Schoolgids deel B
’14 / ‘15
Inhoudsopgave deel B
11. De school en het bestuur....................................................................................................3
12. Vakgebieden en methoden……………………………………………………………………………………………4
13. De zorg voor onze leerlingen............................................................................................8
14. Aanmelding / inschrijving / uitschrijving………………………………………………………………12
15. De school in ontwikkeling………………………………………………………………………………………………14
16. Ouderraad, Medezeggenschapsraad en Leerlingenraad………………………………15
17. Overige informatie……………………………………………………………………………………………………………….17
10. De school en het bestuur 10.1 De school, een kennismaking… Basisschool Twickelo bestaat sinds 1976. De school is voortgekomen, nadat het toenmalige schoolbestuur twee bestaande Deldense scholen heeft gefuseerd. De Heilig Hartschool en de Pius IX school zijn toen samengegaan tot het huidige Twickelo. Vanaf juli 1976 zijn we gehuisvest in het huidige schoolgebouw. Gedurende de eerste jaren van Twickelo bestond de school nog uit een kleuterschool, Twickelhof, en een lagere school Twickelo. Nadat de basisschool zijn intrede deed zijn deze scholen één geworden. Dit schoolgebouw is goed geoutilleerd. We zijn een moderne school met een aantal specifieke voorzieningen, zoals een handenarbeidlokaal, een computerlokaal, een patiotuin, een speellokaal voor de lagere groepen, een ruimte voor leerlingbegeleiding en een uitdagend speelplein. 10.2 Het Bestuur Onze basisschool valt onder het bestuur van Stichting Katholiek Onderwijs Midden-Twente (Stichting KOMT). Stichting KOMT hanteert de volgende missie en visie op het gebied van identiteit, onderwijs en organisatie: Identiteit: Stichting KOMT geeft een waarde(n)vol fundament aan kind, onderwijs en samenleving. De Stichting laat zich leiden door haar katholieke grondslag, waarbij respect, zorg, solidariteit en aandacht voor elkaar en voor de ons omringende wereld essentieel zijn. Onderwijs: Binnen onze scholen vindt het onderwijs plaats in een veilige en geborgen omgeving. Er wordt eigentijds onderwijs op maat gegeven binnen de mogelijkheden die de organisatie kan bieden. In de groei naar volwassenheid worden bij het kind op cognitief, sociaal-emotioneel, motorisch en creatief gebied kennis, vaardigheden en inzicht ontwikkeld. Op deze wijze leert het kind zijn/haar weg te vinden in een snel veranderende maatschappij. Tijdens het leerproces wordt er een sterk beroep gedaan op het ontwikkelen van competenties, met name gericht op zelfstandigheid en het samenwerkend vermogen van het kind. Organisatie: Stichting KOMT is een dynamische organisatie die in goede harmonie haar medewerkers stimuleert en ondersteunt bij het verzorgen van primair onderwijs. De Stichting wil een continue lerende organisatie zijn ter optimalisering van haar effectiviteit. Zij werkt vanuit gezamenlijk vastgestelde kaders waarbij transparantie en gedeelde verantwoordelijkheid vanzelfsprekend zijn. De eigenheid van de scholen blijft gewaarborgd. Een open communicatie tussen alle geledingen is hierbij voorwaarde. De stichting kent een bestuursmodel met een College van Bestuur (CvB) en een Raad van Toezicht (RvT). Het CvB bestaat bij Stichting KOMT uit één persoon. De bestuurder is de heer F.M.M. Konings MHD. De RvT bestaat uit de volgende personen: Dhr. A.B. van Leeuwen, onderwijskundige zaken, voorzitter; Mr. J.G.A. Kuhlman, juridische zaken en ondernemerschap; Mevr. H. Schaffers, personele en bedrijfskundige zaken; Dhr. L.H.H. Rouhof, financieel-economische zaken; Dhr. J.H.M. Poortier, zonder specifieke portefeuille Het correspondentieadres van Stichting KOMT is: Stichting KOMT Postbus 94 7620 AB Borne 074-2665501
[email protected] www.stichtingkomt.nl Mevrouw T. Verburg is als bestuurssecretaresse aan de stichting verbonden.
Onder Stichting KOMT ressorteren de volgende scholen: Sint Aegidius Hertmerweg 26 Erve Hooyerinck Hooijerinksplein 7-9 ’t Iemnschelf Fioringras 4 De Esch (dislocatie ’t Iemnschelf) Oude Almeloseseweg 12 Flora Meidoornhof 2 Onze Lieve Vrouweschool Onze Lieve Vrouwestraat 6 ’t Oldhof Dingeldeinstraat 7 De Wheele Welemanstraat 21 Twickelo Langestraat 118b De Vonder Bongerdsweg 2
7626 LW 7491 DP 7623 DR 7622 CE 7621 CL 7497 MA 7621 XJ 7622 HB 7491 AK 7623 AJ
Hertme Delden Borne Borne Borne Bentelo Borne Borne Delden Borne
11. Vakgebieden en methoden 11.1. Leesonderwijs Het leesonderwijs start eigenlijk al in de kleutergroepen. Herkenning van klanken, rijmen, het ‘hakken’ van woorden en het aanbieden van letters zijn startactiviteiten van de beginnende geletterdheid. Kinderen uit groep 2 die al enigszins kunnen lezen worden daarin gestimuleerd. In groep 3 beginnen we met het aanvankelijk leesonderwijs. We gebruiken hierbij de methode ‘Veilig Leren Lezen’. Het leesonderwijs neemt een belangrijke plaats in binnen ons onderwijs. Middels toetsen controleren we de vorderingen die de kinderen maken. De groepsleerkracht en de IB-er bespreken de toetsresultaten. Medio groep 3 gaat het aanvankelijk lezen over in voortgezet technisch lezen. In de groepen 4 en 5 wordt er intensief verder geoefend met het voortgezet technisch lezen. Dit doen we met behulp van de methode “Estafette” Om het leesniveau te verhogen en de leesbeleving te bevorderen wordt er dagelijks van 10.30 uur tot 11.00 uur in de groepen 6 t/m 8 individueel gelezen. Kinderen moeten dan zelfstandig lezen in een zelf gekozen (bibliotheek-)boek. Dit gebeurt middels de “mandjes-lezen”-methodiek Regelmatig bezoeken we de bibliotheek om het aanbod leesboeken te vernieuwen en om kinderen kennis te laten maken met de bibliotheek. In iedere groep is ook een klassenbibliotheek, waar menige (moderne) kinderliteratuur voorhanden is. Ook kunnen kinderen op gezette tijden lezen in studie- of stripboeken. Kinderen die op enigerlei wijze extra aandacht behoeven t.a.v. het lezen krijgen extra leesactiviteiten aangeboden. Dit doen we o.a volgens: • de Ralfi-methode. Deze methodiek biedt door herhaling de leerlingen de mogelijkheid om woorden, zinnen en teksten eigen te maken en zodoende naar een hoger leesniveau te werken. Ralfi-lezen vindt plaats in de eigen groep o.l.v. de eigen leerkracht of (indien aanwezig) stagiaire. Hierbij wordt vooral gebruik gemaakt van de teksten van Nieuwsbegrip, die op verschillende leesniveaus worden aangeboden. • Tutorlezen. Hierbij helpt een andere leerling, b.v. uit een hogere groep, de leerling bij het lezen. Naast technisch lezen krijgen de kinderen begrijpend (of studerend) lezen. Middels het aanleren van leesstrategieën wordt leerlingen aangeboden op welke wijze ze een leestekst kunnen lezen en begrijpen. Hiervoor maken we gebruik van de methode Nieuwsbegrip. Daarnaast worden regelmatig teksten uit de methode Goed Gelezen of het Cito-hulpboek aangeboden. 11.2 Taalontwikkeling Zowel de schriftelijke als de mondelinge taalvaardigheid is voor de ontwikkeling van het kind van groot belang. Middels specifieke taaloefeningen, maar ook d.m.v. allerlei spelvormen, muziek, luisteroefeningen, e.d. pogen wij de taalvaardigheid van de kinderen te vergroten. Voor de groepen 0/1 en 2 is taalvorming een voortdurend proces. Al spelend en werkend rond thema’s die nauw aansluiten bij de leefwereld van de kinderen wordt de taalontwikkeling bevorderd. Hierbij maken we gebruik van de methode “Schatkist” en de lessenmap “Fonemisch bewustzijn”. Groep 3 maakt gebruik van de methode Veilig leren lezen, een leesmethode die de kinderen de beginselen van het leesonderwijs bijbrengt. Het taal-, lees- en schrijfonderwijs ligt in groep 3 dicht bij elkaar.
De groepen 4 t/m 8 gebruiken vanaf dit schooljaar de nieuwe methode Taal Actief versie 4, waarbinnen zowel schriftelijke als mondelinge taalontwikkeling wordt aangeboden. De methode schenkt veel aandacht aan taalbeschouwing, stellen en spelling. Ook woordenschat en ontleding worden ruim behandeld. Engels We komen dagelijks steeds vaker in aanraking met de Engelse taal. Engelstalige begrippen komen we overal tegen, denk alleen maar eens aan de termen die bij de computer gehanteerd worden. Maar ook via de televisie, radio, muziek e.d. komen de Engelse begrippen thuis en op school bij de kinderen. De groepen 7 en 8 krijgen derhalve wekelijks Engelse les, waarbij gebruik wordt gemaakt van de methode the Team. 11.3 Rekenen en wiskunde Bij het rekenonderwijs is het leren ordenen van zaken uit de leefomgeving van eminent belang. Middels een logisch en praktisch denkproces moeten de leerlingen concrete oplossingen zien te creëren en abstracte opdrachten kunnen verwoorden en hanteren. In de groepen 0/1 en 2 komen rekenbegrippen aan de orde bij hun spel, in de kring, tijdens opdrachten, enz. We werken hierbij met de methode Wizwijs en Schatkist Rekenen. Vanaf groep 3 maken we gebruik van Wizwijs, een moderne reken- en wiskundemethode met veel variatie in opdrachten, verschillende niveaus, samenwerkend leren en aantrekkelijk lesmateriaal. Rekenen wordt hierdoor leuk en uitdagend! In de werkboekjes die na ong. 5 weken mee naar huis gaan staat een ouderpagina waarin u kunt zien wat en op welke wijze de kinderen hebben leren rekenen. Het automatiseren, (snel uit het hoofd rekenen) vinden wij dusdanig belangrijk dat het dagelijks in de rekenles aan bod komt. 11.4 Oriëntatie op mens en wereld Hieronder valt een groot aantal vakgebieden, ook wereldoriëntatie genoemd, die te maken hebben met de maatschappij om ons heen. Hiertoe behoren: aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs, geestelijke stromingen, sociale redzaamheid en verkeer, maatschappelijke verhoudingen en gezond gedrag. De groepen 0/1 en 2 bespreken deze onderwerpen vanuit hun belevingswereld, waarbij de onderwerpen thematisch aan de orde komen. Vanaf groep 3 worden sommige vakgebieden middels een methode aangeboden, waarbij gebruik wordt gemaakt van moderne media zoals internet en school-tv. Aardrijkskunde We gebruiken de nieuwe methode De Blauwe Planeet. Vanaf groep 5 behandelt deze methode thematische en topografische onderwerpen, waarbij relaties met hun eigen omgeving worden gelegd. Ook interculturele onderwerpen en wereldgodsdiensten worden successievelijke behandeld. Het spreekt voor zich dat ook topografie een prominente plaats inneemt tijdens de lessen. Geschiedenis/Maatschappelijke verhoudingen Bewust worden van het tijdsbesef in relatie met de ontwikkeling van de mens door de tijd is één van de belangrijkste peilers van het geschiedenisonderwijs. Hierbij maken we voor de groepen 5 t/m 8 gebruik van Tijdstip. Staatsinrichting en onderwerpen die in relatie staan tot maatschappelijke verhoudingen zullen gedurende de geschiedenislessen behandeld worden. Ook burgerschapskunde maakt onderdeel uit van deze methode. Natuuronderwijs/Gezond gedrag Binnen het natuuronderwijs komen onderdelen zoals plant-, dier- en menskunde aan bod. Daarnaast is er aandacht voor aspecten uit het dagelijks milieu, techniek en gezond gedrag. We gebruiken de methode Naut voor de groepen 5 t/m 8. Aspecten van gezond gedrag komen duidelijk tijdens het natuuronderwijs aan de orde middels gezondheidseducatie. Naast lichamelijke gezondheid en sociaal-emotionele aspecten wordt er ook aandacht aan de veiligheid geschonken. Techniek Techniek neemt een prominente plaats in binnen ons onderwijs. Binnen de reguliere lessen komt techniek aan de orde tijdens de lessen natuur. Ongeveer 1/3 deel van de lessen wordt aan onderwerpen besteed die gerelateerd zijn aan techniek of natuurkunde. D.m.v. lessen, proeven en observaties krijgt techniek steeds meer aandacht. Daarnaast worden er extra lessen rondom techniek georganiseerd, soms met hulp van ouders.” Soms werken de leerlingen met leskisten/-kaarten, technisch lego en Knex’. In het handenarbeidlokaal staan speciale leskisten met gereedschappen en lesideeën.
Groep 8 doet jaarlijks mee aan de First Legoleague. Dit is een wereldwijde wedstrijd waarbij teams rondom een thema aan de slag gaan. Enerzijds betreft dit een wedstrijd waarbij een robot zodanig geprogrammeerd en gebouwd moet worden waardoor verschillende opdrachten effectief en snel uitgevoerd kunnen worden. Daarnaast moeten ze een project maken en presenteren voor een jury. Geestelijke stromingen Dit is geen apart vak dat bij ons op het lesrooster staat. Binnen de aardrijkskunde, geschiedenis en lessen levensbeschouwing komen verschillende onderwerpen aan bod die hierop betrekking hebben. Doelstelling van geestelijke stromingen is het bijbrengen van kennis en begrip omtrent culturele verschillen tussen verschillende volkeren, mede gezien onze multiculturele samenleving. Ook levensbeschouwelijke aspecten komen aan bod. Verkeer/Sociale redzaamheid Binnen de vakgebieden verkeer en natuuronderwijs kom je sociale redzaamheid tegen. Voor verkeer gebruiken we katernen van de Jeugdverkeerskrant van Veilig Verkeer Nederland (VVN). Tevens maken we gebruik van de praktische en theoretische verkeersexamens van VVN. Bij sociale redzaamheid moet men ook denken aan normen en waarden, omgang met gevoelens, e.d. Natuurlijk heeft dit ook raakvlakken met levensbeschouwing. Burgerschapskunde In het huidige onderwijs wordt scholen ook gevraagd aandacht te besteden aan ‘actief burgerschap en sociale integratie’. Centraal staat daarbij de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Binnen verschillende vakgebieden wordt hier aandacht aan besteed. Tijdens de geschiedenislessen komt o.a. cultureel erfgoed, ons kiesstelsel en de staatsinrichting aan bod terwijl bij o.a. aardrijkskunde en katechese de multiculturele samenleving besproken wordt. Respect voor de medemens staat in ons gehele onderwijs centraal! 11.5 Levensbeschouwing (katechese) Binnen de lessen levensbeschouwing wordt aandacht besteed aan de gevoelens van kinderen, omgang met elkaar, samen leven en werken, bijbelverhalen, relaties, e.v.a. De methode Hemel en Aarde is een goede handreiking om gestructureerd diverse onderwerpen te bespreken met kinderen. Ieder jaar verschijnt er nieuw lesmateriaal. (In alle groepen wordt gemiddeld ong. 30 min. per week aan levensbeschouwing besteed.) Naast de lessen levensbeschouwing besteden wij op school aandacht aan de grote christelijke feestdagen, de Eerste Communie in groep 4, het Vormsel in groep 8 en de gezamenlijke vieringen binnen school, zoals de openingsviering in het nieuwe schooljaar, de adventsviering rond kerst en de witte donderdagviering rond Pasen. Vanuit de parochie van de H. Blasiuskerk zijn werkgroepen actief die ons helpen bij de voorbereidingen van de diverse vieringen, m.n. de Eerste Communie en het Vormsel. Vooral de samenwerking tussen ouders, leerkrachten en de werkgroep, waarin ook de pastor een belangrijk aandeel heeft, is van eminent belang voor het welslagen van deze vieringen. 11.6 Bewegingsonderwijs/gymnastiek Bewegingsonderwijs is ruimer dan alleen gymnastische oefeningen. Bewegingsonderwijs gaat immers veel verder, nl. het bevorderen van de motorische ontwikkeling, het creëren van bewegingsplezier, het bevorderen van het sociale gedrag en het ontwikkelen van de natuurlijke bewegingsdrang bij kinderen. D.m.v. gymnastieklessen, buiten spelen en vanaf groep 3 zwemmen, proberen we deze doelstellingen te realiseren. De groepen 0/1 en 2 hebben dagelijks bewegingsonderwijs op hun lesrooster staan. De groepen 3 t/m 8 hebben twee keer per week gymnastiek. Voor lesideeën en de totale leerlijn maken we gebruik van de methode ‘Basislessen bewegingsonderwijs’. Tevens zijn er jaarlijks enkele sportactiviteiten (sportdagen en - toernooien, wandelvierdaagse.) Jaarlijks screenen we de grove motoriek van de kinderen van groep 1. Dit wordt uitgevoerd door onze vakleerkracht gymnastiek Hans Braamer en vindt plaats medio maart. Na de screening worden de bevindingen besproken met de intern begeleider en een fysiotherapeut. De school bekijkt waar extra ondersteuning noodzakelijk is. 11. 7 Fijne motoriek/schrijfonderwijs Goed schrijven wordt vooraf gegaan door veel oefeningen van de fijne motoriek. Vanaf groep 1 wordt hieraan veel aandacht besteed d.m.v. tekenen, prikken en knippen. Vanaf groep 2 starten we ook met de methode Pennenstreken. In deze groep wordt aandacht besteed aan de voorbereidende schrijfoefeningen. In groep 3
werkt deze methode parallel met de methode Veilig Leren Lezen. De aangeleerde letters worden nogmaals geoefend. In de leerjaren daarop wordt o.a. aandacht besteed aan het schrijven van hoofdletters, temposchrijven en creatief schrijven. Doelstelling is dat alle kinderen aan het einde van de basisschool in een voldoende tempo leesbaar kunnen schrijven. 11.8 Culturele vorming Jaarlijks worden er door de commissie culturele vorming in samenwerking met de Cubahof voor de Deldense basisscholen activiteiten georganiseerd voor zoveel mogelijk groepen. Doorgaans zijn toneel, zang, dans en poppenspel de ingrediënten van die voorstellingen. Deze worden zoveel mogelijk toegespitst op een publiek, bestaande uit twee of meer opeenvolgende groepen. Juf Ria Sander en juf Ilona Ketelaar zijn onze cultuurcoördinatoren. 11.9 Overige activiteiten en evenementen Het hele jaar door worden er evenementen voor de kinderen georganiseerd. De ouderraad en het team van Twickelo werken nauw samen om deze evenementen te organiseren. Jaarlijks worden de volgende activiteiten georganiseerd: kinderboekenweek, sinterklaas, kerstmarkt- en viering, carnaval, wandelvierdaagse, schoolreisjes, Twickelodag en een themaweek Via de website en de Twickelobode wordt u nader geïnformeerd omtrent alle activiteiten, evenementen, informatieavonden, festiviteiten e.a. Schoolreis en schoolkamp groep 8 Een keer per jaar gaan de groepen 0/1 t/m 7 op schoolreisje. De bestemming is ieder jaar anders. U wordt tijdig op de hoogte gebracht van het reisdoel en eventuele andere bijzonderheden. Met de ouderraad zijn afspraken gemaakt omtrent de bekostiging van de schoolreisjes. De betaling van de schoolreisjes vindt plaats tegelijk met de jaarlijkse ouderbijdrage. U ontvangt hierover ieder jaar een brief van de ouderraad. (Zie ook paragraaf 11.4) Groep 8 gaat drie dagen op jeugdkamp. Evenals voorgaande jaren zal de bestemming een kampeerboerderij op Schiermonnikoog zijn. U krijgt hierover via de leerkracht nog de nodige informatie. Twickelodag Jaarlijks viert Twickelo feest. Dan organiseert de school in samenwerking met al haar geledingen een actieve feestdag of avond. Op deze dag zijn er diverse evenementen,zoals: een fiets- of wandeltocht, diverse spelletjes, eet- en drinkgelegenheden. Kortom een zeer gezellige feestelijke dag. De baten van deze dag komen deels ten goede aan een goed doel en/of aan de kinderen van Twickelo.
12. De zorg voor onze leerlingen 12.1 De leerlingenzorg Ons uitgangspunt is dat kinderen verschillend leren, zowel wat betreft tempo als de manier van leren. Tot kinderen met specifieke onderwijsbehoeften behoren o.i. niet alleen de zorg- en risicokinderen, maar ook (hoog-)begaafde leerlingen. D.m.v. ons leerlingvolgsysteem (LVS) worden gegevens van toetsen geordend. Daardoor, en ook middels observaties en gesprekjes met het kind heeft de leerkracht een beeld van de onderwijsbehoeften van het kind. De leerkracht stelt een groepsplan op waarmee hij/zij het onderwijsaanbod voor de hele groep organiseert en waarin op 3 niveaus gewerkt kan worden. Indien een leerling niet binnen één van deze niveaus mee kan komen kan er gekozen worden voor een individuele leerlijn of handelingsplan. Ook kan er nader diagnostisch onderzoek of observatie plaatsvinden door de intern begeleider. In de leerlingenbespreking worden gezamenlijk afspraken gemaakt over het toepassen van handelingsalternatieven. In een handelingsplan, die door de groepsleerkracht wordt gemaakt, wordt de gekozen hulp vastgelegd. De hulp wordt m.n. geboden door de groepsleerkracht in de klas. In dat laatste geval kan externe hulp gezocht worden. Dit kan bij de schoolbegeleidingsdienst “Expertis”, een school voor speciaal basisonderwijs zoals “De Beyaert” of andere externe hulpverleners. Na overleg in de leerlingenbespreking, overleg met en toestemming van de ouders kan de leerling worden aangemeld bij een van de bovenstaande instanties. Zij kunnen dan op school komen, onderzoek doen en praten met alle betrokkenen. Afhankelijk van de uitslag en na overleg met de ouders wordt gekeken hoe en waar de leerling het beste geholpen kan worden. Binnen het samenwerkingsverband (W.S.N.S.) zijn hier afspraken over gemaakt. Indien een kind naar een andere vorm van onderwijs verwezen moet worden, dan zal de permanente commissie leerlingenzorg zich hierover moeten buigen. Door de ontwikkelingen van passend onderwijs gaat de komende jaren erg veel veranderen voor de leerlingenzorg op regionaal niveau maar ook op schoolniveau. Het is zaak voor de stichting en de scholen deze ontwikkelingen goed te volgen en hier tijdig op te anticiperen. In ons zorgprofiel staat uitgebreid de huidige organisatie van onze leerlingenzorg beschreven. Het zorgprofiel ligt ter inzage op school. 12.2 Interne begeleider (IB-er) Marieke Kamphuis-Melcherts is bij ons interne begeleider (IB-er). Zij heeft onder meer als taak het onderwijsproces (van met name de individuele leerling) te bewaken. Zij coördineert de toetsen, ontwikkelt lesmateriaal, maakt het zorgplan, e.d. Tevens is zij de intermediair tussen de school en andere onderwijsinstanties. Middels gesprekken met ouders, leerkrachten en de directie overleggen zij beide omtrent de vorderingen van de kinderen. Iedere maandag en dinsdag is er minimaal één interne Begeleider ambulant om haar werkzaamheden als IB-er uit te kunnen voeren. De IB-er neemt deel aan het netwerk IB-ers dat stichtingsbreed is opgezet. Deze netwerkbijeenkomst vindt om de zes weken plaats. 12.3 Passend onderwijs: Uw school een PMT-school Onze school maakt deel uit van de subregio Plein Midden Twente dat valt binnen het Samenwerkingsverband 23.02. Het Samenwerkingsverband richt zich op het realiseren van Passend Onderwijs. Plein Midden Twente bestaat uit een samenwerking van dertien schoolbesturen en vier gemeenten. Die samenwerking is gericht op het optimaal ondersteunen van alle deelnemende scholen binnen de regio Hengelo, Borne, Hof van Twente en Haaksbergen in de zorg voor hun leerlingen. Binnen Plein Midden Twente is een uniforme werkwijze van de zorgstructuur en mogelijke ondersteuning afgesproken welke wordt gehanteerd op alle scholen. Binnen ieder schoolteam zijn een aantal mensen werkzaam op het gebied van ondersteuning. In het zgn. SchoolOndersteuningsteam (SOT) Het SOT bestaat uit de volgende personen: De Intern Begeleider van de school (Marieke Kamphuis) de aan de school verbonden orthopedagoog (Mariët Streppel) Een maatschappelijk werker (Gerloes Hesselink) JGZ-verpleegkundige. (Anja Oldemenger) Deze mensen maken deel uit van het schoolteam en leerkrachten en ouders kunnen in overleg, een beroep doen op hun expertise.
U bent als ouder direct betrokkene wanneer het gaat om de ondersteuning van uw kind. U kent uw kind immers goed en uw inbreng is dan ook waardevol. De school zal altijd samen met u bespreken wat de beste aanpak is om uw kind zich zo optimaal mogelijk te laten ontwikkelen. In een aantal gevallen lukt het de school niet alleen. In overleg met u zal dan gekeken worden welke mogelijke vervolgacties kunnen worden ondernomen. De school kan expertise vanuit het Steunpunt PMT vragen of een onderzoek of observatie laten doen. Het Steunpunt bestaat uit personen, in dienst bij verschillende schoolbesturen en/of instellingen, die ten dienste staan van het SOT. Welke disciplines zijn er binnen het steunpunt? - (Psycho) Diagnostisch Onderzoek - Didaktisch Onderzoek - Observaties - Advisering
- Ambulante Begeleiding - Collegiale Consultatie - SOVA-training -Expertise op gebied jonge kinderen
- Gedragsdeskundigen - Jeugdarts - Externe zorg (Jeugdzorg)
Soms lukt het, ondanks alle inspanningen, niet om het kind dat te bieden wat het nodig heeft. Samen met u zal de school dan naar mogelijkheden zoeken waar dat wel kan. Dat kan een verzoek om extra ondersteuning zijn, binnen school, een andere basisschool, maar ook een SBO- of een SO-school. Dat is afhankelijk van de mogelijkheden van het kind en de benodigde ondersteuning. In overleg met u zal de school daarvoor een aanvraag indienen bij het Zorgplatform. Het Zorgplatform kan vervolgens een advies afgeven, waarna het kind een ondersteuningsarrangement binnen de eigen basisschool krijgt of op een andere school die tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoefte. 12.4 Leerling-dossier Wij houden een leerling-administratie bij van alle leerlingen. Van leerlingbesprekingen worden notulen gemaakt en van alle kinderen wordt een leerling-dossier bijgehouden. Hierin worden diverse gegevens bewaard, zoals: persoonlijke gegevens; notities van gesprekken (met ouders); kopieën van aanvragen voor onderzoeken; verslagen van onderzoeken; test- en toetsresultaten; observatieverslagen; enz. Het dossier is strikt vertrouwelijk en is opgeborgen in een afgesloten dossierkast in het kantoor van de interne begeleider. Ouders hebben het recht om het dossier van hun kind in te zien. Indien u hiervan gebruik wenst te maken, kunt u hiervoor een afspraak maken met de directeur. In sommige situaties kan het nodig zijn om het leerling-dossier aan anderen te laten zien, bijv. aan de schoolbegeleidingsdienst of een andere school (bij bijvoorbeeld verhuizing of overplaatsing naar een speciale basisschool). Dit kan echter alleen als de ouders daar toestemming voor hebben gegeven. 12.5 Toetsplan Twickelo De resultaten van de leerlingen worden door het jaar goed bijgehouden. Dit gebeurt d.m.v. landelijke (Cito)toetsen die de school hanteert. De eigen groepsleerkracht neemt de toetsen af; de IB-er begeleidt en coördineert de toetsafname. Het doel van deze toetsen is tijdig te signaleren of een kind problemen heeft met de leerstof. De groepsleerkracht kan dan zo snel mogelijk het didactisch handelen aanpassen aan het kind. In het toetsplan hierboven treft u het toetsrooster voor alle leerjaren voor het hele schooljaar aan. Om de resultaten van het onderwijs goed te kunnen meten en volgen, maken wij gebruik van het leerlingvolgsysteem van Cito en ParnasSys. Toetsgegevens die voortkomen uit ons toetsplan worden hierin opgeslagen. Hiermee kunnen wij de individuele en klassikale resultaten bekijken. De vorderingen per leerling of groep worden dan goed zichtbaar. Mede op basis van een nauwkeurige analyse van de toetsresultaten wordt een groepsplan opgesteld. In dit groepsplan staat vermeld op welke niveaus de leerstof wordt aangeboden aan de kinderen. Ouders worden geïnformeerd wanneer er toetsen worden afgenomen en in de gelegenheid gesteld om de resultaten te bekijken. Naast het gebruik van Cito-toetsen worden ook methodisch gebonden toetsen afgenomen. De resultaten van deze toetsen worden in de klassenmap genoteerd.
Toets: Taal voor kleuters Rekenen voor Kleuters DMT (lezen) Spelling Technisch lezen Begrijpend lezen Lezen met begrip Rekenen en wiskunde Entreetoets Eindtoets Avi (leesniveau) Soc. Emotionele Ontw.*
Nov
8
8 8
Dec
Jan
3t/m8 3t/m7 3/4 4t/m7 5t/m7 3t/m7
Feb 1/2 1/2
Mrt
Apr
Mei
Jun 1/2 1/2 3t/m7 3t/m7 3/4 3/4
8 3t/m7 7 8
3t/m8 1t/m8
3t/m7 1t/m8
* Dit is eigenlijk geen toets maar observatie-instrument (Eggo/Pravoo), 12.6 Remedial teaching Kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte worden zoveel mogelijk binnen de groep door de eigen groepsleerkracht geholpen. Deze kinderen kunnen bijv. de les gewoon volgen, maar hebben andere verwerkingsopdrachten of werkafspraken. Elke week zullen er ook momenten zijn, waarin de kinderen werken aan hun eigen specifieke probleem. 12.7 Leerlingen die “meer aankunnen” Voor kinderen die extra leerstof aan kunnen wordt speciaal ontworpen leerstof aangeboden. Naast het reguliere werk krijgen deze kinderen de mogelijkheid om moeilijke vraagstukken te gaan maken. Dit kan individueel of in groepjes plaatsvinden. De kinderen krijgen van de leerkracht en de IB-er verdiepingsstof aangeboden. Op school is een speciale kast aanwezig met daarin allerlei materialen voor kinderen die meer aankunnen. Ook werken kinderen met een vreemde talenprogramma op de computer genaamd “Languagenut’ Op bovenschools niveau is er een protocol ‘hoogbegaafdheid’ waarin wordt vastgesteld op welke wijze leerlingen met hoogbegaafdheid kunnen worden begeleid. Met het voortgezet onderwijs zijn inmiddels afspraken gemaakt om deze kinderen de mogelijkheid te bieden om op enkele woensdagmiddagen tijdens speciale lesmiddagen uitdagende leerstof aan te bieden om in de behoefte van de leerlingen te voorzien. Kinderen die hier gebruik van wensen te maken moeten wel een test ondergaan. 12.8 Externe dienstverleners Basisschool Twickelo maakt gebruik van diverse externe dienstverleners. Zij worden o.a. ingeschakeld bij: • Psychologisch-Didactisch Onderzoek • Collegiale consultatie; samenwerking met het speciaal onderwijs • Nascholing leerkrachten • Assistentie aanschaf nieuwe methoden • Deskundige begeleiding bij ontwikkelingen die plaatsvinden krachtens het beleidsplan, zoals klassenmanagement, bevordering zelfstandig werken en adaptief onderwijs. 12.9 Basisonderwijs en Jeugdgezondheidszorg Samenwerking school met GGD Twente Jeugdgezondheidszorg Aan onze school is een vast team van de Jeugdgezondheidszorg verbonden, bestaand uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige en doktersassistente. Zij zien alle kinderen in groep 2 en 7. Mocht u als ouder vragen hebben over de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u ook altijd zelf met hen contact opnemen. Zo kunnen zij met u meedenken onder andere bij ziekte (afwezigheid), bedplassen, aanpak hoofdluis en pesten. School heeft regelmatig overleg met het team Jeugdgezondheidszorg over algemene zaken die met de gezondheid en het welzijn van de leerlingen te maken hebben. Ook kan de IB-er of de leerkracht, met toestemming van u als ouder, advies vragen aan de Jeugdgezondheidszorg hoe uw kind extra ondersteund kan worden. De Jeugdgezondheidszorg is op werkdagen tussen 8.00 en 17.00 uur te bereiken op 0900 – 333 88 89 of per mail:
[email protected]
12.10 Logopedie Elke basisschool binnen de Hof van Twente heeft recht op schoollogopedie. Tijdens schoolweken zal de schoollogopedist de school wekelijks bezoeken. De logopedie voor Twickelo zal worden verzorgd door logopediepraktijk M.M. Rouhof-Japink. De uitvoerend logopedist is Giny Withag. Zij zal in principe iedere dinsdagochtend aanwezig zijn.De logopedist kan leerlingen met spraak-, taal-, stem-, gehoors- en mondmotoriekproblemen helpen. In groep 2 komen alle kinderen voor de reguliere logopedische screening bij de logopedist. Alle logopedische aspecten worden bekeken. De resultaten worden met de leerkracht besproken. Ouders krijgen schriftelijk uitslag hiervan. Het kan daarbij zijn dat kind slechts eenmalig bij de logopedist komt. Het kan ook zijn dat het voor een controle nog eens terugkomt. Andere mogelijke uitslagen zijn behandeling op school, verwijzing naar andere instanties of logopedisten en/of adviserende gesprekken met ouders en/of leerkrachten. Voor vragen en of opmerkingen over uw kind (onafhankelijk welke groep) kunt u ten aller tijde contact opnemen via de school of met de schoollogopedist: Logopediepraktijk M.M. Rouhof-Japink: Giny Withag, Marjolein Stuip en Miranda Rouhof-Japink Torendijk 4, 7495 PX AMBT-DELDEN Tel: 074-3767385 Email:
[email protected] 12.11 Pestprotocol Om het pesten tegen te gaan en indien pesten toch plaatsvindt dit te bestrijden werken we op Twickelo met een pestprotocol. Dit pestprotocol is ontwikkeld met ondersteuning van de MR. In de school hangen diverse posters waar we kinderen willen leren hoe met elkaar om te gaan en dat pesten daar geen deel van uit mag maken. Naast het pestprotocol en genoemde waarden en normen posters werken we op Twickelo ook adhv klassikale posters rond zinloos geweld. U herkent deze posters aan het lieveheersbeestje dat overigens ook bij de hoofdingang in het tegelpad ligt. Met al deze maatregelen trachten wij het pesten tegen te gaan. Het pestprotocol ligt bij de directie ter inzage. 12.12 Het protocol huiselijk geweld en kindermishandeling Binnen onze stichting is er een protocol t.a.v. (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit protocol is er op gericht dat van alle personeelsleden van Stichting KOMT op basis van hun verantwoordelijkheid wordt verwacht dat zij in alle contacten met leerlingen attent zijn op signalen die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling. Bij de uitvoering van het stappenplan dient men de Wet betreffende de Persoonsgegevens, de Wet op de Jeugdzorg, de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning en de Wet op het Primair Onderwijs in achtte nemen. Bij signalen die wijzen op acuut en zodanig ernstig geweld dat de leerling of het gezinslid daartegen onmiddellijk moet worden beschermd, dient men direct advies te vragen aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of aan het Steunpunt Huiselijk Geweld. Indien men op basis van de gemelde signalen tot de conclusie komt dat er direct noodzakelijke acties dienen te worden ingezet, dan kan men direct officieel een melding kindermishandeling of huiselijk geweld doorgeven. In noodsituaties kan overigens ook contact opgenomen worden met de Raad voor de Kinderbescherming, met de crisisdienst van het Bureau Jeugdzorg en/of de locale politie. Om kindermishandeling en huiselijke geweld tijdig te signaleren en om de noodzakelijk maatregelen te treffen is er een stappenplan ontwikkeld. Het gehele protocol is te vinden via de website van stichting KOMT.
13. Aanmelding / inschrijving / uitschrijving 13.1 Aanmelding Jaarlijks worden er in februari informatieavonden georganiseerd voor ouders waarvan hun kind vier wordt. In de weken daarna kunt u uw kind op school aanmelden. U bent natuurlijk ook welkom op een ander tijdstip om de school te bekijken of informatie in te winnen. U kunt hiervoor een afspraak maken met de directeur. Voor het aanmelden van vierjarige leerlingen hanteert Stichting KOMT de volgende aanmeldingsprocedure: - Ouders ontvangen drie formulieren bij de aanmelding: het aanmeldingsformulier, een ouderverklaring en het intakeformulier - Ouders vullen alle drie de formulieren in. Hiermee is de leerling aangemeld, maar nog niet toegelaten. - Indien er bijzonderheden worden geconstateerd bespreekt de directeur het intakeformulier met de intern begeleider. Er wordt eventueel nader informatie opgevraagd via de ouders. Er kan vervolgens worden overgegaan tot toelating. - Indien er nog geen goed beeld is te vormen over de leerling wordt er vervolgens een (tweede) intakegesprek gehouden met de ouders én de directeur en intern begeleider. Eventueel wordt de leerkracht van groep 1 of onderbouwcoördinator gevraagd hierbij aanwezig te zijn. Na afloop van dit gesprek wordt besloten of de leerling toegelaten wordt. - Indien er tijdens het tweede intakegesprek nog geen goed beeld te vormen is van de leerling kan besloten worden tot een aantal gewenochtenden voor het kind om het te kunnen observeren. Daarna wordt besloten om een leerling wel of niet toe te laten. - Indien een leerling niet wordt toegelaten, wordt verwezen naar een andere onderwijsinstelling. Deze verwijzing wordt schriftelijke kenbaar gemaakt aan de ouders. 13.2 De eerste schooldag!! Vanaf de dag dat kinderen vier jaar zijn mogen ze naar school. De leerplicht gaat in op het moment dat uw kind 5 jaar wordt. Een maand voordat uw kind vier wordt ontvangt u een brief van de leerkracht waar uw kind bij in de groep komt, waarin uw kind uitgenodigd wordt om een ochtend op school te komen kennismaken. Uw kind kan dan alvast kennis maken met de groepsleerkracht en de medeleerlingen. Kinderen die binnen 4 weken vanaf de eerste schooldag in het nieuwe schooljaar vier jaar worden, mogen vanaf die eerste schooldag starten op de basisschool voor ten hoogste tien dagdelen. In principe worden kinderen die in de periode tot 4 weken voor de zomervakantie vier jaar worden, niet meer toegelaten tijdens het lopende schooljaar. Wel worden zij uitgenodigd om kennis te maken. Als uw kind naar school gaat, verwachten wij dat uw kind zindelijk is en een redelijke mate van zelfstandigheid heeft bij het naar de toilet gaan en aankleden. Rond de ochtendpauze wordt er met de kinderen gezamenlijk gegeten en gedronken in de klas. De ouders dienen zelf te zorgen voor een versnapering en drinken. Omdat wij gezonde voeding promoten geniet fruit of een boterham de voorkeur boven de kant en klare voorverpakte koeken e.d. Ook drinken uit een afsluitbare drinkbeker prefereren wij boven pakjes. De groep 1 kinderen (kinderen die vanaf de eerste schooldag op school komen) en de kinderen die t/m december instromen gaan de hele dag naar school. De kinderen die vanaf januari instromen gaan in principe alleen de ochtenden naar school. (In overleg mogen ook zij hele dagen naar school). 13.3 Vervroegde doorstroming of verlengen Voor het vervroegd doorstromen of verlengen heeft de school een stappenplan opgesteld. Het stappenplan vervroegde doorstroming helpt de school om te komen tot een goede afweging voor kinderen die een verkorte (basis-)schoolloopbaan tegemoet kunnen zien. Met name rond de doorstroming van de zogenaamde vroege leerlingen (dat zijn kinderen geboren tussen september en januari) doet dit stappenplan opgeld. Bij de overgang van groep 1 naar 2 en van 2 naar 3 besteedt de school extra aandacht aan deze vroege leerlingen. Een vervroegde doorstroming is een overgang die eerder dan gebruikelijk (op grond van de kalenderleeftijd) plaatsvindt. Het protocol overgang van groep 1-2-3 geeft de school handvatten om structureel te komen tot een beslissing welke moet leiden naar een verlengde schoolperiode, in de volksmond zittenblijven of doubleren. In de onderwijspraktijk is er sprake van kleuterverlenging als een kind dat voor 1 oktober zes jaar wordt niet doorstroomt van groep 2 naar groep 3. Het beleidstuk ‘Richtlijnen verlengen/vervroegde doorstroming’ ligt ter inzage op school. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de directie of IB-er.
13.4 Instromen in andere groepen Voor het aanmelden van een leerling van een andere school hanteert Stichting KOMT de volgende aanmeldingsprocedure: - De directeur neemt contact op met de directeur van de school waar het kind vandaan komt om zoveel mogelijk informatie op te vragen en om eventuele achterliggende problematiek helder te krijgen. - De ouders vullen het aanmeldingsformulier, de ouderverklaring en het intakeformulier in. Hiermee is de leerling aangemeld, maar nog niet toegelaten. - Het intakeformulier wordt tijdens een intakegesprek tussen ouders en directeur nader besproken. Indien er geen bijzonderheden zijn, kan worden overgaan tot toelating. De directeur vraagt het onderwijskundige rapport op en verslagen van eventuele onderzoeken. - Indien er wel bijzonderheden worden geconstateerd bespreekt de directeur het intakeformulier met de intern begeleider. Er wordt eventueel nader informatie opgevraagd via de ouders. De directeur vraagt het onderwijskundige rapport op en verslagen van eventuele onderzoeken. Er kan vervolgens worden overgegaan tot toelating. - Indien er nog geen goed beeld is te vormen over de leerling wordt er vervolgens een tweede intakegesprek gehouden met de ouders en de directeur en intern begeleider. Na afloop van dit gesprek wordt besloten of de leerling toegelaten wordt. - Indien een leerling niet wordt toegelaten, wordt verwezen naar een andere onderwijsinstelling of blijft de leerling op de huidige school. Deze verwijzing wordt schriftelijke kenbaar gemaakt aan de ouders. - Indien een leerling geplaatst wordt, wordt er in overleg met de leerkracht en de ouders een moment gekozen dat de leerling in zijn/haar nieuwe leeromgeving kan komen meedraaien. 13.5 Vertrek naar een andere school Wanneer een kind wegens verhuizing of om andere redenen naar een andere basisschool vertrekt, dan ontvangt de te ontvangen basisschool een bewijs van uitschrijving, alsmede een onderwijskundig rapport, waarin naast de door ons gebruikte lesmethoden ook de vorderingen van uw kind staan. Wanneer een kind naar een speciale school voor basisonderwijs vertrekt, dan wordt in principe dezelfde procedure, als hierboven beschreven, gehanteerd. 13.6 Regels voor toelating, schorsing en verwijdering Om als leerling van een basisschool te worden toegelaten moet het kind de leeftijd van vier jaar hebben bereikt. Leerlingen verlaten de basisschool in elk geval uiterlijk aan het einde van het schooljaar waarin zij de leeftijd van 14 jaar hebben bereikt. Toelating van leerlingen afkomstig van een speciale school voor basisschool en de overgang van een leerling naar een dergelijke school vindt slechts plaats in overeenstemming met de ouders en het bevoegd gezag van de desbetreffende school. De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen ligt bij het bevoegd gezag, het bestuur. De toelating mag niet afhankelijk gesteld worden van een geldende bijdrage van de ouders. Indien het bevoegd gezag weigert een leerling toe te laten, deelt het de reden van de weigering schriftelijk aan de ouders mee. Het bestuur van de school heeft regels opgesteld met betrekking tot schorsing en verwijdering. Deze liggen voor ouders op school ter inzage. Over de verwijdering hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleerkracht en de ouders van de leerling. Tot op heden hebben we van deze optie nog geen gebruik hoeven maken en wij hopen dat dit in de toekomst ook zo zal blijven. 13.7 Overdrachtformulier peuterspeelzalen of kinderopvang De meeste vierjarigen die bij ons op school komen zijn naar een peuterspeelzaal of een kinderopvang geweest. We vinden het belangrijk om de overgang naar de basisschool zo soepel mogelijk te laten verlopen. Daarom bieden we de kinderen van bijna vier jaar de mogelijkheid om te komen wennen (Zie 6.1), maar we willen ook graag aansluiten op de aanpak en ervaringen van de peuterspeelzaal en kinderopvang. De leidsters van de peuterspeelzalen in de gemeente Hof van Twente vullen voor elk kind een overdrachtformulier in. De inhoud van dit formulier is/wordt met u besproken bij het afscheid van de peuterspeelzaal. Een kopie van dit formulier wordt in ons dossier bewaard. Indien noodzakelijk vragen we soms om de peuterspeelzaal of kinderopvang te mogen bellen om een completer beeld van uw kind te krijgen. Met al die informatie zijn onze leerkrachten nog beter in staat uw kind precies de goede begeleiding te geven. De verkregen informatie wordt vertrouwelijk behandeld en op verzoek is de inhoud van het leerlingvolgsysteem altijd in te zien.
13.8 Naar het voortgezet onderwijs De ouders van de kinderen van groep 8 worden rond de herfstvakantie tijdens een speciale ouderavond geïnformeerd over de diverse vormen van voortgezet onderwijs (LWOO, VMBO, Havo en VWO), de verschillende scholen in de regio (Twickelcollege, de Grundel, OSG, AOC), de aanmelding, de toelating enz. (Zie ook 8.1) Ook zullen de kinderen van groep 8 een kijkje nemen bij verschillende scholen van het voortgezet onderwijs. In ieder geval wordt een bezoek gebracht aan het Twickelcollege, naast onze school, en aan het AOC te Almelo. De leerkracht van groep 8 licht u tijdig in omtrent de ontwikkelingen die er op uw kind afkomen. Een van de toelatingscriteria tot het voortgezet onderwijs is de uitslag van de Cito-eindtoets. Deze wordt vanaf 2015 later afgenomen dan voorheen, namelijk in april. Daardoor is het advies van de school leidend geworden ten aanzien van plaatsing op het VO. De resultaten van de Citotoets worden schriftelijk aan de ouders meegedeeld en door de leerkracht van groep 8 toegelicht. Mocht er een groot verschil zijn tussen het advies van school en de Citotoets kan er evt een extra onderzoek plaatsvinden. In de loop van het jaar houden diverse scholen van het voortgezet onderwijs open dagen en informatieavonden. We raden ouders en kinderen van groep 8 aan om een aantal van deze open dagen te bezoeken. Na de Cito-eindtoets wordt er in groep 8 gewoon volgens het reguliere lesrooster gewerkt. Gedurende de laatste maanden van het schooljaar zal groep 8 toewerken naar de brugklas. Er wordt gewerkt met een agenda, lesrooster, planning e.d. Het hele jaar door krijgen de kinderen huiswerk mee voor rekenen en taal, om ervaring met het maken van huiswerk te krijgen. Ter afsluiting van de basisschool presenteren de kinderen zich nog eenmaal middels een eindmusical die aan alle kinderen en ouders wordt opgevoerd. Ook gaat groep 8 nog op kamp naar Schiermonnikoog en worden ze tijdens de feestelijke slotavond nog eens individueel in het zonnetje gezet. Deze slotavond is voor ouders en kinderen van groep 8 en de leerkrachten van Twickelo.
14. De school in ontwikkeling 14.1 De resultaten van de school Kwalitatief goed onderwijs is afhankelijk van een aantal bepalende factoren. Niet alleen de cognitieve resultaten zijn van belang, maar ook andere factoren, zoals de sociaal-emotionele ontwikkeling, de creatieve ontwikkeling, interesse en aanleg e.a. zullen bijdragen tot de kwaliteit van het onderwijs. De kwaliteit van het onderwijs hangt niet alleen af van de resultaten die uit de Cito-score van de eindtoets naar voren komen. We mogen wel constateren dat onze school qua Cito-eindtoets de laatste jaren rond het landelijk gemiddelde scoort. In 2013 scoorden we zelfs ruim boven het gemiddelde. De uitstroompercentages van de laatste jaren: jaar Praktijkonderwijs VMBO HAVO /VWO 2010 3% 33,% 64% 2011 0% 56% 44% 2012 0% 50% 50% 2013 0% 42% 58% 2014 0% 45% 55% Van belang vinden wij dat een leerling die van onze school naar het voortgezet onderwijs gaat, die vorm van onderwijs gaat bezoeken die past bij de capaciteiten en de interesse van het kind. Ook belangrijk in deze is dat we in overleg met de ouders het advies van de school bespreken en samen de goede school voor voortgezet onderwijs kiezen. Incidenteel wordt een kind aangemeld voor een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs. 14.2 Beleidsontwikkelingen Het onderwijs is steeds in beweging. We hebben als school te maken met allerlei veranderingen, zowel politiek, maatschappelijk, als onderwijskundig. Als school moet je hier op reageren en plannen. Daarnaast moet je ook ondanks de veranderingen de kwaliteit van het onderwijs bewaken. De doelstelling van iedere verandering moet ook een verbetering voor ons onderwijs betekenen.
Passend onderwijs. Een vraag die daarbij beantwoord dient te worden is wat kan de school bieden aan haar leerlingen. Hoe zal de zorgbehoefte zich verder ontwikkelen en hoe springen we op school daar op in. Inmiddels is erg een goede structuur opgezet om de nodige expertise te kunnen inzetten. Zie hiervoor hoofdstuk 9 en 11 van deze gids. Als stichting hebben we richtlijnen opgesteld waaraan de individuele scholen moeten voldoen. Op school ligt dit beleidsstuk ter inzage.
Mede op grond van passend onderwijs, maar ook omdat wij inzien dat dit in de huidige maatschappij van belang zijn wij structureel bezig met het versterken van het Pedagogisch Klimaat. Wij doen dit volgens de werkwijze van “Positive Behaviour Support” en onder begeleiding van het Semenarie voor Orthopedagogiek. Een korte beschrijving vindt u in deel A van de schoolgids.
Daarnaast wordt verder gewerkt aan de zorgstructuur / klassenmanagement. Middels de werkwijze van de 1-zorgroute, waarbij de steekwoorden handelingsgericht en opbrengstgericht werken belangrijk zijn, wordt de zorgstructuur op groepsniveau en individueel verder verbeterd. Ook gaan we ons aanbod voor de leerlingen die meer aankunnen nog verder uitbreiden en versterken.
We gaan starten met een nieuwe taal / spellingsmethode, Taal Actief. De implementatie hiervan zal de nodige tijd en aandacht vergen. We willen hiermee ons Taalonderwijs op een hoger niveau brengen en beter passen maken bij onze werkwijze.
We willen meer afwisseling en verdieping voor de creatieve vakken. We zijn op zoek naar een andere werkwijze / methode om deze vakken meer inhoud te geven.
Voor meer informatie rondom beleidsontwikkelingen verwijzen wij u naar het schoolplan dat op school ter inzage ligt.
15. Ouderraad, Medezeggenschapsraad en Leerlingenraad 15.1 De Oudervereniging en Ouderraad Iedere ouder die een kind op Twickelo heeft, is automatisch lid van de oudervereniging. Hieruit wordt door de ouders zelf een bestuur gekozen: de ouderraad (O.R.). Dit bestuur van de oudervereniging vergadert eenmaal per maand. Bij deze vergadering is de directeur of een teamlid aanwezig. De ouderraad probeert de belangen van alle ouders en hun schoolgaande kinderen zo goed mogelijk te behartigen. Er zijn diverse commissies actief waarin zowel leden van de ouderraad alsmede teamleden zitting hebben. De ouderraad houdt zich bezig met de organisatie van de activiteiten binnen de school. In het begin van het nieuwe schooljaar is de algemene jaarvergadering. Tijdens deze jaarvergadering vindt, indien nodig, de wisseling plaats van bestuursleden in de ouderraad. In het huishoudelijk reglement van de O.R. kunt u meer informatie omtrent de werkwijze van de ouderraad lezen. Het dagelijks bestuur van de ouderraad bestaat uit: Leden dagelijks bestuur: Karin Leenders(voorzitter) Catja Visschedijk (secretaris) Rian Hagedoorn (penningmeester) Overige leden: Sandra Tanke, Erik Exterkate, Otto de Boer, Gert-Jan Spoolder, Susan Maas, Marleen Kranenberg, Maaike Dessens, Jolanda Vossebeld, Edwin Verburg (de schuingedrukte leden zijn nog niet officieel benoemd) 15.2 Medezeggenschapsraad en GMR Twickelo heeft een medezeggenschapsraad (M.R.) vergelijkbaar met een ondernemingsraad in het bedrijfsleven. Elke school is verplicht een MR te hebben om de medezeggenschap van ouders en personeel binnen de school te regelen. De MR werkt volgens een officieel reglement, dat is opgesteld in samenwerking met de vereniging van schoolbesturen en landelijke ouderorganisaties. De MR is bevoegd om alle zaken de school betreffende te bespreken uitgezonderd personen. Het bevoegd gezag (Stichting KOMT) of de directeur stelt de MR in kennis van het door hen in het afgelopen jaar gevoerde beleid en van de beleidsvoornemens voor het komende schooljaar ten aanzien van het financiële, organisatorische of onderwijskundige beleid. Hierdoor wordt “openbaarheid, onderling overleg en openheid” bevorderd. Ook kunnen ouders en personeel op deze wijze invloed uitoefenen op het gebeuren in onze basisschool. De MR heeft in bepaalde gevallen instemmingbevoegdheid en in andere gevallen adviesbevoegdheid (volgens het reglement medezeggenschap). In deze raad zijn ouders en teamleden vertegenwoordigd. De MR bestaat momenteel uit zes personen: drie ouders en drie leerkrachten (zie einde tekst). Onderling worden de taken verdeeld. Als de voorzitter uit de oudergeleding komt, moet het secretariaat bij de leerkrachten liggen v.v. De directeur is adviseur. Een MR-lid heeft minimaal voor vier jaar zitting in de MR en kan bij herkiesbaarstelling voor één termijn herkozen worden. De leden van de M.R. zijn altijd bereid om uw vragen en opmerkingen te aanhoren. De MR vergadert ongeveer zes keer per jaar. Als er gegronde redenen zijn kan de voorzitter een extra vergadering bijeenroepen. Twee leden van de M.R. hebben zitting in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (G.M.R.) van Stichting KOMT, dat zijn Renate Kroeze en Inge Velsing. Deze raad behartigt de bovenschoolse belangen van alle basisscholen die bij de stichting aangesloten zijn. Leden Medezeggenschapsraad: Ouders:
Bas Spekreijse(voorzitter) Leerkrachten
Renate Kroeze
Hans van Ooijen
Chantal Loohuis
Carin Sonneveld
Inge Velsing
15.3 Leerlingenraad Op Basisschool Twickelo functioneert een leerlingenraad. Hierin zijn kinderen van de groepen 5 t/m 8 vertegenwoordigd. De leerlingenraad komt een viertal keer per jaar bijeen om verschillende schoolse zaken met elkaar te bespreken. Het doel van de leerlingenraad is 3-ledig: De kinderen adviseren de directie en het team over schoolse aangelegenheden. Zo is men op de hoogte van de mening van de kinderen en kan daar rekening mee gehouden worden. Kortom, de kinderen krijgen een stem. De kinderen doen leerervaringen op m.b.t. het democratisch proces. Er worden verkiezingen gehouden voor de vertegenwoordigers van de groepen. De kinderen leren op welke wijze ze inspraak kunnen hebben. Ook leren de kinderen vergadertechnieken en de rollen binnen een vergadering. Deze doelstellingen passen bij de kerndoelen m.b.t. Burgerschap. De kinderen leren rekening te houden met elkaar en respect te hebben voor de mening van de ander.
16. Overige informatie 16.1 Klachtenregeling Sinds enkele jaren functioneert er een klachtenregeling. Op alle scholen binnen Stichting KOMT is een gedragslijn ontwikkeld, waaraan we ons moeten houden. Een ieder die op een of andere wijze bij de school is betrokken, heeft het recht om een klacht in te dienen. Deze klacht kan bijvoorbeeld gaan over de begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld of pesten. Natuurlijk dient het zo te zijn dat de klager eerst contact opneemt met degene op wie de klacht betrekking heeft. En als dat niet voldoet met de directie. Meestal worden klachten over de dagelijkse gang van zaken in goed overleg met de betrokkenen opgelost. Bent U echter van mening dat de klacht niet binnen de school kan worden opgelost, dan kunt u zich wenden tot de contactpersoon bij ons op school, juf Ria Sander. Zij kan bemiddelen en u eventueel verwijzen naar de vertrouwenspersoon, die u kan helpen bij het indienen van uw klacht bij de klachtencommissie. Het bestuur heeft twee onafhankelijke vertrouwenspersonen aangesteld, te weten dhr. Groot Rouwen en Mevr. ter Morsche, die nagaan of de klacht door goed overleg alsnog kan worden opgelost. Is dat niet het geval dan bepaalt de klager of hij de klacht bij het bevoegd gezag of klachtencommissie indient. Stichting KOMT is aangesloten bij de Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs in Noord-Nederland. Deze commissie handelt volledig onafhankelijk van de betrokken partijen. De directie, de contactpersoon en de vertrouwenspersonen beschikken over het actuele adres van de commissie. De volledige klachtenregeling ligt op school ter inzage. Hier ziet u in schema hoe een klacht afgehandeld wordt: Klager V Directie V Schoolcontactpersonen V Vertrouwenspersonen V Bevoegd gezag of klachtencommissie
> aangeklaagde dhr. M. van ‘t Erve mevr. Ria Sander dhr. Groot Rouwen en Ans ter Morsche
De klachtencommissie zal binnen vijf dagen (in ieder geval zo spoedig mogelijk) een mededeling doen aan de klager, de aangeklaagde en het bevoegd gezag. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht zal er een hoorzitting plaatsvinden. Binnen vier weken na de hoorzitting komt er een advies aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag geeft binnen twee maanden haar besluit op het advies aan de klager, de aangeklaagde, de klachtencommissie en de directie van de school. 16.2 Sponsoring en acties Bij sponsoring krijgt een school geld, goederen of diensten van een sponsor in ruil voor een verhoudingsgewijs geringe tegenprestatie. Het kan hierbij gaan om: betalen voor aanschaf van aanvullend lesmateriaal, zoals dvd’s, posters of spellen; financieel ondersteunen van activiteiten zoals schoolfeesten, sportdagen, schoolzwemmen, schoolreisjes en excursies; meebetalen aan de inrichting van klaslokalen en aan (computer)apparatuur; cateringactiviteiten zoals lunch, traktaties en hapjes. Bij het sluiten van een sponsorovereenkomst hanteren wij de volgende gedragsregels: de samenwerking mag de ontwikkeling van de kinderen niet schaden; sponsoring mag de onderwijsinhoud niet beïnvloeden en de uitvoering van de kernactiviteiten van de school mag hiervan niet afhankelijk worden; in lesmaterialen mag geen reclame voorkomen. Ook niet impliciet. De objectiviteit en betrouwbaarheid van het onderwijs mag niet in het geding zijn; sponsoring mag niet misleidend zijn en mag niet appelleren aan gevoelens van angst en bijgelovigheid van leerlingen; sponsoring moet een gezonde levensstijl aanmoedigen. Er bestaat de mogelijkheid om op een aantal vooraf bepaalde dagen oude kleding en dergelijke in te leveren bij school. Hierbij wordt verwezen naar de nieuwsbrieven en de jaarkalender. Ook kunnen gebruikte cartridges op school ingeleverd worden. Het geld wat hiermee wordt gegenereerd komt ten goede aan de school/leerlingen. Wij steunen jaarlijks de kinderpostzegelactie en de vastenactie. Daarnaast wordt jaarlijks in principe één andere actie gesteund, waarbij gelden worden opgehaald voor een goed doel. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan plaatselijke initiatieven etc. Op de jaarlijkse Twickelodag en de kerstmarkt te Delden worden met medewerking van ouders en anderen de nodige activiteiten georganiseerd, waarbij de opbrengsten ten behoeve van de school/leerlingen worden aangewend. 16.3 Abonnementen Via de school kunt u voor uw kind een abonnement op een jeugdblad nemen. Voor de groepen 1 en 2 is er Bobo; voor de groepen 3 en 4 Okki; voor de groepen 5 t/m 8 Taptoe. Daarnaast kunnen de groepen 7 en 8 ook een abonnement nemen op Hello You, een Engelstalig maandblad. Ook bestaat de mogelijkheid om een abonnement op een serie leesboeken te nemen. Aan het begin van ieder schooljaar krijgt u hier de aanmeldingsformulieren van. Deze jeugdbladen worden dan door de uitgever thuis bezorgd. 16.4 Misdienaars/Rondbrengen kerkennieuws Kinderen van groep 7 krijgen in juni/juli het verzoek om als misdienaar opgeleid te worden. In combinatie met het brigadieren kunnen kinderen hier voor inschrijven. Tevens wordt hen gevraagd of zij bereid zijn om gedurende één schooljaar het kerkennieuws, een informatiebulletin van de Deldense kerken, te willen rondbrengen aan de belangstellenden. Dit gebeurt eens per twee weken en is geheel vrijblijvend. 16.5 Mobiele telefoons/overige elektronica Mobiele telefoons zijn in een moderne maatschappij waarin we nu leven een bijna onontbeerlijk medium geworden. Vele kinderen in de hoogste groepen zijn in het bezit van zo’n modern apparaat. Op school is het bezit (en dus het gebruik) van een mobiele telefoon echter niet toegestaan. Bij oneigenlijk kan dit namelijk tot vervelende situaties leiden. Wij scharen ons achter de wet op de privacy van personen en willen op die manier kinderen hiervoor beschermen. Wij kunnen ons alleszins voorstellen dat in speciale gevallen om praktische redenen ouders het een veilig gevoel geeft, wanneer hun kind een mobiele telefoon beschikbaar heeft. In deze speciale gevallen kunnen ouders ontheffing aanvragen bij de directie. Kinderen die deze ontheffing hebben, leveren hun mobiele telefoon overdag bij de leerkracht in en kunnen deze na schooltijd natuurlijk weer mee naar huis nemen.
Indien een kind ongeoorloofd over een mobiele telefoon op school beschikt, kan deze worden ingenomen door de leerkracht. Ouders kunnen deze telefoon dan bij de directie ophalen. Overigens is de school op generlei wijze verantwoordelijk voor verlies, diefstal of beschadiging van de mobiele telefoon van een kind. Dit geld overigens ook voor andere elektronica die kinderen meenemen naar school (zoals MP3-spelers, iPod’s e.d.) Beter is dat kinderen deze elektronica thuis laten. 16.6 Periodieke hoofdluiscontrole Hoofdluis is een probleem dat op veel scholen voorkomt. Hoofdluis heeft niets met verminderde hygiëne te maken, maar is wel een heel vervelend verschijnsel. Wij doen al het mogelijke om besmetting of uitbreiding van een eventuele hoofdluisplaag te voorkomen. Daarom worden alle kinderen op de eerste maandag na iedere vakantie door een aantal ouders op discrete wijze gecontroleerd. Deze ouders hebben allemaal informatie gekregen van de G.G.D. Op school is een map aanwezig waarin de werkwijze staat vermeld. Indien bij uw kind inderdaad hoofdluis wordt geconstateerd, dan wordt u daar door school persoonlijk van op de hoogte gebracht. U krijgt dan ook informatie hoe verder te handelen. Via de kinderen gaat er dan geen informatie mee. Bij meerdere gevallen in één groep krijgt de hele groep een brochure mee, waarin de algemene bestrijding van hoofdluis vermeld staat. 16.7 Verzekering De school heeft een collectieve verzekering afgesloten. Alle activiteiten die door de school worden georganiseerd zijn daardoor gedekt. Wij hopen hiermee zoveel mogelijk risico uit te sluiten die leerlingen en/of begeleiders bij schoolse activiteiten kunnen overkomen. De verzekering dekt de aan de leerling, ouder, leerkracht of begeleider zelf overkomen schade. Deze verzekering is geen W.A.-verzekering, maar een ongevallenverzekering. Aan derden toegebrachte schade, alsmede materiële schade wordt niet vergoed. Het mag als bekend worden verondersteld dat in geval van een gebeurtenis verzekeringsmaatschappijen eventuele schade in eerste instantie zullen proberen te verhalen op de particuliere aansprakelijkheidsverzekering van de “tegenpartij”.