrijving van de specialisaties, zie de paragrafen verderop in dit hoofdstuk. In het derde jaar worden diverse soorten vakken aangeboden. Deze vakken kennen verschillende werkvormen en zijn al dan niet verplicht. Het derde jaar is sterk afwijkend van de eerste twee jaar. Het verschil zit vooral in de mogelijkheid om voor een groot deel zelf je jaarindeling te bepalen door een aantal vakken te kiezen. Sommige keuzevakken zijn verplicht als je naar een andere master dan Business Administration wilt doorstromen. Het is dus zaak je zorgvuldig te oriënteren om een goede aansluiting met de masteropleiding van je keuze te waarborgen. Het derde jaar begint met een aantal disciplinevakken. Deze vakken hebben betrekking op een specifieke wetenschappelijke discipline, te weten Social Sciences, Technological Sciences, Economic Sciences en Business Sciences. Tevens worden er vier sectorspecifieke introductievakken. Je kiest er daar één van: je specialisatie. In de sectorspecifieke vakken zullen de verschillende sectoren nader worden toegelicht. Dit betekent dat ontwikkelingen, trends, problematieken en karakteristieken van de sector worden uiteengezet en geanalyseerd. Bij deze analyse wordt gebruik gemaakt van de kennis die is opgedaan in diverse disciplinevakken. In de sectorvakken zal tevens enige leerstof vanuit die disciplines worden behandeld, die onlosmakelijk verbonden is met de betreffende sector. Verder worden in het derde jaar vakken aangeboden op het gebied van academische en professionele vaardigheden en competenties. Academische competenties houden in dat je in staat bent wetenschappelijk onderzoek uit te voeren en inzicht hebt in hoe wetenschappelijke kennis tot stand komt. Professionele competenties heb je nodig bij de dagelijkse uitoefening van je beroep, waarbij sociale, communicatieve en adviesvaardigheden van groot belang zijn. Tenslotte heb je de mogelijkheid om een aantal keuzevakken te volgen. Deze vakken kunnen bestaan uit discipline- of sectorvakken, maar je kunt ook vakken volgen bij andere opleidingen of faculteiten. Ook het volgen van vakken aan andere universiteiten in binnen- en buitenland behoort tot de mogelijkheden. Voor vakken die je buiten de faculteit wilt volgen, moet je toestemming hebben van de examencommissie. 3
46
Dit programma wordt m.i.v. 1 september 2008 gewijzigd.
Bedrijfswetenschappen
Schematisch ziet het derde jaar er als volgt uit: 4 Verplichte onderdelen • Advanced Business Research Methods (6 ects) • Professional Skills and Competencies (6 ects) • Philosophy II (3 ects) • Bachelorscriptie (9 ects) Twee disciplinevakken Er dienen minimaal twee van de volgende disciplinevakken te worden gevolgd, waarvan één vak verplicht wordt gesteld voor de gekozen specialisatie. Elk vak heeft een studielast van 6 ects. • Advanced HRM • Business Intelligence • Enterprise Systems • European Distribution and Supply Chain Logistics • Financial Risk Management • Logistics • Management Accounting and Control • Organization Design • Organization Perspectives and Dynamics • Purchasing and E-Procurement • Strategic Management and the Strategy Process Eén sectorspecifiek vak Er dient één sectorvak van 6 ects te worden gevolgd, dat verplicht is voor de gekozen specialisatie: • Introduction to Consultancy Industry • Introduction to E-business and IT-Industry • Introduction to Finance, Banking and Insurance • Introduction to Transport, Distribution and Logistics Keuzevakken Er kunnen 18 studiepunten worden besteed aan vrije keuzeruimte. Deze keuzeruimte kan worden ingevuld met: • Extra Disciplinevakken • Extra Sectorvakken • Keuzevakken die in de faculteit worden aangeboden. Zie het schema verderop. Tevens kan de keuzeruimte, na goedkeuring door de Examencommissie, worden besteed aan: • keuzevakken van een andere faculteit, een andere universiteit en/of in het buitenland; • keuze uit vakken die voorbereiden op een postdoctorale opleiding; • (inter)nationale stage (maximaal 12 ects). 4
Het is mogelijk dat het derdejaarsprogramma in Zwolle enkele wijzigingen bevat ten opzicht van het programma zoals in deze gids beschreven. Studenten in Zwolle worden hier apart over geïnformeerd.
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
47
Een aantal derdejaarsvakken wordt in het Engels aangeboden. Dit is deels als voorbereiding op de Engelstalige masteropleidingen, deels om ruimte te bieden aan internationale studenten. 3.5.1
Jaarindeling derde jaar In een overzicht geven we weer in welke periode de derdejaars vakken worden aangeboden. Periode 1 (sept-okt)
Periode 2 (nov-dec)
Periode 3 (januari) Periode 4 (febr-mrt)
Periode 5 (apr-mei) Periode 6 (juni)
3.5.2
Advanced HRM Management Accounting and Control European Distribution and Supply Chain Logistics Strategic Management and the Strategy Process Business Intelligence Organization Perspectives and Dynamics Enterprise Systems Knowledge and Organization Introduction to Consultancy Industry Introduction to E-Business and ICT-Industry Introduction to Transport, Distribution and Logistics Introduction to Finance, Banking and Insurance Advanced Business Research
6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 6 ects
Financial Risk Management Organization Design Logistics Purchasing and E-procurement E-Business Professional Skills and Competencies Philosophy II start bachelorscriptie (zie periode 6)` Keuzeruimte Bachelorscriptie Keuzeruimte
6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 6 ects 3 ects
4F5
9 ects
Voorbeeldtrajecten Voor elke specialisatie is een voorbeeldtraject ontwikkeld. Dit voorbeeldtraject geeft aan welke vakken aanbevolen worden wanneer voor een bepaalde richting wordt gekozen. Dit kan het kiezen van vakken vergemakkelijken. Bovendien weet je zo zeker dat deze vakken zeer relevant zijn voor de gekozen specialisatie. Het voorbeeldtraject omvat altijd een verplicht sectorvak en meerdere disciplinevakken, waarvan er één verplicht wordt gesteld. Uit de voorbeeldtrajecten zal blijken dat deze disciplinevakken veelal uit minstens twee disciplines afkomstig zijn. De reden hiervoor is, dat je op zo vanuit verschillende invalshoeken naar bedrijfskundige vraagstukken leert kijken. Hieronder worden de voorbeeldtrajecten beschreven van vier specialisaties. Bij de aanbevolen disciplinevakken mag je natuurlijk ook het tweede verplichte disciplinevak kiezen dat je nog niet hebt gevolgd:
5
48
ABRM en het sriptietraject kunnen tevens in periode 1 en 2 van het navolgende jaar worden gevolgd.
Bedrijfswetenschappen
3.5.3
Specialisatie
Verplicht sectorvak
Verplicht disciplinevak Organization Perspectives and Dynamics of Advanced HRM
Consultancy Industry
Introduction to Consultancy Industry
Finance, Banking and Insurance
Introduction to Finance, Banking and Insurance
E-business and ICT- industry
Introduction to Ebusiness and ICTIndustry
Financial Risk Management of Management Accounting and Control Business Intelligence of Enterprise Systems
Transport Distribution and Logistics
Introduction to Transport, Distribution and Logistics
Purchasing and Eprocurement of Logistics
Aanbevolen disciplinevak(ken) Strategic Management and the Strategy Process; Organization Design; Business Intelligence; Enterprise Systems; Knowledge and Organization Eén van de verplichte disciplinevakken
Strategic Management and the Strategy Process; Organization Design; E-Business; Knowledge and Organization E-Business; Enterprise Systems; European Distribution and Supply Chain Logistics.
Keuzevakken derde jaar In deze paragraaf geven we per periode de keuzevakken aan die je in je programma kunt opnemen. Voor de volledigheid zijn ook de verplichte vakken opgenomen. Het is ook mogelijk om vakken te kiezen die aangeboden worden door andere faculteiten, of door andere universiteiten. Als je dit wilt, moet je van te voren een verzoek indienen bij de examencommissie van de opleiding. Deze besluit of dit vak mag meetellen als keuzevak in je programma. Het adres is:
[email protected]. Stuur wel een uitgebreide studiegidsomschrijving mee inclusief een lijst van de gebruikte literatuur en studielast. 91H
Sommige vakken sluiten elkaar uit in verband met de overlap daartussen. Zo mag je de volgende derdejaarsvakken niet samen kiezen: • •
Het keuzevak Management Accounting (economie) mag niet samen met het disciplinevak Management Accounting and Control Het kernvak Management & Organisatie (economie) mag niet samen met het disciplinevak Strategic Management and the Strategy Proces.
Periode 1 (sept-okt)
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
49
Disc.vak bws Disc.vak bws Disc.vak bws Disc.vak bws Disc.vak bws Verplicht in 1 of 3 Kernvak economie Kernvak economie Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Economievak
Advanced Human Resource Management Business Intelligence European Distribution and Sopply Cahin Logistics Management Accounting and Control Strategic Management and the Strategy Process Advanced Business Research Methods Financial Accounting (verplicht PDO Acc.) Macro-economie Belastingrecht (Faculteit Rechten, verplicht PDO Acc.) Consumer Behaviour European Distribution and Supply Chain Logistics Management Accounting (verplicht PGO Acc.) Midden- en kleinbedrijf Ondernemingsrecht Methoden en technieken van AE/FE onderzoek 5 5F
Periode 2 (nov-dec) Sectorvak Sectorvak Sectorvak Sectorvak Disc.vak bws Disc.vak bws Disc.vak bws Kernvak economie Kernvak economie Kernvak economie Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak
Introduction to Consultancy Industry Introduction to E-Business and ICT-industry Introduction to Finance, Banking and Insurance Introduction to Transport, Distribution and Logistics Enterprise Systems Knowledge and Organization Organization Perspectives and Dynamics Corporate Finance Management en organisatie Microeconomics Belastingrecht (Faculteit Rechten, verplicht PDO Acc.) Economische en sociale geschiedenis International Economics Toegepaste kwantitatieve economie Urban economics
Periode 3 (januari) Verplicht in 3 of 1 Economievak Economievak
Advanced Business Research Methods Belastingrecht (Faculteit Rechten, verplicht PDO Acc.) Werkcollege deel 1 6 6F
Periode 4 (febr-mrt) Disc.vak bws Disc.vak bws Disc.vak bws Disc.vak bws Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak
Financial Risk Management Logistics Organization Design Purchasing and E-Procurement Bedrijfseconomisch practicum Belastingrecht (Faculeit Rechten, verplicht PDO Acc.) Christian Philosophy in an International Perspective Development Economics
5
Methoden en technieken van AE/FE (algemeen economisch/financieel economisch) onderzoek is verplicht voor de doorstroming naar MSc Economics en MSc Finance. Wanneer M&T AE/FE met goed gevolg is afgelegd, is dit tevens vervangend voor Advanced Business Research Methods. Dit volg je dan dus niet. 6 Bij doorstroom naar een andere master dan Business Administration, moet je in periode 3 en 5 een werkcollege volgen. Zie de paragraaf Doorstroming Bachelor-masteropleidingen verderop in deze gids.
50
Bedrijfswetenschappen
Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak
E-Business Investments Financial Statement Analysis Marketing Research Milieueconomie en management Toegepaste data-analyse Transport and Network Economics
Periode 5 (apr-mei) Verplicht Verplicht Verplicht Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak
Bachelorscriptie start Philosophy II Professional Skills and Competencies Accounting Information Systems (verplicht PDO-Acc.) Economie van het onroerend goed Emerging Technologies Financial Management in not-for-profit Organisations International Marketing Labour, Care and Well-Being Strategy and Economics Strategy and Environment
Periode 6 (juni) Verplicht
Bachelorscriptie afronding
De keuzevakken worden verzorgd door de volgende afdelingen: Accounting Accounting Information Systems Bedrijfseconomisch practicum Financial Statement Analysis Financial Management in not-for-profit Organisations Management Accounting Management Accounting and Control Ondernemingsrecht
Algemene en ontwikkelingseconomie Christian Social Philosophy in an International Perspective Development Economics Economische en sociale geschiedenis International Economics Labour, Care and Well-Being Midden- en kleinbedrijf
Econometrie Strategy and Economics Toegepaste data-analyse Toegepaste kwantitatieve economie Financiering Financial Risk Management Investments
Marketing Consumer Behavior International Marketing Marketing Research
Management en organisatie Advanced Human Resource Management Organization Perspectives and Dynamics Strategic Management and the Strategy Process Strategy and Environment
Informatiekunde en logistiek Business Intelligence E-Business Emerging Technologies Enterprise Systems European Distribution and Supply Chain Logistics Logistics Purchasing and E-Procurement
Ruimtelijke economie Economie van het onroerend goed Milieueconomie en management Transport and Network Economics Urban Economics
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
51
3.5.4
Inschrijven vakken derde jaar Voor alle vakken in het derde jaar economie en bedrijfswetenschappen moet je je van te voren inschrijven om deel te kunnen nemen. Dit moet je doen aan het eind van het tweede jaar. Aan het eind van het tweede jaar moet je een voorlopige planning van je derde jaar opgeven. Je geeft aan welke vakken je denkt te gaan volgen en in welke periode. Dit geldt voor álle vakken van het derde jaar: geef dus zowel je keuzevakken als je verplichte vakken op. Je kunt in elke periode ook een extra vak opgeven dat je wilt volgen. In totaal kun je dus drie vakken per periode opgeven. De planning is tevens een voorlopige inschrijving voor de vakken van het derde jaar. Meer informatie vind je in de vakbeschrijvingen en op www.studiegidsen.vu.nl. Je kunt je planning wijzigen of aanpassen tot circa vier weken voor een nieuwe periode begint. Dan wordt de inschrijving die periode definitief gemaakt en kun je de inschrijving voor die periode niet meer wijzigen. Als je niet bent ingeschreven voor een vak, of een vak wilt veranderen na de sluitingsdatum, kan dat alleen wanneer de capaciteit dat toelaat. Als je niet bent ingeschreven, heb je dus geen garantie dat je het vak alsnog kunt volgen. Hetzelfde geldt als je meer dan drie vakken in een periode wilt volgen. Je kunt dit alleen doen door bij de start van dit extra vak een aanvraag te doen bij
[email protected]. Als de capaciteit het toelaat, kun je geplaatst worden. Je schrijft je in via www.feweb.vu.nl/inschrijven. Inschrijven kan dus niet via Blackboard.
3.5.5
52
t/m 30 juni
eventueel wijzigen van je planning voor periode 1, daarna staat de inschrijving voor periode 1 vast
t/m 30 sept.
eventueel wijzigen van je planning voor periode 2, daarna staat de inschrijving voor periode 2 vast
t/m 30 nov.
eventueel wijzigen van je planning voor periode 3, daarna staat de inschrijving voor periode 3 vast
t/m 15 jan. 2007
eventueel wijzigen van je planning voor periode 4, daarna staat de inschrijving voor periode 4 vast
t/m 28 febr. 2007
eventueel wijzigen van je planning voor periode 5 en 6, daarna staat de inschrijving voor periode 5 en 6 vast
Bachelorscriptie Om aan je bachelorscriptie te mogen beginnen moet je aan een aantal voorwaarden voldaan hebben:
Bedrijfswetenschappen
• • •
Je moet tenminste 120 ects behaald hebben Je moet het vak Advanced Business Research Methods gehaald hebben Je moet tenminste één disciplinevak en één sectorvak gehaald hebben
Je moet aan deze voorwaarden voldaan hebben op het moment van inschrijven. Bij het schrijven van de bachelorscriptie kun je worden ingedeeld in scriptiewerkgroepen. Je wordt in deze werkgroepen begeleid bij het schrijven van je scriptie. De indeling gebeurt meestal op basis van onderwerp. Een uitgebreide beschrijving van de eisen die aan je scriptie gesteld worden, de begeleiding en procedure om je in te schrijven in een scriptiewerkgroep vind je in de Handleiding Bachelorscriptie Bedrijfswetenschappen. Deze kun je vinden op Blackboard. Als je in het derde jaar je scriptie niet kunt schrijven, bijvoorbeeld omdat je niet voldaan hebt aan de ingangseisen, kun je dit doen in het begin van het jaar daarop. Je kunt dus op twee momenten in het jaar je scriptie schrijven: periode 5 en 6 en eventueel in periode 2 en 3. Let op: je kunt niet starten met een masteropleiding zonder voltooide scriptie. Zie ook de paragraaf Voorwaardelijke toelating tot de master verderop in deze gids. 3.5.6
Stage Het is mogelijk om in je derde jaar een stage te volgen. Bij Bedrijfswetenschappen wordt de stage in het algemeen gekoppeld aan de bachelorscriptie. Een goed volbrachte stage levert een vrijstelling op van twee keuzevakken (12 ects). Zie voor meer informatie de Stagehandleiding Bedrijfswetenschappen, beschikbaar via Blackboard.
3.5.7
De specialisaties In het derde jaar wordt een keuze gemaakt wat betreft de specialisatie. Deze specialisaties hebben betrekking op vier sectoren in de zakelijke dienstverlening, te weten: Finance, Banking and Insurance; E-business and ICT-Industry; Consultancy Industry en Transport, Distribution and Logistics. In de nu volgende tekst wordt elke sector nader uiteengezet om je een beeld te geven van de vraagstukken die in deze sector spelen en welke rol een bedrijfswetenschapper daarbij kan vervullen.
3.5.8
Finance, Banking and Insurance (FBI) De financiële sector vervult een kernfunctie in de economie. Door het gebruik van IT en Internet is de sector sterk in beweging. Internationaal neemt de Nederlandse financiële sector een vooraanstaande positie in. In de Europese top 25 zijn 5 financiële instellingen van Nederlandse origine. De financiële sector omvat een breed scala aan financiële instellingen: banken, effecteninstellingen, verzekeraars, pensioenfondsen en beleggingsfondsen. Vanuit een gerichte klantbenadering is het concept van ‘geïntegreerde financiële dienstverlening’ sterk in opkomst. Nederland loopt voorop met het creëren van financiële conglomeraten, die bankieren en verzekeren combineren. Deze financiële dienstverleners zijn actief op financiële markten en verrichten uiteenlopende diensten afgestemd op de doelgroep. In het segment van grote ondernemingen adviseren financiële instellingen bij de emissie van aandelen en obligaties, verzorgen ze (inter)nationaal cashmanagement en bieden ze derivaten aan om financiële risico’s te dekken. Hierbij worden de nieuwste risicomanagement technieken gebruikt. Bij de Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
53
kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf staan de lokale accountmanagers verspreid over het landelijke branche-netwerk centraal. Bij de bemiddeling van complexe producten voor particulieren, zoals (beleggings)hypotheken of unit-linked verzekeringen, staat ook persoonlijk contact centraal. Eenvoudigere producten, zoals sparen, betalen en autoverzekeringen, worden in toenemende mate via het Internet aangeboden. IT en e-business spelen een cruciale rol bij de ontwikkeling van nieuwe financiële producten (financiële innovatie) voor de verschillende doelgroepen. De internationale dynamiek is een belangrijke factor voor de Nederlandse financiële sector. De grote instellingen halen een groot deel van hun omzet in de Verenigde Staten en Europa. Europa vormt op middellange termijn een bijzondere uitdaging. Grensoverschrijdende fusies zijn in Europa tot op heden een uitzondering op de regel. De binnenlandse concentratie heeft in verschillende landen echter zijn grens bereikt en de financiële wereld staat aan de vooravond van een grote grensoverschrijdende consolidatieslag in Europa. Hoe moeten financiële instellingen zich hiervoor positioneren? Daarnaast zijn de Nederlandse financiële instellingen actief in de emerging markets. Waar liggen de uitdagingen en hoe moet worden omgegaan met de dreiging van financiële crisis in deze markten? Financiële regulering en toezicht zijn ook veelal internationaal bepaald en hebben een toenemende invloed op het functioneren van financiële instellingen. Zo bereiden banken zich voor op de nieuwe kapitaalseisen vanuit Bazel. Volgens dit nieuwe Bazel-regime mogen banken hun interne risico-modellen gebruiken om de vereiste hoeveelheid kapitaal te berekenen. Een andere trend is het toenemende belang van vermogensbeheer. Institutionele beleggers (verzekeraars, beleggings- en pensioenfondsen) beheren gezamenlijk circa € 800 mrd. Moderne risicomanagement technieken, zoals asset & liability management, worden toegepast bij het beleggen. Ook stelt de maatschappij eisen aan beleggers. Zo verlangt de nieuwe corporate governance code van Tabaksblat dat institutionele beleggers, als aandeelhouder, kritisch het bestuur van beursgenoteerde ondernemingen volgt. Op aandeelhoudersvergaderingen moeten ze aanwezig zijn èn stemmen. Een andere maatschappelijke tendens is beleggen in duurzame fondsen. Doel van de studie is de bedrijfskunde studenten inzicht te bieden in deze (omgevings)trends in de financiële sector. Daarnaast wordt ingegaan op de interne processen. De belangrijkste bedrijfsprocessen in de financiële sector zijn het front office (strategie, marketing en distributie) en het back office (organisatie, risicomanagement en afwikkeling transacties). De bedrijfskunde student worden vertrouwd gemaakt met deze bedrijfsprocessen en de rol van IT hierbij. Behandeld wordt wat de kritische functies zijn en hoe nieuwe business concepten kunnen worden toegepast. De opleiding streeft ernaar dat de student niet alleen pure kennis wordt bijgebracht, maar dat deze ook inzicht verkrijgt in de wetenschappelijke benadering van vraagstukken. Met name de financiële vakken met hun kwantitatieve aspecten lenen zich hier goed voor. Gewapend met deze achtergrond, zal de afgestudeerde bedrijfskundige in staat zijn om zich relatief snel in te werken in nieuwe situaties en voldoende achtergrond hebben om een loopbaan traject in wisselende functies aan te 54
Bedrijfswetenschappen
gaan. Zeker wanneer de bedrijfskundige op termijn naar een functie in het algemeen management streeft, is dit noodzakelijk. Bij dit alles dient de student zich te realiseren dat het niet alleen om kennis en expertise gaat. Minstens even belangrijk is dat de student over de nodige persoonlijke vaardigheden beschikt, die hij echter voor een deel zelf verder zal moeten ontwikkelen, zij het dat de opleiding er naar streeft hieraan ook een belangrijke bijdrage te geven. Vanuit de opleiding wordt dan ook geadviseerd om tijdens de studie ook enige tijd in te ruimen om hier zelf aan te werken, waarbij zowel gedacht kan worden aan het opdoen van maatschappelijke evaring in bestuursfuncties als aan het volgen van (werk)stages in het buitenland. 3.5.9
E-Business and IT-Industry (EB) Steeds meer goederen en diensten worden niet meer geproduceerd in hiërarchisch georganiseerde bedrijven, maar in flexibele netwerkorganisaties van samenwerkende bedrijven. Deze opkomst van de netwerkeconomie wordt onder andere mogelijk gemaakt door moderne e-business technologie zoals Internet en Web-gebaseerde informatie systemen. Door hun flexibiliteit kunnen netwerkorganisaties meer klantgericht werken, wat met name heeft geleid tot aanzienlijke verbeteringen in de dienstverlenende sector. De E-business and IT-Industry sector wordt gekenmerkt door het grote aantal verschillende disciplines dat erin vertegenwoordigd is: IT-dienstverlening, management consultancy, marketing en telecommunicatie. Getracht wordt de studenten de denk- en werkwijze van deze verschillende disciplines duidelijk te maken. Multi-disciplinariteit van e-business projecten is een belangrijk aandachtspunt. De verschillende rollen die deze partijen spelen worden behandeld, en hoe ze optimaal kunnen samenwerken in multi-disciplinaire projectteams. Daarnaast wordt ingegaan op verschillende aspecten van projectgebaseerd werken in een multidisciplinaire omgeving. Studenten die studeren in deze sector zijn na afloop van hun studie bij uitstek geschikt om te werken aan strategische ontwikkelingen in EBusiness en IT-Industry. Studenten wordt geleerd hoe ze met behulp van de Informatie- en Communicatietechnologie (IT) nieuwe business modellen kunnen ontwikkelen voor organisaties in de netwerkeconomie. Met name worden studenten vertrouwd gemaakt met de bedrijfskundige en technische aspecten van e-business, en er wordt uitgelegd waarom sommige e-business modellen succesvoller zijn dan andere. De moderne web-technologie stelt zeer hoge eisen aan de informatiesystemen binnen bedrijven. Op het Internet verwachten kopers dat hun bestellingen direct geregeld kunnen worden. Om deze snelheid te realiseren moeten bedrijven intern in hun productieprocessen zeer geavanceerde organisatiebrede informatiesystemen (Enterprise Resource Planning (ERP)) invoeren, waardoor productieplanning gekoppeld wordt aan inkoop, financiële administratie en zelfs human resource management. Daarom wordt ook aandacht besteed aan het ontwikkelen van deze complexe informatiesystemen. Hierbij gaat het zeker niet alleen om technische specificaties, maar wellicht nog meer om de achterliggende organisatorische kwesties hoe deze afdelingen onderling samenwerken en hoe ze hun processen op elkaar hebben afgestemd. Naast technische aspecten van IT wordt ook veel aandacht besteed aan de sociale dynamiek en sociale inbedding van informatiesystemen. Hierbij worden inzichten
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
55
gecombineerd van kennismanagement, zoals communities of practice, lerende organisaties en andere sociale mechanismen van kennisverspreiding, met het gebruik van informatietechnologie en elektronische netwerken. Belangrijk hierbij zijn ook psychologische modellen over acceptatie en adoptie van nieuwe technologie. Behandeld wordt op welke gronden mensen beslissen of ze wel of niet een nieuwe technologie gaan gebruiken, en hoe bepalend affectieve en emotionele aspecten zijn in deze beslissing. Verder wordt ook ingegaan op de kwestie of het mogelijk is om een nieuwe relatie, sociaal of zakelijk, uitsluitend via elektronische middelen tot stand te brengen, of dat directe communicatie en bestaande sociale netwerken toch essentieel blijven voor het leggen van nieuwe contacten. 3.5.10
Consultancy Industry (CI) De Consultancy Industry is een bedrijfstak waarin diverse typen adviesbureaus en adviesorganisaties opereren. Zo behoren o.a. markt- en opinieonderzoekbureaus, communicatie-adviesbureaus en bureaus die zich bezighouden met beleidsonderzoek of werving en selectie tot de Consultancy Industry. De grootste groep bestaat uit de organisatieadviesbureaus. Deze bieden advies en begeleiding bij bedrijfs(re)organisatieprocessen. Tevens zijn organisatieadviesbureaus veelal actief op het gebied van interim- en projectmanagement. De vooruitzichten voor de Consultancy Industry zijn relatief gunstig. De komende jaren zal door complexer wordende bedrijfsprocessen, ingewikkelde wet- en regelgeving en technologische ontwikkelingen de vraag naar extern onafhankelijk advies groeien. De toename van de vraag wordt tevens in de hand gewerkt door toenemende uitbesteding. Veel bedrijven en overheden richten zich nog uitsluitend op de eigen kerncompetenties. De consultancy branche heeft daar de afgelopen jaren duidelijk van kunnen profiteren, wat tot uitdrukking komt in sterk stijgende omzetcijfers. De omzet van de adviesbranche is wereldwijd vanaf 1980 meer dan vertienvoudigd, tot $110 miljard op dit moment. Advisering is ‘big business’ geworden en het woord adviseur staat inmiddels voor een breed scala aan activiteiten. ICT en Internet spelen hierbij een steeds belangrijkere rol. Het aantal disciplines dat zich met organisatieadvieswerk is gaan bezighouden, is sterk meegegroeid. Niet alleen ingenieurs, economen en gedragswetenschappers werken binnen adviesbureaus, maar ook automatiseerders, bouwkundigen, accountants en ethici. Verschillende dienstverlenende bedrijven hebben deze disciplines aangetrokken en zijn zich mede gaan richten op organisatieadvieswerk. Zo zijn grote accountantskantoren zich in de jaren ’80 en ’90 op de markt gaan begeven en zien we IT-dienstverleners op grote schaal adviesdiensten aanbieden. In de organisatieadviesbranche is sprake van verregaande concentratie en internationalisatie, waarbij bureaus steeds vaker deel uitmaken van grote, landgrensoverschrijdende conglomeraten. Tegelijkertijd zorgt de groeiende adviesmarkt, gecombineerd met een lage toetredingsdrempel, voor een groot aantal toetredende bedrijven. Vooral de afgelopen jaren is het in financieel en economisch opzicht met de Consulting Industry uitstekend gegaan. Op dit moment lijkt er echter sprake van stagnatie van de groei. Bij terugval van de economische groei, zoals deze zich op dit moment aftekent, is het begrijpelijk dat organisaties wat terughoudend worden ten
56
Bedrijfswetenschappen
aanzien van het inhuren van externe adviseurs. Tevens worden op dit moment discussies gevoerd over de mate van afhankelijkheid die men soms voelt van de externe consultant. Doordat de markt voor adviesdiensten zeer omvangrijk en gedifferentieerd is, is deze voor de klant minder transparant geworden. Voor klanten wordt het moeilijker om de kwaliteit van adviesdiensten te beoordelen. In antwoord hierop zie je dat in veel segmenten van de branche kwaliteitsbewakings- en erkenningssystemen worden ontwikkeld en dat grote organisaties hun adviesdiensten afstoten of verzelfstandigen. Uit de bovenstaande tekst blijkt dat de Consultancy Industry een relatief jonge en dynamische bedrijfstak is. Voor jonge academici zijn adviesbedrijven aantrekkelijke werkgevers gebleken. De dynamische werkomgeving, interessant werk en goede carrièreperspectieven hebben daaraan bijgedragen. Veel academici beginnen als junior consultant en werken aan vraagstukken op het gebied van bijvoorbeeld marketing, strategie, organisatie, IT of logistiek. Hoewel adviseurs verschillende achtergronden kunnen hebben, hebben zij veelal een bedrijfskundige oriëntatie. Zij hebben vanuit verschillende perspectieven naar vraagstukken leren kijken, wat in het organisatieadvieswerk erg belangrijk is. Tijdens het vak Introduction to Consultancy Industry wordt studenten geleerd welke positie de Consultancy Industry inneemt in de maatschappij en wat organisaties binnen deze branche kenmerkt wat betreft structuur, cultuur en strategie. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan professionele en academische vaardigheden die bij het uitoefenen van een adviesfunctie onontbeerlijk zijn. In het werk van een adviseur wordt veelvuldig een beroep gedaan op zijn sociale en communicatieve vaardigheden, onderzoeksvaardigheden, ethisch besef en reflecterend vermogen. Tenslotte is diepgaande kennis op het gebied van organisatietheorie en organisatieverandering essentieel. 3.5.11
Transport, Distribution and Logistics (TDL) De sector TDL is bestemd voor bedrijfskundigen die een staf- of lijnfunctie ambiëren in een onderneming of organisatie die diensten verleent op het gebied van transport, distributie en logistiek. In Europa zijn in de sector TDL meer dan 10 miljoen mensen werkzaam. Jaarlijks gaat er meer dan 1.000 miljard Euro om in deze sector. Nederland als distributieland en Amsterdam als mainport spelen een Europese sleutelrol in deze sector. Zo heeft meer dan 50% van de multinationals een Europees distributiecentrum in Nederland en is de Rotterdamse haven de grootste van de wereld. De bedrijfskundige komt na de studie terecht bij uiteenlopende soorten ondernemingen in de branche transport en logistiek: • Internationale logistieke dienstverleners en transportondernemers: TPG, Danzas/Nedlloyd, Frans Maas, Exel Logistic. • De Rotterdamse en Amsterdamse Havens • Amsterdam Airport Schiphol • Europese hoofdkantoren van multinationals: Cisco Systems, Yamaha, Canon en Philips • Instanties als de Amsterdamse Kamer van Koophandel, de provincie of het Ministerie van Verkeer en Waterstaat • Adviesbureaus op het gebied van transport, distributie en logistiek: TNO Inro, PriceWaterhouseCoopers, Accenture en KPMG Consulting
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
57
De sector staat voor grote uitdagingen: internationalisering, samenwerking in supply chain management, maatschappelijke vraagstukken rond milieu en congestie, samenwerking in intermodale transport netwerken, internationale logistieke beheersing en planning, zakelijke dienstverlening in transport en logistiek en kostenbeheersing. Transport, Distribution and Logistics als speerpunt Het succes van ondernemingen in zowel de ‘nieuwe’ als de ‘oude’ economie wordt steeds meer bepaald door de wijze waarop zij in staat zijn hun processen, en steeds vaker in de gehele supply chain, goed te bedenken, te organiseren en te beheersen. Daarom is de sector sterk in ontwikkeling. Het management wordt geconfronteerd met vragen als: • Hoe kunnen we als transportondernemingen of logistieke dienstverleners inspelen op ontwikkelingen uit de markt? • Hou kunnen we onze dienstverlening (transport of logistiek) afstemmen op de wensen van de afnemer (strategische positie van de logistieke / transport ondernemer in het netwerk)? • Wat is de concurrentiepositie van de logistieke of transport ondernemer, welke strategieën zijn in de internationale markt nodig / noodzakelijk? • Welke investeringen zijn nodig in nieuwe en geavanceerde informatie- en communicatietechnologie? • Hoe geven we samenwerking tussen verschillende aanbieders van logistieke- of transportdiensten vorm? • Hoe bevorderen we de efficiency (bijvoorbeeld snelheid en flexibiliteit) van het transport / logistieke netwerk? • Welke consequenties heeft commerciële distributie via e-business voor onze dienstverlening en transport- en logistieke processen? • Hoe krijgen we greep op de logistieke kosten in de supply chain of de operationele kosten van een transportnetwerk? • Wat betekenen trends in de arbeidsmarkt voor onze onderneming? • Wat zijn de maatschappelijke consequenties van ons handelen? Bedrijfskundigen kunnen dus terechtkomen in ondernemingen waarbij de aandacht vooral is gericht op de transport- en logistieke processen binnen de onderneming of een keten van aaneengeschakelde ondernemingen in een zgn. ‘supply chain’. Bedrijfskundigen houden zich hier bezig met microprocessen binnen een onderneming. Binnen de specialisatie van TDL zullen veel bedrijfskundigen zich ook bezighouden met processen tussen ondernemingen, op mesoniveau. Ook kunnen de bedrijfskundigen terecht komen bij ondernemingen en organisaties die vraagstukken kennen op macroniveau vraagstukken van samenwerking met vaak zeer veel verschillende partijen en met name de overheid. De bedrijfskundigen komen na de specialisatie TDL terecht in beroepen als: Algemeen management • Fysieke distributie manager • Logistiek manager en supply chain manager • Ondernemer/manager in de transportsector/logistieke dienstverlening
58
Bedrijfswetenschappen
Operationeel management op logistieke deelaspecten • Bijvoorbeeld: Warehouse manager en warehouse planning, transport manager en transport planning Staf en advisering • Account management in logistieke dienstverlening • Adviseur, engineer en stafmedewerker • Beleidsmedewerker en onderzoeker • ICT-adviseur
3.6
Masteropleidingen Na de bacheloropleiding kun je je verder specialiseren in een masteropleiding. De masteropleiding is een wetenschappelijke opleiding, waarbij niet alleen het doen van onderzoek, maar ook de toepassing van de wetenschap centraal staat. Zo neemt in alle masteropleidingen van onze faculteit het zelfstandig opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek een belangrijke plaats in. Daarnaast wordt er ook veel met cases gewerkt. De faculteit biedt de volgende masteropleidingen aan. Alle masters duren één jaar en starten uitsluitend in september. Alle masters zijn Engelstalig. • • • • • • •
3.6.1
Master of Science in Business Administration Master of Science in Accounting and Control Master of Science in Econometrics and Operations Research Master of Science in Economics Master of Science in Finance Master of Science in Marketing Master of Philosophy (tweejarige onderzoeksmaster)
Doorstroming bachelor-masteropleidingen Met een afgeronde bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen ben je direct toelaatbaar tot de master Business Administration. De toelating tot een andere masteropleiding is afhankelijk van het keuzetraject dat je in het derde jaar gevolgd hebt. Zie hiervoor het volgende schema
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
59
Bachelor bedrijfswetenschappen
►
MSc Business Administration
Bachelor bedrijfswetenschappen met - Disciplinevak Management Acc. & Control - Kernvak Financial Accounting - Keuzevak Financial Statement Analysis
►
MSc Accounting & Control 1)
Bachelor bedrijfswetenschappen met - aanvullende eisen bepaald door de examencommissie econometrie
►
MSc Econometrics
Bachelor bedrijfswetenschappen met - Kernvak Microeconomie - Kernvak Macroeconomie - Werkcollege micro óf macro2) - Methoden en Technieken AE/FE 3)
►
MSc Economics
Bachelor bedrijfswetenschappen - Kernvak Microeconomics - Werkcollege - Methoden en technieken AE/FE
►
MSc Economics: Spatial and Transport Economics
Bachelor bedrijfswetenschappen met - Kernvak Corporate Finance - Keuzevak Investments - Methoden en Technieken AE/FE 3)
►
MSc Finance
Bachelor bedrijfswetenschappen met - Werkcollege Marketing 2) - Keuzevak Marketing Research
►
MSc Marketing
Bachelor bedrijfswetenschappen met - Goede resultaten - Belangstelling wetenschappelijk onderzoek
►
MPhil (twee-jarige researchmaster)
M
7F2
1)
Voor rechtstreekse doorstroom naar de PGO Accountancy kunnen ook gevolgd worden: Accounting Information Systems, Belastingrecht en de leerstof van het werkcollege Accounting, variant boekhouden. Dit kan tijdens de studie of tijdens de PGO-opleiding gedaan worden. 2) Een werkcollege bestaat altijd uit deel 1 in periode 3 én deel 2 in periode 5 en is toegankelijk nadat je het bijbehorende kernvak hebt gevolgd. Studenten bedrijfswetenschappen kunnen alleen kiezen voor werkcolleges marketing (geen kernvak nodig), microeconomie of macroeconomie (wel kernvakken nodig) 3)
3.6.2
60
Methoden en technieken AE/FE is tevens vervangend voor Advanced Business Research Methods
Voorwaardelijke toelating tot de master Om door te kunnen stromen naar een van de zeven masteropleidingen van de faculteit moet je beschikken over een bachelordiploma met het juiste vakkenpakket. Deze vakken vind je in het besproken doorstroomschema.
Bedrijfswetenschappen
Als je niet beschikt over een afgeronde bacheloropleiding, kun je in aanmerking komen voor voorwaardelijke toelating tot de master als je voldoet aan de onderstaande voorwaarden: • • • • •
je hebt jaar één en twee volledig gehaald je hebt alle verplichte onderdelen van jaar drie gehaald je hebt de keuzevakken gehaald die als ingangseis gelden voor de master die je kiest. Zie hiervoor het doorstroomschema je hebt een studieachterstand van maximaal 12 ects in derdejaars keuzevakken, Philosophy II of Professional Skills je moet de achterstand in keuzevakken binnen een jaar wegwerken.
Als je een grotere studieachterstand hebt dan 12 ects of nog niet de vakken hebt gehaald die verplicht zijn voor de master, mag je nog niet beginnen met de masteropleiding. Je moet dan eerst je achterstand wegwerken.
3.7
Post-masteropleidingen Na afronding van een van de masteropleidingen is het mogelijk deze te vervolgen met een post-masteropleiding. In een post-masteropleiding vindt verdere specialisatie plaats en word je opgeleid voor een bepaald beroep, zoals registeraccountant of controller. De toelating tot een post-masteropleiding is afhankelijk van de gevolgde masteropleiding. Voor verdere informatie verwijzen we naar de facultaire website en het hoofdstuk Algemene informatie in deze gids. Het is voor een selecte groep top-studenten mogelijk om na het behalen van de mastertitel door te stromen naar het PhD-programma van de faculteit. Dit programma wordt afgesloten met een promotie.
Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
61
62
Bedrijfswetenschappen
4
4.1
Overgangsregelingen
Overgangsregeling Bedrijfswetenschappen Met ingang van september 2007 wordt een curriculumwijziging ingevoerd in de opleiding Bedrijfswetenschappen. Dit zal gefaseerd gebeuren. Vooruitlopend hierop zal in het eerste jaar een aantal elementen doorgevoerd worden. Belangrijkste wijziging is de invoering van het vak Business Administration in the Service Industry (BASI). Nieuw vak: In periode 1.1 wordt een nieuw vak geïntroduceerd: BASI. Het oude vak Products, Services and Business Processes (PSBP; periode 1.4) komt hiermee te vervallen. Studenten die in 2005-2006 een deelresultaat PSBP (tentamen of case) hebben behaald (resultaat ≥ 5.0) kunnen dit vak afronden door het nog openstaande onderdeel PSBP te vervangen door het daarbij behorende onderdeel van BASI. Naamswijzigingen: Het oude vak ICT Resources (periode 1.5) wordt vervangen door een nieuw vak Business Information Technology. Het oude vak Environmental Analysis and Structuring Organizations wordt vervangen door een nieuw vak Structuring Organizations (periode 1.1) Inhoudelijk zullen deze vakken aangepast worden. Studenten die deelresultaten (resultaat ≥ 5.0) hebben behaald van de oude vakken (tentamen of case) kunnen de vakken afronden door det nog openstaande onderdelen te vervangen door de daarbij behorende onderdelen van het nieuwe vak. Vak in Academisch jaar 05-06 Case PSBP Tentamen PSBP Case ICT Resources Tentamen ICT Resources Case Environmental Analysis and Structuring Organizations Tentamen Environmental Analysis and Structuring Organizations
wordt in Academisch jaar 06-07 vervangen door: Case BASI (periode 1) Tentamen BASI (periode 1) Case Business Information Technology Tentamen Business Information Technology Case Structuring Organizations Tentamen Structuring Organizations
Tot Slot: Voorheen werd Organization Behaviour in periode 1 gegeven; vanaf 1 september 2006 wordt dit vak in periode 4 gegeven.
4.2
Overgangsregeling doctoraal naar bachelor-masterstructuur Zoals bekend is al het onderwijs in de vakken van de oude doctoraalopleiding beëindigd. Voor de doctoraalstudenten oude stijl geldt een overgangsregeling. Deze vind je hieronder. De opleiding BFS is geheel beëindigd. Studenten BFS volgen de overgangsregeling economie.
Overgangsregelingen
63
Het doctoraalexamen oude stijl kan tot uiterlijk 31 augustus 2007 worden afgelegd. Als je dan niet bent afgestudeerd, zul je in moeten stromen in de bachelormasterstructuur. Dit kan betekenen dat je andere vakken moet doen en vakken moet inhalen om aan de vereisten van de mastertitel te voldoen. Je wordt dan BSc (Bachelor of Science) in Economics of MSc (Master of Science). Overigens mag je met een mastergetuigschrift ook de titel doctorandus voeren.
4.3
Overgangsregeling Economie Onderstaande tabel geeft aan welke vrijstellingen je krijgt op basis van je oude propedeuse en doctoraalvakken als je instroomt in de bacheloropleiding: Overgang van opleiding oude stijl naar bacheloropleiding Economie Vakken uit de opleiding economie oude stijl Accounting (7,2 ects)
Vrijstelling vakken in de bacheloropleiding economie Management Accounting 1.2 Financial Accounting 1.5 Management Accounting 2.1
Accounting toets/opdrachten Elementair Boekhouden
Management Accounting 1.2 Financial Accounting 1.5 deel boekhouden
Elementair boekhouden en financiële rekenkunde (4,2 ects) Financiering (7,2 ects)
Financial Accounting 1.5 deel boekhouden Financieel modelleren Financiering 1.5 Financiering 2.2 Financiering 2.5
Financiering-toets Organisatie en Leiding (7,2 ects)
Financiering 1.5 Management en organisatie 1.1 Management en organisatie 2.1 Management en organisatie 2.5
Organisatie en Leiding (4,2 ects)
Management en organisatie 1.1 Management en organisatie 2.1 Macro Economie 2.4 Keuzevak jaar 3 (6 ects) Micro Economie 1.1 Micro Economie 1.2 Micro Economie 2.1
Macro Economie (7,2 ects) Micro Economie (7,2 ects)
64
Micro Economie-toets (2,8 ects) Kwantitatieve Methoden I (8,6 ects)
Micro Economie 1.1 Kwantitatieve methoden 1.2 (Wiskundige Methoden) Keuzevakjaar 3 (6 ects)
Kwantitatieve Methoden I-toets Kwantitatieve Methoden II (5,7 ects)
Kwantitatieve methoden 1.2 (Wiskundige Methoden) Kwantitatieve methoden 1.1 (Beschrijvende Statistiek) Kwantitatieve methoden 1.4 (Schatten en Toetsen)
Kwantitatieve Methoden II-toets Informatietechnologie (5,7 ects)
Kwantitatieve methoden 1.1 (Beschrijvende Statistiek Practicum Kwantitatieve methoden ICT periode 1.3 Informatiesystemen 2.1 Informatiesystemen 2.2
IT-practicumdeel (2,8 ects)
Practicum Kwantitatieve methoden ICT periode 1.3
Bedrijfswetenschappen
IT-theoriedeel (2,8 ects) Financiële Rekenkunde (1,4 ects) Geld- en Bankwezen en Economie van de Collectieve Sector (7,2 ects)
Informatiesystemen 2.1 + Informatiesystemen 2.2 Financieel modelleren 2.2
GB/ECS-toets Internationale Economische Betrekkingen en Ontwikkelingseconomie (7,2 ects) Inleiding Geschiedenis (2,8 ects) Inleiding Marktkunde (7,2 ects)
Macro Economie (Economie v/d collectieve sector) 1.4 Internationale Economie 2.4 + Ontwikkelingseconomie 2.5
Economische Filosofie en Wetenschapsleer (5,7 ects) Economische Ethiek of Christ. Sociaal denken (4,2 ects) Inleiding recht (4,2 ects) Financiële rekenkunde (4,2 ects) Voortgezet boekhouden (5,7 ects) Computerboekhouden (1,4 ects) M&T AE/FE (7,2 ects) M&T BE (7,2 ects) Economische modellen (7,2 ects) Ontw. econ. denken ((4,2 ects) Regionale economie I (7,2 ects) Bedrijfsspel (2,8 ects) Werkcollege met werkstuk (5,7 ects) Overige vakken
Macro Economie (Economie v/d collectieve sector) 1.4 Macro Economie 1.5
Geschiedenis van Economische Instituties 1.4 Marketing 1.1 Marketing 1.2 Marketing 2.2 Economische Filosofie periode 2.3 + Wetenschapsleer en methodologie (3e jaar) Economische ethiek periode 2.6 Inleiding vermogensrecht 2.4 Keuzeruimte jaar 3 cq vrijstelling in masterjaar Werkcollege bij kernvak Accounting, variant boekhouden Keuzeruimte jaar 3 cq vrijstelling in masterjaar M&T AE/FE jaar 3 M&T BE jaar 3 Toegepaste kwantitatieve economie Keuzevak jaar 3 Ruimtelijke economie 1.4 + ruimtelijke economie 2.4 Bedrijfsspel practicum 2.3 Cursus rapporteren practicum 1.1 + Thema practicum 1.1 Keuzeruimte jaar 3 cq vrijstelling in masterjaar
Studenten oude stijl die hun doctoraal examen willen afleggen, kunnen college volgen in overeenkomstige vakken nieuwe stijl en deelnemen aan de desbetreffende tentamens volgens onderstaande tabel. Wanneer de studielast afwijkt - vakken oude stijl kennen doorgaans een studiebelasting van 200 uur (7,2 ects), terwijl deze bij de vakken nieuwe stijl 168 uur (6 ects) bedraagt - geldt dat studenten maximaal vier vakken nieuwe stijl van 6 ects mogen laten tellen als oud vak van 7,2 ects bij het vaststellen van de uitslag. Wanneer een student 5 vakken aflegt voor 6 ects en deze wil laten meetellen als oud vak van 7,2 ects, dan dient hij een aanvullend 6-puntsvak in het examenprogramma op te nemen. De overgangsregeling wordt gepubliceerd onder voorbehoud: er kunnen geen rechten aan ontleend worden.
Overgangsregelingen
65
Vervangende vakken voor doctoraal oude stijl Economie Vak oude stijl Auditing
Vervangend vak Auditing
Bedrijfsethiek Bedrijfspsychologie I Bedrijfspsychologie II Belastingrecht (incl werkcollege) Beleggingsleer
Geen vervangend vak Advanced HRM HRM Belastingrecht (12 ects)
Beleidspracticum AE BIV/ AO BOS Computerboekhouden Christelijk sociaal denken Economische ethiek Ec. sociale gesch. I Ec. sociale gesch. II Econ. modellen Economische orde I Economische orde II Econometrie I Econometrie II Electronic Commerce Ec. collectieve sector I Ec. collectieve sector II Enterprise Systems Financial Accounting Financial and Management Accounting
Financial English Financiële rekenkunde Financiering I Financiering II Grondslagen aandelenderivaten Inleiding recht International Financial Law Internationale economie I Internationale economie II
66
Bedrijfswetenschappen
Investments (met aanvullende literatuur) Arbeid, zorg en welzijn Accounting Info Systems Business Intelligence Wordt in 2004-2005 voor het laatst gegeven, daarna geen vervangend vak meer Economische Ethiek Economische Ethiek Econ. soc. geschiedenis Individuele regeling; mondeling tentamen Toegepaste kwantitatieve economie Industriële organisatie Individuele regeling Inleiding econometrie Toegepaste econometrie E-business Arbeid, zorg en welzijn Policy Coordination and Decision Making in the EU Enterprise Systems Financial Accounting Theory Keuze uit: - kernvak Financial Accounting - keuzevak Management Accounting - keuzevak Financial Statement Analysis - Management Accounting and Control (3e jaar bws) Geen vervangend vak Geen vervangend vak Corporate Finance Corporate Finance (Msc Finance) Derivatives and Asset Management Inleiding vermogensrecht Corporate Law Internationale economie Globalisation, Growth and
Jaar en opleiding mastervak Accounting and Control 3e jaar bws mastervak bws 3e jaar keuzevak 3e jaar economie 3e jaar keuzevak 3e jaar economie 3e jaar bws
2e jaar economie 2e jaar economie 3 jaar keuzevak 3e jaar keuzevak 3e jaar keuzevak 2e jaar econometrie 3e jaar econometrie 3e jaar keuzevak 3e jaar keuzevak mastervak economie 3e jaar keuzevak mastervak Accounting and Control 3e jaar economie
3e jaar economie mastervak Finance mastervak Finance 2e jaar economie mastervak Accounting and Control 3e jaar economie mastervak economie
Kwantitatieve informatica Logistiek Macro-economie I Macro-economie II Management Accounting Management and Organisation: lectures Management of Information Systems Marktkunde I Marktkunde II Micro-economie I Micro-economie II Midden en kleinbedrijf Milieueconomie en management I Milieueconomie en management II Mon. bancaire vraagstukken MT van BKE onderzoek MT van BE onderzoek MT van AE/FIN onderzoek Netwerk- en informatieeconomie Onderzoekspracticum AE Ontwikkeling economisch denken Ontwikkelingseconomie I Ontwikkelingseconomie II Organisatie en leiding I Organisatie en leiding II Practicum BE externe verslaggeving Practicum BKE en BE Recht I Recht II Regionale economie I Regionale economie II Risico en verzekering Rurale ontwikkeling I Rurale ontwikkeling II Statistische analyse I Statistische analyse II Treasury management
Overgangsregelingen
Development Individuele regeling; mondeling tentamen Logistiek Macro-economics Macro-economics Advanced Management Accounting Management en organisatie Interorganizational Systems Marketing Marketing Strategy Micro-economics Micro-economics for Policy Midden en kleinbedrijf Milieu-economie en management Environmental Economics Financial Markets and Institutions MT van BE onderzoek MT van BE onderzoek MT van AE/FIN onderzoek gen vervangend vak
3e jaar keuzevak 3e jaar economie mastervak Economics mastervak Accounting and Control 3e jaar economie mastervak Business Administration 3e jaar economie mastervak Marketing 3e jaar economie mastervak Economics 3e jaar keuzevak 3e jaar keuzevak mastervak Economics mastervak Finance 3e jaar economie 3e jaar economie 3e jaar economie
Methods for Applied Economic Research Geen vervangend vak
mastervak Economics
Ontwikkelingseconomie Individuele regeling; mondeling tentamen Management en organisatie Strategie en omgeving Wordt in 2004-2005 nog gegeven, daarna geen vervangend vak Bedrijfseconomisch practicum Corporate Law
3e jaar keuzevak
Individuele regeling Urban Economics Spatial Economics Pension and Insurance Management Geen vervangend vak; individuele regeling Individuele regeling Geen vervangend vak; individuele regeling Individuele regeling Treasury and Corporate
3e jaar economie 3e jaar keuzevak
3e jaar keuzevak mastervak Accounting and Control 3e jaar keuzevak mastervak keuzevak mastervak Finance
mastervak Finance
67
Vervoerseconomie I Vervoerseconomie II VOBO Wiskunde voor economen
4.4
Risk Management Transport and Network Economics Transport Economics Werkcollege bij kernvak Accounting, variant boekhouden Individuele regeling
3e jaar keuzevak mastervak keuzevak 3e jaar keuzevak
Overgangsregeling Econometrie & OR Voor studenten econometrie oude stijl geldt dat zij college volgen in overeenkomstige vakken nieuwe stijl en deelnemen aan de desbetreffende tentamens volgens onderstaande tabel. Deze overgangsregeling doctoraalvakken – bachelormastervakken wordt gepubliceerd onder voorbehoud: er kunnen geen rechten aan ontleend worden. Vervangende vakken voor doctoraal oude stijl Econometrie Vakken wiskundige economie Individuele vakken Algemeen evenwichtsmodellen Speltheorie en industriële organisatie
Beide vakken Mogelijkheid 1 Mogelijkheid 2
caput 'Wiskundige economie' mogelijkheid 1: 'los' caput
mogelijkheid 2: combinatie met Alg. Evenw. + Spelth./industr.org.
Vakken Bedrijfseconometrie Bedrijfseconometrie I mogelijkheid 1: als Math.programmeren al is
68
Bedrijfswetenschappen
Nieuw vak
Jaar
Periode
TI-cursus + aanvullende opdrachten
Master TI
3+4
Wiskundige economie (zonder deel 'Alg.evenw.') + keuzevak Strategisch gedrag en industriële organisatie + aanvulling
Jaar 3
1
Jaar 3
4
Jaar 3 Jaar 3 mastervak
1 4 2
zo mogelijk "Strategic and Cooperative Decision Making"; indien dat reeds bij mogelijkheid 2 is gekozen: individuele oplossing Wiskundige economie + keuzevak Strategisch gedrag en industriële organisatie + Strategic and Cooperative Decision Making + mini-scriptie
mastervak
2
Jaar 3 Jaar 3 mastervak
1 4 2
Nieuw vak
Jaar
combinatie van beide bovenstaande mogelijkheden Wiskundige economie + keuzevak Strategisch gedrag en industriële organisatie + Strategic and Cooperative Decision Making
literatuurstudie + opdracht
5+6
Periode
behaald mogelijkheid 2: als ook Math. programmeren nog moet worden gevolgd en Stochastische OR nog niet is opgevoerd als apart vak
beide vakken samen vervangbaar door: Convexe Analyse en Optimalisering + Deterministische optimalisering (deel 1+ deel 2) Stochastische OR (deel 1 + deel 2) Business Econometrics + extra opdracht
Jaar 2 Jaar 3
1 1+2
Jaar 3
2+4
mastervak
3
Nieuw vak
Jaar
Periode
Econometrie (deel 1 + deel 2) + aanvulling Advanced Econometrics + aanvulling Computational Econometrics
Jaar 3
1+2
mastervak
1
mastervak
4
Econometrie (deel 1 + deel 2) + Advanced Econometrics + Computational Econometrics + Keuzevak
Jaar 3 Mastervak Mastervak Mastervak
1+2 1 4
Nieuw vak
Jaar
Periode
Convexe Analyse en Optimalisering + Deterministische optimalisering (deel 1 + deel 2) beide vakken samen vervangbaar door: Convexe Analyse en Optimalisering + Deterministische optimalisering (deel 1 + deel 2) + Stochastische OR (deel 1 + deel 2) Simulation and Stochastic Systems Stochastische OR (deel 1 + deel 2) + aanvullende opdrachten individuele regeling of Combinatorische Optimalisering
Jaar 2 Jaar 3
1 1+2
Jaar 2 Jaar 3
1 1+2
Jaar 3
2+4
mastervak Jaar 3
1 2+4
mastervak
4
capita:
Nieuw vak
Jaar
Periode
Bayesiaanse beslissingsanalyse Risk-management
individuele regeling Jaar 3
4+5
Bedrijfseconometrie II
Vakken Econometrie individuele vakken: Econometrie A Econometrie B caput: 'Econometrie' 3 vakken samen: Ectrie A + Ectrie B + caput Ectrie
Vakken Besliskunde Mathematische programmering Mogelijkheid 1: als Bedrijfseconometrie I al is behaald mogelijkheid 2: als ook Bedrijfseconometrie I nog moet worden gevolgd
Simulatietechnieken Stochastische modellering caput: 'Besliskunde'
Overgangsregelingen
blijft bestaan
69
Overgangsregeling tweedejaarsvakken naar bacheloropleiding Econometrie Oud vak Inleiding bedrijfseconometrie Inleiding econometrie Inleiding programmeren Numeriek programmeren Toegepaste stochastiek Financiering 0 Algemene statistiek C/C++ Wiskundige analyse II
Nieuw vak Inleiding bedrijfseconometrie (64211000; 3 ects) Integratiepracticum 3, Bedrijfseconometrie-deel; 4 ects) Inleiding econometrie (6 ects)
Jaar
Periode
Jaar 2 Jaar 2
1 3
Jaar 2
4+5
Inleiding programmeren, incl. Integratiepracticum 3, programmeerdeel (8 ects) Numeriek programmeren (6 ects) Simulatie (3 ects)
Jaar 2
1+2
Jaar 2 Jaar 2
3 4+5
Jaar 2
5
Financiering 2.2 (60221010; 3 ects) + Financiering 2.4 (60241010; 3 ects) Algemene statistiek (6 ects)
Jaar 2
2
Jaar 2 Jaar 2
5 2+4
Kan als keuzevak bij wiskunde/informatica Analyse I (3 ects) (= Analyse-I BWI)
4 Jaar 2
1
Overgangsregeling bachelorstudenten die vóór 2003 gestart zijn Met ingang van het studiejaar 2005-2006 kunnen de vier econometrische hoofdvakken Deterministische optimalisering, Econometrie, Stochastische OR en Wiskundige economie in twee zelfstandige delen - deel 1 en deel 2 - behaald worden. Tevens wordt het toegestaan om niet alle vier de hoofdvakken compleet te doen. Van minimaal twee hoofdvakken dienen wel beide delen te worden afgelegd. Zie hiervoor het programma van jaar drie in deze gids. Voor de bepaling van het eindcijfer geldt het volgende: • Als men alleen deel 1 doet, moet men daarvoor minimaal een 5,5 halen; • Als men zowel deel 1 als deel 2 doet, moet men voor deel 1 minimaal een 5,5 en voor deel 2 minimaal een 5,0 halen. Het eindcijfer wordt dan over de twee delen gezamenlijk vastgesteld en zal gelijk zijn aan het gemiddelde over de twee afzonderlijke cijfers. Uiteraard moet dit gemiddelde minimaal een 5,5 zijn. Voor het vak Wiskundige economie geldt bovendien dat de inhoud van de delen 1 en 2 qua inhoud omgewisseld zijn. Studenten die in 2004-2005 deel 1 niet gehaald hebben, dienen dus vanaf 1 september 2005 deel 2 te doen. Studenten die in 20042005 deel 2 niet gehaald hebben, moeten dus vanaf 1 september 2005 deel 1 herkansen.
70
Bedrijfswetenschappen
5 naam code studiepunten contacturen periode co-ordinator doel
inhoud
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
naam code studiepunten contacturen periode coördinator docent doel
Examenonderdelen Accounting Information Systems 60341030 6 24 (24 hoorcollege) gecombineerd met activerende werkvormen 5 prof.dr. O.C. van Leeuwen Het leerdoel is het verwerven van een zodanige kennis van en inzicht in de grondslagen van de bestuurlijke informatieverzorging dat voor organisaties de bestuurlijke informatieverzorging op hoofdlijnen kan worden ontworpen en de opzet en de werking van de bestaande bestuurlijke informatieverzorging op hoofdlijnen kan worden beoordeeld. Cursisten hebben na afloop van de collegecyclus kennis van en inzicht in: • de verschillende te onderscheiden vormen van bestuurlijke informatie en de daaraan te stellen eisen in relatie tot het gebruiksdoel ervan in organisaties. Belangrijke eisen zijn eisen inzake de inhoud, de betrouwbaarheid, de tijdigheid en de presentatievorm van de bestuurlijke informatie • de organisatie van de informatieverzorging: de processen, de functies en de hulpmiddelen De inhoud van de cursus kent de hoofdthema's: • algemene grondslagen • fasen van de waardenkringloop • typologie van de bedrijfshuishoudingen • Starreveld, Van Leeuwen & Van Nimwegen, Bestuurlijke informatieverzorging. Deel 1: Algemene grondslagen. Meest recente druk, Groningen/Houten: Stenfert Kroese, ISBN 90 207 3052 5 • Starreveld, H.B. de Mare & E.J. Joëls, Bestuurlijke informatieverzorging. Deel 2A: Toepassingen. Fasen van de waardenkringloop. Meest recente druk, Alphen a/d Rijn, Samson Bedrijfsinformatie, ISBN 90 14 05695 8 • Bodnar, G.H. & W.S. Hopwood. Accounting Information Systems. Meest recente editie, Pearson Prentice Hall schriftelijk tentamen • Management en organisatie • Financial Accounting Wijzigingen in de literatuur worden uiterlijk 1 maand voorafgaande aan de aanvang van het vak op de daarvoor geeigende wijze bekend gemaakt. Advanced Business Research Methods 61351000 6 18 (4 activerende werkvormen, 14 hoorcollege) and 2 feedbacksessions of 30 minutes 1 en 3 dr. R. Brohm dr. R. Brohm De cursus is bedoeld om je vertrouwd te maken met het onderzoekproces, de
Examenonderdelen
71
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing entreevoorwaarden
bijbehorende criteria, en de belangrijkste keuzes en afwegingen die er zijn te maken in het ontwerp van een onderzoek. • Onderzoeksproces • Toetsend vs. Exploratief onderzoek • Positivistische wetenschapsbenadering vs. Een hermeneutische benadering • Wetenschapsfilosofische problemen zoals inductie en falsificatieprobleem • Bachelorscriptie • Onderzoeksontwerp Tijdens de hoorcolleges wordt de student geïntroduceerd in de reader. Aanwezigheid wordt dringend aangeraden i.v.m. de complexiteit van de stof. Tijdens de feedbacksessies en tutorials krijgen de studenten per team c.q. per groep feedback op hun onderzoeksontwerp Reader en artikelen op Blackboard. presentatie schriftelijk tentamen Business Research Methods.
subject code credits contact period co-ordinator aim
Advanced Human Resource Management 61312000 6 24 hours (12 seminar, 12 lecture) 1 drs. Z. Sasovova In the last decades several views on managing human resources have been developed, investigated, and applied. During this course a number of these views will be discussed. The aim is to familiarize students with the developments in the field of the Human Resource Management (HRM). The themes that will be addressed are related to trends in management thinking: From the early systems thinking, via a variety of behavioral and economic perspectives to the current strategic view on HRM and social network theories. content In the course Advanced Human Resource Management, theoretical models and main ideas behind Human Resource Management will be discussed, as they have been developed over time. Several theoretical concepts on HRM will be treated from a historical point of view. In addition to the historical developments, the views on the field of Human Resource Management can be subdivided into three broad categories according to the reference disciplines of their origin (psychology, economics, and sociology). All three categories will be handled, and the main attention will be given to the descriptive models. The basic concepts of the original theories will be treated together with their applications in the field of HRM. form of tuition Lectures and group seminars. During the lectures the obligatory literature will be addressed. In addition, a few guest lectures will be given by professionals from the HRM-practice. In the group seminars individual essays will be discussed and criticized. Both grades need to have a minimum score of 5.0 to pass the course. literature An up-to-date reader that is composed of 8 conceptual articles on HRM, 72
Bedrijfswetenschappen
published in acknowledged international journals. examination format written interim examination 60 % of the final grade. The exam will consist of open questions requiring short answers testing both in-depth knowledge and understanding of the material essay 40% of the final grade. The intention of the essay is the application of the theoretical knowledge by addressing a current situation from HRM practice from at least two theoretical perspectives on Human Resource Management. The essay comprises a maximum of 5 pages and needs to be structured in such a way that on the basis of the discussed theories, one can give recommendations in a logic manner about the self chosen situation from practice. Furthermore, it is requested to use additional literature to gain own insights on the discussed Human Resource Management theories. entry requirements Basic knowledge of human resource management processes and practices is assumed (equivalent to the 2nd year course Human Resource Management). naam code studiepunten contacturen
periode coördinator doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
entreevoorwaarden opmerkingen
Bedrijfseconomisch practicum 60381030 6 24 (24 practicum) Interactieve workshops en praktijkopdracht voor MKB onderneming (opdrachtgever) in samenwerking met medestudenten (opdrachtnemer) onder begeleiding van docent. 2 en 4 drs. A.C. Guldemond Het doel van het vak is een leerervaring te bieden die economische activiteiten combineert met het concreet ervaren van samenwerken in een groep. Kernwoorden voor dit vak zijn: samenwerken, actief, inventief, nieuw, niet eerder gedaan, businessmodel, onderhandelen, gedrag, leren en feedback, zelforganisatie, initiatief, realiteitszin, analyseren en profileren. De adviesopdracht welke door een MKB bedrijf aan de studenten wordt gegeven vormt de kern van het vak. De inhoud wordt bepaald door het probleem en de studie tot op heden in een PVA welke door de docent wordt voorbereid in samenerking met de klant. • Twee sessies per week en een introductiecollege • Bedrijfsbezoeken (3 keer klantbezoek), trainingen en overlegsessies Literatuur uit voorgaande vakken. opdracht Beoordeling van de adviesopdracht door de opdrachtgever (50 procent) en docent (50 procent) op inhoud en samenwerking. Er is geen tentamen, de eindpresentatie door de groep voor de klant is het tentamen en valt in de tentamenperiode. Beoordeling van de adviesopdracht door de opdrachtgever (50 procent) en docent (50 procent) op inhoud en samenwerking. Er is geen tentamen, de eindpresentatie door de groep voor de klant is het tentamen en valt in de tentamenperiode. Af te raden is meer dan 2 vakken te doen tijdens een periode als BEP gevolgd wordt. Workshops op het gebied van samenwerken, communicatie en
Examenonderdelen
73
projectmanagement en tegelijkertijd een bedrijfsadviesopdracht in een middelgrote onderneming. Volgens een oud-student kun je van de docenten leren terwijl ze ook luisteren en je uitdagen op de dingen die je nog niet gedaan hebt. Hierbij kun je denken aan zelf onderzoeksvragen formuleren, interviews afnemen en onderhandelen met een opdrachtgever. De docenten zullen je uitdagen zelf kennis te maken en actief aan de slag te gaan. Het vak is geschikt voor studenten in de laatste fase van hun bachelorstudie met vragen over de praktische toepasbaarheid van de studie en over wat ze van werk kunnen verwachten. Het levert je plezier op, persoonlijk inzicht in jouw manier van samenwerken en in je persoonlijke kwaliteiten. Verder ga je bewust verbanden zien tussen vakken en krijg je inzicht in de complexiteit van het bedrijfsleven.Citaat van een student: 'Goed luisteren, organiseren en plannen worden op een zelfsturende wijze (met vallen en opstaan) geactiveerd'. Een voorbeeld van een opdracht is de bedrijfseconomische analyse van De Kievitshoeve met als gevolg afstoting van activiteiten, verbetering van economische performance en inzicht in toekomstperspectief van de onderneming www.kievitshoeve.nl • drs. A.C. Guldemond • Afdeling Accounting • T (020) 59 86078 • E
[email protected] naam code studiepunten contacturen
Belastingrecht 60341060 12 80 (40 werkcollege, 40 hoorcollege) Dit vak wordt verzorgd door de Faculteit Rechtsgeleerdheid. Voor informatie en Blackboardtoegang dient de student zich te wenden tot deze faculteit. NB: de Faculteit Rechtsgeleerdheid hanteert een andere periode-indeling bij het rooster. Het vak loopt van september tot april. Raadpleeg het rooster zorgvuldig. periode 1, 2, 3 en 4 doel Economen die werkzaam zijn in bestuurlijke functies en bedrijfsleven worden in toenemende mate geconfronteerd met gecompliceerde problematiek, waarbij fiscale aspecten een belangrijke en veelal doorslaggevende rol spelen. De econoom dient als intermediair te kunnen fungeren tussen opdrachtgevers (bijvoorbeeld ondernemingen en/of particulieren) en fiscale specialisten, m.a.w. fiscale problematiek te onderkennen. Dit wordt van steeds meer belang nu het belastingrecht jaarlijks gecompliceerder wordt en de fiscale gevolgen van allerlei beslissingen materieel een voortdurend grotere rol spelen. Het internationaal belastingrecht wint daarbij sterk aan betekenis als aspect van internationale juridische en economische betrekkingen. Hiertoe dient men kennis te hebben van het positieve belastingrecht, zoals dat is vastgelegd in heffingswetten en inzicht te verwerven in de onderlinge samenhang van de verschillende belastingen. Voorts dient men de basiskennis te verdiepen door deze toe te passen op aan de praktijk ontleende feitencomplexen in de vorm van cases, zodat men later in de praktijk fiscale
74
Bedrijfswetenschappen
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
aspecten kan onderkennen. Het is daartoe wenselijk de studie in het vak belastingrecht vanaf de aanvang van het studiejaar ter hand te nemen, aangezien het programma is gericht op het verwerven van (kritisch) inzicht en het leggen van verbanden met andere maatschappelijke en economische vraagstukken. Het belastingrecht is aan permanente verandering onderhevig. In verband hiermee is de studie van dit vak gericht op het leren onderkennen van de fiscale problematiek, die voortvloeit uit bepaalde juridische en economischmaatschappelijke vraagstukken. Deze methodiek prevaleert daarom boven het verwerven van parate-feitenkennis, zonder nochtans dit laatste te onderschatten. In de hoorcolleges wordt de stof uit de voorgeschreven studieboeken, die het positieve belastingrecht tot onderwerp hebben, verduidelijkt. Daarnaast worden capita selecta uit de belastingwetenschap behandeld, zoals de economische betekenis van de belastingen; het verband tussen belastingen, maatschappij en recht; grondslagen van een rechtvaardig belastingstelsel in het licht van inkomensverdeling en collectieve uitgaven, e.d. Aan het begin van het collegejaar wordt daartoe een gespecificeerd collegeprogramma uitgereikt. De hoorcolleges worden gegeven in het eerste semester gedurende vier uur per week en in het tweede semester, gedurende twee uur per week. In totaal minimaal 52 college-uren, waarvan 20 uren belastingwetenschap (capita). Tevens wordt - in het tweede semester - een werkcollege 'techniek van de belastingheffing' gegeven (20 college-uren). Op het werkcollege wordt een aantal vraagstukken behandeld, welke tevoren door de studenten worden voorbereid. Hierbij komen met name aan de orde problemen met betrekking tot fiscale winstberekening, de fiscale balans, het aanmerkelijk belang, de inkomsten uit sparen en beleggen, alsmede enkele problemen op het gebied van de vennootschapsbelasting, internationaal en europees belastingrecht alsmede de omzetbelasting. Indien de werkcolleges onvoldoende resultaat opleveren, dient men deze (deels) over te doen. In bijzondere situaties kan in overleg met de docent een aanvullend werkstuk gemaakt worden Verplichte literatuur • Hofstra, H.J., e.a., Inleiding tot het Nederlands Belastingrecht, Deventer • Stevens, L.G.M., Elementair Belastingrecht voor Economen en bedrijfsjuristen, Deventer, laatste druk (bedoeld als inleiding en orientering op de stof) • Soest, A.J. van, e.a., Belastingen. Arnhem: Gouda Quint, laatste druk/standaardwerk • Belastingwetten, SDU of Kluwer of Vermande. Uitgave 2006 • M.P. van Overbeeke, e.a. Compendium Belastingrecht, 2006. Recente uitgave als syllabus verkrijgbaar bij de VU Boekhandel • Syllabus Capita selecta belastingrecht 2005. Als syllabus verkrijgbaar bij de VU boekhandel schriftelijk tentamen Het tentamen Belastingrecht wordt uitsluitend schriftelijk (open vragen) afgenomen en bestaat uit een theoretisch deel, gebaseerd op de hoorcolleges en een praktisch deel, waarbij de werkcollegestof centraal staat. Op het tentamen mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van de pocketeditie
Examenonderdelen
75
Belastingwetten, uitgeverij SDU of Vermande, zonder toevoegingen. Zowel de hoor- als werkcolleges vormen verplichte tentamenstof. Het tentamen heeft, inclusief de voor de werkcolleges voldoende gemaakte werkstukken een studiebelasting van 12 punten. Het eindcijfer belastingrecht is het gemiddelde van het cijfer voor het tentamen en het cijfer voor het werkcollege, waarbij geldt dat elk afzonderlijk een voldoende resultaat moet hebben. Aan een tentamen of werkcollege afzonderlijk worden geen studiepunten toegekend. blackboard Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
literatuur 76
Business Administration in the Service Industry 61111030 6 32 (14 hoorcollege, 10 casecollege, 8 discussiecollege) + 2 VISIO workshop 1 drs. M.J. Flikkema Verkrijgen van inzicht in: • het Bedrijfskundig model dat gedurende de bachelorfase wordt gebruikt • de relatie tussen soorten bedrijven, stakeholders, bedrijfsprocessen en bedrijfsfuncties • de wijze waarop veranderingen in bedrijfsprocessen en bedrijfsfuncties de relaties tussen dienstverleners en hun stakeholders, in het bijzonder klanten, beïnvloeden • de bijdragen die vanuit de verschillende bedrijfsfuncties worden geleverd aan het veranderen van de strategische positie van een dienstverlener BASI is het introductievak Bedrijfskunde met bijzondere aandacht voor dienstverlenende bedrijven. De introductie begint met spelregels en een toelichting van het Bedrijfskundig model, aan de hand waarvan duidelijk wordt hoe het bachelorprogramma van de studie Bedrijfswetenschappen aan de VU is opgebouwd en wat er van studenten wordt verwacht. Daarna wordt in zeven hoorcolleges een overzicht gegeven van soorten bedrijven, soorten stakeholders (bijvoorbeeld klanten en aandeelhouders) en hun onderlinge relatie. De variatie tussen bedrijven blijkt groot, in het bijzonder als we stilstaan bij de verschillende posities die bedrijven kunnen innemen in de markt, in netwerken en in waardeketens. De grote diversiteit aan stakeholders maakt duidelijk dat bij bedrijfskundige vraagstukken vaak verschillende belangen tegen elkaar moeten worden afgewogen. Bedrijfsprocessen vormen belangrijke instrumenten voor het vormgeven en veranderen van de relatie met stakeholders. Denk maar eens de impact van thuisbankieren. Maar wat is nou precies een bedrijfsproces en hoe kun je die beschrijven, modeleren, analyseren en verbeteren? Studenten zullen het niet alleen tijdens het hoorcollege, maar ook via een spel, een VISIO workshop en een praktijkcase ervaren. Dan zal ook duidelijk worden hoe bedrijfsprocessen, bedrijfsfuncties (zoals marketing, logistiek, ICT, HRM, inkoop, verkoop en finance) en afdelingen zich tot elkaar verhouden en hoe vanuit de verschillende bedrijfsfuncties bijdragen worden geleverd aan het veranderen van bedrijfsprocessen en de positie van de organisatie als geheel. • Looy, B.van , R. van Dierdonck & P. Gemmel, Services Management: An Bedrijfswetenschappen
Integrated Approach. 2nd edition, London: Prentice Hall, 2003, ISBN 027367353 X • Andere verplichte literatuur wordt via de vakhandleiding bekend gemaakt toetsing schriftelijk tentamen 60 %. Caseuitwerkingen en -presentatie: 40 %. opmerkingen Voor de case- en discussiecolleges geldt een aanwezigheidsplicht. Bij het tentamen wordt aanwezigheid bij alle hoorcolleges verondersteld. naam code studiepunten contacturen
periode coördinator doel
inhoud
toetsing
Business Game 61151010 3 14 (14 casecollege) Tijdens deze casecolleges is er de mogelijkheid tot het invoeren van de te nemen beslissingen en zal er ondersteuning zijn door de docenten. De studenten krijgen per team gedurende de simulatie drie opdrachten die, voor het verstrijken van de bijbehorende deadline, op de digitale leeromgeving gezet moeten worden. Voor de colleges geldt een aanwezigheidsplicht. 6 drs. G.L. Sijtsma Het toepassen van de in blok 1 en 2 opgedane kennis in een bedrijfssimulatie. De leerdoelen van Business Game zijn geformuleerd op drie niveaus: • Kennis: studenten kunnen problemen oplossen voortkomend uit de simulatie. Hierbij maken zij gebruik van de theorie zoals behandeld in de eerdere blokken • Vaardigheden: tijdens de simulatie kunnen studenten beslissingen nemen op operationeel-, tactisch- en strategisch niveau, gebruik makend van de aangereikte kaders • Attitude: studenten kunnen overleg voeren met medestudenten en tot besluiten komen hoe ze de simulatie positief kunnen beïnvloeden, waarbij actief gereageerd moet worden op onverwachte gebeurtenissen Studenten vormen in groepen van 25 personen een bedrijf en concurreren binnen een markt met andere door studenten bestuurde bedrijven. Binnen een bedrijf vormen 5 studenten een team waarmee een specifieke afdeling gemanaged moet worden. Gedurende een aantal simulatierondes zullen teams in ieder geval drie van de volgende vijf afdelingen onder hun hoede krijgen: marketing & verkoop, inkoop, productie, personeel en financiën. Twee keer per week komen de bedrijven bij elkaar om operationele- en tactische beslissingen voor te bereiden. Zij maken daarbij gebruik van geautomatiseerde informatiesystemen. Naast het nemen van bovenstaande beslissingen zullen teams een eindopdracht in moeten leveren. Deze opdracht sluit aan op de theorie zoals eerder behandeld en gaat behalve op de operationele- en tactische beslissingen ook dieper in op het strategische beslissingsniveau. opdracht De toetsing zal plaatsvinden op basis van de volgende criteria: -kwaliteit van de genomen beslissingen -het resultaat van de simulatie -de ingeleverde eindopdracht.
Examenonderdelen
77
naam code studiepunten contacturen
periode coördinator doel
inhoud
werkwijze
78
Business Information Technology (voorheen ICT Resources) 61141020 6 34 (14 hoorcollege, 8 casecollege, 12 discussiecollege) In de discussiecolleges worden vraagstukken besproken en groepsgewijs bediscussieerd. Ook kunnen hier vragen gesteld worden over de cases en de te bestuderen literatuur. De theorie wordt tijdens de casecolleges toegepast op bedrijfssituaties. De bevindingen worden in groepen uitgewerkt, vervolgens wordt hiervan schriftelijk en mondeling verslag gedaan. Voor de casecolleges geldt een aanwezigheidsplicht. 5 dr. B.J. van den Hooff Business Information Technology is een inleidende cursus over informatieen communicatietechnologie (ICT) in de context van bedrijfswetenschappen. Het leerdoel is het verwerven van kennis over en inzicht in de belangrijke management-issues inzake de inzet van deze technologie binnen en tussen organisaties. Binnen Business Information Technology staat centraal hoe ICT kan bijdragen aan het bereiken van bedrijfsdoelen. Het uitgangspunt is dat informatie en kennis belangrijke organisationele resources zijn in de hedendaagse economie. Er wordt aandacht besteed aan de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van de technologie die een rol speelt bij het beheer van deze resources, en de verschillende soorten ICT-toepassingen die tegenwoordig een rol spelen bij het verwezenlijken van bedrijfsdoelstellingen. Centraal staat de samenhang tussen deze technologie enerzijds, en de organisatie (strategie, processen, structuur, cultuur en mensen) anderzijds. Uitgangspunt is dat enerzijds technologieën worden ingezet die passen bij de huidige strategie, processen, structuur en cultuur van de organisatie, maar dat de technologie ook juist weer tot verandering van de organisatie kan leiden. Ten aanzien van de individuele gebruiker geldt iets vergelijkbaars: enerzijds leiden kenmerken van de gebruiker tot een bepaalde vorm van gebruik en effecten van ICT, anderzijds leidt ICT tot allerlei veranderingen in het werk en de relatie tussen organisatie en individu. Op basis van dit soort inzichten wordt tenslotte ingegaan op belangrijke managementvraagstukken rond implementatie en beheer van ICTvoorzieningen in organisaties. Hoorcollege: in de hoorcolleges worden de belangrijke concepten en theorieën uit de literatuur behandeld en toegelicht aan de hand van praktijkvoorbeelden. Casecollege: in de casecolleges wordt de theorie toegepast op bedrijfssituaties. In groepen wordt een analyse gemaakt van bedrijfsdoelen, bedrijfsprocessen, informatiebehoefte, mogelijke ICT-toepassingen en vraagstukken rond implementatie en beheer van deze toepassingen. Er is sprake van doorlopende cases, die elk door een team in de verschillende bijeenkomsten worden uitgewerkt. Vervolgens wordt hiervan schriftelijk en mondeling verslag gedaan. Voor de casecolleges geldt een aanwezigheidsplicht. Bedrijfswetenschappen
Discussiecollege: in de discussiecolleges worden vraagstukken besproken en groepsgewijs bediscussieerd. Ook kunnen hier vragen gesteld worden over de cases en de te bestuderen literatuur. Discussiecolleges zijn facultatief, wie wil deelnemen moet zich hiervoor inschrijven (en verplicht zich daarmee tot actieve deelname). literatuur • Boddy, D., A. Boonstra, & G. Kennedy. Managing Information Systems; An Organisational Perspective. 2nd edition, Harlow, England: Pearson Eductation, 2005 • Diverse artikelen die via de digitale leeromgeving worden verstrekt toetsing opdracht 40 % schriftelijk tentamen 60 % subject code credits contact period co-ordinator lecturers aim
Business Intelligence 61312020 6 18 hours (6 tutorial, 12 lecture) 1 dr. J.F.M. Feldberg prof.dr. A.E. Eiben; dr. J.F.M. Feldberg The primary aim of this course is to establish an elementary frame of reference concerning business intelligence. Despite the fact that the course focus is primarily managerial and not technical, an important objective is to train students in the successful application of a popular decision support tool (Cognos Powerplay). By means of 'learning by doing' elementary skills in the usage of decision support systems are acquired. Students completing this course successfully, will be able to actively collaborate in sensible thinking and deciding about the benefits, development, application, and implementation of business intelligence solutions. The realization of business objectives and sustainable competitive advantage are keywords in this context. In addition to this, the frame of reference offers a point of departure for further self-study to deepen and broaden the knowledge offered. content Modern organizations, in particular the management of these organizations, tend to suffer more from an overload of data than from a lack of data. To a great extent this overload is caused by the overwhelming growth of information systems in organizations. Enterprise Systems (ERP), Customer Relationship Systems (CRM) as well as the growing number of Internetbased applications (e.g. e-commerce) are all important sources for the explosion of financial, production, marketing and other business data. The challenge for most organizations is to develop and build systems that support the transformation of the collected data into knowledge. To be successful in this transformation processes organizations have to develop the capability to aggregate, analyze and use data to make informed decisions. This course deals with the theory concerning business intelligence as well as with the application of business intelligence solutions. To be able to successfully implement business intelligence solutions, one has to have knowledge about their functioning and proficiency in using them, as well as knowledge about their field of application, e.g., how to select, transform, integrate, condense, store and analyze relevant data. This course uses the term 'business
Examenonderdelen
79
literature examination format
recommended background knowledge
naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
entreevoorwaarden
80
intelligence' in a broad sense. A narrow interpretation would only deal with software solutions ('data warehousing' and 'online analytical processing'). The broad interpretation - to be used in this course - also includes: theories concerning decision making, related decision support systems and their application for management, i.e., data warehousing, online analytical processing and data mining. • Book (to be announced) • Various papers. written interim examination 65% practical test (weekly) business intelligence tutorial tests (35%). All tests and exams will be administered through a digital test environment. • Basic course in Information Systems, f.e. on the level of Laudon & Laudon, Management Information Systems, Managing the Digital Firm. 9th edition, Prentice Hall, 2004 • O'Brien, James A., 'Introduction to Information Systems', 12th edition, Mc Graw Hill, 2005 Business Law 61221010 6 34 (14 hoorcollege, 12 discussiegroep, 8 casecollege) + 12 consultancy 1 mr. N.A. Jansen MBA Het verkrijgen van basiskennis en inzicht in het Nederlandse en internationale recht en de relevantie daarvan voor managers en ondernemers. Kennis van de voor deze module geselecteerde juridische onderwerpen maakt het mogelijk strategie en beleid vorm te geven rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen van de juridische omgevingsfactoren. Inleiding recht, Europees recht, goederenrecht inclusief intellectueel eigendomsrecht, verbintenissenrecht, arbeidsrecht, rechtsvormen en juridische organisatie van ondernemingen, fusies en overnames, jaarrekeningrecht en internationale koopovereenkomsten. De hoorcolleges vormen een inleiding op het wekelijkse thema. Toepassing van de literatuur wordt geoefend met behulp van te presenteren cases en assignments. De consultancy uren bieden de studenten de mogelijkheid van persoonlijke begeleiding bij de studie en het voorbereiden van de case colleges. Wordt nog bekend gemaakt. schriftelijk tentamen het tentamen heeft een True/False format, 60 % van het eindcijfer. presentatie en rapporten, 40 % van het eindcijfer. geen
Bedrijfswetenschappen
naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Business Plan 61261000 3 24 (24 hoorcollege) 6 drs. J.K. Verduijn In dit integratieproject leer je een ondernemingsplan te schrijven aan de hand van theorie rond ondernemingsplannen en de theorie van alle voorgaande vakken, waar van toepassing voor het gekozen bedrijfsconcept. inhoud De theorie uit de voorgaande vakken van de 1e twee jaar van Bedrijfswetenschappen. literatuur Course manual op Blackboard en de literatuur van alle voorgaande vakken (1e twee jaar van BWS). toetsing paper
naam code studiepunten contacturen
periode coördinatoren doel
inhoud
literatuur toetsing
Business Research Methods 61131040 3 16 (8 hoorcollege, 8 casecollege) Tijdens de hoorcolleges worden theorie en voorbeelden behandeld. Aanwezigheid hierbij is facultatief maar wordt aangeraden. Tijdens de casecolleges wordt aan groeps- of individuele opdrachten gewerkt. Hierbij is aanwezigheid verplicht. 3 dr. E.C. van der Sluis-den Dikken; Leerdoelen van dit vak zijn: • Kennis ontwikkelen over wat onderzoek is en welke verschillende typen onderzoek er mbt de zakelijke dienstverlening kunnen worden onderscheiden: wetenschappelijk onderzoek, toegepast en/of contract onderzoek en praktijkonderzoek • Analytisch vermogen ontwikkelen. Dit leerdoel refereert naar het begrijpen van teksten en onderscheiden van hoofd- en bijzaken • Operationaliseren van analytisch vermogen. Dit leerdoel refereert naar de vertaling van analyse in onderzoeksvragen en -methoden • Onderzoeksvaardigheden kunnen benoemen Tijdens het vak 'Business Research Methods' komt de student in aanraking met methoden en technieken van bedrijfswetenschappelijk onderzoek. Bij dit vak worden achtereenvolgens de volgende onderwerpen behandeld: • Wat is onderzoek en welke typen onderzoek zijn er • Het opzetten van onderzoek: probleemformulering, begrippen, hypothesen, literatuuronderzoek, onderzoeksopzet • Literatuur zoeken en refereren naar bronnen Course manual, aanvullende literatuur en overige informatie worden nog nader bekend gemaakt via Blackboard schriftelijk tentamen 60 % opdracht 40 % met daarnaast een Webcursus.
Examenonderdelen
81
subject code credits contact period lecturer aim
Christian Social Philosophy in an International Perspective 60342060 6 24 hours (12 active participation, 12 lecture) 4 prof.dr. J.J. van Dijk Christian social philosophy has an international background, which is translated in every European society in its own national form. The aim is to give insight in the reasons for the different national translations of christian social philosophy in economic en governmental institutions. content Christian social philosophy has had a lot of consequences for the socioeconomic infrastructure of the Netherlands. Typical Dutch institutions, like the Social Economic Council (SER), Foundation of Labour, the legally binding procedure of the collective bargaining procedure and the role of the works council in Dutch organisations are based on the principles of Christian social philosophy. But Christian social philosophy is not a mere Dutch phenomenon. Also in other European and American countries Christian social philosophy is very vital. Every country has had its own national developments in thinking, which had also other consequences for the socio-economic infrastructure. What were the main developments in Christian social philosophy in some other countries? Might one say there is a mainstream thinking at international level? What are the differences between the different countries and what is the reason for these differences? literature Will be announced later examination format paper based on international literature the students have to write a paper of 15 pages in which they deal with the developments in Christian social philosophy in one country. naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
82
Consumer Behaviour 60311050 6 24 (24 hoorcollege) Twee maal twee uur hoorcolleges per week 1 dr. J. Boter Aan het einde van dit onderdeel is de student bekend met de belangrijkste wetenschappelijke inzichten in consumentengedrag. Daarbij ligt de nadruk op de psychologie van de consument en de invloed van de omgeving op het koopgedrag. Tevens is de student in staat deze kennis te vertalen naar het marketingbeleid van een organisatie. Marketing begint en eindigt met de consument. Het begint bij het bepalen van consumentenbehoeften en eindigt bij het bepalen van tevredenheid na aankoop. Het verkrijgen van inzicht in koopgedrag van consumenten is daarom essentieel voor een succesvol marketingbeleid. Binnen de (micro-)economie ligt de nadruk veelal op het keuzegedrag van een rationele consument, die bereid is een bepaalde prijs te betalen voor goederen. Echter, vaak is het keuzegedrag van consumenten niet rationeel, Bedrijfswetenschappen
maar wordt het beïnvloed door vooroordelen, reclame, of het bij een groep willen horen. In het vak consumentengedrag ligt de nadruk juist op deze minder rationele aspecten van keuzegedrag. Om deze aspecten te begrijpen en erop te kunnen inspelen worden in de cursus theorieën uit bijvoorbeeld de psychologie gebruikt, zoals theorieën over geheugen, leren, perceptie, attitude en motivatie. Consumentengedrag, dat eerder in de studie kort is behandeld, wordt in deze cursus verder uitgediept, deels aan de hand van extra artikelen en cases. Daarbij ligt de nadruk op inzicht in en toepassing van de verschillende theorieën. literatuur • Solomon, Bamossy and Askegaard, Consumer Behaviour; A European Perspective. 2nd edition, Harlow: Pearson Education, 2002 • Collegematerialen en artikelen worden ter beschikking gesteld op Blackboard toetsing schriftelijk tentamen 60 % en wekelijkse opdrachten 40 % entreevoorwaarden Hetvolgende wordt bekend verondersteld: • Bachelor Economie: Marketing 1.1 en Marketing 1.2 of • Bachelor Bedrijfswetenschappen: Marketing of • Toelating tot het Premaster programma voor de Master of Marketing naam code studiepunten contacturen periode docenten doel inhoud
werkwijze literatuur
doelgroep
opmerkingen
Corporate Finance 60321010 6 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) 2 prof. dr. A.B. Dorsman; prof.dr.ir. H.A. Rijken Introductie in de theorie en de praktijk van ondernemingsfinanciering en een introductie in de waardecreatie bij ondernemingen Het college zal bestaan uit een mix van theoretische concepten en praktijk. Gestart wordt met het Modigliani en Miller raamwerk voor de ondernemingsfinanciering (irrelevantie solvabiliteit voor de waarde van de onderneming en de dividendpolitiek). Vervolgens wordt dit concept verder uitgebouwd met vennootschapsbelasting en faillissementskosten. Ook wordt in ruime mate aandacht besteed aan de bepaling van de kasstroom en de kostenvoet. Ook komt ruim aan bod het waarderen van ondernemingen en het bepalen of ondernemingen waarde creëren. In de bijbehorende werkcolleges zal theorie worden toegepast met het uitwerken van opgaven en praktijkcases. activerende werkvormen 1 x per week 2 uur hoorcollege 2 x per week 2 uur • Brealey and Myers Principles of Corporate, 7th edition 2003. NB: het is de principles variant • Eventuele andere literatuur wordt tijdens het college bekendgemaakt. Dit vak is een kernvak voor studenten Economie en een keuzevak voor studenten BWS en andere richtingen. Het is een toelatingsvoorwaarde voor de Master of Finance en het vak Corporate Finance 4.2. Het vak wordt gedoceerd in het Nederlands.
Examenonderdelen
83
subject code credits contact period lecturers aim
content
literature examination format entry requirements
remarks
Development Economics 60332050 6 24 hours (24 lecture) + 1 day Africulture simulation game 4 dr. C.T.M. Elbers; prof.dr. J.W. Gunning; dr. J.J.Y. Schipper The course introduces students to current economic research on development issues. The course is aimed both at students who have a general interest in developing countries and those who expect to deal with developing countries in their future career. Lectures are on important topics in economic development: income growth, poverty, inequality; markets for land, credit and insurance; foreign aid and corruption. The emphasis throughout the course is on the microeconomic analysis of decisions by households, policy makers, village leaders and other such agents. A central theme of the course is the relationship between poverty and development. How do poverty and inequality affect the functioning of rural markets and what are the effects on long-term growth? How do market failures such as information asymmetries determine outcomes in credit markets and what is the role of microfinance? Is development aid effective? What do we know about corruption and how to fight it? The lectures provide students with both a critical understanding of the theory as well as an empirical knowledge regarding these issues. A special feature of this course is the Africulture simulation game in which students experience microeconomic decisionmaking as a member of an African rural household: participants have to devise the best allocation strategy (which crops? migrate to the city? how large should the family be?) in a risky environment with various types of shocks (drought, illness). Good thinking allows the family to prosper ... Selected chapters from Debraj Ray, Development Economics, 1998. written interim examination The participants are expected to have some basic familiarity with the subject of development economics and preferably have a backgound in microeconomics. For information contact Mrs. T. Heemskerk,
[email protected], tel.: 020-598 6140. See also our web-site http://www.feweb.vu.nl/
naam code studiepunten contacturen
E-Business 61331070 6 24 (24 hoorcollege) indien mogelijk zal de cursus worden ondersteund middels activerende werkvormen gericht op het werken met mainstream E-Business toepassingen. periode 4 coördinator dr. T. Verhagen doel Het doel van het college is om basiskennis bij te brengen op het gebied van E-Business. E-Business wordt beschouwd vanuit een management perspectief. Aan de orde komt wat E-business is, wat de belangrijkste Ebusiness vormen zijn, en welke aspecten een rol spelen bij het laten slagen 84
Bedrijfswetenschappen
van E-Business activiteiten. Ook wordt er ruim aandacht besteed aan de koppeling tussen theorie en praktijk. Hoewel de primaire focus van deze cursus B2C zal zijn, komen ook belangrijke B2B aspecten aan de orde. inhoud In de colleges zullen de navolgende thema's en onderwerpen vanuit diverse vakgebieden - bedrijfseconomie, marketing, informatiekunde - worden uitgediept: • E-Business modellen • E-Marketplaces • E-Business strategie • E-Marketing en CRM • Mobile commerce • E-Government • Back-office integration (ERP). • Effectief website design • Online research In de collegeserie zal naast de theorie ook ruimte zijn voor gastsprekers die de E-Business praktijk toelichten. literatuur • Turban, e.a., Electronic Commerce: A Managerial Perspective, Upper Saddle River: Prentice Hall. De editie wordt later bekendgemaakt. • Aanvullende artikelen worden via de digitale leeromgeving dan wel dmv een reader ter beschikking gesteld toetsing schriftelijk tentamen open vragen. naam code studiepunten contacturen periode coördinator docenten doel
Economics 61161010 3 20 (8 practicum, 12 hoorcollege) 6 dr. H.G. Bloemen dr. H.G. Bloemen; dr. S. Hochguertel Het meegeven van economische theorie over marktwerking en het ondernemersgedrag. inhoud Stof hoorcolleges: Behandeld worden de marktwerking en de onderliggende producenten- en consumententheorie. We gaan in op het gedrag van de individuele consument en producent en laten zien hoe vraag en aanbodcurve tot stand komen. De werking van markten onder verschillende marktvormen zals concurrentie, monopolie, en oligopolie komt aan bod. Strategisch gedrag tussen ondernemingen en elementaire speltheoretische concepten worden daarbij behandeld. Voorts komen onderwerpen als asymmetrische informatie, agency-theorie, principle agent problemen, transactiekosten economie en bounded rationality aan de orde. Opzet Practicum: Het practicum bestaat uit cases over de onderwerpen uit de hoorcolleges en uit groepspresentaties. literatuur Begg, D. & D. Ward, Economics for Business. McGraw Hill, 2003 toetsing schriftelijk tentamen 60 % van het eindcijfer opdracht Iedere week dient een take-home opdracht te worden ingeleverd en er
Examenonderdelen
85
worden groepspresentaties gehouden. De beoordeling telt mee als 40 % van het eindcijfer. naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
inhoud
literatuur
toetsing entreevoorwaarden opmerkingen
naam code studiepunten contacturen 86
Economie van het onroerend goed 60341050 6 24 (24 hoorcollege) 5 dr. J. Rouwendal; dr. F.R. Bruinsma; drs. R. Vreeker Economie van onroerend goed biedt een inleiding tot de theorieën en methoden op het terrein van de onroerend goedmarkt. Het vak biedt een veelheid aan inzichten in belangrijke elementen van de vastgoedsector, zoals locatiekeuze, de werking van de grondmarkt en overheidsbeleid. Naast theoretische kennis zal empirisch inzicht verworven worden aan de hand van de ontwikkeling van de Amsterdamse Zuidas. Een belangrijk deel van de investeringen in Nederland vindt plaats in onroerend goed. Het gaat om investeringen met een lange levensduur die dan ook een stempel zetten op de ruimtelijke structuur van Nederland. Economische dynamiek manifesteert zich bij uitstek ook via de onroerend goedmarkt. Vanuit beleggersoogpunt is onroerend goed een belangrijk onderdeel van de portefeuille. Voor Amsterdam geldt dat de meest interessante onroerend goed ontwikkelingen het komende decennium zich zullen afspelen op de Zuid-as. De onroerend goedmarkt is nauw verbonden met de grondmarkt. In Nederland is de grondmarkt sterk gereguleerd: het gebruik van grond wordt in hoge mate beïnvloed door de publieke sector. Onderwerpen die aan bod komen zijn: beschrijving van de deelmarkten (woningen, kantoren, bedrijfsgebouwen en grond), actoren op de onroerend goedmarkt (gebruikers/bewoners, bouwondernemingen, projectontwikkelaars, beleggers, bemiddelaars en overheid), prijsvorming, overheidsbeleid, speculatie, huur versus kopen, korte termijn versus lange termijn, ontwikkelfunctie (publiek, privaat of publiek-privaat), kostenbatenanalyse. • Denise DiPasquale & William C. Wheaton, Urban Economics and Real Estate Markets, Prentice Hall, 1996 • Syllabus over het Nederlandse Ruimtelijke Ordeningsbeleid • Additioneel studiemateriaal en powerpoint slides met hoorcollegestof zullen downloadable worden gemaakt via Blackboard schriftelijk tentamen met open vragen. geen Het vak heeft relaties met diverse andere keuzevakken uit het derde jaar, waaronder Stedelijke economie, Milieueconomie en -management en Geomarketing. Het vak bevat aantrekkelijk toepassingen voor studenten uit de algemeen- en de bedrijfsgerichte afstudeerrichtingen. Economische en sociale geschiedenis 60321060 6 24 (24 hoorcollege) Bedrijfswetenschappen
periode coördinator docenten doel
inhoud
literatuur
toetsing opmerkingen
naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
2 dr. T.L.M. Kint prof.dr. C.A. Davids; dr. T.L.M. Kint Het bijbrengen en verdiepen van inzicht in de ontwikkelingsgang van hedendaagse economische en sociale structuren in de wereld en daarnaats vergroting van de economische en sociaal-historische kennis. Ondanks een grote verscheidenheid op bijna alle gebieden van maatschappelijk leven kan de wereld van vandaag gezien worden als een `global village'. Zij is het resultaat van velerlei integratieprocessen, die vooral sinds de 19de eeuw op gang zijn gekomen, gekenmerkt worden door een eigen dynamiek en in onderlinge verwevenheid op permanente voortgang gericht zijn. Op het economische en sociale deelveld van integratie zal aandacht worden besteed aan mondiale ontwikkelingen van na 1850, zoals internationale handel, internationale migratie en internationale kapitaalstromen. Ook onderwerpen die meer op zichzelf lijken te staan, zoals b.v. de geschiedenis van het cooperatiewezen, komen - ingepast in de integratievisie aanbod. • C.M. Cipolla, Before the Industrial Revolution, European Society and Economy, 3rd edition1994, W.W. Norton & Co., London/New York, • D. S. Landes, The Wealth and Poverty of Nations, Why some are rich and some so poor, 1998, W.W. Norton & Co., London/New York ; dan wel de vertaling: Arm en Rijk, 2e druk 2002, Het Spectrum, Utrecht (een aantal hoofdstukken in overleg met de docent vast te stellen). mondeling tentamen • Tijdens de colleges wordt veel aandacht besteed aan het stellen en beantwoorden van vragen, aan discussie en aan het trekken van historische parallellen. • De cursus wordt gedoceerd in het Nederlands. Emerging Technologies 60341000 6 24 (18 hoorcollege, 6 discussiecollege) Inclusief gastcolleges 5 prof.dr.ir. J.W.M. Gerrits Nieuwe technologieën hebben het potentieel om industrieën te veranderen of nieuwe industrieën te creëren. Op dit moment zijn bijvoorbeeld het Internet, biotechnologie en nanotechnologie de technologieën die voor belangrijke veranderingen zorgen. Elke organisatie dient hierop in te spelen. Het doel van dit vak is om studenten het volgende bij te brengen: • Het ontwikkelingspad van nieuwe technologieën. • Het adoptieproces van nieuwe technologieën door organisaties • Innovatiemanagement: het realiseren van een competentie in organisaties om adequaat in te kunnen spelen op nieuwe technologieën • Een aantal voor dienstverlening belangrijke opkomende (2 tot 5 jaar) technologieën In het eerste deel van het college wordt de theorie behandeld. Daarbij worden door gastsprekers enkele onderdelen uit de praktijk toegelicht.
Examenonderdelen
87
In het tweede deel van het college gaan de studenten een paper schrijven om de impact van een opkomende technologie in kaart te brengen voor een bepaalde industrie. Daarbij passen ze de kennis uit het eerste deel toe. literatuur • Day & Schoemaker, Wharton on Managing Emerging Technologies. 2000 • Papers toetsing paper In teams (afhankelijk van het aantal studenten). opmerkingen In de discussiecolleges bespreken en presenteren studenten hun paper in wording. naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Enterprise Systems 61321060 6 24 (24 hoorcollege) 2 dr. E.R.K. Spoor Aan het eind van de cursus is de student in staat om, gefundeerd op wetenschappelijk onderzoek, uiteen te zetten wat Enterprise Systems voor organisaties (kunnen) betekenen, welke veranderingen de selectie, invoering en exploitatie van deze systemen in organisaties teweegbrengen en met welke modellen deze veranderingen zijn te verklaren. inhoud Enterprise Systems (ES) zijn complexe bedrijfsbrede informatiesystemen, die in de regel modulair zijn opgebouwd en instelbaar zijn met behulp van honderden parameters. Een ES heeft de pretentie een 'standaard pakket' te zijn. Het is echter slechts de visie van de leverancier van het ES op de processen in een bedrijfssegment. Leveranciers noemen zo'n visie ook wel een 'industry-solution' of 'branche-solution'. De verschillen die de leverancier tussen (potentiële) klanten in een segment ervaart of voorziet worden in het pakket vertaald naar modules en parameters. Daarmee is het pakket in bepaalde mate instelbaar voor de individuele organisatie. Ideaal dus, zou op het eerste gezicht kunnen worden geconcludeerd. Maar zo eenvoudig blijkt het niet te zijn. In de praktijk ervaren bedrijven, die willen overgaan op een ES, grote discrepanties tussen hun bedrijfsprocessen en de ondersteuning die ES-pakketten voor deze processen kunnen bieden. En toch worden ES erg veel en steeds meer toegepast, vooral bij grote bedrijven. Waarom kiest een bedrijf voor een ES? Zijn er alternatieven? En als er een ES wordt gekozen, wat moet er dan worden aangepast: de bedrijfsprocessen of het ES-pakket? Wat zijn de consequenties? Deze keuzes zijn moeilijk en de gevolgen kunnen enorm zijn. Het college behandelt enterprise systems eerst vanuit de leverancier. Aan orde komen: de architectuur en inrichting van ES, de opkomst van servicegeoriënteerde architecturen en de gevolgen voor de ES-markt, het implementatietraject en de projectinrichting. Daarna wordt de medaille omgedraaid en staat de problematiek van de invoering en het gebruik van een enterprise system, bezien vanuit de organisatie, centraal. Ervaringen met deze systemen en problemen met aanpassing van de organisatie en/of het ES laten zich vertalen naar ideeën over succes. Verschillende manieren om tegen organisatorische verandering
88
Bedrijfswetenschappen
werkwijze
literatuur toetsing
entreevoorwaarden opmerkingen
aan te kijken geven een ondergrond voor de rol van creativiteit in het veranderingsproces, voor het omgaan met tegenstellingen tijdens de implementatie en voor het lastige proces van het kiezen van een ES. Beide kanten van de medaille geven een beeld van het spanningsveld tussen de leverancier met diens generieke oplossing en de organisatie met diens specifieke procesvoering. Gedurende de collegeweken kunnen studenten deelnemen aan een cyclus van wekelijkse opdrachten. Studenten ontvangen iedere week via Blackboard een aantal vragen over de te bestuderen literatuur. De antwoorden op die vragen, ingeleverd via Blackboard, worden wekelijks nagekeken en van een cijfer voorzien. Studenten kunnen hiermee 40 procent van hun eindcijfer verdienen. Deelname is niet verplicht. Een aantal artikelen., welke op Blackboard ter beschikking worden gesteld. schriftelijk tentamen 60% van het eindcijfer. opdracht 40 % van het eindcijfer. geen. Als het gemiddelde cijfer van de opdrachten lager is dan het tentamencijfer, of als er niet is deelgenomen aan de opdrachten, dan telt alleen het tentamencijfer.
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
European Distribution and Supply Chain Logistics 60331030 6 30 (6 werkcollege, 24 hoorcollege) 1 prof.dr. A.R. van Goor Door samenwerking op Europese schaal met leveranciers en afnemers is het distributiebeleid voor veel ondernemingen drastisch gewijzigd. In dit vak gaan we in op de logistieke aspecten waarmee producenten, retailers en logistieke dienstverleners te maken krijgen als ze overgaan van nationale distributie op Europese distributie. inhoud Distribution and Supply Chain Management: • Trends in European Distribution • Trends in Supply Chain Management Fundamentals of European Distribution Logistics: • Integrated Concept European Distribution Logistics • Distribution Logistics and Product Characteristics • European Transport Network • European Warehousing and Site Selection • Inventory Management and DRP • Cost Management • Economic Trade Off Decisions • Pipeline Management • Contract logistics • European Distribution Strategy Development Approach • ICT in European Distribution Logistics Demand and Supply Chain Management: • Integrated Concept DSCM
Examenonderdelen
89
E-business and E-Logistics • Efficient Replenishment Upstream • Advanced Planning and Scheduling • Supply Chain Control and Realization • A.R. van Goor, M.J. Ploos van Amstel and W. Ploos van Amstel. European Distribution & Supply Chain Logistics, 2003, Wolters/ Stenfert Kroese, Groningen • Reader (electronisch) met geselecteerde artikelen schriftelijk tentamen 70% van het eindcijfer. werkstuk 30% van het eindcijfer. nvt Met name voor studenten die een specialisatie TDL overwegen wordt strongly advised om dit vak te volgen. Logistieke dienstverleners (het accent bij Intro TDL) maken gebruik van alle concepten, die in dit vak (EDSCL) worden besproken. Maar dit vak vormt een zelfstandig en afgerond geheel en behoort eigenlijk tot de bagage van alle BWS-studenten. Het vak EDSCL heeft geen overlap met het vak Logistics. •
literatuur
toetsing
entreevoorwaarden opmerkingen
naam code studiepunten contacturen periode coördinator docenten doel
inhoud
literatuur
90
Finance and Financial Arithmetic 61141000 6 26 (18 hoorcollege, 8 casecollege) waarin discussiemomenten worden geïntegreerd. 5 prof. L. Keuleneer prof. L. Keuleneer; drs. H.F.N.C. Buysse; dr. F. Hamelink Finance and Financial Arithmetic heeft als doel een goed inzicht te verschaffen enerzijds in het belang van financieel management bij het bereiken van de ondernemingsdoelstellingen en anderzijds in de basisconcepten van financiering, zodat hierop verder kan gebouwd worden in vervolgcursussen. De belangrijkste onderwerpen die aan bod komen betreffen: • de relatie tussen financieel management en de ondernemingsdoelstellingen • de tijdswaarde van geld, de motor van alle financiële beslissingen • hoe de gewogen gemiddelde vermogenskosten van de onderneming berekenen • hoe komen tot verstandige investeringsbeslissingen • welk is de optimale financiële structuur van een onderneming en welke vermogenssoorten zijn er daarvoor beschikbaar • de waardebepaling in relatie tot risico en return • de dividendpolitiek en dividendbeslissingen in een onderneming • financieel risicomanagement: een overzicht van de instrumenten en hun toepassing in de praktijk Ross, S.A., R.W. Westerfield & B.D. Jordan, Fundamentals of Corporate Finance, 7th edition, Boston: McGraw-Hill, Alternate International Edition, 2006, ISBN 0-07-122917-5 Bedrijfswetenschappen
toetsing schriftelijk tentamen 60 % opdracht 40 % naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
literatuur
toetsing opmerkingen
Financial Accounting 60311080 6 36 (36 hoorcollege) afgewisseld met behandeling van vraagstukken en cases 1 drs. P.W. Boone Dit kernvak bouwt voort op de basiskennis uit het vak Financial Accounting en boekhouden. Het doel is om de kennis van de externe financiële verslaggeving uit te breiden en te verdiepen door behandeling van enkele van de meer complexe problemen die zich hierbij in de praktijk voordoen. Uitgangspunt hierbij is de huidige internationele regelgeving op dit gebied. Na het volgen van dit vak beschikt de student over de kennis en vaardigheden om zich een gefundeerd oordeel te vormen over veel van de vraagstukken rond verslaggeving zoals die de laatste jaren met enige regelmaat in het nieuws verschijnen. Inleiding institutioneel kader externe verslaggeving: het 'conceptual framework' van de International Accounting Standards Board (IASB), inleiding op International Financial Reporting Standards (IFRS) van de IASB, de geconsolideerde jaarrekening en de verwerking van fusies, overnames en deelnemingen. Verder komen ook specifieke onderwerpen aan bod (o.a. immateriële vaste activa en impairment, belastingen, leasing, vreemde valuta). • Klaassen, J., & M.N. Hoogendoorn, Externe verslaggeving, 6e druk. Groningen: Stenfert Kroese, 2004, ISBN 90-207-3277-3 • syllabus Externe Verslaggeving • twee jaarrekeningen schriftelijk tentamen Dit vak (FA) behoort tot de ingangseisen van de master Accounting & Control (A&C) Het werkcollege bij het kernvak kent 2 varianten: • variant Boekhouden (behoort tot de ingangseisen PGO-opleiding Accountancy) • variant Management Accounting (welk kan worden gekozen indien naast het kernvak Financial Accounting óók het keuzevak Management Accounting is gevolgd)
naam code studiepunten contacturen
Financial Accounting and Bookkeeping 61121020 6 32 (12 hoorcollege, 10 casecollege, 10 discussiecollege) inclusief 2 Annual report project presentatie periode 2 coördinator drs. W.M. van der Vooren docenten drs. D. Turkenburg; drs. F. Duimstra; drs. W.M. van der Vooren
Examenonderdelen
91
doel In het vak Accounting staat de financieel-economische informatieverstrekking in en door organisaties centraal. Het vak Financial Accounting en Bookkeeping kijkt vooral naar de informatieverstrekking door organisaties aan derden, zoals aan eigenaren, aandeelhouders, financiers, fiscale instanties en het publiek in ruime zin. Deze informatie wordt veelal in de vorm van een jaarrekening verstrekt. De jaarrekening bestaat uit een balans, resultatenrekening en toelichtingen daarop. Verslaggeving door middel van het jaarverslag wordt in het angelsaksisch woordgebruik ook wel aangeduid met Financial Reporting. De jaarrekening is gebaseerd op informatie die door de boekhouding wordt geleverd. In de cursus wordt derhalve aandacht gegeven aan het administratieve proces. inhoud Het vak Financial Accounting and Bookkeeping richt zich op de externe belangstellenden. Gebruikelijke communicatiemiddelen zijn daarbij: balans (een overzicht op een bepaald moment, van de investeringen in een organisatie (bedrijf) en de bronnen waarmee deze investeringen zijn gefinancierd), resultatenrekening (een overzicht waarop de kosten en de opbrengsten over een periode staan vermeld) en een kasstroomoverzicht (een overzicht dat inzicht geeft in kasstromen over een bepaalde periode). De toevoeging bookkeeping aan dit vak geeft aan dat er niet alleen op de uiteindelijke informatie wordt gelet, maar ook op de wijze van totstandkoming van deze informatie: het administratieve proces. Het administratieve proces houdt in: het volgens vaste regels en procedures registreren en verwerken (met name: sorteren, rubriceren en aggregeren) van financiële gegevens van een huishouding, om de informatie die nodig is te verschaffen. werkwijze Hoorcollege: een korte introductie op de leerstof die in de daaropvolgende discussie- en casecolleges aan de orde komt en door de student moet worden bestudeerd. Discussiecollege: aansluitend op de in de hoorcolleges behandelde onderwerpen moeten de leerstof aan de hand van het boek en uitwerkingen van cases worden bestudeerd.Aan de hand van vooraf gepubliceerde uitwerkingen van opgaven kunnen vragen gesteld worden; in het tweede uur is er de gelegenheid om, samen met een andere student, een case uit te werken en de uitwerking in te leveren. Casecollege: de cases die op het verplichte casecollege aan de orde komen worden individueel uitgewerkt. Op het casecollege moeten studenten in het eerste uur de uitwerkingen presenteren en het tweede uur een opgave (met behulp van het boek) uitwerken. Annual report project-college: gedurende de behandeling van de leerstof moet in een concreet jaarverslag diverse aspecten van Financial accounting worden opgezocht en geanalyseerd. Dit project mondt uit in een presentatie over het desbetreffende bedrijf. literatuur • Needles, E. Belverd, & Marian Powers, Financial Accounting. 7th edition, Boston/New York: Houghton Mifflin, 2005, ISBN-0-618-393625 toetsing schriftelijk tentamen Het tentamen bestaat uit mc- en open vragen. Het eindcijfer bestaat voor 60 % van het eindcijfer uit het tentamencijfer, voor het overige is dat het cijfer voor de casecolleges. 92
Bedrijfswetenschappen
opmerkingen Voor de casecolleges geldt een aanwezigheidsplicht. naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Financial Management 61231000 3 12 (8 hoorcollege, 4 casecollege) 4 prof. L. Keuleneer Het doel van dit vak is om studenten inzicht te verschaffen in financiële planning en management en de instrumenten die daarbij kunnen worden gebruikt. Het vak biedt inzicht in financiële basisbegrippen en stimuleert studenten deze inzichten toe te passen op praktische bedrijfssituaties. Aan de orde komen: het gebruik van ratio's en verslaggeving in besluitvormingsprocessen binnen ondernemingen. Het probleem van lange termijn financiële planning en groei. Verder wordt aandacht besteed aan korte termijnfinanciering en planning en aan kas-, liquiditeiten-, krediet- en voorraadbeheer. Ter afsluiting wordt ingegaan op internationaal financieel management met betrekking tot wisselkoersen, investeren en het gebruik van de diverse instrumenten op de internationale financiële markten. Hoorcolleges waarin discussiemomenten worden geïntegreerd met de casecolleges. Voor de casecolleges geldt een aanwezigheidsplicht Ross, Westerfield en Jordan, Fundamentals of Corporate Finance, 7th, Alternate, International Edition, McGraw-Hill, 2006 schriftelijk tentamen meerkeuzevragen, weging 60 %. opdracht weging 40 %
subject code credits contact period co-ordinator lecturers aim
Financial Management in not-for-profit Organisations 60342010 6 24 hours (24 tutorial) 5 drs. G.T. Budding drs. G.T. Budding; prof.dr. T.L.C.M. Groot The most important goals of this course are: • To gain more insight into governmental and not-for-profit organizations • To gain more insight into financial management (particularly Accounting) techniques • To develop a critical attitude towards the use of financial management techniques in the context of not-for-profit organizations content Not-for-profit organizations play an essential role in society. Therefore, it is important to pay special attention to these organizations. In using financial management (particularly Accounting) techniques, one has to take into account the sector specific characteristics of these organizations, such as the political environment, problems in measuring the output and the reimbursement by taxes or subsidies instead of prices. These specific conditions as well as the complications they bring about are dealt with during this course. literature • Anthony, R.N. & D.W. Young, Management Control in- non-profit
Examenonderdelen
93
Organizations, 7th edition. McGraw-Hill , 2005, ISBN 0-07-119922-5. • Syllabus Financial Management in not-for-profit Organizations examination format assignment presentation subject code credits contact period co-ordinator aim
content
form of tuition literature 94
Financial Risk Management 61332080 6 24 hours (24 lecture) and active participation 4 ir. F.W. van den Berg This course expands on financial topics covered in the first and second year. While in Financial Management / Corporate Finance the financial function of an industrial or trading corporation is analyzed, we concentrate in this course on Financial Markets and Financial Institutions and how these institutions protect themselves against financial risk (credit, foreign exchange, interest rate, international, operational etc.). The structure of financial markets is also analyzed. Hedging of (financial) risk through various advanced instruments (derivatives et al) is explained. The aim is to prepare students for a (possible) career in the FBI sector: Finance, Banking (commercial and investment) and Insurance, incl. pension funds, investments funds, stock markets, Euronext, DNB, ECB, AFM etc. The following topics, issues and concepts will be dealt with: • Determination and management of various financial risks, such as Liquidity risk, Sovereign risk, Insolvency risk, Interest Rate risk, Foreign Exchange risk etc. including concepts as Value-at-Risk, Stress Test, Gap analysis, Immunization, (Modified) Duration, Disintermediation, Securitization • Asset Liability Management (at basic level) and (International) Financial Risk Management (incl. application of derivatives such as swaps, options, futures and forwards) to hedge against the volatility of interest rates and exchange rates • Credit extension by banks: credit analysis, risk classification, financing need projections, credit classification, pricing, collateral, procedures, covenants, legal lending contracts • Financial products: types of loans such as mortgages, revolving credits, term loans; convertible / subordinated bonds, commercial paper, money market instruments, trade credit, preference shares, venture capital, mezzanine financing, warrants • Several Financial Scandals which are (partly) the result of insufficient control, such as: Barings - Nick Leeson; junk bonds - Michael Milken; Savings & Loans banks in USA; Wall Street crash '29 - '33; Octobre 1987 crash; LTCM - Long Term Capital Mgt.; problems with Continental Illinois Bank, Penn Square Bank, Bankers Trust Co., BCCI, Herstatt Bank, Credit Lyonais / Slavenburg Bank; insider trading - Ivan Boesky; derivatives problems with Orange County / Procter & Gamble Lectures, discussions, videos. Saunders, Anthony & Marcia Millon Cornett, Financial Institutions Bedrijfswetenschappen
Management: A Risk Management Approach. 5th edition, McGraw-Hill, 2005/6 examination format written interim examination entry requirements This course is a core course for Business Administration students specializing in Finance, Banking & Insurance (FBI). Students must be familiar with Corporate Finance / Financial Management as covered in the 1st and 2nd year. Pre-master students (from a finance, economics, accounting or equivalent background) must familiarize themselves with this material beforehand. This not a basic finance course, knowledge of financial accounting and corporate finance is a prerequisite. naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
literatuur
toetsing entreevoorwaarden opmerkingen
Financial Statement Analysis 60311090 6 34 (24 hoorcollege, 10 casecollege) 4 drs. E. de With Accounting-informatie vormt in veel organisaties de kern van de financiële informatieverstrekking aan managers, vermogensverschaffers, beleggers en andere partijen. Het doel van dit keuzevak is om de student te leren dit soort informatie te analyseren en te gebruiken, door het aanbieden van zowel een fundamenteel denkkader als praktische technieken. Financial Statement Analysis (FSA) houdt zich bezig met het analyseren van financiële informatie van ondernemingen, met name informatie uit de financiële overzichten. Na een inleiding wordt aandacht besteed aan 'standard setting'. Vervolgens worden de belangrijkste elementen van de jaarrekening (balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht) behandeld. Daarna wordt begonnen aan de daadwerkelijke analyse van de jaarrekening. Deze analyse bestaat uit vier onderdelen: Strategy Analysis, Accounting Analysis, Financial Analysis en Prospective Analysis. Aan het einde van de collegecyclus wordt ingegaan op twee toepassingen: kredietwaardigheidsonderzoek en waardering van acquisities. Bij het laatste onderwerp wordt ook kort aandacht besteed aan reële opties. Palepu, Krishna G., Paul M. Healey, & Victor L. Bernard, Business Analysis and Valuation: Using Financial Statements, Text Only, 3rd edition. Thomsom/South Western, 2004, ISBN 0-324-20252-0. schriftelijk tentamen Financial Accounting 3.1 De case-colleges (activerende werkvormen) houden in dat gedurende tien colleges cases worden behandeld. Door het vooraf voldoende uitwerken van deze cases kunnen bonuspunten worden behaald. De cases zijn ontleend aan de jaarrekeningen van toonaangevende Amerikaanse en Nederlandse beursfondsen, zoals Microsoft, Mc Donald's, Wal-Mart, Dell Computer, Procter & Gamble, Philips, Shell en Akzo Nobel. Dit vak behoort tot de ingangseisen van de master Accounting & Control en is ook een toelatingseis voor de postgraduate opleidingen tot registeraccountant en registercontroller.
Examenonderdelen
95
naam code studiepunten contacturen
periode coördinator doel
inhoud
literatuur
toetsing
Human Resources Management 61221000 6 29 (7 responsiebijeenkomst, 14 hoorcollege, 8 casecollege) In de responsiebijeenkomsten wordt aan groeps- of individuele opdrachten gewerkt. Voor de casecolleges geldt een aanwezigheidsplicht. 2 drs. D.A. Driver-Zwartkruis • kennis en inzicht verwerven in verschijningsvormen en achtergronden van personeelsmanagement in organisaties • inzet en effect van procedures en activitieiten ten behoeve van de personele beheersing van de factor mens in de organisatie Waar Organizational Behavior(1e jaar) betrekking had op thema's als motivatie en groepen, heeft Human Resource Management betrekking op werven, selecteren, beoordelen, belonen, betalen, organiseren, opleiden en trainen. Deze werkwoorden geven al aan dat personeelsmanagement neerkomt op gecoördineerd 'duwen en trekken' aan mensen in de context van een arbeidsorganisatie. Die coördinatie vindt plaats vanuit de primaire doelstelling van de organisatie, en de daaruit afgeleide doelstellingen voor het personeelsmanagement, maar wordt ook bepaald door institutionele kaders zoals die van het ondernemings- en arbeidsrecht. Ingegaan wordt op de context waarbinnen HRM zich afspeelt, hoe organisaties hun menselijk kapitaal kunnen inzetten om hun concurrentievoordeel te behouden of te verbeteren, op het beoordelen en belonen van medewerkers en op de wijze waarop organisaties kunnen vorm geven aan het aantrekken, behouden en ontwikkelen van medewerkers. A. Noe, J.R. Hollenbeck, B. Gerhart, & P.M. Wright, Human Resource Management: Gaining competitive advantage. 4th edition, McGraw-Hill Companies Inc., 2003, chapter 1-2, 4-10,12,15-16. schriftelijk tentamen weging 60 % opdracht weging 40 %
naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Information Systems 61211010 6 34 (14 hoorcollege, 12 discussiegroep, 8 casecollege) 1 drs. S. Meents Het verkrijgen van een verdere verdieping van de kennis betreffende informatie- en communicatietechnologie. inhoud • Strategie en innovatie voor informatietechnologie • Business modellen voor nieuwe diensten en netwerkorganisaties • Infrastructuur voor nieuwe diensten • Business Intelligence • Supply Chain Management and Customer Relationship Management • Succesfactoren voor nieuwe diensten
96
Bedrijfswetenschappen
werkwijze Hoorcolleges worden afgewisseld met discussiecolleges en casecolleges. In de hoorcolleges wordt de theorie uiteengezet. In de discussiecolleges wordt theorie uitgediept door behandeling van vraagstukken en groepsgewijze discussie over relevante vraagstukken. Tijdens de casecolleges wordt de theorie toegepast op concrete bedrijfsproblemen. Studenten werken de cases in groepjes uit door middel van een schriftelijk verslag en/of mondelinge presentatie. De discussiecolleges zijn op vrijwillige basis, voor de casecollege geldt een aanwezigheidsplicht. literatuur • Boek en artikelen worden nader aangekondigd • Ander materiaal wordt via de digitale leeromgeving verstrekt toetsing schriftelijk tentamen 60 % opdracht 40 % naam code studiepunten contacturen periode coördinator periode doel inhoud
literatuur
toetsing
opmerkingen
Interfacultair keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken 60000010 6 28 (28 hoorcollege) in de basiscursus 1, 2, 3 en 4 drs. J.J.F. Heins (e.a.) • 1e en 2e periode -basiscursus op de donderdagmorgen • 3e en 4e periode -vervolgtraject, het dagdeel varieert Vanuit verschillende disciplines informatie bieden op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken. Dit interfacultaire keuzevak bestaat uit een basiscursus en een vervolgtraject. De basiscursus (voor 6 ects) omvat een serie van 12 hoorcolleges, waarin vanuit verschillende disciplines informatie geboden wordt over ontwikkelingsvraagstukken en het thema Kennis, informatie en innovatie. Sleutels voor mondiale ontwikkeling? De eerste 6 colleges bieden basisinformatie, terwijl in de laatste 8 bijeenkomsten het thema meer centraal zal staan. Het vervolgtraject (3 tot 12 ects) kan ingevuld worden met een studiereis naar Suriname (onder voorbehoud), het deelnemen aan het simulatiespel Africulture over rurale ontwikkeling in Afrika, of met het schrijven van een werkstuk over een onderwerp naar keuze. • Potter, R.B., R. Binns, J.A. Elliott & D. Smith, Geographies of Development. 2e druk, Harlow, UK: Pearson Education/Prentice Hall, 2004, met uitzondering van de hoofdstukken 5 & 8 • Heins, J.J.F. & B.G. Keuper (red.) Rozen in de woestijn, voorbeelden van succesvolle ontwikkeling. 2003, themabundel Ontwikkelingsproblematiek nr. 13, Vrije Universiteit Amsterdam • Websiteartikelen bij de hoorcolleges schriftelijk tentamen 75 % essay 25 % Een informatieboekje met nadere beschrijving van basiscursus en vervolgtraject is aan te vragen bij: Mw. G.E. Heemskerk, Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde (FEWEB), Afd. Algemene
Examenonderdelen
97
en Ontwikkelingseconomie (AOE), De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam, kamer 4A-33, tel. 020-5986140, e-mail:
[email protected]. Zie ook de website:
naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Internal and External Analysis 61151000 3 8 (8 hoorcollege) en zelfwerkzaamheid 3 dr.ir. I.S. Lammers • Ervaring opdoen met het doen van een zelfstandig organisatiekundig onderzoek in de professionele dienstverlening • Het zelfstandig zoeken, toepassen en gebruiken van theorie over innovaties en innovatiemanagement • Het zelfstandig schrijven en beoordelen van een wetenschappelijke rapportage Studenten werken in groepen van 4 of 5 studenten aan een kwalitatief onderzoek naar een recente innovatie van eigen keuze binnen enkele aangegeven sectoren, waaronder zakelijke dienstverleners. Studenten analyseren het ontwikkelingsproces van deze innovatie aan de hand van zelf bestudeerde theorie op het gebied van innovatie. Gedurende een periode van vier weken werken studenten samen zelfstandig aan het werkstuk, ondersteund door een proces van peer-review. Het werkstuk wordt onder meer getoetst op wetenschappelijke criteria van netjes werken. hoorcollege's, peer review en zelfwerkzaamheid Course manual en artikelen op Blackboard werkstuk en deelopdrachten
subject code credits contact period lecturers
International Economics 60322050 6 36 hours (12 practical, 24 lecture) 2 dr. C.T.M. Elbers; prof.dr. J.W. Gunning; prof.dr. H. Visser; drs. J.A. Jordaan aim • Making students acquainted with the 'body of knowledge' of international economics at a sufficiently high level for them to be able to read and understand articles on International Economics in such journals as the Economic Journal, Weltwirtschaftliches Archiv or the American Economic Revue without undue difficulty and, furthermore, to be able to explain economic news to others • Training students to apply theoretical models to real-life problems and making them discover the breadth and scope of these models, but their limitations as well content The course is divided into two parts: • International Trade Theory and Policy (taught by Dr Elbers, Professor Gunning & Dr. Jordaan)
98
Bedrijfswetenschappen
International Monetary Economics (taught by Professor Visser) International Trade Theory and Policy includes such topics as globalisation, trade policy, the economics of trade blocs, trade and environmental and social standards and the effects of trade on productivity at the level of the firm. International Monetary Economics covers such subjects as exchange rate theory, exchange rate policy, exchange rate crises, liberalisation of capital flows, the Tobin Tax, currency boards and dollarisation. The course will be given in the form of a series of lectures with separate hours devoted to exercises. • Study Guide International Monetary Economics 2006-2007, which includes problems to be discussed in the classroom. The Guide is available on Blackboard • Visser, H., The International Monetary Economics course book, 2006 edition • or A Guide to International Monetary Economics, 3rd edition. Cheltenham: Edward Elgar, 2004 (pb 2005, Chinese edition 2006) • Reader International Trade Theory and Trade Policy. • Additional handouts and/or Blackboard files • Students are expected to read additional material written interim examination Students are required to have a good working knowledge of Macroeconomics (including Money and Banking), Microeconomics and basic International Economics. •
form of tuition literature
examination format entry requirements
subject code credits contact period co-ordinator lecturers aim
content
International Marketing 60332060 6 24 hours (24 lecture) and case discussions 5 dr. H. van Herk dr. H. van Herk; M.E. Kaplan M.I.M, A.L.M • To become familiar with the structure on international business marketing; • To understand the concepts and tools used in analyzing prospective arenas for product development and marketing; • To gain appreciation of the international marketing environment with special emphasis on cross-cultural factors; • To increase awareness of the importance of international marketing activities in today's world; • To communicate effectively about international marketing This course approaches international marketing from theoretical and managerial perspectives. The purpose of the course is to introduce students to global characteristics and interdependencies, as well as to the objectives, strategies, and tactics of marketing programs related to various countries and cultures. Emphasis is placed on maintaining a global perspective in approaching marketing topics (stressing the theoretical underpinnings of cross-cultural challenges of doing business in the international environment), on gaining knowledge of the tools available to aid international marketers, and on practical applications of the course concepts.
Examenonderdelen
99
literature Czinkota & Ronkainen, International Marketing, 7th edition. Thomson/South-Western, 2004, ISBN 0-324-282289-3 (International Student Edition) examination format written interim examination / class discussion / case analysis. entry requirements Students are expected to be familiar with: Marketing 1.1. & 1.2 (BE) or Marketing (BWS) naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
100
Introduction to Consultancy Industry 61321020 6 24 (10 werkcollege, 14 hoorcollege) 2 prof.dr. G.R.A. de Jong De consultancy industry is vandaag de dag niet meer weg te denken als onderdeel van de zakelijke dienstverlening. Dit vak is een eerste kennismaking met de sector, zowel vanuit een maatschappelijk/economisch perspectief als vanuit het perspectief van de individuele professional die binnen deze sector opereert. Het vak is allereerst gericht op het verkrijgen van kennis van en inzicht in de plaats die de consultancy industry inneemt in de maatschappij. Tevens wordt inzicht verschaft in hoe organisaties georganiseerd zijn binnen de consultancy industry en op welke wijze professionals daarbinnen werkzaam zijn. De consultancy industry wordt belicht vanuit drie invalshoeken, te weten een maatschappelijk-, bedrijfskundig- en individueel perspectief. De wisselwerking tussen deze drie niveaus staat daarbij centraal. Wanneer de sector vanuit de maatschappelijke invalshoek wordt geanalyseerd, komen thema's aan bod als 'economische en maatschappelijke betekenis van de branche', de 'structuur van de branche' en 'de consultancy industry in historisch perspectief'. Wanneer de consultancy industry vanuit een bedrijfskundig perspectief wordt belicht, ligt de nadruk op de wijze waarop organisaties in deze branche worden georganiseerd en bestuurd. Hierbij zullen theorieën en modellen worden gebruikt om organisaties binnen de consultancy industry te beschrijven en te analyseren. Ten slotte wordt aandacht besteed aan de individuele professional. Thema's die hierbij aan bod komen zijn onder andere 'typen, rollen en posities van consultants', 'ontwikkeling, competenties en loopbaan van consultants' en 'ethische vraagstukken en maatschappelijke verantwoordelijkheid'. Het vak wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges, waarbij ook gastdocenten vanuit de consultancy praktijk zijn betrokken. Naast de hoorcolleges vinden werkgroepbijeenkomsten plaats, waarin kernthema's uit consultancy firma's worden uitgewerkt. Wordt nader bekend gemaakt. schriftelijk tentamen 60 % opdracht 40 %
Bedrijfswetenschappen
naam code studiepunten contacturen
periode coördinator doel
inhoud
literatuur toetsing
entreevoorwaarden naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
Introduction to E-Business and IT-Industry 61321030 6 24 (12 hoorcollege, 12 discussiecollege) Voor de discussiecolleges maken groepen studenten een werkstuk waarin ze een type bedrijf uit de sector onderzoeken en daarover rapporteren. 2 prof.dr.ir. J.W.M. Gerrits Studenten weten na afloop hoe de E-Business- en IT-sector er uitziet. Ze weten welke partijen daarin welke rol spelen en kennen de belangrijkste bedrijfskundige vraagstukken van de bedrijfstak Studenten weten hoe de dienstverlening van deze partijen er uit ziet en hoe deze geleverd wordt. Sector overview: overzicht van alle soorten bedrijven in de sector. De sector wordt breed genomen en omvat onder andere: • hardwarefabrikanten & softwarefabrikanten • telco's & netwerk-providers • hosting-providers & ASPs • IT-oursourcing providers • IT-consultants, business consultants & strategy consultants • implementatie-consultants (ERP en CRM) • websitebouwers & websitedesigners • reclamebureaus, media • business models (fee-based, license-based, usage-based) Besturing van de organisatie, met onderwerpen als: • telco: ARPU, churn, billing • advies: backlog, fee structure • reclame: mediabestedingen, thema vs actie-marketing • hardware/software: standaards, Net vs J2EE • dienstverlening • vormen van dienstverleningsprocessen Artikelen schriftelijk tentamen 60% werkstuk 40% geen Introduction to Finance, Banking and Insurance 61321050 dr. A.H. Siegmann drs. P.V. Trietsch; dr. A.H. Siegmann 6 32 (8 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) 2 Het doel van dit vak is studenten een introductie in de financiële sector te bieden vanuit een bedrijfskundige optiek. Dit betekent dat er vanuit een managementperspectief naar de gezichtsbepalende ontwikkelingen in de financiële sector gekeken wordt. Het vak bouwt voort op de integratie van de verschillende vakken uit de opleiding en biedt nieuwe kennis op het terrein
Examenonderdelen
101
van de (internationale) financiële dienstverlening. Dit introductievak biedt inzicht in de actuele ontwikkelingen binnen de sector en problematiseert de belangrijkste uitdagingen voor het management van financiële instellingen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de wisselwerking tussen financiële omgeving en financiële actoren zoals banken, institutionele beleggers en multinationale ondernemingen. inhoud De financiële dienstverleningssector is nog altijd een van de meest dynamische sectoren in de economie. Het gezicht van deze sector is de laatste jaren, via een aanhoudend proces van financiële innovatie en toepassing van moderne risicomanagement technieken, fundamenteel gewijzigd. Er heeft een snelle en omvattende groei van de internationale geld-, kapitaal- en effectenmarkten plaatsgevonden. Daarnaast is er een steeds sterkere concurrentie tussen de verschillende soorten financiële instellingen, zoals banken, verzekeraars, pensioenfondsen en beleggingsinstellingen, ontstaan. Via deze concurrentie is het traditionele bankbedrijf, in de vorm van kredietverlening, onder druk gekomen. Fundamentele veranderingen in het internationale toezichthoudende kader structureren nu het internationale speelveld. Als een van de sectoren die aanhoudend het meeste investeert in nieuwe informatie- en communicatietechnologie, is het aanbod van financiële producten sterk uitgebreid. Deze aanhoudende dynamiek van product- en procesinnovatie werkt direct door in het management van bedrijfsprocessen binnen financiële instellingen. In dit vak zal vooral de wisselwerking tussen de financiële omgeving en financiële instellingen centraal staan. Er wordt hierbij zoveel mogelijk aandacht besteed aan de Europese ontwikkelingen. Aan de orde komen: Ontwikkelingen in de internationale financiële omgeving • Financiële globalisering: geld-, kapitaal- en aandelenmarkten • Economische dynamiek, financiële instabiliteit en crises • Landenrisico, contagion en het management van internationaal opererende banken • Ontwikkeling van de functies van het financiële systeem en de toepassing van technologie • Bankieren zonder banken: een perspectief voor de 21ste eeuw • Ontwikkelingen in internationale regulerende kaders • Toezicht op financiële markten en effectenbeurzen • Financiële regulering en de organisatie van risicomanagement binnen banken, • Pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen • Management van normen en waarden in financiële instellingen • Ontwikkelingen in de strategie van financiële instellingen • Management van financiële (product) innovatie: marketing, afzetkanalen • Management van financiële (proces) innovatie: disintermediatie, bedrijfsproces • Vormen van samenwerking: (Europese) fusies en overnames in de financiële wereld Thema van het te schrijven paper: Contagion-effecten, financiële instabiliteiten het antwoord van internationaal opererende banken. werkwijze Het vak wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges. Parallel aan de 102
Bedrijfswetenschappen
hoorcolleges wordt een actieve werkvorm georganiseerd waarin in teamverband een consultancy-opdracht uitgevoerd moet worden. Het resultaat zal worden vastgelegd in een paper waarin aandacht zal moeten worden besteed aan relevante theorie en praktijk. De colleges worden gegeven in het Nederlands, het collegemateriaal is in het Engels. literatuur • Frederic S. Mishkin, Stanley G. Eakins, Financial Markets and Institutions. 5th edition, Pearson Education, International edition, ISBN: 0-321-30812-3 • Selectie van artikelen wordt nog nader aangegeven. toetsing tentamen 60 % presentatie and paper 40% naam code studiepunten contacturen
periode coördinator docenten doel
inhoud
Introduction to Transport, Distribution and Logistics 61321040 6 36 (12 werkcollege, 24 hoorcollege) Naast een wekelijks hoorcollege over de transportsector en een wekelijks hoorcollege over de logistieke dienstverlening is er een werkcollege. De student moet in een kleine groep een werkstuk schrijven over een actueel onderwerp in transport of logistieke dienstverlening. 2 prof.dr. A.R. van Goor prof.dr. A.R. van Goor; dr. A.J.H. Pels Nederland heeft een lange traditie als Distributieland. Bekende bedrijven zijn onder meer: Frans Maas, Schiphol, KLM, ECT Rotterdam en de NS. Veel Amerikaanse en Japanse bedrijven hebben hun Europese Distributiecentrum (EDC) gevestigd in ons land. Maar Nederland moet op het gebied van de zakelijke dienstverlening binnen transport, distributie en logistiek (TDL) alle zeilen bijzetten om een toonaangevende rol te kunnen blijven spelen. Verladers en vervoerders moeten daartoe meer bedrijfskundige kennis in huis halen. Het vak TDL richt zich op de belangrijkste bedrijfskundige vraagstukken, die van belang zijn voor de continuïteit van de sector, zowel als aan verladers- als vervoerderszijde. In het vak Introduction to TDL worden transport vraagstukken en logistieke beslissingen evenwichtig op elkaar afgestemd. Studenten worden vertrouwd gemaakt met de bedrijfskundige logistieke ontwikkelingen binnen vier soorten ketenpartners: • Verladers als IBM, Unilever, Vendex-KBB, etc. • Mainports als Rotterdam / Amsterdam, Schiphol • Transporteurs als NS, KLM, Connexxion • Logistiek dienstverleners als Danzas, TPG, Frans Maas Het introductievak in een specialisatierichting (sector) moet vooral worden gezien als een integratie van alle bedrijfskundige gebieden, die in de BWSopleiding aan de orde zijn geweest. Bij Intro to TDL blijft het de bedoeling dat we focussen op een bepaald bedrijf uit de sector en daar kennis over het merendeel der bedrijfskundige functies op toepassen. Voor bijvoorbeeld DL betekent dit dat de studenten in een groepje een theorieverhandeling schrijft over 'the state of the art' van een
Examenonderdelen
103
functioneel gebied (strategie, marketing, ICT, etc. ) in de sector logistieke dienstverlening en dat zij vervolgens toetsen in hoeverre het pilotbedrijf voldoet aan de theorie. Aanbevelingen worden gedaan aan het management van het bedrijf, dat bij het eerste en het laatste college aanwezig is. Op deze wijze gaat een sector voor de studenten leven en vormt het vak een prachtige afronding van de bachelorstudie. literatuur • Wordt nader aangekondigd • Reader met artikelen en afdrukken collegesheets toetsing schriftelijk tentamen 70 % werkstuk 30 % subject code credits contact period co-ordinator lecturers aim
content
literature examination format
104
Investments 60332090 6 24 hours (24 lecture) Lectures (4 hours), Excercise classes (2 hours) and case assignments. 4 prof.dr. J.M.G. Frijns prof.dr. J.M.G. Frijns; prof.dr. A. Lucas This course aims to make students familiar with the insights from investments and portfolio management theory. Students also have to be able to apply these insights in practical situations involving portfolio decisions and investment management for both individuals and institutions. Investment decisions take a prominent role in everyday life. We can think of investment decisions taken by institutional investors (banks, insurance companies, pension funds, mutual funds), but also financial decisions taken by individual households (additional pension savings, saving for ones children's education (and how), buying a house, etc.) Investment theory is also strongly linked with risk management. The importance of sound decision making in this field has been underlined by recent experiences on financial markets, law suits involving complex financial products for retail clients, the debate about the (in)solidity of pensions, etc. The Investments course aims to provide an overview of the principles of investment analysis. A framework is developed that allows one to address a variety of (at first sight) completely different investment problems in a unified way. The theoretical underpinnings are developed from modern portfolio theory, with mean-variance optimization and the CAPM as key ingredients. The second component of the course deals with the empirical research for financial markets and the actual mechanisms driving these markets. Factor models for returns on financial products are very important here. The third component consists of valuation and risk attribution (including performance attribution) for individual financial products as well as portfolios of these products. Bodie, Z., A. Kane, & A.J. Marcus, Investments, 6th edition. McGraw Hill, 2005. written interim examination Exam questions are meant to test the candidate's theoretical insight as well as Bedrijfswetenschappen
analytical and computational skills. entry requirements Students are expected to be familiar with: • Economics and business students: Finance 1.5 , 2.2 and 2.5; Quantitative Methods 1.2 • Business Administration students (BWS): Financial Accounting and Bookkeeping , Financial Management 2.4 , Quantitative Business Analysis, Statistics, • Students are at an advantage if they also completed Financial Modelling 2.2 and Research Methods for Economics and Finance remarks The course is taught in English. subject code credits contact period co-ordinator lecturers aim
Knowledge and Organization 61322080 6 24 hours (12 active participation, 12 lecture) 2 dr. M. Soekijad dr. M. Soekijad; prof.dr. M.H. Huysman; dr. B.J. van den Hooff The general aim of the course is for students to gain understanding of the importance and implications of knowledge for organizational networks, both inter-organizational and intra-organizational, and both ICT enabled and not. During the course, students will be encouraged to actively use and criticize literature and relate it to current developments. They should be able to write a good critical essay/paper on a specific sub-topic that is discussed during the lectures. content Knowledge has become the most important factor in economic life. This is widely recognized both by researchers and organizational practitioners. Key concepts in relation to this field include 'knowledge management', '(virtual) communities', 'organizational learning' and 'social networks'. The field has received attention as a new and promising perspective on organizations, finding connections with the multi-disciplinary field of Business Administration, such as information systems, marketing, organization behavior, strategic management, technology and innovation, accountancy, as well as related fields such as regional economics and geography. The research group Knowledge & Organization at the Vrije Universiteit Amsterdam, is involved in this multi-disciplinary international research. Its interests include knowledge sharing, creation and diffusion in regional communities (the new media sector in Amsterdam), professional online communities, open source software communities, inter-organizational strategic alliances and innovation networks, and in various private and public organizations. Students of the course Knowledge and Organization will be introduced to ongoing, state of the art research and practices within this dynamic field. form of tuition During the lectures, provided by the instructors and guest speakers, the field is introduced and explained (in terms of theory and practical examples). Together these lectures will give an overview of various issues and trends. A combination is made between lectures and more interactive forms of tutoring. During the course, assignments are given for small groups, and at the end an individual essay needs to be produced. literature Material will be announced at Blackboard; this includes a reader with
Examenonderdelen
105
scientific articles. examination format paper Written individual paper at the end 70 %, group assignments 30 % mode of assessment Students will produce an individual essay that falls within the general area investigated by their community. The individual essay should: (i) summarize key ideas and research in the chosen area; (ii) apply some of these ideas to a specific example (either drawn from personal experience or literature); and (iii) evaluate the theory in the light of this application. Ideally the essay should develop a position in relation to the literature/theory. Additionally, throughout the course, students are required to produce assignments in small groups as well entry requirements No prerequisites.This course however can be seen as a basis for the Master Track: Knowledge & Organization, and the Master Course: Knowledge Management. subject code credits contact period lecturers content
Labour, Care and Well-being 60342020 6 24 hours (24 lecture) 5 prof.dr. F.A.G. den Butter; prof.dr. M. Lindeboom The social and health care system are the heart of the economic policy debate in most western societies. This has to do with the fact in the past decades there have been a rapid increase of expenditure on social security and health care. To a large extent this is due to the demographic trends towards ageing. It remains however, that the rapid growth of expenditures will have consequences for the sustainablility of these systems and the functioning of the labour market. This course starts with facts and presents the relevant policy issues. We next use the modern economic literature on the incentive effects of social insurance programmes and the effectiveness of active labour market programmes to provide the answers to these prominent policy questions. So we will discuss both from the theoretical and from the practical perspective the relevance of various policy options literature Articles on several subjects from scientific magazines. To be announced at the start of the course. examination format written interim examination entry requirements The participants are expected to have entry requirements in micro and macro economics. Recommended are 3rd year courses of these. subject code credits contact period docent aim
106
Logistics 61332060 6 36 hours (12 casecollege, 24 lecture) 4 prof.dr. A.R. van Goor (and Ir. H.M. Visser) • The introduction of a number of logistics concepts that can be used for a logistics screening of production, trade and distribution companies • To be able to calculate with different logistics tools Bedrijfswetenschappen
• A first introduction into Supply Chain Management. content A.Logistics concept of purchasing, production, physical distribution and reverse logistics • Terms and definitions in logistics; logistics costs • Competitive strategy and logistics • Interfaces with marketing, procurement and ICT • Integrated logistics concept • Demand forecasting and inventory control • Purchasing logistics and E-procurement • Production logistics, MRP, JIT, en OPT • Distribution logistics, DRP, E-logistics • Reverse logistics B.Supply Chain Management • Terms and definitions • Supply Chain Logistics • SCM trends and research literature • Visser, H.M. e.a., Logistics: Principles & Practise, Groningen: Wolters, 2006, ISBN 90.207.3304.4 • Electronic reader with selected articles examination format written interim examination 70% cases 30%. entry requirements none
naam code studiepunten contacturen periode coördinator docenten doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
Logistics and Operations Research 61121010 6 32 (22 hoorcollege, 10 discussiecollege) en 3 topic exams. Totaal 40 contacturen. 2 dr. I.F.A. Vis prof.dr. A.A.I. Holtgrefe; dr. I.F.A. Vis Deze cursus geeft een inleiding in logistiek en operationele analyse. De leerdoelen zijn het verwerven van kennis en inzicht in logistiek en in kwantitatieve benaderingen voor beslissingsondersteuning in bedrijfsprocessen. In dit vak komen onder andere de volgende onderwerpen aan bod: • Introductie in logistiek en Supply Chain Management • Material management • Fysieke distributie • Linear programming • Transport-, voorraad- en wachtrijmodellen • Projectmanagement In de discussiecolleges wordt de theorie uitgediept aan de hand van relevante vraagstukken. Tevens wordt ingegaan op vragen betreffende de topic exams, de literatuur en theorie behandeld tijdens het hoorcollege. Topic exams: elke student moet individueel opdrachten maken tijdens vier bijeenkomsten. Nog nader te bepalen. schriftelijk tentamen
Examenonderdelen
107
60 % van het eindcijfer topic exams 40 % van het eindcijfer entreevoorwaarden Beschikken over de volgende vaardigheden en/of vooropleiding: • Engels lezen • VWO met wiskunde A of B • Computervaardigheden (zoals MS Word en MS Excel) opmerkingen Voor de topic exams geldt een aanwezigheidsplicht. naam code coördinator studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden naam code studiepunten contacturen
periode coördinator docenten doel 108
Macro-economie 60311020 prof.dr. E.J. Bartelsman 6 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) 1 • Overdracht van recente inzichten uit macroeconomisch onderzoek • Introductie van de methoden en technieken die bij dit onderzoek gebruikt worden • Exploratie van beleidsvragen die wel en (nog) niet beantwoord kunnen worden met macroeconomische theorie en empirie In dit vak wordt inzicht verschaft in de samenhang tussen productie, werkloosheid, en prijzen. Daarbij wordt bestudeerd hoe deze grootheden het resultaat zijn van decentrale beslissingen van huishoudens en bedrijven, en van het beleid van supra-nationele en nationale overheden en centrale banken. Voorts wordt gekeken naar de oorzaken en gevolgen van conjunctuurschommelingen op korte termijn en reële groei op langere termijn. Ook worden de verschillende theoretische invalshoeken om bijvoorbeeld consumptie, investeringen, of overheidsbudgeten te analyseren geconfronteerd met bevindingen uit de empirische literatuur. Hiermee kan met een kritisch oog gekeken worden naar de mogelijkheden voor het geven van beleidsadvies aan centrale bankiers of EU / nationale overheden. • Gärtner, M., Macro Economics. FT/Prentice Hall, 2003 • Artikelen schriftelijk tentamen opdracht Macro periode 2.4 of vergelijkbaar Management Accounting 61231010 3 16 (6 activerende werkvormen, 6 hoorcollege, 4 discussiecollege) hoorcollege: drie weken, wekelijks 2 uur casecollege: drie weken, wekelijks 2 uur en een aanwezigheidsplicht discussiecollege: twee weken, wekelijks 2 uur , de student moet zich aanmelden 4 drs. W.M. van der Vooren drs. F. Duimstra; drs. D. Turkenburg; drs. W.M. van der Vooren In het eerste studiejaar werd bij Financial Accounting and Bookkeeping Bedrijfswetenschappen
aandacht besteed aan de vastlegging van transacties en overige relevante gebeurtenissen in een bedrijf en de rapportage daarvan ex post ten behoeve van eigenaren, aandeelhouders, financiers, fiscale instanties en het publiek in ruime zin. In Management Accounting draait het om het genereren, rapporteren en gebruiken van informatie ten behoeve van de interne besluitvorming binnen organisaties. Hierbij gaat het derhalve om informatieverstrekking aan interne partijen binnen de organisatie, zoals aan medewerkers, afdelingsmanagers en de bedrijfsleiding. Zij gebruiken deze informatie om de bedrijfsvoering zo doelgericht (effectief) en doelmatig (efficiënt) mogelijk te laten plaatsvinden. inhoud Verscheidende aspecten van management accounting zullen in deze cursus aan de orde komen: planning & control, budgettering, kostenallocatie. Daarnaast diverse costing systems zoals job-order costing, process costing en Activity Based Costing. In deze cursus zal de student het gereedschap ontwikkelen om in de toekomst als manager of consultant inzicht te krijgen in bedrijfsprocessen, planning, kosten en de analyse van verschillen tussen raming en werkelijkheid. literatuur Horngren, Charles , Srikant M. Datar & George Foster, Cost Accounting a managerial emphasis. 12th edition, New Jersey: Prentice-Hall Inc / Pearson Education Inc., 07458. toetsing schriftelijk tentamen weging 60 % opdracht opgave case colleges 40% naam code lecturers studiepunten contacturen periode doel
Management Accounting 60332010 drs. E. de With; drs. A.C. Guldemond 6 34 (24 hoorcollege, 10 casecollege) 1 Dit vak bouwt voort op de basiskennis uit de vakken Management Accounting 1.2 en 2.1. Het doel van het keuzevak Management Accounting is het verwerven van kennis en inzicht op het gebied van de financieeleconomische berichtgeving aan interne belanghebbenden, vooral managers. inhoud Management Accounting houdt zich bezig met de problematiek van de financieel-economische berichtgeving aan interne belanghebbenden bij de organisatie. Drie onderwerpen worden bij het keuzevak Management Accounting uitgebreid behandeld: • kostprijsberekening van producten (product costing) • management control (accounting for planning and control) • beslissingscalculaties (accounting for decision making) Bij onderdeel 1 komen aan de orde onderwerpen als job costing, process costing, activity-based costing, de kostenplaatsenmethode, de integrale kostenmethode, de variabele kostenmethode, throughput costing en de allocatie van gemeenschappelijke kosten. Ook wordt aandacht besteed aan strategisch kostenmanagement. Bij onderdeel 2 wordt aandacht besteed aan de management control structuur, het management control proces, budgettering, flexibele budgetten en standaarden, verschillenanalyse, interne verrekenprijzen en
Examenonderdelen
109
literatuur
toetsing entreevoorwaarden opmerkingen
subject code credits contact period co-ordinator lecturer aim
content
form of tuition 110
prestatiemeting en -beoordeling. Speciale aandacht wordt besteed aan Economic Value Added (EVA) en de Balanced Scorecard (BSC). In het kader van management control wordt ook aandacht besteed aan gedragsaspecten. Bij onderdeel 3 worden enkele vormen van beslissingscalculaties besproken, zoals het zelf maken of uitbesteden, vervangingsbeslissingen, knelpuntscalculaties en verkoopprijsbeslissingen. Er wordt aan het eind van de collegecyclus ingegaan op investeringsbeslissingen, waardebepaling van acquisities en reële opties. Horngren, Charles T., Srikant Datar & George Foster, Cost Accounting, A Managerial Emphasis. 12th edition, Upper Saddle River, New Jersey: Prentice Hall, 2006 schriftelijk tentamen geen. Het is wel wenselijk om het vak Management Accounting in de eerste twee jaar van de bachelorstudie te hebben gevolgd. De casecolleges (activerende werkvormen) houden in dat gedurende tien colleges cases worden behandeld. Door het vooraf voldoende uitwerken van deze cases kunnen bonuspunten worden behaald. Dit vak behoort tot de ingangseisen van de master Accounting & Control en is ook een toelatingseis voor de postgraduate opleidingen tot registeraccountant en registercontroller. Management Accounting and Control 61312010 6 24 hours (12 casecollege, 12 lecture) in which 16 assigments are made 1 dr. H.C. Dekker dr. H.C. Dekker The activity of managing organizations consists of two major functions: planning and control. Planning is the management activity of deciding about what objectives the company will pursue and about how, to what extent and within which time period these objectives will be achieved. Control includes all managerial activities focused on stimulating employees¿ behaviors in such a way that organizational objectives will be realized in an effective and efficient way. Both managerial activities will be explored during this course. In particular, the course will focus on (1) the analysis of information focused on short-term and the long-term decision making, and (2) management accounting for the control of organizational activities. The contents of this course can be divided into two sections. The first section deals with methods and techniques for planning and decision making for the short term and long term. This section includes topics such as the analysis of cost data, cost allocation, modern production systems and techniques, and short-term planning and decision making. The second section of the course deals with management control issues and is focused more on the behavioral aspects of planning and control systems. Topics included in this section are strategic control systems, performance management systems, transfer pricing and value-based management systems. This course is a combination of lectures and case discussions during the Bedrijfswetenschappen
lectures. Cases to be worked out during the course. Written exam at the end of the course. literature • Horngren, C.T., S.M. Datar & G. Foster, Cost Accounting, A Managerial Emphasis. 11th edition, Upper Saddle River, NJ, Pearson Education, 2003 • Selected articles examination format written interim examination assignment naam code studiepunten contacturen periode coördinator docenten doel
inhoud
literatuur
toetsing
entreevoorwaarden opmerkingen
Management en organisatie 60321020 6 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) 2 drs. O. Bouwmeester prof.dr. D. Keuning; drs. O. Bouwmeester; dr. M.J.J. Wolters • In aansluiting op de vakken M&O 1.1, 2.1 en 2.5 kennis verwerven en verdiepen in de organisatiekunde in het bijzonder wat betreft het ontwerp van organisatiestructuren en organisatieadvisering; • Problemen in cases via meervoudig kijken kunnen diagnosticeren, evalueren en oplossen; • Kunnen uitvoeren van literatuur onderzoek binnen het vakgebied van M&O; • Kritisch kunnen reflecteren op M&O theorieën aan de hand van recente artikelen in toonaangevende tijdschriften. Het kernvak legt de basis voor het werkcollege M&O, waarin naast literatuur onderzoek ook empirisch onderzoek uitgevoerd wordt. Dit onderzoek is op de praktijk gericht, en mondt uit in concrete advisering. Het werkcollege bereidt voor op een academic paper bij M&O. Het kernvak M&O richt zich op het ontwerp van organisatie structuren en op organisatie advisering. Centrale onderwerpen zijn o.a. meervoudig kijken, organisatietypologie en ontwerpregels, topstructuur en topleiding, vraaggericht en virtueel organiseren, de adviessector, adviesrollen, de fasen in een advies, de effectiviteit van advies, de argumentatie van de adviseur en implementatie. • Keuning, D. en Eppink, D.J., Management en Organisatie: Theorie en Toepassing, Groningen: Wolters Noordhof, 2004. • Morgan G., Images of Organization, Beverly Hills: Sage, 1997 • Thompson, J.D. Organizations in Action, Transaction, 2003. • Overige literatuur/artikelen wordt via de studiewijzer bekend gemaakt schriftelijk tentamen Het tentamen bestaat uit een essay 15% en een gedeelte met open vragen 60%. De activerende werkvormen zijn goed voor 25% van het eindcijfer. Voor de beoordeling van het tentamen stellen wij de voorwaarde van een score van minimaal 50%, ongeacht de beoordeling voor de activerende werkvormen. De literatuur voor Management en Organisatie 1.1, 2.1 en 2.5 wordt bekend verondersteld. Het kernvak M&O geeft toegang tot het werkcollege M&O.
Examenonderdelen
111
subject code credits contact period co-ordinator aim
content
literature
examination format
subject code credits contact period co-ordinator 112
Marketing 61212000 6 24 hours (8 case study tutorial, 16 lecture) attendance is obligatory for the case lectures 2 drs. M.H.P. Kleijnen Conceptual objectives • To provide you with a basic knowledge about marketing and recent developments in this field • Understanding behavior of consumers and implications for marketing management • Understanding how to identify, create and deliver customer value Managerial objectives Understanding and applying marketing concepts in practice. To enhance practical skills: • Leadership versus teamwork • writing versus presenting This course can be considered as providing a basic level of marketing knowledge for all graduate students, independent of their specialisation. The course is a prerequisite for most of the doctoral courses in marketing, but besides that the acquired knowledge will be valuable in any organisational or financial career as well.The main objective of this course is to confront you with the most recent developments in marketing, as well as the basic marketing knowledge required for every future acedemic or marketer. Therefore this course subsequently deals with: • The latest the developments in marketing (e.g., CRM, new media) • How to create marketing strategies from a customer-oriented perspective • How to learn from the market and it's environment Another aim of this course is to provide you with the opportunity to link your theoretical knowledge to practice. This will be realized through a case assignment. This assignment has one overall goal: to develop a marketing plan for an innovative product of service. • Kotler & Keller, Marketing Management. 12th edition, Pearson / Prentice Hall, 2006 • Additionally, lecture slides as well as material case lectures are part of the obligatory literature • Possible changes and/or additions will be announced on Black Board assignment 40 % of final grade written interim examination 60 % of final grade Marketing Research 61332040 6 24 hours (24 group assignment) 4 dr. H. van Herk Bedrijfswetenschappen
Explain and discuss procedural and methodological factors that play a role when assessing marketing research projects. • Discuss sources, value and use of secondary data in the marketing research process. • Understand and the advantages and disadvantages of qualitative research; know methods used and interpretation of data • Describe the use of databases in marketing research • Explain the fundamentals of sampling in marketing research • Explain and discuss in detail the use and application of attitude scales in marketing research • Discuss the various procedures used for data collection • Explain and be capable in making a questionnaire • Explain techniques to check and describe data (frequency tables, cross tabulations) • Perform and interpret parametric and non-parametric tests • Know the objectives, use and interpretation of multivariate data-analysis techniques • Explain the right multivariate technique for data analysis given a marketing research problem • Understand the report preparation process content This course is a first course in Marketing Research, other Marketing Research courses build upon this one. After an introduction, the marketing research process will be discussed. Attention will be given to qualitative research as well as quantitative research. Moreover, drafting questionnaires, sampling, and various data analysis techniques will be explained. An emphasis in this course will be on analysis of data, interpretation of results, and understanding of research implications. The technical details of the various techniques will be part of other courses such as the Advanced Marketing Research course in the Master of Science in Marketing. literature N.K. Malhotra & David F. Birks, Marketing Research. An Applied Approach. 2nd European edition or more recent, Pearson Education, 2003 examination format written interim examination assignment case and data analysis aim
•
naam code studiepunten periode coördinator doel
Marketing, Planning and Information Systems 61251000 3 3 drs. F.E.J.M. Derksen • Toepassen op een concreet vraagstuk van concepten en theorieën uit de vakken Marketing en Information Systems • Het laten zien van een wetenschappelijke houding bij het toepassen van concepten en theorieën • Het opstellen van een rapportage van de bevindingen gericht op de academische gemeenschap inhoud Ieder team dient de mate waarin de website van een organisatie de marketingstrategie van deze organisatie ondersteunt, te onderzoeken. Daartoe moeten zowel de marketingstrategie als de website meetbaar gemaakt worden. Er kan hierbij voortgebouwd worden op wetenschappelijk
Examenonderdelen
113
onderzoek dat reeds gepubliceerd is. Deze publicaties worden bij aanvang van het college beschikbaar gesteld. De bevindingen van het onderzoek moeten worden gerapporteerd aan de academische gemeenschap in een wetenschappelijke publicatie en dienen dan ook het format van een dergelijke publicatie te hebben. werkwijze De opdracht wordt gemaakt in groepen van drie studenten. Aan het begin van de periode is er een introductiecollege met meer informatie over het project. Tijdens de periode zijn er momenten ingepland om als groepje te kunnen overleggen met een begeleidende docent. literatuur Literatuur voor vakken uit periode 1 van het 2e jaar, aangevuld met publicaties uit wetenschappelijke tijdschriften. toetsing paper Een werkstuk in de vorm van een academic paper geschreven door een team van 3 studenten. De toetscriteria van het werkstuk worden vermeld in de leswijzer en toegelicht tijdens het introductiecollege. naam Methoden en technieken van AE/FE (algemeen economisch/financieel economisch) onderzoek code 60311000 studiepunten 6 contacturen 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) hoorcollege en practicum in de pc-zaal periode 1 coördinator dr. E. Vogelvang docent dr. J.M. Sneek doel NB: het is mogelijk dat de Bachelorcommissie de inhoud van de cursus wijzigt door een substantieel gedeelte van M+T te vervangen door wiskunde. Indien dat niet gebeurt, is het volgende van toepassing: De doelstelling van de cursus is om studenten te leren zelfstandig een economische hypothese te vertalen naar een economisch model om daarna deze hypothese op een correcte wijze met behulp van econometrische en statistische methoden te toetsen. Indien men deze aanpak van kwantitatief economisch onderzoek beheerst, dan is een tweede belangrijk aspect van deze cursus dat de studenten in staat zijn om gepubliceerd kwantitatief economisch onderzoek op zijn waarde te schatten.Het keuzevak Toegepaste Kwantitatieve Economie, dat aansluitend in periode 2 wordt gegeven is een zeer geschikt vervolgvak. inhoud Introductie van een aantal basisprincipes die voor het opzetten, verrichten en publiceren van economisch onderzoek relevant zijn. De student moet zich enige basiskennis van de matrixrekening eigenmaken. In de daarop volgende colleges worden verschillende modellen t.b.v. economisch onderzoek besproken. Dit betreft zowel causale economische modellen als tijdreeksmodellen. Er worden schatters van de onbekende parameters van die modellen bepaald, diverse toetsen besproken en hun eigenschappen bestudeerd. Men weet dan wanneer een methode of een toets wel of niet gebruikt mag worden. De gebruiksmogelijkheden van de modellen, zoals het berekenen van voorspellingen, het berekenen van elasticiteiten ed. zijn onderdelen van de cursus. De praktische relevantie van de theoretisch besproken onderwerpen staat voorop en wordt toegelicht met diverse 114
Bedrijfswetenschappen
toepassingen. Het softwarepakket EViews en echte economische data zullen worden gebruikt in een empirische opdracht. Deze opdracht simuleert het doen van een kwantitatief economisch onderzoek. literatuur • Vogelvang, Ben, Econometrics, Theory and Applications with EViews. Prentice Hall/Harlow: Pearson Education/Financial Times, 2005 • Anthony, M. & Biggs, N., Mathematics for Economics and Finance, Methods and Modelling. Hoofdstuk 15 t/m 18 toetsing schriftelijk tentamen Schriftelijk (open-boek) tentamen en practicumverslag. Cijfer wordt gegeven voor het tentamen. Inleveren van een voldoende verslag van het practicum is verplicht voor de datum van het tentamen. entreevoorwaarden Studenten moeten de inhoud van de statistiekcolleges van de eerste twee jaar voor aanvang van deze cursus weer paraat hebben. subject code credits contact period lecturer aim content
literature
examination format entry requirements
Microeconomics 60322030 6 36 hours (12 tutorial, 24 lecture) 2 prof.dr. G.J. van den Berg To develop the theory of decision making at the level of a single agent and to understand the resulting outcomes at the market level. In case of an individual, decisions are made concerning labor supply, consumption, savings, and so on, while in case of a single firm this concerns decisions on labor demand, product characteristics and, in certain market forms, on wages and product prices. Outcomes at the individual level are aggregated into outcomes at the market level. We focus on the labor market as the most relevant application. We consider models that allow for market imperfections due to incomplete information, notably job search models, efficiency wage models, and model that explain discrimination. This is used to study unemployment, wages, and the effects of policies concerning unemployment benefits, welfare, and minimum wages. • Bosworth, D., P. Dawkins & T. Stromback, The Economics of the Labour Market. Addison Wesley, 1996 • plus articles that are mentioned during the course written interim examination The participants are expected to have some basic familiarity with micro economics.
naam code studiepunten contacturen
Midden- en kleinbedrijf 60311070 6 24 (24 hoorcollege) Het vak wordt in het Nederlands gegevens vanwege de sterk institutionele inkadering. Het college is aanvullend bij de voorgeschreven literatuur. periode 1 docenten drs. E.A.H. Kleijn; prof.dr. A.R. Thurik; prof.dr. E. Masurel doel • inzicht verschaffen in de rol die kleine en middelgrote bedrijven spelen in de economie • inzichtelijk maken waarin kleine bedrijven en grote bedrijven van elkaar
Examenonderdelen
115
verschillen • helderheid brengen in wat ondernemerschap is inhoud De afgelopen 25 jaar is de belangstelling voor ondernemerschap en het midden- en kleinbedrijf sterk toegenomen: in de markt, in het overheidsbeleid, en ook in het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Begrippen als intrapreneurship en extrapreneurship geven de belangstelling voor het fenomeen ondernemerschap bij grote bedrijven aan. De managementeconomie van de vorige eeuw heeft zich omgevormd tot een ondernemerschapseconomie. Het mkb (95 procent van de bedrijven, 60 procent van de werkgelegenheid in de private sector) speelt een belangrijke rol bij innovatie, bij het gezond houden van concurrentieverhoudingen, als omgeving waarin ondernemerschap zich thuis voelt en als generator van economische groei. Ondernemingen in het mkb spelen een belangrijke rol als samenwerkingspartner, als leverancier en als intermediair. In Nederland is inmiddels meer dan een derde van de startende ondernemers afkomstig van hbo of universiteit. Op de arbeidsmarkt groeit de vraag naar mensen die verstand hebben van de mkb-sector. De discipline midden- en kleinbedrijf & ondernemerschap neemt in zijn veelzijdigheid een aparte plaats in het curriculum in: het gaat om bedrijf en markt, om economie en psychologie, om innovatie en ordening, om systeem en individu. Die aspecten komen, geordend in drie hoofdthema's aan de orde: • de rol van kleine bedrijven in de moderne economie (small business economics) • het belang van ondernemerschap in de moderne economie (entrepreneurship) • het starten, runnen en doen groeien van een klein bedrijf (small business management) literatuur Risseeuw, P.A. & A.R. Thurik, Handboek ondernemers en adviseurs: economie en management van het midden- en kleinbedrijf. Deventer: Kluwer, 2003, behalve hoofdstuk 3, 4, 19 & 22. toetsing schriftelijk tentamen naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Milieueconomie en -management 60331100 6 24 (16 hoorcollege, 8 discussiecollege) 4 prof.dr. J.C.J.M. van den Bergh; prof.dr. C.A.A.M. Withagen De student bestudeert relevante economische en milieukundige aspecten van de milieuproblematiek. Tevens verkrijgt de student inzicht in het verband tussen theorie, methoden en empirische analyse. Studenten zullen een presentatie geven en discussie voeren over een artikel uit een wetenschappelijk tijdschrift. inhoud De cursus biedt een geavanceerde behandeling van moderne economische theorieën en methoden om de relatie te begrijpen tussen economische structuur en verandering enerzijds en natuurlijke hulpbronnen, milieukwaliteit en milieubeleid anderzijds. Deze benadering omvat tevens aandacht voor toepassingen, bijvoorbeeld op het gebied van modelleren en
116
Bedrijfswetenschappen
monetaire waardering. De volgende onderwerpen komen aan de orde. Milieu-externaliteiten, publieke goederen en welvaartseconomie • Geavanceerde theorie van milieubeleid • Theorie en methoden van monetaire waardering van milieuveranderingen • Methoden voor de beoordeling van milieuprojecten en milieuinvesteringen • Macroeconomische en internationale handelsaspecten van milieu • Mondiale milieuproblemen • Productie en gebruik van energie • Afval, grondstoffen en materiaalgebruik • De economie van natuurlijke hulpbronnen, met ruim aandacht voor bossen, biodiversiteit en water werkwijze Hoorcolleges (16 uur) en presentaties/discussie (8 uur) door studenten van tijdschriftartikelen. Studenten moet een essay van 1500 woorden over drie tijdschriftartikelen schrijven (500 woorden per artikel). Zelfstudie omvat 136 uur. literatuur • Kahn, J.R. The Economic Approach to Environmental and Natural Resources. 3rd edition, Forth Worth, Texas USA: The Dryden Press, 2005 • Powerpoint slides met hoorcollegestof zullen beschikbaar worden gesteld via Blackboard • Studenten moeten in overleg met de docenten een geschikt artikel uit een milieueconomisch tijdschrift kiezen toetsing schriftelijk tentamen (gesloten boek, open vragen). Het is vereist om aan de paper presentaties/discussieste hebben deelgenomen. •
naam code studiepunten contacturen periode co-ordinator docenten doel
Ondernemingsrecht 60311060 6 24 (24 hoorcollege) 1 prof.mr. J.B. Huizink mr. J.E. Brink-van der Meer; mr. P.A. Ledeboer • Verwerven van kennis en inzicht in belangrijke onderdelen van het ondernemingsrecht • kweken van zekere 'awareness' ten aanzien van juridische complicaties • inzicht in actuele ontwikkelingen inhoud De colleges zijn gegroepeerd rond een zestal clusters: 1. Inleiding (rechtsvormen, onderneming, concernbegrippen, listed vs non listed companies etc.) 2. Kapitaalvennootschappen: kapitaal/vermogensbescherming en zorgvuldig vermogensbeheer 3. Kapitaalvennootschappen: organen en bevoegdheden 4. Concernrecht en aansprakelijkheid 5. Financiering en insolventie 6. Beurs- en effectenrecht werkwijze 2 uur hoorcollege per week, gevolgd door 2 uur werkcollege waarin het accent ligt op de door de studenten te beantwoorden casus. literatuur • De literatuur bestaat deels uit voor het vak geschreven teksten en deels uit teksten van derden. Een overzicht wordt half augustus 2006 via
Examenonderdelen
117
Blackboard bekend gemaakt. • Tevens wordt gebruik gemaakt van de wettenbundel Rechtspersonen 2006/2007, inclusief ondernemings- en handelsrecht met toekomstige wetgeving. Deventer: Kluwer. toetsing schriftelijk tentamen met open vragen. Het resultaat daarvan telt voor 60% mee in het eindcijfer. In de vorm van de schriftelijke uitwerking van een case, vijfmaal, bespreking 1 uur. De case-uitwerkingen (vijf maal gewaardeerd van 0 t/m 10 gedeeld door 5) tellen voor 40% mee in het eindcijfer. opmerkingen Afhankelijk van het aantal deelnemers worden de cases individueel (tot 25 deelnemers) of in groepsverband (van 2 tot 4 leden naar gelang het aantal deelnemers) uitgewerkt. subject code credits contact period co-ordinator aim
content
literature examination format
118
Organization Design 61332010 6 24 hours (24 lecture) including Design Labs 4 dr.ir. B.A.G. Bossink The first learning objective of this course is to gain knowledge and understanding of concepts, theories related to the design perspective on organizations. After following this course you will be able to: • discuss the history, theoretical perspective and nature of organization from a design perspective • discuss the key organizational configurations and their relation to organizational contingencies The second learning objective of this course is to be able to design an effective organization structure and process in a scientific way. After following this course, you will be able to: • evaluate the effectiveness of a given organizational design in terms of fit between the organization and its contingencies • recognize in a real life situation the relevant contingencies that are of influence on the structure of an organization • use the prescribed design method to (re)design an effective organization structure for an organizational setting of your own choice • develop an implementation plan An organization design consists of a choice for an organizational configuration. This choice can be supplemented with choices for the degree of formalization, media richness, coordination systems, control procedures, etc. The course focuses on the design and development of a strategic organization design within the meta-theoretical boundaries of the contingency approach. Important concepts that have to be taken into account are: dynamic fits, contingency factors, design factors, environmental elements and total design fit. Burton, R.M. & B. Obel, Strategic Organizational Diagnosis and Design: the Dynamics of Fit. Boston: Kluwer Academic Publishers, 2004 interim examination The theory is examinated in an individual exam 60 %. The application of the Bedrijfswetenschappen
theory is graded in a group-based design assignment 40 %. subject code credits contact period co-ordinators aim
content
Organization Perspectives and Dynamics 61322000 6 24 hours (24 lecture) and group project 2 dr. P.J. Peverelli; drs. J.K. Verduijn After following this course, students will have gained insight in all aspects of basic organizing processes. They will be able to observe, analyze and discuss how complex organizational structures emerge from such basic processes. The study of organisations is a theoretical field of study distinct from more practical fields like: general management, organisational behaviour, human resource management, etc. It is a basic science studying the ways human actors organise themselves into groups of various degrees of complexity. Organisation theory is not the study of organisations. Groups of actors referred to as 'organisations' in every day parlance are only one part of the groups introduced in this course. Organisation theory is therefore a necessary tool not only for students of business administration, but also for those of a wide range of other academic fields, including: sociology, cultural anthropology, public administration, education, philosophy, etc. As this course is part of the business administration program, we will concentrate on offering tools to study and understand enterprises and their environment from an organisational perspective. The main theme of this course will be the perspective that human organising is a continuous process of ongoing interaction between actors in their quest to make sense of the world. As a result of this process, groups of actors who frequently interact around a specific theme will gradually be perceived by the actors themselves and other actors as entities. Such entities are given generic names like: gangs, pressure groups, tribes, associations, enterprises, industrial sectors, nations, etc. The members of a specific group will have a shared view on reality, at least on that part of reality relevant to their common task. This shared reality will determine the actions they take. Most actors will be members of a number of such groups. During social interaction in one group, actors can access the shared reality of other groups. This can alter the shared reality of the group in which the current interaction is taking place. Multiple group membership (referred to as multiple inclusion) is therefore considered the motor of organisational change. Often, however, actors start perceiving the shared reality of one group as the one and only reality. As a result, they are less susceptible to other realities and in some instances even actively block access to alternative realities. In organisation theory this is referred to as reification or fixation. Reifications are the major cause of organisational problems. Identifying social structures, the members of the structures (actors), the nature of the shared realities, the multiple group membership of actors and occurrences of reification are the core tasks of the organisation scientist. The main aim of this course is to teach students these basic concepts and to train them in exploring complex organisational processes. Although this
Examenonderdelen
119
introduction emphasises theory, attention will be paid to practical applications of the theory as well. These practical applications include firms, but also a few larger structures, in particular industrial clusters. form of tuition 7 lectures + non-obligatory reflection sessions literature reader examination format paper group paper 40 % written interim examination 60 % naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Organizational Behavior 61111020 6 36 (16 hoorcollege, 8 casecollege, 12 discussiecollege) 4 drs. J.S.E. Dikkers Tijdens het vak Organizational Behavior wordt aandacht besteed aan gedrag van mensen in organisaties, zowel op het niveau van het individu, de groep als de organisatie als geheel. Na afloop van dit blok zijn studenten in staat om: • Belangrijke termen en begrippen uit de sociale wetenschappen die relevant zijn voor het gedrag van mensen in organisaties te definiëren en uit te leggen • De dagelijkse interactie tussen individuen, groepen en organisaties in dergelijke termen te beschrijven • Verschillende theoretische benaderingen van deze interactie te vergelijken • Een probleem dat te maken heeft met het gedrag van mensen in organisaties te identificeren en te analyseren • Oplossingen voor dit probleem te genereren door theoretische kennis toe te passen en onderzoeksgegevens te benutten inhoud Organizational behavior heeft te maken met de factor 'mens' in de organisatie. Dit vak komt voort uit de sociale wetenschappen. Vanuit de bedrijfskundige context is inzicht in organizational behavior van belang voor het gericht kunnen sturen van de inzet van de factor mens in de organisatie. We zullen gedrag in organisaties op drie niveaus bestuderen: het individu, de groep en de organisatie. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod: • Het individu: de persoon van de werknemer en zijn of haar baan (persoonlijkheid, attitudes, perceptie, motivatie, tevredenheid en stress) • De groep: de afdeling of het team van de werknemer; interactie binnen en tussen verschillende groepen werknemers (groepsprestaties, kenmerken van de groep) • De organisatie: de interactie tussen managers en medewerkers, groepen en de organisatie als geheel (cultuur, leiderschap en verandering). werkwijze Casecolleges: projectbijeenkomsten of practica waarin aan groeps- of individuele opdrachten wordt gewerkt. Hierbij is aanwezigheid verplicht. Discussiecolleges: responsie- of discussiecolleges waarin de theorie wordt toegelicht en verhelderd op initiatief van de studenten. Hoorcolleges: hier worden de theorie en praktijkvoorbeelden behandeld.
120
Bedrijfswetenschappen
literatuur Course manual, overige informatie en het boek: zie Blackboard toetsing schriftelijk tentamen 60% van het eindcijfer presentatie en opdrachten vormen 40% van het eindcijfer. Toekenning van een voldoende / onvoldoende beoordeling op basis van getoonde inzet. Presentaties en opdrachten vormen samen 40 % van het eindcijfer (vereiste minimum cijfer is een 5). Het schriftelijk tentamen bepaalt 60 % van het eindcijfer (vereiste minimum cijfer is een 5). Studenten moeten beide onderdelen volbrengen om een eindcijfer te kunnen krijgen (vereiste minimum eindcijfer is een 5.5). Toetsingscriteria (zie Blackboard): • Voor case reports: inhoud, structuur, kwaliteit van de case analysis, mate waarin een antwoord gegeven wordt op het probleem • Voor presentaties: team prestatie, inhoud, presentatie skills; interactie met de klas naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden
Philosophy I 61261010 3 24 (24 hoorcollege) Gecombineerd met discussiecolleges. 6 dr. H. van Diest In het perspectief van de notie van reflective practitioner is het doel het leren stellen van reflexieve en conceptueel-analytische vragen ten aanzien van management- en organisatiedenken. Als operationalisering van het gestelde doel wordt de reflexieve en conceptuele aandacht gericht op human resource management met bijzondere aandacht voor de verhouding tussen human resources, human beings en organisatiestructuren. Combinatie van hoorcolleges, en feedback tijdens discussiecolleges. Reader schriftelijk tentamen geen
naam code studiepunten contacturen
Philosophy II 61341010 3 24 (12 werkcollege, 12 hoorcollege) hoorcollege: er worden 6 hoorcolleges gegeven waarin de opgegeven hoofdstukken uit het boek worden besproken als ondersteuning voor de eigen bestudering. werkcollege: deelname aan een werkgroep als de tweede vorm van onderwijs is niet verplicht, maar kan wel maximaal 1 bonuspunt opleveren. Bij deelname moet voor iedere bijeenkomst van een werkgroep een opgave gemaakt worden. periode 5 docent dr. C.H. Krijnen doel Inzicht verwerven in de aard van wetenschappelijk onderzoek en de beslissingen die ten aanzien van de criteria voor waarheid, betrouwbaarheid
Examenonderdelen
121
en geldigheid van kennisclaims genomen moeten worden. Inzicht hierin is verbonden met verschillende filosofische opvattingen aangaande die beslissingen. inhoud De algemene formulering 'wetenschappelijk onderzoek' moet verder gepreciseerd worden. Om aan te sluiten bij kennisgebieden of disciplines waarin de studenten min of meer thuis zijn, is ervoor gekozen om specifiek aandacht te geven aan wetenschappelijk onderzoek in het veld van management & organisatie. literatuur • Wordt nader bekend gemaakt • Sheets en aantekeningen van de hoorcolleges komen beschikbaar op Blackboard toetsing schriftelijk tentamen naam code studiepunten contacturen periode coördinator docent doel
Professional Skills and Competencies 61341000 6 30 (18 practicum, 12 hoorcollege) 5 dr. C.J. Vinkenburg dr. C.J. Vinkenburg Het doel van Professional Skills and Competencies is het verkrijgen van kennis en het aanleren van vaardigheden die bedrijfswetenschappers nodig hebben voor het uitoefenen van een beroep in de zakelijke dienstverlening. Het gaat hierbij om zowel kennis en inzicht als om interview- en gespreksvaardigheden die van belang zijn bij ontwikkelings- en veranderingsprocessen in organisaties. Aan deze onderwerpen wordt aandacht besteed tijdens hoorcolleges en een practicum gespreksvaardigheden. Het hoorcollege en het practicum vormen ieder een op zichzelf staand onderdeel van dit vak. Na afloop van dit vak zijn studenten in staat om: • Belangrijke termen en begrippen uit het vakgebied organisatieontwikkeling en organisatieverandering te definiëren en uit te leggen • Veranderingsprocessen in organisaties en organisatieontwikkeling in dergelijke termen te beschrijven • Diverse fasen in een adviesproces en verschillende adviesrollen te herkennen en onderscheiden • Het belang en de verschillende benaderingen van het houden van interviews in veranderingsprocessen te onderkennen • Gespreksvaardigheden toe te passen die van belang zijn bij het houden van een interview inhoud In zijn of haar toekomstige werkkring zal de afgestudeerde bedrijfswetenschapper dikwijls in situaties terechtkomen waarin een beroep wordt gedaan op kennis van organisatieontwikkeling en op gespreksvaardigheden. Dit geldt niet alleen voor consultants maar ook voor projectmedewerkers, projectmanagers, management trainees, beleidsmedewerkers en financieel adviseurs. Het vak Professional Skills and Competencies sluit aan op de stof zoals behandeld in de vakken Organizational Behavior (1ste jaar), Human Resource Management (2de
122
Bedrijfswetenschappen
jaar) en Introduction to Consultancy Industry (3de jaar). Hoorcolleges : tijdens de hoorcolleges zal gekeken worden naar algemene kenmerken van ontwikkelings- en veranderingsprocessen in organisaties, waarbij aandacht wordt besteed aan de verschillende fasen van een veranderingsproces. Specifiek zal worden ingegaan op de plaats en rol van verschillende soorten interviews en gesprekken tijdens de intake- en startfase van een veranderingsproces. Interviews zijn belangrijk in de eerste fasen van een adviestraject of opdracht, om informatie te verzamelen, voor het diagnosticeren van vraagstukken en het doen van onderzoek. Tevens zal een overzicht van adviesrollen en taken worden behandeld. Tijdens de gastcolleges zullen deskundigen uit de praktijk deze onderwerpen nader illustreren. Practicum Gespreksvaardigheden: tijdens het practicum wordt aandacht besteed aan gespreksvaardigheden die nodig zijn in adviestrajecten en veranderingsprocessen. Gespreksvaardigheden kunnen niet los gezien worden van sociale en communicatieve vaardigheden die nodig zijn bij het omgaan met in- en externe opdrachtgevers, cliënten en collega's. Het practicum zal vooral gericht zijn op het oefenen van vaardigheden die nodig zijn voor het houden van interviews. Interviews zijn belangrijk in de eerste fase van een adviestraject of opdracht, om informatie te verzamelen, voor het diagnosticeren van vraagstukken en het doen van onderzoek. Er zal in dit practicum met name aandacht zijn voor vaardigheden zoals vragen formuleren en stellen, luisteren, samenvatten, procesbewaking, schriftelijke verslaglegging van gesprekken en het leren herkennen van en omgaan met weerstanden tijdens een gesprek. Tijdens dit practicum van 6 bijeenkomsten worden in kleine groepen middels rollenspellen en met behulp van een videocamera adviesvaardigheden zoals luister-, gespreks- en feedbackvaardigheden geoefend. Het practicum wordt afgesloten met een opdracht. Dit betreft het afnemen van een interview en het maken van schriftelijk verslag waarin zowel aandacht wordt besteed aan het proces als aan de inhoud van het interview. literatuur • Cummings, Th.G., & Ch.Worley, Organization Development & Change. Mason: Thomson South-Western, 2001, diverse hoofdstukken (hoorcolleges) • Artikelen (hoorcolleges) • Molen, H.T. van der, F. Kluytmans & M.Kramer, Gespreksvoering. Vaardigheden en modellen. Groningen/Heerlen: Wolters-Noordhof / Open Universiteit,1995 (practicum gespreksvaardigheden). toetsing schriftelijk tentamen 50% practicumverslag en participatie 50% van het eindcijfer. naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Purchasing and E-Procurement 61331050 6 36 (12 werkcollege, 24 hoorcollege) 4 prof.dr. J.H.A. Harink Inkoop betreft alles waar een organisatie - vroeg of laat - een factuur voor
Examenonderdelen
123
inhoud
literatuur
toetsing
opmerkingen
ontvangt. En dat gaat niet alleen om een scala aan goederen (pc's, kantoormeubilair, etc.), maar ook om vele diensten (schoonmaak, tijdelijk personeel, etc.). Gemiddeld wordt meer dan 70% van de omzet van een organisatie ingekocht bij leveranciers. Bij handelsbedrijven betreft dit bijna 100%. Inkoop wordt hierbij steeds belangrijker voor een organisatie. Daarnaast vertaalt een besparing op inkoop zich direct door naar een verhoging van de winst. Dit alles zorgt ervoor dat de inkoop steeds meer aandacht krijgt binnen organisaties en vast onderdeel wordt van de agenda van vele managers. Daarmee is inkoop dus relevant voor alle bedrijfskundige disciplines! Het vak Purchasing & E-Procurement richt zich op het inkopen van goederen en diensten in de brede zin van het woord. Zowel het traditionele inkoopproces als het elektronisch inkopen komen uitgebreid aan bod. Onderwerpen die zullen worden behandeld zijn: • Het toenemende belang van inkoop: waarom wint inkoop zo snel aan populariteit? • Het inkoopproces: hoe koopt een organisatie in? • Leveranciersmanagement: hoe werkt een organisatie optimaal samen met leveranciers? • De organisatie van inkoop: wie koopt er binnen een organisatie in? Wordt dat centraal, decentraal of anders gedaan? En wat is de rol van de Chief Purchasing Officer (CPO)? • E-procurement: hoe kan het internet worden gebruikt bij inkoop? • De selectie en invoering van e-procurement: hoe bepaalt een organisatie wat zij met het internet moet gaan doen? • Inkoopcontrol: hoe kan een organisatie gericht haar inkoop verbeteren? • Inkoop als onderdeel van facility management: hoe worden medewerkers van een organisatie optimaal bediend? • E-marketplaces: wat moet een organisatie hiermee doen? • Inkoopethiek: hoe gedraagt een inkopende organisatie zich netjes? • Harink, J.H.A., E-procurement, de kinderschoenen ontgroeid. Arko Uitgeverij, 2004, ISBN 90 77072 47 0 • Lennartz, R.E., A. Trompetter & R.A.F. Veeke, Inkoopmanagement in facilitaire omgevingen. Samsom, 2000, ISBN 90 14 06607 4 schriftelijk tentamen 70% van het eindcijfer paper 30% van het eindcijfer Enkele hoorcolleges worden gegeven door gerenommeerde gastdocenten, uit het bedrijfsleven of van andere universiteiten. Op deze wijze wordt een kwalitatief hoogwaardige en afwisselende collegereeks aangeboden.
naam code studiepunten contacturen
Quantitative Business Analysis 61231020 6 30 (12 hoorcollege, 18 casecollege) voor de casecolleges geldt een aanwezigheidsplicht. periode 4 coördinator prof.dr.ir. C.A.G.M. van Montfort 124
Bedrijfswetenschappen
docenten prof.dr.ir. C.A.G.M. van Montfort; dr. J.R. van den Brink doel Dit vak heeft tot doel het geven van inzicht in het gebruik van kwantitatieve beslissingsmethoden voor managementvraagstukken. inhoud In het eerste deel van het college ligt het accent op beslisbomen en spelbomen. Beslisbomen en spelbomen zijn moderne management gereedschappen voor het analyseren van financiële beslissingssituaties met onzekerheid en voor het analyseren van onderhandelingssituaties met meerdere spelers. Deze kwantitatieve analysemethodes zullen worden behandeld in het kader van praktische toepassingen waarbij gebruik gemaakt wordt van ondersteunende software voor management doeleinden. In het tweede deel van het college wordt ingegaan op technieken voor simulatie, lineaire regressie en forecasting. Simulatie is een veel gebruikte management techniek voor het verkrijgen van inzicht in de invloed van onzekerheidsfactoren op beslissingssituaties. De basisprincipes, de mogelijkheden en de beperkingen van computersimulaties zullen worden behandeld aan de hand van toepassingen op het gebied van financiering. Lineaire regressie en forecasting-technieken zullen eveneens in het kader van dit soort toepassingen worden geïllustreerd. Het leren omgaan met op Excel gebaseerde software is een belangrijk bestanddeel van de colleges. literatuur De volgende literatuur is verplicht voor het tentamen: • Montfort, K. van & R. van den Brink, Quantitative Business Analyses, London: Pearson Publishing, ISBN 1-84479-110-6 • Sheets hoorcolleges, cases en practicumopgaven op Blackboard toetsing schriftelijk tentamen Er is een schriftelijk tentamen, dat voor 60 % het eindcijfer bepaalt. Zowel het eindcijfer voor de casussen als het tentamencijfer moeten minimaal 5.0 zijn. opdracht Er zijn vier casusopdrachten, die in groepjes van drie personen moeten worden gemaakt. Het eindcijfer voor de casussen is het gemiddelde cijfer over de vier casuscijfers. Dit eindcijfer voor de casus bepaald voor 40 % het eindcijfer van het vak. naam code studiepunten contacturen
periode coördinator docent doel
Services Marketing 61241010 6 22 (14 hoorcollege, 8 casecollege) De casecolleges behandelen praktische vraagstukken. Het leren toepassen van theoretische modellen bij het zelf oplossen van deze vraagstukken staat dan centraal. Voor de casecolleges geldt een aanwezigheidsplicht. Naast de hoorcolleges kunnen studenten tijdens het (facultatieve) inloopspreekuur - alleen of in groepjes - ingaan op bepaalde thema's die gerelateerd zijn aan de hoorcolleges. 5 drs. W. de Vries drs. W. de Vries Het verkrijgen van kennis en inzicht inzake de marketing van ontastbare producten (diensten) en de gevolgen die dit heeft voor het marketingbeleid. Het kunnen toepassen van de verworven kennis en inzicht.
Examenonderdelen
125
inhoud Het oog hebben voor klant- en concurrentieoriëntatie (dienstenmarketing aspect). Vervolgens deze oriëntaties kunnen vertalen in de juiste interne en externe activiteiten (dienstenmanagement aspect) die adequaat bijdragen aan de gestelde organisatiedoeleinden. Tot de onderwerpen die aan bod komen, behoren onder andere: • de dienstenclassificatie en de omgeving van de dienstverlener • strategische aspecten van dienstenmarketing • de dienstverleningsprocessen en de dienstenmarketing-mix • diensteninnovatie • capaciteitsmanagement, management van wachttijden en wachtrijen • kwaliteit en kwaliteitsperceptie • relaties en relatiemarketing Zowel de consumenten markten (B2C) als de zakelijke markten (B2B) krijgen hierbij aandacht. literatuur • De Vries, Goud & Goud, Strategic Service Management. WoltersNoordhoff, 2004 • Reader • Blackboard toetsing schriftelijk tentamen 60 % opdracht 40 % naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
126
Statistics I 61131030 6 36 (22 practicum, 14 hoorcollege) 4 dr. J.M. Sneek Statistics I heeft heel specifiek tot doel inzicht te krijgen in hoe bij een gegeven dataset op verantwoorde wijze conclusies te trekken zijn, omtrent de populatie waaruit de dataset getrokken is. Bij het vak Statistics I wordt ingegaan op beschrijvende statistiek (grafische weergave, frequentieverdelingen, gemiddelde, spreiding, etc.) en wordt de basis gelegd voor inferentiële statistiek (kansberekeningen, discrete en continue stochastische variabelen en steekproefverdelingen). Er wordt een begin gemaakt met schattingsmethoden en toetsingstheorie. In de hoorcolleges worden de algemene principes aan de orde gesteld, aangevuld met voorbeelden. In de practica werken studenten aan individuele opdrachten. Er zijn huiswerkopdrachten die gedeeltelijk met specialistische computerprogrammatuur gemaakt dienen te worden. • Berenson, M.L., D.M. Levine & T.C. Krehbiel, Basic Business Statistics. Concepts and Applications. 10th edition, Prentice Hall, ISBN 0-13197581-1 • Overig studiemateriaal kan worden gedownload van Blackboard schriftelijk tentamen
Bedrijfswetenschappen
naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel inhoud
Statistics II 61251910 3 22 (14 practicum, 8 hoorcollege) 3 dr. J.M. Sneek Het verschaffen van basiskennis op het terrein van schatten en toetsen. Studenten zullen in later en in hun beroep geconfronteerd worden met wetenschappelijke artikelen en met conclusies gebaseerd op empirisch datamateriaal. In Statistics II worden - voortbouwend op Statistics I - enkele onderdelen uit de toetsende statistiek aan de orde gesteld (onder andere toetsen op gemiddeldes, fracties en varianties in een, twee of meer populaties, chikwadraat-toets, variantieanalyse, non-parametrische toetsen en regressieanalyse). werkwijze In de hoorcolleges worden de algemene principes aan de orde gesteld, aangevuld met voorbeelden. In de practica werken studenten aan individuele opdrachten. Er zijn huiswerkopdrachten die gedeeltelijk met specialistische computerprogrammatuur gemaakt dienen te worden. literatuur • Berenson, M.L., D.M. Levine & T.C. Krehbiel, Basic Business Statistics. Concepts and Applications. 10th edition, Prentice Hall, ISBN 0-13197581-1 • Overig studiemateriaal kan worden gedownload van Blackboard toetsing schriftelijk tentamen subject code credits contact
period co-ordinator lecturer aim
content
Strategic Management and the Strategy Process 61312030 6 24 hours (24 lecture) lectures plus group presentation 1 drs. M.M. Rietdijk drs. M.M. Rietdijk After this course students are able to: • Describe and explain recent approaches of strategic management - as scientific field - and apply these to problems in the professional field of strategic management • Search, select and critically assess scientific publications in the field of strategic management • Analyse the strategy process in an organization, to facilitate strategic conversations and to formulate and implement a strategy • Present and write a group report This course is focused on recent developments in the scientific field of strategic management and the professional application of Scenario planning. Scenario planning helps organizations develop more then one long term perspective on their environment and core business.The course follows Environmental Analysis and Structuring Organizations from the first year and Strategy Development, Implementation and Evaluation from the second year. In the first part of this course you will study different strategic schools. During the second part you will learn to formulate and implement strategy by
Examenonderdelen
127
the Scenario learning approach. You will deepen and apply your knowledge about Strategic Management at a real life firm. form of tuition Group presentation of preliminary report. literature • Heijden, Kees van der, Scenarioplanning. 2nd edition, Wiley, 2005 • Articles on Backboard Recommended for Dutch students: • Rietdijk, M., & M. Van Winden, Slag om de toekomst. Balans, 2003 examination format written interim examination about the book and (guest)lectures 60 % ; group presentation (sufficient/insufficient), group report 40 % subject code credits contact
period lecturer aim
content
128
Strategy and Economics 60342040 6 24 hours (24 lecture) Three blocks, each block consists of four two-hour meetings: 3 lectures followed by 1 exercise class 5 dr. H.E.D. Houba How to translate economic situations, in which an economic decision maker must take into account decisions taken by others, into a strategic model. This requires knowledge of available models and concepts to deal with so-called 'strategic uncertainty'. This includes mastering computational techniques. On an evening, you zap TV channels and, suddenly, you watch Shop4Nop on RTL5. The unique-lowest bid wins the expensive plasma screen TV you fancy. You decide to bid, but how many others bid, how do they bid, what is your best bid? You wonder whether take-over battles can be seen as auctions between competing firms. How do they prepare bids? In the supermarket, you are thrilled about the price reductions. You may wonder, is there a similarity between price competition and an auction? In your team project, some team member free rides on your effort and you realize that your grade also depends upon this member's contribution. Everywhere people, firms and institutions interact with each other in many different settings. For instance, negotiations for a contract or treaty, individuals or firms contributing to a joint partnership, managers motivating employees. Firms compete on the market, including web-shops, procurement auctions in B2B for contractors, and art-lovers competing at Christies. In all cases, the final outcome for each participant also depends upon the behaviour of others. Each participant has to deal with the strategic uncertainty about how the others will behave. Game theory deals with strategic uncertainty and has become an influential toolbox in modern Economics. This course offers an introduction to the major game theoretic concepts that are applied to a variety of highly-stylized or abstract economic models in order to focus on the relevant economic issues. These economic models come from Industrial Organisation, Microeconomics, Macroeconomics, Labour Economics, Auction Theory, Negotiation Theory and Contract Theory. Worldwide, game theoretic economic models influence the policy debate on market regulation, central bank independence, WTO, liberalization of public utilities such as telephone and electricity markets. Implications for Bedrijfswetenschappen
literature examination format entry requirements
remarks
subject code credits contact period lecturer aim content
literature examination format
entry requirements
economic policy are also discussed. Topics: • games and strategies • Nash equilibrium and its modifications for dynamic games and games with incomplete information • co-ordination • market competition • negotiations • repeated interaction • auctions • the market for used cars • job markets • reputation and signalling Special attraction: Learn why many contributors to game theory received a Nobel prize in Economics. Watson, J., Strategy, an Introduction to Game Theory, W.W. Norton & Company, 2002 written interim examination 75% . Take-home exam -25%- covering the first two blocks. Students should have sufficient knowledge of basic concepts from Microeconomics, Mathematics and Statistics and the capability to apply these correctly. For VU students this involves the courses: • Microeconomics 1.1 en 1.2 • Quantitative Methods (Kwantitatieve Methoden 1.1, 1.2, 1.4 & 2.5) This course is recommended to students interested in a Master in Economics or a career at some market regulating authority. Strategy and Environment 60332020 6 24 hours (24 lecture) 5 prof.dr. D.J. Eppink • Gain theoretical knowledge in the field of strategy and environment • Develop skills in translating the theory into practical solutions The course starts with an overview of recent theoretical developments concerning the three strategic question each organisation has to deal with. After that the attention will go to strategic analysis, development of strategic alternatives and the issues of choice and implementation.Using smaller cases the students can learn to apply the theories discussed and studied in stylised practical situations.It is expected that one or more guest speakers from the business world share their experiences and views with the participants. Compulsory, will be announced later. written interim examination Written examination tests knowledge of and insight in the compulsory literature; the assignments test the skills in applying the knowledge acquired assignment The literature for Management and Organisation 1.1 ( M&O 1.1, chapter 7 ) or a similar basic treatment of the strategy process.
Examenonderdelen
129
naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
Strategy Development, Implementation and Evaluation 61241000 6 22 (14 hoorcollege, 8 casecollege) 5 prof.dr. D.J. Eppink Het verwerven van kennis en inzicht in het ontwikkelen van strategieën voor ondernemingen en andere organisaties. Het verwerven van kennis en inzicht in de implementatie van strategieën en de evaluatie van de strategieën naar aanleiding van ontwikkelingen in de organisatie of de omgeving van de organisatie. Strategie-ontwikkelingspatronen, strategische managementprocessen, strategie, cultuur en politiek, strategische interactie, strategische opties, strategische voordelen, allocatie van middelen, analyse van strategieën, strategische veranderingsprocessen. Hoor- en casecolleges. In de hoorcolleges wordt de theorie uiteengezet. In de casecolleges wordt de theorie toegepast op concrete bedrijfsvraagstukken en bedrijfsproblemen (cases). Studenten werken de cases uit door middel van een schriftelijk verslag en/of mondelinge presentatie. Voor de casecolleges geldt een aanwezigheidsplicht. • Wordt later bekend gemaakt • Course manual en cases op Blackboard schriftelijk tentamen (schriftelijke en mondelinge presentaties van case-uitwerkingen)
naam Structuring Organizations (voorheen Environmental Analysis and Structuring Organizations) code 61141030 studiepunten 6 contacturen 30 (16 hoorcollege, 6 discussiegroep, 8 casecollege) periode 1 co-ordinator drs. C.M. van der Heijde doel Het verwerven van kennis en inzicht in een aantal algemene bedrijfsconcepten zoals het analyseren van de omgeving van bedrijven, bedrijfstakken en trends, strategie, organisatieontwerp en het managen van organisatieprocessen. inhoud Dit vak is een introductie in organisatie en omgeving. werkwijze In de hoorcolleges wordt de theorie nader toegelicht en uitgelegd. In de discussiecolleges wordt de theorie uitgediept door behandeling van vraagstukken en groepsgewijze discussie over relevante vraagstukken. In de casecolleges wordt de theorie toegepast op concrete bedrijfsvraagstukken en bedrijfsproblemen (cases). Studenten werken de cases uit door middel van een schriftelijk verslag of mondelinge presentatie. literatuur • Keuning, D., Management: A European Perspective, Groningen: WoltersNoordhof, 2003 • Course manual en case material on Blackboard toetsing schriftelijk tentamen 60 % van het eindcijfer. opdracht 130
Bedrijfswetenschappen
schriftelijke en mondelinge presentaties van case-uitwerkingen 40 % van het eindcijfer. Toekenning van een voldoende/onvoldoende beoordeling op basis van getoonde inzet. opmerkingen Voor de discussie- en casecolleges geldt een aanwezigheidsplicht. naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Toegepaste data-analyse 60331070 6 24 (12 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 4 dr. J.M. Sneek; drs. K. van den Hoeven Dit vak verschaft de student inzicht in een aantal belangrijke statistische technieken, die bij kwantitatief economisch onderzoek gebruikt (kunnen) worden. Verder wordt de student bekend gemaakt met bijbehorende computersoftware (met name SPSS). inhoud Management-beslissingen vereisen goed en degelijk vooronderzoek. Een essentieel onderdeel van dergelijk onderzoek is het op de juiste wijze kunnen uitvoeren en interpreteren van kwantitatieve analyses. Dit geldt voor allerlei bedrijfskundige en bedrijfseconomische vraagstukken zoals die voorkomen op het terrein van Marketing, Finance en/of Accounting. In deze cursus komen technieken aan de orde die op deze vakgebieden van toepassing zijn. Te denken valt aan (een selectie uit) onderwerpen als • multidimensional scaling • correspondentieanalyse • conjoint analyse • data-transformaties • multivariate (co)variantieanalyse • discriminantanalyse • logistische regressie Deze technieken zijn complex van aard, maar tijdens de colleges zal de theoretische diepgang worden beperkt en zal het accent liggen op de praktische bruikbaarheid via economische toepassingen met behulp van statistische programmatuur. Het vak zal in ieder geval goed te volgen zijn voor een student met kwantitatieve belangstelling, die met succes heeft deelgenomen aan de Kwantitatieve methodenvakken en het 3e jaars vak Methoden & Technieken. literatuur De literatuur op dit gebied zal nog nader vastgesteld worden. Er verschijnen enkele nieuwe titels per jaar, steeds meer inclusief economische data geschikt voor computertoepassingen. toetsing schriftelijk tentamen in combinatie met het inleveren van een aantal individueel uitgewerkte (computer-)opdrachten.
naam code studiepunten contacturen
Toegepaste kwantitatieve economie 60321080 6 24 (12 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) Elke week is er een hoorcollege en een bijbehorend practicum in de pc zaal.
Examenonderdelen
131
periode 2 docent dr. E. Vogelvang doel Het zelfstandig kwantitatief economisch onderzoek kunnen doen door kennis te hebben van een aantal bekende modellen uit de toegepaste econometrie. inhoud Als vervolg op de cursus Methoden en Technieken voor AE/FE in het eerste blok van het derde jaar van de bachelor economie worden in dit vak een aantal econometrische toepassingen besproken die een kwantitatief econoom later in zijn werk van nut kunnen zijn. Dit betreft een aantal bekende en vaak toegepaste modellen, die voor zowel algemeen, bedrijfs- als internationaalfinanciëel economen interessant zijn. Er kan bijvoorbeeld aandacht worden geschonken aan de lange en korte termijn error-correction modellen met als voorbeeld het 'Purchasing Power Parity model'. Andere specifieke econometrische modellen die behandeld kunnen worden, zijn bijv. systemen van vergelijkingen, zoals het SUR model en een simultaan macroeconomisch model. ARCH en GARCH modellen, om rekening te houden met volatiliteiten, zoals die zich bijv. op aandelenmarkten voordoen. Modellen met 'limited dependent variables' met een toepassing in een onderzoek over IT-gedrag van Nederlandse ondernemingen kunnen worden besproken. 'Univariate tijdreeksmodellen' voor het berekenen van voorspellingen zijn eveneens modellen die aan de orde kunnen komen. De onderwerpen kunnen eventueel in overleg met de studenten bepaald worden, afhankelijk van hun belangstelling. Modellen die aan de orde zijn geweest zullen door de studenten empirisch worden geschat en getoetst met echte economische data tijdens het bijbehorende practicum en zelfstudie. Op deze wijze zullen de studenten later in staat zijn om in hun werk deze veel voorkomende modellen te herkennen en toe te passen. literatuur • B. Vogelvang, Econometrics, Theory and Applications with EViews. Harlow: Prentice Hall, Pearson Education, 2005. toetsing opdracht een aantal practicumverslagen, het tentamencijfer is het gewogen gemiddelde van de cijfers van de ingeleverde verslagen. entreevoorwaarden Dit keuzevak kan alleen gekozen worden door studenten die het vak Methoden en Technieken voor AE/FE onderzoek hebben gedaan. opmerkingen Er wordt gewerkt in groepjes van twee studenten. subject code credits contact
Transport and Network Economics 60332110 6 24 hours (24 lecture) The course will be taught in English if foreign students participate. period 4 lecturers prof.dr. E.T. Verhoef; prof.dr. P. Rietveld aim This course offers an introduction to economic theories and methods that are useful for understanding transport and other network performance. The objective of the course is to provide a toolkit for adequately analyzing, from the economic perspective, transport issues and problems such as congestion, environmental effects, safety, private and public operation and coordination, monopoly power, public transport subsidies and quality, and spatial aspects 132
Bedrijfswetenschappen
content
literature examination format
recommended background knowledge
subject code credits contact period lecturers
of transport. Important parallels can often be drawn with the economic functioning of other types of network markets (telecommunication, the Internet, etc.). Where appropriate, these parallels will be emphasized and illustrated. Transport problems require ongoing attention from firms, individuals and governments. Examples are limited parking space in cities, daily traffic jams, unreliability, bottlenecks in freight transport, space constraints for large nodes such as airports and harbours, concentration in aviation, and quality issues in public transport. It is no coincidence that transport problems are often so persistent and multi-faceted. An important economic explanation lies in the wide-spread existence of market failures in transport, including market power and external effects. It is important to understand the economic functioning of transport markets when optimizing locational choices and logistic strategies for firms. It is also important when formulating policy recommendations in the field of transport policy itself, but also for spatial and economic policies. Even the macroeconomic performance of a country like The Netherlands will to a certain extent depend on the functioning of transport markets, witness the worries over national grid-lock, and the importance that is attached to the functioning of 'mainports' like the Rotterdam Harbour and Schiphol Airport. These and related topics will be discussed in this course. More specifically, we address: • the demand for transport (passengers and freight) • transport costs (time and money, economies of scale, congestion, the environment, traffic safety) • transport infrastructure investments • market failures in transport; transport policy • competition in transport markets A thematic lecture will address the contribution of Schiphol Airport, and other transport infrastructure, to the Dutch economy. For this lecture, students will prepare a written assignment that will make up 20% of the final grade. Boyer, K.D., Principles of Transportation Economics, Addison Wesley, 1997. written interim examination 80 % assignment 20 % This course may be of interest both to students in Economics and to students in Business Administration (specialization TDL: Transport, Distribution and Logistics). The course is related to a number of other third year's courses, including Urban Economics, Environmental Economics and Management, and Real Estate Economics. Urban Economics 60322070 6 24 hours (24 lecture) 2 prof.dr. E.T. Verhoef; dr. H.L.F. de Groot
Examenonderdelen
133
aim Most economic activities such as production, consumption and innovation take place in urban areas, despite the relatively high location costs. Why is this the case, and how does this affect the economic behaviour of firms and households? This course in Urban Economics addresses these and related questions, and studies the relation between urban space and economics. How does the factor (urban) space affect the behaviour of firms and households? And reversely, which implications result from such behaviour for the spatial development of cities? Such insights are developed both through studying theoretical backgrounds and by considering practical examples of the issues at hand. content One of the central topics in this course is the location behaviour of firms. How can a firm increase its profits by choosing a more appropriate location? Why are so many firms interested in expensive locations at, for example, the Amsterdam South Axis? Why do for example computer and fashion shops often cluster in space, while bakers are typically dispersed over a city? Will the advent of e-commerce cause firms to leave crowded and expensive cities? For households, comparable questions arise. Why are certain social and ethnic groups often clustered in space, and is this desirable? How do location choices of firms and households interact? The aggregate result of these choices, in terms of the development of land use in modern cities, will also be addressed, taking into account the role of land prices and transport costs. Topics of interest include the economic backgrounds and consequences of suburbanization, the rise of urban 'subcentres', and the rise of so-called 'network cities', as witnessed world-wide (and in The Netherlands alike). We will also look at interdependencies between cities, in terms of their economic dynamics and functional development. Why and how do cities specialize, why does nearly every country have a few big cities and many smaller towns and villages, and are such arrangements economically desirable? Finally, some typically urban problems will be addressed from the economic viewpoint, such as segregation, poverty and criminality. The course comprises 12 lectures of two hours each. Most of these are organized such that, apart from the teacher's explanation of the essential material, students will make small exercises so as to better comprehend the material. In addition, two thematic lectures are included, in which assignments will be discussed. literature • O'Sullivan, A., Urban Economics, 5th edition., Boston: Irwin McGrawHill, 2003. examination format written interim examination 80 % assignment 20 % remarks This course has links with several other courses in the third year, such as Transport Economics, Environmental Economics and Management, and Real Estate Economics. Basic knowledge of microeconomics is a prerequisite. In case there are no foreign students, this course will be taught in Dutch.
134
Bedrijfswetenschappen
Examenonderdelen
135
136
Bedrijfswetenschappen
Index Aanmelding voor tentamens, 22 Aanvangstijden en zalen, 23 Ad valvas, 9, 26, 31 Afdelingen, 18, 19, 40, 51, 55 Alumni, 21, 22 Bachelorexamen, 26 Bachelorscriptie, 47, 48, 52, 53, 72 Becijfering, 23, 24, 25, 42 Beroep, 20, 26, 32, 34, 46, 57, 61, 122 Bibliotheekcommissie, 21 Blackboard, 9, 10, 37, 43, 52, 53, 99, 117, 121 Colloquium doctum, 27, 31 Correctie en inzage, 23 Deficiëntie in wiskunde, 27 Derde jaar, 24, 25, 42, 46, 47, 48, 49, 52, 53, 59, 132 Digitale leeromgeving, 9, 10 Doctoraalexamen oude stijl, 64 Doelstellingen, 39, 40, 43 Ects, 25, 26, 27, 39, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 53, 61, 64, 65, 70 Eerste jaar, 11, 25, 26, 27, 42, 43, 63 Examencommissie, 21, 22, 23, 24, 26, 27, 46, 47, 49, 60 Facultaire studentenraad, 17, 21 Financiële studievereniging amsterdam, 17 Fraude, 23, 24 Geldigheidsduur, 25 Keuzevakken, 21, 39, 46, 47, 49, 51, 52, 53, 61 Kraket, 16, 17 Marketing associatie amsterdam, 17 Onderwijs- en examenregeling, 22, 28 Onderzoeksinstituten, 18 Ongeldigheid tentamenresultaten, 26 Opleidingscommissie, 21 Overgang van opleiding oude stijl naar bacheloropleiding economie, 64 Overgangsregeling bachelorstudenten die vóór 2003 gestart zijn, 70 Overgangsregeling tweedejaarsvakken naar bacheloropleiding econometrie, 70 Post-masteropleiding, 20, 61 Profiel van de afgestudeerde, 40 Studentenbalie, 9, 22, 31, 32, 33 Studieadviseur, 10, 11, 27, 30, 31 Tentamencode, 23 Tentamenrooster, 22, 23 Tinbergen instituut, 19 Toegang tot onderdelen van het tweede en derde bachelorjaar, 26 Tweede jaar, 42, 44, 45, 52 Uitslag, 21, 22, 23, 26, 65 Vervangende vakken voor doctoraal oude stijl econometrie, 68 Vervangende vakken voor doctoraal oude stijl economie, 66 Voorbeeldtraject, 48 Index
137
Voorwaardelijke toelating tot de master, 53, 60, 61 Werkvormen, 24, 41, 42, 46, 95
138
Bedrijfswetenschappen