ECN Beleidsstudies
ECN-BS-10-016 29 april 2010
Producenten van grijze stroom laten betalen voor transport? Notitie aan : Kopie aan
:
Werkgroep Heroverweging Energie en Klimaat A.W.N. van Dril
Van
:
F.D.J. Nieuwenhout
1
Projectnr. 50656
Inleiding
Deze notitie is opgesteld op verzoek van de Werkgroep Heroverweging Energie en Klimaat. De werkgroep heeft als opdracht beleidsvarianten te ontwikkelen die structureel besparen op de rijksbegroting. De beschouwing in deze notitie heeft als doel gegevens aan te dragen voor de beleidsvorming over het aangegeven onderwerp. Waar het een concreet beleidsvoorstel betreft wordt ook een beoordeling gegeven op basis van door de Werkgroep gekozen criteria.
2
Producenten grijze stroom laten betalen voor transport?
In de huidige situatie betalen eindverbruikers van elektriciteit het grootste deel van de kosten van transport en distributie in Nederland en aangrenzende landen. Deze notitie is een eerste onderbouwing bij het voorstel voor het herinvoeren van een producententarief voor elektriciteitstransport en distributie, uitsluitend voor productie van grijze elektriciteit. Vermoedelijk is daar geen wetswijziging voor nodig. In het tarievenbesluit is een landelijk uniform producenten tarief (LUP) vastgelegd. De facto is dit echter afwezig omdat het percentage op nul gezet is. Herinvoeren van de LUP zal heel wat discussies rondom concurrentienadelen los maken. Door substantiële locatievoordelen van grootschalige productie in Nederland zou het misschien denkbaar zijn dat alleen Nederland een producententarief zou gaan invoeren. De maatschappelijke acceptatie zal naar verwachting het grootst zijn indien dit in bepaalde mate geharmoniseerd wordt binnen Europa. De kosten van het gebruik van zowel de distributie- als de transportnetten worden nu vrijwel geheel doorberekend aan de afnemers. Echter een groeiend deel van nieuwe investeringen in netten dient vooral om extra productie te faciliteren. Nederland is recentelijk netto exporteur van elektriciteit geworden en deze trend zal zich naar verwachting verder voortzetten. Een deel van de benodigde netverzwaringen zijn nodig voor elektriciteitstransport naar het buitenland. In tegenstelling tot binnenlandse afnemers dragen buitenlandse afnemers niet bij aan deze kosten. Verder neemt in distributienetten het aandeel decentrale opwekking soms sterk toe. Geringe percentages decentrale opwekking dragen soms bij aan een beperkte verlaging van de netwerkkosten, bijvoorbeeld door een reductie van netwerkverliezen. Hogere percentages decentrale opwekking leiden in het algemeen echter tot verdere netwerkverzwaringen in distributienetwerken welke in het verleden vrijwel geheel voor het accommoderen van de vraag werden ontworpen. Zowel voor het creëren van de juiste prikkels bij de gebruikers van de netwerken, en om grote verschillen in de inkomsten van regionale netbeheerders te vermijden, kan een bijdrage geleverd worden door het invoeren van een
producententarief. Vanwege het gelijke speelveld tussen grootschalige en decentrale opwekking ligt het voor de hand om te overwegen om een producententarief ook voor aangeslotenen in het distributienet in te voeren.
3
Effect op de rijksbegroting
Deze maatregel heeft geen substantiële directe effecten op de rijksbegroting. Op de langere termijn, zullen de consumenten (inclusief grote afnemers) hun elektriciteitstransporttarieven minder sterk zien stijgen dan in de situatie dat (grijze) producenten niet voor transport hoeven te betalen. Dit wordt veroorzaakt doordat de transportnetten versterkt zullen moeten worden om substantiële export te kunnen faciliteren. Het indirecte effect op de begroting is echter substantieel. De grijze producenten zullen de gestegen netkosten naar verwachting grotendeels kunnen doorberekenen in hun prijzen. Hierdoor zullen de SDE bijdragen voor de onrendabele top van duurzame energiebronnen navenant kunnen dalen. Als alle aansluit+transport+systeemdiensten van TenneT uitsluitend door grijze producenten gedragen zouden moeten worden dan zou dat voor 2008 tot een kostprijsverhoging voor grijze producenten geleid hebben van 0,4 c/kWh. Voor 2020, indien TenneT beheerder wordt van de transportnetten op zee, zou dit neerkomen op naar schatting ongeveer 0,7 c/kWh1. Deze bedragen zijn indicatieve bedragen van de maximale2 te verwachten elektriciteitsprijsstijging die het gevolg zou zijn van het volledig afwentelen van de transportkosten in het transportnet op de grijze producenten.
4
Effect op kosten elektriciteit voor afnemers
Afnemers zullen een lagere rekening voor hun netwerkkosten gaan betalen. Door het in rekening brengen van (een deel van) de netwerkkosten aan grijze productenten zullen de kosten van grijze elektriciteitsproductie stijgen. Naar verwachting kunnen producenten dit grotendeels in hun prijzen doorberekenen. Door de gestegen elektriciteitsmarktprijzen zullen leveranciers meer voor duurzaam geproduceerde elektriciteit moeten gaan betalen. Ook hiervan wordt aangenomen dat dit grotendeels aan de afnemers kan worden doorberekend. Indien producenten en leveranciers hun gestegen kosten geheel zouden kunnen doorberekenen aan de afnemers, dan zal voor afnemers het netto-effect van de hogere elektriciteitsprijzen en de lagere netwerktarieven tot een toename van de elektriciteitskosten leiden. De totale toename van de elektriciteitskosten voor afnemers komt dan overeen met de besparingen van de overheid op de SDE uitgaven. Het effect van de maatregel om een producententarief in te voeren zal er toe leiden dat afnemers van elektriciteit meer gaan bijdragen aan het halen van duurzame energiedoelstellingen ten gunste van belastingbetalers. Indien doorberekening niet voor 100% mogelijk is zullen de lasten gedeeld gaan worden over producenten en leveranciers enerzijds en afnemers anderzijds. 1
2
Over 2008 was het totaal van aansluit+transport+systeemdienst van TenneT 461 M€ (Jaarverslag TenneT over 2008), over een rekenvolume van 110 TWh (0,42 c/kWh). In het kader van het project ‘Financiering Net op Zee’ heeft TenneT berekend dat additionele investeringen voor netten op zee van 2,4 G€ zouden leiden tot een stijging van de jaarlijks toegestane inkomsten van 280 M€/jaar (in totaal: 0,67 c/kWh). De aansluitdienst is in principe kostendekkend wat betreft de ‘ondiepe’ (of directe) aansluitkosten, producenten betalen reeds de directe aansluitkosten (maar niet de hierdoor veroorzaakte verdere versterkingen dieper in het net.
2
Door het invoeren van een producententarief zal de stijging van netwerkkosten om export te faciliteren deels ook door exporteurs betaald gaan worden. Hierdoor zullen de netwerktarieven voor de afnemers minder hoeven te stijgen. Het netto-effect voor afnemers van deze relatieve reductie in netwerktarieven vanwege export en de stijging doordat een deel van de SDE uiteindelijk door afnemers betaald gaat kan zowel positief als negatief uitpakken. Indien de extra netwerkkosten voor export erg hoog uitvallen kan de invoering van een producenten tarief leiden tot een relatieve kostendaling3 voor de afnemers.
5
Exportpositie elektriciteitsproducenten
Mogelijk kan de invloed op de CO2-emissie in Nederland groot zijn. Zeker indien een LUP van 100% haalbaar zou zijn, in combinatie met de effecten van Voorrang Duurzaam op de bedrijfsvoering van kolencentrales, is het denkbaar dat de lokatievoordelen van nieuwe centrales aan de Nederlandse kust boven het Duitse binnenland teniet gedaan worden. Dit verdient een nadere uitwerking.
6
Uitvoerbaarheid
Wettelijk is er een landelijk uniform producenten tarief (LUP) mogelijk. Deze is de laatste jaren op 0% gezet (dwz de afnemers betalen 100% van de transport en systeemdiensten). Er lijkt geen fundamenteel bezwaar te zijn dat de LUP naar 100% verhoogd zou kunnen worden. Maar waarschijnlijk is een verhoging naar bijvoorbeeld 50% maatschappelijk acceptabeler. De vraag blijft wel of er juridische bezwaren kunnen worden aangevoerd tegen het onderscheid in netwerktarieven tussen groene en grijze productie.
7
Overzicht toetsing criteria
In onderstaande tabel is de toetsing opgenomen aan de criteria van de Werkgroep Heroverweging. Tabel 1
Overzicht toetsing criteria Producenten van grijze stroom laten betalen voor transport en aansluiting. Aangenomen dat de LUP op 50% c.q. 100% wordt gezet, en dat groene producenten uitgezonderd zullen worden.
Effect op de (rijks)begroting: hoeveel besparing c.q. hoeveel extra inkomsten genereert de maatregel op korte en/of lange termijn?
besparing via minder SDE oplopend van 125 c.q. 250 mln.
Effect op de CO2-doelstelling: wat is het effect van de Mogelijk concurrentienadeel Nederlandse maatregel op de emissies van broeikasgassen. Effect kolencentrales. Onder het ETS echter geen effect wordt waar mogelijk gekwantificeerd. op Europese emissie.
3
Een daling van de totale kosten van elektriciteit voor afnemers in vergelijking tot een situatie zonder producententarief.
3
Effect op de doelstelling voor duurzame energie: hoeveel meer/minder duurzame energie levert de maatregel op, gedifferentieerd naar Europese en nationale definitie? Zo mogelijk gekwantificeerd (in procenten duurzame energie en in MW).
in eerste instantie wordt kostenbesparing voor duurzaam vertaald in minder SDE, dus per saldo weinig effect.
Effect op de doelstelling voor energiebesparing. Zo mogelijk gekwantificeerd.
Afhankelijk van uitwerking mogelijk een kostenverhogend effect op WKK, en wat minder besparing. Het lijkt wenselijk dat WKK ook onder het producententarief gaan vallen. Met name geconcentreerde WKKs van tuinders kunnen hoge additionele netwerkkosten opleveren waar nu maar een minimale bijdrage van de zijde van de producent tegenover staat.
Kosteneffectiviteit: wat kost de maatregel per vermeden ton CO2 en/of %-punt energiebesparing en/of %-punt duurzame energie? Wat is de verwachting ten aanzien van toekomstige kosten om eenzelfde effect te bereiken (wat is de leercurve?).
Geen kosten.
Effect op maatschappelijke kosten.
Geen effecten.
Effect op lastendruk/koopkrachteffect: wat is het effect van de maatregel op lastendruk voor huishoudens en bedrijven?
Naar verwachting zullen de producenten de extra netwerkkosten gaan doorberekenen in de commodity prijs voor elektriciteit. De totale elektriciteitskosten voor afnemers zullen hier in eerste instantie heel weinig van merken omdat de gestegen commodity prijs gecompenseerd zal worden door een afname van de netwerktarieven. Op de wat langere termijn zal de lastendruk van huishoudens en bedrijven wat lager kunnen liggen dan in de situatie zonder producententarief.
Uitvoerbaarheid en bijdrage aan institutionele vereenvoudiging: is de maatregel uitvoerbaar en tegen welke (administratieve) kosten?
Eenvoudig.
Handhaafbaarheid: Is de maatregel handhaafbaar en tegen welke (administratieve) kosten?
Eenvoudig.
Economische effecten: wat is het effect van de maatregel op NL concurrentiepositie, werkgelegenheid, innovatiekracht.
Harmonisatie in EU wenselijk.
Effect op voorzieningzekerheid.
Geen.
(Indien relevant door raakvlak met Heroverweging Leefomgeving en Natuur: effect op luchtkwaliteit en geluidshinder).
Mogelijk concurrentienadeel Nederlandse kolencentrales, verplaatsingseffect.
4
Hoe gevoelig zijn de uitkomsten voor wijzigingen Weinig gevoelig. in de aannames elektriciteitsprijs; CO2-prijs; olieprijs; $/eurokoers; discontovoet. Is de maatregel robuust en toekomstbestendig, mede met het oog op internationale ontwikkelingen?
Onduidelijk wat internationale ontwikkelingen worden.
Wat betekent de maatregel voor de Gunstig, maakt duurzaam iets minder afhankelijk investeringszekerheid voor investeerders in duurzame van subsidie. energie of energiebesparing?
5