Agendapunt: 19 No. 50/'12
Dokkum, 24 april 2012
ONDERWERP: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
SAMENVATTING: Als gevolg van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (per 1 juli 2012), krijgen gemeenten expliciet de taak om regie te voeren en integraal beleid te ontwikkelen ten aanzien van schuldhulpverlening. Deze wet legt de gemeente de verplichting op om een beleidsplan (voor maximaal 4 jaar) te schrijven. De gemeenteraad dient voor ten hoogste vier jaren een beleidsplan vast te stellen. Het College dient de schuldhulpverlening jaarlijks te verantwoorden aan de Raad.
Aan de gemeenteraad, Als gevolg van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (per 1 juli 2012), krijgen gemeenten expliciet de taak om regie te voeren en integraal beleid te ontwikkelen ten aanzien van schuldhulpverlening. Dat betekent dat niet alleen gewerkt wordt aan het oplossen van of hanteerbaar maken van het schuldenprobleem, maar dat tegelijkertijd iets wordt gedaan aan de andere problemen waar de persoon mee te maken heeft en die mede oorzaak kunnen zijn van problematische schulden. Met de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de teruggang in middelen en de complexiteit van de schuldensituaties is een herziening van het schuldhulpbeleid noodzakelijk. Het opstellen van een beleidsplan moet bijdragen aan een nieuwe vorm van de Gemeentelijke Schuldhulpverlening waarin de nadruk komt te liggen op preventie. De invoering van de nieuwe wet moet leiden tot een effectievere en efficiëntere aanpak van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Met deze wet wordt een bodem gelegd voor de uitvoering van schuldhulpverlening. Het wetsvoorstel voorziet vooral in een omschrijving van ‘wat’ de gemeente moet realiseren. Het ‘hoe’ bepaalt de gemeente zelf. De invoering van de Wgs leidt tot een verplichte uitbreiding van het gemeentelijke takenpakket. Een financiële compensatie voor een eventuele lastenverzwaring is in de nieuwe wet niet geregeld. We moeten dus meer doen met minder. Deze omstandigheden dwingen ons kritisch naar onze dienstverlening en werkprocessen te kijken om meer efficiency te bereiken waar dit mogelijk is. Binnen de kaders van de wet heeft dit tot een aantal beleidskeuzes geleid die in dit schrijven aan u worden voorgelegd. De wet komt voort uit de constatering dat de uitvoering en de kwaliteit van de schuldhulpverlening op verschillende onderdelen verbeterd kan worden. Tegen deze achtergrond is het wetsvoorstel ingediend. Het primaire doel van de wet is om de effectiviteit van de schuldhulpverlening te verbeteren.
2
Wat moet en wat mag gemeenten moeten een beleidsplan schrijven. Daarin moet in ieder geval worden ingegaan op de beoogde resultaten, kwaliteitsborging en de schuldhulpverlening aan gezinnen met minderjarige kinderen. het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld moet binnen vier weken plaatsvinden. De gemeente moet de hulpvrager goed informeren over doorlooptijden. In crisissituaties (afsluiting energie of huisuitzetting) moet de gemeente binnen 3 werkdagen op de hulpvraag reageren. zodra de wet in werking treedt (1 juli 2012) valt de schuldhulpverlening binnen het kader van de Algemene wet bestuursrecht. Binnen dat kader is het belangrijk dat de gemeente goed vastlegt -bij voorkeur in beleidsregels- hoe het schuldhulpverleningsaanbod er uit ziet en aan welke voorwaarden burgers moeten voldoen om ervoor in aanmerking te komen. Op het nemen van besluiten door de gemeente (bijvoorbeeld over toekennen of uitsluiten) kan de burger bezwaar aantekenen. En bij het niet tijdig afhandelen van een aanvraag kan de Wet Dwangsom van toepassing zijn. gemeenten mogen schuldhulpverlening weigeren aan personen die fraude hebben gepleegd of al eerder gebruik hebben gemaakt van schuldhulpverlening. Gemeenten kunnen de rechtbank verzoeken een moratorium in te stellen. Voor een periode van maximaal 6 maanden mogen schuldeisers dan geen (nieuwe) incassomaatregelen nemen. Dit onderdeel van de wet wordt met ingang van 1 januari 2013 ingevoerd omdat hier nog juridische vragen over zijn. Niet alleen door de komst van de nieuwe wet en de bezuinigingen op de gemeente budgetten maakt dat we kritischer moeten gaan kijken op welke wijze we de schuldhulpverlening efficiënter en effectiever kunnen gaan uitvoeren. Maar ook vanuit de wetenschap dat niet alle schuldensituaties zijn op te lossen. Het is geen vanzelfsprekendheid meer dat iedereen altijd maar weer wordt geholpen met schuldhulpverlening. In eerste instantie moeten de schuldenaar en de schuldeiser(s) zelf de verantwoordelijkheid nemen. Daar waar ondersteuning nodig is en geboden kan worden ligt er voor de gemeente een (zorg)taak. Dit vraagt om een cultuuromslag in denken en handelen. Om te komen tot een effectievere en efficiëntere uitvoering van de schuldhulpverlening en om te voldoen aan de wet gemeentelijke schuldhulpverlening onderschrijven we de volgende beleidskaders, die we vervolgens zullen opnemen in het beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015: • • • • • • • •
integrale aanpak schuldhulpverlening; preventie en nazorg; brede toegankelijkheid; doelgroep gezinnen met minderjarige kinderen uitsluitingsgronden herinrichting curatieve schuldhulpverlening/werken met klantprofielen regierol ligt bij de gemeente; wacht- en doorlooptijd.
Beleidsplan De gemeenteraad dient voor ten hoogste vier jaren een beleidsplan vast te stellen. Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid voor schuldhulpverlening en het voorkomen van schulden. In het wetsvoorstel zijn een aantal inhoudelijke eisen opgenomen waaraan het beleidsplan moet voldoen. Daarin wordt in ieder geval beschreven: welke resultaten de gemeente wenst te bereiken; welke maatregelen genomen worden om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen; de maximale wachttijd voor een eerste hulpverleningsgesprek; de wijze waarop schuldhulpverlening aan gezinnen met minderjarige kinderen wordt vormgegeven.
3
Verder dient het college jaarlijks verantwoording af te leggen over de uitvoering van dit beleidsplan. Integraal Een belangrijk uitgangspunt van de wet is dat de schuldhulpverlening een integraal karakter heeft. Dat betekent dat er bij de schuldhulpverlening niet alleen aandacht moet zijn voor het oplossen van de financiële problemen van een klant, maar ook voor eventuele omstandigheden die in verband kunnen staan met de financiële problemen. Het kan bijvoorbeeld gaan om psychosociale factoren, relatieproblemen, de woonsituatie, de gezondheid, de verslaving of de gezinssituatie. Preventie en nazorg De keuze om preventie (activiteiten) te intensiveren ligt in lijn met het de Wgs. Daarin is opgenomen dat gemeenten moeten inzetten op preventie. Het motto ‘voorkomen is beter dan genezen’ geldt zeker ook voor schuldsituaties. Eenmaal ontstaan, brengen schuldsituaties doorgaans kosten met zich mee die ertoe kunnen leiden dat een situatie snel problematisch kan worden. Hoe beperkter de situatie, des te groter de kans dat een oplossing mogelijk is. En des te groter de kans dat de oplossing is te bereiken met een beperktere inzet dan wanneer de situatie nog verder escaleert. Het houden van een (laagdrempelig) spreekuur zal een preventieve werking moeten hebben waardoor in de toekomst een afname van het inzetten van schuldhulptrajecten gerealiseerd kan worden. Door na het afsluiten van een schuldhulptraject de cliënt nog enige tijd te volgen zal in de toekomst een afname zijn van recidivisten (herhaling). Vanuit het oogpunt van preventie zal gebruik worden gemaakt van vrijwilligers “schuldhulpmaatjes”. Dit zijn mensen die een training hebben gevolgd om ondersteuning te kunnen bieden aan mensen met financiële problemen. Hierbij valt te denken aan het op orde brengen van het financiële overzicht, inkomsten en uitgaven inzichtelijk te maken of hulp te bieden bij de aanvraag schuldhulpverlening. Zij kijken ook of er voldoende gebruik wordt gemaakt van b.v. toeslagen (belastingdienst), minimaregelingen en dergelijke. Schuldhulpmaatjes zijn geen schuldhulpverleners, maar kunnen ondersteunend werken in samenwerking met de schuldhulpverlener. Brede toegankelijkheid De gemeentelijke schuldhulpverlening moet breed toegankelijk zijn voor een ieder (natuurlijke personen) met problematische schulden. Op voorhand mogen geen groepen worden uitgesloten van schuldhulpverlening. Doelgroep Aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen zal extra aandacht worden gegeven. Dit sluit aan bij het bovenstaande waarin is aangegeven dat de (gezins) situatie van de klant uitgangspunt is en dat maatwerk wordt geboden. Dat geldt dus ook voor gezinnen met inwonende minderjarige kinderen. Ook wanneer de hulpvrager op basis van de beleidsregels wordt uitgesloten voor schuldhulpverlening zal in het geval met inwonende minderjarige kinderen onderzocht worden welke hulpverlening wel geboden kan worden. Uitsluitingsgronden Op grond van Artikel 3 van de Wgs kan het college een persoon die al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening weigeren. Dit is ook mogelijk wanneer een persoon veroordeeld is voor fraude of daarvoor een bestuurlijke sanctie heeft opgelegd gekregen. Er dient altijd te worden onderzocht waarom het eerste traject niet is gelukt en waarom de klant voor de tweede keer een beroep wil doen op de schuldhulpverlening.
4
In de situatie waarbij sprake is van fraude of een bestuurlijke sanctie moet worden gekeken of de schuld als gevolg van fraude inmiddels al is afgelost en dus geen deel meer uitmaakt van de huidige schuldensituatie. In beide gevallen is ook de inschatting van belang dat de inzet van schuldhulpverlening daadwerkelijk leidt tot een duurzame oplossing. In de hier genoemde situaties dient het begrip ‘maatwerk’ als uitgangspunt te worden genomen. Curatieve schuldhulpverlening De curatieve schuldhulpverlening (ofwel: stabiliseren of oplossen van (problematische) schulden via de schuldregeling) wordt alleen ingezet wanneer het ook daadwerkelijk tot resultaat kan leiden. De cliënten die in aanmerking komen voor schuldhulpverlening krijgen een op maat gesneden traject aanbod. Het gebruikmaken van klantprofielen schept duidelijkheid, niet alleen voor de schuldhulpverlener maar ook voor de schuldenaar is het duidelijk wat van hem of haar wordt verwacht. Er worden oplossingen geboden maar er worden ook duidelijke eisen gesteld aan de hulpvrager.
Regelbaar schuldenpakket
Onregelbaar schuldenpakket
Regelbare hulpvrager Schuldsituatie is op te lossen met schuldhulpverlening Schuldhulpsituatie is alleen te stabiliseren
Onregelbare hulpvrager Mogelijkheden hangen af van individueel dossier: soms stabiliseren, soms geen oplossing Gemeente kan niets of nauwelijks iets doen
Indeling van groepen aan wie de gemeente wel of geen oplossing kan bieden. Bron: gemeente Tilburg Regierol De gemeenten krijgen de wettelijke taak de regie te voeren op schuldhulpverlening. Dit houdt in dat ze zorgen dat een integrale aanpak tot stand komt door de juiste partners met elkaar te verbinden. Tevens zorgen ze dat de kwaliteit en het resultaat worden geborgd en gemonitord. De voortgang van de trajecten worden nauwlettend gevolgd waarbij heldere management informatie wordt verzameld. Het college dient jaarlijks de raad te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de schuldhulpverlening. Wacht- en doorlooptijd Een onderdeel van kwaliteit van de dienstverlening is de lengte van de doorlooptijd. De gemeenten hebben na een verzoek voor schuldhulp maximaal vier weken de tijd om een eerste gesprek met de klant te voeren. Voor bedreigende schulden geldt een maximum van drie werkdagen (Artikel 4 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening). Onder bedreigende situatie wordt verstaan gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit of ontbinding van de zorgverzekering. Vraag aan de Raad Met ingang van 1 juli 2012 wordt de uitvoering van de gemeentelijke schuldhulpverlening een wettelijke plicht. De gemeente heeft dan de verplichting om de beleidskaders op te nemen in een beleidsplan schuldhulpverlening.
5
Wat moet de gemeente in ieder geval: • integrale aanpak; • preventie en nazorg; • brede toegankelijkheid; • regierol • doelgroep gezinnen met minderjarige kinderen; • wacht en doorlooptijden. Wat mag de gemeente: • uitsluiten van groepen (recidive en fraude) • instellen moratorium • eigen invulling van de curatieve schuldhulpverlening/ werken met klantprofielen
De vraag aan de Raad is of u die hierboven genoemde beleidskaders deelt met het college. De bedoeling is dat deze beleidsuitgangspunten worden opgenomen in het beleidsplan schuldhulpverlening 2012- 2015 die op de raadsvergadering van 12 juli ter vaststelling aan u zal worden voorgelegd. INHOUDELIJKE TOELICHTING Het verlenen van schuldhulpverlening moet leiden tot: -
Het bevorderen van participatie in de samenleving. Het voorkomen van schulden Duurzaam resultaat: na afloop weet de klant zich financieel te redden Een hulpverlening die complementair is aan andere beleidsterreinen Het voorkomen van hoge maatschappelijke kosten
EVENTUELE VOORKEURSVARIANT BURGEMEESTER & WETHOUDERS n.v.t.
FINANCIELE CONSEQUENTIES e Voor 2012 zal aan de raad bij de 1 tussentijdse rapportage extra budget voor schuldhulpverlening ter hoogte van € 94.710,- worden aangevraagd. De financiering voor 2013 en verder wordt opgenomen in de perspectiefnota.
RISICO'S De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening valt binnen het kader van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat de burger bezwaar kan aantekenen. Bij het niet tijdig afhandelen van aanvragen kan de Wet dwangsom van toepassing zijn.
INSPRAAK Voor het beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015 wordt de Cliëntenraad Dongeradeel-Dantumadiel om advies gevraagd. Burgemeester en wethouders.
Raadscommissie Samenleving. Genoemde raadscommissie heeft dit voorstel besproken in de vergadering van 15 mei 2012 en legt het voorstel als “bespreekpunt” ter besluitvorming aan de gemeenteraad voor. De griffier.
De raad van de gemeente Dongeradeel; gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 24 april 2012, no. 50/’12; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;
besluit:
in te stemmen met de in het bij dit besluit behorende raadsvoorstel genoemde beleidskaders die vervolgens verwerkt zullen worden in het beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Dongeradeel van 31 mei 2012.
De griffier,
De voorzitter,
A.J. Folbert
M.C.M. Waanders
Datum afkondiging: Datum inwerkingtreding besluit: