1F ... Opdracht 1, Lezen Lees de tekst. Beantwoord daarna de vragen op bladzijde 3

Cursistenmateriaal

Eten en Weten

Werkblad 4 Vis

.......................................................................

Niveau A2 / 1F

Opdracht 1, Lezen Lees de tekst. Beantwoord daarna de vragen op bladzijde 3.

Tekst Vaker vette vis! Nederland is een echt waterland: de Noordzee, de Waddenzee, het IJsselmeer en alle rivieren en meren. Je zou denken dat we in Nederland dan ook veel vis eten. Maar dat is niet zo. Dat is jammer want vis is heel gezond. Waarom is vis zo gezond? Wat zit er in? * Eiwitten. Die heeft je lichaam nodig om te groeien en te herstellen. * Vitamine A, B en D. Die helpen om je lichaam gezond te houden. * Mineralen. Die zorgen voor stevige botten en gezond bloed.

Maar het belangrijkst zijn: * De vetten. Veel vetten zijn niet goed voor je maar de vetten in vis juist wel. Deze vetten beschermen je tegen ziektes aan je hart en je bloedsomloop. En ze zijn goed voor je hersenen. Voor vis geldt zelfs: hoe vetter hoe beter. Vette vis is bijvoorbeeld: zalm, makreel, tonijn, haring, sardientjes, paling. Deze gezonde vetten zitten bovendien alléén in vis. Deze vetten heten: onverzadigde vetten.

In alle zeeën, meren en rivieren over de hele wereld zwemmen zo'n 30 duizend soorten. In de Noordzee leven ongeveer 200 soorten vis. Maar er zit steeds minder vis in de zee. Dat komt omdat er lange tijd te veel gevist is. De zee raakt leeg. Daarom gaat men nu op een andere manier vissen dan vroeger. Dat heet 'duurzaam' vissen. Zo is er over 10 of 20 jaar nog steeds vis in de zee. Nog lang niet alle vis is duurzaam gevangen. Hoe weet je nu of je vis koopt die duurzaam gevangen is? Let op het blauwe keurmerk op de verpakking, dat bekent: duurzaam gevangen vis. Of kijk naar de kleur van de visjes op de verpakking. Die zeggen iets over hoe de vis gevangen of gekweekt is. Groen betekent: op een goede manier gevangen of gekweekt. Rood betekent: niet op een goede manier gevangen of gekweekt. En het oranje visje: dat zit er tussen in. Niet goed en niet slecht. Kijk op de viswijzer op de volgende bladzijde (een grotere op www.oefenen.nl).

Dus: * Eet vaker vis, het liefst vette vis. * Let op het keurmerk of de kleur van de visjes op de verpakking. © Stichting Expertisecentrum ETV.nl/Taal & Educatie, Fouke Jansen, v. 2.0

1

Cursistenmateriaal

Eten en Weten

Werkblad 4 Vis

.......................................................................

Niveau A2 / 1F

© Stichting Expertisecentrum ETV.nl/Taal & Educatie, Fouke Jansen, v. 2.0

2

Cursistenmateriaal

Eten en Weten

Werkblad 4 Vis

.......................................................................

Niveau A2 / 1F

Vragen 1. Waarom is vette vis gezond?

_________________________________ _________________________________ 2. Vul in:

Dit betekent:

Dit betekent:

Dit betekent:

______________________ ______________________ ______________________ ______________________ ______________________ ______________________

3. Welk stuk van de tekst gaat over: vis is gezond? Zet er een 1 voor. 4. Welk stuk van de tekst gaat over: duurzaam vissen? Zet er een 2 voor.


3

Cursistenmateriaal

Eten en Weten

Werkblad 4 Vis

.......................................................................

Niveau A2 / 1F

Opdracht 2 Schrijven

Je gaat volgende week naar Vlaggetjesdag in Scheveningen. Op die dag komt de eerste haring binnen. Het is een groot feest. Er is veel te doen. Je wil graag samen met je vriend/vriendin gaan. Schrijf een e-mail naar je vriend/vriendin. Schrijf: - Wanneer de Vlaggetjesdag is. - Waar de Vlaggetjesdag is. - Wat het is. - Of je vriend of vriendin mee wil gaan. Let op: Begin met lieve, hallo, beste ..... Schrijf aan het eind: groeten, liefs, groetjes ..... en je naam

Schrijf de e-mail in het e-mailprogramma op de volgende bladzijde.


4

Cursistenmateriaal

Eten en Weten

Werkblad 4 Vis

.......................................................................

Niveau A2 / 1F


5

Cursistenmateriaal

Eten en Weten

Werkblad 4 Vis

.......................................................................

Niveau A2 / 1F

Opdracht 3 Rekenen 1. Je gaat vissoep maken. Je hebt een recept voor 4 personen. In het recept staat dat je 400 gram vis nodig hebt. Jij maakt de vissoep voor 10 personen. Hoeveel vis heb je nodig?

_________________________________ _________________________________ _________________________________ 2. Je gaat een zalmsalade maken. Je hebt een recept voor 4 personen. In het recept staat dat je 200 gram zalm uit blik nodig hebt. Jij maakt de salade voor 12 personen. Hoeveel zalm heb je nodig?

_________________________________ _________________________________ _________________________________ 3. Je gaat spiesjes van vis maken voor de barbecue. Je hebt 70 gram per persoon nodig. Je gaat spiesjes maken voor 4 personen. Hoeveel vis heb je nodig?

_________________________________ _________________________________


6

Cursistenmateriaal

Eten en Weten

Werkblad 4 Vis

.......................................................................

Niveau A2 / 1F

4. Je gaat vis uit de oven maken. Per persoon heb je 150 gram vis nodig. Je gaat koken voor 6 personen. Hoeveel vis heb je nodig?

_________________________________ _________________________________


7

Cursistenmateriaal

Eten en Weten

Werkblad 4 Vis

.......................................................................

Niveau A2 / 1F

Opdracht 4 Extra Een web van woorden Aan welke woorden denk je bij het woord HARING? Schrijf in elk vak een woord.


8

Cursistenmateriaal

Eten en Weten

Werkblad 4 Vis

.......................................................................

Niveau A2 / 1F

Antwoorden Opdracht 1 1. De vetten in vette vis zijn heel gezond. Het beschermt je tegen ziektes aan je hart en je bloedsomloop. En het is goed voor je hersenen. 2. Vul in: Dit betekent: Duurzaam gevangen.

Dit betekent: Deze vis kun je kopen, hij is op een goede manier gevangen of gekweekt.

Dit betekent: Deze vis kun je beter niet kopen, hij is niet op een goede manier gevangen of gekweekt. 3. Het eerste stuk, tot aan In alle zeeën, meren en rivieren. 4. Het tweede stuk, vanaf: In alle zeeën tot het eind.


9

Cursistenmateriaal

Eten en Weten

Werkblad 4 Vis

.......................................................................

Niveau A2 / 1F

Opdracht 2 Je kunt bijvoorbeeld schrijven:

Opdracht 3 1. 1000 gram, dus een kilo 2. 600 gram 3. 280 gram 4. 900 gram Opdracht 4 Bijvoorbeeld: water, uitjes, haringkar, zaterdag, Noordzee, Scheveningen, Hollandse Nieuwe, visboer, zout © Stichting Expertisecentrum ETV.nl/Taal & Educatie, Fouke Jansen, v. 2.0

10

1F ... Opdracht 1, Lezen Lees de tekst. Beantwoord daarna de vragen op bladzijde 3

Recommend Documents