ADMINISTRATEUR EINDTERMEN VANAF 2002/2003
DATUM VAN INDIENING: 1e WIJZIGING: 2e WIJZIGING: 3e WIJZIGING
01.06.1996 01.06.1997 01.06.1999 01.06.2001
INDIENER: POSTADRES: PLAATS:
Kenniscentrum ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT
CONTACTPERSOON: TELEFOONNUMMER: FAXNUMMER
Drs. L.M.J. Römkens 033 4504646 033 4504666
REGISTRATIECODE:
10039
© ECABO, Amersfoort Amersfoort, 1 juni 2001 Uitgave september 2002 e-BA.01.4.2001.04 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud
blz.
Rubriek I: Algemeen
1
1. 2A. 2B. 2C. 3. 4. 5. 6A. 6B. 7. 8. 9A. 9B. 9C.
1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 3 4 5 5
Naam kwalificatie Niveau kwalificatie Onderbouwing niveau-aanduiding Advies t.a.v. leerwegen Relatie met oude kwalificatiestructuren Leerlingwezen en MBO Plaats in kwalificatiestructuur ECABO Overheidsbekostiging Advies t.a.v. omvang beroepspraktijkvorming Vrije ruimte Wettelijke beroepsvereisten Onderliggende beroepsprofielen Deelkwalificaties met studiebelastingsuren, externe legitimering Studiebelastingsuren gehele kwalificatie Deelkwalificaties benodigd voor diplomering
Rubriek II: Aandachtspunten (conform WEB/Format)
7
1. 2. 3A. 3B. 4A. 4B. 5.
7 7 7 7 8 8 8
Maatschappelijk culturele kwalificering Doorstroomkwalificering Wijze bevordering aansluiting HBO Raadpleging HBO Wijze bevordering aansluiting VBO/MAVO Raadpleging VBO/MAVO Verwerking oordeel andere betrokkenen
Rubriek III: Advies Adviescommissie Onderwijs-Arbeidsmarkt
9
1A. 1B. 1C.
9 9 9
Datum en nummer advies ACOA Samenvatting ACOA-advies Verwerking ACOA-advies
Rubriek IV: Implementatie
10
1.
Implementatievoorstel
10
Rubriek V: Ondertekening
11
1A. 1B.
11 11
Naam voorzitter LOB Handtekening voorzitter LOB
Inhoud
blz.
Rubriek VI: Eindtermen
12
Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfsoriëntatie 4 Eindtermen Maatschappelijk culturele deelkwalificatie 3 Eindtermen deelkwalificatie ICT - gebruik 3 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie 3 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 1 Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfseconomisch beheer 4 Eindtermen deelkwalificatie Financieel administratief beheer 4 Eindtermen deelkwalificatie Commerciële beroepsvorming 2 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 2 - keuzetaal 2 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 2 Eindtermen deelkwalificatie Debiteuren- en crediteurenbeheer 4 Eindtermen deelkwalificatie Fiscaal administratief beheer 4 Eindtermen deelkwalificatie Administratie verkooporders 3 Eindtermen deelkwalificatie Commerciële beroepsvorming 3 Eindtermen deelkwalificatie Beheer informatiesystemen 4 Eindtermen deelkwalificatie Geautomatiseerde informatievoorziening - beheer 3 Eindtermen deelkwalificatie Oriëntatie op de informatie-analyse 4 Eindtermen deelkwalificatie Goederenstroombesturing 3 Eindtermen deelkwalificatie Inkopen/bestellen 3 Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfsmilieuzorg 4 Eindtermen deelkwalificatie Leidinggeven 4 Eindtermen deelkwalificatie E-business 3 Eindtermen deelkwalificatie Doorstroom HBO Economie & Maatschappij 4 Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3
12 13 14 14 14 15 16 17 17 18 18 18 19 19 20 20 20 21 21 22 23 23 24 26
Bijlage 1: Overzicht beroepskwalificaties ECABO Bijlage 2: Typering deelkwalificaties Administrateur Bijlage 3: ECDL (Europees Computer Rijbewijs, Syllabus versie 3.0)
RUBRIEK I: ALGEMEEN 1.
Naam van de kwalificatie
ART. 7.2.4./1 Administrateur
2A.
Niveau van de kwalificatie
ART. 7.2.2./3 Het betreft een kwalificatie op niveau 4 (middenkaderfunctionaris).
2B.
Korte onderbouwing niveau-aanduiding
ART. 7.2.2./3 De Administrateur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het eigen takenpakket binnen het financieel administratief beheer. In dit kader voert deze medewerker complexe standaardprocedures uit en bedenkt tevens nieuwe procedures en organiseert de werkzaamheden van anderen. Ook adviseert de Administrateur zijn meerdere(n) met betrekking tot nieuwe procedures, planning en beheer. De formele verantwoordelijkheid met betrekking tot financiën is hoog. De medewerker beschikt over beroepsonafhankelijke bedrijfseconomische en financieel administratieve kennis, inzicht en vaardigheden.
2C.
Advies t.a.v. leerwegen
ART. 7.2.4./3 Zowel de beroepsbegeleidende als de beroepsopleidende leerweg wordt geadviseerd.
3.
Aanduiding van welke opleiding/kwalificatie de kwalificatie een voortzetting vormt
ART. 12.3.16./2 Leerlingwezenopleiding Medewerker Financieel Management, goedkeuringsnummer OC&W 1084 MBO lange opleiding Bedrijfsadministratie
1
4.
Plaats van de kwalificatie in de kwalificatiestructuur van het LOB
ART. 7.2.4./1 Zie bijlage 1
5.
Overheidsbekostiging
ART. 1.5.2./2 Wij adviseren de opleiding behorende bij deze kwalificatie voor overheidsbekostiging in aanmerking te laten komen.
6A.
Advies over de omvang van de beroepspraktijkvorming van de kwalificatie in percentages van het totale aantal studiebelastingsuren
FORMAT Voor de beroepsbegeleidende leerweg: 60% Voor de beroepsopleidende leerweg: 20%
6B.
De vrije ruimte in percentages van de bruto studiebelasting
ART. 7.4.8.1A FORMAT Voor de beroepsbegeleidende leerweg: 15% Voor de beroepsopleidende leerweg: 20%
7.
Wettelijke beroepsvereisten (waaronder richtlijnen Europese Unie)
ART. 7.2.6. Geen
2
8.
Gelegitimeerd(e) beroepsprofiel(en) of vergelijkbare informatiebron(nen)
ART.7.1.3. FORMAT Arbeidsmarkt, kwalificaties en het economisch-administratief beroepsonderwijs. IVA Tilburg, 1995.
3
9A.
Benaming deelkwalificaties met het geadviseerde aantal studiebelastingsuren per deelkwalificatie en de deelkwalificaties die bij examinering extern gelegitimeerd moeten worden.
ART. 7.2.4./1 Benaming deelkwalificaties
Code
Cate-
Aantal sbu’s
Externe
gorie
legitimering
*
bbl
bol
Bedrijfsoriëntatie 4*
50114
A
320
300
ja
MCK 3
50113
A
110
100
nee
ICT-gebruik 3
53261
A
320
300
ja
Zakelijke communicatie 3
50111
A
305
290
ja
Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 1
50110
A
305
290
ja
Bedrijfseconomisch beheer 4
53141
A
860
800
ja
Financieel administratief beheer 4
53140
A
1270
1200
ja
Commerciële beroepsvorming 2
50173
A
270
250
ja
Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2
50103
B
210
200
nee
Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2
50102
B
305
290
nee
Debiteuren- en crediteurenbeheer 4
50172
B
160
150
ja
Fiscaal administratief beheer 4
50171
B
425
400
ja
Administratie verkooporders 3
50156
B
425
400
nee
Commerciële beroepsvorming 3
50160
B
425
400
nee
Beheer informatiesystemen 4
50140
B
425
400
nee
Geautomatiseerde informatievoorziening-beheer 3
50170
B
640
600
nee
Oriëntatie op de informatie-analyse 4
50131
B
210
200
nee
Goederenstroombesturing 3
50154
B
110
100
nee
Inkopen/bestellen 3
50153
B
215
200
nee
Bedrijfsmilieuzorg 4
50145
B
530
500
nee
Leidinggeven 4
53091
B
320
300
nee
E-business 3
55033
B
130
120
nee
Doorstroom HBO E&M 4
50097
B
320
300
nee
Internationale beroepsoriëntatie 3
52706
C
320
300
nee
Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan.
4
9B.
Aantal studiebelastingsuren van de kwalificatie
ART. 7.2.4./5 6400 sbu's (eventueel restant sbu's kan worden benut voor een deelkwalificatie naar keuze)
9C.
Benaming deelkwalificaties benodigd voor diplomering
ART. 7.4.3./2 Verplicht Bedrijfsoriëntatie 4* MCK 3 ICT-gebruik 3 Zakelijke communicatie 3 Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 1 Bedrijfseconomisch beheer 4 Financieel administratief beheer 4 Commerciële beroepsvorming 2 Verplichte keuze (1 van de volgende vier varianten) Variant 1 (4 van onderstaande deelkwalificaties) Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2** Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2** Debiteuren- en crediteurenbeheer 4 Fiscaal administratief beheer 4 Administratie verkooporders 3 Commerciële beroepsvorming 3 Beheer informatiesystemen 4 Geautomatiseerde informatievoorziening-beheer 3 Oriëntatie op de informatie-analyse 4 Goederenstroombesturing 3 Inkopen/bestellen 3 Bedrijfsmilieuzorg 4 Leidinggeven 4 E-business 3 Doorstroom HBO E&M 4 * **
Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. Van deze deelkwalificaties mag men er slechts één kiezen. Het niveau van de te kiezen deelkwalificatie is afhankelijk van de voorkennis van de kandidaat. 5
9C. (vervolg)
Benaming deelkwalificaties benodigd voor diplomering
ART. 7.4.3./2 Variant 2 (Logistiek verwant) Administratie verkooporders 3* Goederenstroombesturing 3 Inkopen/bestellen 3 1 van de overige genoemde deelkwalificaties uit variant 1 Variant 3 (Commercieel verwant) Debiteuren- en crediteurenbeheer 4 Commerciële beroepsvorming 3 2 van de overige genoemde deelkwalificaties uit variant 1 Variant 4 (Informatica verwant) Beheer informatiesystemen 4 Geautomatiseerde informatievoorziening-beheer 3 Oriëntatie op de informatie-analyse 4 1 van de overige genoemde deelkwalificaties uit variant 1 Vrije keuze Internationale beroepsoriëntatie 3 *
Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan.
6
RUBRIEK II: AANDACHTSPUNTEN (CONFORM WEB/FORMAT) 1.
Maatschappelijk culturele kwalificering
ART. 7.1.3. De maatschappelijk culturele kwalificering is waar nodig geïntegreerd in de algemene en beroepsgerichte deelkwalificaties. Overige relevante eindtermen op dit gebied zijn opgenomen in de maatschappelijk culturele deelkwalificatie (MCK).
2.
Doorstroomkwalificering
ART. 7.1.3. Wat betreft de horizontale doorstroming kan op de eerste plaats gedacht worden aan de commerciële, logistieke (material management) en informatica-kwalificaties. Voor gelijkluidende deelkwalificaties op hetzelfde niveau kan vrijstelling worden verkregen.
3A.
Wijze waarop aansluiting HBO bevorderd wordt
ART. 7.2.4./2 Ter bevordering van de aansluiting met het HBO is een aparte deelkwalificatie ontwikkeld, gebaseerd op de eindtermen van de commissie "Doorstroming MBO-HBO".
3B.
Raadpleging vertegenwoordigers HBO
ART. 7.2.4./2 Zie 3A
7
4A.
Wijze waarop aansluiting op VBO/MAVO bevorderd wordt
ART. 7.2.4./2 De aansluiting met VBO/MAVO is bevorderd door structurele afstemming in het kader van: . Praktijkbegeleidingscommissie (PBC) . Veldadviesgroep (VAG) . Landelijke Examen Commissie (LEC) . Referentiegroep Economie, Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) . Samenwerkingsprojecten 4e leerweg
4B.
Raadpleging vertegenwoordigers VBO/MAVO
ART. 7.2.4./2 Zie 4A
5.
Wijze waarop oordeel van eventuele andere betrokken instanties, waaronder eventuele andere betrokken COB's/LOB's, is verwerkt
ART. 7.2.4./2 Niet van toepassing
8
RUBRIEK III: ADVIES ADVIESCOMMISSIE ONDERWIJS-ARBEIDSMARKT 1A.
Datum en nummer advies ACOA
ART. 7.2.4./2 8 mei 2001, referentie RvM/HR
1B.
Korte samenvatting ACOA-advies
ART. 7.2.4./2 Fase 1 Niet van toepassing Fase 2 De adviescommissie reageert positief ten aanzien van het toevoegen van de deelkwalificatie E-business 3 en het vervangen van de deelkwalificatie Geautomatiseerde informatievoorziening - gebruik 3 door de deelkwalificatie ICT - gebruik 3.
1C.
Wijze van verwerking van ACOA-advies
ART. 7.2.4./2 Niet van toepassing
9
RUBRIEK IV: IMPLEMENTATIE 1.
Implementatievoorstel
FACULTATIEF
10
RUBRIEK V: ONDERTEKENING 1A.
Naam voorzitter LOB
ART. 7.2.4./1 H. Hofstee
1B.
Handtekening voorzitter LOB
ART. 7.2.4./1
11
RUBRIEK VI: EINDTERMEN 50114
Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfsoriëntatie 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31.
De kandidaat kan de begrippen organisatie, arbeidsorganisatie, bedrijf, onderneming, profitorganisatie en not-for-profit organisatie omschrijven. De kandidaat kan een omschrijving geven van de doelstellingen, producten en/of diensten en de concurrentiepositie van enkele organisaties. De kandidaat kan een beschrijving geven van het beleid van een organisatie inzake productontwikkeling, financiering en expansie. De kandidaat kan de goederen-, diensten-, informatie- en/of geldstroomketen in een organisatie schematisch weergeven. De kandidaat kan de in de wet geregelde organisatievormen omschrijven. De kandidaat kan de kenmerkende verschillen tussen particuliere en overheidsorganisaties omschrijven. De kandidaat kan het doel van een functie-omschrijving aangeven. De kandidaat kan de belangrijkste organisatiestructuren omschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste ordeningsprincipes m.b.t. organisatiestructuren beschrijven (functioneel, product, markt, geografisch). De kandidaat kan organisatieschema's hanteren. De kandidaat kan het belang van procedures binnen organisaties verklaren. De kandidaat kan een organisatie als systeem omschrijven. De kandidaat kan de functie van werkgevers- en werknemersorganisaties omschrijven. De kandidaat kan aangeven op welke wijzen samenwerking tussen ondernemingen georganiseerd kan zijn (publiekrechtelijk en privaatrechtelijk). De kandidaat kan de vigerende waarden, normen en opvattingen weergeven over de betekenis van (betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving. De kandidaat kan stappen ondernemen die kunnen leiden tot het vinden van betaald werk. De kandidaat kan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden omschrijven die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst. De kandidaat kan weergeven welke mogelijkheden werknemers in een gegeven situatie hebben om invloed uit te oefenen binnen een werkorganisatie. De kandidaat kan weergeven welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden gelden voor een werknemer in geval van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid in een gegeven situatie. De kandidaat kan de belangrijkste moderne managementtechnieken omschrijven. De kandidaat kan verklaren welke managementtechniek in een bepaalde situatie het meest adequaat is. De kandidaat kan de belangrijkste managementstijlen omschrijven. De kandidaat kan verklaren welke managementstijl in een gegeven situatie de meest adequate is. De kandidaat kan de voortgang van een activiteit/project/proces bewaken. De kandidaat kan de regels met betrekking tot beveiliging van gegevens toepassen. De kandidaat kan doel, inhoud en werkingsgebied van de Arbeidsomstandighedenwet omschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste elementen van arbo-beleid en arbo-zorg in een organisatie omschrijven. De kandidaat kan de veiligheids-, gezondheids- en welzijnsaspecten in een organisatie omschrijven. De kandidaat kan de procedures, richtlijnen en voorschriften m.b.t. arbo-zorg in een organisatie toepassen. De kandidaat kan arbo-knelpunten in een organisatie oplossen. De kandidaat kan de relatie tussen de zorg voor kwaliteit, milieu en arbeidsomstandigheden in een organisatie omschrijven.
12
50113
Eindtermen Maatschappelijk culturele deelkwalificatie 3
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
De kandidaat kan zijn mening verwoorden over maatschappelijke vraagstukken waarmee hij als burger en werknemer in aanraking komt. De kandidaat kan met voorbeelden verduidelijken dat maatschappelijke en culturele omstandigheden invloed hebben op de opvattingen en het gedrag van personen. De kandidaat kan met voorbeelden verduidelijken dat de media een rol vervullen bij de overdracht van waarden, normen en opvattingen. De kandidaat kan verklaren welke waarden en normen een rol kunnen spelen in intermenselijke relaties. De kandidaat kan aangeven hoe binnen primaire leefverbanden rolpatronen en machtsverhoudingen een rol kunnen spelen. De kandidaat kan voorbeelden geven van culturele verschillen en overeenkomsten tussen en binnen (allochtone en autochtone) groepen in onze samenleving. De kandidaat kan vooroordelen en stereotypen aangeven die bestaan in de beeldvorming van verschillende (allochtone en autochtone) groepen t.o.v. elkaar. De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van parlementaire democratie omschrijven. De kandidaat kan de werking van de Nederlandse parlementaire democratie uitleggen. De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van de Nederlandse rechtsstaat omschrijven. De kandidaat kan de werking van het Nederlandse rechtssysteem uitleggen. De kandidaat kan voorbeelden geven van grondrechten en (vormen van) rechtsbescherming. De kandidaat kan de hoofdlijnen van de rechterlijke organisatie omschrijven. De kandidaat kan het onderscheid tussen een natuurlijke persoon en een rechtspersoon omschrijven. De kandidaat kan de elementaire begrippen van het goederen- en verbintenissenrecht omschrijven. De kandidaat kan het begrip verzorgingsstaat beschrijven. De kandidaat kan de doelstellingen van de belangrijkste sociale verzekeringswetten noemen. De kandidaat kan het begrip (beroeps)ethiek beschrijven. De kandidaat kan de uitgangspunten van de belangrijkste levensbeschouwelijke en politiekideologische stromingen in ons land beschrijven. De kandidaat kan voorbeelden geven van individualisering van de Nederlandse samenleving. De kandidaat kan aangeven op welke wijze zich de ontwikkeling van Nederland tot een multiculturele samenleving manifesteert. De kandidaat kan aangeven welke invloed de vergrijzing van de samenleving heeft op de verschillende maatschappelijke gebieden. De kandidaat kan aangeven op welke wijze de internationalisering van de Nederlandse samenleving zich manifesteert. De kandidaat kan aangeven wat verstaan wordt onder globalisering van de cultuur. De kandidaat kan de gevolgen aangeven van de technologisering van de samenleving voor de hoeveelheid beschikbaar werk, de aard van het werk en de verdeling ervan. De kandidaat kan de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid, werkloosheid, en arbeidsparticipatie aangeven. De kandidaat kan de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van sociale zekerheid aangeven.
13
Eindtermen deelkwalificatie ICT - gebruik 3
53261 ART. 7.1.3.
Voor de eindtermen wordt verwezen naar de eindtermen van het volledige ECDL-diploma. Afronding van de deelkwalificatie ICT - gebruik 3 kan leiden tot verstrekking van het diploma ECDL mits het examen is afgenomen conform de door stichting ECDL gestelde voorwaarden.
Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie 3
50111 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
De kandidaat kan zowel in- als extern mondeling informatie inwinnen. De kandidaat kan zowel in- als extern mondeling informatie verstrekken. De kandidaat kan inkomende en uitgaande telefoongesprekken voeren. De kandidaat kan binnengekomen klachten afhandelen. De kandidaat kan receptionele taken uitvoeren. De kandidaat kan tweegesprekken van uiteenlopende aard voeren. De kandidaat kan omgaan met conflicten. De kandidaat kan eenvoudige onderhandelingen voeren. De kandidaat kan deelnemen aan werkoverleg en vergaderingen. De kandidaat kan een presentatie houden met gebruikmaking van moderne hulpmiddelen. De kandidaat kan informatie vastleggen. De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren. De kandidaat kan informatieve teksten samenvatten. De kandidaat kan schriftelijk rapporteren.
Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 1
50110 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal inwinnen. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal verstrekken. De kandidaat kan inkomende en uitgaande telefoongesprekken in de moderne vreemde taal voeren. De kandidaat kan buitenlandse bezoekers ontvangen en verwijzen en een eenvoudige conversatie in de moderne vreemde taal met hen voeren. De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren in de moderne vreemde taal. De kandidaat kan informatieve teksten vanuit de moderne vreemde taal samenvatten in het Nederlands.
14
53141
Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfseconomisch beheer 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
10.
11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
De kandidaat kan berekeningen maken met vreemde valuta. De kandidaat kan de belangrijkste algemene begrippen op het terrein van geld- en kredietwezen beschrijven. De kandidaat kan berekeningen maken m.b.t. verzekeringen. De kandidaat kan de belangrijkste verzekeringsvormen beschrijven. De kandidaat kan vormen van betalingsverkeer onderscheiden. De kandidaat kan de elementaire begrippen van het goederenrecht en verbintenissenrecht beschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het ondernemings- en faillissementsrecht beschrijven. De kandidaat kan het ondernemings- en faillissementsrecht toepassen op eenvoudige casusposities. De kandidaat kan de juridische consequenties van de volgende benoemde overeenkomsten beschrijven: - koopovereenkomst - huurovereenkomst - verzekeringsovereenkomst. De kandidaat kan de economische consequenties beschrijven van: - koop - koop op afbetaling - huurkoop - leasing en factoring - leveranciers- en afnemerskrediet. De kandidaat kan de vermogensbehoefte van een onderneming vaststellen. De kandidaat kan verschillende soorten reserves onderscheiden. De kandidaat kan het begrip kapitaalsverwatering verklaren. De kandidaat kan het bedrijfsminimum berekenen. De kandidaat kan kostprijsberekeningen verklaren. De kandidaat kan aspecten m.b.t. de duurzame productiemiddelen verklaren. De kandidaat kan budgetten opstellen. De kandidaat kan verkoopresultaten verklaren. De kandidaat kan verschillen tussen werkelijke en standaardkosten verklaren. De kandidaat kan aspecten m.b.t. de jaarverslaggeving verklaren. De kandidaat kan een jaarrekening analyseren. De kandidaat kan bedrijfsstatistische gegevens bewerken. De kandidaat kan de meest voorkomende termen m.b.t. de omzetbelasting onderscheiden. De kandidaat kan de heffingsstructuur van de omzetbelasting beschrijven. De kandidaat kan de eisen waaraan een factuur in het kader van de wet op de omzetbelasting moet voldoen beschrijven. De kandidaat kan uitleggen welke gegevens nodig zijn voor het opstellen van een aangifte om zetbelasting. De kandidaat kan berekeningen m.b.t. de omzetbelasting maken.
15
53140
Eindtermen deelkwalificatie Financieel administratief beheer 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32.
De kandidaat kan facturen opstellen. De kandidaat kan de administratieve organisatie betreffende inkopen beschrijven. De kandidaat kan de administratieve organisatie betreffende verkopen beschrijven. De kandidaat kan de administratieve organisatie betreffende het betalingsverkeer beschrijven. De kandidaat kan een grootboekrekeningenschema aanpassen aan de behoeften/vereisten van derden. De kandidaat kan procedures met betrekking tot aangifte en afdrachten van loonbelasting, omzetbelasting en premies beheren. De kandidaat kan aangiften Inkomstenbelasting (IB), met uitzondering van de onderdelen winst uit onderneming en inkomsten uit aanmerkelijk belang, en Vermogensbelasting (VB) doen.* De kandidaat kan correctieboekingen verrichten die samenhangen met periodeafsluiting. De kandidaat kan stambestanden muteren. De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. het betalingsverkeer verwerken. De kandidaat kan permanentie toepassen op baten en lasten. De kandidaat kan boekingen in een projectadministratie verrichten. De kandidaat kan kosten verwerken. De kandidaat kan budgetten bewaken. De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. productie en/of diensten verwerken. De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. de inkoop verwerken. De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. verkopen/opbrengsten verwerken bij gelijktijdige levering van goederen/diensten en facturen en bij gescheiden levering van goederen/diensten en facturen. De kandidaat kan verschillen tussen werkelijke kosten en standaardkosten intra-comptabel bepalen. De kandidaat kan rabatten verwerken. De kandidaat kan financiële feiten m.b.t. de direct-costing verwerken. De kandidaat kan resultaten overboeken. De kandidaat kan financiële mutaties m.b.t. het Eigen Vermogen van natuurlijke personen en rechtspersonen verwerken. De kandidaat kan de winstverdeling van een Besloten Vennootschap (BV) en een Naamloze Vennootschap (NV) verwerken. De kandidaat kan (converteerbare) obligatieleningen verwerken. De kandidaat kan de verschillende vormen van voorzieningen verwerken. De kandidaat kan financiële feiten m.b.t. duurzame productiemiddelen verwerken. De kandidaat kan financiële feiten m.b.t. de interest verwerken. De kandidaat kan financiële feiten m.b.t. tot leasing verwerken. De kandidaat kan de verschillende archiefsystemen gebruiken. De kandidaat kan bruto-salariscomponenten berekenen. De kandidaat kan netto-salarissen berekenen. De kandidaat kan op basis van aangeleverde gegevens de loon-/salariskosten verwerken.
* In verband met gewijzigde wetgeving dient deze eindterm gelezen te worden als: De kandidaat kan aangiften Inkomstenbelasting doen, met uitzondering van het onderdeel winst uit onderneming bij box 1 en met uitzondering van box 2.
16
Eindtermen deelkwalificatie Commerciële beroepsvorming 2
50173 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
De kandidaat kan de elementaire algemeen-economische begrippen omschrijven. De kandidaat kan de actuele ontwikkelingen m.b.t. de onderlinge verhoudingen van de productiefactoren omschrijven. De kandidaat kan de eenvoudige economische kringloop beschrijven. De kandidaat kan verschillende economische stelsels en structuren onderscheiden. De kandidaat kan de elementaire begrippen met betrekking tot de handel omschrijven. De kandidaat kan de historische ontwikkeling van de handel beschrijven. De kandidaat kan de actuele ontwikkelingen in de handel beschrijven. De kandidaat kan het onderscheid tussen groothandel en detailhandel aangeven. De kandidaat kan de verschillende marktvormen omschrijven. De kandidaat kan de elementaire aspecten van consumentengedrag onderscheiden. De kandidaat kan de elementaire marketingbegrippen omschrijven. De kandidaat kan de functie van marketing binnen een bedrijf aangeven. De kandidaat kan de prijsmix omschrijven aan de hand van kosten, vraag en concurrentie. De kandidaat kan de betekenis van prijs-, kruis- en inkomenselasticiteit omschrijven. De kandidaat kan de productmix omschrijven aan de hand van kwaliteit, merk, service, garantie en assortiment. De kandidaat kan de promotiemix omschrijven aan de hand van communicatie, reclame, sponsoring, public relations, free publicity en persoonlijke verkoop. De kandidaat kan de plaatsmix omschrijven aan de hand van directe levering, indirecte levering, intensieve, selectieve en exclusieve distributie.
50103
Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 2 - keuzetaal 2
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5.
De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie van eenvoudige aard in de moderne vreemde taal inwinnen. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie van eenvoudige aard in de moderne vreemde taal verstrekken De kandidaat kan inkomende telefoongesprekken aannemen en telefoongesprekken doorverbinden in de moderne vreemde taal. De kandidaat kan buitenlandse bezoekers ontvangen en verwijzen in de moderne vreemde taal. De kandidaat kan eenvoudige brieven in de moderne vreemde taal opstellen.
17
50102
Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 2
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal inwinnen. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal verstrekken. De kandidaat kan inkomende en uitgaande telefoongesprekken in de moderne vreemde taal voeren. De kandidaat kan buitenlandse bezoekers ontvangen en verwijzen en een eenvoudige conversatie in de moderne vreemde taal met hen voeren. De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren in de moderne vreemde taal. De kandidaat kan informatieve teksten vanuit de moderne vreemde taal samenvatten in het Nederlands.
50172
Eindtermen deelkwalificatie Debiteuren- en crediteurenbeheer 4
ART. 7.1.3. 1.1 1.2
De kandidaat kan processen betreffende interne controle van debiteuren en crediteuren beheersen. De kandidaat kan de procedures betreffende de administratieve organisatie rondom debiteuren en crediteuren beheren. De kandidaat kan, met inachtneming van het commerciële belang, de betaalbaarstelling accorderen. De kandidaat kan het nakomen van financiële verplichtingen op grond van verbintenissen uit de wet en uit de overeenkomst bewaken. De kandidaat kan de kredietwaardigheid beoordelen. De kandidaat kan adviezen uitbrengen over vermogensaspecten betreffende debiteuren en crediteuren. De kandidaat kan, met inachtneming van het commerciële belang, de betalingscondities betreffende debiteuren en crediteuren vaststellen. De kandidaat kan beoordelen wanneer tot invordering wordt overgegaan. De kandidaat kan de inningen procedureel beheren. De kandidaat kan het commerciële gedrag van debiteuren en crediteuren verklaren.
2.1 2.2 2.3 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1
50171
Eindtermen deelkwalificatie Fiscaal administratief beheer 4
ART. 7.1.3. 1.1 2.1 3.1 3.2
De kandidaat kan onderhavige berekeningen en handelingen uitvoeren met behulp van een geautomatiseerd systeem. De kandidaat kan een grootboekrekeningenschema aanpassen aan de fiscale eisen. De kandidaat kan aangiften doen voor de inkomstenbelasting (IB). De kandidaat kan aangiften doen voor de vennootschapsbelasting (Vpb).
18
50156
Eindtermen deelkwalificatie Administratie verkooporders 3
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
De kandidaat kan offertes/prijsopgaven voor klanten maken. De kandidaat kan de verkoopkosten van een order calculeren. De kandidaat kan speciale aanbiedingen/promoties registreren. De kandidaat kan de kosten die door speciale aanbiedingen/promoties ontstaan, berekenen. De kandidaat kan orders met behulp van verschillende verkoopsystemen aannemen. De kandidaat kan orderbevestigingen aanmaken. De kandidaat kan orders/facturen samenstellen. De kandidaat kan offertes met orders/facturen vergelijken. De kandidaat kan standaardorders, speciale orders en spoedorders behandelen. De kandidaat kan aangeven waardoor backorders en spoedorders ontstaan. De kandidaat kan fouten in de levering administratief verwerken. De kandidaat kan de orderafhandeling bewaken. De kandidaat kan procedures voor de kredietbewaking uitvoeren. De kandidaat kan gebruik maken van een geautomatiseerd systeem voor de administratie van verkooporders. De kandidaat kan aangeven wat de gevolgen van het administreren van verkooporders zijn voor de administratieve organisatie. De kandidaat kan regels en procedures implementeren in overeenstemming met de voorschriften m.b.t. veiligheid, gezondheid en milieu.
Eindtermen deelkwalificatie Commerciële beroepsvorming 3
50160 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
De kandidaat kan de belangrijkste algemeen-economische begrippen omschrijven. De kandidaat kan de actuele ontwikkelingen m.b.t. de onderlinge verhoudingen van de productiefactoren omschrijven. De kandidaat kan de eenvoudige economische kringloop beschrijven. De kandidaat kan verschillende economische stelsels en structuren onderscheiden. De kandidaat kan de meest voorkomende begrippen met betrekking tot de handel omschrijven. De kandidaat kan de historische ontwikkeling van de handel beschrijven. De kandidaat kan de actuele ontwikkelingen in de handel beschrijven. De kandidaat kan het onderscheid tussen groothandel en detailhandel aangeven. De kandidaat kan de verschillende marktvormen omschrijven. De kandidaat kan de elementaire aspecten van consumentengedrag onderscheiden. De kandidaat kan de meest voorkomende marketingbegrippen omschrijven. De kandidaat kan de functie van marketing binnen een bedrijf aangeven. De kandidaat kan de prijsmix omschrijven aan de hand van kosten, vraag en concurrentie. De kandidaat kan de betekenis van prijs-, kruis- en inkomenselasticiteit omschrijven. De kandidaat kan de productmix omschrijven aan de hand van kwaliteit, merk, service, garantie en assortiment. De kandidaat kan de promotiemix omschrijven aan de hand van communicatie, reclame, sponsoring, public relations, free publicity en persoonlijke verkoop. De kandidaat kan de plaatsmix omschrijven aan de hand van directe levering, indirecte levering, intensieve, selectieve en exclusieve distributie. De kandidaat kan interacties tussen de verschillende onderdelen van de marketingmix verklaren. De kandidaat kan de factoren die de aard en de omvang van de concurrentie bepalen verklaren. De kandidaat kan de factoren die het gedrag van afnemers bepalen verklaren. De kandidaat kan de product-marktstrategieën en concurrentiestrategieën omschrijven. 19
Eindtermen deelkwalificatie Beheer informatiesystemen 4
50140 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
De kandidaat kan beschrijven hoe de geautomatiseerde informatievoorziening plaatsvindt. De kandidaat kan een informatiesysteem aanpassen aan wensen van de organisatie. De kandidaat kan bestanden en gegevens beheren. De kandidaat kan programmabibliotheken beheren. De kandidaat kan op verzoek van management en gebruikers gegevensoverzichten samenstellen. De kandidaat kan gebruikers ondersteunen bij het gebruik van het informatiesysteem. De kandidaat kan een acceptatietest voorbereiden. De kandidaat kan een acceptatietest uitvoeren. De kandidaat kan gebruikers begeleiden bij de acceptatietest. De kandidaat kan de prestaties van een informatiesysteem evalueren. De kandidaat kan wijzigingsvoorstellen ten aanzien van het informatiesysteem formuleren.
50170
Eindtermen deelkwalificatie Geautomatiseerde informatievoorziening - beheer 3
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
De kandidaat kan de ontwikkelingen op het gebied van de informatietechnologie beschrijven. De kandidaat kan beschrijven hoe organisaties in hun informatiebehoefte kunnen voorzien. De kandidaat kan beschrijven hoe een informatiesysteem gerealiseerd kan worden. De kandidaat kan beschrijven hoe de geautomatiseerde informatievoorziening plaatsvindt. De kandidaat kan de gevolgen van automatisering voor de werkplek beschrijven. De kandidaat kan de aspecten beschrijven die een rol spelen bij het beheer van informatiesystemen. De kandidaat kan bestanden en gegevens beheren. De kandidaat kan de verschillende fasen van een automatiseringsproject beschrijven. De kandidaat kan beschrijven hoe gegevens centraal en decentraal gesynchroniseerd worden. De kandidaat kan Engelstalige manuals hanteren. De kandidaat kan Engelse afkortingen en begrippen gebruikt op internationale elektronische communicatieverbindingen hanteren.
Eindtermen deelkwalificatie Oriëntatie op de informatie-analyse 4
50131 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De kandidaat kan informatie inwinnen bij het management en gebruikers over de informatiebehoefte en het gebruik en beheer van het informatiesysteem. De kandidaat kan het management en gebruikers informatie verstrekken over hoe voorzien kan worden in de informatiebehoefte en over het gebruik en beheer van het informatiesysteem. De kandidaat kan informatieproblemen analyseren. De kandidaat kan de informatiebehoefte vaststellen. De kandidaat kan gegevens analyseren op basis van een relationeel model. De kandidaat kan een eenvoudige Data Dictionary opzetten en onderhouden. De kandidaat kan voorstellen doen ten aanzien van doelmatig gegevensbeheer.
20
Eindtermen deelkwalificatie Goederenstroombesturing 3
50154 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
De kandidaat kan de samenhang tussen de verschillende deelsystemen van de logistiek toelichten. De kandidaat kan de logistieke doelstellingen van verschillende soorten bedrijven in de bedrijfskolom omschrijven. De kandidaat kan verschillende logistieke besturingsconcepten omschrijven. De kandidaat kan verschillende strategische inkoopbeslissingen omschrijven. De kandidaat kan vendor rating omschrijven. De kandidaat kan verschillende bestelsystemen/voorraadaanvulsystemen omschrijven. De kandidaat kan vraagvoorspellingstechnieken t.b.v. vaststelling van de inkoopbehoefte omschrijven. De kandidaat kan het concept van klanten-order-ontkoppelpunt omschrijven. De kandidaat kan de functies van verschillende voorraadsoorten omschrijven. De kandidaat kan de componenten van voorraadkosten omschrijven. De kandidaat kan de criteria voor de indeling van magazijnsoorten omschrijven. De kandidaat kan verschillende opslagmiddelen omschrijven. De kandidaat kan verschillende magazijnhulpmiddelen omschrijven. De kandidaat kan verschillende orderverzamelmethoden omschrijven. De kandidaat kan verschillende productiebesturingssystemen omschrijven. De kandidaat kan prestatie-indicatoren noemen, die gehanteerd worden binnen de deelsystemen van de logistiek. De kandidaat kan de keuzecriteria voor de verschillende transportwijzen omschrijven. De kandidaat kan de criteria voor de keuze van de vestigingsplaats van een distributiecentrum omschrijven. De kandidaat kan het begrip public warehousing omschrijven. De kandidaat kan de verschillende Inco terms noemen. De kandidaat kan verschillende transport- en douanedocumenten noemen. De kandidaat kan de partijen in de transportwereld noemen. De kandidaat kan de opbouw van nationale (NEN) en internationale (ISO) kwaliteitsnormen omschrijven. De kandidaat kan de opbouw van een milieuzorgsysteem omschrijven.
50153
Eindtermen deelkwalificatie Inkopen/bestellen 3
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
De kandidaat kan de ontvangstbevestigingen/acceptaties van orders afhandelen. De kandidaat kan gegevens over leveranciers bijhouden. De kandidaat kan ordergegevens up to date houden. De kandidaat kan wijzigingen in de orderinformatie verwerken. De kandidaat kan de bestelsystemen toepassen. De kandidaat kan de toekomstige vraag m.b.v. de MRP-1 methodiek bepalen. De kandidaat kan algemene voorspellingstechnieken m.b.t. het vaststellen van de vraag toepassen. De kandidaat kan feedback m.b.t. afwijkingen in de inkoopplannen geven. De kandidaat kan offertes aanvragen. De kandidaat kan bestelformulieren klaarmaken. De kandidaat kan de inkoop van diensten organiseren. De kandidaat kan inkooporders plaatsen. De kandidaat kan volgens inkooporders afroepen. De kandidaat kan orderbevestigingen voor leveranciers maken.
21
50153 (vervolg)
Eindtermen deelkwalificatie Inkopen/bestellen 3
ART. 7.1.3. 15. 16. 17. 18.
De kandidaat kan orders annuleren. De kandidaat kan rappelorders sturen. De kandidaat kan retourzendingen van goederen afhandelen. De kandidaat kan lokaliseren waar wordt afgeweken van de voorraadnormen.
50145
Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfsmilieuzorg 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
De kandidaat kan de functie, de systematiek en het instrumentarium van de Wet Milieubeheer omschrijven. De kandidaat kan de regelgeving m.b.t. de milieucompartimenten water, bodem, lucht, geluid en stoffen omschrijven. De kandidaat kan de rol en het beleid van de diverse overheidsinstanties, betrokken bij de uitvoering van de milieuwetgeving, omschrijven. De kandidaat kan de doelstellingen en taken van de verschillende instanties m.b.t. milieuzorg en advisering op milieugebied omschrijven. De kandidaat kan de elementen waaruit een milieuzorgsysteem is opgebouwd, omschrijven. De kandidaat kan de (wettelijke) verplichtingen t.a.v. milieuzorg omschrijven. De kandidaat kan registraties verrichten in het kader van (een) milieuzorg(systeem). De kandidaat kan aangeven voor welke bedrijfsactiviteiten een meldingsplicht resp. een vergunningsverplichting bestaat. De kandidaat kan de functie van een Milieu-effectrapportage omschrijven. De kandidaat kan administratieve verplichtingen die voortkomen uit milieuregelgeving naleven en controleren. De kandidaat kan de relevante regelgeving m.b.t. afvalstoffen omschrijven. De kandidaat kan de doelstellingen, instrumenten en taken van de verschillende instanties m.b.t. de regelgeving inzake afvalstoffen, omschrijven. De kandidaat kan de formulieren ten behoeve van de uitvoering van de regelgeving m.b.t. bedrijfsafvalstoffenverwerking hanteren. De kandidaat kan de eisen die de Wet milieubeheer en de lagere regelgeving m.b.t. bedrijfsafvalstoffenverwerking stellen aan een afvalstoffenadministratiesysteem, omschrijven. De kandidaat kan rekeneenheden m.b.t. emissies en afvalstoffen hanteren. De kandidaat kan omschrijven op welke wijzen afvalstoffenverwerking plaatsvindt. De kandidaat kan een afvalstoffenregistratiesysteem bijhouden. De kandidaat kan relevante begrippen m.b.t. registratie en rapportage omschrijven. De kandidaat kan de functies van de verschillende soorten interne en externe milieurapportages aangeven. De kandidaat kan gegevens verzamelen en registreren ten behoeve van interne en externe milieurapportages. De kandidaat kan een milieu-archief bijhouden.
22
53091
Eindtermen deelkwalificatie Leidinggeven 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De kandidaat kan leiding geven aan de dagelijkse werkzaamheden van een afdeling. De kandidaat kan werkoverleg leiden. De kandidaat kan adviseren t.a.v. de personeelsaangelegenheden van de eigen afdeling. De kandidaat kan functioneringsgesprekken voeren met medewerkers van de eigen afdeling. De kandidaat kan een projectplanning opstellen. De kandidaat kan leiding geven aan de uitvoering van een project. De kandidaat kan een afdelingsbudget bewaken. De kandidaat kan afdelingsgegevens en -informatie aanleveren ten behoeve van het management.
55033
Eindtermen deelkwalificatie E-business 3
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat kan volgens een E-business bedrijfsmodel commerciële en informatieve activiteiten verrichten. De kandidaat kan marketing-, verkoop-, bedrijfs- en afdelingsdoelstellingen met betrekking tot E-business realiseren. De kandidaat kan commerciële activiteiten en informatieve diensten middels een website opzetten. De kandidaat kan teksten voor een website schrijven. De kandidaat kan met behulp van een bestaand softwarepakket een website, met interactiemogelijkheden, voor een bedrijf/organisatie inrichten. De kandidaat kan aangeven wat de invloed is van E-business op de relatie met klanten.
23
50097
Eindtermen deelkwalificatie Doorstroom HBO - Economie & Maatschappij 4
ART. 7.1.3. Algemene vaardigheden 1.
De kandidaat kan een onderzoek opstellen en uitvoeren.
Engels 1. 2. 3. 4.
De kandidaat kan deelnemen aan een Engelstalig gesprek in relevante beroeps- en studiesituaties.* De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren in het Engels.* De kandidaat kan Engelse schriftelijke studieteksten samenvatten in het Nederlands. De kandidaat kan Engels gesproken teksten gericht op de studiesituatie samenvatten in het Nederlands. * Alleen indien de kandidaat voor de deelkwalificatie Zakelijke Communicatie MVT niet de Engelse taal heeft gekozen.
Wiskunde 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
De kandidaat kan tabellen opstellen. De kandidaat kan gegevens uit tabellen verklaren. De kandidaat kan berekeningen uitvoeren met gegevens uit tabellen. De kandidaat kan interpoleren en extrapoleren in tabellen. De kandidaat kan grafieken opstellen. De kandidaat kan gegevens uit grafieken verklaren. De kandidaat kan de begrippen stijging, daling, toe- en afnemende stijging en daling, differentie, differentiequotiënt, hellingscoëfficiënt, schommeling, periodiciteit en trend hanteren. De kandidaat kan formules opstellen bij tabellen en grafieken. De kandidaat kan lineair interpoleren en extrapoleren. De kandidaat kan eerstegraads vergelijkingen oplossen. De kandidaat kan verbanden tussen grootheden uitdrukken in formules. De kandidaat kan de begrippen gebroken lineaire functie, exponentiële functie, exponentiële groei, beginwaarden, groeifactor, groeipercentage, halveringstijd en verdubbelingstijd hanteren. De kandidaat kan verbanden die door een tabel, grafiek of formule zijn gegeven optellen, aftrekken en schakelen. De kandidaat kan een formule in een andere formule substitueren en formules omvormen. De kandidaat kan bepalen welke steekproefmethode in welke situatie geschikt is. De kandidaat kan een aselecte steekproef trekken. De kandidaat kan op grond van steekproefresultaten uitspraken doen over de gehele populatie. De kandidaat kan de belangrijkste maten voor centrale tendentie berekenen. De kandidaat kan de voor- en nadelen van de belangrijkste maten voor centrale tendentie beschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste spreidingsmaten berekenen. De kandidaat kan waarschijnlijkheden met betrekking tot een normaal verdeeld verschijnsel berekenen. De kandidaat kan kansberekeningen uitvoeren.
24
50097 (vervolg)
Eindtermen deelkwalificatie Doorstroom HBO - Economie & Maatschappij 4
ART. 7.1.3. Algemene economie 1. 2. 3. 4. 5. 6 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
De kandidaat kan de ontwikkelingen in het consumptiepatroon in de loop van de tijd beschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen met betrekking tot consumentengedrag omschrijven. De kandidaat kan de begrippen (collectieve) inkomensvraagcurves, (collectieve) prijsvraagcurves, inkomens- en prijselasticiteit toelichten. De kandidaat kan met behulp van economische theorieën de inkomens- en vermogensvorming en inkomens- en vermogensverdeling in Nederland verklaren. De kandidaat kan de rol van de collectieve sector en van het bedrijfsleven in de economische orde in Nederland beschrijven. De kandidaat kan de werking van de belangrijkste instrumenten t.b.v. de herverdeling van inkomens analyseren. De kandidaat kan de rol van de overheid en van maatschappelijke organisaties bij de herverdeling van inkomens toelichten. De kandidaat kan de financiering van de collectieve sector in Nederland analyseren. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen met betrekking tot de financiering van de collectieve sector toelichten. De kandidaat kan verschillende vormen van economische ordening beschrijven. De kandidaat kan de rol van de overheid en het bedrijfsleven ten aanzien van het allocatieproces beschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen op het gebied van economische politiek toelichten. De kandidaat kan het belang van internationale handel voor de Nederlandse economie toelichten. De kandidaat kan de betalingsbalans met haar deelrekeningen beschrijven. De kandidaat kan de gevolgen van overschotten of tekorten op de betalingsbalans toelichten. De kandidaat kan de belangrijkste internationale ontwikkelingen op het gebied van de handel toelichten. De kandidaat kan de werking van wisselkoerssystemen beschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen op het gebied van het internationale geldwezen toelichten.
Bedrijfsadministratie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
De kandidaat kan onderhavige berekeningen en handelingen uitvoeren met behulp van een geautomatiseerd systeem. De kandidaat kan de principes van het dubbelboekhouden toepassen. De kandidaat kan opbrengsten, kosten, brutowinst, netto-winst en omzetbelasting berekenen. De kandidaat kan de functies van journaal, grootboek, dagboeken, sub-grootboeken en rekeningstelsel gebruiken. De kandidaat kan de inkopen en verkopen van een handelsonderneming boeken aan de hand van een gegeven rekeningenschema. De kandidaat kan obligoboekingen maken met betrekking tot voor-inkopen en voor-verkopen aan de hand van een gegeven rekeningenschema. De kandidaat kan permanentie toegepast op baten en lasten vastleggen in het grootboek aan de hand van een gegeven grootboekrekeningenschema. De kandidaat kan boekingen met betrekking tot duurzame productiemiddelen vastleggen in het grootboek aan de hand van een gegeven rekeningenschema. De kandidaat kan afschrijvingen van debiteuren en afschrijvingen op incourante voorraden verwerken in het grootboek aan de hand van een gegeven grootboekrekeningenschema. De kandidaat kan inkoopstaten, verkoopstaten en kasstaten invullen en coderen aan de hand van gegeven boekingsdocumenten en een gegeven rekeningenschema.
25
50097 (vervolg)
Eindtermen deelkwalificatie Doorstroom HBO - Economie & Maatschappij 4
ART. 7.1.3. Mens- en maatschappijwetenschappen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De kandidaat kan de aard en omvang van het verschijnsel criminaliteit en daarmee samenhangende vraagstukken verklaren. De kandidaat kan aangeven op welke wijze de verschillende politieke en maatschappelijke instituties en groeperingen betrokken zijn bij het verschijnsel criminaliteit. De kandidaat kan verschillende opvattingen met betrekking tot de oorzaken en aanpak van criminaliteit beschrijven. De kandidaat kan de relevante begrippen op het gebied van communicatie en massamedia toelichten. De kandidaat kan de hoofdelementen van de Nederlandse pers en het Nederlandse omroepbestel beschrijven. De kandidaat kan uitleggen welke functies massamedia vervullen voor de samenleving. De kandidaat kan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van communicatie en massamedia beschrijven.
52706
Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3
ART. 7.1.3. Onderdeel Landenkennis 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
De kandidaat kan de topografie van het betreffende land in grote lijnen weergeven. De kandidaat kan de relatie tussen de geologische/klimatologische gesteldheid en de bestaansmiddelen van het betreffende land beschrijven. De kandidaat kan het bevolkingsaantal en de bevolkingssamenstelling van het betreffende land weergeven. De kandidaat kan de historische ontwikkeling van het betreffende land in grote lijnen beschrijven. De kandidaat kan de kenmerken van het politiek bestel, de belangrijkste politieke stromingen en de belangrijkste actuele politieke kwesties van het betreffende land beschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste culturele kenmerken van het betreffende land beschrijven. De kandidaat kan de plaats van de eigen opleiding in de onderwijsstructuur van het betreffende land beschrijven. De kandidaat kan de huidige economische situatie van het betreffende land in grote lijnen beschrijven. De kandidaat kan de positie van het betreffende land in de Europese Unie of de relatie van het betreffende land met de Europese Unie beschrijven.
26
52706 (vervolg)
Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3
ART. 7.1.3. Onderdeel Organisatie van de arbeid 1. 2. 3. 4.
De kandidaat kan de belangrijkste werkgevers- en werknemersorganisaties noemen. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de rechten, plichten en verantwoordelijkheden die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst in een vergelijkbare werksituatie/functie in het betreffende land en in Nederland. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de rechten, plichten en verantwoordelijkheden die gelden voor een werknemer in geval van werkloosheid, ziekte, zwangerschap en arbeidsongeschiktheid in het betreffende land en in Nederland. De kandidaat kan m.b.t. het betreffende land de invloed van de overheid op de arbeidsmarkt beschrijven.
Onderdeel Internationale samenwerking 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat kan beschrijven waarom internationale samenwerking belangrijk is en wat de doelen van internationale samenwerking zijn. De kandidaat kan de hoofddoelstellingen van de Europese Unie beschrijven. De kandidaat kan de huidige lidstaten van de Europese Unie en de belangrijkste eisen voor toetreding noemen. De kandidaat kan de belangrijkste organen van de Europese Unie beschrijven. De kandidaat kan aangeven of en zo ja welke economische samenwerkingsrelaties bestaan tussen het betreffende land en Nederland. De kandidaat kan aangeven of en zo ja welke afspraken bestaan tussen het betreffende land en Nederland omtrent verkeer van werknemers, dienstenverkeer en vestiging.
Onderdeel Bedrijfsoriëntatie De kandidaat dient voor realisering van onderstaande eindtermen de in het stagebiedende land en/of de stagebiedende arbeidsorganisatie gesproken MVT in redelijke mate te beheersen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De kandidaat kan de doelstellingen, producten en/of diensten van de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie omschrijven. De kandidaat kan de organisatievorm van de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie beschrijven. De kandidaat kan de organisatie- en verantwoordelijkheidsstructuur van de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie (of bij grote bedrijven van de afdeling) schematisch weergeven. De kandidaat kan veiligheids-, gezondheids- en milieu-aspecten beschrijven waarmee de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie te maken heeft. De kandidaat kan de taken beschrijven waaruit het beroep waarvoor hij/zij wordt opgeleid in de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie is opgebouwd. De kandidaat kan de hulpmiddelen en procedures omschrijven waarmee de beroepstaken in de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie worden uitgevoerd. De kandidaat kan de arbeidsomstandigheden beschrijven waaronder het beroep in de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie wordt uitgevoerd.
27
52706 (vervolg)
Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3
ART. 7.1.3. 8. 9. 10. 11. 12.
De kandidaat kan de in het betreffende land algemeen geldende kwalificatie-eisen ten aanzien van het betreffende beroep noemen. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de wijze van uitvoering van het betreffende beroep en de arbeidsomstandigheden in het betreffende land en in Nederland. De kandidaat kan kerntaken/-activiteiten die behoren tot het beroep waarvoor hij/zij wordt opgeleid in de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie uitvoeren. De kandidaat kan een verslag maken m.b.t. de in de betreffende arbeidsorganisatie verrichte beroepstaken/-activiteiten. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de mogelijkheden die werknemers hebben om invloed uit te oefenen binnen een arbeidsorganisatie in het betreffende land en in Nederland.
28
Bijlage 1
OVERZICHT LKS ECABO 2002-2003 BEROEPSKWALIFICATIES bedrijfsadministratief
secretarieel - directiesecretaresse/ management assistent
- administrateur
commercieel
logistiek
- commercieel medewerker marketing en communicatie
- medewerker logistiek management-material management
- commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen
- medewerker logistiek management-fysieke distributie
ICT - ICT-beheerder - applicatiebeheerder (s) - applicatieontwikkelaar (s) - netwerkbeheerder (s)
juridisch - sociaal juridisch medewerker-sociale zekerheid - sociaal juridisch medewerkerarbeidsvoorziening en personeelswerk - administratief juridisch medewerker-openbaar bestuur
- secretaresse
- secretarieel medewerker
- boekhoudkundig medewerker
- bedrijfsadministratief medewerker
- commercieel medewerker binnendienst
- commercieel administratief medewerker
- administratief medewerker
- logistiek medewerkermaterial management
informatiedienstverlening
orde en veiligheid
- medewerker informatiedienstverlening bibliotheken (s)
4 middenkaderkwalificatie
- assistent bedrijfsarchivaris (s)*
specialistenkwalificatie (s)
- documentaire informatieverzorger overheid en semioverheid (s)*
- medewerker beheer ICT
3 vakkwalificatie
- logistiek medewerkerfysieke distributie - service medewerker ICT
- beveiliger - medewerker vrede en veiligheid - assistent orde en veiligheid - toezichthouder - particulier onderzoeker
* niet bekostigd (categorie andere opleidingen)
1 juni 2001
niveau
2 basisberoepskwalificatie
1 assistentkwalificatie
Bijlage 2
TYPERING VAN DEELKWALIFICATIES: Administrateur (4) ECABOcode
DEELKWALIFICATIES
beroepsgericht
MCK
Advies SBU (nominaal)
Verplicht
beroepsbegeleidend
beroepsopleidend
X
320
300
X
X
110
100
X
Verplichte keuze**
Vrije keuze
Extern gelegitimeerd
CAL01.4
Bedrijfsoriëntatie 4*
CAL02.3
MCK 3
ICT01.3
ICT-gebruik 3
X
320
300
X
X
CAL04.3
Zakelijke communicatie 3
X
305
290
X
X
CAL05.3
Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 1
X
305
290
X
X
CBA12.4
Bedrijfseconomisch beheer 4
X
860
800
X
X
CBA13.4
Financieel administratief beheer 4
X
1270
1200
X
X
CCA01.2
Commerciële beroepsvorming 2
X
270
250
X
X
CAL06.2
Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2
X
210
200
X
CAL06.3
Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2
X
305
290
X
CBA06.4
Debiteuren- en crediteurenbeheer 4
X
160
150
X
X
CBA07.4
Fiscaal administratief beheer 4
X
425
400
X
X
CCA03.3
Administratie verkooporders 3
X
425
400
X
CCA01.3
Commerciële beroepsvorming 3
X
425
400
X
CIN01.4
Beheer informatiesystemen 4
X
425
400
X
CIN02.3
Geautomatiseerde informatievoorziening-beheer 3
X
640
600
X
CIN08.4
Oriëntatie op de informatie-analyse 4
X
210
200
X
* **
Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. 4 te kiezen uit 15
1 juni 2001
X
doorstroom
X
X
TYPERING VAN DEELKWALIFICATIES: (vervolg) Administrateur (4) ECABOcode
DEELKWALIFICATIES
beroepsgericht
doorstroom
MCK
Advies SBU (nominaal) beroepsbegeleidend
Verplicht
Verplichte keuze**
beroepsopleidend
CLO01.3
Goederenstroombesturing 3*
X
110
100
X
CLO02.3
Inkopen/bestellen 3
X
215
200
X
COV01.4
Bedrijfsmilieuzorg 4
X
530
500
X
CAL08.4
Leidinggeven 4
X
320
300
X
CCA11.3
E-business 3
X
130
120
X
COV02.4
Doorstroom HBO E&M 4
320
300
X
COV04.3
Internationale beroepsoriëntatie 3
320
300
* **
Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. 4 te kiezen uit 15
1 juni 2001
X X
X
Vrije keuze
X
Extern gelegitimeerd
Bijlage 3