seizoen 10/11
E DEDUCATIEVE U C A T I E V E BIJLAGE BIJLAGE
100 JAAR POPMUZIEK
popmuziek
1
seizoen 10/1 1
Wie was de Madonna van de jaren veertig? Hoe klonk punk in de jaren zestig? En wie of wat was er hipper dan hip in de jaren tachtig? Zanger Axl Peleman komt je alles vertellen over een eeuw populaire muziek en de invloed ervan op de jeugd. Livemuziek en een heleboel geluidsfragmenten worden aangevuld met politieke en sociale informatie over de 20ste eeuw. Tien decennia muziek liggen voor de leerlingen voor het grijpen. In deze bijlage vind je al het nodige om de leerlingen voor te bereiden op het muzikale bezoek. Achtergrondinformatie, tips en opdrachten helpen je om hen klaar te stomen voor de voorstelling. Veel plezier ermee!
2
WAT IS POPMUZIEK? De term popmuziek of “popmusic” is afgeleid van “popular music”. De afkorting duikt al vrij vroeg op in de Amerikaanse cultuur. Popmuziek is oorspronkelijk dan ook een Amerikaans/Engels fenomeen. Waar West-Europa de wieg is van wat wij vandaag klassieke muziek noemen en van Westerse volksmuziek of folk, is Amerika het geboorteland van de popmuziek. Al betekent dat uiteraard niet dat in Europa geen goede popmuziek gemaakt zou zijn of worden. Maar wat is dan “populaire muziek”? Waren John Dowland (16de eeuw), Mozart, Bach (beiden 18de eeuw), Beethoven (begin 19de eeuw) en Gershwin (begin 20ste eeuw) in hun tijd dan niet razend populair? En zelfs vandaag nog? Wat is het essentiële verschil tussen die “klassieke” muziek en het fenomeen dat wij “popmuziek” noemen? Voor je ze “popmuziek” kan noemen moet de muziek voldoen aan drie eisen. Noem ze gerust de pijlers van de popmuziek: Radio. Wordt je muziek veel gedraaid op de radio, dan ben je populair. Is je muziek nooit te horen op de radio, dan kent geen kat je en ben je dus niet populair. Vandaag de dag is er natuurlijk veel meer dan alleen radio. Denk maar aan muziekzenders als MTV, TMF of Jim, aan dag- en weekbladen en het internet. Platenverkoop. In het begin van de twintigste eeuw had je wasrollen als geluidsdragers. Dat werden later platte, zwarte schijfjes, de singles, die – tenminte als de artiest er genoeg had – op albums werden verzameld. Vergelijk het met een fotoalbum, maar dan met plaatjes. Tot de grote platen, de LP’s of longplayers, werden uitgevonden. Na de LP’s kwamen de cassettes, de cd’s, de minidisks, de mp3-spelers, de iPods,… In welke vorm dan ook: verkoop je veel geluidsdragers, dan ben je als artiest populair. Doe je dat niet, dan ben je niet populair. Concerten. Ook dat is een simpele. Kopen er veel mensen een kaartje om je in levende lijven bezig te zien, dan ben je populair. Komt er twee man en een paardenkop naar je luisteren in een café, ben je dat allesbehalve. 3
Radio, platenverkoop, concerten. Voldoet een liedje aan die drie eisen, dan is het per definitie popmuziek. Popmuziek is dus een verzamelnaam voor alles wat aan die eisen voldoet en beperkt zich dus verre van tot Britney Spears, Beyoncé, Tokio Hotel of The Jonas Brothers. Rock, hiphop, r&b, dance, punk, metal, noem maar op. In wezen is het allemaal popmuziek.
hiphop
4
5
WANNEER IS POPMUZIEK ONTSTAAN? Wanneer is popmuziek ontstaan? Wanneer kon dus aan de drie pijlers voldaan worden? Wanneer stond in bijna elke Amerikaanse huiskamer een radio? Wanneer hadden de meeste mensen er platenspelers en bestond er zoiets als een P.A-systeem, “boxen” in de volksmond? Al die dingen bestonden al voor de jaren twintig. De platenspeler is bijvoorbeeld in 1887 al uitgevonden. Maar vanaf de jaren twintig waren ze in de Verenigde Staten ook gemeengoed. Europa mocht dan nog wat achterop hinken, vanaf de twenties was muziek in Amerika “hot”! Toch kan men moeilijk zeggen dat de populaire muziek in de jaren twintig, dertig, veertig en vijftig al popmuziek was. Pas in de jaren zestig werd de term algemeen gebruikt. Popmuziek is in wezen dus een Amerikaans fenomeen dat in de jaren twintig van de twintigste eeuw ontstond en in de jaren zestig z’n definitieve vorm kreeg.
6
HOE IS POPMUZIEK ONTSTAAN? Als popmuziek in de jaren zestig vorm kreeg, wat was het dan in de decennia daarvoor? Simpel. Je kan het fenomeen nog het beste vergelijken met een boom. Elke boom heeft een kruin (de bladeren), een stam en wortels. De jaren tachtig, negentig en nu zijn de kruin. De stam stelt de jaren zestig en zeventig voor. Daar waar de stam de grond raakt, zit de tweede helft van de jaren vijftig. De wortels stellen de jaren twintig, dertig, veertig en een stukje van de jaren vijftig voor. Het Engelse woord voor wortels is “roots”. Muziek uit de jaren twintig, dertig, veertig en vijftig noemen we dan ook “rootsgenres”. Letterlijk “wortelgenres”, want de muziek uit die jaren vormt de wortels van de huidige popmuziek. Voorbeelden van rootsgenres zijn jazz, cajun, zydeco, country, blues, rock-‘n-roll, r&b en gospel. Om even te tonen hoe een vaart het kan lopen… Gospel was muziek die in de kerken van de zwarte gemeenschappen gezongen werd. Het was erg swingende muziek, dansmuziek die in de jaren zestig evolueerde naar soul. Daaruit ontstond in de jaren zeventig disco. Onder invloed van Duitse elektronica-muziek werd disco in de jaren tachtig elektropop, om aan het einde van dat decennium te evolueren tot house, new beat en acid. In de jaren negentig kreeg het genre het label “dance” en door verdere ontwikkelingen en vertakkingen in de jaren nul beland je bij wat we nu bijvoorbeeld “jumpstyle” noemen. Wie dit weekend staat te jumpen in een discotheek, staat dus eigenlijk te dansen op muziek die bijna honderd jaar geleden al werd gezongen in de zwarte kerken. 7
HOE ZAG AMERIKA ER IN DIE TIJD UIT? Amerika zag er in die tijd niet echt anders uit dan nu. Alleen met minder mensen en auto’s, kleinere gebouwen en smallere wegen. De maatschappelijke, sociale structuur is in honderd jaar nauwelijks veranderd. Een paar minderheden niet meegerekend, heeft Amerika nog altijd een blanke – daar rekenen we ook de hedendaagse hispanics bij – en een zwarte bevolking. Twee oorspronkelijk totaal verschillende culturen in een en dezelfde maatschappij. De blanke bevolking in de Verenigde Staten bestond (en bestaat) uit afstammelingen van Europeanen. In de negentiende eeuw trokken miljoenen mensen van het Europese vastenland naar Amerika, om hun heil te zoeken in het land van “milk and honey”, het beloofde land. Een gigantisch continent, waar je een nieuw leven kon beginnen. De migratiestromen waren slecht nieuws voor de oorspronkelijke bevolking van de Verenigde Staten, de Indianen. Twee derde van de Indianen stierf aan de griep, die de Europeanen meebrachten. De rest van hen werd vakkundig afgeknald of in reservaten gestoken. Vandaag is de Indiaanse bevolking in Noord-Amerika niet meer dan een marginale minderheidsgroep, die binnen een paar decennia misschien zelfs volledig verdwenen zal zijn. De nieuwe bevolking van Amerika, het grote continent waar alles voor het grijpen lag, aarzelde niet om alle ruimte zo goed mogelijk te benutten. Op de weidse velden werden koeien of schapen gezet, want met handelsproducten als melk en wol was geld te verdienen. Of de vruchtbare gronden werden vol geplant met maïs of katoen. Maar dan moet er natuurlijk geplukt worden. Eigenaars van plantages begrepen al snel dat blanke werkkrachten te duur waren. En dus gingen ze op zoek naar zo goedkoop mogelijke arbeidskrachten, naar slaven. Die werkten dag en nacht, moest je niet betalen voor hun werk en plantten zichzelf voort, zodat je zelfs nog meer slaven kreeg. Dat brengt ons meteen bij de tweede grote bevolkingsgroep in Amerika: de zwarten.
8
De zwarte Amerikanen zijn afstammelingen van Afrikaanse stammen, die tegen hun eigen wil naar de Verenigde Staten gedeporteerd werden, eerst Zuid- en Centraal-Amerika en daarna naar de zuidelijke staten van Noord-Amerika. Daar wachtte hen niet het beloofde land, maar een keihard leven. In de ogen van de blanken in de zuidelijke staten van Noord-Amerika was een zwarte niets waard. Hij had in die tijd geen rechten, mocht niet op de stoel van een blanke medemens gaan zitten, mocht niet eten in hetzelfde restaurant of hetzelfde toilet gebruiken. Zelfs de kerken van de blanken waren voor hen verboden terrein. God was er voor iedereen, behalve zwarten en homoseksuelen. Beide groepen waren voor de blanke meerderheid producten van de duivel. De muziek die de zwarten maakten, werd dan ook bestempeld als duivelsmuziek. 9
Ook vandaag kan je in Amerika diezelfde sociale structuur nog herkennen, vooral in de zuidelijke staten. Het Noorden was en is nog altijd het meest geïndustrialiseerde deel van Amerika. Waar machines zijn, zijn slaven overbodig. Het Noorden van het land heeft dan ook altijd een meer gematigde houding aangenomen tegenover zwarten. Twee bevolkingsgroepen, twee culturen en dus ook twee verschillende muziekculturen. De ene gebaseerd op Europese volksmuziek, de andere op Afrikaanse volksmuziek. Beide groepen brachten ook eigen genres met zich mee. Een rootsgenre als cajun bijvoorbeeld, is van oorsprong blank. Jazz en gospel zijn dan weer zwarte genres. Bij de blanke bevolking was country het favoriete genre bij uitstek, de zwarten hadden de blues.
Live voorbeeld: Keep on the Sunny Side – Carter Family
Hoe klonk blanke “popmuziek”, country dus, in de jaren twintig en dertig? Ongeveer zoals dit nummer… Misschien kennen weinig mensen het nummer nu nog. Het is dan ook al meer dan tachtig jaar oud. En toch was het in die tijd een echte “wereldhit”. Tussen aanhalingstekens dan, want van export van Amerikaanse muziek was toen natuurlijk nog geen sprake. Maar de blanken hadden wel geld om singeltjes te persen, radiostationnetjes op te richten en om concerten te organiseren. Bovendien hadden ze geld om een platendraaier of radio te kopen. In een mum van tijd kende dan ook iedereen het nummer. De mensen hadden ook weinig anders. Platenwinkels bestonden niet. Wanneer in die tijd een nummer op plaat verscheen, kocht iedereen die een platenspeler had dat schijfje. Dat is vandaag de dag wel anders. Wij kennen “Keep on the Sunny Side” niet meer. Of toch niet in die vorm, want we kennen wel de verbastering van het nummer. Onze voorhouders hoorden het bij zeemannen die van Amerika naar onze contreien kwamen. 10
Die zeelui gingen naar cafés in Oostende, Zeebrugge, Antwerpen of Rotterdam en zongen hun “hits”. De mensen hier stonden erbij en onthielden de kern van het liedje. Zij gaven het op hun beurt door aan anderen. “Keep on the Sunny Side” is niets anders dan “Ik heb de zon zien zakken”. Een liedje dat bij ons bijna iedereen kent, is dus afgeleide van een wereldhit avant la lettre van tachtig jaar geleden.
Wat moeten we tot nu toe onthouden? Dat rootsgenres de voorlopers zijn van popmuziek; En dat elke bevolkingsgroep in de jaren twintig en dertig een eigen favoriete genre had. Wat country was voor de blanken, was blues voor de zwarten. Toch zijn die twee genres geen “popmusic”. Populaire muziek is het zeker. Het zijn twee genres die samen met vele andere genres en subgenres de wortels vormen van de popmuziek. Vergelijk het met de oermens en de hedendaagse mens, de mammoet en de olifant of de eerste fiets en dat exemplaar waar Sven Nys wereldkampioen mee werd.
11
DE JAREN VEERTIG De jaren veertig van de vorige eeuw stonden volledig in het teken van de Tweede Wereldoorlog. Net als in eender welke oorlogsperiode stonden cultuurvormen als muziek, dichtkunst of schilderkunst in die periode op een laag pitje. Wanneer je op televisie oorlogsbeelden ziet uit pakweg Israël of de Gazastrook zie je tussen het puin van platgebombardeerde huizen niemand die op z’n gitaar een liedje aan het componeren is, of iemand die mooie verzen aan het schrijven is. In volle oorlogsperiode staat het hoofd van mensen nu eenmaal niet naar leven, wel naar overleven. Vandaag geven platenmaatschappijen en artiesten alle dagen stapels singles af bij de VRT, in de hoop dat ze op de radio gedraaid worden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in zes jaar tijd evenveel singles afgegeven bij de BBC als nu op een voormiddag. Logisch natuurlijk dat werkelijk alles dat uitkwam, toen ook gedraaid werd op de radio. Dat wil niet zeggen dat er toen geen populaire artiesten bestonden. Helemaal niet zelfs. Denk bijvoorbeeld aan Glenn Miller, The Andrew Sisters of Vera Lynn. Maar echte popartiesten zoals wij die nu kennen, waren dat nog niet. De jaren veertig waren in een ander opzicht heel belangrijk voor de popmuziek, namelijk voor de jongerencultuur. Terwijl heel Europa platgebombardeerd was en jongeren hier volop bezig waren met de heropbouw van het oude continent, konden jongeren aan de andere kant van de 12
Hank Williams
oceaan meteen beginnen werken. Hawaï even buiten beschouwing gelaten, is er op Amerikaans grondgebied immers geen enkele bom gevallen. Jongeren konden direct geld gaan verdienen en daarmee doen wat ze wilden. Amerikaanse ouders konden hun kinderen vanaf dan niet meer dicteren welke kleding ze moesten dragen of naar welke muziek ze moesten luisteren. Jongeren deden helemaal hun zin en gingen desnoods alleen wonen. Die evolutie is erg belangrijk geweest in de ontwikkeling van de popmuziek. Vanaf toen werd muziek gemaakt voor en door jongeren. Een artiest die enorm populair was eind jaren veertig en die zeker het vermelden waard is, is countrylegende Hank Williams.
13
DE JAREN VIJFTIG In het begin van de jaren vijftig was de oorspronkelijke zwarte blues geëvolueerd naar een hip en dansbaar genre: de r&b of Rhythm & Blues. Die heeft weliswaar niets te maken met wat vandaag r&b genoemd wordt. De term blues is afgeleid van het Engels “blue”. “I feel blue” betekent in het Nederlands zoveel als “ik ben droevig”. Blues was dan ook niet meteen opgewekte muziek. Door de nummers te versnellen en er een ritmepatroon in te steken, werden ze dansbaar. Maar de toenmalige muziekindustrie had een probleempje met die r&b. Het genre was namelijk zwarte muziek en die kreeg ze maar moeilijk verkocht aan blanke jongeren met geld. Naar zwarte muziek luisteren was toen simpelweg “not done” en ze kopen al helemaal. De oplossing was eenvoudig: men neme zwarte r&b, plakt er een blank gezicht op en noemt de nieuwe combinatie bijvoorbeeld “rock-‘n-roll”. Zo werd het r&b-genre opnieuw uitgevonden en was het nieuwe fenomeen ook verkoopbaar aan de blanke jeugd. Een van de pioniers van de rock-‘n-roll was Bill Haley and his Colets, maar zijn succes was – wegens te oud voor de jeugd – maar van korte duur. De rock-‘n-roll had een blanke knul nodig, met een knaller van een stem en bakken vol podiumpresence, die liefst nog wat provoceerde en voor de nodige controverse kon zorgen. De muziekindustrie vond zo iemand in de gedaante van Elvis Presley, die meteen gebombardeerd werd tot “King of rock and roll”. Is Elvis de uitvinder van rock-‘n-roll? Zeker niet. Zijn muziek was een regelrechte kopie van de muziek van zwar14
Elvis Presley
te artiesten als Little Richard en Chuck Berry. Was hij de enige rock-‘n-rollartiest in de jaren vijftig? Ook niet. Maar hij was wel de grootste, meest gedraaide, meest verkopende en de populairste. Andere “popsterren” in het rijtje waren bijvoorbeeld Buddy Holly, Gene Vincent, Eddie Cochran, Carl Perkings en Ritchie Valens. Maar hun succes was niet echt van lange duur. Tegen 1960 waren de meeste van hen opgebrand, uitgeblust of – in het geval van Buddy Holly – neergestort. En dus was het tijd voor iets nieuws.
15
DE JAREN ZESTIG In het begin van de jaren zestig verschoof het zwaartepunt van de popmuziek van de Verenigde Staten naar Engeland. De periode wordt dan ook vaak bestempeld met de term “British wave” of “British invasion”. Vaandeldrager van deze nieuwe lichting was een band die de geschiedenis zou ingaan als de grootste popgroep aller tijden: The Beatles. John Lennon, Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr schreven de ene klassieker na de andere en domineerden zonder twijfel de muzikale jaren zestig. Toch waren ze niet de enige groep die toen furore maakte. Zo waren er de Rolling Stones, The Kinks, Small Faces, The Doors, Jimi Hendrix, Janis Joplin, The Who, The Beach Boys en vele anderen. Maar The Beatles waren en zullen wellicht de grootste blijven. Het belang van die groepen voor de popmuziek kan onmogelijk overschat worden, maar toch werkte hun muziek vooral in de breedte en niet in de diepte: ze zaten allemaal in elkaars vaarwater. In 1966 brachten The Beach Boys “Pet Sounds” uit, in 1967 deden The Beatles dat eigenlijk nog eens over met “Sergeant Pepper’s Lonely Hearts Club Band” en kopieerden de Stones dat concept op hun beurt in 1969. Tegen het einde van het decennium werden de nummers psychedelischer, de solo’s en de haren langer – denk maar aan de peace-love-and-understandingcultuur van de hippies – maar in
16
The Beatles
wezen veranderde er niets. Heel exotisch waren de groepen niet. Af en toe bracht iemand een sitar mee uit India, die dan vakkundig geïntegreerd werd in de popmuziek, maar heel vernieuwend was het allemaal niet. The Beatles zou je er bijvoorbeeld nooit op betrapt hebben een reggaenummer te spelen. 17
DE JAREN ZEVENTIG Abba
In het begin van de jaren zeventig begint men wel oor te hebben naar kleinere, meer marginale genres, zoals reggae. Reggae ontstond in de jaren vijftig als het Caraïbische antwoord op rock-‘n-roll. In de begindagen is het tempo nog vrij snel, maar in de jaren zestig vertraagt het genre en wordt ernaar verwezen als “skanking”. Pas in de jaren zeventig krijgt reggae z’n huidige, trage vorm. Wie de hele evolutie van het genre mee vorm gegeven heeft en later de geschiedenis zou ingaan als “the King of Reggae” is Bob Marley. De puristen onder ons zullen ongetwijfeld zeggen dat reggae geen popmuziek is. Maar ook zij moeten toegeven dat de liedjes van Marley overal en ongelofelijk vaak de ether ingestuurd werden, dat hij enorm veel platen verkocht heeft en met z’n optredens erg veel volk wist te lokken… popmuziek dus, in het breedste zin van het woord. En toch stonden de jaren zeventig niet in het teken van reggaemuziek. Al was de almaar groeiende populariteit van het genre wel typerend voor die periode. Andere kleinere genres die toen aan hun opmars begonnen, zouden later heel erg populair worden, zoals hardrock of – tegen het einde van de jaren zeventig – hiphop. Hardrock 18
had toen vertegenwoordigers als Black Sabbath en Led Zeppelin. En wat blues was voor de zwarten voor de Tweede Wereldoorlog, was hiphop eind jaren zeventig. Heel veel was er ook niet voor nodig. Twee kerels met een microfoon, de ene doet de drumbeat na en de andere declameert teksten. En je hebt meteen de oervorm van hiphop. Heel erg populair in die tijd waren ook glamrock, met onder meer David Bowie, Mud en Slade als vaandeldragers, de gewone akoestische pop, die eigenlijk een uitloper was van popmuziek uit de sixties, en disco. Disco was een immens populair genre, waarmee de muziekindustrie ongelofelijk veel geld verdiend heeft. Commerciële muziek dus. Artiesten als Abba, Beegees en Gloria Gaynor waren echte wereldsterren. Maar de jaren zeventig waren ook crisisjaren, met de oliecrisis en economische crisis. Bovendien vonden ook heel wat jongeren de glamour en glitter van de disco gewoon flauwekul. Zij vertaalden hun onvrede met de maatschappij naar hun muziek en maakten rauwe, agressieve muziek met erg maatschappijkritische teksten. De punk was een feit.
Luisterfragment: God Save the Sueen - Sex Pistols
Je hoort ene Johnny Rotten van de Sex Pistols. Vrij vertaald zingt hij “Onze koningin is een fascist en er is geen toekomst meer”. Het was de eerste keer dat er in de popmuziek zo’n in-your-face teksten geschreven werden. Artiesten waren in het verleden wel al maatschappijkritisch geweest, denk maar aan Woody Guthrie in de jaren veertig en vijftig, Bob Dylan en Donovan in de jaren zestig. Maar zo rechttoe rechtaan en expliciet, dat was nieuw. Andere voorbeelden van punkbands zijn The Clash, The Damned, UK Subs, The Ramones, Dead Kennedys en Bad Brains. Zonder het zelf te beseffen trokken die groepen de deur open voor een volgende generatie alternatieve bands. 19
DE JAREN TACHTIG Madonna
En dan braken de jaren tachtig aan. Muzikaal gezien is het waarschijnlijk een van de minst interessante decennia in de geschiedenis van de popmuziek. Alles was zo commercieel en ingegeven door winstbejag, waardoor de artistieke inhoud vaak ver te zoeken was. Toch zijn enkele belangrijke momenten en personen te onderscheiden. Van groot belang was de oprichting van muziektelevisie, of MTV. Vandaag de dag is het bestaan van muziekzenders de normaalste zaak van de wereld, maar dertig jaar geleden was het op z’n minst revolutionair te noemen. Toen MTV in 1980 begon uit te zenden, kon je plots niet alleen de hele dag naar de radio luisteren, maar kon je ook nog eens de hele dag naar de “radio” kijken. MTV werd een instant succes, dat eind de jaren tachtig heel Europa veroverde. Maar toch was de zender niet helemaal koosjer. Zo was het namelijk “not done” om de muziek van zwarte artiesten te draaien. Het lijkt onvoorstelbaar, maar begin jaren tachtig was de maatschappelijke sfeer in Amerika nog zo rechts en extreem conservatief dat zwarte artiesten niet aan de bak kwam.
20
Daar kwam een einde aan in 1982, toen een klein, (toen nog) zwart kereltje kwam aandraven met een LP die later de geschiedenis zou ingaan als de meest verkochte plaat ooit. Hij zou de titel “King of Pop” krijgen, maar in dat jaar heette hij nog gewoon Michael Jackson. Met de LP “Thriller”, een handvol singles als “Beat It” en “Billy Jean” en een collectie prachtclips zette Jackson eigenhandig de popwereld op z’n kop. MTV bombardeerde hem tot eerste zwarte artiest op de zender, die zo in een klap tientallen miljoenen kijkers meer kreeg. Exemplaren van “Thriller” vlogen dan ook de deur uit, wat van de LP meteen de bestverkochte popplaat aller tijden maakte. Als er een “King of Pop” is, moet er natuurlijk ook een “Queen of Pop” zijn: Madonna. En zelfs wie geen fan is, moet toegeven dat ze die titel verdiend heeft. Geen enkele vrouwelijk artieste kreeg meer airplay, verkocht meer platen of lokte meer volk naar concerten. Een “Prince of Pop” was er ook, de toen ongelofelijk populaire Prince. Die Koninklijke familie kreeg het gezelschap van nog een hele reeks erg goede en invloedrijke artiesten, die meestal hun sporen al verdiend hadden in de jaren zeventig. Denk aan Bruce Springsteen, Talking Heads, Blondie, Duran Duran, AC/DC, Talk Talk, Joe Jackson, Elvis Costello, The Police, U2, Simple Minds, Tina Turner en vele anderen. Onder invloed van Amerikaanse disco en Duitse elektronica ontwikkelde zich aan het eind van de jaren tachtig de new beat, acid en house. Allemaal dancegenres die volwassen zouden worden in de jaren negentig.
21
DE JAREN NEGENTIG In het begin van de jaren negentig ontplofte de dancescene en versplinterde ze zich in ontelbare subgenres en strekkingen, gaande van trance, euro, techno, two-step, big beat en hardcore tot bijvoorbeeld de jumpstyle en tecktonic. Minder commercieel, maar waarschijnlijk belangrijker voor de volgende decennia, was de verbreding van de alternatieve muziek. En dat begon allemaal met één riff…
Luisterfragment: Smells Like Teen Spirit – Nirvana
“Teen Spirit” is de naam van de meest verkochte deodorant bij jongeren in Amerika. Misschien geen geweldige titel, maar de impact van het nummer, de plaat waar het op staat (“Nevermind”), de groep die het nummer bracht (Nirvana) en de frontman/zanger van de groep (Kurt Cobain) is niet te onderschatten. Het nummer schoot overal naar nummer een in de hitlijsten. Voor het eerst haalde een postpunk groep zo’n goede verkoopscijfers en nooit kreeg een “underground” band zoveel airplay op MTV. Dankzij het succes van Nirvana kregen ook andere alternatieve groepen de kans om wereldfaam te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan Red Hot Chili Peppers, Faith No More en Metallica. In de jaren negentig heette alternatieve muziek gewoon “alternative” of “grunge”. Kurt Cobain
22
De jaren vijftig waren de jaren van de rock-‘n-roll, waarvan Elvis Presley de onbetwistbare koning was.
De jaren zestig waren de eerste echte “pop”-jaren. Uit die tijd stammen bijvoorbeeld The Beatles, de grootste popgroep aller tijden, en de Rolling Stones, de grootste rock-‘n-rollgroep ooit.
De jaren zeventig waren de jaren van de disco en de punk, maar ook de jaren van glamrock, Queen, akoestische mainstream pop en kleine genres als reggae.
De jaren tachtig werden gedomineerd door de King of Pop, Michael Jackson, en de Queen of Pop, Madonna.
In de jaren negentig voerden dance-geïnspireerde popdeuntjes het hoge woord en maakte alternative of grunge z’n opmars.
23
DE JAREN NUL Deelnemers Music Live
En dan zijn we aanbeland bij de jaren van de jeugd van tegenwoordig. Jongeren van nu maken geschiedenis door te luisteren naar de dingen die zij goed vinden, muziek te kopen of te downloaden die zij fantastisch vinden en naar de concerten te gaan, die hen boeien. Zij bepalen de huidige jongerencultuur en dicteren in feite hoe de popmuziek van volgend jaar zal klinken. De jongeren van vandaag schrijven popgeschiedenis. Op het webadres van Axl Peleman kan iedereen laten weten wat hen bezig houdt, zodat Axl het in z’n voorstelling kan integreren.
24
TIPS VOOR NA DE VOORSTELLING!
Maak een quiz met vragen rond de voorstelling.
Laat de leerlingen elk een popnummer uitkiezen en er een spreekbeurt over geven en/of een vertaling van maken. Verzamel de nummers op een CD, die dan de “klas-CD” wordt. In een les plastische opvoeding kan de CD misschien gespeeld worden, of de leerlingen kunnen erop dansen tijdens de turnles.
Organiseer tijdens de middagpauze een heuse fuif. Een klas kan de fuif voorbereiden en DJ zijn, maar mag dan alleen échte popnummers draaien.
Laat de leerlingen tijdens de les plastische opvoeding vrij tekenen bij een paar (zelf gekozen) nummers. Laat hen tekenen wat de nummers bij hen oproepen.
25
EDUCATIEVE BIJLAGE Deze educatieve bijlage is een uitgave van Jeugd en Muziek Vlaanderen Redactie: Axl Peleman, Elke Van der Velde Vormgeving: Marleen De Maeseneer Verantwoordelijke uitgever: Roel Vanhoeck Baron Hortastraat 13 - 1000 Brussel Tel. 02/507 84 53 - Fax 02/507 84 37
[email protected] www.jeugdenmuziek.be