(1 m.) Klassikale aftrap De docent stelt jou als gastdocent voor. Beschrijving (ter info voor gastdocent) Deze gastles gaat over geldzaken (inzicht) en de diensten van een bank. Sparen en lenen zijn, naast het betalingsverkeer, de diensten van de bank waar de meeste mensen gebruik van maken. Heb jij inzicht in jouw geld- en bankzaken? Welke betaalvormen zijn er en welke risico’s zijn hieraan verbonden? In deze les wordt bovendien aandacht besteed aan kopen op afbetaling, rood staan en lenen (van klasgenoten en vrienden). Tips bij de presentatie - Mocht de interactie wat troef verlopen als je een vraag aan de klas stelt, wijs dan een leerling aan en vraag haar/zijn antwoord op de vraag. - Speel de filmpjes af op Full screen. Let op dat op YouTube na elk filmpje een volgend filmpje afgespeeld wordt. Sluit dus het tabblad na gebruik. - Zet van te voren Mentimeter alvast klaar.
1
(3 m.) [zelf op te maken en in te vullen > denk hierbij aan het tonen van een foto en/of logo van de bank, je naam etc.] Introductie van de gastdocent: • Wie ben ik? • Wat doe ik bij de bank? • Hoe ben ik bij de bank terecht gekomen (loopbaan)? • Waarom geef ik de gastles? Geef de leerlingen de kans om vragen te stellen. Maak kennis met de leerlingen en vertel daarna wat vandaag de bedoeling is (overloop naar de volgende slide)
2
(3 m.) De gastles heeft tot doel om jongeren bewust te maken over het belang van goed omgaan met geld, door hun financiële kennis en vaardigheden te vergroten. Vertel de leerlingen waar deze gastles over gaat en bespreek de leerdoelen. Leerdoelen • Leerlingen weten wat een bank is en doet. • Leerlingen weten waarom inzicht in hun bankzaken belangrijk is. • Leerlingen weten op welke manieren ze kunnen betalen. • Leerlingen weten welke risico's verschillende betaalvormen hebben. • Leerlingen kennen de (financiële) gevolgen van rood staan en een lening afsluiten.
3
(5 m.) Vraag: Vraag de leerlingen of ze een bankrekening en/of bankpas hebben. Haal je er vaak geld vanaf? Gegevens: Uit Nibud Scholieren onderzoek 2012-2013: • 99% heeft een bankrekening. • 89% van de scholieren heeft een eigen pinpas. • Slechts een enkeling geeft zijn pincode aan vrienden. Doen Laat ze een voor- en nadeel noemen van pinnen met een bankpas. Antwoord Nadelen: • Je ziet niet goed of je binnen een bepaald budget blijft • Je ‘voelt’ het niet, je ziet niet dat er geld weg is > directe gevolg is er niet Voordelen: • Veiliger, je loopt niet met een volle portemonnee over straat • Makkelijk en snel (bv. contactloos betalen) • Bij verlies kun je de pas snel laten blokkeren, zodat je geen geld kwijt raakt
4
(2 m.) Vraag Weet jij wat jouw saldo is op dit moment? (Ja/Nee) Leerlingen geven hiermee aan of zij inzicht hebben in hun bankzaken. Doen - Tel het aantal leerlingen - bereken kort hoeveel procent van de klas geen overzicht heeft over hun geldzaken. De uitkomsten worden in de volgende slide vergeleken met landelijke gegevens uit het Nibud Scholierenonderzoek 2012-2013.
5
(2 m.) Je gaat nu met de leerlingen de uitkomst van de vraag (wat is jouw saldo?) vergelijken met het gemiddelde in Nederland. Uit Nibud Scholieren onderzoek 2012-2013: Ruim de helft van de scholieren heeft overzicht over hun geldzaken • 56% van de scholieren zet zijn inkomsten en uitgaven wel eens op een rij. • 13% zet zijn inkomsten en uitgaven vaak op een rij. • 43% zet zijn inkomsten en uitgaven nooit op een rij. Vraag Zet jij jouw inkomsten en uitgaven ook wel eens op een rij? (extra tijd) vraag Weten zij ook waar zij het meeste geld aan uitgeven?
6
(5 m.) Vraag •Waarom zou je je bankrekening controleren? •Waarom is dit belangrijk, denk je?
Bespreken: Bespreek met de leerlingen hun antwoorden en geef mogelijk aanvullende voorbeelden van redenen waarom je overzicht hebt over je bankrekening. Gegevens Uit Nibud Scholieren onderzoek 2012-2013: Waarom inkomsten en uitgaven op een rij zetten (meest genoemd): • 30% Overzicht • 27% Om te weten hoeveel ik nog op de rekening heb en kan besteden • 6% Om te sparen Waarom geen geen inkomsten en uitgaven bijhouden (belangrijkste redenen): • 22% Het kost me teveel tijd/geen zin in • 15% Ik heb te weinig uitgaven • 14% Niet nuttig Vraag Zijn leerlingen bekend met bank-apps? Tips die daarbij horen: • Update steeds de nieuwste app. • Maak alleen gebruik van een beveiligd netwerk. • Log altijd uit als je klaar bent. Als je niet uitkijkt geef je meer geld uit dan je eigenlijk hebt. Het is daarom nodig om regelmatig (via computer of via een mobiele app) je banksaldo te controleren.
7
(5 m.) Bespreken Bespreek met de leerlingen of zij geld tekort komen? (JA/NEE) Vertel leg de leerlingen uit dat zij vragen gaan beantwoorden over geld tek ort komen en lenen met behulp van Mentimeter. Mentimeter Uitleg over het gebruik van Mentimeter vind je in de docentenhandleiding. Als je op de link klikt op de slide ga je naar https://www.mentimeter.com/s/8d9ef0e0f5d7e35a40e01a7a1ae088da/b3b4578c504a Inloggen bij Mentimeter.com met: Inlognaam:
[email protected] Wachtwoord: geld2016 Staan er nog antwoorden van een vorige gastles? Schuif met je muis naar links en kli k daarna op ‘Clear results’. Vraag Laat de leerlingen stemmen met hun mobiel op de eerste vraag (vraag 1): Wat doe je als je geld tekort komt?
8
DEZE SLIDE IS NIET TE ZIEN VOOR DE LEERLINGEN (WORDT NIET GEPROJECTEERD). Ga naar https://www.govote.at/e90c2d
9
(3 m.) Bekijk Bekijk de resultaten van de eerste vraag (Mentimeter): ‘Wat doe je als je geld tekort komt?’ Bespreken: Bespreek (de uitkomsten) wat de leerlingen doen als ze geld tekort komen. Vraag ook waarom zij dat doen. Laat ze vervolgens zien wat scholieren gemiddeld in Nederland doen als zij geld tekort komen. Herkennen zij deze antwoorden? Zitten er verassende antwoorden tussen? Gegevens: Uit Nibud Scholieren onderzoek 2012-2013: • 26% vraagt extra geld aan zijn ouders; • 17% leent geld van zijn ouders; • 14% leent geld van vrienden. Vraag: Waarom staan maar zo weinig jongeren rood denken jullie? Antwoord: De minimale leeftijd om rood te mogen staan is 18 jaar. Rood staan mag dus niet. Ook is vaak een pinlimiet ingesteld.
10
(2 m.) Doen Ga terug naar de website van Mentimeter. Vraag Laat de leerlingen stemmen met hun mobiel op de tweede vraag (vraag 2): Leen je vaak, soms of nooit?
11
(4 m.) Bekijk Bekijk de resultaten van de tweede vraag (Mentimeter): ‘Leen jij wel eens geld?’ Bespreken: Bespreek of en in hoeverre de leerlingen lenen. Komt dit in de klas overeen met het Nederlands gemiddelde? Wat vinden de leerlingen hier van? Gegevens: Uit Nibud Scholieren onderzoek 2012-2013: • 42% van de scholieren leent wel eens geld; • 31% van de 12- jarigen leent soms of vaak geld; • 45% van de 15- en 16-jarigen leent geld. - Ruim een kwart van de scholieren geeft aan dat ze vaak vergeten om het geld terug te betalen. - Er is geen verschil naar leeftijd of geslacht. - Van de scholieren die vaak geld tekort komen, leent 67%, tegen 28% van de scholieren die nooit geld tekort komen. - Geld te kort komen lijkt een voorbode van lenen. Vraag: Bespreek of zij veel geld tekort komen en of zij vaak lenen en weten wat de gevolgen hiervan zijn? Welke gevolgen kan dit hebben voor de volgende maand? Antwoord Doorschuiven helpt niet. De schulden kunnen groter worden. (denk aan betalingsachterstanden, BKRregistratie etc).
12
(2 m.) Laat leerlingen reageren op de stelling: “Geld lenen is wat anders dan een schuld hebben.” Vraag enkele leerlingen wat zij denken. Geef daarna het antwoord. Antwoord Nee! Dit is hetzelfde. Jongeren zien dit vaak niet als eenzelfde ding. Want € 3,- lenen en meteen terugbetalen, dan is er toch niets aan de hand? Maar het gaat juist om die kleine bedragen (of rood staan bij de bank).
13
(5 m.) https://www.youtube.com/watch?v=xouIyqj3XWs – Bekijk deze tot 1.46 of helemaal (leerjaar 3 h/v) Vraag Wat doet een bank precies? Bespreken Als je leent bij de bank of als je rood staat moet je rente betalen. De rente op een lening is veel hoger dan de rente die je krijgt als je spaart. Hoe zit dat precies? Bekijk het filmpje Leerlingen zien in het filmpje dat banken werken met verschillende rentepercentages en begrijpen hoe je bepaalt wat de gunstigste regeling is (niet de hoeveelheid extra geld die je krijgt, die is afhankelijk van je inleg - maar de hoogte van de rente). Vraag Was het duidelijk wat liquiditeitsris ico en kredietrisico zijn? Antwoord - Liquiditeitsrisico: is als spaarders eerder hun geld willen opnemen dan leningen worden terugbetaald. Het is dus het risico dat men over onvoldoende middelen beschikt om aan de directe verplichtingen te voldoen. - Kredietrisico: is het risico dat de tegenpartij (of de bank van de tegenpartij) niet aan haar contractuele verplichtingen kan voldoen. Dat betekent dat leningen niet of gedeeltelijk niet terugbetaald worden. -> Dit wordt opgevangen met rente. Gegevens uit het filmpje (wat doet een bank) • Adviseur voor het beheren van vermogen • Banken geven advies bij het verkopen van een bedrijf • Bieden ondersteuning bij fusies en overnames • Banken spelen een cruciale rol in het betalingsverkeer (belangrijk is dat klanten snel, efficiënt en veilig naar elkaar geld kunnen overmaken) • Zonder banken ook problemen met het buitenlandse betalingsverkeer en export. Banken verlagen de drempel om in het buitenland zaken te doen.
14
(3 m.) Vertel Eerst: bij de bank kun je betalen, lenen en sparen. Een van de manieren om te betalen is via internetbankieren. Gegevens: Uit het Nibud Scholieren onderzoek 2012-2013: - Van de scholieren die een bankrekening hebben, regelt 59% zijn bankzaken via internet. - 38% internetbankiert zelfstandig en 21% samen met zijn ouders. - Naarmate scholieren ouder worden regelen ze vaker de bankzaken online. Vraag Wie doet er wel eens aan internetbankieren? Wat zijn voordelen van internetbankieren? Wat zijn nadelen? Brug naar de volgende slide: Criminelen proberen methoden te vinden om fraude te plegen en geld weg te sluizen. Dit heet phishing.
15
(15 m.) Tot slot een filmpje, over veilig internetbankieren. https://www.youtube.com/watch?v=DwtiBNp3dio> bekijk deze tot 2. 55 min. Vertel Vertel de leerlingen dat ze moeten opletten op de tips in het filmpje. Bekijk Bekijk het filmpje over veilig internetbankieren Vraag Heb jij wel eens zo’n mailtje gehad? Doen - Laat de leerlingen in groepjes (ongeveer 4) kijken naar een fishingmail (Werkblad). - Laat de leerlingen alles wat verdacht is in de mail omcirkelen op het Werkblad. Wat klopt er allemaal niet volgens de leerlingen? - Verbazen de leerlingen zich over de dingen die ze niet wisten? Werkblad: Het werkblad dat is bijgevoegd aan deze gastles is een voorbeeld. Je kan ook vanuit je eigen bank een voorbeeld meenemen. Gegevens Bedenk dat de bank je nooit zal vragen om beveiligingscodes op onverwachte momenten of plekken, dus nooit per e-mail en nooit per telefoon. Heb je onverhoopt toch persoonlijke gegevens gegeven aan een phisher of stuit je op onverwachte zaken bij het internetbankieren? Meld dit dan direct bij de bank die wordt nagedaan. Tips • Gebruik https:// • Klik nooit op een link (Ga zelf naar de website van de bank) en nooit op een bijlage • Ga zelf naar de website via je browser en dan inloggen. Niet via een link • Check de afzender • Geef nooit persoonlijke informatie. Banken vragen hier nooit om via de mail (of telefoon)! • Let op taalfouten • Controleer je rekeningafschriften op onbekende transacties • Bel altijd de bank bij vermoeden van fraude Extra vraag Weten de leerlingen wat een geldezel is? Bespreek met de leerlingen wat een geldezel is en wat de gevolgen hiervan zijn (strafblad, schulden, etc.)
16
DEZE SLIDE IS NIET TE ZIEN VOOR DE LEERLINGEN (WORDT NIET GEPROJECTEERD). Zo kun je phishing onder andere herkennen: (dikgedrukt zijn de antwoorden die de leerlingen op het werkblad kunnen geven) • Een onverwachte e-mail van uw eigen bank, andere bank of Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), waarin u wordt gevraagd naar beveiligingscodes en/of persoonlijke gegevens. • (Soms) Taalkundig slecht geschreven e-mails. • De e-mail is niet aan u persoonlijk gericht. • In de e-mail vraagt de beveiligingsafdeling van uw bank of NVB u iets te doen. • Er wordt gevraagd naar beveiligingscodes en/of persoonlijke gegevens. • Er wordt gedreigd met gevolgen als u niet direct reageert. • U wordt gevraagd op een link te klikken naar een vreemde website. • U wordt gevraagd de e-mail te beantwoorden met persoonlijke gegevens. • Uw mailprovider of spamfilter heeft een indicatie van ‘spam’ gegeven. • In plaats van mailtjes met tekst, versturen de internetcriminelen de phishingmails vaak met plaatjes met tekst. Dit wordt gedaan om spamfilters te omzeilen. Deze mails zijn te herkennen doordat u de tekst (afzonderlijke woorden) niet kunt selecteren met de muis. • Uw bank of NVB stuurt u hoogst zelden mails voorzien van bijlagen. Ontvangt u dan ook een mail met bijlagen zogenaamd van uw bank of NVB, open deze dan niet en zeker geen bijlagen met de extensie '.exe'. • Kijk naar de afzender van de mail (bovenin de mail). Staat er na '@' wel de juiste naam van uw bank, dus de naam van de site waar u altijd op inlogt? Dus bijvoorbeeld abnamro.nl, rabobank.nl of ing.nl? Nee? Stuur de mail door naar de bank die wordt geïmiteerd en gooi direct daarna de valse e-mail weg.
17
(3 m.) Praat nog even na over de gastles: • Wat hebben de leerlingen geleerd? • Eventueel de leerdoelen terughalen. Leerdoelen: • Leerlingen weten wat een bank is en doet; • Leerlingen weten op welke manieren ze kunt betalen; • Leerlingen weet welke risico's verschillende betaalvormen hebben; • Leerlingen kennen de (financiële) consequenties van rood staan, kopen op afbetaling en een lening afsluiten.
18
(1 m.) Wens de leerlingen succes met hun geldzaken en geef naar eigen wens een persoonlijke boodschap mee uit je eigen ervaring/expertise.
19