KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND
AMATEURVOETBAL
Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal Seizoen 2014/'15 Scheidsrechters, rapporteurs, coaches, aanspreekpunten, praktijkbegeleiders
knvb.nl
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
Inhoudsopgave 1. Contactgegevens
4
1.1. Contactgegevens medewerkers
4
1.2. Contactgegevens commissie scheidsrechterszaken zaalvoetbal
4
2. Algemeen
5
2.1. Lidmaatschap KNVB
5
2.2. Tot welk district behoort een scheidsrechter?
5
2.3. Aanstellingen wedstrijdofficials
5
2.3.1. Landelijk
5
2.3.2. District
6
2.3.3. Verhinderingen
6
2.3.4. Afmelden wedstrijden
6
2.3.5. Herhaald afmelden
6
2.4. Terugkeer van scheidsrechters
7
2.5. Declaraties
7
2.6. Disciplinaire overtredingen
7
2.7. Begeleiding
8
2.8. Talententraject scheidsrechters
8
2.9. Spelregels
8
2.10. Vrije toegang bij wedstrijden
8
2.11. Fysiek en belangenbehartiging
8
2.11.1. Verzekeringen
8
2.11.2. Behandeling blessures
9
2.12. Mediabeleid
9
2.12.1. Algemeen
9
2.12.2. Woordvoering
9
2.13. Social media
9
3. Rondom wedstrijden
10
3.1. Wedstrijdprotocol scheidsrechters landelijk
10
3.2. Spelerspas
10
3.3. Digitaal Wedstrijd Formulier
11
3.4. Vervangingsregeling scheidsrechters
11
3.5. Bijzondere voorvallen
13
3.6. Kledingvoorschrift rondom wedstrijden
13
3.7. Kledingvoorschrift wedstrijden
13
3.8. Meenemen gasten
13
3.9. Bezoek bestuurskamer / bestuurstafel
14 2
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
3.10. Coaches en rapporteurs
14
4. Promotie en degradatie
15
4.1. Algemene bepalingen
15
4.2. Promotie- en degradatieregeling scheidsrechters
15
5. Opleidingen en themabijeenkomsten
17
5.1. SO-I
17
5.2. SO-II
17
5.3. Algemeen themabijeenkomsten
17
5.4. Toets
17
5.5. Conditietest
17
5.6. Punten maatwerkbijeenkomsten scheidsrechters district
18
6. Beoordelingen
20
6.1. Beoordelen scheidsrechters
20
6.2. Eisen rapporteurs
20
6.3. Proces Kwaliteitsbewaking en Bezwarencommissie zaalvoetbal
20
6.3.1. Kwaliteitsbewaking
20
6.3.2. Bezwaarschriften
21
6.3.2.1. Werkwijze bezwarencommissie:
22
6.3.3. Beroepschriften
22
6.3.4. Verkorte procedure
23
6.4. Rapportbesprekingen
23
6.5. Openstellen rapporten
23
6.6. Ranking scheidsrechter
23
6.7. Cijfers aan het eind van het seizoen omgezet naar punten
23
7. Tuchtzaken
24
7.1. Strafrapporten
24
7.2. Noodnummer KNVB
24
7.3. Herziening strafcodes
24
7.4. Informeren van tuchtrechtelijke beslissingen aan leden van verenigingen
26
8. Spelregelwijzigingen
28
9. Bijzondere wedstrijden
32
9.1. Regeling vriendschappelijke wedstrijden
32
9.2. Internationale wedstrijden (toernooien)
32
10. Internationale scheidsrechters
32
10.1. Conditietest
32
10.2. Medische keuring
32
11. Slotbepaling
32 3
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
1. Contactgegevens 1.1. Contactgegevens medewerkers Naam
Coördinator
KNVB Landelijk
Ron Kauwen
KNVB district Noord
Johan Melles
KNVB district Oost
Truus van Reenen
KNVB district West I
Kevin Dinkelberg
KNVB district West II KNVB district Zuid I
Marlies van de Sande Fred van den Heuvel
KNVB district Zuid II
Ad van der Burgh
E-mailadres: Telefoon: E-mailadres: Telefoon: E-mailadres: Telefoon: E-mailadres: Telefoon: E-mailadres: Telefoon: E-mailadres: Telefoon: E-mailadres: Telefoon:
[email protected] 06-22815905
[email protected] 0513-618952
[email protected] 0570-664202
[email protected] 020-4879176
[email protected] 010-2862196
[email protected] 076-5728315
[email protected] 046-4819422
1.2. Contactgegevens commissie scheidsrechterszaken zaalvoetbal Naam
Coördinator
Emailadres
Telefoonnummer
Voorzitter
Teo Oortman
[email protected]
06 55 30 49 54
Coaching
Ab van Buuren
[email protected]
06 53 29 67 32
Rapportage
Jan Kueter
[email protected]
06 10 01 34 43
Scheidsrechters
Victor van Helvoirt
[email protected]
06 18 81 62 28
Talenten
Math van den Bekerom
[email protected]
06 54 75 04 81
4
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
2. Algemeen 2.1. Lidmaatschap KNVB Iedereen die een functie bekleedt binnen een vereniging en/of de KNVB dient lid te zijn van de KNVB. Aan dit lidmaatschap is een contributiebedrag verbonden, waarin ook een gedeelte aan verzekeringspremie is opgenomen. Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld. Indien men bij een veld- of zaalvoetbalvereniging als lid geregistreerd staat, dan betaalt men dit contributiebedrag via deze vereniging.
2.2. Tot welk district behoort een scheidsrechter? De woonplaats van de scheidsrechter is bepalend voor het district waartoe hij of zij behoort. In zeer bijzondere gevallen is dispensatie mogelijk. Dit verzoek dient ter beoordeling te worden voorgelegd aan de werkgroep van het betreffende district. Bij verhuizing naar een ander district blijft de scheidsrechter fungeren in de groep waarin hij in zijn voormalige district floot c.q. zou gaan fluiten. Dit kan een eventuele groepsgrootte overschrijden.
2.3. Aanstellingen wedstrijdofficials Pakketten De aanstellingen vinden plaats op basis van de juiste scheidsrechter bij de juiste wedstrijd. De basis hierbij is het wedstrijdpakket van de groep waarin een scheidsrechter zich bevindt. Bij het vaststellen van inhaalwedstrijden worden de aanstellingen via de computer opnieuw verricht. Dit betekent dat de scheidsrechter niet automatisch zijn oude aanstelling terugkrijgt.
2.3.1. Landelijk Scheidsrechters • Eredivisiewedstrijden mannen worden bezet door twee scheidsrechters uit de landelijke lijst (A-, Blijst); • Eredivisiewedstrijden vrouwen worden bezet door een scheidsrechter van de landelijke lijst en een scheidsrechter uit het district (ZV-02 / TTZ-district, SO1-gediplomeerd); • Eerste divisiewedstrijden worden bezet door twee scheidsrechters van de landelijke lijst en incidenteel vanuit het district (SO1-gediplomeerd). Secretaris / tijdwaarnemer • De secretaris / tijdwaarnemer in de eredivisie mannen wordt aangesteld vanuit de B- of C-lijst; • De secretaris / tijdwaarnemer in de eredivisie vrouwen komt minimaal uit de groep ZV-03 / TTZdistrict en is minimaal SO1-gediplomeerd; • De secretaris / tijdwaarnemer in de eerste divisie komt minimaal uit de groep ZV-02 / TTZ-district en is SO1-gediplomeerd; • De secretaris / tijdwaarnemer komt uit het thuisdistrict waar de wedstrijd wordt gespeeld. De coördinator zaalvoetbalcompetitie landelijk kan eventueel van het bovenstaande afwijken.
5
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
2.3.2. District • • • • • • •
Topklassenwedstrijden mannen worden bezet met een scheidsrechter (ZV02 of hoger) en een secretaris; Hoofdklassenwedstrijden mannen worden bezet met een scheidsrechter (ZV03 of hoger) en een secretaris; Eerste klassenwedstrijden mannen worden bezet met een scheidsrechter (ZV04 of hoger) en een secretaris; Tweede en derde klassenwedstrijden mannen worden bezet met een scheidsrechter alleen **; Vierde klassenwedstrijden mannen worden alleen bezet indien er een koppeling is met een hogere klasse; Hoofdklassenwedstrijden vrouwen worden bezet met een scheidsrechter alleen **; Jeugdwedstrijden worden bezet met een scheidsrechter alleen;
** Indien er een koppeling is met een hogere klassenwedstrijd wordt zowel een scheidsrechter en een secretaris aangesteld. Secretaris / tijdwaarnemer • De secretaris wordt alleen bij wedstrijden in de categorie A (Top-, Hoofd- en 1e klassen) aangesteld; • De secretaris wordt niet bij wedstrijden in de categorie B (2e – 3e- 4e klassen mannen, Hoofdklasse vrouwen en jeugdzaalvoetbal) aangesteld, tenzij er een koppeling is met een categorie A wedstrijd.
2.3.3. Verhinderingen Wanneer je op een bepaalde dag niet actief kan zijn in de zaal, kun je hiervoor een verhinderingsdatum opgeven in het OP. Op die datum word je vervolgens niet ingepland. Bij het doorgeven van verhinderingen zijn de volgende zaken van belang: • Tot 5 weken voorafgaand aan de wedstrijd kun je zelf een verhindering opgeven via het OP. Daarna kun je een verhindering telefonisch of per mail doorgeven aan de competitieleider in het district of de coordinator landelijke competities; • Let er bij het doorgeven van je beschikbaarheid op dat je op de wedstrijddag voldoende uren beschikbaar bent. Je huidige beschikbaarheid is gebaseerd op je wedstrijdpakket van de groep waarin actief bent. Het kan zijn dat er anders niet voldoende wedstrijden in je wedstrijdpakket zijn waar je kunt fluiten. Bijvoorbeeld: je kunt tot 18.00 uur fluiten, terwijl alle wedstrijden in je wedstrijdpakket om 19.30 uur aanvangen. Hoe het proces precies werkt, lees je in deze handleiding.
2.3.4. Afmelden wedstrijden Voor de eredivisie en de eerste divisie mannen verloopt afmelding via de coördinator landelijke competities. Voor de wedstrijden in het district verloopt afmelding via de competitieleider van het district. Voor de scheidsrechters die vanuit het district aangesteld worden bij de wedstrijden van de Eredivisie vrouwen verloopt de afmelding via het eigen district. Voor de secretaris / tijdwaarnemer eerste divisie en eredivisie vrouwen verloopt afmelding eveneens via het district.
2.3.5. Herhaald afmelden Indien de werkcommissie scheidsrechterszaken zaalvoetbal of de commissie scheidsrechterszaken zaalvoetbal van mening is dat om onduidelijke of onaanvaardbare/niet weerlegbare redenen door een scheidsrechter wordt afgezegd, dan neemt het districtscollege of de bestuurscommissie zaalvoetbal de volgende maatregelen in onderstaande volgorde:
6
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
-
-
Brief aan de scheidsrechter, met reden van ongenoegen, waarin wordt gewezen op de consequenties. Zo nodig wordt de scheidsrechter uitgenodigd voor een gesprek namens of met afgevaardigden van het districtscollege / de bestuurscommissie zaalvoetbal; Het niet laten promoveren van de scheidsrechter, ongeacht de stand op de ranglijst; Het laten degraderen van de scheidsrechter, ongeacht de stand op de ranglijst; Het voorstel om over te gaan tot het afvoeren van de scheidsrechter.
2.4. Terugkeer van scheidsrechters Terugkeer na beëindigen loopbaan/door medische redenen Terugkeer na beëindigen loopbaan of door medische redenen is ter beoordeling van het districtscollege / de bestuurscommissie zaalvoetbal.
2.5. Declaraties Het bestuur amateurvoetbal heeft voor seizoen 2014/’15 de scheidsrechtersvergoedingen als volgt vastgesteld: Declaraties scheidsrechters Een basisvergoeding van € 21,10 voor maximaal twee wedstrijden per speelavond en € 5,50 voor elke derde en volgende activiteit alsmede € 0,26 per km (dit is inclusief eventuele parkeerkosten). Daarnaast ontvangen de scheidsrechters en de secretaris / tijdwaarnemers van de A-, B- en C-lijst een extra vergoeding van € 5,50 vanwege de reistijd. Declaraties rapporteurs en coaches Een basisvergoeding van € 8,90 per wedstrijddag/wedstrijdavond alsmede € 0,26 per km. Declaraties voor toernooien Een scheidsrechter die een toernooi leidt, mag bij de organiserende vereniging c.q. instantie slechts de basisvergoeding per dag in rekening brengen. Bij het leiden van vriendschappelijke wedstrijden mag aan de betrokken vereniging eveneens slechts volgens de geldende normen worden gedeclareerd.
2.6. Disciplinaire overtredingen Reglementaire overtredingen Zoals bijvoorbeeld: - het niet tijdig doorgeven van gegeven waarschuwingen of veldverwijderingen; - het niet tijdig rapporteren; - het weigeren van (aanvullende) inlichtingen te verstrekken aan de tuchtcommissie en/of commissie van beroep; - het bewust verstrekken van onjuiste inlichtingen, etc. Scheidsrechterlijke overtredingen Zoals bijvoorbeeld: - het niet tijdig verschijnen voor het leiden van een wedstrijd; - het weigeren een aanstelling te accepteren; - het afschrijven zonder hiervoor gegronde redenen te kunnen opgeven, etc.; - niet handelen naar algemeen gangbare normen van fatsoen (onder invloed, zonder respect, etc.).
7
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
Afhandeling overtredingen Reglementaire overtredingen worden behandeld door de tuchtcommissie. Scheidsrechterlijke overtredingen worden door de bestuurscommissie, respectievelijk het college van het desbetreffende district behandeld. Herhaling van een scheidsrechterlijke overtreding binnen twaalf maanden wordt afgedaan met een voorstel om over te gaan tot het afvoeren van de scheidsrechter.
2.7. Begeleiding Onder begeleiding wordt verstaan: het steunen van de scheidsrechters in algemene zin. De commissie scheidsrechterszaken zal indien mogelijk scheidsrechters die hiertoe een verzoek hebben ingediend of door hun prestaties en/of omstandigheden hiervoor in aanmerking komen laten coachen. De coach heeft rondom de wedstrijd contact met de scheidsrechter. De coach maakt een coachingsrapport dat via de commissie naar de scheidsrechter wordt verstuurd.
2.8. Talententraject scheidsrechters Het talententraject bestaat uit twee delen: landelijk en district. Scheidsrechters die deelnemen aan het talententraject worden landelijk of in hun eigen district extra begeleid. Naast de reguliere maatwerkbijeenkomsten worden er specifieke talentenbijeenkomsten georganiseerd voor de talenten. De deelname hieraan is verplicht. Het doel is om scheidsrechters sneller naar hun individuele top te laten groeien.
2.9. Spelregels •
Wedstrijden in de Ere-, Eerste divisie mannen en Eredivisie vrouwen worden gespeeld conform spelregels landelijk.
• •
Wedstrijden in het district worden gespeeld conform de spelregels district. Wedstrijden van de landelijke beker zaalvoetbal mannen worden gespeeld conform spelregels landelijk. De wedstrijden (poule) om de landelijke beker zaalvoetbal vrouwen worden gespeeld conform de spelregels district. Vanaf de 1/8 finale wordt gespeeld conform spelregels landelijk.
•
2.10. Vrije toegang bij wedstrijden KNVB-scheidsrechters hebben op vertoon van hun bewijs van vrije toegang amateurvoetbal 2014/’15 vrije toegang bij wedstrijden in het amateurvoetbal.
2.11. Fysiek en belangenbehartiging 2.11.1. Verzekeringen De KNVB heeft voor alle leden – dus ook voor scheidsrechters – een collectieve ongevallenverzekering en een collectieve aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Indien u hiervan gebruik wilt (moet) maken, neem dan contact op met het districtskantoor. Informatie over deze verzekeringen kunt u ook downloaden op www.knvb.nl. Klik op “online bibliotheek” en zoek op “verzekering”.
8
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
2.11.2. Behandeling blessures Voor behandeling van blessures verwijzen wij u naar de site van het Sport Medisch Centrum KNVB, http://www.smcknvb.nl/
2.12. Mediabeleid 2.12.1. Algemeen De KNVB streeft naar openheid en transparantie, ook daar waar het de arbitrage betreft. Dit betekent dat indien mogelijk interviewverzoeken met scheidsrechters worden gehonoreerd. De afdeling persvoorlichting acht het niet raadzaam interviewaanvragen voor de arbitrage via persvoorlichting te laten verlopen. De afdeling adviseert het scheidsrechterskorps interviewverzoeken naar
[email protected] door te laten sturen, of de aanvrager telefonisch contact op te laten nemen met het persnummer 0343 499 224 (optie 2). Uiteraard is het toegestaan verzoeken en uitnodigingen op eigen initiatief te honoreren. De afdeling persvoorlichting dient hiervan echter wel altijd voorafgaand aan het interview op de hoogte te worden gesteld. De afdeling persvoorlichting biedt daarnaast een faciliterende en ondersteunende rol bij interviewverzoeken voor scheidsrechters. Dit heeft diverse voordelen voor het scheidsrechterskorps. Allereerst neemt de afdeling de organisatie rond het interview uit handen. Daarnaast zal de afdeling de arbitrage waar nodig voorbereiden, adviseren en begeleiden. Tot slot vraagt de afdeling persvoorlichting het interview op te sturen naar de KNVB alvorens het te publiceren. Dit voorkomt de eventuele publicatie van feitelijke onjuistheden of dat de context van het gesprek niet overeenkomt met het interview. Indien het interviewverzoek op eigen initiatief gehonoreerd en georganiseerd wordt, adviseert de afdeling persvoorlichting de arbitrage te vragen of zij zelf het interview voorafgaand aan publicatie mogen inzien. Daarnaast is met de zendgemachtigden de afspraak gemaakt dat scheidsrechters (als woordvoerders van het arbitraal kwartet) desgevraagd wedstrijdsituaties c.q. beslissingen toelichten op camera in het geval daar behoefte aan is. De scheidsrechter in kwestie heeft te allen tijde het recht de wedstrijdbeelden te zien, alvorens een toelichting te geven. De zendgemachtigden zijn op de hoogte van deze afspraak. Bij twijfel over de inhoud van de toelichting dan wel eventuele redenen om er vanaf te zien, neemt de scheidsrechter contact op met de afdeling persvoorlichting. Alleen in gezamenlijk overleg met persvoorlichting kan tot de beslissing worden gekomen géén toelichting op camera te geven. De afdeling persvoorlichting is ook buiten kantoortijden bereikbaar om de arbitrage bij mediaoptreden te adviseren en/of te ondersteunen.
2.12.2. Woordvoering Woordvoering over beleidszaken van de arbitrage wordt gedaan door de manager competitiezaken dan wel door de persvoorlichters van de KNVB. De technische kant van de zaak wordt publicitair toegelicht door een afvaardiging van de technische staf. Contactgegevens afdeling persvoorlichting: 0343-499224, optie 2 Koen Adriaanse 06 1011 5357 Hans van Kastel 06 1048 0080
2.13. Social media Scheidsrechters wordt verzocht om bewust om te gaan met social media.
9
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
3. Rondom wedstrijden 3.1. Wedstrijdprotocol scheidsrechters landelijk 1. Minimaal 2 a 3 dagen voor de wedstrijd e In de wedstrijdvoorbereiding neemt de 1 scheidsrechter contact op met zijn collega-scheidsrechter en ook de secretaris / tijdwaarnemer. Hij stemt de aankomsttijd en de kleur van het tenue af. Bij belangrijke wedstrijden is het advies om een punt af te spreken van waar gezamenlijk gereden wordt naar de e sporthal. Mocht er een vervanging plaats vinden dan neemt deze persoon contact op met de 1 scheidsrechter. 2. Wedstrijddag Scheidsrechters dienen minimaal één uur voor aanvang van de wedstrijd aanwezig te zijn. Voor bijzondere wedstrijden (play-offs, bekerfinale, wedstrijden van een vertegenwoordigend Nederlands team, e etc.) worden aparte afspraken gemaakt. Het DWF valt onder de verantwoordelijkheid van de 1 scheidsrechter, de secretaris / tijdwaarnemer vult het echter in. Mocht hij een functie hebben bij een e andere wedstrijd dan vult de 1 scheidsrechter het DWF in. 3. Warming-up De warming-up start 30 minuten*/ 15minuten** voor aanvang. De scheidsrechters controleren de netten, e de wedstrijdballen en het 2 strafschoppunt (inclusief 5-meter streepjes). De klok wordt bij de start van de warming-up aflopend ingesteld aan gestart op 20 minuten*/10minuten**. De passen worden op het veld gecontroleerd door de secretaris / tijdwaarnemer. Na het signaal (de zoemer) gaan de teams en scheidsrechters 10 minuten*/5 minuten** voor aanvang van de wedstrijd naar de kleedkamer. Mocht de vereniging meer tijd nodig hebben voor de presentatie van de spelers dan dient dit voor de wedstrijd besproken te worden, hierop moet het bovenstaande protocol worden aangepast met als doel om de wedstrijd altijd op tijd te laten starten. *Eredivisie mannen ** Eredivisie vrouwen en eerste divisie mannen 4. Opkomst spelers en start wedstrijd Voor de opkomst controleren de scheidsrechters de uitrusting van de spelers. Na de presentatie start het uitspelende team met de handshake. Vervolgens vindt de toss plaats en controleren de scheidsrechters nogmaals de netten. 5. Na afloop van de wedstrijd De scheidsrechters verlaten gezamenlijk het veld na het laatste fluitsignaal. De secretaris / tijdwaarnemer vult direct na het eind van de wedstrijd het DWF in. Scheidsrechter 1 accordeert tot slot het DWF. De scheidsrechters verlaten bij voorkeur gezamenlijk de kantine / sporthal.
3.2. Spelerspas Alles over de spelerspas en de specifieke taken van de scheidsrechters is te vinden in het Handboek competitiezaken zaalvoetbal 2014/’15. www.knvb.nl. Aandachtspunt: De scheidsrechter of de door de KNVB aangestelde secretaris / tijdwaarnemer controleert in het bijzijn van de aanvoerders/coaches de gegevens op het (digitale) wedstrijdformulier aan de hand van de spelerspassen. Daarnaast voert hij een verplichte visuele controle uit. Dit gebeurt op het speelveld. De aanvoerder/coach is verantwoordelijk voor een goed verloop van deze controle en assisteert de scheidsrechter c.q. de secretaris / tijdwaarnemer. 10
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
3.3. Digitaal Wedstrijd Formulier Met de invoering van het DWF voor de Eredivisie, eerste divisie, topklasse en eredivisie vrouwen is het niet meer nodig om te werken met het papieren wedstrijdformulier. Via deze link vind je de handleiding voor het gebruik van het DWF: http://www.sportlink.com/manager/dms/document/?q=MT0xJmFtcDtkb2N1bWVudGlkPTE0MjA5JmFtcDt oYXNoPWM5NDBiYmI3ZWVlNDUxN2VkMWQ0ZDY4YzBiNmY4Zjli Voor noodgevallen als gevolg van bijvoorbeeld internet- en computerstoringen bij Sportlink of bij de vereniging, is er een noodformulier (digitaal) ter beschikking. Dit formulier is een PDF-bestand, wat je digitaal in kunt vullen met Adobe Reader en vervolgens kunt mailen aan de KNVB. Tip: Zorg dat je voorafgaand aan de wedstrijd een uitgeprint exemplaar van het DWF hebt. Als je nog in bezit bent van papieren formulieren, kun je deze ook gebruiken in noodgevallen. Reservekeeper op wedstrijdformulier in categorie A Met uitzondering van de reservekeeper horen voorafgaand aan de wedstrijd alle namen van de (wissel)spelers op het DWF te zijn ingevuld. Een reservekeeper neemt, door zijn outfit als zodanig herkenbaar, plaats op de bank voor wisselspelers. Bij de controle van de spelerspassen voorafgaand aan de wedstrijd komt ook de spelerspas van de reservekeeper aan bod. Deze reservekeeper hoeft alleen op het DWF te worden vermeld als hij daadwerkelijk aan de wedstrijd heeft deelgenomen. In tegenstelling tot de overige spelers mag de reservekeeper pas het speelveld betreden, nadat de secretaris / scheidsrechter hiertoe toestemming heeft gegeven. Deze maakt, als deze situatie zich voordoet, hiervan een aantekening. Op het zonder toestemming betreden van het speelveld door de reservekeeper volgt een officiële waarschuwing. Wedstrijdformulier district Ingevolge het bepaalde in artikel 22 lid 8 van het Reglement Wedstrijden Amateur Zaalvoetbal is de thuisclub verplicht het originele wedstrijdformulier toe te zenden aan het districtskantoor dat de desbetreffende competitie/klasse organiseert. Echter, indien tijdens de eindfase van de competitie de verkorte procedure van toepassing is (vanaf 15 maart), geldt dat de door de KNVB aangestelde scheidsrechter zorg draagt voor het insturen van het wedstrijdformulier aan het districtskantoor. In verband met het afwikkelen van tuchtzaken volgens de verkorte procedure, dient het wedstrijdformulier de eerste werkdag nadat de wedstrijd is gespeeld op het districtskantoor binnen te zijn.
3.4. Vervangingsregeling scheidsrechters Eredivisie mannen Een scheidsrechter die een wedstrijd in de eredivisie leidt en niet in staat is de wedstrijd te vervolgen kan worden vervangen door: 1. De secretaris / tijdwaarnemer; De uitgevallen scheidsrechter neemt de rol van de secretaris / tijdwaarnemer over, is de uitgevallen scheidsrechter niet in staat de functie van secretaris /tijdwaarnemer over te nemen, dan zal in overleg met de wedstrijdcoördinator een uit het publiek beschikbare scheidsrechters van de A-, B-, C-lijst of ZV02 worden aangesteld als vervanger; 2. Een andere beschikbare scheidsrechter van de A-, B- of C-lijst (in die volgorde en bovendien geen lid van één van beide verenigingen). 11
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
Indien aan één van bovenstaande voorwaarden niet kan worden voldaan wordt de wedstrijd gestaakt. Eredivisie vrouwen en Eerste divisie mannen Een scheidsrechter die een wedstrijd in de eredivisie vrouwen en eerste divisie leidt en niet in staat is de wedstrijd te vervolgen kan worden vervangen door: 1. De secretaris / tijdwaarnemer De uitgevallen scheidsrechter neemt de rol van de secretaris / tijdwaarnemer over, is de uitgevallen scheidsrechter niet in staat de functie van secretaris / tijdwaarnemer over te nemen, dan zal in overleg met de wedstrijdcoördinator een uit het publiek beschikbare scheidsrechters van de A-, B-, Clijst of ZV02 worden aangesteld als vervanger; 2. Een andere beschikbare scheidsrechter van minimaal de C-lijst (geen lid van één van beide teams). 3. Een andere beschikbare scheidsrechter van minimaal ZV-02. Indien aan één van bovenstaande voorwaarden niet kan worden voldaan wordt de wedstrijd gestaakt. Topklasse Een scheidsrechter die een wedstrijd in de Topklasse leidt en niet in staat is de wedstrijd te vervolgen kan worden vervangen door: 1. De secretaris / tijdwaarnemer; a. De uitgevallen scheidsrechter neemt de rol van de secretaris / tijdwaarnemer over, is de uitgevallen scheidsrechter niet in staat de functie van secretaris over te nemen, dan zal in overleg met de wedstrijdcoördinator een andere beschikbare scheidsrechters van niveau ZV02 of hoger worden aangesteld als vervanger; 2. Een andere beschikbare scheidsrechter van niveau ZV02 of hoger en bovendien geen lid van één van beide verenigingen). Indien aan één van bovenstaande voorwaarden niet kan worden voldaan wordt de wedstrijd gestaakt. Hoofdklasse Een scheidsrechter die een wedstrijd in de hoofdklasse leidt en niet in staat is de wedstrijd te vervolgen kan worden vervangen door: 1. De secretaris / tijdwaarnemer a. De uitgevallen scheidsrechter neemt de rol van de secretaris / tijdwaarnemer over, is de uitgevallen scheidsrechter niet in staat de functie van secretaris over te nemen, dan zal in overleg met de wedstrijdcoördinator een andere beschikbare scheidsrechters van niveau ZV03 of hoger worden aangesteld als vervanger; 2. Een andere beschikbare scheidsrechter van minimaal niveau ZV03 (en geen lid van één van beide teams).. Indien aan één van bovenstaande voorwaarden niet kan worden voldaan wordt de wedstrijd gestaakt. Eerste klasse Een scheidsrechter die een wedstrijd in de eerste klasse leidt en niet in staat is de wedstrijd te vervolgen kan worden vervangen door: 1. De secretaris / tijdwaarnemer a. De uitgevallen scheidsrechter neemt de rol van de secretaris / tijdwaarnemer over, is de uitgevallen scheidsrechter niet in staat de functie van secretaris over te nemen, dan zal in overleg met de wedstrijdcoördinator een andere beschikbare scheidsrechters worden aangesteld als vervanger; Indien aan bovenstaande voorwaarden niet kan worden voldaan wordt de wedstrijd gestaakt.
12
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
Tweede – derde en vierde klasse mannen en Hoofdklasse vrouwen Een scheidsrechter die een wedstrijd in de eerste klasse leidt en niet in staat is de wedstrijd te vervolgen kan worden vervangen door (indien aanwezig): 1. De secretaris / tijdwaarnemer a. De uitgevallen scheidsrechter neemt de rol van de secretaris / tijdwaarnemer over, is de uitgevallen scheidsrechter niet in staat de functie van secretaris over te nemen, dan zal in overleg met de wedstrijdcoördinator een andere beschikbare scheidsrechters worden aangesteld als vervanger; Indien aan bovenstaande voorwaarden niet kan worden voldaan dient de thuisspelende vereniging voor een wedstrijdleider te zorgen.
3.5. Bijzondere voorvallen Bijzondere voorvallen dienen door de scheidsrechter direct (als het een directe bijzondere oplossing vraagt) of uiterlijk binnen 24 uur te worden gemeld bij de coördinator landelijke competities of de competitieleider in het district.
3.6. Kledingvoorschrift rondom wedstrijden Van een KNVB-scheidsrechter wordt verwacht dat hij een representant is van de KNVB. De kleding dient hier op te worden aangepast. Dit betekent dat van een scheidsrechter mag worden verwacht dat zijn kledingkeuze representatief is en neutraal (bijvoorbeeld geen clubuitingen).
3.7. Kledingvoorschrift wedstrijden Een scheidsrechterstenue is in principe zwart. Met dien verstande dat een scheidsrechter te allen tijde een tenue dient te dragen, dat een afwijkende kleur heeft van de tenues van de twee in competitieverband tegen elkaar spelende voetbalverenigingen. Indien door scheidsrechters gebruik wordt gemaakt van één van de hierboven bedoelde kleuren anders dan zwart en er door de KNVB een secretaris is aangesteld, is het noodzakelijk uniformiteit in kleding tussen scheidsrechters en secretaris af te spreken. Mocht afstemming niet mogelijk zijn, dan moet worden gekozen voor het zwarte tenue. Scheidsrechters in het amateurvoetbal zullen alleen de officiële scheidsrechtersbadge moeten dragen. Dit betreft een losse badge of het ingeweven logo van de KNVB zoals in het betaald voetbal gebruikelijk is. Op het KNVB/ARAG shirt is het officiële KNVB-logo geweven. Indien dit logo op het shirt aanwezig is, hoeven scheidsrechters niet het scheidsrechtersembleem op de linkerborst te dragen. Op de mouwen is het logo van ARAG aangebracht; het dragen van deze reclame is toegestaan. Dit geldt specifiek voor de officiële sponsor van scheidsrechters, ARAG; er mogen geen andere reclame-uitingen dan deze op het shirt worden gedragen.
3.8. Meenemen gasten Het meenemen van gasten dient te worden beperkt tot maximaal één persoon. Wij vragen bij het meenemen van gasten aandacht te besteden aan de presentatie inclusief kleding van betrokkenen. Deze dient representatief te zijn. In alle gevallen geldt dat de gast niet aan de bestuurstafel mag plaatsnemen, zich op de achtergrond dient te houden en ter begeleiding van de scheidsrechter aanwezig is. Vergeet niet dat gasten vaak het imago van de arbitrage mede bepalen. 13
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
3.9. Bezoek bestuurskamer / bestuurstafel Het arbitrale team is verplicht na afloop van de wedstrijd de bestuurskamer / bestuurstafel te bezoeken. Het is onwenselijk en niet passend in ons beleid van openheid wanneer dit wordt nagelaten. Ten aanzien van de lengte van je verblijf in de bestuurskamer / bestuurstafel vragen we je gezonde verstand te gebruiken, alsmede ten aanzien van het gebruik van alcoholische consumpties. Verantwoordelijkheid ligt hier bij de scheidsrechter. Onregelmatigheden Bij onregelmatigheden in de begeleiding, zoals een onbehoorlijke ontvangst en dergelijke dient hiervan melding te worden gemaakt bij de afdeling scheidsrechterszaken. De KNVB neemt vervolgens afhankelijk van de melding contact op met de desbetreffende vereniging.
3.10. Coaches en rapporteurs Bezoek bestuurskamer en kleedkamer Alleen de door de afdeling scheidsrechterszaken aangewezen coaches en rapporteurs mogen de wedstrijden en eventueel de bestuurskamers / bestuurstafels bezoeken. Wij gaan ervan uit dat de coaches en rapporteurs alleen naar de wedstrijd gaan en geen extra mensen meeneemt. Bij een bezoek aan de bestuurskamer / bestuurstafel dient zorg te worden besteed aan een representatieve uitstraling en zijn alcoholische consumpties voor en tijdens de wedstrijd niet toegestaan. Het is niet mogelijk om andere personen mee te nemen in de bestuurskamer. Het geven van commentaar op de arbitrage in het bijzijn van derden is onwenselijk. Bezoek aan de bestuurskamer is niet toegestaan wanneer je niet bent aangesteld. Bijzondere voorvallen Bijzondere voorvallen tijdens wedstrijden dienen door coaches en rapporteurs zo spoedig mogelijk te worden gemeld. Voorbeelden van bijzondere voorvallen zijn: (tijdelijke) onderbrekingen van wedstrijden, uitvallen lid arbitraal kwartet, molestaties en problemen na afloop.
14
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
4. Promotie en degradatie 4.1. Algemene bepalingen Handhaving/promotie vindt slechts plaats indien betrokkene ten minste het aantal wedstrijden als scheidsrechter in functie is geweest als scheidsrechter zoals in de tabel is weergegeven. De wedstrijden moeten behoren tot het wedstrijdpakket van de scheidsrechter.
Minimaal aantal te fluiten wedstrijden (handhaving en promotie)
A-lijst
B- en Clijst
ZV-02
16
13
13
ZV-03
ZV-04
vergaderin g september vaststellen
vergaderin g september vaststellen
Het bestuur amateurvoetbal heeft besloten de volgende uitzonderingen ten aanzien van het niet behalen van het minimum aantal wedstrijden toe te voegen aan de promotie-/degradatieregeling arbitrage: • Medische reden: De scheidsrechter heeft melding gemaakt van een langdurige niet-inzetbaarheid om medische reden met een doktersverklaring of een officiële verklaring van een arts van het Sportmedisch Centrum KNVB binnen 14 dagen na het opgelopen letsel; • Zwangerschap: De scheidsrechter heeft melding gemaakt van zwangerschap; • Uitzending naar buitenland: De scheidsrechter heeft melding gemaakt van uitzending naar buitenland voor werk/studie met een verklaring van de werkgever/school; • Bij overlijden of ziekte van de echtgeno(o)t(e) of van een tot het gezin behorend kind, pleeg- of aangetrouwd kind van de scheidsrechter, alsmede bij overlijden van één zijner (schoon)-ouders of stief/-pleegouders; De scheidsrechter heeft hiervan melding gemaakt; Op basis van deze uitzonderingsbepalingen kan worden afgeweken van het criterium van het minimum aantal te fluiten wedstrijden om te promoveren of te degraderen. Het besluit tot het verlenen van de dispensatie zal worden genomen bij het vaststellen van promotie/degradatie. Dispensatie wordt niet twee jaar achter elkaar op basis van dezelfde reden gegeven. Het minimum aantal rapporten moet niet leidend zijn voor promotie/degradatie besluiten. De reden hiervoor is dat de scheidsrechter geen invloed heeft op het aantal uitgebrachte rapporten wanneer hij voldoende beschikbaar is geweest. Op basis van één rapport is het niet wenselijk om een scheidsrechter te laten promoveren of degraderen. Het minimum aantal rapporten om te beslissen over promotie of degradatie wordt derhalve vastgesteld op twee.
4.2. Promotie- en degradatieregeling scheidsrechters Voor de A-, B-, C-lijst en groep ZV-02 is de promotie / degradatie voor het seizoen 2014/’15 vastgesteld als volgt: • A-lijst minimaal 1 degradant • B-lijst minimaal 1 promovendus en maximaal 3 degradanten • C-lijst minimaal 3 promovendi en maximaal 6 degradanten* • ZV-02 vanuit een landelijke ranglijst promoveren maximaal 6 scheidsrechters naar de C-lijst, dit ongeacht herkomst district** e
*De nummers 1 en 2 promoveren op basis van de ranglijst. De 3 promovendus komt voort uit het talententraject mits deze op de ranglijst tot de eerste 10 scheidsrechters hoort en een positief advies mee 15
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
e
krijgt vanuit de begeleiding / coaching. Mocht de 3 plek niet opgevuld kunnen worden door een talent dan promoveert de nummer 3 van de ranglijst. **De nummers 1, 2, 3 en 4 promoveren op basis van de ranglijst. De nummers 5 en 6 komen voort uit het talententraject mits zij op de ranglijst tot de eerste 20 scheidsrechters horen en een positief advies mee e krijgen vanuit het district. Mocht de 5 en de 6e plek niet opgevuld kunnen worden door een talent dan promoveert respectievelijk de nummer 5 en / of 6 van de ranglijst. De degradanten en promovendi worden geselecteerd op basis van de ranglijst. Naast de ranglijst is er een aantal voorwaarden die mede bepalend zijn voor handhaving binnen een groep of promotie naar een hogere groep. Voor handhaving of promotie dient: • Gemiddeld minimaal een voldoende (12 punten over 2 toetsen) gehaald te worden voor de spelregeltoetsen gedurende een seizoen; • De conditietest met goed gevolg te zijn afgelegd; • Minimaal twee van de drie bijeenkomsten te zijn bijgewoond. Mocht aan één van de drie bovenstaande voorwaarden niet worden voldaan dan wordt een herkans e geboden tijdens de 1 bijeenkomst van het volgende seizoen. De desbetreffende scheidsrechter blijft dan onder voorbehoud in zijn groep gehandhaafd of promoveert onder voorbehoud naar een hogere groep. De bestuurscommissie zaalvoetbal bepaalt jaarlijks de grootte van de A-, B- en C-lijst. Vanaf ZV-02 en lager bepaalt het districtscollege de grootte van de groepen. Degradaties dienen, naast een persoonlijk (telefonisch) gesprek, schriftelijk te worden medegedeeld aan de scheidsrechter. Aan scheidsrechters die bedanken c.q. hun carrière beëindigen wordt een schriftelijke bevestiging van die mededeling verstrekt. Promoties dienen schriftelijk te worden bevestigd. Seizoen 2014/’15 e De scheidsrechters die in het seizoen 2014/’15 zijn toegetreden tot de landelijke lijst dienen tijdens de 1 maatwerkbijeenkomst het seizoen: • Minimaal een voldoende (een zes) te hebben voor de spelregeltoets; • Te voldoen aan de normen van de fitheidstest. Mocht een scheidsrechter voor één of beide onderdelen geen voldoende scoren dan wordt in het najaar een herkansing aangeboden voor handhaving op de C-lijst, mocht bij de herkansing nog steeds geen voldoende worden gescoord dan wordt de scheidsrechter teruggeplaatst naar het district.
16
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
5. Opleidingen en themabijeenkomsten 5.1. SO-I Als een scheidsrechter naar groep ZV-02 promoveert zal deze zo spoedig mogelijk de SO I-cursus moeten volgen. Het volgen van de SO I-cursus is verplicht en deze moet succesvol worden afgerond. Wanneer een scheidsrechter niet de mogelijkheid heeft om de SO-I cursus te volgen dan kan deze ontheffing vragen aan het districtscollege. Neemt deze dan opnieuw niet deel aan de volgende SO-I cursus, dan volgt terugplaatsing naar groep ZV-03.
5.2. SO-II Als een scheidsrechter naar groep ZV-03 promoveert, zal hij zo spoedig mogelijk de SO II-cursus moeten volgen. Het volgen van de SO II-cursus is verplicht en hij moet deze succesvol afronden. Wanneer een scheidsrechter niet de mogelijkheid heeft om de SO-II cursus te volgen dan kan hij/zij ontheffing vragen aan de werkcommissie arbitrage zaalvoetbal. Neemt hij dan opnieuw niet deel aan de cursus, dan volgt terugplaatsing naar groep ZV-04.
5.3. Algemeen themabijeenkomsten Doel van de bijeenkomsten is het verbeteren van de kwaliteit van arbitrage door meer (persoonlijke) begeleiding. Het bijwonen van minimaal twee van de drie bijeenkomsten is verplicht. Aantal themabijeenkomsten per groep/per seizoen: drie bijeenkomsten (6 september, 29 november en 21 maart) • A- en B-lijst drie bijeenkomsten waarvan één in Zeist op 6 september C-lijst • (verplicht ) en twee in het district. Deze data worden nog bekend gemaakt.) drie bijeenkomsten • ZV-02 nader te bepalen door district • ZV-03 en ZV-04
5.4. Toets De toets bestaat vanaf het seizoen 2014/’15 uit spelregelvragen, vragen over het handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal en vragen over het handboek competitiezaken zaalvoetbal. De toets kan aan de hand van beelden worden afgenomen. De scheidsrechters krijgen de vragen ook op papier. De vragen worden dezelfde bijeenkomst besproken. Als een scheidsrechter drie bijeenkomsten volgt en daarmee drie toetsen maakt dan vervalt het laagste cijfer. De scheidsrechters van de A-, B- en C-lijst moeten gemiddeld minimaal een voldoende (12 punten over 2 toetsen) halen voor de spelregeltoetsen gedurende een seizoen voor handhaving of promotie. Hierbij geldt dat de 2 hoogste cijfers tellen als een scheidsrechter 3 bijeenkomsten heeft gevolgd.
5.5. Conditietest Bij de scheidsrechters van de A-lijst wordt de FIFA-test afgenomen waarbij ze moeten voldoen aan de FIFA-normen. De scheidsrechters van de B- en C-lijst worden alleen op het uithoudingsvermogen getest en moeten deze met goed gevolg afleggen voor handhaving of promotie.
17
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
5.6. Punten maatwerkbijeenkomsten scheidsrechters district De officials krijgen punten wanneer de themabijeenkomsten worden bijgewoond. Iedere official kan per bijeenkomst 100 punten scoren. De puntenverdeling is als volgt opgebouwd: 1. 70 punten door het bijwonen van de bijeenkomst; 2. 30 punten door alle vragen goed te hebben in de spelregeltoets, per fout antwoord gaan er drie punten vanaf; In het geval dat een scheidsrechter een bijeenkomst moet missen door een aanstelling dan worden 70 punten toegekend en wordt een extra herkans geboden voor de toets. Als een scheidsrechter niet aanwezig kan zijn bij een bijeenkomst dan dient hij dit schriftelijk aan te geven voor aanvang van de bijeenkomst. Mocht door omstandigheden het pas op de dag zelf duidelijk worden dan dient de scheidsrechter de reden schriftelijk in te dienen binnen een dag na de bijeenkomst. De commissie scheidsrechterszaken beoordeelt na afloop van het seizoen tijdens de promotie/degradatievergadering de individuele gevallen. Kort samengevat: • Er worden 3 bijeenkomsten georganiseerd voor de scheidsrechters ZV02; • Een scheidsrechter ontvangt voor maximaal voor 2 bijeenkomsten punten, een scheidsrechter mag 3 bijeenkomsten volgen; • Een scheidsrechter kan maximaal 200 punten scoren; • Als een scheidsrechter 1 bijeenkomst volgt dan kan hij maximaal 100 punten scoren; • Het totaal aantal punten wordt voor het rapport gedeeld door 2 (ook voor de scheidsrechters die slechts 1 of zelfs 0 bijeenkomsten volgen); • In 3 bijeenkomsten wordt een spelregeltoets aangeboden; • Als een scheidsrechter 3bijeenkomsten met een spelregeltoets heeft gevolgd, dan gelden de 2 hoogste scores (3 punten per goed antwoord). Het totaal aantal gescoorde punten telt mee als een extra rapport. Om tot een zo eerlijk mogelijke eindrangschikking te komen, moeten deze punten bij iedereen in dezelfde groep even zwaar meetellen. Als iedere scheidsrechter in de groep evenveel rapporten heeft aan het eind van het seizoen is dit uiteraard geen probleem. Als een scheidsrechter echter minder rapporten heeft gekregen zouden de punten van de themabijeenkomst zwaarder gaan meetellen wat een oneerlijke situatie oplevert ten opzichte van andere scheidsrechters. Om dit probleem op te lossen is bepaald dat voor iedere scheidsrechter in een groep de punten behaald bij een themabijeenkomst even zwaar meetellen. Als uitgangspunt wordt hierbij het maximaal aantal rapporten genomen wat te behalen is in de betreffende groep. In het volgende voorbeeld geven we aan hoe dit in de praktijk werkt: Scheidsrechter A heeft vier rapporten gekregen wat het maximaal aantal in zijn groep is. Hij heeft 80 punten gescoord met zijn rapporten en 91 punten met de themabijeenkomsten. De 80 punten tellen voor deze scheidsrechter dan voor 4/5 deel mee en de 91 punten voor 1/5 deel. Hij krijgt in de eindrangschikking: 80% van 80 punten = 64 punten 20% van 91 punten = 18,2 punten 18
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
64 punten + 18,2 punten = 82,2 punten Scheidsrechter B heeft in dezelfde groep door blessures echter maar drie rapporten ontvangen. Om de themabijeenkomst toch even zwaar te laten meetellen, zal deze ook voor maar 1/5 deel meetellen en de punten behaald met zijn rapporten voor 4/5 deel. Deze scheidsrechter heeft op basis van zijn drie rapporten ook 80 punten gescoord en voor de themabijeenkomst ook 91 punten. Hij krijgt in de eindrangschikking: 80% van 80 punten = 64 punten 20% van 91 punten = 18,2 punten 64 punten + 18,2 punten = 82,2 punten Als de themabijeenkomst wel als één volledig rapport was meegeteld, zou deze scheidsrechter op 83,67 punten uitgekomen zijn, wat een oneerlijke situatie had opgeleverd. Voor de duidelijkheid: In een groep waar maximaal 3 rapporten worden gegeven zal voor iedereen het puntenaantal voor de rapporten voor 3/4 deel meetellen en de punten voor de themabijeenkomst voor 1/4 deel. In een groep waar maximaal 7 rapporten worden gegeven zal voor iedereen het puntenaantal voor de rapporten voor 7/8 deel meetellen en de punten voor de themabijeenkomst voor 1/8 deel. Uitgangspunt is dat voor iedere scheidsrechter in een groep de themabijeenkomst procentueel even zwaar meetelt in de eindrangschikking.
19
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
6. Beoordelingen 6.1. Beoordelen scheidsrechters Veel scheidsrechters worden gedurende het voetbalseizoen meerdere malen gerapporteerd. Het aantal rapporten is afhankelijk van de groep waarin de scheidsrechter functioneert. Mede op basis van de eindranglijst – grotendeels opgemaakt uit alle beoordelingsrapporten – kan een scheidsrechter in een hogere groep worden ingedeeld, in dezelfde groep blijven, dan wel in een lagere groep worden geplaatst. Er wordt geprobeerd om scheidsrechters te voorzien van een gelijk aantal beoordelingsrapporten per groep. Er wordt gestreefd naar minimaal twee rapporten in de laagste groepen tot zes in de hoogste groepen. In de laagste groepen kan een district ervoor kiezen om alleen op verzoek van de scheidsrechters rapportage uit te brengen. Vanaf het seizoen 2014/’15 tellen alle rapporten mee voor het eindcijfer, het laagste cijfer valt niet meer af.
6.2. Eisen rapporteurs •
• •
Een rapporteur moet spelinzicht en spelregelkennis bezitten. De rapporteurs worden getoetst op spelregelkennis tijdens de bijeenkomst van 6 september. Bij een onvoldoende wordt een herkansing geboden. Mocht er in de herkansing weer een onvoldoende worden gescoord dan volgt er een gesprek. Ook het fungeren als rapporteur door een nog actieve scheidsrechter is mogelijk. Een rapporteur die nog als scheidsrechter actief is rapporteert nooit een scheidsrechter uit dezelfde groep. Een rapporteur dient minimaal elf rapporten per seizoen te maken.
6.3. Proces Kwaliteitsbewaking en Bezwarencommissie zaalvoetbal 6.3.1. Kwaliteitsbewaking De rapporteur stelt naar aanleiding van de wedstrijd een rapport op. Op basis van de Handleiding en het Spelregelboek zaalvoetbal wordt de rapportage opgesteld. Dat rapport zendt hij via het Official Portaal (OP) naar het district waartoe de scheidsrechter behoort. De medewerker in het district of de coördinator zaalvoetbalcompetitie landelijk draagt zorg voor doorgeleiding naar de kwaliteitscoach. Voor beoordelingsrapporten welke aan onderstaande criteria voldoen geldt dat deze niet worden opgenomen in de ranglijst: • • • • • •
de scheidsrechter op de dag van de wedstrijd is aangesteld voor de desbetreffende wedstrijd het restant minder dan 2/3 deel van een wedstrijd betreft of de rapporteur minder dan 2/3 deel van de wedstrijd heeft gezien het een bekerwedstrijd betreft en er sprake is van meer dan 1 klasse niveau verschil tussen de teams er gerapporteerd is zonder dat de rapporteur officieel is aangesteld de rapporteur is zelf actief is als scheidsrechter en is ingedeeld in dezelfde groep als de gerapporteerde scheidsrechter de scheidsrechter voor de tweede keer door dezelfde rapporteur is beoordeeld.
De kwaliteitscoach beoordeelt het rapport op volledigheid, kwaliteit, juiste toepassing van de beoordeling en objectiviteit. Wanneer het rapport niet voldoet aan de vereisten zal de kwaliteitscoach de rapporteur verzoeken het rapport bij te stellen. Dit gebeurt via e-mail, eventueel met nadere aanvullingen per telefoon. Als de rapporteur het rapport niet wil bijstellen of de kwaliteit van rapport te slecht is moet de kwaliteitscoach via de medewerker scheidsrechterszaken een verzoekschrift indienen bij de 20
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
bezwarencommissie. De uitspraak leidt tot het in gelijk stellen van óf de rapporteur óf de kwaliteitscoach. Een afwijkende waardering behoort niet tot de mogelijkheden. De uitspraak van de bezwarencommissie is bindend. Er is geen beroep mogelijk. Rapporteur en kwaliteitscoach krijgen een brief van de uitspraak en dienen zich hieraan beiden te conformeren. Voldoet een rapport wel aan de vereisten dan wordt dit in het OP opengesteld voor de scheidsrechter.
6.3.2. Bezwaarschriften Indien een scheidsrechter het niet eens is met het rapport van de rapporteur, kan hij bezwaar maken bij de bezwarencommissie. De bezwarencommissie bestaat uit drie onafhankelijke leden, waarvan één lid als voorzitter en twee overige leden (deze dienen geen deel uit te maken van een districtscollege/adviesraad of onderliggende werkgroepen en dient geen kwaliteitscoach of rapporteur te zijn op het niveau waarop de bezwaren binnenkomen). De bezwarencommissie wordt bijgestaan door de coördinator zaalvoetbalcompetitie landelijk in de rol van secretaris. Het bezwaar dient binnen vijftien werkdagen na ontvangst van het rapport in het OP te worden ingediend bij het district of bij het bondsbureau. De secretaris draagt zorg dat het bezwaar direct wordt aangeboden bij de bezwarencommissie. Indien een bezwaarschrift te laat wordt ingediend wordt het bezwaarschrift door de secretaris nietontvankelijk verklaard. Het bezwaarschrift bevat ten minste: • • • • • •
De naam en het adres van scheidsrechter; De dagtekening; De datum alsmede de wedstrijd waarop het bezwaar betrekking heeft; De zakelijke gronden van bezwaar; Een kopie van het rapport. Evt. andere zaken als TV- en videobeelden
De scheidsrechter wiens bezwaarschrift in behandeling wordt genomen, ontvangt van de secretaris een ontvangstbevestiging. Vervolgens stuurt de secretaris het hele dossier van het bezwaarschrift door naar de bezwarencommissie. De uitspraak op het bezwaarschrift zal binnen vijftien werkdagen na ontvangst worden genomen. De bezwarencommissie motiveert haar beslissing. De secretaris maakt de uitspraak schriftelijk kenbaar aan de desbetreffende scheidsrechter. Als het rapport wordt geseponeerd ontvangt de rapporteur een specifieke brief waarin dit wordt beargumenteerd. De kwaliteitscoaches ontvangen in het kader van de bijscholing en dossiervorming van de rapporteur altijd de uitspraak en eventueel ook de argumentatie richting rapporteur. De bezwarencommissie geeft alleen haar oordeel op basis van argumenten verwoord in het ingediende bezwaarschrift op het rapport. Dit betekent dat de bezwarencommissie het rapport niet mag seponeren op argumenten die niet in het bezwaarschrift staan opgenomen. De bezwarencommissie kan het rapport in stand houden (handhaven) of vernietigen (seponeren). Aanpassingen in het rapport mogen niet worden gemaakt. Bij zowel handhaving als het seponeren van het rapport dient de beslissing van de bezwarencommissie met redenen te zijn omkleed. Als uitgangspunt geldt de Handleiding rapporteur zaalvoetbal en het Spelregelboek zaalvoetbal. De laatst uitgebrachte editie van genoemde boekwerken geldt. Alle uitspraken van de bezwarencommissie dienen toets- en meetbaar te zijn en voorzien te zijn van specifieke kenmerken. Mocht er een bezwaarschrift komen op een rapport van een landelijke rapporteur nadat de bezwarencommissie al een verzoekschrift door de kwaliteitscoach heeft behandeld, dan zal er voor 21
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
zaalvoetbal een kamer worden samengesteld bestaande uit drie leden van de commissie scheidsrechterszaken, die het bezwaarschrift afhandelt. Deze kamer wordt direct na het behandelen van het bezwaar opgeheven.
6.3.2.1. Werkwijze bezwarencommissie: 1. De scheidsrechter die een bezwaarschrift indient krijgt een ontvangstbevestiging toegestuurd mits de bezwaartermijn niet is overschreden. Als de bezwaartermijn is overschreden wordt dit door de secretaris aan de scheidsrechter kenbaar gemaakt. 2. Bezwaar en rapport, eventueel met andere ter zake dienende stukken, worden gezonden naar de voorzitter en de andere leden van de bezwarencommissie, met het format van de afhandeling van bezwaren. Ook gaat er een kopie naar de kwaliteitscoaches en portefeuillehouder rapportage toe. 3. De overige leden van de bezwarencommissie zetten hun bevindingen en advies in het format en sturen deze terug naar de voorzitter. De voorzitter dient zelf, onafhankelijk, zijn bevindingen in het format te zetten. 4. Na ontvangst van de bevindingen en het advies van de andere leden van de bezwarencommissie zal de voorzitter een besluit nemen. a. Zijn alle adviezen gelijkluidend dan stelt de voorzitter een uitspraak op. b. Zijn de adviezen niet gelijk, dan neemt de voorzitter van de bezwarencommissie contact op met de andere leden. Hij bespreekt de adviezen om te trachten op één lijn te komen. Mocht dit niet het geval zijn dan geldt dat het advies van de meerderheid wordt aangehouden. De voorzitter stelt naar aanleiding van dit overleg een uitspraak op. In het geval van onduidelijkheid kan er contact worden opgenomen met de rapporteur zodat eventuele interpretatieverschillen naar voren kunnen komen. 5. De voorzitter zet de uitspraak als conceptbrief in het format en verstuurt deze eerst naar de leden van de bezwarencommissie voor akkoord. Bij akkoord wordt het format naar de secretaris gestuurd. 6. Indien het rapport wordt geseponeerd neemt de voorzitter of een lid van de bezwarencommissie telefonisch contact op met de rapporteur en met de kwaliteitscoach om de beweegredenen uit te leggen. Dit wordt vervolgens ook nog schriftelijk gecommuniceerd door een specifieke brief richting rapporteur op te stellen. 7. De secretaris verwerkt de brief in de juiste huisstijl en stuurt deze uitspraak naar de scheidsrechter en kwaliteitscoaches. In het geval van seponeren wordt er ook een aparte brief verstuurd naar de rapporteur en de kwaliteitscoaches.
6.3.3. Beroepschriften Het is voor de scheidsrechter mogelijk om tegen een uitspraak van de bezwarencommissie in beroep te gaan. Het beroepschrift dient binnen 15 werkdagen na verzending van de uitspraak van de bezwarencommissie ontvangen te zijn. Dit beroepschrift kan worden ingediend bij de coördinator zaalvoetbalcompetitie landelijk die dit doorstuurt naar de secretaris van de beroepscommissie, de beleidsmedewerker zaalvoetbal. De secretaris zorgt ervoor dat dit terecht komt bij de beroepscommissie. Dit is de bestuurscommissie zaalvoetbal. De secretaris zorgt er voor dat de uitspraak in briefformat naar de scheidsrechter wordt gestuurd met een kopie naar de bezwarencommissie, kwaliteitscoaches, portefeuillehouder rapportage en coördinator zaalvoetbalcompetitie landelijk. Het beroepschrift bevat ten minste: • De naam en het adres van scheidsrechter; • De dagtekening; • De datum alsmede de wedstrijd waarop het beroep betrekking heeft; • Het bezwaarschrift • De zakelijke gronden van het beroep; • Een kopie van het rapport. De uitspraak van de beroepscommissie is bindend en hiertegen is geen verweer mogelijk. 22
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
6.3.4. Verkorte procedure Aan het eind van het seizoen is een verkorte procedure van kracht voor het indienen van een bezwaarschrift of beroepschrift. Dit om zo spoedig mogelijk na de competitie de definitieve ranglijst op te stellen. Na het laatste speelweekend moet een bezwaarschrift binnen 3 werkdagen na ontvangst van het rapport binnen zijn. Een beroepschrift moet binnen 3 werkdagen na ontvangst van de uitspraak van de bezwarencommissie worden ingediend.
6.4. Rapportbesprekingen Rapportbesprekingen kunnen plaatsvinden op verzoek van de scheidsrechter, c.q. de districtswerkgroep zaalvoetbal.
6.5. Openstellen rapporten De scheidsrechter ontvangt zo spoedig mogelijk het opgemaakte rapport via het Official Portaal.
6.6. Ranking scheidsrechter Aan het eind van het seizoen worden de promovendi en degradanten bekend gemaakt. Er wordt geen tussenstand gepubliceerd.
6.7. Cijfers aan het eind van het seizoen omgezet naar punten Rapporteren is mensenwerk. Een scheidsrechter heeft te maken met ‘strenge’ en ‘milde’ rapporteurs. Als daartussen een zekere balans bestaat is er geen probleem. Maar als de scheidsrechter de pech heeft dat deze gedurende het seizoen wordt beoordeeld door meerdere strenge rapporteurs, dan heeft dit invloed op het gemiddelde cijfer. De KNVB heeft daarom besloten tot een puntensysteem waarbij de cijfers van de strenge rapporteurs worden herberekend naar een aantal punten. Ditzelfde gebeurt met de cijfers van de milde rapporteurs, zonder daarbij afbreuk te doen aan de beoordeling en de integriteit van de rapporteur. Hierdoor krijgt de scheidsrechter een eerlijkere beoordeling voor de prestatie die hij of zij heeft geleverd.
23
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
7. Tuchtzaken 7.1. Strafrapporten De strafrapporten van de rode kaarten dienen vanaf komend seizoen digitaal door de scheidsrechter van de landelijke lijst in het OP te worden ingevoerd. Dit gaat via het beantwoorden van een vragenlijst. Graag ontvangen wij deze antwoorden voor de volgende werkdag 12.00 uur van de scheidsrechter die de rode kaart getoond heeft. Mocht er meer informatie nodig zijn dan zal de vragenlijst ook voor de collega-scheidsrechter en secretaries / tijdwaarnemer in het OP verschijnen. Indien er gele kaarten worden gegeven aan functionarissen of een wedstrijd wordt gestaakt zal dezelfde procedure gelden en ook een vragenlijst in het OP van de scheidsrechter verschijnen. Voor de scheidsrechters in het district blijft gelden dat de strafrapporten de volgende werkdag voor 12.00uur in het bezit moeten zijn van het districtskantoor.
7.2. Noodnummer KNVB Sinds maart 2013 bestaat de hulplijn voor noodgevallen. Dit is een samenwerking tussen het Ministerie van Veiligheid & Justitie en de KNVB. Indien er na een gewelddadige handeling op of rond het veld behoefte is aan spoedeisende hulp, is er voor leden van de KNVB een speciaal telefoonnummer beschikbaar. Deze hulplijn is bestemd voor acute noodgevallen zoals vechtpartijen, bedreigingen, mishandelingen of andersoortige voorvallen van agressie. Doel is KNVB-leden direct bij te staan en waar mogelijk werk uit handen te nemen. Deze hulplijn is 24/7 bereikbaar via 0800-2299555. Een melding wordt direct doorgegeven aan de politie en de KNVB. Indien noodzakelijk gaat de politie direct ter plaatse om de orde te herstellen en eventueel aangiften op te nemen. Zo nodig wordt Slachtofferhulp ingeschakeld. De KNVB neemt direct contact op met de melder om het verhaal aan te horen. Wanneer daar behoefte aan is denkt de voetbalbond met de scheidsrechter mee over mogelijke vervolgstappen. Aangeraden wordt om dit nummer in je telefoon te zetten, zodat je het snel kunt bellen in geval van nood op of rond het voetbalveld. ARAG biedt scheidsrechters na een incident extra ondersteuning, meer informatie vind je hierover op: https://www.arag.nl/over-arag/knvb/scheidsrechters
7.3. Herziening strafcodes Wat verandert er per 2014/’15 aangaande de strafcodes voor op het wedstrijdformulier? Tot dusver kunnen scheidsrechters bij het invullen van het wedstrijdformulier kiezen uit 46 strafcodes; twintig voor gele kaarten en 26 voor rode kaarten. Vanaf 2014/’15 gaat het aantal strafcodes naar acht. Alle gele kaarten worden ondergebracht in één strafcode, voor de directe rode kaarten bestaan vanaf het nieuwe seizoen nog maar zes codes. Daarnaast is er de code ‘Overige overtredingen begaan door teamofficials’. Deze codes worden aangevuld met specificatievragen. Hierna ontstaat een doorgaans voldoende helder beeld van de bijbehorende overtreding en worden er in eerste instantie geen aanvullende rapportages van collegascheidsrechters meer verlangd. Wat zijn de voordelen van minder strafcodes? De tot dusver grote variëteit aan strafcodes maakt het voor scheidsrechters vaak lastig om de juiste keuze te maken. Hierdoor komen er ook regelmatig onjuiste strafcodes op het (digitale) wedstrijdformulier (DWF) te staan. Dit zorgt op de afdeling tuchtzaken voor veel extra werk. Dit komt omdat het 24
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
wedstrijdformulier als officiële ‘tenlastelegging’ geldt en bij een onjuiste code schriftelijk moet worden gewijzigd. Daarnaast corresponderen de huidige codes niet met de spelregels (spelregeltaal). Door de benamingen van strafcodes beter te laten aansluiten bij (spelregel)taalgebruik, is het voor scheidsrechters eenvoudiger om de juiste keuze te maken. Bovendien zijn zij minder tijd kwijt met het invullen van het formulier. Hoe gaat een en ander vanaf het nieuwe seizoen in zijn werk? Na het invoeren van (een) strafcode(s) op het DWF ontvangt de scheidsrechter een aantal (gesloten) specificatievragen. Deze vragen zijn door hem/haar aan de hand van voorbeelden snel en eenvoudig in te vullen. De specificatievragen zijn er om te achterhalen of het, in het belang van de tuchtzaak, noodzakelijk is dat de scheidsrechter alsnog een aanvullende verklaring instuurt. Als dit het geval is, ontvangt hij/zij direct een link naar het bijbehorende rapportageformulier. Bij zware overtredingen of vermoedelijke excessen zijn scheidsrechters (nog) altijd verplicht een verklaring in te sturen. Overigens kan een KNVB-scheidsrechter ervoor kiezen om de specificatievragen niet direct tijdens het invullen van het DWF te beantwoorden; dit kan hij/zij ook thuis in het Official Portaal invullen. Waarom volstaan ‘nu ineens’ zoveel minder codes? In de loop van de voorbije jaren ontstond er steeds meer behoefte om de strafcodes concreter, uitgebreider en specifieker te beschrijven. Uiteindelijk is het invullen van het wedstrijdformulier er voor de scheidsrechters echter niet duidelijker op geworden. De ruime keuze vergroot bovendien de kans op het maken van verkeerde keuzes. In het streven een en ander weer eenvoudiger te maken, is nu gekozen voor meer globale beschrijvingen van de strafcodes. Deze zijn voor scheidsrechters herkenbaar opgesteld: aan de hand van het Spelregelboekje. Een belangrijke reden waarom een beperkt aantal codes volstaat, is bovendien dat voor veel dezelfde soort overtredingen eenzelfde strafmaat geldt. Een praktische, snelle invulling om tot een logische, juiste keuze te komen, krijgt vanaf seizoen 2014/’15 dus de voorkeur. Waarom is er maar één code voor geel (en zes voor rood)? In het amateurvoetbal geldt: bij een vierde gele kaart volgt één wedstrijd uitsluiting (mits het geen tijdstraf betreft in de B-categorie). De straf die aan een gele kaart is gekoppeld, is altijd dezelfde. Het onderscheid in registratie zoals via het wedstrijdformulier tot nu toe nog gebeurt, is voor het bepalen van de strafmaat dus geen noodzaak. Vandaar dat – met in ogenschouw de genoemde voordelen – één code voor een gele kaart volstaat. Bij rode kaarten is er vanzelfsprekend meer diversiteit, met in totaal zes overtredingen verschillend van aard. Daarnaast is er overigens nog de code ‘Overige overtredingen begaan door teamofficials’. Op basis waarvan zijn er juist déze acht strafcodes opgesteld? Mede aan de hand van het Spelregelboekje is gekozen voor acht logische ‘clusters’. Hierbij is het streven naar een zo klein mogelijk aantal gepaard gegaan met de wens om tot een overzichtelijk, algeheel herkenbaar geheel te komen. In dit proces zijn ook scheidsrechters betrokken geweest. De COVS staat eveneens positief tegenover deze wijzigingen. Wat houden de specificatievragen in grote lijnen in? Deze omschrijven de overtreding nader en geven inzicht in de ernst ervan. Iedere strafcode kent zijn eigen specifieke, aanvullende vragen. Denk hierbij aan een vraag als ‘was er sprake van strijd om de bal?’ of ‘vond de handeling bij herhaling plaats?’. Enkele voorbeelden verduidelijken de vragen, zodat scheidsrechters een duidelijk beeld krijgen van hoe de vragen te beantwoorden. Wanneer uit de beantwoording ervan blijkt dat het om een eenvoudige overtreding gaat, is geen schriftelijke verklaring van de scheidsrechter vereist. In dat geval volgt, op basis van de op het DWF geregistreerde strafcode en de antwoorden op de specificatievragen, een schikkingsvoorstel. Wat gebeurt er als er toch nog een ‘foute’ strafcode wordt ingevuld? Ook in het nieuwe, eenvoudigere systeem waarin minder kans bestaat op het maken van fouten, kan uiteindelijk een verkeerde strafcode komen te staan. In dat geval gebeurt er hetzelfde als tot op heden: 25
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
een speler die bijvoorbeeld wordt geconfronteerd met een te hoge straf, zal in dat geval niet akkoord gaan met het schikkingsvoorstel en in verweer gaan. Vervolgens zal de tuchtcommissie nader onderzoek doen. Hoe weten scheidsrechters, verenigingen en andere betrokkenen om welke strafcodes het gaat? De KNVB brengt verenigingen en scheidsrechters de komende tijd via meerdere kanalen goed op de hoogte van de nieuwe strafcodes en de gewijzigde procedures, onder meer in de vorm van een instructievideo. Zijn er desondanks nog onduidelijkheden, dan kunnen zij zich richten tot onder meer het district en de scheidsrechters coaches. Verder is het mogelijk handig om het Spelregelboekje bij de hand te hebben en in algemene zin bekend te zijn met de inhoud hiervan. De acht strafcodes zetten we ook hier op een rij: Strafcode 1 Strafcode 2 Strafcode 3 Strafcode 4 Strafcode 5 Strafcode 6 Strafcode 7 Strafcode 8
Gele kaart Voorkomen van een doelpunt of ontnemen van een duidelijke scoringskans Ernstig gemeen spel (tijdens een duel om de bal) Gewelddadige handeling (buiten een duel om de bal) Beledigen Bedreigen Spuwen Overige overtredingen begaan door teamofficials
Geldt deze verandering ook voor het zaalvoetbal? De(zelfde) codes zijn eveneens van toepassing op het zaalvoetbal, maar aangezien in de zaal het DWF nog niet (volledig) is geïntroduceerd, is het nog niet voor alle klassen mogelijk om de (digitale) specificatievragen toe te passen. Daarom behoort in het zaalvoetbal, met uitzondering van de Eredivisie zaalvoetbal mannen, Eredivisie zaalvoetbal vrouwen en de Eerste divisie zaalvoetbal mannen, de scheidsrechter volgend seizoen nog wel een schriftelijk rapport in te leveren. Krijgen scheidsrechters nu een nieuw scoreblokje? Nee, de KNVB stelt online een document beschikbaar met de nieuwe strafcodes die over de oude strafcodes in het scoreblokje kunnen worden geplakt.
7.4. Informeren van tuchtrechtelijke beslissingen aan leden van verenigingen Wat verandert er bij het informeren van verenigingsleden over tuchtrechtelijke beslissingen? Tot nu toe ontvangt de betrokkene per post en diens vereniging digitaal het bericht van een tuchtrechtelijke mededeling. Per 2014/’15 ontvangt de vereniging de mededeling nog altijd digitaal via Sportlink Club, maar wordt het individuele lid niet meer per post maar per mail geïnformeerd. Als het emailadres ontbreekt, ontvangt alléén de vereniging de mededeling en moet zij de inhoud van dit bericht tijdig doorgeven aan het individuele lid. De reglementen worden hier vanaf komend seizoen ook op aangepast. Hoe ontvangt de KNVB de e-mailadressen van de verenigingsleden? Het is een recht om als individueel lid rechtstreeks geïnformeerd te worden over een betreffende tuchtrechtelijke beslissing, maar dit recht vervalt als er geen correct e-mailadres is aangeleverd. Het is de taak van de vereniging om de e-mailadressen van haar leden in Sportlink Club te registreren. Ook op het DWF komt de mogelijkheid om e-mailadressen in te vullen. Hierdoor krijgt het individuele lid ook zelf een directe gelegenheid om zijn digitale correspondentieadres kenbaar te maken. Geldt deze wijziging ook in de zaal? 26
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
In het zaalvoetbal is het, met uitzondering van de Eredivisie zaalvoetbal mannen, Eredivisie zaalvoetbal vrouwen en de Eerste divisie zaalvoetbal mannen, niet mogelijk een e-mailadres op het DWF te registreren, aangezien het zaalvoetbal – met uitzondering van deze klassen – nog niet met het DWF werkt. Een zaalvoetballer kan, als hij niet uitkomt in één van de genoemde klassen, over een tuchtrechtelijke uitspraak dus alleen digitaal worden geïnformeerd als de vereniging zijn e-mailadres in het ledenbestand heeft geregistreerd. Hoe kan de vereniging het gemakkelijkst de e-mailadressen verzamelen en registreren? Tip: geef tijdens de voorbereiding op het nieuwe seizoen de trainers van alle teams een lijst waarop de namen en e-mailadressen van de spelers kunnen worden ingevuld. Laat de spelers deze lijst zelf invullen, bijvoorbeeld voorafgaand aan een training of oefenwedstrijd. Verenigingen ontvangen van de KNVB een eenvoudig en handig te gebruiken format hiervoor. Vervolgens moet de vereniging zelf de aangeleverde e-mailadressen registreren in Sport Link (ledenbestand). Wat zijn de voordelen van deze wijziging? Voor verenigingen heeft het in kaart hebben en registreren van de e-mailadressen van de leden veel bijkomende (communicatie)voordelen. Via SportlinkClub kunnen verenigingen heel eenvoudig met hun leden communiceren wanneer van hen een e-mailadres staat geregistreerd. Bijvoorbeeld om snel een uitspraak te kunnen bespreken, maar de vereniging kan dan ook met een druk op de knop de contributiefactuur, nieuwsbrief of bijvoorbeeld uitnodiging voor een feestavond verzenden aan al haar leden (of een subgroep). Ook deze automatisering bespaart de vereniging structureel veel werk en tijd. Digitale informatievoorziening is in het huidige tijdperk sowieso haast onmisbaar en ook de spelers zelf waarderen het dat de KNVB hen digitaal op de hoogte stelt. Zowel voor elftal/team en vereniging als speler, aanvoerder en/of andere individuele betrokkene is en blijft het belangrijk om goed geïnformeerd te zijn over lopende tuchtzaken. De KNVB kan verenigingen hierbij ontlasten door tuchtrechtelijke beslissingen ook aan het betrokken lid digitaal toe te zenden. Voor overige informatie omtrent Tuchtzaken verwijzen we naar de handleiding Tuchtzaken amateurvoetbal 2014/’15 in de online bibliotheek.
27
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
8. Spelregelwijzigingen De FIFA Futsal Committee heeft een aantal toevoegingen en wijzigingen op de spelregels landelijk Ereen eerste divisie zaalvoetbal en spelregels district (Futsal Laws of the game 2013/’14). De details staan hieronder beschreven. Er zijn in de huidige tekst een aantal zaken verwijderd (doorgestreept) en in de nieuwe tekst een aantal zaken toegevoegd of gewijzigd (vet gedrukt). Regel 3 Het aantal spelers Wisselspelers (pagina 13 spelregels landelijk en pagina 13 spelregels district) Huidige tekst
Nieuwe tekst
Wanneer een wisselspeler het speelveld betreedt en een overtreding van de wisselprocedure begaat, of er schuld aan is, dat zijn team met een extra speler speelt, dienen de scheidsrechters zich samen met de assistent-scheidsrechters te houden aan de volgende leidraad: • moeten de scheidsrechters hem van het speelveld verwijderen als hij een doelpunt van het andere team voorkomt of een duidelijke scoringskans van het andere team te niet doet. Zijn team speelt wel met hetzelfde aantal spelers verder;
Wanneer een wisselspeler het speelveld betreedt en een overtreding van de wisselprocedure begaat, of er schuld aan is, dat zijn team met een extra speler speelt, dienen de scheidsrechters zich samen met de assistent-scheidsrechters te houden aan de volgende leidraad: • moeten de scheidsrechters hem van het speelveld verwijderen als hij een doelpunt van het andere team voorkomt of een duidelijke scoringskans van het andere team te niet doet. Zijn team speelt met een speler minder. Naast deze wisselspeler moet nog één medespeler tijdelijk het speelveld verlaten, waardoor zijn team verder speelt met één speler minder. Voor het weer aanvullen van dit team geldt de procedure zoals die staat beschreven op pagina 11 onder Spelers/wisselspelers die verwijderd zijn.
Toelichting Wanneer een wisselspeler het speelveld betreedt en een doelpunt van het andere team voorkomt of duidelijke scoringskans van het andere team te niet doet, heeft het mogelijk grote invloed op het eindresultaat van de wedstrijd. Het is niet correct dat het team van de wisselspeler die de overtreding heeft begaan voordeel heeft van de overtreding. Dit is de reden dat een medespeler van de wisselspeler die de overtreding heeft begaan het speelveld moet verlaten. Het team moet maximaal twee minuten met een speler minder spelen en mag weer eerder worden aangevuld als er binnen de twee minuten gescoord wordt door de tegenstander. Regel 4 De uitrusting van de spelers – Reclame op de uitrusting (pagina 18 landelijk en pagina 17 district) Moderne beschermende uitrusting (….) toegestaan.
Moderne beschermende uitrusting (….) toegestaan. Als hoofdbedekking wordt gedragen, dan moet deze: • zwart zijn of van dezelfde hoofdkleur als het shirt (vooropgesteld dat de 28
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
• • •
•
spelers van hetzelfde team dezelfde kleur dragen) in overeenstemming zijn met de professionele uitstraling van de uitrusting van de speler niet zijn vastgemaakt aan het shirt geen gevaar opleveren voor de speler die het draagt of voor een andere speler (bijv. een sluitmechanisme om de hals) geen uitstekende onderdelen bezitten
(…) Toelichting Na een tweejarige pilot is er geen aanleiding om het dragen van hoofdbedekking te verbieden, mits de ontwerpbeperkingen, zoals gedefinieerd in de pilot, worden gerespecteerd. Bovendien heeft ook de mannelijke voetbalgemeenschap de noodzaak geformuleerd dat aan mannelijke spelers wordt toegestaan om hoofdbedekking te dragen, omdat het als discriminerend beschouwd werd. Regel 4 De uitrusting van de spelers – Overige uitrusting (pagina 18 landelijk en pagina 17 district) Standaarduitrusting Spelers mogen geen onderkleding tonen die is voorzien van slogans of reclame. De verplichte standaarduitrusting mag geen enkele politieke, religieuze of persoonlijke uiting bevatten. Een speler die zijn shirt omhoog doet of uittrekt om slogans of reclame te tonen, zal worden gestraft door de organisator van de competitie. De partij van een speler wiens verplichte standaarduitrusting politieke, religieuze of persoonlijke uitingen bevat, zal worden gestraft door de organisator van de competitie of door de FIFA.
Standaarduitrusting Spelers mogen geen onderkleding tonen die is voorzien van slogans of reclame. De verplichte standaarduitrusting mag geen enkele politieke, religieuze of persoonlijke slogans, uitingen of afbeeldingen bevatten. Een speler die zijn shirt omhoog doet of uittrekt om slogans of reclame te tonen, zal worden gestraft door de organisator van de competitie. Het team van een speler wiens verplichte standaarduitrusting politieke, religieuze of persoonlijke slogans, uitingen of afbeeldingen bevat, zal worden gestraft door de organisator van de competitie of door de FIFA. Onderkleding Spelers mogen geen onderkleding laten zien met daarop politieke, religieuze, persoonlijke slogans, uitingen of afbeeldingen, of andere reclame dan het logo van de fabrikant. Een speler/team van een speler die onderkleding laat zien met daarop politieke, religieuze, persoonlijke slogans, uitingen of afbeeldingen, of andere reclame dan het logo van de fabrikant, zal worden gestraft door de 29
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
organisator van de competitie of door de FIFA.
Toelichting In de huidige situatie is het zo dat er een verschil is tussen wat een speler mag laten zien op zijn verplichte standaarduitrusting en wat hij mag laten zien op zijn onderkleding. Bijv. hij mag geen persoonlijke uiting of afbeelding op zijn shirt laten zien, maar wel op zijn ondershirt. Deze wijziging heeft als doel een consistente benadering te beschrijven voor zowel het shirt als alle vormen van onderkleding. Regel 8 Het begin en de hervatting van het spel – De scheidsrechtersbal (pagina 37 landelijk en pagina 29 district) Een scheidsrechtersbal wordt overgenomen: • wanneer de bal wordt geraakt door een speler, voordat de bal de grond raakt; • indien er een overtreding werd begaan, voordat de bal de grond raakte. Indien de bal rechtstreeks in het doel gaat nadat deze in het spel is gebracht en daaropvolgend gespeeld of geraakt wordt door een speler: • als de bal rechtstreeks in het doel van het andere team gaat, moet een doelworp worden toegekend; • als de bal rechtstreeks in het eigen doel gaat, moet een hoekschop worden toegekend.
Een scheidsrechtersbal wordt overgenomen: • wanneer de bal wordt geraakt door een speler, voordat de bal de grond raakt; • wanneer de bal, nadat deze de grond raakt, buiten het speelveld komt zonder dat een speler de bal heeft geraakt; • indien er een overtreding werd begaan, voordat de bal de grond raakte. Als een speler, nadat de bal de grond heeft geraakt, de bal trapt naar een van de doels en: • als de bal rechtstreeks in het doel van het andere team gaat, moet een doelworp worden toegekend; • als de bal rechtstreeks in het eigen doel gaat, moet een hoekschop worden toegekend. Als een speler, nadat de bal de grond heeft geraakt,de bal meerdere keren naar een doel trapt en: • de bal een doellijn passeert dan wordt een doelpunt toegekend.
Toelichting Ter verduidelijking van de tekst. Regel 15 De intrap – Procedure en overtredingen (pagina 68 landelijk en pagina 63 district) Als de bal vanuit een intrap rechtstreeks in het doel van het andere team gaat, dan moeten de scheidsrechters een doelworp toekennen. Als de bal vanuit een intrap rechtstreeks in het eigen doel gaat, dan moeten de scheidsrechters een hoekschop toekennen.
Als de bal vanuit een intrap rechtstreeks in het doel van het andere team gaat, dan moeten de scheidsrechters een doelworp toekennen. Als de bal vanuit een intrap rechtstreeks in het eigen doel gaat, dan moeten de scheidsrechters een hoekschop toekennen. 30
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
Als de bal niet in het speelveld is gekomen, neemt hetzelfde team opnieuw de intrap, als de intrap op de juiste wijze was uitgevoerd, maar het tellen van de vier seconden gaat verder vanaf het moment, dat er met tellen werd gestopt. Als de intrap niet op de juiste wijze was uitgevoerd wordt de intrap toegekend aan het andere team.
Als de bal niet in het speelveld is gekomen, wordt de intrap aan het andere team toegekend.
Toelichting Regel 15 beschrijft dat een speler vier seconden heeft om de intrap correct uit te voeren; als de bal niet in het speelveld is gekomen is de intrap niet correct uitgevoerd binnen vier seconden, daardoor is er een overtreding van deze regel begaan. De strafschoppenserie (pagina 74 landelijk en 56 district) • • •
•
Met in acht neming van de hierna genoemde voorwaarden, nemen beide teams 5 strafschoppen. De strafschoppen worden om en om genomen. De strafschoppenserie zal niet worden voortgezet, zodra een team een aantal doelpunten heeft gemaakt, dat door het andere team niet meer kan worden bereikt. Nadat elk team 5 strafschoppen heeft genomen en beide een gelijk aantal of geen doelpunten heeft gemaakt, wordt de strafschoppenserie in dezelfde volgorde voortgezet. Het team dat een doelpunt meer heeft gemaakt dan het andere team, nadat beide teams een gelijk aantal strafschoppen heeft genomen, is de winnaar.
• •
•
•
Met in acht neming van de hierna genoemde voorwaarden, nemen beide teams 3 strafschoppen. De strafschoppen worden om en om genomen. De strafschoppenserie zal niet worden voortgezet, zodra een team een aantal doelpunten heeft gemaakt, dat door het andere team niet meer kan worden bereikt. Nadat elk team 3 strafschoppen heeft genomen en beide een gelijk aantal of geen doelpunten heeft gemaakt, wordt de strafschoppenserie in dezelfde volgorde voortgezet. Het team dat een doelpunt meer heeft gemaakt dan het andere team, nadat beide teams een gelijk aantal strafschoppen heeft genomen, is de winnaar.
31
#1.0 | Handboek scheidsrechterszaken zaalvoetbal 2014/’15 |
9. Bijzondere wedstrijden 9.1. Regeling vriendschappelijke wedstrijden Verenigingen zorgen gedurende het gehele seizoen (dus inclusief de zomerperiode en winterstop) bij vriendschappelijke wedstrijden zelf voor de aanstelling van een scheidsrechter. De clubs zijn verplicht scheidsrechters aan te trekken die tijdens de competitie op hetzelfde niveau actief zijn. Een scheidsrechter mag geen wedstrijd aanvaarden die boven zijn niveau ligt.
9.2. Internationale wedstrijden (toernooien) Er dienen scheidsrechters te worden aangevraagd bij coördinator zaalvoetbalcompetitie landelijk.
10. Internationale scheidsrechters 10.1. Conditietest De scheidsrechters zijn verplicht om extra conditietesten af te leggen. De scheidsrechters zijn verplicht deze testen met goed gevolg af te leggen. Met name het behalen van de FIFA-conditietest en de resultaten binnen de Nederlandse competitie zijn bepalend voor een eventuele vervolgvoordracht.
10.2. Medische keuring Voor de op de internationale lijst voorkomende scheidsrechters amateurvoetbal, is conform de FIFAvoorschriften een jaarlijkse medische keuring voorgeschreven. Deze uitvoerige keuring vindt in principe plaats bij het Sportmedisch Centrum in Zeist. De kosten van deze keuring komen voor rekening van de KNVB.
11. Slotbepaling • • • • •
Een verzoek tot dispensatie dient met redenen omkleed te worden ingediend. De bestuurscommissie zaalvoetbal verleent eventueel ten hoogste voor één seizoen dispensatie van een bepaling. Het verlenen van een eventuele dispensatie is door de bestuurscommissie zaalvoetbal gedelegeerd aan de voorzitter van de commissie scheidsrechterszaken zaalvoetbal. De leden van de commissie scheidsrechterszaken zaalvoetbal worden geïnformeerd omtrent verleende dispensaties. Vóór aanvang van ieder seizoen dient dus een hernieuwd verzoek tot dispensatie te worden ingediend. Bij onvoorziene situaties beslist de bestuurscommissie zaalvoetbal.
32
KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND
AMATEURVOETBAL
Koninklijke Nederlandse Voetbalbond Woudenbergseweg 56-58 3707 HX Zeist Postbus 515 3700 AM Zeist t: 0343 49 92 11 f: 0343 49 91 99
E-mail
[email protected] Bank: ING-bank NL89INGB0670000116 BTW: NL002691346.B01 KvK: 40478591 Utrecht
knvb.nl