SB MB
59638780 08/15
2
Lees vóór het eerste gebruik van uw apparaat deze originele gebruiksaanwijzing, ga navenant te werk en bewaar hem voor later gebruik of voor een latere eigenaar. Voor de eerste inbedrijfstelling de veiligheidsaanwijzingen nr. 5.956-309 beslist doorlezen!
Inhoud Bij deze gebruiksaanwijzing . . DE Zorg voor het milieu. . . . . . . . . DE Veiligheidsinstructies . . . . . . . . DE Bediening. . . . . . . . . . . . . . . . . DE Installatie openen . . . . . . . . . . DE Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . DE Bedrijfsstoffen vullen . . . . . . . . DE Handmatige ingrepen . . . . . . . DE Omzetaanduiding . . . . . . . . . . DE Vorstbescherming . . . . . . . . . . DE Buitenwerkingstelling. . . . . . . . DE Stillegging . . . . . . . . . . . . . . . . DE Functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . DE Technische gegevens . . . . . . . DE Onderhoud en instandhouding DE Hulp bij storingen. . . . . . . . . . . DE Toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . DE Garantie. . . . . . . . . . . . . . . . . . DE Vervoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . DE Opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . DE Installatie installeren (alleen voor vaklui) . . . . . . . . . . . . . . . DE EG-conformiteitsverklaring . . . DE Protocol voor hogedrukcontrole DE
1 1 1 2 4 5 12 13 14 15 16 16 17 24 27 37 46 46 46 46 47 53 54
Bij deze gebruiksaanwijzing Doelgroepen van deze handleiding – –
Alle gebruikers: Gebruikers zijn ingewerkte hulpkrachten, exploitanten en vaklieden. Vaklieden:Vaklieden zijn personen, die op basis van hun beroepsopleiding in staat zijn, installaties op te stellen en in bedrijf te stellen.
Vakbegrippen Om deze gebruiksaanwizing goed te kunnen begrijpen dient u de volgende begrippen te kennen. In deze gebruiksaanwijzing worden doorgaans de vetgedrukte vaktermen gebruikt. Schoon water Niet gezuiverd water, leidingwater, stadswater Base-uitwisselaar Onthardingsinstallatie Onthard water Zacht water Reversosmose (afgekort: RO) Omkeerosmose Concentraat Met zouten en mineralen verrijkt afvalwater uit de reversosmose Permeaat Osmosewater, gedemineraliseerd water, volledig ontzilt water Industriewater Water uit een biologische waterbehandelingsinstallatie
Zorg voor het milieu De verpakkingsmaterialen zijn recyclebaar. Gooi het verpakkingsmateriaal niet met het huisvuil weg, maar zorg dat het gerecycled kan worden. Oude apparaten bevatten waardevolle materialen die gerecycled kunnen worden. Batterijen, olie en gelijksoortige stoffen mogen niet in het milieu terechtkomen. Geef oude apparaten daarom bij een geschikte verzamelplaats af. Motorolie, stookolie, diesel en benzine niet in het milieu terecht laten komen. Gelieve bodem te beschermen en oude olie op een milieuvriendelijke manier tot afval verwerken. Aanwijzingen betreffende de inhoudsstoffen (REACH) Huidige informatie over de inhoudsstoffen vindt u onder: www.kaercher.com/REACH
Veiligheidsinstructies Algemeen Bij verkeerde bediening of misbruik dreigen gevaren voor de bediener en voor andere personen door – hoge waterdruk, – warm water, – hete uitlaatgassen – hoge elektrische spanning, – reinigingsmiddel, – letsels aan maag en spijsvertering door het drinken van een grotere hoeveelheid permeaat. Om gevaren voor personen, dieren en voorwerpen te vermijden, gelieve voor het eerste gebruik de bijlage te lezen: – de gebruiksaanwijzing – alle veiligheidsvoorschriften – de betreffende landelijke voorschriften van de wetgever – de veiligheidsvoorschriften de bij de gebruikte reinigingsmiddelen geleverd zijn (doorgaans op het verpakkingsetiket). Vergewis u ervan: – dat u zelf alle instructies begrepen heeft – dat alle gebruikers van de installatie op de hoogte zijn van de instructies en deze ook begrepen hebben. Alle personen die met het plaatsen, inbedrijfstellen, het onderhoud, de reparatie en bediening te maken hebben, dienen – overeenkomstig gekwalificeerd te zijn, – deze gebruiksaanwijzing te kennen en in acht te nemen, – de toepasselijke voorschriften te kennen en in acht te nemen. Bij toepassing als zelfbedieningsinstallatie dient de exploitant ervoor te zorgen dat de gebruikers door middel van duidelijk zichtbare borden geïnformeerd worden over – mogelijke gevaren, – beveiligingsvoorzieningen, – de bediening van de installatie. Indien de installatie in gesloten ruimtes wordt gebruikt,
NL
-1
–
dienen rookgassen via goedgekeurde buizen of schoorstenen te worden afgevoerd, – dient er voor voldoende ventilatie te worden gezorgd. Gevaar! Verbrandingsgevaar door hete uitlaatgassen, daarom geen lichaamsdelen boven de uitlaat houden. Schoorsteenmantel niet aanraken. Verbrandingsgevaar door hete delen van de installatie zoals pompen en motoren. Wees voorzichtig bij het openen van de installatie, laat de delen van de installatie afkoelen. 몇 WAARSCHUWING Gebruik de installatie niet in de buurt van personen, tenzij als deze beschermende kledij dragen. Richt de straal niet op uzelf of anderen om schoeisel of kledij te reinigen. Hogedrukslangen, armaturen en koppelingen zijn belangrijk voor de veiligheid van het apparaat. Gebruik enkel door de fabrikant aanbevolen hogedrukslangen, armaturen en koppelingen. Gebruik de installatie niet als kabelsof belangrijke delen van de installatie beschadigd zijn, bv. veiligheidsinrichtingen, hogedrukslangen, handspuitpistolen. Voorschriften en richtlijnen – Overeenkomstige nationale voorschriften van de wetgever voor stralers van vloeistoffen in acht nemen. – Bij de elektrische installatie dient men zich aan de betreffende nationale voorschriften van de wetgever te houden. – Overeenkomstige nationale voorschriften van de wetgever inzake ongevallenpreventie in acht nemen. Stralers van vloeistoffen moeten regelmatig gecontroleerd worden en het resultaat van de controle moet schriftelijk vastgelegd worden. – De verwarmingseenheid van het apparaat is een stookinrichting. Stookinrichtingen moeten regelmatig gecontroleerd worden volgens de nationale voorschriften van de wetgever. – Bij het gebruik van de installatie in ruimten dient er voor een veilige afvoer van de uitlaatgassen te worden gezorgd (rookgasbuis zonder trekonderbreker). Bovendien moet er voldoende toevoer van frisse lucht zijn gewaarborgd. – Instellingen, onderhoudswerkzaamheden en herstellingen aan de brander mogen uitsluitend uitgevoerd worden door geschoolde Kärcher-klantenservicemonteurs. – Bij de planning van een schoorsteen moeten de lokaal geldende richtlijnen in acht genomen worden. Gasbrander (optie) Voordat het apparaat wordt geïnstalleerd dient er overleg plaats te vinden met het gasbedrijf en de bevoegde en gediplomeerde regionale schoorsteenveger. Tijdens de installatie dient men zich aan de voorschriften van het bouwrecht, het nijver-
3
heidsrecht en de immissiebescherming te houden. Verwezen wordt met name op de volgende voorschriften, richtlijnen en normen: – Het apparaat mag uitsluitend geïnstalleerd worden door een vakbedrijf dat de overeenkomstige nationale voorschriften in acht neemt. – De gasleidingen en de gasaansluiting van het apparaat mogen uitsluitend door een voor gas- en wateraansluitingen bevoegd vakbedrijf worden geïnstalleerd en aangesloten. – Instellingen, onderhoudswerkzaamheden en reparaties aan de gasbrander mogen enkel uitgevoerd worden door geautoriseerd vakpersoneel van de branderfabrikant.
Wat te doen in noodgevallen
Gevarenniveaus
Programmakeuzeschakelaar op het bedieningsgedeelte op „STOP“ draaien.
GEVAAR Verwijzing naar een onmiddellijk dreigend gevaar dat tot ernstige en zelfs dodelijke lichaamsverwondingen leidt. 몇 WAARSCHUWING Verwijzing naar een mogelijke gevaarlijke situatie die tot ernstige en zelfs dodelijke lichaamsverwondingen kan leiden. 몇 VOORZICHTIG Verwijzing naar een mogelijk gevaarlijke situatie die tot lichte verwondingen kan leiden. LET OP Verwijzing naar een mogelijke gevaarlijke situatie die tot materiële schade kan leiden.
Symbolen op de installatie Gevaar door elektrische spanning! Werken aan delen van de installatie alleen door vakkundige elektromonteurs of bevoegde vaklieden.
GEVAAR Verwondingsgevaar door hogedrukstraal Richt de hogedrukstraal niet op mensen of dieren. Verwondingsgevaar door elektrische schok. Richt de hogedrukstraal niet op elektrische apparaten, kabels en de installatie.
Gehoorbescherming Het geluidsniveau van de installatie bedraagt 65 dB(A). Als geluidsversterkende vlakken (bijv. grote metalen platen) worden afgespoten, kan een te hoge lawaaibelasting optreden. In dit geval gehoorbescherming dragen.
4
Werkplaats –
In het bedieningspaneel worden munten ingeworpen en wordt het wasprogramma gekozen. – De reiniging zelf geschiedt door middel van het spuitpistool. GEVAAR Verwondingsgevaar, verbrandingsgevaar Wasbedrijf enkel bij gesloten installatie – Het binnenste van de installatie mag uitsluitend voor ingewerkt personeel voor onderhoud toegankelijk zijn. Tijdens gebruik van de installatie dient de deur te zijn afgesloten.
Bediening Uitschakelen in noodgevallen
Doelmatig gebruik Deze SB-wasinstallatie dient voor de reiniging van – motorvoertuigen en – aanhangers met water en toegevoegde reinigingsmiddelen. Niet toegestaan en dus verboden is het reinigen van – mensen en dieren. Door de hogedrukstraal bestaat er groot gevaar voor verwondingen. – Losse voorwerpen Deze kunnen door de hogedrukstraal worden weggeslingerd en personen verwonden of andere voorwerpen beschadigen. Voor de scheiding van het drinkwaternet moet een systeemscheider type BA, categorie 4 tussen de installatie en het drinkwaternet ingebouwd worden. Tevens moeten de lokaal geldende voorschriften in acht genomen worden. LET OP Beschadigingsgevaar voor de installatie bij voorziening met ongeschikt water. Voor de voorziening van de installatie mag enkel water van drinkwaterkwaliteit gebruikt worden. De installatie mag met het oog op de afvoer van de uitlaatgassen van de brander alleen in de open lucht worden gebruikt. Wordt de installatie onder een dak of in een gesloten ruimte opgesteld, dan moet de installatie op een schoorsteen worden aangesloten om de uitlaatgassen af te kunnen voeren. Wanneer de installatie op een schoorsteen wordt aangesloten, moet de brander opnieuw worden afgeregeld en de waarden van de uitlaatgassen door de bevoegde schoorsteenveger worden gecontroleerd. LET OP De installatie is in de in paragraaf „Vorstbeveiliging“ beschreven omstandigheden vorstbestendig tot -20°C en moet stilgelegd worden bij lagere temperaturen.
NL
-2
Programmakeuzeschakelaar op het bedieningsgedeelte op „STOP“ draaien.
Wasprogramma's
De volgende wasprogramma zijn beschikbaar: Standaardprogramma's Stop Onderbreking van het programma. Neutrale stand, waswerktuigen in de werktuigopnames. Instructie: De functie „STOP“ is in alle schakelstanden zonder wasprogramma actief. Hogedrukwassen Verwijdering van grof vuil. Warm water met shampoo. Afstand hogedrukstraal min. 30 cm.
Schuimwassen Grondige lakreiniging met actief schuim. Schuimborstel enkel bij een lopend programma en pas na het hogedrukwassen gebruiken.
Bodemwas Verwijdering van grof vuil aan de onderkant van het voertuig. Wasproces begint met een vertraging van ca. 10 sec., voertuig vooruit- en achteruitrijden over de bodemwas.
Spoelen Om shampoo en schuim af te spoelen. Afstand hogedrukstraal min. 50 cm.
Bedieningsvoorschrift
Hot wax Warm water met lakconservering. Pas na het spoelen gebruiken. Afstand hogedrukstraal min. 80 cm. Top-verzorging Vlekkenvrij drogen. Gedemineraliseerd water met glansdroger. Afstand hogedrukstraal min. 80 cm. Extra programma's (optie) Vuil losmaken Verwijdering van hardnekkig vuil. Warm water met toevoeging van speciaal reinigingsmiddel. Afstand hogedrukstraal min. 30 cm. Micro-emulsie, uitvoering A Verwijdering van hardnekkig vuil. Warm water met toevoeging van speciaal reinigingsmiddel. Afstand hogedrukstraal min. 30 cm. Micro-emulsie, uitvoering B, met externe hogedrukpomp Verwijdering van resten van bitumen-wegbedekking Sproeien van een speciaal reinigingsmiddel Insecten losmaken Oplosbaar maken van insectenresten. Warm water met insectenreiniger. Afstand hogedrukstraal min. 30 cm.
1 2 3
Aanduiding van resterende waarde Programmakeuzeschakelaar Muntinworp
1 2 3
Aanduiding van resterende waarde Programmakeuzeschakelaar Muntinworp
2-werktuig uitvoering (optie) Hier zijn het handspuitpistool en de wasborstel als aparte gereedschappen beschikbaar. Handspuitpistool: Handspuitpistool ontgrendelen en hendel van het pistool aantrekken. Wasborstel: Wasborstel voor het gebruik met het handspuitpistool reinigen. Wasprogramma Schuimwas instellen en voertuig reinigen. Wastijd – Nadat het muntstuk werk ingeworpen begint de wastijd te lopen. – De aanduiding van de resterende waarde geeft aan hoeveel waseenheden er nog overblijven. Instructie: De wastijd loopt ook in de stand „STOP“ van de programmakeuzeschakelaar. Als tijdens de wastijd meer munten worden ingeworpen, worden deze geregistreerd en bij de bestaande wastijd geteld.
Wasprogramma met de Programmakeuzeschakelaar selecteren. Werp een muntstuk in. 1-Uitvoering gereedschap
Velgreiniging, uitvoering A, met doseerpomp Oplosbaar maken van remresten. Warm water met toevoeging van speciaal of een grotere hoeveelheid reinigingsmiddel Enkel alkalisch reinigingsmiddel Afstand hogedrukstraal min. 30 cm. Gebruik voor het wassen en enkel op gecoate of gelakte velgen. Velgreiniging, uitvoering B, met externe hogedrukpomp en mengreservoir Oplosbaar maken van remresten. Koud water met toevoeging van speciaal, sterk gedoseerd reinigingsmiddel en perslucht Gebruik voor het wassen en enkel op gecoate of gelakte velgen. Intensief schuim Oplosbaar maken van hardnekkig vuil. Schuim met toevoeging van speciaal reinigingsmiddel. Afstand schuimstraal min. 30 cm.
1 2 3 4 5
Wasborstel Vergrendelhendel Handspuitpistool Hefboom van het handspuitpistool Veiligheidshendel
Voor het wassen met de hogedrukstraal de vergrendelhendel indrukken, de wasborstel naar achteren trekken en laten vastklikken. Voor het wassen met de wasborstel de vergrendelhendel indrukken, de wasborstel naar voren duwen en laten vastklikken. Handspuitpistool ontgrendelen en hendel van het pistool aantrekken.
NL
-3
5
Installatie openen
1
2
3
4
6
Ontgrendeling deur munttester Om te ontgrendelen naar omlaag trekken. Ontgrendeling deuren vooraan Om te ontgrendelen naar boven trekken. Ontgrendeling deur achteraan, links Om te ontgrendelen naar boven trekken. Ontgrendeling deur achteraan, rechts Om te ontgrendelen naar boven trekken.
NL
-4
Instellingen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Droogschuimstation Display besturing schakelkast Hoofdschakelaar Doseerpomp droogschuimstation Heteluchtkachel Doseerpompen Vorstbescherming met waterverlies (optie), inbouwplaats 2 Vorstbescherming met waterverlies (optie), inbouwplaats 1 Noodvorstbescherming (optie) Velgenreiniger (optie) Warmtewisselaar wasplaatsverwarming Kop basewisselaar Menginrichting (optie)
Hoofdschakelaar Stand 1
0
De installatie is in werking. Vorstbescherming (optie) is actief. De volledige installatie is buiten werking (ook de voorzieningen voor bescherming tegen vorst).
Compressor instellen
1 2 3 4
Drukschakelaar Lucht Manometer Persluchtaansluiting voor service-werkzaamheden Drukverlager
Drukverlager instellen op 0,4...0,5 MPa (4...5 bar).
NL
-5
Doseerpompen instellen
1 2 3 4
Doseerpomp Hogedrukwassen (DP 1) Doseerpomp Hete was (DP 2) Doseerpomp Top-verzorging (DP 3) Doseerpomp optioneel (DP 4), voor extra programma's
Met de doseerpompen worden aan het waswater reinigingsmiddelen toegevoegd overeenkomstig het wasprogramma en de uitrusting van de installatie. Instructie: De doseerhoeveelheid wordt bij de opstelling van de installatie optimaal ingesteld door de installateur. In de regel is geen nieuwe instelling vereist. Fijne instellingen worden op de besturing uitgevoerd (zie Instellingen/Besturing). De basisinstelling van de doseerpompen wordt niet veranderd.
7
Basisinstelling
1 2 3
Velgenreiniger / intensief schuim (optie)
Ontluchtingshendel Ontluchtingsknop Instelknop doseerhoeveelheid
Instelknop doseerhoeveelheid eruit trekken. Ontluchtingsknop afwisselend indrukken en loslaten en ondertussen de instelknop op de gewenste waarde draaien. ReiniStand instelgingsmid- knop (%) del RM 806 50
Hogedrukwassen Nat schuim RM 806 50 (optie) Droogschuim RM 812 50 (optie) Hot wax RM 820 50 Top-verzorRM 821 50 ging Vuil losmaken RM 806 50 (optie) Insecten losma- RM 803 50 ken (optie) Ontluchtingsknop loslaten. Instelknop doseerhoeveelheid indrukken.
Droogschuimstation
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Uitgang Water/ reinigingsmiddel Doseerventiel Water/ reinigingsmiddel Ingang Water/ reinigingsmiddel Doseerventiel lucht Uitgang lucht Manometer perslucht Drukverlager Lucht Manometer Water Drukverlager Water
1 Doseerpomp droogschuim Basisinstelling water Toevoer van vers water openen. Wasprogramma „Schuimwas“ uitvoeren op een wasplaats. Drukverlager Water op 0,25 MPa (2,5 bar) instellen. Basisinstelling Water / chemie Stel de doseerpomp droogschuim op 20% in. Werkwijze zie „Doseerpompen instellen“. Toevoer van vers water openen. Slang aan de uitgang van het verdelerblok water / chemie wegnemen en vervangen door een slangstuk van ongeveer ca. 400 mm lang (PVC-slang 6/4). Wasprogramma „Schuimwas“ uitvoeren voor die wasplaats. Vloeistofstroom uit het slangstuk door verstellen van het doseerventiel water / reinigingsmiddel instellen op 300 ml/ min (meten met meetcilinder). Wasprogramma „Schuimwas“ beëindigen. Slangstuk wegnemen en slang naar de wasplaats opnieuw aansluiten. Instelling van de doseerventielen water / chemie herhalen voor de andere wasplaatsen. Basisinstelling lucht Drukverlager Lucht op 0,25 MPa (2,5 bar) instellen. Service-werktuig 6.901-074.0 tussen uitgang lucht en slang naar de wasplaats plaatsen. Wasprogramma „Schuimwas“ uitvoeren voor die wasplaats. Doseervenitel lucht zodanig instellen dat de manometer van het servicewerktuig 0,15 MPa (1,5 bar) toont. Wasprogramma „Schuimwas“ beëindigen. Service-werktuig wegnemen en slang naar de wasplaats opnieuw aansluiten aan het verdelerblok lucht. Instelling van de doseerventielen lucht herhalen voor de andere wasplaatsen. Instructie: Na de uitvoering van de basisinstelling moet de consistemtie van het schuim enkel nog veranderd worden door de doseerventielen lucht te verstellen.
1 2 3
Ingang reinigingsmiddel Sproeielement Zuigslang reinigingsmiddel
Zuigslang verwijderen. Sproeielement voor de gewenste mengverhouding kiezen: sproeierkleur
Geen sproeier grijs zwart beige rood wit blauw lichtbruin groen oranje bruin geel violet roze
Water/ reinigingsmiddel Velgenrei- Intensief niger schuim 1:1 4:1 1,2:1 5:1 2:1 6:1 4:1 8:1 6:1 17:1 9:1 23:1 10:1 25:1 13:1 36:1 21:1 48:1 26:1 64:1 30:1 75:1 38:1 90:1 50:1 120:1 100:1 240:1
Basisinstelling Water / chemie Velgreini- Intensief ger schuim Reinigingsmiddel RM 801 RM 838 sproeierkleur blauw geel Mengverhouding 10:1 38:1 Sproeierelement tot de aanslag in de ingang reinigingsmiddel schuiven. Zuigslang plaatsen.
1
Instelschroef
Stel de druk in met de instelschroef: Velgreiniger 5,5...6,5 bar
8
NL
-6
Intensief schuim 8,0..0,8,5 bar
Basisinstelling lucht Drukregelaar lucht instellen: Velgreiniger Intensief schuim 2,5..0,30,0 bar 3,0 bar LET OP Beschadigingsgevaar door zure reinigingsmidddelen! Voor de reiniging van de velgen mogen alleen alkalische reinigingsmiddelen gebruikt worden. Instructie: Na de uitvoering van de basisinstelling moet het spuitbeeld enkel nog veranderd worden door het regelen van de drukverlager. Velgenreiniger: Het gelijkmatig aanbrengen op de velgen wordt vergemakkelijkt, wanneer aan het geconcentreerd velgreinigingsmiddel een geschikte kleurstof toegevoegd wordt.
Stel de waterhardheid met de regelschroef fijne instelling op 7° dH in. Sluit de monsterkraan.
Besturing
M106: Hogedrukpomp wasplaats 6 M107: Hogedrukpomp wasplaats 7 M108: Hogedrukpomp wasplaats 8 M109: Brander M110: Branderventilator M111: Warmwaterpomp M112: Vorstbeschermingspomp M113: Osmosepomp M114: Pomp van wasplaatsverwarming M115: Verwarming van de slangen M116: Pomp micro-emulsie/velgenreiniger M117: Pomp wassen onderkant M118: Voordrukpomp osmose Als meerdere onderhoudswerken moeten worden uitgevoerd, dan worden die na elkaar aangegeven. Als er geen onderhoudswerken hoeven te worden uitgevoerd, valt deze weergave weg.
Micro-emulsie (optie)
1 2 3 4 5 6 7
1
Instelschroef
Toets „1/ON“ Controlelampje bedrijfstoestand Display Toets LINKS Toets RECHTS Toets „OK“ Toets „ESC“
Bij normaal gebruik worden op het display van de besturing afwisselend de volgende aanwijzingen getoond:
Druk van de micro-emulsie indien nodig regelen door aan de instelschroef te draaien
Menginrichting (optie) De doorloopgeiser wordt voorzien van gedeeltelijk onthard water met een waterhardheid van 7° dH. Daarbij mengt de menginrichting vers water en onthard water.
Voorgekomen storing (voorbeeld). Fault: Fout Als sprake is van meerdere storingen, dan worden die na elkaar getoond. Het aantal tussen haakjes is het totaal aantal momenteel voorhanden storingen. Als er geen storingen zijn, valt deze weergave weg. Instructie: Kwiteer storingen, zie „Hulp bij storingen“. Het menu „Klantinstellingen“ oproepen Toets „OK“ langer dan 2 seconden indrukken.
Weekdag (A=maandag...G=zondag), datum, tijd, zomertijd (M10/Zom)/wintertijd (M11/Wint)
M1: Info M2: Instellingen Toets RECHTS indrukken.
1 2 3 4 5
Monsterkraan Uitlaatklep (naar de doorloopgeiser) Regelschroef, fijne instelling Regelschroef, grove instelling Inlaatklep vers water
Open de uitlaatklep en inlaatklep volledig. Sluit beide regelschroeven (met de klok mee draaien). Breng de watertoevoer naar het warmwaterreservoir tot stand. Open de monsterkraan. Open zachtjes de regelschroef grove instelling. Vang het water van de monsterkraan op en meet de waterhardheid. Verstel de bypassklep tot de waarde net 7° dH bedraagt.
M2100: Bedrijfstijd Bedrijfstijd van de installatie op de huidige dag
P1002: Instellingen van de klant Toets „OK“ indrukken.
Door de klantendienst gepland onderhoud (voorbeeldl). M101: Hogedrukpomp wasplaats 1 M102: Hogedrukpomp wasplaats 2 M103: Hogedrukpomp wasplaats 3 M104: Hogedrukpomp wasplaats 4 M105: Hogedrukpomp wasplaats 5
NL
-7
P1004: Bedrijfstijden Het menu klantinstellingen (zie volgende pagina) is bereikt.
9
1 2
10
Menupunt Parameters
NL
-8
1 2
Menupunt Parameters
NL
-9
11
In te stellen parameters selecteren Menupunt met de toetsen LINKS en RECHTS selecteren. Parametergroep openen met de toets „OK“. In te stellen parameters met de toetsen LINKS en RECHTS selecteren. Parameters met een variabele instellen Toets „OK“ indrukken. De instelbare variabele knippert. Waarde van de variabele met toets LINKS en RECHTS instellen. Om de variabele snel te wijzigen de toets ingedrukt houden. Waarde door het indrukken van de toets „OK“ opslaan. of Verandering door indrukken van de toets „ESC“ annuleren. Parameters met verschillende variabelen instellen Toets „OK“ indrukken. De instelbare variabele knippert. Waarde van de variabele met toets LINKS en RECHTS instellen. Om de variabele snel te wijzigen de toets ingedrukt houden. Waarde door kort indrukken van de toets „OK“ opslaan en tegelijkertijd naar de volgende variabele springen. Ingestelde waarden door lang indrukken (1 seconde) van de toets „OK“ opslaan. of Verandering door indrukken van de toets „ESC“ annuleren. Menu verlaten Met de toets „ESC“ springt u in het menu terug naar boven. Bedrijfstijden Tijdens de bedrijfstijd is de installatie geopend. Buiten de bedrijfstijd is de installatie gesloten. 24 uren geopend: begin en einde van de bedrijfstijd instellen op dezelfde waarde. 24 uren gesloten: einde van de bedrijfstijd instellen op een vroeger tijdstip dan het begin van de bedrijfstijd. Beluchtingstijd Tijdens de verlichtingstijd kan de verlichting van de wasplaats door middel van een dimmer worden ingeschakeld. Vaste feestdagen Vaste feestdagen vallen elk jaar op dezelfde datum. Op de ingestelde feestdagen geldt de bedrijfstijd die ingesteld is voor feestdagen. Instructie: Stel voor niet-benodigde feestdagen datum 00.00.XX in.
12
Veranderlijke feestdagen Veranderlijke feestdagen vallen elk jaar op een andere datum en moeten elk jaar opnieuw ingesteld worden. Op de ingestelde feestdagen geldt de bedrijfstijd die ingesteld is voor feestdagen. Instructie: Stel voor niet-benodigde feestdagen datum 00.00.00 in. Datum / tijd Instellen van datum, uur en omschakeling zomeruur. Autom. zomer-/wintertijd = YES: Automatische omschakeling geactiveerd. Begin zomeruur op de laatste zondag van maart om 2:00 uur. Begin van het normale uur (winteruur) op de laatste zondag van oktober om 3:00 uur. Autom. zomer-/wintertijd = NO Geen automatische omschakeling. Instructie: Als de automatische omschakeling actief is, wordt in de normale werking bij de weergave van datum en tijd in de rechter onderhoek van het display „Som“ of „Wint“ weergegeven. Muntwaarde De muntwaarde geeft aan welke de waarde is van de munten die aan de afzonderlijke kanalen van de muntcontrole-eenheid zijn toegewezen.
P256: Toegang M257: Wachtwoord Instructie: Bij de eerste inbedrijfstelling luidt het wachtwoord „1111“. Om veiligheidsredenen adviseren wij om het wachtwoord bij het eerste gebruik te veranderen (zie „Wachtwoord wijzigen“ aan het einde van het hoofdstuk). Het knipperende wachtwoordveld met de toetsen LINKS en RECHTS instellen. Kort op „OK“ drukken om het ingevoerde teken te bevestigen. Stel de overige tekens van het wachtwoord op dezelfde wijzer in. Sluit het invoeren van het wachtwoord af door 1 seconden op de „OK“-toets te drukken. Menupunt met de toetsen LINKS en RECHTS selecteren. Waarde: Waarde van de munten in waseenheden. Betr.: waarde in munteenheden (bv. Euro).
NL
- 10
M301: Wassen onderkant:
>Minimum aantal waseenheden dat nodig is voor de uitvoering van het programma 'wassen onderkant'. Programma Looptijden Hier wordt de looptijd van de afzonderlijke wasprogramma's per waseenheid ingesteld. Wanneer in de installatie verschillende hogedrukmodules voorhanden zijn, kunnen voor elk pomptype verschillende looptijden ingesteld worden. Pomptype selecteren:
M 317: Pomptype selecteren Voor elk programma kunnen twee wastijden ingesteld worden: T1: Standaardwastijd T2: Speciale wastijd, geldt op bepaalde weekdagen of op een bepaalde dag
M278: Weekdag M279: Looptijd T2 geldt op de weekdagen die met een „*“ worden aangeduid. 1=maandag,,,7=zondag. Op de andere dagen geldt T1.
M280: Datum T2 kan ook op de ingestelde datum van toepassing zijn.
1 Wasprogramma 2 Standaa'rdwastijd T1 per waseenheid 3 Speciale wastijd T2 per waseenheid M119: Stop M120: Hogedrukwas M121: Schuimwas M123: Spoelen M124: Warme was M125: Topverzorging M127: Vuil afweken P1020: Instellingen van de installatie
P1028: Brander op nachtmodus YES: Na het einde van de bedrijfstijd wordt de brander uitgeschakeld en weer aangezet 10 minuten voor het begin van de bedrijfsuren. Instructie: Als ze vorstbeveiliging de circulatiepomp wasplaatsverwarming wordt ingeschakeld, treedt de brander ondanks nachtmodus toch in werking. NO: De brander houder het warmwaterreservoir ook buiten de bedrijfstijd op de gewenste temperatuur.
P1038: Schemeringswaarde M6: Reële waarde M7: Gewenste waarde is: Momenteel gemeten schemeringswaarde. soll: Instelbare schemeringswaarde op basis waarvan de verlichting van omgeving en wasplaats binnen de ingestelde verlichtingstijd wordt ingeschakeld. Instelling doseerpompen – Instelbaar van 1% tot 100%. – Off = cyclus uit (0%) De instelling van de doseeprompen gebeurt zoals aan het begin van het hoofdstuk beschreven (zie „Parameters met een variabele instellen“). Systeem Dat menupunt wordt niet gebruikt.
Heteluchtkachel
P1026: Temperatuur van het warm water Temperatuur in het warmwaterreservoir. Kan worden ingesteld tussen 30 en 60 °C. Instructie: Als de circulatiepomp wasplaatsverwarming in bedrijf is, wordt het water automatisch op 60 °C verhit.
M5: Wasplaats P1033: afsluiten De met „*“ aangeduide wasplaatsen zijn afgesloten. In deze wasplaatsen worden geen munten aangenomen. Die functie is enkel voorzien voor onderhouds- en reparatiedoeleinden.
1 Vermogensregelaar 2 Thermostaatregelaar Heteluchtkachel SB MB Convectiewarmtestraler
boven Vermogensregelaar Thermostaatregelaar bene- Vermogensregelaar den Thermostaatregelaar
-10°C...-20°C
P1024: Programma Spoelen met warm water. YES: Programma „Spoelen“ wordt met warm water uitgevoerdt. NO: Programma „Spoelen“ wordt met koud water uitgevoerdt.
0°C... -10°C
P1022: Taal kiezen Schermtaal.
P1030: Verwarming slangen op nachtmodus YES: De verwarming van de slangen wordt aan het einde van de bedrijfstijd uitgezet en weer ingeschakeld een uur voor het begin van de bedrijfsuren. NO: De verwarming van de slangen is ook buiten de bedrijfsuren actief.
Binnen wordt de installatie ter bescherming tegen vorst door twee convectiewarmtestralers verwarmd. 몇 WAARSCHUWING Brandgevaar door oververhitting van de heteluchtverwarmer De luchtin- en uitlaatopeningen mogen niet afgedekt zijn.
II I II *
II II II I
P1034: Bedrijfstijd extern YES: De bedrijfstijd en verlichtingstijd worden van buitenaf, dus buiten de in de besturing ingestelde parameters, gestuurd. De instellingen van feestdagen zijn niet geactiveerd. NO: De wasinstallatie functioneert zoals de besturing werd ingesteld.
NL
- 11
13
Wasplaatsverwarming
Bedrijfsstoffen vullen
Noodvorstbescherming De noodvorstbescherming wordt bij een stroomuitval geactiveerd. Hogedrukleidingen en handspuitpistolen worden door vers water bevloeid en op die manier tegen bevriezen beschermd.
1
Thermostaatmengventiel
Het thermostaatmengventiel regelt de eindtemperatuur afhankelijk van de inlaattemperatuur. Basisinstelling: 22°C=schaalwaarde 3 Indien nodig moet de instelling overeenkomstig de volgende tabel worden gecorrigeerd: Schaalwaarde Inlaattemperatuur °C Schaalwaarde Inlaattemperatuur °C
0 1 2 3 4 5 10 14 18 22 26 30 6 7 8 9 10 – 34 38 42 46 50 –
Vorstbescherming met waterverlies Deze vorstbeschermingsinstallatie wordt bij vorstgevaar geactiveerd door de besturing. Hogedrukleidingen en handspuitpistolen worden door vers water bevloeid en op die manier tegen bevriezen beschermd.
1
1 2
Onthardingszout Reinigingsmiddel
Reinigingsmiddel klaarstellen 1
Drukverlager
Hoofdschakelaar in stand '0' draaien. Stel de drukregelaar zodanig in dat uit elk handspuitpistool minstens 0,5 l/min water stroomt.
Buitenthermostaat De buitenthermostaat schakelt de volgende vorstbeveiligingsinstallatie in functie van de buitentemperatuur in: – beneden +3°C: Verwarming van de droogschuimslangen (optie) Verwarmingspatroon en secundaire verwarming ABS stookolietank (optie) – beneden +1°C: Circulatiepomp voor de verwarming van de wasplaats Circulatiepomp vorstbescherming Instructie: De schakeltemperatuur van de buitenthermostaat kan door de klantenservice ingesteld worden.
LET OP Bij een leeg reinigingsmiddelreservoir zuigt de hogedrukpomp lucht en kan ze beschadigd worden. Controleer het reinigingsmiddelreservoir regelmatig. GEVAAR Gevaar door schadelijke stoffen Alle KÄRCHER-reinigingsmiddelen zijn bij de veiligheids- en gebruiksinstructies gevoegd. Lees de instructies voor het gebruik en neem ze in acht. Draag de daar vermelde veiligheidskledij/-uitrusting. Enkel door KÄRCHER vrijgegeven reinigingsmiddelen gebruiken. Reinigingsmiddel RM 806
Hogedrukwassen / natschuim Droogschuim RM 812 Hot wax RM 820 Top-verzorging RM 821 Velgreiniger RM 801 (uitvoering B) Intensief schuim RM 838 Bij deze installatie worden onverdunde reinigingsmiddelen gebruikt. Aanzuigslang voor reinigingsmiddel in het reinigingsmiddelvat hangen. Doseerpomp ontluchten
Drukverlager
Vorstbeveiligingspomp inschakelen (zie hoofdstuk „Manuele ingrepen“). Stel de drukregelaar zodanig in dat uit elk handspuitpistool minstens 0,5 l/min water stroomt. Vorstbeveiligingspomp uitschakelen.
1 2 3
Ontluchtingshendel Ontluchtingsknop Instelknop doseerhoeveelheid
De persluchttoevoer van de installatie moet in bedrijf zijn. Ontluchtingshendel tegen de klok draaien tot de aanslag. Doseerhoeveelheid instellen op 100%. Ontluchtingsknop zo vaak indrukken tot het reinigingsmiddel zonder blazen uit
14
NL
- 12
de ontluchtingsleiding aan de onderkant van de doseerpomp komt. Doseerhoeveelheid resetten op de gewenste waarde. Ontluchtingshendel met de klok mee draaien tot de aanslag.
Bij een correct werkende installatie is het zoutverbruik constant in verhouding tot het waterverbruik. Wij adviseren om het zout- en waterverbruik in een bedrijfsprotocol te documenteren.
Brandstof navullen
Handmatige ingrepen
GEVAAR Brandgevaar! Neem de lokale voorschriften betreffende de omgang met brandstof in acht. Gebruik geen ongeschikte brandstoffen aangezien die gevaarlijk kunnen zijn. LET OP Bij een leeg brandstofreservoir loopt de brandstofpomp droog en kan ze beschadigd worden. Controleer het brandstofreservoir regelmatig. Verkeerde brandstof kan leiden tot branderstoringen en slechte verbranding. Gebruik enkel in de paragraaf „Technische gegevens“ vermelde brandstof. Gebruik bij vorstgevaar stookolie met additieven (stromingsverbeteraars) voor bedrijf tijdens de winter. Brandstof zet uit bij opwarming en kan overlopen. Vul het brandstofreservoir niet tot aan de rand.
Bij normale modus toets „OK“ op de besturing langer dan 2 seconden ingedrukt houden.
M252: Lampentest Door de „OK“-toets in te drukken wordet de verlichting van de wasplaats gedurende 3 minuten ingeschakeld. Als de „OK“-toets voor het einde van deze tijd nogmaals wordt ingedrukt, wordt de functie gestopt.
Toets LINKS indrukken.
2-maal toets RECHTS indrukken.
M262: Productie osmose Door de „OK“-toets in te drukken wordt de permeaatproductie in ABS WSO geactiveerd. De permeaatproductie stopt wanneer het permeaatbufferreservoir vol is. Als het bufferreservoir bij het begin van de permeaatproductie reeds vol is, wordt de productie na . minuten gestopt. Als de „OK“-toets voor het einde van deze tijd nogmaals wordt ingedrukt, wordt de functie gestopt.
M140: Handmatige ingrepen Toets „OK“ indrukken. 1 2 3
Aanduiding vulstand Vuldop Inspectieopening
Menu voor handmatige ingrepen Menupunt met de toetsen LINKS en RECHTS selecteren.
Schroef de dop van de vulopening. Vul de brandstof bij tot de vulstandaanduiding vol aangeeft. Instructie: Let erop dat geen brandstof overloopt en in de inspectieopening terechtkomt. Bij een latere inspectie kan die brandstof met een lekkage verward worden. Sluit de vulopening.
M265: Regenereren van de base-uitwisselaar Door de „OK“-toets in te drukken wordt de regeneratie van de base-uitwisselaar in ABS WSA gestart. Dit regeneratieproces kan niet worden geannuleerd.
Onthardingszout bijvullen LET OP Gevaar van functiestoringen Gebruik bij het opvullen van onthardingszout enkel het in het hoofdstuk „Toebehoren“ vermelde onthardingszout in tabletvorm. Zouttank openen. Vul het onthardingszout tot aan de rand bij. Zouttank sluiten. Instructie: Een leeg zoutreservoir veroorzaakt een storing! Vul ten laatste zout na wanneer na het wegnemen van het deksel water boven het zout zichtbaar is. Het zoutverbruik stijgt niet als de zouttank volledig gevuld wordt.
M254: Tegoed M5: Wasplaats Bij elke druk op de „OK“-toets wordt het wastegoed van de geselecteerde wasplaats (box) met een waseenheid verhoogd.
NL
- 13
M112: Vorstbeschermingspomp Door de „OK“-toets in te drukken wordt de circulatiepomp ter bescherming tegen vorst gedurende 3 minuten ingeschakeld. Als de „OK“-toets voor het einde van deze tijd nogmaals wordt ingedrukt, wordt de functie gestopt.
15
M114: Pomp wasplaatsverwarming Door de „OK“-toets in te drukken wordt de verwarming van de wasplaats gedurende 3 minuten ingeschakeld. Als de „OK“-toets voor het einde van deze tijd nogmaals wordt ingedrukt, wordt de functie gestopt.
M115: Verwarming van de slangen Door de „OK“-toets in te drukken wordt de verwarming van de schuimslang gedurende 3 minuten ingeschakeld. Als de „OK“-toets voor het einde van deze tijd nogmaals wordt ingedrukt, wordt de functie gestopt.
P256: Toegang M257: Wachtwoord Instructie: Bij de eerste inbedrijfstelling luidt het wachtwoord „1111“. Om veiligheidsredenen adviseren wij om het wachtwoord bij het eerste gebruik te veranderen (zie „Wachtwoord wijzigen“ aan het einde van het hoofdstuk). Het knipperende wachtwoordveld met de toetsen LINKS en RECHTS instellen. Kort op „OK“ drukken om het ingevoerde teken te bevestigen. Stel de overige tekens van het wachtwoord op dezelfde wijzer in. Sluit het invoeren van het wachtwoord af door 1 seconden op de „OK“-toets te drukken. Menupunt met de toetsen LINKS en RECHTS selecteren.
M261: Dagomzet M5: Wasplaats Omzet per wasplaats sinds het begin van de dag (0.00 uur).
Omzetaanduiding Bij normale modus toets „OK“ op de besturing langer dan 2 seconden ingedrukt houden.
M258: Totale omzet De totale omzet sinds ingebruikname van de wasinstallatie. M247: Omzet handmatig M5: Wasplaats Omzet manueel opgewaardeerde waseenheden per wasplaats (zie „Manuele ingrepen“).
Toets LINKS indrukken.
Toets RECHTS 3-maal indrukken.
M255: Omzet M5: Wasplaats Omzet per wasplaats sinds ingebruikname van de wasinstallatie.
M233: Wachtwoord wijzigen M213: bevestigen Druk op „OK“ om het wachtwoord te wijzigen.
M142: Omzet Toets „OK“ indrukken.
M260: Totale dagomzet Totale omzet sinds begin van de dag (0.00 uur).
16
NL
- 14
M318, M319: opslaan CSV YES: de dagelijkse backup op de USBstick bevat de omzetgegevens. NO: de dagelijkse backup bevat geen omzetgegevens.
Wachtwoord wijzigen
Vorstbescherming
Instructie: Annuleer de verandering van het wachtwoord door de toets „ESC“ in te drukken. Bij de eerste inbedrijfstelling luidt het wachtwoord „1111“. Om veiligheidsredenen wordt aanbevolen om het wachtwoord bij het eerste gebruik te veranderen. Het wachtwoord mag om veiligheidsredenen enkel door de exploitant gewijzigd worden.
De vorstbeveiligingsvoorziening bestaat uit: – blazer – Heteluchtkachel – vorstbeveiligingscircuit of vorstbescherming met waterverlies – Verwarming wasplaats – noodvorstbescherming – Verwarmingspatroon in het oliereservoir 몇 WAARSCHUWING Ongevalgevaar door ijsvorming Bij ijsvorming moet de installatie geblokkeerd worden om ongevallen te vermijden. Instructie: De volgende eigenschappen zijn gegarandeerd: – Onbeperkt wasbedrijf met de hogedrukstraalbuis tot -15°C. Bij installaties met 4 wasplaatsen wordt aanbevolen om onder -10 °C één wasplaats te blokkeren (bij installaties met 4 hogedrukmodules type 908 al bij hogere temperaturen). – Beperkt wasbedrijf met de wasborstel bij temperaturen onder 0 . Bij een beperkt wasbedrijf moeten alle wasborstels regelmatig op ijsvorming gecontroleerd worden. Schuimwas met bevroren wasborstel kan beschadiging van het voertuig veroorzaken. Bij een bevroren wasborstel moeten de volgende maatregelen genomen worden: – De installatie is vorstbestendig tot 20°C. Onder -20°C moet het apparaat stilgelegd worden zoals beschreven in paragraaf „Stillegging bij vorst“. Instructie: Voorwaarden voor de vorstbeveiliging zijn: – De hoofdschakelaar moet in stand 1 staan. – De deuren van de installatie moeten gesloten zijn. – Stroomvoorziening, watertoevoer en brandstofvoorziening moeten onderbrekingsvrij gegarandeerd zijn. – De watervoorziening moet tegen vorst beveiligd zijn. – De brandstofvoorziening moet tegen vorst beveiligd zijn (bv. verwarmingspatroon in de tank, secundaire verwarming).
M270: nieuw M257: Wachtwoord Het knipperende wachtwoordveld met de toetsen LINKS en RECHTS instellen. Kort op „OK“ drukken om het ingevoerde teken te bevestigen. Stel de overige tekens van het wachtwoord op dezelfde wijzer in. Sluit het invoeren van het wachtwoord af door 1 seconden op de „OK“-toets te drukken.
M271: nieuw wachtwoord M272: bevestigen Voer het wachtwoord ter bevestiging nogmaals in.
M225: Wachtwoord M230: gewijzigd De geslaagde wijziging van het wachtwoord wordt bevestigd.
–
– –
– –
Opstelling en installatie gebeuren volgens het hoofdstuk „Installatie opstellen“. De heteluchtverwarmers zijn correct ingesteld. Alle onderhoudsmaatregelen volgens hoofdstuk „Verzorging en onderhoud“ werden correct uitgevoerd. Alle reinigingswerktuigen zijn in de opbergvakken weggelegd. De bij de installatie horende handspuitpistolen met antivriesopening zijn gemonteerd.
Wasplaatsverwarming Instructie: Voorwaarde voor de correcte functie van de wasplaatsverwarming is dat de wasplaats aan het gebouw uitgevoerd is volgens de aanbevelingen van KÄRCHER. De verwarmingscapaciteit volstaat voor een verwarmd wasplaatsoppervlak van 50/ 60* m2. Als het verwarmde oppervlak die waarde overschrijdt, is de vorstbeveiliging niet gegarandeerd. Sneeuwlagen en grote hoeveelheden van voertuigen gevallen ijsblokken vergen een uiterst hoge verwarming. Het is nodig om die afzettingen te verwijderen. * 50 m2 bij gadbranders (64 kW); 60 m2 bij oliebranders (72 kW); bij 4 hogedrukmodules type 908 moet het wasplaatsoppervlak meer verkleind worden.
Onderhoudswerkzaamheden voor en na de vorstperiode Voor het begin van de vorstperiode moet het onderhoud „jaarlijks voor het begin van de vorstperiode" van het hoofdstuk „Onderhoud en verzorging" worden uitgevoerd. Om de vorstbescherming in stand te houden moeten de hierna vermelde werkzaamheden worden uitgevoerd. Instructie: Niet tijdig en ondeskundig uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden leiden tot het verlies van de garantie bij vorstschade.
Tijdstip
Hande- Betrokken component Uitvoering Door wie ling meermaals controle- Wasborstel Op vervuiling en ijsvorming controleren, eventueel wassen met Exploitant per dag ren schuim blokkeren. dagelijks reinigen Filter van de vorstbescher- Filter reinigen en opnieuw monteren Exploitant mingspomp controle- Convectiewarmtestralers Zjn de convectiewarmtestralers in werking (ook bij de ABS brand- Exploitant ren stoftank, optie)? blazer Werking controleren. Exploitant aanvankelijk controle- Vulpeil van de brandstof- Is er voldoende stookolie tot de volgende controle? Denk eraan dat Exploitant tank het verbruik stijgt door de vorstbeschermende systemen. Door dagelijks, na- ren brandstofgebrek valt de installatie uit en kan ze worden beschadigd. dien overeenkomstig de ervaring
NL
- 15
17
wekelijks
controleren maandelijks of controleren na 200 bedrijfsuren, indien nodig ook vaker
Verwarming ABS stookolietank (optie) Hoeveelheid vorstbeschermingswater bij vorstbeschermingskringloop
Controleer bij een temperatuur onder 3°C of de secundaire verwar- Exploitant ming tussen stookolietank en SB MB warm is. Exploitant Gewenste waarde: ca. 0,5 l/min per wasgereedschap Hoeveelheid water is groter: Vervang het verbindingsstuk in het handspuitpistool. 몇 WAARSCHUWING Gevaar voor letsel en beschadiging. Wanneer de hoeveelheid antivriesvloeistof groter is dan de toegelaten waarde, kan het reinigingsapparaat door de uittredende waterstraal ongecontroleerd in beweging komen. Bij te grote hoeveelheid antivriesvloeistof vertakkingstuk in het handspuitpistool beslist vervangen. Hoeveelheid water is kleiner: Maak de filter van de vorstbeschermende pomp schoon, maak de zeef in de smoorklep schoon, spoel de leiding, controleer de draairichting van de pomp.
Buitenwerkingstelling Hoofdschakelaar in stand „0“ draaien.
Buitenwerkingstelling bij vorstgevaar Hoofdschakelaar in stand „1“ laten. Blokkeer de bedrijfstijd aan de besturing. Brandstoftank vullen.
Stillegging 1
Afsluitventiel
Als de installatie wordt stilgelegd en er is geen gevaar voor bevriezing, de watertoevoer blokkeren, de stroomtoevoer uitzetten.
Uitzetten bij vorst
1
Begrenzer met zeef (rood gemarkeerd), 1-werktuig-uitvoering
1
Filter van de vorstbeschermingspomp
18
Watertoevoerslang en hogedrukslang losschroeven. Demonteer de RO-membranen en bewaar op een vorstvrije plaats. Alle vloeistofreservoirs leegmaken, de slangen verwijderen en het water aflaten. Maak het bufferreservoir voor permeaat leeg. Waterleiding tussen basewisselaar en vlotterreservoir warm water scheiden. Spoel de installatie (zonder base-uitwisselaar) met een antivriesoplossing. Spoel de base-uitwisselaar met een geconcentreerde zoutoplossing. Schroef de slangen onder de doorstroomgeiser los en laat het water af. Alle watergeleidende delen met olievrije perslucht uitblazen. Instructie: Bij langere bedrijfsonderbrekingen moet de installatie met uitzondering van de basenwisselaar ter bescherming tegen corrosie gespoeld worden met een antivriesmiddeloplossing. In geval van twijfel moet de klantendienst worden verzocht de installatie uit te zetten.
NL
- 16
Functie Stroomschema van installatie met nat schuim
Wasplaats 3 en 4 niet weergegeven. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Fijnfilter schoon water (80-100 μm, optie) Afsluitventiel schoon water Afsluitventiel schoon water ter ontharding Afsluitventiel onthard water Zouttank Hardheidssensor Stuurkop base-uitwisselaar Base-uitwisselaarfles RO-membranen Debietmeter permeaat Verdelerblok Begrenzer Koudwaterreservoir Niveauschakelaar BUFFERRESERVOIR VOL Niveauschakelaar POMP RO IN Niveauschakelaar BUFFERRESERVOIR LEEG Afsluitventiel permeaatreservoir Bufferreservoir permeaat Drukschakelaar watergebrek RO Manometer bedrijfsdruk Pomp RO Afnameventiel onthard water Actiefkoolstoffilter Micronfilter
25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
Zoutwaterventiel in zouttank Magneetklep koud water Magneetventiel permeaat Hogedrukpomp Overstroomklep Handspuitpistool met wasborstel Doseerpomp Drukschakelaar Lucht Compressor Zuigslang reinigingsmiddel Reinigingsmiddelfilter, voetklep Magneetklep warm water Aflaatventiel Watertekortbeveiliging Warmwaterreservoir Warmwatercirculatiepomp Temperatuursensor warm water Debietbewaker Temperatuursensor branderuitgang Brander met doorloopgeiser Brandstoftank (optie) Branderventilator met brandstofpomp Magneetklep brandstof Uitlaatgasthermostaat Vlambewaking Bypass-ventiel halvelast met smoorelement, enkel bij hogedrukmodule type 908 51 Menginrichting (optie)
NL
- 17
2-Uitvoering gereedschap (optie) A Magneetklep hoge druk B Magneetklep schuim C Handspuitpistool met straalpijp D Wasborstel
19
Stroomschema installatie met droggschuim
Wasplaats 3 en 4 niet weergegeven. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
20
Fijnfilter schoon water (80-100 μm, optie) Afsluitventiel schoon water Afsluitventiel schoon water ter ontharding Afsluitventiel onthard water Zouttank Hardheidssensor Stuurkop base-uitwisselaar Base-uitwisselaarfles RO-membranen Debietmeter permeaat Verdelerblok Begrenzer Koudwaterreservoir Niveauschakelaar BUFFERRESERVOIR VOL Niveauschakelaar POMP RO IN Niveauschakelaar BUFFERRESERVOIR LEEG Afsluitventiel permeaatreservoir Bufferreservoir permeaat Drukschakelaar watergebrek RO Manometer bedrijfsdruk
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
Pomp RO Afnameventiel onthard water Actiefkoolstoffilter Micronfilter Zoutwaterventiel in zouttank Magneetklep koud water Magneetventiel permeaat Hogedrukpomp Overstroomklep Schuimspuitlans (2-Uitvoering gereedschap) Mengkamer schuim (2-werktuig-uitvoering) Handspuitpistool (2-uitvoering gereedschap) Doseerpomp Handspuitpistool met wasborstel (1-uitvoering gereedschap) Mengkamer schuim (1-werktuig-uitvoering) Magneetventiel drukontlasting Drukschakelaar Lucht Compressor Zuigslang reinigingsmiddel Reinigingsmiddelfilter, voetklep Magneetklep warm water
NL
- 18
42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Aflaatventiel Watertekortbeveiliging Warmwaterreservoir Warmwatercirculatiepomp Temperatuursensor warm water Debietbewaker Temperatuursensor branderuitgang Brander met doorloopgeiser Brandstoftank (optie) Branderventilator met brandstofpomp Magneetklep brandstof Uitlaatgasthermostaat Vlambewaking Drukverlager Lucht Magneetventiel Verdelerblok lucht Doseerventiel lucht Drukverlager Water Doseerpomp Chemisch reservoir Verdeler Water/ reinigingsmiddel Magneetventiel water / chemie Doseerventiel water / chemie Bypass-ventiel halvelast met smoorelement, enkel bij hogedrukmodule type 908 66 Menginrichting (optie)
Velgenreiniger / intensief schuim (optie)
A B C 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Velgenreiniger Intensief schuim Knooppunt Vlotterventiel Manometer Reinigingsoplossing (water + reinigingsmiddel) Pomp reinigingsoplossing Reinigingsmiddeltank Injector Zeef Compressor Drukverlager Magneetventiel perslucht, wasplaats 1 Magneetventiel reinigingsoplossing, wasplaats 1 Smoorelement, voor de volumeregeling Terugslagklep Schuimer Hogedrukpomp Plafondarm Handpistool
Micro-emulsie (optie)
1 2 3 4 5
Plafondarm Spuitgereedschap Magneetventiel micro-emulsie, wasplaats 1 Pomp micro-emulsie Reservoir micro-emulsie
NL
- 19
Vorstbescherming 1-werktuig (optie, enkel SB-MB 2 pompen Fp)
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Hogedrukpomp Terugslagklep met smoorklep en zeef Handspuitpistool met wasborstel Magneetventiel, onderbreekt vorstbescherming bij bedrijf droogschuim Afsluitventiel schoon water Vlotterhouder vorstbeveiliging Begrenzer 2,0 mm Filter vorstbeveiligingspomp Vorstbeveiligingspomp
21
Vorstbescherming 2-werktuig natschuim (optie SB-MB 2 pompen Fp)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
22
4de watersoort
A B C D E
4. watersoort Vers water Onthard water, warm Permeaat naar de hogedrukpomp
1 2
Temperatuursensor (optie) Afvoerklep vlottertank warm water
Wasborstel Terugslagklep met smoorklep en zeef Magneetklep hoge druk Magneetklep schuim Hogedrukpomp Handspuitpistool met straalpijp Afsluitventiel schoon water Begrenzer 2,0 mm Vlotterhouder vorstbeveiliging Vorstbeveiligingspomp Filter vorstbeveiligingspomp
NL
- 20
Vorstbescherming intern (optie)
1
Handspuitpistool (2-uitvoering gereedschap) 2 Hogedrukpomp 3 Terugslagklep met smoorklep en zeef 4 Magneetklep met terugslagklep, smoorklep en zeef 5 Terugslagklep met schuimmengkamer en overdrukklepl 6 Handspuitpistool met wasborstel (1-uitvoering gereedschap) 7 Opnamereservoir 8 Begrenzer 9 Circulatiepomp vorstbescherming 10 Filter 11 Overloop 12 Reservoir voor kringloopwater voor vorstbescherming 13 Vlotterklep voor toevoer zacht water Instructie: Bij de uitvoering met 2 werktuigen met droogschuim worden als vorstbeveiliging elektrisch verwarmde schuimslangen gebruikt. Bij wasplaats 3 en 4 is het antivrieswater verloren.
NL
- 21
23
Vorstbescherming extern (optie)
1
Handspuitpistool (2-uitvoering gereedschap) 2 Hogedrukpomp 3 Terugslagklep met smoorklep en zeef 4 Magneetklep met terugslagklep, smoorklep en zeef 5 Terugslagklep met schuimmengkamer en overdrukklepl 6 Handspuitpistool met wasborstel (1-uitvoering gereedschap) 7 Opnamereservoir 8 Filter 9 Overloop 10 Vlotterklep vers water 11 Verzamelleiding vorstbeschermingswater plaats 3 Instructie: Bij de uitvoering met 2 werktuigen met droogschuim worden als vorstbeveiliging elektrisch verwarmde schuimslangen gebruikt. Bij wasplaats 3 en 4 is het antivrieswater verloren.
24
NL
- 22
Verwarming van de wasplaats (optie
Bewakings- en veiligheidsvoorzieningen Overstroomklep hogedrukpomp – Gaat open wanneer de toegelaten bedrijfsdruk wordt overschreden en ook wanneer de hendel van het handspuitpistool wordt losgelaten, en brengt het water in de kringloop. Wanneer het handspuitpistool opnieuw wordt geopend is de hogedrukstraal meteen weer beschikbaar. De overstroomklep is in de fabriek ingesteld en verzegeld. Instelling uitsluitend door de klantendienst.
Wasplaats 3 en 4 niet weergegeven. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Brander met doorloopgeiser Warmwatercirculatiepomp Expansievat Warmwaterreservoir Veiligheidsventiel Afsluitventiel voorloopleiding Buisleiding wasplaatsverwarming Thermostaatmengventiel Warmtewisselaar Afsluitventiel vulleiding Circulatiepomp wasplaatsverwarming
Veiligheidsklep – De veiligheidsklep beveiligt het warmwatercircuit van de wasplaatsverwarming (optie) tegen overdruk. Thermostaatmengventiel – Regelt de eindtemperatuur voor de wasplaatsverwarming (optie) afhankelijk van de inlaattemperatuur. Vlambewaking Wanneer de brander niet start of de vlam bij werking dooft, sluit de vlambewaking het brandstofventiel en wordt de branderventilator uitgeschakeld. Rookgasthermostaat – Wanneer de rookgastemperatuur de toegelaten waarde overschrijdt, schakelt de rookgasthermostaat de brander uit en vergrendelt die. Temperatuurregelaar – Wanneer door afname van warm water en daaropvolgend binnenstromen van koud water de watertemperatuur in het vlotterreservoir warm water zakt, schakelt de temperatuursensor de circulatiepomp warm water in en bij het bereikeb van de max. temperatuur opnieuw uit. Temperatuurbegrenzer – Voorkomt dampvorming in de doorstroomgeiser. Stroombewakerr – Nadat de warmwatercirculatiepomp is gestart, schakelt de stroombewaker de brander in.
Motorveiligheidsschakelaar – De motorveiligheidsschakelaar onderbreekt het stroomcircuit als de motor overbelast is. Sensor hard water Als de resthardheid van het ontharde water boven een drempel komt, berekent de besturing de restcapaciteit van de base-uitwisselaarfles. Ten laatste gedurende de volgende nacht wordt de regeneratie van de fles van de basewisselaar gestart. Drukschakelaar watertekort RO Bij watertekort wordt de installatie gestopt om te voorkomen dat de pomp droog draait. Niveauschakelaar bufferreservoir vol Schakelt bij vol bufferreservoir permeaat de pomp uit. Niveauschakelaar pomp RO aan Schakelt de RO-pomp in om permeaat te produceren. Niveauschakelaar bufferreservoir leeg Geeft aan de installatie een signaal wanneer het bufferreservoir permeaat leeg is. Temperatuurregelaar 4de watersoort / warm (optie) Voorkomt dat extern aangevoerd warm water van meer dan 60°C naar de HD-pompen geleid wordt en deze beschadigt. Bij storingen schakelt de installatie op een alternatieve watersoort (wordt door de servicemonteur ingesteld bij de inbedrijfstelling).
Watertekortbeveiliging – Zet de brander uit wanneer het waterpeil in het warmwaterreservoir te laag is.
NL
- 23
25
Technische gegevens SB MB 5/10-2 9/12-2 SB MB 5/10-3 9/12-3 5/10-4 9/12-4 Hogedrukmodule 608 Aantal 2 1 3 2 1 4 3 2 1 Hogedrukmodule 908 Aantal 1 2 1 2 3 1 2 3 4 Elektrische aansluiting Spanning V/~/Hz 400/3~/50 Maximum toegelaten netimpedantie Ohm 0,149 + j 0,093 Veiligheidsklasse versie CAB (versie SKID) IP X5 (IP X1) Aansluitvermogen kW 10 17 13 13 14 16 17 16 17 19 20 22 Aansluitvermogen kW 10 17 13 13 14 16 17 16 17 19 20 22 Voorzekering A 35 35 35 35 35 50 50 50 50 50 50 50 Aansluitvermogen (met vorstbescherming) kW 15 17 18 18 20 21 23 21 22 24 25 27 Voorzekering (met vorstbeveiliging) A 35 35 50 50 50 50 50 50 50 63 63 63 Wateraansluiting Waterdruk, dynamisch MPa (bar) 0,3...0,6 (3...6) Nominale breedte (DN) mm 25 1,7 2,0 2,3 2,2 2,6 2,9 3,3 2,7 3,2 3,5 3,9 4,2 Toevoerhoeveelheid vers water / 4de water- m3/h soort Toevoerhoeveelheid warm water gebouw*** m3/h 1,2 1,5 1,8 1,8 2,1 2,4 2,7 2,4 2,7 3,0 3,3 3,6 Inhoud reservoir Warmwaterreservoir l 80 Koudwaterreservoir l 2,5 2 x 2,5 Vermogensgegevens Werkdruk met meegeleverde sproeier * MPa (bar) ca. 10 (100) / ca. 12 (120) Werkdruk bij programma Hete was, schuim- MPa (bar) ca. 3 (30) / ca. 4,5 (45) was * Formaat sproeier * 5004 / 4007 Reactiekracht van het handspuitpistool met N 17 /29 meegeleverde sproeier * Waterverbruik per wasplaats * l/h (l/min) ca. 500 (8,3) / ca. 900 (15) Waterverbruik bij programma Hete was, l/h (l/min) ca. 250 (4,2) / ca. 450 (7,5) schuimwas * Max. warmwatertemperatuur °C 60 Heetwatertemperatuur bij continu bedrijf, alle ca. 55 ca. 42 ca.30 hogedrukmodules type 608** Heetwatertemperatuur bij ononderbroken ca. 40 ca. 32 ca.22 werking, alle hogedrukmodules type 908**** Base-uitwisselaar 220 300 220 300 Capaciteit °dH/m3 Hardheid onthard water °dH 0...0,3 Zoutreservoir, CAB l 120 150 120 150 Zoutreservoir, SKID l 120 200 120 200 RO-installatie Permeaatcapaciteit, min. (bij 15 °C watertem- l/h 200 300 200 400 300 400 peratuur), CAB Permeaatcapaciteit, min. (bij 15 °C watertem- l/h 200 peratuur), SKID Bedrijfsdruk in nieuwe toestand, max. MPa (bar) 1,4 (14) Ontziltingssnelheid van de membranen % 98...99 Bereik watertemperatuur °C 2...30 Maximale omgevingstemperatuur °C 40 Resthardheid van aanvoerwater °dH 0...0,3 Max. geleidend vermogen van het permeaat μS/cm onder 100 voor vlekkenvrij drogen Bufferreservoir permeaat, CAB/SKID l 280/700 Diversen Oliehoeveelheid HD-pomp l 0,7 Oliesoort Hypoïde SAE 90 (6.288-016.0) * Hogedrukmodule 608 / hogedrukmodule 908 ** Watertoevoertemperatuur +8 °C, vloerverwarming niet in bedrijf, brandervermogen 64 kW *** bij een warmwatervoorziening in het gebouw daalt de behoefte aan vers water met de overeenkomstige hoeveelheid **** Watertoevoertemperatuur +8 °C, vloerverwarming niet in bedrijf, brandervermogen 72 kW (enkel oliebrander)
26
NL
- 24
Algemeen Bepaalde waarden conform EN 60355-2-79 Hand-arm vibratiewaarde Handspuitpistool Staalbuis Onzekerheid K Geluidsdrukniveau LpA Onzekerheid KpA Geluidskrachtniveau LWA + onveiligheid KWA
m/s2 m/s2 m/s2 dB(A) dB(A) dB(A)
<2,5 <2,5 0,1 65 3 86
Maten SB MB CAB Breedte Diepte Hoogte Leeg gewicht, max. (met 30 kg verpakking) Max. gewicht
mm mm mm kg kg
2700 900 2100 1100 1750
Branderafhankelijke gegevens SB MB 5/ SB 10-2 MB 9/ 12-2
SB MB 5/10-3
SB MB 9/ 12-3
SB MB 5/10-4
SB MB 9/ 12-4
Oliebrander Verwarmingscapaciteit kW 34,5 50 72 Brandstofverbruik stookolie (11,86kWh/kg) kg/u 3,3 4,8 6,9 Brandstofsproeier 0,85/60° 1,25/60° 1,75/60° Brandstofdruk MPa (bar) 1,025 (10,25) 1 (10) 1,05 (10,5) Temperatuurverschil rookgas-lucht °C 150 Uitlaatgasverlies bij brandervermogen onder % 10 (9) 50 kW (boven 50 kW) Roetkengetal 0...1 Brandstof Stookolie EL of diesel ABS brandstoftank l 60/700 Stookolie Gasbrander Verwarmingscapaciteit kW 34,5 50 max. 64 Brandstofverbruik aardgas (9,4 kWh/m3) m3/h 4,1 5,9 7,6 Brandstofverbruik vloeibaar gas (25,5 kWh/ m3/h 1,5 2,2 2,8 m 3) Nominale wijdte toevoerleiding gas duim 3/4 Brandstofdruk (gasdruk toevoerleiding), aard- mbar >22 gas * Brandstofdruk (gasdruk toevoerleiding), vloei- mbar >50 baar gas * Temperatuurverschil rookgas-lucht °C ca. 200...230 * afhankelijk van de lokale gassoorten, exacte waarden verkrijgbaar bij de klantendienst Meer technische gegevens over de gasbrander zie gebruiksaanwijzing en gegevensbladen van de branderfabrikant
NL
- 25
27
koud
warm
Industriewater
Permeaat
Onthard water
Vers water
Watersoort in wasprogramma
Hogedrukwassen X O* X Schuimwas, nat schuim O Schuimwas, droog schuim X X Spoelen X O X Hete was X O* X Top verzorging X X Vuil losmaken X O* X Micro-emulsie A X X Micro-emulsie B Insecten losmaken X O* X Velgenreiniging A X X Velgenreiniging B X Intensief schuim X X Bodemwas X = standaard, O = optie, * industriewater moet in het gebouw verwarmd worden
28
NL
- 26
Onderhoud en instandhouding Installatieoverzicht
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
Expansievat Brandstoffilter en brandstofpomp Brander met doorloopgeiser Hogedrukpomp 2 Hogedrukpomp 3 Hogedrukpomp 1 Hogedrukpomp 4 Manometer hogedrukpomp Heteluchtkachel Gereedschapsbergplaats Filter vorstbeveiligingspomp Reinigingsmiddelreservoir Top-verzorging Reinigingsmiddelreservoir hete was Reinigingsmiddelreservoir hogedrukwas Reinigingsmiddelreservoir droogschuim Brandstoftank, 60 l (optie) * Velgenreiniger (optie) * Zouttank Aflaatklep Afsluitventiel schoon water Circulatiepomp wasplaatsverwarming Thermostaatmengventiel Veiligheidsventiel Manometer wasplaatsverwarming Actiefkoolstoffilter WSO Fijne filter WSO Warmwaterreservoir blazer Menginrichting (optie)
Systeemstatus weergeven Bij normale modus toets „OK“ op de besturing langer dan 2 seconden ingedrukt houden.
Toets LINKS indrukken.
4-maal toets RECHTS indrukken.
M144: Onderhoud Menuoverzicht zie de volgende pagina.
* In functie van de uitrusting van de installatie kan op die plaatsen ook de module Intensief schuim aangebracht zijn.
NL
- 27
29
30
NL
- 28
NL
- 29
31
M144: Onderhoud
1 2
3
Installatiecomponenten Tijd tot het volgende onderhoud (minteken in geval indien onderhoud reeds had moeten gebeuren) Datum van het laatst uitgevoerde onderhoud
M101: Hogedrukpomp wasplaats 1 M102: Hogedrukpomp wasplaats 2 M103: Hogedrukpomp wasplaats 3 M104: Hogedrukpomp wasplaats 4 M105: Hogedrukpomp wasplaats 5 M106: Hogedrukpomp wasplaats 6 M107: Hogedrukpomp wasplaats 7 M108: Hogedrukpomp wasplaats 8 M109: Brander M110: Branderventilator M111: Warmwaterpomp M112: Vorstbeschermingspomp M113: Osmosepomp M114: Pomp van wasplaatsverwarming M115: Verwarming van de slangen M116: Pomp micro-emulsie/velgenreiniger M117: Pomp wassen onderkant M118: Voordrukpomp osmose M146: Versie / info
M215: Data Softwareversie en datasetversie van de besturing
M227: Kernmodule M216: Firmware Aanduiding van die van de kernmodule (processor)
M275: Naloop van de warmwaterpomp Nalooptijd van de warmwatercirculatiepomp na uitschakelen van de brander. M150: Status van de wasplaatsen
M148: Status van de brander
M217: Warm water M218: Temperatuur Watertemperatuur in het warmwaterreservoir.
M219: Branderuitgang M218: Temperatuur Watertemperatuur aan de uitgang van de doorstroomgeiser. Boven 96 °C wordt de brander uitgeschakeld.
M285: Status M5: Wasplaats Wasplaatsnummer (box) met de toetsen LINKS en RECHTS selecteren. Toets „OK“ indrukken. De toestand van de geselecteerde wasplaats wordt weergegeven.
M286: Schakelaarstand M119: Stop M120: Hogedrukwas M121: Schuimwas M123: Spoelen M124: Warme was M125: Topverzorging M127: Vuil afweken Momenteel ingesteld wasprogramma.
M211: 24V spanning Actuele waarde van de besturingsspanning
M273: Brandervertraging Minimale pauze tussen uitschakelen en opnieuw inschakelen van de brander.
M254: Tegoed M290: Looptijd Resterend tegoed in waseenheden. Resterende looptijd in seconden.
M281: Buitentemperatuur Door de sensor voor buitentemperatuur gemeten buitentemperatuur.
M274: Naloop van ventilator Nalooptijd van de branderventilator na uitschakeling van de branderr.
M214: Versie
32
NL
- 30
M288: Stroomverbruik van de hogedrukpomp Stroomverbruik van de hogedrukpomp.
Looptijden van de afzonderlijke wasprogramma's sinds de ingebruikname van de installatie.
Met de toetsen LINKS en RECHTS de gewenste aanduiding selecteren. In functie van de bedrijfstoestand verschijnt één van de onderstaande weergaven.
M289: Uitgangen van module Actieve uitgangen van de pompelektronica. M291: Spanning afstandsbediening Spanningsvoeding van de afstandsbedieningen. Status WSO
M152: Status waterontharding
M248: Bedrijf Base-uitwisselaar in bedrijf, sinds de laatste regeneratie werden XXXX liter water onthard.
M224: Restcapaciteit Berekende restcapaciteit tot de volgende regeneratie.
M249: Bevestigingssignaal van timer De regeneratie is geactiveerd, de besturing wacht XXX seconden op bevestigingssignaal van de base-uitwisselaar.
M250: Regeneratie Base-uitwisselaar voert de regeneratie gedurende XXX minuten uit.
A Overzicht status B Details status M119: Stop M120: Hogedrukwas M121: Schuimwas M123: Spoelen M124: Warme was M125: Topverzorging M127: Vuil afweken
1 Status base-uitwisselaar 2 Status reversosmose 3 Status bufferreservoir permeaat M248: Bedrijf M234: Bereidheid M239: vol
M228: Zoutregeneratie De zoutoplossing in de zouttank wordt geregenereerd. Het proces wordt over XXX minuten beëindigd. Eerder kan geen regeneratie van de base-uitwisselaar worden gestart.
Toets „OK“ indrukken.
NL
- 31
33
M251:Storing Er heeft zich een storing voorgedaan aan de base-uitwisselaar.
M234: Bereidheid Reversosmose staat klaar.
M238: geen waterdruk Geen waterdruk aan de ingang van de installatie.
M243: Droog Bufferreservoir permeaat is leeg, het SB-C wordt met koud water gevoed. Bedrijfsuren Hier worden de bedrijfsuren van de afzonderlijke componenten van de installatie sinds de ingebruikname van de wasinstallatie aangegeven. De afzonderlijke menupunten zijn weergegeven in het overzicht aan het begin van dit hoofdstuk.
M239: vol Het bufferreservoir permeaat is tot de niveauschakelaar BUFFERRESERVOIR VOL met permeaat gevuld.
Onderhoudsinstructies
M237: Voorspoelen Het voorspoelen van de RO-membranen wordt over X seconden afgesloten. M240: niet vol De waterspiegel in het bufferreservoir permeaat staat onder de niveauschakelaar BUFFERRESERVOIR VOL.
M235: Productie De reversosmose produceert permeaat.
M241: leeg De waterspiegel in het bufferreservoir permeaat staat onder de niveauschakelaar BUFFERRESERVOIR LEEG.
M236: Eindspoelen Het eindspoelen van de RO-membranen wordt over XX seconden afgesloten.
M242: Droogloop Droogloopvertraging nog XXX minuten actief. Gedurende deze tijd wordt SB-C van koud water voorzien. M232: geblokkeerd Permeaatproductie geblokkeerd, omdat de base-uitwisselaar aan een regeneratie bezig is.
34
NL
- 32
Basisprincipe voor een gebruiksveilige installatie is het regelmatige onderhoud volgens het volgende onderhoudsplan. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen van de fabrikant of door hem aanbevolen onderdelen, zoals – Reserve- en slijtageonderdelen, – Accessoires, – Werkstoffen, – Reinigingsmiddelen. GEVAAR Ongevallengevaar bij het werkzaamheden aan de installatie! Bij alle werkzaamheden: Watertoevoer losdraaien, daartie de afsluitklep vers water sluiten, installatie spanningsvrij schakelen, daartoe de noodstopschakelaar aan het gebouw uitschakelen en tegen herinschakelen beveiligen. LET OP Beschadigingsgevaar Reinig de binnenruimte van de installatie niet met de hogedrukstraal. Wie mag onderhoudswerkzaamheden uitvoeren? – Exploitant Werkzaamheden met de aanduiding 'Exploitant' mogen alleen door geschoolde personen uitgevoerd worden die de wasinstallatie veilig kunnen bedienen en onderhouden. – Klantendienst Werkzaamheden met de aanduiding „Klantenservice“ mogen alleen door monteurs van de Kärcher-klantenservice worden uitgevoerd. Onderhoudscontract Om een betrouwbare werking van de installatie te garanderen, raden u aan om een onderhoudscontract af te sluiten. Gelieve contact op te nemen met uw bevoegde Kärcher-klantenservice. GEVAAR Verwondingsgevaar door uit eventueel beschadigde onderdelen ontsnappende hogedrukstraal, verbrandingsgevaar door hete installatieonderdelen. Ga bij werkzaamheden aan de geopende installatie
bijzonder voorzichtig te werk en neem alle veiligheidsinstructies in acht. De volgende onderdelen zijn eventueel heter dan 50 °C: – Uitgaatpijp en uitlaatopening – Brander met doorloopgeiser – Cylinderkop van de hogedrukpomp – Hogedrukslang
Onderhoudsschema Tijdstip
Handeling
jaarlijks voor reinigen het begin van de vorstperiode
controleren
Verwarming wasplaats
controleren controleren controleren
Buitenthermostaat blazer Convectiewarmtestralers Vorstbescherming met waterverlies
controleren
dagelijks
Betrokken component Tegen vorst beschermende kringloop
controleren
noodvorstbescherming
reinigen meten controleren
Doorstroomgeiser Brander Hogedrukslangen, schuimslangen (bij 2-uitvoering gereedschap) Instructieborden op de wasplaats Verlichting van de wasplaats Staalbuis
controleren controleren controleren
controleren
controleren controleren
leegmaken
Uitvoering
Door wie
Verzamelschacht vochtbeschermingswater leegmaken en reinigen Exploitant/ klantenFilter aan de dompelpomp reinigen Filter vorstbeveiligingspomp (in de behuizing van de SB MB) reinigen dienst Gereedschapsopbergvak reingen en vrije doorstroming controleren Filter voor smoorklep (in het bereik van de uitgang van de hogedrukpompen) reinigen Verzamelschacht vriesbeschermingswater met vers water vullen Controleer of de circulatiepomp correct werkt en in de juiste richting draait Concentratie van het vorstbeschermingsmiddel controleren: Neem wat vorstbeschermende oplossing uit de veiligheidsklep en controleer met het speciale controlemiddel (6.419-070.0) of de concentratie nog goed is. Gewenste waarde -25°C Controleer de druk in het verwarmingscircuit. Controleer de gewenste waarde bij lopende circulatiepomp van de wasplaatsverwarming 0,07...0,15 MPa (0,7...1,5 bar) Controleer de instelling van het thermostaatmengventiel. Controleer de goede werking van het expansievat: Verwijder de ventielkap. Druk de ventielstift kort in met een lucifer. Als er lucht ontsnapt, is het expansievat in orde. Als er water ontsnapt, moet het expansievat worden vervangen. Als er niet ontsnapt moet het expansievat met een autobandenpomp tot de op het typeplaatje vermelde druk worden opgepompt. Werking controleren. Exploitant Werking controleren. Exploitant Zijn de regelaars correct ingesteld? (zie hoofdstuk „Instellingen/hete- Exploitant luchtkachel“). Vorstbeveiligingspomp inschakelen (zie hoofdstuk „Manuele ingrepen“). Exploitant Controleer of uit elk handspuitpistool minstens 0,5 l/min water stroomt, regel indien nodig de drukregelaar bij. Hoofdschakelaar in stand '0' draaien. Exploitant Controleer of uit elk handspuitpistool minstens 0,5 l/min water stroomt, regel indien nodig de drukregelaar bij. Aanbevolen: Plan deze halfjaarlijkse onderhoudswerkzaamheden Klantenvoor het begin van de vorstperiode. dienst Hogedrukslangen op mechanische beschadiging zoals doorschuren, Exploitant zichtbaar weefsel van de slang, knikken en poreus en gescheurd rubber inspecteren. Beschadigde hogedrukslangen vervangen.
Controleer of er instructieborden voor de gebruiker aanwezig en lees- Exploitant baar zijn. Controleer de werking van de wasplaatsverlichting, vervang defecte Exploitant lampen. Controleer op dichtheid, vervang eventueel de O-ring tauschen. Zijn Exploitant de sproeierbescherming en de buis met handgreep in orde? Eventueel vervangen. Handspuitpistool Controleer op dichtheid, eventueel de O-ring vervangen. Exploitant Kan de hogedrukslang worden gedraaid en werkt de hendel nog vlot? Eventueel smeren (zie hoofdstuk „Onderhoudswerkzaamheden“). GereedschapsBuitenkant op vreemde voorwerpen en vuil controleren. Verwijder Exploitant bergplaats zware vervuiling. Vulstand van de re- Vulpeil controleren en indien nodig bijvullen of vervangen. Exploitant servoirs voor reinigingsmiddel Muntreservoir Deur munttester openen en muntreservoir leegmaken. Exploitant
NL
- 33
35
Tijdstip
Handeling
aanvanke- controleren lijk dagelijks, nadien overeenkomstig de ervaring Dagelijks bij controleren vorst reinigen
Betrokken component Vulpeil van de brandstoftank
Uitvoering
Door wie
Is er voldoende stookolie tot de volgende controle? Denk eraan dat het Exploitant verbruik stijgt door de vorstbeschermende systemen. Door brandstofgebrek valt de installatie uit en kan ze worden beschadigd.
VorstbescherZjn de convectiewarmtestralers in werking (ook bij de ABS brandstof- Exploitant mingssystemen tank, optie)? Exploitant Filter van de vorst- Filter reinigen en opnieuw monteren beschermingspomp Dichtheid van de in- Pompen en leidingsysteem op lekkages controleren. Neem contact op Exploitant Na 40 be- controleren stallatie met de klantendienst als er olie onder de hogedrukpomp is, als er drijfsuren of meer dan 3 druppels water per minuut uit de hogedrukpomp druppelen wekelijks als deze aan staat. controleren Toestand van de Is de olie melkachtig, dan zit er water in. Klantendienst roepen. Exploitant olie controleren Oliepeil van de ho- Oliepeil moet tussen de markeringen MIN en MAX staan, anders olie Exploitant gedrukpompen bijvullen. controleren Slangen van reini- Visuele controle aan de hogedrukstraal of die reinigingsmiddel bevat, Exploitant gingsmiddelen met eventueel filter reinigen. filter controleren gehele installatie De werking van alle wasprogramma's controleren. Exploitant controleren Zoutvoorraad in de Staat het zoutpeil boven het waterpeil? Vul wanneer nodig ontharExploitant zouttank dingszout bij. controleren Resthardheid van Water uit het vlotterreservoir warm water halen en de resthardheid be- Exploitant onthard water palen met testset B (best.-nr.: 6.768-003). Richtwaarde: onder 3 °dH Restchloorgehalte Neem een waterstaal tussen de actiefkoolstoffilter en het RO-mem- Exploitant Controleren bij na actiefkoolstoffil- braan. Bepaal het restchloorgehalte. Vervang de actiefkoolstoffilter bij chloorgehalte een restchloorgehalte van meer dan 0,1 mg/l. vers water boven ter 0,3 mg/l kort inschakelen Verwarming was- Vorstbeveiligingspomp activeren zoals bij "Manuele ingrepen“ beExploitant plaats schreven. reinigen Behuizing buiten Reinigingsmiddel „voor washallen en tegels RM 841“ in een verhou- Exploitant (roestvrij staal en ding van 10% mengen, op de oppervlakken aanbrengen, ca. 2 tot 3 mikunststof nuten laten inwerken, niet laten opdrogen. Na de inwerktijd grondig afspoelen met de hogedrukstraal. Reinigingsmiddel „voor washallen en tegels RM 841“ in een verhou- Exploitant ding van 20 % mengen, op het oppervlak aanbrengen, ca. 2 tot 3 minuten laten inwerken. Na de inwerktijd de oppervlakken met een vochtige pad of microvezeldoek reinigen en vervolgens grondig afspoelen met de hogedrukstraal. Desgewenst kunnen de grote vlakken met een rubber aftrekker schoongeveegd worden. Antispatzeilen Reinigingsmiddel „voor washallen en tegels RM 841“ in een verhou- Exploitant ding van 10% mengen, op de oppervlakken aanbrengen, ca. 2 tot 3 minuten laten inwerken, niet laten opdrogen. Na de inwerktijd grondig afspoelen met de hogedrukstraal. LET OP Beschadigingsgevaar Reinig antispatzeilen niet met oplosmiddelen of oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen. verzorgen Behuizing buiten Indien nodig behandelen met onderhoudsproduct voor roestvrij staal. Exploitant (roestvrij staal) wekelijks bij controleren Verwarming ABS Controleer bij een temperatuur onder 3°C of de secundaire verwar- Exploitant vorst stookolietank (op- ming tussen stookolietank en SB MB warm is. tie) Fijne filter WSO Afsluitklep vers water sluiten, filterbeker losschroeven, filterinzet ver- Exploitant Eenmalig, 1 vervangen vangen, nieuwe filterinzet en filterbeker opnieuw monteren, afsluitklep maand na vers water openen. ingebruikname Alle roestvrijstalen Verwijder vuilresten en afzettingen. Smeer roestvrijstalen delen in met Exploitant Na 80 be- reinigen en in delen van de behui- speciale olie. drijfsuren of stand houden zing om de twee weken
36
NL
- 34
Tijdstip
Handeling
Betrokken com- Uitvoering Door wie ponent Na 200 be- Controleer de be- Hogedrukpompen Manometer moet 9...10 MPa (90...100 bar) aangeven. Anders fout overeen- Exploitant drijfsuren of drijfsdruk komstig de aanwijzingen in het hoofdstuk „Hulp bij storingen“ herstellen. maandelijks controleren Exploitant Hoeveelheid vorst- Gewenste waarde: ca. 0,5 l/min per wasgereedschap beschermingswa- Hoeveelheid water is groter: Vervang het verbindingsstuk in het handspuitpistool. ter bij vorstbeschermingskring- 몇 WAARSCHUWING Gevaar voor letsel en beschadiging. Wanneer de hoeveelheid antiloop vriesvloeistof groter is dan de toegelaten waarde, kan het reinigingsapparaat door de uittredende waterstraal ongecontroleerd in beweging komen. Bij te grote hoeveelheid antivriesvloeistof vertakkingstuk in het handspuitpistool beslist vervangen. Hoeveelheid water is kleiner: Maak de filter van de vorstbeschermende pomp schoon, maak de zeef in de smoorklep schoon, spoel de leiding, controleer de draairichting van de pomp. reinigen Reinigingsmiddel- Filter uitnemen en met heet water grondig uitspoelen. Exploitant filter reinigen Reservoir voor Filter reinigen. Exploitant kringloopwater voor vorstbescherming reinigen GereedschapsMaak de bergplaats schoon. Exploitant bergplaats controleren Zouttank Controleer het waterpeil (ca. 5...25 cm boven zeefplaat). Exploitant Controleer op afzettingen, indien nodig leeg maken en reinigen, vul ont- Exploitant hardingszout bij en opnieuw in bedrijf stellen. Gevaar voor functionele storingen. Om onthardingszout bij te vullen mag alleen het in hoofdstuk „Toebehoren“ vermelde onthardingszout in tabletvorm worden gebruikt. reinigen Brander Kijkglas van vlambewaking reinigen (zie hoofdstuk „Onderhoudswerk- Exploitant zaamheden“). Ontstekingselektroden reinigen en controleren Klantendienst reinigen Brandstoffilter Filter reinigen (zie hoofdstuk „Onderhoudswerkzaamheden“). Exploitant smeren Plafondarm Aan de smeernippel met vetpers smeren (vet 6.288-055.0) Exploitant smeren Deurscharnieren Scharnieren met vet (bestelnr.: 6.288-072) smeren. Exploitant in stand houden Sloten deuren Verzorgingsmiddel (bestelnr.: 6.288-116) in de sloten spuiten. Exploitant Restchloorgehalte Neem een waterstaal tussen de actiefkoolstoffilter en het RO-mem- Exploitant alle 6 weken Controleren bij na actiefkoolstoffil- braan. Bepaal het restchloorgehalte. Vervang de actiefkoolstoffilter bij chloorgehalte een restchloorgehalte van meer dan 0,1 mg/l. vers water onder ter 0,3 mg/l Elk kwar- reinigen Munttester Deur van de munttester openen. Muntinworp reinigen (zie "OnderExploitant taal houdswerkzaamheden"). Pompkop In geval van sterk versleten klepschotels moet de kop volledig worden KlantenNa 1000 be- controleren vervangen. dienst drijfsuren of om de zes Olieverversing Hogedrukpompen Zie hoofdstuk „Onderhoudswerkzaamheden“. Exploitant maanden roet en kalk ver- Doorstroomgeiser Roetverwijderen van verwarmingsslangen en ontkalken. Klantenwijderen dienst meten Brander Rookgaswaarde meten, eventueel de brander reinigen, instellen Klantendienst vervangen Fijne filter WSO Filterelement vervangen, niet reinigen. Exploitant jaarlijks Veiligheidscon- Gehele installatie Veiligheidcontrole volgens de richtlijnen voor stralers van vloeistoffen Klantentrole / voorschriften voor ongevallenpreventie. dienst Onderhoud Gehele installatie Onderhoudscontract inclusief vervangen van alle slijtageonderdelen. Klantendienst controleren TemperatuursinFunctie van beide temperatuurregelaars controleren. Klantenstelling dienst vervangen Filterinzet actiefAfsluitklep vers water (gebouw) sluiten, filterbeker losschroeven en Exploitant/ koolstoffilter WSO uitspoelen, filterinzet vervangen door een nieuwe filterinzet, filterinzet klantenen filterbeker opnieuw monteren, afsluitklep vers water openen, instal- dienst latie in bedrijf nemen. controleren Pomp RO-installa- Klantendienst informeren. Karakteristiek controleren (debiet en druk). Klantentie dienst Onderhoud Gasbrander Laat onderhoudswerkzaamheden uitvoeren door de klantenservice van de branderfabrikant. Om de 5 reinigen Brandstofreservoir De resterende brandstof verwijderen. Bezinksel verwijderen. De bin- Tankreinijaar of innenzijde van de tank reinigen. gingsservice dien nodig
NL
- 35
37
Onderhoudswerkzaamheden Condensatiewater aan compressor aflaten
1
Condensaataflaatventiel
Houd de condensaatafvoerklep boven een schacht of een opvangbak. Open de condensaatafvoerklep en laat het condensaat af. Sluit de condensaatafvoerklep. Handspuitpistool smeren
1 2 3 4 5 6 7
Schroef Griffschalenhälfte Knooppunt Naaldlager O-ring Contactvlak buis/greep rond de buis Hogedrukslang
Straalbuis losschroeven. 6 schroeven verwijderen. Verwijder de helft van de greep rond de buis. Vul de kamer voor naaldlager in de helft van de greep rond de buis met vet. Naaldlager en O-ring smeren. Contactvlak buis/greep rond buis smeren. De helften van de greep rond de buis weer monteren.
38
Het kijkglas van de vlambewaking reinigen
1 2 3 4 5 6
1 2
Schroef Sproeierhouder Lichtsensor Deksel Kijkglas Stuwschijf
Brandstofleiding lossen. Trek de lichtsensor zijdelings uit de houder. 3 schroeven losdraaien. Neem het deksel met houder voor lichtsensor weg. Verwijder de stuwschijf van de sproeierhouder. Reinig het kijkglas. De onderdelen in omgekeerde volgorde monteren. De filter van de brandstofpomp reinigen
Deksel oliereservoir Olieaflaatschroef
Opvangbak voor afgewerkte olie klaarzetten. Deksel van de olietank verwijderen. Olie-uitloopschroef uitdraaien en afgewerkte olie opvangen. Dichtingsring vervangen en de olieaftapschroef indraaien. Nieuwe olie langzaam tot de „MAX“ markering aan het oliereservoir vullen. Olietank met deksel afsluiten. Afgewerkte olie naar de betreffende inzamelcentra brengen. Inworpopening voor munten reinigen
Munttestger openen en de loopbaan van de munten met een vochtige doek met reinigingsmiddel schoonmaken. Instelling elektroden 1 2
Brandstofpomp Filterhuis
De olietoevoer afsluiten. Het filterhuis losschroeven. Filter met perslucht reinigen. De onderdelen in omgekeerde volgorde monteren. De olietoevoer openen. Olieverversing 몇 WAARSCHUWING Verbrandingsgevaar door hete olie en hete installatiedelen! Pomp voor olieverversing 15 minuten lang laten afkoelen. Instructie: Oude olie mag enkel door de voorziene verzamelpunten afgevoerd worden. Geef afgewerkte olie hier af. Het vervuilen van het milieu met oude olie is strafbaar.
NL
- 36
De correcte instelling van de ontstekingselektroden is belangrijk voor de functie van de brander. De instelmaten staan in de bovenstaande tekening.
Hulp bij storingen Basisprincipe voor een gebruiksveilige installatie is het regelmatige onderhoud volgens het volgende onderhoudsplan. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen van de fabrikant of door hem aanbevolen onderdelen, zoals – Reserve- en slijtageonderdelen, – Accessoires, – Werkstoffen, – Reinigingsmiddelen. GEVAAR Ongevallengevaar bij het werkzaamheden aan de installatie! Bij alle werkzaamheden: Watertoevoer losdraaien, daartie de afsluitklep vers water sluiten, installatie spanningsvrij schakelen, daartoe de noodstopschakelaar aan het gebouw uitschakelen en tegen herinschakelen beveiligen.
Wie mag storingen oplossen? –
–
–
–
Exploitant Werkzaamheden met de aanduiding 'Exploitant' mogen alleen door geschoolde personen uitgevoerd worden die de wasinstallatie veilig kunnen bedienen en onderhouden. Vakkundige elektricien Personen met een beroepsopleiding in de elektrotechnische sector. Klantendienst Werkzaamheden met de aanduiding „Klantenservice“ mogen alleen door monteurs van de Kärcher-klantenservice worden uitgevoerd. Klantenservice van de branderfabrikant Storingen aan de gasbrander mogen enkel opgelost worden door de klantenservice van de branderfabrikant.
NL
- 37
Storingsindicatie Storingsindicatie schakelkast
1
Storingsindicatie in het display van de besturing
39
In het display getoonde storingen Display F 001
Oorzaak Uitgangen van de elektronica overbelast
F 004 F 005
Schemeringssensor defect Motorbeveiligingsschakelaar van hogedrukpompen is geactiveerd
F 006 F 007 F 008
Verbinding met RDS gestoord Drukschakelaar lucht aan de compressor meldt geen druk Oorzaak: geen verbinding met de elektronica „MSWS“.
F 010 F 011 F 012 F 013 F 014 F 016
Keine Verbinding met de pompelektronica wasplaats 1 Uitgangen van de elektronica van wasplaats 1 zijn overbelast Stroomverbruik hogedrukpomp wasplaats 1 te hoog Stroomverbruik hogedrukpomp wasplaats 1 te laag Beveiliging hogedrukpomp wasplaats 1 klemt Wikkelingsbeschermingscontact hogedrukpomp wasplaats 1 is in werking getreden Oliepeil hogedrukpomp wasplaats 1 te laag Elektronica wasplaats 1 defect Geen verbinding met de afstandsbedieningelektronica van wasplaats 1 Storing aan de munttester wasplaats 1
F 017 F 018 F 020 F 021 F 022
F 030 F 031 F 032
Geen verbinding met de pompelektronica van wasplaats 2 Uitgangen van de elektronica van wasplaats 2 zijn overbelast Stroomverbruik van de hogedrukpomp van wasplaats 2 te hoog
F 033 F 034 F 036
Stroomverbruik hogedrukpomp wasplaats 2 te laag Beveiliging hogedrukpomp wasplaats 2 klemt Wikkelingsbeschermingscontact hogedrukpomp wasplaats 2 is in werking getreden Oliepeil hogedrukpomp wasplaats 2 te laag Elektronica wasplaats 2 defect Geen verbinding met de afstandsbedieningselektronica van wasplaats 2 Storing aan de muntentester wasplaats 2
F 037 F 038 F 040 F 041 F 042
F 050 F 051 F 052
Geen verbinding met de pompelektronica wasplaats 3 Uitgangen van de elektronica van wasplaats 3 zijn overbelast Stroomverbruik van de hogedrukpomp van wasplaats 3 te hoog
F 053 F 054 F 056
Stroomverbruik hogedrukpomp wasplaats 3 te laag Beveiliging hogedrukpomp wasplaats 3 klemt Wikkelingsbeschermingscontact hogedrukpomp wasplaats 3 is in werking getreden Oliepeil hogedrukpomp wasplaats 3 te laag Elektronica wasplaats 3 defect Geen verbinding met de afstandsbedieningselektronica van wasplaats 3 Storing aan de muntentester wasplaats 3
F 057 F 058 F 060 F 061 F 062
F 070 F 071
40
Geen verbinding met de pompelektronica wasplaats 4 Uitgangen van de elektronica van wasplaats 4 zijn overbelast
NL
- 38
Oplossing Storing bevestigen. Als de storing zich nogmaals voordoetg, de klantendienst bellen. Contact opnemen met klantendienst Motorbeveiligingsschakelaar terugzetten, bij herhaaldelijk optreden van de storing de klantendienst laten komen. Contact opnemen met klantendienst Compressor en persluchtleidingen controleren. Controleer de verbinding van de datakabel met de elektronica A1. Contact opnemen met klantendienst Storing bevestigen. Als de storing zich nogmaals voordoetg, de klantendienst bellen. Zie „Storingen aan de hogedrukpompen" Contact opnemen met klantendienst Storing bevestigen. Als de storing zich nogmaals voordoetg, de klantendienst bellen. Olie navullen, storing kwiteren. Contact opnemen met klantendienst Stekerverbinding van de datakabel met de afstandsbedieningselektronica controleren. Contact opnemen met klantendienst Bij een mechanische munttester de microschakelaar controleren, elektronische munttester vervangen Storing bevestigen. Als de storing zich nogmaals voordoetg, de klantendienst bellen. Storing bevestigen. Als de storing zich nogmaals voordoetg, de klantendienst bellen. Zie „Storingen aan de hogedrukpompen" Contact opnemen met klantendienst Storing bevestigen. Als de storing zich nogmaals voordoetg, de klantendienst bellen. Olie navullen, storing kwiteren. Contact opnemen met klantendienst Stekerverbinding van de datakabel met de afstandsbedieningselektronica controleren. Contact opnemen met klantendienst Bij een mechanische munttester de microschakelaar controleren, elektronische munttester vervangen Storing bevestigen. Als de storing zich nogmaals voordoetg, de klantendienst bellen. Storing bevestigen. Als de storing zich nogmaals voordoetg, de klantendienst bellen. Zie „Storingen aan de hogedrukpompen" Contact opnemen met klantendienst Storing bevestigen. Als de storing zich nogmaals voordoetg, de klantendienst bellen. Olie navullen, storing kwiteren. Contact opnemen met klantendienst Stekerverbinding van de datakabel met de afstandsbedieningselektronica controleren. Contact opnemen met klantendienst Bij een mechanische munttester de microschakelaar controleren, elektronische munttester vervangen Storing bevestigen. Als de storing zich nogmaals voordoetg, de klantendienst bellen.
Display F 072 F 073 F 074 F 076 F 077 F 078 F 080 F 081 F 082
F 177
F 200 F 201 F 202 F 204 F 210
F 211 F 212 F 213 F 214 F 220 F 221 F 222
F 223 F 224 F 225 F 226 F 227 F 228 F 229 F 230 F 231 F 232 F 233 F 240 F 241 F 242 F 243 F 244 F 245 F 250
Oorzaak Stroomverbruik van de hogedrukpomp van wasplaats 4 te hoog
Oplossing Storing bevestigen. Als de storing zich nogmaals voordoetg, de klantendienst bellen. Stroomverbruik hogedrukpomp wasplaats 4 te laag Zie „Storingen aan de hogedrukpompen" Beveiliging hogedrukpomp wasplaats 4 klemt Contact opnemen met klantendienst Wikkelingsbeschermingscontact hogedrukpomp wasplaats 4 is in Storing bevestigen. Als de storing zich nogmaals werking getreden voordoetg, de klantendienst bellen. Oliepeil hogedrukpomp wasplaats 4 te laag Olie navullen, storing kwiteren. Elektronica wasplaats 4 defect Contact opnemen met klantendienst Geen verbinding met de afstandsbedieningselektronica van wasStekerverbinding van de datakabel met de afplaats 4 standsbedieningselektronica controleren. Storing aan de muntentester wasplaats 4 Contact opnemen met klantendienst Bij een mechanische munttester de microschakelaar controleren, elektronische munttester vervangen Stroomverbruik van de pomp van wassen van de onderkant te hoog Motorbeveiligingsschakelaar terugzetten, bij herhaaldelijk optreden van de storing de klantendienst laten komen. Geen verbinding tussen besturing SB MB en elektronica van de WSO Contact opnemen met klantendienst Uitgangen van de besturing SB MB naar de WSO overbelast Hardheidssensor duidt na regeneratie hard water aan zie „Water blijft hard na regeneratie“ Storing in de elektronica Contact opnemen met klantendienst Niveauschakelaar BUFFERRESERVOIR LEEG geactiveerd Tank tot niveauschakelaar BUFFERRESERVOIR LEEG laten vullen (max. inschakelvertraging 60 minuten) Niveauschakelaar BUFFERRESERVOIR LEEG en BUFFERRESER- Niveauschakelaar controleren. VOIR VOL schakelen tegelijkertid Niveauschakelaar POMP RO AAN en BUFFERRESERVOIR VOL schakelen tegelijkertijd Waterdruk aan de pomp RO onder 0,3 bar Stroomdruk van de watertoevoer controleren Waterfilter reinigen Waterbehandelingsinstallatie gebouw meldt een storing Zie de gebruiksaanwijzing van de waterbehandeling gebouw Te weinig water Zie „Te weinig water in het warmwaterreservoir“ Rookgastemperatuur te hoog Zie „Rookgasthermostaat is uitgeschakeld“ Stroomverbruik warmwatercirculatiepomp te hoog Motorbeveiligingsschakelaar resetten. Als de storing zich nogmaals voordoet, de klantendienst bellen. Storing van de brander Zie „Storingen van de brander“ Veiligheidsautomaat van de brander is geactiveerd De veiligheidsautomaat resetten. Brandervertraging actief Wacht tot de vertragingstijd tot de nieuwe branderstart is afgelopen. De debietschakelaar is na uitschakelen van de warmwatercirculatie- Contact opnemen met klantendienst pomp niet binnen de 3 seconden geopend. De debietschakelaar is na inschakelen van de warmwatercirculatiepomp niet binnen de 3 seconden gesloten. De heetwateruitgang koelt na uitschakelen van de brander te lang- Warmwatercircuit controleren. zaam af Storing temperatuursensor warm water Contact opnemen met klantendienst Storing temperatuursensor branderuitgang Storing temperatuursensor warm water Storing temperatuursensor branderuitgang Watertemperatuur bij externe toevoer met warm water boven 60°C. Temperaturr van de watertoevoer verminderen Storing sensor buitentemperatuur Contact opnemen met klantendienst Storing sensor buitentemperatuur Stroomverbruik circulatiepomp vorstbeveiliging te hoog Motorbeveiligingsschakelaar of veiligheidsautomaat resetten. Wanneer de storing zich opnieuw Stroomverbruik circulatiepomp wasplaatsverwarming te hoog voordoet, de klantendienst bellen. Warmwatertemperatuur te laag, wasplaatsverwarming werd uitgezet Doorstroomgeiser en warmwatercircuit controleren Stroomverbruik schuimslangverwarming droogschuim te hoog Motorbeveiligingsschakelaar resetten. Als de storing zich nogmaals voordoet, de klantendienst belStroomverbruik van pomp voor speciaal wasprogramma te hoog len.
NL
- 39
41
Storingen bevestigen
Foutenlijst bekijken
In normale modus worden de actieve storingen in volgorde afwisselend getoond. Het aantal tussen haakjes is het totaal aantal momenteel voorhanden storingen. Als een storing moet worden bevestigd, dan blijft de aanduiding staan:
In de besturing worden maximaal 256 foutmeldingen opgeslagen. Als de foutenlijst vol is, wordt de oudste melding overschreven. Druk zo vaak op „ESC“ tot de volgende aanduiding wordt getoond:
M284: Storing bevestigen Foutcode (F: XXX) in de bovenstaande tabel opzoeken en de storing overeenkomstig de gegevens verhelpen. Druk op "ESC" om te bevestigen.
Toets „OK“ langer dan 2 seconden indrukken. 1 2 3
Toets LINKS indrukken.
M277: Bevestigen M3: Ja M4: Neen Druk "OK" om te bevestigen. De storing is bevestigd. Instructie: Als andere storingen weergegeven moeten worden zonder de weergegeven storing te kwiteren, moet de toets RECHTS ingedrukt worden.
M1100: Fout Z100: Totaal Som van de opgeslagen foutmeldingen Druk op „OK“ om naar de laatst opgeslagen foutmelding te gaan.
1 2 3 4
Datum waarop de fout zich heeft voorgedaan Tijdstip waarop de fout zich heeft voorgedaan Foutcode Lijstplaats/aantal dezelfde fouten in de foutenlijst
Met de toetsen LINKS en RECHTS kunt u in de foutenlijst bladeren. Met de toets „OK“ worden de details van de momenteel getoonde fout zichtbaar.
42
NL
- 40
Foutbeschrijving Foutcode Aantal dezelfde fouten in de foutenlijst
Foutgeheugen wissen Toetsen LINKS en RECHTS tegelijkertijd indrukken.
Eventlijst bekijken
Toets LINKS indrukken.
In de besturing worden maximaal 256 events opgeslagen (bv. activiteiten van waterbehandeling). Als de eventlijst vol is wordt de oudste melding overschreven. Druk zo vaak op „ESC“ tot de volgende aanduiding wordt getoond: Toets RECHTS indrukken.
M205: De lijst wissen M213: bevestigen Druk op „OK“ om de foutenlijst te wissen of druk op „ESC“ om de foutenlijst niet te wissen.
Toets „OK“ langer dan 2 seconden indrukken.
M1101: Events Z100: Totaal De verdere bediening gebeurt zoals bij „Foutenlijst bekijken“.
Storingen in het warmwatercircuit Storing Te weinig waer in het warmwaterreservoir
Mogelijke oorzaak Oplossing Door wie Watertoevoer geblokkeerd Afsluitklep vers water openen Exploitant Fijfilter in de waterbehandeling is vervuild Filterelement reinigen of vervangen. Exploitant Vlotterventiel in het warmwaterreservoir gaat niet Vlotterventiel controleren eventueel repareren. Exploitant open Veiligheid te weinig water in het warmwaterreser- Veiligheid te weinig water controleren eventueel Exploitant voir klemt of is defect vervangen. Slangleiding gesprongen of gelost Slangleidingen controleren en eventueel vervan- Exploitant gen. Thermostaat controleren, indien nodig vervan- Klantendienst Watertemperatuur Thermostaat defect. te laag / te hoog gen. Brander start niet Debietsensor defect Debietsensor controleren, reinigen, indien nodig Klantendienst of breekt verwarvervangen. ming af Warmwatercircuit is verkalkt Waterbehandeling controleren, circuit ontkalken. Klantendienst Lucht in de warmwatercirculatiepomp Ontlucht de pomp via de ontluchtschroef. Exploitant De warmwatercirculatiepomp draait in de verControleer de draairichting en wijzig die eventu- Klantendienst keerde richting eel. Thermostaat defect. Thermostaat controleren, indien nodig vervan- Klantendienst gen. Beveiliging van warmwatercirculatiepomp defect Beveiliging controleren en eventueel vervangen. Klantendienst Motorbeveiligingsschakelaar circulatiepomp Circulatiepomp controleren, indien nodig repare- Klantendienst warm water is in werking getreden aangezien cir- ren of vervangen Motorbeveiligingsschakelaar culatiepomp blokkeert of pomp defect resetten.
Storingen aan de wasplaatsverwarming Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Door wie Temperatuur in de warmwatertank onder 10 °C Storing in het warmwatercircuit opsporen en op- Exploitant/ klanCirculatiepomp lossen tendienst wasplaatsverwar- (storingsindicatie „F 244“). ming buiten werking
NL
- 41
43
Branderstoringen bij olieverwarmde apparaten 1 2 3
Storing Storing oliestoking (oliestookautomaat) in de elektrische kast Branderbesturing in werking getreden
Sterke rookontwikkeling bij starten en tijdens de werking
Rookgasthermostaat (S5) is in werking getreden
Ontgrendelingsknop rookgasthermostaat Ontgrendelingsknop oliestookautomaat Elektrische kast branderbesturing
Mogelijke oorzaak Oplossing Door wie Er zijn geen ontstekingsvonken (zichtbaar door Controleer instelling van de elektroden, ontste- Klantendienst het kijkglas in het branderdeksel) kingstransformator en de ontstekingskabel. Elektroden reinigen, defecte onderdelen vervangen. Ontgrendelingsknop oliestookautomaat indrukken. Kijkglas vlambewaking vervuild Kijkglas van vlambewaking reinigen (zie hoofd- Exploitant stuk „Onderhoudswerkzaamheden“). Ontgrendelingsknop rookgasthermostaat indrukken. Lichtsensor van vlambewaking niet in houder of Lichtsensor weer bevestigen of vervangen. Exploitant, klandefect Ontgrendelingsknop rookgasthermostaat indruk- tenservice ken. Stookoliepeil te laag Brandstoftank vullen. Exploitant Ontgrendelingsknop rookgasthermostaat indrukken. Geen vlamvorming vanwege geen brandstof De brandstoffilter aan de brandstofpomp reini- Exploitant gen. Ontgrendelingsknop rookgasthermostaat indrukken. Brandstofsproeier reinigen en eventueel vervan- Exploitant gen. Ontgrendelingsknop rookgasthermostaat indrukken. Ontgrendelingsknop rookgasthermostaat indruk- Klantendienst ken. Magneetklep brandstof, brandstofpomp of koppeling defect. Geen vlamvorming vanwege geen lucht Controleer manchet aan de ventilator op bescha- Exploitant diging en ga na of de banden nog vast zitten. Ontgrendelingsknop rookgasthermostaat indrukken. Ventilator defect, vervangen. Klantendienst Ontgrendelingsknop rookgasthermostaat indrukken. Ontstekingselektrode bevindt zich in de brand- Controleer en corrigeer de instelling van de elek- Exploitant, klanstofstraal. trode. tenservice Brandstofdruk niet juist (zie hoofdstuk „Techni- Controleer de brandstofdruk en stel eventueel Klantendienst sche gegevens“) weer in. Verwarmingsslang sterk door roet vervuild. Geiser demonteren en verwarmingsslang reini- Klantendienst gen. Warmwatercircuit is verkalkt Waterbehandeling controleren, circuit ontkalken. Klantendienst Rookgasthermostaat ontgrendelen door toets in te drukken. Verwarmingsslang sterk door roet vervuild. Geiser demonteren en verwarmingsslang reini- Klantendienst gen. Rookgasthermostaat ontgrendelen door toets in te drukken. Klantendienst Brander fout ingesteld Branderinstelling corrigeren. Rookgasthermostaat ontgrendelen door toets in te drukken.
Branderstoringen bij gasverwarmde apparaten Storingen aan de gasbrander mogen enkel opgelost worden door geautoriseerd vak-
44
personeel van de branderfabrikant.
NL
- 42
Storingen aan muntinworp Storing Alle munttesters weigeren alle muntstukken
Mogelijke oorzaak Oplossing Hoofdschakelaar uitgeschakeld. Hoofdschakelaar op '1' zetten. Tijd of bedrijfstijden ontregeld. Nabedrijfsblok- Instelling van de besturing controleren. kering actief Watergebrek (F 220) Watertoevoer controleren. Motorbeveiligingsschakelaar van de hogedruk- Motorbeveiligingsschakelaar resetten. pomp is geactiveerd. Bij herhaling oorzaak bepalen. Een enkele munt- Munttester vervuild Muntinworp reinigen (zie hoofdstuk „Onderhoudstester weigert alle werkzaamheden“) munten Overstroom aan hogedrukpomp Fout aan de besturing kwiteren.
Door wie Exploitant Exploitant Exploitant Exploitant Exploitant Exploitant
Storingen aan de hogedrukpompen Storing Mogelijke oorzaak Ongelijkmatige wa- Hogedruksproeier verstopt terstraal aan het Watertoevoerhoeveelheid te laag handspuitpistool
Oplossing Door wie Hogedruksproeier reinigen Exploitant Watertoevoerhoeveelheid controleren (zie Tech- Exploitant nische gegevens). Knik in zuigslang Zuigslang controleren. Exploitant Verminderde druk Hogedruksproeier uitgespoeld Hogedruksproeier vervangen. Exploitant aan de hogedruk- Verkeerde hogedruksproeier gemonteerd Hogedruksproeier controleren / vervangen Exploitant pomp Watertoevoerhoeveelheid te laag Watertoevoerhoeveelheid controleren (zie Tech- Exploitant nische gegevens). Magneetklep spoelen, vlotterventiel en magneet- Klantendienst klep waterkwaliteit controleren. De pomp ontwik- Hogedrukleiding naar de wasplaats is niet her- Hogedrukleiding controleren en eventueel vervan- Exploitant, klankelt onvoldoende metisch gen. tenservice druk Overstroomventiel anders ingesteld of niet her- Overstroomventiel controleren, repareren. Klantendienst metisch De hogedrukpomp zuigt lucht uit leeg reiniReinigingsmiddel bijvullen. Zuigleiding ontluchten Exploitant gingsmiddelreservoir (om het ontluchten eventueel te versnellen de zuigslang naar de pomp tijdens gewone werking enkele malen kort afklemmen). Hogedrukpomp Hogedrukpompen zuigen lucht aan Zuigleidingen voor water en reinigingsmiddel con- Exploitant klopt, manometer troleren op ondichtheid. oscilleert sterk Is reinigingsmiddelreservoir leeg? (zie boven) Exploitant Trillingsdemper defect Trillingsdemper vervangen. Exploitant Ventiel in de pompkop defect of vervuild Defecte ventielen vervangen. Klantendienst Pomp draait niet Overstroom aan hogedrukpomp Fout aan de besturing kwiteren. Exploitant
Storingen in de aanvoer van reinigingsmiddel Storing Onvoldoende of geen aanvoer van reinigingsmiddel
Mogelijke oorzaak Verstopt filter of verstopte slang Slang reinigingsmiddel ondicht Doseerpomp verkeerd ingesteld of defect
Oplossing Onderdelen reinigen. Slang vervangen Doseerpomp en instelling controleren.
NL
- 43
Door wie Exploitant Exploitant Exploitant, klantenservice
45
Storingen aan de velgenreiniger/het intensief schuim Storing Onvoldoende of geen aanvoer van water / reinigingsmiddel
Mogelijke oorzaak Zeef in de wateringang vervuild. Sproei-element in de injector verstopt Smoorelement in het knooppunt verstopt
Oplossing Zeef reinigen. Sproeierinzet reinigen. Onderdelen reinigen.
Door wie Exploitant Exploitant Exploitant, klantenservice Knoopelement met perslucht uitblazen of schuimer Exploitant, klanvervangen tenservice 4 Smoorklep intensief schuim (1,3 mm) met terugslagklep 5 Ingang perslucht met terugslagklep 6 Schuimer 7 Terugslagklep 8 Uitgang hogedruk
Schuimer in het knoopelement verstopt
1
1 2 3
Zeef
Knooppunt Ingang hogedruk met terugslagklep Smoorklep velgenreiniger (0,6 mm) met terugslagklep
Storing bij productie van droog schuim (optie) Storing Slechte kwaliteit van het droogschuim, het schuim is te drog of te nat
Mogelijke oorzaak Reinigingsmiddeltank leeg Zuigfilter doseerpomp verstopt Watertoevoer te laag
Oplossing Reservoir vervangen. Filter afspoelen met warm water Watertoevoer opnieuw opbouwen, instelling drukverlager schuimstation controleren (0,25 MPa (2,5 bar)) Compressor levert geen lucht Compressor controleren Compressor oververhit Na het afkoelen, treedt de compressor automatisch opnieuw in werking. Drukverlager schuimstation ver- Druckminderer reinigen ontreinigd Magneetventiel water / chemie Spanning met magneetveldtester controleren, magneetventiel gaat niet open reinigen, indien nodig vervangen Instelling van de doseerventielen Basisinstelling uitvoeren (zie hoofdstuk B Bediening en instelwater / chemie of lucht verkeerd lingen) Verkeerd reinigingsmiddel, reini- Reinigingsmiddel vervangen gingsmiddel verontreinigd of oud
Door wie Exploitant Exploitant Exploitant Klantendienst Exploitant Exploitant Exploitant, klantenservice Klantendienst Exploitant
Storingen aan de waterbehandeling Storing Mogelijke oorzaak Base-uitwisselaar Geen stroom regenereert niet Hardheidssensor defect Water blijft hard na Geen zout in de zouttank regeneratie
zoutverbruik te hoog Drukverlies
46
Oplossing Door wie Voeding controleren (zekering, stekkers, schake- Exploitant/klanlaars). tendienst Hardheidssensor controleren, eventueel vervangen Klantendienst Vul zout na, wacht brijnvorming af (ca. 2 uren). Start Exploitant nieuwe regeneratie. Laat het zoutpeil niet onder het waterniveau zakken. Injectorfilter verstopt reinigen Klantendienst Watertoevoer naar de zouttank is ontoereikend Zoutvulduur controleren, eventueel zoutvuldiafrag- Klantendienst ma reinigen Stijgbuis ondicht Stijgbuis, pilootbuis, controleren Klantendienst te veel water in de zouttank zie hierna Klantendienst foute zoutmenginstelling Zoutverbruik en zoutinstelling controleren Klantendienst Afzettingen in de watertoevoer reinigen Klantendienst Afzettingen in base-uitwisselaar Ventiel en harsplank reinigen Klantendienst
NL
- 44
Storing Mogelijke oorzaak te veel water in de Spoeldiafragma verstopt zouttank Injector verstopt Vreemde voorwerpen in zoutwaterventiel Stroomonderbreking tijdens vullen zoutwater Zout water wordt Wateraanvoerdruk te laag niet aangezogen Spoeldiafragma verstopt Injector verstopt Lek binnen in het ventiel voortdurend water Ventiel voert de cycli niet correct uit in de afvoer, ook na regeneratie Vreemde voorwerpen in het ventiel
Oplossing Door wie Spoeldiafragma reinigen Klantendienst Injector en filter reinigen Klantendienst Zouotwaterventiel reinigen, klepschotel vervangen Klantendienst Stroombron controleren Klantendienst Waterdruk tot minstens 0,3 MPa (3 bar) verhogen. Exploitant Spoeldiafragma reinigen Klantendienst Injector en filter reinigen Klantendienst Ventielkleppen vervangen Klantendienst Timerprogramma controleren, indien nodig de ven- Klantendienst tielbesturing vervangen Ventielbesturing verwijderen, vreemde voorwerpen Klantendienst verwijderen, ventiel in alle standen controleren RO-pomp start niet Bufferreservoir permeaat vol Wachten tot permeaat wordt verbruikt. Exploitant Niveauschakelaar „Bufferreservoir vol“ defect Niveauschakelaar controleren. Klantendienst Aanlooptijd van de besturing nog niet afgelopen Wachten. Exploitant Drukschakelaar Watertekort is in werking getre- Fijnfilter of actieve koolilter vervuild Exploitant den. Filter controleren, indien nodig het filterelement vervangen. Drukschakelaar watertekort defect Drukschakelaar controleren, eventueel vervangen. Klantendienst Regeneratie van de base-uitwisselaar loopt Einde van de regeneratie afwachten. Exploitant Van de base-uitwisselaar komt geen onthard Base-uitwisselaar controleren. Exploitant/ water klantendienst Druk van de waterleiding controleren, eventueel Exploitant RO-pomp start pas Druk van de waterleiding te laag toevoerventiel volledig openen. na meerdere spoelcycli Fijnfilter of actieve koolilter vervuild Filter controleren, indien nodig het filterelement ver- Klantendienst vangen. Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Door wie Temperatuur van het ontharde water meten en met Exploitant Permeaatcapaci- Temperatuur watertoevoer te laag de technische gegevens vergelijken. teit te laag, bufferreservoir permeaat Bedrijfsdruk te laag Bedrijfsdruk opnieuw instellen. Klantendienst is vaak leeg Kalk- of mineraalafzettingen op het filtervlak van Membraan ontkalken, eventueel vervangen. Klantendienst het RO-membraan Niveauschakelaar bufferreservoir „voll“ defect Niveauschakelaar controleren. Klantendienst Bacterie- of algafzettingen op het filteroppervlak Membraan lang spoelen, eventueel vervangen. In Klantendienst van het RO-membraan de toekomst letten op: Water van drinkwaterkwaliteit, lange stilstandtijden vermijden. Vlekken op de au- Het mineraalgehalte van het onthard water is te Geleidend vermogen van het ontharde water con- Klantendienst troleren. tolak bij Topverzor- hoog ging (permeaat on- Doorbraak in het RO-membraan, defecte afDichting of membraan vervangen. Geleidend ver- Klantendienst voldoende gede- dichting mogen controleren mineraiseerd) Vermenging van permeaat en onthard water Vergelijking geleidend vermogen van permeaat uit Klantendienst de straalpijp en water uit het bufferreservoir permeaat.
Storingen aan de vorstbeschermingsinrichtingen Storing Heteluchtkachels niet in werking
Mogelijke oorzaak Heteluchtkachels verkeer ingesteld Heteluchtkachels defect Vorstbescherming Stroomtoevoer onderbroken niet in werking Sensor buitentemperatuur verkeerd gemonteerd Straalpijp, hand- Zeef met smoorklep verstopt (rood gemarspuitpistool en ho- keerd) gedrukslang bevro- Filter vorstbeschermingspomp verstopt ren Wasplaatsverwar- Sensor buitentemperatuur verkeerd gemonming functioneert teerd niet bij vorst Warmtewisselaar of circulatiepomp defect Storing van de brander Motorbeveiligingsschakelaar circulatiepomp wasplaatsverwarming is in werking getreden
NL
Oplossing Instelling controleren (zie hoofdstuk „Instellingen“) Heteluchtkachels vervangen. Stroomverzorging controleren en veilig stellen. Zie hoofdstuk „Installatie installeren“.
Door wie Exploitant Klantendienst Exploitant Klantendienst
Schroefbevestiging openen. Zeef reinigen. Smoor- Exploitant opening op vrije doorgang controleren. Filter reinigen en opnieuw monteren Exploitant Zie hoofdstuk „Installatie installeren“.
Klantendienst
Warmtewisselaar, pomp en leidingsysteem contro- Klantendienst leren en eventueel repareren. De storing van de brander verhelpen. Exploitant Motorbeveiligingsschakelaar ontgrendelen, bij her- Exploitant, klanhaling de oorzaak bepalen. tenservice - 45
47
Toebehoren Opbouwsets Waterfilter G 1“ Bestel-nr.: 6.761-284.0
Testsets Testset A Bestel.-nr. 6.768-004.0 om de hardheid van schoon water te bepalen. Testset B Bestel.-nr. 6.768-003.0 om de resterende hardheid van onthard water te bepalen. Testset C Bestel-nr. 6.548-066.0 voor de bepaling van het restchloorgehalte van het ontharde water en het vers water.
bedrijfsstoffen Onthardingszout in tabletvorm Best.-nr.: 6.287-016.0 Motorolie Hypoid SAE 90 bestelnr.: 6.288-016.0 Vet met maximaal smeervermogen Best.-nr.: 6.288-055.0 Siliconenvet Best.-nr.: 6.288-028.0 Smeermiddel slot bestelnr.: 6.288-116.0 Onderhoudsmiddel roestvrijstaal bestelnr.: 6.290-911.0 Vochtbeschermende spray Bestel-nr.: 6.228-001.0
Reinigingsmiddel Intensieve vuiloplosser CP930 ASF, 20 l Bestel-nr.: 6.295-515.0 HD-wassen CP 935 ASF, 20 l Bestel-nr.: 6.295-517.0 Actief schuim CP 940 ASF, 20 l Bestel-nr.: 6.295-519.0 Thermowax CP 945 ASF, 20 l Bestel-nr.: 6.295-521.0 Top-verzorging CP 950 ASF, 20 l Bestel-nr.: 6.295-523.0 HD-wassen RM 806, 20 l Bestel-nr.: 6.295-553.0 Hete wax RM 820 ASF, 20 l Bestel-nr.: 6.295-428.0 Schuimreiniger RM 838 ASF, 20 l Best.-nr.: 6.295-838.0
48
Instandhouding van het toestel Reinigingsmiddel voor washallen en tegels RM 841, 20 l Bestel-nr.: 6.295-419.0 Vensteraftrekker Bestel-nr.: 6.907-200.0 Spuitbus 1 l Bestel-nr.: 6.394-374.0 RM sprayer 5 l 6.394-255.0 Telescopische buis Bestel-nr.: 6.999-023.0 Padhouder 6.999-080.0 Witte pads 6.999-046.0 Microvezeldoek blauw Bestel-nr.: 6.999-017.0 Kalkoplosmiddel RM 100 ASF RM 101 ASF
Garantie In elk land gelden de door onze bevoegde verkoopmaatschappij uitgegeven garantievoorwaarden. Eventuele storingen aan de accessoires herstellen wij binnen de garantieperiode kostenloos voor zover een materiaal- of productiefout de oorzaak is. Voor garantieaanspraken wendt u zich met uw aankoopbewijs tot uw handelaar of de dichtstbijzijnde, bevoegde klantendienst.
Vervoer 몇 VOORZICHTIG Verwondings- en beschadigingsgevaar! Neem bij het transport het gewicht van het apparaat in acht. Bij het transport in voertuigen moet het apparaat conform de geldige richtlijnen beveiligd worden tegen verschuiven en kantelen.
Opslag 몇 VOORZICHTIG Gevaar voor lichamelijk letsel en beschadiging! Let op het gewicht van het apparaat bij opslag.
NL
- 46
Installatie installeren (alleen voor vaklui) Instructie: De installatie mag enkel opgesteld worden door – installateurs van de Kärcher-klantendienst – personen die door Kärcher zijn geautoriseerd.
Voorbereiding van de plaats van installatie 몇 WAARSCHUWING Er moet gegarandeerd worden dat in de buurt van luchtinlaatopeningen geen uitlaatgasemissies optreden. Het is belangrijk om voor voldoende verluchting te zorgen en de uitlaatgassen volgens de voorschriften af te voeren. Om het apparaat volgens de voorschriften te kunnen opstellen dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: – Horizontaal, effen fundament volgens afzonderlijke tekening (aanvragen bij KÄRCHER). – Elektrische aansluiting, zie „Technische gegevens“. – Wateraansluiting, zie „Technische gegevens“. – Voor gebruik in de winter voldoende isolatie / verwarming van de water- en brandstofleidingen voorzien. – Afvalwaterschacht en volgens de voorschriften uitgevoerde afvoer van afvalwater . – Voldoende verlichting op de wasplaats, zodat de klanten veilig kunnen werken.
Installatie uitpakken Installatie uitpakken en verpakkingsmateriaal voor hergebruik terbeschikkingstellen.
Installatie uitrichten en opstellen De installatie door middel van stelschroeven op het basisframe op een vlakke en waterpas installatieplaats uitrichten.
Aanbouwdelen monteren Rookgasmof Bovenste rookgasmof van buiten op het dak zetten en van binnen met de bijgeleverde schroeven bevestigen. Reinigingsgereedschap Hogedrukslang aan de installatie aansluiten. Hogedrukslang met handspuitpistool verbinden. Straalbuis met handspuitpistool verbinden. Alle wartelmoeren met de hand aandraaien.
Wateraansluiting Voor de scheiding van het drinkwaternet moet een systeemscheider type BA, categorie 4 tussen de installatie en het drinkwaternet ingebouwd worden. Tevens moeten de lokaal geldende voorschriften in acht genomen worden. Instructie:
Verontreinigingen in het toevoerwater kunnen de installatie beschadigen. Kärcher adviseert het gebruik van een waterfilter (zie „Toebehoren“). LET OP Beschadigingsgevaar voor de installatie bij voorziening met ongeschikt water. Voor de voorziening van de installatie mag enkel water van drinkwaterkwaliteit gebruikt worden. Eisen aan de kwaliteit van ongezuiverd water: Parameter Waarde pH-waarde 6,5...9,5 Geleidend vermogen max. 1000 μS/cm Koolwaterstoffen < 0,01 mg/l Chloride < 250 mg/l Calcium < 200 mg/l Totale hardheid < 28 °dH IJzer < 0,2 mg/l Mangaan < 0,05 mg/l Koper < 0,02 mg/l Sulfaat < 240 mg/l Actieve chloor < 0,1 mg/l vrij van kwalijke geurtjes Aansluitwaarden zie „technische gegevens“. Toevoerslang van onderen door de installatie-opening halen en aansluiten. 4de watersoort (optie) Bij het gebruik van een waterverdeelblok 4de watersoort kan bij bepaalde wasprogramma's ook industriewater gebruikt worden. Eisen aan de kwaliteit van industriewater: Parameter Waarde pH-waarde 6,5...9,5 Geleidend vermogen < Meetwaarde vers water + 1200 μS/ cm, max 2000 μS/ cm bezinkbare stoffen <0,5 ml/l* uitfilterbare stoffen** < 50 μm Koolwaterstoffen <20 mg/l Chloride < 300 mg/l Calcium < 200 mg/l Totale hardheid < 28 °dH IJzer < 0,5 mg/l Mangaan < 0,05 mg/l Koper < 2 mg/l Sulfaat < 240 mg/l Actieve chloor < 0,3 mg/l vrij van kwalijke geurtjes * Testvolume 1 l / bezinktijd 30 minuten ** geen abrasieve stoffen
Elektrische aansluiting GEVAAR Gevaar door elektrische spanning! De netaansluiting moet door een ervaren electricien uitgevoerd worden en voldoen aan de eisen van IEC 60664-1.
NL
- 47
De installatie dient door een aardlekschakelaar met een uitschakelstroom kleiner dan of gelijk aan 30 mA gezekerd te worden. Instructie: In de toevoerleiding van de installatie moet op een goed toegankelijke plaats een gekenmerkte NOODSTOP-schakelaar geïnstalleerd worden, van waaruit de volledige installatie uitgeschakeld kan worden. Na de aansluiting van de installatie de draairichting van de circulatiepomp warm water en de circulatiepomp wasplaatsverwarming (optie) controleren.
Brandstofleiding naar de externe brandstoftank Instructie: De max. toegelaten onderdruk in de brandstofleiding (gemeten tussen brandstoffilter en brandstofpomp) bedraagt 0,4 bar.
De onderdruk hangt af van: – lengte van de leiding – aanzuighoogte – Armaturen, aftakkingen en hoeken in de zuigleiding (stippellijn in het schema) – Diameter van de leiding (vanaf +4 °C scheidt stookolie EL parafine af, die zich vastzet op de binnenzijde van de leidingt)
–
Viscositeit van de stookolie (afhankelijk van de temperatuur) Maatregelen tegen een te hoge onderdruk zijn: – Minimale binnendiameter van de leiding 6 mm – korte, zo recht mogelijke leidingen – maximale viscositeit 4...6 cSt bij 20 °C
49
–
In extreme gevallen afzonderlijke brandstofleiding met transportpomp gebruiken Stookolie voorverwarmen, zuigleiding van bijverwarming voorzien Bij vorstgevaar stookolie met additieven gebruiken die de vloeibaarheid verbeteren (winterstookolie)
– –
Controleer de schroefbevestigingen van slang- en buisleidingen op hun dichtheid. Thermostaatmengventiel instellen, zie hoofdstuk "Instellingen/wasplaatsverwarming“,
Oliepeil controleren
Wasplaatsverwarming aansluiten en in bedrijf nemen Instructie: Voorwaarde voor de correcte functie van de wasplaatsverwarming is dat de wasplaats aan het gebouw uitgevoerd is volgens de aanbevelingen van KÄRCHER. Buisleidingen (gebouw) van de wasplaatsverwarming met de verdelers in het apparaat verbinden. Sensor buitentemperatuur monteren: – beschermd tegen direct zonlicht (ten noorden van de evenaar aan de noordkant, ten zuiden van de evenaar aan de zuidkant), – afgeschermd tegen warme muren, – afgeschermd tegen warme luchtstromen.
Bedrijfsstoffen vullen Zie hoofdstuk „Bedrijfsstoffen vullen“ vooraan in de gebruiksaanwijzing. Instructie: Het onthardingszout wordt tijdens de inbedrijfstelling van de basenwisselaar in de zouttank gevuld. Vul daarom nog geen onthardingszout.
Eerste ingebruikneming
Afsluitventiel voorloopleiding Vulventiel
Dompelpomp voor het vullen van de wasplaatsverwarming verbinden met het vulventiel (aan de rode verdeler). Retourleiding van het vulventiel van de blauwe verdeler naar het reservoir met antivriesoplossing leggen. Afsluitkleppen voorloop en vulventielen openen. Antivriesoplossing voor een vorstbestendigheid tot -25°C in de installatie pompen. Pomp vloerverwarming inschakelen (zie hoofdstuk „Manuele ingrepen“). Voer het vulproces uit tot geen blazen in de retourleiding meer voorhanden zijn. Vulventiel retour (aan de blauwe verdeler) sluiten en verder antivriesmiddel vullen tot de manometer ca. 1,5 bar weergeeft. Sluit het afsluitventiel vulleiding. Laat de pomp van de vloerverwarming nog minstens 15 minuten draaien. Indien nodig antivriesmiddel navullen tot de manometer 1,5 bar weergeeft. Slang verwijderen, daarbij de resterende antivriesoplossing opvangen en afvoeren.
50
In tegenstroom spoelen Breng de overloopslangen van de base-uitwisselaar en de zouttank naar de afvoerbuis van het gebouw. Zoutreservoir met water vullen (ca. 10 cm boven bovenkant zeef) Nog geen zout vullen! Draai het afsluitventiel van vers water langzaam open en wacht tot het drukreservoir met water is gevuld. Neem de afdekkap van het besturingsventiel.
Het oliepeil aan beide hogedrukpompen dient zich tussen MIN en MAX te bevinden. Knip de tip van het oliereservoir af.
Open de watertoevoer.
1 2
Base-uitwisselaar in gebruik nemen
1
Ontluchtingsschroef
Ontlucht de warmwatercirculatiepomp: los de ontluchtingsschroef en draai daana weer vast. Hoofdschakelaar op '1' zetten.
1
Ontluchtingsschroef
Ontlucht de warmwatercirculatiepomp: los de ontluchtingsschroef en draai daana weer vast.
NL
- 48
1
Programmaknop
Programmaknop indrukken en door draaien in de richting van de pijl de functie „In tegenstroom spoelen“ selecteren.“ Door de afvalwateraansluiting ontsnapt lucht en water tot de installatie volledig ontlucht is. Instructie: Beperk het terugspoelen tot het absolute minimum aangezien anders de sensormeetcel eventueel uitgeput kan raken en daardoor een volledige regeneratie van het betreffende wisselreservoir vereist wordt. Trek de zuigzeef, die aan de zoutwaterslang is bevestigd, uit de leibuizen in het zoutreservoir. Druk met een schroevendraaier op de ventielklep NR1 (direct achter programmamodule). Het luchtafsluitventiel wordt gevuld en de lucht ontsnapt door de zuigzeef. Indien geen lucht meer uit de zuigzeef komt, klep loslaten. Breng de zuigzeef weer aan in de leibuis. Regenereren Programmaknop indrukken en door draaien in de richting van de pijl de functie „Zout+wassen“ selecteren.“ Het waterpeil in de zouttank neemt voortdurend af. Instructie: Wanneer zich in het luchtafsluitventiel lucht vormt voordat het zoutreservoir leeg is (restpeil bij leegstand in het zoutreservoir bedraagt ca. 7cm) en de vlottende kogel in het luchtafsluitglas naar beneden valt, moet het zuigsysteem worden ontlucht.
Bijvullen / schoonwassen Programmaknop indrukken en door draaien in de richting van de pijl de functie „Bijvullen+schoonwassen“ selecteren.“ De stuurklep beweegt automatisch naar de functie „Bedrijf“. Het zoutreservoir wordt met water gevuld. Zouttank vullen Bij een correct waterpeil het zoutreservoir met zouttabletten conform DIN 19604 vullen (zie hoofdstuk Toebehoren). Na beëindiging hiervan is de installatie bedrijfsklaar. De ingebruikname wordt beëindigd door een controle van het zacht water.
RO-installatie in gebruik nemen Bij het eerste gebruik: Vul het membraan met leidingwatervoordruk (bevochtigen.) Het membraan 10...20 minuten spoelen (het is normaal dat zich hierbij schuim ontwikkelt). Bij inbedrijfstelling na stilleggen: Laat spoeling lopen tot aan de debietmeter permeaat geen luchtbellen meer te zien zin.
Neem de gasbrander (optie) in bedrijf. De inbedrijfstelling van de gasbrander mag enkel gebeuren door geautoriseerd vakpersoneel van de branderfabrikant. – Het apparaat moet aan een eigen kachel aangesloten worden. – De rookgasleiding moet volgens de plaatselijke voorschriften en in overleg met de verantwoordelijke meester schoorsteenveger worden uitgevoerd. Gastoestel met rookgasinstallatie, waarbij de verbrandingslucht uit de installatieruimte wordt gehaald Type B23 Gastoestel zonder stromingsbeveiliging, waarbij alle onder overdruk staande delen van de weg die het rookgas aflegt met verbrandingslucht zijn omgeven. De B23-installatie geeft de mogelijkheid, het apparaat aan een traditionele eenkanaals schoorsteen volgens DIN 18160 aan te sluiten en afhankelijk van de in de ruimte aanwezige lucht te gebruiken. De schoorsteen moet wel geschikt zijn voor het aansluiten van ketels met rookgascondensor (bijv. doordat de schoorsteen is gesaneerd door er een roestvrij stalen buis doorheen te trekken).
Druk velgreiniger (optie) controleren
1
Instelschroef
Druk van de reinigingsoplossing controleren Richtwaarde: 0,9...1,0 MPa (9...10 bar). Druk indien nodig corrigeren door aan de instelschroef te draaien.
Functie van de installatie controleren Instelling van de brander controleren. Alle functies van de installatie controleren. Alle wasprogramma's op alle wasplaatsen controleren. Controleer de installatie op haar dichtheid en trek de schroefverbindingen eventueel vaster aan.
NL
- 49
51
Maatblad variant CAB
52
NL
- 50
Maatblad variant SKID
NL
- 51
53
Maatblad variant SKID met aanbouwset WSO
54
NL
- 52
EG-conformiteitsverklaring Hierbij verklaren wij dat de hierna vermelde machine door haar ontwerp en bouwwijze en in de door ons in de handel gebrachte uitvoering voldoet aan de betreffende fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen, zoals vermeld in de desbetreffende EG-richtlijnen. Deze verklaring verliest haar geldigheid wanneer zonder overleg met ons veranderingen aan de machine worden aangebracht. Product: Hogedrukreiniger Type: 1.070-xxx Van toepassing zijnde EG-richtlijnen 2006/42/EG (+2009/127/EG) 2004/108//EG 2000/14/EG Toegepaste geharmoniseerde normen EN 55014–1: 2006+A1: 2009+A2: 2011 EN 55014–2: 1997+A1: 2001+A2: 2008 EN 60335–1 EN 60335–2–79 EN 61000–3–2: 2006+A1: 2009+A2: 2009 EN 61000–3–3: 2006 EN 62233: 2008 Toegepaste conformiteitsbeoordelingsprocedure 2000/14/EG: Bijlage V Geluidsvermogensniveau dB(A) Gemeten: 83 Gegaran86 deerd: De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van de bedrijfsleiding.
CEO
Head of Approbation
Gevolmachtigde voor de documentatie: S. Reiser Alfred Kärcher GmbH & Co. KG Alfred Kärcher-Str. 28 - 40 71364 Winnenden (Germany) Tel.: +49 7195 14-0 Fax: +49 7195 14-2212 Winnenden, 2010/11/01
NL
- 53
55
Protocol voor hogedrukcontrole Soort installatie:
Fabrieksnr.:
In bedrijf genomen op:
Test uitgevoerd op: Uitslag:
Handtekening Test uitgevoerd op: Uitslag:
Handtekening Test uitgevoerd op: Uitslag:
Handtekening Test uitgevoerd op: Uitslag:
Handtekening
56
NL
- 54
http://www.kaercher.com/dealersearch