Colofon Deze jaarthemabrochure kwam tot stand dankzij de ijverige werking van de Pedagogische Commissie. Lay-out: Marc Hens Redactie: Skrolan Hugens
Inhoud 1) Welkom
2
2) Algemeen
3
Back to the buurt -
3
Visietekst “Doe nooit iets alleen”
3) Buurt op stelten
11
Losse ideeën om je buurt te verwennen Voorbeelden ter inspiratie (good practices) Waarom zou je aan ‘buurten’ doen? Pimp Yo Lokaal Burekuren! Bureluren = Burewerven Gewenste intimiteiten Verdoken armoede Interessante adressen
4) Activiteiten
11 13 24 25 26 27 30 34 36
37
Spel algemeen Voor de takken Voor iedereen
37 38 64
5) Jaarthemalied en partituur
76
6) Bijlage (van hoofdstuk 4)
81
Losse bijlage: Spelbundel voor de leiding
Verantwoordelijke uitgever SCOUTS en GIDSEN VLAANDEREN vzw Pieter Michiels Lange Kievitstraat 74 2018 Antwerpen © september 2008 www.scoutsengidsenvlaanderen.be
[email protected]
1
Welkom
Hallo,
Hier ligt die dan; de eerste versie van de vernieuwde jaarthemabrochure. Helemaal gratis voor jou en de rest van je leidingsploeg. Het doel? Jullie wegwijs maken in de wondere wereld van ‘Bureluren!’. Dit jaar dagen we je met plezier uit om je buurt te gaan verkennen. De leuke bekende plekjes nog es opzoeken, het vieze parkje waar je liever niet komt opruimen, op zoek gaan naar nieuwe pleintjes. Zo zetten jullie de buurt eens extra in de bloemetjes of in de verf!
Deze brochure is in twee grote delen verdeeld. Ze kregen de naam ‘Algemeen’ en ‘Activiteiten’. In het eerste deel vind je achtergrondinformatie over het jaarthema. We kondigen er ‘Burekuren!’ en andere initiatieven aan en bieden er ideeën en voorbeelden aan om aan de slag te gaan met je buurt.
Het tweede ‘Activiteiten’-deel biedt je een heleboel spel-impulsen voor je tak of je groep. Hier vind je kant en klare spelen en zingevingsmomenten. De activiteiten hebben per tak een icoontje, ook bij de zingevingsmethodieken vind je een speciaal icoontje. Maar aarzel niet om ook eens bij een tak lager of hoger inspiratie te gaan halen! Akabe wordt vaak niet apart vernoemd, maar alle activiteiten zijn mits kleine aanpassingen ook voor deze takken te gebruiken.
Een aandachtig lezer heeft het al door, deze brochure geeft je heel wat lees en speelvoer! Ze is tot stand gekomen door de samenwerking van alle commissariaten en ploegen. Je kan hen altijd contacteren als je verdere vragen of opmerkingen hebt. Hun mailadressen vind je op onze site.
Avontuur Bureluren en geniet ervan!
De pedagogische commissie.
2
2
Algemeen Back to the buurt
B u re l u re n ! : de vi si e t e k st L i e v e r e e n g o e i e bu u r da n . . . Vraag aan een inwijkeling van buiten West-Europa wat hem het meest opvalt aan onze samenleving, en negen op tien mensen zal zeggen dat het een ‘apart-leving’ is. Mensen zitten thuis achter hun neergelaten rolluiken naar tv te kijken of surfen op internet. Toch is dat ‘cocoonen’ niet meer wat het geweest is. Grappig genoeg zijn op internet nu vooral de community-sites in opmars, waar je deel wordt van een gemeenschap, een netwerk vol contacten. De verklaring is niet ver te zoeken. Want ook al is “jezelf kunnen zijn” en “je eigen zin doen” het hoogste streefdoel van deze tijd, velen hebben tegelijkertijd vooral schrik om te vereenzamen. Dus doen we onze living apart toch graag together. Vertaal die virtuele ontmoetingen in de werkelijkheid, en je krijgt ‘de buurt’. De buurt is weer hip. Geen gemeente die zichzelf serieus neemt zonder subsidies uit te reiken aan creatieve buurtinitiatieven: van straatbarbecues tot een petanquetoernooi van de oneven tegen de even huisnummers. Ook sociologen noemen de buurt het platform van de toekomst. Ze voelen aan dat een nieuw gemeenschapsgevoel dé uitdaging voor de toekomst wordt.
Met de ballen over de haag Voor ons scouts en gidsen lijkt dat allemaal wat overdreven, want is onze wekelijkse werking niet het toppunt van gemeenschap, van reëel samenzijn? Zeker wel, maar hoe doen we het met de omgeving buiten ons veilige terrein? ‘De buren’ hebben niet zelden een wat negatieve bijklank: het zijn die freaks die steevast de politie bellen bij de groepsfuif in het lokaal, of bij wie je weer eens moet gaan smeken om een bal die over de haag is gevlogen. En zelfs al doen we het goed met de directe buren, hoe goed kennen we de buurt zelf? Weten we wat voor interessante mensen er wonen, wat andere nabije verenigingen precies doen? Daar liggen kansen: van een middag kleiduifschieten met jins tot een rusthuisvisite met kapoenen. Weten we meteen ook eens hoe de buurt ons ziet. Je zou daar soms van verschieten... De buurt is voor scouts- en gidsengroepen van levensbelang. Ze levert onze leden, we doen er onze ruiltochten of onze jaarlijkse financiële actie. Onze lokalen zijn vaak eigendom van de parochie of de gemeente. Zijn dat verplichte banden die we moedwillig warm houden, of bieden ze extra kansen? Zeker, vooral in kleinere dorpen kan de buurt ook verstikkend werken, als broeierig roddelcircuit. Maar kunnen de vastgeroeste denkpatronen die daarin meespelen niet ook een uitdaging zijn? En in hoeverre voelen we ons mee verantwoordelijk voor het jeugdbeleid van de gemeente? Wat kunnen we van onze wijk maken? Misschien moet het allemaal niet zo groot worden. De wijk kan voor scouts en gidsen ook gewoon een extra breed speelterrein zijn. Eén ding is zeker. De buurt is als een das: elke groep heeft er een rond zich hangen. Meet and greet, je buurt heeft de toekomst!
3
Mission next door “Met groot plezier en kleine daden komen we op voor onze omgeving en voor een kleurrijk Vlaanderen”, zo luidt de voorlaatste zin van de missie van Scouts en Gidsen Vlaanderen. Precies zo voelen we ons ook thuis in de buurt. Het gaat ons niet zozeer om de basispijler ‘dienst’, al doen we wel eens een spontane kleine actie die onze directe omgeving ten goede komt (zoals een afvalopruimactie). Maar nog liever maken we ons plezier zo groot dat er genoeg overblijft om het met de buurt te delen. Kapoenen geven de straat een beurt met stoepkrijt, givers sjorren een brug over de wegenwerken om de hoek. Als jeugdbeweging komen we graag buiten, en dat lukt ons moeilijk ongezien. Vooral op tocht zijn we op ons best, en met de jongere takken is een buurtwandeling al een wereldreis. Ze maken van riooldeksels spannende drakenputten, en van verkeerslichten geheime uitkijkposten waar je sluipend langs moet. ‘Op tocht’ begrijpen we ook symbolisch: scouting als verkennen, kennismaken en jezelf verrijken. En al lijkt de buurt bekend, er valt nog veel te ontdekken. Zou die drukkerij verderop onze fuifaffiches niet kunnen drukken voor een leuke tegenprestatie? Mogen we met de jongverkenners eens mee de koeien van boer Guust gaan melken? En waar is die vzw van vogelspotters van achter het gemeentehuis eigenlijk mee bezig? Ogen en oren open: scouting is geen eilandje, en onze groep is niet de enige vereniging in het dorp. We zetten onze vaste oordelen over anderen bewust opzij om hen te herontdekken. Scouting is ontmoeten, en deze keer kan dat zonder de tram te nemen.
Zie ze komen Zeker in de stad biedt de buurt vele kansen om mee te werken aan een kleurrijk Vlaanderen. Internationaal bewust als we zijn, hoeven we het niet altijd over de grenzen gaan zoeken. Soms ligt het ook gewoon om de hoek: een Chinese gym voor verdedigingssporten, of een Afrikaans café. Diversiteit zien we als een belangrijk aandachtspunt om ook onszelf te verrijken. Op leidingsweekend denken we een alternatieve ledenwerving uit voor die ene sociale wijk, samen met de buurtwerkster daar. Ook onze eigen christelijke cultuur, bewust of onbewust, gaan we beter begrijpen na een bezoekje met de jins aan de moskee. Als jeugdbeweging volgen we onze voelsprieten: soms gewoon om speels en creatief te zijn met wat zich om ons heen aanbiedt, soms om met beide benen in de maatschappij te staan. Vaak gaat dat gewoon samen, omdat we geloven in onze kracht om als jonge mensen dynamiek te ontwikkelen waar ook anderen van kunnen meegenieten. Grijs zal onze omgeving nooit worden met ons in de buurt. We laten ons zien, voeren de drive van 100 jaar scouting nu gewoon door rond ons eigen terrein. Ze zullen ons eens leren kennen!
De nationale verbondsleiding
4
H e t m o t t o z o u m o e t e n zi j n : “ d oe no oit ie ts al leen!” In dit langere artikel willen we het jaarthema ‘je buurt’ wat verdiepen en van meer achtergrond voorzien. Hoe functioneren we als jeugdbeweging in de hedendaagse samenleving, waarvan de straat de meest nabije en reële microcosmos vormt? Ga er even voor zitten, zet de knop in je kop op ‘filosoferen’ en laat je gerust inspireren! Wat is dat eige nlijk, ee n buurt? Hoe ga je e rmee om? We vroege n het voor de zekerheid aan iemand die e rvoor gestudeerd hee ft e n niet om een stra ffe uitspraa k ve rlege n zit. Socioloog en cultuurfilosoof Eric Corijn, hoogleraa r aan de VUB, inspireerde ons met historische ontwikkelingen en boe iende mode lle n, maar weet die ook conc reet te vertale n naar scouting vandaag. “Ve reniginge n zijn nog te vaak loute r gebruikers va n hun buurt, terwijl ze zic h ook verantwoordelijk zouden kunne n voele n om die publieke ruimte mee vorm te geven. Spe lend ontde kken, je buurt drome n e n samenwe rken met a nde ren: daarin kunnen ook scoutsgroepe n nog groeie n.” Zelf heeft Eric Corijn nooit bij de scouts gezeten, bekent hij. Maar uit wat hij vertelt, blijkt een sterk geloof in de kracht van kinderen en jongeren. “De jeugd wordt te vaak klein gehouden. Men zegt snel: ‘kinderen kunnen dat niet!’ Zelf zou ik hen veel meer verantwoordelijkheden geven. Waarom zouden bijvoorbeeld niet juist kinderen de zorg kunnen krijgen voor de monumenten in hun straat, of voor propere voetpaden? Ze zouden dan tegelijk ook wel het recht moeten krijgen om vervuilende volwassenen te beboeten. Je zou eens wat zien! Geef kinderen en jongeren maatschappelijke verantwoordelijkheid op een niveau dat ze aankunnen en waarmee ze respect kunnen verdienen, en zelfs de meest ingeslapen buurt zou er heel anders gaan uitzien.” Het is maar een van de vele dromen die Eric Corijn koestert. Hij vindt dat er dringend nood is aan meer betrokkenheid van mensen bij de plek waar ze wonen. “Mensen zijn veel te veel loutere gebruikers van hun buurt. We zeggen zo makkelijk: ‘het is aan de anderen om het te regelen’. Mensen vinden hun straat vuil: ‘waar zijn de vuilnismannen?’ Er ligt een stoeptegel los: ‘waar is de gemeente?’ De zelforganisatie is helemaal weggevallen. Een mooie invulling van zo’n jaarthema zou kunnen zijn: actie ondernemen en initiatieven ontwikkelen om je buurt samen met anderen tot een meer leefbare plek van ontmoeting te maken.”
Onze eerste vraag is dan natuurlijk: wat is ‘de buurt’ precies? Bestaan er definities van? “Een buurt is een stadsdeel, om simpel te beginnen. Stadsdelen hebben een historische oorsprong, toen de stad nog heel anders ruimtelijk gestrucureerd was dan vandaag. Tot de negentiende eeuw vielen steden in de meeste gevallen immers binnen hun muren. Vandaag noemen we dat: de middeleeuwse kern. In de negentiende eeuw heeft een hele industriële ontwikkeling dat opengebroken, en in de twintigste eeuw krijg je nog eens een residentiële uitzwerming, met tuinwijken, dorpen die verstedelijken... Historisch gezien zijn buurten plaatsen van welbepaalde activiteit, die je vandaag nog altijd kan aflezen uit straatnamen. De beenhouwers of de schilders hadden -zeker in de middeleeuwen- hun eigen buurt. Buurten waren ook ruimtes van hetzelfde soort mensen. Arbeidersbuurten, bijvoorbeeld. Tot de Tweede Wereldoorlog kon je zeggen: ‘zeg mij de buurt waarin je woont, en ik zeg je wie je bent.’ De grote verandering treedt op vanaf de jaren zestig-zeventig-tachtig. Dan treedt de consumptiecultuur in, wat betekent dat er een veel grotere mobiliteit van mensen komt. Die bewegingsvrijheid heeft verschillende vormen.
5
Ten eerste komt er een grotere mentale mobiliteit door de televisie. Je kijk op de wereld wordt niet langer beperkt door de plaats waar je bent. Ten tweede verandert ook de werkelijke mobiliteit. Mijn grootmoeder was al vijftig toen ze voor het eerst de zee zag, terwijl kinderen van twaalf nu bij wijze van spreken al half Europa hebben afgereisd. Ten derde komt er een grotere mobiliteit in levensstijl. Dat betekent dat waar mensen wonen, niet langer zegt hoe ze leven. Mensen krijgen meer eigen greep op hun eigen leven: in leefstijlen, consumptiepatronen... Bij mensen die voldoende koopkracht hebben, middenklasse dus, gaan wonen, werken en vrijetijdsbeleving zich afspelen op verschillende plekken. Verschillende plekken in de stad krijgen verschillende functies.”
Kan je met die historische veranderingen iets concreets doen in scouting? “Interessant om te doen, ook met kinderen, is tijd-ruimtepaden uitlijnen. Kinderen vragen aan hun grootouders: schets eens een doordeweekse dag in de jaren vijftig. Waar speelde je dagelijkse leven zich af? Wat deed je in je vrije tijd? En dan kunnen ze dat vergelijken met hun eigen leven vandaag. Mocht je zo alle kinderen, hun ouders en grootouders een zendertje opzetten en hun paden uittekenen, dan zou je merken dat het gebruik van de stad er in verschillende decennia heel anders uitgezien heeft. Maar niet alleen verschillende generaties hebben een andere mobiliteit. Ook sociale categorie speelt een rol. Hoe armer en hoe minder geschoold de mensen, hoe meer hun verschillende sociale bezigheden zich op dezelfde plek afspelen. Naar welke school ga je? Naar de buurtschool om de hoek of naar de beste school van de stad, waar je door mama op de achterbank heen gevoerd wordt? Er is veel meer keuze dan vroeger. Wist je dat veertig procent van de mobiliteitsproblemen in Brussel samenhangt met thuisschoolvervoer? De vrije keuze van de school zorgt voor een heel onaangenaam competitie-effect waarbij mensen niet langer voor de buurtschool kiezen. De buurt wordt in realiteit afgebouwd. Kinderen gaan naar verjaardagsfeestjes van hun klasgenootjes en niet naar feestjes van hun straatgenootjes. Dat soort verschuivingen heb je dus.”
Zeg je nu: de buurt speelt eigenlijk geen rol meer? Waarom er dan mee bezig zijn? “De buurt kan wel degelijk nog bestaan, maar we kijken er vandaag meer filosofisch naar. Een buurt bestaat in die mate dat mensen in hun hoofd samen een buurt maken, haar ‘imaginair produceren’. Als dat niet gebeurt, bestaat de buurt ook niet. Dan blijft iedereen apart wonen op zijn eigen privéplek. De buurt bestaat pas als mensen zich er mentaal mee identificeren, als ze vinden dat hun omgeving belangrijk is. Hoe dat tot uiting komt? In de wil van buurtbewoners om de publieke ruimte van hun buurt samen vorm te geven.”
Wat kan dat zijn, dat vormgeven van de publieke ruimte? “Daarvoor moet ik eerst even uitleggen welke krachten er allemaal spelen in die publieke ruimte. In principe is ze publiek, dus voor iedereen. Maar in praktijk is dat anders. Als er een speeltuintje staat, dan wordt dat vanzelf de ruimte van kleuters en hun ouders. Als er ergens banken gezet worden, is dat vaak voor gepensioneerden. Maar als de drugsdealers er zijn, bezetten ze die ruimte en kan er een onveiligheidsgevoel ontstaan. De publieke ruimte wordt dus vormgegeven door sociale praktijken, door wat mensen er doen. Daarin spelen allerlei machtsverhoudingen mee, die gewenst of ongewenst zijn of door de overheid wel of niet gestuurd worden. Van wie is het graspleintje achter de kerk? Verjagen de scouts de buurtkinderen als ze er zondag komen voetballen? Of vermijden de scouts die plek juist omdat er jongeren van het jeugdhuis met brommers rondhangen? Iedereen kent dat soort onuitgesproken territoriumconflicten wel. Maar hoe ga je ermee om?
6
Daarnaast is de publieke ruimte meer en meer het voorwerp geworden van die verhouding aanbieder-klant die overal in onze samenleving in opmars is. Kijk maar eens hoeveel reclame er in de straten hangt. Commerciële aanbieders bieden producten aan en gaan op zoek naar een koopkrachtige vraag. Die relatie wordt geregeld door de markt. En we zetten daar eigenlijk nog weinig tegenover. De mentaliteit van de mensen, ook van kinderen, wordt nog zelden geoefend om samenhang te creëren buiten de markt. Dat kan je alleen doen door samen regels af te spreken en praktijken op te bouwen die niet totaal vrij zijn.”
Maar is dat niet juist wat een jeugdbeweging wel doet? Jongeren belangeloos leren omgaan met elkaar? “Zeker, ik denk dat het héle middenveld dat doet, maar wel vaak enkel binnen de eigen werking en in bepaalde activiteiten. Ik vind dat vele verenigingen, ook de jeugdbewegingen, nog te weinig een gezicht hebben als het gaat over echte samenlevingsopbouw. Ze laten die basisorganisatie van het leven over aan economische krachten, en doet zelf aan doelgroepenwerking: voor kleuters, voor adolescenten, naar ouders, voor socialisten, naar metaalarbeiders, vogelpikliefhebbers... Noem maar op. Verenigingen richten zich steeds alleen maar tot een stuk van de samenleving, dat gegroepeerd wordt rond een bepaalde karakteristiek van hun leden. Ze denken veel minder vanuit burgerschap of verantwoordelijkheid voor de publieke ruimte. We zijn dat als burgers ook afgeleerd. We worden nergens meer aangesproken, tenzij als kiezers één keer om de vier jaar, om ons verantwoordelijk te voelen voor het algemeen belang.”
Dat algemene belang is ook zo ontzettend groot en vaag! “Dat klopt. Het is een illusie om meteen van iedereen verantwoordelijkheid te vragen voor de hele planeet. Dat is niet praktisch. Er is ook geen model voor wereldgemeenschap, dat is gazettenpraat. Maar om de stap te leren zetten van privé verbanden (‘thuis’ bijvoorbeeld) naar het publieke leven, is net de nabije buurt een mooie eerste oefening. Laat ons beginnen met het leren beheren van het eerste publieke dat je tegenkomt als je de deur uitstapt. Laat ons tenminste onder de bewoners van één straat verantwoordelijkheid opnemen voor die straat als publieke ruimte, voor het pleintje, voor het patrimonium. In Mechelen heb je zo bijvoorbeeld een petermeter-systeem voor publieke monumenten.”
Daarmee vergeleken vind je scouts- en gidsengroepen te weinig ingebed in hun buurt? “Ik ken de scouts niet van binnenuit, maar ik vind dat dat het verenigingsleven en de scholen nog te veel denken in afgesloten activiteiten. De zondag in het bos, of eenmaal per jaar op kamp: ‘daar beleven wij het’. En als activiteiten in de gewone openbare ruimte plaatsvinden, wordt die ruimte vaak enkel als een decor gezien. Er is weinig echte interactie met de omgeving. Activiteiten worden veel sterker in termen van tijd gezien. Niet ruimte, maar tijd is het belangrijkste sociale criterium: hoelang, wanneer, hoe dikwijls doen we onze activiteiten? Het waar, de ruimte, wordt beschouwd als een stuk natuur. Wat je dus te weinig ziet, is de vraag hoe de ruimte het menselijke ontmoeten structureert. Dat is nochtans een heel interessante vraag. Wat zijn de sociale krachten die in deze spelomgeving werkzaam zijn? Hoe kunnen we daarop inspelen? Wat kunnen we eraan toevoegen? Ik lees in jullie visietekst rond het jaarthema ‘je buurt’ wel: “samen dingen doen met anderen”. Dat vind ik heel goed. Wat verenigingen te veel doen, is al hun activiteiten vanuit hun eigen capaciteitsplanning alleen doen. Mijn motto zou zijn: doe nooit iets alleen! Ga er altijd vanuit dat er bij jezelf een gemis is en dat je anderen nodig hebt: mensen van een andere cultuur, een andere leeftijd, een andere gezindheid. Want als je begint met alleen te werken, dan ben je eigenlijk heel landelijk bezig. Dan herleid je de complexiteit. Een van de principes die dus altijd onder de aandacht zou moeten staan, zelfs al zijn we met heel veel en hebben we heel veel geld en energie, vind ik: zoek altijd naar activiteiten en opdrachten waarvoor je eerst de ander moet overtuigen om het samen te doen. En dan niet om samen meer van hetzelfde te doen, maar om je te verplichten om een project met de ander uit te denken, op een andere manier dan je het voor jezelf zou organiseren.”
7
Heb je daar zelf tastbare en toepasbare ideeën rond? Hoe begin je daaraan? “Ik denk dat mensen, ook leiding van scoutsgroepen, niet altijd hun eigen activteit centraal moeten stellen, maar af en toe gedienstig moeten zijn aan andere activiteiten. Het zou goed zijn als scoutsgroepen de sociaal-culturele agenda van hun buurt opvolgen en zich af en toe de vraag stellen: ‘het is wijkfeest: moeten wij daar niet eens iets voor doen?’ Het is fietsdag, het is autovrije dag... Als er 11.11.11-weekend is, wordt er vaak wel gemobiliseerd, maar de agenda van de eigen buurt is vaak veel minder bekend. Dat is ook een mogelijkheid om inspiratie op te doen voor maandprogramma’s. En dat kan dan nog met de eigen activiteit samenvallen. In het spel zelf kan je ook veel aandacht voor ruimtelijkheid integreren. Je kan je leden een camera geven en ze foto’s gaan laten maken, om de publieke ruimte anders te ontdekken of beter te leren waarnemen. Of neem straatnamen. Waarom heet onze straat zoals ze heet? Wie was dat? Welk verhaal zit daarachter?
Recrutering kan zich ook uiten als een bemiddelende functie, waarbij de scouts de kinderen in hun omgeving mee warm maakt voor een bepaald project. ‘Maak een tekening over wat je zou willen veranderen in onze straat’, ik zeg maar wat…
Ik denk ook aan speurtochten op zoek naar ‘verborgen muziek’: wie kan hier in de straat zingen en bepaalde instrumenten bespelen? Kijk naar de traditie om met Driekoningen te gaan rondbellen in de straat: kinderen zijn veel nieuwsgierger naar de andere dan volwassenen. Dat kan je uitbuiten: ga eens bellen, vraag de mensen naar wat ze doen en wat ze kunnen. Mocht het verenigingsleven meer bezig zijn met zo’n ruimtelijke structurering van zijn activiteiten, zou het minder enggeestig denken. Nog een vraag die je kan stellen, is of je ook iets met de buurt kan doen tussen de activiteiten. Een probleem in organisaties of in beroepsverband is immers dat de bindende identiteit dan wegvalt. Ben je op maandag ook nog scout, of niet? Als je het wel nog bent, zou je er ook tussen twee zondagen in voor kunnen zorgen dat elke welp in zijn straat gaat bellen aan andere huizen met kinderen. Dat hoeft geen recrutering te zijn in de zin van ‘kom met ons naar de activiteit’. Recrutering kan zich ook uiten als een bemiddelende functie, waarbij de scouts de kinderen in hun omgeving mee warm maakt voor een bepaald project. ‘Maak een tekening over wat je zou willen veranderen in onze straat’, ik zeg maar wat. En daar kan je dan als scoutsgroep verslag over uitbrengen. Want dat is natuurlijk een probleem: het lokaal en de buurt. Eigenlijk krijg je in de scouts leden die op zondag allemaal naar één lokaal komen en dan weer weggaan, terwijl de uitdaging net zou kunnen zijn om ook vanuit de eigen woonplaats, met mama en papa, verantwoordelijkheid op te nemen voor de straat. Als scoutsgroep ben je eigenlijk te gast in de buurt van je lokaal. Dat is een heel andere relatie.”
Veel leiding kan bij een paar van je ideeën wel denken: ‘Waarom zouden wij daar in godsnaam extra energie in stoppen? Het gaat in onze groep goed zoals het gaat, en scouting is er toch wel in de eerste plaats om te spelen?’ Hebben zij dan ongelijk? Wat valt er eigenlijk te winnen bij de buurt? “Er zijn een aantal antwoorden te geven. Mensen die gesloten zijn voor alles wat zich afspeelt buiten hun vaste ervaring, zal je met niks kunnen motiveren. Voor hen telt enkel het eigen genot. Als dat het enige criterium is, moet je hopen dat je genot nog zo lang mogelijk kan blijven najagen. Maar er zijn ook argumenten tegen. Wist je bijvoorbeeld dat al 56% van de Brusselaars van buitenlandse origine is? Die groep heeft twee keer zoveel kinderen dan de 40% belgo-belgen. Dat betekent dat tussen nu en tien jaar de actieve bevolking tussen 25 en 50, de klasse die het voor het zeggen heeft, in Brussel overwegend ‘allochtoon’ zal zijn. Wil je traditionele blanke scoutsgroepen over tien jaar laten overleven, dan zullen de leden ervan dus op een aantal vlakken snel moeten bijleren. Dan gaan we het niet redden met Tineke Van Heule om enig collectief bewustzijn over te leveren. Kennis hebben van zowel andere culturele praktijken als van interculturele mogelijkheden wordt dus uiterst belangrijk voor de toekomst. Ofwel gaan we in dialoog, ofwel splitsen we alles in ghetto’s. Maar dan zullen het de witten zijn die in de ghetto’s
8
wonen, en niet andersom. In Antwerpen, binnen de Singel, is vandaag al de meerderheid van de leerlingen in het lager onderwijs thuis anderstalig. En dat is dan een eentalige Vlaamse stad! Die heeft zogezegd geen problemen, terwijl Brussel een probleem op zich zou zijn. Binnen de vijftien jaar zijn Antwerpen en Gent als Brussel. De demografische ontwikkelingen gaan zo ontzettend snel dat de jeugd binnen vijftien à twintig jaar helemaal van samenstelling, natuur en dominantie veranderd zal zijn.
We hebben er dus alle belang bij overal KifKif uit te nodigen om ons te komen uitleggen hoe het allemaal ineen zit. Want voor de rest zal ons paternalistische inburgeringsmodel ons weinig helpen. ‘We zijn open en ge moogt allemaal Vlaming worden’: dat zal niet zo lang meer pakken. Zij zijn gewoon met meer. Die zelfgenoegzaamheid mag dus af en toe eens bevraagd worden. Veel crucialer wordt niet bang worden en flexibel leren omgaan met de ander. Zeker nu het nog kan: nu we die interculturele oefening nog kunnen maken binnen de veilige condities van het spel. Objectief en ethisch heb je daar alle belang bij. Ik zou de oude traditie van scouting, met Jamboree en wereldburgerschap, dus terug eens ethisch doordenken. Het gaat om intercultureel inzicht, om de kennis van waarom de dingen zijn zoals ze zijn, en vanwaar ze komen. De Turken bezetten de stoep alsof het een erf is, terwijl wij vinden dat een stoep dient om over te bewegen. Dus als mensen de weg blokkeren, vinden wij dat niet normaal. Zij vinden het van ons ook niet normaal om je zo snel van een plaats naar een andere te bewegen. Daar moet je dus creatieve oplossingen voor vinden. Maar vertrekken van de evidentie dat ‘de stoep vrij is’, zal weinig helpen.
Wat kan dan wel helpen? “Inzetten op kinderen is al heel veel waard, denk ik. Gedragingen, ook met ouderen en tussen de generaties, veranderen. Mijn moeder heeft altijd geleerd dat spuwen op straat vies is, terwijl in bepaalde culturen de manier is om stoer te doen, om er te zijn. Dus: ‘ge moogt niet spuwen’ tegenover ‘ge moet spuwen’. Hoe regel je zoiets in een publieke ruimte? Je kan niet zeggen: iedereen doet wat hij wil , want dan winnen gegarandeerd de spuwers. Daar zitten heel wat leerporcessen in zonder vooraf gegeven antwoorden, maar waarin kinderen meestal veel creatiever zijn, omdat ze minder cultuur hebben.”
Zijn er voor jou ook foute manieren waarop je met zo’n jaarthema als ‘de buurt’ aan de slag kan gaan? Welke valkuilen moeten we vermijden? “Ik denk aan de buurtactie die de Vlaamse regering gelanceerd heeft: ‘Thuis in de Stad’. Ik vind dat een slechte titel. Eigenlijk zou je in de stad nooit thuis mogen zijn. ‘Thuis’ ben je alleen in huis. Je moet je in de stad wel veilig voelen, maar toch zou ze nog een beetje vreemd moeten blijven. Een publieke ruimte moet altijd nog plaats laten aan het andere, aan wat je liever niet wilt. Het moet een plek blijven voor conflict. Zo blijf je zelf steeds voorbereid op het onvoorspelbare en hou je de buurt spannend en interessant. De buurt mag dus niet het dorp in de stad worden, als een afgebakend territorium. Dan wordt het snel: ‘geen overlast’, ‘stilte na tien uur’, ‘we gaan hier de publieke ruimte zuiver maken’. Binnen de kortste keren creëer je een geprivatiseerde publieke ruimte vanuit een veiligheidsdiscours, à la ‘ik zet het hier vol terrasjes zodat we alleen nog mensen krijgen die Blanchkes dringen en zich zo gedragen, in plaats van al die rare skaters’. Dan krijg je een selectie, terwijl samenzijn in de buurt net leren leven is met het onuitstaanbare anderszijn: tot aan de grens van het conflict en de onveiligheid. Die ervaring, ook voor jongeren, vind ik heel belangrijk. De publieke ruimte zou vooral een gastvrije ruimte moeten zijn. ‘Wij verzorgen dat hier, maar de hele wereld mag naar hier komen onder deze (gastvrije) voorwaarden.’ Die filosofie is cruciaal. Geen afsluiting, geen privatisering, maar openheid.”
9
Heb je tot slot bepaalde droombeelden voor de toekomst? Ideale activiteiten? “Ik zou het heel plezierig vinden mochten alle jonge leeftijdsgenoten op een bepaalde plek met elkaar in verband zijn. Zo zou ik de buurtschool voor het lager onderwijs verplicht maken, en daar alle verenigingen voor kinderen met dezelfde leeftijd aan koppelen. Leer voor je twaalfde eerst eens samenspelen met mensen in je omgeving! Dan krijg je ook veel makkelijker speelstraten en zo. Een ander ideaal is kinderen uit te dagen om zich een voorstelling te maken van de buurt. Hoe zou je het graag hebben? Er zijn absoluut dingen te doen: dromen, maquettes maken, een tentoonstelling ontwikkelen, een filmpje draaien. ‘Beeld het je in, los van alle reglementen.’ Tussen droom en daad staan natuurlijk wetten en praktische bezwaren, zei Elsschot, maar laat ons dat even wegdenken. Maak voor één dag een autovrije straat, ga de boer op met een verhaal... En kijk dan welke mensen zich mee in zo’n droom herkennen. Ik zou zo’n groep welpen dan ook uitdagen om in de loop van de week eens aan mama en papa en grootmoe te vragen wat zij ervan denken. Of aan de beenhouwer. Wees daar als scoutsgroep tussen twee activiteiten ook mee bezig, en kom daar een week later op terug. Geef kleine opdrachten mee: wat vinden de bakker en de beenhouwer ervan? Mogen we een stuk van onze maquettes in de vitrine komen zetten in de week van de straat? Creëer dus een wisselwerking waarmee je nagaat hoe groot de ‘coalitie’, het netwerk voor je droom is. Welke anderen doen mee, en waar moet ik mijn droom bijstellen om een betere versie te krijgen? Zo kan je nagaan waar je het niet eens bent met hoe anderen dromen van de buurt, en krijg je inzicht over achtergronden, over wat de politieke inzet wordt. Dat proces om spelenderwijs over het publieke en het gedeelde algemene belang na te denken, en met verschillende mensen te overleggen om die droom in een bepaalde afgebakende ruimte ook waar te maken: dat zijn projecten waarbij je verbanden kan leggen met andere educatieve projecten, zoals de school. Een jaarthema als ‘de buurt’ vraagt echt om samenwerking. Om alles samen te vatten denk ik dus dat we veel meer vrij moeten dromen en conflicten oplossen via de verbeelding. Door dingen te spelen ga je samen beseffen: ‘waarom kunnen we niet eens in het echt realiseren wat we het nu al zo dikwijls gespeeld hebben?’ “
Wouter Hillaert
10
3
Buurt op stelten Losse ideeën om je buurt te verwennen
A ct i vi t e i t e n : -
-
Zet samen met de andere scouts, chiro, ksj, klj…groepen uit de buurt een ‘verenigingen’fotozoektocht op. Maak een citytrip naar Brussel, Gent, Antwerpen, Leuven; breng een bezoek aan religieuze centra in de stad. een feest voor de buurt een kampvuur op het dorpsplein in de winter een kerstboomverbranding voor de buurt regelmatig gaan spelen op het buurtplein en de kinderen die niet in de scouts zitten uitnodigen om mee te doen een spel organiseren op het parochiefeest, als het wijkfeesten zijn actief meedoen je lokaal openstellen bij wijkfeesten saaie muren, plekken in de buurt een leuke kleur geven een heus project opzetten om een braakliggend stuk grond tot leuk speelterrein om te bouwen. een vereniging in de buurt zoeken en meedoen met hun activiteiten zet je eigen kraampje op de wekenlijkse markt bouw je eigen droombuurt Ga wandelen met honden uit het dierenasiel Glühwhein en chocomelk als Driekoningen-bijeenkomst aan de kerk Verzamel tweedehands schoenen en kleding in samenwerking met een goed doel Verzorg een maaltijd voor dak- en thuislozen of alleenstaande 65-plussers Organiseer sportactiviteiten voor kinderen in een arme buurt. Help met de organisatie van een lokaal popconcert Versier met de feestdagen een verzorgingshuis een buurtcafé, een filosofiecafé… Help bij het koffie-uur in een bejaardenhuis Organiseer activiteiten voor jongeren in het asielzoekerscentrum Werk mee aan de organisatie en uitvoering van een muziekmiddag of kindertoneelvoorstelling Maak een krantje voor en over de buurt Organiseer een feestavond voor mensen met een verstandelijke handicap Steek je handen uit de mouwen op de kinderboerderij Arrangeer een muziekgroep voor een verpleeghuis of kinderafdeling van een ziekenhuis Organiseer een kindertekeningenwedstrijd met koffieochtend in het asielzoekerscentrum Organiseer een balspeltoernooi voor mensen met een visuele handicap Ga voorlezen aan je kapoenen en de oudjes in een bejaardentehuis achter de hoek Regel een verwen- of doe-een-wensdag in een verzorgingshuis Organiseer een 50-er jaren zing-mee-dag voor een bejaardenhuis Houd een verhalen-vertel- theefeestje in een verzorgingshuis Bouw vogelhuisjes met bewoners van een bejaardenhuis met je givers Verwijder lelijke graffiti en maak een graffitiplan met de gemeente Organiseer een rolstoelaanvalsplan voor moeilijk bereikbare gebouwen Organiseer een modeshow in een bejaardenhuis Plan een fietstocht op tandems met je jins verstandelijk gehandicapten Maak voor de buurtkinderen een poppenkastvoorstelling
11
-
-
Bezoek gedetineerden in een jeugdgevangenis Doe mee met de wilgenknot- en andere acties van milieubeheer Lees de krant voor aan bejaarden Fris een afdeling in een instelling op met een expositie van leerlingen en jonggivers na een action-painting activiteit Schrijf brieven voor Amnesty Help met groenonderhoud bij de ecologische stadsboerderij Geef fietsles aan asielzoekers en vluchtelingen met je jins Werf eerst sponsors om fietsen aan te schaffenOrganiseer een culturele wereldreis op een basisschool met alle nationaliteiten uit je groep/buurt Maak een muurschildering in het buurthuis, op het buurtspeelplein of het asielzoekerscentrum (zorg wel voor de nodige toestemmingen/vergunningen) Maak een buurtkrant samen met andere buurtbewoners Organiseer een straatspeeldag Help het museum bij jou in de buurt met het verzinnen van leuke activiteiten voor jongeren Help opa's en oma's met het nemen en bewerken van digitale foto's van hun kleinkinderen Bedenk een stadswandeling voor jongeren (of juist: voor ouderen door jongeren of door ouderen voor jongeren) Organiseer samen een groot feest voor leeftijdsgenoten in het dorp Maak samen met de bewoners van een huis voor mensen met een verstandelijke handicap een diner Fleur je straat op met tegeltuintjes, kunstwerken die gemaakt zijn door de kunstenaar uit je straat, poëzie aan de ramen. Of hang kleurige windhozen op, … Laat een fritkot of ijskar komen in de straat. Organiseer een kwis over de geschiedenis van je straat. Gluren bij de buren: stel naast je lokaal een aantal huizen open in de straat. Elk huis is het bekijken waard en heeft zijn verhaal. En het bevredigt de nieuwsgierigheid. Petanquen in de straat garandeert een zomerse sfeer. Organiseer een beach party of een bal in de straat. Zet een opblaaszwembad op straat in de zomer. Wens uw allochtone buren een prettig suikerfeest. Nodig uw allochtone en autochtone buren uit met Kerstmis of sinterklaasfest Organiseer met uw allochtone buren tijdens de ramadan een gezamenlijke maaltijd na zonsondergang. Ga eens op bezoek in de kerk of de moskee in je straat. Voetbal een feest! Ga naar het café in de buurt naar het voetbal kijken. Of ga met al je givers naar de plaatselijke voetbalploeg supporteren en maak kennis met de club. Speel eens tegen hen. Organiseer een straattheatervoorstelling met de kinderen: met kunstjes, jongleren, schminken, circustoestanden, … Spreek af om op een welbepaalde dag alle fietsen te repareren, onder deskundige begeleiding van de gepensioneerde klusjesman van nr. 32. Maak met kapoenen krijttekeningen op de stoep. Vraag aan de buurkinderen om mee te doen Hang overal ballonnen uit
J e bu u rt u i t n o di ge n : -
door affiches met deurhangers met filmpjes ballonnen die je activiteit aankondigen
12
Op een rijtje: Voorbeelden ter inspiratie Wij hebben enkele activiteiten op een rijtje gezet, samen met enkele concrete tips over de beste aanpak. Laat je door deze good practices vooral inspireren en verrassen. Ongetwijfeld bestaat er in de geschiedenis van jouw groep een buurtactiviteit opgetekend, alleen was je die misschien even vergeten? Je kan hier je herinnering opfrissen, of in een nieuw jasje steken, of toekomst schrijven?
Good practice 1: Wie: Wat: Waar:
Een verkenningsspel in je stad of wijk
jonggidsen van scouts Genk-Centrum een stads(wijk)spel in Winterslag Genk-Winterslag
Situatie Om eens van locatie te veranderen en tegelijk een andere wijk van onze gemeente te verkennen organiseerden wij een origineel stadsspel. Midden in de wijk werd een centrale post opgesteld waar de leiding plaatsnam. De leden werden er op uit gestuurd om allerlei opdrachten in de omgeving uit te voeren.
Actie De opdrachten werden in kleine groepjes uitgevoerd zonder begeleiding. De leden leerden met deze opdracht de wijk en hun inwoners kennen. Concrete voorbeelden van opdrachten: -
Hoeveel kost één portie Baklava in Özmans kruidenierszaak? Ruil een ei tegen een typisch zuiders of oosters gerecht. Laat een zin vertalen in 7 verschillende talen Stel een vraag uit de rubriek Man Bijt Hond “Brussel vraagt” aan 5 personen met een verschillende nationaliteit Leer een spelletje uit een ander land
Resultaat: kicks & tips De activiteit was een succes! De leden vonden het een toffe activiteit, hoewel het die dag wel vroor. En jonggidsen zijn redelijk vatbaar voor klagen tijdens vriesweer. De jonggidsen vonden vooral de interactie met andere culturen tof. Daarnaast hebben ze een wijk bezocht waar ze niet vaak komen.
13
Good practice 2: Wie: Wat: Waar:
Iedereen mag meespelen!
leiding Open Kamp Gent Spelen met mensen zonder papieren Gent
Situatie In de lente van 2006 werd de Gentse Sint-Antoniuskerk, gedurende twee maanden, opengesteld voor een honderdtal mensen zonder papieren. Ze leefden en sliepen er om zo de aandacht te vragen voor hun situatie. Victoria Deluxe, een organisatie die mee verantwoordelijk is voor deze actie rond Kerkbeschermingsrecht, vroeg onder meer de scouts van Gent om mee na te denken over hoe we iets konden betekenen voor deze illegale vluchtelingen. Vanuit Open Kamp wilden we hier graag aan meewerken, omdat we ons konden voorstellen dat een verblijf in de kerk er een stuk eentoniger moest uitzien dan ons leventje.
Actie We gingen met een paar leiding van Open Kamp op vrijdagavond drie uurtjes spelen met de kinderen van de kerk. Veel voorbereiding was er niet nodig: één telefoontje naar de verantwoordelijke voor de activiteiten in de kerk, en één naar de uitleendienst van de stad om spelmateriaal aan te vragen. De avond zelf gingen we gewapend met een levensgrote ‘vier op een rij’, een kleine trampoline, een paar hockeysticks en een spelparachute naar de kerk, waar een tiental kinderen min of meer spontaan met ons kwamen spelen aan het schooltje achter de kerk. Ook een paar jongvolwassen kerkbezetters sloten aan, zonder dat daar veel woorden voor nodig waren. Uiteindelijk lieten we al het materiaal daar voor het weekend, om het maandag samen met enkele kinderen terug te brengen naar de Uitleendienst.
Resultaat: kicks en tips We gingen erheen met een wat bang hartje, omdat je toch niet precies weet welk vlees je in de kuip krijgt en onze actie een beetje kon aandoen als in de dierentuin:gevangen wezens even komen animeren en daarna je eigen luxeleventje weer hervatten. Maar het viel reuzengoed mee. Met een hockeystick even door de kerk paraderen en wat kinderen en ouders aanspreken volstond om er spontaan een paar mee te krijgen, en de rest volgde later vanzelf. Hun spanningsboog bleek kort, maar we hadden gelukkig genoeg materiaal mee om snel andere activiteiten te verzinnen. Dat sommige kinderen geen Nederlands spraken, stoorde evenmin. Spelen is een universele taal, zo bleek. Één Roma-moeder toonde zich achteraf ook erg dankbaar. Wel werden we geconfronteerd met onze noodzaak om de dingen goed te willen organiseren, terwijl mensen zonder papieren daar om begrijpelijke redenen minder mee bezig zijn. Toen we er namelijk eerst op donderdagmiddag stonden, bleken alle kinderen op school te zitten (terwijl niemand ons dat op voorhand had verteld, toen we de actie aan de telefoon bespraken). Spontaniteit en een fixe dosis aanpassingsvermogen kunnen dus helpen. Even op voorhand de situatie komen inschatten en ter plaatse de noodzaak bevragen, bleken hoe dan ook belangrijk. Deze activiteit is ook uitvoerbaar met een asielcentrum in je buurt. Je kan ervoor kiezen om samen met je jins of givers leuke activiteiten of spelletjes te verzinnen en te organiseren voor de vluchtelingen.
14
Good practice 3: Wie: Wat: Waar:
Van leiding naar moni’s… en terug
scoutsgroep X een speelpleinwerking groeit uit tot ledenwerving een wijk met veel allochtone inwoners
Situatie De scoutsgroep van Wilsele is gevestigd in een wijk met zeer veel allochtone inwoners. Toch vonden maar weinig kinderen uit de wijk de weg naar de scouts. Door samenwerking met de straathoekwerkster, ontstond er meer vertrouwen tussen de scoutsleiding en ouders en werd een aanvankelijk stroeve communicatie vlot getrokken. Het resultaat mag er wezen, een zevental kinderen uit de wijk maken ondertussen deel uit van de groep.
Actie Tijdens de vakantieperiode werd er gedurende enkele opeenvolgende jaren met enkele leid(st)ers een speelpleinwerking in de wijk opgezet. De leiding droeg gedurende deze activiteiten geen uniform. De aanvankelijk bezorgde ouders werden gerustgesteld door een straathoekwerkster die brieven voorlas, regels uitlegde, vragen en antwoorden tussen ouders en leiding doorspeelde.
Resultaat: tips & kicks Ondertussen hebben enkele kinderen hun hart bij de scouts verloren, ze zijn nu lid van de lokale scoutsgroep en nemen wekelijks deel aan de activiteiten. De ouders richten zich nu rechtstreeks naar de leiding met hun vragen. De groep slaagt er tot nog toe in om alle problemen (aanschaffen van kampeermateriaal, lidgeld, …) op te lossen. Enkel een uniform voor de kinderen ontbreekt nog. De wekelijkse scoutsactiviteiten hebben bovendien gezorgd voor een verbeterd contact tussen de autochtone en allochtone buurtbewoners. Bij het ophalen van je kinderen sla je algauw een praatje.
Wist je dat Scouts en Gidsen Vlaanderen groepen zowel inhoudelijk als financieel ondersteunt als ze de uitdaging aangaan om maatschappelijk kwetbare kinderen te betrekken? Ga eens een kijkje nemen op www.scoutsengidsenvlaanderen/diversiteit.
15
Good practice 4: Wat: Wie: Waar:
Eéntje uit de oude doos
nationaal toonmoment ‘Buren-creaturen’. 19 april 1998 alle Vlaamse scoutsgroepen overal in Vlaanderen
Situatie 19 april 1998. Een belangrijke dag voor scoutend en gidsend Vlaanderen. In het kader van het jaarthema ‘scouting creatieve tijd’werd het scouts en gidsenwerk creatief in de kijker gezet. In de straten, buurten, dorpen, steden werd door takken, groepen, gouwen… getoond aan alle buren dat iedereen de wereld mee vorm kan geven. In het kader van het jaarthema ‘je buurt’ zou je doelstelling kunnen zijn: jezelf als scouts laten zien aan je buurt en je buurt uitnodigen om hetzelfde te doen. Hieronder volgt een concreet stappenplan dat je kan helpen in het organiseren van jou buurtactiviteit. Het gehele concept is gebaseerd op de ervaringen van groepen tijdens de vorige editie in 1998. Meer weten over ‘Burenkuren’? Zie dan p. 27 in deze brochure
Actieplan Je activiteit of creatie zou wel aan de volgende 4 criteria moeten voldoen. 1. De hele groep, dus ieder lid en iedere leid(st)er, moet bij het gebeuren betrokken worden. Medewerking van anderen (bv. ouders, buurtbewoners, andere groepen of verenigingen…) is niet noodzakelijk, wel gewenst. 2. Alle medewerkers moeten de kans krijgen om mee te bepalen wat het uiteindelijke resultaat van jullie creatie, spel of dag zal zijn. Het resultaat ligt dus niet op voorhand vast. 3. Zorg dat wat je doet voor iedereen zichtbaar is. 4. Zorg dat de boodschap voor iedereen duidelijk is. (Als je rekening houdt met bovenstaande 3 criteria ben je volgens ons al goed op weg). Hoe begin je eraan? Bepaal met de groep wat voor dit jaar haalbaar is. Liever een kleinere geslaagde activiteit dan een groots opgezette dag die de mist in gaat. Voorzie de nodige tijd om datgene wat je wil doen grondig voor te bereiden. Laat je leiden door onderstaande planning.
Stappenplan/checklist Stap 1: Afbakenen wat je wil doen. Brainstorm op één van de volgende groepsraden over mogelijke activiteiten die beantwoorden aan bovenstaande criteria. Baken eventueel nog een aantal andere dingen af: doen jullie het alleen of betrekken jullie andere verenigingen, kiezen jullie voor één grote groepsactiviteit of verschillende takactiviteiten…. Laat vervolgens ieder apart brainstormen en beslis daarna samen wat jullie op 19 april gaan doen… .
Stap 2: Verder uitwerken van het idee. -
Trek op een volgende groepsraad tijd uit om het idee vastere vorm te geven. Maak meteen ook een lijstje van wat er praktisch zoal moet gebeuren om deze dag mogelijk te maken.
-
Bepaal de plaats: op jullie eigen terrein, in de straat waar het lokaal staat, verspreid over het hele dorp of de hele stad, op het plein in de buurt…
16
Afhankelijk van de plaats waar de activiteit zal doorgaan, moet je misschien toestemming vragen aan het College van Burgemeester en Schepenen of de politie. Zeker als je een straat verkeersvrij wil maken of een optocht wil houden, moet je een aanvraag indienen. Wacht hiermee niet te lang. Sommige beslissingen kunnen een tijd op zich laten wachten. -
Bestel tijdig materiaal dat je wil uitlenen: geluidsinstallatie, tafels, stoelen, vlaggetjes… . Daarvoor kan je terecht bij de gemeente, de provinciale uitleendienst of particuliere verhuurders. Doordat waarschijnlijk veel scouts- en gidsengroepen gelijktijdig materiaal nodig hebben, kan je er maar beter vroeg bij zijn. Zo weet je snel welk materiaal aan jullie wordt toegewezen en kan je daarbij rekening houden bij de voorbereiding.
-
Beslis snel met wie je wil samenwerken. Naburige scouts- of gidsengroepen, de gouw, het district, de Chirogroep, de KLJ, een migrantenjeugdhuis, een instelling voor geplaatste jongeren, een ziekenhuis, een bejaardentehuis… . Het zijn allemaal mogelijke partners. Als je met een andere vereniging wil samenwerken, leg dan tijdig de nodige contacten, want verenigingsagenda’s zijn meestal snel volgeboekt. Je kan ook andere manieren kiezen om mensen bij je activiteit te betrekken. Bv. door toevallige voorbijgangers aan te spreken. Bedenk daarvoor nu al de beste manier(en).
-
Stel tenslotte een verdere planning op van alles wat nog geregeld moet worden. Maak een duidelijke taakverdeling en bekijk op elke groepsraad de stand van zaken.
Stap 3: De activiteit, creatie bekend maken aan de betrokkenen. Het lijkt logisch maar het wordt vaak over het hoofd gezien; breng alle betrokkenen tijdig en gedetailleerd op de hoogte van wat hen, wanneer te wachten staat. Uiteraard brief je de leiding en de leden, maar vergeet ook niet de ouders en de eventuele andere organisaties die meewerken. Bezorg ook hen informatie uit de eerste hand en hou hen op de hoogte van de stand van zaken. -
Wil je een ruimer publiek op de hoogte brengen van jullie evenement, dan begin je best niet te laat met het bedenken van advertenties, affiches, strooibiljetten, fietswimpels, lokaalbeschilderingen,… . Laat ook hierbij de verschillende takken aan bod komen.
-
De activiteit via de pers aankondigen kan ook. Overdrijf daarbij niet. Meer informatie over omgaan met de pers vind je in de brochure ‘Blauw licht’
-
Een uitnodiging met een persbericht stuur je best drie à vier weken voor het evenement op.
Resultaat Ongetwijfeld meer bekendheid in je buurt. Als extra bonus nieuwe leden? Een begin van een jaarlijks buurtfeest? Meer begrip voor spelende kinderen? ……
17
Good practice 5: Wie: Wat: Waar:
Cacao en afgelikte frisco, of toch niet?
een chirogroep en een scoutsgroep samen spelen overal in Vlaanderen
Situatie Ondanks de vele gelijkenissen tussen een Jin en een Aspi (allebei 17-jarigen, allebei een netwerk op facebook, alletwee een (eerste) lief, en tussen de Scouts en de Chiro (allebei jeugdbewegingen die jongeren kansen en ervaringen bieden, vergaderingen op zaterdag of zondag, korte broek, een jaarlijks kampeergebeuren,…..), zijn er toch nog veel dingen die we niet van elkaar weten. Uitdaging genoeg dus om daar iets aan te doen. Bijvoorbeeld een gezamelijke activteit organiseren.
Actie Je maakt een activiteit in samenwerking met de leidingsploeg van je naburige Chiro, KSA, KLJ, FOS, jeugdhuis,….. Het doel van de activiteit is om je eigenheid te laten zien aan de andere jeugdbeweging, iets van je eigen groep meegeven aan de andere groep,….het begon met het uitwisselen van elkaars uniform, een scout in een chiropak en vice versa, en de rest is het resultaat van een gezellig avondje rond de tafel waarbij ideeën van beide kanten op tafel worden gegooid om te komen tot een orginele scouts-chiro blend.
Resultaat Je eigen eigenheid ervaren en de eigenheid van een andere groep. Verder kijken dan je neus lang is, de cocon van je vertrouwde groep verlaten en de wereld ontdekken.
18
Good practice 6: Wie: Wat: Waar:
Kalfort leeft!
een chirogroep, een scoutsgroep en de KWB samen spelen Kalfort, in het Waasland
Situatie Kalfort is een kleine gemeente in het Waasland. Het is zeer rustig, een beetje dood; er is eigenlijk echt niet veel te doen gedurende het jaar. 1 maal per jaar is het Kalfort Kermis alles leeft dan, iedereen komt op straat en er is echt ambiance.
Actie Om dit gevoel meer dan één keer per jaar te krijgen was het idee om samen met Chiro, Scouts en KWB ‘Kalfort Leeft’ te organiseren. Het was een soort familiedag waar iedereen zijn steentje bijdroeg. KWB zorgde voor BBQ en Scouts en Chiro grote activiteit voor ouders en kinderen. Dat werd een zoektocht door Kalfort. Deze zoektocht ging door Kalfort en ging langs de scouts- en chirolokalen waar dan spelletjes en volksspelen konden gebeuren. Uiteindelijk is er veel volk op afgekomen.
Resultaat: tips en kicks -
Veel volk had een leuke namiddag. Er was leven in het dorp. Voorstel om iets nog gezamenlijk te doen, maar idee ligt nog open voor samenwerking voor volgend jaar wegens drukke agenda’s dit jaar. Taken niet goed verdeeld, er werd van de jongeren veel verwacht qua opbouw en afbraak. De leiding dacht dat het vroeger gedaan was, gingen sneller naar huis omdat ze examens hadden terwijl de KWB hen ook later verwachtten. De afspraken waren niet allemaal goed of duidelijk gemaakt , we zijn er te rap erover gegaan. Je moet je toch bedenken; wij zijn 3 verschillende organisaties, met 3 culturen, met andere verwachtingen en mogelijkheden.
Dietrich Verbeeck, groepsleiding
19
Good practice 7: Wie: Wat: Waar:
KWB Pijpelheide neemt mee
KWB, Scouts en gidsengroep, Akabegroep samen naar Plopsaland Pijpelheide, in de Kempen
Situatie De scouts, de gidsen en de Akabegroep worden betrokken in de werking van KWB Pijpelheide.
Actie KWB Pijpelheide heeft aan de scouts en de gidsen eerst gevraagd om te helpen op een avondwandeltocht/sprookjestocht. Ze organiseerden zelf een standje, verzonnen een activiteit. Onlangs zijn een groepje scouts en een groepje gidsen meegegaan naar Plopsaland. Het vervoer werd betaald door KWB, als teken dat ze het menen met de samenwerking. Volgend jaar organiseren we een ‘Gezinsdag’, we gaan vragen of ze willen meewerken.
Resultaat: tips en kicks -
Ik denk dat we elkaar op deze manier beter leren kennen. Het is niet altijd even simpel om activiteiten aan te passen voor kinderen met een handicap. De leiding kan je wel wat tips geven.
Jos Schauwers, voorzitter KWB Pijpelheide
20
Good Practice 8: Wie: Wat: Waar:
Barbecue voor iedereen!
Scouts en Gidsen Kriko-Bea een barbecue Tienen
Stel je even voor: de eerste zondag van de grote vakantie, een zacht zonnetje, een scoutslokaal in het midden van de stad, drie grote barbecues en (wel degelijk letterlijk) wasmanden vol groentjes, pasta en ander lekkers. Een groepsfeest of een uit de kluiten gewassen leidingsbarbecue, denk je dan. Maar nee, hier is iedereen welkom, op de ‘barbecue voor iedereen’! Tijd om eens te gaan ‘Bureluren’ bij Scouts en Gidsen KriKo-Bea uit Tienen.
Minder werk, meer kriebels Een enthousiaste Joep, mede-groepsleider bij KriKo-Bea Tienen, wacht me op naast de barbecue en vertelt over het concept. “Al enkele jaren speelden we met het idee om rond de Kerstperiode een gratis warme maaltijd voor kansarmen aan te bieden, en dit jaar kwam het er voor het eerst van. Het werd een groot succes, en ook andere organisaties uit de buurt waren enthousiast. Daarom besloten we om ook net voor de zomer een grote barbecue te organiseren.” En ook de barbecue is een knalinitiatief van formaat: meer dan 100 ingeschreven ouders en kinderen genieten er van het lekkere eten, helemaal klaargemaakt door de leidingsploeg en helpende ouders van KriKo-Bea. “Het is eigenlijk minder werk dan een gewone scoutsactiviteit hoor”, vertelt Joep, “een aantal partners zoeken voor sponsering, de mensen zelf contacteren, …het gaat allemaal vrij vlot”. De barbecue werd trouwens betaald met het geld dat er nog over was van het Kerstdiner. “Het is ongelooflijk hoeveel steun je krijgt. Op een keer kregen we gewoon 200 euro voor ons goede doel. Dan kan je natuurlijk niet anders dan het nog een keer te proberen!” Terwijl we staan te praten komt een mevrouw ons vriendelijk om een vuilzak vragen. “Dan hoeven jullie niet alles op te ruimen, hé!”. We bedanken haar, waarop we meteen een dikke merci terug krijgen. De dankbaarheid is om kriebels van te krijgen.
21
Goedendag, Mevrouw de kansarme? Kansarme gezinnen bereiken is niet de makkelijkste opdracht van allemaal. Vooral de communicatie naar de doelgroep blijkt altijd één van de moeilijkste punten. Het is niet het bereiken van de mensen, maar hen vooral op een goede en onbevooroordeelde manier aan te spreken voor dit initiatief. Kansarm genoemd worden is immers niet echt leuk. De sleutel ligt bij het vinden van mensen en organisaties die voor hetzelfde willen gaan als jullie. In Tienen vond de scouts 3 partnerorganisaties, om hen te helpen bij het bereiken van de mensen: het sociaal restaurant Amerant, Bezorgd Om Mensen vzw (BOM vzw) en De Trommel. Van hen kregen ze heel wat tips en de ruimte om de barbecue te promoten. “Voor de gezinnen is het best moeilijk om hier zomaar naartoe te komen. Ze kennen de scouts niet, en laten zich niet graag betuttelen. Maar ze kennen elkaar wél in de context van het restaurant of BOM. En samen naar hier komen is nu eenmaal makkelijker dan alleen. Ze steken mekaar aan, en het resultaat mag er zijn. Met Kerstmis hadden we zelfs meer bezoekers dan het OCMW!”. Een aantal kinderen blijken ook geïnteresseerd te zijn om naar de scouts te komen, en kunnen op deze manier een eerste keer kennismaken. Een niet bedoelde, maar wel fijne bijkomstigheid!
Altijd prijs! Enkele kinderen huppelen ons voorbij, en gaan langs een trapje het lokaal binnen. Uit nieuwsgierigheid nemen we mee een kijkje en komen we terecht in een grote ruimte, vol met speelgoed en leuke kleinigheidjes. “Onze gratis tombola,” glimlacht Joep bij mijn verbaasde gezicht, “allemaal gekregen van organisaties die ons initiatief een warm hart toedragen. Zo kunnen we bij het binnenkomen ieder een lotje geven en kunnen ze allemaal hier hun prijs komen ophalen”. De finale (van het EK voet bal)! Om het enthousiasme even verder te peilen trek ik mijn stoute schoenen aan (of liever uit) en duik één van de drie door de jeugddienst gesponsorde springkastelen op. Enkele jongens kijken me met ondeugende ogen aan en beginnen een spelletje tussen de lange wiebelende staven, terwijl ze van hun ijsjes genieten. Om even laten een beetje uit te rusten zet ik mij op een bankje, kort bij de kastelen…net naast de schminkkoffer. Die kans laten de kinderen uiteraard niet liggen. Geen minuut later staan ze met z’n vijven rond mij. “Wil je een Spaanse vlag op mij schilderen?”, vraagt de eerste en ik zucht een beetje opgelucht: vlagjes lukken nog wel net! Na een stuk of vijftien is het rijtje kinderen weer even weg, en glip ik terug richting barbecues. Ook de mensen stappen stilaan op, en keren allemaal huiswaarts met een hoop groentjes en vlees die nog over zijn. “We hoeven zelfs niets weg te gooien, alles kan in de ijskast in het sociaal restaurant, en ook BOM komt nog wat oppikken.” , zegt Joep me, terwijl van alle kanten (welverdiende) bedankjes op ons af komen. En ik kan niets anders doen dan met een warm gevoel vertrekken, hopend dat Spanje de EK-finale zou winnen…
Burekuren maar! Probeer het maar een keer met je eigen groep: een barbecue, Paas- of Kerstfeest. Voor je het weet, ben je vertrokken!
Zoek in de buurt naar organisaties die vaker in contact komen met mensen in kansarmoede. Ze zijn echt niet zo moeilijk te vinden: een wijkcentrum, een sociaal restaurant, een vereniging waar armen het woord nemen, een OCMW,… Zij kunnen je een hele hoop tips geven over hoe je het kan aanpakken en je bovendien ook nog een handje helpen om de mensen warm te maken voor jullie initiatief!
Én Spanje won!
22
Good practice 9: Wie: Wat: Waar:
Krapuul of rijkeluiskindjes?
leiding Sint-Bernadette Buurtvandalisme constructief voor zijn Sint-Amandsberg, Gent
Situatie Sint-Bernadette is een bloeiende groep, met een dynamische leiding en het mooiste lokaal van het hele disctrict. Eigenlijk is er maar één probleem: dat lokaal wordt vaak geplaagd door vandalisme en diefstal. Veel kans dat de daders jonge gastjes zijn uit de sociale wijk recht tegenover het terrein. Uit die wijk heeft de scouts maar een paar leden. Tussen wijk en lokaal ligt alleen een groot grasplein, waar ook steeds spanning in de lucht gaat hangen als de scouts er een activiteit geven. Wijkjongeren gaan lastig doen, welpen of givers reageren terug. De leiding heeft geleerd het grasplein wat te vermijden, en elders te gaan spelen. Het vandalisme houdt echter aan. De frustraties bij de groep zijn zo groot geworden dat “wat er ook fout gaat, we het op ‘de blokken’ steken”, zegt een leider. “Dat is niet meer gezond.” Ook de groepsleiding vond dat het tijd was om de problemen eens anders aan te pakken dan er telkens over te discussiëren op groepsraad, of naar de politie te bellen om alweer een pv te laten opstellen. Hoe constructief op dit probleem met de buurt inspelen?
Actie De groepsleiding riep de gouden raad van tante Ellen in, Stadsondersteunster van Gouw Gent. Zij legde contact met straathoekwerker Filip van ‘de blokken’. Er werd gekozen voor een stapsgewijs proces. Terwijl de leiding op een briefje de vraag kreeg in welke buurt Sint-Bernadette lag en wat de sterktes van de eigen groep waren, polste Filip gasten van de wijk naar hun idee over de scouts. De resultaten werden door Ellen samengelegd op een speciale discussievergadering onder de leiding van Sint-Bernadette. Bij de scouts kwam het woord ‘krapuul’ vaak op de briefjes voor, terwijl jongeren in de wijk de scouts bleken te zien als ‘rijkeluiskindjes’ die af en toe hun territorium kwamen innemen. De scouts, dat waren ‘emo’s’, had Filip gehoord. Aan weerszijden leven dus clichés. Op de vergadering werden na een eerste frustratieronde constructieve ideeën gebrainstormd. Een voetbaltoernooi tussen leiding en de wijk? Een megasjorring bouwen op het buurtfeest? Contact proberen te leggen met ouders? Mee speelplein geven in de zomervakantie? Er kwamen vele ideeën, maar één slotsom: we kennen de wijk te weinig, en de wijk ons. Contact leggen en kennismaken bleken de eerste noodzakelijke stap te zijn. Alle ideeën werden op een volgende overleg voorgelegd een aantal andere krachten die de buurt goed kennen: behalve straathoekwerker Filip waren er ook een buurtwerkster en iemand van het basisschooltje in de buurt. Zij gaven feedback op de ideeën van de scouts, en daar kwamen een paar concrete voorstellen uit: de scouts zou eens komen kijken op één van de buurtacties van de kunstenaarsvzw Hotdogski, en contact opnemen met de speelpleinwerking van de wijk, om te zien of scoutsleiding er na de eigen kampen eventueel mee speelplein kon geven.
Resultaat: kicks en tips Het hele project zit nog in zijn eerste fase, maar er zijn in elk geval goede intenties. Bovendien heeft Sint-Bernadette nu een netwerk opgebouwd met andere betrokkenen in de buurt. Met straathoekwerker Filip zou op termijn een voetbaltoernooi georganiseerd kunnen worden, en er passeerde ook het plan dat Sint-Bernadette zijn lokalen eens zou kunnen openstellen voor een van de openluchtfilms die Filip elke zomer tegen valavond voor de wijkbewoners organiseert. Ledenwerving kan een mooi gevolg worden, maar het gaat Sint-Bernadette in de eerste plaats om een positiever imago in de wijk. Zo zou in elk geval het vandalisme-probleem kunnen afnemen, meent Filip. “Ook het schooltje had ooit last van vandalisme, maar sinds er betere banden zijn met de wijk, is dat bijna volledig weg.”
23
Waarom zou je aan ‘buurten’ doen? B e de n k i n ge n e n e r va ri n ge n Hebben jullie wel eens contact met niet-leden tijdens een activiteit?
Echt veel contact met leden of leiding die geen lid zijn van onze eigen groep hebben we niet. We doen wel mee aan jamborees en gaan naar de grote actviteiten van andere scouts- en gidsengroepen en jeugdverenigingen in ons dorp. Verder houden we wel eens een onderlinge uitwisseling voor de kam pkookploeg maar voor de rest houden we ons toch vooral met onze eigen groep bezig. Niet dat we één of andere vorm van uitwisseling niet zien zitten maar de gelegenheid heeft zich nooit echt voorgedaan. Misschien is het wel goed om eens wat grondiger na te denken over zulke samenwerking maar er is al zoveel jeugdwerk in de buurt zodat er blijkbaar niet echt grote behoefte aan is. Als ouders erom vragen kan het wel eens sporadisch gebeuren dat een broer of zus van een lid mee op kamp of weekend gaat maar echt stimuleren doen we dit niet. We hebben al genoeg leden voor een beperkte leidingsploeg als de onze.
Valerie Verhaeghe, ex-jinleiding, Merelbeke, 21 jaar.
Wil je nog meer inspiratie opdoen? Zoek je naar meer diversiteit in je buurt. Raadpleeg dan de Good Practices in de Beautycase. Deze Beauty Case kan je uitlenen bij je gouw of district. Of surf naar scoutsengidsenvlaanderen.be/ diversiteit
Toen ik zelf nog welp was, ging er een pak volk van het naburige weeshuis mee op kamp. Dat was voor hen trouwens hun jaarlijkse vakantie. Zij konden op die manier proberen of het scouts- en gidsenleven hen beviel en een deel van hen werd nadien dan ook officieel lid. Het was echter vooral één bepaalde leider die voor deze contacten zorgde en toen hij ermee kapte is die samenwerking verwaterd. We hebben trouwens te weinig leiding om zulke grote samenwerkingsverbanden draaiende te houden. Toch heb ik er nooit echt over nagedacht en misschien moet ik zulke vorm van samenwerking toch eens ter sprake brengen op een groepsraad. Daarom niet in vast verband maar eerder om af en toe wat meer volk te hebben, al is het maar om een match te voetballen. Wij wonen namelijk in een klein dorp waar bijna ieder kind bij de scouts en gidsen is en zulke kleinschaligheid heeft z’n voordelen maar ook z’n nadelen. Joris Verbeken, jinleiding, Terjoden, 21 jaar.
24
Pimp Yo Lokaal Anno 2008 - 2009 plannen we een imago-actie om lokalen van onze groepen de uitstraling te geven van "Scouts en Gidsen Vlaanderen". Dit project, bedoeld om de beeldvorming van scouting in je buurt met een sterk logo en straffe kleuren een stijlvolle boost te geven, wordt uitgebroed door de PR-ploeg. We hopen met dit initiatief - waar men gaat of staat langs Vlaamse wegen scouting volgende zomer zichtbaarder dan ooit te maken. In Over en Weer, groeps-en kladwerk hoor je hier snel meer van!
Het lokaal van bijna 75 000 scouts en gidsen. Het verbondsgebouw…
25
Burekuren! B u u rt o p st e l t e n In het weekend van 20 en 21 december laten scouts en gidsen in gans Vlaanderen hun buurt uit de bol gaan. We komen naar buiten en laten straten en pleinen bruisen. We zetten niet enkel onszelf in de kijker maar vooral onze buurt op de kaart. Laat je creatief organisatietalent botvieren en breng je buren samen, verwen de jongsten en de oudsten en zorg dat iedereen het heeft gehoord. En deze keer doen we het niet voor een extra centje in de groepskas maar helemaal gratis en voor niks, gewoon voor hen. Lek aan je rechter wijsvinger, blader door deze brochure en verslind de vele voorstellen om met je groep, district of gouw te kuren voor de buren. Sluit je aan en zet je schouders onder Burekuren! We horen er graag van…
P e r s be n a de ri n g Het is ongetwijfeld leuk om plaatselijke Burekuren wereldkundig te maken via de media. De actie zal vanuit het verbond als ondersteuning bescheiden worden aangekondigd naar alle persagentschappen, nationale redacties van radio, televisie, magazines en dagbladen. Je kan deze ook vanuit je groep nog laten weten wat er op stapel staat maar vergeet vooral streekkranten of plaatselijke edities niet, regionale televisie, lokale radiozenders, online initiatieven, … • •
• •
Pers uitnodigen doe je ongeveer 1 week vooraf met een brief, mail of fax. Drie dagen voor de activiteit neem je telefonisch nog eens contact op om na te gaan of men je invitatie ontvangen heeft en of men er aandacht wil aan besteden. Voor de basisinhoud van een communiqué kan je je baseren op de info die rond die tijd van het jaar op onze website zal te vinden zijn: www.scoutsengidsenvlaanderen.be. Wees kort, duidelijk en neutraal over je eigen activiteit in een persbericht: Wat gaat er door? Waar en Wanneer heeft het plaats? Wie is de initiatiefnemer? Waarom doen jullie dit? Zorg vooraf en tijdens de activiteit voor één vaste woordvoerd(st)er als aanspreekpunt voor journalisten. Zorg voor leuke beelden van scouting als je wil dat een reportageploeg jullie in beeld brengt; spreek vooraf met scouts of gidsen af over jullie optreden naar pers en media (verzorgd taalgebruik, leuke anekdotes, uniform, …).
•
Correspondentieadressen van alle redacties vind je op het internet: http://www.aboutbelgium.net/
•
Voor meer informatie kan je terecht bij Jan Van Reusel:
[email protected]
26
Bureluren = Burewerven O ve r a n de r s w e r ve n i n j e bu u rt Opgepast leid(st)ers! Een duik in het buurtleven kan verstrekkende gevolgen hebben. Voor je het weet heb je er nieuwe leden bij (of zelfs extra leiding)! Een paar ideeën voor een buurtledenwerving die eens van de geijkte paden afgaat... Bij sommige groepen komen de gasten in drommen aan de inschrijvingstafel. En eens de groep volzet is, kan je de laatste gegadigden alleen nog een drankje aanbieden. Voor andere groepen loopt het niet zo gesmeerd. Voor hen is het een jaarlijkse klus om het leden –en/of leidingaantal op speelbaar peil te houden. Wat als je nog maar twee kleine patrouilles over hebt in de tak? Wat als je zo weinig leiding hebt, dat je als leider al snel een politieagent wordt? Dan is deze map je nieuwe bijbel! Je buurt biedt uitstekende kansen om leden en leiding te werven! Niet enkel met het klassieke tripje naar de vaste scholen, of een briefje in de bus van alle eerste communicanten. Maar ook anders, dieper. Laat je inspireren door volgende tips:
TIP 1: Schaf je een degelijk lokaas aan Eerst moet je nieuwkomers natuurlijk lokken. Daarvoor ‘treft ge ze best in hun natuurlijke habitat’. Het toverwoord is ‘netwerking’: werven via banden met instanties of organisaties die anderen mensen bereiken dan jullie. Het kost soms wat extra energie om er contact mee aan te knopen, maar er zit op termijn vooral winst in: zij kennen de juiste gezinnen met speelgrage kinderen persoonlijk, en kunnen optreden als vertrouwens- en bemiddelingsfiguur. Die professionele samenwerking is een groot voordeel, waar we bij Scouts en Gidsen Vlaanderen soms te weinig op vertrouwen: we denken te vaak dat we het alleen moeten doen. Concreet betekent dit dat je contacten gaat leggen, buiten de gebruikelijke wervingskanalen. Je zwarte boekje wordt uitgebreid met de volgende telefoonnummers:
1) Het professionele jeugdwerk (tehuizen, naschoolse opvang, Kind en Gezin, het jeugdhuis...) in je buurt weet waar je nieuwe leden zitten. Als groep eens bij hen langsgaan kan altijd interessant zijn! Ze kunnen je ook met mogelijke nieuwe leden kennis laten maken tijdens een superleuke activiteit. Denk daarbij aan: • •
De jeugdconsulent, die de pintjes tapt op de jeugdraad. Het jeugdwelzijnswerk, dat contact heeft moeilijk bereikbare doelgroepen. Zij hebben ook kennis over vele andere zaken, zoals het omgaan met soms moeilijk bereikbare ouders. (Denk aan: kansarmen, allochtonen...)
2) Er zijn ook heel wat andere professionals en sociale organisaties die jullie kunnen helpen met jullie uitgestoken hand naar nieuwe leden. Brugfiguren op scholen, dagverblijven, wijkwerkers, OCMW’s... Surf naar www.desocialekaart.be en je krijgt voor je eigen gemeente al die organisaties op een lijstje. Je staat er versteld van hoeveel er in je buurt beweegt waar je geen weet van had.
27
3) Het kan ook zinvol zijn banden aan te knopen met verenigingen waarin veel ouders betrokken zijn. Van KWB tot allochtone moedergroepen! In jouw gemeente zitten er vast een aantal die jullie met veel goesting willen helpen. Vaak hebben zij een netwerk om steil van achter over te vallen. Je kan er ook ook later misschien nog op rekenen om dat centje meer in kas te krijgen op het groepsfeest, of om je nieuwe leden te helpen houden eens ze de stap hebben gezet. Overtuig hen van wat scouting is, en je krijgt met hun vertrouwen ook hun kinderen onder je hoede.
4) Als je met je tak de buurt verkent, zal je hoekjes en pleintjes vinden waar ook andere kinderen spelen. Laat ze eens meedoen? Wie weet komen een aantal van die kinderen de volgende keer misschien wel naar het lokaal…
5) In je buurt worden vast een hoop activiteiten georganiseerd door het jaar. Je kan er aanwezig zijn of helpen. De givers steken een handje toe op het kerstdiner voor de daklozen en de jins zetten de stoelen klaar voor het optreden van het plaatselijke orkest. Zo maak je vlot contacten die tot groepsuitbreiding kunnen leiden!
OPGELET: • •
Werven hoeft niet altijd meteen resultaat te hebben. Soms zie je het effect pas op langere termijn, als gevolg van een positief imago die je bij anderen opbouwt. Uitwisselen op zich kan ook al leuk zijn, zonder dat het meteen tientallen nieuwe leden hoeft op te leveren. Meer uitwisseltips vind je in de Beauty Case, te krijgen bij je DC!
TIP 2: Krijgen is kunst, houden nog meer Goed, je bent overal in je buurt geweest en je hebt er wat nieuwelingen aan over gehouden. De welpen hebben eindelijk een extra leidster en al de jonggiverpatrouilles zijn nu voldoende groot. Dat heeft je misschien wat werk gekost: afwassen op de barbecue van de tekenschool, een gesprekje met de buurtwerker, drie zotte zondagen op het kerkplein. Hoe voorkom je dat nieuwe leden niet meteen weer afvallen?
1) Meet the parents! Een essentiële schakel in dit verhaal zijn de ouders. Zonder hun overtuiging geen terugkerende kinderen. Sommige ouders kennen scouting helemaal niet en hebben een woordje van overtuiging nodig. Al te vaak haken nieuwe leden af, omdat hun ouders niet mee zijn. Een ‘vertrouwensband’ is hier het toverwoord. Ouders sturen hun bloedeigen Cindy, Arend of Salima niet zomaar mee met de eerste de beste piepjonge gek, geen pedagoog is en er ook geen geld voor vraagt. Sommige ouders vragen ook wat meer energie dan gewoon het programmaboekje -en wat extra info- langsbrengen. Dat begint bij een leuke babbel. Heb het niet meteen over oriëntatietochten, houtvuur en aanwezigheden. Hou het eerst informeel. Luister ook vooral naar hen. Als zij weten dat jij luistert, voelen ze zich al een pak geruster. Onderhoud daarna ook je band met hen. Spreek hen na de activiteit aan en hou hen op de hoogte. Leuk pluspunt: als de ouders je vertrouwen, laten ze dat per tamtam rond gaan in hun netwerk. Dan rendeert je inspanning eens zo hard!
28
2) Vriendjes maken! Wil je snel mogelijk af van je nieuwe leden? Eén tip: wijd hen dan niet in de groep in. Dit geldt zowel voor nieuwe leden als voor nieuwe leiding. Besef dat je groep een eigen soort humor heeft en een hoop afspraken die nooit uitgesproken worden. Verwacht niet van een nieuw groepslid dat hij of zij meteen de juiste mopjes maakt, of dezelfde ideeën heeft over wat plezant of immoreel is. Neem liever de tijd om te vertellen waarom jouw bijnaam ‘Balk’ is, waarom het vijf jaar geleden zo’n memorabele driedaagse was door Sint-Hubert, en waarom iedereen moet lachen als het over levensgevaarlijke tuinkabouters gaat. Luister ook naar de eigen straffe verhalen van het nieuwe lid. Voelt het zich goed, dan neemt hij of zij jullie humor en eigen regeltjes algauw over! Hou dus voldoende aandacht voor nieuwelingen. Geef hen een veilige rol in de eerste spelen, breng hen in contact met je meer open leden, pols hen vaak genoeg naar hun ervaringen. Met wat creativiteit kom je er wel achter! En er zijn ook altijd takhandboeken om je te helpen.
Toegegeven, buurtleden werven kan soms neigen naar de moeilijkheidsgraad “vuur maken met nat hout”. Maar er zijn genoeg mogelijkheden om de wervende activiteiten te koppelen aan leuke tak –of groepsactiviteiten in je buurt. En je inspanningen kunnen ook meer gaan lonen dan je eerst voor ogen had (het ‘multiplicatoreffect’). Denk aan de ouders die hun netwerk aanspreken over het vertrouwen dat ze in je hebben. Of aan de KWB, die je overal een opstapje geeft. Je kan ook altijd onze hulp inroepen. Zomaar! Te krijg! Omdat we je tof vinden, omdat we je inspanning willen appreciëren en ondersteunen. Stuur een mail naar Skrolan op het verbond:
[email protected]. Zij stuurt jullie een superheld die je met raad en daad komt bijstaan. Just remember: scouting is bureluren!
29
Gewenste intimiteiten N e t w e rk i n g e n c o n t a ct e n l e g ge n i n j e bu u rt Je buurt heeft één vreselijk nadeel: er wonen ook andere mensen. Verover je de buurt, dan kom je dus met hen in contact. Dat is ook de grote uitdaging van dit jaarthema: naar buiten breken. Maar wil je dat de saus bij buurtbewoners en -verenigingen pakt, dan kan je best een paar vuistregels in acht nemen... Acht, ja. Ziehier negen min één stapjes om tot bevredigende intimiteiten met andere organisaties te komen. In je buurt daar staan veel huisjes Kijk een door het vensterraam Zie je daar een kiertje open Klop maar even aan Hallo hallo, goeiedag! Of ik even binnen mag? Laat mij uw contactje zijn, In ons netwerk fijn!
In mooie liedjes gaat het altijd vanzelf, maar die duren dan ook nooit lang. Ook bij contacten in de buurt blijft het soms bij één ontmoeting. Maar wil je een samenwerking opbouwen met diensten of andere verenigingen, dan mik je wel best op een langduriger en hechter contact. Hoe begin je eraan?
1) Scherp eerst je eigen doel aan: wat wil je bereiken? Vb. Met hulp van de gemeente een straatbarbecue organiseren Vb. In een kinderopvangcentrum een spel komen spelen op hun mooie grasplein Vb. Met je kapoenen op daguitstap gaan met senioren uit het buurthuis Probeer je plan al vrij concreet mogelijk uit te denken. Met wie wil je iets doen? Waarom? Wat heb je daarvoor nodig? Zorg dat jullie het zelf ongeveer eens zijn over wat jullie willen.
2) Het eerste contact •
Zorg dat je weet wie je best aanspreekt, tot wie je je best kan richten. De mevrouw aan de balie van het stadhuis zal voor je straatbarbecue minder snel toehappen dan iemand op de dienst ‘feestelijkheden’ of ‘buurtinitiatieven’.
•
Stuur je een mail, wees dan concreet, correct en toch enthousiast
•
Kent iemand van je groep de organisatie persoonlijk, dan kan het helpen om hem/haar het eerste contact te laten leggen. Wil je contact met de gemeente, kan je om die reden ook via de jeugddienst gaan. Zoek de juiste ‘toegangspoort’
•
Hoe persoonlijker, hoe meer kans op slagen. Een telefoontje valt meer op dan een mail, je gezicht laten zien werkt vaak nog beter.
•
Begin er op tijd aan. Organisaties en diensten werken vaak trager dan scoutsgroepen.
•
Er moet altijd eerst intern overlegd worden, of je wordt gevraagd formulieren in te dienen.
30
3) Overleg Ziet men aan de andere kant wel iets in jullie vraag, dan komt het waarschijnlijk tot een soort eerste overleg of vergadering. Een paar oplettertjes... •
Zorg dat je bij voorkeur met minstens twee bent van je groep. Zo kan je elkaar aanvullen, maar deel je meteen ook de verantwoordelijkheid. Altijd handig als je later bijvoorbeeld de rest van je leiding moet overtuigen. Met twee herinner je je achteraf ook beter wat er precies gezegd is. Je kan overleggen.
•
Wil je een goede beurt maken, zorg dan dat je wat info op papier bij hebt: een brochure van jullie groep, een pakje foto’s, een paar puntjes van hoe jullie je plan zien. Ga ervan uit dat de mensen aan de overkant van de tafel geen idee hebben van wie jullie zien, en wat jullie plan is. Stel je het zo voor: plots staan er twee eskimo’s voor de deur van je lokaal, en ze willen bij jullie groep komen. Wat zou jij van hen willen weten?
•
Pleeg overleg met een open houding: laat de organisatie de kans om zelf ook suggesties te doen voor jullie vraag of voorstel. Stel alles dus niet als definitief voor.
•
Het codewoord bij ‘netwerken’ is immers: een win-win-situatie creëren. Hoe kan ook de andere organisatie voordeel halen uit jullie plan? Pols dus af en toe naar hun eigen noden.
Vb. De gemeente moet nog een lading Wereldwinkel-koffie wegwerken, en wil die op jullie barbecue wel gratis schenken, maar dan wel met een infobrochure van de Wereldwinkel.
Vb. Het kinderopvangcentrum vraagt of jullie op hun grasplein dan een sjorconstructie komen neerpoten waar hun kinderen ook na jullie activiteit nog een paasvakantie lang op mogen spelen. Ze willen hun kinderen ook graag laten meedoen aan jullie spel.
Vb. Het buurthuis gaat al elk jaar op daguitstap, en wil dat deze keer graag met jullie doen, maar ze hadden al een andere datum in gedachten.
•
Elk overleg vraagt onderhandeling om ergens in het midden uit te komen. In hoeverre willen jullie je plan aanpassen? Bepaal zelf je grenzen.
•
Zorg anderzijds dat jullie project samen gedragen wordt, dat ook de andere organisatie zich gemotiveerd weet en het gevoel krijgt dat het ook iets van hen is. Scheelt een pak in het werk, zal je zien. Niets is zo lastig als voortdurend het gevoel te hebben dat je moet blijven zagen bij de andere kant om iets gedaan te krijgen voor jullie.
•
Neem best verslag van het overlegje, en stuur dat ook naar de andere organisatie. Zo is er achteraf geen discussie, en moet je niet telkens van nul beginnen. Zorg dat je op het eind tot een conclusie komt, en tot concrete ‘to do’-puntjes, een volgende datum en een duidelijke contactpersoon.
31
4) Opvolging •
Het grote verschil tussen vele organisaties en Scouts en Gidsen Vlaanderen is dat zij vaak professioneel werken en wij vrijwilligers zijn. Zorg er dus voor dat je contact goed verloopt (wees bereikbaar), dat de communicatie niet aansleept en dat jullie vertrouwen blijven wekken. Als je bijvoorbeeld examens hebt, zorg dat iemand anders van de leiding even de contacten overneemt en laat dat de andere organisatie weten.
•
Zorg dat de taakjes die jullie gezegd hadden te vervullen, ook goed en op tijd gebeuren. Neem desnoods niet te veel hooi op je vork.
•
Spreek ook de andere organisatie aan op hun verantwoordelijkheden, zonder jezelf natuurlijk te veel op te dringen. Blijf aangenaam, maar laat je niet aan het lijntje houden. Wees gewoon duidelijk, dat vooral.
5) Informeel doet wonderen •
Hoge punten kan je scoren door niet enkel in dienst van jullie gezamenlijke project te denken. Geeft het buurthuis bijvoorbeeld intussen een fuif, dan zal hen dat echt charmeren als julle met een paar leiding ook langskomen. Of stuur een kaartje als het opvangtehuis zijn tiende verjaardag viert. Toon dat je om de andere organisatie geeft, ook los van jullie project. Word ‘vriend’.
•
Wat soms ook kan helpen, is de andere organisatie naar je lokaal uitnodigen, of jullie overleg gewoon eens op een toffe derde plek doen. Op café krijg je meteen een andere stemming tegenover elkaar...
6) Praktisch •
Nadert de dag van jullie project, dan komen er steeds meer praktische dingen bij kijken. Wie doet wat? Wie zorgt voor het vlees, het sjorhout of de treintickets?
•
Zorg dat er binnen jullie groep één aanspreekpunt is
•
Zorg dat de verantwoordelijkheden duidelijk afgesproken zijn en je zelf niet alles op je hals neemt. Baken jullie grenzen af van wat jullie als groep wel en niet zien zitten.
•
Wees anderzijds ook flexibel over de gevoeligheden die spelen in de andere organisatie. Niet alles zal lopen zoals jullie het gewoon zijn, dat is juist het verrijkende aan deze uitwisseling. Soms moet je je eigen principes even opzij zetten om de boot varende te houden. Je zal zien dat je plots veel beter gaat beseffen wat jullie eigen identiteit is.
7) De dag van het project Vermoedelijk gebeurt er vandaag iets wat meer of minder verschilt van jullie oorspronkelijk plan. Fijn dat beide groepen elkaar bevrucht hebben tot een beter plan! • • •
Voorzie genoeg tijd, of een opwarmactiviteit waarbij de leden elkaar op een leuke en veilige manier leren kennen. Je moet dat altijd een beetje organiseren. Is er ook verder in de activiteit genoeg kans op uitwisseling tussen de leden van beide groepen? Van nature trekt iedereen immers naar wie hij kent. Jullie hebben op voorhand goed afgesproken wat ieders gebruiken en regels zijn?
Vb. Op het plein van het opvangtehuis wordt niet gerookt. Weten je jinners dat ook? Vb. De bejaarden van het buurthuis beginnen elke activiteit met een gebedje. Doen jullie mee of niet?
32
• •
Zorg voor een leuke afsluiter. Is het de bedoeling dat de deelnemers elkaar ook achteraf nog kunnen zien, schrijven...? Voorzie dan een methodiekje van adressen uitwisselen. Is er ook goed afgesproken wie de opkuis doet? Daar ontstaan immers snel de frustraties aan weerszijden...
8) Afwikkeling Hopelijk is jullie project geslaagd. Wat nu? Iedereen weer op zijn eigen helft? Of is er een plan voor de toekomst? Hopelijk waren de contacten van die aard dat ze niet zomaar ophouden? •
Wat altijd werkt, is achteraf een bedankje sturen of verzorgen: “Fijn om met jullie samen te werken, we hebben er veel lol aan beleefd! Jullie weten ons te vinden als jullie ons nog eens nodig hebben?”
•
Voorzie een goede evaluatie. Wat vond iedereen ervan? Zijn de uitgangspunten gehaald? Wat kan volgende keer beter? Hoe gaan we hiermee voort?
•
Documenteer het gebeuren. Laat graag ook aan het verbond weten wat jullie hebben gedaan. Stuur foto’s naar Over & Weer, zet het op de gouwsite, laat je leden erover vertellen op Sjors. Prikkel en inspireer anderen met jullie enthousiasme!
Fijn dat jullie het gehaa ld hebbe n!
33
Verdoken armoede I n j o u w bu u rt ge e n di ve r si t e i t ? V e r ge e t h e t . . . “Bezig zijn met diversiteit? Allemaal mooi, maar in onze buurt wonen geen allochtonen of kansarmen.” Het is een argument dat je vaak hoort bij scoutsgroepen buiten de grote steden. En er is iets van aan. Je ziet er minder diversiteit. Maar misschien is ze er wel? Welkom in de wondere wereld van Verdoken Armoede, nu ook in jouw buurt!
Anderlecht op 1, Germinal Beerschot op 2, AA Gent op 3 en Racing Genk op 4. Onze pronostiek voor het komende voetbalseizoen? Nee hoor. Gewoon de in voetbaltaal omgezette uitslag van de nieuwe Atlas van Achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel. Sinds mensenheugenis voeren Brussel, Antwerpen, en Gent het commando. Meer recent kwam daar de Limburgse mijnstreek bij. Slaakt een kreet van verluchting, plattelanders, omdat armoede en vierdewereldproblemen toch weer een (groot)stedelijk fenomeen blijkt? Vergeet het. Volg even mee…
Volgens André Stiers (Open VLD) is er in Zoutleeuw een groeiende verborgen armoede. Dat blijkt uit de vele dossiers over schuldbemiddeling. Er zijn zelfs wachtlijsten. Het OCMW zal daarom een nieuw personeelslid aanwerven. (De Stan daard, 20 februari 2008) “Mijn ongelukkigste ervarin g was te moeten vaststellen dat er in een landelijke gemeente als Herzele meer verborgen armoede en sociale problemen voorkomen dan ik vermoedde. Ook bij jonge mensen.” (Mieke Hoorens, OCMW-voorzitter Herzele, in De Standaard, 9 februari 2008) Wie zelf niet in armoede leeft, merkt er nauwelijks iets van maar bij de sociale organisaties in Halle klinkt het verdict eensgezind: verborgen armoede is een groter probleem dan men op het eerste zicht zou vermoeden.(De Standaard, 18 oktober 2007) De Prijs Armoede Uitsluiten van Welzijnszorg gaat naar de Vereniging Efrem uit Mesen. Die begeleidt kleine zelfstandigen in financiële moeilijkheden, vooral op het platteland. Omdat de armoede daar het meest verdoken zit. (De Standaard, 15 februari 2008) In een welstellende gemeente als Overijse worden minder welstellende en alleenstaande ouders en hun kinderen des te meer bedreigd met sociale uitsluiting, stelt OCMW-voorzitter Inge Lenseclaes. (De Standaard, 8 januari 2008)
Zoutleeuw, Herzele, Halle, Mesen, Overijse, … niet meteen de metropolen van Vlaanderen. Dat is ook de geleerde schetenwappers van daarnet niet ontgaan. Zij hebben nu namelijk ook de onherbergzame armoedegebieden in kaart kunnen brengen, zoals daar zijn de Westhoek, de Vlaamse Ardennen, het Meetjesland, het Waasland, de Kempen en het Hageland. Wat blijkt, uit dat wetenschappelijk onderzoek? Armoede op het platteland, het bestaat! Maar in tegenstelling tot steden is het meer verdoken en complex. In de woorden van de onderzoekers:
34
Waar liggen de ‘aandachtsbuurten’ met in totaal de meeste mensen? Maw: hoe hoog is de nood in de streek van jullie groep? We vonden deze grafiek:
W a t d o e j e er a an al s s c o u t s - en g i d s e n g r o e p ? Werken aan meer diversiteit in Scouts en Gidsen Vlaanderen heeft een hoge prioriteit binnen de lopende ‘beleidsnota’ (tot en met 2009). Ook buiten de (groot)steden valt daar dus iets mee te doen. Een jaarthema als ‘Burenluren’, aan de slag gaan met de buurt, nodigt daar extra toe uit... Wij geloven dat scouting voor kinderen uit achtergestelde gezinnen een ideale manier is om af en toe hun zinnen eens te verzetten, om nieuwe vriendjes te maken, om te werken aan zelfrespect. Alleen vinden zij vaak moeilijker de weg naar onze groepen. Geld en zo, maar ook niet-kennen en een beetje schroom. Misschien moeten jullie op hen toestappen? Je eigen groep wordt er beter van!
35
Hoe? Je zou contacten kunnen leggen met het OCMW in je buurt. Vaak heeft het een beter zicht op welke gezinnen met verdoken armoede kampen. Ook brugfiguren op scholen of sociale organisaties in de buurt kennen misschien wel kinderen die aan scouting een fijne hobby zouden hebben. Negen op tien werken ze graag mee, en zo win je makkelijker het vertrouwen van deze gezinnen. Is jullie groep daar klaar voor? De Beauty Case (zie www.scoutsengidsenvlaanderen.be/diversiteit) bevat spelen en brochures die jullie helpen met beslissen. Wat kunnen we aan? Hoe doen we het? Check ook andere hoofdstukjes in deze map over netwerking en ledenwerving. En weet dat er binnen Scouts en Gidsen Vlaanderen een fonds is voor verminderd inschrijvingsgeld. Een kortere en meer toegankelijke inkijk in het onderzoek van de K.U.Leuven naar achtergestelde buurten in heel Vlaanderen vind je op de site van de Provincie Limburg: http://www.limburg.be/webfiles/FILES_DIR 02/Studiecel/Atlas%20achtergestelde%20b uurten/ppt-persconferentie.pdf.
Scouting, da’s durven! Ontdek de verborgen hoekjes van je buurt…
Interessante adressen:
Nog op zoek naar goede ideeën of tips? Er zijn heel wat (sociale) projecten, initiatieven met professionele know how in ‘buurtwerk’. Steek je licht gerust op op volgende sites: Thuis in de stad: Hart voor je buurt: Buurt-in-zicht (Antwerpen): Droom de stad: Buurtopbouwwerk: Straathoekwerk: Buurt- en NabijheidsDiensten: Brede School: Buurt aan de beurt:
www.thuisindestad.be www.hartvoorjebuurt.nl www.buurtinzicht.be www.droomdestad.be www.stebo.be www.straathoekwerk.be www.buurtdienst.be www.bredeschool.be www.antwerpen.be/eCache/BTH/600.c mVjPTQ5MzE.ht ml
36
4
Activiteiten Spel algemeen
Beste groepsleiding, Hoe begin je nu aan zo’n breed jaarthema? Hoe motiveer je je leiding? Hoe krijg je ook hun nzuq in deze dikke brochure? Om je een handje te helpen, vind je als losse bijlage in deze brochure een algemeen spel (+spelkaartjes) voor op je eerste groepsraad of planningsweekend. En omdat jij zo’n kei bent in wat je doet, mag jij spelleid(st)er zijn! Het spel wordt gespeeld op de jaarthemaposter. Die kleeft of kleefde in je Over en Weer nr. 1, het planboek. Hieronder zie je een miniversie als geheugensteuntje.
Heb je deze Over & Weer niet meer, geen probleem! Je kunt gerust nog een exemplaar opvragen bij Scouts en Gidsen Vlaanderen. Contactgegevens vind je vooraan in deze brochure. Speel ze! Je kunt dit spel ook in kleine groepjes spelen. Het spreekt dan voor zich dat je bij je collega leiding nog enkele posters opvraagt en er wat kopiewerk van de bijlagebundel aan te pas komt.
37
Voor de takken K a po e n e n : Thema: Aantal: Materiaal:
Duur: Vorm:
‘n k n o t s ge k k a p o e n e n do r p groepsbevorderend, uitwisseling onbeperkt karton, allerlei soorten doosjes (schoendozen, kaasdoosje,…), stof, wcrolletjes, papier, lijm, krijt, touw, kippengaas, kranten, tijdschriften, verkleedkleren, stof, banken, stoelen,… 2 keer ½ dag actieve buitenactiviteit, knutsel, fantasie
Principe Kapoenen gaan graag op verkenning. Spelenderwijs kan je als kapoenenleid(st)er je kapoenen bij andere mensen brengen. In kader van het jaarthema “Bureluren”, zou je letterlijk met je kapoenen bij de buren binnen (of buiten, achter, naast,…) kunnen loeren. Het ontdekken van de buurt kan jullie fantasie op volle toeren laten werken om daarna je eigen dorp te bouwen.
Voorbereiding Stap 1: Neem contact op met de bewoners van het dorp. Zoek op voorhand als leiding zelf uit bij welke dorpbewoners je graag met je kapoenen langs wil gaan. Vraag ook of het eventueel mogelijk is dat de kapoenen een rondleiding krijgen in de winkel of iets mogen doen. En ook met hoeveel kapoenen je mag langs komen! Op die manier kan je zorgen dat er genoeg buurtgenoten zijn om je kapoenen te woord te staan .
Stap 2: Verzamel kosteloos materiaal Het bouwen van dorp, gaat het gemakkelijkst door gebruik te maken van grote kartonnen, banken, stoelen, wcrolletjes, behangpapier, houtenplanken, kaasdoosjes, schoendozen, stof, behangerslijm…Laat kapoenen zelf meebrengen maar voorzie zelf ook een groot aanbod! Tip: Grote warenhuizen bezitten vaak grote kartonnen en gooien die weg.
Activiteit Stap 1: Kapoenen op bezoek bij dorpbewoners In kleine groepjes bezoeken de kapoenen dan de plaatselijke bakker, pastoor, postbode, brandweer, bank, slager, kapper, bibliotheek, café, viswinkel, sportcentrum, klerenmaker, garage enz. op zoek naar de verhalen die achter de dorpbewoners zitten. Dorpbewoners vertellen hun verhaal en je kapoenen vuren al hun vragen af over wat ze altijd al wilden weten over dat beroep of gewoon over die persoon. Wie weet is er wel iemand van jouw kapoenen die brandweerman of kapster wil worden en zelf vanalles kan vertellen over dat beroep. Of misschien krijgen jullie hierdoor de kans om eens achter de schermen te gaan kijken en zelf mee brood bakken, post te verdelen, de sirene van de ladderwagen uit te testen of een nieuwe punkstijl op de leid(st)er uit te proberen.
38
Stap 2: Verzamelen van materiaal voor toekomstig dorp Na de ‘verhalenroute’ zullen kapoenen stof genoeg hebben om hun “eigen kapoenendorp” op te bouwen. Schrijf op een groot papier welke beroepen, winkels zeker in het dorp aanwezig moeten zijn en wie graag wat wil worden. Op die manier kom je te weten wat voor elke kapoen belangrijk is om zich thuis te voelen in hun kapoenendorp. Zo kom je ook te weten welk materiaal je zeker volgende vergadering nodig hebt! Laat je kapoenen zelf ook materiaal meebrengen!
Stap 3: Bouw je kapoenendorp De kapoenen bouwen alleen of in een groepje een winkel en natuurlijk ook zelfgemaakte of zelfgebrouwen spulletjes om te ‘verkopen’. Je winkel bouwen kan door banken en tafels tegen elkaar te schuiven en doeken erover te spannen! In de doeken maak je dan een groot gat dat geldt als raam. Ook grote kartonnen kunnen hiervoor gebruikt worden. Een creatievere manier is werken met kippengaas. Je plooit een stuk kippengaas in de vorm waarvoor het moet functioneren vb een muur, toonbank, kastje, lamp, winkelmandje… . Vervolgens scheur je reepjes krantenpapier, tijdschriften en beplakt die met behangerslijm. Repen erop kleven en laten drogen. Eens drogen, kunnen de kapoenen dit beschilderen.
Stap 4: Welkom in het kapoenendorp Het dorp is nu gebouwd! De nieuwe bewoners kunnen nu in het dorp wonen. Het dorp wordt een nieuwe speelruimte voor jouw kapoenen. .
Variatie • • • • • •
• • •
Zorg voor een officiële opening van het dorp, gebracht door de burgemeester van het dorp (lintje doorknippen, receptie,…) Ga als leiding eens langs bij de winkels die je kapoenen gemaakt Laat op een bepaald tijdstip een markt organiseren waarin zelfgemaakte spulletjes verkocht kunnen worden of het vier-uurtje in een kraampje kan aangeboden worden Teken ook straten, verkeerslichten, zebrapaden op de grond. Zo kunnen er kapoenen bekeuringen en dergelijke uitschrijven voor overtreding van de verkeersregels. Geef een aantal kapoenen de kans om samen een feestcomité op te richten om een dorpsfeest te organiseren Boer Koen en boerin Kaat gaan trouwen: Koen in smoking met sjaal, Kaat in een lang kleed. Het trouwfeest wordt voorgegaan door een priester. Iedereen van het dorp mag komen. Voor het feest kan doorgaan, moeten Koen en Kaat heel wat voorbereidingen treffen en hebben hiervoor hulp nodig van enkele dorpbewoners. Kapoenen krijgen graag post. Knutsel samen met een aantal kapoenen een brievenbus waarin ze briefjes, tekeningen kunnen stoppen voor bepaalde personen. Om het uur komt de postbode rond met post. Betogen tegen de regen: Moest het tijdens de vergadering regenen, dan kan je met z’n alle spandoeken en pamfletten maken vol moet goede slogans om dan door je dorp te trekken om te laten horen wat jullie van dat weer vinden. Nodig de dorpbewoners uit waarbij jullie op bezoek zijn geweest.
39
K a po e n e n : S t e k e l t j e , ’t e ge l t j e . Thema: Materiaal:
zorg dragen voor…, egels, zingeving knutselmateriaal; klei of zoutdeeg, stokjes ofwel papier en zwart en bruin crêpepapier +/- anderhalfuur Verbaal en creatieve werkvorm
Duur: Vorm:
Voorbereiding Zorg dat je het nodige knutselgerief in je lokaal hebt. Als je van plan bent om de egeltjes te gebruiken, weg te geven, maak je op voorhand de
afspraken
in
het
bejaardentehuis,
verzorgingsinstelling…waar je naartoe wil gaan.
Het verhaal Vertel het verhaal op een rustige plek. Zorg dat alle kapoenen het verhaal goed kunnen horen. Deel hen desnoods in, in kleine groepjes.
EGELTJES In de zomer kwam er een heel gezin van egels in het bos wonen. Het was warm en de egels speelden de hele dag onder de bomen. Ze vingen vliegen, ze stoeiden op het veld aan de rand van het bos, en 's nachts sliepen ze op het mos. Op een dag zagen ze de eerste bladeren vallen. Het werd herfst. Ze renden de vallende bladeren achterna. 's Nachts werd het nu wat frisser en daarom sliepen ze onder de dode bladeren. Toen werd het winter en het werd nog kouder. Er lag sneeuw op de bladeren en ijs in het beekje. De egels rilden van kou de hele dag lang en 's nachts deden ze geen oog dicht, zo koud hadden ze het. Op een dag besloten ze dicht bij elkaar te kruipen om zich zo te verwennen. Maar dat was geen succes: met hun stekels deden ze elkaars neus en poten lelijk pijn! Vlug ren den ze bij elkaar uit de buurt. Uit pure kou kropen ze weer dichter bij elkaar, maar weer bezeerden ze hun snuitjes. Telkens als ze dicht bij elkaar wilden gaan zitten, hadden ze hetzelfde probleem. 'Toch moeten we een oplossing vinden!' zegden ze tot elkaar. 'Alle dieren gaan in de winter dicht bij elkaar zitten om warm te blijven; vogels, konijnen en mollen. Dicht tegen elkaar houden ze de koude weg.' En dus probeerden ze het nog eens. Heel voorzichtig, beetje bij beetje, schuifelden ze dichter bij elkaar. Elke avond een beetje dichter. Om het warm te hebben, zonder elkaar pijn te doen, lieten ze hun stekels zakken. Stilaan vonden ze eindelijk de goede afstand van elkaar. De koude wind deerde hen niet meer. Ze konden weer slapen, lekker warm tegen elkaar. (Nicole Fabre uit: Il était une foi, Pire e.a., Editions CRJC, Liège, 1996)
40
Filosoferen met je kapoenen Na het vertellen van het verhaal kan je verder gaan met een ‘filosofisch gesprek’. Er zijn een aantal richtlijnen, die je best kan naleven om zo’n gesprekje vlot te laten verlopen. Je kan het gesprek best niet te lang laten duren bij kapoenen; eerder tien minuutjes dan 20 zijn aangeraden.
Vragen voor een filosofisch gesprek: •
Wat gebeurt er in dit verhaal? Hoe komt het dat de egeltjes het te koud hebben? Wat is de oplossing? Wat betekent ‘je stekels laten zakken’?
•
Kan zorgen voor iemand leuk zijn?
•
Wat maakt 'zorg dragen' lastig?
•
Zijn er mensen die voor niemand hoeven zorg te dragen? Zou dat prettig zijn, als je voor niemand moet zorg dragen?
•
Zou het beter zijn als elke mens zo zou geboren worden, dat niemand voor hem of haar moest zorgen? Voor wie kunnen de kapoenen zorg dragen?
Egels knutselen Ga na het gesprekje aan het knutselen met je kapoenen. Op deze manier zijn ze op een creatieve manier bezig met het thema. Er zijn er heel wat die tijdens het knutselen nog met opmerkingen en bedenkingen komen over het thema. Dit is een lossere manier om het thema te bespreken. Achteraan, bij de bijlagen, vind je 2 knutselsuggesties; eentje voor een papieren versie, één voor een zoutdeeg/klei versie.
Een stapje verder •
Houd een verhalen-vertel- theefeestje in een bejaardentehuis; gebruik het verhaal van de egeltjes, beeldt het uit met alle kapoenen.
•
Versier een verzorgingshuis met de egeltjes of laat de kapoenen de egeltjes uitdelen en het verhaal erbij vertellen.
•
Help bij het koffie-uur in een bejaardenhuis
•
steek je handen uit de mouwen op de kinderboerderij.
41
K a bo u t e rs / ( ze e )w e l pe n : s pe e l - st ra t e n p ro j e ct Thema: Aantal: Materiaal: Duur: Vorm:
de straat, veiligheid, speelstraat onbeperkt hangt af van de invulling van jullie project. drie of vier keer een halve dag actieve buitenactiviteit, knutsel, fantasie
Principe Kabouters en zeewelpen verdiepen zich graag in een thema en door meerdere keren met een thema aan de slag te gaan verhoog je de betrokkenheid van je leden. Zo’n activiteitenreeks in éénzelfde thema noemen we project. Een project heeft volgende kenmerken: het is met heel de groep (kan in kleinere groepjes opgesplitst als nodig), voor langere tijd, op een speciale manier (van startimpuls naar een hoogtepunt), een bepaald thema benaderen en uitwerken (kabouters en welpen kiezen mee wat ze met het thema willen doen), vanuit verschillende invalshoeken. Wij kozen ervoor om het thema ‘straat’ te kiezen, maar laat je volledig gaan in thema of invulling.
Stap 1: Introduceer het thema. Introduceer 2 figuren; een serieuze, maar warrige politie-agent en een grappige, actieve ‘uitvindende’ buurtbewoner. Zij vertellen dat ze dromen van een leukere, veiligere buurt en dat ze wel ideeën hebben om dat te doen, maar dat ze graag de hulp hebben van de kabouters/(zee)welpen om dat te bereiken. Eerst en vooral hebben ze een heleboel ideeën nodig, om hun idee nog leuker te maken, zal er geknutseld moeten worden, mensen uitgenodigd enz. Verdeel je kabouters/(zee)welpen in kleine groepjes, dat werkt makkelijker. Laat hen om de beurt langs de verschillende werkhoekjes passeren: •
droom een speelstraat (knutsel een afvalblikjes-ballenspel, een gooi-de-ringen-over de lege flesjes activiteit, verzamel de lievelingsspelletjes van je leden).
•
maak uitnodigingen voor de buurt voor de speelstraat, ga ze uitdelen in de straat en vraag om ze op te hangen
•
droom over een veiligere buurt
•
maak veiligere buurt affiches om te gebruiken volgende week op te hangen
Zorg dat er in deze werkhoekjes veel visueel materiaal aanwezig is. Teken bijvoorbeeld een straat op een heel groot papier en laat daar je leden een activiteit op tekenen, schilderen, plakken (met tijdschriftknipsels of scheursels) Al deze ideeën worden in het Grote SpeelstratenBoek geplakt - geschreven op ’t einde van de activiteit. De warrige politie-agent en de buurtbewoner vertrekken blij met een boek vol plannen en de belofte om volgende week terug te komen om de buurt aan een serieus onderzoek te onderwerpen en dat de actieve, dromerige buurtbewoner de week daarna terugkomt om de gedroomde speelstraat (gedeeltelijk) uit te voeren.
42
Stap 2: buurt-verkeer-onderzoek Herintroduceer de politie-agent en leg nog even kort de bedoeling van vandaag uit. Vandaag trekken jullie ten strijde voor een veiligere buurt. Trek er in kleine groepjes op uit. Ieder groepje doet één of meerdere activiteiten van onderstaande. •
Stratenplan tekenen v an de buurt; via welke weg komen de kabouters welpen naar de scouts? Ga op stap in de buurt. Wat zeggen de verkeersborden ons over de weg? (vb: verkeersbord 80 km, opletten! Want de auto’s rijden hier snel; verkeersbord voetgangers/fietsers) Wat zijn de gevaarlijke punten waar kabouterswelpen voorbij moeten? Wat zijn de leuke hoekjes in de buurt? Wat ontbreekt er nog?
•
Doe een enquête op de parking v an de superm arkt: Zorg dat je voor alle kabouters/zeewelpen genoeg enquêtes en pennen bij de hand hebt. Wie is met auto? Waarom? Gaan ze soms met de fiets naar winkel? Waarom wel/waarom niet? Hoe vaak wordt de auto gebruikt? Hoe vaak de fiets? Enz.
•
Organiseer een fietsparcours om behendigheid kabouters/zeewelpen te testen
•
Wie komt er met de auto? Plan een actie om de ouders bewust te maken om meer te voet/met de fiets naar de scouts te komen te komen. Voer deze actie ook uit.
Kom een half-uurtje voor het einde van de activiteit terug samen. Leg de bevindingen van de kabouters-(zee)welpen samen. Schrijf ze in het Grote Speel-Straten-boek en laat de politie-agent en de buurtbewoner nog even afscheid nemen en volgende week aankondigen.
Stap 3: speelstratendag Kom met je kabouters/(zee)welpen een half-uurtje vroeger bij elkaar dan dat de speelstraat georganiseerd is. Teken het hinkelpad, zet het materiaal van de jeugddienst buiten, stal het blikjesspel uit, maak de limonade en zet alles klaar. De vrolijke buurtbewoner en de warrige agent heten de kabouters/(zee)welpen, de buurtkinderen én ouders van harte welkom. Zij starten de speelstraat op vrolijke, officiële wijze door het lint door te knippen. Samen met de leiding en wat ouders van de kabouters/(zee)welpen leiden ze de activiteiten in goede banen. De meeste activiteiten kunnen echter zonder echt straffe begeleiding gedaan worden. Zorg dat het Grote-Speel-Straten-boek centraal aanwezig is. Iedereen die aanwezig is op de SpeelStraat kan dan lezen hoe de Speel-Straat tot stand kwam en wat de kabouters/(zee)welpen van het verkeer in de buurt vinden. Zelf kunnen ze een boodschap achterlaten aan je leden. Sluit de Speel-Straat even feestelijk af dan dat je begonnen bent, de politie-agent en de buurtbewoner houden een officiële toespraak met bevindingen uit het boek. De straat wordt daarna samen opgeruimd.
Variatie •
De politie-agent en de buurtbewoner sturen een kaarjte/brief ofzo om nog es te bedanken. Die brief komt een week later, of op kamp.
•
Vraag aan de burgemeester, de schepen of iemand van de jeugddienst om ook op jullie speelstraat langs te komen. Jullie Speel-Stratenboek met analyse van de buurt kan dan afgegeven worden aan hen. Zo wordt er misschien nog iets gedaan met jullie bevindingen.
43
K a bo u t e rs / w e l pe n : E e n ge s ch e n k o p e e n o n ve rw a ch t m o m e n t . . . Thema: Doel: Materiaal: Duur: Vorm:
een vriendelijk gebaar naar je buren of je buurt het ontdekken van het positieve in elke mens; de ontmoeting met je buurt knutselmateriaal en je gezonde glimlach +/- anderhalfuur verbaal en creatieve werkvorm
Voorbereiding Het doel van deze activiteit is je leden uit te dagen om het positieve te ontdekken in elke mens en mensen daarvoor te bedanken. Met een klein gebaar als een zelfgeknutseld geschenk tover je een glimlach op ieders gezicht. Zo kan het voor je leden duidelijk worden dat je met kleine dingen een wereld van verschil kan maken. Als leiding voorzie je best verschillende soorten van materiaal om aan het knutselen te gaan. Ga daarna op zoek naar mensen in de buurt die zo’n bedankje verdienen.
Omkadering Deze methodiek kan je als leiding kaderen met het verhaal over de druiven als geschenk dat je kan vinden in bijlage. Deze tekst gaat over een man die een geschenk ontvangt omdat hij zich ten dienste stelt van anderen. Dit geschenk legt een hele weg af en wordt steeds weer doorgegeven aan anderen die het geschenk meer zouden verdienen. Zet je kabouters/(zee)welpen bij het begin van de activiteit samen en vertel het verhaal.
Het verhaal AAN WIE ZAL IK DEZE DRUIVEN GEVEN? “Op een zekere morgen klopte een boer op de poort van een klooster. Toen Broeder Portier opendeed, reikte de boer hem een prachtige tros druiven aan. “Beste Broeder Portier, dit zijn de mooiste druiven uit mijn wijngaard. Het is een cadeau.”“Hartelijk dank. Ik breng ze meteen naar vader Abt, die heel blij zal zijn met deze gift. “Nee, nee, ze zijn voor u”“Voor mij? Ik verdien zo’n mooi geschenk van de natuur niet”. “Altijd als ik aanklopte deed u open. Wanneer ik steun nodig had, om dat de oogst mislukt was door de droogte, gaf u mij iedere dag een stuk brood en een glas wijn. Moge deze tros druiven u een beetje van de liefde van de zon, van de schoonheid van de regen en het wonder van God brengen”. Broeder Portier legde de tros voor zich neer en keek er de hele ochtend naar, vol bewondering: hij was werkelijk prachtig. Daarom besloot hij het cadeau door te geven aan vader Abt, die hem altijd met wijze raad had bijgestaan. De abt was heel blij met de druiven, maar herinnerde zich dat een van zijn medebroeders ziek was en dacht: ik geef hem die tros, misschien brengt dat wat vreugde in zijn leven. Maar de druiven lagen niet lang bij de zieke op de kamer, want deze dacht: Broeder Kok zorgt voor mij, hij geeft me het beste van het beste te eten. Ik weet zeker dat zoiets hem veel plezier zal doen. Toen Broeder Kok rond het middaguur de maaltijd bracht, gaf hij de druiven aan de kok. “Ze zijn voor u. Omdat u altijd in de weer bent met de producten die de natuur ons verschaft, zult u weten wat u moet doen met dit werk van God”. Broeder Kok stond versteld van de schoonheid van de tros, en wees zijn hulpje op de volmaaktheid
44
van de druiven. Zo volmaakt dat niemand ze beter zou weten te waarderen dan Broeder Koster, verantwoordelijk voor het bewaren van het Allerheiligste Sacrament, en die door vele kloosterlingen als een heilig man gezien werd. Broeder Koster gaf op zijn beurt de druiven cadeau aan de jongste novice, zodat deze zou kunnen begrijpen dat Gods werk aanwezig is in de kleinste onderdelen van de scheppin g. Toen de novice de druiven aannam, vloeide zijn hart over van de liefde voor de Heer, want nooit eerder had hij zo’n mooie tros druiven gezien. Op hetzelfde moment herinnerde hij zich de eerste keer dat hij aangekomen was bij het klooster, en hij herinnerde zich de man die voor hem de poort had geopend en hem gastvrij ontvangen had. Daardoor mocht hij nu leven in deze gemeenschap, bij deze broeders die de wonderen van God wisten te waarderen. En zo bracht hij even voor het vallen van de avon d de tros druiven naar Broeder Portier. “Geniet ervan, want het overgrote deel van de tijd brengt u hier in uw eentje door”. Broeder Portier begreep nu dat het cadeau echt voor hem bestemd was. Hij genoot van de smaak van elke druif en sliep gelukkig in. Zo werd de cirkel van geluk en blijdschap gesloten.”
(Uit: De Zahir van Paolo Coelho)
Vragen en overgang Vragen bij het verhaal: • • • •
Welke weg leggen de druiven af? Is het ondankbaar dat de ontvangers de druiven doorgeven? Heb je zelf ook al ooit eens een geschenk doorgegeven? Waarom? Hoe komt het dat de oorspronkelijke ontvanger toch ook de uiteindelijke ontvanger wordt en dat hij wanneer hij de druiven de tweede keer ontvangt pas echt vindt dat de druiven echt voor hem zijn?
Overgang naar de rest van de activiteit: • •
Zijn er mensen in je buurt die een geschenk ontvangen? Waarom? Kan je iemand die je niet kent een geschenk geven? Waarom wel? Waarom niet?
Als variatie op deze tekst kan je ook gebruik maken van één van de verhalen uit ‘Misschien wisten zij alles?’ van Toon Tellegen. In het verhaal, op pagina 118-119, kijkt de eekhoorn uit naar een leuke middag bij vos, maar die heeft een ander gedacht over gastvrijheid dan eekhoorn…
Activiteit Leg uit dat jullie allemaal samen cadeautjes gaan knutselen die jullie weg gaan geven aan mensen die het verdienen. De bedoeling is dat jullie de straat op trekken, in de buurt vragen wie een cadeautje verdient en waarom en het dan ook aan die persoon gaan geven. Elk lid of enkele leden samen knutselen, timmeren of sjorren een klein geschenkje. Het is het leukst als je je leden hierin zo vrij mogelijk laat fantaseren over waar zij iemand onbekend mee willen plezieren en waarom. Als je al die knutselwerkjes hebt gemaakt, is het tijd om op zoek te gaan naar mensen die een cadeautje verdienen. In de tweede fase is het tijd om de straat of de buurt in te trekken en aan te bellen bij een willekeurig huis. De boodschap die je daar brengt is: ‘wij komen niets verkopen, maar wij komen iets vragen. Als jij zou mogen beslissen wie jij een geschenk toewenst, wie zou dit dan zijn?’. Daarna bellen de leden aan bij de persoon aan wie het geschenk is toegewezen. Ze vertellen waarom die persoon een cadeautje verdient en vragen wie er volgens hem/haar nog een cadeautje verdient. Zo gaan ze verder naar iemand anders met een nieuw cadeautje.
45
Variatie: Om het thema dienst te introduceren kan je beslissen om de geschenkjes uit te delen aan mensen op straat die iets gedienstig doen voor anderen. Een portier openhouden, de deur voor een ander openhouden, iets oprapen… Op deze manier krijgen je leden meer aandacht voor spontane, kleine dienstbaarheid. Deel kaartjes met een leuke spreuk uit i.p.v. geschenkjes. Zo kan je er een heleboel meer uitdelen. Ook huisnummers maken is een leuke bezigheid, per huis van de straat kan je dan een alternatief huisnummer maken.
46
J o n g gi ve r s : We rve l e n de bu u rt u i t st a p Thema:
wijkverkennend, spel & amusement, ten dienste staan van, profileren in de omgeving. onbeperkt spelbord, kopiëen levens, aantal kleine kaartjes of post-its, lijmstift, papier & balpennen (+ materiaal bij keuzeopdrachten) namiddag (120 minuten en meer) (inter)actief wijkspel
Aantal: Materiaal: Duur: Vorm:
Principe Met deze activiteit kan je de jonggivers in contact brengen met de buurt. Op een speelse en actieve manier leert de buurt ook de jonggivers kennen. Je kan als leiding zelf beslissen hoever jullie gaan van het betrekken van de buurt in deze activiteit. Dit hangt sterk af van je eigen buurt en je eigen groep jonggivers.
Voorbereiding • • • •
Maak een spelbord of druk de bijlage vergroot af. Een voorbeeld vind je achteraan deze brochure, bij de bijlages Maak een aantal kopieën van de levens en knip deze op voorhand uit (zie bijlage verschillende stukken van een weg). Plak op een aantal vakjes op het spelbord een aantal personages door deze op kleine kaartjes of post-its te schrijven of te tekenen. Indien je opdrachten met materiaal wil uitvoeren (bij het kiezen van personages & opdrachten) verzamel je dit best op voorhand.
Activiteit Stap 1: Leg je weg af op het spelbord en verzamel stukken weg In de eerste fase van het spel worden de jonggivers opgedeeld in verschillende groepjes. De leden van deze groepjes moeten elkaar uitdagen om van elkaar levens te kunnen verdienen. Dit kan op verschillende manier: dassenroof, schaar-steen-papier, gewoon tikken, naar keuze te bepalen…. Op de kaartjes van de levens, staat telkens een stuk van een weg (bv. kruispunt, rotonde, …). Hiermee kunnen ze verder in het spel aan de slag. Afhankelijk van het aantal spelers gebruik je enkel basiswegen zoals een rechte weg, bochtige weg, …. Telkens ze hun leven zijn kwijtgespeeld verkrijgen ze een nieuw aan het spelbord ofwel bij een extra personage in het spel.
Stap 2: Bouw je eigen wijk Met een serie levens (ééntje van elke groep) mogen ze aan het spelbord gaan dobbelen. Daar komen ze een heel aantal personages tegen uit het stads- en/of wijkleven. Bij elk personage hoort een opdracht. Slagen ze in de opdracht mogen ze verder spelen en aan hun wijk verderbouwen met de serie levens. Falen ze in hun opdracht mogen ze niet bouwen, wel verder spelen.
Voorbeelden van mogelijke opdrachten bij personages: • •
Bakker/winkelier: Zorg voor een broodzak of bedrukte winkelzak uit je buurt Gemeentearbeider: Verzamel een zak vol met afval
47
• • • • • • • • • • • • •
Boer: Breng een gedichtje of verhaaltje voor rond de boerderij Cafébaas: Ga een rondje opdienen op café (zonder materiaal)Leg een parcours af met volle plateau tegen de tijd zonder te morsen (voorzie plateau, bekers, vocht) Stadsmuzikant: Breng een liedje over de omgevingPostbode: Breng een boodschap van een buurtbewoner over naar iemand anders Slager: Speel worstentrekker (voorzie dik touw > met 2 ploegen), of speel vleeshoop Dokter: Je draagt iemand van de ploeg per 2 (stoeltje maken) de straat rond Haarkapper: Verzamel x-aantal stukjes haar + handtekening van deze personen Burgemeester: Toespraak houden (mogelijkheid uitbreiden met publiek) Bibliothecaris: Voorzie een boek/weekblad/krant en stel vraagjes tegen de tijd Notaris: Stel een testament op voor je scoutstak/groep waarin je alles uitdeelt naar je buurt Boswachter: Verzamel X-aantal bladeren van bomen en benoem ze Chef-kok: Verzamel de ingrediënten voor een cake te bakken Multi-miljardair: Verzin een project dat goed voor de buurt zou zijn dat de rijke tist kan sponseren. …
Mogelijke extra hindernissen Buurtbewoner: Je laat een buurtbewoner een vraag stellen over de wijk/straat/omgeving. Deze vraag kan je omgekeerd op een vakje op het spelbord leggen. Komt een ploegje dit tegen moeten zij eerst het antwoord geven voor ze verder mogen spelen.
Boemannen of slechterikken Deze zijn een optie. Zij kunnen de ultieme slechterik spelen en alle spelobjecten afnemen. Of je gebruikt agenten als de “bandiet”, zij mogen bv. optreden als de groepjes spelregels of verkeersregels overtreden.
Variatie Het is mogelijk om een aantal van de opdrachten te vervangen door de jonggivers hun steentje te laten bijdragen in de omgeving van de lokalen, eigenlijk de goede daad van onder het stof halen om zo verder te raken in het spel. Neem op voorhand contact op met een andere jeugdbeweging waar je niet regelmatig mee in contact komt om dit samen te doen. Maar waarom niet verder zien en contact leggen met een jongere- of jeugdwerking binnen de cultuur-, sport-, wijkwerking.
48
J o n g gi ve r s: A f v a n A f va l ! Thema: Materiaal: Duur: Vorm:
een actief afvalopruimspel knutselmateriaal, een speelplek waar wel wat afval ligt. 1 middag spel
Voorbereiding Zorg dat je voor dit spel een onopgeruimde speelplek vindt. De jonggidsen en jongverkenners worden in 4 ploegen verdeeld en deze maken in het bos een eigen eco-eiland. Dit is een vrije zone waar ze hun afval kunnen scheiden voor ze het gaan verkopen aan de afvalmaffia en ook een laboratorium waar gewerkt wordt aan een prototype van de allernieuwste ecologische uitvinding.::=mmùµ =. Via deze uitvinding kunnen de jonggivers Ivonne Drankkarton en Jan met de Petfles helpen om de wereld een klein stukje mooier, beter en ecologischer te maken.
Het spel De leiding is de leden van de maffia die verschillende prijzen hanteert voor verschillende soorten afval. Oud ijzer 10.000 7000 3000 1000 400
PMD 10000 7000 3000 1000 400
Glas 10000 7000 3000 1000 400
Rest 10000 7000 3000 1000 400
Steenafval 10000 7000 3000 1000 400
GFT 10000 7000 3000 1000 400
Deze prijzen schommelen naar gelang er meer afval van een bepaalde soort in running is. Met het geld dat verdiend wordt kan knutselgerei als penselen, verf, karton en klei gekocht worden om een prototype van een ecologische uitvinding te maken. Ook afvalmateriaal mag in deze creatie gebruikt worden. De ploeg met de meeste punten en/of de beste, origineelste, meest haalbare uitvinding wint de grote afvaltrofee. Deze trofee is door de leiding zelf gemaakt en bestaat uit afval.
Aan de afval-slag Het afval dat tijdens het spel verzameld is uit het bos kan afgezet worden aan het containerpark. Het is natuurlijk veel leuker om daar nog mee aan de slag te gaan. Je kan er een tentoonstelling mee maken die de andere leden en ouders van de scouts kunnen komen bezoeken. Een leuke, creatieve manier van sensibiliseren in je groep. Om het helemaal interessant te maken kan je samen met je jonggivers op zoek gaan naar achtergrondmateriaal. Hoe lang duurt het voor een petfles om te ‘verdwijnen’ in de natuur? Hoeveel petflessen heb je nodig om een fleece van te maken? (27 flessen is 1 fleecen pull) (dit achtergrondmateriaal is gemakkelijk te vinden op: www.fostplus.be, particulieren, de recyclage. Of in het ‘Ten Afval’-spel, dat downloadbaar is op dezelfde site). Nog andere groene ideeën? Hoe verwerk je de gevonden blikjes tot kaarsenpotjes? Hoe bouw je een zonnewijzer? En hoe maak je een stoeltje met een versleten broek? Tips en trics te vinden op : http://www.scoutsengidsenvlaanderen.be/actie/jaarthema, jonggivers. Ook op www.verdraaidewereld.be vind je heel wat leuke ideeën om met afval en natuur aan de slag te gaan.
49
G i ve rs : In s p ra a k k o m t i n de bu u r t Thema: Aantal: Materiaal:
Duur: Vorm:
parlement bij Givers, inspraak, creativiteit, jaarplanning onbeperkt (kleine) zandloper die ongeveer een kwartiertje loopt, takschrift, kompas, stafkaart met omgeving van het lokaal, balpen, themakaartjes, dobbelsteen. 3 uur dorpsspel, tocht
Principe Een parlement bij Givers is de plaats om mee te spreken over wat er in de tak gebeurt. Dit is 'medebeheer' maar ook 'zelfwerkzaamheid', want je vraagt van je leden dat ze actief deelnemen aan het parlement en mee de werking bepalen. Op elk parlement moeten er ook afspraken gemaakt worden, taken verdeeld en kunnen projecten worden bedacht en uitgewerkt. Deze methodiek is gericht op de start van je jaar, waar je kan peilen naar de interesses en verwachtingen van je leden, en hen zo mee kan laten bouwen aan wat jullie jaarplanning worden zal, zo opgebouwd dat je ze op een ludieke, uitdagende manier kan laten kennismaken met een parlement.
Voorbereiding Als je met een parlement aan de slag gaat vraagt dit, zeker in het begin, toch even de nodige aandacht op je takraad. Zomaar even samenzitten met je Givers is gezellig, maar vooraf als leiding de eerste richting bepalen is wel aangewezen om alles er uit te halen wat er in zit. Op de takraad kan je best al enkele onderwerpen vastleggen die je zeker met je Givers wil bespreken. Hiervoor dienen de themakaartjes. Zo kan afspraken een thema zijn, geldactiviteit, verwachtingen, kamp, lokaal, ...
Activiteit Je kan deze methodiek eender waar starten, in dit voorbeeld nemen we het lokaal als uitvalsbasis. Dit vertrekpunt duid je aan op de stafkaart, en je kiest een volgend punt enkele kilometers verderop, liefst ergens in het midden van de dorpskern, en je bepaalt het aantal graden dat je op kompas moet lopen om dit stuk recht op recht af te leggen. Uitdagingen onderweg gegarandeerd om niet van je rechte lijn af te wijken! Zodra het startschot gegeven is, wordt de zandloper omgedraaid zodat deze begint te lopen. Ergens onderweg, en vermoedelijk op een bijzonder ongelegen moment, stopt de zandloper met lopen, wat het signaal is dat iedereen ook moet blijven staan. Op dat moment komt de dobbelsteen boven, en wordt er gegooid. Het aantal ogen bepaalt hoeveel minuten je leden hebben om een plekje te vinden waar het eerste thema aan bod komt. Iedereen gezeten (daar ergens onderweg op de zolder van huis waar je net door de tuin moest bijvoorbeeld) en het eerste themakaartje komt boven. Opnieuw wordt de zandloper omgedraaid en zolang deze loopt komt het thema aan bod. Zodra deze doorgelopen is gaat de tocht weer verder, net zolang de zandloper loopt, het volgende thema, ...
50
G i ve rs : Ik be n di e o o r be l va n 2 e u r o Thema: Materiaal: Duur: Vorm:
sensibilisering en activering rond het thema ‘armoede’ in je buurt. hangt van het project af. 1 middag, tot 3 middagen tekst, bezinnend gesprek en doe-opdracht.
Situering van het onderwerp Armoede is een structureel probleem. Het is veel meer dan
geen
geld
dominantie van positiebepaling
hebben. het van
Illustratie
economisch de
hiervan
is
de
produceren bij de
bevolking
en
de
sociale
ongelijkheden die daarvan het gevolg zijn, ongelijkheden inzake de verdeling van inkomen, status en macht. De manier waarop onze samenleving is ingericht maakt dus dat sommige mensen uit de boot vallen. Bovendien zijn onze maatschappelijke structuren vooral geënt op hen die al over de juiste vaardigheden, middelen en mogelijkheden beschikken. Armoede is meer dan een economisch probleem, het stelt zich op alle maatschappelijke domeinen. Armoede tast de sociale grondrechten aan. Het gaat om het recht op participatie, het recht op maatschappelijke dienstverlening, het recht op gezin, het recht op rechtsbedeling, het recht op cultuur, het recht op inkomen, het recht op onderwijs, het recht op werk, het recht op huisvesting en het recht op gezondheidszorg. Men spreekt van de multi-dimensionaliteit van armoede. Werkloosheid, slechte huisvesting, relatiebreuken, een lage scholingsgraad, een laag inkomen en een grote schuldenlast, een gezinsleven onder grote druk, sociaal isolement en afhankelijkheid van sociale voorzieningen komen meestal samen voor en versterken elkaar in een ingewikkeld armoedekluwen.1
Voorbereiding Denk goed na met je leidingsploeg waar je je givers voor warm kan krijgen. Je kan deze activiteit opsplitsen in meerdere activiteiten. Op deze manier kan je je givers meer betrekken in de keuze van het ‘goede doel’. Het wordt dan een soort project.
Het verhaal Armoede is zoals hierboven vermeld een meervoudig probleem. Vaak denken mensen toch dat het enkel gaat over geen geld hebben, of ‘tis hun eigen schuld’ hoor je ook wel eens. Hieronder vind je een verhaal over iemand in armoede.
1
Uit visietekst Armoede in zicht. Meer weten? http://www.armoede-in-zicht.be/
51
KIJK JIJ NAAR MIJ EN HOE ZIE IK JOU? Hoe kijk jij naar mij en hoe zie ik jou? Hoe zie ik mezelf als jij naar mij kijkt? Waar is de speigel die me kan zeggen wie ik werkelijk ben? Durf ik te kijken als ik niet meer weet wat ik verwachten moet? Draai ik me om en loop ik weg met dat beeld waar ik zo bang van ben en om dat ik me, oh zo, waardeloos voel. Moet ik me voor jou bewijzen, moet ik me verantwoorden, moet ik verklaren? Wat moet ik eigenlijk? Wie en wat moet ik zijn? Ik heb een afspraak met jou, de advocaie die het wel zal weten. Naar mijn gevoel bezit jij alles wat ik verloren ben. Je bent zoveel waard met je diploma, je geld, je elegantie, je toekomst, die je verder kan uitbouwen. Ga je me beoordelen? Ga je me veroordelen? Zie je me als gelijke, als slachtoffer of als de zoveelste sukkel die bij haar op afspraak komt? Ga je me bewonderen om zoveel moed of weet je het gewoon allemaal beter? Ik weet het niet. Ik weet enkel dat ik naar je toe moet. Ik weet enkel hoe ik me voel!!! Ik was niet vies, niet vuil. Ik had me gedoucht. Ik zag er niet anders uit dan anders. Ik oogde naar het gangbare normale. Mijn haren waren gewassen, gekamd en hingen als altijd in een vrijgevochten model. De kleren die ik droeg waren eenvoudig, maar in mijn ogen mooi en met hun natuurlijkheid bij mezelf passen. Ik had een keuze gemaakt uit de juwelen die ik bezat. Juwelen die ik me had aangeschaft in de prijsklasse van om en bij de 2 euro. Ik hoef niet te vertellen welke winkels die voordelig aanbod ter beschikking stellen. Het lijstje oorbellen dat ligt te pronken op mijn tafeltje is er een sprekend voorbeeld van. Ik weet nog steeds niet of de geldelijke waarde op het zicht te prikken is. Vooraleer dik de deur achter me sloot om zoals altijd stipt op tijd op een afspraak te verschijnen, heb ik me afgevraagd: ‘hoeveel ben ik waar?’ wat is het bedrag van het prijskaartjes dat ik aan mijn aangeklede uiterlijk kan nieten? Wordt dit bepaald op basis van datgene wat mijn lichaam heeft aangetrokken of wordt dit bepaald door het aantal woorden dat ik kan spreken, schrijven, lezen?! Ik voelde me arm ondanks al mijn kennis, ervaring en een uiterlijk dat zich het geluk kan aanmeten geen misvormingen of afstotelijkheden te vertonen. Ik was die oorbel aan dat haakje in de ‘bijna gratis en voor niks wikels’, die in betekenis arm zijn en in aanbieding worden weggegeven. Ik ademde diep in en zocht naar de reden van mijn bestaan waaruit ik de krachtn moest putten om door te gaan. Ik wilde niet oordelen of veroordelen, maar haar mijn vertrouwen schenken en dit op zijn minst tot het tegendeel was bewezen. De administratieve doolfhof van het verleden had zijn tol geëist. Zoveel beelden passeerden de revue en plots wist ik: ‘Niemand zou erin slagen om ons af te schrijven of als onbestaande te latne doorgaan.’ Ik moest het proberen en blijven hopen dat rechtvaardigheeid een mogelijke optie kan zijn. en misschien, heel misschien zou zij de mens in mijn zien en niet die arme die geen betekenis meer heeft. Ik rechtte mijn rug en vertrok terwijl ik wist dat ik verder zou vechten voor wat mijn grootste bekommernis was… Ik wist dat ik zou strijden om mijn kinderen te kunnen geven wat ze nodig hebben en in deze maatschappij om met gelijkwaardige kansen te kunnen functioneren, waardoor zij een toekosmt kunnen uitbouwen.’ Martine
(Uit het boekje ‘ik ben een oorbel van 2 euro’2.)
2
uit te lenen in het documentatiecentrum van Scouts en Gidsen Vlaanderen of te koop bij vzw Recht-Op, 03/217.43.70
52
Verdiepende vragen: •
Over welk gevoel heeft Martine het hier?
•
Wat betekent het ‘de spiegel zien’?
•
Hoe kijk jij naar arme mensen?
•
Wat zeggen ze over jou?
•
Wat zegt ‘arm’ zijn over hen?
Nog een verhaal EEN VEST VAN 600 EURO Of ik thuis aan tafel ook met mijn jas aan zit te eten. Dat wilde hij weten, de idioot. 'Thuis zijn er geen dieven,' heb ik hem gezegd. En dan is hij helemaal uit de bol beginnen gaan. Een rode kop en trillende handen. Dat is tot een eind voorbij zijn twintig jaar naar school geweest, maar dat bibbert als een versleten grasmachine als het zich begint op te winden. En dat er in de gang kapstokken zijn om jassen aan op te hangen. Dat zei hij ook. Enfin, dat riep hij. 'Ik ga die vest absoluut niet laten stelen. Ik denk er nog niet aan.' Ik heb het hem nog eens, en heel kalm, gezegd. 'Ik wil niet dat er tijdens mijn lessen iemand een jas draagt of een pet op heeft; een heel klein beetje beschaving moet mogelijk zijn.' Zijn stem begon te piepen. Kilo Kolos, hij heet zo omdat zijn vader een Griek van Kreta is en omdat hij een kop heeft als een Giant Burger, zette natuurlijk direct zijn Red Bullklak op zijn pinnekeshaar. En ik zag de Lonsdale van Spike Nike ook al boven water komen. Maar Het Engels Kieken deed alsof hij die Red Bullklak en die Lonsdale niet zag en hij bleef alleen mij, en mij alleen, straal in het gezicht kijken. 'Die jas uit. Nu direct. En ga hem in de gang aan een kapstok hangen.' Zijn stem piepte en het stukje tussen zijn bovenlip en zijn neus begon te blinken. Logisch dat ze hem ooit Het Engels Kieken zijn gaan noemen. Hij heeft nog chance dat ze hem geen ergere bijnaam hebben gegeven. 'Ik zou wel zot zijn om die vest in de gang aan een kapstok te gaan hangen, die vest heeft meer dan zeshonderd euro gekost.' Het Engels Kieken stond vijf seconden met zijn mond vol tanden en dan zei hij, ongelofelijk venijnig: 'Een vest van meer dan zeshonderd euro, meneer Verstraeten, maar ondertussen is uw schoolgeld nog altijd niet betaald… Ineens kon ik er niet meer tegen. Omdat het een niets met het ander te maken heeft. En vooral omdat ik het vals en laf vind dat hij mij kleineert in die klas terwijl al die anderen erbij zitten. Wat heb er trouwens mee te maken dat mijn schoolgeld niet betaald is? Ik heb er ten andere absoluut niet om gevraagd om naar school te gaan. En ik heb er ook niet om gevraagd om een moeder te hebben die nooit geld heeft. En zo zou ik nog een paar kleinigheden kunnen opnoemen. 'Als ik die vest hier binnen absoluut niet aan mag houden, dan zal ik er mee gaan buiten staan.' En ik stond recht. 'Ge blijft zitten!' Eerst zegt hij dat ik die vest aan de kapstok moet gaan hangen en dan zegt hij dat ik moet blijven zitten. Ook een rare kronkel. 'Ontploft,' heb ik gezegd en ik ben buitengestapt. Juist toen ik de deur opentrok begon de Nokia van Kilo Kolos lawaai te maken. Zijn nieuwste tune. Iets kei-onnozel van Turner. Kilo Kolos is absoluut zo zot als een achterdeur. 'Verstraeten, kom terug en ga zitten! Kinapoulos, zet die pet af en doe die gsm uit! Achmed, stop dat colablikje terug in uw boekentas!' Het Engels Kieken stond te krijsen als een volwassen big. Ik trok de deur achter mij dicht en ik hoorde hoe de hele bende begon te juichen alsof ze op een voetbaltribune zat. Het Engels Kieken kon het vergeten om les te geven. Ik heb lang in de stad rondgelopen. In de buurt van het Sint-Jansplein. Omdat ik weet dat mijn pa daar ergens woont. Mijn echte pa. Niet die onnozele paljas van een Kevin waar mijn ma nu mee samen is en die haar verplicht heeft om zijn naam in het midden van haar tiet te laten tatoeëren. Juist onder haar tepel. Met een roos boven haar tepel. Ik zou het zogezegd niet mogen weten maar ik weet het toch.
53
En tegelijk mag ik van dat postuur absoluut geen piercing laten steken omdat ik nog maar een snotaap zou zijn. Ik moet maar eens terugkomen als ik zestien jaar ben. Dat heeft hij gezegd, de paljas. Zestien jaar..., dat is nog dik twee jaar wachten. Er was absoluut niks te beleven in de stad. En ik stond op het punt om toch maar naar huis te gaan toen ik mijn pa zag zitten in een redelijk loze kroeg recht tegenover die belachelijke nieuwe bibliotheek die ze daar aan het Koningspleintje hebben neergepoot. Een visbak vol freaks. Hij zat daar alleen aan een tafeltje in die kroeg, mijn pa. En dus ben ik maar naar binnen gegaan. 'Ha, kameraad zestig,' zei hij. Mijn pa zegt altijd 'kameraad zestig' tegen mij. Ik weet ook niet waarom. 'Is 't geen school vandaag?' Zogezegde volwassenen denken altijd aan hetzelfde. 'Ik ben buiten gevlogen.' Ik weet absoluut niet waarom ik dat zo zegde. 'Buiten gevlogen!? Wat hebt ge nu weer uitgestoken?' 'Niks. Absoluut niks. Ik ben buiten gevlogen omdat mijn schoolgeld niet betaald is.' 'Godverdomme, en heeft uw ma u daarom naar hier gestuurd. Om hier onder mijn ogen een beetje de sukkelaar te komen uithangen.' 'Mijn ma heeft mij helemaal niet gestuurd. Ze zou absoluut kwaad zijn als ze wist dat ik met u sprak.' 'Dan is het goed,' zei hij, 'Zet u neer, kameraad, en drink iets.' Ik heb eigenlijk altijd goed met mijn echte pa door één deurgat gekund. 'Cola?' vroeg hij. Ik knikte. 'Cola,' zei hij tegen de neger die achter de toog stond. En op dat moment kwam er een vrouw het café binnen. Een blonde stoot van hier tot ginderachter. Ze had een caddy bij waar kolossaal veel Aldi-zakjes aan hingen en waar een kleine in zat. 'Dat is nu uw broer,' zei mijn pa en hij wees naar die kleine in die caddy. Een bleitsmoel en een tutter in zijn kop. 'Onze Marco’ De blonde vam p stond mij van boven tot van onder te begapen. 'Is dat nu dat ongelukske waar al ons geld naartoe gaat?' zei ze. 'Sjoeke, ge gaat niet beginnen. Onze Davy is hier niet gekomen om ambras te maken,' zei mijn pa. 'Het zou er nog moeten bijkomen,' zei zij. En ze ging zitten en ik kon zien dat ze een roze slip aan had. En haar beha was zwart. Klinkt het niet, dan botst het. Ze vroeg een Ice Tea en ze stak een sigaret in haar kop. En ze begon direct te zagen tegen onze pa. Dat ze maar de helft van haar lijstje had kunnen kopen want dat alles veel te duur was. ‘En ge had vijftig euro,’ zei mijn pa. 'Alleen al die zalf voor onze Marco zijn eczema kost tweeëntwintig euro.’ En dus had ze geen shampoo kunnen kopen en alleen maar jonge kaas. Er had zelfs geen snoepje voor 'onze Marco' afgekund. Onze pa is van de klaver naar de biezen gelopen, dacht ik, toen ik die trezebees zo bezig hoorde. 'Ik heb geen ezel die geld kan schijten,' zei onze pa. En dat het ook niet op zijn ru g groeit, het geld. 'Het zou veel schelen als gij niet elke maand een fortuin moest geven aan de moeder van onze Davy-die-hier-niet-gekomen-is-om -ambras-te-maken.' Dat zei zij. En ze trok aan haar sigaret. 'Ge weet goed genoeg dat ik haar al drie maanden niet heb kunnen betalen,' zei onze pa. Ik wist ineens waarom het bij ons ma de laatste tijd weer zo dikwijls beeld zonder klank was. 'Ze woont samen met die Kevin die vroeger nog in de Zillion heeft gewerkt. Ik heb ze zelf samen gezien. Ik zie geen reden waarom gij haar nog zoudt moeten betalen.' Ze duwde haar sigaret waar ze nog maar twee keer aan getrokken had, uit. En ze keek naar mij alsof ik een pissijn was. 'Het zal daarom zijn dat onze Davy zijn schoolgeld niet betaald geraakt. Hij is verdomme buitengevlogen.' Ik voelde heel mijn kop rood worden terwijl onze pa dat zei. 'Zijn schoolgeld niet betaald..., zijn schoolgeld niet betaald..., maar hij zit hier wel met een frakske aan dat volgens mij meer kost dat heel dat bestaansminimumleefloon van u. Ik heb ook ogen in mijn kop. ' Dat wijf is nog gortiger dan het Engels Kieken en de Kevin van ons ma samen. Ik kon absoluut niet anders dan rechtstaan en vertrekken want ik voelde dat ik zou gaan als een klein kind. Ik heb mijn cola laten staan en ik ben met mijn lippen op elkaar de kroeg buitengestapt. En ik heb de tirret van mijn vest tot tegen mijn kin dichtgetrokken. Ik hoorde onze pa nog zeggen: 'Allez, jongen, kameraad zestig,. ..' Het is erg als ge compassie met uw eigen echte pa hebt.
54
Ik ben op de tram gestapt en ik ben direct naar die school op de Leien gereden. Ik ben er zonder Op- of omkijken binnengestapt en ik ben naar de gang op de eerste verdieping gegaan. Ik heb die belachelijke vest terug aan dezelfde kapstok gehangen waar ik ze vorige week genomen had. Dat een arme mens nooit rijk kan worden, zelfs niet als hij tien miljoen heeft, dat dacht ik. Maar ik vond het direct zelf een belachelijke gedachte.
Erik Vlaminck (Uit het boekje ‘ik ben een oorbel van 2 euro’3.)
Natuurlijk kan je een persoon in armoede uitnodigen om zijn
eigen
verhaal
te
komen doen. Dit is eens zo krachtig dan een verhaal vertellen. Organisaties die werken met mensen in armoede vind je terug op volgende weblink: http://www.armoede.be/organisaties/.
Een steentje bijdragen… Givers kunnen hun steentje bijdragen aan de bestrijding van armoede. Dit kan je op heel wat verschillende manieren doen. Hieronder vind je enkele uitgewerkte ideeën, maar het is eens zo leuk om zelf met een idee of project af te komen als giver. In ‘Wij, jullie en augustus’, het handboek voor giverleiding van Scouts en Gidsen Vlaanderen staat er stap voor stap uitgelegd hoe je een project met je givers op poten zet.
Inleefdag. Neem contact op met een organisatie of verschillende organisaties die zich bezighouden met zowel armoede in België als ook in het buitenland en vraag of het mogelijk is dat je givers een dagje mee de handen uit de mouwen komen steken. Heel wat organisaties hebben volwassenwerkingen. Daar kan je bijvoorbeeld in de sociale kruidenier, het sociaal restaurant,… gaan helpen. Er zijn echter ook een heleboel organisaties die kinder-of jongerenwerkingen organiseren voor kinderen en jongeren in armoede. Zij doen heel vaak hetzelfde als wat wij binnen scouting doen. Kinderen en jongeren samen laten spelen en ontdekken wie ze zelf zijn. Heel leuk én waardevol om samen met hen een activiteit te organiseren. Kan gaan van een voetbalmatchke, over een parkspel tot een weekend samen.
Organisaties in je dorp of buurt vind je via: http://www.armoede.be/organisaties/
3
uit te lenen in het documentatiecentrum van Scouts en Gidsen Vlaanderen of te koop bij vzw Recht-Op, 03/217.43.70
55
Variatie •
Organiseer een sobere maaltijd in plaats van een spaghettiavond en geef de opbrengst aan een goed doel dat zich bezighoudt met armoedebestrijding.
•
Organiseer een ophaaltocht en daarmee worden dan voedsel pakketten gemaakt voor een liefdadigheidsinstelling in de buurt die zich bezighoudt met de 4e wereld. Deze ruiltocht kan best gebeuren in samenspraak met het centrum in kwestie zodanig dat de givers dingen kunnen ruilen en aan zaken kunnen geraken die ze in het centrum echt kunnen gebruiken.
•
Hou een gigantische rommelmarkt waarbij de opbrengst gaat naar dat ene goed doel. (Ondertussen help je mensen van hun rommel af én werk je mee aan een beter milieu)
56
J i n s : P i m p j e bu u rt Thema: Aantal: Materiaal: Duur: Vorm:
samen aan de slag om je buurt op te fleuren hoe meer zielen, hoe meer vreugd divers deze methodiek vergt een projectmatige aanpak creatief
Principe: Je kent dat wel, zo’n buurt vol huizen met voortuintjes. Af en toe wordt zo een tuintje opgefleurd door een tuinkabouter met kruiwagen, maar het kan beter. Daarom onze oproep om een ‘grote tuin-opfleuractie’ te starten. Het idee is eenvoudig: jullie creëren met een ganse tak of in kleinere groepen een kunstwerk en plaatsten dit bij je buren in de voortuin.
Voorbereiding: Ga op zoek naar bereidwillige buren die aan jullie kunstproject willen meewerken. Vraag hen of je een kunstwerk in hun tuin mag plaatsten en wat de eventuele voorwaarden zijn. Probeer je buren ook te leren kennen, want op die manier kan je een persoonlijk tintje aan je kunstwerk geven vb. een mega bril voor een opticien of een grote paling voor de sportvisser. Ga dus op zoek naar de beroepen, hobby’s, lievelingseten en favoriet televisieprogramma’s van de bewoners en probeer deze informatie creatief te verwerken.
Activiteit: De ideeën zijn er dus het knutselen kan beginnen. Je hoeft niet in je lokaal te blijven, maar je kan knutselen op de plek waar je werk uiteindelijk zal komen te staan. Op die manier kunnen de bewoners het proces volgen. Je kan ook vragen of de buren zelf een briljant idee hebben om hun eigen voortuin wat fleuriger te maken.
Enkele ideetjes: • • • •
Maak een grote kabouter van kippengaas. Steek die vol potgrond en plant er viooltjes in. Op die manier krijg je een schitterende bloeiende kabouter. Maak een immense kijkdoos in bijvoorbeeld een patrouillekoffer. Gebruik de bewoners als personages. Een prachtige mozaïek. Een fijne boodschap voor de voorbijgangers…
Organiseer, als alle kunstwerken voltooid zijn een vernissage. Nodig ouders, lieven, vrienden en vooral buurtbewoners uit en doe een wandeling van voortuin naar voortuin. Laat de kunstenaars ook altijd wat uitleg geven bij hun kunstwerk. Als je ambitieus bent, kan je ook de lokale pers warm maken voor jullie project! Belangrijk! Werk met duurzaam materiaal. Het is de bedoeling dat je creatie het Belgisch regenweer overleefd en dat ze toch enkele maanden in een tuin kan staan pronken.
Variatie • • •
Het hoeven niet enkel tuinkunstwerken te zijn. Misschien willen je buren wel een gepimte brievenbus of één of andere blitse gevelversiering. Na een hevige sneeuwbui kun je vol enthousiasme de buurt vol originele sneeuwmannen zetten. Misschien wil het plaatselijk rusthuis of de lokale bibliotheek ook wel wat kunst in hun voortuin?
57
J i n s: bu re n -be ge l u re n . Thema: Aantal: Materiaal: Duur: Vorm:
de buurt in de kijker. onbeperkt, minstens 8 fototoestel per persoon of per 2 personen, spelbord, papier, stiften, plakband… 1 tot 3 uur, zoals gewenst vb: pleinspel, bosspel, creatief…
kleurtjes,
Principe Trek met je jins de buurt in! Stel een spelbord samen met ‘denk’ ‘doe’ en ‘droomvragen’. Het is de bedoeling om zo snel mogelijk de finish te bereiken. Wie als eerste de finish bereikt krijgt de onderscheiding ‘goeie buur’. Geef hen één (of meerdere) van volgende richtvragen. Geef hen een fototoestel en laat hen een reportage maken als volleerde journalisten. •
Wat vind je mooi in onze buurt?
•
Wat vind je lelijk?
•
Wat is zo lelijk dat het terug mooi wordt?
•
Wat fascineert jou?
•
Wie vind je afstompend in de buurt?
•
Wie/wat vertelt volgens jou een verhaal? Welk verhaal is dat dan?
•
Met wie heb je altijd al een babbeltje willen doen? Wat zou je hem/haar dan vragen? Wat houdt je tegen om dat te doen? (Als je tijd genoeg hebt: doe dat babbeltje)
•
Wie inspireert jou in de buurt? Waarom?
Doe-opdrachten: • • • • • • • • • • • •
Schrijf een vrolijke boodschap op een spandoek en hang hem op een goed zichtbare plaats in je buurt. Kader een stukje buurt in en laat de kaders hangen. Maak 5 kaartjes met een wijsheid waarin je zelf gelooft en deel deze uit aan voorbijgangers. Ga de straat op en wens 5 mensen zeer duidelijk een goeiedag. Verdeel deze koekjes in 5 leuke cadeautjes, geef ze af aan de voorbijgangers. Vraag aan de buren van het lokaal of ze nog een klusje hebben liggen. Doe dat klusje. Organiseer je als een klein orkestje; zing een liedje op het plein. Ruim het afval in de straat van het lokaal op. Steek het in jullie vuilbakken. Maak 5 papieren bloemen van crêpe-papier en deel ze uit aan de buurt. Kom van 5 mensen te weten wat hun liefste wens is. Schrijf die wensen op een grote flap. Neem een camera en interview drie mensen. Wat zouden zij willen veranderen aan hun buurt? Wat juist niet? Neem een camera en interview drie mensen. Hoe denken zij over de scouts?
Teken een plattegrond van de buurt. Op deze plattegrond kunnen tekeningen/veranderingen aanbrengen om hun ideale buurt te bereiken.
58
je
jins een aantal
Dromen over je ideale buurt: •
Hoe ziet jouw ideale buurt er uit?
•
Welk stukje van de buurt zou je willen verbeteren?
•
Welk stukje van de buurt wil je zeker behouden?
•
Waar heb je nog nooit een activiteit gedaan? Zou je dat daar willen? Wat houd je tegen?
•
Welk feestje zou je voor de buurt organiseren? Waar?
•
Op welke manier zou je de buurt kunnen inspireren?
Variatie In deze activiteit zitten een aantal zaken die een aanzet kunnen zijn tot een leuke Buren-Kuren activiteit, waar we alle groepen voor oproepen.
Gebruik de gekste, leukste, origineelste ideeën als input voor de Buren-Kuren actie.
59
G r o e p sl e i di n g : Bu re l u re n ra ce Thema: Aantal: Materiaal:
Duur: Vorm:
(ont)spanningsactiviteit voor je leidingsploeg onbeperkt 4 walkietalkies per ploeg (of meer voor grote leidings-ploegen), 2 stafkaarten van je omgeving (of kopieën), 10 genummerde groene flessen, 10 genummerde witte flessen, 2 x 10 verschillende opdrachten om je buurt te leren kennen, 2 verschillende lijstjes met de nummers van de flessen in een bepaalde volgorde op, evt. digitaal fototoestel of gsm met fotofunctie (om eventueel een interview met de buurvrouw te filmen als bewijsmateriaal of om foto's te trekken, ...) ongeveer anderhalf uur actief buurtspel in 2 ploegen
Principe Wil je je leidingsploeg eens verrassen met een leuke, actieve en communicatieve groepsactiviteit ? En tegelijkertijd je leiding warm maken om jullie buurt te verkennen? Dan is dit misschien iets voor jou...
Voorbereiding Nummer de flessen van 1 tot 10. Steek in elke fles een opdracht, zodat je 10 groene flessen met nummer en een opdracht hebt, en 10 witte flessen. Duid op 2 stafkaarten van de omgeving van jullie scoutslokaal 10 verschillende plaatsen aan. Elke plaats geef je ook een nummer van 1 tot 10, en je verstopt op die plek een witte en een groene fles met datzelfde nummer op. Je maakt 2 verschillende lijstjes met een volgorde van de nummers op.
Activiteit Verdeel je leidingsploeg in 2 groepen (of meer groepen als je een grote leidingsploeg hebt, maar dan moet je per extra groep 10 flessen, 2 stafkaarten en 2 walkietalkies voorzien.) De 2 groepen nemen het tegen elkaar op in een burelurenrace. Van elke groep mogen er 2 leid(st)ers op de centrale plek blijven zitten. Daar is de stafkaart met de 10 lokaties van hun ploeg op en een walkie-talkie. Die walkie-talkie staat op hetzelfde kanaal als de andere walkie-talkie van hun ploeg. Vanaf dat het spel begint, mag de centrale post enkel nog contact houden met zijn ploeg dmv die walkie-talkies. De ploeg mag vanaf dan de stafkaart niet meer zien, ook straat- of plaatsnamen mogen niet gebruikt worden. Elke ploeg moet zijn lijstje met plaatsen in de exacte volgorde om ter snelste afwerken, de centrale post gidst ze met behulp van de stafkaart. Als een ploeg een fles gevonden heeft, brengen ze die eerst terug naar de centrale plaats voor ze een nieuwe fles gaan zoeken. Zo kan de andere ploeg ook bijhouden hoeveel flessen de ene ploeg al heeft gevonden. De opdrachten die in de flessen zitten moeten tussendoor nog uitgevoerd worden. De ploeg die als eerste alle flessen heeft en op het einde alle opdrachten goed heeft uitgevoerd is gewonnen.
60
Mogelijke opdrachten •
Interview de buurvrouw of buurman van jullie scoutslokaal. Wat vinden ze leuk aan jullie groep? Wat vinden ze lastig? ...
•
Maak een foto van 10 leuke of verrassende speellokaties in je buurt bv. één waar de kapoenen een bosspel kunnen spelen, de welpen-kabouters een pleinspel, de jonggivers hun jaarlijkse sportactiviteit, de givers een stadspel, de jins een parkspel, de leiding een mogelijke fuifruimte,...
•
Verzin een goede daad die je in je buurt kan doen.
•
Waar kan je zowel je buurt mooier maken als je scoutsgroep kenbaar maken (voor bv. ledenwerving)
•
Leg met andere groep of een vereniging uit je buurt een wisseldag vast.
•
Waar is de dichtsbijzijnde jeugddienst?
•
Maak een lijst van alle verenigingen van jullie gemeente (van chirogroep tot hobbyclub)
•
Zoek een originele lokatie voor de volgende groepsraad.
•
Breng een ode aan jullie buurt, de beste buurt van heel België.
•
Bedenk een activiteit waarbij je de buren eens kan verwennen.
61
L e i di n g: i n ve rh a l e n ve r dw a l e n Thema: Materiaal: Duur: Vorm:
je buurt zit vol inspirerende verhalen en mensen teksten over de buurt 1 middag, avond tekst, bezinnend gesprek, wandeling
Situering Je buurt is dé plek bij uitstek waar je niet meer bij stilstaat. Dat tegenover de plekken waar je op reis gaat. Daar spring vaak een kappelletje binnen, een poort die je nieuwsgierigheid wekt wordt opengeduwd enzovoort. Vaak ontdek je pareltjes van gebouwen én verhalen! Daag jezelf en de rest van de leidingsploeg uit om een vernieuwend verhaal over je stad/buurt/dorp te ontdekken.
Stap 1: even stilstaan bij verhalen. Je kan deze activiteit starten met één van onderstaande teksten of op zoek gaan naar teksten in je buurt. Op heel wat plaatsen vind je poëzie in het straatbeeld. Deze kunnen een hele leuke manier zijn om je buurt eens anders te bekijken. Geen weet van deze teksten? Spring eens binnen bij de toeristische dienst van je eigen gemeente. Wedden dat je nieuwe dingen/bezienswaardigheden te weet komt? Een Trotter van België opent ook nieuwe perspectieven!
Bij de teksten kan je volgende vragen stellen: •
Over wat gaat het hier?
•
Is deze situatie in jouw buurt herkenbaar?
•
Wie zou jij missen in de buurt?
•
Wat kan in de buurt bijdragen?
Stap 2: op zoek naar… Beslis met je leidingsploeg naar welke mensen of verhalen je het meest nieuwsgierig bent. Probeer een gesprek aan te gaan met deze mensen. Wie is die dorpspastoor of die man die een tekst aan zijn raam hangt? Waarom staat er nu juist dat standbeeld op de markt? Wat hebben de bewoners van het bejaardentehuis voor spannende, inspirerende verhalen over jullie buurt in petto als je er naar vraagt?
62
Variatie •
Gebruik de gedichten, die je achteraan in deze brochure bij de bijlages vindt, en ga daarmee op stap in je eigen buurt. Zijn ze herkenbaar; waar wel, waar niet? Misschien vind je door je nieuwe kijk niet-ontdekte plekjes in de buurt van het scoutslokaal.
•
Wie/wat vertelt volgens jou een verhaal? In plaats van enkel te gissen naar de verhalen van de de buurt of te hopen dat ze thuis zijn op het moment dat jullie activiteit doorgaat, kan je als organiserende club al wat mensen zoeken waar je dan met zijn allen op bezoek kunt gaan.
•
Als je zelf geen tijd/zin hebt om contact op te nemen met de interessante mensen in de buurt zijn er heel wat organisaties die geleide wandelingen door de buurt organiseren, sommige buurten, dorpen en gemeentes organiseren eet-avondjes bij onbekenden enz. Interessante partners vind je op pagina 36.
63
Voor iedereen I m a gi n e y o u r i m a go O v e r h o e j e , al s s c o u t s - e n g i d s e n g r o ep w o r d t b e k ek e n , i n j e b u u r t ‘Bureluren’ is niet alleen koekeloeren naar je buurt. Je buurt kijkt ook terug. Wat vinden ‘de mensen’ van je groep? Welk beeld hebben ze van scouting? Zijn jullie voor hen een bende rustverstoorders op zondag? Of juist het bloemetje op de mesthoop? Je ‘imago’ speelt een belangrijke rol voor de toekomst van je groep. Het bepaalt of er leden zullen bijkomen of afvallen, zeg maar. Misschien is het dit jaar tijd voor een kleine onderzoekje? Grote bedrijven hebben hele diensten om op de hoogte te blijven van hoe hun merk ervaren wordt. Daar hangt dan ook veel van af. Hoe flashy je frisdrank er ook uitziet, als potentiële klanten het associëren met zure pis, dan is het zure pis. En zure pis, zo is bekend, dat drinken mensen niet. Naarstig gaan die diensten dan op zoek naar waarom hun frisdrank zo ervaren wordt. Ligt het aan de kleur? Aan de vorm van het flesje? Aan veranderende smaakpapillen bij de jeugd? Eens het antwoord bekend, kan je er ook iets aan doen. Scoutsgroepen zijn geen bedrijven, laat staan met diensten voor marktonderzoek. Maar scouting is wel een beetje een merk. Wij weten waarvoor het staat, maar vaak weten we veel minder hoe anderen het zien. Daarom bestelde Scouts en Gidsen Vlaanderen een tweetal jaren geleden een algemeen ‘imago-onderzoek’. En wat bleek bijvoorbeeld? Souting werd door de buitenwereld nog steeds als heel ‘mannelijk’ ervaren. Mensen associeerden onze werking meer met ‘militaristische’ waarden als training, uithouding en discipline dan dat met creativiteit of zorg. Ook in jouw buurt leven ideeën over jullie groep. Soms stroken ze maar half met de werkelijkheid, maar net daarom is het goed er zicht op te krijgen. Doen er rond jullie groep ‘good vibes’ of ‘bad vibes’ de ronde in het dorpscafé of bij ouders van de buurtschool? Om de vergelijking met zure pis te maken: hoe zorgzaam jullie groep ook is, als buurtbewoners vinden dat hij ‘onverantwoordelijk’ overkomt, dan zullen ze hun kinderen niet komen inschrijven. Steeds komen uit zo’n imagoonderzoek wel een paar interessante resultaten die verrassen, en waar je iets mee kan. Maar hoe begin je aan zo’n onderzoek? Veel hangt af van jullie zin en energie, maar ook zonder professionele checklists of SWOT-analyses krijg je al snel een bruikbaar antwoord. Hoe je het ook aanpakt, probeer er vooral iets leuks van te maken. We geven je hier een paar ideeën...
Idee: Samen met je leden Ook jouw groep doet waarschijnlijk minstens één keer per jaar vele huizen in de buurt af: op ruiltocht, voor een financiële actie. Valt er een manier te bedenken waarop je mensen tegelijk wat vragen kan stellen, of een kleine enquête kan laten invullen? Met een minimale ‘input’ van energie krijg je een maximale ‘output’. Eén nadeel: mensen kunnen moeilijk anoniem antwoorden, en aan een lieve kapoen met sproeten gaan mensen nu niet meteen vertellen dat ze vinden dat ze jullie bijvoorbeeld- te duur vinden. Ook zou je elk van je leden kunnen vragen om vijf van hun buren te polsen naar wat ze van scouting vinden. Zorg voor een duidelijk vragenlijstje, en misschien wel een klein cadeautje? Het kan altijd slim zijn om een imago-onderzoek meteen te koppelen aan een poging om goed uit de hoek te komen bij buren die je groep minder goed kennen.
64
Idee: Een postbus op het marktplein Je kan ook een bijzondere verzamelbox op één punt voorzien, waar mensen spontaan toe aangetrokken worden. Een standje met veel muziek tijdens de markt? Een impressionante sjorconstructie met ingebouwde video in de winkelstraat? Een blanco behangrol in een houten kader met flitsende lichtjes op de kermis? Wie weet maken jullie tegelijk reclame voor jullie groepsfuif, of haal je wat geld op voor het buitenlands kamp van de givers? Het voordeel is dat je rechtstreeks met mensen in discussie kan gaan.
Idee: Gerichte (mondelinge) enquête Een imago-onderzoek hoeft niet altijd ‘op den bots’. Je kan ook kiezen voor een heel gerichte doelgroep: de ouders op de buurtschool, de allochtone gemeenschap van je wijk... Leg contact met de juiste verenigingen (voor tips: zie ‘Gewenste intimiteiten’ elders in deze map) en vraag hen naar een moment dat jullie mogen langskomen: op het oudercontact, op hun speciale ontmoetingsavond, in de bar... Het voordeel is dan dat je binnen zo’n formeler kader meteen de juiste mensen bereikt en dieper kan doorvragen. Je krijgt zo ook het ‘waarom’ in beeld en kan zelfs meteen een paar clichés uit de wereld helpen.
Opgelet: •
Kies je voor een enquête, zorg dan dat ze hanteerbaar blijft. In honderd vragen heeft niemand zin. Ga na wat jullie precies te weten willen komen, en bedenk eventueel een creatieve vorm: met prentjes die mensen moeten omcirkelen? Met een cadeauverpakking rond? Een enquête op internet? Elke vragenlijst waar je ook iets kleins voor terugkrijgt, werkt altijd beter...
•
Probeer in je imago-onderzoek ook zicht te krijgen op de redenen achter de mening van mensen. Waarom vinden ze jullie -bijvoorbeeld- onverantwoordelijk? Aan welk feit denken ze dan? Zo kan je precies inschatten hoe zwaar hun beeld weegt. Je kan ook altijd vragen naar hoe ze het zelf liever zouden zien. Wie weet sprokkel je zo wel een paar goede ideeën voor ledenwerving, groepsfeest, financiële actie?
•
Bedenk op voorhand hoe je de resultaten van jullie ‘onderzoek’ zal verwerken. Wil je concrete cijfers en procenten, gebruik in je enquête dan het principe van multiple choice. Wil je genuanceerde antwoorden, kan je mensen beter mondeling ondervragen.
•
En wat doe je dan met die resultaten? Neem ze vooral voor wat ze zijn: een indruk. Als steeds dezelfde positieve of negatieve commentaar terugkeert, is het raadzaam daar op een groepsraad eens dieper op door te gaan. Maar beschouw de resultaten ook niet als de ultieme waarheid. Het is goed te weten wat de buurt van jullie groep vindt, maar jullie bepalen natuurlijk zelf hoe jullie je groep willen organiseren. Bepaal duidelijk je grenzen voor wat er met jullie leden, tradities en leidingsdynamiek wel en niet kan veranderen. Gebruik de externe blik van de buurt vooral als een constructieve prikkel. Succes!
65
A n de r s ge v o rm d Thema: Aantal: Materiaal: Duur: Vorm:
vorming per tak, leidingsploeg of met de hele groep verschilt / divers vul je zelf in activiteit, nevenactiviteit
Principe Ga eens op zoek naar andere verenigingen in jouw buurt en ga na welke vormingsactiviteiten jullie zelf kunnen organiseren of – beter nog – samen organiseren. Je kan samen de jeugdverenigingen van de jeugdraad op zoek naar een workshop die jullie beide leidingsploegen wel zou interesseren: het zotste spel – omgaan met moeilijke situaties – koken in openlucht – EHBO – pestgedrag -… Je kan de andere verenigingen van je gemeente opzoeken en nagaan wat zij hun leden onder de noemer vorming aanbieden. Koken volgens de seizoenen, leren autorijden, biologisch tuinieren, kruisjessteek,…
Wie verenigt zich nog in mijn buurt? Ga op zoek naar actieve verenigingen in je buurt. Probeer niet alleen je jeugdbewegingscollega’s op te zoeken maar kijk ook verder. Vrouwenv erenigingen: KAV en KVLV zijn de bekendste. Hun werking is gelijkaardig maar kan qua intensiteit nogal eens verschillen van regio tot regio. Je hebt – zoals in elke beweging – heel actieve afdelingen en minder actieve. Gezinsv erenigingen: De Gezinsbond en de KWB kent iedereen. Hierbij ook hetzelfde verhaal als bij de vrouwenverenigingen. Milieuv erenigingen: Natuurpunt en Bond Beter Leefmilieu heeft verschillende afdelingen. JNM staat voor Jeugdbond voor Natuur en Milieu. Ook zij zijn in verschillende gemeentes actief. Noord- Zuid- organisaties: 11.11.11, Vredeseilanden, Artsen zonder Grenzen, Broederlijk Delen, Damiaanactie, Oxfam-solidariteit,…
Wijk- en buurtv erenigingen: Verschillende buurten verenigingen zich. Soms beperkt hun werking zich tot de jaarlijkse straatBBQ, maar ze kunnen ook een uitgebreider aanbod hebben.
Jeugdv erenigingen: Chiro, KLJ, KAJ, KSJ-KSA-VKSJ, jeugdhuizen, speelpleinen,… Je weet ze wel zitten in je vereniging, en als niet: naar de jeugdraad! En er zijn er nog… Surf op je gemeentelijke site, op zoek naar de verenigingen die in jouw buurt actief zijn. Je kan ook naar de site van de vlaamse of nationale afdelingen surfen en dan doorklikken tot je de verschillende afdelingen vind. Een actieve afdeling of vereniging heeft meestal wel ergens een site.
66
Leg je oor ook een te luisten bij moeders, nonkels of oma’s. Misschien bestaan er wel actieve wijkverenigingen waar je zelf nog nooit van gehoord had.
Nodig jezelf uit op hun activiteiten Verken je mede-verenigingen. Met z’n allen naar de buurt-BBQ. Een jonggiver-afvaardiging op de cursus fiets herstellen van de plaatselijk KWB. Met de foeriers van’t weekend naar de les ‘Gezond koken met afvalmateriaal’ van de KVLV. Infiltreer in je buurt! En we dagen je uit om nóg verder te gaan.
Organiseer samen iets Na de verkenning op zoek naar de gelijkenissen. Wat doen ze bij de Gezinsbond dat ook nuttig kan zijn voor je eigen leidingsploeg of kapoenenploeg. Met andere jeugdverenigingen zal je de gelijkenis snel vinden. Onder de chiroleden zullen evenveel kinderen met ADHD zitten dan in jouw groep, zal er evenveel gepest worden, zullen evenveel kinderen zijn met gescheiden ouders. En er is geen verschil in geschaafde knieeën of verstuikte polsen. Organiseer samen een cursus rond dit thema. Een avondje vorming voor alle leiding van de in de jeugdraad-afgevaardigde jeugdverenigingen. Waarschijnlijk haal je er meer uit dan dat je hetzelfde doet voor weer diezelfde leidingsploeg die je elke scoutsdag ziet. Het wordt pas echt een grote uitdaging als je op zoek moet naar gelijkenissen met een totaal andere vereniging als Vredeseilanden of Natuurpunt. En toch… • • • •
Natuurbehoud op jullie terrein en de haag errond? Noord-Zuid-spelen voor de welpen Een KWB-trektocht met de jins. Smuk je uniform op in de naaicursus van de KVLV
Maar “samen” betekent ook uitwisseling. Jullie zijn best goed in creatieve spelen, inventieve tochten, grote constructies, spreken voor grote groepen,… Bied je maar aan bij de plaatselijke afdelingen. Wie weet kunnen jullie een mooie samenwerking op touw zetten.
En laat het iedereen weten We zijn benieuwd hoe je deze Anders Gevormd aanpakken. We willen dan ook de gekste combinaties horen en de mooiste samenwerkingen zien… in Over en Weer, op de site… maar vooral in jouw buurt!
Om het zoekwerk te vergemakkelijken kun je al eens naar deze adressen surfen: www.kav.be - www.kvlv.be - www.kwb.be - www.gezinsbond.be - www.natuurpunt.be www.jnm.be - www.bondbeterleefmilieu.be - www.11.be - www.chiro.be - www.klj.be www.kaj.be - www.fos.be - www.speelplein.net - www.formaat.be Wil je zelf een inhoudelijke werkwinkel ineen steken, steek je licht op bij: www.jeugddienstsjalom.be - www.jeugdrodekruis.Be - www.artforumvzw.be www.jeugdenseksualiteit.be - www.jeugdenvrede.be - www.zitstil.be Ook je eigen jeugddienst kan je op weg helpen met zoeken naar deskundigen of organisaties die vormingen geven. Zie ook op p. 30 ‘Gewenste Intimiteiten’ voor netwerktips.
67
Thema: Aantal: Materiaal: Duur: Vorm: Doel:
detectivespel voor alle takken onbeperkt (speur)zin in eens iets anders, een overzichtskaart van je buurt (best groter en preciezer dan een stafkaart),digitaal fototoestel, dictafoon, cameraatje... de hele namiddag (of voormiddag), of zolang je wil buurtspel (eventueel in kleinere groepjes) met ‘vreemden’ in contact komen
Principe Ze zijn overal. Ook in jouw buurt. Vreemde Plekken. Sommige kent iedereen, maar niemand weet echt wat er gebeurt. Andere zijn vergeten. But you want to believe. The truth is out there! Leg van die plekken X-files aan en maak contact met het vreemde...
Voorbereiding Om je leden te prikkelen kan je zelf al eens wat foto’s gaan nemen van Vreemde Plekken. Zo’n Vreemde Plek kan van alles zijn: dat huis dat er al jaren staat met de rolluiken neer, dat volkscafé met oude mannetjes, die schuur van die rare boer waar ’s avonds vreemde geluiden uit komen, dat hangpleintje voor jongeren met mobiletjes, een opengeschoven straatdeksel, die Turkse pitta-zaak, het mysterieuze bos achter de sporthal, dat huis met krakers... Je zoekt in jouw buurt naar plekken waarover misschien wel roddels de ronde doen. Plekken die er een beetje buiten liggen. Ze zijn des te interessanter... Wat is hun mysterie? Ga op je takraad ook even na hoe jullie het willen aanpakken: in kleinere groepjes? Met als doel een documentatiedossier? Hoe zijn jullie leden daarvoor te motiveren?
Activiteit Prikkel je leden: kom verkleed als Mulder en Scully, of Inspector Morse, of Flikken, of nog een andere tv-rol van een detectiveteam waarmee je leden iets hebben. Leg uit dat jullie samen op onderzoek gaan. Niet naar het slechte, maar naar het Onbekende. Get in touch! Laat je leden brainstormen over wat Vreemde Plekken in de buurt zijn. Foto’s die jullie al namen, kunnen hen prikkelen, maar laat het graag ook van henzelf komen. Wat of wie kennen ze niet? Waar zijn ze misschien wat bang voor? Waarom? Welk mysterie willen ze wel eens ontsluieren? Duid hun plekken aan op de kaart van je buurt, die als in een politiekantoor aan de muur hangt. Kies samen die Vreemde Plekken waarvan jullie het mysterie willen ontsluieren. Belangrijk is dat er genoeg plekken zijn waarop je met mensen in contact kan treden. Doel van deze speurtocht is immers uitwisseling. Verdeel groepjes rond plekken, of –met jongere takken of bij weinig leden– leg een gezamenlijk speurtraject vast voor de hele groep. Vergeet niet om het wat spannend te houden: jullie gaan de waarheid ontdekken! Trek erop uit, met de bedoeling om van de gekozen Vreemde Plekken X-files aan te leggen. Wie woont/is er, wat gebeurt er...? Er zijn verschillende manieren om te documenteren: foto’s of videobeelden van achter de bosjes, interviews met bewoners of buurtbewoners, eventueel documateriaal van de ‘vreemde mensen’ zelf, sappige verhalen, een historisch overzicht, een lijstje met speciale woorden of gebruiken van die plek, een inventaris van aangetroffen objecten... Zeg tegen mensen maar gewoon zoals het zit: jullie willen de buurt onderzoeken en beter leren kennen. En wat vinden zij van de scouts?
68
Verzamel al het gevonden materiaal in kleine dossiertjes, of hang dingen op aan de muur naast de kaart van de buurt. Laat je leden erbij vertellen wat ze gevonden hebben. Evalueer zonder dat het opvalt: waren die Vreemde Plekken echt zo vreemd? En de mensen? Waar of met wie zouden jullie nog eens een leuke activiteit kunnen doen? Opgelet: net als Mulder en Scully gaan jullie niet op zoek naar ‘verdachten’, maar willen jullie wat anderen verdacht vinden, beter begrijpen. Jullie ontsluieren het vreemde, met sympathie.
69
A k a be I N j e bu u rt ! Thema: Aantal: Vorm:
akabe en het jaarthema: een good practice onbeperkt uitwisseling
Mijn eerste keer bij een groep kinderen met een mentale handicap vond ik wel heel raar in het begin, de eerste 2 uur. Daarna vond ik het wel leuker aangezien ik merkte dat de zogezegde „mongooltjes“ (= niet beledigend bedoeld!!!) eigenlijk heel slimme mensen zijn. En ook dat mensen met een mentale handicap niet alijd het zelfde soort ‘gezicht’ hebben. Ik vond het wel leuk toen we samen voetbalden en toen we samen het Giverliedje maakten. Toen communiceerden we ook veel beter. Daar hou ik wel een warme herinnering aan over. Ik was ook verrast over hoe die mensen onderling met elkaar communiceren, het was net alsof het kinderen waren, maar op andere ogenblikken waren ze heel slim en creatief. Zoals bv. bij het maken van een eigen muziekinstrument zag ik hoe mooi ze alles maakten en toen ik het met mijn instrument vergeleek was het alsof ik een 0/10 had en zij een 10/10. Ik heb ook geleerd dat niet elke persoon met mentale handicap dezelfde is. Bijvoorbeeld Domien danst zeer graag, Kevin is heel stil, Mick(e)y voetbalt en brake-dancet graag. Ze zijn heel actief, dat is iets anders dan wat je op tv ziet want daar zie je dat ze heel rustig zijn, en zeer gehoorzaam.
Akabe in je buurt? Da’s mogelijk. Akabe IN je buurt? Dat kan ook. Op heel verschillende manieren. Aan het woord is een leerling uit het vijfde jaar die net zijn eerste akabe-ervaring heeft opgedaan, als onderdeel van een sociale stage die door de school wordt georganiseerd. Voordelen genoeg: dankzij de wisselwerking tussen jonge, onervaren mensen en leiding met meer ervaring werkt een samenwerkingsverband tussen de lokale akabegroep en een school enorm inspirerend. De vooroordelen die rond mensen met een beperking hangen, kunnen op grandioze wijze doorprikt worden. Bovendien krijg je als akabegroep de kans om op een bestendige manier aan nieuwe leiding te komen.
Dit is uiteraard niet de enige manier om de stap naar je buurt te zetten. We zouden jullie, akabeminnend Vlaanderen, willen vragen dit jaar de bloemetjes buiten te zetten. Laat van jullie horen, schreeuw jezelf van de daken. Maar leg tegelijkertijd jullie oor ook eens te luister in de buurt, geef iets in ruil voor het geduld (of het omgekeerde) dat ‘de mensen’ al gehad hebben. Bureluur ze!
70
J a a rt h e m a vi e ri n g
‘ Bu r e l u re n ! ’
Muziek of Jaarthemalied aan het begin van de viering (Tekst en partituur vind je achteraan deze brochure)
Welkomswoord L.
Ontmoetingen tussen mensen worden dikwijls besloten met een maaltijd. Wat zouden familiefeesten en buurtfeesten zijn zonder lekker eten en drinken? In onze beweging is is samen eten heel belangrijk. Heb je je al eens afgevraagd hoeveel tijd er op kamp wordt besteed aan koken en eten? Ook wij zijn hier samengekomen rond een tafel om maaltijd te houden. Weliswaar een symbolische maaltijd. In liederen, teksten, gebeden en eten ontmoeten we elkaar, maar ook ‘de kracht die leven geeft’: Jezus van Nazareth.
Openingsgebed Pr.:
Welkom, wie je ook bent, wat ook je verwachtingen zijn voor de toekomst. Welkom met wat je op dit ogenblik bezighoudt. Welkom in deze viering waarin wij met elkaar luisteren naar woorden. Woorden die ons aanzetten tot nadenken over ons zelf en over de buurt waarin wij leven. God, het is erg verleidelijk om in oude ruzies en in gekende groepjes terug te vallen. We hebben nood aan een plan. Inspireer ons tot concrete stappen, tot dingen om te doen voor een blijvende vrede. Dan blijft het niet bij dromen en woorden, maar maken we er samen iets tastbaars van. Amen.
Vergevingsmoment Geven wij elkaar de ruimte om te zijn wie wij zijn? Gunnen wij elkaar de vrede om te kunnen worden wie wij in aanleg zijn? Beseffen wij hoe ons gedrag de ander pijn kan doen? Overzien wij de gevolgen van geweld, ook als die niet lichamelijk zijn? Wie in onze buurt in onze scouts-en gidsengroep vraagt aan ons om een uitgestoken hand?
Lied of Muziek
71
Dienst van het woord Lezing uit het evangelie zoals ons dat is overgeleverd door Matteüs (22, 34-40). Toen de Farizeeën hoorden dat Jezus de Sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar en één van hen, een wetgeleerde, vroeg om Hem op de proef te stellen: ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Jezus zei hem: ‘U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangen heel de Wet en de Profeten.’
Kort woordje van de priester/voorganger
Voorbeden Wij bidden U voor alle initiatieven die onrecht bestrijden, waar ook ter wereld: om durf en doorzettingsvermogen voor mensen die het opnemen voor de zwakkeren, om gerechtigheid die mensen doet groeien in zelfrespect en eigenwaarde. Allen:
Wij bidden U, verhoor ons Heer.
Ook voor alle verantwoordelijken bidden wij. Om wijsheid en gevoel voor sociale verhoudingen, om krachtdadige inzet voor recht en vrede, om bereidheid tot samenwerking over alle grenzen heen. Allen:
Wij bidden U, verhoor ons Heer. Bidden wij om uw kracht voor onszelf. Dat wij thuis, in de scouts-en gidsengroep, in de buurt, of waar dan ook, naast elkaar durven staan in wederzijds respect. Mogen wij steeds opnieuw in staat zijn tot verzoening en elkaar dragen in moeilijke perioden.
Allen:
Wij bidden U, verhoor ons Heer.
Muziek of Lied
72
Dienst van de tafel Pr.:
Zoals vele graankorrels, eens verspreid over de akkers, bijeen zijn gebracht in dit brood, zo komen wij hier met vele gezichten en handen samen rond deze tafel. Dat wij worden als dit brood Teken van leven doorheen de dood. Gerijpt en geplet zijn vele druiven om te worden tot deze wijn. Mogen ook wij, gerijpt en gekneed, leven brengen aan elkaar. Dit brood en deze wijn dragen wij als gave tot U, onnoembare en nabije God. Draag Gij ons leven.
Tafelgebed in een geest van samenhorigheid Pr.:
Wij zeggen U dank, God, Omdat U ons nooit afschrijft, nooit wegduwt. Omdat Gij zoveel geduld met ons hebt, ons steeds opnieuw laat beginnen. Wij zeggen U dank omdat Gij ons neemt zoals wij zijn met onze kleine kanten, maar ook met onze goede wil.
Allen:
Wij zeggen U dank v oor zov eel goede m ensen om ons heen, die ons begrijpen en aanv aarden, die ons v ergev en als wij v erkeerd doen. Voor hen die ons bev estiogen en bem oedigen, bij wie wij m ogen zijn zoals wij zijn, v oor wie we niets hoev en v erbergen.
Pr.:
Dank ook voor deze mensen hier bijeen, voor hun vertrouwen en warme genegenheid. Dank omdat zij mij durven bevragen, mij schudden en wakker houden, mij aansporen om consequenter christen te zijn.
Allen:
Wij zeggen U dank v oor Jezus v an Nazareth, zo diep en zo helem aal m ens dat wij Hem Zoon durv en noem en. Jezus Christus, ik aanbid U , heilig is uw naam . Jezus Christus, ik v erwacht U, vul m ij m et uw Geest.
Pr.:
Hij Hij Hij Hij
moedigde mensen aan, schonk vergiffenis telkens weer. gaf zich aan ieder die zich klein en weerloos voelde: werd één van hen.
Hij werd één van hen door zich te breken en te geven, door brood te zijn voor anderen. Daartoe nam Hij brood, bracht U dank, brak het en gaf het aan zijn leerlingen met de woorden: Neem en eet, mijn lichaam voor u, doe dit tot mijn gedachtenis.
73
Na de maaltijd nam Hij de beker en zei: Dit is mijn bloed dat vergoten wordt tot bekrachtiging van een nieuw en blijvend verbond. Doe dit om mij te gedenken. In zijn Geest bidden wij U, God, Dat de stroming die in zijn gebaar gegroeid is, In ons mag verder gaan. Dat het teken dat wij hier gesteld hebben Werkelijkheid mag worden in ons dagelijks leven. Allen:
Dit v ragen wij v oor allen die naast ons in het lev en staan. Voor hen die ons zijn toev ertrouwd en v oor hen die v an v er of v an nabij m et ons te m aken hebben.
Pr.:
Wij bidden ook voor al die naasten Met wie wij een stuk van ons leven mochten delen.
Allen:
Zend ons naar m ensen toe m et handen v ol v rede, m et woorden v an lev en. Dat wij alle eer doen aan de naam die Gij ons geeft: gebroken brood, gedeelde wijn, lichaam v an Christus.
Pr.:
Dat de Geest van vrede zich mag spreiden over onze omgang met elkaar; dat wij van tegenstanders geen vijanden maken, van minderheden geen zondebokken. Dat de vrede zich verheft boven onze woede, dat wij bij het bestrijden van structuren mensen kunnen ontzien.
Allen:
Dat de v rede zich m eesteres m aakt ov er al onze v erlangens, dat wij lichaam en bloed worden Voor het kom end rijk en zijn gerechtigheid, dat wij ons uit handen gev en als brood en wijn v oor duurzam e v rede.
Pr.:
Bidden/zingen we dan samen het gebed dat Jezus ons zelf geleerd heeft:
Allen:
Onze Vader ...
Vredewens Om gerechtigheid was het Jezus te doen, radicaal engageerde Hij zich voor de zwakken en misdeelden. Geweldloos bleef Hij tot het einde. Daarom werd Hij de hoeksteen van de stad van vrede, een voorbeeld gaf Hij ons, een manier van leven die authentiek is en gelukkig maakt. Moge zijn vrede u dichtbij zijn. Als je gelooft dat wij elkaar gelukkig kunnen maken, als je heelheid verlangt en je bereid bent de anderen te aanvaarden, geef een hand aan wie naast je zit, en wens je buur de vrede.
74
Communie Brood en wijn delen: een etappe op de weg voor we weer opbreken. Vooruitgrijpen op wat nog niet is: mensen die samen delen. Alvast doen wat we zeggen. Kom en weet dat we op elkaar aangewezen zijn. Zie, dit is het lichaam van Christus: Antwoord op wat je zelf bent: Amen. Wees wat je ziet en ontvang wat je bent.
Muziek of lied tijdens de communie
Slotgebed Elkaar kansen geven, een geest van samenhorigheid begint waar men zich laat raken door de mens achter de droog opgesomde feiten. Elkaar kansen geven, een geest van samenhorigheid begint waar het eigen leven in vraag mag worden gesteld in het licht van die heel andere wereld van de verdrukten. Elkaar kansen geven, een een geest van samenhorigheid begint waar men opstaat uit de spinsels van excuses en verantwoordingen, om gewoon te doen wat hier en nu al kan. Elkaar kansen geven, een een geest van samenhorigheid begint waar de kracht als een vonk overslaat van de ene mens op de andere. Moge het voorbeeld van Jezus en Gods’ geest ons hierbij helpen, in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Beloftelied
75
5
Jaarthemalied en partituur
76
77
78
79
80
6
Bijlage Kapoenen: Stekeltje, ‘t egeltje
E e n p ap i e r e n v er s i e Voorzie voor al je kapoenen een gecopieerde versie van onderstaande egel. Zorg dat je genoeg materiaal hebt en je kapoenen genoeg plaats hebben om rustig te kunnen werken. Laat reepjes papier scheuren of knippen uit bruin/zwart papier (het geeft een leuk effect als je met verschillende tinten werkt). Als je dit hebt gedaan ga je de egel er helemaal mee volplakken. Zo krijgt hij allemaal stekeltjes. Een ander leuk idee is om de egel met vingerverf te beschilderen of stempelen met aardappelen, dit geeft een mooi effect.
81
E g el v a n z o u td e eg Benodigdheden: • • • • • • • •
twee delen meel één deel zout één deel water kom lepel schaar takjes twee besjes van hulst, steentjes of propjes
Aan de slag Met meel, zout en water maak je brooddeeg. Doe eerst meel en zout in een kom. Goed roeren, daarna het water erbij. Goed roeren. Weer roeren en daarna kneden. Lekker knedend en kleiend maak je er uiteindelijk een soort bol van. Prik de in stukjes geknipte takjes in het lijf. Druk de oogjes in de kop. Handjes wassen. Je kunt de egel gewoon laten drogen. Je kunt hem ook bakken in de oven, bak hem dan 1 uur bij een temp. van 100° C
82
Jonggivers: Wervelende buurtuitstap
83
Leiding: In verhalen verdwalen
Een minimum
Zevenmijls
lees me dan luister dan zacht ik ben de muur en muurvaste man
Ik deed de deur achter me dicht, veegde mijn voeten voor het laatst, rolde mijn mat op, stopte de sleutel in de brievenbus. Dat was een laatste kus over de drempel. Toen kon ik met gestrekte pas de straat aan, tot mijn verbazing uitgewuifd en maar door één geliefde nagekeken. Er was de dame die haar krant las bij het raam, er was de man die eindeloos aan auto’s werkte, en verder stond er hier en daar een huis waarvan ik wist dat ik gemist zou worden, niet wederzijds, maar toch een poos, want alles wat je samen bent moet je na afloop ook zien uit te zieken. Het is bekend dat liefde meer verteert dan koorts, haast schaamteloos wat pijn met mensen doet, maar goed: ik ging de hoek om met mijn hart onder mijn tong en mijn haren in de wind, ach lieveling, je had mijn hakken moeten horen.
jarenlang zitten mijn lief en ik stil tegen dit plafond van gitzwarte kas en vanaf ons vel begint de bodem en daar is geen rek om haar te omarmen zij zit ertussen ik zit eronder en ja ik heb niks jazeker ik ben niks maar godmiljaar ik kan overleven ik knok tot nu de jaren rond van beens af aan tot aan mijn dood zal ik tegen u dit plafond en alle ogen in uw mond opknokken
Bart Moeyaert
ik zal uit mijn pree tevoorschijn komen meewandelen onder haar met mijn kansarme zon
Flatgebouw (uit: Missio) Heer, in dit flatgebouw in deze stad wonen vele mensen. De mensen wonen naast elkaar, onder elkaar, boven elkaar maar, Heer, waarom niet meer met elkaar? Hebben we niet geleerd dat wij allemaal kinderen van God zijn? Hebben we niet geleerd dat we allemaal broers en zussen zijn?
en rondbazuinen hier staan wij klein en fier lijk een mens op een plein en ik zou met u niet willen ruilen ik zou er geld voor willen geven om net als u mezelf te zijn
Oh Heer, leer me verder kijken dan mijn eigen voordeur. Open de deur van mijn hart en geef iedereen hierin een plaats opdat we één grote familie zouden vormen. Laat dit flatgebouw een beginsel zijn van jouw droom. Zou dit al geen mooie start zijn?
Ramsey Nassr
Karolien Hacour
84
Ontmoeting (Uit: Missio) ‘In de ontmoeting met een ander ben je vaak bang om jezelf te laten zien, je bent niet jezelf, maar je wordt ook niet ontvangen omdat de ander niet afwacht wie je eigenlijk bent, het vooroordeel staat ertussen. Vooroordeel en angst zijn twee kanten van de ontmoeting. Je durft pas jezelf te zijn als je niet meteen veroordeeld wordt. En hier zou stilte moeten heersen. Alleen maar kijken en horen wie die ander eigenlijk is... Als je niet de moed hebt om kwestbaar en ontvankelijk te zijn, om geduld te hebben en te luisteren, ontmoet je nooit een ander mens, maar altijd uitsluitend jezelf’. Toon Hermans
Mijn stad Met angstig hart Haastige benen ren ik door een stad die ik dacht te kennnen Donkere straten schieten langs me heen terwijl mijn ogen zoeken naar veilige vertrouwde grond Straatlantaarns werpen vreemd licht op huizen en auto's mensen zie ik niet Verbergen zij zich in het donker? Of ontduiken ze het licht? Mijn hartslag, zo luid weerklinkt, echoed door buurten die ik nooit heb gezien Alleen, verdwaald en radeloos opgesloten in mijn eigen stad schreeuw ik het uit om de stilte die mij omgeeft weg te dringen Ik blijf rennen om te ontkomen aan een stad die ik dacht te kennen
Jeroen van Hal
85
86
87
Bijzondere dank aan alle Swa’s voor de lekkere frietjes met curryworst special, na 88 de vergadering, een weekend of het kamp.