Veiligheidsregio
Brandweer
Noord- en OostGelderland
Postbus 234 7300 AE Apeldoorn Europaweg 79 7336 AK Apeldoorn Tel. 055-5483000
[email protected] www.vnog.nl
Aan de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten in de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland
IEMT1RAAD
Datum Ons kenmerk Onderwerp Behandeld door
22 april 2009 091483/09-05613/BdG
NR
Begroting 2010, jaarrekening en jaarverslag 200 Erik Saaltink ^
2 4 APR. 20Q9 VQ.aft..vQ.,tl
.e. Geacht college / geachte raad, Dé.'-.
i d.d.
hè concern ondersteuning aan de brandweerclusters en geeft daaVmeeTnvul ina aan 9 het adagium van centraal naar collectief. Dit wordt beschreven in dT begrotingsprogramma's van de sectoren. DoT^iitrT de hbe9rotin9sstukken heeft plaatsgevonden met de bestuurlijk eumenouders, het Dagelijks Bestuur van de VNOG, de clustercommandanten en de deelnemende gemeenten.
BRANDWEER^)
^^
werken aan veiligheid.
veiligheidsregio
Brandweer
Noord- en OostGelderland
Ter toelichting op de primitieve begroting en de le en 2e begrotingswijziging alsmede op de jaarrekening en het jaarverslag, vindt u bijgevoegd de tekst van de betreffende concept-voorstellen voor het Algemeen Bestuur van de VNOG van 25 juni aanstaande.. Hoogachtend, Veilighei Het^agelii
n Oost- Gelderland
Namens dez ir. J.W. Schferjofl directeur bilandv eer
Bijlagen: -
Primitieve (programma)begroting 2010 VNOG AB-voorstel bij de primitieve begroting 2010 Kadernota 2010-2013 le begrotingswijziging 2010 met AB-voorstel 2e begrotingwijziging 2010 met AB-voorstel Jaarrekening 2008 VNOG AB-voorstel bij de jaarrekening 2008 Jaarverslag 2008 VNOG
Kopie aan:
de leden van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland
BRANDWEER
aan veiligheid.
Noord- en OostGelderland
GHOR
Brandweer
Nota voor
:
Vergadering Algemeen Bestuur
Datum
:
25 juni 2009
Onderwerp
:
Primitieve Programmabegroting VNOG 2010
Agendapunt
:
Kenmerk
:
Bijlagen
Noord- en OostGelderland
AB/
: Programmabegroting 2010 Portefeuillehouder: J.C.G.M. Berends MPA Overzicht bijdrage per gemeente
Inleiding De uitkomsten van de primitieve programmabegroting 2010 van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland zijn gebaseerd op het bestaande beleid t/m de le wijziging van de begroting 2009. In het le kwartaal van 2009 heeft de behandeling van de kadernota 2010-2013 plaatsgevonden. Hoewel dit document in de vergadering van het AB van 25 maart 2009 is vastgesteld, is er voor gekozen om de uitkomsten daarvan volgens de gebruikelijke procedure afzonderlijk in de vorm van begrotingswijzigingen aan te bieden. De organisatie van de VNOG bevindt zich op een kantelpunt en staat voor een grote uitdaging. De clusterontwikkeling is in volle gang. De invulling van de samenwerking in de clusters en het tempo van de invoering verschilt onderling. Deelnemers kunnen in elk cluster optimaal invulling geven aan de lokale kwaliteitsverbetering. Daarom verschillen de specials naar gelang het cluster. Als gevolg van deze ontwikkelingen mag worden verwacht dat in de loop van 2009 nog voorstellen volgen voor verdergaande en nieuwe samenwerkingsvormen. Sinds enkele jaren bestaat de begroting van de VNOG uit een geharmoniseerd deel en een deel met de programma's van de clusters. De inwonerbijdrage voor uw gemeente bestaat derhalve uit een geharmoniseerd bedrag en een afzonderlijk bedrag dat dient ter dekking van de activiteiten die worden ondernomen in het cluster waaraan uw gemeente deelneemt. Advies besluit 1. Instemmen met de Programmabegroting 2010; 2. het tekort van € 209.206,- voor de brandweer en € 63.261,-- voor de Ghor opnemen als een taakstellende bezuiniging; 3. Instemmen met het realiseren van investeringen voorzover binnen de opgenomen kapitaallasten dekking beschikbaar is. Beoogd effect - Met de vaststelling van de begroting wordt het Algemeen Bestuur in staat gesteld het budgetrecht uit te oefenen. - Door vaststelling van de begroting wordt het beleid en daarmee samenhangende financiële consequenties voor 2010 vastgesteld.
GHOR
Noord- en OostGelderland
Brandweer
Noord- en OostGelderland
Argumenten De uitgangspunten voor deze begroting zijn behandeld in het AB van 18 december 2008 en naar aanleiding daarvan opgenomen in de kadernota. Voor de begroting 2010 zijn deze daarom als stelpost opgenomen aangezien de besluitvorming over de verwerking van de kadernota 2010-2013 afzonderlijk is geagendeerd. De basis voor deze begroting vormt de begroting 2009 tot en met de le wijziging 2009 en de daarbij behorende inwonerbijdrage. In het proces om te komen tot territoriale congruentie zijn op grond van een besluit van het AB van 18 december 2008, de gemeenten Meerde en Hattem toegetreden tot de VNOG. In deze begroting is de uitwerking van de congruentie meegenomen. Ten aanzien van de clustervorming is de meest relevante informatie in de begroting 2010 opgenomen. In de loop van 2009 en 2010 zullen de financiële effecten van diverse ontwikkelingen duidelijk worden. De begroting 2010 (en voorzover relevant de Kadernota) vormen hiervoor de budgettaire kaders. Uitgangspunt daarbij is dat effectuering van de ontwikkelingen geen gevolgen heeft voor de inwonerbijdrage. Wel zal sprake zijn van een budgetneutrale wijziging van de begroting. Het gaat dan om ontwikkelingen als: • De fusie met meldkamer Zwolle (Project MON) • Clustervorming • Afwikkeling incidentele effecten Congruentie Kanttekeningen In de P&C-cyclus van gemeenten heeft Kadernota (of een soortgelijk document) een andere rol dan in de P&C-cyclus van de VNOG. Met de vaststelling van de Kadernota stellen de raden van gemeenten de kaders vast waarbinnen de (programma)begroting opgesteld dient te worden. Tot dusver is bij de behandeling van de Kadernota binnen de VNOG ervoor gekozen de financiële effecten afzonderlijk in besluitvorming te brengen door middel van wijzigingen op de begroting. Hiermee wordt het opstellen van de primitieve begroting gecompliceerd. Met name voor het vastgesteld beleid geldt dat verwerking pas mogelijk is na vaststelling van de Kadernota. Voor de cyclus van 2011 wordt nagestreefd de financiële effecten van het vastgesteld beleid te verwerken in de primaire begroting. Als gevolg van de afbouw van de districten en het ontstaan van clusters is de methode van doorbelasting herzien. De doorbelasting van het concern naar medewerkers op locatie is verlaagd. Vanaf 2010 worden de kosten van o.a. directie en communicatie derhalve op het programma Algemene dekkingsmiddelen verantwoord. Als gevolg van deze ontwikkelingen hebben in de begroting van de VNOG op enkele programma's wijzigingen plaatsgevonden. Een toelichting treft u aan in de paragraaf financiën. In de begroting 2010 is rekening gehouden met vervangingsinvesteringen voor: Verbindingen, operationele informatievoorziening Regionaal brandmeldsysteem Automatisering Regionale regeling operationele leiding
50.000,-110.000,-50.000,-75.000,-285.000,-
GHOR
Noord- en Oost-
Gelderland
Brandweer
Noord- en OostGelderland
Voorbereiding op de Kadernota 2010-2013 De diverse beleidsvoornemens uit de kadernota 2010-2013 zijn meegenomen, maar verantwoord op het programma Algemene dekkingsmiddelen waarbij aan de batenkant een stelpost is meegenomen voor te realiseren dekking. In het kort kunnen hiervoor volgende bijzondere posten worden genoemd. - De loon- en prijsindex van respectievelijk 1,75% over de loonkosten en 1,25% over goederen en diensten (overheidsconsumptie netto materieel) De kosten van de projecten Gemeenschappelijke Meldkamer Apeldoorn (GMA) en de fusie met meldkamer Dsselland resulterend in Meldkamer Oost Nederland (MON). - De gevolgen van de congruentie - De stijging van de bijkomende lasten van de nieuwbouw - Vervanging materieel en voertuigen
-
Beheerskosten C2000
-
Bijdrage aan raad voor de multidisciplinaire informatievoorziening (raad MIV) Toename contributie NVBR Kennismanagement risicobeheersing Maatgevend risico natuurbrand Team Brand Onderzoek (TBO) Uitbreiding formatie risicobeheersing Operationele Informatie Voorziening (OIV) Multidisciplinair Opleiden Trainen en Oefenen OTO
-
Chief Information Officer
-
2e kwaliteitsronde K&P Calamiteitencoördinator GMA Opschaling witte kolom
Uitvoering/ communicatie/ inwerkingtreding De uitgangspunten voor de begroting zijn behandeld in het overleg met de financieel ambtenaren, waarna vaststelling heeft plaatsgevonden in het AB van 18 december 2008 en 25 maart 2009. Conform de regelgeving wordt de begroting (ruim) zes weken voor het AB toegezonden aan de gemeenten, zodat zij in de gelegenheid worden gesteld de documenten ter inzage te leggen en de raden hun gevoelen over de begroting kenbaar kunnen maken. Indien de gemeentelijke reacties hiertoe aanleiding geven, worden deze ter vergadering aan het AB kenbaar gemaakt. Rapportage/ evaluatie De kadernota wordt vertaald in een wijziging op de Begroting 2010. Daarmee wordt het onderdeel van de P&C-cyclus en vindt tussentijdse rapportage plaats en wordt verantwoording afgelegd over de realisatie in de jaarrekening en het jaarverslag. Financiën, Resultaat begroting 2010 Uit de uitkomsten blijkt dat ten opzichte van de uitgangspunten voor de inwonerbijdrage een tekort ontstaat op de geharmoniseerde bijdrage van € 209.206,- voor de brandweer en € 63.261,-- voor de Ghor. Hierbij kan worden opgemerkt dat in de primaire begroting 2009 reeds een tekort aanwezig was van totaal € 248.000,--. Voorgesteld wordt om het resterende tekort in 2010 opnieuw als een taakstellende bezuiniging opnemen. De inwonerbijdrage van de specials begeeft zich eveneens op het niveau van 2009. Hierbij wordt opgemerkt dat zich inmiddels wel m.n. in personele zin mutaties hebben voorgedaan, die van invloed zijn op de hoogte van de bijdrage aan de clusters/districten. In afwachting van de verdere ontwikkeling van de clusters wordt voorgesteld om de inwonerbijdrage van de clusters op het niveau van 2009 te
GHOR
Brandweer
Noord- en OostGelderland
Noord- en OostGelderland
houden en de bestuurscommissies van de clusters zelf voorstellen te laten indienen voor wijzigingen op de clusterbegroting. Als gevolg van de clustervorming is: • De inwonerbijdrage van de special Achterhoek is vervallen en omgezet in een inwonerbijdrage voor Cluster Achterhoek Oost en een inwonerbijdrage voor Cluster Achterhoek West. • De inwonerbijdrage van special Noordwest Veluwe omgevormd tot een bijdrage voor Bovenclusterlijke taken Veluwe. Daarnaast is een inwonerbijdrage voor Cluster Veluwe Noord en een inwonerbijdrage voor Cluster Veluwe West onstaan. De uitkomst van deze berekeningen past in de bestaande uitgangspunten en geeft als uitkomsten: inwonerbijdrage bovenclusterlijk € 0,71 en voor beide clusters € 3,56 = totaal € 4,27 (is gelijk aan inwonerbijdrage 2009 + extra bijdrage waterongevallen). • De inwonerbijdrage van Cluster Stedendriehoek is gesplitst in een inwonerbijdrage voor Cluster EVA en een inwonerbijdrage voor Cluster Dselstreek. De splitsing heeft tot gevolg dat t.o.v. de begroting 2009 de inwonerbijdrage cluster EVA is gedaald en de inwonerbijdrage voor Cluster Dsselstreek is gestegen. • De loon-en prijsindex voor de clusters van € 0,05 is aan de batenkant van elk clusterprogramma als te realiseren dekking opgenomen. Naar aanleiding van de behandeling van de kadernota is de loon- en prijsindex nog niet verwerkt. Deze wordt als afzonderlijke wijziging ter vaststelling aangeboden.
Resultaat begroting 2010 Omschrijving Harmonisatie Special Achterhoek Cluster Achterhoek Oost Cluster Achterhoek West Special Veluwe Bovenclusterlijk Cluster Veluwe Noord Cluster Veluwe West Special Stedendriehoek Cluster Dsselstreek Cluster EVA GHOR
Inw. bijdrage le wijziging 2009
Inw. bijdrage begroting 2010
6.444.862 920.676 635.436
6.104.379 402.981 517.434 138.378
649.124 409.642
266.142 425.470 182.110 164.021 371.922
Tekort 2010 * 207.846
In de begroting 2010 is rekening gehouden de toetreding van de gemeenten Heerde en Hattem en uittreding van Deventer. De inwonerbijdrage in 2009 is nog gebaseerd op 874.181 inwoners, terwijl de begroting 2010 uitgaat van 808.527 inwoners. *) Dit betreft het tekort op bestaand beleid. Voor de uitkomsten van nieuw beleid wordt verwezen naar de Kadernota 2010-2013.
GHOR
Noord- en OostGelderland
Brandweer
Noord- en OostGelderland
Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Bijeen in de vergadering van 25 juni 2009 Gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 16 april 2009 Besluit: 1. Instemmen met de Programmabegroting 2010; 2. het tekort van € 209.206,- voor de brandweer en € 63.261,— voor de Ghor opnemen als een taakstellende bezuiniging; 3. Instemmen met het realiseren van investeringen voorzover binnen de opgenomen kapitaallasten dekking beschikbaar is.
De voorzitter
De ambtelijk secretaris
Mr. G.J. de Graaf
mr. M. Assies
Apeldoorn, 25 juni 2009
GHOR
Noord- en OostGelderland
Brandweer
Noord- en OostGelderland
Overzicht gemeentelijke inwonerbijdrage 2009 en 2010 Gemeente
Aantal inwoners
Brandweer 2Q09
(/m
GHOR o^nrt 2009
Specia|s 2009
. .. 1e wijz.
begroting ™%« 2009 t/m 1e wiiz.
Aantal
Primitieve . . „,„ begroting 2010
inwoners
inwoners Aalten Berkelland Bronckhorst Doetinchem Oost Gelre Montferland Oude IJsselstreek Winterwijk Totaal
27.667 45.136 37.834 56.241 29.859 34.978 39.920 29204 300.739
208227 340934 285.779 424816 225540 264.206 301.535 220.592 2.271.629
84.393 138178 115824 172 175 91 410 107.081 122.210 89.405 920.787
13.065 21.391 17.931 26654 14.151 16.577 18.919 13.841 142.529
305.685 500.504 419534 623.645 331.100 387.864 442665 323.837 3.334.834
27450 45 161 37.868 56.134 30.033 35.086 40.008 29.049 300.789
207.248 340966 285.903 423812 226.749 264899 302.060 219.320 2.270.957
Apeldoorn Brummen Deventer * excl nw.belek
155.065 21.201 97.377 32.983 33.057 23.670 46.760 410.113
1.171.282 160142 542168 249137 249696 178791 353.201 2.904.416
246.980 33768 151.012 52534 52652 37701 71 773 646.420
73.490 10048 40.492 15632 15.667 11.218 22.161 188.707
1.491.752 203.957 733.672 317.302 318.014 227.710 449.839 3.742.246
155.228 21.170
1 171.971 159.834
0
0
32.997 33.375 23.713 46982 313.465
249.127 251 981 179.033 354.714 2.366.661
22.229 26.278 42.361 26.472 22.798 23.191
167907 198.491 319973 199.956 172.204 175173
86483 102235 164.806 102.990 88.696 90.225
10.535 12.454 20.076 12.546 10.805 10.991
264.924 313.180 504.856 315.492 271.705 276.389
22.126 26312 43.078 26.675 22.637 23449 18286 11.710 194.273
167.051 198.656 325.239 201.396 170.909 177.040 138.059 88.411 1.466.761
808.527
6.104.378
Epe
Lochem Voorst Zutphen Totaal Elburg Ermelo Harderwijk Nunspeet Oldebroek Putten Meerde Hattem Totaal
Totaal
163.329
874.181
1.233.704
635.436
77.406
1.946.546
35083
0
1.031
36.114
6.444.833
2.202.643
409.674
9.059.740
. ?.U*?"r . Achterhoek
. ^lu*'er Achterhoek
131693
169096
Bovenclusterlij Cluster Veluwe Cluster Veluwe , ,, , ., _. ... k Veluwe Noord West 194273
74759
119514
_, „,. C uster EVA
Cluster . , IJsselstreek
211938
101527
83.997 138.193
303872 499.932 419.199 621.403 332.465 388.402 442.889 321.573 3.329.735
1.363.509 207.545
84.272 182.110
71.405 9.738 0 15.179 15.352 10.908 21.612 144.194
289.843 327.199 208.293 460.598 2.856.986 271.758 323.172 529.096 327.630 278.034 288.007 224.594 143.826 2.386.117
8.572.837
91.901 107.363 122.425 517.434
0
0
0
0
0
120.133 37973 0 25537 59865 18.352 0
0
0
0
0
15760 18.742 30684 19.000 16124 16.702 13025 8.341 138.378
65.098 41.688 266.142
425.470
0
0
10.178 12.104 19.816 12.270 10.413 10.787 8.412 5.387 89.365
402.981
517.434
138.378
266.142
425.470
164.021
182.110
371.922
0
0
164.021
Totaa
12627 20.774 17.419 25822 13.815 16.140 18404 13.363 138.363
115.876 171.770
88.890 402.981
GHOR „ 2009
78.769 93.671 153.358 94.963 80.588 83.478
0
Primitieve Programmabegroting 201 O
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland
Inhoudsopgave Leeswijzer Uitgangspunten Programma's Programma: Risicobeheersing Programma: Preparatie Programma: Repressie Programma: Nazorg Programma: Regionaal Veiligheidsbureau Programma: Regionale kwaliteitszorg Programma: Opleidingen Programma: Projecten Programma: Algemene dekkingsmiddelen VNOG Programma: Cluster BWAO (Achterhoek Oost) Programma: Cluster SBAW (Achterhoek West) Programma: Cluster IJsselstreek Programma: Cluster EVA Programma: Cluster Veluwe Noord Programma: Cluster Veluwe West Programma: Bovenclusterlijk Veluwe Noord en West Programma: GHOR Lijst van afkortingen Bijlagen: Kostprijs per product en specials
Programmabegroting 2010
20-4-2009
4 5 9 10 14 16 19 21 23 27 29 30 31 33 36 38 39 40 42 44 59 61
Leeswijzer Voor u ligt de begroting 2010. Als gevolg van de ontwikkelingen rond de clustervorming mag worden verwacht dat zich op het gebied van de specials in de komende jaren nog diverse ontwikkelingen voordoen. Deze specials verschillen naar gelang het cluster. De primitieve programma-begroting is gebaseerd op de bestaande besluitvorming tot begin 2009. Als vervolg hierop mag worden verwacht dat in de loop van 2009 nog voorstellen volgen voor de nieuwe samenwerkingsvormen in de clusters. Sinds enkele jaren is de begroting van de VNOG geharmoniseerd. De inwonerbijdrage bestaat derhalve uit twee componenten, te weten een geharmoniseerd deel en een deel ter dekking van de clusters c.q. specials. In het proces om te komen tot territoriale congruentie zijn op grond van een besluit van het AB van 18 december 2008, de gemeenten Heerde en Hattem toegetreden tot de VNOG. In deze begroting zijn de uitwerkingen van de congruentie meegenomen.
r V *• f •;
:• ., L
Na deze leeswijzer kunt u in het volgende hoofdstuk kennis nemen van de uitgangspunten die zijn gebruikt voor het opstellen van de begroting. Programma's De programmabegroting bestaat uit de 14 programma's voor de brandweer, één programma voor de Ghor, één programma voor het Regionale Veiligheidsbureau (dat voorheen nog multidisciplinaire voorbereiding werd genoemd) en één programma algemene dekkingsmiddelen. Per programma is aangegeven wat we binnen dat programma wensen te bereiken, en wat daarvoor moet worden gedaan. Daartoe zijn de doelen geformuleerd en wordt verwezen naar de gerelateerde beleidsnota's en lopende ontwikkelingen. Tevens worden de producten vermeld die onderdeel uitmaken van het programma. Vanzelfsprekend is ook de derde W-vraag, Wat mag het kosten? per programma opgenomen.
i vf
Paragrafen Na de programma's volgen de verplichte paragrafen waarin de begroting op een andere wijze wordt doorgelicht (niet vanuit de programma's). Het betreft de paragrafen: weerstandsvermogen, financiering en bedrijfsvoering. In BBV zijn ook nog andere paragrafen voorgeschreven, maar deze zijn niet van toepassing voor een gemeenschappelijke regeling in het algemeen of in onze situatie in het bijzonder. In de paragraaf weerstandsvermogen is het overzicht van de reserves en voorzieningen opgenomen. Aansluitend is nog een paragraaf met de algemeen gehanteerde waarderingsgrondslagen toegevoegd. Bijlagen De volgende bijlagen zijn bij deze begroting opgenomen: - Overzicht programma's met bijbehorende producten - Overzicht bijdragen per programma en product - Overzicht bijdragen per gemeente
r
L
Programmabegroting 2010
20-4-2009
Uitgangspunten Inleiding De basis voor deze begroting vormt de geharmoniseerde begroting 2008. In deze begroting is echter wel rekening gehouden met de toetreding van de gemeenten Meerde en Hatem en de uittreding van gemeente Deventer. Dit naar aanleiding van de besluitvorming daarover in het AB van 18 december 2008. De geharmoniseerde inwonerbijdrage is gebaseerd op 808.527 inwoners. De inwonerbijdragen van de specials is gebaseerd op respectievelijk: Cluster / Gemeente Vel u we Noord Elburg
Inwoners per 1 januari 2009 74.759 22.726
Oldebroek
22.637
Meerde
78.286
Hattem
11.710
Vel u we West Ermelo
26.312
Harderwijk
43.078
Nunspeet
26.675
Putten
23.449
Eva Apeldoorn Epe Voorst IJsselstreek Brummen
119.514
211.938 155.228 32.997 23.713
101.527 21.170
Lochem
33.375
Zutphen
46.982
Achterhoek West Bronckhorst
169.096 37.868
Doetinchem
56.134
Montferland
35.086
Oude IJsselstreek
40.008
Achterhoek Oost Aalten
131.693 27.450
Berkelland
45.161
Oost Gelre
30.033
Winterwijk
29.049
Totaal
808.527
Volgens de gebruikelijke procedure is in december 2008 aan het AB een voorstel voor de uitgangspunten voor de begroting (jaar 2010) aangeboden. Door het AB is gevraagd om vanwege de recente situatie de nieuwe macro economische cijfers van het CPB af te wachten en aan te sluiten bij de verwachte bijstelling die ook door de gemeenten zal worden gehanteerd. Dit heeft geresulteerd in een bijstelling van het indexcijfer voor de
Programmabegroting 2010 20-4-2009
lonen naar 1,75% (was 3,5% volgens CPB sept. '08) en een bijstelling voor de prijsindex overheidsconsumptie netto materieel naar 1,25% (was 3,25%). Een voorstel voor de te hanteren uitgangspunten is uitgewerkt in de Kadernota 2010-2013. Als gevolg van deze werkwijze is de invloed van de loon- en prijsindex op de inwonerbijdrage niet meegenomen in de uitkomst van de primitieve begroting. Besloten is om deze aan de orde te laten komen bij de behandeling van de Kadernota. De voorstellen uit de kadernota zullen in de vorm van begrotingswijzigingen afzonderlijk ter vaststelling worden aangeboden. Hierbij wordt opgemerkt dat de onderwerpen wel alvast zijn opgenomen, maar echter via neutrale stelposten zijn verwerkt. Voor de tijdelijke effecten van de congruentie geldt dat deze dienen te worden afgedekt door een bijdrage van IJssel-Vecht. In deze begroting worden de gevolgen van de congruentie en de vorming van Meldkamer Oost Nederland (MON) buiten beschouwing gelaten. Deze aspecten leiden tot een belangrijke incidentele verstoring van het begrotingsresultaat. Daarbij komt dat de gesprekken met RIJV en Deventer nog moeten plaatsvinden om tot een vergelijk te komen over de financiële gevolgen van de congruentie en het uitstel van de vorming van MON. In overleg met de accountant zal worden getracht om in een meerjarig kader, waarin wel sprake is van een budgettair neutraal verloop, tot een financieel-technische oplossing te komen die niet leidt tot een onevenredige verstoring van het begrotingsresultaat. In het AB van 26 maart 2009 heeft de inhoudelijke behandeling van de kadernota 20102013 plaatsgevonden.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
Wijzigingen t.o.v. begroting 2009 Organisatorische wijzigingen Operationeel komt de intergemeentelijke samenwerking op het gebied van de brandweer steeds verder van de grond. Ook in bestuurlijk opzicht worden stappen gezet in de clusterontwikkeling. De districten Achterhoek en Noordwest Veluwe zijn afgebouwd en worden omgevormd tot clusters van elk vier gemeenten die samenwerken. Het bestaande programma voor de clusters van de Stedendriehoek is gesplitst in een afzonderlijk programma voor Cluster Eva en een afzonderlijk programma voor Cluster IJsselstreek. De invulling van de samenwerking in de clusters en het tempo van de invoering verschilt onderling. Daarmee kunnen de deelnemers in elk cluster optimaal invulling geven aan de lokale kwaliteitsverbetering. In diverse gebieden bestaat het voornemen om per cluster een bestuurscommissie in te stellen waardoor het subsidiariteitprincipe blijft gewaarborgd. De gemeenschappelijke regeling van de VNOG biedt hiervoor mogelijkheden. Als gevolg van deze ontwikkelingen hebben in de begroting van de VNOG onder andere volgende wijzigingen plaatsgevonden. 1. De huisvestingskosten zijn in 2010 verantwoord op een kostenplaats i.p.v. een product. 2. De stallingkosten zijn zo mogelijk samengevoegd op een kostenplaats (nr. 5103) 3. De kostenplaatsen huisvesting Harderwijk en Doetinchem zijn vervallen. 4. De producten van District Achterhoek (nrs. 6420 tm 6430) zijn geheel komen te vervallen. Er is een nieuw programma gemaakt voor cluster Achterhoek Oost en een nieuw programma voor Cluster Achterhoek West (resp. nrs. 6435 en 6436) 5. De producten van district Noordwest Veluwe (nrs. 6440 tm 6440) zijn geheel komen te vervallen. Er is een nieuw programma aangemaakt voor bovenclusterlijke taken Veluwe (nr. 6449) met betrekking tot extra waterongevallenbestrijding, hoogwerkers en veetakels. Verder zijn nieuw programma's gemaakt voor Cluster Veluwe Noord (nr. 6450) en voor Cluster Veluwe West (nr. 6451). 6. De inwonerbijdrage van Cluster Stedendriehoek is gesplitst in inwonerbijdrage Cluster Eva en inwonerbijdrage Cluster IJsselstreek. 7. Het product waterongevallen Stedendriehoek is ondergebracht bij Cluster EVA en Cluster IJsselstreek. 8. Het product Voormalig personeel (nr. 6463) is nog wel aanwezig maar zonder inwonerbijdrage. Deze is ondergebracht bij de Cluster EVA en Cluster IJsselstreek. 9. Eveneens is het product Natuurbrand Stedendriehoek (nr. 6465) waar noodzakelijk verantwoord op de Clusters EVA en IJsselstreek. 10. Het product Nieuwbouw 6551 is niet meer opgenomen.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
Financiële aspecten De inwonerbijdrage van de primitieve programmabegroting 2010 is gebaseerd op het bestaande beleid uit de programmabegroting 2009 tot en met de le wijziging 2009. De diverse beleidsvoornemens uit de kadernota 2010-2013 zijn echter wel meegenomen, maar verantwoord op het programma Algemene dekkingsmiddelen waarbij aan de batenkant een stelpost is meegenomen voor te realiseren dekking. In het kort kunnen hiervoor volgende bijzondere posten worden genoemd. • De loon- en prijsindex van respectievelijk 1,75% over de loonkosten en 1,25% over goederen en diensten (overheidsconsumptie netto materieel) • De kosten van de projecten Gemeenschappelijke Meldkamer Apeldoorn (GMA) en de fusie met meldkamer IJsselland resulterend in Meldkamer Oost Nederland (MON). De gevolgen van de congruentie De stijging van de bijkomende lasten van de nieuwbouw Vervanging materieel en voertuigen Beheerskosten C 2000 Bijdrage aan de raad voor de multidisciplinaire informatievoorziening (raad MIV) Toename contributie NVBR Kennismanagement risicobeheersing Maatgevend risico natuurbrand Team Brand Onderzoek (TBO) Uitbreiding formatie risicobeheersing Operationele Informatie Voorziening (OIV) Multidisciplinair Opleiden Trainen en Oefenen (OTO) Chief Information Officer 2e kwaliteitsronde K&P Calamiteitencoördinator GMA Opschaling witte kolom Als gevolg van de clustervorming is: • De inwonerbijdrage van de special Achterhoek vervallen en omgezet in een inwonerbijdrage voor Cluster Achterhoek Oost en een inwonerbijdrage voor Cluster Achterhoek West. • De inwonerbijdrage van special Noordwest Veluwe omgevormd tot een bijdrage voor Bovenclusterlijke taken Veluwe. Daarnaast is een inwonerbijdrage voor Cluster Veluwe Noord en een inwonerbijdrage voor Cluster Veluwe West ontstaan. De uitkomst van deze berekeningen past in de bestaande uitgangspunten en geeft als uitkomsten: inwonerbijdrage bovenclusterlijk € 0,71 en voor beide clusters € 3,56 = totaal € 4,27 (is gelijk aan inwonerbijdrage 2009 + extra bijdrage waterongevallen). • De inwonerbijdrage van Cluster Stedendriehoek gesplitst in een inwonerbijdrage voor Cluster EVA en een inwonerbijdrage voor Cluster IJselstreek. De splitsing heeft tot gevolg dat t. o. v. de begroting 2009 de inwonerbijdrage cluster EVA is gedaald en de inwonerbijdrage voor Cluster Dsselstreek is gestegen. • De loon- en prijsindex voor de clusters van € 0,05 aan de batenkant van elk clusterprogramma als te realiseren dekking opgenomen.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
8
Programma's
Programmabegroting 2010 20-4-2009
Programma:
Risicobeheersing
Programmahouder: Budgethouder:
dhr. HJ. Kaiser dhr. A. van Gulik
Omdat de werkzaamheden van Pro-actie en Preventie vaak door elkaar verweven zijn, is met ingang van 2009 sprake van één programma Risicobeheersing. Achtereenvolgens treft u de beleidsinhoudelijke toelichting aan voor Pro-actie en Preventie, daarna volgt een overzicht met de gecumuleerde uitgaven voor het programma Risicobeheersing. Wat willen we bereiken?
De kernopdracht van brandweer risicobeheersing is het vroegtijdig voorkomen en beperken van risico's en bedreigingen, die maatschappelijk gezien niet acceptabel worden geacht uit het oogpunt van de fysieke veiligheid van burgers en hulpverleners in Noord- en Oost-Gelderland. Deze kernopdracht is verankerd in wet- en regelgeving. De regionale brandweer is wettelijk bevoegd de colleges van burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren op het gebied van risicobeheersing fysieke veiligheid. Mogelijk zal in 2009 de Wet Veiligheidsregio's in werking getreden zijn1. Deze wet houdt een versterking in van de adviesrol van de brandweer. In de Wet milieubeheer zijn wettelijke adviestaken van de regionale brandweer met betrekking tot externe veiligheid vastgelegd (Bevi2), alsmede in de aanwijzing van en het toezicht op de meest risicovolle bedrijven waar het gaat om preventie en beheersing van gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn (Brzo3). De regionale brandweer is bovendien wettelijk toezichthouder op de naleving van de voorschriften van de vuurwerkregels bij de opslag en bewerking van vuurwerk (Vuurwerkbesluit in het kader van de Wet Milieubeheer, Wm). De reguliere brandpreventietaak ligt op gemeentelijk niveau. Daarnaast zal de (relatief nieuwe) Wet ruimtelijke ordening (Wro) een verruiming betekenen van de reikwijdte van het bestemmingsplan met de mogelijkheid om van het begin af aan belangen van milieu en veiligheid mee te wegen in de besluitvormings. Hierbij gaat het om Wm-milieukwaliteitseisen met betrekking tot (externe) veiligheid, verantwoordelijkheden van provincie en Rijk met betrekking tot calamiteiten van bovenlokale aard met inachtname van Europees en internationaal beleid en regelgeving. VNOG heeft in het bijzonder oog voor de maatgevende bovenlokale risico's en calamiteiten in het verzorgingsgebied: Maatgevende risico's volgens de Leidraad Maatramp 1. Brandbaar/ explosieve stoffen
Overige reële risico's en calamiteiten Onveilige bouw en gebruik van (tijdelijke) objecten en inrichtingen, in het bijzonder complexe en grootschalige (hoog)bouw en risicovolle evenementen Ongevallen onderweg: op de weg, te water, op het spoor en in de lucht Epidemie / ziektegolf Nucleaire, biologische en chemische terroristische (NBC) incidenten Vitale infrastructuur
2. Giftige stoffen 3. 4. 5. 6.
Overstromingen Natuurbranden Extreme weersomstandigheden Uitval nutsvoorzieningen
Deze wet komt in plaats van de Brandweerwet 1985, de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo) en de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. 2 Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi, 2004) in het kader van de Wet Milieubeheer. 3 Besluit risico's zware ongevallen (Brzo, 1999) in het kader van de Wet Milieubeheer.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
10
Dit vraagt om specialistische brandweerexpertise op het gebied van risicobeheersing. Gestreefd wordt naar versterking van de multidisciplinaire advisering door VNOG op het gebied fysieke veiligheidsvraagstukken. Er wordt ingezet op het ontwikkelen van een sterke organisatie van risicobeheersing, een samenspel van concern en clusters. Beoogd wordt het volgende te bereiken: Risicobeheersing - Beleid, strategie en organisatie VNOG beschikt over een strategische en planmatig functionerende organisatie van risicobeheersing (concern en clusters). Het brandweerbeleid risicobeheersing speelt in op multidisciplinaire ontwikkelingen met een duidelijke visie op de wijze waarop risicobeheersing bijdraagt aan de bevordering van fysieke veiligheid van burgers en hulpverleners in Noord- en Oost- Gelderland. Deze visie heeft draagvlak onder de gemeentelijke (brandweer)organisaties en past binnen de Wet Veiligheidsregio's. Bestuurders en ambtelijke samenwerkingspartners weten binnen welke kaders op welke wijze zij met de brandweer dienen samen te werken om de wettelijke en wenselijke vroegtijdige advisering ten aanzien van fysieke veiligheid mogelijk te maken. Nieuwe kennisdomeinen op het terrein van fysieke veiligheid en risico's die zich mogelijk kunnen voordoen in Noord- en Oost-Gelderland worden vroegtijdig onderkend en onderzocht op gevolgen voor het optreden van de brandweer in alle schakels van de veiligheidsketen met verspreiding van deze nieuwe kennis binnen en buiten de brandweerorganisatie. Risico-inventarisatie, analyse en onderzoek Het risicoprofiel van Noord en Oost-Gelderland is in beeld gebracht en geactualiseerd wat betreft maatgevende, bovengemeentelijke en bijzondere risico's op het gebied van fysieke veiligheid. Nieuwe / latente risico's op het terrein van fysieke veiligheid die zich mogelijk kunnen voordoen in Noord- en Oost-Gelderland worden vroegtijdig onderkend en onderzocht op gevolgen voor het optreden van de brandweer in alle schakels van de veiligheidsketen. Gevaarlijke stoffen en externe veiligheid Het bevoegd gezag van provincie en gemeenten is tijdig, professioneel en conform regelgeving geadviseerd over de wijze waarop risico's en bedreigingen met betrekking tot gevaarlijke stoffen vroegtijdig voorkomen en beperkt dienen te zijn in en om de gebieden en inrichtingen waar zij verantwoordelijkheid draagt voor de (brand)veiligheid en externe veiligheid. Fysiek veilig bouwen en gebruiken Het bevoegd gezag van provincie en gemeenten is tijdig, professioneel en conform regelgeving geadviseerd over de wijze waarop risico's en bedreigingen met betrekking tot complexe bouw risicovolle evenementen vroegtijdig voorkomen en beperkt dienen te zijn in en om inrichtingen waar zij verantwoordelijkheid draagt voor de fysieke (brand)veiligheid. Maatgevend Risico Natuurbranden Bevoegd gezag van betrokken (overheids)instanties en operationele onderdelen van de hulpverleningsorganisaties in Noord- en Oost-Gelderland zijn en blijven vroegtijdig, deskundig en onafhankelijk geïnformeerd over (rest)risico's van natuurbranden in het verzorgingsgebied en (door hen) te nemen pro-actieve veiligheidsmaatregelen. Risico-informatievoorziening veiligheidsketen Belanghebbenden in de schakels preventie, preparatie, repressie en nazorg van de veiligheidsketen beschikken over de risico-informatie die de brandweer genereert in de schakel pro-actie en preventie en borgt in de operationele informatievoorziening.
Programmabegroting 2010 20-4-2009
11
Wat gaan we daarvoor doen? Uitgangspunten 2010 VNOG geeft uitvoering aan haar taken risicobeheersing volgens het Wetsvoorstel Veiligheidsregio's en de bestuursopdrachten 'risicoprofiel' en 'bestuurlijke vormgeving'. Hieronder valt ook risicobeheersing van natuurbranden in lijn met het bestuurlijk draagvlak hiervoor. Deze taken betreffen intensivering van bestaand beleid. Risicobeheersing - Beleid, strategie en organisatie VNOG coördineert in samenspraak met het Leidinggevenden Overleg Risicobeheersing de totstandkoming en uitvoering van brandweerbeleid op dit terrein. De brandweertaken worden geborgd in de risicobeheersingorganisatie van de VNOG, een samenwerking tussen concern en clusters. Bevorderd wordt dat advisering en toetsing van fysieke veiligheidsvraagstukken in alle gemeenten eenduidig en professioneel plaatsvindt conform wet- en regelgeving en binnen de beleidskaders van VNOG en gemeenten. VNOG coördineert ter ondersteuning hiervan de totstandkoming van regionale richtlijnen risicobeheersing. In samenspraak met de gemeentelijke brandweerorganisaties zorgt VNOG voor de vertaling van nieuwe ontwikkelingen naar het brandweerbeleid risicobeheersing en levert inhoudelijke bijdragen aan het landelijk NVBR Netwerk Pro-actie (LNP) en van het Landelijk Netwerk voor de Brandpreventie (LNB, met name cluster Kennis & Kwaliteit). VNOG ondersteunt de clusters op het gebied van risicobeheersing ook op het gebied van kennismanagement en coördineert vakinhoudelijke afstemming in het Regionale Preventieoverleg (RPO). Naast de jaarlijkse Regionale Themadag voor Preventisten worden aanvullend regionale themamiddagen voor deze doelgroep georganiseerd.
•; ,.
f
| *• {• , ;
-
| ^ ;;
VNOG ondersteunt de gemeentelijke (brandweer) organisatie in activiteiten op het gebied van publieke risicocommunicatie en voorlichting in Noord- en Oost-Gelderland. In 2009 en 2010 vindt deze ondersteuning plaats in de vorm van het Project Risicocommunicatie dat gefinancierd wordt in het kader van PUEV2, het Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2006 - 2010. Risico-inventarisatie, analyse en onderzoek In 2010 dient het risicoprofiel van de veiligheidsregio in beeld gebracht te zijn (Wetsvoorstel Veiligheidsregio's, raamwerk Convenant Veiligheidsregio's), een samenwerkingproduct van concern (regie) en clusters. Op dit terrein vindt doorontwikkeling plaats van de activiteiten die in 2009 ten behoeve van het Project Risicoprofiel (bestuursopdracht) in gang zijn gezet, te weten ontwikkeling van methode, scenariokeuze en uitwerking van scenario's op het gebied van o.a. natuurbranden en stroomuitval. Dit alles in aansluiting op de Nationale Risicobeoordeling (NRB) van het Programma Nationale Veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken. VNOG fungeert als regionaal kennis- en expertisecentrum voor complexe vraagstukken op het gebied van risicobeheersing ten behoeve van fysieke veiligheid. In 2010 kan in dit opzicht een versteviging worden verwacht van de landelijke voortrekkersrol zoals VNOG in 2008 en 2009 heeft neergezet op het gebied van natuurbranden in het kader van het Programma Nationale Veiligheid. Gevaarlijke stoffen en externe veiligheid VNOG verleent veiligheidsadviezen in het kader van Bevi4, Brzo, Vuurwerkbesluit, complexe Wm-aanvragen5 en overige complexe risico-vraagstukken. In het kader van Brzo wordt blijvend aangestuurd op kwaliteitsverbetering ten aanzien van inhoud en operationele informatievoorziening door samenwerking met de twee andere brandweerregio's in Gelderland.
t
^ '
L
,
;j * f J J-
l 4 5
Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi, 2004) in kader van Wet milieubeheer. Wet milieubeheer
Programmabegroting 2010
20-4-2009
12
Beleidsadvisering aan de milieuregio's neemt toe. Dit betreft een wettelijke taak. Medeoverheden waaronder de provincie zullen in toenemende mate een beroep gaan doen op VNOG voor advisering vergunningverlening, toetsing en handhaving in het kader van de Wabo (omgevingsvergunning). Hiervoor zullen dan kosten in rekening gebracht gaan worden. Fysiek veilig bouwen en gebruiken VNOG verleent veiligheidsadviezen in het kader van complexe bouw, risicovolle evenementen en provinciale inrichtingen en overige bijzondere en complexe risicovraagstukken. Tevens legt VNOG beleid en richtlijnen voor aan de gemeentelijke organisatie inzake risicobeoordeling en advisering van evenementen. Op verzoek wordt geadviseerd inzake bovengemeentelijke veiligheidsvraagstukken waaronder verzoeken om "second opinion". Maatgevend Risico Natuurbranden VNOG voert haar taken uit in de CRN Veluwe (plv. voorzitterschap en werkgroep risicobeheersing). VNOG vervult namens de Commissie Risicobeheersing Natuurbranden Veluwe (CRN Veluwe) de rol van adviseur natuurbranden in de Veluwecommissie, het Programma Veluwe 2010 en het programma Natura 2000. Tevens wordt een bijdrage geleverd aan het landelijk vervolgtraject natuurbranden dat naar verwachting in 2009 in gang zal zijn gezet naar aanleiding van de landelijke agendering van het maatgevend risico natuurbranden door VNOG / CRN Veluwe. Dit levert winst op voor VNOG in termen van de natuurbrandrisicokaart Veluwe (in samenwerking met o.a. IPO) en initiatieven op het gebied van natuurbrandonderzoek. Tevens wordt ook in 2010 een bijdrage geleverd aan de pilot Zelfredzaamheid bij Natuurbranden - Veluwe, dat in samenwerking met de Provincie Gelderland (projectleiding en financiële administratie) wordt uitgevoerd met subsidie van het ministerie van BZK (start in voorjaar 2009). VNOG levert hieraan een formatieve bijdrage. Risico-informatievoorziening veiligheidsketen VNOG zorgt voor de incorporatie van risico-informatie in het systeem van operationele informatievoorziening. De Sector Risicobeheersing draagt bij aan de totstandkoming van dynamische bereikbaarheidskaarten met risico-informatie uit de schakels pro-actie en preventie. Wat mag het kosten?
Formatie: Programma
Realisatie 2008
2009
2010
7,5
7,5
8,1
2009
2010
Risicobeheersing Lasten en baten:
Realisatie 2008 901.917
Product Lasten Baten Opname uit de reserves
879.347 18.000
Saldo / inwonerbijdrage
4.570 € 0,01
Bijdrage per inwoner in centen
Programmabegroting 2010
20-4-2009
13
711.993
732.419
711.993
732.419
0
0
0,00
0,00
r
Programma:
Preparatie
Programmahouder:
dhr. H.J. Kaiser
Budgethouder:
dhr. A. Buiting
Wat willen we bereiken? De schakel Preparatie van de veiligheidsketen is onlosmakelijk verbonden met de daaropvolgende schakel Repressie. Daar waar Repressie met name ziet op het daadwerkelijk optreden door de brandweer omvat de schakel Preparatie alle activiteiten ter voorbereiding op het daadwerkelijk optreden. Doelstellingen: Het in voorbereidende zin bijdragen aan het daadwerkelijk optreden van de brandweer bij brand, rampen en zware ongevallen in het verzorgingsgebied van de VNOG. Het zorgdragen voor de coördinatie van de voorbereiding op het daadwerkelijk optreden door de brandweer in geval van brand, rampen en zware ongevallen in het verzorgingsgebied van de VNOG. Beleidskaders Brandweerwet 1985, Wet Rampen en Zware Ongevallen, Gemeenschappelijke regeling VNOG, afspraken met deelnemende gemeenten en derden die van invloed zijn op de taakuitoefening door de VNOG (convenanten NBC-steunpuntregio, Heliblussing, luchtverkenning natuurbranden). Beoogd effect Het verder verbeteren en versterken van brandweerzorg in de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland in samenwerking met de clusters en de deelnemende gemeenten en de veiligheidspartners van de VNOG. Wat gaan we daarvoor doen? In 2010 gaat de sector Operationele Voorbereiding binnen de producten in het programma Preparatie de volgende activiteiten uitvoeren. Deze activiteiten zijn in hoofdlijnen beschreven. De sector Operationele Voorbereiding maakt voor de verdere invulling van zijn taken een jaarplan. Planvorming en procedures In het kader van de planvorming & procedures worden activiteiten verricht als het actueel houden van het regionaal dekkingsplan (met kazernevolgordetabel en de modelalarmregeling) en het vastleggen van bijstandprocedures. Daarnaast zijn er uniforme protocolkaarten ontwikkeld die in de VNOG worden gebruikt. Rampen- en crisisbeheersing Op het vlak van de rampen- en crisisbeheersing wordt uitvoering gegeven aan het multidisciplinair oefenen van operationele en gemeentelijke rampenstaven (CoPI, ROT, RBT, GRS) en specifieke Multi-oefeningen. De regie voor de uitvoering van deze taak berust bij het Regionaal Veiligheidsbureau. In het kader van de invulling van de Basisvereisten crisismanagement, die zijn opgenomen in de Kwaliteits-AMvB bij de Wet Veiligheidsregio's en in het Convenant met de Minister van BZK, worden nadere eisen gesteld aan de crisisorganisatie. Het gaat daarbij ondermeer om het tijdig kunnen beschikken over de benoemde sleutelfunctionarissen in geval van een ramp of crisis. Deze dienen eveneens geoefend te zijn.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
14
: E f '.
i t j" i .,. ^
r | r
•; ;
.. i », , * f') "j
Operationele Informatievoorziening Operationele informatievoorziening binnen de schakels preparatie en repressie speelt een steeds belangrijkere rol. Om de aanwezige (operationele) informatie te kunnen ontsluiten en beschikbaar te maken voor preparatieve en repressieve doeleinden zijn op basis van het meerjarige Beleidsplan Operationele Informatievoorziening en de daarop gebaseerde jaarlijkse Informatieplannen meerdere projecten benoemd De informatiearchitectuur en het koppelen van informatiebronnen worden verder opgebouwd. De invoering van de Wet Veiligheidsregio's en de eisen die door de bij de wet behorende Kwaliteits-AMvB aan de crisisorganisatie worden gesteld raken nadrukkelijk het terrein van de OIV. De veiligheidsregio's dienen verder te investeren in middelen voor de uitvoering en ondersteuning van -systemen voor- de crisiscommunicatie. Oefenen In aansluiting op de resultaten van de Taskforce Oefenen is het Regionaal Oefenbeleid Brandweer VNOG 2009-2012 ontwikkeld. Dit beleid vormt de basis voor het oefenbeleid in de VNOG. Voor de clusters is een format Meerjarenoefenbeleidsplan ontwikkeld voor dezelfde periode. Daarnaast vindt registratie plaats van oefeningen, oefenprestaties en inzetgegevens, waarmee invulling wordt gegeven aan het cyclisch karakter van het oefenen. Daarvoor is een registratiesysteem in gebruik. Met behulp van de Regionale Monitor Oefenen (RMO) en de Beheerssysteem Oefenen is inzicht gegeven in de beleidsmatige, personele en financiële gevolgen van de verdere ontwikkeling van het oefenen door de Brandweer in de VNOG. Hierbij moet gedacht worden aan het aantrekken van formatie op het gebied van oefencoördinatie, -leiding en instructie. Wat mag het kosten?
Formatie Product Preparatie Rampen en crisisbeheersing Planvorming / procedures Operationele informatievoorziening Beheer RROL Deelname aan RROL- piketten Totaal
Realisatie 2008
2009
2010
0,90 1,90 3,50 1,65
0,8 1,8 3,6 1,8
7,95
0,2 1,8 3,8 1,95 3,0 10,75
Realisatie 2008
Begroting 2009
Begroting 2010
8,0
Lasten en baten:
Product Lasten Rampen en crisisbeheersing Planvorming / procedures Operationele informatievoorziening Beheerskosten RROL Totaal lasten Baten Rampen en crisisbeheersing Planvorming / procedures Operationele informatievoorziening Beheerskosten RROL
107.937 192.568 428.517 478.518 1.207.947
8.621 201.659 442.668 626.206 1.279.154
71.144 171.975 412.859 383.247 1.039.225
108.138 0 0 322.987 431.125 776.822 0,96
8.621 0 0 485.103 493.724 785.430 0,90
71.144 0 0 306.270 377.414 661.811 0,82
Totaal baten Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner in centen
Programmabegroting 2010 20-4-2009
15
Programma:
Repressie
Programmahouder: Budgethouder:
dhr. H.J. Kaiser dhr. A. Buiting
Wat willen we bereiken? De schakels Preparatie en Repressie van de veiligheidsketen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daar waar Repressie met name ziet op het daadwerkelijk optreden door de brandweer omvat de schakel Preparatie alle activiteiten ter voorbereiding op het daadwerkelijk optreden. Doelstellingen programma Repressie: Het leveren van een in brandweertechnisch opzicht kwalitatief goede bijdrage aan het bestrijden van brand, rampen en zware ongevallen, waaronder het grootschalig optreden, in en buiten het verzorgingsgebied van de VNOG. Het met daartoe voldoende gekwalificeerd personeel, gebruikmakend van een goed functionerende alarmcentrale op een te verantwoorden wijze en op basis van eenduidige processen zorgdragen voor een adequate en resultaatgerichte afwikkeling van verzoeken om brandweerhulp en het alarmeren van brandweereenheden en operationeel leidinggevenden in geval van brand, rampen en zware ongevallen in het verzorgingsgebied van de VNOG. Beleidskaders Brandweerwet 1985, Wet Rampen en Zware Ongevallen, Gemeenschappelijke regeling VNOG, afspraken met deelnemende gemeenten en derden die van invloed zijn op de taakuitoefening door de VNOG (convenanten NBC, Heliblussing, luchtverkenning). Beoogd effect Het verder verbeteren en versterken van brandweerzorg in de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland in samenwerking met de clusters en de deelnemende gemeenten en de veiligheidspartners van de VNOG. Wat gaan we daarvoor doen? In 2010 gaat de sector Operationele Voorbereiding binnen de producten in het programma Repressie de volgende activiteiten uitvoeren. Deze activiteiten zijn in hoofdlijnen beschreven. De sector Operationele Voorbereiding maakt voor de verdere invulling van zijn taken een jaarplan. Gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen betreft het beheren van de regionale Organisatie Ongevalbestrijding Gevaarlijke stoffen (OGS), incl. de waarschuwings en verkenningsdienst (WVD) en de bestrijding van nucleaire, biologische en chemische incidenten (NBC). De VNOG is één van de zes steunpuntregio's in Nederland voor de uitvoering van de NBC-taak. Wereldwijd wordt hierbij de afkorting CBRN gebruikt (Chemical, Biological, Radiological, Nuclear). Natuurbrandbestrijding Natuurbrand vormt voor de brandweer in de VNOG één van de maatgevende risico's, waarop de brandweer zich dient te prepareren. De Strategie Nationale Veiligheid heeft hiervoor nadrukkelijk aandacht, naast andere landelijke scenario's zoals overstroming en gevaarlijke stoffen. De voorbereiding op het bestrijden van natuurbranden vraagt om een gezamenlijke aanpak en het kunnen beschikken over specialistisch materieel. Onderdeel van dit product vormen het beheer van het meetsysteem natuurbrandrisico en de uitvoering van het convenant Heliblussing.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
16
r
j t i „ i
~
;;
h
r f ,• | /T
i
| :
, \L
„
Grootschalig optreden Door de minister van BZK is een nieuwe visie ontwikkeld op de vorming en samenstelling van de brandweercompagnie. De huidige inrichting van het grootschalig optreden van de Brandweer VNOG is daarop gebaseerd. Voor de taak technische hulpverlening geldt een interimbeleid. De verdeling van het materieel voor het grootschalig optreden over de korpsen is vastgelegd. Gemeenschappelijke Meldkamer Apeldoorn (GMA) Het beheren van de GMA is een wettelijke taak van de Veiligheidsregio. Het gaat hierbij om het afwikkelen van meldingen van burgers inzake hulp door de brandweer, politie of ambulancedienst, het beheren van het Geïntegreerd Meldkamer Systeem (GMS) en het beheren van het C2000 systeem / de C2000 apparatuur. Dit geschiedt door de GMAorganisatie. Daarnaast is er een separate verantwoordelijkheid voor brandweerspecifieke zaken die verband houden met de (kunnen) afhandelen van meldingen. De brandweer is bovendien eigenaar van het proces 'opschaling' binnen de GMA. Verbindingen & alarmering Verbindingen en alarmering ondersteunt het grootschalig optreden en de GMA-taak. In de praktijk betekent dit ondermeer het verder ontwikkelen en inrichten van het Regionaal Coördinatie Centrum (RCC), het technisch ondersteunen van het systeem voor groepsalarmering en het onderzoeken van nieuwe verbindingsmogelijkheden. Regionaal Brandmeld Systeem (RBS) Voor een groot aantal bedrijven en instellingen in de regio is aansluiting op een brandmeldsysteem met automatische doormelding voorgeschreven. De VNOG beheert hiertoe het Regionaal Brandmeldsysteem. Het betreft een tariefgestuurd product. Regionale Regeling Operationele Leiding (RROL) De RROL is een door de gemeenten aan de regio opgedragen taak. Activiteiten zijn het beheren en evalueren van de Regeling, het opleiden en (realistisch) oefenen van de functionarissen binnen de RROL en het deelnemen aan de diverse piketfuncties. Materieel De Brandweer VNOG beschikt over een grote verscheidenheid aan materieel en materiaal. Daarbij valt te denken aan rijks- en regionale voertuigen, inventaris, haakarmbakken, gaspakken, meetapparatuur etc. De Brandweer VNOG geeft op basis van regionaal beleid (regionaal en BZK-)materieel in bruikleen aan korpsen van de deelnemende gemeenten. Projecten Gemeenschappelijke Meldkamer Oost-Nederland Het project Gemeenschappelijke Meldkamer Oost zal van invloed zijn op het takenpakket van de sector Operationele Voorbereiding, afhankelijk van de positionering van de MON binnen de Veiligheidsregio.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
17
Wat mag het kosten? Formatie Product Repressie Gevaarlijke stoffen
Natuurbrandbestrijding Grootschalig optreden
Gemeenschappelijke Meldkamer
Realisatie 2008 2,10 0,90 1,30 17,97
Apeldoorn (GMA) Verbindingen RBS RROL VROB Totaal
0,60 4,50 4,40 0,60 31,77
2009
2010
1,3 0,9 1,2 17,0
2,1 1,1 1,5 16,6
0,7 3,5 1,6 3,0 29,5
0,5 4,4 -
26,2
Lasten en baten: Product Lasten Gevaarlijke stoffen Natuurbrandbestrijding Grootschalig optreden Gemeenschappelijke Meldkamer Apeldoorn (GMA) Bestrijding waterongevallen Verbindingen RBS RROL VROB Totaal lasten Baten Gevaarlijke stoffen Natuurbrandbestrijding Grootschalig optreden Gemeenschappelijke Meldkamer Apeldoorn (GMA) Verbindingen RBS RROL Totaal baten Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner in centen
Realisatie 2008
Begroting 2009
Begroting 2010
274.665 90.039 275.804
588.096 86.209 443.825
587.265 97.824 351.276
1.853.836 255.000 303.067 694.493 1.502.685 56.505 5.306.094
1.427.483 255.000 241.218 642.120 1.489.214
2.013.702 255.000 225.847 690.327 1.496.632
5.173.165
5.717.874
0 0 443.825 0 56.740 0 947500 63.000
0 0 351.276 0 65.000 0 997.500 63.000
1.511.065 3.662.100 4,19
1.476.776 4.241.097 5,25
0 0 330.066 0 52.340 0 993.924 63.000 0 1.439.330 3.866.764 4,79
Programmabegroting 2010 20-4-2009
18
t
Programma:
Nazorg
Programmahouder: Budgethouder:
dhr. H.J. Kaiser dhr. A. van Gulik
Wat willen we bereiken? De kernopdracht van de brandweer in de schakel nazorg omvat het verrichten van alle brandweertaken die nodig zijn om de gevolgen van een incident voor de fysieke veiligheid van burgers en hulpverleners in Noord- en Oost-Gelderland zo snel mogelijk te beperken en bij te dragen aan het voorspoedig herstel van een normale situatie en verhoudingen. Taken van de brandweer in de schakel nazorg zijn verankerd in de deelprocessen van de rampenbestrijding alsmede in de Arbeidsomstandighedenwet. Beoogd wordt de volgende doelen te bereiken: Nazorg ter plaatse Getroffenen bij incidenten die in veiligheid zijn gebracht worden ter plaatse zo goed mogelijk geholpen en overgedragen aan de spoedeisende medische hulpverlening en psychosociale opvang. TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel VNOG verleent op zo goed mogelijke wijze ondersteuning aan de hulpverleners van brandweer en GHOR bij het psychosociaal en medisch opvang en herstel na inzet bij incidenten. Keteninformatievoorziening Belanghebbenden in de schakels pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg van de veiligheidsketen beschikken over de noodzakelijke incident- en effect-informatie, die de regionale brandweer genereert (borging in de operationele informatievoorziening). Werkprocessen nazorg De werkprocessen van de (regionale) brandweer in de schakel nazorg zijn verankerd in de organisatie van de (brandweer)veiligheidsketen. Strategisch beleid Nazorg Het strategisch brandweerbeleid op het gebied van nazorg bevat duidelijke visie, doelen en resultaten met betrekking tot de wijze waarop nazorg door de brandweer bijdraagt aan de bevordering van fysieke veiligheid in Noord- en Oost- Gelderland en heeft draagvlak in de regionale en gemeentelijke brandweerorganisatie.
Wat gaan we daarvoor doen? Werkprocessen nazorg VNOG draagt er toe bij dat de werkprocessen van de (regionale) brandweer in de schakel nazorg in kaart worden gebracht en geborgd in de organisatie van de veiligheidsketen, kolom brandweer. Nazorg ter plaatse In de hulpverlening aan getroffenen maakt de brandweer gebruik van de nazorgboxen als instrument om volwassenen en kinderen op weg te helpen bij de verwerking van het incident. De Sector Risicobeheersing beheert en verspreidt op aanvraag de nazorgboxen (met contactkaart) die de hulpverleners van de brandweer inzetten ter ondersteuning van de nazorg aan slachtoffers bij incidenten.
Programmabegroting 2010 20-4-2009
19
TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel VNOG geeft leiding en ondersteuning aan het Regionaal Coördinatie- en Bedrijfsopvangteam (RCBOT), een samenwerkingsvorm brandweer (concern en clusters) en GHOR. Twee psychosociaal deskundigen maken deel uit van het RCBOT. Leden van het RCBOT zijn bereikbaar voor de opvang van regionaal personeel brandweer en GHOR en geven op verzoek ondersteuning aan gemeentelijke brandweerkorpsen. Het RCBOT verzorgt de totstandkoming van regionaal (opleidings)beleid en coördineert de uitwisseling van informatie tussen sleutelpersonen in de VNOG. Informatievoorziening veiligheidsketen VNOG draagt er toe bij dat de regionale brandweer een plan van aanpak opstelt voor de het borgen van de incident- en effect-informatie brandweer in de operationele informatievoorziening. Strategisch beleid Nazorg VNOG zorgt voor de vertaling van nieuwe ontwikkelingen naar het brandweerbeleid op het gebied van nazorg. Tevens zal de totstandkoming van een brandweerbeleidsplan nazorg en herstel gestimuleerd worden. Hierin worden de werkprocessen nazorg die uit het operationeel optreden voortkomen in beeld gebracht. Coördinatie van het nazorgbeleid vindt plaats in samenhang met de schakel preparatie en repressie. Wat mag het kosten? Meerdere organisatie-onderdelen zetten formatie in voor uitvoering van de beschreven taken in de schakel Nazorg. Onderstaande tabel geeft alleen de formatie-inzet op concernniveau in het RCBOT weer (Sector Risicobeheersing). Evenals in vorige jaren wordt voor de inzet van de twee psychosociaal deskundigen (externen) in het RCBOT gebruik gemaakt van een samenwerkingscontract. Wat mag het kosten? Formatie: Product
Realisatie 2008
2009
2010
Nazorg Totaal
0,32 0,32
0,34 0,34
0,34 0,34
2009
2010
Lasten en baten: Product Lasten
Realisatie 2008 52.448
46.386
47.194
81
0
0
52.367 €0,06
46.386 €0,05
47.194 €0,06
Baten Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner in centen
Programmabegroting 2010 20-4-2009
20
Programma:
Regionaal Veiligheidsbureau
Program ma houder: Budgethouder:
dhr. H.J. Kaiser dhr. R. de Groot
Wat willen we bereiken? 1. Het RVB wil zorg dragen voor de multidisciplinaire coördinatie van de voorbereiding op het daadwerkelijk optreden door de hulpverleningsdiensten in geval van brand, rampen en zware ongevallen in het verzorgingsgebied van de VNOG. 2. Alle personen die betrokken zijn bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing (van zowel de eigen organisaties als die van eventuele derden) voor hun (neven-)functie dienen goed te zijn opgeleid en periodiek geoefend te worden. Hiermee wordt de kwaliteit van de crisisorganisatie gewaarborgd dan wel verhoogd. Wat gaan we daarvoor doen? Per product wordt aangegeven welke activiteiten worden ondernomen om de doelstellingen te behalen. Hierbij dient vermeld te worden dat de oorspronkelijke plannen niet zijn opgenomen in verband met de financiële beperkingen. Door het houden van COPI trainingen, ROT trainingen en GRS oefeningen wordt getracht de minimale basis van de rampenbestrijding en crisisbeheersing op hetzelfde niveau te houden. De gewenste kwaliteitsverbetering is hierdoor niet mogelijk. Daarnaast dient te worden toegelicht dat voor het verzorgen van kwalitatief goede trainingen en oefeningen het nodig is om een extern bureau te betrekken. De voorbereiding en organisatie wordt verzorgd door het Regionaal Veiligheidsbureau en de uitvoering en evaluatie door een extern bureau. Dit is in lijn met de functie van het Regionaal Veiligheidsbureau als coördinatiebureau. Producten: Opleiden, trainen en oefenen 1. Het organiseren, (laten) uitvoeren en (laten) evalueren van ROT trainingen. 2. Het organiseren, (laten) uitvoeren en (laten) evalueren van COPI trainingen. 3. Het organiseren, (laten) uitvoeren en (laten) evalueren van gemeentelijke rampenstafoefeningen. 4. Het opstellen en bestuurlijk laten vaststellen van een multidisciplinair opleidings- en oefenplan. Planvorming 5. Bijdragen aan het opstellen en bestuurlijk laten vaststellen van het Beleidsplan Veiligheidsregio. 6. Bijdragen aan het opstellen en bestuurlijk laten vaststellen van het Regionaal Crisisplan. 7. Het actueel houden van het model gemeentelijk rampenplan en de deelplannen tot het moment van invoering van het Wetsvoorstel Veiligheidsregio's. 8. Het actualiseren van opschalingsprocedures en multidisciplinaire voorzieningen bij grootschalig optreden. Overige activiteiten 9. Het fungeren als overkoepelende organisatie, een samenwerkingsverband voor de kolommen: spin in het web, op verzoek en (pro)actief. 10. Inhoud geven aan de afgesloten convenanten met de waterschappen, Rijkswaterstaat, Openbaar Ministerie, Provincie, Ministerie van LNV. Verdieping en concretisering van de contacten en afspraken in het algemeen.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
21
W at gaan we daarvoor doen? Ontwikkeling integraal kwaliteitszorgsysteem voor de brandweer VNOG Om een integraal kwaliteitssysteem te ontwikkelen voor de brandweer in de VNOG wordt verder invulling gegeven aan de activiteiten die in de "Beleidsnotitie Kwaliteitszorg Brandweer" zijn beschreven. Daarnaast wordt meer aandacht besteed aan ondersteuning. -
Tweede kwaliteitsronde De tweede kwaliteitsronde die uitgevoerd wordt in de periode 2009-2010 kent het zwaartepunt in 2010. De tweede kwaliteitsronde zal bestaan uit: I. het houden van systeemaudits II. het houden van operational audits III. het in beeld brengen van de verbeterpunten
;
l rV | .1
IV. de monitoring op de verbeterplannen I. Systeemaudit; Met de systeemaudit wordt het managementsysteem van de brandweerorganisatie getoetst aan bijvoorbeeld de normen die in het ISlormenboek Brandweer zijn opgenomen of aan een ander toetsingskader zoals het INK managementmodel. Ditmaal zal de audit minder uitgebreid zijn en wordt gestreefd naar maatwerk per cluster of concern. Doelstelling is om aan te sluiten bij de ontwikkelingsfasen van de brandweerorganisaties. Dit behelst de opzet van auditprogramma's, de planning van auditbezoeken bij de clusters en het concern en opfriscursussen voor de bestaande auditorenpool. Doelstelling is om een systeemaudit éénmaal per 3 jaren plaats te laten vinden. II. Operational audits; Naast de systeemaudit worden ook operational audits gehouden om verbeteringen in gang te zetten. De operational audits richten zich op de werkprocessen bij de brandweer in de VNOG (lokaal en regionaal). Door middel van deze audits wordt een praktijktoets uitgevoerd om te beoordelen of de beschreven processen en protocollen in de praktijk werken. Uiteraard met het doel om verbeteracties te genereren. In 2010 gaan de operational audits structureel ingevoerd worden, waarbij jaarlijks een auditprogramma opgesteld gaat worden, III. Verbeterpunten; Op basis van de auditrapportages van zowel de systeemaudit als de operational audits worden verbeterpunten geformuleerd om verbeteringen in de brandweerorganisatie door te voeren. De verbeteracties die worden afgesproken kunnen (na vaststelling) in de planning en controlcyclus van gemeente, cluster of concern opgenomen worden. IV. Monitoring; Regiobrede monitoring van verbeteracties vindt plaats om een totaalbeeld te kunnen geven van de verbeterinitiatieven per cluster of concern. De tweede kwaliteitsronde wordt uitgevoerd op basis van een plan van aanpak dat in 2009 aan het management en het bestuur wordt aangeboden. In dit plan van aanpak worden keuzemogelijkheden voorgelegd voor de detailinvulling van de tweede kwaliteitsronde. Ondersteuning op cluster/concernniveau De sector KO&O biedt actief haar ondersteuning aan om op clusterniveau en concern de ontwikkeling van het kwaliteitssysteem te stimuleren en waar nodig (op verzoek) bij te dragen aan de implementatie van verbetertrajecten.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
24
f
i
T
; * "
** F Ü ft, \
jf *>
r ï .,
|i Ü J& <j >
Actualisatie beleidsnotitie Kwaliteitszorg In 2010 wordt een nieuwe beleidsnotitie Kwaliteitszorg Brandweer opgesteld om het beleid voor de periode 2011-2014 weer te geven. Ontwikkeling kwaliteitskaart De ontwikkeling van een kwaliteitskaart kan niet los gezien worden van de ontwikkeling van een integraal kwaliteitssysteem. In die zin is het één van de activiteiten die bijdraagt aan de ontwikkeling van het kwaliteitssysteem. Met de kwaliteitskaart wordt beoogd om meer inzicht te krijgen in de ontwikkelingsfasen van de brandweerorganisaties. In feite draait het om stuur- en verantwoordingsinformatie die op de verschillende niveaus op elkaar afgestemd moet worden en inzichtelijk moet worden gemaakt. In 2009 wordt de kwaliteitskaart ontwikkeld, waarna deze in 2010 wordt geïmplementeerd. Lerende organisatie Ook het begrip lerende organisatie en de activiteiten die daarvoor geïnitieerd worden, kunnen niet los gezien worden van het ontwikkelen van een integraal kwaliteitssysteem. Immers 'leren en verbeteren' valt onder de plan-do-check-act cyclus (PDCA) van het kwaliteitssysteem. De volgende activiteiten en instrumenten worden ingezet:
-
Inzetevaluaties; Brandweerinzetten bij de grotere incidenten die in onze regio plaatsvinden worden geëvalueerd door middel van het uitvoeren van inzetevaluaties. Per evaluatie wordt door de sector Kwaliteit, Onderzoek & Ontwikkeling een voorstel voor een inzetevaluatie opgesteld. Van elke evaluatie wordt een rapportage met aanbevelingen opgesteld. Deze inzetevaluaties worden uitgevoerd door een evaluatieteam van deskundigen vanuit de gemeentelijke en regionale brandweerorganisaties in de VNOG. Deze deskundigen maken deel uit van een regionale evaluatiepool die wordt beheerd door de sector Kwaliteit, Onderzoek & Ontwikkeling. De evaluatierapporten worden opgesteld door de sector Kwaliteit, Onderzoek & Ontwikkeling. Monitoring van de uitvoering van de verbeterpunten en aanbeveling uit de evaluatierapporten vindt periodiek plaats in het regionaal managementteam. Naast de mono-evaluaties krijgen multi-evaluaties steeds meer aandacht. De multi-evaluaties worden door het regionaal veiligheidsbureau geïnitieerd op verzoek van één van de partners. De sector Kwaliteit, Onderzoek & Ontwikkeling ontwikkelt samen met het veiligheidsbureau een multievaluatiemethodiek.
-
Regionalisering Team Brandweer Onderzoek; Met het Team Brand Onderzoek (TBO) wordt beoogd voor de gehele regio een instrument beschikbaar te stellen dat zich onder andere richt op technisch onderzoek naar brandoorzaak en brandverloop, en het meten van de effectiviteit van preventieve en preparatieve voorzieningen. De uiteindelijke doelstelling van het project is regionale inbedding van het onderzoeksteam. Daardoor wordt bijvoorbeeld gericht thematisch onderzoek mogelijk. Het Team Brandweer Onderzoek is een team dat momenteel vooral lokaal opereert. Het team zal in de regio worden ingebed. Hiervoor zal het in de bestaande organisatie worden opgenomen. Het onderzoeksterrein van het team kan daarmee worden doorontwikkeld, met meer aandacht voor onderzoek en analyse. Hierbij wordt de relatie gezocht met het landelijk project Brandonderzoek. Systeem van Best Practices; Op gemeentelijk-, cluster- en concernniveau worden veel verbeterinitiatieven opgestart om de kwaliteit van de brandweerorganisatie te verbeteren. Hierdoor bestaat het risico dat goede producten onvoldoende worden gedeeld met anderen binnen de VNOG. In 2010 wordt een systeem van Best Practices opgezet,
Programmabegroting 2010 20-4-2009
25
waarmee een platform wordt gecreëerd om goede producten/diensten op zowel het operationele vlak als op het beleidsmatige vlak met elkaar te delen. Ook op landelijk niveau worden initiatieven opgestart om te leren van eikaars ervaringen (o.a. innovatiecaroussel en leerarena). De relatie met deze landelijke initiatieven zal worden gelegd. Projectmatig werken Middels een beleidsnotitie is in 2008 een uniform beleid voor projectmatig werken vastgesteld. Hierbij is met name voor het regionaal management team een kader ontworpen aan de hand waarvan (bij)gestuurd kan worden op projecten die men van te voren heeft vastgesteld. In 2009 vindt een evaluatie plaats van dit beleid. Voorzien wordt dat dit zal leiden tot enkele aanpassingen in de werkwijze voor projectmatig werken, waardoor een betere sturing op projecten mogelijk wordt. Dit zal in 2010 zijn uitwerking hebben.
Wat mag het kosten? Formatie: Product
Realisatie 2008
2009
2010
2,05
2,70
2,65
2009
2010
Regionaal kwaliteitszorgsysteem
Lasten en baten: Product
Realisatie 2008 253.161
Lasten Baten Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner in centen
Programmabegroting 2010
20-4-2009
26
259.061
257.673
0
0
0
253.161 0,29
259.061 0,30
257.673 0,32
Programma:
Opleidingen
Programmahouder: Budgethouder:
dhr. H.J. Kaiser dhr. A. Buiting
Wat willen we bereiken? Ook in 2010 willen we zo optimaal mogelijk en op maat gemaakt de opleidingen voor de brandweermensen gaan verzorgen. Daar waar mogelijk grijpen we vooruit op de komende ontwikkelingen in het brandweeronderwijs teneinde de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. Daarnaast willen we onze instructeurs gaan bijscholen in verband met de veranderende stijl van opleiden. We gaan steeds meer over naar competentiegericht opleiden bij de basiscursussen. Behalve een bijscholing in het systeem zal ook het aanleren van noodzakelijke aanvullende didactische vaardigheden daar deel van uit maken. Ons voorbereiden op het nieuwe brandweeronderwijs. Volgens de landelijke werkgroepen hebben we minimaal 7 maanden nodig om ons voor te bereiden op het nieuwe brandweeronderwijs. Zoals het er nu naar uitziet zal begin 2010 de start van het nieuwe onderwijs worden. Dat betekent dat we een goed deel van 2009 zullen moeten gebruiken om onze organisatie daarvoor klaar te stomen. Hoe gaan we dat doen? De eerste tranche ESF subsidies (geoormerkt voor verbetering van brandweeropleidingen) hebben we ingezet voor opstarten van de bijscholingen . Deze geoormerkte gelden zullen in 2009 moeten worden ingezet voor het verbeteren van het brandweeronderwijs. De overgang naar competentiegericht opleiden maakt dit erg hard nodig. Niet zozeer inhoudelijk maar met name de didactische vaardigheden van instructeurs zijn veelal onder de maat. Het ligt in de bedoeling daarvoor instructeurs te gaan bijscholen en tevens materiaal te gaan vervangen cq. te gaan upgraden. Een en ander is een voortzetting van de trend die in 2008 is ingezet. Ook in 2010 zullen we waar daar vraag naar is nieuwe op maat gemaakte opleidingen gaan ontwikkelen. Ten aanzien van BHV opleidingen Wat willen we bereiken? Blijven voldoen aan de vraag die er in de voormalige regio Achterhoek is voor wat betreft de bedrijfshulpverlenings-opleidingen. We spelen daarbij in op de ontwikkelingen waarbij een verschuiving te zien is van basisopleidingen naar herhalingsopleidingen, alsmede ontruimingsoefeningen. Ook hierin wordt steeds meer maatwerk gevraagd. De wetgever is daar ook op aan het inspelen en medio 2009 zal het aanbod van BHV cursussen daardoor sterk veranderen. Wij zullen ons mee aanpassen aan deze ontwikkelingen. Door kwalitatief goede oefeningen en BHV opleidingen te verzorgen leveren we zo indirect een bijdrage aan de veiligheid van het repressief optreden. Wat gaan we daarvoor doen? Verzorgen van op maat gemaakte cursussen en op maat gemaakte oefeningen voor bedrijven. Middels voorlichting bij bedrijven de interne kennis van veiligheid en alles wat daarmee samenhangt bevorderen, zodat bij calamiteiten gericht kan worden opgetreden.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
27
Wat mag het kosten? Formatie: Product Opleidingen BHV Rampenbestrijding Opleiding officieren Totaal
Realisatie 2008 4,60 3,35 0,86 0,20 9,01
2009
2010
6,29 3,32
9,61
4,70 3,35 0,70 0,20 8,95
Realisatie 2008
2009
2010
Lasten en baten: Product Lasten Opleidingen BHV Rampenbestrijding Opleiding Officieren Opleidingen WCR Opleidingen VROB Totaal lasten Toevoeging aan reserve Baten Opleidingen BHV Rampenbestrijding Opleiding Officieren Opleidingen WCR Opleidingen VROB Totaal baten Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner in centen
869.809 349.144 257.431 101.065 13.725 0 1.591.174 91.259 768.529 401.683 257.431 101.065 13.725 0 1.542.433 140.000 €0,16
920.000 360.000
960.000 370.000
1.280.000
1.330.000
780.000 360.000
820.000 370.000
1.140.000 140.000 €0,16
1.190.000 140.000 €0,17
f
t
Programmabegroting 2010
20-4-2009
28
Programma:
Projecten
Programmahouder: Budgethouder:
dhr. J.C.G.M. Berends MPA dhr. R. Holleman
Wat willen we bereiken?
Binnen de VNOG lopen diverse projecten, die een breder werkingsgebied hebben dan één programma. Het wordt niet wenselijk geacht deze projectkosten op een min of meer willekeurige wijze toe te rekenen aan diverse programma's. Doel van het programma is daarmee het transparant en bestuurbaar maken van organisatiebrede projecten. Wat gaan we daarvoor doen? Het project MON zal naar alle waarschijnlijkheid een doorloop naar 2010 krijgen. In het voorjaar van 2008 zal hierover meer bekend worden. Wat mag het kosten? Formatie: Op dit moment wordt de benodigde capaciteit niet afzonderlijk inzichtelijk gemaakt. Aan de activiteiten wordt binnen de bestaande capaciteit uitvoering gegeven. Lasten en baten: Product
Realisatie 2008
Lasten Nieuwbouw GMA/MON Overige projecten Totaal lasten Baten Nieuwbouw
750.341
2009
2010
700.000 358.000
Totaal baten Onttrekking reserve Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner in centen
19.131 769.472
700.000
358.000
45.643
0
0
45.643 310.538 413.291 0,47
0
0
554.500 145.500 0,17
358.000 0 0
Toelichting lasten en baten: De projecten Gemeenschappelijke Meldkamer Apeldoorn (GMA) en Meldkamer Oost Nederland (MON) hebben een nauwe relatie met elkaar. Het project MON levert een bijdrage aan de afwikkeling van de congruentieproblematiek. De uitgaven voor dit project zijn vooralsnog ondergebracht bij het programma Algemene dekkingsmiddelen in afwachting van de besluitvorming over de kadernota.
Programmabegroting 2010 20-4-2009
29
Programma: VNOG
Algemene dekkingsmiddelen
Programmahouder: Budgethouder:
dhr. J.C.G.M. Berends MPA dhr. J.W. Scherjon
Wat willen we bereiken? Het programma Algemene dekkingsmiddelen VNOG heeft geen inhoudelijke doelstelling. Vanuit de BBV-filosofie wordt ook wel gesproken over Bijzondere Lasten en Baten. Op dit programma kunnen bijzondere ontwikkelingen die zich minder goed lenen om op te nemen in reguliere programma's tot uitdrukking worden gebracht. Vanwege het vereiste dat het totaal van lasten en baten van de programmabegroting gelijk moet zijn aan dat van de productenraming is uit administratief oogpunt het programma toegevoegd. Op dit programma zijn lasten en baten verantwoord, die in principe niet toe te wijzen zijn aan een ander programma of kostenplaats. Daarnaast heeft het programma een functie in de verevening van bepaalde lasten en baten. Wat mag het kosten? Formatie:
Realisatie 2008
2009
2010
0,75
0,87 1,10 2,60
0,75
4,57
1,94 3,20 2,80 6,00 2,23 16,17
Realisatie 2008
2009
2010
1.285.147
2.314.865
1.285.147 107.000
2.314.865
3.025.481 281.904 431.666 516.487 167.397 4.422.935
1.261.385 1.261.385 71.592 59.170 0,07
1.658.388 1.658.388
4.422.447 4.422.447
Algemene dekkingsmiddelen Bovenformatief Oefenen & opleiden Materieel en logistiek Directie Communicatie Totaal Lasten en baten: Product Lasten Algemene dekkingsmiddelen Oefenen & Opleiden Materiaal & Logistiek Directie Communicatie Totaal lasten Toevoeging aan reserves Baten Algemene dekkingsmiddelen Totaal baten Onttrekking reserves Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner in centen
407.686 0,47
488
0,00
Toelichting lasten en baten: Als gevolg van de afbouw van de districten en het ontstaan van clusters is de methode van doorbelasting herzien. De doorbelasting van het concern naar medewerkers op locatie is verlaagd. Vanaf 2010 worden de kosten van o.a. directie en communicatie derhalve op het programma Algemene dekkingsmiddelen verantwoord.
Programmabegroting 2010
2O-4-2009
30
Programma:
Cluster BWAO (Achterhoek Oost)
Programmahouder: Budgethouder:
dhr. H. Bloemen dhr. H. Meijer
Wat willen we bereiken?
Brandweer Achterhoek Oost (BWAO) is verantwoordelijk voor de brandweerzorg in de gemeenten Berkelland, Winterswijk, Aalten en Oost Gelre. BWAO ontplooit activiteiten op alle schakels van de veiligheidsketen. Zo coördineert BWAO voor de vier gemeenten werkzaamheden op het gebied van pro-actie en preventie. Voorts verzorgt BWAO, in het kader van de preparatie, de opleiding en oefening van circa 300 brandweervrijwilligers en is actief op het gebied van de aanschaf en het beheer van materiaal en materieel. Vanuit de negen uitrukposten van BWAO worden repressieve diensten verleend. Tenslotte wordt de nazorg, ingebed binnen regionale structuren, door BWAO begeleid. Niet alle activiteiten van BWAO worden overigens bekostigd vanuit het programma special "Achterhoek Oost" binnen de VNOG begroting. De meeste activiteiten worden bekostigd vanuit de vier gemeentelijke begrotingen. Onderstaand wordt enkel ingegaan op de activiteiten die binnen de special plaatsvinden. In 2008 en 2009 is de geleidelijke integratie van de korpsen van de gemeenten in Achterhoek Oost ter hand genomen. Het jaar 2010 zal in het teken staan van de afronding van deze integratie. De volgende doelen zijn voor 2010 omschreven:
-
Komen tot één brandweer voor Achterhoek Oost om daarmee de doelstellingen van de clustervorming te behalen, te weten: - Kwaliteitsverbetering (waaronder wederzijdse deskundigheidsbevordering tussen de vier korpsen, doelmatige inzet van capaciteit, wederzijdse inzet van specialismen); - Behoud sterke inbedding van de vrijwilligersorganisatie in het gemeentelijke bestel; - Continuïteitsvergroting (van de kwetsbaarheid van vier relatief kleine organisaties naar de kracht van één grotere); - Uitwisselbaarheid (van kennis, personeel en materialen); - Versterking relatie met veiligheidsregio; - Verdere professionalisering van de ondersteuning van de vrijwilligers. Bereiken van een optimale uitwisselbaarheid van materialen om daarmee de slagkracht te vergroten en efficiency voordelen te behalen op het gebied van beheer en aanschaf. Dit wordt bereikt door verdere clusterbrede uniformering van materialen en gezamenlijke aanschaf. Voldoen aan de landelijke Leidraad Oefenen door het uitvoeren van het clusterbrede oefenprogramma 2010 dat conform de vereisten uit deze Leidraad is opgesteld en waarin de resultaten van de registratie uit 2009 zijn meegenomen.
Wat gaan we daarvoor doen? Per product van het programma special "Achterhoek Oost" wordt aangegeven welke activiteiten worden ondernomen om de doelstellingen te behalen.
Product Personeel (Salarissen) Binnen het product "personeel" ("salarissen") zijn functionarissen werkzaam (waaronder de clustercommandant in de rol van gemeentelijk commandant) die ten behoeve van diverse doelstellingen worden ingezet: - Kwaliteitsverbetering: zij hebben vooral een faciliterende rol; zo ondersteunen zij de overige medewerkers van BWAO met het opstellen van beleidsdocumenten, begeleiden de procedures omtrent de behandeling van deze documenten en beheren clusterbrede databases; - Uitwisselbaarheid: zij coördineren acties hieromtrent; - Continuïteit: zij bieden ondersteuning bij vraagstukken omtrent continuïteit;
Programmabegroting 2010
20-4-2O09
31
-
-
Versterking relatie regio: zij nemen aan diverse regionale overleggen deel ter versterking van de relatie met de veiligheidsregio (o.a. RMT) en zijn intermediair tussen BWAO en VNOG (o.a. door deelname aan diverse clusteroverleggen, zoals MT BWAO); Versterking relatie regio: zij verzorgen de regionale planning & control cyclus en de advisering van het bestuur omtrent de DB en AB vergaderingen. Komen tot één brandweerorganisatie: zij verzorgen clusterbrede communicatie (onder andere middels een maandelijks nieuwsblad en de website) omtrent de voortgang van de clustervorming;
Product Ademlucht Met de middelen op dit product wordt het niveau 4 onderhoud (jaarlijkse keuring) van alle ademluchttoestellen in BWAO bekostigd. Het clusterbrede beheer wordt gefaciliteerd. Al deze toestellen zijn van dezelfde fabrikant, hetgeen past binnen de doelstelling van optimale uitwisselbaarheid. Product Waterongevallen Vanuit de solidariteitsgedachte stelt het concern VNOG middelen beschikbaar voor de instandhouding en het beheer van de duiktaak binnen het verzorgingsgebied van de totale Achterhoek. Daarnaast leveren de vier gemeenten in Achterhoek Oost binnen de special "Achterhoek Oost" nog een extra bijdrage voor deze taak. De totale middelen worden ingezet om een eigen duikteam te faciliteren. Product Realistisch oefenen Om te voldoen aan de landelijke Leidraad Oefenen dient er onder andere realistisch te worden geoefend. De middelen op dit product worden ingezet voor het realistisch oefenen brandbestrijding. Product Overige kosten De middelen op dit product worden ingezet ten behoeve van automatisering, mobiele telefonie, kilometervergoeding, drukwerk, representatiekosten, kantoorkosten, het sleutelsysteem (om de eenheid van sleutels voor de toegang van objecten met een brandmeldsysteem voor de uitruk te behouden) en diverse andere onkosten. Wat mag het kosten?
Formatie Product
Realisatie 2008 2,39 fte
Personeel (Salarissen) Lasten en baten Product
Begroting 2009 3,0 fte
Begroting Realisatie 2008 2009 n. v. t. 101.966 101.966
Lasten Personeel Totaal lasten Baten Totaal baten Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner
0 101.966
Begroting 2010 2,39 fte Begroting 2010 463.231 463.231 60.250 60.250 402.981 3,06
Toelichting In 2008/2009 bestond het programma nog niet. De kosten van het district 2008/2009 zijn niet in deze programmabegroting meegenomen.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
32
f
i
Programma:
Cluster SBAW (Achterhoek West)
Programmahouder: Budgethouder:
dhr. H.J. Kaiser dhr. J. Wesselink
Wat willen we bereiken?
De vier gemeenten in Achterhoek West (Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek) hebben mede naar aanleiding van interne onderzoeken met betrekking tot hun brandweerzorg geconstateerd dat deze kwetsbaar \s georganiseerd, dat kennis nog weinig gedeeld wordt, dat processen en procedures nog weinig beschreven zijn, dat er weinig ruimte is voor het ontwikkelen van nieuw beleid en er niet altijd een concreet beeld is van eventuele achterstanden. De vier gemeenten hebben in gezamenlijk overleg onderzocht of en hoe samenwerking kan leiden tot een verbetering van de brandweerzorg in Achterhoek West. Uitgangspunten bij de samenwerking zijn dat de brandweer een lokale aangelegenheid blijft, waarbij het vertrouwen en de betrokkenheid van de vrijwilligers voorop staat, dat een gelijkluidende communicatie met de betrokkenen een voorwaarde is voor een goed proces en voor voldoende draagvlak, dat intergemeentelijke samenwerking bestuurlijk moet worden gedragen om vrijblijvendheid te voorkomen en dat de meerwaarde gezocht moet worden op inhoudelijke thema's. Deze samenwerking spitst zich toe op de zes speerpunten, waarbij als randvoorwaarden twee aandachtspunten en vijf uitgangspunten zijn benoemd. De zes speerpunten waarop intergemeentelijke samenwerking een kwaliteitsverbetering kan bewerkstelligen zijn als volgt geformuleerd: 1. Het borgen van de continuïteit van de vrijwillige brandweerorganisatie; 2. Het adequaat (zowel kwalitatief als kwantitatief) opleiden en oefenen van bevelvoerders en manschappen; 3. Het beter afstemmen en borgen van processen als pro-actie, preventie en preparatie; 4. Het verbeteren van het risicobewustzijn (inclusief brandveiligheidvoorlichting) richting burgers, bedrijven en instellingen; 5. Het efficiënter inrichten van de bedrijfsvoering op brandweergebied; 6. Het gezamenlijk zoeken naar antwoorden op externe (landelijke) ontwikkelingen. De twee aandachtspunten zijn: 1. Het uitwerken van de besturings- en communicatiefilosofie met de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG), met name de positionering van het samenwerkingsverband en versterking van de communicatielijnen met de regio. 2. Het bepalen van de wijze waarop het District Achterhoek dient te worden afgebouwd en met name wat de consequenties zijn voor de (toenmalige) districtsmedewerkers. De vijf uitgangspunten zijn: 1. De brandweer blijft locaal ingebed; er is geen sprake van één intergemeentelijke brandweerorganisatie; 2. Het coördinatiebureau wordt budgettair neutraal opgezet; 3. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het bureau moeten helder zijn; 4. Er moeten heldere verbindingen worden gelegd van gemeenten naar bureau en vice versa en tussen gemeenten onderling en VNOG. 5. Zaken die nu reeds intergemeentelijk worden uitgevoerd en waarover tevredenheid bestaat, moeten worden gecontinueerd. In de jaren 2008 en 2009 is het Samenwerkingsverband Brandweer Achterhoek West met name bezig geweest met het uitvoeren en coördineren van de projectdefinities met het oog op het projectresultaat namelijk een ingericht bureau SBAW en een ontbonden District, met daarnaast het: • uitvoeren van de projectdefinities • ondersteunen van de projectleider en projectmedewerkers
Programmabegroting 2010
20-4-2009
33
• • •
coördineren van de uitvoering van de projectdefinities intern (personeel) en extern (bestuur) communiceren rapporteren over voortgang aan bestuur
Het jaar 2009 stond al deels in het teken van het omschrijven van de nieuwe projectdefinities van het bureau SBAW, nadat de projectdefinities uit de eerste twee jaren waren uitgevoerd. Daarnaast staan de jaren 2009 en 2010 in het teken van het integreren van de resultaten van de uitgevoerde projectdefinities (vooral daar waar het structurele taken betreft) in het bureau SBAW en (daar waar van toepassing) in de lijnorganisaties hetgeen uiteindelijk moet leiden tot de: • borging van voortzetting van de structurele taken uit de projectdefinities uit de eerste twee jaren vastgestelde nieuwe projectdefinities voor de periode na de eerste twee jaren. Fase voorbereidingsfase uitvoeringsfase nazorgfase
Tijdspad Afgerond 1 april 2008 1 april 2008 - 1 april 2010 1 november 2009 - 1 mei 2010
Mijlpaal - Vaststelling projectplan door de 4 burgemeesters - Vaststelling projectplan door colleges van B&W - Informatie naar de OR van de VNOG en van de gemeenten - Herplaatsing huidige personeel District Achterhoek door de VNOG - Besluitvorming over verdeling huidige special Achterhoek - Nadere uitwerking projectdefinities - Bijeenkomst met burgemeesters, secretarissen en commandanten over l5* jaar SBAW - Afronden quick wins uit projectdefinities - Rapportage voortgang aan bestuur - Afronden prio l activiteiten uit projectdefinities - Rapportage voortgang aan bestuur - Borgen voortgang SBAW na 2010 door de 4 burgemeesters
Datum 7 december 2008 Medio december Eind december Januari 2008 Maart 2008 Maart 2008 December 2008 April 2009 April 2009 April 2010 April 2010 Start medio 2009
Wat gaan we daarvoor doen? Per product van het programma special 'Achterhoek West' wordt aangegeven welke activiteiten worden ondernomen om de doelstellingen te behalen. Product Personeel (Salarissen) Binnen het product 'personeel' zijn functionarissen werkzaam (coördinator kernbureau, beleidsmedewerker, vakspecialist OTO, vakspecialist OV, managementassistente) die ten behoeve van diverse doelstellingen worden ingezet:\ Kwaliteitsverbetering: zij hebben vooral een faciliterende rol; zo ondersteunen zij de medewerkers bij de gemeenten, binnen SBAW, met het uitvoeren van de projecten, het opstellen van beleidsdocumenten, begeleiden de procedures omtrent de behandeling van deze documenten en beheren clusterbrede databases. Daarnaast zorgen zij voor de borging van het SBAW na de uitvoering van de gestelde projecten. Versterking relatie regio: zij nemen aan diverse regionale overleggen deel ter versterking van de relatie met de veiligheidsregio (o.a. RMT) en zijn intermediair tussen SBAW en VNOG (o.a. door deelname aan diverse clusteroverleggen, zoals het overleg beleidsmedewerkers, de werkgroep communicatie, project veilig wonen) Versterking relatie regio: zij verzorgen de regionale planning &. control cyclus en de advisering van het bestuur omtrent de DB en AB vergaderingen en de primus inter pares omtrent de RMT vergaderingen. Product Ademlucht
Programmabegroting 201'O
20-4-2009
34
Met de middelen op dit product wordt het niveau 4 onderhoud (jaarlijkse keuring) van alle ademluchttoestellen in SBAW bekostigd. Het beheer wordt decentraal (gemeentelijk) uitgevoerd. Product Waterongevallen Vanuit de solidariteitsgedachte stelt het concern VNOG middelen beschikbaar voor de instandhouding en het beheer van de duiktaak binnen het verzorgingsgebied van de totale Achterhoek. Daarnaast heeft het SBAW binnen het bestaande budget ruimte gemaakt voor een extra financiële inzet voor deze taak. De totale middelen worden ingezet om een eigen duikteam te faciliteren. Product Realistisch Oefenen Om te voldoen aan de landelijke Leidraad Oefenen dient er onder andere realistisch te worden geoefend. De middelen op dit product worden ingezet voor het realistisch oefenen brandbestrijding. Product Overige kosten De middelen op dit product worden ingezet ten behoeve van automatisering, huisvesting, telefonie, bestuurlijk/management (faciliterende) ondersteuning, drukwerk, representatiekosten, kantoorkosten.
Wat mag het kosten? Formatie Product
Realisatie 2008 2,41
Personeel (Salarissen) Lasten en baten Product Lasten Personeel (Salarissen)
Begroting 2010 3,62
Begroting 2009 3,62
Realisatie Begroting 2008 2009 n. v. t. 38.296
Totaal lasten Baten Totaal baten Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner
Begroting 2010 603.809
38.296
603.809 86.375
0
86.375 517.434 3,06
38.296
Toelichting In 2008/2009 bestond het programma nog niet. De kosten van het district 2008/2009 zijn niet in deze programmabegroting meegenomen.
Programmabegroting 2010 20-4-2009
35
Programma:
Cluster IJsselstreek
Programmahouder: Budgethouder:
dhr. J.A. Gerritsen dhr. H. Timmermans
Wat willen we bereiken? De vormgeving van één brandweerorganisatie voor drie gemeenten leidt tot volumevergroting waardoor het mogelijk is de kwaliteit van de brandweerzorg beter te kunnen dienen dan bezien vanuit een puur gemeentelijk georiënteerde brandweer. Dit is mogelijk, omdat door samenwerking: - de continuïteit in de uitvoering van taken uit de veiligheidsketen beter kan worden geborgd. Er is meer kritische massa om taken te realiseren en ook om bijvoorbeeld ziekteverzuim en/of langdurige uitval op te vangen; - de differentiatie van diverse functies beter kan worden toegepast. Dit leidt tot een effectievere arbeidsverdeling; - de specialistische kennis en vaardigheden op het gebied van proactie en preventie laagdrempelig kunnen worden benut; - de invloed op het beleid en beheer van de brandweer VNOG kan worden vergroot; - de eenduidigheid en uniformiteit in het uitvoeren van (boven)lokale taken kunnen worden gestimuleerd; - de sterke verwachting dat één gezamenlijke brandweerorganisatie op termijn financieel gezien tot 'minder meerkosten' leidt; - de positie op de arbeidsmarkt wordt versterkt. Meerdere van de bovengenoemde argumenten zijn in landelijke onderzoeken (onder meer Project Versterking Proactie en Preventie en Project Versterking Brandweer) onderstreept. Ze vormen voor veel brandweerkorpsen in Nederland de aanleiding om te gaan samenwerken. Samenvattend kan worden gesteld dat: Het strategische doel van Brandweer IJsselstreek is om door samenwerking schaalvoordelen te bewerkstelligen die direct en indirect de kwaliteit van de fysieke veiligheid binnen de gemeenten ten goede komt en de brandweer versterkt. Wat gaan we daarvoor doen? 2009 is voor de cluster IJsselstreek het jaar dat de gemaakte voornemens en plannen gerealiseerd gaan worden. Nadat in 2008 de bestuurlijke goedkeuring is gegeven aan het projectplan tot de vorming van één brandweer IJsselstreek, gaan we in 2009 over tot de feitelijke uitvoering. Voor eind 2009 willen we ons beroepspersoneel in regionale dienst aanstellen. Dat houdt in dat de huidige arbeidsvoorwaarden in beeld gebracht moeten zijn, een sociaal plan geaccepteerd moet worden, formatieplannen vastgesteld en natuurlijk personeel herplaatst moet worden. Voor dit traject is het Bijzonder Georganiseerd overleg minimaal 3 keer bij elkaar geweest en heeft haar mening gegeven over onze besluiten en plannen. De principiële keus om tot één brandweerorganisatie te komen houdt ook in dat er m.b.t de financiering van de drie korpsen e.e.a. uitgezocht moet worden en waar mogelijk de harmonisatie besproken moet worden. Uiteindelijk moet er voor begin 2010 één begroting komen voor de brandweer IJsselstreek Voor de zomer is ons organisatieplan klaar, weten we hoe de diverse afdelingen ingericht moeten worden en heeft ons bestuur daar een besluit over genomen. Vooruitlopend op de definitieve overgang naar één brandweerorganisatie starten we in maart met een doe-als-of situatie binnen de afdelingen Operationele Voorbereiding en Risicobeheersing. De onderwerpen binnen de samenwerking worden steeds concreter Inmiddels is al opgestart: één traject voor voertuigvervanging van 2 brandweerposten gezamenlijk, afstemmen van grote vervangingen van materialen, één oefenplan voor 8 posten, gezamenlijk inkoop kleding, één beleid mbt geboorde putten, samen realistisch oefenen organiseren, etc.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
36
r
\. f ' , 1
^ t • ;'
;
i » ,•' ;
r
jj * " :. ;
••-, '**•
Ten behoeve van het hele traject en in het bijzonder het organisatieplan heeft de Bijzondere onderdeelscommissie haar instemming c.q. haar advies verleend aan de diverse opeenvolgende stappen. Wij organiseren de bijeenkomsten en zorgen voor ambtelijke ondersteuning. Voor het verloop van het hele traject organiseren we 2 voorlichtingsrondes aan de gemeenteraden voordat ze tot daadwerkelijke besluitvorming uitgenodigd worden. Om de nieuwe brandweerorganisatie een goede start te geven zorgen we er voor dat de kwaliteit van de nieuwe organisatie op minimaal 6 door ons benoemde punten geharmoniseerd is. T.b.v. de begroting 2010 zorgen we tijdig voor de passende voorstellen. Wat mag het kosten? Formatie Product
Realisatie 2008 2,0 fte
Personeel (Salarissen) Lasten en baten Product
Realisatie 2008 n. v. t. In 2008 bestond het programma nog niet.
Lasten
Totaal lasten Baten Totaal baten Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner
Programmabegroting 2010
Begroting 2009 2,0 fte Begroting 2009
Begroting 2010 2,0 fte Begroting 2010 227.913
227.913 45.803 45.803 182.110 1,80
20-4-2009
37
Programma:
Cluster EVA
Programmahouder: Budgethouder:
dhr. HJ. Kaiser dhr. H. Blokker
Wat willen we bereiken? De brandweerorganisaties van de gemeenten Epe, Voorst en Apeldoorn werken samen in het Cluster EVA. Doelstelling van de samenwerking is kwaliteits-verbetering en vergroting van de efficiency. Het cluster wordt aangestuurd door één clustercommandant: de commandant van Apeldoorn, die tevens commandant van de korpsen Epe en Voorst is. De drie repressieve diensten hebben elke hun eigen hoofd Repressie die onder de verantwoordelijkheid van de clustercommandant opereren. De drie hoofden Repressie werken nauw samen op het gebied van onder meer opleiding en oefenen, inkoop en materieel beheer. De samenwerking uit zich ook op het terrein van Risicobeheersing. De afdeling Risicobeheersing van Apeldoorn verricht - ook weer onder verantwoordelijkheid van de clustercommandant en op basis van een dienstverleningsovereenkomst - ook preventietaken voor de gemeente Epe. Het streven is komend jaar ook een dienstverleningsovereenkomst terzake met de gemeente Voorst te sluiten. Het streven is uiteindelijk te komen tot een gezamenlijke organisatie op het gebied van de brandweer. Het tempo en het eindplaatje zijn afhankelijk van bestuurlijke besluitvorming, waarbij een gestreefd wordt naar een evenwicht tussen kwaliteitsverbetering en gemeentelijke autonomie en zeggenschap. Wat gaan we daarvoor doen? De huidige dienstverleningsovereenkomsten worden uitgebouwd. De werkprocessen van de verschillende korpsen worden op elkaar afgestemd en geharmoniseerd. Daarnaast blijven we acteren in het regionaliseringsproces en zoveel mogelijk bedrijfsmatige samenwerking zoeken met de regio. Op basis van het met de minister afgesloten convenant vindt in september (door het AB) en in december (door de gemeenteraden) besluitvorming plaats over eindplaatje van de gemeentelijke samenwerking cq de regionalisering. De uitwerking van deze besluitvorming zal in 2010 plaats vinden waarna deze naar verwachting in 2011 geïmplementeerd kan worden. Wat mag het kosten? Formatie Product
Realisatie 2008
Begroting 2009
Personeel (Salarissen) Lasten en baten Product
Realisatie 2008 n. v. t.
Lasten
Begroting 2010 209.705 45.684
Baten Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner
164.021 0,77
In 2008 bestond het programma nog niet.
Programmabegroting 2010
Begroting 2009
Begroting 2010 2,0 fte
20-4-2009
38
t r
Programma:
Cluster Veluwe Noord
Programmahouder: Budgethouder: Gemeenten:
dhr. M.L. Zielhuis dhr. G. van der Heide. Elburg, Hattem, Meerde, Oldebroek
Wat willen we bereiken? De samenwerking in clusterverband heeft op 12 februari 2009 een meer formeler status gekregen door de instemming van de 4 burgemeesters met het Samenwerkingsplan 2009 -2012 cluster Veluwe Noord. In dit plan staat weergegeven op welke wijze de organisatorische inrichting van het cluster zal gaan geschieden en welke ambities hiermee de komende jaren zijn gepaard. Uitgangspunten voor de samenwerking zijn: - doelstelling is kwaliteitsverbetering van de brandweerzorgtaken in de vier gemeenten. Dit spitst zich in eerste instantie toe op: de deskundigheid, de flexibiliteit en de continuïteit van de taakuitvoering van de brandweerzorg; - samenwerking richt zich in eerste instantie op de gesignaleerde verbeterpunten en de genoemde inhoudelijke kansen voor samenwerking uit eerdere rapportages; - er staat een samenwerkingsmodel voor ogen, dat uitgaat van de autonomie van de gemeente, van gelijkwaardigheid en van gelijkwaardige inbreng van de gemeenten; - lasten worden daarom gelijkwaardig verdeeld over de deelnemende gemeenten; - Er moet sprake zijn van een coördinatiemodel en een platte structuur. Wat gaan we daarvoor doen?
Om recht te doen aan bovengenoemd samenwerkingsmodel is er gekozen voor een Primus Inter Pares op de diverse niveau 's (burgemeester, commandant, secretaris). Om een gelijkwaardige inbreng te waarborgen hebben de commandanten elk een afzonderlijk domein toebedeeld gekregen. De domeinen zijn: Management en Bedrijfsvoering, Opleiding en Oefening, Risicobeheersing en kwaliteitszorg, Preparatie en Nazorg. Inmiddels zijn voor alle domeinen werkgroepen gevormd, bestaande uit gemeentelijke medewerkers, die onder leiding van de domeinhouder aan de slag gaan met de projecten uit het Samenwerkingsplan. Verder verzorgen de domeinhouders de inhoudelijke inbreng van het cluster in de regionale overlegvormen. In verband met het vertrek van de huidige PIP commandant is besloten dat de nieuw aan te trekken commandant in dienst komt van de VNOG en aangesteld wordt als commandant van Elburg en als primus inter pares voor het cluster. In de toekomst behoort verdere doorontwikkeling tot clustercommandant tot de mogelijkheden. Wat mag het kosten? Formatie Product
Realisatie 2008
Begroting 2009
Begroting 2010 1,0 fte
Realisatie 2008 n. v. t.
Begroting 2009
Begroting 2010 268.700
Personeel (Salarissen) Lasten en baten Product Lasten Baten
2.558
Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner Toelichting In 2008/2009 bestond het programma nog niet.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
39
266.142 3,56
Programma:
Cluster Veluwe West
Programmahouder: Budgethouder:
dhr. W. Omta dhr. A.K. Noorland t
Wat willen we bereiken? Het Cluster Veluwe West is ontstaan per l januari 2009 en wordt gevormd door de gemeenten Nunspeet, Harderwijk, Ermelo en Putten. Het Cluster Veluwe West zal in 2009 verder ingericht worden conform de afspraken uit het inrichtingsplan. Hierbij wordt gewerkt aan een brandweercluster Veluwe-West die binnen de afspraken verantwoordelijk is voor de brandweerzorg binnen de 4 gemeenten. De bedoeling is dat al het bij de gemeenten beroepshalve bij de brandweer betrokken personeel overgaat in regionale dienst. De planning hiervoor is 31 december 2009. In 2010 wil het cluster binnen de te maken afspraken invulling geven aan alle taken van de veiligheidsketen om een kwaliteitsverbetering te realiseren. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten essentieel: •
•
•
• • • • • •
De veiligheidsketen voor de brandweer is gesmeed: Risico's welke in de proactieve fase zijn geaccepteerd en waarvoor in de preventiefase maatregelen zijn gerealiseerd ter voorkoming van, moeten in de preparatiefase zijn vastgelegd en toegankelijk gemaakt worden voor de repressieve organisatie. In de nazorgfase vindt evaluatie plaats welke bij moet dragen aan een indien nodig aangepaste aanpak in de proactieve, dan wel preventieve fase van veiligheidsvraagstukken. De brandweer is gebaat bij een integrale inbedding van het brandweeradvies binnen de gemeentelijke veiligheidsprocessen. De brandweer moet er onderdeel van uitmaken en niet pas in inspraaksituaties bij nieuwe ontwikkelingen betrokken worden. De samenwerking moet een meerwaarde hebben o.a. door beperking van het afbreukrisico op gegarandeerde taakuitvoering en een kwaliteitsverhoging door verdergaande specialisatie en kennisuitwisseling. Verder kunnen stukjes formatie efficiënter worden ingezet voor het geheel en kan gezamenlijke inkoop van materialen in diverse situaties een besparing opleveren. De samenwerkende gemeenten moeten allen voordeel hebben uit de samenwerking en hieraan gelijkwaardig bijdragen. Gezamenlijk beleid is voorbereid en afgestemd. De vrijwilligers worden binnen de afspraken van voortgaande professionalisering maximaal ondersteund. De voorlichting m.b.t het onderwerp risicobeheersing natuurbrandgevaar en de overige aandachtsgebieden voor risicocommunicatie zijn gezamenlijk met de gemeenten uitgevoerd. Het cluster participeert binnen de diverse regionale overleggen en ziet toe op de aan het cluster toebedeelde regionale taken. Aan de besturen binnen de gemeenten en de VNOG is verantwoording afgelegd middels managementrapportages.
Wat gaan we daarvoor doen? Vooralsnog bestaat het cluster uit 2 voormalig districtsmedewerkers en de clustercommandant. Afhankelijk van de verdere besluitvorming over de inrichting van het cluster zullen de taken worden opgepakt vanuit het cluster. In de tussenliggende periode wordt vooral gewerkt in een doen alsof situatie en worden taken al gezamenlijk opgepakt. In ieder geval wordt de bestaande taakuitvoering van het voormalig district gecontinueerd en waar mogelijk uitgebreid. Het clusterpersoneel zal zich meer dan het voormalig districtspersoneel richten op (uitvoerende) ondersteuning van het opgerichte clustermanagementteam van brandweercommandanten en de gemeentelijke
Programmabegroting 2010
20-4-2009
40
f 'i f
*• T' j •:•
: *• f .£ ..*,
T
•* :
^ p (;
brandweerorganisaties. Daarnaast zal brandweerbeleid zoveel mogelijk worden afgestemd, gezamenlijk worden voorbereid en gecoördineerd.
Wat mag het kosten? Vooralsnog is voor de programmabegroting 2010 van het Cluster Veluwe West de voormalige districtsbegroting van de Noord-west Veluwe uitgangspunt verminderd met de bovenclusterlijke bijdrage van € 0,71.
Wat mag het kosten? Formatie Product
Realisatie 2008
Begroting 2009
Begroting 2010 3,0 fte
Realisatie 2008
Begroting 2009
Begroting 2010 453.667
Personeel (Salarissen) Lasten en baten Product Lasten Totaal lasten Baten Totaal baten Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner
453.667 28.197 28.197 425.470 3,56
Toelichting In 2008/2009 bestond het programma nog niet. De kosten van het district 2008/2009 zijn niet in deze programmabegroting meegenomen.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
41
Programma: West
Bovenclusterlijk Veluwe Noord en
Programmahouder: Budgethouder:
dhr. J.C.G.M. Berends dhr. A.K. Noorland en G. v.d. Heide
Wat willen we bereiken? De clusters Veluwe West en Noord hebben in hun vergadering van 3 december 2008 besloten het district af te bouwen en een aantal taken bovenclusterlijk te organiseren. Het betreft hier de taak waterongevallenbestrijding, en de inzet van redvoertuigen en veeredtakels bij incidenten. Door de gezamenlijke aanpak van deze specifieke gemeentelijke brandweertaken behoeft niet iedere gemeente zelfstandig hierin te voorzien. De gekozen aanpak betekent vooralsnog een voortzetting van de huidige invulling van genoemde taken, waarbij vanaf 2009 de gemeenten Heerde en Hattem aan het geheel zijn toegevoegd.
j' t
r ' r
Wat gaan we daarvoor doen?
j
Waterongevallenbestrijding: De gemeenten Harderwijk, Elburg en Heerde verzorgen (mede) de waterongevallenbestrijding in de buitenwateren binnen en grenzend aan het verzorgingsgebied Veluwe Noord. Hiervoor worden 3 duikteams operationeel gehouden van max. 8 duikers per team door middel van opleiden en oefenen. Daarnaast wordt duikmaterieel in de vorm van 2 duikvoertuigen, 2 boten en duikapparatuur voor 3 teams onderhouden en gecontroleerd. (Heerde levert binnen de afspraken een eigen gemeentelijk duik-/hulpverleningsvoertuig). De korpsen met deze taak zijn zelf verantwoordelijk voor de operationalisering van deze taak en verzorgen de daadwerkelijke waterongevallenbestrijding.
_. :. a -
Redvoertuigen: De gemeenten Harderwijk en Elburg verzorgen de inzet en het operationeel hebben en houden van hun 2 hoogwerkers voor inzetten binnen het verzorgingsgebied van de Noord-Veluwe. Hiervoor worden mensen opgeleid en geoefend en wordt materieel onderhouden en gecontroleerd. Veeredtakels: De gemeenten Nunspeet (groep Elspeet) en Heerde (groep Wapenveld) verzorgen de inzet en het operationeel hebben en houden van hun 2 veeredtakels voor inzet binnen het verzorgingsgebied van de Noord-Veluwe. Hiervoor worden mensen opgeleid en geoefend en wordt materieel onderhouden en gecontroleerd. Wat mag het kosten? Voor de genoemde taken is voor de Noord west-Vel u wse gemeenten een kostenverdeling afgesproken. Deze is voor de hoogwerkers en de veeredtakels 50 % voor de gemeenten met deze taak en 50 % voor de 8 gemeenten van de Noord-Veluwe met als verdeelsleutel het aantal inwoners. De waterongevallenbestrijding wordt voor een gedeelte betaald uit het geharmoniseerde deel van de VNOG-begroting en voor een gedeelte uit deze bovenclusterlijke special. De 3 gemeenten met een duiktaak betalen gezamenlijk 50% van de extra kosten en de overige 5 gemeenten de andere 50 %. Voor de gemeenten met een duiktaak betekent dit een inwonerbijdrage van € 0,39 en voor de overigen een inwonerbijdrage van € 0,29. Alle gemeenten betalen voor de special bovenclusterlijke taken een bijdrage van € 0,71 per inwoner. De gemeenten Harderwijk, Elburg en Heerde betalen € 0,10 extra per inwoner.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
42
<•• i
r • 'r ,
j; ~ ,£, 5
;, $r
i
Formatie Product
Realisatie 2008
Begroting 2009
Begroting 2010 Ofte
Realisatie 2008 n. v. t.
Begroting 2009
Begroting 2010 236.728 154.851 62.522 15.290 4.065 236.728
Personeel (Salarissen) n. v. t. Lasten en baten Product Lasten Waterongevallen Hoogwerkers Veeredtakel Kosten meubilair Totaal lasten Baten Bijdrage Flevoland waterongevallen Bijdrage VNOG waterongevallen Bijdrage gemeente Elburg waterongevallen Bijdrage gemeente Haredwrijk waterongevallen Bijdrage gemeente Meerde waterongevallen Totaal baten Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner
5.000 85.000 2.213 4.308
1.829 0
Toelichting In 2008 bestond het programma nog niet.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
43
0
98.350 138.378 0,71
Programma:
GHOR
Programmahouder: Budgethouder:
dhr. J.A. Gerritsen dhr. A. Schoenmaker
r
l Wat willen we bereiken? De GHOR VNOG is primair verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de grootschalige acute geneeskundige hulpverlening en rampenbestrijding binnen het gebied van de VNOG. Daartoe draagt zij zorg voor de aansturing, coördinatie, opleiding, training en oefening van de diverse besturen en functionarissen. Binnen de witte kolom is de GHOR verantwoordelijk voor een planmatige coördinatie en afstemming die leidt tot een gestroomlijnde samenwerking met de geneeskundige partners, operationele diensten brandweer en politie en met provincies en gemeenten. De missie van de GHOR VNOG luidt voluit: "Door samen te werken dragen wij bij aan meer veiligheid voor de burgers in de regio". Om dit te kunnen bereiken is de inrichting van een goed op haar functie berekende organisatie nodig. Stip op de horizon is een volwaardige witte kolom. Samen met omliggende regio's en uitgaande van eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid, dient een zo optimaal mogelijke bundeling van de witte kolom gerealiseerd te worden. Wat gaan we daarvoor doen? Producten: 6800 Pro-actie & Preventie GHOR Pro-actie richt zich op het structureel voorkomen van onveiligheid in de fysieke omgeving. Door de GHOR wordt ingezet op de verdere vormgeving van het evenementenbeleid, risico-inventarisaties en planvorming. GHOR advisering richt zich op risicovermindering, draaiboeken en grootschalige rampen. De GHOR zal in 2010 naast het bestaande beleid uitvoering geven aan de volgende producten: Gevolgen Wet Veiligheidsregio's, AMvB Veiligheidsregio's en het convenant veiligheidsregio. 6810 Preparatie, repressie en nazorg GHOR In het kader van de rampenbestrijdingsprocessen is de GHOR verantwoordelijk voor de uitvoering van drie processen, te weten: het proces geneeskundige hulpverlening somatisch het proces geneeskundige hulpverlening psychosociaal het proces preventieve openbare gezondheidszorg bij ongevallen en rampen. Ad 1: geneeskundige hulpverlening somatisch Het betreft onder meer de inzet van operationele functionarissen zoals de RGF, de HsGHOR, CvDG en OvDG, voldoende personeel in actiecentra, materieel, kennis en vaardigheden, ondersteunende middelen, plannen, informatie en logistiek. Dit alles is erop gericht om vanuit de pro-actie, preventie en preparatie tot een effectieve en efficiënte bestrijding van de ramp/calamiteit te kunnen komen. Daarbij wordt samengewerkt met de partners binnen de keten van spoedeisende medische hulpverlening. Ad 2: geneeskundige hulpverlening psychosociaal De psychosociale hulpverleningsorganisatie richt zich op het onderhouden van de contacten en het consolideren van de kwaliteit en paraatheid van de organisatie. Belangrijke partners voor de GHOR v.w.b. de psychosociale hulpverlening zijn GGZ instellingen, maatschappelijk werk, slachtofferhulp en het Nederlandse Rode Kruis. Vanuit een samenwerkingsstructuur zullen in de repressieve fase geschoolde en getrainde functionarissen worden ingezet in een gemeentelijk opvangcentrum of ter
Programmabegroting 2010
20-4-2009
44
f i '
;• ** f t
f L F ; ;
:;
L r , , ;
§ t • -
plaatse bij een ramp/calamiteit. De psychosociale hulpverleningsorganisatie wordt ook ingezet bij ingrijpende gebeurtenissen. Ad 3: preventieve openbare gezondheidszorg (POG) De POG is gericht op bescherming van de volksgezondheid bij ongevallen en rampen met gevaar voor mens en milieu, om zo (extra) gewonden of verergering van letsel te voorkomen. Belangrijke partner voor de GHOR in het kader van de POG zijn de GGD en het RIVM. De GHOR zal in 2010 naast het bestaande uitvoering geven aan de volgende producten: Gevolgen Wet veiligheidsregio's, AMvB veiligheidsregio en het convenant veiligheidsregio. Bijdrage aan het meldkamer project MON. Opleiding en training in het kader van vakbekwaamheid GHOR functionarissen 6815 Beleid & sturing GHOR De beleidskaders worden bestuurlijk door het algemeen en dagelijks bestuur van de regio VNOG door middel van plannen vastgesteld en ambtelijk voorbereid en uitgevoerd door Directeur GHOR en het GHOR-bureau. In het voortraject vindt veel overleg en afstemming plaats met de partners in de geneeskundige keten w.o. ambulancediensten, ziekenhuizen, huisartsen en andere hulpverleningsdiensten zoals politie en brandweer en met de openbare besturen gemeenten, provincies, ministeries en inspecties. De GHOR zal in 2010 naast het bestaande uitvoering geven aan de volgende producten: Gevolgen Wet veiligheidsregio's, AMvB veiligheidsregio's en het convenant veiligheidsregio. 6820 Multidisciplinaire voorbereiding GHOR De GHOR zal haar bijdrage aan het Regionaal VeiligheidsBureau blijven leveren middels de GHOR-coördinator die voor 0,3 fte werkzaam is binnen het Regionaal Veiligheidsbureau. Daarnaast blijft de GHOR 1,0 fte leveren voor de inhoudelijke planvorming. Wat mag het kosten? Formatie: Product
Realisatie 2008
2009
2010
0,70 4,02 3,49 1,00 0,70 9,91
0,70 4,02 3,49 1,00 0,70 9,91
0,60 4,43 4,22 0,30 0,68 10,23
Pro-actie/preventie Preparatie & repressie & nazorg Beleid & bestuur Multidisciplinaire voorbereiding Projecten Totaal
Programmabegroting 201'O
20-4-2009
45
Lasten en baten: Product Lasten Pro-actie/preventie Preparatie & repressie & nazorg Beleid & bestuur Multidisciplinaire voorbereiding Projecten Totaal lasten Baten Pro-actie/preventie Preparatie& repressie & nazorg Beleid & bestuur Multidisciplinaire voorbereiding Projecten Totaal baten Onttrekking reserves Saldo / inwonerbijdrage Bijdrage per inwoner in centen
2009
2010
63.787 998.436 507.079 142.010 93.655 1.804.967
77.482 938.568 496.450 134.445 72.482 1.719.396
64.569 1.006.308 571.714 60.685 67.512 1.770.787
0 69.874 1.092.049 3.431 32.000 1.197.354 243.151 364.462 0,42
0 159.163 1.195.591 0 0 1.354.754
0 197.889 1.200.976 0 0 1.398.865
364.642 0,42
-371.922 0,46
Realisatie 2008
Programmabegroting 201O 2O-4-2009
46
Verplichte paragrafen
Programmabegroting 2010 20-4-2009
47
Paragraaf Weerstandsvermogen Inleiding De paragraaf Weerstandsvermogen is één van de voorgeschreven paragrafen als onderdeel van de programmarekening op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De paragraaf weerstandsvermogen moet inzicht verschaffen in de robuustheid van de financiële situatie van de VNOG. De vraag hoe robuust de financiële situatie is, komt tot uitdrukking in het weerstandsvermogen. Voldoende weerstandsvermogen (financiële buffer) en geformaliseerd beleid omtrent de inzet van dit vermogen kunnen voorkomen dat elke tegenvaller dwingt tot bezuinigingen of tot directe tekorten in de rekening. Voor het beoordelen van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de risico's en de aanwezige weerstandscapaciteit. Het BBV definieert het weerstandsvermogen als volgt: Het weerstandsvermogen bestaat uit een relatie tussen: • de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de VNOG beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; • alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis zijn in relatie tot de financiële risico's. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat tenminste: • een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; • een inventarisatie van de risico's; • het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's. Weerstandscapaciteit Kenmerkend voor het risicoprofiel van de VNOG is dat deze regio voor het grootste deel afhankelijk is van de bijdragen van de deelnemende gemeenten. Daarmee zijn de gemeenten ook aan te spreken op eventuele tekorten in de exploitatie. Dit laatste is vastgelegd in de "gemeenschappelijke regeling". De resultaten van een jaar worden verrekend met de deelnemende gemeenten. Hierdoor bouwt de VNOG zelf geen reserve op, die aangewend zou kunnen worden bij het optreden van een risico. Hierdoor geeft een eventuele weerstandscapaciteit een niet getrouw beeld van de werkelijkheid. Relevante risico's met hun consequenties De relevante risico's voor het weerstandsvermogen zijn die risico's die niet zijn te ondervangen. Bij risico's gaat het om 2 aspecten: l de kans dat een gebeurtenis zich voordoet en 2 de financiële consequentie. Wanneer (bijna) zeker is dat een gebeurtenis zich voordoet, kunnen reeds van tevoren maatregelen worden getroffen. Dit worden ook wel reguliere risico's genoemd. Reguliere risico's (risico's die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn) maken geen deel uit van de risico's in deze paragraaf. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Wanneer de financiële consequenties beperkt zijn, zijn de gevolgen van een gebeurtenis gering. De kans dat een betreffende gebeurtenis zich voordoet, is dan van ondergeschikt belang, aangezien de gevolgen minimaal zijn. Ook deze gebeurtenissen worden niet meegenomen in deze paragraaf. Met betrekking tot het weerstandsvermogen gaat het met name om gebeurtenissen waarvan niet zeker is dat ze zullen gebeuren en waarvan de eventuele financiële consequenties groot zijn.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
48
In het algemeen wordt een drietal risicocategorieën onderscheiden: 1. Risico's van het eigen beleid, het beleid van hogere overheden, samenwerking met de deelnemende gemeenten en andere partijen, het doen en/ of nalaten door anderen en voor de regio autonome ontwikkelingen. 2. Risico's op eigendommen: Risico's in de sfeer van ontvreemding, van schade door brand, storm, water, fraude en dergelijke. Ook risico's die voortkomen uit het ontbreken van onderhoud- en/of beheerplannen behoren tot deze categorie. 3. Risico's die samenhangen met de interne bedrijfsvoering: Risico's op het gebied van personeel, automatisering en huisvesting. In zijn algemeenheid kan een aantal aspecten worden genoemd, dat mogelijk invloed heeft op de financiële situatie van de VNOG: Nieuwbouw (risicocategorie l en 3) Ontwikkelingen meldkamer, project MON (risicocategorie l en 3) Raad voor de Multidisciplinaire Informatievoorziening Veiligheid (risicocategorie 1) Territoriale congruentie (risicocategorie 1) Projecten Clustervorming (risicocategorie l en 3) Programmafinanciering Externe Veiligheid (risicocategorie 1) BTW problematiek bij invoering van de Wet Veiligheidsregio's (risicocategorie 1) Tussentijds wordt het AB ook geïnformeerd over de ontwikkeling van risico's die zich m.b.t. de begroting van de VNOG voordoen. In het AB van 27 maart 2008 is een overzicht van de risico's gepresenteerd. In het AB van 26 juni 2008 zijn de voorlopige uitkomsten gepresenteerd van het project MON in relatie tot de congruentieproblematiek. In de financiële verkenning 2008, die behandeld is op 8 november 2008, is ook al een eerste doorkijk gegeven van de verwachte tegenvallers voor 2009. Nieuwbouw In het verleden is er voor gekozen om ten aanzien van de rechtverhouding bij de gezamenlijke nieuwbouw aan de Europaweg, de politie als eigenaar/verhuurder, en de VNOG als huurder te laten optreden. Dit heeft tot gevolg dat de VNOG in een aantal opzichten afhankelijk is van de politieorganisatie. Tot op dit moment kent het project nieuwbouw nog enkele onduidelijkheden zoals de kosten van de samenwerking met PNOG. Pas in december 2008 is inzicht verkregen in de definitief te betalen huur. Ten aanzien van de kosten van dienstverlening en doorbelastingen door de politieorganisatie bestaat nog geen duidelijkheid. Over deze aspecten vindt door de portefeuillehouders nog overleg plaats met de PNOG. Daarnaast blijkt in de ramingen onvoldoende rekening gehouden te zijn met de kosten van het Multidisciplinair Actiecentrum (MAC). Van de totale huisvestingskosten kan indicatief tussen de 15% en 20% aan de MAC toegerekend worden. De totstandkoming van het RvB en het MAC dient nog vastgelegd te worden in een beheersstatuut dat tussen VNOG en PNOG gesloten wordt. Hierin dienen ook afspraken vastgelegd te worden over de Financiën. Ontwikkelingen meldkamer, project MON (Gemeenschappelijke Meldkamer Apeldoorn - Meldkamer Oost Nederland) Op 29 juni 2006 heeft het AB onder voorwaarden ingestemd met het beslisdocument: 'Akkoord op hoofdlijnen inzake congruentie'. In het Financieel arrangement is als uitgangspunt geformuleerd dat de congruentie niet mag leiden tot een verhoging van de inwonerbijdrage. De structurele gevolgen kunnen worden gedekt uit de besparing die ontstaat door de fusie van de meldkamers Apeldoorn en Zwolle. De meldkamers van de VNOG en de veiligheidsregio IJsselland zullen per l juli 2010 worden samengevoegd tot één meldkamer Oost Nederland (MON). De inverdieneffecten worden ingezet om de nadelige gevolgen van de congruentie te compenseren. Om een en ander te bewerkstelligen is vooruitlopend op de realisatie van MON in de nieuwe meldkamer alvast een aantal voorbereidingen getroffen om de beoogde samenvoeging technisch mogelijk te maken. Dit zorgt voor extra kapitaallasten die tijdelijk, zolang de MON nog niet gerealiseerd is, voor rekening komen voor de VNOG. Daarnaast moet nog met enkele andere kostencomponenten rekening gehouden worden.
Programmabegroting 2010
20-4-20O9
49
•
«
Projectkosten MON: Voor dit project is een multidisciplinaire projectorganisatie ingesteld met als doel op l juli 2010 één meldkamer te realiseren voor het verzorgingsgebied van Noord- en Oost Gelderland en IJsselland. Frictiekosten meldkamer IJssel Vecht: In de paragraaf over de afvloeiingkosten van personeel dat als gevolg van het sluiten van de meldkamer in Zwolle boventallig wordt, is opgenomen dat de kosten van inkrimping van formatie ten laste komen van de kolom, waar de afvloeiing aan de orde is. Deze organisatie zal op termijn ook het exploitatievoordeel gaan genieten. Dit aspect doet zich met name voor in de brandweer kolom wanneer gekozen wordt voor de 333 of 322 variant. In dat geval moet rekening gehouden worden met de lasten die verbonden zijn aan herplaatsing en een sociaalplan voor circa 6 tot 10 medewerkers.
Schaalvoordeel MON: In het project initiatiedocument (PID) is aan de hand van de te kiezen variant voor de bezetting van de meidtafels van de brandweer voor de VNOG een efficiencywinst gepresenteerd. Daarvoor zijn drie varianten uitgerekend die uitgaan van volgende bezetting: A. 444 variant: 4 centralisten op alle dagen rond de klok, continuering huidig maatwerk met verschillende procedures, efficiencywinst € 517.000,--; B. 333 variant: 3 centralisten rond de klok met een voldoende mate van standaardisering, efficiencywinst € 769.000,--; C. 322 variant, alleen mogelijk als na de bij B genoemde standaardisatie ook nog aan een aantal voorwaarden wordt voldaan zoals een derde en vierde centralist in piketdienst en een verdere automatisering van de alarmering voor de GRIPregeling, efficiencywinst € 960.000,--.
f f j •
T f l , «' *•
Op basis van het inwonertal van de VNOG van circa 800.000 lijkt het erop dat met de varianten B en C kan worden voldaan aan het gestelde financiële uitgangspunt. Deze geven immers een efficiencyvoordeel per inwoner van € 0,96, respectievelijk € 1,20.
|!
Raad voor Multidisciplinaire Informatievoorziening Veiligheid (Raad MIV)
-
Op 3 april 2006 ondertekende de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen met veiligheidspartners vanuit brandweer, geneeskundige hulpverlening en ambulancezorg, politie, defensie en gemeenten een Letter of Intent. Met deze intentieverklaring was de oprichting van de Raad MIV een feit. De Raad MIV bevordert een effectieve en efficiënte informatie- en communicatievoorziening ten behoeve van het gezamenlijk optreden van de hulpverleningsdiensten, opdat schade bij incidenten en rampen wordt beperkt. BZK stelt dat de Raad MIV een overleg- en adviesorgaan is om de informatievoorziening voor brandweer, politie, ambulancezorg en gemeenten te verbe-teren. De financiering ligt volgens BZK bij de veiligheidsregio's en politieregio's. De verhoogde BDVR bijdrage biedt volgens BZK voldoende mogelijkheden om deze kosten te dragen. Op dit moment wordt de Raad MIV nog door het rijk gefinancierd. De Raad MIV heeft medio 2008 een meerjarenbeleidspan opgesteld. Hieruit is gebleken dat aan de uitvoering van dit plan forse incidentele en structurele kosten verbonden zijn Waarschijnlijk mede naar aanleiding van de reacties uit het land heeft het Veiligheidsberaad besloten om de Raad MIV in haar huidige constructie op te heffen en deze als Bestuurscommissie onder te brengen bij het Veiligheidsberaad. Omdat de activiteiten van de financiële adviescommissie voor onbepaalde tijd zijn opgeschort bestaat op dit moment geen zicht op de financiële gevolgen van de door de Raad MIV opgestarte activiteiten.
r
*' f -*• l
r
t
t Bij brief van 24 september jl. heeft de Raad MIV echter al wel de politie en brandweer geïnformeerd over een uitwijkvoorziening voor de meldkamer met de naam "MUST". In maart 2008 is de technische voorziening opgeleverd. De beheerskosten zijn in het meerjarenplan van de Raad MIV opgenomen en zullen in rekening worden gebracht aan de regio's na besluitvorming in het Veiligheidsberaad en Korpsbeheerdersberaad.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
50
"1 *•_
Territoriale congruentie In de AB vergadering van 18 december 2008 is ingestemd met het voorstel om de gemeenten Meerde en Hattem toe te laten treden tot de VNOG. Meerde zal toetreden met terugwerkende kracht per l januari 2007. Meerde heeft laten weten in te stemmen mits de financiële aspecten goed worden geregeld. Voor de toetreding van Hattem geldt als ingangsdatum l januari 2009. Over de incidentele gevolgen van de afwikkeling van de congruentie als zodanig zullen nog onderhandelingen moeten plaatsvinden tussen VNOG, de regio IJssel-Vecht en de gemeente Deventer. Meldkamer Oost Nederland wordt anderhalfjaar later gerealiseerd dan was voorzien. Dit levert een incidenteel tekort op voor de VNOG. In de kadernota 2010-2013 wordt u hierover nader geïnformeerd. Projecten Clustervorming Binnen de VNOG is gekozen voor clusters als sturingsmodel voor de brandweerorganisatie. Met dit als uitgangspunt kunnen vanuit verschillende invalshoeken uitgangspunten bepaald worden die op het terrein van de financiën liggen. Voor financiën geldt eigenlijk per definitie dat er sprake is van een dilemma. Enerzijds is de algemene veronderstelling dat financiën het gevolg is van inhoudelijke keuzes die worden gemaakt en zou daarom eerst een goede beleidsinhoudelijk discussie plaats moeten vinden, voordat een financiële vertaling plaatsvindt. Anderzijds is de eerste vraag, vaak al voordat inhoudelijke standpunten gekozen worden, wat gaat het kosten? In het proces van clustervorming zal dit dilemma in alle gevallen zich gaan voordoen. De uitdaging bestaat erin hierin een goede tussenweg te vinden. In het licht van de financiën zullen bij clustervorming de volgende aspecten aan de orde komen: Financieel beheer Relevante wet- en regelgeving De planning en control cyclus Financiële administratie Structuur begroting Wat is harmonisatie? Ondersteuning in advisering en administratie Programmafinanciering Externe Veiligheid Recentelijk is een bestuursakkoord afgesloten tussen het Ministerie en het IPO waaruit blijkt dat dit programma ook in de toekomst volledig aan de provincie zal worden uitbetaald. Een herverdeling van de middelen over de provincies zal plaatsvinden omdat in de volgende periode ook andersoortige bedrijven dan BRZO en BEVI als indicatoren gelden. Dit betekent dat de brandweer blijvend haar belangen in dit proces goed moet behartigen om te zorgen dat in de toekomst nog gelden voor PUEV ontvangen worden. BTW problematiek bij de invoering van de Wet Veiligheidsregio's In 2008 heeft namens de besturen van NVBR en GHOR overleg plaatsgevonden met de ministeries van Financiën en BZK over de fiscale gevolgen van de nieuwe Wet Veiligheidsregio's. Hierbij zijn de navolgende vragen aan het ministerie voorgelegd: a. Kunnen de Veiligheidsregio's na invoering van de nieuwe wet de door hen betaalde BTW nog compenseren. b. Met welke fiscale gevolgen kunnen we te maken krijgen bij de overgang van personeel, materieel en gebouwen naar de Veiligheidsregio's. Een en ander heeft geresulteerd in een standpunt van het Ministerie van Financiën: a) De BTW die thans aan brandweerregio's in rekening wordt gebracht komt voor compensatie in aanmerking bij de gemeenten die in de onderscheiden brandweerregio's participeren. In de voorziene nieuwe situatie waarin niet langer de brandweerregio's maar de Veiligheidsregio's de brandweertaken vervullen blijft de situatie bestaan dat ook gemeenten deze brandweertaak kunnen verrichten. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat de brandweertaken ook na introductie van de Veiligheidsregio's als gemeentelijke taak kunnen worden beschouwd. Daarbij past dat nog steeds een beroep kan worden gedaan op het compensatiefonds.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
51
b) Ten aanzien van de activiteiten op het terrein van de GHOR doet zich een andere situatie voor. Waar de GHOR taken thans nog een gemeentelijke verantwoordelijkheid zijn, is dat niet langer het geval vanaf de datum waarop de veiligheidsregio's actief zijn. Het is dan wettelijk een taak geworden van de veiligheidsregio's. Het gevolg daarvan is dat de daarop betrekking hebbende BTW niet voor compensatie in aanmerking komt. c) De derde hoofdtaak betreft de activiteiten inzake gemeenschappelijke meldkamers. Daarvoor geldt hertzelfde als bij de Ghor-taak. Dit is in de nieuwe wet en taak van de veiligheidsregio's waardoor er geen beroep kan worden gedaan op het compensatiefonds. De meldkamers van brandweer en de ambulancedienst kunnen tot op heden de betaalde BTW doorschuiven naar de deelnemende gemeenten. Dit is een direct gevolg van de in 2003 genomen besluiten door het Ministerie van Financiën. De veiligheidsregio's hebben nog een vierde hoofdtaak, namelijk de multidisciplinaire crisisbeheersing. Op dit moment valt deze taak onder het BTW- compensatiefonds. Kijkend naar de wet en de standpunten van het ministerie van financiën over GHOR en meldkamers is deze BTW na invoering van de wet ook niet meer compensabel. Het besluit van het Ministerie van Financiën heeft daarom forse gevolgen voor zowel de veiligheidsregio's als het Ministerie van Financiën. Dit zijn: Toename administratieve lasten; Uitname bedragen uit het BTW-compensatiefonds
f f r k
c <
In veel regio's zijn de Veiligheidsregio's zich verder aan het ontwikkelen. Hierbij ontstaan meerdere organisatiemodellen, zoals in het geval van de VNOG het clustermodel. Voor al deze modellen zal met de belastinginspecteur overleg moeten worden gepleegd over het te volgen belastingregime. Dienstverleningsovereenkomsten In de periode totdat de Wet Veiligheidsregio's van toepassing wordt, zal in veel gevallen sprake zijn van taken die de gemeente tegen een vergoeding uitbesteedt aan de regio. Dit wordt op dit moment veelal vastgelegd in detachering- of dienstverleningsovereenkomsten. Regio's maken hierbij veelal een onderscheid tussen de eigen basistaken van de veiligheidsregio welke via de inwonersbijdrage worden betaald door alle gemeenten en plustaken waarvoor een aparte vergoeding wordt berekend aan de afnemende gemeente. Het Ministerie van Financiën is van mening dat de kosten van detachering of dienstverlening met BTW moet worden doorberekend. De GHOR maakt voor de uitvoering van enkele taken gebruik van personeel van de GGD organisatie. Indien deze dienstverlening eveneens fiscaal belast moet worden werkt dit ook kostenverhogend.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
52
; ^ :
i * , i
Financiering Inleiding De Financieringsparagraaf is één van de voorgeschreven paragrafen als onderdeel van de Programmarekening op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Artikel 13 van dit besluit schrijft voor dat de beleidsvoornemens en ontwikkelingen ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille worden beschreven.
Op grond van de Wet Fido moet de Veiligheidsregio twee treasury-instrumenten hanteren. Dit zijn het treasurystatuut en de treasuryparagraaf. Het treasurystatuut is op 30 september 2005 door het Algemeen Bestuur vastgesteld. In de treasuryparagraaf van de verantwoording wordt aangegeven in hoeverre de gestelde doelen zijn gehaald en wat de stand van zaken is. Algemene ontwikkelingen De financiële positie is in 2008 nagenoeg onveranderd gebleven ten opzichte van 2007. Dit betekent dat de financiering van de activa geheel met 'eigen' middelen plaats heeft gevonden, met inbegrip van de voorzieningen voor het Functioneel leeftijdsontslag (FLO). Naar aanleiding van de aanpassing van de wetgeving op het gebied van het vroegpensioen mag verwacht worden dat de FLO-voorzieningen binnen een aantal jaren zullen zijn afgebouwd. Lopende uitkeringssituaties worden afgewikkeld, er vindt geen opbouw van FLO-rechten meer plaats. De verwachting is dat enkele nieuwe uitkeringsgevallen die onder het overgangsrecht vallen, ondergebracht worden bij een pensioenverzekeraar. Een en ander betekent dat de VNOG op termijn mogelijk extern financieringsmiddelen zal moeten aantrekken.
Risicobeheer Dit onderdeel geeft een samenvatting van het (verwachte) risicoprofiel van de organisatie. Het bevat tevens de gegevens die uit hoofde van de Wet Fido voor de toezichthouder nodig zijn w.o. de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet bepaalt de maximale omvang van de externe korte geldpositie. Deze zogenaamde netto vlottende schuld mag maximaal 8,2% bedragen van het totaal van de verantwoording van de VNOG. De totale omvang van de programmaverantwoording van het VNOG bedraagt circa € 18,8 miljoen. De kasgeldlimiet bedraagt daarmee afgerond € 1,5 miljoen. De netto vlottende schuld bedroeg op 31-12-2008 € 6.261.754,-. De Eerste Kamer heeft ingestemd met de wijzigingen van de Wet financiering decentrale overheden. De wijzigingen treden op l januari 2009 in werking. Een belangrijke wijzigingen voor de gemeenschappelijke regelingen is dat de toezichthouder kan besluiten een afwijkend percentage te hanteren voor de bepaling van de kasgeldlimiet. Renterisiconorm De renterisiconorm beperkt het rente risico op de vaste schuld. Deze wettelijke norm bepaalt dat maximaal 20% van de netto opgenomen vaste schuld jaarlijks in aanmerking mag komen voor aflossing of renteherziening. Op dit moment kent de VNOG geen vaste schulden, zodat geen sprake kan zijn van afwijking van de norm. Renteberekening jaarrekening Voor de kapitaalslasten VNOG is een rentepercentage gehanteerd van 4,5%. Voor de activa die in de jaarrekening zijn opgenomen uit hoofde van de waarde-inbreng is dit percentage ook gehanteerd.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
53
Uitgezette externe gelden In het treasurystatuut staat dat er 3 soorten kortlopende gelden ingezet kunnen worden. Het gaat om de volgende instrumenten: callgeld (daggeld), kasgeldleningen & deposito's en rekening-courantovereenkomsten. Vanuit de publieke taak worden tijdelijke financieringsmiddelen enkel uitgezet bij alleen de BNG. Per eind 2008 waren er geen leningen aangetrokken. In oktober 2008 heeft het DB een overeenkomst voor financiële dienstverlening gesloten met de BNG. Hierdoor kan voortaan op de rekening-courant tegoeden een gunstiger renteresultaat kan worden behaald, zonder dat sprake is van risico's.
Bedrijfsvoering
f t
Met de invoering van het Besluit Begroting en Verantwoording is de paragraaf Bedrijfsvoering voorgeschreven als onderdeel van de programmabegroting. Binnen de VNOG wordt in deze paragraaf aandacht geschonken aan de taken, waarvoor binnen de begroting geen afzonderlijke programma's zijn opgenomen. Het gaat dan om de kostenplaatsen Directiesecretariaat en Bedrijfsvoering.
f (
1. Sector Bestuur en Strategie (voorheen directiesecretariaat) Algemeen C
De sector Bestuur en Strategie (voorheen Directiesecretariaat) draagt er aan bij dat op een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende wijze invulling wordt gegeven aan de bestuurlijke en ambtelijke organisatie van de VNOG. Daarnaast heeft deze sector een belangrijke rol op het gebied van strategische advisering zowel intern als extern. Ontwikkelingen werkgebied
Jf [ i ü.
In 2008 is geconstateerd dat het werkgebied en de taken van het Directiesecretariaat zich sinds de start van de VNOG in 2004 hebben ontwikkeld. Dit tekent zich met name af in de positie die deze sector inmiddels in de organisatie van de VNOG intern, maar ook extern in relatie tot andere overheidsorganisaties inneemt. Naast de basistaken als de voorbereiding van bestuurlijke en ambtelijke overleggen, management ondersteuning en communicatie, is de strategische advisering zowel intern als extern steeds belangrijker en meer structureel geworden. Deze advisering heeft belangrijke bestuurlijk/juridische componenten en behoorde als zodanig reeds tot de basistaken, maar betreft in het licht van de Veiligheidsregio met name ook multidisciplinaire aspecten. Voorbeelden hiervan zijn de voorbereiding van de vergaderingen van de Veiligheidsdirectie, de gezamenlijke vergaderingen van DB en AB VNOG met DB politie en Regionaal College Politie.
F t t * .
Aangezien de aanduiding directiesecretariaat de lading niet meer dekt is in 2008 besloten om de sector voortaan Bestuur en Strategie (BS) te noemen.
^
Tevens is besloten om ten behoeve van de bestuurlijke/juridische en strategische voorbereiding de beleidscapaciteit Bestuur en Strategie vanuit de GHOR en het Regionaal Veiligheidsbureau te faciliteren.
f
Voor wat betreft de inbreng van externe partners, op dit moment in elk geval de politie en in de toekomst mogelijk de gemeentelijke kolom, worden meer structurele samenwerkingsverbanden aangegaan.
*
Programmabegroting 2010 20-4-2009
54
Tenslotte is voor de communicatieadviestaken structureel capaciteit t.b.v. de GHOR beschikbaar gesteld.
Bestuurlijke organisatie De betreffende werkzaamheden van de sector Bestuur en Strategie zijn met name gericht op de bestuurlijke besluitvorming in de VNOG. Vanuit de organisatie worden de onderwerpen, afgeleid van de taken ingevolge het bepaalde in de gemeenschappelijke regeling, aangedragen. De sector BS zorgt voor de voorbereiding (in 2008 o.a. in het Regionaal Managementteam) van de besluitvorming in de bestuursvergaderingen, de verslaglegging en de terugkoppeling naar de diverse organisatie-onderdelen. Werkwijze en invulling van de vergaderingen van het (gezamenlijk) Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur vormen dan ook de kern van de werkzaamheden op het gebied van bestuurlijke en ambtelijke organisatie.
Ambtelijke organisatie De voorbereiding en verslaglegging van de vergaderingen van het Regionaal Management Team is een van de taken van de sector Bestuur en Strategie. Ook de ondersteuning van de directie en de organisatie van het directieoverleg (directeuren brandweer en GHOR) is een van de taken van de sector. Tot slot organiseert de sector BS themabijeenkomsten voor de brandweercommandanten. Strategie Met de Minister van Binnenlandse Zaken is in 2008 een convenant gesloten over de verbetering van de kwaliteit van de rampenbestrijding en de verdere professionalisering van de veiligheidsregio. Aan de ondertekening van dit convenant is een intensief bestuurlijk traject voorafgegaan waaraan de sector Bestuur en Strategie heeft meegewerkt. De uitwerking van het convenant loopt door in het jaar 2009. Een van de afspraken met de minister is dat het bestuur een besluitvormingsproces in gang zet aangaande de volledige regionalisering van de brandweer. Het traject dat hiervoor wordt gevolgd moet in een bestuurlijke tweedaagse medio 2009 resulteren in besluitvorming door de leden van het AB en aansluitend in de tweede helft van 2009 tot besluitvorming in de raden van de deelnemende gemeenten. Communicatie De op- en uitbouw van de clusters vraagt de nodige capaciteit in de vorm van participatie in intergemeentelijke communicatie-overleggen. Daaruit vloeit voort het medeontwikkelen van communicatiestrategie en -middelen, en het onderhoud daarvan. Uiteraard geldt dat laatste ook voor de eigen in- en externe communicatiemiddelen. Dat betreft personeelsblad, magazine en website, maar ook presentaties, posters, mappen, film, workshops etc. die gemaakt worden voor sectoren, RVB, GMA, MON en GHOR. Het ondersteunen en begeleiden van activiteiten van clusters, afdelingen en sectoren is een doorgaande taak, waarvoor onder andere wordt deelgenomen aan vaste overlegvormen, in- en extern. Verder is er de deelname aan oefeningen, regionaal en landelijk, waarbij in sommige gevallen de media wordt begeleid.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
55
2. Bedrijfsvoering 1;
Inleiding De sector Bedrijfsvoering bestaat uit de taakvelden Personeel en Organisatie, Facilitaire Zaken, Automatisering en Financiën. De structurele formatie binnen de sector bevat 18,1 fte. Deze is als volgt verdeeld: Sectorhoofd Personeel en organisatie Facilitaire Zaken Automatisering Financiën
1,0 3,3 6,8 2,0 5,0
r
,
u
|
De structurele formatie ligt daarmee lager dan de formatie per 31/12/2008. Dit is het gevolg van het vertrek van 2 medewerkers receptie/bodedienst. Een deel van deze formatie is ingeleverd ter compensatie van de kosten die voortvloeien uit de dienstverleningsovereenkomst met de PNOG. In 2009 is de formatie tijdelijk uitgebreid met 5,31 fte. Deze uitbreiding wordt in belangrijke mate gedekt uit de bijdrage uit de convenantsgelden. Dit is ook de aanleiding voor de (tijdelijke) uitbreiding van de formatie. In het vervolg van deze paragraaf wordt hierop nader ingegaan. Algemeen Evenals de rest van de organisatie geldt voor de sector Bedrijfsvoering dat alles in het teken staat van de ontwikkelingen betreffende clustervorming en/of regionalisering. In dat opzicht is het resultaat van de bestuurlijke tweedaagse in september 2009 van belang. In principe hebben zowel het besluit om volledig te regionaliseren als een besluit om niet te regionalisering, maar de clustervorming uit te werken, gevolgen voor de ondersteuning die vanuit Bedrijfsvoering wordt gegeven. Het belangrijkste verschil is dat in geval van regionalisering, meer sprake zal zijn een eenduidigheid voor wat betreft in ieder geval het moment waarop de organisatie-ontwikkeling geëffectueerd moet worden. Bij regionalisering conform het convenant is l januari 2011 vastgelegd als datum waarop e.e.a. geregeld moet zijn. De gedachte zou kunnen zijn dat in geval van regionalisering ook meer sprake zou zijn eenduidigheid in de aard van ondersteuning die vanuit BV geleverd moet worden. Dat hoeft echter niet per definitie het geval te zijn. Op dit moment beoogt BV maatwerk te leveren in de ondersteuning aan de clusters. Die doelstelling zal vermoedelijk niet anders zijn bij regionalisering. Ook in die situatie zal de sturing van de organisatie zoveel mogelijk vorm krijgen via de clusters. De ondersteuning zal daarop dan ook gericht moeten zijn. Binnen kaders kunnen daarbij verschillen bestaan in de behoeften per clusters. Daarbij geldt dat indien geen sprake is van regionalisering de min of meer automatische vraag naar ondersteuning door BV uitblijft. De clusters hebben in die situatie de mogelijkheid ook elders hun ondersteuning te betrekken. Het enige aspect dat wezenlijk zal verschillen in geval van volledige regionalisering ten opzichte van uitwerking van de clusters betreft de vrijwilligers. In geval van regionalisering komen de vrijwilligers onder de vlag van de VNOG, waarmee sprake is van een forse toename van te ondersteunen organisatie. Ook in geval van clustervorming zou daarvan sprake kunnen zijn, maar dan is de vanzelfsprekendheid behoorlijk minder. Voor BV ligt de uitdaging in het organiseren van een zodanige ondersteuning dat de clusters zich op kwalitatieve redenen als "klant" melden. De sector dient zich te onderscheiden van andere mogelijke aanbieders van ondersteuning voor de clusters.
Programmabegroting 2010
L
20-4-2009
56
* f,
T ' <
L
f :
;; {l
; S , \ '
Opgemerkt kan worden dat de juridische inbedding van de clusters een belangrijk kader kan zijn. Één van de opties is een bestuurscommissie onder de vlag van de Gemeenschappelijke Regeling VNOG. In die situatie lijkt clustersondersteuning vanuit Financiën, P&O en DIV min of meer vanzelfsprekend. Voor Facilitaire Zaken (inkoop, huisvesting) en ICT (data en telefonie) geldt die vanzelfsprekendheid minder. Hoewel in dat geval de behoefte aan ondersteunende systemen (Personeels-, Financieel- en Documentair Informatiesysteem) het betrekken van Automatisering van BV een min of meer logische stap maken. Voor inkoop lijkt van belang in hoeverre het Warehouse concept vorm krijgt en of de inkoop hiermee in samenhang gebracht kan worden. De ontwikkelingen vragen van de sector BV dat zij zich beraadt op de wijze waarop de sector georganiseerd moet worden, welke producten en diensten men kan leveren, welke kwaliteit de ondersteuning moet hebben en hoe deze geborgd kan worden. Daarbij zal ook in ogenschouw genomen moeten worden dat het uitbreiden van dienstverlening gevolgen heeft voor de gemeenten, waar nu de ondersteuning aan de brandweer wordt geleverd. Vanuit BV zal daarom ook nadrukkelijk worden bekeken welke taken en activiteiten zelf georganiseerd moeten worden, of betrokken kunnen worden van gemeenten. Ook samenwerking met gemeenten op bepaalde terreinen zou daarbij een aandachtspunt kunnen zijn. Al vanaf medio 2008 ondersteunt BV clusters op specifieke taken en/of in de ontwikkeling van het cluster. Concreet ondersteunt BV het cluster IJsselstreek naar verwachting over de gehele breedte van de sector. Vanuit automatisering worden de clusters BWAO, de clusterbureau's SBAW, Veluwe West en de gemeente Doetinchem voorzien. Ook Documentaire informatievoorziening zal voor vrijwel alle clusters taken verzorgen op het vlak van in- en uitgaande post en archivering. Voor P&O en Financiën geldt dat zij min of meer autonoom al actief zijn binnen de clusters. Indien sprake is van het overbrengen van personeel en middelen vanuit de gemeenten naar de clusters, neemt als vanzelf ook de behoefte aan advisering en administratie toe. Navolgend worden per taakveld nog enkele specifieke aspecten naar voren gebracht. Personeel en organisatie Door P&O is in de afgelopen jaren over meerdere terreinen beleid uitgewerkt (bijv. leeftijdsbewust beleid, POP, arbo). Wellicht is actualisering noodzakelijk indien de ontwikkelingen zich doorzetten. Daarnaast ontstaan mogelijkheden om uitwerking te geven aan beleid waarvoor de huidige organisatie nog niet voldoende omvang had. Dit ligt dan vooral op het vlak van MD-beleid, het uitzetten van een organisatiebreed ontwikkelingbeleid. De brandweer in het algemeen, en dus ook de VNOG, ondervindt toenemende problemen bij het vervullen van m.n. operationele functies. In een situatie van regionalisering kan hierop eenvoudig worden ingespeeld dan in de bestaande situatie met 22 gemeenten, die alle hun eigen beleid en wensen hebben. Naast ontwikkeling zal aandacht nodig zijn om e.e.a. goed te borgen. Zeker in geval van het overkomen van personeel (indicatief 400 beroeps en 1500 vrijwilligers) ontstaat een forse toename van de administratieve taken. Dat geldt eveneens voor het consulentschap. Het ondersteunen van vrijwilligers vraagt andere zaken van de afdeling dan de huidige situatie en daarin bestaat dan ook een grote uitdaging. Facilitaire zaken Facilitaire zaken kent diverse activiteiten. Documentaire informatievoorziening zal meer dan waarschijnlijk het meest beïnvloed worden door de ontwikkelingen. Het taakveld zit nog volop in de opbouw van een volledig gedigitaliseerde postverwerking en archivering. De verdeling tussen centrale en decentrale verwerking vragen hierbij aandacht. Voor het inkoop onderdeel is vooral de ontwikkeling van het Warehouse concept van belang. Uit oogpunt van functiescheiding wordt binnen de VNOG op dit moment voorgestaan om de inkoop te scheiden van de formulering van de inkoopbehoefte (het
Programmabegroting 2010
20-4- 2009
57
programma van eisen). Het combineren van de operationele inkoop met de bedrijfsvoeringmiddelen zou een reële optie zijn, die aantoonbaar voordelen heeft. Voor Faza geldt het op- en uitbouwen van een Servicedesk als een belangrijk middel om in eerste aanleg de ondersteuning van het Innovatieve Kantoorconcept (IKC) te borgen. Met automatisering en telefonie kan deze Servicedesk echter ook een belangrijke rol vervullen in een kwalitatief goede dienstverlening aan de clusters. Kwaliteit dient hierbij invulling te krijgen door een goede en snelle behandeling van vragen, storingen en klachten door de juiste medewerkers met de benodigde kennis. In de bestaande situatie ontbreekt de schaal om de continuïteit en de kwaliteit te waarborgen. In het licht van de aanstaande ontwikkelingen ontstaat die mogelijkheden mogelijk wel. Automatisering In het kader van het Innovatieve Kantoorconcept is het netwerk van de VNOG redelijk up to date. Hierin is ook in de schaal al enigszins geanticipeerd op een toename van het aantal gebruikers. Indien echter alle clusters volledig ondersteund gaan worden, is uitbreiding van de hardware noodzakelijk. Het netwerk is echter zodanig ingericht dat dit probleemloos moet kunnen. In die situatie komen echter andere vragen aan bod: welke infrastructuur gaan we gebruiken om het netwerk regionaal uit te rollen (bijv. glasvezel) - welke storingstolerantie formuleren we en binnen welke termijnen moet die opgelost zijn? Wat betekent dit voor de kwaliteit van de medewerkers? Moeten we wellicht naar een piket toe? Welke fallback voorziening moeten we treffen? Is er samenwerking mogelijk met shared services van gemeenten of moeten we dit commercieel afnemen?
J' [ « , L F 't » i
]T ^
Daarnaast neemt de behoefte toe om procedures en protocollen te gaan vastleggen. Deze bestaat nu ook al, maar tot dusver heeft het aan tijd ontbroken om hieraan invulling te geven. Een andere ontwikkeling die van invloed is op automatisering betreft de invulling en inbedding van de informatiemanagementfunctie in de organisatie. De wijze waarop deze invulling krijgt, beïnvloedt de mate waarin vanuit automatisering hieraan invulling gegeven moet worden.
~ •
Financiën Ten gevolge van clustervorming lijkt voor Financiën de toename van de aantallen de belangrijkste effecten. Op het vlak van beleid of v.w.b. de documenten in de P&C-cyclus zullen relatief beperkte effecten optreden. De administratie en de behoefte aan advisering zullen echter wel fors toenemen.
'L
Naast de gevolgen van clustervorming ligt voor Financiën een belangrijke uitdaging om de bestuurlijke en managementinformatie op het door de clusters gewenste niveau te brengen. In dat licht zijn de ontwikkelingen betreffende landelijke projecten als Aristoteles interessant. Ook het project kwaliteitskaart en het regionale beleidplan zullen tot uitdrukking komen in de bestaande P&C-cyclus.
Programmabegroting 2010
20-4-2009
58
;
r f
L
Lijst van afkortingen AB AC ACB ACIR AGS AMvB AOV BBV BDUR BDVR BEVI BHV BRZO BT BWAO BZK CBRN CCS COH COO COPI CvD CvD-G DB HGM Hiab HOvD ICRN IKC IMS IOOV GDI GIS GMA GMS GRIP GRS
KMar KLPD KVT LGO LNB LNP LNV LOGA MAR MOIM MON M IV NBBE N BC NIFV
Algemeen Bestuur Algemeen Commandant, Actiecentrum, Alarmcentrale Actiecentrum Brandweer Actieprogramma Coördinatie Informatievoorziening Rampenbestrijding Adviseur Gevaarlijke Stoffen Algemene Maatregel van Bestuur Ambtenaar Openbare Veiligheid Besluit Begroting & Verantwoording Bijzondere Doeluitkering Rampenbestrijding (oude benaming) Bijzondere Doeluitkering Veiligheidsregio's (nieuwe benaming) Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Bedrijfshulpverlening Besluit Risico's Zware Ongevallen Beleidsteam Brandweercluster Achterhoek Oost Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties incidenten waar Chemische, Biologische, Radiologische of Nucleaire stoffen bij betrokken zijn Command & Control System Commando Haakarmbakken Competentiegericht Opleiden Officieren Commando Plaats Incident Commandant van Dienst Commandant van Dienst-Geneeskundig Dagelijks Bestuur Hulpverleningsregio Gelderland-Midden Autolaadkraan Hoofd Officier van Dienst Interregionale Commissie Risicobeheersing Natuurbranden Innovatief Kantoor Concept Internet Materieelbeheersysteem Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Geo Data Infrastructuur Geografische Informatie Systeem Gemeenschappelijke Meldkamer Apeldoorn Geïntegreerd Meldkamersysteem Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Gemeentelijke Rampenstaf Koninklijke Marechaussee Korps Landelijke Politiediensten Kazerne Volgorde Tabel Leidinggevenden Overleg Risicobeheersing Landelijk Netwerk voor de Brandpreventie Landelijk Netwerk voor Pro-actie Ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Visserij Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden Model Alarm Regeling Multidisciplinair Informatie Management Meldkamer Oost-Nederland Multidisciplinaire Informatievoorziening Nederlands Bureau Brandweerexamens Nucleair, Biologisch en Chemisch Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid
Programmabegroting 2010
20-4-2009
59
IWBR OGS OIV OTO OV OvD (-G) PID PNOG POG POP RAUDION RBT RCC RCBOT RGF RIJV RMT ROOV ROT ROVT RPO RRC RROL RVB S BA W TAS TBO VBC VNOG VROB VROM VtsdPN VZU WM Wro Wrzo
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg & Rampenbestrijding Ongevalstrijding Gevaarlijke Stoffen Operationele Informatievoorziening Opleiden, Trainen en Oefenen Operationele Voorbereiding Officier van Dienst (-Geneeskundig) Project Initiatie Document Politie Noord- en Oost-Gelderland Preventieve Openbare Gezondheidszorg Persoonlijk Ontwikkelingsplan Repressieve organisatie, Alarmering, Uitrukprocedures, Dekking, Inzetprocedures, Operationele logistiek, Nazorg Regionaal Beleidsteam Regionaal Coördinatie Centrum Regionaal Coördinatie- en Bedrijfsopvangteam Regionaal Geneeskundig Functionaris Regio IJssel-Vecht Regionaal Management Team Regionaal Overleg Openbare Orde en Veiligheid Regionaal Operationeel Team Regionaal Operationeel Voorbereidingsteam Regionaal Preventie Overleg Raad van Regionale Commandanten Regionale Regeling Operationele Leiding Regionaal Veiligheidsbureau Samenwerkingsverband Achterhoek West Tankautospuit Team Brandweer Onderzoek Veluwe Bosbrand Comité Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Veilig Repressief Optreden voor Bevelvoerders Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Voorziening tot Samenwerking Politie Nederland Verzorgingsunit Wet Milieubeheer Wet ruimtelijke ordening Wet Rampen en Zware Ongevallen
Programmabegroting 2010
20-4-2009
60
Bijlagen:
Kostprijs per product en specials
Programma
Product
Formatie
Preparatie
Rampen en crisisbeheersing Planvorming/propcedures Operationele informatievoorz. Beheerskosten RROL
0,80 1,80 3,60 1,80 8,00
Nazorg Totaal nazorg
Nazorg
0,34 0,34
Repressie
Gevaarlijke stoffen VNOG Natuurbrandbestr. VNOG Grootschaligoptreden Waterongevallen GMA Verbindingen RBS RROL
2,10 1,10 1,50 0,00
Totaal preparatie
0,50 4,40
Risicobeheersing
8,10 8,10
Lasten
Baten Inwonersbijdrage 2010 0 -171.975 -412.859 -76.977 -661.811
Aantal Inwonersbljdr. Inwoners per product
0 0
-47.194 -47.194
-0,06 -0,06
587.265 97.824 351.276 255.000 2.013.702 225.847 690.327 1.496.632 5.717.874
0 0 351.276 0 65.000 0 997.500 63.000 1.476.776
-587.265 -97.824 0 -255.000 -1.948.702 -225.847 307.173 -1.433.632 -4.241.097
-0,73 -0,12
-1,77 -5,25
6.200
732.419 732.419
732.419 732.419
0 0
0,00 0,00
6.201
0 0
0 0
0 0
0,00 0,00
71.144 171.975 412.859 383.247 1 .039.225
71.144 0 0 306.270 377.414
6.205
47.194 47.194
6.113 6.114 6.115 6.116 6.150 6.151 6.155 6.112
26,22
Totaal repressie Risicobeheering Totaal risicobeheersing
16,62
Product nummer 6.100 6.101 6.102 6.103
0,00
-0,21 -0,51 -0,10 -0,82
0,00
-0,32 -2,41 -0,28 0,38
Regionale kwaliteitszorg Regionale kwaliteitszorgsysteem Totaal regionale kwaliteitszorg
2,65 2,65
6.250
257.673 257.673
0 0
-257.673 -257.673
-0,32 -0,32
Projecten
0,00 0,00 0,00
6.551 6.109
0 358.000 358.000
0 0
0 -358.000 -358.000
-0,44
Nieuwbouw Project GMA
Totaal projecten Algemene dekkingmiddelen Algemene dekkingsmidrielen Oefenen & Opleiden Materiaal & Logistiek Directie Communicatie
16,17
Totaal algemene dekkingsmlddelen Opleidingen
1,94 3,20 2,80 6,00 2,23
6.500 6.900 5.610 5.620 5.300 5.510
Opleidingen BHV Rampenbestrijding Comp. Officieren
4,70 3,35 0,70 0,20
Totaal opleidingen / BHV
6.321 6.322 6.323 6.324
70,43
0
0
1.396.966 -281.904 -431.666 -516.487 -167.397 0
4.422.935
4.422.447 0 0 0 0 0 0 4.422.447
960.000 370.000 0 0
820.000 370.000 0 0
-140.000 0 0 0
-0,17
-14O.OOO
-0,17
1.330.000
8,95
Subtotaal geharm. producten brandweer excl multi
3.025.481 281.904 431.666 516.487 167.397
0
0,00
13.905.320
1.190.000
1,73
-0,35 -0,53 -0,64 -0,21 0,00 0,00 0,00
-488
8.199.057
-5.706.263
452.626
-298.116 -100.000 -398.116
0,00 0,00 0,00
808.527
-7,06
808.527
-0,37 -0,12 -0,49
808.527
-7,55
Regionaal Veiligheidsbureau RVB (Multi) Gemeentelijk medewerker Totaal RVB Inwoners bijdrage Totaal geharmoniseerde producten brandweer
808.527
3,60 1,00 4,60
6.110
750.742 750.742
452.626
6.104.379
7,55
75,03
14.656.061
8.651 .683
-6.104.379
Programma
Product
Formatie
Product nummer
Lasten
Baten Inwonersbijdrage 2010
2,39
6.435
463.231
60.250
-402.981
463.231
60.250
-402.981
603.809
86.375
-517.434
603.809
86.375
-517.434
236.728
98.350
-138.378
236.728
98.350
-138.378
268.700
2.558
-266.142
268.700
2.558
-266.142
453.667
28.197
-425.470
453.667
28.197
-425.470
209.705
45.684
-164.021
209.705
45.684
-164.021
227.913
45.803
-182.110
227.913
45.803
-182.110
17.119.814
9.018.900
-8.200.914
64.569 1.006.308 571.506 60.685 67.512
0 167.889 1.230.768 0 0
-64.569 -838.419 659.262 -60.685 -67.512
Aantal Inwonersbljdr. inwoners per product
Cluster Achterhoek Oost Cluster Achterhoek Oost Totaal cluster Achterhoek Oost
2,39
131.693
-3,06
169.096
-3,06
Cluster Achterhoek West Cluster Achterhoek West
3,82
Totaal cluster Achterhoek West
3,82
Noordwest Veluwe special
0,00
Bovenclusterlijk Veluwe
Totaal bovenclusterlljk Veluwe
6.436
6.449
0,00
-0,71 194.273
-0,71
Cluster NWV Noord Cluster NWV Noord
1,00
Totaal cluster Veluwe Noord
6.450
1,00
-3,56 74.759
-3,56
119.514
-3,56
Cluster NWV West Cluster NWV West
3,00
Totaal cluster Veluwe West
3,00
Stedendriehoek special
1,60
Cluster Apeldoorn
Totaal cluster EVA
6.460
1,60
Cluster Zutphen
2,00
Totaal cluster Ijsselstreek
6.462
2,00
Totaal Brandweer
GHOR
6.451
88,84 Pro-actie/preventie Preparatie&repressie&nazorg Beleid&bestuur Multi disciplinaire voorber. Projecten Tekort 2009
0,60 4,43 4,22 0,30 0,68
10,23
Totaal GHOR Inwonerbijdrage 2010
808.527
6.800 6.810 6.815 6.820 6.825
1 .770.579
1.398.657
371.922
0,46
Tekort/overschot GHOR
l
Totaal Brandweer en GHOR
Programmabegroting 2010
-371.922
99,07
20-4-20O9
62
18.890.393
10.417.557
01
-8.572.836
-3,56
-0,77 211.938
-1,79 101.527
-1,7937
808.527
-0,4600
Overzicht gemeentelijke Inwonerbijdrage 2009 en 2010
Aantal „^?"dw*?f „ .. „„„„ _L1_„ 0„„. inwoners 2°°9 *" Spec.als 2009 GHOR 2009
Gemeente
ewjz
'
begroting "^
Aantal mwoners
primitieve begroting M10
t/m1ewilz.
131693
Aalten Berkeiland Bronckhorst Doetinchem Oost Gelre Montferland Oude IJsselstreek Winterwijk Totaal
27.567 45.136 37.834 56.241 29.859 34.978 39.920 29.204 300.739
200.057 327.558 274.566 408.148 216.690 253.840 289.704 21 1 .937 2.182.500
84.379 138.155 115.805 172.146 91 .395 107.063 122.190 89.390 920.634
12.586 20.608 17.274 25.678 13.633 15.970 18.226 13.334 137.309
297.022 486.321 407.645 605.972 321.718 376.873 430.121 314.660 3.240.332
27.450 45.161 37.868 56.134 30.033 35.086 40.008 29.049 300.789
207.248 340966 285.903 423.812 226.749 264.899 302.060 219.320 2.270.957
Apeldoorn Brammen Deventer * excl nw.belek Epe Lochem Voorst Zutphen Totaal
155.065 21.201 97.377 32.983 33.057 23.670 46.760 410.113
1.125.326 153.858 542.168 239.362 239.899 171.776 339.343 2.811.732
246.406 33.689 151.012 52.412 52.529 37.613 74.304 647.967
70.798 9.680 40.492 15.059 15.093 10.807 21.349 183.278
1 .442.530 197.228 733.672 306.832 307.521 220.196 434.996 3.642.976
155.228 21.170 0 32.997 33.375 23.713 46.982 313.465
1.171.971 159.834 0 249.127 251.981 179.033 354.714 2.366.661
22.229 26.278 42.361 26.472 22.798 23.191
161.319 190.703 307.419 192.111 165.448 168.300
72.708 85.951 138.556 86.586 74.569 75.854
10.149 1 1 .998 19.341 12.086 10.409 10.588
244.175 288.652 465.316 290.783 250.425 254.742
22.126 26.312 43.078 26.675 22.637 23.449 18.286 11.710 194.273
167.051 198.656 325.239 201.396 170.909 177040 138.059 88.411 1.466.761
808.527
6.104.378
Meerde Tekort 2009 Totaal
. (?lus|er Achterhoek
163.329
1.185.299
534.223
18.209
35.115
0
874.181
6.214.647
2.102.824
Programmabegroting 2010
74.571
1.794.093
Bovenclusterllj Cluster Veluwe Cluster Veluwe _, . „,. Cluster EVA kVe|uwe' Noord Wes,
Cluster
GHOR
|jsse|streok
2009
Totaal
os
Inwoners
Elburg Ermelo Harderwijk Nunspeet Oldebroek Putten Meerde Hattem Totaal
.
169096
194273
74759
119514
211938
101527
83.997 138.193
12.627 20.774 17.419 25.822 13.815 16.140 18.404 13.363 138.363
303.872 499932 419.199 621 .403 332.465 388.402 442.889 321.573 3.329.735
84.272 182.110
71.405 9.738 0 15.179 15.352 10.908 21.612 144.194
1.363.509 207.545 0 289.843 327.199 208.293 460.598 2.856.986 271.758 323.172 529.096 327.630 278.034 288.007 224.594 143.826 2.386.117
8.572.836
115.876 171.770 91 .901 107.363 122.425 88.890 402.981
517.434
0
0
0
0
0
120.133 37.973 0 25.537 59.865 18.352 0
0
0
0
0
164.021
78.769
0
0
15.760 18.742 30.684 19.000 16.124 16.702 13.025 8.341 138.378
65.098 41.688 266.142
425.470
0
0
10.178 12.104 19.816 12.270 10.413 10.787 8.412 5.387 89.365
402.981
517.434
138.378
266.142
425.470
164.021
182.110
371.922
93.671 153.358 94.963 80.588 83.478
35.115
395.158
8.712.516
20-4-2009
63