Omschrijvingen standaardonderzoek 03 juni 2015 Ethische Toetsingscommissie (ETC) Geesteswetenschappen
1. Standaard evaluatie- en attitudeonderzoek 2. Standaard onderzoek naar audio(-visuele) opnames van personen 3. Standaard onderzoek naar schriftelijke uitingen 4. Standaard experimenteel onderzoek naar taalkundige oordelen over taalfragmenten 5. Standaard experimenteel taalverwerkingsonderzoek 6. Standaard experimenteel onderzoek met behulp van eyetracking 7. Standaard psychofysiologisch onderzoek 8. Standaard veldonderzoek 9. Standaard kwalitatief interview 10. Standaard participerende observatie 11. Standaard gebarentaalonderzoek 12. Standaard vragenlijstonderzoek 13. Standaard perceptueel onderzoek
1. Standaard evaluatie- en attitudeonderzoek Onderzoeksmethode Respondenten beantwoorden vragen over hun oordelen en houdingen ten aanzien van communicatiemiddelen (gesproken of geschreven tekst en/of beeld) en het daarin gestelde, of vragen over hun begrip ervan. Het kan ook gaan om beoordelingen van de spreker of schrijver of om evaluaties van computerondersteunde taalleerprogramma’s. Relevante persoonsgegevens als sekse, geboortejaar, functie, opleiding van de deelnemers worden eveneens verzameld. Er kan observatie van gedrag plaatsvinden op het niveau van de keuze tussen verschillende beloningen of klikgedrag. Er worden geen fysiologische maten genomen. Vragen worden gesteld individueel of in een groep via interviews (face-to-face, via skype, telefonisch of via e-mail) of via een survey (meer grootschalige enquête onder een groot aantal respondenten via een schriftelijke vragenlijst of via internet) of via een experiment met vragen over teksten (respondenten reageren op een tekst of beeld in vragen over begrip, attitude en/of intentie) of over de spreker/schrijver (spreker-, taal-, accentherkenning, of oordelen zoals ingeschatte emotie, leeftijd, etc.). Deelnemers wordt verteld dat de verzamelde gegevens vertrouwelijk worden behandeld en nooit terug te voeren zullen zijn tot de persoon in kwestie. Het doel van het onderzoek wordt alleen in zeer globale termen aangeduid, om de attitude of het begrip niet vooraf te beïnvloeden en om sociaal wenselijke antwoorden te voorkomen. Na afloop krijgen respondenten altijd de mogelijkheid verder geïnformeerd te worden over het doel van het onderzoek. Na afloop kunnen ze ook aangeven of ze geïnformeerd willen worden over de resultaten van het onderzoek en van de verschijning van de wetenschappelijke publicatie op de hoogte willen worden gebracht. Indien sprake is van online onderzoek wordt aan het begin van de vragenlijst kort uitgelegd waarover de vragenlijst gaat en wat het doel van het onderzoek is; vervolgens wordt de deelnemer expliciet gevraagd om akkoord met drie zaken: het lezen van deze informatie, vrijwillige deelname aan het onderzoek, en het feit dat hij 18 of ouder is. Pas daarna start de vragenlijst. Het beantwoorden van vragen neemt niet meer dan 1 uur in beslag. Er is geen sprake van lijfelijk ongemak, veiligheids- en gezondheidsrisico’s. Indien er vragen worden gesteld over emotionele of gevoelige onderwerpen (zoals conflicten, seksueel gedrag, enzovoort) draagt de onderzoeker er zorg voor dat de vraagstelling dusdanig is dat de proefpersoon zelf of anderen in de omgeving van de deelnemer hierdoor geen nadelige gevolgen ondervinden. De vraagstelling van het onderzoek is altijd neutraal van aard. Indien onderzoek plaatsvindt binnen een organisationele context zorgt de onderzoeker ervoor dat de dataset niet beschikbaar wordt gesteld aan de organisatie en respondenten niet te herleiden zijn. De onderzoeker staat te allen tijde tussen de 2
respondent en de organisatie en zorgt ervoor dat een organisatielid geen nadelige gevolgen ondervindt als gevolg van zijn/haar deelname aan het onderzoek. Data-opslag en toegankelijkheid Data worden opgeslagen volgens geldende regels aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Slechts de onderzoeker en zijn/haar directe medewerkers hebben toegang tot de identificeerbare gegevens. Data waarin proefpersonen identificeerbaar zijn worden zorgvuldig beheerd en worden vernietigd zodra het belang van het onderzoek dat toestaat. Werving en toestemming Respondenten worden rechtstreeks of indirect geworven. Als respondenten direct worden aangesproken, dan is dat in de openbare ruimte (bijv. openbare bibliotheek, winkelend publiek, colleges). In een onderwijssetting mogen studenten niet door de eigen docent voor zijn of haar onderzoek geworven worden. Bij online-werving worden respondenten via email, internetfora of sociale media netwerken (clubs, verenigingen, anderszins) of speciale communities aangesproken. Ook kan de sneeuwbalmethode ingezet worden (verworven respondenten verwijzen naar kennissen of familieleden).
3
2. Standaardonderzoek naar audio(-visuele) opnames van personen Onderzoeksmethode Audio(-visuele) opnames worden gemaakt van gezonde volwassenen, zowel op de universiteit als bij mensen thuis of elders op locatie, waarbij zij in het geval van visuele opnames herkenbaar in beeld zijn. Opnames zijn uitgelokt door stimuli (bijvoorbeeld: spelinstructie, film, plaatje(s), stelling, verhaal, geluidsopname) of bestaan uit spontane conversatie. Deelnemers wordt van te voren medegedeeld door de proefleider dat de opnames gebruikt zullen worden voor algemeen wetenschappelijk onderzoek en/of onderwijs en gebruikt kunnen worden in wetenschappelijke publicaties en bijeenkomsten, maar dat geen delen ervan publiek zullen worden gemaakt die de belangen van de opgenomen personen kunnen schaden. Let op: indien verborgen opnames worden gemaakt is sprake van een niet-standaard onderzoek waarbij apart moet worden beschreven hoe de betrokken personen achteraf worden geïnformeerd en hun toestemming geven voor deelname. Data-opslag en toegankelijkheid De onderzoeker draagt er zorg voor dat de opnames op een veilige plaats worden opgeborgen en dat hun inhoud – voor zover van vertrouwelijke aard – niet openbaar wordt gemaakt. Data worden opgeslagen volgens geldende regels aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De opnames zullen als zodanig toegankelijk zijn voor de onderzoeker die het onderzoek leidt. Daarnaast zullen de opnames zodanig en in getranscribeerde, geanonimiseerde vorm, alleen toegankelijk zijn voor andere onderzoekers nadat zij schriftelijk hebben verzekerd dat ze het materiaal alleen voor wetenschappelijke doeleinden zullen gebruiken en geen delen ervan publiek zullen maken die de belangen van de opgenomen personen kunnen schaden. Werving en toestemming Respondenten worden rechtstreeks of indirect geworven. Als respondenten direct worden aangesproken, dan is dat in de openbare ruimte (bijv. openbare bibliotheek, winkelend publiek, colleges). In een onderwijssetting mogen studenten niet door de eigen docent voor zijn of haar onderzoek geworven worden. Bij online-werving worden respondenten via email, internetfora of sociale media netwerken (clubs, verenigingen, anderszins) of speciale communities aangesproken. Ook kan de sneeuwbalmethode ingezet worden (verworven respondenten verwijzen naar kennissen of familieleden).
4
3. Standaard onderzoek naar schriftelijke uitingen Onderzoeksmethode Schriftelijke uitingen worden verzameld van gezonde volwassenen, via openbare media zoals kranten en internet of via uitgelokte persoonlijke media zoals SMS of Chat; dit laatste vindt plaats zowel op de universiteit als bij mensen thuis of elders op locatie. Ook kunnen de teksten geschreven zijn op papier of met tekstverwerkingsprogramma's (bijvoorbeeld Word); dit zijn ook persoonlijke uitingen. Teksten zijn spontaan gegenereerd of uitgelokt door stimuli (bijvoorbeeld: spelinstructie, film, plaatje(s), stelling, verhaal, geluidsopname). In het geval van uitgelokte persoonlijke uitingen wordt deelnemers van te voren medegedeeld door de proefleider dat de uitingen gebruikt zullen worden voor algemeen wetenschappelijk onderzoek en/of onderwijs en gebruikt kunnen worden in wetenschappelijke publicaties en bijeenkomsten, maar dat geen delen ervan publiek zullen worden gemaakt die de belangen van de opgenomen personen kunnen schaden. Data-opslag en toegankelijkheid Als het gaat om persoonlijke uitingen geldt het volgende. De onderzoeker draagt er zorg voor dat de data op een veilige plaats worden opgeborgen en dat hun inhoud – voor zover van vertrouwelijke aard – niet openbaar wordt gemaakt. Data worden opgeslagen volgens geldende regels aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De data zullen toegankelijk zijn voor de onderzoeker die het onderzoek leidt en zijn/haar directe medewerkers. Data zijn alleen toegankelijk zijn voor andere onderzoekers in geanonimiseerde vorm en nadat zij schriftelijk hebben verzekerd dat ze het materiaal alleen voor wetenschappelijke doeleinden zullen gebruiken en geen delen ervan publiek zullen maken die de belangen van de opgenomen personen kunnen schaden. Werving en toestemming In het geval van uitgelokte uitingen geldt het volgende. Respondenten worden rechtstreeks of indirect geworven. Als respondenten direct worden aangesproken, dan is dat in de openbare ruimte (bijv. openbare bibliotheek, winkelend publiek, colleges). In een onderwijssetting mogen studenten niet door de eigen docent voor zijn of haar onderzoek geworven worden. Bij online-werving worden respondenten via email, internetfora of sociale media netwerken (clubs, verenigingen, anderszins) of speciale communities aangesproken. Ook kan de sneeuwbalmethode ingezet worden (verworven respondenten verwijzen naar kennissen of familieleden).
5
4. Standaard experimenteel onderzoek naar taalkundige oordelen over taalfragmenten Onderzoeksmethode Personen lezen tekst (een woord, een zin) of horen geluid (een woord, een zin, een kort verhaaltje, of geluid daarvan afgeleid of gemanipuleerd) en geven een taalkundig oordeel over het aangeboden fragment. Ze beoordelen, bijvoorbeeld, of een zin correct is (grammaticality judgment test), of het woord wel of niet bestaat in de doeltaal (lexicale decisie), of het woord met een /p/ of met een /b/ begint (fonetische taken), of geven aan met welk plaatje de inhoud van de zin overeenkomt (picture selection tasks). De personen maken hun keuze kenbaar via een knoppendoos of toetsenbord verbonden aan een computer, via pen en papier, of mondeling. De gegeven oordelen worden geregistreerd en ook de reactietijden kunnen worden gemeten. Om inzicht te kunnen krijgen in de wijze waarop deelnemende personen van elkaar verschillen (voor zover relevant voor de vraagstelling van het onderzoek), kunnen proefpersonen gevraagd worden informatie over zichzelf te verstrekken. Dit kan objectieve informatie zijn (bijvoorbeeld, leeftijd, geslacht, geboorteplaats, aantal jaren dat ze een bepaalde taal geleerd hebben op school), maar ook subjectieve informatie (bijvoorbeeld, hoe goed de persoon de eigen beheersing van een bepaalde vreemde taal inschat). Daarnaast kan het gehoor van een persoon getest worden (m.b.v. een professionele audiometer). Ten slotte kunnen de personen gevraagd worden aan korte experimenten deel te nemen zodat allerlei aspecten van hun cognitief vermogen en taalvermogen getest kunnen worden (bijvoorbeeld, algemene reactiesnelheid, capaciteit van het werkgeheugen, de beheersing van het vocabulaire in een vreemde taal). Bij deze experimenten horen de personen stimuli of ze zien stimuli op een computerscherm en wordt hun gevraagd te reageren door op een knop van een knoppendoos te drukken (bijvoorbeeld om aan te geven of een woord in de doeltaal bestaat), door een taak uit te voeren met de muis of met pen en papier (bijvoorbeeld plaatjes aan elkaar verbinden), door toetsen op het toetsenbord in te drukken (bijvoorbeeld de uitkomst van een som) of door een woord/zin te zeggen. De personen kan ook gevraagd worden deel te nemen aan andere korte testen, met het doel om de persoon af te leiden van het doel van het hoofdexperiment. Opnieuw gaat het om experimenten waarbij de personen stimuli horen of op een computerscherm zien en waarbij hun wordt gevraagd te reageren door een knop van een knoppendoos in te drukken, door een taak uit te voeren met de muis, door toetsen op een toetsenbord in te drukken of door een woord/zin te zeggen. Personen worden individueel of in een groep getest, via internet, in een publieke ruimte of in een taalkundig laboratorium. In het geval personen worden getest in een laboratorium, wordt ervoor gezorgd dat geluid op een comfortabele sterkte wordt aangeboden. Deelnemers wordt verteld dat de verzamelde gegevens vertrouwelijk worden behandeld en nooit terug te voeren zullen zijn tot de persoon in kwestie. Het doel van het onderzoek wordt alleen in zeer globale termen aangeduid, om de resultaten van het experiment niet te beïnvloeden. Na afloop krijgen respondenten 6
altijd de mogelijkheid verder geïnformeerd te worden over het doel van het onderzoek. Indien sprake is van online onderzoek wordt aan het begin van het experiment kort uitgelegd waar het experiment over gaat en wat het doel van het onderzoek is; vervolgens wordt de deelnemer expliciet gevraagd om akkoord met drie zaken: het lezen van deze informatie, vrijwillige deelname aan het onderzoek, en het feit dat hij 18 of ouder is. Pas daarna start het experiment. Het experiment neemt niet meer dan 1 uur in beslag. Er is geen sprake van lijfelijk ongemak, veiligheids- en gezondheidsrisico’s. De vraagstelling van het onderzoek is altijd neutraal van aard, d.w.z. niet oordelend. De verzamelde gegevens worden vertrouwelijk behandeld en zijn nooit terug te voeren tot de persoon in kwestie. Data-opslag en toegankelijkheid Data worden opgeslagen volgens geldende regels aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Slechts de onderzoeker en zijn directe medewerkers hebben toegang tot de identificeerbare gegevens. Data waarin proefpersonen identificeerbaar zijn worden zorgvuldig beheerd en worden vernietigd zodra het belang van het onderzoek dat toestaat. Werving en toestemming Personen worden rechtstreeks of indirect geworven. Als personen direct worden aangesproken, dan is dat in de openbare ruimte (bijv. openbare bibliotheek, winkelend publiek, colleges). In een onderwijssetting mogen studenten niet door de eigen docent voor zijn of haar onderzoek geworven worden. Bij online-werving worden personen via email, internetfora of sociale media netwerken (clubs, verenigingen, anderszins) of speciale communities aangesproken. Ook kan de sneeuwbalmethode ingezet worden (verworven personen verwijzen naar kennissen of familieleden).
7
5. Standaard experimenteel taalverwerkingsonderzoek Onderzoeksmethode Personen produceren schriftelijk of mondeling taal als antwoord op stimuli. Ze lezen bijvoorbeeld woorden/zinnen voor (naming), zeggen zinnen na (shadowing), schrijven zinnen op (dictees), of maken zinnen af (cloze tests), zowel schriftelijk als mondeling (discourse completion task). Ze geven schriftelijk antwoorden via een toetsenbord van een computer of schrijven deze op papier. Ze oefenen met een computerondersteund taalleerprogramma waarbij ze ook uitingen inspreken die vervolgens worden opgenomen en opgeslagen. Om inzicht te kunnen krijgen in de wijze waarop deelnemende personen van elkaar verschillen (voor zover relevant voor de vraagstelling van het onderzoek), kunnen proefpersonen gevraagd worden informatie over zichzelf te verstrekken. Dit kan objectieve informatie zijn (bijvoorbeeld, leeftijd, geslacht, geboorteplaats, aantal jaren dat ze een bepaalde taal geleerd hebben op school), maar ook subjectieve informatie (bijvoorbeeld, hoe goed de persoon de eigen beheersing van een bepaalde vreemde taal inschat). Daarnaast kan het gehoor van een persoon getest worden (m.b.v. een professionele audiometer). Verder kunnen handelingen van de personen tijdens het oefenen geregistreerd worden. Het gaat om hoe vaak en hoe lang ze bezig zijn met bepaalde oefeningen of onderdelen daarvan en hoe ze erop reageren (bijv. of ze correct antwoorden en of ze zich verbeteren). Tenslotte kunnen de personen gevraagd worden aan korte experimenten deel te nemen zodat allerlei aspecten van hun cognitief vermogen en taalvermogen getest kunnen worden (bijvoorbeeld, algemene reactiesnelheid, capaciteit van het werkgeheugen, de beheersing van het vocabulaire in een vreemde taal). Bij deze experimenten horen de personen stimuli of ze zien stimuli op een computerscherm en wordt hun gevraagd te reageren door op een knop van een knoppendoos te drukken (bijvoorbeeld om aan te geven of een woord in de doeltaal bestaat), door een taak uit te voeren met de muis of met pen en papier (bijvoorbeeld plaatjes aan elkaar verbinden), door toetsen op het toetsenbord in te drukken (bijvoorbeeld de uitkomst van een som) of door een woord/zin te zeggen. De personen kan ook gevraagd worden deel te nemen aan andere korte testen, met het doel om de persoon af te leiden van het doel van het hoofdexperiment. Opnieuw gaat het om experimenten waarbij de personen stimuli horen of op een computerscherm zien en waarbij hun wordt gevraagd te reageren door een knop van een knoppendoos in te drukken, door een taak uit te voeren met de muis, door toetsen op een toetsenbord in te drukken of door een woord/zin te zeggen. Personen worden individueel of in een groep getest, via internet, in een publieke ruimte of in een taalkundig laboratorium. In het geval personen worden getest in een laboratorium, wordt ervoor gezorgd dat geluid op een comfortabele sterkte wordt aangeboden. Deelnemers wordt verteld dat de verzamelde gegevens vertrouwelijk worden behandeld en nooit terug te voeren zullen zijn tot de persoon in kwestie. Het doel van het onderzoek wordt alleen in zeer globale termen aangeduid, om de resultaten van het experiment niet te beïnvloeden. Na afloop krijgen respondenten 8
altijd de mogelijkheid verder geïnformeerd te worden over het doel van het onderzoek. Indien sprake is van online onderzoek wordt aan het begin van het experiment kort uitgelegd waar het experiment over gaat en wat het doel van het onderzoek is; vervolgens wordt de deelnemer expliciet gevraagd om akkoord met drie zaken: het lezen van deze informatie, vrijwillige deelname aan het onderzoek, en het feit dat hij 18 of ouder is. Pas daarna start het experiment. Het experiment neemt niet meer dan 1 uur in beslag. Er is geen sprake van lijfelijk ongemak, veiligheids- en gezondheidsrisico’s. De verzamelde gegevens worden vertrouwelijk behandeld en zijn nooit terug te voeren tot de persoon in kwestie. Data-opslag en toegankelijkheid Data worden opgeslagen volgens geldende regels aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Slechts de onderzoeker en zijn medewerkers hebben toegang tot de identificeerbare gegevens. Data waarin proefpersonen identificeerbaar zijn worden zorgvuldig beheerd en worden vernietigd zodra het belang van het onderzoek dat toestaat. Werving en toestemming Personen worden rechtstreeks of indirect geworven. Als personen direct worden aangesproken, dan is dat in de openbare ruimte (bijv. openbare bibliotheek, winkelend publiek, colleges). In een onderwijssetting mogen studenten niet door de eigen docent voor zijn of haar onderzoek geworven worden. Bij online-werving worden personen via email, internetfora of sociale media netwerken (clubs, verenigingen, anderszins) of speciale communities aangesproken. Ook kan de sneeuwbalmethode ingezet worden (verworven personen verwijzen naar kennissen of familieleden).
9
6. Standaard experimenteel onderzoek met behulp van
eyetracking
Methode Personen kijken naar een scherm met daarop tekst of plaatjes. Mogelijk horen ze ook spraakfragmenten. Met behulp van een eyetracker wordt geregistreerd waarnaar een proefpersoon op welk moment kijkt. Hiervoor heeft de persoon of een sticker op de wang of voorhoofd, die gemakkelijk verwijderd kan worden, of de proefpersoon heeft zijn hoofd geplaatst in een kinsteun. Soms wordt de proefpersoon ook gevraagd met een computermuis op een van de woorden of plaatjes te klikken. In dat geval wordt ook geregistreerd op welke plaats de proefpersoon klikt en wordt de reactietijd gemeten. Om inzicht te kunnen krijgen in de wijze waarop deelnemende personen van elkaar verschillen (voor zover relevant voor de vraagstelling van het onderzoek), kunnen proefpersonen gevraagd worden informatie over zichzelf te verstrekken. Dit kan objectieve informatie zijn (bijvoorbeeld, leeftijd, geslacht, geboorteplaats, aantal jaren dat ze een bepaalde taal geleerd hebben op school), maar ook subjectieve informatie (bijvoorbeeld, hoe goed de persoon de eigen beheersing van een bepaalde vreemde taal inschat). Daarnaast kan het gehoor van een persoon getest worden (m.b.v. een professionele audiometer). Ten slotte kunnen de personen gevraagd worden aan korte experimenten deel te nemen zodat allerlei aspecten van hun cognitief vermogen en taalvermogen getest kunnen worden (bijvoorbeeld, algemene reactiesnelheid, capaciteit van het werkgeheugen, de beheersing van het vocabulaire in een vreemde taal). Bij deze experimenten horen de personen stimuli of ze zien stimuli op een computerscherm en wordt hun gevraagd te reageren door op een knop van een knoppendoos te drukken (bijvoorbeeld om aan te geven of een woord in de doeltaal bestaat), door een taak uit te voeren met de muis of met pen en papier (bijvoorbeeld plaatjes aan elkaar verbinden), door toetsen op het toetsenbord in te drukken (bijvoorbeeld de uitkomst van een som) of door een woord/zin te zeggen. De personen kan ook gevraagd worden deel te nemen aan andere korte testen, met het doel om de persoon af te leiden van het doel van het hoofdexperiment. Opnieuw gaat het om experimenten waarbij de personen stimuli horen of op een computerscherm zien en waarbij hun wordt gevraagd te reageren door een knop van een knoppendoos in te drukken, door een taak uit te voeren met de muis, door toetsen op een toetsenbord in te drukken of door een woord/zin te zeggen. Personen worden individueel getest in een taalkundig laboratorium. In geval geluid wordt aangeboden, wordt ervoor gezorgd dat het geluid op een comfortabele sterkte wordt aangeboden. Deelnemers wordt verteld dat de verzamelde gegevens vertrouwelijk worden behandeld en nooit terug te voeren zullen zijn tot de persoon in kwestie. Het doel van het onderzoek wordt alleen in zeer globale termen aangeduid, om de resultaten van het experiment niet te beïnvloeden. Na afloop krijgen de personen 10
altijd de mogelijkheid verder geïnformeerd te worden over het doel van het onderzoek. Het experiment neemt niet meer dan 1 uur in beslag. Er is geen sprake van lijfelijk ongemak, veiligheids- en gezondheidsrisico’s. De verzamelde gegevens worden vertrouwelijk behandeld en zijn nooit terug te voeren tot de persoon in kwestie. Data-opslag en toegankelijkheid Data worden opgeslagen volgens geldende regels aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Slechts de onderzoeker en zijn medewerkers hebben toegang tot de identificeerbare gegevens. Data waarin proefpersonen identificeerbaar zijn worden zorgvuldig beheerd en worden vernietigd zodra het belang van het onderzoek dat toestaat. Werving en toestemming Personen worden rechtstreeks of indirect geworven. Als personen direct worden aangesproken, dan is dat in de openbare ruimte (bijv. openbare bibliotheek, winkelend publiek, colleges). In een onderwijssetting mogen studenten niet door de eigen docent voor zijn of haar onderzoek geworven worden. Bij online-werving worden personen via email, internetfora of sociale media netwerken (clubs, verenigingen, anderszins) of speciale communities aangesproken. Ook kan de sneeuwbalmethode ingezet worden (verworven personen verwijzen naar kennissen of familieleden).
11
7.
Standaard psychofysiologisch onderzoek
Onderzoeksmethode Standaard psychofysiologisch onderzoek wordt uitgevoerd met behulp van meetapparatuur die de hartslag (ECG), huidgeleiding (GSR), hersenactiviteit (EEG) of andere psychofysiologische reacties op stimuli vaststelt. De meetapparatuur wordt aangebracht op het lichaam van een respondent, ofwel in contact met de huid, ofwel met behulp van een soort badmuts met daarin elektroden. De electroden worden geplaatst op de vingertop (voor GSR), polsen en enkel (door proefpersoon zelf, voor ECG) of op hoofdhuid (voor EEG); er wordt niet op huid onder kleren gemeten. Tussen de huid en elektroden wordt een geleidende contactvloeistof aangebracht. Nadat alle apparatuur getest is, begint het eigenlijke experiment, waarbij personen kijken naar een scherm met daarop tekst, plaatjes of video, en/of ze horen (talige) stimuli. Na het experiment wordt de meetapparatuur verwijderd, en krijgt de persoon de gelegenheid om de contactvloeistof met een schone handdoek te verwijderen, c.q. om het haar uit te wassen en te drogen met een schone handdoek (alleen relevant bij EEG). Aan het onderzoek doen alleen gezonde volwassenen mee. Aan EEG onderzoek doen alleen gezonde volwassenen mee die niet lijden aan epilepsie en die nooit aan hun hoofd geopereerd zijn. Personen worden individueel getest in een taalkundig laboratorium. In geval geluid wordt aangeboden, wordt ervoor gezorgd dat het geluid op een comfortabele sterkte wordt aangeboden. Deelnemers wordt verteld dat de verzamelde gegevens vertrouwelijk worden behandeld en nooit terug te voeren zullen zijn tot de persoon in kwestie. Het doel van het onderzoek wordt alleen in zeer globale termen aangeduid, om de resultaten van het experiment niet te beïnvloeden. Na afloop krijgen de personen altijd de mogelijkheid verder geïnformeerd te worden over het doel van het onderzoek. In geval van EEG metingen: als de uitslagen van het onderzoek verontrustend zijn voor de gezondheid van de proefpersoon, zal de onderzoeker contact opnemen met een arts van het UMC Radboud. Indien deze arts dit noodzakelijk acht, zal hij/zij contact opnemen met de huisarts. Personen kunnen alleen deelnemen aan EEG onderzoek als zij van te voren schriftelijk instemmen met deze procedure. Registratie van psychofysiologische maten kan plaats vinden terwijl de persoon een eye-tracking experiment uitvoert (zie hierboven). Om inzicht te kunnen krijgen in de wijze waarop deelnemende personen van elkaar verschillen (voor zover relevant voor de vraagstelling van het onderzoek), kunnen proefpersonen gevraagd worden informatie over zichzelf te verstrekken. Dit kan objectieve informatie zijn (bijvoorbeeld, leeftijd, geslacht, geboorteplaats, aantal jaren dat ze een bepaalde taal geleerd hebben op school), maar ook subjectieve informatie (bijvoorbeeld, hoe goed de persoon de eigen beheersing van een bepaalde vreemde taal inschat). Daarnaast kan het gehoor van een persoon getest worden (m.b.v. een professionele audiometer). Ten slotte kunnen de personen gevraagd worden aan korte experimenten deel te nemen zodat allerlei aspecten van hun cognitief vermogen en taalvermogen getest kunnen worden (bijvoorbeeld, algemene reactiesnelheid, 12
capaciteit van het werkgeheugen, de beheersing van het vocabulaire in een vreemde taal). Bij deze experimenten horen de personen stimuli of ze zien stimuli op een computerscherm en wordt hun gevraagd te reageren door op een knop van een knoppendoos te drukken (bijvoorbeeld om aan te geven of een woord in de doeltaal bestaat), door een taak uit te voeren met de muis (bijvoorbeeld plaatjes aan elkaar verbinden), door toetsen op het toetsenbord in te drukken (bijvoorbeeld de uitkomst van een som) of door een woord/zin te zeggen. De personen kan ook gevraagd worden deel te nemen aan andere korte testen, met het doel om de persoon af te leiden van het doel van het hoofdexperiment. Opnieuw gaat het om experimenten waarbij de personen stimuli horen of op een computerscherm zien en waarbij hun wordt gevraagd te reageren door een knop van een knoppendoos in te drukken, door een taak uit te voeren met de muis, door toetsen op een toetsenbord in te drukken of door een woord/zin te zeggen. Het experiment neemt inclusief voorbereidingstijd niet meer dan 3 uur in beslag, en bevat een aantal pauzes. Er is geen sprake van lijfelijk ongemak, veiligheids- en gezondheidsrisico’s. De verzamelde gegevens worden vertrouwelijk behandeld en zijn nooit terug te voeren tot de persoon in kwestie. Data-opslag en toegankelijkheid Data worden opgeslagen volgens geldende regels aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Slechts de onderzoeker en zijn directe medewerkers hebben toegang tot de identificeerbare gegevens. Data waarin proefpersonen identificeerbaar zijn worden zorgvuldig beheerd en worden vernietigd zodra het belang van het onderzoek dat toestaat. Werving en toestemming Personen worden rechtstreeks of indirect geworven. Als personen direct worden aangesproken, dan is dat in de openbare ruimte (bijv. openbare bibliotheek, winkelend publiek, colleges). In een onderwijssetting mogen studenten niet door de eigen docent voor zijn of haar onderzoek geworven worden. Bij online-werving worden personen via email, internetfora of sociale media netwerken (clubs, verenigingen, anderszins) of speciale communities aangesproken. Ook kan de sneeuwbalmethode ingezet worden (verworven personen verwijzen naar kennissen of familieleden).
13
8. Standaard veldonderzoek Onderzoeksmethode Spontaan gesproken taal en taalgedrag binnen talen, dialecten en sociolecten worden door de onderzoeker in de natuurlijke taalomgeving vastgelegd, schriftelijk (door middel van aantekeningen) en/of door middel van audio(-visuele) opnames. Bij veldonderzoek in Nederland gaat het veelal om studies naar sociolecten in steden of wijken. Bij veldonderzoek buiten Nederland in verschillende delen van de wereld gaat het vaak om kleine en bedreigde talen in kleine gemeenschappen, veelal ver verwijderd van de steden. Veldonderzoek naar kleine talen komt ook voor in buitenlandse steden, indien sprekers van kleine talen in stedelijke centra zijn terecht gekomen door migraties. Van de taal, het dialect of sociolect worden het taalgebruik en de talige intuïties van sprekers onderzocht met behulp van geschreven aantekeningen en audio(-visuele) opnames. Technieken om het taalgebruik te kunnen vastleggen behelzen onder meer informele participerende observatie van dagelijkse taalgebruiksituaties, opnames van vertelde verhalen en levensgeschiedenissen, en opnames van gesprekken in huiselijke omstandigheden of van publieke ceremonies. Deelnemers wordt van te voren medegedeeld door de proefleider dat de opnames en aantekeningen gebruikt zullen worden voor algemeen wetenschappelijk onderzoek en/of onderwijs en gebruikt kunnen worden in wetenschappelijke publicaties en bijeenkomsten, maar dat geen delen ervan publiek zullen worden gemaakt die de belangen van de opgenomen personen kunnen schaden. In het onderzoek geldt de integriteit van de onderzochte taalgemeenschap als uitgangspunt; de onderzoeker dient daarom rekening te houden met culturele gevoeligheden. Let op: indien verborgen opnames worden gemaakt is sprake van een niet-standaard onderzoek waarbij apart moet worden beschreven hoe de betrokken personen achteraf worden geïnformeerd en hun toestemming geven voor deelname. Technieken om de talige intuïties te kunnen bestuderen zijn directe bevraging van woorden en zinsconstructies en het laten navertellen van afbeeldingen of videoclips. Indien experimentele technieken worden gebruikt in ontwikkelde stedelijke taalomgevingen, valt het onderzoek mogelijk onder één van de standaarden taalgedragsonderzoek, experimenteel onderzoek naar talige oordelen of experimenteel taalproductieonderzoek. Let op: indien experimentele technieken worden gebruikt bij kwetsbare taalgemeenschappen, kan dit minder transparant zijn en is er daarom sprake van niet-standaard onderzoek waarvoor informatie en toestemming apart moeten worden beschreven. Data-opslag en toegankelijkheid De onderzoeker draagt er zorg voor dat de opnames op een veilige plaats worden opgeborgen en dat hun inhoud – voor zover van vertrouwelijke aard – niet openbaar wordt gemaakt. Data worden opgeslagen volgens geldende regels aan de Radboud 14
Universiteit Nijmegen. De metadata van elke opname worden precies beschreven en bij de opnames en transcripten van het betreffende interview bewaard. De opnames zullen als zodanig toegankelijk zijn voor de onderzoeker die het onderzoek leidt. Daarnaast zullen de opnames zodanig en in getranscribeerde, geanonimiseerde vorm, alleen toegankelijk zijn voor andere onderzoekers nadat zij schriftelijk hebben verzekerd dat ze het materiaal alleen voor wetenschappelijke doeleinden zullen gebruiken en geen delen ervan publiek zullen maken die de belangen van de opgenomen personen kunnen schaden. Indien het niet mogelijk is om de anonimiteit van de sprekers te waarborgen, doordat de taalgemeenschap uniek is en slechts weinig leden kent, is geen sprake van standaardonderzoek en moet apart worden beschreven wie de sprekers zijn met naam en toenaam. Indien het om aanzienlijke bijdragen van individuele personen gaat is het wenselijk dat zij co-auteur zijn van (delen van) het eindproduct, en/of dat een copyright voor sprekers over het verzamelde materiaal wordt beschreven.
Werving en toestemming Respondenten worden rechtstreeks of indirect geworven. In alle gevallen zijn er afspraken vooraf met de gemeenschap als geheel, via haar vertegenwoordiger(s), over het onderzoek, en die afspraken worden ook vertaald naar overeenkomsten met individuele sprekers. In alle gevallen is toestemming voor zowel de opname als voor opslag en gebruik van de data noodzakelijk op individueel niveau. Indien de sprekers niet kunnen lezen en schrijven, is een video-opname van de gesproken vorm van bedoelde toestemming noodzakelijk.
15
9. Standaard kwalitatief interview Onderzoeksmethode Er worden interviews afgenomen bij mensen, met als doel hun persoonlijke ervaringen aan en visie op deze ervaringen vast te leggen. In de onderzoeksopzet worden de in de gesprekken te behandelen onderwerpen beschreven en afgebakend. De respondenten beantwoorden open vragen individueel of in een groep en face-toface (bij wijze van uitzondering soms ook telefonisch). In de interviews wordt gevraagd naar gedetailleerde beschrijvingen, meningen, feitelijke kennis en gevoelens gerelateerd aan een (al dan niet historische) gebeurtenis, activiteit, persoon, plaats of voorwerp. Daarbij wordt doorgevraagd naar aanleiding van de onderzoeksvraag en de antwoorden van de respondent. Tevens vindt in de interviews observatie van gedrag plaats. Er kunnen ook vragen worden gesteld over gevoelige en emotionele onderwerpen, bijvoorbeeld over het overlijden van een dierbare. Maatgevend is dat de onderzochten nooit schade wordt berokkend. In de gesprekken geldt de persoonlijke integriteit van de geïnterviewde als uitgangspunt; de onderzoeker dient daarom rekening te houden met culturele of individuele gevoeligheden. Wanneer de respondent geen antwoord wil geven, respecteert de onderzoeker dat. Let op: indien te verwachten is dat de integriteit onder druk komt door het bespreken van onderwerpen die ongerief kunnen veroorzaken is geen sprake van standaardonderzoek en dient extra aandacht te worden besteed aan de motivatie en de procedure. Beschreven moet worden waarom de kans op ongerief aanwezig, onvermijdelijk en door het onderzoeksdoel gerechtvaardigd is, en welke maatregelen genomen worden om dit ongerief te minimaliseren en verzachten. Het precieze doel van het onderzoek wordt niet altijd voorafgaand aan het interview bekend gemaakt om o.a. sociaal wenselijke antwoorden te voorkomen. Vooraf worden wel afspraken gemaakt en wordt er uitleg gegeven aan de respondent. Hierbij besteed de onderzoeker aandacht aan de vraag waarom het interview plaatsvindt en hoe het interview in zijn werk gaat. Hierbij wordt gemeld dat het interview meestal 1 à 1,5 uur in beslag neemt. Van de gesprekken worden aantekeningen en/of audio(-visuele) opnamen gemaakt. Wanneer de respondent niet wil dat bepaalde dingen worden opgenomen, houdt de onderzoeker daar rekening mee. Deelnemers wordt van te voren medegedeeld door de onderzoeker dat de opnames en/of aantekeningen gebruikt zullen worden voor algemeen wetenschappelijk onderzoek en/of onderwijs en gebruikt kunnen worden in wetenschappelijke publicaties en bijeenkomsten. Indien de bedoeling is dat de opnames publiekelijk toegankelijk worden, zorgt de onderzoeker ervoor dat geen delen ervan publiek worden gemaakt die de belangen van de opgenomen personen kunnen schaden. Werving en toestemming Respondenten worden rechtstreeks of indirect geworven. De geïnterviewden worden voorbereid op het gesprek zodat zij vooraf weten wat het doel van het gesprek is, 16
waarover het gesprek zal gaan en wat hun rechten zijn. Specifiek dient de geïnterviewden geïnformeerd te worden over de beregeling van de archivering van het verkregen materiaal en de wijze waarop het interview en het bijbehorende materiaal (transcripties, eventueel foto’s) zullen worden gebruikt; tevens zal de opgenomen personen de vraag worden voorgelegd in hoeverre de opnames publiekelijk beschikbaar mogen worden gemaakt en in hoeverre anonimiteit wenselijk is.
Data-opslag en toegankelijkheid Elk interview wordt behandeld als een vertrouwelijk gesprek, waarvan de inhoud wordt ontsloten volgens een geschreven of opgenomen overeenkomst met de geïnterviewde. Dit betekent dat elke opname en alle bijbehorende materialen in een archief worden geplaatst en ter beschikking worden gesteld voor onderzoek, afhankelijk van de voorwaarden gesteld door geïnterviewde. Data worden opgeslagen volgens geldende regels aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De onderzoeker draagt er zorg voor dat de opnames op een veilige plaats worden opgeborgen en dat hun inhoud – voor zover van vertrouwelijke aard – niet zonder schriftelijke toestemming vooraf openbaar wordt gemaakt. De metadata van elk interview worden precies beschreven en in samenhang met de opnames en transcripten van het betreffende interview bewaard. De wijze van opslag en de toegang tot het interview is te allen tijde in overeenstemming met de overeenkomst met de geïnterviewde. Deze overeenstemming wordt vooraf besproken en achteraf door de geïnterviewde getekend. Indien de spreker niet in staat is de overeenstemming te lezen en te ondertekenen, is een video-opname van de gesproken vorm van bedoelde overeenstemming noodzakelijk. Wanneer de geïnterviewde wil, kan hij of zij inzicht krijgen in de transcriptie van het interview en aangeven welke stukken van de opnames niet publiek toegankelijk mogen worden. De opnames zullen als zodanig toegankelijk zijn voor de onderzoeker die het onderzoek leidt. Daarnaast zullen de opnames zodanig en in getranscribeerde, geanonimiseerde vorm, alleen toegankelijk zijn voor andere onderzoekers als dit is overeengekomen met de geïnterviewde en nadat de betreffende onderzoekers schriftelijk hebben verzekerd dat ze het materiaal alleen voor wetenschappelijke doeleinden zullen gebruiken en geen delen ervan publiek zullen maken die de belangen van de opgenomen personen kunnen schaden. Let op: indien het niet mogelijk of wenselijk is om de anonimiteit van de geïnterviewde sprekers te waarborgen, doordat de spreker aan het besprokene herkenbaar is, is geen sprake van standaardonderzoek en moet apart worden beschreven wie de sprekers zijn met naam en toenaam.
17
10. Standaard participerende observatie Onderzoeksmethode In deze vorm van onderzoek neemt de onderzoeker deel aan activiteiten met de onderzochten met als doel dit gedrag te beschrijven en analyseren; dat kan het alledaagse leven zijn of specifieke gebeurtenissen of activiteiten betreffen. (Let op: het gaat hier om daadwerkelijk, vis-à-vis gadegeslagen gedrag, en dus niet om online of anderszins gemedieëerd gedrag). In de eerste plaats worden observaties verricht en bij langer durend veldonderzoek kan dat overgaan tot deelnemende observatie, dat wil zeggen dat de onderzoeker zelf ook gaat fungeren als “actor”. Hierin wordt meer waarde gehecht aan observaties en informele conversaties (spontane uitlatingen die geen sociaal wenselijke antwoorden behelzen), alsmede de ervaring van de onderzoeker—die daarmee zelf onderzoeksinstrument wordt—in het sociaal functioneren (leren van omgangsvormen en gedragsregels) in de onderzoekssetting. Het is een dialogische vorm van onderzoek, waarbij de onderzoeker het opbouwen van een vertrouwensband nastreeft en voor betrouwbare informatie in grote mate afhankelijk is van de onderzochten. Vragen die gesteld worden zijn neutraal en nooit leidend of suggestief. Kenmerkend voor de methode van participerende observatie is het cyclisch onderzoeksmodel: observaties en spontane uitlatingen van de onderzochten genereren nieuwe vragen waarop vervolgens een antwoord wordt gezocht. In tegenstelling tot een lineair onderzoeksmodel waarin slechts een antwoord wordt gezocht op vooraf bedachte vragen, komen hier de vragen uit het veld of de situatie voort, waarbij aldus meer recht gedaan wordt aan de opvattingen en belevingswereld van de onderzochten zelf. Maatgevend is dat de onderzochten nooit schade berokkend wordt. Werving en toestemming Hoewel niet altijd mogelijk van meet af aan, is zo snel mogelijk na de aanvang van de observatie sprake van ‘informed consent’. De identiteit als onderzoeker en de brede onderzoeksinteresse worden niet verhuld voor de onderzochten en hun instemming wordt gevraagd. Immers, alleen met een mandaat van vertrouwen (waar zorgvuldig mee wordt omgegaan) kan onderzoek worden verricht. Bij gevoelige onderwerpen wordt de kwestie van wat wel of niet gepubliceerd kan worden met de betrokkenen overlegd en hebben de onderzochten de definitieve zeggenschap. Data-opslag en toegankelijkheid De onderzoeker draagt er zorg voor dat de privacy gewaarborgd is en de identiteit van de betrokkenen, tenzij daar expliciet toestemming voor verkregen is, niet te herleiden is uit de weergave van de onderzoeksresultaten. De onderzoeker draagt er zorg voor dat de aantekeningen van de observaties op een veilige plaats worden opgeborgen en dat hun inhoud – voor zover van vertrouwelijke aard – niet zonder schriftelijke toestemming vooraf openbaar wordt gemaakt. Data worden opgeslagen volgens geldende regels aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De wijze van opslag 18
en de toegang tot de observaties is te allen tijde in overeenstemming met de overeenkomst met de geobserveerden. Indien de geobserveerden niet in staat zijn de overeenstemming te lezen en te ondertekenen, is een video-opname van de gesproken vorm van bedoelde overeenstemming noodzakelijk. Wanneer de geobserveerden willen, kunnen zij inzicht krijgen in de transcriptie van het observaties en aangeven welke stukken ervan niet publiek toegankelijk mogen worden. De observaties zullen als zodanig toegankelijk zijn voor de onderzoeker die het onderzoek leidt. Daarnaast zullen de opnames zodanig en in getranscribeerde, geanonimiseerde vorm, alleen toegankelijk zijn voor andere onderzoekers als dit is overeengekomen met de geïnterviewde en nadat de betreffende onderzoekers schriftelijk hebben verzekerd dat ze het materiaal alleen voor wetenschappelijke doeleinden zullen gebruiken en geen delen ervan publiek zullen maken die de belangen van de geobserveerden kunnen schaden. Let op: indien het niet mogelijk of wenselijk is om de anonimiteit van de geobserveerden te waarborgen, doordat zij aan het gedrag herkenbaar zijn, is geen sprake van standaardonderzoek en moet apart worden beschreven wie de geobserveerden zijn met naam en toenaam.
19
11. Standaard gebarentaalonderzoek Onderzoeksmethode Video-opnames worden gemaakt van gezonde dove volwassenen, op de universiteit, bij mensen thuis of elders op locatie, waarbij zij herkenbaar in beeld zijn. Opnames zijn uitgelokt door visuele stimuli (bijvoorbeeld: spelinstructie, film, plaatje(s), stelling, verhaal, geluidsopname) of bestaan uit spontane conversatie of bestaan uit spontane conversatie. Deelnemers krijgen vooraf globale uitleg van de proefleider in gebarentaal over het doel van de opnames, waarvoor deze gebruikt zullen worden. Pas na afloop krijgen deelnemers deze informatie in geschreven Nederlands voorgelegd, opdat hun communicatiegedrag tijdens de opname niet beïnvloed wordt door het Nederlands. In het onderzoek geldt de integriteit van de onderzochte taalgemeenschap als uitgangspunt; de onderzoeker dient daarom rekening te houden met (cultureel bepaalde) gevoeligheden bij de betreffende deelnemers en hun gemeenschap. Deelnemers wordt van te voren medegedeeld door de proefleider dat de opnames gebruikt zullen worden voor algemeen wetenschappelijk onderzoek en/of onderwijs en gebruikt kunnen worden in wetenschappelijke publicaties en bijeenkomsten, maar dat geen delen ervan publiek zullen worden gemaakt die de belangen van de opgenomen personen kunnen schaden. Indien de bedoeling is dat tot de opnames publieke toegang via internet mogelijk wordt, wordt dit expliciet vermeld. Data-opslag en toegankelijkheid Data worden opgeslagen volgens geldende regels aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Als de intentie is om opnames publiek toegankelijk te maken, wordt uitgelegd onder welke voorwaarden dit gebeurt. Alle opnames worden gearchiveerd bij The Language Archive (TLA), waarvoor per project een licentieovereenkomst wordt getekend, gemodelleerd naar de licentie die DANS heeft ontworpen voor mensen die data bij hen deponeren. Deelnemers krijgen voor publicatie de opnames ter inzage, en kunnen aangeven welke stukken van de opnames niet publiek toegankelijk mogen worden. Werving en toestemming Respondenten worden rechtstreeks of indirect geworven in de dovengemeenschap op grond van voor het onderzoek relevante criteria. Let op, ten aanzien van gebruik door onderzoekers geldt het volgende: TLA (of de projectleider zelf namens TLA) sluit een eindgebruikerovereenkomst af (eveneens gemodelleerd naar de DANS-versie) met onderzoekers die het materiaal gebruiken. Transcripties van en annotaties bij de video-opnames vallen onder dezelfde consent forms, licenties, en eindgebruikerovereenkomsten.
20
12. Standaard vragenlijstonderzoek
Onderzoeksmethode Bij onderzoek met vragenlijsten, ook wel surveys genoemd, beantwoorden respondenten vragen over hun opvattingen en gedragingen ten aanzien van religie en/of spiritualiteit. Respondenten kunnen ook ouders zijn die vragen over hun kinderen beantwoorden. De vragen zijn veelal gesloten, met voorgegeven antwoorden, maar bijna altijd is er ergens in de vragenlijst wel ruimte om een eigen toelichting op het onderzoeksonderwerp te geven. De samenstelling van de vragenlijst is afgestemd op wat van respondenten kan worden gevraagd. Het invullen van de vragenlijst duurt maximaal 30 minuten, bij voorkeur korter. Daar waar vooraf niet duidelijk is hoe goed respondenten bepaalde vragen kunnen beantwoorden, worden antwoordencategorieën als ‘weet niet’, ‘geen mening’ en ‘niet van toepassing’ beschikbaar gemaakt. Tevens wordt voorzichtig omgegaan met het verplicht stellen van de beantwoording van de vragen. De vragen worden tot slot zo neutraal mogelijk geformuleerd zodat de beantwoording ervan door de respondenten zo min mogelijk wordt beïnvloed. Respondenten kunnen de vragenlijst zelf invullen, schriftelijk (via een papieren exemplaar) of online (via een webenquête). Ook kan er rechtstreeks contact zijn met een interviewer voor de afname van een vragenlijst, telefonisch of face-to-face. Indien sprake is van online onderzoek wordt aan het begin van de vragenlijst kort uitgelegd waarover de vragenlijst gaat en wat het doel van het onderzoek is; vervolgens wordt de deelnemer expliciet gevraagd om akkoord met drie zaken: het lezen van deze informatie, vrijwillige deelname aan het onderzoek, en het feit dat hij 18 of ouder is. Pas daarna start de vragenlijst. De antwoorden van de respondenten worden teruggebracht tot beschrijvende (bijvoorbeeld frequenties en gemiddelden) en/of verklarende statistieken (bijvoorbeeld regressie) teneinde de onderzoeksvragen te beantwoorden. Het gaat hierbij dus niet om individuele antwoorden maar om antwoordpatronen van grote groepen respondenten. Werving en toestemming De steekproef met, potentiële, respondenten wordt liefst getrokken uit het totale populatiebestand waarin dus alle mensen zitten die tot de onderzoeksgroep behoren. Soms is zo’n bestand niet voorhanden of is het praktischer om gebruik te maken van een panel. Hierin zitten mensen die zich zelf hebben opgegeven om deel te nemen aan (veelal online) onderzoek. Zo’n panel is in het bezit van onderzoeksbureaus als IPSOS en TNS-NIPO. De steekproef wordt via een brief of email uitgenodigd voor deelname aan het onderzoek. In deze benadering staat het onderzoeksdoel en hoe men tot invulling 21
van de vragenlijst kan komen. Soms wordt een ‘incentive’ in het vooruitzicht gesteld, een kleine beloning voor deelname die veelal wordt verloot onder een deel van de respondenten. De keuze om wel of niet deel te nemen staat de uitgenodigden natuurlijk geheel vrij. Indien de ingevulde vragenlijsten gekoppeld zijn aan contactgegevens of, bij onlinevragenlijsten, aan persoonlijke wachtwoorden, kan van anoniem invullen feitelijk geen sprake zijn (alleen bij anoniem ingestuurde schriftelijke vragenlijsten is dit het geval). In die gevallen dient bij de benadering van de respondenten duidelijk te worden gemaakt dat individuele antwoorden alleen voor onderzoeksdoeleinden worden gebruikt, niet ter beschikking worden gesteld aan anderen (onder wie opdrachtgevers) en dat contactgegevens na de afronding van het onderzoeksproces worden losgekoppeld van de antwoorden. Data-opslag en toegankelijkheid Alleen de onderzoeker en zijn of haar naaste medewerkers hebben directe toegang tot de individuele antwoorden van respondenten. Resultaten worden naar derden slechts op groepsniveau gerapporteerd. Na afronding van het onderzoek worden persoons-identificeerbare gegevens vernietigd. Data worden opgeslagen volgens geldende regels aan de Raboud Universiteit Nijmegen.
22
13. Standaard perceptueel onderzoek Onderzoeksmethode Experimenten vinden plaats in ofwel het laboratorium, of op locatie in het veld. Participanten beschrijven de perceptuele stimuli die zij aangeboden krijgen (bijvoorbeeld geuren, smaken, kleuren, geluiden, structuren, vormen) met verbale respons of met non-verbaal gedrag (bijvoorbeeld gebaren, oogbewegingen). De onderzoeker legt de verbale respons en het non-verbaal gedrag vast middels het maken van audio(visuele) opnames en notities. De inhoud van de taak (inclusief doel, duur en procedure) wordt aan de participant uitgelegd zodat deze de taak begrijpt. Als onaangename stimuli (bijv. onaangename geuren) in het experiment voorkomen, wordt de participant hier van tevoren expliciet over ingelicht. Als er mogelijke bijwerkingen zijn van deelname aan het experiment, moet de participant van tevoren ingelicht worden over hoe deze kunnen voorkomen en hoe deze verholpen kunnen worden, mochten zij voorkomen. Participanten kan ook verzocht worden om geurstimuli te herinneren of in gedachte te nemen. Hierbij is de rol van snuiven (‘sniffing’) van belang. We meten hiervoor ‘sniff magnitude’ (nasale luchtverplaatsing) met behulp van thermistors die onder de neusgaten worden geplaatst. Dit is een veilige, niet-invasieve en veelgebruikte methode om temperatuurveranderingen gerelateerd aan nasale luchtverplaatsing te meten. Om de causale invloed van snuiven op het geheugen te onderzoeken, gebruiken we niet-invasieve, veilige en gangbare methoden voor het blokkeren van de neusgaten, zodat mensen niet door hun neus ademen (en daardoor ruiken) maar door hun mond. Neusgaten kunnen geblokkeerd worden door (a) het gebruik van een zwemclip, (b) het gebruik van watten, of (c) deelnemers te trainen om alleen door hun mond te ademen middels velopharyngeale afsluiting. In een controlegroep kan bij deelnemers in een andere conditie (a) de mond worden afgesloten door medische tape of een mondstuk, of (b) het zicht worden geblokkeerd door een slaapmasker. Voor aanvang van het experiment wordt deelnemers meegedeeld dat zij het experiment op elk gewenst moment kunnen stoppen door het verwijderen van de blokkade. Informatie over deze manipulatie wordt bij werving aan deelnemers gegeven, zodat zij voor hun komst naar het lab op de hoogte zijn van de procedure. Om de causale rol van taal te onderzoeken, kan deelnemers gevraagd worden een verbale taak uit te voeren (om het in gedachte benoemen van geuren te stoppen). Dit kan bereikt worden door ze (a) een vocale taak te laten uitvoeren, of (b) te laten kauwen op smaakloze kauwgum. Een controletaak kan tikken met de vinger zijn. Als, in speciale gevallen, de resultaten van het experiment beïnvloed zouden kunnen worden door vraagkenmerken, worden deelnemers bij geheugen- of inbeeldingsexperimenten bij aanvang mogelijk niet geïnformeerd over het volledige doel van het onderzoek. Hun wordt dan bijvoorbeeld verteld dat de zintuigen geblokkeerd worden om de impact van zuurstofniveau op cognitieve functies te bestuderen. Daarbij worden deelnemers aangesloten op een pulse-oxymeter. Deelnemers worden na afloop van het experiment volledig ingelicht. 23
Geurstimuli die in het lab of in het veld gebruikt worden, worden aangeboden in hoeveelheden die veilig zijn voor de participant, waarbij gebruik gemaakt wordt van standaardprocedures uit de geurliteratuur. Stimuli kunnen op drie verschillende manieren worden aangeboden: 1) Micro-ingekapselde geuren (“scratch and sniff”) Geuren zijn als veilig getest voor mensen. Een voorbeeld is de University of Pennsylvania Smell Identification Test (UPSIT), een commerciële geurtest. 2) Kunstmatige geuren, aangeboden in een markerpen (sniffin’ sticks) Geuren worden aangeboden in een markerpen. De geur komt vrij als de dop van de pen geopend wordt. Iedere geur kan in een pen gebruikt worden. Geuren zijn ofwel gestandaardiseerd en geleverd door een gespecialiseerd bedrijf, of zij worden in overleg met een biochemicus gekozen in niet-giftige hoeveelheden. 3) Natuurlijke voorwerpen Natuurlijk voorwerpen worden aangeboden in een houder, zoals plastic knijpflessen, potjes, enz. Een lijst met mogelijke stimuli is te vinden in de bijlage. Alle geuren worden aangeboden in hoeveelheden die niet giftig zijn. Er is overleg geweest met experts uit het vakgebied omtrent stimuli als benzine. Voor dit soort geuren wordt een vastgestelde procedure gevolgd, welke inhoudt dat er slechts enkele druppels op katoenwatten worden aangeboden. De watten worden dan eerst op een open plek geplaatst, zodat de giftige dampen kunnen vervliegen. Hierbij blijft de geur zelf wel behouden. Deze procedure is veilig aangezien de hoeveelheden klein zijn en de giftige dampen reeds vervlogen zijn als de stimulus wordt aangeboden aan de participant. Het is van belang dat participanten nooit zelf direct in aanraking komen met de voorwerpen. Stimuli worden altijd in een glazen of plastic houder aangeboden. Vloeistoffen (zoals bijv. benzine) worden op katoenwatten in de houder geplaatst. De onderzoeker raakt mogelijk giftige stoffen nooit met zijn/haar blote handen aan. Uit veiligheidsoverwegingen worden in zulke gevallen plastic handschoenen gedragen. Data-opslag en toegankelijkheid De onderzoeker draagt er zorg voor dat de opnames en aantekeningen op een veilige plaats worden opgeborgen en dat hun inhoud – voor zover van vertrouwelijke aard – niet openbaar wordt gemaakt. De wijze van opslag en de toegang tot de opnames is te allen tijde in overeenstemming met overeenkomst met de onderzochte deelnemers of de vertegenwoordiger van hun gemeenschap. Deze overeenstemming wordt vooraf besproken en achteraf door deelnemers getekend. Indien de deelnemers niet in zijn de overeenstemming te lezen en ondertekenen, is een videoopname van de gesproken vorm van bedoelde overeenstemming noodzakelijk. De opnames zullen als zodanig toegankelijk zijn voor de onderzoeker die het onderzoek leidt. Daarnaast zullen de opnames zodanig en in getranscribeerde, geanonimiseerde vorm, alleen toegankelijk zijn voor andere onderzoekers als dit is overeengekomen met de geïnterviewde en nadat de betreffende onderzoekers schriftelijk hebben verzekerd dat ze het materiaal alleen voor wetenschappelijke 24
doeleinden zullen gebruiken en geen delen ervan publiek zullen maken die de belangen van de opgenomen personen kunnen schaden. Let op: indien het niet mogelijk is om de anonimiteit van de sprekers te waarborgen, doordat de taalgemeenschap uniek is en slechts weinig leden kent, is geen sprake van standaardonderzoek en moet apart worden beschreven wie de sprekers zijn met naam en toenaam. Indien het om een kwetsbare gemeenschap gaat behoort tot de vereiste procedures a) het deponeren van alle resultaten bij de groep zelf of bij een lokale autoriteit waaronder de groep valt; (b) het 'vertalen' van een deel van de resultaten naar een bruikbaar product voor de gemeenschap, in de vorm van populaire lectuur of educatief materiaal. Deze procedures dienen in de aanvraag expliciet beschreven te worden. Werving en toestemming Respondenten worden rechtstreeks of indirect geworven. In alle gevallen zijn er afspraken vooraf over het onderzoek, ofwel met de individuele deelnemers, ofwel, in het geval van onderzoek bij veldonderzoek naar kleine rurale gemeenschappen, met de gemeenschap als geheel via haar vertegenwoordiger(s), waarbij die afspraken ook worden vertaald naar overeenkomsten met individuele sprekers. In alle gevallen is toestemming voor zowel de opname als voor opslag en gebruik van de data noodzakelijk op individueel niveau. Indien de sprekers niet kunnen lezen en schrijven, is een video-opname van de gesproken vorm van bedoelde toestemming noodzakelijk. Bijlage – Lijst met typische stimuli wijn whisky parfumcomponenten koffie thee sojasaus vis kaneel melk mandarijn wortel kiwi aardappel walnoot appel kruidnagel munt nootmuskaat chocolade boerenkool honing anijs 25
venkel tomaat oregano Coca-Cola kokos potgrond wierook hout zaagsel jodium gras kurk motorolie lavendel roos dennennaalden zweet gefermenteerde sojabonen terpentine benzine haarlak zeep schoenpoets as van sigaretten muskus lucifers wasmiddel leer eucalyptus tabak bleek aangebrand kippenvlees verbrand hout gezouten vis gebakken kippenvlees; een week oud rauw kippenvlees; een week oud sokken; drie dagen gedragen gedroogde tofu; een week lang op een donkere, vochtige plek bewaard brood; een week lang op een donkere, vochtige plek bewaard spons of luier doordrenkt met urine; een week oud spons gedrenkt in dierlijk bloed verschraalde pindaolie verschraald varkensvet ongekookte rijst; een week lang op een donkere, vochtige plek bewaard noten; een week lang op een donkere, vochtige plek bewaard
26