M(e)ER weten
06/12
nieuwsbrief voor studenten en alumni van de opleiding Management, Economie en Recht
In deze nieuwsbrief o.a.
inleiding
MER Wereldopleiding
Internationale ambities? Ga ervoor!
3
p.
Rick Mans Geeft meer dan hij ontvangt
6
p.
Nagenieten van de mooie MER-momenten met Marianne Frantsen
15
8
p.
Studeren aan de Mid Sweden University in Östersund
p.
van backpacker tot boekhouder in Australië
20
p.
22
Studeren in het buitenland: twee maanden in San Francisco
p.
Wonen en werken in het centrum van Azië
28
p.
Met je MER-diploma naar het buitenland? Wel eens over nagedacht wat de mogelijkheden zijn? Nog even en je staat voor de keuze. Alumni van de MER vertellen in deze editie over hun loopbaan in het buitenland. Een andere cultuur, andere omgeving, op eigen benen de wereld in. In dit geval is een goede voorbereiding tijdens de opleiding essentieel.
Cambridge niveau, stage lopen en afstuderen in het buitenland, een minor volgen aan een buitenlandse instelling of deelnemen aan de verschillende studiereizen naar bijvoorbeeld Marokko, Istanbul, Berlijn, Leuven, Brussel en Den Haag (internationale instellingen). Stuk voor stuk een goede voorbereiding om je loopbaan straks in het buitenland voort te zetten.
Door de breedte van het MERstudieprogramma blijven veel carrièreperspectieven in het buitenland binnen handbereik. Dat betekent dus dat bij het MER-diploma niet één soort baan past. Dat betekent ook dat je straks met je diploma op zak lekker kunt gaan ontdekken. Overigens is het goed om in het begin van je loopbaan in verschillende keukens te kijken. Ontdekken wat je kunt, wat je wilt, met vallen, opstaan en dan weer doorgaan.
Wat je ook wilt doen na je opleiding, of je nu wel of niet naar het buitenland gaat, probeer je curriculum vitae nu al aan te vullen met interessante bijbaantjes en bijzondere nevenactiviteiten. Maak jezelf uniek! Waarom zou je stilstaan in een wereld die voortdurend aan het veranderen is? Denk eens goed na of je met het MER-diploma het buitenland wilt ervaren. Laat je daarbij inspireren door de alumni die in deze editie schrijven over hun ervaringen. Zoals sommige bedrijven zeggen: “Think global and act local”.
Tijdens de MER-opleiding kun je al stappen ondernemen om een internationale wending te geven aan je opleiding. Wat dacht je bijvoorbeeld van de cursus Engels op
Muserref Çelik-Karakaya MSc.
April van der Horst / Chelsea Kranenburg
Astrid Beentjes Chelsea Kranenburg Brenda Hage Sari van Teijlingen Linda Bloem Charina Ori Jeroen Hekking Caroline Walenkamp
2
Kindertijd en jeugd: Meneer Chin is geboren en opgegroeid in een dorp in Suriname. Zijn ouders besloten op jonge leeftijd om naar Suriname te emigreren op zoek naar een betere toekomst. Meneer Chin heeft in Suriname een multiculturele opvoeding gehad. Als kind ging hij naar een basisschool met Nederlands onderwijs. Daarna volgde hij ook in Suriname de middelbare school. Toen meneer Chin 17 jaar oud was ging hij naar Nederland om te studeren. Type student in studententijd: Eigenlijk wilde meneer Chin een studie Medicijnen volgen, maar helaas werd hij hier niet voor ingeloot. Hij besloot een studie Economie te doen zonder het vak economie ooit in zijn vooropleiding te hebben gevolgd. Hij deed veel naast zijn studie. Hij was dol op sporten, hij was actief in de studentenvereniging en hij ging regelmatig stappen met zijn goede vrienden. Docent Haagse Hogeschool sinds: Meneer Chin is in 1986 begonnen op de HES J. van Zwijndregt/ HEAO, de voorganger van de Haagse Hogeschool. Docent Haagse Hogeschool in: Steekproeftheorie, SPSS en hij is projectbegeleider en stagecoördinator. Werkzaam bij de Haagse Hogeschool omdat: Meneer Chin vindt het werken met jonge mensen en het contact met studenten erg leuk en leerzaam. Daarnaast vindt hij het erg prettig dat er naast het lesgeven ook ruimte is voor andere werkzaamheden zoals het begeleiden van projecten, het coördineren van stages, het meegaan met de buitenlandreizen met studenten en het opzetten van een minor over China. Leukste herinnering aan de Haagse Hogeschool: Meneer Chin heeft niet één leukste herinnering, hij heeft er namelijk veel meer. Zo vindt hij de buitenlandreizen, de goede gesprekken met studenten en de samenwerking met de collega´s binnen de MER allemaal leuke en fijne herinneringen. Een wereldopleiding is: Een opleiding die internationaal gericht is, die rekening houdt met internationale ontwikkelingen, die aandacht heeft voor de opkomende economieën, die Engelse literatuur verplicht stelt en waar ook lesgegeven wordt in het Engels. Daarnaast is het een opleiding die in staat is om studenten in een multiculturele omgeving op te leiden, waar diversiteit en contact met het buitenland erg belangrijk zijn.
Met bijdragen van: Döne Balkoca, Jasmijn van der Bent, Muserref Çelik-Karakaya, Zerina Cviko, Biyu Feng, Anoeschka Hiralal, Reza Khanaky, Lale Mammadova, Claudia de Miguel Costa, Seyed Mozafar Niazi, Dmitry Rathusnyak, Tomek Synowiecki, Tatevik Tsagikian.
Arthur van der Heide
Favoriete vakantieland: Thailand Favoriete eten: Surinaamse roti en pom Motto: go for the best and expect the worst.
Redactie: Astrid Beentjes, Corine van Beest-Barendregt, Linda Bloem, Brenda Hage, Nelleke Heijboer, Arthur van der Heide, Jeroen Hekking, April van der Horst, Nadine Ketelaars, Chelsea Kranenburg, Jeroen Melkert, Charina Ori, Frank de Poorter, Sari van Teijlingen, Caroline Walenkamp
April van der Horst
sprogrammering aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam Relatie: getrouwd Kinderen: twee zonen, één van 22 jaar en één van 17 jaar Hobby’s: talen leren en sporten
Eindredactie: Corine van BeestBarendregt, Frank de Poorter, Caroline Walenkamp
Jeroen Melkert
Kantonees en Mandarijn
Opleiding: Economie, gespecialiseerd in Ontwikkeling-
Nieuwsbrief MER Juni 2012
Nadine Ketelaars
Voornaam: Henk Achternaam: Chin Leeftijd: 54 jaar Woonplaats: Schiedam Geboorteland: Suriname Geboorteland ouders: China Talen: Nederlands, Surinaams, Chinees: Hakka,
Colofon
Martin Cok
Nooit verwacht, toch gekomen. Na 26 jaar docent te zijn, krijgt meneer Chin dan eindelijk een interview om in de nieuwsbrief van de MER te staan!
Nelleke Heijboer
interview
studeren in londen
Internationale ambities? Ga ervoor!
Na mijn afstuderen van de MER wist ik niet precies wat ik wilde, maar ik wist wel dat mijn ambitie lag in een internationale carrière. Na een half jaar bij ING in Den Haag te hebben gewerkt, solliciteerde ik bij het hoofdkantoor van Pepe Jeans Europe in Amsterdam. Dit internationale modemerk heeft naast Barcelona, Madrid en London een hoofdkantoor in Amsterdam. In mijn functie als Business Analyst was ik mede verantwoordelijk voor planning van internationale wholesale en distributeursprocessen. Hierbij kan gedacht worden aan salesrapportages aan topmanagement, salesprocessen beheren, presentaties van end-ofseason-cijfers en productinkoop en replenishment. Hierbij kwam veel dayto-day-communicatie kijken met verschillende afdelingen over de wereld. De fashionbranche is heel dynamisch, waarbij in korte tijd veel verandert door de constante productie en trends en is daarom heel uitdagend en interessant. Onderdeel van de functie was ook het bijwonen van vergaderingen en trainingen in Madrid en Barcelona. Een baan met veel verantwoordelijkheden en werken onder tijdsdruk waarin ik veel geleerd heb en voldoening uit heb gehaald in anderhalf jaar. Inhoudelijk heb ik veel gebruikgemaakt van de kennis opgedaan tijdens de MER, voornamelijk het praktisch en oplossingsgericht denken. Ook merkte ik dat samenwerken en aansturen van collega’s een voordeel opleverde mede dankzij de praktische groepsprojecten tijdens de studie. Ondanks dat ik goed op mijn plek zat bij Pepe Jeans, speelde de gedachte nog steeds om een masteropleiding te volgen met het oog het ontwikkelen van mijn competenties en ambities en werken in het buitenland. In mei 2011 werd ik aangenomen voor de Master International Communication and Development aan City University in London, waarna ik in september 2011 naar de Engelse hoofdstad verhuisde. In Engeland is men niet bekend met het HBO- en WO-systeem en vindt er geen schakeljaar plaats, de masteropleidingen zijn eenjarig. Daar-
entegen kennen ze wel een strenge selectie en toelatingseisen waaronder referentie- en motivatiebrieven, cijferlijsten en hoog niveau in de Engelse taal. De studie zelf gaat ook in een verhoogd tempo vanwege de korte duur en bestaat uit twee semesters en een afstudeerfase. De internationale samenstelling van studenten maakt discussies tijdens colleges heel interessant en tegelijkertijd een basis voor toekomstige internationale netwerken. London is een levendige, dynamische stad en in het vakgebied Communicatie & Media zijn er veel ontwikkelingen en mogelijkheden. Met deze Master word je voorbereid op een carrière als communicatiespecialist in multinationals, nationale overheden, de Verenigde Naties of Europese Commissie. Naast communicatievakken wordt er ook aandacht besteed aan ontwikkelingsproblemen en de werkzame spelers op dit gebied (VN, World Bank, WTO). Onlangs ben ik op een vierdaagse conferentie in Istanbul geweest, gericht op internationale economische ontwikkelingen en mensenrechten. Professionals van over de wereld kwamen hier bij elkaar om lezingen te geven en te discussiëren over problemen en oplossingen. Voor mij was dit een heel interessante ervaring om zoveel mensen uit hetzelfde vakgebied te spreken en onderdeel te zijn van de nieuwste studies en ontwikkelingen. Na mijn afstuderen in september ben ik van plan te solliciteren in het communicatievakgebied in verschillende steden in de wereld. In welke stad, in welk land ik zal wonen en werken laat ik afhangen van de carrièremogelijkheden. Ik vind London een ontzettend leuke stad, maar ook een nieuwe uitdaging is welkom! Op dit moment begin ik aan de afstudeerfase van mijn Master. Mijn onderzoek richt zich op het effect van ‘globalisation’ op de jonge generatie in India. Hierbij onderzoek ik of communicatiestromen van de Westerse wereld, waaronder (new) media en advertising invloed hebben
(en in welke mate) op de identiteit en lifestyles van jonge mensen. Voor mijn onderzoek vertrek ik in mei drie weken naar New Delhi, India. Voor studenten die overwegen om ook een vervolgopleiding te volgen in het buitenland heb ik de volgende tips. Bereid je goed voor: bezoek open dagen en de stad en kijk goed na wat de vereisten zijn van de opleiding en maak vooral ook een goede begroting. Studeren in het buitenland is duur, dus als je eenmaal in het buitenland studeert en er achter komt dat je de stad of de opleiding niet leuk vindt, zou dat jammer zijn. Maak gebruik van de mogelijkheden als Europese student. Er zijn veel voordelen zoals scholarships en lagere tarieven voor EU-studenten. Maak gebruik van Erasmus uitwisselingen, dit is een goede mogelijkheid om een stage of uitwisseling te doen in het buitenland en is het relatief goed te regelen met school en overheidssteun. Hierbij kan je alvast proeven van het wonen en studeren in het buitenland. En als laatste, heb je internationale ambities? Ga ervoor. Er zijn in deze tijd van globalisering steeds meer mogelijkheden om wereldwijd te wonen, werken en studeren en met een goede opleiding kan je overal terecht. Natuurlijk moet je goed voorbereid zijn, en tegenslagen zullen op je pad komen. Maar in mijn ervaring: als je besloten hebt je grenzen te verleggen geeft het aanpassen aan een totaal nieuwe omgeving, nieuwe mensen en culturen een grote voldoening, energie en een verbreding van je horizon! Anoeschka Hiralal
3
column
De menselijke maat in de automaat Ik vind het altijd een aandoenlijk gezicht. Beelden rond de jaren negentig waarin mensen vertellen over opkomende informatietechnologie. Zo heb je een aflevering uit de serie De Nieuwe Wereld, genaamd De Automaat, uit 1998. Daarin vertelt socioloog Manuel Castells over zijn ideeën over globalisering en de netwerkmaatschappij, die hij eerder in The Information Age heeft verwoord. In deze aflevering komt een vrouw aan het woord die werkt bij een kinderopvangcentrum. Dit centrum is voorzien van de modernste technologie. Zo is er een personal computer met heel veel software. De vrouw hoopt hiermee te bereiken dat de kinderen later niet bang zullen zijn voor deze technologische vernieuwingen.
4
Tegenwoordig zie je op YouTube filmpjes van baby’s die spelletjes op iPad’s spelen. Ik zag zelfs een baby die dacht dat een gewoon tijdschrift ook te beïnvloeden was door die typische vingerbewegingen. Het kind raakte danig gefrustreerd dat het een bladzijde moest omslaan om een nieuw plaatje te kunnen zien. Het idee van Castells in De Automaat was zo gek nog niet. Er was sprake van globalisering. Een nieuwe wereld, gedreven door technologische vooruitgang, waar landsgrenzen op sociaal, economisch en politiek gebied vervaagden. Castells noemde dit de automaat. Machts- en geldstromen circuleren real time, en over de hele wereld. Niemand die hier nog zicht op heeft, laat staan kan beïnvloeden. Er was ook een keerzijde van de globalisering. Zo ontstond er een vierde wereld, mensen die niet konden meedraaien in de toenemende complexiteit. Bijvoorbeeld omdat ze niet hooggeschoold waren, of omdat ze psychisch niet sterk genoeg waren. Deze mensen waren simpelweg niet relevant voor het systeem, en daarom buitengesloten van de geneugten van de globalisering. Intussen had zich ook de tegenbeweging gemeld. Overal ter wereld was men bezig de eigen culturele identiteit te versterken als antwoord
op de toenemende anonimiteit van de globalisering. Opkomst van religie, nationalisme, extremisme. Naast globalisering was er dus ook tribalisering, te ontwaren in de tekenen des tijds. De Nieuwe Wereld liet ook Henk Westbroek aan het woord, toen net als grote winnaar uit de bus gekomen bij de gemeenteraadsverkiezingen, als lijsttrekker van Leefbaar Utrecht. Westbroek was er van overtuigd dat een samenleving waarin mensen zich erkend en betrokken voelen, beter en bovendien haalbaar was. Het is gemakkelijk om nu, 14 jaar later, de balans op te maken en in het vuistje te lachen over de punten waarop de voorspellingen spaak lopen. Zo hoeft geen kind tegenwoordig nog begeleid te worden in de omgang met technologie. Ook met de tribalisering valt het wel mee. Als je naar de cijfers kijkt, is de opwaartse sociale mobiliteit nog nooit zo hoog geweest in de geschiedenis. Onze identiteit, die ontlenen we aan de entertainmentindustrie, daar is geen kerk of natie voor nodig. Westbroek is gestopt in de politiek en Utrecht groeit rustig uit tot een echte stad. Terwijl je lacht met je kennis achteraf, kan het je gebeuren dat je nadenkt over globalisering. Castells kon kennelijk niet anders dan de processen om zich heen omschrijven als een automaat. Een systeem dat mensen overstijgt, dat onmenselijk is. Hij zegt bijvoorbeeld dat de irrelevante delen van de wereld, vanuit het oogpunt van de machine, maar beter niet kunnen bestaan. Hij haast zich te zeggen dat hij, als mens, dat natuurlijk niet vindt. Castells probleem is dat hij zijn eigen automaat niet kan begrijpen. Hij denkt dat kinderen die altijd voor de buis zitten, dat doen uit verveling omdat kinderen spelen met volwassenen of met elkaar altijd verkiezen boven tv-kijken. Het probleem is volgens Castells dan ook dat wij niet meer met onze kinderen spelen, niet dat zij altijd voor de buis hangen. Maar Castells had geen MMORPG’s, WII’s, iPhones, WhatsApp, etc. Welk kind zou nu nog de duffe wereld voor deze fantastische
virtuele ervaring willen inruilen? Een dag offline is een dag niet geleefd. Want wat doet de automaat? De automaat slokt op. Overal waar een wrijving is, geeft de automaat een economisch antwoord. Is er een gebrek aan menselijk contact in de virtuele wereld? Laat er dan Facebook zijn. Heeft men last van identiteitscrisis? Personaliseer het web, zorg dat mensen zich kunnen identificeren met producten. En zo verder. Is er dan eigenlijk wel een ontkomen aan de automaat? Was Henk Westbroek niet ook bezig het marktpotentieel te vergroten door burgers zich erkend en betrokken te laten voelen? Is een blije consument geen betere consument? Zelfs Castells is een verdere ontplooiing van de automaat die hij probeert te omschrijven. Hij vindt de tribalisering maar niks, dat leidt tot polarisatie. Hij vergeet dat identiteitsvorming altijd plaatsvindt op basis van in- en uitsluiting, en dat globalisering alleen kan gebeuren door een doorbreking van in- en uitsluiting op lokaal niveau. Wanneer Castells ons waarschuwt voor tribalisering, spreekt eigenlijk de automaat die een verdere openlegging van de wereld voor haar geld- en machtsstromen eist. Dat de man die bedacht om over globalisering na te denken in termen van een automaat, de precieze uitwerkingen van dit ding bij zichzelf ook niet kan zien, moet ons waakzaam maken. Ten eerste weet je nooit of wij over 15 jaar niet weer uitgelachen worden wanneer we nu denken te weten wat globalisering eigenlijk inhoudt. Ten tweede is de automaat kennelijk, stiekem, overal. Ik ken trouwens nog een ding dat altijd overal is, zonder dat het je opvalt, namelijk natuur. Op het eerste gezicht lijkt dit een vreemde vergelijking. De natuur, die is organisch, chaotisch, en misschien ook wel goed. De automaat is gestructureerd, systematisch, onpersoonlijk. Maar kijk je naar hoe een virus zich gedraagt, dan begin je de vergelijking misschien te zien. Een virus verspreidt
Opleiding MER wordt Bedrijfskunde MER! zich ook zonder vooropgezet plan, en zonder dat het een overzicht heeft op zijn eigen toestand. Zo ‘weet’ een virus in jouw lichaam het juiste moment te kiezen om de aanval in te zetten, namelijk wanneer het zich genoeg heeft vermenigvuldigd om een kans te maken tegen je immuunsysteem. Maar het virus heeft hier geen hoofdelijke telling voor uitgevoerd, dit gaat automatisch. Bij complexere organismen zijn dit soort automatische processen ook complexer. Maar wel van dezelfde aard. De natuur is doelloze vermeerdering om vermeerdering. Geen enkele populatie kan zichzelf in de hand houden, hier is altijd een kracht van buitenaf voor nodig. Vandaar dat we het nodig vinden populaties ‘in het wild’ kunstmatig in toom te houden. Want verhongerende dieren, dat is geen gezicht. Op deze manier wordt de automaat van Castells een ding tussen de andere dingen. Het technologische proces achter globalisering is een natuurlijk proces. Voor de mens van nu is dit ook niet echt een verrassing meer. De smartphone is tweede natuur, de virtuele wereld staat op de eerste plaats, zonder dat iemand hier last van heeft. Wat Castells verhinderde om zijn automaat te begrijpen, was dat hij dacht hier een menselijke maat tegenover te moeten zetten. Wanneer je ziet dat de automaat natuurlijk is, komt de menselijke maat ook in een ander licht te staan. Hierin zien we enerzijds dat de menselijke maat daar wordt ingevoerd, waar het economisch voordelig is, zoals gebeurde toen de werknemer als individu in plaats van als louter productiemiddel werd gezien. Anderzijds is daar waar de menselijke maat voorgoed verdwenen lijkt, een glimp op te vangen van wat het eigenlijk is om mens te zijn –en daarmee wat die maat inhoudt; deel uitmaken van een natuur die bestaat als vermeerdering op vermeerdering, om vermeerdering. Jeroen Hekking
Vanaf 1 september 2012 zal de naam van de opleiding MER (Management, Economie & Recht) veranderd worden in Bedrijfskunde MER. Dit zal landelijk doorgevoerd worden. Waarom wordt de naam veranderd en wat zijn de gevolgen hiervan voor de studenten van de opleiding? Voor de antwoorden hierop is de teamleider van de MER geïnterviewd: mevrouw Moonen. De oorzaak van de naamsverandering Al in 2008 werd door het LOO-MER, het Landelijk Opleidingsoverleg MER, nagedacht over een eventuele naamswijziging. Dat kwam doordat het competentieprofiel voor de opleiding toen net opnieuw was opgesteld. Dit profiel beschrijft welke competenties een afgestudeerde student moet hebben ontwikkeld tijdens zijn studie. De naamswijziging werd toen niet doorgevoerd omdat een naamswijziging intensief overleg vroeg met diverse betrokkenen. De opleiding MER heeft een groter bedrijfskundig accent gekregen en daarom wordt het ook logisch geacht dit accent te verwoorden naar de naam van de studie. De nieuwe naam dekt de lading beter dan de oude naam. Nu is het dan eindelijk zo ver. Waarom Bedrijfskunde MER en niet Bedrijfskunde? In eerste instantie was het de bedoeling de naam MER te veranderen in de naam Bedrijfskunde. Echter was dit niet mogelijk, omdat er al een universitaire opleiding is met de naam Bedrijfskunde. Om deze reden is er gekozen voor de naam Bedrijfskunde MER. Tevens worden nu de pijlers Management, Economie & Recht, waar de nadruk van de opleiding op ligt, intact gehouden. De essentie van Bedrijfskunde MER Bedrijfskunde MER leert de studenten organisaties vanuit een brede visie te bekijken, waardoor zij als economische en ondernemende professional veelzijdig inzetbaar zijn. Na het afronden van de studie zullen zij dan ook in veel verschillende organisaties terecht kunnen komen, variërend van manager van een supermarkt tot leidinggevende in een grote internationale organisatie. De belangrijkste sterktes van de opleiding zijn op dit moment: een breed opleidingsprofiel, goede naam bij studenten, breed werkveld en veel doorstudeermogelijkheden. Het is een opleiding waarmee de student veel kanten op kan. Als Bedrijfskunde MER-student word je breed opgeleid, wat gunstig is in het beroepenveld. Je kunt in veel verschillende takken van het beroepenveld terecht. Gevolgen voor studenten Studenten van de opleiding die vanaf het studiejaar 2012/2013 afstuderen, zullen op hun diploma de naam Bedrijfskunde MER zien staan. Een tweede gevolg is dat afgestudeerden meer erkend worden vanuit het werkveld, doordat de naam Bedrijfskunde een algemeen begrip is. Daardoor zal het voor studenten waarschijnlijk makkelijker worden om aan een baan te komen. De naamswijziging is voor de studenten dus erg gunstig. Het heeft verder geen gevolgen voor de bachelortitel Bachelor of Business Administration. De naamswijziging maakt de opleiding compleet, wat ontbreekt is alleen nog een bedrijfskundige in elke organisatie! Martin Cok / Brenda Hage
5
Boeiende banen
6
Boeiende banen: Rick Mans Geeft meer dan hij ontvangt Rick Mans werd in 1979 geboren in Den Haag. In 2002 heeft hij zijn studie Management, Economie en Recht afgerond, met een focus op online communicatie en gedrag. Naast zijn studie had hij veel vrije tijd, die hij nuttig heeft ingezet.
In 1999 startte Mans samen met drie medestudenten een bedrijf, eMagin. De nadruk lag hierbij op en rond het internet, voornamelijk content managementsystemen en samenwerkingsplatformen. Klanten waren onder andere de gemeente Den Haag, verschillende sportclubs en een aantal kleine en middelgrote bedrijven. Hij werkte hier reeds aan een groot aantal nationale en internationale cases voor verschillende klanten. Toen al zag hij al toekomst in de online wereld. Door middel van het internet kon hij eenvoudig in contact komen met gelijkgestemden, waardoor de wereld voor Rick een dorp werd. Tegenwoordig ademt hij social media, en helpt hij met veel plezier mensen en ondernemingen om de verschillende social media te gebruiken op een voor hen nuttige, waardetoevoegende manier.
Social media strategist In 2007 trad hij in dienst bij Capgemini, waar hij al snel dé social media strategist werd. Hij helpt bedrijven om social media te implementeren; bedrijven schakelen zijn hulp in met de vraag hoe zij social media in hun voordeel kunnen toepassen. Rick geeft niet alleen advies, in sommige gevallen begeleidt hij organisaties ook in het verandertraject en helpt hen zicht aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid. Bij Capgemini kreeg hij veel vrijheid en die heeft hij ook gepakt. Door die vrijheid heeft hij zich kunnen ontplooien. Het feit dat hij de MER heeft afgerond, hielp hem hier niet direct bij, aangezien zijn baan nog niet bestond. Toch hielp het hem flink op weg. Hij koos voor de MER omdat het een brede opleiding is, zoals veel studenten doen. Hij heeft
veel ervaring opgedaan bij eMagin, zijn eigen bedrijf. Een stuk zelfstandigheid is erg belangrijk, dat merk je ook bij Capgemini. De MER helpt je om inzicht te geven in het bedrijfsleven, waar je met veel verschillende aspecten te maken hebt. De juiste mindset Geen enkele dag is hetzelfde en Rick heeft zeker geen negen-tot-vijf-baan. Voor zijn werk reist hij veel naar het buitenland, waaronder de Verenigde Staten, Groot Brittannië en Denemarken. Hierdoor komt hij met veel verschillende mensen in contact, waardoor één van zijn levensdoelen wordt vervuld, namelijk om minimaal met twee mensen per week kennis te maken. Het maakt zijn werk een stuk leuker. Bedrijven moeten de knowhow achter social media creëren omdat het niet een kwestie is van een account aanmaken. Het doel is om de mindset van de bedrijven te veranderen. Rick leert bedrijven de theorie achter social media in plaats van alleen de hype van het hebben van een account. Door het gebruik van Yammer besparen bedrijven bijvoorbeeld enorm veel tijd. Het is ongeveer hetzelfde als Twitter, alleen richt het zich op bedrijven. Voor bedrijven biedt dit de mogelijkheid om interne vragen te stellen aan het hele bedrijf, wat de kennisdeling eenvoudiger en sneller maakt. Het voordeel van Yammer is dat je antwoord kunt krijgen van iedereen die de vraag leest. Het nadeel van e-mail is namelijk dat het gericht is aan individuen; als je niet in de mailinglist staat, kun je ook geen antwoord geven op de gestelde vraag. In grote bedrijven werk je automatisch samen met andere grote bedrijven. Hierdoor is de link naar Fortune 500-klanten (Fortune 500 is een ranglijst van bedrijven uit de VS op basis van hun jaaromzet, red.) gelegd. Voor grote bedrijven hebben kleine aanpassingen grote impact. Een vergadering duurt bij sommige bedrijven al snel één uur om updates uit te wisselen, wat vaak wekelijks gebeurt. Door middel van Yammer kan dit veel effectiever. Hierdoor kunnen updates zonder vergadering verspreid worden. Iedereen is meteen in staat om hierop te reageren. Voor een groot bedrijf kan deze informatieverspreiding al snel oplopen tot een besparing van enkele honderden uren extra per jaar. Social media – van vroeger tot nu en de toekomst De eerste online community bestond al in 1989, The Well genaamd. Facebook werd in 2004 opgericht. Op dit moment heeft Facebook 850 miljoen gebruikers en dat wordt met de dag groter. Zo kun je zien dat social media nog steeds in een opgroeiende fase zit.
Social media zullen zich steeds verder gaan ontwikkelen, hoewel het fenomeen een terugval kan beleven. Als we Rick Mans moeten geloven zal het misschien zelfs over een tijd hipper worden om géén social media te gebruiken. Over vijf jaar zal het waarschijnlijk minder populair zijn, voornamelijk doordat bedrijven klanten overspoelen met reclame. Zoals de leus aangeeft: ‘Alles wat in te hoge mate wordt gegeven, wordt vergif.’ Voordelen social media Voor studenten raadt Rick aan om social media te gebruiken om kennis uit te wisselen en zoveel mogelijk informatie op te zoeken. Vroeger regelde je een stageplek door langs te gaan, tegenwoordig kun je via social media aan een stageplek komen. Het is gemakkelijk om tegenwoordig met bedrijven in contact te treden, aangezien je zelf op zoek kunt gaan. Om een baan te vinden is het belangrijk om een goede digitale footprint achter te laten. Dit kun je bijvoorbeeld doen door een scriptie of presentatie op het internet achter te laten, zodat - als bedrijven jouw naam googlen - ze louter de positieve kanten van je vinden. Tevens kun je ervoor zorgen dat je bekend wordt, zodat bedrijven jou vinden in plaats van andersom. Rick is ook erg actief met ‘personal branding’. Hij deelt veel via het internet, zoals presentaties die hij geeft. Zijn tip: ‘Geef meer dan je ontvangt!’ Nadelen social media Er zijn ook veel nadelen aan social media. In Iran worden mensen bijvoorbeeld opgepakt als ze negatieve berichten plaatsen over het geloof of het huidige regime. Let ook op met berichten die een dubbele betekenis kunnen hebben. Een voorbeeld: twee Britten werd de toegang tot de VS geweigerd, omdat ze hadden gepost dat ze ‘Vegas gingen trashen’. De VS namen dit iets te letterlijk op, terwijl het de bedoeling was om ‘hard’ te gaan feesten in Vegas. Daarnaast is identiteitsdiefstal een groot nadeel van social media. Mensen kunnen jouw account hacken en berichten naar andere mensen sturen met negatieve gevolgen.
Tip! Ga vooral aan de slag met social media. Het is een gemakkelijke manier om met mensen in contact te komen. Je ontdekt dingen waar je niet naar op zoek bent, waardoor je interesses kunnen veranderen. MER-studenten zijn ondernemend en het kan helpen om een goede digitale footprint achter te laten, wat uiteindelijk je carrièrekansen vergroot! Martin Cok / Arthur van der Heide
7
met pensioen
Nagenieten van de mooie MER-momenten met Marianne Frantsen Terugdenkend aan mijn stage- en afstudeerperiode herinner ik mij in het bijzonder de begeleidende gesprekken met Marianne Frantsen. Als stagebegeleidster heeft zij mij door mijn stageperiode heen geholpen en ik vond het fijn om te horen dat zij ook mijn afstudeerbegeleidster was. Wij hebben veel gebrainstormd over mijn onderzoeksmethoden en haar frisse blik op de problemen die ik tegenkwam tijdens het schrijven van mijn scriptie zal ik niet vergeten. Op de vraag of ik Frantsen voor de laatste keer wilde interviewen als MER-docente zei ik dan ook enthousiast ‘Ja!’. Frantsen doet verhaal over haar stap naar het onderwijs, de MER en haar pensioen.
8
Marianne Frantsen heeft Arbeids- en Organisatiepsychologie gestudeerd en vertelt dat zij erg van haar studententijd heeft genoten. Op de vraag wat voor student Frantsen vroeger was, antwoordt ze dan ook lachend: “Dat was een rampenplan. Ik was altijd heel beweeglijk en stilzitten vond ik helemaal niets. Ik vond eigenlijk veel dingen leuk naast het studeren. Zo heb ik in een aantal commissies gezeten en veel naast mijn studie gedaan.” Nadat Frantsen haar opleiding afrondde is zij bij een bank gaan werken. Hier werkte zij op een
HRM-afdeling, maar uiteindelijk is ze terechtgekomen in het onderwijs. De stap naar het onderwijs heeft ze in eerste instantie gemaakt vanwege haar kinderen. “Op een gegeven moment zocht ik naar een baan met wat langere vakantieperiodes om meer tijd door te brengen met mijn kinderen. Ik wist zeker dat ik met jongvolwassenen wilde werken en kwam zo bij het HEAO terecht. Uiteindelijk vond ik het doceren zo aardig dat ik er ben blijven hangen. De vrijheid die je hebt in het onderwijs spreekt mij erg aan.” MER Frantsen is bekend als docente van de vakken Sociologie, Psychologie en Onderzoeksvaardigheden op de MER. Daarnaast zit ze in de examencommissie en begeleidt ze studenten bij projecten, stage en afstuderen. Een docente met een drukke agenda dus. Frantsen vertelt hierover: “Ik houd van afwisselende taken. Zo heb ik ook ideeën aangedragen voor verschillende vakken en die helpen op te zetten. Ik kijk waar de behoeften liggen van de studenten en wat er in de wereld gebeurt. Wij maken tegenwoordig steeds meer gebruik van Youtubefilmpjes tijdens de les en voeren hier discussies over met studenten. Hiervoor kunnen wij ook gebruikmaken van nieuwe technologieën zoals een smartboard ter ondersteuning. Ik vind deze nieuwe ontwikkelingen prachtig en het mooie hiervan is dat de MERopleiding door deze veranderingen erg actueel blijft.” Volgens Frantsen is een groot voordeel van de MER dat je breed wordt opgeleid. Hierdoor zijn MER-studenten erg verschillend. Aan de andere
kant kun je veel kanten op met de MER en dat maakt het tegelijkertijd ook lastig. Als advies aan MERstudenten geeft Frantsen daarom het volgende mee: “Luister goed naar jezelf, voel waar je belangstelling ligt en doe daar wat mee. MER-studenten hebben op een breed terrein wat basiskennis en kunnen zich specialiseren of juist wat doen met die brede kennis. Het is vooral aanvoelen wat je leuk vindt. Dat is erg gevoelsmatig en moeilijk te beredeneren.” Diversiteit Diversiteit is een onderwerp waar Frantsen erg geïnteresseerd in is. Zo doet ze al jarenlang onder andere vrijwilligerswerk voor integratieprojecten. Frantsen: “Ik ben een tijdje integratiecoach geweest voor mensen die inburgeren in Nederland. Het leuke hiervan is het contact met verschillende mensen. Wie leert nou van wie? Zij leren van mij en ik leer van hen. Door mensen die anders denken, bekijk ik dingen ook op een andere manier. Het zet jezelf aan het denken en dat vind ik leuk.” Ook door het contact met studenten bekijkt Frantsen dingen in een ander perspectief. “Ik vind de leeftijdsgroep van de studenten en de diversiteit in afkomst erg leuk. Vroeger vond ik Nederland zo saai. Iedereen was hetzelfde, maar juist de verschillen maken het leuk. Je leert zelf ook van het feit dat mensen anders denken dan ik en dingen anders opvatten.” Die diversiteit ziet Frantsen ook in de MER-opleiding terug. MER-studenten kunnen op allerlei plekken terechtkomen en dat heeft zij ook ervaren als stagebegeleidster. “Het leuke van de MER-opleiding is dat je studenten
opleidt voor een breed scala aan functies. Dat zie je ook terug aan de stageplaatsen waar zij terechtkomen. Zij kunnen werkzaamheden verrichten op commercieel, juridisch, organisatorisch en financieel vlak. MERstudenten zijn erg flexibel en kunnen goed inspringen op wat er van hen wordt gevraagd. Vaak moeten MERstudenten diverse taken uitvoeren tijdens hun stage en ik hoor van veel opdrachtgevers dat zij daar erg goed in zijn.” Pensioen Hoewel Frantsen de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, zegt zij hierover: “Ik ga niet echt weg bij de MER, hoor. Ik blijf nog werkzaam, maar ik heb nu wel de mogelijkheid om te kiezen uit taken die ik leuk vind. Ik denk dat ik mijn ritme wel ga missen. Nu worden er allerlei taken door school geregeld en wordt er van je verwacht dat je aanwezig bent op bepaalde plekken. Straks mag ik mijn eigen tijd indelen en dat is wel even wennen, maar een mooi voordeel van pensioen is dat ik op vakantie kan gaan buiten de zomervakantie. Verder ga ik meer vrijwilligerswerk doen en blijf ik dus erg druk bezig. Ook zal ik meer tijd over hebben voor mijn hobby’s. In mijn vrije tijd ga ik het liefst dansen of skiën en ik houd ook van lezen. Dus stilzitten zit er voor mij niet in!” Het contact met collega’s en studenten gaat Frantsen het meest missen, vertelt zij. “Ik heb het altijd naar mijn zin gehad op de MER en daar ben ik zelf ook een beetje verbaasd over. In mijn jongere jaren heb ik namelijk nooit willen lesgeven. Achteraf gezien ben ik blij dat ik eerst ervaring heb opgedaan buiten school, omdat het zakelijk leven toch anders is. Die combinatie van mijn bankverleden en school heb ik altijd leuk gevonden, maar ik had niet verwacht dat ik in het onderwijs terecht zou komen. Zo zie je maar dat je uiteindelijk iets totaal anders kunt doen en er met plezier naar kunt terugkijken!” Charina Ori
Bericht van de opleidingscommissie
Staand v.l.n.r.: Lisa Schanzleh, Vivian de Man, Germaine Leerentveld, Kiki de Cler, Emine Ates, Iclal Gelisken, Martin Cok, Tess van der Poel, Lois Moget, Abderrahmane Sbai. Zittend v.l.n.r.: Ole Häusler, Arthur van der Heide, Lale Mammadova, Tatevik Tsagikian, Döne Balkoca.
Beste student/docent, Laat ik mij even voorstellen. Ik ben Döne Balkoca, 20 jaar en tweedejaars Management, Economie & Recht-student. Ik ben sinds november 2010 lid van de Opleidingscommissie MER en sinds februari 2012 vervul ik de functie als voorzitter binnen de Opleidingscommissie MER. Ik ben van mening dat studenten meer kwijt kunnen bij elkaar over verschillende zaken. Daarnaast ben ik altijd erg nieuwsgierig naar wat er gaande is onder de studenten. Ik vind het fijn om een beter beeld te krijgen over hoe de studenten de opleiding MER beleven en ervaren. Ik ben om deze reden te allen tijde actief op zoek naar verbeterpunten. Onze secretaris is Tatevik Tsagikian, zij is 19 jaar en is sinds dit zittingsjaar officieel lid van de opleidingscommissie MER. Ze is een voltijdstudent en is bereid zich volledig in te zetten voor haar medestudenten. Mede door te kijken naar verbeterpunten waardoor de kwaliteit van de opleiding verbeterd kan worden. De opleidingscommissie is volgens de Onderwijs- en Examenregeling (OER ): “De adviescommissie die voor elke opleiding wordt ingesteld en die tot taak heeft de advisering over en de jaarlijkse beoordeling van de wijze waarop de onderwijs- en examenregeling wordt uitgevoerd, alsmede het adviseren van de academiedirecteur en de academieraad over alle andere aangelegenheden betreffende het onderwijs in de desbetreffende opleiding.” In de Opleidingscommissie zitten diverse studenten van verschillende jaren van de MER. Leden van de Opleidingscommissie proberen de kwaliteit binnen de opleiding te bewaken. Als leden van de Opleidingscommissie is het onze taak om onze medestudenten te vertegenwoordigen. De Opleidingscommissie kan adviezen uitbrengen over de onderwijs- en examenregeling aan het management. Het management luistert en neemt onze adviezen serieus. Één van de belangrijkste taken in het jaar is het behandelen van de OER . Voor zowel de voltijd, de deeltijd als het hogeschoolbrede deel wordt deze helemaal gelezen en behandeld. Als je dan uiteindelijk de hele OER behandeld hebt, weet je een stuk meer over je rechten en plichten. Als lid van de Opleidingscommissie moet je initiatief tonen en met zaken komen die volgens jou beter kunnen voor de studenten. De opleidingscommissie bestaat sinds februari 2012 uit 20 leden en 2 docentleden en we vergaderen elke maand 1 keer. De leden (studenten) krijgen 3 studiepunten per zittingsjaar. Een zittingsjaar duurt van februari tot januari . Je kunt uiteraard langer lid blijven. Wil je meer informatie, wil je een probleem aankaarten of een keer een vergadering bijwonen? Mail dan naar:
[email protected]. Vergeet niet dat de Opleidingscommissie een luisterend oor is voor de student! Zie je op de gang één van deze studenten? Spreek ze aan en kom met eventuele verbeterpunten. De opleidingscommissie is er immers om de belangen van de medestudenten te behartigen. Daarnaast heeft de opleidingscommissie ook een postvakje op strip/slinger 3 nummer 85. Döne Balkoca / Tatevik Tsagikian
9
WERELDSTUDENTEN
MER WERELDSTUDENTEN Op de MER zitten studenten met diverse achtergronden afkomstig uit families van over de hele wereld. Met wat zij aan cultuur en ervaringen meenemen, vormen ze een verrijking voor de opleiding en brengen ze de hele wereld naar binnen. In deze nieuwsbrief laat een aantal ‘wereldstudenten’ van de opleiding jullie kennismaken met hun land van herkomst en niet te vergeten met henzelf. We stellen ze graag aan jullie voor!
Reza Khanaky
Corine van Beest-Barendregt / Frank de Poorter
Wat is het land van herkomst van jouw familie? Iran.
10
Kun je het land kort omschrijven? Iran is een groot en historierijk land. Het ligt in het MiddenOosten en tot 1935 werd het land Perzië genoemd. Er wonen vele verschillende volkeren in Iran en het zijn erg gastvrije mensen. Helaas is Iran de laatste tijden vaak negatief in het nieuws, maar dat weerspiegelt zeker niet hoe de mensen daar zijn of hoe ze denken over het westen bijvoorbeeld. Hoe vaak ga je er naar toe, hoe lang? Ik ben een aantal jaren geleden voor een paar weken er op bezoek geweest. Misschien ga ik de komende zomer er ook heen. Wat doe je dan? Ik was vaak op bezoek bij familie. Zij wonen allemaal in de hoofdstad Teheran, en daar ben ik zelf ook geboren.
Kun je iets over het land vertellen dat weinig mensen weten? Iran wordt ook wel het Vier Seizoenen Land genoemd. Je kunt er elke dag van het jaar de vier seizoenen beleven. De variatie in landschap en klimaat is er erg groot. Zo zijn er bergen, woestijnen, bossen, subtropische eilanden. Zo kun je er ook heel goed skiën en dat weten veel mensen niet van Iran. 6. Waarom heb je voor de MER gekozen? Ik ben meestal in veel dingen geïnteresseerd en met MER wilde ik me niet alleen tot een richting beperken. 7. Wat wil je na de MER gaan doen? Daar ben ik nog niet helemaal uit. Ik denk dat ik daar de komende jaren beter achter moet komen. Ik heb er nog even de tijd voor.
Dmitry Ratushnyak Kun je het land kort omschrijven? Rusland is een land met een hele rijke en oude cultuur. Russische gastvrijheid is bekend over de hele wereld. Rusland heeft een snel groeiende economie onder andere door vele natuurbronnen. Rusland heeft een groot aantal verschillende landschappen, van woestijnen tot oerbossen. Er wordt in heel veel talen gesproken in Rusland. En natuurlijk mooie Russische vrouwen! Hoe vaak ga je er naar toe, hoe lang? Ik probeer daar elke zomer naartoe te gaan. Voor ongeveer twee maanden. Wat is het land van herkomst van jouw familie? Rusland
Wat doe je dan? Er is daar altijd heel veel te doen. Ik heb een grote familie. Ik moet ze allemaal natuurlijk zien. Verder heb ik daar heel
Wat is het land van herkomst van jouw familie? Ik ben zelf op Curaçao geboren, maar mijn ouders komen uit andere landen. Mijn moeder is in Venezuela geboren en mijn vader in Madeira. Kun je het land kort omschrijven? Curaçao is een klein en warm eiland. Er zijn mooie baaien in Curaçao en het is een heel mooi eiland. Venezuela is een heel groot land met verschillende steden. Mijn moeder komt uit Los Teques en daar is het best wel fris maar soms ook warm. Er zijn echt grote gebouwen en het is altijd druk op straat. Madeira is een klein eiland dat bij Portugal hoort. Het is een heel mooi eiland, met veel groene bossen en hoge bergen. Hoe vaak ga je er naar toe, hoe lang? Ik woonde op Curaçao al mijn hele leven. Nu zal het zijn dat ik alleen op vakantie ga, maar wanneer ik afgestudeerd ben, ben ik van plan om terug te gaan. Ik ging vaak naar Venezuela met vakantie toen ik jonger was, met mijn ouders en zus, maar ik ben al lang niet geweest. Ik ben alleen een keer in Madeira geweest voor een maand. Wat doe je dan? Als ik naar Venezuela ga, ga ik om mijn familie te bezoeken en van onze vakantie te genieten. We gingen naar Madeira zodat we het eiland van mijn vader leerden kennen en ook om familieleden te ontmoeten.
veel vrienden met wie ik nog steeds omga. Het is heel moeilijk te beschrijven in het kort wat ik daar allemaal doe maar ik zit twee manden lang geen een dag thuis!! Wat vind jij verschillen tussen Nederland en ‘jouw land’? Ik vind vooral de mentaliteit van mensen in Rusland en Nederland heel verschillend. Russen zijn heel gastvrij voor iedereen. In Nederland leren mensen jou eerst goed kennen voordat ze jou uitnodigen voor een bezoek. En natuurlijk zijn de grapjes en humor van mensen in Nederland heel anders in vergelijking met Rusland. Kun je iets over het land vertellen dat w einig mensen weten? Vele mensen zeggen dat het daar altijd koud is!! Het is niet zo. Is Rusland, aan de Europese kant, zijn de seizoenen
Claudia Miguel de Costa Wat vind jij verschillen tussen Nederland en ‘jouw land’? Het verschil tussen Nederland en Curaçao is dat Curaçao altijd warm is en het weer van Nederland verschilt per seizoen. Ook dat er op Curaçao mooie en blauwe baaien zijn. Waarom heb je voor de MER gekozen? Ik heb voor de MER gekozen, omdat ik niet zeker wist welke richting op te gaan, want ik vind zowel management, economie en recht heel leuk en daarom vond ik de MER een heel goeie opleiding voor mij, zodat ik alle drie kan volgen. Wat wil je na de MER gaan doen? Ik denk dat ik me in de R van de MER ga specialiseren. Maar ik weet nog niet zeker wat ik zal doen.
precies zo zoals ze moeten zijn vind ik. In de winter is het koud tot wel -25 graden met heel veel sneeuw, wat ongelofelijk mooi is. In de zomer is het warm tot +35 graden en is alles groen. Er zijn heel veel natuurbossen en natuurlijke bronwatermeren waarin mensen kunnen zwemmen. In het najaar zijn alle bomen geel en valt de hele natuur langzaam in slaap. In de lente komt alles weer tot leven, er zijn dan heel veel bloemen. Waarom heb je voor de MER gekozen? Ik heb deze vraag wel vaker gehoord. Maar ik heb voor de MER gekozen omdat het een hele brede opleiding is en ik eigenlijk wel wist dat ik iets wat te maken heeft met Rusland en Nederland wou doen maar ik wist nog niet wat. Wat wil je na de MER gaan doen? Ik wil na de MER graag een masteropleiding doen.
11
WERELDSTUDENTEN momenteel gekoesterd in ‘s werelds toonaangevende musea zoals Victoria & Albert (Londen), Textiel Museum (Washington DC). De Azerbeidjaanse keuken is rijk en veelzijdig. Elke regio heeft zijn eigen variant van de belangrijkste nationale gerechten. In 2008 heeft de Wereldbank Azerbeidzjan tot een van de top-tienlanden van de ontwikkelingslanden van de wereld verklaard. In 2012 zal het Eurovisie Songfestival in Azerbeidzjan worden gehouden. Om de twee jaar ga ik naar Azerbeidzjan voor een maand. Ik bezoek elke keer verschillende steden en dorpen. Er is heel veel te beleven in Azerbeidzjan. Voor de toeristen zijn er heel veel bezienswaardigheden om te bezichtigen.
Lale Mammadova Azerbeidzjan is een seculiere en unitaire republiek. Het land beschikt over rijke en prachtige natuur met wilde dieren. Azerbeidzjan is ook bekend om zijn diepgewortelde geschiedenis van de wetenschap en het onderwijs. De Universiteit van de Staat van Bakoe, opgericht in 1919, en de instituten van de Academie van Wetenschappen, opgericht in 1945, hebben een belangrijke rol gespeeld bij het bevorderen van wetenschap, onderwijs en cultuur in Azerbeidzjan. Azerbeidzjan is een land van de antieke cultuur waarbij tapijten heel beroemd zijn. Een aantal resterende stukken van deze kunst wordt
12
Seyed Mozafar Niazi Wat is het land van herkomst van jou en je familie? Afghanistan. Kun je het land kort omschrijven? Afghanistan ligt in Zuid-Azië. Het land heeft ruim 31 miljoen inwoners. In Afghanistan leven mensen van ruim 50 verschillende volken. Het klimaat van het land varieert sterk, hoewel het grootste deel van het land droog is. Door de aanhoudende oorlogen is het land erg verdeeld en is een groot deel van de bevolking voor zijn overleving aangewezen op buitenlandse hulporganisaties. Hoe vaak ga je er naar toe, hoe lang? Ik ben er na mijn vertrek slechts één keer geweest en dat was in het jaar 2005. We verbleven daar ongeveer een maand. Aangezien mijn familie erg groot is, is een maand verblijf eigenlijk te kort. Ik hoop dat ik volgend jaar of het jaar daarop weer terug kan. Wat doe je dan? Sightseeing en het bezoeken van familie zijn voor mij erg belangrijk. Wat vind jij verschillen tussen Nederland en ‘jouw land’? Bij deze vraag zou ik eigenlijk niet weten waar ik moet beginnen. De verschillen zijn enorm. Zoals hierboven aangegeven is het land erg verdeeld. In Nederland zijn de meeste mensen christelijk en in Afghanistan islamitisch. Wat ik erg jammer vind, is dat door de jaren heen heel veel plekken zijn verwoest door oorlogen. Er heerst veel corruptie in het land en zoals wij weten is dat in Nederland totaal niet het geval. Nog een groot verschil is het
Bruiloften en feesten zijn een belangrijke onderdeel in onze cultuur. Bij ons worden alle familieleden, kennissen en vrienden uitgenodigd en is het een groot feest waarbij beroemdheden worden uitgenodigd om het feest naar ieders zin te maken. Er is op elke tafel een uitgebreide maaltijd, drinken, fruit, taart enz. Bij elke tafel bevinden zich obers die de wensen van de gasten vervullen. In de Nederlandse cultuur is dit allemaal minder uitgebreid. De reden waarom ik voor de MER heb gekozen is, dat deze opleiding heel veel mogelijkheden biedt in de toekomst. Ik wil niet een opleiding die eentonig is. Deze opleiding biedt mij de mogelijkheid om erachter te komen wat mij echt interesseert en wat ik in de toekomst wil bereiken. Na deze opleiding ben ik van plan om te gaan werken en een mooie toekomst op te bouwen.
klimaat. We zijn allemaal bekend met het sombere zeeklimaat in Nederland. Koude winters en teleurstellende zomers. Het kan in Afghanistan ’s winters min -20 graden en in de zomer wel meer dan 50 graden worden. Kun je iets over het land vertellen dat weinig mensen weten? Als mensen Afghanistan horen denken ze meteen aan oorlog, zand, stenen en bergen. Er zijn echter, binnen de bergwaaiers en op hun randen, vele vruchtbare valleien en vlaktes. In de ogen van de meeste mensen hebben Afghanen niks of vrij weinig, maar in Afghanistan heerst er veel trots. Ondanks alle verschillende volkeren die Afghanistan zijn binnen gevallen, hebben zij nooit opgegeven. Er is maar één iemand naar wie zij buigen en dat is Allah. Waarom heb je voor de MER gekozen? Nadat ik was gestopt met mijn vorige opleiding moest ik snel een keuze maken. De MER was voor de hand liggend. Aangezien mijn interesses in de gebieden lagen die de MER te bieden heeft en ik een bijpassende vooropleiding had, heb ik voor deze studie gekozen. Wat wil je na de MER gaan doen? Na de MER wil ik eigenlijk meteen aan het werk. Wat ik precies ga doen is voor mij nog onbekend. Na wat werkervaring opgedaan te hebben zal ik hoogstwaarschijnlijk naar de universiteit gaan.
Wat doe je dan? Als ik in China ben, ga ik eerst mijn familie bezoeken. Daarna reis ik naar verschillende steden om te winkelen en de natuur of monumenten bezichtigen. Ondertussen proef ik verschillende keukenspecialiteiten van elke plek. Ook is mijn reis naar China niet compleet zonder de hotsprings of ‘midnight snacks’. at vind jij verschillen tussen Nederland en ‘jouw W land’? De grootste verschillen vind ik toch in de taal en cultuur. In Nederland is alles meer gehaast en wordt er erg op de tijd gelet. In China vind ik een meer ontspannen sfeer. De culturele verschillen vind ik moeilijk om te beschrijven, want je bent ermee opgegroeid of niet.
Biyu Feng at is het land van herkomst van jouw familie? W Mijn familie komt uit China. Iedereen in mijn familie is geboren in China: dus mijn ouders, broer, zussen en ook mijn oma en opa.
Kun je iets over het land vertellen dat weinig mensen weten? Als je voor het eerst naar China reist, kun je beter een Chinese vriend of vriendin meenemen. China is een heel spannende plek om te bezoeken door de diversiteit in keuken en landschappen binnen het land zelf, maar de cultuurschok kan lang blijven hangen als niemand je daarop voorbereidt.
Kun je het land kort omschrijven? China is heel divers, met verschillende landschappen. Het leukste aan China vind ik de grote verschillen in de keuken van verschillende delen van het land. In het bijzonder mis ik de hotsprings en eettentjes op de weg.
Waarom heb je voor de MER gekozen? Ik heb voor de MER-opleiding gekozen omdat die heel divers en breed is. Ook omdat de opleiding erg draait om economie en recht. En management-skills blijven belangrijk, welke functie je ook bekleedt.
Hoe vaak ga je er naar toe, hoe lang? Ik ben heel weinig naar China gereisd, omdat het best duur is. Wanneer ik erheen ga, ga ik in zomervakanties. Dan ben ik daar minstens vier weken, anders heeft het weinig zin en kan ik ook weinig genieten of reizen in China zelf.
Wat wil je na de MER gaan doen? Nadat ik de MER-opleiding heb afgerond, ga ik waarschijnlijk werken. Maar ik blijf op zoek naar interessante masters die erop aansluiten. In zo’n brede opleiding is het wel belangrijk om jezelf te kunnen onderscheiden.
Wat is het land van herkomst van jouw familie? Mijn ouders zijn geboren en getogen in hartje Jerevan, de hoofdstad van Armenië. Ze komen allebei uit het levendige centrum van de stad. Kun je het land kort omschrijven? Armenië is een land met een levendige hoofdstad, het bloeit op en er is veel nieuwbouw aan de gang. Buiten de hoofdstad zijn er nog een aantal andere grote steden en vele kleinere dorpjes. De inwoners hechten veel waarde aan hun tradities en levensstijlen en doen hun best deze door te geven aan de volgende generaties. Hoe vaak ga je er naar toe, hoe lang? We gaan meestal om het jaar naar Armenië meestal ’s zomers, het komt ook wel eens voor dat ik in de winter ga. We verblijven daar meestal 3 of 4 weken. Wat doe je dan? Het lijkt vrij lang voor een vakantie, maar als bijna heel je familie daar woont, heb je elke dag wel wat te doen “places to go, people to see” je wordt zeker beziggehouden, ook al heb je geen familie daar en ben je niet Armeens, als je met een vriend of vriendin komt, word je overal warm verwelkomd. Wat vind jij verschillen tussen Nederland en ‘jouw land’? Er is nog wel eens sprake van corruptie in de regering maar niemand weet precies wie, wat of waarom. Het is er ook veel levendiger op straat in vergelijking met Nederland, zelfs in de woonwijken (alhoe-
Tatevik Tsagikian wel het land geen hoog werkloosheidspercentage heeft). Kun je iets over het land vertellen dat weinig mensen weten? Armenië heeft een erg rijke geschiedenis, zo zijn ze bijvoorbeeld het eerste land ter wereld dat het Christendom als staatsreligie heeft aangenomen in 301. In het “Armeens hoogland” in Turkije staat een berg genaamd Ararat waar volgens het Oude Testament de ark van Noach geland zou zijn toen het water van de zondvloed zakte. Waarom heb je voor de MER gekozen? Ik hoor bij de groep van 99% studenten die dezelfde redenen hebben om de MER te doen. Ik wist niet precies wat ik wilde, maar wist dat ik rechten en management wou combineren. Het economische gedeelte moest ik maar voor lief nemen. Wat wil je na de MER gaan doen? Na de MER wil ik doorstuderen. Misschien iets juridisch of marketinggericht. En er is een kans dat ik ervoor kies om hierna op het conservatorium te gaan studeren.
13
WERELDSTUDENTEN Wat is het land van herkomst van jouw familie? Mijn familie komt uit Polen, voornamelijk het noorden om precies te zijn. Bijna iedereen leeft in of in de omgeving van Gdansk, een havenstad aan de Oostzee (ook wel Baltische Zee genoemd). Kun je het land kort omschrijven? Polen is een groot land, met 40 miljoen inwoners en met een oppervlakte die zeven keer zo groot is als die van Nederland. Het land kent vele gezichten: meren, bergen, een grote kuststrook, weilanden enz. In principe is er zo’n grote variëteit aan landschappen dat op vakantie gaan naar het buitenland niet nodig is. Daarnaast zorgt het lage inwonersaantal voor veel dunbevolkte gebieden met een rijke natuur. Ook heeft Polen cultureel veel te bieden door de rijke geschiedenis van dit land.
14
Hoe vaak ga je er naar toe, en hoe lang? Gemiddeld genomen ben ik er zes keer per jaar, al is dit aantal elk jaar anders. Momenteel ga ik bijna elke maand wel een keer. Ik blijf er dan meestal van een paar dagen tot twee weken. Wat doe je dan? Op visite gaan bij mijn familie, wat leuks doen met mijn neven en samen tijd doorbrengen met mijn vriendin die er woont.
Zerina Cviko
Wat is het land van herkomst van jouw familie? Mijn familie en ik komen uit Bosnië & Herzegovina, het voormalig Joegoslavië. Kun je het land kort omschrijven? Ik zou Bosnië omschrijven als gezelligheid en gastvrij. Veel mooie natuur, dat is wat het land zo mooi maakt.
Tomek Synowiecki
Daarnaast ga ik er vaak voor kleding en andere producten kijken die in Nederland duurder of niet te verkrijgen zijn. Wat vind jij de verschillen tussen Nederland en ‘jouw land’? De manier van doen en denken. Polen zijn heel open, maar in tegenstelling tot Nederlanders zijn ze intolerant. Zo heeft de kerk er veel invloed op de manier van denken van de meeste Polen. Dit zorgt ervoor dat vele onderwerpen die hier in Nederland normaal zijn, en waar je open over kunt praten, daar taboe zijn. Ook de manier waarop mensen voor zichzelf opkomen is anders dan in Nederland. Daar is het volk door jaren van onderdrukking door o.a. het communisme veel meer voor zichzelf op gaan komen dan in Nederland. Hier zal het volk niet zo snel in opstand komen
Hoe vaak ga je er naar toe, hoe lang? Meestal ga ik er twee keer per jaar heen, alleen dit jaar niet. Als ik er ’s zomers heen ging was dit meestal zes weken. Wat doe je dan? Als eerste ging ik naar Sarajevo, daar bleef ik twee weken ongeveer. Daarna naar mijn oma, die woont in Servië en tot slot vaak nog een á twee weken naar Kroatië om daar nog lekker te ontspannen. Wat vind jij verschillen tussen Nederland en ‘jouw land’? Het grootste verschil vind ik de gastvrijheid. Iedereen is altijd welkom bij ons, zonder vooraf te bellen of je langs kunt komen. Het heeft natuurlijk wel voor- en nadelen. Als ik in Bosnië ben en iemand komt langs zonder het te laten weten, vind ik het ook niet altijd even leuk. Dan ben ik net van plan iets anders te gaan doen. Kun je iets over het land vertellen dat weinig mensen weten? Hmm.. Ik denk dat niet iedereen weet dat
tegen een politieke beslissing als daar. Men heeft daar veel wantrouwen jegens de politiek en het bestuur. Kun je iets over het land vertellen dat weinig mensen weten? Polen en Nederland hebben al langer handelsrelaties dan men hier denkt. Zo waren het in de gouden eeuw Nederlanders die naar Polen toe gingen om er te werken of werk te zoeken. Daarnaast zijn er een aantal steden die in de binnenstad traditionele Nederlandse pandjes hebben staan, is een aantal plaatsnamen door Nederlanders gegeven en is Nederlands in de grotere aan de kust gelegen handelssteden de tweede voertaal geweest. Waarom heb je voor de MER gekozen? Ik wil later een bedrijf opzetten waarbij ik ook de volledige theorie achter elk facet wil weten. Hier is de MER perfect voor door zijn diepgang en breedheid. Daarnaast kan ik na het behalen van mijn diploma bij vrijwel elk bedrijf een werkplek vinden door de brede inzetbaarheid. Wat wil je na de MER gaan doen? Zoals hierboven al aangegeven een eigen bedrijf opzetten dat (het liefst) internationaal gaat opereren.
je heel veel skigebieden hebt in Bosnië. Je kunt daar heel goed skiën en goedkoper. Ik ben zelf alleen op Bjelasnica en Igman geweest, hier werden ook de Winterspelen gehouden in 1984. Vooral Jahorina is een heel mooi gebied waar je kunt skiën. Ik raad het iedereen aan! Waarom heb je voor de MER gekozen? Ik heb voor de MER gekozen, omdat ik niet precies wist wat ik wilde. Ik wilde een opleiding met een economische kant, maar niet alleen economie. Na lang zoeken en denken, heb ik uiteindelijk voor de MER gekozen en het bevalt me goed. Ben blij dat ik deze keuze heb gemaakt. Wat wil je na de MER gaan doen? Wat ik na de MER wil gaan doen, weet ik nog niet precies. Ik vind alles wel leuk en ik wil eerst verder kijken in deze opleiding wat ik allemaal precies kan gaan doen. Bij een bank werken lijkt me leuk, maar ook ergens anders.
Master studeren in Zweden Ferry Verspuij is zeker een van de studenten met de meeste buitenlandervaring binnen de MER-opleiding. Op het MBO liep hij al stage bij de Verenigde Naties, het Joegoslavië Tribunaal in Den Haag. Bij deze stage kreeg hij de interesse en grote drang om zich bezig te houden met de internationale wereld. In 2009 is hij samen met Marco van Doeland voor zes weken naar ZuidKorea gegaan om daar deel te nemen aan de summerschool van de Sungkyunkwan University in Seoul: Emerging Asian Markets. Daarna is hij voor een halfjaar naar Curaçao gegaan om daar een afstudeerscriptie te schrijven voor de Koninklijke Marine in het Caribisch gebied. Hij heeft besloten deze internationale focus voort te zetten in Zweden, waar hij een master volgt.
Studeren aan de Mid Sweden University in Östersund Na zijn afstuderen in 2011, is Ferry begonnen met een master. Hij studeert nu in Östersund, Zweden, aan de Mid Sweden University en volgt de master Business Administration met de major Management en Marketing. Ferry wilde graag nog een keer naar het buitenland en hij had het gevoel nog niet klaar te zijn met studeren. Hij vindt het studentenleven nog te leuk om er afscheid van te nemen. Hij ziet ook op tegen de dagelijkse sleur die het leven van een werkende met zich meebrengt. Ferry is naar Zweden gekomen omdat het voor hem bekend staat als een land met goed onderwijs en een indrukwekkende natuur. Daarnaast vindt hij het ook een groot pluspunt dat in dit land geen schoolgeld betaald hoeft te worden. Dit wordt namelijk gefinancierd door de overheid. De reden dat hij voor de stad Östersund heeft gekozen is dat hij hiervoor al een aantal keer in Zweden is geweest. De gedachte die hij daaraan heeft overgehouden is dat Zweden meer is dan alleen het zuiden, waar Stockholm ligt. Hij zit in het midden van Zweden in een rustige omgeving met een fantastische natuur en skiresorts in de omgeving waar hij in de winter regelmatig gebruik van heeft gemaakt. In de loop der jaren heeft Ferry interesse gekregen in organisaties en management. Projecten leiden, mensen aansturen en adviseren over mogelijke verbeteringen vindt hij erg interessant, maar het liefst met een internationaal perspectief. Naast het managementaspect vindt hij ook het marketingaspect binnen organisaties toonaangevend. Het draait binnen organisaties namelijk ook om het profileren naar (potentiële) klanten en stakeholders. Hij wilde zich niet alleen in het managementaspect verdiepen, vandaar dat hij dan ook dit onderwerp heeft gekozen voor zijn master. Hij wilde graag in het buitenland een master halen omdat hij denkt hiermee meer kansen te krijgen om later in het buitenland aan de slag te gaan. Zijn uiteindelijke doel is om te emigreren naar Amerika en er te werken en te wonen, het liefst in New York. Hij houdt zichzelf altijd voor dat de wereld groter is dan Nederland. Dat vindt hij cliché klinken maar hij vindt het buitenland zeer aantrekkelijk en wil zoveel mogelijk van de wereld zien.
De overstap van bachelor naar master noemt hij een flinke stap. Hoewel het qua aansluiting prima zit tussen de bachelor en master en de bachelorvakken een goede basis vormen voor de vakken die hij nu krijgt, zit er een redelijk verschil in het niveau en de manier van schrijven. De leerstof is van aanzienlijk grotere hoeveelheid en van hoger niveau, daarom is het zwaarder om dit allemaal te verwerken. Het verschil bij het schrijven van rapporten voor projecten zit in het feit dat je veel moet baseren op theorieën die over deze onderwerpen al geschreven zijn. Daarnaast is natuurlijk alles in het Engels. Voor Ferry was dit een omschakeling in het begin, maar nu heeft hij het idee zelfs in het Engels te denken. Het leven en studeren in Zweden bevalt Ferry enorm. De mensen zijn erg vriendelijk en beheersen het Engels heel goed. Het niet spreken van de Zweedse taal levert daarom gelukkig ook geen problemen op. De Zweedse cultuur verschilt eigenlijk niet veel van de Nederlandse. Het enige wat Ferry zou kunnen benoemen als verschil is dat Nederlanders wat mondiger zijn. Ferry woont samen met bijna alle internationale studenten in een bungalowpark waar hij volop kan genieten van de prachtige natuur. Onder de internationale studenten zijn er veel Duitsers en Fransen, daarnaast ook Italianen en Spanjaarden en mensen met een andere nationaliteit. Het einde zit er ondertussen hard aan te komen voor Ferry. Hij is bijna klaar met al zijn vakken en is inmiddels begonnen met het schrijven van zijn masterscriptie met als onderwerp ‘organizational change’. Hij verwacht in juni klaar te zijn met zijn MBA. Tot slot wil Ferry iedereen aanraden om in het buitenland studiegerelateerde activiteiten te ondernemen. Het is een enorme ervaring, een groot avontuur en je netwerk wordt er zeker niet kleiner van. Het verbreedt je horizon en je leert jezelf nog beter kennen. Als je de kans krijgt, moet je het zeker doen. Linda Bloem / Nelleke Heijboer
15
wonen en werken in duitsl and
Wonen en werken in Duitsland: Marja Neef-Doorduin
16
Marja Neef-Doorduin is een oud-studente van de opleiding MER aan De Haagse Hogeschool. Na het afronden van haar opleiding in 2002 besloot zij verder te gaan met een verkorte avondstudie Bestuurskunde aan de Universiteit Leiden. Op dit moment woont Marja in een dorpje net buiten München, Duitsland. De woonen werkervaringen in Duitsland wil Marja graag met jullie delen.
Zowel haar stage als afstudeeropdracht heeft Marja bij de Koninklijke Marine in Den Helder genoten. Door de opgedane ervaringen tijdens die periode was haar interesse voor de overheid gewekt. Marja besloot om een baan te zoeken die bij haar interesses aansloot. In januari 2003 ging zij aan de slag als trainee bij de provincie Zuid-Holland. Het eerste halfjaar werkte Marja bij de bedrijfsvoering van de Dienst Groen, Water en Milieu, waarna zij verder ging bij de afdeling Bodemsanering. Een traineeship van twee jaar en een avondstudie: het was een zware combinatie, maar ze heeft er veel van geleerd. In 2005 rondde Marja haar avondstudie af en werd ze beleidsmedewerker. Die baan bood haar voldoende doorgroeimogelijkheden, wat uiteindelijk heeft geleid tot een functie als projectleider van twee gebiedsgerichte projecten in 2006.
Verhuizing Twee jaar eerder, in 2004, leerde Marja haar huidige man kennen. Hij was destijds werkzaam voor BMW Financial Services, waardoor een verhuizing naar Duitsland tot de mogelijkheden behoorde en in 2006 kwam dit onderwerp voor het eerst aan bod. Op dat moment stond Marja op het punt om te solliciteren voor een seniorfunctie en moest er een keuze gemaakt worden. Er werd besloten om niet naar Duitsland te verhuizen en de sollicitatie voorrang te geven. Helaas leidde de sollicitatie niet tot de seniorfunctie. In december van hetzelfde jaar bood de mogelijkheid zich alsnog aan om naar Duitsland te verhuizen. Haar man werd benaderd voor een driejarige functie als expat voor het hoofdkantoor van BMW Financial Services in München. Marja en haar man besloten een bezoek te brengen aan München om een indruk van de stad en omgeving te krijgen. Binnen tien dagen na het bezoek werd het besluit genomen en een verhuizing naar Duitsland was aanstaande. In maart begon de man van Marja met zijn werk in Duitsland, Marja zelf verhuisde in augustus 2007. Dialect Om een betere kans op de Duitse arbeidsmarkt te krijgen en haar Duits te verbeteren, besloot Marja een vrijwillige stage bij de afdeling Procesmanagement en Kwaliteit van de BMW Bank te lopen. Door het uitbreken van de economische crisis werd de situatie er niet gemakkelijker op. Tijdelijke contracten werden niet verlengd, er werd geen personeel meer aangenomen en mensen konden bij vrijwillig ontslag een som geld meekrijgen. Door middel van detacheringscontracten was het mogelijk om verder te werken bij BMW Bank. In 2010 is Marja daadwerkelijk bij BMW Bank in dienst getreden. In eerste instantie was ze verantwoordelijk voor de aansturing van de kwaliteitscontroles van de klantenservice en voor het kwaliteitsmanagement en het klachtenmanagement van de BMW Bank. Per 1 april 2012 is zij gaan werken bij de afdeling Business Procesmanagement van Alphabet International (een divisie van de BMW Groep). Alphabet International heeft in oktober 2011 het Nederlandse ING Car Lease opgekocht. Haar Nederlandse achtergrond en de ervaringen in Duitsland komen hierbij goed van pas. Marja en haar man zijn net buiten München gaan wonen in een rustige omgeving en zijn daar erg gewend geraakt aan de rust. Ze genieten van de vele meren, bergen, sneeuw en gezelligheid. Beieren, ook wel de Freistaat Beiern, is deelstaat in Duitsland. Net als Friesland heeft het een eigen status, dialect en cultuur. Beiern is de welvarendste deelstaat van Duitsland, heeft een grote automobielindustrie, veel technologische bedrijven en dienstverlening. De mensen in Beiern zijn erg trots op hun deelstaat en willen dit graag doorgeven aan de volgende generatie. Doordat Marja haar Duits heeft geleerd in de deelstaat Beiern, heeft ze on-
opgemerkt ook een beetje dialect geleerd: het Bayrisch. Een mooi voorbeeld van het dialect is het volgende: een broodje is in het Duits een Brotchen, in het Bayrisch een Semmel. Typische gewoonten Over de oosterburen zijn veel vooroordelen. Voordat Marja naar Duitsland verhuisde, kwam ze er eigenlijk nooit. Nu, viereneenhalf jaar later, wordt er terug gekeken en kan er worden geconcludeerd dat elk land zijn typische gewoonten heeft. Marja: “Duitsers in Beieren zijn perfectionistisch, beslissen in groepen, zijn gemiddeld genomen niet zo open, betalen eerlijk hun rekening in restaurants, zijn risicomijdend en hoffelijk in hun manier van spreken. De vrouw heeft geen gelijke kansen op de arbeidsmarkt vanwege kortere schooltijden, minder mogelijkheden bij de kinderopvang, langer zwangerschapsverlof (een half tot drie jaar) en minder mogelijkheden om parttime te werken.” Wanneer Marja naar de Nederlanders kijkt, concludeert ze het volgende: “Nederlanders zijn humorvol, bot, boers, lomp, direct en open, en ze zijn eerlijk en duidelijk, zowel positief als negatief. Daarnaast beslissen ze graag en snel, discussiëren ze graag, zijn ze ontspannen, gezellig, luidruchtig, geëmancipeerd, en betalen ze de rekeningen minder netjes in restaurants.” Koninginnedag Wanneer er naar de geschiedenis van Duitsland wordt gekeken, wordt er onlosmakelijk de link naar de Tweede Wereldoorlog gelegd. Marja ziet hier nog dagelijks de gevolgen van. De Duitsers beslissen gezamenlijk, willen de macht spreiden en overwegen de beslissingen goed. Daarnaast zijn er het hele jaar door documentaires over de Tweede Wereldoorlog te zien. In Duitsland is men niet trots op het land, zoals in Nederland. In Nederland wordt er met Koninginnedag in oranje kleding gelopen, terwijl dit in Duitsland pas in de laatste jaren het geval is. Ze schamen zich eerder voor hun land dan dat ze er trots op zijn. Zeker de laatste generaties, die zelf niet de Tweede Wereldoorlog meegemaakt hebben, zijn opgegroeid met enorme schuldgevoelens. Door de verhuizing naar Duitsland is Marja veel internationaler geworden en heeft zij meer over zichzelf geleerd. Verschillen tussen haar leven in Duitsland en het leven dat ze nu in Nederland zou hebben, vindt ze moeilijk om aan te geven. Voor haar is het belangrijkste verschil dat haar familie veel verder weg woont. Dit betekent niet dat zij haar familie minder spreekt. Wel wordt zij zich veel bewuster van de relaties, die ook door het wonen in het buitenland veranderen. De omgeving is veel rustiger met de natuur en bergen. Aan de andere kant mist Marja de terrasjes, kroegjes en de gezelligheid in Den Haag en niet te vergeten het strand in Scheveningen!
Jeroen Melkert
17
wonen en studeren in het buitenland
Wonen en studeren in het buitenland:
Jeroen Melkert
In het eerste halfjaar van mijn vierde studiejaar heb ik mijn minoren ingevuld aan de Universiteit van Kassel, Duitsland. Door het wonen en studeren in Duitsland, heb ik veel geleerd over de Duitse bevolking en de Duitse cultuur. Deze ervaring wil ik graag met jullie delen. Wanneer er in Nederland wordt gesproken over onze oosterburen, dan komen al snel de vooroordelen aan bod. De herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog spelen bij ons nog steeds een belangrijke rol. Daarnaast kunnen we het eigenlijk niet echt goed vinden met de Duitsers.
18
Donderdag 19 april was het de dag van de Duitse taal. Een initiatief van verschillende organisaties in Nederland om zowel de Duitse taal als de verhouding met de oosterburen te verbeteren. Steeds minder Nederlanders spreken Duits en dat kost het bedrijfsleven jaarlijks een hoop geld. Volgens Het Financieel Dagblad van 19 april zou het zelfs gaan om enkele miljarden euro’s per jaar. ‘s Avonds schoof een taaldeskundige aan bij Pauw en Witteman om het belang van de Duitse taal en de link met de Nederlandse taal uit te leggen. In plaats van een objectief gesprek waarin werd aangegeven hoe belangrijk de Duitse taal is, verviel het gesprek al snel in de verschillende vooroordelen. Het gesprek werd dan ook afgesloten met de bekende ‘fietsgrappen’. Beter imago Juist deze vooroordelen heb ik in mijn zeven maanden in Duitsland niet ondervonden. De Duitsers zijn erg begaan met het verleden en weten precies wat voor schade toentertijd is aangericht. Alles wordt er aan gedaan om te voorkomen dat dit nogmaals gebeurt. De Duitsers willen alles in groepen beslissen, zijn erg behulpzaam naar buitenlanders en doen zoveel mogelijk om een beter imago te creëren. Op het moment dat ik voor het eerst op de campus van de universiteit
aankwam, wist ik totaal niet waar ik heen moest. Ik had een lokaal, straat en gebouw, dat was alles. Als je nagaat dat er meer dan vijf straten waren én verschillende gebouwen, dan kun je jezelf voorstellen dat het zoeken wordt. Aangezien ik na een aantal minuten nog steeds niet wist of ik de juiste richting op liep, besloot ik iemand te vragen of ik goed zat. In mijn beste Duits legde ik uit waar ik moest zijn en dat ik als internationale student hier in het wintersemester zou studeren. De jongen gaf aan dat hij met mij mee zou lopen en mij de weg zou wijzen naar het juiste lokaal. Als ik dit vergelijk met de situatie in Nederland, ben ik er van overtuigd dat dit in Nederland niet zou gebeuren. Wanneer er gevraagd wordt naar de weg, wordt al snel mondeling uitgelegd hoe de desbetreffende persoon er komt. Wanneer het dan te moeilijk wordt, wordt het gesprek al snel afgekapt. Dezelfde Duitse behulpzaamheid en interesse kwam ik tegen tijdens het volgen van mijn colleges en werkgroepen. De colleges die ik volgde waren voornamelijk voor tweede- en derdejaarsstudenten. Die studenten kende elkaar dus al een geruime tijd en ik viel hierdoor ook direct op als buitenstaander. Aangezien ik in het begin vrij veel moeite had met bepaalde begrippen, besloot ik contact te zoeken met medestudenten. Na een paar uur werd duidelijk waar ik vandaan kwam, wat ik kwam doen en hoelang ik zou blijven. Mijn medestudenten hielpen mij bij al het mogelijke, gaven mij aan hoe ik mij het beste kon voorbereiden op tentamens en boden zelfs aan om samen met mij tentamens en opdrachten voor te bereiden. Dit alles heeft er zeker voor gezorgd dat het leren en het
maken van de tentamens een stukje gemakkelijker werd. Als ik de colleges in Nederland met die in Duitsland vergelijk, is er een aantal grote verschillen. In Nederland worden de colleges in kleine groepen gegeven, in Duitsland volgde ik colleges met tweehonderd tot driehonderd andere studenten. Daarnaast is de duur van de gegeven colleges ook anders. In Nederland duurt een college meestal anderhalf tot twee uur. In Duitsland had ik colleges die vier uur duurden. Gelukkig werd er na twee uur wel een pauze van een half uur gehouden om zodoende je benen te kunnen strekken en even ergens anders aan te kunnen denken. Ook de tentamens worden in grote lokalen gehouden, meestal in dezelfde collegezalen waarin je normaal gesproken je college hebt. Hierdoor kwam het voor dat ik tentamens maakte in een collegezaal met tweehonderd medestudenten. Naast de duur van de colleges weten de Duitsers ook van vroeg beginnen. De eerste colleges beginnen om 08.00 uur. Wanneer een student om 08.02 uur binnen wil komen, is de deur al op slot en kan hij of zij weer terug naar huis. Niet alleen op de universiteit heb ik de Pünktlichkeit, zoals de Duitsers ‘tijd is tijd’ noemen, gemerkt. Ook in de stad was het bij heel veel dagelijkse zaken te merken dat je op tijd hoort te komen. Dit begon in de ochtenden al bij de halte. Wanneer op het bord het ‘nog één minuut te gaan’-teken naar ‘sofort’ sprong en de tram nog niet in zicht was, begonnen de Duitsers wat heen en weer te lopen. Na een minuut begon het gemopper en
dat ging langzaam over in wat lichte scheldwoorden. Zelf was ik nooit van het principe tijd is tijd, maar ik moet zeggen dat dit is veranderd door mijn tijd in Duitsland. Hiermee wil ik niet zeggen dat ik tegenwoordig altijd te vroeg ben, maar wel ben ik op het afgesproken tijdstip aanwezig. Wonen In Duitsland waren er voor mij twee mogelijkheden wat betreft het huren van een woning. De eerste mogelijkheid was het huren van een kamer in de campus van de universiteit. De
grootte van die kamers zijn te vergelijken met een doorsnee studentenkamer in Nederland. Niet erg groot dus en je bent continu op de campus aanwezig. De tweede mogelijkheid was het huren van een woning via een particulier. Het voordeel is dat die woningen meestal groter zijn en in het centrum liggen. Voor mij was dit ideaal en de huurprijs is hier ook een stuk lager dan in Nederland. Voor mijn huurwoning betaalde ik 310 euro per maand. Hiervoor had ik een eigen slaapkamer, gezamenlijke woonkamer, badkamer, wc en kelder. De woonkamer was ruim opgezet en ik had ook nog eens een eigen tuin.
Wanneer ik de prijzen voor zowel huur- als koopwoningen vergelijk met die in Nederland, dan is het duidelijk dat in Nederland de woningen aanzienlijk duurder zijn. Naast de prijs zijn de huizen ook een stuk minder rustig gelegen. In Nederland is alles steeds meer bebouwd en kom je bijna geen stuk natuur meer tegen. Wanneer je in Duitsland in een dorp woont, dan geniet je van de rust en ruimte, hoor je de rivieren en beekjes stromen en kom je echt tot rust.
Jeroen Melkert
Groepstutoring op de MER Een nieuw begrip binnen de opleiding Management, Economie en Recht: groepstutoring. Introductie groepstutoring Bij andere opleidingen binnen de Haagse Hogeschool, waaronder de opleiding Bouwkunde, is groepstutoring al langer een begrip. De opleiding Management, Economie en Recht geeft er echter wel een andere draai aan. Zo geeft de MER nu alleen groepstutoring in de financiële vakken van blok 3. De tutees, studenten die gecoacht willen worden door een ouderejaars student, de tutor, kunnen ook kiezen uit een combinatie van één of meerdere financiële vakken van blok 3. Waarom is er groepstutoring gekomen? Het idee om groepstutoring te introduceren bij de MER kwam door docente Marieke van Asseldonk, omdat er een tekort aan tutoren was voor de financiële vakken. De financiële vakken blijken elk jaar weer een struikelpunt te zijn voor vele eerstejaarsstudenten waardoor zij zich massaal aanmelden voor tutoring. Groepstutoring is hiervoor dus een goede oplossing om het tekort aan tutoren op te vangen. Wat is groepstutoring? Bij groepstutoring vormen ongeveer twaalf studenten een groep die begeleiding krijgen van vier tutoren. De tutoren begeleiden de tutees met hun moeilijkheden of problemen met een bepaald vak.
19 Daarnaast proberen de tutoren de tutees te coachen om een bepaald vak goed af te sluiten. Van de tutees wordt verwacht dat zij zich voorbereiden op de tutorsessies en dat zij ook onderling samenwerken om tot een oplossing te komen van een bepaald struikelpunt. Voordelen groepstutoring Groepstutoring heeft vele voordelen. Allereerst krijgen veel studenten tegelijkertijd de kans om extra begeleiding te krijgen van een ouderejaarsstudent die het vak al eerder heeft gevolgd. Daarnaast draait het bij groepstutoring vooral om samenwerken, het samenwerken tussen tutees, tussen tutoren en tussen de tutees en tutoren. Ook zorgen de tutoren en tutees er gezamenlijk voor dat de motivatie voor een, vaak moeilijk, vak omhoog gaat. De motivatie om een vak te willen halen is erg belangrijk en hier ontbreekt het vaak aan bij de tutees. Naarmate de sessies vorderen ziet men de motivatie omhoog gaan. Tot slot gaat ook het zelfvertrouwen van de tutees omhoog. Als tutees gezamenlijk of apart ondervinden hoe een bepaalde theorie werkt, voelen zij
zich zekerder. Dit zelfvertrouwen brengen zij over op de andere tutees en dat werkt stimulerend en motiverend voor de hele groep. Nadelen groepstutoring Zoals bij alles heeft ook groepstutoring enkele nadelen. Groepstutoring bij de MER is een nieuw concept en daardoor verliep alles nog niet zo soepel. Ook zijn niet alle leraren even enthousiast. Sommige leraren denken bijvoorbeeld dat tutees denken dat zij geen lessen hoeven te volgen als zij groepstutoring krijgen. Groepstutoring is echter geen les maar een ondersteuning. Ook weten tutees soms niet goed wat hun eigen rol is en wat zij van een tutor kunnen verwachten. Dit kan soms voor verwarring zorgen. Tot slot Wij zijn van mening dat groepstutoring een goed concept is. Ook denken wij dat groepstutoring met hier en daar een verbetering uit kan groeien tot een groot succes. April van der Horst / Chelsea Kranenburg
wonen en werken in australië
Kyra Catanzariti:
van backpacker tot boekhouder in Australië
20
Er zijn nogal wat MER-studenten die na hun afstuderen hun leven en carrière in het buitenland voortzetten. Een van hen is Kyra Catanzariti-Baart, die momenteel woont en werkt in Griffith, Australië. Dat Kyra in het buitenland terecht zou komen was uiteindelijk niet zo verrassend, ze had immers haar stage al buiten de landsgrenzen gedaan. “Tijdens de MER heb ik mijn stage in Curaçao gedaan. Vijf maanden heb ik gewerkt bij een advocatenkantoor. Het was een onwijs leuke ervaring en ik kan eigenlijk wel zeggen dat die vijf maanden de beste tijd van de hele studie waren! Ik ben alleen ernaartoe gegaan en heb daar zoveel leuke mensen leren kennen. Het is zeker een aanrader om zo’n ervaring op te doen. En het is geweldig dat je het kan combineren met je studie/stage! Deze stage heeft mij niet zozeer gestimuleerd om te emigreren, maar zeer zeker wel om te gaan reizen na de studie.” Zo gezegd, zo gedaan: “Nadat ik ben afgestudeerd kon ik gelijk aan de slag als manager bij Pathé Scheveningen
waar ik tijdens mijn studie al werkte als bijbaantje. Toen ik die baan aannam, wist ik al dat ik wilde reizen en dat het maar tijdelijk was. Binnen ongeveer vijf maanden na het afstuderen ben ik toen samen met een vriendin gaan backpacken. Eerst door Azië en toen in Australië. Tijdens mijn reis had ik, net als elke backpacker, op een gegeven moment weer geld nodig. Mijn vriendin en ik besloten om naar een plek te gaan waar we voor een boer konden werken. Gewoon om een compleet nieuwe ervaring op te doen! We besloten om naar Griffith te gaan omdat dit bekend staat als een plek met erg veel landbouw en dus werk voor backpackers. En daar ontmoette ik Roy... nu vier jaar later zijn we inmiddels een jaar getrouwd!” Werk vinden was voor Kyra geen probleem. “Het was eigenlijk heel erg makkelijk... Mijn man is manager van het bedrijf waar ik werk dus hij heeft me er zo in gekregen. Ik heb verder geen ervaring met solliciteren want al het werk dat ik doe en heb gedaan gaat allemaal via via. Mensen horen dat ik boekhoudwerk doe en ze vragen of ik ook voor hen kan werken.
Ik werk in een Function Center en daar ben ik verantwoordelijk voor eigenlijk alles in het kantoor. Van boekhoudwerk, salarissen tot adverteren, et cetera. Het is een vrij klein bedrijf en ik ben de enige die in het kantoor werkt, dus het voordeel is dat ik van alles en nog wat doe en alles naar eigen inzicht kan invullen. Ik krijg heel veel vrijheid. Op de dagen dat ik niet voor het Function Center werk, werk ik bij een paar bedrijven waar ik de boekhouding doe.
Maar dan heb je ook het ‘landelijke Australië’. Dat is nog niet de ‘Outback’, die echt meer afgezonderd is, maar wel paar uur rijden vanuit de grote steden. Griffith is landelijk en ligt zes uur rijden van Sydney en vijf uur rijden van Melbourne. Griffith is een dorp dat leeft van de landbouw. Er zijn veel wijnvelden , sinaasappelbomen en rijstvelden. De hele economie heeft te maken met de landbouw. Zonder landbouw zou Griffith nooit bestaan.
Het boekhoudgedeelte moest ik hier weer leren (bij de MER deden we wel wat boekhouden, maar niet erg intensief en al helemaal niet met de Australische wetten en regelgeving en software). Toch kon ik hier gelijk aan de slag, want ze waren er al van onder de indruk dat ik überhaupt een opleiding had gedaan. Binnen twee weken was ik ingewerkt en moest ik alles in mijn eentje doen! Eigenlijk was het best makkelijk en zodra ik mijn gewone werkzaamheden helemaal onder de knie had begon ik me te concentreren om de bedrijfsprocessen te optimaliseren. Mijn ‘MER’-vaardigheden kwamen toch nog van pas! De meest simpele dingen als het archief op alfabetische volgorde zetten, templates maken voor veel verstuurde brieven en e-mails en excel spreadsheets maken om de winst per week te berekenen... Of gewoon een map maken in de computer met veel gebruikte formulieren – en die formulieren optimaal maken... Er moest zoveel gedaan worden hier! Nu 2.5 jaar later heb ik pas het idee dat ik optimaal kan werken en geen dingen dubbel en onnodig doe. Mijn broertje heeft een website gemaakt en we doen nu veel op Facebook. Alles bij elkaar was het veel werk maar ik zag het als een uitdaging. Nu zie ik de voordelen ervan in want ik heb zoveel tijd extra in mijn dag dat ik vorig jaar weer ben begonnen met studeren. Ik ben nu bezig met de studie Accountancy. Ook is dit werk geen fulltime baan meer – ik doe het nu ongeveer 20 uur per week. Dus houd ik tijd over voor andere baantjes zoals het boekhoudwerk voor andere bedrijven.
Het grootste verschil is dat ik het idee heb dat we tien jaar terug in de tijd zijn hier. ADSL internet hebben we niet. Internetbankieren wordt nog niet uitgebreid gebruikt door bedrijven omdat ze liever cheques uitschrijven. En zeker niet elk bedrijf heeft een website. Er zijn hier uiteraard niet veel grote bedrijven (Griffith heeft 20.000 inwoners – het dichtstbijzijnde grotere dorp ligt twee uur rijden verderop) dus aan HRM en zo doen ze niet. Er zijn erg weinig mensen die studeren – je moet er natuurlijk ook voor verhuizen naar een grote stad. De meeste mensen gaan na high school gelijk aan het werk en denken verder niet aan carrière of zichzelf ontwikkelen. Je hebt hier erg veel boeren, loodgieters, bouwvakkers, schoonheidsspecialisten en kappers, et cetera. Er zijn dus niet zoveel opgeleide mensen want de jongeren die een opleiding hebben gedaan verhuizen naar de grote steden om daar een goede baan te vinden.
Om een sociaal leven op te bouwen ben ik weer begonnen met voetballen. Ik voetbalde in Nederland toen ik op de middelbare school zat. Hier ben ik twee jaar geleden weer mee begonnen om wat meiden te leren kennen. Helaas brak ik mijn enkel tijdens een wedstrijd. Nu voel ik me weer fit en probeer het gewoon weer opnieuw!”
Als ik aan de MER denk, denk ik aan breed opgeleide mensen die problemen oplossen vanuit meerdere invalshoeken. En aan de vele vaardigheden die je leert op de MER. De vaardigheden die ik heb opgedaan bij die studie neemt niemand meer van me af en kan je overal ter wereld in elke beroepensector gebruiken.”
Kyra ervaart nogal wat verschillen tussen het leven in Nederland en Australië. “Australië moet je zien als twee werelden op zich. De grote steden zoals Sydney en Melbourne zijn erg Europees. Zowel het zakelijke als gewone leven is Europees. Als ik door Melbourne loop heb ik altijd het idee dat het Den Haag is. Je hebt de grote bedrijven als KMPG en ING en het is erg modern.
Kyra heeft nog een tip voor de huidige MER-studenten: “Ten eerste, als je iets in het buitenland kan doen voor je studie, grijp die kans. Het is zo’n speciale ervaring en die kans krijg je nooit meer. En luister naar de docenten, die hebben altijd gelijk ."
Mijn ambities zijn drastisch veranderd sinds ik klaar ben met de MER. Eerst wilde ik carrière maken in een groot bedrijf en iets met recht of management doen. Dit heb ik moeten aanpassen. Niet alleen omdat ik in Griffith woon en dingen hier anders zijn, maar ook omdat ik nu getrouwd ben en aan een gezin stichten denk. Ik wil in de toekomst blijven boekhouden voor bedrijven, maar dan van huis uit als we kinderen hebben. We bouwen op dit moment een huis met een extra kamer om voor mij in te richten als een kantoortje. Zo kan ik het gezinsleven combineren met werk.
Frank de Poorter
21
Studeren in het buitenland
Studeren in het buitenland:
twee maanden in San Francisco Dankzij de mogelijkheid om in mijn tweede jaar van de MER de talentenminor te volgen kreeg ik de kans om in mijn derde jaar twee maanden naar het buitenland te gaan. Ik had deze minor naast mijn normale rooster gevolgd waardoor ik dus een blok voorliep. Sommige studenten die deze minor ook hebben gevolgd hebben ervoor gekozen om eerder af te studeren of een extra minor te volgen. Ik wilde graag naar het buitenland en heb er uiteindelijk voor gekozen om naar San Francisco te gaan. Ik heb mijn reis via StudyTravel georganiseerd.
22
Twee dagen na mijn tentamens van het tweede blok was het zo ver, ik vloog via New York naar San Francisco. Vanaf het vliegveld kon ik met een pendelbusje naar mijn hotel. Mijn hotel lag in het centrum van San Francisco. Hier was ik erg blij mee want sommige studenten moesten elke dag een uur reizen naar hun gastgezinnen en konden bijna nooit ‘s avonds nog even de stad in. Vanaf mijn hotel was het maar tien minuten lopen naar school. De eerste dag moest ik een toets maken zodat ik in de juiste klas zou worden ingedeeld. De dag erna zou ik dan pas echt beginnen. Het was een vrij kleine school (+/- 150 studenten) in de hoofdstraat van San Francisco. De leraren waren allemaal erg enthousiast en aardig. Ik had elke dag les van 8.30 tot 13.00 uur. Daarnaast kregen we wel elke dag een half uurtje of een uurtje huiswerk voor de volgende dag. De eerste week was het wel even wennen om daar te wonen. Het viel me op dat de mensen erg open en vriendelijk zijn en dat ze allemaal vragen hoe het met je gaat. Ik schrok wel van de hoeveelheid zwervers in de straten. De zwervers bedelen niet dus je hebt er verder geen last van maar soms moet je er even overheen stappen. Daarnaast heb je een paar straten waar je liever niet wilt komen maar daar kwam ik de eerste week al achter toen ik verdwaald was. Over het algemeen is het wel heel veilig. Gelukkig had ik in de eerste week al veel mensen ontmoet en waren er veel mensen die ook alleen naar San Francisco waren gekomen. De eerste vier weken ging ik bijna elke dag wel met klasgenootjes naar verschillende plekken in de stad. Bijna elke dag scheen het zonnetje en was het rond de 17 graden. Op mijn school zaten erg veel Aziaten maar ook veel Zwitsers, Italianen en Fransen. In de twee maanden dat ik er was, heb ik maar één Nederlander ontmoet. In de tweede maand regende het iets vaker maar de temperatuur was prima. Begin van mijn tweede maand moest ik ook een soort toets maken die 2,5 uur duurde. Aan de hand hiervan werd bepaald of je in dezelfde klas moest blijven of dat je
in een volgende klas mocht deelnemen die een hoger niveau had. Gelukkig had ik mijn toets gehaald en mocht ik naar een hogere klas. Ik had weer een erg leuke leraar en we deden vaak uitstapjes met de klas op vrijdagmiddag. Ik ben ook een keer een weekend naar het Yosemite Park geweest, wat ongeveer drie uur rijden is vanaf het centrum van San Francisco. Het was een erg mooi natuurpark en we hadden geluk met het weer. Het was het hele weekend zonnig. Alle sneeuw was een paar dagen ervoor gesmolten. De beren waren nog in winterslaap en deze heb ik dus helaas niet gezien. Het was wel heel mooi om de rotsen, bergen en watervallen te zien. Op de toppen lag nog wel sneeuw. Daarnaast ben ik vaak dagen weggeweest in de weekenden.
Achteraf ben ik erg blij dat ik deze beslissing heb genomen. Het was een geweldige tijd en mijn Engels is ook een stuk beter geworden. Je ontmoet ook veel mensen overal vandaan en je leert hierdoor veel culturen kennen. De stad San Francisco is ook ideaal omdat je in deze stad in tegenstelling tot de meeste steden in Amerika geen auto nodig hebt. Je kunt overal lopen en het openbaar vervoer is ook erg goed. Een buskaartje kost bijvoorbeeld maar 2 dollar en hier kun je ongeveer 5 uur lang mee reizen. Als je ook zoiets wilt gaan doen en vragen hebt kun je mij altijd e-mailen. De heer De Poorter heeft mijn e-mailadres.
Jasmijn van der Bent
23
Beste scriptie
Een uitmuntende scriptie
Niet verwacht, maar toch een 9
In het studiejaar 2010/2011 studeerde Jeroen Rapmund af bij Siemens Healthcare. Niet zomaar een bedrijf om bij af te studeren dus. Hij rondde zijn scriptie af met maar liefst een 9. Siemens Healthcare is nu zelfs bezig met het toepassen van zijn bevindingen. Hoe heeft hij dat voor elkaar gekregen? Wat doet Siemens Healthcare precies? “Deze tak van Siemens is gespecialiseerd in het ontwikkelen van medische beeldvormende systemen voor ziekenhuizen. Hierbij kun je denken aan CT-scanners, MRI-scanners en PET-scanners.”
24
Wat kon jij voor Siemens betekenen? “Ik heb marktonderzoek gedaan voor aanvullende applicatietrainingen die de apparatuur ondersteunen. Het zijn natuurlijk ingewikkelde apparaten en daar horen ook trainingen bij voor medewerkers van ziekenhuizen die ze gebruiken. Er is wel een standaard handleiding voor het gebruik van de scanners, maar Siemens Healthcare wilde daarnaast aanvullende trainingen geven om de kennis van de gebruikers op niveau te houden. Er zijn altijd key-users die alles van de apparaten afweten, maar deze kennis verdwijnt op den duur weer. Siemens had al ziekenhuizen benaderd om de trainingen aan te bieden door het sturen van een brochure, maar de respons was erg laag. Mijn taak was om te achterhalen wat de reden hiervan was en of er wel behoefte was aan de aanvullende applicatietrainingen.” Hoe heb je je onderzoek aangepakt? “Allereerst heb ik een goed plan van aanpak geschreven, zodat de rode draad van mijn onderzoek duidelijk was. Het is vooral belangrijk dat de hoofdvraag en de deelvragen goed geformuleerd worden. Je zult wel iets van je plan van aanpak afwijken, maar het is uiteindelijk de succesfactor van een goede scriptie. Vervolgens heb ik ziekenhuizen benaderd. Ik heb zo’n zestig telefonische interviews afge-
nomen en een aantal verdiepende interviews met leidinggevenden van ziekenhuizen. Tijdens de telefonische interviews heb ik vragen gesteld als: ‘Wat vonden jullie van de brochure?’ en ‘Hebben jullie wat aan de applicatietrainingen?’. Tijdens de verdiepende interviews heb ik geprobeerd te achterhalen of er wel behoefte was aan de applicatietrainingen.” Wat kwam er uiteindelijk uit je onderzoek? “Het bleek dat de brochure van Siemens niet goed aansloot op het specialistische karakter van ziekenhuizen. In de brochure vergeleek Siemens de applicatietrainingen met goed voorbereid op wintersport gaan. Daarom werd er weinig aandacht aan de brochure gegeven. Er was wel degelijk behoefte aan de applicatietrainingen. Het bleek zelfs dat medewerkers die de apparatuur gebruiken niet wisten dat bijvoorbeeld de beeldkwaliteit van de scans verhoogd kan worden. De applicatietrainingen zouden daardoor bij kunnen dragen aan de efficiëntie van ziekenhuizen. Er moesten namelijk regelmatig scans opnieuw genomen worden, omdat de kwaliteit ervan niet voldeed. Door middel van een simpele instelling op het scanapparaat kan een goede kwaliteit van de scans gewaarborgd worden. Siemens positioneerde de applicatietrainingen door zich vooral te richten op de veiligheid van de apparatuur, terwijl het beter zou zijn als ze zich zouden richten op de efficiëntie en de kwaliteit ervan. De veiligheid van de scanapparatuur was eigenlijk al goed en daardoor zagen ziekenhuizen het nut niet in van de applicatietrainingen. Daarnaast zouden ziektebeelden eerder ontdekt worden als de kwaliteit van de scans zou worden verbeterd. Kortom: ziekenhuizen
zouden meer getriggerd worden als Siemens in zou gaan op de efficiëntie en kwaliteit van de scans.” Wat maakt jouw scriptie zo uitmuntend? “Ik had een goed overzicht van wat ik precies wilde gaan onderzoeken. Daarom is een plan van aanpak zo belangrijk. Ook heb ik al mijn aannames onderbouwd met theorie en onderzoeksresultaten. Voor veel studenten is dat een valkuil. Daarnaast was het rapport overzichtelijk en goed leesbaar. En niet te vergeten: een tevreden opdrachtgever.” Wat doe je tegenwoordig? “Sinds 21 mei ben ik begonnen aan een nieuwe uitdaging, Ik werk momenteel als credit controller bij het CIBT, waarin ik me bezighoud met het beheersen van de openstaande posten.” Tenslotte, heb je nog tips voor aankomende afstudeerders? “Zorg ervoor dat je de handleiding voor het schrijven van een scriptie goed leest, dat je luistert naar je studiebegeleider, je afstudeeropdracht leuk en interessant is en je kunt afstuderen bij een leuk en groot bedrijf. Tevens is het belangrijk dat je goed begeleid wordt en de opdracht duidelijk is, zodat je weet waar je naartoe moet werken. Het is ook belangrijk dat je van het begin af aan hard werkt, je moet niet alles op het laatste moment aan laten komen. Probeer daarnaast zo onafhankelijk mogelijk te zijn en van buitenaf naar het bedrijf te kijken.”
Martin Cok / Brenda Hage
Stichting Giving Back
Rolmodel via Stichting Giving Back Stichting Giving Back, een stichting die nog niet bij iedereen bekend is. Wat jammer is, want voor veel studenten zal het zeker kansen kunnen bieden. Mehtap Hafikli, vierdejaars MER- studente, is wel lid van deze stichting. Zij is erg enthousiast en vertelt daarom meer over deze stichting. Hoe is Mehtap bij stichting Giving Back gekomen? Via een docent Economie van haar oude middelbare school is zij in aanraking gekomen met deze stichting. Deze docent is inmiddels directeur van Giving Back. Ze heeft een afspraak met deze docent gemaakt en hierdoor is zij meer te weten gekomen over de stichting. Dit gesprek heeft haar erg enthousiast gemaakt en daarom heeft zij zich aangemeld. De selectieprocedures heeft zij doorstaan en sinds september 2011 is zij officieel lid van Giving Back Students Community. Wat houdt stichting Giving Back precies is? Giving Back biedt talentvolle, ambitieuze scholieren en studenten een uitdagend programma gericht op persoonlijke en professionele ontwikkeling. Deze ontwikkeling bestaat onder andere uit workshops, evenementen en unieke ervaringen aangevuld met een ondersteunend mentortraject. Giving Back is een vrijwilligersorganisatie en wordt mede mogelijk gemaakt door partners als PWC, Nuon, TomTom, Allen & Overy, PostNL en het Ministerie van Veiligheid en Justitie In november 2012 luiden zij het nieuwe jaar in met een kick-off. Hierbij leren de leden elkaar kennen en ontstaat er direct een gevoel van saamhorigheid. Doordat de leden elkaar goed leren kennen, hebben zij ook de mogelijkheid iets uit anderen te halen en weten zij dat ze er niet alleen voor staan. Gedurende het jaar zullen er meerdere activiteiten plaatsvinden, zoals workshops solliciteren en netwerken. Dit is erg handig voor het verbreden van je netwerk. Deze activiteiten zullen plaatsvinden in de avonduren en/of in het weekend, hierdoor is het goed te combineren met je studie.
je hulp nodig met je studie, komt er een sollicitatiegesprek aan of heb je moeite met het vinden van een stage; de mentor staat altijd voor je klaar. Hoe ervaart Mehtap het als lid van Giving Back? De mentor van Mehtap is afkomstig van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Om elkaar beter te leren kennen hebben zij een kijkje genomen op elkaars werkplek. Zo is haar mentor langs geweest op De Haagse Hogeschool en heeft Mehtap een bezoek gebracht aan het ministerie. Dankzij Giving Back heeft Mehtap een beter beeld van wat zij later wil gaan doen en waar zij naartoe wil groeien. Ze heeft betere richtlijnen gekregen en heeft zich ontwikkeld tot een rolmodel voor studenten die nog niet goed weten wat ze willen in de toekomst. Wat zij vooral geleerd heeft is zichzelf te leren waarderen. Mehtap is zo enthousiast geworden dat zij heeft aangegeven later zelf ook mentor te willen worden. Ze heeft veel positieve ervaringen met Giving Back en zou het daarom erg leuk vinden om zelf ook scholieren/studenten te begeleiden. Nadine Ketelaars / Sari van Teijlingen
‘Giving Back streeft ernaar de verscheidenheid onder rolmodellen in de Nederlandse samenleving te doen toenemen en richt zich hierbij op de beste leerlingen en studenten die de potentie in zich hebben rolmodel te worden en die hiervoor de grootste groei kunnen doormaken.’ Hoe word je lid van Giving Back? Bij Giving Back is er een scholieren- en een studentenprogramma, waar je je voor kunt aanmelden. Om in contact te komen met stichting Giving Back meld je je aan via het inschrijfformulier op de website. Je schrijft een motivatiebrief en op basis hiervan word je gekoppeld aan een mentor die jou twee jaar zal gaan begeleiden. De mentoren schrijven net als de studenten een motivatiebrief. Deze brieven worden met elkaar vergeleken en zo wordt er een goede match gemaakt tussen student en mentor. Deze mentor helpt je bij het ontwikkelen van een goede positie op de arbeidsmarkt. Er valt veel te leren van de ervaringen van de mentoren, aangezien zij zelf uit het bedrijfsleven komen. Heb
Enthousiast geworden door dit artikel? Voor meer informatie: Solange Andreoli Programmacoördinator Stichting Giving Back T: 020 6234 171 M: 06 208 23 101 www.gbsc.nl
25
De eerste versnellers
De MER in een sneltreinvaart:
de eerste versnellers December 2010: twee voltijdstudenten zitten bij dhr. De Poorter op de kamer om hun versnellingstraject te bespreken. Zoals het er op dat moment uitziet, kunnen zij ergens tussen oktober 2011 en januari 2012 klaar zijn, en op die manier de eerste studenten zijn die in minder dan vier jaar tijd weten af te studeren. Daniëlle den Hartog en Astrid Beentjes zijn beiden in september 2008 begonnen met de opleiding en zijn nu (bijna) klaar. Zij vertellen over hun ervaringen. September 2008 – december 2010: een halfjaar voorsprong Astrid Beentjes (27) had voordat zij met de MER begon al een turbulent studietraject achter zich. Astrid: “Ik ben heel erg zoekende geweest. Voordat ik met de MER begon, had ik al drie andere studies gevolgd, maar geen van alle afgerond. Omdat ik al in 2002 was begonnen met studeren, moest ik ook echt binnen vier jaar klaar zijn om niet met een grote studieschuld te eindigen. Voordat ik me inschreef bij de opleiding heb ik daarom een gesprek gehad met dhr. De Poorter om de mogelijkheid om te versnellen te bespreken. Tot op dat moment had de MER nog nooit een versneld programma aangeboden, maar het leek dhr. De Poorter een mooie uitdaging om een passend schema te maken. Na het behalen van mijn entreetentamens in de eerste week van jaar 1 ben ik direct gestart met het volgen van tweedejaarsvakken, om op die manier een voorsprong te nemen op het reguliere programma.”
26
Danielle den Hartog
Daniëlle den Hartog (21) had een paar maanden voordat zij met de MER begon haar HAVO-diploma behaald. Daniëlle: “Mijn eerste jaar verliep heel goed, hoewel ik het wel het moeilijkste jaar van de MER vond. Als enige dame in de klas heb ik mijn propedeuse in één jaar gehaald, daarom raadde dhr. De Poorter mij aan om te gaan versnellen vanaf mijn tweede studiejaar. Ik heb dit gedaan door een sprokkelminor te volgen tijdens mijn 2e, 3e en 4e jaar, waarbij ik onder andere het introductiekamp heb georganiseerd, mentoring heb gedaan en tutor ben geweest. In mijn tweede jaar heb ik tijdens de minorperiode een minor MakelaardijTaxateur 1 gevolgd. Daarnaast heb ik in mijn derde jaar naast de reguliere lessen een lintminor Spaans gevolgd. In december 2010 liep ik hierdoor een halfjaar voor op mijn klasgenoten.” Astrid: “Ik heb ook een sprokkelminor gedaan in mijn 1e, 2e en 3e jaar. Hiervoor heb ik Engels 3 en Academic Reading gevolgd, lesgegeven op een middelbare school en ben ik tutor geweest. Daarnaast ben ik lid van de klankbordgroep, student-assistent bij de welkomstgesprekken en redacteur van de nieuwsbrief geweest. In mijn tweede jaar heb ik de minor Ergonomie gevolgd. Verder heb ik in de zomer tussen mijn tweede en derde jaar een minor Spaans gevolgd bij een taleninstituut in Barcelona. Net als Daniëlle liep ik hierdoor in december 2010 een halfjaar voor op mijn klasgenoten.”
December 2011 – juli 2011: stage plus plus Vanaf december 2010 en januari 2011 hebben Daniëlle en Astrid hetzelfde versnellingstraject gevolgd, door de vakken van het 3e blok uit jaar 4 tijdens hun stage in het tweede semester van het derde jaar te volgen. Dat was niet altijd eenvoudig voor elkaar te krijgen. Astrid: “Voor de HUBA gold een aanwezigheidsplicht voor de lessen en ik liep in Barcelona stage. Daarom ben ik meerdere weken in het weekend teruggevlogen naar Nederland om op maandagochtend de les te volgen.” Daniëlle: “Astrid en ik hebben samen Bedrijfsanalyse gemaakt, waarvoor we veel geskypet en gemaild hebben. We konden immers niet even bij elkaar gaan zitten.” Tijdens haar stage kreeg Daniëlle een bijzonder aanbod. Daniëlle: “Ik heb stage gelopen bij Rabobank Westland, welke bestond uit een opleiding tot adviseur voor particuliere klanten. De eerste twee maanden werd ik opgeleid en de drie daaropvolgende maanden draaide ik mee in de bezetting. Na mijn stage werd mij gevraagd of ik fulltime in dienst wilde komen en dit wilde combineren met mijn afstuderen. Dit aanbod heb ik aangenomen, hoewel ik eigenlijk van plan was na het afronden van de MER een master te gaan volgen. Ik werk sinds augustus 2011 fulltime en kon hierdoor dus niet fulltime aan mijn scriptie werken. Hierdoor zal ik uiteindelijk niet versneld, maar volgens het reguliere traject in juni 2012 afstuderen. Ik hoop een vast contract te krijgen bij de Rabobank, zo niet dan zou ik graag een master willen volgen, maar ik twijfel er nog over welke master dit zou worden.”
Daniëlle en Astrid zijn dan wel de eerste studenten die een half jaar eerder klaar (konden) zijn met hun studie, zij zijn niet de enige studenten die een versneld traject hebben afgerond. Dit studiejaar zijn er ook voor het eerst vier studenten die hun studie één blok versneld hebben en in april/mei 2012 zijn afgestudeerd. Zij hebben hun studie versneld door een sprokkelminor te volgen tijdens hun eerste drie studiejaren en hadden hierdoor het tweede blok van jaar vier vrij om met hun afstuderen te starten. Omdat zij de vakken uit het derde blok nog moesten volgen, konden zij helaas niet al in januari 2012 afstuderen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de MER in juni 2012 nog een versnellingsprimeur kent: Eén derdejaarsstudent volgt op dit moment het 3e en 4e studiejaar in één jaar om op die manier in drie jaar zijn studie af te ronden. Bij het ter perse gaan van deze nieuwsbrief is nog niet bekend of dit gaat lukken. Ben je geïnspireerd geraakt door bovenstaande verhalen en wil jij je studie ook versneld afronden? Volg dan een sprokkelminor naast je reguliere vakken, voor de verschillende mogelijkheden kun je terecht bij mevr. Van BeestBarendregt. Ben je aankomend collegejaar tweedejaars student en heb je maximaal twee onderdelen van je propedeuse niet behaald? Dan bestaat er de mogelijkheid om te versnellen door middel van de Talent Minor, meer informatie hierover is te vinden via de portal en osiris. Astrid Beentjes
Astrid is na haar buitenlandse stage bij terugkomst in Nederland op zoek gegaan naar een afstudeeropdracht. Astrid: “Ik wilde graag al in augustus beginnen met afstuderen, maar het duurde even voor ik een afstudeerbedrijf had gevonden dat bij mijn bedachte onderwerp paste. Daarom heb ik in september en oktober, tijdens het zoeken, mijn maatschappelijke stage voor Maatschappelijke Oriëntatie uitgevoerd. Half oktober ben ik begonnen met mijn afstudeeropdracht voor de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties. Tien studieweken later ben ik keurig volgens de planning eind januari 2012 afgestudeerd.” Hoe kijken Daniëlle en Astrid terug op hun studietraject? Daniëlle: “Het is af en toe best zwaar geweest, vooral om extra vakken naast het reguliere traject te volgen.” Astrid: “Daar kan ik me alleen maar bij aansluiten, je moet alles ontzettend goed plannen: niet alleen je reguliere vakken en extra vakken, maar ook je eventuele bijbaan en sociale contacten.” Wat voor tips hebben de dames voor studenten die willen versnellen? Daniëlle: ´Ik raad studenten die ook versneld willen afstuderen aan voor zichzelf een goede planning te maken. Als je net als ik naast het afstuderen fulltime aan het werk bent, is je studie niet altijd goed te combineren met je werk.” Astrid: “Kijk ver vooruit met je planning, pak het studentenstatuut erbij en bestudeer de studiejaren die nog voor je liggen. Bespreek je plannen altijd met je studieloopbaanbegeleider, hij of zij denkt misschien aan mogelijkheden of knelpunten waar je zelf nog niet aan hebt gedacht.” Astrid Beentjes
27
Wonen en werken in het centrum van Azië
Wonen en werken in het centrum van Azië Cecile Sleijffers is een oud-student van de MER. Ze werkt sinds 2007 bij Samsung Electronics Benelux B.V. in Delft. Na een aantal jaar werkzaam te zijn geweest in Nederland kreeg zij de kans in Zuid-Korea te werken, bij het hoofdkantoor van Samsung. Wij mochten haar interviewen over deze periode van een jaar, die zij ziet als een prachtige tijd. Tijdens de MER heeft zij stage gelopen bij Samsung in Delft. Na haar afstuderen in 2007 is zij weer teruggekeerd bij Samsung en werkt daar nu 4,5 jaar. Cecile begon als Trade Marketeer, een functie waarin ze verantwoordelijk was voor het doorvertalen van campagnes van Samsung Mobile naar zakelijke klanten. De klanten waren bedrijven als KPN, The Phonehouse en Vodafone. Ook mocht ze eigen campagnes opzetten, zoals de Pink Ribbon campagne waarbij een samenwerking was opgezet tussen Samsung Mobile, Pink Ribbon en KPN.
28
Tijdens een functioneringsgesprek, waarin loopbaanontwikkeling centraal stond, gaf Cecile aan graag ervaring op te willen doen in het buitenland. Samsung is immers een internationaal bedrijf. Haar leidinggevende gaf aan dat deze buitenlandervaring ook voor Samsung Nederland nuttig moest zijn en dat zij daarom niet in Londen of New York moest zijn maar bij het hoofdkantoor van Samsung in Seoul, Zuid-Korea omdat daar de belangrijkste beslissingen genomen worden voor Samsung Nederland. Enkele maanden later werd bekend dat het hoofdkantoor in Seoul buitenlandse Samsung werknemers zocht die tijdelijk werkzaam wilden zijn in Zuid-Korea. Aangezien Cecile al eerder had aangegeven geïnteresseerd te zijn in een positie binnen het hoofdkantoor, besloot Samsung Nederland haar voor te dragen als kandidaat. Zo kwam ze in ZuidKorea terecht in het Global Marketingteam voor Samsung Mobile. Binnen dit Global Marketing team werkte zij in een team van zes mensen die verantwoordelijk waren voor de campagnes rondom Samsung Galaxy Tab. Haar internationale collega’s kwamen uit onder andere Zweden, Duitsland, Brazilië en Singapore en kwamen bij verschillende divisies en afdelingen terecht. Anders dan het doet vermoeden, is de werkomgeving binnen het hoofdkantoor in Zuid-Korea niet zo internationaal. Binnen de vestiging waar Cecile werkzaam was, werken zo’n 30.000 mensen waarvan 1.000 niet-Koreaans. Volgens de officiële afspraken is Engels de officiële voertaal, maar in de praktijk worden de meeste gesprekken in het Koreaans gevoerd omdat veel Koreaanse leidinggevenden moeite hebben om Engels te spreken. Cecile heeft dit als vervelend ervaren omdat ze belangrijke vergaderingen niet kon volgen, laat staan kon deelnemen en achteraf pas kon vragen wat er besloten was. Koreanen zijn over het algemeen vrij terughoudend met het spreken van Engels, omdat ze erg perfectionistisch zijn en alleen Engels willen
spreken als ze er zeker van zijn dat ze geen fouten zullen maken. De Zuid-Koreaanse cultuur was zeer bepalend voor de werkomstandigheden van Cecile. Zo was het onmogelijk om als werknemer de baas te vragen of hij Engels wilde spreken in plaats van Koreaans. De hiërarchie is duidelijk aanwezig in de Zuid-Koreaanse bedrijfscultuur. Zo moet er steeds aan degene boven je gerapporteerd worden. Daarom passen medewerkers hun ideeën vaak aan op wat de baas graag ziet, ook als ze zelf vinden dat er een betere oplossing beschikbaar is. Ook kun je vaak niet eerder naar huis dan de baas. Sommige medewerkers moesten heel lang wachten tot ze naar huis mochten, de baas was tenslotte nog niet weg. Gelukkig had Cecile een baas die dit niet verwachtte van zijn medewerkers, bovendien was je als buitenlander wat meer gevrijwaard van deelname aan de Koreaanse bedrijfscultuur. Het contact tussen Cecile en haar collega’s was goed. Koreanen zijn erg vriendelijk en behulpzaam. Wel was het vaak zo dat Koreanen onderling toch Koreaans spraken, zodat Cecile de informele gesprekken over kantoorroddels en laatste nieuwtjes niet kon volgen. Vaak ging ze dan ook met de ‘buitenlanders’ lunchen. Ondanks een aantal downs, heeft Cecile toch de tijd van haar leven gehad in Seoul. Het is een hippe stad, op dit moment dé stad in Azië. Seoul is vooruitstrevend, ook op modegebied is dat duidelijk zichtbaar. Seoul is een van de veiligste steden ter wereld, veel veiliger dan Nederlandse steden. Er is een duidelijke mix te zien van Westers en Aziatisch. Toch heb je het gevoel écht in het buitenland te zitten. Cecile vond het een prachtige tijd en zou het zo nog een keer doen. Ze heeft de ambitie om ooit nog, voor een periode van drie tot vier jaar, bij een andere Samsung vestiging te gaan werken. Cecile zou MER-studenten die avontuurlijk zijn en die het vermogen hebben zich eenvoudig aan te passen het zeker aanraden om te gaan werken of studeren in het buitenland. Ze heeft spijt dat ze het niet eerder heeft gedaan.
Linda Bloem / Nelleke Heijboer