11.1
De leergebieden.
De meeste leergebieden worden in onze lesrooster ingevuld. Er zijn ook een aantal vakoverschrijdende leergebieden waarvan we de doelen terug vinden in de andere vakken. Denk aan ‘leren leren, ‘ICT’, ‘sociale vorming’, …. We hebben 28 lestijden om te werken aan onze ET. Marges VAK
Afspraak binnen de school
1ste gr.
2de gr.
3de gr.
1ste gr.
2de gr.
3de gr.
3
3
3
3
3
3
5 - 7
5 - 7
5 - 6,5
6
6
6
Wisk.
5,5 - 7
5,5 - 7
5 - 7
6
6
6
Muz.opv.
3 - 4,5
3 - 4,5
3 - 4
4
4
3
3
3
2 - 3
2
2
2
1
1
6
6
Godsd. Taal
LO + schrift LO Schrift W.O.
5,5 - 7
5,5 - 7
Frans
5 - 6
5
2 - 3
Totaal
3 28
28
28
We kunnen binnen de afspraak van de school wel kleine wijzigingen aanbrengen, tenminste als ze binnen de marges vallen en na overleg met de directie. Alle klassen bezitten jaarplannen van de volgende leergebieden. Deze zijn opgemaakt i.s.m. de parallelpartners en worden blijvend getoetst aan de nieuwe leerplannen. 11.1.1 Godsdienst: Leerplan 'Godsdienst'
C.R.K.L.O. 1999
Handleidingen en materiaal ‘De Tuin van Heden’ Vastenproject van het Bisdom Communievoorbereiding: 'Het volk van God' aangevuld met ‘Kobe’ Kinderbijbels Actuele thema’s komen ook aan bod b.v. Welzijnszorg, Damiaan, … Info: http://www.vanin.be/tuin-van-heden/
5/01/2010
Basisschool Helibel – hoofdstuk 11
4
11.1.2 Moedertaal: Leerplan 'Krachtlijnen voor moedertaalopvoeding in de basisschool' C.R.K.L.O. 1989 Leerplan 'Moedertaalopvoeding in de basisschool: Luisteren' 1990
C.R.K.L.O.
Leerplan 'Moedertaalopvoeding in de basisschool: Spreken' 1991
C.R.K.L.O.
Leerplan 'Moedertaalopvoeding in de basisschool: Lezen'
C.R.K.L.K.O. 1993
Leerplan 'Moedertaalopvoeding in de basisschool: Schrijven' C.R.K.L.K.O. 1995 Leerplan 'Moedertaalopvoeding in de basisschool: Taalbeschouwing C.R.K.L.K.O. 1996
Eerste leerjaar: Lille: ‘Leessprong – ik lees met hup De belangrijkste eigenschappen van Leessprong - ik lees met hup: een op-en-top directe systeemmethode; in vergelijking met andere leesmethodes en zelfs met de voorganger Leessprong worden kinderen veel vroeger en sneller tot lezen aangezet; het leerproces is creatief en speels door het inschakelen van de klaspop Hup; minder uitvallers per klas door de aanpak van de methode; taalbeschouwing en begrijpend lezen worden verder uitgebouwd ; spelling krijgt een actuele benadering dankzij de koppeling met Tijd voor Taal Spelling; alle materialen zijn aantrekkelijk en gebruiksvriendelijk uitgewerkt. Hoe werkt de methode? Om de connecties tussen klank en letter te verstevigen worden de letters in gevarieerde situaties (co-variatie) aangeboden. De sleutelwoorden worden onmiddellijk en volledig geanalyseerd. Met de aangeleerde letters worden direct nieuwe tweeklankwoorden gevormd. Door toevoeging van een beginmedeklinker aan een tweeklankcluster kunnen de leerlingen van het prille begin vlot en nauwkeurig drieklankwoorden lezen. Omdat kinderen getraind worden in het lettergroeplezen krijgt het letter-na-letter-lezen geen kans. Bovendien kunnen de kinderen de aangeleerde woorden al snel in leuke leesteksten lezen. In de methode wordt – meer nog dan in de voorganger Leessprong – veel aandacht besteed aan automatisering. Dat gebeurt o.a. door middel van driloefeningen waarbij het tempo systematisch wordt opgevoerd. Meer info: www.leessprong.be
Eerste leerjaar: Herent: ‘Veilig leren lezen’
5/01/2010
Basisschool Helibel – hoofdstuk 11
5
Structuurmethode De basis van Veilig leren lezen is de zogenoemde structuurmethode. Door zorgvuldig gekozen woorden veelvuldig te structureren (ontsleutelen en samenvoegen) leren kinderen: dat een woord uit klanken (fonemen) bestaat; dat die klanken door grafische tekens (grafemen/letters) worden weergegeven; dat je nieuwe woorden kunt lezen door grafemen van een woord te verklanken en die klanken te verbinden tot een woord.
5/01/2010
Basisschool Helibel – hoofdstuk 11
6
Alzijdig structureren Beginnende lezers moeten letterlijk ervaren dat woorden uit afzonderlijke letters bestaan. Ze moeten dit ervaren door het te zien, te horen, uit te spreken en op te schrijven. Deze aspecten komen allemaal aan bod bij het alzijdig structureren van woorden. Structureerwoorden De structureerwoorden voldoen aan de volgende criteria: ze bestaan uit afzonderlijke klanken die je kunt 'aanhouden'. (mmmm...aaa...nnn). Dit is met name in het begin belangrijk, wanneer de kinderen nog moeten ervaren dat een woord uit afzonderlijke klanken bestaat; ze zijn klankzuiver (wat je ziet is wat je hoort); het zijn woorden waarvan jonge kinderen zich een concrete voorstelling kunnen maken. Een verschil ten opzichte van de vorige versie van Veilig leren lezen is dat de functiewoorden aan, en en een nu expliciet als structureerwoorden zijn opgenomen, waarmee de klinkers aa, e en ee eerder worden aangeboden. Hierdoor kunnen de kinderen al snel nieuwe woorden en ook sneller zinnetjes maken. Bovendien zijn er woorden met de medeklinkerclusters ch, sch, nk en ng toegevoegd, waarmee de kinderen in kern 7 en 8 ook deze veelvoorkomende letterclusters kunnen automatiseren. Oefenen met nieuwe woorden De structureerwoorden zijn slechts een middel om het doel (leesvaardigheid) te bereiken. Nadat u aan de hand van een structureerwoord een letter hebt geïntroduceerd, gaan uw leerlingen al snel zelf nieuwe woorden vormen met alle letters die ze op een bepaald moment kennen. In kern 1 en 2 is de woordendoos hiervoor een goed hulpmiddel. Veilig & vlot en de instructiekalender zijn materialen waarmee het lezen van wisselrijtjes in verschillende vormen wordt geoefend. Veel aandacht voor automatiseren Bij het leren lezen is verreweg de meeste tijd nodig voor het proces van automatisering. Veilig leren lezen besteedt hier daarom vanaf het begin veel aandacht aan. Dit gebeurt met betrekking tot de automatisering van de grafeem-foneemkoppelingen onder andere met materialen als: de structureerstroken de letterlijn de woorden- en letterdoos het klikklakboekje en klikklakclusterboekje Veilig & vlot de letterreeksen onder aan de pagina's van de leesboekjes maan Voor het automatiseren van deelstructuren zijn er veel wisselrijtjes opgenomen in de methode. Bijvoorbeeld in de instructiekalender, de leesboekjes en de werkboekjes en in Veilig & vlot. Veilig & vlot is expliciet ontwikkeld voor het bevorderen van de automatisering van het leesproces. Met de boekjes van Veilig & vlot oefenen de kinderen zich in vlot lezen door zorgvuldig opgebouwde wisselrijtjes te lezen. Voor meer uitleg: www.veiliglerenlezen.nl
5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
7
Tweede t.e.m. zesde leerjaar: 'Taalsignaal' Vanaf het schooljaar 2008-2009 wordt er een werkgroep opgericht die advies geeft om tegen 2010-2011 te starten met een nieuwe methode. Leerlijnen van 'Taalsignaal' Niveaulezen eerste t.e.m. derde leerjaar: boekenpakket ('Van Ins Leeslocomotief & Leespakket', 'Kuikentjes-, Eendjes-, Uiltjes- en Okapireeksen' e.a.) Vanaf het 1ste lj. in Herent en vanaf het 4de lj. in Lille bezitten we een centrale schoolbibliotheek. waarin alle boeken van de klasbibliotheken worden verzameld en gecatalogeerd. Het 1ste t.e.m. het 3de in Lille bezit een klasbibliotheek. Wekelijks krijgen de kinderen de kans om boeken uit te lenen. Regelmatig wordt er geïnvesteerd in nieuwe boeken. Tevens proberen we onze kinderen te stimuleren om naar de bib te gaan.. 11.1.3 Wiskunde: Leerplan 'Wiskunde'
V.V.K.B. 1998
Eerste t.e.m. zesde leerjaar: ‘Pluspunt’ Vanaf het schooljaar 2008-2009 integreren we ‘Nieuwe Pluspunt’. Dit gebeurt stapsgewijs. Duidelijke planning Nieuwe Pluspunt is opgedeeld in 12 blokken. Elk blok is verdeeld in 13 lessen: na 10 basislessen worden een herhalingsles, een toetsles en een remediërings-/verrijkingsles aangeboden. De toets en de remediëring sluiten perfect op elkaar aan. De verdieping blijft binnen de doelen van het blok. De planning voorziet dat rond de paasvakantie vrijwel alle belangrijke doelen behandeld zijn. IJzersterk organisatiemodel Nieuwe Pluspunt bevat 3 lesmodellen: leerkrachtgebonden lessen, lessen begeleid leren en lessen zelfstandig werken. Daardoor kun je als leerkracht de lessen makkelijker sturen en wordt het probleemoplossend leren zoveel mogelijk gestimuleerd. De verhouding tussen deze lessen wordt zorgvuldig bepaald in functie van het leerjaar. Focus op leren leren In de eerste graad hebben de leerlingen het Plusje, een referentieboekje met een beknopt overzicht van de leerstof per leerjaar, dat ook gebruikt kan worden om ouders te informeren over wat en hoe geleerd wordt. In de tweede en derde graad beschikken de leerlingen over een leertakenschrift waarin ze een overzicht van de belangrijkste leerstof krijgen met aansluitend enkele herhalingsoefeningen. Ze kunnen er zelf dingen in opzoeken tijdens de lessen begeleid leren en zelfstandig werken. Praat- en wandplaten voor de eerste graad In leerjaar 1 en 2 wordt er bij leerkrachtgebonden lessen gewerkt met praatplaten: tekeningen die klassikaal 5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
8
besproken worden. De set bevat ook referentieplaten met o.a. procedures en schema’s. In leerjaar 3 t.e.m. 6 wordt bij leerkrachtgebonden lessen gewerkt met een lesboek. Sterk in differentiatie Het differentiatiemateriaal in Nieuwe Pluspunt is uitgebreid. De methode differentieert inhoudelijk (naar het model van basisstof, herhalingsstof en verrijkingsstof), naar tempo en methodisch (kinderen kunnen zelf een oplossingswijze kiezen). De software bij Nieuwe Pluspunt biedt bijkomende mogelijkheden om efficiënt te differentiëren en om te automatiseren. Gebruiksvriendelijke lesbegeleiding De handleiding geeft een duidelijk lesoverzicht op twee tegenoverliggende pagina’s. Bovendien biedt de handleiding een duidelijk zicht op het leerstoftraject. 11.1.4 Frans: Leerplan 'Taalopvoeding Frans'
V.V.K.B. 1998
Vijfde en zesde leerjaar: 'Eventail-Junior 2000’ en 'Chouette' Chouette wordt vooral gebruikt als aanvulling van de klasbib en in contractwerk. In Lille proberen we jaarlijks in het 6de lj. klasdoorbrekend 2 niveaugroepen te vormen.
11.1.5 Bewegingsopvoeding: Leerplan 'Bewegingsopvoeding' C.R.K.L.O. 1998 en ‘Bewegingsexpressie’ 1999 De lessen gaan door in de gymzaal en op de speelweide o.l.v. de turnleerkracht. Basis: Kinderen bewegen voor het lager onderwijs Kleuters bewegen voor het kleuteronderwijs Bronnenboeken: 'Spelen omnibus' 'Bewegingsopvoeding door lopen, springen en werpen' 'Bewegingsopvoeding door volleybal' 'Lesfichen lichamelijke opvoeding' 'Dansen met kinderen' (met CD's) 'Geprogrammeerde zweminstructie' 'Zweminitiatie' Tijdschrift voor lichamelijke opvoeding Navormingsproject Noord-Limburg (werkgroep L.O.) Bijscholing Mariaburcht / Kleuter- en kinderdans / Rope skipping
5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
9
We houden jaarlijks een sportdag in mei /juni. Deze kan ook op niveau van scholengemeenschap georganiseerd worden. De leerkrachten bewegingsopvoeding werken dan samen met de gemeente deze sportdag uit. De sportdag voor de kleuters wordt georganiseerd in samenwerking met de zesdeklassers. Sportnamiddagen: veldloop der Neerpelter scholen L.O. in september Parascolaire sportactiviteiten: zie rubriek 'Extra-muros-activiteiten' SMOS: activiteiten georganiseerd door 6de klassers om tijdens bepaalde speeltijden de leerlingen van het 1ste en/of 2de lj. actief te laten spelen. Groepscompetitie gedurende enkele weken tussen de verschillende klassen bovenbouw tijdens de speeltijden. Juffrouw Aline en meester Wilfried informeren, coördineren en volgen alle sportieve acties op. 11.1.6 Schrift: Leerplan 'Schrift' V.V.K.B. 1998 In de onderbouw gebruikt men de werkboekjes van Van In: oefenen ‘Methode d’Haese’ Methode d'Haese Zie ook 'Schrijven' - 'Taalsignaal' Vanaf het schooljaar 2009 beginnen we met ‘Schrijfdans’. Nascholing, materialen en handleidingen worden aangeschaft. 11.1.7 Wereldoriëntatie: Leerplan 'Wereldoriëntatie'
V.V.K.B. 1998
Handleiding + materiaal: ‘Piramide’ Meer info: http://www.piramide.diekeure.be/ Het schoolregister 'Met de klas op stap … Helpende handen' (zie S.W.P.) geeft de inventaris en afspraken per leerjaar weer m.b.t. excursies, bezienswaardigheden en mensen die uitgenodigd worden. Het leerlingeninitiatief kan hier een belangrijke plaats krijgen: opzoeken, bepalen keuze en inhoud thema’s, … Volgende kaarten zijn in de klassen aanwezig: 1ste graad luchtfoto school en plan school 3de lj. Neerpelt, Limburg 4de lj. België 5de lj. Europa 6de lj. wereldkaart Door regelmatig in de klas met deze kaarten te werken (b.v. actua) willen we het kaartbegrip en het wereldbeeld van onze kinderen verhogen. De kloostertuin in Lille is tot stand gekomen door een samenwerking van de leerlingen, het team, Natuurpunt, de provincie, recyclagebedrijf, sponsors en ouders. Het tuintje te Herent is tot stand gekomen i.s.m. de oudervereniging. Het biedt enorme mogelijkheden om te werken rond water, planten en dieren, milieu. Technologische vorming is een zeer belangrijk onderdeel van W.O.. Vandaar dat de school ook technokisten heeft aangeschaft. Deze kunnen gebruikt worden tijdens de lessen, maar ook individueel of in groep tijdens hoeken- of contractwerk. In Lille aanwezig: Knap in wetenschap…doe nu de eerste stap (Doe – pakket) 5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
10
Blauwe kisten:
◦
1ste graad: Wrijving: Laat maar rollen Magnetisme / dichtheid: Vlindervleugels Geluid: Muziek
◦
2de graad: Elektriciteit: Licht in ’t duister Loodgieterij: Een kraan in techniek Energie: Sterk water
◦
3de graad: Logica: Maak eens een puzzel Spiegelen: Spiegeltje aan de wand Tandwielen: Dansende clown
Groene kisten:
◦
1ste graad: Windmolentje: Is er veel wind vandaag? Miniduikboot: Hoe zinkt een schip? Inkt loopt uit: Op zoek naar kleur
◦
2de graad: Thermometer: Een doe – het – zelf – thermometer Helikopter: Vlieg je mee? Kompas
◦
3de graad: De eerste film: Beelden in beweging! Rivierbootje Elektromagneet: Het trekt aan! Elektromagneet: Maak je eigen danseresje!
Technokisten Wormenhotel:
bovenbouw
Bouwtekeningen:
2de graad
Jnr. elektriciteit:
3de graad
Zonenergie:
3de graad
Stroomkring:
2de + 3de graad
Hefbomen:
bovenbouw
Stroom tot stroom:
3de graad
5/01/2010
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
11
Propellerwagen:
3de graad
Katrollen:
2de + 3de graad
Wielen en assen:
2de graad
In het Herent aanwezig: Leskist 5 stroom tot stroom
5de + 6de lj.
Leskist 12
jnr elektriciteit
5de + 6de lj
Leskist 24
stroomkring
3de t.e.m. 6de lj
Leskist 27
katrollen
3de t.e.m. 6de lj.
In onze vestiging Herent is ook de ‘Ontdekdoos Limburgse soorten’ aanwezig. Deze ontdekdoos biedt een ruggensteun om aan de slag te gaan met ‘Limburgse soorten’: infofolders, werkblaadjes en spelmaterialen voor alle graden. Alle dozen en kisten kunnen door de andere vestiging uitgeleend worden. 11.1.8 Muzische vorming: Leerplannen: o
Algemeen deel,
C.R.K.L.K.O. 1999
o
'Beeldopvoeding'
C.R.K.L.K.O. 1999
o
'Muzikale opvoeding'
C.R.K.L.O.
o
'Muzisch taalgebruik'
C.R.K.L.O.
1999
o
‘Bewegingsexpressie’
C.R.K.L.O.
1999
o
‘Dramatisch spel’
C.R.K.L.O.
1999
1999
Muzikale opvoeding: 'Musica', 'Muziek-Mozaïek', liedjesboek voor onderbouw en bovenbouw'
'Hoi,
een
lied'
en
'Een
Beeldopvoeding:
◦
‘Moet je doen:
handvaardigheid tekenen’
Drama: 'Honderd dramaspelen', 'Taalsignaal'
◦
'Meer om het lijf' en 'De doos vol gevoelens'
◦
‘Moet je doen: drama’
Om elkaars talenten optimaal te benutten, kan men per graad aan klasuitwisseling doen. Dit gebeurt - op uitdrukkelijke vraag van het team ! Er wordt een rooster opgesteld waarin de tijdstippen van uitwisseling worden vastgelegd. 11.1.9 Media Mediaopvoeding
5/01/2010
2000
Basisschool Helibel – Hoofdstuk 11
12