Richtlijn Publicatiejaar Organisatie Auteur(s) Instellingen waarvan de auteurs afkomstig zijn Thema Doelen
Populatie Vindplaats
Breastfeeding best practice guidelines for nurses 2003 Registered Nurses’ Association of Ontario (RNAO) Registered Nurses’ Association of Ontario (RNAO) City of Ottawa Public Health & Long Term Care Branch, Simcoe County District Health Unit, Private Practice, City of Ottawa Community Services, Oxford County Board of Health, Grey Bruce Health Unit, Saint Elizabeth Health Care, Registered Nurses Association of Ontario, Mount Sinai Hospital, St. Joseph’s Health Centre, University of Guelph Borstvoeding 1) Het verbeteren van resultaten van borstvoeding voor moeders en kinderen; 2) het bijstaan van zorgverleners om de beste beschikbare wetenschappelijke evidentie toe te passen bij het maken van klinische beslissingen; en 3) het promoten van een verantwoord gebruik van hulpmiddelen binnen de gezondheidszorg Moeders die borstvoeding geven http://www.rnao.org/Storage/11/564_BPG_Breastfeeding.pdf
1. PRACTICE RECOMMENDATIONS
1. AANBEVELINGEN VOOR DE PRAKTIJK
Recommendation 1 Aanbeveling 1 - Nurses in all practice settings, endorse the - Verpleegkundigen onderschrijven in alle Baby-Friendly Hospital Initiative (BFHI) praktijksettings het Baby-Friendly Hospital which was jointly launched in 1992 by the Initiative (BFHI), dat in 1992 gelanceerd werd World Health Organization (WHO) and the door de Wereld GezondheidsOrganisatie (WHO), United Nations Children’s Fund (UNICEF), de United Nations Children’s Fund (UNICEF) en and the Baby-Friendly Initiative in de Baby-Friendly Initiative in Community Health Community Health Services (Breastfeeding Services (Breastfeeding Committee for Canada). Committee for Canada). The BFHI directs De BFHI richt zich op gezondheidszorgfaciliteiten health care facilities to meet the “Ten Steps om tegemoet te komen aan de “10 stappen voor to Successful Breastfeeding”. (II-3) succesvolle borstvoeding”. (II-3)1 Recommendation 1.1 Aanbeveling 1.1 - Nurses have a role in advocating for - Verpleegkundigen hebben de rol om te pleiten “breastfeeding friendly” environments by: voor “borstvoedingsvriendelijke” omgevingen door: o Advocating for supportive facilities o Te pleiten voor ondersteunende and systems such as day-care faciliteiten en systemen zoals facilities, “mother and baby” areas dagzorgfaciliteiten, “moeder en baby”for breastfeeding, public omgevingen voor borstvoeding, openbare breastfeeding areas, 24-hour help for omgevingen voor borstvoeding, 24u-hulp families having difficulties in voor families die moeilijkheden hebben breastfeeding; and met borstvoeding; en o Promoting community action in o Het promoten van acties van de breastfeeding. (III) gemeente m.b.t. borstvoeding. (III) 1
De getallen tussen haakjes verwijzen naar de bewijskracht van de onderliggende wetenschappelijke evidentie. Voor meer informatie kan u zich richten naar de originele richtlijn.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
1
Recommendation 2 Aanbeveling 2 - Nurses and healthcare practice settings - Verpleegkundigen en zorgsettings endorse the WHO recommendation for onderschrijven de WHO aanbeveling voor het exclusive breastfeeding for the first six geven van louter borstvoeding gedurende de months, with introduction of eerste zes maanden, met daarna de introductie complementary foods and continued van complementaire voeding en verdere breastfeeding up to two years and beyond borstvoeding tot twee jaar en langer. (I) thereafter. (I)
Recommendation 3 Aanbeveling 3 - Nurses should perform a comprehensive - Verpleegkundigen moeten, zowel prenataal als breastfeeding assessment of postnataal, een uitgebreide beoordeling van mother/baby/family, both prenatally and borstvoeding uitvoeren bij de postnatally, to facilitate intervention and moeder/baby/familie om de interventie en de the development of a breastfeeding plan. ontwikkeling van een borstvoedingsplan te (II-3) vergemakkelijken. (II-3) Recommendation 3.1 Aanbeveling 3.1 - Key components of the prenatal assessment - Kernaspecten van de prenatale beoordeling should include: (III) moeten het volgende omvatten: (III) o Personal and demographic variables o Persoonlijke en demografische variabelen that may influence breastfeeding die de mate van borstvoeding kunnen rates; beïnvloeden; o Intent to breastfeed; o Voornemen om borstvoeding te geven; o Access to support for breastfeeding, o Toegang tot steun bij het geven van including significant others and borstvoeding, inclusief belangrijke peers; naasten en kennissen; o Attitude about breastfeeding among o Attitude van zorgverleners, belangrijke health care providers, significant naasten en kennissen t.o.v. borstvoeding; others and peers; and en o Physical factors, including breasts o Fysieke factoren, inclusief borsten en and nipples, that may affect a tepels, die de mogelijkheid van de vrouw woman’s ability to breastfeed. om borstvoeding te geven, kunnen beïnvloeden. Recommendation 3.2 Aanbeveling 3.2 - Key components of the postnatal - Kernaspecten van de postnatale beoordeling assessment should include: (III except where moeten het volgende omvatten: (III behalve noted) waar vermeld) o Interpartum practices and o Praktijken en interventies tijdens de interventions including medications; bevalling, inclusief medicatie; o Level of maternal physical o De mate van fysiek ongemak door de discomfort; zwangerschap; o Observation of positioning, latching o Observatie van de houding, de and sucking; aanlegtechniek en het zuigen; o Signs of milk transfer; o Tekens van melktransfer; o Parental ability to identify infant o De vaardigheid als ouder om tekens van feeding cues; honger bij de baby te herkennen; o Mother-infant interaction and o De interactie tussen moeder en kind en maternal response to feeding cues; de reactie van de moeder op tekens van
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
2
o Maternal perception of infant satisfaction/satiety cues; o Woman’s ability to identify significant others who are available and supportive of her decision to breastfeed; o Delivery experience; o Infant physical assessment; and o Maternal breastfeeding self-efficacy (I).
honger; o De waarneming van de moeder dat het kind voldaan/verzadigd is; o De vaardigheid van de moeder om significante naasten te identificeren die beschikbaar zijn en achter de beslissing staan om borstvoeding te geven; o Ervaring met bevallingen; o Fysieke beoordeling van de zuigeling; en o De self-efficacy2 van de moeder m.b.t. het geven van borstvoeding (I).
Recommendation 4 Aanbeveling 4 - Nurses should provide informational - Verpleegkundigen moeten informatieve steun support to couples during the childbearing geven aan koppels tijdens de vruchtbare leeftijd, age, as well as to expectant evenals aan moeders/koppels/families die een mothers/couples/families and assist them in kind verwachten. Daarnaast zouden ze hen ook making informed decisions regarding moeten bijstaan voor het maken van breastfeeding. Education should include, as geïnformeerde beslissingen omtrent a minimum, the following: borstvoeding. De opleiding zou ten minste het volgende moeten omvatten: o Benefits of breastfeeding (I); o Voordelen van borstvoeding (I); o Lifestyle issues (III); o Leefstijlproblemen (III); o Milk production (I); o Melkproductie (I); o Breastfeeding positions (I); o Positioneringen om borstvoeding te geven (I); o Latching/milk transfer (I); o Aanlegtechniek / melkverplaatsing (I); o Prevention and management of o Preventie en behandeling van problemen problems (III); (III); o Medical interventions (III); o Medische interventies (III); o When to seek help (III); o Wanneer er hulp gezocht moet worden (III); o Where to get additional information o Waar bijkomende informatie en and resources (III); hulpmiddelen bekomen kunnen worden (III); o Benefits of skin to skin contact (III); o Voordelen van huid-op-huid contact (III); and en o Recognizing feeding cues (III). o Herkennen van tekens van honger (III). Recommendation 4.1 Aanbeveling 4.1 - Women’s partners should be encouraged to - De partners van de vrouwen zouden attend breastfeeding education classes. (I) aangemoedigd moeten worden om een opleiding omtrent borstvoeding bij te wonen. (I)
Recommendation 5 Aanbeveling 5 - Nurses should perform a comprehensive - Verpleegkundigen zouden, vóór ontslag uit het breastfeeding assessment of mother/baby ziekenhuis, een uitgebreide beoordeling van de prior to hospital discharge. (III) moeder en de baby moeten uitvoeren m.b.t. 2
De mate waarin de moeder zelf denkt in staat te zijn om borstvoeding te geven.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
3
borstvoeding. (III) Recommendation 5.1 Aanbeveling 5.1 - If mother and baby are discharged within 48 - Als de moeder en de baby binnen de 48 uur na hours of birth, there must be a face-to-face de geboorte ontslagen worden uit het follow up assessment conducted within 48 ziekenhuis, moet er binnen de 48 uur na het hours of discharge by a qualified health care ontslag een rechtstreekse beoordeling professional, such as a Public Health Nurse uitgevoerd worden door een deskundige or Community Nurse specializing in zorgverlener, zoals een wijkverpleegkundige of maternal/newborn care. (III) een thuisverpleegkundige die gespecialiseerd is in de zorg voor moeders en pasgeborenen. (III) Recommendation 5.2 Aanbeveling 5.2 - Discharge of low-risk mothers and infants - Moeders en kinderen die weinig risico lopen en after 48 hours may be followed by a ontslagen worden binnen de 48 uur na de telephone call within 48 hours of discharge, geboorte, kunnen, binnen de 48 uur na het rather than a home visit. (I) ontslag, opgevolgd worden via een telefoongesprek i.p.v. een huisbezoek. (I)
Recommendation 6 Aanbeveling 6 - Nurses should provide information, - Verpleegkundigen zouden informatieve, emotional and physical support to emotionele en lichamelijke steun moeten breastfeeding mothers with an attitude that verlenen aan moeders die borstvoeding geven, conveys support for breastfeeding. (II-3) met een attitude die steun overbrengt bij het geven van borstvoeding. (II-3)
Recommendation 7 Aanbeveling 7 - Nurses should support local peer support - Verpleegkundigen zouden lokale breastfeeding programs, ensuring that borstvoedingsprogramma’s met peer support women are provided with peer support moeten ondersteunen, zodat vrouwen zeker resources. (I) steun door peer support ontvangen. (I)
Recommendation 8 Aanbeveling 8 - Nurses should initiate skin to skin contact - Verpleegkundigen zouden, onmiddellijk na de between mother and infant immediately geboorte, huid-op-huidcontact tussen moeder after birth as part of ongoing, routine care. en baby moeten starten als onderdeel van (II-2) continue, routinematige zorg. (II-2)
2. EDUCATION RECOMMENDATIONS
2. AANBEVELINGEN VOOR OPLEIDING
Recommendation 9 Aanbeveling 9 - Organizations must ensure that nurses - Zorginstellingen zouden moeten garanderen dat providing breastfeeding support receive verpleegkundigen die steun verlenen bij het education appropriate to their role in geven van borstvoeding, een verplichte opleiding breastfeeding in order to develop the over borstvoeding volgen om de kennis, de knowledge, skill and attitudes to implement vaardigheden en de houding te ontwikkelen om
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
4
breastfeeding policy and breastfeeding mothers. (III)
3. ORGANIZATION & RECOMMENDATIONS
to
support
hen in staat te stellen een beleid omtrent borstvoeding te implementeren en moeders die borstvoeding geven te steunen. (III)
POLICY
3. AANBEVELINGEN VOOR ORGANISATIE & BELEID
Recommendation 10 Aanbeveling 10 - Practice settings/organizations should work - Praktijksettings/organisaties zouden moeten towards Baby Friendly Initiative designation werken met het oog op het behalen van as part of a comprehensive plan towards accreditatie van de Baby-FriendlyTM Hospital improving breastfeeding outcomes. (I) Initiative als onderdeel van een uitgebreid plan voor de verbetering van de resultaten van het geven van borstvoeding. (I)
Recommendation 11 Aanbeveling 11 - Practice settings should evaluate the - Praktijksettings zouden de effectiviteit van hun effectiveness of their breastfeeding support ondersteuning bij borstvoeding moeten on rates of initiation, duration and evalueren op het gebied van de start, de duur en exclusivity of breastfeeding. (III) het geven van louter borstvoeding. (III)
Recommendation 12 Aanbeveling 12 - Organizations should establish and support - Organisaties zouden ‘peer support’ programma’s peer support programs. (I) moeten uitwerken en ondersteunen. (I)
Recommendation 13 Aanbeveling 13 - Nursing best practice guidelines can be - Richtlijnen voor de beste verpleegkundige successfully implemented only when there praktijkvoering kunnen enkel succesvol are adequate planning, resources, geïmplementeerd worden als er een adequate organizational and administrative support, planning, hulpmiddelen, organisatorische en and appropriate facilitation. Organizations administratieve ondersteuning en geschikte may develop a plan for implementation that voorzieningen zijn. Organisaties kunnen ervoor includes: kiezen een implementatieplan te ontwikkelen dat het volgende omvat: o An assessment of organizational o Een beoordeling van de organisatorische readiness and barriers to education. bereidwilligheid en hindernissen bij de opleiding. o Involvement of all members o Betrokkenheid van alle leden (in een (whether in a direct or indirect directe of indirecte ondersteunende supportive function) who will functie) die zullen bijdragen aan het contribute to the implementation implementatieproces. process. o Dedication of a qualified individual to o Toewijding van een deskundig persoon provide the support needed for the om de nodige steun te verlenen bij het education and implementation opleidings- en implementatieproces. process.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
5
o Ongoing opportunities for discussion and education to reinforce the importance of best practices. o Opportunities for reflection on personal and organizational experience in implementing guidelines.
o Voortdurende mogelijkheid tot overleg en opleiding om het belang van beste praktijkvoering te beklemtonen. o Mogelijkheid tot reflectie over persoonlijke en organisatorische ervaring met het implementeren van richtlijnen.
In this regard, RNAO (through a panel of nurses, researchers and administrators) has developed the Toolkit: Implementation of clinical practice guidelines based on available evidence, theoretical perspectives and consensus. The Toolkit is recommended for guiding the implementation of Breastfeeding Best Practice Guideline for Nurses. (III)
Wat dit betreft, heeft RNAO (met behulp van een groep verpleegkundigen, onderzoekers en uitvinders) het ‘Instrument’ ontwikkeld: Implementatie van klinische praktijkrichtlijnen gebaseerd op beschikbare evidentie, theoretische perspectieven en consensus. Het ‘Instrument’ is aanbevolen om de implementatie van de RNAO richtlijn ‘Richtlijnen voor beste verpleegkundige praktijkvoering m.b.t. borstvoeding’ te sturen. (III)
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
6