SML09-36
5 -minuten versie voor Provinciate Staten
JNGEKOMEN 2 2 APR. 2009 DLB
Afdeling Samenleving nrnvinrip T T
Registratienummer
provmcie HOLLAND
PZH-2009-281996
Datum vergadering Gedeputeerde Staten 21 april 2009
Verzenddatum
no
ADDonriQ
Portefeuillehouder
Paraaf Provinoiesecretaris
L L Mrtl L buy
Vondervoort, AGM, van de
J^>J^
Geheim Nee
Termijn
Niet van toepassing
Onderwerp
Rapportage over de uitvoering van maatschappelijke opgaven in 2008 inzake negen Regionale Agenda's Samenleving (RAS) alsmede bevindingen naar aanleiding van de uitvoering van de RAS 2006-2008. Bijlagen
Rapportage over de uitvoering van maatschappelijke opgaven in 2008 inzake negen Regionale Agenda's Samenleving (RAS) alsmede bevindingen naar aanleiding van de uitvoering van de RAS 2006-2008. Voorstel van GS aan PS: Kennis te nemen van de Rapportage over de uitvoering van maatschappelijke opgaven in 2008 inzake negen Regionale Agenda's Samenleving alsmede bevindingen naar aanleiding van de uitvoering van de RAS 2006-2008.
1.
Onderwerp in kort bestek Wij bieden u hierbij ter kennisname aan de Rapportage over de uitvoering van maatschappelijke opgaven in 2008 inzake negen Regionale Agenda's Samenleving alsmede bevindingen naar aanleiding van de uitvoering van de RAS 2006-2008. De terugblik op drie jaar RAS is zowel op basis van de thema's van de Regionale Agenda's als aan de hand van drie aandachtspunten.
2.
Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a.
Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader Net beleidskader: Met Collegewerkprogramma 2003-2007, hoofdstuk 6 Samenleving, paragraaf 6.2.1 Sociale infrastructuur met de opgave per regio een regionale integrale agenda Samenleving af te spreken;
b.
Relatie andere interne beleidsterreinen Een aantal maatschappelijke opgaven kent een relatie met onder andere OnderwijsArbeidsmarkt, Verkeer en Vervoer en Ruimtelijke Ordening. De Rapportage over de aanpak van maatschappelijke opgaven in 2008 en bevindingen met de uitvoering van drie jaar RAS heeft geen gevolgen voor deze relatie.
c.
1/3
Relatie externe partijen
Negen verbanden van samenwerkende gemeenten die de verantwoordelijkheid hebben voor de uitvoering van de afspraken binnen de bestuursovereenkomst RAS 2006-2008. Provinciale ondersteuningsorganisaties Meander, Stimulans, JSO, PJ Partners, St. Jeugd- en Jongerenwerk Midden-Holland en Probiblio, welke de uitvoering ondersteunen van een aantal afspraken binnen RAS 2006-2008. Regionale Commissies Gezondheidszorg/Zorgberaden die de uitvoering van een aantal afspraken over Wonen-Welzijn-Zorg ondersteunen binnen Regionale Agenda's Samenleving 2006-2008. 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis De negen Regionale Agenda's Samenleving zijn het resultaat van ontwikkelingen vanaf 2001. Op basis van het Collegewerkprogramma 1999-2003 sprak de provincie jaarlijks een regionale sociale agenda af met uiteindelijk zes verbanden van samenwerkende gemeenten. Het doel was meer samenhang te brengen tussen beleidssectoren op het terrein van samenleving van de provincie en gemeenten, zodat voorwaarden werden verbeterd voor maatschappelijke participatie van mensen. Het budget kwam uit middelen sociaal beleid. Het Collegewerkprogramma 2003-2007 bevatte de opgave bij te dragen aan de versterking van de sociale infrastructuur. Sociaal beleid kreeg meer richting door het uitbrengen van een Staat van de Zuid-Hollandse Samenleving in 2004 en gebiedsanalyses per streekplangebied. Mede op grand van de gebiedsanalyses en beleidsdocumenten sprak de provincie met negen verbanden van samenwerkende gemeenten een Bestuursovereenkomst inzake een Regionale Agenda Samenleving 2006-2008 af, namelijk: RAS Alblasserwaard-Vijfheerenlanden RAS Midden-Holland RAS Rijnstreek RAS Holland Rijnland RAS stadsgewest Haaglanden RAS stadsregio Rotterdam RAS Goeree Overflakkee RAS Hoeksche Waard RAS Drechtsteden. Het strategische doel van de RAS was bij te dragen aan de versterking van de sociale en culturele infrastructuur. Hiertoe zijn per verband van samenwerkende gemeenten maatschappelijke opgaven vertaald in thema's met bijbehorende doelen en prestaties. De provincie faciliteerde de uitvoering van iedere RAS met een bepaald aantal uren van provinciale ondersteuningsorganasaties, menskracht van Probiblio en met projectsubsidie. Het lump sumbudget kwam tot stand door herallocatie en bundeling van sectorale middelen. Dit mede om maatschappelijke opgaven integraal op te laten pakken alsmede bureaucratie en lastendruk te verminderen. De verbanden van samenwerkende gemeenten kregen jaarlijks een projectsubsidie waarmee kon worden geschoven tussen thema's en naar een volgend jaar tot en met het einde van de looptijd op 31 december 2008. De uitzondering hierop vormen geoormerkte middelen cultuur. Met behoud van de eigen toewijzings- en verantwoordingssystematiek maakten het Actieprogramma Cultuurbereik en bibliotheekvernieuwing deel uit van een aantal Regionale Agenda's Samenleving. 2/3
De provincie hield jaarlijks een bestuurlijk overleg met ieder verband van samenwerkende gemeenten over de uitvoering van de RAS, plannen voor het volgende jaar en desgewenst wijzigingen van de afspraken. b. Waar staan we nu? De uitvoering van de negen Regionale Agenda's Samenleving duurde tot en met 31 december 2008. Daarom blikken wij in de rapportage niet alleen terug op de uitvoering in 2008, maar ook op bevindingen naar aanleiding van drie jaar RAS. Het beeld is dat in grate meerderheid de afspraken zijn gerealiseerd en daarmee de doelen en prestaties van de thema's. Niet alle prestaties zijn gehaald en/of soms niet alle projecten afgerond einde 2008, zoals veelal op het terrein van Wonen-welzijn-zorg. Een aantal projecten wordt in 2009 afgerond of overgenomen door andere partijen. c.
Vervolgprocedure De looptijd van de RAS was tot en met 31 december 2008. De provincie ontvangt voor 1 juli 2009 van ieder van de negen verbanden van samenwerkende gemeenten een inhoudelijke en financiele verantwoording, inclusief accountantsverklaring, van de projectsubsidie RAS 2006-2008. De Actieprogramma's Cultuurbereik en Bibliotheekvernieuwing worden separaat van de RAS verantwoord.
4.
Financiele aspecten (dekking en risico's) Aan de Rapportage Regionale Agenda Samenleving 2008 en terugblik op de uitvoering van drie jaar RAS zitten geen financie'le gevolgen. Voor de uitvoering van de negen Regionale Agenda's Samenleving 2006-2008 was voor drie jaar ruim 17 miljoen euro beschikbaar. De financiele dekking was geregeld in i. 2006 binnen het Programma 10 Samenleving ii. 2007 binnen het Programma 10 Samenleving iii. 2008 binnen het Programma 4 Maatschappelijke Participate.
Technische & proces vragen en informatie bij
3/3
Ambtenaar
Telefoon
070-4417158
Ir. A.C. den Ottelander
Kamer
C 317
Rapportage 2008 uitvoering negen Regionale Agenda's Samenleving en bevindingen RAS 2006-2008 Inleiding De Commissie Samenleving ontvangt ieder jaar een rapportage over de uitvoering van de negen Regionale Agenda's Samenleving 2006-2008. De Regionale Agenda's betreffen Holland Rijnland, Rijnstreek, MiddenHolland, Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Drechtsteden, Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard, stadsregio Rotterdam en het stadsgewest Haaglanden. Deze rapportage gaat over de uitvoering van het laatste jaar van de Regionale Agenda's Samenleving (RAS) 2006-2008. De opzet van de rapportage houdt verband met een terugblik op drie jaar RAS. Hoofdstuk 2 gaat in op het doel, de thema's en bevindingen met de uitvoering van de RAS in 2008. Hoofdstuk 3 bevat de terugblik op drie jaar RAS. 2.0 Doel, thema's en bevindingen met de Regionale Agenda Samenleving 2006-2008 2.1 Doel en thema's De provincie sloot met negen verbanden van samenwerkende gemeenten een bestuursovereenkomst inzake de Regionale Agenda Samenleving 2006-2008. De RAS was een provinciaal instrument om samen met de gemeenten urgente maatschappelijke opgaven aan te pakken op bovenlokaal niveau. Het inhoudelijke strategische doel was versterking van de sociale en culturele infrastructuur. Hiertoe zijn per verband van samenwerkende gemeenten maatschappelijke opgaven vertaald in thema's met bijbehorende doelen en prestaties. Onderstaande tabel geeft een globaal overzicht van de thema's zoals deze oorspronkelijk zijn afgesproken. Hoofd thema:
Alblasserwaard Midden
Rijnstreek
Vijfheerenlanden Holland Jeugd
stadsregio stadsgewest Rotterdam Haaglanden
•Convenant
-Voorfijdkj
leugd
schoolverlaten gezondheidszotg eugdbeleid signatering
Jeugd en
-Gezond
-Onderwijs- Aanpak
sociale
bewegen
arbeidsmarkt eugdoveriast
i/eiligheid
-Ketenaanpak
-Integrate jeugd- -Preventief -Vraeg-
Holland
Drechtsteden Goetee-
Hoeksche
Overflakkee Waard
Rijnland -Convenant
Convenant Convenant • Convenant
Jeugd
Jeugd
RMC
eugd
Jeugd
•Aanpak
• Versterken
eugd-
arbeidsmarkt-
Dveriast
Dositie
woonbegeleiding -Maat-
-Maat-
•Wmo
schappelijke
schappelijke
-Zotg -Wmo Mantelzorg en -Informele- en
•Wmo
Maatschappelijke
Volks-
-Ondersteunen
Ondersteuning
participate
Dndersteuning
i/rijwilligersbeleio Ylantelzorg
cjezondheid nantelzorg
•Wonen, Zoig, •Actieplan Zorg
•Wonen,
Wet
•Wmo
Wmo
Informele zotg Wonen-Welzijn- •Pact van Zoig
Bleskensgraaf
•Wonen, Zorg,
-Wonen,
Welzijn
Welzijn,Zotg Weteijn
Eerstelijnszorg
•Leefbaarheid
en Welzijn
welzijn, zotg snidentiteit
•Monitor
•CW
Wonen, Zorg, Welzijn Cultuur
Cultuur-
•Acfle-
Acfle-
Actie-
irogramma Cultuurbereik
srogramma
irogramma onlwikkeiing jrogramma
Cultuurbereik Cultuutbeteik
•Bibliotheekrernieuwing
Sociate-culturete
Sociale-
Infrastructuur
sultutele nfrastructuur
•ActieCultuurbereik
•Cuftuur-
•Bibliotheek-
irofiel
/emieuwing
Participatie
-Inburgering en Integiatie
-Alfabetisering -Volwassenen -Sociale
Ondersteuning
ntegratie
en
autochtonen
educatie en
nfrastructuur
vrijwillkjerswerh
-Vrijwilligers
larticipatie -Bibliotheek-
nbutgering
en integrate
i/emieuwing
-Alfabetisering werk
.eefbaarheid
-Leefbaar-
-Leefbaaren
leiden
reilig
uimtelijke widening De variatie aan (sub)thema's komt door zowel de inbreng van gemeenten als de inzet van de provincie om toenmalige beleidsdoelen te realiseren (regionaal maatwerk). ledere bestuursovereenkomst Regionale Agenda Samenleving bood de mogelijkheid om in onderling overleg prestatieafspraken te wijzigen danwel nieuwe activiteiten toe te voegen bij de (sub)thema's. Het instrument RAS werd gezien als een groeimodel. 2.2 Middelen De provincie wilde met het instrument RAS maatschappelijke opgaven meer integraal (laten) oppakken, sluitende aanpakken stimuleren en bureaucratic verminderen. Daartoe zijn middelen gebundeld van de sectoren sociale infrastructuur, jeugdbeleid, diversiteit, kleine kernen, seniorenbeleid en regionaal zorgbeleid. De negen verbanden van samenwerkende gemeenten kregen jaarlijks projectsubsidie (zie bijlage 1) voor het realiseren van de prestatieafspraken. De subsidie was een lump sumbudget, omdat Gedeputeerde Staten koos voor het ontschotten van middelen. De samenwerkende gemeenten bepaalden zelf hoeveel subsidie zij inzetten om prestatieafspraken te halen. Een uitzondering hierop waren de geoormerkte middelen voor bibliotheekvernieuwing en het Actieprogramma Cultuurbereik, indien opgenomen in een RAS. Met behoud van de eigen toewijzings- en verantwoordingssystematiek maakten het Actieprogramma Cultuurbereik en/of bibliotheekvernieuwing deel uit van de volgende Regionale Agenda's: AlblasserwaardVijfheerenlanden, Holland Rijnland, Drechtsteden, Hoeksche Waard, Goeree-Overflakkee en Haaglanden. Waar het Actieprogramma Cultuurbereik en/of bibliotheekvernieuwing geen deel uitmaakten van de RAS maakte de provincie apart afspraken om de provinciale doelen cultuur te bereiken. Naast subsidie konden alle verbanden van samenwerkende gemeenten gebruik maken van een bepaald aantal uren ondersteuning. Deze 'trekkingsrechten' waren te halen bij de ondersteuningsorganisaties: Meander, Stimulans, PJ Partners, JSO en de stichting Jeugd- en Jongerenwerk Midden-Holland. Probiblio ondersteunde de bibliotheekvernieuwing. 2.3 Bevindingen met de uitvoering in 2008 In bijlage 2 staat per verband van samenwerkende gemeenten een uitgebreide rapportage op hoofdlijnen over de uitvoering van de RAS in 2008. Deze rapportages samengevat geeft het volgende beeld. De samenwerkende gemeenten realiseerden de afspraken in grote meerderheid en daarmee de prestaties en doelen van de (sub)thema's. Niet alle prestaties zijn gehaald en/of soms zijn niet alle projecten afgerond op 31 december 20081. De uitvoering in 2008 geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen:
Met uitzondering van de Drechtsteden deden de samenwerkende gemeenten een beroep op de provincie voor Overgangsmaatregelen RAS 2006-2008 naar de RAS 2009-2012. In grote meerderheid gaat het om ondersteuning bij Wonenwelzijn-zorg. Een beperkt aantal projecten betreft attending (Alfabetisering, Brede School en casuTstieknetwerk jeugd).
1. 2.
3.
Er ontstond kruisbestuiving tussen samenleving en cultuur waar cultuur deel uitmaakte van RAS. Vanuit het lump sumbudget RAS werden diverse projecten cultuur uitgevoerd. De in 2007 ingezette pragmatische aanpak om opgaven ook op (sub)regionaal en lokaal niveau uit te voeren werd in 2008 doorgezet met projecten en pilots. Op regionaal niveau werd de opgedane kennis verspreid, zodat op deze wijze werd voldaan aan de bovenlokale aanpak van de RAS. Bij toevoeging van nieuwe projecten hielden deze vaak verband met prioriteiten van het samenwerkingsverband. Zo kent Holland Rijnland de prioriteit arbeidsmarktbeleid en voortijdig schoolverlaten. In relatie hiermee werden middelen RAS ingezet voor een Jongerenloket om de aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs te verbeteren en voortijdig schoolverlaten te verminderen. Haaglanden legde verbindingen vanuit samenleving naar de ruimtelijke visie Haaglanden en de uitwerking van afspraken over de regionale woonvisie. Deze voorbeelden geven mede aan dat de bundeling van middelen werkte om maatschappelijke opgaven meer integraal te
4.
benaderen en te werken aan sluitende aanpakken. Het jaar 2008 was 'oogstjaar' voor de aanpak van maatschappelijke opgaven. Diverse activiteiten zijn door gemeenten overgenomen en opgenomen in nun beleid, waardoor doorwerking is ontstaan naar latere jaren. Dit al dan niet met structured meerkosten voor de samenwerkende gemeenten. Niet alle activiteiten uit de Regionale Agenda's Samenleving worden gecontinueerd wegens het ontbreken van middelen bij gemeenten.
5.
De RAS werkte binnen alle negen verbanden van samenwerkende gemeenten als aanjager voor de intergemeentelijke samenwerking bij zowel visievorming, afstemming over problemen als bij de aanpak van maatschappelijke opgaven. Door de meerjarige afspraken en het lump sumbudget konden een aantal maatschappelijke vraagstukken verder worden gebracht en werd meer mogelijk gemaakt voor de inwoners. Uiteindelijk is de sociale en in een aantal gebieden ook de culturele infrastructuur verbeterd.
3.0 Terugblik op drie Jaar Regionale Agenda Samenleving De terugblik op de uitvoering van drie jaar Regionale Agenda Samenleving gebeurt ten eerste aan de hand van de in paragraaf 2.1 staande thema's. Ten tweede is de terugblik op basis van drie voor de RAS kenmerkende aandachtspunten. 3.1 Terugblik per thema Thema Jeugd De convenanten aansluiting jeugdbeleid-jeugdzorg zijn verlengd tot en met 2008. Speerpunten van het convenant waren: opvoedings- en gezinsondersteuning, aansluiting onderwijs-jeugdzorg en preventie jeugdcriminaliteit en kindermishandeling. Opname binnen de RAS werkte goad uit. Door gebruik van het RAS-budget konden 'extra' projecten worden uitgevoerd om de infrastructuur te verbeteren. Hiervan zijn voorbeelden: regionale Verwijsindex voor risicojongeren, schoolmaatschappelijk werk, Zorg Advies Teams voor MBO, Jongerenloket en de aanpak van jeugdoverlast door het bevorderen van de sociale veiligheid. Door de uitvoering van convenanten en extra projecten is het preventieve hulpaanbod uitgebreid. Er is sprake van een vrijwel dekkend aanbod van opvoedingsondersteuning. Er zijn zorgnetwerken opgezet rond primair en voortgezet onderwijs en protocollen signalering van kindermishandeling en begeleidingstrajecten voor risicojeugd. Provinciale ondersteuningsorganisaties hielpen bij de uitvoering. Door de uitvoering van alle activiteiten zijn en worden problemen bij jeugdigen (en nun ouders) meer vroegtijdig onderkend en geregistreerd, zodat sneller passende hulp kon en kan worden geboden. Cijfers uit 2007 tonen aan dat het preventieve hulpaanbod meer is gebruikt. In Midden-Holland is de Ketenaanpak jeugd verder gebracht door de opzet van een regionale visie over de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin en een regionale Verwijsindex voor risicojongeren, welke is aangehaakt bij de Landelijke Verwijsindex. Binnen de stadsregio Rotterdam is ook een regionale
Verwijsindex ingevoerd onder de noemer SISA, welke is aangesloten bij de Landelijke Verwijsindex. Verder is de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin ondersteund. Binnen het stadsgewest Haaglanden is een methodische aanpak ontwikkeld voor vroegsignalering van ontwikkelingsachterstanden en licht verstandelijke handicaps bij kinderen door medewerkers van algemene voorzieningen. Ook is voortijdig schoolverlaten aangepakt door de koppeling met begeleid wonen en het versterken van de zorgstructuur in het MBO. De Rijnstreek deed onderzoek naar de Integrate jeugdgezondheidszorg en besloot de bestaande structuur van gezondheidszorg aan jeugdigen te handhaven. Thema Wet maatschappelijke ondersteuning De Wet maatschappelijke ondersteuning werd veelal voorbereid doordat gemeenten elkaars deskundigheid gebruikten en door de inhuur van externe deskundigen. Vooral verbanden van samenwerkende gemeenten met relatief veel kleine gemeenten huurden externe expertise in. De voorbereiding van de Wmo vroeg in 2006 veel aandacht. In de loop van 2007 en 2008 werd dit minder, mede doordat gemeenten eigen lokale actieplannen hadden gemaakt. De focus verschoof van huishoudelijke hulp naar meerdere prestatievelden van de Wmo, waaronder subregionale projecten en lokale pilots met verbindingen naar activiteiten jeugd en Wonen-welzijn-zorg. In het stadsgewest Haaglanden lag binnen de Wmo het accent op de ontwikkeling van een regionale sociale kaart, methodieken burgerparticipatie en overdracht van kennis over succesvolle methodieken interculturalisatie over werving en behoud van vrijwilligers. Binnen de stadsregio Rotterdam zijn in relatie met Wonen-welzijn-zorg lokale projecten uitgevoerd onder meer ter stimulering van vrijwilligerswerk en ondersteuning mantelzorg, levensloopbestendigheid, kleinschalig wonen en afstemming van huisvesting van bijzondere doelgroepen op het zorg-en welzijnsvoorzieningen. Thema Wonen-welzijn-zorg De afspraken Wonen-welzijn-zorg betreffen veelal inspelen op de vergrijzende bevolking door te werken aan passende huisvesting, nieuwe zorgconcepten en bundeling van welzijnsvoorzieningen. Op strategisch niveau zijn visies ontwikkeld en prestaties afgesproken voor vele jaren. De uitwerking van de afspraken krijgt veelal lokaal vorm door samenwerkingsverbanden van gemeenten, zorg- en welzijnsinstellingen en woningbouwcorporaties in aansluiting op Wmo-activiteiten. Binnen de Regionale Agenda's is een aantal concrete projecten uitgevoerd, zoals personen alarmering, eigenaar/bewoners stimuleren nun woning levensloopbestendig te maken, het koppelen van jongeren aan ouderen (maatschappelijke stage) en kleinschalige huisvesting voor dementerenden. De Zorgberaden en Regionale Commissies Gezondheidszorg ondersteunden de ontwikkeling en uitvoering van de Pacten/prestatieafspraken Wonenwelzijn-zorg. De agendering van dit thema leidde tot meer bewustwording en acties om beter voorbereid te worden op de demografische ontwikkelingen en daarbij behorende (aanpassingen van) voorzieningen. Thema Participatie Alfabetisering stond oorspronkelijk alleen in Haaglanden en Holland Rijnland op de RAS. In de loop van 2007 en 2008 is de aanpak van laaggeletterdheid ook binnen de RAS Rijnstreek en de Drechtsteden gekomen om te werken aan bewustwording over en herkenning van laaggeletterdheid alsmede het stimuleren van laaggeletterden naar school te gaan. De regiobrede aanpakken leidden ertoe dat meer laaggeletterden (beter) zijn gaan lezen, schrijven en rekenen en daardoor volwaardig deel kunnen nemen aan onze samenleving. Vrijwilligerswerk stimuleren werd uitgevoerd op zowel (sub)regionaal als lokaal niveau. In diverse verbanden van samenwerkende gemeenten werd een regionale infrastructuur vorm gegeven waar alle gemeenten en vrijwilligersorganisaties gebruik van kunnen maken. Gedurende de looptijd van de RAS zijn meer verbindingen gelegd met de Wmo en Wonen-welzijn-zorg.
Binnen de stadsregio Rotterdam werd participate en integratie van allochtonen bevorderd door projecten binnen het programma Burgerschap. Binnen het programma Sociaal & Wonen is gestimuleerd het verbinden van bevolkingsgroepen en het vergroten van de betrokkenheid van bewoners bij nun leefomgeving. De opgedane kennis is regionaal gedeeld. In Holland Rijnland werd onderzoek gedaan naar doelgroepen van de nieuwe Wet Inburgering en in de Rijnstreek zijn activiteiten uitgevoerd om hoger opgeleide allochtone vrouwen te stimuleren banen op nun behaalde kwalificatieniveau te behalen. Thema Leefbaarheid Dit thema stond oorspronkelijk alleen op de agenda in de Drechtsteden en de stadsregio Rotterdam. In de Drechtsteden evolueerde dit thema tot onderdeel van het thema Sociale infrastructuur. Het meerjarige project Preventie huiselijk geweld is uitgevoerd door op scholen voor voortgezet onderwijs voorlichting te gegeven over het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld. In de stadsregio Rotterdam is het oorspronkelijke thema Leefbaarheid en ruimtelijke ordening geevoiueerd in het programma Sociaal & Wonen. Projecten leefbaarheid zijn uitgevoerd voor het verbeteren van de woonomgeving en het inrichten en beheren van voorzieningen (zie ook thema Participatie). Thema Cultuur De Actieprogramma's Cultuurbereik zijn uitgevoerd. De opname van Actieprogramma's Cultuurbereik binnen de RAS leidde tot kruisbestuiving met andere terreinen en maakte meer projecten cultuur mogelijk door gebruik van het lump sumbudget. In de Hoeksche Waard en Alblasserwaard-Vijfheerenlanden zijn de basisbibliotheken gerealiseerd en in laatst genoemde vrijwilligersbibliotheken geautomatiseerd. In Haaglanden zijn negen Makkelijk Lezen Punten gerealiseerd met middelen RAS. Per gemeente is in een bibliotheek een Makkelijk Lezen Punt voor jongeren van het VMBO. De uitvoering van de Regionale Agenda's Samenleving leverden goede praktijkvoorbeelden op waar anderen hun voordeel mee kunnen doen. Daarom staan er op Netwerken Sociale Initiatieven digitate dossiers met projecten uit de Regionale Agenda's Samenleving. Hier zullen nieuwe goede praktijkvoorbeelden aan toe worden toegevoegd in overleg met de samenwerkende gemeenten. 3.2 Terugblik op de looptijd op basis van drie punten De hoofdthema's zijn in de meeste Regionale Agenda's Samenleving onderverdeeld in subthema's. De doelen en prestaties van deze subthema's zijn in meerderheid niet SMART. Toen de RAS 2006-2008 werd voorbereid was amper sprake van het SMART formuleren van doelen en prestaties. Het ging om meer samenhang tussen beleidssectoren van de gemeenten en de provincie om maatschappelijke participatie van mensen te verbeteren en te komen tot meer aansluitende ketens. Op strategisch niveau ging het om het verbeteren van de sociale en culturele infrastructuur. Om deze redenen gebeurt de terugblik hier aan de aan de hand van de volgende punten: 1. Bundeling van provinciale middelen en ondersteuning van provinciale ondersteuningsorganisaties. 2. Vermindering van bureaucratie en lastendruk en verbetering van sluitende ketenaanpakken. 3. Bovenlokale aanpak van maatschappelijke opgaven ter versterking van de sociale en culturele infrastructuur. 1. Bundeling van middelen en ondersteuning door provinciale organisaties. De bundeling van provinciale middelen en het lump sumbudget werkten goed uit voor een meer gestructureerde, substantiate en integrate aanpak van maatschappelijke opgaven. Opgaven die tussen gemeenten weleens in aard en omvang verschilden, zodat in de loop van de RAS ook een aantal prestaties werden behaald door projecten op (sub)regionaal niveau en op lokaal niveau uit te voeren. Het valt op dat relatief veel activiteiten zijn uitgevoerd om preventief jeugdbeleid te versterken. Het is ook opvallend dat het lump sumbudget leidde tot extra activiteiten Cultuurbereik en bibliotheekvernieuwing. Kenmerkend voor
Goeree-Overflakkee is dat weinig middelen zijn ingezet op projecten en veel van de middelen om de sociale en culturele infrastructuur structureel te verbeteren. De 'trekkingssrechten" bij de provinciale ondersteuningsorganisaties werkten positief en negatief uit. Negatief daar waar organisaties teveel redeneerden vanuit eigen methodieken en concepten in plaats van aan te sluiten op de vragen van gemeenten en maatwerk te leveren. Het door de provincie bepaalde aantal uren was niet altijd passend bij de wensen van de samenwerkende gemeenten. Er bleek meer behoefte aan uren ondersteuning jeugd en minder aan uren diversiteit. Ook bleek behoefte aan uren ondersteuning van het Kunstgebouw en het Erfgoedhuis, maar deze hadden geen trekkingsrechten. De ondersteuning vanuit Probiblio werd in het algemeen als positief ervaren. Positief was ook dat enkele expertisecentra in meerderheid vraaggericht werkten. De gemengde ervaringen hielden soms ook verband met de wijze waarop vragen om ondersteuning waren geformuleerd. Niet alle gemeenten konden altijd helder nun ondersteuningsvragen formuleren. Middelen RAS zijn gebruikt voor het inhuren van expertise bij bureaus, waarvan de inzet positief uitwerkte op bijvoorbeeld de voorbereiding van de Wmo alsmede de ontwikkeling en invoering van risicosignaleringssystemen om de samenwerking tussen gemeenten en partners in de keten van jeugdbeleid te verbeteren. 2. Vermindering van bureaucratie en lastendruk en verbetering van sluitende ketenaanpakken. Gemeenten hoefden geen aanvragen in te dienen voor projectsubsidies op diverse terreinen. Dit als gevolg van de bundeling van middelen. Indien gemeenten 'trekker' waren van projecten, kon de verantwoording van de middelen na drie jaar. Hier staat tegenover dat aan het begin van de RAS overleg tussen gemeenten, maatschappelijke organisaties en/of provinciale ondersteuningsinstellingen veel tijd kostte om afspraken om te zetten in concrete activiteiten. In de loop der jaren werd de afstemming minder. Ieder nadeel kent een voordeel. De afstemming leidde tot uitwisseling van kennis tussen gemeenten en andere partijen alsmede netwerken waarop een beroep kon en kan worden gedaan. Voor de verbanden van samenwerkende gemeenten was er geen sprake van vermindering van lastendruk en bureaucratie door hun coordinerende functie en optreden als budgethouder RAS (in de Hoeksche Waard is een gemeente budgethouder). Ieder verband van samenwerkende gemeenten kreeg voor deze taken jaarlijks 30.000,00 binnen het budget voor de uitvoering van de RAS. De verantwoordingen van het Actieprogramma Cultuurbereik kostte een aantal verbanden van samenwerkende gemeenten veel tijd. De intergemeentelijke samenwerking leidde ook tot positieve zaken zoals verbeteringen om te komen tot sluitende aanpakken. Bijvoorbeeld bij het creeren van sluitende aanpakken op de terreinen van onderwijsjeugdzorg, onderwijs-arbeidsmarkt, de aanpak van laaggeletterheid, levensloopbestendig denken, verbinden van zorg- en welzijnsvoorzieningen. Vermindering van lastendruk en bureaucratie is voor de provincie zeker bereikt aangezien er (veel) minder aanvragen voor projectsubsidies zijn ontvangen en de daaruit voortvloeiende behandelingen van verantwoordingen. 3. Bovenlokale aanpak van maatschappelijke opgaven ter versterkina van de sociale en culturele infrastructuur. De aanpak van maatschappelijke opgaven op bovenlokaal niveau gebeurde globaal op twee manieren. Ten eerste door het opzetten van regionale voorzieningen en uitvoeren van regionale projecten. Voorbeelden van regionale projecten zijn: de aanpak van laaggeletterdheid, afspraken Wonen-welzijn-zorg, de ontwikkeling van (structuur)visies, het ontwikkelen van concepten Centra voor Jeugd en Gezin. Voorbeelden van regionale voorzieningen zijn: Rebound, regionaal Bureau Leerplicht, Regionale Verwijsindex en basisbibliotheken. Ten tweede werden op regionaal niveau afspraken gemaakt en vond de uitvoering op subregionaal niveau of lokaal niveau plaats. Veelal werd de opgedane kennis bovenlokaal gedeeld mede om zo uitvoering te geven aan de geest van de bovenlokale aanpak. Of deze manier valt onder bovenlokale aanpak van maatschappelijke opgaven is discutabel. Hier staat tegenover dat intergemeentelijke samenwerking in de
meeste gevallen zorgde voor gebruik van elkaar kennis, afstemming van zaken en/of het samen optrekken bij buiten de RAS vallende opgaven. Bijvoorbeeld in Holland Rijnland bij huisvesting van een VSO-ZMOKschool en in Midden-Holland de oprichting van een portefeuillehouderoverleg Cultuur. De in 2006 gehouden gemeenteraadsverkiezingen hadden gevolgen voor de uitvoering van de Regionale Agenda's Samenleving bij met name het thema Wmo. Wmo-beleid werd sterker gezien als een lokale verantwoordelijkheid. Tot slot. Tijdens de duur van de RAS 2006-2008 kwam er meer duidelijkheid over de verantwoordelijkheden van de verschillende overheden. De provincie legde haar beleid vast in Provincie Nieuwe Stijl en voor de uitwerking op de terreinen van samenleving en cultuur in de notitie Maatschappelijke Participatie. De bevindingen met de RAS 2006-2008 zijn enerzijds in meerderheid positief en sterken ons anderzijds in het uitgezette beleid de nieuwe Regionale Agenda Samenleving 2009-2010 te beperken tot de drie thema's Preventief jeugdbeleid, Cultuurparticipatie en Ondersteuning sociale infrastructuur/Wmo. Dit opdat met een effectieve inzet van middelen en menskracht meer mogelijk wordt gemaakt ten behoeve van de inwoners van Zuid-Holland.
Bijlage 1: Budget en bevindingen met de uitvoering van de RAS in 2006 en 2007 Budgetten RAS De negen verbanden van samenwerkende gemeenten kregen jaarlijks de volgende subsidiebedragen voor het realiseren van prestatieafspraken binnen de Regionale Agenda Samenleving: Samenwerkende gemeenten in:
Bedrag 2006
Bedrag 2007 Bedrag 2008
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
488.260
465.491
508.033
Midden-Holland
507.960
528.767
577.089
Rijnstreek
400.000
364.030
389.528
stadsregio Rotterdam
653.750
1.270.500
1.433.000
Haaglanden
749.127
960.246
1.076.514
Holland Rijnland
406.000
490.254
536.486
Drechtsteden
708.000
903.923
1.011.798
Hoeksche Waard
292.000
415.206
450.255
Goeree-Overflakkee
276.000
311.373
330.949
4.481.097
5.709.788
6.412.083
Totaal
Opmerkingen bij de tabel. 1. In 2006 is eenmalig 300.000,00 toegevoegd vanuit de middelen kleine kernen aan het streekplangebied Oost. Hierdoor kregen de regie's met relatief veel kleine kernen, de
2.
3. 4.
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Midden-Holland en Rijnstreek, ieder 100.000,00 toegevoegd aan het budget 2006. Voor 2007 en 2008 zijn de middelen kleine kernen verdeeld over alle negen verbanden van samenwerkende gemeenten. Buiten de RAS Midden-Holland en de Rijnstreek zijn gehouden de middelen voor de uitvoering van het convenant aansluiting jeugdbeleid - jeugdzorg. De reden is dat Midden-Holland en de Rijnstreek het convenant niet wilden opnemen binnen de RAS. Subsidies voor de uitvoering van het convenant aansluiting jeugdbeleid-jeugdzorg zijn apart beschikt. De stadsregio Rotterdam en de provincie deelden in 2006 taken. De provincie was verantwoordelijk voor de aanpak van Wonen-welzijn-zorg en besteedde daar middelen aan. Het totaalbudget liep op doordat meer middelen jeugdbeleid, seniorenbeleid en kleine kernenbeleid gefaseerd werden toegevoegd.
Bevindingen met de uitvoering van de Regionale Agenda's Samenleving in 2006 De Regionale Agenda's Samenleving Midden-Holland, Goeree-Overflakkee, Holland Rijnland, Drechtsteden en Hoeksche Waard werden in de eerste helft van 2006 ondertekend en startten daardoor later met de uitvoering. Dit had gevolgen voor de mate waarin afspraken 2006 konden worden gerealiseerd. De bevindingen met de uitvoering van de Regionale Agenda's Samenleving in 2006 geeft samengevat het volgende beeld. Grote waardering bleek voor de afspraken over meerdere jaren en de meerjarige subsidie om maatschappelijke opgaven meer fundamenteel aan te kunnen pakken. Dit is inclusief de ruimte die er was voor het doen van onderzoek naar oplossingen voor knelpunten en ook ruimte om processen te verbeteren. Het instrument RAS stimuleerde intergemeentelijke samenwerking en samenhang tussen beleidsonderdelen bij de uitvoering van activiteiten. Hieraan voorafgaande kostte afstemming tussen de samenwerkende gemeenten, het maatschappelijke middenveld en/of de provinciale ondersteuningsorganisaties veel tijd om de prestatieafspraken in concrete activiteiten/projecten te vertalen.
Dit verhoogde de bestuurlijke en ambtelijke drukte en bureaucratie bij zowel de gemeenten als verbanden van samenwerkende gemeenten. Dit ondanks dat gemeenten niet afzonderlijk projectsubsidies aan hoefden te vragen. De drukte en bureaucratie kwamen mede doordat een aantal verbanden van samenwerkende gemeenten een eigen subsidieverordeningen RAS of systematiek anderszins toepasten. De veelal beperkte gemeentelijke ambtelijke capaciteit werd mede in beslag genomen door de voorbereiding van de Wet maatschappelijke ondersteuning en in een aantal gevallen fusietrajecten van gemeenten. Zo leidden verschillende factoren tot vertraging in de uitvoering van diverse afspraken in 2006. Hier stond in een aantal gevallen tijdwinst tegenover door de inhuur van externe deskundigen bij de voorbereiding van de Wmo. Alle negen verbanden van samenwerkende gemeenten dienden op onderdelen extra inspanningen te verrichten om de prestaties 2006 te realiseren in het volgende jaar. Binnen de RAS stadsregio Rotterdam werd voorbereid de omzetting van vier thema's in twee programma's die beter aansloten bij de grootte van de regio, diversiteit en uitvoeringscapaciteit van de gemeenten. De ervaringen met provinciale ondersteuningsorganisaties bleken -in het algemeen- voor verbetering vatbaar, namelijk minder aanbodgericht en meer gericht zijn op vragen van gemeenten. Bevindingen met de uitvoering van de Regionale Agenda's Samenleving in 2007 De bevindingen uit 2007 samengevat geeft het volgende beeld. In meerderheid liep de uitvoering van de Regionale Agenda's volgens schema, in minderheid op onderdelen niet door achterstanden uit 2006 en de beperkte ambtelijke capaciteit. De intergemeentelijke samenwerking leidde regelmatig tot gebruik van elkaars deskundigheden. Gemeenten investeerden fors in het realiseren van de afspraken. Maatschappelijke opgaven en problemen waren niet altijd van eenzelfde aard en omvang door de diversiteit aan gemeenten. Hier ging ieder verband van samenwerkende gemeenten pragmatisch mee om. Bijvoorbeeld door een (sub)thema uit te voeren in enkele gemeenten, een pilot in een andere gemeente en de zo opgedane kennis verspreiden. Pilots werden ook bewust gebruikt, zoals in de Drechtsteden binnen het kader van de Wmo, om uit te proberen wat wel en wat niet goed werkte om van daaruit lessen te trekken voor beleid en het aangaan van relaties met partijen. Prestatieafspraken vervielen soms en/of wijzigden door veranderingen in landelijk beleid, andere prioriteiten van gemeenten als gevolg van de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2006 en/of doordat de oorspronkelijk afgesproken prestaties te breed geformuleerd bleken. Hiernaast werden nieuwe projecten met bijbehorende prestaties toegevoegd binnen de thema's en doelen. De toegevoegde projecten sloten opvallend veel aan bij eigen prioriteiten van de regie's. Het lump sumbudget gaf de samenwerkende gemeenten de ruimte met middelen te schuiven tussen opgaven en jaren tot en met het einde van de looptijd van de RAS. De ervaringen met de provinciale ondersteuningsorganisaties waren wisselen, namelijk van passende ondersteuning tot onvoldoende aansluiting bij het denken en doen van de gemeenten. Evaluatie RAS 2007 Conform afspraak binnen de bestuursovereenkomsten RAS 2006-2008 is de werking en uitvoering van de RAS geevalueerd met de negen verbanden van samenwerkende gemeenten in 2007. Uit de evaluaties zijn de volgende rode draden te halen. 1. Alle negen verbanden van samenwerkende gemeenten waren, met wisselende ervaringen, positief over het instrument RAS met meerjarige afspraken en meerjarige subsidie voor de aanpak van maatschappelijke opgaven. De ervaringen met de provinciale ondersteuningsorganisaties waren divers en voor verbetering vatbaar. 2. Vooral in het begin kostte afstemming veel tijd om prestatieafspraken in concrete activiteiten/projecten te vertalen. Gaande weg bleek dat soms ook veel tijd kostte het realiseren van grotere projecten en te brede
doelen. In minderheid bleken doelen niet in verhouding te staan tot de beschikbare capaciteit en looptijd van de RAS. Een aantal afspraken zijn gewijzigd. 3. De RAS functioneerde als aanjager voor (meer) en beter gestructureerde regionale samenwerking bij de aanpak van maatschappelijke opgaven en het leggen van verbindingen daartussen. Dit zowel binnen de RAS als daarbuiten vallende opgaven. Bijvoorbeeld huisvesting van een VSO-ZMOK-school in Holland Rijnland en de oprichting van een portefeuillehouderoverleg Cultuur in Midden-Holland. 4. De RAS zorgde ervoor dat extra opgaven konden worden aangepakt waardoor meer mogelijk werd gemaakt voor de burgers. Hiertoe werkte stimulerend de provinciale bundeling van subsidiestromen en het lump sumbudget. Uit de evaluaties zijn leerpunten getrokken. Deze leerpunten zijn kort samengevat: focus op een beperkt aantal thema's, ambities in evenwicht brengen met de middelen, realistische doelen stellen, meer vraaggericht werken van de provinciale ondersteuningsorganisaties, zorgen voor minder lastendruk en tot slot de Regionale Agenda Samenwerking werkt in meerderheid positief als instrument.
Bijlage 2: Bevindingen met de uitvoering van de Regionale Agenda's Samenleving in 2008 Inleiding De rapportage over 2008 staat in relatie met de voorgaande jaren door de meerjarige afspraken. Zie ook bijlage 1. Een aantal projecten startle in 2008, zoals verwoord in onderstaande rapportages per verband van samenwerkende gemeenten. Bevindingen 2008 RAS Alblasserwaard-Vijfheerenlanden De maatschappelijke opgaven zijn vertaald in de thema's Jeugd en sociale veiligheid, Pact van Bleskensgraaf, Wet maatschappelijke ondersteuning en Cultuurparticipatie met bibliotheekvernieuwing. Binnen het thema Jeugd en sociale veiligheid werd preventief jeugdbeleid ondersteund, de aanpak van voortijdig schoolverlaten en de sociale veiligheid bevorderd. Bijvoorbeeld door de uitrol van Gezinscoach van Gorinchem naar de regio, de ontwikkeling van de voorziening Rebound voor leerlingen van het voortgezet onderwijs en later ook voor leerlingen van het MBO. Jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit werden onder meer verbeterd door uitwisseling van informatie tussen professionals via het systeem Jeugd in beeld en projecten om de sociale veiligheid te verbeteren in alle gemeenten met bijzondere aandacht voor kleine kernen. Aan het verbeteren van de sociale veiligheid op de Merwede-Lingelijn werd ook inzet gepleegd door verbeteringen rond het spoor, waaronder de inzet van camera's en buitengewoon opsporingsambtenaren. Wat betreft het project Ondersteuning van ouders van Tegendraadse Jeugd zijn medewerkers van Halt en JPT getraind, maar kon het project in 2008 niet worden uitgerold van de gemeente Hardinxveld-Giessendam naar de hele regio, omdat JPT niet langer deel kon nemen aan Tegendraadse Jeugd. Binnen het thema Wmo en thema Pact van Bleskensgraaf werden lijnen gelegd om aanvullend te werken. Regionaal werd opgepakt de ontwikkeling van een digitate sociale kaart, onderzoek naar de dekking van voldoende zorg- en welzijnsvoorzieningen alsmede het opzetten van woonzorgsteunpunten. Ook werden activiteiten uitgevoerd zoals de koppeling van vraag- en aanbod voor hand- en spandiensten en in combinatie met jeugd- en onderwijs een project dat jongeren ouderen helpen (maatschappelijke stage). Het Pact van Bleskensgraaf wordt tot tevredenheid van de gemeenten ondersteund door het Zorgberaad ZuidHolland Zuid. Binnen het thema Cultuur werd met geoormerkte middelen en cofinanciering van gemeenten het Actieprogramma Cultuurbereik, het platform Cultuureducatie en Bibliotheekvernieuwing uitgevoerd. De basisbibliotheek Zuid-Holland Zuid-Oost is gerealiseerd. Vier vrijwilligersbibliotheken zijn geautomatiseerd, waardoor ze volwaardig kunnen deelnemen aan het provinciale bibliotheeknetwerk. Met RAS-middelen zijn extra cultuurprojecten gerealiseerd rondom cultuurhistorie voor ouderen en cultuurhistorie voor jongeren. Wij hebben de indruk dat de afspraken over alle maatschappelijke opgaven in overgrote mate zijn gerealiseerd. Ervaringen met drie jaar RAS samengevat. De bundeling van provinciale middelen en meerjarige afspraken zijn heel positief ervaren. Met de trekkingsrechten bij provinciate ondersteuningsorganisaties zijn wisselende ervaringen opgedaan. De RAS had voor de gemeenten duidelijk meerwaarde door de samenwerking, het verder brengen van de aanpak van maatschappelijke opgaven en doorwerking van resultaten naar volgende jaren. De sociale en culturele infrastructuur zijn zeker verbeterd en is meer mogelijk gemaakt voor de inwoners.
RAS Drechtsteden De maatschappelijke opgaven zijn vertaald in de thema's: Jeugd & onderwijs, Zorg & ondersteuning, Sociale infrastructuur & integratie, Leefbaar & veilig en Cultuur.
Binnen het thema Jeugd & onderwijs werden veel projecten uitgevoerd voor versterking van preventief jeugdbeleid, de aanpak van voortijdig schoolverlaten en het verbeteren van samenwerking tussen partijen. Zo werd schoolmaatschappelijk werk op peil gehouden (en afspraken over continuering na 2008 gemaakt) en werden multidisciplinaire teams (zorgnetwerken in het primair en voortgezet onderwijs) gecoordineerd om problemen bij jeugdigen snel op te pakken om zwaardere hulp te voorkomen. Het project Gezinscoach werd van twee gemeenten naar alle gemeenten uitgerold evenals de in Dordrecht ontwikkelde Verwijsindex. Het basismodel Cirkels voor Jeugd en Gezin werd per gemeenten verder vorm gegeven, waarbij aandacht was voor onderdelen waarop regionale samenwerking mogelijk is. Mede met middelen van de RAS werd een kennis- en servicecentrum ontwikkeld op het gebied van onderwijs en zorg, opdat kinderen uit het primair-, voortgezet- en speciaal onderwijs passende hulp kunnen krijgen. Mede in het kader van het voortijdig schoolverlaten verminderen werden alle VMBO-eindexamenkandidaten in de Drechtsteden per brief benaderd om aan te geven welke opleiding zij na het VMBO zouden gaan volgen. Leerlingen dien het nog niet wisten kregen begeleiding naar het maken van een keuze. Uitvallers bij de start in het MBO kregen begeleiding naar een andere opleiding. Op verzoek van de provincie startle de Drechtsteden met de aanpak van laaggeletterdheid bij jong en ouder. De thema's Zorg & ondersteuning, Sociale infrastructuur & integratie, Leefbaar & veilig evolueerden in de Drechtsteden tot het thema Sociale infrastructuur, Wonen-welzijn-zorg met Wmo-verbindingen. Gemeenten stemden nun beleid af betreffende Wmo en Wonen-welzijn-zorg over onder meer collectieve voorzieningen in relatie tot individuele voorzieningen. Pilots voor het bevorderen van de 'civil society' werden uitgevoerd alsmede projecten gericht op mantelzorgers. Ondersteuning van vrijwilligers werd gedaan door een regionale back office met digitale vacaturebank en ondersteuning van lokale vrijwilligersorganisaties. Implementatie van afspraken uit het convenant gespreide huisvesting en zorg bijzondere groepen vond plaats. De uit eerdere jaren doorgeschoven afspraak onderzoek te doen naar mogelijkheden voor samenwerking op het terrein van sport is alsnog uitgevoerd. Niet is uitgevoerd sport met maatschappelijke stages en onderzoek naar doelgroepenvervoer. Het Actieprogramma Cultuurbereik is met geoormerkte middelen en cofinanciering van de gemeenten uitgevoerd. Ook werden middelen van het RAS-budget ingezet voor projecten cultuur. Voorts zijn RAS middelen RAS gebruikt voor onderzoek naar efficiency bij samenwerking van theaters en samenwerking tussen de zelfstandige bibliotheken in de Drechtsteden met de Basisbibliotheek Zuid-Holland-Zuid. Ervaringen met drie jaar RAS samengevat. De bundeling van provinciale middelen en meerjarige afspraken werden zeer positief ervaren. De trekkingsrechten bij provinciale ondersteuningsorganisaties werd matig bevonden. De Drechtsteden mistten trekkingsrechten bij Het Erfgoedhuis Zuid-Holland en Kunstgebouw. Omdat de Drechtsteden zelf gekozen voor samenwerking, fungeerde de RAS als facilitator om de sociale en culturele infrastructuur te verbeteren. Diverse door de RAS opgepakte activiteiten zijn opgenomen in gemeentelijk beleid random Wmo, vrijwilligerswerk en jeugd.
RAS Midden-Holland De maatschappelijke opgaven zijn vertaald in de thema's Voortijdig schoolverlaten, Gezond bewegen, Ketenaanpak jeugd, Sociale en culturele infrastructuur, Informele Zorg en Maatschappelijk participatie ((Wmo, participatie van jongeren en kwetsbare groepen, Pact van Savelberg). In 2007 is een aantal prestaties behaald van de thema's Gezond bewegen en Voortijdig schoolverlaten, waardoor in 2008 met name is geinvesteerd op de thema's Ketenaanpak jeugd en Informele Zorg. In het kader van Voortijdig schoolverlaten is de voorziening Rebound opgericht en is een haalbaarheidsonderzoek
uitgevoerd naar juniormentorschap. Het project Bijbaantjes is opgezet. Het project Breda School nadert zijn afronding. Binnen het thema Gezond Bewegen is vooral bij jongeren interesse gewekt voor sporten in samenwerking met scholen en sportaanbieders. Er is tevens een preventieplatform opgericht. Activiteiten zijn uitgevoerd om mensen uit lage sociaal economische groepen te stimuleren meer te bewegen. Binnen het thema Maatschappelijke Participatie zijn activiteiten in de gemeenten uitgevoerd om participatie van kwetsbare groepen en van jongeren te stimuleren. Hierbij werden onder andere Molukse ouderen en jonge vrijwilligers in de zorg bereikt. Binnen het thema Ketenaanpak jeugd is extra geinvesteerd in grote regionale projecten, zoals vroegtijdige signalering van en interventie bij probleemsituaties bij jeugdigen, het opzetten van een regionale Verwijsindex risicojongeren met aansluiting aan de landelijke Verwijsindex en een concept voor Centra voor Jeugd en Gezin. Binnen dit thema is voorts gewerkt aan de ontwikkeling van beleid voor het opzetten en uitvoeren van activiteiten die overlast van jongeren beperken danwel een veilige omgeving voor hen realiseren. In dit kader is er een onderzoek naar drank- en drugsgebruik uitgevoerd. Ook is gewerkt aan een dekkende structuur voor de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg (vervolg op de projecten binnen het thema Informele Zorg). Een aantal prestatieafspraken bleek niet realistisch, zoals de prestatie dat voor alle inwoners in MiddenHolland een minimum pakket welzijn uit het Pact van Savelberg beschikbaar is (thema Maatschappelijke Participatie) en de prestatie dat er in 2008 een dekkende spreiding van (semi-)publieke voorzieningen, gebouwen en activiteiten van burgers op het terrain van onderwijs, zorg, welzijn en cultuur (thema sociale en culturele infrastructuur). Maar daar is wel op andere manier vorm aan gegeven. Zo is voor de inwoners van de gemeenten in de Krimpenerwaard een dekkende spreiding van activiteiten welzijn en cultuur gerealiseerd. In tien gemeenten is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om kwalitatief goed welzijnswerk voor ouderen te bevorderen. (Het Pact van Savelberg loopt door tot 2013.) De provinciale steunfunctieorganisaties ondersteunden de uitvoering van de RAS. Echter, de deskundigheid sloot niet altijd aan bij de behoeften. Daarom zijn er vaak ook externe projectleiders ingeschakeld. Ervaringen met drie jaar RAS samengevat. De RAS stimuleerde visievorming over de aanpak van maatschappelijke opgaven en intergemeentelijke samenwerking. Door contacten van projectleiders ontstond een netwerk dat ook buiten de RAS wordt voortgezet. Een knelpunt was dat diverse gemeenten klein zijn, een zeer eigen karakter hebben en mogelijke fusies speelden. Door de beperkte beleidscapaciteit sloten vaak minder gemeenten aan bij projecten. Enkele prestatieafspraken bleken niet realistisch, zeker niet voor de duur van de RAS. De activiteiten van een aantal projecten worden na afronding gei'mplementeerd in de gemeenten, waardoor doorwerking ontstaat naar volgende jaren.
RAS Rijnstreek De maatschappelijke opgaven zijn vertaald in de thema's Inburgering en integratie, Vrijwilligers, Maatschappelijke ondersteuning, Integrate jeugdgezondheidszorg, Eerstelijnszorg en Wonen-welzijn-zorg. Binnen het thema Wonen-welzijn-zorg is per gemeente het voorzieningenniveau in beeld gebracht en vanuit de opgave het toekomstige pakket gedefinieerd. Vanuit de lokale plannen vindt afstemming regionaal plaats. Binnen dit thema krijgen de kleine kernen speciale aandacht. Veel kernen in het Groene Hart kunnen niet uitbreiden en kennen een afnemend voorzieningenniveau. De kernen vergrijzen en juist voor ouderen belangrijke voorzieningen zoals winkels en postagentschappen verdwijnen. De uitkomsten uit de analyses Wonen-welzijn-zorg worden gebruikt voor het opstellen van dorpsvisies. Naast zorg is ruimtelijke
ordening van belang. Met ondersteuning van de Zuid-Hollandse Vereniging van Kleine Kernen worden drie dorpsvisies ontwikkeld. Binnen het thema eerstelijnsgezondheidszorg is ook ingespeeld op de problematiek van de kleine kernen. Per kern is het huidige aanbod, de ontwikkelingen en het benodigde aanbod in kaart gebracht. Met de uitkomsten is met huisartsen het gesprek aangegaan over hoe het voorzieningenniveau te handhaven. De uitkomst was een actieplan voor de kleine kernen voor het behoud van spreekuren van huisartsen, fysiotherapeuten en tandartsen op het niveau van het jaar 2005. Het thema Integrate jeugdgezondheidszorg is in 2007 afgehandeld toen landelijk werd besloten de bestaande structuur van gezondheidszorg aan jeugdigen te handhaven, te weten de thuiszorg voor kinderen van 0-4 jaar en de GGD voor jeugdigen van 5-18 jaar. Binnen de thema's Vrijwilligers en Maatschappelijke ondersteuning lag het accent op meer mensen te stimuleren tot vrijwilligerswerk en bevordering van de sociale activering. De regionale aanpak lag in het vormgeven van de infrastructuur waar alle gemeenten gebruik van kunnen maken, waaronder een verbetering van de digitale vrijwilligersvacaturebank en extra inzet van het steunpunt vrijwilligers. Vrijwilligers zijn bijgeschoold en ondersteuning is gegeven aan vrijwilligersorganisaties. Hiernaast zijn projecten gerealiseerd om vrijwilligers de mogelijkheid te geven te participeren in concrete initiatieven. Het bezoekerscentrum Veenweiden, dat zich richt op natuureducatie, heeft voorlichtingsmiddelen aangeschaft, die gebruikt worden door vrijwilligers bij educatieve activiteiten. Het bezoekerscentrum richt zich op de regio Rijnstreek. Binnen het thema Maatschappelijke ondersteuning zijn opgezet een productenboek ten behoeve van de loketten Wmo en vond een evaluatie plaats van de Wmo-verordening, inclusief een client tevredenheids onderzoek naar de huishoudelijke verzorging. Op verzoek van de provincie is het project Laaggeletterdheid toegevoegd aan de RAS in 2008. De aanpak van laaggeletterdheid was gericht op het bewust maken van medewerkers van bedrijven, zorg- en welzijnsinstellingen. Door diverse activiteiten werd de problematiek laaggeletterdheid meer bekend en konden meer laaggeletterden worden gestimuleerd cursussen lezen en schrijven te gaan volgen. Tot slot zijn binnen het thema Inburgering activiteiten ondernomen voor het bereik van hoger opgeleide allochtone vrouwen voor activiteiten ter stimulering dat deze vrouwen meer banen op nun behaalde kwalificatieniveau kunnen bereiken. De inzet van de provinciale ondersteuningsorganisaties was heel verschillend. JSO en PJ Partners waren in staat de ondersteuningsvragen van de Rijnstreek op te pakken en te vertalen in gewenste activiteiten. Meander was niet in staat een vraaggericht aanbod te ontwikkelen, bijvoorbeeld voldeed een onderzoek naar doelgroepen van de Wet Inburgering niet aan de vraag. Ervaringen met drie jaar RAS samengevat. Intergemeentelijke samenwerking was enigszins gecompliceerd, omdat de problemen van Alphen aan den Rijn van een andere aard en orde zijn in vergelijking met de andere gemeenten met meer kleine kernenproblematieke. Met de inzet van de middelen RAS kon meer invulling worden gegeven aan implementatie van maatschappelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld op basis van analyses Wonen-welzijnzorg activiteitenplannen, beter ingerichte Wmo-loketten en versterking van de infrastructuur voor vrijwilligers.
RAS Holland Rijnland De maatschappelijke opgaven zijn vertaald in de thema's Jeugd, Participatie, Zorg & welzijn en Cultuur. De uitvoering Hep grotendeels volgens schema, in minderheid was er vertraging. Holland Rijnland maakte gebruik van het kunnen schuiven met middelen binnen het lump sumbudget. Zo werden binnen het thema Jeugd extra midden ingezet voor vergroting van de deskundigheid vroegsignalering leerkrachten en
voorschoolse voorzieningen (speciaal) basisonderwijs; Basiszorgcoordinatie Kwetsbare Kinderen. Ook werd intensiever ingezet op de aanpak van Voortijdig schoolverlaten met een Jongerenloket. Tevens is ondersteund de versterking van de Zorg Advies Teams in het onderwijs en voor cluster 4 leerlingen in het VSO bij de stagebegeleiding. Binnen het thema Zorg en Welzijn vervielen afspraken over beleidsontwikkeling Wmo en implementatie uitvoeringsstructuur Hulp bij het huishouden, omdat de bestuurders dit lokaal wilden regelen. Hiervoor kwamen in de plaats afspraken over de aanpak van dak- en thuislozen met volgsysteem en het opzetten van een regionale infrastructuur voor mantelzorg. Uitgevoerd zijn projecten 'civil society1 en kennisdeling daarover evenals een regionale monitor Wonen-welzijn-zorg. Dit in relatie met naast de RAS afgesproken integrale aanpak van Wonen-welzijn-zorg in Holland Rijnland en de Rijnstreek samen. Binnen het thema Participatie werd een verkenning uitgevoerd naar de gevolgen voor scholen en organisaties van de verplichte maatschappelijke stages en extra ingezet op de aanpak van laaggeletterdheid om verwijzers te scholen hoe laaggeletterdheid te herkennen en hoe de laaggeletterden te verwijzen naar onderwijs. Verder is ondersteuning geboden aan de gemeenten bij het overdraagbaar maken van de aanpak van taaleducatie binnen moeder/kindcentra. Hiernaast zijn regionaal kennis en knelpunten uitgewisseld over de gevolgen van de invoering van de Wet Inburgering. Binnen het thema Cultuur werd uitvoering gegeven aan het Actieprogramma Cultuurbereik. Vanuit het RASbudget zijn middelen gebruikt om enkele projecten cultuur mede te financieren, zoals de regionale beeldengids met fietsroute en een theaterproductie met deelname van gezelschappen uit meerdere regio's. Wat betreft de ondersteuning door provinciale ondersteuningsorganisaties vond Holland Rijnland de door de provincie gegeven verdeling van uren niet aansluiten bij de regionale vraag: concreet minder uren diversiteit, meer uren jeugd en in het algemeen meer vraaggericht. De nodige expertise ligt soms niet bij de steunfunctieorganisaties. Ervaringen met drie jaar RAS samengevat. De RAS functioneerde als aanjager en bewerkstelligde meer intergemeentelijke samenwerking, waaronder buiten de RAS vallende opgaven zoals huisvesting van een VSO-ZMOK-school. Er slopen zaken in die veel tijd kostten, zoals de verantwoording van het Actieprogramma Cultuurbereik. Bovendien werd Holland Rijnland benaderd voor naast de RAS lopende projecten, zoals op het terrein van jeugd. Als knelpunt is ervaren dat het samenwerkingsorgaan soms als een uitvoerings- of administratiekantoor lijkt te worden gezien door de provincie. Het is ook een discussie over structuren en democratische legitimatie. Binnen de RAS konden in toenemende maten afspraken worden gemaakt die aansloten bij de prioriteiten arbeidsmarkt en voortijdig schoolverlaten van Holland Rijnland zelf. Daarnaast sloten RAS-activiteiten aan bij ontwikkelingen op terreinen als Inburgering, Educatie, Cultuur, Welzijn en Jeugd in Holland Rijnland. De continuering van een aantal activiteiten uit de RAS staat onder druk, omdat de gemeenten er niet de middelen voor hebben.
RAS Haaglanden De maatschappelijke opgaven zijn vertaald in de thema's Jeugd, Wet maatschappelijke ondersteuning en Participatie met educatie. Binnen het thema Jeugd is een methodische aanpak ontwikkeld voor vroegsignalering van ontwikkelingsachterstanden en licht verstandelijke handicaps bij kinderen door medewerkers van algemene voorzieningen. Leidsters van peuterspeelzalen en/of kinderopvang en leerkrachten basisonderwijs zijn getraind in het herkennen van ontwikkelingsachterstanden en verstandelijke handicaps bij kinderen. De provinciale ondersteuningsorganisatie JSO ondersteunde het geheel. De aanpak van voortijdig schoolverlaten spitste zich toe op een koppeling met begeleid wonen en het versterken van de zorgstructuur in het MBO door enkele pilots. Wat betreft de woonbegeleiding is op de werkconferentie
'Sluitende aanpak wonen1 een nota met methodiekbeschrijvingen van projecten op het terrein van voortijdig schoolverlaten met begeleid wonen gepresenteerd en is een expertgroep Voortijdig schoolverlaten en wonen" ingesteld. Afspraken zijn gemaakt met betrokken ketenpartners over voortzetting van projecten en ontwikkeling van nieuwe initiatieven. Het in 2007 toegevoegde project Ontwikkeling en implementatie methodiek groepen peilen, om jeugdoverlast te verminderen, is vanuit Zoetermeer regionaal uitgerold. Aan de RAS zijn nieuwe projecten toegevoegd, namelijk Stevig ouderschap voor scholing van jeugdverpleegkundigen in herkenning van psychologische problemen bij kinderen en daarop interventies kunnen plegen; het project Tienermoeders en loverboys om weerbaarheid van meisjes te vergroten. Brochures zijn uitgebracht, informatie op een website en voorlichting gegeven (via JIP) over loverboys. Ook is toegevoegd de ontwikkeling van een Regionale Verwijsindex Haaglanden met ondersteuning van een bureau. Alle thema's van de RAS rakend zijn toegevoegd het project Ouderparticipatie van allochtone ouders om hun betrokkenheid bij de schoolloopbaan van nun kinderen te vergroten en het project Leesbevordering bij jonge kinderen. Binnen het thema Wmo werd een regionale sociale kaart ontwikkeld evenals kennis verzameld en verspreid over vormen en methodieken burgerparticipatie. Enkele prestatieafspraken over een regionale aanpak van mantelzorg- en vrijwilligersbeleid zijn gewijzigd, omdat ze niet realistisch bleken. Wei zijn projecten uitgevoerd ter ondersteuning van allochtonen in de (mantel)zorg, bundeling van doelgroepenvervoer en zijn meer middelen ingezet voor de realisering van de regionale sociale kaart. Tevens is opgepakt het project Zorgcoordinatie. Wonen-welzijn-zorg kreeg inhoud door een project om eigenaren van een koophuis te motiveren hun woning levensloopbestendig te maken, zodat men langer zelfstandig thuis kan blijven wonen. Door het project Optimaliseren woonservicezone werd gewerkt aan versterking van het sociaal cement van woonservicezone en integratie van dagbesteding van verschillende doelgroepen. Nieuwe projecten waren het opstellen van een sociale paragraaf met voorzieningen gericht op welzijn en (gezondheids)zorg bij de ruimtelijke visie Haagianden en classificatie van particuliere woningvoorraad door gemeente in relatie met de ontwikkeling van woonservicezones binnen de gemeenten. Binnen het thema Participatie en Educatie is in elke gemeente van het stadsgewest Haaglanden een Makkelijk Lezen Plein (MLP) in de bibliotheek gerealiseerd. In totaal zijn er negen MLP's opgericht voor VMBO-leerlingen. Een aantal van hen heeft in het kader van dit project hun maatschappelijke stage in de bibliotheek gelopen. Het landelijk bekende regiobrede project 'Doe wear mee! voor de aanpak van laaggeletterdheid bij autochtone Nederlanders is verbreed door uitbreiding van de samenwerking met onder meer bibliotheken. Op 24 november 2008 kreeg gedeputeerde Van de Vondervoort een pluim van de gemeenten in Haaglanden. Een pluim als dank voor de inhoudelijke en financiele steun 'Doe weer mee!' uit te laten groeien tot een krachtige aanpak van laaggeletterdheid en daarmee de stimulans dat meer laaggeletterden (terug naar) school zijn gegaan om te leren lezen, schrijven en rekenen. De ervaringen met de provinciale ondersteuningsorganisaties was wisselen: van passend tot en met bijdragen aan de stroperigheid in de uitvoering van de afspraken. Ervaringen met drie jaar RAS samengevat. De uitvoering van de RAS kwam op onderdelen sterk op gang en op andere onderdelen moeizaam en stroperig. Aan laatste genoemde werkten de provinciale ondersteuningsorganisaties naar de ervaring van een aantal gemeenten mee. In 2007 en 2008 zijn prestatieafspraken gewijzigd en vervangen door nieuwe afspraken. De uitvoering van de RAS ging vlotter (open, zodat uiteindelijk in meerderheid prestatieafspraken zijn gerealiseerd. De RAS had het karakter van een veelheid aan projecten, welke (te) veel ambtelijke inzet vroeg. Diverse projecten droegen bij aan de verbetering van de regionale sociale infrastructuur, bijvoorbeeld de projecten Alfabetisering autochtonen, Regionale sociale kaart en Regionale Verwijsindex Risicojongeren.
RAS stadsregio Rotterdam De maatschappelijke opgaven waren oorspronkelijk vertaald in vijf thema's (zie tabel in paragraaf 2.2). Bij de uitvoering in 2006 bleek de diversiteit van de gemeenten en het gebied te groat om afspraken te realiseren. In overleg met de provincie verdween het thema Onderwijs en arbeidsmarkt en wijzigden drie thema's in de twee programma's Burgerschap en Sociaal & Wonen. Beide programma's leggen een koppeling tussen sociaal beleid en het woningbouwprogramma van de stadsregio. Het thema Preventief Jeugdbeleid bleef gehandhaafd. De stadsregio verbond de afspraken binnen de RAS en met eigen programma's. Bijvoorbeeld het programma 'Ieder kind wint', welke tot doel heeft preventie te versterken, risico's en problemen bij kinderen eerder en beter te signaleren en juiste interventies tijdig te bieden. Onderwerpen vanuit 'leder kind wint' raken afspraken binnen de RAS, namelijk de regionale invoering van het risicosignaleringssysteem SISA (Samen Signaleren) om de samenwerking tussen de regiogemeenten en partners in de keten van jeugdbeleid te verbeteren bij het signaleren van problemen rond jongeren. In 2008 sloten de gemeenten SISA aan bij de Landelijke Verwijsindex. Met vier subregionaal samenwerkende gemeenten (Voorne-Putten-Rozenburg; Barendrecht-Albrandswaard-Ridderkerk en tot slot LansingerlandCapelle aan den Ussel-Krimpen aan den Ussel) waren er afspraken over onder andere vrijwilligerswerk, mantelzorgers, opvoedingsondersteuning en ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin. Veel tijd kostte de inzet voor intergemeentelijke projecten. Afspraken zijn in meerderheid behaald. De ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin is in 2008 toegespitst op ondersteuning van vijf koplopergemeenten bij de vorming van Centra voor Jeugd en Gezin. Het programma Sociaal & Wonen is gericht op mensen in hun fysieke omgeving en activiteiten op sociale aspecten van fysieke ingrepen. Binnen het verband van de RAS vonden veelal lokale activiteiten plaats voor het verbeteren van de woonomgeving en de betrokkenheid daarbij van inwoners. De opgedane kennis is regionaal verspreid. Om de relatie tussen wonen, zorgvoorzieningen en bijzondere groepen te versterken zijn daartoe projecten uitgevoerd in een aantal gemeenten. Het programma Burgerschap is gericht op ondersteuning van integratie en participatie van kwetsbare groepen en het stimuleren van de bovengenoemde betrokkenheid van inwoners. Integratie werd bevorderd door projecten ter stimulering van participatie van allochtone vrouwen. Maatschappelijke participatie werd bevorderd door projecten op onder meer het terrain van vrijwilligerswerk en mantelzorg. De samenwerking met drie provinciale ondersteuningsorganisaties was niet optimaal, omdat het niet eenvoudig was het aanbod te gebruiken in de uitvoering van de RAS. Al lerende weg is verbetering opgetreden in de ondersteuning op sociaal gebied en naar redelijke tevredenheid zijn bijdragen geleverd aan de kennisdeling over projecten. Ervaringen met drie jaar RAS samengevat. De verbinding van sociaal met wonen is goed gelukt. De ondersteuning van de provinciale ondersteuningsorganisaties werd als matig ervaren: enerzijds weinig inhoudelijk bijdragen aan de uitvoering van de RAS, omdat de nodige expertise ontbrak. Anderzijds bijdragen naar tevredenheid aan de regionale kennisdeling over projecten. De sociale infrastructuur is verbeterd met doorwerking naar volgende jaren, bijvoorbeeld bij Wonen-welzijn-zorg, de regionale invoering van het risicosignaleringssysteem SISA en ondersteuning van de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin.
RAS Goeree-Overflakkee De aanpak van maatschappelijke opgaven zijn vertaald in de thema's Gezamenlijk jeugdbeleid, Wonenwelzijn-zorg, Wet maatschappelijke ondersteuning, Volksgezondheid en Cultuurontwikkeling.
10
De gemeenten ontwikkelen samen beleid en betrokken gemeenteraden en maatschappelijke partijen intensief bij de RAS. Er is ingezet op het opzetten van de sociaal-culturele infrastructuur. Er zijn weinig middelen in projecten ingezet. Binnen het thema Gezamenlijk jeugdbeleid is het convenant aansluiting jeugdbeleid-jeugdzorg uitgevoerd en is in oprichting een eilandelijke professionele organisatie voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. De aanpak van jeugdbeleid leidt tot de oprichting van een Centrum voor Jeugd en Gezin gekoppeld aan het regionale Bureau Leerplicht. Binnen het thema Wet maatschappelijke ondersteuning realiseerden alle gemeenten een Wmo-loket. Tevens is ingesteld een eilandelijke Wmo-clientenraad en is opgezet een eilandelijke welzijnsorganisatie. Binnen het thema Wonen-welzijn-zorg is het Pact van Goeree-Overflakkee tot stand gekomen. Als gevolg hiervan zijn diverse projecten uitgevoerd, onder meer een gecoordineerde opzet van Wonen-welzijn-zorgkruispunten en ketenbenadering in de zorg. Binnen het thema Volksgezondheid is vooral ingezet op gemeenschappelijke beleidsontwikkeling. Er is een kaderstellende beleidsnotitie ontwikkeld en uitgewerkt in een Plan van Aanpak OGGZ en WCPV alsmede een Plan van aanpak eerstelijnsgezondheidszorg. Binnen het thema Cultuurontwikkeling is een eilandelijk cultuurbeleid ontwikkeld. Met geoormerkte middelen en cofinanciering van gemeenten is het Actieprogramma Cultuurbereik uitgevoerd en het platform Cultuureducatie gefinancierd. Realisatie van deze activiteiten is in handen van de eilandelijke Stichting Podium en een bevlogen cultuuraanjager/-bemiddelaar. De ervaringen met de steunfunctieorganisaties zijn wisselend. De samenwerkende gemeenten ervaarden aanbod gericht denken en te weinig uitgaan van de vraag van de gemeenten. Hierdoor is de ondersteuning moeizaam op gang gekomen. Uiteindelijk ondersteunde JSO zinvol de uitwerking van de eilandelijke organisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. PJ Partners was betrokken bij de verdere ontwikkeling van jeugdbeleid. Hoewel er geen 'trekkingsrechten1 zijn bij het Zorgberaad Rijnmond Zuid, valt te melden dat de gemeenten tevreden zijn over de ondersteuning van het Zorgberaad bij de ontwikkeling van het Pact Wonen-welzijn-zorg. Ervaringen met drie jaar RAS samengevat. Ondanks goede resultaten is het moeilijker gebleken dan verwacht om de hoge ambities om te zetten in voldoende gerichte acties. De ambities deden een groot beroep op de beperkte ambtelijke capaciteit. In een aantal gevallen was de ondersteuning van de provinciale ondersteuningsorganisaties behulpzaam en in een aantal andere gevallen niet. De regio heeft extra inspanningen verricht om de afspraken te realiseren. Hierdoor worden sommige prestaties in het voorjaar van 2009 gerealiseerd. Het jaar 2008 was in de driejarig aanpak 'oogstjaar' na twee 'investeringsjaren1. Diverse afspraken leverden en leveren in de toekomst de gemeenten structureel meerkosten op, welke door geen enkele partij was voorzien bij het aangaan van de RAS. Hier is bewust voor gekozen. Vanuit Goeree-Overflakkee wordt nadrukkelijk aangegeven dat de RAS de katalysator is geweest om structureel werk te maken van het op pail brengen van de sociale en culturele infrastructuur.
RAS Hoeksche Waard De aanpak van maatschappelijke opgaven zijn vertaald in de thema's Leefbaarheid en identiteit, Wet maatschappelijke ondersteuning, Sluitende aanpak jeugd, Ondersteuning vrijwilligerswerk en mantelzorg, Cultuurparticipatie en Versterking overheidsnetwerken. De gemeenten zetten door gebruik van de RAS een eigen regionaal programma Samenleving op. Dit programma was onder andere gericht op het beter gebruik maken van elkaars kennis, kracht en beleid evenals een versterkte inbreng vanuit sociaal in de ruimtelijke ontwikkelingen plus vraagstukken van leefbaarheid en identiteit. Wij zien deze gerichtheid terug in het thema Leefbaarheid en identiteit, waarin
11
prestaties zijn gerealiseerd zoals bijdragen over sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen aan de structuurvisie Hoeksche Waard en een visie op de sociaal-maatschappelijke structuur van de Hoeksche Waard, waaronder de gevolgen daarvan voor Wonen-welzijn-zorg, onderwijs, en sport. Voorbereid is een regionaal netwerk Wonen-welzijn-zorg, welke kansrijke projecten uit gaat voeren. Binnen het thema Wet maatschappelijke ondersteuning werd ondersteund de voorbereiding en implementatie van de Wmo van drie gemeenten. Voor alle gemeenten is ontwikkeld een digitaal informatiesysteem. Als pilots zijn ontwikkeld en uitgevoerd in Oud-Beijerland instrumenten burgerparticipatie, monitoring en communicatie. De hieruit gekomen formats kunnen door de andere gemeenten worden overgenomen met maatwerk per gemeenten. De Wmo wordt allereerst gezien als lokaal beleid. Het regionaal beleid dient zich te richten op onderwerpen die vanwege kwaliteit of efficiency beter regionaal kunnen worden uitgevoerd. Zo is een gezamenlijke visie ontwikkeld op de mogelijkheid van een vervoerssysteem voor ouderen en/of Wmo-geTndiceerden en is vervolgens een haaibaarheidsstudie gedaan naar kansrijke varianten van collectief vraagafhankelijk vervoer. Besluitvorming vindt plaats in 2009. Binnen het thema Ondersteuning vrijwilligerswerk en mantelzorg is onderzoek gedaan naar haalbare vernieuwingen en innovatie van vrijwilligerswerk. Tympaan deed onderzoek naar de stand van zaken op het gebied van mantelzorg. Aan een plan van aanpak wordt gewerkt, waaronder de verbinding met de lokale Wmo-loketten. Binnen het thema Sluitende aanpak jeugd zijn afspraken over de aanpak van vermindering van overlast en criminaliteit gewijzigd in een sluitende aanpak jeugd. Hierbij is opgezet een samenhangend zorgnetwerk voor jongeren en aanbod van voorzieningen. De voorziening Rebound en schoolmaatschappelijk werk op het middelbaar onderwijs zijn gerealiseerd, evenals een fusietraject van peuterspeelzalen. Activiteiten ter versterking van de sociale competenties van jongeren zijn opgepakt binnen de afspraak over structuur Leerplichtbureau. Aansluiting vond plaats bij het Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten van de Drechtsteden. Binnen het thema Cultuurparticipatie werd met geoormerkte middelen en cofinanciering van gemeenten het Actieprogramma Cultuurbereik en het platform Cultuureducatie gefinancierd. Realisatie van deze activiteiten was in handen van de Culturele Kring Hoeksche Waard en een bevlogen cultuuraanjager/bemiddelaar. De basisbibliotheek Hoeksche Waard is gevormd. De gemeente en bibliotheek van Korendijk hebben aangegeven op termijn onderdeel uit te willen gaan maken van deze basisbibliotheek. Binnen het thema Versterking overheidsnetwerken zijn afspraken uitgevoerd over het stroomlijnen van subsidies, het vergroten van de doelmatigheid en de borging van het programma Samenleving. Ervaringen met drie jaar RAS samengevat. De RAS werkte als aanjager voor de samenwerking tussen de gemeenten om meer en beter gestructureerd maatschappelijke opgaven aan te pakken. Door de middelen RAS zijn projecten regionaal van de grand getrokken die zonder provinciale middelen niet gemitieerd en gerealiseerd hadden kunnen worden. De RAS fungeerde als instrument voor een breder regionaal sociaal programma. Met incidentele RAS-middelen zijn diverse structurele projecten gestart, bijvoorbeeld Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten en het digitate informatiesysteem Hoeksche Waard. Het thema Jeugd was een deelverzameling binnen de RAS met een eigen convenant, eigen overlegstructuur en eigen dynamiek qua procesgang. De inzet van provinciale ondersteuningsorganisaties werd wisselend ervaren.
Tot slot. Op Netwerken Sociale Initiatieven zijn verschillende digitale dossiers met goede praktijkvoorbeelden van projecten uit de Regionale Agenda's Samenleving. Hier zullen nieuwe voorbeelden aan worden toegevoegd in overleg met de samenwerkende gemeenten.
12