101528-0001
1T
TOELICHTING 1. INLEIDING 1.1. Aanleiding tot het bestemmingsplan Het Bos en Lommerplein en de directe omgeving zal in de komende jaren een complete metamorfose ondergaan. Voor dit gebied is een plan in hoofdlijnen vastgesteld met daarin de gewenste ingrepen. Daarnaast is een ruimtelijk model geschetst, met het Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE), welke op 7 april 1999 door de stadsdeelraad en op 14 juli 1999 door de Gemeenteraad van Amsterdam is vastgesteld. Op basis van het SPvE is een concept-ontwerp bestemmingsplan "Bos en Lommerplein e.o." (d.d. 16 juni 1999) opgesteld, dat in het art. 10 Bro overleg is geweest en waarover inspraak is gehouden. In de tweede helft van 1999 is in de vorm van een aantal workshops het Stedenbouwkundig Plan (SP) gemaakt, welke is vastgesteld in de raad op 10 mei jl. Dit stedenbouwkundige plan maakte een beperkte wijziging van voorschriften en plankaart van het ontwerp-bestemmingsplan noodzakelijk. Ook was een wijziging van de toelichting nodig. Deze beschreef onder andere het ruimtelijke model zoals dat in het SPvE was opgenomen en aangezien daarin met de opstelling van het SP grote wijzigingen zijn opgetreden, diende de toelichting ook geactualiseerd te worden. Er is voor gekozen om in het bestemmingsplan slechts het programma en de ruimtelijke essenties van het Stedebouwkundig Plan vast te leggen. Daarom is de opzet van de voorschriften en de plankaart van dit bestemmingsplan gelijk aan die van het concept-ontwerp waarover inspraak en overleg ex art. 10 Bro is gepleegd. Het plan biedt daarmee een flexibel juridisch kader voor de verdere uitwerking van de plannen voor het Bos en Lommerplein e.o. 1.2. Doelstelling en kenschets van het plan De doelstelling om, op en rond het Bos en Lommerplein een goed verblijfsklimaat te scheppen en het primaire belang om er woningbouw tot stand te brengen ondersteunen elkaar. Door middel van een stedenbouwkundige ingreep moet het onaangename klimaat, veroorzaakt door de A 10 en de grote openbare ruimte, ongedaan gemaakt worden. Met name de herinrichting van de openbare ruimte middels een logische overzichtelijke inrichting moet de sociale veiligheid vergroten. De Bos en Lommer weg en de Hoofdweg blijven de belangrijkste doorgaande wegen, ook s ’nachts. Plekken die extra aandacht vragen, zoals de toegang naar het park en de tramhaltes, zullen s’avonds goed worden verlicht. Woningbouw langs het plein en aan het park garandeert zicht en levendigheid. Kantoren, winkels en woningen krijgen zoveel mogelijk zicht op de straat. Knelpunten zoals de onderdoorgangen van de snelweg en de taluds zullen apart worden bekeken en op sociale veiligheid worden getoetst. In het plangebied zullen geen dode hoeken of laad- en losstegen worden gerealiseerd. De inrichting van de openbare ruimte krijgt een heldere en eenvoudige vormgeving.
101528-0001
2T
De stedenbouwkundige vormgeving is erop gericht om het oostelijk en westelijk deel van het stadsdeel harmonisch op elkaar aan te laten sluiten. Daarbij worden een schaal en beeldtaal gebruikt die recht doen aan dit deel van Bos en Lommer, als vroeg voorbeeld van het nieuwe bouwen van de jaren '30. Om op en rond het Bos en Lommerplein te kunnen wonen heeft een deel van de nieuwe bebouwing een geluidsafschermende werking. Deze werking komt uiteraard het leefklimaat van de hele omgeving ten goede. Een nieuw winkelhart voor Bos en Lommer wordt op het Gulden Winckelplantsoen gerealiseerd. Rond het nieuwe marktplein zullen diverse stedelijke voorzieningen zoals o.a. winkels, woningen, maatschappelijke voorzieningen en kantoren een plek krijgen. Het parkeren wordt ondergebracht in ondergrondse parkeervoorzieningen. Over de A 10 worden twee kantoorgebouwen gebouwd. Hiermee worden het oostelijk en het westelijk deel van Bos en Lommer weer aan elkaar verknoopt en wordt de barrièrewerking van de snelweg tenietgedaan. Naast al deze stedelijke voorzieningen en activiteiten zal het Bos en Lommerplantsoen als een aantrekkelijke recreatieve groene ruimte aan het water van de Erasmusgracht worden ingericht. Het besloten karakter van het plantsoen zal naast de bestaande bebouwing van de Boeg en de nieuwbouw van het GAK, worden versterkt door nieuwe bebouwing aan de noord - en oostkant toe te voegen. Hier zullen een brandweerkazerne, een politiebureau en nieuwe woningen worden gebouwd. Het parkeren vindt ondergronds plaats. De bestaande functies op het Jan van Schaffelaarplantsoen zullen een andere plaats krijgen binnen het plangebied. Hierdoor wordt het mogelijk om hier nieuwe woningen te realiseren in aansluiting op de bestaande woonbebouwing. Op het speelterreintje aan de Jacob van Arteveldestraat is een bijzonder woongebouw voorgesteld. Het vastgestelde programma is (excl. De Albert Heijn/Vomar/Marca en de Blauwe Toren): • • • • •
woningen kantoren Centrumfuncties (winkels en overig consument verzorgend) Sociaal-culturele voorzieningen Brandweer/Politie
Uit: Stedebouwkundig Plan
circa 395 29.800 m2 b.v.o. 6.500 m2 b.v.o. 3.500 m2 b.v.o 2.900 m2 b.v.o.
101528-0001
3T
1. Ligging plangebied
101528-0001
4T
2. Plangrens en deelgebieden
101528-0001
5T
2. HET PLANGEBIED 2.1. Ligging en oppervlakte van het plangebied (afbeelding 1 + 2) Het plangebied ligt in het midden van het stadsdeel Bos en Lommer. Aan de noordzijde wordt het plangebied begrensd door de Leeuwendalersweg. De oostgrens wordt deels gevormd door de bestaande woongebouwen aan het Gulden Winckelplantsoen en sluit bij de Hoofdweg nagenoeg aan op de plangrens van het bestemmingsplan "Bos en Lommer-oost". De Erasmusgracht vormt de zuidelijke grens van het plangebied. Aan de westzijde vormen de woongebouwen aan de Leeuw van Vlaanderenstraat en het Jan van Schaffelaarplantsoen de grens. Er is een onderscheid wat betreft de omvang van het plangebied waarop het onderliggende bestemmingsplan “Bos en Lommer e.o.” van toepassing is, en het gebied waarvoor het Stedebouwkundig Plan is gemaakt. Het gebied van het SP valt volledig binnen de grenzen van het bestemmingsplan maar beslaat in totaal een kleinere oppervlakte. Zo vormt het GAK - terrein wel een onderdeel van het bestemmingsplan maar vormt het geen onderdeel van het SP. Het totale oppervlak van het plangebied bedraagt circa 16 ha. Het plan wordt gefaseerd ontwikkeld. De volgende indeling wordt gehanteerd: • deelgebied 1 : het Gulden Winckelplantsoen; • deelgebied 1a : Foyer en de Opstandingskerk (kolenkit); • deelgebied 2 : de overbouwing, inclusief het bouwvolume tussen het GAK en het Bos en Lommerplantsoen; • deelgebied 3 : het Bos en Lommerplantsoen; • deelgebied 4 : het Jan van Schaffelaarplantsoen. 2.2. Vigerende juridische regeling De vigerende bestemmingsplanregeling is het uitbreidingsplan Bosch en Lommer, waarvan de bebouwingsvoorschriften op 14 oktober 1936 (besluitnummer 543) door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Deze regeling wijkt zowel sterk af van de gerealiseerde bebouwing als van de toekomstige plannen en biedt daarom geen adequaat juridisch kader. 2.3. Eigendomsverhoudingen In het plangebied zijn meerdere grondeigenaren. Dit zijn de gemeente Amsterdam, die het grootste deel van het plangebied in eigendom heeft, de dienst der Domeinen, de eigenaar van de Kolenkitkerk en het GAK. Een groot deel van de gronden zijn uitgegeven in erfpacht.
101528-0001
6T
3. DE WERKWIJZE Gewerkt wordt conform het PLAn- en BEsluitvormingsproces RUimtelijke Maatregelen (PLABERUM), het systeem dat binnen de gemeente Amsterdam wordt gebruikt om ruimtelijke maatregelen zorgvuldig en inzichtelijk tot stand te brengen. Het planproces wordt hiermee in een aantal fasen verdeeld, van globaal naar gedetailleerd. Voor iedere fase moet een product worden geleverd, waarover besluitvorming kan plaatsvinden. Deze fasen zijn: • fase 0 : Initiatief; • fase 1 : Vooronderzoek; • fase 2 : Nota van uitgangspunten; • fase 3 : Stedenbouwkundig Programma van Eisen; • fase 4 : Stedenbouwkundig plan; • fase 5 : realisering; • fase 6 : beheer. De Nota van Uitgangspunten voor het Bos en Lommerplein e.o. "Hart onder de riem" is vastgesteld door de Stadsdeelraad op 2 februari 1994. In de Nota van Uitgangspunten zijn de stedenbouwkundige uitgangspunten en een voorlopig programma geformuleerd. De stedenbouwkundige uitgangspunten van de Nota van Uitgangspunten zijn: 1. 2. 3.
4. 5. 6. 7. 8.
het oplossen van de conflicten (geluid en de barrièrewerking) tussen de A 10 en het stadsdeel Bos en Lommer door het plaatsen van schermbebouwing en overbouwing; het huidig inefficiënt ruimtegebruik van het Bos en Lommerplein verbeteren; het benutten van de aanwezige niveauverschillen in het plangebied door dubbel grondgebruik. Bijvoorbeeld door het optillen van de markt naar het niveau van de winkelroute op de Bos en Lommerweg en het realiseren van een parkeergarage daaronder; het creëren van een winkelhart voor Bos en Lommer rond de markt en aan het winkellint; de planontwikkeling gebruiken om meer samenhang in het stadsdeel te verkrijgen. Hierbij gebruik maken van de bestaande stedenbouwkundige structuur en bouwhoogten, maar wel met een herkenbare vormgeving van deze tijd; het verhogen van de verkeersveiligheid op het Bos en Lommerplein (Black spot); het handhaven van de in het plangebied aanwezige functies; de sociale veiligheid in het gebied bevorderen door een sterke menging van functies en duidelijkheid ten aanzien van het beheer en gebruik van ruimtes en bebouwing.
Na de vaststelling van de Nota van Uitgangspunten is een aantal deelonderzoeken verricht om de haalbaarheid van de planvorming nader te onderbouwen. Het betreft de volgende onderzoeken: • externe veiligheid ten aanzien van bebouwing in de nabijheid van de A 10 door bureau SAVE; • winkelontwikkeling binnen Bos en Lommer door de afdeling REA van het Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf; • haalbaarheidsonderzoek Bos en Lommerplein-project door bureau Metrum; • studie voor wonen op geluidsbelaste locaties door FARO architecten;
101528-0001
• • • • • • •
7T
verkeersonderzoek door Dienst Ruimtelijke Ordening; extra verkeersproductie door Dienst Ruimtelijke Ordening; onderzoek van de bomen door Omegam; overbouwing van de A 10 door Ingenieursbureau Amsterdam; visie op wonen in het Bos en Lommerplein door de Stedelijke Woningdienst; haalbaarheidsonderzoek Bos en Lommerplein door bureau P/A van de Stedelijke Woningdienst; hotelstudie door Multi Vastgoed.
Dit heeft geresulteerd in een verdere uitwerking: het Stedebouwkudig Pogramma van Eisen (SPVE). Het Stedenbouwkundig beeld zoals dat gepresenteerd is in het SpvE betrof nog geen uitgekristalliseerd ontwerp. Hiervoor is een supervisor aangetrokken die met een team van specialisten aan de hand van workshops tot een uitwerking van het SPVE zijn gekomen. Behalve de inbreng van de teamleden en adviezen uit alle betrokken vakgebieden hebben omwonenden en belanghebbenden tijdens een drietal inspraak avonden in februari 2000 eveneens de mogelijkheid gehad om op– en aanmerkingen te maken op de ruimtelijke uitwerking van het plan. Dit alles heeft uiteindelijk geresulteerd in het Stedenbouwkundige Plan dat 10 mei 2000 door de stadsdeelraad is vastgesteld.
101528-0001
8T
101528-0001
9T
101528-0001
10 T
4. HET STEDENBOUWKUNDIG PLAN 4.1. De beschrijving van het plan op hoofdlijnen Het plan beoogt met het aaneensluiten van bebouwing en de inzet van bruggebouwen de buurten aan weerszijden van de snelweg en ten zuiden en noorden van de Bos en Lommerweg beter met elkaar te verbinden. Hoogteaccenten worden ter herkenning en oriëntatie daar geplaatst waar ze een belangrijke functie over een grotere afstand hebben. De wanden langs de snelweg zullen samen met de bruggebouwen een duidelijke herkenning vormen voor Bos en Lommer vanaf de snelweg. De wanden hebben bovendien een belangrijke geluidwerende functie voor het achtergelegen woon-, werk- en winkelgebied. Het plan reageert op de twee verschillende typen stedenbouw die op de situatie aansluiten: 1e De nog door Berlagiaanse ideeën beïnvloede bebouwing over de lengte van de Hoofdweg met mooi vormgegeven en veelal symmetrische architectonische hoekoplossingen (denk aan de kruising Jan van Galenstraat/Hoofdweg en het Mercatorplein). De Berlagiaanse oplossingen zijn in het nieuwe plan vooral toegepast op de hoeken van het Bos en Lommerplein en de entree van de markt. 2e De nuchtere stedenbouw van het uitbreidingsplan (=UP) met zijn uitgangspunten van licht en lucht. De situering van de nieuwe gebouwen sluit aan op de rooilijnen van de bestaande gebouwen. De hoofdvormen van het plan volgen uit het doortrekken van de strokenverkaveling ten oosten en ten westen van de ringweg A10 en het doortrekken van de rooilijnen langs de Bos en Lommerweg en de Hoofdweg. In het verlengde van de Hoofdweg ligt het nieuwe plein. Vanaf de Hoofdweg is het plein goed te zien. Het ronde verkeersplein aan het eind van de Hoofdweg wordt een T-splitsing zodat hier een heldere en veilige aansluiting ontstaat op de Bos en Lommerweg. Het nieuwe woongebouw langs de Hoofdweg krijgt op de kop een bijzonder accent. Rond de markt worden de gebouwen hoger dan de bestaande gebouwen, zodat iedereen ziet waar het centrum is. In de buitenbocht van de Bos en Lommerweg staat een hoger accent in de vorm van een kantoortoren, aansluitend aan het bruggebouw. De gebouwen zullen zoveel mogelijk op elkaar aansluiten. Op de begane grond komen winkels zodat de Bos en Lommerweg de hoofdwinkelstraat van Bos en Lommer wordt. De Kolenkitkerk blijft een belangrijk oriëntatiepunt voor het stadsdeel. Op het bestaande Jan van Schaffelaarplantsoen en langs het Bos en Lommerplantsoen komen woningen. Onder deze gebouwen komen parkeergarages. Onder het marktplein komt eveneens een grote parkeergarage. Daar kunnen de bezoekers voor de markt, de winkels, overige centrumfuncties en de kantoren parkeren. Boven op het dak van de parkeergarage komt het nieuwe plein. Langs de wegen worden nieuwe bomen geplant met een hoge toekomstverwachting. Het toekomstige Bos en Lommerplantsoen wordt een verblijfsplek met een groen karakter en
101528-0001
11 T
loopt van achter de woningen tot aan de Erasmusgracht. 4.2. Deelgebied 1: Het Gulden Winckelplantsoen Deelgebied 1 is opgebouwd uit verschillende niveaus. Op het niveau van het bestaande marktplein komt een parkeergarage. Boven op het dak komt het nieuwe rechthoekige marktplein. In de bebouwing rondom het plein komen winkels met daarboven woningen aan de zuid- en oostkant van het plein en aan het Gulden Winckelplantsoen. Aan de west- en noordkant van het plein zit boven de winkels een overdekt toegangsniveau naar andere centrumfuncties, zoals: kantoren, restaurants, vergaderruimten, de bibliotheek en een binnentuin. De hoofdtoegang van het overdekte toegangsniveau ligt aan de Bos en Lommerweg. De kant van de Bos en Lommerweg blijft grotendeels open zodat het plein aan de Bos en Lommerweg komt te liggen in het verlengde van de Hoofdweg. Het plein houdt wel een besloten karakter. Dit betekent dat het wordt omringd door wanden. Belangrijk is dat de wanden direct aan het plein enige hoogte hebben, ongeveer 18 +NAP (vanaf het plein is dat ongeveer 12 meter). Op de achtergrond zijn de hogere gebouwen aan de ringweg A10 zichtbaar, ongeveer 27 +NAP (vanaf het plein is dat ongeveer 21 meter) en de Blauwe Toren, 43 + NAP (vanaf de toegang is dat 42 meter). Het marktplein is vanaf drie kanten toegankelijk. De hoofdtoegang voor het winkelend publiek is aan de Bos en Lommerweg. Deze toegang wordt gekenmerkt door een hoogteaccent aan de koppen van de gebouwen. Het kleine hoogteverschil in de hoofdtoegang wordt opgelost met een licht stijgende trap en een hellend vlak vanaf de Bos en Lommerweg. Aan de oostkant van het Gulden Winckelplantsoen is ook een ruime toegang voor voetgangers naar de markt en naar de parkeergarage. Aan de noordkant van de markt ligt een helling waar de marktaanvoer plaatsvindt. Deze toegang is ook voor de voetgangers die vanaf de noordkant het plein op willen. De tunnel van de Leeuwendalersweg wordt sociaal veiliger ingericht, waardoor de loop- en fietsroute wordt verbeterd. De parkeergarage heeft de ingang voor auto’s aan de Leeuwendalersweg. De markt is voor invaliden goed toegankelijk. De bestaande parkeerplaatsen op het Gulden Winckelplantsoen zijn terug te vinden in de parkeergarage. De parkeergarage is bedoeld voor bezoekers en gebruikers van de gebouwen langs de ringweg A10, de winkels en de woningen rondom de markt, de gebruikers van het noordelijke bruggebouw en de bezoekers van de kantoren aan het Bos en Lommerplantsoen. Vanuit de parkeergarage is in elk geval een opgang direct op het marktplein en een voetgangersuitgang aan het Gulden Winckelplantsoen. Voor de bezoekers aan het Gulden Winckelplantsoen die met de fiets komen, komt een fietsenstalling naast het bestaande rioolgemaal. De maat van het marktplein is minimaal 5000 m2, inclusief de zone van 6 meter voor de gevels en een kunstwerk. Buiten markttijden is het een openbaar plein en kan het bijvoorbeeld ruimte bieden aan een festival. Het kantoor van de marktmeester en de afvaleilanden krijgen een plaats in de omliggende bebouwing. De elektriciteitskasten voor de markt zijn verzinkbaar in de bestrating. Voor de gevels van de winkels wordt een zone van 6 meter vrij gehouden voor bezoekers, brandweer, politie en ambulancediensten
101528-0001
12 T
De bestaande ‘achterkant’ aan de Leeuwendalersweg wordt opgeknapt. De Blauwe Toren krijgt hier een duidelijke toegang, er komt een nette oplossing voor de laad- en loszone van de Albert Heijn (AH) en het trottoir wordt verbreed. De verschillen ten opzichte van het SPvE:
Functie Centrumfuncties* (winkels) Overige centrumfuncties Blauwe Toren Sociaal cultureel Woningen Parkeren
Programma SPvE 5000 m2
Programma SP 5500 m2
5000 m2 6500 m2 2100 m2 52 Huidige situatie 195
7700 m2 6500 m2 3500 m2 77 Nieuwe situatie 490parkeergarage + maaiveld
Verschil + 500 m2 + 2700 m2 + 1400 m2 + 25 +305
*Voor het programma geldt dat het winkeloppervlak van de Albert Heijn (1800m2) en Marca/Vomar (2600m2) niet is meegenomen.
4.3. Deelgebied 1a: Foyer en Opstandingskerk Dit betreft het gebied ten westen van de A-10 en ten zuiden van de Bos en Lommerweg. In dit gebied wordt een woongebouw toegevoegd voor een bijzondere groep jongeren: het zogenaamde Foyer de Jeunesseproject. Het betreft een bijzondere voorziening (woonvorm) met een stedelijk karakter. De groep jongeren waar het project op gericht is, is de groep die weinig kans maakt op de reguliere woning- en arbeidsmarkt. Dit project kan ook bestemd zijn voor jongeren uit het stadsdeel. Daarnaast is het project bestemd voor nieuwkomers in Amsterdam in de meest brede zin van het woord. Naast werknemers van bedrijven die al dan niet tijdelijke huisvesting zoeken, gaat het hier om studenten en migranten. Een belangrijk kenmerk van het project is de vrij korte verblijfsduur, waardoor veel jongeren baat bij het project kunnen hebben. De bewoners zijn voldoende gemotiveerd en zelfredzaam. Het gebouw bevat in totaal 80 kleine wooneenheden (vergelijkbaar met 31 woningen van 100 m2) en wordt gerealiseerd in de sociale huursector. De hoogte van de bebouwing is gelijk aan de aangrenzende bestaande woonbebouwing: circa 15 m.
101528-0001
13 T
4.4. Deelgebied 2: Bebouwing over de ringweg A10 en T-splitsing Kenmerkend voor het tweede deelgebied is de overbouwing van de ringweg A10 met twee bruggebouwen. Hiermee wordt een prettige oversteek van de snelweg mogelijk gemaakt. De overbouwing heeft ook letterlijk een brugfunctie tussen de gescheiden delen. De gevelrooilijnen van de gebouwen sluiten aan bij de bestaande bebouwing aan de Bos en Lommerweg. Ook wordt bij het bestaande bestratings- en verlichtingsmateriaal van de Bos en Lommerweg aangesloten. De gevels aan de Bos en Lommerweg van de twee bruggebouwen krijgen een uiterlijk dat past bij de bebouwing in de omgeving. Aan de kant van de ringweg A10 hebben de gebouwen een karakter dat aansluit bij de ringweg. De brugconstructie is in de gevel te zien. De beide bruggebouwen zijn even hoog, ongeveer 31 +NAP (vanaf het viaduct is dat ongeveer 25 meter). Dit is lager dan in het SPvE staat omdat de gebouwen zo beter aansluiten op de bestaande omgeving. Het noordelijke bruggebouw sluit aan op de gebouwen van het plein en het Jan van Schaffelaarplantsoen. Het zuidelijk bruggebouw krijgt een hoogteaccent. Dat accent komt in het verlengde van de beide zichtlijnen over de Bos en Lommerweg, voor de herkenbaarheid van de locatie. Dit torengebouw functioneert ook als herkenningspunt vanaf de ringweg A10. Vanaf de Bos en Lommerweg is de ringweg A10 zichtbaar doordat de kantoren op een glazen voet staan. Een luifel aan de gevel biedt voetgangers beschutting. Het plein voor de Kolenkitkerk krijgt een nieuwe inrichting waarbij het niveauverschil met de Bos en Lommerweg wordt opgeheven. Tussen het GAK-gebouw en het bruggebouw, langs de afrit van de ringweg A10, komen kantoren voor de politie en de brandweer met daaronder een parkeervoorziening van 54 plaatsen. Gebruikers van het zuidelijke bruggebouw parkeren in de parkeergarage van deelgebied 3. De verschillen ten opzichte van het SPvE:
Functie Kantoren (BVO) Centrumfuncties (BVO) Totaal Brandweer (BVO) Politie (BVO) Kantoren/centrumfuncties (BVO) Parkeren
Programma SPvE 19.000 m2 1000 m2 20.000 m2 1300 m2 4700 m2
Programma SP 19.000 m2 1000 m2 20.000 m2 1200 m2 1700 m2 3100 m2
Verschil 0 0 0 - 100 m2 +1700 m2 -1600 m2
Huidige situatie 73
Nieuwe situatie 52 maaiveld 54 parkeergarage
+33
101528-0001
14 T
4.5. Deelgebied 3: Bos en Lommerplantsoen In dit deelgebied komen woningen langs de Hoofdweg en het Bos en Lommerplein, met langs de Hoofdweg een aantal woonruimtes waar centrumfuncties zijn toegestaan. Alle nieuwe woningen worden gericht op het park, zodat geen sprake is van een ‘achterkant situatie’. Het toekomstige Bos en Lommerplantsoen wordt een verblijfsplek met een groen karakter tot aan de Erasmusgracht. De bebouwing langs de Hoofdweg en het Bos en Lommerplein begeleidt de T- splitsing. De gebouwen sluiten aan bij de hoogte van het Centrum voor Ouderen De Boeg (hierna te noemen De Boeg) en het zuidelijke bruggebouw. Naar het Bos en Lommerplantsoen komt een duidelijke en overzichtelijke toegang, zodat het plantsoen wordt gezien vanaf de Bos en Lommerweg en een duidelijke route heeft van en naar het Gulden Winckelplantsoen. Dit betekent voor het gebouw dat er geen begane grondlaag komt. Op de hoek waar de gebouwen langs de Hoofdweg en het Bos en Lommerplein samenkomen, komt een hoogteaccent. Door gebruik te maken van het aanwezige hoogteverschil is het mogelijk om onder de woningen en kantoren in een parkeergarage te parkeren. Deze is alleen toegankelijk voor bewoners en de gebruikers van het zuidelijk bruggebouw. De bewoners van De Boeg parkeren op eigen terrein. De ontsluiting van de parkeergarage loopt door het Bos en Lommerplantsoen, aan de kant van de aanleunwoningen van De Boeg. Een smalle groenstrook scheidt de weg van de tuinen van de woningen. Het park wordt op deze manier zo min mogelijk doorsneden. Langs de gracht ligt de langzaam verkeersroute en de toegang tot het GAK terrein. Door het Bos en Lommerplantsoen loopt een breed voetpad vanaf het plein tot aan het water. Er worden hiervoor duurzame en hoogwaardige materialen gebruikt. Het Bos en Lommerplantsoen krijgt vanaf het Bos en Lommerplein een glooiend verloop naar de Erasmusgracht. Het dak van de parkeergarages onder de kantoren en woningen is openbaar. Bij de inrichting van het maaiveld op een garagedek wordt uitgegaan van een zogenaamd groen daksysteem voor parktuinen. Het overige deel van het plantsoen wordt als park ingericht voor de bewoners, de bezoekers van de markt, winkels en kantoren. Langs de Erasmusgracht komt een steiger met de mogelijkheid voor een horecagelegenheid. De verschillen ten opzichte van het SPvE:
Functie Wonen (aantal) Sociaal cultureel (BVO) Parkeren
Programma SPvE 126 1400 m2
Programma nieuw 108 -
Verschil -18 -1400
Huidige situatie 108 (+137 GAK)
Nieuwe situatie 162 parkeergarage
58
De woningen zijn gemiddeld 100 m2 groot, variërend in grootte van 94 m2 tot 116 m2.
101528-0001
15 T
4.6. GAK-terrein Het GAK-terrein maakt geen onderdeel uit van het stedebouwkundig plan maar valt wel binnen het plangebied van dit bestemmingsplan. Op het GAK-terrein zal nieuwbouw worden gerealiseerd. Uitgangspunten voor dit nieuwe kantoorgebouw is dat de maximale bouwhoogte, evenals de bestaande bebouwing, 43 meter bedraagt. Daarnaast is het van belang dat het gebouw haar geluidsafschermende functie voor het achterliggende gebied, behoudt. 4.7. Deelgebied 4: Jan van Schaffelaarplantsoen Op het Jan van Schaffelaarplantsoen komen woningen in een structuur die goed past in Bos en Lommer. Het grootste deel van het binnenterrein wordt, net als op andere plaatsen in Bos en Lommer een gemeenschappelijke binnentuin. Een straat langs de hoge bebouwing langs de ringweg A10 wordt een ontsluitingsstraat voor deze woningen. Deze straat ligt verhoogd ten opzichte van de binnentuinen en ontsluit ook een viertal kleine woonblokjes. Langs de Bos en Lommerweg is voor een aantal woonruimtes gebruik als centrumfunctie toegestaan. Door gebruik te maken van het aanwezige hoogteverschil vindt het parkeren grotendeels plaats in de parkeergarage onder de woningen, waar ook de bergingen zijn gevestigd. Het binnenterrein krijgt speelvoorzieningen voor kinderen. Het binnenterrein inclusief de verhoogde ontsluitingsstraat, is niet openbaar en valt onder gemeenschappelijk beheer van de woningen. Verschillen ten opzichte van het SPvE:
Functie
Programma SPvE
Wonen
186 Huidige situatie 189
Parkeren
Programma Verschil nieuw 158 -28 Nieuwe situatie 136 parkeergarage -53 en maaiveld
101528-0001
16 T
4.8. Parkeren De parkeerplaatsen op straat verdwijnen grotendeels. Ten eerste omdat er wordt gebouwd op plekken waar nu nog kan worden geparkeerd. Ten tweede omdat de kwaliteit van de openbare ruimte wordt verbeterd. Parkeerplaatsen ruimen het veld voor groen en vrije ruimte, zoals trottoirs. Om aan de aanwezige en toekomstige parkeerbehoefte tegemoet te komen, worden verschillende ondergrondse parkeergarages gebouwd. De aantallen parkeerplaatsen die in de toekomstige situatie worden gewenst, kunnen bij verdere uitwerking van de plannen nog wijzigen. Overzicht aantal parkeerplaatsen in huidige en toekomstige situatie:
Deelgebied 1.Gulden Winckelplantsoen
Huidige situatie 195
2.Overbouwing/T-splitsing/ politie/brandweer/sociale dienst
73 Bos en Lommerplein en Hoofdweg
3.Bos en Lommerplantsoen
108 + 137 (GAK)
4.Jan van Schaffelaarplantsoen
189
Totaal
565 (137 GAK)
Toekomstige situatie 470 parkeergarage +20 maaiveld 30 Hoofdweg +22 Bos en Lommerplein +54 parkeergarage 162 parkeergarage (exclusief GAK) 97 parkeergarage +39 maaiveld 894
Het parkeerplan Voor de bestaande gehandhaafde en nieuwe functies, is met behulp van parkeernormen1 de theoretische parkeerbehoefte berekend met de volgende onderliggende uitgangspunten: • De parkeerbehoefte van de nieuwbouw wordt opgevangen in de ondergrondse parkeergarages en drukt niet op de omgeving. • Iedere bezoeker en bewoner kan op redelijke loopafstand van de bestemming een vrije parkeerplaats vinden. Redelijke loopafstand is 5 minuten, ongeveer 300 meter hemelsbreed. Hieronder wordt per deelgebied een schatting gemaakt van de toekomstige parkeerbehoefte en deze wordt afgezet tegen de geplande parkeervoorzieningen. Deelgebied 1: het Gulden Winckelplantsoen en marktplein Onder de markt wordt een parkeergarage met 1,5 laag gebouwd. Dit betekent dat de garage uit twee lagen bestaat, waarvan de bovenste laag qua oppervlakte de helft kleiner is dan de onderste laag. De parkeergarage heeft ruimte voor 470 auto’s. Langs het Gulden Winckelplantsoen komen 20 parkeerplaatsen op het maaiveld. De parkeergarage is bedoeld voor bezoekers en gebruikers van de bruggebouwen, de winkels en de woningen rondom de markt en de gebruikers van het noordelijke gebouw dat over de ringweg A10 wordt gebouwd. Op basis van de parkeernormen zijn er voor de winkels (inclusief de Vomar/Marca en de Albert Heijn), markt, kantoren (inclusief de Blauwe Toren), overige centrumfuncties en sociaal culturele voorzieningen 457 parkeerplaatsen nodig. Voor de 77 1
De Parkeernorm is een veel gehanteerde norm in Amsterdam, gebaseerd op ervaringscijfers waaruit blijkt dat mensen die wonen in een sociale huurwoningen over het algemeen minder auto’s hebben. Uit het oogpunt van sturend parkeerbeleid wordt gekozen voor dit onderscheid. Het in de voorschriften opgenomen onderscheid van de parkeerbehoefte tussen marktwoningen en sociale huurwoningen is op deze cijfers gebaseerd.
101528-0001
17 T
koopwoningen zijn volgens de normen 77 parkeerplaatsen nodig. Voor de bestaande woningen langs het Gulden Winckelplantsoen zijn ongeveer 42 parkeerplaatsen nodig. Hieruit blijkt dat de parkeerbehoefte groter is dan het aanbod van nieuwe parkeerplaatsen. Dit is verantwoord om de volgende redenen: 1. Er wordt bewust gekozen voor dubbelgebruik van de parkeerplaatsen in de garage. Het winkelend publiek komt vooral overdag van maandag tot en met zaterdag. Het kantoorpersoneel komt overdag van maandag tot en met vrijdag. De bewoners van de nieuwbouw zijn overdag grotendeels naar hun werk en maken ’s avonds gebruik van de parkeergarage, als er genoeg vrije plaatsen beschikbaar zijn. De bewoners kunnen overdag in de omgeving parkeren (met parkeervergunning), daar zijn genoeg vrije plaatsen. 2. Bewoners van bestaande woningen houden hun parkeervergunning. Daarmee kunnen ze terecht op de 20 parkeerplaatsen langs de ventweg en in de omgeving (Leeuwendalersweg, Jephtastraat). 3. Tenslotte zijn er ruimten onder de snelweg: een berging voor de marktkooplieden en een ruimte bij de Wiltzanghlaan. Momenteel wordt een onderzoek gedaan naar de gebruiksmogelijkheden van deze ruimten. Naast de mogelijkheid tot het gebruik van parkeerruimten, zal er ook gekeken worden naar de mogelijkheden voor het gebruik als fietsenstalling of als onderdoorgang van de parkeergarage onder het marktterrein naar de kantoren ten zuiden van de Bos en Lommerweg. De bevoorrading van winkels kan binnen venstertijden. Winkels die alleen vanaf de markt kunnen worden bevoorraad, kunnen dit na sluitingstijd van de markt. Deelgebied 2: overbouwing ringweg A10 en T-splitsing De parkeerbehoefte van de kantoren en winkels boven de snelweg wordt opgevangen in de parkeergarage in deelgebied 1, en in de parkeergarage in deelgebied 3 (het Bos en Lommerplantsoen). In de nieuwe inrichting van de Hoofdweg komen 30 parkeerplaatsen, inclusief invalidenplaatsen. Voor het pleintje bij Dirk van den Broek blijven de 22 parkeerplaatsen gehandhaafd. De in totaal 52 parkeerplaatsen op het maaiveld zijn voldoende voor de winkels langs de Hoofdweg en de bezoekers van De Boeg. Langs de Bos en Lommerweg en Hoofdweg komen laad- en losstroken. De politie, brandweer en de Sociale Dienst krijgen een eigen parkeergarage onder hun gebouw, 54 parkeerplaatsen. Deelgebied 3: het Bos en Lommerplantsoen In de nieuwbouw op de hoek van het Bos en Lommerplein en de Hoofdweg komen parkeergarages met 162 plaatsen. Deze zijn bestemd voor de bewoners en de gebruikers van het zuidelijk bruggebouw. Deze parkeergarage heeft 86 plaatsen voor kantoren en 76 plaatsen voor de woningen. Volgens de parkeernormen heeft het zuidelijk bruggebouw 88 parkeerplaatsen en hebben de koopwoningen 108 parkeerplaatsen nodig. Het tekort wordt, net als in deelgebied 1, opgevangen door dubbelgebruik van de parkeerplaatsen in de garage voor de kantoren. De 137 parkeerplaatsen die nu aan het GAK worden verhuurd, vervallen. Het GAK krijgt de mogelijkheid een grote parkeergarage te bouwen. Dat valt buiten dit parkeerplan. De bezoekers van De Boeg kunnen parkeren op eigen terrein. Deelgebied 4: het Jan van Schaffelaarplantsoen Onder de woningen komt een parkeergarage met 97 plaatsen. Op straat komen 39
101528-0001
18 T
plaatsen terug. Volgens de normen zijn voor dit deelgebied 118 parkeerplaatsen nodig. Voor de bestaande woningen langs het Jan van Schaffelaarplantsoen wordt uitgegaan van een parkeerbehoefte van 36 parkeerplaatsen. Alles bij elkaar opgeteld zijn er 154 plaatsen nodig. Het berekende tekort van 18 plaatsen kan worden opgevangen in de omgeving. Zowel overdag als ’s nachts zijn er op redelijke loopafstand voldoende vrije parkeerplaatsen.
101528-0001
19 T
5. VERKEER EN VERVOER 5.1. Auto Het nieuwe centrum van Bos en Lommer is gelegen aan de ringweg A10 en daardoor vanuit de regio goed bereikbaar. Ook de bereikbaarheid vanuit de stad is goed. De hoofdontsluiting van het plangebied vindt plaats via de Bos en Lommerweg en de Hoofdweg. Op een lager schaalniveau hebben de Leeuwendalersweg, het Gulden Winckelplantsoen, het Jan van Schaffelaarplantsoen en de Jacob van Arteveldestraat een ontsluitingsfunctie voor de nieuwe bebouwing. De bestaande wegenclassificatie, zoals in het Verkeerscirculatieplan Bos en Lommer is beschreven, blijft in opzet gehandhaafd, wel vinden er herprofileringen plaats. Daarbij worden het Gulden Winckelplantsoen en een deel van de Hoofdweg/Bos en Lommerweg richting de ringweg A10 heringedeeld. De rotondes worden omgevormd tot een T-splitsing. De centrale verkeerscommissie ging 14 maart 2000 akkoord met het verkeersontwerp. Er wordt rekening gehouden met de toegankelijkheid van hulpdiensten zoals ambulance en brandweer naar de gebouwen en de openbare ruimte. Hiervoor wordt op het marktplein een strook tussen de markkramen en de winkels van 6 meter gereserveerd. 5.2. Openbaar vervoer Trein: Vanaf het Bos en Lommerplein is het OV-knooppunt het station Sloterdijk goed te bereiken. Dit is mogelijk met tram en bus. De haltes liggen in de directe nabijheid van het marktplein. Aan de Burgemeester de Vlugtlaan ligt een halte van de Metroringlijn, die sinds juni 1997 in bedrijf is. Deze halte ligt op loopafstand van het Bos en Lommerplein. De Metro-ringlijn staat in directe verbinding met station Sloterdijk, Cornelis Lelylaan, WTC, RAI, Duivendrecht en de Bijlmer. Duidelijke routes langs de Bos en Lommerweg zorgen voor een veilige en sociaal-veilige looplijn. Tram: Door de realisatie van een T-splitsing op het Bos en Lommerplein wordt de tramlus verplaatst. Onderzoek wordt verricht naar een gepaste oplossing voor het eindpunt van lijn 7 buiten Bos en Lommer. Dit wordt gecoordineerd door bureau Parkstad. Duidelijke routings van en naar de haltes dragen bij aan verkeers- en sociale veiligheid. In het project Optimalisatie Lijnennet Tram, waaraan het trambedrijf momenteel werkt, wordt het huidige tramlijnennet doorgelicht en worden voorstellen gedaan voor lijnwijzigingen in de toekomst. Bus: De busverbindingen tussen het plangebied en het Centraal Station (CS) en station Sloterdijk zijn goed. Aanwezig is een busverbinding naar CS die zeer frequent rijdt. Vier buslijnen met haltes in het plangebied komen langs station Sloterdijk. Drie hiervan rijden de hele dag frequent en de vierde, een shuttlelijn, rijdt tijdens spitsuren. Het totaal aantal buslijnen met haltes in het plangebied is twaalf, waarvan verschillende regionaal zijn. De bushaltes worden vaak gecombineerd met tramhaltes. Ook hier wordt zorggedragen voor een verkeers- en sociaal veilige inrichting en bereikbaarheid. De openbaar vervoerhaltes liggen na de kruising.
101528-0001
20 T
101528-0001
21 T
5.3. Langzaam verkeer Fiets: De wegen die voor Bos en Lommerplein en omgeving tot het Hoofdnet Fiets (vrijliggende fietspaden) behoren zijn de Hoofdweg, de Bos en Lommerweg en het Gulden Winckelplantsoen. De fietspaden worden 2.70 meter en de dubbelzijdige 4 meter breed. Door de toekomstige T-splitsing en het plaatsen van verkeerslichten op het Bos en Lommerplein, wordt de afwikkeling van het fietsverkeer verkeersveiliger. In deelgebied 1,2 en 3 worden fietsenstallingen ingepast. Voetganger: De infrastructuur voor de voetganger bestaat uit vrijliggende voetpaden en trottoirs (minimaal 4 meter breed). Voor de Hoofdweg en de Bos en Lommerweg zijn de voetpaden minimaal 6 meter breed. Het marktplein is een voetgangersdomein. Binnen het plangebied worden op verschillende locaties verkeerslichten geplaatst. Onderzocht wordt de vraag van de Verkeerscommissie om verkeerslichten te plaatsen bij het kruispunt Gulden Winckelplantsoen/Bos en Lommerweg. Hierdoor neemt de verkeersveiligheid toe en worden de haltes van het OV beter bereikbaar. Ook speelt sociale veiligheid bij de inrichting een belangrijke rol.
101528-0001
22 T
6. MILIEU 6.1. Geluidhinder In maart 2000 is door Omegam akoestisch onderzoek verricht voor de toekomstige nieuwbouw rond het Bos en Lommerplein. Binnen het plangebied is zowel sprake van een niet-stedelijke situatie (geluidhinder ten gevolge van de rijksweg A10) als van een stedelijke situatie (geluidhinder ten gevolge van de overige wegen en op- en afritten) Voor woningen in een niet-stedelijke situatie geldt een voorkeurswaarde van Leq = 50 + 3 dB(A). Boven deze waarde is een ontheffing van gedeputeerde staten nodig. De maximaal toelaatbare waarde is Leq = 55 + 3 dB(A). In het geval van wegverkeerslawaai in een stedelijke situatie geldt een voorkeurswaarde van Leq = 50 + 5 dB(A). Boven deze waarde is een ontheffing van gedeputeerde staten nodig. De maximaal toelaatbare waarde is Leq = 65 + 5 dB(A). Uit de conclusie van het rapport blijkt dat in het noordwestelijke deel de gekozen afscherming door de woonblokken van 18 en 28 meter hoog met dove gevels goed werkt, mits de opening tussen de gebouwen afgeschermd wordt. Indien de openingen niet zijn afgeschermd, zal op waarneempunt 1 en 2 de maximale ontheffingswaarde van 58 dB(A) overschreden worden met 2 dB(A). De hoogste geluidsbelasting tengevolge van het stedelijk verkeer zonder tram is 69 dB(A), de maximale ontheffingswaarde van 70 dB(A) wordt hierbij niet overschreden. Woningbouw is in deze situatie dan ook mogelijk, zij het dat er een ruime ontheffing is vereist. In het noordoostelijke deel blijkt dat de gekozen afscherming door kantoren waarin geluidsschermen in de vorm van transparante ombouw geïntegreerd zijn voldoet, mits de opening aan beide zijden van de Blauwe toren afgeschermd worden. Indien de openingen niet zijn afgeschermd, zal op waarneempunt 3 de maximale ontheffingsgrens van 58 dB(A) overschreden worden met 8 dB(A). Door het stadsdeel is ontheffing aangevraagd bij de gemeenteraad welke op 21 juni 2000 is verleend. 6.2. Bodemverontreiniging Binnen het plangebied is een verkennend bodemonderzoek verricht. Het betreft een chemisch-analytisch onderzoek dat is uitgevoerd door Grontmij Noord-Holland. Er is onderzoek verricht naar mogelijke bodemverontreiniging en naar de ernst van een eventuele verontreiniging. Op de gehele onderzochte locatie zijn in de grond en in het grondwater geen of nauwelijks verhoogde gehalten aan de onderzochte stoffen aangetroffen. Op grond van de "Wet bodembescherming" is geen sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging. De aangetroffen verontreinigingen bevinden zich in de huidige situatie in de toplaag onder een verharding en brengen geen verhoogde risico's voor de volksgezondheid met zich mee. Saneringsmaatregelen zijn niet nodig.
101528-0001
23 T
Tot slot dient ten behoeve van de subsidieverlening voor gesubsidieerde woningbouw een geschiktheidsverklaring van de bodem door de milieudienst verstrekt te worden. Deze geschiktheidsverklaring wordt toegezonden nadat door het stadsdeel is aangegeven welke locaties voor gesubsidieerde woningbouw in aanmerking komen. 6.3. Luchtkwaliteit Er is onderzoek gedaan naar de mate waarin de luchtkwaliteit langs de Rijksweg A10 zal worden beïnvloed door de voorgenomen reconstructie van het Bos en Lommerplein. Uit het onderzoek, dat is uitgevoerd door OMEGAM-lucht, blijkt dat voor wat betreft het stikstofdioxidegehalte enkele grenswaarde na 2010 zullen worden overschreden. Wat betreft het fijn-stof is de kans groot dat in 2007 de toetswaarde zal worden overschreden. Een en ander betekent dat de woningen die gerealiseerd worden langs de A10 aan deze zijde niet geventileerd kunnen worden en geen open ramen hebben. In het ontwerp van de woningen zullen aan de luwe zijde ramen gesitueerd worden die open kunnen. Het voorgaande doet niets af aan het feit dat het bouwen van de woningen in de aangegeven zone voordelen biedt doordat het woonklimaat aan de luwe zijde van deze bebouwing aanzienlijk wordt verbeterd. De geluid- en stankoverlast ten gevolge van de A10 zal afnemen ten gevolge van deze afschermende bebouwing. Dit geldt niet alleen voor de nieuwe bebouwing in het plangebied maar met name ook voor de woningen rond het plangebied. Vandaar dat er toch voor is gekozen woningen binnen deze zones te realiseren. 6.4. Externe veiligheid Het onderzoek, dat door bureau SAVE naar externe veiligheid op de A10 ter hoogte van het Bos en Lommerplein is uitgevoerd, heeft tot de volgende conclusies geleid. • het individueel risico is lager dan de norm; • het groepsrisico is enigszins hoger dan de oriënterende waarde. De oriënterende waarde voor het groepsrisico is echter niet gelijk aan de norm. Het bevoegd gezag kan, met motivatie, een overschrijding van de oriënterende waarde accepteren. De conclusies zijn gebaseerd op de ongevalsfrequentie berekend over de laatste 3 jaar voor de betreffende locatie. Wordt in plaats van de ongevalsfrequentie de ongevalsfrequentie voor een gemiddelde nederlandse snelweg gehanteerd dan blijft de conclusie ten aanzien van het individueel risico hetzelfde. De overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsriscio neemt toe. 6.5. Water Het gemeentelijke waterbeleid richt zich op een duurzaam beleid voor de watergangen. In dat kader dient bij de ontwikkeling van dit plan, met name de aanleg van een steiger, aandacht te worden besteed aan de toegankelijkheid van oevers, wateroppervlak en waterbodem. Ten behoeve van toekomstig onderhoud dient een onderhoudsstrook langs de watergangen vrij te worden gehouden. De uitbreiding van het rioleringsstelsel dient te voldoen aan de normen van een verbeterd gescheiden stelsel (VGS) of een vergelijkbaar stelsel met gelijke of lagere vuilemissie.
101528-0001
24 T
Ter besparing van het gebruik van drinkwater zal standaard het Waterbesparingspakket uit de Richtlijnen kwaliteit woningbouw (laagwaterverbruikstoiletten en doorstroombegrenzers) worden toegepast. Daarnaast verdient het aanbeveling om na te gaan of voor een aantal toepassingen oppervlaktewater kan worden hergebruikt. Zo is het bijvoorbeeld voor de reiniging van het marktplein goed mogelijk om oppervlaktewater her te gebruiken. 6.6. Grondwater Uit beschouwing van aanwezige grondwaterstanden blijkt de ontwateringsdiepte voldoende te zijn en hiermee lijkt de kans op grondwateroverlast voldoende beperkt. Toetsing aan de ontwerpnorm voor grondwater in nieuw in te richten gebied kan daardoor achterwege blijven. 6.7. Energie De ambitie is om kantoren met een bouwkundige energiepresentatienorm van 1,4 te realiseren. Voorts zal een haalbaarheidsstudie worden uitgevoerd naar de technische en financiële aspecten van warmte- en koudeopslag in de bodem voor het niet wonen programma. Voor de woningen wordt een bouwkundige energieprestatienorm aangehouden van 1,0. Daarnaast zal worden gestimuleerd om warmtepompen op woningniveau dan wel warmtekrachtkoppeling gecombineerd met de elektrische warmtepomp op blokniveau toe te passen om het primaire energiegebruik verder omlaag te brengen. Ten aanzien van de toepassing van zonne-energie wordt gestreefd naar het minimale ambitieniveau om 10% van de daken van de woningen zo te construeren dat in de toekomst plaatsing van zonnepanelen na oplevering van gebouwen mogelijk blijft. 6.8. Materiaalgebruik De inzet is om bij de toepassing van materialen in de openbare ruimte niet te kiezen voor keuze 3 materiaalsoorten uit de Milieuvoorkeurslijst materiaalgebruik openbare ruimte Amsterdam en geen niet-duurzaam geteeld hout toe te passen. Verder zal rekening worden gehouden met de maatregelen zoals deze zijn geformuleerd in het bestuurlijk vastgestelde Ecologische kader. 6.9. Bomenplan In het plangebied staan nu 537 bomen. Hiervan staan 332 bomen in verharding en 205 bomen in bosplantsoenvakken. Van deze bomen is in het Bomenonderzoek Bos en Lommerplein2 soort en aantal aangegeven, de conditie van de boom, de levensverwachting en de verplantbaarheid.
2
Omegam grondadvies Bomenonderzoek Bos en Lommerplein 21 september 1999
101528-0001
25 T
In het nieuwe plan zullen ruim l00 nieuwe bomen worden geplant (inclusief herplanting). De precieze aantallen zijn nog niet bekend omdat het nog een voorlopig plan is. Algemeen geldt dat er bomen geplant worden met een hoge toekomstverwachting. In het stadsdeel is de ervaring dat jonge bomen zeer kwetsbaar zijn. Bovendien duurt het dan vele jaren voordat de bomen als ruimtelijk element een rol spelen in de straat. Het is dus beter direct te beginnen met hoge kwaliteit en grote exemplaren. (hoogte 6 m). Verder moet er bovengronds en ondergronds voldoende ruimte zijn. De ondergrond moet goed worden voorbereid. Bij de soortkeus wordt rekening gehouden met de lichtdoorlatendheid van de kruin, het beeld over 15 jaar, de herfstkleur, vruchtdragend en/of bloeiend in verband met insecten en met de aansluiting op de bestaande bomenstructuur van het stadsdeel. In de nieuwe situatie staan ongeveer 155 bomen. Waarvan ruim 100 nieuw geplant worden en 55 bomen blijven staan. 6.10. Milieu en ecologie Bij het opstellen van het bestemmingsplan is goed nagedacht over de verwerking van milieu en ecologische aspecten. In het bestemmingsplan zijn gebruiksregels opgesteld als randvoorwaardenscheppend instrument waarin wordt gestreeft zoveel mogelijk milieu en ecologische aspecten juridisch door te vertalen door het vastleggen van functies middels het onderling afstemmen van bestemmingen. Daarnaast zijn randvoorwaarden geschapen om bepaalde ontwikkelingen mogelijk te maken zoals het bouwen van overdekte fietsenstallingen en kunnen regels worden opgesteld voor het toelaten van verschillende woningtypen. De volgende zaken zijn in het bestemmingsplan Bos en Lommerplein en omgeving opgenomen met als doel het milieu en de ecologie te besparen c.q. te verbeteren. • Algemeen: het plan voor het Bos en Lommerplein draagt in belangrijke mate bij aan optimalisering van het ruimtegebruik. Er wordt compact gebouwd met op sommige plekken dubbel grondgebruik. Het bestemmingsplan is zo flexibel opgesteld dat ook in de toekomst veranderingen mogelijk zijn. • Binnen de bestemming “Woondoeleinden I” en “Woondoeleinden II” is het op een tweetal plekken mogelijk een deel van de woning te gebruiken voor centrumvoorzieningen. Hierdoor kan de ruimte flexibel worden gebruikt en kunnen mensen desgewenst werken aan huis waardoor het woon-werkverkeer afneemt. • Alle functies zijn gekoppeld aan parkeernormen hetgeen er voor zorgt dat er niet meer parkeerplaatsen in het gebied worden gerealiseerd dan noodzakelijk. Op een viertal plaatsen wordt een parkeergarage gerealiseerd waardoor er meer ruimte is voor een groene inrichting. • Om te zorgen voor een groene invulling van het terrein rondom het Bos en Lommerplantsoen, zijn deze gronden meegenomen in de bestemming “Groenvoorziening”. Het gaat hier om het gedeelte waar de parkeergarage komt voor de nieuwe woningen aan de Hoofdweg/Bos en Lommerweg en het gedeelte wat eigendom is van het GAK maar wat niet bebouwd gaat worden (zie plankaart). Binnen deze bestemming is het vastgelegd dat de parkeergarage ondergronds moet worden gebouwd zodat het dak kan worden beplant. Door deze gebieden te bestemmen als “Groenvoorzieningen” wordt het groene karakter van het Bos en Lommerplantsoen gegarandeerd. • Binnen de bestemming “Woondoeleinden II” is voor de te realiseren parkeergarage opgenomen dat deze ondergronds moet worden gebouwd. Hierdoor
101528-0001
• •
26 T
kan het dak worden beplant. De gebouwen zijn zodanig gesitueerd dat wordt gezorgd voor een zo optimaal mogelijke geluidsafscherming. Daar waar nodig geven de voorschriften ruimte voor het realiseren van geluidsschermen. De Erasmusgracht wordt beschermd middels de bestemming “Waterweg/gracht” waarbinnen geen bebouwing is toegestaan, m.u.v. daar waar op de plankaart een steiger is aangegeven.
Binnen de bestemming “Verkeersareaal” is het mogelijk om langs de Erasmusgracht natuurvriendelijke oevers aan te leggen. Ook is het mogelijk om binnen deze bestemming fietsenstallingen te realiseren en zijn ondergrondse huisvuilverzamelcontainers mogelijk. Andere duurzaamheidsmaatregelen zijn of niet bruikbaar in een stedelijke situatie of zijn, gezien de fase van het planproces (nog niet gedetailleerd uitgewerkt) op dit moment nog niet aan te geven.
101528-0001
27 T
7. JURIDISCHE VORMGEVING 7.1. Algemene uitgangspunten De volgende uitgangspunten zijn vastgelegd in dit bestemmingsplan: • het programma van de diverse functies (zie hoofdstuk 4); • de vormgeving en plaatsing van het marktplein; • de breedte van de toegangen tot het marktplein; • de maximale hoogte van bebouwing; • het maximale volume van de bebouwing; • rooilijnen (genoemd "gevelreferentielijnen"), voorzover zij onderdeel zijn van het stedenbouwkundige concept; • het aantal parkeerplaatsen door middel van parkeernormen. Flexibiliteit in de uitwerking bestaat op de volgende punten: • de precieze vormgeving en situering van bouwvolumes binnen bestemmingsvlakken; • de plaatsing van de diverse functies in de bouwvolumes. Dit geldt met name voor het Gulden Winckelplantsoen; In de opzet van het bestemmingsplan is zoveel mogelijk aangesloten bij de standaardindeling in bestemmingen zoals die in Amsterdam wordt aangehouden. De methodiek bestaat uit het vastleggen van globale bestemmingen, waarbinnen weer andere functies mogelijk zijn en waarbij iedere bestemming is voorzien van een vaste code. Kenmerkend voor het plan is de overbouwing van de A10 en de verschillen in hoogten. Daarom is voor de wijze van meten van een hoogte van 0 N.A.P. uitgegaan. 7.2. Bestemmingsregeling van de deelgebieden. Deelgebied 1a: Foyer en “Kolenkit” De nieuwe en bestaande bebouwing in dit gebied is geregeld in de bestemming "gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen en woningen" (Mv + W) en gebouwen ten behoeve van maatschappelijke doeleinden (Md). De hoogte van het nieuwe foyergebouw is vastgelegd en de uiterste bebouwingsgrenzen zijn bepaald. De "kolenkit" is een gebouw met cultuurhistorische waarde en heeft de status van gemeentelijk monument. Door middel van de nadere aanduiding "karakteristieke bebouwing" is deze cultuurhistorische waarde in het bestemmingsplan vastgelegd. Deelgebied 1: Het gulden Winckelplantsoen De bebouwing op het Gulden Winckelplantsoen is geregeld met de bestemming “Centrumdoeleinden” (Bd). Het ruime begrip centrumdoeleinden is in het voorschrift nader onderverdeeld zodat de mogelijkheid wordt geboden tot een flexibele invulling van bebouwing.
101528-0001
28 T
De diverse functies zijn met een maximaal vloeroppervlak aangeduid en zijn gekoppeld aan parkeernormen. Door middel van een vrijstelling is het mogelijk om het aantal meter b.v.o. uit te breiden met maximaal 10 % uitsluitend voor de functies “centrumvoorzieningen” en “kantoren”. Hiermee wordt voldoende flexibiliteit gewaarborgd. De situering van de diverse functies is niet vastgelegd met uitzondering van het wonen. De plaats van de woningen is wel bepaald, door middel van een nadere aanduiding, omdat de situering daarvan moet voldoen aan de eisen van de Wet Geluidhinder. De bouwhoogtes uit het Stedenbouwkundig Plan zijn overgenomen op de bestemmingsplankaart. Aan de zijde van de A10 is een maximale hoogte van 28 meter toegestaan die in ruimtelijke zin past bij de oplopende bouwhoogte langs de rijksweg A10. Bovendien heeft deze bebouwing een belangrijke geluidsafschermende werking voor de nieuwe woonbebouwing. Doordat in het voorschrift een vrijstelling is opgenomen voor het toevoegen van 3 m aan de zijde van de A10 is voldoende flexibiliteit bij de uitwerking van het plan gegarandeerd. Voor de Blauwe Toren is in het plan de bestaande hoogte van 43 meter opgenomen. Aan de kant van de bestaande woonbebouwing is deze hoogte maximaal 22 meter. Hiervoor is geen vrijstelling in bouwhoogte opgenomen om aansluiting op de bestaande bebouwing te krijgen. De vorm van het marktplein met de aanliggende winkels is vastgelegd. Bij de uitwerking is het middels een vrijstelling, mogelijk de grenzen van de nadere aanduiding met 5 m te overschrijden. Het marktplein wordt gerealiseerd op het dak van de parkeergarage. Het marktplein is aan drie zijden toegankelijk. Middels een aanduiding binnen de bestemming zijn de doorgangen vastgelegd. Aan de zijde van de A10 is een gevelreferentielijn opgenomen met als doel de bebouwing te concentreren aan de westzijde van het gebied zodat een lange gevel ontstaan met een maximale geluidsafschermende werking. Deelgebied 2: De overbouwingen + bebouwing aan de Bos en Lommerweg De overbouwingsgebouwen hebben de bestemming "Kantoren en Centrumvoorzieningen” (Bk + Bc). In de voorschriften is het maximale vloeroppervlak geregeld en op de plankaart is de maximale bouwhoogte vastgelegd. Ook binnen deze bestemming geldt dat voor de bouwhoogte een vrijstelling is opgenomen voor het toevoegen van 3 m waardoor voldoende flexibiliteit bij de uitwerking van het plan is gegarandeerd. De hoogte bedraagt overwegend 32 m, met een hoogteaccent van 52 m langs de rijksweg. Het maximale vloeroppervlak is gekoppeld aan parkeernormen. Gezien de beperkte ruimte op deze locatie is hier vrij nauwkeurig de situering van de gebouwen vastgelegd. Op de eerste bouwlaag is het mogelijk om centrumvoorzieningen te realiseren. Hiermee wordt beoogd een functionele relatie te leggen tussen het hart van het centrumgebied en de winkels aan de westzijde van de Bos en Lommerweg. Het gebouw tussen de zuidelijke overbouwing en het woongebouw aan de Bos en Lommerweg/Hoofdweg heeft de bestemming "kantoren en maatschappelijke voorzieningen" (Bk + Mv). Dit is een zodanig ruime bestemming dat voor dit gebouw een in de toekomst geschikt gebruik mogelijk is. Op de eerste plaats wordt gedacht aan een combinatie van een brandweerkazerne, een politiebureau en een hoeveelheid
101528-0001
29 T
kantoren. In de voorschriften is het maximale vloeroppervlak opgenomen welke is gekoppeld aan parkeernormen. Op de plankaart is de maximale bouwhoogte vastgelegd. Daarnaast is de mogelijkheid opgenomen tot het realiseren van een ondergrondse parkeergarage. Aan de zijde van de A10 is een gevelreferentielijn opgenomen met als doel de bebouwing te concentreren aan de westzijde van het gebied zodat een lange gevel ontstaan met een maximale geluidsafschermende werking. Deelgebied 3: Het Bos en Lommerplantsoen + het GAK-terrein In deelgebied 3 ligt een nieuw woongebouw met een aantal woningen aan de Hoofdweg waarin op de eerste bouwlaag centrumvoorzieningen zijn toegestaan. Het woonzorgcomplex met aanleunwoningen De Boeg bevindt zich aan het Bos en Lommerplantsoen en de Hoofdweg. De bestaande bebouwing van de Boeg is door middel van de maximale bouwhoogtes en de bebouwingsgrenzen nauwkeurig vastgelegd op de plankaart. Het woongebouw heeft de bestemming "Woondoeleinden II”. De bestemmingsgrenzen volgen de vorm van de T-splitsing. Tussen het Bos en Lommerplein en het Bos en Lommerplantsoen blijven de onderste twee verdiepingen onbebouwd zodat er een doorzicht ontstaat vanaf de Bos en Lommerweg naar het Bos en Lommerplantsoen. Het maximale volume is bepaald door het vastleggen van de maximale bouwhoogte op de plankaart en een maximaal vloeroppervlak in de voorschriften. Ook hier is het maximale vloeroppervlak gekoppeld aan parkeernormen. Voor de woningen op de begane grond aan de Hoofdweg geldt dat ook centrumvoorzieningen toegestaan zijn. In het stedelijke gebied van Bos en Lommer wordt een menging van wonen en werken als een verrijking van het woonmilieu beschouwd. Het Bos en Lommerplantsoen heeft de bestemming "Groenvoorzieningen". Ook de gebieden rondom het Bos en Lommerplantsoen zijn bestemd als “Groenvoorzieningen” waardoor de groene invulling van het totale gebied gegarandeerd is. Het gaat hier om het gedeelte waar de parkeergarage komt voor de nieuwe woningen aan de Hoofdweg/Bos en Lommerweg en het gedeelte wat eigendom is van het GAK maar wat niet bebouwd gaat worden (zie plankaart). Met een aanduiding is aangegeven waar een ondergrondse parkeergarage mag worden gebouwd. Doordat de parkeergarage ondergronds moet liggen kan het dak worden beplant en is de parkeergarage niet zichtbaar vanaf het Bos en Lommerplantsoen. Daarnaast kan daar waar de aanduiding “tramtracé” is opgenomen op de plankaart, een insteek voor de tram worden gerealiseerd en daar waar de aanduiding “ontsluitingsweg” is opgenomen op de plankaart, een ontsluitingsweg tussen parkeergarages en de bestaande weg aan de zuidkant worden gerealiseerd. Aan de zuidkant het Bos en Lommerplantsoen ligt de Erasmusgracht. Deze mag deels worden voorzien van een steiger. Op deze steiger mag een horecavoorziening met een maximale oppervlakte van 200 m2 worden geplaatst.
101528-0001
30 T
101528-0001
31 T
Het GAK-gebouw wordt geregeld binnen de bestemming “Kantoren”. Binnen de bestemming is het maximale volume vastgelegd middels een maximale bouwhoogte op de plankaart en een maximaal vloeroppervlak in de voorschriften. Met vrijstelling is het mogelijk om aan de zijde van de A10 en aan de zuidzijde van het plangebied te bouwen tot een hoogte van maximaal 52 m. Het bouwen tot deze hoogte wordt alleen toegestaan als het hoogteaccent op het zuidelijke bruggebouw ook tot deze hoogte is gerealiseerd. Hiermee wordt gezorgd voor een goede inpassing van het kantoor binnen het stedelijk beeld van de omliggende bebouwing. Aan de zijde van de A10 is een gevelreferentielijn opgenomen met als doel de bebouwing te concentreren aan de westzijde van het gebied. Daarnaast zijn in de voorschriften parkeernormen opgenomen. Het parkeren dient ondergronds opgevangen te worden. Deelgebied 4 heeft de bestemming "Woondoeleinden I" (WI). Het aantal woningen is met een maximum vloeroppervlak aangeduid in de voorschriften. Aan de kant van de A10 is een maximale hoogte van 29 m vastgelegd in verband met de benodigde geluidsafschermende werking voor het achterliggende gebied. Tevens is aan deze zijde een gevelreferentielijn opgenomen met als doel de bebouwing te concentreren aan de oostzijde van het gebied zodat een lange gevel ontstaan met een maximale geluidsafschermende werking. In de rest van het bestemmingsvlak geldt een maximale hoogte variërend van 12 tot 24 meter waarmee de bebouwing aansluit op de aangrenzende bestaande woningen. Voor de woningen aan de Bos en Lommerweg geldt d Voor de woningen op de begane grond aan de Hoofdweg geldt dat ook centrumvoorzieningen toegestaan zijn. Hiermee wordt beoogd een functionele relatie te leggen tussen het hart van het centrumgebied en de winkels aan de westzijde van de Bos en Lommerweg. Bovendien wordt in een stedelijke gebied als Bos en Lommer, een menging van wonen en werken als een verrijking van het woonmilieu beschouwd. De verkaveling van dit gebied sluit aan bij de bestaande woningbouwverkaveling. Dit betekent dat de woningen rond een gemeenschappelijk binnenterrein worden gerealiseerd.
101528-0001
32 T
8. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID De oppervlakte van het te ontwikkelen gebied bedraagt circa 16 ha: Woningen circa 395 Kantoren 29800 m2 b.v.o. Centrumfuncties 6500 m2 b.v.o. Sociaal-culturele voorzieningen 3500 m2 b.v.o. Brandweer/politie 2900 m2 b.v.o. Het plan Bos en Lommer e.o is in één exploitatieovereenkomst opgenomen. De totale kosten van het SP bedragen 88,5 miljoen, inclusief BTW, engineering en verlichtingsmasten, prijspeil 2000. De kosten van het SpvE bedroegen 73,2 miljoen. De totale opbrengsten van dit plan bedragen 71,1 miljoen, exclusief BTW. De opbrengsten van het SpvE bedroegen 58,8 miljoen. De oorzaak van de kostenstijging ligt onder andere aan de hogere kwaliteit van het plan. Daar tegenover staan ook hogere opbrengsten door de huidige gunstige marktontwikkelingen. Dit betekent dat het saldotekort ten opzichte van het SpvE niet verslechtert. De dekking van het tekort wordt gevonden in het gemeentelijk stadsvernieuwingsfonds, waarin jaarlijks de uitgaven worden gedeclareerd. Daarmee is het plan financieel haalbaar. De aanlegkosten en de gekapitaliseerde exploitatiekosten van de verandering in de lijnvoering van tramlijn 7 zijn niet in de exploitatieovereenkomst opgenomen. De dienst IVV zal voor dekking zorgen voor de lijnvoering van tramlijn 7. De kosten ten aanzien van kabels en leidingen komt voor het merendeel ten laste van de diensten en bedrijven. Tenslotte geldt dat daar waar het stadsdeel middels het bestemmingsplan bouwvolumes mogelijk maakt, de kosten van de daarbij behorende infrastructuur naar rato voor rekening komt van de diensten die daar gebruik van zullen maken. Over de verdeling van deze kosten worden vooraf afspraken gemaakt welke in een overeenkomst worden vastgelegd. Resumerend volgt hieruit dat de opbrengsten leiden tot economische uitvoerbaarheid van het plan.
101528-0001
33 T
9. MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID 9.1. Inspraak Op 6 juli 1999 is een inspraakbijeenkomst gehouden. Het voorontwerpplan heeft 4 weken ter inzage gelegen, waarbij de mogelijkheid is geboden schriftelijk en mondeling te reageren. Het verslag van de inspraakbijeenkomst is als bijlage toegevoegd. Daarnaast is er 1 schriftelijke reactie ontvangen van: de heer V.P. Jagerman Gulden Winckel plantsoen 32-1 De heer Jagerman heeft naar aanleiding van het concept bestemmingsplan de volgende vragen: 1. of hij na de realisatie van het plan nog voor de deur van zijn woning kan parkeren; 2. of de huidige bewoners rondom het Jan van Schaffelaarplantsoen die in het bezit zijn van een parkeervergunning in de toekomst ook gebruik mogen maken van de parkeergarage onder het Gulden Wincelplantsoen; 3. of de bestaande woningen aan het Bos en Lommerplantsoen voldoende beschermd worden door het geluidsscherm. Reactie ad 1: Voor het beantwoorden van de vraag of u in de toekomst voor uw huisdeur uw wagen kunt parkeren, wordt verwezen naar paragraaf 4.8. van de Toelichting. Hierin wordt aangegeven dat de parkeerbehoefte van de nieuwbouw wordt opgevangen in de parkeergarages. Van de 45 bestaande parkeerplaatsen op het het Gulden Winckelplantsoen blijven er 20 op maaiveld gehandhaafd. Het aantal parkeerplaatsen voor uw deur zal dus afnemen waardoor de kans bestaat dat u uw auto niet meer voor de deur kunt parkeren. Overigens is parkeren voor uw deur geen toegezegd recht. In het stadsdeel Bos en Lommer is het uitgangspunt dat iedereen een parkeerplek op redelijke loopafstand (300 meter hemelsbreed) kan vinden. ad 2: De bewoners aan het Jan van Schaffelaarplantsoen kunnen na realisering van het plan niet met hun parkeervergunning in de parkeergarage van het Gulden Winckelplantsoen parkeren. Het stadsdeel hanteert voor parkeren de volgende uitgangspunten: 1. De parkeerbehoefte van de nieuwbouw wordt opgevangen in de parkeergarages en drukt niet op de omgeving. 2. Iedere bezoeker en bewoner kan op redelijke loopafstand van de bestemming een vrije parkeerplaats vinden. Onder redelijke loopafstand wordt verstaan vijf minuten of ongeveer 300 meter, hemelsbreed gemeten. Voor het berekenen van de behoefte aan parkeerplaatsen worden parkeernormen gehanteerd. Voor de bestaande woningen aan het Jan van Schaffelaarplantsoen wordt uitgegaan van een parkeerbehoefte van 36 parkeerplaatsen. In totaal zijn er in dat deelgebied 154 parkeerplaatsen nodig. In de parkeergarage kunnen 97 parkeerplaatsen worden gerealiseerd en op straat komen 39 parkeerplaatsen terug. Daarnaast zijn er op redelijke loopafstand van het Jan van Schaffelaarplantsoen voldoende vrije parkeerplaatsen beschikbaar waar de bewoners gebruik van kunnen maken. ad 3:
101528-0001
34 T
De nieuwe gebouwen aan het Bos en Lommerplantsoen hebben een geluidsafschermende werking voor de achterliggende woningen. De bestaande woningen krijgen dus niet meer last, de geluidsoverlast neemt met het realiseren van het plan af. 9.2. Overleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening In het kader van het overleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening is het bestemmingsplan toegezonden aan de volgende instanties: 1. Inspecteur van Volkshuisvesting in Noord-Holland en Flevoland 2. Dagelijks bestuur Regionaal Orgaan Amsterdam 3. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam 4. Provincie Noord-Holland, dienst Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid 5. Amsterdamse Planologische Commissie 6. Inspectie Ruimtelijke Ordening West 7. Inspectie Milieuhygiëne Noord-West 8. Rijkswaterstaat, Dienstkring Amsterdam 9. Rijkswaterstaat, Directie Noord-Holland 10. Regionale Directie Domeinen West 11. Gemeentelijk Vervoerbedrijf GVB 12. Dienst Waterbeheer en Riolering 13. Gemeente Waterleidingen 14. Provincie Noord Holland 15. Ministerie van Economische Zaken, regio Noord-West Van de instanties genoemd onder 1,3, 4, 7, 8, 10, 11 is geen reactie ontvangen. De instantie genoemd onder 15 heeft te kennen gegeven geen opmerkingen over het plan te hebben. De reacties van de overige instanties worden hieronder weergegeven en van een beoordeling voorzien. 2. Dagelijks Bestuur Regionaal Orgaan Amsterdam Een suggestie is enige aandacht te besteden aan mobiliteitsbeleid/ vervoersmangagement in het licht van de ontwikkeling met kantoren en winkels. ▪ Vervoersmanagement is opgepakt door het GAK-kantoor in samenwerking met het Projectbureau Vervoersmanagement vanwege de tijdelijke verslechtering van de autobereikbaarheid wanneer de renovatie van de A-10 plaatsvindt. Bij de toekomstige gebruikers en bezoekers van bedrijven (inclusief winkelcentrum) van de te realiseren bebouwing op het Bos en Lommerplein zal t.z.t. in het kader van de Wet Milieubeheer het thema vervoersmanagement door de Milieudienst i.s.m. het Projectbureau Vervoersmanagement Noord-Holland worden opgepakt. 5. Amsterdamse Planologische Commissie De centrale verkeerscommissie is vooralsnog niet volledig akkoord met de voorgestane aanpassingen op het Hoofdnet Auto, te weten de Hoofdweg richting viaduct. Geadviseerd wordt bij de verder uitwerking van het verkeersareaal e.e.a. opnieuw aan de commissie voor te leggen.
101528-0001
35 T
▪ Bij de uitwerking van het verkeersareaal vindt regelmatig overleg plaats met de Centrale Verkeerscommissie. Aanpassingen aan het verkeersareaal worden in overleg met de CVC gedaan.
101528-0001
36 T
Geconstateerd wordt dat in deelgebied 2 nog 4.700 m2 onbestemd is. Mocht voor deze onbestemde meters gedacht worden aan invulling met winkels, dan is nogmaals advies van de Commissie winkelplanning nodig. ▪ Wanneer als invulling gedacht wordt aan winkels, zal dit worden besproken met de Commissie winkelplanning. Geconstateerd wordt dat in de inhoudsopgave achter art.5 Nutsvoorzieningen de code Mn ontbreekt, in art.1 een definitie ontbreekt van het begrip “maatschappelijke voorzieningen”, in art 17 vrijstellingen, in strijd met de vigerende ARBO eisen 3,5 m i.p.v. de vereiste 5,5 m hoogte voor gebouwen is aangehouden. Tenslotte wordt de plankaart als “erg moeilijk leesbaar” beschouwd vanwege de getailleerde ondergrond. ▪ In de inhoudsopgave is achter art. 5 Nutsvoorzieningen de code Mn opgenomen, in art.1 is een definitie gegeven van het begrip “maatschappelijke voorzieningen”. De vrijstelling voor 5,5 m is meegenomen. De plankaart is in kleur afgedrukt en de arcering is verwijderd, waardoor deze makkelijker leesbaar is 6. Inspectie Ruimtelijke Ordening West Vraagt duidelijkheid over het overzicht van het aantal parkeerplaatsen voor de verschillende nieuwe functies in het plangebied en hoe wordt omgegaan met het aantal parkeerplaatsen voor de bestemmingen binnen het plangebied die niet voldoen aan de B-norm van het locatiebeleid. ▪ Voor een volledig overzicht van het parkeerbeleid wordt verwezen naar paragraaf 4.8 van de toelichting. 9. Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland Plankaart: Rijkswaterstaat zou de toe- en afritten van de A-10 graag dezelfde bestemming geven als de Rijksweg. Verder is de vraag gesteld waarom delen van het talud geen verkeersbestemming hebben gekregen en is Rijkswaterstaat van mening dat het begrip Rijksweg niet voldoende bepaald is omdat dit begrip slechts iets zegt over het beheer van de weg. Tenslotte wordt gevraag om een nadere uitleg over de dubbelbestemming over de A10 ▪ De op- en afritten van het plan zijn bestemd als verkeersareaal (Va) omdat binnen deze bestemming ook de taluds en geluidsschermen mogelijk zijn, dit in tegenstelling tot de bestemming autosnelweg (Var) . Voor wat betreft het nader overleg en de bebouwingsgrenzen wordt verwezen naar het bestuurlijk overleg tussen Amsterdam en Rijkswaterstaat – NH van 5 januari 2000. Hierin heeft rijkswaterstaat de gronden en lucht die nodig zijn voor de bouw van de kantoorgebouwen over de A10 en de gronden die nodig zijn voor de gebouwen langs de A10, overtollig verklaard, met dien verstande dat de exacte begrenzing nog nader diende te worden bepaald. Hierbij wordt gedoeld op de reservering ten behoeve van een eventuele toekomstige verbreding van de A10 met 1 rijstrook. Op dit moment wordt in overleg met de projectorganisatie groot onderhoud A10-west van rijkswaterstaat onderzocht wat voor consequenties deze re-
101528-0001
37 T
servering heeft op de locatie van de op- en afritten in relatie tot de bovengenoemde gebouwen. Daarbij wordt gestreefd naar een optimalisatie en een minimale verbreding. Het begrip “rijksweg” is vervangen door “autosnelweg”. Rijkswaterstaat zou de volgende punten nog graag in de Toelichting verwerkt zien: 1.
Het verwerken van de resultaten van een aantal onderzoeken op de planvorming; 2. de invloed van de ontwikkelingen op het gebied van de verkeers- en vervoersaspecten op dit plan; 3. de wijze van scheiding van het parkeren van de verschillende doelgroepen 4. beschrijving van de langzaamverkeersroutes; 5. opmerking over het verdwijnen van het station Burgemeester de Vlugt laan en het blijven van de sneltram; 6. kaartje over het traject van de kabels en leidingen; 7. beschrijving van de verkeers- en vervoersapecten van de planontwikkeling in relatie tot de capaciteit van de infrastructuur; 8. het verwerken van het akoestisch onderzoek in het plan; 9. een paragraaf waterhuishouding; 10. een hoofdstuk over externe veiligheid. ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
▪ ▪ ▪
ad 1: Er is een beschrijving van alle onderzoeken gegeven waarvan enkele ook zijn bijgevoegd zie hoofdstuk 6. ad 2: Het programma is nu duidelijk in de toelichting opgenomen. ad 3: Er is een aparte paragraaf voor parkeren opgenomen, zie paragraaf 4.8. ad 4: Er is een aparte hoofdstuk voor de infrastructuur opgenomen, zie hoofdstuk 5. ad 5: Zie paragraaf 5.2, het NS-station verdwijnt maar de ringlijn blijft. ad 6: Er is geen kaart toegevoegd over het traject van de kabels en leidingen daar er nog niet voldoende duidelijkheid over is. ad 7: Een deel van het Bos en Lommerplein wordt samen met het groot onderhoud van de A-10 West ontwikkeld. Samen met Rijkswaterstaat wordt in dit kader onderzocht hoe de capaciteit van de infrastructuur van dit en andere stadsdelen kan worden gewaarborgd. Het overige deel van het bos en Lommerplein levert geen problemen op. Overigens blijft het plangebied tijdens de ontwikkeling voor het openbaar vervoer toegankelijk. ad 8: Zie paragraaf 6.1over akoestisch onderzoek. ad 9: Er is een aparte paragraaf opgenomen over grondwater zie paragraaf 6.6. ad 10: Er is een aparte paragraaf opgenomen over externe veiligheid zie, paragraaf 6.4.
101528-0001
38 T
Voorschriften Begrip van bebouwingsgrens en gevelreferentielijn ontbreekt. Het verminderen van de aanduiding van bebouwingspercentages op de kaart Dubbelbestemming ontbreekt bij artikel 7 en artikel 10. ▪
Het begrip “gevelreferentielijn” is opgenomen in de begripsbepalingen in de voorschriften. De bebouwingspercentages zijn eruit gehaald, de bebouwingsgrenzen zijn opgenomen. Aan bestemming Bk en Bc, is een dubbelbestemming toegevoegd. Met betrekking tot de dubbelbestemming t.a.v. de bestemming “Verkeersareaal” wordt verwezen naar de brief d.d. 5 januari 2000.
10. Gemeentewaterleiding In de huidige viaducten over de A10 liggen twee hoofdroutes van gemeentewaterleidingen die van essentieel belang zijn voor de levering van drinkwater in het plangebied. Het is echter niet duidelijk of de constructie van de nieuwe viaducten geschikt is om er de huidige waterleiding in op te nemen. Wanneer verlegging naar een nieuw tracé noodzakelijk is, komen de kosten ten laste van het project. ▪
Bij het ontwerp van het viaduct wordt dit aspect meegenomen.
12. Dienst Waterbeheer en Riolering Vraagt of aandacht kan worden besteed aan hoe om te gaan met het “schoon” regenwater, keuze voor materialen zoals voor dakbedekking en straatmeubilair, vervuiling grondwater en de plicht tot het opnemen van een grondwaterparagraaf in de toelichting van het bestemmingsplan. ▪ De grondwaterparagraaf is opgenomen in de toelichting. Met betrekking tot het verzoek om aandacht aan een aantal punten te besteden wordt verwezen naar paragraaf 9.2 van het SP. In deze paragraaf Milieu worden o.a. uitvoerig ingegaan op de wijze waarop bij de inrichting is rekening gehouden met ecologische aspecten. De parkeergarages zullen worden gebouwd volgens het principe van een gesloten bakprincipe en verder wordt ingegaan op de aspecten grondwater en waterbesparing en riolering. Behalve dat deze aspecten in het SP aandacht hebben gekregen zijn ze verwerkt in hoofdstuk 6 van het bestemmingsplan. 14. Provincie Noord-Holland Voorkomen moet worden dat na sluitingstijd bij de overbouwing van de A10 een ‘doodse sfeer’ ontstaat. Speciale aandacht wordt daarom gevraagd voor het aspect sociale veiligheid bij de winkels en kantoren, bij de voetgangerstraverse en rondom de hoge geluidsschermen. ▪ Bij de uitwerking van het plan wordt rekening gehouden met het aspect van sociale veiligheid. Knelpunten zoals de onderdoorgangen van de snelweg en de taluuds zullen apart worden bekeken en getoetst op het aspect van sociale veiligheid. Woningbouw langs het plein en aan het park garandeert zicht en levendigheid. Kantoren, winkels en woningen krijgen zoveel mogelijk zicht op straat. De openbare ruimten krijgen een logische en overzichtelijke inrichting. De Bos en Lommerweg en de
101528-0001
39 T
Hoofdweg blijven de belangrijkste doorgaande wegen, ook ’s nachts. Plekken die extra aandacht zoals toegangen naar parken en tramhaltes zullen extra goed worden verlicht. In het plangebied zullen geen dode hoeken of laad en los stegen worden gerealiseerd. De scheiding tussen de openbare ruimte en privé zal helder zijn. Wanneer blijkt dat op sommige plekken ’s avonds geen levendigheid te garanderen is zullen gedeeltes worden afgesloten kunnen worden van het openbaar gebied. Verzocht wordt na te zien of de bestemmingsplanregelingen zijn toegesneden op de hoogte van de te plaatsen geluidsschermen langs de A10. In de betreffende regelingen (art 10 en art 14 lid 1) komen de voorgestelde hoogten (24 m en 27 m) niet overeen of wordt niets over geluidsschermen vermeld. ▪ De hoogte van de schermen is maximaal 18 m hoog. Deze hoogte is ook als zodanig in de desbetreffende voorschriften opgenomen. Deze bouwhoogte van de schermen is volledig afgestemd op de eisen van het (autonome) saneringsproject A10 West van de gemeente Amsterdam en Ministerie van VROM. Verzocht wordt tijdig vóór vaststelling van het plan bij Gedeputeerde Staten de noodzakelijke hogere waarden als bedoeld in de Wet geluidhinder aan te vragen. ▪ Deze is tijdig voor vaststelling aangevraagd en verkregen. De A10 is onderdeel van de route gevaarlijke stoffen. Het is van belang om de resultaten van het door bureau SAVE verrichte onderzoek in de toelichting te vermelden. ▪ De resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in de toelichting. 9 oktober 2000