De EUROPESE Verhalenkoffer - Verhaal Luxemburg groep 5 en 6
1
Kannerkavalkad Morgen is het kindercarnaval of ‘kannerkavalkad’ en nog steeds heeft Guy niet het kostuum dat hij hebben wil. Hij loopt de deur uit om Nicole te zoeken. Hmmm. De geur van gesmolten chocolade en verse roomboter koekjes hangt zwaar in de lucht bij de open deur van de banketbakkerij. Guy is gek op snoep en chocolade en als hij geld heeft, rent hij meteen naar de banketbakker om zoetigheid te kopen. Maar nu niet. Hij heeft Nicole beloofd om het geld op te sparen zodat ze zelf een carnavalskostuum kunnen maken. Hij blijft alleen even stilstaan. Die mopperige mevrouw Mercier jaagt hem natuurlijk meteen weer weg. “Vort Guy. Hoe vaak moet ik je nog zeggen om niet voor de ingang van de winkel rond te hangen? Je verspert de doorgang. Allez!” Soms is Guy blij dat hij geen moeder heeft, stel je voor dat het zo’n kreng zou zijn. Guy woont in het dorp Martelange naast de banketbakkerij van mevrouw Mercier. Zijn vader vindt snoep niet gezond, maar na schooltijd is hij nog niet thuis van zijn werk en dan gaat Guy vaak aan de overkant bij het benzinestation van Nicole klusjes doen. Met dat geld kan hij kopen wat hij wil. Nou ja, het benzinestation is natuurlijk niet van Nicole, haar vader werkt daar. Nicole woont vlakbij, in de straat achter het benzinestation, maar ze kennen elkaar nog maar net. Dat komt doordat Guy in België woont, en Nicole in Luxemburg. Guy zit in België op school en Nicole in Luxemburg. Hoe ze dan toch heel dicht bij elkaar kunnen wonen? Simpel: door hun dorp loopt de grens. Vroeger stond er een slagboom. Nu is die slagboom voorgoed open, maar je merkt toch dat hun dorp een grens dorp is. Aan de benzinestations bijvoorbeeld. Er zijn er dertien. Allemaal van een ander benzinemerk. Ze staan allemaal aan de Luxemburgse kant van de weg, want daar mogen ze de benzine goedkoop verkopen. Ze heb ben er ook goedkope sigaretten en goedkope drank. Dat komt doordat de belastingsregels in Luxemburg anders zijn. Toeristen of zakenmensen die langskomen op weg naar Frankrijk stoppen er bijna allemaal. De Belgen proberen ook geld aan de toeristen te verdienen, dus die verkopen bon bons, frites en vleeswaren, maar toch verdienen de Luxemburgers veel meer. Daardoor zijn de Belgen uit het dorp soms jaloers. Ze gaan niet al teveel om met ‘die lui van de andere kant’. En dan zijn er nog andere verschillen. Aan allebei de kanten spreken de kinderen Frans, maar de Belgische kinderen leren ook nog Nederlands op
De EUROPESE Verhalenkoffer - Verhaal Luxemburg groep 5 en 6
2
school. De Luxemburgse kinderen spreken Luxemburgs én leren Duits. Natuurlijk vinden ze allebei dat hun eigen school beter is. Guy dacht ook altijd dat de Luxemburgse kinderen stom waren. Tot hij vorig jaar Nicole ontmoette, gewoon aan de overkant van de straat. Nicole is wel drie jaar ouder, maar ze was meteen aardig. Ze kwam ook alleen thuis na school, maar zij kon gewoon naar haar ouders lopen, die allebei werken in het benzinestation. Daar is het juist heel erg handig dat ze samen zoveel talen kennen. Guy is erg trots op zijn Nederlands, want dat spreekt Nicole’s vader zelfs bijna niet. In het benzinestation oefent hij zelfs meer dan op school. Engels willen ze ook nog gaan leren. Nicole heeft hem een paar woorden geleerd. En Nicole is al net zo gek op snoep als Guy. Guy en Nicole willen als snoepje verkleed gaan naar het kindercarnaval. Guy’s vader vindt dat onzin en Nicole’s moeder had al een prachtig clownspak voor haar gekocht, dus Nicole krijgt ook niets extra. Daarom hebben ze nu een plannetje bedacht. Met het geld van de klusjes willen ze bij de banketbakkerij snoeppapier en linten kopen om zelf de kostuums te maken. Guy kijkt goed uit voordat hij de drukke straat oversteekt. “Nicole!” roept hij, “Nicole!” Bah, Nicole is natuurlijk nog niet thuis van school. Want zij moet hele maal met de schoolbus komen. De Luxemburgse school staat in het vol gende dorp. Nicole’s moeder komt tevoorschijn achter uit de winkel. “Daar hebben we Beerke!” roept ze. Ze plaagt Guy altijd, omdat hij eruit ziet als een kleine ronde honingbeer. Maar Nicole’s moeder mag dat. Die is aardig. Guy mag helpen om de spullen in de winkel allemaal netjes recht te zetten en doordat hij daar zo mee bezig is, is Nicole er sneller dan hij dacht. “Hé, ga je mee?” vraagt ze meteen. “Moeten jullie je klusje niet afmaken?” vraagt Nicole’s vader, die net tevre den stond te kijken hoe netjes het werd. “Vandaag niet,” zegt Nicole, en samen hollen ze het benzinestation uit. De straat weer over, naar het huis van Guy. Omdat daar niemand thuis is, kunnen ze hun geheime plannen goed voorbereiden. Eerst tellen ze voor de zekerheid hun geld nog eens: achttien euro twintig. Dan schrijven ze op wat ze nodig hebben. Schmink heeft Nicole nog wel van vorig jaar, maar vooral snoeppapier en van dat gekleurde lint, dat
De EUROPESE Verhalenkoffer - Verhaal Luxemburg groep 5 en 6
3
moeten ze zelf kopen. “We kopen van dat glimfolie, weet je wel. Wat mevrouw Mercier ook om de snoepjes heen doet. Dan worden we niet nat en het knispert ook nog eens lekker.” Guy hoopt maar dat zijn vriendin gelijk heeft en dat mevrouw Mercier die spullen echt aan hen wil verkopen. Ze is weliswaar de buurvrouw, maar ze kan erg kribbig doen. Helaas krijgt Guy gelijk. Mevrouw Mercier heeft helemaal geen zin om haar verpakkingspapier te verkopen. Teleurgesteld zitten ze even later weer op het bed van Guy. Wat nu? “Ik weet het,” zegt Nicole ineens. “Als dat nare mens, die heks, ons niets wil verkopen, dan pakken we het gewoon.” Guy schrikt. Pakken? Dat mag toch niet zomaar? Nicole ziet hem kijken. “We betalen wel, maar we leggen het geld gewoon neer. We vragen het niet. Moet ze maar niet zo vervelend doen.” Guy krijgt het warm van het idee. Maar het is ook spannend. Zolang Nicole maar voorop gaat. “We wachten tot vlak voor sluitingstijd. Zodra het druk is lopen we de winkel in, zogenaamd om snoep te kopen. We lopen achter mevrouw Mercier om en we verstoppen ons in de achterkamer. We pakken wat we nodig hebben, leggen het geld neer, en klimmen achter door het raam naar buiten jouw tuin weer in.” Guy moet toegeven dat het idee goed klinkt. Als het tenminste vlak voor sluitingstijd druk is… De geur van chocolade en koek is buiten op straat zo sterk dat Guy het water in de mond loopt. Ze staan al zeker een half uur te wachten op druk te in de winkel, maar er gebeurt niets. Nog tien minuten, dan is het vijf uur en sluit ze de zaak. Nicole kijkt steeds zenuwachtig op haar horloge. Hun plan lijkt te mislukken, maar dan stopt ineens een Nederlandse touring car vlak voor de winkel. Een club oude dames stapt uit en gaat opgewon den giechelend de winkel in. Allemaal! Nicole kijkt Guy grijnzend aan en zegt: “Zie je wel? Ik zei toch dat het een goed plan was?” Het is een geweldig plan. In de winkel staan de Nederlandse dames van alles uit te zoeken om mee naar huis te nemen. Mevrouw Mercier staat achter de toonbank het ene pakje na het andere in te pakken. Rits! Met de schaar maakt ze krullen in de gekleurde linten. De dames kwebbelen honderduit. Mevrouw Mercier doet net alsof ze alleen Frans spreekt, wat natuurlijk flauw is, want ze spreekt best Nederlands. Ze is alleen te trots om fouten te maken.
De EUROPESE Verhalenkoffer - Verhaal Luxemburg groep 5 en 6
4
Guy helpt de Nederlandse dames die vragen hebben en ze vinden hem allemaal schattig. Mevrouw Mercier kijkt hem boos aan, maar ze durft hem ook niet weg te jagen. “Wil jij ook zo’n chocolaatje, jongen? Woon jij hier ook? Dat je zo goed Nederlands spreekt. Knap hoor. Leren jullie dat op school?” De dames willen alles weten. Ineens merkt Guy dat Nicole weg is. O ja, dat is waar ook. Hij moest onzichtbaar wegsluipen. Dat is wel een beetje moeilijk nu, maar gelukkig is mevrouw Mercier zo druk dat het toch lukt. Giechelend zitten ze samen verstopt in een bezemkast. Nu het gelukt is, vindt Guy het alweer een stuk leuker. Het duurt eindeloos voordat de dames weg zijn, maar dan begint mevrouw Mercier gelukkig meteen met afsluiten en ze heeft zo’n haast om weg te komen, dat ze nergens op let. Ze horen hoe ze de deur achter zich dichtslaat en dan is het doodstil. Guy vindt het nog steeds een doodeng plan, maar Nicole verzekert hem dat het heus goed af zal lopen. Ze hebben nog even gewacht in de stilte. Toen hebben ze papier en linten bij elkaar gezocht en het geld op de toonbank gelegd met een briefje. Nu staan ze klaar om door het raam naar buiten te gaan. Maar wat is dat? Het raam zit dicht! Ze proberen het nog eens. Dat is het enige waar ze niet aan hadden gedacht: dat mevrouw Mercier ook sloten op de ramen heeft. Als hij merkt dat hij er niet uit kan, begint Guy te huilen. Nicole kijkt ook niet zo stoer meer. “En nu?” snikt Guy, “hoe komen we er nu uit?” Ze proberen alle andere deuren en ramen, alles is potdicht. Ze zoeken in laatjes en kasten naar sleutels, maar er is geen sleutel te vinden. Het enige dat ze zeker weten is dat hun ouders verschrikkelijk ongerust zullen zijn en mevrouw Mercier woedend, als ze hen morgenochtend vindt. Zo dicht bij al het snoep en toch voelt Guy zich doodongelukkig. Ze vallen ten slotte samen in slaap in een paar schorten en theedoeken, die ze in de werkkast hebben gevonden. Maar erg lekker slaapt het niet. In een donkere winkel, opgesloten. Terwijl je weet dat je de volgende ochtend betrapt wordt. Gelukkig hoefde het zolang niet te duren. Iedereen was zo vreselijk ongerust, dat ze al om half tien werden bevrijd. Papa was er al snel achter gekomen dat mevrouw Mercier de kinderen als laatste gezien had. Toen ze om negen uur ’s avonds nog niet terug waren, heeft hij haar overge haald om in de winkel te kijken. Daar lagen de boosdoeners.
De EUROPESE Verhalenkoffer - Verhaal Luxemburg groep 5 en 6
5
Papa is van de opluchting eerst heel boos, en dan moet hij een traan wegve gen. Nicole’s moeder knuffelt haar helemaal plat. En mevrouw Mercier? Die heeft het briefje op de toonbank gevonden en voelt zich schuldig. Schuldig! Als zij niet zo streng was geweest over dat papier, was er niets gebeurt. Haar gezicht is helemaal wit en ze blijft maar excuses maken. Nicole en Guy krijgen allebei een doos chocola mee voor de schrik en ze belooft hen ál het papier dat ze morgen maar nodig hebben. Guy snapt er niets meer van. “Ach jongen,” zegt zijn vader de volgende dag, “in tijden van nood leer je je buren pas echt kennen. Het is nog niet zo’n kwaaie als jij denkt.” Dat papa mevrouw Mercier erg goed heeft leren kennen die avond blijkt wel op het carnavalsbal. Guy logeert bij Nicole, want papa en mevrouw Mercier gaan samen dansen. “Zeg maar Anna,” zegt ze tegen Guy, als ze papa komt ophalen in haar zilveren carnavalskostuum. En dat is gek: als ze lacht ziet ze er best vrien delijk uit. © 2007 Nancy Wiltink.
Dit verhaal is onderdeel van DE EUROPESE VERHALENKOFFER. © 2010 Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland.