LESPAKKET 2014
2 = 1
1+
Inhoudsopgave
Introductie 3 Achtergrondinformatie Right To Play 4 Achtergrondinformatie Mali 6 Lessen 7 Bijlage 11
2 = 1
1+
Introductie
Met dit lespakket maken de leerlingen kennis met Right To Play. Waar staat Right To Play precies voor en waarom is het recht op sport en spel nou zo belangrijk voor elk kind. Veel kinderen in Nederland beoefenen wekelijks een sport of spelen elke dag met vriendjes op het schoolplein. Maar hoe zou het zijn als je als kind niet kan sporten en spelen? En wat voor invloed heeft dat op je ontwikkeling als kind? Op een interactieve manier zullen de kinderen hier meer over leren en vooral ervaren hoe belangrijk het recht op sport en spel is! Onderwerpen Het lespakket is onderverdeeld in vier lessen. Elke week bespreek je 1 onderwerp met je klas. De volgende onderwerpen komen aan bod: Les 1 onderwerp: leren Les 2 onderwerp: gezondheid Les 3 onderwerp: vrede Les 4 onderwerp: gemeenschap Deze onderwerpen maken onderdeel uit van de sport- en spelprogramma’s van Right To Play!
Lespakket middenbouw
Het lespakket bestaat uit (lees)opdrachten, videocontent, kringgesprekken en spellen. Het is leerzaam en interactief. Door de duidelijke uitleg van de stof kunnen leerlingen zowel gezamenlijk als zelfstandig te werk gaan. Je kan er dus voor kiezen om de 4 lessen individueel te laten doen of klassikaal. De volgende afbeeldingen worden gebruikt om aan te geven wat voor soort opdracht aan bod komt:
3
2 = 1
1+
Achtergrondinformatie
Right To Play in het kort Als toonaangevende internationale organisatie zet Right To Play zich in voor het recht van ieder kind om te sporten en te spelen. Voor een heleboel kinderen wereldwijd is dit niet vanzelfsprekend en Right To Play gelooft dat sport en spel onmisbaar is voor de ontwikkeling van kinderen. Door de kracht van sport en spel in te zetten in gebieden die door oorlog, armoede en ziekte zijn getroffen, leren kinderen belangrijke vaardigheden zoals samenwerken en fair play en wordt op spelenderwijs voorlichting gegeven over o.a. ziektes als HIV/Aids, malaria en tuberculose. Right To Play zorgt voor een veilige plek voor kinderen om spelenderwijs te leren en geeft kinderen hoop op een betere toekomst. In de projecten wordt geen enkel kind uitgesloten en daarom werkt Right To Play onder andere met meisjes, kinderen met een handicap, kinderen met HIV/ Aids, straatkinderen, voormalig kindsoldaten en vluchtelingen. Waarom sport en spel? Sport en spel zijn essentieel als het gaat om de ontwikkeling van kinderen. Het bevordert de fysieke, sociale en emotionele ontwikkeling. Door te sporten en te spelen leren kinderen vaardigheden voor het leven. Ook helpt sport en spel bij de ontwikkeling van lokale gemeenschappen. Right To Play Coaches brengen hun gemeenschap bij elkaar door activiteiten te organiseren. De inzet van lokale Coaches zorgt ervoor dat de gemeenschap eigen verantwoordelijkheid neemt en dat het effect van de Right To Play activiteiten op de lange termijn blijft bestaan en ter plaatse wordt voortgezet.
Lespakket middenbouw 4
Daarnaast dragen sport en spel bij aan conflictpreventie en vredeseducatie. Kinderen leren door te sporten en te spelen conflicten te hanteren en te voorkomen. Hierdoor bouwt Right To Play aan meer begrip en respect binnen de gemeenschap. Tot slot kunnen sport en spel ook goed worden ingezet als het gaat om voorlichting over gezondheid en preventie van ziektes. Spelenderwijs leren kinderen hoe ze hun eigen gezondheid in de hand kunnen krijgen en houden. De geschiedenis van Right To Play Right To Play is voortgekomen uit Olympic Aid, een fondsenwervende organisatie opgericht door het Lillehammer Olympisch Organisatie Comité in 1994. Viervoudig gouden medaille winnaar Johann Olav Koss, oprichter en CEO van Right To Play, was de belangrijkste Ambassadeur van Olympic Aid. Olympic Aid haalde miljoenen dollars op. Het geld ging naar projecten die zich inzetten voor het recht van ieder kind om te spelen (the right to play). In 2000 is dit doel geregistreerd als een officiële uitvoerende organisatie die gebruik maakt van sport als middel voor ontwikkeling, vrede en gezondheid, en werd de naam veranderd in Right To Play. Op dit moment werkt Right To Play in meer dan 20 ontwikkelingslanden in Afrika, Azië, Zuid-Amerika en het Midden-Oosten. Het kantoor van Right To Play in Nederland is gevestigd in Den Haag. Hier houden zes enthousiaste medewerkers, ondersteund door ambassadeurs, vrijwilligers en stagiaires, zich bezig met het vergroten van de naamsbekendheid en de fondsenwerving in Nederland ten behoeve van Right To Play projecten in achtergestelde gebieden. Met de activiteiten die rondom Kinderen voor Kinderen en de Kinderboekenweek worden georganiseerd, hoopt Right To Play dat zoveel mogelijk Nederlandse kinderen zich zullen inzetten voor hun leeftijdsgenootjes elders op de wereld.
1+
Achtergrondinformatie
Missie, visie, waarden De Verenigde Naties erkennen spel als recht van elk kind. Spelen is niet alleen een luxe, het is een middel voor onderwijs en gezondheid. Het kan hele gemeenschappen bij elkaar brengen en inspireert elk individu. Een potje voetbal kan kinderen leren over tolerantie en vrede. Tikkertje kan de kinderen iets bijbrengen over malaria. Spelen helpt bij het leren van belangrijke levenslessen en de ontwikkeling van vaardigheden zoals samenwerken en leiderschap.
Waarden Wij zorgen Wij zorgen voor kinderen en gemeenschappen Wij zorgen voor onszelf én voor anderen
Missie Right To Play’s missie is om de kracht van sport en spel te gebruiken om kinderen te leren om gaan met gevolgen van armoede, oorlog en ziekte in onderontwikkelde gebieden.
Wij zijn Wij zijn eerlijk Wij werken integer Wij beloven bij onze beloftes
Visie De visie van Right To Play is een gezonde en veilige wereld creëren door middel van sport en spel.
Wij doen Wij geloven dat alles mogelijk is Wij creëren mogelijkheden waar ze niet bestaan Wij werken hard om het verschil te maken
Wij spelen Wij hebben plezier in alles wat we doen Wij vinden het belangrijk om te kunnen lachen
Wij zijn een team Wij zijn allemaal verschillend, maar steunen elkaar waar nodig Wij werken als team en staan voor één doel Ambassadeurs Right To Play is er trots om een aantal professionele en Olympische (oud)topsporters tot haar ambassadeurs te mogen rekenen. Onze ambassadeurs vergroten de naamsbekendheid van Right To Play door zich vrijwillig in te zetten bij acties en evenementen. Ook promoten ze acties van Right To Play via traditionele en sociale media. Wanneer Right To Play ambassadeurs de programma’s op locatie bezoeken om een goed beeld te krijgen van ons werk, spelen ze een belangrijke rol in het verspreiden van onze boodschap: de positieve impact van sport en spel op onderwijs, gezondheid en vaardigheden.
5
Lespakket middenbouw
2 = 1
2 = 1
1+
Achtergrondinformatie Mali
ACHTERGRONDINFORMATIE OVER MALI Het land Mali ligt in West Afrika. Er wonen bijna 16 miljoen mensen, net als in Nederland. Mali behoort tot de armste landen in de wereld. Meer dan de helft van de mensen in Mali moet rondkomen van minder dan 1 euro per dag. Als gevolg van de grote armoede in Mali gaan de meeste kinderen niet naar school. Ze moeten thuis meehelpen of zelf geld verdienen. In 2012 was er een staatsgreep in Mali, en daarna werd er in het noorden veel gevochten en was het erg onrustig. Daarom gaat het nu nog slechter in Mali. Veel mensen zijn naar het zuiden gevlucht, waardoor de voedsel en economische problemen die er al waren alleen maar erger zijn geworden. Ook het onderwijs, dat al zwak was, staat nog meer onder druk. Veel scholen zijn beschadigd geraakt of barsten letterlijk uit hun voegen omdat er te veel kinderen zijn voor te weinig scholen en er is ook een groot tekort aan school materialen. Right To Play in Mali Right To Play is al sinds 2002 actief in Mali. De eerste projecten waren gericht op een vaccinatie campagne waarvoor sport en spel worden ingezet. Het huidige programma, dat startte in 2007, heet Play To Learn. Het is er op gericht kinderen, vooral meisjes, (terug) naar school te krijgen, de lesmethoden en lesmaterialen beter te maken en te zorgen voor meer gelijkheid tussen meisjes en jongens en ook dat er niemand wordt buitengesloten.
Lespakket middenbouw
Sport en spel zijn daarvoor geschikte instrumenten en natuurlijk heel leuk om te doen. Door sport en spel krijgen kinderen meer zelf vertrouwen, gaan ze beter met elkaar om en zijn ze beter in staat om problemen zelf op te lossen. In de scholen waar Right To Play actief is zijn leerlingen gemotiveerd, doen ze actief mee in de klas en kunnen ze ook goed met de juffen en meesters opschieten omdat er op een andere manier wordt lesgegeven, waar bijvoorbeeld lijfstraffen (het slaan van kinderen als straf) niet bij horen.
6
Right To Play projecten in 2014 Locaties: Bamako (132 schools); Bougouni (68 Schools) Aantal kinderen: Bamako: 21,015 (45% meisjes); Bougouni: 13,539 (50% meisjes) Aantal sportleiders: Bamako: 544 (50% vrouwen); Bougouni: 578 (39% vrouwen) In Bamako worden de Right To Play activiteiten, waaraan al meer dan 20.00 kinderen en jongeren deelnemen, voortgezet en zal meer worden samen gewerkt met lokale organisaties die uiteindelijk de activiteiten zullen overnemen van Right To Play. In Bougani (Sikasso regio) gaan twee nieuwe scholen met 1400 kinderen meedoen aan het Right To Play programma waardoor het totaal aantal kinderen dat bereikt wordt in Bougani uitkomt op bijna 14.000. Het is ook de bedoeling dat op beide plekken Right To Play samen met de scholen en lokale mensen zogenaamde Play Days - 58 in totaal – organiseert en een sportcompetitie met 22 keer wedstrijddagen. Daarnaast worden leraren en coaches getraind in Right To Play lesmethodes, waarbij sport en spel worden gebruikt, en in sport technische kennis en vaardigheden. Ze krijgen daarvoor dan ook een certificaat. Zo draagt Right To Play bij aan beter onderwijs in Mali, waardoor meer kinderen naar school kunnen, het leuk vinden om naar school te gaan, en uiteindelijk meer kans hebben op een goede toekomst.
2 = 1
1+
Lessen
Introductie De groepen 4, 5 en 6 zullen de komende weken op een interactieve manier erachter komen wat Right To Play als goed doel doet en hoe belangrijk het is dat elk kind het recht heeft om te sporten en spelen. Introductie opdrachten Laat het filmpje van Right To Play in de klas zien. Klik hier om naar het filmpje te gaan. Ga met je groep in een kring zitten en laat de kinderen over hun eigen sport vertellen. Wat vinden de kinderen zo leuk aan sport en spel? Vertel daarna in het kort hoe belangrijk sport en spel eigenlijk is. Dat sport en spel niet alleen heel leuk is, maar dat je door sport en spel ook heel veel kan leren. Vraag de kinderen wat zij door hun sport allemaal leren. (voorbeelden van antwoorden: Sport en spel leert de kinderen bijvoorbeeld hoe ze moeten samenwerken, hoe ze met winst en verlies moeten omgaan, om respect voor elkaar te hebben, om naar elkaar te luisteren om eerlijk te zijn naar elkaar, vertrouwen te hebben in elkaar, dat iedereen gelijk is aan elkaar en het allerbelangrijkste dat je veel plezier hebt. Door sport en spel maak je ook snel vriendjes of vriendinnetjes. Geef aan dat veel arme kinderen in de wereld dat recht helaas niet hebben. En voor al die kinderen zet Right To Play zich in, want ieder kind heeft het recht om te kunnen sporten en spelen.
2 = 1
1+
Lessen
Les 1 onderwerp: Vriendschap Sport en spel is niet alleen erg leuk om te doen, maar het is ook goed voor de ontwikkeling en de basisvaardigheden van kinderen. Tijdens de introductie opdrachten hebben jullie als klas al veel voorbeelden besproken wat je door sport en spel allemaal kan leren. Sport en spel is niet alleen heel leerzaam, maar door sport en spel maak je ook snel vrienden. Opdracht Laat de kinderen hun eigen Right To Play vriendje of vriendinnetje inkleuren en uitknippen. Hang deze in de klas op of maak er een leuke slinger van. Zie bijlage om de kleurplaat uit te printen + extra Speel tijdens de pauze of de gymles het spel: pak de staart van de draak (nr. 3 uit het spellenoverzicht in de Play Day Manual)
Lespakket middenbouw 8
Les 2 onderwerp: Gezondheid In Nederland leren de kinderen thuis van hun ouders dat je bijvoorbeeld voor het eten je handen moet wassen en dat je vuil in de prullenbak moet gooien. Voor kinderen in arme landen is dit niet vanzelfsprekend. Hierdoor leven zij niet in een gezonde leefomgeving en hebben ze een grote kans op ziektes. Om dit te voorkomen leert Right To Play op een speelse manier door middel van haar sport- en spelprogramma’s hoe zij op hun hygiëne kunnen letten. Lees samen met de klas het verhaal: feestje voor een prikje. Zie bijlage Bespreek vervolgens samen met de klas hoe belangrijk het is dat mensen naar de dokter gaan, zodat je geen ziektes oploopt. Veel mensen in arme landen wordt het niet geleerd dat ze naar de dokter moeten als ze echt ziek zijn. Hierdoor geven veel mensen ook ziektes aan elkaar over. Ook door een ongezonde leefomgeving kunnen de mensen sneller ziektes oplopen en daarom is het heel belangrijk dat hen geleerd wordt hoe je met hygiëne moet omgaan. Right To Play zorgt ervoor dat ze dat door de sport- en spelprogramma’s weten hoe zij met hygiëne en gezondheid om moeten gaan. Een voorbeeld van zo’n spel die Right To Play toepast is het estafette spel. De kinderen leren door het spelen van estafette dat ze vuil in de prullenbak moeten gooien. Ze zetten tijdens het spel 2 tonnen neer en iedereen krijgt een bal dat symbool staat voor vuil. Op die manier leren ze dat vuil in de prullenbak hoort. (Het estafette spel kan eventueel zelf gespeeld worden!) Om de kinderen bewust te maken dat een schone omgeving heel belangrijk is voor de gezondheid, vind je in de bijlage een document met verschillende plaatjes. Knip deze plaatjes uit en geef deze aan een tweetal. Op het bord schrijf je links het woord ‘schoon’ en rechts het woord ‘vuil’. Vervolgens geef je elk tweetal de beurt om het plaatje dat ze hebben gekregen op te plakken op het bord. De kinderen moeten dus zelf goed kijken of het bij schoon hoort of dat het onder vuil moet komen te staan.
1+
Lessen
Les 3 onderwerp: Vrede Helaas zijn er veel landen in de wereld waar oorlog heerst of waar het niet veilig is om te leven. In die landen leven veel kinderen die daardoor niet naar buiten kunnen om te sporten of spelen, omdat dat te gevaarlijk is. Right To Play zorgt ervoor wanneer de oorlog voorbij is en het weer veilig genoeg is, dat de kinderen aan de Right To Play sport- spelprogramma’s kunnen meedoen. Deze spellen zijn speciaal gericht op vrede. Door oorlog kunnen kinderen zich niet meer veilig voelen en daardoor wil Right To Play door middel van hun spellen ervoor zorgen dat de kinderen weer plezier kunnen hebben en vooral ook anderen weer kunnen vertrouwen en niet meer bang hoeven te zijn wat er om Opdracht
Vertel de kinderen dat er veel landen zijn waar oorlog heerst en waar het niet veilig is voor kinderen om buiten te spelen. Schrijf links op het bord ‘oorlog’ en rechts op het bord ‘vrede’. Stel de volgende vragen aan de leerlingen. Vraag 1: Waar denk je aan als je aan oorlog denkt? Schrijf de antwoorden van de kinderen op het bord op onder het kopje ‘oorlog’. Vraag 2: Waar denk je aan als je aan vrede denkt? Schrijf de antwoorden van de kinderen op het bord onder het kopje ‘vrede’.
Schrijf links op het bord ‘niet spelen’ en rechts op het bord ‘Right To Play’ Vraag 1: Hoe zou jij het vinden als je niet meer naar buiten mag om te sporten en spelen? Schrijf de antwoorden van de kinderen op het bord onder het kopje ‘niet spelen’ Mogelijke antwoorden: Niet spelen Right To Play Stom/niet leuk Leuk Niet kunnen spelen met je vriendjes Spelen met vriendjes Recht op sport en spel Bespreek vervolgens met de klas dat Right To Play ervoor zorgt dat kinderen die in oorlog hebben geleefd weer de mogelijkheid krijgen om te sporten en spelen. Right To Play stuurt coaches naar het land, zodat zij sport- en spelprogramma’s kunnen opzetten.
+ extra Speel tijdens de pauze of de gymles het spel: Vertrouwensspel (nr. 8 uit het spellenoverzicht in de Play Day Manual)
Mogelijke antwoorden: Oorlog Vrede Stom/niet leuk Leuk Bang Vrij Niet veilig Veilig (kind)soldaat Geen (kind)soldaat Schieten Niet schieten Pistool/geweer Geen pistool/geweer Niet spelen Wel spelen
9
Lespakket middenbouw
2 = 1
2 = 1
1+
Lessen
Les 4 onderwerp: Samen Hoe fijn is het als iedereen samen kan sporten en spelen. Dat het niet uit maakt waar je vandaan komt of je blank of donker bent of dat je een jongen of een meisje bent. Toch komt het nog steeds in landen voor dat jongens en meisjes bijvoorbeeld geen gelijke rechten hebben of dat je vreemd wordt aangekeken omdat je er anders uit ziet of dat je een andere afkomst hebt. Dit is één van de doelen wat Right To Play in haar projectlanden voor elkaar wil krijgen. Dat de mensen in het land een gemeenschap vormen en dat iedereen gelijk is aan elkaar. Opdracht
Lees samen met de klas het verhaal: ongehoorzaam. Zie bijlage. Bespreek met de klas vervolgens het verhaal. Vraag aan de klas wat Amir van zijn moeder niet mag. In sommige landen komt het dus nog steeds voor dat niet iedereen samen met elkaar mag spelen. Vraag aan de klas wie er in het verhaal er juist voor zorgt dat de kinderen wel samen spelen. Right To Play zet zich hier voor in en wil door de kracht van sport en spel de mensen juist tot elkaar brengen, zodat ze wel samen gaan sporten en spelen. Laat de kinderen hun eigen ‘droom’ speelplein tekenen, waar iedereen op mag spelen en waar iedereen gelijk is aan elkaar! + extra Speel tijdens de pauze of de gymles het spel: over en onder (nr. 5 uit het spellenoverzicht in de Play Day Manual)
Lespakket middenbouw 10
Bijlage
Lespakket middenbouw
1+
2 = 1
11
Lespakket bovenbouw
12
Bijlage 2 = 1 1+
1+
Bijlage
Feestje voor een prikje Kebe kan al vanuit de verte het grote spandoek zien: ‘Right To Play’ staat er in grote rode letters tegen een gele achtergrond. Het spandoek past mooi bij het T-shirt dat Kebe aanheeft. Daarop staat de rode bal met het motto Prends soin de toi, prends soin des autres. In het dagelijks leven is Kebe student medicijnen aan de universiteit van Bamako. Maar vandaag is hij formatteur. Zo worden de coaches van Right To Play in Mali genoemd. Een maand geleden hoorde Kebe dat de organisatie Right To Play vrijwilligers zocht die tot formatteur zouden worden opgeleid om te helpen bij een grote mazelencampagne die door de regering van Mali werd georganiseerd. Hij gaf zich meteen op. Kebe weet goed hoe gevaarlijk mazelen kunnen zijn. Tijdens zijn studie heeft hij geleerd dat in de Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara ieder jaar een half miljoen kinderen aan deze ziekte sterven. En dat is helemaal niet nodig: één injectie kan hun leven redden. Maar terwijl in Europa of Amerika iedereen via de schooldokter of huisarts in een mum van tijd is ingeënt, is het in Afrika veel moeilijker om alle kinderen te bereiken. Veel kinderen gaan niet naar school, de meeste mensen hebben geen vaste dokter en de huizen en dorpen liggen ver uit elkaar.
Twee weken lang heeft Kebe een training gevolgd waarin hij leerde hoe hij met de kinderen moest omgaan en met welke spellen hij ze iets kon bijbrengen. Hij zag hoe beroemde voetballers uit Mali reclame maakten voor de speeldag van Right To Play. En hij hoorde hoe steeds meer kinderen uit de buurt zich begonnen te verheugen op het festival dat zou komen. Op de grond ligt een papiertje. Kebe raapt het op en glimlacht. Het is een van de flyers die Right To Play heeft laten drukken. Tegen een helderblauwe achtergrond is Frederic Kanouté te zien, de Malinese voetballer die speelt voor Tottenham Hotspur. Hij heeft een geel Right To Play T-shirt aan, en houdt een rode bal onder zijn arm. ‘Ik steun de inentingscampagne tegen mazelen,’ staat er in een tekstballon boven zijn hoofd. Kebe heeft ook reclames gezien met Seydou Keita, die middenvelder is voor RC Lens, en van de voormalige bondscoach Capi. Kebe heeft er zin in. Hij zal ervoor zorgen dat de kinderen zoveel plezier hebben vandaag dat ze de injectie die ze krijgen snel weer vergeten. Als hij het speelveld oploopt, kan hij zijn ogen bijna niet geloven. Er staan al meer dan tweeduizend kinderen te wachten tot het sportfestival begint. Dat belooft wat voor zijn eerste dag als formatteur. Maar het is duidelijk: de actie van Right To Play werkt! - Mali uit: Jesse Goossens, Right To Play
Kebe kan zich goed voorstellen dat niemand het leuk vindt om een paar kilometer te lopen om een prik te halen. Daarom vond hij het een goed plan dat Right To Play sportfestivals ging organiseren waar met de kinderen werd gesport en gespeeld. Daar zouden zeker veel kinderen op af komen, en via de spellen zouden ze ook nog van alles over mazelen en andere ziekten kunnen leren.
13
Lespakket middenbouw
2 = 1
2 = 1
1+
Bijlage
Ongehoorzaam Amir belt aan bij de flat waar hij woont, in joods Oost-Jeruzalem. Hij kan binnen de televisie horen: het is de eindmelodie van de soapserie waar zijn moeder iedere middag naar kijkt. Voetstappen komen dichterbij. Als zijn moeder de deur opent, staat haar gezicht op onweer. ‘Amir Sjochet!’ zegt ze streng. ‘Waarom ben je zo laat?’ ‘Het was speldag vandaag, en wij waren het laatst aan de beurt om te spelen,’ begint Amir uit te leggen. ‘En daarna kregen we nog wat te drinken en hebben we Nickelodeon gekeken tot de bussen kwamen…’ Op dat moment weet hij dat hij iets verkeerds heeft gezegd. ‘Ben je toch meegegaan?’ zegt zijn moeder, nu echt boos. ‘Je weet dat je vader en ik het erover hebben gehad. Het is nergens voor nodig dat jij met Palestijnse kinderen speelt. Ze maken ons leven al moeilijk genoeg. Naar je kamer jij! Ik ga de school bellen.’ Amir gaat in zijn kamer op zijn bed zitten. Hij hoort zijn moeder telefoneren. Amir probeert mee te luisteren, maar hij kan niet goed verstaan wat zijn moeder zegt. Het gesprek duurt lang. Eindelijk hoort hij dat ze ophangt. Zijn moeder komt de slaapkamer binnen en gaat naast hem op bed zitten. ‘Vertel eens,’ zegt ze, en haar stem klinkt een stuk vriendelijker dan daarnet, ‘wat hebben jullie allemaal gedaan?’
Lespakket bovenbouw
Amir vertelt. Hij beschrijft hoe hij met de hele klas in de bus naar het tenniscentrum ging. Daar kwamen ook bussen met Palestijnse kinderen aan. In het centrum werden ze in groepen verdeeld. In iedere groep kwamen Palestijnse én joodse kinderen. Dat was wel even raar, vertelt Amir, want Palestijnen spreken Arabisch en Amir spreekt alleen Hebreeuws. Toch had hij al snel vriendschap gesloten met een jongetje uit de groep. Mohammed heet hij, en met zijn vingers had hij duidelijk gemaakt dat hij zes jaar was – even oud als Amir.
14
‘We hebben een hindernisbaan gemaakt!’ Amir wordt steeds enthousiaster. ‘En we hebben ballen doorgegeven, over ons hoofd en onder onze benen door. En volgende week gaan we met z’n allen naar de dierentuin en dan zie ik Mohammed weer.’ Dan schrikt hij en kijkt naar zijn moeder. Hij mag natuurlijk helemaal niet met de Palestijnse kinderen naar de dierentuin. Maar zijn moeder geeft hem een aai over zijn hoofd. ‘Ik zal wel met je vader praten,’ zegt ze. ‘De juf heeft ons uitgenodigd om een keer te komen kijken als jullie samen spelen. Dan kun je me laten zien wie Mohammed is. Je vader zal niet blij zijn dat je niet naar hem hebt geluisterd, maar ik denk dat we dat deze keer wel door de vingers kunnen zien. Samen spelen, daar schuilt toch eigenlijk niets kwaads in?’ - Israël/Palestina uit: Jesse Goossens, Right To Play