VLAAMSE GEMEENSCHAP
AMV /0004896/1029
BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU EN LANDBOUW HOUDENDE UITSPRAAK OVER EEN AANVRAAG INGEDIEND DOOR DE NV BELGIAN REFINING CORPORATION, EXPLOITANT VAN EEN PETROCHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, SCHELDELAAN 490 - HAVEN 663, STREKKENDE TOT HET WIJZIGEN VAN DE BIJZONDERE MILIEUVERGUNNINGSVOORWAARDE VERMELD ONDER ARTIKEL 4, B, 1, C) VAN DE LOPENDE VERGUNNING VERLEEND BIJ MINISTERIEEL BESLUIT MET KENMERK AMV/00004896/1011 VAN 24 APRIL 2002.
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw,
Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewij zigd bij de decreten van 7 februari 1990, 12 december 1990, 21 december 1990, 22 december 1993, 21 december 1994, 8 juli 1996, 21 oktober 1997, 18 mei 1999, 3 maart 2000, 9 maart 2001 en 21 december 2001;
Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, zoals herhaaldelij k gewij zigd bij beslui ten van de Vlaamse regering en bij het decreet van 18 mei 1999;
Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne; zoals herhaaldelij k gewij zigd bij beslui ten van de Vlaamse regering;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 juli 2002 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 2003;
2 -
AMV/4896/l029
Gelet op de aanvraag op 13 september 2002 verzonden door de NV Belgian Refining Corporation, exploitant van een petrochemisch bedrij f, gelegen te 2040 Antwerpen, Scheldelaan 490 Haven 663, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 19-A/277C, strekkende tot het wijzigen van volgende bijzondere milieuvergunningsvoorwaarde vermeld onder artikel 4, B, 1, c) van de lopende vergunning verleend bij ministerieel besluit met kenmerk AMV/00004896/1011 van 24 april 2002: "Algemene bodem- en grondwaterbescherming. Alle rioleringswerken worden uitgevoerd tegen 1 januari 2003 met volgende deeltermijnen: volledige bedrijfsriolering: 1 oktober 2002; vloeren procesinstallaties: 15 oktober 2002; vloeren pompensites: 15 september 2002; vloeren verladingsplaatsen tankwagens: 15 september 2002; vloeren verladingsplaats treinwagons: 31 mei 2002; aanpassing riolering voor de lozing van huisafvalwater: 31 december 2002; aanpassing van de riolering voor de drainleidingen van de opslagtanks: 31 december 2002; aanpassing van de tankpiste voor de brandstofpomp aan de ingang van de portiersloge: 31 december 2002.";
Gelet op het feit dat de exploitant in de aanvraag stelt dat volgende uitvoeringstermijnen niet haalbaar zijn: vloeren procesinstallaties: 15 oktober 2002; vloeren pompensites: 15 september 2002; vloeren verladingsplaatsen tankwagens: 15 september 2002; vloeren verladingsplaatsen treinwagons: 31 mei 2002; aanpassing riolering voor de lozing van huisafvalwater: 31 december 2002; dat volgende termijnen haalbaar worden geacht: vloeren procesinstallaties: streefdoel 28 februari 2003 (zie verder); vloeren pompensites: 28 februari 2003; vloeren verladingsplaatsen tankwagens: 31 januari 2003; vloeren verladingsplaatsen treinwagons: 15 oktober 2002; aanpassing riolering voor de lozing van huisafvalwater: 31 juli 2003.
3 -
AMV/4896/l029 dat de exploitant vraagt geen precieze data in de gewijzigde vergunningsvoorwaarde op te nemen doch deze te formuleren zodanig dat de werken dienen te worden uitgevoerd "binnen de kortst redelij ke termijn"; dat hierbij de vooropgestelde termijnen als aanduiding kunnen gelden; dat een tussenweg er in zou kunnen bestaan om op te leggen dat de werken binnen de kortst redelijke termijn dienen te worden uitgevoerd, met als uiterste datum de hierboven vermelde data + 2 maanden (als een soort buffer);
Gelet op de volgende vergunningen van toepassing op de hoger vermelde inrichting: het ministerieel besluit met kenmerk AMV/00004896/1011 van 24 april 2002 houdende definitief verlenen van de milieuvergunning (na vergunning op proef) aan de NV Belgian Refining Corporation om een petrochemisch bedrij f, gelegen te 2040 Antwerpen, Scheldelaan 490 Haven 663, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 19-A/2-77C, verder in bedrij f te houden en te veranderen door ui tbreiding, voor een termij n die eindigt op 19 februari 2021; het besluit met kenmerk MLVER/02-073 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen van 6 juni 2002 houdende aktename van de mededeling van verandering van de NV Belgian Refining Corporation door uitbreiding, voor een termijn die eindigt op 19 februari 2021; het besluit met kenmerk MLVER/02-074 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen van 6 juni 2002 houdende aktename van de mededeling van verandering van de NV Belgian Refining Corporation door uitbreiding, voor een termijn die eindigt op 19 februari 2021; het besluit met kenmerk MLVER/02-075 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen van 6 juni 2002 houdende aktename van de mededeling van verandering van de NV Belgian Refining Corporation door uitbreiding, voor een termijn die eindigt op 19 februari 2021; het besluit met kenmerk MLVER/02-076 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen van 6 juni 2002 houdende aktename van de mededeling van verandering van de NV Belgian Refining Corporation door uitbreiding, voor een termijn die eindigt op 19 februari 2021; het ministerieel besluit met kenmerk AMV/00004896/1023 van 19 november 2002 houdende uitspraak over de aanvraag van de NV Belgian Refining Corporation tot wijzigen van bijzondere milieuvergunningsvoorwaarde B, 1, b) in vermelde vergunning met kenmerk AMV/00004896/1011 van 24 april 2002, waarbij deze voorwaarde werd vervangen door de volgende bijzondere milieuvergunningsvoorwaarde: "Sanering inkuipingen. De grote
4 AMV/4896/1029 herstellingswerken voor de sanering van de inkuipingen van de tankenparken dienen uitgevoerd vóór 30 november 2002 (tankarea's C, D, L en M) en 30 juni 2003 (de overige tankarea's A, B, J, K, N, 0, R, T) .n;
Gelet op het feit dat de aanvraag als volgt gemotiveerd wordt: aan Belgian Refining Corporation (BRC) werd op 19 februari 2001 een proefvergunning verleend in het kader waarvan BRC een enorm saneringsproject diende aan te vatten, ter uitvoering van 24 bijzondere voorwaarden (die inmiddels zijn uitgevoerd dan wel in uitvoering zijn); met het oog op de kwaliteit van de werken en om een goede coördinatie van de werken tijdens de engineering- en de uitvoeringsfase te verzekeren, heeft BRC ervoor geopteerd om de engineering en supervisieaktiviteiten voor de werken aan de vloeren pompensites, treinwagons en tankwagens toe te kennen aan één contractor, nl. Petroplus Engineering BV, met hoofdzetel in Nederland; Petroplus Engineering BV is internationaal aktief, kan bogen op een rijke ervaring en is dus uitermate goed geschikt om voornoemde werken uit te voeren; deze contractor doet tevens de engineering voor de tankinkuipingen, vloeren treinwagons en vloeren tankwagens; zowel aan de zijde van de contractor, als aan de zijde van BRC is de manpowercapaciteit beperkt; er dienen dus prioriteiten gesteld; deze zijn als volgt vastgesteld: 1. vloeren pompensites; 2. inkuipingen; 3. vloeren treinwagons; 4. vloeren tankwagens; vloeren pompensites (15 september 2002 wordt 28 februari 2003) : • in totaal gaat het hier nog om 25 pompensites; • huidige stand van zaken: 5 sites werden inmiddels volledig afgewerkt, 7 sites zijn momenteel in uitvoering; • zoals hierboven vermeld werd de engineering voor deze werken door BRC toegekend aan één contractor (Petroplus Engineering BV); • sommige area' s zijn gecontamineerd; de omvang van de contaminatie is op voorhand niet gekend, vandaar dat de planning hiermee geen rekening heeft kunnen houden; na afbraak van de oude vloer worden er grondstalen genomen; pas na ontvangst van de analyse van deze grondstalen, wordt dan door de erkend deskundige (Fugro) een actieplan opgesteld dat vervolgens door BRC uitgevoerd wordt; de hiervoor nodige tijd is in de oorspronkelijke planning te kort ingeschat;
5 -
AMV/489611029
•
de werken moeten uiteraard ook gesuperviseerd worden (controle op veiligheid, milieu, kostenefficiëntie en volledigheid) door het BRC-personeel; de civiele afdeling bij BRC bestaat uit 2 personen; dit is voldoende voor de normale behoeften; op dit ogenblik is hun belasting echter zeer hoog, en gebleken is dat de tijdelijke uitbreiding van hun capaciteit door bijkomende aanwervingen niet mogelijk was; de noodzakelijke bijkomende opleiding die aan nieuwkomers zou dienen gegeven zou meebrengen dat de behoefte aan hun inzet, eens zij voldoende zouden zijn opgeleid, al zou zijn voorbijgestreefd; alle werken die gepaard gaan met de vergunning terzelfdertijd uitvoeren is dus niet mogelijk; • in verband met de soms zeer slechte weersomstandigheden tijdens de voorbije maanden is gebleken dat de aannemers en onderaannemers verletdagen dienen in te lassen, die als overmacht gelden ten aanzien van de contractuele termijnen waartoe zij zich hadden verbonden; met zulke verletdagen was in de aanvankelijke timing geen rekening gehouden; vloeren tankwagens (15 september 2002 wordt 31 januari 2003) : zoals hoger vermeld werd de engineering voor deze werken • door BRC toegekend aan één contract or (Petroplus Engineering BV); • di t proj ect heeft grote impact op de logistieke activiteiten van BRC; er diende tijdens de engineering tevens onderzocht te worden hoe deze impact tot een minimum kon herleid worden; hiertoe was uitgebreid overleg nodig met de afdeling Logistiek; • zoals hoger vermeld moeten de werken gesuperviseerd worden door BRC-personeel; vloeren treinwagons (31 mei 2002 wordt 15 oktober 2002): • zoals reeds hoger vermeld werd door BRC de engineering voor deze werken toegekend aan één contractor (Petroplus Engineering BV); • de kosten voor deze sanering zijn substantieel; vooreerst diende onderzocht te worden of een sanering nog wel rendabel is voor BRC; hiertoe diende er overleg gepleegd met de logistieke afdeling van onze organisatie, die een evaluatie diende uit te werken; • geopteerd werd om de uitvoering van de werken in de beladingsarea toe te kennen aan één genera 1 contractor ; in die zin waren de offerteaanvragen ook opgesteld; bij ontvangst van de offertes einde mei, bleek evenwel dat geen enkele firma een prijs aanbood voor de totale omvang der werken; de offerteaanvragen dienden daarom - totaal onverwacht te worden aangepast en een tweede maal te worden uitgestuurd; begin juli 2002 werd de uitvoeringscontractor vastgelegd; voor de civiele werken was dit
6 -
AMV/4896/l029 IBS; deze werken zijn reeds beëindigd; de coating werken zullen worden uitgevoerd door Fa Corrocoat; de werken starten in de week van 17 september 2002, einde der werken is voorzien vóór 15 oktober 2002; vloeren proces installaties (15 oktober 2002 wordt 28 februari 2003): • volgende area's zijn nog niet afgewerkt: U100, U700,
UlOaa; •
•
•
zeer slechte weerscondities in de periode januari tot einde mei 2002 (zeer veel regendagen); wij merken hierbij op dat inzake openbare werken algemeen aanvaard wordt dat aannemers, wanneer zij door slechte weersomstandigheden vertraging oplopen, een verlenging van termijn bekomen (zie artikel 16 van de bijlage bij het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken); gedurende de start-up na de algemene shut-down 2002, is er uit veiligheidsoverwegingen door derden niet gewerkt gedurende een periode van ongeveer 2 weken; de algemene shut-down was niet voorzien op dat moment, doch werd vervroegd wegens gerezen problemen, zodat meteen een grondige aanpak kon worden gegarandeerd; de in acht genomen veiligheidsperiode van de start-up werd vooral toegepast om elk risico inzake veiligheid en milieu te voorkomen; ook tijdens de start-up na een stroompanne in juni 2002 is er uit veiligheidsoverwegingen door derden niet gewerkt en dit gedurende een periode van ongeveer anderhalve week; de niet gewerkte periodes tijdens voornoemde start-ups hebben echter wel een negatieve invloed gehad op de aanvankelijke tijdsplanning; de genera I contractor Mourik heeft in mei/juni diverse moeilijkheden gehad met zijn onderaannemers, onder andere de klinkerlegger (Fa Goyvaerts) en de voegfirma (Fa Colymit); deze onderaannemers zijn kleine firma's; sociale problemen zoals ziekte en sterfgevallen hebben hier onmiddellijk een grote impact op de dagelijkse personeelsterkte; Fa Colymit is niet aanwezig geweest van 18 juni 2002 tot na het bouwverlof; Mourik heeft dan ook overwogen om de samenwerking met deze firma stop te zetten; vervolgens heeft Mourik een nieuwe uitvoeringsplanning aan BRC overhandigd; deze planning bleek evenwel veel te optimistisch (unit 100 volledig af tegen 13 september, hetgeen niet realistisch is); kernprobleem blijft het naijlen van de kittersploeg (Fa Colymit); aanvang september deelde Mourik mede dat Fa Goyvaerts (voorlopig) niet meer als onderaannemer werkt; het leggen van de klinkers wordt noodgedwongen overgenomen door personeel van Mourik; de problemen van de laatste maanden hebben BRC doen bes lui ten om voor de units 7 00 en 1000 een andere general contractor in te schakelen; BRC is van
7 AMV /4896/1029 oordeel dat de vloeren in deze proces installaties afgewerkt kunnen zijn tegen 28 februari 2003, deze datum geldt aldus als streefdoel; aannemers zijn immers in het algemeen niet erg geneigd om een bestaande werf van een voorganger die wegens wanprestatie werd weggezonden, over te nemen; bovendien komt ook de winterperiode eraan; WlJ stellen daarom voor in uw besluit op te nemen dat deze verplichting 'zo spoedig mogelijk' moet worden uitgevoerd, met de verplichting aan onze zijde om de afdelingen Milieuvergunningen en Milieu-inspectie in te lichten van de sluiting van het contract met de nieuwe aannemer en van de contractueel bepaalde duur, waarbij ERC er zich toe verbindt deze effectief zo kort als mogelijk te bepalen; voor uw informatie merken wij op dat de werken aan UlOO nog dit jaar zullen beëindigd zijn; • sommige area' s zijn gecontamineerd; de precieze omvang van de contaminatie is op voorhand klaarblijkelijk te optimistisch ingeschat op gemiddelde waarden; de verschillen per area kunnen belangrijk zijn, zoals we thans ondervonden hebben; na afbraak van de oude vloer worden er grondstalen genomen; pas na ontvangst van de analyse van deze grondstalen, wordt dan door de erkend deskundige (Fugro) een actieplan opgesteld dat vervolgens door ERC uitgevoerd wordt; de werken moeten uiteindelijk nog altijd gesuperviseerd worden door ERC-personeel, zoals hoger toegelicht; lozing van huisafvalwater: • het personeel van de civiele afdeling bij ERC is zeer zwaar belast geweest met de activiteiten in verband met de overige verplichtingen uit de vergunning; inmiddels is evenwel een interne studie aangevat, waarbij men volgende denkpiste onderzoekt: buitenmagazijn, labo-gebouw, gebouw routine-onderhoud en gebouw productie-hoofdkwartier, worden aangesloten op het rioolsysteem naar de bedrijfsinterne waterzuivering; wat het administratief gebouw, de kantine en het portiersgebouw betreft, zou men de bevoegde diensten toelating vragen om deze aangesloten te houden op de stadsriolering; indien dit concept wordt aangehouden en deze toelating wordt bekomen, dan kunnen de werken reeds beëindigd zijn op 31 april 2003; • wij merken tenslotte op dat de erkende deskundige Fugro zal attesteren dat de gevraagde wij ziging geen negatieve impact zal hebben naar bodembescherming toe; deze attesten worden nagestuurd vóór 20 september 2002;
Gelet op het gunstige advies van 29 januari 2003 van de afdeling Stedenbouwkundige Vergunningen van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het departement Leefmilieu en Infrastructuur;
8 -
AMV /4896/1029
Gelet op het gunstige advies van 14 februari 2003 van de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur;
Gelet op het gunstige advies van 24 februari Gewestelijke Milieuvergunningscommissie;
2003
van
de
Gelet op de ligging van de inrichting in industriegebied volgens het gewestplan van Antwerpen goedgekeurd bij koninklijk besluit van 3 oktober 1979;
Gelet op het feit dat de inrichting gelegen is op een afstand van: palend aan een bijzonder natuurgebied; circa 550 m van een woongebied ander dan een woongebied met landelijk karakter; meer dan 500 m van woongebied met landelijk karakter; circa 100 m van natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat; circa 525 m van een parkgebied;
Gelet op het feit dat de eerste woningen op ongeveer 700 m afstand ten noordoosten van de inrichting liggen (gemeente Berendrecht), aan de overzijde van het kanaaldok;
Overwegende dat de NV Belgian Refining Corporation met onderhavige aanvraag de regularisatie beoogt van de vergunningstoestand door aanpassing van de limietdata van bepaalde in het kader van de algemene bodem- en grondwaterbescherming uit te voeren rioleringswerken: RIOLERINGSWERKEN procesvloeren installaties vloeren pompensites verladings vloeren plaatsen tankwagens
VERGUNNING 24 APRIL 2002 15 oktober 2002 15 september 2002 15 september 2002
HAALBAAR VOLGENS BRe 28 februari 2003 (streefdoel) 28 februari 2003 31 januari 2003
9 -
AMV /489611029 vloeren verladings- 31 mei 2002 plaatsen treinwagons aanpassing riolering 31 december 2002 voor de lozing van huishoudelijk afvalwater
15 oktober 2002 31 juli 2003
Overwegende dat betreffende rioleringswerken civieltechnisch van grote omvang zlJn; dat de aangehaalde motivering dat niet alle in de vergunning vooropgestelde deeltermijnen voor de uitvoering van de rioleringswerken haalbaar zlJn, kan worden bijgetreden; dat zoals gesteld in de aanvraag, er immers vele (interne en externe) factoren het tempo van de uitvoering van de werken meebepalen, zoals planning, veiligheidsoverwegingen, opvolging, weersomstandigheden, problemen bij onderaannemers;
Overwegende dat echter, gelet op de bodem- en grondwaterbescherming, de rioleringswerken hoe dan ook dienen te worden beëindigd binnen de kortst mogelijke termijn;
Overwegende dat voor de verschillende rioleringswerken tot enkele maanden uitstel wordt gevraagd; dat dit aanvaardbaar wordt geacht gelet op de grootschaligheid van de werken en de kostenimpact;
Overwegende dat om redenen van toezicht en duidelij kheid niet kan worden ingegaan op de vraag van de exploitant om geen precieze data in de gewijzigde vergunningsvoorwaarde op te nemen doch deze te formuleren zodanig dat de werken dienen te worden uitgevoerd "binnen de kortst redelijke termijn";
Overwegende dat om redenen van toezicht en duidelijkheid ook niet kan worden ingegaan op de vraag van de exploitant voor een tussenweg die er in zou bestaan om op te leggen dat de werken binnen de kortst redelij ke termijn dienen te worden uitgevoerd, met als uiterste datum de hierboven vermelde data + 2 maanden (als een soort buffer);
Overwegende dat de exploitant op 14 februari 2003 werd verzocht een geactualiseerde stand van zaken over te maken; dat dit overzicht op 20 februari 2003 werd toegevoegd aan het dossier; dat op basis van de nieuwe gegevens het aangewezen is
10 AMV/4896/l029 de limietdata van bepaalde in het kader van de algemene bodemen grondwaterbescherming uit te voeren rioleringswerken aan te passen als volgt: RIOLERINGSWERKEN
VERGUNNING 24 APRIL 2002
NIEUWE LIMIET DATUM
procesvloeren installaties vloeren pompensites verladingsvloeren plaatsen tankwagens verladings vloeren plaatsen treinwagons aanpassing riolering van voor lozing de huishoudelijk afvalwater
15 oktober 2002
15 juni 2003
15 september 2002 15 september 2002
31 maart 2003 31 maart 2003
31 mei 2002
15 oktober 2002
31 december 2002
31 juli 2003
Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat bijzondere milieuvergunningsvoorwaarde te wijzigen;
de
BES L U I T
1. De bij zondere milieuvergunningsvoorwaarde vermeld onder artikel 4, B, 1, c) van de lopende vergunning verleend bij ministerieel besluit met kenmerk AMV/00004896/l0ll van 24 april 2002, aan de NV Belgian Refining Corporation, exploitant van een petrochemisch bedrijf, gelegen te 2040 Antwerpen, Scheldelaan 490 - Haven 663 :
Artikel
"Algemene bodem- en grondwaterbescherming. Alle rioleringswerken worden uitgevoerd tegen 1 januari 2003 met volgende deeltermijnen: volledige bedrijfsriolering: 1 oktober 2002; vloeren procesinstallaties: 15 oktober 2002; vloeren pompensites: 15 september 2002; vloeren verladingsplaatsen tankwagens: 15 september 2002; vloeren verladingsplaats treinwagons: 31 mei 2002; aanpassing riolering voor de lozing van huisafvalwater: 31 december 2002; aanpassing van de riolering voor de drainleidingen van de opslagtanks: 31 december 2002; aanpassing van de tankpiste voor de brandstofpomp aan de ingang van de portiersloge: 31 december 2002.", wordt vervangen door de volgende bijzondere milieuvergunningsvoorwaarde:
11 -
AMV/4896/1029 "Algemene bodem- en grondwaterbescherming. De rioleringswerken worden uitgevoerd met volgende deeltermijnen: volledige bedrijfsriolering: 1 oktober 2002; vloeren procesinstallaties: 15 juni 2003; vloeren pompensites: 31 maart 2003; vloeren verladingsplaatsen tankwagens: 31 maart 2003; vloeren verladingsplaatsen treinwagons: 15 oktober 2002; aanpassing riolering voor de lozing van huishoudelijk afvalwater: 31 juli 2003; aanpassing van de riolering voor de drainleidingen van de opslagtanks: 31 december 2002; aanpassing van de tankpiste voor de brandstofpomp aan de ingang van de portiersloge: 31 december 2002.".
2. Onderhavige toelating doet geen afbreuk aan de rechten van derden.
Art.
Brussel, de
2 5 HAART 2003
de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw,
Vera DUA