Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit Transport, Distributie & Logistiek 23/11/15
Strategische visie BRV over… logistieke ruimtelijke ontwikkelingen
19/11/2015 │2
Probleemstelling: - Sterke ruimtelijke versnippering van distributie-, transportbedrijven en logistieke leveranciers - Congestieproblematiek - Leefkwaliteit Vlaams ruimtelijk beleid richt zich op: - Bundelen van goederenstromen (TEN-netwerk) - Ontwikkelen van regionale logistieke knooppunten - Opdrijven van territoriale performantie van logistieke knooppunten - Versterken van de leefkwaliteit in de omgeving van de logistieke activiteiten Doel: - Ruimte geven aan efficiënte logistieke sector - Ruimtelijke versnippering voorkomen -
Leefkwaliteit in dorpskernen versterken door doorgaand vrachtverkeer te beperken
19/11/2015 │3
Het logistiek netwerk is het samenhangend geheel van logistieke knooppunten en verbindingen die goederenstromen verwerken. De Vlaamse onderdelen van het logistieke netwerk zijn (1) internationale logistieke knooppunten: de luchthaven Brussel Nationaal (Zaventem) en de zeehavens Antwerpen, Gent, Zeebrugge en Oostende (2) continentale verbindingen gebaseerd op het trans-Europese vervoersnetwerk (3) regionale logistieke knooppunten. Logistieke knooppunten - Internationaal: - trimodaal ontsloten – overslag mogelijk maken, - Toegangspoorten - relatie haven – stad verbeteren, - transformeren en beter benutten ipv uitbreiden
19/11/2015 │4
Regionale logistieke knooppunten Doel: - ruimtelijke versnippering tegengaan - Multimodaliteit bevorderen - Mobiliteitsdruk verlagen in wijken en dorpen - Betere condities voor ruimtelijk rendement Kenmerken: - Beperkt aantal - Bimodaal ontsloten (langs binnenvaart, trein, …) - In de buurt van continentale verbinding - Deel van stedelijke regio - Verdelen van goederen naar handelaar, eindgebruiker of knooppunt van lokale distributie - Gezamenlijk gebruik van faciliteiten (douaneformaliteiten, …) - Breder dan logistiek – industriële activiteiten, VAS
19/11/2015 │5
Stellingen
Prof. dr. Frank Witlox (UGent, Vakgroep Geografie) [STELLING 1 & 3] Prof. dr. Kobe Boussauw (VUB, Cosmopolis Centre for Urban Research) [STELLING 2 & 6] Drs. Karel Van den Berghe (UGent, Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning AMRP) [STELLING 4 & 5]
19/11/2015 │6
Stelling 1. De TDL sector vraagt niet meer ruimte, maar wel meer ‘kwalitatieve’ ruimte. Over welke kwaliteit gaat het dan? Vlaanderen= “Logistieke draaischijf van Europa” druk op schaarse ruimte: “ruimte om te ondernemen” >< “duurzaam ruimte beleid” (economie vs ruimte)
Ruimtebehoefteraming (IDEA Consult 2014) Vlaamse ruimtelijk-economische dynamiek (2000-2010) Stijging aantal vestigingen (+6%). Stijging tewerkstelling (+6%) maar grote sectorale verschillen (zware industrie, secundaire sector ↓; tertiaire sector ↑, maar ‘groothandel’ en ‘logistiek’ ↑). Consolidatie, compacter ruimtegebruik Verhouding % Toegevoegde waarde op % Oppervlakte-inname. Voertuigen/transportindustrie: 2% (distributie belangrijker dan transport en logistiek). Beperkt resultaat gemeten naar oppervlakte-inname
Toekomstverwachtingen 2030 In 2010 ca. 32000 ha economische activiteiten op bedrijventerreinen 2030 + ca. 8000 ha.
Kwaliteit? Klassiek: visie overheid >< visie bedrijfsleven Top lokatiefactoren: (i) bereikbaarheid, (ii) kwaliteit van het terrein, ruimte voor expansie, parkeerruimte, (iii) aansluiting op het transportnet, en (iv) nabijheid van de markt Onderzoek Steunpunt Ondernemen en Regionale Economie (Verhetsel et al. 2015) •
Belangrijk: kostprijs , Bereikbaarheid tot havenzone, Bereikbaarheid over de weg, Bereikbaarheid via binnenwateren
•
Minder belangrijk: Wel/niet gevestigd zijn op bedrijventerrein
•
Onbelangrijk: Bereikbaarheid via spoor
19/11/2015 │7
VRAAG
AANBOD
delta
Alle sectoren
2010 2015 2020 2025 2030
Cluster 0 “laag economisch profiel”
+24,0 % 2.182 2.281 2.397 2.536 2.707 +23,9 % 1.052 1.110 1.171 1.235 1.304 +37,7 2.50 2.90 % 6 2.692 4 3.153 3.452 10.79 11.25 11.73 12.27 12.86 +19,1 % 8 0 9 5 8
Cluster 1 “diensteneconomie” Cluster 2 “lokale economie” Cluster 3 “stedelijke economie” Cluster 4 “industriële economie” Cluster 5 “regionale poorten” Cluster 6 “havensteden”
7.06 0 7.475 7.908 8.361 8.842
+23,2 2.58 % 0 2.729 6.20 8.06 +30,0 % 2 6.554 6.966 7.459 3
2.214 2.324 2.446
IDEA Consult, 201432.01 VLAANDEREN (ha)
+25,2 %
5
33.68 35.53 37.59 39.96 +24,8 % 8 2 9 4
Verhetsel et al. 2015
Stelling 2. De recent nog ernstig toegenomen filedruk op de grote assen en in de buurt van de grote agglomeraties biedt prikkels voor meer overslag in de buurt van de belangrijkste markten groei vrachtverkeer over de weg is eerder matig groei congestie in de buurt van de agglomeraties is daarentegen vrij drastisch TDL wordt bijgevolg met extra kosten geconfronteerd, die ofwel doorgerekend moeten worden, ofwel zoveel mogelijk ontweken zullen worden bijgevolg loont multimodaal transport met overslag zo dicht mogelijk bij de bestemming vandaag wellicht meer dan vroeger, omwille van congestie dit betekent nood aan meer en beter gelegen multimodale terminals
10
Stelling 3. De logistieke sector vervult steeds minder vaak de functie van louter een schakel, maar richt zich op het aanbieden van integrale ketens. Deze evolutie heeft belangrijke implicaties voor onze steden. “Our struggle for global sustainability will be won or lost in cities” (Ban Ki Moon, 2012) Stedelijke circulaire economie Complexiteit van de ‘last mile’ (e-commerce, retourlogistiek, servicelogistiek, thuiszorglogistiek en omnichannel retailing) Value Added Logistics (VAL) & Value Added Services (VAS) in het process van de pre-sales & after-sales service (i) de (internationale) logistieke keten zoveel mogelijk verkort moet worden om complexiteit beheersbaar te houden Uitwisseling van half- en restproducten om transport te minimaliseren; Maximale clustering van samenhangende productiefaciliteiten; Aanleg van specifieke verbindingen tussen productiefaciliteiten via pijpleidingen, binnenvaart, short sea, treinverbindingen, wegen, in het bijzonder voor gevaarlijke en milieugevoelige producten; Optimale collectieve benutting van beschikbare infrastructuur zoals (tank)opslag, kades, steigers, distributiecentra, op- en overslagterminals;
(ii) goederenstromen zoveel mogelijk geconsolideerd moeten worden via systeemoplossingen en nieuwe organisatievormen Organisaties die horizontale samenwerking faciliteren; Samenwerkingsverbanden tussen de retailers in dezelfde straat; Samenwerking tussen retailers uit de binnenstad per branche of product; Samenwerking tussen vervoerders
(iii) nauwere samenwerking tussen deelnemende partijen moet gerealiseerd worden (iv) gezocht moet worden naar de combinatie van vervoersstromen (aanvoer, distributie, retour en service)
NDL/HIDC, 2007
Stelling 4: Havengebieden hebben de potentie om de transitie naar de derde industriële revolutie te ondersteunen Tweede Industriële Revolutie Gebaseerd rondom olie Schaalvergroting Zeer kleine groep van machtige multinationals ‘Port out, City in’ Focus op eenzijdige invulling oude havengebieden: Eilandje, Oude Dokken,… Ongebreidelde uitbreiding havengebieden, gericht op schaalvergroting petrochemie en transport Port Authorities opgericht om hierop in te spelen Dit tijdperk komt tot een einde (fluctuerende olieprijzen, BRIC/OPEC landen in problemen,…)
Derde Industriële Revolutie Gediversifieerde economie Meer lokale productie (minder invoer van laag-waarde producten) Gebaseerd op synergiën tussen verschillende productie- en kennis-industrien. (vb. Ghent BioEconomy Valley) Havens hebben enorme infrastructuur-mogelijkheden om op deze nieuwe trends in te spelen. Hoe? Stad en Haven moeten sociaaleconomisch beter met elkaar samen werken ¨
Conclusie: stad-haven: verbetering van de sociale en economische condities van de stijgende urbane bevolking, als ook naar duurzame energie en ecologische uitdagingen van stadhavengebieden.
Stelling 5: Duurzame ontwikkeling van havengebieden
Productie leidt steeds tot transport (en jobs), maar transport leidt niet altijd tot productie Vlaanderen= “Logistieke draaischijf van Europa” Vlaamse havens (Antwerpen, Gent, Brugge) moeten daarom logistiek aantrekken
Globale crisis sinds 2008, met versnelling door Chinese problemen 2015 Petrochemische bulk + Maritieme transport sector Vereisen enorme financiële en ruimtelijke investeringen Leveren weinig relatieve directe toegevoegde waarde op Beslissingsmacht van deze multinationals volledig in buitenlandse handen
Petrochemische sector + maritieme transport sector staan zwaar onder druk Padafhankelijkheid zorgt ervoor dat belangrijk deel van de ‘grote’ havens Antwerpen of Rotterdam (60%) in de komende decennia zal verdwijnen.
Omgekeerde redenering nodig (OESO rapport 2013) Logistieke draaischijf Europa Economische productie-regio Europa Voordelen: Lagere ruimtelijke impact Meer jobs, innovatie en hogere directe toegevoegde waarde Minder afhankelijk van andere economische regio’s
Stelling 6: Geografisch gedesaggregeerde goederenvervoer-modellen worden steeds accurater, waardoor ze beter geschikt worden om als beslissingsondersteunend instrument ingezet te worden in locatiebeleid verkeersmodellen vormen een goede benadering van de werkelijkheid, en kunnen voorspellen welke de impact op het verkeer, alsook de impact door het verkeer op de omgeving, van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zal zijn goederenverkeersmodellen worden steeds accurater, en daardoor ook bruikbaarder bijgevolg is het belangrijk om deze instrumenten ook in te zetten in ruimtelijke beleidsvorming, bijvoorbeeld door een locatiebeleid te voeren in functie van het minimaliseren van de impact van het nieuw gegenereerde verkeer op de omgeving
Bedankt voor uw input!
19/11/2015 │16