19:00 CAFÉ-RESTAURANT MOSQUITO COAST “Men heeft het nu ook nog over goelasj [goulash], maar dat moet je niet op tafel brengen. Goelasj is een Hongaars afkooksel van Vlaamse stoverij, zonder een brokje lever en een stukje nier, en met tomatensaus in plaats van de ware stoverijsaus”, aldus de bekende Vlaamse schrijver Louis Paul Boon. Stoverij (een gerecht met stoofvlees) is een van de bekendste culinaire specialiteiten uit Gent, naast waterzooi (een soort van soep met kip of vis, groenten en aardappelen). Op het menu in Gent staat echter géén kip in een waterachtige saus. In het avontuurlijke “reiscafé” Mosquito Coast zullen we proeven van verschillende culturen. In het café-restaurant, dat grenst aan een reisbureau, liggen reisgidsen van plekken overal ter wereld. Het menu en de cocktails die er worden aangeboden zijn even divers.
±20:30 STUDENTENPRESENTATIES “LANDGENOTEN IN DE LAGE LANDEN” (MOSQUITO COAST) Na onze wervelende wereldmaaltijd zullen we het academische spits afbijten van de studiereis, met presentaties van studenten, onder de titel “Landgenoten in de Lage Landen”. Sinds de uitbreiding van de EU is er sprake van een migratiegolf van Oost naar West. De grootste, en in de lage landen bekendste groep, zijn Poolse arbeidsmigranten – de goedkope, maar vakkundige ’Poolse loodgieter’ is een bekend begrip geworden. De studenten uit Poznan Paulina Duszczak, Katarzyna Horloza en Karolina kleszcz zullen vertellen over de sectoren waarin hun landgenoten werken, in welke gebieden ze wonen, welke rechten en plichten ze hebben. Ook zullen ze organisaties van hun landgenoten in Nederland behandelen. Veel Hongaren vertrokken naar Nederland in 1956, als vluchtelingen. Tibor Szász (student KRE Boedapest) zal in zijn presentatie vertellen over de geschiedenis van de Hongaarse gemeenschap in Nederland (met een klein aanloopje over de Hongaarse protestanten in vroeger tijden), over hun succesvolle integratie, hun zelforganisaties en hun Hongaarse identiteit. Ook spreekt hij over de mogelijkheden die de recente regelgevingen in het kader van de EU bieden. De presentatie van Gabriela Schlesingerová en Pavlina Hudečková, studenten uit Olomouc, over de Tsjechen in Nederland, zal uit twee delen bestaan: het eerste deel behandelt vroeger tijden: de periode na de slag bij de
Witte Berg (Bilá Hora) en de reis van Comenius. Het tweede deel gaat over de communistische periode, toen Tsjechen naar Nederland kwamen als ballingen.
Maandag 28 april
8:45-12:00 NT2-LES NT2 is de trendy afkorting voor “Nederlands als Tweede Taal”. Dat betekent dus: het leren van de Nederlandse taal in het Nederlandse taalgebied. Voor de student Nederlands buiten het taalgebied, dus de student Nederlands als Vreemde Taal (NVT) moet het dan ook interessant zijn om te ervaren hoe anders het is als je als buitenlander in de schoolbanken zit om de taal van het land te leren. Het Antwerpse instituut voor volwassenenonderwijs LBC is echter niet geheel vreemd voor de vreemdetaalleerders, want de adjunctdirecteur NT2 heet An Wuyts. Sommigen zullen deze naam herkennen als die van de auteur van een boek dat ze in de Nederlandse lessen op de universiteit gebruiken (“Nederlands voor gevorderde anderstaligen”). Aan haar, en de bereidwilligheid van haar collega-docenten, hebben we deze bijzondere mogelijkheid te danken.
BRUSSEL Brussel is de hoofdstad van Vlaanderen, België en Europa en bestaat uit twee gebieden: de Benedenstad en de Bovenstad. Historisch gezien is de Benedenstad het armere deel en ligt het rond de Grote Markt. Dit overbekende plein, waar men van een heerlijk, fris en schandalig duur pintje kan genieten, is omgeven met gezellige terrassen en belangrijke historische gebouwen. De Bovenstad daarentegen is een moderne buurt waar allerlei (inter)nationale instellingen gevestigd zijn. Aan jobs geen gebrek in Brussel...
Vandaag de dag is Brussel meer dan ooit kosmopolitisch, druk en gejaagd, rustig en dorps, straatarm en patserig rijk: met andere woorden: een stad van paradoxen en tegenstellingen. Op straat hoor je tientallen talen, ruik je oneindig veel keukens en zie je lui van diverse pluimage: studenten, families, zakenlui, gangsters, tuig, hippies, trendy jongens en meisjes, enzovoort. Hoewel veel Belgen absoluut niet van hun hoofdstad houden (te vuil, te vreemd,...), heeft Brussel nochtans veel te bieden op professioneel en cultureel vlak. Al voldoende belicht in de wereldpers zijn de uitdagingen voor mensen uit alle windstreken om carrière te maken. Brussel is het centrum in België voor film, hedendaagse kunst, concerten en theater. Alles is doorspekt met een gezonde dosis humor, wat ons meteen bij de psyche van de originele bevolking brengt: authentieke Brusselaars begrijpen de kunst en de waarde van zelfspot.
13:00 FRITUUR ANTOINE Welkom frietliefhebber! Ziehier de authentieke Belgische frituur, in de volksmond ook wel bekend als het “frietkot”. Op het Jourdanplein in Etterbeek, een omliggende gemeente van Brussel, staat Frituur Antoine, volgens de legende de beste frituur van Brussel en België. Het wordt even aanschuiven in het gezelschap van andere smullers – vaak werkend bij de EU – maar wie geduldig is wordt beloond met de beste frieten van de Lage Landen en – bij uitbreiding – van Europa. Eigenlijk: van de hele wereld! Goudgele, in puntzak verpakte, goddelijke aardappelstokjes met mayonaise of tartaarsaus!
14:00-16:00 EUROPESE COMMISSIE De Europese Commissie in Brussel kan min of meer vergeleken worden met een nationale regering, met eurocommissarissen uit de 27 lidstaten voor de verschillende beleidsgebieden (vergelijkbaar met ministers). De Commissie is dan ook vooral het uitvoerende orgaan van de EU dat los van nationale belangen functioneert. Een van haar belangrijkste taken is het opstellen en voorstellen van nieuwe Europese wetgeving die daarna goedgekeurd moet worden door het Parlement en de Raad van Ministers. Tijdens ons bezoek aan de Commissie krijgen we een presentatie over het Europese immigratieen minderhedenbeleid. Een zeer actueel onderwerp, omdat men streeft naar een centraal Europees beleid op dit gebied.
17:00 AVONDWANDELING DOOR BRUSSEL Gidsen Gert Loosen (vorig jaar nog lector in Debrecen) en Jo (de onze!) nemen iedereen mee op twee rondleidingen in Brussel, elk met eigen accenten. Wat Gert voor ons in petto heeft, is een welbewaard geheim dat, met het oog op de nationale veiligheid, niet mag worden vrijgegeven. Gids Jo daarentegen, zal met een groep vertrekken aan het koninklijk paleis (in de bovenstad) en onder andere het historische centrum van Brussel bezoeken (in de benedenstad), alwaar de prachtige Grote Markt gelegen is en een kort bezoekje brengen aan de beroemdste Belg aller tijden: Manneken Pis. Na het historische centrum verhuizen we naar het eclectische oostelijke deel van het centrum, waar een bonte mengeling van kunstenaars, studenten en jonge families hun stekje gevonden hebben: de buurten rond het Sint-Goriksplein en de Dansaertstraat.
Dinsdag 29 april 8:45-12:00 NT2-LES De groep die gisteren NT2-les had mag nu lekker uitslapen. Of nog even vlug Antwerpen verkennen, voordat we de stad vaarwel zeggen...
13:00-15:00 RESTAURANT DE KLEINE WERELD Vandaag eten we warm, alvorens we de reis naar de Noordelijke Nederlanden aanvangen. Restaurant De Kleine Wereld in Antwerpen maakt deel uit van een ‘centrum voor engagement en vermaak’ waar theater, muziek en expoactiviteiten elk hun plaatsje vinden. Als afspiegeling van de stad Antwerpen wil het restaurant een multiculturele keuze aanbieden, waar ingrediënten en gerechten uit keukens van alle windstreken aan bod kunnen komen. Een theater van smaak!
±18:30 CHECK-IN HOSTEL “MEETINGPOINT” Weliswaar een minder klinkende naam, maar wel de beste locatie die je je maar kunt bedenken: de Warmoesstraat is een van de oudste straten Amsterdam, midden in het centrum, midden tussen de coffeeshops, de smartshops en de sex shops, midden in het midden van alles wat God verboden heeft! Maar wel veilig achter de kathedraal van de beschermheilige van de stad: Sint-Nicolaas. Welkom in Mokum!
AMSTERDAM Wat kunnen we zeggen over een stad met driekwart miljoen inwoners, 175 nationaliteiten en ontelbare fietsen, grachten, theaters, coffeeshops, kroegen en kraakpanden? Wat kunnen we zeggen over een stad met zoveel diversiteit? Amsterdam is weliswaar klein voor een Europese hoofdstad, maar als je het aan de Amsterdammers vraagt is het een wereldstad, een New York aan de Noordzee, een kleine Big Apple. Deze allure straalt ook uit over de rest van de wereld. Sinds moerasbewoners in de dertiende eeuw hun vissersdorp stichtten rond een dam in de rivier de Amstel (Amsteller-dam), heeft de plaats continu aantrekkingskracht gehad op mensen van dichtbij en ver. Al in de zestiende eeuw kwamen handelaren uit de hele wereld naar de stad, met zijn goede voorzieningen voor de handel. Uit die tijd stamt het oudste gedeelte van de stad, het gebied rond de Dam, waar ook ons hostel zich bevindt. De zee kwam toen werkelijk tot de Zeedijk. De schepen konden de haven invaren tot aan de Waag (Nieuwmarkt), waar de handelswaar op enorme weegschalen werd gewogen. De Beurs, waar Brabanders, Portugezen, Russen en Turken druk onderhandelden over koop
en verkoop, lag niet ver van de nieuwe, twintigste-eeuwse Beurs van Berlage (enkele tientallen meters van het hostel). Zonde dat zo’n historisch stadsdeel nu vol is met prostitutie en drugs, zou je misschien denken, maar dat is niets nieuws. De Wallen waren in de vroegste tijd al het gebied waar de zeelieden, na maandenlange reizen, hun loon konden verbrassen aan drank en hoeren! In de zeventiende eeuw groeide Amsterdam uit tot een van de machtigste en grootste steden van de wereld. Er kwamen grote groepen immigranten. Niet alleen rijke handelaren, maar ook veel armen uit Oost-Nederland, Duitsland, Scandinavië die gingen werken als bakker, havenarbeider of in de drooglegging van polders. De stad groeide en bloeide. De Heren-, Keizersen Prinsengracht, de grachtengordel, werden rondom de oude stad uitgegraven als uitbreiding. Hier woonden vooral de rijken, en dat is vandaag de dag nog steeds zo. Amsterdam stond ook bekend vanwege zijn religieuze tolerantie, wat veel mensen aantrok die op de vlucht waren voor vervolging in eigen land. Omdat onder deze vluchtelingen veel intellectuelen, kunstenaars en drukkers waren, hadden ze een grote culturele invloed. De eerste en belangrijkste groep kwam uit de zuidelijke, Spaanse Nederlanden. Zo heeft het Amsterdamse taalgebruik veel invloed gehad van het Antwerps. Velen van hen woonden in de Jordaan, een beroemde wijk ten westen van de grachtengordel. Later kregen ze daar gezelschap van protestanten uit Frankrijk, de Hugenoten, die volgens een theorie de naam aan de wijk gaven, doordat ze het vrij onbekende fenomeen ‘tuin’ (in het Frans jardin) massaal introduceerden in die wijk. De Portugese joden kwamen ook als vluchtelingen, en ook zij verrijkten de stad intellectueel, cultureel en economisch. Wie vanaf de Nieuwmarkt naar het zuiden wandelt, komt algauw in de Jodenbreestraat terecht (waar overigens ook het zgn. Rembrandthuis staat), en niet ver daarvandaan woonde ooit de filosoof Spinoza, van Portugees-Joodse afkomst. Deze buurt, rondom het Waterlooplein, is eeuwenlang de echte joodse buurt geweest, waar algauw niet de Portugese (sefardim) maar de Oost-Europese joden (ashkenazim) de dominante groep waren. De Portugese synagoge en het Joods-Historisch museum zijn enkele van de weinige gebouwen die nog herinneren aan de joodse buurt, die in de jaren tachtig plaats moest maken voor het Stadhuis-Muziektheater (Stopera). Verder zijn er vooral niettastbare herinneringen aan het Mokum van vóór de Tweede Wereldoorlog – Mokum betekent Amsterdam in het Jiddisch en is een van de vele woorden en uitdrukkingen die het Nederlands van het Amsterdams en het Amsterdams van het Jiddisch overnam, waaronder bijvoorbeeld ‘jatten’, ‘stiekem’ en ‘weet ik veel’. In de tweede helft van de twintigste eeuw kwamen er weer veel immigranten, nu van nog verder. In Amsterdam-West en Oost (waar we als groep heengaan) woont het grootste deel van de Turken en Marokkanen, die vanaf de jaren zestig als gastarbeiders kwamen. De stadsdelen krijgen soms de bijnaam ‘schoteltjesland’, verwijzend naar de vele schotelantennes op de balkons, waarmee de bewoners televisie uit hun vaderland kunnen ontvangen.
De Bijlmermeer, oftewel Amsterdam-Zuidoost, is een van de ‘kleurrijkste’ en ‘geurrijkste’ (vanwege de vele exotische keukens) wijken van Nederland. Er wonen vooral veel Surinamers en Afrikanen. Het stadsdeel, met voornamelijk enorme flatgebouwen en veel groen, werd gebouwd in de jaren zeventig, oorspronkelijk bedoeld als woonparadijs voor middenklassers. Het werd geen succes: het gebrek aan ontmoetingsplaatsen (cafés, theaters, etc.) zorgde er voor dat de mensen naast elkaar in isolement leefden, de uitgestrekte parken maakten het ’s nachts onveilig. Toen de Bijlmer in de late jaren zeventig toegewezen werd voor de huisvesting van duizenden Surinaamse immigranten, werd het plaatje compleet: Nederland had een heus zwart getto, met hoge criminaliteit en drugsoverlast. Ondanks dat het sindsdien enorm ten goede veranderd is, hebben veel Nederlanders nog steeds dat negatieve beeld van de Bijlmer. Als je de metro neemt vanuit het centrum kun je het zelf bekijken: veel van de oorspronkelijke bouw is veranderd, de drugs en criminaliteit zijn sterk afgenomen, de multiculturele bevolking is succesvol geïntegreerd. Het is overigens ook de wijk waar de tragische vliegtuigramp van 1992 plaatsvond. De andere delen van de stad zijn misschien over het algemeen ‘blanker’, maar overal zul je ook mensen en dingen van andere culturen tegenkomen. Amsterdam-Noord is op zich niet heel bijzonder – een uitgestrekt gebied met voornamelijk nieuwbouw en weinig cultureel leven. Toch kan het een leuke attractie zijn vanwege de manier waarop je er komt: een veerpontje vervoert dag en nacht, gratis, voetgangers en fietsers vanaf het CentraalStation naar de Noordoever van het IJ – 5 minuten wind, water, haven. Wie geïnteresseerd is in de modernste architectuur kan een wandeling maken naar het Java-Eiland, en, als je tram 26 neemt, kom je in IJburg, het nieuwste woningbouwproject van de stad, op kunstmatige eilanden. Naar het zuiden bevindt zich de buurt De Pijp, met lange, smalle straatjes (pijpelaatjes) met veel leuke kroegen, en ook de beroemde Albert Cuypmarkt. Op en in de buurt van het Marie-Heinekenplein (achter de Heineken Brouwerij) zijn tijdens Koninginnedag meestal veel openluchtdansfeesten. Andere plekken waar grote festiviteiten zijn, zijn bijvoorbeeld het Museumplein (Rijksmuseum, Van Gogh Museum, Stedelijk Museum), de Amstel (ook een prachtige wandeling als er geen feestdag is) en natuurlijk het Vondelpark, dat op Koninginnedag het exclusieve domein is voor kinderen om hun kunsten te vertonen. Het is ook een heerlijk park om gewoon op een zonnige dag in het gras te liggen, en je gedachten en ogen langs de oneindige diversiteit van Amsterdam te laten gaan...
Woensdag 30 april
KONINGINNEDAG Eigenlijk begint het feest al de nacht ervóór, de Koninginnenacht – maar dat hoeven we je waarschijnlijk vandaag niet meer te vertellen. Behalve bier drinken en hossen, heb je je waarschijnlijk al kunnen verbazen over mensen die ruziën over met krijt aangegeven territoriumpjes, en families die in slaapzakken op straat liggen. Wat bezielt ze? Ze willen een plekje veroveren om de volgende ochtend hun koopwaar uit te stallen. Als Nederland ontwaakt, is het hele land namelijk één grote rommelmarkt! Oorspronkelijk was 30 april de geboortedag van de vorige koningin, Juliana. Koningin Beatrix heeft deze datum gehandhaafd als eerbetoon aan haar moeder. Ook is op 30 april de kans op mooi weer groter dan op 31 januari, de geboortedag van Beatrix. Nu wordt Koninginnedag in het hele land groots gevierd. Beatrix bezoekt twee dorpen of steden, waar ze zich onder het volk begeeft. Verder zijn er overal allerlei festiviteiten, met als bekendste fenomeen de ‘Vrijmarkt’. Dit betekent dat iedereen op straat spullen mag verkopen. Het grootste feest vindt plaats in Amsterdam. ’s Ochtends beginnen mensen uit heel Nederland binnen te stromen. De stad verandert dan ook in een grote feestende mensenmassa en de grachten raken verstopt met bootjes. Natuurlijk ontbreken ook bekende Nederlandse bands niet en kan je overal op straat (exotische) eetstalletjes vinden. Het bier vloeit natuurlijk ook rijkelijk. En de volgende dag? Werken! In Nederland is er, anders dan in de meeste landen in de wereld, geen vrije dag op 1 mei. De keus voor Koninginnedag lijkt dan ook de triomf van drie karaktertrekken van de Nederlandse cultuur: calvinisme (één feest is meer dan genoeg), conservatisme (liever geen ‘rode’ feestdag) en koopmansgeest (vrijmarkt – waar ter wereld is er zo’n feest?!).
Donderdag 1 mei
10:00 TROPENMUSEUM Waar de Indische Buurt, de Transvaalbuurt en de Oosterparkbuurt – bijzonder multiculturele delen van Amsterdam - bij elkaar komen, ligt het Oosterpark, en het Tropenmuseum. Laatstgenoemde begon ooit als het Koloniaal Museum, met een collectie van allerlei wonderbaarlijke voorwerpen die door Nederlanders werden meegenomen uit de Oost, bijeengebracht door de botanicus Frederik W. van Eeden (vader van de beroemde schrijver). Tegenwoordig kun je, al dwalend door de enorme vaste collectie en tentoonstellingen, van alles leren over de Derde Wereld vroeger en nu.
13:00 PICKNICK IN HET OOSTERPARK Het Oosterpark, waar we hopelijk weer hebben om te picknicken, herbergt een drietal interessante monumenten. Dichtbij de ingang staat het Nationaal Monument Nederlands Slavernijverleden. Veel Surinamers en Antillianen zijn directe afstammelingen van slaven, die werkten op Nederlandse plantages, en vaak door Nederlandse handelaren uit Afrika werden gehaald. In 1863, ruim dertig jaar later dan in het Britse Rijk, werd in het Nederlandse Koninkrijk de slavernij officieel afgeschaft. Om deze wrede geschiedenis te herdenken werd in 2002 dit monument geplaatst. Liefhebbers van de Nederlandse Letteren kunnen in het park op zoek gaan naar het monumentje ter ere van de schrijver Nescio. Het beeldt de personages Koekebakker, Hoyer en Bavink uit, hangend op een bankje - uit het boek Titaantjes, dat begint met de beroemde zin ‘Jongens waren we - maar aardige jongens.’
Op een paar passen van het park, in de Linnaeusstraat, is op 2 november 2004 de filmmaker Theo van Gogh vermoord, een gebeurtenis in de recente geschiedenis van Nederland die een grote impact had op het land. Pablo, die daar vlakbij woonde, kan eventueel de precieze plek wijzen waar Van Gogh werd vermoord, maar in het park zelf staat sinds vorig jaar een monument, getiteld ‘De Schreeuw’.
16:00-17:00 ONTMOETING MET DE MINISTERPRESIDENT VAN NEDERLAND We kunnen het zelf nog niet helemaal geloven. Jan Peter Balkenende. De minister-president van Nederland. In levenden lijve. Hij wil ons ontmoeten! En hij komt speciaal uit Den Haag naar ons toe! Hoe is het mogelijk? De gereformeerde politicus (van de christen-democratische partij CDA), die eerder een academische loopbaan had, ontving in 2005 een eredoctoraat aan de Károli Universiteit voor zijn inzet voor christelijke normen en waarden in de (inter)nationale politiek. Sindsdien heeft hij tot tweemaal toe een ontmoeting gehad met de studenten Nederlands. Dat werden ontspannen gesprekken, zelfs zó gezellig, dat hij telkens beloofde de studenten weer te willen ontmoeten, als de gelegenheid zich daartoe voordoet. Nu is de gelegenheid er, en kunnen ook de studenten uit Brno, Poznan en Olomouc hem leren kennen. En hem natuurlijk het hemd van het lijf vragen over multiculti zaken.
17:30-18:45 SURINAAMS EETHUIS RIAZ Een Surinaamse menukaart weerspiegelt de rijkdom aan talen en culturen van het tropische land: baka bana is Sranantongo voor ’gebakken banaan’, en moksi meti betekent ’gemengd vlees’ (vgl. Engels: mixed meat). Bakkeljauw is gedroogde vis, en komt van het Portugese woord ’bacalao’. Het broodje pom (een tropische groente) vindt zijn oorsprong in een Joodse aardappelschotel. Ook de Aziatische immigranten droegen hun steentje bij aan deze multiculturele keuken: saté werd meegebracht door de Javanen en de Hindoestanen introduceerden de populaire roti, een hartige pannekoek die geserveerd wordt met vlees, kruidige saus, aardappelen en een lange variant van de sperzieboon die, met een beeldend Nederlands woord, ’kousenband’ wordt genoemd.
20:00 LITERAIRE AVOND “Eenmaal binnen heeft De Nieuwe Anita veel weg van een normale huiskamer. Retrobehang, oude lampen en fauteuils vullen de kamer. Biertjes komen gewoon uit de koelkast. Wie echter de deur, die vermomd is als boekenkast, opent bevindt zich plots naast een cocktailbar op een balustrade van waaraf een podium te zien is.” Op deze manier wordt De Nieuwe Anita, een alternatieve “ontmoetingsplaats voor mensen die bezig zijn met muziek, film, theater en beeldende kunst”, in een artikel omschreven. In De Nieuwe Anita vindt onze (multiculturele) literaire avond plaats. SjoerdJeroen Moenandar, die werkt aan een promotieonderzoek over de beeldvorming van Islam en moslims in de hedendaagse Nederlandse literatuur, zal de avond inleiden met een lezing over liefdesrelaties tussen westerlingen en moslims in de Nederlandse literatuur. Na deze lezing staat Hassan Bahara ons te woord. Hij werd geboren in Marokko en groeide op in Amsterdam-West. Zijn debuutroman Een verhaal uit de stad Damsko (2006) speelt zich af in deze buurt. Op 4 mei geeft de schrijver ons een rondleiding door Amsterdam-West, in De Nieuwe Anita zal hij enkele passages uit zijn boek voorlezen. Het gedicht “De steen bloeit” van de Nederlandse dichter Arjen Duinker werd voor een project vertaald naar meer dan 200 verschillende talen. De lezing in De Nieuwe Anita zal, door de samenwerking met enkele studenten, ook “multilinguaal” zijn. Duinker zal een aantal gedichten brengen, en de studenten (Zuzana Přecechtělová, Monika Arnoštová, Orsolya Ács, Krisztina Cseppentő, Karolina Vrbová, Anna Nutilová, Hanna Adamczyk, Milena Mikołajczyk) zullen afwisselend Tsjechische, Hongaarse en Poolse vertalingen voorlezen. Als toetje zullen de jonge dichteressen Ellen Deckwitz en Ruth Koops van ’t Jagt voorlezen uit hun pas uitgekomen bundel Pesten. Op amusante wijze vertellen zij over hun fictieve jeugd in het dorpje Ulrum waar zij regelmatig gewelddadige confrontaties hadden met de kinderen van het nabijgelegen asielzoekerscentrum. [informatie: VPRO 3voor12, Poetry International, KB]
Vrijdag 2 mei
DEN HAAG Den Haag is de informele naam van ’s Gravenhage. Ze noemen het ook wel de ‘hofstad’, omdat van hieruit het land wordt bestuurd: het is de plaats waar het werkpaleis van de koningin staat, het parlement en alle ministeries. In de laatste jaren zijn er veel architectonisch interessante gebouwen gebouwd, maar natuurlijk kan je er ook nog veel historische gebouwen vinden zoals het Binnenhof. Den Haag is verder de stad waar het Internationaal Gerechtshof zich bevindt, te weten in het Vredespaleis, waar bijvoorbeeld de rechtszaak tegen Milošević zich afspeelde. Aan de rand van Den Haag ligt Scheveningen, de bekendste badplaats van Nederland (en ook van Duitsland, hoewel ze het daar natuurlijk steevast uitspreken als ‘sjeveningen’). Vroeger overnachtten vele beroemdheden in het aan de boulevard gelegen Kurhaus. Ook heeft hier een legendarisch Rolling Stones concert plaatsgevonden. Scheveningen is ook bekend om zijn mooie duingebied. We hebben weinig tijd om dieper te duiken in al deze Haagse chic en zeewater, om maar niet te spreken over multiculti en de beroemde schilderswijk, maar hopelijk zingen we straks in de bus in plat Hagenees: O, o, de Haag, mooie stad achter de duinen, […] Ik zou met niemand willen ruilen... Meteen gaan huilen, Als ik geen Hagenees zou zijn! (uit het liedje O, o, Den Haag van Harry Jekkers)
10:00 HET MAURITSHUIS Het Mauritshuis is een bijzonder stadspaleis uit de zeventiende eeuw – een van de mooiste voorbeelden van de Hollands-classicistische bouwstijl. Het huis is vernoemd naar de man die het liet bouwen: graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen. Hij was van 1636 tot 1644 gouverneur van de Hollandse kolonie in Brazilië. In die periode werd in Den Haag aan zijn nieuwe woonhuis gebouwd. Daarvoor had hij de beste architect aangetrokken: Jacob van Campen, die werd bijgestaan door zijn assistent Pieter Post. Vandaag de dag herbergt Het Mauritshuis een wereldberoemde collectie Oude Meesters. Liefhebbers van schilders als Rembrandt (De anatomieles van dr. Nicolaes Tulp), Vermeer (Het meisje met de parel) en Rubens kunnen hier hun hart ophalen.
ROTTERDAM De tweede grootste stad van Nederland (ca. 600.000 inwoners) lijkt in multicultureel opzicht op Amsterdam: er wonen ca. 160 nationaliteiten en ongeveer de helft van de inwoners is ‘allochtoon’ (dat wil in Nederland zeggen: je hebt minimaal één ouder die in een ander land is geboren). Maar daar houden de overeenkomsten op, vinden veel Rotterdammers en Amsterdammers. De steden zijn al eeuwenlang elkaars rivalen: vroeger vanwege de havens (dat won Rotterdam), nu vanwege voetbal (dat wint Ajax meestal [schreef onze Amsterdamse redactie]). Er is ook een groot verschil in mentaliteit, zullen de stedelingen benadrukken. Een gezegde luidt: wat in Rotterdam wordt verdiend, wordt uitgegeven in Amsterdam. Zo worden de twee steden getypeerd: Rotterdam de serieuze, hardwerkende havenstad, Amsterdam de stad van bohémiens en de culturele elite. Behalve de haven, heeft ook het Duitse bombardement van 1940 een grote stempel gedrukt – als het niet op de psyche is, dan zeker wel op de stad zelf: vrijwel het hele centrum werd met de grond gelijk gemaakt. Rotterdam heeft daardoor een hele andere aanblik dan andere Nederlandse steden: er is geen historisch centrum, alleen moderne architectuur. De enige gebouwen van voor de oorlog staan aan de Coolsingel: het postkantoor en het stadhuis bleven als door een wonder gespaard voor de bommen.
De harde mentaliteit van Rotterdam is de laatste jaren ook naar voren gekomen op politiek gebied: het was de stad van Pim Fortuyn en na zijn dood werd het het mekka van Nieuw Rechts. Leefbaar Rotterdam was jarenlang een dominante partij in de gemeenteraad en heeft veel opzien gebaard in het land met anti-multiculti-wetgeving, zoals de Rotterdam Code. Dat was een gedragscode die onder andere voorschreef dat men op straat en thuis Nederlands diende te praten. Natuurlijk is het de Fortuynisten niet gelukt, en zul je ook in Rotterdam tientallen talen om je heen horen, van Russisch tot Kaapverdisch tot Tagalog. Misschien is de kosmopolitische, humanistische geest van Erasmus van Rotterdam te sterk gebleken. De Rotterdammers zijn dan ook niet alleen trots op hun wereldhaven, hun Euromast, hun 30 musea en hun International Film Festival, maar ook op de wereldberoemde Erasmusbrug , bijgenaamd De Zwaan – het startpunt van onze rondvaart door de stad.
16:15 HAVENRONDVAART Rotterdammers stelden lange tijd trots vast de grootste haven van de wereld te hebben - sinds 2004 is die positie overgenomen door Sjanghai. Toch is het nog de grootste haven van Europa en van het grootste belang voor de Nederlandse economie. Zo’n 70.000 mensen hebben werk dat direct met de haven te maken heeft en 450.000 mensen hebben hun werk indirect aan de haven te danken. Het havengebied is ruim 40 km lang en wordt nog steeds uitgebreid door het winnen van grond voor de kust (Maasvlakte). Tijdens de rondvaart krijg je een deel van de haven te zien waarbij uitleg wordt gegeven over de verschillende activiteiten. Ook heb je vanaf het water een mooi zicht op de skyline van Rotterdam.
18:00 RESTAURANT TOKO94 De keuken van Toko94 laat zich inspireren door de kooktradities van o.a. Jamaica, Suriname, Trinidad, Brazilië en Cuba. Dat past wel bij Rotterdam, want daar wonen relatief veel mensen van afro-creoolse afkomst. We hopen dan ook dat het voor- en hoofdgerecht een tropische verrassing voor je zullen zijn!