Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS MONDZORGKUNDE 2010-2011
1/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
2/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Inhoudsopgave Algemene informatie 1.1 Algemene informatie HU 1.1.1 Onderwijsprofiel HU 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel 1.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen 1.1.4 Kwaliteitszorg 1.1.5 Ordehandhaving (ongewenst gedrag) 1.1.6 Organogram HU 1.1.7 Locaties HU 1.2 Algemene informatie faculteit Gezondheidszorg 1.2.1 Algemeen 1.2.2 Organogram faculteit 1.2.3 Contactgegevens 1.2.4 Plattegrond 1.2.5 Praktische voorschriften en aanwijzingen 1.2.6 Openingstijden gebouwen 1.2.7 Vakanties en vrije dagen 1.2.8 Faciliteiten 1.3 Algemene informatie opleiding Mondzorgkunde 1.3.1 Algemeen 1.3.2 Contactgegevens 1.3.3 In- en uitschrijven voor de opleiding 1.3.4 Examencommissie 1.3.5 Onderwijsbalie 1.3.6 Studievereniging 1.3.7 Overige informatie 2 Studentvoorzieningen 2.1 Studiebegeleiding 2.2 Studentendecaan 2.3 Vertrouwenspersoon 2.4 Studentenarts 2.6 Mediation 2.7 Financiële steun 2.8 Studeren met een functiebeperking 2.9 Keuzevakken taal- en studievaardigheden 2.9.1 Getalenteerde studenten 2.10 Mentorproject 2.11 Mediatheek 2.12 ICT-faciliteiten 2.12.1 Algemeen 2.12.2 Studentenmail 2.12.3 Sharepoint 2.12.4 OSIRIS Student 2.12.5 Wachtwoord 2.12.6 Informatiebeveiliging en privacy 2.13 International Office 2.13.1 Study abroad 2.13.2 Stage in het buitenland 2.14 Medezeggenschap 2.14.1 Inspraakorganen 2.14.2 Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten 2.15 Studium Generale 2.16 Studentenvereniging 2.16.1 Algemeen 1
6 6 6 7 7 8 9 9 10 10 10 11 11 11 19 19 20 20 22 22 23 24 25 27 28 28 31 31 31 32 33 33 34 34 35 35 35 36 36 36 36 37 37 38 38 39 39 39 39 40 40 40 41 41
3/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
3
4
5
6
2.16.2 Bestuursbeurs en stimuleringsfonds 2.17 Topsport 2.18 Trajectum 2.19 Sport en Cultuur 2.20 Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren 2.21 Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen 2.22 Werken naast je studie 2.23 Huisvesting Opleiding en beroep 3.1 Beroepsprofiel 3.1.1 Beroep 3.1.2 Vaardigheden afgestudeerde 3.1.3 Werkveld en functies 3.2 Opleidingsprofiel 3.2.1 Doelstelling opleiding 3.2.2 Uitwerking van beroepsprofiel 3.2.3 Het hbo-niveau van de opleiding 3.2.4 Didactische uitgangspunten 3.2.5 Didactische werkvormen 3.2.6 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar 3.2.7 Horizontale doorstroommogelijkheden 3.2.8 Vervolgopleidingsmogelijkheden Inrichting en organisatie opleiding 4.1 Algemeen 4.1.1 Opleidingsvarianten 4.1.2 Opleidingsstructuur algemeen 4.1.3 Verkorte opleidingsroutes 4.1.4 Overzicht curriculum (per studiejaar) 4.1.5 Lesdagen en –tijden 4.1.6 Uitval van lessen 4.1.7 Studieloopbaanbegeleiding 4.1.8 Registratie studievoortgang 4.1.9 Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen 4.1.10 Studiekosten en eigen bijdragen 4.2 Inrichting propedeuse 4.2.1 Algemeen 4.2.2 Studieprogramma propedeuse 4.2.3 Instroom en toelating propedeuse 4.2.4 Studieadvies 4.3 Inrichting hoofdfase 4.3.1 Algemeen 4.3.2 Studieprogramma hoofdfase 4.3.3 Toegang hoofdfase en studierichtingen 4.3.4 Stages en stagewaardigheid 4.3.5 Profileringsruimte 4.3.6 Masterclasses KMC28 4.3.7 Afstuderen Cursusdeelname 5.1 Algemeen 5.2 Inschrijving voor cursussen 5.3 Aanwezigheidsplicht 5.4 Beginvereisten Tentamens en examens 6.1 Algemeen 6.2 Vrijstellingen 6.3 Organisatie tentamens 6.3.1 Tentamenvorm en -duur
41 41 41 42 42 43 44 44 45 45 45 45 46 46 46 46 47 48 49 49 50 50 51 51 51 51 52 52 55 55 56 56 57 57 61 61 62 62 63 64 64 65 65 65 67 68 69 70 70 70 70 70 71 71 71 72 72 4/142
© Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
6.3.2 Inschrijving en deelname (her)tentamens 6.3.3 Voorzieningen bij een functiebeperking 6.3.4 Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens 6.3.5 Gang van zaken tijdens tentamens 6.3.6 Beoordeling en inzage tentamenwerk 6.3.7 Onregelmatigheden / fraude 6.3.7 Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk 6.3.8 Geldigheidsduur studieresultaten 6.4 Getuigschriften en titulatuur 6.4.1 Algemeen 6.4.2 Graden en titulatuur 6.4.3 Aantekening cum laude of met genoegen 6.4.4 Procedure afgifte getuigschrift 7 Klachten, bezwaar en beroep 7.1 Inleiding 7.2 Bezwaar 7.3 Klachten 7.3.1 Ongewenst gedrag 7.4 Beroep 7.5 Hoger Beroep 7.6 Herzieningsverzoeken bij klachten 8 Roosters 8.1 Jaarrooster 8.2 Weekrooster 8.3 Tentamenrooster 9 Cursusbeschrijvingen 10 Bijlagen 10.1 Onderwijs- en examenregeling 10.2 Overige regelingen 10.3 Diversen 11 Trefwoordenregister
72 73 74 74 75 77 77 77 78 78 78 78 79 80 80 80 81 81 81 82 82 84 84 85 85 86 138 138 138 138 139
5/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
1
Algemene informatie 1.1
Algemene informatie HU
Hogeschool Utrecht (HU) is met ruim 38.000 studenten en ruim 3.200 medewerkers een van de grootste en meest veelzijdige hbo-instellingen in Nederland. De zes faculteiten, gevestigd in Utrecht en Amersfoort, bieden meer dan 80 bacheloropleidingen aan op het gebied van communicatie en journalistiek, economie en management, natuur en techniek, gezondheidszorg, onderwijs, en maatschappij en recht. Hogeschool Utrecht heeft onderwijslocaties in de Utrechtse binnenstad en op De Uithof en is gevestigd in Amersfoort. Na het behalen van je bachelordiploma kun je bij de HU ook in diverse richtingen een mastergraad behalen. Het onderwijs is per opleiding georganiseerd en is daardoor overzichtelijk en persoonlijk. Is je interesse breder dan je eigen opleiding, dan kun je deelnemen aan onderwijsactiviteiten van andere HU-opleidingen of aan andere onderwijsinstellingen in Nederland of in het buitenland. Denk aan het volgen van een minor of stage lopen.
1.1.1
Onderwijsprofiel HU
Hoger beroepsonderwijs in de (kennis)samenleving
Hogeschool Utrecht wil bijdragen aan een duurzame kennissamenleving waarbij de mens het uitgangspunt is. Waar onze studenten en medewerkers zich kunnen ontplooien, zich thuis voelen en waar we in samenwerking met onze relaties durven te experimenteren en innoveren. We bieden onze studenten en medewerkers kansen om zich optimaal te ontplooien in studie en werk, zodat iedereen zijn capaciteiten zo goed mogelijk in de praktijk kan brengen. We leiden hoogwaardige professionals op en werken daarnaast, door ondernemerschap en kennisontwikkeling, aan de innovatie van de beroepspraktijk. Vandaar onze sterke externe oriëntatie op sociaal -, economische - en maatschappelijke vraagstukken. Niet alleen in Nederland maar ook internationaal. We zijn een transparante organisatie door open communicatie met elkaar en onze omgeving. Uitgangspunt in de samenwerking is dat we onze kennis delen en doen wat we beloven, zowel in- en extern. Dat betekent dat we elkaars verschillende competenties en expertises consistent erkennen, gebruiken, delen en versterken. Zodat we er met elkaar uit halen wat er in zit.
Het onderwijsprofiel van HU Uitgangspunt van het onderwijsprofiel van de HU is: Hogeschool Utrecht richt haar opleidingen competentie- en vraaggericht in en laat studenten studeren in sterke leeromgevingen. Competentiegericht onderwijs Onderwijs is competentiegericht als de student die kennis, vaardigheden en houdingen aanleert waarmee een bepaald beroep kan worden uitgeoefend. De opleidingen formuleren, onderschrijven en actualiseren de competenties in nauw overleg met het werkveld. Competentiegericht opleiden betekent ook dat we de student maatwerk leveren. We sluiten aan op eerder verworven competenties, we stimuleren de student om in toenemende mate regisseur te zijn van zijn eigen leerproces, keuzes te maken en deze te verantwoorden. Onze studenten moeten in staat zijn professioneel te handelen in kenmerkende beroepssituaties van toenemende complexiteit. Tevens dagen we studenten uit te werken aan hun onderzoeksvaardigheid en hun competenties te ontwikkelen in een internationale/multiculturele context.
6/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Vraaggestuurd onderwijs Het onderwijs richt zich zowel op de vraag van de beroepspraktijk als op de vraag van de student. Wij matchen de kennis en leervragen van studenten met die van de beroepspraktijk op een manier die past binnen de kwaliteitseisen van de opleiding. We vinden dat de student zelf verantwoordelijk is voor zijn studieloopbaan en dat de HU hem daarbij moet ondersteunen. Een sterke leeromgeving Een competentiegerichte en vraaggerichte opleiding veronderstelt een sterke leeromgeving. Een leeromgeving die studenten inspireert, uitdaagt en waarin studenten zich steeds op de grens van hun kunnen begeven. Een leeromgeving die het leren vanuit het werken in de praktijk vormgeeft: leren is werken en werken is leren. Een leeromgeving die indien van toepassing internationaal is georiënteerd. Iedere opleiding kent een, samen met het beroepenveld vastgestelde, kennisbasis. Vanaf het eerste jaar staat het verwerven van kennis en vaardigheden vanuit realistische beroepstaken centraal. Het onderwijs bestaat uit een mix aan werkvormen, zowel individueel als in samenwerking met medestudenten, waarbij in toenemende mate wordt gewerkt in authentieke beroepssituaties.
1.1.2
Bachelor- en Masterstelsel
Bachelor-masterstructuur Het onderwijs aan universiteiten en hogescholen is opgedeeld in twee fasen: de bachelorfase en de masterfase. Een vierjarige hbo-opleiding noem je een bacheloropleiding. Na afronding van de opleiding krijg je een bachelorgraad. Op de universiteit kun je in drie jaar een bachelordiploma behalen. Hierna kun je doorstuderen voor een masterdiploma. Zowel hogescholen als universiteiten bieden masteropleidingen aan. Studeer je aan een hogeschool, dan heb je recht op studiefinanciering voor de duur van je bacheloropleiding: vier jaar. Op de universiteit heb je recht op studiefinanciering voor de duur van je bachelor- én je masteropleiding.
Bacheloropleidingen Je bachelordiploma is een internationaal (h)erkenbaar diploma. Dit is handig als je in het buitenland aan de slag wilt. Ook kun je in de meeste gevallen gedurende je opleiding tijdelijk in het buitenland studeren. De bacheloropleidingen aan de HU bieden tevens veel vrije keuzeruimte, de zogenaamde profileringsruimte. Je kunt deze profileringsruimte vullen met een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen) óf met een pakket van keuzecursussen dat je zelf samenstelt. Zie verder par. 4.3.5 (profileringsruimte). De profileringsruimte maakt het ook mogelijk om studie-onderdelen te volgen aan andere hogescholen of universiteiten, in binnen- en buitenland. Hiermee verruim je je blik. Masteropleidingen Na afronding van je bacheloropleiding kun je nog een masteropleiding volgen aan een hogeschool of universiteit. Hogeschool Utrecht heeft een groeiend aantal masteropleidingen. Ook voor mensen die al een aantal jaren werkervaring hebben. Kijk voor meer informatie op www.masters.hu.nl. Wil je een master volgen aan een universiteit dan kan dat ook. Een hbo-opleiding sluit echter niet altijd naadloos aan op een universitaire master. Om jouw kennis en vaardigheden op het vereiste niveau te brengen, zijn voor een aantal masters speciale trajecten ontwikkeld. Deze zogenaamde pre-masters volg je voorafgaand aan de master en geven je direct toegang. Kijk voor meer informatie op www.premasters.hu.nl of haal de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU.
1.1.3
Hogeschool- en faculteitsregelingen
De Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek (WHW) legt de Hogeschool Utrecht als instelling voor Hoger Beroepsonderwijs een aantal verplichtingen op. Hogeschool Utrecht heeft deze in diverse regelingen verwerkt.
7/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Er zijn regelingen die voor alle studenten binnen de Hogeschool Utrecht gelden, de zogenaamde HU-brede regelingen, die je kunt terug vinden op de site www.reglementen.hu.nl. Daarnaast zijn er ook regelingen die alleen gelden voor studenten aan een bepaalde faculteit of een specifieke opleiding. Deze regelingen vind je terug op de sharepointsite van de faculteit en/of opleiding. HU-brede regelingen Voor jou als student zijn de HU-brede regelingen uit de categorieën “Student en onderwijs” en “Medezeggenschap” het meest van belang. Denk daarbij bijvoorbeeld aan: Het Studentenstatuut Hierin worden de rechten en plichten van studenten in algemene zin vastgelegd. De Onderwijs- en Examenregeling HU Hierin worden de rechten en plichten van studenten aanzien van het onderwijs, tentamens, examens en verwante zaken vastgelegd. De Inschrijvingsregeling Hierin worden de procedurele (niet: inhoudelijke) aspecten rond inschrijving, collegegeld en uitschrijving beschreven. Zie ook par. 1.3.3. Het Reglement Rechtsbescherming studenten HU Hierin wordt beschreven welke acties een student kan ondernemen als hij het ergens niet mee eens is. Het Profileringsfonds Hierin worden de verschillende vormen van financiële ondersteuning die de HU studenten kan bieden in geregeld. Reglement voor de Opleidingscommissies Hierin wordt alles omtrent de Opleidingscommissie (adviesorganen op afdelingsniveau) geregeld. Zie ook par. 2.14.1. Zie voor de meest recente versies van de reglementen: www.reglementen.hu.nl
Facultaire en opleidingsregelingen Deze regelingen en de studiegids vormen een nadere uitwerking van de HU-brede OER HU en bevatten de rechten en plichten van studenten van de betreffende faculteit/opleiding ten aanzien van het onderwijs, tentamens, examens en verwante zaken vastgelegd. Je kunt ze vinden op of via de sharepointsite van de opleiding .
1.1.4
Kwaliteitszorg
Hogeschool Utrecht besteedt veel zorg en aandacht aan kwaliteit. Kwaliteitszorg heeft onder meer betrekking op alle onderdelen van het onderwijs, het curriculum, de studievoortgang, de begeleiding, de onderwijsorganisatie en de relatie opleiding-arbeidsmarkt. Een precieze uitwerking van het systeem van kwaliteitszorg dat de opleiding hanteert, vindt plaats in het kwaliteitsplan. Hierin staat beschreven op welke wijze en met welke middelen inzicht wordt verkregen in de kwaliteit van de opleiding, hoe kan worden gewerkt aan eventuele verbetering, hoe studenten zijn betrokken bij de evaluatie en op welke wijze verslag wordt gedaan van de resultaten van deze evaluaties. Opleidingscommissies spelen een belangrijke rol in het systeem voor kwaliteitszorg en hebben in het verleden belangrijke verbeteringen in gang gezet. De kwaliteit van het onderwijs kan natuurlijk het beste worden beoordeel door jou en je mede-studenten. Je zult daarom regelmatig worden benaderd om mee te werken aan een (anonieme) enquête om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen. Ongeveer drie keer per jaar vergaderen de groepsvertegenwoordigers (1 per groep) met de kwaliteitsregisseur uit het desbetreffende jaar. Tijdens deze vergadering vindt de mondelinge evaluatie plaats. Daarnaast worden uitkomsten van schriftelijke enquêtes en de bijbehorende verbeteracties besproken. De uitkomsten van evaluaties en de bijbehorende verbeteracties worden gepubliceerd op www.sharepoint.nl. Hier wordt ook het kwaliteitsjaarverslag gepubliceerd.
8/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
1.1.5
Ordehandhaving (ongewenst gedrag)
Artikel 48 van het Studentenstatuut (zie www.reglementen.hu.nl) regelt de ordehandhaving binnen Hogeschool Utrecht. Deze regeling houdt (kort samengevat) het volgende in: Voorschriften en aanwijzingen Om de goede gang van zaken te handhaven, gelden –naast de wet- binnen de hogeschool nadere voorschriften en aanwijzingen, vastgesteld door of namens het College van Bestuur of de faculteitsdirectie. Zij kunnen betrekking hebben op, maar zijn niet beperkt tot, de volgende onderwerpen: • ongewenst gedrag; • fraude en/of (onregelmatigheden) bij tentamens (Zie par. 6.3.7); • het gebruik van de gebouwen en terreinen met de daarin of -op aanwezige voorzieningen; • afmelding van de student bij ziekte of verhindering anderszins; • bijzondere omstandigheden. Binnen de hogeschool geldt verder een algemeen verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding. De opleiding kan aanvullende kledingvoorschriften stellen, indien dit uit het oogpunt van praktische uitvoering van het onderwijs noodzakelijk is. Plichten student Op basis van de Arbeidsomstandighedenwet gelden voorstudenten in ieder geval de volgende plichten: • de plicht om in werk en studie zorgvuldig en voorzichtig te handelen; • de plicht om zich op de hoogte te stellen van (veiligheids)voorschriften die betrekking hebben op het werk en de studie; • de plicht om aangebrachte veiligheidsvoorzieningen op de juiste wijze te gebruiken en de verplichte beschermingsmiddelen te dragen of toe te passen; • de plicht om onveilige en/of ongezonde werksituaties te melden aan de desbetreffende faculteitsdirectie. Maatregelen Bij overtreding van de voorschriften/aanwijzingen of bij het niet nakomen van de plichten zoals bijvoorbeeld hierboven genoemd, kunnen door de faculteitsdirectie de volgende maatregelen worden getroffen: • het geven van een waarschuwing of berisping; • het ontzeggen van de toegang tot gebouwen en terreinen van de hogeschool voor de tijd van hoogstens een jaar; • het beëindigen van de inschrijving. Ook is het mogelijk de inschrijving van een student te weigeren of te beëindigen indien de student door zijn gedrag of uitlatingen heeft laten zien dat hij ongeschikt is voor het beroep waarvoor de opleiding hem opleidt of ongeschikt voor de praktische voorbereiding daarop.
Zie ook paragraaf 1.2.5 (praktische voorschriften en aanwijzingen)
1.1.6
Organogram HU
Een organogram van de HU is te vinden op http://www.hu.nl/OverDeHU/In%20het%20kort/Organogram.aspx. Bij Hogeschool Utrecht is het onderwijsaanbod als volgt georganiseerd: • Instituten Hier zijn verwante voltijd bacheloropleidingen naar interessegebied geclusterd. • Centra Voor deeltijd en duale opleidingen, cursussen en workshops. Voor (incompany) trainingen, consultancy en coaching voor professionals. • Academies Aanbod van masteropleidingen voor afgestudeerden. Een overzicht van alle instituten, centra en academies vind je op www.hu.nl/overdehu .
9/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Organisatorisch is Hogeschool Utrecht ingedeeld in faculteiten. Zie ook par. 1.1.7.
1.1.7
Locaties HU
Locaties HU in Utrecht Adresgegevens en routebeschrijvingen naar alle locaties in Utrecht en Amersfoort vind je op www.hu.nl/adressen. Kijk voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer op www.9292ov.nl.
1.2
Algemene informatie faculteit Gezondheidszorg
1.2.1
Algemeen
De Faculteit Gezondheidszorg hanteert voor de jaren 2007-2011 de volgende missie: De Faculteit Gezondheidszorg van Hogeschool Utrecht is een vraaggerichte kennisorganisatie op het gebied van de verpleegkundige en paramedische beroepsuitoefening. We leiden competente professionals op die op hoog niveau hun beroep uitoefenen en vernieuwen én wij genereren kennis die wordt benut bij de zorginnovatie. Zo leveren we duurzame bijdragen aan de ontwikkeling van de professionele beroepspraktijk. In de regio, in Nederland en in Europa, staat de Faculteit Gezondheidszorg bekend als een instelling die in intensieve samenwerking competente professionals opleidt en hoogwaardige kennisproducten realiseert. In deze missie profileren wij ons als een onderwijsinstelling die tevens kennis genereert ten behoeve van het onderwijs en de beroepspraktijk. Voor het onderwijs betekent dit dat studenten bij ons de kans hebben om al hun talenten tot ontplooiing te laten komen. Zij worden in een competentiegericht curriculum opgeleid tot vakbekwame beroepsbeoefenaren. De competenties worden in nauwe samenspraak met het beroepenveld geformuleerd. Studenten geven zelf steeds meer sturing aan hun leerproces en worden hierin begeleid. Studenten worden in de loop van hun studie steeds meer geconfronteerd met authentieke beroepssituaties en er bestaat een geïntegreerde digitale leeromgeving. Ook de toetsing sluit aan bij het competentiegestuurde onderwijs; een stevige kennisbasis vormt hierbij het fundament. Kenniscentrum De Faculteit Gezondheidszorg heeft een Kenniscentrum 'Innovatie van Zorgverlening', dat ook studenten interessante mogelijkheden biedt. Dit kenniscentrum houdt zich bezig met innovaties in de gezondheidszorg die leiden tot een grotere zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de patiënt. Om dit te bereiken voert het kenniscentrum praktijkgericht onderzoek uit: onderzoek dat aansluit bij vragen uit de praktijk en daar direct relevant voor is. De onderzoeksuitkomsten worden niet alleen gebruikt in de praktijk maar ook in het onderwijs. Studenten spelen hierin een belangrijke rol en kunnen participeren in het onderzoek van het kenniscentrum. Dit kun je doen in het kader van je profileringsruimte (zie verder par. 4.1.2: opleidingsstructuur algemeen) of combineer je met het afstuderen. Je kunt je opgeven via www.onderzoekietsvoorjou.hu.nl Het kenniscentrum (zie ook het organogram hieronder) verbindt drie lectoraten: het lectoraat 'Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Mensen met Chronische Aandoeningen' (ook wel lectoraat ‘Ouderenzorg en Familiezorg’ genoemd), het lectoraat 'Leefstijl en Gezondheid' en het lectoraat 'Vraaggestuurde Zorg'. De drie instituten van de Faculteit Gezondheidszorg zijn nauw verbonden aan de drie lectoraten van het kenniscentrum. In het curriculum en het onderwijsaanbod van de opleidingen in deze instituten is duidelijk te merken dat deze samenwerking de onderwijskwaliteit verhoogt. Het kenniscentrum 'Innovatie van Zorgverlening' organiseert jaarlijks 28 masterclasses voor studenten rondom actuele thema’s in de gezondheidszorg. Kijk voor meer informatie over het kenniscentrum op: www.kenniscentrumivz.hu.nl/
10/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
1.2.2
Organogram faculteit
Faculteit Gezondheidszorg Afdeling Innovatie
Dienst Personeel & Organisatie
Decanaat
Dienst Financiën & Administratie
Facilitaire Dienst
Dienst Marketing & Communicatie
Kenniscentrum ‘Innovatie van Zorgverlening’: Lectoraat ‘Leefstijl en Gezondheid’ – Lectoraat 'Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Mensen met Chronische Aandoeningen’ – Lectoraat ‘Vraaggestuurde Zorg’
Instituut voor Bewegingsstudies
Instituut voor Paramedische Studies
Bachelor Fysiotherapie Bachelor Oefentherapie Cesar Master Fysiotherapie Post-HBO-opleidingen
Bachelor Farmakunde Bachelor Huidtherapie Bachelor Logopedie Bachelor Mondzorgkunde Bachelor Optometrie Bachelor Orthoptie Post-HBO-opleidingen
1.2.3
Instituut voor Verpleegkundige Studies Bachelor Verpleegkunde Bachelor Management in de Zorg Bachelor Medische Hulpverlening Master Physician Assistant Master Advanced Nursing Practice Master Zorgtrajectontwerp Post-HBO-opleidingen
Contactgegevens
Faculteit Gezondheidszorg Bolognalaan 101 3584 CJ Utrecht Telefoon (030) 258 51 00 Bij een calamiteit moet je het alarmnummer van het pand bellen: (030) 258 51 12.
1.2.4
Plattegrond
Op de volgende pagina’s zijn plattegronden van de gebouwen aan Bolognalaan 99 (Hundertwassergebouw) en Bolognalaan 101 (hoofdgebouw) opgenomen.
11/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Begane grond
12/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Eerste verdieping
13/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Tweede vedieping
14/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Derde verdieping
15/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Begane grond Hundertwassergebouw
16/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Eerste verdieping Hundertwassergebouw
17/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Tweede verdieping Hundertwassergebouw
18/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
1.2.5
Praktische voorschriften en aanwijzingen
Binnen de faculteit gelden de volgende regels van praktische aard: Indien gevraagd, moet men zich kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs. Mobiele telefoons dienen tijdens de lessen uitgeschakeld te worden. Studenten die te laat komen, kunnen geweigerd worden in de lessen. Roken in het gebouw is verboden. Ook buiten voor de ingang van het gebouw is het verboden te roken. Er is een rokersterras op het binnenplein. In het gebouw is het niet toegestaan te fietsen, te rolschaatsen, te skaten of om huisdieren mee te nemen. Een geleidehond is wel toegestaan. Afval moet worden gedeponeerd in de daarvoor bestemde containers en prullenbakken. Eigendommen van de faculteit mogen niet zonder schriftelijke toestemming meegenomen worden uit het pand. Het aanplakken van affiches is alleen toegestaan op de daarvoor bestemde prikborden. Bij een calamiteit moet men het alarmnummer van het pand bellen: 030 – 258 51 12. (Persoonlijke) hygiëne In de beroepsuitoefening -en dus ook in de opleiding- functioneert de professional in de zorg vaak (zeer) dichtbij andere personen én staat de patiënt centraal. Het is daarom belangrijk dat de student zorgvuldig omgaat met de persoonlijke hygiëne en het persoonlijk voorkomen. In de Faculteit Gezondheidszorg verwachten wij van de student dat de persoonlijke hygiëne zodanig wordt verzorgd dat dit niet verstorend kan werken voor (simulatie)patiënten, medestudenten en medewerkers én dat kleding, ringen of sieraden en geuren geen afbreuk doen aan (het leren van) de hulpverlening. Deze algemene grondregel kan door elke opleiding nader worden toegespitst in het licht van de praktijklessen, infectiepreventie, regels die gelden in de (pre)klinieken, en dergelijke. Naast bovenstaande regels kan de faculteitsdirectie nadere aanwijzingen van praktische aard geven. Zie ook par. 1.1.5.
1.2.6
Openingstijden gebouwen
Tijdens onderwijsweken is het gebouw geopend: maandag t/m donderdag tot 22.00 uur vrijdag tot 21.00 uur zaterdag tot 17.00 uur Tijdens vakantieweken en de onderwijsluwe weken in de zomer is het gebouw geopend: - maandag t/m vrijdag tot 17.00 uur - zaterdag gesloten Het gebouw is gesloten op: - zaterdag 25 december 2010 t/m zaterdag 1 januari 2011 - vrijdag 22 april 2011 t/m maandag 25 april 2011 - zaterdag 30 april 2011 - donderdag 5 mei 2011 t/m zaterdag 7 mei 2011 - donderdag 2 juni 2011 t/m zaterdag 4 juni 2011 - zaterdag 11 juni 2011 t/m maandag 13 juni 2011
19/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
1.2.7
Vakanties en vrije dagen
Vakantieperiodes 2010-2011 De HU kent in het collegejaar 2010-2011 de volgende verplichte studentenvakantie en verplichte vrije dagen: Vakantie Kerstvakantie Verplichte vrije dagen, inclusief de feestdagen 1e en 2e kerstdag Nieuwjaarsdag Goede vrijdag 1e en 2e paasdag Koninginnedag Bevrijdingsdag Hemelvaartsdag Dag na hemelvaartsdag e e 1 en 2 Pinksterdag
Data 20 december 2010 tot en met 2 januari 2011
25 en 26 december 2010 1 januari 2011 22 april 2011 24 en 25 april 2011 30 april 2011 5 mei 2011 2 juni 2011 3 juni 2011 12 en 13 juni 2011
Zie ook hoofdstuk 8.1
1.2.8
Faciliteiten
Receptie De receptie bevindt zich in de centrale hal en is dagelijks geopend van 8.00 uur tot 18.00 uur. De receptie verzorgt de telefoon- en faxbehandeling, ontvangst en verwijzing van gasten. Het algemene telefoonnummer van de receptie is (030) 258 51 00. Studentenadministratie De studentenadministratie kun je vinden op de begane grond in lokaal 0.040 De medewerkers van de studentenadministratie zijn binnen de FG de backoffice voor alles wat te maken heeft met studievoortgang en cijferinvoer. Studenten moeten zelf hun behaalde resultaten controleren op www.osiris.hu.nl Voor vragen over resultaten kan de student terecht bij de betreffende coördinator van de opleiding. Restaurant De catering op de FG wordt verzorgd door Sodexo. De openingstijden van de Catering zijn - maandag van 08.00 uur tot 19.00 uur - dinsdag van 08.00 uur tot 19.00 uur - woensdag van 08.00 uur tot 17.00 uur - donderdag van 08.00 uur tot 19.00 uur - vrijdag van 08.30 uur tot 14.30 uur - zaterdag van 08.30 uur tot 14.30 uur Tijdens vakanties gelden aangepaste openingstijden. De catering bereikbaar via:
[email protected]. eFGé-café Het eFGé-café in de centrale hal is open van 8.00 tot 21.00 uur en is bedoeld als lunch- en ontmoetingsruimte voor studenten en medewerkers. Alleen bij speciale gelegenheden is de bar geopend. Het café is vrij toegankelijk. Op donderdagmiddag beheert studentenvereniging Paramedus het eFGé-café. De bar is dan geopend van 16.00 uur tot 20.00 uur.
20/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Winkel (Repro) De winkel bevindt zich op de begane grond, naast de receptie. De openingstijden zijn maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 15.30 uur. De taken van de winkel zijn: • uitgifte van onderwijsmateriaal; • verstrekken van kantoorartikelen, PR-artikelen en reprowerk; • verstrekken van parkeerpassen, facility card en tags (sleutels). Facilitair Meldpunt Het Facilitair Meldpunt (FM) is er voor (aan)vragen, wensen en klachten over de schoonmaak, de post, de technische dienst, de conciërgerie, de receptie en het gebouwbeheer. Denk hierbij o.a. aan melding van storingen, kapotte lampen, bureaustoelen of automaten, aanvragen van ondersteuning voor (kleine) evenementen en vragen, klachten en suggesties over de dienstverleningen. Doorgeven kan zowel telefonisch: (030 258) 6666, als via e-mail:
[email protected]. Het Facilitair Meldpunt is dagelijks geopend van 9.00 tot 17.00 uur. Daarnaast is het ook mogelijk een melding door te geven bij de receptie. Bureau Planning/ruimte reserveren Bureau Planning is verantwoordelijk voor de lokalen en/of lesroosters van de docenten/studenten . Het STIP is verantwoordelijk voor de ruimtetoewijzing aan studenten. Verzoeken tot lokaalreservering kunnen via Sharepoint: https://www.sharepoint.hu.nl/sites/BureauPlanning.FG/default.aspx Betaalsysteem Alle kopieerapparaten, snoep- en drankenautomaten werken met het chipknip betaalsysteem. In principe zit de chipknip op je bankpas. Wanneer je in het bezit bent van een Postbankpas (dus giropas) dan heb je niet automatisch een chipknip. Deze kun je gratis aanvragen bij de Postbank. Je bank kan je alle informatie over de chipknip geven, of kijk op www.chipknip.nl. Bij de receptie hangt een chipknip-oplader waar je geld op je chipknip kunt zetten. Alle betalingen binnen de FG gaan via het ChipKnip betaalsysteem! Bij de winkel is het ook mogelijk om te pinnen. Fietsenstalling De fietsenstalling bevindt zich aan de noordzijde van het gebouw en bestaat uit drie gedeeltes: een afsluitbaar gedeelte, een niet-afsluitbaar maar wel overdekt gedeelte (voor brommers en motoren) en een open gedeelte. Het is niet toegestaan fietsen mee te nemen in het gebouw. Mediatheek De mediatheek van de Faculteit Gezondheidszorg is centraal gelegen op de eerste verdieping van het gebouw. Het is een leer- en studiecentrum, dat de volgende faciliteiten biedt: • een fysieke collectie boeken, tijdschriften en audiovisuele media • een collectie elektronische tijdschriften, doorzoekbaar via databanken • 160 computerwerkplekken • draadloos toegang tot het hogeschoolnetwerk • toegang tot de elektronische leeromgeving • multimediastations • twee leslokalen voor trainingen informatievaardigheden • audiovisueel centrum (avc) Dienstverlening De mediatheek beschikt over een collectie boeken, tijdschriften, videobanden, dvd’s en scripties. Het accent van de collectie ligt bij de beroepsspecifieke vakgebieden: farmakunde, fysiotherapie, huidtherapie, logopedie, optometrie, orthoptie, mondzorgkunde, oefentherapie Cesar en verpleegkunde. Daarnaast is er materiaal over algemeen medische wetenschapsgebieden, gezondheidszorg, beroepspraktijk en studievaardigheden. De gezamenlijke mediatheken van de hogeschool maken hun collecties toegankelijk via een centrale catalogus: www.catalogus.hu.nl Studenten en medewerkers kunnen bij de uitleenbalie gratis lenen op vertoon van collegekaart of mediatheekpas. Aan de helpdesk wordt audiovisuele apparatuur uitgeleend en kunnen aanvragen voor producties ingediend worden. Ook eventuele storingen aan computers en apparatuur kunnen hier gemeld worden. Alle mogelijkheden en regelingen rond de dienstverlening zijn te lezen in het hogeschoolbrede leenreglement: www.mediatheek.hu.nl/documents/leenreglement.html. De gedragsregels voor het gebruik van computers staan beschreven in het hogeschoolbrede www.reglementen.hu.nl
21/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Audiovisueel centrum (avc) Het avc maakt audiovisuele producties, verzorgt de audiovisuele infrastructuur van de faculteit en verzorgt instructies avmediagebruik. Website De website van de gezamenlijke mediatheken: www.mediatheek.hu.nl biedt toegang tot catalogi databanken, e-books, scripties, streaming video, tijdschriften, zoekmachines en wetenschappelijke open-accessbronnen. De website is opgebouwd uit verschillende onderdelen. Voor iedere opleiding binnen de hogeschool zijn er eigen webpagina’s. Dit maakt het mogelijk om, naast de eigen opleidingsspecifieke informatiebronnen ook gebruik te maken van de informatie die andere opleidingen en faculteiten te bieden hebben. Toetsen In de computerlokalen en in het achterste computergedeelte van de mediatheek worden ook regelmatig digitale toetsen afgenomen. Dit kan tijdens gewone lestijden plaatsvinden maar ook ’s avonds of op zaterdag. Op die tijden zijn er veel minder computers beschikbaar voor studenten. Openingstijden: Maandag 8.00 - 19.00 uur Dinsdag 8.00 - 19.00 uur Woensdag 8.00 - 18.00 uur Donderdag 8.00 - 19.00 uur Vrijdag 8.00 - 17.00 uur In roostervrije weken zijn de openingstijden van 9.00 tot 16.30 uur. Contact: Telefoonnummer uitleenbalie: (030) 258 51 59 Telefoonnummer helpdesk: (030) 258 52 96 E-mailadres:
[email protected] Kolf / bidruimte Ruimte 2.141 is ingericht als rustruimte. Studenten en medewerkers kunnen bijvoorbeeld van de ruimte gebruik maken om te kolven of te bidden. De sleutel kan opgehaald worden bij de receptie.
1.3
Algemene informatie opleiding Mondzorgkunde
1.3.1
Algemeen
De opleiding mondzorgkunde Utrecht leidt op tot een zelfstandige paramedische zorgverlener; in de opleiding wordt aandacht besteed aan het algemene gezondheidsaspect van de patiënt. De opleiding leidt op tot een breed inzetbare mondhygiënist, die zelfstandig is en eigen verantwoordelijkheid draagt. De beginnend beroepsbeoefenaar is flexibel, kan zich aanpassen aan verschillende situaties, qua taken, patiëntencategorieën en samenwerkingsverbanden, en is in staat in complexe situaties probleemoplossend te denken en handelen. De opleiding stelt zich ten doel haar studenten op te leiden tot eindkwalificaties, op Hbo-niveau, die zijn afgestemd op het beroepsprofiel. Hierbij volgt zij de wettelijke eisen van de Wet BIG. De opleiding onderschrijft het principe 'een leven lang leren'; dit houdt in dat van de student verwacht wordt de verantwoordelijkheid te hebben, ook als beroepsbeoefenaar, zich nieuwe vaardigheden en ontwikkelingen in het beroep eigen te maken.
22/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
1.3.2
Contactgegevens
Directeur Instituut Paramedische Studies
Dhr. drs. H. Merkx
[email protected]
Opleidingsmanager
Mw. M. Verheggen
[email protected]
Voorzitter curriculumcommissie
Mw. L. Westerlaken
[email protected]
Voorzitter examencommissie Emailadres examencommissie:
Mw. J. Willebrands Bakker
[email protected] [email protected]
Jaarcoördinator 2010-2011 1e jrs
Mw. I. Hogendoorn
[email protected]
Jaarcoördinator 2009-2010 2e jrs
Mw. F. Verweij
[email protected]
Jaarcoördinator 2008-2009 3e jrs
Mw. B. Dallinga
[email protected]
Jaarcoördinator 2007-2008 4e jrs
Mw. D.Quant
[email protected]
De opleidings- en kliniekadministratie Managementassistenten Telefoon: 030-258 51 55 / 5705
Mw. I. Cardol Mw. M.C. Schurink
[email protected] [email protected]
Practicumassistenten Telefoon 030-258 53 49
Mw. J. Wouda Mw. A. Naber
[email protected] [email protected]
Medewerker frontoffice (kliniek) Telefoon 030-2585777
Mw. A. van Vliet
[email protected]
Stagecoördinator
Het stagebureau Stagecoördinator Stagebeheerder Telefoonnummer: 030 – 258 57 00
[email protected] Mw. Y. Plomp
[email protected]
Docenten, roostercodes en e-mailadressen Mw. N. Adler Mw. B. Dallinga Mw. S. Dassen (B Health) Mw. S. Dijkstra (B Health) Dhr. Dr. S. Fokkema Mw. Drs. R. Garretsen Mw. A. den Hartog (B Health) Mw. F. Edens - ’t Hoen Mw. M. Hofstra Mw. I. Hogendoorn Mw. T. de Kort (MSc) Dhr. Drs. H. Kuipers Mw. B. van der Linden Mw. A. Louman Mw. N. van Maanen Dhr. L. van der Meulen Mw. G. Noordermeer Dhr. Drs. H. Nijdam Mw. Drs. A. Oorsprong
NADLE BDALL SDASS SDIJK SFOKK RGARR AHART FEDEN MHOFS IHOGE TKORT HKUIP BLIND ALOUM NMAAN LMEUL GNOOR HNIJD AOORS
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] 23/142
© Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Mw. E. Pirruccio Mw. D. Quant (B Health) Mw. E. Radersma Mw. C. Rijksen (B Health) Mw. M. Schorfhaar (B Health) Mw. M. Verheggen Mw. F. Verweij (B Ed) (B Health) Mw. M. Vreeswijk Mw. L. Westerlaken (B Health) Mw. J. Willebrands Bakker (MSEN)
1.3.3
EPIRR DQUAN ERADE CRIJK MSCHR MVERH FVERW MVREE LWEST JWILL
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
In- en uitschrijven voor de opleiding
Bureau Inschrijving Wil je je voor een propedeuse inschrijven aan Hogeschool Utrecht dan kan dit via www.studielink.nl. Bureau Inschrijving is belast met het in- , uit en herinschrijven van studenten bij Hogeschool Utrecht, het innen van het collegegeld en het verstrekken van collegekaarten. Inschrijving Als student word je ingeschreven voor een opleiding onder de volgende voorwaarden: • je voldoet aan de toelatingseisen (zie ook par. 4.2.3 en 4.3.3); • het collegegeld is betaald (of betaling ervan is verzekerd door een machtiging of garantieverklaring); • je voldoet aan de overige vereisten zoals genoemd in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.reglementen.hu.nl). Pas na rechtsgeldige inschrijving heb je recht op gebruik van de onderwijsfaciliteiten. Heb je al een propedeuse gehaald voor een hbo- of wo-opleiding? Dan heb je kans dat je kunt instromen in een hoger jaar van de opleiding. Je krijgt dan vrijstelling van de propedeutische vakken. Wil je je inschrijven voor de hoofdfase, dan kan dat via www.studielink.nl. Als je wilt instromen in de hoofdfase, neem dan wel eerst contact op met je opleiding. Zij kunnen je meer vertellen over de mogelijkheden en bepalen of je voldoet aan de eisen om in de hoofdfase van een opleiding te kunnen instromen.
Herinschrijving Als je al student bent aan Hogeschool Utrecht, zal je herinschrijving in 2010 via Studielink lopen. Van Bureau Inschrijving ontvang je begin juni 2010 een machtigingsformulier voor de betaling van het collegegeld. Je wordt pas opnieuw ingeschreven wanneer is voldaan aan de financiële verplichtingen en eventuele overige eisen. Collegekaart en bewijs van inschrijving Wanneer je bent ingeschreven, ontvang je een collegekaart en een bewijs van Inschrijving. De collegekaart dient niet alleen als inschrijvingsbewijs, maar is ook een verplicht legitimatiebewijs bij het afleggen van tentamens en examens. Als je tijdens de tentamenperiode (om welke reden dan ook) je collegekaart niet kunt tonen, kun je alleen op vertoon van een zogenaamde dagpas deelnemen aan de tentamens. Deze dagpas kun je tijdens de tentamenperiode bij het STIP aanvragen.. Je moet op dat moment wel over een geldige inschrijving beschikken en je moet op dat moment een geldig legitimatiebewijs kunnen tonen. De dagpas is uitsluitend geldig op de dag van uitgifte. Als je je collegekaart kwijt bent, kun je een nieuwe collegekaart aanvragen bij het STIP via een PIN-betaling van € 25,- . Binnen drie weken wordt je nieuwe collegekaart thuisgestuurd. Beëindiging inschrijving Als je je niet opnieuw inschrijft voor het nieuwe studiejaar (zie onder‘”Herinschrijving’) eindigt je inschrijving op 1 september. De verwachting is dat dit in de nabije toekomst zal veranderen. Dan schrijf je je één keer in en blijf je ingeschreven staan totdat je je via Studielink weer uitschrijft. Als je inschrijving eindigt, dan eindigt ook het recht op studiefinanciering en je Studenten OV-chipkaart.
24/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Op verzoek kun je ook je inschrijving gedurende het studiejaar (=tussentijds) beëindigen. De inschrijving wordt beëindigd met ingang van de volgende maand, volgend op het verzoek tot uitschrijving. Verder wordt de inschrijving beëindigd als je een bindend studieadvies waaraan een afwijzing verbonden is ontvangt. (zie ook par. 4.2.4) Bij een bindend studieadvies met een afwijzing aan het eind van het studiejaar kan je niet heringeschreven worden voor dezelfde opleiding in het volgende studiejaar. Bij een bindend studieadvies met een afwijzing gedurende het studiejaar (bijvoorbeeld ingeval van inschrijving in februari) wordt de inschrijving automatisch beëindigd en vervalt je recht op studiefinanciering en Studenten OV-chipkaart. Je hebt wel recht op teruggave van collegegeld. Indien er sprake is van bijzondere omstandigheden neem dan direct contact op met de studentendecaan. Zie verder par. 2.2. Tot slot kan de inschrijving worden beëindigd als de student na aanmaning het verschuldigde (deel van het) collegegeld niet betaalt. De inschrijving wordt dan beëindigd met ingang van de tweede maand volgend op de aanmaning. Bovenstaande informatie is slechts een samenvatting. De procedures zijn nader geregeld in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.reglementen.hu.nl). Kijk voor meer informatie over in- en uitschrijven op de website van Bureau Inschrijving: www.inschrijven.hu.nl
1.3.4
Examencommissie
Instelling en benoeming Voor elke door de faculteit aangeboden opleiding of groep van opleidingen wordt een examencommissie ingesteld Ten aanzien van Ad-opleidingen is bepaald, dat de examencommissie van de verwante bachelor-opleiding bevoegd is. De faculteit kent Examencommissies voor de volgende opleidingen, dan wel groep van opleidingen: IBS: Bacheloropleidingen: Fysiotherapie: Oefentherapie Cesar
[email protected] [email protected]
Masteropleidingen: Fysiotherapie
[email protected]
IVS: Bacheloropleidingen: Management in de Zorg Medische Hulpverlening Verpleegkunde
[email protected] [email protected] [email protected]
Masteropleidingen: Advanced Nurse Pracitioner Physician Assistant Zorgtraject Ontwerp
[email protected] [email protected] [email protected]
IPS: Farmakunde Huidtherapie Logopedie Mondzorgkunde Oogzorg Tandprothetiek
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
25/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
De leden van de examencommissie worden door de faculteitsdirectie benoemd. Voorafgaand aan de benoeming hoort de faculteitsdirectie eerst de reeds zittende leden van examencommissie. Bij de benoeming wordt aangegeven wie de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter is en er kan een ambtelijk secretaris toegewezen worden. Ten minste één lid van de examencommissie is als docent verbonden aan één van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoort. Ook kan een externe deskundige als lid van de examencommissie benoemd worden. Als lid van de examencommissie kan niet benoemd worden diegene die een functie bekleedt waardoor er een (schijn van) belangenverstrengeling zou kunnen ontstaan., waaronder in elk geval begrepen leidinggevende binnen de betreffende opleiding of groep van opleidingen. De benoeming van de leden van de examencommissie geschiedt voor een bepaalde periode die is vastgelegd in het benoemingsbesluit. Het lidmaatschap eindigt indien: 1. De benoemingsperiode is verstreken 2. Doordat de betrokkene een leidinggevende functie bij de desbetreffende opleiding of groep van opleidingen krijgt waardoor de schijn van belangenverstrengeling kan ontstaan. 3. Doordat betrokkene niet meer aan de desbetreffende opleiding of groep van opleidingen is verbonden, tenzij de faculteitsdirectie hier anders over beslist. Samenstelling Elke Examencommissie bestaat uit tenminste drie leden, te weten een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en één of meer leden. Samenstelling examencommissie opleiding Mondzorgkunde: Voorzitter Jetske Willebrands Bakker Plv. voorzitter Ida Hogendoorn Lid (Secretaris) Dorothee Quant Lid Ellen Radersma Ambtelijk secretaris Ina Cardol Taken en bevoegdheden De taken en bevoegdheden van de examencommissie zijn vastgelegd in hoofdstuk 4 van de OER en in het Reglement examencommissies HU. De Examencommissie ziet er onder andere op toe dat de regels met betrekking tot het onderwijs, tentamens en examens, zoals opgenomen in de OER en studiegidsen op correcte wijze worden uitgevoerd. Maar de examencommissie dient ook de kwaliteit van de tentamens en de examens te borgen, adviseert bij het vaststellen van het toetsbeleid, benoemt examinatoren, verleent vrijstellingen, reikt studie adviezen en getuigschriften uit en nog veel meer. De Examencommissie kan nadere regels vaststellen ter uitvoering van haar taken en bevoegdheden, zoals: • de gang van zaken bij schriftelijke tentamens (tentamenreglement); • de surveillance bij schriftelijke tentamens (surveillanteninstructie); • de gang van zaken bij mondelinge tentamens (tentamenprotocol); • het maken en beoordelen van tentamens (tentamenrichtlijnen); • het sanctioneren van onregelmatigheden (fraudeprocedure). Verzoekschrift Als je een verzoek hebt aan de examencommissie op grond van de OER dan kun je een verzoekschrift bij de examencommissie indienen. Bijvoorbeeld als je vindt dat de examencommissie een regel uit de OER niet goed heeft toegepast, of omdat jij vindt dat er juist een uitzondering op de regel gemaakt moet worden. Een verzoekschrift moet je ondertekenen en bevat tenminste: a. je naam,adresgegevens en studentnummer; b. de dagtekening; c. de redenen van het verzoek; d. eventuele bewijsstukken Dien je verzoekschrift wel tijdig in bij de
[email protected] 26/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Ben je het niet eens met de beslissing van de examencommissie op je verzoekschrift dan zijn er twee mogelijkheden. Of je dient binnen twee weken nadat je het besluit van de examencommissie hebt ontvangen direct bij de examencommissie een bezwaarschrift in, of je gaat binnen diezelfde periode naar het facultaire loket Rechtsbescherming. Zie voor meer informatie hierover hoofdstuk 7.
Besluitvorming De Examencommissie neemt besluiten bij gewone meerderheid van stemmen. Als er evenveel stemmen voor als tegen zijn, neemt de voorzitter het definitieve besluit. Besluiten van de Examencommissie worden vastgelegd in notulen. De examencommissie van de opleiding mondzorgkunde vergadert één maal per twee weken. De data zullen via SharePoint bekend worden gemaakt. In spoedeisende zaken belegt de examencommissie een extra bijeenkomst met minimaal twee leden of de voorzitter neemt adhoc een besluit.
1.3.5
Onderwijsbalie
Studenten Informatie Punt (STIP) Het Studenten Informatie Punt (STIP) kun je vinden op de begane grond in ruimte 0.012. De medewerkers van het STIP zijn goed op de hoogte van zowel de faciliteiten binnen het gebouw als van de diverse studietrajecten. Zij worden hierin voorzien door alle afdelingen, diensten en faculteitsdirectie. Niet alle vragen kunnen direct beantwoord worden; voor sommige antwoorden zullen ze doorverwijzen. Privacygevoelige informatie wordt niet verstrekt. Bij het STIP kun je terecht met al je vragen. Algemene vragen over de Faculteit Gezondheidszorg, eventuele vervolgopleidingen, etc. En natuurlijk met alle relevante vragen over je opleiding. Verder nog een kleine greep: • Informatie over je in- en uitschrijving • Studievoortgang • Digitale roosters • Studentenstatuut • Onderwijs en examenreglement • Het aanvragen van een (oefen-)lokaal • Het STIP heeft brochures van DUO, voorheen de IB groep • Voorlichtingsbrochures • Alles m.b.t. de vaccinaties Hepatitis B • Uitleenmaterialen • Resetten van e-mail wachtwoord • etc. Telefoon: (030) 258 51 50. Email:
[email protected]
27/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
International Office Faculty of Health Care (IO-FHC) Je wilt voor je studie of stage naar het buitenland, maar wat dan? Je hebt geen idee hoe je dat moet aanpakken of waar te beginnen. Dan is er voor jou het International Office Faculty of Health Care (IO-FHC). Je vindt het IO-FHC bij de Mediatheek op de eerste verdieping. Wil je een afspraak maken? Stuur dan een mail naar
[email protected]. Wat kan het IO-FHC voor je doen? Het is belangrijk dat je al vroeg in je studie bij het IO-FHC langs gaat om je te oriënteren. Stel jezelf de vragen: • Waarom wil ik naar het buitenland? • Welke meerwaarde heeft een stage of studie in het buitenland voor mij? • Welke eisen stelt de opleiding aan een buitenlandse stage of studieplaats? • Hoe moet ik toegerust zijn voordat ik daadwerkelijk kan vertrekken? • Hoe kan ik de periode in het buitenland tot een succes maken? Bij het IO-FHC kun je onder andere meer informatie krijgen over bijvoorbeeld: • Het uitzoeken van de mogelijkheden m.b.t. financiën, zoals beurzen en subsidies. • Het zoeken naar een goede verzekering en het aanvragen van visa. • Het kiezen van modules uit het IHS programma. • Het zoeken naar relevante taalmodules. • Het in contact brengen met (oud-)studenten, die tijdens hun studie al in het buitenland zijn geweest. • Het in contact brengen met andere FG-studenten, die geïnteresseerd zijn in een buitenlandstage. • Het in contact brengen met de Coördinator Internationalisering van je opleiding. • Het in contact brengen met het International Office van de hogeschool. International Office Faculty of Health Care Hogeschool Utrecht, Faculteit Gezondheidszorg Bolognalaan 101, Utrecht E-mail:
[email protected] Website: www.io.facultyofhealthcare.hu.nl Telefoonnummer: (030) 258 53 45
1.3.6
Studievereniging
Studieverenigingen hebben als doel jouw studententijd zo leuk mogelijk te maken. Studieverenigingen organiseren niet alleen leuke en gezellige activiteiten, ze zorgen ook voor betrokkenheid bij je studie en je toekomstige vak. De studieverenigingen binnen Hogeschool Utrecht zijn verenigd in de koepelorganisatie OSHU, die hogeschoolbreed de belangen van de diverse verenigingen behartigt. Voor meer informatie zie de website van OSHU: www.oshu.nl Paramedus is de studievereniging van de Faculteit Gezondheidszorg en is dus voor alle studenten die aan deze faculteit studeren. Paramedus is een gezellige vereniging zonder verplichtingen waarbij je snel mensen leert kennen, ook van andere opleidingen. Er worden veel activiteiten georganiseerd, zoals themafeesten, elke week een borrel in het èFGé-café, een gala, wintersport, surf&beachdag, een zeilweekend, een barbecue en nog veel meer. Ook zullen er gedurende het jaar een aantal educatieve activiteiten georganiseerd worden, zoals een bezoek aan de snijzaal. Kijk voor meer informatie of inschrijven op www.paramedus.nl of www.sharepoint.hu.nl/sites/paramedus Contact: Meindert Martens, voorzitter Paramedus, Tel. 06-16 81 06 98 ,
[email protected]
1.3.7
Overige informatie
Mededelingen over lessen en tentamens worden via je opleidingsintranet bekendgemaakt en indien mogelijk ook via mededelingenborden en je studentenmail. Ook correcties en aanvullingen op de studiegids worden zo bekendgemaakt. Hogeschool Utrecht verwacht dat je postadres bij de studentenadministratie klopt en dat je regelmatig je e-mailbox van je HU-account leest zodat je goed geïnformeerd bent over (student)zaken binnen de HU. Roosters en roosterwijzigingen vind je op de roostersite: www.roosters.hu.nl. 28/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Beroepsvereniging De Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) is dé beroepsvereniging voor mondhygiënisten. Ongeveer 70% van de Nederlandse mondhygiënisten is lid van de NVM. Studenten mondzorgkunde kunnen student-lid worden. Doelstellingen NVM • Het behartigen van de belangen van de mondhygiënisten in de ruimste zin van het woord. • Het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening alsmede het bevorderen van de kwaliteit van de opleiding tot mondhygiënist. • Het ondersteunen van het publiek belang van het beroep van mondhygiënist. • Het bevorderen van de contacten tussen mondhygiënisten onderling, nationaal en internationaal. • Het bevorderen van de contacten tussen mondhygiënisten en andere aanverwante disciplines. De NVM vervult voor haar leden onder ander de volgende functies: • Opkomen voor de belangen van leden. • Leden van informatie voorzien middels het Nederlands Tijdschrift voor Mondhygiëne, de website, verscheidene nieuwsbrieven en de Algemene Ledenvergadering. • Het ondersteunen van leden in individuele zaken met betrekking tot het werk of het beroep (bijv. juridische ondersteuning, collectieve zorgverzekering, pensioenvoorziening en telefonische ondersteuning). • Het versterken van de positie van het beroep van mondhygiënist. • Het ondersteunen van leden bij het waarborgen en vergroten van de kwaliteit van hun handelen (middels visitatie, de mogelijkheid tot deelname aan een gespreksgroep in eigen regio, etc.). • Het bereikbaar maken van de mondhygiënische zorg door informatie te verstrekken en databestanden bij te houden. De NVM mag zich, gezien de hoge organisatiegraad, representatief noemen voor de beroepsgroep van mondhygiënisten en wordt als zodanig ook erkend. De NVM is gesprekspartner van ondermeer het Ministerie van VWS, de HBO-Raad, de opleidingen mondzorgkunde, de Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Tandheelkunde (NMT) en andere (para)medische en Tandheelkundige beroepsverenigingen. De vereniging organiseert tweemaal per jaar een congres bestaande uit een Algemene Ledenvergadering en een wetenschappelijk deel. Daarnaast kunnen leden binnen de vereniging deelnemen aan diverse regiobijeenkomsten, vakgroepen, gespreksgroepen, werkgroepen en commissies. De NVM houdt ook een uitgebreid overzicht van bij- en nascholingscursussen, leden krijgen bij deelname vaak een korting. Wie werk als mondhygiënist zoekt kan de online vacaturebank raadplegen. De NVM & Studenten Sinds 2004 heeft de NVM tevens een speciaal studentenbeleid, dat wil zeggen dat de NVM zich meer en meer richt op studenten en tevens studenten meer inspraak geeft binnen de vereniging. De NVM biedt studenten de volgende voordelen: • Telefonische informatie verstrekken. • Het periodiek uitgeven van een speciale studentennieuwsbrief. • Achtmaal per jaar ontvangt de student het Nederlands Tijdschrift voor Mondhygiëne waar eveneens een speciale studentenrubriek te vinden is. • Toegang tot het speciale ledengedeelte van de website van de vereniging waar allerhande informatie te vinden is over de vereniging, handige producten gedownload kunnen worden en tevens een aantal specifieke studentenpagina’s zijn (met scripties, een studentenforum, stage-ervaringen, columns, etc.) • Speciaal voor 4e-jaars studenten van de opleidingen tot mondhygiënist organiseert de NVM in samenwerking met Braun/Oral-B de NVM Studieprijs. Studenten kunnen een voor de opleiding geschreven wetenschappelijk verantwoord artikel insturen voor deze prijs. De hoofdprijs bestaat uit een geheel verzorgd bezoek aan een internationaal congres. • Een studentencommissie waar per opleiding 2 studenten zitting nemen om zodoende op te komen voor de belangen van studenten. • Eenmaal per jaar wordt er een speciaal studentencongres georganiseerd. Tevens krijgen studentleden korting op congressen. • Een gratis starterpakket voor pas afgestudeerde studentleden.
29/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Alle studenten aan een opleiding voor mondhygiënist kunnen voor een sterk gereduceerd tarief student- of aspirant-lid worden van de NVM. Het student-lidmaatschap kost € 26,- per jaar. Eerstejaarsstudenten kunnen gedurende 1 jaar gratis kennismaken met de vereniging. Voor meer informatie over de NVM of aanmelding voor het lidmaatschap kan contact opgenomen worden met het Bureau van de NVM. Bureau NVM Postbus 1166 3430 BD Nieuwegein tel. 030 657 10 13 fax 030 657 18 59 Website: www.mondhygienisten.nl E-mail:
[email protected] Er zijn nog drie opleidingen Mondzorgkunde in Nederland: Hogeschool INHOLLAND Opleiding Mondzorgkunde Louwesweg 1 1066 EA Amsterdam Telefoon 020 5188313 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding Mondzorgkunde Philips van Leydenweg 25 6500 HB Nijmegen Telefoon 024 3616365
HanzeHogeschool Opleiding Mondzorgkunde Antonie Deusinglaan 1 9713 AV Groningen Telefoon 050 3633092
30/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
2
Studentvoorzieningen 2.1
Studiebegeleiding
Inleiding Een afgestudeerd hbo-student wordt geacht zelfstandig te kunnen handelen. Gedurende de opleiding word je daarom ook gestimuleerd tot zelfstandig en initiatiefrijk optreden. Ons type onderwijs stimuleert kritisch en zelfstandig leren door probleemgestuurd- en projectonderwijs. Dat betekent dat je verantwoordelijk bent voor je eigen leerproces en studieloopbaan. De opleidingen van Hogeschool Utrecht dienen voor randvoorwaarden en voor ondersteuning te zorgen. De opleiding verzorgt studiebegeleiding bij diverse facetten van het studie- en leerproces. We onderscheiden vier typen begeleiding: inhoudelijke begeleiding, begeleiding bij studievaardigheden, studieloopbaanbegeleiding en begeleiding bij persoonlijke (studie)problemen. Hogeschool Utrecht gaat ervan uit dat je op eigen initiatief gebruikmaakt van deze vormen van begeleiding. Studieloopbaanbegeleiding Elke student heeft recht op begeleiding door een (vaste) studieloopbaanbegeleider bij wie de student terecht kan met vragen en problemen in verband met de studie. De studieloopbaanbegeleider heeft onder andere de volgende taken: • gevraagd en ongevraagd informatie verstrekken over de inhoud en organisatie van het onderwijs; • bewaken en bespreken van studieresultaten; • adviseren van studenten bij het maken van keuzes, die in het kader van de opleiding van belang zijn; • verwijzen naar een studentendecaan indien de vragen en problemen niet direct met de studie hebben te maken(persoonlijke omstandigheden, studiefinanciering, bezwaar en beroep). Zie voor meer informatie over studieloopbaanbegeleiding door de opleiding par. 4.1.7
2.2
Studentendecaan
Het studentendecanaat van Hogeschool Utrecht geeft studenten informatie, advies en begeleiding. Elke faculteit en HU Amersfoort heeft één of meer studentendecanen. Zij zijn er om jou te ondersteunen bij het aanpakken van je vragen of problemen tijdens je studie. De studentendecaan kan ook doorverwijzen, bijvoorbeeld naar de studentenpsycholoog of studentenarts. Alles wat je bespreekt, blijft vertrouwelijk. De studentendecanen zijn gebonden aan het Reglement Studentendecanen HU en de gedragscode van het Platform Studentendecanen van Hogeschool Utrecht. Studievoortgang en persoonlijke omstandigheden Tijdens je studie kun je studievertraging oplopen, bijvoorbeeld door familie- of relatieproblemen. Maar ook psychische problemen, een (chronische) ziekte of functiebeperking kunnen een belemmering vormen in de studievoortgang. Of je wilt je studie onderbreken vanwege een langdurige ziekenhuisopname. Ook faalangst kan je studievoortgang blokkeren. De decaan helpt je om het probleem te verhelderen en oplossingen te zoeken. Ook kan de decaan je helpen bij het vinden van een andere vorm van hulpverlening. Studieadvies en procedures De decanen hebben een adviesfunctie in de procedure rondom het uitbrengen van het studieadvies als er sprake is van bijzondere omstandigheden. Zij zijn goed op de hoogte van regelingen waarin de rechten en plichten van de student en Hogeschool Utrecht staan beschreven. De decaan kan je adviseren en ondersteunen bij bezwaar- en beroepsprocedures. Ook kun je bij het Studentendecanaat terecht bij twijfel over je studie, beroepskeuze en advies over vervolgopleidingen. Financiële zaken Financiële problemen zijn vervelend. Zeker als het echt een noodsituatie wordt en je bijvoorbeeld door een overmachtsituatie in (tijdelijke) geldnood komt te verkeren. In sommige gevallen kun je een beroep doen op een financiële tegemoetkoming uit het profileringsfonds. Ook kan het voorkomen dat je door bijzondere omstandigheden studievertraging hebt opgelopen waardoor je mogelijk recht hebt op verlenging van je studiefinanciering. Je decaan kan je hierbij adviseren.
31/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Studentendecanen FG De studentendecanen van de faculteit zijn Jannie van Dam, Nina Kalker en Marc Veenstra. Je kunt ze vinden in kamers 0.046, 0.048 en 0.050. De decanen zijn telefonisch bereikbaar via (030) 258 52 35, (030) 258 51 35 of (030) 258 51 69. De decanen zijn via de mail te bereiken op
[email protected] of via hun individuele e-mail adres. In principe zijn er elke dag twee decanen aanwezig. Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag is er van 12.00 - 13.00 uur open spreekuur voor het stellen van korte vragen en het maken van afspraken. Kijk voor meer informatie op www.studentendecanaat.hu.nl. Zie ook artikel 40 Studentenstatuut en Reglement Studentendecanen HU (www.reglementen.hu.nl) Centrum Studie Keuze Bij Centrum Studie Keuze, een gezamenlijk initiatief van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht, kun je terecht als je twijfelt over je opleiding, als je bent vastgelopen of als je wilt doorstuderen na je bachelordiploma. Bij Centrum Studie Keuze kun je advies inwinnen en ondersteuning vragen met betrekking tot je studiekeuze. Kijk voor meer informatie op www.centrumstudiekeuze.nl.
2.3
Vertrouwenspersoon
De vertrouwenspersoon is er voor iedereen (medewerker en student), die te maken heeft (of heeft gehad) met ongewenst gedrag. Bij ongewenst gedrag kan je denken aan fysiek geweld, agressie, verbale en seksuele intimidatie, discriminatie, schending van integriteit en racisme. Maar ook handtastelijkheden, flauwe grappen, pesterijen en intimiderende e-mails of sms-jes kunnen als ongewenst worden ervaren. Iedereen bepaalt altijd zelf de grens waarover de ander niet heen mag gaan. Met andere woorden, niet voor iedereen ligt de grens van wat gewenst of ongewenst gedrag is op hetzelfde niveau. Dat kan te maken hebben met verschillen in achtergrond en opvoeding. Ongewenst gedrag kan mensen diep raken, zelfs zo dat ze er ziek van worden. Velen denken dat het gedrag vanzelf overgaat als je er maar geen aandacht aan besteed. Maar dat gebeurt zelden. Wie last heeft van welke vorm van ongewenst gedrag dan ook, zal de moed moeten opbrengen om dat onder woorden te brengen. De ervaring leert telkens weer dat praten helpt en daarvoor kan je bij de vertrouwenspersoon terecht. Elke faculteit heeft voor studenten (en medewerkers) een of meer vertrouwenspersonen die goed naar je luisteren en je serieus nemen. Samen bespreek je de ernst van de situatie en de mogelijkheden om het probleem aan te pakken. De vertrouwenspersoon is onafhankelijk, praat met niemand over wat jij vertelt en onderneemt geen actie zonder jouw toestemming. Meldingen en klachten worden strikt vertrouwelijk behandeld en anonimiteit is gewaarborgd. Ook degenen die informatie krijgen over de melding of klacht zijn verplicht hierover tegen anderen te zwijgen.
• • • • • • •
De vertrouwenspersoon kan voor je bemiddelen of een onderzoek instellen. Bij ongewenst gedrag op de stageplaats kan de vertrouwenspersoon je helpen en de faculteitsdirectie adviseren om maatregelen te nemen. De vertrouwenspersoon kan je verwijzen naar interne of externe hulpverleningsinstanties. Als er sprake is van een strafbaar feit en je aangifte bij de politie wilt doen, dan biedt de vertrouwenspersoon daarbij hulp. Als jij als klager en de aangeklaagde er samen niet uitkomen en dat wel willen, kan de vertrouwenspersoon jullie verwijzen naar een mediator. De vertrouwenspersoon kan je begeleiden als je een officiële klacht wilt indienen bij de klachtencommissie, helpt de klacht op papier te zetten en adviseert indien nodig tijdens de hele procedure. Studenten en medewerkers kunnen altijd terecht bij de vertrouwenspersoon van de eigen faculteit, maar ook bij de vertrouwenspersonen van de andere faculteiten van de hogeschool.
Meer informatie is verkrijgbaar bij de vertrouwenspersoon en het STIP (Studenten Informatie Punt). Zie ook: www.vertrouwenspersoon.hu.nl, artikel 51 Studentenstatuut en het Reglement inzake Ongewenst Gedrag (www.reglementen.hu.nl). Vertrouwenspersonen FG Ariëtta Sander Telefoon: (030) 258 51 37 E-mail:
[email protected]
32/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Kamer: 2.048 José Dol Telefoon: (030) 258 51 21 E-mail:
[email protected] Kamer: 2.042
2.4
Studentenarts
Wanneer je in Utrecht komt studeren en wonen, ben je verplicht je in te schrijven bij de gemeente Utrecht. Ook ben je vanuit je zorgverzekeraar verplicht je in te schrijven bij een huisarts in Utrecht. Je kunt je als student, ongeacht waar je in Utrecht woont, inschrijven bij Huisartsenpraktijk Campus Uithof via www.huisartsdeuithof.nl. De huisartsenpraktijk heeft twee vestigingen in Utrecht, op de Uithof in Casa Confetti (Leuvenplein 10-11) en op stadion Galgenwaard (Herculesplein 379). In geval van door ziekte gemiste tentamens, studiestaking door ziekte of bij het aanvragen voor ondersteuning uit het Profileringsfonds, is het overleggen van een doktersverklaring soms noodzakelijk. Niet iedere huisarts wil dergelijke verklaringen ten behoeve van derden afgeven. Bovendien heeft de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst) een richtlijn uitgegeven dat de behandelende arts niet de aangewezen persoon is om zo'n verklaring af te geven. Wanneer je een verklaring over je gezondheid nodig hebt dien je dit eerst bij je eigen huisarts na te gaan. Indien je eigen huisarts deze niet kan of wil geven, dan kun je naar de studentenarts gaan. Verwijzing naar de studentenarts gaat uitsluitend via de studentendecaan (zie par. 2.2). De studentenarts van Hogeschool Utrecht is: Huisartsenmaatschap Therapeuticum Utrecht, telefoonnummer (030) 275 95 00, Dekhuyzenstraat 60, 3572 WN in Utrecht.
2.5
Bureau Studentenpsychologen
Het kan zijn dat je tijdens je studie moeilijkheden ervaart. Dat kan direct met je studie te maken hebben, maar het kan ook van meer persoonlijke aard zijn en een negatieve invloed hebben op je studievoortgang. Kom je er zelf niet uit, dan kun je terecht bij Bureau Studentenpsychologen van de hogeschool, gevestigd in Utrecht en Amersfoort. In een aantal gesprekken zoekt de studentenpsycholoog samen met jou een oplossing voor je problemen. Het maximum aantal gesprekken is 8 (van 50 minuten) of 5 (van 90 minuten). Minder kan uiteraard ook. Behalve individuele gesprekken verzorgt Bureau Studentenpsychologen ook groepstrainingen zoals faalangsttraining, assertiviteitstraining, omgaan met depressieve klachten en omgaan met angstklachten. Het kan zijn dat de hulp die de studentenpsycholoog biedt niet aansluit bij jouw problemen en/of hulpverwachting. Dan kun Bureau Studentenpsychologen je helpen de weg te vinden naar andere hulpverlenende instanties. Voor aanmelding bij het Bureau Studentenpsychologen is een verwijzing nodig van een studentendecaan. Neem dus eerst contact op met de studentendecaan voor een verwijzing. Vervolgens kun je langskomen of je telefonisch aanmelden tijdens de spreekuren. Vertrouwelijkheid staat voorop. Niemand anders dan jij en het Bureau Studentenpsychologen kent de inhoud van de gesprekken. En alleen als jij dat wilt, kunnen er anderen bij betrokken worden. Er zijn voor jou geen kosten aan verbonden. Meer informatie vind je op www.bureaustudentenpsychologen.hu.nl .
2.6
Mediation
Mediation is een vorm van conflictoplossing waarbij betrokkenen gefaciliteerd worden door een neutrale onafhankelijke derde, de mediator, om er samen uit te komen. De mediator stelt de betrokkenen in staat alles wat hen verdeeld houdt te
33/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
bespreken, zorgt voor herstel van de communicatie en helpt partijen zelf de relatie te verbeteren. De mediator draagt zelf geen oplossingen aan, maar helpt partijen om de oplossingen te vinden die voor alle betrokkenen het beste zijn. Meer informatie vind je op www.mediation.hu.nl of onder www.studentvoorzieningen.hu.nl. Voor informatie en zo mogelijk aanvragen van een (student)mediation kun je contact opnemen met: José Dol Telefoon: (030) 258 51 21 E-mail:
[email protected] Kamer: 2.042 Werkdagen: maandag, woensdag en donderdag Marianne Tesink Telefoon: (030) 258 50 97 E –mail:
[email protected] Kamer : 3.106 Werkdagen: maandagmiddag, dinsdag, donderdag en vrijdag
2.7
Financiële steun
Hogeschool Utrecht biedt financiële ondersteuning aan studenten die om speciale redenen studievertraging oplopen. Die speciale redenen kunnen bestaan uit bestuursactiviteiten of bijzondere omstandigheden waardoor een student studievertraging heeft opgelopen. Voor financiële ondersteuning in verband met bijzondere omstandigheden dien je een aanvraag via je studentendeaan te doen. Zie voor meer informatie het Profileringsfonds HU of kijk op www.studentvoorzieningen.hu.nl. Zie voor financiële ondersteuning van bestuurlijk actieve studenten par. 2.16.2.
2.8
Studeren met een functiebeperking
Als je een functiebeperking of een chronische ziekte hebt, adviseren we je om aan het begin van het studiejaar contact op te nemen met een studentendecaan van je faculteit. Ook als je denkt (nog) geen hulp nodig te hebben. Dit kun je doen per mail, telefonisch of door gewoon aan te kloppen bij de decaan. Op www.studentendecanaat.hu.nl vind je de gegevens van het decanaat op jouw faculteit. Een functiebeperking of een chronische ziekte kan immers belemmeringen veroorzaken die tot studievertraging of studie-uitval kunnen leiden. Aanpassingen en voorzieningen Het is raadzaam je beperking zo spoedig mogelijk te melden bij je slb-er en bij een studentendecaan van je faculteit, aangezien het dan mogelijk is aanpassingen en/of voorzieningen voor je te regelen. In een intakegesprek met een studentendecaan van je faculteit bespreek je welke functiebeperking of chronische ziekte je hebt en welke belemmeringen er zijn of kunnen optreden tijdens je studie. Vervolgens wordt onderzocht of er voorzieningen en maatregelen nodig zijn, en zo ja, welke. Hierbij geeft de decaan aan welke reële mogelijkheden er binnen jouw faculteit zijn om met aanpassingen succesvol te kunnen studeren. De decaan zal ook aangeven als iets niet mogelijk is. Als er (nog) geen maatregelen nodig zijn, bespreekt de studentendecaan de vervolgstappen met je op het moment dat er wel belemmeringen optreden. Uiteraard wordt alles wat je met de studentendecaan bespreekt vertrouwelijk behandeld. Wanneer heb je een functiebeperking? Onder een functiebeperking verstaan we alle lichamelijke, zintuiglijke en psychologische aandoeningen die chronisch, dus blijvend van aard, zijn. Hogeschool Utrecht telt op dit moment 38.000 (bachelor)studenten, van wie zo’n 9,5% (3.650 studenten) een functiebeperking of chronische ziekte heeft die belemmert bij het volgen van de studie. Soms is een beperking te zien of te horen. Het komt echter vaak voor dat een beperking of chronische ziekte niet opvalt. Denk aan
34/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
dyslexie, chronische vermoeidheid, AD(H)D, RSI, reuma, psychische aandoeningen zoals depressie en vormen van autisme, zoals PDD-NOS en Syndroom van Asperger. Meer informatie over studeren met een functiebeperking of chronische ziekte vind je op www.onbelemmerdstuderen.hu.nl.
2.9
Keuzevakken taal- en studievaardigheden
Om je Nederlandse spreek- en schrijfvaardigheid beter onder de knie te krijgen, kun je gebruikmaken van het aanbod van interfacultaire keuzevakken. Ook vind je hier een module voor multiculturele studenten om zich beter voor te bereiden op hun loopbaan. Een folder voor deze vakken is te verkrijgen bij je studentendecaan. Je vindt de cursussen in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Na het inloggen ga je naar onderwijs. Vul bij cursussoort ‘interfacultair keuzeaanbod’ in en bij faculteit ‘centrale organisatie’. Lukt het inschrijven niet of wil je meer informatie? Neem dan contact op met Stafdienst Studentzaken via
[email protected].
2.9.1
Getalenteerde studenten
Getalenteerde studenten die extra uitdaging zoeken kunnen voor excellente prestaties worden beloond. Daarvoor is een sterrensysteem opgezet om de student de mogelijkheid te geven zich te verdiepen en te profileren. Heb je sterren behaald, dan krijg je bij je diploma een aanbevelingsbrief van het College van Bestuur. Dat kan van pas komen met het oog of vervolgstudies of de arbeidsmarkt. Er zijn drie manieren om sterren te verwerven: Het Top-class programma van de FG is bedoeld voor getalenteerde studenten die naast de studie een extra uitdaging zoeken. Het programma van 30EC volg je vanaf het tweede semester van het tweede jaar naast je reguliere programma. Het is verdeeld over 5 semesters, waarbij ieder semester een eigen thema kent. Elk thema levert een ster op. De thema’s zijn Leiderschapskwaliteiten, Future search, Internationale oriëntatie, Multidisciplinaire innovaties en Wetenschappelijk onderzoek. Je kunt meer dan vijf sterren halen doordat je meerdere prestaties levert per thema. Excellente prestaties binnen je eigen bachelorprogramma kunnen in aanmerking komen voor een van de bovengenoemde sterren. Excellente prestaties buiten je bachelorprogramma of de Top-class kunnen ook in aanmerking komen voor een ster. Voor meer informatie over het Top-class programma en het sterrensysteem, zie https://www.sharepoint.hu.nl/sites/topclass_FG/default.aspx Bespreek je eventuele wens om deel te nemen aan de Top-class ook met je studieloopbaanbegeleider
2.10 Mentorproject
Mentee Als eerstejaars student komt er veel op je af. Het is soms lastig gelijk je draai te vinden. Ook wordt er veel van je verwacht. Zelfstandigheid, goede studieresultaten halen, de stad Utrecht en je medestudenten leren kennen. En dat allemaal tegelijkertijd. Soms kun je daarbij best wat hulp gebruiken. Kom je bijvoorbeeld niet door je leerstof? Of heb je hulp nodig bij het effectief indelen van je tijd? Of heb je behoefte aan iemand die jou wegwijs maakt binnen de HU? Meld je dan aan als mentee voor het studentmentorproject: een ouderejaars student helpt jou als eerstejaars student bij zaken waarbij jij hulp kunt gebruiken en zorg dat je het eerste studiejaar goed doorkomt.
Mentor Ben jij een ouderejaars student die anderen graag helpt en voor iedereen klaar staat? Word mentor als je het fijn vindt om als vraagbaak te fungeren en mensen wegwijs te maken. Je wordt gekoppeld aan een eerstejaars student van je eigen opleiding.
35/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Dat de mentor een student van ongeveer dezelfde leeftijd is en geen docent, die ook een beoordeling moet geven, verlaagt de drempel om problemen te bespreken. Voordat je aan de slag gaat volg je in het nieuwe studiejaar een training coachingsvaardigheden. Je leert o.a. actief te luisteren, vragen te stellen en feedback te geven. Indien het mentorproject aansluit op (een onderdeel van) je studie, kun je in aanmerking komen voor een vergoeding in de vorm van studiepunten.
Wil je mentee of mentor worden, neem dan contact op met Stafdienst Studentzaken via
[email protected] of kijk voor meer informatie op www.studentvoorzieningen.hu.nl onder Hulp & Advies.
2.11 Mediatheek Als HU-student kun je op vertoon van je collegekaart gratis gebruikmaken van alle HU-mediatheken. Ook kun je gratis lid worden van de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Naast boeken en tijdschriften is er ook een groot digitaal aanbod. In de virtuele mediatheek vind je catalogi, naslagwerken en links naar internetbronnen. Via de gezamenlijke website www.mediatheek.hu.nl kun je de mediatheken digitaal bezoeken. Via deze site heb je toegang tot de catalogus van Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht waarin je kunt zoeken in alle mediatheekcollecties. De site geeft een overzicht van alle vakgebieden die relevant zijn voor het onderwijs binnen de HU.
Zie ook artikel 41 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl).
2.12 ICT-faciliteiten 2.12.1
Algemeen
Hogeschool Utrecht biedt haar studenten een aantal standaard ICT-faciliteiten aan. Met je eigen HU-inlognaam en – wachtwoord heb je toegang tot (de meeste van) deze faciliteiten. Je inlognaam en wachtwoord ontvang je kort voor aanvang van je studie via de e-mail. Na ontvangst kun je inloggen op: • je eigen mailadres (via www.webmail.hu.nl); • de computers aanwezig op de hogeschool. Je kunt ook met je eigen laptop binnen de gebouwen van de HU gebruikmaken van het draadloze netwerk (Eduroam, www.eduroam.nl. ) • de online catalogus van de mediatheek (www.catalogus.hu.nl); • het intranet van de hogeschool (www.sharepoint.hu.nl); • je eigen ruimte om bestanden op te slaan (Sharepoint,My Site); • OSIRIS Student (www.osiris.hu.nl); • een aantal openbare sites, zoals Surfspot (www.surfspot.nl). Hier kun je tegen gereduceerde prijs software kopen. Meer informatie over de ICT-faciliteiten en actuele ontwikkelingen vind je op de site van ICT (www.ict.hu.nl).
2.12.2
Studentenmail
Elke student aan Hogeschool Utrecht heeft een eigen HU e-mailadres. Deze studentenmail is een belangrijk communicatiemiddel om je op de hoogte te houden van actuele informatie over je opleiding. De mailbox is toegankelijk via de webversie van Microsoft Outlook (webmail.hu.nl). Je kunt inloggen met je HU-wachtwoord. Met je studentenmail kun je gemakkelijk mailen met je medestudenten en docenten. Via het adresboek kun je alle emailadressen opzoeken. Ook beschik je over een agenda en een taken- en een contactpersonenlijst. De capaciteit van je mailbox is 100Mb. Verder is het natuurlijk mogelijk om e-mail naar je privé e-mailadres door te sturen.
36/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
2.12.3
Sharepoint
Hogeschool Utrecht gebruikt een intranet gebaseerd op SharePoint als interne webomgeving. Steeds meer systemen aan Hogeschool Utrecht gebruiken SharePoint om hun informatie aan de gebruiker door te geven. SharePoint werkt optimaal samen met Microsoft Office waardoor het gezamenlijk werken aan documenten, presentaties of spreadsheets eenvoudig wordt gemaakt. • Intranet Het intranet van Hogeschool Utrecht bevat informatie van alle faculteiten, instituten en HU Diensten. Alle informatie met betrekking tot het onderwijs en de organisatie is hier te vinden; direct dan wel in een verwijzing. Het intranet van je opleiding bevat links naar cursussen, mededelingen en belangrijke data van de HU, de faculteit en je opleiding, ziekmeldingen van docenten en het laatste nieuws. •
Portfolio Afhankelijk van je opleiding wordt er gebruikgemaakt van een portfolio voor begeleiding van jou en je studieloopbaan. Ook dit portfolio maakt onderdeel uit van de SharePoint-omgeving.
•
Cursussen Veel cursussen die digitaal worden ondersteund hebben een site in SharePoint. Gebruik van deze cursussite kan variëren van het uitwisselen van gegevens – bijvoorbeeld PowerPoint-presentaties van de docent – tot het samenwerken met medestudenten aan projecten of opdrachten.
•
MySite De MySite is een persoonlijke pagina op SharePoint. Hier kun je bestanden plaatsen die je zowel thuis als op school kan openen en wijzigen. Ook kun je werkruimtes maken om alleen of met andere studenten aan een project, werkstuk of opdracht te werken. Daarnaast kun je een blog aanmaken om je kennis te delen met anderen.
2.12.4
OSIRIS Student
OSIRIS staat voor Onderwijs en Studenten Informatie, Registratie en Inschrijf Systeem. Hogeschool Utrecht gebruikt dit systeem voor de registratie van studenten. Hierin worden alle gegevens, cijfers en toetsinschrijvingen van studenten bijgehouden. Elke student heeft zelf toegang tot OSIRIS via www.osiris.hu.nl. Eenmaal ingelogd kun je gebruikmaken van de volgende basisfunctionaliteiten:
•
Cijfers inzien Via het tabblad Resultaten zie je welke cijfers je voor de laatste 15 toetsen of cursussen hebt behaald. Wil je alle resultaten in het huidige studiejaar zien, kijk dan bij het tabblad Voortgang. Onder Dossier vind je een overzicht van de resultaten die je gedurende je hele studie hebt behaald. Je kunt zelf bepalen of je alles wil zien of bijvoorbeeld alleen de resultaten uit de hoofdfase. Je wordt als student geacht zelf je cijfers te controleren. Mogelijke fouten dien je binnen vier weken na bekendmaking van het cijfer in Osiris, te melden bij de examinator of de Examencommissie.
•
Studievoortgang Wil je weten welke vakken je nog moet volgen voor je kunt afstuderen, ga dan weer naar het tabblad Voortgang. Onder het kopje Studievoortgang selecteer je de opleiding die je volgt en geeft aan dat je ‘nog te volgen onderwijs’ wilt zien. OSIRIS vergelijkt jouw resultaten dan met het curriculum dat je volgt en geeft aan wat je gehaald hebt en wat je nog moet doen. Wanneer dit overzicht niet werkt, dan is jouw curriculum (examenprogramma) mogelijk nog niet vastgelegd. Je kunt dit melden bij de administratie.
•
Toets- en Cursusinformatie Alle informatie over toetsen, cursussen, minors en keuzecursussen en over de wijze van inschrijven, is te vinden in OSIRIS.
37/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
•
Inschrijven voor cursussen en toetsen Via de knop Inschrijven kun je een keuze maken of je je wilt inschrijven voor een cursus, toets of minor. Via een eenvoudige wizard kun je de juiste cursus, toets of minor kiezen. Zo kun je een keuze maken uit de cursussen uit je verplichte curriculum of een cursus zoeken uit het complete cursusaanbod van de HU. In de studiegids vind je meer informatie welke cursussen je moet volgen en waar je je voor moet inschrijven. Het inschrijven voor cursussen en toetsen is alleen mogelijk in de periodes die door je opleiding zijn opengesteld. Informatie over de inschrijfperiode vind je ook terug in de studiegids.
•
Overzicht inschrijvingen Wil je weten voor welke cursussen en toetsen je bent ingeschreven, kijk dan bij het tabblad Inschrijven onder het kopje Overzicht inschrijvingen. Dit overzicht laat alleen de cursussen en toetsen zien die op dit moment lopen of in de toekomst liggen.
•
Bevestiging inschrijving Soms denk je dat je je correct hebt ingeschreven voor een cursus of toets, maar is jouw inschrijving bij de administratie niet te vinden. Om dit probleem te voorkomen krijg je na iedere inschrijving een bevestiging van de inschrijving op je HU e-mailadres. Controleer altijd of je dit bericht hebt ontvangen en bewaar het goed.
•
Uitschrijven voor cursussen en toetsen Indien je bent ingeschreven voor een cursus of een toets en je wenst je hiervoor uit te schrijven dat kun je gebruikmaken van het tabblad Uitschrijven. Vink de onderdelen (cursussen of toetsen) aan waarvoor je je wilt uitschrijven en kies voor uitschrijven. Een uitschrijving voor een cursus of toets is alleen mogelijk in de daarvoor opengestelde periode. Ook van het uitschrijven op een cursus of toets ontvang je een bevestigingsmail.
•
Adres wijzigen Op het tabblad Personalia kun je zelf je adres wijzigen.
2.12.5
Wachtwoord
Je HU-wachtwoord verloopt 14 maanden na de laatste keer dat je wachtwoord is gewijzigd (in de meeste gevallen dus in september of oktober). Je krijgt dan vanzelf het verzoek om een nieuw wachtwoord in te voeren. Dit kan vanaf elke werkplek op de hogeschool. Vanuit huis je wachtwoord wijzigen kan via de website www.wachtwoord.hu.nl. Het nieuwe wachtwoord dat je kiest moet uit acht posities bestaan en zowel letters als cijfers bevatten. Via deze website kun je ook, na eenmalige aanmelding van een mobiel nummer, een vergeten wachtwoord resetten doordat je via SMS een eenmalig te gebruiken wachtwoord krijgt toegestuurd. Let op: voor sommige programma’s die in je eigen opleiding gebruikt worden, kunnen afwijkende wachtwoorden gelden. Voor vragen en ondersteuning met betrekking tot je wachtwoord kun je je wenden tot de onderwijsbalie (zie par. 1.3.5) en de website www.ict.hu.nl.
2.12.6
Informatiebeveiliging en privacy
Hogeschool Utrecht hecht veel waarde aan informatiebeveiliging. Dit betekent dat we op infrastructureel gebied maatregelen hebben genomen om alle gegevens binnen de hogeschool zo goed mogelijk tegen misbruik te beschermen. Daarnaast bestaan er regels ten aanzien van het gebruik van de computers en het netwerk op de hogeschool: de ICT-gedragsregels (zie www.reglementen.hu.nl) . Je wordt geacht deze regels te kennen en je hieraan te houden. Als gebruiker kun je zelf ook een en ander doen om de veiligheid te vergroten, zoals: • de pc waarop je bent aangemeld niet onbeheerd achter te laten; • je wachtwoord niet aan anderen te geven; • brieven en lijsten met vertrouwelijke gegevens direct bij de printer op te halen; • vragen en/of missers op het gebied van vertrouwelijkheid van gegevens aan
[email protected] te mailen.
38/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Hogeschool Utrecht kent tevens een privacyreglement op grond van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Hierin is de bescherming van persoonsgegevens geregeld. In dit reglement staat onder meer welke informatie geldt als vertrouwelijk en welke regels gelden ten aanzien van het gebruik van deze gegevens. Op de site www.ict.hu.nl lees je meer hierover. Ook vind je hier informatie over alle reglementen (o.a. de gedragsregels ICT en het privacyreglement).
2.13 International Office Alle studenten van Hogeschool Utrecht hebben de mogelijkheid om voor studie of stage naar het buitenland te gaan. Voor sommige studenten is dit zelfs een verplicht onderdeel van het bachelorprogramma. Alle andere studenten kunnen in hun eigen profileringsruimte hiervoor kiezen. De HU heeft op het gebied van studentenuitwisseling een focus op Europese partners en heeft daarnaast jarenlange contacten met partners in landen buiten Europa, zoals in China, India en Zuid-Afrika. Heb je interesse om een (half) jaar in een ander Europees land te studeren, zoals Frankrijk, Engeland, Duitsland of Spanje? Of wil je naar Canada, de Verenigde Staten of China? International Office kan je wellicht helpen. Op de FEM en HU Amersfoort is er een International Office Desk waar je terecht kunt voor algemene vragen, meer informatie of formulieren. Ook kun je hier de Study & Internship Abroad Guide halen waarin je alles kunt vinden over studie- en stageperiodes in het buitenland. De locaties en openingstijden vind je op www.io.hu.nl. Studenten van de FCJ, FG, FNT, FMR en FE kunnen hier ook terecht. Voor meer specifieke vragen kun je het beste een afspraak maken via (030) 275 89 28 of
[email protected]. Of kom naar de ‘Wil Weg Dag’ om je te laten informeren over studie en stage in het buitenland. International Office organiseert deze dag jaarlijks in oktober/november.
2.13.1
Study abroad
Hogeschool Utrecht heeft een groot aantal uitwisselingspartners zowel in Europa als daarbuiten. International Office onderhoudt de contacten met partneruniversiteiten, meldt de studenten aan, begeleidt hen tijdens de gehele buitenlandperiode en verzamelt de evaluatierapporten. Wil je je aanmelden voor een uitwisselingsprogramma of internationale minor van Hogeschool Utrecht? Kijk dan op www.io.hu.nl onder Study abroad voor de mogelijkheden, voorwaarden en formulieren. Je vindt er bovendien informatie over beschikbare beurzen. LET OP: De deadline om je aan te melden voor Study Abroad is in januari. Dit wijkt af van de aanmelding voor andere minoren. De exacte datum wordt bekend gemaakt via Sharepoint.
2.13.2
Stage in het buitenland
Wil je stage lopen buiten Nederland? Schakel dan je stagecoördinator of het stagebureau van je opleiding in. Zij kunnen je informeren over de te volgen procedure en zijn degenen die hun goedkeuring aan je stageplaats moeten geven. Dan begint het actief zoeken naar een stageplaats. Soms kunnen stagecoördinator of stagebureau je ook hierbij op weg helpen. Begin vooral vroeg, een jaar van tevoren is meestal wel aan te raden. Zeker als je buiten Europa op stage wilt gaan, want het regelen van een visum kan soms lang duren. Ga naar International Office om je te laten informeren over beurzen. Zo kun je voor stages binnen Europa in aanmerking komen voor een Erasmus Placement beurs. Kijk voor informatie op www.io.hu.nl bij Internships en Grants & Scholarships. Daarnaast is www.wilweg.nl een goede informatiebron met o.a. handige stagesites en een checklist. Zie par. 4.3.4 voor meer informatie over stagemogelijkheden binnen je opleiding.
2.14 Medezeggenschap Kritische studenten zijn onmisbaar voor onze hogeschool. Vind jij het belangrijk je steentje bij te dragen aan de kwaliteit van het onderwijs? Word dan actief in een van de commissies of raden waar jij kunt meepraten over de inhoud van je eigen onderwijs. Kijk voor meer informatie op www.medezeggenschap.hu.nl of op www.bps.hu.nl. Je kunt ook contact opnemen met de coach BPS via
[email protected] of 030 238 8048.
39/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
2.14.1
Inspraakorganen
Je treft advies- en medezeggenschapsorganen op onze hogeschool op drie niveaus aan: • Opleidingscommissies (OC’s) zijn adviesorganen. Ze controleren en adviseren de afdelingsdirecties. Het gaat hier bijvoorbeeld om de inhoud van het onderwijs, de studiebegeleiding die wordt aangeboden en de praktijkcomponent van een opleiding. Alles wat met jouw opleiding te maken heeft. Elke opleiding binnen de hogeschool heeft zo’n opleidingscommissie. Het e-mailadres van de opleidingscommissie van de opleiding mondzorgkunde is:
[email protected]. •
De faculteitsdirectie wordt gecontroleerd door de Facultaire Medezeggenschapsraad (FMR). Ze spreken met elkaar over alle opleidingsoverstijgende zaken binnen een faculteit. Hierbij moet je denken aan randvoorwaarden, zoals ICTvoorzieningen, de catering en het facultaire praktijkbureau en de faculteitsbegroting. Elke faculteit heeft een eigen Facultaire Medezeggenschapsraad.
•
De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) controleert de allerhoogste directie van de hogeschool: het College van Bestuur (CvB). Hier gaat het om hogeschoolbrede onderwerpen, zoals de nieuw ingevoerde merkenstructuur, de hogeschoolbrede begroting en samenwerkingsverbanden met andere hogescholen.
De inspraakorganen hebben tal van mogelijkheden om hun invloed uit te oefenen, met als uiteindelijke doel het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Kijk voor meer informatie over medezeggenschap en de inspraakorganen op www.medezeggenschap.hu.nl. Zie ook de reglementen voor de Centrale Medezeggenschapsraad, Facultaire Medezeggenschapsraad en Opleidingscommissies, hoofdstuk 5 van het Studentenstatuut HU en het Kiesreglement CMR-FMR-personeelsraden op www.reglementen.hu.nl.
2.14.2
Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten
Hogeschool Utrecht stimuleert studenten om bestuurlijk actief te zijn, zodat je bestuurlijke en organisatorische vaardigheden in de praktijk kunt opdoen. Daarnaast zien we graag dat zoveel mogelijk studenten betrokken worden bij de beleidsontwikkeling van de hogeschool. Daarom kun je als bestuurlijk actieve student gebruikmaken van onderstaande voorzieningen: • Als studentlid van een inspraakorgaan kun je je gratis en onbeperkt laten trainen in bepaalde competenties. • Er is een handboek voor studentleden die zitting nemen in de centrale raad, facultaire raad of opleidingscommissie. • Via het speciaal voor alle bestuurlijk actieve studenten opgezette intranet (www.bps.hu.nl) kun je vliegensvlug kennis en informatie delen met studentleden uit andere inspraakorganen. • Uiteraard doe je het niet voor niets, behalve een flinke hoeveelheid bestuurlijke ervaring ontvang je per vergadering € 40,-. Aan de (totale) financiële compensatie voor bestuursactiviteiten kan een maximum verbonden zijn. Zie de desbetreffende regelingen. Wil je graag lid worden van een (of meerdere) inspraakorga(a)n(en), dan kan dat door je kandidaat te stellen bij de eerstkomende verkiezingen (www.verkiezingen.hu.nl). Raadpleeg voor vragen over de OC het secretariaat van je opleiding of stuur een email naar de coach BPS (
[email protected]). Zie voor meer informatie ook www.bps.hu.nl.
2.15 Studium Generale Studium Generale organiseert cursussen, trainingen, workshops, ontmoetingen en debatten voor studenten, docenten en medewerkers van Hogeschool Utrecht. De activiteiten van Studium Generale zijn gericht op kleinschalige, inspirerende en interdisciplinaire ontmoetingen tussen mensen die verbonden zijn aan de HU. Deelname is in principe vrij en kosteloos. Zijn er wel kosten aan verbonden, dan is dat altijd aangegeven bij de desbetreffende activiteit. Het actuele aanbod vind je in OSIRIS en op www.studiumgenerale.hu.nl. De cursussen voor studenten kunnen - ter beoordeling door de Examencommissie - worden ingepast in de profileringsruimte en zijn te volgen tegen studiepunten. Meer informatie over het aanbod en aanmelding vind je op www.studiumgenerale.hu.nl. 40/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
2.16 Studentenvereniging 2.16.1
Algemeen
Utrecht heeft een bruisend studentenleven. De verenigingen en studentenorganisaties in allerlei soorten en maten dragen daar hun steentje aan bij. Het bekendst zijn de gezelligheidsverenigingen. Er zijn ook verenigingen die een andere inslag hebben, zoals de levensbeschouwelijke studentenverenigingen, internationale en interculturele verenigingen. En natuurlijk hebben studenten ook allerlei eigen sportverenigingen en culturele verenigingen. Een overzicht van alle verenigingen vind je op www.utrecht.studiestad.nl. Hogeschool Utrecht geeft financiële steun aan studentenverenigingen. De subsidie kan worden gegeven voor structurele en voor incidentele activiteiten. Wil je meer weten over het aanvragen van en de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een subsidie? Kijk dan op www.studentvoorzieningen.hu.nl onder Geldzaken. Ter verduidelijking nog even het volgende: naast studentenverenigingen zijn er ook studieverenigingen. Studieverenigingen zijn gekoppeld aan je opleiding. Zie hiervoor par. 1.3.6.
2.16.2
Bestuursbeurs en stimuleringsfonds
Bestuursbeurs Zit je in het bestuur of in een commissie van een studentenvereniging (Utrechtbreed of hogeschoolbreed), dan kun je in aanmerking komen voor een bestuursbeurs. Een bestuursbeurs is een toelage die dient als compensatie voor de studievertraging die je door je bestuursactiviteiten oploopt en die je buiten je prestatiebeurs ontvangt. Welke studentenorganisaties en bestuurlijke functies in aanmerking komen voor een bestuursbeurs kun je vinden in de Bijlage bij de Regeling bestuursbeurzen voor studentbestuurders in studentenorganisaties UU/HU. Zie ook hoofdstuk E van het Profileringsfonds HU (www.reglementen.hu.nl). Kijk voor meer informatie over de procedure of voor het aanvragen van een bestuursbeurs op www.studentvoorzieningen.hu.nl onder Profileringsfonds.
2.17 Topsport Doe jij aan topsport en wil je daarnaast studeren? Dan is het goed te weten dat de HU een groot aantal faciliteiten biedt aan studenten die hun studie willen combineren met een carrière in de topsport. De HU beoordeelt op basis van jouw individuele omstandigheden en het niveau waarop je de sport beoefent of je gebruik kunt maken van deze voorzieningen. Je kunt eventueel een beroep doen op de volgende faciliteiten: • begeleiding in het plannen van je studie; • indien noodzakelijk: uitstel of verplaatsing van tentamens; • samenwerking met coaches, trainers, sportbonden, Olympische steunpunten en de afdeling Individuele Begeleiding van NOC*NSF; • de mogelijkheid om gebruik te maken van sportaccommodaties, bemiddeling bij huisvesting en sportmedische begeleiding; • vergoeding van (een deel van de) extra kosten die het beoefenen van topsport voor de student met zich meebrengt; • financiële ondersteuning als je studievertraging oploopt ten gevolge van sporten op topniveau. Voor meer informatie neem je contact op met topsportcoördinator HU, Mieke Wikkerman (
[email protected] of 030 – 258 51 26) of met je studentendecaan (zie par. 2.2) of kijk je op www.topsport.hu.nl.
2.18 Trajectum Trajectum is het redactioneel onafhankelijke magazine van Hogeschool Utrecht dat tweewekelijks verschijnt. Naast actuele informatie over HU zelf, vind je er ook artikelen over studeren en het studentenleven en over het hoger onderwijs in het 41/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
algemeen. Trajectum wordt verspreid via displays op alle locaties van de hogeschool. Daarnaast vind je op www.trajectum.hu.nl elke dag nieuws, prijsvragen, filmpjes, blogs van onder meer studenten die in het buitenland verblijven en praktische informatie.
2.19 Sport en Cultuur Tegen studentprijzen kun je sporten bij Olympos, het sportcentrum van Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht. Olympos heeft onder meer een ruim aanbod aan conditionele sporten en bal-, dans-, vecht- en racketsporten. Kijk op www.olympos.nl voor uitgebreide informatie over het aanbod, data en tarieven. Zie ook artikel 42 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl).
2.20 Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren Hogeschool Utrecht hecht groot belang aan een gezonde, veilige en plezierige leer- en werkomgeving, aan zorg voor het milieu en zuinig omgaan met energie. Hogeschool Utrecht wil de veiligheid en gezondheid van haar medewerkers en studenten waarborgen, door het -tot een aanvaardbaar niveau- verkleinen van risico’s op het gebied van arbeidsomstandigheden. Daarom beschikken alle faculteiten en diensten van Hogeschool Utrecht over een Arbo- en Milieucommissie (A&M-commissie) die het aanspreekpunt is voor arbo- en milieuzaken en de uitvoering coördineert van het Arbo- en Milieubeleid binnen de faculteiten. Een deel van de verantwoordelijkheid voor veiligheid, gezondheid en milieu ligt echter ook bij de studenten zelf. Hoe kun jij bijdragen aan de veiligheid en gezondheid? Van studenten binnen de HU wordt verwacht dat zij meewerken aan een veilige, gezonde en milieuvriendelijke studieomgeving. Aandachtspunten zijn: • Weet wat je moet doen in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten; • Voorkom CANS (RSI); • Aandacht voor het milieu. Wat te doen bij brand, ongeval of calamiteit? Studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de regeling voor brand, calamiteiten, ongevallenmelding (zie hieronder) en van vluchtroutes en nooduitgangen. Vluchtroutes en nooduitgangen zijn te vinden op de vluchtplattegronden in het gebouw. In alle ruimtes staat vermeld wat te doen bij een calamiteit. Bel nooit zelf brandweer, politie of ambulance. Bel wel onmiddellijk het interne alarmnummer (zie par. 1.2.3), je komt dan in contact met een medewerker(-ster) van de centrale faculteits- of locatiebalie de receptie. Meld kort en duidelijk: • je naam en lokaal / werkplek; • je telefoonnummer; • de actuele situatie (hoe, wat en waar); • of er slachtoffers zijn en hoeveel; • waar het is gebeurd. De medewerker(-ster) zorgt voor inzet van een EHBO-er of alarmeert, bij een grotere calamiteit, het hoofd Bedrijfshulpverlening (BHV). Blijf altijd kalm, waarschuw alle in gevaar zijnde personen en wacht tot hulpverleners ter plaatse zijn. Bedrijfshulpverlening (BHV) & EHBO Iedere locatie beschikt over een bedrijfshulpverleningsorganisatie die bij brand, ongevallen en andere calamiteiten kan worden ingezet. BHV-ers zijn tijdens hun inzet herkenbaar aan hun gekleurde hesjes met daarop de tekst BHV-er. Volg bij brand, ongevallen of andere calamiteiten altijd strikt hun aanwijzingen op. Maak bij ontruiming van het gebouw geen gebruik van de lift. Blijf buiten op de verzamelplaats die door de BHV-er wordt aangewezen en wacht op verdere instructies. Houd altijd de weg vrij voor brandweer en ambulances. Verlaat het gebied niet zonder je af te melden. Dit voorkomt eventuele zoekacties. 42/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Studeren en CANS (RSI) “Het lijkt wel of ik steeds vaker last heb van mijn nek.” Misschien heb je pijn in je arm, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie denk je dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. Deze pijn kan namelijk duiden op CANS (Complaints of Arm, Neck and or Shoulder), vroeger ook wel RSI genoemd. Iedereen kan hiermee te maken krijgen. Als je de eerste signalen niet serieus neemt, kunnen de klachten zich uitbreiden. Oorzaken van CANS kunnen zijn: • Repeterend werk; • Een statische werkhouding; • Weinig afwisseling in houding en beweging; • Een verkeerde zithouding op je werkplek (informatie over een juiste zithouding staat in de HU-folder Geef CANS geen KANS; • Stress, vooral in piekperioden (tentamens, scriptie schrijven). Tijdens je studie werk je soms lang achter elkaar in dezelfde houding en/of maak je steeds dezelfde bewegingen. Je werkt bijvoorbeeld regelmatig en langdurig aan een beeldscherm, niet alleen op school maar ook nog thuis. Vergeet ook niet de uren die je ‘s avonds doorbrengt met spelletjes en internet. Je kunt CANS grotendeels zelf voorkomen. De belangrijkste tips zijn: • Wissel beeldschermwerk af met lezen, aantekeningen maken etc; • Werk per dag niet langer dan 5 à 6 uur achter een (standaard desktop opstelling) beeldscherm en niet langer dan 2 uur met een laptop; • Zorg bij laptopgebruik langer dan 2 uur voor laptopstandaard, losse muis en los toetsenbord; • Neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze; • Let op een goede zithouding voor het beeldscherm; • Zorg voor voldoende ontspanning/sport naast je studie; • Neem lichamelijke klachten serieus. Beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) kunnen snel verergeren. Met CANS-klachten kan je terecht bij je studieloopbaanbegeleider of decaan van je afdeling. Je kunt ook terecht bij de arboadviseur van de faculteit (zie: www.arboenmilieu.hu.nl)). Zijn je klachten al zo ernstig dat er een arts moeten worden geconsulteerd, ga dan naar je eigen huisarts. Milieu De faculteit heeft aandacht voor het milieu. Dit betekent zuinig omgaan met water en energie, minder afval en een goede afvalscheiding. Je kunt hier zelf een bijdrage aanleveren door: • Het licht niet aan te doen wanneer er voldoende licht is; • Het licht uit te doen als je een lokaal leeg achterlaat; • Geen water te verspillen en de spaarknop van de spoelbak (als die er is) te gebruiken; • Bij warmte het raam niet open te zetten maar de verwarming een lager te zetten; • Je computer en het beeldscherm uit te zetten als je klaar bent met je werk; • (Chemisch) afval (batterijen, papier, restanten van consumpties) in de daarvoor bestemde afvalbakken te doen, ook in de kantine; • Het gebouw schoon te houden en zwerfafval te voorkomen; • Niet binnen het gebouw te roken (verboden). Voor vragen, opmerkingen of ideeën over arbo- en milieuzaken kun je terecht bij de Arbo- en Milieucommissie van je faculteit of bij het Arbo- & Milieuteam HU. Kijk voor meer informatie: www.arboenmilieu.hu.nl
2.21 Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen Je bent als student in beginsel zelf aansprakelijk voor de gevolgen van ongevallen en schade veroorzaakt aan derden. Door middel van een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren kun je je tegen de financiële gevolgen hiervan verzekeren. Een dergelijke verzekering kan je bij diverse verzekeringsmaatschappijen afsluiten.
43/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Voor ongevallen/overlijden en voor wettelijke aansprakelijkheid tijdens het verblijf in of op weg naar gebouwen van de faculteit heeft Hogeschool Utrecht een beperkte verzekering. Activiteiten in het kader van de studie buiten de HU-locaties (in Nederland) vallen hier ook onder, evenals activiteiten in het kader van het HU-onderwijs in het buitenland. Studenten die in het kader van HU-onderwijs naar het buitenland gaan, adviseren wij echter een aanvullende verzekering af te sluiten. Dit kan gratis via de HU. Zie voor meer informatie de website van International Office: www.io.hu.nl Veroorzaak je schade tijdens je stage dan wordt eerst de WA-verzekering van de stagebiedende instelling aangesproken. Biedt deze geen dekking dan wordt vervolgens jouw WA-verzekering aangesproken. Bieden beide verzekeringen geen dekking, dan kan - tot slot – de verzekering van de HU worden aangesproken.
2.22 Werken naast je studie De studiefinanciering is geen vetpot, dus veel studenten hebben een bijbaantje. In 2010 mag je naast je studiefinanciering € 13.215,83 netto verdienen zonder dat dit gevolgen heeft voor je studiefinanciering. Deze bijverdiengrens geldt voor iedereen die recht heeft op studiefinanciering. Kijk voor meer informatie op de site van DUO (Dienst Uitvoering op Onderwijs, www.ocwduo.nl).).
Wil je een leuke (bij)baan die goed aansluit op je studie? Campus Recruitment is dé plek in en om Utrecht waar je terecht kunt voor persoonlijk loopbaanadvies, een cv-boost maar vooral voor een leuke bijbaan of startersfunctie waar je niet wordt afgerekend op te weinig ervaring. Kijk op www.campusrecruitment.eu. Je kunt ook kijken op de website KennisLatenWerken.nl. Via deze site vind je bedrijven uit de regio die stages en projecten op niveau aanbieden. Je kunt ook in contact komen met kenniscentra waar studenten gezamenlijk onder leiding van een lector toepassingsgericht onderzoek of doen, of werken aan productinnovaties. Werk je echter zo veel dat je er studievertraging door oploopt, dan is het vaak verstandiger om extra geld te lenen bij DUO. Overleg zonodig met je studentendecaan (zie par. 2.2).
2.23 Huisvesting Een leuke betaalbare kamer in Utrecht is niet gemakkelijk te vinden. Houd er rekening mee dat het in de zomermaanden extra druk is op de kamermarkt. Schrijf je in bij www.kamersinutrecht.nl of op www.kamernodig.nl. Of bij Woningnet, een overkoepelende woningcoörperatie, via www.woningnet.nl. Heb je woonruimte gevonden en ben je verhuisd, schrijf je dan in in het bevolkingsregister van de gemeente. Dit is onder meer nodig om bij DUO aan te tonen dat je uitwonend bent. Inschrijven kan (binnen 5 dagen na je verhuizing) bij de Dienst Burgerzaken. Neem een geldig legitimatiebewijs mee.
44/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
3
Opleiding en beroep
3.1
Beroepsprofiel 3.1.1
Beroep
In de gezondheidszorg vinden dusdanige veranderingen in de verschillende beroepen plaats, dat er nieuwe of bijgestelde beroepsprofielen ontstaan. Door taakherschikking ontstaan er nieuwe samenwerkingsverbanden. Vanuit eigenstandige inhoudelijke deskundigheden zullen de mondhygiënisten in samenwerking zorg verlenen aan individuele patiënten vanuit de eigen functionele bevoegdheid. Gezien de variatie in de organisatie van de zorg en voorziene en onvoorziene ontwikkelingen dienen deze professionals op eigen terrein breed opgeleid te zijn. Dan zullen zij in de ongetwijfeld grote variëteit aan (steeds wijzigende) situaties en omstandigheden doelmatig kunnen functioneren. Dit vraagt een wijze van handelen waaraan geformuleerde uitgangspunten ten grondslag liggen. De beschrijving van het nieuwe opleidingsprofiel van de mondhygiënist Bachelor of Health (B Health) is voor een belangrijk deel gebaseerd op het beroepsprofiel mondhygiënist (2007). De mondhygiënist werkt in de (tandheelkundige) gezondheidszorg in teamverband met eigen functionele verantwoordelijkheid en specifieke deskundigheid. Hij draagt zorg voor primaire, secundaire en tertiaire preventie van aandoeningen van het gebit en de omringende weefsels, inclusief eenvoudige restauraties. Hij stemt zijn handelen af met en op andere beroepsbeoefenaren. De mondhygiënist stelt de patiënt centraal en houdt in het mondzorgplan rekening met zijn algemene gezondheidstoestand en welzijn. Hij vertoont flexibiliteit in het methodisch handelen, heeft een kritische instelling en een gepaste beroepshouding. De mondhygiënist handelt op basis van bewezen handelingen en onderzoek, zodat kwaliteit van zorg gewaarborgd blijft. Zie art. 15 OER-FG
3.1.2
Vaardigheden afgestudeerde
Beoogde deskundigheid van de mondhygiënist De beoogde deskundigheid van de mondhygiënist heeft betrekking op de primaire, secundaire en tertiaire preventieve zorg voor specifieke patiëntengroepen: screenen van specifieke patiëntengroepen herkennen van problemen aan het gebit en de het gebit omringende weefsels diagnostiek binnen het eigen deskundigheidsterrein behandelplanning behandeling, inclusief eenvoudige restauraties evaluatie van zorg en behandeling Met de begrippen primaire, secundaire en tertiaire preventie wordt het volgende bedoeld: • Primaire preventie Voorlichting over het ontstaan van cariës, gingivitis, parodontitis, preventieve maatregelen, voeding en andere factorendie direct of indirect van invloed zijn op het ontstaan van cariës en parodontale aandoeningen. Maken en interpreteren van röntgenopnames. • Secundaire preventie Gebitsreiniging (tandsteen verwijderen supra- en subgingivaal, extrinsieke verkleuringen verwijderen, polijsten, aanbrengen van fissuur verzegelingen). Aanbrengen tandbederfwerende- en ziektevoorkomende middelen. • Tertiaire preventie Initiële parodontale therapie (inclusief nazorg). Eenvoudige curatieve tandheelkunde.
45/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
De mondhygiënist verricht al deze taken uiteraard als iemand die is opgeleid op Hbo-bachelor niveau, conform het door de Commissie Accreditatie Hoger Onderwijs geformuleerde beoordelingskader voor de Hbo-bachelor waaraan iedere opleiding moet voldoen. Hieronder worden enkele aspecten van dit kader toegelicht en ingevuld voor de opleiding mondzorgkunde. Zie art. 15 OER-FG
3.1.3
Werkveld en functies
Sinds de inwerkingtreding van de AMvB van 21 februari 2006, behorende bij de Wet BIG, is de mondhygiënist vrij toegankelijk. Het werk van de mondhygiënist is primair gericht op preventie. Het werkveld van de mondhygiënist is de structurele mondzorg. De mondhygiënist is een zelfstandige paramedische zorgverlener die breed inzetbaar is in de (mond) gezondheidszorg. Zie art. 15 OER-FG
3.2
Opleidingsprofiel 3.2.1
Doelstelling opleiding
De opleiding Mondzorgkunde Utrecht leidt op tot een zelfstandige paramedische zorgverlener; in de opleiding wordt aandacht besteed aan het algemene gezondheidsaspect van de patiënt. De opleiding leidt op tot een breed inzetbare mondhygiënist, die zelfstandig is en eigen verantwoordelijkheid draagt. De beginnend beroepsbeoefenaar is flexibel, kan zich aanpassen aan verschillende situaties, qua taken, patiëntencategorieën en samenwerkingsverbanden, en is in staat in complexe situaties probleemoplossend te denken en handelen. De opleidingseisen en het deskundigheidsgebied van de mondhygiëniste zijn vastgelegd in het Besluit van 3 mei 2006 behorend bij de wet BIG. Zie art. 15 OER-FG
3.2.2
Uitwerking van beroepsprofiel
Het beroepsprofiel is te vinden op: www.mondhygienisten.nl. Brede professionalisering Het betreft hier competenties op de terreinen: de zorgverlening, functioneren binnen een organisatie en het professionaliseren van zichzelf en het beroep. Zorgverlening Op basis van de wijze van formulering, namelijk ‘brede professionalisering’ moet een mondhygiënist minimaal die competenties beheersen waar hij zelfstandig onder normale omstandigheden de benodigde handelingen kan toepassen bij regelmatig voorkomende zorgvragen in de mondzorg. Brede professionalisering houdt ook in dat de mondhygiënist in staat is preventieve taken te verrichten, voorlichting te geven en behandelingen uit te voeren in het eigen domein, binnen allerlei settings: van kind tot hoogbejaard, in westerse en in niet-westerse landen, bij gezonden en bij zieken. Brede professionalisering betekent ook: gebruik maken van een groot arsenaal hulpmiddelen, waaronder de moderne technologische ontwikkelingen.
Organisatie Functioneren binnen een organisatie op Hbo-niveau houdt in dat de mondhygiënist een hoogwaardige partner is in een interdisciplinaire praktijk en volwaardig gesprekspartner van en voor de collega's, ongeacht of dit nu tandartsen, assistenten of specialisten zijn. Ook is hij in staat om zich te verstaan met verzekeringsmaatschappijen, (regionale) overheid en leveranciers. 46/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Daarnaast is hij in staat om beleidsadviezen te formuleren en kwaliteitszorg uit te oefenen en de planning daarvoor te maken. Professionalisering Professionalisering van het beroep en de beroepsuitoefening houdt in dat de mondhygiënist op basis van deskundigheid selecties kan maken uit wetenschappelijke informatie. Ook behoort het tot het werk van de mondhygiënist om eigen ervaringen te toetsen aan wetenschappelijke inzichten. Dat betekent dat de mondhygiënist werkt vanuit een kritische, zelfreflecterende houding met kennis aangaande de denk- en werkwijze van wetenschappelijk onderzoek en ethiek. De mondhygiënist gedraagt zich professioneel: hij kan zelfstandig op het eigen deskundigheidsterrein besluiten nemen en daarover verantwoording afleggen, rekening houdend met kennis en vaardigheden, de mogelijkheden en wensen van de patiënt en de kaders gesteld vanuit de gezondheidszorg. De mondhygiënist kan reflecteren op eigen werkwijze en het ontwikkelen van nieuwe inzichten. Multidisciplinaire integratie De mondhygiënist is in staat om daar waar het zijn deskundigheidsterrein betreft samen te werken met tandartsen, specialisten en paramedici. De mondhygiënist kan binnen het eigen deskundigheidsterrein een zorg- en behandelplan opstellen dan wel bijstellen waarin in afstemming met andere beroepsbeoefenaren behandeltaken en zorg verdeeld kunnen worden. De mondhygiënist kan binnen het eigen deskundigheidsgebied behandelingen uitvoeren en evalueren. Zie art. 15 OER-FG
3.2.3
Het hbo-niveau van de opleiding
Hogeschool Utrecht heeft als doel haar studenten op te leiden voor een functie op hbo-niveau en elke afgestudeerde student dient aan een groot aantal (beroeps)eisen te voldoen die zijn afgeleid van het beroepsprofiel. De eindtermen van de opleiding zijn op haar beurt weer afgeleid van die beroepsvereisten. Om het niveau van beroepsuitoefening te bepalen worden de volgende vijf samenhangende criteria gehanteerd: -
kennis en inzicht toepassen kennis en inzicht oordeelvorming communicatie leervaardigheden
Het onderwijs van de opleiding voldoet aan deze Dublin-descriptoren op Bachelorniveau. Dit komt tot uiting in de volgende criteria: Wetenschappelijke toepassing Bij de beroepsuitoefening wordt expliciet gebruik gemaakt van wetenschappelijke inzichten die vertaald zijn of worden naar het eigen beroepsmatig handelen. Ontwikkelingen gaan snel, en de mondhygiënist blijft zich op de hoogte stellen van deze ontwikkelingen. Waar nodig worden vertalingen gemaakt naar het eigen beroepsmatig handelen. Door zijn kritische en onafhankelijke benadering, laat de mondhygiënist zich slechts in met het toepassen van nieuwe methodes, behandelingen en hulpmiddelen, wanneer hier een adequaat en verantwoord bewijs voor geleverd is. Ook neemt een mondhygiënist deel aan (toegepast wetenschappelijk) onderzoek aangaande de mondzorgkunde dan wel het brede domein van de mondzorg. Transfer en brede inzetbaarheid De mondhygiënist is op vele plaatsen in de samenleving die gerelateerd zijn aan de mondzorg inzetbaar. Hij beschikt over competenties die hem in staat stellen zelf de meest adequate vertaalslagen te maken naar nieuwe situaties. De mondhygiënist kan effectief en efficiënt samenwerken met andere beroepsbeoefenaren in de mondzorg in een variatie aan omstandigheden. Creativiteit en complexheid in handelen Binnen de mondzorg en verwijzende instanties is men er van overtuigd dat de mondhygiënist in staat is om een oplossing te 47/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
vinden voor een probleem, waarop standaardprocedures niet op voorhand van toepassing zijn. De mondhygiënist zal originele en improviserende acties en oplossingen kunnen bedenken en uitvoeren. Hij zal hierbij formele en informele informatie moeten kunnen combineren en bestaande en nieuwe oplossingen kunnen aanpakken en veranderen naar nieuwe ideeën. Probleemgericht werken De mondhygiënist kan binnen zijn deskundigheidsgebied zelfstandig complexe problemen analyseren op basis van zijn kennis en kunde. De mondhygiënist kan de mogelijkheden voor zorghandelingen identificeren, tot evidence based alternatieven komen en in overleg met de patiënt een keuze maken, in afstemming met de gewenste en mogelijke zorg. De mondhygiënist kan in samenwerking met andere beroepsbeoefenaren informatie en gegevens verzamelen, deze ordenen en komen tot een besluit om zorg uit te voeren. Op basis van een degelijk onderzoek en diagnosestelling kan doorverwezen worden naar andere zorgverleners. Methodisch en reflectief denken en handelen De mondhygiënist is een goede planner die realistische doelen stelt. Hij richt zijn handelen op de gewenste staat van de mondgezondheid en kan zijn handelen beoordelen op effectiviteit. De mondhygiënist kan meetinstrumenten ontwikkelen om het handelen op effectiviteit te meten. Hij publiceert daarover en kan spreken op congressen, met vakgenoten en andere beroepsbeoefenaren. De mondhygiënist handelt hierbij op basis van bewezen handelingen, zelfreflectie en onderzoek. Sociaal communicatieve bekwaamheid Op grond van goede sociale en communicatieve competenties weet de mondhygiënist zijn plaats te vinden en te consolideren binnen de wereld van de mondzorg, met name in relatie tot de patiënt en in het teamverband waarbinnen hij werkzaam is. Basiskwalificaties voor managementfuncties De mondhygiënist beschikt over een basiskwalificatie voor het geven van leiding en het uitvoeren van managementtaken. Hij kan een eigen bedrijf opzetten, leiding geven aan collega's. Hij kan de kaders stellen voor onderhandelingen met leveranciers, zorgverzekeraars e.a.. In zijn algemeenheid is hij bekwaam in ondernemerschap. Hij zal kansen signaleren en deze omzetten in strategie en verbetering- of vernieuwingsacties. De mondhygiënist is daardoor meervoudig inzetbaar in grotere samenwerkingsverbanden. Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid Begrip en betrokkenheid zijn ontwikkeld met betrekking tot ethische, normatieve en maatschappelijke vragen samenhangend met de toepassing van kennis en de (toekomstige) beroepspraktijk. Zie art. 15 OER-FG
3.2.4
Didactische uitgangspunten
De opleiding heeft gekozen voor een competentiegericht onderwijsmodel. Een competentie is het vermogen van een persoon om (beroeps)taken in een bepaalde (beroeps)context uit te voeren. Dit vermogen bestaat eruit dat de persoon beschikt over een samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten. Voor het onderwijs betekent dit het volgende: • Het onderwijs is gericht op het verwerven van beroepscompetenties, d.w.z. het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarmee beroepstaken kunnen worden uitgevoerd binnen of buiten Nederland, maar altijd in een internationale context. • Het leren wordt opgevat als een doelgerichte activiteit van de student; het onderwijs bevordert actief en zelfstandig leren. • De docent ondersteunt en coacht het leerproces van de student en is inhoudelijk expert op een bepaald competentiegebied. • Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevingen, waarbij leertaken lijken op beroepstaken. Hierbij wordt waar wenselijk en mogelijk gebruikgemaakt van moderne media (ICT). 48/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
• • •
Het onderwijs is gebaseerd op het concurrency-principe, waarbij leermomenten op de opleiding en in de beroepspraktijk elkaar wederzijds positief beïnvloeden. Het leren is een sociaal en interactief proces, studenten werken samen: met elkaar, de docent en professionals uit de praktijk. Toetsen zijn bedoeld om vast te stellen welke beheersniveau van de competenties is bereikt en de student inzicht te geven in de vorderingen in het eigen leerproces.
3.2.5
Didactische werkvormen
Didactische werkvormen De didactiek van de opleiding staat in het teken van competentiegericht onderwijs. De opleiding kent voor het ontwikkelen van competenties vier verschillende leerlijnen: de integrale leerlijn, vaardigheden leerlijn, conceptuele leerlijn en de reflectie leerlijn. 1.
2. 3. 4.
In de integrale leerlijn werkt de student aan competenties. In deze leerlijn zal de student de opgedane kennis en vaardigheden uit de andere leerlijnen moeten kunnen toepassen bij het uitvoeren van beroepsproducten en beroepsdiensten. In de vaardighedenleerlijn leert de student specifieke vaardigheden aan die nodig zijn om in de integrale leerlijn een patiënt/cliënt te kunnen onderzoeken en behandelen. In de conceptuele leerlijn verwerft de student kennis om het mondzorgkundig handelen te kunnen begrijpen en verantwoorden. In de reflectie leerlijn ontwikkelt de student een professionele beroepshouding. Door middel van opdrachten en intervisie kijkt de student naar zijn ontwikkelingsproces en het ontwikkelingsproces van de groep.
Naast de vier leerlijnen heeft de opleiding ook een studieloopbaanbegeleiding. In de studieloopbaanbegeleiding leert de student zijn eigen studieloopbaan te sturen. Onder begeleiding van een studieloopbaanbegeleider krijgt de student gedurende de opleiding steeds een beter beeld van wat hij/zij wil.
3.2.6
Competenties beginnende beroepsbeoefenaar
De eindtermen van de opleiding worden weergegeven in competenties die de beginnende beroepsbeoefenaar dient te bezitten. De competentiegebieden zijn: • Werken met en voor cliënten (patiënten en opdrachtgevers) • Werken in en voor een organisatie • Werken aan professionalisering Binnen ieder competentiegebied wordt een aantal competenties beschreven en gedefinieerd. Iedere competentie is vervolgens uitgezet op een driepuntschaal zodat de student door de gehele opleiding heen op verschillende niveaus getoetst en beoordeeld kan worden. De omschrijving van de niveaus zijn te vinden op www.sharepoint.hu.nl en in de periodeboeken.
1 2 3 4 5 6
Competentiegebied: werken met en voor patiënten Onderzoek uitvoeren Zorgplan opstellen Voorlichting geven (preventief handelen) Behandeling uitvoeren, evalueren Competentiegebied: werken in en voor een organisatie Bedrijfsvoering Competentiegebied: werken aan professionalisering Toegepast onderzoek uitvoeren en innoveren
Zie art. 15 OER-FG.
49/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
3.2.7
Horizontale doorstroommogelijkheden
De opleiding heeft geen directe horizontale doorstroommogelijkheden naar andere, reguliere Hbo-opleidingen. Wellicht zijn behaalde studieresultaten echter wel een reden voor bepaalde studieonderdelen een vrijstelling te verkrijgen. Daarbij moet men met name denken aan studieonderdelen van opleidingen binnen de gezondheidszorg.
3.2.8
Vervolgopleidingsmogelijkheden
Na het behalen van het Bachelordiploma Mondzorgkunde is het mogelijk om een Masteropleiding te volgen. De ingangseisen van de Masteropleidingen kunnen inhouden dat het volgen van een één- of tweejarig premastertraject noodzakelijk is. •
Zie art. 15 OER-FG.
50/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
4
Inrichting en organisatie opleiding
4.1
Algemeen 4.1.1
Opleidingsvarianten
De opleiding mondzorgkunde kent alleen de voltijd opleiding. Voltijdopleiding De voltijdopleiding is een onderwijsvariant waarbij je wordt geacht 40 uur per week beschikbaar te zijn voor het onderwijs. De studenten die deze variant kiezen komen rechtstreeks van de havo, vwo of mbo (niveau 4).
4.1.2
Opleidingsstructuur algemeen
Studiefases De opleiding bestaat uit twee studiefases: de propedeutische fase en de hoofdfase. De opleiding begint met een propedeutische fase van een jaar. Deze fase wordt afgesloten met een propedeutisch getuigschrift. Na de propedeuse volgt de hoofdfase die drie jaar duurt en wordt afgesloten met een bachelordiploma. Zie verder par. 4.2 en 4.3. Wettelijke studieduur, studielast en studiepunten De studielast van de opleiding en de daartoe behorende cursussen worden uitgedrukt in hele studiepunten (EC’s) volgens het European Credit Transfer System (ECTS). Dit is een studiepuntensysteem om opleidingen internationaal vergelijkbaar te maken. De studielast van 1 EC komt overeen met 28 studie-(klok)uren (inclusief contacttijd). De reguliere bacheloropleiding duurt vier jaar. Bij de opbouw van de opleiding is een gemiddelde studielast van 60 EC’s, oftewel 1680 uur, per studiejaar als uitgangspunt genomen. De totale studielast van de opleiding (onderwijs, zelfstudie en praktijktijd/stages) bedraagt dus 240 EC’s. De studiepunten zijn als volgt over de studiejaren verdeeld: propedeuse: 60 EC’s hoofdfase: 180 EC’s (major van 150 EC’s + profileringsruimte van 30 EC’s). Tabel verdeling studielast over opleiding: Hoofdfase (180 EC.)
In de cursusbeschr ijvingen is in hoofdstuk 9 per cursus de studielast opgenomen, uitgedrukt in hele studiepunten. Zie OSIRIS (www.osiris.hu.nl). EC’s worden pas toegekend nadat de desbetreffende cursus is afgerond met het bijbehorende tentamen (c.q. alle deeltentamens). Zie ook par. 6.3.6. Propedeuse (60 EC.)
Major (150 EC.)
Profileringsruimte (30 EC.)
Een goede intensiteit en verdeling van de studielast is belangrijk voor een optimaal studierendement. In de Faculteit Gezondheidszorg zijn hierover afspraken gemaakt die voor alle opleidingen zullen gaan gelden. We werken toe naar een studielast van 40 uur per week (voor deeltijd- en duale opleidingen is dit vanzelfsprekend minder.) Deze studielast is gelijk over het jaar verdeeld. De voltijdstudent is vijf dagen per week beschikbaar voor de studie; de uren waarop de student aanwezig is en onderwijs heeft zijn gespreid over vijf dagen. Dit alles om te voorkomen dat er piekbelasting is én om regelmatig studeren te bevorderen. Daarom wordt er ook regelmatig en gespreid over het jaar getoetst. Voor de opleidingen die voorbereiden op een BIG-geregistreerde titel, geldt dat er gemiddeld 12 contacturen per onderwijsweek zijn. Voor de opleiding mondzorgkunde geldt dat er gemiddeld 18-25 contacturen zijn. Zelfstudie-uren zijn zichtbaar in H9 ‘cursusbeschrijvingen’, de studiehandleiding of de onderwijscatalogus in Osiris én in het rooster. In de planning van de contacttijd wordt rekening gehouden met de zelfstudietijd die nodig is voor opdrachten.
51/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Propedeuse De propedeutische fase van de opleiding mondzorgkunde is zodanig ingericht dat er sprake is van het verkrijgen van inzicht in de inhoud van de opleiding (oriëntering), met de mogelijkheid van verwijzing en selectie aan het einde van die fase. (7.8.3 WHW). Zie par. 4.2 voor specifieke informatie. Hoofdfase De hoofdfase van de opleiding mondzorgkunde omvat een major (hoofdprogramma) en een profileringsruimte. Zie par. 4.3 voor specifieke informatie Tabel opleidingsstructuur
4.1.3
Verkorte opleidingsroutes
Niet van toepassing.
4.1.4
Overzicht curriculum (per studiejaar)
Per studiejaar wordt door de opleiding het onderwijsprogramma ofwel curriculum van zowel de gehele studie als van de onderdelen vastgesteld. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld. De cursussen van zowel propedeuse als hoofdfase zijn hieronder per opleidingsjaar aangegeven inclusief het aantal bijbehorende EC’s en de OSIRIS-code. De volledige cursusbeschrijvingen zijn te vinden in OSIRIS.
EC tabel 1e jaar 2010-2011
Conceptuele leerlijn
Integrale leerlijn
Reflectie en SLB Vaardigheden leerlijn
Tutor Fysiologie Anatomie WSK/LOEP Incl. kwaliteitszorg Radiologie Tandanatomie Beroepsoriëntatie Primaire preventie Integrale mondzorg SLB Fantoom, Caries1
Totaal
1 2
Periode 1 (blok A) 4 EC 2 EC
Periode 2 (blok B ) 4 EC 2 EC
Periode 3 (blok C)
Periode 4 (blok D)
1 EC
2 EC
4 EC 1 EC 3 EC 2 EC
1 EC 2 EC
1 EC
1 EC
1 EC
2 EC 1 EC
2 EC 4 1 EC 1 EC
4 EC 2 EC
16 EC 7 EC 3 EC 5 EC 4 EC 2 EC 2 EC 2 EC 6 EC 4 EC 5 EC
1 EC 15 EC
1 EC 15 EC
2 EC
1 EC 3 EC
1 EC 2 2 EC
1 EC 15 EC
1 EC 15 EC
Totaal EC
4 EC 60 EC
Inclusief simulatiepatient Inclusief simulatiepatiënt 52/142
© Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
e
EC tabel 2 jaar 2010-2011
Conceptuele leerlijn
Integrale leerlijn Reflectie leerlijn/SLB Vaardigheden leerlijn
Radiologie Pathologie Farmacologie Tutor Anesthesie LOEP Projectweek Interne praktijk Externe praktijk
2 EC 3 EC 1 EC
3 EC
1 EC Reanimatie Anesthesie Cariës Radiologie
Totaal * ** *** ****
Periode 5 (blok A) 2 EC**
Periode 6 (blok B)
Periode 7 (blok C)
Periode 8 (blok D)
Totaal EC 2 EC
1 EC*
1 EC*
3 EC
3 EC
2 EC
2 EC* 1 EC 3 EC 2 EC***
2 EC *
5 EC
3 EC 3 EC***
1 EC
1 EC
3 EC 2***+ 1 EC**** 1 EC
2 EC 2 EC 11 EC 1 EC 9 EC 1 EC 12 EC 8 EC 4 EC
1 EC
1 EC 1 EC 2 EC 4 EC 60 EC
1 EC 1 EC 1 EC* 15 EC
1 EC 1 EC* 15 EC
1 EC* 14 EC
1 EC* 16 EC
EC’s worden toegekend als alle onderdelen zijn behaald Radiologie theorie en praktijk samen geven één eindcijfer Ec’s worden toegekend nadat stageblok I behaald is Ec’s worden toegekend nadat stageblok II behaald is
e EC tabel 3 jaar 2010 2011
Periode 9 (blok A) Conceptuele leerlijn
Materiaalkunde 2 EC Tutor 1 EC
Vaardigheden leerlijn Integrale leerlijn
Interne praktijk
Externe praktijk
LOEP/ WSK WSK/IT
3 EC (2 dagdelen)
Periode 10 (blok B) Paro (tutor) 3 EC Orthodontie 1 EC
Orale pathologie 2 EC
3 EC (2 dagdelen)
3 EC
4 EC
Ouderenproject 2 EC* 2 EC
Ouderenproject 1 EC* 2 EC
Reflectie 1 EC 1 EC leerlijn/Slb Totaal 14 EC 15 EC * EC’s worden toegekend als hele project is afgerond
Periode 11 (blok C) Implantologie 1 EC
Periode 12 (blok D) Mondheelkunde 2 EC
Totaal
Implantologie 1 EC 2 EC (1 dagdeel) DPSI C pat. 1 EC
Radiologie 1 EC 2 EC (1 dagdeel)
2 EC
4 EC
Kinderproject 1 EC 4 EC
12 EC
12 EC
15 EC 3 EC
2 EC
2 EC
8 EC
WSK/IT 3 EC KMC 28 1 EC 1 EC
1 EC
3 EC 1 EC 4 EC
15 EC
16 EC
60 EC
53/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
EC tabel 4e jaar 2010-2011
Conceptuele leerlijn
Periode 13
Periode14
Periode 15
Periode 16
(blok A)
(blok B)
(blok C)
(blok D)
Totaal
Implantologie
1 EC
1 EC
Orale pathologie
1 EC
1 EC
Mondheelkunde
1 EC
1 EC
Integrale
Integrale mondzorg
leerlijn
Interne- en externe
5 EC*
5 EC*
5 EC*
6 EC*
21 EC
WSK intercol-
2 EC*
2 EC*
1 EC*
1 EC*
6 EC*
legiale toetsing Leerlijn LOEP
3 EC*
2 EC*
2 EC*
3 EC*
10 EC*
2 EC*
2 EC*
praktijk Project doelgroepen Project kinderen
BP 8-9 Management en
4 EC*
organisatie Reflectieleerlij
1 EC
1 EC
n/SLB Profilering**
4 EC**
4 EC**
2 EC**
5 EC**
15 EC
Totaal
15 EC
15 EC
15 EC
15 EC
60 EC
*
De EC’s worden aan het einde van het jaar toegekend
**
Profileringsruimte is door de student zelf in te plannen
54/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
4.1.5
Lesdagen en –tijden
Lesdagen In een week worden lessen in principe geroosterd van maandag t/m donderdag van 08.00- 21.00 uur en op vrijdag 08.00 18.00 uur. Lestijden Alle onderwijsonderdelen bestaan uit één of meer lesuren. Een lesuur duurt 50 minuten er wordt geroosterd in een klokuur van 60 minuten. Voor het volgen van lessen dient men op tijd in het lokaal aanwezig te zijn. Eventuele laatkomers hoeven niet tot het college te worden toegelaten. Voor de opleiding gelden in principe de volgende lestijden. Tabel lestijden: lesuur begintijd 1 08.00 uur 2 09.00 uur 3 10.00 uur 4 11.00 uur 5 12.00 uur 6 13.00 uur 7 14.00 uur 8 15.00 uur 9 16.00 uur 10 17.00 uur 11 18.00 uur 12 19.00 uur 13 20.00 uur
eindtijd 08.50 uur 09.50 uur 10.50 uur 11.50 uur 12.50 uur 13.50 uur 14.50 uur 15.50 uur 16.50 uur 17.50 uur 18.50 uur 19.50 uur 20.50 uur
Er wordt naar gestreefd om de studenten zoveel mogelijk overdag in te roosteren. De lessen worden tevens zoveel mogelijk evenwichtig verdeeld. Dit zal echter niet altijd lukken omdat de roostering afhankelijk is van de beschikbaarheid van lokalen, docenten, enz. Dit betekent dat studenten incidenteel ook op een avond les zullen hebben. Dit zal tijdig bekend gemaakt worden.
4.1.6
Uitval van lessen
Afwezigheid docenten De opleiding streeft ernaar om in geval van ziekte of afwezigheid om een andere reden van een docent, ervoor te zorgen dat lessen zoveel mogelijk doorgang kunnen vinden. Indien een college uitvalt, worden studenten hiervan op de hoogte gesteld via Sharepoint. De docent overlegt bij terugkeer met de groep hoe de stof van de uitgevallen lessen wordt ingehaald. Afwezigheid studenten Afwezigheid behoort te worden gemeld bij het secretariaat (030 2585155) en bij de betrokken docent. Zie voor specifieke richtlijnen de periodeboeken. De afwezigheidmelding kan ook per email gebeuren, hierbij dient dan een leesbevestiging ingevoegd te worden. Bij langdurige ziekte geef je de ziekmelding door aan je studieloopbaanbegeleider. Wanneer studievertraging dreigt, dien je tevens contact op te nemen met de studentendecaan (zie par. 2.2).
55/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
4.1.7
Studieloopbaanbegeleiding
Iedere HU-student heeft een vaste studieloopbaanbegeleider (SLB’er), een docent, die als spil tussen de student en de opleiding fungeert. Je kunt bij hem of haar terecht met vragen en problemen die verband houden met je studie. Denk daarbij aan je studievoortgang of keuzes die je kunt maken in het curriculum. Studieloopbaanbegeleiding is het proces waarin je je eigen studie en loopbaan stuurt en leert sturen. Doel van studieloopbaanbegeleiding is dat je: • inzicht verwerft in het beroep en in de eisen die de beroepsuitoefening stelt; • op basis daarvan kunt beoordelen of je jezelf in het beroep wil bekwamen en ontplooien; • je daadwerkelijk bekwaamt in de beroepsuitoefening, zodat je na afronding van de opleiding voldoet aan de gestelde eindtermen; • optimaal gebruikmaakt van de beschikbare middelen en tijd, zodat een maximaal studierendement wordt bereikt. De begeleiding c.q. coaching vindt plaats door middel van individuele gesprekken, groepsbijeenkomsten en opdrachten. Naarmate de studie vordert, zal de intensiteit van de studieloopbaanbegeleiding geleidelijk verminderen. De gesprekken die je met de studieloopbaanbegeleider voert, zijn gebaseerd op de ervaringen die je hebt opgedaan in projecten, lessen, practica, Studie Loopbaan Ontwikkeling (SLO)opdrachten, bedrijfsbezoeken en stage. In deze gesprekken leer je verbanden te leggen tussen de verschillende ervaringen. Gaandeweg krijgt je een beeld van wat je met de opleiding wil, en welke rol je binnen het beroepenveld zou willen spelen. Daaruit trekt je conclusies en formuleer je vervolgens leerdoelen en een daarbij behorend plan van aanpak. Dit laatste maakt deel uit van je persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Het geheel wordt opgenomen in je portfolio. De studieloopbaanbegeleider zal je eventueel attenderen op aanvullende onderwijsprogramma’s (taal, biologie e.d.) als dit voor je studievoortgang nodig is en bespreekt het (voorlopig) studieadvies met je (zie ook paragraaf 4.2.4). In de hoofdfase begeleidt de studieloopbaanbegeleider je bij het opstellen van je profileringsplan (zie ook paragraaf 4.3.5) en is ook je stagebegeleider. Voor persoonlijke problemen die je in je studie belemmeren kun je naast je studieloopbaanbegeleider ook terecht bij de studentendecaan. Deze kan je adviseren bij bijvoorbeeld financiële kwesties en zal je eventueel doorverwijzen naar bijvoorbeeld een studentenpsycholoog, assertiviteitscursus, faalangsttraining, of voorzieningen bij handicap. (Zie ook paragraaf 2.2) Zie art. 21 OER-FG
4.1.8
Registratie studievoortgang
Je behaalde studieresultaten worden geregistreerd in het digitale studievoortgangsysteem van de HU: OSIRIS. Zie ook par. 2.12.4. De studievoortgang wordt uitgedrukt in studiepunten volgens het European Credit Transfer System (EC’s). Voor elke cursus waarvan de eindbeoordeling voldoende is, worden de bijbehorende EC’s toegekend. Zie ook par. 6.3.6. Via OSIRIS kun je te allen tijde zelf je studievoortgang bekijken. Aan het einde van elk studiejaar stelt de Examencommissie de studievoortgang van iedere student vast. Je wordt als student geacht zelf je cijfers te controleren. Mogelijke fouten dien je binnen vier weken na bekendmaking van het cijfer in Osiris te melden bij de examinator of de Examencommissie.
De opleiding neemt contact met je op als blijkt dat je een beduidende achterstand oploopt bij het behalen van studiepunten. In overleg wordt bekeken welke factoren de achterstand veroorzaken en of (en hoe) daar iets aan kan worden gedaan. De HU verwacht van jou dat je bij studieachterstand initiatief neemt tot contact met je studieloopbaanbegeleider (zie par.4.1.7) of studentendecaan (zie par.2.2).
56/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
4.1.9
Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen
De introductiedagen, excursies of werkweken en de daaraan verbonden kosten worden tijdig voor aanvang van elk studiejaar schriftelijk aan de desbetreffende studenten bekend gemaakt. Zie art. 25 FG-OER Bovengenoemde excursies, werkweken e.d. maken onderdeel uit van het onderwijsprogramma van de opleiding. Deelname is verplicht. Studenten die door overmacht en/of persoonlijke omstandigheden (waaronder financiële problemen) niet kunnen deelnemen aan excursies, werkweken, trainingen en begeleidingsdagen kunnen in aanmerking komen voor een vervangende opdracht. Daartoe kun je een verzoek indienen bij de Examencommissie (zie par.1.3.4).
4.1.10 Studiekosten en eigen bijdragen Als student moet je rekening houden met de volgende kosten verbonden aan het onderwijs: Collegegeld Voor het studiejaar 2010-2011 gelden de volgende collegegelden: Het wettelijk (c.q. door Hogeschool Utrecht op grond van art. 7.45 lid 4 WHW vastgestelde) collegegeld voor studiejaar 2010-2011 bedraagt: • € 1.672,- voor voltijdstudenten; • € 1.672,- voor duale studenten; • € 1.317,- voor deeltijdstudenten.
Het voor het studiejaar 2010-2011 vastgestelde instellingscollegegeld bedraagt : • € 7.330,- voor voltijdstudenten; • € 7.330,- voor duale studenten; • € 5.775,- voor deeltijdstudenten. Voor studenten die al in studiejaar 2009-2010 twee bacheleropleidingen volgden geldt een ander tarief (zie hierna). Afhankelijk van je situatie wordt bepaald of je wettelijk collegegeld of instellingscollegegeld verschuldigd bent. In hoofdlijnen geldt de volgende regeling. Je betaalt wettelijk collegegeld als: je niet eerder een bachelorgraad hebt behaald. Een uitzondering geldt voor een bachelorgraad van de opleidingen in de domeinen Gezondheidszorg of Educatie, als je maar niet eerder binnen hetzelfde domein een graad hebt gehaald en; je woont in Nederland, België, Luxemburg of in de deelstaten Noord-Rijnland-Westfalen, Neder-Saksen of Bremen van Bondsrepubliek Duitsland en; je de Nederlandse nationaliteit hebt of daarmee gelijk wordt gesteld (conform art. 2.2 WSF 2000)
Twee bacheloropleidingen tegelijk: Als je al in studiejaar 2009-2010 of eerder voor twee bacheloropleidingen stond ingeschreven of je gaat je per studiejaar 2010-2011 voor een tweede bacheloropleiding inschrijven, dan geldt tijdelijk een bijzondere regeling. Als je een graad voor de eerste opleiding hebt behaald, en de tweede opleiding wilt afmaken, ben je instellingscollegegeld verschuldigd (tenzij het om de uitzonderingen voor educatie en gezondheidszorg gaat). Op grond van afspraken tussen de hbo-instellingen en het ministerie ben je in dat geval in de jaren 2010-2011 en 2011-2012 een instellingscollegegeld verschuldigd dat gelijk is aan het dan geldende wettelijke collegegeld. Twee bacheloropleidingen na elkaar: Per 1 september 2010 is de wetgeving ingrijpend gewijzigd. Een belangrijke wijziging in de wet is dat het ministerie van OCW nog maar één bachelor- en één masteropleiding bekostigt, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen HBO- en WO-graden. Wanneer je eerder een bachelor- of mastergraad hebt behaald (tenzij vóór 1991-1992) en je wilt je inschrijven, of je hebt al een graad en je bent nu ingeschreven voor een tweede bachelor- of masteropleiding dan val je in de categorie 57/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
“stapelaars”. Stapelaars betalen voor hun tweede bachelor- of masteropleiding niet het wettelijke collegegeld, maar het instellingscollegegeld. De overheid maakt een uitzondering voor een tweede studie in de zorg of het onderwijs, maar alléén als je eerste studie buiten die sectoren valt. Instellingscollegegelden liggen aanzienlijk hoger dan wettelijke collegegelden omdat Hogeschool Utrecht geen bekostiging meer ontvangt voor een student die een tweede bachelor dan wel tweede masteropleiding volgt. De Hogeschool Utrecht echter heeft besloten om voor stapelaars die al vóór het studiejaar 2010-2011 ingeschreven stonden bij een opleiding aan de Hogeschool, en deze opleiding ononderbroken voortzetten, voor het jaar 2010-2011 nog geen hoger tarief in rekening te brengen. De verhoging vindt pas in 2011-2012 plaats. In 2011-2012 betaal je 50 % van het instellingscollegegeld en in 2012-2013 betaal je het volledige instellingscollegegeld. Als je nieuw (of na een onderbreking) instroomt in het studiejaar 2010-2011, heeft Hogeschool Utrecht besloten je niet direct met de hogere collegegelden te confronteren. Voor het jaar 2010-2011 betaal je een bedrag dat gelijk aan het wettelijk collegegeld 2010-2011. In 2011-2012 betaalt je 75 % en in 2012-2013 100% van het instellingscollegegeld. Er zijn soms mogelijkheden om een beroep te doen op fiscale aftrek van studiekosten (www.belastingdienst.nl). Als je naast je studie werkt, kun je ook bij je werkgever naar de mogelijkheden informeren. Inschrijving als extraneus Het door Hogeschool Utrecht vastgestelde examengeld voor extraneï bedraagt €1.672,-. Deze inschrijvingsvorm is mogelijk voor studenten die alleen tentamens afleggen en geen begeleiding of ondersteuning nodig hebben. Een extraneï mag geen onderwijs volgen, maar legt enkel tentamens en examens af.
Kosten voor boeken en leermiddelen Boeken, periodeboeken en overige materiaal Voor het begin van het schooljaar wordt de boekenlijst (zie eind van de paragraaf) toegestuurd. Hierop staan de verplichte studieboeken van alle studiejaren vermeld. Daarbij wordt een aantal titels van boeken aanbevolen; de student is vrij in de keuze voor een eventuele aanschaf van deze boeken. In uitzonderingsgevallen kunnen gedurende het studiejaar aanvullende boeken aangeschaft moeten worden. De kosten van de studieboeken bedragen ca. € 900,- gespreid over de vier jaren. Naast de studieboeken wordt gewerkt met periodeboeken. Deze periodeboeken zijn via Sharepoint.hu.nl te downloaden en te printen. e
Vanaf 1 jaar verplichte literatuur 2010-2011 Abraham-Inpijn, L. Voorkomen van medische accidenten. Voor het medisch risico registrerend anamnesesysteem (MRRA). Reed business, 2000 ISBN 9789035221215 Amerongen, W.E. van. Kindertandheelkunde 1 (studenteneditie). Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2001 ISBN 9789031337507 Avoort, G. van der, & Endstra, L. Professionele gebitsreiniging. Een handboek over instrumenten en instrumentatietechnieken : voor links- en rechtshandigen: mechanische gebitsreiniging. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 1999 ISBN 9789031330065 Dassen, Th.W.N., & Keuning, F.M. Lezen en beoordelen van onderzoekspublicaties. Een handleiding voor studenten hbo en wogezondheidszorg, geneeskunde en gezondheidswetenschappen. HB e uitgevers, 6 druk, 2000 ISBN 9789055742486 Eijkman, M.A.J., Duyx, M.P.M.A., & Visser, A.Ph. Patiëntenvoorlichting en mondgezondheid. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2006 ISBN 9789031347711 Hollands, L., Hendriks, & L., Ariens, H. Elementen van kwaliteitszorg. Begrippen e en opvattingen over kwaliteitszorg. Utrecht, Lemma, 4 druk, 2004 ISBN 9789059313378 58/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Kirchman, L.L. Anatomie en fysiologie van de mens. Reed business, 15e druk, 2003 ISBN 9789035224315 Kuiper, C. Evidenced-based practice voor paramedici. Utrecht, Lemma, druk 2, 2008 ISBN 9789059312104 Loveren, C.van, & Weijden, G.A. van der. Preventieve tandheelkunde. Op weg naar een doelmatige aanpak. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2000 9789031329427 Penning, C.H. Cariëslaesies. Diagnose en behandeling. Prelum Uitgevers, 2007 ISBN 9789085620471 Quirynen, M, & Steenberghe, D. van, e.a. Studieboek Parodontologie. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2009 ISBN 9789031368860 Saunders, S. & Fehrenbach, M. Dental anatomy coloring book. Elsevier Health Sciences ISBN 978141604789-6 Verhoeven, N. Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs. Amsterdam, Boom Onderwijs, 2007 ISBN 9789047300014 Waites, E. Essentials of Dental Radiography and Radiology. Churchill Livingstone, Elsevier, fourth edition, 2006 ISBN 9780443101687 Wilkins, E.M. Clinical Practice of the Dental Hygienist. Wolters Kluwer; th 10 edition, 2009 ISBN 9780781763226 e 1 jaar: aanbevolen literatuur 2010-2011
Tempel, F.J., & Houwink, B. Tandheelkundig woordenboek. Houten, Bohn e Stafleu van Loghum, 3 druk, 2002 ISBN 9789031339167 e Vanaf 2 jaar verplichte literatuur 2010-2011 Baart, J.A., & Brand, H.S. Lokale anesthesie in de tandheelkunde. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2005 ISBN 9789031346943
Penning, C.H. Cariëslaesies. Diagnose en behandeling. Prelum Uitgevers, 2007 ISBN 9789085620471 e
Veer, D. de. Beknopte integrale ziekteleer. Kwalificatieniveau 4. Reed business, 3 druk, 2008 ISBN 9789035229495
Weijden, G.A. van der. De stille kracht van ultrasoon. (t.z.t. te koop in het winkeltje) VVAA: Reanimatie voor volwassenen. (t.z.t. te koop in het winkeltje) e
Vanaf 3 jaar verplichte literatuur 2010-2011 Baart, J.A., & Brand, H.S. Lokale anesthesie in de tandheelkunde. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2005 ISBN 9789031346953 Kuiper, C. Evidenced-based practice voor paramedici. Utrecht, Lemma, 2003 ISBN 9789059312104
59/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Vanaf 4e jaar verplichte literatuur 2010-2011 Baat, C. de, Raghoebar, J., & Pelkmans-Tijs, W.F.M. Implantaten en prothetische constructies. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2006 ISBN 9789031343812
Waal, I. van der, Kwast, W.A.M. van der, & Wal, J.E. van der. Pathologie van de mondholte. Klinische, röntgenologische, histopathologische en therapeutische aspecten van de meest voorkomende aandoeningen in de mond. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2003 ISBN 9789031338740 e 4 jaar: aanbevolen literatuur 2010-2011 Stegenga, B., Vissink, A., Bont, L.G.M. de. Mondziekten en kaakchirurgie. Gorcum b.v., Koninklijke Van, 2000 ISBN 9789023235002
Overige kosten Kosten voor gebroken, beschadigd of verloren gegaan instrumentarium Gedurende de opleiding wordt in de praktijklessen gewerkt met instrumentarium, dat in bruikleen wordt gegeven. Gebroken, beschadigd of verloren gegaan instrumentarium moet voor eigen rekening worden vervangen. Werkkleding Men dient er rekening mee te houden dat bij aanvang van het eerste studiejaar werkkleding en een veiligheidsbril aangeschaft moet worden. De kosten zullen ongeveer € 170, - bedragen. Vaccinatie De student behandelt tijdens de opleiding in de kliniek van mondzorgkunde patiënten. Ook tijdens de stages worden patiënten behandeld door de studenten. Stageverleners hebben recht op informatie over de vaccinatiestatus van stagairs. Vaccinatie dient te worden aangetoond met een bewijs van titercontrole (antistoftiter 10 IE/L of hoger). Bij onvoldoende vaccinatie loopt de student groot risico niet op een stageadres te worden toegelaten. De eerstejaars studenten dienen daarom bij het begin van de studie te worden gevaccineerd tegen Hepatitis B. Deze ziekte vormt tijdens de beroepsuitoefening een risicofactor, die door vaccineren uit te schakelen is. Deze vaccinatie dient door de student zelf verzorgd te worden. Vaccinatie tegen Hepatitis B is een voorwaarde om deel te kunnen nemen aan het klinisch gedeelte van de opleiding. In samenwerking met het UMC Utrecht en gesubsidieerd door het ministerie van VWS wordt een, voor de eerstejaarsstudenten Mondzorgkunde, kosteloos vaccinatieprogramma aangeboden. Voor ouderejaarsstudenten zijn de kosten voor eigen rekening. Deze kosten zijn variabel, afhankelijk waar en door wie de vaccinatie plaats vindt. Bij aanvang van het cursusjaar ontvangen de eerstejaars studenten nadere informatie over deze vaccinatie. Zie art. 26 OER-FG.
Kosten mediatheken Hieronder vallen de kosten voor het gebruik maken van mediatheken (incl. kopieerkosten) ten behoeve van de literatuuropdrachten en de afstudeeropdracht. Deze kosten zijn voor rekening van de student. Kosten voorlichtingsmateriaal Ten behoeve van patiëntenvoorlichting moet de student voorlichtingsmateriaal maken. Deze kosten zijn voor rekening van de student.
60/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Projectweek Naast de al genoemde kosten omvat het studieprogramma enkele onderdelen waarvoor een eigen bijdrage van de student wordt gevraagd. Het betreft de kosten voor de projectweken (variabele kosten). De projectweek is onderdeel van het reguliere studieprogramma. Stagekosten Reis- en verblijfkosten verbonden aan externe stages komen voor eigen rekening van de student (zie verder stagehandleidingen). Kosten in het kader van het afstudeeronderzoek Kosten die gemaakt worden in het kader van het afstudeeronderzoek komen voor eigen rekening van de student.
Zie art. 27 OER-FG
Financiële tegemoetkoming Studenten die wegens aantoonbare financiële redenen de kosten van bepaalde onderwijsvoorzieningen niet kunnen dragen, kunnen in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming. Daarvoor moet een verzoek worden ingediend bij instituutsdirectie of bij de faculteitsdirectie. Zie art. 27 OER-FG
4.2
Inrichting propedeuse 4.2.1
Algemeen
De propedeutische fase heeft drie functies: Oriëntatie Voor je studievoortgang is het van groot belang dat je een opleiding volgt die bij je past. Dit betekent dat de inhoud van de opleiding, het beroepenveld waarvoor je wordt opgeleid en de wijze waarop je opleiding is georganiseerd je moeten aanspreken. De propedeuse is er mede voor bedoeld om te kijken of dat het geval is en is daar ook op gericht. Selectie Aan het einde van je eerste studiejaar wordt de balans opgemaakt. Zit je wel op de juiste opleiding?Is je studievoortgang voldoende? De antwoorden op die vragen blijken een grote voorspellende waarde te hebben voor het uiteindelijk behalen van je diploma. Binnen de HU maken we de balans op met een individueel studieadvies op basis van het begeleidingstraject. Belangrijk is dat daarbij gekeken wordt naar het aantal bepaalde EC’s. Wanneer je minder dan 45 EC’s hebt behaald, kun je niet verder studeren aan die opleiding. Rondom die norm zijn regels van toepassing, het is heel belangrijk dat je die kent. Lees daarom vooral ook paragraaf 4.2.4 Studieadvies, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Verwijzing Als je onverhoopt niet op een juiste opleiding zit, raak dan niet in paniek. Van belang is dat je tijdig aankaart dat je twijfelt aan je studiekeuze. Wellicht is dat onterecht en zijn je beelden nog niet compleet, maar het kan ook voorkomen dat je een onjuiste studiekeuze hebt gemaakt. Er zijn voorzieningen die je ondersteunen bij studietwijfel. Zo kun je bijvoorbeeld terecht bij Centrum Studiekeuze om een studiekeuzetest te doen. Belangrijk: neem in geval van twijfel altijd tijdig contact op met je studieloopbaanbegeleider. Zie art. 18 OER-FG
61/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
4.2.2
Studieprogramma propedeuse
Zie voor informatie over het studieprogramma van de propedeuse paragraaf 4.1.4. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vind je in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Zie voor uitgebreide cursusbeschrijvingen hoofdstuk 9. Zie art. 18 OER-FG
4.2.3
Instroom en toelating propedeuse
De algemene inschrijvingsvoorwaarden staan beschreven in par.1.3.3. Zie ook de Inschrijvingsregeling HU. Par. 1.1.3 Iemand kan slechts als student voor de opleiding Mondzorgkunde worden ingeschreven, indien hij in het bezit is van minimaal het wettelijk vereiste diploma HAVO of VWO (alle profielen) of MBO-niveau 4. (7.25.1 WHW). De vakken Nederlands, Engels, scheikunde, biologie en wiskunde zijn niet verplicht bij aanmelding; studenten worden geacht deficiënties met betrekking tot dit vakgebied in het eerste studiejaar weg te werken. (7.25.2 WHW). Wettelijk toegang tot de opleiding mondzorgkunde hebben diegenen die in het bezit zijn van een diploma havo, vwo, mbo of die een vergelijkbare vooropleiding hebben gehad en 21 jaar of ouder zijn (Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de WHW). Studenten met onvoldoende vooropleiding die 21 jaar of ouder zijn kunnen worden toegelaten tot de opleiding na een met positief resultaat afgelegd toelatingsonderzoek. Je moet minstens 21 jaar oud zijn voordat je via dit toelatingsonderzoek met de opleiding mag beginnen (zie art. 11 OER-FG). Vanaf instroom 2011-2012 bestaat het toelatingsonderzoek van de opleiding mondzorgkunde uit: • een intakegesprek; • drie toetsen op HAVO-eindniveau: Nederlands Engels Biologie Het kan voorkomen dat je wordt vrijgesteld van het afleggen van een of meerdere toetsen. Indien je slaagt voor alle opgelegde toetsen wordt een beschikking afgegeven door de examencommissie. In deze beschikking geeft de examencommissie aan dat de kandidaat toelaatbaar is voor de loting van de opleiding mondzorgkunde aan de Hogeschool Utrecht. Voor meer informatie over het toelatingsonderzoek, zie www.hu.nl (vanaf eind november 2010). Personen met een buitenlands diploma zijn toelaatbaar wanneer na diplomavergelijking door het NUFFIC is vastgesteld dat het niveau vergelijkbaar is met een HAVO diploma en het staatsexamen NT2 II of ERK-B2 succesvol is afgerond. De opleiding kent een numerus fixus regeling. Inlichtingen: Secretariaat Opleiding Mondzorgkunde: mw. Ina Cardol.
[email protected] of tel: 030 – 2585155. (zie art. 10 en 11 OER-FG)
62/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
4.2.4
Studieadvies
De propedeuse heeft onder meer een selecterende functie (zie ook par. 4.2.1). Daarom krijgt iedere student tijdens het eerste jaar van inschrijving twee maal een schriftelijk studieadvies over de voortzetting van de studie. Uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving ontvang je een definitief studieadvies. Hieronder staan de regels die daarover zijn vastgesteld. Bij het studieadvies wordt als verbijzondering de vaardighedenleerlijn expliciet genoemd, wat zijn grondslag vindt in het feit dat daarmee een voor het beroep mondhygiënist representatieve praktijkcomponent (handvaardigheid) is verdisconteerd.
Tussentijds studieadvies Uiterlijk halverwege het eerste studiejaar in februari, ontvang je van de Examencommissie een schriftelijk tussentijdsstudieadvies over de voortzetting van je studie. Dit tussentijdsadvies bestaat uit een toelichting op de behaalde studieresultaten en de studievoortgang. Het betreft een: • positief tussentijdsadvies: 20 EC’s behaald waarvan 7 EC’s uit de vaardighedenleerlijn; • waarschuwend tussentijdsadvies: 19 EC’s of minder, of 6 EC’s of minder uit de vaardighedenleerlijn. Dit tussentijdsadvies kan een waarschuwing bevatten als de Examencommissie het idee heeft dat je niet voldoende studievoortgang boekt. Neem in dat geval contact op met je studieloopbaanbegeleider en zo nodig met de studentendecaan om een studieplan te maken. Hiermee kun je er voor zorgen dat je weer op schema komt. Positief of negatief studieadvies Aan het einde van het eerste jaar, omstreeks juli, krijg je een definitief advies van de Examencommissie. Dit studieadvies kan positief of negatief zijn. In het geval van een negatief advies zul je moeten stoppen met de opleiding. Een positief advies wordt gegeven als: • studenten aan het einde van het eerste studiejaar in de propedeuse minimaal 45 EC’s van het propedeuseprogramma hebben behaald, waaronder de 9 EC’s die behoren bij de vaardighedenleerlijn; • studenten meer dan 15 EC’s aan vrijstellingen voor het propedeuseprogramma hebben en het propedeutisch getuigschrift hebben gehaald. Studenten krijgen een negatief studieadvies (afwijzing) als zij: • aan het einde van het eerste studiejaar in de propedeuse 44 EC’s of minder hebben behaald; • meer dan 44 EC’s hebben behaald maar niet de vereiste EC’s uit de vaardigheden leerlijn hebben behaald; • meer dan 15 EC’s aan vrijstellingen voor het propedeuseprogramma hebben en aan het einde van het eerste jaar niet het propedeutisch getuigschrift gehaald hebben. Voor de berekening van het aantal studiepunten voor het studieadvies tellen aan de student toegekende studiepunten voor verleende vrijstellingen niet mee. De Examencommissie kan bij het afgeven van een studieadvies rekening houden met bijzondere omstandigheden, zie hieronder de paragraaf Opgeschort advies wegens bijzondere omstandigheden. In geval van een negatief bindend studieadvies moet deze afwijzing zijn gemotiveerd. Tevens moet zijn opgenomen: de eventuele duur van de afwijzing, een verwijzingsadvies en de mogelijkheden van beroep voor de student. Het studieadvies wordt ondertekend door of namens de Examencommissie, en wordt binnen een week na ondertekening aangetekend aan de student verzonden of persoonlijk uitgereikt. Een student aan wie een bindend advies met afwijzing is gegeven kan niet meer bij deze opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. De Examencommissie kan aan de afwijzing wel een termijn verbinden en/of besluiten dat de afwijzing zich ook uitstrekt tot opleidingen met hetzelfde propedeutisch examen. De Examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord voordat wordt besloten om een bindend studieadvies met afwijzing af te geven.
63/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Opgeschort advies voor studenten in het eerste jaar van inschrijving. A. Wegens bijzondere omstandigheden De Examencommissie kan bij het uitbrengen van het studieadvies rekening houden met studievertraging die het gevolg is van persoonlijke omstandigheden van de student. Het betreft uitsluitend de volgende omstandigheden: • ziekte; • lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; • zwangerschap; • bijzondere familieomstandigheden, waaronder tevens die van degene met wie de student samenwoont of een LATrelatie onderhoudt; • het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of een opleidingscommissie; • andere omstandigheden waarin de aanvrager activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van (een onderdeel van) Hogeschool Utrecht, ter beoordeling door de faculteitsdirectie; • het lidmaatschap van het bestuur van een door het College van Bestuur krachtens de Steunfondsregeling HU erkende studentenorganisatie of een daarmee vergelijkbare organisatie van enige omvang; • andere situaties waarin de student door overmacht niet heeft kunnen deelnemen aan tentamens dan wel het onderwijs, ter beoordeling door de Examencommissie. De student dient een studievertraging die is ontstaan door een van bovengenoemde persoonlijke omstandigheden zo spoedig mogelijk binnen 4 weken schriftelijk te melden bij de Examencommissie met het verzoek om deze omstandigheden te betrekken bij de totstandkoming van het studieadvies. Zie ook par. 1.3.4 De student moet tevens zo snel mogelijk, tenminste binnen 4 weken de studentendecaan en de studieloopbaanbegeleider benaderen. Deze adviseren de Examencommissie over de te nemen beslissing. Zie ook par. 2.2. Als de examencommissie persoonlijke omstandigheden aanwezig acht, die het behalen van de vereiste studieresultaten hebben verhinderd, wordt het studieadvies opgeschort tot het einde van het tweede studiejaar van inschrijving. Voor deze studenten geldt dat bij de beoordeling van de studieresultaten de norm voor positief advies het behalen van de propedeuse is.
B. Wegens beëindiging van de inschrijving voor de peildatum 1 mei Studenten die voor 1 mei van het eerste jaar van inschrijving in de propedeutische fase hun studie hebben gestaakt en zich tijdig hebben uitgeschreven en die zich in een volgend studiejaar ,met toestemming van de examencommissie, opnieuw inschrijven voor dezelfde opleiding, moeten aan het einde van dat jaar het propedeutisch getuigschrift hebben behaald. Indien zij aan deze eis niet voldoen, krijgen zij een bindend negatief studieadvies. Zie art. 23 OER-FG
4.3
Inrichting hoofdfase 4.3.1
Algemeen
De hoofdfase is de studieperiode na de propedeuse tot en met de diplomering. De hoofdfase omvat nominaal zes semesters en bestaat uit: • een major (hoofdprogramma) van 150 EC’s; • een profileringsruimte (keuzeprogramma) van 30 EC’s. Je sluit de hoofdfase af met een eindexamen. Het eindexamen is behaald als alle EC’s van periode 5 t/m 16 behaald zijn. Als de hoofdfase met goed gevolg is afgerond ontvang je het bachelordiploma. Het eindexamen heeft betrekking op de volgende programmagebieden: • onderwijs van de hoofdfase (periode 5 t/m 16) Zie art. 19 OER-FG 64/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
4.3.2
Studieprogramma hoofdfase
Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de hoofdfase paragraaf 4.1.4. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vind je in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Zie voor uitgebreide cursusomschrijvingen hoofdstuk 9. Zie art. 19 OER-FG
4.3.3
Toegang hoofdfase en studierichtingen
Studenten die de propedeuse van de opleiding hebben afgerond en het propedeutisch getuigschrift van de opleiding hebben behaald, worden toegelaten tot de hoofdfase van de opleiding. Heb je elders je een propedeutisch getuigschrift behaald, dan zal de examencommissie moeten beoordelen of je met dat propedeuse kunt instromen in de hoofdfase. Je moet dan om vrijstelling vragen op grond van jouw elders behaalde propedeuse. De examencommissie geeft dan een bewijs van vrijstelling af, dat het propedeuse van de opleiding van de HU vervangt. Je kunt geen propedeutisch getuigschrift van de HU krijgen enkel op basis van vrijstellingen. Zie ook par. 6.2 (vrijstellingen). Heb je de propedeuse nog niet afgerond, dan is toch mogelijk al vakken uit de hoofdfase te volgen en met een tentamen af te sluiten, op voorwaarde dat: • de student een positief studieadvies heeft ontvangen; • de student over de benodigde voorkennis beschikt om de cursus te kunnen volgen (dus voldoet aan de beginvereisten); • er geen garantie wordt gegeven dat het vak nog deel uitmaakt van het curriculum of nog dezelfde inhoud heeft op het moment dat de student officieel tot de hoofdfase wordt toegelaten; • indien de inhoud van de cursus gewijzigd is, de examencommissie bepaalt welk vak of welke vakinhoud hiervoor in de plaats komt. De examencommissie kan vrijstelling van de in de eerste alinea van deze paragraaf genoemde eis verlenen aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma. Dit gebeurt alleen als dat diploma naar het oordeel van de desbetreffende examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan het in het eerste lid genoemde getuigschrift. Indien het in de vorige alinea bedoelde diploma een buiten Nederland afgegeven diploma is, kan de examencommissie van de desbetreffende opleiding bepalen, dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd, voordat het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht volgen van het onderwijs.
4.3.4
Stages en stagewaardigheid
De stage heeft tot doel de student in de gelegenheid te stellen verworven kennis en inzicht, aangeleerde klinische en sociale vaardigheden onder begeleiding te oefenen en toe te passen binnen een beroepspraktijk zodat hij aan het einde van zijn opleiding tot mondhygiënist op zelfstandige wijze beroepsmatig kan gaan functioneren. Het omgaan met normen en waarden van het beroep mondhygiënist en de persoonlijke ontwikkeling van de stagiair is een belangrijk aspect van de stage. Opbouw De opbouw van het stageprogramma is gericht op integratie van theorie en praktijk. Tijdens de opleiding Mondzorgkunde e e e lopen de studenten verschillende stages. Deze stages vinden plaats in het 2 , 3 en 4 studiejaar. De inhoud van de verschillende stages is afgestemd op het niveau van het theoretische en klinische onderwijs van die overeenkomstige lesperiodes. Per stage is een aparte handleiding die, voor aanvang van de stage, aan de stagiair en stageadres wordt verstrekt.
65/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Stages Integrale Mondzorgstage Buitenlandse stage
Start Leerperiode 6 e 4 jaar
Duur 2 jaar (60 dagen) 8 tot 12 weken
Integrale Mondzorg Stage e In het 2 studiejaar start de student met de Integrale Mondzorgstage. De voorbereidingen beginnen in leerperiode 5, zodat de werkelijke stage aan het begin van leerperiode 6 kan aanvangen. Deze stage vindt plaats in een algemeen tandheelkundige praktijk waar ook een mondhygiënist werkzaam is. De student zal gedurende twee jaar één dag per week op het stageadres werkzaam zijn. De student ontwikkelt zich tijdens deze stage van een mondhygiënist in opleiding tot een zelfstandige beroepsbeoefenaar waarbij het hele scala van werkzaamheden van de mondhygiënist aan bod komt. Deze stage vindt in een praktijk in Nederland plaats. Stage in het buitenland De opleiding mondzorgkunde biedt de mogelijkheid om stage in het buitenland te laten plaatsvinden. Een stage in het buitenland is alleen mogelijk indien de minor International Health Studies wordt gevolgd. e Minor (International Health Studies IHS) 4 jaar (profilering) e In het 4 jaar kan de student, binnen de profileringsruimte, kiezen voor de minor IHS. Deze minor biedt de student de mogelijkheid inzicht te krijgen in de gezondheidszorg in een internationaal kader en specifiek de mondzorg in een land buiten Nederland. In het vierde jaar gaat de student voor een periode van 8-12 weken naar het buitenland. Deze stage is dan een verplicht onderdeel van de minor.
Het stagebureau Het stagebureau is belast met de directe organisatie van alle activiteiten die plaatsvinden in het kader van de stage en is verantwoordelijk voor het juiste beheer van alle stageadressen en gegevens. Nieuwe stageadressen worden door het stagebureau beoordeeld op geschiktheid volgens vastgestelde criteria. (Zie stagebeleid/stagehandleiding). Het stagebureau organiseert 2 keer per jaar een stagebegeleidersavond. Voor contactgegevens van het stagebureau zie par. 1.3.2. Stageplaatsen De studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplaats. Een maand voordat de studenten op stage gaan publiceert het stagebureau een overzicht met mogelijke stageplaatsen. Studenten die op stage gaan mogen hier een stageadres kiezen. Zij kunnen op hun voorkeursadres een optie nemen. Via een email geven zij hun voorkeur door aan het stagebureau. De student mag ook zelf adressen aandragen, ter goedkeuring en evt. opname in het stagebestand van de opleiding. Het stagebureau bepaalt wie (a.d.h.v. volgorde van aanmelding) contact op mag nemen met het stageadres. Pas na goedkeuring van het stagebureau neemt de student contact op met het stageadres voor een kennismakingsgesprek. Let op! Het is niet toegestaan om stage te lopen in een praktijk waar men ook in loondienst is of waar een familielid werkzaam is. De stage is aangemerkt als een perifere onderwijsperiode.(Zie “formele regelingen” in de stagehandleiding.) Voor een stage in het buitenland dient contact opgenomen te worden met de coördinator internationalisering / stagecoördinator om te bepalen of aan de beginvereisten voor een buitenlandse stage is voldaan. Beginvereisten Om aan de stage te mogen deelnemen, moet de student per stage aan de toelatingseisen voldoen. Zie in deze studiegids hoofdstuk 9: Cursus Omschrijving voor de beginvereisten per stage. De studieloopbaanbegeleider Als de student geplaatst is bij een stageadres begeleidt de studieloopbaanbegeleider de stage. De studieloopbaanbegeleider is vanaf dat moment het aanspreekpunt voor zowel de student als het stageadres. Op vaste momenten tijdens de stage neemt de studieloopbaanbegeleider contact op met het stageadres om de voortgang van de stage te bewaken. Beoordeling Integrale Mondzorg Stage De beoordeling geschiedt na elk stageblok van 20 dagen door de stagebegeleider. Dit gebeurt aan de hand van de verrichtingenlijst, beoordelingsformulier “Leerdoelen” en het formulier “Leer- en beroepshouding”.Tevens dient het verslag met een voldoende te zijn beoordeeld door de stagebegeleider en studieloopbaanbegeleider.
66/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Buitenlandse stage Voor IHS gelden de richtlijnen Minor International Health Studies. Stagecontracten Het stagebureau zorgt voor een geldige samenwerkingsovereenkomst tussen de stagepraktijk en de Hogeschool Utrecht. De student heeft een stage contract met de stageverlenende praktijk/instelling. In het contract is de Hogeschool eind verantwoordelijk voor de wettelijk aansprakelijkheid, indien de verzekering van de praktijk of de student ontoereikend is (zie contract en “formele regelingen” in de stage handleiding). Herkansing, onderbreking en afbreking van de stage Indien een stage onvoldoende beoordeeld is, moet de gehele stage worden overgedaan, nadat de student zijn deficiënties op de opleiding heeft bijgewerkt. Alleen in bijzondere gevallen kan de stage worden af-/onderbroken in overleg met de studieloopbaanbegeleider, het stagebureau en de stagebegeleider. Verandering van stageadres kan tot studievertraging leiden. Stageonkosten De stagiair draagt zelf zorg voor de reiskosten met betrekking tot de stage. Door het verrichten van werkzaamheden in het kader van de stage verwerft de student niet het recht salaris of andere geldelijke middelen te claimen. De stageperiode wordt gezien als een perifere onderwijsperiode. Zie art. 26 OER-FG.
4.3.5
Profileringsruimte
De opleiding kent naast het hoofdprogramma (major) ook een vrije keuzeruimte van 30 EC’s, de zogenaamde profileringsruimte. Deze profileringsruimte is bedoeld om een eigen accent aan de studie te geven en kan ingevuld worden met: • een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen); • een pre-master (= een schakeltraject ter voorbereiding op een masteropleiding); • een pakket van keuzecursussen dat je zelf samenstelt. Hogeschool Utrecht heeft een uitgebreid aanbod van minors en losse keuzecursussen dat door alle faculteiten van HU gezamenlijk is ontwikkeld. Maar je kunt ook gebruikmaken van het aanbod van andere hogescholen en universiteiten (ook in het buitenland, zie par. 2.13.1). Daarnaast is het mogelijk om zelf - in samenspraak met je studieloopbaanbegeleider - een minor samen te stellen. Naast de verschillende minoren en keuzecursussen die HU-breed en faculteitbreed worden aangeboden bestaat sinds een aantal jaar de differentiatie minor parodontologie. Deze differentiatie minor is in principe bestemd voor studenten Mondzorgkunde uit Amsterdam en Utrecht en omvat op dit moment nog 15 EC. Deze differentiatie minor kun je alleen volgen in het vierde jaar van je opleiding. Naast een aantal bijeenkomsten in Utrecht en Amsterdam waarin o.a. theorie wordt behandeld loop je, verdeeld over 2 blokken, 30 dagen stage in een parodontologie praktijk. Om toegelaten te kunnen worden tot deze differentiatie minor moet je aan een aantal ingangseisen voldoen: anesthesie en radiologie (zowel theorie als praktijk) moeten behaald zijn en je zaalmentor moet een positief advies geven. Het aantal plaatsen is beperkt. Voor deze differentiatie minor kun je je opgeven bij
[email protected]. Voor advisering en begeleiding bij de invulling van de profileringsruimte kun je terecht bij de studieloopbaanbegeleider (zie ook par.4.1.7). In samenspraak stel je een profileringsplan op waarin jouw keuze uit het profileringsaanbod van de HUOnderwijscatalogus en eventuele externe minors en/of keuzecursussen wordt vastgelegd. Uit het profileringsplan moet blijken op welke wijze de gekozen onderdelen bijdragen aan de voorbereiding op de beoogde beroepsuitoefening of verdere studie.
67/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
De invulling van de profileringsruimte is formeel gebonden aan voorafgaande goedkeuring door de Examencommissie van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. Op advies van de studieloopbaanbegeleider kan het profileringsplan nader gemotiveerd worden met het oog op goedkeuring door de Examencommissie. De Examencommissie kan goedkeuring weigeren als de keuzecursus of minor niet van hbo-niveau is, of als er sprake is van substantiële overlap tussen de keuzecursus of minor enerzijds en het hoofdprogramma anderzijds. Kijk voor meer informatie over de profileringsruimte en minors op www.minors.hu.nl. Voor inzage in het aanbod van HU-minors, keuzecursussen en pre-masters, en voor inschrijving kun je terecht op www.osiris.hu.nl. Ook kun je een bezoek brengen aan de jaarlijkse HU-minormarkt, die in maart wordt gehouden en waarbij alle HU-faculteiten hun profileringsaanbod presenteren. Meer informatie over pre-master trajecten vind je in de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU en op www.premasters.hu.nl. Het onderwijs in de profileringsruimte vindt plaats op de dinsdagmiddag en -avond. De eerste lessen starten om 14.00 uur en eindigen uiterlijk om 21.00 uur. Voor de studenten van jaar 4 zijn dan geen andere activiteiten gepland. Je kunt het profileringsonderwijs ook tijdens je stage blijven volgen, als je ervoor zorgt dat je de dinsdagmiddag niet op je stageplek aanwezig hoeft te zijn! Op www.hu-sharepoint.nl/sites/Roosterbureau.FG zie je via het kopje PROFI waar en wanneer de lessen worden gegeven. Dat kan ook op de FEM of de FMR zijn! Je bent zelf verantwoordelijk voor de planning van zelfstudie of eventueel werken in groepen buiten het docentgebonden contactonderwijs. Er gelden vrijstellingspunten in de profileringsruimte voor studenten met de onderstaande vooropleidingen: Vrijstellingen profilering Vooropleiding
Vrijstelling EC’s
HBO- of WO-diploma, ongeacht de richting
30 (volledig)
HBO- of WO-propedeuse, ongeacht de richting
10
De student dient een brief te sturen naar de examencommissie om een vrijstelling op basis van eerder gevolgde opleiding aan te vragen. Hieraan dienen de bewijsstukken - bijvoorbeeld (kopieën van) getuigschriften, diploma's, toegevoegd te worden. Ook wijzigingen in eerder ingediende profileringsplannen dienen aangevraagd te worden bij de examencommissie.
4.3.6
Masterclasses KMC28
Inspiratie voor innovatie Masterclasses bieden een uitgelezen kans om te ervaren hoe praktijkgericht onderzoek ten goede komt aan verbetering van de zorg. Zorg in brede zin. Uiteenlopend van de nieuwste inzichten voor je optreden en interventies als professional tot de manier waarop complicaties wegens medicatie kunnen worden voorkomen of de manier waarop de inrichting van woningen voor dementerende mensen kan worden verbeterd. Ons kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening verzorgt 28 van deze masterclasses (vandaar: KMC28). Elke dinsdag kun je daar terecht. Onderzoekers vertellen over hun specialisme, leggen uit hoe vragen die in de zorg leven, vertaald worden naar onderzoek én hoe je de resultaten van dat onderzoek kunt implementeren in de zorg en kunt benutten in het onderwijs dat de opleidingen verzorgen. Vanzelfsprekend is er ook mogelijkheid tot discussie. De thema’s van KMC 28 (zie www.sharepoint.hu.nl/sites/kmc28/default.aspx) zijn zowel verdiepend voor je eigen vakgebied als verbredend: kennis over zorginnovatie in andere sectoren geeft je immers handvatten om gemakkelijker interdisciplinair samen te werken. KMC28 biedt zo een breed palet. En is een goede metgezel voor je activiteiten in het kader van Loep, mogelijke participatie in de onderzoekslijnen van het kenniscentrum en/of je eigen afstudeerproject.
68/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
4.3.7
Afstuderen
Het afstudeertraject in jaar 4 staat in het teken van de competentie ‘toegepast onderzoek uitvoeren en innoveren’. Het is de bedoeling dat de student in een projectgroep een kleinschalig onderzoek uitvoert, een systematic review schrijft of een protocol ontwikkelt. Het resultaat is een onderzoeksverslag, een systematic review, verslag protocolontwikkeling/protocol en een referaat. Na voldoende afronding van alle onderdelen van het project ontvangt de student 10 EC. De afstudeercoördinator is mw. N.W.D. van Maanen-Schakel. Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie over het examen en het getuigschrift. Zie par. 1.3.3 voor uitschrijving na afstuderen.
Digitaal aanleveren en publiceren van scripties en onderzoeksartikelen Hogeschool Utrecht is één van de hogescholen die actief deelneemt aan de HBO-Kennisbank. Hierop worden publicaties, zoals scripties en onderzoeksartikelen, die binnen hogescholen worden geproduceerd digitaal beschikbaar gesteld aan geïnteresseerden van over de hele wereld. En kunnen ze omgekeerd ook weer een rol spelen bij onderwijs en onderzoek. Studenten die hun afstudeerscriptie hebben afgerond met het cijfer 7 of hoger, mogen hun scriptie kosteloos digitaal laten publiceren op de HBO-Kennisbank. Belangrijke voorwaarde is wel dat het stagebedrijf hiermee akkoord gaat en dat er geen vertrouwelijke informatie in voor komt. Voor meer informatie en de HU-contactpersoon: www.hbo-kennisbank.nl
69/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
5
Cursusdeelname
5.1
Algemeen
Het onderwijsprogramma van de opleiding is samengesteld uit onderwijseenheden, de zogenaamde. cursussen. Een cursus is een samenhangend geheel van te verwerven kennis, inzicht en (beroeps)vaardigheden, met een studielast uitgedrukt in EC’s. Een cursus wordt afgerond door middel van een tentamen (zie ook par. 6.1). Alle cursussen worden aan het begin van het studiejaar gepubliceerd in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Zie voor een curriculumoverzicht par. 4.1.4, en voor meer informatie over de specifieke cursussen hoofdstuk 9.
5.2
Inschrijving voor cursussen
Deelname aan cursussen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Inschrijven (en eventueel uitschrijven) is mogelijk tot twee weken voor de start van een onderwijsperiode waarin het onderwijs van de desbetreffende cursus wordt gegeven. Als student ben je hier zelf verantwoordelijk voor. Je kunt je in hetzelfde studiejaar eenmaal per cursus inschrijven. Als service naar de student neemt de opleiding de inschrijving van de major voor haar rekening. Voor de minor dient de student zich wel zelf in te schrijven. Inschrijving voor een minor houdt tevens inschrijving in voor alle cursussen die deel uitmaken van de minor. Zie art. 32 OER-HU.
5.3
Aanwezigheidsplicht
Voor je studievoortgang is het van groot belang dat je aanwezig bent bij alle bijeenkomsten. Je leert immers niet alleen van je docent, maar ook van de interactie met klasgenoten. Bovendien blijkt dat studenten die vaak aanwezig zijn betere studieprestaties boeken. Sommige cursussen hebben een aanwezigheidsplicht; dit staat vermeld in OSIRIS en in de periodeboeken In uitzonderlijke gevallen kan de examencommissie vrijstelling verlenen van de aanwezigheidsplicht, eventueel onder bepaalde voorwaarden. De student moet daartoe een verzoek indienen (zie ook par. 1.3.4). Er is geen enkele reden om dentale radiologie tijdens de zwangerschap te onderbreken, mits men volgens de veiligheidsvoorschriften werkt en er eventueel een persoondosismeter (met een drempeldosis van 0.02 mSv / maand) gebruikt wordt als bewijs van de ontvangen stralingsdosis tijdens de zwangerschapsperiode.
5.4
Beginvereisten
Aan een cursus kunnen begin- of toegangsvereisten zijn verbonden. Zie daarvoor de cursusbeschrijvingen (hoofdstuk 9). Voldoe je niet aan deze vereisten dan kan je niet deelnemen aan de cursus, tenzij de Examencommissie daarvoor toestemming verleent. Zie ook par. 1.3.4
70/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
6
Tentamens en examens
6.1
Algemeen
Tentamens Een cursus wordt afgerond met een tentamen of toets. Elk tentamen toetst de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de individuele student. Een tentamen kan ook een onderzoek naar de beroepshouding van een student betreffen. Tentamens (ook die in groepsverband worden gemaakt) dienen primair om de leerresultaten van individuele studenten te toetsen aan de beoogde doelstellingen. Het onderzoek wordt verricht door of namens de Examencommissie van de opleiding die de cursus verzorgt. Inhoud en vorm van het tentamen wordt, binnen de kaders van het toetsbeleid van de opleiding, instituut of faculteit, bepaald door de desbetreffende examinator onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie. Een tentamen kan zijn onderverdeeld in deeltentamens (of deeltoetsen). Een Examencommissie kan onder te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder (deel)tentamen met goed gevolg hoeft te worden afgelegd. Verder bepaalt de Examencommissie de volgorde waarin in de propedeutische fase en in de hoofdfase tentamens kunnen of moeten worden afgelegd en waar nodig dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor toelating tot andere tentamens. Examens Iedere opleiding kent twee examens: het propedeutisch examen en het eindexamen. Deze examens vormen de afsluiting van respectievelijk de propedeutische fase en hoofdfase. De student slaagt voor het propedeutisch examen of eindexamen als voor dat deel voldaan is aan de beschreven normen. Daarvoor moeten de tentamens van de betrokken studiefase als voldoende zijn beoordeeld, en daarmee alle benodigde EC’s (60 voor de propedeuse en 180 voor de hoofdfase) zijn behaald. Het eindexamen kan slechts worden afgelegd als het propedeutisch examen is behaald. Zodra de student het programma van de propedeutische fase of hoofdfase heeft afgerond, beoordeelt de Examencommissie in haar eerstvolgende vergadering de resultaten. Indien de student is geslaagd en aan alle overige verplichtingen met betrekking tot de opleiding heeft voldaan, reikt de Examencommissie het getuigschrift uit. Daarvoor gelden procedurele regels. Zie verder par. 6.4. Zie de cursusbeschrijvingen in Hoofdstuk 9 en de periodeboeken. Zie art. 28, 30 OER-FG
6.2
Vrijstellingen
De Examencommissie kan een student vrijstellen van (deelt)tentamens en/of het propedeutisch examen, op grond van: • een eerder behaald tentamen(s) of examen(s); • elders opgedane kennis of vaardigheden waaruit blijkt dat de student reeds aan de vereisten van het (deel)tentamen heeft voldaan. Vrijstellingen worden onder vermelding van de geldigheidsduur schriftelijk verstrekt en ondertekend door de Examencommissie. Zie par.1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de Examencommissie. Vrijstelling van een tentamen of examen betekent dat de student niet hoeft deel te nemen aan de desbetreffende cursus(sen). Overleg eerst met de studieloopbaanbegeleider of het zinvol is om een vrijstelling aan te vragen. Als een verzoek wordt ingediend, moet daar altijd een schriftelijk bewijsstuk (diploma, cijferlijst, verklaring etc.) zijn bijgevoegd. Vrijstellingen op basis van binnen de onderwijsafdeling behaalde resultaten worden in OSIRIS met het oorspronkelijke cijfer opgevoerd. Andere vrijstellingen worden weergegeven als “VRY”. De vrijstelling blijft buiten beschouwing bij eventuele berekening van een gemiddelde.
71/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Vrijstellingen voor vakken uit de hoofdfase kunnen pas worden aangevraagd wanneer een student formeel tot de hoofdfase is toegelaten. Zie art. 40 OER-FG).
6.3
Organisatie tentamens 6.3.1
Tentamenvorm en -duur
Tentamens zijn instrumenten om de studieresultaten van studenten te toetsen en beoordelen. Dit kan op verschillende manieren. De meest gebruikte tentamenvormen zijn: • tentamens met gesloten vragen; • tentamens met open vragen; • tentamens met meerkeuzevragen; • werkstukken of andere vormen van schriftelijke opdrachten; • reflectieverslagen; • het vervaardigen en/of uitvoeren van een presentatie en/of taak; • een mondeling tentamen. De examinatoren stellen de benodigde opdrachten, opgaven en beoordelingsnormen vast en zorgen ervoor (samen met andere bij een tentamen betrokkenen) dat de vereiste geheimhouding in acht wordt genomen totdat de opgaven zijn uitgereikt aan de kandidaten. Wanneer onderwijsinhouden aan bod zijn geweest en zijn getoetst, gaat de opleiding er vanuit dat deze stof voor de student bekend is en dat de student deze inhouden bijhoudt. In bloktoetsen verderop in het studieprogramma kunnen onderdelen terugkomen. De beschikbare tijdsduur voor tentamens is in de faculteits-OER bepaald. Bij uitzondering kunnen tentamens langer of korter duren.
Zie art. 31 OER-HU
6.3.2
Inschrijving en deelname (her)tentamens
Inschrijving schriftelijke tentamens Deelname aan schriftelijke tentamens is slechts mogelijk na tijdige inschrijving in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Als student ben je hier zelf verantwoordelijk voor. Check dus altijd of je bent ingeschreven. Als je niet correct bent ingeschreven, heb je geen toegang tot het tentamen. Als service naar de student neemt de opleiding de inschrijving voor toetsen van de major voor haar rekening. Zie hoofdstuk 8 voor tentamenroosters e.d. Inschrijving niet-schriftelijke tentamens Zie OSIRIS (www.osiris.hu.nl) voor de inschrijving voor niet-schriftelijke tentamens. Tentamenmogelijkheden / herkansingen Herkansing van een afgelegd tentamen is slechts mogelijk als de beoordeling van het tentamen onvoldoende is. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere beoordelingen voor het tentamen. Als je staat ingeschreven voor een tentamen maar daaraan niet deelneemt, verlies je een tentamenmogelijkheid in dat studiejaar. Je wordt dan verwezen naar de volgende reguliere tentamenmogelijkheid. De aanduiding NA (Niet Aanwezig), die gebruikt wordt als een student zich heeft ingeschreven voor een schriftelijk tentamen, maar daar niet aan deelneemt, wordt beschouwd als een tentamenuitslag.
72/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
De student die door overmacht niet aan een tentamen kan deelnemen, kan de Examencommissie verzoeken om een extra tentamenmogelijkheid. Van overmacht is sprake als zich een of meer van de volgende omstandigheden voordoen: • ziekte; • lichamelijk of andere functiestoornis; • zwangerschap; • bijzondere familieomstandigheden; • andere situaties van overmacht, dit ter beoordeling van de Examencommissie. De overmacht moet vooraf gemeld worden bij het secretariaat van de examencommissie . E-mail:
[email protected] Indien de student toch besluit deel te nemen, geldt het als een toetskans. Indien de student een beroep doet op een extra kans vanwege overmacht, geldt dat die kans slechts wordt geboden als er anders ernstige studievertraging zal optreden. Indien er geen ernstige studievertraging optreedt, geldt de eerstvolgende reguliere toetskans als herkansing. Dit ter beoordeling van de examencommissie. Studenten die in aanmerking komen voor een extra herkansing zijn verplicht de colleges te volgen. Zie par.1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de Examencommissie. Zie voor overige informatie hoofdstuk 9, cursusbeschrijvingen of de periodeboeken. Zie art. 31, 33, 34 en 36 OER-FG
6.3.3
Voorzieningen bij een functiebeperking
Algemeen Een student met functiebeperking kan de Examencommissie verzoeken om voorzieningen te treffen, waardoor de student bijvoorbeeld een examen of tentamen op aangepaste wijze kan afleggen. Een verzoek hiertoe moet schriftelijk met bijbehorende deskundigenverklaring aan het begin van het semester tot uiterlijk aan het einde van de tweede lesweek (of aan het begin van het studiejaar in september) ingediend worden bij de Examencommissie. Onder een functiebeperking verstaan we alle lichamelijke, zintuiglijke en psychologische aandoeningen die chronisch, dus blijvend van aard, zijn. Soms is een beperking goed te zien of te horen, zoals een visuele beperking of chronisch stotteren. Het komt echter vaak voor dat een beperking of chronische ziekte niet opvalt. Denk aan dyslexie, chronische vermoeidheid, AD(H)D, RSI, reuma, psychische aandoeningen zoals depressie en vormen van autisme, zoals PDD-NOS en Syndroom van Asperger. Zie par. 2.8 voor algemene informatie over studeren met een functiebeperking, en par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de Examencommissie. Extra tentamentijd wegens dyslexie e.d. Studenten die menen recht te hebben op extra tijd (bijv. bij dyslexie) kunnen dit aan het begin van het studiejaar (in september) aangeven bij de Examencommissie. Als de Examencommissie de aanvraag honoreert, krijgen studenten bij alle tentamens in het betreffende studiejaar 25 procent extra tijd. De voorzitter van de examencommissie kan toestaan dat een student met een functiebeperking en/of chronische ziekte een bloktoets of (deel)toets geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze, die is aangepast aan de mogelijkheden die de gesteldheid van de student biedt. Aan 1e-jaars studenten, van wie Nederlands niet de moedertaal is, kan de examencommissie toestaan een toets af te leggen met 25 procent extra tijd en met een woordenboek, goedgekeurd door het secretariaat. Verzoeken met betrekking tot de hier bovenstaand genoemde voorzieningen worden schriftelijk, met redenen omkleed en zo mogelijk van bewijsstukken voorzien, ingediend bij de voorzitter van de examencommissie.
73/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Algemene geldigheid van voorzieningen Kent de Examencommissie een voorziening toe vanwege een functiebeperking dan geldt dit voor elk volgend tentamen of examen. De student heeft recht op dezelfde voorziening bij het afnemen van een examen of tentamen aan een andere opleiding. De student moet voldoen aan de volgende voorwaarden: • de toegekende voorziening is uiterlijk bij inschrijving voor het tentamen of examen gemeld bij de Examencommissie van de andere opleiding; • de student op verzoek het schriftelijk besluit kan tonen waaruit blijkt dat de voorziening is toegekend; • de Examencommissie van de andere opleiding de gemelde voorziening niet heeft geweigerd (een weigering moet schriftelijk en gemotiveerd voor het tentamen of examen aan de student worden bekendgemaakt). Zie art. 39 OER-FG
6.3.4
Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens
Voor deelname aan schriftelijke tentamens geldt dat een student zich moet legitimeren door middel van een geldige collegekaart van Hogeschool Utrecht. Indien je geen geldige collegekaart kan tonen, kun je alleen deelnemen aan tentamens door het tonen van een geldige tentamenpas en een geldig legitimatiebewijs (paspoort, Europese identiteitskaart, Nederlands of internationaal rijbewijs of vluchtelingendocument). Heb je nog geen collegekaart ontvangen, dan kun je in de week voorafgaand aan de tentamenperiode kosteloos een tentamenpas (periodepas) aanvragen. Deze tentamenpas is geldig gedurende de daarop aangegeven periode. Heb je wel een collegekaart ontvangen maar ben je deze door verlies of diefstal kwijtgeraakt, dan kun je een tentamenpas (dagpas) aanvragen tijdens de tentamenperiode. Deze tentamenpas is uitsluitend geldig op de dag van afgifte. Aan de tentamenpas zijn kosten verschuldigd: € 25,- per pas tot een maximum van € 100,- per tentamenperiode. Studenten die door aantoonbare overmacht (zoals bijvoorbeeld diefstal waarvan een proces-verbaal overlegd kan worden) hun e collegekaart zijn verloren, zijn per tentamenperiode slechts € 25,- (tarief 1 tentamenpas) verschuldigd. Deze tentamenpas wordt slechts afgegeven indien de student: • rechtsgeldig staat ingeschreven als student aan HU; • bij de aanvraag een geldig legitimatiebewijs toont; • staat ingeschreven voor het desbetreffende tentamen. Ben je je collegekaart kwijtgeraakt dan dien je dit direct te melden en een nieuwe collegekaart aan te vragen (tegen betaling van vervangingskosten). Zie art. 35 OER-FG
6.3.5
Gang van zaken tijdens tentamens
Procedure 1. Het afsluitend examen is behaald indien de student alle toetsen van periode 5 t/m 16 met goed gevolg heeft afgerond. 2. De studiestof staat in de periodeboeken. De student is zelf verantwoordelijk voor het kennisnemen van de te bestuderen leerstof. 3. De student kan per onderwijseenheid per studiejaar minimaal één keer en maximaal twee keer deelnemen aan een bloktoets of een (deel)toets. Uitzonderingen staan vermeld in Hoofdstuk 9, periodeomschrijvingen. Bij niet-deelname aan een toets verliest de student een toetsmogelijkheid, tenzij de examencommissie op grond van overmacht anders beslist. Praktijkopdrachten gelden hierbij ook als toetsen. In de periodeboeken staat een overzicht van de momenten voor het afleggen van bloktoetsen en van de toetsgelegenheden. 4. Behoudens speciale overgangsregelingen geldt dat een student die opnieuw deelneemt aan een bloktoets, toets of praktijkopdracht in een volgend studiejaar moet voldoen aan de eisen die hieraan in dat nieuwe studiejaar worden gesteld. Hij moet zich via de cursusbeschrijvingen in OSIRIS van deze eisen op de hoogte stellen. 5. De opleiding draagt zorg voor: 74/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
-
-
Bekendmaking van plaats en tijdstip van een toets. Het geven van gelegenheid voor inschrijving voor toets. Instructie en benodigdheden voor de surveillanten. Bewaren van alle opgaven, normen en gemaakt werk van een toets voor een periode van tenminste 6 maanden en bovendien, in geval van beroep tegen de uitslag van het examen of examenonderdeel, gedurende de periode dat nog niet op dat beroep is beslist. Het bewaren van het verslag van het verloop tijdens een toets voor een periode van tenminste 6 maanden. Het bewaren van de uitslag van een bloktoets of (deel)toets voor een periode van ten minste 8 jaar. Ontvangst van aanvragen, bekendmaking van het oordeel van de examencommissie en de registratie met betrekking tot vrijstellingen.
De toelating tot een bloktoets of een toets 1. Een docent kan pas bepalen of een student toelaatbaar is voor een assessment of een (deel)toets nadat de student zich binnen de daarvoor gestelde termijn heeft ingeschreven. 2. De desbetreffende docent bepaalt op grond van de in de cursusbeschrijvingen vermelde criteria (bijvoorbeeld normen met betrekking tot aanwezigheid) of een student toelaatbaar is voor een bloktoets of een (deel)toets. Het verloop tijdens een bloktoets of een toets Aanwijzingen van de examinator of een surveillant voor, tijdens, dan wel onmiddellijk na afloop van een bloktoets of een toets, dienen door de student meteen te worden opgevolgd. Bij elke toets geldt dat de student: • zich op verzoek dient te legitimeren door middel van een geldige collegekaart bij de examinator of de surveillant. • een handtekening dient te zetten bij het inleveren van de uitgewerkte toets, als bewijs voor de opleiding en de examinandus dat de uitgewerkte toets is ingeleverd. • tot uiterlijk een half uur na de aanvangstijd wordt toegelaten. • niet eerder dan een half uur na aanvang van de toets de zaal pas mag verlaten. De examinator dan wel de surveillant maakt een verslag van het verloop van de toets waarin de volgende onderdelen zijn opgenomen: • Bevoegde aanwezigheid van iedere student. Dit controleert hij aan de hand van collegekaarten en aan de hand van de door het secretariaat verstrekte deelnemerslijst. • De handtekening van de student op de deelnemerslijst als bewijs van deelname aan de bloktoets dan wel inlevering van de uitgewerkte toetsopdrachten. • Eventueel geconstateerde of vermoede onregelmatigheden. Zie art. 31 OER-FG
6.3.6
Beoordeling en inzage tentamenwerk
Tentamenbeoordeling 1. De beoordeling van een toets geschiedt aan de hand van de criteria zoals geformuleerd in het betreffende periodeboek. 2. Indien een toets, al dan niet tegelijkertijd, door meer dan één examinator wordt afgenomen, dan ziet de examencommissie er op toe dat die examinatoren beoordelen aan de hand van dezelfde normen. 3. De beoordeling van een toets wordt uitgedrukt in de kwalificaties cijfers, voldaan dan wel niet voldaan. 4. Een examinandus is voor een onderwijseenheid geslaagd als aan de toets(en) is voldaan. De examinator kan daarbij eventueel differentiëren naar de verschillende competenties. 5. Indien een student aan een competentie heeft voldaan, heeft dit een geldigheidsduur van acht jaar, tenzij in het periodeboek daarover iets anders is vastgelegd. Na afloop van die periode dienen studenten opnieuw te voldoen aan alle afrondingsvoorwaarden van die onderwijseenheid, als zij het examen in zijn geheel nog niet hebben gehaald. Zie ook H6.3.9. De beoordeling van een tentamen wordt uitgedrukt in: • een cijfer op een schaal van 1,0 t/m 10,0 en tot op tienden nauwkeurig; • een woordbeoordeling: VRY (vrijstelling), V (voldoende) of O (onvoldoende). Een tentamen is als voldoende beoordeeld bij een cijfer 5,5 of hoger, V resp. VRY.
75/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
De resultaten van tentamens worden door de examencommissie definitief vastgesteld. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan mondeling meegedeelde resultaten. Een voorlopige uitslag kan op de Sharepoint site bekend gemaakt worden. Eindbeoordeling cursus De eindbeoordeling van een cursus wordt uitgedrukt in een cijfer of woordbeoordeling, op nagenoeg dezelfde wijze als bij tentamens (zie boven). Een cijferbeoordeling van een cursus is een geheel getal, berekend als het gewogen gemiddelde van de (deel)cijfers met wegingsfactoren zoals aangegeven in OSIRIS, waarbij breuken (0,5) naar boven worden afgerond. Eventuele woordbeoordelingen V en VRY tellen niet mee in deze berekening. Per cursus wordt een minimumcijfer vastgesteld en vermeld in OSIRIS. Voor een cursus kan slechts een eindbeoordeling worden vastgesteld wanneer elk van de bijbehorende tentamencijfers voldoen aan de minimumnorm (zoals per cursus vermeld in OSIRIS), ofwel VRY resp. V zijn. De eindbeoordeling van een cursus is voldoende bij een (afgerond) eindcijfer van 6 of hoger, dan wel VRY of V. De aan een cursus verbonden EC’s (zie cursusbeschrijvingen, hoofdstuk 9) worden pas toegekend als het bijbehorende tentamen op alle onderdelen is behaald. Bekendmaking tentamenresultaten Als bewijs dat een tentamen is afgelegd, wordt de uitslag door de desbetreffende examinator of examinatoren bekendgemaakt in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Tentamenresultaten worden altijd bekendgemaakt onder voorbehoud van type- en overschrijffouten. Studenten kunnen zelf uit OSIRIS een resultatenlijst uitprinten en deze controleren. Je wordt als student geacht zelf je cijfers te controleren. Mogelijke fouten dien je binnen vier weken na bekendmaking van het cijfer in Osiris te melden bij de examinator of de Examencommissie. Voor vragen over de administratie van de resultaten kan de student zich wenden tot de ambtelijk secretaris van de examencommissie, mevr. Ina Cardol. Zie art. 36 OER-FG
Voor de bekendmaking van tentamenresultaten gelden de volgende termijnen: • uiterlijk drie weken na afname van een tentamen, met uitzondering van mondelinge tentamens; • op de dag van afname van een mondeling tentamen. Indien sprake is van een eindbeoordeling op basis van meerdere deeltentamens, begint de termijn zoals hierboven genoemd te lopen vanaf het laatste deeltentamen. De Examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van de genoemde beoordelingstermijnen, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. De beoordelingstermijn van de afstudeeropdracht, projectwerkstukken, portfolio’s e.d. kan afwijken van het bovengestelde. De student maakt hierover individuele afspraken met de docent. Inzage tentamenwerk De student heeft recht op inzage van het gemaakte en beoordeelde tentamenwerk. De inzage, al dan niet gekoppeld aan een nabespreking, vindt plaats binnen drie weken na het bekendmaken van de tentamenuitslag, doch uiterlijk voor het hertentamen. De Examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van deze termijn, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Het moment van inzage wordt in het jaarrooster vermeld. Voor elk door studenten geleverd schriftelijk tentamen resp. werkstuk kan een nabespreking worden georganiseerd door de verantwoordelijke docent. Deelname aan nabesprekingsbijeenkomsten is voor de student niet verplicht. Tijdens de nabespreking hebben studenten het recht om het door hen geleverde schriftelijke werk in te zien en krijgt de student een toelichting op de beoordeling van tentamenwerk. De docent presenteert de juiste antwoorden op de opgaven. Alle specifieke vragen, die voortkomen uit de confrontatie tussen het door de student geleverde werk en de modelantwoorden die de docent presenteert, kunnen tijdens de nabespreking aan de orde komen. Zie art. 31 en 37 OER-FG
76/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
6.3.7
Onregelmatigheden / fraude
Fraude bij tentamens en examens is verboden. Voor een student die zich schuldig maakt aan fraude (of andere vormen van onregelmatigheden zie artikel 38 OER HU) kan de Examencommissie één van de volgende maatregelen nemen tegen de desbetreffende student(en): • ontzeggen van deelneming aan een of meer tentamens of het examen voor een termijn van ten hoogste een jaar; • onthouden van het getuigschrift, verklaring of certificaat; • afnemen van een hernieuwd examen op door de Examencommissie aan te wijzen onderdelen en op een door haar te bepalen wijze. • de faculteitsdirectie adviseren om de inschrijving van de betrokken student definitief te beëindigen indien: 1. een student zich eerder schuldig heeft gemaakt aan onregelmatigheden en hem daarvoor tenminste een half jaar de deelname aan tentamens is ontzegd, of; 2. een student zich schuldig maakt aan zodanig ernstige onregelmatigheden, waarbij sprake is van verzwarende omstandigheden, dat deze sanctie gerechtvaardigd wordt geacht. Alvorens een besluit te nemen wordt de student door de Examencommissie gehoord. De Examencommissie stelt de student direct op de hoogte van de beslissing. Zie voor de volledige procedure artikel 38 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU (www.reglementen.hu.nl). Ter bestrijding van plagiaat, een vorm van onregelmatigheid, maakt de opleiding mondzorgkunde gebruik van het door de HU geïnstalleerde antiplagiaatpakket Ephorus. (zie www.ephorus.nl) Zie art. 38 OER-FG
6.3.7
Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk
Alle schriftelijke tentamens en examens worden in elk geval bewaard tot zes maanden na bekendmaking van de uitslag, of tot de beslissing in een eventuele beroepsprocedure met betrekking tot die uitslag. Voor afstudeerproducten geldt een termijn van twee jaar. De student kan pas na afloop van de bewaartermijn op verzoek tentamen- of examenwerk terugkrijgen. Alle documenten met betrekking tot: • (voldoende) tentamen- of examenuitslagen; • Vrijstellingen; • de inschrijving van de student; • de afgifte van getuigschriften of verklaringen; worden door de afdelingsdirectie bewaard gedurende een periode van dertig jaar, conform het Privacyreglement studenten HU. Zie art. 41 OER-FG
6.3.8
Geldigheidsduur studieresultaten
De geldigheid van behaalde resultaten voor bloktoetsen, toetsen of examens is, zolang de student onafgebroken bij de opleiding mondzorgkunde is ingeschreven voor praktijktoetsen één jaar en voor theorietoetsen vijf jaar. Indien deze termijn verlopen is volgt een ingangstoets. De examencommissie van de opleiding mondzorgkunde is bevoegd de geldigheidsduur te verlengen. Zie art. 28 OER-FG
77/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
6.4
Getuigschriften en titulatuur 6.4.1
Algemeen
Als bewijs dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt: • het propedeutisch getuigschrift na het behalen van het propedeutisch examen; • het bachelordiploma na het behalen van het afsluitend examen.
Het propedeutisch getuigschrift en het bachelordiploma worden ondertekend door de voorzitter en een lid van de Examencommissie van de opleiding. Aan het bachelordiploma wordt een Internationaal Diploma Supplement (IDS) volgens het Europese model toegevoegd, met als doel inzicht te geven in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het getuigschrift of diploma. Je ontvangt slechts één getuigschrift. Het getuigschrift wordt in beginsel in het Nederlands opgesteld. Op verzoek van de student kan, in plaats van een Nederlands getuigschrift, echter ook een Engelstalig getuigschrift worden verstrekt. Het Internationaal Diploma Supplement wordt altijd in het Engels opgesteld. Als je meer dan één tentamen met goed gevolg hebt afgelegd, maar je krijgt geen propedeutisch getuigschrift of diploma uitgereikt, dan kan je de Examencommissie om een verklaring verzoeken. Daarin worden de behaalde tentamens vermeld. De verklaring wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van de Examencommissie van de opleiding. Artikel 42 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU (www.reglementen.hu.nl) regelt welke gegevens het getuigschrift en supplement moeten bevatten. Zie ook het Spoorboekje Diploma’s op www.reglementen.hu.nl .
Zie art. 42 OER-FG
6.4.2
Graden en titulatuur
De examencommissie van de opleiding Mondzorgkunde verleent de graad Bachelor of Health aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van de opleiding Mondzorgkunde heeft afgelegd. Aan de graad kan een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft, worden toegevoegd. Het verlenen van de graad Bachelor of Health geeft het recht om deze als titel te voeren, afgekort tot B Health achter de eigen naam. Zie art. 43 OER-FG
6.4.3
Aantekening cum laude of met genoegen
Vermelding cum laude Op het einddiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening cum laude vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: • aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; • het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 8.0; • de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 8.0; • de student is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding.
Vermelding met genoegen Op het einddiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening met genoegen vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: 78/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
• • • •
aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 7.0; de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 7.0; de student is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding.
Uitzonderingen De student aan wie meer dan 120 studiepunten aan vrijstellingen is verleend voor de betreffende opleiding kan niet in aanmerking komen voor bovengenoemde aantekeningen op het diploma. Indien de inschrijvingsduur langer is dan 4 studiejaren als gevolg van erkende persoonlijke omstandigheden, kan de Examencommissie beslissen dat de student toch in aanmerking komt voor de aantekening cum laude of met genoegen, mits wel voldaan is aan de overige eisen. Reikwijdte Bovenstaande regeling is uitsluitend van toepassing op studenten die op of na 1 september 2005 voor het eerst deelnemen aan de hoofdfase van de opleiding.
6.4.4
Procedure afgifte getuigschrift
De Examencommissie geeft pas een getuigschrift af nadat de faculteitsdirectie heeft verklaard dat aan de procedurele eisen voor afgifte is voldaan. Daarvoor wordt onderzocht of de student aan alle verplichtingen jegens de opleiding heeft voldaan (onder meer moeten alle tentamens zijn behaald en dient de student rechtsgeldig te zijn ingeschreven). Degene die aanspraak maakt op uitreiking van een getuigschrift, kan de Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. Hiervoor dient de student tijdig, doch uiterlijk één week voor het tijdstip waarop het laatste tentamen of het afsluitend aanvullend onderzoek afgelegd wordt, een schriftelijk gemotiveerd verzoek in te dienen bij de examencommissie.
Zie art. 42 OER-FG
79/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
7
Klachten, bezwaar en beroep
7.1
Inleiding
Als je het niet eens bent met een beslissing, als je vindt dat iemand zich tegenover jou niet goed gedragen heeft , of als er iets anders fout is gegaan, dan kun je daar wat aan doen. De eerste stap is zelf direct contact te zoeken met de veroorzaker van het probleem, en proberen het in onderling overleg op te lossen. De HU verwacht van docenten, slb-ers en examencommissies ook dat ze open staan voor klachten en zich inzetten om deze af te handelen. Maar het kan natuurlijk gebeuren dat je er toch niet uitkomt, of iemand niet zelf aan wilt spreken, b.v. bij ongewenst gedrag. Dan staat de formele weg open. De formele weg is binnen HU op 2 niveaus vorm gegeven. Eerst wordt een procedure op de faculteit doorlopen. Dit betreft een bezwaar- of klachtprocedure. Je kan je bezwaar of klacht rechtstreeks bij het betrokken orgaan indienen, maar als je niet precies weet waar je moet zijn, of behoefte hebt aan advies, kun je je wenden tot het facultaire loket Rechtsbescherming. Dit is digitaal te bereiken via
[email protected] en is in de faculteit ondergebracht bij het STIP. Er is een standaardformulier waarop je je bezwaren kunt vermelden, het loket zorgt ervoor dat het binnen de faculteit op de juiste plek terecht komt. Het facultaire loket kan je verwijzen naar de studentendecaan of, bij klachten over gedrag, naar de vertrouwenspersoon. Zij kunnen je adviseren of de procedures. En net als de studentmediatoren ondersteunen ze ook bij een oplossing in overleg, zodat de procedure alsnog voorkomen kan worden . Als je niet tevreden bent over de afhandeling op de faculteit, kun je je wenden tot het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Het gaat dan om een beroep (na de bezwaarprocedure op de faculteit) of een herzieningsverzoek (na de klachtprocedure op de faculteit) . Je kunt je beroep of herzieningsverzoek bij het HU-Loket indienen, dat zorgt ervoor dat je kwestie door het juiste orgaan behandeld wordt. Het HU-Loket kan je ook informeren over de procedures. Je kan ook rechtstreeks in beroep bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten, of daar een klacht indienen. De procedures op de faculteiten zijn echter speciaal ingesteld omdat deze sneller zijn en minder formeel. Als je het niet eens bent met de uitkomst kun je altijd nog naar het HU-Loket. Het advies is dan ook altijd de extra mogelijkheid op de faculteit te benutten, en daar eerst je bezwaar of klacht in te dienen. In de beschrijving hieronder wordt daar ook van uit gegaan. Het mailadres van het HU Rechtsloket is:
[email protected] De website van het HU Rechtsloket is: https://www.sharepoint.hu.nl/sites/rechtsbeschermingstudenten/default.aspx Let vooral op de termijnen: als je op de faculteit een bezwaar of klacht wilt indienen, moet je dat binnen 2 weken na het besluit of feit waarop dat betrekking heeft doen. Voor beroepszaken en herzieningsverzoeken geldt dat je je binnen een termijn van 6 weken vanaf de datum dat het besluit op de faculteit is genomen tot het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten moet wenden.
Hieronder volgt een toelichting op de verschillende procedures.
7.2
Bezwaar
Bezwaar is mogelijk tegen besluiten die zijn genomen op grond van de onderwijs- en examenregeling. Dit zijn besluiten die rechtstreeks met onderwijs, tentamens en examens te maken hebben (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies). Het betreft alleen besluiten die zijn gericht op een individuele student . Op het besluit staat ook vaak vermeld dat je een bezwaar kunt indienen, maar niet altijd. Je kunt bijvoorbeeld ook een bezwaar indien als je vindt dat de beoordeling van je tentamen niet klopt, maar bij cijfers in OSIRIS staat natuurlijk niet steeds zo’n bezwaarclausule. Je dient binnen twee weken na bekendmaking van het besluit een schriftelijk bezwaarschrift in te dienen bij het facultaire loket
[email protected] of de Examencommissie. Hiervoor is een standaardformulier beschikbaar. Als je het bezwaarschrift bij het loket indient, zorgt het loket voor doorzending aan de Examencommissie. De Examencommissie kan je in de gelegenheid stellen om de bezwaren mondeling toe te lichten. In dat geval wordt je tijdig uitgenodigd voor een hoorzitting. De Examencommissie neemt in principe binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift een beslissing en maakt 80/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
deze schriftelijk bekend. De beslissing is gebaseerd op een hernieuwde beoordeling en moet gemotiveerd zijn. Bij toewijzing van het bezwaar neemt de Examencommissie tevens een nieuw (inhoudelijk) besluit. Als het bezwaar wordt afgewezen, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In het laatste geval kan je nog beroep instellen bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Dat moet wel gebeuren binnen 6 weken na bekendmaking van het besluit op bezwaar. Het kan ook voorkomen dat je bezwaar maakt tegen een besluit van de afdelingsdirectie of faculteitsdirectie, bijvoorbeeld als er een voorziening is geweigerd of een ordemaatregel is getroffen. Dan geldt dezelfde procedure. De volledige bezwaarprocedure is beschreven in het Reglement Rechtsbescherming Studenten, en voor de Examencommissie ook nog eens beschreven in art. 45 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU (www.reglementen.hu.nl). Zie art.6 Reglement Rechtsbescherming Studenten en art. 45 OER-HU
•
Zie art. 45 OER-HU
7.3
Klachten
Tegen een aantal andere besluiten, en gedragingen van andere studenten of medewerkers, kun je geen bezwaar aantekenen, maar je kunt wel een klacht indienen. Ook dat moet binnen een termijn van 2 weken gebeuren, en ook hiervoor kan je het standaardformulier gebruiken. Je kunt je klacht indienen bij het facultaire loket
[email protected] of rechtstreeks bij het verantwoordelijke orgaan. Het facultaire loket zorgt er weer voor dat je klacht door het juiste orgaan wordt behandeld. De procedure lijkt veel op de bezwaarprocedure. Het orgaan dat je klacht behandelt, kan je in de gelegenheid stellen om gehoord te worden. Als je klacht betrekking heeft op een collega-student of een medewerker, wordt deze altijd in de gelegenheid gesteld om zijn reactie op jouw klacht te geven. In principe wordt binnen 2 weken een beslissing over je klacht genomen. Als je het niet eens bent met deze beslissing, kun je binnen 6 weken een herzieningsverzoek indienen bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Je kunt een klacht ook mondeling bij het facultaire loket indienen, dan wordt ter plekke het standaardformulier ingevuld. De procedure is niet van toepassing op besluiten van algemene strekking. Zie art.8 Reglement Rechtsbescherming Studenten Zie art. 45 OER-HU
7.3.1
Ongewenst gedrag
Het kan voorkomen dat je klacht betrekking heeft op gedrag dat zo intimiderend is dat het onder de regelgeving voor ongewenst gedrag valt. Het gaat bijvoorbeeld om verbale of seksuele intimidatie, waarvan de gevolgen ernstig kunnen zijn. Het facultaire loket zal je altijd wijzen op de mogelijkheid je tot een vertrouwenspersoon (zie 2.3) te wenden. Als je een klacht indient, kan je ervoor kiezen die op de faculteit te laten behandelen (de opleidingsdirecteur onderzoekt de klacht of laat hem onderzoeken), of deze voor te leggen aan de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag van de HU. De klacht wordt dan doorgestuurd naar het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Er geldt een afwijkende termijn voor de indiening van klachten over ongewenst gedrag. De termijn kan tot 2 jaar na de gedraging doorlopen. Zie art.1.8 Begripsbepaling en art. 19 Termijnen Reglement Ongewenst Gedrag
7.4
Beroep
Beroep staat open tegen besluiten op bezwaar die op grond van de onderwijs- en examenregeling zijn genomen (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies), maar ook als het besluiten op bezwaar in andere 81/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
zaken betreft, bijvoorbeeld rondom inschrijving en uitschrijving voor de opleiding, zaken van financiële aard, of ordemaatregelen e.d. . Je kunt binnen 6 weken vanaf de bekendmaking van het besluit schriftelijk beroep aantekenen bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Dit kan digitaal,
[email protected] maar dient dan ook per post met handtekening te worden nagezonden. Het HU-Loket Rechtsbescherming zorgt ervoor dat je beroepschrift door het juiste orgaan behandeld wordt. Dit kan het College van Beroep voor de Examens(voor vrijwel alle besluiten van de examencommissie) , of de Geschillenadviescommissie (besluiten van de opleidings- of faculteitsdirectie op grond van de WHW) zijn. Dit zijn onafhankelijke, hogeschoolbrede beroepsinstanties voor (aankomende) studenten en extraneï van Hogeschool Utrecht. Ze zijn dus niet verbonden aan een faculteit of opleiding. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: • je naam, studentnummer, huisadres, woonplaats en je telefoonnummer; • vermelding van de faculteit en de afdeling/opleiding waar je bent ingeschreven; • de dagtekening; • een duidelijke omschrijving van het besluit met datum waartegen het beroep is gericht, onder vermelding • van de persoon die, of het orgaan dat het besluit heeft genomen; • één of meer gronden, waarop het beroep berust; • een zo nauwkeurig mogelijk omschreven eis. Daarnaast moet een kopie van het bestreden besluit worden bijgevoegd. Het beroepschrift moet worden gericht aan het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten, Postbus 573, 3500 AN Utrecht. Het College van Beroep kan het beroep gegrond of ongegrond verklaren. Als het beroep gegrond wordt verklaard, betekent dat vaak dat de Examencommissie of directie die het oorspronkelijke besluit heeft genomen, een nieuw besluit moet nemen. Het College van Beroep doet dat dus niet zelf. Als het beroep ongegrond wordt verklaard, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. De Geschillenadviescommissie brengt na onderzoek een advies uit aan het College van Bestuur, dat op basis daarvan een besluit neemt. Ook de commissie adviseert het College van Bestuur een beroep gegrond of ongegrond te verklaren. Als het College van Bestuur het advies overneemt, zal het bij een gegrondverklaring ook de Examencommissie of directie opdragen een nieuw besluit te nemen. In het Reglement Rechtsbescherming Studenten HU staan de procedures nader beschreven. https://www.sharepoint.hu.nl/sites/rechtsbescherming-studenten/default.aspx . Zie voor meer informatie www.collegevanberoep.hu.nl. Je kunt je voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan of het secretariaat van het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten, tel. 030-2388352
7.5
Hoger Beroep
Als je het niet eens bent met de uitspraak van het College van Beroep voor de Examens, of het besluit van het College van Bestuur na advies van de Geschillenadviescommissie, kun je hiertegen ook nog extern hoger beroep aantekenen bij het College van Beroep voor het hoger onderwijs in Den Haag. Informatie over de procedure en termijnen kun je vinden op de website www.cbho.nl Zie H 9 Reglement Rechtsbescherming Studenten
7.6
Herzieningsverzoeken bij klachten
Als je niet tevreden bent over de afhandeling van je klacht op de faculteit, kun je een verzoek tot herziening indienen bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Ook hiervoor geldt en termijn van 6 weken vanaf de beslissing naar aanleiding van je klacht. Je kunt het herzieningsverzoek digitaal indienen bij EMAILADRES, maar dan dien je het ook per post, voorzien van een handtekening, na te zenden. Het adres is: HU-Loket Rechtsbescherming Studenten, Postbus 573, 3500 AN Utrecht. Het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten zorgt ervoor dat je verzoek door het juiste orgaan behandeld wordt. Dit is bij de meeste klachten de Klachtencommissie Studenten, maar als het om klachten inzake ongewenst gedrag gaat, wordt de klacht behandeld door de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag. Dit zijn allebei hogeschoolbrede onafhankelijke klachtinstanties, die niet verbonden zijn aan de faculteit. Ze brengen advies uit aan het College van Bestuur, dat vervolgens een besluit neemt. 82/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
In het Reglement Rechtsbescherming Studenten HU en het Reglement inzake Ongewenst Gedrag (www.reglementen.hu.nl) staan de procedures nader beschreven Zie H 10 Reglement Rechtsbescherming Studenten en H4 Reglement inzake Ongewenst Gedrag
83/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
8
Roosters
8.1
Jaarrooster
Zowel tijdens de propedeuse als tijdens de hoofdfase is het onderwijsprogramma ingedeeld in vijf perioden (blokken). Deze perioden worden aangeduid met de letters A t/m E. Jaarlijks wordt een overzicht opgesteld waarin de periode-indeling (of blokindeling) voor dat studiejaar wordt gepresenteerd met vermelding van de lesweken, tentamenweken en vakantieperiodes. Zie voor roosters: www.roosters.hu.nl. Voor het reserveren van ruimtes kun je mailen naar: www.ruimtereserveren.hu.nl (alleen voor studenten van FMR, FEM en HUA). Het jaarrooster studiejaar 2010-2011 van de opleiding mondzorgkunde ziet er als volgt uit: Jaarrooster 2010-2011 Blok A
blok
datum
kw
A0
23-aug
34
Introductie week
A1
30-aug
35
Start nieuw schooljaar 2010-2011!
A2
6-sep
36
A3
13-sep
37
A4
20-sep
38
A5
27-sep
39
A6
4-okt
40
A7
11-okt
41
A8
18-okt
42
A9
25-okt
43
A10
1-nov
44
blok
datum
kw
B1
8-nov
45
B2
15-nov
46
B3
22-nov
47
B4
29-nov
48
B5
6-dec
49
B6
13-dec
50
B7
20-dec
51
Kerstvakantie: gesloten za 25/12
B8
27-dec
52
Kerstweek: gesloten ma 27/12 t/m za 1/1
B9
3-jan
1
B10
10-jan
2
B11
17-jan
3
B12
24-jan
4
blok
datum
kw
C1
31-jan
5
C2
7-feb
6
C3
14-feb
7
C4
21-feb
8
Onderwijsluw: zat 23/10 gebouw geopend
Blok B
Open dag: zaterdag 20 november 10-15
Blok C Open dag: zaterdag 5 februari 10-15 uur
Onderwijsluw: zat 26/2 gebouw geopend 84/142
© Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
C5
28-feb
9
C6
7-mrt
10
C7
14-mrt
11
C8
21-mrt
12
C9
28-mrt
13
C10
4-apr
14
blok
datum
kw
D1
11-apr
15
D2
18-apr
16
Goede Vrijdag: gesloten vr 22/4 + za 23/4
D3
25-apr
17
2 Paasdag: gesloten ma 25/4 + za 30/4
D4
2-mei
18
Meivakantie / Bevrijdingsdag: gesloten do 5/5 t/m zat 7/5
D5
9-mei
19
D6
16-mei
20
D7
23-mei
21
D8
30-mei
22
Open avond: di 31 mei 16-20 uur Hemelvaart: gesloten do 2/6 t/m za 4/6
D9
6-jun
23
Gesloten za 11/6
D10
13-jun
23
2e Pinksterdag: gesloten ma 13/6
D11
20-jun
25
blok
datum
kw
E1
27-jun
26
E2
4-jul
27
E3
11-jul
28
E4
18-jul
29
E5
25-jul
30
E6
1-aug
31
E7
8-aug
32
E8
15-aug
33
E9
22-aug
34
blok
datum
kw
2010-2011
A1
29-aug
35
Start nieuw schooljaar 2011-2012!
8.2
Open dag: zat 26 maart 10-15 uur
Blok D
e
Blok E
Onderwijsluw
Introductieweek
Weekrooster
Zie www.hu-sharepoint.nl/sites/Roosterbureau
8.3
Tentamenrooster
Zie www.hu-sharepoint.nl/sites/Roosterbureau
85/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
9
Cursusbeschrijvingen
Periodeomschrijvingen 1e jaar 2010 - 2011
Naam Periode Aantal EC
Tutor periode 1: oriëntatie 1 4
Studiebelasting
Begeleide contacturen 36 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingstijd) 72 Bloktoets 2 Herkansing 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 112 Geen 1, 2, 3 en 6 Introductiedagen 7-sprong WIPadvies / Hygiëne Organisatie tandheelkundige zorg Preventie Doorbraakschema Embryologie Speeksel, pellicle, plaque, tandsteen Onderzoeksinstrumentarium Professionele gebitsreiniging Reflectieopdrachten Tutorgroepen en zelfstudie Expertcolleges Casus Reflectieverslag Bloktoets over alle theorie van blok A Casus: voldoende Toets: cesuur 75% Reflectieverslag: voldoende Periodeboek van periode 1 met de daarin genoemde literatuurtips Mw. E. Radersma
Beginvereiste Competenties Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-1.CLTTR1-10
86/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Tutor periode 2: intake en risicoanalyse 2 4
Studiebelasting
Begeleide contacturen 32 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingstijd) 76 Bloktoets 2 Herkansing 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 112 Geen 1, 2, 3 en 6 Intake Risicoanalyse Rapportagebrief Cariës Voorlichting Mondverzorgingsproducten Reflectieopdrachten Tutorgroepen en zelfstudie Casus Reflectieverslag Rapportagebrief Bloktoets over alle onderwerpen van blok A en B Casus: voldoende Toets: cesuur 75% Reflectieverslag: voldoende Periodeboek van periode 2, met de daarin vermelde literatuurtips Mw. T.M.P. de Kort, Msc
Beginvereiste Competenties Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-1.CLTTR2-10
87/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Tutor periode 3: analyse en interventie 3 4
Studiebelasting
Begeleide contacturen 32 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingstijd) 76 Bloktoets 2 Herkansing 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 112 Geen 1, 2, 3 en 6 Cariës Gingivitis Voeding Opdracht: ‘Sealen’ Xerostomie Voorlichtingsfolder Reflectieopdrachten Tutorgroepen en zelfstudie Expertcolleges Casus Reflectieverslag Voorlichtingsfolder Bloktoets over alle theorie van blok A, B en C Casus: voldoende Voorlichtingsfolder: voldoende Toets: cesuur 75% Reflectieverslag: voldoende Periodeboek van periode 3, met de daarin vermelde literatuurtips Mw. T.M.P. de Kort, Msc
Beginvereiste Competenties Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-1.CLTTR3-10
88/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Tutor periode 4: diagnose en behandelplan 4 4
Studiebelasting
Begeleide contacturen 32 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingstijd) 76 Bloktoets 2 Herkansing 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 112 Geen 1, 2, 3 en 6 Aanval en afweer Adulte Parodontitis Classificaties parodontitis Zorgplan Initiële behandeling Rapportagebrief Reflectieopdrachten Tutorgroepen en zelfstudie Expertcolleges Casus Reflectieverslag Rapportagebrief MC toets over alle theorie van blok A, B, C en D Casus: voldoende Toets: cesuur 75% Reflectieverslag: voldoende Rapportagebrief: voldoende Periodeboek van periode 4, met de daarin vermelde literatuurtips Mw. T.M.P. de Kort, Msc
Beginvereiste Competenties Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-1.CLTTR4-10
89/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn: fysiologie-1 1 2
Studiebelasting
Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
Begeleide contacturen 6 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingstijd) 46 Toets 2 Herkansing 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 56 Geen 1 en 2 Cardiovasculaire stelsel: bloed Immuunsysteem Zelfstudie en werkcollege/expertcollege Bloktoets over alle theorie van blok A Cesuur: 75% Periodeboek fysiologie met de daarin genoemde literatuurverwijzingen Mw. E. Pirruccio
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn: fysiologie-2 2 2
Studiebelasting
Begeleide contacturen 6 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingstijd) 46 Toets 2 Herkansing 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 56 Geen 1 en 2 Zenuwstelsel Zelfstudie en werkcollege/expertcollege Bloktoets over alle theorie van blok A en B Cesuur: 75% Periodeboek fysiologie met de daarin genoemde literatuurverwijzingen Mw. E. Pirruccio
Beginvereiste Competenties Inhoud
Beginvereiste Competenties Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
90/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn: fysiologie-3 3 1
Studiebelasting
Beginvereiste Competenties Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
Begeleide contacturen 6 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingstijd) 18 Toets 2 Herkansing 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 Geen 1 en 2 Spijsverteringsstelsel Zelfstudie en werkcollege/expertcollege Bloktoets over alle theorie van blok A, B en C Cesuur: 75% Periodeboek fysiologie met de daarin genoemde literatuurverwijzingen Mw. E. Pirruccio
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn: fysiologie-4 4 2
Studiebelasting
Begeleide contacturen 6 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingstijd) 46 Toets 2 Herkansing 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 56 Geen 1 en 2 Ademhalingsstelsel Beenderstelsel en spierstelsel Zelfstudie en werkcollege/expertcollege Bloktoets over alle theorie van blok A, B, C en D Cesuur: 75% Periodeboek fysiologie met de daarin genoemde literatuurverwijzingen Mw. E.Pirruccio
Beginvereiste Competenties Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
91/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn: anatomie 3 3
Studiebelasting
Begeleide contacturen 6 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingstijd) 76 Toets 1 Herkansing 1 Totaal studiebelastinguren (SBU) 56 Geen 1 en 2 Anatomie hoofd/hals Zelfstudie en expertcollege Bloktoets blok C Cesuur: 75% Periodeboek anatomie en daarin genoemde literatuurverwijzingen Mw. C.H. Garretsen-Denkema
Beginvereiste Competenties Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn: kwaliteitszorg 1
GMO-1.CLANAT-10
GMO-1.CLKWAL-10
1
Studiebelasting
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen
Contactpersoon
2 Contacturen 26 Zelfstudie (incl. projectopdrachten) 28 Totaal studiebelastinguren (SBU) 6 Geen Kwaliteit en Kwaliteitszorg Verslaglegging Expertcollege en zelfstudie Project Projectopdracht De projectopdracht moet met een voldoende beoordeeld zijn Hollands L, Hendriks L, Ariens H. Elementen van Kwaliteitszorg. Verslaglegging Patiëntenzorg door Mondhygiënisten Programma van eisen: Eisen aan de mondhygiënische verslaglegging Mw. G. Noordermeer-Knoppers
92/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam
Conceptuele Leerlijn: de beroepspraktijk onder de LOEP 2 en 3 4
Periode Aantal EC Studiebelasting
Competenties Beginvereisten Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen
Contacturen Zelfstudie (incl. tentamenvoorbereidingstijd en projectopdrachten) Toets Herkansing Totaal studiebelastinguren (SBU)
GMO-1.LOEPBP-10
15 91 3 3 112
6 Geen Evidence based practice Literatuuronderzoek Zoeken, lezen, analyseren van literatuur Expertcollege, responsiecollege, werkcollege, practicum en zelfstudie Projecten in taakgroepen Schriftelijke toets(regulier: TLOEP, herkansing: HTLOEP) Projectopdracht Minimaal een 5.5 voor de schriftelijke toets en een voldoende voor de projectopdracht. Het gemiddelde van de onderdelen moet een voldoende zijn. ( ≥ 5.5) Kuiper, C., et al (2004), Evidence based practice voor paramedici, Lemma, Utrecht Dassen, Th. W.N., en Keuning, F.M. 2007, Lezen en beoordelen van onderzoekspublicaties, HB uitgevers.
Contactpersoon
Verhoeven,N.(2007), Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs, Boom Onderwijs. Mw. G. Noordermeer-Knoppers
Naam Periode Aantal EC
Tandheelkundige radiologie 1-1 1 4 voor Blok A B, C en D samen
Studiebelasting
Begeleide contacturen 14 Zelfstudie 14 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 De student heeft kennis van röntgenstraling De student heeft kennis van analoge en digitale radiologie Wis-Natuurkunde hoogste Mavo-niveau (zonodig bijspijkercursus van HU volgen) Röntgenstraling en röntgenbuis Analoge en digitale radiologie Expertcollege, responsiecollege, practicum en zelfstudie Schriftelijke theorietoets met MC-vragen Voor de therorietoets moet minimaal een 5,5 behaald worden De toets wordt afgenomen in periode 3 Bij een onvoldoende voor theorietoets volgt een herkansing in periode 4 Meulen L. van der; Reader tandheelkundige radiologie theorie I., uitgave afdeling Mondhygiëne – HU 2006. Dhr. L. van der Meulen
Competenties Beginvereiste Inhoud Onderwijsvormen Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-1.CLRAD1-10
93/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Tandheelkundige radiologie 1-2 2 4 voor Blok B, C en D samen
Studiebelasting
Contactpersoon
Begeleide contacturen 9 Zelfstudie 19 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 De student heeft kennis van opnameparameters die de beeldkwaliteit en de dosis bepalen. De student heeft kennis van stralingshygiënische maatregelen en wettelijke bepalingen. Tandheelkundige radiologie 1-2 Beeldkwaliteit Stralingshygiëne Expertcollege, responsiecollege,practicum en zelfstudie Schriftelijke theorietoets met MC-vragen Reflectieverslag van practicum Voor de therorietoets moet minimaal een 5,5 behaald worden De toets wordt afgenomen in periode 3 Bij een onvoldoende voor theorietoets volgt een herkansing in periode 4. Meulen L. van der; Reader tandheelkundige radiologie theorie I., uitgave afdeling Mondhygiëne – HU 2006 Dhr. L. van der Meulen
Naam Periode Aantal EC
Tandheelkundige radiologie 1-3 3 4 voor Blok B, C en D samen
Studiebelasting
Begeleide contacturen 9 Zelfstudie 19 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 De student kan intra orale opnamen op fantoom vervaardigen. De student kan de opnamen digitaal verwerken en bewerken Tandheelkundige radiologie 1-3 Digitale beeldbewerking Intra orale opnametechnieken expertcollege, responsiecollege, practicum en zelfstudie Schriftelijke theorietoets met MC-vragen Reflectieverslag van fantoomstatus practicum Voor de fantoomstatus moet minimaal een 60 van de 100 punten behaald zijn. De fantoomstatus wordt afgenomen in periode 4 Bij een onvoldoende herkansing voor theorietoets volgt na extra onderwijs een herkansing in periode 5. Meulen L. van der; Reader tandheelkundige radiologie theorie I., uitgave afdeling Mondhygiëne – HU 2006 Dhr. L. van der Meulen
Competenties
Beginvereiste Inhoud Onderwijsvormen Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen
Competenties Beginvereiste Inhoud Onderwijsvormen Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-1.CLRAD2-10
GMO-1.CLRAD3-10
94/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Tandheelkundige radiologie 1-4 4 4 voor Blok B, C en D samen
Studiebelasting
Contactpersoon
Begeleide contacturen 6 Zelfstudie 22 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 De student kan intra orale opnamen op fantoom vervaardigen De student kan de opnamen digitaal verwerken en bewerken Tandheelkundige radiologie 1-3 Digitale beeldbewerking Intra orale opnametechnieken expertcollege, responsiecollege, practicum en zelfstudie Schriftelijke theorietoets met MC-vragen Reflectieverslag van fantoomstatus practicum Voor de fantoomstatus moet minimaal een 60 van de 100 punten behaald zijn. De fantoomstatus wordt afgenomen in periode 4 Bij een onvoldoende herkansing voor theorietoets volgt na extra onderwijs een herkansing in periode 5. Meulen L. van der; Reader tandheelkundige radiologie theorie I., uitgave afdeling Mondhygiëne – HU 2006 Dhr. L. van der Meulen
Naam Periode Aantal EC
Vaardighedenleerlijn: fantoom-1 1 2
Studiebelasting
Begeleid practicum Zelfstudie en zelfstandig oefenen Totaal studiebelastinguren (SBU) Geen 1, 2 ,3 en 4 Hygiëneprotocol Spiegel Sonde Ultrasoon H6/H7 204 SD Files Ergonomie Mondonderzoek/structuren in de mond Practica en zelfstudie Reflectieverslag op peer-assessment en feedback Periodeboek fantoom van periode 1 Endstra, L. Professionele gebitsreiniging Mw. M. Hofstra
Competenties Beginvereiste Inhoud Onderwijsvormen Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen
Beginvereiste Competenties Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm Leermiddelen Contactpersoon
GMO-1.CLRAD4-10
GMO-1.VHLFNT1-10
24 32 56
95/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Vaardighedenleerlijn: fantoom-2 2 3
Studiebelasting
Contactpersoon
Contacturen Zelfstudie Toets Herkansing toets Totaal studiebelastinguren (SBU) Geen 1, 2, 3 en 4 Status praesens Pocketsonde Curettes SBI en PI Integratie opdrachten alle instrumenten Simulatiepatiënt Practica en zelfstudie Reflectieverslag naar aanleiding van peer-assessment Praktijk assessment door middel van een stationstoets Voldoende voor assessment Zie voor verdere omschrijving het periodeboek Periodeboek fantoom van periode 2 Endstra, L. Professionele gebitsreiniging Mw. M. Hofstra
Naam Periode Aantal EC
Vaardighedenleerlijn: cariës1-1 1 1
Studiebelasting
Contacturen 14 Zelfstudie 10 Toets 2 Herkansing 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 Geen 4 Resopal prepareren Practica en zelfstudie Periodeboek Cariës-1 van periode 1 Resopal plaatjes (te verkrijgen in het winkeltje voor € 5, - per stuk) Praktijk assessment Voldoende voor assessment Mw C.H. Garretsen-Denkema
Beginvereiste Competenties Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen
Beginvereiste Competentie Inhoud Onderwijsvorm Leermiddelen Toetsvorm Beoordeling Contactpersoon
GMO-1.VHLFNT2-10
24 48 6 6 84
GMO-1.VHLCAR1-10
96/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Vaardighedenleerlijn: cariës1-2 2 1
Studiebelasting
Toetsvorm Beoordeling Contactpersoon
Contacturen 14 Zelfstudie 10 Toets 2 Herkansing 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 Geen 4 Resopal prepareren Practica en zelfstudie Periodeboek Cariës-1 van periode 2 Resopal plaatjes (te verkrijgen in het winkeltje voor € 5, - per stuk) Praktijk assessment Voldoende voor assessment Mw C.H. Garretsen-Denkema
Naam Periode Aantal EC
Vaardighedenleerlijn: cariës1-3 3 1
Studiebelasting
Leermiddelen Toetsvorm Beoordeling Contactpersoon
Contacturen Zelfstudie Toets Herkansing Totaal studiebelastinguren (SBU) Geen 4 Resopal prepareren Sealen Cofferdam Periodeboek Cariës-1 van periode 3 Praktijk assessment Voldoende voor assessment Mw C.H. Garretsen-Denkema
Naam Periode Aantal EC
Vaardighedenleerlijn: cariës1-4 4 1
Studiebelasting
Contacturen 14 Zelfstudie 10 Toets 2 Herkansing 2 Totaal studiebelastingsuren (SBU) 28 Geen Prepareren van een occlusale en approximale carieuze laesie in frasaco elementen. Periodeboek Cariës-1 van periode 4 Praktijk assessment Voldoende voor assessment Mw C.H. Garretsen-Denkema
Beginvereiste Competenties Inhoud Onderwijsvorm Leermiddelen
Beginvereiste Competentie Inhoud
Beginvereiste Inhoud Leermiddelen Toetsvorm Beoordeling Contactpersoon
GMO-1.VHLCAR2-10
GMO-1.VHLCAR3-10
14 10 2 2 28
GMO-1.VHLCAR4-10
97/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Reflectie en SLB leerlijn Naam Studieloopbaanbegeleiding: periode 1 Periode 1 Aantal EC 1 Studiebelasting
GMO-1SLB1-10
Leermiddelen Contactpersoon
Begeleide contacturen 14 Zelfstudie 14 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 Geen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Kennismaken Analyse leerstijlen Herkennen van deficiënties in de competenties naar aanleiding van het 0-assessment Sterkte- Zwakteanalyse POP Invullen competentiekaart Coachgroepen, zelfstudie en individuele gesprekken De opdrachten behorend bij periode 1 Individueel gesprek met de coach Alle opdrachten behorend bij periode 1, moeten met een voldoende zijn beoordeeld Het individuele gesprek met de coach, van periode 1, moet zijn afgerond Periodeboek van periode 1, met de daarin vermelde literatuurtips Mw. J. Willebrands Bakker
Naam Periode Aantal EC
Studieloopbaanbegeleiding: periode 2 2 1
Studiebelasting
Begeleide contacturen 14 Zelfstudie 14 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 Geen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 360° feedback Leerdoelen formuleren (ideale) Tijdbesteding Sterkte-Zwakteanalyse POP Invullen competentiekaart The Seven Habits of highly effective students; Franklin Covey Coachgroepen, zelfstudie en individuele gesprekken De opdrachten behorend bij periode 2 Individueel gesprek met de coach Alle opdrachten behorend bij periode 2, moeten met een voldoende zijn beoordeeld Het individuele gesprek met de coach, van periode 2, moet zijn afgerond Periodeboek van periode 2, met de daarin vermelde literatuurtips Mw. J. Willebrands Bakker
Beginvereiste Competenties Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Beginvereiste Competenties Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
GMO-1SLB2-10
98/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Studieloopbaanbegeleiding: periode 3 3 1
Studiebelasting
Leermiddelen Contactpersoon
Begeleide contacturen 14 Zelfstudie 14 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 Geen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Sterkte-Zwakteanalyse POP Invullen competentiekaart The Seven Habits of highly students; Franklin Covey Coachgroepen, zelfstudie en individuele gesprekken De opdrachten behorend bij periode 3 Individueel gesprek met de coach Alle opdrachten behorend bij periode 3, moeten met een voldoende zijn beoordeeld Het individuele gesprek met de coach, van periode 3, moet zijn afgerond Periodeboek van periode 3, met de daarin vermelde literatuurtips Mw. J. Willebrands Bakker
Naam Periode Aantal EC
Studieloopbaanbegeleiding: periode 4 4 1
Studiebelasting
Begeleide contacturen 14 Zelfstudie 14 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 Geen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Sterkte-Zwakteanalyse POP Invullen competentiekaart The Seven Habits of highly effective students; Franklin Covey Coachgroepen, zelfstudie en individuele gesprekken De opdrachten behorend bij periode 4 Individueel gesprek met de coach Alle opdrachten behorend bij periode 4, moeten met een voldoende zijn beoordeeld Het individuele gesprek met de coach, van periode 4, moet zijn afgerond Periodeboek van periode 4, met de daarin vermelde literatuurtips Mw. J. Willebrands Bakker
Beginvereiste Competenties Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Beginvereiste Competenties Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
GMO-1SLB3-10
GMO-1SLB4-10
99/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Integrale leerlijn Naam Periode Aantal EC Studiebelasting
Tandanatomie 1 2
GMO-1.IGLTAND-10
Leermiddelen Contactpersoon
Contacturen Zelfstudie Herkansing werkstuk Totaal studiebelastinguren (SBU) Geen Opwassen fissuurpatroon element Plaatsen van elementen in de tandboog Herkennen natuurlijke elementen op Cd-rom Practica en zelfstudie Werkcollege Herkenen natuurlijke elementen, minimaal een 5,5 Opwassen element, minimaal een 5,5 Periodeboek tandanatomie Mw. C.H. Garretsen-Denkema
Naam Periode Aantal EC
Externe oriëntatie 1 en 2 2
Studiebelasting
Contacturen 38 Zelfstudie 8 Verslag 5 Presentatie 5 Totaal studiebelastingsuren (SBU) 56 Geen Oriëntatie opdracht in twee verschillende werkvelden van de mondhygiënist Expertcollege Observatieopdrachten in de praktijk Verslag: voldoende Presentatie: voldoende Periodeboek externe oriëntatie Mw. A. Louman
Beginvereiste Inhoud
Onderwijsvorm Beoordeling
Beginvereiste Inhoud Onderwijsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
21 27 8 56
GMO1.IGLEXOR-10
100/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Primaire preventie 4 2
Studiebelasting
Contacturen Zelfstudie Herkansing verslag Totaal studiebelastingsuren (SBU) Geen Voorlichting op basisschool Leerplanontwikkeling Ontwikkelingspsychologie van het jonge kind Expertcollege Werkcollege Externe opdracht op basisschool MC-vragen in bloktoets Verslag met voldoende beoordeeld Periodeboek primaire preventie Mw. T.M.P. de Kort, Msc
Beginvereiste Inhoud
Onderwijsvorm
Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
GMO-1.IGLPP-10
20 30 6 56
101/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Integrale mondzorg1 3 2
Studiebelasting
Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
Contacturen 30 Zelfstudie 16 Totaal studiebelastingsuren (SBU) 56 Fantoom 1 en 2 behaald in studiejaar 2010-2011 of een ingangstoets 1, 2, 3, 4 en 5 Onder leiding van ouderejaars studenten deel behandelingen uitvoeren bij: Patiënten Praktijkmanagers Practica en zelfstudie Alle opdrachten uitgevoerd Praktijkportfolio gesprek met praktijkmentor (diagnostisch) Voldoende voor praktijk portfolio Periodeboek praktijk van periode 3 Mw. M. Hofstra
Naam Periode Aantal EC
Integrale mondzorg2 4 4
Studiebelasting
Contacturen 30 Zelfstudie 70 Toets 6 Herkansing toets 6 Totaal studiebelastingsuren (SBU) 112 Fantoom 1 en 2 behaald in studiejaar 2010-2011 of een ingangstoets 1, 2, 3, 4 en 5 Onder leiding van ouderejaars studenten deel behandelingen uitvoeren bij : Patiënten Praktijkmanagers Simulatiepatiënt Practica en zelfstudie Praktijkassessment Praktijkportfolio gesprek met praktijkmentor (diagnostisch) Voldoende voor praktijk assessment en portfolio Periodeboek praktijk van periode 4 Mw. M. Hofstra
Beginvereiste Competentie Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm
Beginvereiste Competentie Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
GMO-1.INTGZ1-10
GMO-1.INTGZ2-10
102/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Periodeomschrijvingen 2e jaar 2010 - 2011 Conceptuele leerlijn Naam Conceptuele leerlijn: Anesthesie Periode 5 Aantal EC 1 Studiebelasting
Competentie Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-2.CLANEST-10
Hoor- en werkcolleges (4x 2cu) 8 Zelfstudie (incl. toets voorbereidingtijd) 16 Toets 2 Herkansing Toets 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 4 Geen Theorie pijnbestrijding Zelfstudie Hoorcolleges Schriftelijke toets (regulier: TANESTH, tweede toetsgelegenheid: HTANESTH, derde toetsgelegenheid: HTANESTH). Open en meerkeuze vragen. Voor de toets moet minimaal een 5,5 behaald worden De toets wordt afgenomen in periode 5 Bij een onvoldoende voor de toets volgt een herkansing in periode 6 en een derde toetsmoment in periode 7 Baart JA, Brand HS, Lokale anesthesie in de tandheelkunde, BSL Houten Mw. C.H. Garretsen-Denkema
103/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn: Farmacologie 5 2
Studiebelasting
Hoor- en werkcolleges 15 Zelfstudie (incl. toets voorbereidingtijd) 37 Toets 2 Herkansing Toets 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 56 1 Geen Wat is farmacologie? Soorten en werking geneesmiddelen, terminologie (Latijn), toedieningswegen en toedieningsvormen, pijn en analgetica, farmacologie (dynamiek en kinetiek), hygiëne, micro-organismen, desinfectantia en antiseptica, mondspoelingen, (orale) bijwerkingen en anticoagulantia Hoorcolleges Zelfstudie Opdracht orale bijwerkingen van geneesmiddelen Schriftelijke toets met meerkeuze vragen (regulier: TFARMA, herkansing: HTFARMA) Voor de toets moet minimaal een 5,5 behaald worden De toets wordt afgenomen in de toetsweek van periode 5 Bij een onvoldoende voor bloktoets volgt een herkansing halverwege periode 6 Aanwezigheidsbonus, bij aanwezigheid van vier van de vijf colleges wordt er 0.5 punt opgeteld bij het eindcijfer Van Loveren et al., Het fluoride-advies ter voorkoming van tandcariës Geneesmiddelenbulletin, 2004; 38: 9-11 Swart et al., Orale bijwerkingen van geneesmiddelen, Geneesmiddelenbulletin; 2001, 35(12): 133-137 Fijnheer et al., Staken van gebruik van acetylsalicylzuur voor een operatie meestal niet nodig, NTvG 2003; 147(1) 21-25 Allard RHB, Baart JA, Huijgens PC, Merkestijn van JPR, Antitrombosemiddelen en bloedige tandheelkundige ingrepen, Ned. Tijschr. v. Tandheelkunde, 2004;111:482485 Bronnen voor opdracht: http://www.apotheek.nl http://www.fk.cvz.nl Hand-out hoorcolleges Mw. F. Verweij
Competentie Beginvereisten Inhoud
Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen
Contactpersoon
GMO-2.CLFARMA-10
104/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn: Projectweek 6 1
Studiebelasting
Hoor- en werkcolleges 6 Zelfstudie 22 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 1 en 4 Geen Theorie voeding(sanamneses) Zelfstudie Hoorcolleges Schriftelijke uitwerking van de projectopdracht Voor de uitwerking dient een voldoende te worden behaald Bij een onvoldoende voor de uitwerking volgt binnen twee weken een herkansing Literatuur die te zijner tijd te vinden is op Sharepoint en websites die zijn opgenomen in de studiehandleiding Mw. F. Verweij
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon/ Examinator
GMO-2.CLPROJ-10
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn: Pathologie 6 en 7 2
Studiebelasting
Hoor- en werkcolleges 16 Zelfstudie (incl. toets voorbereidingtijd) 36 Toets 2 Herkansing Toets 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 56 1 Geen Periode 6: Inleiding pathologie, oncologie, huid en endocrine Ademhalingsstelsel (tractus respiratorius), cardiovasculair stelsel en bloed (gerelateerde aandoeningen) Periode 7: Immuun, infecties en lymfe, tractus digestivus, tractus urogenitalis, tractus locomotorius en zenuwstelsel Zelfstudie Hoorcolleges Schriftelijke toets (regulier: TPATH, herkansing: HTPATH) Voor de toets moet minimaal een 5,5 behaald worden De toets wordt afgenomen in periode 7 Bij een onvoldoende voor bloktoets volgt een herkansing in de toetsweek van periode 8 Periodeboek pathologie 2008-2009 Bocken P. Beknopte integrale ziekteleer. Maarssen: Elsevier / De Tijdstroom, 2008 Abraham-Inpijn L. Voorkoming van medische accidenten door het MRRA. Maarssen: Elsevier / Bunge, 2000 Kirchman L-L. Anatomie en fysiologie van de mens. Maarssen: Elsevier / De Tijdstroom, 2003. 15e druk Mw. S. Dijkstra
Competentie Beginvereisten Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen
Contactpersoon
GMO-2.CLPATH-10
105/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn: Radiologie 5 en 8 2
Studiebelasting
Hoor- en werkcolleges 24 Zelfstudie (incl. toets voorbereiding) 28 Toets 2 Herkansing Toets 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 56 1 en 2 Conceptuele leerlijn, radiologie 1 gevolgd Radiologie theorie opnametechnieken en de interpretatie lessen vinden plaats in periode 5 en 6. (Regulier: TRAD2, herkansing: HTRAD2) Zelfstudie, hoorcollege, werk- en responsiecollege Rad2 theorietoets waarin de opnametechniek en diagnostiek wordt beoordeeld Voor de TRAD2 Testvision toets moet minimaal een 5,5 (= 55% +gokkans score) behaald worden De TRAD2 Testvision toets wordt afgenomen in periode 8 De HTRAD2 Testvision toets volgt in periode 8 (of blok E)
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvormen Toetsvorm Beoordeling
GMO-2.CLRAD-10
Het eindcijfer RAD2 is opgebouwd:
Leermiddelen
Contactpersoon
maximaal 73 pnt voor de theorietoets en maximaal 27 pnt voor de praktijktoets
Periodeboek radiologie met daarin genoemde: verplichte literatuur readers, PPT hand-outs COO programma’s Dhr. L. van der Meulen
106/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Conceptuele leerlijn, tutor periode 5: Cariës, prepareren en restaureren 5 3
Naam Periode Aantal EC Studiebelasting
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
Naam
Expertcolleges 6 Tutorbijeenkomsten 14 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingtijd) 60 Toets 2 Herkansing Toets 2 Totaal studiebelastinguren (SBU) 84 1, 2 en 4 Geen Cariës, prepareren en restaureren, als voorbereiding op de preklinische cariëstoets Opdrachten Hoorcolleges Zelfstudie Schriftelijke theorie toets prepareren en restaureren met open vragen (regulier: TTTR5, herkansing: HTTTR5) Voor de theorie toets prepareren en restaureren moet minimaal een 5,5 behaald worden. Deze toets moet met een voldoende afgerond zijn om toegang te krijgen tot de preklinische toets prepareren en restaureren. Bij een onvoldoende resultaat < 5,5) volgt een herkansing in de toetsweek van periode 6 Periodeboek van de conceptuele leerlijn periode 5 met de daarin genoemde literatuurtips Mw. S. Dijkstra
Conceptuele leerlijn, tutor periode 6: Parodontologie cariës en implantologie 6 3
Periode Aantal EC Studiebelasting
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
GMO-2.CLTTR5-10
GMO-2.CLTTR6-10
8 Expertcolleges 14 Tutorbijeenkomsten 58 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingtijd) 2 Toets 2 Herkansing Toets Totaal studiebelastinguren (SBU) 84 1, 2 en 4 Geen Parodontologie, cariës en implantologie Opdrachten Hoorcolleges Zelfstudie Schriftelijke bloktoets (regulier: TTTR6, herkansing: HTTTR6) Voor de bloktoets moet minimaal een 5,5 behaald worden. Bij een onvoldoende voor bloktoets volgt een herkansing halverwege periode 7 Periodeboek van de conceptuele leerlijn periode 6 met de daarin genoemde literatuurtips Mw. S. Dijkstra
107/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam
Conceptuele leerlijn, tutor periode 7: TGVO, kindertandheelkunde en paroseminars 7 3
Periode Aantal EC Studiebelasting
Competenties Beginvereiste(n) Inhoud Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-2.CLTTR7-10
8 Expertcolleges 14 Tutorbijeenkomsten 58 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingtijd) 2 Toets 2 Herkansing Toets Totaal studiebelastinguren (SBU) 84 1, 2 en 3 Geen TGVO, Kindertandheelkunde, paroseminars Opdrachten Hoorcolleges Zelfstudie TGVO-plan, Lesmap en toets Kindertandheelkunde en paroseminars De beoordeling van de conceptuele leerlijn bestaat uit twee delen. 1. Lesgeven met als resultaat een lesmap die wordt beoordeeld met een onvoldoende, voldoende of goed. Bij een onvoldoende krijgt de student eenmalig de kans de lesmap te verbeteren. Bij een onvoldoende resultaat van de herkansing moet dit hele onderdeel in het volgende studiejaar overnieuw gedaan worden. 2. Kindertandheelkunde: het resultaat van de bloktoets (incl. stof seminars S. Fokkema) moet minimaal een 5.5 zijn. Bij een resultaat <5.5 volgt een herkansing halverwege periode 8. (regulier: TTTR7, herkansing: HTTTR7) Om de EC’s voor de conceptuele leerlijn periode 7 te krijgen moeten alle bovenstaande onderdelen met een voldoende of een 5.5 of hoger worden afgesloten Periodeboek van de conceptuele leerlijn periode 7 met de daarin genoemde literatuurtips Mw. S. Dijkstra
108/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam
Conceptuele leerlijn, tutor periode 8: Kroon- en brugwerk, orthodontie, schisis en logopedie 8 2
Periode Aantal EC Studiebelasting
Competentie Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-2.CLTTR8-10
Expertcolleges 20 Tutorbijeenkomsten 8 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingtijd) 22 Toets 3 Herkansing Toets 3 Totaal studiebelastinguren (SBU) 56 1, 2, 3 en 4 Geen Kroon- en brugwerk, logopedie, schisis en orthodontie Opdrachten Hoorcolleges Seminars Zelfstudie Schriftelijke bloktoets met open vragen (regulier: TTTR8, herkansing: HTTTR8) Beginvereiste voor deelname aan de bloktoets van periode 8: De student levert de verslagen van de stages in het orthodontisch en tandtechnisch laboratorium minimaal één week voor de bloktoets in bij de tutor van die periode. Wanneer deze opdrachten niet zijn ingeleverd of niet voldoende zijn, mag de student niet deelnemen aan de bloktoets Voor het behalen van de EC’s van deze periode dient de bloktoets voldoende (>5.5) te zijn. Bij een onvoldoende resultaat kan de toets in week E2 of E3 worden herkanst Periodeboek van de conceptuele leerlijn periode 8 met de daarin genoemde literatuurtips Mw. S. Dijkstra
109/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Integrale leerlijn Naam Periode Aantal EC
Integrale leerlijn, integrale mondzorg 2 5 3
Studiebelasting
Begeleide contacturen integrale mondzorg 56 Klinische lessen 7 Zelfstudie 17 Patiëntbespreking 4 Totaal studiebelastinguren (SBU) 84 1, 2, 3, 4 en 5 Vaardigheden leerlijn int mz-1 behaald in 2009-2010 of ingangstoets behaald Positief studieadvies of propedeuse behaald Bewijs van vaccinatie en titer bepaling Patiëntenbehandeling in de interne kliniek, inclusief rouleerpracticum en klinische lessen Rouleerpracticum Practica met voor- en nabespreking. Twee keer in de week vindt er patiëntenbehandeling plaats waarbij de student een koppel vormt met een derdejaarsstudent. Tijdens een practicum zal de tweedejaarsstudent de eerste patiënt behandelen en de derdejaarsstudent de tweede patiënt behandelen. De student die geen behandelaar is, assisteert de behandelaar. Klinische les: werkgroep Zelfstudie Behandelingen die per practicum diagnostisch beoordeeld worden (let op: de student wordt ook als assistent beoordeeld) en een diagnostische patiëntbespreking. Diagnostische beoordelingen zijn bedoeld om feedback te krijgen Diagnostisch De student moet veertien diagnostische beoordelingen en een diagnostische patiëntbespreking hebben gehad om de EC’s van deze periode te behalen. Bij minder dan veertien beoordelingen per blok, loopt de periode door in het volgende blok Periodeboek van de integrale leerlijn met de daarin genoemde literatuurtips Mw. F. Verweij
Competenties Beginvereiste(n)
Inhoud Onderwijsvorm
Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-2.IGMZ2.5-10
110/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Integrale leerlijn, integrale mondzorg 2 6 3
Studiebelasting
Begeleide contacturen integrale mondzorg 56 Klinische lessen 7 Zelfstudie 17 Patiëntbespreking 4 Totaal studiebelastinguren (SBU) 84 1, 2, 3, 4 en 5 Integrale leerlijn, interne praktijk periode 5 behaald Patiëntenbehandeling in de interne kliniek, inclusief video-opname in periode 6 of 7 en klinische lessen Practica met voor- en nabespreking. Twee keer in de week vindt er patiëntenbehandeling plaats waarbij de student een koppel vormt met een derdejaarsstudent. Tijdens een practicum zal de tweedejaarsstudent de eerste patiënt behandelen en de derdejaarsstudent de tweede patiënt behandelen. De student die geen behandelaar is, assisteert de behandelaar. Klinische les: werkgroep Zelfstudie Behandelingen die per practicum beoordeeld worden (let op: de student wordt ook als assistent beoordeeld) en een selectieve patiëntbespreking Selectief De beoordeling bestaat uit twee onderdelen die beide met een voldoende moeten worden afgerond: 14 beoordelingen, waarvan minimaal 11 voldoende beoordelingen. Wanneer er minder dan elf van de veertien voldoende zijn, moet deze periode herkanst worden. Er volgen dan opnieuw veertien beoordelingen. Bij minder dan veertien beoordelingen per blok, loopt de periode door in het volgende blok. Een selectieve patiëntbespreking deze vindt plaats met de mentor en de mentorgroep in de toetsweek. Wanneer dit onvoldoende is volgt er in de volgende toetsweek een herkansing. Als voor de herkansing wederom een onvoldoende wordt behaald zal de hele periode opnieuw gedaan moeten worden (veertien beoordelingen, waarvan elf voldoende, en de patiëntbespreking). Periodeboek van de integrale leerlijn met de daarin genoemde literatuurtips Mw. F. Verweij
Competenties Beginvereiste(n) Inhoud Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-2.IGMZ2.6-10
111/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Integrale leerlijn, integrale mondzorg 2 7 3
Studiebelasting
Begeleide contacturen integrale mondzorg 56 Klinische lessen 7 Zelfstudie 14 Planbespreking 7 Totaal studiebelastinguren (SBU) 84 1, 2, 3, 4 en 5 Integrale leerlijn, interne praktijk periode 6 behaald Patiëntenbehandeling in de interne kliniek, inclusief video-opname in periode 6 of 7 en klinische lessen Practica met voor- en nabespreking. Twee keer in de week vindt er patiëntenbehandeling plaats waarbij de student een koppel vormt met een eerstejaarsstudent. Tijdens een practicum zal de tweedejaarsstudent twee patiënten behandelen en de eerstejaarsstudent deelbehandelingen overnemen waar mogelijk. De student die geen behandelaar is, assisteert de behandelaar. Klinische les: werkgroep Zelfstudie Behandelingen die per practicum beoordeeld worden Selectief De beoordeling bestaat uit twee onderdelen die beide met een voldoende moeten worden afgerond: 14 beoordelingen, waarvan minimaal 12 voldoende beoordelingen. Wanneer er minder dan twaalf van de veertien voldoende zijn, moet deze periode herkanst worden. Er volgen dan opnieuw veertien beoordelingen. Bij minder dan veertien beoordelingen per blok, loopt de periode door in het volgende blok. Periodeboek van de integrale leerlijn met de daarin genoemde literatuurtips Mw. F. Verweij
Competenties Beginvereiste(n) Inhoud Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-2.IGMZ2.7-10
112/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Integrale leerlijn, integrale mondzorg 2 8 3
Studiebelasting
Begeleide contacturen integrale mondzorg 56 Zelfstudie 21 Planbespreking 7 Totaal studiebelastinguren (SBU) 84 1, 2, 3, 4 en 5 Integrale leerlijn, interne praktijk periode 7 behaald Patiëntenbehandeling in de interne kliniek en planbespreking Practica met voor- en nabespreking. Twee keer in de week vindt er patiëntenbehandeling plaats waarbij de student een koppel vormt met een eerstejaarsstudent. Tijdens een practicum zal de tweedejaarsstudent twee patiënten behandelen en de eerstejaarsstudent deelbehandelingen overnemen waar mogelijk. De student die geen behandelaar is, assisteert de behandelaar. Klinische les: werkgroep Zelfstudie Behandelingen die per practicum beoordeeld worden en een selectieve patiëntbespreking De beoordeling bestaat uit twee onderdelen die beide met een voldoende moeten worden afgerond: 14 beoordelingen, waarvan minimaal 12 voldoende beoordelingen. Wanneer er minder dan twaalf van de veertien voldoende zijn, moet deze periode herkanst worden. Bij minder dan veertien beoordelingen per blok, loopt de periode door in het volgende blok. Een selectieve planbespreking deze vindt plaats gedurende de periode tijdens ‘zorgplan’.Wanneer dit onvoldoende is volgt er in de volgende toetsweek een herkansing. Als voor de herkansing wederom een onvoldoende wordt behaald zal de hele periode opnieuw gedaan moeten worden (veertien beoordelingen, waarvan twaalf voldoende, en de planbespreking). Periodeboek van de integrale leerlijn met de daarin genoemde literatuurtips Mw. F. Verweij
Competenties Beginvereiste(n) Inhoud Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-2.IGMZ2.8-10
113/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Integrale leerlijn, externe praktijk integrale mondzorg GMO-2.IGMZST1-10 stage blok I 6, 7 en 8 7 (1 EC start blok II)
Naam Periode Aantal EC Studiebelasting
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
Contacturen 160 Voorbereiding op stage 36 Totaal studiebelastinguren (SBU) 196 1, 2, 3, 4 en 5 Positief studieadvies of propedeuse behaald Stagevoorbereiding gevolgd Stage in de algemene tandheelkundige praktijk, stageblok I Stage Beoordeling op stageadres en beoordeling van het stageverslag O/V/G Stageblok I moet minimaal met een voldoende beoordeeld zijn. Bij een onvoldoende beoordeling moet stage deel I opnieuw gedaan worden. Stagehandleiding Mw. N. Adler
114/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
De beroepspraktijk onder de LOEP Naam
Leerlijn ‘De beroepspraktijk onder de LOEP’ Beroepsproduct 3 Plan t.a.v. patiëntenbehandeling 6 en 7 4
Periode Aantal EC Studiebelasting
Competentie Beginvereisten Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen
Contactpersoon
GMO-2.LOEPBP3-10
Contacturen 12 Zelfstudie (incl. tentamenvoorbereidingstijd en projectopdrachten) 94 Toets 3 Herkansing 3 Totaal studiebelastinguren (SBU) 112 6 Leerlijn LOEP jaar 1 behaald (beroepsproduct 1 en 2) Evidence based practice Literatuuronderzoek Zoeken, lezen, analyseren van literatuur Wetenschappelijke samenvatting maken Gelezen literatuur kunnen toepassen in beroepsproduct Expertcollege, responsiecollege, werkcollege, practicum en zelfstudie Projecten in taakgroepen Schriftelijke toets (regulier: TLOEP, herkansing: HTLOEP):1 EC weging 25% Projectopdracht: 3 EC weging 75% Minimaal een 5.5 voor de schriftelijke toets en een voldoende voor de projectopdrachten. Het gemiddelde van de drie onderdelen moet een voldoende zijn. ( ≥ 5.5) De toets vindt plaats aan het einde van periode 7. Wanneer voor de toets een onvoldoende wordt behaald, vindt de herkansing plaats in periode 8 Kuiper, C., et al (2004), Evidence based practice voor paramedici, Lemma Dassen, Th.W.N., en Keuning F.M. (2007), Lezen en beoordelen van onderzoekspublicaties ,HB Uitgevers Verhoeven,N.(2007), Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs, Boom Onderwijs Mw. T.M.P. de Kort, Msc
115/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam
Leerlijn ‘De beroepspraktijk onder de LOEP’ Beroepsproduct 2 en 4 Betrouwbaarheidsonderzoek meetinstrumenten 8 5
Periode Aantal EC Studiebelasting
Competentie Beginvereisten Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen
Contactpersoon
GMO-2.LOEPBP4-10
7 Contacturen Zelfstudie (voorbereiding colleges, werkgroepen en 133 projectopdrachten) Totaal studiebelastinguren (SBU) 140 6 Leerlijn LOEP jaar 2 behaald (Beroepsproduct 3) Een gegevensbestand opstellen Betrouwbaarheid/reproduceerbaarheid en validiteit van eigen metingen in kaart brengen Statistische analyses uitvoeren Expertcollege, responsiecollege, werkcollege, practicum en zelfstudie Projecten in taakgroepen Projectopdracht Een voldoende voor de projectopdracht Kuiper, C., et al (2004), Evidence based practice voor paramedici, Lemma Dassen, Th.W.N., en Keuning F.M. (2007), Lezen en beoordelen van onderzoekspublicaties ,HB Uitgevers Verhoeven,N.(2007), Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs, Boom Onderwijs Mw. T.M.P. de Kort, MSc
116/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Reflectie leerlijn Naam
Reflectie SLB
Periode Aantal EC
5, 6, 7 en 8 4
Studiebelasting
Contacturen 56 Zelfstudie 56 Totaal studiebelastinguren (SBU) 112 4 Geen De verschillende rollen van de mondhygiënist De angstige patiënt Intervisie Sterktezwakte analyse POP Portfolio Functioneringsgesprek Studieloopbaanbegeleidergroepen Zelfstudie Individuele gesprekken De opdrachten behorend bij periode 5, 6, 7 en 8 Individueel gesprek met de studieloopbaanbegeleider Alle opdrachten behorend bij elke periode moet met een voldoende zijn beoordeeld. De opdrachten moeten uiterlijk in respectievelijk week A9, B10, C9 en D10 worden ingeleverd via het portfolio (tenzij anders vermeld). Bij een onvoldoende voor 1 of meer opdrachten volgt een herkansing. Deze herkansing dient uiterlijk ingeleverd te worden in respectievelijk week B3, C2, D2 en E2 Periodeboeken reflectie leerlijn/ Studie Loopbaan Begeleiding met de daarin opgenomen literatuurtips Mw. F. Verweij
Competentie Beginvereisten Inhoud
Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-2.RLSLB5-10 GMO-2.RLSLB6-10 GMO-2.RLSLB7-10 GMO-2.RLSLB8-10
117/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Vaardighedenleerlijn Naam Vaardigheden leerlijn, radiologie Periode 5 en 8 Aantal EC 4 Studiebelasting
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm
Toetsvorm
Beoordeling
GMO-2.VHLRAD-10
Practica (fantoom + oefening bij medestudent) 50 Zelfstudie 50 Praktijk toets (4 intakes + voorbereidingtijd) 12 Totaal studiebelastinguren (SBU): 112 1, 2 en 4 Conceptuele leerlijn, tandheelkundige radiologie 1 behaald Tandheelkundige radiologische onderzoeken in de praktijk Zelfstudie Opdrachten Practica Praktijktoets RAD2 bestaat uit het vervaardigen van 4 radiologische intakes ( OPG + Bwl1 + Bwr1 + 2 solo’s ) inclusief rechtvaardiging (indicatieprotocol) en interpretatie van radiologisch beelden Deze intakes worden uitgevoerd in perioden 7 en 8 De intake is voldoende bij een score van minimaal 76% De intake is matig bij een score van 66 tm 75%. De intake is onvoldoende bij een score tot 66% Elke voldoende = 9 pnt Elke matig = 6 pnt Elke onvoldoende = 3 pnt Voor de praktijktoets mogen 3 intakes mee beoordeeld worden zodat maximaal 27 punten gescoord kunnen worden) Voor de praktijktoets is geen herkansing mogelijk
Leermiddelen Contactpersoon
Het eindcijfer RAD2 is opgebouwd : maximaal 27 pnt voor de praktijktoets - maximaal 73 pnt voor de theorietoets Periodeboek radiologie met daarin genoemde literatuur, readers, PPT hand-outs en COO programma’s Dhr. L. van der Meulen
118/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Vaardigheden leerlijn, reanimatie 5 1
Studiebelasting
Contactpersoon
Hoorcollege 2 Practica 2 Zelfstudie (incl. toets voorbereidingtijd) 24 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 4 Geen Reanimatie voor volwassenen (BLS) en de Automatische Externe Defibrillator (AED) Zelfstudie Hoorcollege Practicum Actieve deelname college en practicum Na actieve deelname aan het college en practicum volgt een voldoende en ontvangt de student een certificaat. Wanneer een onvoldoende wordt behaald kan de student dit pas het jaar erop herkansen Reanimatie van volwassenen (BLS) en de Automatische Externe Defibrillator (AED), Opleidingsinstituut Spoedeisende Geneeskunde VVAA Mw. F. Verweij
Naam Periode Aantal EC
Vaardigheden leerlijn, cariës 2 5 1
Studiebelasting
Practica 28 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 4 Vaardigheden leerlijn, cariës 1 behaald Sealen, prepareren en restaureren op fantoom (natuurlijke elementen) Opdrachten Hoorcolleges Zelfstudie Practica Practica Alle practica moeten gevolgd zijn en de vaardigheden prepareren en restaureren moeten aan het einde op voldoende niveau zijn Periodeboek van de vaardigheden leerlijn cariës periode 5 met opdrachten en literatuurverwijzingen Mw. A. den Hartog
Competentie Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen
Competentie Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
GMO-2.VHLREAN-10
GMO-2.VHLPRC5-10
119/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Vaardigheden leerlijn, cariës 2 6 1
Studiebelasting
Contactpersoon
Practica 28 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 4 Conceptuele leerlijn periode 5 ( TTR5) behaald Vaardigheden leerlijn, cariës2, periode 6 behaald Preklinische cariëstoets prepareren en restaureren Zelfstudie Practicum toets Practicum toets prepareren en restaureren op Frasaco elementen Voor de praktische toetsen moet minimaal een voldoende behaald worden. Bij een onvoldoende volgt een herkansing Periodeboek van de vaardigheden leerlijn cariës periode 7 met opdrachten en literatuurverwijzingen Mw. A den Hartog
Naam Periode Aantal EC
Vaardigheden leerlijn, anesthesie 8 1
Studiebelasting
Practica 3 Zelfstudie (incl. theorie anesthesie conceptuele leerlijn en 25 voorbereiding voor het practicum) Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 4 Conceptuele leerlijn, anatomie jaar 1 behaald Conceptuele leerlijn, anesthesie jaar 2 behaald Practica anesthesie (infiltratie en mandibulair) Zelfstudie Practica Maken van een uitgewerkte opdracht met betrekking tot het practicum Toedienen van infiltratie anesthesie Toedienen van mandibulaire anesthesie De practica anesthesie met de bijbehorende opdrachten moeten met een voldoende zijn afgerond. Wanneer de practica niet met een voldoende worden afgerond, volgt een herkansing Baart JA, Brand HS, Lokale anesthesie in de tandheelkunde, BSL Houten Mw. C.H. Garretsen-Denkema
Competentie Beginvereiste(n) Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen
Competentie Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-2.VHLPRC6-10
GMO-2.VHLANPR-10
120/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Periodeomschrijvingen 3e-jaar 2010-2011 Conceptuele leerlijn Naam Conceptuele leerlijn; tutor Periode 9 Aantal EC 3 Studiebelasting
Competenties Beginvereisten Inhoud
Onderwijsvorm
Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen
Contactpersonen
GMO-3.CLTTR09-10
Expertcolleges m.b.t. materiaalkunde 14 Expertcolleges m.b.t. bijzondere zorggroepen 12 Tutorbijeenkomsten 6 Zelfstudie (incl. toets en voorbereiding) 52 Totaal studiebelastinguren (SBU) 84 2, 3 en 5 Geen Ouderen Covey Materiaalkunde, pijn, grenzen Opdrachten in tutorgroep Hoorcolleges Zelfstudie Casuïstiek Project bijzondere zorggroepen Opdracht project bijzondere zorggroepen afgerond aan het einde van het studiejaar Schriftelijke toets met open en meerkeuze vragen. De herkansing wordt op dezelfde wijze samengesteld Tentamentijd voor de toets bedraagt 90 minuten Schriftelijke toets (TT9) met als resultaat minimaal 5,5 afgerond. Bij een onvoldoende resultaat volgt een herkansing (HTT9) in periode 10 Expertcolleges met betrekking tot bijzondere zorggroepen zijn verplicht, bij afwezigheid volgt een vervangende opdracht Opdracht project bijzondere zorggroepen (inclusief presentatie en eindverslag) met een voldoende afgerond Periodeboek van de conceptuele leerlijn periode 9 met de daarin genoemde literatuurtips Handleiding materiaalkunde Casus pijn en pijnbestrijding Pijnschema Penning, C.H. Cariëslaesies. Diagnose en behandeling. Mw. E. Radersma (project bijzondere zorggroepen), dhr. H. Nijdam (materiaalkunde)
121/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn; parodontologie 10 3
Studiebelasting
Contactpersoon
Tutorbijeenkomsten 14 Expertcolleges 10 Seminars parodontologie 8 Zelfstudie (incl. toets en voorbereiding) 52 Totaal studiebelastinguren (SBU) 84 2, 3 en 5 Geen Parodontologie Opdrachten in tutorgroep Hoorcolleges Casuïstiek Zelfstudie Seminars Schriftelijke toets met open en meerkeuzevragen vragen. De herkansing wordt op dezelfde wijze samengesteld. Tentamentijd voor de afzonderlijke toetsen is 2 uur Bijeenkomsten bijgewoond en presentatie gehouden, toets (TPARO) met voldoende (minimaal 5,5) afgerond. De toets vindt plaats in de toetsweek, de herkansing (HTPARO) vindt plaats in periode 11 Periodeboek van de conceptuele leerlijn periode 10 met de daarin genoemde literatuurtips Quirynen, M, & Steenberghe, D. van, e.a. Parodontologie Powerpoint en hand-outs verstrekt na de colleges Artikelen op Sharepoint Mw. S. Dassen (parodontologie)
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn; orthodontie 10 1
Studiebelasting
Expertcolleges 8 Zelfstudie (incl. toets en voorbereidingtijd) 20 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 2 en 3 Geen Orthodontie Opdrachten Hoorcolleges Casuïstiek Zelfstudie Schriftelijke toets met open vragen. De herkansing wordt op dezelfde wijze samengesteld Tentamentijd voor de afzonderlijke toetsen is 2 uur Bijeenkomsten bijgewoond, toets (TORTHO) met open vragen met een voldoende (minimaal 5,5) afgerond. De toets vindt plaats in de toetsweek, de herkansing (HTORTHO) vindt plaats in periode 11 Powerpoint en hand-outs verstrekt na de colleges via sharepoint Artikelen op Sharepoint Mw. B. Dallinga
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm
Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm
Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
122/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn; implantologie 11 1
Studiebelasting
Contactpersoon
Expertcolleges 9 Zelfstudie (inclusief toets en voorbereiding) 19 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 2 en 3 Geen Implantologie Expertcolleges Zelfstudie Schriftelijke toets bestaande uit open vragen en meerkeuzevragen. De herkansing wordt op dezelfde wijze samengesteld Tentamentijd voor de afzonderlijke tentamens bedraagt 2 uur De toets (TIMPLAN) moet met een voldoende (minimaal 5,5) worden afgerond. De toets vindt plaats tijdens de toetsweek, de herkansing (HTIMPLAN) vindt plaats tijdens periode 12 Reader implantologie Baat, C. de, Raghoebar, J., & Pelkmans-Tijs, W.F.M. Implantaten en prothetische constructies. Mw. B. Dallinga
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn; orale pathologie 11 2
Studiebelasting
Expertcolleges 9 Zelfstudie (inclusief toets en voorbereiding) 47 Totaal studiebelastinguren (SBU) 56 2 en 3 Geen Orale pathologie Expertcolleges Schriftelijk toets meerkeuzevragen + open vragen De herkansing wordt op dezelfde wijze samengesteld Tentamentijd voor de afzonderlijke tentamens bedraagt 2 uur De toets (TOPATH) moet met een voldoende (minimaal 5,5) worden afgerond. De toets vindt plaats tijdens de toetsweek, de herkansing (HTOPATH) vindt plaats tijdens periode 12 Waal, I. van der, Kwast, W.A.M. van der, & Wal, J.E. van der. Pathologie van de mondholte. Klinische, rontgenologische, histopathologische en therapeutische aspecten van de meest voorkomende aandoeningen in de mond. Reader Mw. C.H. Garretsen-Denkema
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen
Contactpersoon
GMO-3.CL.IMP-10
GMO-3.CL.SP10
123/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn; mondheelkunde 12 2
Studiebelasting
Expertcolleges 9 Zelfstudie (inclusief toets en voorbereiding) 47 Totaal studiebelastinguren (SBU) 56 2 en 3 Geen Mondheelkunde Expertcolleges Schriftelijke toets (TMHK) met open en gesloten vragen. De herkansing (HTMHK) wordt op dezelfde wijze samengesteld Tentamentijd voor de afzonderlijke tentamens bedraagt 2 uur De toets (TMHK) moet met een voldoende (minimaal 5,5) worden afgerond. De toets vindt plaats tijdens de toetsweek, de herkansing (HMHK) vindt plaats tijdens periode 12 Reader Stegenga, B., Vissink, A., Bont, L.G.M. de. Mondziekten en kaakchirurgie Mw. B. Dallinga
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
Vaardigheden leerlijn Naam Vaardighedenleerlijn; implantologie Periode 11 Aantal EC 1 Studiebelasting
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
GMO-3.CL.MHK-10
GMO.3-VHL.IMP-10
practica 6 zelfstudie 22 Totaal studiebelastingsuren (SBU) 28 1 Geen Practicum implantologie Practicum Aanwezigheid verplicht bij alle practica Theoretische toets (TIMPLAN) met een voldoende afgerond en alle practica bijgewoond. Bij onvoldoende aanwezigheid volgt een vervangende opdracht. Reader Mw. B. Dallinga
124/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Integrale leerlijn Naam Periode Aantal EC
Integrale leerlijn; integrale mondzorg3 9, 10, 11 en 12 12
Studiebelasting
Contacturen 192 Voorbereiding en uitvoering projecten 56 Zelfstudie 68 planbesprekingen 20 Totaal studiebelastinguren (SBU) 336 1, 2, 3, 4 en 5 Propedeuse behaald Interne praktijk periode 8 behaald Anesthesie (theorie en praktijk) voor periode 10 behaald Intakes Risicoanalyse Zorgplan opstellen en presenteren Zorgplan geheel of ten dele uitvoeren of geheel of ten dele delegeren Rapportage aan tandarts/verwijzer Categorie DPSI-c patiënt Presentatie categorie c patiënt Kweken Radiologie Éénvlaksrestauraties Tweevlaksrestauraties Anesthesie Praktijkmanagement Kinderproject 2e practicum anesthesie Practicum Project Presentaties Zelfstudie Zie periodeboek integrale leerlijn Zie periodeboek integrale leerlijn Theoretische basisboek (sharepoint) Periodeboek van de integrale leerlijn met de daarin genoemde literatuurtips Penning, C.H. Cariëslaesies. Diagnose en behandeling Patiënten moeten door de student zelf geregeld worden. Het patiëntenbestand van de kliniek Mondzorgkunde is niet voldoende groot en divers om, met deze patiënten, op alle verplichte verrichtingen competent te kunnen worden verklaard.
Competenties Beginvereisten
Inhoud
Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen
Contactpersoon
Mw. B. Dallinga
125/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Integrale leerlijn; radiologie 9, 10 en 11 1
Studiebelasting
Contacturen praktijk en theorie 14 Zelfstudie 14 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 1, 2, 3, 4 en 5 Toegelaten tot integrale leerlijn 3e jaar Radiodiagnostiek Practica en responsiecollege Praktijktoets: 6 radiologische intakes (rechtvaardiging, vervaardigen en diagnosticeren van OPG en BW) Voor beoordelingscriteria zie praktijkbeoordelingsformulier radiologie 3 Beoordeling van radiologie is een onderdeel van de patiëntbehandeling integrale e mondzorg 3 studiejaar Zie periodeboek vaardighedenleerlijn periode 9-11, met de daarin vermelde literatuurtips Dhr. L. van der Meulen
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
Naam
GMO-03.IGLRAD-10
Integrale leerlijn; externe praktijk integrale mondzorgstage vervolg blok 1 9 3
Periode Aantal EC Studiebelasting
Competenties Beginvereisten
Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
Contacturen 128 Voorbereiding op stage 12 Totaal studiebelastinguren (SBU) 196 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Positief studieadvies Stagevoorbereiding gevolgd Vaardighedenleerlijn 1 t/m 4 en integrale leerlijn interne praktijk periode 5 behaald Stage in de algemene tandheelkundige praktijk Stage Beoordelingsgesprek met de stagebegeleider van de stageverlenende instelling Verslag beoordeeld door stagedocent O/V/G Stage blok 1 moet minimaal met een voldoende beoordeeld zijn. Bij een onvoldoende beoordeling moet stage blok 1 in overleg met het stagebureau opnieuw gedaan worden De EC’s voor stageblok 1 worden aan het einde van het stageblok in één keer toegekend Zie stagehandleiding Stagebureau Mw. N. Adler
126/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam
Integrale leerlijn; externe praktijk integrale mondzorgstage, blok 2 10 en 11 6
Periode Aantal EC Studiebelasting
Competenties Beginvereisten
Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
Naam
Contacturen 160 Voorbereiding op stage 8 Totaal studiebelastinguren (SBU) 168 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Periode 8 integrale leerlijn behaald Stageblok 1 integrale mondzorgstage met voldoende beoordeling afgerond Anesthesie behaald Stage in de algemene tandheelkundige praktijk Stage Beoordelingsgesprek met de stagebegeleider van de stageverlenende instelling Verslag beoordeeld door stagedocent O/V/G, bij een onvoldoende zal de student extra moeten werken aan zijn deficiënties, met specifieke opdrachten in de interne praktijk. Daarna vindt een herkansing plaats van de stagestageperiode, waarbij de stagedagen en bijbehorende opdrachten opnieuw moeten worden uitgevoerd De EC’s voor stageblok 2 worden aan het einde van het stageblok in één keer toegekend Zie stagehandleiding Stagebureau Mw. N. Adler
Integrale leerlijn; externe praktijk integrale mondzorgstage, blok 3 12 6
Periode Aantal EC Studiebelasting
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-3.IGMZST2-10
GMO-3.IGMZST3-10
Contacturen 160 Voorbereiding op stage 8 Totaal studiebelastinguren (SBU) 168 1, 2, 3 ,4, 5 en 6 Propedeuse behaald Stageblok 2 integrale mondzorgstage met voldoende beoordeling afgerond Stage in de algemene tandheelkundige praktijk Stage Beoordelingsgesprek met de stagebegeleider van de stageverlenende instelling Verslag beoordeeld door stagedocent O/V/G, bij een onvoldoende zal de student extra moeten werken aan zijn deficiënties, met specifieke opdrachten in de interne praktijk. Daarna vindt een herkansing plaats van de stageperiode, waarbij de stagedagen en bijbehorende opdrachten opnieuw moeten worden uitgevoerd Zie stagehandleiding Stagebureau Mw. N. Adler
127/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Integrale leerlijn; project bijzondere zorggroepen 9 en 10 3
Studiebelasting
Contacturen Voorbereiding op stage Totaal studiebelastinguren (SBU) 84 1, 2, 3, 4 en 5 Expertcolleges bijgewoond Project in verpleeg- verzorgingshuis Covey Projectvorm Beoordeling presentatie in verpleeg- of verzorgingshuis, presentatie en eindverslag Expertcolleges bijgewoond, beoordeling in verpleeg/verzorgingshuis voldoende en presentatie opleiding voldoende, eindverslag met een voldoende beoordeeld. De EC’s worden toegekend als alle onderdelen met een voldoende zijn beoordeeld. Zie handleiding Mw. E. Radersma
Competenties Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-3.PROJZORG-10
128/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam
Integrale leerlijn: LOEP/WSK Kritisch reflectieve beroepshouding 9 en 10 4
Periode Aantal EC Studiebelasting
Competenties Beginvereisten Inhoud
Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen
Contactpersoon
GMO-3.LOEPBP5-10
Begeleide contacturen 20 Expertcolleges 7 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingtijd) 85 Totaal studiebelastinguren (SBU) 112 6 LOEP jaar 2 behaald LOEP met: Methodologie Statistiek Epidemiologie Classificaties Klinimetrie Verslaglegging Beroepsproduct 5: Casereport onderzoeksprotocol het schrijven van een onderzoeksverslag het houden van een referaat Expertcollege Responsiecollege Onderwijsgroep Practicum Project Hoorcolleges Presentatie Zelfstudie LOEP product 5: casereport Minimaal een 5.5 voor de schriftelijke toets Minimaal een 5.5 voor BP5, casereport en het referaat De EC’s worden toegekend als alle onderdelen met een voldoende zijn beoordeeld Verhoeven N. (2007) Wat is onderzoek? Praktijkboek Methoden en techniekenvoor het hoger onderwijs Hollands L, Hendriks L, Ariens H. Elementen van Kwaliteitszorg Classificaties en Codelijsten voor Mondhygiëne Verslaglegging Patiëntenzorg door Mondhygiënisten Programma van eisen: Eisen aan de mondhygiënische verslaglegging Kuiper, C., et al (2004), Evidence based practice voor paramedici, Lemma Mw. G. Noordermeer-Knoppers
129/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam
Integrale leerlijn ‘De beroepspraktijk onder de LOEP’ Kritisch reflectieve beroepshouding 11 en 12 4
Periode Aantal EC Studiebelasting
GMO-3.LOEPBP6-10
Contactpersoon
Begeleide contacturen 20 Expertcolleges 8 Zelfstudie (incl. bloktoets voorbereidingtijd) 84 Totaal studiebelastinguren (SBU) 112 6 LOEP jaar 2 LOEP met: Methodologie Statistiek Epidemiologie Beroepsproduct 6 Onderzoeksvoorstel ten behoeve van afstudeertraject Verslag Expertcollege Responsiecollege Onderwijsgroep Project Zelfstudie LOEP product 6: onderzoeksvoorstel en verslag onderzoeksvoorstel Minimaal een 5.5 voor BP 6, onderzoeksvoorstel en verslag Verhoeven N. (2007) Wat is onderzoek? Praktijkboek Methoden en technieken voor het hoger onderwijs Kuiper, C., et al (2004), Evidence based practice voor paramedici, Lemma Mw. N.W.D. van Maanen-Schakel
Naam Periode Aantal EC
KMC 28 9, 10, 11 en 12 1
Studiebelasting
Hoorcolleges 14 Zelfstudie 14 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 6 Geen Gedurende het hele studiejaar (met eventuele uitloop in jaar 4) moeten 14 bijeenkomsten KMC 28 georganiseerd door de lectoraten worden bijgewoond. Hoorcolleges Aanwezigheid Aanwezigheid, de EC wordt toegekend als de presentie kaart is afgetekend en ingeleverd Tijdens colleges genoemde leermiddelen Mw. B. Dallinga
Competenties Beginvereisten Inhoud
Onderwijsvorm
Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen
Competentie Beginvereisten Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
130/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Integrale leerlijn: WSK intercollegiale toetsing 11 en 12 3
Studiebelasting
Werkcolleges 12 Zelfstudie 72 Totaal studiebelastinguren (SBU) 84 6 Geen Evidence based practice Het organiseren van een Journal club Het bespreken van artikelen in relatie tot de beroepspraktijk Het geven van een posterpresentatie Journal Club Verslag en posterpresentatie Minimaal een voldoende voor het verslag en de posterpresentatie Kuiper, C., et al (2004) Evidence based practice voor paramedici, Lemma Mw. N.W.D. van Maanen-Schakel
Competenties Beginvereisten Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
Reflectieleerlijn / SLB Naam Reflectieleerlijn en SLB
Periode Aantal EC
9, 10, 11 en 12 4
Studiebelasting
Begeleide contacturen Zelfstudie Totaal studiebelastinguren (SBU)
Competenties Beginvereisten Inhoud
Onderwijsvorm Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-3.IGL.WSK-10
GMO-03.SLB09-10 GMO-03.SLB10-10 GMO-03.SLB11-10 GMO-03.SLB12-10
24 88 112
Geen Intercollegiale toetsing Ethiek Covey Professionele communicatie Intervisie Solliciteren POP Studieloopbaanbegeleidergroepen, zelfstudie en individuele gesprekken met slb-er De opdrachten behorend bij periode 9 De opdrachten behorend bij periode 10 De opdrachten behorend bij periode 11 De opdrachten behorend bij periode 12 Individuele gesprekken met de studieloopbaanbegeleider Alle opdrachten behorend bij periode 9 t/m 12 met een voldoende zijn beoordeeld Het individuele gesprek met de studieloopbaanbegeleider, van periode 10 en 12 afgerond Periodeboeken Mw. J. Willebrands Bakker
131/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Periodeomschrijvingen 4e-jaar 2010-2011 Conceptuele leerlijn Naam Conceptuele leerlijn: Implantologie Periode 15 Aantal EC 1 Studiebelasting
GMO-4.CL.IMP-10
Contactpersoon
Expertcolleges 9 Zelfstudie 19 Totaal studiebelastinguren(SBU) 28 Implantologie 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Expertcolleges Practica Zelfstudie Een schriftelijke toets bestaande uit open vragen en meerkeuzevragen De herkansing wordt op dezelfde wijze samengesteld Tentamentijd voor de afzonderlijke tentamens bedraagt 2 uur Zie periodeboek Reader implantologie en C.de Baat, G.M. Raghoebar, W.F.M. Pelkmans-Tijs ‘Implanaten en prothetische constructies’ Mw. Th.F.M. Quant
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn: Mondheelkunde 15 1
Studiebelasting
Expertcolleges 9 Zelfstudie 19 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 Mondheelkunde 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Expertcolleges 1. 50 meerkeuzevragen 2. Van 10 dia’s het klinische deel beschrijven, diagnosticeren en vervolgens het ontstaan en de eventuele behandeling daarvan beschrijven De herkansing wordt op dezelfde wijze samengesteld Tentamentijd voor de afzonderlijke tentamens bedraagt 2 uur Voor beide toetsonderdelen moet een voldoende worden behaald Voor de herkansing geldt dezelfde vorm van toetsen en beoordelen. Als slechts 1 onderdeel onvoldoende is beoordeeld dan wordt alleen het onvoldoende beoordeelde onderdeel herkanst Reader Mw. Th.F.M. Quant
Inhoud Competenties Onderwijsvorm
Toetsvorm
Beoordeling Leermiddelen
Inhoud Competenties Onderwijsvorm Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen Contactpersoon
GMO-4.CL.MHK-10
132/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Conceptuele leerlijn: Orale pathologie 15 1
Studiebelasting
Leermiddelen Contactpersoon
Expertcolleges 9 Zelfstudie 19 Totaal studiebelastinguren (SBU) 28 Orale pathologie 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Expertcolleges 1. Meerkeuzevragen 2. Het klinische deel beschrijven, diagnosticeren en vervolgens het ontstaan en de eventuele behandeling daarvan beschrijven De herkansing wordt op dezelfde wijze samengesteld Tentamentijd voor de afzonderlijke tentamens bedraagt 2 uur Voor beide toetsonderdelen moet een voldoende worden behaald Voor de herkansing geldt dezelfde vorm van toetsen en beoordelen. Als slechts 1 onderdeel onvoldoende is beoordeeld dan wordt alleen het onvoldoende beoordeelde onderdeel herkanst Reader Mw. C.H. Garretsen-Denkema
Integrale leerlijn Naam Periode Aantal EC
Integrale leerlijn: WSK intercollegiale toetsing 13, 14 en 15 6
Inhoud Competenties Onderwijsvorm Toetsvorm
Beoordeling
Studiebelasting
Beginvereisten Inhoud
Competenties Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
GMO-4.CL.SP-10
GMO-4.IGL.WSK-10
Werkcolleges 24 Zelfstudie 144 Totaal studiebelastinguren (SBU) 168 Leerlijn LOEP jaar 3 behaald (BP 5 en BP6) Evidence based practice Het organiseren van een Journal club Het bespreken van artikelen in relatie tot de beroepspraktijk Het geven van een posterpresentatie 1 t/m 6 Journal Club Verslag en posterpresentatie Minimaal een voldoende voor het verslag en de posterpresentatie Evidence-Based Practice voor Paramedici Methodiek en implementatie Redactie:C.Kuiper, J. Verhoef, D. de Louw, K.Cox Mw. N.W.D. van Maanen-Schakel
133/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam
Integrale leerlijn:Leerlijn LOEP BP 8 en 9 Afstudeertraject 13, 14 en 15 10
Periode Aantal EC Studiebelasting
Beginvereisten Inhoud
Competenties Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Leermiddelen
Contactpersoon
GMO-4.IGL.AF-10
Contacturen 60 Zelfstudie (incl. opzetten en uitvoeren van de projectopdracht) 220 Totaal studiebelastinguren (SBU) 280 Leerlijn LOEP jaar 3 behaald BP 5 en BP6) Epidemiologie Methodologie Statistiek SPSS Zoeken, lezen, interpreteren literatuur wetenschappelijk onderzoek Protocollen, richtlijnen Systematic review Het opzetten en uitvoeren van een kleinschalig onderzoek Het ontwikkelen van een protocol Het opzetten en uitvoeren van systematisch literatuuronderzoek Het schrijven van een wetenschappelijk verantwoord onderzoeksverslag Het schrijven van een verslag over protocolontwikkeling Het schrijven van een systematic review Het houden van een presentatie over de methodologie en resultaten van het onderzoek 6 Studiebijeenkomsten, projectbijeenkomsten Onderzoeksverslag/verslag protocolontwikkeling, protocol/systematic review Minimaal een 5.5 voor het onderzoeksverslag/verslag protocolontwikkeling, protocol/ systematic review en het referaat. Het gemiddelde van de twee onderdelen moet een voldoende zijn (5.5) Baarda DB, de Goede MPM. Basisboek Methoden en technieken. Evidence-Based Practice voor Paramedici Methodiek en implementatie Redactie:C.Kuiper, J. Verhoef, D. de Louw, K.Cox. Mw. N.W.D. van Maanen-Schakel
134/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Integrale leerlijn: Integrale Mondzorg (intern) 13, 14, 15 en 16 15
Studiebelasting
Patiëntenbehandeling (intern) 200 Tutorbijeenkomsten 100 Voorbereiding en uitvoer projecten 60 Expertcolleges 20 Zelfstudie 40 Totaal studiebelastinguren (SBU) 420 Patiëntenbehandeling 3 met een voldoende afgerond Preklinisch cariësonderwijs jaar 3 met een voldoende afgerond Externe praktijk jaar 3 met voldoende afgerond Patiëntenbehandeling waarbij de volgende onderdelen aan bod komen: intake risicoanalyse zorgplan opstellen en presenteren zorgplan geheel of ten dele uitvoeren of geheel of ten dele delegeren rapportage aan tandarts/verwijzer teambespreking het managen van de praktijk (PM) deelname aan het kinderproject en deelname aan de poetsweek c.q. werving Expertcolleges KMC28 (7 uur) Reanimatie 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Practicum Tutorgroep bijeenkomsten Projectgroep bijeenkomsten Expertcolleges Beoordelingsgesprekken/voortgangsgesprekken met de praktijkmentor aan de hand van het digitale beoordelingsprogramma ‘werkervaring’ Zie verder periodeboek De student wordt door een tandartsdocent beoordeeld en competent verklaard voor de integrale mondzorg met minimaal: 12 voldoende beoordeelde zorgplannen 8 voldoende beoordeelde éénvlakspreparaties en restauraties 5 voldoende beoordeelde tweevlakspreparaties en restauraties 12 voldoende beoordeelde rapportagebrieven voldoende beoordeling voor de bedrijfsvoering en PM Handleiding integrale mondzorg Handleiding kinderproject Handleiding poetsweken c.q. werving Patiënten moeten door de student zelf geregeld worden. Het patiëntenbestand van de kliniek Mondzorgkunde is niet voldoende groot en divers om, met deze patiënten, op alle verplichte verrichtingen competent te kunnen worden verklaard.
Beginvereisten
Inhoud
Competenties Onderwijsvorm
Toetsvorm
Beoordeling
Leermiddelen
Contactpersonen
GMO-4.IGMZ4-10
Mw. A. Oorsprong (integrale mondzorg), dhr. H. Kuipers (project poetsweken en werving)
135/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam
Integrale leerlijn, externe praktijk: Integrale Mondzorg Stage 13 en 14 6
Periode Aantal EC Studiebelasting
Beginvereisten
Competenties Inhoud
Toetsvorm
Beoordeling Leermiddelen Contactpersoon
GMO-4.IGMZST4-10
Patiëntbehandeling 120 Stageverslag 48 Totaal 168 Integrale mondzorg jaar 3 met een voldoende afgerond Stageblok 3 integrale mondzorgstage met een voldoende afgerond Externe praktijk keuzewerkveld stage met voldoende afgerond 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Patiëntenbehandeling waarbij de volgende onderdelen aan bod komen: intake zorgplan geheel of ten dele uitvoeren of geheel of ten dele delegeren rapportage aan tandarts/verwijzer mondeling dan wel schriftelijk het, deels, managen van de praktijk (PM) Beoordelingsgesprekken/voortgangsgesprekken met de stagebegeleider Beoordeling stageverslag door studieloopbaanbegeleider Zie verder periodeboek Voldoende beoordeeld door stagebegeleider Voldoende beoordeeld stageverslag (studieloopbaanbegeleider) Handleiding integrale mondzorg Mw. N. Adler
136/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Naam Periode Aantal EC
Integrale leerlijn: Management en Organisatie 14 en 15 4
Studiebelasting
Leermiddelen Contactpersoon
Contacturen 14 Zelfstudie 98 Totaal studiebelastinguren(SBU) 112 Vrijgevestigde praktijk Loondienst Waarneming Salaris Fiscale aspecten van de praktijkvoering Financiering Ondernemingsvormen Verzekeringen Sociale Wetgeving Samenwerkingsvormen Contracten NVM Beroepsvereniging Ondernemingsstappenplan BIG-wet Beroepsethiek (gedragscode/beroepsprofiel) 5 Expertcollege, responsiecollege, zelfstudie Schriftelijke opdracht Aanwezigheid bij contacturen (bij afwezigheid volgt een vervangende opdracht) eindbeoordeling wordt gebaseerd op kwaliteit van de gemaakte opdrachten (voldoende/onvoldoende) Uitgereikte literatuur (reader VVAA, beroepscode, beroepsprofiel) Mw. M.G. Noordermeer-Knoppers
Reflectieleerlijn Naam Periode Aantal EC
Studieloopbaanbegeleiding 13, 14, 15 en 16 1
Inhoud
Competenties Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling
Studiebelasting Inhoud Onderwijsvorm Toetsvorm Beoordeling Leermiddelen Contactpersonen
Voorbereiden POP en individuele gesprekken Totaal studiebelastinguren (SBU) POP. Studievoortganggesprekken Studievoortganggesprekken Eindgesprek met studieloopbaanbegeleider Eindgesprek met studieloopbaanbegeleider afgerond n.v.t. Studieloopbaanbegeleiders
Profileringsruimte Naam
Profileringsruimte
GMO-4.IGL.MO-10
GMO-4.SLB-10
28
15 EC
137/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
10 Bijlagen 10.1 Onderwijs- en examenregeling De OER-HU regelt op hoofdlijnen de rechten en plichten van alle HU-studenten ten aanzien van onderwijs, examens en tentamens. Deze regeling is gebaseerd op de WHW en op het algemene hogeschoolbeleid. De OER-HU wordt vastgesteld door het College van Bestuur. De OER-HU is te vinden op www.sharepoint.hu.nl/sites/Reglementen. In de OER-HU is aangegeven welke onderwerpen op faculteits- en/of opleidingsniveau nader geregeld worden. Het betreft dan vooral de inrichting van het onderwijs, waarvoor per faculteit en/of opleiding specifieke regels worden vastgesteld ter uitwerking en invulling van de OER-HU. De OER-HU verwijst daarvoor naar de faculteits-OER, waarmee tevens een specifiek mandaat aan de faculteitsdirectie wordt gegeven om in de faculteits-OER een nadere regeling op te nemen. Als voor een bepaald onderwerp een opleidingsspecifieke regeling gewenst is, kan de faculteits-OER op haar beurt een verwijzing naar de studiegidsen bevatten. Dit vormt dan een specifiek submandaat aan de opleidingsdirecties om voor de desbetreffende opleiding(en) een nadere regeling in de studiegidsen op te nemen. De OER-FG is te vinden op www.sharepoint.hu.nl/sites/reglementenfg. Bij de totstandkoming van de faculteits-OER en de studiegids moeten de bepalingen van de "hogere" regeling (lees: HUOER en faculteits-OER) in acht worden genomen. De bedoeling is immers dat de verschillende regelingen elkaar aanvullen. Bij onderlinge tegenstrijdigheid prevaleert altijd de "hogere" regeling.
10.2 Overige regelingen Geen
10.3 Diversen Geen
138/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
11 Trefwoordenregister In deze regeling wordt verstaan onder: Afdeling Een organisatorische eenheid van één of meer opleidingen binnen de Faculteit Gezondheidszorg met de eventueel daarbij behorende afdelingsstafdiensten, zoals geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde Faculteits-Organisatiebesluit. Bachelor Initiële HBO-opleiding als bedoeld in de artikelen 7.3 en 7.3a WHW. Bij voltooiing van deze opleiding wordt aan de student de graad Bachelor verleend. Zie ook: opleiding. Beroepsuitoefeningsdeel Beroepsuitoefening in verband met dat onderwijs, voor zover deze activiteiten onder begeleiding vanuit de opleiding plaatsvinden. (7.3.2 WHW) Bloktoets De afsluitende beoordeling van een periode. Een leerwegonafhankelijke beoordelingsvorm van competenties. Centraal in een bloktoets staat de opdracht of de taak, aan de hand waarvan het aanwezig zijn van de competenties, op gevraagd niveau, zichtbaar waargenomen en beoordeeld kan worden. Van een bloktoets kan deel uitmaken: • een expert-bloktoets: een docent of deskundige beoordeelt de competenties van de student; • een peer-bloktoets: één of meer medestudenten beoordelen de competenties van de student; • een self-bloktoets: de student beoordeelt haar of zijn eigen competenties. Studieloopbaanbegeleider Een docent die de student individueel begeleidt in de studieloopbaanleerlijn (zie: leerlijn). College van Beroep Het College zoals bedoeld in artikel 7.60 dan wel 7.68 van de WHW en zoals bedoeld in het Studentenstatuut HU. Inrichting, taken en bevoegdheden zijn geregeld in het door het College van Bestuur vastgestelde Reglement van het College van Beroep HU. College van Bestuur Bestuursorgaan van de Hogeschool krachtens artikel 10.3 WHW, in samenhang met de statuten van de Stichting Hogeschool Utrecht, met taken en bevoegdheden zoals geregeld in het door de Raad van Toezicht vastgestelde Bestuursreglement HU. Deeltijdse opleiding Een deeltijdse opleiding is een opleiding, die zodanig is ingericht dat rekening is gehouden met de mogelijkheid dat de student ook in beslag wordt genomen door andere werkzaamheden dan onderwijsactiviteiten. Deze andere werkzaamheden kunnen in de vorm van vrijstellingen studiepunten opleveren dan wel als onderwijseenheden worden aangemerkt onder door de examencommissie te stellen eisen (7.27 WHW). De student komt niet in aanmerking voor studiefinanciering. Duale opleiding Een duale opleiding is een opleiding, die zodanig is ingericht dat het volgen van onderwijs gedurende één of meer perioden wordt afgewisseld met beroepsuitoefening in verband met dat onderwijs. De opleiding bestaat dan uit een onderwijs- en een beroepsuitoefeningdeel. De beroepsuitoefening is onderdeel van het onderwijsprogramma van de opleiding en kan dus studiepunten opleveren. De student komt op gelijke wijze als voltijdstudenten conform de WSF 2000 in aanmerking voor studiefinanciering. (7.7.2 WHW) ECTS European Credit Transfer System. Hiermee wordt de studielast op internationaal vergelijkbare wijze uitgedrukt in EC. Examencommissie 139/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
De conform deze onderwijs- en examenregeling ingestelde commissie ten behoeve van het afnemen, de organisatie en de coördinatie van het propedeutisch en/of het afsluitende examen van één of meer opleidingen. Examinator/assessor Iedere docent kan examinator/assessor zijn. Extraneus Degene die conform artikel 7.32 e.v. WHW als extraneus aan de hogeschool is ingeschreven. Faculteit De Faculteit Gezondheidszorg, bestaande uit een aantal verwante opleidingen, zoals opgenomen in het door het College van Bestuur vastgestelde Organisatiebesluit HU, en de faculteitsdiensten, zoals opgenomen in het door de faculteitsdirectie vastgestelde Faculteits-Organisatiebesluit. Faculteitsdirectie De directie van de Faculteit Gezondheidszorg, met taken en bevoegdheden zoals geregeld in het door het College van Bestuur vastgestelde Mandateringsbesluit HU. Faculteits Onderwijs- en Examenregeling (Faculteits-OER) De voor alle opleidingen van de faculteit geldende nadere uitwerking en invulling van de OER-HU. De Faculteits-OER bevat inhoudelijk de integrale tekst van de OER-HU. In de Faculteits-OER wordt ook aangegeven welke onderwerpen in Studiegidsen op afdelingsniveau nader worden geregeld. De Faculteits-OER wordt vastgesteld door de faculteitsdirectie. Getuigschrift Het door een examencommissie afgegeven bewijsstuk dat een propedeutisch examen of een afsluitend examen van een opleiding met goed gevolg is afgelegd. (7.11 WHW) Hogeschool De Hogeschool Utrecht (HU), in stand gehouden door de Stichting Hogeschool Utrecht. Hoofdfase Onder de hoofdfase van een opleiding wordt in deze regeling de post-propedeutische fase van een opleiding verstaan. Deze fase wordt afgesloten met het afsluitend examen. Initieel onderwijs Hoger onderwijs dat aansluit op de tweede fase van het voortgezet onderwijs. Leerlijn Een samenhangende kolom van onderwijsactiviteiten. De opleiding Mondzorgkunde bestaat uit een integrale leerlijn, eenconceptuele leerlijn, een vaardigheden leerlijn, een reflectie leerlijn en een studieloopbaan leerlijn. Major Het onderdeel van de hoofdfase van een opleiding dat bestaat uit verplichte onderwijseenheden en een aantal nader omschreven, aan de major gerelateerde, keuzecursussen. Zie ook: profileringsruimte. Minor Een samenhangend pakket van 30 EC, dat als zodanig is opgenomen in OSIRIS dan wel door een andere onderwijsinstelling als zodanig wordt aangeboden. Zie ook: profileringsruimte. Onderwijsdeel Het deel van het onderwijsprogramma van een duale opleiding dat bestaat uit het volgen van onderwijs. (7.7.2 WHW) Onderwijseenheid Een samenhangend geheel van te verwerven kennis, inzicht en vaardigheden, dat deel uit maakt van het onderwijsprogramma van de propedeutische fase of de hoofdfase van een opleiding. Een onderwijseenheid kan ook betrekking hebben op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding vanuit de opleiding plaatsvinden. (7.3.2 WHW) Een 140/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
examencommissie kan, onder door haar te stellen voorwaarden, ook de werkzaamheden van een deeltijdstudent als onderwijseenheden aanmerken (7.27 WHW). De studielast van een onderwijseenheid wordt uitgedrukt in hele EC. Opleiding Een samenhangend geheel van onderwijseenheden zoals genoemd in artikel 7.3.2 WHW, gericht op de verwezenlijking van wel omschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. Opleidingen zijn voltijds, deeltijds of duaal ingericht. OSIRIS Onderwijs en Studenten Informatie, Registratie en Inschrijf Systeem. De student kan met behulp van dit systeem digitaal inzicht krijgen in de voortgang van zijn studie. Tevens kan hij via OSIRIS een keuze maken uit de onderwijscatalogus en zich aanmelden voor keuzecursussen en minoren. Periodeboek De beschrijving van een studieonderdeel binnen een periode van tien lesweken. Propedeutische fase De aan de hoofdfase van een opleiding voorafgaande fase die, tenzij de Faculteits-OER daaromtrent anders bepaalt, wordt afgesloten met het propedeutisch examen. Als aan een propedeutische fase een propedeutisch examen is verbonden, is de studielast van die fase 60 EC. (7.8.2 WHW) Portfolio Een instrument waarmee de student informatie over studievoortgang en bloktoets vastlegt ten behoeve van overleg daarover met (praktijk)docenten, tutoren en de studieloopbaanbegeleider. Aan informatie over bloktoets en andere beoordelingen in de portfolio kan de student geen rechten ontlenen. Profileringsruimte Het onderdeel van de hoofdfase van een opleiding dat de student naar eigen inzicht kan invullen met een minor en/of losse keuzecursussen, mits daarvoor de goedkeuring van de examencommissie wordt verkregen. Samengesteld programma Een opleiding die is samengesteld door een student uit onderwijseenheden, die door de HU, dan wel door een andere hogeschool of een universiteit worden verzorgd. Een samengesteld programma behoeft de goedkeuring van de examencommissie van de opleiding waarvoor de student is ingeschreven. (Een en ander zoals bedoeld in art. 7.3.4 WHW) Student Degene die, conform artikel 7.32 e.v. WHW of andere wettelijke regelingen, als student (voltijd, deeltijd, of duaal) aan de hogeschool is ingeschreven. De rechten en plichten van de student zijn beschreven in het door het College van Bestuur vastgestelde Studentenstatuut HU. Studiegids De Studiegids bevat tenminste die onderdelen van de Faculteits-OER die op afdelingsniveau moeten worden vastgesteld. Studiejaar Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar, zoals bedoeld in art. 1.1 WHW. Studielast/studiepunten Een EC is gelijk aan 28 uren studielast. De studielast van een opleiding en van een onderwijseenheid wordt in de Studiegids van de desbetreffende opleiding uitgedrukt in hele EC-punten. (7.4.1 WHW) Toets De afsluitende beoordeling van een onderwijseenheid. Hieronder vallen tevens tussentijdse onderzoeken naar onderdelen daarvan. Aan elke onderwijseenheid is een toets verbonden. Elke toets omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. (7.3.3 en 7.10.1 WHW)
141/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010
Instituut voor Paramedische Studies – Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011
Tutor Een tutor begeleidt het onderwijs in de integrale leerlijn1. De tutor stuurt het leerproces in de tutorgroep aan en begeleidt de studenten bij het doorwerken van de onderwijsonderdelen en houdt daarbij rekening met de leerdoelen van de student, zoals die zijn vastgelegd in het portfolio. De tutor is verantwoordelijk voor de communicatie over de organisatie van het onderwijs naar de eigen tutorgroep(-en), spreekt de studenten aan op hun betrokkenheid bij het proces, levert een bijdrage aan (deel)toetsen en bloktoets en beoordeelt deze. Voltijdse opleiding Een voltijdse opleiding is een opleiding die is ingericht zonder dat rekening is gehouden met het verrichten van andere werkzaamheden dan onderwijsactiviteiten. Werkzaamheden in de vorm van stages zijn onderdeel van het onderwijsprogramma van de opleiding en kunnen dus studiepunten opleveren. De student komt conform de WSF 2000 in aanmerking voor studiefinanciering. WEB De Wet Educatie en Beroepsonderwijs, zoals gepubliceerd in Staatsblad 1995, nummer 501, inclusief de latere wijzigingen en aanvullingen. Wet De Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek (WHW), zoals gepubliceerd in Staatsblad 1992 nr.593, inclusief de latere aanvullingen en wijzigingen. WSF 2000 De Wet op de Studiefinanciering 2000 inclusief de latere aanvullingen en wijzigingen. Wet profielen VO De Wet profielen voortgezet onderwijs, waarbij de aanwijzing en invoering van profielen in het voortgezet onderwijs geregeld is. Wet van 2 juli 1997, gepubliceerd in staatsblad 1997 nr. 322, inclusief de latere aanvullingen en wijzigingen.
142/142 © Hogeschool
Utrecht, juni 2010