COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL Brussel, 2 mei 2000.
Omzendbrief nr. COL 3/2000 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep
Mijnheer/Mevrouw de Procureur-generaal, Mijnheer/Mevrouw de Nationaal magistraat, Mijnheer/Mevrouw de Procureur des Konings, Mijnheer/Mevrouw de Arbeidsauditeur,
Betreft : De wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden Addendum bij de omzendbrief nr. COL 14/99 van het College van Procureursgeneraal betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden.
In de omzendbrief COL 14/99 van 27 oktober 1999 van het College van Procureurs-generaal worden de algemene principes van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden evenals de modaliteiten van de interventie van het Openbaar ministerie besproken. Deze bevat in bijlage speciaal een overzicht om de taak van de magistraten van het Openbaar ministerie te vergemakkelijken. Om het optreden van het Openbaar ministerie en dat van de politiediensten beter op elkaar af stemmen, gelieve dit addendum bij de circulaire COL 14/99 te voegen. Dit laatste : - bepaalt de specifieke incriminatie die er voorzien is in de artikelen 38 en 39 van de wet van 21 december 1998; - voert een uniforme reglementering in voor wat betreft de betichtings- en kwalificatiecodes met betrekking tot het geheel van de inbreuken vermeld in de wet van 21 december 1998; - legt een methode vast om de identificatie toe te laten van de dossiers die geopend werden voor inbreuken die gepleegd werden bij voetbalwedstrijden; - geeft een overzicht van de inbreuken die er kunnen gepleegd worden bij voetbalwedstrijden.
Ernest Allardstraat, 42 - 1000 Brussel - Tel. : 02/500 86 01 - Fax : 02/500 86 13
2
1. De specifieke incriminatie die er voorzien is in de artikelen 38 en 39 van de wet van 21 december 1998.
1.1. De incriminatie die er voorzien is in de artikelen 38 en 39 van de wet van 21 december 1998 die van de onrechtmatige verdeling van geldige toegangsbewijzen voor een voetbalwedstrijd een strafrechtelijke inbreuk maakt, wordt als volgt opgesteld : “Met inbreuk op het artikel 38 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, met de bedoeling het verloop van een wedstrijd te storen of met een winstoogmerk, één of meerdere geldige toegangsbewijzen voor een (nationale - internationale) voetbalwedstrijd verdeeld of verkocht hebben, hetzij in overtreding van het uitgiftesysteem ingesteld volgens de door of krachtens deze wet bepaalde toepassingsvoorwaarden, hetzij zonder uitdrukkelijke en voorafgaande toelating van de organisator, in het onderhavige geval ...” Straffen :
- gevangenisstraf van 6 maanden tot drie jaar en/of een geldboete van 200 tot 20.000 frank - bijzondere verbeurdverklaring overeenkomstig artikel 40 van de wet van 21 december 1998 - algemeen en facultatief verbod overeenkomstig artikel 41 van de wet van 21 december 1998
Poging :
De poging wordt bestraft met een gevangenisstraf van 6 maanden tot twee jaar en/of een geldboete van 200 tot 10.000 frank (art. 39 van de wet van 21 december 1998)
NB :
Boek I van het Strafwetboek is van toepassing (art. 42 van de wet van 21 december 1998)
Over het algemeen gezien, zal elke overtreding uit dien hoofde het voorwerp uitmaken van vervolgingen om wille van de ernstige moeilijkheden die ze kan doen ontstaan, meer bepaald vanwege de mogelijke reacties van de benadeelde toeschouwers.
1.2. Er dient aan herinnerd te worden dat de artikelen 20 tot 23 van de wet van 21 december 1998 voorzien dat verschillende feiten die gepleegd worden binnen een stadion kunnen leiden tot administratieve sancties. De feiten moeten worden vastgesteld in een proces-verbaal waarvan het origineel moet worden gestuurd naar de daartoe door de Koning aangewezen ambtenaar (Ministerie van Binnenlandse Zaken, Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie, voetbalcel, Koningsstraat te 1000 Brussel) en het afschrift naar de Procureur des Konings. Overeenkomstig de voorschriften van artikel 35 van de wet van 21 december 1998, beschikt de Procureur des Konings over een termijn van een maand, te rekenen van de dag van ontvangst van het afschrift van het proces-verbaal, om te beslissen of er al dan niet een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek wordt opgestart en om de administratie hiervan op de hoogte te brengen.
3
Er kan in dit opzicht ook verwezen worden naar de bepalingen van de omzendbrief COL 14/99 van het College van Procureurs-generaal, en meer in het bijzonder naar bijlage 3 van deze laatste.
2. Betichtingscode en kwalificatiecode
De processen-verbaal waarin enerzijds de strafrechtelijke inbreuk zoals voorzien door het artikel 38 en anderzijds de administratieve inbreuken opgesomd in artikel 20 tot 24 van de Wet van 21 december 1998 worden vastgesteld, zullen het voorwerp uitmaken van volgende codes : Betichtingscode : 54 Parketcode : 54 D Kwalificatiecode : 54.10
3. Markering van de dossiers betreffende inbreuken die gepleegd werden voetbalwedstrijden
bij
3.1. Om hun beheer binnen de parketten te vergemakkelijken en om een statistische benadering mogelijk te maken, heeft het College van Procureurs-generaal het nuttig geacht een uniforme identificatiemethode in te voeren voor de dossiers die werden geopend voor feiten die gepleegd werden bij voetbalwedstrijden.
3.2. In dit kader, zullen de politiediensten wanneer ze een inbreuk constateren, gepleegd : - hetzij, bij een voetbalwedstrijd die voorkomt op de lijst in bijlage bij de omzendbrief van 29 maart 1995 van de Minister van Binnenlandse Zaken betreffende de inzameling van gegevens aangaande de registratie van gebeurtenissen in het kader van de taken van bestuurlijke politie (zie verder bijlage 1) - hetzij, door één of verschillende personen in het kader van de activiteiten van een groep supporters waartoe zij behoren de vermelding FO inschrijven bovenaan het notitienummer van hun proces-verbaal, wat ook de aard van de vastgestelde inbreuk zij.
3.3. Bij het ontvangen van een proces-verbaal van dit type maken de parketdiensten - in afwachting van een aanpassing van het informaticasysteem van de hoven en rechtbanken onder de vermelding FO een geïnformatiseerd dossier op (niet strafrechtelijk/administratief) op naam van elke persoon waarop gedoeld wordt in het proces-verbaal, waarvan het dossier zal geactualiseerd worden naarmate er nieuwe processen-verbaal met vermelding FO met betrekking tot de betrokkene ontvangen worden.
4
Bovendien dienen de parketdiensten alle betichtingen die in voornoemd proces-verbaal werden opgenomen in het REA/TPI-systeem te coderen onder de parketcode. Het parket blijft uiteraard de mogelijkheid hebben om te oordelen of de processen-verbaal die bij haar toekomen vallen onder de feiten die gepleegd werden bij voetbalwedstrijden. Voorzover de nationaliteit van het slachtoffer resp. de benadeelde gekend is, dienen de parketdiensten deze nationaliteit in het REA/TPI-systeem (scherm DO3F) in te voeren door toevoeging van de afkorting van het land van herkomst, bijvoorbeeld (F), (GB), (NL), (D), enz..., aan de naam van de betrokkene.
4. Overzicht van de meest voorkomende inbreuken die er bij voetbalwedstrijden kunnen gepleegd worden
In bijlage vindt u de lijst met de kwalificaties die het meest kunnen gebruikt worden in het kader van voetbalevenementen (zie verder in bijlage 2). U zal vaststellen dat er een onderscheid werd gemaakt tussen de kwalificaties die strafbaar zijn met een gevangenisstraf van één jaar of meer (voorlopige hechtenis - procedure van onmiddellijke verschijning) enerzijds, en anderzijds deze die strafbaar zijn met een gevangenisstraf waarvan het maximum minder dan één jaar bedraagt. Er is alle reden toe om voor wat betreft het type van te volgen strafrechtelijke procedure, een beroep te doen op de omzendbrief COL 14/99 en meer bepaald op de bijlage 3 van deze laatste.
Voor het College van Procureurs-generaal (A. VAN OUDENHOVE, Procureur-generaal te Brussel, F. SCHINS, Procureur-generaal te Gent, A. THILY, Procureur-generaal te Luik, G. LADRIERE, Procureur-generaal te Bergen, Chr. DEKKERS, Procureur-generaal te Antwerpen).
A. VAN OUDENHOVE, Procureur-generaal te Brussel, Voorzitter van het College
Bijlage 1 Uittreksel uit de bijlagen bij de omzendbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken van 29 maart 1995 betreffende de inzameling van gegevens aangaande de registratie van gebeurtenissen in het kader van de taken van bestuurlijke politie. Soorten wedstrijden waarbij de bijkomende registratie inzake voetbalwedstrijden verplicht is - Belgische clubwedstrijden : • Nationale competitie eerste klasse • Nationale competitie tweede klasse • Beker van België vanaf de 16de finales, waarbij minstens één van de ploegen in eerste of tweede klasse optreedt. - Clubwedstrijden internationaal : • Europese Beker voor Landskampioenen • Europese Beker voor Bekerhouders • UEFA-beker. - Wedstrijden van nationale ploegen : • Selectiewedstrijden Wereldbeker • Wereldbeker • Selectiewedstrijden Europees kampioenschap • Europees kampioenschap.
Bijlage 2 EURO 2000 STRAFBARE KWALIFICATIES ==================================================================
(VEEL) VOORKOMENDE KWALIFICATIES DIE BESTRAFT KUNNEN WORDEN MET EEN GEVANGENISSTRAF VAN EEN JAAR OF MEER -------------------------------------------------------------------------------------------------------------1. Weerspannigheid : - door een enkel persoon, voorzien van wapen : (art. 269, 271, S.W. : 3 maanden tot 2 jaar) - door verscheidene personen, en niet als gevolg van een voorafgaande afspraak : (art. 269, 272, 2e lid S.W. : 3 maanden tot 2 jaar) - door verscheidene personen, en niet als gevolg van een voorafgaande afspraak, maar gewapend : (art. 269, 272, 2e lid S.W. : 1 jaar tot 5 jaar) - door verscheidene personen, en ten gevolge van een voorafgaande afspraak : (art. 269, 272, 1e lid : 1 jaar tot 5 jaar) - door verscheidene personen, als gevolg van een voorafgaande afspraak en gewapend (art. 269, 272, 1e lid : opsluiting van 5 tot 10 jaar)
2. Wet van 29 juli 1934 (private milities) : Tijdens een betoging, tijdens een vergadering (of een manifestatie) of naar aanleiding ervan, in het bezit zijn bevonden van een wapen (in de zin van de wapenwet) : (art. 2bis, 1e en 2e lid : 2 maanden tot 1 jaar)
3. Opzettelijk slagen aan een politieagent (...) : - gewone slagen zonder verwonding (…) : (art. 280 S.W. : 1 maand tot 1 jaar) - slagen met bloeduitstorting, verwonding of ziekte : (art. 280 en 281 S.W. : 3 maanden tot 2 jaar)
4. Opzettellijk slagen en verwondingen : - met voorbedachtheid : (art. 392 en 398, 1e en 2e lid S.W. : 1 maand tot 1 jaar) - met werkonbekwaamheid : (art. 392, 398, 399, 1e lid S.W. : 2 maanden tot 2 jaar) - met zwaardere gevolgen : (art.400 e.v. S.W. : zwaardere straffen)
5. Bedreigingen met een aanslag op personen of op eigendommen en valse inlichtingen betreffende ernstige aanslagen : - Mondelinge bedreigingen (hetzij bij naamloos of ondertekend geschrift), onder bevel of voorwaarde, met een aanslag op personen of eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is :
(art. 327, 1e lid S.W. : 6 maanden tot 5 jaar) - Schriftelijke bedreigingen, (bij naamloos of ondertekend geschrift), zonder bevel of voorwaarde, met een aanslag op personen of eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is : (art. 327, 2e lid S.W. : 3 maanden tot 2 jaar) - Mondeling, hetzij bij naamloos of ondertekend geschrift, wetens en willens, een vals bericht geven over het bestaan van gevaar voor een aanslag op personen of eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is : (art. 328 S.W. : 3 maanden tot 2 jaar)
6. Opzettelijk vernielingen, beschadigingen : - Vernieling, beschadiging van voorwerpen van algemeen nut of ter openbare versiering : (art. 526 S.W. : 8 dagen tot 1 jaar) - Gehele of gedeeltelijke vernieling of onbruikbaarmaking van motorvoertuigen (...) : (art. 521, 3e lid S.W. : 15 dagen tot 3 jaar) - Vernieling, beschadiging van roerende goederen, gepleegd met geweld of bedreiging (tegen personen!) : (art. 528 S.W. : 8 dagen tot 3 jaar) - Inbreuk op art. 528 S.W. hierboven vermeld, gepleegd in vereniging of in bende : (art. 528 en 529, 1e lid S.W. : opsluiting van 5 tot 10 jaar) en als hoofd of aanstoker : (art. 528, 529, 1e en 2e lid S.W. : opsluiting van 10 tot 15 jaar) - Inbreuk op art. 528 S.W. hierboven vermeld, gepleegd in een bewoond huis of in de aanhorigheden ervan en met een van de omstandigheden van art. 471 S.W. (braak, inklimming of valse sleutels, (…), bij nacht, door twee of meer personen, gebruik van voertuig : (art. 530, 1e lid S.W. : opsluiting van 10 tot 15 jaar) gepleegd in vereniging of in bende (art. 530, 1e en 2e lid S.W. : opsluiting van 12 tot 15 jaar) en als hoofd of aanstoker : (art. 530, 1e, 2e en 3e lid S.W. : opsluiting van 15 tot 20 jaar) - Gehele of gedeeltelijke vernieling van onroerende goederen (…) (art. 521, 1e lid S.W. : opsluiting van 5 tot 10 jaar) - Onbruikbaarmaking van onroerende goederen (…) met het oogmerk om te schaden (art. 521, 2e lid S.W. :15 dagen tot 3 jaar)
7. Opzettelijke brandstichting : - van eigen goederen, met kwaad of bedrieglijk opzet en voor zover ernstig nadeel (art. 512, 1e en 2e lid S.W. : 6 maanden tot 3 jaar) (poging : 2 maanden tot 2 jaar) - van andermans goederen, voor zover ernstig nadeel (art. 512, 1e lid S.W. : 1 jaar tot 5 jaar) (poging : 2 maanden tot 2 jaar) - van onroerende eigendommen, (...) motorvoertuigen, terwijl de dader moest vermoeden dat zich aldaar perso(o)n(en) bevonden (art. 510 S.W. : opsluiting van 15 tot 20 jaar) - van roerende eigendommen, (...) (art. 510 en 511, 1e lid S.W. : opsluiting van 10 tot 15 jaar)
8. Besluitwet van 29 december 1945 houdende verbod tot het aanbrengen van opschriften op de openbare weg : (art. 1 en 2 : 8 dagen tot een jaar)
9. Vereniging met het oog op het plegen van een aanslag op personen of op goederen ('vereniging van misdadigers' of 'bendevorming') : - lid van een vereniging, opgericht om wanbedrijven te plegen : (art. 322, 323, 324, 1e en 4e lid S.W. : 1 maand tot 2 jaar) - lid van een vereniging, opgericht om misdaden, strafbaar gesteld met een opsluiting van 5 tot 10 jaar, te plegen : (art. 322, 323, 324, 1e en 3e lid S.W. : 2 maanden tot 3 jaar) - lid van een vereniging, opgericht om misdaden, strafbaar gesteld met een opsluiting van 10 jaar en meer, te plegen : (art. 322, 323, 324, 1e en 2e lid S.W. : 6 maanden tot 5 jaar) - aanstoker, hoofd of bevelvoerder van bende, opgericht om wanbedrijven te plegen : (art. 322, 323, 1e en 2e lid S.W. : 6 maanden tot 3 jaar) - aanstoker, hoofd of bevelvoerder van bende, opgericht om misdaden, strafbaar gesteld met opsluiting van 5 tot 10 jaar, te plegen : (art. 322, 323, 1e en 2e lid S.W. : 2 jaar tot 5 jaar) - aanstoker, hoofd of bevelvoerder van bende, opgericht om misdaden, strafbaar gesteld met opsluiting van 10 jaar en meer, te plegen : (art. 322, 323, 1e lid S.W. : opsluiting van 5 tot 10 jaar)
10.Inbreuken op de wapenwetgeving : - Wet van 3 januari 1933 (1 maand tot 3 jaar)
11.Inbreuken op de drugwetgeving : - Wet van 24 februari 1921 (3 maanden tot 5 jaar en zwaarder)
12.Diefstallen : (art. 461 e.v. S.W. : 1 maand tot 5 jaar en zwaardere straffen)
13.Oplichting en poging daartoe : (art. 496, 1e lid S.W. : 1 maand tot 5 jaar) poging : (art. 496, 1e en 2e lid S.W. : 8 dagen tot 3 jaar)
14. Kwaadwillig belemmeringen van het verkeer : - door enige handeling die een aanslag uitmaakt op de verkeerswegen, (...), die het verkeer met of het gebruik van vervoermiddelen gevaarlijk kan maken of die ongevallen kan veroorzaken (art. 406, 1e lid S.W. : opsluiting van 5 tot 10 jaar)
15. Valsheid in geschriften en/of gebruik ervan : (met bedrieglijk opzet of met het oofmerk om te schaden) (art. 193, 196, 197 S.W. : opsluiting van 5 tot 10 jaar)
16. Vals paspoort ( en verdicht naam) : (art. 193, 198, (199), 213 en 214 S.W. : 1 maand tot 1 jaar)
17. Wet tot bestraffing van het aanbod of het voorstel om bepaalde misdrijven te plegen : (Wet van 7 juli 1875 : 3 maanden tot 5 jaar)
18. Wet houdende bestraffing van de aanzetting tot het plegen van misdaden en wanbedrijven, van misdaden, doch zonder gevolg : (art. 1, § 1 Wet van 25 maart 1891 : 8 dagen tot 3 jaar (korte verjaring van 3 maanden !))
19. Vreemdelingenwetgeving : - sedert minder dan 10 jaar uit het grondgebied teruggewezen of uitgezet, zonder bijzondere machtiging van de Minister van Justitie (art. 76 Wet van 15 december 1980 : 1 maand tot 1 jaar) - onwettige binnenkomst of verblijf in het rijk, ingeval van specifieke herhaling binnen de 3 jaar (art. 75, 1e en 3e lid Wet van 15 december 1980 : 1 maand tot 1 jaar)
20. Onrechtmatige verdeling van geldige toegangsbewijzen voor een voetbalwedstrijd of poging daartoe - het verdelen of verkopen van een of meer geldige toegangsbewijzen voor een voetbalwedstrijd - hetzij in overtreding van het uitgiftesysteem ingsteld volgens de door of krachtens deze wet bepaalde toepassingsvoorwaarden, - hetzij zonder uitdrukkelijke en voorafgaande toelating van de organisator, - met de bedoeling hierdoor het verloop van een nationale of internationale voetbalwedstrijd te verstoren, - of met een winstoogmerk : (art. 38 en 39 van de wet van 21 december 1998 : 6 maanden tot 3 jaar)
(VEEL) VOORKOMENDE KWALIFICATIES DIE BESTRAFT KUNNEN WORDEN MET EEN GEVANGENISSTRAF VAN MINDER DAN EEN JAAR --------------------------------------------------------------------------------------------------------------1. Weerspannigheid : - door een enkel persoon, zonder wapens : (art. 269, 271 S.W. : 8 dagen tot 6 maanden)
2. Wet van 29 juli 1934 (private milities) : - tijdens een betoging, tijdens een vergadering (of een manifestatie) of naar aanleiding ervan, in bezit zijn bevonden van een voor de openbare veiligheid gevaarlijk voorwerp : (art. 2bis, 1e lid : 8 dagen tot 6 maanden)
3. Smaad door woorden, daden, gebaren of bedreigingen : (art. 276 S.W. : 8 dagen tot 1 maand)
4. Opzettelijk slagen en verwondingen : (art. 392 en 398, 1e lid S.W. : 8 dagen tot 6 maanden)
5. Bedreigingen :
- Mondelinge bedreigingen, hetzij bij naamloos of ondertekend geschrift, onder bevel of voorwaarde, met een aanslag op personen of op eigendommen, waarop gevangenisstraf van tenminste 3 maanden gesteld is : (art. 330 S.W. : 8 dagen tot 3 maanden) - Bedreigingen door gebaren of zinnebeelden, met een aanslag op personen of eigendommen waarop een criminele straf gesteld is : (art. 329 S.W. : 8 dagen tot 3 maanden)
6. Wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden : (art. 1, 2 en 3 : 8 dagen tot 6 maanden)
7. Kwaadwillige belemmering van het verkeer : buiten de gevallen van art; 406, 1e lid S.W. : - belemmering door enig voorwerp (art. 406, 2e lid S.W. : 8 dagen tot 3 maanden) - kwaadwillig het verkeer beletten door enige andere handeling (art. 406, 3e lid S.W. : 8 dagen tot 2 maanden)
8. Vreemdelingenwetgeving : - onwettige binnenkomst of verblijf in het Rijk (art. 75, 1e lid Wet van 15 december 1980 : 8 dagen tot 3 maanden)
9. Wet houdende bestraffing van de aanzetting tot het plegen van misdaden en wanbedrijven : van wanbedrijven doch zonder gevolg : (art. 1, § 1 en 2 van de Wet van 25 maart 1891 : 8 dagen tot 3 maanden (korte verjaring van 3 maanden)
10. Openbare dronkenschap : (Besluitwet van 14 november 1939)
11. Overtredingen (art. 551 e.v. S.W.).