Ieder zijn deel Verdeling toeristische bestedingen Zuid-Limburg: huidige stand van zaken (2006/2007) en terugblik (2002/2003)
Rapportage in opdracht van Stichting VVV Zuid-Limburg
14 februari 2008 Projectnummer T13.7.127
ZKA Consultants & Planners Postbus 4833 4803 EV Breda tel.: 076-5658877 fax: 076-5656489 e-mail:
[email protected] www.zka.nl
Inhoudsopgave
1.
INLEIDING
1
1.1. 1.2. 1.3.
Aanleiding Doel en inhoud Geraadpleegde bronnen
1 1 1
2.
METHODIEK
2
2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
Inleiding Input Bestedingen Interpretatie uitkomsten
2 2 3 4
3.
UITKOMSTEN
5
3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
Inleiding Toeristische bestedingen Zuid-Limburg 2006/2007 Verdeling toeristische bestedingen Zuid-Limburg 2006/2007 Toelichting relatieve verschillen
5 5 7 8
ZKA Consultants & Planners
1.
INLEIDING
1.1.
Aanleiding
VVV Zuid-Limburg wordt voor de uitvoering van haar taken onder andere gefinancierd door de participerende gemeenten in de regio. De gemeentelijke bijdrage is mede afhankelijk van de economische betekenis van de toeristischrecreatieve sector in de verschillende gemeenten. ZKA Consultants & Planners (ZKA) heeft in 1999 en 2003/2004 onderzoek gedaan naar de verdeling van de toeristisch-recreatieve bestedingen in ZuidLimburg (exclusief Maastricht). De Stichting VVV Zuid-Limburg heeft ZKA opdracht gegeven om dit onderzoek te actualiseren voor het peiljaar 2006/2007 en tevens om het onderzoek uit te breiden met de gemeenten Maastricht en Echt-Susteren.
1.2.
Doel en inhoud
Het doel van deze studie is inzicht te geven in de verdeling van de economische betekenis van toerisme en recreatie – uitgedrukt in bestedingen – in 2006/2007 in Zuid-Limburg over de verschillende participerende gemeenten. Daarnaast worden de uitkomsten globaal vergeleken met de resultaten van de eerdere studie uit 2003/2004 (over 2002/2003). Deze notitie is als volgt opgebouwd: • Eerst is ingegaan op de gehanteerde methodiek (hoofdstuk 2); • Vervolgens is ingegaan op de uitkomsten (hoofdstuk 3). 1.3.
Geraadpleegde bronnen
Om de berekening van de (verdeling van de) economische betekenis van toerisme en recreatie in Zuid-Limburg uit te kunnen voeren zijn verschillende bronnen geraadpleegd: • Overzicht aanbod verblijfsaccommodaties (via VVV Zuid-Limburg); • Overzicht overnachtingen per gemeente o.b.v. toeristenbelasting (via VVV Zuid-Limburg); • Bezettingscijfers verblijfstoeristisch aanbod (CBS, Het gebruik van Logiesaccommodaties, 2006); • Overzicht bezoekersaantallen attracties en evenementen (VVV ZuidLimburg); • Aantal “algemene” dagtochten (CBS Dagrecreatieonderzoek 2001/2002); • Tarieven toeristische aanbieders Zuid-Limburg en bestedingen toeristen (o.b.v. gidsen VVV Zuid-Limburg, internet en ZKA Impactmodellen).
1 ZKA Consultants & Planners
2.
METHODIEK
2.1.
Inleiding
Voor de berekening van de economische betekenis van toerisme in Zuid-Limburg en de participerende gemeenten is gebruik gemaakt van de methodiek van het ZKA Impactmodel. Deze methodiek is onderstaand schematisch weergegeven. Input: overnachtingen, bezoekersaantallen en capaciteit x Bestedingen per persoon per categorie (naar sectoren) ⇓ Output: bestedingen (totaal en naar sectoren) -/BTW/accijns desbetreffende sector -/Inkooppercentage desbetreffende sector ⇓ Finale omzet per sector x Arbeidscoëfficiënten per sector ⇓ Output: Werkgelegenheid in fte’s (direct naar sectoren en indirect via multiplier)
Omdat voor deze rapportage de werkgelegenheid minder relevant is dan de bestedingen – en doorgaans ook ongeveer dezelfde verdeling tussen gemeenten oplevert als de verdeling van de bestedingen – is in deze rapportage uitsluitend ingegaan op de input (2.2.) en de output uitgedrukt in bestedingen (2.3.). Tot slot is kort aangegeven hoe de uitkomsten moeten worden geïnterpreteerd (2.4.).
2.2.
Input
Voor de berekening van de economische betekenis van toerisme en recreatie in Zuid-Limburg zijn 18 invoercategorieën onderscheiden. Deze categorieën vormen een weerspiegeling van de toeristische en recreatieve activiteiten in de regio. Globaal kunnen de toeristisch-recreatieve categorieën worden ingedeeld in: • Verblijfsrecreatie; • Dagrecreatie. Voor de verblijfsrecreatieve categorieën bestaat de invoer uit overnachtingen of capaciteiten (aantal vaste plaatsen). Bij de dagrecreatieve categorieën bestaat de invoer uit het aantal bezoekers. Voor de inventarisatie van het aantal overnachtingen en de bezoekersaantallen van attracties en evenementen is gebruik gemaakt van gegevens van de gemeenten (toeristenbelasting) in combinatie met bezettingscijfers van het CBS en de overzichten van het verblijfstoeristisch aanbod en dagtoeristische bezoekersaantallen via de VVV Zuid-Limburg. Het betreft hierbij zowel inkomend (buitenlands) als binnenlands bezoek (dus het totale bezoek). Bij de (hotel)overnachtingen zijn bovendien ook – conform de studie over 2002/2003 – zakelijke en semi-zakelijke (congressen, meerdaagse cursussen en bedrijfsuitstapjes, etc) overnachtingen meegenomen. Hierdoor zijn de uitkomsten niet zonder meer te vergelijken met die van andere onderzoeken die andere afbakeningen en definities hanteren zoals bijvoorbeeld het ContinuVakantie Onderzoek (CVO) dat alleen vakanties van Nederlanders (op basis van consumentenonderzoek) meeneemt.
2 ZKA Consultants & Planners
In tabel 2.1. staat per categorie die in deze studie is meegenomen weergegeven wat de gehanteerde invoergegevens zijn. Tabel 2.1.
Categorieën Zuid-Limburg
Categorieën Verblijfsrecreatie 1. Hotels/pensions standaard 2. Hotels middenklasse en luxe 3. Campings toeristisch 4. Campings vast 5. Groepsaccommodaties 6. Bungalows/appartementen 7. Jachthaven passanten 8. Jachthaven vast Dagrecreatie 9. Grote attracties 10. Kleine attracties 11. Evenementen 12. Algemene dagtochten a. Wandelen b. Fietsen c. Toeren d. Watersport e. Recreatief winkelen f. Toneel/film g. Golfen
Invoergegevens Overnachtingen Overnachtingen Overnachtingen Aantal vaste standplaatsen Overnachtingen Overnachtingen Overnachtingen Aantal vaste ligplaatsen Bezoekersaantallen Bezoekersaantallen Bezoekersaantallen Bezoekersaantallen Bezoekersaantallen Bezoekersaantallen Bezoekersaantallen Bezoekersaantallen Bezoekersaantallen Bezoekersaantallen
Voor de categorieën wandelen, fietsen, toeren, watersport en recreatief winkelen is – net als bij de vorige studie – gebruik gemaakt van het onderzoek “CBS Dagrecreatie 2001/’02”. Hiervan is vooralsnog geen actuelere versie beschikbaar. Om geen trendbreuk te veroorzaken is ervoor gekozen om geen andere bronnen (zoals bijvoorbeeld het ContinuVrijeTijdsOnderzoek, CVTO) voor deze categorieën te hanteren. Vermoedelijk zouden de uitkomsten van deze studie hoger uitvallen als er wel nieuwe CBS-cijfers voorhanden waren geweest.
2.3.
Bestedingen
De berekening van de bestedingen (in €) geschiedt op basis van gemiddelde bestedingen per persoon per overnachting of dagtocht. Bij de categorieën campings vast en jachthavens vast worden de bestedingen berekend op basis van een vast tarief per plaats per jaar. Hier geldt derhalve de capaciteit als uitgangspunt voor de raming. Toerisme is een samengestelde sector. Dit betekent dat de bestedingen van toeristen niet alleen terecht komen bij de accommodaties en dagattracties, maar ook bij de horeca, in winkels, bij tankstations, etc. De totale bestedingen zijn in het ZKA Impactmodel verdeeld over de sectoren waarin de bestedingen terecht komen: • Logies (alleen bij verblijfsrecreatie); • Horeca; • Detailhandel; • Entree; • Vervoer.
3 ZKA Consultants & Planners
In dit onderzoek zijn dus zowel de bestedingen van toeristen binnen de toeristische bedrijven zelf (bijv. hotel, camping, attractie) als daarbuiten (zoals supermarkt, restaurant, tankstation) meegenomen. Om dubbeltellingen te voorkomen en tot een zuivere verdeling over de gemeenten te komen zijn bij het verblijfstoerisme alleen de bestedingen meegenomen die samenhangen met het verblijf (logies, ontbijt, lunch, diner, drinken, vervoer, etc) en algemene dagtochten (wandelen, fietsen, etc). De bestedingen van verblijfstoeristen die samenhangen met het bezoek aan attracties en evenementen (vaak ook in andere gemeenten dan de verblijfsaccommodatie) zijn meegenomen bij het dagtoerisme.
2.4.
Interpretatie uitkomsten
Voor de interpretatie van de uitkomsten in het volgende hoofdstuk is het belangrijk te beseffen dat: • Het doel van de studie het zo goed mogelijk in beeld brengen van de verdeling van de toeristisch-recreatieve bestedingen over de participerende gemeenten van de regio VVV Zuid-Limburg is; 1 • De berekening een momentopname betreft die tevens afhankelijk is van de beschikbaarheid van gegevens. Hierdoor hebben de totalen een indicatieve 2 waarde , maar de onderlinge verdeling lijkt ons betrouwbaar; • De studie verricht wordt in het kader van de subsidiebepaling voor de komende jaren en dat daarom waar mogelijk getracht is de momentopname “toekomstbestendig” te maken. Hiervoor zijn projecten die de komende jaren 3 zeker doorgang zullen vinden reeds meegenomen .
1
2
3
Wel zijn de bezoekersaantallen van 2- of 4-jaarlijkse evenementen (zoals bijvoorbeeld het Wereld Muziek Concours (WMC) in Kerkrade) “uitgemiddeld” om te komen tot een inschatting van een “gemiddeld” jaar. Zo zouden de totale bestedingen vermoedelijk hoger zijn uitgevallen als er een nieuw CBS Dagrecreatieonderzoek beschikbaar zou zijn. Hierbij kan gedacht worden aan nieuwe accommodaties (zoals bijvoorbeeld de nieuwe hotels – Golden Tulip Kerkrade bij het Parkstad Limburg Stadion en het Sporthotel van SnowWorld in Landgraaf – die dit jaar gerealiseerd zullen worden en Landgoed Brunssheim in Brunssum), uitbreiding van attracties (zoals bijvoorbeeld de uitbreiding van het GaiaPark in Kerkrade) maar ook aan accommodaties die zullen gaan verdwijnen (zoals bepaalde campings).
4 ZKA Consultants & Planners
3.
UITKOMSTEN
3.1.
Inleiding
In dit hoofdstuk is ingegaan op de verdeling van de economische betekenis van toerisme in Zuid-Limburg in 2006/2007 over de verschillende gemeenten. Daarbij zijn de uitkomsten tevens globaal vergeleken met de resultaten over 2002/2003. Eerst zijn de resultaten, uitgedrukt in bestedingen, weergegeven (3.2.) en vervolgens in percentages (3.3.). Daarna is een toelichting op de belangrijkste verschillen in de onderlinge verdeling tussen gemeenten gegeven (3.4.). 3.2.
Toeristische bestedingen Zuid-Limburg 2006/2007
In onderstaande tabel is de economische betekenis van toerisme uitgedrukt in bestedingen (in €) in Zuid-Limburg in 2006/2007 weergegeven. Hierbij zijn tevens de bestedingen uit de studie uit 2003/2004 (data 2002/2003) weergegeven. Omdat de gemeenten Echt-Susteren en Maastricht in de vorige studie niet zijn meegenomen, is zowel het totaal van Zuid-Limburg inclusief als exclusief EchtSusteren en Maastricht weergegeven. Tabel 3.1.
Bestedingen in Zuid-Limburg
Eijsden Gulpen-Wittem Margraten Meerssen Vaals Valkenburg Totaal Heuvelland Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Voerendaal Totaal Parkstad Limburg Beek Echt-Susteren Schinnen Sittard/Geleen/Born Stein Totaal Westelijke Mijnstreek Maastricht Totaal (excl. ES + M’tricht) Totaal (incl. ES + M’tricht) (*) Exclusief Echt-Susteren
2002/2003 (x € 1 miljoen) 6,40 55,32 18,34 4,78 53,25 149,68 287,77
2006/2007 (x € 1 miljoen) 6,14 61,84 17,40 5,35 60,81 154,31 305,84
Bestedingsverschil (x € 1 miljoen) -0,26 6,52 -0,95 0,57 7,56 4,62 18,07
BestedingsVerschil (%) -4% 12% -5% 12% 14% 3% 6%
11,98 56,11 25,83 42,26 4,86 3,07 7,65 4,55 156,31
14,22 67,03 58,93 100,56 4,88 3,15 8,64 4,41 261,82
2,24 10,91 33,10 58,30 0,02 0,08 0,99 -0,13 105,51
19% 19% 128% 138% 0% 3% 13% -3% 68%
5,62 n.v.t. 3,94 42,90 11,98 64,44
7,28 19,24 4,16 50,28 13,35 75,07(*)
1,66 n.v.t. 0,22 7,38 1,37 10,63 (*)
30% n.v.t. 6% 17% 11% 16%(*)
n.v.t. 508,53 n.v.t.
169,51 642,74 831,49
n.v.t. 134,21 n.v.t.
n.v.t. 26% n.v.t.
5 ZKA Consultants & Planners
De totale toeristisch-recreatieve bestedingen in 2006/2007 bedragen volgens bovenstaande tabel ruim € 0,8 miljard. Ten opzichte van 2002/2003 zijn de 4 bestedingen met ongeveer 26% gestegen . Het verschil tussen 2002/2003 en 2006/2007 is te verklaren uit: • Volume-effect: Hiermee kan circa 60% van de groei verklaard worden. Dit effect bevindt zich met name in de categorie grote attracties door de succesvolle nieuwe attracties in Parkstad (GaiaPark Kerkrade Zoo en SnowWorld); • Bestedingseffect: Ongeveer 40% van de groei kan worden verklaard door hogere bestedingen per persoon per overnachting/dagtocht (hoofdzakelijk veroorzaakt door prijsstijgingen/inflatie). Uiteraard verschilt de stijging per gemeente (zie ook tabel 3.1.). Wel laten (bijna) alle gemeenten een absolute stijging zien. In tabel 3.2. zijn de bestedingen in 2006/2007 per gemeente uitgesplitst naar verblijfstoerisme en dagtoerisme. Uit deze tabel kan worden afgelezen dat de toeristische bestedingen in Zuid-Limburg (incl. Maastricht) redelijk evenredig verdeeld zijn over het verblijfs- en dagtoerisme (45%-55%). Per regio en gemeente bestaan hier uiteraard wel (grote) verschillen in. Zo zorgt het verblijfstoerisme in het Heuvelland en Maastricht voor circa 60% van de bestedingen, terwijl in Parkstad Limburg en de Westelijke Mijnstreek ongeveer 77% respectievelijk circa 67% van de bestedingen betrekking hebben op het dagtoerisme. Tabel 3.2.
Bestedingen naar verblijfs- en dagtoerisme in 2006/2007 Verblijfstoerisme In € mln. 2,72 48,71 10,56 2,21 32,70 86,38 183,27
Dagtoerisme In € mln. 3,42 13,12 6,83 3,15 28,11 67,93 122,57
Totaal € mln. 6,14 61,84 17,40 5,35 60,81 154,31 305,84
Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Voerendaal Totaal Parkstad Limburg
4,84 21,79 9,04 14,72 1,97 0,76 4,85 1,96 59,94
9,38 45,23 49,89 85,84 2,91 2,40 3,78 2,45 201,88
14,22 67,03 58,93 100,56 4,88 3,15 8,64 4,41 261,82
Beek Echt-Susteren Schinnen Sittard/Geleen/Born Stein Totaal Westelijke Mijnstreek
3,40 6,68 1,76 10,30 8,89 31,03
3,88 12,56 2,40 39,99 4,46 63,29
7,28 19,24 4,16 50,28 13,35 94,32
Maastricht
103,45
66,06
169,51
Totaal
377,69
453,80
831,49
Eijsden Gulpen-Wittem Margraten Meerssen Vaals Valkenburg Totaal Heuvelland
4
Exclusief de toevoeging van Echt-Susteren en Maastricht.
6 ZKA Consultants & Planners
In tabel 3.3. is weergegeven hoe de verblijfstoeristische en dagtoeristische bestedingen per regio zich ontwikkeld hebben tussen 2002/2003 en 2006/2007. Per regio per jaar tellen de percentages bij verblijfstoerisme en dagtoerisme op tot 100%. Tabel 3.3.
Bestedingen per regio naar verblijfs- en dagtoerisme (in € mln.) Verblijfstoerisme 2002/2003
Heuvelland Parkstad Limburg Westelijke Mijnstreek Maastricht Totaal Zuid-Limburg
Dagrecreatie
2006/2007
177,8 (61,8%) 44,6 (28,5%) 22,5 (34,9%) n.v.t. 244,9 (48,1%)
183,3 (59,9%) 59,9 (22,9%) 31,0* (32,9%) 103,4 (61,0%) 377,7 (45,4%)
2002/2003 110,0 (38,2%) 111,7 (71,5%) 42,0 (65,1%) n.v.t. 263,7 (51,9%)
2006/2007 122,6 (40,1%) 201,9 (77,3%) 63,3* (67,1%) 66,1 (39,0%) 453,8 (54,6%)
Totaal 2002/2003 287,8 (100%) 156,3 (100%) 64,4 (100%) n.v.t. 508,5 (100%)
2006/2007 305,8 (100%) 261,8 (100%) 94,3* (100%) 169,5 (100,0%) 831,5 (100%)
* Inclusief Echt-Susteren
3.3.
Verdeling toeristische bestedingen Zuid-Limburg 2006/2007
In onderstaande tabel is de verdeling van de economische betekenis van toerisme in Zuid-Limburg over de verschillende gemeenten weergegeven. Voor de vergelijkbaarheid zijn hierbij de gemeenten Echt-Susteren en Maastricht buiten beschouwing gelaten. Deze gemeenten hebben een aandeel van 2,31% respectievelijk 20,39% in de totale bestedingen van toerisme en recreatie in Zuid-Limburg (inclusief Echt-Susteren en Maastricht, zie ook bijlage 1). Tabel 3.5.
Verdeling bestedingen in Zuid-Limburg (excl. Maastricht)
Eijsden Gulpen-Wittem Margraten Meerssen Vaals Valkenburg Totaal Heuvelland
2002/2003 in % 1,26% 10,88% 3,61% 0,94% 10,47% 29,43% 56,59%
Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Voerendaal Totaal Parkstad Beek Schinnen Sittard/Geleen/Born Stein Totaal W. Mijnstreek Totaal
2006/2007 in % 0,96% 9,62% 2,71% 0,83% 9,46% 24,01% 47,58%
Bijdrageverschil in procentpunt -0,30% -1,26% -0,90% -0,11% -1,01% -5,42% -9,01%
2,36% 11,03% 5,08% 8,31% 0,96% 0,60% 1,50% 0,89% 30,73%
2,21% 10,43% 9,17% 15,65% 0,76% 0,49% 1,34% 0,69% 40,74%
-0,15% -0,60% 4,09% 7,34% -0,20% -0,11% -0,16% -0,20% 10,01%
1,11% 0,77% 8,44% 2,36% 12,68% 100,00%
1,13% 0,65% 7,82% 2,08% 11,68% 100,00%
0,02% -0,12% -0,62% -0,28% -1,00% 0,00%
7 ZKA Consultants & Planners
3.4.
Toelichting relatieve verschillen
Omdat het doel van de studie niet het inzichtelijk maken van de absolute toegevoegde waarde, maar de verdeling van de bestedingen van toeristen in Zuid-Limburg betreft, is onderstaand een toelichting gegeven op de relatieve verschillen t.o.v. 2002/2003 zoals weergegeven in tabel 3.5. Wat opvalt is dat vrijwel alle gemeenten een relatieve daling laten zien. Het is belangrijk om te beseffen dat bijna alle gemeenten wel een absolute groei hebben doorgemaakt (zie tabel 3.1.). De relatieve daling bij de meeste gemeenten wordt veroorzaakt door het gesloten systeem (Zuid-Limburg was en blijft in totaal 100%) waardoor de resultaten van een succesvolle gemeente relatief ten koste gaan van andere gemeenten. Dit verklaart de relatief forse daling bij bijvoorbeeld Valkenburg terwijl hier toch sprake is van gestegen bestedingen. Bij twee gemeenten is sprake van een stijging van de bijdrage/aandeel in de totale bestedingen van meer dan 1 procentpunt. Als verklaring hiervoor kan worden genoemd: • Landgraaf: Deze groei is grotendeels te danken aan het succes van SnowWorld (bezoekersaantal verdrievoudigd ten opzichte van 2002/2003); • Kerkrade: De groei in Kerkrade is te danken aan het succes van GaiaPark Kerkrade Zoo (in 2002 nog niet geopend).
8 ZKA Consultants & Planners
Bijlage 1
Verdeling bestedingen Zuid-Limburg
In onderstaande tabel zijn de bestedingen per gemeente weergegeven alsmede het aandeel per gemeente in de totale toeristisch-recreatieve bestedingen in Zuid-Limburg inclusief de gemeenten Maastricht en Echt-Susteren.
Eijsden Gulpen-Wittem Margraten Meerssen Vaals Valkenburg Totaal Heuvelland Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Voerendaal Totaal Parkstad
Bestedingen (x € 1 miljoen) 6,14 61,84 17,40 5,35 60,81 154,31 305,84
Aandeel in totale bestedingen 0,74% 7,44% 2,09% 0,64% 7,31% 18,56% 36,78%
14,22 67,03 58,93 100,56 4,88 3,15 8,64 4,41 261,82
1,71% 8,06% 7,09% 12,09% 0,59% 0,38% 1,04% 0,53% 31,49%
7,28 19,24 4,16 50,28 13,35 94,32
0,88% 2,31% 0,50% 6,05% 1,61% 11,34%
Maastricht
169,51
20,39%
Totaal Zuid-Limburg
831,49
100,00%
Beek Echt-Susteren Schinnen Sittard-Geleen Stein Totaal Westelijke Mijnstreek
9 ZKA Consultants & Planners