Bijlagen 1.
Interview gids expert gesprekken................................................................................................... 2
2.
Interviews – Kennisinventarisatie ................................................................................................... 4
3.
Presentatie project Twee weten meer dan een tijdens AKK conferentie ..................................... 15
4.
Workshops Conferentie AKK “Trekker van Vernieuwing” 2 november 2004 ............................... 16
5.
BIOM-strategiedag - Verslag van workshop 3: Van meer waarde naar meerprijs op 2005......... 18
6.
Procesverslag Publicatie: Kraamkamer van duurzaamheid......................................................... 21
7.
Protocol discussierondes voor kennisnetwerken ......................................................................... 23
8.
BOB Buitenland - Werk aan de winkel, werk in de winkel............................................................ 27
9.
Thematabellen kennisvraag en mogelijke oplossingsrichtingen .................................................. 32
Bijlagen AKK project ACB 03.033
AKK project Titel Subtitel Auteurs: Codes Ketenkennisgebieden Aantal pagina’s Contactpersoon Datum Uitgave Openbaar / niet openbaar
ACB-03.033 Twee weten meer dan een Interview gids expert gesprekken Leidraad voor inventarisatie kennisbehoefte Sigrid Wertheim-Heck, LEI 1.3; 1.6 2 Gitte Schober, WBS 4/11/2003 openbaar
1. Interview gids expert gesprekken Naam geïnterviewde : Organisatie geïnterviewde Betreft project : Datum en locatie : Geïnterviewd door :
:
1. Introductie – kader van het onderzoek 2. Projectinformatie • Wat was uw rol binnen het project? • Welke ketenkennis is/wordt er binnen het project ontwikkeld? • In hoeverre is bij aanvang (PvA) al rekening gehouden met de uiteindelijke kennisverspreiding? • Uren voor kennisverspreiding, middelen en experts (rolverdeling – wie doet / deed wat) 3. Expert over reeds ondernomen kennisverspreiding activiteiten: • Welke kennisverspreiding activiteiten hebben er plaatsgevonden? • Op welke ketenkennisgebieden is er kennisverspreid? • Behoeftepeiling: welke kennisvragen (pull) en welk aanbod (push) vastgesteld? Hoe? • Waarom juist op die gebieden? • Door wie de kennisverspreiding georganiseerd? • Welke middelen zijn gebruikt? (herhalen per ketenkennisgebied) - Waarom? • Welke doelgroep werd geselecteerd? (herhalen per ketenkennisgebied) - Waarom? • Is de effectiviteit van de kennisverspreiding gemeten, ook na afloop van project? -Hoe? • Is de daadwerkelijke toepassing van de kennis onderzocht? - Hoe? Wat is uw ervaring met de kennisverspreiding? • Evaluatie: wat ging goed? • Waarom? • Juiste middel gekozen voor kennisverspreiding? • Juiste doelgroep? • Wat zou u volgende keer anders willen zien/doen? • Waarom? 4. Expert over nog te ondernemen kennisverspreiding activiteiten • Welke kennisverspreiding activiteiten zijn er nog gepland? • Op welke ketenkennisgebieden worden nog kennisverspreiding activiteiten ontplooid? • Welke middelen zullen daarvoor worden benut? • Welke doelgroep wordt beoogd? Zijn er gerichte acties ondernomen om de kennis buiten het projectverband te verspreiden (in de branche en / of keten)? Hoe?
Pagina 2 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Welke mogelijkheden ziet u nog voor verdere kennisverspreiding? • Zijn er ketenkennisgebieden aan te wijzen binnen het project die relevant zijn voor een breder publiek? Zo ja: o Welke? o Waarom? o Voor wie? o Welke middelen zouden daarvoor het beste in aanmerking komen? 5. De rol van kennisverspreiding: • Binnen een project: welke rol heeft de kennisverspreiding • Buiten het project: zijn functie kennis, behoefte, doelgroepen en mogelijke toepassing van de projectkennis vastgesteld? • Hoe? • Zijn er acties gekoppeld aan externe kennisverspreiding?
Pagina 3 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
AKK project Titel Subtitel Auteurs: Codes Ketenkennisgebieden Aantal pagina’s Contactpersoon Datum Uitgave Openbaar / niet openbaar
ACB-03.033 Twee weten meer dan een Interviews kennisinventarisatie Verslagen intervies Sigrid Wertheim-Heck, LEI; Vicor van Velzen, PPO en Gitte Schober, WBS 1.3; 1.6 11 Gitte Schober, WBS 9-9-2004 Niet openbaar
2. Interviews – Kennisinventarisatie Buiten AKK projectverband in de biologische keten zijn geïnterviewd: Prisma BD-Totaal Rijkzwaan Nautilus Udea The Greenery Agrico Geïnterviewde stakeholders rond ketenprojecten: Arjan Monteny – AKK Monica de Heide – Taskforce MBL Uli Schnier – Taskforce MBL Mireille Winkelmolen – ZLTO Kees Rijnhout – Ketenmanager via Taskforce MBL Binnen AKK projectverband zijn geïnterviewd: Bedrijven: Sodexho Odin De Groene Weg Kennisinstellingen: A&F – Han Soethoudt en Conny van der Heijden LEI - Koos de Vlieger en Sebastien Deneux Universiteit Nyenrode Louis Bolk Instituut
Pagina 4 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Bedrijven in de biologische keten: Prisma (fruittelersvereniging) Belangrijke problemen in de biologische fruitteelt Afzet is een groot probleem. De fruitteelt gaat 5% biologische niet halen. Met resistente rassen wordt een gedeelte van dit probleem opgelost, maar niet alles. Een ander probleem binnen de afzet is het gebrek aan strategische marktkennis Een tweede probleem is de teelt. Er zijn wel stappen voorwaarts gemaakt, maar er zijn nog steeds grote kwaliteitsverschillen tussen telers. Een derde probleem is gewasbescherming. In de promotie spreekt men van onbespoten teelt, maar dat is in de fruitteelt niet het geval. Er wordt namelijk wel gespoten, maar niet met chemische middelen. Daarnaast zijn de regels over het gebruik van middelen niet overal in de EU gelijk. Over kennisverspreiding Hij merkt op dat er veel workshops gehouden worden. Je kunt bijna iedere week naar een workshop. Ieder project heeft bijna een workshop. Hij voelt er meer voor wanneer op 1 dag alle relevante informatie gebundeld wordt. Zodoende ben je veel effectiever bezig. Een informatiedag zoals laatst door PPO en de NFO is georganiseerd is een goed voorbeeld. Verder wil hij van meer projecten een artikel kunnen lezen in de Fruitteelt (fruitteeltprojecten). De beschikbaarheid van tijd is van belang of hij naar een workshop of congres gaat. Daarnaast is de hoeveelheid kennis dat vergaard kan worden van belang. Dit geldt ook heel sterk voor telers. Telers gaan niet zomaar naar een workshop. Zij wegen heel nauwkeurig af of het voor hun zin heeft. Voor Wouter zelf zijn de bezoekers ook van belang voor zijn netwerk. Opendagen zijn goede activiteiten om kennis te verspreiden, met name voor telers. Op die manier zie je wat nog eens wat, aldus Wouter. Ook de studieclubjes met telers zijn voor telers erg nuttig. Onderzoek in de fruitteelt moet de teler er meer bij betrekken. Er valt nog veel informatie te halen bij de telers. Er hoeft niet altijd een proef opgezet te worden om informatie over bijvoorbeeld een onderstam te krijgen. Aparte proeven en proefvelden maken het onderzoek ook onnodig duur. De wisselwerking tussen onderzoek en telers werkt heel prettig in een onderzoek van Rien van der Maas (PPO fruit). Hij hoort soms geluiden dat AKK-projecten erg star zijn en dus niet flexibel. Het project ‘Appels van stand’ vindt hij erg goed, omdat het flexibel is. BD-totaal (groothandel voor catering en horeca) Wat zijn de belangrijkste problemen? De besluitvorming bij klanten. Het duurt soms erg lang voordat een klant besloten heeft biologische producten af te nemen. Dit heeft o.a. te maken met kleine aanpassingsproblemen en de vele mensen die betrokken zijn bij het besluitvormingsproces. Het imago van het biologische product. Met de bekendheid is niets mis, maar mensen kopen het nog steeds niet omdat het normaal is. Het is nog een beetje trendy. Hij merkt wel dat het steeds normaler wordt om biologisch te kopen. Hij heeft niet het idee dat de prijs een belangrijk probleem is, dit is soms het geval, maar meestal niet. Het aanbod is over het algemeen ook goed. De problemen zitten met name aan het einde van de keten. Hoe vergaart u het liefst uw kennis? Door lezen en contacten met de markt en leveranciers. De contacten zijn eigenlijk het belangrijkst. Hij gaat eigenlijk nooit naar speciale congressen of workshops. Hij was laatst van plan naar het congres van Aurelia te gaan, maar had daar toch geen tijd voor. Peter Lamet heeft wel meer ervaring met beurzen. Tegenwoordig zijn de beurzen voor hem niet echt nieuw meer, maar de contacten kunnen interessant zijn. Vaak wordt er tijdens een beurs ook een discussie georganiseerd. In deze discussies kunnen de mensen problemen bespreken. Daarnaast probeert hij altijd aanwezig te zijn bij de vergaderingen van de VBP (Vereniging van Biologische Productie- en Handelsbedrijven). (Udea (Erik-Jan van de Brink) is hier ook lid van) Tijdens deze vergaderingen heeft hij nuttig contact met producenten en handelaren. De eindschakel (retail, catering en horeca) is daarbij niet aanwezig. Rijkzwaan (veredeling groenten) Wat zijn de belangrijkste problemen in de biologische sector/keten? Overleg tussen schakels en samenwerking in het algemeen is onvoldoende. Er is veel onduidelijkheid bij consumenten over bio producten, dit heeft zeker invloed op het koopgedrag. Er is ook onduidelijkheid over het koopgedrag door de beperkte omvang van de markt. De markt is te klein voor dure onderzoeken, er gebeurd dus nog veel op het buikgevoel. Onduidelijkheid in wet- en regelgeving / vooruitschuiven van beslissingen, voor ons als veredelingsbedrijf is het niet eenvoudig te besluiten over wat onze rol in Bio moet zijn. Door de verplichting van het gebruik van biologisch uitgangsmateriaal vooruit te schuiven is het een erg groot risico voor ons in een dergelijke markt te investeren. Versplinterde markt en daardoor voor weinig bedrijven echt interessant. Hoe vergaart u het liefst uw kennis en informatie (workshop, discussies, lezingen) en wie wil u dan ontmoeten? Wij vergaren kennis door de verschillende schakels in de bio keten actief te benaderen. Op deze manier kunnen we één op één communiceren over problemen en wensen vanuit de keten. Via AKK / klict projecten Daarnaast maken wij deel uit van de verschillende overleg organen die te maken hebben met biologische veredeling en weten regelgeving De manier van kennis vergaren is afhankelijk van het onderwerp, het is moeilijk te zeggen wat het beste medium in het algemeen is. Welke activiteiten op het gebied van kennisverspreiding vond u geslaagd het afgelopen jaar en waarom? Ik heb veel positieve reacties gehoord op de TV commercial…biologisch, eigenlijk heel logisch Verspreiding via adviesorganisaties als DLV Adviesgroep, als hulp voor onze klanten bij omschakeling naar biologisch
Pagina 5 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Coöperatie Nautilus b.a. De belangrijkste problemen in de biologische keten op dit moment - Distributie en logistiek – distributie en logistiek kan extra bemoeilijkt worden wanneer er geen gangbare telers in de buurt zijn. Hierdoor lopen de kosten hoog op. - Schaalgrootte biologische keten - Soms is de schaalgrootte van de primaire bedrijven erg verschillend, hierdoor moeten er eigenlijk verschillende kosten gerekend worden tussen primaire bedrijven. - Het bereiken van de consument – ‘Wanneer we net zo veel biologisch zouden eten als dat we er zouden praten, dan was er geen probleem’. Hoe vergaat u uw kennis? Dit hangt van het type informatie af. Dit wisselt tussen informatie op papier en contact met anderen in de keten. Wat bepaald of u naar een workshop/congres komt? De inhoud niet. Dit heeft zij inmiddels wel gezien. De thema’s zijn allemaal varianten van hetzelfde. Bepalend is voor haar de aanwezigen, waar zij in de pauzes contact mee kan hebben. Het afgelopen jaar was ze bij een congres van Aurelia. Zij vond dit absoluut niets. Zij wil graag concrete thema’s zoals: Hoe kun je een deal maken met de supermarkt om biologische producten in het schap te krijgen? Ze wil onderwerpen waar je direct wat mee kunt en niet voor over een aantal jaar. Iedereen is het over het algemeen toch wel eens. Wat zij betreft kennisverspreiding goed vind is de site AGF.nl van Pieter Boekhout. Hier kijkt ze regelmatig op wanneer het haar uitkomt. Udea (groothandel) Belangrijkste problemen in biologische sector: Rendement AGF-afdeling in de winkel Kwaliteit van importhandel Hoe vergaart u uw kennis? Vooral lezen, hij gaat niet naar workshops. Dit kost hem te veel tijd. Daarnaast worden bovenstaande kennisvragen/problemen afgedekt door de projecten waar zij in zitten. Zo hebben ze een teelttechnisch project in samenwerking met DLV om de kwaliteit te verbeteren. In dit project hebben ze contact met al hun tuinders. Ze hebben hierdoor hele korte lijnen. Ook hebben ze een project lopen m.b.t. het rendement van AGF-afdelingen samen met NWO (natuurvoeding winkels organisatie). Hierin registreren 10 winkels cijfers over hun rendement. Deze cijfers komen op internet. Andere winkels kunnen op de site inloggen om hun winkel te vergelijken met andere winkels. Voor meer info: http://www.platformbiologica.nl/ekomonitor/01nr10marencon.html Verder zijn zij initiatiefnemer geweest van de Task force. Daarnaast is hij persoonlijk betrokken bij Biologica. Welke activiteiten op het gebied van kennisverspreiding waren goed? Hij gaf aan niet naar workshops te gaan. Heeft over dit type ook geen voorbeelden genoemd. Hij gaf wel aan dat binnen zijn eigen projecten de passie voor biologisch binnen speciaalzaken groter is dan bij supermarkten, dit heeft invloed op de promotie op de winkelvloer. The Greenery, Naturelle Actuele thema’s Rene Lelieveld geeft twee punten aan wat onderzoek behoeft. Op telersniveau, door onderzoek dient het productieniveau per hectare te verhogen. Marketing van biologisch op winkelniveau. Verhogen van productieniveau Door bijvoorbeeld verbeterde technieken te implementeren. Er dient onderzoek te worden gedaan op telersniveau zodat de productie per hectare stijgt. Marketing van biologisch op winkelniveau. Er moeten methodieken ontwikkeld worden zodat de marketingmix voor biologische producten identiek wordt toegepast. Bij de ontwikkeling moet met alle ketenpartijen samengewerkt worden, zodat de methodieken door alle partijen gedragen wordt. Een goed verhaal rondom biologisch zal ontwikkeld moeten worden, zodat de consument meer bewust wordt. Kennis en informatie uitwisseling Rene Lelieveld vergaart het liefst informatie middels workshops. Een 1 op 1 gesprek met desbetreffende partijen leidt tot heldere informatie, informatie van eerste hand. Vakbladen komen toch vaak met verouderde informatie. Verder geeft Rene Lelieveld aan bijeenkomsten, seminars en beurzen deel te nemen. Het liefst bespreekt Rene Lelieveld kennis met zijn potentiele afnemers en leveranciers. Dit is praktijkgericht wat kan leiden tot verbeterde resultaten. Geslaagde activiteiten het afgelopen jaar Volgens Rene Lelieveld is het vervangen van conventionele producten voor biologische producten één van de beste ontwikkelingen van het afgelopen jaar. Zo wordt in vele supermarkten waterkers, tuinkers, etcetera alleen in biologische vorm aangeboden. Task-Force heeft een essentiele rol in de biologische sector. De bedrijfsleven heeft Task-Force nodig. Dit meer in financiele zin dan in de praktijk. Task Force levert geen tools. Ze geven financiele steun zodat het bedrijfsleven onderzoeken, werkzaamheden, marketingactiviteiten, etcetera kunnen uitvoeren.
Pagina 6 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Agrico Actuele thema’s Ad Verhage geeft twee punten aan wat onderzoek behoeft. Informeren en motiveren van de consumenten Verbeteren kwaliteit biologische producten 1. Informeren en motiveren van de consumenten De basis voor biologische afzet is aanwezig. Iedereen kent biologisch. Het verbreden of verdiepen van het assortiment in volgens Ad Verhage zinloos daar meer producten in het schap zullen blijven liggen. De consumenten moeten nu eerst geïnformeerd worden, waarbij de consument bewust moet worden van de voordelen van biologisch zodat zij gemotiveerd raken om biologische te kopen. De overheid en Task-Force worden genoemd als de partijen die de consument moeten motiveren. De doelgroep is voornamlijk jonge gezinnen met kinderen, ouderen en de bewuste consument (aangesloten bij natuurorganisaties). 2. Verbeteren kwaliteit biologische producten Voornamelijk de uiterlijke kwaliteitskenmerken behoeven de aandacht. Maar ook de smaak is zeer essentieel en mag niet vergeten worden. Kennis en informatie uitwisseling Ad Verhage vergaart het liefst informatie via vakbladen en publicaties. Ook neemt hij wel eens deel aan workshops en lezingen. Zijn voorkeur gaat echter naar de eerst genoemde manieren, vakbladen en publicaties. Tijdens informatie-avonden is het belangrijk dat alle ketenpartijen aanwezig zijn, de retailer, groothandel en de teler. Ook de consument probeert Agrico te bereiken. Dit doen zij bijvoorbeeld door de Bioselect aardappelen te promoten bij de Libellebeurs. Geslaagde activiteiten het afgelopen jaar Ad Verhage is zeer te spreken over Task-Force. De promotiecampagne ‘Biologische eigenlijk heel logisch’ is leuk maar te oppervlakkig. Het bevat te weinig informatie. Vertel de consumenten over de voordelen van biologisch zoals gezondheid, milieu, veiligheid en smaak. Deze aspecten worden vaak genoemd maar in een promotiecampagne nooit gebruikt. De kans om 5 tot 10% biologische omzet te behalen wordt hierdoor minimaal. Stakeholders: Arjan Monteny AKK Projectaanvraag De kennisverspreiding activiteiten staan in de projectaanvraag beschreven. Voor een projectaanvraag heeft AKK een lay-out waar ook de kennisverspreiding in is opgenomen. Het formuleren van kennisverspreiding activiteiten heeft AKK verplicht. De kennisverspreiding activiteiten dienen zo concreet mogelijk worden geformuleerd. Het bestuur van AKK beoordeelt de genoemde kennisverspreiding activiteiten kwalitatief. De regisseurs van AKK volgen de voortgang van een project en helpen bij het opstellen van een projectvoorstel. AKK stimuleert externe kennisverspreiding door de positieve kanten van kennisverspreiding toe te lichten. In de projectaanvraag wordt al rekening gehouden met interne versus externe kennisverspreiding activiteiten. Arjan geeft aan dat de communicatie binnen een project wel goed geregeld is. Wel is het zo dat een bedrijf aandacht moet besteden aan de kennisverspreiding binnen het bedrijf. Indien alleen de afdeling verkoop betrokken is bij het project, moeten ook de andere werknemers op de hoogte worden gesteld. Hier moet goed aan gedacht worden. Tijdens stuurgroepvergaderingen wordt dit aangekaart. Het hoofddoel van AKK is een merkbare verandering in de hele sector te halen. Dit is alleen mogelijk indien de sector optimaal wordt geïnformeerd. AKK is betrokken bij het opstellen van een projectaanvraag. AKK herinnert de betrokken partijen aan het feit dat kennisverspreiding activiteiten verplicht zijn. Zij kunnen enkele tips geven. Wel is het zo dat de instituten in overleg met de bedrijven de kennisverspreiding activiteiten opstellen zodat zij er achter staan. De ketenkennisgebieden staan in de projectaanvraag beschreven. Het bedrijfsleven is vaak niet op de hoogte van het bestaan van ketenkennisgebieden, de kennisinstituten daarentegen wel. De projectaanvragen worden in de meeste gevallen door kennisinstituten (90-95 procent) opgesteld. De ketenkennisgebieden hebben niet echt een functie. Zij zijn opgesteld om de projecten op te delen. Momenteel worden de projecten meer opgedeeld naar maatschappelijke thema’s zoals kwaliteit, logistiek, consumenten en duurzaamheid. AKK doet zelf ook weinig met de ketenkennisgebieden. De ketenkennisgebieden worden toegepast bij AKK, KLICT en bij sommige WUR medewerkers. De kennisverspreiding activiteiten zijn niet gericht op de ketenkennisgebieden. De kennisverspreiding activiteiten dienen zo concreet mogelijk te zijn. Voor de uitvoering is de stuurgroep verantwoordelijk. Plan van Aanpak In het plan staat aangegeven door Wie, Wanneer, Wat en Hoe de kennisverspreiding activiteiten georganiseerd zijn. Hier moeten ook dagen voor beschikbaar zijn gesteld. Soms is naast het plan van aanpak nog een communicatieplan opgesteld. Dit kan ook samengevoegd zijn in het plan van aanpak. Een communicatieplan kan dus in het plan van aanpak staan beschreven of kan een aparte bijlage zijn. Tijdens het project Tijdens de stuurgroepvergadering wordt er stil gestaan bij de voortgang van de kennisverspreiding activiteiten. Er is ook altijd iemand aanwezig van AKK bij de stuurgroepvergaderingen.
Pagina 7 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Indien niet aan kennisverspreiding wordt gedaan kan het zijn dat projecten stil worden gezet en het project niet wordt gefinancierd. In werkelijkheid is een project nog nooit gestaakt door het niet uitvoeren van kennisverspreiding activiteiten. Meestal is het een combinatie van omstandigheden, bijvoorbeeld ruzie, of inhoudelijk niet voldoende. AKK is nooit verantwoordelijk voor het uitvoeren van kennisverspreiding activiteiten (zij staan niet onder WIE in het plan van aanpak). Wel biedt AKK faciliteiten om de kennisverspreiding activiteiten uit te voeren. Denk hierbij aan de website, nieuwsbrief, kennisgeving en workshops. Communicatieadviseur Ieder project mag één dag gebruik maken van een communicatie adviseur. Arjan geeft aan dat veel projecten niet op de hoogte zijn van deze regeling. Volgend jaar (2004) dient dit meer aandacht. Tot nu toe wordt weinig gebruik gemaakt van de communicatie adviseur. Dit komt doordat veel projecten nog in een beginstadium zijn en de behoefte naar een communicatie adviseur minder groot is. Nu de projecten langer lopen is het belangrijk de kennis op de juiste wijze te verspreiden waar een communicatie adviseur bij kan helpen. Opmerking: Misschien juist assistentie ook in het begin: zou kunnen assisteren bij het opstellen van een communicatieplan Afronden van het project Na afloop van het project wordt de kennisverspreiding beoordeeld. Niet kwantitatief maar kwalitatief. Gelet wordt of de verkregen kennis merkbaar is in de praktijk, zowel intern als extern. Het is verplicht de verkregen kennis te verspreiden. Altijd wordt een openbaar eindrapportage gepubliceerd waarin de kennis beschreven staat. In sommige gevallen is de kennis ook specifiek voor de projectpartijen geanalyseerd. Hier kan een intern rapport voor worden geschreven. Over AKK AKK organiseert zelf ook kennisverspreiding activiteiten. Hierbij wordt ingegaan over de missie van AKK, de programma’s en de samenhang tussen verschillende projecten. Via de website, nieuwsbrief, lezingen en face-to-face contact wordt de kennis verspreidt. De agrarische sector die zich interesseert voor innovatie en duurzaamheid is de doelgroep voor AKK. Zij richten zich voornamelijk op ‘de koplopers’ en ‘het peloton’ (om draagvlak te creëren) in de agrarische sector. De effectiviteit van kennisverspreiding is moeilijk te meten. Toch is er 1,5 jaar geleden een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit. De toepassing van één project is moeilijk te meten, het is een combinatie van meerdere projecten. In 2004 wil AKK voor het biologische programma alle resultaten naar voren brengen en kwantificeren. Vervolgens kan deze kennis mogelijk nog worden verspreid. Ook wil AKK de projectdeelnemers aan het begin van een project een kwantitatieve doelstelling laten formuleren. Bijvoorbeeld wat wil je ermee verdienen. Nu is het zo dat de resultaten achteraf vaak nog vaag zijn en beslist meer het gevoel van de deelnemers of zij tevreden zijn met een project. Monica de Heide Taskforce Biologische Landbouw Kennisbehoefte TF MBL De taskforce heeft als doelstelling om voor biologische producten in 2004 een marktaandeel van 5% te bereiken. Hiervoor zijn onlangs ketenmanagers aangesteld die het contact met convenantpartijen uit het bedrijfsleven moeten onderhouden en vorm geven. Er zijn ketenmanagers aangesteld die deze bedrijven helpen bij het concreet maken van marktkansen, het samenwerken in ketenverband en het aanpakken van knelpunten daarbij. Ketenmanagers zijn vooral actief op het terrein van AGF en vlees/zuivel maar ook voor andere productgroepen wordt ondersteuning verleend. Uit deze opzet wordt duidelijk dat de kennisbehoefte van de ketenmanagers vaak vraaggestuurd zal zijn en op de korte termijn gericht is. De afgelopen tijd zijn er vooral kennisvragen rond consumentenwensen gemeld, hierin sloten enkele AKK projecten goed aan bij concrete vragen en signalen vanuit het bedrijfsleven. Doelstelling TF MBL: Stimuleren van de consumentenvraag naar biologische producten. Stimuleren van het aanbod van biologische producten en het aanpakken van knelpunten in de aanbodsketen. Volgens de TF MBL is dit ook een centrale vraag voor 2004: Wat wil de consument en hoe vertaalt zich dat in de biologische keten Een tweede centrale vraag vanuit de TF MBL is het niet aansluiten van vraag en aanbod van biologische producten en de rol die ketenspelers hierin hebben Uit de structuur van de TF komt ook een probleem van kennis doorstroom duidelijk naar voren: De TF werkt in principe met brancheorganisaties in het convenant en de package deals. Deze organisaties hebben vaak een andere kennisbehoefte en ontwikkelen zelf in de biologische ketens zelf geen kennis voor de aangesloten leden; aan de andere hand spelen ze kennisvragen ook niet direct via de TF door aan kennisaanbieders en kennisinstellingen. Voorts wordt er in samenwerkingsprojecten tussen brancheorganisaties, de kennisinstellingen en eventueel individuele bedrijven niet voldoende nagedacht over mogelijke kennisverspreiding in andere branches of ketenschakels omdat dit geen directe meerwaarde heeft voor de betrokken partijen. AKK Projecten AKK projecten richten zich met kennisontwikkeling vooral op de middenlange termijn, dit creëert in het bedrijfsleven een “vertraagde” kennisbehoefte. Dit proces kan verbetert en geoptimaliseerd worden door een extra vertaalslag van de ontwikkelde kennis richting bedrijfsleven aan te brengen waarin ook de voordelen van het gebruik van de aangeboden kennis, interessante argumenten hiervoor en het beoogde resultaat doorvertaald worden naar de verschillende sectoren of bedrijfsgroepen. Hier zou een rol kunnen liggen voor ketenmanagers om in samenwerking met kennisinstellingen de beschikbare projectkennis per productgroep marktgericht te vertalen naar activiteiten voor de betrokken sectoren.
Pagina 8 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Algemene indruk kennisstromen Biologische ketens Faalfactoren en lessons learned uit de AKK projecten leveren in principe waardevolle informatie die ook gedeeld zou moeten worden. Hiervoor wel vertaalslag nodig op generiek niveau, maar voldoende praktisch om vergelijkbare initiatieven te optimaliseren – hier zijn specifiek in package deal overeenkomsten van de taskforce veel mogelijkheden. Uli Schnier Taskforce Biologische Landbouw Kennisbehoefte TF MBL De TF wil graag de bestaande wisselwerking tussen het AKK en de TF verder gebruiken om kennis te laten stromen naar de bedrijven en gebruikers; ze zien het AKK vooral als een instelling die via projecten helpt om gesignaleerde problemen op te lossen, waarbij men uitgaat van wetenschappelijke inzichten om generieke oplossingen te vinden. De TF ziet zich zelf hierin als een adviserende instantie, heeft zelf weinig met kennisontwikkeling te maken. Ze willen wel enkele onderwerpen via kennisontwikkeling verder uitwerken samen met het AKK: Beschrijving voordelen biologische producten voor consumenten promotieacties Regelgeving EFL en concrete uitwerking voor bijvoorbeeld nitriet. Proceskennis biologische afzet De TF ziet hierin ook het LBI als ene belangrijke link in de kennisontwikkeling AKK Projecten De tot nu toe in AKK projecten ontwikkelde kennis is omvangrijk maar nutteloos zolang ze niet actief wordt ingezet door de doelgroepen. Dit betekent voor elke doelgroep ene concrete vertaalslag naar actuele issues en individuele problemen / knelpunten. Deze vraagformulering kan niet van de doelgroepen zelf verwacht worden omdat de focus op de bedrijfsvoering ligt en niet op beschikbare kennis en inzichten. Begeleiding van de doelgroepen is dus noodzakelijk door een kennismakelaar. AKK vraagstukken zijn vaak gestuurd door kennisinstellingen; deze hebben een andere focus dan bedrijven in de biologische keten. Dit gegeven hoeft niet belemmerend te werken voor de kennisontwikkeling maar zal wel het doorstromen van kennis moeilijker maken omdat het sterk aanbod gericht is en niet ingaat op actuele issues in het bedrijfsleven (push – pull problematiek). Instrumenten om deze push aan te laten sluiten aan behoefte zou een nuttige aanvulling zijn binnen AKK projecten – hiervan kunnen ook kennisinstellingen nog leren. Ontwikkeling van KM instrumenten zal ook de aansluiting en samenwerking tussen kennisinstellingen, intermediairs zoals het AKK en de TF en de bedrijven zelf sterk verbeteren. Volgens de TF staan kennisinstellingen en het AKK nu te los van de dagelijkse praktijk van de biologische ketens. Procesinzichten en lessons learned uit AKK projecten kunnen een waardevolle kennisbron zijn, nu wordt er nog te weinig aandacht aan gegeven. Algemene indruk kennisstromen Biologische ketens Kennismanagers van de TF staan sterk in de praktijk maar zijn zelf niet de geschikte instantie om zelf de vertaalslag te maken tussen de projectkennis en het bedrijfsleven. Ketenmanagers richten zich namelijk op de praktische problemen van het bedrijfsleven, dit is een stap te ver verwijderd van projectresultaten. Kennisdoorstroom kan wel verbeterd worden als de projectleiders en de keten-managers gestructureerd contact met elkaar onderhouden over actuele onderwerpen en goed wordt nagedacht HOE beschikbare kennis over een bepaald onderwerp optimaal verspreid kan worden. Aan de vraagkant is het meest duidelijke knelpunt de acceptatie van biologische producten door consumenten; dit gebaseerd op kennis: wat is de meerwaarde van biologisch en wat rechtvaardigt de hogere prijs ten opzichte van gangbare producten. Hiervoor is communicatie over ontwikkelde inzichten en kennis in de totale biologische keten belangrijk: alle schakels moeten over consumentenmeerwaarde kunnen communiceren en moeten hun visie erop kunnen uitdragen. Dit betekent wel dat de vraag naar de benodigde kennis door bijvoorbeeld de TF en AKK gestimuleerd moet worden – bedrijfsschakels zullen niet snel ernaar vragen want directe noodzaak (sense of urgency) ontbreekt voor dit soort bedrijfsoverstijgende onderwerpen. Tot slot: Beslissers uit het bedrijfsleven opereren vanuit eigen bedrijfsstrategie en niet vanuit beschikbare versus ontbrekende kennis. Hierop moeten kennisverspreidingsactiviteiten aansluiten! Mireille Winkelmolen, ZLTO De kennisverspreiding van project van AKK is voornamelijk te vinden op de internetsite van AKK. Rapporten van afgeronde projecten en lopende trajecten staan hierop. Consumenten en telers zijn niet bewust van deze site en krijgen deze kennis (die overigens niet altijd interessant is voor hen) niet mee. Twee, drie maanden geleden heeft Mireille deelgenomen aan een workshop van AKK, georganiseerd door Arjan Monteney, vond plaats bij PPO. Nieuwe onderwerpen werden voorgedragen, en ideeën werden gegenereerd. Bij deze workshop waren mensen aanwezig met verschillende kennisgebieden. Mireille is zeer te spreken over deze aanpak. Waar zij ook zeer over te spreken is zijn de projectleiders bijeenkomsten. Kennis wordt uitgewisseld, nieuwe ideeën gegenereerd en de methodiek van werken wordt besproken. De wijze waarop AKKprojecten extern kennis verspreiden is onvoldoende georganiseerd. Hoe dit binnen het project staat kan Mireille niet zeggen omdat ze niet betrokken is. Indien een project afgerond is zouden de resultaten meer aandacht behoeven. Want wat wordt er nu daadwerkelijk met de resultaten gedaan? En misschien kunnen andere sectoren hier ook van leren. Een voorstel; Indien een project afgerond is kunnen de resultaten openbaar gepresenteerd worden. Dit kan in de vorm van een interactieve workshop of in een presentatie. Geïnteresseerde kunnen hierbij aanwezig zijn en eventueel commentaar leveren, natuurlijk kunnen zij hier ook van leren. Deze kennisverspreiding activiteiten kunnen aangekondigd worden op de website, via mail of een briefing.
Pagina 9 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Volgens Mireille hangt het publiceren van resultaten van de projectleiders af. LTO heeft een website waar informatie over projecten staat. Alle regionale groepen (ZLTO, GLTO, etcetera) hebben een blad waarin informatie voor de boer en tuinders staat beschreven. Opmerkingen, ideeën, mogelijkheden voor nieuwe projecten AKK. AKK richt zich te veel op de markt en de keten en te weinig op de producenten. De biologische projecten gaan bijna allen over de marktvraag/ consument/ promotie. Vrijwel niet over de beste productiemethode. Professionalisering van de boeren (telers) is gewenst. Projecten zijn te weinig betrokken bij telers. AKK is voor de boeren één of meerdere stappen te ver. AKK heeft het over duurzaam produceren (ook heel goed) maar eerst moeten de huidige problemen opgelost worden. Voor de telers is het duurzaam produceren nog een te ver stadium. AKK sluit niet aan bij de huidige problemen van de boeren. Enkele voorbeelden; Er is een enorme kloof tussen boeren en verwerkers. Het is belangrijk dat eerst deze kloof weg gewerkt wordt. Naast het leveren van de producten is er geen samenwerking tussen de boeren en verwerkers.Het is moeilijk deze kloof te verkleinen daar beide partijen de kansen nog niet inzien. In de varkenssector is 300 procent overproductie. De biologische boeren zijn een aantal jaren geleden omgeschakeld wat gepaard gaat met grote investeringen. Het is niet aantrekkelijk om weer om te schakelen. Momenteel is er een aanbodgestuurde productie (bulk). Dit komt door een achterstand in motivatie en kennis. In de toekomst zal de boer toch om moeten schakelen naar vraaggestuurde productie AKK is alleen interessant indien er behoefte aan kennis is. Boeren zijn meer praktisch ingesteld. Wanneer een groep boeren gelijke ideeën hebben, die ook nog vernieuwend zijn willen zij dit het liefst op een praktische manier testen. Bijvoorbeeld door nieuwe machines aan te schaffen. Het is minder interessant om AKK hierbij te betrekken. Enkele biologische boeren geven aan meer aan promotie te willen doen om de vraag te stimuleren. Volgens Mireille is dit niet echt heel zinvol. De promotie moet juist verder in de keten plaats vinden zodat een grotere groep consumenten bereikt wordt. Helaas is er geen terugkoppeling tussen de ketenpartijen over de promotieactiviteiten. Boeren moeten weten wat er gebeurt op het gebied van promotie. Wie houdt dit overigens in de gaten? Is er een partij die de promotieactiviteiten toetst, of is er een stimulerende instelling? AKK is goed, alleen moet de drempel voor projecten voor boeren lager zijn. Meer op de praktijk gericht. Kees Reinouts, Ketenmanager biologische AGF, Task Force Kees Reinouts is werkzaam bij Task Force als ketenmanager biologische AGF. In zijn functie worden ketenpartijen aan elkaar gekoppeld, zodat telers en bijvoorbeeld retailers met elkaar samenwerken. Kees Reinouts is momenteel niet direct betrokken bij een project. Kees Reinouts is zeer tevreden over de kennisverspreiding activiteiten. Hij vindt dat partijen binnen projecten goed op de hoogte zijn van elkaar. Hij heeft veel contact met telers, retailers, AH, Laures en kennisinstellingen als PPO. Ook heeft hij vrijwel dagelijks contact met Arjan Monteney (AKK). Hierdor blijft hij op de hoogte van de kennis die gegenereerd wordt binnen projecten. De kennisverspreiding vindt plaats op wekelijks niveau. Telers hebben vaak onbegrip voor de retailers, omdat alles zo lang duurt. Andersom is dit echter ook het geval, gebeurt voornamelijk mondeling en via de e-mail. Kees Reinouts is voortdurend bezig kennis te verzamelen en dit als koek voor de retailindustrie klaar te liggen Bedrijven: Nico Heukels - Sodexho Nico Heukels is projectleider van het AKK-project ‘Menugestuurde bio-catering.’ De kennis die binnen het project wordt gegenereerd hebben betrekking op De consument - Wat wil de consument? Gestuurde vraag ontwikkeling. De biologische markt zal naar verwachting groeien. Drie tot vier procent van de consumenten koopt biologische producten. Sodexho bedient in zijn bedrijfsrestaurants dagelijks een half miljoen consumenten. De biologische consument is een interessante branche. In het plan van aanpak is al rekening gehouden met kennisverspreiding activiteiten. Dertig bedrijfsrestaurants voeren biologische producten. Zes leveranciers (Campina, Deli XL, Bakkerij van Breggen, Gourmet, Offerman en Bruijn Barendrecht) zorgen voor biologische producten. Zij hebben dagelijks contact met de bedrijfsrestaurants zodat de juiste hoeveelheden geleverd worden. De catering managers van de bedrijfsrestaurants komen 5 tot 6 keer per jaar bij elkaar om informatie/ kennis uit te wisselen. Hierbij zijn ook de kennisinstellingen (ATO, WUR) betrokken. Reeds ondernomen kennisverspreiding activiteiten Het project is 1 januari 2002 van start gegaan. Allereerst is de kennis over de marketingmix voor biologische producten ontwikkeld. De grootte van de vraag verschilt per bedrijfsrestaurant. Zo zal de vraag bij het ministerie van Landbouw hoger zijn dan bij een staalfabriek. Aan de hand van deze gegevens zijn 30 bedrijfsrestaurants geselecteerd. Vijf tot zes keer per jaar zijn de catering managers van de bedrijfsrestaurants bij elkaar gekomen. Deze 30 filialen hebben ook via de mail intensief contact. Verder is er regulier overleg tussen alle betrokken partijen. Dit is vastgesteld zoals bij ieder AKK project. De kennisverspreiding activiteiten worden door Sodexho georganiseerd, dit ook daar Nico Heukels projectleider is. Kennisverspreiding activiteiten die reeds zijn uitgevoerd bestaan uit: Meetings, tussen de betrokken partijen E-mail, voornamelijk tussen de bedrijfsrestaurants en leveranciers. Personeelsblad Sodexho; Catering magazine ‘Catertime’ Consumentenblad Sodexho; Enjoy
Pagina 10 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Convenant ‘Bevordering EKO-voeding’ Convenant tussen overheid en bedrijven, 6 november 2003 is hier nog een meeting van geweest. Nico Heukels is zeer tevreden over de wijze van kennisverspreiding. Hij heeft al veel ervaring meet dergelijke projecten en vindt dat het goed verloopt. Nog te ondernemen kennisverspreiding activiteiten In februari 2004 is een workshop georganiseerd. Verschillende pilots worden voorgelegd zodat een juiste keuze kan worden gemaakt. In februari 2004 naar de EKO-beurs in Duitsland Zoals hierboven te lezen is zijn er gerichte acties ondernomen om de kennis buiten het projectverband te verspreiden. Sodexho werkt met Convivstyle. Dit is een methode waarbij consumenten geclusterd worden. Het aanbod van de bedrijfsrestaurants speelt hier op in. Een bedacht aanbod waarbij rekening wordt gehouden met de consumentengroep. Dit is zeker ook goed toepasbaar voor andere bedrijven, sectoren. In de toekomst hoopt Sodexho in 100 bedrijfsrestaurant biologische producten aan te bieden. Hierdoor wordt de kennis ook verspreidt. De rol van kennisverspreiding Binnen het project is het belangrijk dat er kennisverspreiding plaats vindt. Voornamelijk bij de betrokken bedrijfsrestaurants is dit zeer belangrijk. Zij moeten de juiste hoeveelheden en producten ontvangen. Ook is het belangrijk een passende strategie toe te passen bij de verschillende bedrijfsrestaurant. Nico Heukels is zeer actief in het verspreiden van kennis. Door zoveel mogelijk kennis te verspreiden is het mogelijk een breed draagvlak te creëren voor biologische producten. Alleen als dit plaats vindt is er toekomst voor de biologische sector. Een belangrijk thema die nog onderzoek behoeft volgens Nico Heukels is het afstemmen van vraag en aanbod van biologische producten. Odin Ad Dokman is projectleider van het gedeelte bedrijven binnen het project ‘Verkoop en uitlevering biologische groente abonnementen via het cateringkanaal’. Ad Dokman was niet vanaf het begin betrokken als projectleider, maar is er later bijgekomen. Kennisverspreiding in het project Bij aanvang van het project heeft de projectgroep even stilgestaan bij kennisverspreiding, verder hebben met name AKK en ATO hielden zich bezig met kennisverspreiding. De rol van kennisverspreiding binnen het project was ondergeschikt aan de primaire doelstellingen die zich afspelen in het onderzoeksgebied. Er zijn workshops gehouden voor de projectleden als mede de projectleiders van AKK-projecten. Voor zover Ad Dokman weet, is de effectiviteit van de kennisverspreiding niet gemeten. Vanuit AKK zijn workshops georganiseerd om kennis buiten het projectverband te verspreiden. Ervaring met kennisverspreiding Kennisverspreiding zou vooraf een van de doelen moeten zijn en de inrichting van het project moet hier rekening mee houden (capaciteit, middelen, kennis etc.). Je ziet vaak dat de meeste aandacht uitgaat naar het onderzoeksgebied, aldus Ad Dokman. Hij gaf verder aan dat je tijd als projectleider snel ingenomen wordt door de uitvoering van het project. Hierdoor sta je pas stil bij kennisverspreiding op het moment dat er verslag uitgebracht moet worden. Interessant voor kennisverspreiding Binnen het project is ervaring opgedaan met internet. Momenteel wordt deze kennis niet naar buiten gebracht. Pas na een jaar komt het rapport van het project openbaar, omdat er bedrijfsgevoelige informatie in staat. De kennis uit het project wordt nu gebruikt voor een nieuwe internetapplicatie voor Odin. Binnen dit project is ervaring opgedaan over de verkoop van producten op internet. Deze ervaring is vrij algemeen. Ieder bedrijf dat producten verkoopt via internet, kan interesse hebben in deze kennis. Binnen het project heeft Ad Dokman meer contact gekregen met de eindklant. Hierbij viel hem op dat het imago van het biologische product te wensen over laat. Dit is volgens Ad Dokman het belangrijkste probleem. De consument heeft een ander beeld van het product dan zou moeten. De consument heeft gebrek aan informatie over de biologische teeltwijze. De consument weet bijvoorbeeld niet waarom het biologische product duurder is. Naast dit probleem constateert Ad Dokman een ander probleem, namelijk de committment van bedrijven. Tijdens het project had was samenwerking vereist van ING. In het gebouw van ING zouden ook abonnementen verkocht worden. Hiervoor wilde men informatie sturen naar de medewerkers van ING, o.a. via E-mail. Hier werd geen toestemming voor gegeven. Uiteindelijk heeft de cateraar in het gebouw meegeholpen. Het project zou een belangrijke spin-off hebben gehad, wanneer enkele belangrijke mensen binnen ING meegedaan zouden hebben. Bijvoorbeeld door zelf een abonnement te nemen. Ze vonden het jammer dat ze zelf niet betrokken waren geweest bij de gesprekken tussen de cateraar en ING. Dit is wel erg belangrijk. Uiteindelijk is duidelijk gebleken dat het belang van het project ondergeschikt is aan bedrijfsbelang van ING en de cateraar. De twee onderwerpen kunnen interessant zijn voor workshops. Het laatste onderwerp met name door middel van rollenspellen. Tijdens een rollenspel kunnen de posities en de belangen van de bedrijven verduidelijkt worden. Aantrekkelijkheid van workshops De meeste aantrekkingskracht gaat uit van het onderwerp. Op basis van het onderwerp en de tijd die hij heeft om naar een workshop te gaan, is bepalend of hij komt. Voor Ad Dokman is de structuur van de bijeenkomst van ondergeschikt belang. De onderwerpen moeten vooral actueel zijn. Betreft de structuur en opzet heeft hij wel voorkeuren. Interactie tussen deelnemers vindt hij heel belangrijk. Tijdens een gesprek kun je vaak wat leren. Ook van de vragen die de andere gesprekspartner stelt kun je leren. Vanwege het belang van de interactie zou Ad Dokman graag zien dat lezingen kort zijn, zodat er veel ruimte is voor discussie en gesprekken. Je zou tijdens een workshop met de materie aan de slag moeten. De opzet in Randwijk was goed, alleen moeten de discussiegroepen kleiner, bijvoorbeeld 6 tot 8 man per groep.
Pagina 11 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
De Groene Weg De Groene Weg, is een biologisch ambachtelijke slager. De heer Wilbert Hilkens is projectleider binnen het project ‘Verwaarding biologisch rundvlees door ketensamenwerking.’ Er wordt kennis verzameld bij de boer, De Groene Weg en de retailer. Het doel is de kwaliteitswensen van de consument/retailer aan te geven zodat de boer hier op in kan spelen. Er is voornamelijk contact via de e-mail en via bijeenkomsten. Het PvA bestaat uit 3 fasen. In fase 3 worden er workshops georganiseerd waar boeren kunnen leren hoe zij het beste kunnen afmesten zodat de gewenste kwaliteit geleverd kan worden. Allereerst wordt er kennis gevraagd bij de retailer, wat wil de consument. De wijze waarop? Binnen het project zijn geen kennisverspreiding activiteiten gepland voor buiten de keten. De heer Hilkens ziet geen mogelijkheden voor verdere kennisverspreiding. De wijze hoe het nu gepland is is logisch. Wilbert Hilkens geeft aan dat het binnen het project van essentieel belang is dat de kennis verspreidt wordt. Buiten het project wordt de kennis vrijwel niet verspreidt. Kennisinstellingen: Koos de Vlieger, LEI Koos de Vlieger is projectleider vanuit kennisinstellingen. De kennis die verspreid wordt is gericht op: Wat voor kwaliteit wenst de detailhandel (de consument)? Hoe kan deze kwaliteit gehaald worden? Welke dieren bij de melkveehouder zijn potentieel en wat is de beste methode om af te mesten. Samenwerking tussen de ketens is essentieel om de kennis en wensen over te dragen. De kennisverspreiding vindt met name plaats richting de melkveehouders. Er zal een Cd-rom ontwikkeld worden voor de melkveehouders waarin de selectie van potentiële koeien en de afmest methode wordt beschreven. Eind oktober is de eerste vergadering geweest, waar de uitwerking van het Plan van Aanpak is besproken. Het Plan van Aanpak is net afgerond en de werkzaamheden zijn net gestart. De communicatie over dit project richting klanten/retailers zal voornamelijk plaats vinden door Wilbert Hilkens. Waarschijnlijk via bladen. De communicatie richten de biologische veehouders is in handen van Jan-Jaap Jantjes werkzaam bij Natuurweide (vertegenwoordiger van biologische melkveehouders). Dit door workshops voor de veehouders te organiseren en een Cd-rom op te stellen. Dumeco stelt een communicatieplan op waarin de volgende punten worden opgenomen: Wat wordt gecommuniceerd? Wanneer wordt gecommuniceerd? Waar wordt gecommuniceerd? Door wie wordt gecommuniceerd? Met welk middel wordt gecommuniceerd? Eind december 2003 of begin januari 2004 zal dit communicatieplan opgesteld zijn. De kennis wordt verzameld door experts te interviewen (afnemers, retailers, groothandelaren), literatuuronderzoek (gericht op vraag en aanbod), gegevens praktijk (slachterijen) en proefboerderij Praktijkonderzoek Veehouderij (informatie over veehouderij en afmest systemen). Een doel van het onderzoek is een veranderingsproces bij de biologische melkveehouder op gang te brengen, zodat zij in de toekomst met kwalitatief (relatief) goed vlees op de markt kunnen komen. De kennisverspreiding activiteiten worden in het communicatieplan beschreven. De ketenkennisgebieden die van toepassing kunnen zijn op een breder publiek zijn: Marktinformatie voorziening door de keten. De verkregen kennis kan ook van toepassing zijn voor de gangbare melkveehouderij. Momenteel wordt veel vlees geïmporteerd omdat de kwaliteit van het Nederlandse vlees te laag is. Door de kennis kan de melkveehouder op de hoogte worden gebracht van de eigenschappen van potentiële koeien en de beste afmesting methode. Misschien dat Dumeco ook met een Cd-rom voor de gangbare melkveehouders op de markt komt. Intern heeft kennisverspreiding een doel, niet per se naar buiten; per fase worden werkgroepen opgesteld. Zij komen geregeld bij elkaar om de resultaten te bespreken. Aan het einde van de fase wordt een concept verslag aan de stuurgroep voorgelegd en worden zij geïnformeerd. Buiten het project wordt de kennis voornamelijk naar de biologische veehouders gecommuniceerd. De externe publicaties gaan vaak over de werkwijze en het doel van een project. Vrijwel nooit wordt de verkregen kennis naar buiten gecommuniceerd. Dit kan komen doordat bedrijven bij het project betrokken zijn die de verkregen kennis zelf willen toepassen. Conny van der Heijden - Agrotechnologie and Food Innovations B.V. De vraag binnen het project is of het aanbieden van groente abonnementen via het catering kanaal (bedrijfsrestaurants) aantrekkelijk is. De consument hoeft zo niet naar de winkel. Allereerst is er een pilot uitgevoerd in samenwerking met alle betrokken partijen (Odin, Sodexho, ATO, WUR). Er is een keuze gemaakt over hoe de abonnementen het beste aangeboden konden worden. Tijdens het project is er een consumentenonderzoek uitgevoerd. Zes locaties (bedrijfsrestaurants) van Sodexho hebben meegewerkt aan het project en de groente-abonnementen aangeboden. Bij het PvA zijn de eisen van AKK aangehouden met betrekking tot kennisverspreiding. Rapporten worden gepubliceerd, artikelen in tijdschriften en meetings tussen de betrokken partijen.
Pagina 12 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Reeds ondernomen kennisverspreiding activiteiten Bij de start van het project kwamen de betrokkenen een keer in de twee weken bij elkaar. Later is dit iets minder geworden, ongeveer 1 keer in de drie maanden. Tijdens de meetings wordt voornamelijk de voortgang besproken. Aan dit onderzoek hebben zes bedrijfsrestaurants meegewerkt. Om de consumenten te benaderen is bij de bedrijven van deze zes bedrijfsrestaurants naar alle consumenten een e-mail gestuurd om hen op de hoogte te stellen van het project. Tevens was in de kantine foldermateriaal aanwezig. Via de website konden consumenten zich aanmelden. In enkele kranten heeft een publicatie gestaan over het project. Bij de keuze van de zes bedrijfsrestaurants is voornamelijk gelet op logistiek, mogelijkheden met medewerkers en aanwezigheid van koeling. De kennis die is verspreid gaat over het project algemeen. Dus niet over de kennis binnen het project, maar over het doel van het project en de aanpak. Zodat de consument weet wat het nut is van het project. Er is gekozen voor publicaties die informatie geven over het project. Dit zijn meestal vrij korte stukjes. In de ‘Gelderlander’(krant) heeft bijvoorbeeld een stukje gestaan en in meerdere (kleinere) krantjes. Wanneer er wordt gekozen om in vakbladen kennis te verspreiden kost dit meestal veel tijd, volgens Conny van der Heijden. De kennisverspreiding activiteiten worden door de verschillende bedrijven en kennisinstellingen uitgevoerd. In een meeting wordt overlegd wat de stappen zijn en degene die de beste contacten heeft met een krant schrijft de publicatie. Bij externe publicaties hebben Sodexho en Odin de eindregie. Conny van der Heijden is tevreden over het verloop en samenwerking van het project. Helaas is het aanbieden van groente abonnementen via het catering kanaal nog niet aantrekkelijk. Nog te ondernemen kennisverspreiding activiteiten Het project is al bijna afgerond. Er zal nog een eindrapport verschijnen voor de betrokkenen bij het project. Tevens een openbaar rapport voor AKK en een intern bedrijfspublicatie van Sodexho. Misschien dat het openbaar rapport naar een aantal plaatsen wordt verstuurd. In het projectplan is aangegeven dat externe kennisverspreiding voornamelijk plaats zou vinden indien de resultaten van het project positief zouden zijn. De rol van kennisverspreiding Intern is de kennis zeer goed verspreidt. De externe kennis verspreidingsactiviteiten gaan voornamelijk over het project, wat is het nut van het project en waarom zou de consument er aan mee moeten doen. Dit is in geringe mate gebeurd. Er is geen externe kennis verspreidt over de kennis die naar voren is gekomen binnen het project. Conny van der Heijden geeft aan dat er onderzoek nodig is naar consumentengedrag met betrekking tot biologische producten. Enerzijds wil de consument veilige producten, anderzijds is zij niet bereid extra geld te betalen. Han Soethoudt; Agrotechnologie and Food Innovations B.V. Han Soethoudt is projectleider van de kennisinstellingen. Het project voert onderzoek uit op verschillende gebieden: Marktorientatie Monitoring op het gebied van logistiek, marketing en communicatie Reeds ondernomen kennisverspreiding activiteiten het project is 1 januari 2002 gestart. Middels werkgroepen worden de resultaten gepresenteerd. Tevens zijn er 5 à6 rapporten verschenen en verspreidt over de projectleden. Vier maal per jaar komen de projectgroepen bij elkaar. In 30 bedrijfsrestauranten worden biologische producten aangeboden. Dit gebeurt niet op een identieke wijze. Er bestaan twee type contracten voor de catering managers van de bedrijfsrestaurants; Open boek contract. De catering managers hebben weinig te zeggen over het assortiment en de presentatie ervan. De managers zijn vaak onvoldoende gemotiveerd om nieuwe producten aan de man te brengen; Aanneem koop contract. De catering managers hebben invloed op de wijze van promotie en het assortiment. De managers zijn vaak zeer gemotiveerd omdat de verkoopcijfers direct invloed hebben op de eigen inkomsten. Het wordt de catering managers niet opgelegd hoe zij de biologische producten moeten behandelen. Ieder bedrijfsrestaurant heeft zijn eigen karakter, consumenten en capaciteiten. Doordat dertig verschillende bedrijfsrestaurants betrokken zijn wordt praktische informatie verkregen. De kennisinstellingen voeren onderzoek uit op het gebied van marktoriëntatie. Fase 2 van het project waarbij de onderwerpen als marketingstrategie ontwikkelen, logistieke inrichting, organisatie communicatie aanbod zijn gekomen, is afgerond. In dit project wordt voornamelijk kennis gegenereerd op het gebied van marktoriëntatie van biologische producten. Welke consumententype willen biologische producten en hoe kunnen deze het beste aangeboden worden. Han Soethoudt is tevreden over de kennisverspreiding binnen het project. Echter verdient de kennisverpreiding richting catering managers meer aandacht. Maar dit zal ook in fase drie plaats vinden. Nog te ondernemen kennisverspreiding activiteiten In fase drie wordt een pilot georganiseerd voor alle betrokken partijen. Voor de pilots zijn verschillende mogelijkheden voor het aanbieden van biologische producten in bedrijfsrestaurants ontwikkeld. De catering managers van Sodexho kunnen dan zelf kijken welke methode het best geschikt is voor het bedrijfsrestaurant waar zij werkzaam zijn. Kennis over het project wordt ook buiten het project verspreidt door middel van publicaties in onder andere Vlees Industrie IBL Nieuwsbrief (Innovatiecentrum Biologische Landbouw) Catertime, blad voor personeelsleden van Sodexho Enjoy, consumentenblad van Dosexho Han Soethoudt vertelt dat vooral Nico Heukels intensief bezig is met externe kennisverspreiding (bijvoorbeeld open podia).
Pagina 13 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Het liefst willen zij de kennis delen, zodat biologische een breed draagvlak in Nederland krijgt en de vraag zal stijgen. Ook gaan zij in februari naar een EKO-beurs in Duitsland De rol van kennisverspreiding Dit komt geheel overheen met de rol van kennisverspreiding zoals bij Nico Heukels is beschreven. Een missend onderwerp in de onderzoeken op het gebied de biologische sector is de sensorische beleving van consumenten van biologische producten. Hielke van der Meulen (Universiteit Nyenrode) Ketenkennisgebieden De ketenkennisgebieden zoals beschreven in het samenvattende A4’tje van AKK over het project ‘Appels van stand’ zijn; Vertaalslag markt - Identificeren van wensen en voorkeuren van consumenten met betrekking tot kwaliteit (kleur, smaak, etc.) van biologische appels en het vertalen van deze wensen door de hele keten Marktinformatievoorziening door de keten - Identificeren van wensen en voorkeuren van consumenten met betrekking tot kwaliteit (kleur, smaak, etc.) van biologische appels en het vertalen van deze wensen door de hele keten Managementtools (besturing) - Ontwikkelen van een keuze instrument voor de teler voor prijsvorming en de meest passende afzetketen Hielke van der Meulen is als expert circuits bij het project ‘Appels van Stand’ betrokken. Hij houdt zich bezig met het onderdeel vermarktingsstijlen (circuits) binnen het project ‘Appels van Stand’. Binnen dit onderdeel worden verschillende stijlen beschreven. Het doel van dit onderzoek is: om een inspirerend beeld te bieden aan handelaren en fruittelers om bewust te kiezen voor een bepaalde ketenstijl en die vervolgens consistent uit te bouwen in profilering en communicatie over appelkwaliteit. Er dient consistenter aan de vermarktingsstijl vastgehouden te worden. Daarnaast moet deze kennis resulteren in toepassing van meer dan één type vermarkting voor appel, zodat meer consumenten in aanraking komen met het product. Hiermee kan een opschaling van het product worden gerealiseerd. De kennis wordt onder de doelgroep verspreidt middels een brochure en een bijeenkomst. Iedere schakel in de keten wordt als doelgroep voor deze kennis gezien. Het is nog niet duidelijk welke mensen voor de bijeenkomst uitgenodigd zullen worden. De precieze invulling van de kennisverspreiding wordt geregeld via Joke Bloksma (LBI). De resultaten en werkwijze over vermarktingsstijlen worden ook gebruikt binnen andere projecten van LBI. Deze projecten hebben betrekking op vlees en melk. Hierdoor vindt indirect extra kennisverspreiding plaats, ook buiten de fruitsector. Naast kennisverspreiding op het gebied van vermarkting, vindt er ook algemene kennisverspreiding plaats via nieuwsbrieven. Volgens de geïnterviewde zijn deze nieuwsbrieven goed aangepast aan de doelgroep, zoals bijvoorbeeld telers. Voor hemzelf blijkt het ook prettig te zijn om kennis te nemen van andere onderdelen binnen het project. Hiermee kunnen projectdeelnemers alles makkelijker in een kader plaatsen. Louis Bolk Instituut Reeds ondernomen kennisverspreiding activiteiten Het project is geïnitieerd door de teeltsector samen met het LBI, dat later PPO Randwijk en Universiteit Nijenrode erbij betrokken heeft. In de eerste gesprekken met de potentiële projectdeelnemers is de eerste onderzoeksvraag verder uitgewerkt en waar nodig bijgesteld om precies die kennis en informatie te ontwikkelen die telers en alle ketenpartijen nodig achten rond het thema “kwaliteit van appels”. Uitgangspunt voor het LBI is dat generen van kennis en kennisverspreiding vanaf het eerste begin van een project(voorstel) gezamenlijk worden uitgevoerd, waarbij het initiatief bij het LBI ligt. Doel van alle projecten is het om niet alleen inhoudelijke kennis maar ook proceskennis en lessons learned meteen aan alle participanten aan te bieden zodat activiteiten ook buiten het projectverband en zelfstandig voortgezet kunnen worden door alle schakels in de keten. Vooral de analyse waarom samenwerking in ene keten werkt is belangrijke informatie voor andere ketens en projecten. Rol van kennis binnen project Bijeenkomsten van participanten zijn essentieel voor projecten waarbij inzichten en kennis gebruikt worden voor een optimale projectvoortgang, vooral de stuurgroep heeft herin een belangrijke rol. Uitgangspunt moet dan zijn dan tussentijdse resultaten basis moeten zijn om projectdoelen en activiteiten bij te stellen. Algemene aspecten kennisverspreiding: Kennisbehoefte Louis Bolk Instituut Monitoring van kwaliteit in de keten en samenwerking tussen schakels inclusief afstemming tussen schakels van alle gegevens voor kwaliteitsbepaling en – bewaking. Ketendynamiek algemeen en verschillen tussen sectoren en schakels analyseren Algemene indruk kennisstromen Biologische ketens Projecten zijn noodzakelijk in ketens die nog niet een eigen dynamiek hebben, omdat anders geen kennisdoorstroom op gang komt. Wel moet men in projectverband erop letten dat alle participanten willen meewerken aan de kennisverspreiding. Externe kennisverspreiding is eigenlijk de taak van kennisinstellingen en standsorganisaties, want niet direct in het belang van bedrijfsparticipanten. Hierbij is het belangrijk om alle participanten goed te informeren over WAT gecommuniceerd wordt. Naar externen zal vaak een vertaalslag nodig zijn om gegevens te anonimiseren of generieker te maken zodat individuele bedrijven moeilijker te identificeren zijn. Voor een goede kennisdoorstroom van en naar bedrijven is het opbouwen van een vertrouwensrelatie belangrijk; men kan het beste meerdere projecten met (oud)participanten uitvoeren. Daarnaast moet men als projectleider veel investeren in een goede persoonlijke relatie met alle participanten, dan zal de informatie uitwisseling vaak geen problemen opleveren.
Pagina 14 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
AKK project Titel Subtitel Auteurs: Codes Ketenkennisgebieden Aantal pagina’s Contactpersoon Datum Uitgave Openbaar / niet openbaar
ACB-03.033 Twee weten meer dan een Presentatie project Twee weten meer dan een tijdens Conferentie AKK “Trekker van Vernieuwing” 2 november 2004 Doorgaande diashow op informatiestand biologische ketens Gitte Schober, WBS 1.3; 1.6 2 Gitte Schober, WBS 9-9-2004 openbaar
3. Presentatie project Twee weten meer dan een tijdens AKK conferentie AKK Twee weten meer dan één Workshop thema Biologische afzetketens 'Efficiënte biologische ketens en borging van imago' 'Efficiënte biologische ketens en borging van imago' Wie in de keten profiteert van ketenoptimalisatie? Welke lessen kunnen getrokken worden voor andere ketens? Is het imago van biologisch meer gebaat bij lage kostprijs of bij stevige regelgeving? Kan regelgeving efficiency-verbetering ondersteunen? 'De meerwaarde(n) van Biologisch' Welke meerwaarde(n) zijn van belang voor de consument en voor jullie bedrijf om op in te haken? Wat hebben jullie daarover geleerd in jullie ketenprojecten (Dynamische Ketenscenario's, Menugestuurde Bio-catering e.d.)? 'De meerwaarde(n) van Biologisch' Wat zijn de praktische ervaringen: wat werkt wel en wat niet? Hoe kan beter op de meerwaarde(n) ingespeeld worden, hoe kan meerwaarde gecreëerd worden en welke rol speelt marketing daarbij? Verschillen consumenten van tijd tot tijd en plaats tot plaats en hoe zal dat er over een aantal jaar uitzien? Conclusies 'De meerwaarde(n) van Biologisch' klanten en consumenten zien vooral een negatieve waarde van biologisch (minder lekker, duur) meerwaarde is te vinden voor bedrijven, niet de individuele klant Koppelen met andere duurzaamheids- aspecten heeft de toekomst Welkom in de kraamkamer 10 voorbeelden van de innovatieve kracht van de biologische landbouw voor de verduurzaming van de gangbare landbouw De publicatie “Kraamkamer van duurzaamheid” vindt u in de KennisBank op www.biologischelandbouw.net © IBL, oktober 2004, Wageningen UR
Pagina 15 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
AKK project Titel Subtitel Auteurs: Codes Ketenkennisgebieden Aantal pagina’s Contactpersoon Datum Uitgave Openbaar / niet openbaar
ACB-03.033 Twee weten meer dan een Workshops Conferentie AKK “Trekker van Vernieuwing” 2 november 2004 Programma en verslag van de workshops van het thema Biologische afzetketens AKK en InHOlland 1.3; 1.6 2 Gitte Schober, WBS 9-9-2004 openbaar
4. Workshops Conferentie AKK “Trekker van Vernieuwing” 2 november 2004 Thema Biologische afzetketens Aan de beide workshops over het thema Biologische afzetketens hebben in totaal 49 deelnemers en sprekers deelgenomen uit heg bedrijfsleven (18) en kennisinstellingen (31). De meerwaarde(n) van Biologisch Er zijn verschillende redenen waarom consumenten vinden dat biologische producten een meerwaarde hebben. Smaak, diervriendelijk, gezond en vertrouwen zijn associaties die consumenten met biologische producten hebben. Inspelen op deze meerwaarden en op de beleving van de consument kan de afzet van biologische producten stimuleren. In de workshop wordt aan de hand van een aantal praktische voorbeelden uit de supermarkt en de catering gediscussieerd over wat voor de consument de belangrijkste meerwaarden van biologische producten zijn en hoe consumenten hierin verschillen. Hoe kunnen bedrijven en ketens deze meerwaarden creëren, uitbouwen en vermarkten en de consument verleiden? Doel van de workshop is dat de deelnemers elkaar aan de hand van de discussie inspireren over de meerwaarde(n) van biologische producten en over de mogelijkheden om daar op in te spelen. Deze workshop wordt georganiseerd in samenwerking met de Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw (MBL). Workshopleider: Inleider: Inleider:
Uli Schnier, voorzitter Task Force MBL Gé Happe, Albert Heijn Nico Heukels, Sodexho
Resultaten workshop (Verslag InHolland, Delft) In de supermarkt wordt de meerwaarde van biologische producten door de consument onderkend. Het assortiment wordt bijvoorbeeld door Albert Hein afgestemd op de vraag van de consument en ondersteund door promotionele acties. In de catering is de acceptatie van biologische producten minder, onder andere vanwege de prijs en het imago van biologische producten. De meerwaarde is in de catering niet duidelijk te maken aan de eindgebruikers. Hierin moet voorlichting bij de cateringmanagers een bijdrage leveren. Efficiënte biologische ketens en borging van imago Eén van de hobbels bij de opschaling van de afzet van biologische producten is de meerprijs die de consument ervaart ten opzichte van gangbare producten. Inspelen op de meerwaarden van biologische producten kan helpen deze hobbel te verkleinen. Daarnaast moet gezocht worden naar mogelijkheden om de meerprijs veroorzaakt door de huidige kleinschaligheid van de biologische sector, te verminderen. Efficiëntieverbetering in de biologische keten kan de vicieuze cirkel doorbreken: slimme logistieke systemen, verhoging van de omloopsnelheid of beperking van uitval en derving. In de workshop zullen de mogelijkheden worden toegelicht aan de hand van de biologische varkensvleesketen De Groene Weg – Dumeco – Albert Heijn.
Pagina 16 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Bij efficiëntieverbetering is het van belang om het imago van de biologische sector en het consumentenvertrouwen niet uit het oog te verliezen. Door Biologica zal worden toegelicht wat de rol is van regelgeving voor een betrouwbaar concept, met herkenbare meerwaarden voor de consument. Deze workshop wordt georganiseerd in samenwerking Biologica. Workshopleider: Inleider: Inleider:
Jac Meijs, directeur Biologica Bert Urlings, Dumeco Joost Guijt, Biologica
Resultaten workshop (Verslag InHolland Delft) Een verlaging van de voerkosten kan leiden tot substantiele besparingen tijdens de productie. Efficiëntieverhoging van de biologische productie en inzicht in de kostenstromen in biologische afzetketens leiden eveneens tot besparingen en daarmee tot kostenverlaging.
Pagina 17 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
AKK project Titel Subtitel Auteurs: Codes Ketenkennisgebieden Aantal pagina’s Contactpersoon Datum Uitgave Openbaar / niet openbaar
ACB-03.033 Twee weten meer dan een Verslag van workshop 3: Van meer waarde naar meerprijs op 2005 Workshop tijdens BIOM strategiedag 27/01 Judith Gerretsen, PPO 1.3; 1.6 4 Gitte Schober, WBS 27/01/2005 openbaar
5. BIOM-strategiedag - Verslag van workshop 3: Van meer waarde naar meerprijs op 2005 Aan de workshop over het thema Biologische afzetketens hebben in totaal 39 deelnemers en sprekers deelgenomen uit het bedrijfsleven (28) en kennisinstellingen (11). Sprekers
: Johan van den Dries, Tuin Salland Corrinne Goenee, Innovaction Discussieleidster : Esther Hessel-Millenaar, Q-point B.V. Begeleider/organisator : Der van Balen (DLV biologische landbouw) Notuliste : Hanneke van Zuilichem (PPO Bloembollen) Inleiding van Johan van den Dries Dhr. Van den Dries vertelt over hun familiebedrijf (Tuin Salland) dat hij samen met zijn vrouw heeft. Het is 4 ha groot en ze produceren voor de eigen biologische winkel en staan op de biologische markt in Zwolle (welke ze jaren gelden zelf hebben opgericht). Later zijn ze ook met een eigen abonnementensysteem gestart (gestart met 30 stuks). Door de afzet in eigen hand te houden, schakel je de tussenhandel uit(dus geen verliezen in de marges) en spaar je transportkosten, fusthuur e.d. uit. De prijsvorming heb je eveneens zelf in de hand. De teler/handelaar is tegen het principe: meer produceren, lage kostprijs i.v.m. de kapitalistische instelling die daar achter schuil gaat. Past niet in het beeld van biologische landbouw. Door alles zelf te doen heb je grote onafhankelijkheid. Zelf verkopen geeft vertrouwen bij de consumenten; deze ziet direct waar het product vandaan komt en kan ook allerlei achtergrondinformatie krijgen. De meerwaarde in de producten van dhr. Van den Dries zit (naast dat het biologisch is) met name in het persoonlijk contact met de klanten (er is sprake van een sterke klantenbinding). Nadelen zijn wel dat het heel veel werk kost om zowel teelt als afzet zelf te organiseren. De meerwaarde van het product betekent dan ook meer werk. Verder is door de grote diversiteit en kleinschaligheid van de diverse teelten veel handwerk noodzakelijk. Alles wat ze zelf telen wordt in Zwolle afgezet. Om een compleet assortiment in de winkel te krijgen, koopt dhr. Van den Dries in bij Udea. In de winkel worden alleen producten verkocht die bij het seizoen passen en binnen Europa geproduceerd zijn. Dhr. Van den Dries ziet nog grote potentie in de afzet in Zwolle, maar springt hier niet in. Hij wil graag samen met zijn vrouw een familiebedrijf blijven en wil niet groeien. Hij ziet bijvoorbeeld kansen in de biologische catering. Volgens dhr. Van den Dries passen biologische producten niet in de supermarkt, want zijn niet besteed aan deze consumenten. Biologische producten horen in een biologische winkel (natuurvoedingswinkel) thuis, waar de consumenten van het winkelpersoneel een goede begeleiding en advies krijgen bij de aankoop van hun producten. Inleiding Corrinne Goenee Corrinne werkt bij een adviesbureau welke innovatieve ideeën ontwikkelen in de marketing van producten uit de voedingslandbouw en /levensmiddelenindustrie. Zij gaf hun visie over hoe er meerwaarde gegeven kon worden aan biologische producten. Ze liet een hele rij voorbeelden de revue passeren met bijbehorende tips, zoals: De consument moet op het moment van winkelen geprikkeld/overgehaald worden om te kopen en niet van te voren (thuis). Bijv. in Amerika wordt bij de schappen per product aangegeven wat de gehaltes aan vitamines zijn (wordt per oogst bepaald). Dit is confronterend en verleidend tot koopgedrag.
Pagina 18 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Innovaction heeft voor het koopgedrag in de Nederlandse supermarkten een zogenaamde PITanalyse uitgevoerd. Daarbij wordt elk product ingedeeld in 4 hoofdcategorieën (Pleasure, Fitness & Wellbeing, Health & Sustainabillity en Conveniance). Innovaction ziet veel kansrijke trends voor AGF. Er werden trends gezien in de subcategorieën Luxe & Autentiek, Fun, Exotisch en Variatie. Deze analyse is niet specifiek voor biologische producten uitgevoerd, maar zijn daar wel in te passen. Het bedrijf heeft wel schappenanalyses uitgevoerd voor Max Havelaar en Fair Trade, maar die zijn niet openbaar. Opvallend presenteren van producten; Luxe verpakking die meerwaarde geeft aan het biologische product. Zet gewoon duidelijk op het product de boodschap die je de consument wil meegeven. Als het maar opvallend en uniek is. Discussie Opzet: De deelnemers werden in groepen van ca. 8 personen verdeeld. Per groep werd een lijst met stellingen uitgereikt waarover gediscussieerd kon worden. De conclusies moesten op flap-over vellen geschreven worden. Na afloop was het de bedoeling om met de gehele groep de stellingen na te lopen en per groep de conclusies te laten toelichten. Resultaat Stelling 1. De ware consument van het biologische product is zich bewust van de meerwaarde ervan, en opgrond daarvan ook bereid de prijs te betalen Groepsconclusies • Prijs blijft een belangrijk item. De uitgave aan eten is procentueel gezien relatief klein. Toch klagen mensen dat het eten te duur is. • Je kunt bij de promotie van biologische producten beter inzetten op de groep ´echte´ kopers, want om de grote groep te overtuigen kost veel te veel geld. Je moet het zo zien te krijgen dat de echte overtuigde consumenten als een soort inktvlek gaan werken naar de grote groep toe. In hoeverre kun je dit proces als teler beïnvloeden.? Stelling 2 Biologisch is voor iedereen Groepsconclusies • Voor bijna iedereen • Oneens; een kleine groep koopt bewust, middengroep moet overgehaald worden. • Biologisch heeft een waarde en is voor iedereen toegankelijk • Bijna voor iedereen. Niet iedereen heeft het er voor over. • BIO is voor iedereen. Niet gokken op 100% cons. Vaste kern uitbreiden. • Hoe ga je toegevoegde waarde geven: 1) hoe het geproduceerd is, 2) emotionele insteek op gezondheid en milieu of 3) onderscheid maken tussen ´eten´ en´voeding´. • Wanneer je op een brede groep mensen wil inzetten, dan door marketing inspelen op gemak, emotie etc. Stelling 3 Niet het EKO-merk, maar het gezicht bij het product, de directe relatie met de consument geeft vertrouwen: biologische producten horen niet thuis in de supermarkt Groepsconclusies • Biologische producten ook in de supermarkt; doe wat aan herkenbaarheid • Gedeeltelijk; gericht moet ook op de supermarkt ingezet worden. • Het EKO-merk moet voor het vertrouwen zorgen. Het gezicht kan dat versterken. Biologisch hoort in de supermarkt. • EKO-merk vertrouwen. Gezicht waar voor de bewuste consument. Biologisch όόk in supermarkt thuis. Via alle kanalen verkopen. • Streven naar beter logo. Meer herkenbaarheid logo. Bio. producten horen zeker in supermarkt, want bio. is voor iedereen. • Je hebt te maken met verschillende groepen. De één wil weten waar het vandaan komt (kopen dan ook in natuurvoedingswinkels of op biologische markt). De ander komt daar niet
Pagina 19 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
• •
en moet via supermarkt in contact gebracht worden met biologisch en daarbij moet een herkenbaar en opvallend EKO-keurmerk de basis vormen. Het EKO-product past wel degelijk in de supermarkt om de producten bij een breder publiek onder de aandacht te brengen. Wanneer straks de oorlog tussen de supermarkten voorbij is, moeten de biologische producten al klaar staan met een nieuwe aanpak om de producten in de supermarkten te presenteren.
Stelling 4 Biologisch biedt geen meerwaarde in Nederland Groepsconclusies • BIO heeft meerwaarde • Nee, geen meerwaarde • Biologisch heeft meerwaarde • Minimaal, maar groeit • De consument wil wel meer betalen (of zegt het), maar doet dit niet. • Biologische telers moeten beter proberen zich in de consument in te leven, wanneer ze aan de presentatie van het product gaan werken. Voor in de supermarkt geldt dat deze klanten over het algemeen niet zitten te wachten op een hele informatiestroom op de verpakking. De consument gaat ervan uit dat wat in de supermarkt verkocht wordt dat het daar wel goed mee zit. • Je zou bij het presenteren van biologische producten kunnen werken door ze als concepten aan te beiden. Hier werd een voorbeeld van gegeven wat in België wordt toegepast: een reeks aan producten die uit een bepaalde streek afkomstig zijn en allemaal aan elkaar verbonden zijn door een duidelijk herkenbare verpakking en eenduidige tekstopdruk / etiket / achtergrondinformatie. Stelling 5 De echte meerwaarde van het biologische product stoelt in de oorspronkelijke (geitenwollen sokken) visie van waaruit de biologische boor hoort te werken en waaraan hij in wezen geen concessies wil doen. Groepsconclusies Nee Voor bewuste koper wel; middengroep niet (gezond, milieu) Visie en meerwaarde zijn aan veranderingen onderhevig. Ja (geitenwollen sokken) Stelling 6 Zoveel mogelijk produceren tegen zo laag mogelijke kosten is geen item in de biologische landbouw. Groepsconclusies Op individueel niveau: ja / Op collectief niveau; nee Is het wel Helaas wel. Nee Stelling 7 Biologisch in 2010 Groepsconclusies Eens In het ziekenfonds! Toename 3% !
Pagina 20 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
AKK project Titel Subtitel Auteurs: Codes Ketenkennisgebieden Aantal pagina’s Contactpersoon Datum Uitgave Openbaar / niet openbaar
ACB-03.033 Twee weten meer dan een Procesverslag Publicatie: Kraamkamer duurzaamheid Succesfactoren voor een rapportage Eddy Teenstra (IBL) 1.3; 1.6 2 Eddy Teenstra (IBL) 16/12/2004 openbaar
van
6. Procesverslag Publicatie: Kraamkamer van duurzaamheid Opdracht: Beschrijf een aantal verduurzamende innovaties die hun oorsprong vinden in de biologische landbouw en zijn overgenomen, of daartoe grote potentie hebben, voor de gangbare landbouw (in Nederland). Doel: Ondersteunen van het LNV-beleid t.a.v. biologische landbouw en de potentie daarvan om als kraamkamer te dienen voor de gangbare landbouw. De publicatie was een kennisbron voor de nieuwe beleidsnota 2005-2007 en moest vooral een positieve impuls geven aan het maatschappelijke en politieke debat rond de bespreking van de beleidsnota in de Tweede Kamer (juni 2004). Doelgroep: Alle relevante partijen die betrokken waren bij de politieke besluitvorming. Vertaling van bovenstaande leverde de volgende randvoorwaarden voor de publicatie: 1. Eenvoudig en goed leesbaar. 2. Aantrekkelijk vormgegeven. 3. Aansprekende en vooral traceerbare voorbeelden die consistent zijn met andere publicaties. 4. Tijdige levering i.v.m. de (politieke) beleidsagenda. Succesfactoren Aanpak Tijdige levering was eigenlijk de belangrijkste randvoorwaarde. Daarom is bewust gekozen voor een centralistische aanpak. In plaats van een groot aantal schrijfopdrachten uit te zetten bij onderzoeksdeskundigen – die daar naar verwachting een zeer verschillende prioriteit aan zouden geven – is hen gevraagd om slechts ruwe, liefst bestaande teksten aan te leveren. Deze zijn vervolgens centraal verwerkt en, waar nodig, aangevuld. Zo kon gelijktijdig enige uniformiteit in de teksten (stijl, structuur en inhoud) worden aangebracht. Belangrijke voorwaarde voor het welslagen van een dergelijke aanpak is dat de redactie, naast redactionele vaardigheden, over een brede vakinhoudelijke kennis beschikt. Aan deze voorwaarde werd voldaan. De onderzoeksdeskundigen zijn in dit proces alleen verantwoordelijk voor de strekking van de teksten en niet voor de letterlijke inhoud. Dit heeft als groot voordeel dat geen tijd verloren gaat aan discussies over ‘punten en komma’s‘. Overigens waren alle onderzoeksdeskundigen zeer tevreden met het uiteindelijke resultaat. Redactie Dit leverde gelijk de tweede succesfactor van de publicatie: een redactie die in staat is om doelgroepgericht te schrijven c.q. te redigeren. Hoewel stijl natuurlijk altijd persoonlijk is, zijn de teksten eenvoudig en goed leesbaar gebleken. De leesbaarheid is verder vergroot door iedere tekst kort te houden (maximaal twee A4’tjes) met een uniforme structuur (titel, header, tussenkopjes, foto en tekstkader) en met eigen steunkleur. Bovendien kon de lezer op iedere pagina aan de hand van een ‘spoorboekje’ zien waar hij in de publicatie was en hoe hij gemakkelijk andere onderwerpen kon vinden. Inhoud Omdat de opdrachtgever nauw betrokken was bij de definitieve selectie van de tijdens een inventarisatie aangedragen voorbeelden sloten de beschreven voorbeelden goed aan bij de actualiteit en belevingswereld van de opdrachtgever. Ze waren genuanceerd gepresenteerd. Een belangrijk element hierin was de impactmeter waarmee in kwalitatieve termen zowel de positieve als negatieve
Pagina 21 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
impact op relevante duurzaamheidaspecten in een gangbaar landbouwsysteem werd aangegeven. Dit heeft de geloofwaardigheid van de voorbeelden veel goed gedaan. Publiciteit Een laatste belangrijke succesfactor was de manier waarop de publiciteit was geregeld. Deze was geheel voor verantwoording van LNV. Zelfs zonder persberichten heeft de publicatie veel aandacht gekregen. Het ministerie van LNV en de beleids- en promotieorganisatie Biologica, hebben de publicatie voorafgaand aan het Tweede-Kamerdebat onder een breed publiek verspreid. Ook de gratis beschikbaarheid en de mogelijkheid om de publicatie als pdf in de KennisBank biologische landbouw en voeding (www.biologischelandbouw.net/kennisbank/) te downloaden heeft hierbij een rol gespeeld.
Pagina 22 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
AKK project Titel Subtitel Auteurs: Codes Ketenkennisgebieden Aantal pagina’s Contactpersoon Datum Uitgave Openbaar / niet openbaar
ACB-03.033 Twee weten meer dan een Protocol discussierondes voor kennisnetwerken Gitte Schober (WBS) 1.3; 1.6 1 Gitte Schober 21/9/2004 openbaar
7. Protocol discussierondes voor kennisnetwerken Opzet: In de centrale ruimte wordt tijdens bijvoorbeeld de lunchpauze de kennis uit de workshops gepresenteerd aan kennistafels In het midden komt de centrale “orakeltafel” van de organisatie met procesbegeleiders die mensen kunnen doorverwijzen naar experts, in hun netwerken kunnen introduceren en alles regisseren. Duur maximaal 20 minuten Protocol discussierondes voor ronde tafelgesprekken tijdens AKK conferentie: Vragen worden geïnventariseerd bij registratie en gekozen door organisatie Voorbereiding met de experts van de tafels: herformulering vraag, waarop ingaan, wat is goede kickoff, welke aspecten komen aan de orde Informeren vragensteller tijdens voorbereiding door de procesbegeleiders en voorbereiden op discussie Expert roept vraag om en nodigt geïnteresseerden uit om dichterbij te komen. Vraagt ook vraagsteller om erbij te komen 10 minuten discussie rond de vraag met actief betrekken omstanders (microfoon!!) Afsluiten met een hoofdconclusie (bruikbaar voor plenair deel strategisch dialoog) en korte samenvatting naar vragensteller. Evt. doorverwijzen naar expert of netwerk. Overzicht dynamiek discussie in een kennisnetwerk
Als je tijdens de bijeenkomst ergens staat waar je niets opsteekt of niets kunt bijdragen, gebruik je twee voeten en zoek een betere plek
Wees gepassioneerd over het onderwerp en wordt creatief!
Wie je ook tegenkomt: het is de goede persoon!
netwerken Over is over en sluiten
Wat er ook gebeurt, is interessant!
Pagina 23 van 34
Wanneer het ook gebeurt, het is de juiste tijd!
Bijlagen AKK project ACB 03.033
AKK project Titel Subtitel Auteurs: Codes Ketenkennisgebieden Aantal pagina’s Contactpersoon Datum Uitgave Openbaar / niet openbaar
ACB-03.033 Twee weten meer dan een Format en framework voor factsheets Kenniskaarten met resultaten uit het project Gitte Schober (WBS) en Elsje Oosterkamp (LEI) 1.3; 1.6 4 Gitte Schober 31/01/2005 openbaar
Format en framework voor Factsheets “Twee weten meer dan een” Doelstelling: Passieve verspreiding door AKK tijdens bijeenkomsten en met verzendingen. Format: Kort Concrete feiten Gebaseerd op bestaand materiaal Neutrale lay-out (niet organisatiegebonden) A5 dubbelzijdig? Self-explaining met verwijzing naar achtergrondinformatie Framework: 4 thema’s: consument – kwaliteit – samenwerking – buitenlandse markten 3 doelen: awareness – information – public relations Partners: AKK projectteams Taskforce BIOM Platform Biologica LTO Biologisch PPO Benchmark: succesvolle factsheets van andere landen (VS, Canada, UK) factsheets transportbesparing (o.a. Min-EZ)
Pagina 24 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Inhoud factsheets / Kenniskaarten: Consument De Consument? - Waarom koopt men biologisch? Wij willen veilige producten maar ook niet extra betalen. En toch is er niets bekend over de sensorische beleving van biologische producten - Sodexho De grote vraag: Welke voorkeuren voor biologische AGF hebben we in de komende vijf jaar, wat zal dit beïnvloeden en hoe kan de keten daarop anticiperen? Dynamische ketenscenario’s voor de biologische AGF “Dichtbij” aanbieden alleen is niet voldoende, maar ook op het gewenste moment en plaats en met de gewenste inhoud en voldoend de verwachtingen. De nieuwe consument is op zoek naar variatie en gemak: nieuwe dingen ontdekken op eigen voorwaarden. Verkoop en uitlevering biologische groenteabonnementen Kwaliteit, verkoopprijs en leverbetrouwbaarheid van producten zijn belangrijk in de biologische catering. En de cateringmanager zelf: Wat niet wordt besteld, kan niet worden verkocht. Menugestuurde biocatering Consumenten beoordelen biologische paddestoelen positief: meer variatie, goede smaak en uiterlijk. Biopaddestoelen Projecten rond het thema consument: ACB-01.006 ACB-01.009 ACB-01.010 ACB-02.017 ACB-02.024 ACB-02.025 ACB-03.030 ACB-04.041 ACB-04.044 ACB-03.045
Biologisch Boerderij Zuivel, St. KB Menugestuurde bio-catering Verkoop en uitlevering biologische groenteabonnementen II Biopaddestoelen Dynamische ketenscenario's voor biologische AGF Regio-arrangementen voor biologisch varkensvlees Biologische groente met meer waarde Ketenmarketing succesvolle introductie biologisch product Beelden van Biologische Kwaliteit Biologische streekproducten
Kwaliteit Kwaliteit? - Verbeteren en beheersen van de kwaliteit van biologische producten verdient de aandacht vanuit afzetbevordering. Voornamelijk uiterlijke kwaliteits-kenmerken behoeven de aandacht. Maar ook smaak is zeer essentieel - Aviko.” Er is meer aandacht nodig binnen de biologische fruitsector voor de verbetering en beheersing van de kwaliteit en de houdbaarheid van de producten. Verbetering Kwaliteit en Afzet Biologisch fruit en Appels van Stand. De behandelmethode voor de verlaging van rot binnen biologische appels/fruit productie moet rasspecifiek worden uitgewerkt. Verbetering Kwaliteit en Afzet Biologisch fruit. Informatieuitwisseling helpt bij calamiteiten om knelpunten te traceren en daarmee schade te voorkomen. Keteninformatie systeem Biologische Keten Afmeststrategieën voor de gevraagde kwaliteit zijn op basis van de slachtkwaliteit nu uit te werken. Verwaarding van biologisch rundvlees Snijbloemen: de beschikbaarheid, houdbaarheid en een goede kwaliteit van snijbloemen zijn nodig voor gevarieerde biologische boeketten. Biobloem Projecten rond het thema Kwaliteit ACB-01.005/02.021 Verbetering kwaliteit en afzet biologisch fruit ACB-01.006 Biologisch Boerderij Zuivel, St. KB ACB-01.011/02.020 Bevordering productie, afzet en marktpositionering sierteelt ACB-02.012/04.042 Appels van Stand II Ketens ACB-02.015 Biologische bijproducten in biologische varkenshouderij ACB-02.017 Biopaddestoelen ACB-02.026/04.046 Biovarkens-keten, kwaliteit, service en logistieke optimalisatie ACB-02.027 Borging veiligheid biologisch varkensvlees ACB-03.034 Keteninformatiesysteem biologische keten ACB-03.035 Verwaarding biologisch rundvlees door ketensamenwerking ACB-03.039 Marketingconcepten voor huisverkoop biologisch vlees ACB-04.044 Beelden van Biologische Kwaliteit
Pagina 25 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Samenwerking Samenwerken? - “Het duurt soms erg lang voor een klant besloten heeft biologische producten af te nemen. Dit heeft onder andere te maken met de vele partijen die betrokken zijn bij het besluitvormingsproces.” BD Totaal De vertaling van de visie naar besluitvorming is een zaak van alle partijen en van gelijk opwerken van ALLE partijen. Keteninformatiesysteem biologische keten Voor verticale samenwerking moet het management mee, en is het vertrouwen van alle partijen een voorwaarde. Verbetering kwaliteit en afzet biologisch fruit De betrokkenheid van iedereen (natuurvoeding, supermarkt, boerenmarkt, huisverkoop) heeft een groot draagvalk gevormd Appels van stand ll Ketens Korte regionale lijnen leveren een aanzienlijke transportbesparing op: zo biedt het local for local concept meerwaarde voor biologische producenten: de vermarkting en afzet van hun producten verbeterd. Regio-arrangementen voor biologisch varkensvlees Projecten rond het thema samenwerkingsprocessen ACB-01.005/02.021 Verbetering kwaliteit en afzet biologisch fruit fase 0 ACB-01.006 Biologisch Boerderij Zuivel, St. KB ACB-01.010 Verkoop en uitlevering biologische groenteabonnementen ACB-02.012/04.042 Appels van Stand II Ketens ACB-02.025 Regio-arrangementen voor biologisch varkensvlees ACB-03.034 Keteninformatiesysteem biologische keten ACB-03.035 Verwaarding biologisch rundvlees door ketensamenwerking ACB-03.040 Marktonwikkeling biologische producten in cateringketen ACB-03.045 Biologische streekproducten
Leren van Buitenlandse Markten Het Buitenland? “Het ontbreken van een EU-logo voor biologische producten is een van de meest belemmerende factoren om de biologische sector in de EU verder te ontwikkelen. Dit label kan bestaan naast een nationaal label.” “Landen, waarin grote supermarktketens startten om een breed assortiment van meer dan 500 biologische producten aan te bieden, hebben een grotere biologische nationale afzet van levensmiddelen bereikt. Kijk naar Zwitserland (Coop Schweiz, Migros), Oostenrijk (Billa-Merkur) en Denemarken (Coop Denmark, Dansk Supermarket).” Willer, H. and M. M.Yussefi (eds.), The World of Organic Agriculture, Statistics and Emerging Trends 2004, 2004, IFOAM, Bonn. “In Denemarken heeft de zuivelsector de sleutelrol gespeeld. Zuivelcoöperaties interesseerden hun melkveehouders voor omschakeling, de Deense overheid bood stimulerings-regelingen aan en Coop Denmark verlaagde de prijs van biologische producten en investeerde in marketing en promotie. Van de totale geconsumeerde zuivel is nu meer dan 30% van biologische oorsprong.” Meeusen, M.J.G. et al., Biologische landbouw in Denemarken, Leerervaringen voor Nederland, april 2003, LEI, Den Haag. “In het Verenigde Koninkrijk zorgt het Eat the View programma voor een goede relatie tussen producent en consument: op scholen worden biologische maaltijden van verse seizoen-producten geserveerd. Er worden meer maaltijden op school gebruikt, op school is een eetcultuur ontstaan, ouders en kinderen raken betrokken bij de lokale boeren…” (Eat the view, www.countryside.gov.uk) Informatie: www.organic-europe.net, www.biologisch.nl
Pagina 26 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
AKK project Titel Subtitel Auteurs: Codes Ketenkennisgebieden Aantal pagina’s Contactpersoon Datum Uitgave Openbaar / niet openbaar
ACB-03.033 Twee weten meer dan een BOB Buitenland Achtergronddocument voor IBL dag 2004 Elsje Oosterkamp (LEI) 1.3; 1.6 4 Elsje Oosterkamp (LEI) 27/10/2004 openbaar
8. BOB Buitenland - Werk aan de winkel, werk in de winkel Uit LEI onderzoek over de afzetbevordering van biologische producten in de Franse, Deense en Britse markten in de periode 2001 –2003 kunnen een aantal lessen getrokken worden. Deze lessen zijn: • • • • • • •
Een goede publiek/ private samenwerking en afstemming is nodig. Het grootwinkelbedrijf heeft een belangrijke rol in de afzetgroei van biologische producten. Het biologisch concept en perceptie ervan door consument (bijv. ten aanzien van aspecten van dierenwelzijn, eerlijke handel en arbeid) moeten op elkaar afgestemd zijn. Discrepantie is een afbreukrisico. Productinnovatie en assortimentsverbreding zijn nodig. Het prijsverschil gangbaar – biologisch moet beperkt blijven tot ongeveer 20 tot 30% om een veel groter marktaandeel te bereiken. Een Europees logo en harmonisatie van regelgeving zijn noodzakelijk voor internationale handel. De biologische producenten, verwerkers en tussenhandel moeten streven naar de positie van “preferred supplier” en vaste relaties opbouwen.
In het onderstaande zullen voorbeelden deze lessen in kleuren. Zo onderstreept het overzicht van de Europese markt voor biologische producten het belang van het grootwinkel bedrijf voor de groei in de afzet van biologische producten en laat Denemarken zien dat er een markt te winnen is door goede samenwerking. De ervaringen van ondernemingen in het opbouwen van relaties en de attitude van Europese consument zullen op de IBL dag zelf nader belicht worden. De Europese markt voor biologische producten Verschillen tussen landen De waarde van de afzet van biologische levensmiddelen in Europa is ruim 11 miljard euro in 2002. Er nog geen sprake van één markt voor biologische producten: tussen de landen bestaan grote verschillen in ontwikkelingsfase en ook kennen ze een verschillende in de marktstructuur in de biologische sector. Willer en Yussefi (2004): in Griekenland en Portugal is de biologische afzet nog in de introductie fase; in Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk maakten de afzet van biologische producten in de periode 1999-2002 een sterke groei door van 40% per jaar, terwijl Zwitserland, Oostenrijk, Zweden en Denemarken een eerste groeispurt voorbij lijken te zijn. Hier liggen de groeicijfers dan ook lager en heeft het aandeel biologisch in de afzet van levensmiddelen in 2002 een percentage van rond de 4% bereikt. De consumenten in deze landen geven gemiddeld ook het meest uit aan biologische producten, zo’n 40 tot 50 euro per jaar. In Zwitserland liggen de uitgaven daar ruim boven met 99 euro, maar het algemeen prijspeil is hier ook hoger. Nederland behoort tot de middenmoters met een afzetgroei van 25% over 1999-2002. IFOAM (Willer en Yussefi, 2004) verwacht dat in de komende jaren ook de sterke groei in Verenigd Koninkrijk en Frankrijk getemperd zal zijn. Verschillen in marktstructuur Landen, waarin grote supermarktketens het voortouw genomen hebben om een breed assortiment van meer dan 500 biologische producten aan te bieden, hebben in het algemeen een groter aandeel biologisch in de nationale afzet van levensmiddelen bereikt, omdat zij de incidentele koper kunnen verleiden biologische te kopen (Willer en Yussefi ,2004). In Europa gaat het dan met name om
Pagina 27 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Zwitserland (Coop Schweiz, Migros), Oostenrijk (Billa-Merkur van de REWE Group) en Denemarken (Coop-Denmark). In het Verenigd Koninkrijk zijn de grote ketens van Tesco en Sainsbury hard op weg met een assortiment van 400 biologische producten en heeft het veel kleinere Waitrose dat marktleider in de biologische segment wil zijn, 1300 producten in het assortiment. Ook de grootste supermarktketen van Europa, het Franse Carrefour heeft nu 200 biologische producten in het assortiment. In Frankrijk zijn verder Auchan en het kleinere, maar meer regionaal georiënteerde Monoprix voorlopers. Ter vergelijking: Albert Heijn en Volmar bieden resp. 130 en 119 biologische producten aan. Hoewel dit aantal ver onder de 500 zit, moet evenwel het belang worden onderstreept: één derde van de biologische afzet in Nederland loopt via Albert Heijn (Ekomonitor 2003). Duitsland valt op omdat merendeel van de biologische producten af via natuurvoedings- en reformzaken en de directe overige kanalen wordt afgezet. De klant van deze winkel is een trouwe consument die sterk gericht is op de eigen regio en de leveranciers komen veelal eveneens uit de streek. Ook in dit marktkanaal vindt een schaalvergroting en professionaliseringsslag plaats (Meeusen en Hoste, 2002). Overigens groeit in Duitsland nu het marktaandeel van de supermarkten, ondanks de sterke focus op prijsconcurrentie in dit land, omdat Edeka, Tegelmann en REWE hun biologische assortiment uitbereiden. Biologisch vlees had zijn weg via deze supermarkten al gevonden, omdat dit nauwelijks wordt aangeboden via de natuurvoedings- en reformzaken. Tegut is net als het Britse Waitrose en de Franse Monoprix een supermarktketen met een meer uitgesproken biologische profilering. Tabel 1: Omvang biologische voedingsmiddelenmarkt in 7 Europese landen en de verdeling per afzetkanalen NL*1
DK*2
VK*3
D*4
F*5
O*6
Z*7
Omvang bio. afzet in euro x mln*a Omvang bio. afzet als percentage van totaal Verwachte jaarlijkse groei tot 2007*a Afzetkanaal 1.supermarkt
395
270
1440
2.940
1500
330
700
1,6%
4%
1.7%
2,3%
n.b.
3%
4%
n.b.
1.5%
11%
4.8%
6.1%
4.6%
4.4%
46%
90%
75%
35%
80%
>70%
60%
2.natuurvoedingskanaal*b
41%
2%
5%
35%
10%
13%
25%
3.overige kanalen*c
13%
8%
20%
30%
10%
10%
n.b.
Algemene opmerking: de cijfers zijn indicaties. Percentages van de aandelen over de afzetkanalen betreffen de structuur van de markt. Deze veranderen binnen een jaar i.h.a. niet zo snel als de omvang en groei cijfers. a. omvang biologische afzet en verwachte groei uit Willer and Yusefi, 2004 (data 2002). b. natuurvoedingswinkels, reformwinkels en biologische slagerijen. c.boerderijverkoop, markten, overige speciaalzaken, horeca, catering. 1. afzetkanalen en omvang biologische afzet uit Ekomonitor, jaarrapport 2003 (data 2003). 2. afzetkanalen en omvang biologisch percentage uit Meeusen et al., 2003 (data 2002). 3. afzetkanalen (waarvan bij 3. directe verkoop 15%) en omvang biologisch percentage uit Meeusen en Hoste, 2002 (data 2001). 4. afzetkanalen en omvang biologisch percentage uit Willer H. et al., Oekolandbau in Deutschland 2002, Soel,2003 (data 2002). 5. afzetkanalen uit Tacken et al. 2003 (data 2002). 6. afzetkanalen uit Pohl, A., Organic Farming in Austria 2003, FIBL, Frankfurt (data 2002). 7. afzetkanalen uit, Niggli, U., Swiss Inspection System, European Commission, 2002, Brussel (data 1998), percentage biologisch uit Willer and Yusefi, 2004 (data 2002).
Verschillend groeitempo in tussen de biologische sectoren Per land kunnen ook de biologische sectoren van eieren en vlees, aardappelen/groenten, zuivel en granen in een verschillende groeifase bevinden. In Denemarken levert de biologische melkveehouderij 30% van de geconsumeerde zuivel en de biologische eierproducenten 26% van de totale consumptie van eieren (Meeusen et al., 2003). In Nederland scoort de biologische groenten en fruit sector met 3.7% van totale fruit en groenten omzet het hoogst (Ekomonitor 2003). Het Verenigd
Pagina 28 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Koninkrijk moet het leeuwendeel van biologische producten importeren, maar is alleen biologische eieren zelfvoorzienend. Ook in Zwitserland is de biologische eieren sector het meest ontwikkeld en is Frankrijk nog steeds wereldmarktleider biologisch pluimveevlees, maar zag de afzet in Het Vereningd Koninkrijk weggevaagd door de oproep ‘Buy British’. De varkensvleessector blijkt met name achter te lopen: in Duitsland is de vraag naar biologisch varkensvlees daarom groter dan het aanbod. De biologische varkenshouderij in Oostenrijk die goed ontwikkeld is, voorziet nog maar in 1.1% van de totale afzet van vlees. In het algemeen geldt dat ook de vraag naar groenten groter dan het aanbod is. De laatste voorbeelden maken duidelijk dat het in deze gevallen niet de vraag is die ontreikend is. Voor de varkenshouderij geldt met name dat de hoge omschakelkosten er de oorzaak van zijn dat de ontwikkeling van de sector achterblijft. De kosten van het biologische vlees zijn hoog en dus ook de prijs. Dit maakt de afzet onzeker. De omschakelkosten nemen toe als de varkenshouder vanuit intensieve en grootschaliger systemen moet omschakelen (Nederland, Denemarken) of de normen voor bijvoorbeeld voer in de biologische varkenshouderij hoog zijn (Duitsland). De gangbare zuivelsector in Denemarken was extensiever en de stap naar biologische was daardoor minder groot. Willer en Yussefi (2004) verwachten dat de graansector in Europa matig zal groeien en de hoogste groeicijfers in de vleessector (Zwitserland, Vereningd Koninkrijk en Frankrijk) worden gehaald. Aan de cijfers valt op dat in de onderzochte landen de consumptie van biologische gemaksvoedsel zal toe nemen, behalve in Denemarkten waar de meer van vers is gecharmeerd. Verschillend overheidsbeleid Zoveel landen zoveel zinnen. Het streven van de Nederlandse overheid is om in 2007 5% biologisch in de voedingsmiddelen afzet gerealiseerd te hebben, in Duitsland is het streven 20%van het areaal onder biologisch beheer te brengen en in Frankrijk moet dit 5% van het areaal zijn. Franse overheid staat op het standpunt dat de overheid geen producten moet promoten, dus ook geen biologische, maar dat men wel maatregelen kan nemen uit zorg voor het milieu. In het Verenigd Koninkrijk zijn door de overheid geen streefcijfers vastgelegd en wordt zoveel mogelijk aan de marktpartijen over gelaten, wel stuurt de overheid met milieubelasting. De Deense overheid heeft streefcijfers vastgelegd per biologische sector, waarvan de meeste eind jaren negentig ook bereikt zijn. Met gezamenlijke inspanning van overheid, ondernemingen en milieuorganisaties in Denemarken bereikt dat het aandeel biologisch in de totale afzet van voedingsmiddelen in 2004 de 5% bereikt heeft. Deense lessen Streven naar consensus Met het invoeren van de wet op de biologische landbouw in 1987 is Denemarken een van de eerste Europese landen die overheidsbeleid op het gebied van biologische landbouw vormgeeft. Een element uit de wet is de financiële ondersteuning aan bedrijven die willen omschakelen. Dit is het startschot voor groei van de sector. De wet voorziet ook in de oprichting de Organic Food Council (OCF), die biologische en gangbare boerenorganisaties, consumenten, maatschappelijke organisaties, voedselverwerkende industrie en de overheid samenbrengt. Het OCF streeft naar consensus en een gezamenlijke visie, de gangbare en biologische sector niet tegen elkaar uitspelend. Er is wel spanning tussen de partijen, maar die is constructief. Zo zal het grootwinkelbedrijf de verwerkende industrie altijd verwijten dat het niet genoeg aan productontwikkeling doet en andersom dat er te weinig marketing wordt ingezet. Vertrouwen in het logo In 1990 wordt het nationaal keurmerk voor biologische producten van de grond getild, het Ø-label, met bij behorende normstelling, certificering en controle die door de overheid wordt uitgevoerd. Supermarkt keten Co-op Denmark laat hiervoor het eigen label voor biologisch vallen. Voor OCF en de daarin vertegenwoordigende partijen is de rol weggelegd het nationale keurmerk te communiceren met het grote publiek met subsidie van de overheid. Een van deze partijen is bijvoorbeeld het Okologisk Landsferening (OL). Naast het geven van voorlichting aan boeren, het richting bepalen van onderzoek en productontwikkeling, heeft OL ook voorlichting verzorgd in de winkels. Nu blijkt 80% van de Deense consumenten het Ø-label te kennen en er groot vertrouwen in te hebben. Prijsverlaging biologische producten Wanneer in 1993 het aanbod van biologische producten de vraag begint te overtreffen, nemen Co-op Denmark en leveranciers het voortouw om een prijsverlaging van 15 tot 20% op consumentenniveau tot stand te brengen. De prijsverlaging gaat vergezeld van een intensieve marketing campagne van
Pagina 29 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Co-op Denmark onder andere op tv en is een groot succes. Met name aan de toegenomen vraag naar groente en fruit blijkt nauwelijks te kunnen worden voldaan. Het marktaandeel van biologische voedingsmiddelen in de totale voedingsmiddelen afzet groeit van nog geen 2% in 1991 tot 4% in 2002. Een andere uitkomst is dat in 2002 90% van de Deense grootwinkelbedrijven biologische producten is gaan aanbieden. Zuivel: sleutelsector Vooral de zuivelsector heeft in het bijzonder bijgedragen tot de groei van de biologische afzet. De samenwerking tussen overheid, Co-op Denmark en de zuivelcoöperaties is daarbij van doorslaggevende betekenis geweest. Zuivelcoöperaties hebben interesse voor omschakeling bij melkveehouders gewekt en aantrekkelijke producten ontwikkeld (bijvoorbeeld het minipakje melk met laag vetgehalte), de overheid ondersteunde met passende stimuleringsregelingen en Co-op Denmark heeft de prijsverlagingen doorgevoerd en marketing en promotiekosten uitgegeven. Het succes heeft wel een keerzijde: al een aantal jaar is er een overschot aan biologisch geproduceerde melk: 30 tot 40% wordt als gangbaar verkocht. Het betekent ook dat er een wachtlijst is ontstaan voor melkveehouders die willen omschakelen. Arla, de grootste zuivelcoöperatie van Denemarken zegt in 2001 te verliezen op biologische segment, mede omdat Arla niet gelukt is zuivel op de Duitss markt af te zetten. Harmonisatie in de EU de discussie rond het EU-logo voor biologische producten In Oktober 2004 hebben de Europese landbouwministers in gestemd met het Action Plan for Food and Farming voor een meer duurzame landbouw. Twee van de actiepunten zijn het harmoniseren van de regelgeving voor biologische productie in de EU landen en het invoeren van een EU logo voor organische producten. Basis voor het EU logo zou de EU regelgeving voor Biologische Productie 2092/91 kunnen zijn. Denemarken maakt zich als exportland sterk voor een EU logo. Met het EU logo is het vertrouwen van de consument niet alleen binnen, maar ook buiten de EU te winnen. Stichting Agence Bio, het Franse keurmerk dat onder het Ministerie van Landbouw ressorteerde en is verzelfstandigd, voegt hieraan toe dat het ook belangrijk is de regels voor biologische productie nader op elkaar af te stemmen ten behoeve van importen van buiten de EU. IFOAM ziet meer heil in nationale informatie campagnes onderbouwd kunnen worden. Het Biosiegel dat de Duitse overheid in 2001 ingevoerd heeft, is op de EU regelgeving geschoeid. Sinds 2001 zijn 12.000 producten gelabeld. Een groot aantal Duitse biologische producenten, producentenassociaties en de speciaalzaken zien de EU-normen echter als bodem en hanteren in de eigen regio’s veelal strengere normen en eigen logo’s. Ook prefereren ze producten die over kortere afstand worden afgezet. Demeter Duitsland voorziet daarom een driedeling: een bio-dynamisch, een bio en bio-plus segment. Voor supermarkten biedt het Biosiegel echter aangrijpingspunten voor promotie. Ook wordt de komst van het Biosiegel vanuit de landen die naar Duitsland exporteren toegejuicht. Ook Franse biologische producenten hanteren veelal strengere normen dan de EU en deze worden dan bij wet vastgelegd. Ecocert is hier de belangrijkste certificerende instantie. Stichting Agence Bio pleit voor een Europees logo en wil daarmee lokale promotie ondersteunen. Franse supermarkten zijn bezig eigen labels onder het AB logo te ontwikkelen. Hun belangen organisatie wil ook dat richtlijnen voor biologische productie in de EU geharmoniseerd worden en men wil graag een Europese controle instantie die volgens één maatstaf controleert. Britse zijn de gangmakers van Eurep-gap hanteren daarnaast individuele kwaliteitsprogramma’s. Bijvoorbeeld hanteert Tesco strengere normen voor dierenwelzijn en milieu. In het Verenigd Koninkrijk geeft men de voorkeur voor binnenlandse lokale producten met eigen (biologische) logo’s en private certificeringsinstanties. De overheid onderstreept deze tendens met de roep ‘Buy British’. Nu komt 70% van de biologische producten uit het buitenland, maar de wens is dit percentage te reduceren tot 30%. Gebruikte literatuur Hendriks, K. et al., Biologische producten met een gezicht, juni 2004, Alterra/Lsg Landgebruiksplanning, WUR, Wageningen. Meeusen, M.J.G. et al., Biologische landbouw in Denemarken, Leerervaringen voor Nederland, april 2003, LEI, Den Haag. Meeusen, M.J.G. en R.Hoste, Biologisch varkensvlees in het Ver. Koninkrijk en Duitsland. Een inventarisatie ten behoeve van strategische besluitvorming in de Nederlandse biologische varkens.houderij, juli 2002, LEI, Den Haag. Meeusen , M.J.G. et al., Biologische vollegrondsgroenten in het Ver. Koninkrijk en Duitsland. Een inventarisatie ten behoeve van strategische besluitvorming voor de Nederlandse biologische vollegrondsgroenten, juli 2002, LEI, Den Haag.
Pagina 30 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Bont, C.J.A.M. de en S. van Berkum (red.), De Nederlandse landbouw op het Europese scorebord, mei 2004, LEI, Den Haag. Platform Biologica, Ekomonitor 2003 Jaarrapport: cijfers en trends, maart 2004, Platform Biologica, Utrecht. Tacken, G.M.L. et al., Biologisch Pluimveevlees in Frankrijk, november 2003, LEI, Den Haag. Willer, H. et al. Organic Agriculture in Germany 2002, www.organic-europe.net Willer, H. and M. M.Yussefi (eds.), The World of Organic Agriculture, Statistics and Emerging Trends 2004, 2004, IFOAM, Bonn.
Websites www.soel.de www.fibl.ch www.biologischelandbouw.net www.agriholland.nl www.agencebio.fr www.organic-europe.net www.platformbiologica.nl
Pagina 31 van 34
Bijlagen AKK project ACB 03.033
AKK project Titel Subtitel Auteurs: Codes Ketenkennisgebieden Aantal pagina’s Contactpersoon Datum Uitgave Openbaar / niet openbaar
ACB-03.033 Twee weten meer dan een Kennisvragen en mogelijke activiteiten Achtergronddocument voor activiteiten Elsje Oosterkamp (LEI) 1.3; 1.6 4 Sigrid Wertheim-Heck (LEI) 30/3/2004 openbaar
9. Thematabellen kennisvraag en mogelijke oplossingsrichtingen Thema Subthema Activiteit Datum Trekker Werkvorm Doel activiteit Verwacht resultaat Gebleken kennisbehoefte bij Benodigde capaciteit KIS Benodigde capaciteit BL Kosten Gebruikmaken van Thema Subthema Activiteit Datum Trekker Werkvorm Doel activiteit Verwacht resultaat Gebleken kennisbehoefte bij Benodigde capaciteit KIS Benodigde capaciteit BL Kosten Gebruikmaken van Thema Subthema Activiteit Datum Trekker Werkvorm Doel activiteit Verwacht resultaat
Pagina 32 van 34
Consument Aanspreken van de gemiddelde consument (light user) BIOM - bijeenkomst In overleg met BIOM – Harm Brinks Sigrid Wertheim-Heck Lunchdiscussie met twee consumenten Beeldvorming Toetsen van concrete ideeën m.b.t. marketing en sales biologische producten Meer inzicht in beweegredenen consument Concrete reacties van consumenten op marketing en sales ideeën ondernemers Primaire producenten Biologische afzetcoöperaties 2 dagen voorbereiding 1 dag activiteit zelf 2 dagen voorbereiding 1 dag activiteit zelf p.m. Flipover Consument Afzetbevordering BIOM - bijeenkomst In overleg met BIOM – Harm Brinks Sigrid Wertheim-Heck Lunchdiscussie met retailer (bijv. Cees de kat – Laurus, Frans Fredrix – Superunie,…) Beeldvorming Toetsen van concrete ideeën m.b.t. marketing en sales biologische producten Meer inzicht in beweegredenen retail Concrete reacties van retail op marketing en sales ideeën ondernemers Primaire producenten Biologische afzetcoöperaties 2 dagen voorbereiding 1 dag activiteit zelf 2 dagen voorbereiding 1 dag activiteit zelf p.m. Flipover Consument Afzetbevordering via de supermarkt CBL bijeenkomst Af te stemmen met CBL Sigrid Wertheim-Heck Discussie groepen aan de hand van stellingen Handelsorganisatie en/of primaire producenten uitnodigen bij een CBL bijeenkomst Beeldvorming In gesprek komen met elkaar Kloof verkleinen en dogma’s wegnemen tussen supermarkten en
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Gebleken kennisbehoefte bij Benodigde capaciteit KIS Benodigde capaciteit BL Kosten Gebruikmaken van Thema Subthema Activiteit Datum Trekker Werkvorm
Doel activiteit Verwacht resultaat Gebleken kennisbehoefte bij Benodigde capaciteit KIS Benodigde capaciteit BL Kosten Gebruikmaken van Thema Subthema Activiteit Datum Trekker Werkvorm Doel activiteit Verwacht resultaat Gebleken kennisbehoefte bij Benodigde capaciteit KIS Benodigde capaciteit BL Kosten Gebruikmaken van Thema Subthema Activiteit Datum Trekker Werkvorm Doel activiteit Verwacht resultaat Gebleken kennisbehoefte bij Benodigde capaciteit KIS Benodigde capaciteit BL Kosten
Pagina 33 van 34
producenten Primaire producenten Afzetcoöperaties (Agrico, Nautilus, Prisma,…) 2 dagen voorbereiding ½ dag activiteit zelf 2 dagen voorbereiding 1/2 dag activiteit zelf p.m. Consument Afzetbevordering middels strategische marktkennis AKK workshop Oktober 2004 Arjan Monteny Praktijkcase presentatie ‘Biologische groente met meerwaarde’ en/of ‘Koepelproject kennisontwikkeling streekgebonden productie en vermarkting’ gevolgd door interactieve discussie met ondernemer in Ketencafé Leren uit de praktijk Vergroten netwerk Onderling begrip Verdieping inzicht en beter gebruik netwerk Primaire producenten Afzetcoöperaties 2 dagen voorbereiding ½ dag activiteit zelf 2 dagen voorbereiding 1/2 dag activiteit zelf p.m. Kwaliteit Kwaliteit als functie van bewaring en de keten tips IBL nieuws Sjors Willems Schriftelijke informatievoorziening Kennis rond kwaliteit en bewaring in de AGF doorgeven aan gebruikers Betere sturing kwaliteit producenten AGF retail ½ dag per IBL nieuws verzamling tips ½ dag per IBL nieuws inpassing, redactioneel p.m. Bestaande kennis AKK projecten Bestaande informatiekanalen Kwaliteit Kwaliteit en retail workshop AKK congres november Gitte Schober / Arjan Monteny Interactieve workshop intersectoraal Kennis rond kwaliteit uitwisselen tussen sectoren Van incidenten naar systeeminzichten Communicatie eisen en beperkingen tussen retail en producenten verbeteren producenten AGF retail ketenschakels (bewaring, tussenhandel) 2 dagen voorbereiding 1 dag uitvoering 1 dag nazorg incl communicatietraject 1-2 dagen voorbereiding ½ dag uitvoering p.m.
Bijlagen AKK project ACB 03.033
Gebruikmaken van
Bestaande kennis AKK projecten Bestaande bijeenkomst
Thema Subthema Activiteit Datum
Kwaliteit Kwaliteit - tips Korte “clinics” Zeer korte bijeenkomsten (max 15 minuten) tussen (lunch) of na afloop van studiebijeenkomsten Arjan Monteny Korte intensieve kennisoverdracht Kennis rond kwaliteit en bewaring in de AGF doorgeven aan gebruikers Betere sturing kwaliteit producenten AGF ½ dag per clinic, ½ dag per uitvoering en nazorg LTO: ½ dag per clinic ter voorbereiding en coördinatie p.m. Bestaande kennis AKK projecten Bestaande informatiekanalen
Trekker Werkvorm Doel activiteit Verwacht resultaat Gebleken kennisbehoefte bij Benodigde capaciteit KIS Benodigde capaciteit BL Kosten Gebruikmaken van Thema Subthema Activiteit Datum Trekker Werkvorm Doel activiteit Verwacht resultaat Gebleken kennisbehoefte bij Benodigde capaciteit KIS
Benodigde capaciteit BL Kosten Gebruikmaken van
Pagina 34 van 34
Samenwerking Hoe werken de afzetketens? Discussiebijeenkomsten per sector Arjan Monteny en LBI Geleide discussiebijeenkomsten Van dagelijks werk naar inzichten in procesfactoren Beter gebruik maken van procesfactoren – communicatie, knelpunten, samenwerking Alle schakels Communicatie producent - verwerkers 3 dagen opstellen PvA 1 dag per bijeenkomst voorbereiding 1 dag uitvoering ½ dag nazorg en communicatie 4 dagen voorbereiding (e.g. verzameling / ordening inzichten bij LBI. ½ dag uitvoering per bijeenkomst p.m. Bestaande kennis AKK projecten Procesinzichten verzameld door LBI Procesinzichten verzameld bij kennisinstellingen