Bijlage 2: Verklaring meerkosten per bouwdeel DO ten opzichte van het PvE en VO
Het DO is door verschillende externe kostendeskundigen doorgerekend voor wat betreft bouwkosten, installatiekosten en constructies. Als prijspeil is uitgegaan van 1 december 2006. De zogenaamde “overige kosten” (architect, directievoering, archeologisch onderzoek, leges, verzekeringen enz. plus de post onvoorzien) zijn een min of meer vast percentage van de bouwkosten. Kostenramingoverzicht PvE, VO en DO
Nieuwbouw NBM / Quist2 (inclusief parkeergarage) Aanpassingen Paleis Verbindingsgang musea Renovatie Waterstraat Terreininrichting Subtotaal bouwkosten Overige kosten en onvoorzien
Bij PvE begroot budget (6/2005) 5,784
Globale kostenraming VO (1/2006)
Gespecificeerde Kostendoorrekening DO (12/2006)
5,716
8,060
0,782 4,074
0,792 0,700 3,666 -
1,112 1,001 4,325 -
+ 0,330 + 1,001 + 0,251
10,874 4,216
14,498 5,364
+ 3,624 + 1,148
19,862
+ 4,772
0,234 10,874 4,216
Subtotaal
Meer- en minderkoste n DO t.o.v. budget + 2,276
investeringskosten Bijdrage DB parkeergarage Bijdrage DB synergie
- 0,684 - 1,100
Voorzien onderhoud WSC
- 0,213 - 0,299
Vaste inrichting horeca Totaal investeringskosten
15,090
15,090
17,566
+ 2,476
De bouwkosten op basis van het DO laten een overschrijding zien van € 3,624 miljoen t.o.v. het bij het PvE bepaalde en in het VO geraamde bepaalde budget. Daar komen nog de “overige kosten” bij, zodat de totale meerkosten bruto € 4,772 miljoen bedragen. Door verrekening van gezamenlijke voorzieningen met de Gemeente ’s-Hertogenbosch en twee andere posten zijn de meerkosten met € 2,476 miljoen een stuk lager.
Hieronder is per bouwdeel uit bovenstaande figuur inzichtelijk gemaakt wat de verschillen zijn tussen PvE, VO en DO met een toelichting op de verschillen.
Nieuwbouw NBM / Quist2 (inclusief parkeergarage)
PvE (budget)
VO
DO
Min of meerkosten DO ivm budget
5,784
5,716
8,060
+ 2,276
De grootste kostenstijgers tussen PvE/VO en DO bij de post nieuwbouw/Quist 2 zijn de stijging van het prijspeil, de constructie van de parkeergarage en het sheddak van de Quistvleugel. Het eerste punt geldt overigens ook voor de andere bouwdelen. Vanwege “normale” prijsstijgingen in de utiliteitsbouw pakt de nieuwbouw ca. € 0,565 miljoen duurder uit dan in 2005 begroot. Vooral de prijzen van onderaannemers zijn in 2006 – als gevolg van de aantrekkende economie – sterk gestegen.
1/5
In het PvE is indertijd rekening gehouden met een parkeervoorziening op maaiveldniveau met een budgetraming van € 25.000,--. Dit was ruimtelijk mogelijk. Door harde eisen van gemeente ’s-Hertogenbosch moest in het VO een ondergrondse parkeervoorziening worden opgenomen, raming toen: € 1,116 mln. investeringskosten. De provincie zou hiervan € 0,770 voor haar rekening nemen, de gemeente € 0,346. Deze extra post kon binnen het investeringsbudget worden opgenomen door te bezuinigen op depotruimte, de kwaliteit van de vloer en de omvang van de ingang van de expeditie (bezuiniging werd geraamd op € 1,05 mln). Daardoor kon de parkeergarage budgetneutraal in het VO worden opgenomen. Bij de uitwerking naar het DO bleek dat de parkeergarage veel duurder uitpakt, onder meer door de bodemgesteld die zwaardere constructies veronderstelt dan waarvan eerder werd uitgegaan. Ook zijn in het plan parkeerplaatsen voor de nieuwe stadswoningen toegevoegd, die overigens geheel worden terugbetaald worden door ’s-Hertogenbosch. Totale nieuwe kosten voor de garage met autolift is € 1,928 miljoen investeringskosten (waarvan € 1,244 mln voor provincie en € 0,684 mln voor gemeente). Totale kostenstijging voor de provincie voor de parkeervoorziening tussen VO en DO is dus € 0,474 miljoen. Daarnaast bleek uit voortschrijdend inzicht de noodzaak om het sheddak van de bestaande Quist2-vleugel te renoveren, om zo het dak van de nieuwbouw en de Quistvleugel op hetzelfde beveiligingsniveau te brengen en geschikt te maken voor de expositie van topstukken (kostenstijging € 0,445 miljoen). Bezuinigd is op depotruimte en daglichtintreding werkplaatsen. Enkele andere voorgenomen bezuinigingen uit het VO konden niet geheel worden gerealiseerd, bijv. de reductie van expeditieruimte.
Aanpassingen Paleis
PvE (budget)
VO
DO
DO ivm budget
0,782
0,792
1,112
+ 0,330
Voor het Paleis zijn ten opzichte van het PvE/VO zijn aanpassingen toegevoegd op de begane grond ter verbetering doorstroming en logistiek en aanpassing van de entree enz. (ca. 200.000 euro). Ook de aanleg van het terras en herstel museumtuin pakken duurder (ca. 100.000 euro) uit dan eerder werd verondersteld. Een aantal kleinere aanpassingen (akoestiek, brandwering) betekenen nog eens een plus van 30.000 euro. Bezuinigd is onder meer op optimaliseren museaal gebruik eerste verdieping: functiewijziging van kantoor- naar expositieruimte gaat niet door. Met de reconstructie van vloeren en dragende constructies zijn grote kosten gemoeid. De vrijvallende ruimtes op de eerste verdieping van het Paleis worden nu aangepast ten behoeve van educatieve functies en opslag.
Verbindingsgang musea
PvE (budget)
VO
DO
DO ivm budget
-
700
1,001
+ 1,001
De verbindingsgang is een wezenlijk onderdeel van het ontwerp door Henket & Partners voor het complex van NBM en SM’s. De verbindingsgang was als zodanig niet opgenomen of begroot in het PvE. Tijdens het VO is de ‘centrale as’ op basis van logistieke en voor dat detailniveau gebruikelijke programmatische eisen vormgegeven en berekend op € 700.000,--. Verondersteld werd dat
2/5
dit bedrag kon worden gecompenseerd via bezuinigingen op nieuwbouw NBM, SM’s en renovatie Waterstraatcomplex. Dat blijkt achteraf niet het geval. Later werden door Welstand en Monumentenvereniging opmerkingen gemaakt over de verschijningsvorm en de wijze van verduisteren. Hierop is het ontwerp aangepast. In november 2006 heeft er een overleg plaatsgevonden met de brandweer van de gemeente 's-Hertogenbosch. De brandweer verordonneert dat i.v.m. het gebruik van de ‘centrale as’ als vluchtroute, deze geen verblijfsruimte mag zijn. Vervolgens werd geëist dat de vluchtroute tot een hoogte van 2,5 meter vrij zou moeten blijven van rook bij calamiteiten. Om hieraan te voldoen zijn extra bouwkundige en installatietechnische voorzieningen nodig. In het DO is gekozen voor de goedkoopste oplossing, die nog altijd € 300.000,-- hoger ligt ten opzichte van het VO. De glazen verbindingsgang gaat nu dus – inclusief installaties en beveiliging – ca. 1 miljoen euro kosten.
Renovatie Waterstraat
PvE (budget)
VO
DO
DO ivm budget
4,074
3,666
4,325
+ 0,251
Veronderstelling in het VO was dat in het Waterstraatcomplex ten opzichte van het PvE een bezuiniging zou kunnen worden bereikt, door een optimale logistieke indeling van alle gebruikersgroepen in het pand en door een relatief eenvoudige klimaatbeheersing. Nieuwe Europese wetgeving (Malta) m.b.t. de condities waaronder bodemvondsten moeten worden opgeslagen, heeft geleid tot het inplannen van veel duurdere klimaatbeheersing in de archieftorens. Bij nadere detaillering van de gebruikerseisen in de DO-fase bleek een aantal verschuivingen in de indeling (vergaderzaal naar andere verdieping, SM’s op andere plek, erfgoedinstellingen dichter bij elkaar, etc) geen bezuiniging maar juist meerkosten met zich mee te brengen. De optelsom van daarvoor benodigde kleinere aanpassingen t.o.v. het PvE – waaronder constructieve aanpassingen en doorbraken, extra toiletgroepen, een personeelskantine en klimaatseisen voor het provinciaal depot – leiden tot een kostenverhoging tussen PvE en DO van € 0,251 miljoen. PvE (budget) Terreininrichting
VO
DO
DO ivm budget
0,234
In het PvE is budgettair slechts rekening gehouden met kleine aanpassingen aan de museumtuin. De kosten voor inrichting van de totale buitenruimte (tuin en andere onderdelen) is fors duurder geworden. In het DO is er voor gekozen de kosten voor de terreininrichting toe te rekenen naar de afzonderlijke bouwonderdelen en niet meer als afzonderlijke verzamelpost in de kostenopstelling neer te zetten. Voor wat betreft de meerkosten: In PvE en VO is er van uit gegaan dat de museumtuin vooral ten behoeve van de nieuwbouw van het SM's aangepast moeten worden. Met de herinrichting van de andere tot het NBM behorende buitenruimten werd op dat moment geen rekening gehouden. Te denken valt aan buitenruimten zoals het voorplein, de binnenhof ter plaatse van Waterstraatcomplex en Statenzaal, het plein bij het huidige archiefgebouw en de expeditiehof. Werkendewijs ontstond in de DO-fase de behoefte om voor tuin en andere buitenruimten tot een samenhangend ontwerp te komen. Daarvoor is de (rechtsopvolger van) de tuinarchitect die indertijd de museumtuin heeft ontworpen ingeschakeld.
3/5
Het oorspronkelijke budget voor terreininrichting is, als deelbudgetten voor buitenruimte uit alle bouwdelen worden opgeteld met € 400.000,-- overschreden. Achteraf is dus veel te krap gebudgetteerd voor de museumtuin in PvE en VO, gegeven de opgave voor de totale buitenruimte. Te meer omdat de museumtuin een beeldbepalend element is in het ontwerp van Henket.
Overige kosten en onvoorzien
PvE (budget)
VO
DO
DO ivm budget
4,216
4,216
5,364
+ 1,148
Overige kosten: de zogenaamde “locatiegebonden kosten” In het PvE is een bijlage opgenomen met een bodemonderzoek, waarin is aangegeven dat er in beperkte mate vervuiling is geconstateerd ter plaatse van de buitenruimte behorende bij het Waterstraatcomplex. Hierop is gebudgetteerd. Tijdens de DO-fase heeft er in het kader van de voorbereidingen van het aanvragen van de diverse vergunningen ook grondonderzoek plaatsgevonden ter plaatse van de nieuwbouw SM's. Daarbij is geconstateerd dat er in de bovenlaag van de museumtuin enigszins vervuilde grond is aangetroffen, in diepere lagen (tot 4 meter onder maaiveld) is sterk vervuilde grond aangetroffen (koper en lood). Er ligt de verplichting om aan de gemeente bouwrijpe, dus ook schone, grond te leveren. Dat betekent extra saneringskosten voor rekening van het provinciale deel van het project. Deze onverwachte kostenpost brengt € 130.000,-- meerkosten met zich mee. Overige kosten: bijkomende kosten voor leges en dergelijke De kosten voor leges en verzekeringen zijn een percentage van de bouwsom en nemen dus evenredig toe. Ten tijde van het budgetteren van het PvE is rekening gehouden met het verplaatsen en verzwaren van diverse nutaansluitingen, zoals gebruikelijk bij dit type projecten. Het SM’s is zo gesitueerd op het perceel dat de traforuimte aan de Mortel verplaatst dient te worden. Dit was ook als zodanig in de VO-begroting opgenomen. Uit nader overleg met de nutsbedrijven blijkt echter dat de trafo aan de Mortel dusdanig essentieel is voor de stroomvoorzieningen van de directe omgeving van het museumcomplex, dat tijdens de bouw een tijdelijke trafo noodzakelijk wordt om de stroomvoorziening voor het museumcomplex en de omgeving te kunnen garanderen. Deze post was niet ingecalculeerd. Inclusief de aansluitkosten gaat het om € 100.000,---. Overige kosten: directiekosten Dit zijn de honoraria voor architect en tuinarchitect en de kosten van diverse adviseurs (bouwfysica, installaties, beveiliging, horeca, constructies) plus het externe bouwmanagement. Ook deze directiekosten zijn gerelateerd aan de bouwkosten, en stijgen navenant. Een deel is reeds uitgegeven in de ontwerpfase. Overige kosten: Post onvoorzien De post “onvoorzien” is bij aanvang van het project rekening houdend met de complexe bouwopgave ruim bemeten op circa 15% van de voorziene bouwkosten. Dit om “verrassingen” op te kunnen vangen bij de renovatie van monumentale panden en met het oog op prijsstijgingen. Overigens is het percentage onvoorzien in lijn met aanbevelingen van de Evaluatiecommissie die n.a.v. de renovatie van het Provinciehuis is ingesteld. Omdat de bouwkosten toe zijn genomen, is ook de post onvoorzien met ca. € 0,500 miljoen naar boven bijgesteld en bedraagt nu ca. € 2,1 miljoen. Hiervan is 0,9
4/5
miljoen nu al te bestemmen voor het opvangen van “reguliere” loon- en prijsstijgingen t.o.v. het peilmoment december 2006; de resterende 1,2 miljoen voor echt onvoorziene kosten.
Verrekening van bouwkosten Bijdrage gemeente parkeergarage
- 0,684
Bijdrage gemeente synergie
- 1,100
Voorzien onderhoud WSC
- 0,213
Vaste inrichting horeca
- 0,299 - 2,296
De geschetste totale meerkosten tussen PvE/VO op de investering (bouw + overige kosten) bedragen op basis van het voorliggende DO 4,77 miljoen euro. Een deel van deze meerkosten wordt teruggebracht door verrekening met ’s-Hertogenbosch en enkele andere posten. Verrekening bouwkosten met gemeente (parkeergarage en synergie) Het betreft hier de kosten voor gezamenlijke museale voorzieningen zoals garderobe, meldkamer, expeditie, kenniscentrum, restaurant en winkel (ca. 1,1 miljoen) alsmede de parkeergarage (ca. 0,684 miljoen). In een bestuurlijk overleg tussen Luijendijk en Wethouder Weterings op 11 december jl. is de gemeente akkoord gegaan met deze verrekening. Dit moet nog worden geformaliseerd via een brief van B&W. Verbouwen uit onderhoudsbudget Een aantal renovatiewerkzaamheden aan Waterstraatcomplex en Paleis zou ook zonder het bouwproject zijn uitgevoerd in het kader van groot onderhoud en daarmee binnen de voor de jaren 2007-2009 gereserveerde provinciale onderhoudsbudgetten voor deze gebouwen (ca. 213.000). Te denken is aan schilderwerk van kozijnen en onderhoud metselwerk. Voorstel is voor renovatie van de gebouwschil de reguliere onderhoudsbudgetten te gebruiken. Investering vaste inrichting horeca voor rekening exploitant In het DO is rekening gehouden met een ruimtelijke reservering voor een horecavoorziening (café en restaurant, keuken enz). Er is nog geen eenduidig Programma van Eisen voor de feitelijke realisering van deze horecavoorziening geformuleerd. Minimaal komt er een café voor museumbezoekers. Op dit moment wordt nog een studie uitgevoerd naar de haalbaarheid van een commercieel restaurant binnen het complex dat een bredere clientèle moet gaat trekken. Het ontwerpteam is er van uitgegaan dat investeringen op de vaste inrichting voor café / restaurant (stelpost: 299.000 euro) straks kunnen worden doorberekend naar de horeca-exploitant. Het is niet ongebruikelijk dat b.v. brouwerijen deze investering doen. De te verwachten huuropbrengst van de horecavoorziening wordt daarmee overigens een stuk lager. Samenvattend kan 2,296 miljoen euro worden opgeplust bij het budget.
5/5