IVN Maasduinen Nieuwsbrief juni 2014
Inhoud van deze nieuwsbrief Pagina 1
Inhoudsopgave
Pagina 2
Colofon
Pagina 3
Bijenhotel
Pagina 3 / 4
Genootschapsweekend
Pagina 5 / 7
Nachtvlinders wintersoorten
Pagina 8 / 10
Nachtvlinders april
Pagina 11
Natuur in de stad ( 4 )
Pagina 12
Nieuw team IKL
Pagina 13 / 14 Tuinsafari ( 5 ) Pagina 15 / 16 Vossen Pagina 17
Wilde kat in Nederland
Pagina 18 / 19 Vale gieren Pagina 20 / 21 Waterdiertjes vangen
1
Colofon IVN Maasduinen Ton Wetjens, Voorzitter Tel: 077 - 4722870 Wiel Jacobs, Secretaris Tel: 077 - 4721489 Secretariaat algemeen, beheer website, ledenadministratie. Marc Vergeldt, Penningmeester Tel: 077 - 3661405 Financiën, coördinatie werkgroepen. Annet Weijkamp Bestuurslid Tel: 077 - 4731244 Jan Heuvelmans, Bestuurslid Tel: 077 - 4720040 Jo Peters, Bestuurslid Tel: 077 - 4721453 Ritsaart Blaisse Bestuurslid Tel: 077 - 3735100 Secretariaat: Oude Heerweg 213, 5941 EM Velden. E-mail:
[email protected] Bank: Rabo rek. nr: 153513861 t.n.v. IVN Maasduinen. Coördinatie werkgroepen: Marc Vergeldt Tel: 077 - 3661405 Beheer werkgroep: Henk Wennekers Tel: 077 - 4721813 Vogelwerkgroep:
Theo Lommen
Tel: 06 - 51786669
Amfibieën & reptielenwerkgroep: Ton Wetjens Tel: 077 – 4722870 Werkgroep vleermuizen: Functie vacant Vlinderwerkgroep: Harry v.d. Logt Tel: 077 – 4721861 E-mail:
[email protected] Jan Heuvelmans Tel: 077 – 4720040 E-mail:
[email protected] Redactie nieuwsbrief: Jeu Smeets Tel: 077 – 3520206 E-mail:
[email protected] Ton Wetjens Tel; 077 – 4722870 E-mail:
[email protected] Clublokaal: de Hansenhof, Hasselt 10 5941 NP te Velden.
2
Bijenhotel bij gouvernement Maastricht In de tuin van het gouvernement in Maastricht wordt woensdag 14 mei een bijenhotel geplaatst. Dat gebeurt door leerlingen van Maastrichtse basisscholen samen met gedeputeerde Patrick van der Broeck en PvdA-statenlid Lia Roefs. Zij is de initiatiefnemer. Een bijenhotel is een soort nestvoorziening voor wilde bijen die niet in een grote kolonie leven. Deze bijen zijn ongevaarlijk en steken niet. Als het aan de provincie en natuurorganisatie IVN ligt, plaatsen alle Limburgse basisscholen het komend jaar bijenhotels op het schoolplein of bij de schooltuin. Bijenhotels moeten bijdragen aan het bevorderen van de bijenstand. Annet Weijkamp
Genootschapsweekend2014 De zuidelijke Maasduinen Van vrijdag 27 tot en met zondag 29 juni 2014 organiseert het Natuurhistorisch Genootschap een inventarisatieweekend in het gebied oostelijk van de Maas van Venlo in het zuiden tot het Geldernsch- Nierskanaal in het noorden. We bezoeken een aantal natuurterreinen, waarvan de meeste beheerd worden door Stichting het Limburgs Landschap. Doel van dit weekend is om het gebied ten zuiden van het huidige Nationaal Park De Maasduinen grondig te inventariseren. Daarnaast hopen we natuurlijk dat het zoals elk jaar een leuk en gezellig weekend wordt waarop natuurliefhebbers elkaar ontmoeten. Natuurgebieden Het Zwart Water is een gevarieerd gebied rond de Venkoelen, een oude Maasmeander. Hierin groeit een moerasvegetatie met soorten als Waterdrieblad, Adderwortel en Holpijp. Op de opgestoven rivierduinen in het gebied groeien eiken- en berkenbossen. In de heischrale graslandjes groeien onder meer Zandblauwtje, Klein vogelpootje en Muizenoor. Het Vreewater ligt langs de Duitse grens tussen de natuurgebieden Zwart Water en Ravenvennen en bestaat voornamelijk uit kleinschalige hooilanden doorsneden door houtwallen. In delen van het Vreewater, eveneens een oude meander, heeft natuurherstel plaatsgevonden waardoor een afwisseling van ondiepe plassen en vochtige graslanden is ontstaan.
3
De Ravenvennen, een complex van tientallen vennen, liggen te midden van droge loof- en naaldbossen, maar ook hier ontbreken heidegebieden en broekbossen niet. Gedurende de laatste tien jaar heeft er grootschalig venherstel plaatsgevonden. Op Landgoed Arcen liggen een elzenbroekbos langs de Lommerbroeklossing en oude gemengde bossen op hoger gelegen delen. Verspreid bevinden er zich enkele vennen. In het herstelde Straelens Broek tussen Landgoed Arcen en de Duitse grens ligt een rietveld, vrij uitzonderlijk in Noord- Limburg. De Dorper- en Walbeckerheide vormen een complex van voormalige zand- en grindgaten met daartussen hogere zandgebieden. Daarnaast zijn door diverse natuurterreinen ecologische verbindingen aangelegd die diverse heideterreinen met elkaar verbinden. Langs de Maas liggen stroomdalgraslanden, zoals de Barbara’s Weerd, met een ruigtezone direct langs de Maas en vochtige, bloemrijke graslanden iets hogerop. Tijdens het weekend worden kleine inventarisatiegroepen geformeerd en zal een breed scala aan soortgroepen worden bekeken. Praktische informatie Waar? De overnachtings- en verzamelplaats is Recreatie Maasland, Rijksweg Zuid 14 A, 5856 AB Wellerlooi. Wanneer ? Vrijdag 27 juni: inloop vanaf 19.30 uur: inleidende lezing over het gebied door Henk Heijligers van Stichting het Limburgs Landschap. 21.30 uur: vertrek nachtvlinder- en vleermuisexcursies. Zaterdag 28 juni: 9.00 uur: start excursies vanaf Recreatie Maasland. 18.00 uur: vertrek voor diner. Zondag 29 juni: 9.00 uur: start excursies vanaf Recreatie Maasland. Rond 15.00 uur afsluiting weekend met koffie en vlaai. Kosten De kosten zijn dit jaar vastgesteld op € 35,00 per persoon. Dit is inclusief twee overnachtingen, een ontbijt en lunchpakket op zaterdag en zondag, en een diner op zaterdagavond. Voor aanmelding (voor 20 juni) en meer informatie kunt u terecht op het kantoor van het Natuurhistorisch Genootschap, Godsweerderstraat 2, 6041 GH Roermond,
[email protected] of tel. 0475-386470.
Nachtvlinders
Wintersoorten
4
Sinds ca 1 jaar houden enkele leden van de Vinderwerkgroep zich ook bezig met nachtvlinders. De resultaten geven aan dat het Zuidelijk Maasduinen gebied goede nachtvlinderbiotopen herbergt. Bijgesloten enkele foto’s van door ons gesignaleerde mooie en/of zeldzame nachtvlinders van de maanden Januari / Februari / en Maart. Januari
zwartvlekwinteruil
bosbesuil
perentak
kleine voorjaarsspanner
kleine voorjaarsspanner Februari
diamantborsteltje
5
roodkopwinteruil
voorjaarsspanner
dennenuil
grote voorjaarsspanner
tweestreepvoorjaarsuil
voorjaarsdwergspanner Maart
vroege spanner
aangebrande spanner
6
gewone spikkelspanner
agaatvlinder
nunvlinder
lente-orvlinder
zwartkamdwergspanner
v-dwergspanner
kamperfoelieuil John Bogaarts. Jan Heuvelmans
papegaaitje
7
Nachtvlinders
April Sinds ca 1 jaar houden enkele leden van de Vinderwerkgroep zich ook bezig met nachtvlinders. De resultaten geven aan dat het Zuidelijk Maasduinen gebied goede nachtvlinderbiotopen herbergt. Bijgesloten enkele foto’s van door ons gesignaleerde mooie en/of zeldzame nachtvlinders van de maand April April
Kamperfoeliebloesemmot
Hagendoornvlinder
Maantandvlinder
Kroonvogeltje
Gerimpelde spanner
Marmerspanner
8
Halvemaanvlinder
Berkenbrandvlerkvlinder
Kleine hermelijnvlinder
Meriansborstel
Bleke eenstaart
Braamvlinder
Melkwitte zomervlinder
Berkeneenstaart
9
Koolband spanner
Gamma-uil
Espenblad
Gele eenstaart
Eikentandvlinder
Mendicabeer
Witte tijger John Bogaarts. Jan Heuvelmans
Bruine vierbandspanner
10
NATUUR IN JE STAD
(deel 4) In de maand mei trekt de natuur haar mooiste jurk aan en schenkt ons een prachtige tijd vol licht, warmte en bloemen. De contacten met de buitenwereld verdienen nu extra zorg en aandacht.
Welkom in Venlo, historische stad aan de Maas. Ga op ontdekkingstocht en maak kennis met deze Hanzestad. Ondanks dat de 2e Wereld Oorlog veel van het historisch centrum heeft verwoest, zult u tijdens deze stadswandeling ontdekken dat er nog vele juweeltjes te vinden zijn.
Venlo te grazen Steeds vaker worden schaapskuddes gebruikt om het openbare groen in steden bij te houden. Waar vroeger de stadsparken vooral uit grote grasvelden bestonden met hier en daar een boom, zo wil men nu de stadsparken een meer natuurlijke vorm geven. De inrichting van de parken is daarop aangepast en ook het beheer wordt natuurlijker. Venlo heeft zo’n stadspark vlak bij De Maas. Het gebied waar veel Venlonaren even wandelen en hun honden uitlaten heeft zich in de loop van de jaren ontwikkeld van kaal saai terrein tot structuurrijk en grillig natuurpark waar flora en fauna zich vrij kunnen ontwikkelen.
Maasoeverpark Het Maasoeverpark is een park in Blerick, een stadsdeel in de Nederlandse gemeente Venlo. Grofweg loopt dit park langs de westoever van de Maas, van de Zuiderbrug, via de Blerickse passantenhaven, naar de Stadsbrug. Het vormt de natuurlijk overgang van de Romeinenweerd in de Raaijweide, en maakt als zodanig onderdeel uit van de Maascorridor. Over het gehele traject zijn Galloway-koeien uitgezet om het gras op natuurlijke wijze kort te houden. Zolang men voldoende afstand houdt tot deze koeien, zeker in de kalvertijd, is het gebied voor wandelaars toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang. Halverwege ligt de Blerickse passantenhaven, uitgerust met aanlegsteiger voor de Maashopper waar ook zitbankjes zijn geplaatst met uitzicht op de Maas. Vijverhofpark Het Vijverhofpark is een park in de woonwijk Hogekamp, in de Nederlandse plaats Venlo.
11
De naam is vermoedelijk afkomstig van de hoeve, die oorspronkelijk aan de vijver heeft gelegen. Deze molen die naast de boerderij lag, had in de zeventiende eeuw de naam Muyzenmolen, naar de toenmalige familie die er woonde: Muysken. Deze molen kreeg later de naam Panhuismolen, welke in de Franse tijd door een brand werd verwoest. De hoeve zelf heeft daarna de naam Panhuismolenhoeve gekregen. Het park zelf heeft nog steeds een vijver, met daaroverheen een bruggetje. Ook zijn er enkel wandelpaden en bankjes waar men uitzicht op de hoeve heeft.
Info: Wikipedia Annet Weijkamp
Nieuw team IKL Manager reorganisatie Herman Vrehen Administratie en secretariaat Jacques Defauwes (interim controller) Bianca Boersen Simone Schmitz Ontwikkelaar groen Bèr Houben (contactpersoon Noord- en Midden-Limburg) Léon Jongen (contactpersoon Zuid- Limburg) Projectleidersw (met specialisatie) Jan Kluskens Henk van Kuijk Jan Leunissen Mark Luijten Frans Voncken Uitvoerder Frans Blezer Hermie van Es Paul Hendriks Wil Niessen Rob Thissen Werkbegeleider burgerparticipatie Wouter Jansen Jules Louvenberg Richard Spätjens
12
Op Tuinsafari (deel 5)
REGENWORM
Wat is dit voor beestje? De regenwormen zijn een familie van ongewervelde dieren die behoren tot de ringwormen. Regenwormen behoren tot een groep van wormen die de zee verlaten hebben en in zoetwater maar ook op het land kunnen leven. Hoe ziet dit beestje eruit? De regenwormen hebben een langwerpig, typisch wormachtig lichaam zonder poten of oren. De Gewone Regenworm bereikt een totale lichaamslengte van dertig centimeter. Het lichaam van de regenworm kan bestaan uit meer dan honderd segmenten , de Gewone Regenworm heeft er ongeveer 150. Elk lijfsegment heeft kleine, verharde borstels. Het aantal segmenten neemt toe met het ouder worden doordat in een speciale groeizone vlakbij het uiteinde nieuwe segmenten ontstaan. Het achtereind is dikker en afgeplat. Vooraan, na ongeveer het dertigste segment, zit bij volwassen regenwormen een verdikking, het zadel genoemd. Via de huid vindt ademhaling plaats en de huid beschermt de regenworm tegen uitdroging. Onder de huid zit een spierlaag. De spieren gebruikt de worm om zich voort te bewegen door ze samen te trekken. Waar vind je dit beestje? , Regenwormen leven in de bovenlaag van de grond, tot soms wel 2,5 cm diep en komt veel voor in weilanden. Daar graaft het veel op zoek naar voedsel. Wat eet het? Regenwormen zijn afval eters die leven van dood plantaardig materiaal. Ze eten voornamelijk dode en rottende plantenresten, ook worden wel bladeren die op de bodem liggen in een woongang getrokken en gegeten. Af en toe wordt een jonge spruit meegenomen. Verder eten ze zaden, micro-organismen en resten van allerlei dieren.
13
Wie eet het? Regenwormen worden gegeten door veel vogelsoorten, zoals de merel, kraai en roodborstje. Ook egels, dassen en mollen eten regenwormen. Verschillende insecten , waaronder kevers, naaktslakken en platwormen hebben regenworm op het menu staan. Hoe groeit het op? De regenworm vormt een slijmkoker met bevruchte eitjes. Deze slijmkoker wordt van het lichaam gestroopt en droogt dan uit tot een verharde cocon. Deze is ongeveer zo groot als een erwt. Na 1 tot 5 maanden kruipt Uit deze cocon een jonge regenworm. Een half jaar tot anderhalf jaar later is deze geslachtsrijp en kan zich voortplanten. Een regenworm kan 6 tot 10 jaar oud worden. Hoe verdedigt het zichzelf? Regenwormen kruipen zo diep mogelijk in de grond om te schuilen , zodat ze niet uitdrogen of bevriezen. Regenwormen danken hun naam aan het feit dat ze vooral te zien zijn als het regent en alleen dan over de bodem kruipen. Ze hebben geen ogen of oren , maar hun huid is erg gevoelig zelfs voor licht. Ze voelen de trillingen van de regen of andere dieren en slaan dan in paniek op de vlucht. Wanneer een regenworm door een vijand wordt aangevallen is hij in staat om een deel van zijn lichaam af te stoten. Het overgebleven deel van de worm groeit weer aan. Wat is er speciaal aan dit beestje? De regenwormen voeden zich met rottend plantaardig materiaal en soms ook kleine dode dieren of uitwerpselen. Een deel van het voedsel nemen zij op met de grond die zij al gravend opeten. Alles wordt verteerd en weer uitgepoept. Zo wordt de bodemstructuur verbetert Om voldoende voedsel te vinden graven ze lange gangen en daarmee komt er extra lucht en ruimte in de bodem. In de tunnels kunnen de planten hun wortels laten groeien. En het water wordt beter vastgehouden in de bodem, waardoor deze niet zo snel uitdroogt. In vruchtbare grond kan 432 wormen per m2 voorkomen. Is het gevaarlijk? De regenworm is ongevaarlijk en een nuttig dier omdat ze de bodem bewerken. De populatie vermindert sterk wanneer de grond omgespit wordt en als de grond te nat en te zuur is.
14
VOSSEN, BEJAAGDE JAGERS Tekst: Jeu Smeets Foto’s: Wikimedia Vossen ( Vulpes vulpes ) kun je tegenwoordig in nagenoeg alle landschapsvormen vinden, bossen, weilanden, parkachtige gebieden en zelfs in de steden voelen ze zich tegenwoordig thuis. Door zijn aanpassingsvermogen komt hij in de meeste biotopen tot zijn recht. De op een hond lijkende vos kan in doorsnee een gewicht van zes tot ruim tien kilo bereiken. Zijn beharing is roodbruin en hij heeft een witte buik hoewel kleurafwijkingen naar grijs en zilverkleurig sporadisch voorkomen. De schouderhoogte kan gaan tot veertig cm. en de lengte van neus tot staartpunt is maximaal zo’n eenhonderddertig cm. Vroeger geloofde men dat vossen pure eenlingen waren die alleen in de paartijd bij elkaar kwamen. Onderzoeken met nieuwe technieken heeft bewezen dat vossen veelal in familieverband leven. Voortplanting, leeftijd en ziekten. Vossen paren in januari en na ongeveer vijftig dagen brengt de moervos ( vrouwtje ) gemiddeld vier tot zes jongen ter wereld, die door beide ouders verzorgd worden. Na een week of zes worden de jonge vosjes gespeend en krijgen ze alleen nog prooidieren aangereikt. Na zes maanden zijn de dieren volwassen en het volgende jaar geslachtsrijp. Vanaf de volwassenheid worden de jonge rekels ( mannetjes ) uit de roedel verdreven en gaan de moervossen onder leiding van de oude ervaren moeder verder in familieverband. Jonge vosjes worden in een ondergronds hol geboren in een speciaal hol met vier of vijf verschillende ingangen. Dit wordt ook wel een burcht genoemd Met een veel geluk kan een vos in het vrije veld tien tot twaalf jaren oud worden, maar de gemiddelde leeftijd ligt een flink stuk lager omdat veel jonge dieren geen jaar halen en door de jacht ook veel dieren op jongere leeftijd worden afgeschoten. Vaak wordt de vos met hondsdolheid en lintwormen in verband gebracht, zaken die ook voor mensen gevaarlijk zijn. In west- Europa is het niet ongebruikelijk om speciaal inentingsaas uit te leggen waardoor in ieder geval de hondsdolheid voor een groot gedeelte onder controle is. In Nederland en België komt als gevolg hiervan geen hondsdolheid meer voor. In principe kan echter bijna ieder zoogdier aan hondsdolheid leiden en daarom is het oppassen als men in het buitengebied dieren tegenkomt die normalerwijze mensen uit de weg gaan en dan geen angstgevoelens tonen, dan kan zo’n dier met hondsdolheid besmet zijn. Neem zo’n dier niet op en ook niet aanraken maar de verantwoordelijke instanties waarschuwen als Staatsbosbeheer of de boswachters van b.v. het Limburgs Landschap. 15
Ook de lintworm kan bij mensen tot vervelende en gevaarlijke ziektes leiden. Daarom is het raadzaan om in gebieden met een infectierisico bosvruchten als bessen en bramen steeds goed te wassen en nog beter is te koken voor het gebruik. Voedsel. Bij de voedselopname zijn vossen niet erg kieskeurig. Zijn menu reikt van veldmuizen tot regenwormen en van fruit tot bessen van diverse soorten. Ook zieke en gewonde vogels alsmede kleine zoogdieren als hazen en konijnen, en ook hagedissen en salamanders versmaden ze niet. Ook eieren van grondvogels zijn hun zeker niet heilig. Daarmee vervullen de vossen in de natuur een belangrijke functie door zo ongeveer als gezondheidspolitie van bos en veld op te treden. Echter, omdat hij zich ook vaak vergrijpt aan kippen, ganzen of konijntjes maken ze zich in de mensenwereld niet echt vrienden en wordt daarom ook veel bejaagd, legaal of illegaal. Vossen hebben de neiging om meer prooi te vangen als direct nodig en dan gaan ze het overschot begraven voor een later tijdstip. Ze zijn meesters in het later terugvinden van de prooi. Vossen leggen geen voedselvoorraad aan. Eigenschappen. Vossen beschikken over bepaalde zintuigen die ze goed in kunnen zetten bij het vangen van prooidieren. Ze horen bijzonder goed en hebben een zeer verfijnd reukvermogen. De verticale spleetpupillen in de ogen geven hem ook s’nachts een uitstekend zicht. Het zijn echter niet alleen de ogen die een beetje katachtig aan doen, ook zijn sprongtech-niek bij de muizenjacht is daarmee te vergelijken. Zoals een kat kan ook de vos zijn nagels intrekken, zij het gedeeltelijk en alleen in de voorpoten. Ondanks dat behoort de vos wel degelijk tot de hondachtigen. Zijn loopspoor is wat smaller dan van honden van gelijke grootte. Vind je ergens in de bosgebieden prooivogelresten met afgebeten veren dan kun je er zeker van zijn dat het een vossenprooi was, want roofvogels treken de veren zonder beschadiging. Het rijke voedselaanbod en het verlies van natuurlijke vijanden in Europa zoals de wolf, lynx, steenadelaar en de uhu hebben tot een grote vermeerdering van de vossen geleid. Mede daardoor probeert men nu met gerichte jacht de overpopulatie bij vossen binnen de perken te houden.
16
Wilde kat in Nederland ARK Natuurontwikkeling maakte voor het eerst bewegende beelden van een wilde kat in Nederland. Gedurende een periode van twee maanden toonde deze wilde kat zich regelmatig voor een cameraval in Zuid- Limburg. Hiermee wordt aannemelijk dat de wilde kat, die uit Nederland verdween in de Romeinse tijd, zich opnieuw gaat vestigen in Zuid- Limburg. Nederland heeft er een nieuw zoogdier bij. De wilde kat. Hij rukt op, vanuit de Duitse Eifel. Op cameravallen is het dier het afgelopen jaar een paar keer gezien en gefotografeerd. In Vroege Vogels TV dinsdag groot nieuws over de wilde kat! De Europese wilde kat is een ondersoort van de wilde kat, die in totaal vier ondersoorten kent. De Europese wilde katten hebben een dikkere vacht en een dikkere, rondere staart dan de andere ondersoorten. Hij kwam oorspronkelijk voor in de bossen van heel Europa. Van Groot-Brittannië, via Zuid-Nederland en Denemarken tot Polen en West-Rusland. Het verspreidingsgebied van de wilde kat is echter als gevolg van ontbossing en de eeuwenlange bestrijding opgesplitst geraakt in aparte deelgebieden. De wilde kat lijkt op een cyperse huiskat, maar is zwaarder gebouwd. Hij heeft ook een langere vacht, waardoor hij forser lijkt. Zijn vacht is crème tot okergeel, met op de rug en flanken een aantal vage grijze strepen, die in de zomervacht en bij het juveniele dier duidelijker zijn. Op zijn kop en poten heeft hij enkele duidelijker zwarte strepen. De staart is dik, door de lange beharing, heeft een stomp, zwart uiteinde en 3-5 donkere ringen. In de Eifel en in de Ardennen leeft een groeiend aantal wilde katten. Dit gebied raakt langzaam vol. Dat betekent dat dieren zonder territorium gaan zwerven op zoek naar hun eigen leefgebied. Zo kan het gebeuren dat een zwervende wilde kat in Nederland terecht komt. ARK Natuurontwikkeling doet in samenwerking met de Provincie Limburg, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer in Zuid-Limburg onderzoek met cameravallen om waarnemingen van de wilde kat te verzamelen. In Vroege Vogels TV spreekt Janine met Anke Brauns van ARK Natuurontwikkeling en roofdieronderzoeker Jaap Mulder.
17
Vale gieren – onvermoeibare zoekers Vale gieren ( Gyps fulvus ) behoren met een spanwijdte tot 2,80 mtr. tot de grootste roofvogels ter wereld. Heel bijzonder is eigenlijk bij zo’n grote vogel, zijn zeer zwak gevormde klauwen die hij echter ook niet nodig heeft om te jagen want het is een pure aaseter. Heden ten dage broeden ze nog in Frankrijk, Spanje, Portugal en de Balkanstaten. Af en toe worden ze ook in Volwassen gier in vol ornaat noordelijke streken als België Nederland en Duitsland waargenomen als dwaalgast. Twee jaar geleden, tijdens onze vakantie in Kroatië, heb ik ze op vrij grote hoogte, in formatie, zien zweven in de buurt van de Plitvicmeren waar wij toen op excursie waren, hierop geattendeerd door de plaatselijke gids. Ik zou niet geweten hebben welke vogels het waren. Als volwassen vogel kunnen zowel de mannen als de vrouwen een gewicht tot wel negen kilo bereiken. Typisch voor deze gieren zijn lange gladde nek, zijn krachtige snavel en de lange brede vleugels met een vingerachtige einde van de vleugelpennen. De vleugelpennen en staartveren zijn grijs-zwart en het vleugeldek is bij volwassen vogels enigs vaal lichtbruin of roodbruin. De kop, nek en een daaronder liggende verenkrans zijn helder wit. Daarom heten ze in Duitsland Gänsegeier omdat dat erg op een ganzennek lijkt. Jonge vogels zijn veel donkerder en hebben ook een bruine verenkrans om hun nek. Thermiek. In langdurige zoekvluchten zoekt deze gier naar voedsel en vaak bekijken ze daarbij ook andere aaseters en roofdieren en het voedsel wat daar ligt of achtergelaten wordt. Vaak vliegen deze gieren op een hoogte van 4000 meter door net als zweefvliegtuigen gebruik te maken van de thermiek en in kringen naar Samen zoeken in hooggebergte boven te zweven. Dit doen ze zelden alleen maar meestal in groepjes waarbij ze elkaar goed in de gaten houden en te kijken of dat een ander iets eetbaars gevonden heeft. Als er een iets gevonden heeft duiken ze met z’n allen naar beneden en dan zal de meest dominante vogel met sissende klanken de anderen beletten te eten tot hij zelf voldoende heeft. De anderen grommen terug maar wachten wel. Deze vogels kunnen een intact kadaver van b.v. een rund niet zelf openen en zijn afhankelijk van een ander roofdier of sterkere vogel die het begin maakt. Met hun lange nek kunnen ze wel diep in het kadaver komen om zich tegoed te doen aan de weke delen wat hun geliefde voedsel is.
18
Europese regelgeving. Middels Europese regelgeving is het de boeren in de zuidelijke landen verboden om kadavers van omgekomen dieren als runderen te laten liggen i.v.m. het mogelijke uitbreken van de gekke koeienziekte. Momenteel gaan er in die landen echter stemmen op om dit verbod op te heffen en de gieren het werk te laten doen. Dit is ook ingegeven door het feit dat het nagenoeg ondoenlijk is om Majestueuze vogel in volle vlucht ziek vee op deze bergweiden antibiotica toe te dienen en de boeren herinneren zich best dat de gieren dat klusje in het verleden perfect deden Gezellige vogels. De vale gier is een vogel die van gezelligheid houdt en daarom in kolonies broedt. De nesten worden op rotswanden gebouwd met takjes en twijgen en bekleed met grassen en worden als het nodig is fel verdedigd tegen ongenode gasten maar op die hoogte komen die niet zoveel voor. De nesten liggen vaak slechts twee meter van elkaar verwijderd Het legsel bestaat bijna altijd uit één ei, het wordt door beide oudervogels bebroed en na zestig dagen ziet dan een jong giertje het levenslicht. Een half jaar later is het jong dan vliegvlug en vergezeld het de oudervogels op voedseljacht. Levensverwachting. In de vrije natuur heeft de vale gier geen natuurlijke vijanden en kan behoorlijk oud worden. Hoe oud precies is niet bekend maar wel is bekend dat in gevangenschap gehouden vogels meer dan zeventig jaar werden. In de vrije natuur is het wel duidelijk dat deze leeftijden echt niet gehaald worden. Het is duidelijk dat in gebieden waar deze vogels regelmatig voorkomen ook windmolenparken een behoorlijke aanslag op de populaties doen. Alle gieren zijn in heel Europa streng beschermd.
19
Waterdiertjes vangen bij Zwart Water Tekst en foto’s: Henny Martens Vandaag 7 mei, waren we met 6 kinderen van IVN bij het Zwart Water om waterdiertjes te vangen. Ondanks het slechte weer was iedereen weer even enthousiast. Er werden veel verschillende beestjes uit het water gevist zoals een bruine kikker, tientallen kikkervisjes, kleine watersalamander, alpenwatersalamander, libellenlarven, baarsjes, zonnebaarsjes, snoekjes, waterschorpioenen, schaatsenrijders, enz. Op de terugweg naar de Bong hebben we nog een bezoek gebracht aan de schapenstal van de Wassum. Men was daar bezig met het inladen van lammeren die voor de eerste keer naar buiten mochten. Ook hebben we een demonstratie gekregen van hoe de nagels van de schapen worden geknipt. Toen de ergste regenbui voorbij was zijn we verder gegaan naar Geelen op de Bong waar we de dag hebben afgesloten.
De nodige materialen
Spannend hè wat er in zit
Hier moet iets te vangen zijn
Hebbes, zeker weten. zware buit 20
Vandaag alleen maar modder
Kijk ik doe het jou nog een keer voor
Gezellig toch, samen vissen aan de waterkant en mooie beestjes vangen En hieronder staat de buit zoals we die gevangen hebben en mooi teruggezet
21