Inleiding Sociaal kwetsbare mensen zijn vaak buiten beeld en juist zij hebben zorg, opvang en ondersteuning nodig. Met name door de transities is het voor gemeenten noodzakelijk zich voor te bereiden op wat er op hen afkomt. Hoe kan centrumgemeente Bergen op Zoom zijn lokale en regionale rol in het sociale domein goed oppakken? Tegelijkertijd vragen we ons af hoe we de sociaal kwetsbare mensen uit de gemeente Bergen op Zoom in beeld krijgen. Dit was de aanleiding voor de gemeente Bergen op Zoom om deel te nemen aan een pilot van de GGD West-Brabant, in samenwerking met Tranzo. Een (landelijk) model voor sociaal kwetsbare groepen is ontwikkeld bij de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant (GGD Hart voor Brabant, West-Brabant, Brabant Zuidoost, Tranzo/Universiteit van Tilburg en RIVM) en gefinancierd door ZonMw. Daarvoor is samengewerkt met Onderzoekscentrum Maatschappelijke Zorg (OMZ) van het UMC St. Radboud Universiteit Nijmegen, GGD Nederland, GGZ Nederland en Federatie Opvang. Via de klankbordgroep is ook de VNG betrokken. Daarnaast zijn er contacten met het Trimbos en KING (kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten).
Voor de gemeente Bergen op Zoom biedt het inzicht in de omvang en problematiek van de sociaal kwetsbare groepen aangrijpingspunten voor het integrale beleid op het gebied van Maatschappelijke Opvang, Verslavingsbeleid en Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. Dit beleid wordt vormgegeven in het nieuwe Regionaal Kompas 2015-2020. De actuele ontwikkelingen die daarin zijn beschreven, komen terug in deze factsheet. Deze factsheet besteedt dan ook aandacht aan de onderbouwing van deze ontwikkelingen met de gegevens uit de pilot naar sociaal kwetsbare groepen. Tevens wordt de uitvoering van de pilot toegelicht.
Het Regionaal Kompas van de zes West-Brabantse gemeenten (Bergen op Zoom, Halderberge, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen en Woensdrecht), de GGD West-Brabant, GGZ WNB, Juzt, Novadic Kentron, Politie, Traverse, de woningcorporaties, het Zorg- en Veiligheidshuis en de doelgroep zelf is gericht op een sluitend vangnet (of sluitende woon-zorgketen) dat ervoor moet zorgen dat mensen niet tussen wal en schip belanden.
Doelgroep van het Regionaal Kompas: mensen van 18 jaar en ouder met een risico op uitval, de uitvallers zelf en mensen die weer aanhaken. Uitzondering hierop is de groep zwerfjongeren (16 t/m 22 jaar). De doelgroep van het Regionaal Kompas kenmerkt zich doordat de mensen: -
niet of onvoldoende in staat zijn om in de eigen bestaansvoorwaarden te voorzien;
-
meerdere problemen tegelijkertijd hebben, die cumuleren, denk hierbij aan verslaving, psychiatrische problematiek, lichamelijke en/of verstandelijke beperking, dakloosheid, schulden, verwaarlozing etc.;
-
vanuit het perspectief van de professionele hulpverleners niet de zorg krijgen die ze nodig hebben om zich in de samenleving te handhaven;
-
geen hulpvraag stellen waar de reguliere hulpverlening een antwoord op heeft; derden vragen meestal om hulp, waardoor vaak sprake is van ongevraagde bemoeienis of hulpverlening.
Alle mensen in de bevolking lopen risico om sociaal kwetsbaar te worden, en daardoor bedreigd te worden met maatschappelijke uitval of sociale uitsluiting. Dit risico is groter als mensen meer risicofactoren hebben en hangt samen met de balans tussen draaglast en draagkracht. Inzicht in risicofactoren met gegevens uit de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) biedt dan ook informatie over de omvang en problematiek van de sociaal kwetsbare groepen ten behoeve van beleid. Juist omdat we mensen met hardnekkige, structurele problemen moeilijk in beeld kunnen brengen.
Voor de gemeente Bergen op Zoom zijn lokale gegevens verzameld aan de hand van een matrix die bestaat uit de treden van de OGGZ-ladder en verschillende leefgebieden. De matrix geeft een goede ordening van soorten en ernst van problematiek, maar er moet ook aandacht zijn voor multiproblematiek (combinatie van verschillende leefgebieden) en verschuiving in ernst van problematiek (dynamiek tussen de treden van de OGGZ-ladder).
Bruikbare gegevens zijn afkomstig van (lokale) instellingen die ook vertegenwoordigd zijn in het Maatschappelijk Steunsysteem (MASS), waaronder: woningcorporatie Stadlander, GGD West-Brabant, Maatschappelijke Opvang (MO), Novadic Kentron en GGZ WNB. Deze gegevens worden nu bij elkaar gezet om daaraan betekenis te kunnen geven, zodat de gemeente Bergen op Zoom de sociaal kwetsbare groepen beter in beeld krijgt. Vervolgens is het van belang om bepaalde gegevens te blijven monitoren en zo vinger aan de pols te houden. De gemeente Bergen op Zoom kan dan ook een monitor opzetten om veranderingen te kunnen signaleren in de informatie over sociaal kwetsbare groepen in de samenleving. Leeswijzer De problematiek van kwetsbare mensen speelt zich af op meerdere leefgebieden. Problemen met bestaansvoorwaarden in de eerste trede(n) van de OGGZ-ladder kunnen een risico vormen om kwetsbaar te worden en uiteindelijk zelfs dakloos. De factsheet is als volgt opgebouwd: 1.
Ongewenste situaties voorkomen (met gegevens over criminaliteit)
2.
Huisvesting als belangrijkste bestaansvoorwaarde (met gegevens over huisvesting, maar ook over inkomen en financiën en overlast en vervuiling)
3.
Waarom jongeren de toekomst zijn (met gegevens over dagactiviteiten en werk)
4.
Veel problemen komen samen bij de Maatschappelijke Opvang (met gegevens over alle leefgebieden)
5.
De zorg voor kwetsbare mensen (met gegevens van het Maatschappelijk Steunsysteem)
1.
Ongewenste situaties voorkomen
Uitgangspunt is dat sociaal kwetsbare mensen ook op een volwaardige manier kunnen deelnemen aan de samenleving. Hulp en ondersteuning van deze mensen moet hun kwaliteit van leven verbeteren en de overlast verminderen die nu met hun gedrag gepaard gaat. Deze overlast heeft weer effect op de dagelijkse leefomgeving van mede burgers. Om goed te kunnen participeren in de maatschappij is het belangrijk dat burgers zich veilig voelen in hun omgeving en in de samenleving. Gevoelens van onveiligheid kunnen ervoor zorgen dat mensen zich belemmerd voelen in het naar buiten gaan, waardoor ze in een sociaal isolement terecht kunnen komen.
In 2013 voelde 3% van de inwoners (18+) van de gemeente Bergen op Zoom zich onveilig in de buurt. En 10% ervaart (heel) veel overlast van buurtbewoners. (wsjg.databank.nl)
Als het over veiligheidsbeleving gaat, leveren enquêtes vaak tegenstrijdige informatie op. In de eerste plaats kan de vraagstelling, het soort onderzoek, de doelgroep en de ruimtelijke eenheid verschillend zijn. En deels komt dit doordat de mening van mensen over veiligheid sterk bepaald wordt door incidenten, en daarmee afhangt van wanneer het onderzoek is uitgevoerd.
De veiligheid van burgers wordt (mede) beïnvloed door de aan- of afwezigheid van criminaliteit. Veelplegers veroorzaken veel overlast, doordat zij relatief kleine misdrijven plegen die vaak voorkomen. Gemiddeld komt 20% van de geregistreerde en opgeloste criminaliteit op rekening van veelplegers (WODC, 2006). Bij de zeer actieve veelplegers spelen tegenwoordig meer relationele en financiële problemen en is er minder sprake van verslavingsproblematiek dan in voorgaande jaren (WODC, 2013).
In 2012 wonen er in de gemeente Bergen op Zoom 4 jeugdige veelplegers, 64 volwassen veelplegers en 18 zeer actieve veelplegers (18+). Het aantal volwassen veelplegers is afgenomen in de periode 2010 t/m 2012. (KLPD)
De gegevens over veelplegers komen uit het KLPD, een landelijke informatiebron van de politie. Voor gegevens over overlast van dak- en thuislozen wordt verwezen naar het onderzoek van Kamal el Hamiti dat bij de gemeente Bergen op Zoom wordt uitgevoerd.
Een punt van zorg in de zes West-Brabantse gemeenten is de huisvesting van ex-gedetineerden zonder een vaste verblijfplaats, die (nog) niet in staat zijn om zonder begeleiding zelfstandig te kunnen wonen. Uit de derde meting van de monitor nazorg onder een steekproef van ex-gedetineerden in Nederland blijkt dat 80,8% van de ex-gedetineerden na zes maanden detentie huisvesting heeft. Bijna de helft van de ex-gedetineerden met huisvesting woonde zelfstandig en meer dan 20% woonde bij familie (WODC, 2012).
123 personen uit de gemeente Bergen op Zoom keren in 2013 na detentie terug in de samenleving, in 2012 waren dit er 121.
Het Veiligheidshuis heeft geen zicht op de kwetsbare groepen die uitvallen m.b.t. ex-gedetineerden in nazorg. Wel kunnen we met de nieuwe registratie sinds 2013 een aparte beschrijving maken voor de groepen gedetineerden die 1. voor hun detentie dakloos zijn en 2. voor hun detentie bij de Maatschappelijke Opvang (MO) ingeschreven staan.
Naast het feit dat ex-gedetineerden het zelf moeilijk hebben na hun detentie, veroorzaken zij ook veel maatschappelijke onrust door vaak opnieuw een strafbaar feit te plegen. Uit de gegevens van het Veiligheidshuis blijkt dat recidivisten vaak gebruik maken van de Maatschappelijke Opvang (MO). De vraag is hoe het komt dat zij zo vaak recidiveren. Het antwoord moeten we zoeken in de leefomstandigheden van deze groep mensen.
In 2013 waren er in de gemeente Bergen op Zoom 11 recidive casussen ‘dakloos’ (18+), 16 recidive casussen ‘bij de MO ingeschreven’ (18+) en 2 recidive casussen ‘overig’ (18+).
2.
Huisvesting als belangrijkste bestaansvoorwaarde
De sociale woningbouw lijkt overvol te raken. Er staan steeds meer mensen ingeschreven bij de woningstichtingen en het aantal beschikbare en betaalbare huurwoningen is laag. Vooral voor jongeren onder de 23 jaar met financiële problematiek is dit een probleem. Een nieuwe ontwikkeling is dat er steeds vaker jongeren door hun ouders uit huis worden gezet als zij 18 jaar zijn, onder andere omdat het inwonen van het kind gevolgen kan hebben voor bijvoorbeeld een uitkering van ouders. Een ander probleem rondom huisvesting in de gemeente Bergen op Zoom is het kleine aantal campings waar veel mensen permanent verblijven. Mensen die hun huis (dreigen te) worden uitgezet lopen een verhoogd risico om dakloos te raken of in de Maatschappelijke Opvang (MO) terecht te komen. De drie belangrijkste aanleidingen voor huisuitzettingen zijn: - huurschulden - woonoverlast en - oneigenlijk gebruik van de woning (bijvoorbeeld onderhuur, wietplantages, etc).
Voor het verzamelen van de indicator ‘(dreigende) huisuitzettingen’ is contact opgenomen met Woningcorporatie Stadlander in Bergen op Zoom. Huisbezoek is volgens de woningcorporaties de meest effectieve maatregel om huurachterstand te voorkomen. Het inzetten van een budgetcoach is het minst effectief (Aedes1, 2013).
In tabel 1 staat het aantal huurwoningen met dreigende en feitelijke huisuitzettingen naar huurachterstand.
Tabel 1. Aantal dreigende en feitelijke huisuitzettingen vanwege huurachterstand van de woningcorporatie Stadlander in Bergen op Zoom (vanaf 2011, toen de drie woningcorporaties gefuseerd zijn tot Stadlander) 2011
2012
2013
Dreigende huisuitzetting
92
126
114
Feitelijke huisuitzetting
28
33
33
… wanneer schuldenproblematiek centraal staat: Schuldhulpverlening helpt om te voorkomen dat problematische schulden zich kunnen opstapelen en mensen hun woning verliezen. Wanneer schuldeisers niet aan een voorgestelde regeling willen meedoen, kan de schuldenaar een wettelijke schuldsanering aanvragen, via de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP).
In tabel 2 staan enkele gegevens over de schuldhulpverlening voor inwoners van de gemeente Bergen op Zoom. Deze gegevens zijn afkomstig van de Gemeentelijke Kredietbank (GKB).
Tabel 2. Gegevens over schuldhulpverlening van de Gemeentelijke Kredietbank (GKB) voor Bergen op Zoom 2010
2011
2012
2013
Intake meldingen
691
608
514
618
GKB adviezen
314
295
208
253
WSNP-verklaringen
200
187
139
76
… wanneer er sprake is van woonoverlast of woningvervuiling: Bij extreme woonoverlast wordt de veiligheid/leefbaarheid van omwonenden ernstig aangetast. Het is meestal gerelateerd aan ernstige psychiatrische problematiek, alcohol- of druggebruik, drugshandel, criminaliteit, asociaal gedrag en intimidatie of een combinatie van deze factoren bij de veroorzaker (Laere van et al., 2005). In 2013 was bij 3% van de huisuitzettingen in Nederland sprake van overlast (Aedes1, 2013). Bij woningvervuiling gaat het om oudere personen, die in sociaal isolement leven en zichzelf en hun omgeving vervuilen. Zij vragen niet om hulp, en reageren zelfs afwijzend. Meer dan de helft van deze ouderen heeft een psychiatrische stoornis zoals dementie, paranoïde stoornissen, alcoholisme en ernstige depressies. Tevens komen ondervoeding en open wonden voor en wordt medicatie niet of nauwelijks ingenomen (Laere van et al., 2005).
Voor het verzamelen van de indicator ‘meldingen overlast en vervuiling’ zijn er gegevens beschikbaar bij het meldpunt Zorg en Overlast van de GGD West-Brabant, specifiek voor de inwoners van de gemeente Bergen op Zoom. Overlast is niet te specificeren naar stankoverlast woning, drugsoverlast (o.a. hennep) en overlast algemeen. Zo is ook bekend voor hoeveel huishoudens in de gemeente Bergen op Zoom het meldpunt Zorg en Overlast is ingezet in verband met vervuiling en niet specifiek woningvervuiling. Interessant is om te achterhalen of de vervuiling dermate ernstig is, dat deze tot overlast leidt en een gevaar vormt voor de gezondheid van de bewoner en zijn/haar omgeving, en of deze woningvervuiling tot ontruiming leidt.
In figuur 1 staat het aantal meldingen uitgesplitst naar overlast en vervuiling.
35 30 25 20 overlast 15
vervuiling
10 5 0 2010
2011
2012
2013
Figuur 1. Aantal meldingen overlast en vervuiling bij meldpunt Zorg en Overlast van de GGD West-Brabant
3.
Waarom jongeren de toekomst zijn
Het Regionaal Bureau Leerplicht West-Brabant (RBL) is opgericht om effectief te kunnen optreden tegen schoolverzuim en daarvoor het belang van intergemeentelijke samenwerking te onderstrepen. Verzuim is de belangrijkste voorspeller van latere schooluitval. Handhaving van de leerplicht is daarom ook meer dan alleen een wettelijke taak, de aanpak van verzuim draagt uiteindelijk bij aan de verbetering van kansen voor jongeren. En een multidisciplinair team met ketenpartners is opgericht om jongeren met multiproblematiek vooruit te helpen. Vaak spelen er bij een jongere andere problemen die eerst aangepakt moeten worden, voordat een jongere weer naar school kan.
Uit de gegevens van het RBL blijkt dat in de gemeente Bergen op Zoom het percentage relatief verzuim onder 5 tot 23 jarigen het hoogst ligt: 4,8% in schooljaar 2012-2013 (regionaal gemiddelde ligt op 2,5%). Relatief verzuim is schoolverzuim van leerplichtigen (te laat komen, spijbelen) dat door de school gemeld wordt aan het RBL. Het percentage jongeren (16 tot 23 jaar) in de gemeente Bergen op Zoom dat zonder startkwalificatie het onderwijs verlaat, lijkt af te nemen (van 4,3% in schooljaar 2009-2010 naar 2,4% in schooljaar 2012-2013).
Het aantal meldingen voor schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten zal toenemen, nu naast de VO-scholen ook alle MBO-scholen via DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) melden en tevens een ZAT (zorg- en adviesteam) hebben waarin zorgleerlingen worden besproken.
Voor de 18-plussers zonder startkwalificatie is de samenwerking met de sociale dienst van de gemeente (ISD) van groot belang nu de jeugdwerkloosheid zo oploopt. Jongeren die in staat zijn om terug te keren naar school, komen niet in aanmerking voor een uitkering doordat studiefinanciering een voorliggende voorziening is. De trajectbegeleiders 18-plus zijn daarom gestart met een wekelijks spreekuur bij de ISD Brabantse Wal.
Er is een toename van het aantal niet-werkende werkzoekenden in gemeente Bergen op Zoom (2011: 2.014 en 2013: 2.662). Daarvan is 11% jonger dan 27 jaar. (UWV)
Volgens de trajectbegeleiders 18-plus vallen de volgende jongeren tussen wal en schip: leerlingen die een VMBO BB met LWOO hebben behaald. Dit komt doordat 1. een deel te zwak is voor MBO2 en zij geen toegang hebben tot een entree opleiding (MBO1), omdat zij geen VMBO diploma hebben en 2. de jongeren die bij een entree opleiding (MBO1) een rood studieadvies krijgen, geen opleiding meer kunnen halen en moeilijk een baan kunnen vinden, omdat zij geen diploma hebben. Dit is vaak één van de doelgroepen van de sociale dienst van de gemeente (ISD).
4.
Veel problemen komen samen bij de MO
De Maatschappelijke Opvang (MO) biedt opvang en begeleiding aan mensen die in een acute crisis verkeren, gecombineerd met een (dreigende) dakloosheid. De hulpverlening is gericht op mensen met sociaalmaatschappelijke en psychosociale problematiek waarbij een sociaal vangnet ontbreekt of onvoldoende draagkracht heeft. Door het scheiden van wonen en zorg (extramuralisering) moeten meer mensen dan voorheen een plaats zien te vinden in de maatschappij, terwijl zij daarvoor nog niet klaar zijn. In de gemeente Bergen op Zoom is onvoldoende aanbod van gedifferentieerde woonvoorzieningen om mensen te kunnen opvangen. Met als gevolg dat zij zich aanmelden bij de MO en daar voor problemen zorgen. Daarbij komt dat er mensen op straat komen te staan vanwege onvoldoende capaciteit van de MO. De multiproblematiek onder (dreigende) daklozen kan alleen goed aangepakt worden wanneer de verschillende zorg- en hulpverleners goed samenwerken en zich kunnen richten op datgene waarin zij de specialist zijn. De MO fungeert dan als laatste vangnet, wat neerkomt op 18 slaapplaatsen in de nachtopvang. Een gedeelte van de MO cliënten heeft te kampen met psychiatrische problematiek, sommigen zijn verslaafd of hebben een licht verstandelijke beperking. En er lijkt een toename te zijn van het aantal cliënten met somatische beperkingen. Het gaat dan om cliënten die een vorm van medische ondersteuning behoeven, maar onvoldoende hulpbehoevend zijn om te plaatsen in een verpleeg- of verzorgingstehuis. De meeste van de cliënten bij de MO ondervinden een combinatie van problemen waarbij financiële problematiek bijna altijd centraal staat. … hoe vaak komt psychiatrische problematiek voor in de gemeente Bergen op Zoom?
Uit de Gezondheidsmonitor van de GGD West-Brabant blijkt dat 39-40% van de volwassen bevolking in de gemeente Bergen op Zoom een matig of hoog risico heeft op een angststoornis of depressie. Daarin wijkt de gemeente niet af van het landelijke cijfer. Het cijfer kan gebruikt worden om in de algemene bevolking een groep mensen te signaleren die een risico lopen om kwetsbaar te worden. Een ander gegeven is dat ongeveer 1 op de 5 mensen (19+) in de gemeente Bergen op Zoom zich psychisch ongezond voelt. Cijfers van GGZ Nederland (zie tabel 3) laten zien welke kwetsbare groepen er zijn met betrekking tot psychiatrische hulpverlening: 1.
Ambulante en klinische hulpverlening, hier wordt zorg aangeboden aan individuen met psychiatrische stoornissen. Mensen met verminderde psychische gezondheid lopen meer risico op problemen op andere leefgebieden zoals financiën, sociaal netwerk, en verslaving.
2.
Crisisopvang GGZ, is geboden wanneer een patiënt spoedeisende (binnen 24 uur) hulp nodig heeft en er sprake is van dreigende suïcide, ernstige gedragsproblemen, problemen met de openbare orde, weggevallen steunfactoren of gedwongen opname. In een crisissituatie is het niet mogelijk de patiënt op reguliere wijze te behandelen. Het is vooral van belang dat de patiënt zo snel mogelijk stabiel wordt.
3.
Weglopers GGZ, zijn individuen die hun behandeling staken tegen het advies van de zorgverlener in.
Tabel 3. Aantal inwoners uit de gemeente Bergen op Zoom met psychiatrische hulpverlening
Ambulante zorg Klinische zorg Crisishulp Weglopers*
2010
2011
2012
2013
2986
3033
3119
2868
345
357
355
327
63
56
60
71
339
336
344
357
*De cijfers m.b.t. weglopers GGZ zijn voor de periode 2008-2011 i.p.v. 2010-2013
… hoe vaak komt verslavingsproblematiek voor in de gemeente Bergen op Zoom?
Uit de Gezondheidsmonitor van de GGD West-Brabant blijkt dat ongeveer 1 op de 10 volwassenen (19+) in de gemeente Bergen op Zoom een overmatige drinker is. Daarin wijkt de gemeente niet af van het landelijke cijfer. Het cijfer kan gebruikt worden om in de algemene bevolking een groep mensen te signaleren die een risico lopen om kwetsbaar te worden. Voor cijfers over druggebruik wordt verwezen naar de gegevens van een zorginstelling, om inzicht te verkrijgen in de drugsproblematiek. Verslaafdheid gaat vaak samen met lichamelijke en psychische stoornissen. Het leidt tot overlastgevend en crimineel gedrag. Verslavingszorg is essentieel om uitval te voorkomen. Gegevens over de verslavingszorg voor inwoners van de gemeente Bergen op Zoom zijn afkomstig van GGZ Nederland (zie tabel 4). In het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS) worden gegevens verzameld over de hulpvragers voor zowel alcohol- als druggebruik (zie tabel 4).
Tabel 4. Aantal inwoners uit de gemeente Bergen op Zoom met (aanvraag) hulpverlening voor alcohol/druggebruik 2010
2011
2012
135
92
91
Hulpvraag cannabis
20
35
41
Hulpvraag cocaïne
35
29
27
188
202-207
204
195
28-33
30-35
30-35
23-28
19
38
47
39
Hulpvraag alcohol
Ambulante
2013
verslavingszorg Klinische verslavingszorg Weglopers verslavingszorg* *De cijfers m.b.t. weglopers verslavingszorg zijn voor de periode 2008-2011 i.p.v. 2010-2013
In de zes West-Brabantse gemeenten wordt gesproken van forse problematiek rondom GHB, ook omdat deze problematiek in vergelijking met andere verslavingen relatief nieuw is en een grote impact heeft op de samenleving. Er is behoefte aan een landelijk en regionaal beeld van de omvang en aard van de GHBproblematiek. Uit het LADIS blijkt dat er in 2012 uit de gemeente Bergen op Zoom 11 hulpvragers voor GHB waren.
… wanneer mensen zich melden bij de MO:
Het aantal aanmeldingen bij de MO met verslaving als problematiek uit de gemeente Bergen op Zoom is toegenomen van 15 in 2011 naar 22 in 2013. Ook voor psychische problematiek is het aantal in 2013 (29) groter dan in 2011 (21), al ligt het aantal in 2012 zelfs op 33. In figuur 2 staat het aantal aanmeldingen bij de MO in 2013, uitgesplitst naar reden.
verslaving psychisch functioneren praktisch functioneren lichamelijk functioneren opvoedingsproblemen relationele zorg sociaal functioneren agressie justitiële problematiek dagbesteding financiën huisvesting 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Figuur 2. Aantal aanmeldingen bij de MO naar reden (2013)
Opmerkingen over de registratiegegevens van de MO: -
Vanaf half 2013 is de dagopvang gesloten om de passiviteit van de cliënten te doorbreken. Door in te zetten op ‘actieve’ begeleiding wordt de groep ‘ongemotiveerden’ zo klein mogelijk gehouden, zo ook het aantal plaatsen zonder begeleiding (uitsluitend bed, bad en brood). Dit zullen we terug zien in de registratiegegevens.
-
Er zijn relatief veel aanmeldingen van jongeren bij de MO. De MO heeft echter geen zicht op het aantal zwerfjongeren (16 t/m 22 jaar), feitelijk of residentieel dakloos, met meervoudige problemen.
-
Uitschrijvingen bij de MO zijn vaak onduidelijk, omdat mensen automatisch worden uitgeschreven wanneer zij langer dan drie maanden uit beeld zijn. Deze mensen kiezen dan voor een andere oplossing dan de nachtopvang, bijvoorbeeld een camping of andere vorm van wonen. Zij kunnen zich wel opnieuw aanmelden bij de MO.
5.
De zorg voor kwetsbare mensen
Binnen de OGGZ speelt het Maatschappelijk Steunsysteem (MASS) een belangrijke rol. Dit MASS is een casusoverleg waarin kwetsbare mensen besproken worden vanuit alle betrokken zorg- en hulpverleners en fungeert dus als vangnet voor kwetsbare mensen. De gemeente Bergen op Zoom heeft een eigen MASS en de GGZ WNB heeft een leidende rol in de aanpak van multiproblematiek. Bemoeizorg wordt geboden aan mensen die geen zorg hebben/willen.
De belangrijkste gesignaleerde problemen in de MASS-overleggen zijn: woonproblemen (53%), psychiatrische problemen (52%), financiële problemen (31%), psychosociale problemen (23%), eenzaamheid (18%) en problemen met middelengebruik (16%) (zie rapportage MASS 2013 Bergen op Zoom). We zien een toename van problemen rond psychiatrie, wonen, financiën, opvoeding van kinderen en zelfverwaarlozing. Bij de groep daklozen en dreigende huisuitzettingen worden meer (zorgwekkende) problemen gesignaleerd dan bij de overige groepen die met het MASS in aanraking komen. Bij daklozen en dreigende huisuitzettingen komen naast woonproblemen/huisvesting financiële problemen, psychiatrische/psychosociale en verslavingsproblemen veel voor.
Welke vragen zijn er m.b.t. gegevens over sociaal kwetsbare mensen? -
Hoe brengen we de daklozen in beeld bij het MASS?
-
Hoe kunnen we huisuitzettingen voorkomen?
-
Hoe kunnen we het Straatteam (de pilot van Maatschappelijk Werk, GGZ WNB, Novadic Kentron en het Veiligheidshuis) inzetten om zicht te krijgen op de lichamelijke gezondheid van mensen op straat en het aantal buitenslapers?
-
Willen we het systeem ‘Zorg voor jeugd’ gebruiken in de aanpak van multiprobleem gezinnen?
-
Hoe gaan we de gegevens gebruiken in de discussie over de ideale situatie waarin iedereen in eigen kracht geholpen wordt en de afweging van wie eerst geholpen wordt?
-
Wanneer gegevens van (lokale) instellingen laten zien dat er een afname is van het aantal cliënten, betekent dit dan een daadwerkelijke afname van problematiek of betekent dit dat er te weinig middelen zijn om de problematiek op te lossen en er mensen buiten de deur worden gehouden?
Colofon Als u vragen heeft, dan kunt u contact opnemen met: Rebecca Snel, Gezondheidsonderzoeker en Kennismakelaar GGD West-Brabant en gemeenten Brabantse Wal
[email protected] T 076 528 23 24
Uitgever: GGD West-Brabant, 2014 In samenwerking met Tranzo, Universiteit van Tilburg Gesubsidieerd door ZonMw
GGD West-Brabant Postbus 3024 5003 DA Tilburg T (076) 528 20 00 F (076) 521 60 62 I www.ggdwestbrabant.nl