Taalbeleid 1. “Taalondersteuning op maat van de student én van de opleiding” Gesprek met Hilde Rombouts, Rombouts , projectcoördinator en taalbegeleider van het Monitoraat op Maat - Taalondersteuning academisch Nederlands, Linguapolis Universiteit Antwerpen
Taalbrede visie Het 'Monitoraat op maat - taalondersteuning academisch Nederlands' is een project van Linguapolis, olis, het taleninstituut van de Universiteit Antwerpen en de Cel Gelijke Kansen van de Universiteit Antwerpen. Het was in 2006 aanvankelijk opgestart om de allochtone studenten te ondersteunen, maar die benadering is vrijwel onmiddellijk opengetrokken. “Als “Al het over taal gaat, is allochtoon-zijn zijn geen criterium”, zegt Hilde Rombouts, “want je hebt heel taalvaardige allochtone studenten. Anderzijds heb je ook autochtone studenten die om een of andere reden niet voldoende taalvaardig aan de start verschijnen. Taal is heel belangrijk om diverse groepen kansen te geven binnen het hoger onderwijs.” Het Monitoraat op Maat richt zich dan ook tot elke student van wie startcompetenties zwakker zijn. Die redenen kunnen heel verscheiden zijn: de vooropleiding, de leeromgeving leerom thuis, anderstalige nieuwkomers, ... “Het criterium dat we bij elke actie voor ogen houden is: hoe kunnen we de ontwikkeling van het academisch Nederlands helpen ontwikkelen met het oog op betere slaagkansen?” De activiteiten van het Monitoraat op Maat M hebben betrekking op twee grote domeinen: de in- en doorstroom.. Voor een volwaardige deelname aan het hoger onderwijs is het nodig dat de studenten de belemmerende barrières wegwerken, waarvan ontoereikende beheersing van het academisch Nederlands er één é is. Taal betekent hier meer dan grammatica en spelling. Voor sommige studenten is die taalzorg wel een issue, maar kwalitatieve tekstproductie vereist meer dan dat: structuur, heldere formulering, plan van aanpak,… Kortom, alle kennis en vaardigheden die di studenten nodig hebben om hun opdrachten tot een goed einde te brengen. “Die taalbrede visie is één van de uitgangspunten van ons aanbod”, zegt Rombouts. “We hebben ook onderzoek bij de docenten verricht naar hun verwachtingen over de startcompetenties van van hun studenten wat taal betreft. Uit de antwoorden bleek dat de docenten taal in de eerste plaats functioneel benaderen. Studenten moeten in het hoger onderwijs talige competenties kunnen aanwenden om tot een goede en gepaste weergave van de inhoud te komen komen of om effectief te communiceren.”
Diversiteitspraktijken in het hoger onderwijs – 2012
Screening op maat van de opleiding Het uitgangspunt is dat de ontwikkeling van academisch Nederlands in de eerste plaats aan de opleiding zelf gebeurt, niet alleen in de extra begeleiding naast het curriculum. “De student udent moet zijn taalvaardigheid al doende ontwikkelen, zich spiegelend aan de leerstof, de vakliteratuur, de vakdocent. Een docent met een rijke woordenschat, die bevlogen spreekt, die goede tips kan geven voor een goede structuur van een tekst, adequate feedback f op taalgebruik, die heeft een belangrijke functie in de taalontwikkeling van de student. Als de vakdocent vaststelt dat de student bijkomende taalondersteuning kan gebruiken, dan verwijst hij die student door naar het Monitoraat.” Steeds meer opleidingen nemen de taalontwikkeling in de opleiding ter harte: harte ze stellen goede richtvragen, houden werkcolleges, geven tussentijdse taken, ... Dat blijkt voor élke student een goede investering te zijn. Zo raakt de academische taalontwikkeling ingebed in de academische context van de betrokken student. Steeds meer opleidingen komen aankloppen om een screening academisch Nederlands op maat op te stellen. Die screening komt in samenwerking met de opleiding tot stand. “We willen graag dat de opleidingen het screenen screenen combineren met sensibilisering en informatie over academisch Nederlands. Tijdens de introductieweek geven we ook toelichting bij het soort screening dat we opzetten. Met de screenings willen we de doelgroep sneller detecteren en efficiënter begeleiden. begeleiden. Selecteren of studenten afraden om een bepaalde opleiding te volgen, doen we dus niet. Het is onbegonnen werk om de taalvaardigheid van de student helemaal te screenen, daarvoor is 'taalvaardigheid' te omvattend. We zoeken daarom naar de meest relevante deel-vaardigheid vaardigheid op dàt moment. We bekijken ook samen met de opleiding of we de student een opdracht kunnen geven die twee zaken beoogt: een goede diagnose opstellen én koppelen aan wat de student als opdracht in het eerste jaar mag verwachten. Op die manier manier worden meteen de verwachtingen geëxpliciteerd, wat positief is voor zowel de student als voor de opleiding. Het ideale scenario is dat de screening gekoppeld kan worden aan een reeds bestaande eerste tussentijdse evaluatie.”
Feedback na de screening Dee opleiding blijft verantwoordelijk voor de screening, ook over het al dan niet verplichte karakter ervan, over de communicatie van de resultaten. “Zo is de screening bij de faculteit van de Rechten verplicht, maar ze communiceert hier ook goed over. De student st weet waarom het gebeurt. Je krijgt meteen feedback over je sterktes en je werkpunten. En er wordt nooit iemand uitgesloten op basis van de resultaten. De groep die heel zwak scoort, krijgt opvolgsessies, nog vóór het eerste examen.” Na deze screening wordt de student gestimuleerd om aan de zwakkere punten te sleutelen. Het hangt van de student af of hij/zij dit al dan niet ernstig opneemt. “We willen de verantwoordelijkheid van de student zelf respecteren. We dagen de student tegelijkertijd uit
Diversiteitspraktijken in het hoger onderwijs – 2012
om aan zelfreflectie te doen: stel je vraag naar ondersteuning zo concreet mogelijk, wat is precies je probleem? We bevragen en bepalen daarom de meest relevante deel-vaardigheid deel op dàt moment.”
Persoonlijke taaltrajecten Twee derde van de ruim 200 studenten die die jaarlijks een beroep doen op de taalondersteuning, komt op eigen initiatief naar het Monitoraat op maat. Het Monitoraat werkt heel student- en taalnoodgericht, gekoppeld aan het studiegebied, vertrekkend van de studietaken die de student krijgt. De deelnemers deeln krijgen een persoonlijk traject aangeboden. In het intakegesprek wordt hen gevraagd hun taalprofiel en taalomgeving aan te duiden. In dit gesprek gebeurt ook een diagnose van de talige competenties. Zo leveren studenten die ondersteuning vragen voor schrijfvaardigheid een representatief werk in. In samenspraak met de student wordt dan een taaltraject uitgestippeld dat een combinatie is van individuele taalbegeleiding, taalbegeleiding in kleine groep en/of begeleide zelfstudie. Studenten met een anderstalige stalige achtergrond zitten soms met negatieve ervaringen of angstgevoelens. Uit het intakegesprek, waarin hen onder andere wordt gevraagd hun taalprofiel en taalomgeving aan te duiden, blijkt bijvoorbeeld hoe geïsoleerd ze zich voelen in een Nederlandstalige ge omgeving. Een goed intakegesprek kan al onzekerheid wegnemen. “We hadden een student die moeilijkheden had met het gebruik van de lidwoorden de/het. Uiteindelijk bleek het probleem beperkt tot enkele woorden. Zo werd de aanpak voor deze student overzichtelijk overzich en haalbaar.”
Individueel en groepsgericht De screening, de begeleiding, de nazorg is dus inhoudelijk ingebed in de opleiding zelf. De studenten komen op het Monitoraat op Maat voor de extra begeleiding: op jaarbasis een 250 individuele trajecten. De De sessies worden zo veel mogelijk aangeboden voor een homogeen publiek, dat zijn studenten uit dezelfde opleiding. Dan kunnen nen we aansluiten bij opleidingsspecifieke eke opdrachten en inhouden. Soms vinden de sessies ook plaats in de opleiding zelf. Zo is bij dee opleiding VroedVroed en Verpleegkunde het schrijven van een onderzoeksverslag een belangrijke competentie. Je moet leren zakelijk en objectief schrijven. Daar bieden we ter plekke de sessies basisvaardigheden academisch schrijven aan. We werken met tal van voorbeelden oorbeelden die uit het werkveld zelf komen. Deze sessies worden georganiseerd voor studenten die een onvoldoende beginassessment maken. Als blijkt dat er van een bepaalde opleiding heel veel studenten met vragen over verwachte academische vaardigheden zitten, en, suggereren wij aan die opleiding om hierover les te geven aan alle studenten.”
Diversiteitspraktijken in het hoger onderwijs – 2012
Het model met de twee luiken, luiken, individuele begeleiding en groepssessies, zorgt voor een boeiende wisselwerking. “Dit beantwoordt aan wat de flexibilisering van het onderwijs vraagt. Daarenboven kunnen we ook sessies aanbieden die de opleidingen overstijgen. Zo hebben we een aanbod uitgewerkt omtrent leesstrategieën, rond tekststructuur en stijl in wetenschappelijke teksten, ... Door de goed georganiseerde en opleidingsgerichte screening en door de intakegesprekken kunnen de sessies ook inspelen op de concrete noden en vragen.” In de individuele taalbegeleiding wordt dieper ingegaan op eigen concrete noden en vragen. Studenten kunnen er ook terecht voor intensievere intensievere training van hun schrijf-, schrijf lees- of spreekvaardigheid.
Enkele voorbeelden van opvolgsessies na screening academisch Nederlands in de opleiding. “Aan de studenten Rechten die onvoldoende scoorden op de screening leesvaardigheid, werd een sessie leesl en antwoordvaardigheid aangeboden. Van de 400 eerstejaars werden er 101 uitgenodigd. Daarvan namen er 43 deel. Studenten die duidelijk moeite hadden met de werkwoordspelling werden uitgenodigd voor een sessie werkwoordspelling. Hiervan maakten 5 studenten stude gebruik. 254 eerstejaarsstudenten Politieke en Sociale Wetenschappen werden gescreend op academische schrijfvaardigheid. Voor de studenten bij wie een zwakke basiscompetentie wetenschappelijk schrijven werd vastgesteld, bood het Monitoraat op maat vier vier sessies ‘schrijven van een wetenschappelijke tekst’ aan. 35 studenten volgden deze sessies. Beginnende studenten die het opleidingsonderdeel Chemie volgen, konden na een digitale leesvaardigheidsoefening gebruikmaken van een uitgebreid feedbackinstrument.. Daarin wordt de juiste oplossing aangereikt en werd tevens gewezen op de lees- en zoekstrategie om tot het juiste antwoord te komen. Aangezien het hier over een digitaal instrument gaat, is het niet vast te stellen hoeveel studenten dit feedbackinstrument feedbackinstrument gebruikten. Verder konden deze studenten indien gewenst een persoonlijke afspraak maken.
Diversiteitspraktijken in het hoger onderwijs – 2012
97 Studenten Wetenschappen en Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen uit het overbruggingsonderwijs kregen via een persoonlijk feedbackdocument kdocument inzicht in hun leeslees en antwoordvaardigheid en schrijfvaardigheid. Indien nodig werd daaraan een uitnodiging tot opvolggesprek taalbegeleidingstraject gekoppeld. 12 studenten gingen hierop in.”
en/of
(Naar het rapport over het vierde jaar Monitoraat Monito op Maat,, 3 febr. 2011, p. 9)
In onderwijsomgeving Taalverwerving behoort eigenlijk tot het levenslang leren. Maar sommige docenten gingen ervan uit dat 'Nederlands' leren in het middelbaar gebeurt en dus een afgesloten hoofdstuk is wanneer de studenten zich in het hoger onderwijs inschrijven. “Over het algemeen merken we dat faculteiten nu steeds meer rekening houden met de zeer diverse instroom. Men werkt in toenemende mate een aanbod vakgerichte en academische vaardigheden uit, binnen het curriculum. riculum. Op vraag van de opleidingen bieden we taaltools aan die ze kunnen inzetten om studenten taalbewust en taalvaardig door de opleiding te loodsen.” Er zijn uiteraard ook obstakels, spanningsvelden, drempels.. Zo is het wat koffiedik kijken of de sensibilisering bilisering omtrent wat het Monitoraat aanbiedt wel voldoende aanslaat. “Kleine stapjes helpen. Het hoeven niet altijd grootse acties te zijn. We stellen vast dat studenten die ondersteuning krijgen zichtbare vorderingen maken en betere papers afleveren. Dat Da merkt die docent uiteraard ook. Dat scheelt onder meer in de tijd die de docent eraan moet besteden, en dus in zijn of haar werkplezier.” Een andere uitdaging betreft de hele organisatie van de sessies, tot bij de opleidingen die zich op de buitencampussen sen bevinden, met volle lesroosters. “Zaak is om ook daar ter plekke ons aanbod zichtbaar en bereikbaar te maken.” Uit de tevredenheidsmetingen blijkt dat de studenten de sessies erg waarderen om hun lage drempel en het niet-stigmatiserende, stigmatiserende, persoonlijke ‘op ‘op maat’ karakter. Ze worden aangesproken op de kansen die er liggen en hoe die te realiseren.
Diversiteitspraktijken in het hoger onderwijs – 2012
Bruggen slaan Ook andere leden van de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen (AUHA) zijn in taalbeleid en taalondersteuning geïnteresseerd. In samenwerking met het Expertisecentrum Hoger Onderwijs en met het departement Sociaal Agogisch Werk van de Plantijn Hogeschool verzorgt het Monitoraat twee workshops rond taalondersteuning en taalbeleid taalb voor docenten van de AUHA. De eerste sessie gaat in op de manier waarop docenten en assistenten hun studenten kunnen helpen om hun academisch Nederlands te ondersteunen en ontwikkelen. In de tweede sessie wordt er voortgegaan op de eerste sessie door samen met beleidsondersteuners en -ontwikkelaars ontwikkelaars na te denken over een academisch taalbeleid.
“Taalzeker aan de start”, gericht op de instroom Het Monitoraat stelt tegelijk vast dat ook het secundair onderwijs vragende partij is om hun leerlingen beter voor or te bereiden op het hoger onderwijs. “Het zou mooi zijn mochten we in de toekomst een doorlopende leerlijn taalvaardigheid secundair-hoger secundair hoger onderwijs kunnen aanbieden.” Eén van de initiatieven om de brug te slaan tussen het secundair onderwijs en de universiteit, ersiteit, is het digitale ontmoetingsplatform ‘Leer ‘ ons kennen’’ van de Universiteit Antwerpen (www.ua.ac.be/leeronskennen www.ua.ac.be/leeronskennen). ). Het Monitoraat ontwikkelde het onderdeel Academische taalvaardigheid onder de titel ‘Taalzeker aan de start’.’. Zowel toekomstige als beginnende studenten kunnen via het leerleer en oefenmateriaal zelfstandig aan de slag. Ook is dit leerplatform toegankelijk voor leerkrachten uit het secundair onderwijs. Er wordt materiaal aangeboden dat ontwikkeld ontwikkeld is in functie van de reële taken die studenten uitvoeren tijdens hun studie. In de oefeningen en het voorbeeldmateriaal werd er gestreefd naar een evenwicht tussen inhouden uit de verschillende opleidingen van de exacte en de humane wetenschappen. Hett leer-en leer en oefenmateriaal vervult verschillende functies. Doordat het materiaal is gekoppeld aan authentieke inhouden,, maken toekomstige studenten kennis met de academische taal in de eigen opleiding. Anderzijds krijgen zowel de toekomstige als beginnende studenten tudenten een beeld van de verwachte talige startcompetenties. Ze hebben op dit leerplatform bovendien de mogelijkheid om aan de hand van de oefeningen na te gaan waar zij als toekomstige of beginnende student staan op het vlak van academisch Nederlands, en om eventuele ventuele lacunes weg te werken.
Diversiteitspraktijken in het hoger onderwijs – 2012
Lectuur en links Rapport over het vierde jaar Monitoraat op Maat, 3 febr. 2011 Cuvelier, P., D. Berckmoes en H. Rombouts (2011). Monitoraat op maat. Taalstimulering academisch Nederlands voor studenten aan de Universiteit Antwerpen. Rapport vierde jaar, september 20092009 augustus 2010. Linguapolis/Universiteit uapolis/Universiteit Antwerpen. Berckmoes, D. en H. Rombouts (2009). “Taalondersteuning academisch Nederlands in de praktijk. Het taalmonitoraat op de Universiteit Antwerpen” In: Graus, J., P. Rooijackers en W. Van der Westen (red.) Levende Talen. Taal centraal: taalbeleid in het Nederlandse en Vlaamse onderwijs. Levende Talen: Bussum. Berckmoes, kmoes, D. en H. Rombouts (2010): “Academische taalvaardigheid voor elke student. De meerwaarde van een monitoraat op maat.” In: Van Hoyweghen, D. (red.) Naar taalkrachtige lerarenopleidingen. Bouwstenen voor taalbeleid. Plantyn: Mechelen. Meer lectuur is tee vinden op de site www.ua.ac.be/monitoraatopmaat
Contact Hilde Rombouts, projectcoördinatie Monitoraat op maat – taalondersteuning academisch Nederlands,
[email protected] [email protected], 03/265 49 52
Diversiteitspraktijken in het hoger onderwijs – 2012