Aardwetenschappen en geoarcheologie Bachelorgids 2005/2006
Inhoudsopgave 1 1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.2 1.2.1 1.2.2 1.3 1.3.1 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6 1.4.7 1.4.8 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.6
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6 2.4 2.4.1
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen Organisatie van de faculteit Doelstelling van de faculteit Bestuur van de faculteit Medezeggenschapsorganen Facultaire diensten Convent van afdelingshoofden Afdelingen Onderwijs Onderwijsinstituut Opleidingen Onderzoek Onderzoeksinstituten en -scholen Voorzieningen Algemene VU informatie en voorzieningen Openingstijden gebouwen Restaurants Receptie W&N-gebouw Bagagekluizen Fietsenstalling Facultaire periodieken Postvakken Studentenorganisaties GeoVUsie Gyrinus natans Underground Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen en de Facultaire Studentenraad Uitwisseling en internationalisering
11 11 11 12 12 13 15 15 16 16 17 17 17 18 18 18 18 18 18 19 19 19 19 19 20 20
School for Earth and Environmental Sciences Inleiding Welke informatie in welke studiegids? Taal Jaarindeling en roosters Jaarindeling en roosters Studielast per blok en per jaar Roosterwijzigingen Studiegebieden en opleidingen Bachelor Aardwetenschappen; richtingen I, II en III Bachelor Aardwetenschappen; specialisatie Geoarcheologie Master Earth Sciences Master Geosciences of Basins and Lithosphere Master Hydrology Master Environment and Resource Management Studievoortgang Studieplanning en studievertraging
23 23 23 24 24 24 24 24 25 25 25 26 27 28 28 29 29
Inhoudsopgave
21 21
5
2.4.2 2.5 2.5.1 2.5.2 2.6 2.6.1 2.7 2.7.1 2.7.2 2.7.3 2.7.4 2.7.5 2.8 2.8.1 2.8.2 2.8.3 2.8.4 2.8.5 2.8.6 2.9 2.9.1 2.10 2.10.1 2.10.2 2.10.3 2.11 2.11.1 2.11.2 2.11.3 2.12 2.12.1 2.12.2 2.12.3 2.12.4 2.12.5 2.12.6 2.12.7 2.12.8 2.13 2.13.1 2.14 2.14.1 2.14.2 2.14.3 2.14.4 2.14.5 2.14.6 2.15 2.15.1
Studievoortgangscontrole en studieadviezen Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Aanmelding voor cursussen, veldwerken, e.a. Aanmelding tentamens Onderwijs- en Examenregeling Onderwijs- en Examenregeling Tentamens, regels en richtlijnen Voorschriften voor deelnemers aan tentamens Deeltentamens Hertentamens Tentamenuitslagen en -administratie Vrijstellingen Praktische regelingen ten aanzien van het bachelorexamen Bachelorexamen Goedkeuring van het vakkenpakket Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Beëindiging van inschrijving Dossierverklaring Inschrijving in een masteropleiding Toelating tot cursussen, veldwerken en masteronderwijs Toelating studieonderdelen (veldwerken, bachelorthesis) en volgorde van afleggen van examenonderdelen Stage- en scriptieregeling Stage- en scriptieregeling Richtlijnen voor de scriptie Externe stage Veldwerken; veiligheid, subsidie en reisverzekering Veiligheid Subsidiering van verplichte veldwerken en excursies Reisverzekering Studentenvoorzieningen Studiesecretariaat en –coördinatie Studiebegeleiding Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Onderwijsruimten Bibliotheek Studieboeken en syllabi Computerfaciliteiten Studentenvoorzieningen Letteren (Archeologie) voor studenten Geoarcheologie Studieinformatievoorziening en -communicatie Informatie- en communicatiemedia Commissies Taken opleidingscommissie Opleidingscommissie bachelor Aardwetenschappen Opleidingscommissie Environment and Resource Management Examencommissie Aardwetenschappen Examencommissie Environment and Resource Management Bibliotheekcommissie Onderzoeksafdelingen Algemeen
29 30 30 31 31 31 31 31 32 32 33 33 33 33 34 34 35 35 35 35 35 36 36 37 37 38 38 38 40 41 41 41 41 42 42 43 43 43 44 44 45 45 45 45 46 46 46 46 46
2.15.2 2.15.3 2.15.4 2.15.5 2.15.6 2.15.7 2.15.8 2.15.9 2.15.10 2.15.11 2.15.12 2.15.13
Hydrologie en Geomilieuwetenschappen Isotopengeochemie Paleoklimatologie en Geomorfologie Petrologie Sedimentologie Tektoniek Geoarcheologie Instituut Voor Milieuvraagstukken Biologie en Samenleving Dierecologie Ecologie en ecofysiologie van planten Systeemecologie
46 48 49 50 52 52 53 54 55 56 56 56
3
Bacheloropleiding Aardwetenschappen Eén bacheloropleiding met 4 richtingen Eén bacheloropleiding met 4 richtingen Programma en vakken Programma en vakken Toelatingsvoorwaarden Vooropleidingseisen en colloquium doctum Doelstelling en eindtermen Doelstelling van de opleiding Eindtermen bacheloropleiding Onderwijs- en Examenregeling Onderwijs- en Examenregeling Studiebegeleiding Studiebegeleiding FALW Studentendecanen en Studentenpsychologen Studie- en Loopbaanperspectief Studie en loopbaan Loopbaanoriëntatie en arbeidsmarkt VU masteropleidingen en toelating tot deze masters
57 57 57 57 57 57 57 58 58 58 60 60 61 61 61 61 61 61 62
Programmabeschrijving van de bacheloropleiding Omvang van de studie Basisopleiding Aardwetenschappen Basisopleiding, eerste jaar Basisopleiding, tweede jaar Richting I, geologie en hydro(geo)logie Richting I, tweede jaar (verplichte vakken) Richting I, derde jaar (verplichte vakken) Richting I, derde jaar (keuzevakken) Richting II, fysische geografie, kwartairgeologie en hydro(geo)logie Richting II, tweede jaar (verplichte vakken) Richting II, derde jaar (verplichte vakken) Richting II, derde jaar (keuzevakken) Richting III, milieuwetenschappen Richting III, tweede jaar (verplichte vakken) Richting III, derde jaar (verplichte vakken)
67 67 67 67 67 68 68 68 68 69 69 69 70 70 70 71
3.1 3.1.1 3.2 3.2.1 3.3 3.3.1 3.4 3.4.1 3.4.2 3.5 3.5.1 3.6 3.6.1 3.6.2 3.7 3.7.1 3.7.2 3.7.3
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.5 4.5.1 4.5.2
Inhoudsopgave
7
4.5.3 4.6 4.6.1 4.6.2 4.6.3 4.6.4 4.7 4.8 4.9
Richting III, derde jaar (keuzevakken) Geoarcheologie Geoarcheologie, eerste jaar Geoarcheologie, tweede jaar Geoarcheologie, derde jaar (verplichte vakken) Geoarcheologie, derde jaar (keuzevakken) Algemene en wijsgerige vorming Interfacultaire keuzevakken Vakken buiten FALW en de Vrije Universiteit
71 72 72 72 73 73 74 74 74
5
Examenonderdelen
75
6 6.1 6.1.1 6.1.2 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3
Bijlagen Docenten Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen Andere faculteiten Literatuur Bacheloropleiding, eerste jaar Bacheloropleiding, tweede jaar Bacheloropleiding, derde jaar
123 123 123 125 125 125 126 127
7
Vakkentabel op vakcode
129
Inhoudsopgave
9
10
Aardwetenschappen en geoarcheologie
1
1.1 1.1.1
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
Organisatie van de faculteit Doelstelling van de faculteit De Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen (FALW) is eind 2001 ontstaan door het samengaan van de faculteit Aardwetenschappen, de faculteit Biologie en het Instituut voor Milieuvraagstukken. De missie van de faculteit der Aard- en Levenswetenschappen bestaat uit het verzorgen van kwalitatief hoogwaardige wetenschappelijke opleidingen op het gebied van de Aardwetenschappen, de Hydrologie, de Geoarcheologie, de Milieuwetenschappen en de Levenswetenschappen en uit het verrichten van kwalitatief hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek op deze terreinen. De opleidingen van de faculteit zijn ondergebracht in twee ‘Schools’. Binnen de ‘School for Earth and Environmental Sciences’ en de ‘School for Life Sciences’ worden studenten opgeleid, die op academisch niveau kunnen functioneren in deze vakgebieden. In de bacheloropleidingen krijgen studenten theoretische en praktische basiskennis en vaardigheden op het gekozen vakgebied. Na afronding van de bacheloropleiding zijn zij - afhankelijk van het gekozen studiepad - in staat een masteropleiding in de Aardwetenschappen, de Hydrologie, de Milieuwetenschappen, de Geoarcheologie of de Levenswetenschappen te volgen. Ook kunnen zij met een bachelordiploma toetreden tot de arbeidsmarkt. Met een afgeronde masteropleiding moeten afgestudeerden in staat zijn tot een zelfstandige beroepsuitoefening of in aanmerking komen voor een vervolgopleiding tot wetenschappelijk onderzoeker, of kunnen functioneren als leraar of communicatiedeskundige op het vakgebied. Afgestudeerden moeten kunnen concurreren op de internationale arbeidsmarkt, voor functies binnen het bedrijfsleven en (semi-) overheid en binnen tweede fase-opleidingen aan (inter)nationale wetenschappelijke instellingen en instituten. De opleidingen richten zich, in het licht van de snelle en voortdurende veranderingen die zich binnen maatschappij en wetenschap voordoen, op het leren studeren en het zich eigen maken van een instelling die gericht is op een leven lang studeren. In het onderwijs wordt aandacht besteed aan de individuele en maatschappelijke ontplooiing van de student, ondermeer door het stimuleren van zelfstandigheid en onafhankelijkheid en het aanleren van communicatief gedrag en samenwerking. Tot de doelstellingen van de opleidingen hoort ook het verkrijgen van inzicht in het belang van de discipline in een brede historische, wijsgerige en maatschappelijke context. De opleidingen stimuleren bewustwording met betrekking tot de morele en ethische dimensies van wetenschappelijk onderzoek en de toepassing daarvan. De doelstellingen van de opleidingen zijn nader gedefinieerd in eindtermen op het gebied van kennis, vaardigheden en inzicht. Deze eindtermen zijn opgenomen in de Onderwijs- en Examenregelingen van de opleidingen. Specifieke doelstellingen op cursusniveau zijn te vinden in de beschrijvingen van de studieonderdelen in het hoofdstuk Examenonderdelen.
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
11
1.1.2
Bestuur van de faculteit De faculteit heeft een bestuur en een aantal medezeggenschapsorganen. Dit is geregeld in het Statuut van de Vrije Universiteit in aansluiting op de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Het faculteitsbestuur is onder meer belast met: • algemene leiding van de faculteit, • bestuur en inrichting van de faculteit voor het onderwijs en de wetenschapsbeoefening, • het vaststellen van de onderwijs- en examenregelingen en de regelmatige beoordeling daarvan, • het vaststellen van de algemene richtlijnen voor de wetenschapsbeoefening, • het vaststellen van het jaarlijkse onderzoekprogramma van de faculteit, • het houden van toezicht op de uitvoering van de onderwijs- en examenregelingen en op het jaarlijks onderzoekprogramma. Samenstelling faculteitsbestuur • Decaan: prof.dr.ir. P. Vellinga • Portefeuillehouder onderzoek: prof.dr. B. Oudega • Portefeuillehouder onderwijs: prof. dr. J.F. Vandenberghe Een adviserende stem in de vergaderingen van het faculteitsbestuur hebben: • dr. J.M.R.M. Neutelings (directeur bedrijfsvoering) • mw. W. Koot (lid ondersteunend personeel) • de heer M. de Kuster (student) • voorzover het onderwijs- of onderzoeksaangelegenheden betreft: het hoofd van de School for Life Sciences, het hoofd van de School for Earth and Environmental Sciences of de directeuren van de facultaire onderzoeksinstituten. Voor meer informatie en de oorspronkelijke regelingen: • WHW, artikelen 9.23 tot en met 9.28; • Statuut VU, artikelen 6.2 tot en met 6.7; • Faculteitsreglement; • MUB: de Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie (wijziging WHW), artikelen 9.11 tot en met 9.49; • URVU (het Universiteitsreglement van de Vrije Universiteit); • RMS (de Regeling Medezeggenschap Studenten); • WOR (de Wet op de Ondernemingsraden).
1.1.3
Medezeggenschapsorganen Facultaire studentenraad De facultaire studentenraad bestaat uit negen gekozen student-leden met een zittingstermijn van één jaar, ingaande op 1 september. De taken en bevoegdheden van de studentenraad zijn vastgelegd in de ‘Regeling Medezeggenschap Studenten’. Deze omvat onder meer: adviseren over beleid met betrekking tot studentenaangelegenheden, dienstverlening aan en faciliteiten voor studenten, en arbozaken.
12
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Voor vragen of opmerkingen is de facultaire studentenraad bereikbaar via
[email protected] en op kamer M-112. Facultaire onderdeelcommissie De facultaire onderdeelcommissie is ingesteld door de ondernemingsraad en bestaat uit negen gekozen personeelsleden. De taken en bevoegdheden van de ondernemingsraad en voor de facultaire onderdeelcommissie zijn vastgelegd in de ‘Wet op de Ondernemingsraden’. Deze omvat onder meer regelingen inzake sociaal beleid en bepaalde arbeidsvoorwaardelijke onderwerpen (arbozaken, werkoverleg en ander personeelsbeleid). De onderdeelcommissie bestaat uit: drs. M. Groen (voorzitter), mw. dr. N. Harms (secretaris), dhr. L. Bouwer, dr. K. Beets, mw. dr. M.H. Donker, dr. J. van Minnen, dr. H. Stel, dr. J. Verkleij, mw. dr. R. van Walraven, dr. K.F. van der Woerd, dhr. F. Wolff. Facultaire Gezamenlijke Vergadering De facultaire Gezamenlijke Vergadering bestaat uit alle leden van de facultaire onderdeelcommissie en facultaire studentenraad. De taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in het Statuut VU en omvatten onder meer: instemmingsrecht op het faculteitsreglement, op onderdelen van de onderwijs- en examenregeling en op systemen van kwaliteitszorg en adviesrecht op de begroting/jaarrekening. 1.1.4
Facultaire diensten Bureau van de faculteit Het bureau van de faculteit biedt ondersteuning aan het bestuur van de faculteit bij de uitvoering van haar taken. De directeur bedrijfsvoering heeft de leiding over dit bureau. Directeur bedrijfsvoering: Dr. J.M.R.M. Neutelings Secretariaat en bestuursondersteuning tel. (020) 598 7001, kamer F-148. Onderwijsbureau Hoofd: mw. dr. A.M. Wagner, tel. (020) 598 7167, kamer E-119 Personeel en Organisatie Hoofd: mr. C.L.M. van Veenendaal, tel. (020) 598 7244, kamer A-054 Financiële Zaken Hoofd: J. Roos, tel. (020) 598 7234, kamer A-043 Voorlichting en Werving Hoofd: dr. B. Andeweg, tel (020) 598 7339, kamer C-154. Onderwijsbureau De medewerkers van het onderwijsbureau houden zich bezig met de logistieke onderwijszaken zoals: coördinatie en organisatie van het onderwijs binnen de opleidingen, roostering, de onderwijsadministratie, ondersteuning van onderwijs- en examencommissies, studiebegeleiding en –voorlichting, en de kwaliteitsbewaking. Binnen het Onderwijsbureau werken de volgende personen: • Hoofd Onderwijsbureau: mw. dr. A.M. Wagner, tel. (020) 598 7167, kamer E-119;
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
13
•
•
•
•
Studieadviseurs (opleidingen Levenswetenschappen); mw. drs. G.J.M. Dirksen-de Tombe, tel. (020) 598 6987, en drs. H. Eenhoorn, tel. (020) 598 7012, kamer C148 (via infotheek). Onderwijscoördinatoren: mw.dr. P.A.C.M. de Boer, kamer C-124, tel. (020) 598 7011, en mw. drs. A.L. Tasseron, kamer C-124, tel. (020) 598 7257 (opleidingen Levenswetenschappen); dr.ir. M. Bergwerff, kamer C-124, tel. (020) 598 7401; (opleidingen Aardwetenschappen) Studiesecretaresses: mw. A. Kist en mw. A.E. Jansen (opleidingen Levenswetenschappen), tel. (020) 598 7010, kamer C-118b; mw. A. Percival (opleidingen Aardwetenschappen), tel. (020) 598 7350, kamer C-118a; Coördinator ICT en Onderwijs: mw. drs. E.J.M. van de Grint, tel. (020) 598 6987, kamer F-114, ICT-applicatie-ondersteuning, mw. K. van der Wilt, tel. (020) 598 6937, kamer F-114.
Bureau Voorlichting en Werving • Hoofd bureau Voorlichting en Werving: dr. B. Andeweg (tevens voorlichting opleidingen Aardwetenschappen), tel. (020) 598 7339, kamer C-154; mw. drs. C.I.E.A. van 't Klooster (voorlichting opleidingen Levenswetenschappen), tel. (020) 598 7190, kamer C-154: mw. A. Blanksma (voorlichting Gezondheids- en Levenswetenschappen, (Windesheim) en coördinator scholennetwerk), tel. (020) 598 5579, kamer F-122. • Coördinator Internationalisering: mw. drs. E. Salomé, tel. (020) 598 7301, kamer F-122; • Hoofdredacteur facultaire website: P. Strik, tel. (020) 598 9944, kamer C-154. Technische en ondersteunende dienstverlening De laboratoria zijn ondergebracht binnen het Instituut voor Aardwetenschappen, en vallen onder de leiding van het hoofd Centrale Laboratoria, dr. A.C. Lankreijer tel (020) 598 7264, kamer F-346. Het Fysisch Laboratorium • Lab. Sedimentanalyse, hoofd: ing. M. Konert, tel. (020) 598 7378, kamer M-420; • Veldwerkmagazijn, hoofd: drs. M.M.A. Groen, tel (020) 5987266, kamer D-004; • Gesteentebewerking, hoofd: mw. W. Koot, tel. (020) 598 7344, kamer F-421. Het Chemisch Laboratorium, hoofd: W.J. Lustenhouwer, tel (020) 589 7346, kamer F-327; • Lab. Geochemische analyse, • Lab. Microanalyse, • Massaspectrometrie. Hiernaast wordt gewerkt aan het opbouwen van een Laboratorium voor Geomodellering, voorzitter van de gebruikerscommissie Dr. W.W.W. Beekman, tel (020) 598 9801, kamer C-220. In dit laboratorium worden in ieder geval de volgende faciliteiten verenigd: • Teclab, coordinator: dr. D. Sokoutis, tel (020) 598 9801; kamer C-220 • Numlab coordinator: dr. W.W.W. Beekman, tel (020) 598 9801; kamer C-220 In de Instumentele Dienst zijn de niet aan de (wetenschappelijke) afdelingen verbonden technische en administratieve medewerkers opgenomen. Zij ressorteren onder de directeur bedrijfsvoering van de faculteit. • Computerafdeling, hoofd: ing. R. Mars, tel. (020) 598 9976, kamer F-238;
14
Aardwetenschappen en geoarcheologie
•
Instrumentele Dienst, hoofd: M.L.J. van Vilsteren, tel. (020) 598 7019, kamer C046b.
1.1.5
Convent van afdelingshoofden Het Convent van Afdelingshoofden is een adviesorgaan voor het faculteitsbestuur. Het bestaat uit de hoofden van de wetenschappelijke afdelingen.
1.1.6
Afdelingen Het onderwijs van de opleidingen wordt verzorgd door verschillende afdelingen binnen de Faculteit Aard- en Levenswetenschappen. Een afdeling verzorgt het onderwijs en het onderzoek in een bepaald vakgebied. Zij bestaat uit wetenschappelijk personeel, ondersteunend en beheerspersoneel, die bijdragen aan het onderwijs- en/of onderzoekprogramma van de afdeling. Een afdeling wordt geleid door het afdelingshoofd; dit is vrijwel altijd een hoogleraar. Het wetenschappelijk personeel van een afdeling heeft een taak als onderzoeker en als docent. Een aantal van deze docenten overlegt in de curriculum- en opleidingscommissies met de studenten over het onderwijs. Daarnaast zit een aantal docenten in de examencommissie. De faculteit der Aard- en Levenswetenschappen heeft de volgende afdelingen: Biologie en Samenleving Hoofd: mw. prof.dr. J.F.G. Bunders, tel. (020) 598 7030, kamer A-068 Chemie en Biologie Hoofd: prof.dr. A. Brouwer, tel. (020) 598 9535, kamer C-529 Dieroecologie Hoofd: prof.dr. N.M. van Straalen, tel. (020) 598 7070, kamer B-027 Ecologie en Ecofysiologie van Planten Hoofd: dr. J.A.C. Verkleij, tel. (020) 598 7054, kamer A-217 Economie en Technologie Hoofd: dr. M.W. Hofkes (a.i.), tel. 020-598 9563, kamer C-530 Experimentele Neurofysiologie Hoofd: prof. dr. A.B. Brussaard, tel (020) 598 7098, kamer B-338 Functionele Genoomanalyse Hoofd: prof.dr. M. Verhage, tel. (020) 598 6936, kamer A-435 Genetica Waarnemend hoofd: Dr. A.R. Stuitje, tel (020) 598 7138, kamer M-554 Geoarcheologie Hoofd: prof.dr. H. Kars, tel. (020) 598 6438, kamer O-439 Hydrologie en Geo-Milieuwetenschappen Hoofd: prof.dr. A.J. Dolman, tel. (020) 598 7358, kamer F-464 Isotopengeochemie Hoofd: prof.dr. P.A.M. Andriessen, tel. (020) 598 7340, kamer H-325 Milieubeleidsanalyse Hoofd: prof.dr. F. Biermann, tel. (020) 598 9959, kamer C-522 Moleculaire Celfysiologie Hoofd: prof.dr. H.V. Westerhoff, tel. (020) 598 7230, kamer M-236 Moleculaire en Cellulaire Neurobiologie Hoofd: prof.dr. A.B. Smit, tel (020) 598 7121, kamer C-340 Moleculaire Microbiologie Hoofd: prof.dr. B. Oudega, tel. (020) 598 7177, kamer M-548
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
15
Paleoklimatologie en Geomorfologie Hoofd: prof.dr. J.F. Vandenberghe, tel. (020) 598 7368, kamer F-414 Petrologie Hoofd: prof.dr. G.R. Davies, tel (020 598 7329, kamer F-030 Ruimtelijke Analyse en Beleid Hoofd: dr. R. Janssen (a.i.), tel. (020) 598 9512, kamer A-570 Sedimentologie Hoofd: dr. A.R. Fortuin (a.i.), tel. (020) 598 7351, kamer E-237 Structuurbiologie Hoofd: prof.dr. H. Lill, tel. (020) 598 7146, kamer M-538 Systeemecologie Hoofd: prof.dr. M.A.P.A. Aerts, tel. (020) 598 7211, kamer A-154 Tektoniek Hoofd: prof.dr. S.A.P.L. Cloetingh, tel. (020) 598 7341, kamer E-160 Theoretische Biologie Hoofd: prof.dr. S.A.L.M. Kooijman, tel. (020) 598 7130, kamer B-121 Voeding en Gezondheid Hoofd: prof. dr.ir. J.C. Seidell, tel. (020) 598 6995, kamer O-552 Wetenschapscommunicatie Hoofd; prof. dr. J.T.J.M. Willems, tel. (020) 598 7034, kamer B-029. Uitgebreide beschrijvingen van onderzoek en onderwijs van de afzonderlijke afdelingen, dan wel verwijzingen naar de afdelingswebsites zijn terug te vinden in het volgende hoofdstuk, voor zover relevant voor de opleiding(en) in deze studiegids.
1.2 1.2.1
Onderwijs Onderwijsinstituut Ter bevordering van de onderwijsverzorging kent de faculteit een onderwijsinstituut. Het instituut bevat 2 scholen, die elk onder leiding staan van een hoofd. • School for Life Sciences, hoofd: dr. K.S. Kits, kamer B-130, tel. (020) 598 7096; • School for Earth and Environmental Sciences, hoofd: dr. C. Biermann, kamer E152, tel. (020) 598 7260. Het onderwijsinstituut staat onder leiding van de onderwijsdirectie. De onderwijsdirectie adviseert het faculteitsbestuur omtrent het te voeren onderwijsbeleid, de onderwijsorganisatie en de benodigde onderwijsvoorzieningen, en houdt toezicht op de uitvoering van de onderwijs- en examenregelingen en de evaluatie hiervan. Daarnaast is directie belast met toezicht op de verdeling van onderwijstaken, het bevorderen van de onderwijskwaliteit en de onderwijsvoorlichting. De directie bestaat uit de volgende leden. Eén van de beide hoofden van de scholen fungeert als onderwijsdirecteur van de faculteit. • dr. K.S. Kits (onderwijsdirecteur) • dr. C. Biermann • dr. M.A. van Drunen
16
Aardwetenschappen en geoarcheologie
1.2.2
Opleidingen De faculteit verzorgt onderwijs en doet onderzoek in zeer uiteenlopende studie- en wetenschapsgebieden. In het academisch jaar 2005-2006 zullen de volgende opleidingen door FALW worden aangeboden: Bacheloropleidingen • Aardwetenschappen (inclusief Geoarcheologie) • Algemene Gezondheidswetenschappen • Biologie • Bio-medische wetenschappen • Gezondheids- en Levenswetenschappen (te Windesheim, Zwolle) Masteropleidingen • Beleid, management en ondernemerschap voor natuur- en levenswetenschappen • Biologie • Bio-medische wetenschappen • Biomolecular Sciences • Earth Sciences (inclusief Geoarchaeology) • Ecology • Environment and Resource Management • Geosciences of Basins and Lithosphere • Gezondheidswetenschappen • Hydrology • Neurosciences Binnen de masteropleidingen Biologie, Bio-medische wetenschappen en Earth Sciences kan bovendien gekozen worden voor een specialisatie in de wetenschapscommunicatie, de lerarenopleiding Biologie of Aardrijkskunde, of Beleid, management en ondernemerschap voor levenswetenschappers.
1.3 1.3.1
Onderzoek Onderzoeksinstituten en -scholen De faculteit participeert in een groot aantal en frequent wisselend aantal interfacultaire, interuniversitaire en zelfs internationale onderzoeksverbanden. Sommige daarvan hebben een tijdelijk karakter en andere zijn structureel van aard. De belangrijkste zijn: Onderzoekscholen: SENSE: Socio-Economic and Natural Sciences of the Environment NSG: Netherlands research school in Sedimentary Geology ARCHON: Archeologie Onderzoekschool Nederland ONWA: Onderzoekschool Neurowetenschappen Amsterdam BCA: Onderzoekschool Biocentrum Amsterdam ICG: Interuniversitair Centrum voor Geo-oecologisch onderzoek Daarnaast participeert de FALW in een aantal interfacultaire onderzoeksinstituten waaronder: -ION - Interfacultair onderzoekinstituut voor Neurowetenschappen Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
17
-IMBW- Interfacultair Onderzoekinstituut voor Moleculaire Wetenschappen Op dit moment wordt een aantal nieuwe initiatieven ontplooid, die we geen interfacultaire instituten meer noemen maar die wel een vergelijkbare plaats in de organisatie innemen. Hieronder een paar voorbeelden: 1. Centrum voor Neurogenomics and Cognitive Research (CNCR) 2. Centrum voor Research van Complexe Systemen (CRCS, Biocomplexiteit) 3. Centrum voor Bio-informatica (IBIVU) 4. Centre for Drug Discovery (CDD) 5. Climate Centre VUA (CCVUA) en het daarmee gerelateerde Centrum voor Aardobservatie 6. Centrum voor Geo-biologie en Ecogenomics 7. Centrum voor Innovatie en Maatschappelijk Ondernemen (CIMO) 8. Centrum voor Archeologie (FALW+Letteren) 9. Spinlab (Centrum van FALW en FEW) 10. Centrum voor Wetenschapscommunicatie (FALW, Letteren en FEW)
1.4
18
Voorzieningen
1.4.1
Algemene VU informatie en voorzieningen Algemene informatie over de Vrije Universiteit en haar voorzieningen voor studenten is niet langer in de studiegids opgenomen. Al deze informatie is niettemin terug te vinden op de website van de universiteit; http://www.vu.nl
1.4.2
Openingstijden gebouwen FALW is gehuisvest in het gebouw Wiskunde en Natuurwetenschappen. De openingstijden van het W&N-gebouw zijn: maandag t/m vrijdag van 7.00 tot 22.30 uur; zaterdag gesloten. Onderwijs in de Levenswetenschappen wordt deels ook gegeven in het gebouw Medische Faculteit, openingstijden: maandag t/m vrijdag van 6.00 tot 22.00 uur, zaterdag op aanvraag open. Op zon- en feestdagen en tussen kerst en nieuwjaar zijn alle gebouwen gesloten.
1.4.3
Restaurants Op de begane grond van het W&N-gebouw en het gebouw van de Medische Faculteit staan restaurants ter beschikking. Studenten kunnen hier terecht voor een uitgebreide keuze aan lunchartikelen. Openingstijden W&N van 8.30 tot 16.00 uur; openingstijden Medische Faculteit van 9.30 tot 15.30 uur.
1.4.4
Receptie W&N-gebouw Onder verantwoording van de Gebouwendienst van de VU, afdeling Civiele Zaken W&N, wordt bij de ingang 1085 een ontvangst- en informatiebalie verzorgd. Gebouw gebonden klachten en calamiteiten kunnen worden gemeld bij de receptie en tevens kun je hier terecht voor de aanschaf van telefoon- en kopieerkaarten. Openingstijden: maandag t/m vrijdag 07.00 - 22.00 uur, tel. (020) 598 5874.
1.4.5
Bagagekluizen Op diverse plaatsen in het W&N gebouw zijn bagagekluizen geplaatst. De Aardwetenschappen en geoarcheologie
gebruiksmogelijkheden worden ter plekke aangegeven. Meestal wordt een borg gevraagd. 1.4.6
Fietsenstalling De fietsenstalling bevindt zich onder de D-vleugel in de kelder. Er is ook een afgesloten ruimte, een sleutel is verkrijgbaar bij de receptie.
1.4.7
Facultaire periodieken De Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen kent de volgende periodieken: Faculteitsnieuws is het mededelingenblad van de faculteit dat elke twee weken verschijnt en zich richt op medewerkers en betrokken studenten. Het blad is online te raadplegen via http://www.falw.vu.nl/faculteitsnieuws. Geoscoop, het aardwetenschappelijke kwartaalmagazine met informatie over onderzoek en onderwijs, over de technische afdelingen en de laboratoria, over het wel en wee van de faculteit en met berichten uit de faculteitsraad. Nog Steeds is het tweewekelijkse mededelingenblad van de studievereniging GeoVUsie voor alle aardwetenschappelijke studenten en medewerkers van de faculteit. Nog Steeds verschijnt op woensdag in de oneven weken. Het blad is online te vinden via http://www.geovusie.nl/nogsteeds/
1.4.8
1.5 1.5.1
Postvakken Bij de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen hebben alle hoogleraren, de wetenschappelijke afdelingen, de technische en administratieve afdelingen, studentenverenigingen en studenten een postvak in de postnis (naast F-140). Postvakjes voor individuele docenten zijn te vinden in de betreffende gang van de afdeling.
Studentenorganisaties GeoVUsie GeoVUsie, de studievereniging voor alle studenten Aardwetenschappen en Geoarcheologie telt zo'n 250 leden. De contributie voor leden bedraagt EUR 30 voor de gehele studietijd. Iedereen kan donateur worden. De activiteiten van GeoVUsie concentreren zich rond een aantal commissies: • Geoflex b.v. b.v., organisator van aardwetenschappelijke excursies: elk jaar een meerdaagse excursie naar het buitenland en één of meerdere binnenlandexcursies. Ook organiseert Geoflex wekelijks een aarwetenschappelijke lezing door een staflid of iemand van buiten de universiteit, of een film; • Feestcommissie, verantwoordelijk voor de organisatie van feesten en de wekelijkse borrel voor studenten en medewerkers op donderdag in de studentenkamer A-001 (de donderdorst); • SI-commissie, die ieder jaar opnieuw de Sociale Introductie van de eerstejaars op zich neemt, zowel tijdens de IDEE-week in augustus als tijdens het altijd gezellige introductieweekend in het laatste weekend van september. Een tweede taak is het helpen op open dagen; • Sportcommissie, organiseert sportieve evenementen van allerlei aard, zoals het zeilweekend en het van Alebeek toernooi;
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
19
• •
• •
• •
Geocult, zorgt voor de culturele activiteiten binnen de studievereniging, zoals de jaarlijkse filmnacht en vele andere rare dingen; VIP-commissie (Vinger-in-de-Papcommissie), deze bestaat uit oude GeoVUsierotten die altijd bereid zijn om (soms ongevraagde) adviezen te geven en waar nodig een helpende hand toe te steken. GAT-cie (Geluid, Apparatuur en Techniekcommissie), levert de technische ondersteuning bij vele GeoVUsie activiteiten. GeoVizier, produceert ieder jaar een gids met onmisbare tips en handige informatie voor het eerstejaars Spanje-veldwerk. Daarnaast zorgt de GeoVizier voor het tentamen archief en een alternatieve studiegids met informatie over vakken, docenten, studenten en de faculteit; GeoWeb-cie, onderhoudt de website; Jaarboekcommissie, produceert ieder jaar (in samenwerking met alle stukjesschrijvende-mensen) een prachtig jaarboek met een overzicht van alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in het afgelopen verenigingsjaar.
Als de gelegenheid zich voordoet, organiseert GeoVUsie symposia en congressen. GeoVUsie koopt voor alle leden de benodigde studieboeken, alsmede geologenhamers, kompassen, loepen etc. die je als lid met korting kunt kopen. Voor meer informatie, kijk op www.geovusie.nl GeoVUsie is bereikbaar via
[email protected] en is te vinden in kamer M-138.
20
1.5.2
Gyrinus natans Gyrinus natans, de studievereniging van de opleidingen Levenswetenschappen, is in 1953 opgericht om elkaar te helpen studeren, studenten voor te bereiden op de arbeidsmarkt waarin zij na hun afstuderen terecht zullen komen en natuurlijk niet te vergeten voor de gezelligheid tijdens en na de studieperiode. Gyrinus natans is een vereniging die bestaat uit studenten en medewerkers. De vereniging kent 11 commissies. Het Alcoholaat verzorgt samen met de Stellingcie twee keer per week, op woensdag (met maaltijd) en vrijdag, een borrel in ons eigen café 'De Tegenstelling' en borrels voor afgestudeerden en gepromoveerden. Bovendien wordt er regelmatig een thema borrel gehouden in de Stelling. De Feestcie organiseert meerdere feesten binnen en buiten de VU, soms in samenwerking met andere verenigingen. Ook zijn er meerdere kampen per jaar, verzorgd door de Kampcie. Verder zijn er jaarlijks terugkerende activiteiten zoals de Filmnacht, Mosselmaaltijd en de boekverkopen waarmee leden tegen korting studieboeken kunnen aanschaffen. Verder is er nog de Excurcie die leuke uitjes organiseert. Gyrinus biedt door het gevarieerde aanbod van activiteiten aan iedereen de ruimte en zorgt er zo voor dat een bonte verzameling van mensen samenwerkt en één en hetzelfde doel nastreeft: gezelligheid. Meer hierover is te lezen op de webpagina: http://www.gyrinus.nl/. Het lidmaatschap dat korting geeft op Gyrinusactiviteiten, bedraagt slechts EUR 5,-. Voor inlichtingen, e-mail (
[email protected]) of kom langs in de Gyrinuskamer, C-153.
1.5.3
Underground UNDERGROUND is de studievereniging van de opleiding Archeologie. Voor studenten van de opleiding regelt Underground de boekverkoop. Daarnaast worden er
Aardwetenschappen en geoarcheologie
regelmatig borrels, feesten en excursies georganiseerd. Nadere informatie is te vinden op de website van de vereniging http://www.studieverenigingunderground.tk./ Email:
[email protected] 1.5.4
Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen en de Facultaire Studentenraad Het Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen, kortweg SOAL, bestaat uit studenten aardwetenschappen, biologie, biomedische wetenschappen en gezondheidswetenschappen. De studenten uit de verschillende opleidingen zetten zich samen in voor verbetering van het onderwijs en de gang van zaken in de diverse studierichtingen aan de faculteit. Middels commissies als Opleidingscommissies en de Computergebruikersgroep zetten ze zich in voor verbetering van onderwijs en alles wat hierbij komt kijken. Ze beslissen mee over nieuwe onderwijsprogramma's en evalueren de diverse vakken. Het SOAL heeft een postvakje in de nis op de F1-gang (studentenraad). E-mailen kan naar
[email protected]. Het SOAL wordt voorgezeten door de Facultaire Studenraad Aard- en Levenswetenschappen, kortweg FSR. Ook de FSR is er voor en door studenten en is een belangrijk inspraakorgaan van onze faculteit. Zij hebben direct contact met instanties als het faculteitsbestuur en de examencommissies. Juist de studenten weten als geen ander wat er speelt en wat er verbeterd kan worden binnen het onderwijs. De FSR heeft als doel het behartigen van de belangen van de student en daar kun jij bij helpen! Laat je horen als je problemen signaleert, oplossingen bedenkt of informatie wilt ontvangen over de nieuwsbrief, zitting nemen in de FSR of andere onderwijsgerelateerde zaken. Je kunt de FSR vinden in M-112 of op internet op www.falw.vu.nl > studenten > studentenorganisaties > FSR. E-mailen kan ook naar
[email protected]
1.6
Uitwisseling en internationalisering Studeren in het buitenland is aantrekkelijk. Om te beginnen zal het je curriculum vitae sieren en de kansen op de arbeidsmarkt ongetwijfeld vergroten. De kennismaking met een ander land en met een andere cultuur, een ander studentenleven en een ander onderwijssysteem zal je een andere invalshoek aanreiken op de Nederlandse gewoonten. Voor veel studenten betekent een buitenlands verblijf ook een persoonlijke groei: je moet op eigen kracht varen in een vreemd land en alles wat je wilt maar geregeld zien te krijgen. Wanneer je hebt besloten een gedeelte van je studie aan een buitenlandse onderwijsinstelling of organisatie door te brengen, kun je gebruik maken van de bestaande uitwisselingprogramma’s, zoals het SocratesErasmus of Leonardo da Vinci programma voor verblijf binnen Europa, GLOBE voor buiten Europa, of het ISEP programma voor de V.S. De ervaring leert dat je minimaal een jaar van tevoren met de voorbereidingen voor een buitenlands studieverblijf moet starten. Informatie over beurzen, programma’s en andere zaken waarop je moet letten, zoals goedkeuring van de examencommissie voor de onderdelen die je in het buitenland gaat volgen, wordt gegeven door de contactpersoon internationalisering van de faculteit, mw. drs. E. Salomé-Munnik. Zij is bereikbaar per e-mail:
[email protected] voor informatie of voor het maken van een afspraak. Je kunt dan ook een overzicht krijgen van alle universiteiten waarmee FALW uitwisselingsovereenkomsten heeft en hoeveel studentenplaatsen er voor VU studenten beschikbaar zijn. Daarnaast wordt informatie verstrekt door Bureau Internationalisering aan de grote balie in het hoofdgebouw van de VU. De openingstijden zijn van 10.00 tot 17.00 uur. Bureau Internationalisering heeft ook een
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
21
website (www.internationaloffice.vu.nl) met recente informatie over programma’s, culturele verdragen en de brochure “Studeren in het Buitenland” online.
22
Aardwetenschappen en geoarcheologie
2
2.1 2.1.1
School for Earth and Environmental Sciences
Inleiding Welke informatie in welke studiegids? Deze studiegids Aardwetenschappen/Geoarcheologie bevat informatie over de driejarige bacheloropleiding Aardwetenschappen. Aardwetenschappen is een verzamelnaam voor alle studies die betrekking hebben op de aarde. Deze studies omvatten zowel het inwendige van de aarde met zijn voorraden aan ertsen en fossiele brandstoffen, aardbevingen en vulkanisme, alsook het oppervlak van de vaste aarde met zijn bodem, water en lucht, zanden en grinden. In grote lijnen zijn de aardwetenschappen onder te verdelen in geologie en fysische geografie, waarmee ruwweg het verschil wordt aangegeven tussen ‘in de aarde’ en ‘op de aarde’. Opleiding in deze beide richtingen is binnen de faculteit bijeengebracht samen met richtingen Milieuwetenschappen en Geoarcheologie. De bacheloropleiding Aardwetenschappen kent vier varianten: • Geologie (richting I) • Kwartairgeologie en geomorfologie (richting II) • Milieu-natuurwetenschappen (richting III) • Geoarcheologie Studenten in Richting I, II en III beginnen met een gemeenschappelijk basisprogramma van 16 maanden. Daarna specialiseren zij zich in één van de drie richtingen. Studenten in de Geoarcheologie volgen vanaf het eerste jaar een programma dat enigszins afwijkt en dat zich deels bij de afdeling Archeologie van de faculteit Letteren afspeelt. Om deze laatstgenoemde reden zal voor de Geoarcheologiestudenten soms afzonderlijk informatie worden geboden in deze gids. Overige informatie en regelgeving is voor alle studenten van toepassing. Informatie over de masteropleidingen die aansluiten op de bacheloropleiding Aardwetenschappen is terug te vinden in de Master guide Earth Sciences, Environmental Sciences, and Geoarchaeology. Hierin opgenomen zijn de opleidingen: • Earth Sciences (inclusief Geoarchaeology) • Geosciences of Basins and Lithosphere • Hydrology • Environment and Resource Management Studenten die zich in de overgangsfase van de bachelor- naar de masteropleiding bevinden, wordt aangeraden zowel deze bachelorgids alsook de Master guide te raadplegen. De informatie in de beide gidsen kan ook via de facultaire website worden geraadpleegd. Opleidingen bestaan uit studieonderdelen. De studielast van elk studieonderdeel wordt in gehele studiepunten volgens het European Credit Transfer System vastgelegd. De studielast van de bacheloropleiding Aardwetenschappen bedraagt 180 stp. De studielast van de aansluitende masteropleidingen in de aardwetenschappen bedraagt 120 stp.; die van de master Environment and Resource Management, 60 stp. De omvang van de studieonderdelen, de samenstelling van de examenprogramma’s
School for Earth and Environmental Sciences
23
en veel andere zaken die betrekking hebben op de opleidingen zijn vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling (OER, zie ook http://www.falw.vu.nl > studenten > reglementen). 2.1.2
2.2
24
Taal Met de invoering van de bachelor-masterstructuur is bepaald dat het bacheloronderwijs in het Nederlands wordt verzorgd. De masteropleidingen worden in het Engels gegeven. In enkele gevallen kan het voorkomen dat een (deel van een) bachelorcursus in het Engels wordt gegeven.
Jaarindeling en roosters
2.2.1
Jaarindeling en roosters Het bachelorprogramma binnen de School for Earth and Environmental Sciences is opgezet volgens de academische kalender van de VU. De kalender is onderverdeeld in zes periodes. Voor 2005-2006 geldt: Periode 1, week 36 t/m 43, september en oktober 2005; Periode 2, week 44 t/m 51, november en december 2005; Periode 3, week 2 t/m 5, januari 2006; Periode 4, week 6 t/m 13, februari en maart 2006; Periode 5, week 14 t/m 22, april en mei 2006; Periode 6, week 23 t/m 26, juni 2006. In enkele gevallen loopt het onderwijs door naar een volgende periode, terwijl in het late voorjaar en vroege zomer door excursies en veldwerken van de uniforme kalender wordt afgeweken. De laatste week van een periode is gewoonlijk een tentamenweek. De gedetailleerde uitgewerkte roosters voor alle studieonderdelen zijn terug te vinden op het roosterbord in de F-1 gang en zijn te raadplegen via internet http:/www.falw.vu.nl > studenten > bacheloropleidingen > Aardwetenschappen en Geoarcheologie > roosters. De roosters zijn ook te af te halen uit de informatiekast in de infotheek (C-148). De gedetailleerde roosters voor het eerste semester (september t/m januari) worden doorgaans in de zomer (juli) vastgesteld en bekend gemaakt. Voor het onderwijs in het tweede semester (februari t/m juli/augustus) zijn de roosters medio november klaar. Een jaarlijks uitgegeven roosterschema waarin gehele studiejaren in schema worden weergegeven is eveneens te downloaden van het net.
2.2.2
Studielast per blok en per jaar Binnen iedere periode van acht weken wordt onderwijs gegeven met een gemiddelde studielast van 12 stp. Een studiejaar bestaat uit 60 studiepunten, wat overeenkomt met 1680 studiebelastingsuren per jaar. Een studiepunt komt dus overeen met 28 uur studietijd. Een week voltijds studie bedraagt ongeveer 1,4 stp.
2.2.3
Roosterwijzigingen Door omstandigheden is het onvermijdelijk dat er, nadat een rooster in alle details is vastgelegd en bekend gemaakt, soms roosterwijzigingen worden doorgevoerd. Belangrijke roosterwijzigingen worden doorgaans ruim van te voren aangekondigd. Als dit al voor het starten van de cursus bekend is, zullen de studenten die zijn Aardwetenschappen en geoarcheologie
aangemeld via TIS hiervan veelal via e-mail op de hoogte worden gesteld. Ook via de facultaire website worden via de Onderwijsmededelingen onder het thema Studenten, belangrijke mededelingen gepubliceerd. Bij kleine wijzigingen volstaat soms een mededeling op het eerste college, of op Blackboard.
2.3
Studiegebieden en opleidingen
2.3.1
Bachelor Aardwetenschappen; richtingen I, II en III Binnen de bachelor Aardwetenschappen is de Aarde het studieobject. Tijdens de opleiding leer je hoe de Aarde als dynamisch systeem functioneert. Je leert gesteenten herkennen en krijgt colleges Global change, die onder meer gaan over de interactie van het aardoppervlak en de atmosfeer. Processen van sedimentatie komen aan de orde en je leert veel over de opeenvolging van gesteentelagen en hun ouderdom en vormingswijze in het studieonderdeel Stratigrafie en sedimentologie. Binnen de colleges Tektoniek worden processen van gebergtevorming en de vorming van sedimentatiebekkens behandeld. In de colleges Paleontologie komt het leven in al zijn vormen in de geologische geschiedenis aan de orde. Ook leer je werken met kaarten en verticale profielen door de aardkorst. Tijdens het eerste jaar wordt die kennis ook in praktijk gebracht tijdens een drietal veldwerken. In het najaar ga je naar de Ardennen, waar je basale veldtechnieken leert en onderzoek doet naar de relatie tussen de geologische opbouw en structuur van de aardkorst en de vormgeving van het landschap (geomorfologie). In het voorjaar houd je je bezig met heel jonge sedimenten tijdens een twee weken durend veldwerk in West Brabant. In de zomer ten slotte, wordt tijdens een drie weken durende geologische en geomorfologische kartering alle kennis die je in het eerste jaar hebt opgedaan toegepast in een veldwerk van 3 weken in Zuid-Spanje. Aardwetenschappen is een bètastudie die haar basis heeft in de exacte vakken. In het eerste jaar, en ook later tijdens de studie, wordt dan ook ruim aandacht besteed aan wiskunde, scheikunde, natuurkunde, informatica en ecologie. Het vakgebied van de aardwetenschappen is sterk toepassingsgericht. Naast wetenschappelijke vragen over vulkanisme, landschapsontwikkeling, gebergtevorming, sedimentatieprocessen, klimaat, water en milieu zijn er belangrijke en maatschappelijk relevante zaken te bestuderen. Waar bevinden zich fossiele brandstoffen of watervoorraden? Is het mogelijk deze ter beschikking te krijgen en hoe doen we dat? Welke effecten heeft dit en op welke manier zijn de nadelige gevolgen te voorkomen of acceptabel te maken? Bij deze laatste vraagstelling bevinden we ons op milieuterrein.
2.3.2
Bachelor Aardwetenschappen; specialisatie Geoarcheologie Aardwetenschappen en Archeologie hebben veel met elkaar te maken. Het grootste deel van het archeologisch materiaal zit tenslotte in de bodem en daar houden aardwetenschappers zich mee bezig. Zij beschikken over veel methoden en technieken om de opbouw van de bodem te bestuderen. Daarmee zijn dus ook archeologische vindplaatsen op te sporen en te onderzoeken. Als student van de studierichting Geoarcheologie moet je een aantal belangrijke principes uit de aardwetenschappen begrijpen en die vervolgens toe kunnen passen in verschillende onderdelen van het archeologisch werkveld. Het onderwijsprogramma voor de bacheloropleiding bestaat dan ook wat betreft de theoretische vakken uit een pakket aardwetenschappelijk georiënteerde cursussen, die je samen met de aardwetenschappers volgt en een pakket archeologisch georiënteerde cursussen.
School for Earth and Environmental Sciences
25
Uiteraard krijg je ook een aantal specifieke geoarcheologische vakken. Excursies, veldwerken en stages in binnen- en buitenland maken een wezenlijk onderdeel uit van de studie. Je wordt opgeleid om in een wetenschappelijke, of een meer praktijkgerichte loopbaan in de archeologie aan de slag te kunnen. 2.3.3
Master Earth Sciences De brede masteropleiding Earth Sciences kent zes specialisatierichtingen: Paleoclimate and Geo-ecosystems De tweejarige masteropleiding Paleoclimate and Geo-ecosystems biedt in het eerste jaar grondig basisonderwijs in de onderwerpen die nodig zijn om de invloed van het klimaat op geo-milieusystemen te begrijpen en te reconstrueren. De basiscursussen bieden de nodige kennis in de moderne klimatologie (Modern Climatology) en het ‘lezen’ van klimaatsignalen uit verschillende archieven door gebruik te maken van verschillende reconstructie methoden (Reading the Climate Signal).Vervolgcursussen zijn o.a. Climate Modelling, Climate and Policy, Man and Climate: from Hominids to Modern Civilization, and Biogeochemical Cycles. Al deze cursussen zijn verplicht. Het tweede jaar biedt een scala aan keuzevakken, inclusief cursussen die worden aangeboden door verwante buitenlandse instituten (bijvoorbeeld in Londen, Gif sur Yvette, of Bremen) en de mogelijkheid tot het volgen van stages in de industrie of bij instituten. De laatste fase van de opleiding bestaat uit het uitvoeren van een Research Project en het schrijven van een Master’s Thesis. Studenten die de opleiding succesvol afronden zullen: • In alle opzichten een goed overzicht hebben van het Paleo-klimatologisch en geoecologisch onderzoek, • In staat zijn verschillende methodes toe te passen met betrekking tot klimaat en milieureconstructie, • Een actueel beeld hebben van de wetenschappelijke literatuur en in staat zijn deze kritisch te beoordelen, • In staat zijn de verworven wetenschappelijke kennis binnen een beperkte tijd mondeling en schriftelijk te presenteren en te verdedigen tegenover een professioneel publiek, • Geleerd hebben hoe ze hun eigen onderzoeksdoelen kunnen formuleren, • In staat zijn te functioneren en samen te werken binnen een groep. De opleiding zal de student in staat stellen • Een Ph.D. thesis uit te voeren in paleoklimatologie, paleo-oceanografie, geomorfologie, Kwartairgeologie, of verwante onderzoeksvelden. • Te werken bij een bedrijf of bureau dat onderzoeks- of beleidgericht is, aangezien de student de grondslagen van het wetenschappelijk denken, -werken en de verslaglegging geleerd heeft. Solid Earth richt zich zowel op de studie van diepere lagen van de aardkorst als de oorsprong, opvulling en deformatie van sedimentatiebekkens. Middels disciplines als tektoniek, petrologie, geofysica, (isotopen-)geochemie en radiometrische dateringen wordt inzicht verkregen in processen als subductie, korstdeformatie, vulkanisme, metamorfose en continentale botsingen, met als gevolg opheffing, daling en erosie. Voorheen werd dit vakgebied beschreven in de specialisatie “Lithosphere tectonics, petrology, and isotope geochemistry”. Inzichten vanuit de disciplines structurele geologie en sedimentologie geven inzicht in structuren waarin olie en gas gevonden kunnen worden, of geven inzicht in de
26
Aardwetenschappen en geoarcheologie
relaties tussen diepere processen veroorzaakt door spanning binnen een lithosfeerplaat en de effecten aan het oppervlak en op de sedimentaire opeenvolging. Voorheen werd dit vakgebied beschreven in de specialisatie “Sedimentary and structural geology, basin analysis and surface processes”. In de nieuwe opzet van Solid Earth zullen de vakgebieden meer verweven worden en krijgen de studenten een bredere achtergrond, alvorens te specialiseren. Het basisdeel van deze specialisatie is identiek met het basisdeel van de onderzoeksmaster Geosciences of Basins and Lithosphere. Er zijn twee richtingen voor de master specialisatie Geoarchaeology, Archaeometry en Landscape Archaeology. Archaeometry is gericht op de chemische en fysische kant van vindplaatsen en de gevonden voorwerpen: hoe oud is het, waar komt het vandaan, hoe is het gemaakt, waar kunnen we wat vinden? Binnen de specialisatie maak je ook kennis met de bio-archaeology, die moderne technieken in biomateriaalstudies behandelt. Landscape Archaeology is georiënteerd op het (archeologisch) landschap en is dus vooral gericht op het aardoppervlak. Deze richting bestaat in belangrijke mate uit geomorfologische (geo = aarde, morphos = vorm, landschapsvormen) onderdelen. Education heeft als doel je bijvoorbeeld op te leiden als eerstegraads bevoegd docent aardrijkskunde. Science communication is een bèta-breed georganiseerd programma waarbij je in staat gesteld wordt een goede communicator te worden op je eigen wetenschapsgebied, bijvoorbeeld in de journalistiek. 2.3.4
Master Geosciences of Basins and Lithosphere De onderzoeksmaster Geosciences of Basins and Lithosphere (GBL) is een 2-jarige (120 stp.) opleiding gericht op sedimentaire bekkens en de diepere lithosfeer. De opleiding heeft tot doel studenten op te leiden tot specialisten die inzicht hebben in de vorming van sedimentaire bekkens en de processen die hier direct of indirect mee samenhangen. Het programma is onderverdeeld in drie specialisatierichtingen, te weten ‘Sedimentary basins, architecture and evolution’, ‘Continental lithosphere, composition and rates of processes’ en ‘Petroleum Systems, development and regional geology’. Deze onderzoeksmaster is gericht op het verbreden en verdiepen van kennis, maar vooral ook op de toepassing ervan in verschillende contexten en het leggen van verbanden tussen verschillende vakgebieden binnen de Aardwetenschappen. Het meest bijzondere aan deze onderzoeksmaster is het internationale karakter ervan: een deel van het curriculum kan gevolgd worden aan 1 (of meer) van de gelieerde buitenlandse instituten, die allemaal hun eigen specialisaties in cursusvorm voor dit programma beschikbaar stellen. Bovendien rust de onderzoeksmaster op een hechte samenwerking met het bedrijfsleven, bijvoorbeeld in de vorm van stageplaatsen. Momenteel is actieve participatie geregeld met Shell, Norsk-Hydro, Total, GFZ, IFP en TNO. Het netwerk van de 8 deelnemende universiteiten bestaat naast de Vrije Universiteit uit de 'Université Pierre et Marie Curie' uit Parijs, ‘Université de Rennes’ uit Rennes, de ‘Eotvos Lorand University’ uit Boedapest en de technische universiteit (RWTH) uit Aken.
School for Earth and Environmental Sciences
27
Toekomstmogelijkheden voor afgestudeerden liggen onmiskenbaar in het wetenschappelijk onderzoek en het bedrijfsleven, maar tevens in beleidsfuncties of onderzoeksfuncties bij overheden. Denk hierbij onder andere aan toepassing van opgedane kennis ten bate van het gebruik van sedimentaire bekkens als 1) bron voor voorraden van water, geothermische energie, gas en olie, 2) opslagplaats voor bijvoorbeeld water, aardgas, afval (inclusief radioactief afval) en CO2 afscheiding. De onderzoeksmaster kent specifieke toelatingseisen. Zie voor meer informatie de website: http://www.basinmaster.vu/
28
2.3.5
Master Hydrology De hydrologie houdt zich bezig met het voorkomen, de beweging en de chemische samenstelling van grond- en oppervlaktewater. Het is een sterk toegepaste natuurwetenschappelijke discipline met een groot maatschappelijk belang. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder andere: de beschikbaarheid van schoon drinkwater, een duurzame benadering tot het gebruik van grond- en opervlaktewatervoorraden en de relaties tussen veranderingen in de waterkringlopen en die in ecosystemen en het klimaat. Het masterprogramma Hydrology kent twee specialisatierichtingen. In de Hydrogeology specialisatie ligt de nadruk op regionale grondwaterstroming in relatie tot de geologie en de interactie van water met mineralen en bacteriën in de onverzadigde en verzadigde zones. In de Ecohydrology specialisatie ligt de nadruk meer op het combineren van hydrologische concepten met bodem-, vegetatie- en atmosfeeruitwisseling van water en andere stoffen. Hiermee wordt een nauwe relatie gelegd met de ecologie en de master differentiatie Paleoclimate and Geo-ecosystems van de master Earth Sciences. Beide specialisaties hebben een theoretische component, veldwerken, excursies en computersimulatie oefeningen in het programma.
2.3.6
Master Environment and Resource Management De masteropleiding Environment and Resource Management heeft een 1-jarig programma. De opleiding concentreert zich op de wetenschappelijke concepten en methoden die nodig zijn om de oorzaak van veranderingen in het milieu te begrijpen en om milieuproblematiek te helpen oplossen. Een belangrijk deel van het programma houdt zich bezig met thema’s en methoden die hun oorsprong hebben in de milieueconomie, met name om te bepalen wat de effectiviteit en efficiency van bepaalde oplossingen voor milieuproblemen is. Milieuproblemen worden hier gedefinieerd als een anthropogene verstoring in de relatie tussen milieu en maatschappij, zoals deze wordt ervaren door groepen individuen, organisaties, of instituten. Daarom zijn milieuproblemen vooraleerst maatschappelijke problemen. Het hoofddoel van de opleiding is het opleiden van studenten tot experts in het management van natuurlijke hulpbronnen en het milieu, opdat ze concepten, technieken en methoden kunnen toepassen in het verkrijgen van inzicht in milieuproblematiek en kunnen bijdragen aan het oplossen daarvan. “Resource management” slaat hier specifiek op het gebruik van ruimte en natuurlijke gebieden. De opleiding probeert een gemeenschappelijke taal te creëren onder experts van verschillende relevante disciplines, zodat zij op een effectieve manier en in een multidisciplinaire omgeving kunnen werken aan milieuproblematiek. Daarnaast wordt een multidisciplinaire “gereedschapskist” aangereikt, in de zin van praktische toepassing van methoden en technieken.
Aardwetenschappen en geoarcheologie
2.4 2.4.1
Studievoortgang Studieplanning en studievertraging Vooral in het eerste jaar van de studie is het oplopen van studieachterstand niet ongebruikelijk. Daarvoor zijn vele redenen aan te wijzen. Eén van de belangrijkste is een onjuiste studieplanning. Inzicht in de tijdstructuur van het onderwijs en van de tentamens is een eerste vereiste om een vlot studieverloop te realiseren. Op het tijdstip van afnemen van een tentamen zijn de weken gebruikt die in de studie ter beschikking staan van het desbetreffende onderdeel. Hierdoor kan in de volgende blokperiode geen tijd worden vrijgemaakt voor hertentamens; dat zou ten koste gaan van op dat ogenblik lopend onderwijs. De hertentamens vinden daarom pas plaats als er tijd beschikbaar is voor studie, dat wil zeggen, in de vakanties. In de laatste week van december of eerste week van januari van het studiejaar vinden hertentamens plaats van die onderdelen die tot dat ogenblik zijn getentamineerd. Gerichtheid op een beperkt aantal onderdelen levert een betere garantie voor een positief resultaat. De volgende herkansingsperiode valt in de tweede helft van augustus, dus tegen het einde van de zomervakantieperiode. Dan is het mogelijk de overige tentamens opnieuw af te leggen. Een volgende herkansingsmogelijkheid is geprogrammeerd in december of januari van het daaropvolgende studiejaar. Veldwerken worden slechts één maal per jaar georganiseerd. Schroom niet om bij je studiebegeleider aan te kloppen voor hulp bij het maken van een juiste studieplanning en voor andere zaken die van invloed zijn op je studieverloop. Meer informatie over de studiebegeleiders van de bacheloropleiding is te vinden in het volgende hoofdstuk.
2.4.2
Studievoortgangscontrole en studieadviezen Met behulp van TIS is het voor iedere student mogelijk om gedurende het gehele jaar zelf de studievoortgang te controleren. Overzichten op papier worden om die reden niet langer door de faculteit twee maal per jaar toegestuurd. Het is raadzaam met enige regelmaat te controleren hoe je studieregistratie er voor staat, of er mogelijk fouten zijn opgetreden in de cijferregistratie, of cijfers niet zijn geregistreerd, omdat je bijvoorbeeld nog niet 15 EURO betaald hebt na te laat of verzuimd aanmelden voor tentamens. Indien je vermoedt dat er dingen niet kloppen, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met het studiesecretariaat. De examencommissie stelt zich met enige regelmaat van de studievoortgang op de hoogte, bijvoorbeeld in geval van controle op toelatingseisen met betrekking tot veldwerken of andere studieonderdelen, of toelating tot masteronderwijs. Préadvies in het eerste jaar Eerstejaars studenten die medio januari minder dan 50% van het op dat moment maximum aantal te behalen studiepunten hebben behaald, ontvangen een zogenaamd préadvies van de examencommissie. Het préadvies wordt eveneens ter kennis gebracht van de studiebegeleider die de studenten in kwestie zal uitnodigen voor een gesprek. Het préadvies wordt onder meer afgegeven in verband met de mogelijkheid voor 1 februari de studiefinanciering stop te zetten, waarbij de ontvangen maanden prestatiebeurs een gift worden.
School for Earth and Environmental Sciences
29
Studieadvies in het eerste jaar Vóór 1 juli krijgen alle eerstejaars bachelorstudenten schriftelijk een wettelijk studieadvies van de examencommissie. Bij het advies wordt een overzicht gegeven van de behaalde studiepunten. Hierbij worden drie adviezen onderscheiden: Advies A (42-60 stp. behaald): doorgaan De student kan, als hij/zij in dit tempo doorstudeert, binnen 6 jaar de studie (bachelor + master) voltooien. De student wordt geadviseerd de studie voort te zetten. Advies B (25-41 stp. behaald): waarschuwing De student loopt bij ongewijzigd studietempo gevaar de studie niet te kunnen voltooien binnen 6 jaar. De student wordt opgeroepen voor een gesprek over de verdere studievoortgang. Advies C (0-24 stp. behaald): herbezinning De studievoortgang van de student biedt weinig uitzicht dat de studie binnen 6 jaar voltooid kan worden. De student moet zich ernstig afvragen of de studiekeuze wel juist is geweest en of het niet beter is de studie te staken. De student wordt door de studiebegeleider opgeroepen voor een gesprek om hierover te praten. Bij een C-advies wordt eventueel een verwijzing naar de studentendecanen gegeven. Een negatief studieadvies is niet bindend.
2.5 2.5.1
Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Aanmelding voor cursussen, veldwerken, e.a. Binnen de opleidingen aan de School for Earth and Environmental Sciences bestaat een aanmeldingsverplichting voor alle cursussen en tentamens. Aanmelding vindt plaats via het programma TIS (Tentamen Informatie Systeem VU). Inschrijving via TIS kan vanaf de computer thuis, of op de faculteit. Toegang tot TIS verloopt via de internetpagina http://tisvu.vu.nl waarop met behulp van het VU-net ID kan worden ingelogd. Aan het begin van de studie worden alle studenten goed geïnformeerd over de werking van TIS en de regelgeving rondom de aanmelding voor cursussen en tentamens. De eerstejaars studenten zijn voor de eerste onderwijsperiode in september en oktober automatisch ingeschreven bij de betreffende studieonderdelen van het eerste jaar. De rest van hun studie dienen zij zelf zorg te dragen voor aanmelding. In enkele gevallen zullen docenten je ook verzoeken je aan te melden via Blackboard, of directe e-mail aan het adres van de docent. Zorg er in die gevallen voor ook altijd via TIS aangemeld te zijn. Inschrijven voor een reguliere cursus kan tot uiterlijk 4 weken voor aanvang. N.B. voor veldpractica, excursies en veldwerken zal de periode van inschrijving veel eerder sluiten, gezien de vaak langdurige voorbereiding van deze vormen van onderwijs. Om ICT-technische redenen zijn deze onderdelen in TIS ondergebracht onder "Werkgroepen". De inschrijvingstermijnen voor deze studie- of cursusonderdelen zijn aangegeven in TIS, worden vaak vermeld bij de beschrijvingen van de examenonderdelen in de studiegids, of worden anderszins tijdig kenbaar gemaakt. Het spreekt voor zich dat je jezelf ook op tijd afmeldt als je op een later stadium alsnog besluit af te zien van deelname aan een cursus. Let er ook op dat je jezelf ook aanmeldt voor de cursuusen die starten in september. Zodra je bent heringeschreven voor het nieuwe jaar, kun je in de zomer weer p TIS terecht voor de cursussen van periode 1 van dat komende jaar.
30
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Sancties Wanneer je niet bent ingeschreven via TIS, word je alleen toegelaten tot een cursus/ cursusonderdeel wanneer de faciliteiten dat toestaan. Bij cursussen met practica, veldexcursies e.d. kan dat om logistieke redenen soms niet meer mogelijk zijn. Toelating zonder vooraf ingeschreven te zijn via TIS kan alleen worden toegezegd door het Onderwijsbureau, niet door de docent in kwestie. Indien alsnog wordt overgegaan tot toelating zal een bedrag van EUR 15 in rekening worden gebracht. Studenten die vakken willen volgen bij andere faculteiten wordt aangeraden op de betreffende studiesecretariaten (of middels internet/studiegidsen) zich te informeren over de daar geldende regelingen rondom aanmelding voor vakken en tentamens. Aanmelding via TIS is nagenoeg overal verplicht! De vakken staan in TIS weergegeven onder de studentenadministratie die 'penvoerder' is van een bepaald vak. Vakcodes beginnend met 45 en 46 zijn terug te vinden onder FALW-Aardwetenschappen; 47 bij FALW-Levenswetenschappen; 50 bij Letteren en 99 bij het Onderwijscentrum VU. Problemen Het VU-net-ID en paswoord worden aan iedere student schriftelijk door de centrale Studentenbalie VU verstrekt. Problemen die zich voordoen met het gebruik van TIS, of het inloggen, dienen eveneens bij de Studentenbalie in het hoofdgebouw te worden voorgelegd (
[email protected]). Het studiesecretariaat van de faculteit kan hierin helaas niets betekenen. Veel informatie en vaak gestelde vragen zijn ook terug te vinden op: www.digidesk.vu.nl 2.5.2
2.6 2.6.1
2.7 2.7.1
Aanmelding tentamens Voor alle tentamens moet afzonderlijk via TIS worden aangemeld. Aanmelden kan tot 1 week voorafgaand aan het tentamen. Afmelden kan dus ook tot uiterlijk 1 week van te voren. Wanneer je niet bent ingeschreven via TIS, word je alleen toegelaten wanneer de faciliteiten dat toestaan. In dat geval wordt EUR 15 in rekening gebracht. Deelname aan het tentamen zonder toegelaten te zijn door het Onderwijsbureau betekent dat het resultaat niet zal worden geregistreerd. Dat zal pas gebeuren wanneer aan de betaling is voldaan. Vergeten af te melden voor een tentamen betekent dat het cijfer 1 wordt geregistreerd.
Onderwijs- en Examenregeling Onderwijs- en Examenregeling Voor elke opleiding binnen de faculteit bestaat een Onderwijs- en Examenregeling (OER) waarin formeel het onderwijsprogramma en de regelingen over het onderwijs en de examens zijn vastgelegd. Via het internet (http://www.falw.vu.nl > studenten > Reglementen > Onderwijs- en examenregelingen is) de OER van elke opleiding te raadplegen en te downloaden. Indien er verschillen zouden bestaan tussen de OER en deze studiegids, geldt de regelgeving zoals beschreven in de OER.
Tentamens, regels en richtlijnen Voorschriften voor deelnemers aan tentamens • De collegekaart behoort zichtbaar op tafel te liggen ter controle. • Mobiele telefoons zijn tijdens het tentamen uitgeschakeld.
School for Earth and Environmental Sciences
31
•
Boeken, dictaten, uittreksels, enzovoort, mogen niet worden gebruikt of aanwezig zijn tenzij uitdrukkelijk door de examinator gebruik van een boek en/of ander materiaal wordt toegestaan. • Schrijfpapier wordt verstrekt. Gebruik van eigen blocnote of schrijfpapier is niet toegestaan. • Nadat de eerste tentamenopgave is uitgereikt, mag er niet meer worden gesproken. • Na afloop van het tentamen dient het gemaakte werk te worden ingeleverd. In geval van fraude kan de examinator/surveillant de examinandus uitsluiten van verdere deelname aan het desbetreffende tentamen. De examinator rapporteert dit terstond schriftelijk aan de examencommissie. 2.7.2
Deeltentamens Tentamengelegenheden staan aangegeven in het lesrooster. De examinator kan een tentamen splitsen in deeltentamens. Het tentamencijfer wordt in dat geval bepaald door het gewogen gemiddelde van de resultaten van de afzonderlijke deeltentamens. Daarom moet het resultaat van elk deeltentamen, ook als dat betrekking heeft op veldactiviteiten, worden bepaald door toekenning van een cijfer. De student wordt, op diens verzoek, ten minste één maal per jaar in de gelegenheid gesteld om tentamen af te leggen over het gehele betrokken examenonderdeel, uitgezonderd daarvan deel uitmakende veldactiviteiten en practica waarvoor een afzonderlijk deeltentamen is voorzien. Deeltoetsen kennen in tegenstelling tot deeltentamens geen formele status. Een docent kan m.b.t. deeltoetsen dus andere regels hanteren, maar dient deze tevoren duidelijk aan de studenten te hebben gecommuniceerd.
2.7.3
Hertentamens Tentamens die met een voldoende cijfer zijn afgelegd, mogen niet opnieuw worden afgelegd om een hoger cijfer te halen. Na hertentaminering van een (deel)tentamen geldt de beoordeling van het (her)tentamen als het resultaat van het desbetreffende (deel van het) examenonderdeel. Op verzoek van de student kan een tweede hertentamen door twee leden van het wetenschappelijk personeel worden afgenomen. Studenten die ook na herhaalde tentamens geen voldoende resultaat hebben behaald, kunnen door de examencommissie nader worden beoordeeld. De geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde examenonderdelen is onbeperkt. De Onderwijs- en Examenregeling (OER) en de Regels en Richtlijnen voor de Examens bevatten de regelingen met betrekking tot de tentamens. De examenonderdelen (behalve veldwerk en excursie) van het bachelorprogramma worden in ieder geval twee maal per jaar getentamineerd. De eerste keer kort na beëindiging van het onderwijs van het onderdeel, een tweede keer direct voor of na de Kerstvakantie en/of in de tweede helft van augustus, dan wel een andere nader vast te stellen periode. De data van de hertentamens zijn eveneens terug te vinden in het rooster. Een tweede hertentamen kan in het volgende jaar worden afgelegd, op de reguliere data die in het rooster zijn aangegeven. Veldwerk en excursies kunnen pas het volgend studiejaar opnieuw worden gedaan. Studenten die zich voorbereiden op het bachelorexamen worden desgewenst gedurende vier aaneensluitende studiejaren na de aanvang van hun studie in de gelegenheid gesteld de examenonderdelen af te leggen conform het studieprogramma dat gold bij het begin van hun bachelorstudie.
32
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Als die termijn is verlopen moeten zij in overleg treden met de examencommissie om aanpassing van hun programma te laten goedkeuren. 2.7.4
Tentamenuitslagen en -administratie Van iedere student wordt een dossier met studieresultaten bijgehouden door het studiesecretariaat. Studenten kunnen zelf gedurende het gehele jaar hun studieresultaten inzien via TIS. Onjuistheden in door TIS gepresenteerde gegevens moeten direct worden bericht aan het studiesecretariaat. Registratie van een niet-individueel afgelegd tentamen geschiedt op een door het studiesecretariaat vervaardigde lijst van studenten. Studenten die zich via TIS voor het tentamen hebben aangemeld, staan automatisch op deze lijst vermeld. De docent zorgt ervoor dat de lijst met namen voorzien van cijfers, door het studiesecretariaat wordt geregistreerd. Registratie van een individueel afgelegd tentamen gebeurt door middel van een tentamenbriefje dat door de student wordt ingevuld (studentnummer, vakcode, enzovoort) en door de docent wordt voorzien van cijfer en handtekening. Tentamenbriefjes zijn af te halen op het studiesecretariaat, of de kast in de infotheek (C-148). De docent overhandigt ter bewijs de student een kopie en levert het tentamenbriefje in bij het studiesecretariaat, dat voor registratie zorgdraagt. Tentamenresultaten van mondeling afgelegde examenonderdelen worden direct bekendgemaakt. De resultaten van schriftelijk afgelegde examenonderdelen worden binnen dertig dagen na het afleggen van het tentamen bekend gemaakt op het bord ‘Tentamenuitslagen Aardwetenschappen’ in de C1-gang en in TIS. De uitslag van veldwerkverslagen wordt binnen zes weken na de inleverdatum bekendgemaakt. De student wordt, op diens verzoek, binnen een termijn van dertig dagen na het bekend worden van de tentamenuitslag inzage gegeven in het beoordeelde werk en in de gestelde vragen c.q. de gegeven opdrachten.
2.7.5
2.8 2.8.1
Vrijstellingen Vrijstellingen voor studieonderdelen kunnen alleen door de examencommissie verleend worden. Een verzoek tot vrijstelling wordt door de student schriftelijk ingediend, vergezeld van nauwkeurige documentatie op grond waarvan men veronderstelt in aanmerking te komen voor vrijstelling. Het kan dan gaan om inhoud en omvang van reeds eerder met goed gevolg afgelegde tentamens, dan wel anderszins (bijvoorbeeld in de beroepspraktijk) opgedane kennis en vaardigheden die relevant zijn voor het studieonderdeel. De examencommissie verleent vrijstelling mede op advies van de docent. Verzoeken om vrijstelling kunnen worden ingediend bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie; dr.ir. M. Bergwerff, tel. 598 7401, kamer C-124 (postvak Onderwijsbureau).
Praktische regelingen ten aanzien van het bachelorexamen Bachelorexamen Het bachelorexamen bestaat uit een aantal onderdelen, zoals tentamens, practica, veldwerk en excursies en het schrijven van een scriptie, die op verschillende tijdstippen worden afgelegd. Om te slagen voor het bachelorexamen gelden de volgende regelingen:
School for Earth and Environmental Sciences
33
De student slaagt voor het bachelorexamen op de voorwaarden dat: • geen van de examenonderdelen is beoordeeld met een cijfer lager dan 5.0, • niet meer dan één examenonderdeel met cijfer 5.0 beoordeeld is, • het naar studielast gewogen gemiddelde van alle examenonderdelen tenminste 6.0 bedraagt. Het bachelorexamen kan iedere maand (m.u.v. juli) worden afgelegd. Met het afleggen van het examen wordt bedoeld: het door de examencommissie laten vaststellen dat voldaan is aan alle exameneisen (alle vakken gehaald). De buluitreiking volgt altijd later. De uitreiking van de bachelorgetuigschriften vindt vijf maal per jaar plaats tijdens openbare zittingen van de Examencommissie, te weten in de maanden september, november, februari, mei en augustus. Bachelorgetuigschriften worden veelal aan kleine groepen studenten tegelijk uitgereikt. 2.8.2
Goedkeuring van het vakkenpakket Uiterlijk drie maanden voor de gewenste examendatum dient het vakkenpakket van de bacheloropleiding te worden ingediend ter goedkeuring door de examencommissie. Het studiesecretariaat verstrekt daartoe een elektronische versie van het formulier ‘Aanvraag goedkeuring vakkenpakket’ op een zelf meegebrachte diskette of USB-stick. Goedkeuring gebeurt op basis van de programma’s zoals vastgelegd in de OER(en). Na goedkeuring door de examencommissie krijgt de student hiervan schriftelijk bericht. Als er nadien nog wijzigingen optreden in bijvoorbeeld de samenstelling van het keuzeprogramma, dient voor het aanvragen van het examen eerst weer het gewijzigde vakkenpakket te worden goedgekeurd.
2.8.3
Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Als alle tot het (goedgekeurde) examen behorende onderdelen zijn afgelegd (en alle cijfers dus geregistreerd), kan het examen schriftelijk worden aangevraagd door middel van een aanvraagformulier. Dit formulier is verkrijgbaar op het studiesecretariaat. Gelijktijdig wordt hiermee een verzoek tot afgifte van het getuigschrift ingediend. Het examen moet uiterlijk vier weken voor de gewenste examendatum aangevraagd worden. Het verdient aanbeveling al enkele weken voor het indienen van het verzoek tot afgifte van het getuigschrift op een totaaloverzicht van geregistreerde studieresultaten te controleren of alle afgelegde tentamens/studieonderdelen daadwerkelijk geregistreerd staan. Een verzoek tot afgifte van een getuigschrift (de bachelor- of masterbul) kan alleen worden ingediend als de examinandus op de aanvraagdatum bij de centrale studentenadministratie staat ingeschreven als student of extraneus en als het collegegeld is betaald. Op het moment van aanvraag moeten alle onderdelen voor het examen zoals opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) zijn behaald. Het verzoek om afgifte van het getuigschrift moet ingediend worden bij het studiesecretariaat. De examencommissie bepaalt aan de hand van de resultaten van de onderdelen of de examinandus al dan niet is geslaagd in overeenstemming met de OER, bekijkt of de
34
Aardwetenschappen en geoarcheologie
kandidaat de juiste vooropleiding heeft en kent het judicium toe. Daartoe vergadert de examencommissie ten minste éénmaal per maand, met uitzondering van de maand juli. Examens worden gedateerd op de datum waarop de examencommissie vaststelt dat aan alle eisen voor het examen is voldaan. Deze datum wordt aan de student medegedeeld en op de bul vermeld. Voor het toekennen van de judicia hanteert de examencommissie de volgende voorwaarden, waarbij het naar studielast gewogen gemiddelde geldt: ‘Cum laude’ ≥ 8,0, ‘met veel genoegen’ ≥ 7,5, ‘met genoegen’ ≥ 7,0. Voor toekenning van het judicium ‘cum laude’ geldt nog een aantal beperkende voorwaarden ten aanzien van de studietijd en cijferverdeling. Voor deze verdere regels wordt verwezen naar de ‘Regels en Richtlijnen voor de examens’. Deze zijn bijgevoegd bij de Onderwijs en Examenregelingen. Tegen beslissingen van de examencommissie staat beroep open bij het College van Beroep voor de examens. Zie voor de beroepsmogelijkheden het instellingsspecifieke deel van het studentenstatuut of kijk op http://www.vu.nl > studenten > inspraak/reglementen. 2.8.4
Beëindiging van inschrijving Een student die de VU verlaat, omdat bijvoorbeeld het examen met goed gevolg is afgelegd, moet zelf de inschrijving als student beëindigen door middel van een schriftelijk verzoek. Het formulier daarvoor is verkrijgbaar op het studiesecretariaat en dient ingeleverd te worden gelijktijdig met het verzoek tot afgifte van een getuigschrift. De inschrijving wordt dan beëindigd in de maand volgend op die waarin het examen is afgelegd, behoudens in de maanden juli en augustus.
2.8.5
Dossierverklaring Bij beëindiging van de studie vóór het halen van het examen is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de examencommissie, als ten minste twee studieonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen vermeld, die met goed gevolg zijn afgerond, inclusief studiebelasting en studieresultaat.
2.8.6
Inschrijving in een masteropleiding Studenten die doorstuderen aan een masteropleiding binnen de School for Earth and Environmental Sciences kunnen met het formulier Aanvraag Getuigschrift tevens aanvraag tot toelating tot en inschrijving in één van de masteropleidingen doen. Gelijktijdig met het vaststellen van het bachelorexamen besluit de examencommissie in dat geval over toelating tot de aangegeven masteropleiding (en specialisatie indien van toepassing). Over doorstroom naar en toelatingseisen tot de masteropleidingen van de School for Earth and Environmental Sciences is meer informatie te vinden in het volgende hoofdstuk onder Studie- en loopbaanperspectief en in de master guide en de OERen.
2.9 2.9.1
Toelating tot cursussen, veldwerken en masteronderwijs Toelating studieonderdelen (veldwerken, bachelorthesis) en volgorde van afleggen van examenonderdelen In een aantal gevallen kan alleen worden deelgenomen aan studieonderdelen als aan bepaalde toelatingseisen is voldaan. Dit is onder meer het geval bij de verplichte veldwerken aan het einde van het eerste en het tweede jaar en de Bachelorthesis aan
School for Earth and Environmental Sciences
35
het einde van de bacheloropleiding. De eisen hebben betrekking op een minimum aantal behaalde studiepunten en/of de afronding van de verslaglegging van het veldwerk van het jaar daarvoor. Details omtrent toelatingseisen zijn onder andere terug te vinden bij de vakomschrijvingen van de betreffende studieonderdelen en in de OER. De laatste is wederom bepalend in dezen. Toelating wordt vastgesteld door de examencommissie, die hiertoe in de regel de peildatum van 15 april hanteert voor de eerste- en tweedejaars veldwerken en 1 maart voor de bachelorthesis. Studenten die niet voldaan hebben aan de toelatingseisen krijgen hiervan schriftelijk bericht. Daarnaast worden voor een aantal studieonderdelen voorkennisadviezen gegeven. Bij deze studieonderdelen wordt de student niet uitgesloten van deelname aan het studieonderdeel; wel wordt verwacht dat men over de noodzakelijke voorkennis beschikt om het studieonderdeel met succes te volgen. De voorkennisadviezen staan eveneens vermeld bij de vakomschrijvingen in de studiegids. Het is, onder bepaalde voorwaarden, toegestaan deel te nemen aan een aantal onderdelen van de masteropleiding voordat het bachelorexamen is afgelegd. De regelingen tot toelating tot de masteropleiding staan vermeld in het hoofdstuk over de bacheloropleiding Aardwetenschappen (onder Studie- en loopbaanperspectief), of de master guide en de OER.
2.10 2.10.1
Stage- en scriptieregeling Stage- en scriptieregeling De faculteit kent een stage- en scriptieregeling die betrekking heeft op die studieonderdelen waarin de student min of meer zelfstandig onderzoek verricht en die worden afgesloten met een schriftelijke rapportage. Iedere student dient nauwlettend kennis te nemen van deze regeling voordat gestart wordt aan een daaronder gerekend studieonderdeel. De regeling staat vermeld op het internet: http://www.falw.vu.nl > studenten > Reglementen > Stage- en scriptieregeling. Op deze webpagina staat tevens een lijst met studieonderdelen vermeld die vallen onder de stage- en scriptieregeling. Voor de bacheloropleiding betreft dit alleen de Bachelorthesis aardwetenschappen (450100) dan wel Bachelorthesis geoarcheologie (450282). Bij deze onderdelen moeten van tevoren schriftelijke afspraken worden gemaakt tussen student en docent(en). Een invulformulier met afspraken over stages en scripties is te downloaden via de bovenstaande webpagina, of te verkrijgen op het studiesecretariaat/infotheek. Het studiesecretariaat registreert het cijfer van het betreffende studieonderdeel vallend onder de Stage- en Scriptieregeling pas indien aan onderstaande condities is voldaan: De student levert twee exemplaren van het verslag in bij dr. ir. M. Bergwerff, kamer C-124, tel. 598 7401 (aanwezig van maandag t/m donderdag). Eén van deze verslagen is bedoeld voor de examencommissie en wordt ingeleverd samen met: • een stage-evaluatieformulier (verkrijgbaar op het studiesecretariaat, of de infotheek) • een Engelstalig abstract (zowel uitgeprint als digitaal).
36
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Het tweede exemplaar van het verslag is bestemd voor openbare inzage. Dit exemplaar wordt opgeslagen in de bibliotheek. De verslagen kunnen niet worden uitgeleend. Wanneer de totale kosten van prints/fotokopieën voor twee exemplaren meer dan EUR 10,00 bedragen, bestaat de mogelijkheid tot onkostenvergoeding. Het gedeelte van het bedrag dat boven de EUR 10,00 uitkomt, wordt in dit geval vergoed. Declaratieformulieren en bonnen kunnen worden ingevuld en ingeleverd bij dr. ir. M. Bergwerff , kamer C-124, tel. 598 7401 (aanwezig van maandag t/m donderdag). 2.10.2
Richtlijnen voor de scriptie Over het algemeen dient in eerste instantie een concept van het werkstuk te worden overlegd aan de docent alvorens over te gaan tot een definitieve versie. Bij de planning van de inleverdatum van zowel de voorlopige als de definitieve versie van een werkstuk dient vooral goed rekening te worden gehouden met de mogelijke afwezigheid van docenten, vooral in de zomer en de daaraan voorafgaande tijd. De docent zal in die periode vaak vanwege zijn overige werkzaamheden niet in staat zijn op korte termijn het werkstuk te corrigeren en/of te beoordelen. Op het titelblad van de scriptie wordt in ieder geval melding gemaakt van: 1. Titel van het verslag. 2. Auteur en datum van publicatie. 3. Opdrachtgever indien sprake is van een externe stage. 4. Naam van de begeleider vanwege de opleiding; indien afwijkend eveneens naam van de examinator. 5. Naam van de begeleider vanwege de instelling waar de stage werd uitgevoerd indien dit niet de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen VU betreft. 6. Vakcode(s) van het(de) studieonderdeel(en) waarvoor de werkzaamheden werden uitgevoerd, met bijbehorende studiepunten. Voor meer informatie wordt verwezen naar de Stage- en Scriptieregeling zelf.
2.10.3
Externe stage Aan de faculteit kunnen verschillende studieonderdelen binnen de masteropleiding worden ingevuld met stages in het bedrijfsleven of met stagewerkzaamheden aan buitenlandse universiteiten. De uitvoering van deze onderdelen valt onder het stageen scriptiereglement van de faculteit. Aanvullende regels bij een externe stage • De student wordt door de studieadviseurs op de hoogte gebracht van de verschillende mogelijkheden tot het zoeken van stages: via contactpersonen bij de afdelingen; - via STIP-VU; - via het Transferpunt; - via de Wetenschapswinkel; via het Informatiecentrum voor Studie en Loopbaan; - via netwerken (familie, vrienden, medestudenten); - met behulp van het internet; met behulp van kranten en tijdschriften; en - via stagebemiddelingbureaus, waaronder studentbureaus.
School for Earth and Environmental Sciences
37
•
• •
• •
•
•
2.11
38
De stage vindt plaats onder verantwoordelijkheid van een begeleidend docent vanuit de opleiding. Alvorens stageafspraken te maken met de stageverlenende instantie dient een begeleidend docent te zijn gevonden. De begeleidend docent spreekt minimaal aan het begin en aan het eind van de stageperiode met de begeleider binnen de stageverlenende instantie. De begeleider binnen de stageverlenende instantie brengt aan het einde van de stageperiode bij voorkeur schriftelijk advies uit aan de begeleidend docent betreffende de beoordeling van de stage. De begeleidend docent laat dit advies meewegen in de beoordeling van de stage. De werkzaamheden van een stagiair kunnen niet dienen als vervanging van de werkzaamheden van een werknemer van de stagegever. De stagegever dient aansprakelijkheid te aanvaarden voor letsel, ongeval of schade welke de stagiair oploopt tijdens of in verband met zijn aanwezigheid bij de stage-instelling dan wel bij de uitvoering van zijn werkzaamheden in zoverre dit letsel, ongeval of deze schade het gevolg is van opzet of schuld van de stageinstelling of haar medewerkers. Aanbevolen wordt dat de stagiair voor het begin van de stage een particuliere WA-verzekering heeft afgesloten, ter dekking van de eventuele kosten voortvloeiend uit een gebeurtenis waarvoor hij wettelijk aansprakelijk kan worden gesteld. De Vrije Universiteit aanvaardt geen enkele wettelijke aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door toedoen van de stagiair, noch voor schade van de stagiair.
Veldwerken; veiligheid, subsidie en reisverzekering
2.11.1
Veiligheid De School for Earth and Environmental Sciences van de Vrije Universiteit voert beleid om veldactiviteiten veilig en zonder gevaar voor de gezondheid uit te (laten) voeren. Hiertoe heeft de faculteit de notitie ‘Veiligheid rond Veldwerk’ opgesteld. Als onderdeel van deze notitie moet voor elke veldactiviteit door de verantwoordelijke docent een specifieke risico-evaluatie worden opgesteld. Deze is bedoeld om deelnemers aan de veldwerken en excursies meer bewust te maken van mogelijke gevaren voor de gezondheid. Deze risico-evaluatie moet tijdens de inleiding op het veldwerk door de docent worden besproken met de deelnemers. Deelnemers aan een veldwerk of excursie moeten ook een verklaring ondertekenen dat zij kennis hebben genomen van de nota ‘Veiligheid rond Veldwerk’ en de specifieke veiligheidsrisico’s. Deze verklaring bevat tevens een aantal regels die betrekking hebben op de persoonlijke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de deelnemers. Op de webpagina van de faculteit is alle informatie te vinden over “veiligheid rond veldwerk”. http://www.falw.vu.nl > studenten > bacheloropleidingen > info alle opleidingen > veiligheid
2.11.2
Subsidiering van verplichte veldwerken en excursies Voor verplichte veldwerken en excursies binnen een door de examencommissie goedgekeurd studieprogramma wordt door de faculteit subsidie verleend. Zowel in het geval van een collectief als individueel georganiseerde veldactiviteit krijgen studenten subsidie op basis van een door de verantwoordelijk docent opgestelde en
Aardwetenschappen en geoarcheologie
door het Hoofd van de School for Earth and Environmental Sciences goedgekeurde begroting. Studenten komen in aanmerking voor een subsidie van de faculteit onder de volgende voorwaarden: • De student is ingeschreven aan de Vrije Universiteit, • De veldactiviteit maakt onderdeel uit van het onderwijsprogramma van de bacheloropleiding Aardwetenschappen of van een van de masteropleidingen van de School for Earth and Environmental Sciences, • De veldactiviteit betreft (of maakt deel uit van) een studieonderdeel dat behoort tot het door de examencommissie goedgekeurde examenprogramma van de student, • De student voldoet aan de toelatingseisen voor het betreffende studieonderdeel. Te allen tijde geldt dat ten onrechte ontvangen subsidie zal worden teruggevorderd. Om de subsidie daadwerkelijk te kunnen ontvangen moet de student zijn/haar bankgegevens hebben doorgegeven aan de Financiële Administratie. Indien je dat nog niet hebt gedaan, neem dan contact op met de Financiële Administratie om te horen welke gegevens men nodig heeft en hoe die aangeleverd moeten worden. Collectief georganiseerde veldwerken/excursies • Bij verplichte excursies en veldwerken waarvoor reis en verblijf collectief worden georganiseerd en afgerekend door de VU (verantwoordelijk docent) betalen de studenten een ‘eigen bijdrage’. Deze ‘eigen bijdrage’ is: 30% van de reiskosten + 50% van de verblijfkosten. De subsidie aan de student wordt verrekend met de kosten volgens het model: subsidie = totale kostendeel studenten – eigen bijdrage. • Het subsidiebedrag voor de heen- en terugreis is gemaximeerd op EUR 350,-. De totale veldwerksubsidie voor een studieonderdeel kan per student niet meer bedragen dan EUR 900,Studenten betalen de eigen bijdrage op basis van een factuur, die zij ontvangen van de Financiële Administratie. Zolang de factuur niet is voldaan komt de student niet in aanmerking voor subsidie voor volgende excursies/veldwerken. Individueel georganiseerde veldwerken Bij verplichte veldwerken waarbij het aan de studenten individueel wordt overgelaten reis en het verblijf te organiseren en af te rekenen wordt aan studenten een subsidie uitgekeerd conform de hier onderstaande regels: • De studenten krijgen 70% van de reiskosten vergoed (vliegtuig, trein) op basis van de reiskosten, zoals vastgesteld in de goedgekeurde begroting. Het subsidiebedrag voor de heen- en terugreis is gemaximeerd op EUR 350,-. • Voor verblijfkosten wordt een standaardbedrag van EUR 15,- uitgekeerd waarvoor geen verantwoording verschuldigd is. Deze bijdrage in de verblijfkosten betreft overnachting, maaltijden, consumpties, telefoneren, onvoorzien etc. en kan volledig naar eigen inzicht worden gebruikt. • Reiskosten voor lokaal vervoer kunnen uitsluitend worden gesubsidieerd indien het veldwerk onderdeel is van de bachelorafsluiting of de research projecten in de masteropleidingen. Deze kosten dienen gemotiveerd en gespecificeerd door de verantwoordelijk docent te zijn opgenomen in de begroting. Subsidie voor
School for Earth and Environmental Sciences
39
•
‘reiskosten lokaal vervoer’ bedragen maximaal EUR 7,50 per persoon/per dag tot een maximum van 28 dagen (EUR 210,-). De totale veldwerksubsidie voor een studieonderdeel kan per student niet meer bedragen dan EUR 900,-
Veldwerkbegroting De veldwerkbegroting moet minimaal een maand voor aanvang van het veldwerk/excursie door de verantwoordelijk docent worden ingediend bij de Financiële Administratie. In de begroting dient specifiek te worden aangegeven: • verantwoordelijke docent, deelnemende docenten en studenten, • de code van het studieonderdeel (zie studiegids), • of het een collectief dan wel door de student individueel af te rekenen veldwerk betreft, • de exacte data waarop het veldwerk zich afspeelt, • waar het veldwerk plaatsvindt, • hoe het vervoer van en naar het veldwerkgebied plaatsvindt, • hoe lokaal vervoer voor studenten geregeld is (autohuur of eigen auto e.d.), • de kosten, gespecificeerd onder de rubrieken reiskosten (vliegtuig, huurbusjes, brandstof etc.), verblijfkosten (hotels, maaltijden), additionele kosten en verzekering, • inkomsten van derden (bijdrage van bedrijven of fondsen). Na afloop van de excursie/veldwerk dient de verantwoordelijke docent bij de Financiële Administratie een lijst in van de studenten die daadwerkelijk aan de excursie of het veldwerk hebben deelgenomen. Hierop dient ook te worden aangegeven of studenten een veldwerk vroegtijdig verlaten en wat de datum van vertrek is. Studenten die een veldwerk voortijdig verlaten dienen de subsidie voor de niet bestede veldperiode terug te betalen. Nadere informatie Bovenstaande tekst over subsidiering van veldwerk en excursies is een samenvatting van de per 1 januari 2004 geldende ‘Regeling subsidiering van verplichte veldwerken en excursies Aardwetenschappen’. Deze regeling is te vinden op de facultaire website: www.falw.vu.nl onder: studenten > bacheloropleidingen > Aardwetenschappen en Geoarcheologie > subsidieregeling excursie en veldwerk 2.11.3
40
Reisverzekering Voor deelnemers aan verplichte veldwerken en excursies wordt een collectieve reisverzekering afgesloten door de faculteit. Voorafgaande aan het veldwerk wordt informatie verstrekt over de polisvoorwaarden van de collectieve verzekering. De polisvoorwaarden zijn tevens op te vragen bij de Financiële Administratie (kamer A019) Indien studenten de veldwerkperiode onderbreken (bijvoorbeeld voor vakantie), dan wel eerder dan noodzakelijk naar het veldwerkgebied te vertrekken of langer te blijven, dan moeten zij zich voor de betreffende periode op eigen kosten bijverzekeren. Het initiatief daartoe ligt nadrukkelijk bij de student zelf.
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Gedurende een stageperiode is de student de eerste twee maanden kosteloos verzekerd via de Faculteit Aard- en Levenswetenschappen. Daarna kan de student zich bij de faculteit bijverzekeren. Informatie hierover is verkrijgbaar bij de financiële administratie, maar zal meestal pas nodig zijn in de masterfase.
2.12 2.12.1
Studentenvoorzieningen Studiesecretariaat en –coördinatie Op het studiesecretariaat kan men terecht voor algemene inlichtingen over de studie, het aanvragen van examens en getuigschriften, overzichten van studieresultaten en het doorgeven van een wijziging. Elke student is verplicht om adreswijziging, wijziging of beëindiging van studie dan wel langdurige studieonderbreking, direct door te geven aan het studiesecretariaat. Voor het eerst ingeschreven studenten moeten zich bij het begin van de opleiding melden op het studiesecretariaat voor de registratie van administratieve gegevens (met pasfoto). Aardwetenschappen Studiesecretariaat: mw. Amber Percival, kamer C-118a, tel. 598 7350. Openingstijden: maandag t/m donderdag van 11.00-13.00 uur. Vrijdag gesloten. Mail:
[email protected] Levenswetenschappen Studiesecretariaat: mw. A. Kist en mw. A.E. Jansen, adres: De Boelelaan 1087, 1081 HV Amsterdam, kamer C-118b, tel. 598 7010 of 598 6939. Het studiesecretariaat is geopend op maandag t/m donderdag van 11.00-13.00 uur. Vrijdag is het secretariaat gesloten. Mail:
[email protected] Onderwijscoördinatie De onderwijsdirecteur en -coördinator zijn belast met onderwijszaken die de gehele School for Earth and Environmental Sciences aangaan, zoals de uitvoering van het onderwijsbeleid, de roosters en de redactie van de studiegids. Onderwijsdirecteur: dr. C. Biermann, kamer E-152, tel. 598 7260. Onderwijscoördinatie: dr. ir. M. Bergwerff , kamer C-124, tel. 598 7401, (aanwezig van maandag t/m donderdag).
2.12.2
Studiebegeleiding De studiebegeleiding binnen de School for Earth and Environmental Sciences kent verschillende structuren in de bachelor- en de masteropleiding. Gedurende de gehele bacheloropleiding heeft ieder cohort (studiejaar) een vaste begeleider, ongeacht de bachelorvariant die men tijdens de opleiding volgt. In de masterfase wordt begeleid door de coördinatoren die zich specifiek bezig houden met een masteropleiding of één of meer specialisatierichting binnen een masteropleiding. Meer informatie over de studiebegeleiding is te vinden in de hoofdstukken over de bacheloropleiding in deze gids of over de masteropleiding in de "master guide".
2.12.3
Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Studieonderdelen worden periodiek, binnen bepaalde fasen van de opleidingen, schriftelijk geëvalueerd. Bij de evaluaties wordt een vragenlijst van het VU Onderwijscentrum gebruikt. Dit centrum zorgt ook voor de uitwerking van de evaluaties. De evaluatierapporten van het Onderwijscentrum hebben een strikt
School for Earth and Environmental Sciences
41
vertrouwelijk karakter; zij worden toegezonden aan het hoofd van de School for Earth and Environmental Sciences. Het hoofd ziet erop toe dat deze rapporten worden toegezonden aan de leden van de opleidingscommissies. Indien de schriftelijke evaluatie daar aanleiding toe geeft, bespreekt het hoofd de uitkomsten van de cursusevaluatie(s) met de betreffende docent(en) en afdelingshoofd(en) en betrekt daarbij ook de resultaten van de behandeling in de opleidingscommissie(s). Tevens wordt een samenvatting gemaakt door het Onderwijscentrum van geëvalueerde studieonderdelen binnen bepaalde fasen van de opleidingen. De opleidingscommissie adviseert het faculteitsbestuur gevraagd en ongevraagd over de kwaliteit van het onderwijs in de opleiding als geheel en in afzonderlijke studieonderdelen op basis van de evaluatieresultaten. Individuele docenten kunnen ook buiten de vaste evaluatierondes om hun onderwijs laten evalueren door middel van de vragenlijsten van het Onderwijscentrum. Tevens kunnen studenten door tussenkomst van de opleidingscommissie verzoeken om bepaalde onderdelen te laten evalueren.
42
2.12.4
Onderwijsruimten De onderwijsruimten die door de opleidingen in de Aardwetenschappen worden gebruikt, bevinden zich in het bètagebouw, aan De Boelelaan 1085. De middelgrote collegezalen waarin veel van de eerste- en tweedejaarscolleges worden gegeven, bevinden zich op de eerste verdieping. Het betreft F-123 en F-153. Practica spelen zich voornamelijk af in F-401 (computerpractica), F-253 (paleontologie- en stenencollectie) en F-201 (microscopiezaal). Tevens worden de kleine zalen F-301, F453 en H-358 gebruikt. Een voor studenten algemeen toegankelijke computerruimte bevindt zich op F-229. Voor werkzaamheden in de masterfase zijn afdelingsgebonden werkruimtes aanwezig met computerfaciliteiten.
2.12.5
Bibliotheek In de Bètabibliotheek vindt men de boeken- en tijdschriftencollecties Aardwetenschappen, Biologie, Milieuwetenschappen (IVM), Algemene Vorming, Natuur- en Sterrenkunde, Scheikunde, Informatica en Wiskunde. Ook is er een grote collectie aardwetenschappelijke kaarten. De collecties staan in open opstelling en kunnen voor het grootste gedeelte, zonder tussenkomst van het bibliotheekpersoneel, worden geraadpleegd. Boeken en kaarten kan men lenen op vertoon van een bibliotheekpas of een studentenchipkaart. Van boeken, die verplicht zijn voor bepaalde tentamens, is in ieder geval één exemplaar aanwezig. Tijdschriften worden niet uitgeleend, maar kunnen in de bibliotheek gekopieerd worden. Het zoeken naar een boek of (gedrukt) tijdschrift gebeurt m.b.v. de online publiekscatalogus (opc) In dit systeem kan worden gezocht op titel, auteur, trefwoord of systematische code (Library of Congress Classification) Kaarten kan men opzoeken in een Inventarismap, die o.a. bij de balie staat. De meeste tijdschriften zijn online beschikbaar via de UBVU-website (http://www.ubvu.nl/) binnen de VU-campus of thuis via ACCESS.VU (zie: http://www.access.vu.nl/) Op de UBVU-website kunnen tijdschriftartikelen worden gevonden m.b.v. elektronische bibliografieën.
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Zie voor uitgebreide informatie over o.a. het lenen, het bibliotheekreglement, de overige bibliotheken van de VU, de studiezalen, enz. de UBVU-website (http://www.ubvu.vu.nl) Vakreferenten: dhr. M.G. Gerzon (
[email protected]) en mw. A.A. de Maesschalck (
[email protected]) kamer P620, tel. (020) 598 5238. De Bètabibliotheek bevindt zich op de zesde verdieping van het gebouw Wiskunde en Natuurwetenschappen, ingang De Boelelaan 1083. Openingstijden: maandag t/m donderdag van 9.00-18.00 uur en vrijdag van 9.0017.00 uur. Telefoon balie: (020) 598 5230. 2.12.6
Studieboeken en syllabi Studieboeken zijn onder meer verkrijgbaar bij de VU Boekhandel, hoofdgebouw, tel. 020 644 4355, www.vuboekhandel.nl. Syllabi worden via de VU Boekhandel verkocht, dan wel tegen vergoeding verstrekt door de docenten. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, syllabi en practicummaterialen, etc., zijn voor rekening van de student. De faculteitsvereniging GeoVUsie zorgt voor gezamenlijke boekenaanschaf met korting. Ook de faculteitsvereniging van Archeologie, Underground, verkoopt boeken.
2.12.7
Computerfaciliteiten Studenten die zich inschrijven bij de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen worden op dat ogenblik geregistreerd als gebruiker van het facultaire computernetwerk, waardoor ook een persoonlijk e-mailadres en toegang tot internet verkregen wordt. Van het netwerk is gebruik te maken via de binnen de faculteit opgestelde computers, bijvoorbeeld in zaal F-229b. Daarnaast is het toegestaan gebruik te maken van onderwijszalen met computers (F401 en de zalen op T4), maar ALLEEN op de tijdstippen dat daar geen onderwijsactiviteiten in zijn geroosterd. Deze roostering wordt kenbaar gemaakt bij de ingang van de zaal. Een docent is te allen tijde bevoegd studenten te verzoeken de zaal te verlaten, wanneer onderwijsactiviteiten dit nodig maken. Voordat gebruik van computers mogelijk wordt, is het nodig de persoonlijke toegang tot het computernetwerk te activeren. Daartoe dient contact te worden opgenomen met de helpdesk van de Computerafdeling (kamer F-222). Ten behoeve van de printfaciliteiten moet de gebruiker over een printbudget beschikken. De eerste 500 prints zijn kosteloos. Daarna dient EUR 11,00 betaald te worden voor 300 prints. De betaling geschiedt tevens bij de helpdesk Frans Stevens van de Computerafdeling (kamer F-230). Het printbudget wordt pas verhoogd in de nacht volgend op de dag dat de betaling heeft plaatsgevonden! De internet pagina van de helpdesk bevat een grote hoeveelheid informatie over het netwerk, PC’s en software: http://www.falw.vu/helpdesk
2.12.8
Studentenvoorzieningen Letteren (Archeologie) voor studenten Geoarcheologie Studiesecretariaat Studiesecretariaat: kamer 10A-14, tel. 598 6424 Openingstijden: maandag, dinsdag en donderdag van 11.00-13.00 uur. Bibliotheek De bibliotheek van Archeologie bevindt zich op de 9e verdieping van het VUhoofdgebouw. Ook de uitleenbalie en studiezaal zijn hier te vinden. School for Earth and Environmental Sciences
43
Openingstijden: uitleenbalie: maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 16.45 uur, studiezaal: maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. Naast de UBVU-catalogus kun je voor het zoeken van literatuur gebruikmaken van elektronische bestanden: • NCC (Nederlandse Centrale Catalogus): bevat titels van boeken en tijdschriften die in Nederlandse bibliotheken aanwezig zijn; • OLC (Online Contents) Humaniora: speciaal tijdschriftartikelen op het terrein van Humaniora, tevens inhoudsopgaven van tijdschriften. Van speciaal belang voor het betrokken vakgebied is: • Cetedoc Library of Christian Latin Texts: de volledige tekst van het Corpus Christianorum, Series Latina en Continuatio Mediaeualis; aangevuld met edites uit Patrologiae Latinae Supplementum en Corpus Scriptorum Ecclesiasticorum Latinorum. • Packard’s Humanities Institute: bevat de volledige teksten van het hele Latijnse corpus tot de 2e eeuw na Chr. Ook de teksten op papyri en ostraca, en inscripties. • Thesaurus Linguae Graecae: bevat de volledige teksten van het hele Griekse corpus tot de 4e eeuw na Chr. Andere afdelingen van belang: Handschriften en Oude Drukken: dr. W. Heijting, kamer 1B-41, tel.: (020) 598 5149, e-mail:
[email protected] Informatiebalie Bibliotheek, ruimte 1A-01, tel.: (020) 598 5200, e-mail:
[email protected] Uitgebreide informatie is te verkrijgen bij de uitleenbalie. Computerfaciliteiten Omdat de opleiding archeologie werkt met specifieke archeologische applicaties, programmatuur en randapparatuur (zoals digitizers) is er in het afgelopen jaar een eigen computerzaal voor archeologen ingericht 10A-02. De zaal is bedoeld voor studenten archeologie en wordt gebruikt bij de ICT-onderdelen van colleges en voor het uitwerken van opdrachten en scripties buiten de colleges. Studenten die hiervan gebruik maken moeten een aparte inlognaam aanvragen bij de systeembeheerder van archeologie, Benno Ridderhof. Hiernaast kun je met de inlognaam van Letteren terecht in de overige facultaire computerzalen.
2.13 2.13.1
44
Studieinformatievoorziening en -communicatie Informatie- en communicatiemedia Informatie met betrekking tot de studie wordt via een veelheid aan kanalen aan de studenten aangeboden. De School is er zich van bewust dat het niet altijd even duidelijk is waar welke informatie wordt aangeboden. Er is een studiegids (papier en online), blackboard, facultaire website, TIS, etc. In de nabije toekomst zal het makkelijker worden via een centrale 'portal' toegang te krijgen tot de verschillende digitale systemen. Voor de duidelijkheid even de volgende indicatie omtrent welke studieinformatie waar wordt aangeboden:
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Blackboard: gedetailleerde informatie op cursusniveau aangeboden door de docenten. Studiegids (papier en online via de facultaire website): algemene informatie over de faculteit, de School en de opleiding: o.m. regelingen, voorzieningen, studieprogramma's, vakomschrijvingen, etc. TIS: aanmelding voor cursussen en tentamens, inzage in studieresultaten. Facultaire website: informatie op facultair en opleidingsniveau; o.m. roosters, online studiegidsen, reglementen, studiebegeleiding, facultaire voorzieningen, onderzoeksafdelingen, nieuws, etc. VU-website: algemene informatie op universiteitsniveau; w.o. inschrijving, studiefinanciering, advies en begeleiding, inspraak en reglementen, voorzieningen en digitale services, etc. Nieuws m.b.t. onderwijs Nieuws op het gebied van onderwijs aan de faculteit wordt gepubliceerd op de facultaire website (onder het thema Studenten > Onderwijsmededelingen/ School announcements). Ook GeoVUsie zal soms over gaan tot het opnemen van onderwijsmededelingen in het tweewekelijks blad, NogSteeds. E-mail Het is verder belangrijk dat alle studenten regelmatig het facultaire e-mailaccount controleren dat zij hebben toegewezen gekregen bij de aanvang van de opleiding (@falw.vu.nl, of @geo.vu.nl). Dit is het enige mailadres dat de faculteit (w.o. ook Onderwijsbureau, studiesecretariaat, examencommissie, e.a.) zal gebruiken om via email te communiceren. Andere mailadressen zijn niet bekend bij de onderwijsadministratie, ook niet wanneer deze door de student zijn ingevoerd in digitale systemen als b.v. blackboard of TIS.
2.14
Commissies
2.14.1
Taken opleidingscommissie Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. In de opleidingscommissie zitten een gelijk aantal stafleden en studentleden; in beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in de opleidingscommissie van die opleiding. De opleidingscommissie heeft tot taak: • adviseren over het onderwijs, waaronder de Onderwijs- en Examenregeling; • het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de Onderwijs- en Examenregeling; • het desgevraagd of uit eigen beweging uitbrengen van advies over alle aangelegenheden betreffende onderwijs in de desbetreffende opleiding. Meer informatie over de verschillende opleidingscommissies is te vinden in het volgende hoofdstuk.
2.14.2
Opleidingscommissie bachelor Aardwetenschappen De opleidingscommissie van de bacheloropleiding Aardwetenschappen bestaat uit: stafleden: drs. F. Beunk (voorzitter), dr. K. Kasse en dr. R. Zoetemeijer. studentleden: C. van Pruissen, G. Smeulders en I. Arts.
2.14.3
Opleidingscommissie Environment and Resource Management De opleidingscommissie van de opleiding ERM bestaat uit:
School for Earth and Environmental Sciences
45
stafleden: dr. ir. J.E. Vermaat (voorzitter), prof.dr. F.H.B. Biermann en mw. drs. M.I. Tromp Meesters. studentleden: Drie nog aan te wijzen studenten. 2.14.4
Examencommissie Aardwetenschappen De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken bij tentamens, controleert op naleving van toelatingseisen en stelt de uitslag van de examens vast. Verder wijst zij examinatoren aan en kan hen richtlijnen geven met betrekking tot de beoordeling van tentamens. Binnen de opleidingen Aardwetenschappen bestaat één examencommissie voor alle opleidingen. Zij bestaat uit: prof. dr. J. Smit (voorzitter), dr. M.J. Waterloo, dr. S.J.P. Bohncke, dr. B.P. Zoetemeijer, en een vacature. Correspondentie naar de examencommissie kan gericht worden aan de ambtelijk secretaris; dr.ir. M. Bergwerff, kamer C-124, De Boelelaan 1085, 1081 HV, Amsterdam,
[email protected]. De commissie vergadert iedere tweede woensdag van de maand, m.u.v. van de maand juli. In augustus wordt op de laatste woensdag van de maand vergaderd. In de regel worden vergaderstukken (w.o. brieven) een week voorafgaand aan de vergadering verspreid onder de commissieleden. Tijdig inzenden van agendastukken is dus belangrijk.
2.14.5
Examencommissie Environment and Resource Management De examencommissie van de opleiding ERM bestaat uit: prof. dr. F. Berkhout, dr. M.A. van Drunen, Drs. M.A. Molendijk. Ambtelijk secretaris: mw. E.W. Breet,
[email protected], kamer A503, tel. (020)598 9540. De commissie vergadert maandelijks op de tweede dinsdag van de maand.
2.14.6
Bibliotheekcommissie Deze commissie adviseert de bibliothecaris. De commissie is als volgt samengesteld: dr. S. Luirink (voorzitter), mw. dr. B.P. Zoetemeijer, mw. dr. M.H. Lamoree, J. v.d. Lubbe, BSc (student-lid).
2.15
46
Onderzoeksafdelingen
2.15.1
Algemeen Hieronder staat het onderzoek beschreven van de afdelingen, die relevant zijn voor de studie Aardwetenschappen (alle richtingen) binnen en buiten de faculteit Aard- en Levenswetenschappen. Deze laatste groep wordt genoemd vanwege het onderzoek dat relevant kan zijn voor studenten die buiten de faculteit een specialisatie willen doen. Omdat het niet mogelijk is een beschrijving is te geven van alle onderzoeksafdelingen aan zusterfaculteiten en instituten, wordt verwezen naar de beschikbare informatie op het internet.
2.15.2
Hydrologie en Geomilieuwetenschappen Adelingshoofd: Prof.dr. A.J. Dolman, kamer M438. tel. 598 7358, e-mail:
[email protected] (Uitgebreide info op de website: http://www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IAW-Earth Sciences > Dept. of Hydrology)
Aardwetenschappen en geoarcheologie
De afdeling Hydrologie en Geomilieuwetenschappen bestaat uit twee groepen: de groep Geomilieuwetenschappen/Ecohydrologie en de groep Hydrogeologie. Groep Geomilieuwetenschappen & Ecohydrologie Het onderzoek van de afdeling kent twee, inhoudelijk gerelateerde speerpunten. Beide betreffen uitwisselingsprocessen tussen het vaste aardoppervlak enerzijds en de hydro- en/of atmosfeer anderzijds en beide spelen als zodanig een belangrijke rol bij het bepalen van de mate van kwetsbaarheid van het landoppervlak bij verstoring. •
•
Het functioneren en de kwetsbaarheid van hydrologische systemen in relatie tot landgebruik, vegetatie en klimaat (global change). Dit is dit de specialisatie landoppervlaktehydrologie ofwel ecohydrologie. Het functioneren en de kwetsbaarheid van biogeochemische cycli in relatie tot global change. De nadruk ligt hierbij op zowel de uitwisseling van nutriënten en koolstof tussen ecosysteem, hydro- en atmosfeer als op veranderingen in productie en uitvoer van sediment en daaraan gekoppelde nutriënten. Dit is de geo-ecosystemen en klimaat specialisatie.
Voorbeelden van huidig onderzoek door de 'groep' zijn: • Effecten van grootschalige natuurlijke regeneratie van bos in Slovenië op: (a) het hydrologisch gedrag; (b) de afvoer van water, sediment en nutriënten; en (c) de morfologie van het riviersysteem; • Effecten van veranderingen in regionale hydrologie en waterbeheer op koolstoffluxen (o.a. uitstoot van broeikasgassen) en het hydrologisch functioneren van veengebieden in West-Nederland. • Kwantificering van de water- en energiebalansen van mangrovebos, grasland en (berg) regenwouden op verschillende hoogten in Puerto Rico en Costa Rica. • Effecten van ontbossing, bodembescherming en herbebossing op de lokale en regionale water-, sediment- en nutriëntenhuishouding van tropische berggebieden (Zuidoost-Azië). • Effecten van grootschalige ontbossing op het regionale klimaat van het Amazonegebied . • Koolstofopname en energiebalans van Siberische toendra en lariksbossen in relatie tot global change en veranderingen in de permafrost. • Toepassing van remote sensing (aardobservatie) bij de uitwisseling van water en energie nabij het aardoppervlak en de bestudering van langjarige veranderingen in de hydrologische situatie als gevolg van menselijke activiteit en klimaatfluctuaties. • Water- en nutrientenhuishouding van laaglandregenwoud op contrasterende bodemtypen in Kalimantan, Indonesia. Groep Hydrogeologie Het onderzoeksprogramma van de groep Hydrogeologie richt zich op water in de ondergrond in relatie met de geo-, hydro-, bio- en atmosfeer. Naast exploratie en inventarisatie van grondwatervoorkomens en de chemische samenstelling ervan richt het onderzoek zich vooral op het begrijpen van processen die te maken hebben met grondwater en het verantwoord gebruik en beheer van grondwater. Zowel actuele processen als processen op geologische tijd- en ruimteschaal worden bestudeerd. Het onderzoek van de 'groep' omvat de volgende hoofdthema’s:
School for Earth and Environmental Sciences
47
•
•
•
De invloed van menselijke activiteiten en klimaatverandering op grondwater; o.a. afbraak van vervuiling en veranderingen in grondwateraanvulling vanuit neerslag door klimaatverandering en veranderingen in landgebruik. Grondwater-oppervlaktewater interactie; o.a. verzilting van grond- en oppervlaktewater in laag-gelegen kustgebieden en duurzaam gebruik van kunstmatige infiltratie en oever-infiltratie ten behoeve van waterwinning. Kust- en offshore grondwater; o.a. het onstaan en vóórkomen van “fossiel” zoet en brak grondwater onder de zeebodem en onderzeese uitstroom van grondwater vanaf het land.
Voorbeelden van specifieke projecten binnen deze thema’s zijn: verzilting van de Nederlandse ondergrond in verband met bodem- en zeespiegelbewegingen in heden en verleden; mobilisatie, transport en afbraak van schadelijke organische stoffen in de ondergrond, inclusief microbiologische processen; veranderingen in de samenstelling van grondwater dat wordt gewonnen voor drinkwater; natuurlijke chemische osmose in kleilagen; voeding en uitputting van grondwatervoorkomens in semi-aride gebieden; meten van grondwater onder de zeebodem met behulp van geofysische technieken. Deze studies worden uitgevoerd in samenwerking met zusterafdelingen binnen de faculteit en met organisaties in binnen- en buitenland, zowel op het gebied van wetenschappelijk hydrologisch onderzoek, als op het gebied van toegepast onderzoek met betrekking tot waterbeheersing, waterwinning en milieubeheer. 2.15.3
Isotopengeochemie Afdelingshoofd: prof. dr. P.A.M. Andriessen, kamer H-325, tel 598 7340, e-mail:
[email protected] (Uitgebreide info op de website: http://www.falw.vu.nl zie: onderzoeksinstituten > IAW-Earth Sciences > Dept. of Isotope Geochem) Missie: Isotopengeochemie houdt zich bezig met het ontstaan en de evolutie van de planeet Aarde en de chemische processen die zich afspelen in de verschillende domeinen van het aardse systeem. Ze maakt gebruik van de natuurlijke voorkomens van radioactieve vervalsystemen voor de datering van gesteenten en mineralen. Daarnaast verschaft ze geochemische 'tracers' waarmee kringloop- en uitwisselingsprocessen tussen de verschillende reservoirs van het systeem aarde - mantel, korst, hydrosfeer en atmosfeer - worden gemeten en verklaard. Thermogeochronologie is de bepaling van temperatuur-tijdrelaties met behulp van radiogene isotopen en splijtingssporen en de combinatie met mineraal thermobarometrie, vloeistofinsluitselonderzoek en structurele geologie vormt het middel om druk-temperatuur-tijdpaden van samenhangende gesteentecomplexen en gebergtevorming te reconstrueren. Onderzoeksprogramma: Het onderzoeksprogramma van de afdeling is geconcentreerd in twee thema's (1) het bepalen van absolute ouderdommen en snelheden van geologische processen, en (2) het bepalen van transport tussen verschillende chemische reservoirs van het systeem aarde en het opstellen van massabalansen. Beide thema's verschaffen essentiële informatie over de werking van het plaattektonische systeem, de korst-mantelevolutie,
48
Aardwetenschappen en geoarcheologie
convectieve menging in de mantel en de langetermijnisolatie van mantelreservoirs. Het onderzoek concentreert zich ook met name op het kwantificeren van langetermijn, grootschalige processen - opheffings- en dalingsgeschiedenissen, denudatie, -exhumatie en erosie - die aan de aardoppervlakte hun expressie hebben, maar die worden aangestuurd vanuit de diepere niveaus in de lithosfeer en/of mantel. Recente ontwikkelingen op het gebied van de isotopengeochemie, met name edelgasisotopen, maken het mogelijk om kortetermijn, kleinschalige exogene processen te dateren en te kwantificeren. Een belangrijk aandachtsgebied van de afdeling is het verbeteren en ontwikkelen van analytische methoden en technieken. Met name bepalingen op zeer geringe hoeveelheden materiaal (micro- en picogrammen) met een hoge precisie vormen een continue uitdaging. Naast de analytisch technische kant van het geologisch onderzoek besteedt de afdeling veel aandacht aan veld- en modelleringsstudies. In de meeste gevallen wordt het onderzoek uitgevoerd in een multidisciplinaire omgeving, waarbij petrologen, tektonici en structureel geologen natuurlijke partners zijn. Isotopengeologisch onderzoek vindt echter ook over de grenzen van geologie en fysische geografie heen plaats. De afdeling Isotopengeochemie participeert in de onderzoekschool NSG en maakt deel uit van het landelijk toponderzoekinstituut ISES. Onderwijsprogramma: In drie achtereenvolgende jaren van de bacheloropleiding verzorgt de afdeling cursussen op het gebied van chemie en isotopengeochemie voor Aardwetenschappers. In het eerste jaar wordt de cursus wiskunde gegeven. Op het eind van het derde jaar biedt de afdeling Isotopen Geochemie een aantal goed omschreven onderzoeksprojecten aan, die hoofdzakelijk laboratoriumonderzoek inhouden onder leiding van een stafmedewerker of promovendi. Het masterprogramma wordt samen met de afdelingen Petrologie, Tektoniek, en Sedimentologie verzorgd en omvat dan ook bijdragen van de verschillende subdiciplines in geïntegreerde cursussen. Daarnaast levert Isotopen geochemie ook een bijdrage in een cursus die wordt verzorgd in samenwerking met de afdeling Paleoklimatologie en Geomorfologie. De student kan isotopengeochemische of petrologische accenten leggen door het kiezen van specialisatiepakketten. Met het volgen van colleges, practica en excursies verkrijgt hij de expertise om via veldwerken, laboratoriumonderzoek en stages te participeren in een onderzoekprogramma en om daarover te rapporteren. Afhankelijk van zijn belangstelling kan de student zich verder bekwamen in (a) instrumentele analysetechnieken, die nog meer dan binnen aardwetenschappen toepassing vinden bij allerlei bedrijven, werkzaam in de technologie van vaste stoffen, dan wel in (b) de (mathematische) modelleringstechnieken, hetgeen mogelijkheden biedt voor een baan in de informatietechnologie. De aard en mogelijkheden van onderzoek in de masteropleiding wisselen van jaar tot jaar. Momenteel zijn of komen er mogelijkheden in Namibië, Australië, Spanje, Marokko en Peru. Het onderzoek in de masters is een zelfstandig onderzoek, maar wordt vaak aangeboden in het kader van lopend onderzoek van de afdeling, waardoor een optimale begeleiding wordt geboden. 2.15.4
Paleoklimatologie en Geomorfologie Afdelingshoofd: prof.dr. J. Vandenberghe, kamer: F-414, tel. 598 7368, e-mail:
[email protected]
School for Earth and Environmental Sciences
49
(Uitgebreide info op de website: http://www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IAW-Earth Sciences > Dept. of Quaternary Geology and Geomorphology) plv. : prof. dr. D. Kroon, kamer: E-359, tel. 598 7322, e-mail:
[email protected] (Uitgebreide info op de website: http://www.falw.vu.nl zie:onderzoeksinstituten > IAW-Earth Sciences > Dept. of Paleoecology) Het onderzoek van de afdeling Paleoklimatologie en Geomorfologie richt zich op de reconstructie van processen in de atmosfeer, hydrosfeer (cryosfeer), lithosfeer en biosfeer, gebruikmakend van de modernste onderzoeksmethoden. Meer bepaald gaat de aandacht naar de functionering en evolutie van klimaatsystemen en geomorfologische milieus. De wijze waarop het klimaat als drijvende kracht opereert bij veranderingen in die milieus staat heel centraal. Daarnaast wordt ook nagegaan welke rol tektoniek en menselijk ingrijpen hierbij spelen. Klimaatsystemen worden gereconstrueerd zowel vanuit mariene als terrestrische archieven. De veelzijdige aspecten hiervan vragen om een multidisciplinaire aanpak met een grote diversiteit aan specialismen en analyses. Naast kwantitatieve en kwalitatieve analyses op kalkskeletten van organismen uit mariene (foraminiferen, ostracoden, coccolithophoridae) en lacustriene (mollusken, gastropoden) sedimenten, spelen stabiele isotopen- (O, C en Sr), chemische analyses, paleobotanie, korrelgrootteonderzoek en modellering een belangrijke rol bij het onderzoek. De benodigde informatie wordt verkregen door de studie van geomorfologie, ecologie en sedimenten op verschillende tijd- en ruimteschalen, inclusief het recente milieu. Het onderzoek richt zich speciaal op: • riviersystemen, meer bepaald de reconstructie en modellering van rivieractiviteit op verschillende tijdschalen in het Kwartair met aandacht voor de interne dynamiek en de externe aansturing door klimaat, tektoniek en menselijke activiteit; en • analyse en evolutie van paleoklimaatsystemen en -condities met behulp van gedetailleerde en nauwkeurige reconstructies en vergelijking met klimaatmodellen (naast West-Europa, ook het Chinese Loess en Tibet Plateau, de Indische Oceaan, de N.-Atlantische Oceaan en Amazonia). • De studie van huidige oceaanprocessen, inclusief zeespiegelveranderingen. • Land/zeecorrelaties (N.-Atlantische Oceaan/NW.-Europa). Naast terrestrisch veldwerk heeft de afdeling een actief zeegaand programma ontwikkeld. De afdeling verzorgt onderwijs voornamelijk in de processen die aan het aardoppervlak voorkomen (o.a. de Kwartairgeologie, geomorfologie, oceanografie en paleoklimatologie). 2.15.5
Petrologie Afdelingshoofd: Prof. dr. G.R. Davies kamer F-032, tel. 598 7329, e-mail:
[email protected] (Voor uitgebreide informatie zie: http://www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IAW-Earth Sciences > Dept. of Petrology) De langzame afkoeling van de Aarde is de drijvende kracht van alle grootschalige ‘geodynamische’ processen. De warmtestroom uit het inwendige van de aarde laat gesteenten smelten tot magma en zet vulkanen in werking. Magma’s uit de
50
Aardwetenschappen en geoarcheologie
aardmantel stollen tot oceaankorst en leveren de bouwstenen voor de continentkorst. Elders zorgt de inwendige warmte voor vorming van nieuwe gesteenten door rekristallisatie bij metamorfose. Petrologie is de wetenschap der gesteenten, i.h.b. van de magmatische en metamorfe gesteenten. Onderzoek aan deze gesteenten doen we om inzicht te krijgen in de grootschalige geodynamica van de korst, continentale zowel als oceanische, en van de onderliggende mantel en kern. Petrologisch onderzoek is vormt ook een onderdeel van klimaat- en milieu-onderzoek. Zo is vulkanisme de sluitsteen van de CO2-kringloop en is onderzees vulkanisme medeverantwoordelijk voor de chemische samenstelling van de oceaan. Magmatische en metamorfe processen produceren ook een aanzienlijk deel van onze ruwe grondstoffen, de metaalertsen. De belangrijkste onderzoeksmethoden van de petroloog zijn veldwaarnemingen en chemische analyses van gesteenten en mineralen en hun fluïde en magmatische insluitsels. Petrologen gebruiken daarbij ook thermodynamische modellen en experimenteel onderzoek waarin de gesteentevormende processen worden nagebootst. Ons vakgebied heeft dus een uitgesproken chemisch karakter (‘de aarde als chemische smeltkroes’); het is nauw verwant met de isotopengeochemie, nl. bij de analyse van de factor tijd in de evolutie van gesteenten (geochronologie, de ouderdomsbepaling van gesteenten en processen aan de hand van radioactieve vervalsystemen), en bij het gebruik van isotopen als ‘vingerafdrukken’ van gesteentevormende processen. De afdeling verzorgt het onderwijs in de petrologie, mineralogie, geochemie, vulkanologie en grondstoffengeologie. Het MSc-programma voor de O(nderzoeks)en M(aatschappijgerichte)-varianten wordt samen met de afdelingen Isotopengeochemie en Tektoniek verzorgd en omvat dan ook bijdragen van deze vakgebieden. Verder werkt de afdeling samen met Geoarcheologie bij de petrografische en geochemische analyse van archeologisch materiaal. In de vrije keuzeruimte in het vijfde studiejaar kan de student petrologische, mineralogische of (isotopen)-geochemische accenten leggen. Daarbij hoort steeds een inleiding in de theorie en praktijk van de noodzakelijke analyse-technieken. Omdat deze technieken talloze toepassingen kennen in de technologie van vaste stoffen, maakt de analytische ervaring een chemisch getrainde petroloog tevens geschikt voor werk als materiaalkundige bij bedrijven en onderzoeksinstellingen. Studenten kunnen in het onderzoek van de afdeling participeren vanaf de ‘bachelorsafsluiting’ aan het einde van het derde studiejaar. Het onderzoeksprogramma bestaat uit twee componenten: • Magmatische processen en vulkanisme bij mid-oceanische ruggen, ‘hot spots’ en subductiezones. Dit zijn belangrijke schakels in de kringloop van oppervlaktemateriaal via de aardmantel. Geochemie van hogetemperatuurprocessen (element- en isotopenverdeling tussen gesteenten en hun mineralen) is een belangrijk hulpvak. • De vorming en thermotektonische ontwikkeling van de continentale lithosfeer. Veldwerk in diep geërodeerde Precambrische schilden en latere orogenen is doorgaans het startpunt. De problemen worden breed aangepakt: zowel de magmatische als de metamorfe processen, inclusief de interactie tussen mantel en korst en tussen fluïde fasen en gesteenten, als de processen die leiden tot aanrijking van minerale grondstoffen. Structurele geologie van hooggradige gesteenten is hierbij een belangrijk steunvak. Er lopen momenteel projecten in
School for Earth and Environmental Sciences
51
Tanzania (Kimberliet-vulkanisme), Namibië (laat Proterozoïsche orogenese) en in het Caledonisch (vroeg Paleozoïsch) gebergte van Noorwegen. Via de contacten van de afdeling met de buitenuniversitaire wereld (SHELL, TNO, DeBeers…) zijn er doorgaans ook stageplaatsen beschikbaar voor MSc-studenten in de M-variant, bijv. voor deelname aan (veld- en lab-)onderzoek naar het gebruik van geothermische energie en naar gedrag en eigenschappen van bouwmateriaal (bijv. natuursteen en beton). De keuze aan stages wisselt van jaar tot jaar. Een actuele lijst van beschikbare onderzoeks- en stage-onderwerpen is te vinden op de internetpagina van de afdeling, http://www.falw.vu.nl/Onderzoeksinstituten/index.cfm 2.15.6
Sedimentologie Afdelingshoofd (ad-interim): dr. A.R. Fortuin, kamer E-237, tel. 598 7351 e-mail:
[email protected] (Uitgebreide info op de website: http://www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IAW-Earth Sciences > Dept. of Sedimentology) De sedimentologie bestudeert de processen die leiden tot de vorming, transport,afzetting en lithificatie van materiaal dat accumuleert als welk type sediment dan ook in zowel continentale als mariene milieus. Omgekeerd herleidt het uit de zo gevormde sedimentaire gesteenten de afzettingscondities waaronder deze gesteenten gevormd werden.De sedimentologie zoals beoefend in onze afdeling is nauw verbonden met de stratigrafie en mariene geologie. Stratigrafie betreft de bepaling van de ruimtelijke aspecten van de gevormde sedimentlichamen en hun tijdsverbanden Demariene geologie houdt zich bezig met de bestudering van de ondergrond van de zeeën en oceanen, die 70% van het aardoppervlak beslaan. Het door de afdeling verzorgde onderwijs omvat de procesmatige benadering van erosie en en afzetting, inclusief de ruimtelijke rangschikking (architectuur) van sedimenten en de daaraan verbonden tijdsaspecten, de reconstructie van sedimentaire milieus, diagenese en geochemie, de petrofysica van sedimentaire gesteenten, mariene geologie, seismische stratigrafie en historische geologie. Het onderwijs richt zich zowel op fundamentele als toegepaste aspecten. Daarbij wordt samengewerkt met de afdelingen Paleoecologie -Paleoklimatologie en Tektoniek en Structurele geologie, ook wat betreft onderzoek. Studenten zullen deelnemen aan onderzoek,gericht op sedimentaire bekkens, zowel inzake carbonaat vormende, als siliciklastische milieu’s, Neogene bekens, petrofysica en seismische interpretatie van sedimentaire gesteenten. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met academische groepen of programma’s en grote oliemaatschappijen in Europa en Noord- Amerika, of in het kader van internationale programma’s, zoals het Ocean Drilling Program (IODP),EUROMARGINS of EUROCLIMATE.
2.15.7
52
Tektoniek Afdelingshoofd: prof.dr. S.A.P.L. Cloetingh, kamer E-160, tel. 598 7341 e-mail:
[email protected] (Uitgebreide info op de website: http://www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IAW-Earth Sciences > Dept. of Tectonics)
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Het onderzoek van de afdeling Tektoniek richt zich op de studie van de deformatieprocessen in de korst en de lithosfeer. Een belangrijk onderdeel hierin is de studie van de vorming en de formatie van sedimentaire bekkens, waarbij de reconstructie van de sedimentaire record, verticale bewegingen en de mechanica van de korst en de lithosfeer centraal staat. Hierbij is numerieke modellering van tektonische processen een gebruikelijke techniek. Onderzoek vindt plaats in zowel extensieve als compressieve gebieden en is met name procesgeoriënteerd. Veldwerk in uiteenlopende gebieden, zoals het Iberisch schiereiland, Italië en OostEuropa, is gericht op het verzamelen van gegevens over paleostress, over deformatie en deformatiemechanismen, alsmede over structurele ontwikkeling en de evolutie van sedimentaire bekkens. Een scala aan numerieke en experimentele modelleertechnieken aangeboden via het NUMLAB en TECLAB ondersteunt het onderzoek naar de ontwikkeling van het spanningsveld in de lithosfeer, naar lithosfeer- en bekkenschaal-deformatieprocessen en met talloze toepassingen op het gebied van energie en milieu. Vloeistofstroming in relatie tot tektoniek, opheffingsen dalingspatronen, bekkenvorming en ontwikkeling (in compressie en extensie) en modellering van thermische veranderingen tijdens deformatie zijn belangrijke onderwerpen van onderzoek. Intensieve samenwerking met andere afdelingen binnen de faculteit en in internationaal kader, is van wezenlijk belang voor het onderzoek van de afdeling Tektoniek. 2.15.8
Geoarcheologie Afdelingshoofd: prof.dr. H. Kars, kamer O439, tel. 598 7364, e-mail:
[email protected] (Uitgebreide informatie op de website; http://www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IBGA- Geo & Bioarcheologie) Met ingang van het studiejaar 2001-2002 leiden we studenten op die door een zorgvuldig gekozen pakket van studieonderdelen uit de aardwetenschappen, uit de archeologie en van nieuwe geoarcheologische vakken in staat zijn de aan de aardwetenschappen gerelateerde archeologische problemen op te lossen. Een geoarcheoloog is dus een soort natuurwetenschapper die met de Oudheid in de weer is. Bij geoarcheologie in engere zin kun je denken aan de beschrijving en de interpretatie van de archeologische vindplaats, of beter gezegd, het archeologischhistorisch landschap in een geologisch, bodemkundig en fysisch-geografisch kader. Het onderzoek is dus gericht op landschapsreconstructie: hoe zag het landschap er tijdens de bewoning uit, wat was het milieu, wat waren de natuurlijke hulpbronnen; wat waren de kenmerken van het landschap die de keuze van bewoning bepaalden. In een diachroon kader geplaatst, resulteert dit in een biografie van het landschap. Daarnaast is er de zorg voor het archeologisch erfgoed dat nog in onze bodem aanwezig is. Aardwetenschappelijke kennis is een van de voorwaarden om archeologische vindplaatsen te kunnen inventariseren en te waarderen om ze voorts, als deel van het cultuurhistorisch erfgoed, in natuur- en landschapsontwikkelingsprogramma’s te behouden. Mogen er op grond van geomorfologische, bodemkundige en hydrologische parameters op bepaalde lokaties archeologische vindplaatsen verwacht worden? Zo ja, dan zal er met behulp van technieken als veldsurvey, remote sensing, geofysische en geochemische prospectie, inzicht verworven kunnen worden in het voorkomen, de omvang en de kwaliteit van archeologische vindplaatsen.
School for Earth and Environmental Sciences
53
Bij archeologie denken we al snel aan vondsten: overblijfselen uit het verleden die door archeologen onder de noemer van materiele cultuur beschreven worden. Steeds meer worden er natuurwetenschappelijke methoden en technieken gebruikt voor de karakterisering van dit onderzoeksmateriaal. Deze vorm van geoarcheologie, of archeometrie, is dus in feite een material science. Hiervoor zijn kennis nodig van moderne onderzoeksmethoden en -technieken, maar ook van de (aardse) materialen waarmee wordt gewerkt en van oude technologieën. Onderzoeksvragen vallen in de volgende categorieën: • Hoe oud is het? Ook in de archeologie is er een grote behoefte aan het absoluut dateren van vindplaatsen en fenomenen. • Waar vinden we het? Met behulp van weinig tot non-destructieve prospectiemethoden worden archeologische vindplaatsen gelokaliseerd, gekarteerd en gedocumenteerd • Waarvan en hoe is het gemaakt? Dankzij een groot aantal fysische, mineralogische en chemische analysemethoden kunnen eigenschappen en samenstelling van voorwerpen of van materiaalgroepen bepaald worden, waardoor het mogelijk wordt de herkomst van grondstoffen op te sporen en inzicht te krijgen in productieprocessen. • Hoe behouden we het? Vanuit bodemkundig en thermodynamisch perspectief is het een wonder dat we nog zoveel materiaal uit het verleden vinden. Kennelijk zijn er bijzondere conserveringscondities waardoor we organisch en ander materiaal van soms duizenden jaren oud nog in vrije goede staat kunnen aantreffen. Onderzoek naar dit (meta)stabiele evenwicht tussen archeologisch materiaal en bodem is volop gaande. • Is het wel echt? Hoewel bescheiden van omvang, vindt er ook onderzoek plaats naar het vaststellen van de authenticiteit van archeologische en kunsthistorische voorwerpen. Om dit vak goed te kunnen leren wordt er deelgenomen aan diverse excursies, stages en veldwerken. Dit veldwerk speelt zich af op diverse locaties in Nederland, Italië en in Griekenland. Opgemerkt kan nog worden dat er nauw wordt samengewerkt met de opleiding Archeologie bij de faculteit der Letteren. De opleiding Archeologie betreft de studie van samenlevingen uit de oudheid aan de hand van materiële overblijfselen. Het accent ligt op de Romeinse wereld, niet alleen op Italië, maar ook op de provincies van het Romeinse Rijk, met name die in Noordwest-Europa (het huidige Nederland, Duitsland, Frankrijk en Engeland). De achtergrond van deze aandachtskeuze is de integratie van de Mediterrane en de Provinciaal-Romeinse Archeologie. De oriëntatie in de studie-opzet hangt nauw samen met het onderzoeksprogramma, dat is afgestemd op de bestudering van romaniseringsprocessen in Italië en in de noordwestelijke provincies van het Romeinse Rijk. 2.15.9
54
Instituut Voor Milieuvraagstukken Directeur: Prof. dr. F. Berkhout, kamer C-530, tel. 598 9525. Het IVM. bestaat uit vier afdelingen: • Chemistry and biology, afdelingshoofd: Dr. Juliette Legler (a.i.), kamer A-562, tel 020 598 9516, e-mail:
[email protected] • Economics and technology, afdelingshoofd: dr. M.W. Hofkes (a.i.), kamer A-530, tel 020 598 9563, e-mail:
[email protected] Aardwetenschappen en geoarcheologie
•
Environmental policy analysis, afdelingshoofd: prof. dr. F. Biermann, kamer AC522, tel 020 598 9959, e-mail:
[email protected] • Spacial analysis and decision support, afdelingshoofd: dr. R. Janssen (a.i.), kamer A-570, tel 020 598 9512, e-mail:
[email protected] (Uitgebreide informatie op de website: http://www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IVM- Environmental Studies) Het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) houdt zich als oudste universitaire milieu-onderzoeksinstituut in Nederland al ruim 30 jaar bezig met complexe milieuvraagstukken. Sinds 1 september 2001 maakt het IVM deel uit van de faculteit der Aard- en Levenswetenschappen. De doelstelling van het instituut is bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling en aan het behoud en verbetering van het milieu door wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Er werken ongeveer 100 mensen bij het IVM. De hoofdonderwerpen van het onderzoek zijn (internationale) milieuovereenkomsten, zoals over klimaatverandering en internationale handel; ruimtelijke milieuaspecten, met name in kustgebieden, stroomgebieden en stedelijke gebieden; de kwaliteit van milieu-informatie, voornamelijk het uitvoeren van metingen, normering en dataanalyse; en industriële transformatie, met name milieumanagement in bedrijven en ontkoppeling van economische groei en milieubelasting. Er worden verschillende technieken en methoden aangewend om deze thema's te onderzoeken, zoals biomonitoring, stofstroomanalyse, besliskunde en beslissingsondersteunende systemen, perceptie- en participatieonderzoek, economische waardering van milieuelementen, kosten-batenanalyse, geïntegreerde economische en milieumodellering, chemische analyse, ringonderzoeken, remote sensing en geografische informatiesystemen. Door de complexiteit van milieuproblemen is een multidisciplinaire aanpak nodig om tot effectieve oplossingen te komen. De IVM-onderzoekers hebben dan ook zeer uiteenlopende achtergronden, die variëren van chemie en ecologie tot economie en sociale wetenschappen. De bindende factoren tussen de onderzoekers zijn hun zorg om het milieu en de wil om grensverleggend onderzoek van hoge kwaliteit te verrichten. Internationale en nationale onderzoeksfinancieringsinstituten zoals NWO, bedrijven, overheden, niet-gouvernementale organisaties (NGO's) en internationale organisaties zoals die van de EU, de VN en OESO zijn goed voor driekwart van de financiering; de VU neemt het overige kwart voor haar rekening. Het IVM maakt deel uit van de Onderzoekschool SENSE (Netherlands Research School for the Socio-Economic and Natural Sciences of the Environment). Het IVM organiseert de masteropleiding Environment and Resource Management (zes vakken), vier mastercursussen (Advanced Spatial Analysis Techniques, Aquatic Ecology, Environmental management in river basins and coastal lowlands en Nature and Progress) en zeven bachelorcursussen (Basiscursus Milieukunde I, Digitale Ruimtelijke Data, Gezondheid en Milieu, Gezondheidsgeografie, Milieueconomie en –Management, Scriptie Milieubeleid en Transport- en Milieueconomie). 2.15.10
Biologie en Samenleving Afdelingshoofd en contactpersoon stages en scripties: mw. Prof. dr. J.G.F. Bunders, tel 020- 598 7031, kamer A-068.Meer informatie (o.a. over het onderwijs op de afdeling) is te vinden op de afdelingswebsite: www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IITO-Biology & Society.
School for Earth and Environmental Sciences
55
2.15.11
Dierecologie Afdelingshoofd: Prof.dr. N.M. van Straalen, telefoonnummer: 020-598 7070, kamernummer: B095E-mailadres:
[email protected] informatie is te vinden via de afdelingswebsite: http://www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IEW-ecological Sciences > Animal ecology.
2.15.12
Ecologie en ecofysiologie van planten Plaatsvervangend hoofd en contactpersoon stages en scripties: dr. J.A.C.Verkleij, tel (020) 598 7054, kamer A-217, e-mail:
[email protected] Meer informatie is te vinden op de afdelingswebsite: http://www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IEW-ecological Sciences > Ecol. & phys. of plants.
2.15.13
Systeemecologie Afdelingshoofd: prof.dr. Rien Aerts, tel. 020-598 7211/7007, kamernummer: A-154. Email:
[email protected] Website: http://www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IEW-ecological Sciences > Dept. Systems ecology.
56
Aardwetenschappen en geoarcheologie
3
3.1 3.1.1
3.2 3.2.1
3.3 3.3.1
Bacheloropleiding Aardwetenschappen
Eén bacheloropleiding met 4 richtingen Eén bacheloropleiding met 4 richtingen De driejarige bacheloropleiding Aardwetenschappen omvat vier varianten, te weten: • Geologie (richting I) • Kwartairgeologie en geomorfologie (richting II) • Milieu-natuurwetenschappen (richting III) • Geoarcheologie Studenten in de richtingen I, II en III beginnen met een gemeenschappelijk basisprogramma van 16 maanden om zich vervolgens binnen één van de drie richtingen te specialiseren. Studenten in de Geoarcheologie volgen vanaf het eerste jaar een programma dat enigszins afwijkt en dat zich deels bij de opleiding Archeologie van de faculteit Letteren afspeelt. De opleiding wordt alleen voltijds verzorgd.
Programma en vakken Programma en vakken Het studieprogramma van de verschillende bachelorvarianten van de opleiding Aardwetenschappen en de daarbij behorende vakomschrijvingen zijn te vinden in de respectievelijke hoofdstukken 4 en 5 van de papieren Bachelorgids, maar ook online op www.studiegids.vu.nl > BSc Aardwetenschappen.
Toelatingsvoorwaarden Vooropleidingseisen en colloquium doctum Vooropleidingseisen De toelatingseis voor de bacheloropleiding Aardwetenschappen is een vwo-diploma met het profiel: Natuur en Techniek, of Natuur en Gezondheid. Studenten met een vwo-profiel Economie en Maatschappij, of Cultuur en Maatschappij hebben uitsluitend instroomrechten tot de opleiding als zij beschikken over een voldoende eindexamen in de vakken: Wiskunde B1 + Natuurkunde + Scheikunde. Voor iedereen geldt daarnaast dat Nederlands en Engels op vwo-niveau verplicht zijn gesteld. Studenten met een vwo-diploma (oude stijl) worden niet langer zonder meer tot de bacheloropleiding Aardwetenschappen toegelaten. Zij dienen zich bij de examencommissie van de opleiding te melden voor een toelatingsbesluit. Ook voor hen geldt dat Wiskunde A of B, Natuurkunde, Scheikunde, Nederlands en Engels onmisbaar zijn. Vrijstelling van de vooropleidingseis op grond van andere diploma’s Een (propedeutisch) diploma hbo geeft toegang tot de bacheloropleiding Aardwetenschappen. De faculteit stelt hierbij dezelfde eisen voor wiskunde-, scheikunde- en natuurkundekennis als bij het vwo-diploma. Ook de Engelse taal zal op vwo-niveau beheerst dienen te worden. Aankomende studenten zullen hun
Bacheloropleiding Aardwetenschappen
57
eventuele deficiënties ingehaald moeten hebben vóór ze aan een opleiding aan een universiteit mogen beginnen. Verdere informatie over toelating met een andere vooropleiding (onder andere colloquium doctum) staat vermeld in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding, of wordt verstrekt door de afdeling Studentendecanen, tel. 598 5020. Zie ook www.vu.nl > studenten > Reglementen > Onderwijs- en examenregelingen. Toelatingsonderzoek Voor hen die niet voldoen aan één van de hierboven gestelde eisen, bestaat de mogelijkheid, wanneer de leeftijd van 21 jaar of ouder is bereikt, een universitair toelatingsonderzoek, colloquium doctum, te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Studentendecanen.
3.4
Doelstelling en eindtermen
3.4.1
Doelstelling van de opleiding Met de bacheloropleiding wordt beoogd studenten zodanige theoretische en praktische basiskennis en vaardigheden bij te brengen op het gebied van de aardwetenschappen en aanverwante bèta-disciplines, dat zij in staat zijn een masteropleiding in de Aardwetenschappen of aanverwante discipline te volgen, of eventueel toe te treden tot de arbeidsmarkt. De opleiding beoogt tevens studenten kennis te laten maken met het belang van de discipline in een brede wetenschappelijke, wijsgerige en maatschappelijke context.
3.4.2
Eindtermen bacheloropleiding Kennis en inzicht Richting I • De bachelor bezit specifieke vakinhoudelijke basiskennis van de geologische deelgebieden binnen de Aardwetenschappen, met name op het gebied van de Petrologie en Mineralogie, de Structurele Geologie en de Historische Geologie; Richting II • De bachelor bezit specifieke vakinhoudelijke basiskennis van de fysische geografische/geomorfologische deelgebieden binnen de Aardwetenschappen, met name op het gebied van de Geomorfologie, Kwartairgeologie, Bodemkunde en Geobotanie; Richting III • De bachelor bezit specifieke vakinhoudelijke basiskennis van de geologisch / ecologisch / milieukundige deelgebieden binnen de Aardwetenschappen, met name op het gebied van Klimaat(veranderingen), Bodemkunde, Ecologie en Milieukunde; Geoarcheologie • De bachelor bezit specifieke vakinhoudelijke basiskennis van de geologisch / fysisch geografische /archeologische deelgebieden binnen de Aardwetenschappen, met name op het gebied van de Geomorfologie, Kwartairgeologie, Bodemkunde, Petrologie en Archeometrie en Geoarcheologische prospectiemethoden.
58
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Algemeen • De bachelor heeft kennis, overzicht en begrip van de eigenschappen en structuur van de Aarde en van de werking van het systeem Aarde als systeem van lagen (sferen): lithosfeer, hydrosfeer, biosfeer en atmosfeer), kringlopen van materie, endogene en exogene dynamische processen; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de elementaire vormingsprocessen van gesteenten, van de opbouw, samenstelling, indeling en classificatie van gesteenten, van stratigrafische principes en de tijdschaal, en van sedimentatie- en vervormingsprocessen en –producten; • De bachelor beschikt over voldoende ruimtelijk inzicht om geologische en fysisch geografische elementen op kaarten weer te geven, te begrijpen en te analyseren, luchtfotobeelden en analyses te vertalen naar dergelijke kaarten, en om eenvoudige ruimtelijke kaart- en profielconstructies uit te voeren; • De bachelor is in staat te denken in grootschalige kaders van ruimte en tijd in de aardwetenschappen, zodat geologische en fysisch geografische / geomorfologische processen en fenomenen naar vorm, vormingsproces, plaats en tijd onderscheiden kunnen worden; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in het gebruik van analysetechnieken van aardse materialen; • De bachelor heeft ruime kennis van de exacte vakken (wiskunde, natuurkunde, scheikunde), die nodig is bij verdere specialisatie in het vervolgtraject van de studie; • De bachelor kan eenvoudige kwantitatieve methoden toepassen; dwz een werkelijk aardwetenschappelijk probleem vertalen naar een wiskundig model en aan dit model berekeningen uitvoeren, met of zonder hulp van een computer; • De bachelor is in staat te werken met computerprogramma’s op het gebied van tekstverwerking, spread sheets, data bases en grafieken; • De bachelor heeft voldoende vaardigheid ontwikkeld in het gebruik van dataverwerkingsystemen en geografische informatiesystemen. Toepassen van kennis en inzicht • De bachelor kan op systematische wijze gegevens verzamelen d.m.v. directe waarneming in het veld en op luchtfoto’s, aan de hand van duidelijke geologische en geomorfologische vraagstellingen; deze waarnemingen in onderlinge samenhang brengen, opslaan en interpreteren op kaarten en profielen of in andere databases en de waarnemingen verwerken in een wetenschappelijk rapport dat voldoet aan de facultaire richtlijnen; • De bachelor heeft een eerste ervaring met wetenschappelijk onderzoek; de ervaring wordt gaandeweg opgedaan door confrontatie met onderzoek en onderzoekers en vervolgens door deelname aan een begeleid wetenschappelijk onderzoeksproject; • De bachelor is in staat een specifieke aardwetenschappelijke vraagstelling te definiëren, hypothesen op te stellen en verklaringen te vormen en een strategie te bepalen voor een oplossing en deze strategie uit te voeren. (vaardigheden in probleemoplossing); • De bachelor kan multidisciplinair denken en verbanden leggen tussen verschillende informatie-inhouden.
Bacheloropleiding Aardwetenschappen
59
Oordeelvorming • De bachelor is in staat verzamelde veld- en/of laboratoriumgegevens op hun waarde te schatten en hun toepasbaarheid te beoordelen; • De bachelor is in staat te beoordelen of kwantitatieve modellen toepasbaar zijn; • De bachelor is in staat om niet-specialistische vakliteratuur en rapporten op aardwetenschappelijk gebied te lezen, te begrijpen en kritisch te beoordelen; • De bachelor heeft inzicht verkregen in het domein van de Aardwetenschappen en het bestaan en de betekenis van bepaalde naastliggende vakgebieden; • De bachelor heeft inzicht in de reikwijdte, toepassing en verantwoordelijkheden van het vakgebied en in de rol van de Aardwetenschappen in wetenschap, samenleving en beroepspraktijk; • De bachelor is in staat ethische aspecten in (toepassing van) de wetenschap af te wegen; • De student heeft na het eerste jaar voldoende zicht op het gehele vakgebied en op het eigen functioneren, om uit te kunnen maken of een vervolgstudie opportuun is; • De bachelor is in staat een weloverwogen keuze te maken voor nadere specialisatie in het vervolgtraject van de studie (masteropleiding), dan wel voor het functioneren op de arbeidsmarkt. Communicatie • De bachelor is in staat verworven kennis en inzicht mondeling en schriftelijk op heldere wijze te presenteren; • De bachelor is staat een mening te vormen en een standpunt te verdedigen; • De bachelor kan in groepsverband samenwerken. Leervaardigheden • De bachelor is in staat niet-specialistische vakliteratuur in de Nederlandse en Engelse taal zelfstandig te bestuderen; • De bachelor is in staat zich tijdens onderzoeksprojecten ook in een vreemde (buitenlandse) omgeving te handhaven en daarin zelfstandig en in groepsverband te functioneren. • De bachelor leert in zijn/haar vak op academisch werk- en denkniveau te functioneren en verder te (willen) leren; • De bachelor is in staat en ziet de noodzaak om op de hoogte te blijven van relevante ontwikkelingen op het vakgebied.
3.5 3.5.1
60
Onderwijs- en Examenregeling Onderwijs- en Examenregeling De bacheloropleiding Aardwetenschappen heeft een eigen Onderwijs- en Examenregeling (OER) waarin formeel de regelingen zijn vastgelegd over het onderwijs, de samenstelling van de programma’s en de examens. Via het internet: (http://www.falw.vu.nl > studenten > Reglementen > Onderwijs- en Examenregelingen is deze OER te raadplegen en te downloaden. Tevens kan men de OER inzien bij het studiesecretariaat (kamer C-118a). Indien er verschillen zouden bestaan tussen de OER en deze gids, geldt de regelgeving zoals beschreven in de OER.
Aardwetenschappen en geoarcheologie
3.6 3.6.1
Studiebegeleiding Studiebegeleiding FALW Elke student krijgt aan het begin van de bacheloropleiding een studiebegeleider toegewezen. Deze zal de student gedurende de gehele bacheloropleiding begeleiden. De studiebegeleiders houden individuele gesprekken en groepsgesprekken met studenten, geven studieadviezen en zorgen voor de voorlichting over keuzemogelijkheden binnen de studie. De studiebegeleiders voor de bacheloropleiding: Cohort 2005/2006: dr. Ernst Willingshofer, kamer E-153, tel 020- 598 7353, e-mail:
[email protected] Cohort 2004/2005: dr. Marlies ter Voorde, kamer H-352, tel: 020- 598 7843, e-mail:
[email protected] Cohort 2003/2004: dr. Simon R. Troelstra, kamer E-319, tel: 020- 598 7292, e-mail:
[email protected] Cohort 2002/2003: dr. Kees Kasse, kamer F-432, tel: 020- 598 7381, e-mail:
[email protected] Alle studenten in de opleidingsrichting Geoarcheologie worden begeleid door Prof. dr. Henk Kars, kamer O-439, tel: 020 598 7381, e-mail:
[email protected] Zodra een student de overstap maakt naar een masteropleiding wordt de studiebegeleiding overgenomen door de daartoe aangestelde mastercoördinator van de betreffende opleiding. In de Master Guide Earth Sciences, Environmental Sciences, and Geoarchaeology, of op de facultaire website is te vinden wie de mastercoördinatoren van de verschillende opleidingen zijn.
3.6.2
3.7
Studentendecanen en Studentenpsychologen De studiebegeleider kan helpen bij studieproblemen of adviseren bij studievertraging. Zo nodig verwijst de studiebegeleider naar andere instanties, zoals de afdeling Studentendecanen of de afdeling Studentenpsychologen aan de VU. Drs. H. Boswijk, tel. (020) 598 5020, e-mail:
[email protected] is de studentendecaan voor de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen.
Studie- en Loopbaanperspectief
3.7.1
Studie en loopbaan In het derde jaar van de bacheloropleiding wordt het vak Studie en loopbaan gegeven. Dit vak wordt verzorgd in een samenwerking tussen de faculteit en het Centrum voor Studie en Loopbaan. Er wordt onder meer gewerkt aan een competentieanalyse van jezelf, een oriëntatie op de arbeidsmarkt en er wordt aandacht besteed aan het gemotiveerd kiezen van een vervolg(master)opleiding. Een uitgebreide beschrijving van het vak is te vinden in de lijst met vakomschrijvingen in deze gids. Meer informatie over het Centrum voor Studie en Loopbaan is te vinden op de algemene website www.vu.nl > studenten > advies en begeleiding > studie- en loopbaanbegeleiding.
3.7.2
Loopbaanoriëntatie en arbeidsmarkt De Nederlandse werkgevers zijn nog niet duidelijk ingesteld op het creëren van functies voor afgestudeerden met een academische bachelorgraad. In tegenstelling tot Bacheloropleiding Aardwetenschappen
61
sommige andere landen in de wereld is bij ons de bachelor-masterstructuur pas kort geleden ingevoerd en heeft nog een beperkt aantal mensen een bachelorbul aan het Nederlands Wetenschappelijk Onderwijs behaald. Veelal zullen studenten kiezen voor een vervolgopleiding en het behalen van een mastergraad. Veel informatie over de carrièremogelijkheden met een bachelorbul kan hier helaas dus nog niet gegeven worden. Ter oriëntatie op de arbeidsmarkt is het nuttig om een stage te lopen buiten de instellingen van wetenschappelijk onderwijs. In de bacheloropleiding is alleen binnen het studieonderdeel Bachelorsthesis een beperkte mogelijkheid om eens buiten de VU te kijken. Binnen de masteropleidingen zal daartoe veel meer ruimte zijn. Loopbaanoriëntatie vindt ook plaats op de door GeoVUsie georganiseerde bedrijvendagen, of via het bijwonen van voordrachten die met grote regelmaat op de faculteit worden gehouden door personen uit het bedrijfsleven. De Stichting Bèta Bedrijvencontactdag Amsterdam (SBBA) organiseert ieder jaar een bedrijvencontactdag bestemd voor bètastudenten van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. De bedrijvencontactdag wordt jaarlijks gehouden in de eerste week van april, afwisselend in de gebouwen van de VU of de UvA. De bedrijvendag is met name gericht op laatste jaar bachelorstudenten, masterstudenten en promovendi. Deze krijgen in de loop van maart een uitnodiging en het programmaboekje met het inschrijfformulier. Op de bètabedrijvencontactdag is een informatiemarkt aanwezig waar bedrijven zich presenteren. Tevens zijn er verschillende lezingenrondes waarin enkele bedrijven de kans krijgen om het publiek te informeren over de arbeidsmogelijkheden die er voor bèta's zijn binnen dat bedrijf. Een persoonlijk gesprek met een bedrijf naar keuze kan aangevraagd worden door een ingevuld c.v. in te leveren, dat verstrekt wordt met het inschrijfformulier. Naar aanleiding van deze c.v.’s worden studenten uitgenodigd voor de gesprekkendagen die enige tijd na de bedrijvendag plaatsvinden, meestal in mei. De SBBA bestaat uit studenten van de VU en de UvA. Meer informatie over de SBBA of de bèta bedrijvencontactdag kan verkregen worden via de website http://www.sbba.nl. 3.7.3
VU masteropleidingen en toelating tot deze masters De meest voor de hand liggende keuze voor studenten in de afrondende fase van hun bacheloropleiding zal zijn zich te beraden op een doorstroom naar een masteropleiding. De masteropleiding kan gevolgd worden aan een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit, of wordt logischerwijs voortgezet binnen de faculteit zelf. De School for Earth and Environmental Sciences van de faculteit Aard- en Levenswetenschappen van de Vrije Universiteit kent de volgende masteropleidingen A. Earth Sciences (waarbinnen zes specialisatierichtingen zijn ondergebracht); • Paleoclimate and Geo-ecosystems • Solid Earth • Archaeometry • Landscape Archaeology
62
Aardwetenschappen en geoarcheologie
• •
Education (lerarenopleiding) Science Communication
B. Geosciences of Basins and Lithosphere (onderverdeeld in 3 richtingen) • Sedimentary basins; architecture and evolution • Continental lithosphere; composition and rates of processes • Petroleum systems; development and regional geology C. Hydrology (onderverdeeld in twee richtingen); • Hydrogeology • Ecohydrology D. Environment and Resource Management Binnen de specialisaties hebben de studenten de keuze tot het volgen van een tweetal profielen: • maatschappijgericht (M); • onderzoeksgericht (O) De profielkeuze zal in de praktijk met name tot uitdrukking komen in de uitvoering van een beleidsmatige of bedrijfsstage in het kader van de Master Thesis (M), dan wel een meer onderzoeksgerichte Master Thesis aan universiteit of onderzoeksinstituut (O). De masteropleidingen hebben een omvang van respectievelijk 120 stp. (Earth Sciences, Geosciences of Basins and Lithosphere, Hydrology) en 60 stp. (Environment and Research Management). Toelating tot de masteropleidingen Toestemming tot het volgen van masteronderdelen zonder bachelordiploma Om de doorstroom van de bacheloropleiding naar een masteropleiding van de School of Earth and Environmental Sciences zo soepel mogelijk te laten verlopen, is het onder bepaalde voorwaarden toegestaan reeds deel te nemen aan een deel van het cursorisch onderwijs van de masteropleiding zonder dat het daartoe benodigde bacherlordiploma is behaald (zie later). Studenten met enige achterstand in de bacheloropleiding kunnen op deze wijze, zonder veel tijd te verliezen door roostertechnische problemen, tijdens het afronden van de bacheloropleiding reeds beginnen met de masteropleiding. De voorwaarden voor deelname zijn als volgt: • Deelname is alleen toegestaan aan de daartoe speciaal in de OER vermelde studieonderdelen van de masteropleiding, wanneer de student minimaal 150 studiepunten heeft behaald in de bachelorrichting die toegang verschaft tot de betreffende masteropleiding of masterspecialisatie (zie ook hieronder). • De periode waarbinnen de student zonder bachelordiploma kan deelnemen aan onderdelen van de masteropleidingen bedraagt maximaal 12 maanden, gerekend vanaf het begin van het cursusjaar. N.B. De toelatingseis zal nog in 2005 verscherpt worden tot een minimum van 168 studiepunten in de bacheloropleiding. Deze eis zal gaan gelden voor studenten van cohort 2003/2004 en latere cohorten. In bepaalde gevallen kan de examencommissie,
Bacheloropleiding Aardwetenschappen
63
op gemotiveerd verzoek van studenten die niet aan deze eis voldoen, toelating toch toestaan. Meer informatie over deze regeling wordt nog nader verstrekt. Officiële inschrijving in de masteropleiding kan pas plaatsvinden na het behalen van het bachelordiploma. Toelating met bachelorvariant Richting I Studenten, die binnen het bachelorexamen Aardwetenschappen het programma van de bachelorvariant Richting I hebben gevolgd, hebben rechtstreeks toegang tot: A. de volgende differentiaties van de masteropleiding Earth Sciences: • Paleoclimate and Geo-ecosystems • Solid Earth • Education (lerarenopleiding, E-variant) • Science Communication (C-variant) B. de volgende differentiaties van de masteropleiding Hydrology: • Hydrogeology • Ecohydrology C. de masteropleiding Environment and Resource Management Studenten (richting I) die willen worden toegelaten tot één van specialisaties van de masteropleiding Geosciences of Basins and Lithosphere dienen eerst contact op te nemen met mastercoördinator dr. Reini Zoetemeijer (
[email protected], tel. (020) 598 7382). Deze master bestaat uit de volgende specialisaties: • Sedimentary basins; architecture and evolution • Continental lithosphere; composition and rates of processes • Petroleum systems; development and regional geology Toelating met bachelorvariant Richting II Studenten, die binnen het bachelorexamen Aardwetenschappen het programma van de bachelorvariant Richting II hebben gevolgd, hebben rechtstreeks toegang tot: A. de volgende differentiaties van de masteropleiding Earth Sciences: • Paleoclimate and Geo-ecosystems • Education (lerarenopleiding, E-variant) • Science Communication (C-variant) B. de volgende differentiaties van de masteropleiding Hydrology: • Hydrogeology • Ecohydrology C. de masteropleiding Environment and Resource Management Toelating met bachelorvariant Richting III Studenten, die binnen het bachelorexamen Aardwetenschappen het programma van de bachelorvariant Richting III hebben gevolgd, hebben rechtstreeks toegang tot: A. de volgende differentiatie van de masteropleiding Earth Sciences: • Paleoclimate and Geo-ecosystems • Education (lerarenopleiding, E-variant) • Science Communication (C-variant) B. de volgende differentiaties van de masteropleiding Hydrology: • Hydrogeology • Ecohydrology 64
Aardwetenschappen en geoarcheologie
C. de masteropleiding Environment and Resource Management Toelating met bachelorvariant Geoarcheologie Studenten die binnen het bachelorexamen Aardwetenschappen de variant Geoarcheologie hebben gevolgd, hebben rechtstreeks toegang tot: A. de volgende differentiaties van de masteropleiding Earth Sciences: • Landscape Archaeology • Archaeometry • Education (lerarenopleiding, E-variant) • Science Communication (C-variant) B. de masteropleiding Environment and Resource Management Toelating met afwijkende bachelorsvarianten Studenten die op basis van hun bachelorvariant Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit niet rechtstreeks toegang hebben tot een bepaalde masterdifferentiatie binnen een masteropleiding, kunnen alsnog worden toegelaten tot die masterdifferentiatie op basis van een daartoe strekkend besluit van de Examencommissie van de masteropleiding. De Examencommissie geeft daarbij aan voor welke differentiatie binnen de masteropleiding de toelating geldt. De Examencommissie kan aanvullende eisen stellen alvorens de student wordt toegelaten tot de masteropleiding. Toelating masterspecialisaties Science Communication en Education Binnen de brede masteropleiding Earth Sciences bestaat de mogelijkheid tot het volgen van een Communicatie, of een Educatie-(lerarenopleiding)variant. Voor het volgen van de richting Science Communication gelden geen specifieke toelatingseisen. Het is echter wel raadzaam tijdens de bacheloropleiding het vak Oriëntatie op communicatie en educatie 1 (990005) op te nemen in je vrije keuzepakket. Wil je toegelaten worden tot de Educatievariant, dan is het verplicht Sociale geografie I (450099) in je bachelorpakket te hebben. Daarnaast wordt sterk aangeraden de vakken Oriëntatie op communicatie en educatie 1 (990005) en Oriëntatie op educatie 2 (990007) tijdens je bacheloropleiding te volgen. Master Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied De faculteit der Wijsbegeerte organiseert een 2-jarige masteropleiding Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied, voor studenten die geïnteresseerd zijn in de invloed die de wetenschap uitoefent op ons mens- en wereldbeeld, de drijvende kracht van de wetenschap in onze maatschappij en cultuur en de drastische veranderingen die onze wereld ondergaat onder invloed van (natuur)wetenschappen en technologie. Studenten met een bachelordiploma Aardwetenschappen kunnen worden toegelaten tot deze opleiding en volgen in het eerste jaar een filosofisch basisprogramma, waaronder een aantal vakken uit de bacheloropleiding Wijsbegeerte. In het tweede jaar wordt met algemene verdiepingscolleges en seminars over wisselende actuele keuzeonderwerpen verder vorm gegeven aan de opleiding die eindigt in een afstudeerfase (voornamelijk literatuuronderzoek en scriptie) waarin je eigen wetenschapsgebied alle aandacht kan krijgen. Voor meer informatie: S van der Bruggen, studieadviseur Wijsbegeerte, Faculteit der Wijsbegeerte, hoofdgebouw, kamer 13A-06. Tel. (020)-598 6607, e-mail:
[email protected]
Bacheloropleiding Aardwetenschappen
65
66
Aardwetenschappen en geoarcheologie
4
4.1
Programmabeschrijving van de bacheloropleiding
Omvang van de studie De omvang van de bacheloropleiding bedraagt 180 studiepunten verdeeld over drie studiejaren (60 studiepunten per jaar). Eén studiepunt (conform ECTS, European Credit Transfer System) staat voor 28 uur studiebelasting en bestaat uit het volgen van colleges en practica, het voorbereiden en uitwerken van de collegestof (zelfstudie), het studeren voor tentamens, het maken van werkstukken en het verrichten van veldwerk. Bij de beschrijvingen van de studieonderdelen zijn de studiepunten per onderdeel vermeld.
4.2
Basisopleiding Aardwetenschappen Het programma van het eerste studiejaar en de eerste twee periodes van het tweede jaar biedt een brede oriëntatie op het gehele terrein van de Aardwetenschappen, zodat de student aan het eind van dit basisprogramma een weloverwogen keuze kan maken voor de vervolgopleiding, die hetzij meer op het aardoppervlak (fysische geografie en milieuwetenschappen), hetzij meer op de aardkorst (geologie) gericht is. Het totale basisprogramma omvat 83 studiepunten.
4.2.1
Basisopleiding, eerste jaar Alle onderstaande vakken van het eerste jaar zijn verplicht. Vakcode 450010 450002 450064 450068 450007 450157 450070 450065 450069 450067 450066 450062 450039 450063
4.2.2
Vaknaam Eigenschappen van gesteenten I Encyclopedie en algemene vaardigheden Fysica voor aardwetenschappers Geochemie voor aardwetenschappers Global change Inleiding mineralogie Paleontologie Ruimtelijke beeldvorming Sedimentologie en stratigrafie Systeem Aarde Tektoniek Veldpracticum Brabant Veldwerk 1e jaar Wiskunde en computergebruik
Stp. 6 5 3 3 3 3 3 6 6 6 3 3 4 6
Periode 1 1, 2, 3, 4 en 5 3 4 2 5 2 2 en 3 4 1 5 5 6 1 en 2
Basisopleiding, tweede jaar Onderstaande tweedejaars vakken zijn voor alle richtingen verplicht. Vakcode 450022 450072 450071 450020 450073
Vaknaam Inleiding in de anorganische geochemie Sedimentaire systemen in ruimte en tijd Statistiek en data-analyse Veldwerkverslag 1e jaar Wis- en natuurkunde
Bacheloropleiding Aardwetenschappen
Stp. 5 3 6 3 6
Periode 1 2 1 1 en 2 2
67
4.3
Richting I, geologie en hydro(geo)logie In het studieprogramma richting I (geologie en hydro(geo)logie), dat volgt op het basisprogramma, ligt het accent in de geologische richting. Het programma is opgebouwd uit verplichte onderdelen in het tweede en derde jaar (totaal 79 studiepunten) en een keuzepakket van 18 studiepunten in het derde jaar. Het derde jaar wordt afgesloten met een begeleid zelfstandig onderzoek, ofwel Bachelorthesis (450100).
4.3.1
Richting I, tweede jaar (verplichte vakken) Vakcode 450023 450075 450024 450078 450076 450077 450079
4.3.2
450006
68
Stp. 5 6 5 3 6 6 6
Periode 4 4 en 5 4 4 5 3 6
Richting I, derde jaar (verplichte vakken) Met ingang van 2005-2006 is het derdejaars bachelorprogramma licht gewijzigd ten opzichte van eerdere jaren. De vakken Isotopengeochemie en Toegepaste geofysica (nu resp. 450141 en 450142) worden gewaardeerd met 6 stp. en de Bachelorthesis (450100) met 18 stp. De vrije keuzeruimte beslaat voortaan 18 stp. Bovenstaande wijzigingen (zie ook tabel hieronder) gelden voor de huidige derdejaars studenten (cohort 2003/04) en daarop volgende cohorten. Vierdejaars bachelorstudenten die nog vakken moeten doen uit het derde jaar wordt verzocht na te gaan of de wijzigingen (nadelig) effect hebben op hun examenprogramma en indien nodig contact op te nemen met hun studiebegeleider. Raadpleeg, indien gewenst, de studiegids van het vorig jaar (ook nog online beschikbaar via www.studiegids.vu.nl, na aanpassing van de datum van de gegevens aldaar). Vakcode 450100 450141 450026 450142 450074 450090
4.3.3
Vaknaam Digitale ruimtelijke data Historische geologie incl. veldpracticum Inleiding hydrologie Mineralogie Petrologie, incl. veldpracticum Structurele geologie I, inclusief veldpracticum Veldwerk geologie
Vaknaam Bachelorthesis aardwetenschappen Isotopengeochemie Studie en loopbaan Toegepaste geofysica Uitwerking veldwerk geologie Wetenschapsgeschiedenis voor Aard-, levens- en milieuwetenschappers Wijsgerige vorming: aardwetenschappen, filosofie en ethiek
Stp. 18 6 2 6 4 3 3
Periode 5 en 6 3 1 en 2 1 1 en 2 2 en 3 1
Richting I, derde jaar (keuzevakken) Uit onderstaande lijst keuzevakken dient een totaal van 18 studiepunten te worden gevolgd.
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Vakcode 450098 450130 450085 450308 450283 450101
990005
990007 450083 450166 450099 450081
4.4
Vaknaam Bodem en milieu Grondslagen van meteorologie en klimatologie Hydrologie van Nederland Inleiding geobiologie Inleiding paleoklimatologie en paleooceanografie Mathematische modellen en computersimulatie Kwartairgeologie/ milieuwetenschappen Oriëntatie op communicatie en educatie 1: oriëntatie op het beroep van leraar en communicatiespecialist Oriëntatie op educatie 2: oriëntatie op het beroep van leraar Petrologie van het systeem Aarde Prehistorie Sociale geografie I Structurele geologie II
Stp. 6 6
Periode 4 2
6 6 6
2 4 4
6
4
6
februari 2006
6
maart 2006
6 3 6 6
4 1, 2, 3 en 4 2 2
Richting II, fysische geografie, kwartairgeologie en hydro(geo)logie In het studieprogramma richting II (fysische geografie, kwartairgeologie en hydro(geo)logie), dat volgt op het basisprogramma, ligt het accent in de fysisch geografische richting. Het programma is opgebouwd uit verplichte onderdelen in het tweede en derde jaar (totaal 79 studiepunten) en een keuzepakket van 18 studiepunten in het derde jaar. Het derde jaar wordt afgesloten met een begeleid zelfstandig onderzoek, ofwel Bachelorthesis (450100).
4.4.1
Richting II, tweede jaar (verplichte vakken) Vakcode 450091 450023 450094 450095 450024 450093 450092
4.4.2
Vaknaam Bodemkunde Digitale ruimtelijke data Geobotanie (plantkunde) Geomorfologie, inclusief veldpracticum Inleiding hydrologie Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract. Veldwerk geomorfologie
Stp. 3 5 6 6 5 6 6
Periode 5 4 5 3 4 4 6
Richting II, derde jaar (verplichte vakken) Met ingang van 2005-2006 is het derdejaars bachelorprogramma licht gewijzigd ten opzichte van eerdere jaren. De vakken Isotopengeochemie en Toegepaste geofysica (nu resp. 450141 en 450142) worden gewaardeerd met 6 stp. en de Bachelorthesis (450100) met 18 stp. De vrije keuzeruimte beslaat voortaan 18 stp. Bovenstaande wijzigingen (zie ook tabel hieronder) gelden voor de huidige derdejaars studenten (cohort 2003/04) en daarop volgende cohorten. Vierdejaars bachelorstudenten die nog vakken moeten doen uit het derde jaar wordt verzocht na te gaan of de wijzigingen (nadelig) effect hebben op hun examenprogramma en indien nodig contact op te nemen met hun studiebegeleider. Raadpleeg, indien gewenst, de studiegids van het
Programmabeschrijving van de bacheloropleiding
69
vorig jaar (ook nog online beschikbaar via www.studiegids.vu.nl, na aanpassing van de datum van de gegevens aldaar). Vakcode 450100 450141 450026 450142 450096 450090 450006
4.4.3
Stp. 18 6 2 6 4 3 3
Periode 5 en 6 3 1 en 2 1 1 en 2 2 en 3 1
Richting II, derde jaar (keuzevakken) Uit onderstaande lijst keuzevakken dient een totaal van 18 studiepunten te worden gevolgd. Vakcode 450098 450130 450085 450308 450283 450101
990005
990007 450083 450166 450099 450081
4.5
Vaknaam Bachelorthesis aardwetenschappen Isotopengeochemie Studie en loopbaan Toegepaste geofysica Uitwerking veldwerk geomorfologie Wetenschapsgeschiedenis voor Aard-, levens- en milieuwetenschappers Wijsgerige vorming: aardwetenschappen, filosofie en ethiek
Vaknaam Bodem en milieu Grondslagen van meteorologie en klimatologie Hydrologie van Nederland Inleiding geobiologie Inleiding paleoklimatologie en paleooceanografie Mathematische modellen en computersimulatie Kwartairgeologie/ milieuwetenschappen Oriëntatie op communicatie en educatie 1: oriëntatie op het beroep van leraar en communicatiespecialist Oriëntatie op educatie 2: oriëntatie op het beroep van leraar Petrologie van het systeem Aarde Prehistorie Sociale geografie I Structurele geologie II
Stp. 6 6
Periode 4 2
6 6 6
2 4 4
6
4
6
februari 2006
6
maart 2006
6 3 6 6
4 1, 2, 3 en 4 2 2
Richting III, milieuwetenschappen In het studieprogramma richting III, dat volgt op het basisprogramma, ligt het accent in de milieuwetenschappelijke richting. Het programma is opgebouwd uit verplichte onderdelen in het tweede en derde jaar (totaal 79 studiepunten) en een keuzepakket van 18 studiepunten in het derde jaar. Het derde jaar wordt afgesloten met een begeleid zelfstandig onderzoek, ofwel Bachelorthesis (450100).
4.5.1
Richting III, tweede jaar (verplichte vakken) Vakcode 450105 470019
70
Vaknaam Basiscursus milieukunde I Biodiversiteit en ecologisch veldwerk
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Stp. 6 6
Periode 5 05.06.2006 - 30.06.2006
450091 450023 470009 450024 450093
4.5.2
3 5 6 5 6
5 4 09.01.2006 - 03.02.2006 4 4
Richting III, derde jaar (verplichte vakken) Met ingang van 2005-2006 is het derdejaars bachelorprogramma licht gewijzigd ten opzichte van eerdere jaren. De vakken Isotopengeochemie en Toegepaste geofysica (nu resp. 450141 en 450142) worden gewaardeerd met 6 stp. en de Bachelorthesis (450100) met 18 stp. De vrije keuzeruimte beslaat voortaan 18 stp. Bovenstaande wijzigingen (zie ook tabel hieronder) gelden voor de huidige derdejaars studenten (cohort 2003/04) en daarop volgende cohorten. Vierdejaars bachelorstudenten die nog vakken moeten doen uit het derde jaar wordt verzocht na te gaan of de wijzigingen (nadelig) effect hebben op hun examenprogramma en indien nodig contact op te nemen met hun studiebegeleider. Raadpleeg, indien gewenst, de studiegids van het vorig jaar (ook nog online beschikbaar via www.studiegids.vu.nl, na aanpassing van de datum van de gegevens aldaar). Vakcode 450100 450141 450136 450026 450142 450090 450006
4.5.3
Bodemkunde Digitale ruimtelijke data Ecologie Inleiding hydrologie Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract.
Vaknaam Bachelorthesis aardwetenschappen Isotopengeochemie Scriptie milieubeleid Studie en loopbaan Toegepaste geofysica Wetenschapsgeschiedenis voor Aard-, levens- en milieuwetenschappers Wijsgerige vorming: aardwetenschappen, filosofie en ethiek
Stp. 18 6 4 2 6 3 3
Periode 5 en 6 3 1 en 2 1 en 2 1 2 en 3 1
Richting III, derde jaar (keuzevakken) Een totaal van 18 studiepunten dient ingevuld te worden met vakken uit de onderstaande lijst, dan wel met een keuze uit het overige aanbod van studieonderdelen van de bacheloropleiding Aardwetenschappen, of de bacheloropleiding Biologie. Vakcode 450098 450094 450130 450085 450308 450283 470143 450101
990005
Vaknaam Bodem en milieu Geobotanie (plantkunde) Grondslagen van meteorologie en klimatologie Hydrologie van Nederland Inleiding geobiologie Inleiding paleoklimatologie en paleooceanografie Levensgemeenschapsbiologie Mathematische modellen en computersimulatie Kwartairgeologie/ milieuwetenschappen Oriëntatie op communicatie en educatie 1: oriëntatie op het beroep van leraar en communicatiespecialist
Stp. 6 6 6
Programmabeschrijving van de bacheloropleiding
Periode 4 5 2
6 6 6
2 4 4
9 6
13.02.2006 - 24.03.2006 4
6
februari 2006
71
990007 450083 450166 450099 450081 450286
4.6
Oriëntatie op educatie 2: oriëntatie op het beroep van leraar Petrologie van het systeem Aarde Prehistorie Sociale geografie I Structurele geologie II Veldexcursie ecosystemen Ardennen
6
maart 2006
6 3 6 6 2
4 1, 2, 3 en 4 2 2 5
Geoarcheologie De bachelorvariant Geoarcheologie heeft reeds vanaf het eerste jaar een eigen programma, waarin overigens vaak wordt aangesloten bij de overige bachelorrichtingen. Het centrale leerdoel van het Geoarcheologie-programma is dat je een groot aantal relevante basisbegrippen, inzichten en technieken uit de Aardwetenschappen en de Archeologie gaat beheersen en kunt toepassen in verschillende onderdelen van het archeologisch werkveld. Daarnaast zullen, net zo als dit in de opleiding tot geoloog en archeoloog het geval is, excursies en veldwerk een belangrijk onderdeel uit maken voor de opleiding tot geoarcheoloog. Het vakspecifieke deel van de studie zal met name via het veldwerk en de rapportage daarover, zichtbaar worden. De stages en veldwerk zullen sterk op het archeologisch werkveld georiënteerd zijn. Het eerste jaar van de basisopleiding heeft een oriënterende en selecterende functie. In het tweede en derde curriculumjaar volgt een verdere verbreding en verdieping van de stof waarbij vakken uit de Archeologie en de Aardwetenschappen aan de orde komen. Het programma van de basisopleiding ligt grotendeels vast. Naar het eind van het derde curriculumjaar vindt oriëntatie plaats op de specialisatie van de masteropleiding. De opleiding wordt afgesloten met een begeleid zelfstandig onderzoek; de Bachelorthesis geoarcheologie (450282).
4.6.1
Geoarcheologie, eerste jaar Alle onderstaande vakken van het eerste jaar zijn verplicht. Vakcode 504011 504012 502010 450219 450002 450303 450064 450068 450143 450069 450067 450062 450063
4.6.2
72
Vaknaam Arch: Geografische archeologie Arch: Inleiding in de veldarcheologie Arch: Wat is archeologie? Een inleiding Archeometrie & materiaalpracticum I Encyclopedie en algemene vaardigheden Excursie geografische archeologie Fysica voor aardwetenschappers Geochemie voor aardwetenschappers Ruimtelijke beeldvorming (geoarcheologie) Sedimentologie en stratigrafie Systeem Aarde Veldpracticum Brabant Wiskunde en computergebruik
Stp. 5 5 5 6 5 1 3 3 6 6 6 3 6
Periode 4 en 5 5 en 6 1 en 2 5 1, 2, 3, 4 en 5 1 3 4 2 en 3 4 1 5 1 en 2
Geoarcheologie, tweede jaar Onderstaande tweedejaars vakken maken alle deel uit van het verplichte programma.
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Vakcode 503020 450036 450091 450034 450023 450035 450095 450024 450022 450093 450071 450090
4.6.3
Stp. 5
Periode 5
6 3 3 5 6 6 5 5 6
2 5 2 4 6 3 4 1 4
6 3
1 2 en 3
Geoarcheologie, derde jaar (verplichte vakken) Met ingang van 2005-2006 is het derdejaars bachelorprogramma licht gewijzigd. De excursie is komen te vervallen en de Bachelorthesis (450282) is uitgebreid tot 16 stp. Bovenstaande wijzigingen (zie ook tabel hieronder) gelden voor de huidige derdejaars studenten (cohort 2003/04) en daarop volgende cohorten. Vierdejaars bachelorstudenten die nog vakken moeten doen uit het derde jaar wordt verzocht na te gaan of de wijzigingen (nadelig) effect hebben op hun examenprogramma en indien nodig contact op te nemen met hun studiebegeleider. Raadpleeg, indien gewenst, de studiegids van het vorig jaar (ook nog online beschikbaar via www.studiegids.vu.nl, na aanpassing van de datum van de gegevens aldaar). Vakcode 504008 450282 450104 450078 450076 450026 450097 450033 450006
4.6.4
Vaknaam Arch: Mediterrane archeologie 1b, Romeinse archeologie Archeometrie & materiaalpracticum II Bodemkunde Dateringsmethoden Digitale ruimtelijke data Geoarcheologisch veldwerk Geomorfologie, inclusief veldpracticum Inleiding hydrologie Inleiding in de anorganische geochemie Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract. Statistiek en data-analyse Wetenschapsgeschiedenis voor Aard-, levens- en milieuwetenschappers
Vaknaam Arch: Provinciaal-Romeinse archeologie 1a, inleiding Bachelorthesis geoarcheologie Geoarcheologische prospectietechnieken Mineralogie Petrologie, incl. veldpracticum Studie en loopbaan Terrestrische milieus Uitwerking geoarcheologisch veldwerk Wijsgerige vorming: aardwetenschappen, filosofie en ethiek
Stp. 5
Periode 1
16 4 3 6 2 6 4 3
4, 5 en 6 3 4 5 1 en 2 2 1 1
Geoarcheologie, derde jaar (keuzevakken) De keuzeruimte binnen de bachelorvariant Geoarcheologie omvat 12 studiepunten. Deze kunnen ingevuld worden met een keuze uit het aanbod van studieonderdelen uit de bacheloropleiding Aardwetenschappen, of de bacheloropleiding Archeologie. Onderstaande lijst bevat enkele van de mogelijkheden. De roostering van deze vakken sluit niet per definitie goed aan op het Geoarcheologieprogramma. Voor individuele afstemming en mogelijkheden kan contact worden opgenomen met prof. dr. Henk Kars. Vakcode 504138 450098
Vaknaam Arch: Prehistorie van Nederland Bodem en milieu
Stp. 5 6
Programmabeschrijving van de bacheloropleiding
Periode 2 4
73
470055 450130 450085 450283 450101
990005
990007 450083 450166 450099
4.7
Evolutie van de mens Grondslagen van meteorologie en klimatologie Hydrologie van Nederland Inleiding paleoklimatologie en paleooceanografie Mathematische modellen en computersimulatie Kwartairgeologie/ milieuwetenschappen Oriëntatie op communicatie en educatie 1: oriëntatie op het beroep van leraar en communicatiespecialist Oriëntatie op educatie 2: oriëntatie op het beroep van leraar Petrologie van het systeem Aarde Prehistorie Sociale geografie I
6 6
09.01.2006 - 03.02.2006 2
6 6
2 4
6
4
6
februari 2006
6
maart 2006
6 3 6
4 1, 2, 3 en 4 2
Algemene en wijsgerige vorming Binnen het bachelorprogramma wordt met de studieonderdelen Wetenschapsgeschiedenis (450090) en Wijsgerige vorming (450006) invulling gegeven aan Algemene en Wijsgerige vorming. Het doel van deze onderdelen is de student inzicht te geven in de aard van de eigen wetenschap en de plaats daarvan in een ruimer verband. Hierbij wordt aandacht besteed aan de onderlinge samenhang van de wetenschappen, de geschiedenis van en wijsgerige vragen omtrent natuurwetenschappen, hun functie binnen de samenleving en aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid van hun beoefenaars. In de Bèta-bibliotheek is een aparte bibliotheek Algemene vorming opgenomen.
4.8
Interfacultaire keuzevakken Interfacultaire keuzevakken maken geen deel uit van het vastgestelde examenprogramma van de bacheloropleiding Aardwetenschappen. Wil je een interfacultair keuzevak volgen dan dien je daar dus toestemming voor te vragen bij de examencommissie. Het is belangrijk dat je dit vooraf en tijdig regelt!
4.9
Vakken buiten FALW en de Vrije Universiteit De Informatheek van het Centrum voor Studie en Loopbaan is in het bezit van alle studiegidsen van de VU (welke overigens ook in digitale versie te raadplegen zijn op http://www.studiegids.vu.nl), maar ook van de andere universiteiten. Wil je een keuzevak elders volgen, raadpleeg dan de desbetreffende studiegids, het internet, of doe navraag bij docent of studiebegeleider. Deelname aan keuzevakken die niet door de School for Earth and Environmental Sciences worden georganiseerd dient vooraf te worden goedgekeurd door de examencommissie (achteraf regelen is niet mogelijk!). Aanvragen hiertoe graag tijdig indienen bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie, voorzien van documentatie over de aard en inhoud van het vak. Examencommissie Aardwetenschappen t.a.v. M. Bergwerff, FALW, De Boelelaan 1085, 1081 HV Amsterdam (
[email protected]).
74
Aardwetenschappen en geoarcheologie
5 naam code docenten studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen naam code docent studiepunten periode doel
Examenonderdelen Arch: Geografische archeologie 504011 dr. J. Renes; dr. J.C.A. Kolen; prof.dr. H. Kars 5 28 (28 hoorcollege) en responsiecollege 4 en 5 Globale kennis van de raakvlakken tussen de archeologie en geografie; inzicht in de ruimtelijke aspecten van de archeologie en archeologische fenomenen; verkenning van kernbegrippen (onder ander landschap) en ruimtelijke concepten/modellen; kennis van de landschapsarcheologie; globale kennis van landschapsvoming (fysische geografie en bodemkunde) en de geschiedenis van cultuurlandschappen (archeologie en historische geografie) De collegereeks verkent de raakvlakken tussen de archeologie en relevante richtingen binnen de geografie. Het accent wordt gelegd op de ruimtelijke fenomenen die de archeoloog bij zijn/haar onderzoek kan tegenkomen (afzettingen, bodems, erven en nederzettingen, relicten van cultuurlandschappen) en de wijze waarop deze worden geduid en geïnterpreteerd in de geografie en de archeologie. Specifieke aandacht wordt besteed aan Noordwest-Europa en het Mediterrane gebied, in het bijzonder het Nederlandse rivierengebied, de Zuid-Nederlandse zandgronden en ZuidItalië. • Algemeen: C. Renfrew & P. Bahn, 2000 (1991): Archaeology: Theories, Methods and Practice, London (Thames & Hudson, (pagina 173-209 (hoofdstuk 5) en 223-265 (hoofdstuk 6) • Fysische Geografie: n.b.t. hoofdstukken uit H.J.A. Berendsen, 1997: Landschappelijk Nederland (= Fysische Geografie van Nederland (4), Assen (Van Gorcum) • Historische Geografie: n.b.t. hoofdstukken uit S. Barends e.a. (eds), 2000 (1986): Het Nederlandse landschap. Een historisch-geografische benadering, Utrecht (Matrijs) • Landschapsarcheologie: n.b.t. hoofdstukken uit M. Aston, 2001 (1985): Interpreting the landscape. Landscape archaeology and local history, London/New York (Routledge) Schriftelijk tentamen 1e jaars studenten Archeologie, Geo-archeologie Inschrijven verplicht via TIS Arch: Inleiding in de veldarcheologie 504012 dr. J.G. Aarts 5 5 en 6 Het aanleren van veldtechnieken die nodig zijn voor het uitvoeren van een opgraving en het verkrijgen van inzicht in: (1) Interpretatie van grondsporen en vondstmateriaal; (2) het ontstaan van een
Examenonderdelen
75
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
entreevoorwaarden
doelgroep blackboard opmerkingen
landschap; (3) formatieprocessen; (4) het correct registreren van opgravingsgegevens; het leren rapporteren van de resultaten van veldonderzoek in de vorm van een verslag; het leren functioneren in een opgravingsteam Twee weken deelname aan veldwerk van het archeologisch instituut. Voorafgaand aan de opgraving vindt een inleidingscollege plaats, waarin wordt ingegaan op het landschap, de resultaten van het onderzoek tot dan toe en technische aspecten van veldonderzoek. Daarnaast zal een introductie worden gegeven in het gebruik van een digitaal portfolio. De eerste veldweek zal vooral worden besteed aan het aanleren van allerlei veldtechnieken; in de tweede week zullen deze verder worden geoefend en zal aandacht worden besteed aan interpretaties en de opgravingsadministratie. Warringa, A. & G. van Haaf, Opgraven. Technieken voor archeologisch veldwerk, Utrecht 1988 Gedurende het veldwerk zal de cursist worden beoordeeld op inzicht, vaardigheden en het functioneren binnen een team. Na het veldwerk wordt een verslag geschreven over de opgraving. Dit verslag dient uiterlijk vier weken na afloop van het veldwerk te worden ingeleverd bij de docent. Voor verdere informatie zie handleiding veldwerk op de blackboardsite. Voor de aanvang van het veldwerk dient de student het handboek over archeologisch veldwerk te bestuderen en voorlopige publicaties van het betreffende veldproject. Het verdient aanbeveling de module Materiaalkennis en ICT reeds te hebben afgerond. 1e jaars studenten Archeologie, Geo-archeologie en Oudheidkunde Ja • Kijk voor verdere informatie op de blackboardsite; hier zullen ook alle mededelingen omtrent veldwerk worden gedaan • De studenten zullen kennismaken met de invoer van gegevens in opgravingsdatabases, het digitaliseren van veldtekeningen en de koppeling van beide in het uitwerkingstraject van de opgraving • Inleidingscollege in periode 5 en het veldwerk in periode 6 • Inschrijven verplicht via TIS
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
Arch: Mediterrane archeologie 1b, Romeinse archeologie 503020 prof.dr. D.G. Yntema 5 14 (14 college) 5 Inzicht in het ontstaan en de ontwikkeling van de Romeinse materiële cultuur; het herkennen van een aantal belangrijke objecten uit de Romeinse wereld en het plaatsen ervan binnen de historische context; het omschrijven en toepassen van antieke en moderne technische termen; het lezen van plattegronden, opstanden en axonometreiën; nadere implementatie van beeld- en tekstanalyse. inhoud Het studieonderdeel geeft een beknopt overzicht van de ontwikkelingen in de materiële cultuur van de Etruskische en Romeinse wereld (Bouwkunst, Beeldende kunst) tussen ongeveer 500 voor Chr. en 500 na Chr.
76
Aardwetenschappen en geoarcheologie
werkwijze Hoor- en responsiecollege met tutorials literatuur • N.H. Ramage & A.Ramage, Roman Art. Romulus to Constantine. London, Laurence King Publishing (3e of latere druk, 2000) • Syllabus Romeinse Archeologie (bij begin van de cursus te koop bij de Helpdesk, kamer 10A-12 toetsing Schriftelijk tentamen doelgroep 1e jaars studenten Archeologie, Oudheidkunde en Geo- en Bioarcheologie, 3e jaars studenten Griekse en Latijnse taal en cultuur opmerkingen • Zie voorts de Studiehandleiding • Vormt samen met Arch: Mediterrane archeologie 1a (503019) een miniminor • Inschrijven verplicht via TIS naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen voorkennisvak naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud literatuur
toetsing doelgroep blackboard
Arch: Prehistorie van Nederland 504138 prof.dr. N.G.A.M. Roymans 5 14 (14 hoorcollege) en werkcollege 2 Kennis van de hoofdlijnen van de Nederlandse prehistorie De prehistorie van Nederland met nadruk op het laatste millennium voor Chr. Centrale thema's zijn economische versus culturele interpretaties in het landschaps- en nederzettingsonderzoek, huishoudens en locale gemeenschappen, depositiepraktijken, uitwisselingsnetwerken, grafveldonderzoek, de omgang met het verleden in de prehistorie Wordt tijdens college uitgereikt Schriftelijk tentamen aan het einde van periode 2 3e jaars studenten Provinciaal-Romeinse archeologie • Over de excursie worden nadere afspraken gemaakt • Inschrijven verplicht via TIS 504104 : Arch: Europese IJzertijd Arch: Provinciaal-Romeinse archeologie 1a, inleiding 504008 dr. A.M.J. Derks 5 28 (28 hoorcollege) 1 Basiskennis van de Provinciaal-Romeinse archeologie Inleiding in de topografie en geschiedenis van de Romeinse provincies; de Romeinse tijd in Nederland en het aangrenzende Rijnland • Graafstal, E.P., 2002: Logistiek, communicatie en watermanagement. Over de uitrusting van de Romeinse rijksgrens in Nederland, Westerheem 51, 2-27 • De overige tentamenliteratuur wordt aan het begin van het college bekendgemaakt Schriftelijk tentamen 1e jaars studenten Archeologie Ja
Examenonderdelen
77
opmerkingen
• • •
naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen
De ICT-component bestaat uit het uitvoeren van een zoekopdracht op het internet In het kader van dit college wordt een dagexcursie naar Nijmegen gemaakt Inschrijven verplicht via TIS
Arch: Wat is archeologie? Een inleiding 502010 dr. G.J.L.M. Burgers dr. G.J.L.M. Burgers; prof.dr. N.G.A.M. Roymans 5 28 (28 hoorcollege) 1 en 2 Kennis van de belangrijkste archeologische methoden en technieken en inzicht in de voornaamste theorieën en organisatievormen, en wetenschappelijke waarden van archeologie. Dit inzicht zal de basis zijn voor een te ontwikkelen eigen kritische houding. Het college beoogt studenten vertrouwd te maken met de notie dat het verleden niet bestudeerd kan worden als een objectieve, eenduidig reconstrueerbare werkelijkheid; de essentie (en het fascinerende!) van de menswetenschappen en met name de archeologie is dat er altijd verschillende perspectieven op de mens en zijn verleden mogelijk zijn. Kernbegrip in dit college is daarom 'beeldvorming van het verleden'. Dit refereert aan het relatieve karakter van de beeldvorming. In het eerste deel van de cursus wordt ingegaan op de geschiedenis, opsporingsmethodes en dateringsmethodes van de archeologie. In het tweede gedeelte van het studieonderdeel komen o.a. de sociale, economische en religieuze aspecten van het verleden aan bod. • C. Renfrew & P. Bahn, Archaeology. Theories methods and practice, Thames & Hudson, London 2000 (3e gereviseerde en uitgebreide editie of latere druk; aanschaf verplicht), hoofdstukken 1 t/m 5, 9 en 10 • K. Hastrup, J. Ovesen, Basisboek Culturele Archeologie, Groningen 1983, hoofdstuk 1 (pp.13-19), hoofdstuk 2 en 3 (pp.33-72) (wordt door docent uitgereikt) Schriftelijk tentamen aan het eind van de eerste en tweede periode 1e jaars studenten Archeologie, Geo-archeologie en Oudheidkunde • Zie Studiehandleiding • Inschrijven verplicht via TIS
naam code docent studiepunten periode doel
Archeometrie & materiaalpracticum I 450219 prof.dr. H. Kars 6 5 Een elementair inzicht verwerven in de natuurwetenschappelijke Archeologie, met name de reikwijdte en het toepassingsgebied van de archeometrie binnen de Archeologie. Inzicht verwerven van in het verleden gebruikte grondstoffen. inhoud Allereerst wordt een overzicht gegeven van de verschillende
78
Aardwetenschappen en geoarcheologie
natuurwetenschappelijke disciplines binnen de Archeologie. Daarna wordt kort ingegaan op concrete onderdelen uit de archeometrie, te weten dateringsmethoden, archeologische prospectie, herkomstonderzoek van grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten en op in het verleden gebruikte technologie. Dit onderdeel richt zich vooral op het kennen en kunnen herkennen van in het verleden gebruikte grondstoffen, waarvoor basiskennis van de mineralogie en petrologie wordt aangeboden. De aangereikte stof is toepassingsgericht: aan de hand van een materialenpracticum wordt duidelijk gemaakt hoe natuurwetenschappelijke technieken en aardwetenschappelijke kennis bijdragen aan onze kennis van grondstoffenselectie en -gebruik van oude culturen. werkwijze Hoorcolleges, practicum archeologische materialen en grondstoffen en een dagexcursie. literatuur Wordt tijdens het eerste college opgegeven. toetsing (schriftelijk) tentamen. naam code docenten studiepunten periode doel
Archeometrie & materiaalpracticum II 450036 drs.ing. S. Oonk; prof.dr. H. Kars 6 2 Inzicht verwerven in de natuurwetenschappelijke archeologie, toegespitst op dat deel van de archeometrie dat zich richt op grondstoffen en oude technologie. inhoud Ontstaan van het vuur als energiebron voor technologische processen. Beschrijving van deze processen met aandacht voor grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten. De aangereikte stof is toepassingsgericht: aan de hand van materiaalpractica wordt duidelijk gemaakt hoe natuurwetenschappelijke technieken en aardwetenschappelijke kennis bijdragen aan onze kennis van gebruikte technologieën van oude culturen, met name voor de productie van aardewerk, metaal en glas. Een overzicht van moderne analysemethoden en hoe deze te gebruiken in het onderzoek. literatuur Wordt tijdens eerste college opgegeven toetsing Mondeling tentamen
naam code docent studiepunten periode doel
Bachelorthesis aardwetenschappen 450100 Diverse docenten (van verschillende afdelingen) 18 5 en 6 Het leren voorbereiden en verrichten van een klein onderzoek, zelfstandig dan wel in klein groepsverband en het leren schrijven van een bachelorthesis. In de uitvoering van het praktisch werk en de verslaglegging daarvan wordt geleerd: • de in de bacheloropleiding verworven kennis van het aardwetenschappelijk vakgebied en de laatste ontwikelingen daarin toe te passen; • relevante gegevens te verzamelen uit zowel vakliteratuur als praktisch werk en deze te interpreteren; • informatie, ideeën en oplossingen te verwoorden in een verslag dat
Examenonderdelen
79
leesbaar is voor specialisten en niet-specialisten. inhoud Eigen onderzoek afgesloten met een scriptie. Dit kan een kort veldonderzoek zijn of een laboratoriumonderzoek, een modelleeronderzoek of een literatuuronderzoek. Studenten moeten een keuze maken uit onderwerpen die door de verschillende afdelingen worden aangeboden. Nadere informatie over projecten is te verkrijgen bij de afdelingscoördinatoren voor dit studieonderdeel. Zie voor uitgebreide informatie http://www.falw.vu.nl/student/index.cfm > studenten > bacheloropleidingen >Aardwetenschappen en Geoarcheologie > afstuderen > bachelorafsluiting en de websites van de afdelingen. werkwijze Begeleid eigen onderzoek. Onderzoekopdrachten kunnen niet meer dan 50% van de tijd innemen, de overige 50% is gereserveerd voor uitwerking en de verslaglegging van de resultaten. Een veldwerkopdracht kan maximaal 3 weken duren. toetsing Schriftelijk verslag. opmerkingen Deelname aan de bachelorthesis kan alleen plaats vinden indien de verslaglegging van het tweede jaars veldwerk Richting I of Richting II voor 1 maart is geregistreerd bij het studiesecretariaat. Voor studenten Richting III geldt dat het studieonderdeel Biodiversiteit en ecologisch veldwerk (470019) met succes moet zijn afgerond en geregistreerd. Aanmelding uiterlijk 1 februari 2006 bij TIS, en per e-mail bij de betreffende coördinator met opgave van het project waaraan wordt deelgenomen De Examencommissie controleert op 1 maart of de betreffende student aan de toelatingseisen heeft voldaan. Veldwerksubsidie (verblijfkosten) conform de facultaire norm is maximaal 3 weken. Subsidie voor reiskosten bedraagt 50% tot een maximum van 350 euro. Alle kosten na aftrek van de subsidie zijn voor rekening van de student. Dit studieonderdeel valt onder de stage- en scriptieregeling. naam code docenten studiepunten periode doel
Bachelorthesis geoarcheologie 450282 prof.dr. H. Kars; vacature 16 4, 5 en 6 Het leren voorbereiden en verrichten van een klein onderzoek, zelfstandig dan wel in klein groepsverband en het leren schrijven van een bachelorthesis. In de uitvoering van het praktisch werk en de verslaglegging daarvan wordt geleerd: • de in de bacheloropleiding verworven kennis van het geoarcheologisch vakgebied en de laatste ontwikelingen daarin toe te passen; • relevante gegevens te verzamelen uit zowel vakliteratuur als praktisch werk en deze te interpreteren; • informatie, ideeën en oplossingen te verwoorden in een verslag dat leesbaar is voor specialisten en niet-specialisten. inhoud Onder begeleiding van de docent dient zelfstandig een klein onderzoeksvoorstel geformuleerd te worden, vervolgens dient het onderzoek uitgevoerd te worden. Van de resultaten dient een verslag gemaakt te worden. Dit verslag vormt de afsluiting van de bachelors fase. werkwijze Het onderzoek zal in veel gevallen een hoeveelheid veldwerk inhouden,
80
Aardwetenschappen en geoarcheologie
hetzij een opgraving, hetzij in een groter gebied. Meer laboratoriumgerichte projecten kunnen een alternatief zijn, terwijl een stage bij een (overheids)organisatie of bedrijf ook tot de mogelijkheid behoort. literatuur Literatuurstudie maakt wezenlijk onderdeel van het onderzoek uit. toetsing Beoordeling van de eindscriptie. opmerkingen Deelname aan de Bachelorthesis kan alleen plaatsvinden indien de verslaglegging van het tweedejaars veldwerk (450033) is geregistreerd bij het studiesecretariaat. Tijdige opgave middels TISVU (onder 'werkgroepen' voor 1 februari 2005). De Examencommissie controleert op 1 maart of de betreffende student aan de toelatingseis heeft voldaan. Dit studieonderdeel valt onder de stage- en scriptieregeling. naam code docent studiepunten periode doel
Basiscursus milieukunde I 450105 dr. M.A. van Drunen (
[email protected]) 6 5 De doelstellingen van de deze cursus zijn: 1. Het krijgen van overzicht in hedendaagse milieuproblemen. Studenten moeten weten wat verzuring, broeikaseffect, eutrofiëring, vervuiling, verspreiding, etc. zijn en kunnen uitleggen wat de samenhang is tussen deze milieuproblemen (bijvoorbeeld gemeenschappelijke veroorzakers). 2. Het verwerven van kennis en inzicht in de wetenschappelijke en maatschappelijke aspecten van milieuproblemen. Studenten moeten kunnen uitleggen wat de oorzaken zijn van milieuproblemen vanuit verschillende disciplines, zoals ecotoxicologie (schade ontstaat door een bepaalde emissie) of de economie (schade ontstaat omdat het milieu niets kost). Ze moeten begrijpen welke technieken milieuwetenschappers kunnen gebruiken om milieuproblemen te analyseren, zoals levenscyclusanalyse (LCA) en milieueffectrapportage (mer), en in grote lijnen begrijpen hoe die technieken werken. 3. Het verwerven van inzicht in mogelijke oplossingsrichtingen. Studenten moeten kunnen aangeven welke mogelijkheden managers en beleidsmakers hebben om milieuproblemen op te lossen en welke beperkingen deze mogelijkheden hebben. inhoud In de cursus, die is bedoeld voor ouderejaarsstudenten van alle faculteiten, worden aan de hand van een (Engelstalige) syllabus de achtergronden van de milieuproblematiek besproken. Hoe stellen we milieuproblemen vast, hoe zijn ze ontstaan en wat zijn de mogelijkheden om ze op te lossen? In de (discussie-)colleges worden actuele milieuproblemen toegelicht vanuit diverse invalshoeken, zoals culturele antropologie, psychologie, economie, ecologie en toxicologie. Ook komen specifieke tools voor milieuwetenschappers aan de orde zoals LCA, stofstroomanalyse, mer en het gebruik van indicatoren. Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van de digitale leeromgeving Blackboard voor het structureren van informatie, uitwisselen van bestanden en om te discussiëren. werkwijze werkcolleges
Examenonderdelen
81
literatuur Engelstalige reader, geschreven door het Instituut voor Milieuvraagstukken toetsing De cursus wordt getoetst aan de hand van een schriftelijk tentamen. opmerkingen De cursus is bedoeld voor studenten van alle faculteiten. Aanschaf van de syllabus is verplicht. Deze kost EUR 35 en is verkrijgbaar bij de cursuscoördinator in de eerste week van de cursus. Na de cursus kan BCM-II worden gevolgd. Ook zijn er diverse mogelijkheden voor milieukundige onderzoekstages. Voor inlichtingen en inschrijvingen: Dr. Michiel van Drunen,
[email protected], De Boelelaan 1087, kamer A645, tel. 020598 9534. naam code docenten studiepunten periode doel
82
Biodiversiteit en ecologisch veldwerk 470019 dr. M.P. Berg (contactdocent); dr. J.H.C. Cornelissen; Gastdocenten 6 05.06.2006 - 30.06.2006 Doel van de cursus is de samenhang te laten zien tussen de geomorfologie van het landschap, de bodem, het microklimaat en het voorkomen van planten en dieren. Onderliggend doel is het opbouwen van soortenkennis door i) het determineren van zelf verzamelde planten en dieren of collectiemateriaal, ii) het toepassen van waarneming- en bemonsteringtechnieken om de diversiteit in het veld vast te stellen en iii) de organismen te plaatsen in het landschap. Eindtermen A. Kennisleerdoelen: Na de cursus kun je: • de samenhang tussen geologie, klimaat, bodemtype en het voorkomen van soorten omschrijven; • duinvorming omschrijven en de invloed van duingeomorfologie op het voorkomen van planten en dieren beschrijven; • getijdenwerking omschrijven en de indeling van getijdenzones op basis van het voorkomen van soorten beschrijven; • hoog- en laagveenvorming omschrijven en kensoorten voor veentypen noemen; • het begrip indicatorsoort omschrijven en voorbeelden van indicatorsoorten uit de groep van planten, libellen, sprinkhanen en vogels noemen; • Nederlandse plant- en diergeografische districten omschrijven en hun bijbehorende kensoorten noemen; • inventarisatie- en monitormethoden selecteren die een kwalitatieve of kwantitatieve beschrijving geven van diversiteit geven. B. Vaardigheidsleerdoelen: Na de cursus kun je: • de belangrijkste plantenfamilies in het veld herkennen; • de belangrijkste Arthropoda orden en families in het veld herkennen; • met een determinatiegids planten en dieren op naam brengen; • inventarisatietechnieken als vlindernet, waternet, potval, kwikdamplamp, vleermuisdetector en malaiseval hanteren; • inventarisatiemethoden als transet, looproute en territoriumkartering toepassen; • zelfstandig waterkwaliteit beoordelen aan de hand van Aardwetenschappen en geoarcheologie
macrofaunabemonstering; vegetatieopnamen maken en geleidsbaarheidmetingen uitvoeren; mondeling de resultaten uit veldonderzoek overbrengen en toelichten. De cursus geeft een theoretische inleiding op de ontstaansgeschiedenis van de duinen, het veenweidegebied en de pleistocene dekzanden. Verdere toelichting vindt in het veld plaats aan de hand van excursies naar deze landschappen. Bij de opbouw van soortenkennis van plant en dier ligt de nadruk op soorten die kenmerkend zijn voor de genoemde landschappen en op indicatorsoorten. Door het bestuderen van collectiemateriaal en determineren van excursiemateriaal leer je de belangrijkste planten en Arthopoda families en orden. Door het hanteren van veldtechnieken die een kwalitatieve of kwantitatieve indruk geven van locale diversiteit wordt de soortenkennis tijdens de veldweek verder uitgebouwd. De aangeboden theorie omvat de volgende elementen: • Overzicht plantenrijk en dierenrijk; • Floristiek en faunistiek van Nederland; • Ontstaansgeschiedenis van het duin; • Vegetatie droge duinen; • Organismen in de getijdenzone; • Veen en veenvormende vegetaties; • Dekzanden, boven/laat pleniglaciaal; • Plant / dierrelaties; • Diversiteit: biogeografie, corridors, indicatorsoorten. Het practicum en de veldweek omvat de volgende elementen: • Determineren van planten en Arthropoda; • Herkenning van 10 plantenfamilies en 60 kensoorten; • Herkenning van 60 Arthropoda families en orden; • Toepassen bemonsteringsmethoden (gradiënt, transect, looproute, territoriumkartering); Toepassen inventarisatietechnieken (dieren: potval, steekboor, zeef, smeer, kwikdamplamp, vleermuisdetector, malaiseval; planten: vegetatieopname). Hoorcolleges en gastdocenten:10 uur; Opdrachten (verplicht): 10 uur ; Practica (verplicht): 18 uur; Excursies (verplicht): 20 uur, 3 1/2 dag ; Veldwerkweek Rijk van Nijmegen (verplicht): 40 uur, 6 dagen; Zelfstudie: 62 uur; Tentamen (opdrachten, presentatie, praktijktentamen). • Studiehandleiding Biodiversiteit: (ongeveer 12 euro); • R. van der Meijden, 1996. Heukels' Flora van Nederland. WoltersNoordhoff (22e druk) (ongeveer 60 euro); • M. Chinery, 2004. Nieuwe Insectengids Tirion (5e druk) (40 Euro). Opdrachten en presentatie: • Opdracht veldwerk (30 punten), benoemen plant / dier (dia's, 30 punten), relatie landschap / organismen (essayvragen, 20 punten). • Vaardigheidstoets: determineren plant / dier (20 punten). Eindcijfer is het rekenkundig gemiddelde van de toetsonderdelen. Verplicht voor 1e-jaars studenten Biologie. Verplicht voor tweedejaars studenten Aardwetenschappen met differentiatie Milieuwetenschappen (richting III). (Voor bachelorstudenten Aardwetenschappen gelden instroomeisen als omschreven in artikel 12 van de Onderwijs- en Examenregeling). De inhoud van de cursussen Ecologie en Evolutiebiologie wordt als bekend •
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
doelgroep
voorkennis
Examenonderdelen
83
verondersteld. opmerkingen Aanschaf loupe (15x) is noodzakelijk. naam Bodem en milieu code 450098 docenten dr. L.A. Bruijnzeel; drs. B.M. van Breukelen; dr. J. van Huissteden (en ondersteunend personeel veldwerkmagazijn en laboratorium) studiepunten 6 periode 4 doel Begrijpen van fysische en chemische processen in de bodem en hun relatie met biosfeer en atmosfeer, en de invloed van menselijke ingrepen (erosie, verontreiniging) op deze processen. Het leren werken met bodemkundige meet- en analyse technieken en kwantitatieve modellen. inhoud De theoretische kennis die in deze cursus aan de orde komt bestaat uit basisbegrippen en concepten op het gebied van: • Bodemfysica: water- en warmtetransport, verdamping, drainage, uitwisseling van gassen • Bodemchemie: verwering, nutrienten, adsorptie, afbraak en omzetting organische stof • Bodemerosie: processen en meettechnieken • Biota en organische stof: opname van nutrienten door planten, ontstaan van en opname van (broeikas)gassen in de bodem • Bodemverontreiniging: soorten verontreinigingen, bronnen, gedrag in de bodem, aanpak/sanering • Practische vaardigheden die in de cursus aangeleerd worden bestaan uit een aantal veld- en laboratoriumtechnieken en een kennismaking met simpele rekenmodellen in de bodemkunde. • Veld: monstername, infiltratie, tensiometrie, bodemvochtmeting met behulp van Time Domain Reflectometry (demonstratie), meting gasfluxen op het terrein van de VU of een lokatie dichtbij Amsterdam • Laboratorium: bepaling korrelgrootte, organische stof, pH, porositeit, doorlatendheid • Modellen: demonstratie PEATLAND model, werken met enkele eenvoudige modellen voor warmtetransport en organische stofomzetting. werkwijze 12 x 2 uur college, 2 dagen laboratorium practicum, 2 dagen veldpracticum, 1 dag computerpracticum literatuur Hoofdstukken uit W.P. Locher en H. de Bakker. Bodemkunde van Nederland, Deel 1, Algemene Bodemkunde (al in gebruik bij cursus Bodemkunde) R.P.C. Morgan (2005). Soil Erosion and Conservation, Blackwell Publishing. Geselecteerde aanvullende literatuur (uit te reiken tijdens colleges) toetsing schriftelijk tentamen over de behandelde stof, verslaglegging van uitwerking veldmetingen, lab-analyses en overige praktische opgaven. voorkennis Inleiding hydrologie (450024), Bodemkunde (450091). naam Bodemkunde code 450091 docent dr. C. Kasse 84
Aardwetenschappen en geoarcheologie
studiepunten 3 periode 5 doel Het begrijpen van de bodemvormende processen in gematigde gebieden zoals die tot uiting komen in de gevormde bodemhorizonten van de bodems in Nederland. inhoud Bodemvormende processen: veenvorming, humusaanrijking, ontkalking, verbruining, podzolisatie, kleiverplaatsing, gley, kattenkleivorming. Het systeem voor bodemclassificatie voor Nederland: geschiedenis, algemene concepten, opbouw van het systeem, differentiërende kenmerken, diagnostische horizonten. De bodems van Nederland: voorkomen, genese, onderlinge relaties binnen en tussen de bodemordes, relatie tot geologie, geomorfologie en hydrologie. Inleiding op het FAO-bodemclassificatiesysteem, als voorbereiding op het Veldwerk geomorfologie (450092). Classificatie van reeds beschreven bodems, benoeming van bodemhorizonten, beschrijving en classificatie van bodems met behulp van lakprofielen. werkwijze 8 x 2 uur college, 5 x 3 uur practicum, 1 dag excursie naar het International Soil Reference and Information Centre te Wageningen. literatuur W.P. Locher & H. de Bakker, 1990, Bodemkunde van Nederland. Deel 1 en 2. toetsing Schriftelijk tentamen over de behandelde stof en verplichte aanwezigheid bij de dagexcursie naar het ISRIC. opmerkingen Voorkennisadvies: Systeem aarde (450067) en Eigenschappen van Gesteenten (450010) naam code docenten studiepunten periode doel inhoud
Dateringsmethoden 450034 prof.dr. H. Kars; dr. H. van der Plicht; dr E. Jansma 3 2 Inzicht geven in dateringsmethoden die in de archeologie worden toegepast. In aansluiting op het studieonderdeel Archeometrie I wordt een grondig inzicht geboden in de koolstofdateringsmethode en de dendrochronologie. Dit wordt gevolgd door een overzicht van alle andere dateringsmethoden, die in de archeologie en prehistorie gebruikt worden. werkwijze Hoorcolleges, en enkele practicummiddagen op het Nederlands Centrum voor Dendrochronologie (Amersfoort) en een eendaagse excursie naar het C14 laboratorium in Groningen. literatuur Wordt tijdens het eerste college bekend gemaakt. toetsing Schriftelijk tentamen.
naam code docenten studiepunten periode doel
Digitale ruimtelijke data 450023 dr. R.A.M. de Jeu; dr. S.W.M. Peters 5 4 Leren omgaan met digitale ruimtelijke data: inwinning van aardwetenschappelijke gegevens via remote sensing en global positioning systems, destilleren van informatie uit remote sensing gegevens, verwerking van ruimtelijke gegevens met geografische informatiesystemen en toepassing
Examenonderdelen
85
van ruimtelijke statistiek hierin. • geografische informatiesystemen (GIS: opslag van ruimtelijke data, conversie van kaarten naar digitale data, kaartprojecties, cartografische aspecten, meetschalen, ruimtelijke analysetechnieken, foutenbronnen en foutenvoortplanting). • global positioning system (GPS: route en plaatsbepaling, tracking, omzetten digitale kaartinformatie, foutenbronnen en foutenanalyse) • ruimtelijke statistiek (GS: geostatistiek - monsternamestrategie, ruimtelijke correlatie, semivariogrammen, interpolatietechnieken); • remote sensing (RS: Fysica van remotesensingsystemen, aspecten van straling en atmosfeer, het gebruik van spectra, visualisatie, interpretatie, digitale bewerking en verwerking van RS beelden tot bruikbare kaarten door beeldcorrectie en beeldclassificatie); literatuur Venneker, R., J. van Huissteden & O. van Dam 2001. An introduction to Geographical Information Systems. Syllabus Faculty of Earth Science, Vrije Universiteit, Amsterdam. GARMIN, 2000. GPS guide for beginners. Garmin corporation. (Te downloaden via het web, maar zie Blackboard). Nader op te geven delen uit: Longley, P.A., Goodchild, M.F., Maguire, D.J., and Rhind, D.W. (2003) Geographic Information Systems and Science, Wiley, ISBN 0-471-89275-0 Clarke, K.C. (2001) Getting Started with Geographic Information Systems, Prentice Hall Series, ISBN 0-13-016829-7 Lillesand, T.M. and Kiefer, R.W., Remote Sensing and Image Interpretation, Wiley, meest recente uitgave. toetsing Tentamen en uitwerking practicumopgaven. Het eindcijfer bestaat voor 6/10 uit het tentamencijfer en 4/10 uitwerking practicumopgaven. opmerkingen Voorkennisadvies: Statistiek en data-analyse (450071). Gedetailleerde cursusinformatie is te vinden op Blackboard. inhoud
naam code docenten studiepunten periode doel
86
Ecologie 470009 prof.dr. M.A.P.A. Aerts (contactpersoon); prof.dr. H.A. Verhoef; dr. J. Ellers 6 09.01.2006 - 03.02.2006 Doelen: • Het actief kunnen omgaan met biologische processen op alle biologische integratie-niveaus; • Het verwerven van kennis en inzichten in algemeen ecologische processen en het functioneren van individuen, populaties en ecosystemen; • Kennisnemen van de beginselen van de populatiedynamica en de populatiegenetica; • Kennisnemen van theorievorming op het niveau van populaties en levensgemeenschappen; • Het leren integreren van processen en structuren op het niveau van cel, orgaan, individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem en bioom; • Het verwerven van inzicht in de ecologische processen die de evolutie van eigenschappen en soorten beïnvloeden; • Het leren opzetten, uitvoeren en rapporteren over eenvoudige ecologische Aardwetenschappen en geoarcheologie
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
experimenten. Eindtermen: De student kan: • Ecologische processen op verschillende schaalniveaus met elkaar verbinden; • Grafieken interpreteren waarin ecologische processen zijn weergegeven; • Beschrijven welke factoren de aantallen en de verspreiding van organismen bepalen; • Beschrijven hoe interacties tussen soorten de struktuur en soortensamenstelling van levensgemeenschappen bepalen; • Beschrijven hoe veranderingen in het milieu ecologische processen patronen bepalen • Massa- en energieflux diagrammen opstellen en analyseren; • De verworven kennis gebruiken om toegepaste vraagstukken op het gebied van de ecologie te beantwoorden; • M.b.v. het internet ecologische vraagstellingen beantwoorden; • M.b.v. computermodellen populatiedynamische en populatiegenetische processen analyseren; • Zelfstandig een experiment uitvoeren en daarover rapporteren; • Omschrijven welke factoren het ontstaan en behoud van genetische variatie bepalen; • Berekenen hoe genfrequenties veranderen; • Verschillende vormen van soortvorming vergelijken. Het boek Essentials of Ecology (zie Literatuur) wordt in zijn geheel behandeld tijdens de cursus, aangevuld met de populatiegenetische delen van 'Evolution'. Aan de orde komen: • Algemene inleiding op de ecologie; • De relatie tussen ecologie en evolutiebiologie; • Het milieu (conditions en resources); • De verschillende integratieniveaus binnen de ecologie (individuen, soorten, populaties, levensgemeenschappen, ecosystemen); • Populatiedynamica; • Populatiegenetica; • Fluxen van energie en materie; • Duurzaamheid; • Vervuiling; • Natuurbeheer. Hoorcolleges (30 uur) en bijbehorende zelfstudie; Het maken van opdrachten en web research questions ; Excursie naar de Oostvaardersplassen (verplicht); (Computer)practica populatiedynamica en populatiegenetica en ecologische experimenten (6 dagdelen; verplicht!) . C.R. Townsend, M. Begon &J.L. Harper. Essentials of Ecology, Blackwell Science Publishers, Oxford. 2003 (2nd edition). ISBN 1-40510-328-0 (prijs ±45 euro). Strickberger, M.W., Evolution, 3rd edition, Jones & Bartlett Publishers. 2000. (prijs ± 37 euro; dit boek is verplicht voor Evolutiebiologie, maar al bij dit blok wordt er een beperkt deel uit behandeld). Handleiding Evolution Lab. 7 euro (verkrijgbaar tijdens de cursus) Schriftelijk tentamen (essayvragen); tentamen telt voor 70% mee voor eindcijfer, de Web Research Questions en de (computer)practica voor de
Examenonderdelen
87
resterende 30%. Het praktische deel van de cursus kan alleen herkansd worden in de cursus in het volgende studiejaar. De Web Research Questions kunnen niet herkansd worden. doelgroep Verplicht voor eerstejaars biologen. Verplicht voor tweedejaars aardwetenschappen met differentiatie Milieuwetenschappen. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing 88
Eigenschappen van gesteenten I 450010 dr. J.A.M. Kenter; drs. F.F. Beunk 6 1 Het verkrijgen van inzicht in de classificatie van sedimenten, gesteenten en mineralen alsmede vaardigheden ontwikkelen in geologisch en geomorfologisch kaarteren. De opzet van de cursus bestaat uit twee delen: • Sedimentaire gesteenten, textuur, porositeit en fysische eigenschappen; • 2-daagse excursie voorafgaande aan 5-daags veldpracticum Ardennen Sedimentaire gesteenten. Eerste kennismaking met en herkennen van de belangrijkste sedimentaire (siliciklastica, kalken en evaporieten) gesteenten. Het verschil leren tussen klastische, chemische en biogene sedimentaire gesteenten. Principes van diagenese (cement, matrix etc.). Verdieping van het begrip 'rockcycle' (erosie, subductie, metamorfose, opheffing). Algemene kennis van de petrofysische eigenschappen (porositeit, dichtheid, permeabiliteit, akoestische en elektrische eigenschappen, etc.). Veldpracticum Ardennen (docenten Dr. J.A.M. Kenter, drs. F.F.Beunk en anderen). Leren waarnemen in de ontsluiting en schriftelijke vastlegging van de waarnemingen. Herkennen van geologische en geomorfologische hoofdstructuren in een oefenterrein. Omgaan met kaarten en geologisch kompas; bestuderen van gesteentetypen in de ontsluiting. Verwerken van ontsluitingsgegevens op topografische kaarten. Leggen van verbanden tussen de verzamelde gegevens door het maken van een eenvoudige stratigrafische kolom en het samenstellen van eenvoudige kaarten en profielen. Benodigdheden: loep (8-10x), geologisch kompas, geologenhamer. De 2daagse veldexcursie gaat hieraan vooraf en heeft als doel de kennis van deel I toe te passen op gesteentetypen die tijdens het veldpracticum worden gekarteerd. Hoorcolleges, practicum, en gecombineerde 2 daagse excursie en 5-daags veldpracticum in de Ardennen. Wanneer er tijd over is wordt tijdens een stadswandeling van een halve dag in de Amsterdamse binnenstad voorbeelden getoond van toepassingen van natuursteen in de architectuur. Studiehandleidingen, vraagstukken en uitwerkingen zijn beschikbaar via Blackboard (http://www.bb.vu.nl/). Hamblin, W.K., & Howard, J.D., (1999) Exercises in Physical Geology; Merrits, D., De Wet, A., & Menking, K., (1998) Environmental Geology, An Earth System Science Approach; Skinner, B.J. (2000) The Dynamic Earth: An Introduction to Physical Geology; Syllabi en handouts zijn in het Engels en dekken de behandelde stof. (Deel)toets(en) over praktische en theoretische kennis. Schriftelijke Aardwetenschappen en geoarcheologie
verslaglegging veldpracticum. opmerkingen Het cursusmateriaal zal gedeeltelijk in het Engels aangeboden worden. naam Encyclopedie en algemene vaardigheden code 450002 docenten dr. O. van de Plassche; drs. F.F. Beunk; dr. B.P. Zoetemeijer; prof.dr. H. Kars; dr. C. Biermann studiepunten 5 periode 1, 2, 3, 4 en 5 doel Na deze cursus heeft de student inzicht in de reikwijdte en omvang van de (studie in de) aardwetenschappen, de maatschappelijke relevantie van de aardwetenschappen en de wetenschappelijke en maatschappelijke aandachtsvelden waarbinnen aardwetenschappers worden ingezet. Daarnaast worden algemene vaardigheden aangeleerd door het verrichten van een literatuuronderzoek, het schrijven van een rapport over een veldonderzoek en het houden van een mondelinge presentatie over het literatuuronderzoek. inhoud Encyclopedie (dr. C. Biermann): Een kort historisch onderzoek van het ontstaan van de aardwetenschappen en de bespreking van een aantal belangrijke ontwikkelingen in aardwetenschappelijke theorievorming. De aardwetenschappen als multidiciplinaire bètawetenschap en de verbanden tussen de aardwetenschappen en andere bètadiciplines (biologie, chemie, natuurkunde, wiskunde). De rol van de aardwetenschappen in de huidige maatschappij. Algemene vaardigheden: Introductie bibliotheek en literatuur zoeken, het lezen en samenvatten van artikelen, basisprincipes schriftelijk en mondeling rapporteren, mediagebruik. werkwijze Colleges (inleidingen), werkcolleges (begeleide groepsopdrachten), discussiebijeenkomsten (casus), schriftelijk werkstuk, colloquium (groep) Colleges bibliotheekgebruik, schriftelijk rapporteren, mondelinge presentatie en mediagebruik. Aan de hand van een basisartkel en een korte introductie van het onderwerp wordt in groepjes een literatuurstudie gedaan naar een bepaald aardwetenschappelijk probleem. Over dit literatuuronderzoek wordt een verslag geschreven en een presentatie gehouden. literatuur Voor het deel encyclopedie wordt het volgende boek gebruikt: No stone unturned, E.K. Peters, Freeman New York, ISBN-0-71672953-9 toetsing Mondelinge en schriftelijke rapportage. Tentamen over het Encyclopedie gedeelte. naam Evolutie van de mens code 470055 docenten prof.dr. N.M. van Straalen (cursusleider); prof.dr. G.J. Boekschoten; Gastdocenten studiepunten 6 periode 09.01.2006 - 03.02.2006 doel Kennismaking met de discussies over de reconstructie van de humane evolutie. Verwerven van inzicht in de argumenten die vanuit verschillende disciplines gebruikt worden om zulke reconstructies te onderbouwen. Eindtermen De student is in staat: • de huidige stand van zaken met betrekking tot de
Examenonderdelen
89
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing doelgroep
voorkennis
naam code docenten studiepunten periode doel
90
afstammingsgeschiedenis van Homo sapiens en andere homininen uiteen te zetten; • bewijsmateriaal voor humane evolutie vanuit de moleculaire genetica, de palaeontologie, de vergelijkende ethologie en de biopsychologie op hun waarde te schatten; • zich een oordeel te vormen over recente artikelen in Nature en Science waarin nieuwe palaeontologische vondsten en genetische gegevens gepresenteerd worden. In de cursus worden de principes van de evolutieleer en de fylogenetische analyse geïllustreerd, gevolgd door een analyse van fossiele en genetische gegevens en hun belang voor de reconstructie van de homininen-subfamilie. Achtereenvolgens komen aan de orde: • Historische visies op de evolutie van mensen; • Dateringsmethodes en tafonomie; • Fylogenetische reconstructies; • Bouwplannen van de primaten; • Sociale structuren en seksueel gedrag bij apen en mensen; • Anatomische overeenkomsten tussen mensapen en mensen; • De oorsprong van de homininen; • Evolutionaire verklaringen voor bipedalisme; • De Australopithecus-soorten; • Homo habilis en Homo erectus; • Verschillende culturen van stenen werktuigen; • Het raadsel van de neanderthalers; • De oorsprong van Homo sapiens: in Afrika?; • Evolutie van de hersenen, zelfbewustzijn en taal; • Migraties van Homo sapiens; • De landbouwrevolutie. Responsiecolleges (8 uur); hoorcolleges (17 uur); osteologisch practicum met humane botten en modellen van fossiele schedels (8 uur); onbegeleide zelfstudie (120 uur); tentamen (3 uur). Verplicht studieboek: R. Lewin & R.A. Foley, Principles of Human Evolution, 2nd edition, Blackwell Science, Malden, ISBN 0 632 04704 6. Prijs ongeveer 50 euro. Schriftelijk tentamen en een essay over een recent artikel. Keuzecursus voor biologen, biomedische wetenschappers, gezondheidswetenschappers, aardwetenschappers en voor studenten van andere faculteiten (bijv. antropologie, psychologie). Speciale voorkennis is niet vereist, maar een basiskennis van evolutiebiologie op het niveau van de eerstejaars cursus voor biologen (zie elders in de studiegids) wordt sterk aanbevolen. Excursie geografische archeologie 450303 prof.dr. H. Kars; vacature 1 1 Enig inzicht verwerven in de relatie tussen het fysisch landschap en het cultuurlandschap. Aardwetenschappen en geoarcheologie
inhoud Na een inleidend college wordt er gedurende vier dagen een aantal locaties in Nederland bezocht waar de relatie tussen de fysische geografie en de archeologische en historisch geografische kenmerken van het landschap worden bekeken. literatuur Tijdens inleidend college wordt excursiegids uitgereikt. toetsing Actieve deelname aan excursie en een kort mondeling verslag. doelgroep 1e jaars studenten Geoarcheologie en (facultatief) archeologie. naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen naam code docent studiepunten periode doel
inhoud werkwijze toetsing entreevoorwaarden
Fysica voor aardwetenschappers 450064 dr. R.A. Stephenson 3 3 Het verkrijgen van een solide basis voor een aantal natuurkundige principes die belangrijk zijn voor het begrijpen van kwantitatieve analyse en modellering in de aardwetenschappen. Aangepaste voorbeelden van de principes worden getoond en geven tevens een introductie voor diverse kwantitatieve methoden die in gebruik zijn in de aardwetenschappen. • kinematica: displacement en rotatie, dilatatie en deformatie; • dynamica: wetten van Newton, wrijving, zwaartekracht, potentiaal; • arbeid en energie: energiesystemen, behoud van energie en impuls, potentiële energie; • statisch 'equilibrium' (evenwicht): vergelijking van 'equilibrium', elasticiteit en breuk; • oscillaties: harmonische beweging, golven, interferentie, refractie, reflectie, diffractie; • warmte: 'thermal equilibrium', warmtetransport (geleiding en convectie), straling, diffusievergelijking. Werkcollege. Giancoli, D.C. (2004) Physics Principles with Applications, Volume 1; werkstuk handleidingen. Tentamen (50%) en deeltoetsen (50%). Deze cursus wordt gedeeltelijk uitgevoerd in het Engels. Geoarcheologisch veldwerk 450035 Diverse docenten (geoarcheologie) 6 6 Opdoen van ervaring in het uitvoeren van veldonderzoek, bijvoorbeeld in de vorm van surveys of gerelateerd aan opgravingen, met de daarbij behorende vormen van gegevensverzameling en verwerking. Deelname aan het veldwerk van de opleiding Archeologie in Nederland of in Italië met een specifieke geoarcheologische probleemstelling. Na een korte inleiding wordt de student geleerd zelfstandig of in groepjes van twee een geoarcheologisch probleem uit te werken. Zie Uitwerking geoarcheologisch veldwerk (450033). Toelatingseisen: voldoende voor Inleiding in de veldarcheologie (504012) én minimaal een totaal van 72 studiepunten uit de opleiding Geoarcheologie. Per 15 april controleert de examencommissie aan de hand van de geregistreerde
Examenonderdelen
91
vakken bij het studiesecretariaat of aan de eisen is voldaan. opmerkingen Aanmelding via TIS kan t/m uiterlijk 15 maart 2006 (kijk in TIS onder 'werkgroepen'). naam code docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Geoarcheologische prospectietechnieken 450104 drs. A. Kattenberg; drs.ing. S. Oonk; prof.dr. H. Kars 4 3 De student verkrijgt een overzicht van diverse geofysische en meer traditionele methoden die gebruikt worden in de archeologische prospectie. Methoden die tijdens deze cursus behandeld worden zijn: veldverkenning, geoarcheologisch booronderzoek, geochemische methoden, elektrische methoden, en magnetische en elektromagnetische methoden waaronder grondradar. De principes achter de geofysische en geochemische methoden vormen de basis voor het opsporen en in kaart brengen van archeologische vindplaatsen. Ook de archeologische database ARCHIS komt in de cursus aan bod. De bachelorstudent heeft met deze korte introductie voldoende ondergrond voor verdere verdieping in de archeologische prospectiemethoden. De cursus wordt afgesloten met twee dagen veldwerk waarin de bestudeerde methoden toegepast worden. Hoorcollege, practicum en veldwerk. Wordt tijdens het college bekend gemaakt Schriftelijk tentamen en praktische opgaven. Deze cursus zal gedeeltelijk in het Engels gedoceerd worden.
naam code docent studiepunten periode doel
Geobotanie (plantkunde) 450094 dr. S.J.P. Bohncke 6 5 Vertrouwd raken met de ecologie van een groot aantal soorten. Het zelfstandig kunnen determineren van planten in het veld. Het kritisch lezen van literatuur waarin gebruik gemaakt wordt van fossiele planten (palynologische literatuur). inhoud A. Colleges: evolutie en indeling van het plantenrijk; morfologie van bloemplanten; inleiding in de plantenecologie met speciale aandacht voor vocht, voedingsstoffen, verzuring, successie en natuurbeheer. Verder gaan we in op verschillende aspecten van de geobotanie, zoals de relaties tussen klimaat, bodem, plantengroei en vegetatietypen; plantengeografie van Europa en Nederland; beginselen van vegetatieanalyse. B. Practica: Tijdens twee middagen practicum wordt de morfologie van een aantal geselecteerde plantenfamilies bestudeerd. Hierbij wordt eveneens het determineren van planten met behulp van een flora geoefend. Een derde practicummiddag wordt gebruikt voor de voorbereiding van excursies en veldwerk aan de hand van topografische en bodemkundige kaarten. C. Excursies en veldwerk zijn erop gericht om planten en vegetatietypen in samenhang met milieu en landschap te bestuderen. De excursies bieden een overzicht van natuur- en cultuurlandschappen zoals vochtige beekdalen tot
92
Aardwetenschappen en geoarcheologie
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
hoogveen en droge heides. Gedurende 1 dag wordt veldwerk uitgevoerd waarin vegetatieanalyse wordt gecombineerd met de bestudering van omgevingsfactoren zoals vocht en nutrientenbeschikbaarheid. Excursies en veldwerk vinden plaats in Twente en zuid Drente. 14 uur hoorcollege, 3 halve dagen practicum, 4 dagen excursies en veldwerk. R. van der Meijden - Heukels' Flora van Nederland, 22e druk 1996 of eerste bijdruk. Tentamen en een verslag over excursies en veldwerk Aanmelden voor het bijbehorende veldpracticum geschiedt apart via TIS (kijk onder 'werkgroepen') en kan t/m uiterlijk 28 februari 2006. Geochemie voor aardwetenschappers 450068 prof.dr. P.A.M. Andriessen 3 4 Het verkrijgen van basiskennis van anorganische (geo)chemie, die aansluit bij propedeutische aardwetenschappelijke vakken. Tevens wordt een basis gelegd voor het tweedejaarsonderswijs in de geochemie. Geochemie is de toepassing van grondbeginselen van de scheikunde op natuurlijke, aardse processen. De stof is een selectieve herhaling en een uitbreiding van scheikunde-stof van het VWO, aangevuld met enkele algemene geochemische onderwerpen • Atoommodellen van Bohr en Schrödinger; quantumgetallen, Aufbauprincipe. Periodiek Systeem. Eerste ionisatiepotentiaal en elektronegativiteit. Atoom- en ionstralen, coördinatieprincipes, Regels van Pauling. Chemische binding. • Kristalchemie: kristalstructuren en hun eigenschappen, vaste oplossingen. Geochemisch gedrag van de elementen. • Reacties in waterige oplossingen en tussen mineralen en oplossingen. Chemisch evenwicht, evenwichtsconstante. Zuren, basen en zouten. Dissociatie. Concentratie en activiteit, pH. Hydrolyse, oplosbaarheid. Chemische verwering. Colleges, werkcolleges en zelfstudie. Informatie voorziening via Blackboard G. Faure (1993). Principles and Applications of Inorganic Geochemistry. Hoofdstukken 5 t/m 10; collegestof en probleemstellingen in het boek. Afsluitend schriftelijk tentamen. Herkansingen alleen m.b.v. een tentamen.
naam code docenten studiepunten periode doel
Geomorfologie, inclusief veldpracticum 450095 prof.dr. J.F. Vandenberghe; dr. R.T. van Balen 6 3 Het leren begrijpen van erosie- en sedimentatieprocessen en de daaruit voortkomende landvormen. inhoud Verklaring van het ontstaan en ontwikkelen van landvormen in verschillende milieus met nadruk op de geomorfologische processen, maar ook met aandacht voor de rol van lithologie en geologische structuur en van paleomilieus. Het ontwikkelen van praktische bedrevenheid in het observeren van
Examenonderdelen
93
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
geomorfologische fenomenen op kaarten en luchtfoto's, ook via Blackboard, en de weergave ervan op geomorfologische kaarten. Excursie in Frankrijk (1 week) ter praktische toetsing van de leerstof, met nadruk op fluviatiele, vulkanische en structurele morfologie en de aanpassing van rivieren aan geologische structuren. 18 uur college, 40 uur practicum (geïntegreerd). Delen uit: Easterbrook, D.J. (1999) Surface processes and landforms. Schriftelijk tentamen over collegestof en opgegeven literatuur. Beoordeling practicumopgaven. Excursieverslag. Voorkennisadvies: Systeem aarde 450067, Global change 450007. N.B. Aanmelding voor het veldpracticum geschiedt apart via TIS en kan t/m eind januari 2006 (kijk in TIS onder 'werkgroepen').
naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Global change 450007 dr. M.J. Waterloo; prof.dr. A.J. Dolman 3 2 De Global Change cursus verschaft de student inzicht in de oorzaken van historische en recente veranderingen in het aardse klimaat en de terrestrische en oceanische milieus aan de hand van kennis over fysische, chemische en biologische processen die hierin een cruciale rol spelen. De cursus begint met een inleidend college over wat er onder global change verstaan wordt en welke rol de mens hierin vervuld heeft sinds de industriële revolutie. Dit college wordt gevolgd door colleges over de opbouw van de atmosfeer en de processen die ons weer en klimaat bepalen. De invloed van astronomische, geografische en atmospherische factoren op het klimaat is in dit opzicht erg belangrijk. De interactie tussen atmospherische, oceanische en terrestrische (biosfeer) systemen, en de tijdschalen waarop de processen in deze systemen werken, worden uitgebreid behandeld. Tot slot wordt aandacht besteed aan de mogelijkheden om negatieve effecten van menselijk ingrijpen op het klimaat en het milieu te beperken via internationale verdragen (Montreal, Kyoto protocol) en de daaruit voortvloeiende milieumaatregelen. In de werkcolleges wordt aan de hand van relevante artikelen de invloed van menselijk ingrijpen op het milieu in aride gebieden (verwoestijning), arctische gebieden (permafrost) en in de vochtige tropen (ontbossing) behandeld. Hoorcolleges, werkcolleges en zelfstudie John Houghton, Global Warming, The Complete Briefing 3rd edition. 2004. Overige literatuur wordt verstrekt via Blackboard. Afsluitend schriftelijk tentamen (70%) en ingeleverde werkstukken (30%). Deze cursus sluit aan op de cursus Systeem Aarde (450067).
naam Grondslagen van meteorologie en klimatologie code 450130 docenten prof.dr. A.J. Dolman; dr.ir. M.K. van der Molen; dr.ir. R.J. Ronda; dr. H. Renssen studiepunten 6 94
Aardwetenschappen en geoarcheologie
periode 2 doel Kennismaking met begrippen en processen in meteorologie en klimatologie als basis voor M.Sc's Paleoclimate and Geo-ecosystems en Hydrology. inhoud Deze cursus vormt de inleiding in de meteorologie en de klimatologie. De basis van het klimaat op broeikas aarde is de straling van de zon. De cursus behandelt op basis daarvan de meteorologie en het klimaat in hun functie om de warmte van de tropen te her-verdelen richting de polen door middel van de 'algemene circulatie'. Zodoende komen we op de (thermo-) dynamica van de atmosfeer en belangrijkste mechanismes van energie- en impulstransport in de atmosfeer, zoals convectieve systemen, wolken, aerosolen en microfysische processen. Specifiek wordt ingegaan op de belangrijkste weersystemen in de tropen en daarbuiten, op de rol van cryosfeer (ijskappen en permafrost) en op de oceanen in het modiale weer en in het klimaat. De mechanismes van grootschalige variabiliteiten als El-Nino en de Arctische Oscillatie komen aan bod. De cursus is gericht op het begrijpen van processen, maar zal zonodig dieper ingaan op de fysica. werkwijze 12 uur colleges van ieder 2 uur en 6 uur werkgroepen. literatuur Wordt nog bekendgemaakt. toetsing Schriftelijke toets en opgaven naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Historische geologie incl. veldpracticum 450075 dr. A.M. Immenhauser; dr. A.R. Fortuin (veldpracticum) 6 4 en 5 De studenten behoren (1) een overzicht te krijgen van de belangrijkste gebeurtenissen die geschiedenis van onze planeet hebben bepaald. Dit omvat de ontwikkeling van de Aarde, het ontstaan en de ontwikkeling van continenten en oceanen, en de ontwikkeling van organismen. De studenten worden (2) geacht de belangrijkste tektonische, klimatologische en evolutionaire gebeurtenissen in hun ruimtelijk en oorzakelijk verband te kunnen plaatsen. De studenten zouden (3) deze syllabus moeten leren te gebruiken als bron van informatie voor meer gespecialiseerde onderwerpen en hun grootschalige verbanden binnen hun studieprogramma. Het ontstaan van de Aarde en haar evolutie door de tijd. Een introductie over de oorsprong en beweging van de oceanische en continentale lithosfeer, de evolutie en het uitsterven van levensvormen en klimaat- en zeespiegelveranderingen. Nadruk wordt gelegd op grootschalige verbanden die gelegd kunnen worden tussen plaattektoniek, klimaat en de evolutie. Een apart hoofdstuk behandelt de wordingsgeschiedenis van Europa en zijn aangrenzende gebieden. Zelfstudie plus vragen/discussiebijeenkomst een keer per week, opdrachten en video. Digitale syllabi en studiehandleiding: http://www.geo.vu.nl/users/sedimar/index.html of direct van CD. Tentamen tijdens veldpracticum. Aanmelden voor het veldpracticum geschiedt apart via TIS en kan t/m begin maart 2006 (kijk in TIS onder 'werkgroepen').
Examenonderdelen
95
naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen
Hydrologie van Nederland 450085 prof.dr. A.J. Dolman; prof.dr. P.J. Stuyfzand 6 2 Inzicht in het functioneren van hydrologische systemen in Nederland in de loop der tijd, met speciale aandacht voor de invloed van menselijke activiteiten op de kwantiteit en kwaliteit van grond- en oppervlaktewater, mede in ecohydrologisch perspectief. We geven eerst een overzicht van de geschiedenis van water en waterbeheer in Nederland, waarbij hydrologische rampen, de rol van waterschappen en menselijke ingrepen de revue passeren. Ruimtelijke en temporele variaties in neerslag en verdamping worden behandeld inclusief de resulterende droogte en wateroverlast. Hoe standplaatsfactoren het voorkomen van vegetatie bepalen (een typisch ecohydrologische kwestie), wordt toegelicht aan de hand van het verdrogingsvraagstuk. De ruimtelijke verdeling van grondwaterlichamen en hun stroming worden verklaard in termen van de hydrogeologische opbouw van Nederland, de afwisseling van land en zee, en, last but not least, bedijkingen en inpolderingen. Natuurlijke en kunstmatige grondwateraanvulling worden behandeld evenals de drinkwatervoorziening en de resulterende dynamiek van zowel grondwaterstanden als het zoet/zout-grensvlak. Verder aandacht voor: de rol van grote en kleine rivieren, zoetwaterreservoirs, drainagesystemen, stedelijke waterhuishouding, de verwachte hydrologische gevolgen van klimaatverandering, toekomstige zeespiegelstijging, waterverontreiniging, kwaliteitsbeheersing en -bewaking. Hoorcollege, zelfstudie, modelgebruik, opdrachten/werkstukken. Grondwater in Nederland (F.C. Dufour 1998) Water in the Netherlands (NHV-special, edition 2004/5) Tijdens het college wordt aanvullend materiaal uitgereikt. Nader op te geven literatuur. Schriftelijk (open boek) tentamen (70%) en ingeleverde opdrachten/werkstukken (30%). Voorkennisadvies: 450024 Inleiding hydrologie.
naam code docent studiepunten periode doel
Inleiding geobiologie 450308 dr. S.R. Troelstra (en anderen) 6 4 Het verkrijgen van inzicht in de interactie tussen de biosfeer (levende organismen en hun producten) en de geosfeer gedurende vier miljard jaar aardgeschiedenis. inhoud In een serie colleges en praktica door docenten uit de aardwetenschappen en de biologie wordt tijdens de cursus aandacht besteed aan beslissende gebeurtenissen en processen in de geo/biosfeer interactie zoals de rol van bacteria, geochemische processen, het ontstaan en de rol van landplanten, biodiversiteit en de biologische pomp.
96
Aardwetenschappen en geoarcheologie
werkwijze Colleges, praktisch werk, literatuurstudie (wordt tijdens de cursus uitgereikt) toetsing Participatie in de cursus, groepswerkstuk, schriftelijk tentamen naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Inleiding hydrologie 450024 dr. V.E.A. Post; dr. M.J. Waterloo 5 4 Inzicht in de voornaamste hydrologische processen en ruimtelijke relaties. Eenvoudige stromingsvraagstukken kunnen oplossen. Het begrijpen van de reikwijdte en het toepassingsgebied van de hydrologie binnen de aardwetenschappen. Algemeen: de kringloop van het water: neerslag, verdamping, infiltratie, stroming van het water in de onverzadigde en verzadigde zones, afvoeren. Waterbeheer. Hydrometeorologie: water- en energiebalans; neerslag: meting, fouten, ruimtelijke verdeling, ontwerpmeetnet, data-analyse; verdamping: procesbeschrijving, meting, waterverbruik van gewassen; neerslaginterceptie door vegetatie. Oppervlaktewater: bodemvocht: meting, infiltratie; rivierafvoeren: neerslagafvoer- relaties (afvoerverloop- en duurcurves), meting, Q-H-relaties, schatting van piekafvoeren, grondwaterrecessie, bergingsmodellen. Grondwater: grondslagen van de grondwaterhydrologie: porositeit, permeabiliteit en bergingsfactor in relatie tot textuur en structuur van het gesteente; de basiswet voor stroming van Darcy en de oplossing van enkele elementaire stromingsvraagstukken; structuur, voeding en ontwatering van grondwaterbekkens; exploratie en exploitatie van grondwater; voorbeelden uit humide (vnl. Nederland) en aride gebieden. 44 uur hoorcollege, 1 dag (computer)practicum, 1 dagexcursie. Ward, R.C. & Robinson, M. (2000), Principles of Hydrology Schriftelijk tentamen over collegestof, incl. uitgereikte bijlagen en verplichte literatuur. Voor de onderdelen grondwater en oppervlaktewater dienen voldoendes te worden behaald en het eindcijfer is het gemiddelde hiervan.
naam code docenten studiepunten periode doel
Inleiding in de anorganische geochemie 450022 prof.dr. P.A.M. Andriessen; dr. C.J. Beets 5 1 Het verkrijgen van inzicht in de grondbeginselen van scheikunde op natuurlijke processen aan het aardoppervlak en het leren toepassen van deze kennis bij het oplossen van relevante vraagstukken. inhoud Centraal staan de principes en toepassingen van chemische reacties tussen vaste stoffen, vloeistoffen en gassen, doorgaans dus tussen mineralen en waterige oplossingen. De cursus bouwt voort op de aanzet die hiertoe in het eerste jaar is gegeven. De cursus behandelt de noodzakelijke scheikundige theorie en past die toe op natuurlijke processen. In deze cursus worden o.a. de principes behandeld van thermodynamica, mineraal stabiliteitsdiagrammen, kleimineralen, oxidatie en reductie reacties, kinematiek van chemische reacties, stabiele en radioactieve isotoopsystemen, menging en mixing. De
Examenonderdelen
97
student leert kwantitatieve voorspellingen te maken over de uitkomst van chemische reacties in een breed spectrum van geologische processen. Specifieke geochemische aspecten die in deze cursus aan bod komen, zijn: A) verwering B) grootschalige cycli C) water en atmosfeer D) milieu en gezondheid werkwijze College, opgaven tijdens werkcolleges en zelfstudie. Informatie via Blackboard literatuur G. Faure (1998). Principles and Applications of Inorganic Geochemistry. MacMillan Publ. Co., 2nd ed. Hoofdstukken 11 t/m 25, met uitzondering van hoofdstuk 24. toetsing Schriftelijk tentamen. Herkansingen alleen m.b.v. een tentamen. naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
naam code coördinator docenten
Inleiding mineralogie 450157 dr. W. van Westrenen 3 5 (1) Het verkrijgen van inzicht in de atomaire structuur en de classificatie van mineralen. (2) Het beheersen van de methodes gebruikt voor het macroscopisch determineren van mineralen. Principes van mineralogie en kristallografie: • Fysische eigenschappen van mineralen als basis van macroscopische determinatie. • Chemische mineralogie: coördinatieprincipes, binding in mineralen, wetten van Pauling, opbouw van mineraalformules, mengreeksen. • Kristallografie: uitwendige vormen, symmetrie-elementen, symmetrieoperaties, kristalstelsels, Miller indices. Hoorcolleges, practica en take-home opdrachten. Wenk, H-R & Bulakh H (2004) Minerals - Their constitution and origin. Schriftelijk theorietentamen, en beoordelingen practica en take-home opdrachten.
werkwijze
Inleiding paleoklimatologie en paleo-oceanografie 450283 dr. S.J.P. Bohncke dr. C.J. Beets; dr. M.A. Prins; prof.dr. D. Kroon; dr. H. Renssen; dr. S.J.A. Jung 6 4 De achtergronden van klimaats-onderzoek kunnen begrijpen. Toepassen van verschillende technieken voor de reconstructie van verschillende klimaatsparameters. Werking van het huidige klimaatsysteem. Variabiliteit van het klimaat en klimaats aansturing in tijd en ruimte. De expressie van klimaat-variabiliteit in verschillende archieven: ijs, mariene en terrestrische sedimenten. Technieken van klimaats-analyse, proxy-calibratie en toepassing daarvan. Werkcolleges en praktikum (verzamelen en bewerken van materiaal).
98
Aardwetenschappen en geoarcheologie
studiepunten periode doel
inhoud
toetsing Presentaties van verkregen gegevens en achtergrondstudie; schriftelijk tentamen van de behandelde stof uit het boek Earths Climate: Past and Present van W. Ruddiman plus uitgereikt materiaal. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Isotopengeochemie 450141 dr. C.J. Beets; prof.dr. P.A.M. Andriessen 6 3 Het opdoen van kennis en verkrijgen van inzicht in de fundamentele principes en toegepaste aspecten van isotopengeochemische systemen en methodieken in de Aardwetenschappen en het gebruik van deze systemen in aardwetenschappelijke processen Isotopengeochemie speelt een prominente rol in alle disciplines in de Aardwetenschappen en is van fundamenteel belang voor het begrijpen hoe het Aardse systeem functioneert. Het natuurlijke radioactieve vervalsysteem is de belangrijkste methode om absolute ouderdommen en snelheden te bepalen van geologische processen die zich afspelen in de mantel, korst, hydrosfeer en biosfeer van de Aarde. De variatie in isotopische samenstelling van elementen verschaft inzicht in en informatie over a) oorsprong en geschiedenis van gassen, vloeistoffen en vaste stoffen en b) fysisch-chemische processen die ten grondslag liggen aan de variatie van de isotopische samenstelling. In deze cursus komen de volgende vier aspecten van het Systeem Aarde aan bod: • Isotopengeochemie van de vaste Aarde -isotopen traceronderzoek voor het bestuderen van de geochemische differentiatie van de planeet Aarde in kern, mantel en lithosfeer; oceanische lithosfeer vorming en recycling en continentale korstgroei • Lage tot medium temperatuur geochronologie -tektonische processen en oppervlakte expressies, bepalen van snelheden en de kwantificering van processen, vertikale bewegingen in sedimentaire bekkens en aangrenzende orogenen -, thermische aspecten van de lithosfeer en isotoopsystemen. • Isotopengeochemie in Kwartairgeologie en Paleoklimatologie, datering met 14C, U-series en 210Pb, stabiele isotoopsystemen in het recente sedimentarchief en isotoopsystemen gekoppeld aan het klimaatonderzoek. • Isotopenhydrologie - verdamping en condensatie van water; (Paleo)temperatuur van grondwater; herkomst en mengverhouding, herkomst van rivierwater en hydrogeochemische processen -; Colleges, werkcollege en zelfwerkzaamheid in groepsverband aan de hand van case-studies uit de literatuur. Informatie via Blackboard. Collegestof en materiaal dat tijdens het college wordt uitgereikt Probleemstellingen die tijdens het werkcollege worden uitgewerkt Schriftelijk tentamen. Herkansingen alleen m.b.v. een tentamen.
naam Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract. code 450093 docent dr. R.T. van Balen
Examenonderdelen
99
studiepunten 6 periode 4 doel Het verwerven van kennis en inzicht met betrekking tot a) de algemene Kwartairgeologie en b) de opbouw van de bodem van Nederland, en het ontstaan van het landschap als functie van geologisch/geomorfologische processen, biologische processen, klimaatveranderingen en ingrepen van de mens. Aan het eind van de cursus heeft de student: • een globaal overzicht van de benaderingen en technieken die gebruikt worden in het Kwartairgeologisch onderzoek; • inzicht in de hoofdlijnen van de Kwartaire klimaatdynamiek; • een overzicht van de neotektonische ontwikkeling en recente breukbewegingen, en de invloed daarvan op de Kwartaire sedimentatie en erosie processen en het landschap van Nederland; • een praktisch en theoretisch overzicht van de verschillende landschapstypen, inclusief de daarbijbehorende ecosystemen, van Nederland en soortgelijke/aangrenzende gebieden in West-Europa; • begrip van de ruimtelijke relaties tussen deze landschappen en kan hij deze in een historisch perspectief plaatsen, met name waar het de invloed van klimaatverandering en menselijk ingrijpen betreft. inhoud Het jongste deel van de aardgeschiedenis is sterk bepalend geweest voor de genese van het huidige landschap. De wisseling van klimaatomstandigheden, die het unieke karakter van het Kwartair bepaalt, wordt in steeds meer detail onderzocht. Oorzaken en gevolgen worden steeds duidelijker, waarbij voor de interactie tussen land, oceaan en atmosfeer een belangrijke rol is weggelegd. Vertikale bodembewgingen (veroorzaakt door e.g. neotektoniek, compactie), de klimaatfluctuaties van het Kwartair en het meer recente ingrijpen van de mens in het ecosysteem zijn vastgelegd in afzettingen en landvormen. In deze cursus wordt deze relatie aan de hand van de Kwartairgeologische en geomorfologische opbouw en ontwikkeling van Nederland toegelicht. Geologie, geomorfologie en bodemontwikkeling vormen in ecosystemen tevens een belangrijk deel van de abiotische component. Andere abiotische componenten zoals hydrologische processen en daarmee samenhangende stofstromen kunnen niet begrepen worden zonder kennis van ontstaan en opbouw van de ondergrond. Tenslotte vormen de abiotische landschapscomponenten ook de natuurlijke ondergrond van de biotische componenten. De cursus bestaat uit drie onderdelen: • hoorcollege (1 stp) algemene Kwartairgeologie; • hoorcollege (2 stp) Kwartairgeologie en landschappen van Nederland; • excursies (1 stp) binnen Nederland. werkwijze Hoorcolleges; Excursie. literatuur Berendsen, H.J.A. (2004, 4-e druk) De vorming van het land - Inleiding in de geologie en geomorfologie; Berendsen, H.J.A. (1997) Landschappelijk Nederland; Williams, M.A.J., Dunkerley, D.L., De Decker, P., Kershaw, A.P., and Chappell, J. (1998) Quaternary Environments; toetsing Schriftelijke deeltentamens: a) algemene Kwartairgeologie, over de betreffende collegestof en literatuur (25%) , en b) Kwartairgeologie en landschappen van Nederland, over de betreffende collegestof, literatuur en 100
Aardwetenschappen en geoarcheologie
excursiestof (75%). Toetsing tijdens excursie. opmerkingen N.B. Aanmelding voor het veldpracticum geschiedt apart in TIS en kan t/m begin februari 2006. (kijk in TIS onder 'werkgroepen'). naam Levensgemeenschapsbiologie code 470143 docenten dr.ir. M.G.A. van der Heijden; dr. W.F.M. Roling; dr.ir. B.W. Kooi; prof.dr. H.A. Verhoef (cursusleider) studiepunten 9 periode 13.02.2006 - 24.03.2006 doel Doelen: • Kennismaking met de theorie omtrent de identificatie en classificatie van levensgemeenschappen en de patronen en processen in levensgemeenschappen; • Kennismaking met wiskundige modellen die worden toegepast in de levensgemeenschapsbiologie; • Kennismaking met de experimentele methoden om de veranderingen in de samenstelling van een levensgemeenschap in de tijd te analyseren (successie), om mutualistische interacties te analyseren en om de rol van de soortensamenstelling in bodemprocessen vast te stellen • Kennismaking met de statistische methoden die worden gebruikt bij het uitwerken van de resultaten; • Kennismaking met de algemene methodologie van het opzetten van onderzoek, inclusief het formuleren van toetsbare hypothesen en het opstellen van onderzoekprotocollen. Eindtermen De student kan: • beschrijven welke factoren en patronen van belang zijn bij het differentiëren tussen verschillende levensgemeenschappen; • m.b.v. wiskundige modellen processen in levensgemeenschappen analyseren; • belangrijke vertegenwoordigers van de bodemorganismen karakteriseren; • begrippen als successie, decompositie en mineralisatie omschrijven; • omgaan met de spectrofotometer, GC, centrifuge, pipetten, etc; • omgaan met methodes als Tullgrenextractie, infraroodgasanalyse en autoanalyse van bodemoplossingen; • onderzoekvoorstellen opzetten aan de hand van literatuuronderzoek; • toetsbare hypothesen formuleren en onderzoek zelfstandig uitvoeren; • statistiek toepassen op databestanden en eigen onderzoek; • samenwerken in groter verband, en onderzoeksresultaten schriftelijk weergeven en presenteren. inhoud Het boek "Community Ecology" (zie verplichte literatuur) wordt in zijn geheel behandeld tijdens deze cursus. Dit houdt in dat de volgende aspecten van de levensgemeenschapsbiologie aan de orde komen: • Levensgemeenschappen en hun soortensamenstelling. Eigenschappen van levensgemeenschappen (o.a. soortsdiversiteit, dominante soorten); • Interspecifieke interacties (o.a. trofische cascades). Voorbeelden van biologische controle op stofstromen. Mechanistische concurrentiemodellen;
Examenonderdelen
101
•
werkwijze
literatuur toetsing
opmerkingen
Predatiemodellen in simpele levensgemeenschappen. Effecten van predatoren op levensgemeenschapsdiversiteit, van herbivoren op plantendiversiteit en van antropogene verstoringen op microbiële diversiteit; • Patronen, stabiliteit en instabiliteit in voedselwebben. Mutualisme (de rol van mycorrhiza en N-fixatie). Interspecifieke interacties in heterogene habitats (meta-populatiedynamica); • Effecten van biodiversiteit op ecosysteemfunctioneren. Herstel van levensgemeenschapssamenstelling en functie. Practicum: In het eerste deel van het practicum wordt de nadruk gelegd op het identificeren van organismen en het leren van de onderzoekstechnieken en de statistische verwerking van data-bestanden (o.a. variantie-analyse). In het tweede deel wordt per koppel studenten een onderzoeksproject ontworpen, uitgevoerd en geanalyseerd, binnen de kaders van de opgedane kennis rond de discipline Levensgemeenschapsbiologie. • Hoorcolleges, 45 uur; • Veldexcursie (Spanderswoud) (verplicht); • Practicum, 60 uur. "Community Ecology" 1999, P.J.Morin, Blackwell Science Ltd. Prijs: 60 euro. Practicumhandleiding. • Schriftelijk tentamen; • Onderzoeksvoorstel; • Stella-practicumverslag; • Onderzoekverslag; • Mondelinge presentatie. Laboratoriumjas verplicht. Deze cursus wordt niet onderbroken door de onderwijsvrije week (week 10) die geldt voor de rest van het onderwijs binnen de BSc opleidingen levenswetenschappen, het onderwijs loopt door. Studenten die willen meedoen aan de herkansingen in deze periode zullen daar rekening mee moeten houden.
naam Mathematische modellen en computersimulatie Kwartairgeologie/ milieuwetenschappen code 450101 docenten dr. J. van Huissteden; dr. R.T. van Balen studiepunten 6 periode 4 doel Het verwerven van basiskennis van constructie en toepassing van mathemathische modellen, de toepassing van modellen kritisch kunnen evalueren. inhoud Algemene inleiding in mathematisch modelleren en computersimulatie. Bespreking van enkele specifiek Kwartairgeologische en milieuwetenschappelijke toepassingen: inleiding klimaatmodellen, modellen van erosie en sedimentatieprocessen, biologische afbraakprocessen in de bodem. Tijdens het practicum wordt ervaring opgedaan met programmeren en het zelf ontwikkelen van eenvoudige modellen. werkwijze 18 uur college, 60 uur practicum. Daarnaast wordt een modeltoepassing uit de literatuur bestudeerd en in een korte presentatie van commentaar voorzien. 102
Aardwetenschappen en geoarcheologie
literatuur tijdens de cursus uit te reiken syllabus en ander materiaal, kosten ca. EUR 12.50. toetsing Tentamen over de collegestof, verslag van het practicum. Presentatie literatuurstudie naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Mineralogie 450078 dr. W. van Westrenen 3 4 (1) Het verkrijgen van een samenhangend overzicht van de geologisch belangrijkste mineralen. (2) Het vaardig worden in het gebruik van de polarisatiemicroscoop en in de methode van het determineren van mineralen in dunne doorsneden. Voorbereiding op de aansluitende cursus petrologie (450076). • Systematische classificatie van de mineralen. Behandeling van chemische samenstelling, structuur, fysische eigenschappen, ontstaanswijze, en geologisch voorkomen van de gesteentevormende mineralen, met nadruk op de silicaten. • Theoretische inleiding optische kristallografie. Behandeling van de mineraaldeterminatie in dunne doorsneden en practische oefeningen in de orthoscopische methoden: reliëf, kleur/pleochroïsme, interferentiekleuren en dubbelbreking, relatie optische en kristallografische richtingen. Hoorcolleges, practica en take-home opdrachten. Wenk, H-R & Bulakh H (2004) Minerals - Their constitution and origin Schriftelijk theorietentamen, en beoordelingen practica en take-home opdrachten. Voorkennis: kristallografie, mineralen en gesteenten op eerstejaars niveau.
naam Oriëntatie op communicatie en educatie 1: oriëntatie op het beroep van leraar en communicatiespecialist code 990005 studiepunten 6 coördinator drs. J. Veldhuis docent Diverse docenten (De cursus wordt verzorgd door diverse docenten van FALW, FEW en het Onderwijscentrum VU.) periode oktober 2005 (Levenswetenschappen); februari 2006 (Aardwetenschappen en FEW) doel Doel van de cursus is: • Het oriënteren op de opleiding tot bèta communicatiespecialist / educatief medewerker / leraar • Het ontwikkelen van een visie op wetenschapscommunicatie en voortgezet onderwijs • Het ontwikkelen van vaardigheden in wetenschapscommunicatie en educatie De cursus is bedoeld om studenten met belangstelling voor een loopbaan als leraar of communicatiespecialist in staat te stellen een doordachte keuze te maken: Ben je geschikt voor het beroep van leraar, voorlichter, (gezondheids/wetenschaps)journalist, museummedewerker, (medisch)
Examenonderdelen
103
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep
opmerkingen
naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
104
redacteur of communicatiespecialist? Ben je voldoende gemotiveerd om het communicatie- of educatie-traject te kiezen? Deze cursus is een mix van educatie (E) en communicatie (C). De E-onderdelen omvatten werkcolleges over lesvoorbereiding, lesuitvoering en kenmerken van leerlingen. Er worden vaardigheden geoefend die je nodig hebt om in de klas met de leerlingen te werken. Daarnaast is er een korte stage op een school voor voortgezet onderwijs. In de C-onderdelen komen onder meer communicatiewetenschap, museologie (excursie), populair-wetenschappelijk schrijven, relatie woord en beeld, multimedia (audiovisuele presentatie) aan bod. We besteden hierbij veel aandacht aan praktijksituaties (excursies en gastsprekers). hoor- en werkcolleges, excursie en stage syllabus bij aanvang cursus, evt. aanvullende literatuur via Blackboard Beoordeling geschiedt op basis van het portfolio, het logboek, de opdrachten van zowel C als E en de eindpresentatie. Deelname aan de cursus staat open voor derdejaars bachelorstudenten van de faculteiten Exacte Wetenschappen en Aard- en Levenswetenschappen. De cursus wordt sterk aangeraden voor studenten die de lerarenopleiding (Eprofiel in de masteropleiding) willen volgen. • Voor verdere voorbereiding op de lerarenopleiding (het E-profiel in de masteropleiding) is er een vervolgcursus: "Oriëntatie op educatie 2" (vakcode 990007). • Meer informatie is verkrijgbaar bij Jolanda Veldhuis:
[email protected], tel. (020) 59 85583 en bij het Onderwijscentrum VU: www.onderwijscentrum.vu.nl. Oriëntatie op educatie 2: oriëntatie op het beroep van leraar 990007 6 Diverse docenten (De cursus wordt verzorgd door diverse docenten van het Onderwijscentrum VU.) maart 2006 De student maakt intensief kennis met het beroep van eerstegraads docent in het voortgezet onderwijs. Na afloop beschikt de student over voldoende informatie over het voorgezet onderwijs en de eigen geschiktheid voor het beroep van leraar om een afgewogen keuze te maken voor het volgen van de lerarenopleiding (het E-profiel in de masteropleiding). De cursus bestaat uit werkcolleges waarin thema's uit de vakdidactiek en algemene didactiek / pedagogiek aan bod komen. Een begeleide stage op een school voor voortgezet onderwijs maakt onderdeel uit van de cursus. werkcolleges en stage reader bij aanvang van de cursus beoordeling van portfolio, stage en eindgesprek de cursus "Oriëntatie op communicatie en educatie 1: oriëntatie op het beroep van leraar" (vakcode 990005) derdejaars bachelorstudenten bij de faculteiten Aard- en Levenswetenschappen en Exacte Wetenschappen • Voor meer informatie: www.onderwijscentrum.vu.nl • Onderwijssecretariaat Onderwijscentrum VU: (020) 59 89222 Aardwetenschappen en geoarcheologie
naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing naam code docent studiepunten periode doel
Paleontologie 450070 dr. S.R. Troelstra 3 2 Inzicht in de ontwikkeling van het leven, gekoppeld aan de evolutie van planeet Aarde. Het leren herkennen van biota van karakteristieke sedimentaire milieus. Evolutie van het leven in relatie tot plaattektoniek en klimaat. Stratigrafisch/ecologische betekenis van de belangrijkste macro/microfossielgroepen uit terrestrische en mariene milieu's. Colleges en practica. De behandelde fossielgroepen worden in handstuk bestudeerd. Dagexcursie naar Natuurhistorisch Museum Naturalis. Syllabus en Internetgebruik. Schriftelijk tentamen
opmerkingen
Petrologie van het systeem Aarde 450083 drs. F.F. Beunk 6 4 Inzicht in petrologische aspecten van belangrijke deelsystemen van het Systeem Aarde. 'Case studies' van endogene processen in de belangrijkste geo-dynamische milieu's. De petrologie van de processen staat centraal, maar wel in breder perspectief, met aandacht voor aanverwante vakgebieden ((isotopen)geochemie, tektoniek). Ook het belang en de werking van chemische en mineralogische materiaal-analyse komen aan bod. Onderwerpen: • Magmatische processen van plaatgrenzen en hot spots: Oceanische ruggen en 'hot spots': komatiieten, picrieten en bazalten. Subductiezones: de genese van de andesiet-daciet-rhyolietassociatie. • Magmatische geochemie als onderzoeksmethode. • Magmatisme in de continentkorst: Granieten en granitoïden. • De slab-pull force: mantelmineralogie en metamorfe reacties in de mantel; hun betekenis als motor van plaatbeweging. • Diepe subductie van continentkorst: Mineraalthermobarometrie, PTtpaden, thermische modellering en tektonische betekenis. • Inleiding analytische mineralogie en geochemie. Werkcolleges, practica, colloquium, laboratoriumdemonstraties Delen van G. Sen (2001) Earth's Materials: Minerals and Rocks. Prentice Hall. Tijdens het werkcollege wordt oefen- en studiemateriaal uitgedeeld. Schiftelijk tentamen; beoordeling van tijdens de cursus gemaakte werkstukken en (ev.) gehouden voordracht. Voorkennisadvies: Petrologie (450076).
naam code docenten studiepunten
Petrologie, incl. veldpracticum 450076 prof. dr. G.R. Davies; drs. F.F. Beunk 6
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
Examenonderdelen
105
periode 5 doel Het verkrijgen van inzicht in de chemie van belangrijke fasen-overgangen. Het verwerven van inzicht in de verbanden tussen mineralogische en chemische samenstelling en struktuur van magmatische en metamorfe gesteenten en de geologische omstandigheden van hun ontstaan. Het verwerven van vaardigheid in de microscopische determinatie van de mineralogische samenstelling en struktuur van magmatische en metamorfe gesteenten, zodat een vakkundige beschrijving en klassificatie kan worden opgesteld. Het opbouwen van veldervaring m.b.t. endogene processen. inhoud Modale (IUGS) en chemische klassificatie van stollingsgesteenten; variaties in chemische samenstelling; eigenschappen van magma's; smeltstructuren; viscositeit; nucleatie en kristallisatie; chemie van oplossingen; fasendiagrammen van silikaatsystemen; reactiereeksen van Bowen; associaties van magmatische gesteenten. Inleiding gesteentemetamorfose; microstructuren; graden van metamorfose, zoneren 'Barrovian style'; metamorfe reacties; PT-diagrammen; metamorfe fasenregel; metamorfe faciës; chemische samenstelling en mineralogie van metapelieten, marmers/ kalksilicaat-gesteenten en metabasieten (o.a. ACF). Microscopie stollingsgesteeenten en metamorfe gesteenten. Veldobservaties aan magmatische en metamorfe gesteenten en hun strukturen. werkwijze Hoorcolleges. Practica: microscopische petrografie; chemie van fasenovergangen, te visualiseren m.b.v. 'spread sheets'. Veldpracticum van een week in Auvergne. literatuur J.D. Winter (2001): An Introduction to Igneous and Metamorphic Petrology (Prentice-Hall); syllabi, PowerPoint-presentaties. toetsing Theorie- en praktijktoetsen over de behandelde stof, inclusief het veldpracticum. 'Take-home' opdrachten. opmerkingen Mineralogie (450078) is een noodzakelijke voorbereiding op deze cursus. NB: Aanmelding voor het veldpracticum geschiedt apart via TIS en kan uiterlijk t/m eind januari 2006 (kijk in TIS onder 'werkgroepen'). naam code docent studiepunten periode inhoud
106
Prehistorie 450166 dr. M. Miedema (tel: 020-690 3103) 3 1, 2, 3 en 4 De voornaamste prehistorische tijdvakken met de daarin voorkomende culturen worden behandeld. Daarbij komen de nederzettingsvormen, begraafwijzen, diverse graftypen en de huishoudelijke voorwerpen, zoals aardewerk en gereedschap aan de orde. Verder spelen handel, nijverheid, akkerbouwsystemen en de huizenbouw een belangrijke rol. Voorname factor bij dit alles is de bewoonbaarheid van de verschillende gebieden in Nederland en Noordwest-Europa. Dit wisselt door de tijd en in verband hiermee zal aandacht worden besteed aan de klimaatveranderingen en de holocene ontwikkeling gedurende de laatste 10.000 jaar. Gedurende het cursusjaar zijn er diverse excursies in Nederland als aanvulling op de colleges en bedoeld om de verschillende monumenten en artefacten in de musea of ter plekke in het veld te aanschouwen en te herkennen. Tijdens een practicum leert de Aardwetenschappen en geoarcheologie
student zelf met de vondsten, voornamelijk aardewerk, te werken en te komen tot een determinatie in groepen en typen. werkwijze Hoorcollege, practicum en museumbezoek. toetsing Schriftelijk tentamen over bestudeerde literatuur en collegestof. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Ruimtelijke beeldvorming 450065 dr. H. Stel; dr. E. Willingshofer 6 2 en 3 De student ontwikkelt ruimtelijk inzicht door geometrische oefeningen op kaarten en luchtfoto's. Hij verkrijgt kennis en vaardigheden om eenvoudige geologische/geomorfologische kaarten te interpreteren en om een geologisch profiel te tekenen. Basale kennis van het gebruik en interpretatie van luchtfoto's. De student leert werken met: • De weergave van het aardoppervlak in het platte vlak, topografische kaart, hoogtelijnen, topografisch profiel, blokdiagram. • Ruimtelijke geometrische constructies (isohypsen, dagzomen, breuken, plooien met horizontale plooiassen). • Geologische kaarten: verwerking van kwantitatieve gegevens in kaarten, kaart- en legendaopbouw, geologische geschiedenis afleiden uit kaarten (formaties, plooiing, discordanties, breuken, dikes etc.); het lezen van een geologische/geomorfologische kaart. • Geomorfologische kaarten, landschapselementen/vormen, erosie, transport en accumulatiegebieden. • Profielen, constructie van profielen uit de geologische kaart en luchtfoto's. • Luchtfoto's: basisbeginselen van geomorfologische en geologische luchtfoto-interpretatie; (landschapsvormen, luchtfotokenmerken van geologische formaties, reliëf, afwateringspatronen, karteerbare plooi- en breukstructuren). Werkcollege. Prakticumhandleiding. Tentamen (60%) en ingeleverde werkstukken (40%).
naam code docenten studiepunten periode doel
Ruimtelijke beeldvorming (geoarcheologie) 450143 dr. A.M.J. de Kraker; vacature 6 2 en 3 De student ontwikkelt ruimtelijk inzicht door geometrische oefeningen op kaarten en luchtfoto's. Hij verkrijgt kennis en vaardigheden om eenvoudige geologische/geomorfologische kaarten te interpreteren en om een geologisch profiel te tekenen. Basale kennis van het gebruik en interpretatie van luchtfoto's. inhoud De student leert werken met: • De weergave van het aardoppervlak in het platte vlak, topografische kaart, hoogtelijnen, topografisch profiel, blokdiagram. • Kaarten: verwerking van kwantitatieve gegevens in kaarten, kaart- en
Examenonderdelen
107
legendaopbouw en het lezen van een geologische/geomorfologische kaart. • Geomorfologische kaarten, landschapselementen/vormen, erosie, transport en accumulatiegebieden. • eenvoudige archeologische verwachtingskaarten, die opgesteld worden aan de hand van beschikbaar kaartmateriaal en archeologische gegevens. werkwijze Werkcollege. literatuur Prakticumhandleiding. toetsing Tentamen (50%) en ingeleverde werkstukken (50%). naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing opmerkingen
naam code docenten studiepunten periode 108
Scriptie milieubeleid 450136 dr. M.A. van Drunen 4 1 en 2 Een belangrijke competentie van professionals die werken op het gebied van milieuvraagstukken is het schrijven van kwalitatief goede milieukundige rapporten. Doel van deze cursus is het (verder) ontwikkelen van deze competentie. Specifieke aandacht wordt geschonken aan: • Het formuleren van de vraagstelling; • Het inperken van het onderzoeksgebied; • Het effectief gebruik van wetenschappelijke literatuur, internet, empirische gegevens en modellen en het op de juiste manier verwijzen naar deze bronnen; • Het helder verwoorden van de belangrijkste bevindingen voor beleidsmakers en managers; • Het gebruik van geschikte argumenten. Studenten schrijven zelfstandig een scriptie over het overeengekomen onderwerp. Het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) onderzoekt veel onderwerpen op het gebied van milieu en beleid. Voor een overzicht kan men een Jaarverslag afhalen bij het IVM-secretariaat (kamer A 503). Studenten mogen de scriptie in het Nederlands of in het Engels schrijven. De keuze van het onderwerp vindt plaats in overleg met de beoogde begeleider (één van de onderzoekers bij het IVM) en de coördinator. Het onderwerp moet wel relevant zijn met betrekking to milieubeleid. Afhankelijk van het onderwerp. Aanbevolen literatuur is een algemeen boek over het schrijven van een scriptie. Zie ook: http://www.leidenuniv.nl/bvdu/sz/so/scriptie.html De scriptie wordt beoordeeld door de begeleidende onderzoeker en cursuscoördinator op aan de hand van bovengenoemde doelstellingen. Voor inlichtingen en inschrijvingen: Dr. Michiel van Drunen, Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM),
[email protected], De Boelelaan 1087, kamer A645, tel. 020-598 9534. Sedimentaire systemen in ruimte en tijd 450072 prof.dr. J. Smit; prof.dr. T.C.E. van Weering 3 2 Aardwetenschappen en geoarcheologie
doel Voortbouwend op de eerstejaars studieonderdelen gaat het om schaalvergroting in ruimte en tijd. Ontwikkelen van integratievermogen staat centraal. De cursus verbindt de kennis van individuele sedimentaire milieus en sedimenttypes tot grootschalige ruimtelijke patronen en combineert deze met de principes van stratigrafie tot complexe reconstructies in ruimte en tijd. inhoud Analyse van sedimentaire systemen in de ruimte op een schaal van bekkens of gehele riviersystemen. Daarnaast wordt een overzicht van de ontwikkeling van sedimentaire systemen in de tijd behandeld met als leidraad het actualiteitsprincipe en zijn beperkingen. Satellietbeelden, gedetailleerde kaarten en profielen vormen de belangrijkste basis voor de schaalvergroting in de ruimte; overzichten van sedimentaire systemen in het Proterozoïcum en Fanerozoïcum vormen de basis voor schaalvergroting in de tijd. werkwijze Hoorcollege en practicum op PC's met gebruikmaking van een computermodel STRATA. Kennis van Unix is aan te bevelen. literatuur Syllabus en aanvullende literatuur. toetsing Schriftelijk tentamen en zelfstandige projecten. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing naam code docenten studiepunten periode doel
Sedimentologie en stratigrafie 450069 prof.dr. J. Smit; prof.dr. T.C.E. van Weering 6 4 Op de hoogte raken van de grondbeginselen van de stratigrafie en sedimentologie aan de hand van practika en (werk)colleges. De hele cursus wordt afgehandeld via blackboard. Fysica van stromend water/lucht en het transport van deeltjes en de vorming van sedimentaire structuren in relatie tot stroomsnelheid. Ordening van de sedimentaire gesteenten in ruimte en tijdrelaties; ontstaan en indeling van de geologische tijdschaal. Behandeling van de stratigrafische hoofdcategorieën. Behandeling van de sedimentaire milieus en hun fysische kenmerken (meren, rivieren, delta's, windafzettingen, ariede en glaciale milieu's, ondiep mariene klastische/carbonaat milieus, en diepzeeafzettingen). Bestuderen van een Engelstalig leerboek aan de hand van een studiehandleiding. Praktisch werk: Beschrijven en interpreteren van handstukken en lakprofielen. Oefeningen om de stratigrafische principes beter te leren hanteren (verschillen tussen en litho- en chronostratigrafie; transgressie en regressie; faciessequenties) Excursie naar het strand/wadden, Excursie naar Utrecht TNO-NITG analoge model situaties. Nichols, G (1998) Sedimentology and Stratigraphy en digitale studiehandleiding op: http://www.falw.vu.nl > Onderzoeksinstituten > IAWEarth Sciences > Dept. of Sedimentology en op Blackboard. Tentamen (70%) en ingeleverde werkstukken + excursieverslag (30%). Sociale geografie I 450099 dr. J.A. van der Schee; drs. J.J.F. Heins (Onderwijscentrum VU) 6 2 Het programma heeft ten doel kennis bij te brengen van de sociaalgeografische optiek en inzichten met betrekking tot vraagstukken die spelen
Examenonderdelen
109
in gebieden op verschillende ruimtelijke niveaus. inhoud Het programma bestaat uit twee blokken: • Milieuproblemen in ontwikkelingslanden met thema's als 'water en armoede', 'grondproblematiek in sloppenwijken' en 'man-made disasters'. • Regio's in verandering met thema's als 'politiek en ruimte', 'migratie en mobiliteit' en 'ruimtelijke ordening'. Van wereldniveau wordt via Europa en Nederland ingezoomd op de eigen omgeving. Dit blok wordt afgesloten met een excursie door Amsterdam. werkwijze Hoorcolleges, werkcolleges, excursie, eigen artikel/werkstuk. literatuur J.J.F. Heins & H.L.M. Kox (red.) (1998), Mensen op drift. Migratie en ontwikkeling, Vrije Universiteit, Amsterdam (totaal 64 pp.). toetsing Het schrijven van een artikel over een geografische problematiek waarbij minstens twee landen betrokken zijn en waarbij uitgaan wordt van de in de literatuur aangeboden theorie. Beoordelingscriteria worden tijdens de colleges uitgedeeld. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Statistiek en data-analyse 450071 dr. J.A.M. Kenter; dr. J. van Huissteden 6 1 Vaardigheden en inzicht ontwikkelen in een breed scala van statistische methodieken die belangrijke aardwetenschappelijke toepassingen hebben. Nadruk ligt op de toepassing en in mindere mate de theoretische achtergrond. Kennisoverdracht vindt plaats middels vraagstukken die deels schriftelijk worden geoefend en anderzijds door gebruikmaking van statistische software worden opgelost. Vraagstukken betreffen actuele aardwetenschappelijke onderwerpen. De cursus is opgebouwd uit twee delen te weten: Deel I: Beschrijvende en inferentiële statistiek. Beschrijvende statistiek (frequentieverdelingen, gemiddelde, mediaan, modus, standaardafwijking en andere dipersiematen); inferentiële statistiek (steekproefmethoden, toetsen, curve-aanpassing, regressie en correlatie). Deel II: Multivariate statistiek en tijdreeksanalyse. Multivariate statistiek (variantie analyse, multiple regressie analyse en introductie van multivariate analyse zoals cluster, principle components analyse en factor analyse); Tijdreeksanalyse (interpolatietechnieken, Markov chains, autocorrelatie, crosscorrelatie, cross-association, spectraalanalyse). Studiehandleiding, opgaven en uitwerkingen zijn beschikbaar via Blackboard (http://www.bb.vu.nl). Hoorcollege en computerpracticum waarbij gebruikt wordt gemaakt van de programma's Excel en Matlab. Davis, J.C., (1995) Statistics and data Analysis in Geology; Syllabi. Schriftelijke deeltentamens over de delen I en II. Het cursusmateriaal zal gedeeltelijk in het Engels aangeboden worden.
naam Structurele geologie I, inclusief veldpracticum code 450077 docent dr. C. Biermann 110
Aardwetenschappen en geoarcheologie
studiepunten 6 periode 3 doel De student verkrijgt inzicht in de basisprincipes van de structurele geologie met nadruk op principes van gesteentemechanica, gesteentedeformatie, structuren (breuken, plooien, foliaties) en de geometrische en kinematische analyse van deformatie. inhoud Basisprincipes van stress, strain, simple shear en pure shear deformatiegeschiedenissen, diaklazen en shear fractures, geometrische analyse van breuken, verplaatsingsvector van breuken, datum gap en overlap, basistheorie van breukvorming, geometrische beschrijving van plooien, basistheorie van plooiing, foliatie and lineatie, basisprincipes van structurele analyse, profielconstructies met behulp van cleavage-bedding relaties, tektonische case studies, basisprincipes van de stereografische projectie, toepassingen van de stereografische projectie in de structurele analyse, dichtheidsplots en contourdiagrammen. Toepassing van technieken tijdens 7 dagen veldpracticum in het Rheinische Schiefergebirge (midden-Moezelgebied). Verslag veldopdracht wordt ter plaatse gemaakt. werkwijze 12 x 1 uur college; 16 x3 uur practicum, zelfstudie, 7 dagen veldpracticum. literatuur Ben A. van der Pluijm, Stephen Marshak (1997), Earth structure: An introduction to structural geology and tectonics, 2e druk; W. W. Norton & Company; New York, NY, 10110 USA (zie: http://www.wwnorton.com/college/titles/geology/strgeo/welcome.htm ) toetsing Schriftelijk tentamen over het theorie- en practicumdeel (66,7%). Beoordeling van de uitvoering van het veldpracticum (veldbeoordeling) en het ter plaatse geschreven verslag (33,3%). opmerkingen Voorkennisadvies: 450065: Ruimtelijke beeldvorming. Bij onvoldoende deelname aan het theoretische deel van de cursus kan niet worden deelgenomen aan het veldpracticum. Vooraanmelding via TIS (N.B. Aparte aanmelding voor veldpracticum onder 'werkgroepen'); zie voor uitgebreide informatie Blackboard-site Structurele Geologie I en de Blackboard-site Veldpracticum Structurele Geologie. Studiematerialen: practicumhandleiding, potloden, 0,2 mm tekenpen, geodriehoek, passer, vlakgom, A4-millimeterpapier A4-transparantpapier, stereografische projectienetten (te verkrijgen tijdens practicum). naam code docent studiepunten periode doel
Structurele geologie II 450081 dr. G.V. Bertotti 6 2 Inzicht verwerven in de processen en consequenties van deformaties in en van de bovenkorst. Het ontwikkelen van vaardigheden structuren te herkennen en interpreteren in het veld, in seismische secties en in data bestanden. inhoud Stresses - stress vectoren en tensoren - weergaven van stresses: Mohr cirkel en stress ellipsoid - stress velden van eenvoudige experimenten tot de "real world" Experimenten in gesteentedeformatie - Stress and deformatie tijdens elastische deformatie - het onstaan van breuken - deformatie na
Examenonderdelen
111
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen naam code docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze
toetsing
opmerkingen
breukvorming - toepassingen voor aardbevingstudies - lage temperatuur deformatie mechanisme - de transitie naar hoge temperatuur deformatie Lage temperatuur deformatie in de "real world" - Deformatie op ontsluitingschaal: breuken en plooien - Grootschalige deformatie van de aardkorst onder extensie en verkorting - Systemen van extensiebreuken Geometrie van verkortingstructuren: Ramp-folds en balanced cross sections De vorm en mechanica van gebergteketen. - seismische analyse van geologische structuren. Hoorcollege en practica Van der Pluijm & Marshak, Earth Structure en hoofdstukken van Twiss and Moores, Structural Geology. Verslagen van practica en schriftelijk tentamen. Voorkennisadvies: Structurele geologie I (450077). Studie en loopbaan 450026 dr. C. Biermann; drs. P.M.H. Smit; dr. S.R. Troelstra 2 1 en 2 Individueel competentieonderzoek, oriëntatie op vervolgstudie (masters) en arbeidsmarkt. Nagaan van eigen sterke en zwakken punten, interesses en voorkeuren. Zelfstandige oriëntatie op vervolgstudie en arbeidsmarkt (advertenties, internet, informatiewinning bij bedrijven en overheden). Elke deelnemer regelt zelfstandig een netwerkinterview. Schriftelijke en mondelinge rapportage over arbeidsmarktonderzoek, netwerkinterview en motivatie keuze vervolstudie. 8 x 3 uur werkcollege (waaronder introductie, voorlichting regelingen masteropleidingen, werkgroepbijeenkomsten, competentieonderzoek, werken voortgangsbesprekingen), lezingen door gastsprekers, zelfstandig arbeidsmarktonderzoek, schrijven van een kort verslag en voorbereiden van een korte mondelinge presentatie. In voorkomende gevallen maakt de GeoVUsie-loopbaandag deel uit van het cursusprogramma. schriftelijk verslag (60%), mondelinge presentatie (30%) en attitude (10%). Bij herhaalde afwezigheid tijdens de contacturen wordt het studieonderdeel als onvoldoende beoordeeld. Verplichte aanwezigheid bij de bijeenkomsten. Zie voor uitgebreide informatie: Blackboard-site Studie en Loopbaan.
naam code docenten studiepunten periode doel
Systeem Aarde 450067 drs. F.F. Beunk; dr. O. van de Plassche 6 1 Eerste kennismaking met de aardwetenschappen, in het bijzonder de processen die in het inwendige en aan het oppervlak van de Aarde werkzaam zijn en hun onderlinge afhankelijkheid: inhoud • Inleiding ontstaan en levensloop van het heelal en het zonnestelsel; ontstaan van de chemische elementen (nucleosynthese).
112
Aardwetenschappen en geoarcheologie
•
Bouw van de Aarde. Gesteenten en bodems. • Exogene en endogene deelsystemen en hun energiebronnen. • Kringlopen: gesteentecycli, endogeen en exogeen; hydrologische kringloop; (bio)geochemische: koolstof (CO2-thermostaat), stikstof, fosfor, enkele oceanische deelcycli. • De factor tijd: tijdmeting, geologische tijdschaal. werkwijze Responsiecolleges verbonden aan schrijfopdrachten, afgewisseld met hoorcolleges. literatuur B.J. Skinner, S.C. Porter & J. Park, 2004. Dynamic Earth - An introduction to physical geology. 5th Ed. J. Wiley & Sons. Syllabus bij 'endogene deelsystemen'. toetsing Schriftelijk essay-tentamen. Beoordeling van de dagelijkse schrijf-opdrachten telt mee in het tentamencijfer. Herkansingsresultaten worden geheel op het schriftelijk tentamen gebaseerd. •
naam code docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
Tektoniek 450066 dr. G.V. Bertotti; prof.dr. S.A.P.L. Cloetingh 3 5 De student verkrijgt enig inzicht in grootschalige deformatiemechanismen en daarmee samenhangende geologische/geofysische fenomenen. De buitenlaag van de Aarde: definitie en gedrag van de lithosfeer. In de cursus zal aandacht besteed worden aan de geofysische en geologische consequenties van twee fundamentele deformatieprocessen: extensie en verkorting. De lithosfeer onder rek en compressie: verticale en horizontale bewegingen aan het aardoppervlak, sedimentaire bekkens, morfologische en sedimentologische processen. De lithosfeer onder druk en verkorting: het onstaan van gebergten en van morfologische reliëfs, erosie. Ontstaan en deformatie van sedimentaire bekkens. Hoorcollege en practicum. Ben A. van der Pluijm, Stephen Marshak (1997), Earth structure: An introduction to structural geology and tectonics, 2e druk; W. W. Norton & Company; New York, NY, 10110 USA en handouts. Schiftelijk tentamen.
naam code docenten studiepunten periode doel
Terrestrische milieus 450097 prof.dr. J.F. Vandenberghe; dr. R.T. van Balen; dr. O. van de Plassche 6 2 Het doel is de voornaamste terrestrische (abiotische) milieus in algemene termen te karakteriseren, klassificeren en interpreteren naar vorm, faciesverdeling en processen. inhoud Het gaat om de fluviatiele milieus, de kustmilieus, de glaciale milieus en de periglaciale milieus (de eolische milieus worden behandeld bij de kustmilieus en periglaciale milieus). De nadruk ligt op het 'kennis nemen' bij elk van deze milieus zowel in theoretisch als praktisch opzicht. In het glaciale deel worden aan landijs gerelateerde tektonische en
Examenonderdelen
113
sedimentaire processen behandeld. Aan de orde komen o.a. stuwwalvorming en -strukturen, keileemvorming en deformatie, proglaciale sedimentaire milieus en glaciale landschapsvormen. In het periglaciale deel ligt de nadruk op processen en landvormen die specifiek zijn voor dit milieu en op hun paleoklimatische betekenis. Speciale aandacht wordt besteed aan die fenomenen die ook fossiel bewaard worden. In het fluviatiele deel worden afzettingen en erosieverschijnselen door rivieren behandeld. Belangrijke aspecten zijn het dynamisch evenwicht van rivieren en de reactie van rivieren op externe en interne aansturing. Bij sedimentaire kustmilieus (o.a. stranden, strandwaleilanden, wadden, estuaria, deltas) staan twee thema's centraal: (1) morfologie (en faciesverdeling) als functie van vooral de verhouding tussen energie, materiaal en rivierinvloed, en (2) evolutie als functie van zeespiegelveranderingen en andere factoren. werkwijze Hoorcolleges (ca. 20u), Practica (ca. 12u), 1 Dagexcursie, Literatuur (incl. presentatie en discussie) literatuur Nader te bepalen toetsing Schriftelijk tentamen over alle behandelde stof (incl. practica, literatuur en excursies) en beoordeling van de praktische werkstukken en presentatie. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen naam code docent studiepunten periode doel inhoud
114
Toegepaste geofysica 450142 dr. J. Groen; dr. J.A.M. Kenter 6 1 De student verkrijgt een overzicht van diverse geofysische methoden en instrumenten die toegepast en gebruikt worden in de aardwetenschappen, archeologie en milieuwetenschappen. Basismethoden die tijdens deze cursus aan de orde komen zijn: seismiek, geo-elektrische- en elektromagnetische methoden, gravimetrie, magnetometrie en bore hole logging. De principes achter deze methoden vormen de basis voor zowel diepe als ondiepe exploratie. De bachelorstudent heeft met deze korte introductie voldoende ondergrond voor verdere verdieping in de geofysica en toepassingen daarvan in diverse werkvelden. Hoorcollege en practicum. Studiehandleiding, opgaven en uitwerkingen zijn beschikbaar via Blackboard (http://www.bb.vu.nl/). "An Introduction to Applied and Environmental Geophysics", John M. Reynolds, 1997, John Wiley & Sons, 796 p. Schriftelijk tentamen en praktische opgaven. Het cursusmateriaal zal gedeeltelijk in het Engels aangeboden worden. Uitwerking geoarcheologisch veldwerk 450033 Diverse docenten (geoarcheologie) 4 1 Het leren uitwerken en in verslag brengen van veldgegevens. Het zelfstandig interpreteren en uitwerken van de gegevens, die tijdens het veldwerk (450035) zijn verzameld. Het maken van een verslag met een goede gedefinieerde probleemstelling, weergave van gegevens, interpretatie en Aardwetenschappen en geoarcheologie
conclusies. werkwijze Het zelfstandig, of in groepjes van twee, maken van een verslag in een met de docent overeengekomen tijdsplanning. toetsing Beoordeling van het verslag. (Studenten wordt erop gewezen dat een voldoende beoordeling van het verslag uiterlijk 1 april een voorwaarde is voor deelname aan de Bachelorthesis (450282). Om zeker te zijn van een tijdige beoordeling dient het definitieve verslag uiterlijk 1 maart 2006 te zijn ingeleverd). naam code docenten studiepunten periode inhoud
Uitwerking veldwerk geologie 450074 dr. A.R. Fortuin; dr. H. Stel; prof.dr. J. Smit 4 1 en 2 Uitwerking van het veldwerk en het schrijven van het eindverslag van studieonderdeel 450079 (veldwerk geologie). werkwijze Begeleide verslaglegging vindt plaats in de maanden volgend op het desbetreffende veldwerk. Tijdens de cursus zijn de deelnemers verplicht enkele delen van het verslag te schrijven en te laten beoordelen.. Dit verslagonderdeel wordt voorzien van commentaar ter verbetering aan de student teruggeven, waarna de deelnemers zelfstandig de afronding verzorgen Over deze verdere afwerking wordenindividuele afspraken gemaakt. Die studenten die per 1 februari een eerste versie van het volledige verslag nog niet inleverdenkrijgen Tijdige registratie van een definitief afgerond en voldoende verslag lijkt niet meer mogelijk, zie toetsing. toetsing Beoordeling van het definitieve verslag, mede op basis van de eerder aangeleverde producten. Studenten wordt erop gewezen dat een voldoende beoordeling van het verslag uiterlijk 1 maart een voorwaarde is voor toelating tot de bachelorthesis (450100); om zeker te zijn van een tijdige beoordeling dient het definitieve verslag uiterlijk op 1 februari te zijn ingeleverd. entreevoorwaarden Veldwerk geologie (450079). naam code docent studiepunten periode doel
Uitwerking veldwerk geomorfologie 450096 dr. C. Kasse 4 1 en 2 Leren uitwerken en vastleggen van de veldwerkgegevens in kaarten, profielen en een verslag in de daarvoor beschikbare tijd. inhoud Uitwerking van studieonderdeel 450092 (veldwerk geomorfologie) en het schrijven van het eindverslag, waarin opgenomen de profielen en de kaarten. werkwijze Begeleide verslaglegging vindt plaats in de maanden volgend op het desbetreffende veldwerk. Medio november wordt een korte bijeenkomst belegd (tentamenstatus) waarop het verslag moet worden ingeleverd. Dit verslag wordt voorzien van commentaar ter verbetering aan de student teruggeven. Over de verder afwerking wordt dan een afspraak gemaakt. Medio januari vindt opnieuw een bijeenkomst plaats (hertentamenstatus) voor die studenten die het verslag niet eerder inleverden. Wie ook dan nog geen verslag heeft ingeleverd kan niet meer rekenen op tijdige beoordeling en registratie van het verslag (1 april).
Examenonderdelen
115
toetsing Beoordeling van het definitieve verslag. Studenten wordt erop gewezen dat een voldoende beoordeling van het verslag uiterlijk 1 maart een voorwaarde is voor toelating tot de derdejaars Bachelorthesis (450100); om zeker te zijn van een tijdige beoordeling dient het definitieve verslag uiterlijk op 1 februari te zijn ingeleverd. opmerkingen Toelatingseis: Veldwerk geomorfologie (450092). naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
toetsing opmerkingen
116
Veldexcursie ecosystemen Ardennen 450286 prof.dr. J. Rozema; dr. N.D. de With; dr. H. Hillebrand; dr. A.M. Wagner 2 5 -Kennismaking met planten en diersoorten van Midden Europese ecosystemen: bossen op kalkbodem, bronbossen, hoogvenen, kalkgraslanden, puinhellingen, zware metaalweiden en snelstromende wateren. -Kennis van flora en fauna van ecosystemen, ook in relatie tot biogeografie. -Het leren gebruiken van Flora van Heukels en andere determinatiewerken -Het leren maken van vegetatieopnamen en het berekenen van een diversiteitsindex. -Het leren karakteriseren van belangrijke abiotische en biotische omstandigheden: pH bodemwater, bodemprofiel, moedermateriaal -Inzicht in de samenhang van onderdelen van ecosystemen: samenhang door trofische structuur, en de daarmee verbonden stofkringlopen. -Inzicht in factoren die de biodiversiteit van ecosystemen beinvloeden. -Inzicht in het beheer van bezochte ecosystemen. Aanwijzingen hiervoor (karakterisering, samenhang, biodiversiteit, beheer) worden met een vragen en opdrachtlijst gegeven. Excursieduur van 1 week: Nederlandse en Latijnse Plantennamen. Nederlandse en Latijnse Dierennamen. Kenmerkende eigenschappen van bezochte ecosystemen: hoogveen, kalkloofbos, moerasbos, kalkgrasland, puinhelling, zware metaalweide, snelstromende rivier. Vegetatieopnamen en het berekenen van diversiteitsindex. Karakteriseren van belangrijke abiotische omstandigheden: pH bodemwater, bodemprofiel, moedermateriaal. Voorcollege flora en fauna excursiegebieden Ecosystemen Ardennen Voorcollege geologie Ardennen Gast docent Dia's flora en fauna ecosystem Ardennen Excursies naar: hoogveen, kalkloofbos, kalkgrasland, puinhelling, zware metaalweide, snelstromende rivier. Uitvoeren van opdracht: metingen aan abiotische factoren, bodemprofiel, moedermateriaal, maken vegetatieopname, determinaties planten en diergroepen. Maken van een verslag over de uitgevoerde opdracht. Het maken van een excursieverslag, en ingevulde vragen en opdrachtenlijst. De eigenbijdrage voor de reis- en verblijfskosten voor deze excursieweek bedraagt per student ongeveer Euro 100.00. Je verblijft met een aantal medecursisten in een huisje. Aan het eind van elke excursiedag wordt bij een Delhaize supermarkt gestopt om eten in te kopen. Aardwetenschappen en geoarcheologie
Dit komt voor rekening van de studenten. De excrusie maakt deel uit van de bachelorstage voor Biologie-studenten, maar kan als losse keuzecursus ook door studenten in de Aardwetenschappen worden gevolgd. Benodigdheden en literatuur: Handleiding excursiehandleiding Ardennen. Prijs Euro 5.65 Heukels Flora van Nederland, Wolters Noordhoff, laatste editie Goede loep (Euro 25) Natuurgidsen voor herkenning diersoorten. Vroegtijdige opgave is noodzakelijk in verband met de reservering van huisvesting in de Ardennen. Verdere informatie en opgave bij
[email protected] naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze toetsing
opmerkingen
Veldpracticum Brabant 450062 dr. C.J. Beets; dr. V.E.A. Post; drs. M.P. Bokhorst; drs. S. Engels 3 5 Het leren systematische veldwaarnemingen te doen en deze te gebruiken bij de reconstructie van een geologische en geomorfologische wordingsgeschiedenis (van Nederland). Lithologische, sedimentologische, geomorfologische en bodemkundige beschrijving en interpretatie van sedimenten; hydrologische opname- en meettechnieken. Geleerd wordt in kaart, profiel, lithologische kolom, schema en tekst de verkregen gegevens tot uitdrukking te laten komen, alsmede de verkregen samenvattende resultaten en hun interrelatie. Tiendaagse veldcursus in Zuidwest-Brabant. Beoordeling ter plaatse aan het eind van het veldwerk op grond van veldinzet, dagboek, kaarten, profiel, kolom en verslaglegging van de verzamelde gegevens. Aanmelding voor het veldpracticum kan tot begin april 2006 onder 'werkgroepen' in TIS.
naam Veldwerk 1e jaar code 450039 docenten dr. C. Biermann; dr. R.T. van Balen; dr. H.B. Vonhof (+ post-docs en promovendi van diverse afdelingen.) studiepunten 4 periode 6 doel Toepassing van tijdens het eerste jaar verkregen aardwetenschappelijke kennis in de praktijk. Tijdens het veldwerk ontwikkelt de student vaardigheden, zoals waarnemen, beschrijven, verzamelen van geologische en geomorfologische gegevens, het opslaan van deze gegevens (dagboek, gegevenskaart), het met elkaar in verband brengen van deze gegevens (stratigrafische kolom, profielen, geologische en geomorfologische kaart). Training in het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. De student onderzoekt de relatie tussen morfologische eenheden en lithologische eenheden en geologische structuur. inhoud Werkzaamheden omvatten het maken van een geologische gegevenskaart en interpretatiekaart met bijbehorende lithostratigrafische kolommen en profielen; definitie en kartering van lithostratigrafische en morfologische
Examenonderdelen
117
werkwijze toetsing
entreevoorwaarden
opmerkingen
naam code docenten studiepunten periode inhoud
eenheden; opzetten en bijhouden van een dagboek; interpretatie van het gebied in termen van afzettinggeschiedenis en structurele en morfologische ontwikkeling. Veldwerk van drie weken in Zuid-Spanje (omgeving Jumilla) in juni. Tijdens het 1e jaars veldwerk worden gegevens verzameld en in hun onderlinge samenhang gebracht. Deze samenhang komt tot uiting in de combinatie van het dagboek, de gegevenskaart, afgedekte kaart, profielen en stratigrafische kolom. De student wordt ter plaatse beoordeeld op de inhoudelijke aspecten van deze gegevensbestanden. Zie voor de uiteindelijke verslaglegging het studieonderdeel Veldwerkverslag 1e jaar (450020). Deelname aan het 1e jaars veldwerk is alleen mogelijk indien de student voor 15 april van het jaar van inschrijving 12 stp. heeft gehaald uit de tot dan geprogrammeerde studieonderdelen. Deze toelatingseis wordt getoetst door de Examencommissie. Inschrijving via TIS en tevens uiterlijk 15 maart per e-mail aan
[email protected] . Een eerste voorlichting over het veldwerk wordt gegeven tijdens de 1e jaars voorlichtingsbijeenkomst in januari. Zie voor uitgebreide informatie: Blackboard-site Veldwerk 1e jaar Aardwetenschappen.
opmerkingen
Veldwerk geologie 450079 dr. A.R. Fortuin; dr. H. Stel; prof.dr. J. Smit 6 6 Ontwikkeling van het schaalgebonden, in ruimte- en tijdsdimensies kunnen denken door confrontatie met de veldpraktijk. Het veldwerk bestaat uit de geologische opname van een geselecteerd gebied, inclusief de beschrijving en interpretatie van de aanwezige gesteenteopeenvolging en deformatiestructuren, plus analyse van de geologische geschiedenis. Vervaardiging van een lithostratigrafisch schema, een geologische kaart en profielen. Het veldwerk vindt plaats in de Sierra de Albarracin, Spanje. 4 weken veldwerk in de maand juni (6 stp); voor informatie over het uiteindelijke verslag: zie uitwerking veldwerk geologie (450074). Beoordeling op grond van een verslag ter plaatse met de veldresultaten. Toelatingseisen: voldoende voor veldwerk eerste jaar (450039) en veldwerkverslag eerste jaar (450020) én minimaal een totaal van 72 studiepunten uit de opleiding (richting I). Per 15 april controleert de examencommissie aan de hand van geregistreeerde vakken bij het studiesecretariaat of aan de eisen is voldaan. Voorkennisadvies: Historische geologie (450075) en Structurele geologie I (450077). Aanmelding via TIS (onder 'werkgroepen') kan t/m uiterlijk 15 maart 2006.
naam code docenten studiepunten periode
Veldwerk geomorfologie 450092 dr. C. Kasse; dr. H. Renssen 6 6
werkwijze toetsing entreevoorwaarden
118
Aardwetenschappen en geoarcheologie
doel Leren beschrijven en karteren van het Kwartaire relief qua vorm en sedimentinhoud om te komen tot een reconstructie van de paleogeografische ontwikkeling. inhoud Het veldwerk is het morfometrisch en op materiaalinhoud leren beschrijven van reliëfvormen; het verrichten van een geomorfologische kartering op basis van ontstaanswijze en ouderdom van de terreinvormen; het onderzoeken van de relatie tussen lithologie, morfologie en bodemtype; het reconstrueren van de paleogeografie. werkwijze Praktische voorbereiding op de faculteit met behulp van luchtfoto's; 3 weken veldwerk in de Franse Jura. toetsing Beoordeling ter plaatse gebaseerd op voorbereiding, veldinzet, veldinzicht, tussentijdse rapportages en veldwerkproducten (kaarten, geologische profielen, lengteprofielen van rivieren, stratigrafische kolom, sedimentologische opnamen, geclassificeerde bodems, paleogeografische reconstructies) op de laatste dag van het veldwerk. entreevoorwaarden Toelatingseisen: voldoende voor veldwerk eerste jaar (450039) en veldwerkverslag eerste jaar (450020) én minimaal een totaal van 72 studiepunten uit de opleiding (richting II). Per 15 april controleert de examencommissie aan de hand van geregistreeerde vakken bij het studiesecretariaat of aan de eisen is voldaan. Voorkennisadvies: Kwartairgeologie (450093), Bodemkunde (450091) en Geomorfologie (450095). opmerkingen Aanmelding via TIS kan t/m uiterlijk 15 maart 2006 (kijk onder 'werkgroepen'). naam Veldwerkverslag 1e jaar code 450020 docenten dr. C. Biermann; dr. R.T. van Balen (+ docent Centrum voor Studie en Loopbaan) studiepunten 3 periode 1 en 2 doel Verslaglegging van het eerstejaars veldwerk. Studenten leren een wetenschappelijk verslag te schrijven op basis van de tijdens het eerstejaars veldwerk verzamelde gegevens. inhoud Verslaglegging over 1e jaars veldwerk (studieonderdeel 450039). werkwijze 6 x 3½ uur werkcollege gedurende het eerste blok van het tweede jaar waarin het produceren van het verslag over het eerstejaars veldwerk wordt begeleid. Tijdens de werkcolleges worden een aantal instructiecolleges gegeven waaronder een cursus Formuleren en Spellen van het Taalcentrum VU; eigen werk onder begeleiding. Het veldwerkverslag moet worden ingeleverd aan het einde van roosterblok I. Na inlevering wordt het verslag nagekeken en van commentaar voorzien, waarna het met de student wordt besproken. Vervolgens levert de student een definitieve versie in, die wordt beoordeeld. toetsing Beoordeling van het schriftelijk verslag. opmerkingen Deelname aan de werkcolleges is verplicht. Zie voor uitgebreide informatie: Blackboard-site Veldwerkverslag 1e jaar. naam Wetenschapsgeschiedenis voor Aard-, levens- en milieuwetenschappers code 450090 docent prof.dr. F.H. van Lunteren
Examenonderdelen
119
studiepunten 3 periode 2 en 3 doel Het verwerven van globale kennis betreffende de ontwikkeling van het denken over de aarde en het verkrijgen van enig inzicht in de wijze waarop andere dan wetenschappelijke factoren hierop invloed uitoefenen. inhoud De volgende thema's komen aan de orde: het klassieke wereldbeeld; de Copernicaanse revolutie; Newtons theorie van de zwaartekracht; theorieën over de vorming van de aardkorst in de 17de tot en met de 19de eeuw; de evolutie van het leven op Aarde; verschuivende continenten en plaattektoniek; religieuze en klassieke invloeden, organistische en mechanistische metaforen, lineaire en cyclische tijdsnoties. werkwijze Hoorcollege, digitale leeromgeving literatuur Collegedictaat en reader toetsing Opdrachten en schriftelijk tentamen naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
opmerkingen
120
Wijsgerige vorming: aardwetenschappen, filosofie en ethiek 450006 dr. H.W. de Regt 3 1 Deze cursus wil aanzetten tot reflectie op je vak: op de status van de kennis die je in je studie aangeboden krijgt; op de status van wetenschap in onze samenleving; en op je toekomstige verantwoordelijkheid als wetenschapper of in de beroepspraktijk. Hoofddoel is dat je een eigen positie met betrekking tot deze onderwerpen inneemt en kunt motiveren. Nevendoel van de cursus is het ontwikkelen van vaardigheden op het gebied van tekstanalyse en kritische discussie. Het college behandelt moderne opvattingen met betrekking tot aard en methode van de natuurwetenschappen; hun ontwikkeling; hun relatie met praktijk, samenleving, en levensovertuiging; en de normatieve en ethische aspecten van wetenschapsbeoefening. Deze thema's worden steeds behandeld aan de hand van concrete voorbeelden uit de aardwetenschappen en andere natuurwetenschappen. Geïntegreerd hoor- en werkcollege. Tijdens het werkcollege-deel worden groepsgewijs presentaties gegeven en discussies gehouden, en een Blackboard-opdracht uitgevoerd. Op de eerste college-bijeenkomst zullen de werkvormen nader toegelicht worden. Reader, waarin een studiehandleiding is opgenomen, is verkrijgbaar bij het secretariaat van de Afdeling Algemene Vorming, De Boelelaan 1081, kamer T-036C. Deelname aan de werkcollege-activiteiten (groepspresentaties en Blackboardopdracht) is verplicht, en de resultaten worden beoordeeld. Daarnaast moet iedere student individueel twee essays schrijven. Nadere mededelingen volgen op het eerste college. Een deel van het onderwijs zal in het Engels gegeven worden. Inlichtingen bij de docent: dr. H.W. de Regt, Faculteit der Wijsbegeerte, De Boelelaan 1105, kamer 13A-35, tel. 5986681, email:
[email protected].
Aardwetenschappen en geoarcheologie
naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
opmerkingen
Wis- en natuurkunde 450073 dr. B.P. Zoetemeijer; dr. H. Kooi 6 2 Doel van de cursus is dat de student na afloop van de cursus een aantal fundamentele begrippen/operaties kent van enkele deelgebieden van de continuümfysica en deze kan toepassen op eenvoudige aardwetenschappelijke problemen. De cursus richt zich op de volgende deelgebieden van de wis- en natuurkunde die veel in de aardwetenschappen toegepast worden: 1) integreren, 2) vectorrekening, partiële differentiaalvergelijkingen, 3) continuüm mechanica, 4) transport van materie en warmte en 5) lineaire systeemanalyse. De hoorcolleges zijn vooral gericht zijn op het aspect van 'kennen' uit het cursusdoel, het practicum is gericht op het aspect van 'toepassen'. In de colleges wordt de stof uit de syllabus toegelicht middels concrete voorbeelden en wordt ingegaan op de knelpunten. In het practicum wordt onder begeleiding geoefend in het maken van opgaven waardoor de vaardigheid in het toepassen wordt opgedaan. Dit studieonderdeel bestaat uit 16 x 4 contacturen: 16 uur hoorcollege en 16 x 3 uur practicum. Deze cursus vereist veel voorbereiding en zelfwerkzaamheid (ongeveer 4 uur per contactdag). Het cursusmateriaal bestaat uit een handleiding, een syllabus en bijbehorende practicumopgaven. Dit materiaal wordt door de docenten enkele weken voor de aanvang van de cursus in hardcopy aangeboden. Bovendien is het dan ook in digitale vorm beschikbaar via BlackBoard. De volgende literatuur kan als hulp dienen bij de diverse onderwerpen van het college en is niet verplicht: D.L. Turcotte en G. Schubert (1982) Geodynamics; applications of continuum physics to geological problems, John Wiley & Sons, New York. G.V. Middleton en P.R. Wilcock (1994) Mechanics in the Earth and Environmental Sciences, Cambridge Univ. Press. Zelftoetsing is mogelijk op basis van uitgewerkte practicumopgaven. De eindtoets bevat altijd zowel kennisvragen als toepassingsvragen. De eindtoets kan in twee delen voldaan worden. Deel 1, de leerstof van de bovengenoemde onderwerpen 1 en 2, bepaalt 65% van het eindcijfer. Deel 2, de verdere stof (onderwerpen 3 t/m 5), bepaalt 35% van het eindcijfer. voorkennisadvies: Wiskunde en computergebruik (450063), Fysica voor Aardwetenschappers (450064).
naam code docenten studiepunten periode doel
Wiskunde en computergebruik 450063 dr. M. ter Voorde; dr. W.W.W. Beekman; drs. S. Merten 6 1 en 2 Na de cursus kan de student de wiskunde toepassen ten bate van het oplossen van eenvoudige aardwetenschappelijke problemen. Met deze cursus heeft de student zich een goede basis verworven om het tweedejaarsvak 'Wis- en Natuurkunde' te kunnen volgen inhoud Kort opfrisoverzicht van de VWO-wiskunde (exponentiële, logaritmische en
Examenonderdelen
121
goniometrische functies, differentieren, integreren), differentiaalvergelijkingen, lineaire algebra, matrices en vectoren, inleiding functies met meer variabelen. Tijdens de cursus zal de computer worden gebruikt om het begrip voor de wiskunde te verdiepen. werkwijze College en (computer)practicum. literatuur Grasman, J. (2e druk) Wiskundige methoden toegepast. Syllabus toetsing Schriftelijk tentamen, computeropgaven.
122
Aardwetenschappen en geoarcheologie
6
Bijlagen
6.1
Docenten
6.1.1
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen telefoon
naam
e-mail (@falw.vu.nl)
kamer
87340 87324 89801 87357 87288 87371 87260 87348 87265 87495 87393 87335 87294 87341 87329 87358 89806 87265 87351 87369 87330 87354 87363 87321 87424 87364 87381 87360 87283 86328 87261 87397 87321 88697 87419 87380 87402 87327 86681 87376
prof.dr. P.A.M. Andriessen dr. R.T. van Balen dr. W.W.W. Beekman dr. C.J. Beets dr. G. Bertotti drs. F.F. Beunk dr. C. Biermann dr. S.J.P. Bohncke drs. M.P. Bokhorst drs. M.J.W. Bos dr. B.M. van Breukelen dr. F.M. Brouwer dr. L.A. Bruijnzeel prof.dr. S.A.P.L. Cloetingh prof.dr. G.R. Davies prof.dr. A.J. Dolman prof.dr. H. Doust drs. S. Engels dr. A.R. Fortuin dr. G.M. Ganssen dr. J. Groen dr. J. van Huissteden dr. A.M. Immenhauser dr. R.A.M de Jeu dr. S.J.A. Jung prof.dr. H. Kars dr. C. Kasse dr. J.A.M. Kenter dr. H. Kooi dr. A.M.J. de Kraker prof.dr. D. Kroon drs. S. Merten dr.ir. M.K. van der Molen drs.ing. S. Oonk dr. F.J.C. Peeters dr. O. van de Plassche dr. V.E.A. Post dr. M.A. Prins drs. B.J. Regeer dr. H. Renssen
paul.andriessen ronald.van.balen fred.beekman kay.beets giovanni.bertotti frank.beunk cees.biermann sjoerd.bohncke mark.bokhorst mark.bos boris.van.breukelen fraukje.brouwer sampurno.bruijnzeel sierd.cloetingh gareth.davies han.dolman harry.doust stefan.engels anne.fortuin gerald.ganssen
[email protected] ko.van.huissteden adrian.immenhauser richard.de.jeu simon.jung henk.kars kees.kasse jeroen.kenter henk.kooi adriaan.de.kraker dick.kroon sandra.merten michiel.van.der.molen stijn.oonk frank.peeters orson.van.de.plassche vincent.post maarten.prins barbara.regeer hans.renssen
H-325 F-430 C-220 F-438 E-251 F-348 E-152 M-428 C-420 B-021 C-428 F-038 M-446 E-160 F-032 M-438 E-154 C-420 E-237 E-327 F-454 F-456 E-247 H-320 E-353 O-439 F-432 E-252 C-424 M-120 E-359 H-350 H-320 OG-19 E-346 E-351 C-416 E-322 A-062 C-408
Bijlagen
123
87192 87332 87384 87273 87262 87347 87968 87292 87368 87366 87343 87404 87319 87412 87279 87296 87034 87353 87282 telefoon
124
wilfred.roling dr. W.F.M. Roling reinder.ronda dr.ir. R.J. Ronda jan.smit prof.dr. J. Smit paul.smit drs. P.M.H. Smit harry.stel dr. H. Stel randell.stephenson dr. R.A. Stephenson pieter.stuyfzand prof.dr. P.J. Stuyfzand simon.troelstra dr. S.R. Troelstra prof.dr. J.F. Vandenberghe jef.vandenberghe hubert.vonhof dr. H.B. Vonhof marlies.ter.voorde dr. M. ter Voorde pieter.vroon dr. P.Z. Vroon maarten.waterloo dr. M. Waterloo tjeerd.van.weering prof.dr. T.C.E. van Weering wim.van.westrenen dr. W. van Westrenen jan.wijbrans dr. J.R. Wijbrans jaap.willems prof.dr. J.T.J.M. Willems ernst.willingshofer dr. E. Willingshofer reini.zoetemeijer dr. B.P. Zoetemeijer naam e-mail (@ivm.falw.vu.nl)
M-220 H-336 E-238 O-442 E-127 E-137 C-424 E-319 F-414 E-330 H-352 M452 O-420 E-343 F-040 H-357 B-029 E-153 E-154 kamer
89528 89545 89525 89524 89959 89545 89577 89532 89534 89591 89521 89548 89546 89594 89559 89512 89547 89567 89596 89542
dr. J.C.J.H. Aerts prof.dr. J. van den Bergh prof.dr. F.G.H. Berkhout dr. P.J.H. van Beukering prof.dr. F.H.B. Biermann prof.dr. J.J. Boersema dr. H.S.J. Cesar dr. A.M. van Dommelen dr. M.A. van Drunen dr. M.A. Eleveld drs. A.J. Gilbert dr. J. Gupta dr. A.G.M. van Hattum dr. M. van Herwijnen dr. D. Huitema dr. R. Janssen dr. S.W.M. Peters dr. M. Tromp-Meesters dr.ir. J.E. Vermaat dr. P.E. van der Werff
jeroen.aerts jeroen.van.den.bergh frans.berkhout pieter.van.beukering frank.biermann jan.boersema herman.cesar ad.van.dommelen michiel.van.drunen marieke.eleveld alison.gilbert joyeeta.gupta bert.van.hattum marjan.van.herwijnen dave.huitema ron.janssen steef.peters mieke.tromp.meesters jan.vermaat peter.van.der.werff
A-544 C-523 C-554 A-670 C-522 A-668 A-670 A-553 A-654 A-535 A-554 A-538 A-545 A-645 A-660 A-570 A-546 A-529 A-543 A-646
telefoon
naam
e-mail@ecology. falw.vu.nl
kamer
87211
prof.dr. M.A.P.A. Aerts
rien.aerts
A-154
Aardwetenschappen en geoarcheologie
87077 86962 87076 87070 87074
6.1.2
6.2.1
matty.berg hans.cornelissen jacintha.ellers nico.van.straalen
B-0116 A-162 B-081 B-095
herman.verhoef
B-0110
Andere faculteiten telefoon
naam
e-mail
kamer
89072 89228 87979
dr. W.R.S. Critchley drs. J.J.F. Heins prof.dr. F. van Lunteren dr. M. Miedema prof.dr. C. Passchier dr.ir. J. van der Plicht dr. H.W. de Regt dr. J.A. van der Schee
[email protected] [email protected] [email protected]
A-108 T036b
020-6903103
[email protected] 050-3634760
[email protected] [email protected]
13a/35 A-127
86681 89213
6.2
dr. M.P. Berg dr. J.H.C. Cornelissen dr. J. Ellers prof.dr. N.M. van Straalen prof.dr. H.A. Verhoef
telefoon
naam
e-mail (@let.vu.nl)
kamer
86369 86371 86438 86373 86369 86375
drs. J.G. Aarts dr. G.J.L.M. Burgers dr. A.M.J. Derks dr. J.C.A. Kolen prof.dr. N. Roymans prof.dr. D.G. Yntema
j.g.aarts gjl.burgers amj.derks jca.kolen ngam.roymans dg.yntema
08A/21 08A/23 08A/36 08A/26 08A/21
Literatuur Bacheloropleiding, eerste jaar • Aston, M., 2001 (1985): Interpreting the landscape. Landscape archaeology and local history, London/New York (Routledge) • Barends S. e.a. (eds), 2000 (1986): Het Nederlandse landschap. Een historischgeografische benadering, Utrecht (Matrijs). • Berendsen, H.J.A. 1997: Landschappelijk Nederland. • Faure, G. (1998). Principles and Applications of Inorganic Geochemistry. MacMillan Publ. Co., 2nd ed. • Giancoli, D.C. (2004) Physics Principles with Applications, Volume 1. • Grasman, J. (2e druk) Wiskundige methoden toegepast. • Hamblin, W.K., & Howard, J.D., (1999) Exercises in Physical Geology. • Houghton, John, Global Warming, The Complete Briefing 3rd edition. 2004.
Bijlagen
125
• • • • •
•
• • • •
6.2.2
126
K. Hastrup, J. Ovesen, Basisboek Culturele Archeologie, Groningen 1983, hoofdstuk 1 (pp.13-19), hoofdstuk 2 en 3 (pp.33-72) Merrits, D., De Wet, A., & Menking, K., (1998) Environmental Geology, An Earth System Science Approach. Nichols, G (1998) Sedimentology and Stratigraphy Peters, E.K., No stone unturned, Freeman New York, ISBN-0-71672953-9 Pluijm, Ben A. van der, Stephen Marshak (1997), Earth structure: An introduction to structural geology and tectonics, 2e druk; W. W. Norton & Company; New York, NY, 10110 USA Renfrew. C. & Bahn, P., Archaeology. Theories methods and practice, Thames & Hudson, London 2000 (3e gereviseerde en uitgebreide editie of latere druk; aanschaf verplicht), hoofdstukken 1 t/m 5, 9 en 10 Skinner, B.J., Porter, S.C. & Park, J., 2004. Dynamic Earth - An introduction to physical geology. 5th Ed. J. Wiley & Sons. Venneker, R., J. van Huissteden & O. van Dam 2001. An introduction to Geographical Information Systems. Warringa, A. & G. van Haaf, Opgraven. Technieken voor archeologisch veldwerk, Utrecht 1988 Wenk, H-R & Bulakh H. (2004) Minerals - Their constitution and origin
Bacheloropleiding, tweede jaar • Berendsen, H.J.A. (1997) Landschappelijk Nederland. • Berendsen, H.J.A. (2004, 4-e druk) De vorming van het land - Inleiding in de geologie en geomorfologie. • Chinery, M., 2004. Nieuwe Insectengids. Tirion (5e druk) (40 Euro). • Clarke, K.C. (2001) Getting Started with Geographic Information Systems, Prentice Hall Series, ISBN 0-13-016829-7 • Davis, J.C., (1995) Statistics and data Analysis in Geology. • Easterbrook, D.J. (1999) Surface processes and landforms. • Faure, G. (1998). Principles and Applications of Inorganic Geochemistry. MacMillan Publ. Co., 2nd ed. • GARMIN, 2000. GPS guide for beginners. Garmin corporation. (Te downloaden via het web, maar zie Blackboard). • Lillesand, T.M. and Kiefer, R.W., Remote Sensing and Image Interpretation, Wiley, meest recente uitgave. • Locher, W.P. & de Bakker, H., 1990, Bodemkunde van Nederland. Deel 1 en 2. • Longley, P.A., Goodchild, M.F., Maguire, D.J., and Rhind, D.W. (2003) Geographic Information Systems and Science, Wiley, ISBN 0-471-89275-0. • Meijden, R. van der - Heukels' Flora van Nederland, 22e druk 1996 of eerste bijdruk. • Middleton, G.V. en Wilcock, P.R. (1994) Mechanics in the Earth and Environmental Sciences, Cambridge Univ. Press. • Pluijm, Ben A. van der, Marshak, Stephen (1997), Earth structure: An introduction to structural geology and tectonics, 2e druk; W. W. Norton & Company; New York, NY, 10110 USA. • Ramage, N.H. & Ramage, A, Roman Art. Romulus to Constantine. London, Laurence King Publishing (3e of latere druk, 2000) • Strickberger, M.W., Evolution, 3rd edition, Jones & Bartlett Publishers. 2000. (prijs ± 37 euro; Aardwetenschappen en geoarcheologie
•
• • • • • •
6.2.3
Townsend, C.R., Begon, M. & Harper, J.L.. Essentials of Ecology, Blackwell Science Publishers, Oxford. 2003 (2nd edition). ISBN 1-40510-328-0 (prijs ±45 euro). Turcotte, D.L. en G. Schubert (1982) Geodynamics; applications of continuum physics to geological problems, John Wiley & Sons, New York. Venneker, R., J. van Huissteden & O. van Dam 2001. An introduction to Geographical Information Systems. Ward, R.C. & Robinson, M. (2000), Principles of Hydrology Wenk, H-R & Bulakh H (2000) Minerals - Their constitution and origin Williams, M.A.J., Dunkerley, D.L., De Decker, P., Kershaw, A.P., and Chappell, J. (1998) Quaternary Environments. Winter, J.D. (2001): An Introduction to Igneous and Metamorphic Petrology (Prentice-Hall)
Bacheloropleiding, derde jaar • Dufour, F.C. 1998, Grondwater in Nederland. • Graafstal, E.P., 2002: Logistiek, communicatie en watermanagement. Over de uitrusting van de Romeinse rijksgrens in Nederland, Westerheem 51, 2-27 • Heins, J.J.F. & Kox,H.L.M. (red.) (1998), Mensen op drift. Migratie en ontwikkeling, Vrije Universiteit, Amsterdam (totaal 64 pp.). • Lewin, R. & Foley, R.A., Principles of Human Evolution, 2nd edition, Blackwell Science, Malden, ISBN 0 632 04704 6. Prijs ongeveer 50 euro. • Locher, W.P. en Bakker, H. de. Bodemkunde van Nederland, Deel 1, Algemene Bodemkunde • Meijden, R. van der - Heukels' Flora van Nederland, 22e druk 1996 of eerste bijdruk. • Morgan, R.P.C. (2005). Soil Erosion and Conservation, Blackwell Publishing. • Pluijm, Ben A. van der, Marshak, Stephen (1997), Earth structure: An introduction to structural geology and tectonics, 2e druk; W. W. Norton & Company; New York, NY, 10110 USA • Reynolds, John M., "An Introduction to Applied and Environmental Geophysics", 1997, John Wiley & Sons, 796 p. • Sen, G. (2001) Earth's Materials: Minerals and Rocks. Prentice Hall. • Twiss and Moores, Structural Geology. W.H. Freeman and Company, new York. • Wenk, H-R & Bulakh H (2004) Minerals - Their constitution and origin • Winter, J.D. (2001): An Introduction to Igneous and Metamorphic Petrology (Prentice-Hall)
Bijlagen
127
128
Aardwetenschappen en geoarcheologie
7
Vakkentabel op vakcode Vakcode 450002 450006 450007 450010 450020 450022 450023 450024 450026 450033 450034 450035 450036 450039 450062 450063 450064 450065 450066 450067 450068 450069 450070 450071 450072 450073 450074 450075 450076 450077 450078 450079 450081 450083 450085 450090 450091 450092 450093 450094 450095 450096 450097 450098 450099 450100 450101
450104
Vaknaam Encyclopedie en algemene vaardigheden Wijsgerige vorming: aardwetenschappen, filosofie en ethiek Global change Eigenschappen van gesteenten I Veldwerkverslag 1e jaar Inleiding in de anorganische geochemie Digitale ruimtelijke data Inleiding hydrologie Studie en loopbaan Uitwerking geoarcheologisch veldwerk Dateringsmethoden Geoarcheologisch veldwerk Archeometrie & materiaalpracticum II Veldwerk 1e jaar Veldpracticum Brabant Wiskunde en computergebruik Fysica voor aardwetenschappers Ruimtelijke beeldvorming Tektoniek Systeem Aarde Geochemie voor aardwetenschappers Sedimentologie en stratigrafie Paleontologie Statistiek en data-analyse Sedimentaire systemen in ruimte en tijd Wis- en natuurkunde Uitwerking veldwerk geologie Historische geologie incl. veldpracticum Petrologie, incl. veldpracticum Structurele geologie I, inclusief veldpracticum Mineralogie Veldwerk geologie Structurele geologie II Petrologie van het systeem Aarde Hydrologie van Nederland Wetenschapsgeschiedenis voor Aard-, levens- en milieuwetenschappers Bodemkunde Veldwerk geomorfologie Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract. Geobotanie (plantkunde) Geomorfologie, inclusief veldpracticum Uitwerking veldwerk geomorfologie Terrestrische milieus Bodem en milieu Sociale geografie I Bachelorthesis aardwetenschappen Mathematische modellen en computersimulatie Kwartairgeologie/ milieuwetenschappen Geoarcheologische prospectietechnieken
Vakkentabel op vakcode
Stp. 5 3
Periode 1, 2, 3, 4 en 5 1
3 6 3 5 5 5 2 4 3 6 6 4 3 6 3 6 3 6 3 6 3 6 3 6 4 6 6 6
2 1 1 en 2 1 4 4 1 en 2 1 2 6 2 6 5 1 en 2 3 2 en 3 5 1 4 4 2 1 2 2 1 en 2 4 en 5 5 3
3 6 6 6 6 3
4 6 2 4 2 2 en 3
3 6 6
5 6 4
6 6 4 6 6 6 18 6
5 3 1 en 2 2 4 2 5 en 6 4
4
3
129
450105 450130 450136 450141 450142 450143 450157 450166 450219 450282 450283 450286 450303 450308 470009 470019 470055 470143 502010 503020 504008 504011 504012 504138 990005
990007
130
Basiscursus milieukunde I Grondslagen van meteorologie en klimatologie Scriptie milieubeleid Isotopengeochemie Toegepaste geofysica Ruimtelijke beeldvorming (geoarcheologie) Inleiding mineralogie Prehistorie Archeometrie & materiaalpracticum I Bachelorthesis geoarcheologie Inleiding paleoklimatologie en paleooceanografie Veldexcursie ecosystemen Ardennen Excursie geografische archeologie Inleiding geobiologie Ecologie Biodiversiteit en ecologisch veldwerk Evolutie van de mens Levensgemeenschapsbiologie Arch: Wat is archeologie? Een inleiding Arch: Mediterrane archeologie 1b, Romeinse archeologie Arch: Provinciaal-Romeinse archeologie 1a, inleiding Arch: Geografische archeologie Arch: Inleiding in de veldarcheologie Arch: Prehistorie van Nederland Oriëntatie op communicatie en educatie 1: oriëntatie op het beroep van leraar en communicatiespecialist Oriëntatie op educatie 2: oriëntatie op het beroep van leraar
Aardwetenschappen en geoarcheologie
6 6
5 2
4 6 6 6
1 en 2 3 1 2 en 3
3 3 6 16 6
5 1, 2, 3 en 4 5 5 en 6 4
2 1 6 6 6 6 9 5 5
5 1 4 09.01.2006 - 03.02.2006 05.06.2006 - 30.06.2006 09.01.2006 - 03.02.2006 13.02.2006 - 24.03.2006 1 en 2 5
5
1
5 5 5 6
4 en 5 5 en 6 2 februari 2006
6
maart 2006
Index Aanmelding, 30 Afdelingen, 15 Arbeidsmarkt, 62 Bachelorexamen, 33 Bibliotheek, 42 Cijfers, 33 Colloquium doctum, 58 Commissies, 45 Computerfaciliteiten, 43 Computernetwerk, 43 Deeltentamens, 32 Earth Sciences, 26 Eindtermen, 58 Environment and Resource Management, 28 Examen, 34 Excursies, 38 Facultaire gezamenlijke vergadering, 13 Facultaire studentenraad, 12 Faculteit, 11 Faculteitsbestuur, 12 FSR, 21 Geoarcheologie, 53 Geosciences of Basins and Lithosphere, 27 GeoVUsie, 19 Getuigschrift, 34 Gezamenlijke Vergadering, 13 Goedkeuring vakkenpakket, 34 Gyrinus natans, 20 Hertentamens, 32 Hydrologie en Geomilieuwetenschappen, 46 Hydrology, 28 Informatie- en communicatiemedia, 44 Instituut voor Milieuvraagstukken, 54 Isotopengeochemie, 48 Jaarindeling, 24 Judicium, 35 Loopbaanoriëntatie, 62 Masteropleidingen, 17; 62 Medezeggenschapsorganen, 12 OER, 31 Onderdeelcommissie, 13 Onderwijs- en Examenregeling, 31; 60 Onderwijsbureau, 13 Onderwijscoördinatie, 41 Onderzoeksafdelingen, 46 Onderzoekscholen, 17 Onderzoeksinstituten, 17 Openingstijden, 18 Index
131
Openingstijden gebouwen, 18 Opleidingen, 25 Opleidingscommissie, 45 Petrologie, 50 Regels en richtlijnen voor de examens, 35 Reisverzekering, 40 Roosters, 24 Scriptie, 37 Sedimentologie, 52 SOAL, 21 Stage, 37 Stage- en Scriptieregeling, 36 Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen, 21 Studentendecanen, 61 Studentenorganisaties, 19 Studie en loopbaan, 61 Studieachterstand, 29 Studieadvies, 29 Studiebegeleiders, 61 Studiebegeleiding, 41; 61 Studielast, 24 Studiesecretariaat, 41 Subsidie, 38 Taal, 24 Tektoniek, 52 Tentamens, 32 Tentamenuitslagen, 33 TIS, 30 Toelating tot de masteropleidingen, 63 Toelatingseisen, 35 Uitwisseling en internationalisering, 21 Underground, 20 Vakkenpakket, 34 Veiligheid, 38 Veldwerken, 38 Veldwerksubsidie, 39 Voorzieningen, 18 Vrijstellingen, 33
132
Aardwetenschappen en geoarcheologie